Opm. Drents landschap 12 - Stichting Het Drentse Landschap
Opm. Drents landschap 12 - Stichting Het Drentse Landschap
Opm. Drents landschap 12 - Stichting Het Drentse Landschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Kwartaalblad<br />
<strong>12</strong><br />
dec. 1996<br />
no. <strong>12</strong><br />
<strong>Het</strong> Hijkerveld
2<br />
Kwartaalblad van de<br />
<strong>Stichting</strong> <strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong><br />
3<br />
4<br />
11<br />
15<br />
19<br />
22<br />
24<br />
26<br />
31<br />
Kom er even voor zitten...<br />
— bestuursberichten<br />
<strong>Het</strong> Hijkerveld<br />
— terreinbeschrijving<br />
Jaap Beuker<br />
Harm Tjalling Waterbolk<br />
— interview<br />
Sytze Bottema<br />
De Stroeten bij Zweeloo<br />
— wandelroute<br />
Bertus Boivin/Eric van der Bilt<br />
De geschiedenis als drager van de toekomst<br />
— beschouwingen<br />
Tjalling Waterbolk<br />
Vogels in je tuin<br />
— jeugdrubriek<br />
Geert de Vries<br />
De Kerkuil<br />
— flora en fauna<br />
Bertil Zoer<br />
Kortweg<br />
— berichten<br />
Agenda<br />
Uitgave <strong>Stichting</strong> ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’<br />
Kloosterstraat 5 / 9401 KD Assen<br />
Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89,<br />
Bankrek. nr. 43.97.50.962 / Postbanknr. 19 45 729<br />
Redactie E.W.G. van der Bilt, J.N.H. Elerie, B.R.W. Grevink,<br />
J.D.D. Hofman, J.G. Schenkenberg van Mierop, R. H. van der Sleen<br />
Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen<br />
Pre-Press Von Hebel bv, Groningen<br />
Lithografie Repro Groningen, Groningen<br />
Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel<br />
Omslag <strong>Het</strong> Hijkerveld (Harry Cock)<br />
De lithografie en het drukken van het omslag is mogelijk gemaakt<br />
door Installatiebedrijf Dick Sjabbens te Dwingeloo<br />
ISSN 1380-3263<br />
Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.<br />
De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk<br />
de opvattingen van de <strong>Stichting</strong> ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’.<br />
<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong> is een uitgave van de <strong>Stichting</strong> ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e<br />
<strong>Landschap</strong>’. <strong>Het</strong> geeft informatie over de terreinbezittingen en<br />
activiteiten van de <strong>Stichting</strong>. <strong>Het</strong> blad verschijnt viermaal per jaar,<br />
bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de<br />
Beschermers van het <strong>Landschap</strong>. Beschermer kan men worden door<br />
bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage<br />
ƒ 30,– per jaar.<br />
Als u ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ extra wilt steunen dan kan dat op de<br />
volgende wijze:<br />
Lijfrente Dit betreft een vaste periodieke uitkering (minimaal 5 jaar)<br />
en moet worden geregeld door een notaris.<br />
Giften Voor minimaal 1% en maximaal 10% van uw onzuiver<br />
inkomen zijn giften aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.<br />
Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van ƒ. 15.647,– (1996) is<br />
‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ geen successierechten verschuldigd.<br />
Daarboven geldt voor ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ een tarief van 11%.
Bestuursberichten<br />
Kom er even voor zitten...<br />
Afgelopen zomer heeft<br />
Prof. Dr. H.Tj. Waterbolk zijn<br />
funktie als lid van het Algemeen<br />
en Dagelijks bestuur neergelegd.<br />
Na 36 jaar lang, waarvan deels als<br />
vice-voorzitter, in de <strong>Stichting</strong><br />
aandacht te hebben gevraagd<br />
(en gekregen) voor de cultuurhistorische<br />
waarden van het<br />
<strong>Drents</strong>e <strong>landschap</strong>, leek het ons<br />
op zijn plaats om dit aspect als<br />
thema voor dit nummer te kiezen.<br />
Naast een interview met<br />
– uiteraard – de heer Waterbolk<br />
een artikel over een nota die hij<br />
bij zijn afscheid als bijdrage voor<br />
de toekomstvisie van de <strong>Stichting</strong><br />
beschikbaar heeft gesteld.<br />
Verder een artikel over sporen<br />
van onze voorouders op het<br />
Hijkerveld en een artikel over<br />
de Kerkuil als bewoner van<br />
historische monumenten.<br />
Tevens treft u een wandelroute<br />
aan rond ons reservaat Stroeten bij<br />
Zweeloo door een cultuurhistorisch<br />
imponerend <strong>landschap</strong>. <strong>Het</strong> is de<br />
bedoeling voortaan in elk nummer<br />
van ons kwartaalblad een wandelroute<br />
te beschrijven.<br />
Redactie<br />
<strong>Het</strong> zal u niet ontgaan zijn dat de<br />
minister van Landbouw, Natuurbeheer<br />
en Visserij, onlangs heeft besloten tot<br />
een vrij drastische beleidswijziging.<br />
Een wijziging die het bestuur van de<br />
stichting ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ met<br />
grote zorg vervult. De minister wil de<br />
rol van het particulier natuurbeheer<br />
sterk vergroten ten koste van het<br />
instrument verwerving. Op termijn<br />
een bezuiniging van ruim ƒ 20 miljoen.<br />
Hij handelt daarmee volledig in strijd<br />
met eerder door hem gedane uitspraken.<br />
In het rapport van zijn<br />
ministerie uit 1994 “De toestand van<br />
natuur 2” staat bijvoorbeeld: “Voor de<br />
bescherming van natuurgebieden wordt<br />
verwerving algemeen als de beste<br />
natuurbeschermingsmaatregel gezien”.<br />
Dit standpunt lijkt de minister nu<br />
ineens verlaten te hebben.<br />
In bijna heel Nederland holt de natuur<br />
in kwaliteit achteruit. Alleen in de<br />
gebieden waar ze professioneel beheerd<br />
wordt, blijft haar waarde staande.<br />
Duurzaam staande.<br />
3<br />
Boeren en andere particulieren, hoe<br />
goed willend ook, kunnen wat betreft<br />
de uitvoering van het Natuurbeleidsplan,<br />
de verwezenlijking van de Ecologische<br />
Hoofdstructuur nooit op tegen<br />
professionele organisaties zoals Natuurmonumenten,<br />
de <strong>Landschap</strong>pen en<br />
Staatsbosbeheer, die kunnen bogen op<br />
vele tientallen jaren ervaring. Voor hen<br />
is natuur en <strong>landschap</strong> de basis van hun<br />
werk. Ze hebben geen enkel winstoogmerk.<br />
Ze blijven hun idealen, ook<br />
als het economisch gezien wat minder<br />
gaat, altijd trouw.<br />
Voor agrarisch en particulier natuurbeheer<br />
gelden begrijpelijkerwijs,<br />
andere normen. Als aanvulling en in<br />
sommige gevallen, prima. Maar waar<br />
het de grote lijnen betreft, een zorgwekkende<br />
ontwikkeling.<br />
<strong>Het</strong> bestuur van ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’<br />
zal er samen met andere natuurbeschermingsorganisaties<br />
alles aan doen<br />
om de minister op andere gedachten te<br />
brengen.<br />
Aleid Rensen<br />
Voorzitter <strong>Stichting</strong> ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e<br />
<strong>Landschap</strong>’
4 <strong>Het</strong> Hijkerveld<br />
<strong>Het</strong> Hijkerveld is met een oppervlakte van bijna 600 ha het grootste terrein van onze<br />
<strong>Stichting</strong>. Door zijn omvang en het gevarieerde karakter is het een uniek gebied voor<br />
flora en fauna. De waarde ligt echter ook nog op een ander vlak. Cultuurhistorisch is<br />
het Hijkerveld een van onze belangrijkste bezittingen. We vinden er o.a. grafheuvels<br />
uit diverse perioden van de prehistorie, met wallen omgeven akkers uit de IJzertijd<br />
en het tracé van een weg die mogelijk tot in de Nieuwe steentijd teruggaat.<br />
Jagers en boeren op het Hijkerveld<br />
Jaap Beuker*<br />
Boven: Kaart van de prehistorische elementen op het Hijkerveld.Nog bestaande<br />
grafheuvels zijn aangegeven met een dichte en verdwenen heuvels met een<br />
open stip. Lijnen geven, voorzover herkenbaar op luchtfoto’s, de wallen van het<br />
Celtic field aan. De laatste jaren zijn er luchtfoto’s gemaakt die aanvullende<br />
gegevens opleverden. Deze zijn nog niet op deze kaart verwerkt. In het gerasterde<br />
gebied ligt het nog bestaande Celtic field. (Tek. J. Bruggink, <strong>Drents</strong> Museum.)<br />
Rechts: Inventaris van een mannengraf van de enkelgrafcultuur, opgegraven ten<br />
zuiden van de Leemdijk.<br />
Geheel rechts: Karresporen tussen de grafheuvels op het Landgoed Hooghalen<br />
geven het tracé van een prehistorische weg aan.<br />
<strong>Het</strong> Hijkerveld, voorzover in bezit van ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’,<br />
kan verdeeld worden in het Noord Hijkerzand, het<br />
Noorderveld, het Landgoed Hooghalen en het Laaghalerveld.<br />
<strong>Het</strong> relatief hoog gelegen gebied ligt op de waterscheiding<br />
tussen de dalsystemen van de <strong>Drents</strong>e Aa en de<br />
Beilerstroom en is tamelijk vlak afgezien van het Noord<br />
Hijkerzand en omgeving. Daar vinden we een grillig reliëf<br />
dat vooral in de 18e en 19e eeuw ontstaan is door zandverstuiving.<br />
Kleine, min of meer ronde vennen liggen op verschillende<br />
plaatsen in het terrein. In ieder geval een deel daarvan vindt<br />
z’n grondslag in de laatste ijstijd.<br />
Deftige heren op de hei<br />
‘In overweging genomen zijnde, dat zich in de nabuurschap<br />
van het Boerschap Hijken bevinden eene menigte van die<br />
oude wallen, welke men gewoonlijk voor overblijfselen van<br />
Romeinsche Legerplaatsen of voor omheiningen der woonplaatsen<br />
van de vroegste Inwoonders van Drenthe houdt Is<br />
goedgevonden de Heeren ontvanger Generaal Hofstede en<br />
van der Feltz te committeren en te verzoeken, gelijk dezelven<br />
daartoe bij deezen worden gecommitteerd en verzogt, ten<br />
einde zich ter gelegener tijd, daarhenen te transporteren.....’<br />
Dit besluit werd genomen in de vergadering van het<br />
‘Genootschap ter beoefening en opheldering der Oudheden<br />
en Geschiedenissen van Drenthe’ op vrijdag 6 oktober 1820.<br />
Ongetwijfeld was de belangstelling voor Hijken uiteindelijk<br />
het gevolg van een circulaire die twee jaar eerder door de<br />
Gouverneur des Konings in Drenthe, P. Hofstede, aan de<br />
gemeentebesturen werd gezonden. De Gouverneur, zelf lid<br />
van het Genootschap, verzocht daarin verslag te doen van<br />
foto’s: Harry Cock
6 <strong>Het</strong> Hijkerveld<br />
oudheden. De schulte van Beilen bezocht daarom op<br />
15 december 1818 het terrein ten noordwesten van Hijken.<br />
In zijn rapport maakt hij betrekkelijk gedetailleerd melding<br />
van wallen die hij interpreteert als overblijfselen van legerplaatsen.<br />
Verder beschrijft hij dat er wel 60 heuveltjes liggen<br />
‘kennelijk niet veroorzaakt door zandverstuivingen’.<br />
De belangstelling voor de wallen en heuvels bleef ook daarna.<br />
In 1833 bezocht prof. C.J.C. Reuvens het terrein bij<br />
Hijken en in zijn boek ‘<strong>Drents</strong>che Oudheden’ (1848) geeft<br />
L.J.F Janssen een beschrijving van de wallen en van zijn<br />
onderzoek in enkele heuvels.<br />
Heuvels van aarde en op papier<br />
Sinds de vorige eeuw is er veel veranderd op het Hijkerveld.<br />
Door ontginningen, met name tussen 1930 en 1969, zijn<br />
veel prehistorische monumenten verdwenen. Gelukkig heeft<br />
er vaak vooraf een systematisch onderzoek plaatsgevonden,<br />
zodat veel van wat verdween in ieder geval nog op papier<br />
vastgelegd is. Met name de bekende Groninger archeoloog<br />
prof. dr. A.E. van Giffen heeft hierbij een grote rol gespeeld.<br />
Binnen het niet ontgonnen natuurterrein zijn vandaag de<br />
dag nog 21 grote grafheuvels over. Eén daarvan werd pas in<br />
1995 op het Noorderveld ontdekt. Bezien we de verspreiding<br />
van de verdwenen en nog bestaande heuvels, dan valt op dat<br />
er een aantal groepen te onderscheiden is. Ten oosten van<br />
het Noord Hijkerzand liggen nog twee heuvels die oorspronkelijk<br />
deel uitmaakten van een groep van 18 stuks,<br />
voornamelijk daterend uit de IJzertijd. Zuidelijk hiervan lag<br />
een groep van minimaal 24 heuvels uit Brons- en IJzertijd.<br />
Ze zijn alle ten prooi gevallen aan de ontginningen. In het<br />
Noorderveld ligt een in 1952/53 onderzochte en daarna<br />
gerestaureerde ijzertijd-heuvel met aansluitend een groep<br />
van minstens 8 kleine heuvels en een langwerpig grafmonument.<br />
Mogelijk dateren ze uit de overgang van de Late<br />
Bronstijd naar de Vroege ijzertijd. Tot slot ligt op het<br />
Landgoed Hooghalen een groep van 15 heuvels daterend uit<br />
het Neolithicum en de Bronstijd en mogelijk de IJzertijd. In<br />
1952/53 werden er 10 van opgegraven en na het onderzoek<br />
gerestaureerd.<br />
Heuvels die niet tot de groepen behoren, lagen en liggen ten<br />
zuiden van de Leemdijk en ten oosten van het Landgoed<br />
Hooghalen. Nog juist binnen de begrenzing van ons gebied<br />
Grafheuvelopgraving op het Hijkerveld in 1930.<br />
De heuvel is volgens de door prof. Van Giffen<br />
ontwikkelde kwadranten-methode blootgelegd.<br />
ligt op de markegrens Halen - Hijken een grafheuvel,<br />
precies op de plek waar deze grens een knik vertoont.<br />
Mogelijk is dit de zogeheten Villersberg die op 18 augustus<br />
1681 wordt genoemd bij het vaststellen van de markegrens.<br />
De met wallen omgeven akkers uit de IJzertijd (Celtic field)<br />
strekken zich uit over het gebied ten zuiden van de schaapskooi<br />
tot over de Leemdijk. Tot voor kort leken ze alleen op<br />
luchtfoto’s nog herkenbaar te zijn, maar in 1991 werd<br />
ontdekt dat ten noorden van de schaapskooi toch nog<br />
wallen bewaard zijn gebleven.<br />
Ook in het Laaghalerveld hebben heuvels en een Celtic field<br />
gelegen maar deze laten we hier verder buiten beschouwing.<br />
Jagers en verzamelaars<br />
Aan de rand van een ven op het Hijkerveld zijn vuurstenen<br />
werktuigen en afval gevonden die dateren uit het laatste deel<br />
van de Oude steentijd. Ze zijn vermoedelijk tussen 11.600<br />
en 10.700 v.Chr door ter plaatse bivakkerende jagers achtergelaten.<br />
Meer aanwijzingen voor bewoning kennen we uit<br />
de Midden steentijd (9500-4400 v.Chr.). De meeste vondsten<br />
uit deze tijd zijn aan de rand van vennen gedaan. Dat is geen<br />
toeval. Omdat men vooral door jacht, visvangst en het verzamelen<br />
van voedsel in z’n levensonderhoud voorzag, waren<br />
reliëfrijke en daardoor ecotopenrijke terreinen ideaal. Ook<br />
de aanwezigheid van water was natuurlijk van belang.<br />
Verschillende voorwerpen werden door oplettende wandelaars<br />
opgeraapt op zandpaden in het gebied. Verder heeft de<br />
bekende amateurarcheoloog Tjerk Vermaning op omliggende<br />
akkers veel materiaal verzameld.<br />
In de Midden steentijd werd het klimaat beter, de laatste ijstijd<br />
was voorbij. De vegetatie ontwikkelde zich van een bos<br />
met dennen en berken naar een gemengd bos met Es, Eik,<br />
Linde, Iep, Hazelaar en Els. Dieren als Edelherten, Elanden,<br />
Reeën, Everzwijnen, gevogelte en vis stonden op het menu.<br />
Daarnaast werden eieren, bessen, noten e.d. verzameld.<br />
We gaan er vanuit dat men in deze periode in koepelvormige<br />
hutten woonde.<br />
De eerste boeren<br />
In de Nieuwe steentijd (4400 - 2100 v.Chr.) voorzag de<br />
mens niet langer in z’n levensonderhoud door jagen en<br />
verzamelen. Landbouw werd de belangrijkste bestaansbron.
