18.09.2013 Views

2011 - Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen

2011 - Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen

2011 - Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

Tijdschrift voor <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong><br />

Dank u!<br />

België-Belgique<br />

- TijdschrifT van de federaTie PalliaTieve <strong>Zorg</strong> vlaanderen - B09<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

P.B./P.P.<br />

[ verschijnt jaarlijks - november <strong>2011</strong> - jaargang n° 7 ] issn 1784-5149<br />

<strong>2011</strong> - Europees Jaar van de Vrijwilliger<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

Dank u!<br />

dank u<br />

Dank u!<br />

DANK AAN AL ONZE VRIJWILLIGERS!<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 1


COLOFON<br />

REDACTIE<br />

dr. Marc cosyns<br />

Anne-Marie de Lust<br />

Let dillen, phd<br />

dr. senne Mullie<br />

MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER<br />

Mieke Ballinckx<br />

irène henderickx<br />

Lene hoeben<br />

toon Quaghebeur, phd<br />

paul vanden Berghe, phd<br />

Kathleen van steenkiste<br />

ADVIESRAAD<br />

Yvon Bartelink<br />

prof. dr. Bert Broeckaert<br />

toon Quaghebeur, phd<br />

paul vanden Berghe, phd<br />

Alexander verstaen, phd<br />

EINDREDACTIE<br />

Anne-Marie de Lust<br />

FOTO’s<br />

dolores Bouckaert (p. 8, 10, 15, 21)<br />

paul vanden Berghe (p. 3)<br />

LAY-OUT en DRUKWERK<br />

Kasper digitale Media<br />

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER<br />

dr. senne Mullie<br />

j. vander vekenstraat 158<br />

1780 WEMMEL<br />

REDACTIESECRETARIAAT<br />

federatie palliatieve zorg vlaanderen<br />

j. vander vekenstraat 158<br />

1780 Wemmel<br />

tel 02 / 456 82 00<br />

redactie@palliatief.be<br />

www.palliatief.be<br />

reknr. 523-0800500-34<br />

iBAn BE68 5230 8005 0034<br />

Bic triOBEBB<br />

de redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden teksten<br />

aan te passen en eventueel in te korten. de redactie kan niet<br />

verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van externe<br />

bijdragen. volledige of gedeeltelijke reproductie van artikels is<br />

toegelaten mits bronvermelding.<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 2


Editoriaal<br />

Geïnspireerd door het 8ste vlaams congres<br />

palliatieve zorg op 15 november <strong>2011</strong>, waar<br />

‘kantelmomenten in palliatieve zorg’ uitvoerig<br />

belicht werden, trekken we in dit nummer<br />

het thema open naar kantelmomenten in<br />

brede zin. Kantel-moment: op zich een prachtig<br />

woord, dat ruimte en tijd in zich verenigt.<br />

Maar wat is het precies? Wat onderscheidt een<br />

kantelmoment van een niet-kantelmoment?<br />

is het een keuze? Een beslissing? iets wat je<br />

overkomt? is het positief of kan het ook negatief<br />

zijn? ... Woordenboeken bieden geen soelaas;<br />

noch in de van dale, noch in de andere<br />

die we raadpleegden is het woord opgenomen.<br />

in een poging het begrip beter te begrijpen en<br />

te omschrijven, gingen we ons licht opsteken<br />

bij mensen uit de palliatieve wereld en<br />

daarbuiten. Om te beginnen bij auteur Bieke<br />

vandekerckhove van wie vorig jaar ‘De smaak<br />

van stilte. Hoe ik bij mezelf leerde wonen’ verscheen.<br />

Onze researchcoördinator Let dillen<br />

interviewde de ierse professor Klinische verpleegkunde<br />

philip Larkin die onderzoek verrichtte<br />

naar ‘transities’ van curatieve naar<br />

palliatieve en terminale zorg. Mieke Ballinckx,<br />

tot eind april <strong>2011</strong> opleidingsverantwoordelijke<br />

bij de federatie, is in haar huidige werk bewust<br />

bezig met kantelmomenten. ze schreef er een<br />

heel persoonlijk artikel over. En ook kunstenares<br />

dolores Bouckaert is gefascineerd door<br />

het onderwerp. zij stelde ons bovendien enkele<br />

mooie foto’s ter beschikking die voor haar<br />

bij het begrip kantelmoment passen. tot slot<br />

vroegen we aan een aantal ‘professionele vrijwilligers’<br />

om hun definitie van een kantelmoment<br />

te geven. daarmee bedoelen we mensen<br />

die een functie uitoefenen binnen de palliatieve<br />

zorg en daarnaast, zoals tientallen van<br />

hun collega’s in het vlaamse land, op vrijwillige<br />

basis meewerken aan de ontwikkeling,<br />

uitvoering, redactie, enz. van werkgroepen,<br />

studiedagen, visieteksten, brochures, … binnen<br />

de federatie. Aan het einde van het Europees<br />

jaar van de vrijwilliger mogen zij echt<br />

wel eens in de bloemetjes gezet worden, maar<br />

dat had u ondertussen al gemerkt.<br />

nog even terug naar het kantelmoment. Bij<br />

nader toezien is het misschien niet toevallig<br />

dat woordenboeken zich niet aan een definitie<br />

wagen. Als we namelijk iéts mogen concluderen<br />

uit de getuigenissen in dit nummer,<br />

dan misschien wel dat een kantelmoment<br />

geen objectief gegeven is maar altijd gekleurd<br />

wordt door de leefwereld en de beleving van de<br />

betrokken perso(o)n(en). Wat bovendien opvalt<br />

in de uitspraken van palliatieve zorgverstrekkers<br />

is hun aandacht voor het betrekken van<br />

de omgeving, d.w.z. naasten én hulpverleners,<br />

bij (de voorbereiding van) een kantelmoment<br />

bij de patiënt.<br />

Behalve bijdragen over kantelmomenten vindt<br />

u een verslag van Lene hoeben over de eerste<br />

Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie,<br />

begin dit jaar. hoewel ... ook in dit artikel<br />

valt het woord ‘kantelmoment’. Let dillen selecteerde<br />

vier abstracts die op het EApc-congres<br />

in Lissabon werden voorgesteld. En last<br />

but not least verneemt u in het voorwoord van<br />

onze directeur, paul vanden Berghe, meer<br />

over de prioriteiten, bezorgdheden en enkele<br />

verwezenlijkingen van een federatie die zichzelf<br />

stilaan als volwassen mag beschouwen.<br />

Wij wensen u heel veel leesgenot!<br />

Anne-Marie de Lust, eindredaceur<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 3


voorwoord paul vanden Berghe<br />

zakgeld, leefloon of loon naar werken?<br />

Beste lezer,<br />

zoals u allicht wel ervaren hebt, is de bekendmaking<br />

van onze visietekst Over palliatieve<br />

zorg en euthanasie niet onopgemerkt voorbijgegaan.<br />

niet in het minst omdat we voor<br />

het volgeboekte startmoment op 4 oktober in<br />

Antwerpen de handen in elkaar konden slaan<br />

met de makers van de documentaire Epilogue,<br />

waarin een palliatief omkaderde euthanasie<br />

doordringend en tegelijk respectvol in beeld<br />

werd gebracht. twee uitgangspunten geven<br />

we mee in deze visietekst: (1) het palliatief<br />

team staat open voor elke patiënt, ook voor de<br />

patiënt met een euthanasievraag, en (2) palliatieve<br />

zorg is een garantie voor een zorgvuldig<br />

en zorgzaam omgaan met euthanasievragen.<br />

de integrale tekst vindt u op onze website<br />

www.palliatief.be. dat de federatie met<br />

dit statement het editoriaal van een vlaamse<br />

kwaliteitskrant haalde in deze overdrukke mediatijden<br />

toont dat alvast de opiniemakers het<br />

belang ervan goed inschatten. Onder de hoofding<br />

Stilaan volwassen inzake levenseinde stelt<br />

Guy tegenbos in de standaard van 24 september:<br />

“de tegenstelling tussen die twee ebt<br />

weg. de gedachten zijn gerijpt. voor sommigen<br />

was de palliatieve zorg hét middel om de<br />

vraag naar euthanasie te vermijden, waardoor<br />

de palliatieve zorg voor anderen ‘te mijden’<br />

was. de consensustekst die de palliatieve<br />

teams - die intussen in alle ziekenhuizen zijn<br />

uitgebouwd - opstelden en waarover in deze<br />

krant bericht wordt, bevestigt dat die tijd voorbij<br />

is. Er is in de ogen van de palliatieve werkers<br />

geen tegenstelling tussen palliatieve zorg<br />

en euthanasie. palliatieve zorg is een aanpak<br />

waarop alle patiënten recht hebben zodra het<br />

levenseinde nadert, en euthanasie is één van<br />

de vele toetsen van dat instrument.”<br />

Onze basiswerkers mogen trots zijn op de weg<br />

die zij de voorbije jaren hebben afgelegd in het<br />

verlenen van steeds betere zorg aan het einde<br />

van het leven. Er zijn weinig sectoren in de sa-<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 4<br />

menleving waar op zo een korte tijd zoveel<br />

werk - zorgarbeid en ethische arbeid - is verzet.<br />

zeker, velen hebben mee de kar in beweging<br />

getrokken: gangmakers, opiniemakers,<br />

beleidsmakers op alle niveaus en niet in het<br />

minst de bevolking zelf. En we zijn er ook nog<br />

niet. vragen worden nog vaak niet gehoord, óf<br />

niet goed beluisterd. te aarzelend opgenomen<br />

of onkritisch uitgevoerd. in al die gevallen is<br />

in de eerste plaats de patiënt het slachtoffer.<br />

Maar ook de familie of de omgeving, en vergeten<br />

we zeker niet de (teams van) zorgverstrekkers.<br />

zozeer als goede patiëntenzorg<br />

energie is voor het team, zo raakt falende zorg<br />

het team in zijn ziel. zorg voor zorgenden mag<br />

geen loze frase worden, en intervisie krijgt<br />

binnen onze instellingen nog onvoldoende de<br />

plaats die het verdient…<br />

het is de verdienste van onze vlaamse basiswerkers<br />

palliatieve zorg dat we na bijna tien<br />

jaar wetten op euthanasie en op palliatieve<br />

zorg zo ver staan. de ervaring bij onze nederlandse<br />

collega’s bewijst dat dit helaas geen<br />

evidentie is. Als federatie palliatieve zorg<br />

vlaanderen zijn we zeer blij met onze eigen rol<br />

daarin. door het vertrouwen dat wij bij onze<br />

basiswerkers genieten, kunnen wij de vinger<br />

aan de pols houden van de palliatieve zorg in<br />

vlaanderen. zo voelde onze voorzitter de tijd<br />

rijp, voelde ons bestuur zich in de consensus<br />

voldoende sterk gedragen om met een dergelijke<br />

visietekst naar buiten te komen. het publiek<br />

maken van dit standpunt is daarmee niet<br />

enkel de bevestiging van een doorleefde evolutie.<br />

het is ook een signaal aan bevolking en<br />

beleidsmakers: je kan voor àlle vormen van<br />

medisch begeleid sterven bij de palliatieve<br />

zorg terecht. Én het is een uitnodiging aan alle<br />

begeleiders van het levenseinde om er verder<br />

werk van te maken, in ziekenhuizen, ouderenzorgvoorzieningen<br />

en in de thuiszorg. Wetten,<br />

beleidsmaatregelen, rechten en plichten zijn<br />

één zaak, het is echter in de dagelijkse praktijk<br />

dat goede zorg tastbare werkelijkheid<br />

moet worden: door vorming, bedside-teaching<br />

en intervisie, binnen het multidisciplinaire<br />

gebeuren dat het waarmerk van goede<br />

palliatieve zorg is. de federatie is blij dat ze<br />

als representatieve en pluralistische koepelorganisatie<br />

deze zorg kan en mag ondersteunen.<br />

Kennis- en expertisecentrum<br />

We doen dit eerst en vooral als kennis- en expertisecentrum:<br />

door onze sleutelpositie tus-<br />

sen het werkveld en de onderzoekers aan<br />

verschillende hogescholen en universiteiten<br />

zijn we ondertussen goed op de hoogte<br />

van verschillende onderzoeken, en kunnen<br />

we soms zelfs onderzoek in gang zetten bij<br />

diverse overheden of instellingen. de ontwikkeling<br />

van een multidisciplinair zorgpad<br />

palliatieve zorg (samen met de UAntwerpen)<br />

wordt dit jaar nog afgerond. We zijn ook actief<br />

voor de validering van de Savera-schaal<br />

(UGent en KULeuven) en voor de financiering<br />

van een onderzoek ‘tekenen van het naderend<br />

levenseinde’ (KULeuven). We steunen de ontwikkeling<br />

van kwaliteitsindicatoren palliatieve<br />

zorg (vUBrussel) en proberen ook een nieuw<br />

onderzoek naar palliatieve zorg bij het federaal<br />

Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg<br />

(KcE) erdoor te krijgen. registratie van palliatieve<br />

zorg blijft hoog op onze prioriteitenlijst<br />

staan. We hopen dat met een nieuwe regering<br />

het Kankercentrum met steun over de<br />

brug daarvoor kan komen. in de omgekeerde<br />

beweging, van onderzoekers naar werkveld,<br />

wordt u o.m. via onze maandelijkse nieuwsflash<br />

en op ons jaarlijks vlaams congres op<br />

de hoogte gehouden van de belangrijkste wetenschappelijke<br />

onderzoeksresultaten die uit<br />

deze en andere, ook internationale, onderzoeken<br />

voortkomen. En er zijn het Artsenforum<br />

en het nederlands-vlaams Onderzoeksforum.<br />

Maatschappelijke bewustwording<br />

de federatie werkt ook voor meer maatschappelijke<br />

bewustwording rond palliatieve zorg en<br />

het levenseinde. de hierboven aangehaalde<br />

startdag Over palliatieve zorg en euthanasie<br />

kan dit jaar ongetwijfeld als hoogtepunt gelden.<br />

voor de verdere invoering van vroegtijdige<br />

zorgplanning staat in 2012 opnieuw samenwerking<br />

met de Koning Boudewijnstichting<br />

op de agenda. Ondertussen ondersteunden<br />

we ook de correcte franse vertaling van het<br />

document Wilsverklaringen. Onze publieke<br />

communicatie van dit en vorige jaren leverde<br />

ons ook bij de media ondertussen de status<br />

van aanspreekpunt op, voor beleid, maar ook<br />

voor ‘het menselijke verhaal’. We hebben altijd<br />

meer vragen naar getuigenissen van patiënten,<br />

familie en zorgverstrekkers lopen dan we<br />

kunnen waarmaken. het is en blijft een delicate<br />

oefening, maar schroomvolle verhalen<br />

van goede zorg zijn belangrijk om duidelijk te<br />

maken dat kwaliteit van leven niet noodzakelijk<br />

stopt bij het bericht van een ongunstige diagnose.


