Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>REIS</strong> <strong>ZONDER</strong> <strong>EINDE</strong><br />
<strong>PAUL</strong> <strong>CARGA</strong>
© Paul Carga/ Ownland Publishing House/Henk Jan Kater/Cargadvice, Goor,<br />
1987- +2008<br />
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een<br />
geautomatiseerde gegevensbestand, openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,<br />
mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming<br />
van de auteur<br />
Henk Jan Kater Rietzangerstraat 6 7471 HE GOOR (NL) (+31) (0) 547 - 2 73 73 0<br />
(+31) (0) 6 55 72 56 89
inhoudsopgave<br />
I. <strong>REIS</strong> MET EEN BEGIN......................................................................................... 5<br />
II. HEMELVAARTSDAG 28 MEI - FRUTIGEN..................................................... 17<br />
III. 29 MEI - FRUTIGEN & ADELBODEN ........................................................... 22<br />
IV. 3O MEI - KANDERSTEG ................................................................................. 29<br />
V. 32 MEI / 2 JUNI -CHUR ................................................................................... 38<br />
VI. 3 JUNI - BERCHTESGADEN ............................................................................ 46<br />
VII. 4 JUNI – OBERSALZBERG & MAUTHAUSEN............................................... 51<br />
Obersalzberg.................................................................................................................................................... 52<br />
Mauthausen ..................................................................................................................................................... 63<br />
VIII. 5 JUNI - DACHAU ........................................................................................ 72<br />
IX. <strong>REIS</strong> <strong>ZONDER</strong> <strong>EINDE</strong>...................................................................................... 83<br />
X. BENOEMEN IN EIGEN WOORDEN ................................................................. 90<br />
WOORD ACHTERAF............................................................................................. 114
Zij kwamen weer bij elkaar,<br />
slordig op een hoop geveegd gezin,<br />
gebroken scherven<br />
van ruw heen en weer gesmeten aardewerk.<br />
Vervreemd en nauwelijks welkom<br />
wist niemand zeker waar hij hoorde.<br />
Dierbare woorden wilden niet komen,<br />
't vertrouwde gebaar was lang vergeten.<br />
Toen het eindelijk vrijheid was<br />
en ieder gevangen bleef in eigen verhaal,<br />
viel alles uiteen,<br />
begon, zonder herkenning, het zwerven.<br />
(B. Erebos “ Geel Stof, klein dicht verslag; Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage,1984<br />
“Geen buitenstaander kan zich voorstellen wat wij hier hebben meegemaakt. Geen<br />
woorden kunnen deze hel beschrijven. Wij zullen straks opnieuw beginnen en<br />
trachten te vergeten, maar eens, in het verre verschiet, zal de bizarre herinnering<br />
aan deze vervloekte periode weer terugkomen. Onherroepelijk. Onthoudt dat goed,<br />
beste vrienden.”<br />
(Jack Banning - Codewoord “Backpay”; Sijthoff Alphen aan den Rijn, 1982)<br />
Op de weg heeft alles de ruimte, laat niets sporen achter, hij is het eindeloze<br />
niemandsland, dat aan allen gemeen is, nergens blijft en overal heenleidt, en zelfs<br />
daar, waar hij geheel leeg is, schijnt hij nog een belofte te zijn, camino real, de<br />
juiste weg.<br />
(Hermann Schreiber “ Van karavaanpad tot autoweg, symfonie van de weg; Elsevier,<br />
Amsterdam/Brussel, 1961)<br />
De vooruitgang van het kunnen en kennen gaat gepaard met een terugwijken van<br />
zin. Dit terugwijken van zin, het uitblijven van de vraag naar het waarom en waartoe<br />
hangt innig samen met de fundamentele irrationaliteit van onze samenleving.<br />
(K Struyker Boudier - Vervreemding en bevrijding - een bijdrage tot een moderne<br />
antropologie; Ambo 1972)<br />
“De oorlog is pas afgelopen, wanneer de laatste die hem heeft meegemaakt, is<br />
gestorven.”<br />
Harry Mulisch - Het stenen bruidsbed; LRP 1, Bezige Bij, 1961)
het knallen stoort mij<br />
het nieuwe jaar breekt weer aan<br />
wat is Tjideng toch<br />
I. <strong>REIS</strong> MET EEN BEGIN
Zijn hele leven had hij er moeite mee om iets over zichzelf te vertellen en ook<br />
autobiografieën las hij niet graag, omdat hij zich dan als een voyeur beschouwde.<br />
Vreemd eigenlijk, van kind af aan had hij zich als een observator beschouwd.<br />
Koel en zakelijk bekeek hij de wereld om zich heen en gaf daar als het nodig was<br />
commentaar op.<br />
Eerst waren zijn kanttekeningen doorspekt met ironie. Zachte humor, keurig verpakt<br />
in humorvolle woorden.<br />
Jammer dat niet iedereen die humor kon bevatten en velen de ironie te serieus<br />
opnamen en geloofden dat hij slechts op kwetsen uit was.<br />
Een misverstand, waardoor hij langzaam in de valkuil van het cynisme afgleed.<br />
Zijn ironie werd hard en meedogenloos. Met een woordenspel sabelde hij ideeën,<br />
heilige huisjes en vooral mensen neer.<br />
Dit was niet omdat hij zich zo verheven voelde. Het was uit zwakte ontstaan.<br />
Hij wist dat hij in wezen verlegen was en dat hij zijn kwetsbaarheid niet wilde tonen.<br />
Hoe kun je je kwetsbaarheid beter verbergen dan onder de valse vlag van cynisme?<br />
Cynisme is echter riskant. Het vervreemdt je van je medemensen en het kan je<br />
makkelijk eenzaam maken.<br />
Zijn overgrootvader had een lijfspreuk die hij zich eigen probeerde te maken.<br />
Een onmogelijkheid omdat het er vanuit ging dat je vertrouwen moest uitstralen en<br />
dat vertrouwen gaf hij aan slechts enkele nauwe vrienden.<br />
Die lijfspreuk was: “Wees vertrouwd, maar vertrouw niemand”; een wel zeer<br />
cynische opmerking. Het gaf echter goed weer dat hij zich als een observator zag.<br />
Wat hij zag, verbaasde hem niet meer. Hij kon nergens meer verbaasd om zijn.<br />
Niet dat hij zich zo wereldwijs voelde. Het was meer voortgekomen uit het gevoel<br />
dat hij al veel had meegemaakt.<br />
Zelfs de grootste rampen leken hem niets te doen. Ogenschijnlijk onaangedaan<br />
hoorde hij ze aan en bekeek ze op de televisie. Slechts weinigen merkten dan de<br />
verbeten trek rondom zijn mond op.<br />
Zijn naasten konden dit verbijten vaak niet goed plaatsen, gezien zijn plotselinge<br />
woede-uitbarstingen.
Die uitbarstingen waren niet meer dan wanhoopsuitingen; uitingen van opgekropte<br />
emoties en die een eigen leven leidden en hem eerder verbitterden dan opluchtten.<br />
Zijn emoties probeerde hij vooral in dichtvorm te verwoorden en te kanaliseren.<br />
Soms werden zijn teksten gepubliceerd, vaker niet omdat hij ze niet wilde<br />
publiceren.<br />
Publiceren vond hij een omgekeerde vorm van voyeurisme, een vorm van<br />
naaktloperij en hij was bang om zich al te veel bloot te geven. Hij gaf zich echter wel<br />
in een psalmbewerking bloot:<br />
psalm 27<br />
bij hem meen ik veilig te zijn<br />
ik vrees hem niet in mijn kogelvrij vest<br />
in het pow-camp ben ik niet kribbig<br />
het vel over been is mijn zomertenue<br />
en de slavendrijvers slaan mij en strelen mij<br />
met hun reclameacties<br />
toen ik wist te vluchten vluchtte ik<br />
maar in hun tempels zetten emigratieofficieren<br />
hun stempels in mijn papieren<br />
sinds jaar en dag ben ik een zwerver<br />
en kijk met de koele ogen van een televisiescherm<br />
naar de verlaten kinderen en de kindse verlatenen<br />
en ik herken overal mijn onderwijzers maar<br />
ze hebben mij nog maar weinig te zeggen<br />
meinedigen plegen meineed zodra zijn eed hen plaagt<br />
daarom meen ik bij hem veilig te zijn<br />
ik vrees hem niet<br />
Het was logisch dat hij deze psalmbewerking liever voor zich hield.<br />
Het was een haarscherpe ontleding van zichzelf: zijn vroegste jeugd had hij in een<br />
concentratiekamp doorgebracht. Niet in één van de Duitse vernietigingskampen,<br />
maar wel in een Japans kamp op Java. De Japanners waren niet op vernietiging van<br />
bepaalde groepen mensen uit. Het enige wat zij voorstonden was de vestiging van<br />
het Groot Japanse Rijk en de totale uitroeiing van alle westerse invloeden.<br />
Dat de vernietiging van de in hun ogen verachtelijk blanke heerschappij tevens de<br />
vernietiging van mensen inhield, was hun zorg niet. Het sterven van een blanke was<br />
niet erg en juist deze behandeling betekende dat men zich na de oorlog onbegrepen<br />
en soms zelfs overbodig voelde.
Hij was enkele weken voor het begin van de oorlog geboren, dat wil zeggen in 1941<br />
- omdat de oorlog in Azië pas op 7 december 1941 bij de aanval op Pearl Harbour<br />
begon.<br />
Het Japanse leger overspoelde daarna in een blitzkrieg een groot grondgebied.<br />
Het woord grond is niet helemaal correct, omdat het gebied vooral uit zee en<br />
eilanden bestond. In het voorjaar van 1942 landden de eerste Japanse troepen op<br />
Java en begon een bezetting waar hij zich uiteraard niet veel kan herinneren.<br />
Zijn kennis over die allereerste begintijd was met name door zijn ouders<br />
overgeleverd en had hij uit schaarse boeken gehaald. Op school werd na de oorlog<br />
uitvoerig bij de Europese oorlog stilgestaan, terwijl de Aziatische tijd volledig<br />
overgeslagen bleef. De Aziatische oorlog leek een onbelangrijke periode in de<br />
wereldgeschiedenis te zijn geworden.<br />
Het beroep van zijn vader hield de familie de eerste jaren uit interneringskampen,<br />
totdat ook voor hen de tijd van gevangenneming was gekomen.<br />
Vader, moeder, zuster, broer en hij werden gezamenlijk in een vrouwenkamp bij<br />
Batavia opgesloten. Het is dan september 1943.<br />
Een jaar later werd zijn vader naar een ander kamp afgevoerd omdat hij zijn<br />
pastorale werk toch bleef verrichten.<br />
Hij werd onder andere aan een spoorlijn op Java te werk gesteld.<br />
Dit betekende dat de familie uit elkaar werd gerukt en dat de moeder de zorg voor<br />
drie kleine kinderen op zich moest nemen.<br />
Het leven in het kamp was uiteraard hard. Van het verblijf in dit kamp kon hij zich<br />
nog verschillende gebeurtenissen herinneren. Natuurlijk niet de prettigste en na de<br />
oorlog wilde hij er liever niet meer aan herinnerd worden.<br />
Het einde van de oorlog kwam pas na 9 augustus 1945 in zicht. Toen werd de<br />
tweede atoombom op Nagasaki geworpen, alsof Hiroshima niet genoeg was<br />
geweest.<br />
Hij had het altijd navrant gevonden dat hij zijn leven te danken had aan de dood van<br />
honderdduizenden onschuldige burgers.<br />
De oorlog had verwoestende sporen op de familie nagelaten, maar dat bleek pas na<br />
tientallen jaren.<br />
Hijzelf was regelmatig ernstig ziek geweest; een scala van tropische besmettelijke<br />
ziekten hadden hem er echter niet onder gekregen en meer dan eens zei hij, als kind<br />
al, dat hij niet meer zou vechten als hij weer eens op sterven zou liggen.<br />
Minstens vijf keer had hij tijdens ziekte een gevecht met zichzelf moeten voeren om<br />
te overleven en dat gaf hem na de oorlog het gevoel dat hij sterker was dan menig<br />
ander.<br />
Hij wist dat hij principieel een overlever was.<br />
De familie werd in november 1945 voor de tropen en ook voor Australië afgekeurd<br />
en zou daarom op transport naar Nederland gestuurd worden.
Ondertussen werd het december en toen ze in Singapore aankwamen, vorderden de<br />
Britse autoriteiten het schip om hun eigen militairen op kerstverlof te kunnen sturen.<br />
Ze kwamen in het kamp Irene, oorspronkelijk een afgekeurd Gurkhakamp.<br />
De Gurkha's vormden een Brits-Indisch volk en waren met elk onderkomen<br />
tevreden. Een afgekeurd Gurkhakamp behoorde dan ook tot de allerbelabberdste<br />
onderkomens die men zich kan voorstellen.<br />
Het was officieel vrede en dat werd door de naam Irene nog extra benadrukt, maar<br />
jammer genoeg vergaten de Nederlandse autoriteiten de grote groep oudgevangenen,<br />
waarvan verscheidenen door de geleden ontberingen alsnog zouden<br />
overlijden.<br />
Het was dus vrede en Nederland werd weer opgebouwd. Indië was zo verweg en de<br />
autoriteiten hadden hun handen vol aan die poloppers, de Indonesische<br />
onafhankelijkheidstrijders die hun kans schoon zagen en de blanke bezetters wilden<br />
verdrijven.<br />
Pas in februari 1946 herontdekte men het kamp Irene en werden de aangespoelde<br />
bewoners alsnog naar Nederland afgevoerd. Zo kwamen ze in IJmuiden aan;<br />
berooid, moe en verzwakt.<br />
Om weer op krachten te komen, kreeg het gezin een uitnodiging van de Basler<br />
Mission, een onderdeel van de Zwitserse zending, om zes weken in Adelboden door<br />
te brengen.<br />
De rust die hij daar ervoer, vergat hij nooit meer. Hij had het gevoel of hij er<br />
gewoond had in plaats van gelogeerd.<br />
Terug in Nederland kon zijn vader niet direct met zijn werk beginnen en vond de<br />
familie een onderkomen bij de grootouders.<br />
Een logeerpartij die enkele maanden duurde en eindigde met een verhuizing naar<br />
het oosten van het land. Hier kwamen ze in een groot en koud huis te wonen en hier<br />
voelde hij voor het eerst in zijn leven de plakkerige Nederlandse sneeuw.<br />
Het mooie lichte wit woog niet op tegen de natte koude.<br />
Hij bleef er tot 195O wonen. In dat jaar kon zijn vader in Amsterdam aan het werk<br />
komen en verhuisde hij voor de zoveelste keer.<br />
Rond 1952 werd er in de hoofdstad een groot defilé gehouden. Het nieuwste<br />
wapentuig zou getoond worden. Gloster Meteors en vierling mitrailleurs.<br />
Hij wilde dit niet zien en samen met een vriendje ging hij naar het Bosplan, waar ze<br />
ontspannen speelden en niet op laagvliegende straaljagers letten.<br />
Schiphol was immers in de buurt?<br />
Op het einde van de middag waren ze vlakbij de berg in het nieuwe gedeelte en<br />
keken naar het viaduct bij Schiphol. Opeens reden er enkele tanks over en daar<br />
schrok hij van. Hij werd weer met de oorlog geconfronteerd en vanaf dat moment
esloot hij zijn vele herinneringen weg te stoppen. Verweg stoppen en er niet meer<br />
aan denken, leek hem de beste remedie.<br />
Zelfs de herinneringen aan de tijd in Zwitserland duwde hij weg; alleen het gevoel<br />
van rust die hij toen voelde, bleef hij koesteren.<br />
De tijd daarna was de tijd van het grote zwijgen.<br />
De oorlog was voorbij en steeds werd hem op subtiele wijze duidelijk gemaakt dat<br />
men het in Nederland veel erger had gehad. Er was een hongerwinter geweest,<br />
waarin men tulpenbollen had moeten eten. Er waren mensen van honger gestorven<br />
en velen waren bij de bombardementen omgekomen.<br />
Duizenden mannen waren in de kracht van hun leven als dwangarbeider<br />
weggevoerd.<br />
Er was een verzet geweest, haast heel het Vaderland had zich moedig tegenover de<br />
Duitse bezetter verzet en de helden van de ondergrondse waren of lafhartig<br />
vermoord, of werden bij herdenkingen op vier mei geëerd. Ach ja, er waren ook<br />
vernietigingskampen geweest en daar waren de Joodse landgenoten en de<br />
verzetshelden als beesten vermoord. Dat waren erge kampen, niet te vergelijken<br />
met Jappenkampen.<br />
Hij wilde ook niet vergelijken. Dat leek hem zinloos. Een nietes-welles spelletje, dat<br />
hij altijd zou verliezen omdat de ander zo van zijn gelijk overtuigd was, dat<br />
tegenargumenten nooit serieus genomen werden.<br />
Hij wist wat honger was, want in een Jappenkamp waren er geen tulpenbollen om te<br />
eten. Duizenden waren van honger en door tropische ziekten overleden.<br />
Hij stelde niet eens de vraag waarom Nederland relatief de meeste vrijwilligers aan<br />
het Oostfront had geleverd.<br />
Hij paste zich aan, als een kameleon. Hij sprak nooit meer over zijn eigen oorlog. Hij<br />
beaamde het mensonterende karakter van het nazisme en legde bloemen bij de<br />
dodenherdenkingen. Stram stond hij bij de twee minuten stilte in de houding en<br />
voelde emoties opkomen als hij dacht aan de oorlogsmisdaden van de Duitsers.<br />
Toch bleef hij twijfels houden. Terwijl iedereen in zijn omgeving het over Moffen<br />
had, gebruikte hij dat woord niet. Net zo min als hij een Japanner als een Jap<br />
wenste te zien, tenzij het over een oorlogsmisdadiger ging.<br />
Ilse Koch en Hitler waren in zijn ogen Moffen, hoewel Hitler oorspronkelijk een<br />
Oostenrijker was.<br />
Sonei was een Jap, Hirohito echter niet.<br />
Sonei was de kampcommandant van zijn Jappenkamp geweest en viel daarom in de<br />
categorie Jap.<br />
Hirohito was als keizer opperbevelhebber van het Keizerlijke Japanse Leger en droeg<br />
daarmee de eindverantwoordelijkheid voor alle bedreven oorlogsmisdaden.<br />
Toch wilde hij hem niet als een Jap zien.
Desondanks vroeg hij zich regelmatig af wat het wezenlijke verschil tussen de<br />
opperbevelhebber van het nazi-Duitse leger en de opperbevelhebber van het<br />
Japanse leger was.<br />
Het aanpassen kostte moeite en leidde zelfs tot een voortijdig ontslag uit de militaire<br />
dienst; waarbij een psychiater hem duidelijk maakte dat hij de eerste was die op<br />
Jappenkampherinneringen afgekeurd werd.<br />
Dezelfde arts stelde hem gerust dat dit een eventuele carrière niet in de weg hoefde<br />
te staan.<br />
Voor een cursiefje van een hoofdstedelijk vakbondsblad voor onderwijzend<br />
personeel schreef hij in 197O alweer een psalmbewerking.<br />
Hij wilde vijfentwintig jaar na de bevrijding niets over de voorbije oorlog schrijven.<br />
Hij zag meer heil in een andere benadering, hoewel het woord heil in dit verband<br />
waarschijnlijk niet kies te noemen is. Helaas moest hij twee weken later in zijn<br />
cursiefje het volgende schrijven:<br />
BEGRIJP JE NU...<br />
Vijfentwintig jaar na de ineenstorting van het duizendjarige rijk wordt het<br />
langzamerhand tijd niet meer over onze bevrijding te schrijven. Voor velen was deze<br />
bevrijding het besef te behoren tot het “elite-korps-der-enig-levenden”. Met meer<br />
geluk dan wijsheid waren zij aan een voortijdig einde ontsnapt, zij waren echter tot<br />
diep in hun ziel en voor hun hele leven geschramd.<br />
Ik was dan ook niet van plan over dit leger van naamlozen te schrijven, noch over<br />
de bevrijding, vandaar de psalm van de vorige keer: met het oude woord wilde ik<br />
iets nieuws brengen.<br />
Helaas dwongen de diverse nationale programma's, een uitlating van een collega en<br />
het wereldgebeuren mij een standpunt in te nemen, hoewel het me moeite kost de<br />
juiste woorden te vinden.<br />
Op 4 en 5 mei zwegen de communicatiemedia over de oorlog in een van onze<br />
voormalige koloniën, de overheersing van het land der rijzende zon is een<br />
onbekende geschiedenis voor de doorsnee Nederlander. Op de scholen wordt<br />
gesproken over het handjevol verzetshelden in ons land en over de handenvol doden<br />
in Europa.<br />
We vergeten dan de duizenden landgenoten die een verre dood vonden in<br />
gevangenissen en krijgsgevangenkampen in Azië. De voorlichting over deze mensen<br />
is zeer gebrekkig, een film als “De brug over de Kwai” laat ons meer een<br />
padvinderskamp zien dan de werkelijkheid het eigenlijk vereist. Er waren kampen die<br />
bijna onbeschermd er bij lagen, geen prikkeldraadversperringen onder hoogspanning<br />
en geen op scherp gestelde machinegeweren. De Japanners wisten dat een<br />
ontsnapping de dood in een vijandig oerwoud betekende, of dat het op een<br />
lynchpartij der inlanders zou uitlopen. Een collega van mij vertelde mij dat de<br />
mensen in Indië het veel gemakkelijker hadden dan hier in Holland. De Japanners<br />
hadden geen gaskamers en martelden niet. Ik geef dat toe: ze waren op<br />
overheersing uit, niet op het uitroeien van een bepaalde groep mensen. Zij
martelden niet gaat mij echter iets te ver, zij hadden hun eigen<br />
ondervragingsmethoden, verfijnder dan een grove Germaan kan opbrengen en<br />
daarom veel sadistischer. Zij zijn niet de uitvinder van een Bogerstoel, maar legden<br />
je te rusten op een bed met bamboescheuten, omdat bamboe zo lekker snel groeit!<br />
Een andere opmerking was, dat de Japanners genoeg te eten gaven.<br />
Het ligt er aan hoe je dat wilt bekijken, ze gaven iets meer eten toen de atoombom<br />
al op twee plaatsen was gevallen en de keizer de vrede had aanvaard. Het is een<br />
typisch menselijke eigenschap om alles op jezelf te willen betrekken, alleen jij hebt<br />
het slecht gehad, alleen jij...<br />
Het kan psychologisch verklaard worden, maar desondanks is het fout. Het is fout<br />
om te egocentrisch te denken, en deze menselijke fout maakt dat er nog velen<br />
onder traumata lijden.<br />
De krijgsgevangenen in Azië worden nog steeds niet op hun eigen “waarde” geschat,<br />
terwijl een zwarthandelaar die toevallig tegen de lamp liep en enkele dagen in een<br />
gevangenis terechtkwam, gelauwerd wordt als een ex-gevangene.<br />
Terwijl gerenommeerde bunkerbouwers nog steeds geld verdienen, alsof er niets<br />
gebeurd is en het land alleen van hen afhankelijk is. Hoe kun je dan nog<br />
bevrijdingsdag vieren?<br />
Vier mei is de dag der doden, we gedenken ze met gepaste eerbied en vergeten dat<br />
er nog steeds mensen onder de oorlog lijden en dat het fascisme overal de kop weer<br />
opsteekt.<br />
Vijf mei is de dag der overlevenden, maar er is geen bevrijding te vieren als<br />
tweederde van de wereld helemaal niet en eenderde niet helemaal vrij is in zijn doen<br />
en laten. Toch is er een nieuwe inhoud aan de bevrijdingsdag te geven, dat kan als<br />
we deze dag uitroepen tot de Dag van Amnesty International.<br />
Geen uitbundig festijn of het folkloristisch agentjepesten, maar een dag van inkeer.<br />
5 mei.<br />
Bevrijdingsdag kwam hem altijd onwezenlijk over.<br />
Hij was echter in de loop der jaren geconditioneerd om zijn dankbaarheid tonen.<br />
Hij moest steeds weer laten zien dat hij blij was bevrijd te zijn van de Duitse<br />
overheersing. Maar dat kon hij niet.<br />
Hij was immers nooit van de Duitse overheersing bevrijd?<br />
Eigenlijk was hij zelfs nooit echt bevrijd geweest. De overgang van oorlog naar<br />
vrede was voor hem niet abrupt geweest.<br />
Ergens op het einde van de oorlog merkte men in de Jappenkampen dat het regime<br />
veranderde en op een bepaald ogenblik moesten de gevangenen zelfs door de<br />
Japanse bewakers tegen aanvallen van Indonesische vrijheidsstrijders beschermd<br />
worden.<br />
Een vreemde rolomkering: de beul als beschermer, en ook trokken Japanse soldaten<br />
toen de strontkarren van de voormalige gevangenen.<br />
De gevangenen merkten snel dat ze van de regen in de drup waren gekomen. De<br />
wereldoorlog was dan wel officieel beëindigd, maar bleek ingeruild te zijn voor een<br />
burgeroorlog.
Al vroeg kwam hij er achter dat de tweede wereldoorlog niet één oorlog was<br />
geweest, maar minstens twee: één in Europa en één in Azië.<br />
Over de Europese oorlog mocht hij zich vrij uiten, kreeg hij wijze lessen en werd hij<br />
met proefwerken bestookt. Alles wist hij over die oorlog.<br />
Zijn eigen oorlog raakte weggedrukt. Slechts af en toe kwam er een onderhuidse<br />
woede naar boven en schoot hij fel uit. Soms cynisch, maar meestal was het een<br />
combinatie van razernij en berusting.<br />
Zoals op een koninginnedag in het midden der zeventiger jaren, toen hij in een van<br />
de Scandinavische landen op een studiereis was. Samen met een dertigtal collega's<br />
bezocht hij verschillende scholen, in de hoop dat deze grensverlegging hen op<br />
nieuwe ideeën zou brengen.<br />
De drank in dat land was prijzig en een collega merkte op dat zij allemaal<br />
Nederlander waren en dat het koninginnedag was, zodat ze op de ambassade zeker<br />
welkom zouden zijn. Ze gingen er heen.<br />
Velen ongetwijfeld voor hare majesteits verjaardag, anderen waaronder hij kwamen<br />
alleen voor de gratis borrel. In elk geval moesten ze een rede van de ambassadeur<br />
aanhoren.<br />
Door deze rede raakte hij zo van slag dat hij demonstratief met zijn handen in de<br />
zak zijn rug naar de ambassadeur toedraaide, ook toen het Wilhelmus werd<br />
gezongen.<br />
Het ambassadepersoneel werd onrustig en sommigen sisten hem onverholen grove<br />
en beledigende opmerkingen toe.<br />
Hij werd door hen gedwongen zijn woede onder woorden te brengen.<br />
Gelukkig konden de meesten hem volgen, het gaf in elk geval grote onrust in de<br />
kamer met aanwezigen.<br />
Waarom was hij eigenlijk van slag geraakt? Door zijn eigen onmacht, of door de<br />
woorden van de ambassadeur? Of werd hij zijn onmacht weer bewust door die<br />
woorden?<br />
Waarschijnlijk het laatste, want de ambassadeur zei:<br />
“...en in gedachten zien wij dan ook onze vlaggen waaien in alle Nederlandse<br />
steden en dorpen. Die driekleur heeft een grote geschiedenis. Ik wil nu alleen maar<br />
verwijzen naar de jongste tijd, toen zij 5 jaar lang niet over ons land heeft<br />
gewapperd.”<br />
Daar stond hij; zijn oorlog had geen vijf jaar geduurd, maar was korter en zeker niet<br />
minder hevig of erg.<br />
Voor de zoveelste keer voelde hij zich door Nederlanders buitengesloten en toen hij<br />
met de rij meelopend bij de ambassadeur kwam, stak hij zijn hand niet uit, maar zei:<br />
“Ik kan U geen hand geven en U feliciteren met de verjaardag van Uw koningin. Het<br />
lijkt wel of er meerdere koninginnen in ons land zijn, hoewel ik weet dat er slechts
één is. U legde een verband tussen deze dag en vier en vijf mei en U stelde dat de<br />
oorlog vijf jaar duurde en dat U snakte naar een dag vol van rood, wit en blauw met<br />
de zwier van oranje erboven. Welnu, Uw oorlog duurde vijf jaar en U bent bevrijd. Ik<br />
niet. Ik zat toen in Indië en onze oorlog begon pas begin 1942 en eindigde drie jaar<br />
later niet op vijf mei, maar ergens in het najaar van 1945. Zelfs toen waren we niet<br />
echt vrij. We werden letterlijk achtergelaten en vergeten in een afgekeurd<br />
Gurkhakamp in Singapore. Pas in februari van 1946 bedachten de Nederlandse<br />
autoriteiten zich dat wij nog ergens in de rimboe zaten en werden we alsnog naar<br />
Nederland getransporteerd.”<br />
De ambassadeur was al duidelijk op de hoogte van de onrust gesteld. Hij was<br />
geschokt en bood zijn excuses voor zijn ongelukkige redevoering aan en beloofde<br />
voortaan elk jaar aandacht aan de vergeten Indische groep te besteden. Iets wat hij<br />
nog nooit had gedaan, zoals hij ruiterlijk erkende. Hij vroeg zelfs zijn adres en<br />
beloofde de redevoering op te sturen.<br />
Hierop gaven ze elkaar alsnog een hand en aangezien de ambassadeur zijn laatste<br />
belofte nakwam, had hij het gevoel dat in elk geval deze gezagdrager tot inzicht was<br />
gekomen.<br />
Naarmate hij ouder werd, kwamen de onderdrukte gevoelens vooral 's nachts naar<br />
boven. Zijn nachtrust was wat chaotisch en hij was moe, zijn hele leven lang.<br />
Het kostte hem steeds meer moeite om de verdrongen gevoelens te blijven<br />
verdringen.<br />
Het lukte hem niet meer, toen hij in de zomer van 1982 door een zwerm van meer<br />
dan vijftig bijen werd gestoken. Met spoed werd hij in een ziekenhuis opgenomen.<br />
Zijn moeder ging met hem mee, terwijl zijn vrouw met de kinderen in een<br />
wachtkamer achterbleef. Liever had hij hen om zich heen gehad.<br />
Achteraf blijken hij en zijn moeder toen dezelfde gevoelens gehad te hebben.<br />
Beiden vertoonden verschijnselen van regressie: hij had weer dezelfde gevoelens<br />
van het stervensproces; terwijl zij zich weer geconfronteerd zag met haar zieke<br />
zoon, die wanhopig voor zijn bewustzijn vocht.<br />
Hij wist dat hij hier in het ziekenhuis in goede handen was en hij besefte dat zijn<br />
gevecht onzinnig was, maar tòch bleef hij vechten.<br />
Zijn regelmatig geuite mening dat hij niet meer zou vechten om te overleven, kwam<br />
hij niet na.<br />
Zijn moeder probeerde de co-assistente bij de anamnese behulpzaam te zijn, maar<br />
dat liet hij niet toe.<br />
Het kostte hem moeite om zijn gedachten tijdens de shockperiode goed te ordenen<br />
en steeds weer zakte hij in een lager bewustzijnsniveau weg. Elke keer krabbelde hij<br />
echter genoeg op om het inschrijvingsgesprek weer te leiden.<br />
De co-assistente zei verbaasd:<br />
“Laat U zich toch rustig gaan. We zorgen heus wel goed voor U.”
