ZILVER! - P-magazine
ZILVER! - P-magazine
ZILVER! - P-magazine
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
sport<br />
U kon de voorbije zeven maanden lezen hoe Jonas Heyerick, een jaar geleden nog onze<br />
94 kilo wegende wielerjournalist/wielertoerist, zich als een halve prof/pater voorbereidde<br />
op het WK tijdrijden voor journalisten in Lierde. Vorige week was het zover.<br />
Tekst: Jonas Heyerick / Foto’s: Jelle Vermeersch<br />
138 l P-<strong>magazine</strong> 28.09.2010<br />
Van ezel tot koerspaard?<br />
Zilver! ren.<br />
Daar is de finish. Ik gebruik<br />
mijn allerlaatste krachten om<br />
mijn voorwiel over de meet te<br />
gooien. Ik ben stikkapot, voel<br />
mijn longen branden en mijn<br />
hart bijna uit mijn borstkas bonzen. 50 meter<br />
voorbij de finish staat Rafael Stoker, de<br />
Nederlandse vicewereldkampioen tijdrijden<br />
van vorig jaar bij de –30-jarigen. Hij lacht<br />
en steekt zijn duim omhoog. Vraagt hij nu<br />
hoe het me vergaan is? Zegt mijn van uitputting<br />
verwrongen gezicht niet genoeg? Ik<br />
trek een pruillip en geef hem een duim in<br />
omgekeerde richting terug. En dan hoor ik<br />
plots de speaker. Veel versta ik er niet van<br />
– mijn oren tuiten nog na van de inspanning<br />
– maar hoor ik daar in vlekkeloos Engels<br />
met Oost-Vlaams accent de woorden ‘a<br />
new best time’ in één en dezelfde zin? Ik<br />
stop met uitbollen en draai terug naar de<br />
finish. Wat staat Dieter Roman, een Belgische<br />
concurrent waar ik het goed mee kan<br />
vinden, daar zo enthousiast te lachen? En<br />
waarom steekt hij slechts één vinger in de<br />
lucht? Als ik plots ook een tiental van mijn<br />
supporters wild zwaaiend en roepend mijn<br />
richting zie komen uitrennen, begint het<br />
langzaam te dagen. Ik heb de snelste tijd<br />
neergezet! “Je hebt Frederik Backelandt<br />
geklopt! Je bent wereldkampioen!” Mijn<br />
fans zijn door het dolle heen. Voor hen is<br />
het pleit beslecht. Dat Jeff Jones, dé topfavoriet<br />
voor de gouden medaille, nog moet<br />
finishen, opper ik voorzichtig. Niemand<br />
heeft er oren naar. “Gouden medaille ophalen<br />
en, hup, pinten drinken!”, dat is het<br />
enige wat ik hoor. Omdat de podiumceremonie<br />
pas over een uur geprogrammeerd<br />
staat, wordt het momenteel enkel pinten<br />
drinken. Ook niet slecht. Een halve pint ver<br />
hoor ik de speaker plots zijn stem verheffen.<br />
“Jeff Jones, als laatste gestart, rijdt de<br />
snelste tijd. Hij is wereldkampioen!” Drie<br />
seconden lang is het doodstil. Waarna het<br />
feestgewoel en de supportersgezangen opnieuw<br />
losbarsten. Zilver is ook mooi! En ik<br />
ben zes minuten lang virtueel wereldkampioen<br />
geweest!<br />
níét Denken<br />
aan D-Day<br />
Een te zegezekere Laurent Fignon die op de<br />
slotdag van de Tour 1989 zo’n miserabel<br />
slechte tijdrit rijdt dat hij de Ronde alsnog<br />
met 8 seconden verliest aan Greg LeMond.<br />
Jan Ullrich die tijdens de proloog van de<br />
Tour 2005 gedubbeld en dus hopeloos vernederd<br />
wordt door Lance Armstrong. Of een<br />
immens nerveuze Michael Rasmussen die in<br />
de afsluitende tijdrit van diezelfde Tour<br />
