2011 - Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen
2011 - Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen
2011 - Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
Tijdschrift voor <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong><br />
Dank u!<br />
België-Belgique<br />
- TijdschrifT van de federaTie PalliaTieve <strong>Zorg</strong> vlaanderen - B09<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
P.B./P.P.<br />
[ verschijnt jaarlijks - november <strong>2011</strong> - jaargang n° 7 ] issn 1784-5149<br />
<strong>2011</strong> - Europees Jaar van de Vrijwilliger<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
Dank u!<br />
dank u<br />
Dank u!<br />
DANK AAN AL ONZE VRIJWILLIGERS!<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 1
COLOFON<br />
REDACTIE<br />
dr. Marc cosyns<br />
Anne-Marie de Lust<br />
Let dillen, phd<br />
dr. senne Mullie<br />
MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER<br />
Mieke Ballinckx<br />
irène henderickx<br />
Lene hoeben<br />
toon Quaghebeur, phd<br />
paul vanden Berghe, phd<br />
Kathleen van steenkiste<br />
ADVIESRAAD<br />
Yvon Bartelink<br />
prof. dr. Bert Broeckaert<br />
toon Quaghebeur, phd<br />
paul vanden Berghe, phd<br />
Alexander verstaen, phd<br />
EINDREDACTIE<br />
Anne-Marie de Lust<br />
FOTO’s<br />
dolores Bouckaert (p. 8, 10, 15, 21)<br />
paul vanden Berghe (p. 3)<br />
LAY-OUT en DRUKWERK<br />
Kasper digitale Media<br />
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER<br />
dr. senne Mullie<br />
j. vander vekenstraat 158<br />
1780 WEMMEL<br />
REDACTIESECRETARIAAT<br />
federatie palliatieve zorg vlaanderen<br />
j. vander vekenstraat 158<br />
1780 Wemmel<br />
tel 02 / 456 82 00<br />
redactie@palliatief.be<br />
www.palliatief.be<br />
reknr. 523-0800500-34<br />
iBAn BE68 5230 8005 0034<br />
Bic triOBEBB<br />
de redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden teksten<br />
aan te passen en eventueel in te korten. de redactie kan niet<br />
verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van externe<br />
bijdragen. volledige of gedeeltelijke reproductie van artikels is<br />
toegelaten mits bronvermelding.<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 2
Editoriaal<br />
Geïnspireerd door het 8ste vlaams congres<br />
palliatieve zorg op 15 november <strong>2011</strong>, waar<br />
‘kantelmomenten in palliatieve zorg’ uitvoerig<br />
belicht werden, trekken we in dit nummer<br />
het thema open naar kantelmomenten in<br />
brede zin. Kantel-moment: op zich een prachtig<br />
woord, dat ruimte en tijd in zich verenigt.<br />
Maar wat is het precies? Wat onderscheidt een<br />
kantelmoment van een niet-kantelmoment?<br />
is het een keuze? Een beslissing? iets wat je<br />
overkomt? is het positief of kan het ook negatief<br />
zijn? ... Woordenboeken bieden geen soelaas;<br />
noch in de van dale, noch in de andere<br />
die we raadpleegden is het woord opgenomen.<br />
in een poging het begrip beter te begrijpen en<br />
te omschrijven, gingen we ons licht opsteken<br />
bij mensen uit de palliatieve wereld en<br />
daarbuiten. Om te beginnen bij auteur Bieke<br />
vandekerckhove van wie vorig jaar ‘De smaak<br />
van stilte. Hoe ik bij mezelf leerde wonen’ verscheen.<br />
Onze researchcoördinator Let dillen<br />
interviewde de ierse professor Klinische verpleegkunde<br />
philip Larkin die onderzoek verrichtte<br />
naar ‘transities’ van curatieve naar<br />
palliatieve en terminale zorg. Mieke Ballinckx,<br />
tot eind april <strong>2011</strong> opleidingsverantwoordelijke<br />
bij de federatie, is in haar huidige werk bewust<br />
bezig met kantelmomenten. ze schreef er een<br />
heel persoonlijk artikel over. En ook kunstenares<br />
dolores Bouckaert is gefascineerd door<br />
het onderwerp. zij stelde ons bovendien enkele<br />
mooie foto’s ter beschikking die voor haar<br />
bij het begrip kantelmoment passen. tot slot<br />
vroegen we aan een aantal ‘professionele vrijwilligers’<br />
om hun definitie van een kantelmoment<br />
te geven. daarmee bedoelen we mensen<br />
die een functie uitoefenen binnen de palliatieve<br />
zorg en daarnaast, zoals tientallen van<br />
hun collega’s in het vlaamse land, op vrijwillige<br />
basis meewerken aan de ontwikkeling,<br />
uitvoering, redactie, enz. van werkgroepen,<br />
studiedagen, visieteksten, brochures, … binnen<br />
de federatie. Aan het einde van het Europees<br />
jaar van de vrijwilliger mogen zij echt<br />
wel eens in de bloemetjes gezet worden, maar<br />
dat had u ondertussen al gemerkt.<br />
nog even terug naar het kantelmoment. Bij<br />
nader toezien is het misschien niet toevallig<br />
dat woordenboeken zich niet aan een definitie<br />
wagen. Als we namelijk iéts mogen concluderen<br />
uit de getuigenissen in dit nummer,<br />
dan misschien wel dat een kantelmoment<br />
geen objectief gegeven is maar altijd gekleurd<br />
wordt door de leefwereld en de beleving van de<br />
betrokken perso(o)n(en). Wat bovendien opvalt<br />
in de uitspraken van palliatieve zorgverstrekkers<br />
is hun aandacht voor het betrekken van<br />
de omgeving, d.w.z. naasten én hulpverleners,<br />
bij (de voorbereiding van) een kantelmoment<br />
bij de patiënt.<br />
Behalve bijdragen over kantelmomenten vindt<br />
u een verslag van Lene hoeben over de eerste<br />
Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie,<br />
begin dit jaar. hoewel ... ook in dit artikel<br />
valt het woord ‘kantelmoment’. Let dillen selecteerde<br />
vier abstracts die op het EApc-congres<br />
in Lissabon werden voorgesteld. En last<br />
but not least verneemt u in het voorwoord van<br />
onze directeur, paul vanden Berghe, meer<br />
over de prioriteiten, bezorgdheden en enkele<br />
verwezenlijkingen van een federatie die zichzelf<br />
stilaan als volwassen mag beschouwen.<br />
Wij wensen u heel veel leesgenot!<br />
Anne-Marie de Lust, eindredaceur<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 3
voorwoord paul vanden Berghe<br />
zakgeld, leefloon of loon naar werken?<br />
Beste lezer,<br />
zoals u allicht wel ervaren hebt, is de bekendmaking<br />
van onze visietekst Over palliatieve<br />
zorg en euthanasie niet onopgemerkt voorbijgegaan.<br />
niet in het minst omdat we voor<br />
het volgeboekte startmoment op 4 oktober in<br />
Antwerpen de handen in elkaar konden slaan<br />
met de makers van de documentaire Epilogue,<br />
waarin een palliatief omkaderde euthanasie<br />
doordringend en tegelijk respectvol in beeld<br />
werd gebracht. twee uitgangspunten geven<br />
we mee in deze visietekst: (1) het palliatief<br />
team staat open voor elke patiënt, ook voor de<br />
patiënt met een euthanasievraag, en (2) palliatieve<br />
zorg is een garantie voor een zorgvuldig<br />
en zorgzaam omgaan met euthanasievragen.<br />
de integrale tekst vindt u op onze website<br />
www.palliatief.be. dat de federatie met<br />
dit statement het editoriaal van een vlaamse<br />
kwaliteitskrant haalde in deze overdrukke mediatijden<br />
toont dat alvast de opiniemakers het<br />
belang ervan goed inschatten. Onder de hoofding<br />
Stilaan volwassen inzake levenseinde stelt<br />
Guy tegenbos in de standaard van 24 september:<br />
“de tegenstelling tussen die twee ebt<br />
weg. de gedachten zijn gerijpt. voor sommigen<br />
was de palliatieve zorg hét middel om de<br />
vraag naar euthanasie te vermijden, waardoor<br />
de palliatieve zorg voor anderen ‘te mijden’<br />
was. de consensustekst die de palliatieve<br />
teams - die intussen in alle ziekenhuizen zijn<br />
uitgebouwd - opstelden en waarover in deze<br />
krant bericht wordt, bevestigt dat die tijd voorbij<br />
is. Er is in de ogen van de palliatieve werkers<br />
geen tegenstelling tussen palliatieve zorg<br />
en euthanasie. palliatieve zorg is een aanpak<br />
waarop alle patiënten recht hebben zodra het<br />
levenseinde nadert, en euthanasie is één van<br />
de vele toetsen van dat instrument.”<br />
Onze basiswerkers mogen trots zijn op de weg<br />
die zij de voorbije jaren hebben afgelegd in het<br />
verlenen van steeds betere zorg aan het einde<br />
van het leven. Er zijn weinig sectoren in de sa-<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 4<br />
menleving waar op zo een korte tijd zoveel<br />
werk - zorgarbeid en ethische arbeid - is verzet.<br />
zeker, velen hebben mee de kar in beweging<br />
getrokken: gangmakers, opiniemakers,<br />
beleidsmakers op alle niveaus en niet in het<br />
minst de bevolking zelf. En we zijn er ook nog<br />
niet. vragen worden nog vaak niet gehoord, óf<br />
niet goed beluisterd. te aarzelend opgenomen<br />
of onkritisch uitgevoerd. in al die gevallen is<br />
in de eerste plaats de patiënt het slachtoffer.<br />
Maar ook de familie of de omgeving, en vergeten<br />
we zeker niet de (teams van) zorgverstrekkers.<br />
zozeer als goede patiëntenzorg<br />
energie is voor het team, zo raakt falende zorg<br />
het team in zijn ziel. zorg voor zorgenden mag<br />
geen loze frase worden, en intervisie krijgt<br />
binnen onze instellingen nog onvoldoende de<br />
plaats die het verdient…<br />
het is de verdienste van onze vlaamse basiswerkers<br />
palliatieve zorg dat we na bijna tien<br />
jaar wetten op euthanasie en op palliatieve<br />
zorg zo ver staan. de ervaring bij onze nederlandse<br />
collega’s bewijst dat dit helaas geen<br />
evidentie is. Als federatie palliatieve zorg<br />
vlaanderen zijn we zeer blij met onze eigen rol<br />
daarin. door het vertrouwen dat wij bij onze<br />
basiswerkers genieten, kunnen wij de vinger<br />
aan de pols houden van de palliatieve zorg in<br />
vlaanderen. zo voelde onze voorzitter de tijd<br />
rijp, voelde ons bestuur zich in de consensus<br />
voldoende sterk gedragen om met een dergelijke<br />
visietekst naar buiten te komen. het publiek<br />
maken van dit standpunt is daarmee niet<br />
enkel de bevestiging van een doorleefde evolutie.<br />
het is ook een signaal aan bevolking en<br />
beleidsmakers: je kan voor àlle vormen van<br />
medisch begeleid sterven bij de palliatieve<br />
zorg terecht. Én het is een uitnodiging aan alle<br />
begeleiders van het levenseinde om er verder<br />
werk van te maken, in ziekenhuizen, ouderenzorgvoorzieningen<br />
en in de thuiszorg. Wetten,<br />
beleidsmaatregelen, rechten en plichten zijn<br />
één zaak, het is echter in de dagelijkse praktijk<br />
dat goede zorg tastbare werkelijkheid<br />
moet worden: door vorming, bedside-teaching<br />
en intervisie, binnen het multidisciplinaire<br />
gebeuren dat het waarmerk van goede<br />
palliatieve zorg is. de federatie is blij dat ze<br />
als representatieve en pluralistische koepelorganisatie<br />
deze zorg kan en mag ondersteunen.<br />
Kennis- en expertisecentrum<br />
We doen dit eerst en vooral als kennis- en expertisecentrum:<br />
door onze sleutelpositie tus-<br />
sen het werkveld en de onderzoekers aan<br />
verschillende hogescholen en universiteiten<br />
zijn we ondertussen goed op de hoogte<br />
van verschillende onderzoeken, en kunnen<br />
we soms zelfs onderzoek in gang zetten bij<br />
diverse overheden of instellingen. de ontwikkeling<br />
van een multidisciplinair zorgpad<br />
palliatieve zorg (samen met de UAntwerpen)<br />
wordt dit jaar nog afgerond. We zijn ook actief<br />
voor de validering van de Savera-schaal<br />
(UGent en KULeuven) en voor de financiering<br />
van een onderzoek ‘tekenen van het naderend<br />
levenseinde’ (KULeuven). We steunen de ontwikkeling<br />
van kwaliteitsindicatoren palliatieve<br />
zorg (vUBrussel) en proberen ook een nieuw<br />
onderzoek naar palliatieve zorg bij het federaal<br />
Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg<br />
(KcE) erdoor te krijgen. registratie van palliatieve<br />
zorg blijft hoog op onze prioriteitenlijst<br />
staan. We hopen dat met een nieuwe regering<br />
het Kankercentrum met steun over de<br />
brug daarvoor kan komen. in de omgekeerde<br />
beweging, van onderzoekers naar werkveld,<br />
wordt u o.m. via onze maandelijkse nieuwsflash<br />
en op ons jaarlijks vlaams congres op<br />
de hoogte gehouden van de belangrijkste wetenschappelijke<br />
onderzoeksresultaten die uit<br />
deze en andere, ook internationale, onderzoeken<br />
voortkomen. En er zijn het Artsenforum<br />
en het nederlands-vlaams Onderzoeksforum.<br />
Maatschappelijke bewustwording<br />
de federatie werkt ook voor meer maatschappelijke<br />
bewustwording rond palliatieve zorg en<br />
het levenseinde. de hierboven aangehaalde<br />
startdag Over palliatieve zorg en euthanasie<br />
kan dit jaar ongetwijfeld als hoogtepunt gelden.<br />
voor de verdere invoering van vroegtijdige<br />
zorgplanning staat in 2012 opnieuw samenwerking<br />
met de Koning Boudewijnstichting<br />
op de agenda. Ondertussen ondersteunden<br />
we ook de correcte franse vertaling van het<br />
document Wilsverklaringen. Onze publieke<br />
communicatie van dit en vorige jaren leverde<br />
ons ook bij de media ondertussen de status<br />
van aanspreekpunt op, voor beleid, maar ook<br />
voor ‘het menselijke verhaal’. We hebben altijd<br />
meer vragen naar getuigenissen van patiënten,<br />
familie en zorgverstrekkers lopen dan we<br />
kunnen waarmaken. het is en blijft een delicate<br />
oefening, maar schroomvolle verhalen<br />
van goede zorg zijn belangrijk om duidelijk te<br />
maken dat kwaliteit van leven niet noodzakelijk<br />
stopt bij het bericht van een ongunstige diagnose.
voorwoord paul vanden Berghe<br />
zakgeld, leefloon of loon naar werken?<br />
Vorming, training en opleiding<br />
vorming, training en opleiding (vtO) blijft onze<br />
derde prioriteit. de eerste jaargang van de<br />
voortgezette opleiding Postgraduaat Pallia-<br />
tieve <strong>Zorg</strong> voor Artsen (drie modules van drie<br />
dagen met UAntwerpen, UGent en KULeuven)<br />
was zonder meer een succes en wordt in de<br />
loop van 2012 herhaald. Onze vormingsmedewerker<br />
Mieke Ballinckx ging dit jaar volledig<br />
zelfstandig werken, en neemt afscheid<br />
met een mooie bijdrage verderop in dit nummer.<br />
Met haar opvolger, Greet françois phd,<br />
voormalig voorzitter van de vereniging van<br />
Opleidings- en vormingsverantwoordelijken<br />
(vlaams Lerend netwerk), hebben we een<br />
echte vormingsdeskundige in huis. Een grondige<br />
hertekening van ons vormingsaanbod is<br />
de uitdaging voor het komend jaar. de aansluiting<br />
op en afstemming met onze andere<br />
initiatieven biedt daarbij krachtige perspectieven.<br />
We denken daarbij o.m. aan het zorgpad,<br />
straks ook aan de savera-schaal en aan de<br />
‘symptomen van het naderend levenseinde’,<br />
maar in de eerste plaats aan de richtlijnen<br />
voor palliatieve zorg. Afgelopen jaar zagen<br />
opnieuw verschillende richtlijnen het licht,<br />
waarvan de richtlijn Sedatie misschien wel de<br />
meest belangwekkende is. voor de komende<br />
jaren heeft de werkgroep ‘palliatieve Leidraad’<br />
er nog een aantal in de pijplijn, met als eerste<br />
de richtlijn pijn (zie www.pallialine.be).<br />
Beleidsvoorbereidend werk<br />
Met beleidsvoorbereiding als onze vierde prioriteit<br />
maken we onze rol als representatieve<br />
organisatie helemaal waar: in de federale<br />
Evaluatiecel palliatieve zorg, in het Kankercentrum,<br />
bij de vlaamse Gemeenschap voor<br />
de netwerken palliatieve zorg (hoorzitting netwerkfinanciering<br />
22 maart <strong>2011</strong>), bij de federale<br />
overheid (hoorzitting definitie palliatieve<br />
zorg in Kamercommissie volksgezondheid<br />
6 juli <strong>2011</strong>), bij het riziv voor de multidisciplinaire<br />
begeleidingsequipes van de palliatieve<br />
thuiszorg en voor de uitbreiding van palliatieve<br />
zorg in de ouderenzorg, bij de vlaamse<br />
Liga tegen Kanker voor de broodnodige aanvullende<br />
financiering van de palliatieve zorg…<br />
We hadden graag enkele nieuwe stappen of<br />
een kleine doorbraak aangekondigd, bv. in<br />
het dossier van de <strong>Palliatieve</strong> en Supportieve<br />
Dagcentra, in de ouderenzorgvoorzieningen,<br />
of onder de vorm van werklastvermindering<br />
voor de palliatieve supportteams in de ziekenhuizen…<br />
We kunnen enkel hopen dat het<br />
voorbereidende werk dat ondertussen op ver-<br />
schillende niveaus gebeurd is, zich snel in<br />
resultaten vertaalt eenmaal er een nieuwe federale<br />
regering gevormd is. dankzij de steun<br />
van de drie landelijke federaties (vlaanderen,<br />
Brussel en Wallonië) kan ondergetekende<br />
sinds dit jaar de stem van ons land ook laten<br />
horen in de raad van bestuur van de European<br />
Association for Palliative Care (EAPC). verder<br />
denkwerk over de definitie van palliatieve zorg,<br />
over de plaats van euthanasie in de palliatieve<br />
zorg, en de ondersteuning van de uitbouw van<br />
palliatieve zorg in Oost-Europa staan hier voor<br />
de komende termijn alvast op de agenda.<br />
Overleggroepen<br />
Onze overleggroepenwerking is onze vijfde<br />
prioriteit. de laatste van het rijtje, maar niet<br />
de minste, want net daar ligt de basis en bezieling<br />
van heel onze werking. Bijna dertig<br />
verschillende overleggroepen komen op regelmatige<br />
basis bijeen: bestuursorganen,<br />
stuurgroepen, werkgroepen per setting, per<br />
doelgroep, per thema of per palliatieve discipline,<br />
en (tijdelijke) projectgroepen. ze sturen<br />
en besturen, kaarten knelpunten aan,<br />
bereiden beleidsvoorstellen voor, organiseren<br />
vorming, ondersteunen elkaar en andere<br />
zorgverstrekkers, werken visies uit, ontwerpen<br />
instrumenten, schrijven teksten en steken<br />
studiedagen in elkaar. dat alles in nauwe<br />
wisselwerking met onze staf. terecht komt de<br />
dank aan de vrijwilliger op onze eerste pagina!<br />
Om slechts enkele groepen te noemen<br />
waarin vrijwilligers-zorgverstrekkers elkaar<br />
vinden: de Stuurgroep Ethiek heeft met haar<br />
werk voor de richtlijn (palliatieve) sedatie en de<br />
visietekst i.v.m. de verhouding palliatieve zorg<br />
en euthanasie lang verwacht en sterk werk afgeleverd.<br />
na enkele jaren komt de werkgroep<br />
<strong>Palliatieve</strong> zorgeenheden weer op volle kracht<br />
bijeen, de werkgroep <strong>Palliatieve</strong> zorg en Psychiatrie<br />
werkt voort op basis van de resultaten<br />
van een besloten studiedag afgelopen februari<br />
met 45 experten, de Stuurgroep Spirituele<br />
en Existentiële zorg onderzoekt concreet<br />
hoe de vierde focus van palliatieve zorg ook in<br />
de thuiszorg voldoende aan bod kan komen.<br />
de grootste uitdaging ligt ongetwijfeld in de<br />
vraag van de Multidisciplinaire Equipes voor<br />
de palliatieve thuiszorg (MBE’s): de ontwikkeling<br />
van een softwareapplicatie ‘e-Dossier<br />
PZ’ voor de opvolging van het patiëntendossier,<br />
de facturatie en registratie in deze setting,<br />
samen met enkele bijkomende modules.<br />
Met behulp van experten uit de equipes, ook<br />
Waalse en Brusselse, werd dit jaar alvast de<br />
weg van de inhoudelijke afstemming afgelegd.<br />
Met de afwerking van een lastenboek, voor het<br />
eind van dit jaar, zal opnieuw een belangrijke<br />
klip genomen zijn, in een dossier waarvan de<br />
moeilijkheidsgraad alleen door noodzaak om<br />
te slagen overtroffen wordt.<br />
het mag duidelijk zijn: met de hulp van al deze<br />
vrijwilligers-zorgverstrekkers en een gemotiveerde<br />
staf heeft de federatie zich de laatste<br />
jaren kunnen ontwikkelen tot knooppunt en<br />
draaischijf voor alle belangrijke initiatieven<br />
in de palliatieve zorg: onderzoek, vorming,<br />
beleid en bewustwording, gedragen door de<br />
hele sector, door sterke regionale netwerken,<br />
door alle settings palliatieve zorg. de<br />
verdere coördinatie, integratie en continuïteit<br />
van deze initiatieven is onze uitdaging voor de<br />
nabije toekomst. Goede interne afspraken onder<br />
de vorm van vernieuwde Statuten en Documenten<br />
‘ Deugdelijk Bestuur’ - in februari<br />
goedgekeurd - maken een vruchtbare samenwerking<br />
mogelijk die de inhoudelijke veelheid<br />
van talent en insteek niet uitvlakt, maar stimuleert,<br />
trouw aan onze pluralistische signatuur.<br />
in tijden van schaarse middelen is samenwerking<br />
in verscheidenheid de enige weg naar betere<br />
zorg.<br />
Gesticht in 1990 als aanvankelijk Belgische<br />
federatie palliatieve zorg, heeft de federatie<br />
palliatieve zorg vlaanderen, nu 21 jaar oud,<br />
de volwassenheid ruimschoots bereikt. het<br />
zou een fantastische erkenning zijn vanwege<br />
onze overheden mocht zij nu ook gefinancierd<br />
worden naar wat zij waarmaakt: deskundigheid,<br />