foto: Vakgroep Archeologie RUG<br />
Op steeds grotere schaal werd in het <strong>landschap</strong> ingegrepen.<br />
Stukken bos werden gekapt en/of afgebrand zodat er<br />
gewassen als naakte gerst en emmertarwe konden worden<br />
verbouwd. Men hield vee zoals runderen, schapen, geiten en<br />
varkens. Op de verlaten akkers kon het bos zich niet<br />
herstellen en ontstonden op beperkte schaal heidevelden en<br />
zelfs zandverstuivingen.<br />
Door de nieuwe bestaanswijze werd alleen nog van woonplaats<br />
veranderd wanneer de akkers in de buurt van de<br />
nederzetting uitgeput waren. Men bouwde grotere en meer<br />
duurzame behuizingen.<br />
Er bestonden in deze tijd contacten over afstanden van<br />
honderden kilometers en waarschijnlijk was er al een vrij<br />
grootschalig wegenpatroon.<br />
De eerste boeren op het Hijkerveld waren mensen van de<br />
trechterbekercultuur (3400 - 2850 v.Chr.), beter bekend als<br />
de hunebedbouwers. Hunebedden zijn bij Hijken niet<br />
gevonden maar direct tegen de zuidwest-, noord- en oostkant<br />
van ons natuurgebied zijn door amateurarcheologen wel<br />
vuurstenen werktuigen en aardewerkscherven uit deze<br />
periode opgeraapt. Ze wijzen op nederzettingen ter plekke.<br />
Terreinbeschrijving<br />
Uit onderzoek in Duitsland en Denemarken weten we dat<br />
zo’n nederzetting bestond uit enkele tweeschepige woningen<br />
waar maximaal enkele tientallen mensen woonden.<br />
Rond 2850 v.Chr. was de periode van de hunebedden<br />
definitief voorbij. Waren de hunebedden collectieve graven,<br />
nu kwam de nadruk meer op het individu te liggen.<br />
Tijdens de periode van de enkelgrafcultuur, vroeger standvoetbekercultuur<br />
genoemd (2900 - 2400 v.Chr.), kwam in<br />
Drenthe de ronde aarden heuvel of tumulus als grafmarkering<br />
op. Daarnaast waren er ook graven zonder heuvel, zogeheten<br />
vlakgraven, in gebruik. De doden werden in hurkhouding<br />
bijgezet in rechthoekige, oost-west georiënteerde kuilen.<br />
Grafgiften zijn bekers met een geprononceerd voetje (standvoetbekers),<br />
doorboorde stenen hamerbijlen, bijlen, vuurstenen<br />
klingen, slijpstenen en vuurstenen pijlpunten.<br />
Van het Hijkerveld zijn zowel grafheuvels als vlakgraven van<br />
de enkelgrafcultuur bekend.<br />
Een voorbeeld van de eerste categorie is een heuvel die in<br />
1952/53 werd opgegraven op het Landgoed Hooghalen. De<br />
grafinventaris bestond uit een complete standvoetbeker en<br />
de bodem van een tweede. Ten zuiden van de Leemdijk<br />
7
Grafvondst uit een<br />
tumulus op het<br />
Landgoed<br />
Hooghalen,<br />
daterend uit<br />
ca. 1600 v.Chr en<br />
bestaande uit een<br />
bronzen naald,<br />
een getordeerde<br />
bronzen pin,<br />
10 pijlpunten van<br />
bronsblik,<br />
2 gouden spiralen<br />
en een vuurstenen<br />
vuurslag.<br />
(Tek. Vakgroep<br />
Archeologie, RUG.)<br />
8 <strong>Het</strong> Hijkerveld<br />
werden in 1969/70 maar liefst zeven vlakgraven gevonden.<br />
Uit één ervan kwam o.a. een prachtige stenen hamer<br />
tevoorschijn. <strong>Het</strong> voorwerp is versierd met een pseudogietnaad<br />
om de schijn van kostbaar metaal te wekken. Zo<br />
gaf het de bezitter die rond 2900 v.Chr. moet zijn overleden,<br />
meer aanzien.<br />
Bij opgravingen in 1969 werden aan de oostrand van het<br />
Noord Hijkerzand aardewerkscherven en vuursteen gevonden<br />
die duiden op een nederzetting van de enkelgrafcultuur.<br />
Ten tijde van de klokbekerperiode (2600 en 2100 v.Chr.)<br />
bleven zowel heuvelgraven als vlakgraven in gebruik.<br />
De aardewerken bekers die in de klokbekerperiode aan de<br />
doden werden meegegeven, hebben de vorm van een<br />
omgekeerde klok en zijn vaak rijkelijk versierd. Nog steeds<br />
werden stenen hamerbijlen, vuurstenen bijlen, vuurstenen<br />
klingen en pijlpunten meegegeven.<br />
Van de klokbekercultuur zijn op het Hijkerveld verschillende<br />
grafheuvels bekend. Een van de heuvels op het Landgoed<br />
Hooghalen dateert bijvoorbeeld uit deze tijd. Hij werd<br />
Rechts: Luchtfoto uit 1986 van een deel van het Celtic field van Hijken.<br />
Geheel rechts: Op basis van een boerderijplattegrond uit het Celtic field bij<br />
Hijken is in de buurt van Orvelte deze reconstructie gebouwd.<br />
tussen 2150 - 1900 v.Chr. aangelegd. In september 1930<br />
werd de grafheuvel op de markegrens opgegraven en daarna<br />
gerestaureerd. De datering van deze heuvel ligt tussen ca.<br />
2300 en 1950 v.Chr. Als grafgift was een prachtige stenen<br />
hamer aan de overledene meegegeven. Ongeveer 400 m.<br />
oostelijk ligt in een klein bosje nog een grafheuvel. Ook<br />
deze werd in 1930 gedeeltelijk onderzocht en dateert uit de<br />
klokbekerperiode.<br />
Er zijn aanwijzingen dat grafheuvels langs wegen werden<br />
aangelegd. Ze kunnen op deze wijze als territoriale bakens<br />
gewerkt hebben. Op het Hijkerveld kunnen we langs de<br />
hierboven beschreven grafheuvels en vlakgraven een lijn<br />
trekken vanaf de Leemdijk eerst naar het noordoosten en<br />
voorbij de schaapskooi naar het oosten in de richting van<br />
Hooghalen. Deze lijn geeft het tracé aan van een weg die in<br />
historische tijd tot het graven van de Beilervaart in 1792 nog<br />
de verbinding vormde tussen Zuidwest- en Noord-Drenthe.<br />
Binnen ons terrein zijn sporen van de weg op twee plaatsen<br />
zichtbaar en wel in de zuidoosthoek van het Noord Hijkerzand<br />
en tussen de grafheuvels op het Landgoed Hooghalen.<br />
Schaalvergroting<br />
De schaalvergroting van de latere agrarische nederzettingen<br />
en akkercomplexen leidde ertoe dat de bewoning zich in de<br />
Bronstijd (2100 - 750 v.Chr.) concentreerde op de hogere<br />
gronden. Bos verdween meer en meer van het toneel en<br />
heidevelden maakten nu een belangrijk deel uit van het<br />
<strong>landschap</strong>.<br />
De indeling van de boerderijen suggereert dat in de loop van<br />
de Bronstijd vooral veeteelt werd bedreven. Bij een boerderij<br />
stonden één of meerdere bijgebouwen.<br />
De doden werden in het begin van de Bronstijd al of niet in<br />
een grafheuvel bijgezet. In de Midden bronstijd werden de<br />
overledenen veelal begraven in kisten van uitgeholde boomstammen.<br />
Naast het hoofdgraf middenin de heuvel komen<br />
we vaak nabijzettingen tegen. Omdat het hier om verwanten<br />
zou kunnen gaan, worden deze heuvels wel familiegrafheuvels<br />
genoemd. In de Late bronstijd kwam een geheel nieuwe<br />
wijze van begraven in zwang. De dode werd gecremeerd en<br />
de asresten werden meestal in een urn verzameld. Deze resten<br />
werden daarna in een kuiltje bijgezet en overdekt met een<br />
foto: Paul Paris.
laag heuveltje met een greppeltje er omheen. Een complex<br />
van dergelijke graven wordt een urnenveld genoemd.<br />
In de Bronstijd werden oudere grafheuvels soms ‘hergebruikt’.<br />
In een dergelijk geval spreken we van een meer-periodenheuvel.<br />
Verschillende heuvels in ons terrein behoren tot die<br />
categorie.<br />
Uit de Bronstijd kennen we van het Hijkerveld twee grafheuvelgroepen,<br />
een nederzetting en akkerland. De heuvels<br />
maken deel uit van de zuidelijke groep ten oosten van het<br />
Noord Hijkerzand en van de groep op het Landgoed<br />
Hooghalen. Sommige waren op akkerland aangelegd. Bij<br />
opgravingen werden de krassen van de ‘ploeg’ zelfs nog<br />
gevonden. De zuidelijke heuvels horen waarschijnlijk bij de<br />
nederzetting die in 1969/70 en 1972/73 ten zuiden en<br />
noorden van de Leemdijk werd opgegraven. De drieschepige<br />
huizen varieerden hier in lengte van 17 tot 27 meter. De<br />
breedte bedroeg 5 à 6 meter. In totaal werden er acht huizen<br />
gevonden die niet alle tegelijkertijd zullen hebben bestaan.<br />
Een bronstijdnederzetting bestond vermoedelijk uit niet<br />
Terreinbeschrijving<br />
meer dan één tot vier boerderijen met ongeveer 6 bewoners<br />
per boerderij.<br />
<strong>Het</strong> zou te ver voeren alle grafheuvels die op het Hijkerveld<br />
zijn opgegraven, te behandelen. Eén van de tumuli op het<br />
Landgoed Hooghalen verdient echter wel apart vermeld te<br />
worden. In het uit ca. 1600 v.Chr. daterende hoofdgraf van<br />
deze heuvel werden uitzonderlijke grafgiften gevonden. <strong>Het</strong><br />
gaat om een bronzen naald, een getordeerde bronzen pin, 10<br />
pijlpunten van bronsblik, 2 gouden spiralen en een vuurstenen<br />
vuurslag. De vondsten wijzen er op dat hier niet zomaar<br />
iemand is begraven. Hij behoorde ongetwijfeld tot de meer<br />
invloedrijken van zijn tijd.<br />
Op verschillende plaatsen op het Hijkerveld zijn urnen uit<br />
de Late bronstijd-Vroege ijzertijd opgedolven. In enkele<br />
gevallen betreft het nabijzettingen in oudere grafheuvels. In<br />
de collectie van het <strong>Drents</strong> Museum bevindt zich een aantal<br />
potten waarvan weinig meer bekend is, dan dat ze in 1916<br />
en 1917 uit grafheuveltjes bij Hijken zijn opgegraven en dat<br />
er crematieresten bij werden gevonden. Ze kunnen uit de<br />
noordelijke grafheuvelgroep ten oosten van het Noord<br />
9<br />
foto: Harry Cock.
10 <strong>Het</strong> Hijkerveld<br />
Hijkerzand komen, maar ze kunnen ook opgegraven zijn uit<br />
de kleine heuvels op het Noorderveld. Deze zijn namelijk<br />
op de top ingegraven en vermoedelijk leeggeroofd. <strong>Het</strong> idee<br />
dat we bij deze heuveltjes inderdaad te maken hebben met<br />
een urnenveld, wordt versterkt door de aanwezigheid van<br />
een langwerpig grafmonument; een vorm die in de midden<br />
en late fase van de urnenveldentijd voorkomt.<br />
Vliegen over vervlogen akkers<br />
In de Vroege ijzertijd bleven de urnenvelden in gebruik.<br />
Langzamerhand vond een ontwikkeling plaats naar een<br />
andere grafvorm. De asresten van de overledene werden niet<br />
langer in een urn verzameld. De resten van de brandstapel<br />
werden nu overdekt met een van plaggen opgeworpen heuvel.<br />
Deze heuvels, ook wel brandheuvels genoemd, liggen<br />
vaak in grote groepen bij elkaar.<br />
Tijdens de Late bronstijd, maar ook in de IJzertijd (750 v.Chr. -<br />
begin van de jaartelling) ontstonden door de intensievere<br />
landbouw zandverstuivingen. Akkerbouw en veeteelt<br />
bedreef men in de IJzertijd op zogeheten Celtic fields of<br />
raatakkercomplexen. De akkertjes met een afmeting van<br />
ca. 40 x 40 m waren omgeven door een walletje en vormden<br />
soms vele hectaren grote complexen. Na de oogst – er<br />
werden produkten verbouwd als emmertarwe, gerst en gierst<br />
– zal ‘begrazing’ van de veldjes hebben plaatsgevonden.<br />
Voorts zullen uitgeputte akkers door braakligging, in<br />
combinatie met begrazing, zijn bemest. Gebleken is dat in<br />
de Midden ijzertijd op de <strong>Drents</strong>e zandgronden een nederzettingspatroon<br />
ontstond, dat in beginsel met de historische<br />
indeling in buurtschappen overeenkomt. Nederzettingen<br />
verplaatsten zich alleen nog binnen begrensde territoriale<br />
eenheden, de latere marken.<br />
De huizen waren in deze periode, tot kort voor het begin<br />
van de jaartelling, drieschepig. In beide lange zijden lag<br />
tegenover elkaar een ingang. De lengte van de huizen<br />
bedroeg 10-20 m en de breedte 5,5 m.<br />
Met name door het onderzoek op het Hijkerveld aan het<br />
eind van de jaren zestig en begin jaren zeventig is gebleken<br />
dat de nederzettingen nauw verweven waren met het akkerland.<br />
Ten noorden en zuiden van de Leemdijk werden in het<br />
Celtic field sporen van bewoning uit de IJzertijd opgegraven.<br />
In totaal werden er 15 huisplattegronden gevonden. Omdat<br />
ze pasten binnen de percelering van het Celtic field, mogen<br />
we aannemen dat de ‘akkertjes’ ook als erf dienden. Na afbraak<br />
van het huis en de bijgebouwtjes kon zo’n erf, door<br />
verrijking van de bodem ter plaatse, weer als akker worden<br />
gebruikt.<br />
Met name de bestudering van luchtfoto’s heeft ons een goed<br />
idee gegeven van de oorspronkelijke omvang en richting<br />
van het Celtic field bij Hijken.<br />
Dat er niet alleen bij de Leemdijk maar ook op andere plaatsen<br />
in het Celtic field bewoningssporen aangetroffen kunnen<br />
worden, ligt voor de hand. De grafheuvels uit de zuidelijke<br />
groep kunnen we in verband brengen met de opgegraven<br />
nederzettingssporen. De heuvels uit de noordelijke groep,<br />
het Noorderveld en het Landgoed Hooghalen, zouden bij<br />
een bewoningsfase kunnen horen die meer in het noordelijk<br />
deel van het Celtic field gesitueerd was. Daarbij hoort ook<br />
het kleine deel dat niet alleen vanuit het vliegtuig maar ook<br />
op de grond herkenbaar is ten noorden van de schaapskooi.<br />
<strong>Het</strong> meet ca 150 bij 150 m en vertegenwoordigt dus een<br />
fractie van de oorspronkelijke grootte; een bezit om zuinig<br />
op te zijn.<br />
Omstreeks het begin van de jaartelling werd het Hijkerveld<br />
als woonplaats verlaten. <strong>Het</strong> kwam toen in gebruik als weidegrond<br />
voor rundvee, geiten en schapen. Tot op de dag van<br />
vandaag is daar eigenlijk weinig in veranderd. Met de huidige<br />
begrazing door runderen en schapen wordt een eeuwenoude<br />
traditie voortgezet. Wat gelukkig wel veranderde is onze<br />
houding m.b.t. (pre)historische elementen in het <strong>landschap</strong>.<br />
<strong>Het</strong> beheer in het Hijkerveld is er op gericht de zichtbare,<br />
maar ook de niet zichtbare cultuurhistorische elementen<br />
zoveel mogelijk te beschermen. Niet alleen het bewuster en<br />
selectiever plaggen van de heide maar ook de plannen voor<br />
restauratie en consolidatie van grafheuvels horen daarbij.<br />
* J.R. Beuker is conservator bij het<br />
<strong>Drents</strong> Museum en is lid van het Algemeen<br />
Bestuur van ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’.<br />
foto: Harry Cock
Sytze Bottema<br />
Harm Tjalling Waterbolk<br />
11<br />
Ten geleide: de vragensteller<br />
beschouwt zich als een leerling van<br />
Harm Tjalling Waterbolk. Hij dankt zijn<br />
wetenschappelijke scholing mede aan<br />
Waterbolk’s interesse, kennis en<br />
inzicht in het proces van wisselwerking<br />
tussen de (pre)historische<br />
mens en zijn omgeving.<br />
Wat hem het meest opvalt in<br />
Waterbolk is diens enorme waarnemingsvermogen<br />
op allerlei fronten<br />
van het buitengebeuren. Planten,<br />
dieren, vogels, en vooral sporen.<br />
Sporen in het <strong>landschap</strong>, in de bodem,<br />
op de bodem, gewone verschijnselen<br />
en ongewone verschijnselen. Daarnaast<br />
de snelheid waarmee de waarnemingen<br />
gedaan worden en successievelijk<br />
geordend en verwerkt. Op<br />
archeologisch gebied, of dat nu in<br />
Nederland, de Joegoslavische Vojvodina<br />
of de Syrische steppe was, leidden<br />
Waterbolk’s snelle waarnemingen tot<br />
vruchtbare discussies en doorslaggevende<br />
conclusies. In hoeverre heeft<br />
de <strong>Drents</strong>e natuur- en cultuur<strong>landschap</strong>sbescherming<br />
daarvan<br />
geprofiteerd?<br />
Over natuur en <strong>landschap</strong> kan men<br />
lange discussie opbouwen. De interviewer<br />
beperkt zich tot een klein<br />
aantal vragen.
