23.09.2013 Views

lo. 28 - 2 AUG. mi KRISTINA SÖ DE R - EYE

lo. 28 - 2 AUG. mi KRISTINA SÖ DE R - EYE

lo. 28 - 2 AUG. mi KRISTINA SÖ DE R - EYE

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

A<br />

. '^Wlp ,<br />

»


in „Verbannen<br />

(/oto Ufa)<br />

Indien we ons een terugblik gunnen op de vijf<br />

jaar, die voorbij gingen, en dus sinds de naam<br />

Zarah Leander als een komeet aan den Duit-<br />

schen filmsterrenhemel opdook, beteekent deze<br />

verschijning werkelijk iets ongewoons, evenzeer<br />

als haar kunstenaarschap de bekoring van de<br />

zeldzaamheid bezit.<br />

Het succes stond eigenlijk met haar eerste<br />

Duitsche film vast. Men wist nog zoo goed als<br />

niets van haar leven en haar artistiek verleden.<br />

Eerst langzaam-aan kwam men te weten, dat<br />

Zarah Hedberg uit het stille, droomerige plaats-<br />

je Karlstadt in Värmland stamde, waar haar voor-<br />

vaderen vele generaties lang geestelijken waren.<br />

Dank zij de in haar ouderlijk huis, vooral door<br />

haar vader, veel beoefende muziek, werd in<br />

haar het verlangen gewekt, niet alleen op Zon-<br />

dag in den kerkdienst iets voor te spelen of te<br />

zingen, maar zich met hart en ziel aan de kunst<br />

te wijden.<br />

Alle vooroordeelen van haar omgeving tegen<br />

haar „comedianten<strong>lo</strong>opbaan" overwint zij. Haar<br />

eerste huwelijk met den tooneelspeler Leander<br />

brengt haar al in aanraking met de tooneelsfeer.<br />

Met een volharding en een taaiheid, die soms<br />

op bezetenheid gelijken, zooals het slechts kan<br />

voorkomen bij menschen, die zich van hun roe-<br />

ping bewust zijn, verwerft ze „im Regen stehend<br />

und wartend", zooals het in een van haar be-<br />

kende liederen luidt, haar eerste engagement<br />

bij den grooten Zweedschen tooneeldirecteur<br />

Ernst Rolf, om kort daarna met Léhars operette<br />

„Die lustige Witwe" in de hoofdrol een succes-<br />

tournee van ongekende grootte door heel Scan-<br />

dinavië te ondernemen.<br />

Op het oogenblik is haar naam een begrip.<br />

Haar gelaat is ons uit haar zeven films ver-<br />

trouwd geworden. En toch is men steeds weer<br />

verbaasd als men tegenover haar komt te staan.<br />

Het is de kleur van heur haar, dat prachtig als<br />

een door zonnestralen beschenen bladerkrans<br />

glanst, het is de blik van haar groote donker-<br />

blauwe oogen, die zich steeds weer vragend<br />

■^HÜ^^^H<br />

<strong>DE</strong> CARRIÈRE<br />

op ons richten, het is de karakteristieke bewe-<br />

ging, waarmee ze haar hoofd achteroverwerpt,<br />

het is het vorstelijke in haar verschijning, het is<br />

haar warme stem, al die dingen, welke tot een<br />

harmonisch geheel samenv<strong>lo</strong>eien in een indruk,<br />

welken men niet licht vergeet.<br />

Ook nu weer bevestigde zij dien indruk, toen<br />

we Zarah Leander bij de opnamen van haar<br />

achtste film „Der Weg ins Freie" in de Ufa-<br />

studio's opzochten. Maar nog iets anders komt<br />

er bij, dat haar dat innemend-menschelijke ■<br />

geeft. Het is haar verbazingwekkende gelaten-<br />

heid. Niets in haar omgang verraadt de inner-<br />

lijke spanning, welke haar vervult als ze te-<br />

<strong>mi</strong>dden van de zenuws<strong>lo</strong>opende voorbereidingen<br />

voor een opname op haar wachtwoord wacht.<br />

Zij bezit in hooge mate de gave om door haar<br />

volstrekte kalmte en door een geestelijke disci-<br />

pline tijdens het werk in de studio zich door<br />

niets of niemand te laten afleiden van haar ar-<br />

tistieke taak.<br />

Waar ook de voorname gestalte van de<br />

Zweedsche lusschen de coulissen opduikt, steeds<br />

treft ons weer het verstarde, portretachtige in<br />

haar verschijning.<br />

We weten, dat Zarah Leander niet zonder<br />

omwegen tot de film kwam en dat ze in haar<br />

vaderland en in de overige Scandinavische lan-<br />

den een gevierd actrice was, voor ze, via de<br />

Weensche • operette, voor de Duitsche film ge-<br />

wonnen werd.<br />

Reeds haar eerste rol als G<strong>lo</strong>ria Vane in<br />

de film „Verbannen" gaf haar gelegenheid, de<br />

veelzijdige mogelijkheden in haar spel te toonen.<br />

Met jeugdige onbezorgdheid stort de Zweed-<br />

sche Astre in de film „La Habanera" zich in 'n<br />

avontuur met den heerschzuchtigen Spaanschen<br />

grande Don Pedro D'Avilla. Verstandelijk en<br />

nadrukkelijk maakt zij ons de omwenteling dui-<br />

—<br />

VAN EEN ONGEWONE VROUW EN<br />

KUNSTENARES<br />

in „Das Lied der Wüste". i „Es war eine rauschende Ball-<br />

(foto Ufa.Goldsche)<br />

nacht".<br />

{foto Ufa-Baumann)<br />

*<br />

Prima donna". in „Vorstentragedie".<br />

{foto Ufa-L:ndner\ ( fito Ufa-Llidnert<br />

<strong>DE</strong> HOOFDROLVERTOLKSTER VAN <strong>DE</strong><br />

NIEUWE UFA-FILM „PRIMA DONNA".<br />

in „De vrouw met<br />

den blauwvos".<br />

(foto Ufa)<br />

delijk van een jong verliefd en verwend meisje<br />

tot een volgroeide, teleurgestelde, door heim-<br />

wee zieke vrouw.<br />

Zarah Leander, die in Zweden ook Ibsen en<br />

Strindberg gespeeld heeft, trad ons in de film<br />

„Onverbreekbare banden" in de rol van Magda<br />

tegemoet, naar het tooneelstuk „Heimat" van<br />

Hermann Sudermann. Ook in deze film weet ze<br />

den strijd om haar kind, het verlangen naar het<br />

haar jarenlang afges<strong>lo</strong>ten vaderland levendig tot<br />

uitdrukking te brengen. Uit elk van +vaar vol-<br />

gende films; „Das Lied der Wüste", „De vrouw<br />

met den blauwvos", „Es war eine rauschende<br />

Ballnacht", „Vorstentragedie" is ons een of an-<br />

dere scène onuitwischbaar in herinnering ge-<br />

bleven.<br />

In de nieuwe Ufa-film „Der Weg ins Freie",<br />

door Rolf Hansen geregisseerd, is wederom,<br />

evenals in de Tschaikowsky-film „Es war eine<br />

rauschende Ballnacht" Hans Stüwe haar partner,<br />

dien ze als gevierde prima donna door haar offer<br />

den weg naar het geluk effent. Men kan terecht<br />

groote verwachtingen koesteren omtrent de wij-<br />

ze, waarop Zarah Leander ons het leven van<br />

deze groote tooneelkunstenares voorzet. De film<br />

zal mettertijd door de Ufa in ons land onder den<br />

titel „Prima donna" worden uitgebracht.


^<br />

"JAUL HÖRBIGER<br />

PAU , Mo Ufa)<br />

■ ■ , - *<br />

Paul en Attila heeten de belde broeders Hörbiger, die bij<br />

het bioscooppubliek goede, oude bekenden zijn en die wij<br />

niet gaarne van hel witte doek zouden zien verdwijnen.<br />

Daar behoeft men overigens voor<strong>lo</strong>opig niet bang voor te<br />

zijn. De fa<strong>mi</strong>lie Hörbiger voelt zich uitstekend thuis en Is zelfs<br />

<strong>mi</strong>n of meer vastgeworleld in het filmbedrijf. Is niet Attila ge-<br />

huwd met de eveneens zoo bekende en geliefde actrice Paula<br />

Wessely? Terwijl Pauls echtgenoote de dochter van een theater-<br />

directeur Isl Men kan zich dan ook voorstellen, dat wanneer<br />

de beide fa<strong>mi</strong>lies bij elkaar op bezoek zijn, het gesprek film<br />

,,und kein Ende" is. . .<br />

.<br />

BF<br />

«^<br />

MT1LA HÖRBIGER |<br />

.foto Tobis-Ci»"**<br />

■ ■; ■<br />

mm<br />

bttinUtU<br />

'M<br />

•■<br />

LKb<br />

■ 'ifPcÄ- :<br />

20H£Q'$&)[)£<br />

^EES<br />

WELKOM<br />

De pre<strong>mi</strong>ère der zomer-revue in het Haagsche<br />

Scala-theater is al weer een traditie geworden.<br />

Ook dit jaar. biedt rij een kleurig en fleurig<br />

schouwspel, waarbij de auteur Jacq. van Tol ko<strong>mi</strong>sche<br />

situaties schreef. Er zijn er te kust en te keur, soms<br />

wat flauw, maar dank zij het spel van den onvolprezen<br />

revue-ko<strong>mi</strong>ek Lou Bandy, uitstekend bijgestaan door<br />

Siem Nieuwenhuyzen, blijven zij ons boeien en ter<br />

dege vermaken. Het hoogtepunt vormt toch het op-<br />

treden van Lou Bandy in conférences en liedjes. Kos-<br />

telijk zooals hij dit-<br />

maal weer babbelt en<br />

//<br />

, .<br />

i ^<br />

l K i '<br />

L£Ja<br />

■ ^Êm^r mrm nA ^Ti ^^1 l&I^.V i 'MM<br />

top] ^H ^81 1 '1 ÊÊm^<br />

'<br />

f: ■HKP t<br />

■i<br />

B ES r *^'~-.c*r


De man, die altijd<br />

trouw is gebleven<br />

aan het tradltio-<br />

neele, eerbied af-<br />

dwingende, zwart<br />

glanzende hoofd-<br />

deksel: de aapjes-<br />

koetsier.<br />

.,■ ^UK&JW (<br />

RADITIEN<br />

ROMD <strong>DE</strong>N<br />

iiooax HOED<br />

Wij leven in een tijd, die 't niet zoo heel precies meer neemt met allerlei convent<strong>lo</strong>neele<br />

vormen. Oude tradities worden opzijgezet, strenge voorschriften van Mevrouw Etiquette<br />

worden veronachtzaamd en onze overgrootouders en waarschijnlijk ook nog wel hun kinderen<br />

zouden ons met recht kunnen verwijten, dat wij niet meer weten, „hoe 't hóórt"! Toch zijn<br />

er altijd zaken, die ondanks alles zich weten te handhaven, die tegen de verdrukking in met<br />

waarlijk verbazingwekkende vitaliteit hun plaats weten te behouden. En onder die traditie-<br />

getrouwe zaken mogen wij zeker met eere noemen: den hoogen hoed.<br />

Er is een man, die den hoogen hoed altijd trouw is gebleven, die nooit één moment van<br />

zwakte heeft gekend, maar die altijd is blijven vasthouden aan dat eerbied afdwingende,<br />

zwart-glanzende hoofddeksel — die man is de aapjeskoetsier. En juist omdat in deze dagen<br />

de aapjeskoetsier weer nieuwe g<strong>lo</strong>rie beleeft, zijn wij op de gedachte gekomen ook aan zijn<br />

onafscheidelijk attribuut — in den volksmond zoo oneerbiedig „kachelpijp" genoemd — aan-<br />

dacht te wijden, als eeresaluut aan een oud-gediende.<br />

Heeft U er wel eens over nagedacht, welk een voorname plaats de hooge hoed In het<br />

leven inneemt? Wanneer men zich onderwerpt aan de voorschriften van die strenge Me-<br />

vrouw Etiquette, is de „hooge zije", dit deftigste lid uit de fa<strong>mi</strong>lie der hoofddeksels, de<br />

plechtige getuige van alle belangrijke gebeurtenissen In ons verblijf op dit ondermaansche.<br />

Hoofden met hooge hoeden begroeten ons reeds bij de geboorte en feliciteeren onze<br />

trotsche ouders; hooge hoeden zijn er, als wij trouwen, en als wij afscheid nemen van dit<br />

De hooge hoed is niet maar zoo'n ordinaire hoofdbedekking,#<br />

die men even in een winkel kan gaan koopen. Daarom hoort<br />

11<br />

De man, die de hooge hoeden maakt, aan het<br />

werk. Zijn specialiteit is ook andere buiten-<br />

nissige hoofddeksels, zooals palfreniershoeden,<br />

aansprekershoeden, steken, enzoovoort.<br />

De hoed wordt aangemeten. Dit geschiedt door<br />

<strong>mi</strong>ddel van een vreemd hoofddeksel, met stalen<br />

veeren, die den vorm van het hoofd aangeven.<br />

de klant zich nogal eens toevoegen: „U heeft een eigenaardig<br />

hoofd, <strong>mi</strong>jnheer; we zullen u den hoed moeten aanmeten..."<br />

leven worden wij uitgeleide gedaan in een<br />

apotheose van hooge hoeden. En buiten dat<br />

nog de andere officleele gelegenheden: avond-<br />

feesten, recepties, enz. enz. Waarlijk, de hooge<br />

hoed verdient onzen eerbied en oprechte be-<br />

wondering well<br />

Velen hebben dan ook, 't zij beroepsmatig,<br />

't zij door andere oorzaken, maar al te vaak<br />

„nauw" kennis gemaakt met dezen „primus inter<br />

pares" der hoofdbekleedselen. 't Is ook niet<br />

maar zoo'n ordinaire hoofdbedekking, die men<br />

even in een winkel kan gaan koopen. De hooge<br />

zije stelt zijn zeer speciale eischen. Den een<br />

knelt hij opzij, bij den ander laat hij voor of<br />

achter groote openingen tusschen hoofd en<br />

hoedrand en bij een derde moet hij gepast wor-<br />

den aan een vreemd gevormd achterhoofd. De<br />

'menschen van het vak kennen zijn eigenaardig-<br />

heden en weten, dat men daar terdege rekening<br />

mee moet houden. Als men beroepshalve ver-<br />

plicht is, een groot gedeelte van den dag met<br />

een hoogen hoed te <strong>lo</strong>open, laat men dezen<br />

Bij de „strijkboutenkachel" wordt de<br />

schellak, die den hoed zijn vorm geeft,<br />

zacht gemaakt om nog een kleine<br />

verandering te kunnen aanbrengen.<br />

De keuze kan niet moeilijk zijn, of<br />

men zou zich van alle evoluties, die<br />

de „hooge zije" heeft doorgemaakt,<br />

niets moeten aantrekken en het<br />

exemplaar links van ruim honderd<br />

jaar geleden moeten kiezen.<br />

mmmmmm<br />

zeer zeker met zorg aanmetenl<br />

En reeds bij dat aanmeten kan men consta-<br />

teeren, dat men hier met een buitenbeentje te<br />

maken heeft. Het is dan ook met een zeker<br />

plichtsgevoel en met het idee „in een lang ge-<br />

voelde leemte" te voorzien, dat wij hier een<br />

serie foto's wijden aan den hoogen hoed in hel<br />

algemeen en in 't bijzonder aan de vreemde<br />

manipulaties bij het aanmeten van den „hoogen<br />

zije"! COR DOKTER. De man, die er pas „een" gekocht<br />

heeft. Hij is vast overtuigd, dat de ..<br />

hooge zije den man maakt...<br />

(Fo


ifattóU<br />

KLEINE GESCHIE<strong>DE</strong>NISJES.<br />

De goochelaar had een nieuwen truc bedacht, brengt<br />

er zijn zoon op den dag vóór de voorstelling van<br />

op de hoogte en zegt hem, dat hij zijn hulp er bij<br />

noodig heeft. De zoon moet zich onder hel publiek mengen,<br />

en als hij, de goochelaar, een jongen vraagt om op hel <strong>lo</strong>o-<br />

neel te komen, moet hij zich melden. Maar hij moet natuurlijk<br />

doen, alsof zij elkaar heelemaal niet kennen.<br />

Tijdens de voorstelling verliep alles precies zooals afgespro-<br />

ken was. Toen de jongen op het tooneel stond, zei de gooche-<br />

laar tot zijn publiek; „Dames en beeren — wat ik u thans zal<br />

vertoonen, is een van de schitterendste toeren, die u ooit ge-<br />

zien hebt. De scherpzinnigste geesten zullen er geen hoogte<br />

van kunnen krijgen, en ik zou graag uitdrukkelijk willen vast-<br />

stellen, dat ik <strong>mi</strong>jn truc zonder hulp van iemand, wie dan ook,<br />

