21.09.2013 Views

Lees verder - Politieacademie

Lees verder - Politieacademie

Lees verder - Politieacademie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

■ Interview<br />

‘Bij de Nederlandse politie<br />

lever je op je laatste dag je pas<br />

in en kom je nergens meer in’<br />

10 Blauw – Handhaving 21 januari 2012 – nummer 2


‘Erkenning is zo<br />

belangrijk’<br />

Als “ militair waarnemer heb ik onder andere gewerkt<br />

in Bosnië. Het was de tijd van de Balkanoorlog en<br />

ik was getuige van oorlogsmisdaden, maar als waarnemer<br />

stond ik machteloos. Een voorbeeld. In 1992 kwam ik<br />

in West Bosnië bij een checkpoint waar Servische mensen in<br />

bussen over de grens werden gezet. Een soort etnische zuivering,<br />

wat later ook in Srebrenicia is gebeurd. De militairen<br />

hadden hun kalasjnikovs op me gericht. Een man in die bus<br />

keek me bij het voorbij rijden recht aan. Een paar dagen later<br />

kwam ik als waarnemer in een gevangenenkamp. En toen zag<br />

ik ineens die man uit de bus achter het prikkeldraad staan. Ik<br />

realiseerde me dat ik tijdens dat eerste oogcontact niets heb<br />

gedaan. Dat geeft je een gevoel dat je het niet goed hebt<br />

gedaan, hebt gefaald. Ik had dat gevoel in elk geval. Ik vroeg<br />

me af of ik mijn auto niet gewoon voor die bus had moeten<br />

plaatsen, zodat ze niet <strong>verder</strong> konden rijden. In het politiewerk<br />

kom je ook in dit soort situaties terecht, met dezelfde<br />

machteloosheid. Bijvoorbeeld een reanimatie die niet lukt,<br />

waarbij iemand overlijdt. Dan kunnen mensen zich afvragen:<br />

‘Heb ik het wel goed gedaan?’”<br />

Bloed en kogels<br />

“Maar ik besefte pas veel later hoeveel impact deze oorlogservaringen<br />

hadden. Na de krijgsmacht ben ik overgestapt naar<br />

de politie. Ik werd bureauchef bij de politie Haaglanden, in<br />

het centrum van Den Haag. Achteraf besef ik: daar gingen het<br />

bloed en de kogels eigenlijk gewoon <strong>verder</strong>. Ik ben beschoten,<br />