<strong>12</strong> Interview<br />
Gedachtenwisseling<br />
Er zijn voor mij in de beleving van natuur en<br />
<strong>landschap</strong> twee duidelijke perioden: de millennia<br />
lange cultuurlijke en natuurlijke ontwikkeling,<br />
ruwweg alles van voor 1940 en de fase daarna,<br />
waarin grootschalig ter hand genomen<br />
ontwikkelingen plaatsvinden. De jongste periode<br />
wordt bovendien gekenmerkt door het feit dat wij<br />
er – al of niet bewust – in leven.<br />
Er zijn allerlei duidelijke en minder duidelijke<br />
sporen achtergebleven afkomstig uit de eerste fase.<br />
Je hebt het belang van dergelijke resten altijd<br />
onderkend en je hebt er op aangedrongen om<br />
sporen te beschermen, maar ook zichtbaar te<br />
houden of te maken in het <strong>landschap</strong>. Is er een<br />
tijd geweest waarin je je deze sporen bewust bent<br />
geworden, waarin je geprint bent op deze sporen?<br />
Maakte je daarbij een keus uit diverse sporen?<br />
Voor mezelf heb ik lange tijd onderscheid<br />
gemaakt tussen het prehistorische verleden<br />
met zijn hunebedden, grafheuvels, Celtic<br />
fields en nederzettingsterreinen, en het<br />
historische verleden met zijn dorpen, essen,<br />
heidevelden, zandverstuivingen, bossen,<br />
groenlanden en maden, en de daarbij<br />
behorende flora en fauna. <strong>Het</strong> ene verleden<br />
was het werkterrein van mijn beroep, het<br />
andere hield me bezig als lid van de Natuurbeschermingsraad,<br />
van de Natuurwetenschappelijke<br />
Commissie (NWC, red.) van<br />
die Raad, en van het Bestuur van ‘<strong>Het</strong><br />
<strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’. <strong>Het</strong> ene moest allereerst<br />
onderzocht worden, bij het andere<br />
stond het behoud voorop. Dat beide<br />
verledens vloeiend in elkaar overgaan en<br />
dat het historische <strong>landschap</strong> nog allerlei<br />
structuurkenmerken met het voorafgaande<br />
prehistorische <strong>landschap</strong> gemeen heeft, ben<br />
ik pas in de jaren ’60 gaan zien. Een<br />
eye-opener was de opgraving in Odoorn,<br />
waar de omheiningen van de huisplaatsen<br />
uit de vroege Middeleeuwen nog te<br />
herkennen waren in de verkaveling van de<br />
es die de plaats had ingenomen van het oude<br />
dorp. Overeenkomstige waarnemingen<br />
deden we later in Gasselte en Peeloo. In de<br />
jaren ’80 komt dan het besef dat in het<br />
historische cultuur<strong>landschap</strong> beide interessegebieden<br />
– onderzoek en behoud – samenvallen.<br />
Grondige kennis van het ontstaan<br />
van het historische cultuur<strong>landschap</strong> zie ik<br />
nu als een noodzakelijk uitgangspunt voor<br />
de bescherming van zowel de natuur als het<br />
<strong>landschap</strong>. De dubbele interesse in de<br />
natuur en de geschiedenis die ik altijd heb<br />
gehad, zal wel mee te danken zijn aan het<br />
feit dat ik in mijn studentenjaren gelijktijdig<br />
in NJN-verband de plantensociologie<br />
bedreef en als assistent op het Instituut van<br />
Van Giffen de pollenanalyse en de archeologie.<br />
Dat ook het ouderlijke milieu een rol<br />
heeft gespeeld zal ieder begrijpen die het<br />
boek over Havelte leest, dat mijn vader in<br />
1934 heeft geschreven. <strong>Het</strong> zal duidelijk<br />
zijn dat ik geen periode kan aanwijzen,<br />
waarin ik mij niet bewust ben geweest van<br />
de aanwezigheid van in het <strong>landschap</strong><br />
herkenbare sporen uit het verleden.<br />
Havelte was er vol mee!<br />
In die vormende jaren werd ik geconfronteerd<br />
met een natuuropvatting die veel te<br />
weinig rekening hield met de invloed van<br />
de mens in het verleden. De directeur<br />
van het Biologisch Station in Wijster,<br />
Dr. Beijerinck, dacht dat de heidevelden<br />
met hun oerbank al in de ijstijd waren<br />
ontstaan, en de bekende amateur-archeoloog<br />
Voerman meende dat de diepe laagte<br />
in het Holtingerzand, waarin hij zijn fraaie<br />
paleolithische werktuigen vond, aan de<br />
rendierjagers beschutting had geboden<br />
tegen de winterstormen in de ijstijd. Dat de<br />
oerbank over grafheuvels uit het Neolithicum<br />
en zelfs over de Celtic fields uit de<br />
IJzertijd heen liep, was een grote schok<br />
voor Beijerinck. De diepe laagte van<br />
Voerman blijkt een stuifkom te zijn, die<br />
hoogstens enkele eeuwen oud is. Aan de<br />
opkomst van de plantensociologie en de<br />
pollenanalyse is het te danken, dat de<br />
natuurbescherming is gaan beseffen dat<br />
natuurterreinen niet aan zich zelf konden<br />
worden overgelaten, maar actief beheerd<br />
moeten worden. Voor mij was dat van het<br />
begin af aan vanzelfsprekend. Ook in dat<br />
opzicht kan ik niet spreken van een<br />
bepaalde periode van bewustwording.<br />
Binnen ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ kwam de<br />
stelling naar voren, dat elke generatie het recht<br />
heeft om iets bepaalds met haar omgeving te<br />
doen. Dat recht zou dan onder meer het begrip<br />
“Natuurontwikkeling” in-houden. Hoe sta jij<br />
tegenover de bewuste grootschalige ontwikkelingen<br />
en ingrepen ten bate van de “natuur” in<br />
verhouding tot de -niet door ons gemaakte- <strong>landschap</strong>pen,<br />
die de afgelopen millennia ‘onbewust’<br />
ontstonden?<br />
<strong>Het</strong> als resultaat van een vijfduizendjarige<br />
ontwikkeling ontstane <strong>landschap</strong> dat ons op<br />
de oudste stafkaarten uit de vorige eeuw<br />
tegemoet treedt en waarover we kunnen<br />
lezen bij Harm Tiesing en anderen – en<br />
waarvan resten een halve eeuw geleden<br />
nog overal in Drenthe konden worden<br />
waargenomen – is sinds de tweede helft<br />
van de vorige eeuw grondig veranderd<br />
door de ontginning van de heide tot bouwland,<br />
groenland of bos. Toch veranderde<br />
daarbij de hoofdstructuur van het <strong>landschap</strong><br />
niet; het ging vooral om een verandering<br />
van functie binnen die structuur en zulke<br />
veranderingen hebben altijd plaatsgevonden.
Met de grote ruilverkavelingen begint<br />
echter een volledige breuk met de historische<br />
ontwikkeling – jouw tweede fase – de<br />
grenzen tussen de essen, het veld en de<br />
beekdalen vervagen, boerderijen verschijnen<br />
in het buitengebied en zelfs de grenzen van<br />
de oude dorpsgebieden, de marken, worden<br />
niet gerespecteerd. De projecten van <strong>landschap</strong>sbouw<br />
en natuurontwikkeling die<br />
momenteel aan de orde zijn zie ik door<br />
hun grootschaligheid eveneens als een<br />
potentiële doorbreking van de historische<br />
ontwikkeling. Onze <strong>Stichting</strong> mag daaraan<br />
naar mijn mening alleen meewerken als de<br />
historische structuur van het betreffende<br />
gebied niet wordt aangetast. In ander<br />
opzicht kan natuurontwikkeling een<br />
controversiële zaak zijn, namelijk<br />
wanneer daarbij nieuw reliëf geschapen<br />
wordt. Natuurlijk zijn er in het verleden<br />
om economische redenen hoogten<br />
geëgaliseerd en beken genormaliseerd en<br />
ligt het voor de hand om op bescheiden<br />
schaal over te gaan tot de uitvoering van<br />
correctie-ingrepen. <strong>Het</strong> op grote schaal<br />
scheppen van nieuw reliëf of het uitgraven<br />
van nieuwe meanders zie ik echter als het<br />
vervalsen van het <strong>landschap</strong> zoals dat als<br />
historisch document tot ons is gekomen.<br />
Mijn standpunt is dat wij ter wille van de<br />
blijvende duidelijkheid van onze plaats op<br />
aarde in ruimte en tijd, dat wil zeggen van<br />
onze identiteit, grote zorg moeten besteden<br />
aan het behoud van ons erfgoed. <strong>Het</strong><br />
natuurhistorisch, het <strong>landschap</strong>pelijk, het<br />
archeologisch en het bouwkundig erfgoed<br />
moeten we met gelijk respect behandelen,<br />
en dat zowel op lokaal en regionaal, als op<br />
nationaal niveau. Ik zie het als de taak van<br />
onze <strong>Stichting</strong> om daaraan bij te dragen,<br />
allereerst op het gebied van natuur en land-<br />
schap, maar voor zover het in haar vermogen<br />
ligt ook op de beide andere terreinen.<br />
Gedwongen door de overheid heeft de particuliere<br />
natuurbescherming er aan moeten wennen dat voor<br />
het beheer van haar eigendommen gedetailleerde<br />
plannen gemaakt moeten worden. Veel beheer<br />
van sterk antropogene situaties vraagt om zo’n<br />
plan. Bepaalde historische exploitatievormen die<br />
de waarde van een eigendom mee kunnen uitmaken<br />
zijn echter om allerlei redenen niet meer<br />
uitvoerbaar. Daar zijn dan vervangende oplossingen<br />
voor gekozen, bijvoorbeeld door terreinen<br />
te laten begrazen door primitieve huisdierrassen.<br />
Wat is jouw mening over de natuurwetenschappelijke<br />
en cultuur<strong>landschap</strong>pelijke kant<br />
van deze maatregel?<br />
<strong>Het</strong> is duidelijk dat van handhaving of<br />
herintroductie van historische beheers- en<br />
exploitatievormen in de aangekochte<br />
gebieden in vele gevallen geen sprake kan<br />
zijn. Wel is het mogelijk om met moderne<br />
middelen de oude werkwijzen zo dicht<br />
mogelijk te benaderen, en dat niet alleen<br />
terwille van het cultuur<strong>landschap</strong>, maar<br />
ook terwille van de flora en fauna, die<br />
tijdens de 5000 jaar van menselijke activiteit<br />
de natuur in dat <strong>landschap</strong> zijn gaan<br />
vormen. Ik heb al eens gezegd dat een<br />
dergelijk beheer onder meer gekenmerkt<br />
moet zijn door differentiatie en zonering.<br />
Begrazing door weinig zorg vragende grote<br />
herbivoren kan op zich zelf een nuttig<br />
alternatief zijn voor de vroegere beweiding,<br />
maar het verenigen van percelen tot grote<br />
begrazingseenheden betekent een aantasting<br />
van de historische structuur, is strijdig met<br />
het principe van differentiatie, en moet dus<br />
worden afgewezen. Ik heb ook al eens<br />
vaker gezegd dat ik zou willen dat er net<br />
zoveel geld – en belangstelling – zou zijn<br />
Interview<br />
voor het ontwikkelen van moderne<br />
alternatieven voor het beheer van oude<br />
cultuur<strong>landschap</strong>pen, als er nu is voor het<br />
bedenken en ontwerpen van natuurontwikkelingsprojecten<br />
die met graagte<br />
worden aangegrepen door dezelfde<br />
cultuurmaatschappijen die vroeger de uitvoerders<br />
waren van de ruilverkavelingen<br />
en de beeknormalisaties.<br />
Gezien de planologische ontwikkelingen in de<br />
provincie Drenthe heeft men de door jou aangedragen<br />
informatie matig benut. Sommigen<br />
verwijten het de wetenschap dat zij het publiek<br />
slecht van dienst was en is. Toch kom jij er in<br />
verhouding met je collega’s nog heel goed af. Ik<br />
herinner me je radiorubrieken destijds voor de<br />
RONO, je hebt veel leesbaars geproduceerd, o.a.<br />
het boek ter gelegenheid van het jubileum van<br />
‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ en je hebt je meer dan<br />
waar gemaakt in de provinciale en nationale<br />
natuurbescherming. Heb je het gevoel dat er door<br />
de provinciale en nationale natuurbescherming<br />
voldoende naar je geluisterd is? Hoe is dat bij de<br />
Natuurbeschermingsraad en de NWC? Heb je<br />
de indruk gehad iets fundamenteels bereikt te<br />
hebben, of was de Natuurwetenschappelijke<br />
Commissie een forum voor de leden?<br />
Over de respons op mijn archeologische<br />