voorwoord paul vanden Berghe<br />

zakgeld, leefloon of loon naar werken?<br />

Vorming, training en opleiding<br />

vorming, training en opleiding (vtO) blijft onze<br />

derde prioriteit. de eerste jaargang van de<br />

voortgezette opleiding Postgraduaat Pallia-<br />

tieve <strong>Zorg</strong> voor Artsen (drie modules van drie<br />

dagen met UAntwerpen, UGent en KULeuven)<br />

was zonder meer een succes en wordt in de<br />

loop van 2012 herhaald. Onze vormingsmedewerker<br />

Mieke Ballinckx ging dit jaar volledig<br />

zelfstandig werken, en neemt afscheid<br />

met een mooie bijdrage verderop in dit nummer.<br />

Met haar opvolger, Greet françois phd,<br />

voormalig voorzitter van de vereniging van<br />

Opleidings- en vormingsverantwoordelijken<br />

(vlaams Lerend netwerk), hebben we een<br />

echte vormingsdeskundige in huis. Een grondige<br />

hertekening van ons vormingsaanbod is<br />

de uitdaging voor het komend jaar. de aansluiting<br />

op en afstemming met onze andere<br />

initiatieven biedt daarbij krachtige perspectieven.<br />

We denken daarbij o.m. aan het zorgpad,<br />

straks ook aan de savera-schaal en aan de<br />

‘symptomen van het naderend levenseinde’,<br />

maar in de eerste plaats aan de richtlijnen<br />

voor palliatieve zorg. Afgelopen jaar zagen<br />

opnieuw verschillende richtlijnen het licht,<br />

waarvan de richtlijn Sedatie misschien wel de<br />

meest belangwekkende is. voor de komende<br />

jaren heeft de werkgroep ‘palliatieve Leidraad’<br />

er nog een aantal in de pijplijn, met als eerste<br />

de richtlijn pijn (zie www.pallialine.be).<br />

Beleidsvoorbereidend werk<br />

Met beleidsvoorbereiding als onze vierde prioriteit<br />

maken we onze rol als representatieve<br />

organisatie helemaal waar: in de federale<br />

Evaluatiecel palliatieve zorg, in het Kankercentrum,<br />

bij de vlaamse Gemeenschap voor<br />

de netwerken palliatieve zorg (hoorzitting netwerkfinanciering<br />

22 maart <strong>2011</strong>), bij de federale<br />

overheid (hoorzitting definitie palliatieve<br />

zorg in Kamercommissie volksgezondheid<br />

6 juli <strong>2011</strong>), bij het riziv voor de multidisciplinaire<br />

begeleidingsequipes van de palliatieve<br />

thuiszorg en voor de uitbreiding van palliatieve<br />

zorg in de ouderenzorg, bij de vlaamse<br />

Liga tegen Kanker voor de broodnodige aanvullende<br />

financiering van de palliatieve zorg…<br />

We hadden graag enkele nieuwe stappen of<br />

een kleine doorbraak aangekondigd, bv. in<br />

het dossier van de <strong>Palliatieve</strong> en Supportieve<br />

Dagcentra, in de ouderenzorgvoorzieningen,<br />

of onder de vorm van werklastvermindering<br />

voor de palliatieve supportteams in de ziekenhuizen…<br />

We kunnen enkel hopen dat het<br />

voorbereidende werk dat ondertussen op ver-<br />

schillende niveaus gebeurd is, zich snel in<br />

resultaten vertaalt eenmaal er een nieuwe federale<br />

regering gevormd is. dankzij de steun<br />

van de drie landelijke federaties (vlaanderen,<br />

Brussel en Wallonië) kan ondergetekende<br />

sinds dit jaar de stem van ons land ook laten<br />

horen in de raad van bestuur van de European<br />

Association for Palliative Care (EAPC). verder<br />

denkwerk over de definitie van palliatieve zorg,<br />

over de plaats van euthanasie in de palliatieve<br />

zorg, en de ondersteuning van de uitbouw van<br />

palliatieve zorg in Oost-Europa staan hier voor<br />

de komende termijn alvast op de agenda.<br />

Overleggroepen<br />

Onze overleggroepenwerking is onze vijfde<br />

prioriteit. de laatste van het rijtje, maar niet<br />

de minste, want net daar ligt de basis en bezieling<br />

van heel onze werking. Bijna dertig<br />

verschillende overleggroepen komen op regelmatige<br />

basis bijeen: bestuursorganen,<br />

stuurgroepen, werkgroepen per setting, per<br />

doelgroep, per thema of per palliatieve discipline,<br />

en (tijdelijke) projectgroepen. ze sturen<br />

en besturen, kaarten knelpunten aan,<br />

bereiden beleidsvoorstellen voor, organiseren<br />

vorming, ondersteunen elkaar en andere<br />

zorgverstrekkers, werken visies uit, ontwerpen<br />

instrumenten, schrijven teksten en steken<br />

studiedagen in elkaar. dat alles in nauwe<br />

wisselwerking met onze staf. terecht komt de<br />

dank aan de vrijwilliger op onze eerste pagina!<br />

Om slechts enkele groepen te noemen<br />

waarin vrijwilligers-zorgverstrekkers elkaar<br />

vinden: de Stuurgroep Ethiek heeft met haar<br />

werk voor de richtlijn (palliatieve) sedatie en de<br />

visietekst i.v.m. de verhouding palliatieve zorg<br />

en euthanasie lang verwacht en sterk werk afgeleverd.<br />

na enkele jaren komt de werkgroep<br />

<strong>Palliatieve</strong> zorgeenheden weer op volle kracht<br />

bijeen, de werkgroep <strong>Palliatieve</strong> zorg en Psychiatrie<br />

werkt voort op basis van de resultaten<br />

van een besloten studiedag afgelopen februari<br />

met 45 experten, de Stuurgroep Spirituele<br />

en Existentiële zorg onderzoekt concreet<br />

hoe de vierde focus van palliatieve zorg ook in<br />

de thuiszorg voldoende aan bod kan komen.<br />

de grootste uitdaging ligt ongetwijfeld in de<br />

vraag van de Multidisciplinaire Equipes voor<br />

de palliatieve thuiszorg (MBE’s): de ontwikkeling<br />

van een softwareapplicatie ‘e-Dossier<br />

PZ’ voor de opvolging van het patiëntendossier,<br />

de facturatie en registratie in deze setting,<br />

samen met enkele bijkomende modules.<br />

Met behulp van experten uit de equipes, ook<br />

Waalse en Brusselse, werd dit jaar alvast de<br />

weg van de inhoudelijke afstemming afgelegd.<br />

Met de afwerking van een lastenboek, voor het<br />

eind van dit jaar, zal opnieuw een belangrijke<br />

klip genomen zijn, in een dossier waarvan de<br />

moeilijkheidsgraad alleen door noodzaak om<br />

te slagen overtroffen wordt.<br />

het mag duidelijk zijn: met de hulp van al deze<br />

vrijwilligers-zorgverstrekkers en een gemotiveerde<br />

staf heeft de federatie zich de laatste<br />

jaren kunnen ontwikkelen tot knooppunt en<br />

draaischijf voor alle belangrijke initiatieven<br />

in de palliatieve zorg: onderzoek, vorming,<br />

beleid en bewustwording, gedragen door de<br />

hele sector, door sterke regionale netwerken,<br />

door alle settings palliatieve zorg. de<br />

verdere coördinatie, integratie en continuïteit<br />

van deze initiatieven is onze uitdaging voor de<br />

nabije toekomst. Goede interne afspraken onder<br />

de vorm van vernieuwde Statuten en Documenten<br />

‘ Deugdelijk Bestuur’ - in februari<br />

goedgekeurd - maken een vruchtbare samenwerking<br />

mogelijk die de inhoudelijke veelheid<br />

van talent en insteek niet uitvlakt, maar stimuleert,<br />

trouw aan onze pluralistische signatuur.<br />

in tijden van schaarse middelen is samenwerking<br />

in verscheidenheid de enige weg naar betere<br />

zorg.<br />

Gesticht in 1990 als aanvankelijk Belgische<br />

federatie palliatieve zorg, heeft de federatie<br />

palliatieve zorg vlaanderen, nu 21 jaar oud,<br />

de volwassenheid ruimschoots bereikt. het<br />

zou een fantastische erkenning zijn vanwege<br />

onze overheden mocht zij nu ook gefinancierd<br />

worden naar wat zij waarmaakt: deskundigheid,<br />

gedragenheid en inzet. Daarom graag:<br />

geen zakgeld, geen leefloon of overlevingspensioen,<br />

maar loon naar werk. Of zoals een<br />

gezaghebbend waarnemer van de sector het<br />

ooit formuleerde: “Voor dit geld kan je het als<br />

overheid niet zelf organiseren: je betaalt een beperkte<br />

staf en alle vrijwilligersinzet krijg je er gratis<br />

bij!”<br />

tot zolang woekeren wij verder, dankzij de genereuze<br />

inbreng van onze netwerken palliatieve<br />

zorg en de vele experten-vrijwilligers, en<br />

met de steun van de vlaamse Gemeenschap,<br />

de vlaamse Liga tegen Kanker, de stichting<br />

tegen Kanker, de Koning Boudewijnstichting,<br />

chairos vzw en dexia foundation.<br />

paul vanden Berghe<br />

directeur<br />

Bestuurslid EApc<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 5


interview Bieke vandekerckhove<br />

de vlinder in de klok<br />

Bieke vandekerckhove (°1969) studeerde psy-<br />

chologie toen ze op haar negentiende te horen<br />

kreeg dat ze aan de ongeneeslijke spierziekte<br />

ALs leed. haar levensverwachting beperkte<br />

zich tot enkele jaren maar totaal onverhoopt<br />

bleek de ziekte na een drietal jaar gestabiliseerd.<br />

Ondertussen leeft Bieke vandekerckhove<br />

al ruim twintig jaar met ALs. vorig jaar<br />

verscheen haar boek ‘De smaak van stilte. Hoe<br />

ik bij mezelf ben gaan wonen’. Aan de hand van<br />

27 korte hoofdstukken laat de auteur de lezer<br />

delen in haar ervaringen, inzichten, beschouwingen,<br />

bronnen … inspiratie en ondersteuning<br />

vindt ze onder andere in de benedictijnse<br />

spiritualiteit en het zenboeddhisme. Wat ze<br />

schrijft is doorleefd, genuanceerd en ‘to the<br />

point’. Een indruk die bevestigd wordt als we<br />

haar ontmoeten voor een interview over het<br />

thema ‘kantelmomenten’.<br />

Wat roept het woord ‘kantelmoment’ bij je op?<br />

het roept een ervaring op, in letterlijke zin een<br />

kantelervaring. Eén van de voorstellen voor de<br />

ondertitel van mijn boek was: ‘als de donkerte<br />

kantelt naar het licht’, maar het is dan uiteindelijk<br />

iets anders geworden. het is een heel<br />

persoonlijke definitie omdat ik op jonge leeftijd<br />

met een toch wel heel ingrijpend iets geconfronteerd<br />

ben geweest. plots geen perspectief<br />

meer hebben, aan het begin van je toekomst<br />

te horen krijgen dat je geen lang leven zult<br />

hebben, dat was voor mij een heel donkere<br />

en moeilijke periode. En dat je dan de ervaring<br />

opdoet, tijdens een driedaags verblijf in<br />

een abdij, dat het ineens kantelt, van donker<br />

naar licht …!<br />

het is uiteraard slechts een beeld. die ervaring<br />

kan je niet in woorden weergeven. ik wil<br />

er meteen ook aan toevoegen dat het niet zo is<br />

dat de donkerte daarmee verdwenen is. het is<br />

eerder de ervaring dat het donker niet alleen<br />

maar donker is. het heeft mijn visie op spiritu-<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 6<br />

aliteit bepaald, in die zin dat ik het hele leven<br />

zie als een initiatie, of een opeenvolging van<br />

initiatiemomenten. de puberteit, verliefd worden,<br />

het moederschap, het ouder worden; al<br />

die dingen die je als mens meemaakt, zie ik<br />

als een vorm van initiatie. En ik heb daar eigenlijk<br />

ervaren dat zelfs zoiets als een ongeneeslijke<br />

ziekte een vorm van initiatie kan zijn.<br />

Maar het is gevaarlijk en delicaat om daarover<br />

te praten. Als je er een theorietje over maakt,<br />

wordt het griezelig, maar als je op het niveau<br />

van de ervaring blijft, is het toch een wonder.<br />

Als je die pijnlijke situatie niet uit de weg gaat,<br />

als je ze doorleeft, dan doet het je het leven op<br />

een nieuwe manier ontdekken.<br />

Het horen van de diagnose benoem je niet als kantelmoment.<br />

Een kantelmoment is voor jou duidelijk<br />

iets positiefs?<br />

ja, het andere moment zou ik niet zo benoemen.<br />

daarvoor zou ik eerder het woord ‘breuk’<br />

gebruiken, of zoiets. Maar kantelen roept bij<br />

mij echt iets op van het ongrijpbare … de trappist<br />

André Louf had het ooit over ‘een sterven<br />

dat onverwacht naar het leven kantelt’, en dat<br />

is mijn ervaring. Als je ziek wordt, verlies je eigenlijk<br />

alles, je toekomstperspectief, je plannen,<br />

… en dat voelt als een soort sterven nog<br />

voor je moet sterven. En dat dát dan onverwachts<br />

kantelt … voor mij is die ervaring fundamenteel<br />

geweest; het heeft mij niet meer<br />

losgelaten. Omdat je op zo’n moment totaal<br />

niet verwacht dat je in de donkerste nacht een<br />

nieuw soort licht op het leven gaat ontdekken.<br />

dat was een totale verrassing!<br />

Een term als ‘initiatie’ verwijst naar nieuwe ervaringen.<br />

Je hebt het ook over het niet vastleggen in<br />

theorieën. Bedoel je daarmee dat ‘beweging’ in het<br />

leven essentieel is?<br />

ja, het risico is altijd om het toch vast te leggen<br />

waardoor de levende ervaring stolt tot iets<br />

dat dood is. En voor mij heeft dat met de kern<br />

van spiritualiteit te maken: het leven op je af<br />

laten komen met alles erop en eraan, het iets<br />

laten doen met jou, in beweging blijven, …<br />

Christoph Schlingensief, een Duitse operaregisseur<br />

en ‘enfant terrible’ die op zijn 47ste te horen kreeg<br />

dat hij aan een ongeneeslijke longkanker leed, beschrijft<br />

aan het begin van zijn dagboek vooral zijn<br />

grote woede maar noteert na verloop van tijd: “…<br />

pas wanneer we ons laten vallen en de dingen laten<br />

gebeuren, ervaren we welke vrijheid we hebben”.<br />

“Ons laten vallen”: opnieuw die beweging.<br />

daar bestaat in de zentraditie het prachtige<br />

beeld voor van de klok waarin een vlinder gevangen<br />

zit. Om uit de klok te ontsnappen, blijft<br />

de vlinder maar naar boven vliegen. tot het<br />

moment dat hij niet meer kan: dan moet hij<br />

zich wel laten vallen, en is daardoor bevrijd.<br />

ik vind het een heel mooi beeld om de woede<br />

en het verzet van die man te beschrijven. die<br />

strijd is iets wat erbij hoort, je kunt hem niet<br />

overslaan.<br />

En het kantelmoment: is het iets waarvoor je kiest<br />

of overkomt het je?<br />

zoals ik het ervaar, maak je ergens de keuze<br />

van niet opgeven en blijven zoeken, maar je<br />

kan zo’n ervaring op geen enkele manier afdwingen.<br />

je kan wel in je leven de voorwaarden<br />

scheppen waarin die kantelervaring kan<br />

plaatsvinden. En het is geen lichte keuze om<br />

de voorwaarden te creëren, maar de kantelervaring<br />

als dusdanig is iets wat een mens overkomt.<br />

zeggen: als je dit en dat doet, dan zal<br />

het gebeuren … neen.<br />

En elk mens moet op dat vlak zijn eigen weg gaan?<br />

ja, en je merkt ook in de literatuur dat er heel<br />

verschillende wegen zijn om tot de essentie<br />

van het leven door te dringen.<br />

Dat valt ook op in je boek: je haalt christelijke bronnen<br />

aan naast verhalen en citaten uit het boeddhisme,<br />

soefisme, … allerlei. Ook daar kies je voor<br />

openheid.<br />

ik denk dat het inherent is aan de diepe vrijheid<br />

die een dergelijke ervaring oproept. Elk<br />

lied, elk gedicht, elk verhaal, vanuit welke<br />

hoek ook, kan daar uitdrukking aan geven. het<br />

belangrijkste ligt in feite achter de woorden, in<br />

die zin zijn woorden relatief. Omdat de ervaring<br />

altijd groter is.<br />

Je citeert in je boek gedichten, je verwijst ook naar<br />

kunst. Bieden zij een vorm van troost?<br />

ik vind het belangrijk om regelmatig tentoonstellingen<br />

te bezoeken, mij over te geven aan<br />

wat ik zie, en af te gaan op wat mij raakt. Als je<br />

je laat raken door literatuur, door poëzie, door<br />

kunst, muziek ook, dan geeft dat voedsel aan<br />

je ziel. En om terug te komen op die kantelervaring:<br />

een enkele keer overkomt je zoiets en<br />

om daar voeling mee te houden, is het belangrijk<br />

om je te voeden met zo’n spirituele bronnen.<br />

Anders droogt die ervaring op.<br />

In die zin vroeg ik me ook af of zo’n kantelmoment<br />

definitief verworven is, of dat het iets is wat<br />

je weer kwijt kunt raken?


interview Bieke vandekerckhove<br />

de vlinder in de klok<br />

ja, je kunt het weer kwijtraken, je hebt zoiets<br />

niet voor eens en altijd op zak. het is opnieuw<br />

iets dat je niet kunt vasthouden, ook al vergeet<br />

je het niet meer want er is wel iets wezenlijks<br />

veranderd.<br />

Aan een kantelmoment gaat vertwijfeling vooraf. Is<br />

dat iets wat je kent?<br />

(Glimlacht) naast de woede is dat één van de<br />

grote metgezellen op mijn weg geweest, en<br />

nog. ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik dat<br />

niet kende of ken. Maar wat Benoît standaert,<br />

een Benedictijn en één van mijn voorbeelden<br />

in openheid, daarover zei, ben ik nooit vergeten.<br />

hij zei:“als je voldoende geloof hebt én<br />

voldoende twijfel, dan kom je tot de verlichting”.<br />

ik vond dat heel mooi omdat hij aan de<br />

twijfel een even belangrijke plaats toekende<br />

als aan het geloof. Om tot de essentie van het<br />

leven te komen heb je zowel geloof als twijfel<br />

nodig. Allebei. het is niet eenvoudig om met<br />

twijfel te leven. ik wil het zeker niet romantiseren.<br />

het is bij momenten een verschrikkelijke<br />

impasse. de zentraditie verwoordt dat treffend<br />

in het beeld van de poortloze muur. in een andere<br />

koan* gebruiken ze het beeld van een<br />

gloeiende vuurbal die in je keel steekt: je kan<br />

hem niet uitspuwen maar ook niet inslikken.<br />

Je zei in het begin al dat zo’n kantelervaring niet<br />

in woorden te vatten valt, maar kan je er misschien<br />

toch nog iets over zeggen?<br />

(Denkt lang na) het is op een punt komen van<br />

vertwijfeling dat je eigenlijk niet dieper kunt<br />

gaan, dat je niet meer weet waarin of waaruit,<br />

en dan loslaten, je laten vallen, zoals de<br />

vlinder in de klok, en tot je verbazing in een<br />

nieuwe, ongekende vrijheid belanden.<br />

Je hebt het in dat verband ook over ‘niet-weten’ …<br />

ja, en als je me zou vragen wat in verband met<br />

spiritualiteit voor mij het allerbelangrijkste is,<br />

dan zou ik zeggen die houding van ‘niet-we-<br />

ten’; al het bekende achter je durven laten.<br />

dat maakt een mens open voor het mysterie<br />

van het leven.<br />

Thick Nath Hanh, een bekende boeddhistische<br />

monnik, stelt dat lijden essentieel is voor ons welzijn<br />

en een voorwaarde voor begrip en mededogen.<br />

Volgens de Vlaamse choreograaf Alain Platel is lijden<br />

datgene wat mensen verbindt. Kan je iets met<br />

die uitspraken?<br />

in mijn ervaring kan lijden isoleren en verbitteren,<br />

maar het kan inderdaad ook echt een<br />

weg zijn naar meer medeleven met andere<br />

mensen. Als je zelf een keer in de hel bent geweest,<br />

ga je niet zo vlug meer oordelen over<br />

anderen . je wordt milder. Lijden verbindt, ja.<br />

het gevaar is echter dat je dat ook weer gaat<br />

gebruiken als een cliché. stel dat je zoiets<br />

gaat zeggen tegen iemand die pas een zware<br />

diagnose heeft gekregen, dan is dat nogal ongepast.<br />

Maar ik merk, door met mensen te<br />

praten die al wat meegemaakt hebben, dat ze<br />

in de loop van een proces van worstelen, toch<br />

ook wel op dat punt van verbondenheid komen.<br />

dat vind ik persoonlijk iets hoopvols. ik<br />

denk dat succes misschien mensen scheidt, of<br />

het risico inhoudt van afgescheidenheid.<br />

Op dat vlak zit er in je boek ook wel een zekere<br />

maatschappijkritiek in de zin van: “waar zijn wij<br />

niet allemaal mee bezig?”<br />

(Lacht) ja, je hoopt ergens geen zuurpruim te<br />

worden, maar het is wel zo. zeker als je in je<br />

leven met erge dingen geconfronteerd wordt,<br />

rijst de vraag wat echt belangrijk voor je is. je<br />

moet dan toch vaststellen dat heel veel dingen<br />

die je vroeger belangrijk vond, het niet zijn. ik<br />

was niet beter, het zit ook in mij. En dan kom<br />

je bij die dingen als verbondenheid, mededogen,<br />

… Al de rest is op zo’n momenten compleet<br />

onbelangrijk. natuurlijk, als je in die<br />

rush zit van een job, een huis afbetalen, kinderen<br />

grootbrengen, dan is het niet zo gemak-<br />

kelijk. ik heb de luxe om erover na te denken,<br />

ik heb tijd om de stilte in mijn leven toe te laten.<br />

Maar ik heb iets ontdekt dat toch wel zinvol<br />

kan zijn en ergens heb ik dat in mijn boek<br />

naar buiten willen brengen: het idee van een<br />

stuk verdieping, van verlangzamen.<br />

Stilte is heel belangrijk voor jou, getuige de titel<br />

van je boek. Wat zijn de kwaliteiten van de stilte?<br />

voor mij is de stilte een van de belangrijkste<br />

voorwaarden die zo’n ervaring als het kantelmoment<br />

dat ik beschreef, mogelijk maken.<br />

We leven in een tijd waarin veel zaken onze<br />

aandacht ‘naar buiten’ trekken. dat mag er<br />

allemaal zijn, is boeiend ook, maar stilte inbouwen<br />

vraagt om eens de andere beweging<br />

te maken: van buiten naar binnen. En dan kom<br />

je bij jezelf wonen. die uitdrukking komt trouwens<br />

van Benedictus, de stichter van de orde<br />

van de Benedictijnen. van hem wordt gezegd:<br />

‘hij woonde bij zichzelf’. dat heeft me altijd<br />

aangesproken, omdat het zo omvattend is.<br />

vandaar, als je continu in de jacht van het leven<br />

zit, ben je in feite nooit thuis bij jezelf. het<br />

valt me altijd weer op, zowel bij boeddhistische<br />

meesters als bij christelijke mystici, dat<br />

ze de mens telkens opnieuw naar zijn eigen<br />

innerlijk verwijzen. zoek het niet buiten je; wat<br />

echt belangrijk is, draag je in jezelf! je draagt<br />

de grond in jezelf. En ja, het vraagt tijd om daar<br />

voeling mee te krijgen.<br />

Tijd, en ook moed, zoals je zelf schrijft.<br />

ja, omdat als je de stilte ingaat en alle activiteiten<br />

wegvallen, er van alles wat in je zit naar<br />

boven komt. Ook verdriet en kwetsuren … En<br />

dan is het niet zo eenvoudig om daarnaar te<br />

kijken en er gewoon bij te blijven. Maar het<br />

is echt mijn ervaring dat, als je die moed opbrengt,<br />

als je afdaalt in je eigen hart, in je eigen<br />

werkelijkheid, door vele lagen van angst,<br />

verdriet en pijn heen, je dan bij die grond uitkomt,<br />

telkens opnieuw.<br />

“<br />

Kantelmomenten<br />

Kantelen is in beweging zijn, en tegelijkertijd ook stilstaan. Bewegen naar geen behandeling meer, naar zorg toelaten, naar afscheid nemen…<br />

Maar ook stilstand opdat mensen deze beweging zouden kunnen maken. de grootste uitdaging in palliatieve zorg is mijns inziens het<br />

‘samen kantelen’. Als de ziekte kantelt, kan de arts dat dan ook? En het team? En als zij dit doen, kan de patiënt hierin dan ook mee? En vindt<br />

de familie dan ook de kracht om die beweging te maken?<br />

zorgverstrekkers kunnen dit kantelen begeleiden, het betekent stilstaan en bewegen, het is het wankele evenwicht tussen kansen creëren<br />

op verandering en respecteren dat het (nog) niet gaat.<br />

Katlijn Willems<br />

covoorzitter Werkgroep sociaal Werk<br />

*Koan: raadselachtige vraag die in het zenboeddhisme aan leerlingen wordt gesteld om hen inzicht te laten verkrijgen in de ware aard van hun eigen geest. ”<br />

voorbeeld: wat is het geluid van één klappende hand? tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 7


interview Bieke vandekerckhove<br />

de vlinder in de klok<br />

Je ziekte is intussen al vele jaren gestabiliseerd<br />

maar vanuit je ervaring als patiënt vroeg ik me af<br />

wat volgens jou belangrijk is in het contact met<br />

zieken? Hoe wil je als patiënt door hulpverleners<br />

bejegend worden?<br />

Menselijk contact kan veel betekenen. niet in<br />

de zin van: ‘jij bent iemand met een ernstig lijden<br />

en ik ga je helpen’. Maar de houding van<br />

‘wij zijn allebei mensen die deel hebben aan<br />

het mysterie van leven en dood’. Een contact<br />

van mens tot mens dus. Een ontmoeting<br />

waarin geluisterd wordt, waar beide partijen<br />

zichzelf zijn en liefst gewoon doen. zijn<br />

wie je bent, geen rol spelen. Als je iets ergs<br />

meemaakt, word je supergevoelig voor hoe iemand<br />

je benadert en voor diens ‘kwaliteit van<br />

zijn’. En ook al weet ik dat er gezegd wordt dat<br />

hulpverleners hun eigen zoektocht niet moeten<br />

opdringen, denk ik dat er best een stuk<br />

wederzijdsheid mag zijn. Maar als ik naga<br />

wat mij heeft geholpen, dan is het in de eerste<br />

plaats dat iemand het kon opbrengen te<br />

luisteren zonder met antwoorden te komen.<br />

die de woede, het verzet en de twijfel kon laten<br />

zijn. soms denk ik dat hoe meer je je eigen<br />

pijn verwerkt hebt, hoe beter je aanwezig kunt<br />

zijn bij het lijden van een andere persoon. de<br />

ander zal wel aangeven hoever je kunt gaan,<br />

maar even goed kan er ruimte zijn voor humor.<br />

En om nog eens terug te komen op dat ‘wonen<br />

bij jezelf’: ik denk dat je pas ten volle aanwezig<br />

kunt zijn bij een ander als je dat ook kunt<br />

bij jezelf. Als ik uit eigen ervaring spreek, dan<br />

kan ik zeggen dat je ook feilloos aanvoelt of de<br />

ander bij zichzelf kan zijn. hoe meer innerlijke<br />

ruimte je zelf hebt, hoe beter je bij de ander<br />

aanwezig kunt zijn.<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 8<br />

dolores Bouckaert: cAst shAdOW 2010<br />

Je hoeft als hulpverlener niet altijd een antwoord<br />

klaar te hebben.<br />

neen. En vaak denken we, als we praten met<br />

iemand die iets ergs heeft meegemaakt, of die<br />

we moeten bellen; wat gaan we zeggen? Maar<br />

eigenlijk hoef je niets te zeggen. je hoeft geen<br />

oplossing of antwoord te geven. durf gewoon<br />

in alle openheid te vragen: hoe gaat het met<br />

je? Wees jezelf.<br />

In je boek heb je het uiteraard over de wanhoop die<br />

je overvalt na het vernemen van de diagnose, maar<br />

ook over de uitzichtloosheid: ‘Niet de winter, niet<br />

de crisis op zich is fnuikend, maar de duur, zonder<br />

hoop dat het ooit ophoudt’. Hoe ga je daarmee om?<br />

Bij mij zijn er twee dingen geweest. in het begin<br />

een periode waarin de ziekte snel evolueerde<br />

en ik op een bepaald moment nog een<br />

prognose van een jaar kreeg. dat was een crisis.<br />

En de kantelervaring heeft zich in die periode<br />

afgespeeld. En dan hoorde ik dat ik zou<br />

blijven leven, tegen alle verwachting in, en dan<br />

is er een nieuwe uitdaging. hoe leef je op de<br />

lange duur met zo’n ziekte? We hebben het in<br />

het begin al gehad over het belang van kunst,<br />

muziek, literatuur, spirituele bronnen… Met<br />

die kantelervaring alleen kom je er niet. je<br />

moet je ziel blijven voeden. Anders raak je<br />

vroeg of laat verbitterd. Want het is niet gemakkelijk<br />

om met zo’n ziekte en een perspectief<br />

van uitzichtloosheid te moeten leven. ik<br />

maak in mijn leven dan ook bewust tijd voor<br />

onder andere muziek, lezen, zenmeditatie,<br />

enzovoort. in die lange duur is het de kunst<br />

om je blijmoedigheid te bewaren, en die zaken<br />

helpen mij daar enorm bij.<br />

België is één van de weinige landen met een euthanasiewet.<br />

Hoe kijk jij naar die ene specifieke keuze<br />

aan het levenseinde?<br />

het is geen eenvoudige vraag om op te antwoorden.<br />

ik zie de dingen op dat vlak zeker<br />

niet zwart-wit. ik ben geen fanatieke voorstander<br />

van euthanasie, maar ook geen fanatieke<br />

tegenstander. voor mezelf hoop ik dat ik<br />

het leven op me af kan laten komen. Maar ergens<br />

denk ik dat het ook wel goed is dat het<br />

kan. het is een geruststelling te weten dat je<br />

niet oeverloos overgeleverd hoeft te zijn aan<br />

het lijden. Er zit echter ook waarde in het durven<br />

doorleven van uitzichtloosheid en pijn. Er<br />

is een bepaalde rijkdom van het leven die juist<br />

dan opengaat.<br />

Zijn er tot slot nog zaken die je waardevol vindt en<br />

waar we het niet over gehad hebben?<br />

ja, misschien wel het belang van de natuur.<br />

Arthur japin schrijft in zijn roman vaslav dat<br />

er maar één medicijn is tegen al ons verdriet<br />

en dat is de natuur. ik zou zeggen dat de natuur<br />

een van die voorwaarden is die een kantelervaring<br />

kunnen teweegbrengen. het heeft<br />

te maken met dat mysterie van het leven, het<br />

geraakt worden door de schoonheid van een<br />

weids landschap of domweg een bloem of een<br />

beestje op de vensterbank.<br />

Een kantelmoment in het kijken…<br />

ja, of met een ouderwets woord het ‘schouwen’.<br />

Een mooi woord om mee te eindigen. Heel hartelijk<br />

dank voor dit gesprek!<br />

interview: Anne-Marie de Lust<br />

Wenst u te reageren?<br />

dat kan op bieke.vandekerckhove@telenet.be<br />

of redactie@palliatief.be.


