20.09.2013 Views

Download deze publicatie gratis

Download deze publicatie gratis

Download deze publicatie gratis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie<br />

Kür op muziek<br />

Reglementen & richtlijnen<br />

voor het beoordelen van de Kür op Muziek


VOORWOORD<br />

Deze <strong>publicatie</strong> geeft ruiters en juryleden<br />

duidelijke richtlijnen over het rijden en beoordelen<br />

van de Kür op Muziek. Er wordt ingegaan op de<br />

bepalingen uit het disciplinereglement dressuur en<br />

bevat een bewerking van het cursusmateriaal voor<br />

de ORUN-opleiding voor Z-juryleden Kür op<br />

muziek.<br />

In dit boekje zijn ook de protocollen van alle<br />

Kürproeven opgenomen die in de breedtesport<br />

gereden kunnen worden, zoals de proeven voor<br />

Young Riders, Junioren en de proeven uit de<br />

Midden- en Zware Tour. Concoursorganisaties<br />

mogen <strong>deze</strong> protocollen kopiëren voor eigen<br />

gebruik.<br />

Weert/Wanroij,<br />

Juli 2003<br />

Jan Peeters / Jeannette Wolfs<br />

INHOUDSOPGAVE<br />

H1 – GESCHIEDENIS KÜR OP MUZIEK................... 3<br />

H2 – De Kür in de klassen L, M EN Z .........................3<br />

2.1 inleiding.....................................................................3<br />

2.2 Niveaus & bepalingen ..........................................4<br />

2.3 Algemene eisen .......................................................4<br />

2.4 Meer over de choreografie...................................5<br />

2.5 Het artistieke deel ..................................................6<br />

2.6. De moeilijkheidsgraad.........................................7<br />

2.7 Muziekkeuze ............................................................7<br />

H3 – PAS DE DEUX EN VIERTALLEN ...................... 9<br />

3.1 Choreografie.............................................................9<br />

3.2 Bijzondere bepalingen....................................... 10<br />

3.3 Problemen.............................................................. 11<br />

H4 - DE KÜR VANAF ZZ-LICHT EN HOGER............ 12


H1 – GESCHIEDENIS KÜR OP MUZIEK<br />

De geschiedenis van de dressuursport is nog maar<br />

kort. Dressuur kwam in 1912 voor het eerst op het<br />

programma van de Olympische Spelen. Toen reden<br />

bijna alleen militairen en de ‘adel’ dressuur. Na de<br />

Tweede Wereldoorlog werd het paardrijden<br />

populairder en groeide ook de wedstrijdsport. Pas<br />

in 1983 werd het rijden op muziek populair. Dat<br />

ging niet zonder slag of stoot. De ‘tegenstanders’<br />

van de Kür op Muziek waren bang dat klassieke<br />

principes en de niet-rijkunstige aspecten vergeten<br />

zouden worden. Maar <strong>deze</strong> angst is ongegrond,<br />

want bij een kür kunnen de meeste punten worden<br />

verdiend met de technische uitvoering van de<br />

verplichte onderdelen. De ‘klassieke’ graadmeters<br />

worden daarbij beoordeeld, zoals de zuiverheid van<br />

de bewegingen, de takt en regelmaat, de impuls en<br />

verzameling en de harmonie tussen ruiter en<br />

paard.<br />

De Kür op Muziek werd voor het eerst<br />

uitgeschreven op het EK Dressuur in<br />

Donaueschingen in 1991. De deelnemers konden<br />

kiezen of zij na de Grand Prix de Grand Prix Special<br />

wilden rijden of liever de Kür. Er werden dus twee<br />

series medailles uitgereikt! De twee medailleseries<br />

werden ook op het EK in 1993 en het WK in 1994 in<br />

Den Haag uitgereikt. In 1995 werd de Kür in de<br />

kampioensformule geïntegreerd als derde proef na<br />

de Grand Prix en de Grand Prix Special. In 1996<br />

werd <strong>deze</strong> formule ook op de Olympische Spelen in<br />

Atlanta geïntroduceerd, waarmee de Kür een<br />

volwassen wedstrijdsportonderdeel is geworden.<br />

Internationaal worden tegenwoordig Kür op<br />

Muziek proeven uitgeschreven voor Junioren,<br />

Young Riders, Intermediaire I en Grand Prix en<br />

proeven voor ponyruiters op Z2-niveau. In<br />

Nederland is de Kür op Muziek op lager niveau<br />

inmiddels ook gereglementeerd.<br />

De F.E.I. en de Koninklijke Nederlandse Hippische<br />

Sportfederatie hebben een verantwoordelijkheid<br />

voor het opleiden van juryleden die in staat zijn het<br />

correct afgerichte paard te herkennen. Het F.E.I.reglement<br />

dressuur bewaakt de klassieke<br />

beginselen van de dressuursport. In dit reglement<br />

wordt duidelijk beschreven dat alle bewegingen en<br />

oefeningen door een correcte africhting<br />

opgebouwd moeten worden uit de natuurlijke<br />

gangen van het paard. Onnatuurlijke bewegingen<br />

en oefeningen hebben dus niets met 'klassieke<br />

dressuur' te maken. Paarden die rondjes op de<br />

achterbenen kunnen draaien, die een stekende<br />

Spaanse pas kunnen vertonen met een recht naar<br />

voren gestrekt voorbeen of die 'geprogrammeerd'<br />

oefeningen uitvoeren, hoe leuk ook om te zien,<br />

horen dus in shows of het circus thuis en niet in de<br />

wedstrijdring!<br />

H2 –DE KÜR IN DE KLASSEN L, M EN Z<br />

2.1 Inleiding<br />

Een Kürprotocol bestaat uit twee delen: een<br />

technisch en een artistiek deel. Op de ruimte voor<br />

het technische gedeelte noteert de jury de<br />

waardering voor de technische uitvoering van de<br />

verplichte onderdelen.<br />

Op de ruimte voor het artistieke gedeelte van het<br />

protocol waardeert het jurylid de artistieke waarde<br />

van de proef. Dat wil zeggen: de choreografie,<br />

originaliteit, moeilijkheidsgraad, de afstemming<br />

tussen het genomen risico en de africhtingsgraad<br />

van het paard of de pony, de muziekkeuze en<br />

natuurlijk de harmonie tussen ruiter en paard en<br />

het ritme, de energie, de zuiverheid en de<br />

elasticiteit van de bewegingen. Het beoordelen van<br />

een Kür is niet eenvoudig! Een jurylid moet niet<br />

alleen de verplichte oefening herkennen en<br />

waarderen, maar ook oog hebben voor het ritme<br />

van het paard en de muziek, de symmetrie en de<br />

logica van de proef, bijzondere overgangen<br />

opmerken en bovendien de moeilijkheidsgraad<br />

waarderen. Het lijkt bijna een onmogelijke opgave.<br />

Het maken van korte notities over de<br />

moeilijkheidsgraad, symmetrie en/of originaliteit<br />

van de proef, kan handig erg zijn.<br />

Toch nog regels<br />

Ook een vrije Kür op Muziek moet aan regels en<br />

voorschriften voldoen. In iedere Kür moet namelijk<br />

een serie verplichte oefeningen gereden worden.<br />

De volgorde waarin <strong>deze</strong> verplichte oefeningen<br />

worden uitgevoerd, is echter vrij. De choreografie<br />

van de proef moet zo zijn, dat de getoonde<br />

oefeningen ook daadwerkelijk door de jury<br />

beoordeeld kunnen worden. De deelnemer mag<br />

ook niet-verplichte onderdelen rijden, mits de<br />

maximale tijdsduur van de Kür niet wordt<br />

overschreden en de extra onderdelen niet boven de<br />

moeilijkheidsgraad van het gevraagde niveau<br />

gaan. De Kür wordt op muziek gereden; de<br />

muziekkeuze is vrij. Het gaat niet om het rijden van<br />

een proef mét muziek, maar om het rijden van een<br />

proef óp muziek. Een verstandige deelnemer dus<br />

rekening met de toegankelijkheid van de muziek<br />

voor jury en publiek.<br />

Hogere punten<br />

Het puntentotaal dat met een Kür verdiend wordt,<br />

is meestal hoger dan het puntentotaal in een<br />

klassieke proef. Dat komt omdat de zogenaamde<br />

'grijze zone' in de Kür ontbreekt, waardoor kleine<br />

foutjes of missers tussen verplichte onderdelen<br />

niet zo sterk meetellen. Ook kan een handige<br />

Kürruiter een onderdeel opnieuw doen als het<br />

mislukt en zo het puntentotaal positief<br />

beïnvloeden. Bovendien is het eenvoudiger om een<br />

hoge score te halen voor het artistieke deel dan om<br />

de technische waardering op te vijzelen.