werk mag ik niet klagen. Op het gebied<br />
van de natuurbescherming in engere zin<br />
heb ik weinig geschreven, en ik kan dan<br />
ook niet verwachten dat er veel naar mij<br />
geluisterd is. Over het effect van wat ik<br />
mondeling in besturen of commissies naar<br />
voren breng heb ik me nooit veel illusies<br />
gemaakt. Ik heb overigens wel het gevoel<br />
dat ik landelijk met enig succes aandacht<br />
heb gevraagd voor het behoud van de<br />
cultuurhistorische waarden in het <strong>landschap</strong>.<br />
Dat is me althans verzekerd vanwege<br />
13
14 Interview<br />
het ministerie bij mijn afscheid als lid van<br />
de Natuurbeschermingsraad in 1982. De<br />
Kroon-lezing van 1984 wordt vaak<br />
geciteerd. Sindsdien heb ik nog een tiental<br />
andere publicaties aan dat onderwerp<br />
gewijd. Overigens ben ik niet de enige die<br />
bezorgd is voor het cultuur<strong>landschap</strong>. Vele<br />
historisch-geografen, verenigd in de<br />
Beekman-<strong>Stichting</strong>, doen daarvoor<br />
momenteel hun best. Helaas is de groeiende<br />
belangstelling van de overheid voor het<br />
cultuur<strong>landschap</strong> in de afgelopen jaren<br />
overspoeld door de overmatige aandacht<br />
die de natuurontwikkeling heeft gekregen<br />
als gevolg van de succesvolle gang van<br />
zaken in de Oostvaardersplassen.<br />
Van de Natuurwetenschappelijke Commissie<br />
ben ik lid geweest van 1955 tot de opheffing<br />
van de commissie in 1991. <strong>Het</strong><br />
resultaat van onze discussies en terreinbezoeken<br />
zit verpakt in talloze rapporten<br />
en brieven binnen het overheidsapparaat.<br />
Naar buiten traden we alleen bij onze<br />
bezoeken aan ruilverkavelingen in voorbereiding.<br />
Die bezoeken werden enorm<br />
gewaardeerd door hen die op provinciaal<br />
niveau de belangen van natuur en <strong>landschap</strong><br />
moesten verdedigen. Tijdens de<br />
discussies in de NWC over het toetsingskader<br />
voor het beoordelen van ingrepen in<br />
natuur en <strong>landschap</strong> kwamen twee<br />
verschillende uitgangspunten naar voren,<br />
het ecologische en het cultuurhistorische.<br />
Mijn keuze was voor het laatste: ik zie door<br />
mijn archeologische werk te zeer de<br />
omvang en intensiteit van de menselijke<br />
invloed gedurende 5000 jaar om me hier<br />
nog een natuur voor te kunnen stellen die<br />
daarvan onafhankelijk is. Voor anderen<br />
gold echter als uitgangspunt het natuurlijke<br />
ecosysteem, zoals zij zich dat meenden te<br />
kunnen voorstellen. <strong>Het</strong> is deze antithese,<br />
die zich momenteel overal in de praktijk van<br />
het natuurbeschermingswerk manifesteert.<br />
Welke cultuur<strong>landschap</strong>sproducten van na de<br />
tweede wereldoorlog zijn naar jouw mening het<br />
beschermen waard?<br />
Als een geslaagd cultuur<strong>landschap</strong> beschouw<br />
ik de Noordoostpolder, omdat daar bij alle<br />
rationaliteit van het patroon van dorpen,<br />
wegen en afwateringskanalen toch ook<br />
regionale verschillen in exploitatievormen<br />
zijn ontstaan die samenhangen met natuurlijke<br />
verschillen in grondsoort – akkerbouw,<br />
veeteelt, fruitteelt, bosbouw –, en omdat de<br />
beplanting langs wegen en kanalen en op<br />
erven een eigen karakter heeft en de<br />
structuur van het <strong>landschap</strong> accentueert.<br />
<strong>Het</strong> gebied heeft daardoor een duidelijke<br />
identiteit.<br />
Geslaagd zijn ook de grote complexen<br />
staatsbossen die voor en na de oorlog zijn<br />
aangelegd daar waar een aantal marken aan<br />
elkaar grenzen. Gegeven het feit dat de<br />
heidevelden hun tijd hebben gehad, zijn de<br />
staatsbossen door hun overeenkomstige<br />
grootschaligheid en nieuwe mogelijkheden<br />
voor flora en fauna een zeer aanvaardbare<br />
vervanger van de heide. Deze bossen<br />
hebben bovendien een eigen karakter; ze<br />
dragen bij tot de identiteit van Drenthe als<br />
geheel.<br />
Voor het overige kan ik wijzen op de in<br />
sommige ruilverkavelingen aangelegde<br />
beplantingszones die in de omgeving van<br />
de oude dorpen en de beekdalen het <strong>landschap</strong><br />
een nieuwe vorm van beslotenheid<br />
geven die positief afsteekt bij het structuurloze<br />
kale ontginnnings<strong>landschap</strong> dat men<br />
elders in Drenthe aantreft.<br />
Nog een slotopmerking. Je hebt me tijdens<br />
ons gesprek gewezen op een mogelijke<br />
tegenstelling die er zou kunnen zijn tussen<br />
mijn persoonlijke wetenschappelijke analyse<br />
van het <strong>landschap</strong> en de herkenning daarin<br />
van bepaalde structuren, en mijn opvatting<br />
dat die structuren het toetsingskader<br />
zouden moeten zijn voor het beoordelen<br />
van de maatschappelijke wenselijkheid van<br />
ingrepen in het <strong>landschap</strong>. Zou ik als<br />
onderzoeker wel het recht hebben om<br />
praktische toepassing te vragen van die<br />
persoonlijke opvattingen? Dat zou ik zeker<br />
niet hebben als het hier alleen ging om een<br />
wetenschappelijk stokpaardje en om<br />
structuren die niemand anders dan ikzelf<br />
zou kunnen herkennen. Ik heb echter al<br />
vele malen ervaren dat mijn kennis overdraagbaar<br />
is en zie een groeiende interesse<br />
in de beoefening van wat men de archeologie<br />
van het cultuur<strong>landschap</strong> kan noemen.<br />
Ik durf dus voor mijn opvattingen te staan.<br />
Maar ik ben het met je eens dat gestreefd<br />
moet worden naar op zijn minst een zekere<br />
mate van wetenschappelijke en maatschappelijke<br />
consensus en ik heb daarom<br />
dan ook verscheidene publicaties aan dit<br />
onderwerp gewijd.
Een eindje om met <strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong><br />
Bertus Boivin / Eric van der Bilt<br />
Startpunt kerkje aan de Wheem in<br />
Zweeloo<br />
Lengte circa 5,5 km<br />
Benodigde tijd ongeveer 2 uur<br />
Begaanbaarheid uitstekend te belopen,<br />
ook in natte jaargetijden<br />
Honden toegestaan, mits aangelijnd<br />
Parkeren parkeerplaatsen tegenover<br />
de kerk (ook bij het<br />
klinkerweggetje)<br />
Openbaar o.a. VEONN-lijn<br />
vervoer 27 vanaf NS-Station Emmen<br />
(20 min.), uurdienst op<br />
werkdagen (halte Zweeloo)<br />
Wandelroute<br />
De Stroeten bij Zweeloo<br />
Wandelend rond de Stroeten bij Zweeloo maakt u<br />
kennis met vrijwel alle facetten van het <strong>Drents</strong>e<br />
esdorpen<strong>landschap</strong>: de hoge essen, de bloemrijke<br />
madelanden en het veld eromheen. In de Stroeten<br />
kunt u goed zien hoeveel je met twintig jaar<br />
consequent terreinbeheer kunt bereiken.<br />
Verschraling van het land gaf de Stroeten hun<br />
soortenrijke madelanden terug. De mooiste tijd<br />
om deze wandeling te maken is dan ook het voorjaar<br />
als de weiden in bloei staan. Maar ook ‘s winters,<br />
als het gebied zich in zijn volle weidsheid<br />
toont, zijn de Stroeten onvergetelijk en zijn ze een<br />
eindje om met ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ méér dan<br />
waard.<br />
1
Stroeten<br />
• De wandeling begint bij het kerkje van<br />
Zweeloo.<br />
Zweeloo heeft één van de oudste <strong>Drents</strong>e kerkjes; meer dan<br />
700 jaar geleden gebouwd en zo authentiek dat de gaten<br />
voor de bouwsteigers nog in de muren zitten. Heel bijzonder<br />
is het torentje dat bedekt is met eikenhouten plankjes<br />
(‘schaliën’); in die tijd voor een arme parochie een goedkoop<br />
alternatief voor gebakken pannen. Vrijwel de hele<br />
wandeling houdt u zicht op het prachtige kerkje.<br />
• Volg de straat richting dorp.<br />
Met name aan de rechterkant van de weg ziet u tussen de<br />
bebouwing nog steeds de oude ‘huisweidjes’ die vrijwel<br />
overal elders al lang zijn omgetoverd in bouwkavels. Heel<br />
bijzonder is de 19de-eeuwse smederij waar blijkens een bord<br />
aan de muur een ‘Rijksonderwijzer in Praktisch Hoefbeslag’<br />
domicilie heeft gekozen.<br />
• Steek de weg naar Benneveld over en sla bij<br />
Restaurant Idylle linksaf het zandpad in.<br />
Dit zandpad vormt de scheiding tussen de Zuidesch van<br />
Zweeloo en de weidegrond in de Grootmaten langs de<br />
Westerstroom. Links aan de kant van de es overheersen<br />
grillige Eiken het laantje, rechts aan de ‘natte’ kant staan<br />
voornamelijk Elzen. Brandnetels langs het pad illustreren de<br />
overmaat aan stikstof van deze tijd. Een zandpad als dit is<br />
honderden jaren oud. En laat het alsjeblieft ook nog honderden<br />
jaren een zandpad blijven. Onderweg langs dit laantje is vrijwel<br />
altijd het scherpe gekras van de Roeken te horen.<br />
© Topografische Dienst Emmen<br />
Een eindje om met <strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong><br />
Start<br />
• Aan het eind van het zandpad gaat u linksaf<br />
in de richting van de straatweg naar<br />
Benneveld.<br />
(Hoewel... misschien is het aardig hier even rechtsaf naar het<br />
bruggetje over de Westerstroom te lopen. Natuurlijk, sinds<br />
zijn kanalisatie is de Westerstroom de Westerstroom niet<br />
meer, desondanks echter heeft de kronkelende beekloop iets<br />
van zijn authentieke karakter behouden.)
• Bij de weg naar Benneveld aangekomen<br />
slaat u rechtsaf.<br />
Ga aan de linkerkant van de weg lopen.<br />
U loopt door de Stroeten. De weg naar Benneveld doorsnijdt<br />
ze als het ware. Dit deel van het reservaat is het kortst in het<br />
bezit van ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’. Een paar jaar geleden<br />
was het weiland links nog een aardappelveld. <strong>Het</strong> beheer is<br />
er vooral op gericht de grond natter te maken en de bodem<br />
te verschralen. Eigenlijk hoort de sloot middenin de stroet<br />
er niet te liggen. Stroeten waren laaggelegen delen in het<br />
veld waar het afstromende water zich verzamelde. U kunt zich<br />
een stroet voorstellen als een natte spons waaruit aan de laagste<br />
kant een stroompje tevoorschijn komt. Om in de Stroeten<br />
het water langer vast te houden is een deel van de dwarsslootjes<br />
inmiddels afgedamd. De veelvuldige aanwezigheid<br />
van Brandnetels illustreert dat de bodem hier nog voedselrijk is.<br />
Door het grasland consequent te laten begrazen en te maaien<br />
verschraalt de bodem op den duur. In zo’n situatie zullen<br />
orchideeën als de Brede orchis zich uitstekend thuis voelen.<br />
Wandelroute<br />
• Neem het eerste zandpad links dat precies<br />
op de grens van de Stroeten en de<br />
Bennevelder Esch loopt.<br />
Vanaf het pad heeft u een schitterend uitzicht op de Stroeten<br />
en ervaart u het bijzondere karakter van dit stukje Drenthe.<br />
Mooi is hier het opmerkelijke hoogteverschil te zien tussen<br />
de Stroeten en de hoge Zuidesch van Zweeloo aan de overkant<br />
en die van Benneveld rechts van het pad. Hoe verder u<br />
langs het pad komt, hoe langer de madelanden in het beheer<br />
bij ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ zijn. U ziet dus de verschillende<br />
stadia van verschraling. Brandnetels worden opgevolgd door<br />
Pitrussen die op hun beurt een paar jaar later ook al weer<br />
zijn verdwenen. Als u ter hoogte van het hakhoutbosje aan<br />
de rechterkant van het pad bent, moet u zeker even bij het<br />
hek de Stroeten in kijken. Hier ziet u hoe uiteindelijk de<br />
hele stroet eruit zal zien: ‘wollige’, groene madelanden met<br />
hier en daar wilgenstruiken en elzen.
