18.09.2013 Views

Reader Katheters Uitscheiding 2010-11

Reader Katheters Uitscheiding 2010-11

Reader Katheters Uitscheiding 2010-11

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Scholingstraject voorbehouden- en risicovolle<br />

handelingen.<br />

Module<br />

Catheters uitscheiding.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester<br />

November <strong>2010</strong>


Inhoudsopgave<br />

Doel van de module ----------------------------------------------------------------------------- 3<br />

1. Inleiding ---------------------------------------------------------------------------------------- 4<br />

2. Bouw en functies van de urinewegen ----------------------------------------------------- 5<br />

3. Methode, indicaties en materialen --------------------------------------------------------<br />

3.1 Methode van en indicaties voor blaascatheterisatie -----------------------------------------------<br />

3.2 Materialen -----------------------------------------------------------------------------------------------<br />

3.3 Verblijfscatheter ----------------------------------------------------------------------------------------<br />

3.4 Eenmalige catheter -------------------------------------------------------------------------------------<br />

4. Het inbrengen van een blaascatheters----------------------------------------------------<br />

4.1 Begeleiden van de cliënt -------------------------------------------------------------------------------<br />

4.2 Verschillen tussen het inbrengen van een catheter bij mannen en vrouwen --------------------<br />

4.3 De techniek bij de vrouw ------------------------------------------------------------------------------<br />

4.4 De techniek bij de man --------------------------------------------------------------------------------<br />

4.5 Aandachtspunten bij het inbrengen van een catheter ----------------------------------------------<br />

5. Mogelijke complicaties ---------------------------------------------------------------------- 14<br />

6. Verwijderen van een blaascatheter ------------------------------------------------------- 15<br />

7. Verzorging van een suprapubis -----------------------------------------------------------<br />

7.1 De voordelen van een suprapubis --------------------------------------------------------------------<br />

7.2 Indicaties voor het plaatsen van een suprapubis ---------------------------------------------------<br />

7.3 Mogelijke complicaties --------------------------------------------------------------------------------<br />

7.4 De verzorging van de suprapubis catheter ----------------------------------------------------------<br />

8. Blaasspoelen en vaginaal spoelen ---------------------------------------------------------<br />

8.1 Wanneer wordt de blaas gespoeld? ------------------------------------------------------------------<br />

8.2 Complicaties bij het blaasspoelen --------------------------------------------------------------------<br />

8.3 Spoelvloeistof -------------------------------------------------------------------------------------------<br />

8.4 Steriliteit -------------------------------------------------------------------------------------------------<br />

8.5 Stagnatie bij het spoelen -------------------------------------------------------------------------------<br />

8.6 Vaginaal spoelen ---------------------------------------------------------------------------------------<br />

9. Zelftoets ----------------------------------------------------------------------------------------- 21<br />

10. Bronnen --------------------------------------------------------------------------------------- 22<br />

Deze module is tot stand gekomen door medewerking van: Lian Wierikx, Jeanne Adriaensens<br />

Sylvia Verwijs en Dagbesteding Zuidwester.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 2 November <strong>2010</strong><br />

7<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

<strong>11</strong><br />

<strong>11</strong><br />

<strong>11</strong><br />

<strong>11</strong><br />

13<br />

14<br />

16<br />

17<br />

17<br />

17<br />

18<br />

18<br />

18<br />

19<br />

19<br />

19<br />

20<br />

20


Catheter uitscheiding<br />

Doel van de module:<br />

De deelnemer kan de verschillende catheters benoemen.<br />

De deelnemer heeft de theorie van catheters uitscheiding eigen gemaakt en kan deze<br />

toepassen tijdens de handeling.<br />

De deelnemer kan een catheterisatie uitvoeren bij zowel een vrouwelijke en mannelijke<br />

cliënt.<br />

De deelnemer is bekend met deze risicovolle handeling en handelt volgens protocol.<br />

De deelnemer houdt rekening met de gevoelens van de cliënt voor, tijdens en na de<br />

catheterisatie.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 3 November <strong>2010</strong>


suprapubis<br />

transurethraal<br />

blaas<br />

stoornissen<br />

natuurlijke<br />

barrière<br />

microorganisme<br />

medisch / ver-<br />

pleegtechnisch<br />

1. Inleiding<br />

Binnen de westerse cultuur is de uitscheiding van urine en feces<br />

nadrukkelijk een persoonlijke aangelegenheid. Er heerst een zeker taboe<br />

over dit onderwerp en er wordt weinig met elkaar over gesproken. Ga<br />

maar eens na bij jezelf; hoe vaak bespreek je dit soort zaken met je<br />

vrienden of familie? Geldt het voor jou ook, dat je het vervelend vindt<br />

wanneer er iemand aan de andere kant van de toiletdeur staat te wachten<br />

in b.v. een restaurant. De meeste mensen schamen zich voor de geur of<br />

de geluiden.<br />

Je kunt je dan ook wel voorstellen dat het heel ingrijpend is als de<br />

uitscheiding niet via de natuurlijke weg kan plaats vinden. Dat je<br />

afhankelijk bent van een catheter of een suprapubis.<br />

Dat geldt ook voor mensen met een verstandelijk handicap. Ook al lijkt<br />

de handeling nog zo gewoon en heeft de cliënt al jaren een transurethraal<br />

catheter of suprapubis, realiseer je altijd dat het niet normaal is! Dat het<br />