gedragenheid en inzet. Daarom graag:<br />
geen zakgeld, geen leefloon of overlevingspensioen,<br />
maar loon naar werk. Of zoals een<br />
gezaghebbend waarnemer van de sector het<br />
ooit formuleerde: “Voor dit geld kan je het als<br />
overheid niet zelf organiseren: je betaalt een beperkte<br />
staf en alle vrijwilligersinzet krijg je er gratis<br />
bij!”<br />
tot zolang woekeren wij verder, dankzij de genereuze<br />
inbreng van onze netwerken palliatieve<br />
zorg en de vele experten-vrijwilligers, en<br />
met de steun van de vlaamse Gemeenschap,<br />
de vlaamse Liga tegen Kanker, de stichting<br />
tegen Kanker, de Koning Boudewijnstichting,<br />
chairos vzw en dexia foundation.<br />
paul vanden Berghe<br />
directeur<br />
Bestuurslid EApc<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 5
interview Bieke vandekerckhove<br />
de vlinder in de klok<br />
Bieke vandekerckhove (°1969) studeerde psy-<br />
chologie toen ze op haar negentiende te horen<br />
kreeg dat ze aan de ongeneeslijke spierziekte<br />
ALs leed. haar levensverwachting beperkte<br />
zich tot enkele jaren maar totaal onverhoopt<br />
bleek de ziekte na een drietal jaar gestabiliseerd.<br />
Ondertussen leeft Bieke vandekerckhove<br />
al ruim twintig jaar met ALs. vorig jaar<br />
verscheen haar boek ‘De smaak van stilte. Hoe<br />
ik bij mezelf ben gaan wonen’. Aan de hand van<br />
27 korte hoofdstukken laat de auteur de lezer<br />
delen in haar ervaringen, inzichten, beschouwingen,<br />
bronnen … inspiratie en ondersteuning<br />
vindt ze onder andere in de benedictijnse<br />
spiritualiteit en het zenboeddhisme. Wat ze<br />
schrijft is doorleefd, genuanceerd en ‘to the<br />
point’. Een indruk die bevestigd wordt als we<br />
haar ontmoeten voor een interview over het<br />
thema ‘kantelmomenten’.<br />
Wat roept het woord ‘kantelmoment’ bij je op?<br />
het roept een ervaring op, in letterlijke zin een<br />
kantelervaring. Eén van de voorstellen voor de<br />
ondertitel van mijn boek was: ‘als de donkerte<br />
kantelt naar het licht’, maar het is dan uiteindelijk<br />
iets anders geworden. het is een heel<br />
persoonlijke definitie omdat ik op jonge leeftijd<br />
met een toch wel heel ingrijpend iets geconfronteerd<br />
ben geweest. plots geen perspectief<br />
meer hebben, aan het begin van je toekomst<br />
te horen krijgen dat je geen lang leven zult<br />
hebben, dat was voor mij een heel donkere<br />
en moeilijke periode. En dat je dan de ervaring<br />
opdoet, tijdens een driedaags verblijf in<br />
een abdij, dat het ineens kantelt, van donker<br />
naar licht …!<br />
het is uiteraard slechts een beeld. die ervaring<br />
kan je niet in woorden weergeven. ik wil<br />
er meteen ook aan toevoegen dat het niet zo is<br />
dat de donkerte daarmee verdwenen is. het is<br />
eerder de ervaring dat het donker niet alleen<br />
maar donker is. het heeft mijn visie op spiritu-<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 6<br />
aliteit bepaald, in die zin dat ik het hele leven<br />
zie als een initiatie, of een opeenvolging van<br />
initiatiemomenten. de puberteit, verliefd worden,<br />
het moederschap, het ouder worden; al<br />
die dingen die je als mens meemaakt, zie ik<br />
als een vorm van initiatie. En ik heb daar eigenlijk<br />
ervaren dat zelfs zoiets als een ongeneeslijke<br />
ziekte een vorm van initiatie kan zijn.<br />
Maar het is gevaarlijk en delicaat om daarover<br />
te praten. Als je er een theorietje over maakt,<br />
wordt het griezelig, maar als je op het niveau<br />
van de ervaring blijft, is het toch een wonder.<br />
Als je die pijnlijke situatie niet uit de weg gaat,<br />
als je ze doorleeft, dan doet het je het leven op<br />
een nieuwe manier ontdekken.<br />
Het horen van de diagnose benoem je niet als kantelmoment.<br />
Een kantelmoment is voor jou duidelijk<br />
iets positiefs?<br />
ja, het andere moment zou ik niet zo benoemen.<br />
daarvoor zou ik eerder het woord ‘breuk’<br />
gebruiken, of zoiets. Maar kantelen roept bij<br />
mij echt iets op van het ongrijpbare … de trappist<br />
André Louf had het ooit over ‘een sterven<br />
dat onverwacht naar het leven kantelt’, en dat<br />
is mijn ervaring. Als je ziek wordt, verlies je eigenlijk<br />
alles, je toekomstperspectief, je plannen,<br />
… en dat voelt als een soort sterven nog<br />
voor je moet sterven. En dat dát dan onverwachts<br />
kantelt … voor mij is die ervaring fundamenteel<br />
geweest; het heeft mij niet meer<br />
losgelaten. Omdat je op zo’n moment totaal<br />
niet verwacht dat je in de donkerste nacht een<br />
nieuw soort licht op het leven gaat ontdekken.<br />
dat was een totale verrassing!<br />
Een term als ‘initiatie’ verwijst naar nieuwe ervaringen.<br />
Je hebt het ook over het niet vastleggen in<br />
theorieën. Bedoel je daarmee dat ‘beweging’ in het<br />
leven essentieel is?<br />
ja, het risico is altijd om het toch vast te leggen<br />
waardoor de levende ervaring stolt tot iets<br />
dat dood is. En voor mij heeft dat met de kern<br />
van spiritualiteit te maken: het leven op je af<br />
laten komen met alles erop en eraan, het iets<br />
laten doen met jou, in beweging blijven, …<br />
Christoph Schlingensief, een Duitse operaregisseur<br />
en ‘enfant terrible’ die op zijn 47ste te horen kreeg<br />
dat hij aan een ongeneeslijke longkanker leed, beschrijft<br />
aan het begin van zijn dagboek vooral zijn<br />
grote woede maar noteert na verloop van tijd: “…<br />
pas wanneer we ons laten vallen en de dingen laten<br />
gebeuren, ervaren we welke vrijheid we hebben”.<br />
“Ons laten vallen”: opnieuw die beweging.<br />
daar bestaat in de zentraditie het prachtige<br />
beeld voor van de klok waarin een vlinder gevangen<br />
zit. Om uit de klok te ontsnappen, blijft<br />
de vlinder maar naar boven vliegen. tot het<br />
moment dat hij niet meer kan: dan moet hij<br />
zich wel laten vallen, en is daardoor bevrijd.<br />
ik vind het een heel mooi beeld om de woede<br />
en het verzet van die man te beschrijven. die<br />
strijd is iets wat erbij hoort, je kunt hem niet<br />
overslaan.<br />
En het kantelmoment: is het iets waarvoor je kiest<br />
of overkomt het je?<br />
zoals ik het ervaar, maak je ergens de keuze<br />
van niet opgeven en blijven zoeken, maar je<br />
kan zo’n ervaring op geen enkele manier afdwingen.<br />
je kan wel in je leven de voorwaarden<br />
scheppen waarin die kantelervaring kan<br />
plaatsvinden. En het is geen lichte keuze om<br />
de voorwaarden te creëren, maar de kantelervaring<br />
als dusdanig is iets wat een mens overkomt.<br />
zeggen: als je dit en dat doet, dan zal<br />
het gebeuren … neen.<br />
En elk mens moet op dat vlak zijn eigen weg gaan?<br />
ja, en je merkt ook in de literatuur dat er heel<br />
verschillende wegen zijn om tot de essentie<br />
van het leven door te dringen.<br />
Dat valt ook op in je boek: je haalt christelijke bronnen<br />
aan naast verhalen en citaten uit het boeddhisme,<br />
soefisme, … allerlei. Ook daar kies je voor<br />
openheid.<br />
ik denk dat het inherent is aan de diepe vrijheid<br />
die een dergelijke ervaring oproept. Elk<br />
lied, elk gedicht, elk verhaal, vanuit welke<br />
hoek ook, kan daar uitdrukking aan geven. het<br />
belangrijkste ligt in feite achter de woorden, in<br />
die zin zijn woorden relatief. Omdat de ervaring<br />
altijd groter is.<br />
Je citeert in je boek gedichten, je verwijst ook naar<br />
kunst. Bieden zij een vorm van troost?<br />
ik vind het belangrijk om regelmatig tentoonstellingen<br />
te bezoeken, mij over te geven aan<br />
wat ik zie, en af te gaan op wat mij raakt. Als je<br />
je laat raken door literatuur, door poëzie, door<br />
kunst, muziek ook, dan geeft dat voedsel aan<br />
je ziel. En om terug te komen op die kantelervaring:<br />
een enkele keer overkomt je zoiets en<br />
om daar voeling mee te houden, is het belangrijk<br />
om je te voeden met zo’n spirituele bronnen.<br />
Anders droogt die ervaring op.<br />
In die zin vroeg ik me ook af of zo’n kantelmoment<br />
definitief verworven is, of dat het iets is wat<br />
je weer kwijt kunt raken?
interview Bieke vandekerckhove<br />
de vlinder in de klok<br />
ja, je kunt het weer kwijtraken, je hebt zoiets<br />
niet voor eens en altijd op zak. het is opnieuw<br />
iets dat je niet kunt vasthouden, ook al vergeet<br />
je het niet meer want er is wel iets wezenlijks<br />
veranderd.<br />
Aan een kantelmoment gaat vertwijfeling vooraf. Is<br />
dat iets wat je kent?<br />
(Glimlacht) naast de woede is dat één van de<br />
grote metgezellen op mijn weg geweest, en<br />
nog. ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik dat<br />
niet kende of ken. Maar wat Benoît standaert,<br />
een Benedictijn en één van mijn voorbeelden<br />
in openheid, daarover zei, ben ik nooit vergeten.<br />
hij zei:“als je voldoende geloof hebt én<br />
voldoende twijfel, dan kom je tot de verlichting”.<br />
ik vond dat heel mooi omdat hij aan de<br />
twijfel een even belangrijke plaats toekende<br />
als aan het geloof. Om tot de essentie van het<br />
leven te komen heb je zowel geloof als twijfel<br />
nodig. Allebei. het is niet eenvoudig om met<br />
twijfel te leven. ik wil het zeker niet romantiseren.<br />
het is bij momenten een verschrikkelijke<br />
impasse. de zentraditie verwoordt dat treffend<br />
in het beeld van de poortloze muur. in een andere<br />
koan* gebruiken ze het beeld van een<br />
gloeiende vuurbal die in je keel steekt: je kan<br />
hem niet uitspuwen maar ook niet inslikken.<br />
Je zei in het begin al dat zo’n kantelervaring niet<br />
in woorden te vatten valt, maar kan je er misschien<br />
toch nog iets over zeggen?<br />
(Denkt lang na) het is op een punt komen van<br />
vertwijfeling dat je eigenlijk niet dieper kunt<br />
gaan, dat je niet meer weet waarin of waaruit,<br />
en dan loslaten, je laten vallen, zoals de<br />
vlinder in de klok, en tot je verbazing in een<br />
nieuwe, ongekende vrijheid belanden.<br />
Je hebt het in dat verband ook over ‘niet-weten’ …<br />
ja, en als je me zou vragen wat in verband met<br />
spiritualiteit voor mij het allerbelangrijkste is,<br />
dan zou ik zeggen die houding van ‘niet-we-<br />
ten’; al het bekende achter je durven laten.<br />
dat maakt een mens open voor het mysterie<br />
van het leven.<br />
Thick Nath Hanh, een bekende boeddhistische<br />
monnik, stelt dat lijden essentieel is voor ons welzijn<br />
en een voorwaarde voor begrip en mededogen.<br />
Volgens de Vlaamse choreograaf Alain Platel is lijden<br />
datgene wat mensen verbindt. Kan je iets met<br />
die uitspraken?<br />
in mijn ervaring kan lijden isoleren en verbitteren,<br />
maar het kan inderdaad ook echt een<br />
weg zijn naar meer medeleven met andere<br />
mensen. Als je zelf een keer in de hel bent geweest,<br />
ga je niet zo vlug meer oordelen over<br />
anderen . je wordt milder. Lijden verbindt, ja.<br />
het gevaar is echter dat je dat ook weer gaat<br />
gebruiken als een cliché. stel dat je zoiets<br />
gaat zeggen tegen iemand die pas een zware<br />
diagnose heeft gekregen, dan is dat nogal ongepast.<br />
Maar ik merk, door met mensen te<br />
praten die al wat meegemaakt hebben, dat ze<br />
in de loop van een proces van worstelen, toch<br />
ook wel op dat punt van verbondenheid komen.<br />
dat vind ik persoonlijk iets hoopvols. ik<br />
denk dat succes misschien mensen scheidt, of<br />
het risico inhoudt van afgescheidenheid.<br />
Op dat vlak zit er in je boek ook wel een zekere<br />
maatschappijkritiek in de zin van: “waar zijn wij<br />
niet allemaal mee bezig?”<br />
(Lacht) ja, je hoopt ergens geen zuurpruim te<br />
worden, maar het is wel zo. zeker als je in je<br />
leven met erge dingen geconfronteerd wordt,<br />
rijst de vraag wat echt belangrijk voor je is. je<br />
moet dan toch vaststellen dat heel veel dingen<br />
die je vroeger belangrijk vond, het niet zijn. ik<br />
was niet beter, het zit ook in mij. En dan kom<br />
je bij die dingen als verbondenheid, mededogen,<br />
… Al de rest is op zo’n momenten compleet<br />
onbelangrijk. natuurlijk, als je in die<br />
rush zit van een job, een huis afbetalen, kinderen<br />
grootbrengen, dan is het niet zo gemak-<br />
kelijk. ik heb de luxe om erover na te denken,<br />
ik heb tijd om de stilte in mijn leven toe te laten.<br />
Maar ik heb iets ontdekt dat toch wel zinvol<br />
kan zijn en ergens heb ik dat in mijn boek<br />
naar buiten willen brengen: het idee van een<br />
stuk verdieping, van verlangzamen.<br />
Stilte is heel belangrijk voor jou, getuige de titel<br />
van je boek. Wat zijn de kwaliteiten van de stilte?<br />
voor mij is de stilte een van de belangrijkste<br />
voorwaarden die zo’n ervaring als het kantelmoment<br />
dat ik beschreef, mogelijk maken.<br />
We leven in een tijd waarin veel zaken onze<br />
aandacht ‘naar buiten’ trekken. dat mag er<br />
allemaal zijn, is boeiend ook, maar stilte inbouwen<br />
vraagt om eens de andere beweging<br />
te maken: van buiten naar binnen. En dan kom<br />
je bij jezelf wonen. die uitdrukking komt trouwens<br />
van Benedictus, de stichter van de orde<br />
van de Benedictijnen. van hem wordt gezegd:<br />
‘hij woonde bij zichzelf’. dat heeft me altijd<br />
aangesproken, omdat het zo omvattend is.<br />
vandaar, als je continu in de jacht van het leven<br />
zit, ben je in feite nooit thuis bij jezelf. het<br />
valt me altijd weer op, zowel bij boeddhistische<br />
meesters als bij christelijke mystici, dat<br />
ze de mens telkens opnieuw naar zijn eigen<br />
innerlijk verwijzen. zoek het niet buiten je; wat<br />
echt belangrijk is, draag je in jezelf! je draagt<br />
de grond in jezelf. En ja, het vraagt tijd om daar<br />
voeling mee te krijgen.<br />
Tijd, en ook moed, zoals je zelf schrijft.<br />
ja, omdat als je de stilte ingaat en alle activiteiten<br />
wegvallen, er van alles wat in je zit naar<br />
boven komt. Ook verdriet en kwetsuren … En<br />
dan is het niet zo eenvoudig om daarnaar te<br />
kijken en er gewoon bij te blijven. Maar het<br />
is echt mijn ervaring dat, als je die moed opbrengt,<br />
als je afdaalt in je eigen hart, in je eigen<br />
werkelijkheid, door vele lagen van angst,<br />
verdriet en pijn heen, je dan bij die grond uitkomt,<br />
telkens opnieuw.<br />
“<br />
Kantelmomenten<br />
Kantelen is in beweging zijn, en tegelijkertijd ook stilstaan. Bewegen naar geen behandeling meer, naar zorg toelaten, naar afscheid nemen…<br />
Maar ook stilstand opdat mensen deze beweging zouden kunnen maken. de grootste uitdaging in palliatieve zorg is mijns inziens het<br />
‘samen kantelen’. Als de ziekte kantelt, kan de arts dat dan ook? En het team? En als zij dit doen, kan de patiënt hierin dan ook mee? En vindt<br />
de familie dan ook de kracht om die beweging te maken?<br />
zorgverstrekkers kunnen dit kantelen begeleiden, het betekent stilstaan en bewegen, het is het wankele evenwicht tussen kansen creëren<br />
op verandering en respecteren dat het (nog) niet gaat.<br />
Katlijn Willems<br />
covoorzitter Werkgroep sociaal Werk<br />
*Koan: raadselachtige vraag die in het zenboeddhisme aan leerlingen wordt gesteld om hen inzicht te laten verkrijgen in de ware aard van hun eigen geest. ”<br />
voorbeeld: wat is het geluid van één klappende hand? tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 7
interview Bieke vandekerckhove<br />
de vlinder in de klok<br />
Je ziekte is intussen al vele jaren gestabiliseerd<br />
maar vanuit je ervaring als patiënt vroeg ik me af<br />
wat volgens jou belangrijk is in het contact met<br />
zieken? Hoe wil je als patiënt door hulpverleners<br />
bejegend worden?<br />
Menselijk contact kan veel betekenen. niet in<br />
de zin van: ‘jij bent iemand met een ernstig lijden<br />
en ik ga je helpen’. Maar de houding van<br />
‘wij zijn allebei mensen die deel hebben aan<br />
het mysterie van leven en dood’. Een contact<br />
van mens tot mens dus. Een ontmoeting<br />
waarin geluisterd wordt, waar beide partijen<br />
zichzelf zijn en liefst gewoon doen. zijn<br />
wie je bent, geen rol spelen. Als je iets ergs<br />
meemaakt, word je supergevoelig voor hoe iemand<br />
je benadert en voor diens ‘kwaliteit van<br />
zijn’. En ook al weet ik dat er gezegd wordt dat<br />
hulpverleners hun eigen zoektocht niet moeten<br />
opdringen, denk ik dat er best een stuk<br />
wederzijdsheid mag zijn. Maar als ik naga<br />
wat mij heeft geholpen, dan is het in de eerste<br />
plaats dat iemand het kon opbrengen te<br />
luisteren zonder met antwoorden te komen.<br />
die de woede, het verzet en de twijfel kon laten<br />
zijn. soms denk ik dat hoe meer je je eigen<br />
pijn verwerkt hebt, hoe beter je aanwezig kunt<br />
zijn bij het lijden van een andere persoon. de<br />
ander zal wel aangeven hoever je kunt gaan,<br />
maar even goed kan er ruimte zijn voor humor.<br />
En om nog eens terug te komen op dat ‘wonen<br />
bij jezelf’: ik denk dat je pas ten volle aanwezig<br />
kunt zijn bij een ander als je dat ook kunt<br />
bij jezelf. Als ik uit eigen ervaring spreek, dan<br />
kan ik zeggen dat je ook feilloos aanvoelt of de<br />
ander bij zichzelf kan zijn. hoe meer innerlijke<br />
ruimte je zelf hebt, hoe beter je bij de ander<br />
aanwezig kunt zijn.<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 8<br />
dolores Bouckaert: cAst shAdOW 2010<br />
Je hoeft als hulpverlener niet altijd een antwoord<br />
klaar te hebben.<br />
neen. En vaak denken we, als we praten met<br />
iemand die iets ergs heeft meegemaakt, of die<br />
we moeten bellen; wat gaan we zeggen? Maar<br />
eigenlijk hoef je niets te zeggen. je hoeft geen<br />
oplossing of antwoord te geven. durf gewoon<br />
in alle openheid te vragen: hoe gaat het met<br />
je? Wees jezelf.<br />
In je boek heb je het uiteraard over de wanhoop die<br />
je overvalt na het vernemen van de diagnose, maar<br />
ook over de uitzichtloosheid: ‘Niet de winter, niet<br />
de crisis op zich is fnuikend, maar de duur, zonder<br />
hoop dat het ooit ophoudt’. Hoe ga je daarmee om?<br />
Bij mij zijn er twee dingen geweest. in het begin<br />
een periode waarin de ziekte snel evolueerde<br />
en ik op een bepaald moment nog een<br />
prognose van een jaar kreeg. dat was een crisis.<br />
En de kantelervaring heeft zich in die periode<br />
afgespeeld. En dan hoorde ik dat ik zou<br />
blijven leven, tegen alle verwachting in, en dan<br />
is er een nieuwe uitdaging. hoe leef je op de<br />
lange duur met zo’n ziekte? We hebben het in<br />
het begin al gehad over het belang van kunst,<br />
muziek, literatuur, spirituele bronnen… Met<br />
die kantelervaring alleen kom je er niet. je<br />
moet je ziel blijven voeden. Anders raak je<br />
vroeg of laat verbitterd. Want het is niet gemakkelijk<br />
om met zo’n ziekte en een perspectief<br />
van uitzichtloosheid te moeten leven. ik<br />
maak in mijn leven dan ook bewust tijd voor<br />
onder andere muziek, lezen, zenmeditatie,<br />
enzovoort. in die lange duur is het de kunst<br />
om je blijmoedigheid te bewaren, en die zaken<br />
helpen mij daar enorm bij.<br />
België is één van de weinige landen met een euthanasiewet.<br />
Hoe kijk jij naar die ene specifieke keuze<br />
aan het levenseinde?<br />
het is geen eenvoudige vraag om op te antwoorden.<br />
ik zie de dingen op dat vlak zeker<br />
niet zwart-wit. ik ben geen fanatieke voorstander<br />
van euthanasie, maar ook geen fanatieke<br />
tegenstander. voor mezelf hoop ik dat ik<br />
het leven op me af kan laten komen. Maar ergens<br />
denk ik dat het ook wel goed is dat het<br />
kan. het is een geruststelling te weten dat je<br />
niet oeverloos overgeleverd hoeft te zijn aan<br />
het lijden. Er zit echter ook waarde in het durven<br />
doorleven van uitzichtloosheid en pijn. Er<br />
is een bepaalde rijkdom van het leven die juist<br />
dan opengaat.<br />
Zijn er tot slot nog zaken die je waardevol vindt en<br />
waar we het niet over gehad hebben?<br />
ja, misschien wel het belang van de natuur.<br />
Arthur japin schrijft in zijn roman vaslav dat<br />
er maar één medicijn is tegen al ons verdriet<br />
en dat is de natuur. ik zou zeggen dat de natuur<br />
een van die voorwaarden is die een kantelervaring<br />
kunnen teweegbrengen. het heeft<br />
te maken met dat mysterie van het leven, het<br />
geraakt worden door de schoonheid van een<br />
weids landschap of domweg een bloem of een<br />
beestje op de vensterbank.<br />
Een kantelmoment in het kijken…<br />
ja, of met een ouderwets woord het ‘schouwen’.<br />
Een mooi woord om mee te eindigen. Heel hartelijk<br />
dank voor dit gesprek!<br />
interview: Anne-Marie de Lust<br />
Wenst u te reageren?<br />
dat kan op bieke.vandekerckhove@telenet.be<br />
of redactie@palliatief.be.