2005 zijn podiumplaats in rook ziet opgaan<br />
na twee valpartijen en evenveel fietswissels...<br />
Al deze worstcasescenario’s flitsten<br />
de voorbije weken meermaals door mijn<br />
hoofd. En wanneer dat gebeurde, kon ik alleen<br />
maar denken: het zal me toch niet overkomen<br />
in Lierde, mijn grote, want enige,<br />
doel van het jaar? Stel je voor: zeven maanden<br />
van intensieve voorbereidingen die tenietgedaan<br />
worden door een verkeerd liggende<br />
spijker, een niet goed ingeschatte<br />
bocht of al te driest opspelende zenuwen?<br />
Alleen al eraan dénken, doet mijn maag ke-<br />
Alleen met het Fignon-scenario hou ik<br />
geen rekening. De kans dat ik te zegezeker<br />
en nonchalant aan de start kom, is even<br />
groot als de kans op een nieuwe regering<br />
volgende week. Het Rasmussen-scenario<br />
lijkt me wel mogelijk. De week voor de WKtijdrit<br />
loop ik erg zenuwachtig. Ik mag nog<br />
niet aan Lierde peinzen of mijn lichaam<br />
wordt één grote zenuwtic. Er is maar één remedie:<br />
niet aan Lierde denken. Dat is moeilijk,<br />
want ik ben nu al maanden naar dat ene<br />
moment, mijn persoonlijke D-Day, aan het<br />
toewerken. Zouden de geallieerden de dag<br />
voor de echte D-Day ook zo weinig mogelijk<br />
aan de Normandische kust gedacht hebben?<br />
Zouden ze de nazi’s uit hun gedachten gebannen<br />
hebben en aan bloemen en snoepjes<br />
gedacht hebben in plaats van aan bommen<br />
en granaten?<br />
Mijn grootste vrees is een slapeloze nacht<br />
voor het WK. Uren van wielrennertjes tellen,<br />
staren naar het plafond en denken aan losertjes<br />
als Rasmussen, Ullrich en Fignon. Dat<br />
moet ik kost wat kost vermijden. Mijn lichaam<br />
moet kunnen genieten van acht uur<br />
slaap. Minstens. Mijn benen én hoofd moeten<br />
in optima forma zijn. Ik moet mijn zinnen<br />
kunnen verzetten, mezelf vermoeien om<br />
zonder problemen in slaap te vallen. En hoewel<br />
seks volgens sommige kenners absoluut<br />
not done is de avond voor een wedstrijd, besluiten<br />
mijn halve trouwboek en ik voor één<br />
keer het advies van de profs in de wind te<br />
slaan. Goed plan. Geen uur later slaap ik als<br />
Het podium! Meteen de beste plek,<br />
want pal naast de rondemissen.<br />
een roos en droom ik van regenbogen.<br />
De kloteklaagzang<br />
van De vuvuzela<br />
Op weg naar Lierde overloop ik de tips die<br />
mijn Energy Lab-coaches Kristof Desmedt<br />
en Paul Van den Bosch en Marc Wauters,<br />
drievoudig Belgisch kampioen tijdrijden, me<br />
gegeven hebben. Acht uur slaap? Check.<br />
Gisteren en deze middag droge pasta met<br />
enkel een beetje ketchup voor de smaak?<br />
Check. Energieshake gisteren voor het slapengaan?<br />
Check. Grondige controle van fiets<br />
en materiaal? Check. Vertrouwen in eigen<br />
kunnen? Euh...<br />
Zelfvertrouwen is nooit mijn sterkste punt<br />
geweest en op de rennersparking in Lierde<br />
zakt de moed me zelfs helemaal in de koersschoenen.<br />
Mijn hoop ging uit naar een deelnemersveld<br />
vol oude zakken op gewone<br />
koersfietsen uit de tijd dat Miet Smet nog<br />
een jong wicht was. Maar ik zie vooral jonge,<br />
afgetrainde mannen met geschoren, glanzende<br />
