Watercondities beschermde natuurgebieden - Natuur en ...

BIJLAGE 5. GEWENSTE WATERSAMENSTELLING BIJ
INSTANDHOUDINGSDOELEN N2000
De fysisch-chemische doelen voor de KRW passen niet 1:1 op de instandhoudingsdoelen
die voor de Habitatrichlijn geformuleerd zijn. Dit is in verschillende fiches geconstateerd.
In hoofdstuk 4 is bij conclusie 8 dit punt zelfs uitgediept en geadstrueerd aan een
vergelijking van KRW-normen met kentallen uit het Aquatisch Supplement
Natuurdoeltypen. Uit deze vergelijking blijken de natuurdoeltype-normen structureel
strenger, zelfs wanneer men ze vergelijkt met de Zeer Goede Ecologische Toestand
(doorgaans wordt de goede ecologische toestand, die minder streng is, als doel
gekozen).
De fysisch-chemische doelen voor de KRW voldoen daarom in veel gevallen niet voor
Natura 2000 gebieden. 5
Dit rapport is primair opgesteld om natuurbeheerders te helpen inbreng te leveren in
het waterbeleid en waterbeheer. Voor deze inbreng in de planvormingsfase zijn in de
fiches en algemene conclusies verschillende suggesties gedaan. In de implementatiefase
van de KRW zal het gesprek tussen natuurbeheerder en waterbeheerder eerder
intensiever worden dan verstommen. In dat gesprek is het van belang dat de
natuurbeheerder zo duidelijk mogelijk aangeeft wat de natuurdoelen `vragen’, het liefst
in ondubbelzinnige termen zoals chemische concentraties of belastingen. Om dit gesprek
te ondersteunen zijn hieronder enige aanbevelingen opgenomen over de gewenste
watersamenstelling voor (hoge) natuurdoelen:
- Voor Natura 2000 gebieden en andere gebieden met kritische waternatuurdoelen is
de `zeer goede ecologische toestand’ een betere basis. Het gaat immers om
gebieden waar `de natuur voorop staat’ dus die zouden moeten naderen aan een
onvervuilde natuurlijke referentie. De waterkwaliteit bij een zeer goede ecologische
toestand is terug te vinden bij de maatlatbeschrijvingen en in bijlage 5.
- Natuurdoelen in het water, zoals bv. krabbescheerwateren, zijn specifieker benoemd
dan de watertypen van de KRW: het is een bepaalde levensgemeenschap die kan
voorkomen in watertype X, Y en Z. De bijbehorende chemie is dus ook specifieker te
benoemen en zou in een beheerplan en bij maatregelen aan de orde moeten komen.
- Informatie over deze specifiekere eisen per habitattype is te putten uit verschillende
bronnen . Een eerste bron zijn de profielendocumenten per habitatype die in het
kader van N200 zijn opgesteld (zie:
http://www.synbiosys.alterra.nl/Natura2000/documenten/profielen/habitattypen/).
Deze informatie is echter wisselend qua diepgang en grotendeels niet-kwantitatief.
Kwantitatievere informatie is te vinden in het eerdergenoemde aquatisch
supplement natuurdoeltypen.
- De meest specifieke informatie zijn meetwaarden per vegetatietype of planten -
soort (danwel faunagemeenschappen en diersoorten) in het veld. Op dit vlak is
5
Vermoedelijk zullen ook de biologische KRW-doelen in veel gevallen nog onbereikbaar blijken
wanneer de waterkwaliteit zich maar net binnen de KRW-norm bevindt. Zie bv. de opmerkingen
bij het fiche over de Oostelijke Vechtplassen.
54