“Dat weet ik, maar ik wil er bij zijn. Ik wil weten wat U doet en vooral wil ik zelf mijn<br />
eigen medische voorgeschiedenis vertellen.”<br />
Het werd een dubbelgevecht. Aan de ene kant streed hij tegen zijn<br />
shockverschijnselen, terwijl hij aan de andere kant een gevecht met zijn moeder<br />
aanging.<br />
Uiteindelijk won hij dat laatste gevecht, door haar weg te sturen.<br />
Ze ging, met afhangende schouders. Ze was verslagen.<br />
In Tjideng had ze hem steeds bijgestaan. Ze had zijn eten voorgekauwd en had hem<br />
daardoor in leven gehouden. Het wegsturen zag ze als een nederlaag. Ze voelde zich<br />
als moeder tekort gedaan, misschien was ze zelfs beledigd dat haar zoon<br />
zelfstandigheid had verworven en zich voor het eerst van haar los wist te maken.<br />
De anamnese duurde enkele uren en hij bewonderde het geduld van de nog jonge<br />
co-assistente.<br />
Het wachten was op het juiste tegengif en ook dat duurde lang.<br />
Het bijengif en het tegengif werkten als dynamiet op zijn onderdrukte gevoelens.<br />
Allerlei herinneringen en vooral emoties raakten op drift. Ze braken door het dunne<br />
pantser en volgden een eigen weg.<br />
De hele nacht was hij klaarwakker, maar lag doodstil met zijn ogen dicht. Zijn<br />
herinneringen leken op nachtmerries, dat viel het verplegend personeel echter niet<br />
op: in de loop van zijn leven had hij zichzelf aangeleerd om zelfs tijdens de ergste<br />
nachtmerries geen emoties te tonen en niet te gaan woelen.<br />
Ook nu niet.<br />
Gelaten onderging hij de stormvloed. Allerlei vergeten beelden tekenden zich scherp<br />
in zijn hersenen af.<br />
Hij rook weer wandluizen, dysenterie en lijken in tropische hitte. Hij herinnerde zich<br />
de huizen waar ze toen gewoond hadden en zag Japanse soldaten. En hij besefte<br />
dat hij al die jaren zijn ervaringen voor niets had verdrongen.<br />
De verdringing had zijn chronische moeheid alleen maar verergerd.<br />
De weggestopte herinneringen leken op roofdieren die hem van alle kanten<br />
besprongen en hij besloot hulp te zoeken. Hij was echter argwanend tegenover<br />
professionele hulpverleners.<br />
De meesten vond hij charlatans, terwijl de overigen misschien wel verstand van<br />
Europese oorlogstrauma's hadden, maar zich niet konden voorstellen welke<br />
invloeden een Jappenkamp werkelijk had. Pas na zijn scheiding vond hij een<br />
therapeute die hij vertrouwde.<br />
Ze was ongeveer tien jaar ouder dan hij en had haar jeugd zelf ook in Tjideng<br />
doorgebracht.
Zijn twijfels over de bekwaamheid en medemenselijkheid van begeleiders kwam niet<br />
voort uit het feit dat hij zelf in de zachte sector van de begeleiding werkte.<br />
Het werd eerder gevoed door een theorie over het ontstaan van syndromen, die hij<br />
ontwikkeld had en waarover hij gepubliceerd had.<br />
De doorgebroken herinneringen brachten hem in verwarring en hebben gedeeltelijk<br />
tot zijn echtscheiding geleid.<br />
Ze waren in elk geval de reden voor een langdurig ziekteverlof. Door dit verlof kon<br />
hij zich ten volle aan de therapie geven. De therapie beschouwde hij als een<br />
ontdekkingsreis.<br />
Hij ontdekte in zichzelf een land, maar hij had geen kaarten, reisbescheiden of zelfs<br />
maar een kompas bij zich.<br />
Het was een reis met een begin, zonder dat hij wist wat het einde was, maar na<br />
tweeëneenhalf jaar had hij het niemandsland in kaart weten te brengen.<br />
Het was een zware tocht geweest, vol ontberingen en helaas ook vol onbegrip en<br />
zelfs vernederingen, vooral door een naaste collega op het werk.<br />
De hele ontdekkingsreis duurde ongeveer even lang als de tijd die hij in het<br />
Jappenkamp had doorgebracht en met opluchting nam hij afscheid van zijn<br />
therapeute.<br />
Deze keer had hij niet aan een gelaten overleving gedaan, deze keer had hij het<br />
gevoel dat hij echt geleefd had.<br />
De gevoelens van berusting hadden plaatsgemaakt voor gevoelens van aanvaarding.<br />
Hij voelde zich bevrijd en was klaar voor een vrijwillige reis om de achtergronden<br />
van de Europese oorlog en de Aziatische oorlog te onderzoeken.<br />
Het ging hem niet alleen om de verschillen tussen beide oorlogen, die had hij zijn<br />
hele leven al gevoeld. Hij wilde vooral weten welke overeenkomsten er waren en<br />
besloot daarom niet alleen Adelboden te bezoeken, maar ook Berchtesgaden,<br />
Mauthausen en Dachau.<br />
Hij zag het als een reis met een duidelijk begin, maar ook nu wist hij niet wat het<br />
einde van deze reis zou zijn.
het groen belooft veel<br />
maar vermolmd hout smeult in mij<br />
legt een rookgordijn<br />
II. HEMELSVAARTSDAG 28 MEI - FRUTIGEN
Het was droog, toen hij 's ochtends iets na zessen het huis van zijn vriendin verliet.<br />
De eerste dauwtrappers op de fiets waren vooral groepen jongeren, die hem af en<br />
toe gedag zwaaiden. Het verbaasde hem.<br />
Waarom zouden ze hem toezwaaien? Onsportief zat hij achter het stuur van zijn<br />
Lite-Ace. Een Japanse auto.<br />
Alweer jaren geleden had hij ook gedauwtrapt en hij herinnerde zich de opgewekte<br />
sfeer die de elkaar tegenkomende groepen uitstraalden.<br />
Hij zwaaide terug, totdat hij zich bij het stadje N. bedacht dat men niet echt<br />
zwaaide, maar naar zijn auto wees.<br />
Hij stopte de wagen en controleerde zijn lichten. Zijn linkervoorlamp deed het niet<br />
meer.<br />
Hij haalde zijn gereedschapkist te voorschijn, hoewel de zon scheen en hij geen licht<br />
hoefde te voeren. Hij wilde de lamp verwisselen, omdat hij altijd met lichten aan<br />
reed; ook overdag. Het lukte niet. De kruisschroevedraaier die hij had was te kort.<br />
Bij de grensovergang kreeg hij van een Duitse douanier een andere schroevedraaier.<br />
De schroeven waren echter vastgeroest en hij was bang de koppen te vervormen,<br />
zodat hij besloot om dan maar zonder licht te rijden. Pas bij Freiburg vroeg hij aan<br />
een pompbediende hem te helpen.<br />
Het uur oponthoud dat hij hierdoor had opgelopen, stoorde hem niet. Eigenlijk was<br />
hij er blij om, want het gaf hem een excuus om later in Adelboden aan te komen.<br />
Adelboden had bij hem een plezierige klank. De naam betekende voor hem rust en<br />
geborgenheid en zonder dat hij het besefte, dekte de naam zijn gevoel volledig.<br />
Etymologisch betekende de naam van het dorp zoveel als “goede grond”. Hij had<br />
zich er na de oorlog gedurende zes weken thuis gevoeld en vanaf die tijd wilde hij<br />
zijn vakanties zoveel mogelijk in een berglandschap doorbrengen.<br />
Niet alleen vakanties; het liefst zou hij in de bergen willen wonen.<br />
Bergen daagden hem uit. Elke top leek hem tot een beklimming op te roepen.<br />
De vermoeienissen van de klim naar boven vergat hij zodra hij een top bereikt had<br />
en van het uitzicht kon genieten.
In 1961 had hij enkele dagen bij een vriendin in Frutigen gelogeerd en had hij<br />
Adelboden kunnen bezoeken.<br />
Het was slechts een afstand van iets meer dan tien kilometer. Hij durfde echter niet.<br />
Wel had hij de Elzighorn beklommen en in een onbewaakt ogenblik de gletsjers en<br />
de toppen van de bergen rond Adelboden gezien. Hij had ze herkend en hij had een<br />
onbestemd angstgevoel gehad. Onbestemde angst, alsof het gebied van Adelboden<br />
een verboden toegang voor hem was. Hij begreep toen niet waarom hij die<br />
gevoelens had.<br />
Tijdens het autorijden dacht hij niet aan zijn verdrongen herinneringen. Hij had de<br />
radio aangezet en luisterde naar een licht muziekprogramma met Amerikaanse en<br />
Duitse grammofoonplaten.<br />
De discjockey had een rustige stem en probeerde zijn programma af en toe met<br />
humor of een wijze opmerking te verluchtigen.<br />
Zo vertelde hij dat hij eens in Holland was en dat hij daar een auto met een sticker<br />
had gezien. De slogan op de sticker had hem aan het denken gezet.<br />
Hij verontschuldigde zich dat hij eerst een Nederlands woord moest verklaren.<br />
Het Nederlandse woord “tuin” is in het Duits “Garten”, zonder deze voorkennis zou<br />
een Duitse luisteraar de slogan niet kunnen vatten. Het woord tuin lijkt op het Duitse<br />
woord Zaun, maar dat betekent hek.<br />
Op de sticker had gestaan: “Beter een raket in de tuin, dan een Rus in de keuken.”.<br />
De discjockey vond het een veiliger idee als de Rus achter het hek zou blijven.<br />
Hij vergat echter dat zijn eigen land door datzelfde hek in tweeën was verdeeld.<br />
Hij grinnikte even, want enkele minuten ervoor had hij op de radio gehoord dat een<br />
Amerikaanse basis met Pershing raketten geblokkeerd werd en dat de Duitse<br />
bondsdag een wet aan het voorbereiden was om blokkades ongrondwettelijk te<br />
verklaren.<br />
Dat niet alleen, de Bondspresident had zich kwaad gemaakt op een groep advocaten<br />
die zich tegen plaatsing van deze raketten had geuit.<br />
Een dergelijke stellingname vond de bondspresident tegen het algemeen Duitse<br />
rechtsgevoel gaan.<br />
Waar had hij dat toch meer gehoord?<br />
De rit op de autobahn verliep voorspoedig, ondanks vermoeidheid.<br />
Tot twee keer toe had hij de auto op een Rastplatz gezet en had hij elke keer een<br />
half uurtje geslapen.<br />
Op school had hij steeds geleerd dat de autobahnen een uitvinding van Adolf Hitler<br />
was.<br />
Pas veel later besefte hij dat dat niet zo was.<br />
Hitler liet het wegennet aanleggen om de werkeloosheid te bestrijden en pakte ook<br />
nog het strategische belang mee. De ideeën voor de autobahnen waren al voor zijn<br />
opkomst uitgewerkt. Hij bouwde voort op ideeën van anderen. Het wegennet werd<br />
door Organisation Todt gerealiseerd. De bouwer met zijn symbolische naam.<br />
Het avondnieuws verraste hem.
Er bleek een negentienjarige Duitser met een kleine Cessna 172 dwars door alle<br />
radarstations naar Moskou te zijn gevlogen en uitgerekend midden op het Rode Plein<br />
te zijn geland.<br />
Negentien jaar. Zijn oudste zoon was bijna achttien en onwillekeurig moest hij aan<br />
een andere Duitser denken die op 1O mei 1941 een vredesvlucht naar Schotland had<br />
gemaakt.<br />
Aan deze vlucht had de piloot Hess zijn leven te danken.<br />
Is levenslang in sommige gevallen niet erger dan de doodstraf?<br />
Hij kon om Hess niet rouwen. Zijn mening stond vast: voor oorlogsmisdadigers moet<br />
levenslang ook echt levenslang zijn.<br />
De vlucht van Matthias Rust kan niet vergeleken worden met die van Hess. Hess<br />
wilde, met waarschijnlijke instemming van Hitler, handjeklap met de Britten bereiken<br />
om het Duitse leger vrijspel in Rusland te geven.<br />
De reputatie van Hess als piloot was bekend: één van de laatst overgebleven<br />
helden uit de eerste wereldoorlog - niet te vergelijken met de Rode Baron, of met de<br />
toen nog slanke dandy Hermann Göring.<br />
Dat hij onder het radar door kon vliegen was niet aan zijn vliegkunst te danken,<br />
maar aan de radartechnologie, die toen nog in de kinderschoenen stond.<br />
Het is bijna niet voor te stellen dat iemand tegenwoordig de huidige radarsystemen<br />
zonder hulp van deskundigen kan ontwijken. Het was weliswaar op hemelvaartsdag,<br />
maar de computergestuurde en radargekoppelde wapensystemen zijn met name in<br />
Rusland niet op de hoogte van dergelijke christelijke feestdagen.<br />
Een negentienjarige piloot had een zevenenveertig jarige op punten verslagen. De<br />
laatste had de vernietiging van zijn Duizendjarig Rijk niet aan den lijve mogen<br />
ervaren.<br />
Hij leefde in de schaduw van de geschiedenis voort. Een oude oorlogsmisdadiger,<br />
die tijdens het proces in Neurenberg duidelijk had gemaakt dat hij nergens spijt van<br />
had en dat hij precies hetzelfde zou doen als hij zijn leven over kon doen.<br />
Old soldiers never die, they just fade away. Geldt dat ook voor oorlogsmisdadigers<br />
die de dodendans toevallig konden ontspringen?<br />
Maar wat is een oorlogsmisdadiger?<br />
Tojo werd als oorlogsmisdadiger met de dood gestraft en bijna veertig jaar later op<br />
een heldenkerkhof in Japan bijgezet.<br />
Enige maanden eerder was er sprake van dat de koningin een bezoek aan de keizer<br />
Hirohito zou afleggen. Als Hitler in leven was gebleven, zou hij dan ook zo geëerd<br />
worden?<br />
Het deed hem niet veel dat de mensen Göring wel van naam kenden en Tojo niet.<br />
Ondanks een opkomende en daarna gestage regen kwam hij tegen zeven uur in de<br />
avond in Frutigen aan.
Hij reed het Zwitserse stadje binnen en zag een bord met een gestileerde tent erop.<br />
Eigenlijk was hij van plan om onderweg een kamer voor de overnachting te zoeken.<br />
Toch had hij een matrasje en een slaapzak in de laadruimte van zijn auto gelegd;<br />
voor het geval dat hij geen onderdak kon vinden. Hij kon makkelijk in het busje<br />
slapen.<br />
Hij draaide de weg naar de camping op. Het leek hem goed om een plaats op de<br />
camping te zoeken.<br />
Dan zou hij zich helemaal vrij weten en niet afhankelijk zijn van pensionhouders en<br />
sluitingstijden. Het drong niet tot hem door dat hij geheel vrijwillig in een kamp<br />
wilde overnachten.<br />
Misschien was dat maar goed ook.<br />
Hij sliep goed, hoewel de regen rammelend op het dak kletterde.<br />
Campings hadden hem altijd een gevoel van onafhankelijkheid gegeven en hij<br />
vergeleek ze nooit met een krijgsgevangenkamp.<br />
Concentratiekampen horen gesloten te zijn, behalve voor de bewakers en beulen.<br />
Die hebben een eigen rooster, zodat ze komen en gaan en slechts hun plicht doen.<br />
Gevangenen zijn tijdloos; de tijd geldt nooit voor hen.<br />
De tijd wordt hen vierentwintig uur per dag voorgeschreven.
III. 29 MEI – FRUSTIGEN _ ADELBODEN<br />
De zon smolt witheet<br />
toen hij uit het oosten kwam<br />
leven bleek schuldig
De ochtend was grauw bedekt.<br />
Het regende licht en de zon kwam niet door de wolken heen; toch begon hij aan zijn<br />
tocht naar boven. Hij wilde de Elzighorn op, een berg van meer dan tweeduizend<br />
meter, die hij al eens had beklommen, maar dat was in de zomer van 1961 geweest.<br />
Een zomer waarin hij vele internationale vrienden had gemaakt, omdat ze<br />
gezamenlijk een smalle bosweg naar een alm hadden aangelegd. Na een maand<br />
hard werken had hij een zwerftocht door Zwitserland en West-Duitsland gemaakt.<br />
Langs de kant van de weg en met de duim omhoog had hij drie weken extra<br />
vakantie genoten.<br />
Hij herinnerde zich nog goed dat hij boven op de top zijn blik even in de richting van<br />
Adelboden had geworpen, maar bijna direct weer naar het noorden en het<br />
noordoosten opkeek. Wat achter hem in het zuiden lag, was als het ware een<br />
verboden gebied. Het lag vlakbij. Hij kon het in enkele uren lopend bereiken en toch<br />
durfde hij het niet.<br />
Hij voelde zich laf, maar deed geen enkele poging om tegen zijn gevoel in te gaan.<br />
Hij was liever laf, dan voor zichzelf confronterend.<br />
Hij liep toen terug, angstvallig vermijdend tòch naar het berglandschap van<br />
Adelboden te kijken. Hij had de toppen herkend. Haarscherp, ofschoon er zestien<br />
jaren verstreken waren. Hij durfde niet te kijken, hoewel hij er tevens achter wilde<br />
komen waar hij toen had gewoond en waar de Poolse meisjes waren ondergebracht.<br />
Het wijsje dat zij vaak zongen, neuriede hem door het hoofd.<br />
Waarschijnlijk was het zijn moeder die er een eigen tekst op had gemaakt.<br />
Een weinig zeggende tekst, maar voor hem even wezenlijk als kreten als Tjotsé!,<br />
Kireh! en Naureh!.<br />
De Japanse kreten om in de houding te springen, te buigen of een plaats rust te<br />
maken. Buigen deed hij nooit meer; hij vond een buiging te vernederend. Liever<br />
bleef hij overeind staan, hoeveel moeite het zou kosten.<br />
Dit betekende echter niet dat hij nooit tot compromissen bereid was, integendeel:<br />
vaak zei hij dat hij liever zou buigen, dan barsten.
Dit hield niet in dat hij het altijd meende als hij dat zei.<br />
Schijnbaar boog hij, maar dat was meer een kwestie van doordachte tactiek. De<br />
ander dacht dat hij zich dan gewonnen gaf, maar uiteindelijk bleek altijd dat het<br />
tegendeel waar was.<br />
Niet de ander, maar hijzelf proefde dan de zoete smaak van de overwinning. Hij was<br />
echter niet op een overwinning ten koste van een ander uit; liever wilde hij een<br />
gezamenlijke overwinning bewerkstelligen en dat lukte vaak, als de ander eerlijk was<br />
en geen eigen belangen nastreefde.<br />
Eigen belangen, die ten koste van alles centraal staan. Hij had een scherpe neus<br />
voor strebers, maar bleef uitgaan van een principiële goedheid bij anderen, zelfs bij<br />
strebers. Eerlijkheid kun je echter niet altijd bij een ander verwachten en hij was in<br />
de loop der jaren al genoeg gepokt en gemazeld om zijn idealen te mogen verliezen.<br />
Desondanks behield hij idealen.<br />
De tocht naar de voet van de berg was zoals hij verwacht had: het gras dampte en<br />
het smalle geasfalteerde voetpad kronkelde door de bloeiende lenteweiden.<br />
Met een rustige stap liep hij naar boven. Het begon licht te regenen en hij merkte<br />
dat zijn windjack niet helemaal waterdicht was.<br />
In de bossen werd het zelfs nevelig en al spoedig bereikte hij de sneeuw, die door<br />
het slechte weer van de laatste tijd al op lage hoogte lag.<br />
De nevel verdichtte zich en leek meer op een nevelige regen.<br />
De sneeuw werd dikker en was nat en plakkerig.<br />
Nog ver van de top af kwam hij een vrouw tegen. Een touriste die met haar man<br />
een poging ondernam naar boven te gaan.<br />
Ze vertelde dat het iets verderop onbegaanbaar was. Te mistig en te veel sneeuw.<br />
Het was onverantwoord om verder te gaan, zodat ze besloten hadden terug te gaan.<br />
Hij ondernam daarop ook de terugtocht.<br />
Nog zeker een uur had hij af te leggen, toen een auto hem achterop reed en de<br />
bestuurder hem vroeg of hij een lift wilde hebben.<br />
Dankbaar maakte hij van dit aanbod gebruik en pas bij het instappen merkte hij dat<br />
de auto van de man en de vrouw was die ook door het weer tot de terugtocht waren<br />
gedwongen.<br />
Ze raakten aan de praat. De man vroeg wat hij in Zwitserland deed en of hij het land<br />
goed kende.<br />
Hij vertelde dat hij Zwitserland letterlijk op zijn duim kende en dat hij vrienden in<br />
Graubünden had.<br />
Ze spraken over werkkampen en de vrouw vroeg waar het kamp was geweest.<br />
Hij noemde de naam, waarop haar man verrast zei:<br />
“Dat is toevallig, maar dan kent U de hotelier van Das Weisse Kreuz zeker wel?”<br />
“Ik heb hem gekend, maar het is al weer zesentwintig jaar geleden.”<br />
“U heeft daar vrienden zei U?”<br />
“Ja, ik ken de familie S..”
“Wat! Dat is grappig. Dan kent U Andreas zeker ook?”<br />
“Ja, natuurlijk. Hij is boer en heeft de boerderij van zijn vader overgenomen.”<br />
“Ach, doet U hem de groeten. Ik ben zijn Feldwebel in dienst geweest.”<br />
Was deze ontmoeting toeval?<br />
Een week eerder had hij Ursina, de zuster van Andreas, opgebeld en gevraagd of hij<br />
kon logeren.<br />
Hij zou daar zondag komen en nu ontmoette hij deze Feldwebel.<br />
Was dat toeval? Er wonen bijna zevenmiljoen mensen in Zwitserland en dat gegeven<br />
levert een interessante kansberekening op.<br />
Toeval?<br />
Toeval bestaat niet hield hij zich altijd voor. Een goede kennis had eens gezegd dat<br />
toeval datgene is wat iemand toevalt.<br />
Al te vaak had hij voorbeelden van toeval meegemaakt.<br />
Het leek wel of hij het toeval rook, opzocht, uitdaagde en als het plaatsvond, dan<br />
voelde hij zich opgelaten.<br />
Het leek hem prettiger om onbekommerd te leven, dan om voorkennis te hebben en<br />
steeds toevalligheden wetmatig te moeten ervaren.<br />
Vroeg in de middag was hij weer op de camping terug en had hij nog genoeg tijd<br />
over om iets anders te ondernemen.<br />
Het weer nodigde niet uit om met een cabinelift naar boven te gaan; hoewel hij<br />
graag op de Engstlichen Alm had willen wandelen. Als kind had hij daar<br />
sneeuwballen gegooid en in zijn herinnering was dat andere sneeuw dan de eerste<br />
sneeuw die hij in Nederland had zien vallen. Die sneeuw was nat en koud geweest,<br />
terwijl de sneeuw van Adelboden droog en korrelig was. Het voelde toen zelfs<br />
enigszins warm aan.<br />
Hij besloot naar Adelboden te gaan en hij voelde zich gespannen.<br />
Hoe zou het zijn daar rond te lopen?<br />
Nu voelde het niet als een Verboden Toegang aan en was hij vrij om er heen te<br />
gaan. Een heel ander gevoel dan de laatste keer dat hij in Frutigen was.<br />
De auto parkeerde hij in het centrum en hij dwaalde eerst wat door het centrum.<br />
Hij zocht de kledingzaak waar zijn ouders in 1946 kousen voor zijn moeder hadden<br />
gekocht.<br />
Ze hadden geen geld om goede kleren te kopen.<br />
Op weg naar Nederland hadden ze in El-Kantara kleding uit een legerdepot<br />
gekregen. El-Kantara is de landrug in Egypte tussen het Menzala meer en het Ballah<br />
meer bij het Suezkanaal. Het betekent 'de brug' en was voor de karavanen van ouds<br />
her de verbinding tussen Egypte en West-Azië<br />
Voor hem was het geen brug, maar de breuklijn tussen het oosten en het westen,<br />
gemarkeerd met groen ondergoed en beide zeker niet in de maat van kinderen.<br />
Ze zagen er dus armoedig uit toen ze in Adelboden aankwamen.<br />
Het stoorde hen, maar ze waren blij dat ze het geweld overleefd hadden en dat ze<br />
op verhaal mochten komen.