interview philip Larkin<br />
vergankelijk leven in de schaduw van de dood<br />
philip Larkin is sinds 2008 professor Klinische<br />
verpleegkunde (palliatieve zorg) aan het University<br />
college dublin en Our Lady’s hospice<br />
and care services, harold’s cross dublin. hij<br />
werkt bijna 20 jaar in palliatieve zorg, als verpleegkundige<br />
in de thuiszorg, regionaal directeur,<br />
opleider en wetenschapper. hij is lid van<br />
de nationale raad voor palliatieve zorg in ierland<br />
en was tevens vicepresident van het EApc<br />
tot april 2007. in 2006 ontving hij een Lifetime<br />
Achievement Award van de Macmillan cancer<br />
support organisatie en het international journal<br />
of palliative nursing als erkenning voor<br />
zijn Europees en internationaal werk rond opleiding<br />
en vorming in palliatieve zorg en verpleegkunde.<br />
We nodigden prof. Larkin uit voor<br />
het tijdschrift, omwille van zijn ruime expertise<br />
en in het bijzonder omwille van zijn werk<br />
rond transities. hij deed namelijk vier jaar onderzoek<br />
rond de transities van curatieve naar<br />
palliatieve en terminale zorg, een onderzoek<br />
dat gesponsord werd door het irish health research<br />
Board fellowship.<br />
In 2007 verdedigde u in Leuven uw doctoraatsthesis<br />
over kantelen naar palliatieve zorg. Kan u uw<br />
onderzoek en de belangrijkste bevindingen ervan<br />
kort beschrijven?<br />
Mijn doctoraatsthesis was een kwalitatief fenomenologische<br />
studie naar de betekenis<br />
van de transitie of kanteling naar het levenseinde<br />
bij patiënten met vergevorderde kanker.<br />
ik was daarbij voornamelijk geïnteresseerd in<br />
hoe patiënten omgingen met de kanteling van<br />
curatieve naar palliatieve zorg en daarna naar<br />
het terminale stadium, met een bijzondere focus<br />
op deze laatste kanteling.<br />
in het kader van mijn studie interviewde ik 120<br />
patiënten in 6 Europese landen, namelijk het<br />
verenigd Koninkrijk, ierland, italië, spanje,<br />
nederland en zwitserland. Alle geïnterviewden<br />
waren in hun laatste 9 levensmaanden. ze<br />
werden geïnterviewd op de plaats waar ze zorg<br />
ontvingen, wat meestal een ziekenhuis of een<br />
hospice was. ze waren er opgenomen omwille<br />
van symptoomcontrole of levenseindezorg. de<br />
gesprekken verliepen in hun eigen moedertaal<br />
en werden nadien vertaald naar het Engels.<br />
de keuze om de patiënten te interviewen<br />
was een erg bewuste keuze, omdat in de periode<br />
van mijn doctoraat veel onderzoek over<br />
palliatieve patiënten gebeurde aan de hand<br />
van verklaringen van hun familieleden. hierdoor<br />
was er zeer weinig geweten over het perspectief<br />
van de palliatieve patiënt zelf.<br />
Een dergelijk grote kwalitatieve studie met<br />
120 patiënten is nogal ongewoon, en genereert<br />
niet alleen een veelheid aan data maar<br />
ook aan resultaten. Om hier een overzicht over<br />
te houden heb ik mijn bevindingen gegroepeerd<br />
in vier rubrieken. deze rubrieken werden<br />
benoemd als ‘leefwereld existentiëlen’<br />
(in het Engels: ‘lifeworld existentials’) naar<br />
het werk van de nederlands-canadese fenomenologist<br />
Max van Manen. de vier rubrieken<br />
waren: ‘Geleefd Lichaam’ (in het Engels:<br />
‘Lived Body’), ‘Geleefde ruimte’ (in het Engels:<br />
‘Lived space’), ‘Geleefde tijd’ (in het Engels:<br />
‘Lived time’) en ‘Geleefde Ander’ (in het Engels:<br />
‘Lived Other’). ik belicht ze alle vier even<br />
kort op basis van de studie.<br />
‘Geleefd Lichaam’ – dit thema verwijst naar<br />
de erkenning door de patiënt van de veranderende<br />
complexiteit van zijn ziekte, naar het<br />
emotionele antwoord op de act van het kantelen<br />
en naar de rol van het hospice of de palliatieve<br />
zorgeenheid als een centrum van<br />
ondersteunende zorg. het was duidelijk dat<br />
naarmate de patiënten fysieke verandering<br />
merkten in hun uiterlijk of in hun vermogen<br />
om zich te verzorgen, ze begrepen dat dit een<br />
verslechtering en/of een risico op overlijden<br />
inhield. dit leidde tot een brede variëteit aan<br />
emoties, gaande van frustratie, een gevoel<br />
gebroken te zijn en een gevoel van ontsteltenis,<br />
over de vastberaden wil om te overleven,<br />
naar een berusting in de realiteit na een<br />
lange strijd tegen kanker. patiënten toonden<br />
me de tekenen van hun fysieke verandering,<br />
zoals gewichtsverlies, huidveranderingen, immobiliteit<br />
en een uitgesproken vermoeidheid.<br />
de interventie van palliatieve zorg kwam vaak<br />
op een moment van grote nood en turbulentie<br />
in hun leven, wanneer ze een complex symptoom<br />
hadden of wanneer ze hun dagelijks leven<br />
niet meer konden beredderen. Opname in<br />
een palliatieve zorginstelling gaf hen de mogelijkheid<br />
om in hun leven een nieuw evenwicht<br />
te vinden en om na te denken hoe ze hun<br />
veranderde toekomst zouden benaderen.<br />
‘Geleefde ruimte’ – hier konden we drie subthema’s<br />
onderscheiden. dit waren de ervaring<br />
van de ruimte rondom hen (de zorgomgeving),<br />
de nood om een ruimte te zoeken als<br />
toevluchtsoord (gerelateerd aan ‘Geleefd Lichaam’),<br />
en de nood om een woonplaats te<br />
creëren. plaatsen van zorg waren belangrijk<br />
voor de patiënten. het was belangrijk dat ze<br />
een comfortabele kamer hadden met privacy.<br />
toch is het belangrijk om daarbij op te merken<br />
dat in tegenstelling tot het huidige concept van<br />
enkele kamers op palliatieve zorgeenheden,<br />
veel patiënten de voorkeur gaven aan het contact<br />
in kleinere eenheden waar ze zich minder<br />
geïsoleerd voelden. veel nadruk werd gelegd<br />
op de idealen van rust, comfortzorg en veiligheid<br />
die door de palliatieve zorgfilosofie centraal<br />
worden gesteld. veel patiënten brachten<br />
kleine spullen mee (zoals foto’s, een lamp, een<br />
donsdeken), waardoor ze zich veiliger voelden<br />
in een onbekende omgeving. We weten dat dit<br />
belangrijke psychologische gevolgen heeft in<br />
het verwerken van de nakende dood. voor patiënten<br />
die voor hun levenseindezorg naar een<br />
hospice of een palliatieve zorgeenheid verhuisden,<br />
was het een tijd van verandering en<br />
“<br />
Kantelmomenten<br />
voor mij is een kantelmoment een moment waarop keuzes gemaakt worden. Kantelmomenten kunnen zowel positief als negatief zijn. ze<br />
kunnen groeikansen in zich dragen, maar ook een sterk appel doen op de veerkracht van mensen. ze kunnen onrust en angst veroorzaken,<br />
maar ook rust brengen. in een palliatieve context lijkt een kantelmoment een eerder negatieve bijklank te hebben, maar ook hier kan een<br />
keuze rust brengen en kansen creëren, bijvoorbeeld om afscheid te nemen of om een afscheid voor te bereiden.<br />
Onze taak als hulpverlener bestaat erin om mensen te ondersteunen om in die kantelmomenten hun evenwicht terug te vinden.<br />
”<br />
rosemie van Bellingen<br />
voorzitter projectgroep netwerkindicatoren<br />
1 Omwille van de eenvoud hanteren we doorheen de tekst ‘zijn’ en ‘hij’ wanneer er even goed ‘haar’ of ‘zij’ bij kan gedacht worden.<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 9
interview philip Larkin<br />
vergankelijk leven in de schaduw van de dood<br />
van het opnieuw loslaten van enkele emotio- ‘Geleefde Ander’ – dit thema verwijst naar<br />
nele bindingen met familie en thuis. het gaf de verandering in relaties en in het bijzonder<br />
patiënten een veilig gevoel om in een periode naar het belang dat de patiënt hecht aan de<br />
van snelle en onvoorspelbare veranderingen relaties tussen hemzelf, de staf en andere pa-<br />
in een van deze palliatieve zorginstellingen te tiënten en het feit dat hij deze relaties boven<br />
zijn opgenomen.<br />
de relatie met zijn familie stelt. patiënten ontwikkelden<br />
sterke banden met hun medepa-<br />
‘Geleefde Tijd’ – de meest betekenisvolle betiënten, zelfs als ze hen slechts voor een korte<br />
vinding bij dit thema was dat – hoewel pallia- tijd gekend hadden. vaak kreeg een clinicus<br />
tieve zorg als discipline er steeds erg nauw op een speciale status voor de patiënt omwille<br />
toeziet dat patiënten zo snel en zo vroeg als van zijn vriendelijkheid of zorg. patiënten op<br />
mogelijk palliatieve zorg krijgen – we er min- een eenheid zagen zichzelf als een gemeender<br />
in geslaagd zijn om stil te staan bij de inschap die verschillend is van de buitenwereld.<br />
terpretatie die patiënten en hun familie geven in de terminologie van de transitionele theorie<br />
aan deze kanteling. patiënten hadden nood zou dit overeenstemmen met de term ‘Limi-<br />
aan meer tijd om zich aan te passen aan de nale toestand’ (in het Engels: ‘Liminal state’),<br />
transitie naar een hospice of palliatieve zorg, wat verwijst naar een speciale plaats waar<br />
zeker als dit de laatste transitie zou kunnen verandering plaatsvindt (uit het werk van van<br />
zijn. Een andere bevinding was dat de beslis- Gennep en turner in de jaren ’60). de plaats<br />
sing om naar een hospice of palliatieve zorg- van een hospice of een palliatieve zorgeenheid<br />
eenheid te gaan vaak gebaseerd was op een speelt dan ook een speciale rol in de gemeen-<br />
verlangen om hun familie te beschermen eerschap.der dan dat het iets zou zijn dat ze voor zichzelf transitie of kanteling als een lineair pro-<br />
zouden kiezen. Wanneer de hen nog gegunde ces naar de oplossing van problemen paste<br />
tijd korter werd, werden patiënten fatalisti- niet goed bij de ervaringen van de patiënten.<br />
scher over hun toekomst: bijvoorbeeld ‘het is daarom formuleerden we een alternatief als<br />
mijn tijd’, ‘Er is een tijd van geboren worden, uiteindelijke beschrijving van de geleefde er-<br />
en een tijd van sterven’.<br />
varing van deze patiëntengroep, m.n. “vergankelijk<br />
leven in de schaduw van de dood” (in het<br />
Engels: “Living transiently<br />
in the shadow of death”).<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 10<br />
dolores Bouckaert : videostill trOOst U<br />
Hebt u enig idee waarom de<br />
inclusie van patiënten in een<br />
vroegtijdig palliatief zorgtraject<br />
zo moeilijk lijkt? Vaak<br />
krijgen patiënten (te) laat<br />
palliatieve zorg en kunnen<br />
we enkel spreken van terminale<br />
zorg, wat duidelijk een<br />
gemiste kans is. Hebt u vanuit<br />
uw onderzoek zicht op de<br />
redenen hiervoor?<br />
ik denk dat dit in sommige<br />
landen duidelijk aan<br />
het veranderen is. Wel was<br />
het zo dat veel patiënten<br />
ten tijde van mijn onderzoek<br />
pas naar palliatieve<br />
zorg verwezen werden in<br />
het late stadium van hun<br />
ziekte. hierdoor werkten<br />
de clinici eerder vanuit een<br />
terminale zorgbenadering.<br />
ik denk dat een deel<br />
van het probleem ligt in<br />
het feit dat de boodschap van palliatieve zorg<br />
nog vaak voor velen gelijkstaat aan sterven<br />
eerder dan leven en het zijn onze collega’s in<br />
de andere, niet-kanker disciplines die hierin<br />
gevormd dienen te worden. ik zie de jongste<br />
tijd veel voorbeelden van palliatieve zorg voor<br />
niet-kankeraandoeningen en ook van vroege<br />
verwijzing. Echter, wat het voor mij complex<br />
maakt, is de verwarring die nu bestaat rond<br />
de terminologie: palliatieve zorg, supportieve<br />
zorg, hospice zorg, levenseindezorg etc. dat<br />
zorgt er alleen maar voor dat een duidelijk afgelijnd<br />
kantelmoment moeilijk te bereiken is<br />
wanneer de clinici het niet eens zijn over wat<br />
ze aanbieden. het is dan ook niet verwonderlijk<br />
dat patiënten in de war zijn.<br />
Het beleid erkent meer en meer de nood van palliatieve<br />
niet-kankerpatiënten en focust nu op strategieën<br />
om ook hen vroeger in een palliatieve zorg<br />
traject te includeren. Als ik het goed begrepen heb<br />
is uw onderzoek voornamelijk bij kankerpatiënten<br />
uitgevoerd. Verwacht u een andere geleefde ervaring<br />
van kantelmomenten bij palliatieve patiënten<br />
met andere aandoeningen dan kanker?<br />
ik denk dat een belangrijke uitdaging ligt in<br />
het feit dat het traject van sterven duidelijk<br />
verschillend is voor specifieke ziektes. Met betrekking<br />
tot het sterven wordt er steeds een<br />
vergelijking gemaakt tussen de ervaring van<br />
kankerpatiënten (relatief duidelijk eens in de<br />
terminale fase), van patiënten met hartfalen<br />
(duidelijke periodes van decompensatie waarbij<br />
de patiënt dichtbij de dood lijkt te staan en<br />
dan herstelt maar meestal minder goed functioneert<br />
dan voorheen) en van patiënten met<br />
dementie (een trage graduele en bezwarende<br />
achteruitgang naar de dood). ik denk dat nog<br />
niemand op deze manier naar transities heeft<br />
gekeken bij andere aandoeningen dan kanker,<br />
hoewel beide terreinen van groot belang zijn<br />
voor palliatieve zorg op internationaal vlak.<br />
natuurlijk is het een belangrijke uitdaging om<br />
andere clinici zo ver te krijgen dat ze inzien<br />
dat palliatieve zorg een rol heeft, vaak eerder<br />
in consultatie dan als directe zorgverlening<br />
en dat het niet alleen over dood en sterven<br />
gaat. Er is dringend nood aan een veel sterkere<br />
dialoog tussen clinici over hoe we kunnen<br />
samenwerken. dat blijft moeilijk zolang<br />
palliatieve zorg niet geïntegreerd is in de normale<br />
patronen van gezondheidszorg, en dus<br />
aan de kant blijft. dit was altijd een probleem<br />
in het verenigd Koninkrijk, waar hospices en<br />
palliatieve zorg in hoofdzaak werden (en nog<br />
steeds worden) gesponsord door liefdadig
interview philip Larkin<br />
vergankelijk leven in de schaduw van de dood<br />
heidsorganisaties. in de Europese landen uit<br />
mijn studie, waren er verschillende modellen<br />
van palliatieve zorg, welke stuk voor stuk wel<br />
redelijk leken te werken.<br />
tot slot is het belangrijk aan te geven waarom<br />
er enkel kankerpatiënten in mijn studie zijn<br />
opgenomen. in 95% van alle settings waar<br />
mijn studie plaatsvond, hadden de patiënten<br />
een kankerdiagnose. ik ontmoette één nietkankerpatiënt<br />
in zwitserland, maar zij werd<br />
niet opgenomen in de studie omdat ze niet voldeed<br />
aan de criteria.<br />
Uw studie werd in verschillende landen uitgevoerd.<br />
Waren er verschillen tussen de landen wat betreft<br />
de geleefde ervaring van de palliatieve patiënten<br />
m.b.t. kantelmomenten? Het is ook opvallend dat<br />
er geen Belgische steekproef bij zit; was daar een<br />
specifieke reden voor? En denkt u dat de ervaringen<br />
van uw onderzoek vertaalbaar zijn naar de Belgische<br />
situatie?<br />
de studie is nooit vertrokken van de doelstelling<br />
om een vergelijking tussen landen te maken;<br />
ik moet dus voorzichtig zijn in hoe ik dit<br />
weergeef. ik zou zeggen dat ik wel iets van<br />
een verschil opmerkte tussen noord en zuid,<br />
en ik denk dat dit deels komt door verschillende<br />
percepties inzake autonomie en zelfbeschikking.<br />
ik merkte dat mensen in het<br />
verenigd Koninkrijk en nederland vaker volledig<br />
betrokken wensten te worden in de besluitvorming<br />
rond hun zorg en dat ze meer<br />
geneigd waren te geloven dat ze dit recht hadden,<br />
meer dan mensen in bijvoorbeeld italië<br />
en spanje. in de meer zuiderse landen was er<br />
een neiging naar fatalisme en de wil van God<br />
in het bepalen van de toekomst. zoals ik reeds<br />
heb gezegd, is dit een zeer brede interpretatie<br />
en kan een kwalitatieve studie niets zeggen<br />
dat voor een heel land geldt. Een voorbeeld<br />
van die uitdaging is de veelheid aan talen die in<br />
Europa worden gesproken. zo interviewde ik<br />
een dame in het italiaans en was het pas aan<br />
het einde van het interview dat ik ontdekte dat<br />
ze uit een regio kwam waar men frans sprak<br />
en dat dat ook haar moedertaal was, waarop<br />
we van taal veranderden. dit betekent voor mij<br />
dat men voorzichtig moet zijn om een interpretatie<br />
te maken over een geleefde ervaring<br />
die uniek is voor een individu eerder dan voor<br />
een populatie.<br />
de beslissing om geen Belgische steekproef<br />
op te nemen in de studie was een puur pragmatische;<br />
er liep namelijk reeds een andere<br />
studie in de palliatieve zorgeenheden. Uit zorg<br />
om patiënten in deze gevoelige periode niet<br />
te overbelasten hebben we dan besloten om<br />
geen Belgische steekproef op te nemen. het<br />
zou echter interessant zijn om de studie uit te<br />
breiden naar meer landen dan die opgenomen<br />
in de originele studie.<br />
Gerelateerd aan de voorgaande vraag: onze maatschappij<br />
is meer en meer een multiculturele maatschappij.<br />
Hebt u onderzoeks- en /of klinische data<br />
over hoe etnische minoriteiten kantelmomenten<br />
ervaren?<br />
Opmerkelijk is dat alle 120 mensen die ik interviewde<br />
(waarvan er 100 in de uiteindelijke<br />
studie zaten) blank waren, en autochtoon. Er<br />
is wel relevant onderzoek uit het verenigd Koninkrijk<br />
rond de uitdagingen van het betrekken<br />
van mensen uit etnische minderhedengroepen<br />
in palliatieve zorg, en meer specifiek chinese,<br />
indische, en West-indische patiënten. het is<br />
duidelijk dat sommige van de problemen te<br />
wijten zijn aan culturele percepties over dood<br />
en sterven die niet aansluiten bij onze Westerse<br />
percepties en ook aan de specifieke tradities<br />
en taboes over rituelen rond de dood.<br />
in ierland hebben we wat specifiek onderzoek<br />
gedaan bij onze zigeunerpopulatie (die<br />
“reizigers” worden genoemd; in het Engels<br />
“travellers”) die heel verschillende betekenissen<br />
en overtuigingen hebben rond sterven.<br />
vluchtelingen en asielzoekers vormen<br />
een specifieke uitdaging aangezien ze zich<br />
vaak heel erg laat aandienen bij diensten en<br />
maar heel erg weinig behandeling of infor-<br />
matie vooraf hebben gekregen. We weten ook<br />
dat taal een heel concrete uitdaging is bij het<br />
zorg verlenen aan etnische minoriteiten. Ook<br />
in Brussel is er onderzoek gedaan rond de<br />
gezondheidsnoden van de Marokkaanse gemeenschap.<br />
het is dus duidelijk dat de gezondheids-<br />
en palliatieve zorg meer gefocust<br />
geraakt op deze gemarginaliseerde en kwetsbare<br />
groepen en ik denk dat we zeker verdere<br />
ontwikkelingen zullen zien met betrekking tot<br />
etnische minderheden, daklozen, gevangenen<br />
en psychiatrische patiënten.<br />
Tot nu toe hebben we voornamelijk stilgestaan bij<br />
de geleefde ervaring van de patiënten zelf, wat<br />
zonder enige twijfel centraal staat in palliatieve<br />
zorg. Maar tijdens palliatieve zorg zijn meerdere<br />
mensen betrokken: partners, kinderen, het wijdere<br />
sociale netwerk van de patiënt, mantelzorgers, en<br />
professionele zorgverstrekkers. Hebt u gegevens<br />
over hoe deze belangrijke anderen de kantelmomenten<br />
ervaren?<br />
Mijn studie was niet gericht op de familieleden<br />
of de zorgverstrekkers, omwille van het feit<br />
dat ik het perspectief van de patiënt zelf graag<br />
wou horen in plaats van een ‘proxy’. het is wel<br />
zo dat bij de meeste mensen die ik interviewde<br />
een gezinslid aanwezig was. Op die manier<br />
hoorde ik wel verschillende visies en ervaringen<br />
die de gegevens die ik van de patiënten<br />
zelf kreeg, aanvulden. Er waren duidelijke gelijkenissen<br />
in de interpretatie van de ervaring<br />
door zowel de patiënt als de mantelzorger en<br />
de impact ervan op de familie. vrienden waren<br />
enorm belangrijk. veel geïnterviewden leefden<br />
in kleine gemeenschappen (zelfs in steden),<br />
waar ze nabije vrienden hadden en buren die<br />
hen konden ondersteunen. Men viel vaak terug<br />
op familie voor transport en zorg, wat een<br />
extra last betekende voor de familieleden. Als<br />
gevolg daarvan kozen veel patiënten voor een<br />
opname om deze last voor hun familie te verlichten.<br />
