Jaarverslag 2008/2009 - Cardea Jeugdzorg
Jaarverslag 2008/2009 - Cardea Jeugdzorg
Jaarverslag 2008/2009 - Cardea Jeugdzorg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
CARDEA <strong>2008</strong> - <strong>2009</strong><br />
CARDEA<br />
Continu<br />
CREAtiEf
2 met cardea kun je verder<br />
CoLofon<br />
Dit is een uitgave van <strong>Cardea</strong> <strong>Jeugdzorg</strong><br />
Tekst en interviews: Rob Jezek, Saskia ten Holt<br />
Redactioneel advies: Erika van Thiel<br />
Vormgeving: Alkemade Printing<br />
Druk: Alkemade Printing<br />
Foto’s: Rob Jezek, Michel Aarden,<br />
Adresgegevens<br />
<strong>Cardea</strong> <strong>Jeugdzorg</strong><br />
Haagse Schouwweg 8 E/F<br />
2332 KG Leiden<br />
Postbus 11109<br />
2301 EC Leiden<br />
071 579 50 50 (t)<br />
071 579 50 59 (f)<br />
info@cardea.nl<br />
www.cardea.nl<br />
Leiden,<br />
juni <strong>2009</strong><br />
Saskia ten Holt<br />
Den Haag<br />
Noordwijkerhout<br />
Noordwijk<br />
Katwijk<br />
Delft<br />
Leiden<br />
Voorschoten<br />
Zoetermeer<br />
Lisse<br />
Sassenheim<br />
Leiderdorp<br />
Alphen aan den Rijn<br />
Gouda<br />
Woerden<br />
Amsterdam
inhouD<br />
Inleiding 4<br />
Campus 0-12 5<br />
Specialistische Afdeling 18<br />
Bijzonder in <strong>2008</strong> 22<br />
Cliënttevredenheid 22<br />
Medewerkers 23<br />
Campus Oudere Jeugd Leiden 24<br />
Leids Werkhotel 26<br />
Feiten & Cijfers 31<br />
Tomeloze ambities 33<br />
met cardea kun je verder<br />
3
4 met cardea kun je verder<br />
inLEiDing<br />
Wij staan voor de goede taak hulp te bieden, ongeacht de regels en procedures die er worden bedacht.<br />
nu hebben we het Bureau <strong>Jeugdzorg</strong> dat indiceert. Straks hebben we ook gemeentelijke centra voor<br />
jeugd & gezin, die directe hulp bieden. Er komt altijd een moment dat onze specifieke expertise bij complexe<br />
problemen nodig is. Dat kan ambulante hulp zijn of een combinatie van daghulp en gezinsbehandeling.<br />
of zelfs 24-uurshulp, waarin ook de ouders betrokken worden. Als dat moment is aangebroken moeten wij<br />
er staan, duidelijk kunnen maken wat we bieden en dat het aanbod werkt. En dat dat ook ‘bewezen’ is.<br />
Deze zinsnede uit het interview met Marianne Harten,<br />
in het afsluitende hoofdstuk van deze publicatie,<br />
kenmerkt een belangrijke ontwikkeling in de jeugdzorg<br />
en bij <strong>Cardea</strong>. Werken met ‘evidence-based’ methoden.<br />
Dat gebeurt vanuit de <strong>Cardea</strong> campussen, die in vijf<br />
plaatsen in het noordelijk deel van Zuid-Holland zijn ingericht:<br />
in Leiden, Leiderdorp, Alphen aan den Rijn, Lisse<br />
en Katwijk. De campus is het handelsmerk van <strong>Cardea</strong>.<br />
Het zijn locaties, dicht bij de cliënten en samenwerkingspartners,<br />
waar(vanuit) ambulante hulp, zoals gezinsbehandeling<br />
en coaching, en daghulp wordt gegeven.<br />
Daarnaast beschikt <strong>Cardea</strong> over een aantal residentiële<br />
voorzieningen (24-uurshulp, zoals crisisopvang, behandelgroepen<br />
en gezinshuizen) en begeleide woonvormen.<br />
Het merendeel van de cliënten krijgt ambulante hulp in<br />
of vanuit de campussen. In deze publicatie gaan we daar<br />
in het bijzonder op in. Al leggen we de nadruk op de<br />
campussen, ook de andere hulpvormen zijn voor onze<br />
cliëntengroepen van groot belang. Soms is ambulante<br />
hulp of daghulp niet toereikend en is plaatsing in een<br />
24-uurssetting een betere oplossing. Op die wijze wordt<br />
de kinderen en jongeren dan een stabiele en veilige leefsituatie<br />
geboden, bij voorkeur voor korte tijd, soms voor<br />
een langere periode.<br />
In deze publicatie laten we teamleiders, gezinsbegeleiders,<br />
pedagogisch medewerkers en cliënten (ouders,<br />
jongeren) aan het woord. Zo krijgt u een inkijkje in de<br />
dagelijkse praktijk van de ambulante hulp en daghulp en<br />
de belangrijkste ontwikkelingen.<br />
<strong>Cardea</strong> heeft de afgelopen jaren de concepten<br />
<strong>Cardea</strong> Campus en <strong>Cardea</strong> Huis ontwikkeld. In beide<br />
concepten zit de relatie met de ‘buitenwereld’ als<br />
het ware ‘ingebakken.’ Bij <strong>Cardea</strong> Campus met het<br />
(speciaal) onderwijs en met de directe leefomgeving<br />
van de kinderen en jongeren (ouders, buurt).<br />
Bij <strong>Cardea</strong> Huis met het gezin, dat zoveel mogelijk<br />
bij de hulpverlening betrokken wordt, ook als de kinderen<br />
en jongeren tijdelijk uithuisgeplaatst worden.<br />
In deze publicatie staat <strong>Cardea</strong> Campus centraal.<br />
Volgend jaar zal de nadruk liggen op <strong>Cardea</strong> Huis.
CAmpuS 0-12<br />
met cardea kun je verder 5<br />
De <strong>Cardea</strong> campus is een locatie, dicht bij de cliënten en samenwerkingspartners, waar(vanuit) ambulante<br />
hulp, zoals gezinsbehandeling en coaching, en daghulp wordt gegeven. <strong>Cardea</strong> heeft campussen gericht<br />
op kinderen tot 12 jaar in vier plaatsen in het noordelijk deel van Zuid-holland: in Alphen aan den Rijn, Lisse<br />
en Katwijk en Leiden/Leiderdorp.<br />
We interviewden pedagogisch medewerkers, gezinsbegeleiders en teamleiders over hun werk.<br />
Zij spraken over hun visie, ambities en hun dagelijks werk. Daaruit kwamen veel overeenkomsten naar<br />
voren, maar ook uitgesproken stellingnames en eigen accenten.<br />
ouders vertelden over hun situatie en over de hulp die ze van <strong>Cardea</strong> krijgen: persoonlijke verhalen, die<br />
een gevarieerd en soms indringend beeld geven van de praktijk van de <strong>Cardea</strong> campus 0-12 jaar.<br />
Youri (5) en zijn moeder<br />
De kunst is de lat niet te hoog te leggen,<br />
maar hem wel uit te dagen<br />
Al in zijn tweede jaar merkte ik dat er iets niet klopte<br />
met Youri… maar wat er dan precies was? Een bijzondere<br />
fascinatie voor knopjes en alles wat draait.<br />
Een moeizame taalontwikkeling, communiceren op een<br />
heel aparte manier. Allemaal niet opvallend, maar toch.<br />
De ongerustheid werd echter vaak door de omgeving<br />
tegengesproken en vergoelijkt met ‘ach, jongens zijn nou<br />
eenmaal trager dan meisjes.’ Dat wil je zelf maar al te<br />
graag aannemen.<br />
Door mijn eigen werk met gezinnen die opvoedingsproblemen<br />
hebben met kinderen met autistische<br />
kenmerken, ontwikkelde ik wel al vrij snel een duidelijke<br />
structuur met Youri. Praten met woord én beeld, de<br />
boodschap in hapjes verdelen, niet teveel tegelijk en<br />
proberen in te zoomen op zijn belevingsniveau.<br />
Daardoor was er geen sprake van crisis of extreem<br />
probleemgedrag, ondanks het feit dat de opvoeding<br />
eigenlijk volledig op de schouders van mij neerkwam.<br />
Toen Youri 3 was, heb ik zelf de huisarts benaderd.<br />
Die nam mijn initiatief serieus. Mede dankzij zijn verwijsbrief<br />
kon snel rechtstreeks een afspraak geregeld worden<br />
bij de GGZ - afdeling kind en jeugd.<br />
Ondertussen werd Youri 4 jaar en ging hij naar de basisschool.<br />
Bewust heb ik ervoor gekozen de school niet<br />
van tevoren te ‘belasten’ met mijn eigen vermoedens.<br />
Een objectieve blik vond ik belangrijk. Helaas, na een<br />
week stond de juf al op de stoep. Er volgde overleg met<br />
school, waarbij afgesproken werd dat Youri 4 halve dagen<br />
mocht komen. Meer veiligheid en structuur kon de school<br />
niet garanderen (Youri liep bijvoorbeeld vaak weg).
6 met cardea kun je verder<br />
Na enkele weken volgden er bij de GGZ een eerste<br />
intakegesprek en observatie van Youri. Het rapport liet<br />
weinig twijfel: er waren duidelijke aanwijzingen voor een<br />
autisme spectrumstoornis. Er werd geadviseerd Youri<br />
aan te melden bij <strong>Cardea</strong> en aanvullende diagnostiek bij<br />
het Centrum voor Autisme in Oegstgeest aan te vragen.<br />
Youri werd daar geobserveerd en er waren gesprekken<br />
met ons als ouders. Na 8 weken werd de diagnose autisme<br />
gesteld en geadviseerd te starten met speltherapie.<br />
Ik was erg blij dat er nu officieel erkenning kwam voor<br />
het probleem van Youri, zodat gerichte hulp op gang<br />
kon komen.<br />
Na de zomervakantie kon Youri gelukkig op de campus<br />
in Alphen aan den Rijn terecht. Hij gaat drie hele dagen<br />
en één halve dag (woensdag) naar school. Vrijdag is hij<br />
vrij. Hij wordt gehaald en gebracht met de taxi en op<br />
woensdag haal ik hem zelf op om wekelijks zelf even te<br />
proeven hoe het allemaal gaat.<br />
Youri is inmiddels 5 jaar en ontwikkelt zich opvallend<br />
snel. Waar zijn zusje van 3 jaar hem voor de grote vakantie<br />
nog voorbij dreigde te steken, merk ik nu dat hij zich<br />
sterk ontwikkelt en zijn zusje op meerdere gebieden voor<br />
blijft. Al op de 2e dag van zijn verblijf op de campus<br />
kwam hij thuis en wilde op zijn manier iets vertellen<br />
over zijn belevenissen van die dag: iets wat hij daarvoor<br />
nog nooit had gedaan. Hij wordt assertiever en sociaal<br />
emotioneel sterker. Hij kan nu wel eens ‘nee’ zeggen<br />
en speelt meer samen, met name met zijn zusje. En hij<br />
begint zijn fantasie te gebruiken: tot nu toe speelde hij<br />
‘na’, maar sinds kort begint hij nu zelf ook dingen te<br />
verzinnen!<br />
Ik heb veel contact met de begeleiders van <strong>Cardea</strong>;<br />
de communicatie is prima. Dat is essentieel, want Youri<br />
ontwikkelt heel snel rituele patronen, waardoor hij uren<br />
dwangmatig ‘bezig’ kan zijn en niet open staat voor zijn<br />
omgeving. Het werkt erg goed om elkaar regelmatig<br />
op de hoogte te houden van zijn gedragingen. Lijkt een<br />
handeling of uiting van gedrag in eerste instantie onschuldig<br />
(iedere ochtend bij binnenkomst op de campus<br />
eerst naar de wc), na 3 dagen hetzelfde gedrag kan dat<br />
al tot een ritueel zijn uitgegroeid, waarbij Youri alleen<br />
met hulp verder komt dan de wc. Dat patroon moet dus<br />
zo snel mogelijk doorbroken worden. Gelukkig is hij daar<br />
nog goed op te corrigeren. Maar die uitwisseling van<br />
ervaringen geldt ook voor positieve verworvenheden,<br />
die hij thuis heeft geleerd, zoals zelf zijn boterhammetje<br />
smeren. Als je dat niet overdraagt naar de school, gebeurt<br />
dat niet vanzelfsprekend op de groep en wordt dat<br />
niet bijgehouden. Dan is hij het geleerde ook zo weer<br />
kwijt en dat is jammer. Op deze manier ervaar ik <strong>Cardea</strong><br />
als een verlengstuk van thuis. Begeleiders van <strong>Cardea</strong><br />
hebben middelen en leermethodes in handen die zowel<br />
op school als thuis gebruikt kunnen worden. Op deze<br />
manier vul je elkaar aan.<br />
Wat de verwachtingen zijn? Hij is pas 5 maanden op de<br />
campus, gelukkig kan hij volgend schooljaar nog doorstromen<br />
naar een groep hoger. Hij wordt nu bekeken op<br />
zijn sterke en zwakke kanten: de sociaal emotionele ontwikkeling<br />
en hoe ‘leerbaar’ hij is. Hij heeft gevoel voor<br />
cijfers, ook letters begint hij al te herkennen en te benoemen.<br />
Maar tekenen: helemaal niets, slechts een streep.<br />
Het gebruiken van fantasie moet werkelijk ‘aangeleerd’<br />
worden, dat is niet iets dat vanzelf gaat bij hem.<br />
De kunst wordt natuurlijk om de lat niet te hoog te leggen,<br />
maar ieder kind moet wel steeds worden uitgedaagd.