18<br />
• Na verloop van tijd buigt het pad naar<br />
rechts, van de stroet vandaan.<br />
Hier vormt het pad de grens van de Bennevelder Esch en<br />
het Noorderveld dat pas in de 20ste eeuw werd ontgonnen.<br />
Op het laatste stuk van het pad is aan de kant van de es goed<br />
te zien hoe de moderne landbouw het <strong>landschap</strong> op zijn kop<br />
kan zetten. Hier lag van oudsher een behoorlijke laagte in<br />
de es waar vroeger eigenlijk niemand iets mee kon. Een<br />
meters-diepe waterlossing zorgt ervoor dat hier nu ook<br />
aardappels kunnen worden verbouwd. Dat zo’n ingreep in<br />
de omgeving enorme verdroging tot gevolg heeft, laat zich<br />
raden. Let u hier ook even op het dorp Benneveld in de<br />
verte. Is het een wonder dat reizigers vroeger naar huis<br />
schreven dat <strong>Drents</strong>e dorpen zich op afstand voordeden als<br />
bosjes in het uitgestrekte veld...<br />
• Aan het eind van het pad slaat u linksaf.<br />
(Hoewel... als u zin heeft, kunt u hier natuurlijk ook even<br />
rechtsaf naar Benneveld: zo’n prachtig klein esdorp waar de<br />
tijd lijkt te hebben stil gestaan. <strong>Het</strong> grootste deel van het<br />
dorp is aangewezen als beschermd dorpsgezicht.)<br />
• Na ruim honderd meter in oostelijke richting<br />
gaat u bij de kerstbomen linksaf de Turfweg<br />
op.<br />
De Turfweg kwam al op de 19de-eeuwse topografische<br />
kaarten voor. Langs dit pad brachten de boeren van<br />
Benneveld karrenvrachten turf uit de tientallen veentjes op<br />
het Noorderveld naar hun dorp. Lopend over de Turfweg<br />
zult u beslist de rechtlijnigheid van het heideontginnings<strong>landschap</strong><br />
ervaren. In de berm groeien planten als Boerenwormkruid,<br />
Kamille en Gewoon duizendblad die typisch op<br />
dit soort schrale zandgronden thuishoren. ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’<br />
hoopt het gebied tussen de Turfweg en de Stroeten<br />
op den duur in eigendom te krijgen om weer iets van het<br />
oude Noorderveld terug te kunnen krijgen. Op die manier<br />
zou de functie van het veld als ‘inzijggebied’ van de Stroeten<br />
enigszins kunnen worden hersteld.<br />
Rechts van de Turfweg ziet u de hoge<br />
torenspits van Sleen af en toe net boven<br />
de bomen in het stroomdalletje van<br />
het Drostendiep uitsteken.<br />
• Ruim voor de verharde weg van Zweeloo naar<br />
Noord-Sleen gaat u linksaf het zandpad op.<br />
Let u hier eens op de sloot rechts van het pad. Over een<br />
afstand van een paar honderd meter zult u de meters-diepe<br />
sloot zien ‘opkomen’ tot een nietszeggend greppeltje. Ingrepen<br />
als deze hebben na de oorlog op grote schaal in het<br />
hele <strong>Drents</strong>e esdorpen<strong>landschap</strong> plaatsgevonden. Ten koste<br />
bijvoorbeeld van de Stroeten, want de sloot voert het water<br />
juist bij de stroet vandaan! Zodra u links de Stroeten heeft,<br />
moet u eigenlijk even blijven staan en om u heen kijken.<br />
Hier is namelijk heel mooi te zien dat de essen en het veld<br />
rond de stroet allemaal een flink stuk hoger liggen en dat al<br />
het water dus vanzelf deze kant opkomt. Althans: tot de<br />
20ste-eeuwse waterhuishoudingsdeskundigen iets anders<br />
bedachten.<br />
• Ga voorbij de stroet linksaf het pad op.<br />
<strong>Het</strong> pad volgt de grens van de Zuidesch van Zweeloo en de<br />
Stroeten. Aan de houten landhekken kunt u zien dat u weer<br />
in het domein van ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ bent teruggekeerd.<br />
In totaal bezit de stichting in de Stroeten op dit moment<br />
zo’n vijftien hectare.<br />
• Na een laatste blik op de Stroeten neemt u<br />
het klinkerweggetje rechtsaf dat u met een<br />
wijde boog terugbrengt naar het kerkje van<br />
Zweeloo.<br />
Wellicht is het goed om al wandelend over de es van<br />
Zweeloo te bedenken dat de cultuurgronden waar u hier<br />
loopt, echt eeuwen en eeuwen oud zijn. Al in de vroege<br />
Middeleeuwen en ver daarvoor werd hier geboerd. <strong>Het</strong> graf<br />
van de ‘Prinses van Zweeloo’, dat bij het dorp gevonden<br />
werd, illustreert dat zulks niet zonder succes was. Cultuur en<br />
natuur zijn in het <strong>Drents</strong>e <strong>landschap</strong> onlosmakelijk met<br />
elkaar verbonden. Hier rond de Stroeten was dat duidelijk<br />
te zien en bij een volgend ‘eindje om’ zullen we het<br />
gegarandeerd weer tegenkomen.<br />
© <strong>Stichting</strong> ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’<br />
Kloosterstraat 5 / 9401 KD Assen / Tel. (0592) 31 35 52
Tjalling Waterbolk<br />
(bewerking Joan D.D.Hofman)<br />
De geschiedenis als de<br />
drager van de toekomst<br />
Naar aanleiding van het beëindigen van zijn lidmaatschap<br />
van het bestuur van ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ heeft het<br />
dagelijks bestuur prof. Waterbolk verzocht om zijn visie<br />
te geven over de manier waarop de <strong>Stichting</strong> in de<br />
toekomst met cultuurhistorische waarden, waaronder<br />
de archeologische, zou moeten omgaan. De nota die de<br />
heer Waterbolk heeft geschreven, lijkt het bestuur ook<br />
voor de begunstigers van de <strong>Stichting</strong> interessant. <strong>Het</strong><br />
verhaal is echter te lang om in zijn geheel in het kwartaalblad<br />
te plaatsen. Daarom treft u hier een bewerking aan.<br />
Zij die de oorspronkelijke nota willen lezen, krijgen die<br />
op aanvraag toegezonden.<br />
Redactie<br />
De eenzame eikeboom bij de Popkenmaat en de Zuidlaarderlanden, markeert nog de plaats waar in<br />
1775 de eerste grenssteen van de markegrens Schipborg/Zuidlaren werd gelegd. (foto: Harry Cock)<br />
Beschouwingen<br />
19<br />
Wat is het probleem<br />
Wie zijn wij, waarom moeten we er zijn, hoe breed is de taak<br />
van ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’, wat is kortom onze identiteit.<br />
Dit zijn vragen die we ons als 60-jarige stichting in een zich<br />
turbulent ontwikkelende samenleving regelmatig moeten<br />
stellen om vanuit onze doelstellingen steeds een zinvolle taak<br />
te kunnen blijven vervullen.<br />
Zoals in een modern huis met moderne mensen oude spullen<br />
heel goed kunnen passen, kunnen in het moderne, steeds<br />
veranderende <strong>landschap</strong> oude patronen en elementen die inzicht<br />
bieden in de geschiedenis, worden ingepast. Cultuurhistorische<br />
waarden, die we niet alleen ontzien omdat ze<br />
oud zijn en iets van het verleden laten zien, maar die ook in<br />
het huidige <strong>landschap</strong> als een rijkdom worden ervaren.<br />
De cultuurhistorische hoofdstructuur van Drenthe<br />
De ondergrond van Drenthe bestaat uit een in de ijstijd<br />
gevormd keileemplateau dat met dekzand is bedekt. Via<br />
brede dalen watert het plateau af in drie hoofdrichtingen:<br />
noord, zuidwest en zuidoost. Na de ijstijd zijn langs de rand,<br />
maar ook plaatselijk in de dalen en op vlakke delen van het<br />
plateau, dikke pakketten hoogveen ontstaan. In de vroege<br />
Middeleeuwen lag het gebied als een grillig gevormde drielobbige<br />
bult temidden van een uitgestrekt hoogveengebied<br />
en was eigenlijk alleen via waterwegen toegankelijk.<br />
In deze natuurlijke eenheid vinden we een grote verscheidenheid<br />
aan cultuur<strong>landschap</strong>pen. Elk <strong>landschap</strong>stype wordt<br />
gekenmerkt door een eigen ontstaansgeschiedenis, een eigen<br />
structuur en een eigen invulling met menselijke activiteiten.<br />
Met een eigen milieu voor de flora en fauna.<br />
<strong>Het</strong> grootste deel van de hogere zandgronden wordt in-
20 Beschouwingen<br />
genomen door het esdorpen<strong>landschap</strong>, dat al in de Middeleeuwen<br />
zijn huidige vorm heeft gekregen, maar rechtstreeks<br />
teruggaat op veel oudere, doch meer door de natuur dan door<br />
de mens gevormde <strong>landschap</strong>pen. Langs de randen van het<br />
plateau ontwikkelden zich op zandruggen streekdorpen met<br />
een opstrekkende verkaveling. De systematische afgraving van<br />
de hoogveengebieden vanaf de zestiende eeuw leidde tot het<br />
ontstaan van veenkoloniale <strong>landschap</strong>pen met een karakteristiek<br />
patroon van bewoningslinten, kanalen en wijken.<br />
<strong>Het</strong> primaire stramien wordt gevormd door een wijdmazig<br />
net van ongeveer 100 dorpsgebieden dat al in prehistorische<br />
tijd zijn grondslag vindt. Deze dorpsgebieden zijn dus ouder<br />
dan de dorpen zelf. Je zou ze ‘oermarken’ kunnen noemen,<br />
omdat de historische marken eruit zijn ontstaan. Die latere<br />
marken kenden een zekere bestuurlijke zelfstandigheid. De<br />
bewoners beslisten zelf over zaken van gemeenschappelijk<br />
belang, zoals het gebruik en beheer van de gronden. Binnen<br />
de huidige boermarken is de aanspraak op dit ‘recht’ nog<br />
terug te vinden.<br />
Boven het niveau van de marken stonden de dingspelen, die<br />
met name een taak hadden op het gebied van de rechtspraak.<br />
Oorspronkelijk zijn het er drie geweest. De grenzen kwamen<br />
ongeveer overeen met de waterscheidingen tussen de drie<br />
afwateringssystemen. Deze driedeling is vermoedelijk aanleiding<br />
geweest voor de naam van de provincie.<br />
Bij de kerkelijke indeling werden in de meeste gevallen een<br />
aantal marken tot een kerspel verenigd. Binnen een kerspel<br />
ontwikkelde vooral het kerkdorp zich met zijn vanuit de<br />
wijde omgeving zichtbare toren. Hier kwamen de wegen<br />
samen; hier werd markt gehouden.<br />
De huidige gemeenten zijn in veel gevallen de directe opvolgers<br />
van de kerspelen. Al zijn de grenzen van marken en<br />
kerspelen altijd onderhevig geweest aan kleine veranderingen,<br />
de hoofdstructuur wordt nog op tal van plaatsen in het <strong>landschap</strong><br />
gemarkeerd door een weg, een waterloop, een grenssteen<br />
of -boom. Bij de gemeentelijke herindeling zullen tal<br />
van dergelijke elementen hun betekenis als bestuurlijke<br />
markering verliezen.<br />
Een stapje verder terug in de tijd<br />
Ook uit de tijd van vóór de Middeleeuwen worden we in<br />
Drenthe geconfronteerd met menselijke activiteit, samen te<br />
Deze boswal vormt het restant van de markegrens<br />
tussen Annen en Zuidlaren.<br />
vatten onder de naam ‘bodemarchief’. Sporen van<br />
prehistorische nederzettingen worden vaak aangetroffen in<br />
of bij bestaande dorpen, maar ook daarbuiten; bijvoorbeeld<br />
op (voormalige) heidevelden of zelfs onder essen. De essen<br />
zijn dan ook niet alleen om historische en <strong>landschap</strong>pelijke<br />
redenen van groot belang, doch ook als bodemarchief.<br />
In archeologisch opzicht heeft Drenthe binnen Nederland<br />
een eigen identiteit. <strong>Het</strong> meest opvallend zijn wel de hunebedden,<br />
maar ook de Celtic fields illustreren die. Of burchtheuvels,<br />
voorden (doorwaadbare plaatsen), veenbruggen en<br />
knuppelpaden als elementen uit de prehistorische infrastructuur.<br />
<strong>Het</strong> bodemarchief is een kostbaar bezit, dat nog<br />
regelmatig grote verrassingen oplevert en ons inzicht in het<br />
leven van onze voorouders en de ontwikkelingsgeschiedenis<br />
van Drenthe verdiept.<br />
Een en ander betekent onder meer dat voorzichtigheid<br />
geboden is, wanneer men bij het terreinbeheer grondwerkzaamheden<br />
wil verrichten.<br />
De natuurlijke identiteit van Drenthe<br />
Door menselijke activiteiten is geen stukje Drenthe<br />
onberoerd gebleven. Pure natuur bestaat niet in onze<br />
provincie. We hebben te maken met planten en dieren voor<br />
wie de omstandigheden geschikt zijn om er te leven. Die<br />
omstandigheden worden door tal van factoren bepaald, maar<br />
de bodemgesteldheid en de waterhuishouding behoren wel<br />
tot de basis-elementen. Daarin is in de loop der geschiedenis<br />
evenwel het nodige gerommeld. En dat zal ook in de toekomst<br />
wel doorgaan, al proberen we hier en daar de klok<br />
een beetje terug te zetten.<br />
In de oude cultuur<strong>landschap</strong>pen, waarin veranderingen zich<br />
heel geleidelijk voltrokken, was een opbouw in de intensiteit<br />
van het grondgebruik. Dichtbij de nederzettingen werden<br />
de gronden intensiever gebruikt dan verderaf gelegen<br />
gronden. In combinatie met verschillen in hoogteligging,<br />
bodemsoort en waterhuishouding leidde dit tot een grote<br />
variatie aan oecologische omstandigheden en dus tot grote<br />
biologische verscheidenheid.<br />
Kenmerkend voor Drenthe zijn dan ook plantensoorten die<br />
van nature in heel andere <strong>landschap</strong>stypen voorkomen, maar<br />
die ook binnen de specifiek <strong>Drents</strong>e omstandigheden een<br />
plaats hebben gevonden. Van de oude cultuur<strong>landschap</strong>pen<br />
foto: Harry Cock
zijn dat dan bijvoorbeeld de heidevelden, beekdalgraslanden,<br />
blauwgraslanden, roggeakkers en zandverstuivingen. Maar<br />
ook sommige bostypen bevatten karakteristieke soorten, wat<br />
kan samenhangen met extreme voedselarmoede of juist met<br />
de rijkdom van de in Drenthe aan de oppervlakte aanwezige<br />
potklei.<br />
Juist in de laatste eeuw zijn bij pogingen van de mens om de<br />
natuur naar zijn hand te zetten - vooral bij agrarische ruilverkavelingen<br />
- grote oppervlakten halfnatuurlijke cultuur<strong>landschap</strong>pen<br />
verdwenen. Daarmee verdween ook een groot<br />
deel van de karakteristieke flora en fauna, of werd uiterst<br />
zeldzaam.<br />
Waarmee gaat ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ verder<br />
<strong>Het</strong> ligt voor de hand dat onze <strong>Stichting</strong> alleen recht doet<br />
aan haar naam, als ze doorgaat met het beschermen van de<br />
archeologische, historische en natuurlijke waarden in het<br />
<strong>landschap</strong>. Met name wanneer die voor Drenthe karakteristiek<br />
zijn of juist in deze provincie goed bewaard zijn gebleven. De<br />
aandacht zal allereerst uitgaan naar wat nog rest van de oudere<br />
cultuur<strong>landschap</strong>pen, omdat die het meest karakteristiek en<br />
waardevol en in biologisch opzicht het rijkst zijn. Doch ook<br />
de jongere, veelal armere <strong>landschap</strong>pen verdienen de aandacht.<br />
Al was het maar om daar de biologische en <strong>landschap</strong>pelijke<br />
kwaliteit te verbeteren. Voor de eigen terreinen<br />
zullen voortdurend keuzen moeten worden gemaakt. De<br />
belangen van de flora lopen niet altijd parallel met die van<br />
de fauna of de cultuurhistorie. Met duidelijke doelstellingen<br />
en keuzen kan de <strong>Stichting</strong> haar identiteit en plaats in de<br />
samenleving manifesteren.<br />
Van belang is daarbij het typisch regionale als uitgangspunt<br />
Beschouwingen<br />
21<br />
te kiezen om de funktie van de <strong>Stichting</strong> enigszins af te<br />
bakenen ten opzichte van de landelijk opererende organisaties.<br />
Samenwerking met anderen is op het vlak van natuurbescherming<br />
goed geregeld. Wat de cultuurhistorische<br />
aspecten betreft, is er echter in organisatorisch opzicht weinig<br />
structuur te bespeuren. Hoewel ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’<br />
een open oog heeft voor cultuurhistorische waarden en er in<br />
haar terreinen zorg voor draagt, zou zij meer in het algemeen<br />
voor cultuurhistorische zaken een actievere rol kunnen<br />
vervullen. <strong>Het</strong> landelijk gebied heeft meerdere funkties. Er<br />
gebeurt van alles om allerlei funkties te realiseren. Maar al te<br />
vaak is de vernieuwingsdrift zo groot dat men zich er<br />
onvoldoende van bewust is, dat er patronen en elementen<br />
zijn die het behouden waard zijn. En dat dit vaak met weinig<br />
inspanning mogelijk is. Bij elke activiteit dient men zich<br />
vooraf af te vragen, welke sporen uit het verleden getuigen<br />
van de geschiedenis van het gebied. Zijn er bewoningssporen<br />
uit de prehistorie, vertelt de nederzettingsstructuur of het<br />
wegenpatroon iets over de historische ontwikkeling. Blijkt<br />
de relatie tussen de natuurlijke omstandigheden en de eertijdse<br />
mogelijkheden uit de verkaveling, zijn er historische<br />
monumenten met herkenbare samenhang met de omgeving,<br />
etc.<br />
Er zijn inmiddels tal van voorbeelden van de modieuze opvatting<br />
van een maakbare natuur; de zogenaamde natuurontwikkeling<br />
die de gevolgen van de vernietiging moet<br />
compenseren. In veel gevallen houdt men daarbij echter te<br />
weinig rekening met gegevens uit het verleden. Nog afgezien<br />
van de vraag of de beoogde natuur maakbaar is en zo<br />
ja, of je dan nog van natuur mag spreken. Wat zich hier en<br />
daar ook aandient, is het creëren van namaaknatuur of<br />
pseudocultuur; imitaties die afbreuk kunnen doen aan de<br />
authenticiteit van wat overgeleverd is. Herstel en restauratie<br />
zijn uiteraard te rechtvaardigen. Nieuwe natuur is ook<br />
prima, mits het niet ten koste gaat van historische waarden<br />
en duidelijk is dat het nieuw is. ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ zal<br />
zulke keuzen uiterst zorgvuldig moeten blijven maken.<br />
Er mag geen twijfel over bestaan dat de <strong>Stichting</strong> ‘<strong>Het</strong><br />
<strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ een duidelijke taak heeft bij het in stand<br />
houden van de eigen identiteit van Drenthe in natuur en<br />
<strong>landschap</strong>.
