Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
54 MeI 2009<br />
vErtrEkkErs<br />
duende in Gambia<br />
www.zeilen.nl<br />
EEn AfrikAAnsE<br />
vErrAssing<br />
TeksT ViVian Oskam foTo’s ViVian Oskam en bram steVens<br />
Naarmate Vivian oskam en Bram stevens dichterbij<br />
Gambia komen, twijfelen ze of <strong>het</strong> een goed idee was dit<br />
land te bezoeken als tussenstop naar Brazilië. De zenuwen<br />
over <strong>het</strong> onbekende continent nemen toe. Terecht?<br />
In de loop van de ochtend komt een streep lage kustlijn<br />
in zicht. De vissergemeenschap trekt zijn pirogues<br />
op <strong>het</strong> strand. Het anker valt voor de kade van<br />
Banjul tussen talloze scheepswrakken. Overal zwaaien<br />
zwarte mannen ons lachend toe: “Welcome to Gambia!<br />
Welcome to the smiling country!”<br />
Er zijn genoeg verhalen over de lastige inklaarprocedure<br />
om toch wat zenuwachtig naar de kant te roeien. Gelukkig<br />
word ik opgewacht door een collega-vertrekker, die<br />
toevallig net komt uitklaren. Van <strong>het</strong> ene kleine deurtje<br />
op <strong>het</strong> grote haventerrein loodst ze me naar <strong>het</strong> andere<br />
deurtje. Een vriendelijke dame van Immigratie geeft me<br />
een vel papier en vraagt of ik zelf een verklaring wil maken<br />
dat we geen wapens of drugs aan boord hebben. Ze<br />
bekijkt mijn werkstuk goedkeurend en stempelt tot hilariteit<br />
van haar krantlezende collega bijna 61 in plaats van<br />
16 januari in onze paspoorten.<br />
In <strong>het</strong> rommelige douanekantoortje zit een rijtje secretaresses.<br />
Ze zien er feestelijk uit in hun kleurrijke gewaden.<br />
Met moeite scheur ik mijn blik los en vul een formulier<br />
in. Nu kan ik door naar de finish, <strong>het</strong> havenkantoor. De<br />
jonge havenmeester kan mijn euro’s niet aannemen.<br />
Geen nood, hij zal ze wel even wisselen op de zwarte<br />
markt. Samen slenteren we over <strong>het</strong> <strong>het</strong>e zandpad naar<br />
de markt. Ik vertel hem over <strong>het</strong> natuurijs en schaatsende<br />
familie in Nederland, waarop hij meewarig zijn hoofd<br />
schudt en mijn e-mailadres vraagt. Opgelucht verlaat ik<br />
even later <strong>het</strong> kantoor met een vaarvergunning voor de<br />
Gambia-rivier.<br />
CultuurshoCk<br />
Om bij te komen van de overtocht varen we naar Lamin<br />
Lodge, een houten restaurantje middenin de mangroves.<br />
Vers vanuit <strong>het</strong> rijke Europa zijn we niet voorbereid op de<br />
cultuurshock die ons de volgende dag te wachten staat.<br />
We willen wat verse groenten inslaan. Vanaf de Lodge lopen<br />
we door de zinderende savanne naar <strong>het</strong> dorpje.<br />
“Toubab, toubab!”, ofwel witte westerling. Kinderen rennen<br />
ons tegemoet en blijven in trossen aan ons hangen.<br />
“Toubab, what’s your name? Which country? Give me<br />
candy, give me a pen.”<br />
03_Subkop<br />
de vertrekkerS<br />
vivian oskam (33) en<br />
bram Stevens (33) wilden<br />
in 2005 vertrekken voor<br />
een wereldreis, ware <strong>het</strong><br />
niet dat hun <strong>Duende</strong> er<br />
niet klaar voor was. pas in<br />
de zomer van 2008, nadat<br />
hun stalen trewes 3a van<br />
boeg tot spiegel gerestaureerd<br />
was, kwam <strong>het</strong> ervan.<br />