interview philip Larkin<br />

vergankelijk leven in de schaduw van de dood<br />

philip Larkin is sinds 2008 professor Klinische<br />

verpleegkunde (palliatieve zorg) aan het University<br />

college dublin en Our Lady’s hospice<br />

and care services, harold’s cross dublin. hij<br />

werkt bijna 20 jaar in palliatieve zorg, als verpleegkundige<br />

in de thuiszorg, regionaal directeur,<br />

opleider en wetenschapper. hij is lid van<br />

de nationale raad voor palliatieve zorg in ierland<br />

en was tevens vicepresident van het EApc<br />

tot april 2007. in 2006 ontving hij een Lifetime<br />

Achievement Award van de Macmillan cancer<br />

support organisatie en het international journal<br />

of palliative nursing als erkenning voor<br />

zijn Europees en internationaal werk rond opleiding<br />

en vorming in palliatieve zorg en verpleegkunde.<br />

We nodigden prof. Larkin uit voor<br />

het tijdschrift, omwille van zijn ruime expertise<br />

en in het bijzonder omwille van zijn werk<br />

rond transities. hij deed namelijk vier jaar onderzoek<br />

rond de transities van curatieve naar<br />

palliatieve en terminale zorg, een onderzoek<br />

dat gesponsord werd door het irish health research<br />

Board fellowship.<br />

In 2007 verdedigde u in Leuven uw doctoraatsthesis<br />

over kantelen naar palliatieve zorg. Kan u uw<br />

onderzoek en de belangrijkste bevindingen ervan<br />

kort beschrijven?<br />

Mijn doctoraatsthesis was een kwalitatief fenomenologische<br />

studie naar de betekenis<br />

van de transitie of kanteling naar het levenseinde<br />

bij patiënten met vergevorderde kanker.<br />

ik was daarbij voornamelijk geïnteresseerd in<br />

hoe patiënten omgingen met de kanteling van<br />

curatieve naar palliatieve zorg en daarna naar<br />

het terminale stadium, met een bijzondere focus<br />

op deze laatste kanteling.<br />

in het kader van mijn studie interviewde ik 120<br />

patiënten in 6 Europese landen, namelijk het<br />

verenigd Koninkrijk, ierland, italië, spanje,<br />

nederland en zwitserland. Alle geïnterviewden<br />

waren in hun laatste 9 levensmaanden. ze<br />

werden geïnterviewd op de plaats waar ze zorg<br />

ontvingen, wat meestal een ziekenhuis of een<br />

hospice was. ze waren er opgenomen omwille<br />

van symptoomcontrole of levenseindezorg. de<br />

gesprekken verliepen in hun eigen moedertaal<br />

en werden nadien vertaald naar het Engels.<br />

de keuze om de patiënten te interviewen<br />

was een erg bewuste keuze, omdat in de periode<br />

van mijn doctoraat veel onderzoek over<br />

palliatieve patiënten gebeurde aan de hand<br />

van verklaringen van hun familieleden. hierdoor<br />

was er zeer weinig geweten over het perspectief<br />

van de palliatieve patiënt zelf.<br />

Een dergelijk grote kwalitatieve studie met<br />

120 patiënten is nogal ongewoon, en genereert<br />

niet alleen een veelheid aan data maar<br />

ook aan resultaten. Om hier een overzicht over<br />

te houden heb ik mijn bevindingen gegroepeerd<br />

in vier rubrieken. deze rubrieken werden<br />

benoemd als ‘leefwereld existentiëlen’<br />

(in het Engels: ‘lifeworld existentials’) naar<br />

het werk van de nederlands-canadese fenomenologist<br />

Max van Manen. de vier rubrieken<br />

waren: ‘Geleefd Lichaam’ (in het Engels:<br />

‘Lived Body’), ‘Geleefde ruimte’ (in het Engels:<br />

‘Lived space’), ‘Geleefde tijd’ (in het Engels:<br />

‘Lived time’) en ‘Geleefde Ander’ (in het Engels:<br />

‘Lived Other’). ik belicht ze alle vier even<br />

kort op basis van de studie.<br />

‘Geleefd Lichaam’ – dit thema verwijst naar<br />

de erkenning door de patiënt van de veranderende<br />

complexiteit van zijn ziekte, naar het<br />

emotionele antwoord op de act van het kantelen<br />

en naar de rol van het hospice of de palliatieve<br />

zorgeenheid als een centrum van<br />

ondersteunende zorg. het was duidelijk dat<br />

naarmate de patiënten fysieke verandering<br />

merkten in hun uiterlijk of in hun vermogen<br />

om zich te verzorgen, ze begrepen dat dit een<br />

verslechtering en/of een risico op overlijden<br />

inhield. dit leidde tot een brede variëteit aan<br />

emoties, gaande van frustratie, een gevoel<br />

gebroken te zijn en een gevoel van ontsteltenis,<br />

over de vastberaden wil om te overleven,<br />

naar een berusting in de realiteit na een<br />

lange strijd tegen kanker. patiënten toonden<br />

me de tekenen van hun fysieke verandering,<br />

zoals gewichtsverlies, huidveranderingen, immobiliteit<br />

en een uitgesproken vermoeidheid.<br />

de interventie van palliatieve zorg kwam vaak<br />

op een moment van grote nood en turbulentie<br />

in hun leven, wanneer ze een complex symptoom<br />

hadden of wanneer ze hun dagelijks leven<br />

niet meer konden beredderen. Opname in<br />

een palliatieve zorginstelling gaf hen de mogelijkheid<br />

om in hun leven een nieuw evenwicht<br />

te vinden en om na te denken hoe ze hun<br />

veranderde toekomst zouden benaderen.<br />

‘Geleefde ruimte’ – hier konden we drie subthema’s<br />

onderscheiden. dit waren de ervaring<br />

van de ruimte rondom hen (de zorgomgeving),<br />

de nood om een ruimte te zoeken als<br />

toevluchtsoord (gerelateerd aan ‘Geleefd Lichaam’),<br />

en de nood om een woonplaats te<br />

creëren. plaatsen van zorg waren belangrijk<br />

voor de patiënten. het was belangrijk dat ze<br />

een comfortabele kamer hadden met privacy.<br />

toch is het belangrijk om daarbij op te merken<br />

dat in tegenstelling tot het huidige concept van<br />

enkele kamers op palliatieve zorgeenheden,<br />

veel patiënten de voorkeur gaven aan het contact<br />

in kleinere eenheden waar ze zich minder<br />

geïsoleerd voelden. veel nadruk werd gelegd<br />

op de idealen van rust, comfortzorg en veiligheid<br />

die door de palliatieve zorgfilosofie centraal<br />

worden gesteld. veel patiënten brachten<br />

kleine spullen mee (zoals foto’s, een lamp, een<br />

donsdeken), waardoor ze zich veiliger voelden<br />

in een onbekende omgeving. We weten dat dit<br />

belangrijke psychologische gevolgen heeft in<br />

het verwerken van de nakende dood. voor patiënten<br />

die voor hun levenseindezorg naar een<br />

hospice of een palliatieve zorgeenheid verhuisden,<br />

was het een tijd van verandering en<br />

“<br />

Kantelmomenten<br />

voor mij is een kantelmoment een moment waarop keuzes gemaakt worden. Kantelmomenten kunnen zowel positief als negatief zijn. ze<br />

kunnen groeikansen in zich dragen, maar ook een sterk appel doen op de veerkracht van mensen. ze kunnen onrust en angst veroorzaken,<br />

maar ook rust brengen. in een palliatieve context lijkt een kantelmoment een eerder negatieve bijklank te hebben, maar ook hier kan een<br />

keuze rust brengen en kansen creëren, bijvoorbeeld om afscheid te nemen of om een afscheid voor te bereiden.<br />

Onze taak als hulpverlener bestaat erin om mensen te ondersteunen om in die kantelmomenten hun evenwicht terug te vinden.<br />

”<br />

rosemie van Bellingen<br />

voorzitter projectgroep netwerkindicatoren<br />

1 Omwille van de eenvoud hanteren we doorheen de tekst ‘zijn’ en ‘hij’ wanneer er even goed ‘haar’ of ‘zij’ bij kan gedacht worden.<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 9


interview philip Larkin<br />

vergankelijk leven in de schaduw van de dood<br />

van het opnieuw loslaten van enkele emotio- ‘Geleefde Ander’ – dit thema verwijst naar<br />

nele bindingen met familie en thuis. het gaf de verandering in relaties en in het bijzonder<br />

patiënten een veilig gevoel om in een periode naar het belang dat de patiënt hecht aan de<br />

van snelle en onvoorspelbare veranderingen relaties tussen hemzelf, de staf en andere pa-<br />

in een van deze palliatieve zorginstellingen te tiënten en het feit dat hij deze relaties boven<br />

zijn opgenomen.<br />

de relatie met zijn familie stelt. patiënten ontwikkelden<br />

sterke banden met hun medepa-<br />

‘Geleefde Tijd’ – de meest betekenisvolle betiënten, zelfs als ze hen slechts voor een korte<br />

vinding bij dit thema was dat – hoewel pallia- tijd gekend hadden. vaak kreeg een clinicus<br />

tieve zorg als discipline er steeds erg nauw op een speciale status voor de patiënt omwille<br />

toeziet dat patiënten zo snel en zo vroeg als van zijn vriendelijkheid of zorg. patiënten op<br />

mogelijk palliatieve zorg krijgen – we er min- een eenheid zagen zichzelf als een gemeender<br />

in geslaagd zijn om stil te staan bij de inschap die verschillend is van de buitenwereld.<br />

terpretatie die patiënten en hun familie geven in de terminologie van de transitionele theorie<br />

aan deze kanteling. patiënten hadden nood zou dit overeenstemmen met de term ‘Limi-<br />

aan meer tijd om zich aan te passen aan de nale toestand’ (in het Engels: ‘Liminal state’),<br />

transitie naar een hospice of palliatieve zorg, wat verwijst naar een speciale plaats waar<br />

zeker als dit de laatste transitie zou kunnen verandering plaatsvindt (uit het werk van van<br />

zijn. Een andere bevinding was dat de beslis- Gennep en turner in de jaren ’60). de plaats<br />

sing om naar een hospice of palliatieve zorg- van een hospice of een palliatieve zorgeenheid<br />

eenheid te gaan vaak gebaseerd was op een speelt dan ook een speciale rol in de gemeen-<br />

verlangen om hun familie te beschermen eerschap.der dan dat het iets zou zijn dat ze voor zichzelf transitie of kanteling als een lineair pro-<br />

zouden kiezen. Wanneer de hen nog gegunde ces naar de oplossing van problemen paste<br />

tijd korter werd, werden patiënten fatalisti- niet goed bij de ervaringen van de patiënten.<br />

scher over hun toekomst: bijvoorbeeld ‘het is daarom formuleerden we een alternatief als<br />

mijn tijd’, ‘Er is een tijd van geboren worden, uiteindelijke beschrijving van de geleefde er-<br />

en een tijd van sterven’.<br />

varing van deze patiëntengroep, m.n. “vergankelijk<br />

leven in de schaduw van de dood” (in het<br />

Engels: “Living transiently<br />

in the shadow of death”).<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 10<br />

dolores Bouckaert : videostill trOOst U<br />

Hebt u enig idee waarom de<br />

inclusie van patiënten in een<br />

vroegtijdig palliatief zorgtraject<br />

zo moeilijk lijkt? Vaak<br />

krijgen patiënten (te) laat<br />

palliatieve zorg en kunnen<br />

we enkel spreken van terminale<br />

zorg, wat duidelijk een<br />

gemiste kans is. Hebt u vanuit<br />

uw onderzoek zicht op de<br />

redenen hiervoor?<br />

ik denk dat dit in sommige<br />

landen duidelijk aan<br />

het veranderen is. Wel was<br />

het zo dat veel patiënten<br />

ten tijde van mijn onderzoek<br />

pas naar palliatieve<br />

zorg verwezen werden in<br />

het late stadium van hun<br />

ziekte. hierdoor werkten<br />

de clinici eerder vanuit een<br />

terminale zorgbenadering.<br />

ik denk dat een deel<br />

van het probleem ligt in<br />

het feit dat de boodschap van palliatieve zorg<br />

nog vaak voor velen gelijkstaat aan sterven<br />

eerder dan leven en het zijn onze collega’s in<br />

de andere, niet-kanker disciplines die hierin<br />

gevormd dienen te worden. ik zie de jongste<br />

tijd veel voorbeelden van palliatieve zorg voor<br />

niet-kankeraandoeningen en ook van vroege<br />

verwijzing. Echter, wat het voor mij complex<br />

maakt, is de verwarring die nu bestaat rond<br />

de terminologie: palliatieve zorg, supportieve<br />

zorg, hospice zorg, levenseindezorg etc. dat<br />

zorgt er alleen maar voor dat een duidelijk afgelijnd<br />

kantelmoment moeilijk te bereiken is<br />

wanneer de clinici het niet eens zijn over wat<br />

ze aanbieden. het is dan ook niet verwonderlijk<br />

dat patiënten in de war zijn.<br />

Het beleid erkent meer en meer de nood van palliatieve<br />

niet-kankerpatiënten en focust nu op strategieën<br />

om ook hen vroeger in een palliatieve zorg<br />

traject te includeren. Als ik het goed begrepen heb<br />

is uw onderzoek voornamelijk bij kankerpatiënten<br />

uitgevoerd. Verwacht u een andere geleefde ervaring<br />

van kantelmomenten bij palliatieve patiënten<br />

met andere aandoeningen dan kanker?<br />

ik denk dat een belangrijke uitdaging ligt in<br />

het feit dat het traject van sterven duidelijk<br />

verschillend is voor specifieke ziektes. Met betrekking<br />

tot het sterven wordt er steeds een<br />

vergelijking gemaakt tussen de ervaring van<br />

kankerpatiënten (relatief duidelijk eens in de<br />

terminale fase), van patiënten met hartfalen<br />

(duidelijke periodes van decompensatie waarbij<br />

de patiënt dichtbij de dood lijkt te staan en<br />

dan herstelt maar meestal minder goed functioneert<br />

dan voorheen) en van patiënten met<br />

dementie (een trage graduele en bezwarende<br />

achteruitgang naar de dood). ik denk dat nog<br />

niemand op deze manier naar transities heeft<br />

gekeken bij andere aandoeningen dan kanker,<br />

hoewel beide terreinen van groot belang zijn<br />

voor palliatieve zorg op internationaal vlak.<br />

natuurlijk is het een belangrijke uitdaging om<br />

andere clinici zo ver te krijgen dat ze inzien<br />

dat palliatieve zorg een rol heeft, vaak eerder<br />

in consultatie dan als directe zorgverlening<br />

en dat het niet alleen over dood en sterven<br />

gaat. Er is dringend nood aan een veel sterkere<br />

dialoog tussen clinici over hoe we kunnen<br />

samenwerken. dat blijft moeilijk zolang<br />

palliatieve zorg niet geïntegreerd is in de normale<br />

patronen van gezondheidszorg, en dus<br />

aan de kant blijft. dit was altijd een probleem<br />

in het verenigd Koninkrijk, waar hospices en<br />

palliatieve zorg in hoofdzaak werden (en nog<br />

steeds worden) gesponsord door liefdadig


interview philip Larkin<br />

vergankelijk leven in de schaduw van de dood<br />

heidsorganisaties. in de Europese landen uit<br />

mijn studie, waren er verschillende modellen<br />

van palliatieve zorg, welke stuk voor stuk wel<br />

redelijk leken te werken.<br />

tot slot is het belangrijk aan te geven waarom<br />

er enkel kankerpatiënten in mijn studie zijn<br />

opgenomen. in 95% van alle settings waar<br />

mijn studie plaatsvond, hadden de patiënten<br />

een kankerdiagnose. ik ontmoette één nietkankerpatiënt<br />

in zwitserland, maar zij werd<br />

niet opgenomen in de studie omdat ze niet voldeed<br />

aan de criteria.<br />

Uw studie werd in verschillende landen uitgevoerd.<br />

Waren er verschillen tussen de landen wat betreft<br />

de geleefde ervaring van de palliatieve patiënten<br />

m.b.t. kantelmomenten? Het is ook opvallend dat<br />

er geen Belgische steekproef bij zit; was daar een<br />

specifieke reden voor? En denkt u dat de ervaringen<br />

van uw onderzoek vertaalbaar zijn naar de Belgische<br />

situatie?<br />

de studie is nooit vertrokken van de doelstelling<br />

om een vergelijking tussen landen te maken;<br />

ik moet dus voorzichtig zijn in hoe ik dit<br />

weergeef. ik zou zeggen dat ik wel iets van<br />

een verschil opmerkte tussen noord en zuid,<br />

en ik denk dat dit deels komt door verschillende<br />

percepties inzake autonomie en zelfbeschikking.<br />

ik merkte dat mensen in het<br />

verenigd Koninkrijk en nederland vaker volledig<br />

betrokken wensten te worden in de besluitvorming<br />

rond hun zorg en dat ze meer<br />

geneigd waren te geloven dat ze dit recht hadden,<br />

meer dan mensen in bijvoorbeeld italië<br />

en spanje. in de meer zuiderse landen was er<br />

een neiging naar fatalisme en de wil van God<br />

in het bepalen van de toekomst. zoals ik reeds<br />

heb gezegd, is dit een zeer brede interpretatie<br />

en kan een kwalitatieve studie niets zeggen<br />

dat voor een heel land geldt. Een voorbeeld<br />

van die uitdaging is de veelheid aan talen die in<br />

Europa worden gesproken. zo interviewde ik<br />

een dame in het italiaans en was het pas aan<br />

het einde van het interview dat ik ontdekte dat<br />

ze uit een regio kwam waar men frans sprak<br />

en dat dat ook haar moedertaal was, waarop<br />

we van taal veranderden. dit betekent voor mij<br />

dat men voorzichtig moet zijn om een interpretatie<br />

te maken over een geleefde ervaring<br />

die uniek is voor een individu eerder dan voor<br />

een populatie.<br />

de beslissing om geen Belgische steekproef<br />

op te nemen in de studie was een puur pragmatische;<br />

er liep namelijk reeds een andere<br />

studie in de palliatieve zorgeenheden. Uit zorg<br />

om patiënten in deze gevoelige periode niet<br />

te overbelasten hebben we dan besloten om<br />

geen Belgische steekproef op te nemen. het<br />

zou echter interessant zijn om de studie uit te<br />

breiden naar meer landen dan die opgenomen<br />

in de originele studie.<br />

Gerelateerd aan de voorgaande vraag: onze maatschappij<br />

is meer en meer een multiculturele maatschappij.<br />

Hebt u onderzoeks- en /of klinische data<br />

over hoe etnische minoriteiten kantelmomenten<br />

ervaren?<br />

Opmerkelijk is dat alle 120 mensen die ik interviewde<br />

(waarvan er 100 in de uiteindelijke<br />

studie zaten) blank waren, en autochtoon. Er<br />

is wel relevant onderzoek uit het verenigd Koninkrijk<br />

rond de uitdagingen van het betrekken<br />

van mensen uit etnische minderhedengroepen<br />

in palliatieve zorg, en meer specifiek chinese,<br />

indische, en West-indische patiënten. het is<br />

duidelijk dat sommige van de problemen te<br />

wijten zijn aan culturele percepties over dood<br />

en sterven die niet aansluiten bij onze Westerse<br />

percepties en ook aan de specifieke tradities<br />

en taboes over rituelen rond de dood.<br />

in ierland hebben we wat specifiek onderzoek<br />

gedaan bij onze zigeunerpopulatie (die<br />

“reizigers” worden genoemd; in het Engels<br />

“travellers”) die heel verschillende betekenissen<br />

en overtuigingen hebben rond sterven.<br />

vluchtelingen en asielzoekers vormen<br />

een specifieke uitdaging aangezien ze zich<br />

vaak heel erg laat aandienen bij diensten en<br />

maar heel erg weinig behandeling of infor-<br />

matie vooraf hebben gekregen. We weten ook<br />

dat taal een heel concrete uitdaging is bij het<br />

zorg verlenen aan etnische minoriteiten. Ook<br />

in Brussel is er onderzoek gedaan rond de<br />

gezondheidsnoden van de Marokkaanse gemeenschap.<br />

het is dus duidelijk dat de gezondheids-<br />

en palliatieve zorg meer gefocust<br />

geraakt op deze gemarginaliseerde en kwetsbare<br />

groepen en ik denk dat we zeker verdere<br />

ontwikkelingen zullen zien met betrekking tot<br />

etnische minderheden, daklozen, gevangenen<br />

en psychiatrische patiënten.<br />

Tot nu toe hebben we voornamelijk stilgestaan bij<br />

de geleefde ervaring van de patiënten zelf, wat<br />

zonder enige twijfel centraal staat in palliatieve<br />

zorg. Maar tijdens palliatieve zorg zijn meerdere<br />

mensen betrokken: partners, kinderen, het wijdere<br />

sociale netwerk van de patiënt, mantelzorgers, en<br />

professionele zorgverstrekkers. Hebt u gegevens<br />

over hoe deze belangrijke anderen de kantelmomenten<br />

ervaren?<br />

Mijn studie was niet gericht op de familieleden<br />

of de zorgverstrekkers, omwille van het feit<br />

dat ik het perspectief van de patiënt zelf graag<br />

wou horen in plaats van een ‘proxy’. het is wel<br />

zo dat bij de meeste mensen die ik interviewde<br />

een gezinslid aanwezig was. Op die manier<br />

hoorde ik wel verschillende visies en ervaringen<br />

die de gegevens die ik van de patiënten<br />

zelf kreeg, aanvulden. Er waren duidelijke gelijkenissen<br />

in de interpretatie van de ervaring<br />

door zowel de patiënt als de mantelzorger en<br />

de impact ervan op de familie. vrienden waren<br />

enorm belangrijk. veel geïnterviewden leefden<br />

in kleine gemeenschappen (zelfs in steden),<br />

waar ze nabije vrienden hadden en buren die<br />

hen konden ondersteunen. Men viel vaak terug<br />

op familie voor transport en zorg, wat een<br />

extra last betekende voor de familieleden. Als<br />

gevolg daarvan kozen veel patiënten voor een<br />

opname om deze last voor hun familie te verlichten.<br />

Wat professionele hulpverleners betreft, denk<br />

“<br />

Kantelmomenten<br />

Kantelmomenten duiden op een verandering in de medische situatie of de ziektebeleving van de patiënt. dergelijke momenten vragen om<br />

een kritische evaluatie van het beleid waarbij de patiënt, zijn naasten en de hulpverleners evenwaardige partners zijn in het proces van besluitvorming.<br />

doel van deze evaluatie is het beleid te kunnen afstemmen op de actuele en (indien mogelijk) toekomstige noden en wensen<br />

van de patiënt.<br />

”<br />

dr. johan Menten<br />

voorzitter stuurgroep research & praktijk<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 11


interview philip Larkin<br />

vergankelijk leven in de schaduw van de dood<br />

ik dat gebrek aan zichtbaarheid een belangrijk ging ligt volgens mij in het feit dat palliatieve<br />

werkpunt is. in veel gevallen (maar zeker in zorg een zó breed domein van complexe pro-<br />

het verenigd Koninkrijk) identificeerde de pablemen en noden dekt dat een zorgplan een<br />

tiënt de clinicus niet als een palliatieve zorg- ongelooflijke mate van flexibiliteit vergt om efverstrekker.<br />

ze zagen hem als een deel van fectief te kunnen werken. communicatie in de<br />

een grotere groep professionele zorgverstrek- verschillende fasen is essentieel, evenals een<br />

kers maar konden niet goed onderscheiden gepaste, eerlijke en juiste inschatting van ver-<br />

wat zijn specifieke bijdrage was. ik vind dit zelf andering en verslechtering zodat mensen we-<br />

een belangrijk werkpunt. Gezien de enorme ten wat er naar alle waarschijnlijkheid met<br />

impact van dit kantelmoment en het feit dat hen zal gebeuren. ik verwijs hier in mijn the-<br />

mensen nood hebben aan duidelijke informasis naar als “relationeel engagement” naar<br />

tie over wie hen kan helpen, is het essentieel het werk van Bergum en dossetor in canada.<br />

dat de professionele zorgverstrekker duidelijk hierbij is de patiënt de definiërende factor in<br />

is over wie hij is en wat hij precies doet. som- hoe verder te gaan met de zorg. zelfs in die<br />

mige aspecten ervan waren eerder praktisch; mate dat wanneer de keuzes van de patiënt<br />

bijvoorbeeld zorgverstrekkers die geen naam- niet overeenstemmen met die van het palliakaartje<br />

dragen. Maar in andere gevallen was tief team we respect moeten hebben voor de<br />

het opnieuw gerelateerd aan de eerder ver- keuzes van de patiënt en daar zo ver als momelde<br />

taalverwarring: “ik ben van supporgelijk moeten aan tegemoet komen. ik denk<br />

tieve zorg” betekent iets helemaal anders dan dat dit voor sommige landen een grotere uit-<br />