2.2 NIVEAUS & BEPALINGEN<br />

Een belangrijke reglementaire bepaling bij een Kür<br />

is dat de proef het gevraagde niveau van de<br />

klassieke proeven uit het dressuurproevenboekje<br />

niet te boven mag gaan. Gebeurt dat wel, dan kan<br />

de deelnemer worden uitgesloten van de wedstrijd.<br />

De voorzitter van de jury moet dat onmiddellijk na<br />

de slotgroet onderbouwd aan de deelnemer<br />

meedelen.<br />

Klasse L<br />

Wie wil weten wat er is toegestaan op L-niveau,<br />

kan in het dressuurproevenboekje bekijken welke<br />

onderdelen in de proeven worden gevraagd. Om<br />

een L-Kür met een leuke choreografie te maken is<br />

wel een beetje fantasie nodig. Op L-niveau is de<br />

middendraf of middengalop op gebogen<br />

voltelijnen wel toegestaan. Maar niet toegestaan<br />

zijn bijvoorbeeld de eenvoudige galopwissel door<br />

de stap, (kwart) keertwendingen om de<br />

achterhand, binnenkomen en halthouden en<br />

groeten vanuit galop en het rijden met de teugels<br />

in één hand.<br />

M-klasse<br />

In een M-proef mag meer dan in een L-proef. Een<br />

deelnemer kan op dit niveau al een interessantere<br />

Kür maken met bijvoorbeeld een contragalop,<br />

schouderbinnenwaarts, travers en (kwart)<br />

keertwendingen. Niet toegestaan zijn vliegende<br />

galopwisselingen, eenvoudige galopwisselingen,<br />

appuyementen in draf en galop, binnenkomen,<br />

halthouden en groeten vanuit galop en het rijden<br />

met de teugels in één hand.<br />

Z-klasse<br />

Voor een leuke gevarieerde proef op Z-niveau<br />

kunnen niet-verplichte onderdelen tot Z-niveau<br />

toegevoegd worden. Deze extra onderdelen<br />

worden niet beoordeeld. In de verplichte<br />

onderdelen is veel variatie mogelijk, zoals travers<br />

en renvers in draf, appuyeren door de hele baan,<br />

zigzag-appuyement in draf (niet bij pony’s) en het<br />

maken van vier galopchangementen op vier vaste<br />

punten van de grote volte. De volgende onderdelen<br />

zijn boven het Z-niveau en dus niet toegestaan:<br />

• Pirouettes in galop, op welke manier ook<br />

gereden. Zelfs een kwart pirouette is al een<br />

kwart teveel;<br />

• Pirouette (keertwending) in stap (360 graden);<br />

• Een zigzag-appuyement in galop, bijvoorbeeld<br />

met 4-8-4 galopsprongen en changementen<br />

die exact worden gereden om een bepaald<br />

aantal sprongen, zoals om de vier, drie, twee of<br />

één, maar ook om de vijf galopsprongen;<br />

• De zogenaamde 'Schaukel' (achterwaarts,<br />

onmiddellijk voorwaarts en weer onmiddellijk<br />

achterwaarts, bijvoorbeeld 4-4-4 of 4-4-6).<br />

• Te sterk zijwaarts gereden enkelvoudige draf-<br />

en galopappuyementen, zoals bijvoorbeeld de<br />

lijn H-B.<br />

• Het is niet toegestaan om de hoed af te nemen<br />

tijdens de proef!<br />

2.3 ALGEMENE EISEN<br />

Natuurlijk zijn er ook algemene (reglementaire)<br />

eisen waar elke Kür op ieder niveau aan moet<br />

voldoen. Deze bijzondere bepalingen zijn ook te<br />

vinden in het KNHS Wedstrijdreglement en luiden<br />

als volgt:<br />

Bijzondere bepalingen Kür op Muziek<br />

(paarden en pony’s individueel)<br />

• Na het belsignaal van de jury dient de<br />

deelnemer binnen 45 sec. zijn startpositie van<br />

de intro in te nemen<br />

• Het binnenkomen, halthouden en groeten<br />

dient te geschieden op de A-X-C-lijn, bij Zniveau<br />

en hoger vanuit stap, draf of galop. Er<br />

mag niet van de A-X-C-lijn worden afgeweken<br />

• Voor de klasse L-M dient in stap of draf te<br />

worden binnengekomen<br />

• De deelnemer dient bij aanvang en einde van<br />

de proef te groeten met het front naar de<br />

hoofdjury bij C.<br />

• De beoordeling begint bij het binnenkomen<br />

van de deelnemer bij A. Oefeningen getoond<br />

tussen het binnenkomen bij A en het<br />

halthouden/groeten worden door de jury niet<br />

bij de technische beoordeling betrokken. Er<br />

mogen op de A-C lijn voor de groet echter geen<br />

oefeningen worden getoond boven het<br />

gevraagde niveau. De tijd gaat in na de groet<br />

bij de eerste stap voorwaarts, zijwaarts of<br />

achterwaarts en eindigt bij de laatste groet.<br />

• Het muzikale intro buiten de ring voor het<br />

passeren van het bordje A mag de tijdsduur<br />

van 20 seconden niet overschrijden.<br />

• De muziek mag beginnen met een intro voor of<br />

bij het binnenkomen, maar moet in elk geval<br />

starten na de groet bij de eerste pas<br />

voorwaarts, zij- of achterwaarts.<br />

• Op L-M-Z-niveau, ZZ-Licht-niveau en ZZ-Zwaarniveau<br />

mogen op de A-C-lijn voor de groet<br />

geen oefeningen worden getoond. Het tonen<br />

van een uitgestrekte gang wordt niet als<br />

oefening beschouwd. Op Z-niveau en hoger<br />

mag een galopwisseling(-en) voor de groet<br />

gereden worden; <strong>deze</strong> telt echter niet mee voor<br />

de technische beoordeling.<br />

• Zijgangen dienen tenminste eenmaal<br />

minimaal 20 meter aaneengesloten te worden<br />

getoond, waarbij een zigzagappuyement (op Zniveau<br />

in draf toegestaan) als één zijgang<br />

wordt beschouwd.