kuiten op tijdritbolides die meer kosten<br />
dan een goede tweedehandse wagen. Nu<br />
ja, op dat vlak moet ik alvast niet onderdoen<br />
voor mijn concurrenten. Of moet ik toch collega’s<br />
zeggen? Vandaag starten er 86 journalisten<br />
uit vijftien landen. Minstens 25 van<br />
hen moet ik duchten.<br />
Terwijl ik me sta om te kleden – fotograaf<br />
Jelle, schoonbroer Ronny en verzorger/mecanicien/kameraad<br />
Dominic moeten me in<br />
mijn ultraspannende Bioracer-outfit helpen<br />
– hoor ik mijn naam roepen door een megafoon.<br />
Mijn supporters zijn daar! In een echte<br />
supportersbus! Met echte supporter-T-shirts<br />
aan! En ze hebben allerlei echte supportersattributen<br />
bij die ongelooflijk veel lawaai<br />
maken (de kloteklaagzang van een Vuvuzela,<br />
iemand?). De bonte bende vrienden, familie,<br />
collega’s, wielertoerist.be-volgers en Plezers<br />
klokt uiteindelijk af op 105 eenheden.<br />
Met z’n allen gaan we naar de startlijn waar<br />
ook het tot P-Café omgetunede Café Welkom<br />
zijn tenten heeft opgeslagen. Mijn supporters<br />
vliegen meteen in de pinten – de vragen<br />
of ik ook een pintje moet, zijn niet te tellen<br />
– terwijl ik me klaarmaak voor de opwarming.<br />
Nog anderhalf uur.<br />
Ik verken het parcours nog eens. Een slechte<br />
beslissing. Mijn benen voelen als lood, mijn<br />
ademhaling stokt bij elke inspanning en<br />
merk ik daar nu snot in mijn neus? Zodra ik<br />
een beetje begin te trappen, zit mijn hartslag<br />
meteen aan 150. En als ik wat tempo<br />
maak, gaat hij nog eens tien slagen de lucht<br />
in. Dit komt niet goed. Coach Kristof probeert<br />
me te kalmeren. “Het zijn de zenuwen<br />
en de adrenaline. Maak je geen zorgen. Je<br />
bent in topvorm, je gaat knallen.” Maar vandaag<br />
ben ik ongelovige Jonas.<br />
Terwijl ik tevergeefs mijn zenuwen onder<br />
controle probeer te krijgen, zie ik Frederik<br />
Backelandt van start gaan, de hoofdredacteur<br />
van wieler<strong>magazine</strong> Grinta!. Backelandt<br />
is de tweevoudige wereldkampioen tijdrijden<br />
voor journalisten en woont vlakbij in Zottegem.<br />
Frederik rijdt dus een thuismatch. Hij<br />
28.09.2010 P-<strong>magazine</strong> l 139
Van ezeL tot KoersPaard<br />
De wk-tijDrit van jonas in cijfers:<br />
afstanD: 10,7 km<br />
tijD: 14’48’’15<br />
gemiDDelDe snelheiD: 43,37 per uur<br />
gemiDDelDe caDans: 94 omwentelingen per minuut<br />
gemiDDelDe hartslag: 174 ( max: 180)<br />
kent het parcours als zijn broekzak en is,<br />
samen met de Brit Jeff Jones, de te kloppen<br />
man. Dat bewijst Backelandt met een wel<br />
heel erg scherpe tijd: 14 minuten 48 seconden<br />
en een klets, of een gemiddelde van<br />
meer dan 43 per uur. Op zo’n zwaar parcours<br />
in de Vlaamse Ardennen ligt dat zeker<br />
niet voor de hand. Ik schud het hoofd. Aan<br />
deze tijd kom ik nooit.<br />
De hel in het<br />
kwaDraat<br />
15u35. Ik sta klaar aan de start. Nog vier<br />
minuten en dan is het mijn beurt om 10,7<br />
kilometer te vlammen. Ik kan maar aan één<br />
ding denken. Niet afgaan! Niet voor het oog<br />
van al mijn supporters, niet voor de kritische<br />