Wat professionele hulpverleners betreft, denk<br />
“<br />
Kantelmomenten<br />
Kantelmomenten duiden op een verandering in de medische situatie of de ziektebeleving van de patiënt. dergelijke momenten vragen om<br />
een kritische evaluatie van het beleid waarbij de patiënt, zijn naasten en de hulpverleners evenwaardige partners zijn in het proces van besluitvorming.<br />
doel van deze evaluatie is het beleid te kunnen afstemmen op de actuele en (indien mogelijk) toekomstige noden en wensen<br />
van de patiënt.<br />
”<br />
dr. johan Menten<br />
voorzitter stuurgroep research & praktijk<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 11
interview philip Larkin<br />
vergankelijk leven in de schaduw van de dood<br />
ik dat gebrek aan zichtbaarheid een belangrijk ging ligt volgens mij in het feit dat palliatieve<br />
werkpunt is. in veel gevallen (maar zeker in zorg een zó breed domein van complexe pro-<br />
het verenigd Koninkrijk) identificeerde de pablemen en noden dekt dat een zorgplan een<br />
tiënt de clinicus niet als een palliatieve zorg- ongelooflijke mate van flexibiliteit vergt om efverstrekker.<br />
ze zagen hem als een deel van fectief te kunnen werken. communicatie in de<br />
een grotere groep professionele zorgverstrek- verschillende fasen is essentieel, evenals een<br />
kers maar konden niet goed onderscheiden gepaste, eerlijke en juiste inschatting van ver-<br />
wat zijn specifieke bijdrage was. ik vind dit zelf andering en verslechtering zodat mensen we-<br />
een belangrijk werkpunt. Gezien de enorme ten wat er naar alle waarschijnlijkheid met<br />
impact van dit kantelmoment en het feit dat hen zal gebeuren. ik verwijs hier in mijn the-<br />
mensen nood hebben aan duidelijke informasis naar als “relationeel engagement” naar<br />
tie over wie hen kan helpen, is het essentieel het werk van Bergum en dossetor in canada.<br />
dat de professionele zorgverstrekker duidelijk hierbij is de patiënt de definiërende factor in<br />
is over wie hij is en wat hij precies doet. som- hoe verder te gaan met de zorg. zelfs in die<br />
mige aspecten ervan waren eerder praktisch; mate dat wanneer de keuzes van de patiënt<br />
bijvoorbeeld zorgverstrekkers die geen naam- niet overeenstemmen met die van het palliakaartje<br />
dragen. Maar in andere gevallen was tief team we respect moeten hebben voor de<br />
het opnieuw gerelateerd aan de eerder ver- keuzes van de patiënt en daar zo ver als momelde<br />
taalverwarring: “ik ben van supporgelijk moeten aan tegemoet komen. ik denk<br />
tieve zorg” betekent iets helemaal anders dan dat dit voor sommige landen een grotere uit-<br />
“ik ben van het hospice”. dit is voor mij een daging is dan voor andere, aangezien het te-<br />
belangrijk aandachtspunt voor de zorgverruggaat op mijn punt rond autonomie en hoe<br />
strekkers: nl. hoe stellen we ons voor aan de die door een maatschappij ingevuld wordt.<br />
patiënt en zijn familie?<br />
Waar er een paternalistische attitude ten aanzien<br />
van gezondheidszorg heerst, wordt dis-<br />
Wat zijn uw adviezen voor de verschillende actoren cipline - en niet de patiënt - belangrijker en<br />
in het veld op basis van uw onderzoeksbevindin- kunnen transities in zorg uitgesteld, vermeden<br />
gen? Met andere woorden: wat heeft uw onderzoek of onvoldoende georganiseerd worden. ideali-<br />
ons geleerd om de ervaring van kantelen naar palter is er een sleutelfiguur die verantwoordeliatieve<br />
en terminale zorg te verbeteren? lijk is voor de zorg en transities; deze rol wordt<br />
ik denk dat mijn antwoord reeds verweven zit meestal opgenomen in palliatieve zorg al kan<br />
in de voorgaande delen. zichtbaarheid is be- het variëren wie die opneemt (vb. verpleeglangrijk<br />
evenals beseffen dat de kanteling<br />
naar palliatieve zorg diep ingrijpt op het gekundige,<br />
pastor, sociaal werker…).<br />
voel van de patiënten met betrekking tot leven Heeft uw onderzoek uw idee over kantelmomenten<br />
en sterven. Uit de studie bleek ook dat ver- in palliatieve zorg veranderd?<br />
pleegkundigen door de patiënten werden er- Wat voor mij als hét thema uit deze studie naar<br />
varen als diegenen die de leiding hadden bij voren komt, is dat palliatieve patiënten transi-<br />
transitionele zorg.<br />
ties niet op dezelfde manier ervaren als veel<br />
in termen van beleid is het essentieel dat pal- andere transities die beschreven staan in de<br />
liatieve zorg wordt geïntegreerd in het be- literatuur. transitie impliceert dat er een opstaande<br />
gezondheidssysteem en dat naadloze lossing komt en dat de dingen verdergaan. in<br />
transitionele zorg wordt aangeboden. patiën- mijn onderzoek constateerde ik dat de impact<br />
ten en families hebben nood aan een individu- van die laatste transitie, nl. van curatieve naar<br />
eel geschreven algoritme van zorg dat gevolgd palliatieve zorg, dermate was dat het patiën-<br />
moet worden van bij de diagnose tot aan de ten in een toestand van vergankelijkheid (in<br />
dood, waarbij ze weten wat er gaat gebeuren het Engels: ‘transience’) achterliet (bijna sta-<br />
en wie ze moeten contacteren bij problemen tisch, haast zonder vermogen om te beslissen<br />
of veranderingen. ik denk ook dat de taal van welke kant op te gaan), omwille van de enor-<br />
palliatieve zorg helderder moet worden opdat miteit van de beslissingen waarmee ze ge-<br />
beleidsmakers begrijpen wat er aangeboden confronteerd werden. ik beschreef dit in een<br />
wordt en hoe we samenwerken met en onder- artikel in het journal of Advancing nursing als<br />
steuning bieden aan andere diensten. een conceptuele evaluatie van vergankelijk-<br />
ik denk dat een vroegtijdige interventie de heid toegepast op palliatieve zorg. Mensen in<br />
beste actie is die we kunnen nemen om naad- mijn studie definieerden zichzelf als krachteloze<br />
transities mogelijk te maken. de uitdaloos, zich plots bewust van het feit dat niets<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 12<br />
permanent is (met inbegrip van het leven), en<br />
dit liet hen achter in een kwetsbare en emotionele<br />
toestand. ik heb haast het gevoel dat we<br />
de term transitie liever hebben omdat dat netter<br />
is, en gemakkelijker om mee om te gaan.<br />
vergankelijkheid vereist speciale vaardigheden<br />
van onderhandeling en steun, waarvan ik<br />
denk dat palliatieve zorgverstrekkers ze bezitten,<br />
maar die ze niet noodzakelijkerwijze als<br />
belangrijk beschouwen. Als palliatieve zorgverstrekkers<br />
moeten we ons er altijd bewust<br />
van zijn dat zelfs in de vroegste stadia van<br />
doorverwijzing patiënten de ‘schaduw van de<br />
dood’ voor zich zien en speciale zorg behoeven<br />
om met die situatie om te kunnen gaan.<br />
Hebt u om te besluiten nog enkele kernachtige<br />
“take-home messages” voor onze lezers rond kantelen<br />
in de dagelijkse praktijk van palliatieve zorg?<br />
palliatieve zorg is geen specialisme en in veel<br />
landen maakt het deel uit van het wijder spectrum<br />
van gezondheidszorg. het belang van<br />
de betekenis van kantelmomenten voor palliatieve<br />
patiënten is daarom relevant voor alle<br />
clinici die zorgen voor mensen met vergevorderde<br />
en chronische ziektes. palliatieve zorg<br />
kan ondersteuning bieden in hoe deze noden<br />
aangepast kunnen worden en kan alle praktijkmensen<br />
de nodige training en de vaardigheden<br />
bieden zodat ze met zelfvertrouwen<br />
kunnen instaan voor de zorg aan het levenseinde.<br />
vaak betekent dit leren zien dat niet alleen<br />
een professionele benadering nodig is,<br />
maar zoals de oprichtster van palliatieve zorg,<br />
cecily saunders, zei “ik heb ook nood aan wat<br />
er in je hoofd én je hart is”. dat is mijn ‘take<br />
home message’.<br />
interview (via e-mail) en vertaling:<br />
Let dillen, researchcoördinator fpzv<br />
reageren kan op let.dillen@palliatief.be<br />
Meer lezen?<br />
- Larkin, pj, de casterle, Bd, schotsmans, p, (2007).<br />
towards a conceptual evaluation of transience in relation<br />
to palliative care. Journal of Advanced Nursing,<br />
59, 86-96.<br />
- Larkin, pj, de casterle, Bd, schotsmans, p, (2007).<br />
transition towards end of life in palliative care: An<br />
exploration of its meaning for advanced cancer patients<br />
in Europe. Journal of Palliative Care, 23, 69-<br />
79.<br />
- Larkin, pj (2007). Transition towards palliative care:<br />
An exploration of its meaning for advanced cancer<br />
patients in Europe (doctoral dissertation). Katholieke<br />
Universiteit Leuven, Leuven.
Over kantelmomenten, sterven en weer geboren worden …<br />
Een getuigenis<br />
heb dat dit het thema is dat mij bezielt van bininnerlijkt werd, een besef dat kennis gedranenuit,<br />
was voor mij een kantelmoment. vanaf gen wordt door een dieper gelegen weten. het<br />
dan kwamen de dingen spontaan in beweging, overlijden van mijn vader, bijna twee jaar gele-<br />
binnen en buiten me. de weg daar naartoe den, heeft me diep getroffen; ook toen mocht<br />
was grillig en zat vol ‘woestijnervaringen’ zo- ik een diepe verbondenheid, onvoorwaardeals<br />
Mia Leijssen het in haar boek ‘tijd voor de lijke liefde en vergeving ervaren. Ook dit was<br />
ziel’ omschrijft.<br />
een kantelmoment in mijn leven.<br />
nu geef ik individuele (lichaamsgerichte) be-<br />
ik heb 15 jaar in diverse functies in ziekenhuigeleiding en daarnaast geef ik les aan zorgzen<br />
gewerkt, waarvan 10 jaar in een leidinggeverstrekkers betrokken bij het begin en het<br />
vende functie als diensthoofd vrouw-kindzorg. einde van het leven. Af en toe mag ik aanwe-<br />
‘Moeder-kind binding’ heeft voor mij steeds zig zijn bij een geboorte- of stervensproces,<br />
een wonderlijke dimensie gehad, iets wat ik samen met andere professionele zorgver-<br />
niet in woorden kon vatten. zelf moeder worstrekkers. steeds opnieuw omringt een diepe<br />
den van 2 kinderen betekende voor mij de dankbaarheid mij bij het besef dat ik een bij-<br />
grootste rijkdom en wijsheid die ik mocht ontdrage mag leveren bij het begin en het einde<br />
vangen. het geboren worden van m’n eer- van het leven, beide ervaringen waarbij zielsste<br />
kind, Lowie, betekende voor mij een waar waarden als authenticiteit, kwetsbaarheid,<br />
kantelmoment in mijn leven. ik ervaarde een nederigheid, mededogen, moed en innerlijke<br />
‘Geef je ziel de stilte die zij nodig heeft om zich diepe schoonheid als ik naar m’n kind keek kracht zich sterk laten voelen. het is ook het<br />
te laten horen.<br />
en steeds opnieuw ging dit gepaard met een telkens opnieuw doorleven van deze ziels-<br />
Want de stem van de ziel is zacht en zij kan al- diep huilen, ik kon het enkel benoemen als waarden die me steeds dichter bij mezelf<br />
leen in de stilte tot haar recht komen’ ‘schoonheidstranen’. ik kon het geen plaats brengen. het begin en het einde van het leven,<br />
geven, mijn omgeving ook niet. nu heb ik het een uitnodiging/ontmoeting met je zielswaar-<br />
Bij het woord ‘kantelmomenten’ komen on- doorvoeld en geef ik een workshop ‘Groeien in den als mens; hier word je geraakt tot in je<br />
middellijk de woorden geboorte en dood bij moeder-kind binding via aanraking’.<br />
diepste zijn.<br />
me op. Een kantelmoment is voor mij een reeds op jonge leeftijd en in mijn verpleeg-<br />
spirituele, existentiële ervaring of gebeuren. stages werd ik telkens opnieuw getroffen door Geboren worden en sterven gaan in essentie<br />
het is een ervaring waarbij een transforma- stervenden. in de les filosofie in mijn oplei- over dezelfde beweging, een beweging of een<br />
tie of een fundamentele overgang of doorgang ding verpleegkunde was ik geraakt door de proces van diep naar binnen gaan, een bewe-<br />
plaatsvindt. Geboren worden en sterven vor- woorden van Levinas ‘het Gelaat van de Ander ging van ver-innerlijking. Een diepe rust creëmen<br />
voor mij wezen-lijke kantelmomenten in raakt me en geeft me een appel’. deze woorren zodat het oude kan losgelaten worden en<br />
het leven, momenten waarbij je geraakt wordt den bleven steeds als een schaduw in mijn be- het zaadje van het nieuwe mag ontluiken. zo-<br />
tot in je diepste zijn, je Wezen in essentie. wustzijn aanwezig. palliatieve zorg was voor als een barende vrouw leven geeft aan haar<br />
mij steeds een evidentie, een natuurlijk ge- baby, zo zal de ziel van de stervende het ster-<br />
Een rode draad in mijn leven vormen de verbeuren waarover niet hoeft gediscussieerd te felijke lichaam verlaten.<br />
wondering voor het begin en het einde van worden. Begin jaren negentig was ik met hart zowel bij een stervens- als bij een geboorte-<br />
het leven. Geboren worden en sterven heb- en ziel betrokken in de pioniersfase van palliproces gaat deze beweging van verinnerlijking<br />
ben me steeds diep geïnspireerd en vormen atieve zorg en werkte ik mee aan de ontwikke- gepaard met intense emoties, waarbij je als<br />
voor mij wezen-lijke gebeurtenissen in het leling van de eerste palliatieve support teams in mens wordt teruggeworpen op je meest eleven.<br />
Als jong meisje vond ik het vreemd en af- ziekenhuizen. Als vormingsverantwoordelijke mentaire en primitieve gevoelens. vanaf het<br />
wijkend om met zo’n uitersten bezig te zijn. ik bij de federatie palliatieve zorg vlaanderen ogenblik dat de dood of de geboorte wordt<br />
vond ook weinig (h)erkenning in mijn omge- kwam ik in contact met het palliatieve zorg- doorvoeld, komt een innerlijk proces op gang.<br />
ving. doch het leven zelf heeft me stapsgewijs landschap in vlaanderen. de laatste 7 jaar heb dit proces is zeer verschillend van persoon tot<br />
met vallen en opstaan – zoals een baby leert ik bijkomend lichaamsgerichte opleidingen persoon. Michel de M’uzan, een franse psy-<br />
stappen – geleerd om beide bewegingen in gevolgd, die hebben bijgedragen tot de verchoanalyst, sprak bij het stervensproces over<br />
mezelf te integreren en vooral te aanvaarden. binding van de thema’s geboorte en dood tot een soort ‘bevalling van zichzelf’, als ‘een po-<br />
Ook het moment dat ik voor mezelf aanvaard mezelf. het was alsof mijn hele loopbaan verging om zichzelf volledig ter wereld te bren-<br />
“<br />
Kantelmomenten<br />
het kantelmoment is voor mij het moment waarop ik bij mijn patiënt de kanteling ‘zie’, gewaar ben...<br />
dr. senne Mullie<br />
voorzitter federatie palliatieve zorg vlaanderen<br />
”<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 13
Over kantelmomenten, sterven en weer geboren worden …<br />
Een getuigenis<br />
gen alvorens te verdwijnen’. hierbij merk ik<br />
telkens opnieuw dat het belangrijk is dat nabij-zijnden<br />
– zowel bij een bevalling als een<br />
stervensproces – bereid zijn ruimte te geven<br />
aan de andere om in zichzelf te keren. Als we<br />
dit innerlijk proces laten gebeuren en niet onder<br />
controle willen houden dan kan het lichaam<br />
zich volledig openen en komt er plaats<br />
voor een diepe rust en ontspanning en kan er<br />
ruimte zijn voor overgave. zowel bij een bevalling<br />
als bij een stervensproces zie je de angst<br />
om zich over te geven, om zichzelf los te laten.<br />
de angst voor de overgang naar het grote onbekende<br />
vraagt vertrouwen en een ‘gedragen<br />
worden’. je kan dit vergelijken met een pasgeborene<br />
die opgevangen, gedragen wordt. Als<br />
het vertrouwen die een pasgeborene in zijn<br />
omgeving stelt onbeantwoord blijft, dan verliest<br />
de pasgeborene geleidelijk aan zijn vertrouwen<br />
om zich te openen. Op het moment<br />
van de geboorte, evengoed als op het moment<br />
van het sterven, hebben we behoefte aan een<br />
moeder en een vader, dat wil zeggen aan een<br />
liefdevol, troostend, geruststellend gebaar dat<br />
ons koestert, maar tegelijk ook aan enkele<br />
woorden, die de weg openen naar het onbekende.<br />
Aanraking vanuit een innige nabijheid<br />
en verfijnde aandacht kan hierbij helpen. in<br />
de kwaliteit van de aanraking wordt de essentie<br />
gecommuniceerd. Met de aanraking ontmoet<br />
je elkaar, zonder woorden. Aanraken is<br />
ook zelf (aan)geraakt worden. Aanraken creeert<br />
verbondenheid en ondersteunt het innerlijk<br />
proces en het omgaan met gevoelens van<br />
agressie, verdriet, onmacht, angst. de kwaliteit<br />
van aanraking helpt stervenden en barende<br />
vrouwen zich te openen en vertrouwen<br />
te hebben in het hier en nu.<br />
de barende vrouw en de stervende tonen me<br />
deze weg naar binnen, zij vragen enkel om<br />
aanwezig te zijn. ik ervaar het als een voorrecht<br />
om aanwezig te mogen zijn bij stervenden<br />
en barende vrouwen. ‘Aanwezig-zijn’ is<br />
vlug uitgesproken, maar is in werkelijkheid<br />
niet zo eenvoudig. het vraagt de juiste aandacht<br />
op het juiste moment. ‘Aanwezig-zijn’<br />
heeft te maken met het doorvoelen van diepe<br />
waarden zoals zich kwetsbaar durven opstellen,<br />
empathie, aanvaarding, nederigheid,<br />
echtheid, verbondenheid. dit zijn ziels-waarden<br />
die ieder van ons in zich draagt, maar die<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 14<br />
vaak bedolven zijn door ervaringen van het leven<br />
zelf.<br />
Marie de hennezel drukt dit proces van verinnerlijking<br />
als volgt uit: ‘iemand die de dood<br />
voelt naderen, wordt bezield door een verlangen<br />
om zo diep mogelijk in zichzelf door te<br />
dringen, een verlangen naar vervulling. hij wil<br />
aan zijn diepste waarheid raken, aan zijn wezenlijke<br />
ik. En het is het verlangen van de stervende<br />
dat deze dimensie door anderen wordt<br />
aangevoeld. de persoon die de dood voelt naderen,<br />
heeft behoefte aan verinnerlijking en<br />
aan een innig, persoonlijk contact met de anderen.<br />
de doodsstrijd is een innerlijk proces<br />
dat tijd nodig heeft’. verder schrijft ze: ‘het<br />
gaat over de andere wezenlijk ontmoeten, zo<br />
diepgaand mogelijk, tot in de kern van zijn<br />
waarden, met respect voor wat het waarneembare<br />
overstijgt en vertrouwen op de innerlijke<br />
kracht die in hem werkzaam is, vertrouwen op<br />
de wording van de ander, zelfs midden in de<br />
strijd, die de doodsstrijd is. het is in die strijd<br />
dat zich een wordingsproces voltrekt, een<br />
soort bevalling om in iets anders geboren te<br />
worden. de dood is de kans op een ontwaken.<br />
Aanwezig zijn, luisterend aanwezig zijn, vertrouwen<br />
hebben in wat er bij dat proces naar<br />
boven komt. het is het onbekende van onszelf<br />
dat de dood ons zal openbaren!’. (p.25) Als<br />
ik dit lees, dan ervaar ik dat hetzelfde proces<br />
zich aandient bij een geboorte.<br />
Ook het leven zelf kan je zien als een golfbeweging<br />
van sterven en steeds opnieuw geboren<br />
worden. ik hoorde ooit iemand zeggen, ‘Als<br />
mens word je driemaal geboren: bij de conceptie,<br />
bij de geboorte zelf en bij het overlijden’.<br />
Misschien is het wel meer dan driemaal.<br />
sterven om steeds opnieuw geboren te worden,<br />
om steeds opnieuw vanuit een dieper bewustzijn<br />
te leven. sterven betekent loslaten<br />
om groei toe te laten. vele boeken zijn over dit<br />
thema geschreven en allen verwijzen ze naar<br />
het samengaan van bewust leven en sterven.<br />
het één kan niet zonder het ander. ze hebben<br />
elkaar nodig.<br />
Mieke Ballinckx, verpleegkundige, lic. ziekenhuiswetenschappen,<br />
(lichaamsgericht) psychotherapeut<br />
reageren kan op mieke.ballinckx@telenet.be<br />
Aanbevolen literatuur:<br />
− de hennezel, M., Leloup, j.Y., van Lamsweerde,<br />
A., De kunst van het sterven: wat religieuze tradities<br />
en humanistische spiritualiteit ons leren over<br />
doodgaan. Becht, haarlem 1998, isBn 90-230-<br />
0979-7<br />
− Leijssen, Mia, Tijd voor de ziel, Lannoo, tielt 2007.<br />
isBn 978-90-209-7596-3<br />
− Levine, stephen, Bewust leven bewust sterven,<br />
servire, Utrecht 1997. isBn 90-6325-283-8<br />
− Long, Barry, Sterven om te leven, zazen, den haag<br />
2004, isBn 90-809211-1-4<br />
− Murphy, M., In wijsheid sterven, de toorts, haarlem<br />