22<br />
Natuurlijk<br />
* Geert de Vries<br />
Vogels in je tuin<br />
In de wintermaanden<br />
kun je heel goed beginnen<br />
met het leren herkennen van<br />
de verschillende vogelsoorten.<br />
Omdat veel bomen en struiken<br />
nu kaal zijn, kun je de vogels<br />
goed zien. Hoe meer soorten<br />
voer je geeft, hoe meer soorten<br />
vogels je in de tuin ziet.<br />
Maak deze winter eens een<br />
lijstje met alle vogelsoorten<br />
die in jullie tuin gezien zijn.<br />
* G. de Vries, consulent voor natuur- en milieueducatie<br />
in het onderwijs, is lid van het Algemeen<br />
Bestuur van ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’.<br />
Roodborstje (foto: Joop v.d. Merbel)<br />
•<br />
De top tien<br />
Er is een top-tien lijst van vogels<br />
die het vaakst ’s winters in<br />
tuinen worden gezien. Spreeuw,<br />
Huismus en Pimpelmees worden<br />
het meest gezien. Direct gevolgd<br />
door Merel, meeuw, Vink en<br />
Roodborst. De Groenling, Koolmees<br />
en kraai sluiten de rij.<br />
Klopt deze top-tien met de<br />
vogels die in jullie tuin het meest<br />
worden gezien?<br />
•<br />
De Koolmees<br />
Een bioloog wilde eens weten of<br />
het waar was dat de Koolmees<br />
’s winters in zijn tuin steeds<br />
dezelfde was. Omdat hij een<br />
speciale vergunning had, mocht<br />
hij Koolmezen vangen. Hij ving<br />
zijn Koolmees even en deed een<br />
ringetje met een nummer om<br />
een pootje. De volgende dag<br />
ving hij zijn Koolmees weer. Tot<br />
zijn verbazing was die niet<br />
geringd. Hij bleef aan het ringen,<br />
want zijn ene Koolmees bleek er<br />
niet één te zijn, maar meer dan<br />
dertig verschillende Koolmezen.<br />
Met dit onderzoekje heeft hij<br />
bewezen dat ook de Koolmees<br />
die steeds op jouw voedertafel<br />
komt, niet altijd dezelfde is, maar<br />
één van de tientallen die<br />
’s winters in jullie buurt rondzwerven.<br />
Vaak hoor je mensen zeggen:<br />
“dat Koolmeesje komt al meer<br />
dan 15 jaar in onze tuin”.<br />
Helaas, dat is niet waar. De<br />
meeste zangvogels zoals mezen<br />
en Roodborstjes worden slechts<br />
twee tot drie jaar oud. Een<br />
enkeling haalt de leeftijd van<br />
tien jaar. Dat is te vergelijken<br />
met mensen die 100 jaar oud<br />
geworden zijn.
•<br />
<strong>Het</strong> Roodborstje<br />
De meeste Roodborstjes die je nu<br />
ziet komen uit Scandinavië of<br />
Rusland. Veel van onze Roodborstjes<br />
zitten nu in Spanje.<br />
Je zult ’s winters nooit twee<br />
Roodborstjes gezellig bij elkaar<br />
zien. De mannetjes en vrouwtjes<br />
hebben ’s winters allemaal een<br />
eigen plekje waar ze voedsel<br />
zoeken. Roodborstjes zingen<br />
zelfs ’s winters. <strong>Het</strong> liedje<br />
betekent voor de andere Roodborstjes:<br />
“Dit is mijn voedselgebiedje,<br />
zoek jij maar iets<br />
anders”. Elk Roodborstje<br />
verdedigt zijn voedselgebied zo<br />
fanatiek dat er ongeveer één op<br />
de tien Roodborstjes met een<br />
hersenschudding rondvliegt.<br />
In tegenstelling tot de mezen zijn<br />
de Roodborstjes dus wel steeds<br />
dezelfde exemplaren die je<br />
’s winters bij het voederhuisje<br />
ziet.<br />
Merel (Archief HDL)<br />
Koolmees, getekend door<br />
Ilse Wilkens uit Hoogeveen<br />
•<br />
De Spreeuw<br />
Spreeuwen zie je altijd in groepen.<br />
Ook slapen ze samen. Als een<br />
Spreeuw op een dag weinig<br />
voedsel heeft kunnen vinden,<br />
dan gaat hij ’s nachts naast een<br />
Spreeuw slapen die zijn buikje<br />
wel lekker rond heeft gegeten.<br />
De volgende ochtend volgt de<br />
hongerige Spreeuw zijn buurman<br />
om er achter te komen waar wel<br />
wat te halen is.<br />
•<br />
De Merel<br />
Aan het begin van deze eeuw<br />
zag je bijna nooit een Merel in<br />
de tuin. <strong>Het</strong> waren schuwe bosvogels.<br />
Toen er in een paar<br />
strenge winters vrijwel geen<br />
voedsel in het bos te vinden was,<br />
kwamen ze tot de ontdekking<br />
dat er in tuinen nog wel wat te<br />
halen was. Een enkel paartje<br />
keerde niet<br />
terug naar<br />
het bos,<br />
maar ging in de tuin broeden.<br />
Steeds meer Merels dachten er<br />
net zo over en nu is het één van<br />
de meest algemene vogels in de<br />
tuin.<br />
Tips<br />
Jeugdrubriek<br />
23<br />
• De voederplaats<br />
Een paal met een plank is al voldoende.<br />
Vogels willen graag een goed uitzicht<br />
hebben op katten en andere vijanden.<br />
Zet het voederhuisje niet te dicht bij<br />
het raam. Zet het bij voorkeur in de<br />
buurt van een heg of ander dicht<br />
struikgewas. Bij gevaar willen ze<br />
graag een verstop-plek hebben.<br />
• Voedsel<br />
Hoe meer soorten voedsel, hoe groter<br />
kans is op verschillende soorten vogels.<br />
<strong>Het</strong> voedsel mag niet zout zijn.<br />
Merels eten graag oude appels.<br />
Roodborsten zijn dol op bijvoorbeeld<br />
havermout en meelwormen.<br />
Mussen, Vinken en Groenlingen<br />
verwen je met vogelzaad.<br />
Mezen komen af op vetbollen<br />
en pindasnoeren.<br />
• Ontdekken<br />
Kortom: probeer eens een lijstje te<br />
maken van wie wat eet. Eet een<br />
Merel ook brood? Kun je mussen<br />
aan een pindasnoer zien hangen?<br />
Je kunt een heleboel over de vogels<br />
in jouw tuin ontdekken en daar<br />
ongetwijfeld veel plezier<br />
aan beleven.
24<br />
Bertil Zoer*<br />
De Kerkuil<br />
Van oudsher is de Kerkuil als bondgenoot in de bestrijding van muizenplagen een graag geziene<br />
gast op de <strong>Drents</strong>e boerderijen. Menig boerenhuis was dan ook voorzien van een ‘oelebred’,<br />
waardoor de uil naar binnen kon. Tegenwoordig moet er met behulp van actieplannen en de<br />
inzet van provinciaal georganiseerde kerkuilenwerkgroepen hard aan gewerkt worden om<br />
de Kerkuil als broedvogel te behouden.<br />
foto: Eddy Kuis<br />
Geruisloze killer<br />
Een Kerkuil is ‘ontworpen’ voor een<br />
leven in de duisternis. Zijn ogen zijn<br />
opvallend groot en enigszins buisvormig<br />
van structuur om zelfs een<br />
minieme hoeveelheid licht nog te kunnen<br />
benutten. De bijzondere oogstructuur<br />
heeft als nadeel dat de ogen onbeweeglijk<br />
vastzitten in de kop. Hierdoor<br />
moet de uil leren leven met een starre,<br />
starende blik en het bijbehorende<br />
imago van wijze vogel. Gelukkig<br />
wordt het beperkte blikveld gecompenseerd<br />
door een opmerkelijke<br />
beweegbaarheid van de kop. Een<br />
Kerkuil kan zijn kop maar liefst driekwart<br />
rond draaien.<br />
Naast een stel geavanceerde nachtkijkers,<br />
beschikt de uil ook nog eens<br />
over een uitstekend ontwikkeld<br />
gehoor. <strong>Het</strong> zachtste muizenritseltje<br />
wordt niet alleen opgemerkt, maar ook<br />
nog eens met een griezelige precisie<br />
gelokaliseerd. <strong>Het</strong> karakteristieke<br />
uilenmasker vervult hierbij, als een<br />
soort schotelantenne, een onmisbare<br />
rol. De ooropeningen liggen direct<br />
achter de rand van het hartvormige<br />
masker. <strong>Opm</strong>erkelijk is dat de gehooropening<br />
aan de linkerkant van de kop<br />
ietsje hoger ligt dan aan de rechterkant.<br />
Ook dit draagt bij aan het nauwkeurig<br />
kunnen lokaliseren van prooidieren.<br />
Hoe perfect de stereo-schotelontvangst<br />
werkt blijkt uit experimenten, waarbij<br />
geblindeerde Kerkuilen zich keer op<br />
keer feilloos op wegvluchtende muizen<br />
wisten te storten. Zelfs in het holst van<br />
de meest duistere nacht zijn de muizen<br />
dus niet veilig.<br />
De oren op ongelijke hoogte en de<br />
onbeweeglijke grote ogen zouden van<br />
een uilskuiken nooit moeders mooiste<br />
maken, als alles uiteindelijk niet met<br />
een schitterend verenpak werd afgewerkt.<br />
Dankzij een speciale verenstructuur<br />
zijn Kerkuilen in staat volkomen<br />
geruisloos te vliegen, wat<br />
natuurlijk bijzonder handig is als je<br />
muizen wilt vangen. Een scherpe<br />
haaksnavel en een paar fikse klauwen<br />
completeren de uitrusting van de<br />
nachtelijke jager, de schrik van iedere<br />
veldmuis, de perfecte muizenkiller.<br />
Teruglopend kerkbezoek<br />
Kerkuilen broeden graag op een<br />
donkere rustige plaats, zoals die in<br />
allerlei gebouwen aangetroffen kan<br />
worden.<br />
Hoewel zijn naam anders doet<br />
vermoeden, zoekt een Kerkuil tegenwoordig<br />
zijn heil eerder in boerenschuren<br />
dan in kerken. De Engelse
naam ‘Barn Owl’, oftewel schuuruil, is<br />
wat dat betreft toepasselijker gekozen.<br />
<strong>Het</strong> dichtspijkeren van kerktorens,<br />
maar ook stadsuitbreidingen, waardoor<br />
de kerk steeds verder van geschikt<br />
jaaggebied af komt te liggen, werken<br />
een teruglopend kerkbezoek in de hand.<br />
In Drenthe biedt alleen de kerk van<br />
Anloo nog onderdak aan kerkse uilen.<br />
Met onheilspellende kreten, geliefd bij<br />
makers van griezelfilms en het aanbieden<br />
van een onthoofde muis tracht<br />
het mannetje het vrouwtje paringsbereid<br />
te maken. <strong>Het</strong> huwelijksbed<br />
bestaat hooguit uit een laagje platgetrapte<br />
braakballen, vaak in een<br />
speciaal voor Kerkuilen vervaardigde<br />
uilenkast. Soms moet er een stapeltje<br />
vers gedode muizen aan te pas komen<br />
om de laatste twijfels bij mevrouw weg<br />
te halen om in te stemmen met de<br />
paring.<br />
Kerkuilen doen aan geboorteregeling<br />
door de hoeveelheid eieren af te<br />
stemmen op de beschikbare hoeveelheid<br />
prooidieren. In muizenrijke jaren<br />
kan het aantal eieren per legsel wel tien<br />
stuks bedragen. Doordat de eieren uitkomen<br />
in dezelfde volgorde als waarin<br />
ze gelegd zijn, zit er vaak<br />
enkele dagen leeftijdsverschil tussen de<br />
kuikens. <strong>Het</strong> oudste nestjong neemt<br />
gewoonlijk als eerste de prooi in<br />
ontvangst van de ouders. Pas als hij<br />
voldoende heeft gegeten, geeft hij een<br />
muis door aan zijn oudste broertje of<br />
zusje. <strong>Het</strong> jongste kuiken komt altijd<br />
als laatste aan bod. In tijden van<br />
onvoorziene voedselschaarste laten de<br />
oudere kuikens zo weinig over voor de<br />
Benjamin dat hij dat met de dood<br />
moet bekopen. Deze, in onze ogen<br />
onrechtvaardige gang van zaken, houdt<br />
in dat meestal alleen de jongste kuikens<br />
de hongerdood sterven, maar dat niet<br />
het gehele nest verzwakt raakt.<br />
Kleinschalig cultuur<strong>landschap</strong><br />
De Kerkuil woont het liefst vlak bij<br />
zijn voedselbron. Of er Kerkuilen in<br />
een gebied voorkomen, hangt enerzijds<br />
af van de aanwezigheid van geschikte<br />
nestplaatsen en anderzijds van het<br />
voorkomen van voldoende muizen.<br />
In moderne ruilverkavelde streken,<br />
waar boerenschuren vervangen zijn<br />
door hermetisch afgesloten bioloodsen,<br />
ontbreekt het vaak aan geschikte nestlokaties.<br />
Modern graslandgebruik met<br />
scheuren van de zode, slepen en regelmatig<br />
doorzaaien is funest voor Veldmuizen,<br />
en dus ook voor Kerkuilen. In<br />
gebieden waar een goede muizenstand<br />
beperkt is tot de ‘natuurvriendelijk<br />
beheerde’ wegbermen, vallen helaas<br />
nogal wat verkeersslachtoffers onder de<br />
uilen.<br />
<strong>Het</strong> kleinschalige cultuur<strong>landschap</strong> met<br />
zijn vele muizenrijke houtwallen, graslandjes<br />
en met boerderijen die nog<br />
voorzien zijn van een oelebred biedt<br />
nog altijd de beste mogelijkheden. Of<br />
‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’ wat dat<br />
betreft nog wat te bieden heeft? Gaat u<br />
maar eens kijken op Rheebruggen, in<br />
het Reestdal of bij De Kleibosch.<br />
Uileballen pluizen<br />
Prooidieren worden in hun geheel<br />
doorgeslikt, waarna de onverteerbare<br />
delen, zoals haren en botjes, als braakbal<br />
naar buiten komen. <strong>Het</strong> uitpluizen<br />
van braakballen levert verrassende<br />
informatie op over de samenstelling<br />
van de muizenbevolking in het jachtgebied<br />
van de uil.<br />