De teamleiders<br />
Janine la Grand, Alphen aan den Rijn<br />
Annet Stroosnijder, Leiderdorp<br />
Joke Dorreboom, Katwijk<br />
Jolande van Dillen, Lisse<br />
De vraag naar jeugdzorg groeit, constateren alle teamleiders.<br />
Dat blijkt uit de toeloop van cliënten. Neem de<br />
campus in Alphen aan den Rijn. Twee jaar is die geopend.<br />
Intussen is er een tweede pand bij gekomen en<br />
wordt de bovenverdieping er extra bijgehuurd omdat<br />
er ook een ambulante afdeling van oudere jeugd naar<br />
Alphen komt. De verbouwing is volop gaande. Zijn er<br />
zoveel problemen in Alphen? Is jeugdzorg booming<br />
business? ‘Het lijkt er wel een beetje op’, moet Janine la<br />
Grand, teamleider Alphen, beamen. ‘We begonnen met<br />
24 plekken voor 3-6 jarigen (in samenwerking met De<br />
Parkschool), 4 plekken diagnostiek en een paar gezinsbegeleiders.<br />
Daar hebben we nu tekort aan. De vraag is ook op<br />
andere terreinen toegenomen: naschoolse leergroep 6-12,<br />
crisisopvang, gezinsbehandeling.’ Ook in Lisse, Leiderdorp<br />
en Katwijk neemt de vraag toe, al leidt dat niet meteen<br />
tot mammoetorganisaties. De campus Katwijk is en blijft<br />
kleinschalig. Teamleider Joke Dorreboom: ‘Dat betekent<br />
intensieve onderlinge contacten en korte lijnen. Het aantal<br />
cliënten is niet zo groot: in de groep 3-6 jarigen zitten 16<br />
kinderen; in de groep 6-12 jarigen hebben we 12 plaatsen.<br />
Het totale team bestaat uit zo’n 15 medewerkers. Er heerst<br />
een open sfeer, de deuren staan ook altijd open. Dat is prettig<br />
werken, al zou ik mezelf af en toe wel willen opsluiten<br />
om rustig alle e-mails door te worstelen en administratie te<br />
doen.’<br />
onderwijs - zorg<br />
met cardea kun je verder 7<br />
Vernieuwing staat centraal in het werk van <strong>Cardea</strong>.<br />
Een voorbeeld hiervan is de onderwijs-zorg-combinatie.<br />
Gezamenlijk gaan jeugdzorg en onderwijs aan de slag<br />
met kinderen met ernstige gedragsproblemen. Niet<br />
meer het onderwijs apart en de jeugdzorg apart, maar<br />
echt samen in de klas/groep aan het werk.<br />
Een leerkracht en een pedagogisch medewerker worden<br />
ondersteund door een gezinsbegeleider, orthopedagoog,<br />
intern begeleider en het management.<br />
Een opgave, want onderwijs en jeugdzorg hebben ieder<br />
hun eigen visie en werkcultuur. Ze hadden (en hebben)<br />
te maken met eigen regelgeving en structuren.<br />
Die sluiten lang niet altijd op elkaar aan. De vraag van<br />
de buitenwereld is bepalend geweest voor de huidige<br />
ontwikkeling. Annet Stroosnijder, teamleider Leiderdorp:<br />
‘het onderwijs werd geconfronteerd met kinderen met<br />
gedragsproblemen, die zij zonder extra orthopedagogische<br />
ondersteuning niet binnen de klas/groep konden handhaven.<br />
Ouders van die kinderen wilden dat hun kind naar<br />
school kon blijven gaan of weer naar school kon.<br />
En de samenleving accepteert steeds minder dat instellingen<br />
langs elkaar heen werken. Dan is de (beleids)keuze gauw<br />
gemaakt, ook al is het in de praktijk nog een hele klus om<br />
al die ideaalplaatjes te realiseren.’<br />
De samenwerking leidt er ook toe dat <strong>Cardea</strong> haar<br />
expertise in scholen aanbiedt. Jolande van Dillen, teamleider<br />
campus Lisse: ‘In Hillegom zijn we sinds dit schooljaar<br />
samen met de Savioschool, een school voor speciaal<br />
basisonderwijs, een groep begonnen voor kinderen met<br />
ernstige gedragsproblemen.’ Leerkrachten van de school<br />
en pedagogisch medewerkers van <strong>Cardea</strong> draaien een<br />
groep van 12 kinderen gezamenlijk. Ze beschikken<br />
over twee lokalen. In het ene lokaal ligt de nadruk op<br />
‘Nu is het nog bijzonder dat ouders meekomen<br />
naar de campus, maar eigenlijk zou<br />
dat normaal moeten zijn. Want wat is er<br />
nou beter dan - als je problemen hebt met<br />
je kinderen waar je zelf niet uitkomt - dat je<br />
samen met hulpverleners aan de slag gaat<br />
om die op te lossen. De ouder-kindrelatie<br />
is toch het allerbelangrijkst. Je ziet ook dat<br />
kinderen en ouders er plezier in hebben om<br />
samen op de groep aan de slag te gaan,<br />
hoe moeilijk het (de te nemen drempel)<br />
soms voor ouders kan zijn.’<br />
Jolande van Dillen,<br />
teamleider Lisse<br />
‘Campus Alphen beschikt over een ondernemend<br />
team medewerkers. Mensen zijn<br />
bereid samen zaken aan te pakken en met<br />
elkaar mee te denken. Mensen springen<br />
gemakkelijk voor elkaar in of nemen extra<br />
taken op zich. Dat is belangrijk als je zo<br />
hard aan het ontwikkelen en groeien bent<br />
als in Alphen. Zo kun je nieuwe projecten<br />
met succes aanpakken. We zijn steeds bezig<br />
verbindingen te leggen, tussen onze verschillende<br />
afdelingen en met de buitenwereld.<br />
Dat komt onze cliënten ten goede.’<br />
Janine la Grand,<br />
teamleider Alphen aan den Rijn
‘Het is spannend leiding te mogen geven<br />
aan de vorming van onderwijs-zorg-combinaties.<br />
Op de campus hadden we de ruimte<br />
om nieuwe groepen te starten.<br />
Dat was een gunstige omstandigheid.<br />
Maar het moest heel snel allemaal.<br />
We hadden nauwelijks tijd om alles goed te<br />
doordenken en inhoudelijk voor te bereiden.<br />
Dat legde een grote druk op leerkrachten,<br />
onderwijsassistenten, pedagogisch medewerkers,<br />
gezinsbegeleiders en gedragsdeskundigen.<br />
Maar het is goed gegaan.<br />
Dat staat en valt met de volledige inzet van<br />
alle betrokkenen: medewerkers van <strong>Cardea</strong><br />
en van onze samenwerkingspartners.<br />
En we hebben goede samenwerkingspartners,<br />
zoals de Cesar Franckschool en PI de<br />
Brug, waarmee we de onderwijs-zorgcombinaties<br />
vormgeven. Dat is in de praktijk<br />
gebleken.’<br />
Annet Stroosnijder,<br />
teamleider Leiderdorp<br />
8 met cardea kun je verder<br />
onderwijs, in het andere lokaal op de aanpak van gedrag,<br />
sociale vaardigheden en emotionele ontwikkeling.<br />
Jolande: ‘Door de gezamenlijke aanpak van onderwijs en<br />
jeugdzorg wordt het mogelijk de kinderen heel intensief te<br />
begeleiden en wordt er gewerkt vanuit één plan. Voor de<br />
kinderen en hun ouders wordt alles daardoor heel duidelijk.’<br />
Zowel de problemen en vragen van het kind als die van<br />
de ouders kunnen alle aandacht krijgen. De aanpak op<br />
school en thuis sluiten naadloos op elkaar aan. Daardoor<br />
is de kans op succes veel groter. Deze aanpak is voor<br />
zowel het onderwijs (Savioschool) als voor de jeugdzorg<br />
(<strong>Cardea</strong>) in de Bollenstreek nieuw. In de dagelijkse<br />
praktijk wordt het project aangestuurd door de locatiedirecteur<br />
van de Savioschool en ondersteund door<br />
gedragsdeskundigen en gezinsbegeleiders van <strong>Cardea</strong>.<br />
Jolande: ‘Maar het management van <strong>Cardea</strong> volgt de ontwikkelingen<br />
nauwkeurig om te zorgen dat het een succesvol<br />
project wordt.’<br />
Andere samenwerkingsverbanden<br />
Ook in Katwijk wordt al vanaf de start in 2006 op diverse<br />
manieren samen gewerkt met het (speciaal) onderwijs<br />
en Weer Samen Naar School.<br />
Daar is het niet bij gebleven. Ook andere sectoren kwamen<br />
in beeld. Joke Dorreboom: ‘Qua ontwikkeling springt de<br />
samenwerking met de geestelijke gezondheidszorg er op dit<br />
moment het meest uit. We krijgen in toenemende mate te<br />
maken met gezinnen waarin psychiatrische problemen spelen,<br />
vaak bij één van de ouders. Dat heeft grote gevolgen<br />
voor de kinderen. Onze gezinsbegeleider gaat dan samen<br />
met een medewerker van de psychiatrische thuisbehandeling<br />
aan de slag. Ze starten bij voorkeur gelijktijdig in zo’n<br />
gezin. Ze bekijken gezamenlijk met de ouders wat er moet<br />
veranderen, welke ondersteuning in het gezin nodig is en<br />
wat er voor de kinderen moet gebeuren.’<br />
Lokale overheden juichen samenwerking toe.<br />
Janine la Grand: Onze gemeente bemoeit zich actief met<br />
de jeugdzorg. We hebben een betrokken wethouder en<br />
actieve ambtenaren. Zij bevorderen samenwerking tussen<br />
instellingen die soms ook concurrenten zijn, want we doen<br />
allemaal een beroep op dezelfde subsidiebudgetten. Zij vragen<br />
van ons dat we goed afstemmen. Er is een convenant<br />
afgesloten dat daar richting aan geeft. Kernpunt is: hoe<br />
benut je elkaars expertise en inzet.’<br />
Belangrijk bij samenwerking is dat alle partijen durven te<br />
experimenteren, aldus Annet Stroosnijder, terwijl zij vertelt<br />
over de samenwerking tussen jeugdzorg en onderwijs:<br />
‘Niemand claimt bij voorbaat zijn gelijk. Dat betekent<br />
dat gekeken wordt wat goed werkt in de aanpak van de<br />
kinderen en dat op basis daarvan inhoudelijke keuzes<br />
worden gemaakt en bijgesteld. We zijn bijvoorbeeld bij de<br />
3-6 jarigen van 3 groepen van 8 à 10 kinderen naar<br />
2 groepen van 12 gegaan om kinderen beter voor te bereiden<br />
op de situatie in het onderwijs, waarnaar zij moeten<br />
doorstromen. Daar heb je ook groepen van 12 kinderen of<br />
groter. Tegelijkertijd is er een onderscheid gekomen tussen<br />
een meer taakgerichte groep waarin relatief veel onderwijs<br />
wordt gegeven en een minder taakgerichte groep waarin<br />
de nadruk ligt op gedragsmatige aspecten.’ Ook is men de<br />
groepen voor 6-12 jarigen meer gaan structureren: van<br />
het atelier-model, waarin kinderen veel ruimte kregen<br />
hun eigen programma in te delen, naar een klassen-model<br />
waarin veel meer vastligt. ‘Voor veel kinderen blijkt die<br />
strakkere structuur beter te werken’, stelt Annet. ‘Dat zien<br />
we aan wat zij aan vorderingen maken op onderwijsterrein<br />
en aan de vermindering van agressie. Deze keuze heeft<br />
grote gevolgen voor de taakinvulling van het onderwijzend<br />
personeel en de pedagogisch medewerkers. Iedereen wordt<br />
meer op zijn specifieke deskundigheid (professie) aangesproken.’