2000. isBn 90-6020-787-4<br />
Zoeken naar antwoorden<br />
Heb geduld met al wat onopgelost in je hart<br />
woont<br />
en probeer de vragen zelf lief te hebben<br />
Zoek niet naar de antwoorden<br />
ze worden je wellicht nu niet gegeven<br />
omdat je niet in staat zou zijn ze te leven.<br />
Leef de vragen nu.<br />
Misschien dat je, op een dag in de toekomst,<br />
langzamerhand, zonder het zelfs te merken,<br />
je weg naar de antwoorden leeft.<br />
rainer Maria rilke
Mind the gap<br />
momenten onderga je. die twee overlappen een kantelmoment: in die diepte, dat nie-<br />
elkaar, al ga je met het ouder worden mismandsland, durven kijken en er durven over<br />
schien wel meer beslissen. Waar dingen mij stappen. Er zijn momenten dat mij dat heel<br />
vroeger soms overkwamen en ik pas daarna veel angst inboezemt, en andere momenten<br />
vaststelde dat een bepaalde situatie al gekan- dat ik daar heel vrij in ben. ik denk niet dat je<br />
teld was, ben ik mij nu meer bewust van situaties<br />
die tot een kantelmoment kunnen leiden”.<br />
het ooit doorhebt …”<br />
Aan zo’n bewuste beslissing gaan twijfel en interview: Anne-Marie de Lust<br />
angst vooraf. Er is de onzekerheid over waar reageren kan op dolores@salon-d.be of<br />
Onze zoektocht naar mensen die iets over je terecht zult komen, maar dat maakt het redactie@palliatief.be<br />
kantelmomenten zouden kunnen vertellen, volgens haar tegelijkertijd ook spannend. En<br />
bracht ons bij de Gentse kunstenares dolo- vooral, een kantelmoment kan er pas komen (*) Mind the gap is ook de titel van een project waaraan<br />
res Bouckaert (°1976). dolores is niet in een als je de onzekerheid toelaat… “het is heel dolores Bouckaert en Griet dobbels sinds 2008 wer-<br />
vakje onder te brengen. ze begon als actrice, contradictorisch; ik hebt veel minder zekerken. Meer info op www.duchamps.org, www.margari-<br />
maar kreeg zin om aan research te doen, heden dan vroeger, maar dat maakt alles ook taproductions.be, www.jandhaese.be.<br />
mensen voor een camera te zetten, te regis- véél intenser. ik voel me veel beter in die grote<br />
seren, of video’s en soundscapes te maken ... ‘plas van onzekerheid’! En het heeft zeker ook nog tot 4 december <strong>2011</strong> loopt de tentoonstelling Van<br />
het gebruikte medium staat ten dienste van met durven te maken.” deze zomer reisde ze de koele meren des doods. Beelden van de dood<br />
de inhoud. En die draait niet zelden om ver- naar rusland waar ze samenwerkte met een in de hedendaagse kunst in de sint-Bernardusabdij,<br />
gankelijkheid, sterven, dood en … kantelmo- repertoireacteur die nog nooit geïmproviseerd Kloosterstraat 71 in 2880 Bornem. dolores Bouckaert<br />
menten. in 2006 maakte ze voor de vooruit de had. hij kon zich niet voorstellen dat hij iets is een van de deelnemende kunstenaars.<br />
voorstelling Sterven in Stijl, samen met hans moest doen dat niet op papier stond.<br />
Bryssinck. Momenteel bereidt ze een muzi- “het was voor hem uiteindelijk een<br />
kale voorstelling voor, met hans Bryssinck en bevrijding om het toch te doen, en<br />
Aarich jespers (percussionist bij zita swoon), te zien dat het werkt. het was voor<br />
over een Godmachine die verwarrende bijna- hém een kantelmoment, maar voor<br />
doodervaringen kan veroorzaken en over een mij óók! ik ben geen klassieke ac-<br />
roemeense zangeres die zich ergens tussen trice, ken ook helemaal geen teksten<br />
leven en dood waant.<br />
vanbuiten, zoals hij. Maar ik vond het<br />
heel fijn om met een vast scenario te<br />
Gevraagd naar het begrip ‘kantelmoment’ werken. voor mij was dat dan weer<br />
krijgt ze meteen het beeld van iemand die een kantelmoment; om geregisseerd<br />
weggaat en omvalt. heel letterlijk dus iemand te worden, om dat toe te laten. Als<br />
die kantelt. Maar in tweede instantie gaat het die contrasten elkaar vinden, kan er<br />
volgens haar over – altijd positieve – verande- weer iets nieuws ontstaat. dat beringen:<br />
in de geschiedenis, de fysica, noem doel ik met het positieve van kantel-<br />
maar op. verder vindt ze een kantelmoment momenten.”<br />
een ambigu en ook beladen begrip dat iets van Een kantelmoment kan ook iets<br />
een ritueel heeft. “je komt voor een situatie te kleins zijn. de telefoon opnemen,<br />
staan waarin je een beslissing moet nemen. een gesprek of confrontatie aangaan<br />
Wat doe je? Laat je het – wat dat ook is – toe? met iemand, iets overwinnen … “Ken<br />
Of wacht je, omdat de tijd nog niet rijp is…? je die bordjes in de Londense metro:<br />
in ons leven zijn er een aantal grote kantel- ‘mind the gap’(*)? de ‘gap’ is de afmomenten<br />
waar je niet onderuit mag en kunt, stand tussen het perron en het rij-<br />
maar dat zijn geen evidente stappen. somtuig. voor mij is dat een beeld voor<br />
mige van die stappen neem je bewust, andere<br />
dolores Bouckaert&Griet dobbels: performance Mind thE GAp 2010<br />
“<br />
Kantelmomenten<br />
‘Kantelmoment’ is dat moment in de ziektegeschiedenis van een patiënt waarbij er door hetzij de patiënt en/of zijn naasten, hetzij door één<br />
of meerdere betrokken hulpverleners, een dusdanige verandering wordt vastgesteld op fysiek, psychologisch, sociaal of existentieel gebied,<br />
dat dit een bewuste en belangrijke bijsturing vraagt van het uitgestippelde zorgtraject.<br />
dr. Gert huysmans<br />
voorzitter Werkgroep Equipeartsen<br />
”<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 15
Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />
verslag<br />
Op vrijdag 11 februari <strong>2011</strong> organiseerde de<br />
werkgroep palliatieve zorg en psychiatrie<br />
van de federatie palliatieve zorg vlaanderen<br />
een besloten expertendag over de plaats van<br />
palliatieve zorg in de benadering van patiënten<br />
met een psychiatrische aandoening. 42<br />
professionelen uit diverse beroepsgroepen<br />
waren aanwezig: psychiaters, psychologen,<br />
verpleegkundigen uit palliatieve en psychiatrische<br />
settings, rehabilitatiespecialisten, ethici,<br />
huisartsen, beleidsmensen,… samen bogen<br />
zij zich over een aantal thema’s: bestaat er in<br />
de psychiatrie behoefte aan palliatieve zorg, als<br />
antwoord op therapeutische hardnekkigheid?<br />
Niet zozeer omwille van uitbehandelde somatische<br />
aandoeningen, maar specifiek ook omwille<br />
van psychisch lijden dat niet reageert op een curatieve<br />
benadering? En zo ja, wat kan palliatieve<br />
zorg in die gevallen concreet inhouden? Waar<br />
ligt bv. het verschil of de grens met rehabilitatie?<br />
de voormiddag werd ingeleid door dr. An haekens<br />
(psychiater en hoofdgeneesheer p.K.<br />
Broeders Alexianen, tienen) en dr. ilse decorte<br />
(huisarts met eigen praktijk en verbonden<br />
aan Opz Geel, equipearts ispahan). na deze<br />
inleiding werden de aanwezigen verdeeld over<br />
vier werkgroepen, waar aan de hand van enkele<br />
casussen gekeken werd naar de mogelijke<br />
meerwaarde van de palliatieve benadering<br />
voor de zorg voor psychiatrische patiënten. de<br />
voormiddag werd afgesloten met een lezing<br />
van prof. dr. frank Koerselman (hoogleraar<br />
psychiatrie en psychotherapie verbonden aan<br />
het Universitair Medisch centrum Utrecht,<br />
hoofd van de afdeling psychiatrie van het sint-<br />
Lucas Andreas ziekenhuis in Amsterdam). in<br />
de namiddag kwam de plenaire groep weer<br />
samen om van gedachten te wisselen over<br />
de resultaten van de werkgroepen, voorlopige<br />
conclusies te formuleren en pistes voor verdere<br />
reflectie te verkennen.<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 16<br />
Inleiding<br />
Waar staan we vandaag in de psychiatrie?<br />
door toenemend wetenschappelijk onderzoek<br />
is er een groeiend arsenaal van diagnostische<br />
en therapeutische mogelijkheden beschikbaar.<br />
de psychiatrie zoals we ze vandaag kennen,<br />
wordt getypeerd als een biologische psychiatrie.<br />
We spreken in termen van genezing<br />
of remissie afhankelijk van de chroniciteit van<br />
de aandoening. voorts zien we een veracutisering;<br />
alles moet korter en dynamischer verlopen.<br />
We kunnen ook artikel 107 aanhalen,<br />
waarmee onder andere langdurige opnames<br />
vermeden zouden moeten worden en het aantal<br />
bedden in de psychiatrie zou moeten dalen.<br />
tegelijk zien we in de hedendaagse maatschappij<br />
nog steeds een grote onwetendheid<br />
ten opzichte van de psychiatrie. Er is een duidelijk<br />
verschil in houding ten opzichte van een<br />
lichamelijke versus psychische ziekte, waarbij<br />
de laatste nog steeds in een taboesfeer verkeert.<br />
het zal dan misschien niet verbazen dat er<br />
maar weinig aandacht is voor ‘chronische’ en<br />
‘therapieresistente’ patiënten. hoe zit het met<br />
het (uitzichtloos) psychisch lijden en de machteloosheid<br />
van de therapeut? heerst er een<br />
taboe op de dood in psychiatrie?<br />
in hun presentatie verwezen dr. haekens en dr.<br />
decorte naar twee mogelijke valkuilen bij het<br />
omgaan met patiënten met een chronische<br />
psychische ziekte. Enerzijds vermeldden zij<br />
het therapeutisch fatalisme, waarbij men de<br />
patiënt in zekere zin opgeeft en in de steek laat.<br />
Anderzijds is er het gevaar van therapeutische<br />
hardnekkigheid die kan omslaan in therapeutische<br />
verbetenheid. hierbij zal men – zonder<br />
resultaat te boeken – blijven vasthouden aan<br />
een bepaalde, of verschillende behandelingen<br />
en therapieën. Wanneer een patiënt er geen<br />
baat meer bij heeft, kan zo’n vorm van verbetenheid<br />
diens lijdensdruk verhogen.<br />
Kan palliatieve zorg hier een meerwaarde<br />
bieden? Om op deze vraag een antwoord te<br />
formuleren maakten dr. haekens en dr. ilse<br />
decorte gebruik van de definitie van palliatieve<br />
zorg geformuleerd door de Wereldgezondheidsorganisatie<br />
(WhO):<br />
palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit<br />
van het leven verbetert van patiënten en<br />
hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende<br />
aandoening,<br />
• door het voorkomen en verlichten van lijden,<br />
• door middel van vroegtijdige signalering en<br />
zorgvuldige beoordeling en behandeling van<br />
pijn en andere problemen van lichamelijke,<br />
psychosociale en spirituele aard.<br />
Bij palliatieve zorg is niet de genezing van de<br />
patiënt het doel, maar een zo hoog mogelijke<br />
kwaliteit van leven, waardoor het ziekteverloop<br />
mogelijk positief beïnvloed kan worden;<br />
• is de dood een normaal natuurlijk proces,<br />
dat niet vertraagd of versneld wordt;<br />
• is er aandacht voor lichamelijke en psychische<br />
klachten;<br />
• worden de psychologische en spirituele aspecten<br />
in de zorg geïntegreerd benaderd;<br />
• is er emotionele ondersteuning voor de patiënt<br />
en zijn naasten om zo actief mogelijk<br />
te leven;<br />
• is er emotionele ondersteuning voor de<br />
naasten om te leren omgaan met de ziekte<br />
van de patiënt en met eigen rouwgevoelens;<br />
• wordt, indien nodig, vanuit een team zorgverstrekkers<br />
gewerkt, zodat aan alle noden<br />
van patiënten en naaste tegemoet kan worden<br />
gekomen, indien nodig ook na het overlijden<br />
van de patiënt.<br />
in palliatieve zorg spreekt men over het verlichten<br />
van bijvoorbeeld pijn of misselijkheid.<br />
hier kan een lijn getrokken worden naar de<br />
psychiatrie; ook hier kunnen we lijden gaan<br />
‘bestrijden’, zij het een ander soort lijden of
Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />
pijn. in het kader hiervan kan het van belang<br />
zijn diagnostische categorieën los te laten en<br />
te kijken naar de essentie van het lijden van<br />
de patiënt. Waaruit bestaat diens lijden? Wat<br />
kan zingeving zijn? hoe kan men diens hoop<br />
herstellen? Een palliatieve benadering omvat<br />
onder andere comfortzorg, totaalzorg en<br />
verliesverwerking. comfort is wat de patiënt<br />
daaronder verstaat, hij is degene die bepaalt<br />
wat comfort voor hem juist inhoudt. Wat totaalzorg<br />
betreft kunnen vier domeinen onderscheiden<br />
worden: lichamelijk, psychisch,<br />
diagnose<br />
Casus van Jan<br />
curatieve<br />
<strong>Zorg</strong><br />
t r<br />
Continuüm van zorg voor mensen<br />
met ongeneeslijk psychische aandoening<br />
Vrij naar Saskia Teunissen, 2007<br />
revalidatie en rehabilitatie<br />
a n<br />
s i<br />
Jan is een man van 45 jaar die na herhaaldelijke<br />
opnames in de psychiatrie op een PVT beland<br />
is. Hij heeft een licht mentale handicap, een<br />
obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis,<br />
stoornissen in de impulscontrole en lijdt aan<br />
potomanie. Hij woont op de PVT sinds 2005.<br />
De eerste jaren verlopen zonder enorme problemen,<br />
maar vanaf 2007 komen er moeilijkheden:<br />
Jan komt in conflict met de andere bewoners<br />
van de PVT: ze ergeren zich aan zijn rusteloos<br />
gedrag, schrokkerige manier van eten, hij kan<br />
soms ook erg opdringerig en aandachtvragend<br />
zijn. Deze conflicten hebben op hun beurt een<br />
negatief effect op het gedrag van Jan: hij kan<br />
zich niet verdedigen, het lukt hem zeker niet om<br />
sociaal en spiritueel. Maar krijgen deze domeinen<br />
steeds evenveel aandacht binnen de<br />
psychiatrie? voorts vinden we in de definitie<br />
van palliatieve zorg aandacht voor de context<br />
en aandacht voor hulpverleners. dit omvat zowel<br />
familieleden (‘mantelzorgers’) als professioneel<br />
betrokkenen. verder is er steeds meer<br />
aandacht binnen de palliatieve geneeskunde<br />
voor de autonomie van de patiënt. hoe zit het<br />
daarmee in de (chronische) psychiatrie? verandert<br />
de inhoud van de autonomie naarmate<br />
de chroniciteit van de aandoening verandert?<br />
t i<br />
e f<br />
ondersteunende zorg<br />
a s<br />
palliatieve zorg<br />
/ verlies zorg<br />
zijn gedrag bij te sturen en hij komt dus onder<br />
stress te staan, wat zich uit in meer agressie,<br />
vooral verbaal, een zeldzame keer lichamelijk.<br />
Hij kent een periode van enorme vermagering,<br />
waarvoor hij wordt opgenomen in het algemeen<br />
ziekenhuis maar er wordt geen lichamelijke oorzaak<br />
voor de vermagering gevonden. Na de<br />
opname is er geen verbetering op de PVT, de<br />
wrijvingen met de andere patiënten nemen toe<br />
en tegelijk ook de potomanie (waterverslaving)<br />
van Jan. Deze leidt tot hartfalen waarvoor verschillende<br />
opnames in het algemeen ziekenhuis.<br />
Hij wordt naar een meer structurerende afdeling<br />
overgebracht waar hij structuur en gedragstherapie<br />
krijgt maar zonder resultaat. Bij de minste<br />
kans drinkt hij enorme hoeveelheden, wat opnieuw<br />
leidt tot hartritmestoornissen en hartfa-<br />
Een laatste element dat opvalt is de vroegtijdige<br />
zorgplanning: is dit concept toepasbaar<br />
binnen de psychiatrie?<br />
dr. haekens en dr. decorte belichtten ook<br />
onderstaand model voor een continuüm van<br />
zorg voor mensen met een levensbedreigende<br />
ziekte en pasten dit vervolgens toe op de psychiatrie.<br />
e<br />
Palliatiefterminale<br />
zorg<br />
rouwbegeleiding<br />
overlijden<br />
len. Ook medicatieveranderingen hebben geen<br />
succes, ze leiden slechts tot sufheid, niet tot verandering<br />
in het gedrag. Na langere tijd (=enkele<br />
maanden) vruchteloos proberen wordt de vraag<br />
naar een palliatief beleid gesteld aangezien Jan<br />
onder het huidig beleid zeer ongelukkig is en<br />
men toch geen verbetering ziet. Maar gezien<br />
de jonge leeftijd van de patiënt en de onzekere<br />
afloop mocht men dit inderdaad palliatief benaderen<br />
(d.w.z. stoppen met de gedragstherapie,<br />
minder structuur en meer vrijheid voor Jan),<br />
wordt daar voorlopig niet op ingegaan. Sociaal<br />
gezien is er geen familie meer waarmee men kan<br />
overleggen. De vraag wordt nu gesteld wat voor<br />
Jan een goed zorgplan zou kunnen zijn, wat de<br />
verdere aanpak is in de toekomst.<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 17
Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />
Casus van Francine<br />
Francine is 62 jaar. Ze kende een moeilijke<br />
jeugd. Haar moeder was psychisch ziek en<br />
verbleef vele jaren in een APZ, waar ze in 1983<br />
overleed. Haar vader, die haar tijdens haar<br />
jeugd erg verwaarloosde, overleed in 1998 in<br />
een WZC. Zij was enig kind en werd een tijdje<br />
opgevoed door haar tante. Ze verbleef evenwel<br />
vele jaren (tot haar veertiende) in een weeshuis<br />
en nadien vier jaar in een klooster, dat ze op<br />
haar 18de verliet onder druk van haar vader. Nadien<br />
werd ze toegewezen aan een pleegvader<br />
waar ze ook nog een zestal maanden na haar<br />
huwelijk bij inwoonde. Met hem had ze een zeer<br />
goede band en hij had er voor gezorgd dat ze<br />
als dienstmeisje kon gaan werken. Dankzij hem<br />
kon ze 15 jaar uit het ziekenhuis blijven. Francine<br />
huwde in 1975. Het huwelijk liep spaak na<br />
zes maanden en bleef kinderloos. Vanaf 1966<br />
waren er geregeld opnames in het APZ, soms<br />
onder gedwongen statuut. Sinds 1989 verblijft<br />
ze permanent in het ziekenhuis. Ze verbleef op<br />
verschillende afdelingen en verbleef ook een<br />
korte periode in het PVT. Buiten het ziekenhuis<br />
heeft ze geen betekenisvolle contacten meer.<br />
Op psychiatrisch vlak is er een meervoudige<br />
pathologie: resttype schizofrenie, depressieve<br />
stoornis NAO, een theatrale en een borderlinepersoonlijkheidsstoornis.<br />
De somatische comorbiditeit<br />
is goed onder controle met medicatie<br />
(hypothyroïdie, essentiële hypertensie).<br />
Anderhalf jaar geleden werd ze overgeplaatst<br />
naar de afdeling ouderenpsychiatrie voor patiënten<br />
met een langdurige, meervoudige en<br />
moeilijk te stabiliseren pathologie. Sinds de<br />
overname worden we als team geconfronteerd<br />
met moeilijke dilemma’s inzake het zoeken naar<br />
de meest zinvolle en wenselijke behandeling en<br />
omgang met patiënte.<br />
Enerzijds merken we op dat er een objectieve<br />
lichamelijke achteruitgang is (geregeld incontinent,<br />
stapt met rollator,…). Anderzijds zien we<br />
bij patiënte een zeer uitgesproken regressief<br />
gedrag. Enkele maanden geleden zelfs in die<br />
mate dat er een potentieel levensbedreigende<br />
situatie ontstond met voedsel- en vochtweigering<br />
en dehydratatie tot gevolg. Ze weigert<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 18<br />
ook regelmatig haar medicatie, is agressief,<br />
verwijtend t.a.v. zorgverleners, etc. Bij het zoeken<br />
naar een geschikte aanpak balanceren we<br />
constant tussen enerzijds een supportieve attitude<br />
en anderzijds een gedragstherapeutische<br />
aanpak (met focus op aandachtsarm benaderen<br />
van probleemgedrag). Naast het regressieve<br />
blijven ook de psychotische aspecten<br />
zeer uitgesproken aanwezig onder de vorm<br />
van onder meer vreemde smaaksensaties en<br />
auditieve hallucinaties. Dit blijkt voor patiënte<br />
vaak zeer beangstigend.<br />
Gedurende het opnameverloop merken we dat<br />
ze zich steeds vaker afzondert van de groep,<br />
aanvankelijk door ostentatief in de leefruimte<br />
met het hoofd op de armen te gaan liggen en<br />
sinds enkele maanden verblijft ze nagenoeg<br />
aanhoudend op de kamer en is ze niet te motiveren<br />
om bij de medepatiënten te komen.<br />
Ook naar daginvulling toe (therapie/animatieaanbod)<br />
vinden we, zowel in het groeps- als in<br />
het individuele aanbod, weinig aansluiting. De<br />
activiteiten die ze vroeger opnam, laat ze nu<br />
achterwege. Ze kan bv. niet meer naar de radio<br />
luisteren, omdat ze geen lawaai verdraagt,<br />
ze komt nauwelijks nog toe aan het creatief<br />
bezig zijn. Vroeger hield ze zich graag bezig<br />
met knutselen, schilderen, tekenen, verhalen<br />
en gedichten schrijven. Als ze toelaat om haar<br />