“ik ben van het hospice”. dit is voor mij een daging is dan voor andere, aangezien het te-<br />

belangrijk aandachtspunt voor de zorgverruggaat op mijn punt rond autonomie en hoe<br />

strekkers: nl. hoe stellen we ons voor aan de die door een maatschappij ingevuld wordt.<br />

patiënt en zijn familie?<br />

Waar er een paternalistische attitude ten aanzien<br />

van gezondheidszorg heerst, wordt dis-<br />

Wat zijn uw adviezen voor de verschillende actoren cipline - en niet de patiënt - belangrijker en<br />

in het veld op basis van uw onderzoeksbevindin- kunnen transities in zorg uitgesteld, vermeden<br />

gen? Met andere woorden: wat heeft uw onderzoek of onvoldoende georganiseerd worden. ideali-<br />

ons geleerd om de ervaring van kantelen naar palter is er een sleutelfiguur die verantwoordeliatieve<br />

en terminale zorg te verbeteren? lijk is voor de zorg en transities; deze rol wordt<br />

ik denk dat mijn antwoord reeds verweven zit meestal opgenomen in palliatieve zorg al kan<br />

in de voorgaande delen. zichtbaarheid is be- het variëren wie die opneemt (vb. verpleeglangrijk<br />

evenals beseffen dat de kanteling<br />

naar palliatieve zorg diep ingrijpt op het gekundige,<br />

pastor, sociaal werker…).<br />

voel van de patiënten met betrekking tot leven Heeft uw onderzoek uw idee over kantelmomenten<br />

en sterven. Uit de studie bleek ook dat ver- in palliatieve zorg veranderd?<br />

pleegkundigen door de patiënten werden er- Wat voor mij als hét thema uit deze studie naar<br />

varen als diegenen die de leiding hadden bij voren komt, is dat palliatieve patiënten transi-<br />

transitionele zorg.<br />

ties niet op dezelfde manier ervaren als veel<br />

in termen van beleid is het essentieel dat pal- andere transities die beschreven staan in de<br />

liatieve zorg wordt geïntegreerd in het be- literatuur. transitie impliceert dat er een opstaande<br />

gezondheidssysteem en dat naadloze lossing komt en dat de dingen verdergaan. in<br />

transitionele zorg wordt aangeboden. patiën- mijn onderzoek constateerde ik dat de impact<br />

ten en families hebben nood aan een individu- van die laatste transitie, nl. van curatieve naar<br />

eel geschreven algoritme van zorg dat gevolgd palliatieve zorg, dermate was dat het patiën-<br />

moet worden van bij de diagnose tot aan de ten in een toestand van vergankelijkheid (in<br />

dood, waarbij ze weten wat er gaat gebeuren het Engels: ‘transience’) achterliet (bijna sta-<br />

en wie ze moeten contacteren bij problemen tisch, haast zonder vermogen om te beslissen<br />

of veranderingen. ik denk ook dat de taal van welke kant op te gaan), omwille van de enor-<br />

palliatieve zorg helderder moet worden opdat miteit van de beslissingen waarmee ze ge-<br />

beleidsmakers begrijpen wat er aangeboden confronteerd werden. ik beschreef dit in een<br />

wordt en hoe we samenwerken met en onder- artikel in het journal of Advancing nursing als<br />

steuning bieden aan andere diensten. een conceptuele evaluatie van vergankelijk-<br />

ik denk dat een vroegtijdige interventie de heid toegepast op palliatieve zorg. Mensen in<br />

beste actie is die we kunnen nemen om naad- mijn studie definieerden zichzelf als krachteloze<br />

transities mogelijk te maken. de uitdaloos, zich plots bewust van het feit dat niets<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 12<br />

permanent is (met inbegrip van het leven), en<br />

dit liet hen achter in een kwetsbare en emotionele<br />

toestand. ik heb haast het gevoel dat we<br />

de term transitie liever hebben omdat dat netter<br />

is, en gemakkelijker om mee om te gaan.<br />

vergankelijkheid vereist speciale vaardigheden<br />

van onderhandeling en steun, waarvan ik<br />

denk dat palliatieve zorgverstrekkers ze bezitten,<br />

maar die ze niet noodzakelijkerwijze als<br />

belangrijk beschouwen. Als palliatieve zorgverstrekkers<br />

moeten we ons er altijd bewust<br />

van zijn dat zelfs in de vroegste stadia van<br />

doorverwijzing patiënten de ‘schaduw van de<br />

dood’ voor zich zien en speciale zorg behoeven<br />

om met die situatie om te kunnen gaan.<br />

Hebt u om te besluiten nog enkele kernachtige<br />

“take-home messages” voor onze lezers rond kantelen<br />

in de dagelijkse praktijk van palliatieve zorg?<br />

palliatieve zorg is geen specialisme en in veel<br />

landen maakt het deel uit van het wijder spectrum<br />

van gezondheidszorg. het belang van<br />

de betekenis van kantelmomenten voor palliatieve<br />

patiënten is daarom relevant voor alle<br />

clinici die zorgen voor mensen met vergevorderde<br />

en chronische ziektes. palliatieve zorg<br />

kan ondersteuning bieden in hoe deze noden<br />

aangepast kunnen worden en kan alle praktijkmensen<br />

de nodige training en de vaardigheden<br />

bieden zodat ze met zelfvertrouwen<br />

kunnen instaan voor de zorg aan het levenseinde.<br />

vaak betekent dit leren zien dat niet alleen<br />

een professionele benadering nodig is,<br />

maar zoals de oprichtster van palliatieve zorg,<br />

cecily saunders, zei “ik heb ook nood aan wat<br />

er in je hoofd én je hart is”. dat is mijn ‘take<br />

home message’.<br />

interview (via e-mail) en vertaling:<br />

Let dillen, researchcoördinator fpzv<br />

reageren kan op let.dillen@palliatief.be<br />

Meer lezen?<br />

- Larkin, pj, de casterle, Bd, schotsmans, p, (2007).<br />

towards a conceptual evaluation of transience in relation<br />

to palliative care. Journal of Advanced Nursing,<br />

59, 86-96.<br />

- Larkin, pj, de casterle, Bd, schotsmans, p, (2007).<br />

transition towards end of life in palliative care: An<br />

exploration of its meaning for advanced cancer patients<br />

in Europe. Journal of Palliative Care, 23, 69-<br />

79.<br />

- Larkin, pj (2007). Transition towards palliative care:<br />

An exploration of its meaning for advanced cancer<br />

patients in Europe (doctoral dissertation). Katholieke<br />

Universiteit Leuven, Leuven.


Over kantelmomenten, sterven en weer geboren worden …<br />

Een getuigenis<br />

heb dat dit het thema is dat mij bezielt van bininnerlijkt werd, een besef dat kennis gedranenuit,<br />

was voor mij een kantelmoment. vanaf gen wordt door een dieper gelegen weten. het<br />

dan kwamen de dingen spontaan in beweging, overlijden van mijn vader, bijna twee jaar gele-<br />

binnen en buiten me. de weg daar naartoe den, heeft me diep getroffen; ook toen mocht<br />

was grillig en zat vol ‘woestijnervaringen’ zo- ik een diepe verbondenheid, onvoorwaardeals<br />

Mia Leijssen het in haar boek ‘tijd voor de lijke liefde en vergeving ervaren. Ook dit was<br />

ziel’ omschrijft.<br />

een kantelmoment in mijn leven.<br />

nu geef ik individuele (lichaamsgerichte) be-<br />

ik heb 15 jaar in diverse functies in ziekenhuigeleiding en daarnaast geef ik les aan zorgzen<br />

gewerkt, waarvan 10 jaar in een leidinggeverstrekkers betrokken bij het begin en het<br />

vende functie als diensthoofd vrouw-kindzorg. einde van het leven. Af en toe mag ik aanwe-<br />

‘Moeder-kind binding’ heeft voor mij steeds zig zijn bij een geboorte- of stervensproces,<br />

een wonderlijke dimensie gehad, iets wat ik samen met andere professionele zorgver-<br />

niet in woorden kon vatten. zelf moeder worstrekkers. steeds opnieuw omringt een diepe<br />

den van 2 kinderen betekende voor mij de dankbaarheid mij bij het besef dat ik een bij-<br />

grootste rijkdom en wijsheid die ik mocht ontdrage mag leveren bij het begin en het einde<br />

vangen. het geboren worden van m’n eer- van het leven, beide ervaringen waarbij zielsste<br />

kind, Lowie, betekende voor mij een waar waarden als authenticiteit, kwetsbaarheid,<br />

kantelmoment in mijn leven. ik ervaarde een nederigheid, mededogen, moed en innerlijke<br />

‘Geef je ziel de stilte die zij nodig heeft om zich diepe schoonheid als ik naar m’n kind keek kracht zich sterk laten voelen. het is ook het<br />

te laten horen.<br />

en steeds opnieuw ging dit gepaard met een telkens opnieuw doorleven van deze ziels-<br />

Want de stem van de ziel is zacht en zij kan al- diep huilen, ik kon het enkel benoemen als waarden die me steeds dichter bij mezelf<br />

leen in de stilte tot haar recht komen’ ‘schoonheidstranen’. ik kon het geen plaats brengen. het begin en het einde van het leven,<br />

geven, mijn omgeving ook niet. nu heb ik het een uitnodiging/ontmoeting met je zielswaar-<br />

Bij het woord ‘kantelmomenten’ komen on- doorvoeld en geef ik een workshop ‘Groeien in den als mens; hier word je geraakt tot in je<br />

middellijk de woorden geboorte en dood bij moeder-kind binding via aanraking’.<br />

diepste zijn.<br />

me op. Een kantelmoment is voor mij een reeds op jonge leeftijd en in mijn verpleeg-<br />

spirituele, existentiële ervaring of gebeuren. stages werd ik telkens opnieuw getroffen door Geboren worden en sterven gaan in essentie<br />

het is een ervaring waarbij een transforma- stervenden. in de les filosofie in mijn oplei- over dezelfde beweging, een beweging of een<br />

tie of een fundamentele overgang of doorgang ding verpleegkunde was ik geraakt door de proces van diep naar binnen gaan, een bewe-<br />

plaatsvindt. Geboren worden en sterven vor- woorden van Levinas ‘het Gelaat van de Ander ging van ver-innerlijking. Een diepe rust creëmen<br />

voor mij wezen-lijke kantelmomenten in raakt me en geeft me een appel’. deze woorren zodat het oude kan losgelaten worden en<br />

het leven, momenten waarbij je geraakt wordt den bleven steeds als een schaduw in mijn be- het zaadje van het nieuwe mag ontluiken. zo-<br />

tot in je diepste zijn, je Wezen in essentie. wustzijn aanwezig. palliatieve zorg was voor als een barende vrouw leven geeft aan haar<br />

mij steeds een evidentie, een natuurlijk ge- baby, zo zal de ziel van de stervende het ster-<br />

Een rode draad in mijn leven vormen de verbeuren waarover niet hoeft gediscussieerd te felijke lichaam verlaten.<br />

wondering voor het begin en het einde van worden. Begin jaren negentig was ik met hart zowel bij een stervens- als bij een geboorte-<br />

het leven. Geboren worden en sterven heb- en ziel betrokken in de pioniersfase van palliproces gaat deze beweging van verinnerlijking<br />

ben me steeds diep geïnspireerd en vormen atieve zorg en werkte ik mee aan de ontwikke- gepaard met intense emoties, waarbij je als<br />

voor mij wezen-lijke gebeurtenissen in het leling van de eerste palliatieve support teams in mens wordt teruggeworpen op je meest eleven.<br />

Als jong meisje vond ik het vreemd en af- ziekenhuizen. Als vormingsverantwoordelijke mentaire en primitieve gevoelens. vanaf het<br />

wijkend om met zo’n uitersten bezig te zijn. ik bij de federatie palliatieve zorg vlaanderen ogenblik dat de dood of de geboorte wordt<br />

vond ook weinig (h)erkenning in mijn omge- kwam ik in contact met het palliatieve zorg- doorvoeld, komt een innerlijk proces op gang.<br />

ving. doch het leven zelf heeft me stapsgewijs landschap in vlaanderen. de laatste 7 jaar heb dit proces is zeer verschillend van persoon tot<br />

met vallen en opstaan – zoals een baby leert ik bijkomend lichaamsgerichte opleidingen persoon. Michel de M’uzan, een franse psy-<br />

stappen – geleerd om beide bewegingen in gevolgd, die hebben bijgedragen tot de verchoanalyst, sprak bij het stervensproces over<br />

mezelf te integreren en vooral te aanvaarden. binding van de thema’s geboorte en dood tot een soort ‘bevalling van zichzelf’, als ‘een po-<br />

Ook het moment dat ik voor mezelf aanvaard mezelf. het was alsof mijn hele loopbaan verging om zichzelf volledig ter wereld te bren-<br />

“<br />

Kantelmomenten<br />

het kantelmoment is voor mij het moment waarop ik bij mijn patiënt de kanteling ‘zie’, gewaar ben...<br />

dr. senne Mullie<br />

voorzitter federatie palliatieve zorg vlaanderen<br />

”<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 13


Over kantelmomenten, sterven en weer geboren worden …<br />

Een getuigenis<br />

gen alvorens te verdwijnen’. hierbij merk ik<br />

telkens opnieuw dat het belangrijk is dat nabij-zijnden<br />

– zowel bij een bevalling als een<br />

stervensproces – bereid zijn ruimte te geven<br />

aan de andere om in zichzelf te keren. Als we<br />

dit innerlijk proces laten gebeuren en niet onder<br />

controle willen houden dan kan het lichaam<br />

zich volledig openen en komt er plaats<br />

voor een diepe rust en ontspanning en kan er<br />

ruimte zijn voor overgave. zowel bij een bevalling<br />

als bij een stervensproces zie je de angst<br />

om zich over te geven, om zichzelf los te laten.<br />

de angst voor de overgang naar het grote onbekende<br />

vraagt vertrouwen en een ‘gedragen<br />

worden’. je kan dit vergelijken met een pasgeborene<br />

die opgevangen, gedragen wordt. Als<br />

het vertrouwen die een pasgeborene in zijn<br />

omgeving stelt onbeantwoord blijft, dan verliest<br />

de pasgeborene geleidelijk aan zijn vertrouwen<br />

om zich te openen. Op het moment<br />

van de geboorte, evengoed als op het moment<br />

van het sterven, hebben we behoefte aan een<br />

moeder en een vader, dat wil zeggen aan een<br />

liefdevol, troostend, geruststellend gebaar dat<br />

ons koestert, maar tegelijk ook aan enkele<br />

woorden, die de weg openen naar het onbekende.<br />

Aanraking vanuit een innige nabijheid<br />

en verfijnde aandacht kan hierbij helpen. in<br />

de kwaliteit van de aanraking wordt de essentie<br />

gecommuniceerd. Met de aanraking ontmoet<br />

je elkaar, zonder woorden. Aanraken is<br />

ook zelf (aan)geraakt worden. Aanraken creeert<br />

verbondenheid en ondersteunt het innerlijk<br />

proces en het omgaan met gevoelens van<br />

agressie, verdriet, onmacht, angst. de kwaliteit<br />

van aanraking helpt stervenden en barende<br />

vrouwen zich te openen en vertrouwen<br />

te hebben in het hier en nu.<br />

de barende vrouw en de stervende tonen me<br />

deze weg naar binnen, zij vragen enkel om<br />

aanwezig te zijn. ik ervaar het als een voorrecht<br />

om aanwezig te mogen zijn bij stervenden<br />

en barende vrouwen. ‘Aanwezig-zijn’ is<br />

vlug uitgesproken, maar is in werkelijkheid<br />

niet zo eenvoudig. het vraagt de juiste aandacht<br />

op het juiste moment. ‘Aanwezig-zijn’<br />

heeft te maken met het doorvoelen van diepe<br />

waarden zoals zich kwetsbaar durven opstellen,<br />

empathie, aanvaarding, nederigheid,<br />

echtheid, verbondenheid. dit zijn ziels-waarden<br />

die ieder van ons in zich draagt, maar die<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 14<br />

vaak bedolven zijn door ervaringen van het leven<br />

zelf.<br />

Marie de hennezel drukt dit proces van verinnerlijking<br />

als volgt uit: ‘iemand die de dood<br />

voelt naderen, wordt bezield door een verlangen<br />

om zo diep mogelijk in zichzelf door te<br />

dringen, een verlangen naar vervulling. hij wil<br />

aan zijn diepste waarheid raken, aan zijn wezenlijke<br />

ik. En het is het verlangen van de stervende<br />

dat deze dimensie door anderen wordt<br />

aangevoeld. de persoon die de dood voelt naderen,<br />

heeft behoefte aan verinnerlijking en<br />

aan een innig, persoonlijk contact met de anderen.<br />

de doodsstrijd is een innerlijk proces<br />

dat tijd nodig heeft’. verder schrijft ze: ‘het<br />

gaat over de andere wezenlijk ontmoeten, zo<br />

diepgaand mogelijk, tot in de kern van zijn<br />

waarden, met respect voor wat het waarneembare<br />

overstijgt en vertrouwen op de innerlijke<br />

kracht die in hem werkzaam is, vertrouwen op<br />

de wording van de ander, zelfs midden in de<br />

strijd, die de doodsstrijd is. het is in die strijd<br />

dat zich een wordingsproces voltrekt, een<br />

soort bevalling om in iets anders geboren te<br />

worden. de dood is de kans op een ontwaken.<br />

Aanwezig zijn, luisterend aanwezig zijn, vertrouwen<br />

hebben in wat er bij dat proces naar<br />

boven komt. het is het onbekende van onszelf<br />

dat de dood ons zal openbaren!’. (p.25) Als<br />

ik dit lees, dan ervaar ik dat hetzelfde proces<br />

zich aandient bij een geboorte.<br />

Ook het leven zelf kan je zien als een golfbeweging<br />

van sterven en steeds opnieuw geboren<br />

worden. ik hoorde ooit iemand zeggen, ‘Als<br />

mens word je driemaal geboren: bij de conceptie,<br />

bij de geboorte zelf en bij het overlijden’.<br />

Misschien is het wel meer dan driemaal.<br />

sterven om steeds opnieuw geboren te worden,<br />

om steeds opnieuw vanuit een dieper bewustzijn<br />

te leven. sterven betekent loslaten<br />

om groei toe te laten. vele boeken zijn over dit<br />

thema geschreven en allen verwijzen ze naar<br />

het samengaan van bewust leven en sterven.<br />

het één kan niet zonder het ander. ze hebben<br />

elkaar nodig.<br />

Mieke Ballinckx, verpleegkundige, lic. ziekenhuiswetenschappen,<br />

(lichaamsgericht) psychotherapeut<br />

reageren kan op mieke.ballinckx@telenet.be<br />

Aanbevolen literatuur:<br />

− de hennezel, M., Leloup, j.Y., van Lamsweerde,<br />

A., De kunst van het sterven: wat religieuze tradities<br />

en humanistische spiritualiteit ons leren over<br />

doodgaan. Becht, haarlem 1998, isBn 90-230-<br />

0979-7<br />

− Leijssen, Mia, Tijd voor de ziel, Lannoo, tielt 2007.<br />

isBn 978-90-209-7596-3<br />

− Levine, stephen, Bewust leven bewust sterven,<br />

servire, Utrecht 1997. isBn 90-6325-283-8<br />

− Long, Barry, Sterven om te leven, zazen, den haag<br />

2004, isBn 90-809211-1-4<br />

− Murphy, M., In wijsheid sterven, de toorts, haarlem<br />

2000. isBn 90-6020-787-4<br />

Zoeken naar antwoorden<br />

Heb geduld met al wat onopgelost in je hart<br />

woont<br />

en probeer de vragen zelf lief te hebben<br />

Zoek niet naar de antwoorden<br />

ze worden je wellicht nu niet gegeven<br />

omdat je niet in staat zou zijn ze te leven.<br />

Leef de vragen nu.<br />

Misschien dat je, op een dag in de toekomst,<br />

langzamerhand, zonder het zelfs te merken,<br />

je weg naar de antwoorden leeft.<br />

rainer Maria rilke


Mind the gap<br />

momenten onderga je. die twee overlappen een kantelmoment: in die diepte, dat nie-<br />

elkaar, al ga je met het ouder worden mismandsland, durven kijken en er durven over<br />

schien wel meer beslissen. Waar dingen mij stappen. Er zijn momenten dat mij dat heel<br />

vroeger soms overkwamen en ik pas daarna veel angst inboezemt, en andere momenten<br />

vaststelde dat een bepaalde situatie al gekan- dat ik daar heel vrij in ben. ik denk niet dat je<br />

teld was, ben ik mij nu meer bewust van situaties<br />

die tot een kantelmoment kunnen leiden”.<br />

het ooit doorhebt …”<br />

Aan zo’n bewuste beslissing gaan twijfel en interview: Anne-Marie de Lust<br />

angst vooraf. Er is de onzekerheid over waar reageren kan op dolores@salon-d.be of<br />