• De middendraf en uitgestrekte draf en<br />

middengalop en uitgestrekte galop dienen op<br />

de rechte lijn te worden getoond, met<br />

minimaal het aantal meters zoals ook in de<br />

klassieke proeven gevraagd wordt. Dit geldt<br />

voor de afmetingen rijbaan 20x60 en 20x40. De<br />

uitgestrekte stap hoeft niet speciaal op de<br />

rechte lijn te worden uitgevoerd, net zo min als<br />

het halsstrekken, dat ook niet verplicht op de<br />

rechte lijn hoeft te worden getoond. De<br />

verzamelde stap hoeft evenmin op een rechte<br />

lijn te worden getoond.<br />

• Een galopverruiming in een Z-Kür die wordt<br />

onderbroken door een galopwisseling, wordt<br />

aangemerkt als middengalop.<br />

• De verplichte 20 meter verzamelde stap mag<br />

onderbroken worden door bijvoorbeeld<br />

achterwaarts gaan of keertwendingen om de<br />

achterhand. Het wordt aanbevolen om<br />

verzamelde en uitgestrekte stap te<br />

onderbreken met een overgang naar<br />

halthouden, een keertwending of achterwaarts<br />

gaan, dit om het verschil te accentueren.<br />

• Een deelnemer dient zich aan het niveau van<br />

de voorgeschreven Kür te houden. Bij het tonen<br />

van onderdelen die het gevraagde niveau te<br />

boven gaan, volgt uitsluiting.<br />

• Een Kür dient uit het hoofd te worden gereden.<br />

• Levende muziek (een orkest of iets dergelijks,<br />

alsmede vocale muziek) is verboden. Een<br />

deelnemer dient voorafgaand aan de<br />

Kürwedstrijd zijn muziekbandje of cd in te<br />

leveren, liefst nog vergezeld van een reserveexemplaar<br />

voor het geval er technische<br />

problemen zouden ontstaan. Een omschrijving<br />

van de te rijden proef, hoeft niet te worden<br />

ingeleverd.<br />

• Een Kür dient binnen de vastgestelde<br />

tijdsmarge beëindigd te zijn.<br />

Tijdsoverschrijding levert 2 aftrekpunten op,<br />

die op het totaal van de artistieke presentatie<br />

in mindering worden gebracht. De tijd van een<br />

Kür begint bij het voorwaarts rijden na de<br />

groet en eindigt bij de slotgroet. Bij de<br />

beoordeling van een Kür tellen begingroet en<br />

slotgroet mee voor de technische cijfers.<br />

• De deelnemer is gehouden aan de optoming<br />

die voor zijn klasse gelden. Bandages zijn<br />

verboden.<br />

• Het is vanaf Z-niveau toegestaan om met één<br />

hand te rijden, echter niet meer dan in 3<br />

oefeningen. Onderschat de moeilijkheidsgraad<br />

niet!<br />

Toelichting:<br />

• Voor alle klassen geldt dat tempoversterkingen<br />

in draf en galop op de gebogen lijn als<br />

middendraf en middengalop worden<br />

aangemerkt. Dat betekent dat dit een leuke<br />

uitbreiding van de choreografie kan zijn, maar<br />

dat de uitgestrekte draf en uitgestrekte galop<br />

in elk geval ook op de rechte lijn getoond<br />

moeten worden, om mee te kunnen tellen voor<br />

de beoordeling.<br />

• Voor elke klasse geldt ook dat een verplichte<br />

oefening niet vaker dan drie keer aan de<br />

technische kant voor een cijfer in aanmerking<br />

komt. Hoe schitterend een paard ook kan<br />

uitstrekken, na drie negens aan de linkerkant<br />

voor uitgestrekte draf (gemiddeld één cijfer:<br />

een negen) houdt de technische waardering op<br />

en kan een jurylid uitsluitend nog nadenken<br />

over de vraag hoe sterk hij de proef met het<br />

vele uitstrekken artistiek in elkaar vindt zitten.<br />

• Het is verstandig bij het samenstellen van een<br />

Kür rekening te houden met de aard van het<br />

paard of de ruiter. Bij een kijkerig paard kan<br />

een ruiter bijvoorbeeld heel goed beginnen<br />

met het richten van de aandacht van het paard<br />

op hem door bijvoorbeeld een slangenvolte te<br />

rijden waarbij hij het paard tot ontspanning<br />

brengt. Ook schouderbinnenwaarts is in zo'n<br />

geval een goed begin, een oefening waarbij het<br />

paard niet richting die drukke tribune kan<br />

kijken.<br />

• Tenslotte probeert elke ruiter natuurlijk een<br />

Kür samen te stellen die de meeste punten<br />

oplevert. Iedereen probeert de resultaten van<br />

zijn africhting op die wijze te tonen dat de<br />

mooiste oefeningen van het paard het beste<br />

tot hun recht komen. Dit heeft niets met het<br />

verdoezelen van fouten te maken of met het<br />

ontwijken van de klassieke dressuurprincipes.<br />

Het gaat erom dat een mooie Kür voor ruiter<br />

en paard plezierig moet zijn om te rijden en<br />

dat een goede proef er eentje is die<br />

harmonieus en oog- en oorstrelend is. Kortom,<br />

een echte show voor het publiek.<br />

2.4 MEER OVER DE CHOREOGRAFIE<br />

Algemene stelregels voor de choreografie:<br />

• alle onderdelen moeten door de jury te<br />

beoordelen zijn;<br />

• de proef moet symmetrisch en logisch zijn<br />

opgebouwd;<br />

• de rijbaan dient goed verdeeld te worden;<br />

• een proef dient het liefst enkele originele lijnen<br />

te bevatten;<br />

• teveel overgangen en tempowisselingen<br />

maken een proef onrustig, dit kan beter<br />

worden vermeden.<br />

Toelichting:<br />

Een mooie proef is zowel verrassend als enigszins<br />

voorspelbaar. Een proef kan verrassend zijn door<br />

een origineel begin en slot, door een onverwachte<br />

flitsende uitgestrekte galop op de A-C-lijn recht op<br />

de jury af, of juist daar vandaan, door een


onverwachte, goed gereden, overgang of door een<br />

muzikaal grapje. Verrassend kunnen ook tweede<br />

hoefslaglijnen zijn, of andere lijnen die van de<br />

gebruikelijke hoefslag of hoefslagfiguren afwijken.<br />

Maar voorspelbaar moet een Kür ook zijn, in die zin<br />

dat de oefeningen die op de linkerhand getoond<br />

worden op de rechterhand het mooist tot hun recht<br />

komen wanneer ze daar symmetrisch op identieke<br />

wijze worden uitgevoerd. De toeschouwer of de<br />

jury herkent dan de vloeiende bewegingen in de<br />

proef en zal dat zeker waarderen.<br />

Wie nadenkt over het samenstellen van een Kür is<br />

misschien in eerste instantie geneigd om veel<br />

overgangen in te lassen. Weliswaar verhogen veel<br />

overgangen de moeilijkheidsgraad van de proef,<br />

maar het toch niet aan te raden. Een proef wordt er<br />

snel rommelig door. Het is helemaal niet erg om<br />

een lange zijde 'niets' te doen en gewoon<br />

verzameld te draven of te galopperen: dat geeft<br />

ruiter en paard de kans op gang te komen, in het<br />

ritme van de proef te komen en een vloeiende<br />

beweging in gang te zetten. Bovendien betekenen<br />

overgangen in principe ook muziekwisselingen.<br />

Daar kan een proef ook onrustig van worden.<br />

Tenslotte is er een gouden regel bij het<br />

samenstellen van een proef: liever te makkelijk met<br />

een lage moeilijkheidsgraad en technisch perfect<br />

uitgevoerd, dan te hoog gegrepen, waardoor de<br />

uitvoering technisch niet correct is. Verder hoort<br />

elk onderdeel uitgevoerd te worden op plaatsen<br />

dat dit door de jury ook goed beoordeeld kan<br />

worden. Een uitgestrekte stap van de jury af op de<br />

A-C-lijn of de lange zijde, is een stuk minder<br />

gelukkig dan een uitgestrekte stap op de diagonaal<br />

of op een slangenlijn naar de jury toe. Een<br />

appuyement of schouderbinnenwaarts op de E-Blijn<br />

of op de diagonaal is in de klasse Z, met<br />

uitsluitend juryleden op de korte zijde, al helemaal<br />

niet te beoordelen.<br />

2.5 HET ARTISTIEKE DEEL<br />

Bij het artistieke deel worden cijfers gegeven voor<br />

de volgende onderdelen:<br />

1. De impuls, regelmaat en soepelheid (energie<br />

en elasticiteit van de beweging in alle gangen,<br />

tempo en takt). Hier wordt de<br />

africhtingsgraad van het paard beoordeeld op<br />

basis van soepele, regelmatige en vrije<br />

bewegingen. Onregelmatigheden in de<br />

bewegingen, matige of geen buiging in de<br />

zijgangen worden bijvoorbeeld negatief<br />

beoordeeld.<br />

2. De harmonie tussen ruiter en paard (zit en<br />

inwerking van de ruiter, oplettendheid,<br />

vertrouwen en gehoorzaamheid van het<br />

paard). Hier wordt gelet op het beeld dat ruiter<br />

en paard uitstralen. Negatief beoordeeld wordt<br />

slecht zitten of inwerken en rijtechnische<br />

problemen, zoals fouten of storingen in de<br />

grijze zones, een open mond, tong uit de mond<br />

en verzet.<br />

3. De choreografie en de verdeling over de rijbaan<br />

(gelijkmatige verdeling van de rijbaan,<br />

herkenbaarheid van de gevolgde lijnen,<br />

originaliteit, vindingrijkheid ten aanzien van<br />

de inhoud van het programma). Hier wordt<br />

gekeken naar symmetrie van de Kür, een<br />

logische opbouw en de creativiteit van de<br />

proef. Een negatieve beoordeling kan gegeven<br />

worden voor bijvoorbeeld het te veel op de<br />

hoefslag rijden, onherkenbare lijnen rijden,<br />

een onlogische opbouw of volgorde van de<br />

onderdelen of een minder mooie<br />

rijbaanverdeling.<br />

4. Inhoud programma en moeilijkheidsgraad<br />

(goed afgewogen moeilijkheidsgraad<br />

aangepast aan het niveau, aaneenschakeling<br />

van de verplichte onderdelen en eventueel<br />

niet-verplichte onderdelen, afstemming tussen<br />

risico en africhtingsgraad en aandacht voor en<br />

behoud van de klassieke rijkunst). Zoals in het<br />

Engelstalige protocol zo mooi omschreven<br />

staat, gaat het hier om ‘well calculated risks’:<br />

moeilijke dingen perfect uitgevoerd scoren,<br />

slecht uitgevoerd halen ze het cijfer naar<br />

beneden. Negatief beoordeeld kunnen worden:<br />

een 'te klassieke' proef (zie de verplichte<br />

proeven uit het proevenboekje), een te simpele<br />

samenstelling, een te moeilijke samenstelling<br />

en daardoor een slecht uitvoeren van de<br />

verplichte oefeningen, een onlogische volgorde<br />

of aaneenschakeling, het te vaak en/of te snel<br />

wisselen van overgangen / onderdelen of het<br />

uitvoeren van oefeningen die niet of moeilijk<br />

te beoordelen zijn.<br />

5. De muzikale interpretatie en muziekkeuze<br />

(overeenstemming tussen ritme van de muziek<br />

en de gangen van het paard, overeenstemming<br />

tussen de overgangen in de muziek en die van<br />

het paard, algemene indruk van de muzikale<br />

uitvoering en de dressuurmatige uitvoering en<br />

tot slot een goed muzikaal intro en slot van de<br />

Kür). Er wordt een hoog cijfer gegeven voor<br />

muziek die één geheel is, in één genre, mooie<br />

overgangen heeft en het liefst ook<br />

tempoveranderingen accentueert. Negatief<br />

beoordeeld worden: muziek met een nietkloppend<br />

ritme, te veel achtergrondmuziek,<br />

muzikale overgangen die niet<br />

overeenstemmen met de gereden overgangen,<br />

te weinig samenhang, het ontbreken van een<br />

mooi intro, het plotseling afbreken van de<br />

muziek tijdens overgangen of een slot zonder<br />

slottune.