een gedetailleerde<br />
vaarplan hebben ze niet,<br />
wel een verlanglijst. Gambia<br />
stond ook op deze<br />
lijst. vivian schrijft ook columns<br />
op www.zeilen.nl.<br />
www.sy-duende.com<br />
www.zeilen.nl<br />
MeI 2009 55
duende in Gambia<br />
1 uitgezwaaid door de kinderen<br />
van kudang tenda.<br />
2 tendaba, een typisch dorpje<br />
aan de rivier.<br />
3 europese dumpgoederen in de<br />
enige grote supermarkt.<br />
vorige pagina’s: Lamin Lodge, onze<br />
uitvalsbasis en hang-out in de<br />
mangroves.<br />
56 MeI 2009<br />
vErtrEkkErs<br />
Met drie kinderen aan elke hand wandelen we langzaam<br />
verder. Kippen rennen over de erven en overal staan grote<br />
zwarte potten op houtvuurtjes. Een stoet mannen in<br />
djeballahs zwermt naar de moskee. Langs de kant zit een<br />
vrouw gehurkt met een klein kind op haar rug gebonden.<br />
Op <strong>het</strong> zand heeft ze een doek uitgespreid waar wat armzalige<br />
groentes keurig opgestapeld liggen. We bemachtigen<br />
een paar zachte tomaatjes, wat minipaprika’s en een<br />
kleine aubergine. Veel meer lijkt er niet te zijn. Maar met<br />
onze rijk gevulde voorraadkasten met Europees blikvoer<br />
aan boord mogen wij niet klagen.<br />
Wind tEgEn tij<br />
“He bah, heel mijn rug is kletsnat!”, roep ik chagrijnig.<br />
Bram dweilt stoïcijns de kuipbank weer droog. “Nee, ik<br />
had ook niet gedacht dat <strong>het</strong> zo woelig zou zijn.” De eerste<br />
dagen kruisen we motorzeilend met de vloedstroom<br />
de rivier op, precies tegen de wind in. Wind tegen tij dus,<br />
met de bijbehorende steile golven. Er is hier nog niet veel<br />
te zien. De oevers zijn ver weg, laag en saai. “Ik hoop niet<br />
dat <strong>het</strong> zo blijft, want dan draaien we om, hoor”, verzucht<br />
Bram. “Hoe verder je de rivier op komt, hoe leuker <strong>het</strong><br />
wordt, heb ik gelezen”, antwoord ik. “Zullen we nog even<br />
kaarten en piLotS<br />
recent kaartmateriaal is er, zover wij weten, niet. Wij voeren met digitale kaarten van<br />
C-map, die naarmate je verder in <strong>het</strong> binnenland komt een enorme afwijking vertonen<br />
met de gps. de dieptemeter is hier je belangrijkste instrument. bij <strong>het</strong> havenkantoor<br />
kochten we getijdentabellen voor de rivier, die handig zijn voor de tochtplanning. Het<br />
tij verschuift aanzienlijk – tot maximaal 12 uur – naarmate je verder de rivier opkomt.<br />
daarnaast gebruikten we de RCC Pilot voor West-afrika van Steve Jones uit 1997, met<br />
een update uit 2008. ook hadden we een digitale verzameling recente logboeken en<br />
tips van andere cruisers aangelegd.<br />
www.zeilen.nl<br />
1 2<br />
1 2<br />
3<br />
volhouden?” Prompt springt er een enorme zwarte dolfijn<br />
naast ons uit <strong>het</strong> water. Een groep Kameroendolfijnen<br />
houdt ons urenlang gezelschap. Opgemonterd besluiten<br />
we nog een stukje verder te gaan.<br />
gEsChubdE boomstAm<br />
Net voordat de Afrikaanse zonsondergang de hemel in<br />
vuur en vlam zet, glippen we over de drempel van Mandori<br />
Creek. Na <strong>het</strong> concert van vogels, krekels en andere onbestemde<br />
junglegeluiden valt de stilte over ons heen. Ik<br />
kan haast niet slapen van <strong>het</strong> gesuis in mijn oren. Als de<br />