Onze zoektocht naar mensen die iets over je terecht zult komen, maar dat maakt het redactie@palliatief.be<br />

kantelmomenten zouden kunnen vertellen, volgens haar tegelijkertijd ook spannend. En<br />

bracht ons bij de Gentse kunstenares dolo- vooral, een kantelmoment kan er pas komen (*) Mind the gap is ook de titel van een project waaraan<br />

res Bouckaert (°1976). dolores is niet in een als je de onzekerheid toelaat… “het is heel dolores Bouckaert en Griet dobbels sinds 2008 wer-<br />

vakje onder te brengen. ze begon als actrice, contradictorisch; ik hebt veel minder zekerken. Meer info op www.duchamps.org, www.margari-<br />

maar kreeg zin om aan research te doen, heden dan vroeger, maar dat maakt alles ook taproductions.be, www.jandhaese.be.<br />

mensen voor een camera te zetten, te regis- véél intenser. ik voel me veel beter in die grote<br />

seren, of video’s en soundscapes te maken ... ‘plas van onzekerheid’! En het heeft zeker ook nog tot 4 december <strong>2011</strong> loopt de tentoonstelling Van<br />

het gebruikte medium staat ten dienste van met durven te maken.” deze zomer reisde ze de koele meren des doods. Beelden van de dood<br />

de inhoud. En die draait niet zelden om ver- naar rusland waar ze samenwerkte met een in de hedendaagse kunst in de sint-Bernardusabdij,<br />

gankelijkheid, sterven, dood en … kantelmo- repertoireacteur die nog nooit geïmproviseerd Kloosterstraat 71 in 2880 Bornem. dolores Bouckaert<br />

menten. in 2006 maakte ze voor de vooruit de had. hij kon zich niet voorstellen dat hij iets is een van de deelnemende kunstenaars.<br />

voorstelling Sterven in Stijl, samen met hans moest doen dat niet op papier stond.<br />

Bryssinck. Momenteel bereidt ze een muzi- “het was voor hem uiteindelijk een<br />

kale voorstelling voor, met hans Bryssinck en bevrijding om het toch te doen, en<br />

Aarich jespers (percussionist bij zita swoon), te zien dat het werkt. het was voor<br />

over een Godmachine die verwarrende bijna- hém een kantelmoment, maar voor<br />

doodervaringen kan veroorzaken en over een mij óók! ik ben geen klassieke ac-<br />

roemeense zangeres die zich ergens tussen trice, ken ook helemaal geen teksten<br />

leven en dood waant.<br />

vanbuiten, zoals hij. Maar ik vond het<br />

heel fijn om met een vast scenario te<br />

Gevraagd naar het begrip ‘kantelmoment’ werken. voor mij was dat dan weer<br />

krijgt ze meteen het beeld van iemand die een kantelmoment; om geregisseerd<br />

weggaat en omvalt. heel letterlijk dus iemand te worden, om dat toe te laten. Als<br />

die kantelt. Maar in tweede instantie gaat het die contrasten elkaar vinden, kan er<br />

volgens haar over – altijd positieve – verande- weer iets nieuws ontstaat. dat beringen:<br />

in de geschiedenis, de fysica, noem doel ik met het positieve van kantel-<br />

maar op. verder vindt ze een kantelmoment momenten.”<br />

een ambigu en ook beladen begrip dat iets van Een kantelmoment kan ook iets<br />

een ritueel heeft. “je komt voor een situatie te kleins zijn. de telefoon opnemen,<br />

staan waarin je een beslissing moet nemen. een gesprek of confrontatie aangaan<br />

Wat doe je? Laat je het – wat dat ook is – toe? met iemand, iets overwinnen … “Ken<br />

Of wacht je, omdat de tijd nog niet rijp is…? je die bordjes in de Londense metro:<br />

in ons leven zijn er een aantal grote kantel- ‘mind the gap’(*)? de ‘gap’ is de afmomenten<br />

waar je niet onderuit mag en kunt, stand tussen het perron en het rij-<br />

maar dat zijn geen evidente stappen. somtuig. voor mij is dat een beeld voor<br />

mige van die stappen neem je bewust, andere<br />

dolores Bouckaert&Griet dobbels: performance Mind thE GAp 2010<br />

“<br />

Kantelmomenten<br />

‘Kantelmoment’ is dat moment in de ziektegeschiedenis van een patiënt waarbij er door hetzij de patiënt en/of zijn naasten, hetzij door één<br />

of meerdere betrokken hulpverleners, een dusdanige verandering wordt vastgesteld op fysiek, psychologisch, sociaal of existentieel gebied,<br />

dat dit een bewuste en belangrijke bijsturing vraagt van het uitgestippelde zorgtraject.<br />

dr. Gert huysmans<br />

voorzitter Werkgroep Equipeartsen<br />

”<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 15


Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />

verslag<br />

Op vrijdag 11 februari <strong>2011</strong> organiseerde de<br />

werkgroep palliatieve zorg en psychiatrie<br />

van de federatie palliatieve zorg vlaanderen<br />

een besloten expertendag over de plaats van<br />

palliatieve zorg in de benadering van patiënten<br />

met een psychiatrische aandoening. 42<br />

professionelen uit diverse beroepsgroepen<br />

waren aanwezig: psychiaters, psychologen,<br />

verpleegkundigen uit palliatieve en psychiatrische<br />

settings, rehabilitatiespecialisten, ethici,<br />

huisartsen, beleidsmensen,… samen bogen<br />

zij zich over een aantal thema’s: bestaat er in<br />

de psychiatrie behoefte aan palliatieve zorg, als<br />

antwoord op therapeutische hardnekkigheid?<br />

Niet zozeer omwille van uitbehandelde somatische<br />

aandoeningen, maar specifiek ook omwille<br />

van psychisch lijden dat niet reageert op een curatieve<br />

benadering? En zo ja, wat kan palliatieve<br />

zorg in die gevallen concreet inhouden? Waar<br />

ligt bv. het verschil of de grens met rehabilitatie?<br />

de voormiddag werd ingeleid door dr. An haekens<br />

(psychiater en hoofdgeneesheer p.K.<br />

Broeders Alexianen, tienen) en dr. ilse decorte<br />

(huisarts met eigen praktijk en verbonden<br />

aan Opz Geel, equipearts ispahan). na deze<br />

inleiding werden de aanwezigen verdeeld over<br />

vier werkgroepen, waar aan de hand van enkele<br />

casussen gekeken werd naar de mogelijke<br />

meerwaarde van de palliatieve benadering<br />

voor de zorg voor psychiatrische patiënten. de<br />

voormiddag werd afgesloten met een lezing<br />

van prof. dr. frank Koerselman (hoogleraar<br />

psychiatrie en psychotherapie verbonden aan<br />

het Universitair Medisch centrum Utrecht,<br />

hoofd van de afdeling psychiatrie van het sint-<br />

Lucas Andreas ziekenhuis in Amsterdam). in<br />

de namiddag kwam de plenaire groep weer<br />

samen om van gedachten te wisselen over<br />

de resultaten van de werkgroepen, voorlopige<br />

conclusies te formuleren en pistes voor verdere<br />

reflectie te verkennen.<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 16<br />

Inleiding<br />

Waar staan we vandaag in de psychiatrie?<br />

door toenemend wetenschappelijk onderzoek<br />

is er een groeiend arsenaal van diagnostische<br />

en therapeutische mogelijkheden beschikbaar.<br />

de psychiatrie zoals we ze vandaag kennen,<br />

wordt getypeerd als een biologische psychiatrie.<br />

We spreken in termen van genezing<br />

of remissie afhankelijk van de chroniciteit van<br />

de aandoening. voorts zien we een veracutisering;<br />

alles moet korter en dynamischer verlopen.<br />

We kunnen ook artikel 107 aanhalen,<br />

waarmee onder andere langdurige opnames<br />

vermeden zouden moeten worden en het aantal<br />

bedden in de psychiatrie zou moeten dalen.<br />

tegelijk zien we in de hedendaagse maatschappij<br />

nog steeds een grote onwetendheid<br />

ten opzichte van de psychiatrie. Er is een duidelijk<br />

verschil in houding ten opzichte van een<br />

lichamelijke versus psychische ziekte, waarbij<br />

de laatste nog steeds in een taboesfeer verkeert.<br />

het zal dan misschien niet verbazen dat er<br />

maar weinig aandacht is voor ‘chronische’ en<br />

‘therapieresistente’ patiënten. hoe zit het met<br />

het (uitzichtloos) psychisch lijden en de machteloosheid<br />

van de therapeut? heerst er een<br />

taboe op de dood in psychiatrie?<br />

in hun presentatie verwezen dr. haekens en dr.<br />

decorte naar twee mogelijke valkuilen bij het<br />

omgaan met patiënten met een chronische<br />

psychische ziekte. Enerzijds vermeldden zij<br />

het therapeutisch fatalisme, waarbij men de<br />

patiënt in zekere zin opgeeft en in de steek laat.<br />

Anderzijds is er het gevaar van therapeutische<br />

hardnekkigheid die kan omslaan in therapeutische<br />

verbetenheid. hierbij zal men – zonder<br />

resultaat te boeken – blijven vasthouden aan<br />

een bepaalde, of verschillende behandelingen<br />

en therapieën. Wanneer een patiënt er geen<br />

baat meer bij heeft, kan zo’n vorm van verbetenheid<br />

diens lijdensdruk verhogen.<br />

Kan palliatieve zorg hier een meerwaarde<br />

bieden? Om op deze vraag een antwoord te<br />

formuleren maakten dr. haekens en dr. ilse<br />

decorte gebruik van de definitie van palliatieve<br />

zorg geformuleerd door de Wereldgezondheidsorganisatie<br />

(WhO):<br />

palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit<br />

van het leven verbetert van patiënten en<br />

hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende<br />

aandoening,<br />

• door het voorkomen en verlichten van lijden,<br />

• door middel van vroegtijdige signalering en<br />

zorgvuldige beoordeling en behandeling van<br />

pijn en andere problemen van lichamelijke,<br />

psychosociale en spirituele aard.<br />

Bij palliatieve zorg is niet de genezing van de<br />

patiënt het doel, maar een zo hoog mogelijke<br />

kwaliteit van leven, waardoor het ziekteverloop<br />

mogelijk positief beïnvloed kan worden;<br />

• is de dood een normaal natuurlijk proces,<br />

dat niet vertraagd of versneld wordt;<br />

• is er aandacht voor lichamelijke en psychische<br />

klachten;<br />

• worden de psychologische en spirituele aspecten<br />

in de zorg geïntegreerd benaderd;<br />

• is er emotionele ondersteuning voor de patiënt<br />

en zijn naasten om zo actief mogelijk<br />

te leven;<br />

• is er emotionele ondersteuning voor de<br />

naasten om te leren omgaan met de ziekte<br />

van de patiënt en met eigen rouwgevoelens;<br />

• wordt, indien nodig, vanuit een team zorgverstrekkers<br />

gewerkt, zodat aan alle noden<br />

van patiënten en naaste tegemoet kan worden<br />

gekomen, indien nodig ook na het overlijden<br />

van de patiënt.<br />

in palliatieve zorg spreekt men over het verlichten<br />

van bijvoorbeeld pijn of misselijkheid.<br />

hier kan een lijn getrokken worden naar de<br />

psychiatrie; ook hier kunnen we lijden gaan<br />

‘bestrijden’, zij het een ander soort lijden of


Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />

pijn. in het kader hiervan kan het van belang<br />

zijn diagnostische categorieën los te laten en<br />

te kijken naar de essentie van het lijden van<br />

de patiënt. Waaruit bestaat diens lijden? Wat<br />

kan zingeving zijn? hoe kan men diens hoop<br />

herstellen? Een palliatieve benadering omvat<br />

onder andere comfortzorg, totaalzorg en<br />

verliesverwerking. comfort is wat de patiënt<br />

daaronder verstaat, hij is degene die bepaalt<br />

wat comfort voor hem juist inhoudt. Wat totaalzorg<br />

betreft kunnen vier domeinen onderscheiden<br />

worden: lichamelijk, psychisch,<br />

diagnose<br />

Casus van Jan<br />

curatieve<br />

<strong>Zorg</strong><br />

t r<br />

Continuüm van zorg voor mensen<br />

met ongeneeslijk psychische aandoening<br />

Vrij naar Saskia Teunissen, 2007<br />

revalidatie en rehabilitatie<br />

a n<br />

s i<br />

Jan is een man van 45 jaar die na herhaaldelijke<br />

opnames in de psychiatrie op een PVT beland<br />

is. Hij heeft een licht mentale handicap, een<br />

obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis,<br />

stoornissen in de impulscontrole en lijdt aan<br />

potomanie. Hij woont op de PVT sinds 2005.<br />

De eerste jaren verlopen zonder enorme problemen,<br />

maar vanaf 2007 komen er moeilijkheden:<br />

Jan komt in conflict met de andere bewoners<br />

van de PVT: ze ergeren zich aan zijn rusteloos<br />

gedrag, schrokkerige manier van eten, hij kan<br />

soms ook erg opdringerig en aandachtvragend<br />

zijn. Deze conflicten hebben op hun beurt een<br />

negatief effect op het gedrag van Jan: hij kan<br />

zich niet verdedigen, het lukt hem zeker niet om<br />

sociaal en spiritueel. Maar krijgen deze domeinen<br />

steeds evenveel aandacht binnen de<br />

psychiatrie? voorts vinden we in de definitie<br />

van palliatieve zorg aandacht voor de context<br />

en aandacht voor hulpverleners. dit omvat zowel<br />

familieleden (‘mantelzorgers’) als professioneel<br />

betrokkenen. verder is er steeds meer<br />

aandacht binnen de palliatieve geneeskunde<br />

voor de autonomie van de patiënt. hoe zit het<br />

daarmee in de (chronische) psychiatrie? verandert<br />

de inhoud van de autonomie naarmate<br />

de chroniciteit van de aandoening verandert?<br />

t i<br />

e f<br />

ondersteunende zorg<br />

a s<br />

palliatieve zorg<br />

/ verlies zorg<br />

zijn gedrag bij te sturen en hij komt dus onder<br />

stress te staan, wat zich uit in meer agressie,<br />

vooral verbaal, een zeldzame keer lichamelijk.<br />

Hij kent een periode van enorme vermagering,<br />

waarvoor hij wordt opgenomen in het algemeen<br />

ziekenhuis maar er wordt geen lichamelijke oorzaak<br />

voor de vermagering gevonden. Na de<br />

opname is er geen verbetering op de PVT, de<br />

wrijvingen met de andere patiënten nemen toe<br />

en tegelijk ook de potomanie (waterverslaving)<br />

van Jan. Deze leidt tot hartfalen waarvoor verschillende<br />

opnames in het algemeen ziekenhuis.<br />

Hij wordt naar een meer structurerende afdeling<br />

overgebracht waar hij structuur en gedragstherapie<br />

krijgt maar zonder resultaat. Bij de minste<br />

kans drinkt hij enorme hoeveelheden, wat opnieuw<br />

leidt tot hartritmestoornissen en hartfa-<br />

Een laatste element dat opvalt is de vroegtijdige<br />

zorgplanning: is dit concept toepasbaar<br />

binnen de psychiatrie?<br />

dr. haekens en dr. decorte belichtten ook<br />

onderstaand model voor een continuüm van<br />

zorg voor mensen met een levensbedreigende<br />

ziekte en pasten dit vervolgens toe op de psychiatrie.<br />

e<br />

Palliatiefterminale<br />

zorg<br />

rouwbegeleiding<br />

overlijden<br />

len. Ook medicatieveranderingen hebben geen<br />

succes, ze leiden slechts tot sufheid, niet tot verandering<br />

in het gedrag. Na langere tijd (=enkele<br />

maanden) vruchteloos proberen wordt de vraag<br />

naar een palliatief beleid gesteld aangezien Jan<br />

onder het huidig beleid zeer ongelukkig is en<br />

men toch geen verbetering ziet. Maar gezien<br />

de jonge leeftijd van de patiënt en de onzekere<br />

afloop mocht men dit inderdaad palliatief benaderen<br />

(d.w.z. stoppen met de gedragstherapie,<br />

minder structuur en meer vrijheid voor Jan),<br />

wordt daar voorlopig niet op ingegaan. Sociaal<br />

gezien is er geen familie meer waarmee men kan<br />

overleggen. De vraag wordt nu gesteld wat voor<br />

Jan een goed zorgplan zou kunnen zijn, wat de<br />

verdere aanpak is in de toekomst.<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 17


Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />

Casus van Francine<br />

Francine is 62 jaar. Ze kende een moeilijke<br />

jeugd. Haar moeder was psychisch ziek en<br />

verbleef vele jaren in een APZ, waar ze in 1983<br />

overleed. Haar vader, die haar tijdens haar<br />

jeugd erg verwaarloosde, overleed in 1998 in<br />

een WZC. Zij was enig kind en werd een tijdje<br />

opgevoed door haar tante. Ze verbleef evenwel<br />

vele jaren (tot haar veertiende) in een weeshuis<br />

en nadien vier jaar in een klooster, dat ze op<br />

haar 18de verliet onder druk van haar vader. Nadien<br />

werd ze toegewezen aan een pleegvader<br />

waar ze ook nog een zestal maanden na haar<br />

huwelijk bij inwoonde. Met hem had ze een zeer<br />

goede band en hij had er voor gezorgd dat ze<br />

als dienstmeisje kon gaan werken. Dankzij hem<br />

kon ze 15 jaar uit het ziekenhuis blijven. Francine<br />

huwde in 1975. Het huwelijk liep spaak na<br />

zes maanden en bleef kinderloos. Vanaf 1966<br />

waren er geregeld opnames in het APZ, soms<br />

onder gedwongen statuut. Sinds 1989 verblijft<br />

ze permanent in het ziekenhuis. Ze verbleef op<br />

verschillende afdelingen en verbleef ook een<br />

korte periode in het PVT. Buiten het ziekenhuis<br />

heeft ze geen betekenisvolle contacten meer.<br />

Op psychiatrisch vlak is er een meervoudige<br />

pathologie: resttype schizofrenie, depressieve<br />

stoornis NAO, een theatrale en een borderlinepersoonlijkheidsstoornis.<br />

De somatische comorbiditeit<br />

is goed onder controle met medicatie<br />

(hypothyroïdie, essentiële hypertensie).<br />

Anderhalf jaar geleden werd ze overgeplaatst<br />

naar de afdeling ouderenpsychiatrie voor patiënten<br />

met een langdurige, meervoudige en<br />

moeilijk te stabiliseren pathologie. Sinds de<br />

overname worden we als team geconfronteerd<br />

met moeilijke dilemma’s inzake het zoeken naar<br />

de meest zinvolle en wenselijke behandeling en<br />

omgang met patiënte.<br />

Enerzijds merken we op dat er een objectieve<br />

lichamelijke achteruitgang is (geregeld incontinent,<br />

stapt met rollator,…). Anderzijds zien we<br />

bij patiënte een zeer uitgesproken regressief<br />

gedrag. Enkele maanden geleden zelfs in die<br />

mate dat er een potentieel levensbedreigende<br />

situatie ontstond met voedsel- en vochtweigering<br />

en dehydratatie tot gevolg. Ze weigert<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 18<br />

