Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland
Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland
Leraar worden:'under construction'? - Open Universiteit Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
80<br />
De uitgaven per leerling lopen achter bij die in Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Staten en de<br />
Scandinavische landen. Het hoger onderwijs heeft het meest geleden onder de bezuinigingen. Het<br />
percentage hogeropgeleiden ligt in <strong>Nederland</strong> lager dan in de Verenigde Staten, het Verenigd<br />
Koninkrijk en de Scandinavische landen. Een en ander dient bezien te <strong>worden</strong> vanuit de gegevens dat<br />
het individueel en maatschappelijk rendement van onderwijs hoog is en dat onderwijs een belangrijke<br />
bijdrage levert aan de verhoging van de economische groei (p. 65). De studie eindigt (p. 69) als<br />
volgt:‘Een hoger opgeleide beroepsbevolking heeft een positieve invloed op de technologische ontwikkeling<br />
en diffusie van nieuwe technologieën. Als we er van uit gaan dat het ‘’menselijk kapitaal’’<br />
onze voornaamste concurrentiekracht is en de pijler van onze economie vormt, dan dienen we meer<br />
en beter te investeren in onderwijs. Het individuele en maatschappelijke rendement van onderwijs is<br />
hoog: Investeren is terugverdienen.’ In aansluiting op de geschetste human capital-benadering kan ik<br />
stellen dat het zonder meer duidelijk is dat er in ons onderwijs veel meer geld gestoken zal moeten<br />
<strong>worden</strong>.<br />
Cijfers als de bovenstaande geven ook aanleiding tot artikelen in kranten, zoals NRC Handelsblad van<br />
25 januari 2003. Onder de kop ‘Domheid wordt nieuwe ziekte van <strong>Nederland</strong>’ <strong>worden</strong> onder meer de<br />
lage uitgaven voor onderwijs bekritiseerd (zie ook Eurydice, 2000; Organisation for Economic<br />
Cooperation and Development, 2002b). Als reactie op dit artikel schreven de demissionaire minister<br />
en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in NRC Handelsblad van 11 februari<br />
2003 een bijdrage die getiteld was ‘Laat bedrijfsleven onderwijs steunen’. Zij pleiten dus voor private<br />
investeringen in onderwijs. Een dergelijke reactie gaat te weinig in op de gewenste verhoging van de<br />
investering in onderwijs door de publieke sector (voor algemene aspecten zie Ministerie van<br />
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, 2000b).<br />
57 Ik zie hier af van een systematische analyse van de oorzaken van het lerarentekort in <strong>Nederland</strong>. Het<br />
is zeker zo dat verslechterde arbeidsvoorwaarden in de jaren tachtig van de vorige eeuw het beroep<br />
onaantrekkelijker hebben gemaakt. Daar komen in een aantal gevallen nog aspecten bij zoals te weinig<br />
computers, een achterstand in leermiddelen, achterstallig onderhoud en gebrekkige huisvesting.<br />
Bovendien heeft het succesvolle arbeidsmarktbeleid van de twee paarse kabinetten ertoe geleid dat<br />
de werkgelegenheid in andere sectoren enorm is toegenomen, wat dus ongewild de druk op de<br />
onderwijsarbeidsmarkt vergroot heeft. Een min of meer cynische vaststelling is dat de huidige stagnatie<br />
van de economische groei ertoe kan leiden dat de tekorten aan leerkrachten in de toekomst<br />
sneller zullen afnemen dan momenteel voorspeld wordt. Met campagnes als ‘Je groeit in het onderwijs’<br />
probeert de overheid het imago te verbeteren. Mogelijk zorgt dit ervoor dat de animo toeneemt.<br />
Opvallend is dat de waardering voor de leraar al jaren hoog is. In 2002 bijvoorbeeld 86 procent in het<br />
basisonderwijs en 87 procent in het voortgezet onderwijs (Wartenbergh-Gras et al., 2002), terwijl<br />
steeds meer ondervraagden denken dat anderen een lagere waardering voor de leraar hebben. De<br />
indruk ontstaat dat die ‘anderen’ vaak de leraren zelf zijn. Leraren spreken veelvuldig negatief over<br />
hun beroep, maar merkwaardig genoeg denken leraren en ex-leraren positief over hun vak (De Jonge<br />
& De Muijnck 2002), terwijl uit onderzoek dus blijkt dat de waardering al jaren hoog is. Iets soortgelijks<br />
speelt in Vlaanderen. In de Gazet van Antwerpen van 1 november 2002 stond het artikel<br />
‘Vlaamse leerkrachten erg gewaardeerd’. Deze bijdrage meldde dat de waardering hoog is, terwijl<br />
leraren zelf vaak het omgekeerde zeggen. Als leraren zelf een positief beeld hebben van hun beroep,<br />
dan verbetert het imago waarschijnlijk ook (voor een, ook in dit opzicht kritische schildering van het<br />
<strong>Nederland</strong>se onderwijsbeleid in de laatste drie decennia zie Traas, 2001; zie verder ook Oudejans &<br />
Meesters, 1998, 1999; Sikkes, 2000, 2002; Van den Heuvel & Visser, 1998).<br />
58 De totale omvang van de decentrale budgetten was in 2002 in het primair onderwijs 363,9 miljoen<br />
euro, in het voortgezet onderwijs 334 miljoen euro, en in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie<br />
159,2 miljoen euro. De decentrale budgetten omvatten meestal schoolbudget (verreweg de<br />
grootste post), schoolprofielbudget, arbeidsmarktknelpunten, nascholing en integraal personeelsbeleid.<br />
De laatste drie zitten in het primair onderwijs al in het schoolbudget (Ministerie van Onderwijs,<br />
Cultuur en Wetenschappen, 2002k, p. 20). Bij de verdeling van de budgetten zouden scholen die