blik van de P-lezers. “Top-10, top-10.” De<br />
steeds weerkerende mantra in mijn hoofd<br />
maakt me niet bepaald rustiger. Nog twee<br />
minuten. Ik luister nog een laatste keer naar<br />
mijn coach: “Rustig blijven, op de hellende<br />
stroken niet te diep gaan zodat je niet helemaal<br />
verzuurt”. Ik geef nog een ultieme kus<br />
aan vrouw en dochters en meld me aan bij<br />
de koerscommissarissen. Zoals het in echte<br />
tijdritten hoort, houden die me recht op de<br />
fiets terwijl ik mijn schoenen in de pedalen<br />
klik. Nog 45 seconden. Ik keer me nu helemaal<br />
in mezelf. Iets wat ik geleerd heb van<br />
übertijdritspecialist Fabian Cancellara. Hij<br />
zei: “Jij en je fiets moeten in een soort tunnel<br />
komen en pas aan de finish mag je die<br />
tunnel weer uit”. Ik hoop maar dat er licht is<br />
aan het einde van die tunnel.<br />
“Nog vijf seconden.” Ik zuig mijn longen vol<br />
lucht, blaas mijn wangen bol en hoor alleen<br />
nog maar de stem van de aftellende koerscommissaris.<br />
Ik heb het koud en voel het<br />
haar op mijn armen rechtkomen. “Vier!” Dit<br />
is opperste concentratie, besef ik. “Drie!” Ik<br />
start mijn Polar. “Twee!” Dag ezel, schiet<br />
het door mijn hoofd. “Eén!” In mijn eerste<br />
halen bal ik alle energie samen in mijn niet<br />
meer al te brede lijf. Gaat-ie!<br />
En dan gaat het snel. En dan heb ik het niet<br />
over mijn snelheid op de fiets, maar over de<br />
gedachten en emoties die in mijn hoofd<br />
rondtollen. “Ik ga niet snel genoeg! Hier opletten<br />
voor de kiezels in de bocht! Nu optrekken!<br />
Verdomme Jonas, tandje kleiner!”<br />
Mijn hersenen kunnen amper volgen. Op andere<br />
momenten lijkt het dan weer alsof ik in<br />
slow motion denk en fiets. Ik zie welke kleren<br />
mensen langs de kant van de weg dra-<br />
Vlak voor de start: een<br />
kus van dochterlief.<br />
gen. Hoor als in een soort echo wat mijn<br />
Admiraal-vrienden me halfweg het parcours<br />
toeroepen.<br />
Het is afzien. Bij de beesten. Voor iemand<br />
als ik die het moet hebben van het grote<br />
mes, vlakke, lange rechte stukken zonder<br />
bochten, is dit parcours de hel. In het kwadraat.<br />
Telkens wanneer ik een beetje in mijn<br />
ritme kom, wacht me alweer een hellende<br />
strook, een venijnige bocht of een combinatie<br />
van beide. De weinige keren dat ik een<br />
blik op mijn Polar werp, geven me weinig<br />
hoop. Ik rijd verdomme veel te traag om in<br />
de buurt van een gemiddelde van 43 per uur<br />
te komen. “Sneller! Sneller!” schreeuw ik<br />
mezelf toe. Tevergeefs. Ik zit aan mijn maximum,<br />
dat voel ik aan alles. Proef ik bloed in<br />
mijn keel? Is dat mijn hart dat ik voel kloppen<br />
in mijn oren? Zijn dat mijn longen die<br />
langzaam vuur vatten? Drie keer ja, wellicht.<br />
Maar ik verplicht mezelf daar nu niet aan te<br />
denken. Straks misschien, na de finish,<br />
wanneer de ambulanciers mij aan het reanimeren<br />
zijn.<br />
Langzaam verdwijnt mijn geloof in een top-<br />
10-plaats. Verdomme toch! Toch blijf ik<br />
mijn pedalen geselen. Voor al mijn supporters,<br />
voor mijn gezin dat me de voorbije<br />
maanden zo vaak moest missen wegens ‘nog<br />