Vraaggericht werken<br />
Vraaggericht werken en ouders betrekken bij de hulp<br />
aan de kinderen zijn centrale thema’s op iedere campus.<br />
‘De manier van werken van <strong>Cardea</strong> vind ik uniek’, vertelt<br />
Joke. ‘Er wordt een sterk beroep gedaan op cliënten om zelf<br />
het heft in handen te nemen. Je komt niet als hulpverlener<br />
binnen met de boodschap:” dat doen wij wel even”. Je legt<br />
bij mensen de vraag neer wat zij ervan vinden en belangrijk<br />
vinden; wat zij nodig hebben en hoe jij als professional<br />
dat kunt ondersteunen.’ Annet vult aan: ‘Daar gaan we<br />
best ver in. In sommige hulpverleningssituaties draaien de<br />
ouders mee op de groep en begeleiden hun eigen kinderen,<br />
daarbij ondersteund en gecoacht door pedagogisch<br />
medewerkers en gezinsbegeleiders.’ Andere voorbeelden:<br />
er lopen parallelle trainingsprogramma’s voor ouders en<br />
kinderen rondom bepaalde problematiek. Annet: ‘Het is<br />
interessant om te zien dat ouders aangaven door te willen<br />
gaan nadat het programma van de kinderen was afgelopen.’<br />
Ouders geven ook training aan pedagogisch medewerkers<br />
over het omgaan met bepaalde problematiek,<br />
bijvoorbeeld autisme. Ook Jolande is groot voorstander<br />
van al die nieuwe manieren van werken.<br />
Ouders blijven hun verantwoordelijkheid voor de<br />
opvoeding houden. Maar ook voor het regelen van de<br />
randvoorwaarden, zoals aanvragen van een persoonsgebonden<br />
budget of een vergoeding van de zorg-<br />
met cardea kun je verder 9<br />
verzekering. ‘We kunnen daarbij wel ondersteunen en<br />
coachen, maar het systeem is en blijft dat ouders daarvoor<br />
zelf verantwoordelijk zijn.’ In aanvulling op de ambulante<br />
hulp en daghulp, is er in Alphen een crisisopvang met<br />
7 plaatsen voor kinderen van 0 -12 jaar. Janine:<br />
‘Als uithuisplaatsing onontkoombaar is, kunnen kinderen<br />
daar acuut worden opgenomen.<br />
De opnameduur is in beginsel 6 weken. In die periode moet<br />
een plan voor de toekomst worden uitgezet: terug naar<br />
huis, behandeling in een residentiële setting of wat dan<br />
ook. Bijna altijd worden de ouders betrokken bij de begeleiding.<br />
Soms hebben we een geheime plaatsing. De ouders<br />
weten dan niet waar hun kind is ondergebracht. Maar na<br />
verloop van tijd blijkt het meestal wel weer mogelijk het<br />
contact met de ouder(s) te herstellen.’<br />
‘Ik ben primair bezig ervoor te zorgen dat<br />
de pedagogisch medewerkers en de gezinsbegeleiders<br />
hun werk onder goede omstandigheden<br />
kunnen uitvoeren. Maar ook om<br />
nieuwe elementen van de bedrijfsvoering te<br />
implementeren, zoals bijvoorbeeld het kwaliteitsbeleid,<br />
de C(liënttevredenheids)-toest<br />
en het PxQ-systeem. ‘Deze systemen<br />
brengen een extra administratieve last met<br />
zich mee voor de uitvoerende werkers en de<br />
afdelingsleiding. Anderzijds heeft het ook<br />
positieve effecten. Het feit dat <strong>Cardea</strong> een<br />
kwaliteitskeurmerk heeft (HKZ-certificering),<br />
levert prestige op bij samenwerkingspartners.’<br />
Joke Dorreboom,<br />
teamleider Katwijk
10 met cardea kun je verder<br />
Vincent (4) en zijn moeder<br />
We ‘praten’ nu veel meer met pictogrammen<br />
dan met woorden<br />
Vincent is te vroeg geboren. Hij kwam al in de 34e week<br />
en moest de couveuse in. Het werd een zorgelijke ontwikkeling<br />
met veel fysieke complicaties. Ook sloot men<br />
psychische problemen niet uit. Vanaf zijn eerste dag<br />
heeft hij dus een medisch dossier opgebouwd. Hij was<br />
het eerste jaar heel klein, maar die achterstand heeft hij<br />
inmiddels al wel ingehaald.<br />
We hebben drie jaar getobd. Samen met mijn man hebben<br />
we direct na zijn geboorte besloten dat ik thuis zou<br />
blijven om voor de kinderen te zorgen. Daardoor kwam<br />
de zorg toch wel voornamelijk op mij neer, mijn man is<br />
echt fulltime op pad. De ontwikkeling van Vincent kostte<br />
mij bergen met energie. Hij was hyperactief, rusteloos,<br />
onbenaderbaar, contactloos. Bovendien moest hij heel<br />
vaak op controle naar het ziekenhuis, verschillende<br />
onderzoeken bij allerlei specialisten. Kortom: een zware<br />
tijd.<br />
Op zijn derde jaar zijn we doorverwezen naar een kinderpsycholoog.<br />
Ik was oververmoeid en had geen vat<br />
op hem. Het was moeilijk om hem aan te spreken en<br />
grenzen te stellen. Hij leefde in zijn eigen wereld en wij<br />
konden hem eigenlijk niet bereiken.<br />
Dankzij een zeer geduldige logopedist die de juiste<br />
ingang vond, kon hij redelijk worden getest. Het lijkt<br />
erop dat hij ADHD heeft met autistische kenmerken,<br />
maar hij is nog erg jong om dat te kunnen definiëren.<br />
In de gesprekken met de kinderpsycholoog werd al wel<br />
snel duidelijk dat er iets meer moest gebeuren om het<br />
thuis leefbaar te houden. Ik was echt op en wanhopig.<br />
Daarom werd hij afgelopen mei bij Bureau <strong>Jeugdzorg</strong><br />
aangemeld, maar ja: wachtlijsten. In eerste instantie was<br />
er zelfs sprake van dat hij zou (moeten) worden opgenomen,<br />
al zou ik me daar wel tegen verzet hebben!<br />
Zover is het gelukkig niet gekomen: al in de zomervakantie<br />
meldde <strong>Cardea</strong> zich en zijn ze voor een gesprek<br />
langsgekomen. Tot onze grote vreugde kon Vincent<br />
direct na de zomervakantie geplaatst worden in een<br />
groep. 7 september is hij daar begonnen: maandags<br />
en donderdags een hele dag, dinsdags en vrijdags een<br />
halve dag, en de woensdag lekker een hele dag thuis<br />
om bij te komen.<br />
Het gaat super goed met Vincent, echt wonderbaarlijk.<br />
Hij is gelukkiger, zit beter in zijn velletje. Hij reageert<br />
goed op de aangeboden structuur. De groep is vrij klein<br />
(5 kinderen) met 2 begeleiders. De eerste weken heeft<br />
Vincent zelfs de hele dag een-op-een begeleiding gehad.<br />
Wat ze gedaan hebben? Vooral structuur bieden en zorgen<br />
voor een prikkelvrije omgeving, zowel op de groep<br />
als hier thuis. Ze ondersteunen en adviseren mij en mijn<br />
man daarin door een keer in de week gesprekken bij<br />
ons thuis te hebben. Ze helpen ons een vorm te vinden<br />
waarmee we ieder op onze eigen wijze met Vincent en<br />
elkaar om kunnen gaan. Vincent is vooral visueel ingesteld:<br />
we ‘praten’ nu veel meer met pictogrammen in<br />
plaats van met woorden.
Thuis hangt er nu een bord met pictogrammen bij de<br />
deur. Beelden die aangeven wat er op die dag te gebeuren<br />
staat. Als hij opstaat: eten (tekening met bordje en mes<br />
en vork), daarnaast een kaartje van een tandenborstel<br />
(tanden poetsen) en dan een kaartje met een bus erop:<br />
na het tandenpoetsen wordt hij opgehaald door het<br />
busje van <strong>Cardea</strong>. Zo kan hij zich voorbereiden op wat<br />
er allemaal gaat gebeuren die dag. Maar we gebruiken<br />
ook de kaartjes om Vincent te corrigeren: bijvoorbeeld<br />
om niet aan de kerstboom te komen. “Niet doen” roepen,<br />
heeft bij hem geen zin. Wel een pictogram van een<br />
kerstboom met in het rood een handje erop:<br />
niet aankomen betekent dat. Dat werkt!<br />
Ook hebben ze van <strong>Cardea</strong> geadviseerd om de onderkant<br />
van onze ramen naar de straat af te plakken, zodat<br />
Vincent niet voortdurend afgeleid wordt door alles wat<br />
op straat gebeurt en voorbijkomt. Vroeger kon hij uren<br />
aan het raam staan en raakte steeds meer opgewonden<br />
van alles wat hij zag. Maar het kwam niet bij ons op hem<br />
juist daarvan af te houden. Nu blijft hij vaak rustig zitten<br />
en kan hij zich beter richten op iets waar hij mee bezig is<br />
zonder voortdurend afgeleid te worden.<br />
Ook voor onze dochter hebben de problemen met<br />
Vincent de afgelopen jaren veel impact gehad. Zij is<br />
nu 5,5 jaar en heeft last van concentratieproblemen<br />
op school. Hier is wel aandacht voor en zij krijgt extra<br />
ondersteuning op school. We hopen natuurlijk dat het<br />
afneemt nu het ook met Vincent beter gaat. Omdat<br />
Vincent twee maal per week een hele dag weg is, zijn<br />
wij gezellig samen en heb ik meer tijd en aandacht voor<br />
haar. Ze kan zelfs vriendinnetjes mee naar huis nemen;<br />
een ontwikkeling waar we heel blij mee zijn!<br />
met cardea kun je verder 11<br />
Ook ik voel dat ik weer wat meer ruimte heb om iets<br />
voor mijzelf te doen. Ik heb zowaar weer zin om iets buitenshuis<br />
te ondernemen, iets voor een ander te betekenen<br />
en ik heb daar nu ook weer de energie voor.<br />
Wat ik droom? Dat hij volgend schooljaar misschien wel<br />
naar een (gewone) basisschool kan. Of wellicht toch<br />
nog een jaar extra jaar bij <strong>Cardea</strong> kan blijven, zodat we<br />
tijd hebben om zijn mogelijkheden nog beter in kaart<br />
te brengen met speciale onderzoeken zodat hij straks<br />
optimaal op zijn plek komt. En ik hoop ooit op ‘gesprekken’<br />
met Vincent: ik ben zo benieuwd wat er nou in dat<br />
koppie omgaat. Je blijft je altijd afvragen waarom zoiets<br />
nou gebeurt en hoe we hem ooit kunnen bereiken, want<br />
dat blijft: écht contact krijgen is heel moeilijk.<br />
Waar ik vooral heel erg blij mee ben is de steun van<br />
<strong>Cardea</strong>. Ze leggen helder uit wat er allemaal gebeurt en<br />
hebben vertrouwen in mij en de manier waarop ik - wij<br />
- met Vincent proberen te leren leven. Dat ik weer kan<br />
genieten van Vincent, dat ik ook weer een gezellige en<br />
leuke moeder kan zijn; uitgerust en energieker. Dat we<br />
als gezin weer leuke dingen durven te ondernemen, al is<br />
het maar boodschappen doen samen. Dat ik vertrouwen<br />
heb in de toekomst van ons gezin.
‘Ik kwam net van mijn opleiding, toen ik<br />
hier begon, vol met boekenwijsheid, vol<br />
enthousiasme, maar nauwelijks ervaring.<br />
De start van de school op de Campus was<br />
heel hectisch: alles wat er zich aandient aan<br />
kinderziektes na een verhuizing. Het was allemaal<br />
heftiger dan ik me had voorgesteld,<br />
ondanks dat ze me tijdens de sollicitatie<br />
goed hadden voorbereid. Het werk vergt erg<br />
veel van je, je moet tevreden kunnen zijn<br />
met kleine succesjes. Als je die niet ziet, dan<br />
hou je het niet vol.’<br />
Marsha Kester,<br />
pedagogisch medewerker Leiderdorp<br />
‘Successen zijn belangrijk. Het is leuk als het<br />
in een gezin beter gaat lopen, als je verandering<br />
ziet bij een kind, als ouders tevreden<br />
zijn. Maar soms constateer je dat er geen<br />
vooruitgang in zit, dat de gegeven hulp niet<br />
voldoende is. Dan is het zaak om met de<br />
ouders verder te kijken, naar specialistischer<br />
hulpvormen of eventueel naar een uithuisplaatsing.<br />
Soms kan dat niet anders, maar<br />
gelukkig gebeurt dat zelden.’<br />
Marja Kins,<br />
gezinsbegeleider Lisse<br />
12 met cardea kun je verder<br />
pedagogisch medewerkers en gezinsbegeleiders<br />
Yvonne Aartman,<br />
pedagogisch medewerker Alphen aan den Rijn<br />
Marsha Kester, pedagogisch medewerker Leiderdorp<br />
Joke de Mare, gezinsbegeleider Katwijk<br />
Marja Kins, gezinsbegeleider Lisse<br />
Yvonne Aartman, pedagogisch medewerker (pm’er) van<br />
de campus Alphen, werkt op een groep van 12 kinderen<br />
van 3-6 jaar, samen met nog een pm’er en een leerkracht<br />
van de school. We draaien de groep samen.<br />
De ‘juf’ zit meer op de onderwijskant, ik meer op de zorgkant:<br />
begeleiden, coachen, trainen.<br />
Structuur<br />
Sommige kinderen komen van een gewone school,<br />
omdat het daar niet ging. Ze bleken meer structuur en<br />
aandacht nodig te hebben. Anderen zijn nog niet naar<br />
school geweest. Thuis of op de peuterspeelzaal was al<br />
gebleken dat het kind ‘anders’ was dan andere kinderen.<br />
We werken met een vaste dagindeling. Dat biedt de kinderen<br />
houvast. We gaan eerst aan tafel, even iets drinken.<br />
Dan ‘in-de-kring’, goedemorgen zeggen, vertellen over wat<br />
we gaan doen, praten over van alles en nog wat.<br />
De leerkracht leidt dat onderdeel, als pedagogisch medewerker<br />
ondersteun ik het. Vervolgens gaan we in twee groepen<br />
werken: de ene groep gaat met onderwijsactiviteiten<br />
bezig, de andere met zorgactiviteiten. Om 10.00 uur eten<br />
we een cracker en drinken we iets. Dan buitenspelen, weer<br />
in groepen werken en vrij-spelen. Om 11.30 uur een boterham.<br />
Ook het middagprogramma kent een vaste structuur.<br />
Als we soms afwijken van het programma, zoals bijvoor-<br />
beeld in de vakantieweek, krijgen we dat meteen van de<br />
kinderen te horen. Zo van …… ‘ja maar, juf, we moeten<br />
toch eigenlijk dit of dat doen.’<br />
In Leiderdorp, waar de César Franckschool op de campus<br />
is ‘ingetrokken’, lijkt de aanpak in vele opzichten<br />
op die van Alphen, maar met eigen accenten. Marsha<br />
Kester, pedagogisch medewerker, campus Leiderdorp:<br />
‘We hebben een instroomgroep gecreëerd, waarin kinderen<br />
starten als ze net binnenkomen. Daar werk ik nu drie<br />
dagen per week. Eén dag ben ik ‘overtallig’, wat wil zeggen<br />
dat je als een soort vliegende keep de kinderen opvangt,<br />
die even stoom moeten afblazen. In de instroomgroep is<br />
de begeleiding een-op-een. De kinderen komen maximaal<br />
3 dagen per week. We proberen er bij ieder kind achter te<br />
komen wat voor kind het is, wat bij hem werkt en wat niet.<br />
Ik begin altijd heel luchtig met een kind. Kleine concentratie-oefeningetjes<br />
van hooguit 5 minuten. In het begin heb<br />
ik vaak leuke contacten met de kinderen, omdat je in een<br />
een-op-een situatie zit. Omdat ze net op een nieuwe school<br />
zitten, willen ze heel graag dat het goed gaat. Pas later,<br />
als ze meer gewend raken en naar de klas gaan, wordt hun<br />
gedrag problematischer. Het is de bedoeling dat het kind<br />
steeds meer naar de klas gaat om daar te wennen. Niet alle<br />
kinderen zijn echter geschikt om door te stromen, gewoon<br />
omdat er te veel met hen aan de hand is. We zijn eigenlijk<br />
het laatste station. We gaan nu vanaf 1 april starten met<br />
een nieuw groepje kinderen, die echt alle onderwijsvaardigheden<br />
missen. Een dagbehandelingsgroepje als het ware,<br />
waar aan hun gedrag gewerkt wordt door allerlei ‘bezigheidsdingen.’<br />
Als de kinderen zover zijn, kunnen ze alsnog<br />
instromen in de school. Of blijven ze tijdelijk in de groep in<br />
afwachting van nog sterkere zorg (buiten de campus).<br />
Toch ervaren de kinderen de school ook echt als naarschool-gaan,<br />
met alle verzet, maar ook alle leuke momenten,<br />
die daarbij horen.
