Bouwen voor bijen - Stichting Oase
Bouwen voor bijen - Stichting Oase
Bouwen voor bijen - Stichting Oase
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tekst: Michel Cooijmans, Machteld Klees
Fotoʼs Machteld Klees
2012 is uitgeroepen tot ʻHet Jaar van de Bijʼ.
Een mooie aanleiding om ze de tuin in te
lokken. Het zijn interessante, ongevaarlijke
diertjes en het is leuk om ze van dichtbij te
bekijken. Solitaire, dus alléén levende bijen
hebben voldoende bloeiende, liefst inheemse,
planten nodig en nestelgelegenheid. Die zijn
in de tuin makkelijk aan te bieden, in dit artikel
komt de nestelgelegenheid aan bod.
Van nature gebruiken wilde bijen
allerlei nestelgelegenheden die in
een ‘rommelig’ landschap te vinden
zijn. Zoals gangen, die door kevers
in dood hout uitgeknaagd zijn,
enigszins vermolmde paaltjes langs
weilanden, dode plantenstengels,
kale zandige plekken, zandpaden.
Zulke elementen ontbreken vaak in
tuinen, het aanbieden van kunstmatige
nestelgelegenheid is dan een
prima oplossing. Mits aan een paar
‘bouwvoorschriften’ voldaan wordt
is het een succes, voor bijen en toeschouwers.
Allereerst de plek. In de nestgang
worden de eitjes gelegd, de zich ontwikkelende
larve heeft voldoende
warmte nodig. Bovendien vliegen
de bijen graag op zonnige plekken.
Zorg er dus voor dat het ‘bijenhotel’
zo zonnig mogelijk staat.
Bijenhotel in de Londotuin, Leersum, met stoel om
rustig te kijken. Inzet rechts: goudwesp.
De bewoonde nestgangen zijn te
herkennen aan de dichtgemaakte
gaatjes. Ze blijven dicht tot het volgende
jaar, dan pas vliegt de volgende
generatie bijen uit. Het bijenhotel
moet dan ook ’s winters gewoon
buiten, op z’n plek blijven.
Een houtblok met gaten kan aan
een muur, balkon, pergola of boom
bevestigd worden. Zorg er wel voor
dat het dan niet bungelt maar bevestig
het stevig. In een boom liever
niet aan een tak bevestigen, maar
aan de stam, zonder bladeren ervoor;
die hinderen de bijen met in-
en uitvliegen.
Hout en gaten
Niet elk stuk hout is geschikt als
bijenwoning. Het raakt soms niet
bewoond of het broed gaat verloren
door schimmels of andere
oorzaken. Loofhout is geschikter
dan naaldhout, de gangetjes die in
12 Oase lente 2012
Bijenwand op de Botanische Tuinen, Utrecht.
Bouwen voor bijen
naaldhout geboord worden zijn vezeliger
dan bij loofhout. Door de
ruwe binnenzijde kunnen de bijen
niet goed in en uit de gang kruipen.
Ouder hout, dat ‘uitgewerkt’ is, vertoont
minder snel barsten dan vers
hout. Gedroogd hout van beuk, es
of eik is heel geschikt. Verschillende
soorten bijen prefereren gaten met
verschillende diameters als nestgang,
boor daarom gaatjes van verschillende
grootte.
Boor de gaten met minstens 2 cm
tussenruimte, met verschillende
diameters van 2 mm tot 8 mm. De
meeste soorten bewonen 3 mm tot
8 mm holten. Bij de beukenhouten
blokken alleen 3 mm en 4 mm
gebruiken. Beuk geeft namelijk
bij grotere diameter snel barsten.
Probeer de gaatjes zo’n 5 cm tot 10
cm diep uit te boren. Klop daarna
het zaagsel uit en schuur de ingang
goed glad.
Een houtblok met gaten, op een
zonnige plek opgehangen, voldoet
al prima. Nog leuker wordt het als
er verschillende materialen aange-
boden worden. Dat kan prima door
in een stevig houten frame vakken
te maken waarin allerlei vormen en
soorten materiaal een plek krijgen.
Als afwisseling kan zelfs een stuk
Limburgse mergel gebruikt worden
om gaten in te boren, gebruik liever
geen gasbetonblokken. Deze zijn
niet geschikt voor buitengebruik.