pijnlijk is en heel vervelend kan zijn.<br />

Een suprapubis is een blaascatheter die via de buikwand in de blaas is<br />

gebracht.<br />

Een transurethraal catheter is een verblijfscatheter via de urethra<br />

(urinebuis).<br />

De blaascatheter is een onmisbaar medisch instrument om de urine uit de<br />

blaas te laten lopen, indien dit niet spontaan lukt. Een catheter is<br />

bruikbaar bij de diagnostiek van blaasstoornissen en om urine uit de<br />

blaas te verkrijgen voor onderzoek. Via een blaascatheter kan men<br />

stoffen in de urinewegen brengen. Via een catheter kan ongewenst<br />

urineverlies opgevangen worden als alternatief van urineverlies in een<br />

luier.<br />

Een blaascatheter doorbreekt echter ook de natuurlijke barrière: de<br />

blaashals wordt voortdurend kunstmatig opengehouden. Ongeveer 4 cm.<br />

binnenwaarts is de urethra (urinebuis) al na enkele dagen niet meer<br />

steriel. Er kunnen micro-organismen langs de catheter binnenwaarts<br />

trekken en infecties veroorzaken. Een blaascatheter kan bij ondeskundig<br />

gebruik schade berokkenen aan de urethra, blaas, prostaat en<br />

bekkenbodem.<br />

De verschillende mogelijkheden om urine uit de blaas te lozen zorgen<br />

dus voor een dilemma, wat is de beste oplossing? De keuze voor een<br />

verblijfscatheter, eenmalig catheteriseren, zelfcatheterisatie en een<br />

suprapubisch wordt bepaald door de arts, de cliënt en zijn of haar<br />

netwerk.<br />

Catheteriseren, blaasspoelen en vaginaal spoelen zijn medische /<br />

verpleegtechnische handelingen waarvoor de arts een opdracht moet<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 4 November <strong>2010</strong>


nieren<br />

urinewegen<br />

vanaf de nieren<br />

tot de urethra<br />

urinewegen<br />

geven.<br />

De zorgverlener is na acceptatie van de opdracht verantwoordelijk voor<br />

een zorgvuldige, deskundige en aseptische / steriele uitvoering van de<br />

handeling.<br />

2. Bouw en functies van de urinewegen<br />

De nieren filteren ongeveer 130 ml bloed per minuut. Als een ware zeef<br />

halen ze alle afvalstoffen uit het bloed. De nieren zorgen ervoor dat de<br />

inhoud van de vloeistof in de cellen aan strenge regels voldoet. De<br />

nieren zijn hierin flexibel. Het verschilt van dag tot dag. De<br />

samenstelling van de urine is afhankelijk van de giftige stoffen die het<br />

lichaam produceert. Per dag gaat er ongeveer 1200 liter bloed door de<br />

nieren en wordt er ongeveer <strong>11</strong>0 liter filtraat gevormd. Dit wordt bijna<br />

geheel geresorbeert en er blijft ongeveer 1 tot 1½ liter urine per 24 uur<br />

over.<br />

De urinewegen zorgen voor de afvoer van de urine vanuit de nieren, zij<br />

worden gevormd door de volgende onderdelen:<br />

ureters of urineleiders,<br />

vesica urinaria of urineblaas,<br />

urethra of urinebuis.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 5 November <strong>2010</strong>


urineleider<br />

overgangs-<br />

epitheel<br />

peristaltiek<br />

urineblaas<br />

sphincter<br />

mictiedrang<br />

urinebuis<br />

man<br />

De door de nieren gevormde urine wordt via de urineleiders naar de<br />

blaas getransporteerd.<br />

De urineleider is aan de binnenkant bekleed met overgangsepitheel. Dit<br />

is epitheel dat in een aantal cellagen is gerangschikt.<br />

De oppervlakkig gelegen cellen hebben een beschermend laagje tegen de<br />

inwerking van zuren.<br />

De wand van de urineleider bevat veel glad spierweefsel. Doordat van<br />

tijd tot tijd (ongeveer 3 x per minuut) een peristaltische contractiegolf<br />

over de spier loopt van boven naar beneden, wordt er telkens een beetje<br />

urine in de blaas gespoten. Het onderste deel van de urineleider werkt als<br />

een soort ventiel. Terugstromen van de urine wordt dus voorkomen.<br />

De lege blaas ligt onder het buikvlies achter beide schaambeenderen.<br />

Wanneer de blaas zich vult kan de top van de blaas tot boven de<br />

schaambeenderen uitkomen.<br />

De wand van de blaas bestaat uit glad spierweefsel, waarvan de vezels<br />

hoofdzakelijk in lengterichting verlopen van de top van de blaas naar de<br />

blaasuitgang, de overgang van de urineblaas naar de urinebuis of urethra.<br />

Rondom de blaasuitgang liggen lusvormige spieren, de inwendige<br />

sphincter (sluitspier).<br />

Deze spieren zijn onwillekeurig en staan dus niet onder invloed van de<br />

wil.<br />

Rondom het begin van de urethra bevindt zich een tweede kringspier, die<br />

uit dwarsgestreepte spieren bestaat. Ook deze spier is een inwendige<br />

sphincter. Deze sluitspier staat wel onder invloed van onze wil.<br />

De urineblaas doet dienst als reservoir voor de gevormde urine. Wanneer<br />

de blaas ongeveer 350 ml. urine bevat ontstaat er drang tot het legen van<br />

de blaas (mictiedrang).<br />

De mictiedrang kan onderdrukt worden tot op zekere hoogte. Tenslotte<br />

ontstaat er een gevoel van pijnlijke spanning waardoor het langer<br />

ophouden van de urine niet meer mogelijk is.<br />

De inwendige sphincters ontspanen zich, zodat de urine door de<br />

urinebuis kan afvloeien.<br />

De hoeveelheid urine die de blaas kan bevatten is onder verschillende<br />

omstandigheden niet dezelfde.<br />

Bij b.v. sterke koude of emotionele toestanden, treedt de mictiedrang<br />

reeds op bij geringe blaasvulling.<br />

Soms komt de mictiedrang echter pas laat op gang, b.v. wanneer men<br />

ingespannen met iets bezig is.<br />

Evenals de urineleiders is ook de blaaswand aan de binnenzijde bekleed<br />

met overgangsepitheel.<br />

De urehtra ofwel de urinebuis vormt de verbinding tussen de blaas en de<br />

buitenwereld. Bij een man bedraagt de totale lengte ongeveer 20 cm. Het<br />

eerste deel loopt door de prostaat. Bij aandoeningen van de prostaat kan<br />

de urethra dan ook makkelijk worden dichtgedrukt waardoor de urineafvoer<br />

wordt belemmerd.<br />

Het overige deel loopt door de penis en is omgeven door een<br />

zwellichaam. Dit gedeelte is tevens de afvoerbuis voor de zaadcellen.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 6 November <strong>2010</strong>


