Hoofdstuk 11 (Tak Huisseling - Afferden) - van Haaff

11-12
Uit dit derde huwelijk 2 kinderen:
6. Hermanus Heijmerik van AAR [2421], geb. te Huisseling op
maandag 10 okt. 1814, ged. RK te Huisseling op maandag 10 okt. 1814. Huwt
op 7 okt. 1843 te Herpen met Wilhelmina Anthonia Peters geb. Herpen 10 okt.
1819 d.v. Jan Engelbert Peters en Jacoba Huberta Buss. Winkelier te Herpen.
7. Louisa van AAR [2414], geb. te Huisseling circa 1820, ged. RK te Huisseling.
Zij trouwt 8 mei 1842 te Huisseling met Wilhelmus van de Wiel,
schoolonderwijzer te Huisseling, geb. te Escharen en z.v. Albertus van de
Wiel en Johanna Verstegen.
1837 (9 febr.) “Voor mij Gerardus van der Heijden, openbaar notaris, residerende te
Ravenstein, Hoofdplaats van het Kantons Arrondissement ’s Hertogenbosch,
provincie Noord-Braband, in tegenwoordigheid van na te noemen getuigen,
kompareerde Petronella van Haaf, weduwe van Joost van Gelder landbouwer
wonende te Herpen, dewelke verklaarde te hebben verkocht en mitsdien onder
vrijwaring volgens de wet in vollen en vrijen eigendom over te dragen aan Jan
Theodorus Lorskens, bouwman wonende te Schaijk, alhier tegenwoordig en in koop
verklarende aan te nemen, de volgende gereede goederen als twee roode
koebeesten, een trekos, een kalf, een lange en een korte kar, ploeg en eegd,
vijfhonderd Nederlandsche ponden hooikerns met toebehooren, groote en kleine
vlooten, twee dranktonnen, spinnewiel, koper, tin en verderen huisraad.
De kooper zal van het oogenblik des passeren dezes de verkochte goederen
kunnen aanvaarden en van dezelve jouisseren, zoo als van alle goederen dien hem
in eigendom toebehoren. Deze koop enn verkoop is geschied voor en omme een
somma van f 150,- welke de verkooperesse bekend ontvangen te hebben daarvoor
quieterende bij deze. Voorts alles onder verband als naar regtens. Gepasseerd
binnen Schaijk te woonhuize van de kooper … enz. in tegenwoordigheid van
Cornelis van der Zanden en Gerardus Verstegen, beide landbouwers wonende te
Schaijk.”
1848 (17 jan.) “Memorie van aangeving wegens de nalatenschap van Petronella van
Haaf, weduwe van wijlen Hendrik van Aar, overleden en laatst gewoond hebben te
Huisseling den 19 e december 1847.
Wij ondergetekende 1 e Hermanus Heijmerik van Aar van beroep winkelier wonende
te Herpen en 2 e Louisa van Aar, zonder beroep in huwelijk met Wilhelmus van Wiel
schoolonderwijzer beide wonende te Huisseling alwaar wij ter vervolging dezes ten
zijne woonhuize domicili kiezen, gemelde twee doen haren genoemden en deze
bijgestaan en gemagtigd, verklaarden dat onzen moeder Petronella van Haaf,
weduwe van Hendrik van Aar te Huisseling den 19 e december deses jaars ab
intestato is overleden in den ouderdom van vijf en zestig jaren en dat deze aan ons
zijne twee gemelde kinderen ieder voor een gelijk deel heeft nagelaten de helft in de
hieronder omschreven vaste goederen in gemeenschap met ons aangenaam
bezeten als zijnde ons de wederhelft bij vooroverlijden van onze gemelde vader
aangekomen als: onder Huisseling:
1. De helft van een perceel bouwland genaamd het Hongerveld groot voor het
geheel 1 bunder, 33 roeden en 20 ellen, kadastraal bekend sub sectie B nr.530,
2. De helft in een perceel bouwland genaamd het Hongerveld, groot voor het geheel
1 bunder, 25 roeden kadastraal bekend sub sectie B nr 507,
3. In een perceel bouwland genaamd de Noorden groot voor het geheel 1 bunder,
17 roeden en 60 ellen kadastraal bekend sub sectie B 543,
4. In een perceel bouwland genaamd de Bossen groot voor het geheel 89 roeden en
10 ellen kadastraal bekend sub sectie B nr. 588,
5. In een perceel genaamd als voor, groot voor het geheel twee bunder, 63 roeden
en 60 ellen kadastraal bekend sub sectie B nr. 589,
6. In een perceel weiland genaamd de Kamer(?) groot voor het geheel 1 bunder,
zestien roeden en 60 ellen kadastraal bekend sub sectie B nr. 682,