ik zie nog de tegel voor mijn voeten uiteen spatten. Enige tijd<br />

later beroofde een naaste collega zich van het leven met zijn<br />

dienstwapen. Langzaamaan bleek dat ik daar toch last van had.<br />

Tekst: Rosmarijn Zuring<br />

Foto’s: Harro Meijnen / Blauw<br />

Stefan van Zanten is projectleider bij het Programma<br />

Versterking Professionele weerbaarheid. Maar hij is<br />

ook ervaringsdeskundige. Na zelf PTSS aan den lijve<br />

ondervonden te hebben, beschouwt hij het nu als zijn<br />

missie om nazorg bij de politie beter te regelen. ‘We<br />

willen leren van defensie.’<br />

Ik sliep slecht en had woedeaanvallen. Ik heb toen contact<br />

gezocht met een lid van het Bedrijfs Opvang Team (BOT,<br />

red.) voor de leidinggevenden. Het was goed dat die er was,<br />

alleen hij had geen tijd voor mij. Sowieso wordt het BOT<br />

vaak beschouwd als iets wat de werkvloer onderling moet<br />

regelen en waar de managementlaag zich niet mee bezig moet<br />

houden. Ik heb daar een heel ander mening over, maar daar<br />

kom ik nog wel op.”<br />

Vluchten<br />

“Ik werd dus in elk geval toen niet opgevangen. Een tijd later<br />

kreeg ik zelfs een complete black out van een aantal uren.<br />

Zonder dat ik me er iets van kan herinneren, ben ik van<br />

Friesland naar Eindhoven gereden. Ik had keurig een kaartje<br />

voor de parkeergarage gekocht, maar was toen ergens waar ik<br />

helemaal niet moest zijn. Ik ben echt een aantal uren kwijt.<br />

‘Toen ik twee bebloede benen uit de cabine<br />

zag hangen, ben ik simpelweg gevlucht’<br />

Weer een tijd later reed ik in privétijd langs een ongeval.<br />

Uiteraard was ik, zoals iedere politieman, direct gespitst op<br />

hulpverlenen. Maar toen ik langs de vrachtwagen reed en<br />

twee bebloede benen uit de cabine zag hangen, ben ik simpelweg<br />

gevlucht. En achteraf weer dat gevoel dat ik gefaald<br />

had. Langzaam begon ik te vermoeden dat er iets mis was,<br />

maar ik wist niet waar ik terecht kon. Ik herkende niet wat<br />

het was, zelfs niet als ik erover las in de veteranenbladen die ik<br />

Blauw – Handhaving 21 januari 2012 – nummer 2 11<br />

>>


■ Interview<br />

nog steeds ontving van defensie. Op het werk en thuis herkende<br />

ook niemand het. Dat duurde tot een vriend van mij<br />

vermoedde dat het iets met die militaire uitzending te maken<br />

had. Hij heeft mij in de auto gezet en mij naar het Veteraneninstituut<br />

gereden. Daar ben ik meteen opgevangen en naar<br />

professor Gersons gestuurd, de specialist op het gebied van<br />

posttraumatische stressstoornis (PTSS, red.) Hij constateerde<br />

vrij snel PTSS, waarschijnlijk veroorzaakt door een stapeling<br />

van de oorlogservaringen en de incidenten die daar bij de<br />

politie bovenop zijn gekomen. Ik ben toen behandeld bij het<br />

Centrum ’45. PTSS kan bij politiemensen ontstaan door een<br />

opeenstapeling, bijvoorbeeld te veel waterlijken of doden op<br />

het spoor. De psychotherapie die je dan ondergaat, heeft als<br />

resultaat dat je nog steeds een film van je ervaringen voor je<br />

kunt zien, maar zonder dat je er zelf in meespeelt. Maar nog<br />

steeds heb ik restklachten, ik ben bijvoorbeeld overalert, weet<br />

altijd de vluchtroutes.”<br />

Machocultuur<br />

“Deze ervaringen maakten mij zeer gemotiveerd om hier<br />

voor andere collega’s verbetering in te brengen. En dat is hard<br />

nodig. De politiecultuur is op dit gebied echt een machocultuur.<br />

Als aspirant feliciteren collega’s je met je eerste dode, in<br />

plaats van dat ze je voorbereiden op een mogelijke slapeloze<br />

nacht daarna. Mensen krijgen niet te horen wat normale<br />

effecten zijn van heftige gebeurtenissen en welke effecten niet<br />

meer normaal zijn en wanneer ze aan de bel moeten trekken.<br />

Laat staan dat alle leidinggevenden signalen oppikken dat het<br />

niet goed met mensen gaat. Je hoeft het echt niet te overdrijven,<br />

maar je kunt mensen wel voorbereiden op wat ze kunnen<br />

merken na zoiets. Maar wat zag ik bijvoorbeeld gebeuren?<br />

Collega’s die naar een dodelijke aanrijding met een<br />

motorrijder moesten, zag ik keihard wegrijden, maar de verkeerde<br />

kant op. Toen ze terugkwamen heb ik hen gevraagd<br />

waarom dat was. Ze bekenden schoorvoetend dat ze eigenlijk<br />