een training’, voor mijn eer...<br />
De zure smaak van<br />
braaksel<br />
Na driekwart tijdrit worstel ik met een van<br />
die ambetante, hellende stroken op het parcours.<br />
Ik ga uit het zadel en probeer mijn<br />
Vlak na de start:<br />
een zilveren plas.<br />
snelheid aan te houden. De top laat lang – te<br />
lang - op zich wachten. Ik plof weer neer,<br />
schakel kleiner en ... proef plots de zure<br />
smaak van braaksel in mijn keel. Ook dat<br />
nog. Slikken en trappen, een andere optie<br />
heb ik niet. Vier kilometer van meer afzien,<br />
sterven en toch nog doorgaan later wacht de<br />
laatste bocht en daarna de laatste rechte<br />
lijn. Die is maar liefst 1 kilometer lang. Eerst<br />
500 meter naar beneden, daarna een halve<br />
kilometer aan 4 procent omhoog.<br />
Ik schakel naar de grote molen en gooi me in<br />
de diepte. 60 per uur, merk ik. Ça va. Jammer<br />
dat het wegdek zo slecht is. Putten, bobbels,<br />
spleten... Met mijn armen in de beugel daver<br />
ik haast van mijn fiets. Maar versagen is geen<br />
optie, zeker niet nu de weg weer begint op te<br />
lopen. Nog driehonderd meter. Plots merk ik<br />
dat de mensen langs de kant van de weg verbazend<br />
veel lawaai maken. En dat ze allemaal<br />
zwarte T-shirts dragen met de beeltenis van<br />
een ezel. Mijn supporters hebben zich over de<br />
laatste 250 meter van het parcours verdeeld<br />
en schreeuwen me nu naar boven. Een niet te<br />
beschrijven, majestueus gevoel maakt zich<br />
van me meester waardoor ik nog iets harder<br />
ga fietsen. Nog 150 meter. Het lijkt nu alsof<br />
ik langzaam gevierendeeld word door een stel<br />
Brabantse trekpaarden. Ik zie mijn kameraden,<br />
mijn ouders, mijn madam. Allemaal<br />
staan ze half op de weg. Ze roepen niet, ze<br />
tieren. Ze ballen hun vuisten als Sugar Jackson.<br />
Hun ogen spuwen vuur. Ik pers er een<br />
laatste sprintje uit. Mijn mond wijd open,<br />
mijn handen verkrampt rond het stuur. Maar<br />
daar is de meet. 14 minuten 48 seconden en<br />
15 honderdsten. Een halve seconde sneller<br />
dan Frederik Backelandt! De rest is geschiedenis.<br />
Voor meer foto’s en tekst op de wielerblog<br />
van Jonas. Check www.p-<strong>magazine</strong>.be/<br />
vanezeltotkoerspaard.<br />
28.09.2010 P-<strong>magazine</strong> l 141
Van ezeL tot KoersPaard<br />
van eZel tot<br />
treincondUcteUr!<br />
31 augustus 2002. Om half twee ‘s nachts<br />
stond Jonas Heyerick op de dansvloer van zijn<br />
eigen huwelijksfeest met in zijn linkerhand<br />
een bruin Kasteelbier en in zijn rechter een<br />
blonde Leffe. Hij droeg een bizar pak met<br />
flappen dat hem de allure gaf van een middeleeuwse<br />
nar en dronk afwisselend en in<br />
gestaag tempo van elk glas. De bruidegom<br />
probeerde niet te morsen terwijl hij zich dolgelukkig<br />
aan een onvaste pirouette waagde op<br />
zijn lievelingsnummer van Pearl Jam. Tevergeefs.<br />
Acht jaar en drie kinderen later stond Jonas<br />
opnieuw met twee glazen in zijn handen na<br />
een belangrijke afspraak in zijn leven. En zijn<br />
kledij was al even bizar. Hij droeg een wit op<br />
zijn lijf plakkend pak uit één stuk met daarop<br />