vrouw<br />

Bij de vrouw is de urethra slechts 2½ tot 4 cm. lang en mondt uit in de<br />

voorhof (vestibulum). De ruimte tussen de kleine schaamlippen. De<br />

uitmonding is gelegen vlak boven de toegang tot de vagina.<br />

urine De samenstelling van de urine wisselt sterk, doordat de nieren er juist<br />

voor moeten zorgen dat de samenstelling van het bloed constant blijft.<br />

De hoeveelheid urine bedraagt gemiddeld ongeveer 1½ liter per etmaal.<br />

3. Methode, indicaties en materialen<br />

3.1 Methode van en indicaties voor blaascatheterisatie.<br />

methode Blaascatheterisatie is het inbrengen van een flexibele slang in de blaas.<br />

Dit kan via de urethra (transurethraal) of via de buikwand boven het<br />

schaambeen (suprapubisch catheter).<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 7 November <strong>2010</strong>


indicaties<br />

urineretentie<br />

urineresidu<br />

A = punt<br />

B = opening<br />

C = connector (de<br />

kleur geeft de<br />

diameter aan)<br />

D = diameter<br />

intermittend<br />

A = punt<br />

B = opening<br />

C = ballon<br />

D = catheter-wand<br />

E = lumen<br />

F = kanaal voor<br />

vullen ballon<br />

G = ventiel voor<br />

vullen ballon met<br />

spuit<br />

dubbel lumen<br />

Indicaties voor blaascatheterisatie zijn:<br />

de blaas niet spontaan kunnen ledigen,<br />

geen controle over de blaas hebben ten gevolge van een<br />

zenuwbeschadiging,<br />

wegens obstructie van de urinewegen, b.v. bij een vergrote prostaat,<br />

het meten van de urineretentie,<br />

het bepalen van urineresidu,<br />

het inbrengen van vloeistoffen (spoelen van de blaas).<br />

Bij urineretentie kijk je hoeveel urine er in de blaas zit.<br />

Urineresidu is de hoeveelheid urine die achterblijft, nadat de cliënt heeft<br />

geplast.<br />

3.2 Materialen.<br />

Blaascatheters zijn te verdelen in twee groepen:<br />

1. éénmalige catheter.<br />

Deze catheter heeft één kanaal voor de afvoer van urine. Deze<br />

catheters worden gebruikt voor eenmalige catheterisatie om b.v. de<br />

retentie of, het residu te bepalen. Nadat de urine uit de blaas gelopen<br />

is, wordt de catheter verwijdert. Deze catheters worden veel<br />

gebruikt door mensen, die geen controle over hun blaasfunctie<br />

hebben. Zij catheteriseren zichzelf (of het gebeurt door een<br />

zorgverlener) ongeveer 6 x per dag met een eenmalige catheter.<br />

Dit noemt men intermittend catheteriseren.<br />

2. verblijfscatheter.<br />

Een verblijfscatheter is ook weer te onderscheiden in een dubbel<br />

lumen en een triple lumen.<br />

Dubbel lumen: één kanaal dient voor de afvoer van de urine en kan<br />

tevens gebruikt worden voor het inbrengen van spoelvloeistof en<br />

medicamenten. Het andere kanaal dient voor het vullen en legen van<br />

de ballon, waarmee de catheter in de blaas wordt gefixeerd. De<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 8 November <strong>2010</strong>


triple lumen<br />

Nelaton<br />

Tieman<br />

Charrière<br />

verblijfscatheter is geïndiceerd bij patiënten waarbij de blaas<br />

permanent geledigd moet worden. Het nadeel van een dubbel<br />

lumencatheter is dat bij het inbrengen van vloeistoffen de afvoer is<br />

afgesloten. Hierdoor kan een te hoge druk op de blaaswand<br />

ontstaan, met pijn en bloedingen als gevolg.<br />

Triple lumen:<br />

Deze catheter lijkt op de dubbel lumen catheter, echter het heeft een<br />

derde kanaal voor het laten afvloeien van urine en spoelvloeistoffen,<br />

terwijl tegelijkertijd ook spoelvloeistof toegediend kan worden. Het<br />

is mogelijk grote hoeveelheden spoelvloeistof continu door te laten<br />

spoelen. Dit is b.v. nodig om te voorkomen dat de afvloed van urine<br />

belemmerd wordt door stolsels.<br />

3.3 Verblijfscatheter.<br />

Vorm van de tip<br />

Meestal wordt er gebruik gemaakt van de Nelaton-tip (ook wel vrouwencatheter<br />

genaamd). Deze tip is recht en afgerond met afvloed-gaten met<br />

eronder een ballon. Deze wordt zowel bij mannen als vrouwen gebruikt.<br />

De Tieman-tip is geknikt en wordt alleen bij mannen gebruikt. Vooral<br />

wanneer een vergrote prostaat het inbrengen bemoeilijkt.<br />

Afmetingen<br />

De diameter van een catheter wordt in millimeters en in Charrière<br />

(1Ch=1/3 mm) uitgedrukt. Bij volwassen mannen is de meest gangbare<br />

maat 14 tot 18 Ch. Meestal begint de arts met Ch 16. De arts geeft je de<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 9 November <strong>2010</strong>


