Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
©Kubis<br />
steunpunt sociale planning<br />
Dossier<br />
<strong>Armoede</strong> in Vlaams-Brabant<br />
2011<br />
www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning<br />
Filip De Maesschalck, tine De Rijck en Wendy Broos
Voorwoord Voorwoord<br />
Voorwoord<br />
<strong>Armoede</strong> vind je, helaas, overal. Vlaams-Brabant heeft de naam een rijke provincie te zijn en die<br />
reputatie is terecht. Toch zijn er ook in onze provincie veel mensen in armoede, zowel in de<br />
steden, als in de rand rond Brussel, als op het platteland. Bovendien kent Vlaams-Brabant een<br />
grotere inkomensongelijkheid dan andere Vlaamse provincies.<br />
<strong>Armoede</strong> is onaanvaardbaar. Tegelijk zien we dat de laatste jaren steeds meer gezinnen<br />
nauwelijks rondkomen. Er is dus werk aan de winkel. Alle overheden hebben daarin een<br />
verantwoordelijkheid op te nemen. Zeker lokale besturen kunnen een belangrijke rol spelen. Zij<br />
staan het dichtst bij de bevolking, zien het best waar er dingen fout lopen en kunnen het snelst<br />
ingrijpen.<br />
Vanuit de provincie willen we steden, gemeenten en <strong>OCMW</strong>'s een duwtje in de rug geven. Met<br />
acties op het terrein, zoals op de internationale dag van verzet tegen armoede, maar ook<br />
bijvoorbeeld door de ondersteuning van groepswerkingen waar armen zelf hun problemen<br />
trachten te overwinnen.<br />
<strong>Armoede</strong> is erg complex, en raakt je tot in de kern van je bestaan. Daarom kiezen we bij de<br />
provincie voor een brede aanpak: in alle beleidsdomeinen gaat aandacht naar armoede. Zo staat<br />
zowel in onze scholen als in het onderwijsflankerend beleid het bevorderen van gelijke kansen<br />
centraal. Want scholen kunnen de armoedespiraal doorbreken. We zetten ook sterk in op het<br />
verkleinen van de gezondheidskloof. Ondanks ons sociale zekerheidsstelsel, dat terecht<br />
wereldwijd benijd wordt, glippen nog velen door de mazen van het net.<br />
Via deze publicatie willen we de armoede in Vlaams-Brabant beter zichtbaar maken. We geven<br />
armoedecijfers over de verschillende levensdomeinen. Hiermee willen we beleidsmakers bij<br />
lokale besturen en welzijnsorganisaties ondersteunen bij het voeren van een onderbouwd<br />
armoedebeleid.<br />
Naast nuttige cijfers en boeiende analyses maken we ook plaats voor de ervaringen van de<br />
mensen in armoede zelf. We bedanken hiervoor de participatieraad armoede van de provincie.<br />
Organisaties die werken met mensen in armoede, en personen in armoede zelf komen zo veel<br />
mogelijk samen naar de vergaderingen. We stellen in deze publicatie ook de verschillende<br />
organisaties aan u voor.<br />
We hopen van harte dat dit dossier kan bijdragen tot een actief armoedebeleid in onze provincie<br />
en wensen u veel leesplezier.<br />
Nathalie Van Biesen Karin Jiroflée<br />
Persoon in armoede gedeputeerde voor diversiteit en<br />
Actief in buurtwerk ‘t Lampeke gelijke kansen<br />
3
Voorwoord............................................................................................................................. 3<br />
Inleiding ................................................................................................................................. 6<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren............................................................................................... 8<br />
4<br />
1 Belastbare inkomens ................................................................................................... 8<br />
1.1 Een grote inkomensongelijkheid .......................................................................... 8<br />
1.2 Verschillende inkomensgroepen, verschillende inkomensbronnen ....................... 10<br />
1.3 Grote verschillen tussen de gemeenten .............................................................. 11<br />
1.4 Vlaams-Brabant in perspectief............................................................................ 15<br />
2 Vervangingsinkomens ............................................................................................... 17<br />
2.1 Werkloosheid .................................................................................................... 18<br />
2.2 Het leefloon en het recht op maatschappelijke integratie .................................... 25<br />
2.3 De inkomensgarantie voor ouderen.................................................................... 32<br />
2.4 Tegemoetkomingen voor personen met een handicap........................................ 34<br />
2.5 Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering.......................................... 35<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede.................................................................................. 38<br />
3 Opleiding.................................................................................................................. 38<br />
4 Demografische factoren ............................................................................................ 40<br />
4.1 Ouderen ........................................................................................................... 40<br />
4.2 Eenoudergezinnen............................................................................................. 44<br />