2.6. DE MOEILIJKHEIDSGRAAD<br />

Het is voor juryleden niet makkelijk om een Kür te<br />

beoordelen en ook nog de moeilijkheidsgraad in de<br />

gaten te houden. Toch wordt dit verlangd.<br />

Inventieve deelnemers zullen zeker de nodige<br />

choreografische zaken verzinnen die ze technisch<br />

correct kunnen uitvoeren, maar toch ook een hoge<br />

moeilijkheidsgraad hebben.<br />

Voorbeelden waar de moeilijkheidsgraad in<br />

gezocht kan worden bij een Kür op Z2-niveau en<br />

hoger, zijn:<br />

• het afwisselen van gesprongen<br />

galopchangementen en eenvoudige<br />

galopwissels in een slangenvolte of ander<br />

figuur;<br />

• het maken van een galopchangement van<br />

contragalop naar contragalop;<br />

• het rijden van uitgestrekte galop op een lange<br />

zijde in contragalop;<br />

• het rijden van oefeningen zoals<br />

schouderbinnenwaarts en travers op de<br />

tweede hoefslag of op de A-C-lijn;<br />

• het rijden van bepaalde overgangen, zoals<br />

vanuit de stap vertrekken in uitgestrekte draf,<br />

of halthouden na middengalop of uitgestrekte<br />

galop;<br />

• het correct tonen van extra onderdelen zoals<br />

middendraf op de grote volte of<br />

keertwendingen om de achterhand in<br />

verzamelde stap;<br />

• het rijden van tempoversterkingen op halve<br />

diagonalen;<br />

• het inzetten van appuyementen of<br />

schouderbinnenwaarts vanaf een rechte lijn in<br />

plaats van vanuit de wending;<br />

• het rijden van galopwissels op de A-C-lijn recht<br />

op de jury af;<br />

• het inzetten van een drafappuyement van K<br />

naar X, op X aangalopperen en het<br />

appuyement in galop vervolgen;<br />

• Bij het binnenkomen voor de groet bij D een<br />

galopwissel rijden, bij X weer en bij G tenslotte<br />

halthouden en groeten (de galopwissels<br />

worden technisch niet beoordeeld, maar<br />

beïnvloeden wel de moeilijkheidsgraad).<br />

Adviezen voor de jury:<br />

Juryleden doen er goed aan snel een aantekening<br />

te (laten) maken van een origineel onderdeel, een<br />

opvallend goed en moeilijk uitgevoerd onderdeel of<br />

een bijzonder fraai op de muziek gemaakte<br />

overgang. In tegenstelling tot cijfers voor<br />

technische waardering kunnen voor het artistieke<br />

deel halve cijfers gegeven worden.<br />

2.7 MUZIEKKEUZE<br />

De Kür op Muziek zorgt, in tegenstelling tot de<br />

klassieke proeven, voor een zeer afwisselend beeld.<br />

Deze afwisseling betreft niet alleen de<br />

opeenvolging van oefeningen, de<br />

moeilijkheidsgraad en de choreografie, maar ook<br />

de muziek. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan<br />

op geschikte Kürmuziek en het beoordelen van<br />

<strong>deze</strong> muziek.<br />

Muziek bij paard en ruiter<br />

Of iemand 'leuke' muziek heeft gekozen voor zijn<br />

proef, mag voor geen enkel jurylid een vraag zijn.<br />

Smaken verschillen en de persoonlijke smaak hoort<br />

bij het jureren achterwege te blijven. Natuurlijk<br />

heeft elk jurylid zijn voorkeuren, maar dat is geen<br />

maatstaf voor de beoordeling. De essentiële vraag<br />

bij de muziekkeuze is wel: past de muziek bij de<br />

uitstraling van de combinatie? Het horen van<br />

bekende muziek, of zelfs het zien van bekende<br />

figuren, mag ook niet negatief in de beoordeling<br />

betrokken worden. Misschien is de originaliteit niet<br />

hoog, maar de hamvraag is en blijft: past <strong>deze</strong><br />

muziek bij de combinatie en bij de manier van<br />

bewegen van het paard? Bij een frêle amazone en<br />

een lichtvoetig paard past vrolijke, lichtvoetige<br />

muziek en geen zware strijkorkesten. Maar een<br />

stoere 'stamper' kan best een stevige mars of flink<br />

orkest hebben. Hier zou lichte muziek weer<br />

helemaal detoneren en de persoonlijkheid van het<br />

paard geen recht doen. Door de juiste muziekkeuze<br />

kan de ruiter of amazone wel een ongewenste<br />

indruk van het paard camoufleren. Een paard dat<br />

wat zwaarmoedig loopt, kan door vrolijke, niet al te<br />

zwaar aangezette orkestrale muziek juist een<br />

impulsievere indruk maken. En een heel druk<br />

paard dat gespannen overkomt kan door rustige,<br />

harmonieuze muziek juist een meer ontspannen<br />

indruk vestigen.<br />

Indoor of outdoor<br />

De muziekkeuze van een deelnemer kan door veel<br />

meer afwegingen bepaald zijn dan alleen het type<br />

paard en de voorkeur van ruiter of amazone.<br />

Jaargetijde, plaats en actualiteit kunnen mede<br />

bepalend zijn. Het jaargetijde bijvoorbeeld. Tijdens<br />

het indoorseizoen is het minder passend om<br />

luchtige zomerse deuntjes te gebruiken. En op een<br />

prachtige zomerse dag klinken zware Russische<br />

melodieën of aangezette walsen van Strauss heel<br />

anders dan op een regenachtige winterdag. Een<br />

buitenevenement vraagt 's zomers in het algemeen<br />

wel een zwaardere orkestratie dan een<br />

indoorevenement 's winters. Het gevaar van erg<br />

zware muziek in een indoorhal is namelijk dat de<br />

muziek door de bijgeluiden en resonantie minder<br />

mooi overkomt, terwijl wat zwaarder aangezette<br />

muziek buiten juist nodig kan zijn omdat de<br />

muziek daar meer ‘vervliegt’. De plaats van het<br />

evenement kan de muziekkeuze ook beïnvloeden.<br />

Een voorbeeld hiervan is een medley van muziek


als 'Aan de Amsterdamse Grachten' en 'O,<br />

Waterlooplein' speciaal voor een Kür tijdens een<br />

concours in Amsterdam. Een Kür die bij de<br />

