Landelijk Basisprogramma Eetstoornissen - GGZ-richtlijnen
Landelijk Basisprogramma Eetstoornissen - GGZ-richtlijnen
Landelijk Basisprogramma Eetstoornissen - GGZ-richtlijnen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
■ Leeftijd van de cliënt<br />
■ Voorkomen, mate en ernst van de psychiatrische co-morbiditeit.(21)<br />
■ Ernst van de somatische complicaties die direct verband houden met de eetstoornis.<br />
■ Eerdere behandeling, als die heeft plaats gevonden en wat hiervan het effect was. Dit wordt bepaald door<br />
de soort, het aantal malen en de intensiteit van de doorlopen behandeling.<br />
■ Mate van ontkenning van de ziekte of motivatie voor verandering<br />
■ Mate waarin de eetstoornis het sociale leven of de psychosociale ontwikkeling heeft verstoord<br />
■ Bij jonge cliënten: de gevolgen van de eetstoornis voor het gezinssysteem, onder andere de mate waarin<br />
de draagkracht van het steunsysteem is aangetast.<br />
Lichamelijk onderzoek<br />
Lichamelijk onderzoek is niet bruikbaar om de diagnose eetstoornis te stellen maar is wel gewenst om een<br />
andere oorzaak van ondervoeding uit te sluiten, de mate van ondervoeding vast te stellen en complicaties te<br />
kunnen herkennen:<br />
■ Lengte, gewicht, bloeddruk en pols meten.<br />
■ Nagaan of er sprake is van huidafwijkingen, erosie van tandglazuur, opgezette parotis (speekselklier) en<br />
perifeer oedeem.<br />
Bij kinderen die onverklaard afbuigen van de groeicurve dient een eetstoornis in de differentiële diagnose te<br />
staan.<br />
Laboratoriumonderzoek en ECG<br />
Laboratoriumonderzoek is niet zinvol om de diagnose eetstoornis aan te tonen dan wel uit te sluiten.<br />
Laboratoriumonderzoek is nodig om andere medische oorzaken uit te sluiten, de ernst van de eetstoornis, de<br />
somatische gevolgen van purgeergedrag in beeld te krijgen en de mate van katabolie (weefselafbraak) vast te<br />
stellen en complicaties op te sporen. Voor de eerste lijn wordt aanbevolen om minimaal één van de volgende<br />
laboratoriumonderzoeken te laten uitvoeren:<br />
Bepaling<br />
Ratio<br />
Leukocyten, HB Lichte leukopenie (vermindering van het aantal witte bloedlichaampjes) en<br />
anaemia (bloedarmoede) bij ondervoeding<br />
NA, K, bicarbonaat,Cl Gestoord bij purgeren<br />
Ureum, creatinine Kunnen verhoogd zijn bij ondervoeding en/of dehydratie (te kort aan vocht)<br />
ASAT, ALAT Kunnen stijgen tot 2x de normaalwaarde bij ondervoeding<br />
Albumine Maat voor voedingstoestand<br />
Glucose Hypoglykemieën (te laag bloedsuikergehalte)<br />
Het maken van een ECG is nodig, wanneer bij een cliënt sprake is van ondervoeding en/of purgeren om een<br />
QT-tijdverlenging en/of tekenen van hypokaliëmie (verlaagde kaliumspiegel) op te sporen.(23)<br />
Fase 2: Indicatiestelling<br />
De bevindingen van de diagnostische onderzoeken bepalen voor een belangrijk deel het vervolg en de zwaarte/intensiteit<br />
van de geïndiceerde behandeling.<br />
De indicatiestelling hoort vraaggericht, objectief, onafhankelijk en geïntegreerd plaats te vinden. De cliënt<br />
moet in staat worden gesteld om op de indicatie invloed uit te oefenen, wanneer dat mogelijk en gewenst is.<br />
Voorlichting en service aan de cliënt en haar omgeving zijn heel belangrijk.<br />
38 <strong>Landelijk</strong> <strong>Basisprogramma</strong> <strong>Eetstoornissen</strong>