decubitus<br />

siliconen<br />

latex<br />

latex / hydrogel<br />

opdracht een bepaalde maatvoering aan te houden. De lichaamsbouw<br />

zegt zeer weinig over de diameter van de urethra. Een dunnere catheter<br />

kan problemen geven, omdat deze neigt tot opkrullen bij het inbrengen<br />

en lekkage bij te grote druk in de blaas. Een te dikke catheter kan de<br />

afvloed van de urethraklieren verhinderen en zodoende irritatie en<br />

infectie van het slijmvlies veroorzaken. Bovendien kan een te dikke<br />

catheter decubitus veroorzaken door te grote druk op de urethrawand.<br />

De meest gangbare lengte van een catheter voor de man is 40 cm. Voor<br />

vrouwen is dit 16 tot 20 cm. Voor kinderen zijn er kleinere maten op de<br />

markt.<br />

Ballon<br />

De inhoud van de ballon is aangegeven op de verpakking én de catheter.<br />

Deze is meestal 5 tot 10 ml en maximaal 30 ml. Een te weinig gevulde<br />

ballon ontplooit zich niet goed, waardoor de erboven uitstekende tip<br />

schuin gaat staan en tegen de blaaswand kan prikken. Een te volle of te<br />

grote ballon kan eveneens de blaaswand irriteren.<br />

Materiaal<br />

De verblijfscatheters worden gemaakt van siliconen, latex of latex met<br />

een hydrogel coating.<br />

Siliconen: dit is een glad materiaal, waardoor er minder aanhechting op<br />

de catheter is van bacteriën. De catheter is wel stijver dan de latex<br />

catheter, waardoor er minder draagcomfort is. Deze catheter wordt alleen<br />

gebruikt bij een latexallergie of wanneer er langer dan 3 weken<br />

gecatheteriseerd moet worden. Een siliconen catheter heeft een langere<br />

verblijfsduur, tot 2 maanden.<br />

Latex: (natuurrubber) is soepel materiaal, maar kan<br />

overgevoeligheidsreacties geven. Deze catheter heeft een korte<br />

verblijfsduur, van enkele dagen tot maximaal 1 week.<br />

Latex met hydrogel coating: hierbij zijn de voordelen van beide catheters<br />

gecombineerd. Verblijfsduur; 4 tot 6 weken.<br />

3.4 Eenmalige catheter.<br />

Vorm van de tip<br />

De eenmalige catheters kunnen uitgevoerd worden met een rechte tip<br />

(Nelaton), of een gebogen tip (Tiemann). De Tiemann word alleen<br />

gebruikt bij mannen, vooral bij een vergrote prostaat. In de tip zitten<br />

twee urineafvloedgaten.<br />

Afmetingen<br />

Zowel de Nelaton en de Tiemann hebben een lengte van 40 cm. Voor<br />

vrouwen is er een rechte catheter van 16 tot 20 cm.<br />

Materiaal<br />

De eenmalige catheter is gemaakt van medisch PVC. Je kan kiezen<br />

tussen catheters met een coating of zonder. Wanneer de catheter gecoat<br />

is, wordt de catheter na onderdompeling in water glad. Voor de catheter<br />

zonder coating heb je altijd een glijmiddel nodig.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 10 November <strong>2010</strong>


egeleiding<br />

belastend<br />

2 zorgverleners<br />

urethraopening<br />

4. Het inbrengen van een blaascatheter<br />

Voor het inbrengen van de catheter controleer je eerst de volgende<br />

punten:<br />

Is er een opdracht van de arts? Opdracht van de arts is een vereiste,<br />

zonder opdracht mag je geen catheter inbrengen.<br />

Betreft het een eenmalige catheterisatie of is een verblijfscatheter<br />

voorgeschreven? Het inbrengen van een eenmalige catheter en een<br />

verblijfscatheter gebeurt op dezelfde manier, maar de materialen<br />

verschillen.<br />

Is de cliënt ingelicht? Ook een cliënt met een verstandelijk handicap<br />

heeft recht op voorlichting.<br />

Is de cliënt wilsbekwaam, dan dient hij toestemming te geven voor<br />

de handeling. Weigert hij, dan moet van de ingreep worden<br />

afgezien.<br />

4.1 Begeleiding van de cliënt.<br />

De arts vertelt de cliënt dat hij een catheter krijgt, en legt uit waarom.<br />

Indien de cliënt dit niet begrijpt legt de arts de ingreep uit aan het<br />

netwerk van de cliënt.<br />

De handeling kan voor de cliënt belastend zijn door angst, schaamte en<br />

pijn. Het is daarom van groot belang dat de handeling deskundig wordt<br />

uitgevoerd. Door goede informatie kan de angst bij de cliënt afnemen en<br />

medewerking bevorderd worden.<br />

Voer de handeling bij voorkeur uit met twee zorgverleners. Eén geeft het<br />

materiaal aan, de ander voert de catheterisatie uit. Deze kan alle<br />

aandacht aan de cliënt geven.<br />

Houd rekening met angst, pijn en schaamtegevoel, ook bij cliënten met<br />

een verstandelijk handicap. Blijf respect voelen voor andermans<br />

lichaam.<br />

4.2 Verschillen tussen het inbrengen van een catheter bij mannen<br />

en vrouwen.<br />

Het catheteriseren van mannen en vrouwen is in principe dezelfde<br />

handeling. Wel zijn er specifieke aandachtspunten. Het catheteriseren bij<br />

de man lijkt eenvoudiger, maar is risicovoller dan bij de vrouw.<br />

4.3 De techniek bij de vrouw.<br />

Het inbrengen van een blaascatheter bij een vrouw is een relatief simpele<br />

handeling. Een vrouwelijke cliënt kan het best op haar rug gaan liggen:<br />

de urethraopening is dan goed zichtbaar. Bij oudere cliënts of cliënts met<br />

Opleidings Centrum Zuidwester <strong>11</strong> November <strong>2010</strong>


labia majora =<br />

grote schaam-<br />

lippen<br />

labia minora =<br />

kleine schaam-<br />

lippen<br />

erecte stand<br />

contracturen, kun je ook catheteriseren als de cliënt zich in zijligging<br />

bevindt, met de knieën zo hoog mogelijk op getrokken.<br />

Het inbrengen is in principe vrij simpel, het is alleen soms erg lastig de<br />

urethraopening te vinden. Wanneer je per ongeluk in de vagina zit is de<br />

catheter niet meer steriel en moet je een nieuwe pakken. Het is dus zaak<br />

om goed te kijken voordat je begint.<br />

De techniek staat precies beschreven in het protocol achterin deze<br />

reader.<br />

4.4 De techniek bij de man.<br />

De ureter van de man is langer dan die van de vrouw en loopt enigszins<br />

krom door de prostaat.<br />

Vanwege de bouw van de urinewegen moet je tijdens het inbrengen van<br />

de blaascatheter de penis eerst omhoog houden als in erectestand. Je<br />

brengt de catheter in tot je wat weerstand voelt.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 12 November <strong>2010</strong>