combinatie past én is afgestemd op het tijdstip en<br />

de locatie , verdient een hoge waardering voor<br />

zowel muziekkeuze als originaliteit.<br />

Eén stijl<br />

Het is een hele klus om één muziekstuk te vinden<br />

waar de ritmes van stap, draf en galop en, voor de<br />

Grand Prix Kür de passage en piaffe, mooi op<br />

passen. Sommige paarden hebben zo'n verheven<br />

draf, dat de takt van hun draf bijna gelijk is aan de<br />

driekwartsmaat van de galop. Dat maakt het<br />

eenvoudiger om één muziekstuk te zoeken. Maar<br />

de vraag is of dat aan te raden is. Eén stuk kan saai<br />

en langdradig worden. Een Kür bevat dus meestal<br />

meerdere muziekstukken, waarbij het wordt<br />

aanbevolen om de verschillende stukken in<br />

<strong>deze</strong>lfde stijl te houden. De muziek van een Kür in<br />

één genre moet hoger worden gewaardeerd dan<br />

een Kür met bijvoorbeeld een stukje Mozart,<br />

afgewisseld met rock en roll en soft pop. Dit laatste<br />

bevordert de eenheid van een proef niet.<br />

Eén bezetting<br />

Voor wat betreft de eenheid in muziekgenre moet<br />

ook gelet worden op het soort orkestbezetting. Veel<br />

Küren worden samengesteld uit symfonische softpop.<br />

Het is niet mooi als een zware, grote<br />

orkestbezetting wordt afgewisseld met een zeer<br />

kleine orkestbezetting. Kortom, een drafreprise<br />

begeleid door een enkele piano, gevolgd door een<br />

bombastische galopreprise waarbij een compleet<br />

orkest een flinke partij meeblaast, is een<br />

schoolvoorbeeld van hoe het niet zou moeten.<br />

Ritme<br />

De muziek kan voor de ruiter ondersteunend<br />

werken voor het ontwikkelen van zijn gevoel voor<br />

ritme en takt van de muziek en de beweging van<br />

het paard. Het is heel mooi als de getoonde<br />

bewegingen van het paard synchroon lopen met<br />

het ritme van de muziek. Maar dat hoeft niet te<br />

worden overdreven: je kunt niet continu op en top<br />

ritmisch bezig zijn. Bijvoorbeeld de draf, een<br />

tweetaktbeweging. Maar niet alleen de takt is<br />

bepalend, ook de manier van bewegen van het<br />

paard. Als er gekozen wordt voor snelle muziek met<br />

een 'beat' op het linkervoorbeen en op het<br />

rechtervoorbeen, dan kan dit impulsief, maar<br />

misschien ook hectisch en -nog erger- gespannen<br />

overkomen. Wordt er een muziekritme gekozen<br />

met een rustige 'beat' op één van de twee<br />

voorbenen, dan gaat er meer rust uit van het<br />

geheel. Het kan mooi zijn om een enigszins vrij<br />

ritme te hebben op de korte zijdes, terwijl de<br />

muziek duidelijk ritmischer wordt tijdens het van<br />

hand veranderen en het uitstrekken in draf.<br />

De stap is altijd een rustpunt in de Kür. Voor dit<br />

viertaktritme kan muziek gekozen worden zonder<br />

duidelijk ritme, maar ook muziek met een zachte<br />

drum. Het is goed mogelijk om in de stap naar een<br />

climax op het eind toe te werken, met<br />

aanzwellende muziek of muziek die een duidelijker<br />

ritme krijgt, om de overgang naar een sneller deel<br />

van de Kür voor te bereiden. Voor de drietakt van<br />

de galop is het in de praktijk het makkelijkste om<br />

passende muziek te vinden. Het beste kan echte<br />

ritmische muziek worden gekozen - in het 'thema'.<br />

Bijvoorbeeld een Beatles-medley, allerlei jazzy<br />

stukken of orkestrale muziek. Wanneer je muziek<br />

in een 'thema' gebruikt en <strong>deze</strong> mooi verwerkt in<br />

een proef met een zekere opbouw, vertelt de proef<br />

als het ware 'een verhaal’. Dat komt altijd goed<br />

over op jury en publiek!<br />

Tempoversterkingen<br />

Er is bijna geen paard dat niet heel licht versnelt in<br />

de beweging bij gevraagde verruimingen.<br />

Technisch is dat echter niet juist en een muziekstuk<br />

houdt ook één maat aan. Vertragingen of<br />

versnelling in het afspelen van de muziek bij<br />

tempowisselingen wordt echter sterk afgeraden.<br />

Een aanzwellend muziekstuk (crescendo) is wel<br />

toepasselijk bij tempoversterkingen (zoals het<br />

uitstrekken van de draf).<br />

Overgangen<br />

De overgangen in een Kür zijn een hoofdstuk apart.<br />

Het mooiste is om de twee verschillende<br />

opeenvolgende ritmes van de muziek professioneel<br />

te laten 'mengen' en daar enige seconden de tijd<br />

voor te nemen. Dat geeft in een proef ook de indruk<br />

dat de ruiter rustig de tijd heeft om de overgang te<br />

rijden. Met een cassetterecorder en een cd-speler<br />

kan dit thuis nauwelijks worden bereikt. Maar wie<br />

beschikt over professionele audioapparatuur of<br />

een goed uitgeruste computer kan leuke effecten<br />

bereiken met het 'infaden' en 'outfaden' van de<br />

diverse muziekstukken.<br />

In een vrije proef mogen overgangen op alle<br />

denkbare plaatsen worden gemaakt. Voor een<br />

duidelijk gemarkeerde overgang is het toch mooier<br />

om een herkenbare punt in de rijbaan te kiezen.<br />

Daarmee wordt voorkomen dat een gemaakte<br />

overgang als 'toevallig' of 'per ongeluk' overkomt.<br />

De praktijk van een muziekbandje of CD<br />

De volgende adviezen zijn vooral voor deelnemers,<br />

maar uiteraard moeten juryleden ook de<br />

praktische kant van het maken van een Kür op de<br />

hoogte te zijn!<br />

1. Draai een cassettebandje eerst een keer<br />

helemaal voorwaarts en achterwaarts om<br />

de 'bandspanning' zo optimaal mogelijk te<br />

krijgen, voordat je de muziek gaat<br />

opnemen;