De (structuur van de) groep heeft invloed op het gedrag<br />
van de kinderen, stelt Yvonne: ‘Zij zien wat andere<br />
kinderen doen en gaan daarin mee. Bij de een levert dat<br />
sneller resultaat op dan bij de ander, maar vaak slijpt er<br />
langzaamaan bij allemaal een routine in. Resultaat zie je<br />
in kleine dingen, kleine veranderingen. Daar moet je van<br />
kunnen genieten. Soms zijn er parallellen met thuis, daar<br />
zien ouders dezelfde veranderingen in gedrag. Maar evengoed<br />
lopen de resultaten op de leergroep en thuis helemaal<br />
uiteen. Dat bespreek je dan met ouders, want over en weer<br />
kunnen we van elkaars ervaringen profiteren.’<br />
Samenwerking met ouders<br />
Ouders worden zoveel mogelijk betrokken bij de aanpak<br />
op de groep. In Leiderdorp loopt het contact met de<br />
ouders meestal via de gezinsbegeleidsters, die ook bij<br />
de kinderen thuis komen. Marsha: ‘Omdat veel van onze<br />
kinderen met de taxi worden gebracht, heb je niet altijd<br />
direct contact met ouders. We proberen de ouders wel<br />
zoveel mogelijk op de hoogte te houden van de dagelijkse<br />
gang van zaken, met behulp van ‘heen-en-weer’ schriftjes<br />
of korte telefoontjes. Ook zijn er regelmatig voortgangsgesprekken<br />
tussen de ouders en het team.’<br />
‘Ik zie ouders meestal eens per week’, vertelt Marja Kins,<br />
gezinsbegeleider in Lisse. ‘Soms in het begin iets vaker.<br />
Maar sommige ouders kiezen ook voor een geleidelijker<br />
aanpak. Afspraken worden bij de ouders thuis gemaakt<br />
of op de campus. Als je in een gezin komt, krijg je een<br />
completer beeld van wat er speelt. Je hebt ook met broertjes<br />
en zusjes te maken. Als het in de thuissituatie te onrustig is<br />
om zaken goed te bespreken, kunnen ouders ook naar de<br />
campus komen.’<br />
met cardea kun je verder 13<br />
Het woord samenwerking, vastgelegd in een overeenkomst,<br />
geeft de kern van de aanpak goed weer.<br />
De gezinsleden en gezinsbegeleider onderzoeken samen<br />
waar de kansen op verbetering liggen, vertelt Joke de<br />
Mare, gezinsbegeleider in Katwijk. Het aanbod vanuit<br />
<strong>Cardea</strong> kan zowel ontlastend zijn als ondersteunend.<br />
‘Door een kind mee te laten draaien in de naschoolse leergroep,<br />
ontlasten we de ouders. Zij krijgen tijd om op adem<br />
te komen, even wat meer rust in huis. Maar ook het kind<br />
zit in een andere situatie, wat vaak positief uitwerkt. En het<br />
leert intussen nieuwe vaardigheden. Tegelijkertijd gaan we<br />
aan de slag met de situatie thuis. Wat willen de gezinsleden<br />
eerst aanpakken? We werken stap voor stap verder. Soms<br />
zijn kleine interventies al effectief, zoals momenten van<br />
rust creëren, bijvoorbeeld door te gaan voorlezen (door de<br />
heftigheid van de problemen was dat erbij ingeschoten).<br />
Of op een andere manier tegen elkaar praten. Ik hoor<br />
regelmatig zeggen: ‘ze luisteren alleen nog maar als ik mijn<br />
stem verhef. En de kinderen vertellen dat moeder alleen nog<br />
maar tegen ze schreeuwt.’<br />
De opstelling van de gezinsbegeleider is de sleutel tot<br />
succes. Marja: Als je bij ouders binnenkomt als de deskundige<br />
die het allemaal weet, stuit je op weerstand, zoiets als:<br />
‘wie ben jij wel om mij te vertellen<br />
wat ik doen moet.<br />
Jij hebt leuk praten, jij<br />
zit niet elke dag<br />
met dat<br />
kind.’<br />
‘Wat me sterk aanspreekt, is de vraaggerichte<br />
werkwijze die tegenwoordig bij<br />
<strong>Cardea</strong> wordt toegepast: samen met de<br />
cliënten (ouders, kinderen) uitzoeken wat<br />
hen ligt en wat aansluit bij hun normen en<br />
waarden. Je motiveert hen om zelf aan de<br />
slag te gaan en de regie te nemen. Wat dat<br />
betreft is er veel veranderd. Vroeger hanteerden<br />
we een andere insteek, directiever.<br />
Ook respectvol, daar niet van, maar je was<br />
veel meer apart bezig met de kinderen. Ouders<br />
waren minder betrokken. Het contact<br />
liep via de ouderbegeleiders. Die spraken<br />
met de ouders en gaven hen adviezen over<br />
de opvoeding thuis.’<br />
Marja Kins,<br />
gezinsbegeleider Lisse<br />
‘Ik zit op mijn stek bij <strong>Cardea</strong>. Ik werk hier<br />
nu bijna twee jaar, waarvan een klein jaar<br />
als gezinsbegeleider. De werkwijze, ‘vraaggericht’<br />
werken, spreekt me aan. Je doet je<br />
werk samen, met gezinnen, collega’s, teamleider<br />
en gedragswetenschappers. Ik heb<br />
sinds mijn afstuderen als maatschappelijk<br />
werkster in diverse settings gewerkt. <strong>Cardea</strong><br />
past goed bij me.’<br />
Joke de Mare,<br />
gezinsbegeleider Katwijk
‘Ik werk nu een halfjaar in Alphen met de<br />
3-6 jarigen. Voor die tijd zat ik in Leiderdorp<br />
bij een 6-12 groep. Het werk kan<br />
heel erg verschillen per afdeling. Een dag is<br />
nooit hetzelfde. Alle kinderen hebben iets<br />
speciaals, iets aparts. De manier waarop<br />
we op deze groep samenwerken met ouders<br />
en met leerkrachten, ligt mij goed. Het is<br />
onderwijs, zorg, werken aan de thuissituatie,<br />
alles in één. Al ben ik nog jong, ik merk<br />
dat ouders best iets van me aannemen. Je<br />
zoekt samen naar oplossingen en mogelijkheden.<br />
Je bouwt eerst vertrouwen op, je tast<br />
af, je overlegt. Maar het loopt eigenlijk altijd<br />
goed.’<br />
Yvonne Aartman,<br />
pedagogisch medewerker Alphen aan den Rijn<br />
‘Hoe mijn carrière zal verlopen weet ik nog<br />
niet. Ik ben 26 jaar. Ik heb een SPW-opleiding,<br />
twee jaar PABO (maar ‘puur’ onderwijs<br />
is niets voor mij) en SPH. Het voordeel<br />
van <strong>Cardea</strong> is dat je keus hebt uit veel<br />
verschillende afdelingen en werksoorten.<br />
Doorstroom wordt erg gestimuleerd.’<br />
Yvonne Aartman<br />
14 met cardea kun je verder<br />
En bij wat je ook zegt: ‘heb ik al geprobeerd, lukt niet.’<br />
Dat doorbreek je als je samen gaat zoeken naar een basis<br />
voor verandering van het gedrag van hun kind(eren).<br />
Het gaat vaak om heel gewone zaken zoals: mijn kind<br />
luistert niet, eet niet, gaat (te) laat slapen, heeft een grote<br />
mond, gaat zijn eigen gang, gooit alle speelgoed door de<br />
kamer en wil niet opruimen.<br />
Bij kleine kinderen spelen soms problemen met zindelijk<br />
worden of de spraaktaalontwikkeling komt niet op gang.<br />
En ook: hij reageert niet op straf!<br />
Of ouders zien dat hun kind anders doet dan andere<br />
kinderen. Dan komt de vraag naar voren of er iets aan de<br />
hand is. Je gaat dan met de ouders een traject in: heel goed<br />
uitzoeken wat er aan de hand is. Samen met hen doelen<br />
bepalen. Dat is best moeilijk, want ouders moeten dan heel<br />
concreet worden over waar zij het meeste last van hebben<br />
en wat zij het eerst willen veranderen. Daarna pak je punt<br />
voor punt al die doelen op, uitgaande van wat de ouders<br />
kiezen. Want zij moeten het doen.<br />
Afstemming van wat er thuis en op de campus gebeurt,<br />
is heel belangrijk. Het kind krijgt een pedagogisch medewerker<br />
als coach toegewezen in de leergroep.<br />
De ouders, deze coach en de gezinsbegeleider bepalen<br />
samen met de kinderen waaraan het kind tijdens de<br />
groep gaat werken, wat het daar gaat leren. Joke: ‘Ieder<br />
kind heeft daar zijn eigen doelen. Die doelen lopen parallel<br />
met de doelen, die thuis worden gesteld. We wisselen periodiek<br />
uit hoe het er mee staat, of er vooruitgang in zit. Soms<br />
zie je dat het gedrag van een kind op de leergroep heel<br />
anders is dan thuis. Op de leergroep lijken de problemen<br />
opgelost, thuis blijft het hetzelfde. Ook als ik bij gezinnen<br />
thuis kom, gedragen kinderen zich soms voorbeeldig, terwijl<br />
ze ontploffen als ik de deur achter me heb dichtgetrokken.’<br />
Het streven is om een begeleidingstraject succesvol af te<br />
sluiten, waarbij ouders de situatie thuis weer op eigen<br />
kracht aankunnen. Joke: ‘Wat is er nou mooier dan dat<br />
ouders zeggen: we hadden nooit gedacht dat we dit voor<br />
elkaar zouden krijgen.’<br />
finn (5) en zijn moeder<br />
Een ‘lok’doosje om hem uit zijn ‘groef’ te krijgen<br />
Eigenlijk zijn we door het consultatiebureau op het spoor<br />
gezet dat er iets aan de hand was met Finn. Ondanks<br />
dat we nog een 5 jaar oudere zoon hebben, maakten we<br />
ons eigenlijk geen zorgen om de late spraakontwikkeling<br />
van Finn. We leven behoorlijk op onszelf en hadden<br />
weinig vergelijkingsmateriaal om ons heen.<br />
Thuis ging het allemaal best oké. Onze oudste zoon redt<br />
het wel op school, zolang er maar een duidelijke (dag)<br />
structuur is. Daar zorgen we goed voor. En dat werkt<br />
ook zo bij Finn, zonder directe woorden ontwikkelden<br />
we onze eigen communicatie. Het dagelijks leven hing<br />
aan elkaar van kleine rituelen.<br />
Hij antwoordde eenvoudig niet, geen woord zei hij<br />
terug. Zelf besef je dat niet eens zo, dat gaat namelijk zo<br />
geleidelijk. Je krijgt pas door hoe anders het kan zijn als<br />
je de vergelijking meemaakt met andere kinderen. Dat<br />
was heel confronterend toen onze kinderen naar buiten<br />
gingen treden: bij een oppas, op een speelzaal, op een<br />
basisschool. Dan pas valt het kwartje.
Het ging toen allemaal ook heel snel. Bij een screening<br />
bij het Molenspreekuur van het LUMC in maart <strong>2008</strong>,<br />
waar ze in één ochtend je kind op alle mogelijke gebieden<br />
observeren en testen, kwam aan het licht dat Finn<br />
een flinke achterstand had met autistische kenmerken.<br />
Via hen kregen we de verwijzing naar Bureau <strong>Jeugdzorg</strong>.<br />
Hij werd aangemeld bij <strong>Cardea</strong> en kon per oktober - hij<br />
was in de zomer inmiddels 4 jaar geworden - starten.<br />
De diagnose autisme kregen we pas afgelopen<br />
december bevestigd.<br />
In het begin op de groep deed hij vrijwel niets.<br />
Hij speelde en sprak niet, maar maakte ook geen angstige<br />
indruk. Zijn voorzichtige vorm van communicatie<br />
met de buitenwereld werd langzaam uitgebreid: hij ging<br />
je steeds meer aankijken, iets terugzeggen. Bij binnenkomst<br />
had hij een ontwikkeling van een kind van 1,5 á<br />
2 jaar. Nu, na een half jaar, zit hij al op het niveau van<br />
een 3-jarige en spreekt al in zinnetjes van 4 woorden.<br />
Ik ben echt heel blij met <strong>Cardea</strong>.<br />
In eerste instantie heb ik me erg verzet tegen een indicatie:<br />
ik vond het verschrikkelijk dat wij de regie uit handen<br />
moesten geven en was daar ook erg bang voor. Ik zou<br />
bekeken en beoordeeld worden op mijn ouderschap.<br />
Maar niets is minder waar. Vanaf het begin heeft <strong>Cardea</strong><br />
duidelijk gemaakt dat wij de aangever zijn. Ik kan me<br />
enorm verdiepen in iets en probeer dan zelf met suggesties<br />
te komen. Dat deel ik dan met de leidsters van<br />
de groep, die mij dan daarin volgen. Finn is bijvoorbeeld<br />
niet ‘omkoopbaar.’ Hij kan moeilijk stoppen als hij met<br />
iets bezig is of fijn vindt. Het kan echt een drama zijn.<br />
Dan moet je iets vinden om hem uit zijn groef te halen,<br />
de sfeer letterlijk omgooien.<br />
met cardea kun je verder 15<br />
Ik heb bedacht om dan een ‘lok’doosje mee te nemen<br />
met daarin zijn favoriete speeltjes erin, of iets lekkers.<br />
Dat doosje krijgt hij dan als ik binnenkom, maar het mag<br />
pas open als we op de fiets zitten. Naar buiten ‘gelokt’!<br />
Als hij dan eenmaal op de fiets zit en uit zijn groef, dan<br />
is het ook over en gaat ie vrolijk mee naar huis. De leidsters<br />
zoeken naar een vergelijkbaar middel om hem na<br />
het buiten spelen mee naar binnen te krijgen. Het blijft<br />
een klus, iets bedenken dat afleidt.<br />
Ik ervaar de campus als een klankbord. Ze denken met<br />
ons mee, het is een fijne plek en de sfeer is prettig.<br />
Ik heb veel gehad aan de gezinsbehandeling die in het<br />
begin bij ons thuis onze situatie in kaart heeft gebracht.<br />
Ik heb me inmiddels ook opgegeven voor de oudercommissie,<br />
helpen met feesten en partijen. Daarmee krijg je<br />
zelf ook meer contact met de leidsters, met de andere<br />
ouders en ben je meer betrokken. Met één van de andere<br />
ouders klikt het echt, we mailen elkaar regelmatig<br />
en dat is fijn. We ervaren veel ondersteuning vanuit<br />
<strong>Cardea</strong> en belangrijk is dat Finn een goede diagnose<br />
krijgt, waardoor hij ook straks op de juiste plek terecht<br />
komt.<br />
Wat ik zou willen in de toekomst? Ik ben heel pragmatisch.<br />
Ik zou willen dat hij zindelijk wordt. Dat wordt nog<br />
een hele klus, waar we - ook in de groep - nog niet echt<br />
aan begonnen zijn. Over die strategie moeten we ons<br />
nog samen gaan buigen.