horizontaal<br />

urineweginfectie<br />

steriel werken<br />

Dit is normaal, je hebt dan de prostaat bereikt en zit bij de basis van de<br />

penis. De penis wordt dan horizontaal in de richting van de voeten<br />

gebogen, terwijl er lichte druk op de catheter wordt uitgeoefend. Soms<br />

helpt het om de catheter even op deze plaats te houden, hierdoor<br />

ontspannen de blaas- en prostaatspieren en kan je de catheter rustig<br />

verder duwen. Wanneer je nu nog weerstand voelt breek je de handeling<br />

af en waarschuw je de arts!<br />

Het protocol van het inbrengen staat achterin deze reader.<br />

4.5 Aandachtspunten bij het inbrengen van een catheter.<br />

Het inbrengen van een catheter brengt het gevaar van urineweginfectie<br />

met zich mee. Er kunnen infecties ontstaan, als er bacteriën van buiten in<br />

de blaas terechtkomen. Dat kan b.v. gebeuren als de catheter iets heen en<br />

weer wordt bewogen in de urethra. Slijm met bacteriën wordt dan als het<br />

ware omhoog gebracht.<br />

Bij de catheterisatie van de blaas moet daarom altijd steriel worden<br />

gewerkt:<br />

Creëer een steriel werkveld en leg daarop de steriele materialen.<br />

Was vooraf je handen en maak tijdens het inbrengen gebruik van<br />

steriele handschoenen.<br />

Zorg dat je extra steriel materiaal bij je hebt, het materiaal kan<br />

tijdens de handeling onsteriel worden, doordat je b.v. per ongeluk<br />

met de catheter een onsteriel object raakt.<br />

Vanuit het oogpunt van steriliteit is het beter en handiger om met<br />

z’n tweeën te catheteriseren. De een geeft de materialen steriel aan,<br />

de ander voert de handeling uit.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 13 November <strong>2010</strong>


inhoud van een<br />

steriel setje<br />

infecties<br />

5. Mogelijke complicaties<br />

Iedere verblijfscatheter, transurethraal of suprapubisch veroorzaakt<br />

binnen enkele weken verplaatsing van bacteriën naar de blaas, vanwege<br />

de verbinding naar de buitenwereld. Indien toch tot een transurethrale<br />

verblijfscatheter wordt besloten, moet deze zo kort mogelijk gebruikt<br />

worden en de (hygiëne) regels dienen strikt nageleefd te worden. Dit om<br />

de volgende complicaties te voorkomen.<br />

Infecties kunnen ontstaan door het gebruik van niet steriel materiaal, het<br />

beschadigen van het urethraslijmvlies met als gevolg een verminderde<br />

lokale weerstand, het naar de blaas verplaatsen van in de urethra<br />

aanwezige ziektekiemen door het op en neer bewegen van de catheter,<br />

enz.. Ontstekingsverschijnselen worden voorkomen door de urineafvloed<br />

niet te belemmeren en de (hygiëne) regels strikt na te leven.<br />

Doordat het secreet uit de urethrale kliertjes tussen de urethrawand<br />

en de catheter stagneert, kan de urethra ontsteken. Dit noemt men<br />

urethritis.<br />

Klachten van een blaasontsteking kunnen zijn: riekende, troebele<br />

urine eventueel met slierten, vlokken of bloed, zeurende pijn van de<br />

urethramond en temperatuursverhoging. Vraag de cliënt regelmatig<br />

naar deze klachten en observeer de urine.<br />

Wees er ook op bedacht dat de cliënt een blaasontsteking kan<br />

hebben zonder klachten. Denk hierbij aan b.v. onbegrepen<br />

incontinentie.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 14 November <strong>2010</strong>


kristalvorming Kristalvorming (afzetting van kalk en fosfaten) bij langdurige plaatsing<br />

van de catheter kan leiden tot pijn bij het verwijderen van de catheter,<br />

verstopping en infectie. Kristalvorming kan ontstaan op de cathetertip en<br />

de ballon. Om kalkafzetting te verminderen en infectie te voorkomen<br />

kan de blaas gespoeld worden. Hierdoor wordt de urine aangezuurd. Er<br />

moet voor blaasspoelen een duidelijke indicatie zijn. Het nadeel van<br />

blaasspoelen is dat de werkingsduur beperkt is en de verbinding telkens<br />

verbroken moet worden, zodat de kans op infecties weer toeneemt. Een<br />

belangrijk advies: goed drinken!<br />

slijmvlies Beschadiging van het slijmvlies van urethra en prostaat door het ruw<br />

inbrengen of ongewild verwijderen van de catheter. De infectiekans<br />

vergroot, doordat ziektekiemen zich gemakkelijk kunnen nestelen in<br />

beschadigd slijmvlies. Het is daarom belangrijk de catheter rustig, op<br />

geleide van gevoel, in te brengen. Het gebruik van een antiseptisch<br />

glijmiddel bevordert het schadevrij inbrengen van de catheter.<br />

blaaskrampen Blaaskrampen treden regelmatig kort na het inbrengen van de catheter<br />