ten uitvoer breng. Deze kleine jongen was zoo vriendelijk, <strong>mi</strong>j<br />

behulpzaam te zijn. Ik heb hem nooit eerder gezien. —<br />

Kennen wij elkaar, jongen?"<br />

„Neen, vader . . ." antwoordt de jongen.<br />

aarom drink je toch steeds meer dan goed voor je is.<br />

w Akkerman?"<br />

„Ik verdrink <strong>mi</strong>jn zorgen."<br />

„En lukt je dat?"<br />

„Neen. Mijn zorgen kunnen zwemmen."<br />

Jasper heeft dorst, heel erge dorst en gaat een café binnen.<br />

Hij bestelt een glas bier. De kellner brengt hem een heel<br />

klein glaasje.<br />

Jasper staart het glas langen tijd aan. Dan heft hij waar-<br />

schuwend zijn vinger op.<br />

„Kwajongen," zegt hij. „Zóó klein, en dan al in een café<br />

komen . . ."<br />

j/'ijk eens, Annie, de maan heeft een ring vanavond."<br />

„Ja," zegt Annle onverschillig. En dan opeens, na een kort<br />

stilzwijgen: „Zeg eens. Jan, weet jij het verschil tusschen de<br />

maan en <strong>mi</strong>jn vinger?"<br />

WAAROM OOK NIET?<br />

I n de Köln. Zeitung lezen wij het volgende:<br />

O | In 't jaar 1817 deed de burgemeester van Lüdenscheid<br />

aan den gemeenteraad het voorstel om twee <strong>lo</strong>ten te<br />

koopen in de Berlijnsche Loterij, ten einde „door de <strong>lo</strong>ten tege-<br />

moet te komen aan den financieelen toestand van de stad<br />

Lüdenscheid, daar er tegenover het mogelijke voordeel weinig<br />

te verliezen was". In de verdediging van het voorstel heette<br />

het: „Loterijen zijn wel is waar onzekere, van het toeval af-<br />

hankelijke geluksspelen, maar hoe onwaarschijnlijk ook, ten<br />

gevolge van het groote aantal medespelers lederen keer de<br />

hoop is om een behoorlijken prijs te winnen, zoo is toch de<br />

mogelijkheid daartoe voorhanden, en in vele gevallen is het<br />

plicht, het geluk ten <strong>mi</strong>nste de gelegenheid te schenken, hem,<br />

die het noodig heeft, gunstig te zijn."<br />

„Wraafc /s zoef — ;l(t ben óók (andarts, ziet u/" (DU Koyalle)<br />

„Waf z/e ik nu, Emmy... Zeef /'// nog? Vijfiig jaar geleden heb je <strong>lo</strong>ch<br />

legen <strong>mi</strong>j gezegd, dat je zonder <strong>mi</strong>j niet kon leven!" (Die Woche)<br />

DAG EN NACHT...<br />

Het menschelijke hart, het pompstation dat dag en<br />

nacht ons lichaam met b<strong>lo</strong>ed voorziet, slaat bij den<br />

volwassene jaarlijks meer dan 36,5 <strong>mi</strong>llioen maal.<br />

Bij een kind zelfs nog vaker.<br />

Voelt u er soms Iets voor uit te rekenen, hoeveel keer het<br />

geslagen heeft bij Iemand, die vijftig, zestig of zeventig jaar<br />

is geworden?<br />

GOUDVISSCHEN EN ZENUWEN.<br />

KLEINE FEITEN.<br />

GEEN HORENS...<br />

Zenuwachtige menschen, die zich' niet vrij kunnen<br />

maken van hun zaken of van hun zorgen, wordt het<br />

houden van goudvisschen sterk aanbevolen. „Men<br />

zit slechts eenige <strong>mi</strong>nuten voor het glas met goudvisschen en<br />

slaat het kalme doen en laten dezer diertjes gade . . . direct<br />

zal men dan merken, dat zijn gevoel van onrust verdwijnt." Om<br />

deze reden zijn ook In wachtkamers van dokters, enzoovoort,<br />

aquaria geen zeldzaamheidl<br />

Proefne<strong>mi</strong>ngen schijnen te hebben aangetoond, dat<br />

het toedienen van hormomen aan vrouwtjes-kanaries<br />

maakt, dat zij gaan zingen. Zooals men weet, is het<br />

zingen meer de specialiteit van de mannetjes onder deze<br />

dieren.<br />

Cxperlmenten hebben bewezen, dat zintuigelijke waarne<strong>mi</strong>n-<br />

gen door <strong>mi</strong>ddel van het oor veel sneller worden gere-<br />

gistreerd dan door het oog — dit, hoewel het bekend is, dat<br />

het geluid slechts 330 meter en het licht 300.000 meter per<br />

seconde aflegt!<br />

Cen staatslaboratorium in Japan Is het gelukt porcelein te<br />

maken, dat men practisch onbreekbaar zou kunnen noemenl<br />

Som<strong>mi</strong>ge menschen denken, dat de giraffe horens heeft,<br />

doch dit is niet het geval. De beide uitwasjes op den<br />

kop zijn slechts twee voorhoofdsbeen-uitsteeksels,<br />

die precies zooals zijn heele kop, met een gevlekte huid zijn<br />

overtrokken. De giraffe bedient zich van deze knobbels nooit ter<br />

verdediging. Als hem gevaar dreigt, gebruikt hij liever zijn<br />

hoeven.<br />

WEEST SPAARZAAM<br />

met gas en electriciteit<br />

<strong>DE</strong> FILMSTER<br />

MARKARÖKK<br />

(Foto Ui,)


<strong>DE</strong> INBRAAK!<br />

Pim, Pim, sta opl" argumenteerde mevrouw<br />

Dibbes, haar elleboog met een forschen duw<br />

in de zijde van haar man plantend. „Er is<br />

een inbreker beneden. Word wakker!"<br />

„Hè? Wat?" gromde <strong>mi</strong>jnheer Dibbes uit zijn<br />

humeur. „Hè? Wat? Waar heb je het nu over<br />

op dezen tijd van den nacht?"<br />

„Stil toch," zei zijn vrouw, haar elleboog op-<br />

nieuw als stootwapen gebruikend. „Er is een in-<br />

breker beneden. Ik heb hem gehoord . . ." Mijn-<br />

heer Dibbes maakte een neusgeluid.<br />

„Onzin," weersprak hij haar, door zijn slaap-<br />

toestand nog niet geheel toerekeningsvatbaar<br />

voor deze roeke<strong>lo</strong>oze daad. „Je hebt vergeten,<br />

de kat buiten te zetten. Ga weer slapenI"<br />

„Hoor je dit nou, of ben je soms opeens doof<br />

geworden, Dibbes?" vroeg zijn vrouw met een<br />

vreeselijk dreigende stem en hem bij zijn achter-<br />

naam noemend, iets wat ze alleen maar deed,<br />

als er iets broeide. „Ben je soms van plan hier<br />

te blijven liggen en <strong>mi</strong>j te laten vermoorden?<br />

Dat had ik moeten weten, toen Ik met je<br />

trouwde. O, wat een mènl Was ik maar<br />

een manl"<br />

Mijnheer en mevrouw Dibbes waren, toen<br />

deze gebeurtenis plaats greep, twaalf Jaar<br />

getrouwd en ze hadden in dierv tijd nog al<br />

eens. van meening verschild, maar nu was hij<br />

het toch roerend met haar eens. Wis je maar<br />

een man, dacht hij, dan hoefde ik er niet op<br />

afl Maar ook als je in je tegenwoordige incar-<br />

natie van vrouw ging, zou ik niet graag in de<br />

een uu itetluk meel<br />

plaats van den indringer beneden zijn, als je op<br />

hem afkwaml Ik heb al vaak genoeg ondervon-<br />

den, dat jij meer mans bent dan ikl<br />

Hij zèi dit alles echter'nietl Het doorkruiste<br />

alleen maar met een vaart van nul komma zoo-<br />

veel zijn hersens, terwijl hij uit bed stapte en<br />

een paar pantoffels aanschoot. Hij beefde lich-<br />

telijk. Niet van kou, maar... nu ja, we kunnen<br />

niet allemaal even groote helden zijnl En het<br />

is ook heusch geen pretje, om des nachts om<br />

vier uur in het donker naar beneden te moeten<br />

gaan om een, de hemel weet, hoe zwaar gewa-<br />

pende inbreker te ontmoetenl<br />

„Waar is . .. waar is <strong>mi</strong>jn revolver?" vroeg<br />

hij en zijn stem trilde van emotie.<br />

„In die la daar," wees zijn vrouw. „Maar zij<br />

is niet geladen; je zei, dat dat te gevaarlijk was.<br />

Pas er op, dat je de la zachtjes opendoet, an-<br />

ders hoort hij je en neemt hij de vlucht..."<br />

Dééd hij het maar, dacht <strong>mi</strong>jnheer Dibbes, de<br />

la opentrekkend. Hij durfde het echter toch niet<br />

hard te doen, want (eerlijk is eerlijk, nietwaar?)<br />

hij was nog niet zoo bang voor den inbreker<br />

als voor zijn vrouwl<br />

Met de revolver in de hand liep hij naar de<br />

deur. Onderwijl bedacht hij, dat hij toch niet<br />

zou durven schieten. Neen, daar was hij de man<br />

niet naar, om iemand zoo maar In koelen b<strong>lo</strong>e-<br />

de te dooden. Hij nam de revolver alleen maar<br />

mee om den inbreker vrees aan te Jagen. HIJ<br />

wachtte er zich echter wèl voor, om dit aan zijn<br />

vrouw te vertellen, bevreesd als hij was, dat ze<br />

WAM ZIJ HEBBEN EEN VERBORGEN GEBREK.<br />

Achter die mooie tanden zit het ver-<br />

raderlijke tandsteen, dat langzaam maar<br />

zeker de tanden <strong>lo</strong>smaakt en ten s<strong>lo</strong>tte<br />

tot uitvallen brengt.<br />

Verzorgt zij haar tanden dan niet goed?<br />

Neen, zij poetst ze geregeld zoowel<br />

aan den voorkant als aan den achter-<br />

kant, maar dat is niet voldoende om<br />

tandsteen tegen te gaan. Tegen tand-<br />

steen kan men alleen succes verwachten<br />

fi<br />

n Itaat tanJii en.<br />

met een Solidox-verzorging van het<br />

gebit. Want Solidox-tandpasta is het<br />

eenige tand<strong>mi</strong>ddel in Nederland, dat<br />

Sulforicinoleaat bevat, dat volgens proef-<br />

ne<strong>mi</strong>ngen van wetenschappelijke onder-<br />

zoekers de vor<strong>mi</strong>ng van tandsteen tegen-<br />

gaat. Poets Uw tanden tweemaal per dag<br />

met Solidox en ga tweemaal per 'jaar<br />

naar den tandarts. Dan bent U zeker<br />

van witte en tevens gezonde tanden.<br />

i SOLIDOX<br />

tegen tandsteen<br />

EEN COMPLEET VERHAAL<br />

met alle geweld zou eischen, dat hij schoot. . .<br />

Zelfs al was de revolver ongeladenl Vrouwen<br />

kunnen immers zoo onredelijk zijnl Of was het<br />

soms niét onredelijk, om je in het holst van den<br />

nacht naar beneden te sturen om kennis te gaan<br />

maken met een inbreker, <strong>mi</strong>sschien wel met een<br />

moordenaar, terwijl je boven in je bed in ieder<br />

geval toch veel veiliger was, als Je deed, alsof<br />

je niets hoorde? „Blijf jij maar hier, en wees<br />

niet bang," zei hij tegen zijn vrouw, zich moe-<br />

dig voordoend. „Ik zal wel met hem afrekenen!"<br />

— Als ik Jou meeneem, krijg ik in ieder geval<br />

herrie, dacht hij.<br />

„Ja," antwoordde zijn vrouw gehoorzaam, „ik<br />

zal de deur wel achter Je op s<strong>lo</strong>t doen, Pim!"<br />

Met dezen schralen troost van „eenmaal er<br />

uit, blijf je er uit," opende <strong>mi</strong>jnheer Dibbes de<br />

deur en luisterde om den hoek. Hij hoorde niets<br />

verontrustends en een oogenblik dacht hij aan<br />

de onge<strong>lo</strong>ofelijk-zalige mogelijkheid, dat ze zich<br />

vergist hadden en dat er niemand was . .. toen<br />

er opeens... Ja, nu hoorde hij heel duidelijk<br />

voetstappen. Zijn hart k<strong>lo</strong>pte p<strong>lo</strong>tseling <strong>mi</strong>n-<br />