4.3 Bevolking van niet-Belgische origine................................................................... 45<br />
5 Gezondheidsproblemen ............................................................................................ 47<br />
5.1 Algemene gezondheidstoestand ........................................................................ 47<br />
5.2 Personen met een handicap............................................................................... 48<br />
6 Woonsituatie ............................................................................................................ 50<br />
6.1 Hoge woning- en huurprijzen ............................................................................ 50<br />
6.2 Het huisvestingsaanbod..................................................................................... 52<br />
6.3 Energie en water ............................................................................................... 55<br />
7 Gezinnen met schuldenlast........................................................................................ 57<br />
7.1 Het aantal mensen met schuldenlast .................................................................. 57<br />
7.2 Betalingsproblemen voor elektriciteit en gas....................................................... 57<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen................................................................... 60<br />
8 Kinderen in gezinnen zonder werk............................................................................. 61<br />
9 Kinderen met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering ...................................... 62<br />
10 Kinderen geboren in kansarme gezinnen ................................................................... 64<br />
10.1 Kansarmoedecriteria.......................................................................................... 65<br />
10.2 Geboorten in kansarme gezinnen ...................................................................... 66<br />
11 De GOK-indicatoren.................................................................................................. 67<br />
11.1 Aantal leerlingen met een schooltoelage ............................................................ 68
11.2 Aantal leerlingen waarvan de moeder geen diploma secundair onderwijs heeft ... 69<br />
11.3 GOK-leerlingen.................................................................................................. 70<br />
12 Risicoschoolloopbanen .............................................................................................. 72<br />
13 Gezinssituatie............................................................................................................ 75<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan ..................................................................... 76<br />
14 Europa 2020............................................................................................................. 76<br />
15 Het armoedebeleid van de federale overheid.............................................................. 77<br />
15.1 Tweejaarlijks Verslag over bestaanszekerheid, armoede en sociale uitsluiting en<br />
ongelijke toegang tot de rechten ................................................................................... 77<br />
15.2 Het Federaal Plan <strong>Armoede</strong>bestrijding................................................................ 77<br />
16 Het armoedebeleid van de Vlaamse overheid ............................................................. 78<br />
16.1 Pact 2020.......................................................................................................... 78<br />
16.2 Decreet betreffende armoedebestrijding ............................................................ 79<br />
16.3 Vlaamse armoedemonitor.................................................................................. 80<br />
16.4 Vlaams Actieplan Kinderarmoede....................................................................... 81<br />
16.5 Vorming............................................................................................................ 81<br />
16.6 Onderzoek ........................................................................................................ 82<br />
17 Het provinciale armoedebeleid................................................................................... 82<br />
17.1 Provinciale opdrachten....................................................................................... 82<br />
17.2 Werkgroepen/netwerken in Vlaams-Brabant....................................................... 84<br />
17.3 Provinciale acties in het kader van de internationale dag van het verzet tegen<br />
extreme armoede .......................................................................................................... 85<br />
17.4 Provinciale subsidies .......................................................................................... 86<br />
18 Het lokale armoedebeleid.......................................................................................... 86<br />
18.1 Lokaal Sociaal Beleid.......................................................................................... 86<br />