2. Zet de muziek altijd aan beide kanten op<br />

het cassettebandje, dit voorkomt op de<br />

wedstrijd problemen met zoeken en de<br />

verkeerde kant;<br />

3. Heb je de mogelijkheid om je muziek op cd<br />

te (laten) zetten, doe dat dan. Bij het<br />

afspelen op een wedstrijd heb je bij een cd<br />

veel minder kans op afwijkingen in de<br />

snelheid dan bij een cassettebandje;<br />

4. Sommige deelnemers laten de muziekband<br />

pas beginnen na het binnenrijden en<br />

groeten. Dat is uiteraard toegestaan, maar<br />

zulke deelnemers missen wel de kans om<br />

attentie te vragen met een speciale<br />

'openingstune' bij het binnenkomen.<br />

Tijdens het groeten zelf kan de nieuwe<br />

muziek van de proef vast zachtjes worden<br />

ingespeeld. Dat kan heel mooi zijn, mits de<br />

muziek zo subtiel is dat de aandacht niet<br />

van het groeten wordt afgeleid. Ook kan<br />

het groeten zelf door 'eigen' muziek<br />

worden begeleid;<br />

5. Voor het binnenrijden is een muziekstuk<br />

met een duidelijk eind het mooist. Slaag je<br />

er niet in om zo’n stuk te vinden? Zoek dan<br />

een mooi eind op een andere plaats in het<br />

muziekstuk, draai het stuk terug en kijk of<br />

hier een acceptabel begin gevonden kan<br />

worden;<br />

6. Ook de stap-, draf- en galopreprise kunnen<br />

op soortgelijke manier worden<br />

opgebouwd, waarbij van het slot wordt<br />

uitgegaan en dan wordt teruggespoeld<br />

naar een goed begin. Een proef moet bij<br />

het rijden naar een aanzwellend<br />

hoogtepunt en slot worden opgebouwd. Bij<br />

het samenstellen van de muziek werk je<br />

andersom: je begint bij het slot;<br />

7. Wie veel korte reprises heeft met veel<br />

tempowisselingen en overgangen heeft<br />

misschien een hoge moeilijkheidsgraad,<br />

maar maakt het zich niet gemakkelijk. Ook<br />

niet bij het samenstellen van de muziek,<br />

die noodzakelijkerwijs ook vaak moet<br />

wisselen. Dat is af te raden: het komt vaak<br />

rommelig en onrustig over. Houd het liever<br />

eenvoudig. Ook voor kunstgrepen als<br />

bellen, trommels, toeters en kerkklokken<br />

om het ritme te accentueren of begin en<br />

slot aan te duiden geldt: met mate!<br />

Adviezen voor de jury<br />

• ·Deelnemers en jury dienen het Kürreglement<br />

te kennen;<br />

• De jury controleert de ring voor aanvang van<br />

de wedstrijd. Ook bij een Kür dienen de<br />

'tussenletters' (V, S,R en P) aanwezig te zijn.<br />

• De voorzitter van de jury maakt voor aanvang<br />

van de wedstrijd duidelijke afspraken met<br />

omroeper en ringmeester. De jury vraagt de<br />

omroeper om na het teken van de ruiter als de<br />

band is gestart daadwerkelijk te zeggen 'uw<br />

muziek is gestart'.<br />

• De jury vraagt de ringmeester de deelnemers<br />

er op te wijzen dat zij hun zweep al tijdens het<br />

intro van de Kür beter niet meer bij zich<br />

kunnen hebben.<br />

• De jury geeft bij het beoordelen van het<br />

technische gedeelte van de Kür eerst<br />

'werkcijfers', aan het eind van de proef volgen<br />

de definitieve cijfers en de artistieke cijfers,<br />

waarvoor de jury verantwoordelijk is. Bij de<br />

artistieke cijfers kan met halve cijfers worden<br />

gewerkt.<br />

• Het artistieke van een Kür moet altijd in relatie<br />

staan tot het technisch getoonde. Dat wil<br />

zeggen: een technisch matig uitgevoerde proef<br />

kan artistiek niet met zeer hoge cijfers worden<br />

beloond.<br />

• De jury dient een stopwatch bij zich te hebben<br />

om de tijd te kunnen vaststellen. De jury houdt<br />

hierbij rekening met een marge van ongeveer<br />

10 seconde bij een cassettebandje, omdat de<br />

snelheid van afdraaien door de<br />

geluidsinstallatie iets kan verschillen. Een<br />

tijdsoverschrijding van 10 seconden kan dus<br />

nog acceptabel zijn.<br />

• De jury wordt aangeraden de<br />

wedstrijdsecretaresse goed te instrueren over<br />

het invullen van de protocol.<br />

H3 – PAS DE DEUX EN VIERTALLEN<br />

3.1 CHOREOGRAFIE<br />

Voor een pas-de-deux of een viertal is het erg<br />

belangrijk dat de choreografie van de Kür goed<br />

beoordeeld moet kunnen worden. Samenstellers<br />

van zo'n proef worstelen altijd met de vraag<br />

hoeveel onderdelen ze individueel synchroon<br />

kunnen uitvoeren en hoeveel onderdelen ze<br />

carrouselmatig moeten uitvoeren. Er is één<br />

vuistregel: het carrouselmatige dient altijd de<br />

overhand te hebben. Een jurylid heeft in één<br />

oogopslag oog voor vier paarden die met enen,<br />

tweeën of vieren in colonne een<br />

schouderbinnenwaarts uitvoeren, maar kan<br />

keertwendingen die tegelijkertijd in vier hoeken<br />

worden gereden, nauwelijks overzien.<br />

Wanneer er een verplicht aantal meters in colonne<br />

met tweeën (het 'beugel aan beugel' rijden) wordt<br />

voorgeschreven, dan dient dit aantal meters dus<br />

achter elkaar te worden uitgevoerd, zonder<br />

splitsingen. In colonne met tweeën rijden wil<br />

immers zeggen: met tweeën naast elkaar rijdend,<br />

op een paard- of ponylengte afstand gevolgd door<br />

de volgende twee. In colonne met tweeën rijden in<br />

schouderbinnenwaarts of travers wordt uiteraard<br />

ook gerekend als het in colonne rijden. Hier worden<br />

dus twee technische cijfers voor gegeven: voor de


schouderbinnenwaarts of travers en voor het in<br />

colonne rijden. Bij het met vieren rijden gaat het<br />

verplichte minimum aantal meters niet op het<br />

moment van formeren tellen, maar op het<br />

daadwerkelijke moment van het met vieren rijden,<br />

dus beugel aan beugel.<br />

Advies jury<br />

Wanneer twee of drie juryleden een pas-de-deux of<br />

viertalproef beoordelen, dan is het de bedoeling<br />

dat <strong>deze</strong> juryleden beiden onafhankelijk van elkaar<br />

een waardering geven en een protocol (laten)<br />

schrijven. Het is praktisch onmogelijk om bij pasde-deux<br />

of viertalproeven in de gaten te houden of<br />

elk deelnemend paard alle oefeningen linksom<br />

(schouderbinnenwaarts, keertwendingen) ook<br />

rechtsom heeft getoond. Daarom is het niet<br />

verplicht dat alle paarden naar beide kanten<br />

bijvoorbeeld de zijgangen tonen. Het is echter wel<br />

aan te raden, omdat het de moeilijkheidsgraad<br />

verhoogt. Het koppaard van een Kürviertal hoeft<br />

niet de hele proef koppaard te blijven en hoeft de<br />

proef ook niet als koppaard af te sluiten. De<br />

deelnemers hebben in hun choreografie dus de<br />

nodige vrijheid.<br />

Vanwege het ‘showeffect’ is de optoming in een<br />

pas-de-deux en een viertalkür op L-M-Z-niveau<br />

vrijer dan in een individuele Kür. Zo is het mogelijk<br />

om met bandages te rijden. Elke kleur is<br />

toegestaan. Zelfs corsages zijn toegestaan. Een<br />

organisatie kan de vraagprogramma's op dit punt<br />

iets aanpassen. Een jurylid dient zich daarom altijd<br />

op de hoogte te stellen van de bijzondere<br />

bepalingen die de vraagprogramma's vermelden.<br />

De muziek bij een pas-de-deux of viertal is altijd<br />

het resultaat van gemiddelden. Het best<br />

bewegende paard kan het best als richtlijn gelden,<br />

omdat dat toch een blikvanger is die de ogen naar<br />

zich toetrekt. Als dit dier zich ritmisch op de muziek<br />

beweegt, is de indruk het meest positief.<br />

3.2 Bijzondere bepalingen<br />

De bijzondere bepalingen voor de Kür op Muziek<br />

voor viertallen (paarden en pony's) staan in het<br />

disciplinereglement Dressuur. Soms wordt in een<br />

vraagprogramma afgeweken van bepalingen. Een<br />

jurylid dient zich dus altijd op de hoogte te stellen<br />

van het geldende vraagprogramma. Het<br />

vraagprogramma gaat altijd boven de algemene<br />

bepalingen uit het reglement. Voor de volledigheid<br />

volgen hier de bijzondere bepalingen.<br />

Deelnemende viertallen<br />

1. Viertallen moeten samengesteld worden<br />

uit leden van <strong>deze</strong>lfde vereniging, <strong>deze</strong>lfde<br />