stens zeven etages te hoogl<br />

En hoor, daar kuchte iemand! En het geluid,<br />

dat hij daarbij maakte, wees er duidelijk op, dat<br />

het een mannetjesputter wasl Zóó'n leven kon<br />

niet uit een schraal corpus komen, stelde <strong>mi</strong>jn-<br />

heer Dibbes tot meerderen aanwas van zijn on-<br />

gerustheid vast. Zou hij maar niet teruggaan?<br />

Neen, dat was onmogelijk; de schepen waren<br />

achter hem verbrand of, met andere woorden:<br />

de deur was reeds door zijn vrouw<br />

achter hem ges<strong>lo</strong>ten. . .<br />

Voorzichtig daalde hij de trap af.<br />

Hij wist nu waar de indringer was:<br />

in de eetkamer. Voortdurend hoorde<br />

hij, hoe daar geluiden vandaan kwa-<br />

men. Met horten en stooten en ge-<br />

mengde gevoelens liet <strong>mi</strong>jnheer Dib-<br />

bes zich de trap afzakken tot hij In<br />

de gang stond. . . „Mijn eenige kans<br />

is, hem te verrassen," dacht hij. „Ik<br />

moet snel de eetkamer binnengaan<br />

en hem de revolver voorhouden,<br />

vóór hij de situatie begrijpt!"<br />

Diep ademhalend en een zonder-<br />

ling gevoel in zijh onderlichaam met<br />

man en macht bedwingend, s<strong>lo</strong>op hij<br />

door de gang^ en wilde zijn hand op<br />

den knop van de eetkamerdeur leg-<br />

gen, toen deze !p<strong>lo</strong>tseling openging<br />

en een scherp licht hem verblindde.<br />

Tegelijkertijd hoorde hij iemand vra-<br />

gen: „Is u de baas?"<br />

Eén oogenblik] aarzelde <strong>mi</strong>jnheer<br />

Dibbes. „Neen," wilde hij zeggen, „de<br />

baas ligt boven in haar bed," rnaar<br />

toen bedacht hij zich en slaagde er<br />

In verstaanbaar te zeggen: „Ja...<br />

En... en... eh... wie Is ü?"<br />

„Ik ben van de politie," hoorde<br />

<strong>mi</strong>jnheer Dibbes tot zijn onuitspreke-<br />

lijke verlichting zeggen. „Ik zoek<br />

naar Drievingerlgen Harry, maar hij<br />

is me, ge<strong>lo</strong>of ik, weer ontsnapt. Ik<br />

hoorde hier verdachte geluiden, ter-<br />

wijl ik op <strong>mi</strong>jn route was, en zag het<br />

raam openstaan! Waarschijnlijk zou<br />

hij het volgende oogenblik naar bo-<br />

ven gekomen zijn, als Ik hem niet ge-<br />

stoord had!"<br />

Mijnheer Dibbes voelde zich nu<br />

opeens een held. Wat kon hem nu<br />

nog gebeuren, nu de inbreker ge-<br />

vlucht was. ÄD- hij. bovendlt» oog de<br />

assistentie had van een rechercheur?<br />

„Hoe is hij binnengekomen?" vroeg<br />

hij, met een heldhaftige intonatie in<br />

zijn stem.<br />

„Door de achterdeur. Waarschijn-<br />

lijk hebt u vergeten die te sluiten. Of<br />

<strong>mi</strong>sschien hebt u ze ook wel ges<strong>lo</strong>-<br />

ten, want Drievingerige Harry trekt<br />

zich van geen enkel s<strong>lo</strong>t iets aan."<br />

— - • .-,<br />

Mijnheer Dibbes maakte een beweging om 't<br />

licht aan te draaien. „Neen, <strong>mi</strong>jnheer. Geen<br />

licht maken, alstublieft. Ik hoop, dat hij zal te-<br />

rugkomen, als hij denkt, dat het valsch alarm<br />

is geweest. Hij is zoo overhaast gevlucht, dat hij<br />

een en ander heeft moeten achterlaten en hij<br />

zal zeker nog wel moeite doen, het te krijgen I"<br />

„Maar heeft hij u dan niet zien binnenko-<br />

men?" vroeg <strong>mi</strong>jnheer Dibbes.<br />

„Neen. Het is aarde-donker buiten en met<br />

deze rubberzolen en de oefening, die we in<br />

zachtjes <strong>lo</strong>open hebben, heeft hij me niet gezien<br />

of gehoord. Ik stootte echter tegen een stoel en<br />

toen nam hij de beenen."<br />

„O," deed <strong>mi</strong>jnheer Dibbes begrijpend.<br />

„Schiet u nu vlug uw kleeren aan, maar<br />

maak In geen geval licht. Ik zal bij de deur de<br />

wacht houden en den agent aanroepen, die hier<br />

surveilleert. Als hij dan terugkomt, zullen wij<br />

tweeën hem overvallen en dan komt u ook zoo<br />

gauw mogelijk naar beneden en maakt lichtl Als<br />

die kerels gesnapt worden en licht zien, zijn ze<br />

meteen koest!"<br />

Mijnheer Dibbes knikte. Gelukkig kreeg hij<br />

niet het gevaarlijkste baantje, dacht hij, en toch<br />

zou hij morgen op kantoor den held kunnen uit-<br />

hangen en zou er zelfs In de couranten komen<br />

te staan, dat hij bij de arrestatie geholpen had...<br />

„Goed," zei hij naar de deur gaand. „Maar<br />

hoe lang zal Ik boven wachten?"<br />

„Net zoolang tot u leven hoort. Want dat is<br />

het teeken, dat we hem overvallen, en u is dan<br />

toch gauw genoeg beneden, nietwaar?"<br />

„Ja-Ja," zei <strong>mi</strong>jnheer Dibbes gretig, blij in het<br />

vooruitzicht boven te mogen blijven tot het ge-<br />

vaar geweken was... En achte<strong>lo</strong>os met zijn re-<br />

volver spefend om zich een air van onverschrok-<br />

kenheid te geven, verliet hij de eetkamer...<br />

Terwijl hij zich aankleedde, vertelde hij zijn<br />

vrouw wat er was gebeurd, zijn eigen rol na-<br />

tuurlijk flink aandikkend. Toen hij klaar was, ging<br />

hij op den rand van zijn bed zitten. En wacht-<br />

te. Een kwartier. Een half uur. Een uur... ,<br />

„Het duurt nogal lang, voordat ze hem arres-<br />

teeren," vond zijn vrouw voor den zooveelsten<br />

keer.<br />

„Ja," antwoordde hij <strong>mi</strong>smoedig. De reactie<br />

was nu gekomen en het staren In de duisternis<br />

werkte enerveerend en vermoeiend.<br />

„Pim," kwam het even later uit bed.<br />

„Ja, lieve?"<br />

„Als hij niet gauw komt. Is het te laat. Het<br />

wordt al dag."<br />

Het was waar. Het ochtendlicht siepelde al<br />

tusschen de gordijnen door. Nog een paar <strong>mi</strong>nu-<br />

ten en Drievingerige Harry kwäm niet meer. De<br />

rechercheur was te opti<strong>mi</strong>stisch geweest.<br />

P<strong>lo</strong>tseling kreeg <strong>mi</strong>jnheer Dibbes een In-<br />

geving.<br />

„Misschien zijn ze hem op het spoor en ach-<br />

tervolgen ze hem!" opperde hij.<br />

„Als we niet gauw Iets hooren, ga ik zilf kij-<br />

ken," antwoordde zijn vrouw.<br />

Dibbes zei niets ...<br />

Om negen uur zond <strong>mi</strong>jnheer Dibbes een<br />

boodschap naar zijn kantoor, dat hij ten gevolge<br />

Dag Kareïaen, hoe gaat het.<br />

Kom hier zitten. Leege<br />

coupé.'<br />

van een huiselijke moeilijkheid, niet vóór<br />

's <strong>mi</strong>ddags kon komen. Toen ging hij naar het<br />

politiebureau.<br />

„Ik kom eens informeeren, of er al iets nieuws<br />

bekend is over de Inbraak?" zei hij den inspec-<br />

teur, die hem ontving.<br />

„Inbraak?" vroeg deze. „Welke inbraak?''<br />

Mijnheer Dibbes legde alles haarfijn uit en<br />

vertelde wat er gestolen was.<br />

De inspecteur keek onge<strong>lo</strong>ovig, kreeg toen 'n<br />

dik boek en begon te zoeken.<br />

„Niets van een inbraak bekend," zei hij na<br />

eenige <strong>mi</strong>nuten. „De menschen, die vannacht in<br />

uw wijk gesurveilleerd hebben, zijn allemaal al<br />

thuis en hebben niets gerapporteerd. U is beet-<br />

genomen," zei hij meer Juist dan vleiend. „De<br />

dief heeft zich voor een rechercheur uitge-<br />

gevenl"<br />

„Maar. . . maar Drievingerige Harry dan?"<br />

vroeg <strong>mi</strong>jnheer Dibbes, die totaal de kluts kwijt<br />

was, want hij dacht aan hetgeen zijn vrouw zou<br />

peggen, als hij met die boodschap thuiskwam.<br />

Oh ja, maar dit ia rooken<br />

hè?<br />

Natuurlijk. Jjj was vroeger<br />

toch ook een zware rookerT<br />

Jawel, maar ik moet in den<br />

laatsten tijd m'n stem erg<br />

sparen...<br />

Volksdracht in het<br />

land der poesta's.<br />

( : oto Archief Rolr.\<br />

„Drievingerige Harry?" zei de ander met op-<br />

getrokken wenkbrauwen, niet-begrijpend.<br />

„Nou, die rechercheur... eh, die man zei,<br />

dat Drievingerige Harry bij me had ingebroken.<br />

Bestaat Drievingerige Harry dan óók niet? Hij<br />

zal zeker maar drie vingers hebben aan . . ."<br />

De inspecteur stak zijn hand naar voren en<br />

spreidde zijn vingers uit.<br />

„Kijk!" zei hij toen. „Eén, twee, drie vingers...<br />

een pink en een duim. Er zijn dus net zooveel<br />

Drievingerige Harry's als er... Harry's zijnl<br />

Goeden morgen, <strong>mi</strong>jnheerl U neemt me niet<br />

kwalijk? Ik heb nog meer te doen, ziet ui"<br />

Toen- <strong>mi</strong>jnheer Dibbes thuiskwam - hij wist<br />

niet, hoe hij er gekomen was — en verslag van<br />

zijn wedervaren had uitgebracht, zei zijn<br />

vrouw .'..<br />

Maar ja, dat zou een afzonderlijk verhaal<br />

worden, want u begrijpt, nietwaar, dat wat Dib-<br />

bes' vrouw zei, niet in een paar regels is af<br />

te doenl<br />

Maar man, dan neem je wat<br />

Wybertjes! Gebruik ik ook.<br />

Wybert-tabletten voorko-<br />

men heeschheid, hoest en<br />

keelpyn.


, 1<br />

"'<br />

— ^^^ —<br />

MENSCHEN ON<strong>DE</strong>R WATER<br />

^e jonge Weener Hans Hass en zijn beide<br />

kameraden en landslieden Jörg Böhler en<br />

fvon Wurzian lijn snel bekend ge-<br />

fidat zij iets nieuws ondernamen dat<br />

gelukt is: ze zijn onder de reuze-<br />

Tvan de wereld-zee „gegaan", hebben<br />

geleefd en gedoken, gingen hen met<br />

ben te lijf en hebben hen gekiekt en<br />

gefilmd./Acht maanden lang leefden zij in de<br />

Caraïbiithe Zee, dag aan dag, alles bij elkaar<br />

genonfn, vier tot vijf uur onder water — dat<br />

zijn Xiikrecords in de diepte der wereldzee, die<br />

nogßnooW door iemand anders gepresteerd zijn!<br />

AlWen dit feit is reeds een daad van geweldige<br />

sportiviteit, maar daar komt dan nog bij de in-<br />

teressante wetenschappelijke prefatie om als<br />

eerste mensch zonder duiker-<br />

k<strong>lo</strong>k of eenig ander hulp<strong>mi</strong>d<br />

del de visschen in hun ele-<br />

ment gade te slaan en te<br />

fotografeeren, en — als het<br />

hard legen hard gingl — met<br />

den harpoen in de hand<br />

strijd tegen hen te leveren en hen te verslaan.<br />

Hoe ziet een mensch er uit, die maanden-<br />

lang onder visschen heeft geleefd? Ziet men<br />

hem dit opwindende leven onder water aan?<br />

Eerlijk gezegd; neen, maar indien men Hans<br />

Hass wat nader bekijkt, dan ziet men toch<br />

zekere kenteekenen, die aan den diepzee-duiker<br />

herinneren, en 'andere, die den koenen zwem-<br />

mer verraden. Komt het door de kleur van het<br />

Sporthemd, dat zijn huid zoo rose-achtig lijkt?<br />

Misschien wel een beetje, maar feit is toch:<br />

deze huid heeft een geheel andere kleur ge-<br />

kregen; ze is door de zon en het zoute water<br />

van de Caraïbische Zee als het ware ge<strong>lo</strong>oid.<br />

En dan die mond . . . Heeft die niet een beetje<br />

een „vischhouding" gekregen? Hass bevestigt<br />

het glimlachend... ,,lk dook altijd met <strong>mi</strong>jn<br />

mond open; ik was het zoute water zoo gewend,<br />

dat ik het dronk. Mijn kaken zijn, doordat ik<br />

iederen dag eenige uren onder water zwom,<br />

dan ook een beetje anders gaan staan. Mijn<br />

vrienden hebben het ook gezien en <strong>mi</strong>j voor-<br />

speld, dat ik den een of anderen dag ook nog<br />

eens . . . vinnen zou krijgenl"<br />

Hoe hij er toe kwam, hoe zoo p<strong>lo</strong>tseli/ig het<br />

besluit in hem rijpte om in de verre wereldzee<br />

den strijd tegen de reuze-visschen te gaan op-<br />

nemen, hen in hun element te gaan opzoeken<br />

en fotografeeren?<br />

Hass' oogen beginnen te schitteren als hij het<br />

antwoord geeft: ,,lk heb een oom, die ontdek-<br />

kingsreiziger is. Hij is geruimen tijd in Tibet ge-<br />

weest en heeft ook als diepzee-onderzoeker<br />

gewerkt voor het Wetenschappelijk Instituut te<br />

Monaco. Maar dit alles heeft beslist maar zoo'n<br />

beetje ,,in <strong>mi</strong>jn onderbewustzijn" gesluimerd,<br />

want ik heb <strong>mi</strong>jn oom eigenlijk pas goed leeren<br />

kennen toen Ik uit de Caraïbische Zee terug-<br />

keerdel Eigenlijk ben ik tot <strong>mi</strong>jn onderne<strong>mi</strong>ng<br />

gekomen door zuiver sportieve overwegingen.<br />

Ik vond het interessant de visschen in hun on-<br />

derwater-wereld te bestudeeren en hen ... te<br />

glad af te zijn. Dit laatste vjel vanzelfsprekend<br />

niet mee, want zij hebben daar beneden, In<br />

vergelijking met de menschen, natuurlijk alle<br />

voordeelen aan hun kant, en de mensch kan<br />

slechts zijn intelligentie en zijn tegenwoordig-<br />

heid van geest tegenover hen stellen. En dan<br />

gaat het nog meer om tegenwoordigheid van<br />

geest en om moed dan om intelligentie, want<br />

anders zouden immers alle intelligente men-<br />

schen onder water jacht op haaien kunnen ma-<br />

ken! En u begrijpt, dat dit niét zoo Is...<br />

Toen ik <strong>mi</strong>jn vrienden vertelde, dat ik naar<br />

:_ ■-<br />

de Caraïbische Zee wilde gaan om daar met<br />

reuze-visschen te gaan vechten en hen te foto-<br />

grafeeren, lachten zij <strong>mi</strong>j uit. Ik bleef echter<br />

bij <strong>mi</strong>jn voornemen. Het is waar, dat ik als<br />

jongen reeds uitstekend kon zwemmen en dat<br />

ik altijd in sportieve training ben gebleven-; om<br />

deze reden rook en drink ik ook niet. Dahsen<br />

doe ik trouwens even<strong>mi</strong>n . . . Eigenlijk heb ik<br />

maar één liefhebberij: Reuze-visschen, visschen<br />

uit de diepzeeën waarnemen, bestudeeren en<br />

fotografeeren en als het zoo moet zijn, een<br />

ridderlijken strijd van man tegen man met hen<br />

uitvechten. En ik betreur deze liefhebberij niet...<br />

Hel resultaat van <strong>mi</strong>jn onderne<strong>mi</strong>ng heeft aan-<br />