16 met cardea kun je verder<br />
ine hellingman, manager sector 0-12<br />
Samenwerken? Het werkt naar mijn idee het beste<br />
als je op zoek gaat naar de sterke punten van de<br />
andere partij.<br />
Ine Hellingman is manager van de sector 0-12 jarigen.<br />
De campussen van Leiderdorp, Lisse, Katwijk en Alphen<br />
aan den Rijn vallen onder haar verantwoordelijkheid.<br />
‘Zorgen dat anderen - gezinsbegeleiders, pedagogisch medewerkers,<br />
gedragsdeskundigen, teamleiders en ondersteunende<br />
staf - hun werk goed kunnen doen, is de ‘kunst’ van<br />
mijn job’, stelt Ine. ‘<strong>Cardea</strong> is een bruisende organisatie,<br />
waarin we veel aanpakken. Veel nieuws ook! Medewerkers<br />
zijn enthousiast, deskundig en vol ambitie. In mijn positie<br />
als manager moet ik zorgen dat we alle kansen en mogelijkheden<br />
benutten, maar ook dat we een goede inkadering,<br />
randvoorwaarden en duidelijkheid voor iedereen realiseren.<br />
Op die wijze kunnen we het beste garanderen dat ingezette<br />
processen ook worden afgemaakt.’<br />
Ruim twee jaar werkt Ine nu bij <strong>Cardea</strong>. Net de periode<br />
waarin de organisatie explosief groeide. De samenleving<br />
investeerde veel - extra - geld in de jeugdzorg met het<br />
doel de wachtlijsten weg werken, nieuwe - bij voorkeur<br />
bewezen effectieve - hulpverleningsmethodieken introduceren<br />
en de samenwerking met andere zorginstellingen<br />
verbeteren. ‘Dat is hard werken, maar ongelofelijk<br />
boeiend’, vertelt Ine. ‘We worden met ernstige problemen<br />
van onze cliënten geconfronteerd. Cliënten en samenleving<br />
verwachten hulp, die écht werkt. Zij verwachten dat de verschillende<br />
instellingen, die betrokken zijn bij de aanpak van<br />
problemen, met elkaar samenwerken. Snel en slagvaardig.’<br />
Door in verschillende plaatsen campussen te openen<br />
heeft <strong>Cardea</strong> vanaf 2006 de hulpverlening - met name<br />
ambulante hulp en daghulp - al veel ‘dichterbij haar<br />
cliënten’ gebracht. ‘Vervolgens hebben we de samenwerking<br />
met het onderwijs een enorme impuls gegeven’, vertelt<br />
Ine. ‘Op de campussen worden (speciaal) onderwijs en zorg<br />
in elkaar gevlochten. Ook gaan onze medewerkers in toenemende<br />
mate op scholen aan de slag ter ondersteuning van<br />
leerkrachten. Hierdoor versterken we elkaar enorm en dat<br />
komt de kinderen (en natuurlijk hun ouders) ten goede.’<br />
Maar ook met andere sectoren wordt steeds nauw<br />
samengewerkt, zoals de geestelijke gezondheidszorg, de<br />
hulpverlening voor licht verstandelijk beperkte kinderen<br />
en medische voorzieningen. Ine: ‘We krijgen daarbij te<br />
maken met verschillende werkculturen en visies. Het werkt<br />
naar mijn idee het beste als je op zoek gaat naar de sterke<br />
punten van de andere partij. Door die te benoemen en er<br />
uit te lichten leg je een basis voor goede samenwerking.<br />
Laat de ander maar vertellen waar wij goed in zijn. Op die<br />
manier komt de wederzijdse toegevoegde waarde het best<br />
naar voren.’<br />
Samenwerken met ouders staat centraal in de hulpverlening<br />
van <strong>Cardea</strong>. Gezinsbegeleiders en - soms ook<br />
- pedagogisch medewerkers gaan naar de gezinnen toe<br />
om ouders thuis te ondersteunen bij de aanpak van<br />
problemen. Ouders spelen een rol in de leergroepen<br />
op de campus. Ine: ‘We hebben gekozen voor het begrip<br />
‘klantpartnerschap’ als uitgangspunt waarmee we ons<br />
hulpaanbod vormgeven. Daarmee willen we uitdrukken dat<br />
goede samenwerking tussen klant en hulpverlener cruciaal is.’
Op iedere plek in de organisatie krijgt het begrip ‘klant’<br />
een andere invulling. Op de campussen zijn de klanten<br />
primair de kinderen en hun ouders. Maar in de samenwerking<br />
met het onderwijs kan evengoed de leerkracht<br />
de klant zijn. Ine: ‘Als manager zie ik financiers bijvoorbeeld<br />
ook als klant. Financiers als de provincie, gemeentes<br />
of zorgverzekeraars betalen voor ons werk en hebben daarbij<br />
eisen en verwachtingen waarmee wij terdege rekening<br />
houden. Zij verwachten kwaliteit en effectiviteit. Aan mij<br />
als manager de taak om te zorgen dat er een groep goed<br />
opgeleide professionals klaar staat die de vereiste zorg kan<br />
leveren en dat ze onder optimale voorwaarden aan het<br />
werk kunnen.’<br />
In dat kader legt <strong>Cardea</strong> meer de nadruk op preventie.<br />
Door veranderingen in de regelgeving is dat sinds een<br />
jaar ook mogelijk geworden. Ine: ‘Wij hebben expertise<br />
op het terrein van herkennen en aanpakken van opvoedings-<br />
en gedragsproblemen. Die expertise willen we<br />
inzetten op plekken waar problemen vaak<br />
voor het eerst boven water komen:<br />
in de kinderopvang of het gewone<br />
onderwijs. Door de leidsters en<br />
leerkrachten te trainen, dragen<br />
we een deel van onze kennis over. Door hen te adviseren<br />
ondersteunen we hen om problemen snel en adequaat aan<br />
te pakken of om op tijd specialistische hulp in te schakelen.<br />
Maar ook door een kind te coachen op de plek waar de<br />
problemen zich voordoen, kan er direct ondersteuning<br />
gegeven worden aan het kind, de ouders en/of de leerkracht/leidster.<br />
We moeten dit nog verder uitwerken,<br />
maar het begin is er.’<br />
met cardea kun je verder 17
18 met cardea kun je verder<br />
SpECiALiStiSChE AfDELing<br />
in de specialistische afdeling biedt <strong>Cardea</strong> - in samenwerking met ziekenhuizen in de omgeving - een aantal<br />
specialistische ambulante hulpvarianten voor kinderen en jongeren met medische problematiek, die grote<br />
invloed heeft op het dagelijks leven, zoals diabetes, langdurige (soms ongeneeslijke) ziektes en obesitas.<br />
ook de hulpvormen omgangsbegeleiding en dagbehandeling ouder/kind (0-4 jaar) zijn binnen deze<br />
specialistische afdeling ondergebracht.<br />
(W)eet en Beweeg<br />
(W)eet & Beweeg is een programma voor kinderen en<br />
jongeren van 6 tot en met 18 jaar met aanzienlijk overgewicht<br />
of obesitas. De behandeling is voor de kinderen,<br />
maar ook voor de ouders. De naam geeft de essentie van<br />
het programma aan: het gaat om kennis over een goede<br />
manier van eten, kennis over producten én verstandig<br />
bewegen. Het doel van (W)eet & Beweeg is om de BMI<br />
(Body Mass Index) met 5% te laten afnemen, om er zo<br />
voor te zorgen dat ook de risico’s voor de gezondheid<br />
afnemen. Dikke kinderen hebben vaak ook heel andere<br />
problemen: ze worden gepest, hebben weinig zelfvertrouwen<br />
en daardoor minder vriendjes. Hieraan wordt<br />
ook aandacht besteed. Voldoende beweging is een<br />
belangrijk onderdeel bij afvallen. Kinderen en jongeren<br />
worden gestimuleerd om te sporten. Er worden verschillende<br />
sporten gedaan om te onderzoeken welke<br />
sporten ze leuk vinden. De kinderen en jongeren praten<br />
in groepsbijeenkomsten over de gevolgen van hun overgewicht.<br />
Ook voor ouders zijn er bijeenkomsten waarin<br />
thema’s als gezond eten en eetgewoonten aan bod<br />
komen. Tot slot zijn er ook nog gezinsgesprekken. Hierin<br />
wordt gekeken hoe binnen een gezin wordt omgegaan<br />
met overgewicht.<br />
programma voor kinderen met diabetes<br />
Dit programma is gericht op kinderen en jongeren van<br />
0 tot 18 jaar met diabetes, die - door de ziekte - problemen<br />
hebben in hun dagelijkse leven. Zij voelen zich ‘anders’<br />
dan andere kinderen en daardoor buitengesloten.<br />
Zij hebben moeite om volgens de regels die de ziekte<br />
vereist, te leven. Ouders voelen zich in die situatie vaak<br />
niet goed in staat om hun kind erbij te helpen.<br />
Het doel is dat zowel kinderen als ouders beter leren<br />
omgaan met de veranderingen die diabetes met zich<br />
meebrengt. Belangrijk is dat het kind of de jongere zich<br />
houdt aan de medische regels en zijn leefwijze hierop<br />
aanpast. Onderdeel daarvan is leren accepteren dat deze<br />
ziekte bij hen hoort en dat ze daardoor niet ‘minder’ of<br />
‘anders’ zijn. Gespreks- en/of speltherapie wordt ingezet,<br />
gecombineerd met ouderbegeleiding.<br />
programma voor kinderen met medisch onverklaarbare<br />
klachten<br />
Kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met medisch<br />
onverklaarbare klachten kunnen daardoor soms problemen<br />
hebben in hun dagelijkse leven: bijvoorbeeld veel<br />
schoolverzuim, weinig zelfvertrouwen of minder vriendjes.<br />
Ook binnen een gezin kunnen problemen ontstaan<br />
omdat ouders zich geen raad weten met de klachten.<br />
Zij weten niet goed hoe zij hun kind kunnen helpen.
Het doel van dit programma is om de kinderen, jongeren<br />
en hun ouders te leren om te gaan met de klachten<br />
en - voor zover mogelijk - de klachten terugdringen.<br />
De klachten mogen geen probleem meer zijn voor het<br />
dagelijkse leven en de kinderen en jongeren moeten<br />
weer in staat zijn om deel te nemen aan activiteiten die<br />
passen bij hun leeftijd. Door op een andere manier te<br />
denken en te doen, wordt kinderen en ouders geleerd<br />
op een andere manier met de klachten om te gaan.<br />
Er vinden individuele gesprekken plaats met kinderen<br />
en jongeren. Er wordt een schema gemaakt waaraan<br />
de kinderen en jongeren zich gaan houden, om zo de<br />
vervelende gevolgen van de klachten terug te dringen.<br />
Dit alles gaat in overleg en in afstemming met de<br />
ouders. Er vinden ook gesprekken plaats met het hele<br />
gezin.<br />
omgangsbegeleiding<br />
Bij een scheiding tussen ouders is het soms moeilijk<br />
om goede afspraken te maken over een omgangsregeling<br />
voor de kinderen. Omgangsbegeleiding kan dan<br />
helpen om te komen tot afspraken die goed zijn voor de<br />
kinderen. Contact met beide ouders is hierbij belangrijk.<br />
Ouders kunnen zich vrijwillig opgeven of zijn door de<br />
rechter verplicht tot deelname.<br />
Omgangsbegeleiding richt zich op kinderen tussen de<br />
0 tot ongeveer 12 jaar. Doel is tot een omgangsregeling<br />
te komen, waar beide ouders zich aan houden. Het belang<br />
en de veiligheid van het kind staan hierbij voorop.<br />
Deze doelen worden bereikt door begeleide bezoeken<br />
tussen de (niet-verzorgende) ouder en het kind. Tijdens<br />
deze bezoeken kunnen de niet-verzorgende ouder en<br />
het kind elkaar ontmoeten. Dit gebeurt op een veilige en<br />
met cardea kun je verder 19<br />
neutrale plek, waar ze spelletjes kunnen doen, kunnen<br />
praten en samen wat kunnen drinken. Er zijn pedagogisch<br />
medewerkers aanwezig, die toezicht houden en<br />
kunnen helpen en adviseren bij eventuele problemen.<br />
De bezoeken worden met de ouders apart nabesproken.