18.2 <strong>OCMW</strong>-werking................................................................................................ 87<br />
19 Aanbod voor personen in armoede in Vlaams-Brabant ............................................... 89<br />
19.1 Samenlevingsopbouw........................................................................................ 89<br />
19.2 Algemeen Welzijnswerk..................................................................................... 89<br />
19.3 De inloopcentra................................................................................................. 91<br />
19.4 Verenigingen waar armen het woord nemen...................................................... 92<br />
19.5 Welzijnsschakels................................................................................................ 92<br />
19.6 Andere vormen van hulp ................................................................................... 93<br />
Algemene conclusies............................................................................................................. 94<br />
Bijlage I: Indicatoren per gemeente........................................................................................ 97<br />
Bijlage II: Lijst van kaarten, figuren en tabellen in de tekst .....................................................113<br />
BIJLAGE III: Organisaties in de provinciale advies- en participatieraad armoede.......................116<br />
Eindnoten............................................................................................................................118<br />
5
Inleiding<br />
Inleiding<br />
Vlaams-Brabant is gemiddeld een rijke provincie, maar dat zegt niet meer dan wat het is: een<br />
gemiddelde waarde. <strong>Armoede</strong> is immers ook in onze provincie een werkelijkheid. Bovendien<br />
kampen armen in Vlaams-Brabant met specifieke problemen, zoals het beperkt aantal sociale<br />
huurwoningen en hoge huurprijzen. In dit dossier wordt de armoede in Vlaams-Brabant onder<br />
de loep genomen, waar mogelijk op gemeentelijk niveau. Het is bedoeld om lokale<br />
beleidsmakers en welzijnsorganisaties te helpen in de strijd tegen armoede, en vormt een<br />
bijkomend instrument bovenop de bestaande, maar meer algemene publicaties over armoede in<br />
België. Het jaarboek <strong>Armoede</strong> en Sociale Uitsluiting, dat zich vooral op Vlaanderen richt, is al<br />
aan zijn 19de editie toe. 1<br />
Het Brussels armoederapport verschijnt ook al sinds 1991. 2<br />
Het eerste<br />
federale jaarboek <strong>Armoede</strong> en Sociale uitsluiting werd uitgegeven in 2010. 3<br />
Wat Wat is is armoede armoede? armoede<br />
<strong>Armoede</strong> is in de eerste plaats een materieel<br />
probleem. Wie niet voldoende<br />
bestaansmiddelen heeft om algemeen<br />
aanvaarde leefpatronen te kunnen<br />
opbouwen, wordt beschouwd als arm.<br />
Maar het is ook meer dan dat. Iemand die<br />
zich zowel op het domein van opleiding,<br />
gezondheid, woonsituatie als gezinssituatie<br />
in een moeilijke positie bevindt, kan veel<br />
moeilijker uit de armoede klimmen dan<br />
iemand die minder problemen cumuleert.<br />
Ook andere factoren kunnen de situatie<br />
bemoeilijken. Denken we maar aan<br />
intergenerationele armoede, of de omvang<br />
van de armoede. <strong>Armoede</strong> is met andere<br />
woorden multidimensioneel, en draait niet<br />
enkel om een beperkt inkomen. Men<br />
spreekt in die context vaak over sociale<br />
uitsluiting: armoede kan worden<br />
beschouwd als een netwerk van sociale<br />
uitsluitingen dat zich uitstrekt over<br />
meerdere gebieden van het individuele en<br />
collectieve bestaan. Het scheidt de armen<br />
van de algemeen aanvaarde leefpatronen<br />
van de samenleving. 4 De oorzaak van die<br />
armoede kan op verschillende manieren<br />
worden benaderd: men kan de nadruk<br />
leggen op verschillende schalen (individueel,<br />
institutioneel, maatschappelijk), en men kan<br />
vertrekken van een schuldmodel (interne<br />
oorzaken) of een ongevalmodel (externe<br />
oorzaken).<br />
6<br />
Ervaring Ervaring uit uit uit een een een Welzijnsschakel<br />
Welzijnsschakel<br />
“Een tekort aan geld is één van de zwaarste<br />
beproevingen die ik moest meedragen in mijn<br />
leven. Je vervreemdt in de samenleving:<br />
omdat je steeds het gevoel hebt dat je bekeken<br />
wordt,<br />
omdat je er met niemand over durft praten,<br />
omdat je denkt dat je de enige bent en je<br />
daardoor onbegrepen voelt,<br />
omdat de communicatie zoals tv en telefoon je<br />
veel te duur zijn,<br />
omdat een auto niet meer in je budget past,<br />
omdat je, als je de voordeur opentrekt, voor alles<br />
en nog wat geld nodig hebt en het leven - al<br />
beweren ze van niet - steeds duurder wordt,<br />
omdat het sociaal contact voor het grootse deel<br />
afgebroken wordt,<br />
omdat je jezelf onwaardig voelt tegenover de<br />
rest van de gemeenschap,<br />
omdat je vindt dat je er niet meer bij hoort.”
Het Het Het meten meten meten van van van armoede armoede<br />
armoede<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Om armoede te meten baseert men zich vaak op enquêtegegevens. Daarbij stelt men een reeks<br />
vragen aan een deel van de bevolking en doet op basis daarvan schattingen voor de gehele<br />