getoond, dat ik geen slechte keuze heb gedaan:<br />

ik heb kunnen vaststellen — en ik ben pas aan<br />

OP LEVEN EN DOOD<br />

EEN REEKS SPANNEN<strong>DE</strong> AVONTUREN NAAR WAARHtlD VERTELD<br />

het begin - dat men de wereldzeeën op een<br />

geheel nieuwe manier kan onderzoeken. Hel<br />

parool moet. zijn: zélf er heen gaan, naar de<br />

visschen, naar de b<strong>lo</strong>emen en planten, en ze<br />

op de gevoelige plaat vastleggen zooals i; ir<br />

hun element leven en sterven . . ."<br />

En dan vertelt Hass van zijn beide vrienden,<br />

die lief en leed tijdens de Caraïbische dagen met<br />

hem hebben gedeeld.<br />

„We hebben elkaar aangevuld op een wijze,<br />

als we niet beter hadden kunnen verlangen en<br />

beslist is hieraan ook voor een groot deel ons<br />

succes te danken. We zijn alle drie Weeners.<br />

Ik ben zoö<strong>lo</strong>og, Jörg medicus en Wurzian jurist.<br />

Er kon ons dus niets gebeuren. Jörg<br />

Böhler is echt een type, dat alles aanpakt -<br />

in den goeden zin van het woord! Die nooit<br />

spelbreker is. Ik zei tegen hem: „Laten we naar<br />

de Caraïbische Zee gaan. . ." — „Goed. . ." zei<br />

hij. Ik zei: „Laten we de haaien zwemmend met<br />

den harpoen te lijf gaan." - „Goed," ant-<br />

Koralen-zoeken op den bodem der zee, in<br />

ongeveer acht meter diep water.<br />

De Jong« Wecnsche<br />

diepzee-duiker en zee-<br />

reporter Hans Hat»,<br />

heeft met twee kame-<br />

raden in de Caraïbische<br />

Zee jacht niet den<br />

harpoen gemaakt op<br />

haaien en andere reuze-<br />

visschen. Het resuitaat<br />

van hun avonturen on-<br />

der water hebben zij<br />

voor de Ufa vastgelegd<br />

op een film, die tot titel<br />

heeft „Jacht onder wa-<br />

ter". — Hier ziet men<br />

Jörg Böhler,een der bei-<br />

de kameraden van Hass,<br />

met een kleinen Barra-<br />

koede, dien hij onder<br />

water heeft geharpoe-<br />

•< > neerd.<br />

Het filmen van een koraalfandschap met<br />

behulp van een statiefcamera, op tien meter<br />

diepte.<br />

woordde hij. Op alles wat ik voorstelde, zei hij:<br />

„Goed!" En hij is meegegaan en heeft het<br />

„goed" gemaakt . . .<br />

Wurzian is een kerel uit één stuk, over wiens<br />

moed ik telkens weer verbaasd heb gestaan.<br />

Terwijl Jörg en ik reeds onder water den strijd<br />

met de visschen aan de Dalmatische kust had<br />

den beoefend, ging Wurzian om zoo te zeg-<br />

gen op staanden voet met ons mee in de Caraï-<br />

bische Zee de diepte in.<br />

In een prachtige kameraadschappelijke har<br />

monie hebben wij met ons drieën daar in de<br />

Caraïbische Zee geleefd, leder had zijn bepaalde<br />

taak, om boven water voor ons lichamelijk hei!<br />

zorg fe dragen. De een trancheerde en be-<br />

reidde de visschen voor ons menu, de ander<br />

zorgde voor het hout waarop ze aan den kook<br />

gebracht of gebakken moesten worden, de derdo<br />

zorgde er voor. dat het vuur nooit uitging<br />

Wurzian was onze „lijf-kok", en zijn specialiteit<br />

was soep nog eens soep en altijd maar soep,<br />

waarin alles terecht kwam, wat hij in zijn han-<br />

den kon krijgen. Wij leefden bijna uitsluitend<br />

van visschen. Reeds het ontbijt ving daarmede<br />

aan; dan des <strong>mi</strong>ddags visch en 's avonds wèèr<br />

visch . . . Maar wat voor visch! Buiten de Caraï-<br />

bische Zee heb ik ze nooit zoo lekker gegeten!<br />

Vlee-ch hebben wij nooit geproefd, ofschoon<br />

het op Curagao van wilde geiten wemelde. En<br />

dat is eigenlijk wel grappig: terwijl wij den haai<br />

mei het mes of den harpoen te lijf gingen, had-<br />

den wij niet den moed een geit te dooden!<br />

Hoe verklaart men zooiets nu? Ach, er is heele<br />

maal geen verklaring voor — het was alleen<br />

maar zoo! Op een keer hadden wij een jonq<br />

geitje gevangen, dat voor een feestdag bestemd<br />

was. Maar wie zou het slachten? Niemand van<br />

ons drieën had er den moed toe, ofschoon wij<br />

toch alle drie herhaalde malen strijd hadden<br />

geleverd met de monsters der diepzee!<br />

Ja . . . en dan hebben wij het koud geha had,<br />

o<br />

Filmen onder water uit de vrije hand, zooals<br />

Hass het voor den eersten keer met succes<br />

heeft toegepast.<br />

Een zwerm visschen scheert<br />

koraalboom.<br />

over een<br />

(Fofos U/a)<br />

héél erg koud! Zoo koud als menschen in de<br />

tropen het nog nooit gehad hebben! Ofschoon<br />

het water iederen dag meer dan dertig graden<br />

was, maar . . . wees maar eens dagelijks ver-<br />

scheidene uren onder water, acht maanden<br />

lang . . . Dan verliest t lichaam steeds meer van<br />

zijn warmte en wij hadden dan ook reeds het<br />

gevoel, alsof wij visschenb<strong>lo</strong>ed in onze aderen<br />

hadden. Neen . rillend zijn wij door de tropen<br />

getrokken, maar wat wij ook allemaal hebben<br />

doorgemaakt — het heeft de moeite ge<strong>lo</strong>ond!<br />

Wij hebben op enorme visschen en haaien on<br />

der water jacht gemaakt en hen gefotografeerd;<br />

we hebben „den tijger der zee" uit zijn rust<br />

opgeschrikt doordat wij hem tegemoet zwom<br />

men terwijl hij vóór dien tijd nog nooit een<br />

menschelijk wezen zwemmend en levend had<br />

ontmoet ...<br />

Geheel uit eigen <strong>mi</strong>ddelen hebben wij rle<br />

kosten der expeditie bestreden — ja, ik heb<br />

<strong>mi</strong>jn aandeel bijeengebracht uit <strong>mi</strong>jn zakgeld,<br />

door dsn verkoop van kostbare sportprijzen en<br />

het honorarium van artikelen in couranten en<br />

tijd?.'.hriften. Cn <strong>mi</strong>jn vrienden hebben het op<br />

dezelfde manier voor elkaar gebracht. En de<br />

terugreis hebban wij gefinancierd door hande!<br />

te drijven in . . . visch, door den verkoop van<br />

curiositeiten, trofeeën en reis-souvenirs. Wij<br />

hebben de geweldige visschen, die wij hadden<br />

geharpocneerd, verkocht aan de koks van luxe<br />

hoie': r , in Curacao, en later, op de terugreis,<br />

hebben " ij onzen buit: kleine bonte koraal-<br />

visschen, steke!s van stekelroggen, den rugge-<br />

g-aat v;i i haaien die als wandelstok gebruikt<br />

wordt, >'oor kMnkenden munt aan den liefhebber<br />

gebracht! Honderden foto's, die onder water<br />

werden gemaakt en de cultuurfilm voor de Ufa,<br />

hebben wij meegebracht . . .<br />

Ja, wij zijn best tevreden over onze onder-<br />

ne<strong>mi</strong>ng en we hebben slechts één verlangen<br />

er zoo gauw mogelijk wèèr op uit te trekken ,."


<strong>DE</strong> STRIJD TEGEN <strong>DE</strong> BOLSJEWISTEN<br />

De resten van<br />

een <strong>mi</strong>litairen<br />

transporttrein<br />

der Sovjets, die<br />

door de > Duit-<br />

sche pantser-<br />

strijdwagens<br />

ertf remtetigd.-<br />

(Associated<br />

Press / Reelat<br />

Erger nog dan dieren, moeten de Sovjets tegen de on<br />

schuldige Oekrainers te Lemberg te keer hebben gegaan,<br />

want nog steeds worden uit de verschrikkelijke G.P.Oe<br />

gevangenissen van deze stad talrijke lijken tevoorschijn<br />

gehaald, die vaak op waarlijk bestiale wijze zijn ver<strong>mi</strong>nkt.<br />

Dagenlang moeten _de fa<strong>mi</strong>lieleden van de gemartelde<br />

mannen, vrouwen en kinderen naar de stoffelijke resten<br />

van hun verwanten zoeken. (Weltbilt/Recla)<br />

%!:<br />

-Ä^^<br />

Duitsche pioniers tijdens hun op-<br />

treden met vlammenwerpers tegen<br />

Sovjet-bunkers.<br />

(Associated Press / Recla)


Mijnheer Van Wijngaard keek naar zijn<br />

kleine tuintje, dat vriendelijk in het volle<br />

zonlicht lag, en voelde zich buitengewoon<br />

tevreden.<br />

Zijn huisje lag even buiten de stad, en langs<br />

den smallen strook grond, die er bij hoorde, liep<br />

een stroompje, waarin hij dolgraag vischte. Zijn<br />

leven ging rustig en plezierig voorbij. Om hem<br />

heen groeiden b<strong>lo</strong>emen in kwistigen overv<strong>lo</strong>ed,<br />

want <strong>mi</strong>jnheer Van Wijngaard was een voortref-<br />

felijk tuinier en dol op b<strong>lo</strong>emen. Hij stond juist<br />

te bedenken, wat hij vandaag nu eens hef eerste<br />

in zijn tuin zou gaan doen, toen p<strong>lo</strong>tseling zijn<br />

dochter achter hem stond en haar armen om<br />

zijn nek s<strong>lo</strong>eg.<br />

„Wel, meiske," zei <strong>mi</strong>jnheer Van Wijngaard,<br />

„wat wil je hebben? Een nieuwe jurk soms? Of<br />

wil je ergens gaan dansen, terwijl je weet, dat<br />

je het beter niet kon doen?"<br />

Hij glimlachte, terwijl hij zijn dochter aan-<br />

keek, want Rita Van Wijngaard was inderdaad<br />

een dochter om groolsch op te zijn.<br />

„Neen, vader," zei ze. „Lekker <strong>mi</strong>s! Er is<br />

binnen een heer, die u wil spreken. Hij zegt,<br />

dat hij uit een andere stad komtl"<br />

Mijnheer Van Wijngaard fronste zijn wenk-<br />

brauwen. Hij hield er niet van, dat zijn landelijke<br />

rust verstoord werd. Maar tegelijkertijd kwam er<br />

een nieuwsgierige trek op zijn gezicht.<br />

„Wat voor soort man is het, kind? Hoe oud<br />

ongeveer? Jong, oud, rijk, arm, of wat is hij?"<br />

„Ik zou zeggen rijk, vadertje," antwoordde<br />

het meisje, „rijk en oud. Over de zestig in elk<br />

geval."<br />

Met een nadenkend gezicht ging <strong>mi</strong>jnheer<br />

Van Wijngaard zijn huis binnen en zag een<br />

grootén man met een puntbaard en een dure<br />

overjas, die eerbiedig boog toen hij binnen-<br />

kwam.<br />

^Mijnheer Van Wijngaard?" vroeg hij.<br />

De aangesprokene knikte en maakte eveneens<br />

een korte buiging.<br />

„Ik zou u graag even willen spreken," ging<br />

de onbekende voort. „Maar — onder zier<br />

oogen."<br />

„Goed, dat kan," zei <strong>mi</strong>jnheer Van Wijn-<br />

gaard. „Wilt u <strong>mi</strong>j dan maar even volgen?"<br />

Hij bracht zijn bezoeker naar zijn kleine stu-<br />

deerkamer.<br />

„U wilt me zeker niet kwalijk nemen," zei<br />

<strong>mi</strong>jnheer Van Wijngaard rustig, terwijl zij plaats<br />

namen, „dat ik u, vóór u <strong>mi</strong>j de reden van uw<br />

bezoek meedeelt, zeg, dat ik <strong>mi</strong>j teruggetrokken<br />

heb uit <strong>mi</strong>jn vroegeren werkkring en <strong>mi</strong>j niet<br />

meer inlaat met beroepswerk of iets dergelijks.<br />

Misschien zal dat tijd sparen . . ."<br />

De ander maakte een afwerend gebaar met<br />

zijn hand.<br />

,,lk ben niet gekomen om uw hulp in te roe-<br />

pen, <strong>mi</strong>jnheer Van Wijngaard," zei hij. „In-<br />

tegendeel."<br />

„Het spijt me," zei <strong>mi</strong>jnheer Van Wijngaard,<br />

<strong>mi</strong>sschien wat kort, „maar ik heb niet de eer u<br />

te kennen . . ."<br />

De bezoeker glimlachte. „Neen, en als u me<br />

excuseeren wilt en nog een beetje geduld wilt<br />

hebben, wilde ik nog even onbekend voor u<br />

blijven!"<br />

Mijnheer Van Wijngaard keek zijn gast door-<br />

dringend aan en wachtte.<br />

„Ik heb het genoegen gehad, uw gedenkschrif-<br />

ten te lezen," vervolgde de man met de dure<br />

I .,:,./^.::,. ..1JM.; :: ,, J_.1:i,U;<br />

EEN COMPLEET VERHAAL<br />

overjas, „en ik moet u <strong>mi</strong>jn compliment er over<br />

maken. Het is een werk, dat wetenschappelijk<br />

zéér hoog staat, en tegelijkertijd tóch boei-<br />

' end is."<br />

„Dank u," zei <strong>mi</strong>jnheer Van Wijngaard, „maar<br />

ik ge<strong>lo</strong>of te mogen aannemen, dat u niet heele-<br />

maal hierheen gekomen bent om over <strong>mi</strong>jn ge-<br />

denkschriften te praten?"<br />

„Ja — en neen," was het antwoord. „Mijnheer<br />

Van Wijngaard, als één van de grootste speur-<br />

ders van uw tijd, hebt u me eens een buitenge-<br />

woon grooten dienst bewezen. Misschien her-<br />

innert u het zich?"<br />

Mijnheer Van Wijngaard keek zijn bezoeker<br />

met stijgende belangstelling aan.<br />

„Het spijt me te moeten zeggen," zei hij be-<br />

leefd, „dat ik me nóch den dienst, nóch de ge-<br />

legenheid, waarbij Ik het genoegen had u te<br />

mogen ontmoeten, kan herinneren."<br />

„Dat verbaast me niet," zei de ander. „Het is<br />

een heele tijd geleden en ik ben In al die jaren<br />

heel erg veranderd!"<br />

„Wacht eens even," viel <strong>mi</strong>jnheer Van Wijn-<br />

gaard hem in de rede. ,,lk ben er, ge<strong>lo</strong>of ik. U<br />

bent Fré Donders, Is het niet?"<br />

„Juist, hoewel het <strong>mi</strong>jn begrip te boven gaat,<br />

waaraan u -nij herkend hebt. Ja, ik ben Fré<br />

Donders, den man dien u uit de gevangenis red-<br />

de door uw nauwgezet, verstandig en geduldig<br />

onderzoek."<br />

Mijnheer Van Wijngaard glimlachte. „Dat is<br />

een heele tijd geleden," zei hij. „Ongeveer<br />

twintig jaar, denk Ik. Maar het was gemakkelijk<br />

genoeg, hoewel het een feit is, dal er bewijzen<br />

te over tégen u waren om twintig man in de<br />

gevangenis te brengen, maar . . ."<br />

„Maar u was het, die ontdekte, dat de moord<br />

alleen gepleegd kon 'zijn door iemand, die<br />

linksch was," viel Donders hem in de rede. „Mijn-<br />

heer Van Wijngaard, ik heb heel wat aan u te<br />

danken — aan u, uw bekwaamheid en uw ver-<br />

stand! U bewees, dat ik niet schuldig kón zijn<br />

aan die <strong>mi</strong>sdaad, omdat ik niet linksch was. Als<br />

u er niet geweest was, zou ik beslist 'veroor-<br />

deeld zijn . . . <strong>mi</strong>sschien wel tot levenslang . . ."<br />

Mijnheer Van Wijngaard knikte peinzend.<br />

„Het was in dien tijd <strong>mi</strong>jn dagelijksche werk,<br />

<strong>mi</strong>jnheer Donders," zei hij. „En ik heb er altijd<br />

voor gevochten, dat er geen onschuldigen in de<br />

gevangenis kwamen!"<br />

De ander knikte. „Ik las uw verklaring van de<br />

zaak in uw gedenkschriften en daarom ben ik<br />

hier gekomen, <strong>mi</strong>jnheer Van Wijngaard. In de<br />

dagen, dat u <strong>mi</strong>j door uw ijverig en nauwgezet<br />

onderzoek gered hebt, was ik niet in de ge-<br />

legenheid u <strong>mi</strong>jn dankbaarheid te toonen. Nu<br />

ben ik dat wel. Zonder te overdrijven kan ik<br />

zeggen, dat ik <strong>mi</strong>llionnair ben; het resultaat van<br />

heel, heel hard werken en een dikwijls boven-<br />

menschelijke inspanning. En nu wilde ik u <strong>mi</strong>jn<br />

dank toonen op een wijze, die <strong>mi</strong>sschien heel<br />

goed te pas komt voor ui"<br />

„Dat is heelemaal niet noodig," begon de<br />

ex-speurder, maar zijn bezoeker was van een<br />

andere meening.<br />

„Mijnheer Van Wijngaard," zei hij, „Ik heb<br />

meer geld, dan ik ooit zal kunnen gebruiken —<br />

en u heeft <strong>mi</strong>jn leven gered — want in de ge-<br />

vangenis, zou ik het zeker niet hebben kunnen<br />

uithouden. U bent niet rijk, hoewel u hier heel<br />

genoeglijk en gezellig woont met uw dochter,<br />

uw b<strong>lo</strong>emen en uw visschen en uw verdere<br />

liefhebberijen. Maar als ik u een cheque mag<br />

geven, bent u in staat u ook eens eenige luxe<br />

te veroor<strong>lo</strong>ven — of uw dochter een grooteren<br />

bruidsschat te geven ..."<br />

Mijnheer Van Wijngaard dacht na. Er waren<br />

verschillende dingen, die hij graag voor zijn<br />

dochter zou willen doen, als hij wat meer geld<br />

had . . .<br />

„Ik stel u voor, u als klein bewijs van <strong>mi</strong>jn<br />

dankbaarheid een cheque te mogen aanbieden<br />

van vijftigduizend gulden."<br />

Mijnheer Van Wijngaards hoofd duizelde. Vijf-<br />

tigduizend gulden! Een bruidsschat voor zijn<br />

dochter! En alle mogelijke comfort voor de rest<br />

van zijn leven. Visschen . . . b<strong>lo</strong>emen . . .<br />

„Het is erg vriendelijk van u," begon hij,<br />

maar Donders had zijn chequeboek en zijn vul-<br />

pen reeds voor den dag gehaald en begon te<br />

schrijven.<br />

,,U is werkelijk heel vriendelijk, maar ik kan<br />

hel niet aannemen . . ." zei <strong>mi</strong>jnheer Van Wijn-<br />

. gaard. ,<br />

De ander hield op met schrijven en keek hem<br />

stom-verbaasd aan.<br />

„U kunt hel niet aannemen?" zei hij. „Dal<br />

wil zeggen, dat u weigert die vijftigduizend gul-<br />

den van <strong>mi</strong>j te accepteeren?"<br />

„Ik stel uw goede bedoeling bijzonder op<br />

prijs," zei <strong>mi</strong>jnheer Van Wijngaard opslaand,<br />

om een eind aan het onderhoud te maken,<br />

„doch het heeft werkelijk geen nut nog langer<br />

op deze kwestie door te gaan. Ik kan en mag<br />

uw geld niet aannemen . . ."<br />

Donders stopte zijn chequeboek en zijn vul-<br />

pen weer weg en stond eveneens op, zich ten<br />

zeerste verbazend omdat iemand zoo dom kon<br />

zijn, een klein fortuin af te slaan.<br />

Eenigen tijd later was <strong>mi</strong>jnheer Van Wijn-<br />

gaard weer in zijn tuintje terug bij zijn dochter<br />

en zijn b<strong>lo</strong>emen. Hij zag bleek en zijn gewone<br />

kalmte en zekerheid schenen hem te hebben<br />

verlaten.<br />

„Wat wilde die man van u, vader?" vroeg<br />

zijn dochter, haar arm door den zijne stekend.<br />

„Niets vah beteekenis, kindje," zei hij, zich<br />

bukkend om zijn dochter niet te hoeven aan-<br />

kijken en wat onkruid tusschen de roode stee-<br />

nen van het paadje uittrekkend.<br />

Zijn dochter keek hem verbaasd aan. „Toen<br />

ik voorbij de kamerdeur kwam," zei ze, „hoor-<br />

de ik hem iets zeggen over vijftigduizend gul-<br />

den, die u niet wilde aannemen. Heb ik dat<br />

<strong>mi</strong>sverstaan, vader?"<br />

„Neen, kind," antwoordde <strong>mi</strong>jnheer Van Wijn-<br />

gaard. „Hij wilde me inderdaad zooveel geld<br />

geven . . ."<br />

„En u . . . weigerde?"<br />

„Ja . . ."<br />

Zijn dochter zette groote oogen op. —<br />

„Waarom?"<br />

Mijnheer Van Wijngaard antwoordde niet di-<br />

rect. En zijn slem k<strong>lo</strong>nk mal, toen hij eindelijk<br />

zei: „Ik was op het punt zijn aanbod aan te<br />

nemen, kind, maar toen hij de cheque wilde on-<br />

derteekenen, zag ik dal hij dit met zijn linker-<br />

hand wilde doen en dat was voor <strong>mi</strong>j het bewijs,<br />

dat ik <strong>mi</strong>j twintig jaar geleden ernstig had ver-<br />

gist en een gevaarlijk <strong>mi</strong>sdadiger aan zijn ge-<br />

rechte straf onttrokken heb. . . Kom, ik zal de<br />

rozen maar eens gaan opbinden . . ."<br />

tn<br />

Modellen Vobach


IS"- «t . ' ii.i'i.n ' .. -a.j. i i i# :■ ' -"r—-■ '" '<br />

MARIA AN<strong>DE</strong>RGAST<br />

. {Foto Ufa)<br />

.<br />

JASPER VAN OERTZEN<br />

(Fo/o Ufa)