ook regelmatig haar medicatie, is agressief,<br />

verwijtend t.a.v. zorgverleners, etc. Bij het zoeken<br />

naar een geschikte aanpak balanceren we<br />

constant tussen enerzijds een supportieve attitude<br />

en anderzijds een gedragstherapeutische<br />

aanpak (met focus op aandachtsarm benaderen<br />

van probleemgedrag). Naast het regressieve<br />

blijven ook de psychotische aspecten<br />

zeer uitgesproken aanwezig onder de vorm<br />

van onder meer vreemde smaaksensaties en<br />

auditieve hallucinaties. Dit blijkt voor patiënte<br />

vaak zeer beangstigend.<br />

Gedurende het opnameverloop merken we dat<br />

ze zich steeds vaker afzondert van de groep,<br />

aanvankelijk door ostentatief in de leefruimte<br />

met het hoofd op de armen te gaan liggen en<br />

sinds enkele maanden verblijft ze nagenoeg<br />

aanhoudend op de kamer en is ze niet te motiveren<br />

om bij de medepatiënten te komen.<br />

Ook naar daginvulling toe (therapie/animatieaanbod)<br />

vinden we, zowel in het groeps- als in<br />

het individuele aanbod, weinig aansluiting. De<br />

activiteiten die ze vroeger opnam, laat ze nu<br />

achterwege. Ze kan bv. niet meer naar de radio<br />

luisteren, omdat ze geen lawaai verdraagt,<br />

ze komt nauwelijks nog toe aan het creatief<br />

bezig zijn. Vroeger hield ze zich graag bezig<br />

met knutselen, schilderen, tekenen, verhalen<br />

en gedichten schrijven. Als ze toelaat om haar<br />

situatie te bespreken, merken we een grote en<br />

aanhoudende lijdensdruk bij patiënte, omwille<br />

van onder meer de confrontatie met de lichamelijke<br />

aftakeling, omwille van haar voorkomen,<br />

omwille van de angsten geïnduceerd in<br />

de context van het psychotisch zijn, enz. Wanneer<br />

haar gevraagd wordt wat geluk voor haar<br />

betekent, stelt ze dat ze nooit meer gelukkig<br />

kan worden, geen enkel moment van vreugde<br />

meer kan kennen. Geluk is voor haar synoniem<br />

met haar jeugd, haar geboortedorp. Daar heeft<br />

ze nog goede herinneringen aan. Ze voelt zich<br />

ook op geen enkele manier geholpen.<br />

De vraag hoe en waarmee we Francine nog<br />

kunnen helpen creëert ook bij het team een<br />

gevoel van onmacht, soms fatalisme, en doet<br />

ons ook nadenken over de zin van ons verpleegkundig<br />

handelen bij deze patiënte.<br />

We zien dat er sprake is van een geleidelijke<br />

transitiefase van curatief naar palliatief, eerder<br />

dan van een plotse overgang. voorts wordt<br />

het palliatief denkkader niet gelijkgesteld aan<br />

terminale zorg. dit schema zou ook toepasbaar<br />

zijn op de psychiatrie, met als verschilpunt<br />

dat er eventueel pijlen in beide richtingen<br />

zouden komen bij de transitie.<br />

tot slot werd een belangrijk discussiepunt<br />

aangehaald, namelijk ‘hoe verhoudt psychiatrische<br />

palliatie zich tot rehabilitatie en herstel?’.<br />

Een mooie illustratie hiervan kan gevonden<br />

worden bij h. Muthert.<br />

h. Muthert: verlies en verlangen – verliesverwerking<br />

bij schizofrenie<br />

rehabilitatie<br />

focus op dat wat voor de patiënt wel (mogelijk)<br />

is<br />

herstel<br />

focus op zingeving, geven van betekenis aan<br />

wat de patiënt overkomt.<br />

herstel: wanneer rehabilitatie en verliesverwerking<br />

met elkaar in een zinvol verband kunnen<br />

worden gebracht.<br />

verliesverwerking<br />

focus op dat wat voor de patiënt niet meer<br />

(mogelijk) is.<br />

decorte, i., haekens, A. (<strong>2011</strong>). de plaats van<br />

palliatieve zorg in de benadering van patiënten<br />

met een psychiatrische aandoening [powerpoint<br />

slides]. presentatie Expertendag federatie<br />

palliatieve zorg vlaanderen, Wemmel, 11<br />

februari <strong>2011</strong><br />

Werkgroepen<br />

na de inleiding werden de aanwezigen verdeeld<br />

over vier werkgroepen. de twee gegeven<br />

casussen vormden hierbij de basis voor een<br />

aantal interessante discussies en gedachtewisselingen.<br />

hieronder worden de belangrijkste<br />

conclusies die uit de werkgroepen naar<br />

voren kwamen, beschreven. deze conclusies


Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />

kunnen we ruwweg over vier domeinen verde- Op het gebied van zorg, behandeling en benalen:<br />

het domein van de patiënt, het domein van dering werd onder andere het belang van diag-<br />

de hulpverlener, het domein van zorg, behannostiek besproken. de algemene consensus<br />

deling en benadering en ten slotte het domein was dat diagnostiek belangrijk kan zijn, mits<br />

van de palliatieve psychiatrie.<br />

goed toegepast. dat wil zeggen dat men moet<br />

Een eerste domein dat ter sprake kwam, was opletten voor zowel over- als onderdiagnos-<br />

dat van de patiënt. Uit verschillende werktiek. voorts werd ook van gedachten gewisseld<br />

groepen kwam naar voren dat in de beschrij- over het bieden van totaalzorg. het spiritueelving<br />

van de casussen maar zeer weinig terug existentiële aspect bleek hierin onderverte-<br />

te vinden is over wat de patiënt zelf ervaart genwoordigd te zijn. verder werd er ook ge-<br />

en beleeft. We zien vooral een casus zoals die steld dat “het spirituele in onze maatschappij<br />

beschreven wordt door een hulpverlener of eigenlijk geprivatiseerd is, het behoort tot de<br />

behandelaar maar blijven enigszins op onze privésfeer en juist daarom kunnen/durven we<br />

honger zitten naar wat er zich binnen de pa- het in de zorg niet meer ter sprake brengen.<br />

tiënt afspeelt. Waar heeft hij of zij nood aan? terwijl, áls we praten over het belang van<br />

Een palliatieve psychiatrie beoogt heilzaam zingevingvragen, iedereen erkent dat dit een<br />

te zijn, afgestemd op het individu. We misten belangrijk onderwerp is.” totaalzorg betekent<br />

deze individuele beleving echter in de pre- bijvoorbeeld ook het betrekken van de (familisentatie<br />

van de casussen. Een tweede punt ale) omgeving van de patiënt.<br />

dat ter sprake kwam is de autonomie van de in de vierde werkgroep kwam de palliatieve<br />

patiënt. in welke mate kan hij zijn autonomie psychiatrie aan bod. hier werd onder andere<br />

behouden? Men heeft nog erg de neiging om verwezen naar de presentietheorie van An-<br />

de patiënt te onderschatten en te snel als dries Baart, die een belangrijke rol zou kun-<br />

wilsonbekwaam te beschouwen. dat wil niet nen spelen in een palliatieve visie. het gaat er<br />

zeggen dat we elke patiënt volledig autonoom daarbij om een relatie op te bouwen met de<br />

moeten/kunnen laten, het duidt echter wel op patiënt. Ook de rol van de persoonlijke bege-<br />

het feit dat autonomie een individuele zaak is leider werd aangehaald, en de problematiek<br />

die door ons – hulpverleners – soms onder- van euthanasievragen wegens psychiatrisch<br />

schat wordt.<br />

lijden. tot slot werd de terminologie bespro-<br />

Op het gebied van de hulpverlener bleek dat ken. is ‘palliatieve psychiatrie’ wel een goede<br />

het – als hulpverlener – vaak moeilijk is om benaming? is die term niet te zwaar beladen<br />

los te laten. zijn we niet te zeer gefocust op of te sterk verbonden met het sterven? ter-<br />

zogenaamde succesfactoren? We willen voormen die als alternatieven werden voorgesteld<br />

uitgang boeken. Bovendien willen we het liefst waren bijvoorbeeld ‘comfortpsychiatrie’ of<br />

nog altijd volledige genezing bereiken. Loslaten<br />

is in die zin een moeilijk gegeven voor<br />

‘comfortzorg’.<br />

de hulpverlener. We zouden echter een an- Lezing prof. dr. Koerselman<br />

dere visie moeten cultiveren waarbij loslaten prof. dr. frank Koerselman (Utrecht) stelde<br />

niet gelijkstaat aan ‘in de steek laten’, maar dat palliatieve psychiatrie meer moet zijn dan<br />

op zich een vorm van zorg is. Een ander the- alleen maar een structurerend en steunend<br />

ma dat aan bod kwam, was de onwennigheid contact. dat laatste is immers een basisinter-<br />

van hulpverleners om existentiële vragen ter ventie. het domein van de palliatieve psychi-<br />

sprake te brengen. Existentiële kwesties zoatrie is verlichting van het lijden bij onbehanals<br />

bijvoorbeeld dood en zingeving kunnen ook delbare psychiatrische ziektes. het gaat om<br />

voor de hulpverlener moeilijke thema’s zijn die mensen met een chronisch ziekteverloop die<br />

liever vermeden worden. Maar er is een grote lijden. We zien dat behandelingen geen of on-<br />

nood bij veel patiënten om het net wel over die voldoende effect hebben. centraal staat hier<br />

thema’s te hebben.<br />

de onmacht, die als dusdanig ervaren wordt<br />

door zowel de hulpverlener, de patiënt als<br />

diens omgeving.<br />

Koerselman benadrukte dat, wanneer we<br />

spreken over de verlichting van het lijden,<br />

het van wezenlijk belang is ons te realiseren<br />

wat dat exact inhoudt. Wat betekent lijden?<br />

Om dit verder toe te lichten onderscheidde hij<br />

drie soorten lijden: het inhoudelijk lijden dat<br />

voortkomt uit de inhoud van de psychiatrische<br />

stoornis, het contextueel lijden dat te maken<br />

heeft met situaties waarin de ziekte zich afspeelt<br />

en ten slotte het metalijden. Koerselman<br />

stelde dat het domein van de psychiatrie<br />

gaat over inadequate gedachten, gevoelens<br />

en neigingen. het idee van inhoudelijk lijden<br />

wil zeggen dat mensen lijden door die inadequate<br />

gedachten, gevoelens en neigingen zelf.<br />

hierbij maakte hij de vergelijking met het somatisch<br />

ziektebeeld waar lijden veroorzaakt<br />

kan worden door pijn, jeuk, misselijkheid, enz.<br />

dit is wezenlijk niet anders bij psychiatrische<br />

klachten en symptomen. Wanneer we bijvoorbeeld<br />

kijken naar inadequate gedachten gaat<br />

het meestal over wanen of waanachtige denkbeelden.<br />

Grootheidswaan, zondewaan, achtervolgingswaan<br />

en alle overige waanbeelden<br />

leiden tot inhoudelijk lijden. Bijvoorbeeld de<br />

gedachte niets waard te zijn of dood te moeten<br />

is een leed dat verschrikkelijk is om te verdragen.<br />

Wanneer we dan kijken naar de gevoelens<br />

gaat het volgens Koerselman niet enkel<br />

om depressie en angst, maar ook verdriet,<br />

boosheid, zelfhaat en leegheid behoren tot gevoelens<br />

die buitengewoon pijnlijk kunnen zijn.<br />

Koerselman verzet zich in dit kader tegen de<br />

‘vragenlijstpsychiatrie’, waar men verschillende<br />

vragenlijsten krijgt, vakjes aankruist en<br />

vervolgens een diagnose krijgt. na de diagnose<br />

wordt dan volgens de richtlijnen een ssri<br />

(of selectieve serotonine-heropname remmer)<br />

of ander middel voorgeschreven en daarmee<br />

is de kous af. Koerselman benadrukte dat<br />

het belangrijk is met patiënten over deze gevoelens<br />

te praten zodat hun lijden eraan duidelijk<br />

wordt en je hier als hulpverlener contact<br />

mee kan maken. Wat de inadequate neigingen<br />

betreft kan je denken aan verslavingen, die eigenlijk<br />

een pathologisch onvermogen om op<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 19


Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />

te geven behelzen. denk aan alcohol, drugs,<br />

seks, anorexia, zelfverminking,…<br />

Een tweede vorm van lijden die Koerselman<br />

onderscheidt, is het contextueel lijden. Met<br />

deze term doelt hij op het lijden aan alles wat<br />

gepaard gaat met het psychiatrisch ziek zijn,<br />

bijvoorbeeld opgenomen moeten worden, het<br />

verbod om bezoek te ontvangen, medicatie<br />

moeten innemen, in isolatie moeten gaan,…<br />

veel van deze zaken worden door patiënten –<br />

zelfs al beseffen ze nadien dat het nodig was<br />

– als vernederend ervaren. voorts is er bijvoorbeeld<br />

ook de vereenzaming die een psychiatrische<br />

ziekte teweeg kan brengen; ook<br />

dat kan een bron van lijden zijn. Gezichtsverlies<br />

is een ander belangrijk element. Koerselman<br />

omschrijft dit op mooie wijze met volgend<br />

voorbeeld: op een feestje zal je niet vertellen<br />

dat je een psychiatrische ziekte hebt, het litteken<br />

van je galblaasoperatie laat je wel zien,<br />

maar dat je een psychiatrische aandoening<br />

hebt, daar kom je niet mee naar buiten. Eerverlies<br />

is een belangrijke bron van lijden bij de<br />

psychiatrische patiënt. in onze westerse samenleving<br />

moet je presteren, als je niet presteert<br />

heb je een probleem, kan je de ander niet<br />

onder ogen komen. contextueel lijden omvat<br />

ook bijwerkingen van medicatie, bijvoorbeeld<br />

verdikken, wat het gezichtsverlies en de vereenzaming<br />

kan versterken, of de seksuele<br />

problemen die door gebruik van antidepressiva<br />

kunnen ontstaan. non-compliance kan<br />

vaak begrepen worden vanuit het lijden dat de<br />

medicatie veroorzaakt.<br />

tot slot onderscheidde Koerselman een derde<br />

vorm van lijden, namelijk het metalijden. Met<br />

het metalijden bedoelt hij het lijden aan het lijden.<br />

het feit dat men zich bewust is dat men<br />

lijdt en vanuit die metapositie zijn eigen lijden<br />

beleeft. het is een buitengewoon intens lijden<br />

dat vaak hopeloosheid omvat. de machteloosheid<br />

die bij het onrecht en de beleving van<br />

het onrecht ervaren wordt, kan ook leiden tot<br />

afgunst op degene die er niet door getroffen<br />

wordt. Waarom ik? Koerselman benadrukte<br />

hoe belangrijk het is dat dit op tafel kan komen.<br />

hier ziet hij een belangrijke kernopdracht<br />

voor de palliatieve psychiatrie.<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 20<br />

de drie bovenstaande vormen van lijden kunnen<br />

in principe als een soort checklist gebruikt<br />

worden.<br />

in het tweede deel van zijn lezing had Koerselman<br />

het over het palliatieve repertoire. Wat<br />

houdt dat in? Enerzijds is medicatie belangrijk,<br />

anderzijds contact. Met medicatie doelt<br />

Koerselman niet op curatieve medicatie; die<br />

fase is voorbij. Bij palliatieve psychiatrie is<br />

medicatie per definitie gericht op klachten<br />

en symptomen. vermindering van het lijden:<br />

daar gaat het om. Ook gaat het niet zozeer om<br />

diagnose - of dsM-classificaties – maar wel<br />

om symptoom- en klachtgerichte medicatie.<br />

hier ontstaat bovendien de moeizame balans<br />

van werking ten opzichte van bijwerking, die<br />

het contextueel leed kan verhogen. het gaat in<br />

een palliatieve psychiatrie dus over maatwerk<br />

en individualisering. naast medicatie is het<br />

contact belangrijk. Enerzijds kan het contact<br />

bestaan uit het delen, onder woorden brengen<br />

van de inhoud van het lijden. Anderzijds zijn<br />

er nog interessante dingen te zeggen over het<br />

contact in de palliatieve psychiatrie. dat heeft<br />

volgens Koerselman te maken met twee contradicties<br />

waar je tegenaan loopt. ten eerste is<br />

er de contradictie “nabij zijn” versus “afstand<br />

bewaren”. ten tweede kan men spreken van<br />

meegaan versus begrenzen. dit is niet specifiek<br />

voor de palliatieve psychiatrie, maar is<br />

in de gehele hulpverlening – zowel somatisch<br />

als psychiatrisch – aan de orde. toch lijken<br />

deze contradicties een bijzondere rol te spelen<br />

in palliatieve situaties. nabijheid omvat ‘er<br />

zijn’, accepteren, respecteren, enzovoort. Wat<br />

volgens Koerselman belangrijk is, is dat je als<br />

behandelaar zelf in staat bent om zinloos lijden<br />

te aanvaarden. Met zinloos lijden doelt hij<br />

op het feit dat mensen geen zin kunnen geven<br />

aan hun lijden. Wanneer men bijvoorbeeld lijdt<br />

voor een goed doel, is het draaglijker omdat<br />

er perspectief aanwezig is. in situaties van<br />

zinloos lijden ontstaat de neiging een zin aan<br />

te praten, te willen geven aan degene die lijdt.<br />

Maar je moet zelf op een of andere manier in<br />

staat zijn om zo in het leven te staan dat je kan<br />

aanvaarden dat dingen soms onbegrijpelijk<br />

zijn of geen zin hebben. dat vergt dus iets van<br />

de behandelaar zelf. Koerselman gaf aan dat<br />

dit een moeilijk punt is. We worden immers<br />

dokter, psycholoog of verpleegkundige omdat<br />

we het lijden willen verhelpen. Een begrip<br />

verbonden aan nabijheid is afstand. Afstand is<br />

belangrijk omwille van de positieve en negatieve<br />

tegenoverdracht, aldus Koerselman. Met<br />

tegenoverdracht doelt Koerselman niet enkel<br />

op ieder gevoel dat een patiënt bij je oproept<br />

en dat iets te maken heeft met jezelf. in tegenoverdracht<br />

zit ook een deel van jezelf. in de<br />

hulpverlening bestaat het gevaar dat jij niet de<br />

patiënt helpt, maar hij jou. dat je bijvoorbeeld<br />

niet de eenzaamheid van de patiënt bestrijdt<br />

maar dat de patiënt jouw eenzaamheid bestrijdt.<br />

dit zijn bekende risico’s maar ze spelen<br />

hier des te meer. hier kan afstand dienen als<br />

wapen tegen de positieve overdracht. daarnaast<br />

kan afstand ook een symptoom vormen<br />

van negatieve overdracht. “Lijden veroorzaakt<br />

medelijden.” het lijden kan een band scheppen,<br />

maar het gevaar bestaat erin meegesleept<br />

te worden.<br />

Een andere contradictie die Koerselman benoemde,<br />

betrof het meegaan versus het begrenzen.<br />

Meegaan omvat het bevredigen van<br />

verlangens of althans het niet frustreren ervan<br />

maar tegelijk wel toetsen aan de realiteit.<br />

Een voorbeeld dat Koerselman hier omschrijft<br />

is de casus van een schizofrene vrouw die<br />

geen kinderen kan krijgen. dit heeft ze nooit<br />

kunnen accepteren en hieruit is een wensvervullende<br />

waan ontstaan dat zij ergens kinderen<br />

heeft. deze waan van moeder te zijn, kinderen<br />

te hebben, is van existentiële betekenis<br />

voor haar. in dit opzicht kan de waan als oplossing<br />

voor een probleem – het niet kunnen<br />

krijgen van kinderen – worden gezien. Maar<br />

deze waan creëert ook een probleem, namelijk<br />

de vraag waar die kinderen dan zijn. deze<br />

vrouw gelooft dat haar kinderen ontvoerd zijn<br />

en gaat hiervan ook melding doen bij de politie.<br />

na verloop van tijd is ze bij het politiebureau<br />

gekend, wordt ze kort ontvangen met<br />

een kop koffie en laten ze haar dan weer gaan.<br />

de vrouw is volledig ongevoelig voor enig antipsychoticum.<br />

Wat is nu het palliatieve hierin?<br />

Koerselman stelt dat het palliatieve erin zit op


Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />

de smalle evenwichtsbalk te lopen van het niet handvatten en richtlijnen kunnen aanreiken<br />

ontkrachten van de wensvervulling en tegelijk voor bijvoorbeeld het opstellen van een com-<br />

binnen de realiteit te blijven.<br />

fortzorgplan.<br />

verder verkende Koerselman wat palliatie Een tweede idee is het opleiden van mensen<br />

voor de behandelaar betekent. dit omvat het in de grondhoudingen die nodig zijn om met<br />

kunnen verdragen van uitzichtloosheid, het machteloosheid om te gaan. deze mensen<br />

kunnen accepteren van leed en onrecht. zouden op hun beurt ook zorg aan hulpverle-<br />

voorts is er steeds het afbreukrisico: als je ners kunnen bieden. in een (verdere) toekomst<br />

fouten maakt vergroot je het leed in plaats van kan men eventueel ook zo’n ploeg of opgeleide<br />

het te verkleinen. dit kan zelfs suïcide teweeg- personen in een thuiszorgteam opnemen.<br />

brengen. het is een niet-protocollair werken. verder werd als werkpunt genoemd: meer tijd<br />

tegelijkertijd is het echter ook zinvol en am- nemen voor patiëntenbespreking op chronibachtelijk<br />

werk.<br />

sche diensten. Meer tijd zou eventueel kunnen<br />

tot slot vermeldde Koerselman de verhouding leiden tot meer verdieping. het is ook mogelijk<br />

tot euthanasie en hulp bij zelfdoding bij psy- het behandelplan samen met de patiënt op te<br />

chiatrische patiënten. volgens Koerselman stellen in plaats van enkel met het team of de<br />

is palliatie per definitie anders. vanuit een hulpverlener.<br />

persoonlijk principiële houding stelde hij zich verder kan ieder binnen zijn werkcontext de<br />

afhoudend op ten opzichte van euthanasie bij thematiek die vandaag besproken werd – de<br />

een psychiatrische problematiek. het is ech- palliatieve psychiatrie – proactief ter sprake<br />

ter wel belangrijk – aldus Koerselman – een brengen. Men kan dit naar de directie en col-<br />

alternatief te bieden, namelijk het leed te verlega’s communiceren. Bovendien kan men<br />

zachten via palliatie.<br />

ook zelf al aandacht hebben voor het lijden bij<br />

elke individuele patiënt.<br />

Actiepunten<br />

Uit de bespreking van de werkgroepen kwam<br />

tijdens de afsluitende plenaire sessie formu- reeds naar voren dat de beleving van de paleerden<br />

de deelnemers een aantal ideeën voor tiënt in dit alles gemist werd. in het kader<br />

het werkveld en de overheid.<br />

hiervan zou er aan de patiënten gevraagd kun-<br />

Een eerste idee omvat het oprichten van een nen worden wat zij als comfort beschouwen<br />

comfortploeg binnen psychiatrische zie- en wat zij nog missen. Eventueel zouden op<br />

kenhuizen. deze ondersteunende ploeg zou een volgende studiedag enkele patiëntenver-<br />

dolores Bouckaert: in sEArch Of... (2009)<br />

enigingen kunnen worden uitgenodigd.<br />

verder kunnen we stellen dat existentiële of<br />

spirituele pijn een van de rode draden was die<br />

doorheen deze dag liep. Wat vooral naar voren<br />

kwam, was het gebrek aan aandacht hiervoor.<br />

dit zou reeds subtiel veranderd kunnen worden<br />

door in het elektronisch patiëntendossier<br />

een rubriek op te nemen rond spiritualiteit.<br />

Ook zou men een soort observatielijst kunnen<br />

maken die de hulpverlener kan gebruiken<br />

om het lijden in kaart te brengen. dit vormt<br />

een aanzet tot het creëren van een palliatief<br />

instrumentarium. het kan een zicht bieden op<br />

de noden die de patiënt ervaart.<br />

tot slot is het nodig – wil de palliatieve psychiatrie<br />

groeien – de terminologie te verduidelijken.<br />

Wat bedoelen we juist met ‘palliatieve<br />

psychiatrie’? hoe verhoudt deze zich ten opzichte<br />

van bijvoorbeeld de herstelgerichte visie<br />

of de rehabilitatiebenadering? Wie behoort<br />

tot de doelgroep en vanaf wanneer gaan we<br />

palliatief te werk? is er met andere woorden<br />

een kantelmoment? dit zijn stuk voor stuk<br />

vragen waar de werkgroep zich verder over<br />

kan buigen.<br />

Lene hoeben<br />

thesisstudente Klinische psychologie KULeuven, lid<br />

van de Werkgroep palliatieve zorg en psychiatrie<br />

contact: lene.hoeben@student.kuleuven.be<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 21