Adelboden was in die dagen nog geen echte touristenplaats. Voor de oorlog wel,<br />
maar de oorlog was in Europa nog maar een jaar voorbij en er waren nog niet veel<br />
toeristen.<br />
De tropenwarmte zat nog in de botten en kousen hebben de neiging te slijten.<br />
Zijn ouders waren de winkel ingegaan en terwijl zijn moeder naar goedkope kousen<br />
zocht, bekeek zijn vader de uitgestalde kleding.<br />
De mode was uitgestald, maar niet aan hun lijf en dat zag de eigenaar van de zaak.<br />
Deze kwam op zijn vader af en vroeg of ze geen andere kleren hadden.<br />
Zijn vader keek hem niet begrijpend aan.<br />
“Ik zie U hier vaak en U, Uw vrouw en Uw kinderen dragen altijd die kakikleren. Het<br />
staat U niet.”<br />
Zijn vader voelde zich niet vernederd, maar zei met een zekere trots in de stem:<br />
“Dat kan ook niet anders. We komen net uit Indië en daar hebben we alles verloren.<br />
Dit is het enige wat we hebben.”<br />
“Daar was het ook erg, hè?” vroeg de man op een toon die duidelijk maakte dat hij<br />
geen antwoord hoefde te hebben.<br />
Hij vervolgde tenminste:<br />
“Wij hebben het hier niet slecht gehad en ik hoop dat we nooit een oorlog aan den<br />
lijve zullen moeten ervaren. Weet U wat, zoekt U kleding voor Uzelf en Uw vrouw<br />
uit. Let U absoluut niet op het prijskaartje. U krijgt het van mij cadeau.”<br />
“Cadeau?”<br />
“Ja, cadeau. De oorlog heeft vijf jaar geduurd en ik hoop niet dat we over vijf jaar<br />
weer oorlog zullen hebben. Als dat wel zo is, dan hoop ik dat er iemand is die geld<br />
heeft om mij nieuwe kleren te geven. Doet U mij een plezier en accepteer mijn<br />
gebaar.”<br />
Zijn moeder stribbelde tegen, toen ze door zijn vader van het aanbod op de hoogte<br />
werd gesteld.<br />
Ze was bang dat ze toch moesten betalen.<br />
De zaak was er nog. Hij keek naar binnen en zag de nieuwste mode hangen. Veel<br />
RAF-blauw, terwijl hij een allergische hekel had aan legergroen en RAF-blauw.<br />
Hij liep door naar de VVV en vroeg de weg naar de Hörnliweg en naar Schlegeli.<br />
Beide lagen in de buurt en hij herkende de weg erheen. Het kwam hem vertrouwd<br />
over en hij begreep waarom hij een déjà vue ervaring in Spa en Luik had gehad.<br />
Daar had hij straten gezien die sprekend op de Hörnliweg leken.<br />
Een haarscherpe weg met een kloof en een waterval.<br />
Het feest van herkenning voelde hij ook bij het huis Sunnenschyn; het huis waar ze<br />
na de oorlog zes weken hadden gewoond.<br />
Het was nog steeds druilerig en nevelig. Links en hogerop stond een groot hotel.<br />
Hij herkende het en moest tegelijk denken aan een ervaring in Zweden: in Uppsala<br />
had hij eens de bus gemist en was hij lopend naar een school gegaan. In de hoop<br />
dat het reisgezelschap daar zou zijn.<br />
Hij liep door een landelijke buitenwijk met lage flatgebouwen en alles kwam hem<br />
bekend voor. Hij had het gevoel dat hij er al eens was geweest, maar dat er toen
andere huizen stonden. Kleiner en meer van hout en hij miste een groot houten<br />
gebouw, dat op een hotel leek.<br />
Hij belde bij Sunnenschyn aan. Een oude vrouw opende de deur en keek hem<br />
argwanend aan.<br />
Het bleek de eigenaresse, mevrouw K., zelf te zijn. Ze leefde nog, maar kon zich de<br />
familie niet meer herinneren.<br />
Het was alweer zo lang geleden en over de Poolse meisjes wist ze ook niets meer.<br />
Ze raadde hem aan naar hotel Hari te gaan, want daar had men na de oorlog veel<br />
vluchtelingen gehad.<br />
Hij deed het niet, omdat hij het niet nodig vond. De toegang tot zijn herinneringen<br />
was geopend. Het was niet meer nodig om bewijzen voor die herinneringen op te<br />
zoeken.<br />
Bij het postkantoor probeerde hij zijn vriendin op te bellen, maar de telefoon werd<br />
niet opgenomen en om toch een levensteken te geven, stuurde hij haar en zijn<br />
ouders een kaart.<br />
Hierna reed hij terug naar de camping.<br />
Het bleef regenen, maar hij ging lopend het huis opzoeken waar Madelaine in<br />
Frutigen had gewoond.<br />
Hij kende haar uit het werkkamp en had haar in zesentwintig jaar niet meer<br />
gesproken. Ze woonde er nog, maar was niet thuis.<br />
Buren vertelden dat ze in Israël was, ze was daar in een Aufbaulager aan het werk.<br />
Het kwam hem vanzelfsprekend over. Waarom ook niet? Haar medemenselijkheid<br />
was gebaseerd op het christendom. Alleen, waarom juist in Israël?<br />
Hij ontdekte niet voor de eerste keer dat de geschiedenis in wezen kleinschalig is.<br />
De concentratiekampen werden steeds in kleine dorpen verstopt. Zo was de<br />
ontdekkingskans kleiner en kon het vernietigende werk ongestoorder plaatsvinden.<br />
Dat niet alleen. De namen waaronder deze kampen in Europa bekend werden,<br />
waren ongewild symbolisch: Mauthausen, Dachau, Buchenwald.<br />
Hij vond het jammer dat hij de namen van de duizenden kampen in Azië niet kende<br />
en niet kon vertalen.<br />
Mauthausen - had daar vroeger een tol gestaan? De gevangen in het<br />
vernietigingskamp Mauthausen hebben hun tol in de meeste gevallen met de dood<br />
moeten betalen.<br />
Dachau “ het woord “au” betekent “weide”. Het werd een dodenakker zonder dak<br />
boven het hoofd.<br />
Buchenwald - de naam klinkt zo idyllisch dat de wreedheid die daar plaatsvond bijna<br />
ongeloofwaardig overkomt.<br />
Het nazisme begon zijn aanval op de wereld vanuit een bierkelder in München en de<br />
stamgasten vormden eigenlijk een dorp binnen een grote stad.<br />
De beschrijving van de oorlog is ook niet interessant als alleen de grote lijnen<br />
gevolgd worden. Juist het kleine en het intieme maakt de geschiedenis<br />
belangwekkend.
Het grote leed is onvoorstelbaar en kan alleen maar verduidelijkt worden door intiem<br />
leed. Anne Frank's dagboek heeft meer begrip voor de vervolging opgeleverd dan<br />
welk standaardwerk dan ook.<br />
Het is daarom niet vreemd dat hij op zijn reis alleen maar kleine dorpen aan zou<br />
doen.<br />
Adelboden - de grond waarop het lag moest adellijk zijn, hoewel de Engstlichen zijn<br />
loop langs rotsblokken uitschuurde.<br />
Engstlich slaat echter op de nauwe doorgang die de beekloop heeft en heeft niets<br />
met angst te maken.<br />
's Avonds at hij in een restaurant rijst met pinda's en struisvogelvlees. Hij had dit<br />
vlees nog nooit gegeten. Het had door de saus een aparte smaak en pas bij het<br />
inslapen viel het hem op dat hij op deze reis zijn nek uitstak en zijn kop niet meer in<br />
het zand stak als hij zich door herinneringen liet leiden.
laderen vallen<br />
zodra de pijn voelbaar wordt<br />
het verleden werkt<br />
30 MEI - KANDERSTEG
“Het blijft opvallend”, bedacht hij bij het ontbijt, “Hitler staat in de geschiedenis als<br />
oorlogsmisdadiger geboekstaafd. Hirohito echter niet.”<br />
De eerste werd door zijn tegenstanders vaak als een dorpsidioot beschouwd, terwijl<br />
hij door zijn volgelingen als een door God redder werd aanvaard.<br />
Hirohito was volgens zijn onderdanen geen gezondene. Integendeel; hij was God<br />
zelf en werd daarom vereerd.<br />
De dorpsidioot pleegde op het eind van zijn missie zelfmoord, terwijl God tot een<br />
gewone en menselijke keizer werd gedegradeerd.<br />
Wat was een zwaardere straf?<br />
In een tot puin geschoten hoofdstad zelfmoord te moeten plegen, of voor de radio<br />
te moeten erkennen dat zelfs God gewoon maar een mens is?<br />
De dorpsidioot en de afvallige God hebben meer overeenkomsten dan de letters h-it-r.<br />
Beiden leven nog steeds. Biologisch is de dorpsidioot tot stof vergaan, maar zijn<br />
zijn ideeën nog steeds springlevend.<br />
De keizer wordt brozer en brozer. Op films en televisie zag hij hem door zijn tuin<br />
schuifelen. Planten kwekend en maanvissen fokkend.<br />
Hij herinnerde zich het verhaal van het hoofdstedelijke aquarium, dat van een goede<br />
relatie uiterst kleine maanvissen had gekregen. Helaas konden ze niet<br />
tentoongesteld worden, omdat ze zonder toestemming uit de kweekvijvers van<br />
Hirohito kwamen en het land uit waren gesmokkeld.<br />
De keizer, die over kleine mensen regeert, fokte extra kleine maanvissen.<br />
Als God was de keizer niet zo succesvol, als schepper echter wel. Het bloed kruipt<br />
waar het niet gaan kan.<br />
Hij vroeg zich af of God wel zo succesvol was.<br />
Een vreemde vraag, omdat hij zich atheïst noemde en als klein kind al niet in het<br />
bestaan van God kon en vooral wilde geloven. Hij kende een Amerikaans mopje over<br />
een man die een ernstig verkeersongeluk kreeg en met spoed naar een ziekenhuis<br />
werd vervoerd.<br />
Hij werd daar voor dood verklaard, maar met veel moeite en nog meer kosten<br />
wisten de artsen hem door een operatie weer tot leven te roepen.
Toen hij zijn ogen opende, zat een priester naast hem. Deze vertelde hem dat hij<br />
dood geweest was en vroeg hem of hij een vraag mocht stellen. De man kon amper<br />
met zijn hoofd knikken.<br />
Hij zat aan allerlei apparaten vastgeketend; snoeren, flexibele slangen, meters en<br />
zelfs computers zorgden ervoor dat hij voorlopig niet nog een keer stierf. De priester<br />
stelde de vraag:<br />
“Heeft U God gezien?”<br />
Weer knikte de man.<br />
“En, hoe zag-ie eruit?” vroeg de priester gespannen.<br />
“Well, she was black.”<br />
Vroeg iemand hem naar zijn godsbeeld, dan zei hij altijd “she is black” en dan keken<br />
de meesten hem niet begrijpend aan.<br />
Meestal wilde hij niet uitleggen wat hij ermee bedoelde en zo verstopte hij zich weer<br />
achter woorden.<br />
Hij kon niet in een goedertieren God geloven; daarvoor had hij al te veel<br />
meegemaakt.<br />
Evenals Job in het gelijknamige boek van Joseph Roth stelde hij dat de duivel<br />
vriendelijker dan God moet zijn. De duivel kan namelijk niet zo wreed zijn, omdat hij<br />
niet zo machtig als God is.<br />
Gold dit ook voor Hitler?<br />
De dorpsidioot die de hel over Europa en aanliggende gebieden bracht, had een<br />
uitermate wrede heerschappij in het leven geroepen. Wreder dan het rijk dat in de<br />
naam van Hirohito werd uitgebreid was het Derde Rijk echter niet.<br />
Het leek wreder, omdat er in ons land meer over bekend is geworden.<br />
De Japanse God liet een eigen wreedheid toe, in de grond genomen was het echter<br />
dezelfde wreedheid.<br />
Hirohito geniet de twijfelachtige eer dat de in zijn naam bedreven wreedheden<br />
moedwillig vergeten worden en zo geen eigen leven zijn gaan leiden.<br />
Het regime in naam van de Japanse God deed echter niet onder voor de wreedheid<br />
van de dorpsidioot; de Amerikanen hadden gelijk om God na de oorlog te<br />
degraderen.<br />
Het geloof koppelde hij altijd aan overweldigende rampen en hij had er zich altijd<br />
over verbaasd dat mensen in tijden van rampen, zoals ziekte, overstromingen en<br />
oorlogen het Licht plotseling zagen.<br />
Nood leert bidden; maar hoe lang blijft dat godsvruchtig gevoel bestaan?<br />
In een dergelijke situatie voelt men zich klein en machteloos, en niets is prettiger<br />
dan een almachtige en alwetende boven zich te weten.<br />
Rust vinden door de handen te vouwen en de ogen te sluiten, voordat men definitief<br />
de ogen sluit en anderen je handen dichtvouwen.
Hij wist zeker dat God niet kon bestaan en die zekerheid nam alleen maar toe nu hij<br />
zelf ouder en ouder werd.<br />
Hij herinnerde zich nog goed hoe hij op een bank naast Hans-G. zat.<br />
Hans-G. was predikant en één van de twee leiders van een oecumenisch werkkamp<br />
in een stadje in oostelijk Zwitserland.<br />
Er zou een avondmaal gehouden worden en iedereen had zijn geloofsovertuiging<br />
onder woorden moeten brengen.<br />
De anderen schrokken van zijn overtuiging en vroegen hem waarom hij juist naar<br />
een interkerkelijk werkkamp was gegaan.<br />
Hij probeerde uit te leggen dat het niet om God ging, maar om de goedheid van<br />
mensen. Christus zag hij als mens en niet als Gods enige zoon, tenzij alle mensen<br />
zonder uitzondering ook Gods zoon en dochter waren.<br />
De meesten vonden dat hij van zijn dwaalleer af moest, voordat hij aan het<br />
avondmaal mocht deelnemen.<br />
Hij weigerde zijn woorden te herroepen en deed een beroep op christelijke<br />
naastenliefde.<br />
Als hij aan het avondmaal deelnam, dan was dat omdat hij zich in de groep<br />
thuisvoelde - niets meer en zeker niets minder.<br />
In een laatste poging om hem te overreden en misschien wel vanuit een<br />
zendingsdrift was Hans-G. naar hem toegegaan en waren ze op een bank buiten<br />
gaan zitten, terwijl de lucht zich voor de dagelijkse onweersbui opmaakte.<br />
“Ben je niet bang dat je morgen volledig uit de groep ligt, als je je mening niet<br />
herziet en als je niet meedoet?”<br />
“Nee, waarom? Als dat zo is, dan is de sfeer steeds slecht geweest en dat was het<br />
niet. Dat weet jij ook.”<br />
“Jammer, dat het kamp zo moet eindigen”, zei Hans-G. zuchtend.<br />
“Zo eindigt het ook niet. Je weet net zo goed als ik, dat ik mee wil doen; alleen kan<br />
ik jullie overtuiging niet delen en daar hebben met name de orthodoxen uit Oost-<br />
Europa en Griekenland moeite mee. Ik heb geen moeite met hun mening, zij wel<br />
met die van mij.”<br />
“Vind je het niet cynisch om naar een oecumenisch werkkamp te gaan, terwijl je je<br />
atheïstisch opstelt? Er had een ander in jouw plaats kunnen gaan. Die plaats heb je<br />
nu bezet.”<br />
“Ach, Gods wegen zijn ondoorgrondelijk”, merkte hij ironisch op, maar dat ontging<br />
de ander.<br />
“Ja, Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Neem jezelf nu bijvoorbeeld. Je vader is<br />
predikant, je bent goed in de bijbel thuis en toch...”, Hans-G. maakte zijn zin niet af.<br />
“Wat toch?”<br />
“Ik begrijp het niet dat je je zo opstelt. Waar hebben wij dat aan te danken?”<br />
“Jullie hebben dat nergens aan te danken. Ik kan me alleen niet in jullie denktrant<br />
schikken, hoe jammer ik dat ook voor jullie vind. Dit betekent echter niet dat ik<br />
minderwaardig aan jullie ben. Dat ben ik niet en dat weet ik. Nogmaals, ik ben
ereid om aan het avondmaal deel te nemen, maar niet op jullie voorwaarden. Daar<br />
kan ik niet aan voldoen. Ik stel toch ook geen voorwaarden vooraf aan jullie<br />
deelname?”<br />
Hans-G. zweeg even en begon op zachte toon uit te leggen dat hij de<br />
bombardementen op Dresden had meegemaakt en dat hij sinds die tijd tot het ware<br />
geloof was gekomen. De Here Here en Zijn enige Zoon waren de enige redders voor<br />
deze ontaarde wereld.<br />
Hij had het aangehoord, in stijgende verbazing en toen ze na anderhalf uur<br />
monoloog van Hans-G. uit elkaar gingen, stak deze zijn hand uit:<br />
“Bedankt dat je naar mij hebt willen luisteren. Denk er nog over na. Je bent op het<br />
avondmaal van harte welkom, maar als je niet naar de stem des Heren luistert, zul<br />
je een paria zijn en alle deelnemers aan dit werkkamp zullen je mijden. Dat begrijp<br />
je toch wel?”<br />
Hij begreep dat niet en zijn onbegrip klopte met de houding van de anderen.<br />
Samen met hen was hij het kleine rijk met fresco's versierde kerkje ingegaan, maar<br />
hij had geen brood tot zich genomen en niet van de wijn gedronken.<br />
Samen met hen had hij het kerkje weer verlaten en vrijwel allen hadden hem voor<br />
zijn standvastigheid bedankt.<br />
Vrijwel allen, op Hans-G. na.<br />
Scherp stonden de woorden van een Amerikaans meisje hem in zijn herinnering<br />
gegrift.<br />
Ze vertelde hem, dat ze blij was dat hij getoond had wie hij was en dat zij het<br />
achteraf vreselijk had gevonden als hij zich naar hun mening had geschikt, want dan<br />
zou hij zich naar hun beeld hebben gevormd:<br />
“Je bent lid van deze groep en dat heb je met je standvastigheid duidelijk gemaakt.<br />
Ik heb daar bewondering voor.”.<br />
Ze was op een anglisaksische wijze orthodox en daarom stelde hij haar mening hoog<br />
op prijs.<br />
Hij was toen geen paria en wat hem achteraf het meeste deed, was dat hij ook geen<br />
kameleon was geweest. Het was gemakkelijker geweest om in de omgeving op te<br />
gaan en zichzelf te vergeten.<br />
Een techniek die hij zeer goed beheerste; van zijn jeugd af, omdat hij op die manier<br />
in leven was gebleven.<br />
Jezelf wegschuiven, niet opvallen en vooral jezelf zo klein mogelijk maken, was een<br />
daad van overleving en daar was hij altijd een meester in geweest.<br />
De opmerking van Hans-G. dat hij een paria zou zijn, sneed echter hout. Hij wist dat<br />
hij een paria was en dat elke paria van grote afstand herkenbaar was.<br />
Hij hoorde nergens bij.<br />
Niet bij de Nederlanders, omdat hij niet in dat land geboren was.<br />
Niet bij de Indonesiërs, omdat hij een Nederlander was.
Niet bij de nazi-vervolgden, omdat hij in een Jappenkamp had gezeten.<br />
Hij kon anderen nooit uitleggen dat hij na de oorlog niet naar Nederland<br />
terugkeerde, maar dat hij toen op transport was gesteld. Hij werd niet<br />
gerepatrieerd, het was meer een deportatie, omdat hij geen Vaderland had.<br />
Nederland was volgens de burgerlijke stand zijn vaderland en daar moest hij trots op<br />
zijn. Hij voelde het zo niet. Zijn ouders kwamen toevallig uit dat land – hij echter uit<br />
een ander land, soms dacht hij zelfs uit een andere wereld.<br />
Hij kende geen nationale gevoelens en was zelfs bang voor deze gevoelens. Hij was<br />
bang voor elk isme: ideologieën spraken hem niet aan. Hij bekeek ze argwanend.<br />
Hij was een paria en het enige gedrag dat een paria zich mag veroorloven, is de<br />
souplesse van een kameleon.<br />
Paria's aller landen past U zich steeds aan!, is een leuze dat met name voor de<br />
kinderen in een Jappenkamp geldt.<br />
De vergeten groep Indische krijgsgevangenen worden steeds gedwongen zich aan<br />
situaties aan te passen. Vooral de kinderen.<br />
Soms tot het absurde toe.<br />
Hij had een gemeentelijke begeleidingsdienst voor het voortgezet onderwijs opgezet.<br />
De eerste en naar later bleek ook de enige in Nederland. Door de<br />
kampherinneringen en vooral na de bijenaanval was hij langdurig met ziekteverlof<br />
geweest en toen hij herstellende op zijn werk terugkwam, had een collega zonder<br />
zijn medeweten en met instemming van anderen een ingrijpende structurele<br />
verandering doorgevoerd.<br />
Een verandering die zijn collega meerdere eer en glorie zou verschaffen, omdat het<br />
de verantwoordelijkheidstructuur geheel omkeerde.<br />
Het bleef niet bij die ene verandering.<br />
Bij elke nieuwe verandering werd een beroep op zijn aanpassingsvermogen gedaan<br />
en er werd steeds weer beloofd dat de situatie niet meer gewijzigd zou worden.<br />
Ambtelijke molens malen echter anders, en dus werd hij na elke belofte weer<br />
opnieuw aan nieuwe wijzigingen blootgesteld. Een vermoeiende aangelegenheid, dat<br />
hij echter gelaten onderging, omdat hij een kameleon was.<br />
Steeds weer opnieuw zich aan kunnen passen, was het belangrijkste om een<br />
Jappenkamp te kunnen overleven.<br />
Hij kon zich goed aanpassen, maar dat wilde hij vaak niet.<br />
Hij ontdekte al vroeg dat je je niet hoeft aan te passen, als je alleen bent.<br />
Dan heb je alleen met jezelf te maken, dan ben je alleen op jezelf aangewezen en<br />
daardoor kon hij weken alleen op liftvakanties gaan.<br />
Alleen. Zonder vast gezelschap.
Op deze reis zonder einde was hij ook alleen. Bewust wilde hij deze tocht op zichzelf<br />
ondernemen. Alleen zo kon hij alle indrukken als een spons in zich opnemen.<br />
Een vlucht van meer dan vijftig bijen, die hun ankers op zijn hoofd uitwierpen,<br />
bracht een verandering in deze opvatting.<br />
Vanaf die tijd zocht hij bewust het gezelschap van anderen op en stelde hij<br />
vriendschap op prijs.<br />
Soms bedacht hij zich dat die bijen bijna veertig jaar te laat waren aan komen<br />
vliegen.<br />
Bij het opstaan ontdekte hij dat het stralend weer was en leek hem een tocht naar<br />
de Engstlichen Alp aantrekkelijk.<br />
Na het ontbijt reed hij de camping af en op de kruising draaide hij niet naar links,<br />
maar naar rechts.<br />
Niet de richting van Adelboden, maar van Kandersteg.<br />
Hij wist dat daar een waterval was die hij alleen vanuit de verte kende en die hij nu<br />
van dichtbij wilde zien.<br />
Onderweg stopte hij de auto en bekeek de kaart.<br />
Vlakbij Kandersteg zag hij Oesinnersee vermeld staan. Hij wist uit verhalen dat het<br />
een mooi bergmeer moest zijn, zodat hij naar de stoeltjeslift reed.<br />
De lift overspande een klim van 4OO meter en duurde 1O minuten. Het begin van de<br />
lift liep over een wijkje met enkele grote huizen. Het zag er verlaten uit.<br />
Een spookstad met mooie huizen en onbewoond.<br />
Boven wachtte een man hem op en wees hem op twee gemzen in de verte. Ze<br />
raakten aan de praat en hij kreeg een wandelkaart van de omgeving. Het bleek dat<br />
het weekeinde ervoor iemand met ski's naar boven was gegaan. Zonder ski's kon de<br />
hut niet bereikt worden.<br />
Langs een bovenpad liep hij het meer om tot aan Unterbergli, waar hij drie kwartier<br />
van het uitzicht genoot.<br />
Hij wilde niet hoger en dat verbaasde hem. Zijn hele leven had hij ten koste van veel<br />
toppen willen bereiken. Nu niet, voor het eerst in zijn leven was hij tevreden met<br />
een tussenstation.<br />
Hij wilde teruggaan en keek nog een keer omhoog. Oberbergli.<br />
Een pasachtige inzinking van de berg schatte hij op een halfuur afstand. Daar lag<br />
sneeuw en hij voelde een nieuwsgierigheid om een blik op dat maagdelijke gebied te<br />
werpen.<br />
Niet om per se een top te bereiken, maar om het niemandsland erachter te bekijken.<br />
Binnen een halfuur was hij boven en aan de rand van het gebied bleef hij<br />
bedremmeld staan.
Hij voelde zich een indringer: de witte sneeuw lag in een dikke laag en was niet<br />
verontreinigd, toonde geen voetsporen. Slechts enkele sporen van hoefachtige<br />
beesten waren zwak te onderscheiden.<br />
Naar dit niemandsland had hij al zo lang gezocht.<br />
De stilte werd geaccentueerd door kraaien en kleine smalle watervallen en door<br />
enkele hutten die voor meer dan de helft onder de sneeuw waren bedolven.<br />
De hutten werden met extra stenen muren beschermd. Tegen lawines en tegen de<br />
druk van glijdende sneeuw.<br />
Hij zakte tot zijn heupen in de sneeuw en ging op een tiental meters van de rand op<br />
een rotsblok zitten.<br />
Daar kreeg hij spijt van de diepe voetafdrukken die hij had gemaakt.<br />
Hij voelde zich steeds meer een indringer.<br />
De hemel was strak blauw en om de zon was een regenboogachtige halo.<br />
Heel hoog boven hem trok een onzichtbaar vliegtuig een condensspoor, dat zich<br />
gelukkig snel oploste.<br />
Hier was de toegang tot het Wongland.<br />
Het Wongland was door zijn jongste zoon op vierjarige leeftijd verzonnen. Hij<br />
vertelde over dat land en zijn inwoners als hij in de bergen was. Het was zijn<br />
bergverhaal en in het verhaal lag een hele levensfilosofie, dat met het ouder worden<br />
meegroeide.<br />
Het was een boeiende ontwikkeling van een kind en werd alleen aan de vader<br />
doorgegeven.<br />
Hij miste zijn zoon en hij nam zich voor om hier met hem terug te komen. In dit<br />
niemandsland voelde hij zich thuis en toch het kostte hem geen moeite om de<br />
terugtocht te aanvaarden.<br />
Bij de stoeltjeslift raakte hij in gesprek met de man die hem de kaart had gegeven.<br />
De man deed verbitterd over de Duitsers met zwart geld, die op de helling grote<br />
huizen lieten bouwen en er maar drie dagen per jaar woonden. Plotseling zweeg hij<br />
echter en zei:<br />
“Neem me niet kwalijk.”<br />
“Waarvoor? U heeft toch gelijk?”<br />
“Ja, maar U bent toch ook een...?”<br />
“Nee, ik ben Nederlander.”<br />
“Oh, ik dacht - U spreekt als een Duitser.”<br />
Hij wist niet of hij dit als een compliment moest beschouwen, of niet; vooral toen de<br />
man over de armoede in het rijke Zwitserland verhaalde. Hoe Nederlanders mudden<br />
aardappelen op vakantie meenamen en niets in het land zelf verteerden.<br />
Natuurlijk sprak hij Duits. Hij had dat op school gehad, alleen niet geleerd.<br />
Geleerd had hij die taal onderweg, op reis. Hij voelde zich steeds op reis.
In de namiddag reed hij naar Frutigen terug en voor Radio Beromünster hoorde hij<br />
een Nederlandstalig lied. De inzending voor het songfestival heette “Rechtop in de<br />
Wind” en zo voelde hij zich.<br />
Vooral in de avond, bij een wandeling in de omgeving. De Engstlichen stroomde en<br />
stroomde. Altijd onderweg. Vallend en weer opkomend. Woest en rustig.<br />
Veelbelovend.<br />
Hij wist dat alles op de weg de ruimte heeft en dat er nooit sporen overblijven: de<br />
tijd wist hoe dan ook de sporen uit. Hoe dan ook en wanneer dan ook.<br />
Zelfs de diepe sporen die hij in de sneeuw op Oberbergli had achtergelaten.<br />
Onderweg zijn betekent het verkennen van een niemandsland dat aan iedereen<br />
toebehoort. Het leidt overal naar toe en blijft nergens.<br />
Soms lijkt de weg leeg, maar dan nog zit er een belofte van toekomst in.<br />
De zinnen kon hij bedacht hebben, maar ze waren van een schrijver die de<br />
geschiedenis van de weg had beschreven: van karavaanpad tot aan de<br />
autosnelwegen.
een reespoor in sneeuw<br />
en ik heb mijn les geleefd<br />
de kampong is weg<br />
V. 32 MEI / 2 JUNI -CHUR
Bij de voorbereiding van zijn tocht zonder einde had hij enkele dagen vakantie in Chur<br />
betrokken.<br />
Hij hoopte dat hij bij zijn vrienden eventuele emoties kon verwerken. Tot zijn<br />
opluchting was dat niet nodig: het niemandsland dat in Adelboden had gelegen,<br />
bestond niet meer en riep geen gevoelens van weerstand op.<br />
Hij verheugde zich op de enkele dagen vakantie. Jarenlang had hij vooral op zichzelf<br />
geleefd. Zijn naasten en een enkele vriend zag hij graag om zich heen. Die kleine kring<br />
was doorbroken. Hij had de waarde van vriendschap herkend en aanvaard.<br />
Het begin van de vier uur durende tocht bood hem uitzicht op bergen als de Eiger, de<br />
Mönch en de Junkfrau, maar zodra hij het Berner Oberland verlaten had, begon het te<br />
regenen. Tot nu toe had hij het niet met het weer getroffen. Toch stoorde hem dat<br />
niet.<br />
Hij had vele onvergetelijke indrukken opgedaan en als een spons tot zich genomen.<br />
Er bestaat een opvatting dat de jongste kinderen in een Jappenkamp alle indrukken als<br />
een spons in zich opzogen. Ze konden zich nog niet mondeling uiten, als ze heel jong<br />
waren; en ze mochten zich niet uiten als ze wat ouder waren.<br />
Wat je zag, moest je over je heen laten spoelen. Tegenspartelen betekende minstens<br />
een martelende weg voor de moeder en dat moest ten koste van alles vermeden<br />
worden.<br />
Indische kampkinderen tonen daarom vaak een afgeslotenheid van de eigen innerlijke<br />
beleving. De eigen belevingen vormen een verboden toegang en dat levert twijfels<br />
over de juistheid van de eigen gevoelens op.<br />
Velen van hen zijn geremd en kunnen volkomen onverwachts een woede vertonen<br />
waar anderen zich geen raad mee weten.<br />
Een gedeelte van de opgestopte emoties vindt dan plotseling een veiligheidsklep, die<br />
echter zo snel mogelijk gesloten wordt.<br />
Een spons kan veel water opnemen, maar er zijn grenzen.<br />
Bij zijn Zwitserse vrienden las hij in een familietijdschrift een ingezonden brief van een<br />
vijftienjarig meisje. Het meisje maakte zich zorgen over aids en stelde als oplossing<br />
een Ausweis voor waarin met een teken of een stempel aangegeven zou worden of<br />
men seropositief was of niet.