Met stramme, witte vingers van de kou<br />

knipte Thea de pit gelijk van de petroleumlamp,<br />

die op tafel stond. Ze had een lief,<br />

maar ernstig gezichtje. Alleen bij de hoeken van<br />

haar welgevormden mond trilde er, bijna onmerkbaar,<br />

een glimlach. Omdat zij wist en<br />

begreep . . .<br />

Langzaam hief ze haar hoofd op en zag den<br />

onrustigen, angstigen blik in de oogen van den<br />

man tegenover haar.<br />

„Hoe lang denk je weg te blijven, Sirma?"<br />

vroeg zij.<br />

Hij gaf niet direct antwoord, maar ze zag,<br />

dat hij rilde.<br />

„Wat was dat?" vroeg hij kort, terwijl hij<br />

gejaagd naar de deur keek.<br />

Kalm antwoordde ze: „De sneeuw, die van<br />

het dak gleed."<br />

Verlicht slaakte de man een diepen zucht. Hij<br />

liep naar den spijker boven den kachelpijp en<br />

er zijn dikke bontjas afhalend, wierp hij ze over<br />

zijn schouders. Toen begaf hij zich naar den<br />

kachel en stak met een brandenden houtspaander<br />

zijn pijp aan. De hand, waarin hij het vuur<br />

hield, trilde nerveus.<br />

„Hoe lang?" vroeg hij toen, het ver<strong>mi</strong>jdend<br />

zijn vrouw aan te zien. „Dat weet ik nog niet.<br />

Dat hangt er van af."<br />

„Waarvan dan?"<br />

De man maakte een ongeduldig gebaar met<br />

zijn schouders.<br />

„O, van heel veel dingenl Het weer bij voorbeeld<br />

is heel onzeker. We krijgen, ge<strong>lo</strong>of ik,<br />

nog meer sneeuwl"<br />

De vage, zonderlinge glimlach trilde opnieuw<br />

bij de hoeken van haar mond.<br />

„Nog meer sneeuw, Sirma? Waarom vertrek<br />

je dan zoo overijld? Waarom wacht je dan<br />

niet liever nog wat?"<br />

Ze keek hem onderzoekend aan en zag, hoc<br />

zijn gezicht door een lichten b<strong>lo</strong>s werd gekleurd.<br />

„Wat geeft wachten?" — Zijn stem k<strong>lo</strong>nk<br />

ruw, bijna twistziek. „We hebben brandstof en<br />

mondvoorraad noodig en als ik langer wacht,<br />

wordt het weer <strong>mi</strong>sschien zóó slecht, dat ik niet<br />

eens meer kan vertrekken."<br />

„O... ja... juist..." De jonge vrouw sprak deze<br />

woorden berustend. „Jij weel natuurlijk wel, wal<br />

het beste is, Sirma," voegde ze er toen malglimlachend<br />

aan toe.<br />

„Je vindt het toch niet erg alleen te zijn,<br />

Thea?"<br />

Er was nu een zachtere klank in zijn stem en<br />

Thea had moeite haar tranen in te houden.<br />

Sirma hield dus nog steeds van haar, en dat<br />

FRITZ REUTER<br />

OIDIPLOMIEID VIOOLBOUWER<br />

PAPE8TSAAT <strong>28</strong><br />

Telefoon<br />

<strong>DE</strong>N HAAG<br />

116 8 8 7<br />

Specialiteit in toonverbetering<br />

Voor viool .... f 7.50<br />

Voor cel<strong>lo</strong> .... f 15.—<br />

Attesten ter Inzage van beroemde<br />

solisten, o.a. van Jan Kubellk<br />

ADVIES GRATIS<br />

' ~^^ "<br />

was het eenige, waar het op aankwam: zijn<br />

liefde voor haar!<br />

„Neen, Sirma, ik vind het niet erg. Ik ben<br />

gewend aan de stilte en aan de eenzaamheid<br />

van <strong>mi</strong>jn Zweedsche vaderland Ik ben er nu aan<br />

gewend."<br />

Hij knikte verlicht en ging naar de deur, de<br />

lange zweep <strong>lo</strong>sjes in zijn linkerhand houdend.<br />

Eenigen tijd bleef hij roer<strong>lo</strong>os als een stand-<br />

beeld in het gat van de deur staan, maar zijn<br />

bleek-blauwe oogen, waarin een groote angst<br />

te lezen stond, zochten speurend de onafzien-<br />

bare, glinsterend-witte vlakte af, die zich tus-<br />

schen de hul en Sventa uitstrekte.<br />

Naast het kleine roodg<strong>lo</strong>eiende potkacheltje<br />

stond, teer en fragiel, Sirma Fermens' Jonge<br />

vrouw en keek hem aan met 'n blik vol mede-<br />

lijden in haar zonderlinge, bijna fatalistische oogen.<br />

Ze wist, dat Sirma keek of hij Beka Bender<br />

niet zag. Reeds eenige weken had Sirma op<br />

diezelfde, onrustige manier naar hem uitge-<br />

keken, naar Bender, den grim<strong>mi</strong>gen wreker van<br />

zijn vermeend onrecht. Want Sirma Fermens<br />

was bang geworden. Hij vluchtte voor Beka<br />

Bender. Zijn bewering, dat er nieuwe voorraad<br />

noodig was, was niets anders dan een laf voor-<br />

wendsel. Een paar dagen geleden had een<br />

reiziger, die zich op zijn langen tocht over de<br />

barre vlakte aan hun vuur had gewarmd, de<br />

tijding meegebracht, dat Beka Bender in Kola<br />

was gezien. Sirma was, toen hij dit hoorde,<br />

doodsbleek geworden. Beka was dus al dicht-<br />

bij en den een of anderen dag zou hij stellig<br />

hooren, dat Sirma Fermens en zijn jonge vrouw<br />

-Ie Sarag<strong>lo</strong>e woonden, inges<strong>lo</strong>ten door de scha-<br />