ochtend nog fris is, varen we tussen de hoge mangroves<br />
verder de kreek in. Tientallen vogels waar ik de naam niet<br />
van ken, maar die er erg exotisch uitzien, vliegen op. We<br />
zijn de natte droom van een ornitholoog binnengevaren.<br />
Net als ik me bedenk dat op dit stuk rivier nog geen krokodillen<br />
voorkomen, zie ik een geschubde boomstam op<br />
de oever liggen. Geschubd? “Een krokodil!”, gil ik veel te<br />
hard. “Wauw...gaaf!” Bram kan zich ook al niet inhouden.<br />
De krokodil trekt zich gelukkig niets van ons aan<br />
en volhardt in zijn boomstam-act. Midden in de kreek<br />
gooien we <strong>het</strong> anker uit om na te genieten van onze eerste<br />
jungle expeditie. Een piroque komt langszij. De vissers<br />
laten ons hun vangst zien. “You want fish?” “Sure!”<br />
In ruil voor een pakje sigaretten eten we die avond een<br />
onbekende zoetwatervis. Die smaakt heerlijk met de<br />
Hollandse aardappelpuree, de Noorse vissaus en tomaten<br />
uit La Gomera.<br />
lEgE flEs<br />
“Can I have that?” De twee jongetjes die als eerste met hun<br />
boomkano bij ons aankomen, azen op de waterflessen die<br />
als afval in onze kuip staan. “Of course you can”, zegt<br />
Bram verbaasd en geeft ze allebei een fles. Onder luid gejuich<br />
nemen ze hun schatten in ontvangst en laten ze trots<br />
zien aan hun dorpsgenoten, die wat beteuterd op de oever<br />
staan. We worden er stil van. Onder begeleiding van<br />
boomkano’s roeien we naar hun dorp Kudang Tenda. De<br />
bontgekleurde kluwe kinderen stort zich op onze bijboot<br />
en draagt hem triomfantelijk aan land. Aan een wat oudere<br />
jongen geven we een zak ballonnen en stiften om uit te<br />
delen. De kinderen zijn niet meer te houden.<br />
De jongen, die als een van de enige dorpskinderen naar<br />
school kan en dokter wil worden, laat ons <strong>het</strong> dorp zien.<br />
Geiten scharrelen rond de lemen hutten. In de schaduw<br />
zitten wat mannen die ons beleefd om een pen vragen.<br />
We willen graag wat water en wandelen met de schooljongen<br />
naar de pomp. Bij nadere bestudering blijkt deze<br />
uit Bussum te komen. Na gebruik wordt <strong>het</strong> meest waardevolle<br />
instrument van <strong>het</strong> dorp weer zorgvuldig op slot<br />
gedaan. Uitgezwaaid door de hele rits kinderen, varen we<br />
overdonderd door alle indrukken weer verder.<br />
sEAhorsEs<br />
Door namen als Elephant island, Seahorse Island, Deer<br />
Island, Bird Island en Baboon Island zijn onze verwachtingen<br />
hooggespannen. Olifanten zijn er niet op Elephant<br />
island, maar de ‘horses of the sea’, zoals Portugese ontdekkers<br />
de nijlpaarden noemden, moeten zeker te zien<br />
zijn. We gaan op jacht en duiken de kreken in tussen de<br />
Deer Islands. Met de verrekijker speur ik de oevers af. “Ik<br />
denk dat ik er een paar zie, zet de motor eens af!” Vol verwachting<br />
dobberen we richting de zwarte oren die ik boven<br />
water uit zag steken. Helaas verdwijnen ze weer snel<br />
onder water.<br />
Bij Bird island gooien we ons anker uit. Zodra ik de motor<br />
uitzet, hoor ik een angstaanjagend hard geproest. Dit nijlpaard<br />
is duidelijk minder verlegen. Met zijn zwarte ogen<br />
net boven water houdt hij ons in de gaten. Vermoedelijk<br />
beschermt hij zijn aquajoggende familieleden even verderop.<br />