Nattigheid
Een bijenhotel dat beschermd wordt
tegen regen gaat langer mee. Bovendien,
als een blok nat wordt en
het water de gangetjes inloopt, kan
dat schadelijk zijn voor het broed.
De kans op schimmel neemt dan
toe. Beschermen tegen water kan
door een constructie onder dakpannen,
een stukje dakleer, en waterpas
hangen.
Zandige plekken
Veel soorten graafbijen en -wespen
graven ‘eigenpotig’ een gangetje in
het zand. Geschikt zand, waarbij
een gang niet instort is zeker niet
overal voorhanden. Bovendien
bewoond!
moet het zand kaal blijven, zonder
begroeiing. Op een heel simpele
manier kun je gelegenheid scheppen
door de stenen van een zonnig
tuinpad iets verder uit elkaar te leggen
dan anders waardoor de voegen
breder worden. Een centimeter is al
voldoende. Als er kleine gaatjes en
miniatuurbergjes van zand verschijnen
dan is het pad bewoond.
Hol materiaal
Bamboestokken zijn prachtig bouwmateriaal.
Koop hiervoor stokken
van 3 tot 9 mm doorsnee en zaag
ze achter de verdikking (knoop)
door op een lengte van ± 15 cm.
Bamboestokjes die helemaal open
zijn kunnen aan de achterkant afdicht
worden met watten of leem.
Zo blijft het donker. Bind de bamboestokken
stevig samen en plaats
het geheel in een stuk regenpijp,
leeg conservenblik of in een houten
frame.
Heel geschikt zijn ook rietmatten,
die bij bouwmarkten te koop zijn.
Snijd of knip deze op 30 cm af en
Oase lente 2012 13
g
ol ze weer op. Probeer de openingen
zo min mogelijk te beschadigen.
Spechten en mezen willen deze
woningen in herfst en winter graag
open pikken. Hang er dan op enige
afstand 3 x 3 cm gaas of net voor.
Ook bundels van verdorde, houtige,
holle of merghoudende stengels van
zonnebloem, buddleja en allerlei
andere planten, zijn te gebruiken.
Onderhoud
Het beste wat je met een bijenhotel
kunt doen is rustig laten staan of
hangen. Zorg ervoor dat de zonligging
goed blijft, knip bijvoorbeeld
schaduwgevende takken weg.
Na verloop van jaren zal het bijenhuis
wegrotten, dan wordt het tijd
voor aanvulling en vervanging. Een
bijenhuis dat er slecht aan toe is zal
meestal niet meer bewoond worden,
maar laat het voor de zekerheid gewoon
hangen en voeg nieuwe nestelgelegenheid
toe.
Genieten
Raakt een nestelgelegenheid eenmaal
bewoond, vaak al vrij snel,
dan is er van alles te zien. Met
zonnig weer vliegen verschillende
soorten bijen af en aan, vaak kun
je dan het verzamelde stuifmeel
zien zitten, gangetjes die in gebruik
zijn worden dicht gemetseld enzovoorts.
Ook kan het zijn dat er een
fel roze/blauw gekleurde goudwesp
op bezoek komt. Ook deze parasitaire
wespen voegen biodiversiteit
toe aan de tuin. Het is leuk om de
plek voor het bijenhotel zo te kiezen
dat je, bijvoorbeeld vanaf het terras,
alles goed in de gaten kunt houden.
Ze steken niet, dus ook voor kinderen
is het een leuke manier om kennis
te maken met insecten.
Om de ontwikkeling van het broed
te volgen worden wel kastjes gebruikt
met glazen of kunststof
buisjes, voorzien van een scharnierende
zijwand. Nadeel van deze niet
ademende buisjes is dat het broed
gemakkelijk schimmelt en verloren
gaat. Voordeel als het wel lukt is een
bijzonder educatief kijkje in de ‘kinderkamer’.
Een lastige afweging.
Op de foto’s is te zien dat nestelgelegenheid
allerlei vormen kan hebben.
Juist die diversiteit geeft allerlei
soorten bijen een kans. Bovendien,
door goed te kijken naar wat er gebeurt
leer je veel over het gedrag
van de bijen.
Bovendien is het maken van nes-