duw<strong>lo</strong>oze muren van de wjtte eenzaamheid. En<br />

dan. .<br />

Dat was de reden, waarom Sirma Fermens<br />

p<strong>lo</strong>tseling had verklaard, dal er nieuwe voor-<br />

raad noodig was — of noodig zou zijn, wan-<br />

neer het slechte weer aanbrak! Dèt was de<br />

reden, waarom hij zenuwachtig en gejaagd dien<br />

dag zijn ruwharige honden voor de slede had<br />

gespannen om een overhaasten langen tocht te<br />

gaan ondernemen. Sirma had natuurlijk naar<br />

Kola moeten gaan om de levens<strong>mi</strong>ddelen en<br />

brandstoffen te halen, die, afgaande op hetgeen<br />

hij zei, binnenkort zoo dringend noodig zouden<br />

zijn. Maar in plaats daarvan was hij naar Sventa<br />

gegaan. Dertig <strong>mi</strong>jl verder en een veel gevaar-<br />

lijker weg . . . ! Maar het was een weg, die in<br />

tegengestelde richting leidde van dien, welken<br />

Beka Bender binnenkort zou volgen . . . Beka<br />

Bender, met zijn grim<strong>mi</strong>ge wraakgedachten . . .<br />

Thea wist dit alles. Maar Sirma hoefde niet<br />

te weten, dat zij het wist.<br />

„Sirma, het zal hier natuurlijk eenzaam zijn,<br />

als jij weg bent, maar je hoeft je daarom niet te<br />

haasten om terug te komen. Waarom blijf je<br />

niet een poosje in de stad? Afleiding zou je<br />

goed doen," zei Thea opeens.<br />

Sirma Fermens, die naar buiten was gegaan,<br />

keek door de dwarrelende sneeuwv<strong>lo</strong>kken heen<br />

naar zijn vrouw, die in het gat van de deur<br />

stond. Ze keek hem ernstig en kalm aan.<br />

„Je bent een echte goeierd, Thea! Misschien<br />

word ik wel opgehouden in de stad. De oude<br />

Peterson vertelde <strong>mi</strong>j den vorigen keer, dat hij<br />

heel wat moeite had gedaan om alles bij elkaar<br />

te krijgen wat hij noodig had, en als het nog<br />

harder gaat sneeuwen ..."<br />

Ze hoorde in de geluid<strong>lo</strong>oze stilte duidelijk,<br />

hoe zijn stem trilde. Ze zei echter niets, maar<br />

het was heel even alsof ze b<strong>lo</strong>osde. Moed was<br />

altijd de karakter-eigenschap geweest, die zij<br />

het meest had bewonderd en ze had nooit dur-<br />

ven denken, dat er eens een dag zou komen,<br />

waarop Sirma zou toonen een lafaard te zijn.<br />

Sirma mocht echter niet welen, dat zij het<br />

wist. Al leed zij er zelf nóg zoo onder — de<br />

vernedering moest Sirma bespaard blijven. En,<br />

■Ifjèfe<br />

echt vrouwelijk, had zij nu reeds de noodige<br />

verontschuldigingen voor zijn lafheid gevonden:<br />

de stilte en de eenzaamheid der sneeuwvelden<br />

— het wachten — het vermoeden — de on-<br />

zekerheid. Hierdoor waren Sirma's moed en<br />

weerstand gebroken, en niét omdat hij bang<br />

was voor Beka Benderl Zoo redeneerde zij om<br />

de waarheid voor zichzelf en voor Sirma te<br />

verbergen, want ze wist heel goed, dat als Sir-<br />

ma begreep, dat zij het wist, zijn schaamte hun<br />

liefde voor elkaar voorgoed zou vernietigen. Sir-<br />

ma's lafheid zou een geheim blijven, dat voor<br />

eeuwig verborgen bleef in de diepte van haar<br />

liefhebbend hart.<br />

Sirma was vertrokken en de eenzaamheid<br />

scheen zich als een hooge, dreigende muur<br />

rondom Thea op te trekken. Toch was zij niet<br />

bang. Eenzaamheid beteekende niets voor haar.<br />

Ze was zoo vaak alleen en ze was er aan ge-<br />

wend geraakt. Ze trok het gordijn voor het<br />

smalle venster naar beneden en volgde met<br />

haar gedachten Sirma en zijn honden op hun<br />

tocht door de witte vlakte. Ze kende lederen<br />

meter van het pad naar Sventa — zoo goed als<br />

van dat naar Kola.<br />

Ze liep naar de planken welke bij wijze van<br />

kast aan een der wanden van de hut waren aan-<br />

gebracht en begon de kannen met olie, die er<br />

op stonden, te rangschikken en te tellen. Met<br />

olie moest men in het afgelegen deel van de<br />

wereld, waar zij woonden, heel voorzichtig zijn.<br />

Als er brand kwam, was er niets meer te red-<br />

den . . . Sirma had er haar dikwijls op gewezen.<br />

Ze bleef opeens onbeweeglijk staan. Eenige<br />

oogenblikken had zij de werkelijke reden van<br />

Sirma's overhaast vertrek vergeten. Nu moest<br />

zij er opeens weer aan denken en de<br />

herinnering ging door haar heen als een scherp<br />

zwaard . . . Sirma was een lafaard. De man,<br />

dien zij met heel haar hart en ziel be<strong>mi</strong>nde . . .<br />

Langzaam begaf zij zich naar de tafel en ging<br />

zitten in het licht van de lamp. Ze dacht aan<br />

Beka Bender; dat was een man, die zijn eed<br />

gestand zou doen . . .<br />

Ze haalde diep-zuchtend adem. Beka Bender<br />

had veel geleden, maar het was onrechtvaardig<br />

van hem, daar Sirma de schuld van te geven.<br />

Jaren geleden waren Sirma Fermens en Beka<br />

Bender compagnons geweest. Er was iets tus-<br />

schen hen gebeurd — Sirma had Thea nimmer<br />

verteld, wèt het precies was geweest — en Beka<br />

was p<strong>lo</strong>tseling vertrokken. Zelfs nu nog herin-<br />

nerde zij zich levendig welk een sensatie zijn<br />

onverwachtsch verdwijnen had veroorzaakt.<br />

Sirma had Thea net genoeg verteld, om haar<br />

het gebeurde, van zijn standpunt uit gezien, dui-<br />

delijk te maken. Beka Bender had iets gedaan,<br />

wat door de wet nèt niet werd toegestaan. Nèt<br />

niet! En Sirma, die niet „met een oneerlijken<br />

compagnon wilde samenwerken", had hem ge-<br />

dwongen zich uit hun onderne<strong>mi</strong>ng terug te<br />

trekken. Zonder een cent vergoeding. „Dat<br />

was zakelijk," had Sirma gezegd, maar Beka<br />

had het iets anders genoemd en had het nooit<br />

vergeten. Zijn vrouw was van verdriet en ont-<br />

bering gestorven en dat was wel hoofdzakelijk<br />

de reden, waarom hij het nooit had vergeten.<br />

Sirma had zich, zoo dacht Thea vaak, edelmoe-<br />

diger tegenover zijn compagnon moeten gedra-<br />

gen, maar als het geval andersom was geweest,<br />

zou Beka precies hetzelfde tegenover Sirma<br />

hebben gedaan. Had'Sirma haar dit niet dikwijls<br />

verzekerd?<br />

Het vuur in het potkacheltje zakte en Thea<br />

stond op om er nieuwe kolen op te gooien.<br />

P<strong>lo</strong>tseling bleef ze onbeweeglijk staan. Een ijs-<br />

koude windvlaag s<strong>lo</strong>eg tegen haar rug. Lang-<br />

zaam keerde ze haar hoofd om.<br />

In het gat van de deur stond een man. Zijn<br />

oogen g<strong>lo</strong>eiden als vurige kolen in zijn hoofd.<br />

Voor het ontharen van de teere<br />

huid der DAMES VAN STANDING<br />

zijn alleen de<br />

ontharingsplaatjes<br />

geschikt, omdat deze verkrijgbaar<br />

zijn in twee soorten, fijn en extra fijn.<br />

BOBELO-ontharingsp laatjes<br />

zijn beslist reuke<strong>lo</strong>os en pijn<strong>lo</strong>os.<br />

Imp.: H. J. O. JJUPIM. AMSTERDAM<br />

ROSSFILMKAARTEN, PLATEN.<br />

1 MAPJES,FILMKALEN<strong>DE</strong>R.<br />

in geheel nieuwe uitvoering.<br />

In den boekhandel verkrijgbaar.<br />

N.V. Luxe Papierwarenhandel<br />

v.h. ROUKES & ERHART, Baam<br />

Zijn gezicht was zonder uitdrukking,<br />

maar zijn oogen stonden wreed, en<br />

om zijn mond lagen diepe groeven.<br />

Langzaam wendde Thea zich om.<br />

„U bent Beka Bender," zei ze.<br />

Het k<strong>lo</strong>nk meer als 'n onverschil-<br />

lige opmerking, dan als een vraag,<br />

en haar stem trilde absoluut niet.<br />

Langen tijd bleef ze onbeweeglijk<br />

staan, wachtend op zijn antwoord.<br />

Maar dat kwam niet. Groot en breed<br />

bleef hij zonder een woord te zeg-<br />

gen, maar dreigend door zijn hou-<br />

ding, in de deuropening staan.<br />

,,U bent Beka Bender," zei ze op-<br />

nieuw.<br />

Hij antwoordde wèèr niet, maar kwam lang-<br />

zaam het vertrek binnen. Terwijl hij liep, vielen<br />

de glinsterende sneeuwv<strong>lo</strong>kken voortdurend van<br />

zijn dikke bontjas. Vlak voor de tafel bleef hij<br />

staan, keek haar recht in de oogen en zei toen:<br />

„Juist, ik ben Bender."<br />

Ze knikte slechts. „Ik ben alleen," zei ze<br />

toen.<br />

Ze zag dat hij zijn voorhoofd fronste. „Al-<br />

leen? — Woont Sirma Fermens dan niet hier?"<br />

„O ja! Ik ben zijn vrouw."<br />

De ander scheen verbaasd, <strong>mi</strong>sschien ook wel<br />

geamuseerd. „Zijn vrouw? Ik wist niet, dat Sir-<br />

ma Fermens getrouwd wasl Wat een vreemde<br />

plaats om er de wittebroodsweken door te<br />

brengen!"<br />

„We zijn al drie jaar getrouwd. Ik ben er al<br />

aan gewend . . . aan dit leven hier."<br />

Hij liep naar het raam en keek naar buiten.<br />

Thea volgde hem met haar blikken en ze zag<br />

de sterren schitteren aan den donkeren hemel.<br />

Het sneeuwde blijkbaar niet meer. Ze s<strong>lo</strong>eg den<br />

man nieuwsgierig gade. Steeds had ze geweten,<br />

dat hij zóó zou komen.<br />

Hij keerde zich langzaam om en keek haar<br />

met zijn doordringende blikken geruimen tijd<br />

zwijgend aan. „Waar is Sirma? Weg?" vroeg<br />

hij toen.<br />

„Ja." En ze <strong>lo</strong>og volkomen kalm: „Twee da-<br />

gen geleden is hij vertrokken — om proviand<br />

te gaan halen te Kola. — Het is. een heel eind<br />

hier vandaan."<br />

Hij lachte cynisch. „Kola? Hoe zonderling! ik<br />

kom er juist vandaan!"<br />

„Werkelijk?" Ze scheen lichtelijk verbaasd.<br />

„Maar. .'. hoe komt het dan, dat u Sirma niet<br />

hebt gezien?"<br />

„Dat begrijp ik ook niet," merkte hij ironisch<br />

op. „U scheen me te verwachten?"<br />

Son)<br />

BREEKT HET RECORD<br />

V00RB0R<strong>DE</strong>N-<br />

WASSCHEN<br />

VET-EX, HET NIEUWSTE<br />

PRODUCT,<br />

dat de scheikundigen van de Sunlight-fabrieken ten dienste<br />

van de Naderlandsche huisvrouwen hebben samengesteld,<br />

is het ideale <strong>mi</strong>ddel voor vatenwasschen I Vet-Ex spaart<br />

zeep, die de huisvrouw thans voor haar linnengoed zoo<br />

broodnoodig heeft! Porselein en aardewerk, lepels, vorken,<br />

messen, hoe vel ook, komen in een oogwenk prachtig<br />

glanzend uit de Vet-Ex-op<strong>lo</strong>ssing. Met Vet-Ex is naspoelen<br />

niet meer noodig. Vet-Ex breekt het record voor vaten-<br />

wasschen, wat tijd, doelmatigheid en voordeeligheid betreft.<br />

Er is geen <strong>mi</strong>ddel, dat het van Vet-Ex wint. En... niet alleen<br />

geeft Vet-Ex in een oogwenk een prachtig resultaat, maar<br />

bovendien kan Vet-Ex niets aantasten: geen metaal, geen<br />

glas of houtwerk. Alles is veilig In de Vet-Ex-op<strong>lo</strong>ssing. Voor<br />

vatenwasschen voortaan uitsluitend Vet-Ex I<br />

GEEN ZEEP MEER VOOR <strong>DE</strong> VAAT<br />

NEEM VET-EX THANS TE BAAT<br />

Een pak is voldoende voor<br />

25 keer vatenwasschen<br />

79f**n<br />

* . 'i<br />

Tl -A<br />

f2Q c<br />

**<br />

f en nieuw proäuetäer Sunllgl mrieken<br />

„Dat niet direct, maar Sirma heeft het dik-<br />

wijls over u. U en hij zijn toch vroeger com-<br />

pagnons geweest?"<br />

Zijn oogen vernauwden zich tot spleetjes en<br />

er kwam een wreede trek om zijn mond. Door-<br />

dringend keek hij haar aan, maar ze doorstond<br />

zijn blik dapper. „Heeft hij je dan nooit verteld,<br />

wat er is gebeurd?" vroeg hij bruusk.<br />

„Hij heeft me alleen verteld, dat jullie om de<br />

een of andere ... eh . . . kleinigheid uit elkaar<br />

zijn gegaan."<br />

„Kleinigheid!" Hij schreeuwde het woord bij-<br />

na uit „Dus hij noemde het een kleinigheid?<br />

Zou jij het óók een kleinigheid noemen als je<br />

er hulpe<strong>lo</strong>os bij stond, wanneer je vrouw van<br />

gebrek en' zwakte omkwam? Alleen omdat. . . ?"<br />

Hij zweeg abrupt. Zwaar en moeilijk ging zijn<br />

ademhaling.<br />

Thea huiverde lichtelijk. In haar hart voelde<br />

zij medelijden met dezen grooten, bruten man,<br />

die zoo geheimzinnig zwijgend het lange pad<br />

door de witte sneeuwvelden was gekomen om<br />

een waanzinnige wraak te volvoeren.<br />

„Het... het spijt me," zei ze stamelend. „Ik<br />

wist niet. . ." Ze liep naar de lamp en draaide<br />

het licht wat hoöger op. „Maar Sirma kon dat<br />

toch zeker niet helpen, is het wel? Ik heb hem<br />

altijd edelmoedig en vriendelijk gevonden . . ."<br />

Hij gaf geen antwoord, maar naar den muur<br />

gaand, waaraan hij eenige spijkers had ontdekt,<br />

begon hij zijn zware jas uit te trekken en hing<br />

deze met zijn bontmuts er aan op.<br />

„Ik vermoed, dal u Sirma ergens over wilt<br />

spreken?"<br />

Hij lachte kort. „Ja, dat is nogal natuurlijk!<br />

Wanneer komt hij terug?"<br />

„Niet gauw, denk ik. Hij blijft gewoonlijk<br />

eenigen tijd in de stad."<br />

Ze voelde zijn stekende blikken op haar ge-<br />

licht. „Een mooie manier van doen tegenover<br />

een vrouw! Vind je het niet erg om alleen te<br />

zijn?"<br />

„O, neen! Ik ben er immers aan gewend!"<br />

Een zachte trek scheen p<strong>lo</strong>tseling zijn gezicht<br />

te verhelderen. Langzaam kwam hij naar haar<br />

toe. „Je moet wel veel van hem houden, om<br />

zoo'n leven te kunnen leiden!"<br />

Ze b<strong>lo</strong>osde. „O, het beteekent niets, werke-<br />

lijk niet. Sirma . . . Sirma zou me direct mee<br />

naar de stad nemen, als ik ook maar één keer<br />

klaagde!"<br />

„Natuurlijk!" Hij zei dit woord op zoo'n<br />

viiendelijken toon dat Thea er verbaasd door<br />

was. „Ik bewonder moed in een vrouw méér<br />

dan wat ook! En jij hebt zéker moed!" zei hij.<br />

Het scherpe zwaard scheen weer dwars door<br />

haar heen te gaan. Moed! Ja, ze moest zeker<br />

iets van moed hebben! Maar er waren zooveel<br />

verschillende soorten van moed. Er was bij voor-<br />

beeld moed voor noodig om te strijden tegen<br />

de stilte en de eenzaamheid, maar er werd een<br />

heel ander soort .moed vereischt om de geheime<br />

schande te dragen, die zij nu deelde met den<br />

niets vermoedenden Sirma. j Maar dal was een<br />

geheim van haar eigen hart — een geheim, dat<br />

zij nóóit aan een ander mocht toevertrouwen.<br />

„Hel zal, denk ik, wel geruimen tijd duren eer<br />

hij terugkomt," zei ze. En dit keer was het voor<br />

het eerst, dat haar stem trilde.<br />

Hij was bij de kachel gaan zitten, zijn beenen<br />

er naast uitgestrekt. Zwijgend keek hij haar aan.<br />

„Als u hem zóó dringend moet spreken, kunt<br />

u dan niet beter morgenochtend vroeg terug-<br />

gaan naar Kola? U moet hem daar dan vinden.<br />

Sirma haast zich nooit." De glimlach, dien zij<br />

met alle geweld wilde forceeren, deed haar<br />

bijna pijn.<br />

De man antwoordde niet en bleef onbeweeg-


lijk zitten. Zijn gezicht stond vastberaden en<br />

grim<strong>mi</strong>g.<br />

„Nu?" vroeg ze daarom.<br />

„Ik wacht hier," antwoordde hij kort.<br />

De ochtendschemering brak aan na een ein-<br />

de<strong>lo</strong>ozen nacht, dien Thea, woelend op haar<br />

bed in het kleine achtervertrek van de hut, sla-<br />

reeds<br />

Verkrijgba<br />

deburenhoesten^^<br />

büApothekersenDrogistenl<br />

perdag<br />

50<br />

VOOR SLECHTS % CENT<br />

noodig om deze annonce uitgeknipt in open enve<strong>lo</strong>ppe als drukwerk<br />

aan ons op te zenden, ontvangt U uitvoerige brochures over het<br />

HERSTEL VAN uw HAARGROEI<br />

Vermeldt uw naam en adres op de achterzijde der enve<strong>lo</strong>ppe en<br />