20 met cardea kun je verder<br />
Dagbehandeling ouder/kind (0-4)<br />
De dagbehandeling ouder/kind is speciaal voor jonge<br />
kinderen (0-4 jaar) en hun gezin, waarbij de opvoeding,<br />
verzorging en ontwikkeling vastlopen.<br />
Veel voorkomende problemen bij kinderen zijn slaap-,<br />
eet- en gedragsproblemen, overactiviteit, veel huilen<br />
en/of moeite met contact maken. De problemen die<br />
zich voordoen, kunnen te maken hebben met het eigen<br />
verleden van de ouder(s), relatieproblemen, verslaving<br />
en/of psychische problemen. Doel van de behandeling<br />
is om de opvoedingsmogelijkheden te verbeteren.<br />
Er wordt gewerkt aan doelen als verbetering van de<br />
ontwikkeling en veiligheid van het kind, verbetering in<br />
de relatie tussen kind en ouder(s), verkrijgen van inzicht<br />
in het gedrag van het kind en vergroten van opvoedingsvaardigheden.<br />
Deze doelen worden samen met<br />
de ouder vastgesteld. De behandeling bestaat uit twee<br />
onderdelen: daghulp op een campus en gezinsbehandeling<br />
thuis. Indien nodig wordt er aanvullende therapie<br />
geboden van bijvoorbeeld een logopedist of fysiotherapeut.<br />
De behandelduur varieert van 3 - 12 maanden.<br />
Judith Bom, gezondheidspsycholoog<br />
Het bijzondere aan onze afdeling is de nauwe samenwerking<br />
met de verschillende ziekenhuizen uit Leiden/<br />
Leiderdorp. Kinderen worden verwezen door kinderartsen,<br />
als er problemen spelen als diabetes, overgewicht,<br />
onverklaarbare vermoeidheid, hoofdpijn of buikpijn, als<br />
het met de zindelijkheid maar niet wil lukken etc. Bijzonder<br />
is ook dat de kinderartsen rechtstreeks verwijzen en<br />
wij snel reageren. Dat maakt de samenwerking voor alle<br />
partijen erg prettig. We overleggen regelmatig met de<br />
ziekenhuizen (normaliter tweewekelijks) en praten dan<br />
cliënten door voor wie onze begeleiding in de ogen van<br />
de kinderartsen nuttig en wenselijk kan zijn.<br />
problemen accepteren en (waar mogelijk)<br />
wegnemen<br />
Onze begeleiding is er op gericht kinderen en ouders<br />
beter te leren omgaan met de medische problemen van<br />
het kind of dit probleem weg te nemen. Aan de ene<br />
kant gaat het er om dat ze het probleem leren accepteren<br />
zoals het is. Aan de andere kant willen we bereiken<br />
dat het zo min mogelijk inbreuk maakt op het gewone<br />
leven. Want de effecten zijn best ingrijpend: schaamte,<br />
angst, pesten op school, conflicten thuis. Het ziekenhuis<br />
is er om de medische kant goed te regelen. Wij stellen<br />
de kwaliteit van leven centraal: fysiek, in de onderlinge<br />
relaties binnen een gezin, op school en sociaal. We<br />
werken er aan dat kinderen en jongeren - ondanks hun<br />
medische probleem - zoveel mogelijk meedoen aan wat<br />
andere kinderen van hun leeftijd ook doen. Met veel<br />
aandacht voor de leuke dingen. Ook proberen we de<br />
problemen weg te nemen: de<br />
hoofdpijn-, buikpijn- of vermoeidheidsklachten te verminderen<br />
door een cognitief gedragsprotocol, te streven<br />
naar gewichsstablisatie of gewichtsvermindering bij<br />
obesitas of de zindelijkheid op orde te brengen.<br />
psychosociale problemen bij medische klachten<br />
Bij overgewicht hebben kinderen en ouders vaak al allerlei<br />
diëten uitgeprobeerd. Dat werkte dan wel eventjes,<br />
maar niet op lange termijn. De kern zit ‘m in veranderen<br />
van het eetpatroon, gecombineerd met meer bewegen.<br />
Dat is een forse opgaaf voor zowel kinderen als ouders.<br />
Tegelijkertijd is het iets waar kinderen en ouders samen
mee aan de slag kunnen op een leuke manier. Of het<br />
nu samen wandelen is of bij een sportclub gaan.<br />
Bij diabetes kan het zijn dat jongeren ontzettend de<br />
balen hebben van de bloedsuikers meten en het erbij<br />
laten zitten. Daarover ontstaan dan conflicten thuis,<br />
bijvoorbeeld omdat ouders de kinderen erg op hun huid<br />
zitten. De kunst is dan een evenwicht te vinden tussen<br />
de bezorgdheid van de ouders en de eigen verantwoordelijkheid<br />
van de jongeren.<br />
Bij onverklaarbare vermoeidheid proberen we kinderen<br />
weer te activeren en mee te laten doen, anders raken ze<br />
snel geïsoleerd. Ook dan staat, naast het terugdringen<br />
van schoolverzuim, de deelname aan sociale activiteiten<br />
centraal.<br />
mix van begeleidingsvormen<br />
We besteden veel aandacht aan het goed in kaart brengen<br />
van de klachten en wat de effecten zijn. Dagboekjes<br />
bijhouden zijn daarbij een goed hulpmiddel. Daardoor<br />
krijgen de kinderen en hun ouders een reëel beeld<br />
van hoe het zit. Vaak wijkt dat behoorlijk af van wat ze<br />
denken dat er speelt. Zo zie je maar weer …. meten is<br />
weten.<br />
We bieden een mix aan begeleidingsvormen: gesprekken<br />
met kinderen en ouders samen, met kinderen of<br />
ouders apart, speltherapie, groepsprogramma’s. Enkele<br />
methodes zijn evidence-based; hun effect is bewezen.<br />
met cardea kun je verder 21<br />
We hebben zowel te maken met jonge kinderen als met<br />
12-18 jarigen. Dat maakt het werk op deze afdeling afwisselend.<br />
We werken op een andere wijze dan (gezins)<br />
begeleiders van andere afdelingen, die hun cliënten<br />
meestal wekelijks spreken. Bij ons is dat eens per twee<br />
of drie weken. Bij de heel jonge kinderen (tot 3 jaar)<br />
spreken we meestal alleen de ouders en ondersteunen<br />
hen bij de aanpak van hun kind. Vanaf een jaar of 4 gaan<br />
we met kinderen én ouders aan de slag.<br />
nieuwe ontwikkelingen<br />
Er komen steeds nieuwe vragen op onze weg. De meest<br />
recente betreft het ontwikkelen van een programma<br />
in geval van alcohol-intoxicatie bij jongeren: van die<br />
jongeren die zich volledig bewusteloos drinken (comazuipers).<br />
Enkele ziekenhuizen hebben daarmee te maken<br />
en willen dat ook de psychosociale kant wordt opgepakt.<br />
Gezien de goede samenwerking komt zo’n vraag dan<br />
automatisch bij ons terecht.
22 met cardea kun je verder<br />
BiJZonDER in <strong>2008</strong><br />
hKZ-certificering<br />
Met het oog op het bevorderen van de kwaliteit van de<br />
hulpverlening, de optimalisering van bedrijfsprocessen<br />
en de actualisering van geldende procedures en protocollen,<br />
heeft <strong>Cardea</strong> <strong>Jeugdzorg</strong> een traject doorlopen dat<br />
CLiEnttEVREDEnhEiD<br />
De mate waarin de cliënten tevreden zijn over de hulp is<br />
een indicatie van de kwaliteit van de hulpverlening van<br />
<strong>Cardea</strong>. Deze wordt gemeten door middel van een vragenlijst,<br />
de C-toets. Cliënten beantwoorden vragen over<br />
percentage themascores<br />
thema Score 2007 Score <strong>2008</strong> Score <strong>2008</strong><br />
% > 6 % > 6 % > 7<br />
Hulp hielp 97,6% 97,4% 94,1%<br />
Fatsoenlijke bejegening 98,9% 98,8% 97,8%<br />
Samenwerking hulpverleners 91,7% 92,8% 92,8%<br />
Voldaan aan verwachtingen 97,1% 96,2% 93,5%<br />
in januari <strong>2008</strong> uitmondde in certificering volgens het<br />
HKZ-model. Dit is slechts het begin: er wordt gewerkt<br />
aan een interne kwaliteitsmonitor en jaarlijkse externe<br />
audits (kwaliteitsbeoordelingen).<br />
de effectiviteit van de hulp, de bejegening, de<br />
samenwerking tussen hulpverlener en cliënt en of de<br />
hulp voldeed aan de verwachtingen. Hieronder de<br />
resultaten van <strong>2008</strong>, vergeleken met die van 2007.
mEDEWERKERS<br />
<strong>Cardea</strong> is in de regio Zuid-Holland Noord een middelgrote<br />
werkgever, met zo’n 400 medewerkers.<br />
De medewerkers zijn - oneerbiedig gezegd - zowel de<br />
productiemiddelen als het kapitaal van een jeugdzorgorganisatie.<br />
Daarom investeert <strong>Cardea</strong> in haar medewerkers,<br />
o.a. door deskundigheidsbevordering, trainingen<br />
en opleidingen.<br />
Als indirecte indicatie voor de tevredenheid onder de<br />
medewerkers mogen de ziekteverzuimcijfers gelden.<br />
Het verzuim was in <strong>2008</strong> op jaarbasis 4,66 %. Dit is een<br />
laag verzuimcijfer vergeleken met het algemeen landelijk<br />
verzuim van ongeveer 5% en het gemiddelde landelijke<br />
verzuim in de jeugdzorg van 7%.<br />
grafiek leeftijdsopbouw personeel <strong>Cardea</strong><br />
Opvallend is dat - in tijden van vergrijzing - <strong>Cardea</strong> een<br />
jong personeelsbestand heeft. Meer dan de helft van het<br />
personeel is jonger dan 40 jaar; 30% is zelfs jonger dan<br />
30 jaar.<br />
Aantal personeelsleden<br />
Jaar Aantal personen<br />
2003 270<br />
2004 273<br />
2005 287<br />
2006 369<br />
2007 397<br />
<strong>2008</strong> 413<br />
percentage<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
0-25<br />
26-30<br />
31-35<br />
leeftijdsgroep<br />
36-40<br />
41-45<br />
46-50<br />
51-55<br />
met cardea kun je verder 23<br />
56-60<br />
61-65
24 met cardea kun je verder<br />
CAmpuS ouDERE JEugD LEiDEn<br />
frans nannes,<br />
teamleider campus Oudere Jeugd Leiden<br />
‘Er zijn zo veel nieuwe ontwikkelingen gaande, dat ons<br />
oude, beproefde aanbod aan de aandacht dreigt te ontsnappen.<br />
Want onze meidenhulpverlening is nog steeds<br />
uniek en de vertrektraining (VT) is een van de eerste<br />
‘evidence-based’ methodieken, waarmee <strong>Cardea</strong> is gaan<br />
werken.’ Aldus Frans Nannes nadat hij een uitgebreide<br />
opsomming heeft gedaan van alle vernieuwingen die<br />
er gaande zijn op de campus Oudere Jeugd: de Multi<br />
Dimensionele Familie Therapie, de coproducten met de<br />
geestelijke gezondheidszorg, de samenwerking met het<br />
onderwijs, de (weer) groeiende wachtlijsten, de AWBZfinanciering,<br />
enzovoorts.<br />
Samenwerking met onderwijs<br />
‘We werken al lang samen met het onderwijs, maar zoeken<br />
steeds naar nieuwe vormen. Naar voorbeeld van de sector<br />
0-12, zijn we aan het bekijken of we met combi-groepen<br />
moeten gaan werken waarbij een leerkracht en een pedagogisch<br />
medewerker samen een groep leerlingen ‘runnen’:<br />
lesgeven en gedragsproblemen aanpakken. In Alphen zijn<br />
we al verder met de integratie van de hulpverlening in het<br />
onderwijs dan elders. In de Rotonde bieden wij de coaching<br />
(persoonlijke begeleiding) en training (van vaardigheiden)<br />
aan in het onderwijsprogramma. Nu is de Rotonde wel een<br />
bijzondere setting voor leerlingen die uit het onderwijs zijn<br />
gevallen, niet een gewone school voor voortgezet onderwijs.<br />
Maar de expertise van onderwijs en jeugdzorg wordt wel op<br />
één plek bij elkaar gebracht.<br />
In het onderwijs, zowel speciaal onderwijs als gewone<br />
scholen voor voortgezet onderwijs, is veel vraag naar de<br />
deskundigheden van de jeugdzorg. Frans Nannes:<br />
‘De reacties van de scholen op ons aanbod van leerlingcoaching,<br />
trainingen en gezinsbehandeling zijn enthousiast.<br />
We kunnen overal meteen aan de slag.’<br />
gezinsbehandeling<br />
Gezinsbehandeling is een van de handelsmerken van<br />
<strong>Cardea</strong>, ook bij de sector oudere jeugd. Hoe nauwer<br />
ouders en gezin betrokken zijn bij de aanpak van de problemen<br />
van de jongeren, hoe beter. De bij <strong>Cardea</strong> zelf<br />
ontwikkelde methode ‘Gezin Centraal’ en de uit Amerika<br />
geïmporteerde Functional Family Therapy (FFT) werden<br />
al vanuit de campus aangeboden, de Multi Dimensionele<br />
Familie Therapie (MDFT) is nieuw. ‘Deze methode<br />
is bijvoorbeeld goed toepasbaar bij gezinnen waarin<br />
verslavingsproblemen spelen’, aldus Frans Nannes. ‘Het is<br />
een intensieve aanpak waarbij gezinsbegeleiders veel tijd<br />
kunnen steken in het gezin op een heel praktische manier,<br />
bijvoorbeeld aanpak van schuldenproblematiek.<br />
We gaan 6 medewerkers opleiden om deze methode onder<br />
de knie te krijgen.’
Samenwerking met ggZ<br />
Door nauwere samenwerking met de geestelijke gezondheidzorg<br />
is <strong>Cardea</strong> in staat op een effectieve manier<br />
hulp te bieden bij psychiatrische problemen. Het is nog<br />
zoeken naar de precieze taakverdeling tussen <strong>Cardea</strong><br />
en GGZ, stelt Frans vast. ‘Waar we in ieder geval belang<br />
bij hebben, is consultatie en specifieke therapieën voor<br />
individuele jongeren. En dat de hulp snel op gang komt, als<br />
we hebben vastgesteld dat er iets ’speciaals’ moet gebeuren.<br />
Wij hebben jongeren in ons daghulpprogramma, geven<br />
ze individuele coaching en vaardigheidstraining. Maar op<br />
sommige vragen hebben wij geen antwoord, terwijl de GGZ<br />
dat wel kan inbrengen. De timing is dan belangrijk.’<br />
Wachtlijsten<br />
De wachtlijsten blijven een lastig punt. De vraag naar<br />
hulp is onverminderd groot, de personele capaciteit te<br />
beperkt. Tijdelijke budgetten om de wachtlijsten weg<br />
te werken blijken maar gedurende een korte periode te<br />
werken. ‘De vraag ligt vooral bij individuele coaching van<br />
jongeren, gezinsbehandeling en vaardigheidstrainingen of<br />
een combinatie daarvan. Niet om een onderwijs-vervangend<br />
programma zoals onze ‘ochtendgroep.’ We willen<br />
jongeren bij voorkeur op hun school houden en in hun<br />
reguliere gezinssituatie. Door een individueel samengesteld<br />
begeleidingspakket lukt dat vaak goed. Maar er blijven<br />
nieuwe cliënten komen. We groeien uit ons jasje langzamerhand.’<br />
Karin Swanenburg,<br />
Pedagogisch medewerker campus Oudere Jeugd<br />
Tien jaar werk ik nu in de jeugdzorg en sinds twee jaar<br />
op de daghulp. Ik ben daar gaan werken omdat er een<br />
samenwerking is ontstaan tussen de GGZ en <strong>Cardea</strong>.<br />
Mijn stuk begeleiding is vooral gericht op de jongeren<br />
die via de GGZ aangemeld worden.<br />
Ik heb op diverse afdelingen gewerkt: residentieel (JKL),<br />
Kamertraining, Leids Werkhotel. Eerst bij Stichting de<br />
Mare, sinds de fusie bij <strong>Cardea</strong>. Daarvoor werkte ik in<br />
de psychiatrie. Ik ben B-verpleegkundige van huis uit.<br />
En ik heb een opleiding als schoonheidsspecialiste.<br />
met cardea kun je verder 25<br />
Ik werk als pedagogisch medewerker en als coach.<br />
Ik draai een aantal groepsactiviteiten, ‘Meidenpraat’,<br />
‘Thema’, uiterlijke verzorging en basishygiëne. Ik doe<br />
de individuele coaching van een aantal jongeren. Op dit<br />
moment geef ik ook individuele sociale vaardigheidstraining<br />
binnen het programma van de daghulp. Ik praat<br />
veel met de jongeren, ga regelmatig met hen op pad,<br />
uitzoeken wat zij willen en wat goed voor hen is.<br />
En ik heb ook oudergesprekken.<br />
Veelzijdigheid<br />
De veelzijdigheid maakt het werk leuk. Je bent intensief<br />
bezig met de jongeren, die je individueel coacht. Je<br />
hebt contact met andere instellingen in de regio. Het is<br />
puzzelen en zoeken naar wat aanslaat bij een jongere.<br />
Maar er is altijd wel iets te vinden waarvoor ze echt<br />
willen gaan, hoe moeilijk ze soms ook zijn. Dan zie je<br />
de resultaten. Verder draai ik afwisselende groepsactiviteiten,<br />
waarin ik mijn opleidingsachtergrond goed kan<br />
gebruiken.