de confrontatie uit de weg waren gegaan, ze hoopten door<br />

drie keer links te rijden dat een andere wagen eerder zou<br />

arriveren. Maar met zo’n signaal werd dus niets gedaan. Er<br />

werden wel keiharde grappen gemaakt over motorongelukken.<br />

Na Den Haag ben ik overgestapt naar de Dienst<br />

Waterpolitie van het KLPD. Weg uit de hectiek van de noodhulp.<br />

En daar vroeg de korpsleiding mij om de nazorg beter<br />

te gaan regelen. Ik werd portefeuillehouder BOT. Het heeft<br />

voor de erkenning van BOT geholpen dat ik mij als leidinggevende<br />

kwetsbaar opstelde door mijn eigen ervaringen te<br />

delen. Van de werkvloer tot de korpsleiding.”<br />

Defensie<br />

“Nu ben ik projectleider bij het Programma Versterking<br />

Professionele weerbaarheid en belast met de oprichting van<br />

een politie-instituut hiervoor. Daarbij komt mijn ervaring bij<br />

defensie goed van pas. We willen graag leren van en samenwerken<br />

met defensie. De cultuur bij defensie is op dit gebied<br />

namelijk heel anders dan bij de politie. Bij politie is werk en<br />

privé heel gescheiden. Iedere collega zal dit herkennen: op<br />

feestjes met partners komt de helft, met alleen collega’s komt<br />

iedereen. Bij defensie wordt het thuisfront juist veel sterker bij<br />

het werk betrokken. Voor een uitzending zijn er bijeenkomsten<br />

waarin ook het gezin informatie krijgt, over het land<br />

waar hun familielid heengaat en over mogelijke effecten. Het<br />

thuisfront kan daar onderling netwerken. Bij defensie heb je<br />

een buddysysteem en een zeer gedegen debriefing. Bij de<br />

politie werken eigenlijk alleen de arrestatieteams op een vergelijkbare<br />

manier. Daar werk je in een team en let je op<br />

elkaar. Als Pietje daar even niet lekker in zijn vel zit, gaat<br />

Pietje niet mee naar een klus, want dat betekent een risico<br />

voor de hele groep. Militairen werken ook als groep en zijn<br />

gewend over hun ervaringen te praten. Een ander verschil: bij<br />

defensie worden alle uitgezonden ex-militairen veteraan, ook<br />

die bijvoorbeeld naar de politie zijn overgestapt. En zij ontvangen<br />

hun hele leven de defensiekrant, en een pasje waarmee<br />

ze de kazernes in kunnen en een kortingpas. In andere<br />

landen heb je die erkenning voor de politie ook. Maar bij de<br />

Nederlandse politie lever je op je laatste dag je pas in en dan<br />

kom je nergens meer in. Defensie geeft die ‘postactieven’ juist<br />

een plek. Zo blijf je je verbonden voelen, je hebt er steun aan.<br />

‘Aan elkaars verhalen ontlenen mensen<br />

steun en veerkracht’<br />

We lopen als politieveteranen om die reden mee met de veteranendag.<br />

Daar ontleen je steun aan, je begrijpt elkaar, je voelt<br />

je trots als detachement. Je wordt maatschappelijk erkend. Zo<br />

had het mij zeker geholpen als ik bij de Haagse politie over<br />

mijn ervaringen in oorlogsgebied en in de noodhulp had<br />

kunnen vertellen. Professioneel, niet aan de koffietafel. Daar<br />

kunnen collega’s namelijk van leren en ik krijg daarmee<br />

erkenning voor wat ik heb gedaan. En voor de ervaring en<br />

bagage die ik meebreng. Nu wordt er gevraagd of je een lekkere<br />

vakantie hebt gehad in de woestijn van Soedan. Dat<br />

geldt evenzeer voor politiemensen die worden uitgezonden,<br />

als politietrainer of op een vredesmissie. Ze komen daar aan<br />

met een taak, maar lopen tevens tegen die machteloosheid<br />

aan, waarover ik het eerder had. Ze leren heel veel en maken<br />

veel mee. En dan komen ze terug, moeten gewoon weer aan<br />

het werk en collega’s vinden dat ze een buitenkansje hebben<br />

gehad. Het gaat erom dat we die ervaringen erkennen en<br />

waarderen.”<br />

Basisteams<br />

“De minister vindt het heel belangrijk dat op dit gebied dingen<br />

gaan veranderen. Dit is het moment. Met de nieuwe<br />

robuuste basisteams heb je organisatorisch al een prachtige<br />

structuur hiervoor, om als team bijvoorbeeld te debriefen. We<br />

gaan dat binnenkort doen, naar aanleiding van een incident<br />

waarbij vijf mensen verbrandden in een woning. De centralist<br />

12 Blauw – Handhaving 21 januari 2012 – nummer 2


“Het is natuurlijk vreemd dat we geen echte dapperheidsonderscheiding hebben.”<br />