De reactie van veel mensen op deze immuniteitsziekte is vaak pure paniek. Vergelijkingen<br />
met de zwarte dood worden regelmatig gemaakt en christelijke<br />
splintergroeperingen zien in deze ziekte een bevestiging van het ingrijpen van God.<br />
De reactie van dit meisje was waarschijnlijk oprecht, maar gevaarlijk.<br />
Hitler had, zoals zoveel Duitsers, een ongegronde hekel aan Joden en om hen als<br />
herkenbare groep te kunnen onderscheiden, werd de beruchte Jodenster ingevoerd.<br />
In de concentratiekampen werden ook gekleurde driehoeken gebruikt. Homoseksuelen,<br />
zigeuners, vrijmetselaars, zwakzinnigen en iedereen die niet aan een vermeend<br />
ideaalbeeld voldeed, werden letterlijk gelabeld.<br />
Iedereen die op deze manier gelabeld was, kon gemakkelijk vervolgd en zelfs<br />
vernietigd worden. Ter meerdere eer en glorie van eigenbelangen onder de vlag van<br />
het Groot Duitse Rijk.<br />
Dit leidde uiteraard tot excessen en daar doelde Himmler op, toen hij op 4 oktober<br />
1943 SS-Obergruppenführer in Posen toesprak:<br />
-Een principe waarvan we moeten uitgaan is de absolute heerschappij voor de S.S.man:<br />
we moeten eerlijk, fatsoenlijk, loyaal en kameraadschappelijk tegenover de<br />
dragers van ons eigen bloed zijn en tegenover niemand anders.”<br />
Andersdenkenden werden niet getolereerd. De fatsoenlijke SS-er gold voortaan als<br />
lichtend voorbeeld.<br />
Gelukkig vertoonden zelfs SS-ers soms menselijke trekken en daarom meende Himmler<br />
de uiterste consequentie van het labelen als volgt onder woorden te moeten brengen:<br />
-De meesten van U weten wat het wil zeggen als er honderd lijken naast elkaar liggen,<br />
of vijfhonderd of duizend. Toch doorgezet te hebben en tegelijkertijd, afgezien van<br />
uitzonderingen die door menselijke zwakheden worden veroorzaakt, een behoorlijke<br />
kerel gebleven te zijn, dat heeft ons hard gemaakt. Dit is een bladzijde vol roem in<br />
onze geschiedenis die nooit is geschreven en nooit geschreven zal worden... Wij<br />
hadden het morele recht, wij hadden de plicht tegenover ons volk om dit volk dat ons<br />
wilde vernietigen te verdelgen.”<br />
We weten nu dat hij met dat volk vooral de Joden bedoelde en achteraf is zijn<br />
voorspelling dat die bladzijde niet geschreven zou worden niet uitgekomen.<br />
De gedegen Duitse bureaucratie heeft zelf de roemloze bladzijden geschreven.<br />
Nauwlettend tekenden ambtenaren alles op.<br />
De gedachtenkronkels om de vernietiging van grote groepen medemensen te rechtvaardigen<br />
kunnen ons alleen maar in verwarring brengen. Zo stelde Hitler dat het<br />
optreden van het leger in Oost-Europa een historische zending was. In september<br />
1939 zei hij in Polen:<br />
-Het lot der Duitsers in deze Staat was afzichtelijk. Het is een groot verschil of een volk<br />
dat op lager cultureel niveau staat het ongeluk heeft door een cultureel belangrijk volk<br />
te worden geregeerd, of dat een volk op hoog cultureel niveau het tragisch lot wordt<br />
opgedrongen door een inferieur volk te worden onderdrukt... Wat voor ons en ook<br />
voor mij het meest deprimerende was, was het feit dat we dit alles moesten ondergaan<br />
van een Staat die verre van minderwaardig aan de onze was...”
De Duitse cultuur heeft vele hoogtepunten gekend. Nog steeds wordt het werk van<br />
Duitse musici gespeeld. De Duitse literatuur stelt ons in staat de gedachten van<br />
schrijvers en filosofen te lezen; zelfs als deze werken ooit eens op een brandstapel<br />
hebben gelegen.<br />
De natuurwetenschappen leverden ons figuren als Einstein, een Duitser die als Jood<br />
zijn toevlucht in een democratischer continent moest zoeken.<br />
De Duitse cultuur kent ook vele dieptepunten - die dieptepunten moeten we vooral in<br />
onze eigen eeuw zoeken. Het is deprimerend dat Europa dit alles moest ondergaan van<br />
een staat die zeker niet minderwaardig aan de gezamenlijke Europese cultuur was.<br />
De Japanner stelde dat zijn cultuur de enige hoogstaande was en dat met name de<br />
blanke culturen principieel minderwaardig waren.<br />
De dood van een blanke was dus onbelangrijk.<br />
Het enige waar Japan op uit was, was de vernietiging van de barbaarse culturen. De<br />
individuele mensen telden gewoon niet mee. Er was echter geen jodenhaat, geen<br />
vervolging van zigeuners of zwakzinnigen.<br />
De blanken hoefden geen herkenningsteken als een ster of een driehoek te dragen,<br />
omdat ze als blanken overal in Azië zouden opvallen. Ze waren door hun huidskleur al<br />
getekend.<br />
Een Ausweis met een stempel voor aidsverdachte seropositieven is niets meer en niets<br />
minder dan een postume huldiging van waandenkbeelden die makkelijk tot de<br />
vernietiging van groepen mensen kunnen leiden.<br />
In de loop van de avond ontspon zich een gesprek met Ursina en haar dochters<br />
Barbara en Eva. Tot zijn verbazing kende Ursina de naam Mauthausen niet en wist ze<br />
niet wat Auschwitz was.<br />
Achteraf was dat te verklaren. Zwitserland is altijd nationalistisch geweest, zodat er op<br />
school hoofdzakelijk aandacht aan oude vaderlandse geschiedenis wordt besteed.<br />
De tweede wereldoorlog vormt een bladzijde die voor de Zwitserse geschiedenismethoden<br />
nog geschreven moet worden.<br />
Diezelfde bladzijde moet ook voor Nederlandse schoolboeken geschreven worden als<br />
het om de oorlog in Azië gaat.<br />
De volgende dag gingen Ursina en hij de Brambrüesch op. Een veenachtige helling<br />
waarop in het winterseizoen geskied wordt.<br />
Ursina en hij bleken zonder dat ze het van elkaar wisten veel gemeenschappelijke<br />
ervaringen te hebben opgedaan.<br />
Zij had na haar jongste dochter Eva nog een kind gehad. Annetina, die na enkele<br />
maanden aan een onverwachte wiegendood stierf.<br />
Hij had twee kinderen kort na hun geboorte verloren en het kon bijna geen toeval zijn<br />
dat haar jongste dochter precies vier jaar na het sterven van zijn oudste zoon overleed.<br />
Hij merkte aan haar reactie dat ook zij het verlies pas na lange tijd geaccepteerd had.
Rouw heeft tijd nodig en sommige rouw zit zo diep getatoueerd dat het leren omgaan<br />
met het verlies een struggle for life kan betekenen.<br />
De psychiatrie erkent dit al jaren, misschien wel tot misnoegen van zakenlieden en<br />
politici. Als die over aanpassen praten dan is dat op getalsmatige gronden. Kostenbaat<br />
principes zijn belangrijker dan de emotionele gevoelens van groepen individuen.<br />
De handelsbalans wordt belangrijker dan het emotionele evenwicht van mensen.<br />
Het pleiten voor het vrijlaten van de twee van Breda wordt meer ingegeven door een<br />
handelsgeest, dan door medemenselijkheid.<br />
Het stilzwijgend akkoord gaan met een niet-jood verklaring voor Saudie-Arabië staat<br />
gelijk met een Ausweis voor seropositieve aidspatiënten.<br />
Het tolereren van fascistoïde slogans en gebaren bij voetbalwedstrijden geeft fascisten<br />
een vrijbrief om hun opvattingen openlijk te belijden.<br />
Hij vond het daarom niet verwonderlijk dat de keizer van Japan in 1971 met alle<br />
egards op Soestdijk werd ontvangen. Het had een sprookje kunnen zijn: een koningin<br />
ontvangt een echte keizer.<br />
Wat vergeten werd, is dat die keizer in 1945 nieuwe kleren kreeg en dat de gevoelens<br />
van recht en onrecht toen aangetast werden.<br />
De honderdduizenden gevangenen die in Aziatische kampen zijn omgekomen werden<br />
in naam van die keizer gedood.<br />
De honderdduizenden die het toevallig wel overleefd hebben, zaten in naam van<br />
diezelfde keizer gevangen, leden honger en werden gemarteld.<br />
Hij dacht wel eens dat als Japan in Europa had gelegen en Duitsland in Azië, de keizer<br />
met zijn volgelingen was opgehangen en dat Hitler als geëerd staatshoofd op Soestdijk<br />
ontvangen zou worden.<br />
Wat weten mensen eigenlijk over de ander tweede wereldoorlog?<br />
Zelfs de aanklacht van Wim Kan werd als zeurderig terzijde geschoven - met de<br />
gedachte waarschijnlijk dat er haast geen mensen leven die zich de gebeurtenissen<br />
toen en daar kunnen herinneren.<br />
Er leven haast geen mensen meer...<br />
Er leven niet veel mensen meer die het hebben meegemaakt,<br />
de vijand heeft er ongeveer een derde afgemaakt.<br />
Die slapen in een jutezak, de Burmahemel is hun dak.<br />
De kampen zijn verlaten, leeg de cellen.<br />
Er leven niet veel mensen meer die het kunnen navertellen.<br />
Wat er aan die railroad is gebeurd weten de doden alleen.<br />
Daar onder elke dwarsligger ligt welgeteld er één<br />
Maar die houdt in de Burmagrond tot in de eeuwigheid zijn mond.<br />
Wat hier gebeurde had hij nooit kunnen voorspellen.<br />
Er leven niet veel mensen meer die het kunnen navertellen.
Die alles weten nog van toen: de driepagodenpas,<br />
de dodenspoorlijn bij Rangoon, ontvluchten, hoe dat was.<br />
Je werd zonder te zijn verhoord op keizerlijk bevel vermoord.<br />
Maar wie wil dat nu nog tentoon gaan stellen?<br />
Er leven haast geen mensen meer die het kunnen navertellen.<br />
En toch leeft er nog altijd één die het navertellen kan,<br />
die de geschiedenis kent als geen: de keizer van Japan.<br />
Nou hij niet opgehangen is, had op Soestdijk toen aan de dis<br />
tenminste toch eens iemand kunnen vragen hoe dat zat destijds in Burma<br />
aan die railroad<br />
met die doden<br />
en die zieken<br />
en die honger<br />
en die cellen.<br />
Wat had-ie dat<br />
terwijl hij at<br />
mòòi kunnen navertellen.<br />
(Wim Kan, 197O-1971)<br />
De keizer had onder andere een bezoek aan Artis op zijn programma staan. Hij wilde de<br />
nijlpaarden zien. Logge beesten met een dikke huid. Zou hij toen ook die hele kleine<br />
maanvissen hebben ontdekt?<br />
Wat had de keizer eigenlijk kunnen navertellen?<br />
Zijn goddelijke afstamming had hij kunnen verduidelijken: rechtstreeks was hij de 124ste<br />
telg van het oudste keizerlijke geslacht ter wereld.<br />
Japan was door de goden Izanagi en Izanami geschapen, het keizerrijk was meer dan<br />
zesentwintighonderd jaar geleden door Jimmu gesticht. Deze Jimmu was de zoon van de<br />
zonnegodin Amaterasu en om dit te benadrukken moest elke Japans kind het keizerlijk<br />
edict waarin de goddelijkheid van de keizer was vastgelegd uit het hoofd leren.<br />
Hij kon tijdens de maaltijd moeilijk uit gaan uitleggen waarom hij in 1926 zijn<br />
regeerperiode officieel als “Schitterende Vrede” liet ingaan. De Tenno Haiko, bij ons beter<br />
bekend als Hirohito, werd op 25 december 1926 tot keizer gekroond, als opvolger van zijn<br />
vader, de Tenno Taisho.<br />
Schitterende Vrede - misschien dat hij er in zijn goddelijke onschuld in geloofde toen hij<br />
drie maanden voor de aanval op Pearl Harbour tijdens een keizerlijke conferentie zijn<br />
twijfel over de militaire plannen uitte. Hij deed het in vage bewoordingen en volgens de<br />
overlevering zelfs blozend.<br />
Op het slot van de zitting las hij een gedicht van zijn eveneens goddelijke grootvader voor.<br />
Het was een loflied op de vrede.<br />
De oorlog brak echter uit, onder zijn zegen en bekrachtigd met zijn zegel.
Pas drieëneenhalf jaar later gaf hij zich tijdens een sterk verdeelde keizerlijke conferentie<br />
onvoorwaardelijk over. Volgens zijn eigen woorden was de tijd gekomen om het<br />
onverdraaglijke te moeten verdragen.<br />
Wat was eigenlijk onverdraaglijk? De twee atoombommen, het militaire gezichtsverlies, of<br />
later zijn degradatie tot gewoon ambteloos burger?<br />
Had hij dat op Soestdijk moeten uitleggen?<br />
Rond mei 1981 stond in Vrij Nederland een advertentie waarin de Japanse ambassadeur<br />
de jeugd van Nederland opriep om aan een essayprijsvraag mee te doen. Jeugd is rekbaar<br />
en gold volgens de reglementen tot 35 jaar.<br />
Als prijs was een studiereis naar Japan uitgeloofd en op zoek naar zijn eigen verleden<br />
wilde hij al jaren dat land bezoeken.<br />
Helaas was hij volgens de reglementen vier jaar te oud, maar dat weerhield hem niet om<br />
mee te willen dingen, omdat het onderwerp “samenwerking tussen staten” hem aansprak,<br />
maar hij kon geen letter op papier krijgen.<br />
Tenslotte lukte het hem een brief te schrijven waar hij geen antwoord opkreeg. Uiteraard.<br />
Geachte Heer,<br />
waarom zou ik een essay schrijven, dat het eigendom van Uw ministerie van buitenlandse<br />
zaken zal worden, als datzelfde ministerie al mijn eigen jeugd heeft gestolen toen ik een<br />
kind was en een van Uw concentratiekampen in Azië probeerde te overleven?<br />
Ik ben van mening dat Uw essayprijsvraag doofstom zal zijn voor de bedreigingen van<br />
onze tijd, die in het nabije verleden werden gecreëerd en die nog steeds opgelost moeten<br />
worden.<br />
Eens zal ik Uw land bezoeken, niet als een Wiedergutmachung, maar als een poging om<br />
gemoedsrust te verkrijgen en duidelijk inzicht in mijn eigen verschrikkelijke en<br />
schrikwekkende verleden en mijn eigen toekomst.<br />
Met andere woorden: om nu in gezondheid te leven.<br />
Ik hoop dat U begrijpt dat ik het Japanse volk niet haat. Het enige dat ik haat is elke vorm<br />
van fascisme, zoals het nationaal fascisme begaan door leden van Uw regering in de<br />
tweede wereldoorlog en in de naam van Uw keizer.<br />
Mijn leven is te verbonden met het Japanse volk om dat volk als afval weg te gooien.<br />
Zijn opmerking dat zijn leven nauw met het Japanse volk verbonden is, was een<br />
ontdekking. Hij erkende daarmee voor het eerst dat hij óók door Japanners was opgevoed.<br />
Vanaf die tijd wilde hij de Japanner in zichzelf ontdekken.<br />
Het duurde een tijd voordat hij dat kon verwezenlijken. Het verleden en het heden zijn bij<br />
een syndroom te veel in elkaar verstrengeld om naar de toekomst te kunnen werken.<br />
Tijdens zijn verblijf in Chur zag hij de film “Jenatsch”. Het draaiboek ontrolde de huidige<br />
tijd en de zeventiende eeuw, waarbij beide tijden in elkaar overliepen. De werkelijkheid en<br />
de fictie versmolten en lieten een spanning zien, die hem bekend voorkwam.
Wat is tijd? Precognitie liet hem werkelijkheden zien die op anderen ongeloofwaardig over<br />
kunnen komen. Hij ging er van uit dat het verleden, het heden en de toekomst volkomen<br />
gelijkwaardig zijn en slechts gescheiden worden door de dimensie tijd. Deze scheidslijn is<br />
niet altijd even sterk getrokken en dus kan men in zeker opzicht op de hoogte komen van<br />
zowel het verleden, als het heden en de toekomst.
geloven is leven in een leemte<br />
VI. 3 JUNI - BERCHTESGADEN<br />
zolang de as in het gat van een wiel rust<br />
en het hart hol is<br />
en in een enge ruimte klopt<br />
zolang de grenzeloze ruimte<br />
tussen dichter en gedicht<br />
niet te dichten valt<br />
geloof ik te leven in een leemte
Pas tegen drie uur in de middag vertrok hij richting Berchtesgaden. Gedeeltelijk onbewust<br />
wilde hij zijn vertrek tot het laatste toe uitstellen.<br />
Hij wist dat het laatste deel van zijn reis hem zou confronteren met de uitwassen van het<br />
nazisme: Berchtesgaden, Mauthausen, München en Dachau.<br />
München wilde hij niet alleen aandoen om de Braubierkeller te bezoeken, maar vooral om<br />
daar een echtpaar te bezoeken bij wie hij in 1958 had gelogeerd.<br />
Het was in een klein stadje in het Sauerland en hij had er goede herinneringen aan,<br />
hoewel er drie voorvallen hadden plaatsgevonden die hem aan het denken hadden gezet.<br />
Een vriend van de familie was Nederlander en deze zei onverwachts tegen hem dat hij<br />
door zijn houding en uiterlijk een goed lid van de Hitler Jugend zou zijn geweest.<br />
Hij stelde dat hij van dit soort opmerkingen verschoond wenste te blijven, omdat hij<br />
terdege wist wat een oorlog inhield. Hij kon het de man echter niet duidelijk maken. De<br />
man meende wat hij zei.<br />
Tijdens een schuttersfeest was een groep aangeschoten mannen op een schragentafel<br />
geklommen en had “Wir fahren gegen England” en het Horst Wessellied gezongen.<br />
Hij vertelde dat hij hier niet van gediend was en stond op om naar huis te gaan. Zestien<br />
jaar oud en de familie volgde, zonder protest.<br />
Toen hij door zijn ouders opgehaald werd, kwam het gesprek op de oorlog terecht.<br />
Uiteraard; het verleden en het heden waren nog een hechte eenheid.<br />
De gastheer vertelde dat hij aan den lijve wist wat een oorlog was. Hij was in Warschau<br />
geweest en kon daar emotioneel niet over praten. Misschien zou hij na bijna dertig jaar<br />
wel willen praten.<br />
Het was droog, maar zwaar bewolkt en naarmate hij Berchtesgaden naderde, voelde hij<br />
een spanning opkomen. Geen angst, maar ook geen plezierige verwachting. Hij voelde de<br />
spanning van een nachtmerrie waarbij men weet dat men slaapt.<br />
Misschien kwam de spanning ook door het nieuwsbericht dat een voormalige kampbewaker<br />
van Mauthausen de V.S. was uitgewezen en naar Oostenrijk was teruggestuurd.<br />
Oostenrijk had woedend op deze daad gereageerd. Het voelde zich extra gekwetst na de<br />
eerdere aanvallen op Waldheim.<br />
Tijdens vakanties was hij regelmatig in de buurt van Berchtesgaden geweest. Hij had de<br />
verkeersborden gezien en tegen zijn reisgenoten gezegd dat hij er graag heen zou willen.
Dit werd meestal als belachelijk afgedaan. Iets dat je niet doet, onder de leuze wat<br />
geweest is, is geweest.<br />
Hij kon niet uitleggen dat het geen morbide belangstelling was dat hem trok, maar dat hij<br />
de kern van het kwaad wilde doorgronden. De kern van het grote kwaad doorgronden<br />
klinkt hoogdravend, maar betekent slechts dat hij de kern van zijn eigen kwaadheden<br />
wilde leren kennen.<br />
In Berchtesgaden zelf was geen camping. Hij vroeg de weg aan een Amerikaanse militair<br />
die een open jeep op een parkeerterreintje bij een informatiekaart zette.<br />
Onderweg passeerde hij een huis dat de naam “Nimmerfroh” droeg.<br />
De campinghouder liep hinkend en hij vroeg zich geschrokken af of dat een herinnering<br />
aan vroegere tijden was.<br />
Het was opvallend dat de man naar zijn paspoort vroeg en niet naar een Ausweis.<br />
Het was ook opvallend dat hij op bepaalde vragen kortaf antwoordde. Waarschijnlijk niet<br />
uit schaamte, maar om moeilijke discussies te vermijden. Hij zou vooral de volgende dag<br />
merken dat dat voor bijna elke inwoner gold. Het was net of iedereen een cursus moeilijke<br />
vragen ontwijken had gevolgd.<br />
's Avonds las hij nog wat in een boek over Obersalzberg en hij bekeek aandachtig een foto<br />
van Hitler; een man leunt vrij ongemakkelijk en duidelijk poserend tegen een boom. Het<br />
moet vrij koud zijn geweest, want er is geen zonschaduw te zien en de bodem en de<br />
bomen zijn met sneeuw bedekt.<br />
Hij rust op zijn rechterbeen. Het linkerbeen is enigszins gebogen, waarbij de voet<br />
waarschijnlijk nergens op rust. Ongemakkelijk dus.<br />
De kleding is gedeeltelijk Beiers: een lederhosen met lange gebreide kniekousen. Zijn<br />
handen steken in de broekzakken en zijn lichaam is vreemd gedraaid en laat hem niet van<br />
zijn beste kant zien.<br />
Het gezicht is redelijk arrogant geheven en hij staart met weinig zeggende ogen in de<br />
verte.<br />
De foto is duidelijk geretoucheerd: een snorretje, waar Charley Chaplin patent op leek te<br />
hebben, is te scherp bijgetekend, evenals het zwarte overhemd met de witte knopen en<br />
het hakenkruis.<br />
Het hakenkruis is een oud symbool. Een zonneteken, dat uit een kruis met rechthoekige of<br />
gekromde armen bestaat.<br />
Het is daarnaast een vruchtbaarheidssymbool en over de hele wereld verbreid: in Azië,<br />
Afrika, Europa en zelfs in Amerika.<br />
Het is geen typische Arisch teken, maar werd in een zucht naar symboliek en<br />
rechtvaardiging door de dichter Guido von List tot een antisemitisch onderscheidingsteken<br />
veranderd.<br />
Vreemd, want het hakenkruis was eerder bekend als swastika en werd onder andere door<br />
semieten gebruikt.<br />
De evangelische kerk St. Maria zur Wiese in Soest heeft een gehaakt linnen altaardoek uit<br />
139O, waarop verschillende hakenkruisen staan.
In de vijftiger jaren bood een Amerikaans militair $ 1O OOO voor een hakenkruis op dat<br />
doek en zelfs $ 15 OOO voor een hoekpunt met hakenkruis. Een van de hoogtepunten<br />
van de Duitse cultuur en ver voordat het zonneteken door de nazi's misbruikt werd.<br />
Het doek is opvallend. Niet omdat het zò fijn is dat de losse garens alleen met een<br />
vergrootglas te onderscheiden zijn, maar omdat het hakenkruis rechtsdraaiend is.<br />
Hakenkruisen zijn meestal linksdraaiend, tegen de klok in. Het is immers een zonneteken<br />
en de zon komt in het oosten op en gaat in het westen onder.<br />
Het hakenkruis dat de nazi's tot hun symbool verheven was linksdraaiend en het is<br />
opvallend dat de tweede wereldoorlog op alle fronten letterlijk in het teken van de zon<br />
stond: de Japanse vlag bevat óók een zonneteken.<br />
De Zero's, de Mitsubishi's, de kamikazetoestellen en alle andere Japanse vliegtuigen<br />
vlogen met de zon op hun staart geschilderd de zon tegemoet.<br />
De Duitse vliegtuigen en ook de V1 vlogen eveneens met de zon op hun staart.<br />
Uiteindelijk ging de zon voor Japan onder, toen de Amerikanen hun eigen zon hadden<br />
gemaakt en het op aarde lieten dalen.<br />
Eerst boven Hiroshima, drie dagen later op Nagasaki.<br />
Psychologisch gezien draait een linksdraaiend hakenkruis ongunstig. Onze maatschappij is<br />
rechtshandig en een beweging naar rechts wordt meestal als positief beschouwd.<br />
Pictogrammen en logo's van bedrijven laten pijlen naar rechts wijzen, en zelfs Mengele<br />
wees arbeidsgeschikten naar de rechterkant.<br />
Dit betekent echter niet dat het einde van het Duizend Jarige Rijk door de beweging van<br />
het hakenkruis voorspelbaar was.<br />
Hij vroeg zich meer dan eens af, wie eigenlijk de oorlog had verloren.<br />
Officieel waren dat de As-mogendheden, maar zowel Duitsland als Japan beheersen de<br />
wereldhandel tegenwoordig in hoge mate. Japan meer dan Duitsland, maar dat begon de<br />
oorlog dan ook vooral uit handelsoverwegingen - het uitdragen van de Japanse cultuur<br />
was een handelsnoodzaak. Japan heeft nagenoeg geen eigen grondstoffen.<br />
Het begrip Lebensraum was bij de nazi's sterker ideologisch dan economisch gekleurd. Het<br />
economische voordeel werd dankbaar gebruikt en misbruikt, als we aan de vele<br />
dwangarbeiders uit de veroverde gebieden denken.<br />
De beoogde vernietiging van Joden en andere vervolgden lijkt economisch een verspillende<br />
aangelegenheid. Dat was het echter niet, vanwege de bijna onuitputtelijke<br />
hoeveelheid slaven.<br />
De Japanse concentratiekampen waren in feite veel kostbaarder en geldverspillender.<br />
Alleen de mannen en jongens vanaf een jaar tien werden gedwongen aan industriële<br />
projecten te werken.<br />
Slavenarbeid was er niet alleen bij het bouwen van spoorlijnen, maar ook bij de mijnbouw<br />
en in de scheepsbouw. De industrie stond hoog genoteerd op de militaire urgentielijsten.<br />
De jongere kinderen en de vrouwen verbleven in kampen en moesten gevoed en verzorgd<br />
worden. Om hierop kosten te besparen werd het dagelijkse voedselpatroon zeer<br />
regelmatig bijgesteld.
Medicijnen waren niet voldoende voorradig en de inhoud van de Rode Kruis pakketten<br />
werd of geplunderd, of opgeslagen.<br />
De conventie van Genève gold niet voor de Duitse concentratiekampen. Geallieerde<br />
militairen werden als krijgsgevangenen gezien en konden daarom een beroep op de<br />
conventieregels doen.<br />
De Japanners daarentegen kenden alleen maar krijgsgevangenkampen: ook de burgers<br />
waren krijgsgevangenen en zelfs kinderen, die volgens alle toen al bestaande regels als<br />
noncombatanten beschouwd moesten worden.<br />
Een beroep op de regels van de conventie werd op wrede wijze afgestraft.<br />
Het was in de ogen van een Japanner zelfs laf om een beroep op de conventieregels te<br />
doen. Overgeven na een strijd was eveneens oneervol.<br />
Toch was er geen regelmaat in het optreden van de Japanse overwinnaar. De ene keer<br />
kon een groep militairen na de overgave onthoofd worden, terwijl een andere groep<br />
enkele kilometers verderop met zekere egards behandeld werd.<br />
De Japanse cultuur week sterk af van de westerse en daar kwamen de gevangenen<br />
proefondervindelijk achter.<br />
De tweede wereldoorlog is beslecht met de militaire overgave van de as-mogendheden.<br />
De economische strijd is met hulp van het Marshallplan in alle hevigheid voortgezet.<br />
De slag om de vijfde generatie chips is slechts een onderdeel van deze economische strijd.
overleving<br />
door het oog van de naald<br />
zie je de hemel<br />
zei de Japanner<br />
ik keek hem aan en zei<br />
harakiri is de keizersnee<br />
voor mannen<br />
VII. 4 JUNI – OBERSALZBERG & MAUTHAUSEN
Obersalzberg<br />
Het regende uiteraard weer. Niet hard, maar wel gestaag en onophoudelijk. De bewolking<br />
hing laag en verhulde de toppen die Hitler zo graag bewonderde.<br />
Het is mogelijk om na een steil oplopende weg tot Obersalzberg te rijden. Verder is het<br />
niet toegestaan, tenzij men een Amerikaans militair is, die hier gelegerd is en die ook nog<br />
een aparte permit heeft.<br />
Onderweg wordt men regelmatig aan het verleden herinnerd. Fundamenten van wachtonderkomens<br />
en geschutsstellingen zijn door bomen en struiken overwoekerd.<br />
Op een weiland stond een roodkleurige landbouwwerktuig met de naam Mengele er<br />
duidelijk op vermeld.<br />
Mengele, de selectiearts in Auschwitz is na de oorlog spoorloos verdwenen. Volgens<br />
berichten zou hij in Zuid-Amerika verongelukt zijn.<br />
Het is opvallend dat het leven en de dood van oud-nazi's vaak in een waas van mystiek<br />
gehuld worden.<br />
Obersalzberg - voor en tijdens de oorlog een van de hoofdkwartieren van nazi's.<br />
Berlijn was als hoofdstad uiteraard het absolute hoofdkwartier, terwijl Obersalzberg een<br />
goede tweede plaats bezette.<br />
Het was een machtscentrum waarmee gepronkt werd. Buitenlandse gasten werden het<br />
liefst hier ontvangen, om hen te imponeren.<br />
Lord Halifax en Mussolini werden geïmponeerd.<br />
Hitler kwam in 1923 voor het eerst met Berchtesgaden en het hoger liggende Obersalzberg<br />
in aanraking. De dichter en toneelschrijver Dietrich Eckart had met zijn extreme<br />
antisemitische ideeën een grote invloed op de veel jongere Hitler.<br />
Hitler raakte volgens eigen zeggen verliefd op het gebied en deed er nieuwe krachten op.<br />
Nieuwe krachten om zijn boek “Mein Kampf” af te schrijven en de ideeën die daarin<br />
stonden te verwezenlijken.<br />
Zodra hij Rijkskanselier was geworden en hij een regelmatig salaris ontving, kocht hij het<br />
huis Wachenfeld van een zakenman.<br />
Hij had al genoeg verdiend met de royalties van zijn boek “Mein Kampf”.<br />
Hij kende dit huis, omdat hij het regelmatig had gehuurd.<br />
Het was een eenvoudig bergchalet, een van de zovele. Het panorama was schitterend en<br />
dat vergoedde het ongemak dat er slechts kort van de zon genoten kon worden.
