21.09.2013 Views

UITZONDERLIJK VERVOER: NIEUWE WETGEVING - Febetra

UITZONDERLIJK VERVOER: NIEUWE WETGEVING - Febetra

UITZONDERLIJK VERVOER: NIEUWE WETGEVING - Febetra

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners<br />

Fédération Royale Belge des Transporteurs et des Prestataires de Services Logistiques<br />

Königlicher belgischer Verband der Transportunternehmen und der Logistikdienstleister<br />

<strong>UITZONDERLIJK</strong> <strong>VERVOER</strong>: <strong>NIEUWE</strong> <strong>WETGEVING</strong><br />

1. CATEGORIEËN VAN <strong>UITZONDERLIJK</strong>E VOERTUIGEN ............................................................................................ 2<br />

2. RETRIBUTIES ....................................................................................................................................................... 2<br />

3. TERMIJNEN VERGUNNINGSAANVRAAG ............................................................................................................. 3<br />

4. TYPES VERGUNNINGEN ...................................................................................................................................... 4<br />

5. WAT MET DE OUDE VERGUNNINGEN? ............................................................................................................... 5<br />

6. VEILIGHEIDSUITRUSTING <strong>UITZONDERLIJK</strong> VOERTUIG ......................................................................................... 5<br />

6.1 PANELEN .............................................................................................................................................................. 5<br />

6.2 UITRUSTING VOERTUIG ............................................................................................................................................ 5<br />

7. BEGELEIDING ...................................................................................................................................................... 6<br />

7.1 BEGELEIDINGSVOERTUIGEN ...................................................................................................................................... 6<br />

7.2 KENMERKEN VAN DE BEGELEIDINGSVOERTUIGEN .......................................................................................................... 7<br />

8. DE VERKEERSCOÖRDINATOR EN BEGELEIDER ..................................................................................................... 8<br />

8.1 TAKEN VAN DE VERKEERSCOÖRDINATOR ...................................................................................................................... 8<br />

8.2 BEVOEGDHEDEN VAN DE VERKEERSCOÖRDINATOR EN DE BEGELEIDERS .............................................................................. 8<br />

9. BEGELEIDING DOOR EEN POLITIEDIENST ............................................................................................................ 8<br />

9.1 VERPLICHTING ....................................................................................................................................................... 8<br />

9.2. AANVRAAG POLITIEBEGELEIDING ............................................................................................................................... 8<br />

10. VERKEERSREGELS ............................................................................................................................................... 8<br />

10.1 RIJVERBODEN OP AUTOSNELWEGEN ........................................................................................................................... 8<br />

10.2 RIJVERBODEN OP DE ANDERE WEGEN ......................................................................................................................... 9<br />

10.3 VERKEERSVOORWAARDEN ........................................................................................................................................ 9<br />

11. INVOEGETREDING .............................................................................................................................................. 9<br />

Stapelhuisstraat 5 A – 1020 Brussel MEMBER OF IRU Rue de L’Entrepôt 5A – 1020 Bruxelles<br />

tel +32 2 425 68 00 fax +32 2 425 05 68 www.febetra.be febetra@febetra.be<br />

Wettig erkende beroepsvereniging – Union professionnelle légalement reconnue – Gesetzlich anerkannter Berufsverein<br />

1


Totnutoe bestond er geen specifieke wetgeving over uitzonderlijk vervoer. De meeste bepalingen stonden<br />

in de “Instructie B/2001 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijk vervoer. Deze bepalingen werden in<br />

een Koninklijk besluit gegoten dat in het Belgisch Staatsblad verscheen op 14 juni 2010.<br />

Wij zetten u de voornaamste bepalingen op een rijtje:<br />

1. Categorieën van uitzonderlijke voertuigen<br />

Een uitzonderlijk voertuig is een motorvoertuig, een aanhangwagen of een sleep die wegens zijn<br />

constructie of wegens zijn ondeelbare lading, de grenzen inzake massa of afmetingen, vastgesteld in de<br />

wegcode en het technisch reglement, overschrijdt.<br />

De wetgeving onderscheidt 4 categorieën uitzonderlijke voertuigen:<br />

Categorie 1:<br />

Het uitzonderlijk voertuig van categorie 1 voldoet aan volgende voorwaarden:<br />

a. Voor een enkelvoudig voertuig is zijn lengte ≤ 19 m<br />

b. Voor een sleep is zijn lengte ≤ 27 m<br />

c. Zijn breedte is ≤ 3,50 m<br />

d. Zijn hoogte en zijn massa voldoen aan de wegcode en het technisch reglement<br />