een Belgische driekleur en het logo van P<strong>magazine</strong>.<br />
Het pak was volledig doorzichtig<br />
en hij droeg geen ondergoed. In normale<br />
omstandigheden zouden wij hem daarvoor<br />
voor eeuwig en drie dagen hebben uitgelachen.<br />
Maar onze collega had net een zilveren<br />
medaille gewonnen op het wereldkampioenschap<br />
tijdrijden voor journalisten. Dat temperde<br />
ons leedvermaak over zijn onnozele<br />
outfit een beetje.<br />
Trouwe P-lezers hebben het voorbije half jaar<br />
de volledige voorbereiding van Jonas op het<br />
WK kunnen volgen in dit blad. Zij weten dat<br />
Jonas er alles aan gedaan heeft om op zijn<br />
minst niet af te gaan in Lierde. Maar zij kennen<br />
niet het hele verhaal: de wanhopige telefoons<br />
van mevrouw en dochters Heyerick als<br />
de man des huizes weer eens onverwacht op<br />
trainingskamp was vertrokken; de klachten<br />
van de (echte) wielrenners die hij voor P-<strong>magazine</strong><br />
interviewde en met wie hij het enkel<br />
over versnellingsapparaten en bandenspanning<br />
wilde hebben (Tom Boonen, die tijdens<br />
een trainingstocht op de Poggio zat te sterven<br />
in Jonas’ wiel, wil alleen nog met P praten als<br />
het alsjeblieft toch eens een keertje drie uur<br />
Uitslag (10,7 km)<br />
1. Jeff Jones (GB - Bikeradar) in<br />
14’36”38<br />
2. Jonas Heyerick (Bel - P-<strong>magazine</strong>) op<br />
11”77<br />
3. Frederick Backelandt (Bel - Grinta!)<br />
op 12”23<br />
4. Robin Coomber (GB - What Mountain<br />
Bike) op 21”91<br />
5. Werner Muller-Schell (Dui-freelance)<br />
op 27”04<br />
lang over zijn seksleven<br />
mag gaan). Maar<br />
het ergst was de mentale<br />
terreur die hij op<br />
zijn collega’s losliet.<br />
Zijn nieuwe uiterlijk<br />
alleen al was genoeg<br />
om ons de stuipen op het lijf te jagen. 16 kilo<br />
verloor hij. Zégt hij. Wij houden het op 46. Op<br />
het eind leek zelfs Tia Hellebaut een gezellige<br />
fatso in vergelijking met onze Cancellara van<br />
Destelbergen. Ingevallen wangen, donkere<br />
oogzakken, kleren die plots veel te groot waren.<br />
En telkens als iemand van ons zelfs maar<br />
aan een pak frieten of een Stella dácht, begon<br />
Jonas al te roepen van ‘schande’ en ‘gebrek<br />
aan collegialiteit’, ja zelfs van ‘sabotage’. Op<br />
het jaarlijkse bacchanaal ter gelegenheid<br />
van de Tourprono - het enige redactiefeestje<br />
waarop we hem de voorbije maanden zagen -<br />
namen we collectief weerwraak door een hele<br />
avond pinten voor zijn neus te zetten.<br />
Het pleit voor de doorzetter in Jonas dat hij<br />
er ijskoud onder bleef. Zijn doel was heiliger<br />
dan de stoffelijke resten van pater Damiaan.<br />
Voor de top-10 in Lierde moest hij scherp<br />
staan. En met minder dan de top-10 kon hij<br />
niet afkomen, vond hij.<br />
Wij, collega’s, dachten daar helemaal anders<br />
over.<br />
“Nadat ge een half jaar lang de helft van ons<br />
boekske hebt volgeluld met trainingstijden,<br />
amorfe spiersoorten, diëten en ander janetteus<br />
gedoe, gaat ge toch niet afkomen met<br />
pakweg een beschamende zevende plaats”,<br />
stak eindredacteur Edwin van Overveld het<br />