‘Nijlpaarden kunnen erg agressief zijn en veroorzaken<br />
meer dodelijke ongelukken dan elk ander dier in Afrika’,<br />
<strong>lees</strong> ik in de pilot. Het zwarte gevaarte snuift nog<br />
eens luid. De behoefte om met de bijboot op excursie<br />
te gaan neemt plotseling sterk af. Het is al indrukwekkend<br />
genoeg om vanaf <strong>het</strong> voordek<br />
zijn glanzende kop te bestuderen.<br />
ApEn EilAndEn<br />
De rivier maakt een slinger westwaarts en<br />
eindelijk kunnen we een stuk zeilen. Met<br />
uitgeboomde kluiver glijden we <strong>het</strong> Nationaal<br />
Park in. Twee rangers verkopen de<br />
toegangskaarten vanaf hun boot, de eilanden<br />
zijn verboden gebied. Ze wijzen ons de<br />
chimpansees aan, die op Baboon Island worden<br />
teruggezet in de natuur. Onbewogen kijken<br />
de mensapen ons aan vanaf hun balkon in de bomen.<br />
Even verderop breekt een groep rode franjeapen de<br />
tent af. Slingerend door de woest bewegende boomtoppen<br />
houden ze ons met gemak bij. We vechten om de verrekijker<br />
en proberen tevergeefs deze ervaring op een foto<br />
vast te leggen.<br />
Het anker gaat uit net buiten <strong>het</strong> park. Om de stroom mee<br />
te hebben voor <strong>het</strong> laatste stukje naar Georgetown, vertrekken<br />
we de volgende ochtend vroeg. De mangroveoevers<br />
van <strong>het</strong> eerste stuk rivier zijn inmiddels veran-<br />
1 Genieten van de prachtige<br />
afrikaanse zonsondergang.<br />
2 de markt in Janjanbureh.<br />
dE bontgEklEurdE<br />
kluWE kindErEn<br />
stort ziCh<br />
op onzE bijboot<br />
www.zeilen.nl<br />
MeI 2009 57
duende in Gambia<br />
op nijlpaardenjacht.<br />
hEt is EEn mAChtig<br />
gEvoEl om mEt<br />
jE EigEn boot<br />
door dEzE<br />
diErEntuin tE vArEn<br />
vervetaapjes zijn niet bang<br />
aangelegd.<br />
58 MeI 2009<br />
vErtrEkkErs<br />
derd in een weelderige vegetatie waar zeearenden boven<br />
zweven. Een familie bavianen koestert zich in de ochtendzon<br />
op hun boomterras, terwijl wij met open mond<br />
onder ze door drijven. Het is een machtig gevoel om met<br />
je eigen boot door deze dierentuin te varen, die met elke<br />
mijl stroomopwaarts prachtiger wordt.<br />
vogElAArs<br />
Verder dan Janjanbureh kunnen we niet varen. Net voordat<br />
de middaghitte weer genadeloos toeslaat, gaat <strong>het</strong> anker<br />
uit. We liggen recht voor de Bird Lodge, een toeristenkamp<br />
met een restaurantje. Tijdens <strong>het</strong> diner troeven de<br />
vakantievierende vogelaars elkaar af wie de meeste<br />
vogels heeft gespot. Reuzenijsvogels, bontgekleurde<br />
bijeneters en slangenhalsvogels blijken<br />
hier net zo normaal te zijn als duiven op<br />
de Dam.<br />
‘Vanaf de Bird Lodge kunnen we heerlijk terugzeilen’,<br />
dachten we<br />
telkens als de wind<br />
ons weer eens tegenzat<br />
op de heenweg. Maar de<br />
zo normale noordoostenwind<br />
laat ons nu in de<br />
steek. Met een zucht zet Bram<br />
de motor aan. De rivier wordt<br />
langzaam weer breder, maar dierenleven<br />
is er nog steeds. Een kudde flamingo’s<br />
stofzuigt een zandbank en<br />
de groep dolfijnen is blij ons weer te<br />
zien. Als afscheid van dit vogelpara-<br />
tHe Gambia<br />