Categorie 2<br />

Het uitzonderlijk voertuig van categorie 2 voldoet aan volgende voorwaarden:<br />

a. Voor een enkelvoudig voertuig is zijn lengte > 19 m en ≤ 22 m<br />

b. Voor een sleep is zijn lengte > 27 m en ≤ 30 m<br />

c. Zijn breedte is > 3,50 m en ≤ 4,25 m<br />

d. Zijn hoogte overschrijdt de grenzen voorzien in de wegcode en het technisch reglement en ≤ 4,50 m<br />

e. Zijn massa overschrijdt de grenzen voorzien in de wegcode en het technisch reglement en ≤ 90 t<br />

Categorie 3<br />

Het uitzonderlijk voertuig van categorie 3 voldoet aan volgende voorwaarden:<br />

a. Voor een enkelvoudig voertuig is zijn lengte > 22 m en ≤ 28 m<br />

b. Voor een sleep is zijn lengte > 30 m en ≤ 35 m<br />

c. Zijn breedte is > 4,25 m en ≤ 5 m<br />

d. Zijn hoogte is > 4,50 m en ≤ 4,80 m<br />

e. Zijn massa is > 90 t en ≤ 120 t<br />

Categorie 4<br />

Het uitzonderlijk voertuig van categorie 4 voldoet aan volgende voorwaarden:<br />

a. Voor een enkelvoudig voertuig is zijn lengte > 28 m<br />

b. Voor een sleep is zijn lengte > 35 m<br />

c. Zijn breedte is > 5 m<br />

d. Zijn hoogte is > 4,80 m<br />

e. Zijn massa is > 120 t<br />

Voor deze categorieën dient een vergunning aangevraagd te worden bij de dienst “Uitzonderlijk Vervoer”<br />

van de FOD Mobiliteit en Vervoer.<br />

2. Retributies<br />

Vanaf 1 oktober 2010 is een retributie verschuldigd voor de aanvraag van een vergunning. Indien voor de<br />

afgifte van de vergunning ook één of meerdere gewesten dienen geraadpleegd te worden, zal een<br />

2


ijkomende gewestelijke retributie, die nog niet is vervat in onderstaande retributies, aangerekend<br />

worden:<br />

Vergunning categorieën 1 en 2: 75 €<br />

Vergunning categorie 3: 113 €<br />

Vergunning categorie 4: 150 €<br />

De retributie is verschuldigd na afgifte van de vergunning. Indien de voorziene termijnen voor afgifte van<br />

de vergunning nageleefd worden, is het totale bedrag van de retributie verschuldigd.<br />

Indien de vergunning wordt geweigerd, de afgiftetermijnen niet worden nageleefd of de aanvraag wordt<br />

geannuleerd door de aanvrager moet er nog 20% van het bedrag van de retributie als dossierkost betaald<br />

worden.<br />

Een nieuwe vergunning wordt pas afgeleverd na betaling van de retributies verschuldigd voor vorige<br />

aanvragen.<br />

Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex van de maand november<br />

van het voorgaande jaar.<br />

3. Termijnen vergunningsaanvraag<br />

De gebruiker dient zijn aanvraag in bij de Dienst Uitzonderlijk vervoer van de FOD Mobiliteit en Vervoer, die<br />

de ontvangst hiervan bevestigt. Vanaf 1 oktober 2010 kan deze aanvraag elektronisch worden ingediend.<br />

Bij de aanvraag van een vergunning worden volgende stappen en termijnen onderscheiden:<br />

De aanvraag is volledig:<br />

De vergunning of de weigering wordt binnen de vijf werkdagen opgestuurd.<br />

Deze termijn wordt op vijftien werkdagen gebracht indien de Gewest(en) moet(en) geraadpleegd worden<br />