op. Dit duidt vrijwel nooit op het ontstaan van blaasontstekingen. Het is<br />

een natuurlijke reactie van het lichaam op een vreemd voorwerp in de<br />

blaas. De cliënt kan dit ervaren als niet kunnen plassen en toch aandrang<br />

voelen. Dit terwijl er toch een regelmatige urinestroom is. Het kan<br />

geruststellend zijn voor de cliënt hem dit uit te leggen. Blaaskrampen<br />

kunnen bestreden worden met medicijnen.<br />

lekkage Urinelekkage langs de catheter wordt meestal veroorzaakt door<br />

blaaskrampen en irritatie van de sluitspier. Ook kan het zijn dat de<br />

catheter verstopt of afgekneld is. Het verder vullen van de ballon of een<br />

dikkere catheter inbrengen is zinloos en kan zelfs de klachten doen<br />

verergeren.<br />

opdracht<br />

niet pijnlijk<br />

mictie patroon<br />

6. Verwijderen van een blaascatheter.<br />

De blaascatheter wordt op indicatie van de arts verwijderd. Meestal<br />

gebeurt dit als het onderliggende medisch probleem is opgelost of<br />

verminderd.<br />

Nadat je de opdracht van de arts heb gekregen ga je na of de cliënt is<br />

ingelicht. Over het algemeen is de cliënt opgelucht wanneer de catheter<br />

eruit is. Het verwijderen van een catheter is niet pijnlijk, mits hij niet<br />

“vast” zit. Om de catheter te verwijderen trek je met behulp van een<br />

spuit de vloeistof uit het ballonnetje op. De catheter glijdt er dan min of<br />

meer vanzelf uit.<br />

De cliënt kan na het verwijderen van de catheter weer normaal plassen<br />

(mictie patroon). Het kan voorkomen dat de cliënt de eerste tijd geen<br />

aandrang voelt. Het is daarom erg belangrijk dat de cliënt regelmatig<br />

probeert te plassen. Houd de cliënt goed in de gaten, lukt het niet om te<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 15 November <strong>2010</strong>


Nieuwe aanleg<br />

van een<br />

suprapubis<br />

os pubis<br />

plassen in de loop van de dag, dan moet je contact opnemen met de poli.<br />

Er moet met de arts overlegt worden over een eventuele eenmalige<br />

catheterisatie.<br />

7. Verzorging van een suprapubis<br />

Een suprapubis is een blaascatheter die via de buikwand in de blaas is<br />

geplaatst. Dit houdt in dat er dus een buikwond is. Een aangelegde<br />

onnatuurlijke open verbinding (fistel). Het is daarom belangrijk dat hier<br />

een goede hygiënische verzorging is.<br />

Met een suprapubische catheter kan de urine via de buikwand vanuit de<br />

blaaswand opgevangen worden. De catheter wordt door een arts onder<br />

een plaatselijke verdoving, en soms een roesje, via de buikwand<br />

ingebracht. Voor het inbrengen van een suprapubische catehter gebruikt<br />

de arts een naald waarmee hij via de buikwand de blaas aanprikt. Dit<br />

gebeurt op enkele centimeters boven het schaambeen (os pubis), vandaar<br />

de naam suprapubis. De catheter wordt met een hechting gefixeerd zodat<br />

er een mooie fistel gevormd kan worden. Daarna wordt de hechting<br />

verwijderd. De catheter wordt in de blaas gefixeerd met een ballonnetje.<br />

2 maanden Iedere 2 maanden moet een catheter verwisseld worden, in principe door<br />

de arts. Na ongeveer twee weken tot zes maanden vormt zich een fistel<br />

in de buikwand. Dan pas mag een (bekwaam gemaakte) zorgverlener de<br />

catheter verwisselen. Het verwijderen van een suprapubis is een<br />

voorbehouden handeling.<br />

Als de catheter er per ongeluk uitgaat, is het belangrijk dat er zo snel<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 16 November <strong>2010</strong>


voordelen<br />

langdurig<br />

verblijfsduur<br />

minder<br />

belastend<br />

mogelijk een nieuwe wordt geplaatst. De fistel trekt namelijk in zes uur<br />

dicht. In dit geval moet de blaas weer opnieuw worden aangeprikt en<br />

begint alles weer van voor af aan.<br />

7.1 De voordelen van een suprapubis.<br />

De suprapubis heeft als voordeel dat de catheter niet onder het been ligt<br />

wanneer de cliënt in bed ligt. Dit voorkomt drukplekken en afsluiting<br />

van de catheter.<br />

Urinelekkage komt (bijna) niet voor: de natuurlijke weg is niet<br />

afgesloten, maar hoeft niet meer te functioneren.<br />

Bij langdurige toepassing hoeft deze catheter minder vaak verwisseld te<br />

worden. Het is ook minder ingrijpend wanneer deze catheter verwisseld<br />

wordt. Er moet goed gerapporteerd worden wanneer de catheter aan<br />

vervanging toe is. Ook vermelden hoe de catheter eruit ziet als hij<br />

verwijderd is, of het soepel ging, dat de cliënt aangaf dat het verwijderen<br />

toch pijnlijk was. Door dit goed te rapporteren kan een verblijfsduur<br />

bepaald worden die bij deze cliënt past. Soms kan je een catheter 3<br />

maanden laten zitten en soms moet hij al na 6 weken vervangen worden.<br />

Geslachtsgemeenschap wordt bemoeilijk door een transurethraal<br />

catheter, een suprapubis biedt ook dan een uitkomst.<br />

Al met al is de suprapubische catheter uiteindelijk minder belastend voor<br />

de cliënt.<br />

Het is onduidelijk of bij gebruik van de suprapubische catheter minder<br />

urineweginfecties voorkomen dan bij een transuterale catheter. In elk<br />

geval is er minder kans op infectie via de buikwand dan via de urethra,<br />

omdat er zich bij de insteekplaats op de buikwand minder ziektekiemen<br />

bevinden dan in het gebied van het perineum (de streek tussen de<br />

uitwendige geslachtsorganen en de anus).<br />

7.2 Indicaties voor het plaatsen van een suprapubis.<br />

indicaties Er zijn meerdere indicaties waarom iemand een suprapubische catheter<br />

aangebracht krijgt:<br />

Obstructie van de urethra, het is niet meer mogelijk om via de<br />

natuurlijke weg urine te lozen.<br />

Urineweg- en blaasinfecties, die steeds terug keren. Dit verzwakt de<br />

gezondheid van de cliënt.<br />

Infecties in de buurt van de blaas.<br />

Urineretentie.<br />

complicaties<br />

aseptisch<br />

7.3 Mogelijke complicaties.<br />

De complicaties zijn hetzelfde als hiervoor beschreven in hoofdstuk 5.<br />

Het enige verschil is dat de insteekplaats goed verzorgd moet worden.<br />

Het is belangrijk om tijdens de verzorging van de insteekplaats aseptisch<br />

(ziektekiemvrij) te werken.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 17 November <strong>2010</strong>