Diverse malen werd het huis omgebouwd tot het het uiteindelijke Berghof was geworden.<br />
Obersalzberg was toen al een bedevaartsplaats voor nazi-aanhangers geworden. Lange<br />
rijen mensen stonden uren in weer en wind om hun Führer te kunnen zien. Dagen van<br />
vijfduizend bezoekers waren heel gewoon.<br />
Die duizenden trokken in stille devotie langs het huis.<br />
Hitler vergrootte zijn populariteit door op onverwachte ogenblikken naar buiten te komen.<br />
Hij maakte dan een praatje met een enkeling. Gaf wat handen en deelde soms snoepjes<br />
aan kinderen uit.<br />
De Japanse keizer kon en mocht zich als God niet met het gewone volk bemoeien. Een<br />
afgod kon dat wel.<br />
Legio zijn de foto's van Hitler in Obersalzberg.<br />
Propagandafoto's, zoals blijkt uit een foto waar hij onwennig op een houten sleetje in de<br />
sneeuw zit en een trektouw in de hand heeft.<br />
Er zijn ook smalfilms bewaard gebleven: zijn vriendin Eva Braun heeft er amateurfilms in<br />
kleur opgenomen.<br />
Het werkt vervreemdend om daar Hitler, Göring, Goebbels, Hess, Bormann en zelfs<br />
Himmler op te zien. Ze reageren zoals iedereen die in een vriendenkring gefilmd wordt:<br />
betrapt, giechelend, gekdoend, malle gezichten trekkend.<br />
De wreedheid is dan weggevallen en ons rest niets meer dan een stel redelijk normaal<br />
reagerende mensen.<br />
Hij was bij het zien van deze beelden altijd nieuwsgierig of er ook zulke films van Sonei,<br />
de commandant van Tjideng, en van Tojo en Hirohito zouden bestaan.<br />
Waarschijnlijk wel en even waarschijnlijk met dezelfde intentie opgenomen. Hij kende<br />
alleen strakke gezichten van Japanners. In de plooi gehouden, door een strenge<br />
opvoeding gladgestreken en hij wist dat een lachende Japanner gevaarlijk kon zijn.<br />
Primaten die grijnslachen lachen niet. Ze zijn dan woedend en laten hun tanden zien.<br />
Mensen stammen van de primaten af en ook Japanners zijn mensen.<br />
Het uitgebouwde Berghof was monumentaal. Het was groot, maar had slechts weinig<br />
echte privé-vertrekken.<br />
De grote conferentiezaal werd tevens als huiskamer gebruikt en was het meest bekend:<br />
bijna tweeëntwintig meter lang en dertien meter breed. Het raam was buiten alle<br />
denkbare proporties. Acht bij vier meter.<br />
Het kon met hulp van een elektrische motor worden geopend. Het zakte dan langzaam en<br />
geluidloos weg.<br />
Voor het raam stond een massief eikenhouten tafel van zes meter lang met een zwaar<br />
marmeren blad.<br />
In de hoek bij het raam stond een grote globe, liggend in een standaard. Misschien dat<br />
Charley Chaplin door één van de foto's op het idee is gekomen om de dictator in zijn<br />
gelijknamige film met een opblaasbare globe te laten dansen, totdat de ballon onverwachts<br />
uit elkaar klapt.
Hij parkeerde zijn auto op een van de vele parkeerterreinen. Het was nog geen<br />
hoogseizoen en ook het slechte weer speelde parten, zodat het rustig was.<br />
Een busstation was het beginpunt om met de bus de weg naar Kehlstein af te leggen,<br />
waarbij men een uitleg van een gids kreeg.<br />
Hij wilde niet met de bus. Hij wilde over het voetpad gaan, om op die manier de geuren<br />
en geluiden van het bos in zich op te nemen.<br />
De sfeer als een spons te zuigen.<br />
Het voetpad bleek door de sneeuw onbegaanbaar te zijn en dus probeerde hij langs een<br />
geasfalteerde weg omhoog te gaan.<br />
Eerst ging hij de verkeerde richting op en kwam hij bij Platterhof uit. Vroeger heette het<br />
Pension Moritz en hier had Hitler regelmatig gelogeerd, voordat hij Wachenfeld huurde.<br />
Platterhof is tegenwoordig voor de ontspanning van Amerikaanse militairen ingericht en<br />
naar generaal Walker genoemd.<br />
Hij liep weer naar Obersalzberg terug. Vroeger waren naast enkele huizen vele grote<br />
gebouwen neergezet. Al deze gebouwen waren opgeblazen en gesloopt.<br />
De hoogste nazi-bonzen hadden er hun optrekje: Göring, Bormann en zelfs Speer. Speer<br />
had er een huis en ook een vlakbijgelegen atelier.<br />
De gediplomeerde architect werd door Hitler als een kunstcollega gezien. Voor de nazi-top<br />
was hij ongevaarlijk en dus werd hij door hen getolereerd.<br />
Met Speer hield Hitler urenlange gesprekken over de wederopbouw van Duitsland en<br />
vooral over zijn droomstad Linz. Linz moest het culturele hart van de wereld worden. De<br />
Oostenrijker die via Duitsland Europa en de rest van de wereld als zijn Lebensraum zag,<br />
had nog dromen.<br />
Nachtmerries werden het, want terwijl Berlijn onder zwaar geschut lag en elke stad in<br />
Duitsland na elk bombardement een massagraf werd, dacht de Führer aan fragiele zaken<br />
als kunst en musea.<br />
Terwijl mensen vergast werden en zijn eigen soldaten bevroren, stroopten gediplomeerde<br />
historici de musea en particuliere verzamelingen in de bezette gebieden af en<br />
confisceerden alles wat ze maar konden krijgen.<br />
Ook van deze nachtmerrie is een foto bewaard gebleven: Hitler zit op een witte<br />
keukenstoel met een rieten zitting en bekijkt op een geïnteresseerde en aandachtige wijze<br />
een maquette.<br />
Hij kijkt werkelijk aandachtig. Deze keer is zijn blik niet op oneindigheid ingesteld en leunt<br />
hij niet ongemakkelijk tegen een besneeuwde boom.<br />
We kunnen helaas niet zien waar hij naar kijkt. De maquette is te groot voor de foto. Wel<br />
zien we vierkantige gebouwen, twee bruggen, enkele hoogtorende gebouwen en een<br />
onscherpe stadswijk.<br />
Navrant is de foto in elk geval, want het werd tijdens de allerlaatste dagen van het Duitse<br />
Rijk genomen. Het einde naderde snel en Hitler had zich met zijn trouwste volgelingen<br />
diep in de grond ingegraven.
De Russen naderden het centrum. Huis voor huis, hoek na hoek en straat voor straat.<br />
Hemelsbreed waren ze slechts enkele honderden meters van het stuiptrekkende<br />
hoofdkwartier af.<br />
De Führer kon zich echter niet voorstellen dat de strijd voor hem verloren was. Zo had hij<br />
enkele weken eerder de maquette aan Kaltenbrunner laten zien en hem gevraagd waar de<br />
Donaubruggen volgens hem gebouwd moesten worden. Kaltenbrunner was een deskundige:<br />
hij was in Linz geboren.<br />
Hitler had Kaltenbrunner bij die gelegenheid in het gezicht aangekeken en hem<br />
medegedeeld ze er beiden van overtuigd waren dat ze het nieuwe Linz na de glorieuze<br />
Duitse overwinning in volle pracht zouden herbouwen. Waarschijnlijk deelde<br />
Kaltenbrunner die mening niet meer, want hij was geschokt toen Hitler zijn overtuiging<br />
onderstreepte met ongeveer de volgende woorden:<br />
“Anders zou ik me vandaag nog doodschieten.”<br />
Obersalzberg was volgebouwd, maar niet als een museum. Het landelijke karakter waar<br />
Hitler zo van hield was verdwenen.<br />
Er waren barakken voor SS-ers gebouwd. De SS gaf de bescherming die Hitler nodig had,<br />
ondanks zijn geloof in de Voorzienigheid.<br />
Hij had al te vaak een aanslag op zijn leven meegemaakt om een al te groot vertrouwen<br />
op de Voorzienigheid te hebben.<br />
Verder woonden het personeel van Berghof en de chauffeurs op Obersalzberg. Het<br />
ministerie van buitenlandse zaken had er een archiefruimte. Er was een sporthal en zelfs<br />
een kas met een modelboerderij,<br />
Voor de kleuters was er een kleuterverblijf ingericht.<br />
De komst van Hitlers hofhouding veranderde het leven van de oorspronkelijke bewoners.<br />
Tegenstribbelde huiseigenaren werden subtiel onder druk gezet. De SS knipte<br />
elektriciteitskabels en telefoonkabels door en zelfs liet Bormann een boerderij opkopen en<br />
afbreken, waarna de grond geëgaliseerd werd en van graszoden voorzien werd.<br />
Dit alles nam niet meer dan vierentwintig uur in beslag.<br />
De enige reden voor deze drastische actie was een toevallige opmerking van Hitler dat het<br />
jammer voor het uitzicht was dat die boerderij zo dicht in de buurt stond.<br />
Bormann was na de vredesvlucht van Hess de machtigste man na Hitler geworden. Zijn<br />
huis in Obersalzberg deed niet veel onder Berghof. Veel pracht en praal, zoals een<br />
badkamer voor zijn kinderen met een marmeren bad van twee bij drieëneenhalve meter.<br />
Oorspronkelijk was het huis een voormalig kindersanatorium.<br />
Na de oorlog werden er in de kelder voorraden voedsel en eerste levensbehoeften<br />
gevonden, die een verblijf van tweehonderd jaar mogelijk maakten.<br />
Hij heeft er niet van kunnen profiteren - in de zeventiger jaren werd een lijk in Berlijn als<br />
Bormann geïdentificeerd. Hij behoorde tot de top tien der meest gezochte nazi's.<br />
Een souvenirwinkel leverde een onthutsend beeld op: naast de gewone kitscherige houten<br />
plankjes met opgeplakte foto, houtsnijwerk en koperkleurige prullaria waren er boeken en<br />
videobanden over het gebied te koop.
Een veelgedraaide kopie werd als lokkertje afgespeeld: een vlekkerige opsomming van de<br />
gebeurtenissen bij de bouw van de weg naar Kehlstein.<br />
Twee oudere dames keken met indringende belangstelling een boek in en wezen elkaar<br />
op een foto van Hitler met zijn hond Blondi.<br />
Een van de dames richtte zich tot hem en vroeg ongegeneerd:<br />
“Vindt U het hier ook niet “sehr nett”?<br />
“Wat bedoelt U?”<br />
“Nou, al die herinneringen aan de oude tijden. Ik vind het fijn dat U belangstelling heeft,<br />
want U heeft die tijden zelf niet meegemaakt en er wordt altijd zo negatief over<br />
geschreven.”<br />
Hij had geen behoefte om haar duidelijk te maken dat hij een andere wereldoorlog had<br />
overleefd. Dat hoefde ook niet, want ze vervolgde:<br />
“Neem nou Hitler. Akkoord hij heeft fouten gemaakt; maar hij kon geen onmens zijn.<br />
Toch?”<br />
Hij trok zijn schouders op.<br />
“Natuurlijk niet. Iemand die zo van honden houdt, kan toch niet echt heel slecht zijn. Hij<br />
hield van honden, dat weet U toch?”<br />
“Ja,” beaamde hij, “hij hield van honden. Hield hij eigenlijk ook van kinderen?”<br />
“O ja, ongetwijfeld. Kijk hier maar”, ze bladerde door het boek en wees op een foto, “Kijk<br />
eens hoe liefdevol hij zijn hand op het hoofd van dat jongetje legt. Hij hield van kinderen.<br />
Dat is zeker.”<br />
“Maar hij hield niet van Joodse kindertjes, en ook niet van de kinderen in Rotterdam,<br />
Coventry en Lidice,” zei hij op een voorzichtige toon.<br />
De vrouw viel fel uit:<br />
“Na wass! Bent U er zo één? Dan vergeet U mooi al onze mooie steden en wat dacht U<br />
van Dresden?”<br />
Ze draaide zich roodaanlopend om en liep met kordate pas van hem weg, terwijl ze<br />
binnensmonds allerlei verwijten formuleerde.<br />
Ongemerkt haalde hij zijn schouders op, niet kwaad en niet berustend. Hij liep naar buiten<br />
en zag dat een van de bussen door een slagboom reed.<br />
Hij liep die richting op.<br />
Het was een oude wachtpost van de SS. Een videocamera hield de weg in de gaten.<br />
De weg naar boven duurde anderhalf uur: het regende steeds harder, er kwam mist<br />
opzetten en er trok een koude op door de sneeuw die steeds hoger aan de kant van de<br />
weg lag.<br />
Toch probeerde hij van de rust van het bos te genieten. Het lukte niet. Overal zag hij<br />
sporen van het verleden.<br />
Het neveldek benadrukte de somberheid die er hing, ondanks de alpenbloemen die<br />
voorzichtig opkwamen.<br />
Het uitzicht was geheel verdwenen en hij was blij bij de tunnel naar Kehlstein aan te zijn<br />
gekomen.
Kehlstein was een verrassingscadeau en werd Hitler op zijn vijftigste verjaardag<br />
aangeboden. Het was een theehuis op 1834 meter boven de zeespiegel.<br />
Hitler was een ondankbare ontvanger, want hij heeft er slechts zeer spaarzaam gebruik<br />
van gemaakt.<br />
De kosten en de inspanningen waren groot. Onder leiding van Fritz Todt werd voor 3O<br />
miljoen Reichsmark een weg van zeseneenhalve kilometer lengte en vier meter breedte in<br />
de rotswand uitgehakt.<br />
Er moest een hoogte van 8OO meter genomen worden.<br />
De weg kwam op een punt 124 meter onder Kehlstein uit. Todt liet een tunnel van 127<br />
meter lang en drie meter hoog bouwen, naar een lift die regelrecht naar Kehlstein leidde.<br />
De wanden waren met Italiaanse tegels bekleed en de lucht werd door een air-conditioner<br />
constant ververst.<br />
Bormann was de initiator van dit adelaarsnest. Hitler bemoeide zich er niet mee. Speer<br />
meldde in zijn memoires dat Hitler ooit tegen hem had gezegd dat hij zich niet met de<br />
bouw wilde bemoeien.<br />
Hij speelde zelfs met de gedachte om een nieuw stil dal te zoeken en daar een klein<br />
houten huis te bouwen. Alsof er niets was gebeurd en hij weer opnieuw kon beginnen.<br />
Hij liep door de tunnel en kwam in een mausoleumachtige ruimte voor de liftdeur uit.<br />
Het was hem bekend dat het nazisme vaak op klassieke bouwvormen teruggreep. Het<br />
mausoleum deed hem sterk denken aan koepelgraven en dat maakte deze ruimte sinister.<br />
De lift kwam. Hij was de enige die naar binnenging.<br />
De liftbediende deed stuurs; ook hij leek een cursus in zwijgen en ontwijken van vragen te<br />
hebben gevolgd.<br />
Had Hitler last van claustrofobie, of was het een van zijn adviseurs? De liftwanden en het<br />
plafond waren namelijk van glimmend gelig messing. Het metaal weerspiegelde alles in<br />
veelvoud en gaf een sterk ruimtelijk effect.<br />
Alles wat in naam van Hitler gebouwd werd, was pompeus en uit de voegen gegroeid. De<br />
kantoorgebouwen waren monumentale monsters, nachtmerrieachtige bouwwerken. De<br />
stadions besloegen oppervlakten, om het volk in een roes en in opwinding te krijgen.<br />
De leider riep op en als een rattenvanger kreeg hij een heel volk met zich mee.<br />
De dorpsidioot was niet idioot, tenzij ontevredenheid een vorm van idiotie is. Ontevreden<br />
met het leven, ontevreden met de eigen levensruimte.<br />
Het trouw volgende volk kon weten wat hen te wachten stond. Het sloot echter de ogen.<br />
Verdoofd door massaregie, verblind door massahysterie, vertekend door films van Leni<br />
Riefenstahl en verleid met Autobahnen, Volkswagens en werk.<br />
Een religieus besef werd gekweekt in dienst van een ideologie, die uiteindelijk tot<br />
brandende crematoria en puinhopen leidde.
Dit was niet het geval in Japan. Alles wat in naam van de keizer gedaan werd, was<br />
weliswaar uit de voegen gegroeid, maar bleef uiteindelijk kleinschalig: geen pompeuze<br />
gebouwen, geen stadions met hysterische volgelingen.<br />
Dat hoefde ook niet. De keizer was God en er was al een religieus besef en er bestond al<br />
een ideologie.<br />
De leer van de edele samourai en het spreekwoord dat men door het oog van de naald de<br />
hemel leert kennen, was gemeengoed.<br />
De Gestapo was een eigen Duitse vinding en werd het Duitse volk met grof geweld<br />
opgedrongen. De Japanse tegenhanger was de Kempetai, even wreed en mensonterend,<br />
maar in een cultuur van groepscontrole makkelijk invoerbaar.<br />
Een God die keizer is en kleine maanvissen kweekt, kan niet pompeus zijn. Een God kan<br />
niet groter dan zichzelf zijn.<br />
Het leed was grootschalig en dat kon alleen met pompeus geweld vernietigd worden.<br />
Hij vroeg zich in de lift af, of grootschalig leed werkelijk altijd op pompeuze wijze<br />
bestreden dient te worden.<br />
Het Duitse leed werd met alle geweld verpletterd. De vernietigende bombardementen op<br />
de steden brachten echter geen versneld einde. Burgers die op een dergelijke wijze<br />
getroffen worden, blijken eerder geneigd te zijn de kant van hun eigen onderdrukkers te<br />
kiezen.<br />
Het militaire geweld bestond uit vuurspuwende walsen die het Groot Duitse Rijk van alle<br />
kanten aanvielen.<br />
De geallieerde wals in Azië was ook verpletterend. Toch was een atoombom het ultieme<br />
geweld, dat het einde der strijd pompeus aankondigde. Wagneriaans en niet te vergelijken<br />
met de verfijnde Japanse muziektraditie.<br />
Wagneriaans was ook het einde van het Duizendjarig Rijk: als in een opera besloot de<br />
dorpsidioot zich in het echt te verbinden. Een huwelijkstrouw tot de dood hen scheidde,<br />
begeleid met de staccato's van stalinorgels.<br />
Veertig uur duurde de echtverbinding, toen was het afgelopen. Geen harakiri, wel een<br />
pistool en gif.<br />
Er was voor Hitler dan ook geen weg terug en dat begreep hij.<br />
Hij kon zich makkelijk in de bunkers en onderaardse gangen van Obersalzberg verschansen<br />
en zich laten verdedigen door verblinde fanatici. Niet voor lang, want eens had<br />
hij zijn holen moeten verlaten.<br />
Een kamikazepiloot kroop in een vliegtuigje waarmee alleen opgestegen kon worden. Een<br />
landing was bij gebrek aan een betrouwbaar landingsgestel uitgesloten. Het was eervoller<br />
te sterven, dan zich over te geven. In naam van de keizer.<br />
De Duitse militair zweerde eeuwige trouw, niet aan de staat of aan de legerleiding, maar<br />
aan de Führer zelf.<br />
Deze eed van trouw belemmerde met name de officieren om bevelen te negeren, of in<br />
opstand te komen. Er werd tot de dood hen scheidde in naam van de Führer gevochten.<br />
Er zijn parallellen tussen de dorpsidioot en de keizer te vinden. De tegenstellingen zijn<br />
echter even duidelijk aan te geven.
Het leed dat beide regimes opriepen, is echter uniek, in zichzelf besloten en niet met<br />
elkaar te vergelijken.<br />
Oost is oost en west is west en nooit zullen beide einden elkaar naderen. Alleen in het<br />
leed waren de beide einden gelijk.<br />
Toen de Enola Gay zich als een hoogzwangere vrouw voortbewoog, was Europa zijn<br />
wonden al enkele maanden aan het helen.<br />
Het vliegtuig vloog onbeschermd op Hiroshima af. Een weersvliegtuig met Claude Eatherly<br />
aan boord had een gat in de bewolking ontdekt en daardoor viel Hiroshima de eer te<br />
beurt.<br />
Een ander weersgesteldheid had de dood van andere Japanners betekend. Toeval?<br />
Eatherly had niet geweten wat hij deed, maar toen tot hem doordrong wat hij mee had<br />
helpen aanrichten, voelde hij zich schuldig.<br />
Zelfs dat privé gevoel werd hem niet toegestaan.<br />
De oorlog liep al op het einde, maar de kans dat Japan eiland na eiland veroverd moest<br />
worden, betekende een geschatte dood van ruim eenmiljoen geallieerde soldaten en de<br />
dood van miljoenen zich nooit overgevende Japanners. De krijgsgevangenen waren niet<br />
belangrijk; dat zij in de resterende maanden nagenoeg allemaal zouden sterven, was<br />
hooguit voor een statistiek interessant.<br />
Eichmann heeft ooit eens gezegd, dat de dood van tien mensen een ongeluk is. Als<br />
honderd mensen in één klap sterven, is dat een ramp, maar als er zesmiljoen omkomen is<br />
het eerder een statistisch gegeven.<br />
Veel mensen hebben hun leven letterlijk aan de atoombom te danken. Toevallig ontwikkeld<br />
door de geallieerden omdat verschillende Duitse natuurkundigen hun land<br />
moesten ontvluchten.<br />
Om de stroomvoorziening van Kehlstein te garanderen had Todt een dieselmotor voor een<br />
onderzeeboot gebruikt; ondanks het gebrek aan strategisch materiaal.<br />
Kehlstein is nog steeds een theehuis, een uitspanning met geschiedkundige herinneringen.<br />
Er was uiteraard geen uitzicht. De hele top zat in de regenende wolken. Toch ging hij in<br />
een hoek aan een van de ramen zitten.<br />
Hij keek rond: een typisch Beierse gelagkamer, houten balken aan het plafond, een<br />
gemetselde stenen muur, een grote marmeren open haard, onpersoonlijke houten tafeltjes<br />
en stoelen en lelijke schilderijen.<br />
De commercie had toegeslagen. Vlakbij de haard was een buffet met souvenirs.<br />
De haard was een cadeau van de Duce, de Italiaanse dictator gaf zijn noordelijke collega<br />
een haard. Terecht, want het kan zo hoog in de bergen koud zijn. Het is geen mooie<br />
haard. Waarom nemen dictators toch altijd immense haarden?<br />
De schilderijen waren van een volkse smaak en zouden nooit een ereplaats in de<br />
droomstad Linz hebben gekregen.
Toch hoorde hij een Duits echtpaar tegen elkaar zeggen, dat het schilderij boven de haard<br />
zo mooi was. Dit was pas goede kunst, dat kon je zien, vonden ze. Ze hadden het zelf<br />
willen hebben.<br />
Hij was bang dat het dan een ereplaats in de woonkamer had gekregen. Een schilderij dat<br />
Hitler zelf had gezien en had bewonderd.<br />
De mensen hadden echter niet in de gaten dat de Amerikanen alle kunstvoorwerpen<br />
geconfisceerd hadden.<br />
Wat die mensen ook niet wisten, was dat er vroeger boven de haard een kostbaar gobelin<br />
hing.<br />
Na enige tijd ging hij terug. Hij voelde zich eenzaam, maar had geen behoefte om andere<br />
mensen te spreken.<br />
Tijdens het afdalen merkte hij hoe stil het was. Af en toe onderbroken door het geronk<br />
van de bussen, die naar diesel roken.<br />
Bij een van de korte tunnels zag hij een stuk kalksteen met wat fossielen er in. Hij nam<br />
het op en droeg het met zich mee.<br />
Hier was een herinnering aan voorbije tijden, die hem aansprak; hoewel het van de<br />
Kehlstein afkomstig was.<br />
Het leven gaat door. De geschiedenis versteent zich altijd.<br />
Op Obersalzberg ging hij naar het hotel Türken. Vroeger heette het “Zum Türken” en was<br />
het een hoofdkwartier van de Reichssicherheitsdienst en de Gestapo.<br />
Schuin tegenover het hotel had Berghof gestaan. Tegenwoordig is Berghof overwoekerd<br />
door struiken en bomen.<br />
De grond is doorboord met gangen, bunkers die met elkaar in verbinding staan. Tijdens<br />
eventuele bombardementen kon men schuilen en met elkaar in verbinding blijven.<br />
De meeste gangen zijn afgesloten, volgens officiële mededelingen wegens vermeend<br />
instortingsgevaar.<br />
Hij geloofde dat niet direct. Het was bekend dat de bunkers op de eeuwigheid gebouwd<br />
waren.<br />
De bunkers waren afgesloten om er geen bedevaartplaats van de maken. Een terechte<br />
zorg, want ooit is er in de ondergrondse slaapkamer van Eva Braun een Amerikaans paar<br />
in het echt verbonden.<br />
Verschillende ingangen waren door een bombardement ernstig beschadigd. Obersalzberg<br />
en speciaal Berghof werd door de Britse luchtmacht op 25 april 1945 aangevallen. Vijf<br />
dagen voordat Hitler zelfmoord pleegde.<br />
Waarom werd Obersalzberg niet eerder gebombardeerd? Vond men het platgooien van<br />
steden strategisch belangrijker dan het vernietigen van een belangrijk Duits<br />
hoofdkwartier? Was men bang voor de grillig bewegende vingers van de vierhonderd<br />
zoeklichten rond München?<br />
Tokyo en het paleiselijk complex had men niet gespaard.<br />
De tunnels waren koel en niet vochtig. De techniek zorgde voor de afvoer van<br />
grondwater, voor de ontluchting en verwarming.
De totale lengte was bijna drie kilometer en door de tunnels werden ongeveer tachtig<br />
ruimten met elkaar verbonden. De ruimten waren gedeeltelijk sober en gedeeltelijk uiterst<br />
luxueus.<br />
De bunkerkamers van Hitler, Bormann en Göring waren met hout gelambrizeerd, de<br />
vloeren met waardevolle tapijten bedekt. Er waren keukens en badkamers. Men kon er<br />
zich thuis in voelen, als men het gemis aan ramen en uitzicht voor lief nam.<br />
Een jong meisje verkocht kaartjes om het tunnelcomplex in te mogen gaan.<br />
Hij ging door een tourniquet en liep naar beneden.<br />
Een witte gang en een trap met een houten plankier dat een goot bedekte waar de<br />
verwarming in aangebracht was.<br />
Opvallend waren de lichtbruine voetafdrukken die tot heel hoog de witte muur bedekten.<br />
Het was alsof de bezoekers het nazisme een trap na hadden willen geven.<br />
Dit gold echter niet voor alle bezoekers: in een ronde geschutsstelling waren vier- en<br />
driepotige hakenkruisen getekend en stond vermeld dat de Joden schuld aan alles<br />
hadden. “Befreiet Hess!” was door schietgaten duidelijk te lezen.<br />
Degenen die Hess bevrijd wilden hebben, waren ook van mening dat het Jodendom gelijk<br />
aan het antisemitisme staat. Dat stond tenminste als een letterlijk teken aan de wand.<br />
Hij voelde zich moedeloos en wilde teruggaan, toen hij op zijn schouder werd getikt.<br />
Een man vroeg hem in het Frans om een vertaling van het woord Sehschutz. Hij gaf het<br />
en raakte aan de praat met een Frans echtpaar. Ze kwamen uit Lyon en brachten hem op<br />
de hoogte van het proces tegen Barbie, de slager van Lyon. Een oorlogsmisdadiger, die na<br />
een veroordeling wist te ontsnappen en pas na tientallen jaren uitgeleverd kon worden.<br />
Een man zonder spijt. Een man die niet kon zeggen dat hij het niet geweten had.<br />
Hij vroeg aan het meisje achter de balie of er niets gedaan kon worden aan de nazistische<br />
teksten. Ze betuigde haar spijt en legde uit dat dat onmogelijk was. Men kon toch niet in<br />
elke gang een bewaker plaatsen?<br />
Het meisje wees hem hoe hij naar de ruïnes van Berghof kon komen.<br />
Enkele minuten later liep hij op de fundamenten van het huis.<br />
Zo stelde hij zich altijd de resten van een Inca-tempel voor.<br />
Resten van muren, overwoekerd door een oerwoud, waar men zich met moeite een weg<br />
door kon banen.<br />
De moeite viel hier mee. Het enige waar hij op moest letten was dat hij niet in de modder<br />
uitgleed. Het regende nog steeds.<br />
Ook Inca-tempels getuigen van een bloedige geschiedenis. Die geschiedenis ligt zo ver<br />
van ons vandaan, dat het onvoorstelbaar is geworden.<br />
De geschiedenis van Berghof ligt dichterbij. Hij merkte echter dat hij deze geschiedenis<br />
even onvoorstelbaar vond.<br />
Deze ruïneuse fundamenten waren niet tijdens het bombardement ontstaan. Na de oorlog<br />
werd Obersalzberg weer een bedevaartplaats. Regelmatig bezochten vooral op zondagen<br />
tienduizend belangstellenden het door bommen omwoelde gebied.<br />
De Amerikanen wilden het nazisme radicaal uitroeien en vonden het beter om alle ruïnes<br />
met springstoffen op te ruimen.
