21.09.2013 Views

Digitale uitgave van:

Digitale uitgave van:

Digitale uitgave van:

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

enkel aan toe te voegen is dus wel genoeg. Eén enkel, in verband met hetgeen<br />

bij de vredesonderhandelingen te Keulen in 1579 is voorgevallen. Maandenlang<br />

hadden de afgevaardigden <strong>van</strong> de Koning in de loop daar<strong>van</strong>, door het doen <strong>van</strong><br />

allerlei prachtige aanbiedingen, gepoogd een wig tussen de Nederlanden en hun<br />

bevrijder te drijven, en maandenlang was de Prins bij monde <strong>van</strong> zijn secretaris<br />

Bruinynck hier schijnbaar op ingegaan, zodat de Spaanse onderhandelaars al<br />

meer de hoop gingen koesteren, dat zij hun doel zouden bereiken! Daar<br />

verschijnt plotseling een laconieke brief : de Staten en ik vormen één geheel,<br />

hun zaak en de mijne zijn onafscheidelijk <strong>van</strong> elkaar.<br />

Neen, de wrijvingen, waar<strong>van</strong> ik sprak, zijn stellig juist <strong>van</strong> de<br />

tegenovergestelde kant, <strong>van</strong> die der Staten, gekomen.<br />

[273]<br />

Gezien het algemeen ver <strong>van</strong> gunstig oordeel hunner tijdgenoten over deze,<br />

gaat het bezwaarlijk aan ons <strong>van</strong> hen een aantrekkelijke voorstelling te maken.<br />

Hoe dacht bij voorbeeld 's Prinsen broer Jan over hen? „...Jungen unerfarnen<br />

herrn, pensionarien, gelt- und ehrgeitzigen, wie auch furchtsam und kleinmüttige<br />

herrn”. En niet anders landgraaf Willem <strong>van</strong> Hessen! Hubert Languet en de<br />

raadsman <strong>van</strong> de Saksische keurvorst Hans Jénitz, met hun uitspraken : „wüst,<br />

gottlos undt leichtfertig gesinde, dero wenig, ja gar wenig der Religion<br />

zugethann, der mehrer theil der Religion im herzenn feindt und zuwieder”, zoals<br />

zij het ook jegens de Prins zijn; dom en eerzuchtig en zonder beleid, zijn zij<br />

voortdurend met elkaar in conflict; en: waar het hun vooral aan ontbreekt is aan<br />

doortastendheid; eensdeels willen ze graag de Spanjaarden uit het land hebben,<br />

maar tegelijk zien zij er tegen op de Koning dwars te zitten; „und gehts nach<br />

dem Sprichwort: wasche mir den beltz [=pels) und, mache mir ihn nicht nasz".<br />

Welnu, deze ver <strong>van</strong> aangename eigenschappen hebben zij nu ook tegen<br />

Oranje gekeerd!<br />

Misschien klinkt dit oordeel op het eerste horen weinig aannemelijk. Zelfs nog<br />

kort vóór 's Prinsen dood is er immers heel wat te doen geweest over het feit dat<br />

de Staten <strong>van</strong> Holland en Zeeland hem over deze beide gewesten de waardigheid<br />

<strong>van</strong> graaf op wilden dragen! En zulk een optreden schijnt toch wel <strong>van</strong> een heel<br />

andere geest tegenover de betrokkene te getuigen!<br />

Volkomen juist: het schijnt dat te doen. Maar als wij deze gebeurtenissen in<br />

het rechte licht zien? Dan komt de zaak toch wel wat anders te staan.<br />

[274]<br />

Het is waar, dat deze grafelijke waardigheid niet door Oranje zelf gezocht is,<br />

maar dat zij hem door de Staten, werd aangeboden. Natuurlijk zijn er toen en<br />

later wel wantrouwigen geweest, die achter de gehele gang, die de zaken in deze<br />

tijd te deze opzichte hebben genomen, slechts prinselijke baatzucht en zorg voor<br />

zijn eigen belangen aan het werk hebben willen zien. Om daar een voorbeeld <strong>van</strong><br />

te noemen: in een brief <strong>van</strong> 5 Febr. 1583 vertelt de onbekende schrijver daar<strong>van</strong><br />

— nadat hij eerst <strong>van</strong> „de verbitteringhe ende haet teghen de franchoisen, die<br />

hier is onder de borgeren, <strong>van</strong> wat religie datse oyck zijn”, heeft gesproken, dat<br />

er een gelijke vijandschap tegen Oranje heerst, want — zo heet het dan verder<br />

— men ziet hem voor de oorzaak der huidige ellende aan, „ende dat hij zijn<br />

eygen bate alleen is zouckende, dat hy, zijnde maeckel1). Maar dat deze<br />

volksstemming hem toch verkeerd beoordeelde staat vast 2). Niet onaardig heeft<br />

Jan <strong>van</strong> Nassau zijn broer Willem, tegen wie hij in het algemeen toch niet

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!