(hangt af van de gebruikte route).<br />

3


De aanvraag is onvolledig:<br />

Binnen de vijf werkdagen, na ontvangst van de aanvraag, meldt de dienst Uitzonderlijk vervoer de<br />

ontbrekende elementen aan de aanvrager.<br />

De ambtenaar stelt de aanvrager in kennis van de datum van ontvangst van de ontbrekende elementen.<br />

Indien de ontvangen elementen nog steeds onvoldoende zijn, stuurt de ambtenaar een nieuwe opsomming<br />

van de ontbrekende elementen binnen de drie werkdagen.<br />

Binnen de drie werkdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de bijkomende elementen,<br />

informeert de ambtenaar de aanvrager of een consultatie van de Gewesten nodig is.<br />

De vergunning of de weigering wordt binnen de vijf werkdagen opgestuurd, te rekenen vanaf de datum van<br />

ontvangst van de bijkomende elementen.<br />

De termijn wordt op vijftien werkdagen gebracht indien een consultatie van het (de) Gewest(en) nodig is.<br />

4. Types vergunningen<br />

Er zijn twee types vergunningen:<br />

De langlopende, permanente vergunning:<br />

a. de vergunning afgeleverd aan het uitzonderlijk voertuig van de categorie 1 met een geldigheidsduur<br />

van maximum 5 jaren;<br />

b. de vergunning afgeleverd aan het uitzonderlijk voertuig van de categorie 2 met een geldigheidsduur<br />

van maximum 1 jaar;<br />

De kortlopende, tijdelijke vergunning:<br />

a. de vergunning afgeleverd aan het uitzonderlijk voertuig van de categorie 3 met een geldigheidsduur<br />

van maximum 4 maanden;<br />

b. de vergunning afgeleverd aan het uitzonderlijk voertuig van de categorie 4 met een geldigheidsduur<br />

van maximum 2 maanden.<br />

4


De originele vergunning en haar eventuele bijlagen worden bewaard aan boord van het voertuig waarvoor<br />

de vergunning werd afgeleverd.<br />

Indien een verkeerscoördinator is aangeduid, dient deze laatste de documenten in zijn begeleidingsvoertuig<br />

te bewaren.<br />

5. Wat met de oude vergunningen?<br />

De vergunningen afgeleverd vóór het in werking treden van de nieuwe reglementering zijn onderworpen<br />

aan de nieuwe reglementering maar blijven geldig tot hun vervaldatum.<br />

6. Veiligheidsuitrusting uitzonderlijk voertuig<br />

6.1 Panelen<br />

Op het uitzonderlijk voertuig wordt voor- en achteraan een paneel geplaatst. Er kan gekozen worden uit<br />

volgende panelen:<br />

TRANSPORT EXCEPTIONNEL<br />

<strong>UITZONDERLIJK</strong> <strong>VERVOER</strong><br />

SCHWERTRANSPORT<br />

TRANSPORT EXCEPTIONNEL<br />

<strong>UITZONDERLIJK</strong> <strong>VERVOER</strong><br />

<strong>UITZONDERLIJK</strong> <strong>VERVOER</strong><br />

SCHWERTRANSPORT<br />

TRANSPORT EXCEPTIONNEL<br />

SCHWERTRANSPORT<br />

TRANSPORT EXCEPTIONNEL<br />

<strong>UITZONDERLIJK</strong> <strong>VERVOER</strong><br />

SCHWERTRANSPORT<br />

De onderste rand wordt op minstens 0,40 m boven de grond geplaatst. De afmetingen van het paneel zijn:<br />

minstens 1,25 meter op 0,25 meter.<br />

De opschriften dienen in hoofdletters met een minimum hoogte van 12 centimeter in het zwart op een gele<br />

of oranje lichtweerkaatsende achtergrond geschreven te worden.<br />

6.2 Uitrusting voertuig<br />

Een enkelvoudig uitzonderlijk voertuig met een lengte > 19 m is vooraan en achteraan uitgerust met<br />

minstens één gestuurde as.<br />

Voor een uitzonderlijke sleep met een lengte > 27 m is het langst getrokken voertuig uitgerust met<br />

minstens één gestuurde as.<br />

5


Het voertuig is uitgerust met:<br />

Vooraan minstens 2 geeloranje knipperlichten, aan weerszijden op de voertuigcabine gemonteerd, die<br />

permanent werken gedurende het uitzonderlijk vervoer. Deze lichten moeten zichtbaar zijn vanuit een<br />

hoek van minimum 270°. Deze lichten zijn permanent in werking gedurende het uitzonderlijk vervoer;<br />