De Kleibosch<br />
Flora en fauna<br />
Reestdal / Rabbinge<br />
Twee schijfdiagrammen met weergave<br />
van braakbalsamenstelling<br />
(muizensoorten) afkomstig uit<br />
verschillende terreinen van HDL<br />
25<br />
Veldmuis<br />
Aardmuis<br />
Bosspitsmuis<br />
Huisspitsmuis<br />
Waterspitsmuis<br />
Dwergspitsmuis<br />
Bosmuis<br />
Huismuis<br />
Dwergmuis
Markegrens<br />
26<br />
Kortweg<br />
•<br />
Hijkerveld 10<br />
Aan de noordzijde van het<br />
Landgoed Hooghalen in het<br />
Hijkerveld ligt een markante<br />
grafheuvel. Ter hoogte van<br />
deze grafheuvel maakt de oude<br />
markegrens tussen Hooghalen<br />
en Hijken een knik. In vroeger<br />
tijden is deze grafheuvel door<br />
landmeters gebruikt omdat dit<br />
het enige herkenningspunt<br />
vormde in het open kale heide<strong>landschap</strong>.<br />
Deze markegrens is<br />
compleet met knikpunt, nog<br />
altijd te herkennen aan de grens<br />
tussen bos en cultuurgrond.<br />
De grafheuvel is in de loop der<br />
jaren behoorlijk ‘geërodeerd’,<br />
waardoor de oppervlakte veel<br />
kleiner is geworden. Nadat in<br />
het verleden de grafheuvel in<br />
twee helften werd aangekocht<br />
kon nu ook de aangrenzende<br />
© Topografische Dienst Emmen<br />
cultuurgrond worden aangekocht.<br />
Deze aankoop<br />
maakt het mogelijk de grafheuvel<br />
te restaureren en het<br />
oorspronkelijke profiel te<br />
herstellen. <strong>Het</strong> aangrenzende<br />
landbouwbedrijf bleek bereid<br />
voor dit doel een stuk van het<br />
huiskavel aan de <strong>Stichting</strong> te<br />
verkopen.<br />
Inmiddels wordt deze grafheuvel,<br />
tezamen met tientallen<br />
andere op het Landgoed<br />
Hooghalen, door <strong>Landschap</strong>sbeheer<br />
Drenthe onder leiding<br />
van de provinciaal archeoloog<br />
opgeknapt. Ze komen er weer<br />
prachtig uit te zien.<br />
Er kon verder 0,57.60 ha heide<br />
worden aangekocht. Dit<br />
lijkt maar een postzegel in<br />
vergelijking met de aankoop<br />
van het Hijkerveld in 1987<br />
toen 586 ha in één keer werd<br />
verworven. <strong>Het</strong> nu aangekochte<br />
perceel lag als een<br />
enclave binnen het veld.<br />
Dergelijke ‘eilandjes’ kunnen in<br />
het beheer voor grote<br />
problemen zorgen. Ontbrekende<br />
eigendommen maken soms<br />
begrazingsbeheer of aanpassingen<br />
in de waterhuishouding<br />
onmogelijk. Hieruit blijkt het<br />
grote belang van dergelijke<br />
kleine aankopen.<br />
Op 17 oktober vond een<br />
evaluatiebijeenkomst plaats met<br />
de grote groep vrijwilligers die<br />
ook dit jaar de vogelkijkhut<br />
van Diependal naar het publiek<br />
toe begeleidde. Ongeveer 2000<br />
liefhebbers bezochten de kijkhut<br />
dit jaar. Bijna drie keer<br />
zoveel als in 1995. Opnieuw<br />
werden er weer interessante<br />
vogels waargenomen, vooral<br />
ook door mensen uit de vogelwerkgroep<br />
De Koperwiek.<br />
Wessel Spoelder, Dirk Haanstra<br />
en Sipke van der Veen zijn wat<br />
dat betreft waarnemers van<br />
formaat. Roodhalsfuut, Roerdomp,<br />
Zomertaling, Waterral,<br />
Porseleinhoen, Blauwborst en<br />
Paapje waren interessante<br />
broedvogels. Witwangstern,<br />
Grote en Kleine zilverreiger,<br />
Lepelaar, Chileense flamingo,<br />
Visarend, Slechtvalk, Kraanvogel,<br />
Kluut en zelfs de Zeearend<br />
werden als passanten aangetroffen.<br />
Voorwaar een<br />
indrukwekkende lijst. Veel<br />
dank gaat uit naar onze vrijwilligers.<br />
Op 7 juli was de <strong>Stichting</strong> te<br />
gast bij de VARA en wel bij<br />
het programma Vroege Vogels.<br />
Een paar honderd mensen<br />
bezochten het Hijkerveld,<br />
namen deel aan de excursies en<br />
bezochten de vogelkijkhut. Op<br />
dit moment wordt gezocht naar<br />
nieuwe samenwerking met de<br />
VARA in 1997.<br />
•<br />
Rheebruggen 25<br />
Voor het eerst sinds lange<br />
tijd werd op Rheebruggen de<br />
roep van een Steenuiltje<br />
gehoord. Mogelijk het begin<br />
van de terugkeer.<br />
De boerderij aan de Dr. Larijweg<br />
<strong>12</strong>4 te Ruinerwold blijkt<br />
scheuren te vertonen. Met<br />
name de laatste 1,5 jaar is het<br />
een probleem geworden en<br />
naar blijkt niet alleen bij deze<br />
boerderij. We ontvingen van<br />
buren een zevental brieven met<br />
dergelijke problemen. De angst<br />
bestaat dat de in de ruilverkaveling<br />
Ruinerwold-Koekange<br />
sterk ten gunste van de landbouw<br />
gewijzigde waterhuishouding<br />
de oorzaak hiervan<br />
is. Door verdere ontwatering<br />
klinken de onderliggende veenlagen<br />
in. Door de complexe<br />
bodemopbouw, met haar vele<br />
overgangen tussen zand en<br />
veen echter niet overal even<br />
sterk. <strong>Het</strong> gevolg kan zijn dat<br />
de monumentale panden<br />
scheuren. De brieven zijn<br />
doorgestuurd naar de RVK<br />
Ruinerwold-Koekange, het<br />
waterschap Meppelerdiep en de<br />
gemeente Ruinerwold. In een<br />
gesprek met de burgemeester,<br />
waarbij ook de<br />
provinciale Monumentenzorg<br />
aanwezig was, werd de<br />
gemeente gevraagd initiatieven<br />
te ontwikkelen om deze<br />
ontwikkeling te onderzoeken<br />
en zo mogelijk maatregelen te<br />
treffen. Tezamen met de<br />
andere belanghebbenden wordt<br />
op het resultaat gewacht.<br />
Desnoods kunnen we zelf<br />
initiatieven ontwikkelen.
•<br />
Drouwenerzand 19<br />
Met de aankoop van het<br />
Drouwenerzand in 1974 werd<br />
een aaneengesloten natuurgebied<br />
van 200 hectare<br />
verworven. Aan de rand van<br />
het natuurgebied, op de overgang<br />
naar de cultuurgronden in<br />
het veen, ligt een smalle strook<br />
met zeer veel kleine perceeltjes.<br />
In deze wirwar van eigendommen<br />
kon weer een<br />
perceeltje van 0,24.20 ha bos<br />
aan de legpuzzel worden toegevoegd.<br />
In het verleden zijn hier<br />
heel wat zweetdruppeltjes<br />
gevallen. Onder het stuifzand<br />
van soms enkele meters dik,<br />
bleek nog veen te zitten. Om<br />
hier te kunnen vervenen moest<br />
eerst het stuifzand worden<br />
weggegraven. De metersdiepe<br />
kuilen zijn op een aantal<br />
plekken nog steeds herkenbaar.<br />
Omdat iedereen in die tijd<br />
belang had bij veen, werden de<br />
gronden in kleine perceeltjes<br />
verdeeld. Dit is waarschijnlijk<br />
dan ook de reden waarom deze<br />
versnipperde eigendomssituatie<br />
is ontstaan.<br />
Op <strong>12</strong> oktober werd met de<br />
basisschool De Dobbe uit<br />
Gasselte een zwerfvuilaktie<br />
gehouden. Met veel<br />
enthousiasme werden 25 volle<br />
vuilniszakken afval uit het<br />
natuurgebied verwijderd. Een<br />
prachtig initiatief. Gedurende<br />
het seizoen 1996 werden door<br />
Gijs Leyenaar en Loek Pasman<br />
van het IVN Gieten<br />
18 wandelingen in het<br />
Drouwenerzand georganiseerd,<br />
waaraan door 445 liefhebbers<br />
werd deelgenomen. Overigens<br />
wordt met de verschillende<br />
recreatiebedrijven rond het<br />
Drouwenerzand op een<br />
plezierige manier samengewerkt.<br />
•<br />
Doldersummerveld 22<br />
Dit voorjaar werden op<br />
21 april door dhr. Prinsen op<br />
het gedeelte Landarbeid twee<br />
Grote trappen waargenomen.<br />
Daarbij vergeleken waren drie<br />
Kraanvogels centraal op het<br />
veld maar relatief gewoon. In<br />
Eén van de opdrachten bij de<br />
kindermiddag tijdens de Week van<br />
het <strong>Landschap</strong> was het schrijven<br />
van een gedicht.<br />
Bovenstaand gedicht is van Natalie<br />
van de basisschool De Ekkelboom.<br />
Rechts: Tijdens de speurtocht kon<br />
iedereen op deze wijze opdrachten<br />
invullen.<br />
foto: Geert de Vreis<br />
het bos in de omgeving van<br />
Doldersum worden regelmatig<br />
Damherten waargenomen.<br />
Deze schitterende dieren zijn,<br />
na aanvankelijk als te bestrijden<br />
exoten te worden gezien, op de<br />
Rode Lijst terechtgekomen.<br />
•<br />
Berichten<br />
27<br />
Takkenhoogte 5<br />
<strong>Het</strong> natuurontwikkelingsproject<br />
stond in het centrum<br />
van de belangstelling gedurende<br />
de ‘Week van het <strong>Landschap</strong>’<br />
in september. Bijzonder was de<br />
kinderdag die ’s woensdags<br />
gehouden werd. Onder de<br />
bezielende leiding van de<br />
Natuur en Milieueducatieconsulent<br />
Geert de Vries,<br />
genoten ca. 250 kinderen van<br />
een uitgezette speurtocht.<br />
Iedereen ontving een diploma<br />
‘speurneus’, waarvan onze<br />
voorzitter Aleid Rensen het<br />
eerste uitreikte. De <strong>Stichting</strong><br />
dankt de familie Van Hagen<br />
van wiens gastvrijheid zij een<br />
week lang mocht genieten.<br />
Inmiddels is het natuurontwikkelings<br />
project afgerond<br />
en opgeleverd. Alleen de<br />
indrukwekkende gronddepots<br />
zullen nog enige jaren blijven<br />
alvorens zij afgevoerd zijn. <strong>Het</strong><br />
ligt in de bedoeling het gebied<br />
in het voorjaar van 1997<br />
officieel open te stellen. De<br />
eerste interessante vogels<br />
werden al waargenomen, waaronder<br />
een broedgeval<br />
van de Kleine plevier.
•<br />
28 Berichten<br />
Reestdal 7<br />
In het Reestdal kon ter<br />
hoogte van De Stapel 6,13.10<br />
ha. worden aangekocht; een<br />
karakteristiek stukje Reestdal.<br />
Een steilrand markeert de overgang<br />
tussen laaggelegen veengronden<br />
en de hooggelegen<br />
zandgronden. In dit Reestperceel<br />
groeien Dotterbloemen<br />
en diverse zegge-soorten. De<br />
grondverwerving vordert in het<br />
Reestdal slechts stapje voor<br />
stapje. De gronden liggen dikwijls<br />
vlak bij de boerderijen,<br />
waardoor zij voor de landbouw<br />
van groot belang zijn. Deze<br />
aankoop vormde een enclave<br />
tussen de in de afgelopen jaren<br />
aangekochte percelen. Ter<br />
hoogte van De Stapel wordt nu<br />
ca 1,5 kilometer langs de Reest<br />
door percelen van de <strong>Stichting</strong><br />
begrensd.<br />
De brug naar De Havixhorst<br />
buikte door het gewicht van<br />
auto’s zo sterk uit dat het voegwerk<br />
eruit vloog. De brug is<br />
inmiddels prachtig gevoegd door<br />
het voeg- en gevelrestauratiebedrijf<br />
Zantingh te Meppel<br />
waarbij de zeldzame muurvarens<br />
gespaard werden. Verder<br />
zal het wegdek dusdanig versterkt<br />
worden dat de oorzaak<br />
voor het bolstaan van de brugmuren<br />
wordt weggenomen.<br />
De serre bleek de afgelopen<br />
maanden zo snel te verzakken<br />
dat de muren gefixeerd moesten<br />
worden. Restauratie is<br />
inmiddels aan de fa. Poortman<br />
opgedragen.<br />
Archief HDL<br />
Ten aanzien van de voorgenomen<br />
bouw van de<br />
dressuurhal bij De Stapel heeft<br />
de rechter op advies van de<br />
stichting Advisering Bestuursrechtspraak<br />
‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e <strong>Landschap</strong>’<br />
en de Milieufederatie in<br />
het gelijk gesteld. Over een<br />
nieuw ontwerp, ditmaal binnen<br />
het bouwblok wordt momenteel<br />
met de gemeente De Wijk<br />
gesproken. Een minder lelijk<br />
ontwerp en een betere <strong>landschap</strong>pelijke<br />
inpassing kunnen<br />
mogelijk de pijn een beetje<br />
verzachten.<br />
•<br />
Hollandsche Veld 33<br />
<strong>Het</strong> project in het kader van<br />
het Overlevingsplan Bos en<br />
Natuur (OBN) is inmiddels<br />
vrijwel uitgevoerd. Met steun<br />
van het Ministerie van<br />
Landbouw, Natuurbeheer en<br />
Visserij is een perceel slechtgroeiende<br />
Fijnspar omgevormd<br />
tot loofbos. Verder heeft de<br />
bosgroep De Holting de<br />
Heidemij/LB+P een onderzoek<br />
laten uitvoeren naar de<br />
mogelijkheden voor verhoging<br />
van de waterstand in het uitgestrekte<br />
bosgebied. Met<br />
betrekkelijk eenvoudige middelen<br />
is waterpeilverhoging van<br />
de wijken goed te realiseren.<br />
In september werd samen met<br />
het IVN een wandeling<br />
georganiseerd die nogal wat<br />
belangstelling trok. Dit oude<br />
bosgebied is een van de minst<br />
bekende bossen in Drenthe.