op de meldkamer heeft de vrouw aan de lijn gehad terwijl<br />

haar man brand stichtte in de woning. Voor het hele team, van<br />

meldkamer tot recherche, was het een hele heftige zaak. We<br />

gaan hen als groep collegiale ondersteuning aanbieden. Op<br />

een aparte locatie kunnen ze hun ervaringen delen. Twee collega’s<br />

hadden zich naar aanleiding van het incident ziek<br />

gemeld, maar toen zij hoorden van deze dag, meldden ze zich<br />

weer beter. Het politie-instituut Professionele weerbaarheid<br />

betaalt dat, om een signaal af te geven hoe belangrijk dit is.<br />

Wat er op zo’n dag gebeurt, is een soort psychologische reset.<br />

Ik heb dat eerder meegemaakt tijdens een lotgenotenreis met<br />

politieveteranen die ik heb georganiseerd voor mijn masteropleiding<br />

aan de <strong>Politieacademie</strong>. Die mensen kenden elkaar<br />

niet, maar al na twee dagen vertelden ze elkaar dingen die ze<br />

in twee jaar therapie nog niet aan hun therapeut hadden verteld.<br />

Aan elkaars verhalen ontleen je steun en veerkracht. Een<br />

nader initiatief is het begeleiden van politiemensen die op<br />

missie gaan.We organiseren van te voren voorlichtingsdagen<br />

voor het gezin, tijdens de uitzending komen die gezinsleden<br />

nog een keer bij elkaar, en na afloop is er nazorg en de mogelijkheid<br />

om contact te onderhouden. Dat geldt voor de politiemensen,<br />

maar ook voor de familie.”<br />

Penning<br />

“Een totaal andere vorm van waardering is een soort dapperheidsonderscheiding.<br />

Enige tijd geleden ontving collega<br />

Richard Deijs de Ries Straver penning voor zijn dappere<br />

optreden in Alphen aan den Rijn. Hij heeft daar daadwerkelijk<br />

heel goede dingen gedaan, ook tactisch. Enige tijd na het<br />

bloedbad zette de gemeente Alphen een aantal burgers en<br />

winkeliers in het zonnetje. Toen heeft een burger een boze<br />

brief geschreven naar de burgemeester en de korpschef,<br />

omdat hij verontwaardigd was dat er voor de politiemensen<br />

niets gebeurde. Die waren tenslotte eveneens heel dapper<br />

geweest. Het korps is gaan zoeken naar een medaille, maar die<br />

was er eigenlijk niet, behalve de Ries Straver Penning.<br />

‘Defensie geeft postactieven een plek,<br />

waardoor ze zich verbonden blijven voelen’<br />

Namens het programma was ik bij de uitreiking daarvan,<br />

evenals de partner van Richard, en veel collega’s, burgers en<br />

pers. De politie Rotterdam-Rijnmond reikte naar aanleiding<br />

van de strandrellen bij Hoek van Holland een speciale herinneringspenning<br />

uit; ook een goed initiatief. Maar het is<br />

natuurlijk vreemd dat we geen echte dapperheidspenning<br />

hebben. Ook voor moedige agenten die daarbij het leven<br />

hebben gelaten, zoals in Baflo, zoeken we nog een speciale<br />

medaille. Je zou dat op drie niveaus kunnen doen. Een<br />

koninklijke onderscheiding die bijvoorbeeld eens per tien jaar<br />

door de koningin – of koning – wordt uitgereikt. Een jaarlijkse<br />

medaille die de minister uitreikt en een medaille die de<br />

politie-eenheden en de burgemeester een paar keer per jaar<br />

kunnen uitreiken. Over de criteria daarvoor wordt nog nagedacht,<br />

defensie heeft een heel boekwerk met criteria, dus dat<br />

is niet een-twee-drie vormgegeven. Maar dit soort erkenning<br />

is wel heel belangrijk. Zo’n onderscheiding betekent namelijk<br />

dat je baas je steunt, dat je erover kunt praten, het komt in de<br />

krant en het geeft maatschappelijke waardering voor het politiewerk.”<br />

■<br />

Wilt u reageren op dit artikel?<br />

Mail naar rosmarijn.zuring@politieacademie.nl<br />

Blauw – Handhaving 21 januari 2012 – nummer 2 13

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!