Achteraan een geeloranje knipperlicht gemonteerd op het linker achteruiteinde van het voertuig of<br />

van de lading als deze buiten het achtereinde van het voertuig uitsteekt. Dit licht moet naar achter<br />

zichtbaar zijn over een hoek van 180°. Deze lichten zijn permanent in werking gedurende het<br />

uitzonderlijk vervoer;<br />

Een tweede gevarendriehoek;<br />

2 schijven die het verkeersbord C3 voorstellen (bord verboden toegang, in beide<br />

richtingen, voor ieder bestuurder) ;<br />

2 draagbare, geeloranje, enkelgerichte elektronische flashlichten, zichtbaar over een afstand van<br />

tenminste 100 meter.<br />

Voor een uitzonderlijk voertuig langer dan 22,00 meter moet de retroreflecterende markering aan<br />

beide zijden over de gehele lengte van het voertuig aangebracht worden;<br />

Behalve voor een kraanauto, wanneer de breedte van het uitzonderlijk voertuig meer<br />

bedraagt dan 2,55 meter, worden 4 panelen geplaatst (vierkant met witte en rode<br />

strepen): 2 vooraan en 2 achteraan om de uiterste breedte van het voertuig af te<br />

bakenen. De onderste rand van het paneel is geplaatst op een hoogte tussen minimum<br />

0,40 meter en maximum 2 meter, gemeten van op de grond. Op de panelen vooraan<br />

zijn de witte strepen retroreflecterend op de panelen achteraan zijn de rode strepen<br />

retroreflecterend. De panelen zijn uitgerust met minstens 1 wit licht vooraan en 1 rood<br />

licht achteraan.<br />

Voor een uitzonderlijk voertuig breder dan 4,50 meter wordt de retroreflecterende markering vooraan<br />

en achteraan over de gehele breedte van het voertuig aangebracht.<br />

Bovenop de wettelijke maatregelen inzake het gebruik van lichten, gebruiken de voertuigen van het<br />

konvooi bestendig de dimlichten en de rode achterlichten.<br />

7. Begeleiding<br />

7.1 Begeleidingsvoertuigen<br />

Eén begeleidingsvoertuig met een verkeerscoördinator is vereist als het uitzonderlijk voertuig minstens<br />

één van de volgende voorwaarden vervult:<br />

1. zijn lengte is > dan 30 m en ≤ aan 35 m;<br />

2. zijn breedte is > dan 3,50 m en ≤ aan 4,50 m;<br />

3. zijn massa is groter dan 90,00 t.<br />

Het begeleidingsvoertuig rijdt vooraan het konvooi. Wanneer het uitzonderlijk voertuig op een<br />

autosnelweg rijdt of op een weg verdeeld in 4 of meer rijstroken waarvan er tenminste 2 bestemd zijn voor<br />

elke rijrichting, rijdt het begeleidingsvoertuig achteraan.<br />

Twee begeleidingsvoertuigen, waarvan één met een verkeerscoördinator, zijn vereist als het uitzonderlijk<br />

voertuig minstens één van de volgende voorwaarden of omstandigheden vervult:<br />

1. zijn lengte is > dan 35 m en ≤ 40 m;<br />

2. zijn breedte is > dan 4,50 m en ≤ 5 m;<br />

3. zijn hoogte is groter dan 4,80 m;<br />

4. zijn massa is groter dan 180,00 t;<br />

5. indien het uitzonderlijk voertuig één van de volgende bewegingen moet uitvoeren: rijden in<br />

tegengestelde zin van het verkeer op openbare wegen waar de toegelaten maximumsnelheid meer dan<br />