Op 3O april 1952 werd de aanvang gemaakt. Op de dag af precies zeven jaar na de<br />
zelfmoord van Hitler.<br />
Het was moeilijk voor te stellen hoe het huis er uit had gezien. De fantasie schoot te kort,<br />
hoeveel moeite hij er ook voor deed.<br />
In een soort kelderruimte werd met grove letters het nazisme geprezen.<br />
Dit deed hem besluiten om rechtsomkeert te maken.<br />
Het hol van de leeuw had hij gezien. Hij had in stromende regen en in de mist een<br />
droefgeestigheid ervaren, dat hem bekend overkwam.<br />
Het was tegen twee uur in de middag. Vroeger dan hij gepland had, maar die planning<br />
had met mooi weer rekening gehouden.<br />
Het was zijn bedoeling om tegen het eind van de middag naar Oostenrijk te gaan.<br />
Daar ligt aan de Donau Mauthausen.<br />
Hij ging terug naar zijn auto en reed weg.
Mauthausen<br />
Na twee uur reed hij langs de Donau, enkele kilometers van Mauthausen. Een landelijke<br />
streek. Rustig en rustiek, even onderbroken door een groot reclamebord waarop stond dat<br />
het marmer van Mauthausen hier vandaan kwam en van goede kwaliteit was.<br />
De Donau was niet blauw, maar stroomde wel rustig en kalm.<br />
Enkele huizen vormden een gehucht. Tijdloos leek het.<br />
Opeens werd hij geconfronteerd met een lange sombere muur en wachttorens.<br />
Hij parkeerde de auto en liep door een kleine poort, links naast de hoofdingang en kwam<br />
op een ommuurde ruimte. Rechts een muur met ramen en grote deuren, links een muur<br />
met wachttorens.<br />
Op het eind van de binnenplaats stond een grote groep schoolkinderen. Ze lachten en<br />
praatten wat en leken weinig aangedaan.<br />
Een neiging om terug te gaan moest hij met alle geweld onderdrukken: in augustus 1943<br />
was hij onvrijwillig in Tjideng gekomen en bijna vierenveertig jaar later bezocht hij uit<br />
eigen vrije wil een concentratiekamp.<br />
Tjideng was een afgesloten woonwijk van Batavia, geen echte kampong. Rond de wijk<br />
was een gedèk, een als een mat gevlochten afscheiding waar doorheen volgens verhalen<br />
zwarthandel gedreven werd.<br />
Ontvluchten kon niet. Een blanke viel altijd op.<br />
Tjideng was een krijgsgevangenkamp, geen vernietigingskamp als Mauthausen.<br />
Hij wist dat hij Tjideng nooit kon bezoeken. Het gedèk was allang gesloopt. De kans, dat<br />
de huizen waar ze gewoond hadden verdwenen waren, was groot. Dit besef maakte hem<br />
niet treurig. Het leven stroomt steeds door, net als de Donau.<br />
Bij een grote poort was een kassa. Mauthausen - nog steeds moest je tol betalen.<br />
Mauthausen was een vernietigingskamp. In de Duitse terminologie werd deze term liever<br />
vermeden. Verzachtend stond het kamp bij ambtenaren bekend als een Klasse-III kamp.<br />
Kort nadat Oostenrijk in het Groot Duitse Rijk was ingelijfd, bezocht Himmler de stenen<br />
gebouwen die bij de steengroeve behoorden. Hij kwam tot de conclusie dat het een goede<br />
plaats voor een concentratiekamp was en zo werd Mauthausen het centrum van een<br />
groep satellietkampen, waar gezamenlijk negentigduizend gevangen ondergebracht<br />
konden worden.
Mauthausen ligt op de plaats waar de Enns de Donau instroomt en telt slechts enkele<br />
duizenden inwoners. Zeventigduizend mensen zijn hier omgebracht.<br />
Ze werden vergast, opgehangen, met dodelijke injecties ingespoten, verscheurd door<br />
honden, of kregen een nekschot, terwijl ze zogenaamd voor een pasfoto gefotografeerd<br />
werden.<br />
De dood hanteerde hier ontelbare methoden.<br />
Hij zag in het museum foto's van een mismaakt en veel te kleine Nederlandse<br />
schooljongen. De volgorde gaven een beeldverhaal over zijn leven en dood: eerst levend,<br />
gekleed en gedrongen, daarna dood, naakt en gedrongen.<br />
De jongen werd vanwege zijn mismaaktheid gedood en geheel tot op het bot toe ontleed.<br />
Voor pseudowetenschappelijke onderzoekingen werden de botten als skelet opgebouwd<br />
en ook dat skelet was gefotografeerd.<br />
Artsen die de eed van Hippocrates hadden afgelegd werkten mee. Uit zucht naar<br />
vermeende wetenschap.<br />
Deze eed stelt zeer hoge ethische en morele eisen aan een arts, maar dat weerhield de<br />
nazi-artsen niet om de meest vreemde theorieën op de gevangen uit te testen.<br />
Een zware stenen aanrechtachtige ontleedtafel met bloedgeul stond bij de gaskamer. Hier<br />
werden de injecties met lucht of magnesiumchloraat gegeven. Hier werden de lijken<br />
ontveld om van de tatoeages lampekappen te maken.<br />
Wat veel mensen niet weten, is dat Japanse artsen dergelijke experimenten ook deden.<br />
Experimenten, geen lampekappen.<br />
In naam van de keizer, weliswaar niet op de groteske schaal als het nazisme eiste.<br />
Ook hierin was de God anders dan de dorpsidioot.<br />
De gaskamer was als een douche ingericht. Er kwam geen water uit de spuitstukken. Het<br />
gas was Zyklon-B, oorspronkelijk als een verdelgingsmiddel ontwikkeld.<br />
Het gebouw waar de executies als een lopende band werden uitgevoerd, heette in het<br />
kamp het “Huis des Doods”.<br />
Het was een fabrieksmatige vernietiging van mensen.<br />
Zo vonden de vergassing steeds tussen negen uur 's ochtends en vijf uur 's middags<br />
plaats. De gaskamer kon 12O personen tegelijkertijd verwerken. Het is bekend dat de SS<br />
er één keer zelfs 22O mensen er in geduwd, gepropt en geslagen had; waarna de beulen<br />
elkaar voor het kleine raampje in de deur verdrongen om de doodstrijd van hun<br />
slachtoffers te kunnen zien.<br />
De lijken werden zo snel mogelijk verbrand. Het ging niet snel genoeg. In het voorjaar<br />
van 1945 bleek een extra crematorium nodig te zijn.<br />
Het verbranden van de lijken was noodzakelijk om de bewijzen letterlijk in rook te doen<br />
opgaan.<br />
Begraven zou de geallieerden de bewijzen voor de bedreven misdaden in handen geven<br />
en had Himmler niet zelf gezegd dat bepaalde bladzijden uit de geschiedenis nooit<br />
geschreven zouden worden?<br />
Aan de bouw van dit crematorium werkten gevangenen, zoals Spaanse communisten die<br />
tegen Franco en het Duitse Condorlegioen hadden gevochten.
De Japanners begroeven wel. Hun religieus besef had hen een afschuw tegen het<br />
verbranden van doden gegeven.<br />
De executies en de verbrandingen gingen tot het laatste ogenblik door. Enkele weken<br />
voor het einde van de militaire strijd werden er nog 367 Tjechische Joden binnengebracht.<br />
Ze waren jong en nog gezond, in vergelijking met de uitgemergelde gevangenen.<br />
De groep werd als vee voortgedreven, moest zich uitkleden en werd direct vergast. Het<br />
was opvallend dat de rook uit de schoorsteen zwart en olieachtig was, terwijl de rook van<br />
de afgebeulde gevangenen meestal bleekgeel was en niet opvlamde.<br />
Na de oorlog ontstond in Duitsland een nationaal spreekwoord: “Ich habe es nicht<br />
gewusst”.<br />
Het is echter bekend dat kinderen soms gedreigd werden met de opmerking “Pas maar<br />
op, anders ga je door de schoorsteen.”.<br />
Japanners waren niet op fabrieksmatige vernietiging van mensen uit. Hun vernietiging<br />
berustte op louter toeval. De Japanse kinderen konden niet met een schoorsteen bedreigd<br />
worden.<br />
De barakken waarin de gevangen sliepen, herinnerden hem aan Tjideng.<br />
Hij voelde zich leeg en eenzaam en er welde een woede in hem op toen hij in het<br />
gastenboek “Es lebe der Führer!” las.<br />
Het was gehaast geschreven. Hij verdacht de groep schoolkinderen en hoopte vurig dat<br />
zijn eigen kinderen zoiets nooit zouden schrijven.<br />
Op het eind van de oorlog waren er meer dan drie keer zoveel gevangen als er eigenlijk<br />
plaats was. Er waren daarom te weinig houten britsen en dus sliepen er drie mannen in<br />
een brits van zestig centimeter. Er was letterlijk geen privé ruimte voor een gevangene.<br />
Rond het kamp was elektrisch geladen prikkeldraad, er stond een driefasige stroom van<br />
38O volt op.<br />
Geheel willekeurig kon een bewaker een gevangene tegen de omheining opjagen. Soms<br />
werd een pet van een hoofd gerukt en tegen het draad gegooid. De pet bleef dan op de<br />
prikkels hangen en de gevangene moest zijn eigen pet ophalen.<br />
Hij moest, want er stonden om de dertig meter gewapende bewakers.<br />
Dood ging men toch en dus liepen gevangenen in hun wanhoop onverwachts en geheel<br />
vrijwillig tegen de omheining op.<br />
Elk lijk dat als een marionet in de draden hing, werd gefotografeerd. Vaak met lachende<br />
bewakers er om heen.<br />
De bewakers konden lachen. Ze wisten dat ze voor de dood beloond zouden worden: elke<br />
gedode vluchteling leverde twintig sigaretten of acht dagen verlof op.<br />
Het leven van een gevangene was niet veel waard.<br />
Eén keer liep een collectieve zelfmoord van gevangenen verkeerd af. Er liepen teveel<br />
gevangenen tegelijkertijd tegen het draad op, zodat de stroom te zwak was om hen<br />
allemaal te doden.<br />
De nog levenden werden daarop met machinegeweren afgemaakt.
De kampcommandant Ziereis trad niet tegen uitwassen op. Hij heeft zelf minstens<br />
vierhonderd mensen met een nekschot eigenhandig afgemaakt.<br />
In de hel bestaan geen uitwassen.<br />
Alleen zo is het te verklaren dat Mauthausen een eigen bordeel had. Iedere gevangene<br />
mocht er tot januari 1945 één keer per week een bezoek brengen.<br />
De SS had een eigen bordeel. De prostituees waren de aantrekkelijkste gevangenen uit<br />
andere kampen.<br />
Voor de gevangenen waren er alleen besmette prostituees onderdeel van een medisch<br />
experiment.<br />
Het was hem niet bekend of in Japanse kampen ook bordelen voor de gevangenen waren.<br />
De mannen en jongens waren streng van de vrouwen en kinderen onder de tien jaar<br />
gescheiden. Blanke vrouwen voldeden in het algemeen niet aan het schoonheidsideaal<br />
van een Japanner. Lang, slank en voorzien van rechte benen werd niet mooi gevonden.<br />
Toch kwam het voor dat een vrouw zich met een Japanner inliet. In de hoop op<br />
voordelige begunstiging. Een hoop die nooit uitkwam en door de medegevangenen zwaar<br />
afgestraft werd.<br />
Ook kenden de Japanners de z.g. troostmeisjes – geïnterneerde vrouwen en meisjes die<br />
als hoer te werk gesteld werden.<br />
Hij merkte dat zijn ogen vochtig waren geworden. De wreedheid van Mauthausen voelde<br />
hij in zijn eigen lichaam. Hij herkende het vanuit zijn eigen ervaringen en hij probeerde<br />
het onder woorden te brengen.<br />
Het lukte hem niet.<br />
Jaren ervoor had hij een theorie over het ontstaan van syndromen ontwikkeld. Volgens<br />
hem is de werkelijkheid met hulp van de taal moeilijk te doorgronden.<br />
Steeds weer proberen we aanwezige kennis tot uitdrukking te brengen. Dat is zo moeilijk,<br />
dat we elke keer opnieuw ontdekken dat we nieuwe namen en nieuwe termen moeten<br />
verzinnen om de kloof, tussen datgene wat we onder woorden willen brengen en de<br />
woorden zelf, te verkleinen.<br />
Die kloof noemde hij “leemte”.<br />
De leemte zal vooral gevoeld worden, als we emotionele gebeurtenissen uit het verleden<br />
willen beschrijven; gebeurtenissen waarbij het naakte bestaan letterlijk op het spel stond.<br />
We hoeven alleen maar aan kindermishandeling, verkrachtingen, gijzelingen en<br />
concentratiekampen te denken.<br />
Zijn hele leven had hij die leemte gevoeld. Nooit kon hij anderen uitleggen wat hij voelde<br />
en dan sloeg hij dicht en bevestigde hij het grote zwijgen.<br />
Zwijgen helpt echter niet.<br />
In de psychologie en psychiatrie vallen dergelijke syndromen onder het existentioneel<br />
emotioneel stress syndroom.<br />
In Mauthausen voelde hij die leemte weer. Hij was er bang voor geweest, maar de<br />
verlammende werking die hij daarbij verwachtte, bleef uit.
Hij voelde zich niet wanhopig en troostte zich met de gedachte dat hij tijdig ontdekt had<br />
dat niet alles altijd onder woorden gebracht hoeft te worden.<br />
Hij merkte dat hij aarzelde toen hij naar de steengroeve ging.<br />
Hij was bang voor de confrontatie. Zou de leemte nu wel verlammend gaan werken?<br />
Het was geen masochisme dat hij deze reis ondernam. Hij wist wie hij was, hij wilde er nu<br />
alleen achterkomen wat de verschillen en overeenkomsten van Duitse en Japanse<br />
concentratiekampen waren.<br />
Bovenaan de steengroeve bleef hij een tijd zwijgend staan.<br />
De tijd had de foto's en filmbeelden totaal veranderd.<br />
Het harde en rauwe leven van de dwangarbeid in de steengroeve was weggevaagd. Voor<br />
hem lag een lieflijke en idyllische kuil.<br />
Een groeve zoals hij er door zijn verzamelwoede van fossielen tientallen kende.<br />
De rotswanden waren gedeeltelijk begroeid en de aanhoudende regen rimpelde twee<br />
plassen water.<br />
Aan de overkant van de kuil zag hij een wit wachttorentje.<br />
Veel verder weg, aan de overkant van de rivier lagen huizen en boerderijen. Veel van deze<br />
huizen en boerderijen werden gevorderd. Men wilde geen getuigen hebben.<br />
Hield men toen al rekening met een eventuele nederlaag en wilde men op deze wijze<br />
voorzorgsmaatregelen nemen?<br />
Of voelde de leiding onbewust aan welke misdaden er begaan zouden worden en dat<br />
dergelijke daden niet ongestraft konden blijven?<br />
Een stenen tredentrap liep naar beneden.<br />
Dit was de Trap des Doods, omdat de gevangenen elke dag deze trap van honderdzesentachtig<br />
treden met een blok steen van vijftig kilo op moesten.<br />
Zwakte, uitputting, ondervoeding, marteling, en wanhoop lieten zelfs de allersterksten<br />
struikelen en dan tuimelden honderden andere gevangenen onder hem mee. Verpletterd<br />
door de brokken steen.<br />
Uit verveling lichtten de bewakers beentje. Het effect was hetzelfde.<br />
De treden waren ongelijk van afstand, zodat het klimmen moeilijk was. Soms moest een<br />
trede van enkele tientallen centimeters genomen worden.<br />
Onderaan de trap las hij op een wit bord:<br />
“GEDENKSTäTTE<br />
Baden Tauchen<br />
Autowaschen<br />
Ballspielen etc.<br />
Verboten!”<br />
Dit bord bracht hem in verwarring - na de oorlog had men het nooit geweten, maar nu<br />
kon men het weten.
Op enkele plaatsen waren er plaquettes in de wand aangebracht. Namen en data ter<br />
herinnering en waarschuwing.<br />
Hij wist dat deze vorm van eerbied niet in Tjideng was en dat groepen Japanners en<br />
Amerikanen elkaar bij de Burmaspoorlijn op toeristenreizen ontmoeten. Een kermisgebeuren,<br />
geen ingetogen herinneren.<br />
Hij was de enige in de groeve en kon rustig op zijn gemak de sfeer tot zich nemen.<br />
Hij zag de Parachutistenwand. Een steile afgrond waar in de zomer van 1942 een groep<br />
net aangekomen Nederlandse Joden door de SS naar beneden werd gegooid.<br />
Dit was humor volgens de SS en die humor beviel, want uit verveling werden daarna<br />
regelmatig gevangen de vijftig meter hoge afgrond in geduwd, geslagen of geschopt.<br />
Sommigen overleefden de val en als ze dan niet in het water verdronken, werden ze de<br />
trap opgesleept en opnieuw naar beneden gegooid.<br />
Humor van de SS: met een lachend gezicht naar een vreemd geknakte dode kijken, trots<br />
en wijdbeens in een massagraf temidden van de lijken staan, besmette meisjes van<br />
plezier voor de gevangenen bestemmen.<br />
Alleen het Duits en het Nederlands kennen het woord “leedvermaak”.<br />
Hij was in de zomer van 1964 op een zwerftocht door Zwitserland en Italië in een<br />
jeugdherberg in Hospental aangekomen. De volgende morgen wilde hij liftend de<br />
Gotthartpas over. Het bleek die nacht echter gesneeuwd te hebben en dat de pas voor het<br />
verkeer afgesloten was.<br />
Zo was hij midden in de zomer twee dagen ingesneeuwd.<br />
's Avonds ging hij met andere lotgenoten naar een dorpscafé en daar werden moppen en<br />
sterke verhalen verteld. Naarmate de avond verstreek, kregen de moppen de overhand en<br />
werden ze harder van toon.<br />
Een Duitse jongen van negentien jaar kende een heel regiment. Hij was dan ook beroepsmilitair<br />
- Obergefreiter in het West-Duitse leger.<br />
Waarschijnlijk kwam het door het bier dat zijn humor zwarter en zwarter werd. Hij vroeg<br />
zijn gehoor bijvoorbeeld of zij wisten hoe je een neger uit de boom kunt krijgen. Touw<br />
doorsnijden, bleek het juiste antwoord te zijn.<br />
Iedereen lachte, behalve hij. Als een buitenstaander observeerde hij de Duitse korporaal<br />
en het gezelschap.<br />
Voorzichtig probeerde de Duitser een onbeduidende jodenmop uit. De groep schudde van<br />
het lachen en pas bij de vraag hoeveel Joden er in een Volkswagen kunnen, greep hij in.<br />
Hij kende deze humor - het antwoord was in de vernietigingskampen terug te vinden. Er<br />
gaan duizendvier Joden in de Volkswagen, vier op de stoelen en de achterbank en duizend<br />
in de asbak.<br />
Waarom hij de vraag stelde, weet hij niet meer. Hoe hij op deze vraag kwam, weet hij ook<br />
niet meer. Ter plekke verzon hij een Jodenmop, die zelfs deze Obergefreiter verschrikt<br />
deed staan.<br />
“Weet je hoe die humor in het Duits heet?”
“Ja, natuurlijk. Schwarzer Humor.”<br />
“Da's goed en in het Frans?”<br />
“Ik spreek geen Frans.”<br />
“En in het Engels?”<br />
“Black humor.”<br />
“Prima, en in het Nederlands?”<br />
De jongen draaide zich wat ongelukkig op zijn stoel:<br />
“Ik spreek geen Nederlands.”<br />
“Dat noemen wij zwarte humor.”<br />
“Ja, natuurlijk. Schwarzer Humor.”<br />
“Weet je hoe die humor in het Duits heet?”<br />
De jongen werd korzelig:<br />
“Dat heb ik net toch gezegd, dat is...”<br />
“Nee, dat noem ik nou een Auschwitz.”<br />
Hij liep de Trap des Doods weer op en ging naar het kamp terug.<br />
Tussen de groeve en het kamp waren monumenten ter nagedachtenis opgericht.<br />
Hij zocht naar een Nederlands monument en kon het niet vinden.<br />
Het West-Duitse monument sprak hem het meest aan: een hoekig geroest metalen<br />
kunstwerk, met in het midden in de hoek enkele buizen en een bol. Een symbolisch skelet.<br />
Eenvoud en daardoor kernachtig.<br />
Geen bombasme, geen groteske naar de hemel reikende monumenten, zoals Speer het zo<br />
graag zag.<br />
Bij de toegangspoort vroeg hij de jongen bij de kassa of de bewoners van de huizen aan<br />
de andere kant echt niets geweten had.<br />
“Geweten niet, maar wel vermoed.”<br />
“Echt niet geweten?”<br />
“Nee, dat kon niet, want het kamp was verboden toegang.”<br />
“Ze konden de dwangarbeiders toch zien werken? Ze konden ze van de rots zien vallen,<br />
ze...”<br />
“Dat klopt.”<br />
“En de schoorsteen rookte toch ook?”<br />
“Ja, maar dat kon van alles zijn. Ze gingen niet van het zwartste uit. Men kon het zich niet<br />
voorstellen, men kon het niet geloven.”<br />
Hij herinnerde zich het gastenboek, waar “Es lebe der Führer!” ingeschreven was.<br />
De jongen bood zijn excuses aan en net als in Obersalzberg was het niet wenselijk om<br />
overal bewakers neer te zetten.<br />
“Dat lijkt me ook niet goed. Het is geen kamp meer.”<br />
Hij wilde weggaan. Het werd tijd, want het kamp had een sluitingstijd.<br />
Hij draaide zich om en zag op de deur een papier waarop stond dat ex-gevangenen en<br />
hun naaste familie gratis toegang hadden.<br />
“Geldt dat ook voor mensen die in Japanse kampen hebben gezeten.”
“O, dat weet ik niet. Die vraag heb ik nooit gehad. Waren daar dan ook zulke kampen?”<br />
vroeg de jongen verbaasd.<br />
Hij stelde hem gerust:<br />
“Nee, niet zulke, maar je ging wel dood.”<br />
“Bent U...?” hij maakte zijn zin niet af.<br />
“Ja en de volgende keer zal ik niet betalen. Moet je trouwens bewijzen dat je gevangen<br />
hebt gezeten.”<br />
De jongen stoof verontwaardigd op:<br />
“Nee, natuurlijk niet. Je gaat er toch niet om liegen?”<br />
Tegen zes uur reed hij weg, richting Dachau.<br />
Hij moest binnenwegen rijden. Een vriendelijk zacht glooiend landschap, dat zelfs in de<br />
regen mooi was. Een rustig vakantieland.<br />
De weg naar Dachau zou hem in Braunau brengen, tien kilometer voor Braunau sloeg zijn<br />
motor bij een voorrangskruising af.<br />
Gelukkig gebeurde het enkele tientallen meters van een tankstation en hielpen twee<br />
mannen hem met duwen.<br />
De pompbediende was automonteur en het eerste wat hij vroeg, was of hij nog genoeg<br />
benzine had.<br />
“Nee, ik heb geen druppel, want ik rijd op gas en dat wil ik in Duitsland gaan tanken.”<br />
Ook de pompbediende kreeg de motor niet aan de praat en stelde toen voor om toch wat<br />
benzine te tanken.<br />
Van zijn laatste shillingen tankte hij enkele liters en tot zijn verbazing sloeg de motor aan.<br />
De pompbediende zei:<br />
“Ik wist het wel. U zat zonder brandstof.”<br />
“Dat kan absoluut niet. Ik heb nog voor zeker tweehonderd kilometer”, en hij wees op de<br />
dagteller.<br />
Hij werd niet geloofd en terwijl hij Braunau binnenreed bedacht hij dat het cynisch was<br />
dat hij na Mauthausen problemen met zijn gasinstallatie had gekregen.<br />
Over de geboortedag van Hitler is veel bekend gebleven. Het was op die twintigste april<br />
1889 bewolkt. De luchtvochtigheid was 89 percent en de temperatuur was 7 graden<br />
Celcius.<br />
Hitler werd op een zaterdagnamiddag om halfzeven geboren, net voor de paaszondag.<br />
Zijn geboortehuis is uiteraard ook bekend: het “Gasthof zum Pommer”, Braunau am Inn.<br />
Twee dagen later werd hij onder zijn naam Adolf gedoopt.<br />
Zijn vader heette oorspronkelijk Alois Schicklgruber en was drieëntwintig jaar ouder dan<br />
zijn moeder Klara Pölzl, een achternicht.<br />
De familienaam Hitler is wat verwarrend, want zijn vader was onder de naam<br />
Schicklgruber geboren, als onecht kind.<br />
De grootmoeder van Hitler had haar kind uit een verhouding met een boer uit Spital<br />
gekregen. Die boer heette Hüttler.<br />
De familieverhoudingen waren ingewikkeld, want Hitler's grootmoeder van moederskant<br />
droeg als meisjesnaam ook Hüttler of Hütler.
Nog verderweg in de familie komt zelfs de naam Hiedler voor.<br />
Vroeger werden de namen in de burgerlijke stand op diverse wijzen geschreven en<br />
stoorde niemand zich er aan.<br />
Alois Schicklgruber werd op negenentwintigjarige leeftijd alsnog onder de naam Hitler<br />
ingeschreven, ruim op tijd om zijn zoon Adolf onder de naam Hitler een plaats in de<br />
wereldgeschiedenis te laten innemen.<br />
Zoon Adolf was het vierde kind in een gezin met vijf kinderen, drie van hen stierven op<br />
jonge leeftijd.<br />
De keizer van Japan stamde van een roemrucht geslacht van goden en werd twaalf jaar<br />
na Hitler geboren. Zijn goddelijke voorouders zijn met naam en toenaam bekend.<br />
Hij hoefde dan ook geen zelfmoord te plegen. Hitler wel, pas na lange aarzelingen werd<br />
zijn dood op 11 januari 1957 officieel in het doopregister ingeschreven.<br />
Niemand hoefde aan zijn dood te twijfelen. Zijn karakter was er niet naar om zijn<br />
toevlucht in Zuid-Amerika te zoeken. Hij zou zich vroeg of laat bekend hebben gemaakt.<br />
Napoleon probeerde immers ook terug te keren?<br />
De keizer hoefde geen zelfmoord te plegen. Hij werd op 1 januari 1946 slechts gedwongen<br />
zijn goddelijke afstamming voor de radio te ontkennen.<br />
Dit gaf een geweldige schok, die veel Japanners niet konden verwerken: God zelf maakte<br />
gebruik van de radio.<br />
De boodschap werd met luidsprekers op straat uitgedragen en de mensen huilden van<br />
aandoening en ontroering. Sommigen pleegden harakiri. Deze schande konden ze niet<br />
meer aan.<br />
Het is ook wat - eerst verloor Japan een militaire strijd en vervolgens werd het volk van<br />
zijn God beroofd.<br />
Duitsland verloor de militaire strijd en zelfs de felste nazi's accepteerden de dood van hun<br />
zelf verkozen God.<br />
Laat in de avond kwam hij in Dachau aan. De camping was al gesloten en hij zette de<br />
auto op het parkeerterrein voor de camping. Hij was moe van de indrukken; vooral de<br />
enorme verschillen tussen Obersalzberg en Mauthausen hadden hem afgemat.<br />
Ze lagen op enkele uren afstand van elkaar, maar waren toch verder dan de uiterste<br />
quasars van elkaar verwijderd.<br />
Obersalzberg en Tokyo lagen ook melkwegstelsels uit elkaar. Meer verwantheid voelde hij<br />
met Mauthausen. De wortels van de vernietigingskampen waren gelijk aan de wortels van<br />
de Japanse kampen. Oost en west ontmoetten elkaar.