kring of <strong>deze</strong>lfde regio, afhankelijk van het<br />

gestelde in het vraagprogramma.<br />

2. Het aantal viertallen per vereniging is<br />

onbeperkt<br />

3. Het viertal dient minimaal startgerechtigd<br />

te zijn in de te starten klasse, te bepalen<br />

door de individuele klasseringen van de<br />

combinaties bij elkaar te tellen, conform de<br />

regeling bij de afdelingsdressuur.<br />

Optoming en kleding<br />

4. Bandages in elke kleur en voortuigen zijn<br />

toegestaan. Bij paarden en pony's mag met<br />

dressuurhoed en rijjasje worden gereden.<br />

Stang en trens zijn toegestaan voor<br />

paarden klasse Z. Voor het overige is het<br />

geldende KNHS reglement van toepassing.<br />

Binnenkomst, halthouden, groeten en<br />

proefuitvoering<br />

5. Het is toegestaan om de wedstrijdring te<br />

verkennen alvorens op te stellen voor het<br />

uitbrengen van de groet.<br />

6. Betreden van de ring kan geschieden in<br />

stap of draf.<br />

7. Na het belsignaal van de jury dient het<br />

viertal binnen 45 seconden de startpositie<br />

voor de Kür te hebben ingenomen<br />

8. Binnenkomend vanaf A, dient het halt<br />

houden en groeten te geschieden in<br />

gesloten gelid (dus beugel aan beugel), net<br />

het front naar de hoofdjury, gezeten bij C.<br />

9. Het in de ring tonen van verplichte<br />

proefonderdelen voor het uitbrengen van<br />

de groet is niet toegestaan, op straffe van<br />

uitsluiting.<br />

10. Middendraf, uitgestrekte draf,<br />

middengalop en uitgestrekte galop dienen<br />

op de rechte lijn te worden uitgevoerd.<br />

Uitgestrekte stap en het halsstrekken hoeft<br />

niet verplicht op de rechte lijn te worden<br />

getoond.<br />

11. Deelnemende viertallen dienen zich aan<br />

het niveau van de voorgeschreven Kür te<br />

houden, dat wil zeggen: er mogen geen<br />

onderdelen of figuren getoond worden<br />

boven het voorgeschreven niveau.<br />

Wanneer de deelnemende viertallen wel<br />

onderdelen tonen boven het toegestane<br />

niveau, volgt uitsluiting, hetgeen de<br />

commandant wordt medegedeeld door de<br />

voorzitter van de jury, onmiddellijk na de<br />

slotgroet. Zo is bijvoorbeeld het tonen van<br />

een zigzag-appuyement in draf op Zniveau<br />

toegestaan, ook bij pony’s<br />

(bijvoorbeeld 4-8-4 meter of 5-10-5 meter),<br />

maar het tonen van een zigzag<br />

appuyement in galop is verboden op Zniveau.<br />

12. Het rijden met de teugels in één hand is bij<br />

viertallen en de pas-de-deux niet<br />

toegestaan, ook niet op Z-niveau.