c 't adresseert aan :<br />

^ Dr. H. NANNING's Pharm. Fabriek N.V., <strong>DE</strong>N HAAG<br />

pe<strong>lo</strong>os en denkend aan Sirma en zijn honden,<br />

had doorworsteld. Toen ze eindelijk opstond en<br />

de woonkamer binnentrad, vond ze het vertrek<br />

leeg. Ze ging naar de deur en keek angstig<br />

over de witte vlakte. In de sneeuw zag ze dui-<br />

delijk de sporen van'"B^ka's schoenen, die naar<br />

de wazige verte varltepen, de wazige verte,<br />

welke lag tusseherr' "hun hut en ... Svental<br />

Mechanisch begon zij<br />

het ontbijt klaar te ma-<br />

ken. Ze was er nog<br />

niet mee gereed, toen<br />

de deur openging en<br />

Beka Bender voor haar<br />

stond. Hij deed alsof<br />

hij haar niet zag, liep<br />

het vertrek door en<br />

hing zijn jas en muts<br />

weer aan den spijker.<br />

Er was een zonderlinge<br />

blik in zijn oogen toen<br />

hij zich aan tafel zette<br />

en begon te eten.<br />

Voor het eerst maak-<br />

te 'n gevoel van vrees<br />

zich van Thea meester.<br />

Wist Beka Bender het?<br />

Had hij de sporen van<br />

Sirma's honden en sle-<br />

de gezien en wist hij<br />

dus, dat deze naar<br />

Sventa en niet naar<br />

Kola Was gegaan?<br />

Traag, zonder dat er<br />

iets gebeurde, kroop<br />

de dag voorbij. Den<br />

meesten tijd zat Thea<br />

zwijgend naast de<br />

kachel, haar handen in<br />

haar schoot gevouwen.<br />

Af en toe waren haar<br />

blikken naar de olie-<br />

kannen gedwaald, die<br />

ze den vorigen avond<br />

netjes op de planken<br />

had gerangschikt, lede-,<br />

ren keer had ze er'<br />

even naar gekeken om<br />

dan weer peinzend<br />

voor zich uit te staren.<br />

Sirma had een berg-<br />

plaats op eenigen af-<br />

stand van de hut —<br />

een diep gat in den<br />

grond, dat met zware<br />

b<strong>lo</strong>kken hout voor de<br />

wolven was afges<strong>lo</strong>ten.<br />

Deze bergplaats en de<br />

kannen olie op de plan-<br />

ken schenen in Thea's<br />

gedachten op zonder-<br />

linge wijze verbonden.<br />

Beka Bender kwam<br />

binnen en zette zich<br />

eveneens naast de<br />

kachel. De grim<strong>mi</strong>ge<br />

uitdrukking was niet<br />

van zijn gezicht ge-<br />

weken.<br />

„Bent u van plan<br />

nog langen tijd te<br />

wachten?"<br />

Hij keek haar niet<br />

aan maar antwoordde<br />

kort: „Net zoo lang tot<br />

Sirma terug is."<br />

„Hij kan wel twee<br />

weken, <strong>mi</strong>sschien nog<br />

wel langer weg blij-<br />

ven."<br />

„Dat geeft nietl" Ter-<br />

wijl hij deze woorden<br />

zei, zag ze het blin-<br />

ken van zijn groote<br />

gele tanden. Tanden als<br />

van een roofdier, dacht<br />

ze.<br />

Stilte. .. langen tijd<br />

stilte... toen een lang-<br />

gerekt gehuil...<br />

Beka keek lang-<br />

zaam op.<br />

„Wolven," zei Thpa onverschillig.<br />

De man. keek haar, aan. Haar kalmte en haar<br />

vastberadenheid schenen hem te imponeeren.<br />

„Ben je nooit bang — zelfs niet voor wolven?"<br />

Ze glimlachte raadselachtig. „Neen, Ik ge<strong>lo</strong>of<br />

niet, dat. ik ooit bang ben geweest."<br />

Hij stond op. „Je bent 'n wonderlijke vrouwl'' ■<br />

„Ik zie er niets wonderlijks in, als je nooit<br />

bang bent. Het is heel gewoon!"<br />

Hij keek haar zwijgend aan, maar zijn oogen<br />

verrieden duidelijk, dat hij het niét gewoon<br />

vond.<br />

Toen verviel hij in gepeins, maar waaraan hij<br />

dacht, zou Thea niet hebben durven gissen...<br />

De morgen kwam; voor Thea na een slape-<br />

<strong>lo</strong>ozen nacht. En een andere nacht volgde. En<br />

wéér werd het morgen.<br />

Thea stond op en terwijl er een raadselachtige<br />

glimlach om haar vastopeengeklemde lippen<br />

was, begon ze langzaam haar kleeren van bont<br />

aan te trekken. Een geweer stond in den hoek<br />

van het kleine slaapvertrek. Ze nam het mee<br />

naar de zitkamer en laadde het met vaste hand;<br />

Een aantal patronen liet ze in den zak van haar<br />

bontjas glijden. Toen, nog steeds een en al<br />

kalmte — Beka Bender was buiten — ging ze<br />

naar de planken, waarop de kannen met olie<br />

stonden ...<br />

Beka Bender stond met zijn rug tegen een<br />

boom en staarde voor zich uit. Er speelde een<br />

glimlach om zijn lippen en het was alsof zijn<br />

gezicht <strong>mi</strong>lder stond . . . Misschien kwam dit,<br />

omdat hij dacht aan een kleine, fragiele vrouw<br />

— een meisje bijna nog — dat eenzaam was<br />

te<strong>mi</strong>dden van de oneindige sneeuwvelden ...<br />

Eindelijk wendde hij zich om, langzaam, als<br />

iemand, die in diep nadenken is verzonken.<br />

Maar p<strong>lo</strong>tseling richtte hij zich met een ruk<br />

hoog op en staarde ... staarde ... Het was on-<br />

ge<strong>lo</strong>oflijk. Onmogelijk!<br />

Vóór hem, in de witte oneindigheid, brandde<br />

de hut van Sirma Fermens als een geweldigen<br />

brandstapel ...<br />

„Ik heb het gedaan," zei Thea kalm, toen hij<br />

haar genaderd was.<br />

Verbaasd Staarde Beka haar aan.<br />

, Jij? Heb jij het gedaan? Maar waarom?"<br />

Ze deed alsof ze zijn laatste vraag niet hoor-<br />

de. „Ik heb wat olie over de kachel gegoten en<br />

over de tafel en stoelen ... Het vatte direct<br />

vlaml"<br />

Hij greep haar bij de schouders. „Waarom?"<br />

vroeg hij, haar dwingend hem aan te zien.<br />

Ze deed een poging zich <strong>lo</strong>s te rukken uit<br />

zijn greep. Haar gelatenheid vervulde hem met<br />

nieuwe verbazing. „U wilde wachten op Sirma<br />

— u wilde hem dóoden, als hij kwam!"<br />

„Dus dat wist Jij? Waarom <strong>lo</strong>og je dan tegen<br />

me? En wat denk je met dien onzin,' om de hut<br />

in brand te steken, te bereiken?"<br />

Ze zweeg.<br />

„Ik zie niet In," vervolgde hij, „dat je nu<br />

beter af bent. Ik denk, dat Sirma het meest van ,<br />

belang is voor joul Dat je <strong>mi</strong>j kwijt raakt, is<br />

toch zeker van ondergeschikt belang!"<br />

„Natuurlijk!" Ze keek lichtelijk verwonderd.<br />

„O. natuurlijk. Ik dacht heelemaal niet aan me-<br />

zelf!"<br />

Met een gebaar, dat bijna één verontschuldi-<br />

ging leek, liet hij haar'<strong>lo</strong>s. „Het spijt mei Heb<br />

ik je beleedigd?"<br />

„Mij? Welneenl Maar kunnen we niet beter<br />

direct weggaan? Er is maar heel weinig voedsel<br />

in de bergplaats. Sirma bewaart er nooit veel -<br />

net genoeg <strong>mi</strong>sschien voor ons beiden, om zon-<br />

der van den honger om te komen. Kola te be-<br />

reiken — als we voortmaken."<br />

• „Waarom Kola? Wie zei, dat we daar heen-<br />

gingen?"<br />

Ze schrok. Voor het eerst scheen hij iets als<br />

angst in haar oogen te kunnen lezen. „Natuur-<br />

lijk moeten we naar Kola gaan. Waar anders<br />

heen?"<br />

„Naar Svental"<br />

Hij zei het kort en ze kromp ineen, alsof hij<br />

haar geslagen had. Met bovenmenschelijke in-<br />

spanning slaagde ze er in, zich te beheerschen.<br />

„Sventa Is honderddertig <strong>mi</strong>jl, Kola slechts<br />

honderd. Die dertig <strong>mi</strong>jl maken een groot ver-<br />

schil, <strong>mi</strong>sschien een fataal verschil in onze om-<br />

standigheden I"<br />

—<br />

«■<br />

„Maar je vergeet het doel van <strong>mi</strong>jn tochtl Ik<br />

zou Sirma <strong>mi</strong>s<strong>lo</strong>open als ik naar Kola ging en<br />

dat zou jammer zijn.. ."<br />

Ze keek hem recht in de oogen. „Maar Sirma<br />

Is Immers naar Kolal Dat weet u tochl"<br />

„Hij is naar Svental" viel hij ruw uit. „Ver-<br />

koop geen onzin en wees flink. Ik begrijp heel<br />

goed, waarom je de hut in brand hebt gestoken.<br />

Je wilde ons noodzaken hier weg te gaan opdat<br />

ik Sirma niet zou ontmoeten. Ik bewonder je<br />

durf, maar het baat je niet."<br />

Ze zette zich op zijn slee — had ze soms<br />

alleen moeten achterblijven en omkomen van<br />

den honger, zonder Sirma te kunnen redden?<br />

— en eenlge oogenblikken later sulsden ze<br />

over de onafzienbare sneeuwvlakte...<br />

Lang voor de dag voorbij was, verwonderde<br />

Beka Bender zich andermaal over haar moed,<br />

haar vastberadenheid en zelfbeheersching. Nooit<br />

nog had hij zóó'n vrouw ontmoet. Ze was een<br />

nieuwe sensatie voor hem en Beka Bender hield<br />

van nieuwe sensaties.<br />

Terwijl ze samen voortgleden over de glinste-<br />

rende witte velden, voelde Beka Bender de<br />

haat langzaam uit zijn ziel v<strong>lo</strong>eien. En nu, ge-<br />

zeten bij het vuur, dat hij had aangelegd om<br />

er hun avondeten op te koken, zag hij haar<br />

oogen — haar kalme, rustige oogen, die ze<br />

voor de zijne niét neers<strong>lo</strong>eg.<br />

„Waarom is Sirma naar Sventa gegaan om<br />

proviand te helen?" vroeg hij opeens.<br />

Thea staarde voor zich uit in het vuur.<br />

„Hij had er eenlge zaken te doen. Gewoon-<br />

lijk gaat hij naar Kola."<br />

Hij zweeg ... Om hen heen was de stilte van<br />

de witte eenzaamheid, onderbroken door het<br />

gehuil van de wolven... _._„.<br />

Toen Thea zich tusschen haar dekens had uit-<br />

gestrekt, drukte zij de nagels van haar vingers<br />

in de palmen van haar hand. Beka Bender zou<br />

nooit de waarheid hooren. Nooit zou hij weten,<br />

dat Sirma voor hem was gevlucht.<br />

Dien nacht ontwaakte zij verschrikt. Het vuur<br />

was uitgegaan. De wind, die over de bevroren<br />

oppervlakte van een groot meer streek, sneed<br />

als een scherp mes in haar gezicht. Iets plats,<br />

met vurige oogen, kwam uit de omringende<br />

duisternis naar hen toe sluipen. Andere oogen<br />

g<strong>lo</strong>eiden er om heen.. . Wolvenl<br />

Vóór zij den tijd had om na te denken of om<br />

zich te bewegen, was een der dieren toege-<br />

sprongen op den man, die roer<strong>lo</strong>os tusschen<br />

zijn dekens lag. Met een kreet van angst v<strong>lo</strong>og<br />

Beka Bender overeind. Het dier had hem bijna<br />

bij de keel, toen Thea schoot. Het viel neer en<br />

rolde een paar keer om, bij zijn hope<strong>lo</strong>oze po-<br />

gingen zich op te richten. Woedend beet het<br />

in de rulle sneeuw, die rood gekleurd werd<br />

door het b<strong>lo</strong>ed, dat uit de wond in zijn borst<br />

v<strong>lo</strong>eide. Toen strekte, het zijn pooten uit en<br />

bleef onbeweeglijk liggen. De andere dieren<br />

waren verschrikt weggevlucht toen zij het schot<br />

hoorden.<br />

Terwijl ze op haar knieën in de sneeuw zat,<br />

zei Thea, het geweer nog steeds In haar hand:<br />

„Maak het vuur weer aan, als u kuntl Ik ge<strong>lo</strong>of,<br />

dat er heel wat van die ondieren om ons heen<br />

zijn!" Haar stem k<strong>lo</strong>nk rustig en beheerscht.<br />

Beka Bender wierp zijn dekens van zich af.<br />

Zijn kleeren waren bij zijn schouders gescheurd<br />

en Thea zag duidelijk, dat hij b<strong>lo</strong>edde.<br />

Kalm vuurde ze op een anderen wolf, die<br />

hen opnieuw uit de duisternis wilde bespringen<br />

en eer het vuur brandde, schoot ze. nóg een<br />

keer... En telkens was haar schot raak...<br />

Toen de ochtend kwam, wist Beka Bender,<br />

dat hij zijn tijd verknoeide. Het was hem na<br />

lang en vaak smartelijk nadenken duidelijk ge-<br />

worden, dat hij het leven niet kon nemen van<br />

den man, wiens vrouw hem, zijn-ioekontStTgen<br />

moordenaac, het leven had geredl Hij had zijn<br />

wraak letterlijk uit zich. moeten scheuren, maar<br />

toen ze samen hun ontbijt nuttigden, was er<br />

een vriendelijke glans in zijn oogen en had zijn<br />

stem een bijna weeken klank. De goedheid en<br />

de moed van een vrouw hadden zijn gevoelens<br />

van haat en wraak vernietigd, zooals niets an-<br />

ders ter wereld het zou hebben kunnen doen.<br />

En toen hij haar aankeek moest hij slikken, met<br />

moeite slikken, om een brok weg te krijgen, dat<br />

In zijn keel zat. . ><br />

„Er <strong>lo</strong>opt «en eenzaam, oud pad dwars over<br />

het meer," zei Thea.<br />

„Zouden we niet pro-<br />

beeren of het begaan-<br />

baar Is? We hebben<br />

niet veel voedsel meer<br />

en...<br />

„Ik weet wat beters,"<br />

zei hij en vermeed<br />

haar aan te zien. „Op<br />

een paar <strong>mi</strong>jl afstand<br />

van hier woont een<br />

vriend van <strong>mi</strong>j. Hij is<br />

op het oogenblik af-<br />

wezig. Ik zal je naar<br />

zijn hut brengen.. ."<br />

„En u dan?"<br />

„Ik ga terug... Ik zal<br />

voedsel meenemen. Je<br />

vindt het toch niet erg<br />

om alleen in de hut<br />

achter te blijven?"<br />

Alsof ze begreep,<br />

welke verandering zich<br />

in hem had voltrokken,<br />

en wat er de oorzaak<br />

van was, zei ze een-<br />

voudig: „Ik zal erwach-<br />

ten op... Sirmal"<br />

Hij bracht haar naar<br />

de leege hut en toen<br />

ze afscheid namen keek<br />

hij haar lang en dank-<br />

baar in de oogen...<br />

Het sneeuwde, toen<br />

Sirma eindelijk kwam<br />

en de sporen van den<br />

man, die terug was ge-<br />

keerd waren verdwenen.<br />

Thee zag -Sirma -en -<br />

zijn honden in de verte<br />

de hut passeeren en ze<br />

riep hem. Verbaasd<br />

kwam hij naar haar toe.<br />

„Jij? Hier?" vroeg hij.<br />

„Ik weet niet hoe het<br />

gebeurd is..." vertelde<br />

Thea. „Ik werd <strong>mi</strong>dden<br />

in den nacht wakker en<br />

merkte, dat de hut in<br />

brand 'stond. Een van<br />

de oliekannen moet<br />

hebben gelekt... Sirma,<br />

ik was zoo bang!"<br />

„Verduiveldl" mom-<br />

pelde hij geheel ver-<br />

bijsterd.<br />

„Ik wist eerst niet<br />

wat ik doen moest.<br />

Toen vond ik het maar<br />

het beste, jou tegemoet<br />

te gaan. .. Ik heb hier<br />

op je gewacht... Ik<br />

ben zoo blij, dat je te-<br />

ruggekomen bent... Ik<br />

begon <strong>mi</strong>j zoo eenzaam<br />

te voelen..."<br />

Hij drukte haar tegen<br />

zich aan. Toen zei hij<br />

opeens: „Ik ben langer<br />

In de stad moeten blij-<br />

ven dan ik had ge-<br />

dacht. . . anders was ik<br />

wel eerder teruggeko-<br />

men. .. Maar wat denk<br />

je, Thea? Ze zeggen,<br />

dat Beka Bender ver-<br />

dwenen is. . . Hij moet<br />

weer terug zijn naar<br />

zijn woonplaats. Ieder-<br />

een wist het in Sventa.<br />

Ik laat me hangen als<br />

ik er iets van begrijp!"<br />

Thea zei niets. Al-<br />

leen speelde er even<br />

een zonderlinge glim-<br />

lach om haar lippen.<br />

Héél even maar.<br />

En het geheim blééf<br />

rusten in haar hart. dat<br />

zoo vol was van liefde<br />

voor den man, die haar<br />

nog steeds in zijn ar-<br />

men hield...<br />

Huidverzorging<br />

thans in het teeken<br />

vita<strong>mi</strong>ne F<br />

van<br />

Duizenden vrouwen, die zich afvragen, wat er<br />

toch aan haar teint schort, ontvangen thans ant-<br />

woord van de wetenschap. Vet-arm voedsel neeft<br />

een gebrek aan vita<strong>mi</strong>ne F teweeg gebracht, en<br />

zonder vita<strong>mi</strong>ne F verlept de huid. U lijdt toch<br />

niet reeds aan de eerste waarschuwende symp-<br />

tomen: brosse nagels, dof wordende haren?<br />

Neem tijdig Uw maatregelen. Ga over op<br />

Dobbelman's Castella crèmes. ledere tube bevat<br />

2000 eenheden vita<strong>mi</strong>ne F. Zij hergeven de weef-<br />

sels hifn vita<strong>mi</strong>nen-rijkdom, hun jeugd en hun<br />

veerkracht!<br />

CZbJUU<br />

COLD CRÈME<br />

VANISHING CRÈME<br />

VITAMINE F CRÈMES<br />

Maak je niet zoo bezorgd<br />

over }e teint. Vita<strong>mi</strong>ne F<br />

helpt!<br />

Het lijkt of je tien jaar<br />

jonger bent geworden!<br />

Weer zoo'n goed DÄBBELM^N-product!


HUMOR<br />

NJ<br />

,,Hier is het verjaarscadeau, dat ik namens jou voor mezelf heb gekocht. Wil je er<br />

even je kaartje aan hangen?" (Das III. Blatt)<br />

Jongen, jongen, wat hebben wij een vaart, zeg!"<br />

(Die Koralle)<br />

.Hier . . . telefoon voor jel"<br />

■ -.J^T.. ;—<br />

(Mare Aurelia)<br />

„Kom eens gauw, Heinl Er zit er een van<br />

<strong>mi</strong>nstens twintig pond aanl" (Hamb. lil.)<br />

„Morgen ga ik er uit. .. uit de Vereeni-<br />

ging voor Dierenbescher<strong>mi</strong>ng!"<br />

(Das III. Blatt)<br />

■<br />

r —<br />

—■'<br />

_<br />

FOTO-NIEUWS<br />

1—3. Overal in het land zijn In de afge<strong>lo</strong>open week groote spandoeken,<br />

landkaarten en affiches bevestigd, welke een V voorstellen: Victorie,<br />

want Duitschland wint voor Europa op alle frontenl Opnamen, gemaakt<br />

te 's-Gravenhage (1), Rotterdam (2) en Utrecht (3).<br />

(Foto's Schimmelpenningh)<br />

Verleden week werd aan Frau Dr. Seyss-lnquart door mevrouw De.Ruiter<br />

namens de Nationaal-Socialistische Vrouwen Organisatie een bedrljg van<br />

zeventigduizend gulden overhandigd, bestemd voor het Duitsche Roo«<br />

Kruis. De overhandiging geschiedde ten huize van den Rijkscom<strong>mi</strong>ssaris<br />