7.4 De verzorging van de suprapubische catheter.<br />

observeren Observatie is erg belangrijk. Tijdens het uitvoeren van de verzorging let<br />

je ten eerste op de cliënt. Hoe ervaart hij het?<br />

Het is belangrijk dat je weet hoe de handeling verricht moet worden.<br />

Welke materialen je hiervoor moet klaarleggen.<br />

Zijn er problemen of bijzonderheden met de urineafvoer? Hoe ziet de<br />

huid eruit van de insteekplaats?<br />

indicatie<br />

Observatiepunten:<br />

Verbinden: zit het gaasje over de insteekplaats mooi glad en niet te<br />

strak.<br />

Bevestiging: ligt de slang van de urineslang uit de weg, zit er geen<br />

knik in, en zit de urinezak goed aangesloten op de catheter.<br />

Kleur: een lichtrode huid op de insteekplaats is normaal, rood en<br />

warm duidt op een infectie.<br />

Vochtafscheiding: een wat vochtige wond is normaal, het lichaam<br />

reageert op een lichaamsvreemd voorwerp. Ziet het vocht er echter<br />

rood (bloed) of geel / groen (pus) eruit, dan moet er overleg komen<br />

met de arts / poli. Er wordt dan een behandelplan opgezet voor de<br />

verdere verzorging.<br />

Geur: zodra er sprake is van een infectie zal dit gepaard gaan met<br />

een vieze, indringende geur. Ook hiervoor is er overleg met de arts /<br />

poli nodig.<br />

Urine-afvoer: na de verzorging moet de urine goed af blijven lopen,<br />

is dit niet het geval dan moet je nagaan of er ergens een knik in de<br />

slang of catheter zit.<br />

Vervanging: let tijdens het vervangen of dit soepel gaat. Hierdoor<br />

kan een verblijfsduur bepaaald worden die speciaal bij deze cliënt<br />

past.<br />

8. Blaasspoelen en vaginaal spoelen.<br />

8.1 Wanneer wordt de blaas gespoeld?<br />

Cliënten met een verblijfscatheter, transurethraal of suprapubis, hebben<br />

een verhoogd risico op een urineweginfectie. Om te voorkomen dat de<br />

blaas gaat ontsteken kan men ter preventie de blaas spoelen.<br />

De volgende indicaties zijn van toepassing voor het spoelen van de<br />

blaas:<br />

Als preventieve maatregel voor cliënten met een verblijfscatheter:<br />

1) ter voorkoming van verstopping van de catheter,<br />

2) ter voorkoming van een urineweginfectie door achtergebleven<br />

bacteriën,<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 18 November <strong>2010</strong>


voorschrift<br />

3) voor het verwijderen van aanslag op de catheter.<br />

Reiniging van de blaas voor en na een operatie aan de blaas of<br />

prostaat.<br />

Controle van de capaciteit van de blaas (blaasinhoud),<br />

voorgeschreven door de arts.<br />

De spoelvloeistof kan een door de arts voorgeschreven medicament<br />

bevatten. Hiermee kan de blaas plaatselijk worden behandeld, b.v.<br />

bij een blaasontsteking.<br />

Het blaasspoelen vindt altijd plaats op voorschrift van de arts en is een<br />

voorbehouden handeling.<br />

8.2 Complicaties bij het blaasspoelen.<br />

complicaties Er kunnen zich bij het blaasspoelen verschillende complicaties<br />

voordoen:<br />

Infectie: door het inbrengen van ziektekiemen,<br />

Verstopping: door het verplaatsen van stolsels of sediment<br />

(bezinksel).<br />

Overprikkeling van de blaas: krampen.<br />

Overrekking van de blaas: teveel vloeistof (menging van urine en<br />

spoelvloeistof) in de blaas. Dit kan vooral gebeuren wanneer er een<br />

dubbel lumen catheter gebruikt wordt.<br />

8.3 Spoelvloeistof.<br />

Over het algemeen wordt de blaas gespoeld met een fysiologische<br />

zoutoplossing. In verband met steen- of gruisvorming in de blaas wordt<br />

ook weleens een met citroenzuur vermengde vloeistof voorgeschreven.<br />

urotainer Vaak wordt de blaas gespoeld met urotainer. Deze bevat kant en klare<br />

vloeistof.<br />

medicamenten<br />

lichaams-<br />

temperatuur<br />

Er worden ook wel medicamenten aan de spoelvloeistof toegevoegd om<br />

de blaas plaatselijk te behandelen. Deze worden door de arts<br />

voorgeschreven en door de apotheek klaargemaakt.<br />

De spoelvloeistof wordt bij blaasspoelen (tenzij de arts anders<br />

voorschrijft) tot lichaamstemperatuur verwarmd. Dit om te voorkomen<br />

dat de blaas geprikkeld wordt door koude of warmte (thermische<br />

prikkeling).<br />

De samenstelling en frequentie van toediening van de spoelvloeistof<br />

wordt door de arts voorgeschreven. Dit hangt af van de indicatie en het<br />

doel van het blaasspoelen.<br />

8.4 Steriliteit.<br />

In verband met infectiegevaar is het van groot belang om aseptisch te<br />

werken bij het blaasspoelen. Er worden daarom net als bij het<br />

catheteriseren uitsluitend steriele materialen gebruikt.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 19 November <strong>2010</strong>