vuur aan de lont. “Met minder dan de wereldtitel<br />
nemen we geen genoegen.”<br />
“En als je het niet haalt, transfereren we je<br />
naar de redactie van Modelspoor Magazine”,<br />
gooide hoofdredacteur Michaël Lescroart er<br />
voor alle duidelijkheid nog achteraan.<br />
Nu zijn wereldtitels niet zo heel ongewoon<br />
op onze redactie, zij het meestal in disciplines<br />
die in brede kringen minder bekend<br />
zijn dan zou moeten (Edwin is bijvoorbeeld<br />
wereldkampioen in het heen-en-weren, een<br />
kaartspel dat nog steeds tevergeefs op een<br />
olympisch statuut wacht). Zo veel vroegen we<br />
dus ook weer niet van Jonas.<br />
En de druk leek zelfs gewettigd toen we op<br />
zaterdag 18 september met een ongeveer<br />
tachtig man sterke supportersdelegatie in<br />
Lierde stonden. Want wie verscheen zoal aan<br />
de start van het WK tijdrijden voor journalisten?<br />
Een zestal vrouwen, ouden van dagen<br />
Een topsporter zonder supporters<br />
is als een café zonder bier.<br />
als Hans Vandeweghe en een Hollander van<br />
Bart De Wever-formaat. Zelfs achteruit op een<br />
driewieler zou onze Ezel dit schamele zootje<br />
op minstens vijf minuten moeten kunnen rijden.<br />
Jonas bleef voorzichtig. “Frederik Backelandt<br />
kan ik normaal gezien niet aan”, zei hij poepzenuwachtig;<br />
Backelandt, de hoofdredacteur<br />
van het wielertijdschrift Grinta, had al twee<br />
wereldtitels op zak. Maar collega’s zijn er om<br />
elkaar te helpen. Dus liet onze bevallige vormgeefster<br />
Ellen Vleugels aan de startzone een<br />
schouderbandje zakken om die Backelandt<br />
van zijn à propos te brengen. En toen de arme<br />
jongen vlak na de start voorbij het hek aan het<br />
P-café sjeesde, blies ze kwansuis een dikke<br />
rookwolk van haar Nicaraguaanse Robusto in<br />
zijn gezicht.<br />
Ellen kan op onze vloer de titel Werknemer<br />
van het Jaar niet meer mislopen, want in de<br />
eindafrekening had Jonas 42 honderdsten<br />
van een seconde voorsprong op Backelandt.<br />
42 honderdsten, een onverhoedse scheet<br />
duurt langer.<br />
42 honderdsten was ook net genoeg voor de<br />
zege, dachten we en we vlogen massaal in de<br />
Duvel en de kaaskroketten. Tot de allerlaatste<br />
renner aan de start, een Engelse dopeur met<br />
de lelijkste outfit ooit, nog vlot 12 seconden<br />
afkneep van Jonas’ tijd.<br />
Precies 3 seconden werd het doodstil in ons<br />
supporterskamp, maar toen barstte alsnog<br />
een pandemonium los dat enkel in de Kop<br />
van FC Liverpool zijn gelijke kent. En tijdens<br />
de officiële cérémonie protocolaire was de<br />
luidste ovatie die voor onze na een pint of vijf<br />
al weer een stuk sympathiekere medewerker.<br />
Tijdens het spelen van God Save the Queen<br />
begon hij zowaar te dollen met de podiummissen.<br />
Zo ontspannen hadden we hem al<br />
maanden niet meer gezien.<br />
En zo was onze Ezel alsnog een koerspaard<br />
geworden. Zilver op het WK. Tjonge, jonge.<br />
We gaan je missen, Jonas. Veel succes bij<br />
Modelspoor Magazine! p<br />
Patrick Vincent<br />
Met dank aan Café Welkom.<br />
(www.cafewelkom.be)<br />
142 l P-<strong>magazine</strong> 28.09.2010 28.09.2010 P-<strong>magazine</strong> l 143