26 met cardea kun je verder<br />
goed team<br />
We hebben een goed team. Allemaal ervaren mensen,<br />
ouwe rotten in het vak. Zelf ben ik met mijn 45 jaar een<br />
van de jongsten. Ondanks onze leeftijd zijn we openminded,<br />
respectvol en bereid om te experimenteren.<br />
Die ervaring geeft ook rust. We hebben elk jaar een paar<br />
stagiaires, jonge mensen. Zij – en de jongeren natuurlijk<br />
– houden ons scherp.<br />
Avonturen<br />
Als je ergens langer werkt maak je veel avonturen mee,<br />
zoals toen ik bij het Leids Werkhotel zat. <strong>Cardea</strong> had<br />
dat net overgenomen omdat het daar faliekant misliep.<br />
Het was een pittig experiment: 25 jongeren die in één<br />
gebouw wonen. Dat was een flinke klus. Ik heb er veel<br />
van geleerd. Het was zwaar, maar wel een spannende<br />
uitdaging. De jongeren zijn nu allemaal in kleine woningen<br />
ondergebracht. De begeleidergroep is uitgebreid.<br />
Die kleinschaligheid is een hele vooruitgang, beter voor<br />
de jongeren én voor de begeleiders.<br />
Ik ga nog tien jaar door hier. Want het is alleen maar<br />
beter geworden sinds we hier op de campus zitten aan<br />
de Gerrit van der Veenstraat. Een mooi gebouw, goede<br />
faciliteiten. En het werk is leuk.<br />
En na die tien jaar ……. Dan is mijn zoon volwassen<br />
en ga ik reizen !!! Of……. ik zie wel.<br />
Latoya (17 jaar)<br />
Van school gestuurd, daarom zit ik hier. Voor de tweede<br />
keer. Vorig jaar heb ik hier een jaar gezeten. Nu sinds<br />
een maand.<br />
Ik had een grote mond. Een heel grote mond. Hield<br />
me niet aan afspraken, voerde opdrachten niet uit. Ik<br />
zat op het ROC op de horeca-opleiding. Maar het ging<br />
niet goed daar. Met één van de koks kon ik helemaal<br />
niet opschieten. Dan deed ik niet wat hij zei. Met een<br />
andere kok ging het wel goed. Maar als ik iemand niet<br />
mag …….<br />
Hier bij <strong>Cardea</strong> vind ik het leuk. Je doet allemaal verschillende<br />
dingen. Dat is anders dan op het ROC, daar<br />
deed je alleen maar horeca. Hier werk je ook in kleinere<br />
groepjes. Je krijgt meer aandacht. En het zijn allemaal<br />
aardige mensen.<br />
Ik doe mee aan uiterlijke verzorging, basishygiëne, leervaardigheden,<br />
koken, weerbaarheidstraining, creatief.<br />
Ik kom elke dag om 9.00 uur. Soms loopt het programma<br />
tot 13.00 uur, soms tot 14.30 uur. Ik ben altijd wel<br />
op tijd. Dat was ik op het ROC ook trouwens. Maar daar<br />
kwam ik na de pauze wel eens later terug. Als ik ziek ben<br />
of me verslaap, zoals vanmorgen, meld ik me af.<br />
Ik doe ook mee aan sport. Dat vind ik niet altijd leuk,<br />
maar ik doe wel mee. Als je eenmaal bezig bent, is het<br />
vaak wel leuk. Laatst zijn we gaan schaatsen. Dat leek<br />
me eerst niks, maar het was echt heel leuk. Het ging ook<br />
goed, ik ben niet eens gevallen.
Ik doe ook mee aan ‘Meidenpraat.’ Daar praten we over<br />
van alles. Over verkering, wat meisjes allemaal bij zich<br />
hebben, roken, jongens. We hebben een hele lijst van<br />
onderwerpen. Sommige komen van ons, andere van de<br />
begeleidster. Roddelen, shoppen, make-up, sieraden,<br />
wijn en baco’s, mode, haren, mobiele telefoons. Verder<br />
heb je ‘Thema’ en ‘Lagerhuis.’ Dan wordt er gediscussieerd<br />
over van alles: over woonlasten, op jezelf wonen,<br />
schulden. Of over het programma ‘family matters’ met<br />
Keith Bakker over jongeren, die verslaafd zijn en zo.<br />
Je hebt ook een coach. Daarmee heb je individuele<br />
gesprekken. Ik ben nu voor de tweede keer bij <strong>Cardea</strong>.<br />
Ik kan niet weer een heel jaar blijven. Ik ben nu 17.<br />
Met mijn coach maak ik plannen voor de toekomst.<br />
Ik ben aan het uitzoeken wat het beste is. Een oriëntatiejaar<br />
doen, met stage en werk? Of naar Werksleutel van<br />
het Jongerenloket van het CWI, werken en sport.<br />
Mijn coach zie ik elke dag, omdat ik nu aan het uitzoeken<br />
ben wat ik wil. We hebben veel gesprekken gehad<br />
op school en met mijn vader erbij. Soms gaat zij mee<br />
met gesprekken bij andere instellingen. Maar ik ga ook<br />
wel alleen, zoals naar Werksleutel.<br />
Ik heb ook een looptocht gedaan in de Ardennen.<br />
Dat was zwaar, maar ook leuk. Je moet alles met elkaar<br />
doen: lopen, slaapplaats zoeken, koken. De laatste dag<br />
loop je de hele nacht door. En dan met de trein terug.<br />
Ik was heel veel afgevallen, die week.<br />
met cardea kun je verder 27
28 met cardea kun je verder<br />
LEiDS WERKhotEL papieren en post komen op tafel, alles wordt geopend,<br />
alles wordt aangepakt. Maar ook op psychosociaal ter-<br />
Erica Samson,<br />
rein willen we duidelijkheid krijgen. Ze moeten vertellen.<br />
begeleider/coach van het Leids Werkhotel<br />
Zij laten zien wat zij kunnen en willen. Het is ook een<br />
soort motivatietest. Willen zij zelf moeite doen? Willen<br />
We geven vertrouwen. Niet dat we naïef zijn, maar<br />
zij zelf ‘investeren’? Twee keer per week een afspraak en<br />
vanuit wantrouwen werken heeft geen zin.<br />
dan ook echt komen. We zijn alles aan het ordenen, in<br />
praktische zin, maar ook in hun hoofd. Want veel jon-<br />
Amsterdam is mijn stad. Ik ben daar ‘thuis.’ De sfeer, de<br />
geren overzien het allemaal niet meer als zij bij ons bin-<br />
drukte, het multiculturele. Ik ben zelf Antilliaanse en heb<br />
nenkomen. Op basis van dat voortraject maken we een<br />
gewerkt en gestudeerd in Amsterdam. Ik werk nu al zo’n begeleidingsplan. Als het in het voortraject al niet loopt,<br />
twaalf jaar in Leiden en dat bevalt mij goed. Nu werk ik<br />
is de aanpak van het Leids Werkhotel misschien niet de<br />
bij het Leids Werkhotel. Voor die tijd heb ik op andere<br />
juiste. Dan zoeken we naar andere mogelijkheden.<br />
afdelingen gewerkt.<br />
Dat voorkomt teleurstellingen en mislukkingen.<br />
Coaching<br />
Ik werk fulltime en begeleid 8 á 10 jongeren. Er is altijd<br />
een hoop te doen. Coaching op het gebied van wonen<br />
en werken, financiële zaken aanpakken, met psychosociale<br />
problemen aan de slag, vaardigheden aanleren<br />
in groepsverband of individueel. Bij de ene jongere<br />
speelt er meer dan bij de andere, maar gemakkelijk is<br />
het nooit. Per jongere wordt vooraf ingeschat hoeveel<br />
tijd per week de begeleiding gaat kosten. Bij de ene kan<br />
dat op 2 uur gesteld worden, bij de volgende op 6, heel<br />
verschillend dus. Vaak heb je trouwens meer tijd nodig<br />
dan je had verwacht.<br />
Voortraject<br />
Voordat we een jongere écht in begeleiding nemen, is<br />
er een voortraject van 6 weken. Dan zetten we samen<br />
met hen op een rij wat er allemaal speelt. Alle leefgebieden<br />
worden uitgespit. De jongeren moeten als het ware<br />
met-hun-billen-bloot: allereerst op praktisch terrein, alle<br />
motiveren en stimuleren<br />
We doen wel wat we kunnen om hen te motiveren.<br />
Meegaan naar instanties, erachteraan bellen als zij<br />
afspraken niet nakomen. In het begin nemen we alles<br />
wat ze zeggen voor waar aan. Als een verhaal niet klopt,<br />
komt dat er vaak al snel uit. We geven vertrouwen.<br />
Niet dat we naïef zijn, maar vanuit wantrouwen werken<br />
heeft geen zin.<br />
Meegaan naar andere instellingen kost veel tijd, of het<br />
nu de Stadsbank is, of het CWI of een GGZ-instelling.<br />
Maar het is belangrijk, want alleen dan weet je zeker dat<br />
ze daar aankomen. En je hoort en ziet veel over hun gedrag<br />
en wat ze allemaal hebben meegemaakt. Daardoor<br />
kun je beter beoordelen of ze er al aan toe zijn om in<br />
één van onze huizen te komen wonen. Als de benodigde<br />
zelfstandigheid ontbreekt, kunnen we beter voor een<br />
andersoortig traject kiezen.
Schuldsanering<br />
Bijna allemaal hebben ze flinke schulden. Telefoon,<br />
verzekeringen, huurachterstand, boetes, postorderbedrijven.<br />
We zetten alles op een rij en proberen regelingen<br />
te treffen. Dat kan niet voor alle schulden. Het CJIB<br />
bijvoorbeeld werkt niet mee. Schuldsanering kost altijd<br />
veel tijd. Het kost tijd voor je alle schulden in kaart hebt.<br />
En bij de stadsbank is er een wachttijd van een half jaar.<br />
De hoogste schuld waarmee ik te maken heb gehad<br />
liep richting € 100.000,-. Dat is wel veel. Daar kom je<br />
alleen via een faillissement vanaf. Dat heeft veel voeten<br />
in de aarde. Deze jongen haakte voortijdig af, terug het<br />
criminele circuit in.<br />
We beschikken over 6 locaties, waar 3 jongeren kunnen<br />
wonen. We zijn afgestapt van het oorspronkelijke concept,<br />
waar meer dan 20 jongeren bij elkaar woonden.<br />
Wij vinden die kleinschaligheid belangrijk. Gewone huizen<br />
in gewone wijken.<br />
Doelgroep Werkhotel<br />
We hebben veel allochtone jongeren bij het Leids Werkhotel.<br />
Zij zijn momenteel zelfs in de meerderheid. Het<br />
begeleidersteam is gemixt: 50/50. Dat ik zelf zwart ben<br />
heeft voordelen: herkenning, vertrouwdheid, een voorbeeldfunctie.<br />
Ook in relatie met allochtone ouders pakt<br />
het vaak goed uit: je kent hun codes, beleving van respect,<br />
e.d. van binnenuit. Een gemengde groep collega’s<br />
heeft grote waarde: je leert veel van elkaars achtergrond<br />
en cultuur. Wat dat betreft is het Leids Werkhotel uniek<br />
binnen <strong>Cardea</strong>. Veel andere afdelingen zijn nog overwegend<br />
wit, in ieder geval aan de medewerkerskant. Maar<br />
dat gaat vanzelf veranderen, net zo goed als de cliëntengroep<br />
is veranderd.<br />
Dyna (21 jaar)<br />
Vroeger wilde ik ninja worden of advocaat:<br />
aanvallen en verdedigen.<br />
Dat zit ook in de beveiligingsopleiding, die ik volg.<br />
met cardea kun je verder 29<br />
Ik volg een beveiligingsopleiding. Twee dagen naar<br />
school, drie dagen stage. Ik ben nu op zoek naar een<br />
stageplek. Eerst zat ik bij ‘Toezicht door jongeren.’<br />
Dan loop je in uniform met een portofoon door de stad<br />
en moet je fietsers aanspreken die door de wandelgebieden<br />
fietsen. Het is een leerwerktraject, onbetaald.<br />
Maar ik wil een stap verder, het echte werk.<br />
Door deze opleiding beveilig ik ook mezelf. Als ik nu<br />
iets zou flikken wat niet klopt, kan ik het vergeten. Als ik<br />
me niet goed voel, kan ik heel impulsief zijn. Als ik daar<br />
nu aan toe zou geven, is het over met mijn opleiding.<br />
Ik wil dit echt doen. Vroeger wilde ik ninja worden of<br />
advocaat: aanvallen en verdedigen. Dat zit ook in die<br />
beveiligingsopleiding.<br />
Je kunt overal werken: in een winkel, bij cameracontrole,<br />
brandbeveiliging, persoonsbeveiliging. Dat zit allemaal<br />
in die opleiding. Je moet overal wat van weten. Ik zou<br />
graag bij Schiphol werken of in de persoonsbeveiliging.<br />
Of misschien bij een arrestatieteam.<br />
Via het Slaaphuis en de maatschappelijk werkster van de<br />
Binnenvest ben ik bij het Leids Werkhotel terecht gekomen.<br />
Ik wilde wat van mijn leven gaan maken.<br />
Ik ben 21 nu. Ik had geen vaste woonplek. Ik heb veel<br />
meegemaakt en in verschillende steden gewoond.<br />
Van oorsprong kom ik uit Den Bosch, maar daar wil ik<br />
nooit meer terug. In Leiden zit ik wel goed, het is hier
30 met cardea kun je verder<br />
goed geregeld. Ik heb het gevoel dat mensen achter<br />
me staan.<br />
Instellingen werken goed samen, dat was in andere steden<br />
heel anders. Je hoeft niet elke keer opnieuw je hele<br />
verhaal te vertellen. Ik kan het weten, want ik heb veel<br />
hulpverlening meegemaakt, vroeger ook al.<br />
Ik ben begonnen met het voortraject. Toen hebben we<br />
alles uitgezocht en doelen gesteld. Ze zijn niet streng<br />
hier, maar je kan ze ook niet misleiden. Je wordt gemotiveerd<br />
en ze zijn helder over de consequenties. Als je<br />
niet komt opdagen omdat je je verslaapt of zo, bellen ze<br />
je op. Ze laten niet los, maar je moet wel van alles zelf<br />
doen.<br />
Mijn doelen? Zaken rustig aanpakken, financiën op orde<br />
brengen, zelfstandig gaan wonen, dagbesteding regelen.<br />
Ik woon nu in een huis van het Werkhotel, samen<br />
met een ander meisje. Ik houd het goed op orde, mijn<br />
kamer ziet er netjes uit.<br />
Ik krijg nu nog een uitkering van de Sociale Dienst.<br />
Als de vaste lasten (huur, verzekering, e.d.) er af zijn,<br />
houd je niet veel over; net iets meer dan € 200,- per<br />
maand. Daar moet je van eten, make-up kopen, uitgaan.<br />
Naar de kapper of kleding kopen is er niet meer bij.<br />
Ik moet maar een bijbaantje nemen. Over een jaar wil ik<br />
mijn diploma hebben en een baan. En een eigen huis,<br />
als ik dat kan betalen.