nieuws van het EApc-congres in Lissabon<br />

Elk jaar houdt de Europese Associatie pallia-<br />

tieve zorg (EApc) een internationaal congres<br />

rond een centraal thema. dit jaar vond het<br />

congres plaats in Lissabon en was het thema<br />

“palliatieve zorg steekt de hand uit” (“palliative<br />

care reaching out”). in het verlengde van<br />

dit thema willen we de relevante ontwikkelingen<br />

die gepresenteerd werden op het congres<br />

ook naar de zorgverstrekker aan bed<br />

brengen. vier studies werden geselecteerd<br />

door de stuurgroep research & praktijk van<br />

de federatie als relevant voor de dagelijkse<br />

praktijk(ontwikkeling) van palliatieve zorg.<br />

deze vier onderzoeken focussen elk op een<br />

centraal thema uit de palliatieve zorgpraktijk,<br />

namelijk (1) communicatie tussen patiënt en<br />

hulpverlener, (2) de beleving van kernsymptomen<br />

(hier: kortademigheid) door patiënten,<br />

(3) de ondersteuning van mantelzorgers,<br />

en (4) belangrijke behandeldoelen in de laatste<br />

maanden. hieronder vindt u een korte<br />

inhoud van elk van deze studies. indien u toegang<br />

wenst tot andere lezingen, kan u terecht<br />

op www.eapcnet.eu. voor vragen met betrekking<br />

tot onderzoek en palliatieve zorg of voor<br />

de stuurgroep research & praktijk kan u terecht<br />

bij Let dillen, de onderzoekscoördinator<br />

van de federatie (let.dillen@palliatief.be) of<br />

kan u de nieuwsflash raadplegen op www.palliatief.be.<br />

StudIe 1: de communicatie tussen patiënt<br />

en hulpverlener rond einde leven<br />

verbeteren bij niet-kanker gerelateerde<br />

aandoeningen: een kritisch overzicht van de<br />

literatuur<br />

Barnes, s., Gardiner, c., Gott, M., payne, s.,<br />

small, n., seamark, d, & halpin, d.<br />

Achtergrond. de Eindeleven strategie in Engeland<br />

benadrukt effectieve communicatie<br />

tussen patiënt en hulpverlener als een sleutel<br />

om de betrokkenheid van de patiënt in vroegtijdige<br />

zorgplanning te vergemakkelijken. de<br />

strategie wijst er echter op dat de communicatie<br />

met niet-kankerpatiënten vaak ontoereikend<br />

is. Onderzoek heeft bijvoorbeeld<br />

aangetoond dat patiënten met cOpd en hartfalen<br />

maar weinig weten over hun aandoening.<br />

de doelstelling van deze studie was bestaande<br />

patiënt-hulpverlener communicatie-interventies<br />

kritisch te evalueren aan de hand van een<br />

literatuurstudie. de bevindingen kunnen dan<br />

als basis dienen voor de ontwikkeling van een<br />

communicatie-interventie voor niet-kankerpatiënten.<br />

Methode. Er werd een systematisch literatuur-<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 22<br />

overzicht gemaakt van studies die communicatie-interventies<br />

beschreven voor patiënten<br />

die palliatieve of levenseindezorg kregen. 10<br />

elektronische databanken werden doorzocht<br />

op studies die gepubliceerd werden vóór februari<br />

2010. studies werden opgenomen voor<br />

het overzicht als ze in het Engels geschreven<br />

waren en als ze professionele communicatieinterventies<br />

beschreven voor patiënten met levensverkortende<br />

aandoeningen die palliatieve<br />

of levenseindezorg kregen.<br />

Resultaten. van de oorspronkelijke selectie<br />

van 755 artikels voldeden 19 aan de criteria<br />

voor de review. deze 19 artikels beschreven<br />

een variëteit van interventies voor zowel kankerpatiënten<br />

als niet-kankerpatiënten. sleutelelementen<br />

van deze interventies waren: het<br />

versterken van de professionele communicatievaardigheden,<br />

het verbeteren van patiënteneducatie,<br />

het faciliteren van vroegtijdige<br />

zorgplanning, en het starten van een dialoog<br />

rond de voorkeuren van de patiënt rond toekomstige<br />

zorg.<br />

Conclusies. Er werden verschillende interventies<br />

geïdentificeerd die belangrijke<br />

kernelementen bevatten voor een succesvol<br />

communicatiemodel. Bij de ontwikkeling van<br />

een communicatie-interventie voor patiënten<br />

met niet-kankeraandoeningen is het aangeraden<br />

om deze elementen op te nemen. Bovendien<br />

kan een dergelijke ontwikkeling niet<br />

zonder overleg met de eindgebruikers van de<br />

interventie en de professionele belanghebbenden.<br />

Een dergelijke interventie is nodig om tegemoet<br />

te komen aan de aanbevelingen vanuit<br />

het beleid naar verbeteringen op het vlak van<br />

communicatie.<br />

Referenties. Abstract vertaald door fpzv<br />

Origineel abstract: Barnes, s., Gardiner, c.,<br />

Gott, M., payne, s., small, n., seamark, d, &<br />

halpin, d. (<strong>2011</strong>). Enhancing patient-professional<br />

communication about End of Life issues<br />

in non-cancer conditions: A critical<br />

review of the Literature. European Journal of<br />

Palliative Care, Abstract book 12th Congress of<br />

the EAPC, p. 217.<br />

StudIe 2: Hoe kortademigheid ervaren<br />

wordt en de implicaties ervan voor de zorg:<br />

een kwalitatieve vergelijking tussen kanker,<br />

COPd, hartfalen en ALS (of MNd).<br />

Gysels, M. h. & higgingson, i. j.<br />

Achtergrond. Kortademigheid is een van de<br />

persistente en frequente kernsymptomen aan<br />

het einde van het leven. Er is echter weinig<br />

zicht op hoe de ervaring van kortademigheid<br />

verschilt tussen verschillende aandoeningen.<br />

deze studie vergelijkt de ervaring van kortademigheid<br />

bij kanker, cOpd, hartfalen en ALs,<br />

vier condities die een zware symptoomlast,<br />

slechte prognose, hoge mate van kortademigheid<br />

en palliatieve zorgnoden delen.<br />

Methode. voor deze kwalitatieve studie werden<br />

48 patiënten bevraagd met een diagnose<br />

van kanker (10), cOpd (18), hartfalen (10),<br />

of ALs (10) die dagelijks kortademigheid ervaren.<br />

patiënten werden gerekruteerd via de<br />

respectievelijke afdelingen van het ziekenhuis,<br />

specialist verpleegkundigen en via de “Adem<br />

Gemakkelijk” ontmoetingen. data werden verzameld<br />

aan de hand van semigestructureerde<br />

interviews en observaties. Kortademigheid<br />

werd vergeleken op zes componenten vanuit<br />

een verklaringsmodel en symptoomschemata,<br />

eerst binnen groepen en dan tussen<br />

groepen. frequentietellingen werden gedaan<br />

als toetsing van de kwalitatieve bevindingen.<br />

Resultaten. Alle aandoeningen deelden de beperkende<br />

effecten van kortademigheid. toch<br />

waren er ook verschillen tussen de vier condities,<br />

in de specifieke beperkingen van de ziekte<br />

en de ervaringen van de patiënten m.b.t. gezondheidszorg<br />

en sociale omgeving. Bij kanker<br />

signaleerde kortademigheid de (mogelijke)<br />

aanwezigheid van kanker en functioneerde het<br />

als een herinnering aan de sterfelijkheid ondanks<br />

de hoop die de patiënten gezet hadden<br />

op chirurgie, therapie en nieuwe medicijnen.<br />

Bij cOpd patiënten werd kortademigheid gezien<br />

als een zichzelf toegebracht symptoom.<br />

zijn verraderlijke aard en reactie op behandelingen<br />

ontkende hun ervaring en leidde gradueel<br />

tot meer beperkingen in de loop van de<br />

ziekte. patiënten met hartfalen zagen kortademigheid<br />

als een factor die bijdraagt tot de<br />

negatieve effecten van andere symptomen. in<br />

ALs betekende kortademigheid dat de ziekte<br />

een gevaarlijke bedreiging vormde voor het leven<br />

van de patiënt. cOpd en hartfalen hadden<br />

gelijkaardige ervaringen.<br />

Conclusie. Geïntegreerde palliatieve zorg is<br />

nodig, waarbij gebruik wordt gemaakt van<br />

alle gepaste therapeutische opties, samenwerking<br />

tussen gezondheids-, sociale zorgverstrekkers,<br />

patiënten en mantelzorgers, en<br />

therapieën die de dynamische relatie tussen<br />

lichaam, geest en ziel centraal stellen. Kortademigheid<br />

aanpakken zal de economische<br />

last en het lijden dat dit veroorzaakt verminderen<br />

aan het einde van het leven.<br />

Referenties. Abstract vertaald door fpzv<br />

Origineel abstract: Gysels, M. h., & hig


nieuws van het EApc-congres in Lissabon<br />

gingson, i. j. (<strong>2011</strong>). do patients with can-<br />

cer, cOpd, heart failure and Mnd Experience<br />

Breathlessness differently? European Journal<br />

of Palliative Care, Abstract book 12th Congress<br />

of the EAPC, p. 57.<br />

Meer lezen? Gysels, M.h. & higgingson, i.j.<br />

(<strong>2011</strong>). the lived experience of breathlessness<br />

and its implications for care: a qualitative<br />

comparison in cancer, cOpd, heart failure and<br />

Mnd. BMC Palliative Care, 10(15).<br />

StudIe 3: Hoe kunnen informele zorgverstrekkers<br />

gesteund worden tijdens kan-<br />

ker en palliatieve zorg? een bijgewerkt<br />

systematisch literatuuroverzicht van interventies<br />

en hun effectiviteit<br />

harding, r., List, s., Epiphaniou, E., & jones,<br />

h.M.<br />

Achtergrond. de noden van informele zorgverstrekkers<br />

van patiënten met kanker of een<br />

vergevorderde ziekte zijn erg gevarieerd, complex<br />

en grotendeels onbeantwoord.<br />

Doel. doelstelling van het onderzoek was<br />

enerzijds het updaten van een systematisch<br />

overzicht uit 2001 rond hetzelfde thema en<br />

anderzijds het evalueren van recente evidentie<br />

met betrekking tot de effectiviteit van interventies<br />

om informele zorgverstrekkers van<br />

kanker- en palliatieve patiënten te ondersteunen.<br />

de studie gaat met andere woorden de<br />

recent wetenschappelijke stand van zaken<br />

rond het thema na.<br />

Methode. Artikels tussen 2001 en de eerste<br />

week van juli 2010 werden opgezocht via de<br />

databanken Medline, psychinfO, en cinAhL.<br />

studies werden opgenomen wanneer ze gegevens<br />

rapporteren rond interventies voor informele<br />

volwassen zorgverstrekkers van een<br />

patiënt met een diagnose van kanker of die<br />

palliatieve zorg kreeg. Elke studie werd geëvalueerd<br />

aan de hand van een formeel systeem.<br />

Resultaten. 33 studies werden geselecteerd<br />

voor de review. deze studies suggereren een<br />

algemeen positieve impact van de verschillende<br />

interventies: 1-op-1 interventies (n = 8),<br />

dyaden (n = 4), groepsinterventies (n = 9), palliatieve<br />

zorg (n = 6), informatie (n = 3), fysiek<br />

(n = 2), en respijt (n = 1). drie studies waren<br />

beloftevol in hun bevindingen rond effectiviteit.<br />

de bevindingen tonen dat de twee meer<br />

technologisch gebaseerde gevalsstudies (hoewel<br />

nog in een embryonale fase) de uitkomsten<br />

van steun aan zorgverstrekkers kunnen<br />

verbeteren.<br />

Discussie. toekomstig onderzoek heeft nood<br />

aan betere onderzoeksmethodieken en de<br />

ontwikkeling van relevante en gevalideerde<br />

meetinstrumenten voor domeinen als steun<br />

aan zorgverstrekkers, last van de verzorgende,<br />

verhogen van copingvaardigheden en<br />

verminderen van psychologische stress. het is<br />

ook dringend nodig om onderzoek op te zetten<br />

over centra of instellingen heen met verschillende<br />

onderzoeksmethodes. hierdoor zullen<br />

er grotere steekproeven kunnen bereikt worden,<br />

waardoor er meer vergelijkingen en consistente<br />

resultaten zullen bekomen worden.<br />

de studies hebben evidentie getoond van verbeterde<br />

copingvaardigheden en verminderde<br />

stress, last en depressie bij de zorgverstrekker.<br />

Referenties. Abstract vertaald door fpzv<br />

Origineel abstract: harding, r., List, s., Epiphaniou,<br />

E., & jones, h. M. (<strong>2011</strong>). how can<br />

informal caregivers in cancer and palliative<br />

care Be supported? An Updated systematic<br />

Literature review of interventions and<br />

their Effectiveness. European Journal of Palliative<br />

Care, Abstract book 12th Congress of the<br />

EAPC, p. 208-209.<br />

Meer lezen? harding, r., List s, Epiphaniou<br />

E, & jones h. (<strong>2011</strong>). how can informal caregivers<br />

in cancer and palliative care be supported?<br />

An updated systematic literature review<br />

of interventions and their effectiveness. Palliative<br />

Medicine.<br />

StudIe 4: Wat zijn belangrijke behandeldoelen<br />

in de laatste drie levensmaanden?<br />

claessen s. j.j., Echteld M. A., francke A. L.,<br />

van den Block L., donker G.A., & deliens L.<br />

Onderzoeksdoelen. tegenwoordig wordt palliatieve<br />

zorg beschouwd als een continuüm<br />

van de diagnose van een levensbedreigende<br />

ziekte tot aan overlijden. doel van deze studie<br />

was om de assumptie te testen dat het belang<br />

van curatieve of levensverlengende behandelingen<br />

afneemt en het belang van palliatieve<br />

behandelingen toeneemt naarmate het overlijden<br />

nadert.<br />

Studiedesign en methode. Gegevens werden<br />

verzameld via een nederlands nationaal representatief<br />

netwerk van huisartspraktijken.<br />

huisartsen vulden een 21-item lang registratieformulier<br />

in voor al hun patiënten die nietplots<br />

overleden in 2009. huisartsen werden<br />

retrospectief gevraagd of genezing, levensverlenging<br />

of comfort/palliatie belangrijke behandeldoelen<br />

waren. dit werd gemeten op een<br />

5-puntenschaal van ‘helemaal niet belangrijk’<br />

tot ‘zeer belangrijk’. dit werd bevraagd voor<br />

drie tijdsperiodes: maand 2 en 3 voor het over-<br />

lijden, 2de tot 4de week voor het overlijden, en<br />

de laatste week voor het overlijden.<br />

Resultaten. Er werden data verzameld van 279<br />

patiënten die thuis of in een verzorgingstehuis<br />

een niet-plotse dood stierven. 55% had kanker<br />

en 45% waren niet-kanker patiënten. 50%<br />

van de patiënten was tussen 65 en 84 jaar oud.<br />

Bij alle patiënten en alle onderscheiden tijdsperiodes<br />

nam het percentage patiënten toe<br />

waarbij het palliatieve behandeldoel (zeer) belangrijk<br />

was naarmate het overlijden naderde.<br />

huisartsen beschouwden het palliatieve behandeldoel<br />

als (zeer) belangrijk bij 73% van<br />

de patiënten in maand 2 en 3 voor overlijden,<br />

terwijl dit in de 2de tot 4de week voor overlijden<br />

bij 89% van het geval was en bij 95% in<br />

de laatste week voor overlijden. Echter, bij<br />

7% van deze patiënten, die stierven aan een<br />

niet-plotse dood, werd genezing nog als een<br />

(zeer) belangrijk behandeldoel beschouwd in<br />

de laatste levensweek. Bij 9% van de patiënten<br />

werd levensverlenging als een (zeer) belangrijk<br />

behandeldoel beschouwd.<br />

Conclusie. palliatie is belangrijk bij een groeiend<br />

aantal patiënten wanneer de dood nadert.<br />

toch blijven genezing en levensverlenging bij<br />

sommige patiënten met een voorzien overlijden<br />

nog steeds (zeer) belangrijke behandeldoelen,<br />

zelfs in de laatste levensweek.<br />

Belangrijkste bron van financiering. zonMw<br />

(nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek<br />

en zorginnovatie).<br />

Referenties. Abstract vertaald door fpzv<br />

Origineel abstract: claessen, s. j.j., Echteld,<br />

M. A., francke, A. L., van den Block, L., donker,<br />

G.A., & deliens, L. (<strong>2011</strong>). What are important<br />

treatment Aims in the Last three Months<br />

of Life? European Journal of Palliative Care, Abstract<br />

book 12th Congress of the EAPC, p. 203.<br />

Meer lezen? recent is een artikel over dit onderzoek<br />

geaccepteerd door British Journal<br />

of General Practice. claessen s.j.j., Echteld<br />

M.A., francke A.L., van den Block L., donker<br />

G.A., deliens L. important treatment aims at<br />

the end of life. A nationwide study among Gps.<br />

Accepted for publication by BjGp <strong>2011</strong>.<br />

selectie en vertaling: Let dillen<br />

contact: let.dillen@palliatief.be<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 23


ecensies<br />

Aan weerszijden van de stethoscoop.<br />

Over kwaliteit van zorg en<br />

communicatie.<br />

Jan de Lepeleire en Manu Keirse<br />

(red.)<br />

Acco, <strong>2011</strong><br />

isBn 978 90 334 8482 7<br />

voorliggend boek betreft het eerste deel van<br />

een vierdelige reeks over patiëntgerichte zorg<br />

en communicatie. de bijdragen in het boek<br />

zijn van de hand van huisartsen en klinisch<br />

psychologen.<br />

de auteurs in het boek gaan uit van de overtuiging<br />

dat communicatie de belangrijkste<br />

klinische procedure blijft voor diagnose, behandeling<br />

en zorg voor patiënten (p. 7). het<br />

boek betreft niet minder dan een handleiding<br />

voor de wijze waarop men een patiëntenrelatie<br />

en patiëntenvertrouwen kan opbouwen.<br />

het boek leert hoe de arts dient rekening te<br />

houden met het ‘spoor van de patiënt’ waarop<br />

het ‘spoor van de arts’ dient aan te sluiten.<br />

de laatste twee hoofdstukken staan stil bij de<br />

wijze waarop informatie adequaat kan worden<br />

overgebracht en in het bijzonder bij het overbrengen<br />

van slecht nieuws.<br />

het boek biedt de lezer – (huis)arts in opleiding<br />

– in schema’s adequate en inadequate<br />

openingszinnen, toelichting bij stiltemomenten<br />

tijdens het patiëntenbezoek, (on)geschikte<br />

vragen om emoties te laten ventileren, heldere<br />

verwoordingen om een samenvatting in<br />

te leiden, richtlijnen qua communicatie met<br />

betrekking tot het klinisch onderzoek en het<br />

effect hiervan op de arts-patiëntrelatie, voorwaarden<br />

voor de effectiviteit van patiëntenfolders,<br />

protocollen voor het brengen van slecht<br />

nieuws in acute en in verwachte situaties met<br />

bijhorende adequate reacties, valkuilen en<br />

knelpunten; een strategie voor de aanpak als<br />

de familie vraagt de patiënt niet te informeren,<br />

wat te vertellen aan kinderen bij een levensbedreigende<br />

ziekte in het gezin, …<br />

de lezer krijgt tal van aanbevelingen rond<br />

communicatieve vaardigheden aangeboden<br />

volgens de structuur van een patiëntenbezoek<br />

bij de huisarts: wat, wanneer, hoe en waartoe<br />

wordt op een bepaalde wijze gecommuniceerd?<br />

Enkele opvallende stellingen in het boek blijven<br />

hangen bij de lezer. Een arts praat niet<br />

tegen een lichaam (p. 58). het beste therapievoorstel<br />

is dat wat het beste aansluit bij<br />

de persoon die op dat moment voor de arts<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 24<br />