70 km/u bedraagt; oversteken van de opening in de middenberm van een autosnelweg of een weg<br />

6


verdeeld in 4 of meer rijstroken waarvan er tenminste twee zijn bestemd voor elke rijrichting en<br />

wanneer het tegenliggend of het in de rijrichting rijdend verkeer moet worden gestopt op de openbare<br />

weg waar de toegelaten maximumsnelheid meer dan 70 km/u. bedraagt;<br />

6. wanneer het tegenliggend en/of het in de rijrichting rijdend verkeer moet worden gestopt op openbare<br />

wegen waar de toegelaten maximumsnelheid niet meer dan 70 km/u. bedraagt;<br />

7. indien het uitzonderlijk voertuig moet rijden aan beperkte snelheid op een autosnelweg of een weg<br />

verdeeld in 4 of meer rijstroken waarvan er tenminste 2 bestemd zijn voor elke rijrichting en waar de<br />

toegelaten maximumsnelheid meer dan 70 km/u. bedraagt.<br />

Eén van de begeleidingsvoertuigen rijdt vooraan het konvooi, het andere achteraan. Wanneer het<br />

uitzonderlijk voertuig op een autosnelweg rijdt of op een weg verdeeld in 4 of meer rijstroken waarvan er<br />

tenminste 2 bestemd zijn voor elke rijrichting, kunnen beide begeleidingsvoertuigen achteraan rijden.<br />

Drie begeleidingsvoertuigen, waarvan één met verkeerscoördinator, zijn vereist als het uitzonderlijk<br />

voertuig minstens één van de volgende voorwaarden of omstandigheden vervult:<br />

1. zijn lengte is > 40,00 m;<br />

2. zijn breedte is > 5,00 m;<br />

3. voor het overschrijden van een brug met behulp van bijkomende voertuigen of met behulp van<br />

voorlopige bruggen.<br />

Eén van de begeleidingsvoertuigen rijdt vooraan het konvooi, de anderen achteraan. Wanneer het<br />

uitzonderlijk voertuig op een autosnelweg rijdt of op een weg verdeeld in 4 of meer rijstroken waarvan er<br />

tenminste 2 bestemd zijn voor elke rijrichting, kunnen de drie begeleidingsvoertuigen achteraan rijden.<br />

7.2 Kenmerken van de begeleidingsvoertuigen<br />

Als begeleidingsvoertuig wordt een personenauto, een auto voor dubbel gebruik of een lichte vrachtauto<br />

gebruikt.<br />

Het begeleidingsvoertuig is van gele kleur (RAL codes 1003, 1004, 1023 of equivalent).<br />

De voor- en achterzijde van het voertuig zijn bedekt met afwisselende witte en rode strepen van 75 tot 120<br />

mm breedte met een helling van 45 tot 60 graden over een oppervlakte van minstens een halve vierkante<br />

meter.<br />

De witte strepen vooraan en de rode strepen achteraan zijn retroreflecterend.<br />

Op elke zijde van het voertuig zijn retroreflecterende vlakken met “open pijlen” aangebracht. Deze vlakken<br />

hebben minstens de afmetingen van 1,00 meter op 0,30 meter. Zij zijn rood en wit of rood en geel<br />

gekleurd. De pijlen wijzen naar de voorzijde van het voertuig en hebben een breedte van 0,10 meter.<br />

De begeleidingsvoertuigen zijn uitgerust met minstens 2 geeloranje knipperlichten op het dak.<br />

De achteraan rijdende begeleidingsvoertuigen zijn op het dak voorzien van een lichtbalk met gele<br />

amberkleurige directionele waarschuwingspijlen.<br />

Als het konvooi één of meer begeleidingsvoertuigen omvat zijn alle voertuigen permanent met elkaar in<br />

verbinding.<br />

Minstens één begeleidingsvoertuig is eveneens voorzien van volgende uitrustingen en veiligheidsmaterieel:<br />