situatie te bespreken, merken we een grote en<br />
aanhoudende lijdensdruk bij patiënte, omwille<br />
van onder meer de confrontatie met de lichamelijke<br />
aftakeling, omwille van haar voorkomen,<br />
omwille van de angsten geïnduceerd in<br />
de context van het psychotisch zijn, enz. Wanneer<br />
haar gevraagd wordt wat geluk voor haar<br />
betekent, stelt ze dat ze nooit meer gelukkig<br />
kan worden, geen enkel moment van vreugde<br />
meer kan kennen. Geluk is voor haar synoniem<br />
met haar jeugd, haar geboortedorp. Daar heeft<br />
ze nog goede herinneringen aan. Ze voelt zich<br />
ook op geen enkele manier geholpen.<br />
De vraag hoe en waarmee we Francine nog<br />
kunnen helpen creëert ook bij het team een<br />
gevoel van onmacht, soms fatalisme, en doet<br />
ons ook nadenken over de zin van ons verpleegkundig<br />
handelen bij deze patiënte.<br />
We zien dat er sprake is van een geleidelijke<br />
transitiefase van curatief naar palliatief, eerder<br />
dan van een plotse overgang. voorts wordt<br />
het palliatief denkkader niet gelijkgesteld aan<br />
terminale zorg. dit schema zou ook toepasbaar<br />
zijn op de psychiatrie, met als verschilpunt<br />
dat er eventueel pijlen in beide richtingen<br />
zouden komen bij de transitie.<br />
tot slot werd een belangrijk discussiepunt<br />
aangehaald, namelijk ‘hoe verhoudt psychiatrische<br />
palliatie zich tot rehabilitatie en herstel?’.<br />
Een mooie illustratie hiervan kan gevonden<br />
worden bij h. Muthert.<br />
h. Muthert: verlies en verlangen – verliesverwerking<br />
bij schizofrenie<br />
rehabilitatie<br />
focus op dat wat voor de patiënt wel (mogelijk)<br />
is<br />
herstel<br />
focus op zingeving, geven van betekenis aan<br />
wat de patiënt overkomt.<br />
herstel: wanneer rehabilitatie en verliesverwerking<br />
met elkaar in een zinvol verband kunnen<br />
worden gebracht.<br />
verliesverwerking<br />
focus op dat wat voor de patiënt niet meer<br />
(mogelijk) is.<br />
decorte, i., haekens, A. (<strong>2011</strong>). de plaats van<br />
palliatieve zorg in de benadering van patiënten<br />
met een psychiatrische aandoening [powerpoint<br />
slides]. presentatie Expertendag federatie<br />
palliatieve zorg vlaanderen, Wemmel, 11<br />
februari <strong>2011</strong><br />
Werkgroepen<br />
na de inleiding werden de aanwezigen verdeeld<br />
over vier werkgroepen. de twee gegeven<br />
casussen vormden hierbij de basis voor een<br />
aantal interessante discussies en gedachtewisselingen.<br />
hieronder worden de belangrijkste<br />
conclusies die uit de werkgroepen naar<br />
voren kwamen, beschreven. deze conclusies
Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />
kunnen we ruwweg over vier domeinen verde- Op het gebied van zorg, behandeling en benalen:<br />
het domein van de patiënt, het domein van dering werd onder andere het belang van diag-<br />
de hulpverlener, het domein van zorg, behannostiek besproken. de algemene consensus<br />
deling en benadering en ten slotte het domein was dat diagnostiek belangrijk kan zijn, mits<br />
van de palliatieve psychiatrie.<br />
goed toegepast. dat wil zeggen dat men moet<br />
Een eerste domein dat ter sprake kwam, was opletten voor zowel over- als onderdiagnos-<br />
dat van de patiënt. Uit verschillende werktiek. voorts werd ook van gedachten gewisseld<br />
groepen kwam naar voren dat in de beschrij- over het bieden van totaalzorg. het spiritueelving<br />
van de casussen maar zeer weinig terug existentiële aspect bleek hierin onderverte-<br />
te vinden is over wat de patiënt zelf ervaart genwoordigd te zijn. verder werd er ook ge-<br />
en beleeft. We zien vooral een casus zoals die steld dat “het spirituele in onze maatschappij<br />
beschreven wordt door een hulpverlener of eigenlijk geprivatiseerd is, het behoort tot de<br />
behandelaar maar blijven enigszins op onze privésfeer en juist daarom kunnen/durven we<br />
honger zitten naar wat er zich binnen de pa- het in de zorg niet meer ter sprake brengen.<br />
tiënt afspeelt. Waar heeft hij of zij nood aan? terwijl, áls we praten over het belang van<br />
Een palliatieve psychiatrie beoogt heilzaam zingevingvragen, iedereen erkent dat dit een<br />
te zijn, afgestemd op het individu. We misten belangrijk onderwerp is.” totaalzorg betekent<br />
deze individuele beleving echter in de pre- bijvoorbeeld ook het betrekken van de (familisentatie<br />
van de casussen. Een tweede punt ale) omgeving van de patiënt.<br />
dat ter sprake kwam is de autonomie van de in de vierde werkgroep kwam de palliatieve<br />
patiënt. in welke mate kan hij zijn autonomie psychiatrie aan bod. hier werd onder andere<br />
behouden? Men heeft nog erg de neiging om verwezen naar de presentietheorie van An-<br />
de patiënt te onderschatten en te snel als dries Baart, die een belangrijke rol zou kun-<br />
wilsonbekwaam te beschouwen. dat wil niet nen spelen in een palliatieve visie. het gaat er<br />
zeggen dat we elke patiënt volledig autonoom daarbij om een relatie op te bouwen met de<br />
moeten/kunnen laten, het duidt echter wel op patiënt. Ook de rol van de persoonlijke bege-<br />
het feit dat autonomie een individuele zaak is leider werd aangehaald, en de problematiek<br />
die door ons – hulpverleners – soms onder- van euthanasievragen wegens psychiatrisch<br />
schat wordt.<br />
lijden. tot slot werd de terminologie bespro-<br />
Op het gebied van de hulpverlener bleek dat ken. is ‘palliatieve psychiatrie’ wel een goede<br />
het – als hulpverlener – vaak moeilijk is om benaming? is die term niet te zwaar beladen<br />
los te laten. zijn we niet te zeer gefocust op of te sterk verbonden met het sterven? ter-<br />
zogenaamde succesfactoren? We willen voormen die als alternatieven werden voorgesteld<br />
uitgang boeken. Bovendien willen we het liefst waren bijvoorbeeld ‘comfortpsychiatrie’ of<br />
nog altijd volledige genezing bereiken. Loslaten<br />
is in die zin een moeilijk gegeven voor<br />
‘comfortzorg’.<br />
de hulpverlener. We zouden echter een an- Lezing prof. dr. Koerselman<br />
dere visie moeten cultiveren waarbij loslaten prof. dr. frank Koerselman (Utrecht) stelde<br />
niet gelijkstaat aan ‘in de steek laten’, maar dat palliatieve psychiatrie meer moet zijn dan<br />
op zich een vorm van zorg is. Een ander the- alleen maar een structurerend en steunend<br />
ma dat aan bod kwam, was de onwennigheid contact. dat laatste is immers een basisinter-<br />
van hulpverleners om existentiële vragen ter ventie. het domein van de palliatieve psychi-<br />
sprake te brengen. Existentiële kwesties zoatrie is verlichting van het lijden bij onbehanals<br />
bijvoorbeeld dood en zingeving kunnen ook delbare psychiatrische ziektes. het gaat om<br />
voor de hulpverlener moeilijke thema’s zijn die mensen met een chronisch ziekteverloop die<br />
liever vermeden worden. Maar er is een grote lijden. We zien dat behandelingen geen of on-<br />
nood bij veel patiënten om het net wel over die voldoende effect hebben. centraal staat hier<br />
thema’s te hebben.<br />
de onmacht, die als dusdanig ervaren wordt<br />
door zowel de hulpverlener, de patiënt als<br />
diens omgeving.<br />
Koerselman benadrukte dat, wanneer we<br />
spreken over de verlichting van het lijden,<br />
het van wezenlijk belang is ons te realiseren<br />
wat dat exact inhoudt. Wat betekent lijden?<br />
Om dit verder toe te lichten onderscheidde hij<br />
drie soorten lijden: het inhoudelijk lijden dat<br />
voortkomt uit de inhoud van de psychiatrische<br />
stoornis, het contextueel lijden dat te maken<br />
heeft met situaties waarin de ziekte zich afspeelt<br />
en ten slotte het metalijden. Koerselman<br />
stelde dat het domein van de psychiatrie<br />
gaat over inadequate gedachten, gevoelens<br />
en neigingen. het idee van inhoudelijk lijden<br />
wil zeggen dat mensen lijden door die inadequate<br />
gedachten, gevoelens en neigingen zelf.<br />
hierbij maakte hij de vergelijking met het somatisch<br />
ziektebeeld waar lijden veroorzaakt<br />
kan worden door pijn, jeuk, misselijkheid, enz.<br />
dit is wezenlijk niet anders bij psychiatrische<br />
klachten en symptomen. Wanneer we bijvoorbeeld<br />
kijken naar inadequate gedachten gaat<br />
het meestal over wanen of waanachtige denkbeelden.<br />
Grootheidswaan, zondewaan, achtervolgingswaan<br />
en alle overige waanbeelden<br />
leiden tot inhoudelijk lijden. Bijvoorbeeld de<br />
gedachte niets waard te zijn of dood te moeten<br />
is een leed dat verschrikkelijk is om te verdragen.<br />
Wanneer we dan kijken naar de gevoelens<br />
gaat het volgens Koerselman niet enkel<br />
om depressie en angst, maar ook verdriet,<br />
boosheid, zelfhaat en leegheid behoren tot gevoelens<br />
die buitengewoon pijnlijk kunnen zijn.<br />
Koerselman verzet zich in dit kader tegen de<br />
‘vragenlijstpsychiatrie’, waar men verschillende<br />
vragenlijsten krijgt, vakjes aankruist en<br />
vervolgens een diagnose krijgt. na de diagnose<br />
wordt dan volgens de richtlijnen een ssri<br />
(of selectieve serotonine-heropname remmer)<br />
of ander middel voorgeschreven en daarmee<br />
is de kous af. Koerselman benadrukte dat<br />
het belangrijk is met patiënten over deze gevoelens<br />
te praten zodat hun lijden eraan duidelijk<br />
wordt en je hier als hulpverlener contact<br />
mee kan maken. Wat de inadequate neigingen<br />
betreft kan je denken aan verslavingen, die eigenlijk<br />
een pathologisch onvermogen om op<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 19
Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />
te geven behelzen. denk aan alcohol, drugs,<br />
seks, anorexia, zelfverminking,…<br />
Een tweede vorm van lijden die Koerselman<br />
onderscheidt, is het contextueel lijden. Met<br />
deze term doelt hij op het lijden aan alles wat<br />
gepaard gaat met het psychiatrisch ziek zijn,<br />
bijvoorbeeld opgenomen moeten worden, het<br />
verbod om bezoek te ontvangen, medicatie<br />
moeten innemen, in isolatie moeten gaan,…<br />
veel van deze zaken worden door patiënten –<br />
zelfs al beseffen ze nadien dat het nodig was<br />
– als vernederend ervaren. voorts is er bijvoorbeeld<br />
ook de vereenzaming die een psychiatrische<br />
ziekte teweeg kan brengen; ook<br />
dat kan een bron van lijden zijn. Gezichtsverlies<br />
is een ander belangrijk element. Koerselman<br />
omschrijft dit op mooie wijze met volgend<br />
voorbeeld: op een feestje zal je niet vertellen<br />
dat je een psychiatrische ziekte hebt, het litteken<br />
van je galblaasoperatie laat je wel zien,<br />
maar dat je een psychiatrische aandoening<br />
hebt, daar kom je niet mee naar buiten. Eerverlies<br />
is een belangrijke bron van lijden bij de<br />
psychiatrische patiënt. in onze westerse samenleving<br />
moet je presteren, als je niet presteert<br />
heb je een probleem, kan je de ander niet<br />
onder ogen komen. contextueel lijden omvat<br />
ook bijwerkingen van medicatie, bijvoorbeeld<br />
verdikken, wat het gezichtsverlies en de vereenzaming<br />
kan versterken, of de seksuele<br />
problemen die door gebruik van antidepressiva<br />
kunnen ontstaan. non-compliance kan<br />
vaak begrepen worden vanuit het lijden dat de<br />
medicatie veroorzaakt.<br />
tot slot onderscheidde Koerselman een derde<br />
vorm van lijden, namelijk het metalijden. Met<br />
het metalijden bedoelt hij het lijden aan het lijden.<br />
het feit dat men zich bewust is dat men<br />
lijdt en vanuit die metapositie zijn eigen lijden<br />
beleeft. het is een buitengewoon intens lijden<br />
dat vaak hopeloosheid omvat. de machteloosheid<br />
die bij het onrecht en de beleving van<br />
het onrecht ervaren wordt, kan ook leiden tot<br />
afgunst op degene die er niet door getroffen<br />
wordt. Waarom ik? Koerselman benadrukte<br />
hoe belangrijk het is dat dit op tafel kan komen.<br />
hier ziet hij een belangrijke kernopdracht<br />
voor de palliatieve psychiatrie.<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 20<br />
de drie bovenstaande vormen van lijden kunnen<br />
in principe als een soort checklist gebruikt<br />
worden.<br />
in het tweede deel van zijn lezing had Koerselman<br />
het over het palliatieve repertoire. Wat<br />
houdt dat in? Enerzijds is medicatie belangrijk,<br />
anderzijds contact. Met medicatie doelt<br />
Koerselman niet op curatieve medicatie; die<br />
fase is voorbij. Bij palliatieve psychiatrie is<br />
medicatie per definitie gericht op klachten<br />
en symptomen. vermindering van het lijden:<br />
daar gaat het om. Ook gaat het niet zozeer om<br />
diagnose - of dsM-classificaties – maar wel<br />
om symptoom- en klachtgerichte medicatie.<br />
hier ontstaat bovendien de moeizame balans<br />
van werking ten opzichte van bijwerking, die<br />
het contextueel leed kan verhogen. het gaat in<br />
een palliatieve psychiatrie dus over maatwerk<br />
en individualisering. naast medicatie is het<br />
contact belangrijk. Enerzijds kan het contact<br />
bestaan uit het delen, onder woorden brengen<br />
van de inhoud van het lijden. Anderzijds zijn<br />
er nog interessante dingen te zeggen over het<br />
contact in de palliatieve psychiatrie. dat heeft<br />
volgens Koerselman te maken met twee contradicties<br />
waar je tegenaan loopt. ten eerste is<br />
er de contradictie “nabij zijn” versus “afstand<br />
bewaren”. ten tweede kan men spreken van<br />
meegaan versus begrenzen. dit is niet specifiek<br />
voor de palliatieve psychiatrie, maar is<br />
in de gehele hulpverlening – zowel somatisch<br />
als psychiatrisch – aan de orde. toch lijken<br />
deze contradicties een bijzondere rol te spelen<br />
in palliatieve situaties. nabijheid omvat ‘er<br />
zijn’, accepteren, respecteren, enzovoort. Wat<br />
volgens Koerselman belangrijk is, is dat je als<br />
behandelaar zelf in staat bent om zinloos lijden<br />
te aanvaarden. Met zinloos lijden doelt hij<br />
op het feit dat mensen geen zin kunnen geven<br />
aan hun lijden. Wanneer men bijvoorbeeld lijdt<br />
voor een goed doel, is het draaglijker omdat<br />
er perspectief aanwezig is. in situaties van<br />
zinloos lijden ontstaat de neiging een zin aan<br />
te praten, te willen geven aan degene die lijdt.<br />
Maar je moet zelf op een of andere manier in<br />
staat zijn om zo in het leven te staan dat je kan<br />
aanvaarden dat dingen soms onbegrijpelijk<br />
zijn of geen zin hebben. dat vergt dus iets van<br />
de behandelaar zelf. Koerselman gaf aan dat<br />
dit een moeilijk punt is. We worden immers<br />
dokter, psycholoog of verpleegkundige omdat<br />
we het lijden willen verhelpen. Een begrip<br />
verbonden aan nabijheid is afstand. Afstand is<br />
belangrijk omwille van de positieve en negatieve<br />
tegenoverdracht, aldus Koerselman. Met<br />
tegenoverdracht doelt Koerselman niet enkel<br />
op ieder gevoel dat een patiënt bij je oproept<br />
en dat iets te maken heeft met jezelf. in tegenoverdracht<br />
zit ook een deel van jezelf. in de<br />
hulpverlening bestaat het gevaar dat jij niet de<br />
patiënt helpt, maar hij jou. dat je bijvoorbeeld<br />
niet de eenzaamheid van de patiënt bestrijdt<br />
maar dat de patiënt jouw eenzaamheid bestrijdt.<br />
dit zijn bekende risico’s maar ze spelen<br />
hier des te meer. hier kan afstand dienen als<br />
wapen tegen de positieve overdracht. daarnaast<br />
kan afstand ook een symptoom vormen<br />
van negatieve overdracht. “Lijden veroorzaakt<br />
medelijden.” het lijden kan een band scheppen,<br />
maar het gevaar bestaat erin meegesleept<br />
te worden.<br />
Een andere contradictie die Koerselman benoemde,<br />
betrof het meegaan versus het begrenzen.<br />
Meegaan omvat het bevredigen van<br />
verlangens of althans het niet frustreren ervan<br />
maar tegelijk wel toetsen aan de realiteit.<br />
Een voorbeeld dat Koerselman hier omschrijft<br />
is de casus van een schizofrene vrouw die<br />
geen kinderen kan krijgen. dit heeft ze nooit<br />
kunnen accepteren en hieruit is een wensvervullende<br />
waan ontstaan dat zij ergens kinderen<br />
heeft. deze waan van moeder te zijn, kinderen<br />
te hebben, is van existentiële betekenis<br />
voor haar. in dit opzicht kan de waan als oplossing<br />
voor een probleem – het niet kunnen<br />
krijgen van kinderen – worden gezien. Maar<br />
deze waan creëert ook een probleem, namelijk<br />
de vraag waar die kinderen dan zijn. deze<br />
vrouw gelooft dat haar kinderen ontvoerd zijn<br />
en gaat hiervan ook melding doen bij de politie.<br />
na verloop van tijd is ze bij het politiebureau<br />
gekend, wordt ze kort ontvangen met<br />
een kop koffie en laten ze haar dan weer gaan.<br />
de vrouw is volledig ongevoelig voor enig antipsychoticum.<br />
Wat is nu het palliatieve hierin?<br />
Koerselman stelt dat het palliatieve erin zit op
Expertendag palliatieve zorg en psychiatrie<br />
de smalle evenwichtsbalk te lopen van het niet handvatten en richtlijnen kunnen aanreiken<br />
ontkrachten van de wensvervulling en tegelijk voor bijvoorbeeld het opstellen van een com-<br />
binnen de realiteit te blijven.<br />
fortzorgplan.<br />
verder verkende Koerselman wat palliatie Een tweede idee is het opleiden van mensen<br />
voor de behandelaar betekent. dit omvat het in de grondhoudingen die nodig zijn om met<br />
kunnen verdragen van uitzichtloosheid, het machteloosheid om te gaan. deze mensen<br />
kunnen accepteren van leed en onrecht. zouden op hun beurt ook zorg aan hulpverle-<br />
voorts is er steeds het afbreukrisico: als je ners kunnen bieden. in een (verdere) toekomst<br />
fouten maakt vergroot je het leed in plaats van kan men eventueel ook zo’n ploeg of opgeleide<br />
het te verkleinen. dit kan zelfs suïcide teweeg- personen in een thuiszorgteam opnemen.<br />
brengen. het is een niet-protocollair werken. verder werd als werkpunt genoemd: meer tijd<br />
tegelijkertijd is het echter ook zinvol en am- nemen voor patiëntenbespreking op chronibachtelijk<br />
werk.<br />
sche diensten. Meer tijd zou eventueel kunnen<br />
tot slot vermeldde Koerselman de verhouding leiden tot meer verdieping. het is ook mogelijk<br />
tot euthanasie en hulp bij zelfdoding bij psy- het behandelplan samen met de patiënt op te<br />
chiatrische patiënten. volgens Koerselman stellen in plaats van enkel met het team of de<br />
is palliatie per definitie anders. vanuit een hulpverlener.<br />
persoonlijk principiële houding stelde hij zich verder kan ieder binnen zijn werkcontext de<br />
afhoudend op ten opzichte van euthanasie bij thematiek die vandaag besproken werd – de<br />
een psychiatrische problematiek. het is ech- palliatieve psychiatrie – proactief ter sprake<br />
ter wel belangrijk – aldus Koerselman – een brengen. Men kan dit naar de directie en col-<br />
alternatief te bieden, namelijk het leed te verlega’s communiceren. Bovendien kan men<br />
zachten via palliatie.<br />
ook zelf al aandacht hebben voor het lijden bij<br />
elke individuele patiënt.<br />
Actiepunten<br />
Uit de bespreking van de werkgroepen kwam<br />
tijdens de afsluitende plenaire sessie formu- reeds naar voren dat de beleving van de paleerden<br />
de deelnemers een aantal ideeën voor tiënt in dit alles gemist werd. in het kader<br />
het werkveld en de overheid.<br />
hiervan zou er aan de patiënten gevraagd kun-<br />
Een eerste idee omvat het oprichten van een nen worden wat zij als comfort beschouwen<br />
comfortploeg binnen psychiatrische zie- en wat zij nog missen. Eventueel zouden op<br />
kenhuizen. deze ondersteunende ploeg zou een volgende studiedag enkele patiëntenver-<br />
dolores Bouckaert: in sEArch Of... (2009)<br />
enigingen kunnen worden uitgenodigd.<br />
verder kunnen we stellen dat existentiële of<br />
spirituele pijn een van de rode draden was die<br />
doorheen deze dag liep. Wat vooral naar voren<br />
kwam, was het gebrek aan aandacht hiervoor.<br />
dit zou reeds subtiel veranderd kunnen worden<br />
door in het elektronisch patiëntendossier<br />
een rubriek op te nemen rond spiritualiteit.<br />
Ook zou men een soort observatielijst kunnen<br />