Hij zegt<br />
dat het niet klopt.<br />
Dat mijn herinneringen,<br />
hier en daar een contour<br />
in vuil grauwgele vlek<br />
zonder grenzen,<br />
dat mijn herinnering niet juist is.<br />
De namen<br />
mensen, dieren, dingen,<br />
hebben ze bestaan,<br />
of zijn het hersenschimmen?<br />
Kan waar ik niet van weet<br />
geweest zijn?<br />
Of is ieder woord te groot<br />
voor het stof<br />
van mijn verstopt alleen?<br />
(B. Erebos - Geel Stof, klein dicht verslag)<br />
VIII. 5 JUNI - DACHAU
De noordelijke rondweg van München loopt langs Dachau en een camping. Het is geen<br />
autobahn, maar wel een belangrijke verbinding voor het internationale verkeer, zodat<br />
vooral zwaar vrachtverkeer de hele nacht voorbij denderde.<br />
Hij was daarom vroeg wakker en stond om kwart over zes in de ochtend voor een<br />
zijingang van het concentratiekamp.<br />
Rechts van hem zag hij een meer dan manshoge muur van grauwe betonplaten, met<br />
prikkeldraad naar binnen gericht.<br />
Het draad liep langs keramische isolatoren. Ook hier stond toen een hoog voltage op.<br />
Achter de muur hoorde hij het verkeer razen. Het leven gaat gewoon door.<br />
Links van hem betonnen palen met een ruimmazig net van prikkeldraad en weer met<br />
isolatoren. Op regelmatige afstand waren lampen die vroeger schuin op de grond<br />
schenen.<br />
Recht voor hem een wachtpost van steen met een enigszins overhangend puntig dak.<br />
Het miezerde en er stond een straffe wind, die over een vlakte aankwam en het<br />
prikkeldraad bewoog.<br />
De appèlplaats werd door een groot gebouw met zijvleugels en barakken beheerst.<br />
Een vrouw met een emmer en schoonmaakspullen liep door een zijdeur het hoofdgebouw<br />
in. Ze beantwoordde zijn armzwaai.<br />
Achter de barakken was een grote open vlakte, waar ooit 3O barakken hadden gestaan.<br />
De barakken waren gesloopt. Te laat had men ingezien dat het onderhoud van dit<br />
kamp educatieve waarde kon hebben.<br />
Met grind en stoepbanden waren alleen de contouren nog te onderscheiden. Kleine<br />
betonnen blokken met nummers gaven het idee van 3O massagraven, waarschijnlijk<br />
geheel ongewild.<br />
Een oude auto met twee mannen erin reed de richting van het crematorium op.<br />
De verschrikkingen van Mauthausen waren hier tot het absolute niets teruggebracht.<br />
Hij was de enige die er op dit vroege uur rondzwierf en zich verbaasde.<br />
Hier was een stuk geschiedenis tot werkelijk niets teruggebracht.<br />
Twee barakken waren toevallig bewaard gebleven. Ze waren afgesloten, maar door de<br />
ramen kon hij zien dat in een concentratiekamp barakken overal gelijk zijn ingericht.
Aan de andere kant van het veld en achter de muur stond een barakkenkamp. Het was<br />
het Sühnekloster van de ongeschoeide carmelitessen, omdat de carmelitesse Edith<br />
Stein één van de vele slachtoffers van Dachau was.<br />
Hij had er moeite mee: de katholieke kerk had een merkwaardige rol tijdens en na de<br />
oorlog gespeeld en de vele socialisten en communisten die hier vermoord waren,<br />
werden amper herdacht.<br />
Er was een hele discussie over dergelijke kloosters op gang gekomen, nadat de<br />
plannen voor een klooster in Auschwitz bekend waren geworden. Auschwitz, de meest<br />
geperfectioneerde doodsfabriek van Duitsland. Het vernietigen van mensen was daar<br />
een economische aangelegenheid geworden: matrassen werden met mensenhaar<br />
gevuld en van het weinige vet dat bij het verbranden vrijkwam werd zeep gemaakt.<br />
Eugen Kogon voerde toentertijd het bevel over Dachau. Het was het oudste kamp van<br />
nazi-Duitsland. Al ver voor de oorlog werden er tegenstanders heropgevoed en vermoord.<br />
Het regime van Kogon kan het beste getypeerd worden met zijn eigen woorden. Vaak<br />
stelde hij:<br />
“Wer von der Aussenwelt durch den Kommandanturbereich in ein solches<br />
Lager eingeliefert wurde, für den stand unsichtbar über dem Tor Dantes<br />
Inferno-Inschrift:<br />
Durch mir geht's ein zur Stadt der Schmerzerkorener<br />
durch mir geht's ein zumewiglichen Schmerz,<br />
durch mir geht's ein zum Volke der Verlorenen.<br />
Lasst, die ihr eingeht, alle Hoffnung fahren!”<br />
De beschrijving die Dante van de door hem bedachte hel gaf, is slechts een zwakke<br />
afspiegeling van elk concentratiekamp.<br />
Als de hel bestaat, dan bestaat hij op aarde. Bedacht en gebouwd door mensen. Opgebouwd<br />
op het idee dat groepen mensen dan beter te controleren zijn.<br />
Boven de ingang van alle vernietigingskampen in Duitsland stond “Arbeit macht Frei”.<br />
Hoopten de nazi's dat de gevangenen hieruit hoop zouden putten? Of was dit een van<br />
de voorbeelden van SS-humor? Een andere slogan die voor kampen gebruikt werd,<br />
was “Jedem das Seine”.<br />
Iedereen die in een concentratiekamp komt, laat echter niet altijd alle hoop varen.<br />
Tegen beter weten in probeert men in de goede trouw van de medemens te geloven,<br />
ook al is deze door uniform of wapens als beul herkenbaar.<br />
Geloof in een vage toekomst houdt mensen op de been.<br />
Als overlever wist hij dat het verliezen van de hoop het opgeven van de strijd<br />
betekende.
Hij liep over het knisperende grind naar het crematorium.<br />
Het leek op een boskapel, dat bij een groot buiten hoort. Een goed onderhouden park<br />
met geschoren gras en kort gehouden heggen bevestigden dit beeld.<br />
Het idyllische beeld werd echter door een hoge schoorsteen verstoord en door open<br />
deuren zag hij de oven met de bekende draagbaren.<br />
Alles was keurig opgeruimd, gedesinfecteerd en zachter van opzet dan Mauthausen.<br />
Het crematorium lag aan de rand van het kamp en de geallieerde vliegers konden de<br />
vuren 's nachts duidelijk zien. Toch heeft het geallieerde luchtcommando nooit<br />
opdracht tot bombarderen gegeven.<br />
Er kwam een man uit een schuur en hij zei op een ruwe toon:<br />
“We gaan pas om negen uur open.”<br />
“Dat weet ik”, antwoordde hij vriendelijk.<br />
“U mag hier niet zijn. Straks mag U terugkomen en dan kunt U alles zien.”<br />
“Straks ga ik weg. Ik heb alles al gezien. Meer dan me lief is. Toch heb ik nog één<br />
vraag...”<br />
De man legde een dreiging in zijn stem:<br />
“Als U nu niet direct weggaat, dan moet ik maatregelen nemen.”<br />
“Maatregelen? Ik wil alleen nog weten of het hier vroeger ook zo idyllisch was.”<br />
De man was verrast door de vraag:<br />
“Wat bedoelt U?”<br />
“Het ziet er zo lieflijk uit, net alsof er niets is gebeurd. Was dat veertig jaar geleden ook<br />
zo?”<br />
“Nee, natuurlijk niet, maar verdwijn nu.”<br />
“Ik ga weg, als ik dat wil.”<br />
“O ja?” snauwde hij, “U mag hier niet komen en de politie...”<br />
Toen werd hij inwendig kwaad. Hij hield zich in en zei met een afstandelijke toon:<br />
“U mag de politie best roepen, maar zelfs dan ga ik nog niet weg. Ik ga, als ik dat wil.<br />
Niet eerder. U beseft waarschijnlijk niet dat dit een concentratiekamp was. Vroeger<br />
was het kamp gesloten. Was het toen maar open geweest, dan kon je er tenminste<br />
uitlopen. Ik heb ook in een kamp gezeten. Een Japans kamp en toen waren we<br />
opgesloten. We wilden er dolgraag uit en gelukkig heb ik het overleefd. Nee, een kamp<br />
mag niet gesloten worden. Daarmee wordt er geen recht aan de slachtoffers gedaan.”<br />
De man probeerde nog wat te zeggen, tevergeefs want hij draaide zich om en liep<br />
verder.<br />
Hij had genoeg gezien, meer dan genoeg. Zijn eigen kamptijd leek nu verweg, alsof<br />
het nooit plaats had gevonden.<br />
Mauthausen had dichterbij Tjideng gelegen dan Dachau.<br />
Hij voelde zich leeg en had geen belangstelling meer voor een bezoek aan München.<br />
Hij stapte zijn auto in en reed richting Stuttgart op. Terugweg naar huis.<br />
Hij moest steeds sterk aan een verhaal denken dat hij in 197O had verzonnen en dat<br />
ter gelegenheid van de vijfentwintigjarige bevrijding was gepubliceerd.
Achteraf een vreemd verhaal, omdat hij het stuk tweede wereldoorlog beschreef, dat<br />
niet van hem was.<br />
Toch was dat niet zo vreemd: hij was toen nog geconditioneerd en aangepast.<br />
ENKELE <strong>REIS</strong> RETOUR<br />
We hadden elkaar toevallig aan de grens ontmoet en na een korte kennismaking<br />
besloten we samen verder te reizen, in elk geval tot Hannover.<br />
Een vrachtwagenchauffeur wilde ons meenemen. We mochten achter op de laadbak<br />
zitten en hadden een mooi uitzicht op de weg. Onze rugzakken dienden als<br />
ruggesteun.<br />
“Waar moet jij naar toe?” vroeg ze me.<br />
Ik haalde mijn schouders op:<br />
“Ik weet het nog niet, eerst naar Hannover en dan zal ik het wel verder zien. En jij,<br />
waar ga jij naar toe?”<br />
“Birkenau”, zei ze eenvoudig.<br />
Ze zag dat ik verbaasd keek:<br />
“Je kent Birkenau zeker niet?”<br />
“Jawel, ik ben...”, verdedigde ik me.<br />
“Ah, je bent er zelf geweest, da's mooi.”, zei ze gretig en nam me aandachtig op.<br />
“Nee, ik ben er niet geweest.”<br />
Ze was teleurgesteld:<br />
“Oh, ik dacht dat je 't zou kennen.”<br />
“Tja.”<br />
We zwegen.<br />
Ik keek naar de auto's: Birkenau. Auto's hebben uitlaatgassen. Birkenau. Vijfmaal een<br />
lustrum is lang. Birkenau.<br />
“Weet je waar Birkenau ligt?”<br />
“Ja, in Polen.”<br />
“Ik ga naar Birkenau”, voegde ze er ten overvloede aan toe.<br />
“Ben jij er al eens geweest?”<br />
Ze knikte:<br />
“Ja, ik ben er geweest, maar ik was nog een kleuter.”<br />
We reden langs een exercitieterrein. Soldaten marcheerden keurig in het gelid: linksrechts-links-rechts-links-rechts-links.<br />
“Bij aankomst werd ik van mijn moeder en broertjes gescheiden. Mijn vader was bij het<br />
transport al overleden, zie je”, voegde ze er zacht aan toe, “Ze moesten nodig<br />
gewassen worden, vertelde de grote scheidsrechter me. Ik begon te huilen, want ik<br />
was ook vuil; en ik vroeg of ik me ook niet mocht wassen. Later, zei de man, straks.<br />
Straks mag jij je wassen, zei mijn moeder en ze duwde me weer uit de rij. Ik gaf haar<br />
geen kus en geen hand, ook niet mijn broertjes. Ik moet alleen 'tot straks' gezegd<br />
hebben.”<br />
Ze zweeg en staarde in de verte.<br />
“Hoe oud was je?”
Ze moest even nadenken:<br />
“Een jaar of drie denk ik.”<br />
Drie jaar - emotioneel gebonden ervaringen onthouden we beter, maar ook na<br />
vijfentwintig jaar?<br />
“Natuurlijk herinner ik me 't zelf niet meer. Ik heb 't van horen zeggen door mensen<br />
die er nooit geweest zijn”, ze wachtte even, toen, “Logisch, de anderen zijn nooit<br />
teruggekomen.”<br />
Opeens remde de vrachtauto vrij plotseling en we tuimelden over de rugzakken.<br />
Birkenau. Ze lachte.<br />
De auto stopte en de vrachtrijder kwam de cabine uit, we hoorden het portier<br />
opengaan. We stonden op. Ze sloeg haar witte broek af, overbodig omdat de broek<br />
toch al groezelig was.<br />
“Hé, jullie moeten eraf. Ik ben er.”<br />
Ze sprong eraf en ik liet de rugzakken naar beneden zakken. We namen afscheid van<br />
de man: dankeschönwiedersehenjajafreilich. De auto trok op en we stelden ons weer<br />
aan de kant van de weg op. Ze zette haar rugzak op de grond en ging erop zitten.<br />
“Wat ga je na Hannover doen?”<br />
Enkele maanden voor de vakantie had ik een reisplan opgesteld en me daar aan willen<br />
houden. Eenmaal op weg ontmoet ik een meisje en kreeg eenvoudig zin om naar<br />
Hannover te gaan. Waarom?, ik weet het niet.<br />
“Ik snap niet dat je zonder een plan op reis gaat. Het schijnt tegenwoordig mode te<br />
zijn om zonder doel door het leven te gaan.”<br />
Birkenau.<br />
“Ik had een plan. Ik wilde naar Zwitserland en Italië.”<br />
“Je maakt dus een omweg.”<br />
“Zou je kunnen zeggen. Ik heb toch veel tijd.”<br />
“Weet je wat - ga met me mee, dan...”<br />
“Naar Birkenau?”<br />
“Ja, naar Birkenau.”<br />
Ik scheen verbaasd gekeken te hebben, want ze kneep haar ogen dicht. Halfdicht als<br />
een roofdier dat op het punt staat de sprong te wagen om daarna zijn slachtoffer<br />
levend te verscheuren. Birkenau.<br />
“Ben jij ook Joods?”<br />
“Nee.”<br />
“Jammer, anders had ik je geslagen.”<br />
Ze sloeg een lok voor haar voorhoofd weg.<br />
“Jammer dat je het toch niet doet.”<br />
“Hoezo?” vroeg ze fel en verbeten.<br />
“Dan had ik je mijn andere wang ook toegedraaid.”<br />
Ze lachte kort en wilde wat zeggen, maar een auto stopte zonder dat we onze duim<br />
opgestoken hadden. Een man van een jaar of veertig opende het portier aan onze<br />
kant. Zwijgend pakte ze haar rugzak op en schoof het op de achterbank. Zelf ging ze<br />
achterin zitten, draaide zich naar mij om en vroeg aarzelend:<br />
“En?”
“Okay”, meer wist ik niet te zeggen, maar ze glimlachte en zette de rugzak op haar<br />
knieën.<br />
Ik wilde naast haar instappen, toen de man vroeg:<br />
“Waar moet U naar toe?”<br />
“Hannover”, zei ze, maar ik verstond Birkenau.<br />
“Hannover?, grappig zeg, ik moet er ook naar toe.”<br />
“Fijn.”<br />
“Geen dank, geen dank. U weet toch wel dat het nog enkele uren rijden is? Het zal<br />
zwaar zijn met die rugzak op schoot.”<br />
Ik knikte, maar het interesseerde me niet. Hannover ligt ver, dat klopte. Buiten scheen<br />
de zon, dat klopte. We hadden geluk gehad met deze lift, dat klopte. Birkenau, dat<br />
klopte ook.<br />
De man stapte uit en nam haar rugzak over. Hij liep er mee naar de achterklep en<br />
opende de bagageruimte. Ik hielp hem de rugzakken erin te zetten.<br />
Ik ging naast haar zitten.<br />
“We hebben geluk gehad.”<br />
“Wie is we?” vroeg ik.<br />
Aan het achteruitkijkspiegeltje hing een mascotte. Ik herkende het als een sfinx. Ik<br />
keek naar haar, maar zij zag me niet. Ze staarde in de verte. De man stapte weer in en<br />
startte de auto. We reden, de sfinx slingerde heen en weer.<br />
“Kent U Hannover?”<br />
Zij zat achter hem; ik leunde over de rugleuning naar voren:<br />
“Nee, is er wat te doen?”<br />
Hij leek op een vertegenwoordiger. Wie weet in scheermesjes, schoot me te binnen. In<br />
elk geval reed hij in een vertegenwoordigersauto: een Opel Rekord.<br />
Losjes hield hij de handen op het stuur. Hij droeg autohandschoenen en opengewerkte<br />
schoenen. Misschien was hij wel geen vertegenwoordiger.<br />
Ik merkte dat ze mij opnam. Het maakte me kriebelig, vooral omdat ik me bedacht dat<br />
ik eigenlijk alleen maar wist waar zij naar toe moest: Birkenau.<br />
Birkenau is een plaats, een naam, een begrip - net als coventrieren.<br />
Ik keek haar aan:<br />
“Hoe heet je eigenlijk?”<br />
“Mirjam.”<br />
“Mirjam?, een mooie naam. Je bent Joods.”<br />
“Ja, dat weet je toch?”<br />
Ik knikte:<br />
“Je vertelde het op een verborgen manier, maar...”<br />
“Wat maar.”<br />
“Het is -wel- het is je haar.”<br />
“Is joodzijn dan een raseigenschap?”<br />
“Nee.”<br />
“Ik geef toe dat jij er Joodser uitziet. Hoe heet jij eigenlijk?”<br />
“Paul.”<br />
De chauffeur keek door het spiegeltje naar ons:<br />
“Hollanders?”
Ze knikte.<br />
“Dat dacht ik al. De taal van U lijkt veel op de onze en U had een vlaggetje. Even dacht<br />
ik aan Frankrijk, dezelfde vlag ziet U. Eigenlijk woont U in een vreemd land: de taal is<br />
Duits en de vlag Frans. Bestaat er wel iets typisch Nederlands?”<br />
Mirjam plukte met haar vingers aan een pluisje van haar broek.<br />
Achteloos zei ze:<br />
“Typisch Nederlands is de houding van Nederlanders tegenover Duitsers met<br />
deviezen.”<br />
Misschien had hij het niet verstaan, misschien hield hij zich doof. In elk geval was de<br />
sfeer gespannen. Birkenau.<br />
De man reed verder en trommelde met zijn vingers op het stuur. Mirjam leunde tegen<br />
het portier.<br />
“Hannover is een mooie stad geweest.”<br />
Mirjam schrok op.<br />
“Hannover zal U tegenvallen.”<br />
“Ja?”<br />
“Ja, het is niet meer zoals het was.”<br />
Birkenau.<br />
Ze gaf me met haar elleboog een duw, ongemerkt. Ik keek haar vragend aan.<br />
“Vroeger was Hannover anders. Levendiger, ouder.”<br />
Ze wreef met haar duim over haar onderlip.<br />
“Het heeft in de oorlog nogal wat geleden. Amerikanen en Engelsen en...”<br />
“En Duitsers”, vulde ze aan.<br />
“Ach”, ruw beëindigde hij het gesprek met een driftig handgebaar. Mirjam glimlachte,<br />
de sfinx bewoog heen en weer.<br />
“Heeft Hannover evenveel als Dresden geleden?”<br />
De man fleurde zichtbaar op:<br />
“Dresden? Nee, Dresden was erger. Drie golven waren het en een zee van vlammen.<br />
Je kunt...”<br />
Het was een zondvloed, een hedendaags Sodom en Gomorra met meer doden dan in<br />
Hiroshima. Het asfalt brandde hoog op en mensen werden fakkels. In paniek sprongen<br />
ze de Elbe in, om zich te reinigen van de vlammen, maar de piloten schoten met hun<br />
boordwapens op de mensenrivier. De mensen waren voorgoed naar de Elbe<br />
verbannen. Birkenau.<br />
“In de oorlog was ik steeds in Beieren. Ik heb niet zoveel last van de oorlog gehad, bij<br />
ons werd niet zo geschoten.”<br />
Mirjam boog zich iets naar voren:<br />
“Wat was U in de oorlog?”<br />
De man grinnikte:<br />
“In het leger.”<br />
Mirjam slikte moeilijk.<br />
We passeerden een militaire truck, een Amerikaan. Het zeildoek was van achteren<br />
dichtgesnoerd en op het doek en het hout van de wagen stonden militaire codes. De
chauffeur was jong, misschien net twintig. Zijn bijrijder knikkebolde. Ze hadden groene<br />
vechtpetten op.<br />
“Dat dacht U zeker wel?”<br />
Ze knikte.<br />
“Het is fout om zoiets te denken.”<br />
Ze werd fel, haar stem schoot uit:<br />
“Hoezo?”<br />
“Niet elke Duitser is fout geweest.”<br />
“O nee?” vroeg ik sarcastisch, maar ze stootte me aan en keek bestraffend.<br />
“Nee, neem mij bijvoorbeeld. Ik was in Beieren bij een ziekenhuis ingedeeld, een<br />
veldhospitaal. We kregen de thuisfrontsoldaten en moesten ze opkalefateren, opdat ze<br />
weer konden doden. Dat doet je als arts pijn en ik heb ze dan ook steeds zo lang<br />
mogelijk onder mijn hoede gehouden.”<br />
De sfinx bewoog heen en weer. Mirjam fronste de wenkbrauwen en keek verbaasd:<br />
“Bent U dan arts?”<br />
De man achter het stuur knikte:<br />
“Huisarts.”<br />
Hij was dus geen vertegenwoordiger, maar een pracht arts. Ergens in de oerwouden<br />
van Zuid-Amerika zat dr. Mengele, het Rode Kruis was zijn reisbureau geweest.<br />
“In ons ziekenhuis kenden we geen antisemitisme, tenminste dat geloof ik. Ik kan me<br />
niet herinneren er ooit een antisemitische opmerking gehoord te hebben”, zei hij<br />
verontschuldigend tegen mij.<br />
Ik moet verward hebben gekeken, aangezien hij zich preciezer uitdrukte:<br />
“U bent toch Joods?”<br />
Ik schudde mijn hoofd:<br />
“Wist U dat er ook blonde Joden zijn?”<br />
“Ja, maar dat is vaak door een kleurspoeling.”<br />
Mirjam:<br />
“Is mijn haar dan ook gespoeld?”<br />
De man sloot even de ogen.<br />
“Neemt U me niet kwalijk”, zei hij.<br />
Birkenau.<br />
Zeker drie kwartier zwegen we. Drie kwartier was het doodstil.<br />
We passeerden in die drie kwartier tientallen auto's. Don't kiss me I'm not a lady.<br />
Beware of the owner. Tientonners kropen moeizaam en met veel rook over de weg:<br />
Nimm Dir Zeit und nicht das Leben. Birkenau.<br />
Don't kiss me, maar we zagen een auto in elkaar gedrukt tegen de middenberm. Een<br />
tweede auto lag ondersteboven aan de andere kant. Een ziekenauto en politiewagens<br />
zwaaiden met hun lichten andere automobilisten uit de buurt.<br />
Twee ziekenbroeders droegen net een man op een brancard naar de ziekenauto:<br />
beware of the owner. Toen pas viel me op dat er een auto aan de kant van de weg<br />
stond met een klein karretje er achter. Een man lag er naast met een zwart laken over<br />
zich heen.<br />
Tien minuten later reden alle auto's nog langzaam.
“Waar gaat U naar toe?”<br />
“U bedoelt na Hannover?” vroeg ik hem voordat Mirjam hem iets kon zeggen. De man<br />
knikte.<br />
“We gaan naar Polen.”<br />
Mirjam keek me verheugd aan.<br />
“Dat is een lange ruk - maar mag U daar eigenlijk wel liften? Het Tatragebergte schijnt<br />
mooi te zijn en nog weinig toeristen hebben het ontdekt.”<br />
Mirjam:<br />
“We gaan Birkenau.”<br />
“Birkenau - Birkenau. De naam zegt me vaag iets, waar ligt dat ook weer?”<br />
“Het ligt bij Oswiecim.”<br />
“Oswiecim?”<br />
Ze knikte:<br />
“Ja Oswiecim - ik weet het, de Duitse benaming is beter bekend.”<br />
“En die is?”<br />
Ze wachtte even, toen:<br />
“De trein ging tot Oswiecim.”<br />
“Waarom gaat U dan niet met de trein?” vroeg hij verbaasd.<br />
“Ik haat treinen na die ene tocht. Ik haat ze. Ze reden tot Auschwitz en we moesten<br />
naar Birkenau lopen. Ik haat ze, ik haat treinen. Begrijpt U dat?” viel ze fel uit.<br />
Weer bleef het een hele tijd stil. We hoorden auto's langs ons zoeven, het geluid werd<br />
steeds hoger van toon en na het passeren weer lager.<br />
Nu pas viel het me op dat de man een klokje in de auto had. De secondes tikten tegen<br />
de stilte. Birkenau.<br />
De man kuchte:<br />
“Eh - U weet toch wel dat -eh- liften in de 'sogenannter DDR' èn in Polen verboden is?”<br />
“We gààn liften.”<br />
De man hield zijn mond, totdat we in Hannover waren.<br />
Hij zette ons in het centrum op een of ander groot plein af en het viel me op dat we<br />
hem niet voor de lift bedankten.<br />
We zetten onze rugzakken op de grond en keken om ons heen.<br />
“Daar zijn we dan, het ging snel, vind je niet?”<br />
Ze beantwoorde mijn vraag niet, maar haalde iets uit een zijzakje van haar rugzak.<br />
“Ik heb honger, laten we wat gaan eten.”<br />
Ze had twee chocoladerepen in haar hand.<br />
“Wil je?”<br />
“Het lijkt me lekker.”<br />
Ik kreeg een reep en haalde het papier eraf.<br />
Ik liet het op de grond vallen. Ook het zilverpapier onderwierp zich gewillig aan de<br />
wetten van de zwaartekracht. Birkenau. Met volle mond zei ik:<br />
“Ja, laten we gaan eten. Het is al laat.”<br />
Het liep tegen het eind van de middag. Schoolkinderen liepen al weer op straat, met<br />
de schooltassen op de rug.<br />
“...en is het niet verstandig om ergens te overnachten? Vanavond halen we de grens<br />
toch niet meer. Morgen is er weer een dag.”
We overnachtten in de kleinste jeugdherberg, ook al was zij er geen lid van. Met geld<br />
kun je veel bereiken. Birkenau.<br />
De avond brachten we in een of ander kroegje met zwak licht en een schelle jukebox<br />
door.<br />
We hadden afgesproken om de volgende morgen vroeg te vertrekken: tegen achten<br />
stonden we alweer aan de snelweg en al voor de middag waren we aan de grens.<br />
We liepen naar de eerste slagbomen:<br />
“Waar moet U naar toe?”<br />
“Naar Polen.”<br />
“Hoe bent U?”<br />
“Eh-“, maar zij zei:<br />
“We liften en nemen straks de trein, maar...”<br />
“Heeft U genoeg geld bij U?”<br />
“Daar heeft U toch niets mee te maken? Dat moeten zìj daar maar uitmaken.”<br />
De man haalde zijn schouders op:<br />
“U moet het zelf maar weten. U komt de grens alleen niet over.”<br />
Toch mochten we naar de andere kant doorlopen.<br />
“Waar gaat U naar toe?”<br />
“Naar Polen.”<br />
“Hoe wilt U daar naar toe?”<br />
“We nemen straks de trein.”<br />
De man knikte:<br />
“Hoeveel geld heeft U bij zich?”<br />
“Voldoende.”<br />
We gaven hem onze paspoorten. Hij bladerde er ongeïnteresseerd in.<br />
“U heeft geen visum”, stelde hij vast.<br />
Birkenau.<br />
“Ik weet 't.”<br />
“Waarom dan niet?”<br />
“Ik had 't toen ook niet nodig.”<br />
De man keek verbaasd op:<br />
“Toen? Wanneer was dat dan?”<br />
Vijfentwintig jaar ervoor ontdekte de wereld Auschwitz. Vijfentwintig jaar geleden<br />
keerde een enkeling terug. Birkenau.<br />
“Ik ben in Birkenau geweest”, zei ze zacht.<br />
De man sloeg de paspoorten dicht en gaf ze ons terug:<br />
“U wilt weer terug?”<br />
Ze knikte.<br />
“Ik zou 't niet doen. Vijfentwintig jaar is tekort om - ik ben er ook geweest.”<br />
Hij draaide zich om en wilde teruglopen, maar bedacht zich, bleef staan en gaf ons een<br />
hand:<br />
-Shalom.”
vervreemd pessimisme<br />
haar gasmasker hangt<br />
voorovergebogen<br />
voor haar gezicht<br />
terwijl ze haar kind wast<br />
met de zeep<br />
waarin het nummer<br />
van voorouders gebrand staat<br />
IX. <strong>REIS</strong> <strong>ZONDER</strong> <strong>EINDE</strong>
Er lag een achtergelaten krant op het tafeltje van het wegrestaurant. Hij sloeg de krant<br />
op.<br />
Veel was er de laatste twee dagen niet gebeurd. De normale plaatselijk politieke<br />
verwikkelingen, afgewisseld met berichten over de oorlog in het Golfgebied, de strijd in<br />
Afghanistan, rellen in diverse bekende onrusthaarden.<br />
Op de zesde pagina las hij een stukje dat hem trof: Matthias Rust had op de staart van<br />
zijn vliegtuig de atoombom van Hiroshima geschilderd. De geschiedenis leek zich te<br />
herhalen: ook Rust vloog met de zon op de staart.<br />
Fat Man werd de bom genoemd, omdat het zo'n zwaar gevaarte was en om Winston<br />
Churchill te eren.<br />
Een uraniumbom, de tweede die in de ons bekende wereldgeschiedenis ontplofte.<br />
Het symbool van vernietiging gebruikte Rust als paspoort om Rusland binnen te komen.<br />
Hij wilde als bezorgd burger met Gorbatjsov over vrede praten.<br />
Vergelijkingen met de privé-secretaris van Hitler waren dus niet helemaal uit de lucht<br />
gegrepen. Hess wilde ook over vrede praten, maar hij had de woorden van zijn baas<br />
opgeschreven. Woorden die als “Mein Kampf” een eigen leven gingen leiden.<br />
De allereerste atoombom werd op 18 juli 1945 bij Alamogordo ontstoken, een gehucht<br />
in Nieuw-Mexico. De proef was nodig om te weten of de natuurkundewetten door<br />
mensen beheerst konden worden. Het kon.<br />
Een krater in een woestijn markeert nu het begin van het atoomtijdperk.<br />
De grond van de krater is nog radioactief; de hitte van de kunstzon was zo hevig dat<br />
het zand tot een groenige laag versmolt.<br />
Een nieuwe steensoort, dat al snel trinitiet werd genoemd.<br />
Trinity was de codenaam voor deze proef - de drieëenheid is een centraal kerkelijk<br />
leerstuk waarin uitgegaan wordt van een Goddelijk Wezen. Een wezen dat onlosmakelijk<br />
als Vader, Zoon en Heilige Geest gezien moet worden.<br />
De Japanse God werd door een Christelijk godsbesef op de knieën gebracht.<br />
Tegen een dergelijk machtige God moest het Japans Keizerlijk Leger het laten afweten.<br />
De keizer erkende zijn meerdere en gaf zich deemoedig over.<br />
Na vele decennia sterven er nog steeds slachtoffers van de twee atoombommen die op<br />
Japan vielen.