zit (p. 67). de algemene kennis van de werking<br />

van het menselijk lichaam is bij veel patiënten<br />

zeer beperkt (p. 83) - niettegenstaande<br />

de voorkennis opgedaan via internet omtrent<br />

specifi eke ziektebeelden.<br />

de auteurs leggen concrete authentieke casussen<br />

voor, kennen de attitude van jonge artsen<br />

en oudere collega’s, spreken uit ervaring…<br />

telkens heel herkenbaar zowel voor patiënt<br />

als voor zorgverstrekker.<br />

het boek biedt onrechtstreeks een zeer zinvol<br />

perspectief voor iedere zorg- en hulpverlener<br />

in de palliatieve zorg. Wat opgaat voor de<br />

(huis)arts gaat immers grotendeels op voor iedere<br />

zorgverstrekker die het diagnostisch belang<br />

en het helend effect van communicatie<br />

niet gering inschat, zelfs voor ieder voor wie<br />

communiceren meer is dan praten (p. 51).<br />

toon Quaghebeur<br />

postdoctoraal onderzoeker, K.U.Leuven<br />

Adjunct-departementshoofd<br />

technologie, KhLeuven<br />

Gezondheidszorg en<br />

contact: toon.quaghebeur@arts.kuleuven.be<br />

Leven aan de grens.<br />

Refl ecties op terminale zorg.<br />

Marinus van den Berg en<br />

Carlo Leget<br />

Uitgeverij ten have , Utrecht, <strong>2011</strong><br />

isBn 978 90 259 6153 4<br />

Marinus van de Berg is pastor in een verzorgingstehuis<br />

in het multiculturele en –religieuze<br />

rotterdam. carlo Leget is theoloog en<br />

ethicus. hij doceert zorgethiek aan de universiteit<br />

in tilburg. ‘Leven aan de grens’ bundelt<br />

de briefwisseling die beide schrijvers gedurende<br />

vijfentwintig dagen met elkaar hadden<br />

naar aanleiding van een artikel voor het nederlandse<br />

tijdschrift ‘Handelingen’.<br />

het boek is de prachtige dialoog tussen twee<br />

mensen die elkaar vanuit een socratisch<br />

‘niet-weten’ uitnodigen tot refl ectie. volgens<br />

socrates was zelfrefl ectie de enige manier<br />

om inzicht te verwerven en te groeien. vanuit<br />

de dingen die Leget en van den Berg dagdagelijks<br />

meemaken in hun privéleven en<br />

in het werkveld, bevragen zij zichzelf en hun<br />

functioneren. in onze prestatiegerichte, hoogtechnologische<br />

maatschappij, waar waarden<br />

als vrijheid en individualisme hoogtij vieren,<br />

is er nog weinig tijd en ruimte om stil te<br />

staan bij onszelf, onze spiritualiteit en wat ons<br />

(on)gelukkig maakt. door bedenkingen neer<br />

te schrijven en door te sturen naar een ‘gelijkgezinde’<br />

die daarop reageert, nodig je elkaar<br />

uit tot kritische refl ectie.<br />

vijfentwintig dagen, vijfentwintig brieven, vijfentwintig<br />

antwoorden. En in elke brief en elk<br />

antwoord komt telkens hetzelfde thema aan<br />

bod: communicatie. dit is voor mij dé rode<br />

draad doorheen het boek. namelijk hoe belangrijk<br />

communicatie is in de zorg. Welke<br />

functie je ook bekleedt, welke opleiding je ook<br />

genoten hebt. Wat volgens beide schrijvers<br />

van belang is in je communicatie met mensen<br />

die lijden, is de mate waarin de hulpverlener<br />

zijn menselijkheid weet mee te delen, weet<br />

door te geven, weet uit te strooien. communicatie,<br />

niet enkel in de letterlijke betekenis<br />

van ‘het uitwisselen van informatie’ maar eerder<br />

als vorm van ‘communio’, ‘gemeenschap<br />

vormen’. simpelweg ‘je gezicht (durven) laten<br />

zien’ is zo betekenisvol en toch zo moeilijk. We<br />

moeten volgens de auteurs opnieuw leren vertrouwen<br />

op onze intuïtie. de onbewuste en tegelijk<br />

waardevolle kennis die zo essentieel is<br />

voor goede zorg. dit in tegenstelling tot ‘com


ecensies<br />

petenties’, die zo rationeel en ‘doenerig’ overkomen.<br />

Op die manier ijveren beide auteurs in<br />

hun boek voor een humanisering van de zorg.<br />

Wat mij vooral aanspreekt in dit boek, naast<br />

de aandacht voor spirituele zorg en het belang<br />

van communicatie, is de bescheiden<br />

manier waarop de schrijvers zichzelf en hun<br />

functioneren in vraag stellen. het zijn ervaren<br />

en hoogopgeleide professionelen die ieder op<br />

hun werkveld heel wat ervaring hebben opgedaan.<br />

En toch willen zij zichzelf geen ‘meesters’<br />

noemen in grote levensvragen. het is<br />

de lijdende zelf die meester is in zijn eigen<br />

leven(seinde), volgens hen. En het is de taak<br />

van de hulpverlener om lijdende mensen te<br />

helpen hier zicht op te krijgen. Als we hierin<br />

slagen en mensen meer beseffen wat waardevol<br />

(geweest) is in hun leven, zullen zij hun<br />

levenseinde met minder angst tegemoet gaan.<br />

daar geloof ook ik sterk in.<br />

Wat dit boek verder zo krachtig maakt zijn de<br />

vele uitspraken van wijze mensen die beide<br />

schrijvers citeren.<br />

Om al die redenen is het boek ‘Leven aan de<br />

grens’ een echte aanrader voor iedereen die<br />

op een of andere manier zorg draagt voor<br />

mensen die leven ‘aan de grens’. Om het met<br />

de woorden van Marinus van den Berg zelf te<br />

zeggen: “hopelijk stimuleert het mensen om<br />

te kijken naar de waarde van hun doen en denken<br />

en ervaren ze zo een glans van licht in elke<br />

dag!” Mij heeft het in ieder geval geïnspireerd!<br />

irène henderickx, palliatief deskundige en vormingsmedewerker<br />

pallion, secretaris Werkgroep spirituele<br />

en Existentiële zorg<br />

contact: irene.henderickx@pallion.be<br />

tonio. een requiemroman<br />

A.F.th. van der Heijden<br />

de Bezige Bij, <strong>2011</strong><br />

isBn 978 90 234 5954 5<br />

‘Er zijn geen woorden voor…’ hoor je vaak zeggen.<br />

Maar woorden zijn voor schrijvers dé manier<br />

om uitdrukking te geven aan dat wat hen<br />

vanbinnen beroert en bezighoudt. Woorden<br />

voor wat zeer doet, voor wat schrijnt. zo is er<br />

Anna Enquist met haar roman ‘Contrapunt’ en<br />

de poëziebundel ‘De tussentijd’, waarmee zij<br />

woorden geeft aan haar verdriet, aan haar gemis.<br />

haar dochter Margit overleed in 2001 (een<br />

‘dodehoekongeval’) toen ze met de fi ets door<br />

Amsterdam reed. tonio van der heijden overleed<br />

tien jaar later, aangereden door een auto<br />

terwijl ook hij door Amsterdam fi etste. zijn vader<br />

zoekt en vindt woorden om aan zijn verlies<br />

en verdriet uiting te geven. het wordt ‘Tonio.<br />

Een requiemroman’. hij laat zijn woorden voorafgaan<br />

door een zin uit hamlet: “Give sorrow<br />

words: the grief that does not speak whispers<br />

the o’erfraught heart, and bid it break.” vrij<br />

vertaald: geef woorden aan verdriet; verdriet<br />

dat niet gedeeld wordt, doet het hart tenslotte<br />

breken.<br />

Er zijn toch woorden voor…<br />

“De nieuwe toestand is er altijd, voelbaar zelfs<br />

als je het gegeven is er even niet aan te denken.<br />

Het geldt voorgoed. Vanaf nu tot aan het einde<br />

van mijn dagen zal Tonio’s dood er nooit even<br />

niet zijn. Ik heb hem in het AMC zien sterven,<br />

en op dat moment heeft hij zich in me genesteld:<br />

gelijkelijk verdeeld over mijn hoofd en mijn<br />

ingewanden. In mijn brein speel ik eindeloos de<br />

beelden van zijn leven af. Hij ligt ongemakkelijk<br />

op mijn hart, knijpt de eetlust uit mijn maag, en<br />

veroorzaakt gloeiende krampen in mijn darmen.<br />

Zijn remschoenen zitten aan mijn voeten. Hij<br />

vertraagt alles.” (p. 314)<br />

tonio’s dood en wat die met het leven van zijn<br />

ouders doet vormen de rode draad. van der<br />

heijden slaat zijwegen in, neemt bochtjes,<br />

keert een eindje terug en vertelt op die manier<br />

het verhaal van het gezin, de ups en downs<br />

van het echtpaar van der heijden, de komst<br />

van tonio, zijn kindertijd en jeugd, enz. het<br />

beeld wordt steeds completer. telkens weer<br />

keert de auteur, de vader, naar de dood van<br />

zijn zoon terug en dus ook naar het ondraaglijk<br />

gemis en verdriet en de onmacht. Als lezer<br />

krijg je een inkijk in de stilstand van hun<br />

leven, hoe verschillend de vader en de moeder<br />

rouwen, hoe alcohol verdooft maar niet<br />

heelt. het is overleven. Een andere verhaallijn<br />

is die van de zoektocht van beide ouders<br />

naar het ingekleurd krijgen van de dagen die<br />

aan tonio’s dood voorafgingen: wat deed hij?<br />

Met wie sprak hij? Waar was hij mee bezig?<br />

Op die wijze kunnen ze hem bij zich houden, is<br />

hij nog niet echt weg. puzzelstukjes zoekend.<br />

de zoektocht eindigt met een bezoek aan de<br />

plaats waar tonio werd aangereden.<br />

voor mij is tonio een roman waarin kwetsbaarheid<br />

en fragiliteit centraal staan.<br />

ik werd geraakt door de openheid waarmee<br />

de auteur inkijk geeft in zijn gevoelens en gedachten,<br />

in zijn zoeken hoe opnieuw rechtop te<br />

geraken – stuntelig en machteloos.<br />

Misschien zijn er geen woorden maar wel gebaren<br />

van troost:<br />

‘Godverdomme, Minchen, dat ik je zo weinig<br />

troost kan bieden, dat drukt zwaar op me.<br />

Troost impliceert een belofte: dat een toestand<br />

vroeg of laat zal verbeteren. Onze toestand zal<br />

nooit verbeteren. Nooit. Ik kan het je dus niet beloven.<br />

En… daar gaat mijn troost.’<br />

‘Je biedt mij wel troost’, zegt ze. ‘Alleen maar<br />

mijn hand vasthouden als ik huil, dat betekent al<br />

heel veel troost…ook al krijg ik er Tonio niet mee<br />

terug.’ (p.361)<br />

Laat je niet afschrikken door het aantal pagina’s<br />

(640), neem het boek gewoon vast, sla de<br />

eerste bladzijde om en laat je meevoeren.<br />

Kathleen van steenkiste<br />

vrijzinnig humanistisch consulent<br />

contact: kathleen.vansteenkiste@demens.nu<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 25


Adressengids<br />

1<br />

1. vzw Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />

westhoek – oosteNde<br />

stovestraat 2a<br />

8600 diksmuide<br />

tel: 051/51 98 00<br />

info@palliatieve.be<br />

www.pzwvl.be<br />

2. <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />

Noord west-vlaaNdereN vzw<br />

diksmuidse heirweg 647<br />

8200 Brugge sint-Andries<br />

tel: 050/40 61 50<br />

info@pznwvl.be<br />

www.pzwvl.be<br />

3. Palliatief Netwerk<br />

de MaNtel vzw<br />

Mandellaan 101<br />

8800 roeselare<br />

tel: 051/24 83 85<br />

info@demantel.net<br />

www.pzwvl.be<br />

2<br />

3<br />

4. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />

zuid west-vlaaNdereN vzw<br />

doorniksewijk 168<br />

8500 Kortrijk<br />

tel: 056/63 69 50<br />

palnet.zwvl@yucom.be<br />

www.pzwvl.be<br />

5. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />

geNt-eeklo vzw<br />

Bilksken 36<br />

9920 Lovendegem<br />

tel: 09/218 94 06<br />

npz.genteeklo@palliatieve.org<br />

www.palliatieve.org<br />

4<br />

netwerken palliatieve zorg<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 26<br />

5<br />

6<br />

8<br />

7<br />

9<br />

6. het leveN helPeN vzw<br />

sint-Walburgastraat 9<br />

9700 Oudenaarde<br />

tel: 055/20 74 00<br />

info@hetlevenhelpen.be<br />

www.palliatieve.org<br />

7. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />

waaslaNd vzw<br />

Moerlandstraat 20<br />

9100 sint-niklaas<br />

tel: 03/776 29 97<br />

info@npzw.be<br />

www.palliatieve.org<br />

8. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />

aalst-deNderMoNde-NiNove vzw<br />

Gentsesteenweg 179<br />

9300 Aalst<br />

tel: 053/21 40 94<br />

info@npzadn.be<br />

www.palliatieve.org<br />

9. foruM <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />

Brussel-halle-vilvoorde vzw<br />

j. vander vekenstraat 158<br />

1780 Wemmel<br />

tel: 02/456 82 07<br />

info@forumpalliatievezorg.be<br />

www.forumpalliatievezorg.be<br />

10. Palliatief Netwerk<br />

arroNdisseMeNt leuveN<br />

(PaNal vzw)<br />

Waversebaan 220<br />

3001 heverlee<br />

tel: 016/23 91 01<br />

vragen@panal.be<br />

www.panal.be<br />

12<br />

13<br />

11<br />

10<br />

14<br />

15<br />

11. Palliatief Netwerk<br />

MecheleN vzw (P.N.M)<br />

Willem rosierstraat 23<br />

2800 Mechelen<br />

tel: 015/41 33 31<br />

info@pnmechelen.be<br />

www.palliatief-netwerk-mechelen.be<br />

12. <strong>Palliatieve</strong> hulPverleNiNg<br />

aNtwerPeN vzw (Pha)<br />

UA – Gebouw f c – domein fort vi<br />

Edegemsesteenweg 100<br />

2610 Wilrijk<br />

tel: 03/265 25 31<br />

pha@ua.ac.be<br />

www.pha.be<br />

13. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />

NoorderkeMPeN vzw<br />

Bredabaan 743<br />

2990 Wuustwezel<br />

tel: 03/633 20 11<br />

info@npzn.be<br />

www.npzn.be<br />

14. Palliatief Netwerk<br />

arroNdisseMeNt turNhout vzw<br />

stationsstraat 60-62<br />

2300 turnhout<br />

tel: 014/43 54 22<br />

pnat@pnat.be<br />

www.pnat.be<br />

15. Netwerk <strong>Palliatieve</strong><br />

zorg liMBurg vzw<br />

A. rodenbachstraat 29 bus 2<br />

3500 hasselt<br />

tel: 011/81 94 72<br />

info@npzl.be<br />

www.npzl.be


MultidisciPliNaire<br />

BegeleidiNgsequiPes (MBe)<br />

1. vzw <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong>en Westhoek<br />

Oostende<br />

stovestraat 2a<br />

8600 diksmuide<br />

051/51 98 00<br />

2. <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong> Noord West-<br />

<strong>Vlaanderen</strong><br />

diksmuidse heirweg 647<br />

8200 Brugge sint-Andries<br />

050/40 61 52<br />

3.<strong>Palliatieve</strong> thuiszorg de Mantel<br />

Mandellaan 101<br />

8800 roeselare<br />

051/24 83 85<br />

4. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong> Zuid<br />

West-<strong>Vlaanderen</strong><br />

doorniksewijk 168<br />

8500 Kortrijk<br />

tel 056/30 72 72<br />

5. <strong>Palliatieve</strong> thuiszorg Genteeklo<br />

Bilksken 36<br />

9920 Lovendegem<br />

tel: 09/218.94.06<br />

6. Het Leven Helpen vzw<br />

sint-Walburgastraat 9<br />

9700 Oudenaarde<br />

tel: 055/20 74 00<br />

7. thuiszorgequipe <strong>Palliatieve</strong><br />

<strong>Zorg</strong> Waasland<br />

Moerlandstraat 20<br />

9100 sint-niklaas<br />

tel: 03/776 29 97<br />

8. <strong>Palliatieve</strong> thuiszorg arr.<br />

dendermonde<br />

Gentsesteenweg 179<br />

9300 Aalst<br />

053/21 40 94<br />

0475/46 27 19<br />

<strong>Palliatieve</strong> thuiszorg regio Aalst -<br />

regio Ninove<br />

Gentsesteenweg 179<br />

9300 Aalst<br />

053/21 40 94<br />

0473/96 98 96<br />

9. Omega<br />

j. vander vekenstraat 158<br />

1780 Wemmel<br />

02/456 82 03<br />

10. thuiszorgequipe Panal<br />

Waversebaan 220<br />

3001 heverlee<br />

016/23 91 01<br />

11. <strong>Palliatieve</strong> thuiszorgequipe<br />

Willem rosierstraat 23<br />

2800 Mechelen<br />

015/41 33 31<br />

12. <strong>Palliatieve</strong> Hulpverlening<br />

Antwerpen vzw<br />

UA – Gebouw f c – domein fort vi<br />

Edegemsesteenweg 100<br />

2610 Wilrijk<br />

tel: 03/265 25 31<br />

13. Coda thuiszorg<br />

Bredabaan 743<br />

2290 Wuustwezel<br />

03/633 20 11<br />

14. Ondersteuningsequipe Ispahan<br />

stationsstraat 60-62<br />

2300 turnhout<br />

014/42 66 02<br />

www.ispahan.be<br />

15. Pallion<br />

A. rodenbachstraat 29 bus 3<br />

3500 hasselt<br />

011/81 94 74<br />

www.pallion.be<br />

<strong>Palliatieve</strong> eeNhedeN (Pze)<br />

1. AZ damiaan - Campus St. Jozef<br />

nieuwpoortsesteenweg 57<br />

8400 Oostende<br />

059/55 31 65<br />

Jan Ypermanziekenhuis vzw<br />

Briekestraat 12<br />

8900 ieper<br />

057/35 64 91<br />

2. de Vlinder<br />

spaanse Loskaai 1<br />

8000 Brugge<br />

050/47 01 30<br />

3. Heilig Hartziekenhuis - campus<br />

westlaan - pze Het Anker<br />

Westlaan 123<br />

8800 roeselare<br />

051/23 83 74<br />

4. ten Oever<br />

AZ Groeninge Kortrijk<br />

reepkaai 4<br />

8500 Kortrijk<br />

056/63 29 30<br />

5. AZ Jan Palfijn<br />

Koningin fabiolalaan 57<br />

9000 Gent<br />

09/240 98 26<br />

az sint Lucas<br />

Groenebriel 1<br />

9000 Gent<br />

09/224 51 94<br />

uz Gent<br />

de pintelaan 185<br />

9000 Gent<br />

09/332 28 76<br />

6. AZ Zusters van Barmhartigheid<br />

Glorieuxlaan 55<br />

9600 ronse<br />

055/23 31 05<br />

7. AZ Nikolaas<br />

Oude zandstraat 99<br />

9120 Beveren<br />

03/760 51 60<br />

8. Charon ASZ Campus Aalst<br />

Merestraat 80<br />

9300 Aalst<br />

053/76 42 38<br />

az sint-BLasius - campus zeLe<br />

‘De haven’<br />

Koevliet 5<br />

9240 zele<br />

052/45 64 01<br />

9. AZ jan portaels - de Cirkel<br />

Gendarmeriestraat 65<br />

1800 vilvoorde<br />

02/257 58 30<br />

europa zk - site st. michieL<br />

Linthoutstraat 150<br />

1040 Etterbeek<br />

02/614 39 43<br />

europa zh - site Deux aLice<br />

Groeselenberg 57<br />

1180 Ukkel<br />

02/373 49 50<br />

eenheiD paLLiatieve zorG o.L.v. -<br />

campus asse<br />

Bloklaan 5<br />

1730 Asse<br />

02/300 60 93<br />

kLiniek sint Jan<br />

Kruidtuinlaan 32<br />

1000 Brussel<br />

02/221 98 70<br />

pze De oase<br />

ziekenhuislaan 100<br />

1500 halle<br />

02/363 63 98<br />

uvc BruGmann papYrus<br />

van Gehuchtenplein 4<br />

1020 Brussel<br />

02/477 23 46<br />

10. Heilig Hartziekenhuis<br />

naamsestraat 105<br />

3000 Leuven<br />

016/20 95 18<br />

sint-pieter ziekenhuis<br />

Brusselsestraat 69<br />

3000 Leuven<br />

016/33 70 60<br />

11. AZ Heilig Hart<br />

Mechelsestraat 24<br />

2500 Lier<br />

03/491 38 88<br />

az sint maarten - De manteL<br />

Leopoldstraat 2<br />

2800 Mechelen<br />

015/40 97 60<br />

12. Sint Camillus – Campus AZ Sint<br />

Augustinus<br />

Oosterveldlaan 24<br />

2610 Wilrijk<br />

03/443 33 55<br />

zna miDDeLheim<br />

Lindendreef 1<br />

2020 Antwerpen<br />

03/280 34 61<br />

ZNA stuivenBerG<br />

Lange Beeldekensstraat 267<br />

2060 Antwerpen<br />

03/217 73 64<br />

13. Coda Hospice<br />

Bredabaan 743<br />

2990 Wuustwezel<br />

03/633 20 10<br />

De mick vzw<br />

papestraat 30<br />

2930 Brasschaat<br />

03/217 10 11<br />

14. AZ turnhout -<br />

Campus Sint-elisabeth<br />

rubensstraat 166<br />

2300 turnhout<br />

014/40 66 26<br />

15. AZ Vesalius - ‘de Schelp’<br />

hazelereik 51<br />

3700 tongeren<br />

012/39 61 66<br />

maria ziekenhuis noorD-LimBurG<br />

Maesensveld 1<br />

3900 Overpelt<br />

011/82 64 11<br />

Jessa ziekenhuis<br />

stadsomvaart 11<br />

3500 hasselt<br />

011/30 85 20<br />

ziekenhuis oost-LimBurG<br />

stalenstraat 2<br />

3600 Genk<br />

089/32 57 12<br />

dagceNtra<br />

1. dagcentrum Complementaire<br />

<strong>Zorg</strong><br />

pater pirelaan 6<br />

8400 Oostende<br />

059/55 53 13<br />

2. ‘Heidehuis’ Brugge<br />

diksmuidse heirweg 647<br />

8200 Brugge sint-Andries<br />

050/40 61 50<br />

9. topaz<br />

j. vander vekenstraat 158<br />

1780 Wemmel<br />

02/456 82 02<br />

12. St. Camillus<br />

Oosterveldlaan 24<br />

2610 Wilrijk<br />

03/443 33 55<br />

13. Coda dagcentrum<br />

Bredabaan 743<br />

2990 Wuustwezel<br />

03/633 20 10<br />

daarenboven is in alle ziekenhuizen<br />

in vlaanderen een palliatief support<br />

team (pst) werkzaam. rust- en verzorgingstehuizen<br />

beschikken over<br />

een referente verpleegkundige palliatieve<br />

zorg. voor adressen en inlichtingen<br />

wendt u zich best tot het<br />

netwerk van uw regio.<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 27


Agenda<br />

3 februari 2012 (9u00 – 13u00) - Leuven<br />

studiedag van de werkgroep pst van de federatie<br />

thema: ‘de meerwaarde van palliatieve zorg voor de geriatrische<br />

patiënt’<br />

7 t/m 9 juni 2012 – trondheim (Noorwegen)<br />

7de research congres EApc<br />

Meer info (van zodra beschikbaar) op www.palliatief.be > agenda.<br />

Wist u dat …<br />

- ... u zich kunt inschrijven voor onze maandelijkse elektronische<br />

nieuwsflash via de homepage van onze website<br />

www.palliatief.be? Bovenaan de homepage staat een snellink<br />

naar het inschrijvingsformulier.<br />

- ... onze brochures tot stand komen in samenwerking met en<br />

verspreid worden door de netwerken palliatieve zorg? Een<br />

overzicht vindt u op www.palliatief.be, rubriek publicaties,<br />

subrubriek Brochures. de contactgegevens van uw netwerk<br />

vindt u onder de rubriek netwerken.<br />

- ... de federatie een nieuwe locatie in het Brusselse zoekt?<br />

vergaderruimte(s) en parking noodzakelijk, te huur of evt.<br />

te koop. voor vragen of tips kunt u terecht bij paul vanden<br />

Berghe, 0497 32 23 10.<br />

tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 28<br />

federatie palliatieve zorg vlaanderen vzw<br />

j. vander vekenstraat 158 - 1780 WEMMEL<br />

tel 02 456 82 00 / fax 02 461 24 41<br />

e-mail info@palliatief.be / website www.palliatief.be<br />

rekeningnummer 436-2162119-48<br />

recent verschenen<br />

Kijken naar het einde, het vergankelijke leven in<br />

foto’s en gedichten<br />

samenstelling en fotografie: hans Bomhof en Marga Berkhout, in sa-<br />

menwerking met het centrum voor levensvragen Amsterdam-diemen<br />

en de OsiraGroep Amsterdam.<br />

isBn: 978 90 5881 590 3<br />

Winkelprijs: 1 15,00. Kortingen voor zorginstellingen.<br />

Bestellen: netwerk palliatieve zorg Amsterdam-diemen via de website<br />

www.netwerkpalliatievezorg.nl/amsterdam<br />

Met de steun van:<br />

Kom op tegen Kanker, de campagne van de vlaamse Liga tegen Kanker

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!