maken die de hulpverlener kan gebruiken<br />
om het lijden in kaart te brengen. dit vormt<br />
een aanzet tot het creëren van een palliatief<br />
instrumentarium. het kan een zicht bieden op<br />
de noden die de patiënt ervaart.<br />
tot slot is het nodig – wil de palliatieve psychiatrie<br />
groeien – de terminologie te verduidelijken.<br />
Wat bedoelen we juist met ‘palliatieve<br />
psychiatrie’? hoe verhoudt deze zich ten opzichte<br />
van bijvoorbeeld de herstelgerichte visie<br />
of de rehabilitatiebenadering? Wie behoort<br />
tot de doelgroep en vanaf wanneer gaan we<br />
palliatief te werk? is er met andere woorden<br />
een kantelmoment? dit zijn stuk voor stuk<br />
vragen waar de werkgroep zich verder over<br />
kan buigen.<br />
Lene hoeben<br />
thesisstudente Klinische psychologie KULeuven, lid<br />
van de Werkgroep palliatieve zorg en psychiatrie<br />
contact: lene.hoeben@student.kuleuven.be<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 21
nieuws van het EApc-congres in Lissabon<br />
Elk jaar houdt de Europese Associatie pallia-<br />
tieve zorg (EApc) een internationaal congres<br />
rond een centraal thema. dit jaar vond het<br />
congres plaats in Lissabon en was het thema<br />
“palliatieve zorg steekt de hand uit” (“palliative<br />
care reaching out”). in het verlengde van<br />
dit thema willen we de relevante ontwikkelingen<br />
die gepresenteerd werden op het congres<br />
ook naar de zorgverstrekker aan bed<br />
brengen. vier studies werden geselecteerd<br />
door de stuurgroep research & praktijk van<br />
de federatie als relevant voor de dagelijkse<br />
praktijk(ontwikkeling) van palliatieve zorg.<br />
deze vier onderzoeken focussen elk op een<br />
centraal thema uit de palliatieve zorgpraktijk,<br />
namelijk (1) communicatie tussen patiënt en<br />
hulpverlener, (2) de beleving van kernsymptomen<br />
(hier: kortademigheid) door patiënten,<br />
(3) de ondersteuning van mantelzorgers,<br />
en (4) belangrijke behandeldoelen in de laatste<br />
maanden. hieronder vindt u een korte<br />
inhoud van elk van deze studies. indien u toegang<br />
wenst tot andere lezingen, kan u terecht<br />
op www.eapcnet.eu. voor vragen met betrekking<br />
tot onderzoek en palliatieve zorg of voor<br />
de stuurgroep research & praktijk kan u terecht<br />
bij Let dillen, de onderzoekscoördinator<br />
van de federatie (let.dillen@palliatief.be) of<br />
kan u de nieuwsflash raadplegen op www.palliatief.be.<br />
StudIe 1: de communicatie tussen patiënt<br />
en hulpverlener rond einde leven<br />
verbeteren bij niet-kanker gerelateerde<br />
aandoeningen: een kritisch overzicht van de<br />
literatuur<br />
Barnes, s., Gardiner, c., Gott, M., payne, s.,<br />
small, n., seamark, d, & halpin, d.<br />
Achtergrond. de Eindeleven strategie in Engeland<br />
benadrukt effectieve communicatie<br />
tussen patiënt en hulpverlener als een sleutel<br />
om de betrokkenheid van de patiënt in vroegtijdige<br />
zorgplanning te vergemakkelijken. de<br />
strategie wijst er echter op dat de communicatie<br />
met niet-kankerpatiënten vaak ontoereikend<br />
is. Onderzoek heeft bijvoorbeeld<br />
aangetoond dat patiënten met cOpd en hartfalen<br />
maar weinig weten over hun aandoening.<br />
de doelstelling van deze studie was bestaande<br />
patiënt-hulpverlener communicatie-interventies<br />
kritisch te evalueren aan de hand van een<br />
literatuurstudie. de bevindingen kunnen dan<br />
als basis dienen voor de ontwikkeling van een<br />
communicatie-interventie voor niet-kankerpatiënten.<br />
Methode. Er werd een systematisch literatuur-<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 22<br />
overzicht gemaakt van studies die communicatie-interventies<br />
beschreven voor patiënten<br />
die palliatieve of levenseindezorg kregen. 10<br />
elektronische databanken werden doorzocht<br />
op studies die gepubliceerd werden vóór februari<br />
2010. studies werden opgenomen voor<br />
het overzicht als ze in het Engels geschreven<br />
waren en als ze professionele communicatieinterventies<br />
beschreven voor patiënten met levensverkortende<br />
aandoeningen die palliatieve<br />
of levenseindezorg kregen.<br />
Resultaten. van de oorspronkelijke selectie<br />
van 755 artikels voldeden 19 aan de criteria<br />
voor de review. deze 19 artikels beschreven<br />
een variëteit van interventies voor zowel kankerpatiënten<br />
als niet-kankerpatiënten. sleutelelementen<br />
van deze interventies waren: het<br />
versterken van de professionele communicatievaardigheden,<br />
het verbeteren van patiënteneducatie,<br />
het faciliteren van vroegtijdige<br />
zorgplanning, en het starten van een dialoog<br />
rond de voorkeuren van de patiënt rond toekomstige<br />
zorg.<br />
Conclusies. Er werden verschillende interventies<br />
geïdentificeerd die belangrijke<br />
kernelementen bevatten voor een succesvol<br />
communicatiemodel. Bij de ontwikkeling van<br />
een communicatie-interventie voor patiënten<br />
met niet-kankeraandoeningen is het aangeraden<br />
om deze elementen op te nemen. Bovendien<br />
kan een dergelijke ontwikkeling niet<br />
zonder overleg met de eindgebruikers van de<br />
interventie en de professionele belanghebbenden.<br />
Een dergelijke interventie is nodig om tegemoet<br />
te komen aan de aanbevelingen vanuit<br />
het beleid naar verbeteringen op het vlak van<br />
communicatie.<br />
Referenties. Abstract vertaald door fpzv<br />
Origineel abstract: Barnes, s., Gardiner, c.,<br />
Gott, M., payne, s., small, n., seamark, d, &<br />
halpin, d. (<strong>2011</strong>). Enhancing patient-professional<br />
communication about End of Life issues<br />
in non-cancer conditions: A critical<br />
review of the Literature. European Journal of<br />
Palliative Care, Abstract book 12th Congress of<br />
the EAPC, p. 217.<br />
StudIe 2: Hoe kortademigheid ervaren<br />
wordt en de implicaties ervan voor de zorg:<br />
een kwalitatieve vergelijking tussen kanker,<br />
COPd, hartfalen en ALS (of MNd).<br />
Gysels, M. h. & higgingson, i. j.<br />
Achtergrond. Kortademigheid is een van de<br />
persistente en frequente kernsymptomen aan<br />
het einde van het leven. Er is echter weinig<br />
zicht op hoe de ervaring van kortademigheid<br />
verschilt tussen verschillende aandoeningen.<br />
deze studie vergelijkt de ervaring van kortademigheid<br />
bij kanker, cOpd, hartfalen en ALs,<br />
vier condities die een zware symptoomlast,<br />
slechte prognose, hoge mate van kortademigheid<br />
en palliatieve zorgnoden delen.<br />
Methode. voor deze kwalitatieve studie werden<br />
48 patiënten bevraagd met een diagnose<br />
van kanker (10), cOpd (18), hartfalen (10),<br />
of ALs (10) die dagelijks kortademigheid ervaren.<br />
patiënten werden gerekruteerd via de<br />
respectievelijke afdelingen van het ziekenhuis,<br />
specialist verpleegkundigen en via de “Adem<br />
Gemakkelijk” ontmoetingen. data werden verzameld<br />
aan de hand van semigestructureerde<br />
interviews en observaties. Kortademigheid<br />
werd vergeleken op zes componenten vanuit<br />
een verklaringsmodel en symptoomschemata,<br />
eerst binnen groepen en dan tussen<br />
groepen. frequentietellingen werden gedaan<br />
als toetsing van de kwalitatieve bevindingen.<br />
Resultaten. Alle aandoeningen deelden de beperkende<br />
effecten van kortademigheid. toch<br />
waren er ook verschillen tussen de vier condities,<br />
in de specifieke beperkingen van de ziekte<br />
en de ervaringen van de patiënten m.b.t. gezondheidszorg<br />
en sociale omgeving. Bij kanker<br />
signaleerde kortademigheid de (mogelijke)<br />
aanwezigheid van kanker en functioneerde het<br />
als een herinnering aan de sterfelijkheid ondanks<br />
de hoop die de patiënten gezet hadden<br />
op chirurgie, therapie en nieuwe medicijnen.<br />
Bij cOpd patiënten werd kortademigheid gezien<br />
als een zichzelf toegebracht symptoom.<br />
zijn verraderlijke aard en reactie op behandelingen<br />
ontkende hun ervaring en leidde gradueel<br />
tot meer beperkingen in de loop van de<br />
ziekte. patiënten met hartfalen zagen kortademigheid<br />
als een factor die bijdraagt tot de<br />
negatieve effecten van andere symptomen. in<br />
ALs betekende kortademigheid dat de ziekte<br />
een gevaarlijke bedreiging vormde voor het leven<br />
van de patiënt. cOpd en hartfalen hadden<br />
gelijkaardige ervaringen.<br />
Conclusie. Geïntegreerde palliatieve zorg is<br />
nodig, waarbij gebruik wordt gemaakt van<br />
alle gepaste therapeutische opties, samenwerking<br />
tussen gezondheids-, sociale zorgverstrekkers,<br />
patiënten en mantelzorgers, en<br />
therapieën die de dynamische relatie tussen<br />
lichaam, geest en ziel centraal stellen. Kortademigheid<br />
aanpakken zal de economische<br />
last en het lijden dat dit veroorzaakt verminderen<br />
aan het einde van het leven.<br />
Referenties. Abstract vertaald door fpzv<br />
Origineel abstract: Gysels, M. h., & hig
nieuws van het EApc-congres in Lissabon<br />
gingson, i. j. (<strong>2011</strong>). do patients with can-<br />
cer, cOpd, heart failure and Mnd Experience<br />
Breathlessness differently? European Journal<br />
of Palliative Care, Abstract book 12th Congress<br />
of the EAPC, p. 57.<br />
Meer lezen? Gysels, M.h. & higgingson, i.j.<br />
(<strong>2011</strong>). the lived experience of breathlessness<br />
and its implications for care: a qualitative<br />
comparison in cancer, cOpd, heart failure and<br />
Mnd. BMC Palliative Care, 10(15).<br />
StudIe 3: Hoe kunnen informele zorgverstrekkers<br />
gesteund worden tijdens kan-<br />
ker en palliatieve zorg? een bijgewerkt<br />
systematisch literatuuroverzicht van interventies<br />
en hun effectiviteit<br />
harding, r., List, s., Epiphaniou, E., & jones,<br />
h.M.<br />
Achtergrond. de noden van informele zorgverstrekkers<br />
van patiënten met kanker of een<br />
vergevorderde ziekte zijn erg gevarieerd, complex<br />
en grotendeels onbeantwoord.<br />
Doel. doelstelling van het onderzoek was<br />
enerzijds het updaten van een systematisch<br />
overzicht uit 2001 rond hetzelfde thema en<br />
anderzijds het evalueren van recente evidentie<br />
met betrekking tot de effectiviteit van interventies<br />
om informele zorgverstrekkers van<br />
kanker- en palliatieve patiënten te ondersteunen.<br />
de studie gaat met andere woorden de<br />
recent wetenschappelijke stand van zaken<br />
rond het thema na.<br />
Methode. Artikels tussen 2001 en de eerste<br />
week van juli 2010 werden opgezocht via de<br />
databanken Medline, psychinfO, en cinAhL.<br />
studies werden opgenomen wanneer ze gegevens<br />
rapporteren rond interventies voor informele<br />
volwassen zorgverstrekkers van een<br />
patiënt met een diagnose van kanker of die<br />
palliatieve zorg kreeg. Elke studie werd geëvalueerd<br />
aan de hand van een formeel systeem.<br />
Resultaten. 33 studies werden geselecteerd<br />
voor de review. deze studies suggereren een<br />
algemeen positieve impact van de verschillende<br />
interventies: 1-op-1 interventies (n = 8),<br />
dyaden (n = 4), groepsinterventies (n = 9), palliatieve<br />
zorg (n = 6), informatie (n = 3), fysiek<br />
(n = 2), en respijt (n = 1). drie studies waren<br />
beloftevol in hun bevindingen rond effectiviteit.<br />
de bevindingen tonen dat de twee meer<br />
technologisch gebaseerde gevalsstudies (hoewel<br />
nog in een embryonale fase) de uitkomsten<br />
van steun aan zorgverstrekkers kunnen<br />
verbeteren.<br />
Discussie. toekomstig onderzoek heeft nood<br />
aan betere onderzoeksmethodieken en de<br />
ontwikkeling van relevante en gevalideerde<br />
meetinstrumenten voor domeinen als steun<br />
aan zorgverstrekkers, last van de verzorgende,<br />
verhogen van copingvaardigheden en<br />
verminderen van psychologische stress. het is<br />
ook dringend nodig om onderzoek op te zetten<br />
over centra of instellingen heen met verschillende<br />
onderzoeksmethodes. hierdoor zullen<br />
er grotere steekproeven kunnen bereikt worden,<br />
waardoor er meer vergelijkingen en consistente<br />
resultaten zullen bekomen worden.<br />
de studies hebben evidentie getoond van verbeterde<br />
copingvaardigheden en verminderde<br />
stress, last en depressie bij de zorgverstrekker.<br />
Referenties. Abstract vertaald door fpzv<br />
Origineel abstract: harding, r., List, s., Epiphaniou,<br />
E., & jones, h. M. (<strong>2011</strong>). how can<br />
informal caregivers in cancer and palliative<br />
care Be supported? An Updated systematic<br />
Literature review of interventions and<br />
their Effectiveness. European Journal of Palliative<br />
Care, Abstract book 12th Congress of the<br />
EAPC, p. 208-209.<br />
Meer lezen? harding, r., List s, Epiphaniou<br />
E, & jones h. (<strong>2011</strong>). how can informal caregivers<br />
in cancer and palliative care be supported?<br />
An updated systematic literature review<br />
of interventions and their effectiveness. Palliative<br />
Medicine.<br />
StudIe 4: Wat zijn belangrijke behandeldoelen<br />
in de laatste drie levensmaanden?<br />
claessen s. j.j., Echteld M. A., francke A. L.,<br />
van den Block L., donker G.A., & deliens L.<br />
Onderzoeksdoelen. tegenwoordig wordt palliatieve<br />
zorg beschouwd als een continuüm<br />
van de diagnose van een levensbedreigende<br />
ziekte tot aan overlijden. doel van deze studie<br />
was om de assumptie te testen dat het belang<br />
van curatieve of levensverlengende behandelingen<br />
afneemt en het belang van palliatieve<br />
behandelingen toeneemt naarmate het overlijden<br />
nadert.<br />
Studiedesign en methode. Gegevens werden<br />
verzameld via een nederlands nationaal representatief<br />
netwerk van huisartspraktijken.<br />
huisartsen vulden een 21-item lang registratieformulier<br />
in voor al hun patiënten die nietplots<br />
overleden in 2009. huisartsen werden<br />
retrospectief gevraagd of genezing, levensverlenging<br />
of comfort/palliatie belangrijke behandeldoelen<br />
waren. dit werd gemeten op een<br />
5-puntenschaal van ‘helemaal niet belangrijk’<br />
tot ‘zeer belangrijk’. dit werd bevraagd voor<br />
drie tijdsperiodes: maand 2 en 3 voor het over-<br />
lijden, 2de tot 4de week voor het overlijden, en<br />
de laatste week voor het overlijden.<br />
Resultaten. Er werden data verzameld van 279<br />
patiënten die thuis of in een verzorgingstehuis<br />
een niet-plotse dood stierven. 55% had kanker<br />
en 45% waren niet-kanker patiënten. 50%<br />
van de patiënten was tussen 65 en 84 jaar oud.<br />
Bij alle patiënten en alle onderscheiden tijdsperiodes<br />
nam het percentage patiënten toe<br />
waarbij het palliatieve behandeldoel (zeer) belangrijk<br />
was naarmate het overlijden naderde.<br />
huisartsen beschouwden het palliatieve behandeldoel<br />
als (zeer) belangrijk bij 73% van<br />
de patiënten in maand 2 en 3 voor overlijden,<br />
terwijl dit in de 2de tot 4de week voor overlijden<br />
bij 89% van het geval was en bij 95% in<br />
de laatste week voor overlijden. Echter, bij<br />
7% van deze patiënten, die stierven aan een<br />
niet-plotse dood, werd genezing nog als een<br />
(zeer) belangrijk behandeldoel beschouwd in<br />
de laatste levensweek. Bij 9% van de patiënten<br />
werd levensverlenging als een (zeer) belangrijk<br />
behandeldoel beschouwd.<br />
Conclusie. palliatie is belangrijk bij een groeiend<br />
aantal patiënten wanneer de dood nadert.<br />
toch blijven genezing en levensverlenging bij<br />
sommige patiënten met een voorzien overlijden<br />
nog steeds (zeer) belangrijke behandeldoelen,<br />
zelfs in de laatste levensweek.<br />
Belangrijkste bron van financiering. zonMw<br />
(nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek<br />
en zorginnovatie).<br />
Referenties. Abstract vertaald door fpzv<br />
Origineel abstract: claessen, s. j.j., Echteld,<br />
M. A., francke, A. L., van den Block, L., donker,<br />
G.A., & deliens, L. (<strong>2011</strong>). What are important<br />
treatment Aims in the Last three Months<br />
of Life? European Journal of Palliative Care, Abstract<br />
book 12th Congress of the EAPC, p. 203.<br />
Meer lezen? recent is een artikel over dit onderzoek<br />
geaccepteerd door British Journal<br />
of General Practice. claessen s.j.j., Echteld<br />
M.A., francke A.L., van den Block L., donker<br />
G.A., deliens L. important treatment aims at<br />
the end of life. A nationwide study among Gps.<br />
Accepted for publication by BjGp <strong>2011</strong>.<br />
selectie en vertaling: Let dillen<br />
contact: let.dillen@palliatief.be<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 23
ecensies<br />
Aan weerszijden van de stethoscoop.<br />
Over kwaliteit van zorg en<br />
communicatie.<br />
Jan de Lepeleire en Manu Keirse<br />
(red.)<br />
Acco, <strong>2011</strong><br />
isBn 978 90 334 8482 7<br />
voorliggend boek betreft het eerste deel van<br />
een vierdelige reeks over patiëntgerichte zorg<br />
en communicatie. de bijdragen in het boek<br />
zijn van de hand van huisartsen en klinisch<br />
psychologen.<br />
de auteurs in het boek gaan uit van de overtuiging<br />
dat communicatie de belangrijkste<br />
klinische procedure blijft voor diagnose, behandeling<br />
en zorg voor patiënten (p. 7). het<br />
boek betreft niet minder dan een handleiding<br />
voor de wijze waarop men een patiëntenrelatie<br />
en patiëntenvertrouwen kan opbouwen.<br />
het boek leert hoe de arts dient rekening te<br />
houden met het ‘spoor van de patiënt’ waarop<br />
het ‘spoor van de arts’ dient aan te sluiten.<br />
de laatste twee hoofdstukken staan stil bij de<br />
wijze waarop informatie adequaat kan worden<br />
overgebracht en in het bijzonder bij het overbrengen<br />
van slecht nieuws.<br />
het boek biedt de lezer – (huis)arts in opleiding<br />
– in schema’s adequate en inadequate<br />
openingszinnen, toelichting bij stiltemomenten<br />
tijdens het patiëntenbezoek, (on)geschikte<br />
vragen om emoties te laten ventileren, heldere<br />
verwoordingen om een samenvatting in<br />
te leiden, richtlijnen qua communicatie met<br />
betrekking tot het klinisch onderzoek en het<br />
effect hiervan op de arts-patiëntrelatie, voorwaarden<br />
voor de effectiviteit van patiëntenfolders,<br />
protocollen voor het brengen van slecht<br />
nieuws in acute en in verwachte situaties met<br />
bijhorende adequate reacties, valkuilen en<br />
knelpunten; een strategie voor de aanpak als<br />
de familie vraagt de patiënt niet te informeren,<br />
wat te vertellen aan kinderen bij een levensbedreigende<br />
ziekte in het gezin, …<br />
de lezer krijgt tal van aanbevelingen rond<br />
communicatieve vaardigheden aangeboden<br />
volgens de structuur van een patiëntenbezoek<br />
bij de huisarts: wat, wanneer, hoe en waartoe<br />
wordt op een bepaalde wijze gecommuniceerd?<br />
Enkele opvallende stellingen in het boek blijven<br />
hangen bij de lezer. Een arts praat niet<br />
tegen een lichaam (p. 58). het beste therapievoorstel<br />
is dat wat het beste aansluit bij<br />
de persoon die op dat moment voor de arts<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 24<br />
zit (p. 67). de algemene kennis van de werking<br />
van het menselijk lichaam is bij veel patiënten<br />
zeer beperkt (p. 83) - niettegenstaande<br />
de voorkennis opgedaan via internet omtrent<br />
specifi eke ziektebeelden.<br />
de auteurs leggen concrete authentieke casussen<br />
voor, kennen de attitude van jonge artsen<br />
en oudere collega’s, spreken uit ervaring…<br />
telkens heel herkenbaar zowel voor patiënt<br />
als voor zorgverstrekker.<br />
het boek biedt onrechtstreeks een zeer zinvol<br />
perspectief voor iedere zorg- en hulpverlener<br />
in de palliatieve zorg. Wat opgaat voor de<br />
(huis)arts gaat immers grotendeels op voor iedere<br />
zorgverstrekker die het diagnostisch belang<br />
en het helend effect van communicatie<br />
niet gering inschat, zelfs voor ieder voor wie<br />