ie 's-Gravenhage.<br />

(Foto Schimmelpenningh)<br />

■ ■<br />

^tev¥^iii^f^#ifi"#f#iiÉË<br />

■<br />


\.<br />

I<br />

v<br />

i<br />

De meeste acteurs en actrices,<br />

die wij op het witte doek te<br />

zien krijgen, vertegenwoordigen<br />

een bepaald type. Slechts in en-<br />

kele gevallen komt het voor, dat<br />

één persoon meer dan één type<br />

kan uitbeelden en dat beteekent<br />

dan voor de filmmaatschappij, waar-<br />

bij hij o( zij werkzaam is, een<br />

groot voordeel en voor het publiek<br />

telkens weer een verrassing!<br />

Een voorbeeld van een derge-<br />

lijke tweezijdigheid is Anneliese<br />

Uhlig. Zij speelt zoowel de „in-<br />

genue", het jonge, onschuldige<br />

Een eenvoudig, on-<br />

gekunsteld jong<br />

meisje...<br />

(Foto Ufa-Baumam)<br />

,; -<br />

rnJ<br />

w -.<br />

, Maar dit is een,<br />

^vrouw, die het leven<br />

kent! (foto Ufa)'<br />

Wat zou er slui-<br />

' meren achter die<br />

, raadselachtige oogen?,<br />

(Foto Ufa-Schul2)l<br />

■„'«,.. . ■ ,^v !<br />

7<br />

\<br />

)Hier is Anneliese<br />

geheel het onschul-<br />

dige, onbedorven<br />

kind, dat naar haar<br />

eerste bal gaat . . .<br />

(Foto Ufa') \<br />

meisje, als de ervaren, geraffineer-<br />

de vrouw. Natuurlijk komt een be-<br />

langrijk deel van deze verscheiden-<br />

heid op rekening van de grime,<br />

het kapsel en de kleeding; maar<br />

toch moet men een groote be-<br />

wondering hebben voor deze<br />

vrouw, die de kunst verstaat zulke<br />

totaal uiteen<strong>lo</strong>opende karakters op<br />

zoo meesterlijke wijze voor ons<br />

tot leven te brengen.<br />

Door de foto's op deze pagina<br />

zal het U duidelijk zijn, op welke<br />

frappante wijze Anneliese's wezen<br />

kan verschillen.<br />

J


■.<br />

—— —<br />

OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND<br />

23 JULI 1941<br />

OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL<br />

A L M 1<br />

0 S A 1 L L 1 E 1<br />

M E T N E E D A K<br />

T E R E S T E R<br />

S A R 0 W 6 A R A<br />

A L E M A B ft A<br />

P E E S K R A T E R<br />

U 1 T e N K A S<br />

U R M V A L A K 0<br />

1 D A A L D E R P<br />

e R S T<br />

OPLOSSING ROULETTERAADSEL<br />

STRAALBUN<strong>DE</strong>l<br />

OPLOSSING<br />

KAMRAADSEL<br />

OPLOSSING<br />

PUNTEN-<br />

RAADSEL<br />

R K l<br />

A<br />

A A<br />

A R<br />

L U I<br />

u I<br />

n<br />

Sm ■■ gm ft ^2 iSB ^<br />

w IJ i ^ E e E E R T £<br />

E<br />

L<br />

V<br />

A<br />

R<br />

E<br />

M<br />

o<br />

9<br />

R<br />

E<br />

1<br />

0<br />

E<br />

n<br />

IJ<br />

I<br />

R E M<br />

L E<br />

E 0<br />

M<br />

£<br />

V<br />

K<br />

T<br />

1<br />

E<br />

L<br />

l<br />

£<br />

n<br />

0<br />

i<br />

u<br />

r<br />

5<br />

c<br />

H<br />

£<br />

n<br />

K<br />

OPLOSSING<br />

VERGELIJKINGS-<br />

RAADSEL<br />

planeeren rivier<br />

neer<br />

en<br />

nevel<br />

vel<br />

tabak<br />

bak<br />

C<br />

L<br />

J_<br />

K<br />

n<br />

T<br />

vier<br />

udometer<br />

do<br />

meter<br />

mode<br />

ode<br />

PLANETARIUM<br />

OPLOSSING FILMSTER-VERBINDINGSRAADSEL<br />

Haar — ïnkt — <strong>lo</strong>od — deur — ei — Kool — rust —<br />

aard —/hoor — lepel<br />

HIL<strong>DE</strong> KRAHL<br />

KRUISWOORDRAADSEL<br />

PAAR<strong>DE</strong>NSPRONG-<br />

PUZZLE<br />

F T E 1<br />

H<br />

T £ 0 1<br />

D ü U 0<br />

T T E E<br />

B T M 1<br />

D E R D<br />

E T 6 L<br />

N E E £<br />

Imlicn U, te beginnen bij de<br />

niet I genummerde letter, met<br />

{Jen paardensprong van het<br />

schaakspel alle letters langs<br />

gaat, krijgt l' een bekend ge-<br />

zegde.<br />

*<br />

i<br />

■<br />

■<br />

1. the op het land<br />

werkt<br />

2. tocht<br />

3. pluisjes<br />

4. melkproduct<br />

5. regel<br />

6. smalle strook<br />

7. water door land<br />

omgeven<br />

8. flink<br />

9. jongensnaam<br />

10. haar op de bovenlip<br />

11. gedeelte van een<br />

b<strong>lo</strong>em<br />

12. slim<br />

13. deel van een schip<br />

14. bereide dierenhuid<br />

RUITENRAADSEL<br />

Horizontaal:<br />

I. muziekinstrument<br />

5. huidbekleeding<br />

9. aan<strong>lo</strong>op<br />

10. eind<br />

11. meisjesnaam<br />

12. insect<br />

13. muzieknoot<br />

14. laatstleden (atk.)<br />

15. potderpeil (afk.)<br />

17. verzegelde rem in eei<br />

trein<br />

19. jongensnaam<br />

20. voertuig<br />

22. bijwoord<br />

24. hoofddeksel<br />

25. lidwoord (Fransch)<br />

26. denkvermogen<br />

<strong>28</strong>. zoogdier<br />

30. ontkenning<br />

31. ellende<br />

Verticaal:<br />

1. manspersoon<br />

2. boom<br />

3. uitroep<br />

4. uiteen<strong>lo</strong>open<br />

5. pratende doorbrengen<br />

6. voegwoord<br />

7. gemeente in Gelder-<br />

land<br />

8. restant<br />

14. plukje haar<br />

16. voorzetsel<br />

18. binnenste van iets<br />

21. betaal<strong>mi</strong>ddel<br />

23. hert<br />

25. jongensnaam<br />

27. lidwoord<br />

29. meisjesnaam<br />

boordsel van ge-<br />

v<strong>lo</strong>chten draad<br />

16. nauwe doorgang<br />

boven het strotten-<br />

hoofd<br />

17. als 12<br />

18. traag<br />

19. eenmaal rond-<br />

draaien<br />

20. vreemd<br />

21. huidbekleedsel van<br />

vogels<br />

22. trede<br />

23. bemestings<strong>mi</strong>ddel<br />

24. pleizier<br />

25. twee bij elkaar be-<br />

hoorendc dingen<br />

VIERKANTRAADSEL<br />

'A A<br />

2<br />

A A<br />

3<br />

A<br />

h A A<br />

5 A A<br />

i. lichaanisslagader<br />

2. rookgerei<br />

^^<br />

CIRKELRAADSEL<br />

3. gretig i. wandelweg<br />

9,<br />

4. gebouw voor besmette-<br />

lijke zieken<br />

5. strydperk<br />

Horizontaal: t<br />

1. naam van een filmster<br />

Verticaal:<br />

1. een met een lans gewapende ruiter<br />

2. omhoog halen<br />

3. verschaffen<br />

4. vergadering<br />

5. bediende in een hotel<br />

De te gebruiken letters: a, a, a, e, e, e,<br />

e, e, e, e, e, e, g, h, i. i, i, k, 1, 1, 1, 1, 1,<br />

n, n, n, n, n, o, p, r, r, r, s, s, t, t, v, z.<br />

Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en<br />

tien filmfoto's beschikbaar om te verdec-<br />

len onder de goede op<strong>lo</strong>ssers. Antwoorden<br />

in te zenden vóór 13 Aug. aan Dr. Puzze-<br />

laar, Noordeinde 8, Leiden. Op enve<strong>lo</strong>ppi<br />

of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden:<br />

Filmpuzzle 13 Aug. Deze puzzle kan tege-<br />

lijk met de andere ingezonden worden, doch<br />

liefst op een apart velletje papier.<br />

2.<br />

3. voornemen<br />

wortel<br />

4. meisjesnaam<br />

5. deel van een schip<br />

6. kleverige v<strong>lo</strong>eistof<br />

7. persoonlijk voornaamwoorc<br />

8. strak<br />

FILMSTER-KAMRAADSEL<br />

6<br />

10.<br />

11.<br />

12.<br />

13.<br />

14.<br />

15,<br />

16.<br />

deel van een voet<br />

duinpan<br />

wat gesproken wordt<br />

dierenverblijf<br />

deel van een gezicht<br />

weekdier<br />

vertaler<br />

mctselspecic<br />

-^^ ^^ vm ^^<br />

1 2 J k 5<br />

% ^M^TZUIR-BETECTI VX<br />

'T-jiin»ii> ^<br />

'V? : - "'^M^<br />

\A/la van onze speurders kan<br />

* * ons zeggen wat de dame op<br />

deze foto doet? (foto Ufa)<br />

-<br />

Wij zullen weer een prijs van f. 2,50<br />

benevens twee troostprijzen verdeelen<br />

onder hen, die ons een goed antwoord<br />

zenden. De verdeeling der prijzen ge-<br />

schiedt op een manier, waarbij a tie in-<br />

zenders van goede op<strong>lo</strong>ssingen gelijke<br />

kansen hebben op het verkrijgen van een<br />

dei prijzen. U gelieve Uw antwoord in te<br />

zenden vóór 13 Augustus aan Mr, Detec-<br />

tive, Noordernde 8, Leiden. Op briefkaart<br />

of enve<strong>lo</strong>ppe vermelden: Amateur-Detect/ve<br />

13 Augustus.<br />

4<br />

De op<strong>lo</strong>ssing van het<br />

voorlaatste foto-probleem.<br />

Wij plaatsen hierbij de foto nogmaals,<br />

doch nu in haar geheel. {Foto Roio)<br />

De hooldpr ijs werd deze week verworven<br />

door: den het-r B. Doyer te Bussum.<br />

De troostprijz en vielen<br />

ten deel aan: den heer<br />

J. Stehouwer, te Schiedam ,<br />

den heer C. D. Waleveld,<br />

te Haarlem.<br />

VOOk? ELKE<br />

VE<br />

<strong>DE</strong> PRIJSWINNAARS<br />

De hoofdprijzen werden deze week verwor<br />

ven door:<br />

mevrouw M. Rougiers, Rotterdam;<br />

den heer E. Mellema, Rotterdam;<br />

den heer J. Cramer, Amsterdam;<br />

den heer M. v. Ikelen, Umuiden;<br />

den heer W. Slavenburg, Rotterdam.<br />

De troostprijzen konden worden toegekend<br />

aan:<br />

mevrouw D. Morel, 's-Gravenhage;<br />

mevrouw G. Bult, Appingedam;<br />

mevrouw M. v. Doorne, Wassenaar;<br />

mejuffrouw F. Kroeze, Amsterdam;<br />

mejuffrouw C. v. Bockel, Rotterdam;<br />

mejuffrouw N. A. Zomerhuis, Deventer;<br />

mejuffrouw v. Wezel, 's-Gravenhage;<br />

mejuffrouw B. Jansen, Deventer;<br />

den heer N, v. Wijngaarden, Rotterdam;<br />

den heer G. Oomen, Rotterdam;<br />

den heer C. T. de Groot, Schoonhoven;<br />

den heer J. v. Oeveren, Amstelveen;<br />

den heer H. Nieuwstraten, Rotterdam;<br />

den heer H. Paardekooper, 's-Gravenhage;<br />

den heer A. Tuite, Rotterdam;<br />

den heer J. v. Eek, Rotterdam;<br />

den heer L. Kroon, Rotterdam;<br />

den heer S. Felix, De Bilt;<br />

den heer J. Langeraar, Gouda;<br />

den heer T. Wiebenga, Balkbrug.<br />

Den hoofdprijs van de filmpuzzle verwierf:<br />

de heer B. v. d. Linden, Gouda.<br />

De troostprijzen vielen ten deel aan:<br />

mevrouw C. Donselaar, Amsterdam;<br />

mejuffrouw V. Buurman, Z.O.-Beemster;<br />

mejuffrouw H. v. Leeuwen, 's-Gravenhage;<br />

mejuffrouw R. Hesseling, Rotterdam;<br />

den heer H. J. Bouckaert, Zeist;<br />

den heer M. W. v. Vuren, Zwijndrecht;<br />

den heer P. Oosterhof, Rotterdam;<br />

den heer J. Faber, Rotterdam;<br />

den heer J. Edens, Winschoten;<br />

den heer P. v. Wijk, Schiedam.<br />

ONZE PRIJZEN.<br />

Voor goede op<strong>lo</strong>ssingen van iedere<br />

puzzle, stellen wij een prijs van<br />

ƒ2.50 benevens vier troostprijzen<br />

beschikbaar. In totaal dus deze week<br />

7 prijzen van ƒ2.50 elk,<br />

22 troostprijzen en<br />

10 filmfoto's.<br />

<strong>DE</strong> OPLOSSINGEN<br />

op de in dit nummer voorkomende<br />

puzzles, enzoovoort, gelieve men<br />

vóór 13 Aug. 1941 in te zenden aan<br />

Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden.<br />

Op enve<strong>lo</strong>ppe of briefkaart vermelde<br />

men duidelijk:<br />

Op<strong>lo</strong>ssingen Zoek en Vind<br />

13 Augustus 1941.


'I m ■<br />

M. H. du Croo<br />

(Bram met je),<br />

de dichter. Cor<br />

Ruys, de zing-<br />

zegger, en Han<br />

Beuker, de com-<br />

ponist, op het<br />

terras van -het<br />

Zomertheater<br />

teScheveningen.<br />

Fo«o<br />

Sc/ii'm me/pen n / ng/i<br />

<strong>DE</strong> MALLEMOLEN DRAAIT...<br />

De toekomst van het tooneel Is aan de jon-<br />

geren I Hieraan heeft Cor Ruys ongetwijfeld<br />

eveneens gedacht, toen hij zijn nieuwe pro-<br />

gramma samenstelde en voor twee jonge artisten,<br />

die hun sporen reeds hebben verdiend, een<br />

plaats inruimde. Ank van der Moer en Guus<br />

COR RUYS' ZOMERTHEATER<br />

Oster, die reeds In een één-acter „Hel huwelijks-<br />

aanzoek" — wij kenden reeds deze fijne schets,<br />

die een tafereel is uit het orgineele iooneelstuk<br />

„Onze stad" destijds door het Nederlandsch<br />

tooneel gebracht — door subtiel spel van hoog<br />

gehalte toonen welk een voortreffelijke artisten<br />

wij aan hen bezitten, zien wij in dit Zomer-<br />

theater ook eens zooals velen hen nog niet<br />

kennen. Guus Oster confereert en hij doet dit<br />

zonder overdrijving, eenvoudig en aangenaam,<br />

terwijl Ank van der Moer in eérr zelfvervaar-<br />

digde schets „De dansles" mono-tooneel brengt.<br />

Geheel alleen, zonder requisieten, speelt zij<br />

een één-acter en door kleine nuances in stem,<br />

een oog-opslagje of een handgebaar, die een<br />

heele situatie voor den toeschouwer duidelijk<br />

maken, weet zij alles aannemelijk te maken en<br />

vergeten wij, dat zij alleen op het tooneel staat.<br />

Uit eenigè werkjes, die zij schreef, koos zij<br />

voor de badplaats de ko<strong>mi</strong>sche schets,. De dans-<br />

les", waarin zij de naïeve, soms ook coquette<br />

gevoelens van een jeugdige bakvisch van dertig<br />

jaar geleden tijdens een dansavond van heel<br />

jonge menschen, weergeeft. Zij toont hierdoor<br />

hoe rijk gevarieerd haar talent is en door haar<br />

suggestieve <strong>mi</strong><strong>mi</strong>ek blijft zij door<strong>lo</strong>opend boeien.<br />

Natuurlijk ontbreekt Cor Ruys zelf niet en<br />

wij genieten weer van de knappe wijze van<br />

voordracht, de geestig geschreven liedjes van<br />

„Brammetje", waarachter zich de schrijver M.<br />

H. du Croo verschuilt en de niet <strong>mi</strong>nder knap<br />

gecomponeerde muziek van Han Beuker. Een<br />

triumviraat, waarop inderdaad de woorden<br />

„veni, vidi, vlei" van toepassing zijnl<br />

De referendaris Vaji Nooten en de ko<strong>lo</strong>nel<br />

Van der Pooten verma-<br />

ken ons, mèt hun trou-<br />

Guus Oster, die wen Anton, - wij be-<br />

ats conferencier de- hoeven hier geen namen<br />

buteerde. meer te noemen I — we-<br />

Fo(o Ymn Eijsd»n\Kahle derom met hun bes<strong>lo</strong>m-<br />

Ank v. d. Moer in „De dansles".<br />

O<br />

fo(o Godfried de Groot<br />

meringen, terwijl Tilly en Willy Ruys in een<br />

aardige schets hun aandeel in het succes van<br />

den avond bijdragen. May Borghols zingt liedjes<br />

volgens eigen composities en doet dit heel. ver-<br />

dienstelijk, terwijl ook de dans niet ontbreekt,<br />

die ditmaal wordt vertegenwoordigd door de<br />

Nederlandsch-lndische Hindoe-danseres Saba.<br />

Door haar fijnzinnige, plastische weergave maakt<br />

zij legendarische dansen tot zichtbare literatuur.<br />

De muzikale begeleiders brengen ditmaal nieu-<br />

we composities en Beuker en Denijs weten hier-<br />

mede weer hun reputatie te bevestigen.<br />

Het Scheveningsche Kleinkunstseizoen biedt<br />

ons dit jaar wel afwisselingl<br />

Henri A. van Eijsden Jr.


•■^tefijiMSh 'i 'i

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!