•<br />
Hunzedal 10<br />
Voor het natuurontwikkelingsgebied<br />
De<br />
Branden aan de voet van het<br />
Drouwenerzand in het Hunzedal,<br />
wordt door ‘<strong>Het</strong> <strong>Drents</strong>e<br />
<strong>Landschap</strong>’ een actief aankoopbeleid<br />
gevoerd. Veelal is het<br />
niet mogelijk gronden rechtstreeks<br />
aan te kopen maar is het<br />
alleen mogelijk om gronden te<br />
verwerven door middel van<br />
kavelruil. Er wordt in overleg<br />
met alle betrokken partijen<br />
gepoogd grondeigenaren uit te<br />
ruilen naar het naastgelegen<br />
deelgebied Kanaalstreek van de<br />
Herinrichting Gronings-<br />
<strong>Drents</strong>e Veenkoloniën. Binnen<br />
de Herinrichting kon een<br />
akkerbouwbedrijf van 40 ha.<br />
worden aangekocht. Hierdoor<br />
ontstaan weer nieuwe ruilmogelijkheden.<br />
In één van de<br />
komende nummers van het<br />
kwartaalblad zal aandacht<br />
worden besteed aan alle kavelruilactiviteiten<br />
ten behoeve van<br />
dit natuurontwikkelingsgebied.<br />
In nauwe samenwerking met<br />
de Herinrichtingscommissie<br />
kon met ruimhartige financiële<br />
steun van het Wereld Natuur<br />
Fonds in totaal 47 ha langs de<br />
Hunze ter hoogte van Eexterveen<br />
verworven worden. <strong>Het</strong><br />
gebied wordt in een aaneengesloten<br />
blok overgedragen en<br />
draagt de naam De Elzenmaat.<br />
<strong>Het</strong> op dit moment lopende<br />
onderzoek van de Grontmij<br />
naar de mogelijkheden van<br />
hermeandering, zal ons al snel<br />
een inrichtingsplan opleveren.<br />
De stichting is zeer verheugd<br />
over de samenwerking met de<br />
verschillende deelnemende<br />
foto: Grontmij<br />
partijen. Op 6 december<br />
werden de info-panelen die bij<br />
het project horen door burgemeester<br />
Munniksma van de<br />
gemeente Anloo, plechtig in<br />
gebruik genomen.<br />
In de Zoersche Landen wordt<br />
op dit moment door Oranjewoud<br />
grondwerk verricht om<br />
het gebied te vernatten en voor<br />
te bereiden op de komende<br />
bebossing. Binnenkort zal hier<br />
een ca. 80 groot bos ontstaan.<br />
De Waterleidingmaatschappij<br />
Drenthe (WMD) slaagt er inmiddels<br />
in om aanzienlijke<br />
oppervlakte grond te verwerven,<br />
al meer dan 100 ha. Talloze<br />
voorlichtingsbijeenkomsten<br />
proberen de streek inzicht in de<br />
plannen te verschaffen. De<br />
<strong>Stichting</strong> is ook met de Waterleidingmaatschappij<br />
Groningen<br />
(WAPROG) in gesprek over<br />
de mogelijkheden voor natuurontwikkelingen<br />
in het Hunzedal.<br />
foto: Johan Vos<br />
Eexterveen<br />
•<br />
Elper Westerveld 16<br />
Opnieuw kon er met de<br />
aankoop van 0,65 ha een stukje<br />
worden toegevoegd aan de<br />
puzzel van het versnipperde<br />
eigendom in het Elper<br />
Westerveld. Dit stukje werd 15<br />
jaar geleden met kerstboompjes<br />
beplant. Een dissonant in dit<br />
mooie natuurgebied. Door de<br />
aankopen van dit jaar kan de<br />
begrazingseenheid worden uitgebreid.<br />
Daardoor kan dit versnipperde<br />
terreingedeelte met<br />
stukjes heide, bos, wildakkers<br />
en de kerstboomplantage weer<br />
één geheel gaan vormen met<br />
de rest van het terrein.<br />
Met <strong>Landschap</strong>sbeheer Drenthe<br />
en de WSW werd afgesproken<br />
om deze winter de jeneverbesstruwelen<br />
vrij te stellen.<br />
•<br />
Berichten<br />
29<br />
Scharreveld 2<br />
Na het weidevogelseizoen<br />
werd gestart met het natuurontwikkelingsproject,<br />
bedoeld<br />
om het Scharreveld en de<br />
Boekweitenplas met elkaar te<br />
verbinden. De fa. Haverkort<br />
heeft reeds een grote oppervlakte<br />
ontdaan van de bouwvoor,<br />
wat aan de grote depots<br />
ook wel te zien is. Nadien<br />
zullen een aantal dichtgeschoven<br />
laagtes weer ontgraven worden.<br />
De hoop bestaat dat het waterschap<br />
Meppelerdiep nu ook<br />
vaart zal zetten in het aanpassen<br />
van de waterhuishouding. In juli<br />
werden er nog zeven Patrijzen<br />
in het veld waargenomen.<br />
Patrijs
Diversen<br />
•<br />
<strong>Drents</strong>e boerenerven en<br />
tuinen<br />
Voor liefhebbers van het<br />
<strong>Drents</strong>e <strong>landschap</strong> en in het<br />
bijzonder voor bewoners van<br />
boerderijen is onlangs het<br />
standaardwerk ‘<strong>Drents</strong>e boerenerven<br />
en tuinen’ verschenen. Ons<br />
oud-bestuurs- en erelid, de<br />
<strong>landschap</strong>sarchitect Harry de<br />
Vroome, belicht op inzichtelijke<br />
wijze de geschiedenis en inrichting<br />
van het <strong>Drents</strong>e boerenerf.<br />
De aanleg van een nieuw<br />
erftype volgens de streekeigen<br />
tradities krijgt veel aandacht,<br />
evenals de aanplant van<br />
karakteristieke bomen, struiken<br />
en bloemen. In het klassiek<br />
vormgegeven boek met foto’s<br />
van Harry Cock bevindt zich<br />
een zeer uitgebreide sortimentslijst<br />
van streekeigen beplanting,<br />
inclusief de klassieke <strong>Drents</strong>e<br />
fruitrassen. Een apart hoofdstuk<br />
is gewijd aan het ecologische<br />
aspect van de boerentuin. De<br />
Vroome werd bijgestaan door<br />
een team van deskundigen,<br />
waaronder de tuinspecialist<br />
Heilien Tonckens, de boerenervendeskundige<br />
Greet Bierema,<br />
de pomoloog Jelle de Vries en<br />
de ecoloog Jan van Ginkel.<br />
<strong>Het</strong> boek is uitgegeven door de<br />
Vereniging Brede Overleggroep<br />
Kleine Dorpen in<br />
Drenthe en de Boerderijen<br />
<strong>Stichting</strong> Drenthe in samen-<br />
werking met uitgeverij van<br />
Gorcum. De winkelprijs<br />
bedraagt ƒ45,–. Een schitterend<br />
geschenk voor de feestdagen !<br />
• P.R.<br />
Excursies, lezingen, het aanbrengen<br />
en onthullen van<br />
panelen, het handboek dat<br />
inmiddels voor u ligt, allemaal<br />
inspanningen die we ons<br />
getroosten om ons werk onder<br />
de aandacht te brengen. Week<br />
van het <strong>Landschap</strong>, Vroege<br />
Vogels op 7 juli, de etstoel te<br />
Anloo op 17 augustus. Zomaar<br />
een greep. Deze zaken kunnen<br />
natuurlijk alleen maar tot stand<br />
komen met hulp van onze vrijwilligers.<br />
Om als groep wat<br />
meer met elkaar bekend te<br />
geraken en ook als blijk van<br />
erkenning werd op 28 oktober<br />
een vrijwilligersdag gehouden.<br />
Met z’n vijftigen hebben we<br />
lekker op Kampsheide<br />
gewandeld en wat zaken<br />
bediscussieerd. <strong>Het</strong> gevoel blijft<br />
over dat we trots mogen zijn<br />
op deze toegewijde groep<br />
vrijwilligers die ons gebaar<br />
zeker op prijs stelden.<br />
• Personeel<br />
Freek Posthumus is op<br />
15 november, na een dienstverband<br />
van 15 jaar, met<br />
vervroegde uittreding gegaan.<br />
Hoewel nog jong en fris van<br />
leden heeft hij voor deze optie<br />
gekozen. Op deze plaats wil de<br />
<strong>Stichting</strong> Freek danken voor<br />
zijn inzet en zijn bijdrage aan<br />
de sfeer door zijn zachtmoedige<br />
en eerlijke aanwezigheid al die<br />
jaren.<br />
•<br />
Oude Diep<br />
De talrijke werkgroepen van<br />
het IGOD-project (Integrale<br />
Gebiedsontwikkeling Oude<br />
Diep) beginnen hun produkten<br />
af te leveren. Er is een<br />
NBL-visie Middenveld, een<br />
landbouwvisie, een natuurontwikkelingsplan<br />
voor het<br />
voetgebied van de VAM en<br />
een rapport Stads<strong>landschap</strong><br />
Hoogeveen. De hoeveelheid<br />
papier is indrukwekkend. Op<br />
dit moment vindt de integratie<br />
plaats, tegelijk met het<br />
betrekken van de streek. De<br />
ontwikkelingen zijn op dit<br />
moment dermate complex en<br />
onoverzichtelijk dat er nog<br />
geen peil op het eindresultaat is<br />
te trekken.<br />
De gemeente Hoogeveen heeft<br />
Ecoplan opdracht gegeven om<br />
een inrichtingsplan voor de<br />
zone langs het Oude Diep nabij<br />
de Toldijk te maken. <strong>Het</strong> plan<br />
ziet er goed uit, alhoewel de<br />
zone te smal is om werkelijk<br />
iets te bereiken. Men krijgt<br />
toch tranen in de ogen wanneer<br />
je ziet hoe daar midden in het<br />
beekdal een industrieterrein<br />
wordt neergesmeten. In plaats<br />
van het aantrekken van hoogwaardige<br />
industrie of het<br />
ontwikkelen van kantorenlokaties,<br />
is Hoogeveen al<br />
tevreden met bulk-industrieën.<br />
Men vraagt zich af wie eigenlijk<br />
controle op zo’n proces<br />
uitoefent. Verder zal er een<br />
probleem ontstaan indien de<br />
gemeente Hoogeveen doorgaat<br />
om langs het Oude Diep een<br />
metersbrede betonbaan aan te<br />
leggen. Men noemt het een<br />
fietspad naar Echten maar het is<br />
in feite een ontsluitingsweg. De<br />
particuliere natuurbescherming<br />
zal zich ertegen verzetten dat<br />
op deze wijze het Oude Diep<br />
definitief in een corset zal<br />
worden gezet.<br />
•<br />
Verdrogingsbestrijding en<br />
particulier natuurbeheer<br />
De stichting heeft zitting<br />
genomen in een werkgroep<br />
van die naam, in het leven<br />
geroepen door het waterschap<br />
Meppelerdiep. Met alle belanghebbenden<br />
wordt ernaar<br />
gestreefd om de knelpunten te<br />
prioriteren en zo snel mogelijk<br />
via projecten op te lossen. In<br />
het blad “<strong>Het</strong> Waterschap” van<br />
november, waarschuwt de<br />
redactie ook al voor de<br />
bezuiniging op verwerving door<br />
Ministerie van Landbouw,<br />
Natuurbeheer en Visserij<br />
(LNV). Uitholling van dit<br />
instrument tezamen met de afkalving<br />
van Gebiedsgerichte<br />
Bestrijding Verdroging<br />
(GEBEVE)-fondsen brengt de<br />
uitvoering van projecten al snel<br />
in gevaar. Evenals in het blad<br />
“Landinrichting” verbaast men<br />
zich over de wat onbezonnen en<br />
vooral politiek gemotiveerde<br />
keuze van de minister van LNV<br />
voor particulier natuurbeheer<br />
ten koste van verwerving. De<br />
<strong>Stichting</strong> vindt het tekenend dat<br />
zowel waterschappers als landinrichters<br />
kritische geluiden<br />
laten horen om deze<br />
ontwikkelingen te nuanceren.<br />
De Unie van <strong>Landschap</strong>pen<br />
heeft samen met Natuurmonumenten<br />
een folder uitgegeven<br />
om de waarheid<br />
omtrent het complexe natuurbeheer<br />
in een brede kring<br />
bekend te maken.
Agenda<br />
Algemeen<br />
do. 26 dec.<br />
10.00 uur.<br />
za. 29 maart 1997<br />
13.00 - 17.00 uur.<br />
za. 19 april<br />
14.00 uur<br />
za. 10 mei<br />
14.00 uur<br />
Schaapskudde Hijkerveld.<br />
De schapen vertrekken met de herder om 9.30 uur<br />
naar de heide en komen om 16.30 uur terug bij de<br />
kooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp<br />
Hijken via de Leemdijk.<br />
Vogelkijkhut Diependal.<br />
Vanaf het weekend 13/14 april tot en met het<br />
weekend van 28/29 sept. is de hut van 08.00 tot<br />
18.00 uur vrij toegankelijk. De hut is te bereiken<br />
via de Zwarte weg, vlakbij de “Speelstad Oranje”.<br />
Kerstwandeling op het Hijkerveld met gidsen van het<br />
IVN.<br />
Startpunt is de schaapskooi, te bereiken vanaf<br />
Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de<br />
route aangegeven met bordjes.<br />
Open dag op de beheersboerderij bij de Wildenberg in<br />
het Reestdal.<br />
Nadere informatie volgt in het volgende kwartaalblad.<br />
Reestdalwandeling onder begeleiding van dhr. A.Dragt.<br />
Vertrekpunt is de parkeerplaats van De Havixhorst,<br />
gelegen aan de Schiphorsterweg (van De Wijk<br />
naar Schiphorst). Speciale aandacht voor de<br />
havesathen De Havixhorst en Dickninge.<br />
De havesathe Dickninge is vooral bekend vanwege<br />
de stinzeflora, met name de Holwortel.<br />
Reestwandeling onder begeleiding van dhr. A.Dragt.<br />
Startpunt is de kerk in Oud-Avereest in Overijssel.<br />
Tijdens deze wandeling zal onder andere aandacht<br />
geschonken worden aan de opbouw van het <strong>landschap</strong><br />
in het beekdal. Vanaf de Overijsselse kant<br />
wordt de Reest overgestoken naar de heide en de<br />
bossen van Wildenberg-Rabbinge.<br />
Voor alle activiteiten geldt dat honden niet<br />
mee mogen; ook niet aangelijnd!<br />
Film inmonteren!!!!<br />
31
32<br />
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:<br />
• Koninklijke BOOM PERS<br />
Meppel (0522) 26 61 11<br />
• Aannemingsbedrijf VEDDER BV<br />
Eext (0592) 26 26 20<br />
Grond-, weg- en waterbouw<br />
• Bouwbedrijf H. POORTMAN<br />
Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82<br />
Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw<br />
• IWACO B.V.<br />
Groningen (050) 521 42 14<br />
Adviesbureau voor water en milieu<br />
• GRONTMIJ DRENTHE<br />
Assen (0592) 34 29 71<br />
Advies- en ingenieursbureau<br />
• ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN<br />
Heerenveen (0513) 63 45 67<br />
Ingenieursbureau<br />
• ABN AMRO BANK N.V.<br />
Assen (0592) 33 33 00<br />
District Drenthe<br />
• NV EDON Groep<br />
Zwolle (038) 455 41 34<br />
Onderneming voor energie, milieu en telecommunicatie<br />
• NAM B.V.<br />
Assen (0592) 36 20 74<br />
Aardoliemaatschappij<br />
• Havesathe ‘DE HAVIXHORST’<br />
De Wijk (0522) 44 14 87<br />
Hotel - Restaurant<br />
• NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’<br />
Assen (0592) 39 55 55<br />
Water, het wonder uit de kraan<br />
• Buro HOLLEMA<br />
Rolde (0592) 24 13 13<br />
Tuin- en <strong>landschap</strong>sarchitekten BNT<br />
• VAM Wijster<br />
Wijster (0593) 56 39 24<br />
Hergebruik en (eind)verwerking van afvalstoffen<br />
• HOLLAND CASINO Groningen<br />
Groningen (050) 3<strong>12</strong> 34 00<br />
Prominent in uitgaan<br />
• HEIDEMIJ ADVIES BV<br />
Assen (0592) 39 21 11<br />
Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur,<br />
milieu en ecologie)<br />
• DENGERINK Vleeswaren<br />
Meppel (0522) 25 25 14<br />
Uitsluitend topkwaliteit<br />
• ERICSSON Radio Systems B.V.<br />
Emmen (0591) 63 77 77<br />
Produkten voor mobiele communicatie<br />
• HULZEBOSCH Grondwerken C.V.<br />
Beilen (0593) 52 21 39<br />
Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk,<br />
leverantie van zand en grind<br />
• RABOBANK<br />
Groningen (050) 520 89 11<br />
Regio Noord-Nederland<br />
• KADASTER DRENTHE<br />
Assen (0592) 31 10 66<br />
Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk<br />
verkeer in vastgoed<br />
• CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V.<br />
Lisse (0252) 41 86 50<br />
De ecologische aanpak in waterbodemsanering<br />
• QUERCUS Boomverzorging en Advisering<br />
Emmen (0591) 51 27 07<br />
Uw bomen, onze zorg<br />
• Veenbedrijf HAVERKORT VROOMSHOOP B.V.<br />
Vroomshoop (0546) 64 38 02<br />
Veenafgraving, verkoop veengrond en tuinaarde<br />
• N.V. Waterleidingmaatschappij<br />
voor de provincie Groningen<br />
Groningen (050) 318 23 11<br />
Wees wijs met water<br />
• DE BOER Winkelbedrijven NV<br />
Hoogeveen (0528) 29 02 90<br />
Supermarkten, drogisterijen en slijterijen<br />
• BÜGEL HAJEMA ADVISEURS<br />
Assen (0592) 31 62 06<br />
Bureau voor ruimtelijke ordening en milieu