1 brandblusser van 3 kg;<br />

10 geeloranje reflecterende kegels of geeloranje wegafbakeningslichten;<br />

2 witte toortslampen op batterijen met geeloranje kegels als toebehoren;<br />

2 geeloranje reflecterende kledingstukken;<br />

2 reflecterende verkeersborden C3 met handvat;<br />

2 verkeersborden A51 (driehoek met uitroepingsteken) op driepikkel;<br />

1 decameter;<br />

1 uitschuifbare meetlat van minimum 6 meter.<br />

7


8. De verkeerscoördinator en begeleider<br />

8.1 Taken van de verkeerscoördinator<br />

De verkeerscoördinator is de begeleider, met naam en toenaam, schriftelijk aangeduid door de gebruiker<br />

die de rol van algemene leider van het konvooi zal verzekeren.<br />

De verkeerscoördinator ziet toe op het volgen van de voorgeschreven reisweg en op het respecteren van<br />

voorgeschreven voorwaarden in de vergunning.<br />

Vóór het vertrek gaat de verkeerscoördinator na of alle voertuigen van het konvooi voldoen aan de<br />

voorschriften van de vergunning en deze van de wetgeving. Behalve het wegen van de massa’s, controleert<br />

de verkeerscoördinator in het bijzonder of de technische kenmerken van het uitzonderlijk voertuig voldoen<br />

aan deze beschreven in de vergunning.<br />

Het vertreksein mag slechts gegeven worden als al deze voorwaarden zijn vervuld.<br />

De andere begeleiders werken volgens de richtlijnen gegeven door de verkeerscoördinator.<br />

8.2 Bevoegdheden van de verkeerscoördinator en de begeleiders<br />

De verkeerscoördinator en de begeleiders waken over het goed verloop van het uitzonderlijk vervoer en<br />

geven aan de weggebruikers de nodige aanwijzingen door middel van het bord C3, aangevuld met een<br />

toortslamp met oranje kegel na het vallen van de avond of wanneer de zichtbaarheid beperkt is.<br />

De verkeerscoördinator en de begeleiders zijn bevoegd om:<br />

Op kruispunten niet uitgerust met verkeerslichten, het verkeer uit de dwarsstraten stil te leggen;<br />

Op kruispunten uitgerust met verkeerslichten, het door een rood licht stil gelegde verkeer, blijvend<br />

staande te houden gedurende de tijd nodig opdat het konvooi het kruispunt kan ontruimen;<br />

Het tegenliggend en de in de rijrichting rijdend verkeer stil te leggen op de openbare wegen waar de<br />

toegelaten maximumsnelheid niet meer dan 70 km/u. bedraagt;<br />

Het achteropkomend verkeer dat in dezelfde richting rijdt als het uitzonderlijk voertuig te verhinderen<br />

om in te halen of voorbij te rijden.<br />

9. Begeleiding door een politiedienst<br />

9.1 Verplichting<br />

In sommige gevallen is de begeleiding door een politiedienst nog steeds verplicht:<br />

1. voor het rijden in tegengestelde zin van het verkeer op openbare wegen waar de toegelaten<br />

maximumsnelheid meer dan 70 km/u. bedraagt;<br />

2. voor het oversteken van de opening in de middenberm van een autosnelweg of van een weg verdeeld<br />

in vier of meer rijstroken waarvan er tenminste twee zijn bestemd voor elke rijrichting;<br />

3. wanneer het tegenliggend of het in de rijrichting rijdend verkeer moet worden gestopt op openbare<br />

wegen waar de toegelaten maximumsnelheid meer dan 70 km/u. bedraagt.<br />

9.2. Aanvraag politiebegeleiding<br />

De aanvraag tot begeleiding wordt minstens 4 werkdagen vóór het vertrek van het vervoer ingediend bij de<br />

betrokken politiedienst. Deze aanvraag is steeds vergezeld van een kopie van het eerste blad van de<br />

vergunning.<br />

10. Verkeersregels<br />

10.1 Rijverboden op autosnelwegen<br />

Het verkeer van uitzonderlijke voertuigen breder dan 3,50 meter of langer dan 30,00 meter of hoger<br />

dan 4,30 meter is verboden op de autosnelwegen van 06u00 tot 21u00.<br />

Het verkeer van uitzonderlijke voertuigen is verboden van zaterdag 06u00 tot maandag 09u00.<br />