verstopt<br />

gespannen<br />

nooit alleen<br />

laten!<br />

irrigeren<br />

reden<br />

8.5 Stagnatie bij het spoelen.<br />

Als tijdens de handeling de spoelvloeistof moeilijk inloopt, kan dit<br />

veroorzaakt worden door een verstopte catheter. Deze kan verstopt raken<br />

door het verplaatsen van het sediment of bloedstolsels. Het is dan zinvol<br />

het spoelen even een paar minuten uit te stellen. De stolsels krijgen dan<br />

de kans om los te weken. Als de catheter verstopt blijft, wordt er<br />

overlegd met de arts / poli. De catheter zal dan vervangen moeten<br />

worden.<br />

Soms is de cliënt erg gespannen. Hierdoor kan de vloeistof ook moeilijk<br />

inlopen. Rust en ontspannen bespoedigt het inlopen van de vloeistof. Zet<br />

absoluut geen kracht op het inlopen. Alleen met zwaartekracht laat je de<br />

vloeistof inlopen.<br />

Laat de cliënt nooit alleen tijdens het inhouden van de spoelvloeistof!<br />

Soms moet de vloeistof een bepaalde tijd in de blaas blijven. Dit kan<br />

oplopen tot wel een half uur. Tijdens het wachten kan de cliënt onwel<br />

worden door complicaties. Je moet dit gelijk signaleren en de vloeistof<br />

af laten lopen. Geef dit dan door aan de poli. Vooral wanneer de cliënt<br />

de vloeistof nooit lang kan inhouden.<br />

8.6 Vaginaal spoelen.<br />

Het lijkt misschien een apart onderwerp, maar het spoelen ofwel<br />

irrigeren van de vagina gebeurt ook met een catheter of canule. Vandaar<br />

dat dit in deze module ook aan de orde komt.<br />

Het spoelen of irrigeren van de vagina houdt in dat er een spoelvloeistof<br />

in de vagina wordt gebracht.<br />

De redenen hiervoor zijn verschillend. Het kan zijn om vaginale<br />

afscheiding te verwijderen, de vagina pre-operatief te desinfecteren of<br />

om antiseptishce medicijnen toe te dienen. Verder kan men met vaginale<br />

irrigatie een bloeding proberen te stoppen. (door koude vloeistof in te<br />

brengen) of pijn en ontstekingen verlichten (door warme vloeistof in te<br />

brengen).<br />

Vaginaal spoelen mag uitsluitend gebeuren in opdracht van de arts. Deze<br />

handeling heeft namelijk ook nadelen: door het spoelen verwijder je ook<br />

nuttige bacteriën.<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 20 November <strong>2010</strong>


9. Zelftoets<br />

Iedereen kan de zogenaamde voorbehouden en risicovolle handelingen leren uitvoeren maar<br />

het gaat er om dat je begrijpt wat je doet, waarom je het doet en welke gevolgen het een en<br />

ander heeft. De zelftoetsen zijn een hulpmiddel om jezelf te toetsen op je kennis en inzichten<br />

aangaande voorbehouden handelingen. De vragen zijn bedoeld om je verder aan het nadenken<br />

te zetten en je hier zelf nieuwe vragen bij te stellen. Het beste kan je de zelftoets maken<br />

voordat je de lesstof verder bestudeert. Op die manier kun je je antwoorden controleren<br />

terwijl je de stof bestudeert.<br />

Zelftoets catheters uitscheiding. Juist Onjuist<br />

1. Een suprapubis is een blaascatheter via de buikwand en<br />

een transurethraal catheter gaat via de urethra. <br />

2. De mictiedrang kan je beïnvloeden, de sphincters zijn<br />

immers spieren die onder invloed staan van je wil. <br />

3. Een Nelaton-tip wordt vooral gebruikt bij mannen<br />

met een vergrote prostaat. <br />

4. Catheterisatie van de blaas dient steriel te gebeuren. <br />

5. Mogelijke complicaties van een verblijfscatheter zijn:<br />

infecties, kristalvorming, beschadiging van het slijmvlies,<br />

urinelekkage en blaaskrampen. <br />

6. Een cliënt heeft altijd zichtbare klachten bij een<br />

urineweginfectie. <br />

7. Blaaskrampen duiden vrijwel nooit op een blaasontsteking. <br />

8. Een suprapubis moet binnen 9 uur terug gezet worden, daarna<br />

is de fistel gesloten en moet er opnieuw aangeprikt worden. <br />

9. Een overrekking van de blaas kan je voorkomen wanneer je een<br />

bubbel lumen catheter gebruikt tijdens het blaasspoelen. <br />

10. Vaginaal irrigeren gebeurt altijd met vloeistof die op lichaams-<br />

temperatuur is gebracht. <br />

Opleidings Centrum Zuidwester 21 November <strong>2010</strong>


10. Bronnen<br />

Voor het schrijven van deze module is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:<br />

Ormel & De Wit 2000<br />

A. Ormel & M. de Wit, Verplegende elementen I, Houten: Educatieve Partners<br />

Nederland BV 2000.<br />

Ormel & De Wit 2002<br />

A. Ormel & M. de Wit, Verplegende elementen II, Hoofddorp: Noordhoff Wolters BV<br />

2002.<br />

Weston 2000<br />

T. Weston, Atlas van de anatomie, Lisse: Rebo Productions 2000.<br />

Zadkine contract activiteiten B.V. 1999<br />

Zadkine contract activiteiten B.V., Zorg in uitvoering. Geprotocolleerde<br />

verpleegtechnische vaardigheden, Rotterdam 1999.<br />

1 e druk: augustus 2004<br />

2 e druk: augustus 2005<br />

Opleidings Centrum Zuidwester 22 November <strong>2010</strong>


Opleidings Centrum Zuidwester 23 November <strong>2010</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!