Commandant<br />

13. De commandant is niet te paard en<br />

presenteert het viertal.<br />

14. De commandant brengt, zowel bij het<br />

begin als het einde van de proef, voor het<br />

front van het viertal de groet uit naar de<br />

hoofdjury, gezeten bij C.<br />

15. De commandant stelt zich tijdens de proef<br />

op buiten de ring en wel op de korte zijde<br />

tussen de jury's gezeten bij C en M.<br />

16. De proef dient uit te hoofd te worden<br />

gereden, het is de commandant niet<br />

toegestaan de proef voor te lezen.<br />

Tijd<br />

17. De tijdopname wordt gestart nadat het<br />

onder 13 en 14 genoemde is uitgevoerd en<br />

het viertal zich vervolgens in beweging zet.<br />

18. De tijdopname wordt gestopt bij het<br />

laatste halthouden van het viertal. Het<br />

groeten aan het slot conform punt 13 valt<br />

buiten de tijdopname.<br />

Muziek<br />

19. Tijdens het binnenkomen en het<br />

uitbrengen van de groet, is het ten gehore<br />

(laten) brengen van muziek toegestaan<br />

(intro buiten de ring voor het passeren van<br />

het bordje A niet langer dan 20 seconden).<br />

De commandant mag zich bij het groeten<br />

laten ondersteunen door passende muziek.<br />

20. Het in punt 17 genoemde in beweging<br />

zetten, dient in elk geval gelijktijdig<br />

gepaard te gaan met het ten gehore (doen)<br />

brengen van muziek.<br />

21. Tenminste één uur voor aanvang van de<br />

wedstrijd dient de cassetteband (of de cd)<br />

te worden ingeleverd bij het<br />

wedstrijdsecretariaat, zo mogelijk met een<br />

reserve-exemplaar in verband met<br />

mogelijke technische problemen.<br />

22. Het verrijden van een Kür op live muziek of<br />

vocale muziek is niet toegestaan.<br />

Beoordeling<br />

23. De beoordeling dient te geschieden door<br />

minimaal 2, voorkeur 3 juryleden, waarvan<br />

de voorzitter van de jury is gezeten bij C en<br />

de ander(en) bij H en/of M, of eventueel bij<br />

E en/of B.<br />

NB:<br />

Voor de verplichte oefeningen in een pas de deuxwedstrijd<br />

en wedstrijden voor viertallen Kür op<br />

muziek gelden <strong>deze</strong>lfde eisen als die aan een<br />

individuele Kür op het betreffende niveau worden<br />

gesteld. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat<br />

oefeningen zo getoond moeten worden dat zij ook<br />

daadwerkelijk te beoordelen zijn door de jury. Ook<br />

houdt dit in dat gevraagde zijgangen tenminste 20<br />

meter aaneengesloten moeten worden getoond.<br />

Alleen voor het verplichte gevraagde aantal meters<br />

van de stap geldt dat de 20 meter onderbroken<br />

mag worden door bijvoorbeeld keertwendingen<br />

om de achterhand in stap.<br />

Bij viertallen en de pas-de-deux is het enkele<br />

seconden halthouden na het achterwaarts gaan<br />

toegestaan.<br />

3.3 Problemen<br />

Vraag: Een bandje of CD hapert en houdt<br />

er halverwege een Kür mee op. Er is<br />

kennelijk geen reservemuziek<br />

aanwezig. Wat doet de jury?<br />

Antwoord: De jury kan de technische<br />

beoordeling probleemloos<br />

vervolgen. Na afloop van de proef<br />

overleggen de juryleden over het te<br />

geven muziekcijfer, dat in principe<br />

niet erg hoog kan uitvallen.<br />

Vraag: Een deelnemer in een Z-Kür rijdt<br />

een kwartpirouette in galop. Wat<br />

doet de jury?<br />

Antwoord: De deelnemer de proef uit laten<br />

rijden, hij komt echter niet meer<br />

voor het klassement in<br />

aanmerking. Dat dient<br />

onmiddellijk aan het eind van de<br />

proef door de jury aan de<br />

deelnemer te worden meegedeeld.<br />

Vraag: Een deelnemer vertoont wijken<br />

voor de kuit. Aan het eind van de<br />

proef blijkt dat de<br />

drafappuyementen zijn vergeten.<br />

Wat doet de jury?<br />

Antwoord: Voor niet-getoonde onderdelen<br />

verschijnt in principe een nul op<br />

het protocol. Maar in dit geval kan<br />

de jury overwegen dat met het<br />

wijken voor de kuit waarschijnlijk<br />

een mislukte poging is gedaan om<br />

te appuyeren. In dat geval kan een<br />

3 of 4 gegeven worden voor een<br />

appuyement met verkeerde<br />

stelling en onvoldoende buiging.<br />

Vraag: Tijdens een wedstrijd in<br />

Amsterdam rijdt iemand een Kür<br />

op instrumentale muziek van het<br />

liedje 'Tulpen uit Amsterdam'.<br />

Wanneer de ruiter afgroet komt er<br />

een bloemenmeisje met een mand<br />

met tulpen naar de uitgang van de<br />

ring. De ruiter bukt na het verlaten<br />

van de ring om tulpen uit de mand


te halen en gooit ze het publiek in.<br />

Wat doet de jury?<br />

Antwoord: De proef is afgelopen, de ruiter is<br />

de ring uit en de cijfers voor de al<br />

dan niet goed gelukte proef staan<br />

in principe vast. De jury glimlacht<br />

bij het spektakel, maar zijn cijfers<br />

zullen er niet meer door beïnvloed<br />

worden.<br />

H4 - DE KÜR VANAF ZZ-LICHT EN HOGER<br />

Onderdelen die de moeilijkheidsgraad van het<br />

gevraagde niveau te boven gaan zijn in een Kür<br />

verboden, op straffe van uitsluiting. Dit betekent<br />

het volgende.<br />

ZZ-Licht:<br />

Bij een Kür op het niveau ZZ-Licht zijn de volgende<br />

onderdelen verboden:<br />

• Halve en hele pirouettes<br />

• Zigzag in galop 4-8-4<br />

• Galopwissels om de vier, drie, twee en één pas<br />

passage en piaffe<br />

ZZ-Zwaar + Young Riders<br />

Bij een Kür op het niveau ZZ-Zwaar en Young<br />

Riders de volgende onderdelen verboden:<br />

• Hele pirouettes<br />

• Zigzag in galop<br />

• Galopwissels om de twee en één pas<br />

• passage en piaffe<br />

Junioren : Zie klasse Z.<br />

Intermédiaire I<br />

Bij een Kür op het niveau Intermédiaire I zijn de<br />

volgende onderdelen verboden:<br />

• ·Passage en piaffe<br />

• Wissels om de pas<br />

• Anderhalve of dubbele pirouettes<br />

Grand Prix<br />

Bij een Grand Prix-Kür mag eigenlijk alles getoond<br />

worden, zolang het tenminste als natuurlijke<br />

beweging kan worden aangemerkt. Naast alle<br />

klassieke FEI dressuuroefeningen in draf en galop<br />

tot en met die van de Grand Prix, zijn dubbele<br />

pirouettes, pirouettes in Piaffe en appuyementen<br />

in passage eveneens toegestaan. Het tonen van<br />

driedubbele pirouettes is niet toegestaan. Een<br />

ruiter die andere oefeningen toont moet worden<br />

uitgesloten. Eén Piaffe moet recht worden getoond<br />

met een minimum van 10 passen. Als de Piaffe<br />

alleen wordt getoond als een pirouette, moeten<br />

minimaal 10 passen worden getoond voor of na<br />

het draaien. Draaiende piaffes tellen niet mee voor<br />

het cijfer van de piaffe, maar worden wel in het<br />

artistieke gedeelte meegenomen<br />

(moeilijkheidsgraad). Passage getoond in een<br />

appuyement wordt niet beschouwd als de<br />

verplichte passage. De verplichte overgang telt<br />

alleen in de volgorde passage-piaffe-passage.<br />

Oefeningen in de lucht en zogenaamde<br />

schoolsprongen zijn niet toegestaan.<br />

Bij het in april 1996 gehouden F.E.I.-seminar voor<br />

dressuurjuryleden, werden de volgende afspraken<br />

voor het beoordelen van een Grand Prix-Kür<br />

vastgelegd:<br />

- Voor overgangen passage-piaffe-passage kan<br />

alleen een technisch cijfer gegeven worden<br />

wanneer de overgang naar en uit de piaffe op<br />

<strong>deze</strong>lfde plaats wordt gemaakt.<br />

- Wanneer een ruiter vanuit stap aanpiaffeert<br />

en dan in passage aangaat, geldt dit aan de<br />

technische kant niet als overgang passagepiaffe-passage.<br />

- Een ruiter dient verplicht halt te houden<br />

wanneer hij groet. Hieruit volgt dat een ruiter<br />

uitsluitend tijdens <strong>deze</strong> verplichte halt zijn<br />

hoed mag afnemen om te groeten. De zwierige<br />

zwaai met de hoed terwijl de ruiter over de<br />

middellijn passageert om vervolgens halt te<br />

houden, is dus niet toegestaan. Voor een<br />

zwierig slot kan een ruiter wel één hand<br />

loslaten van de teugels, alvorens halt te<br />

houden en de hoed af te nemen. Het met de<br />

teugels in één hand rijden, is toegestaan.<br />

- Piaffe-pirouettes worden niet bij de technische<br />

cijfers beoordeeld, maar uitsluitend artistiek<br />

meegenomen. Deze pirouettes kunnen alleen<br />

hoog becijferd worden en gezien worden als<br />

oefening met een hoge moeilijkheidsgraad (te<br />

waarderen aan de rechterkant van het protocol<br />

bij de artistieke waardering), wanneer de cirkel<br />

die de achterhand beschrijft klein is en de<br />

achterhand niet uitzwaait. Dat wil dus zeggen:<br />

de waardering is alleen hoog indien technisch<br />

correct uitgevoerd.<br />

- Dubbele pirouettes in galop worden aan de<br />

technische kant beoordeeld met één cijfer. Een<br />

dubbele galoppirouette wordt dus niet gezien<br />

als een optelling van twee enkele pirouettes.<br />

Bij een correcte uitvoering scoort de ruiter ook<br />

op de artistieke waardering, bij<br />

moeilijkheidsgraad en goed ingeschatte<br />

risico's.<br />

- Voor een hoge technische beoordeling van een<br />

pirouette geldt als advies aan de ruiter om voor<br />

en na de pirouette twee of drie galopsprongen<br />

rechtuit te gaan. Het maken van een<br />

galoppirouette onmiddellijk uit de stap wordt<br />

technisch niet becijferd, uitsluitend artistiek.<br />

(Dit geldt uiteraard ook voor de Int. I en Young<br />

Riders)


Algemene eisen<br />

- Op Intermediaire I -, Young Riders- en Grand<br />

Prix-niveau zijn wisselseries voor de groet<br />

toegestaan, maar <strong>deze</strong> tellen uiteraard niet<br />

mee voor de technische beoordeling.<br />

- Op Grand Prix-niveau is passage voor de groet<br />

toegestaan.<br />

Professionele ontwikkelingen<br />

Het ritme in Kürmuziek is zo bepalend voor het<br />

succes van een proef en daardoor zo voornaam, dat<br />

er een ontwikkeling zichtbaar is dat enkele<br />

topruiters speciaal muziek laten componeren op de<br />

bewegingen van hun paard. Op de Olympische<br />

Spelen is bewezen dat daar op dit allerhoogste<br />

niveau eigenlijk niet aan te ontkomen valt.<br />

Sommige ruiters laten speciaal geheel nieuwe<br />

muziek componeren voor hun paarden, terwijl<br />

anderen de door hen gekozen bestaande<br />

melodieën laten overspelen in exact het gewenste<br />

ritme en tempo.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!