Nog steeds worden er mismaakte baby's geboren: tot in het verre nageslacht zal het<br />
Land van de Rijzende Zon voor zijn daden gestraft worden.<br />
De militaire strijd begon op 3 september 1939 in Europa en eindigde ergens in de<br />
zomer van 1945 in Azië.<br />
Terwijl de geallieerden een onvoorwaardelijke wapenstilstand met de Duitse<br />
krijgsmachten sloten, werd er een onvoorwaardelijke vrede met Japan getekend. De<br />
toekomst zal uitmaken of het deze keer werkelijk een Schitterende Vrede zal zijn.<br />
Al tijdens de oorlog bogen de geallieerden zich over de vraag wat er met de overwonnenen<br />
gedaan moest worden. Alle partijen hadden uiteraard misdaden tegen de<br />
mensheid op hun geweten, maar dat is nooit belangrijk: de overwinnaars bepalen altijd<br />
de zwaarte van het kwaad dat de vijand heeft gedaan en vergeten het eigen kwaad.<br />
Er bestond echter nog geen echt mondiaal oorlogsrecht en daarom stelde Churchill<br />
voor om gevangen oorlogsmisdadigers standrechtelijk neer te laten schieten.<br />
Anderen neigden eventueel naar een vorm van decorum: een korte krijgsraad, waarbij<br />
de uitslag van te voren al vast zou staan.<br />
Het werd een echt tribunaal.<br />
In Nederland weet men het meest over het tribunaal van Neurenberg en is men zelfs<br />
in een bibliotheek verbaasd dat ook in Tokyo het recht gezegevierd had.<br />
Had het recht wel gezegevierd?<br />
Er bestonden immers nog geen rechtsregels voor de grote en kleine misdaden die de<br />
tweede wereldoorlog zo gekenmerkt heeft?<br />
In onze rechtspraak kan het recht niet worden aangepast aan een gepleegd misdaad.<br />
Een misdadiger gaat vrijuit, als zijn daad in de wetgeving niet nader omschreven<br />
wordt.<br />
Voor de tribunalen in Neurenberg en Tokyo werden echter wel nieuwe rechtsregels<br />
opgesteld en konden de oorlogsmisdadigers voor hun daden gestraft worden.<br />
Tegen deze achteraf rechtspraak hadden vele juristen principiële bezwaren en ook hij<br />
erkende het ondemocratische karakter ervan.<br />
Het was in elk geval gunstig voor toekomstige oorlogsmisdadigers. Zij kunnen met een<br />
oorlogsrecht geconfronteerd worden en dus ter verantwoording geroepen worden.<br />
Niet alle oorlogsmisdadigers zijn gestraft. Velen nazi's wisten Europa te ontvluchten.<br />
Een enkeling kon opgespoord worden en alsnog berecht worden: Eichmann, Barbie.<br />
Anderen werden door geallieerde militaire diensten beschermd. Op die manier ontstond<br />
de ruimtevaart in Amerika en Rusland.<br />
De kans dat hij door de Britten ter dood veroordeeld zou worden, was Wernherr von<br />
Braun bekend en dus vluchtte deze raketgeleerde naar het Amerikaanse leger.<br />
Mengele verstopte zich ergens in Zuid-Amerika. Zijn Japanse collega, die biologische<br />
wapens op Chinese krijgsgevangenen in China uittestte, ontliep zijn lot.<br />
Zijn medische experimenten waren op kleinere schaal, slechts 2OOO levens kostte het<br />
- maar is het kleine leed niet veel schrijnender dan het statistisch grote leed?<br />
Vooral als we ons beseffen dat deze arts en zijn staf door de Amerikanen in bescherming<br />
werden genomen en hij na de oorlog een topfunctie in industriële laboratoria<br />
bekleedde.
De Russen hebben de feiten aan de chief-prosecutor overhandigd. Deze openbare aanklager<br />
heeft gevangen genomen Japanners in Mantsjoerije zelf verhoord en de procesverbalen<br />
naar Tokyo doorgezonden.<br />
De arts Manchukuo en zijn naaste medewerkers zijn echter nooit verhoord, laat staan<br />
veroordeeld. Het waren weer de minderen die door een Russische rechtbank in<br />
Chabarovsk veroordeeld werden.<br />
Hij had altijd problemen met het begrip oorlogsmisdaden.<br />
Japan startte de oorlog onder een anti-kolonialistische kreet “Azië voor de Aziaten” en<br />
dat sprak toen veel inheemsen uiteraard aan.<br />
Als de Moren in 732 niet bij Poitiers verslagen waren, was Europa waarschijnlijk een<br />
Islamitisch continent geweest.<br />
Hij probeerde zich wel eens voor te stellen, wat er gebeurd zou zijn als Hitler zijn<br />
oorlog in dat geval onder de leuze “Europa voor de Europeanen” had kunnen voeren<br />
en niet onder de leuze “Ein Reich, ein Volk, ein Führer”.<br />
Hij zou dan hooguit voor Islamieten een oorlogsmisdadiger geweest zijn.<br />
Alleen overwinnaars bepalen wat een oorlogsmisdaad is.<br />
De overwinnaars veranderden in snel tempo het culturele leven van het besloten<br />
Japan. Met de hamburgers werd het Amerikaanse leven opgedrongen. De in hun ogen<br />
goddeloze barbaren maakten hen van God verlaten.<br />
Het Duitse volk was ook van God verlaten. Het zocht steun bij een afgod, geen<br />
dorpsidioot. Een dorpsidioot wordt geaccepteerd; hij zal principieel echter nooit<br />
volgelingen kunnen krijgen.<br />
Meestal worden dorpsidioten als ongevaarlijke gekken beschouwd. Te laat kwam men<br />
er achter dat Hitler wèl gevaarlijk was en een goede leerling van Machiavelli geweest<br />
zou zijn. Machiavelli stelde in 1517 dat het belangrijker is om verworven macht te<br />
behouden, dan om geliefd te zijn.<br />
In zijn visie was deugd aanbevelenswaardig, maar meestal niet erg praktisch. Het doel<br />
heiligt de middelen.<br />
Hitlers doel was Lebensraum, ten koste van iedereen die hem in de weg stond. Men<br />
had het kunnen weten. In zijn cel in Landsberg had hij zijn ideeën aan zijn privé<br />
secretaris Hess gedicteerd. Uit grootheidsgevoel noemde hij zijn werk “Mein Kampf” en<br />
met die titel doelde hij niet op de mislukte Bierhalleputsch van 1923.<br />
Het was zijn strijd om de macht.<br />
Het boek werd na de machtsovername een bestseller. Echtparen kregen deze nazibijbel,<br />
zodat de oplage onvoorstelbaar groot was. De royalties erover vloeiden hem<br />
rijkelijk toe.<br />
De man die van zijn volk karigheid en ontberingen eiste, claimde zelfs het copyright op<br />
zijn portretten. Elke verkochte postzegel maakte hem rijker en rijker.<br />
De keizer van Japan had die ambities niet. Hij was niet op persoonlijke macht uit,<br />
omdat hij als God al universele macht had en zich onledig met vissen kon bezighouden.
De captains of industry en de legerleiding hadden levensruimte nodig. Grondstoffen en<br />
afzetgebieden horen bij elkaar, als een land zelf bijna geen natuurlijke hulpbronnen<br />
heeft.<br />
Hoe karig was de Japanse keizer eigenlijk? De Japanner is van nature sober; misschien<br />
viel het Sonei niet eens op dat zijn gevangenen van de honger omkwamen.<br />
De wereld heeft ooit een volk gekend dat niet gewelddadig was. De Tolteken vochten<br />
in de zevende eeuw hun oorlogen met houten zwaarden uit, om niet te hoeven doden.<br />
Ze hadden dan ook nooit van Machiavelli gehoord.<br />
Ze werden door de Azteken onder de voet gelopen. Meestal raakt een volk dan zijn<br />
god kwijt. Een eenzijdige culturele uitwisseling. Dat gebeurde ook na de tweede<br />
wereldoorlog: Duitsland werd een democratie opgedrongen, omdat het volk al dezelfde<br />
god aanbad. Japan verloor haar god en met de democratie veranderde geleidelijk ook<br />
de eetgewoonte.<br />
De Azteken dwongen hun god niet op, ze namen de god van de verliezers over. Quetzalcóatl<br />
was de Tolteekse god van de wind en de wetenschap, maar wat moet een<br />
militair volk echter met een dergelijke god aan? Ze veranderden Quetzalcóatl daarom<br />
in een oorlogsgod, wijzigden de naam en meenden mensen aan deze nieuwe god te<br />
moeten offeren.<br />
Iedere jaar vonden er ongeveer 2O OOO van deze offers plaats. Bij de inwijding van<br />
een tempel werden er zelfs eens bijna 7O OOO mensen afgeslacht. De rij slachtoffers<br />
was drie kilometer lang.<br />
Rustig hun dood afwachtend: met een stenen mes werden de naakte offers opengesneden.<br />
Het hart, dat nog klopte, werd er uit gerukt en aan het volk getoond.<br />
Een isme dat hem bekend voorkwam. Het verschil met het nazisme en het Japanse<br />
keizerrijk was, dat de Azteken dit barbarisme als geloofwaardig aanvaardden. De nazi's<br />
en de Japanners zorgden ervoor dat hun barbaarse bladzijden zoveel mogelijk<br />
onbekend bleven.<br />
De vele indrukken die hij op zijn tocht had opgedaan, beklemden hem niet. Hij accepteerde<br />
ze zoals ze waren.<br />
Hij had zijn vermoedens bevestigd gekregen dat de tweede wereldoorlog nooit als een<br />
eenheid bestaan had. Het valt in miljarden korte episoden uiteen. Het kleine leed dat<br />
meestal natrekbaar en voorstelbaar was, maar nooit voorspelbaar en daarom<br />
individueel altijd als groot leed ervaren wordt.<br />
De reactie op het individuele leed is wel voorspelbaar. De ander vult steeds zijn eigen<br />
emoties, ervaringen en leed in.<br />
Mensen wennen aan andermans leed.<br />
De mensen stonden er niet bij stil dat de oorlog tussen Iran en Irak al zeven jaren<br />
woedde. Het enige wat hen in paniek kon brengen, was een verhoging van de<br />
benzineprijs. De tol die betaald moest worden voor een oorlog die zich reeds bijna een<br />
jaar langer dan de hele tweede wereldoorlog voortsleepte.<br />
Een oorlog waarbij economische en religieuze belangen nauw met elkaar verstrengeld<br />
waren.
Soms vond hij de Golfoorlog op een fatale combinatie van de Europese en Aziatische<br />
oorlog lijken. De parallellen zag hij in de twee tegenspelers: een dictator die een<br />
blitzkrieg startte, vocht tegen een profeet, die zich op een onoverkomelijke God beriep.<br />
Hitler en Hirohito leken tegen elkaar te vechten.<br />
Zijn de mensen werkelijk zo hardleers?, vroeg hij zich vaak af.<br />
Steeds weer ontdekte hij dat de hel en de hemel dichtbij elkaar liggen. Ze zijn niet van<br />
duivelse of goddelijke oorsprong, ze worden door mensen gecreëerd. Sartre stelde dat<br />
de ander de hel is. Buber meende dat met de Ander tot een samenleving gekomen kan<br />
worden.<br />
Als beiden gelijk hebben, is de consequentie dat de ander de hel èn de hemel is.<br />
Iedereen is een ander voor een ander en dus zit in iedereen de hel en de hemel.<br />
De SS-er en de Jap vertegenwoordigden toen het kwaad, maar dat betekende niet dat<br />
de gevangene het goede vertegenwoordigde.<br />
Het nazisme had dit scherp in de gaten, toen het gevangenen als kapo's aanstelden.<br />
Gevangenen die meehielpen gevangenen te bewaken.<br />
In augustus 1945 dachten de jongens van een jongenskamp op Java dat ze bevrijd<br />
waren. Ze besloten hun eigen weg te gaan, maar dat werd door enkelen uit het aangrenzende<br />
mannenkamp niet getolereerd.<br />
De jongens werden gestraft door een extra appèl in de gloeiend hete middagzon. Een<br />
beruchte Japanse vergeldingsmaatregel, bij het filmpubliek door Alec Guinness' rol in<br />
“The Bridge on the River Kwai” bekend geworden.<br />
Hij hoorde dit verhaal, toen hij ergens in het voorjaar van 1984 naar zijn werk reed. Hij<br />
was door een telefoontje verlaat en uit gewoonte zette hij de radio aan.<br />
Het was na negen uur en het was vrijdag. Hij viel ergens in het programma “Adres<br />
Onbekend”, waarin mensen sporen van hun verleden proberen op te pakken door het<br />
adres van verloren vrienden te achterhalen.<br />
Hij was er niet met zijn gedachten bij. Het vertelde verhaal ontging hem, omdat hij<br />
wist dat hij te laat op een afspraak zou komen. Hij voelde echter een beklemming<br />
opkomen. Een voorgevoel vertelde hem dat zijn vader in dit verhaal een rol speelde.<br />
Het gevoel was zo sterk dat hij zijn auto aan de kant van de weg zette en aandachtig<br />
begon te luisteren; aandachtig en wanhopig, want hij wist niet welke rol zijn vader er<br />
in zou hebben.<br />
Langzamerhand begreep hij dat een bekende journalist in contact wilde komen met de<br />
overlevenden van het jongenskamp waar deze verslaggever in had gezeten.<br />
Op het allerlaatst tijdens het spelen van de slottune werd het verhaal van de straf<br />
verteld en zei de journalist met een onverholen woede in zijn stem, dat het een<br />
onbegrijpelijke maatregel was, vooral omdat het door een predikant was opgelegd.<br />
Zijn vader bleek in dat kamp gezeten te hebben, maar kende het verhaal niet. Pas na<br />
maanden kon hij de journalist vragen of die predikant zijn vader was, wat hij zelf niet<br />
kon en wilde geloven.
Hij werd gerustgesteld. Het was zijn vader niet, omdat die toen allang met een<br />
transport was afgevoerd.<br />
Was dat voorgevoel toeval? Hij wist toen nog niets over de kampen van zijn vader af.<br />
De hel en de hemel liggen in elk mens besloten en daarom kon een onbekend gebleven<br />
predikant zijn wil opleggen.<br />
Het was opnieuw een bevestiging van zijn idee dat in elk mens een beul en een heilige<br />
zit. Geen schizofrenie, maar een kwetsbaar evenwicht.<br />
Toevallig was hij tijdens de oorlog te jong om beul te zijn en zelfs dat gaf hem niet de<br />
zekerheid dat hij nooit die rol op zich zou nemen.<br />
Het inzicht dat hij alleen zichzelf kon blijven, als hij erkende dat er óók een Japanse<br />
beul in hem zat, was de grootste overwinning die hij bij zichzelf bewerkstelligde.<br />
Het gaf hem hoop voor de toekomst - een reis zonder einde, waar hij mensen kon<br />
ontmoeten en hen kon begrijpen, omdat hij eindelijk inzicht in zichzelf had gekregen.<br />
Hij aanvaardde wat gebeurd was.
BENOEMEN IN EIGEN WOORDEN
syndroom, een nachtmerrie<br />
niemand richt zijn oog meer<br />
op het knekelhuis<br />
van een of ander Dachau<br />
terwijl een eenzaam kind<br />
zijn beurt afwacht<br />
op een modderig zandpad
slaapliedje<br />
slaap zolang de slapers slapen<br />
als 't nodig is<br />
zal ik je uit de droom helpen
lauwe bergen<br />
de blauwe bergen aan de horizon<br />
komen me bekend voor - ik voel me thuis<br />
ik bekijk ze<br />
betastend voelend ruikend proevend<br />
maar houd ze op veilige afstand<br />
bang dat de heiïge kleur<br />
anders<br />
ontheiligd zal worden
houffalize<br />
vergeten stond de tank<br />
opgesteld<br />
het kanon onklaar om te schieten<br />
doelloze granaatgaten<br />
brachten 't gedrocht<br />
tot stilstand<br />
we ontliepen de rottende lucht<br />
om in het bos de vrijheid in<br />
te ademen<br />
maar zelfs daar vonden we<br />
een kapotgeschoten jerrycan
vervreemd pessimisme<br />
haar gasmasker hangt<br />
voorovergebogen<br />
voor haar gezicht<br />
terwijl ze haar kind wast<br />
met de zeep<br />
waarin het nummer<br />
van voorouders gebrand staat
vriendschap<br />
krijsende vrouwen vermagerd<br />
onbestorven vechtend om een paar korrels rijst<br />
hun eer was allang gestorven<br />
en door de zon op hun zakkerige huid verbrand<br />
tientallen jaren later<br />
ontmoeten ze elkaar soms<br />
bij een begrafenis of gewoon in de Hema<br />
gedecideerd en door de tijd gedecimeerd<br />
en ze noemen elkaar vriendin<br />
hun eer is immers allang gestorven
moeder<br />
je kauwde het voedsel voor me voor<br />
zonder te beseffen dat je daarmee<br />
de voedingsstoffen binnenkreeg<br />
die jij en ik zo hard nodig hadden
vader<br />
je was er toen we je nodig hadden<br />
maar ik kende je niet<br />
want je was gevangen door de jaloezie<br />
van die vrouwen<br />
je was er niet toen we je nodig hadden<br />
je was weggevoerd, vermorzeld en vermoord<br />
terwijl je met je rug tegen een barak<br />
mijn blauwe bergen in je opnam<br />
en toen je er weer was<br />
herkende ik je niet<br />
onbereikbaar en van een andere wereld<br />
want je ontdekte vrijheid in gevangenschap<br />
het duurde lang voordat ik ontdekte<br />
dat ik van je houd<br />
en dat we aan elkaar gewaagd zijn
Claude Eatherly<br />
jouw aanval<br />
bracht afval over<br />
een stad en een wereld<br />
en wat je toen ook was<br />
interesseert me<br />
niet<br />
- je blijft wie je was<br />
nooit<br />
zul je spoorloos verdwijnen<br />
Hiroshima is ver<br />
Weg<br />
maar ook weer dichtbij<br />
elke paddestoel<br />
laat sporen achter<br />
- zaad om nieuw leven<br />
te beginnen
een schoolkind<br />
een wit vel tekenpapier<br />
halfronde duinen met wat helmgras<br />
de lijn van de zee kaarsrecht<br />
geen zon wel honderden vliegtuigen<br />
opgebouwd uit drie strepen en twee rondjes<br />
zijn vriendjes keken verward<br />
maar hij bleef zijn vliegtuigen tekenen<br />
totdat hij in huilen uitbarstte<br />
en niemand reageerde<br />
sindsdien tekende hij geen angstdromen meer<br />
vergat hij zijn eigen oorlog<br />
en was hij eindelijk aangepast:<br />
de oorlog eindigde toen die verdomde Moffen eindelijk verslagen waren
de recruten op de appèlplaats gingen<br />
op een bevel door de knieën<br />
hurkend djonkokkend kikkerend<br />
hij bleef echter overeind<br />
eenzaam machteloos<br />
het duurde eeuwen voordat hij begreep<br />
dat Sonei ook toen het bevel voerde<br />
en hij het deze keer niet opvolgde:<br />
eenzaam en straffeloos
militaire dienst<br />
een letter en een getal tekenen<br />
zoals anderen je zien opgesloten<br />
in een dossier en je herinneringen<br />
kamerwacht terwijl anderen oefenen<br />
lange gesprekken met een sergeant-majoor<br />
die het over de goede oude tijd heeft<br />
Indië Korea Nieuw-Guinea en een arts<br />
die door begrip buiten zijn boekje gaat<br />
de weg naar Utrecht Den Bosch en Den Haag<br />
is lang en elke keer weer hetzelfde verhaal<br />
versprekingen onduidelijkheden en vergeten zaken<br />
worden getoetst en getoetst en opnieuw getoetst<br />
een luitenant vraagt advies over een zoon<br />
van een landverrader wie is nou eigenlijk<br />
oorlogsslachtoffer<br />
dan komt uiteindelijk de letter en het getal<br />
bij elkaar en verdwijn je definitief<br />
in een dossier en blijf je alleen<br />
met je herinneringen
psalm 27<br />
bij hem meen ik veilig te zijn<br />
ik vrees hem niet in mijn kogelvrij vest<br />
in het pow-camp ben ik niet kribbig<br />
het vel over been is mijn zomertenue<br />
en de slavendrijvers slaan mij en strelen mij<br />
met hun reclameacties<br />
toen ik wist te vluchten vluchtte ik<br />
maar in hun tempels zetten emigratieofficieren<br />
hun stempels in mijn papieren<br />
sinds jaar en dag ben ik een zwerver<br />
en kijk met de koele ogen van een televisiescherm<br />
naar de verlaten kinderen en de kindse verlatenen<br />
en ik herken overal mijn onderwijzers maar<br />
ze hebben mij nog maar weinig te zeggen<br />
meinedigen plegen meineed zodra zijn eed hen plaagt<br />
daarom meen ik bij hem veilig te zijn<br />
ik vrees hem niet
een bijenzwerm<br />
jachtvliegtuigen met de zon in de rug<br />
bombardeerden zijn hoofd<br />
een kamikazevlucht in een lucht vol angst<br />
het enige wat hij gedaan had<br />
was een handstreling door het haar<br />
en met een klap sloeg hij<br />
zijn jongste zoon tegen de vlakte<br />
een gebaar van liefde<br />
en opoffering<br />
want in het ziekenhuis<br />
braken de wonden<br />
pas goed open
dood<br />
de weeïge zoete geur van lijken<br />
en dysenterie is in zijn neusvleugels geëtst<br />
het prikkelt zijn zenuwbanen<br />
bij hongerbeelden voor de tv<br />
en bij zijn eigen diarree<br />
langzaam herinnert hij zich<br />
wie de tatoeage heeft aangebracht<br />
en op welke wijze
overleving<br />
door het oog van de naald<br />
zie je de hemel<br />
zei de Japanner<br />
ik keek hem aan en zei<br />
harakiri is de keizersnee<br />
voor mannen
geloven is leven in een leemte<br />
zolang de as in het gat van een wiel rust<br />
en het hart hol is<br />
en in een enge ruimte klopt<br />
zolang de grenzeloze ruimte<br />
tussen dichter en gedicht<br />
niet te dichten valt<br />
geloof ik te leven in een leemte
hulpverlening<br />
de psychiater verlangt matjesvlechten<br />
maar zo maak je eigen gedèk<br />
zouden Joden bij hem soms matses moeten bakken?
therapie<br />
bang voor het onbekende en weten<br />
dat het juist bekend hoort te zijn omdat<br />
het pas gisteren gebeurd is<br />
en dan ontdek je dat het een reis<br />
in niemandsland is<br />
kind noch kaart wijzen je de juiste weg<br />
maar toch weet je er langzamerhand thuis
noem mij je naam<br />
en ik benoem je met je eigen woorden<br />
zei hij terwijl<br />
een mier langs de steile wand<br />
van een vingergat in het fijne zand<br />
omhoogklauterde<br />
pas veel later ontdekte hij<br />
dat het zand toen en daar<br />
veel fijner en stoffiger was<br />
noem mij bij mijn naam<br />
en ik benoem in eigen woorden
afkeuring<br />
waarom laat je je niet afkeuren<br />
dat is toch beter voor alle partijen<br />
meende een keurige heer<br />
hij keurde hem echter niet alleen op zijn woorden<br />
maar ook op zijn daden<br />
en merkte dat hij geen partij voor hem was
evrijding<br />
op 6 augustus hangt zijn vlag halfstok<br />
omdat zijn bevrijding niet<br />
in de lente van datzelfde jaar viel<br />
de bevrijding kwam pas<br />
bij het afscheid van zijn therapie<br />
ergens in januari<br />
en tweeënveertig jaar later
geleden tijd<br />
het knallen stoort mij<br />
het nieuwe jaar breekt weer aan<br />
wat is Tjideng toch<br />
het groen belooft veel<br />
maar vermolmd hout smeult in mij<br />
legt een rookgordijn<br />
de zon smolt witheet<br />
toen hij uit het oosten kwam<br />
leven bleek schuldig<br />
bladeren vallen<br />
zodra de pijn voelbaar wordt<br />
het verleden werkt<br />
een reespoor in sneeuw<br />
en ik heb mijn les geleefd<br />
de kampong is weg
WOORD ACHTERAF<br />
Op 7 januari 1989 stierf keizer Hirohito op zevenentachtig jarige leeftijd. Hij heeft<br />
tweeënzestig jaar lang zijn goddelijke plichten als keizer vervuld.<br />
Toen hij stierf was ik in Israël en stond ik op het punt een internationaal congres over<br />
post traumatische stress stoornissen bij te wonen. Die dag zwierf ik echter over de<br />
hoogvlakten van Golan. Ik liep langs de loopgraven en zag de prikkeldraadversperringen<br />
en de mijnenvelden liggen. Me niet bewust van het feit dat de keizer na een<br />
veel te lang ziekbed eindelijk overleden was.<br />
Door een verrekijker keek ik als een voyeur naar het kapotgeschoten Kuneitra op<br />
enkele kilometers afstand in een niemandsland, terwijl een Israëlische militair in burger<br />
mij over de strijd in 1967 en vooral over de verwachte eerstvolgende oorlog vertelde.<br />
Ik reed langs zwaar beschermde kiboetzims en voelde me beschermd in mijn donzen<br />
windjack, omdat het koud was en het regende.<br />
De BBC bracht me op de hoogte van het overlijden. Een kleine Japanse wereldontvanger<br />
was bemiddelaar.<br />
Ik was blij dat hij overleden was. Geen wraakgevoel, want dat ken ik niet. Het was een<br />
opluchting dat hij eindelijk had mogen sterven: zijn lijden is in mijn ogen en naar mijn<br />
gevoelens veel te langdurig geweest.<br />
Dezelfde BBC maakte me enige tijd later ook duidelijk dat de twee van Breda vrijgelaten<br />
waren. Gevoelens van ontzetting overvielen mij toen. Ik meende dat de<br />
regering op deze manier de koningin bij de begrafenis wilde afvaardigen.<br />
Sprookjes eindigen echter meestal niet met plechtige begrafenissen en misschien is dat<br />
de reden dat de koningin uiteindelijk niet gegaan is.<br />
Eigenlijk had ze van mij mogen gaan, maar dan had ze óók een herdenkingsdienst<br />
voor Adolf Hitler moeten bijwonen. Dan was er tenminste een evenwicht bereikt en<br />
hadden oost en west elkaar kunnen ontmoeten.
De reis naar Israël was bijzonder interessant. Diverse puzzelstukken vielen steeds beter<br />
in elkaar. In Israël ontdekte ik dat de vernietiging van de Joden tijdens de Tweede<br />
Wereldoorlog in Israël niet Holocaust heet, maar Shoa.<br />
Het wereldnieuws hoorde ik via de BBC en daardoor ontdekte ik dat de oorlog in<br />
Europa en Azië méér parallellen kent dat ik ooit vermoed had.<br />
Het tijdperk van een schitterende vrede waarover Hirohito dacht te regeren heet in<br />
Japan Showa en dat werd ook zijn naam toen hij stierf.<br />
Shoa als symbool van vernietiging en Showa als symbool van vrede.<br />
Een wrede vrede, een vernietigende kruistocht tegen andere culturen.<br />
Na het congres heb ik een rondreis door het nabije oosten gemaakt en dat bracht me<br />
ook bij Al Kantara, de plaats waar het westen het oosten ontmoet.<br />
Pas in de Vallei der Koningen bij het graf van Tut Mosis III moest ik heel even aan de<br />
overleden keizer van Japan denken: hij rust in vrede.<br />
Goor, 29 mei 1989