fEitEn & CiJfERS<br />
2005 2006 2007 <strong>2008</strong><br />
Aanmeldingen 1409 1469 1875 1741<br />
Cliënten in zorg (jaar) 1486 1754 1900 2092<br />
Trajecten in zorg (jaar) 1646 2056 2355 2462<br />
Nieuw gestarte trajecten 1034 1257 1270 1507<br />
…waarvan uit tijdelijk budget 289 422 120 334<br />
Wachtend op 31 december > 60 dagen 165 0 380 195/136<br />
Verdeling over de regio’s, <strong>2008</strong><br />
Campus / regio <strong>2008</strong><br />
Regio Campus Leiden 46%<br />
Regio Campus Alphen 25%<br />
Regio Campus Katwijk 17%<br />
Regio Campus Lisse 12%<br />
Sekse en leeftijd van (unieke) cliënten<br />
Opvallend is dat de verdeling tussen jongens en meiden<br />
bij 13-18-jarigen ongeveer 50-50 is, maar bij de jongere<br />
en oudere leeftijdscategorieën de jongens in de meerderheid<br />
zijn. Meisjes pieken dus qua ‘aanwezig in zorg’<br />
tussen 13 en 18, jongens zijn constanter problematisch.<br />
0-6 jaar 1-12 jaar 13-18 jaar 19 jaar en ouder Totaal<br />
38% 62% 39% 61% 51% 49% 33% 67% 43% 57%<br />
Meisjes<br />
Jongens<br />
met cardea kun je verder 31
32 met cardea kun je verder<br />
Leeftijd en type hulpverlening<br />
Wat opvalt, is dat onder de 13 het accent ligt op ambulant,<br />
daarboven op daghulp. Dit is voor een groot deel<br />
te wijten aan het Daghulp 13+ model. Dit is historisch<br />
gezien Daghulp, maar in de praktijk nu grotendeels deeltijd-daghulp.<br />
De oudere leeftijden komen op naam van<br />
programma’s als 17+, Project NU en Leids Werkhotel.<br />
0-6 jaar 7-12 jaar 13-18 jaar 19 jaar en ouder<br />
56% 44% 30%<br />
Ambulante hulp<br />
Dagbehandeling<br />
Residentiële hulp<br />
6%<br />
64%<br />
23%<br />
40%<br />
37% 47% 36%<br />
17%
tomELoZE AmBitiES<br />
marianne harten, bestuurder <strong>Cardea</strong> <strong>Jeugdzorg</strong><br />
Het is zaak methodieken te hanteren, waarvan<br />
mensen resultaat zien, maar waarvan ze ook<br />
zeggen: hé, het was aangenaam op deze manier te<br />
werken, ik wil daarmee door.<br />
De jeugdzorg heeft de afgelopen jaren de nodige publiciteit<br />
gehad. Steeds ging het om situaties waarin het mis<br />
liep, soms helaas met zeer ernstige gevolgen voor het<br />
kind. Of om wachtlijsten en bureaucratie.<br />
Het is begrijpelijk dat daarop gereageerd wordt, maar<br />
gelukkig gebeurt er heel veel goeds in de jeugdzorg.<br />
De jeugdzorgaanbieders staan voor de uitdaging te laten<br />
zien wat voor resultaten zij halen. De komende jaren zal<br />
ik daar als bestuurder hard aan trekken. <strong>Cardea</strong> heeft<br />
als taak om kinderen en jongeren en hun gezinnen met<br />
ernstige problemen op weg te helpen. Om hun rechtop-hulp<br />
om te zetten in de hulp die hen verder helpt.<br />
Dat doen we niet alleen. Waar het zinvol is, werken we<br />
samen met de jeugdbescherming, de jeugd-ggz, het<br />
(speciaal) onderwijs, justitiële jeugdinstellingen, zorgadviesteams,<br />
centra voor jeugd & gezin en kinderopvang.<br />
Wij staan voor de goede taak hulp te bieden, ongeacht<br />
de regels en procedures die er worden bedacht.<br />
Nu hebben we Bureau <strong>Jeugdzorg</strong> dat indiceert. Straks<br />
hebben we ook gemeentelijke centra voor jeugd & gezin,<br />
die directe hulp bieden. Er komt altijd een moment<br />
dat onze specifieke expertise bij complexe problemen<br />
nodig is. Dat kan ambulante hulp zijn of een combinatie<br />
van daghulp en gezinsbehandeling. Of zelfs 24-uurs<br />
hulp, waar ook de ouders bij worden betrokken. Als dat<br />
moment is aangebroken moeten wij er staan, duidelijk<br />
kunnen maken wat we bieden en dat dat aanbod werkt.<br />
En dat dat ook ‘bewezen’ is.<br />
Het werken met evidence-based programma’s is goed<br />
voor de professionaliteitsontwikkeling binnen onze<br />
organisatie. We laten het tijdperk van intuïtief werken<br />
achter ons. We kunnen mensen uitleggen dat als zij met<br />
hun problematiek een bepaald programma volgen, als<br />
ze daarin investeren, dat het dan beter zal gaan. Dat ze<br />
er mee op schieten. Medewerkers hebben bij deze programma’s<br />
structuur in hun moeilijke job. Voor een organisatie<br />
geeft het richting aan hoe je je deskundigheidsbevordering<br />
en bijscholing moet vormgeven. Resultaten<br />
worden beter inzichtelijk want je kunt echt iets meten.<br />
met cardea kun je verder 33<br />
Medewerkers blijven creatief. Want hulpverlenen is meer<br />
dan een vooraf vastgesteld protocol volgen. De manier<br />
van communiceren met cliënten blijft cruciaal.<br />
Een goede samenwerkingsrelatie opbouwen ook.<br />
Mensen aanspreken op wat zij kunnen en versterken wat<br />
goed gaat blijft uitermate belangrijk. Dat vervang je niet<br />
door een behandelprotocol, ook al geeft dat wel structuur<br />
en is dat mede een - bewezen - garantie voor succes.<br />
En cliënten zitten niet te wachten op een zoektocht<br />
in het ongerijmde maar op een - zekere - oplossing van<br />
hun problemen, waarin zij zelf een centrale rol spelen.<br />
Als organisatie gaan we wel een zoektocht in. Bijvoorbeeld:<br />
hoe kunnen we ICT toepassen om het primaire
34 met cardea kun je verder<br />
proces beter te maken? Voor goede informatieverstrekking<br />
aan onze cliënten en om snel te communiceren.<br />
Maar ook om efficiënt te rapporteren en productiegegevens<br />
in op te slaan.<br />
We werken met publieke gelden. We moeten ons dus<br />
verantwoorden. Langzamerhand zijn we van inspanningsverplichtingen<br />
naar resultaatverplichtingen gegaan.<br />
Dat vergt een zakelijker insteek. Dat is prima. Het wordt<br />
daardoor voor onze cliënten duidelijk wat ze van ons<br />
kunnen verwachten (en wat niet) en voor onze financiers<br />
wat we presteren met hun financiële middelen.<br />
De buitenwereld kijkt mee. Als we het goed doen, krijgen<br />
we ook de ‘credits.’ Meten dus: doelrealisatie, effectiviteit,<br />
efficiëntie, klanttevredenheid, tijd die we echt met<br />
klanten werken (contacttijd) versus bureaucratische tijd.<br />
Concepten<br />
We hebben de afgelopen jaren een paar concepten neergezet<br />
die zeer de moeite waard zijn: <strong>Cardea</strong> Campus en<br />
<strong>Cardea</strong> Huis. In beide concepten zit de relatie met de<br />
‘buitenwereld’ ingebakken. Bij <strong>Cardea</strong> Campus met het<br />
(speciaal) onderwijs, met de directe leefomgeving van<br />
de kinderen en jongeren (ouders, buurt). Bij <strong>Cardea</strong> Huis<br />
met het gezin dat we zoveel mogelijk blijven betrekken,<br />
ook als de kinderen en jongeren tijdelijk uit huis moeten.<br />
Tegelijkertijd halen we specialisten uit andere sectoren<br />
binnen, zodat die hulp op een gemakkelijke manier<br />
beschikbaar komt voor onze cliënten als dat nodig is.<br />
Binnen de settings van <strong>Cardea</strong> Campus en <strong>Cardea</strong> Huis<br />
brengen we steeds meer differentiatie aan door per<br />
persoon maatwerk te bieden. Niet iedereen hetzelfde<br />
standaardprogramma, maar per persoon een modulair<br />
opgebouwd aanbod.<br />
Samenwerking<br />
Door andere sectoren aan ons te binden bouwen we<br />
aan ketenvorming zonder onnodige bureaucratie. We<br />
halen hekken weg, we bouwen bruggen. We werken aan<br />
naadloos aansluitende hulp, waarbij de cliënt niet steeds<br />
weer zijn verhaal aan een nieuwe hulpinstantie hoeft te<br />
vertellen. Het kan nog beter natuurlijk, maar we zijn een<br />
heel eind op weg.<br />
We gaan bij ketenvorming niet uit van één statisch<br />
model. Per regio, stad of situatie zoeken we de beste organisatievorm.<br />
Als we zien dat kinderen uit het speciaal<br />
onderwijs voor het overgrote deel ook aangemeld zijn<br />
voor jeugdzorg, schuiven we het aanbod in elkaar.<br />
Als maar een klein deel van de kinderen in een bepaalde<br />
onderwijssetting gedragsproblemen heeft, brengen we<br />
in die setting individueel gericht hulp-op-maat.<br />
Op vergelijkbare wijze bepalen we de samenwerking<br />
met een justitiële jeugdinrichting zoals Teylingereind.<br />
Als een jongere na de detentieperiode nog behandeling,<br />
vaardigheidstraining of begeleid wonen nodig heeft,<br />
moet dit naadloos aansluiten. Soms zal detentie een behandeling<br />
onderbreken, maar juist dan is het zaak geen<br />
gaten te laten vallen als de detentie afloopt.<br />
Want dan ben je de jongere kwijt.<br />
Het gaat er primair om dat cliënten niet worden lastiggevallen<br />
met structuurproblemen en de schotten tussen<br />
verschillende sectoren. We hebben het begrip ‘klantpartnerschap’<br />
tot kernbegrip uitgeroepen. Dat betekent<br />
dat we alles wat we doen zowel bekijken vanuit onze<br />
eigen taakstelling en positie, maar ook vanuit die van de
klant. Wat betekent wat wij bedenken voor de cliënt?<br />
Wat schiet die ermee op? Het betekent dat je luistert,<br />
hem positief benadert en denkt in kansen voor de cliënt.<br />
Je brengt je eigen vakbekwaamheid in. Je brengt<br />
effectieve methoden in. Je bent realistisch, expliciet<br />
en resultaatgericht. Je werkt samen met de cliënt toe<br />
naar beslissingen waar je beiden achter staat. Door een<br />
dergelijke insteek laten we het tijdperk van pure intuïtie,<br />
subjectiviteit, moralisme en onduidelijkheid achter ons.<br />
Wat niet wil zeggen dat we intuïtie geheel uitbannen.<br />
Enig ‘fingerspitzengefühl’ blijft altijd waardevol, subjectiviteit<br />
onontkoombaar. Door wat je signaleert, denkt en<br />
voelt expliciet te maken en met de cliënt te bespreken,<br />
werk je toe naar een gelijkwaardige relatie, naar partnerschap.<br />
Cliënten komen vanwege ernstige problemen bij<br />
<strong>Cardea</strong> terecht, okay, maar werken aan oplossingen mag<br />
ook leuk zijn. Dus is het zaak methodieken te hanteren,<br />
waarvan mensen resultaat zien, maar waarvan ze ook<br />
zeggen: hé, het was aangenaam op deze manier te werken,<br />
ik wil daarmee door !! Dat alles zonder de problemen<br />
te bagatelliseren.<br />
met cardea kun je verder 35
CARDEA JEugDZoRg<br />
hAAgSE SChouWWEg 8E/f<br />
poStBuS 11109<br />
2301 EC LEiDEn<br />
WWW.CARDEA.nL