communiceren meer is dan praten (p. 51).<br />
toon Quaghebeur<br />
postdoctoraal onderzoeker, K.U.Leuven<br />
Adjunct-departementshoofd<br />
technologie, KhLeuven<br />
Gezondheidszorg en<br />
contact: toon.quaghebeur@arts.kuleuven.be<br />
Leven aan de grens.<br />
Refl ecties op terminale zorg.<br />
Marinus van den Berg en<br />
Carlo Leget<br />
Uitgeverij ten have , Utrecht, <strong>2011</strong><br />
isBn 978 90 259 6153 4<br />
Marinus van de Berg is pastor in een verzorgingstehuis<br />
in het multiculturele en –religieuze<br />
rotterdam. carlo Leget is theoloog en<br />
ethicus. hij doceert zorgethiek aan de universiteit<br />
in tilburg. ‘Leven aan de grens’ bundelt<br />
de briefwisseling die beide schrijvers gedurende<br />
vijfentwintig dagen met elkaar hadden<br />
naar aanleiding van een artikel voor het nederlandse<br />
tijdschrift ‘Handelingen’.<br />
het boek is de prachtige dialoog tussen twee<br />
mensen die elkaar vanuit een socratisch<br />
‘niet-weten’ uitnodigen tot refl ectie. volgens<br />
socrates was zelfrefl ectie de enige manier<br />
om inzicht te verwerven en te groeien. vanuit<br />
de dingen die Leget en van den Berg dagdagelijks<br />
meemaken in hun privéleven en<br />
in het werkveld, bevragen zij zichzelf en hun<br />
functioneren. in onze prestatiegerichte, hoogtechnologische<br />
maatschappij, waar waarden<br />
als vrijheid en individualisme hoogtij vieren,<br />
is er nog weinig tijd en ruimte om stil te<br />
staan bij onszelf, onze spiritualiteit en wat ons<br />
(on)gelukkig maakt. door bedenkingen neer<br />
te schrijven en door te sturen naar een ‘gelijkgezinde’<br />
die daarop reageert, nodig je elkaar<br />
uit tot kritische refl ectie.<br />
vijfentwintig dagen, vijfentwintig brieven, vijfentwintig<br />
antwoorden. En in elke brief en elk<br />
antwoord komt telkens hetzelfde thema aan<br />
bod: communicatie. dit is voor mij dé rode<br />
draad doorheen het boek. namelijk hoe belangrijk<br />
communicatie is in de zorg. Welke<br />
functie je ook bekleedt, welke opleiding je ook<br />
genoten hebt. Wat volgens beide schrijvers<br />
van belang is in je communicatie met mensen<br />
die lijden, is de mate waarin de hulpverlener<br />
zijn menselijkheid weet mee te delen, weet<br />
door te geven, weet uit te strooien. communicatie,<br />
niet enkel in de letterlijke betekenis<br />
van ‘het uitwisselen van informatie’ maar eerder<br />
als vorm van ‘communio’, ‘gemeenschap<br />
vormen’. simpelweg ‘je gezicht (durven) laten<br />
zien’ is zo betekenisvol en toch zo moeilijk. We<br />
moeten volgens de auteurs opnieuw leren vertrouwen<br />
op onze intuïtie. de onbewuste en tegelijk<br />
waardevolle kennis die zo essentieel is<br />
voor goede zorg. dit in tegenstelling tot ‘com
ecensies<br />
petenties’, die zo rationeel en ‘doenerig’ overkomen.<br />
Op die manier ijveren beide auteurs in<br />
hun boek voor een humanisering van de zorg.<br />
Wat mij vooral aanspreekt in dit boek, naast<br />
de aandacht voor spirituele zorg en het belang<br />
van communicatie, is de bescheiden<br />
manier waarop de schrijvers zichzelf en hun<br />
functioneren in vraag stellen. het zijn ervaren<br />
en hoogopgeleide professionelen die ieder op<br />
hun werkveld heel wat ervaring hebben opgedaan.<br />
En toch willen zij zichzelf geen ‘meesters’<br />
noemen in grote levensvragen. het is<br />
de lijdende zelf die meester is in zijn eigen<br />
leven(seinde), volgens hen. En het is de taak<br />
van de hulpverlener om lijdende mensen te<br />
helpen hier zicht op te krijgen. Als we hierin<br />
slagen en mensen meer beseffen wat waardevol<br />
(geweest) is in hun leven, zullen zij hun<br />
levenseinde met minder angst tegemoet gaan.<br />
daar geloof ook ik sterk in.<br />
Wat dit boek verder zo krachtig maakt zijn de<br />
vele uitspraken van wijze mensen die beide<br />
schrijvers citeren.<br />
Om al die redenen is het boek ‘Leven aan de<br />
grens’ een echte aanrader voor iedereen die<br />
op een of andere manier zorg draagt voor<br />
mensen die leven ‘aan de grens’. Om het met<br />
de woorden van Marinus van den Berg zelf te<br />
zeggen: “hopelijk stimuleert het mensen om<br />
te kijken naar de waarde van hun doen en denken<br />
en ervaren ze zo een glans van licht in elke<br />
dag!” Mij heeft het in ieder geval geïnspireerd!<br />
irène henderickx, palliatief deskundige en vormingsmedewerker<br />
pallion, secretaris Werkgroep spirituele<br />
en Existentiële zorg<br />
contact: irene.henderickx@pallion.be<br />
tonio. een requiemroman<br />
A.F.th. van der Heijden<br />
de Bezige Bij, <strong>2011</strong><br />
isBn 978 90 234 5954 5<br />
‘Er zijn geen woorden voor…’ hoor je vaak zeggen.<br />
Maar woorden zijn voor schrijvers dé manier<br />
om uitdrukking te geven aan dat wat hen<br />
vanbinnen beroert en bezighoudt. Woorden<br />
voor wat zeer doet, voor wat schrijnt. zo is er<br />
Anna Enquist met haar roman ‘Contrapunt’ en<br />
de poëziebundel ‘De tussentijd’, waarmee zij<br />
woorden geeft aan haar verdriet, aan haar gemis.<br />
haar dochter Margit overleed in 2001 (een<br />
‘dodehoekongeval’) toen ze met de fi ets door<br />
Amsterdam reed. tonio van der heijden overleed<br />
tien jaar later, aangereden door een auto<br />
terwijl ook hij door Amsterdam fi etste. zijn vader<br />
zoekt en vindt woorden om aan zijn verlies<br />
en verdriet uiting te geven. het wordt ‘Tonio.<br />
Een requiemroman’. hij laat zijn woorden voorafgaan<br />
door een zin uit hamlet: “Give sorrow<br />
words: the grief that does not speak whispers<br />
the o’erfraught heart, and bid it break.” vrij<br />
vertaald: geef woorden aan verdriet; verdriet<br />
dat niet gedeeld wordt, doet het hart tenslotte<br />
breken.<br />
Er zijn toch woorden voor…<br />
“De nieuwe toestand is er altijd, voelbaar zelfs<br />
als je het gegeven is er even niet aan te denken.<br />
Het geldt voorgoed. Vanaf nu tot aan het einde<br />
van mijn dagen zal Tonio’s dood er nooit even<br />
niet zijn. Ik heb hem in het AMC zien sterven,<br />
en op dat moment heeft hij zich in me genesteld:<br />
gelijkelijk verdeeld over mijn hoofd en mijn<br />
ingewanden. In mijn brein speel ik eindeloos de<br />
beelden van zijn leven af. Hij ligt ongemakkelijk<br />
op mijn hart, knijpt de eetlust uit mijn maag, en<br />
veroorzaakt gloeiende krampen in mijn darmen.<br />
Zijn remschoenen zitten aan mijn voeten. Hij<br />
vertraagt alles.” (p. 314)<br />
tonio’s dood en wat die met het leven van zijn<br />
ouders doet vormen de rode draad. van der<br />
heijden slaat zijwegen in, neemt bochtjes,<br />
keert een eindje terug en vertelt op die manier<br />
het verhaal van het gezin, de ups en downs<br />
van het echtpaar van der heijden, de komst<br />
van tonio, zijn kindertijd en jeugd, enz. het<br />
beeld wordt steeds completer. telkens weer<br />
keert de auteur, de vader, naar de dood van<br />
zijn zoon terug en dus ook naar het ondraaglijk<br />
gemis en verdriet en de onmacht. Als lezer<br />
krijg je een inkijk in de stilstand van hun<br />
leven, hoe verschillend de vader en de moeder<br />
rouwen, hoe alcohol verdooft maar niet<br />
heelt. het is overleven. Een andere verhaallijn<br />
is die van de zoektocht van beide ouders<br />
naar het ingekleurd krijgen van de dagen die<br />
aan tonio’s dood voorafgingen: wat deed hij?<br />
Met wie sprak hij? Waar was hij mee bezig?<br />
Op die wijze kunnen ze hem bij zich houden, is<br />
hij nog niet echt weg. puzzelstukjes zoekend.<br />
de zoektocht eindigt met een bezoek aan de<br />
plaats waar tonio werd aangereden.<br />
voor mij is tonio een roman waarin kwetsbaarheid<br />
en fragiliteit centraal staan.<br />
ik werd geraakt door de openheid waarmee<br />
de auteur inkijk geeft in zijn gevoelens en gedachten,<br />
in zijn zoeken hoe opnieuw rechtop te<br />
geraken – stuntelig en machteloos.<br />
Misschien zijn er geen woorden maar wel gebaren<br />
van troost:<br />
‘Godverdomme, Minchen, dat ik je zo weinig<br />
troost kan bieden, dat drukt zwaar op me.<br />
Troost impliceert een belofte: dat een toestand<br />
vroeg of laat zal verbeteren. Onze toestand zal<br />
nooit verbeteren. Nooit. Ik kan het je dus niet beloven.<br />
En… daar gaat mijn troost.’<br />
‘Je biedt mij wel troost’, zegt ze. ‘Alleen maar<br />
mijn hand vasthouden als ik huil, dat betekent al<br />
heel veel troost…ook al krijg ik er Tonio niet mee<br />
terug.’ (p.361)<br />
Laat je niet afschrikken door het aantal pagina’s<br />
(640), neem het boek gewoon vast, sla de<br />
eerste bladzijde om en laat je meevoeren.<br />
Kathleen van steenkiste<br />
vrijzinnig humanistisch consulent<br />
contact: kathleen.vansteenkiste@demens.nu<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 25
Adressengids<br />
1<br />
1. vzw Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />
westhoek – oosteNde<br />
stovestraat 2a<br />
8600 diksmuide<br />
tel: 051/51 98 00<br />
info@palliatieve.be<br />
www.pzwvl.be<br />
2. <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />
Noord west-vlaaNdereN vzw<br />
diksmuidse heirweg 647<br />
8200 Brugge sint-Andries<br />
tel: 050/40 61 50<br />
info@pznwvl.be<br />
www.pzwvl.be<br />
3. Palliatief Netwerk<br />
de MaNtel vzw<br />
Mandellaan 101<br />
8800 roeselare<br />
tel: 051/24 83 85<br />
info@demantel.net<br />
www.pzwvl.be<br />
2<br />
3<br />
4. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />
zuid west-vlaaNdereN vzw<br />
doorniksewijk 168<br />
8500 Kortrijk<br />
tel: 056/63 69 50<br />
palnet.zwvl@yucom.be<br />
www.pzwvl.be<br />
5. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />
geNt-eeklo vzw<br />
Bilksken 36<br />
9920 Lovendegem<br />
tel: 09/218 94 06<br />
npz.genteeklo@palliatieve.org<br />
www.palliatieve.org<br />
4<br />
netwerken palliatieve zorg<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 26<br />
5<br />
6<br />
8<br />
7<br />
9<br />
6. het leveN helPeN vzw<br />
sint-Walburgastraat 9<br />
9700 Oudenaarde<br />
tel: 055/20 74 00<br />
info@hetlevenhelpen.be<br />
www.palliatieve.org<br />
7. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />
waaslaNd vzw<br />
Moerlandstraat 20<br />
9100 sint-niklaas<br />
tel: 03/776 29 97<br />
info@npzw.be<br />
www.palliatieve.org<br />
8. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />
aalst-deNderMoNde-NiNove vzw<br />
Gentsesteenweg 179<br />
9300 Aalst<br />
tel: 053/21 40 94<br />
info@npzadn.be<br />
www.palliatieve.org<br />
9. foruM <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />
Brussel-halle-vilvoorde vzw<br />
j. vander vekenstraat 158<br />
1780 Wemmel<br />
tel: 02/456 82 07<br />
info@forumpalliatievezorg.be<br />
www.forumpalliatievezorg.be<br />
10. Palliatief Netwerk<br />
arroNdisseMeNt leuveN<br />
(PaNal vzw)<br />
Waversebaan 220<br />
3001 heverlee<br />
tel: 016/23 91 01<br />
vragen@panal.be<br />
www.panal.be<br />
12<br />
13<br />
11<br />
10<br />
14<br />
15<br />
11. Palliatief Netwerk<br />
MecheleN vzw (P.N.M)<br />
Willem rosierstraat 23<br />
2800 Mechelen<br />
tel: 015/41 33 31<br />
info@pnmechelen.be<br />
www.palliatief-netwerk-mechelen.be<br />
12. <strong>Palliatieve</strong> hulPverleNiNg<br />
aNtwerPeN vzw (Pha)<br />
UA – Gebouw f c – domein fort vi<br />
Edegemsesteenweg 100<br />
2610 Wilrijk<br />
tel: 03/265 25 31<br />
pha@ua.ac.be<br />
www.pha.be<br />
13. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> zorg<br />
NoorderkeMPeN vzw<br />
Bredabaan 743<br />
2990 Wuustwezel<br />
tel: 03/633 20 11<br />
info@npzn.be<br />
www.npzn.be<br />
14. Palliatief Netwerk<br />
arroNdisseMeNt turNhout vzw<br />
stationsstraat 60-62<br />
2300 turnhout<br />
tel: 014/43 54 22<br />
pnat@pnat.be<br />
www.pnat.be<br />
15. Netwerk <strong>Palliatieve</strong><br />
zorg liMBurg vzw<br />
A. rodenbachstraat 29 bus 2<br />
3500 hasselt<br />
tel: 011/81 94 72<br />
info@npzl.be<br />
www.npzl.be
MultidisciPliNaire<br />
BegeleidiNgsequiPes (MBe)<br />
1. vzw <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong>en Westhoek<br />
Oostende<br />
stovestraat 2a<br />
8600 diksmuide<br />
051/51 98 00<br />
2. <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong> Noord West-<br />
<strong>Vlaanderen</strong><br />
diksmuidse heirweg 647<br />
8200 Brugge sint-Andries<br />
050/40 61 52<br />
3.<strong>Palliatieve</strong> thuiszorg de Mantel<br />
Mandellaan 101<br />
8800 roeselare<br />
051/24 83 85<br />
4. Netwerk <strong>Palliatieve</strong> <strong>Zorg</strong> Zuid<br />
West-<strong>Vlaanderen</strong><br />
doorniksewijk 168<br />
8500 Kortrijk<br />
tel 056/30 72 72<br />
5. <strong>Palliatieve</strong> thuiszorg Genteeklo<br />
Bilksken 36<br />
9920 Lovendegem<br />
tel: 09/218.94.06<br />
6. Het Leven Helpen vzw<br />
sint-Walburgastraat 9<br />
9700 Oudenaarde<br />
tel: 055/20 74 00<br />
7. thuiszorgequipe <strong>Palliatieve</strong><br />
<strong>Zorg</strong> Waasland<br />
Moerlandstraat 20<br />
9100 sint-niklaas<br />
tel: 03/776 29 97<br />
8. <strong>Palliatieve</strong> thuiszorg arr.<br />
dendermonde<br />
Gentsesteenweg 179<br />
9300 Aalst<br />
053/21 40 94<br />
0475/46 27 19<br />
<strong>Palliatieve</strong> thuiszorg regio Aalst -<br />
regio Ninove<br />
Gentsesteenweg 179<br />
9300 Aalst<br />
053/21 40 94<br />
0473/96 98 96<br />
9. Omega<br />
j. vander vekenstraat 158<br />
1780 Wemmel<br />
02/456 82 03<br />
10. thuiszorgequipe Panal<br />
Waversebaan 220<br />
3001 heverlee<br />
016/23 91 01<br />
11. <strong>Palliatieve</strong> thuiszorgequipe<br />
Willem rosierstraat 23<br />
2800 Mechelen<br />
015/41 33 31<br />
12. <strong>Palliatieve</strong> Hulpverlening<br />
Antwerpen vzw<br />
UA – Gebouw f c – domein fort vi<br />
Edegemsesteenweg 100<br />
2610 Wilrijk<br />
tel: 03/265 25 31<br />
13. Coda thuiszorg<br />
Bredabaan 743<br />
2290 Wuustwezel<br />
03/633 20 11<br />
14. Ondersteuningsequipe Ispahan<br />
stationsstraat 60-62<br />
2300 turnhout<br />
014/42 66 02<br />
www.ispahan.be<br />
15. Pallion<br />
A. rodenbachstraat 29 bus 3<br />
3500 hasselt<br />
011/81 94 74<br />
www.pallion.be<br />
<strong>Palliatieve</strong> eeNhedeN (Pze)<br />
1. AZ damiaan - Campus St. Jozef<br />
nieuwpoortsesteenweg 57<br />
8400 Oostende<br />
059/55 31 65<br />
Jan Ypermanziekenhuis vzw<br />
Briekestraat 12<br />
8900 ieper<br />
057/35 64 91<br />
2. de Vlinder<br />
spaanse Loskaai 1<br />
8000 Brugge<br />
050/47 01 30<br />
3. Heilig Hartziekenhuis - campus<br />
westlaan - pze Het Anker<br />
Westlaan 123<br />
8800 roeselare<br />
051/23 83 74<br />
4. ten Oever<br />
AZ Groeninge Kortrijk<br />
reepkaai 4<br />
8500 Kortrijk<br />
056/63 29 30<br />
5. AZ Jan Palfijn<br />
Koningin fabiolalaan 57<br />
9000 Gent<br />
09/240 98 26<br />
az sint Lucas<br />
Groenebriel 1<br />
9000 Gent<br />
09/224 51 94<br />
uz Gent<br />
de pintelaan 185<br />
9000 Gent<br />
09/332 28 76<br />
6. AZ Zusters van Barmhartigheid<br />
Glorieuxlaan 55<br />
9600 ronse<br />
055/23 31 05<br />
7. AZ Nikolaas<br />
Oude zandstraat 99<br />
9120 Beveren<br />
03/760 51 60<br />
8. Charon ASZ Campus Aalst<br />
Merestraat 80<br />
9300 Aalst<br />
053/76 42 38<br />
az sint-BLasius - campus zeLe<br />
‘De haven’<br />
Koevliet 5<br />
9240 zele<br />
052/45 64 01<br />
9. AZ jan portaels - de Cirkel<br />
Gendarmeriestraat 65<br />
1800 vilvoorde<br />
02/257 58 30<br />
europa zk - site st. michieL<br />
Linthoutstraat 150<br />
1040 Etterbeek<br />
02/614 39 43<br />
europa zh - site Deux aLice<br />
Groeselenberg 57<br />
1180 Ukkel<br />
02/373 49 50<br />
eenheiD paLLiatieve zorG o.L.v. -<br />
campus asse<br />
Bloklaan 5<br />
1730 Asse<br />
02/300 60 93<br />
kLiniek sint Jan<br />
Kruidtuinlaan 32<br />
1000 Brussel<br />
02/221 98 70<br />
pze De oase<br />
ziekenhuislaan 100<br />
1500 halle<br />
02/363 63 98<br />
uvc BruGmann papYrus<br />
van Gehuchtenplein 4<br />
1020 Brussel<br />
02/477 23 46<br />
10. Heilig Hartziekenhuis<br />
naamsestraat 105<br />
3000 Leuven<br />
016/20 95 18<br />
sint-pieter ziekenhuis<br />
Brusselsestraat 69<br />
3000 Leuven<br />
016/33 70 60<br />
11. AZ Heilig Hart<br />
Mechelsestraat 24<br />
2500 Lier<br />
03/491 38 88<br />
az sint maarten - De manteL<br />
Leopoldstraat 2<br />
2800 Mechelen<br />
015/40 97 60<br />
12. Sint Camillus – Campus AZ Sint<br />
Augustinus<br />
Oosterveldlaan 24<br />
2610 Wilrijk<br />
03/443 33 55<br />
zna miDDeLheim<br />
Lindendreef 1<br />
2020 Antwerpen<br />
03/280 34 61<br />
ZNA stuivenBerG<br />
Lange Beeldekensstraat 267<br />
2060 Antwerpen<br />
03/217 73 64<br />
13. Coda Hospice<br />
Bredabaan 743<br />
2990 Wuustwezel<br />
03/633 20 10<br />
De mick vzw<br />
papestraat 30<br />
2930 Brasschaat<br />
03/217 10 11<br />
14. AZ turnhout -<br />
Campus Sint-elisabeth<br />
rubensstraat 166<br />
2300 turnhout<br />
014/40 66 26<br />
15. AZ Vesalius - ‘de Schelp’<br />
hazelereik 51<br />
3700 tongeren<br />
012/39 61 66<br />
maria ziekenhuis noorD-LimBurG<br />
Maesensveld 1<br />
3900 Overpelt<br />
011/82 64 11<br />
Jessa ziekenhuis<br />
stadsomvaart 11<br />
3500 hasselt<br />
011/30 85 20<br />
ziekenhuis oost-LimBurG<br />
stalenstraat 2<br />
3600 Genk<br />
089/32 57 12<br />
dagceNtra<br />
1. dagcentrum Complementaire<br />
<strong>Zorg</strong><br />
pater pirelaan 6<br />
8400 Oostende<br />
059/55 53 13<br />
2. ‘Heidehuis’ Brugge<br />
diksmuidse heirweg 647<br />
8200 Brugge sint-Andries<br />
050/40 61 50<br />
9. topaz<br />
j. vander vekenstraat 158<br />
1780 Wemmel<br />
02/456 82 02<br />
12. St. Camillus<br />
Oosterveldlaan 24<br />
2610 Wilrijk<br />
03/443 33 55<br />
13. Coda dagcentrum<br />
Bredabaan 743<br />
2990 Wuustwezel<br />
03/633 20 10<br />
daarenboven is in alle ziekenhuizen<br />
in vlaanderen een palliatief support<br />
team (pst) werkzaam. rust- en verzorgingstehuizen<br />
beschikken over<br />
een referente verpleegkundige palliatieve<br />
zorg. voor adressen en inlichtingen<br />
wendt u zich best tot het<br />
netwerk van uw regio.<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 27
Agenda<br />
3 februari 2012 (9u00 – 13u00) - Leuven<br />
studiedag van de werkgroep pst van de federatie<br />
thema: ‘de meerwaarde van palliatieve zorg voor de geriatrische<br />
patiënt’<br />
7 t/m 9 juni 2012 – trondheim (Noorwegen)<br />
7de research congres EApc<br />
Meer info (van zodra beschikbaar) op www.palliatief.be > agenda.<br />
Wist u dat …<br />
- ... u zich kunt inschrijven voor onze maandelijkse elektronische<br />
nieuwsflash via de homepage van onze website<br />
www.palliatief.be? Bovenaan de homepage staat een snellink<br />
naar het inschrijvingsformulier.<br />
- ... onze brochures tot stand komen in samenwerking met en<br />
verspreid worden door de netwerken palliatieve zorg? Een<br />
overzicht vindt u op www.palliatief.be, rubriek publicaties,<br />
subrubriek Brochures. de contactgegevens van uw netwerk<br />
vindt u onder de rubriek netwerken.<br />
- ... de federatie een nieuwe locatie in het Brusselse zoekt?<br />
vergaderruimte(s) en parking noodzakelijk, te huur of evt.<br />
te koop. voor vragen of tips kunt u terecht bij paul vanden<br />
Berghe, 0497 32 23 10.<br />
tijdschrift fpzv <strong>2011</strong> - 28<br />
federatie palliatieve zorg vlaanderen vzw<br />
j. vander vekenstraat 158 - 1780 WEMMEL<br />
tel 02 456 82 00 / fax 02 461 24 41<br />
e-mail info@palliatief.be / website www.palliatief.be<br />
rekeningnummer 436-2162119-48<br />
recent verschenen<br />
Kijken naar het einde, het vergankelijke leven in<br />
foto’s en gedichten<br />
samenstelling en fotografie: hans Bomhof en Marga Berkhout, in sa-<br />
menwerking met het centrum voor levensvragen Amsterdam-diemen<br />
en de OsiraGroep Amsterdam.<br />
isBn: 978 90 5881 590 3<br />
Winkelprijs: 1 15,00. Kortingen voor zorginstellingen.<br />
Bestellen: netwerk palliatieve zorg Amsterdam-diemen via de website<br />
www.netwerkpalliatievezorg.nl/amsterdam<br />
Met de steun van:<br />
Kom op tegen Kanker, de campagne van de vlaamse Liga tegen Kanker