8


Het verkeer van uitzonderlijke voertuigen is verboden op: 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, Onze Lieve<br />

Heer Hemelvaart, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december.<br />

Het verbod gaat in om 16u00 op de vooravond van en eindigt om 09u00 daags na deze data.<br />

Het verkeer is verboden van 06u00 tot 09u00 en van 16u00 tot 21u00 op de volgende<br />

autosnelwegvakken:<br />

a. de autosnelwegring om Antwerpen R1; gedeelte begrepen tussen de verkeerswisselaars nr. 2<br />

(Antwerpen-Noord) en nr. 6 (Linkeroever);<br />

b. de autosnelwegring om Brussel R0;<br />

c. de kleine ring om Charleroi R9;<br />

d. de autosnelwegen A604-A15 (Verbinding Seraing-Hognoul) en de verkeerswisselaar van Loncin,<br />

in de richting Seraing-Hognoul;<br />

e. de autosnelwegring van Luik (Verbinding E40/E42 - E25) tussen Burenville (verkeerswisselaar<br />

nr. 33) en Tilff (verkeerswisselaar nr. 42) evenals de A003 tussen de verkeerswisselaar van<br />

Loncin en de verkeerswisselaar van Cheratte.<br />

Het verkeer is verboden van 06u00 tot 09u00 in de richting van Brussel en van 16u00 tot 21u00 in de<br />

tegenovergestelde richting, op de volgende snelwegvakken:<br />

a. de autosnelweg A10 (E40) Brussel-Oostende tussen Aalst en Brussel;<br />

b. de autosnelweg A7 (E19) Brussel-Bergen tussen Halle en Brussel;<br />

c. de autosnelweg A3 (E40) Brussel-Luik tussen Heverlee (verkeerswisselaar E40/E413) en Brussel;<br />

d. de autosnelweg A1 (E19) Brussel-Antwerpen tussen Mechelen en Brussel;<br />

e. de autosnelweg E4111 (A4) Brussel-Namen tussen Waver (verkeerswisselaar nr. 8) en Brussel.<br />

10.2 Rijverboden op de andere wegen<br />

Op de andere wegen is het verkeer van uitzonderlijke voertuigen breder dan 4,00 meter of langer<br />

dan 30,00 meter verboden van 06u00 tot 21u00.<br />

Het verkeer van uitzonderlijke voertuigen is verboden van zaterdag 06u00 tot maandag 06u00.<br />

Het verkeer van uitzonderlijke voertuigen is verboden op: 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, Onze<br />

Lieve Heer Hemelvaart, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25<br />

december. Het verbod gaat in om 16u00 op de vooravond van en eindigt om 06u00 daags na deze<br />

data.<br />

In de bebouwde kommen van Antwerpen, Brugge, Brussel, Charleroi, Kortrijk, Gent, Hasselt, Luik,<br />

Leuven, Mechelen, Bergen, Namen, Oostende, Doornik en Verviers is het verkeer van uitzonderlijke<br />

voertuigen verboden van 07u00 tot 09u00 en van 16u00 tot 18u00.<br />

Het verkeer van uitzonderlijke voertuigen is verboden op vrijdag vanaf 15u00 tot 22u00 in de<br />

vakantieperiode van 27 juni tot en met 4 september.<br />

10.3 Verkeersvoorwaarden<br />

Het verkeer van uitzonderlijke voertuigen is verboden als de openbare weg besneeuwd of beijzeld is, bij<br />

mist, sneeuwval of bij regen die de zichtbaarheid tot minder dan 200 meter beperkt.<br />

De gebruiker of de bestuurder van het uitzonderlijk voertuig of de verkeerscoördinator verkent de reisweg<br />

hoogstens 5 kalenderdagen vóór de datum waarop het uitzonderlijk vervoer in het verkeer wordt gebracht.<br />

11. Invoegetreding<br />

De nieuwe reglementering treedt in voege op 1 juli 2010 met uitzondering van de bepalingen betreffende<br />

de vergunningsaanvraag en de retributies die in werking treden op 1 oktober 2010.<br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!