Digitale uitgave van:
Digitale uitgave van:
Digitale uitgave van:
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
hoe langer hoe meer op zichzelf kwam te staan in de oppositie tegen de Koning.<br />
Met het Calvinisme samen gaan ten deze heeft hij — gelijk wij zagen — niet<br />
gewild. En met de vrijheidspartij op te trekken werd steeds minder mogelijk.<br />
Voor zover deze uit de adel bestond ging zij langzaam maar zeker, toen het er<br />
om begon te spannen, naar het koninklijke kamp terug. En voor zover ze door de<br />
stedelijke magistraten en bevolkingen gevormd werd durfde zij na de val <strong>van</strong><br />
Valenchijn geen kik meer geven. Onder zulke omstandigheden verzet te<br />
beginnen zou werkelijk veel <strong>van</strong> een wanhoopsdaad gehad hebben.<br />
Evenzeer zal 's Prinsen openlijk belijden <strong>van</strong> de Augsburgse Confessie in deze<br />
<strong>van</strong> invloed zijn geweest. Van al de stromingen, waaruit de oppositie tegen de<br />
Koning in deze tijd bestaan heeft — en dat waren er nogal enige — was er geen<br />
enkele loyaler, meer afkerig <strong>van</strong> hardhandig optreden dan de E<strong>van</strong>gelische.<br />
Eenstemmigheid in dit opzichte heerste ook zelfs in haar niet. Niet alle<br />
confessionisten gingen zo ver als de groep-Ligarius, die reeds het vermelde<br />
aanbod om de godsdienstvrijheid voor drie miljoen gulden te kopen revolutionair<br />
vond. Maar ook degenen, die links <strong>van</strong> deze ultra's stonden en Flacius Illyricus<br />
tot leider hadden, wilden <strong>van</strong> een gewelddadig verzet niets weten:<br />
„Geschrieben...stehe : wenn dich die Obrigkeit der Religion halben in einer Stadt<br />
verfolget, so fliehe in eine andere. Das aber stehe nicht in Gottes Wort: wenn<br />
dich die Obrigkeit verfolget, so nimm du das Schwert und jage sie hinaus”.<br />
In de eerste tijd na zijn verandering <strong>van</strong> eind 1566 zal deze opvatting dus ook<br />
de Prins wel als de meest juiste zijn voorgekomen. Nog te meer omdat de<br />
genoemde Illyricus en zijn medepredikanten in de Scheldestad daar<br />
[134]<br />
<strong>van</strong> wege de Protestantse Duitse vorsten heen waren gedirigeerd, zodat zijn<br />
politiek ideaal hier zijn godsdienstige overtuiging nog in de hand heeft gewerkt.<br />
Trouwens zien wij hem in deze tijd over die aanhangers der Augsburgse<br />
Confessie ook kennelijk zijn schild opheffen. Volkomen naar waarheid hebben<br />
deze in de dagen <strong>van</strong> de beeldenstorm de Calvinisten toegevoegd : „vous,<br />
Calvinistes, vous auctorisés icy par force et violence, et nous y sommes avec le<br />
consentiment du magistrat” 1).<br />
De kroon moet bij het verlammen <strong>van</strong> Oranje's actie, waar<strong>van</strong> ik hier de<br />
oorzaken naga, het feit echter wel gespannen hebben, dat de Prins zich niet <strong>van</strong><br />
Egmont wist los te maken.<br />
Om zijn tragisch einde op het schavot heeft de volksverbeelding de<br />
overwinnaar <strong>van</strong> St. Quentin en Grevelingen zo goed als gecanoniseerd. Terecht?<br />
Als Bakhuizen <strong>van</strong> den Brink als advocatus diaboli optreedt en een vlak<br />
tegenovergestelde waardering verdedigt : „die „ellendige”, „noodlottige”,<br />
„benepen”, „onuitstaanbare” Egmont", schudt Fruin zijn hoofd. Maar, naar het<br />
mij voorkomt, eer omdat hij vindt dat in een historisch woordenboek geen krasse<br />
termen mogen opgenomen worden, dan omdat hij het in het wezen der zaak met<br />
de schrijver der Cartons en Studiën en Schetsen oneens zou zijn. En een <strong>van</strong><br />
dezen afwijkend oordeel te verdedigen lijkt mij hier toch ook werkelijk moeilijk.<br />
Want<br />
1) Bijdragen en Mededeelingen <strong>van</strong> het Historisch Genootschap, Dl I (1929) bldz. 242. Flacius<br />
Illyricus zei ergens, dat er in Antwerpen twaalf ouderlingen waren „constituti a Senatu Civitatis,<br />
Principe Arausiensi et a plebis parte, quae Augustanae confessioni adhaerebat”; zie Chr. Sepp,<br />
Geschiedkundige Nasporingen, Dl III (1875) bldz. 109.