op de kaart ziet Gambia (officieel The Gambia) eruit als een vreemde hap uit de vroegere<br />
Franse kolonie Senegal, bestaande uit twee smalle stroken land langs de Gambiarivier.<br />
Gambia is <strong>het</strong> toneel geweest waar de gruwelen van de slavenhandel zich afspeelden.<br />
na een verleden als britse kolonie werd Gambia in 1965 onafhankelijk. in<br />
1994 kwam na een staatsgreep Yaya Jammeh aan de macht, die nog steeds de – inmiddels<br />
herkozen – president is.<br />
de anderhalf miljoen Gambianen zijn voor <strong>het</strong> merendeel islamitisch, tien procent is<br />
christen. de rivier is voor zeilboten bevaarbaar tot aan Janjanbureh, <strong>het</strong> vroegere<br />
Georgetown. ankeren kan overal, behalve in <strong>het</strong> nationaal park. er is vrijwel geen verkeer<br />
op de rivier, behalve wat pontjes en kleine vissersboten. bij <strong>het</strong> inklaren kregen wij<br />
een visum voor 28 dagen, dat je gemakkelijk kunt verlengen. de vaarvergunning kost<br />
ongeveer 25 euro.<br />
www.zeilen.nl<br />
dijs ankeren we tussen de pelikanen, lepelaars en ooievaars<br />
in Tabirere Creek.<br />
Het is heerlijk om weer thuis te komen bij Lamin Lodge,<br />
onze uitvalsbasis voor de voorbereidingen op onze allereerste<br />
oceaanoversteek. Met Llanda en Lennox, twee ondernemende<br />
jongens in bezit van een 4x4, provianderen<br />
we bij de enige supermarkt met echte winkelwagens. “Hé,<br />
kijk nou, <strong>het</strong> Gouden Speculaasje uit Ooltgensplaat!”, zeg<br />
ik. “Houden Gambianen van speculaas?” Llanda kijkt me<br />
niet begrijpend aan. Verrast slenteren we langs de schappen<br />
met Europese producten, waarvan de datums vaak<br />
tegen de houdbaarheid aanlopen. Hier doen oude koekjes<br />
blijkbaar hun laatste poging om verkocht te worden,<br />
maar wij zijn er blij mee.<br />
Op de drukke markt van Serekunda kopen we een zak<br />
pinda’s, <strong>het</strong> belangrijkste exportproduct van Gambia.<br />
Llanda’s moeder maakt er voor ons een emmer zalige<br />
pindakaas van. Bij de biologische boerderij vinden we<br />
een prima assortiment groenten en<br />
fruit voor de oversteek: kogelharde<br />
pompoenen, aardappels, grapefruits<br />
en zelfs sperziebonen. Het kost wat<br />
meer tijd en moeite dan we gewend<br />
zijn, maar uiteindelijk hebben we<br />
onze voorraden weer goed aangevuld.<br />
vErrAssing<br />
De malariapillen zijn bijna op, <strong>het</strong><br />
vertrek komt dichterbij. We nestelen<br />
ons op <strong>het</strong> terras van de Lodge waar<br />
Omar nog een laatste keer zijn heerlijke<br />
pepersteaks serveert. De vervetaapjes doen tikkertje<br />
om ons heen en <strong>Duende</strong> ligt als enige zeilboot in <strong>het</strong> uitzicht.<br />
We genieten nog eens na van onze avonturen die we in dit<br />
land met zijn gastvrije mensen en bijzondere dieren hebben<br />
beleefd. “Weet je nog hoe we twijfelden net voordat we<br />
aankwamen?“, vraag ik. “Ja, bizar idee achteraf gezien,<br />
hè?”, mijmert Bram. “Wat ben ik ongelofelijk blij dat we<br />
toch hierheen zijn gegaan. We hebben ons geen moment<br />
onveilig gevoeld, maar juist welkom. En ook nog goed<br />
kunnen bevoorraden, dat schijnt op de Kaap Verden niet<br />
even gemakkelijk te zijn.” “Inderdaad,” beaam ik, “Gambia<br />
was zonder twijfel een overweldigende verrassing.”