bevolking: hoe omvangrijk is de groep die een beschikbaar inkomen heeft onder een bepaalde<br />
drempel, wat is hun opleidingsgraad, wat is de kwaliteit van hun woning, enz. Omwille van het<br />
relatief beperkt aantal respondenten, zijn de resultaten van deze enquêtes enkel betrouwbaar<br />
op het niveau van het gehele Vlaams Gewest, en kunnen ze dus geen beeld geven van de<br />
situatie in Vlaams-Brabant. Bijgevolg moeten we in dit dossier vertrekken van administratieve<br />
gegevens.<br />
Administratieve gegevens worden door de overheid verzameld en hebben het grote voordeel<br />
dat ze meestal de hele bevolking omvatten. Het nadeel is dat ze maar een deel van de<br />
werkelijkheid weergeven. 5<br />
Zo kunnen we bijvoorbeeld nagaan hoeveel mensen een<br />
voordeeltarief in de ziekteverzekering krijgen omwille van een laag inkomen, maar we weten<br />
tegelijkertijd dat er mensen zijn die wel recht hebben op dit voordeeltarief maar het niet hebben<br />
aangevraagd. Een recente studie schat het aantal personen dat recht heeft op het leefloon,<br />
maar het niet opneemt op 57% tot 67% van het totaal aantal rechthebbenden. 6<br />
Deze waarden<br />
zijn vergelijkbaar met de omvang van de niet-opname in het buitenland. Bovendien is het<br />
relatief belang van deze niet-opname ongetwijfeld ook verschillend van gemeente tot<br />
gemeente. Ook dat blijkt uit studies in het buitenland. 7 De redenen voor niet-opname zijn divers,<br />
en gaan van gebrek aan informatie over problemen met de administratieve afhandeling tot<br />
sociale en psychologische factoren als stigma en schaamtegevoelens. Met deze factoren moet<br />
rekening gehouden worden bij de interpretatie van de gegevens.<br />
Overzicht Overzicht dossier<br />
dossier<br />
In een eerste eerste deel deel worden een reeks armoede-indicatoren op een rijtje gezet. Het gaat om<br />
gegevens die wijzen op een beperkte financiële armslag. In een tweede tweede deel deel worden een aantal<br />
groepen afgebakend die een verhoogd armoederisico kennen, zoals alleenstaande ouders of<br />
personen met een zwakke gezondheid. Deze cijfers wijzen dus niet op armoede zelf. Zo hebben<br />
alleenstaande ouders een groter armoederisico, maar dit wil niet zeggen dat alle alleenstaande<br />
ouders arm zijn. De richting van het verband is ook niet altijd eenduidig: is men arm omdat men<br />
een slechte gezondheid heeft of heeft men een slechte gezondheid omdat men arm is? Het<br />
oorzakelijk verband is meestal wederzijds. In een derde derde derde deel wordt ingegaan op het beleid om<br />
armoede tegen te gaan en op participatie van de armen zelf.<br />
In dit dossier worden een hele reeks gegevens samengebracht, verwerkt, toegelicht en<br />
weergegeven in tabellen, tabellen, grafieken grafieken en en kaarten kaarten. kaarten Waar mogelijk worden de gegevens van het<br />
Brussels Hoofdstedelijk Gewest meegenomen. 8<br />
Op die manier kan worden nagegaan in<br />
hoeverre er een ruimtelijke continuïteit bestaat tussen de Vlaams-Brabantse en Brusselse<br />
gemeenten. Veel ontwikkelingen stoppen immers niet aan de administratieve grenzen, en er<br />
bestaat een sterke wisselwerking tussen Brussel en de rand. Achteraan in het dossier kan u voor<br />
alle Vlaams-Brabantse gemeenten de belangrijkste gegevens terugvinden in tabelvorm. Andere<br />
gegevens die in het dossier worden voorgesteld, kan u steeds opvragen bij het steunpunt sociale<br />
planning. In dit dossier komen echter niet alleen cijfers aan bod. Ook heel wat getuigenissen getuigenissen van<br />
mensen in armoede zijn opgenomen, telkens gericht op een specifiek thema.<br />
7
8<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
DEEL DEEL I: I: I: <strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
<strong>Armoede</strong> indicatoren<br />
1 Belastbare Belastbare iinkomens<br />
i nkomens<br />
De fiscale gegevens geven een beeld van het inkomen dat gezinnen ter beschikking hebben. Het<br />
gaat natuurlijk alleen om de inkomens die aan de fiscus worden doorgegeven. Zo ontbreken<br />
meestal de inkomsten uit roerend goed, zoals spaarboekjes en beleggingen. Uit een recente<br />
studie in Wallonië, waar rekening gehouden werd met alle inkomsten, blijkt dat het werkelijke<br />
inkomen meestal hoger ligt dan het inkomen dat aangegeven werd. 9<br />
Dit was echter vooral het<br />
geval in de grensgemeenten, waar heel wat werknemers in het buitenland werken.<br />
Specifiek in Vlaams-Brabant, en zeker in de gemeenten ten oosten en ten zuiden van Brussel,<br />
speelt een gelijkaardig fenomeen. Daar wonen immers een groot aantal werknemers van<br />
internationale organisaties. Heel wat van deze groepen zijn vrijgesteld van belastingen. Zo zijn<br />
de beroepsinkomsten die EU-ambtenaren ten laste van de EU verkrijgen bij overeenkomst<br />
vrijgesteld van belastingen in België. Hierdoor dienen deze inkomsten niet te worden<br />
aangegeven in de belastingaangifte. Andere inkomsten (bv. uit onroerend goed of andere<br />
beroepsinkomsten in het fiscale huishouden) moeten wel worden aangegeven, zodat de<br />
aangegeven inkomsten van deze huishoudens sterk beneden de werkelijke inkomsten liggen.<br />
In onderstaande cijfers wordt meestal het inkomen per aangifte gebruikt, en niet het inkomen<br />
per inwoner. Het inkomen per aangifte houdt geen rekening met de grootte van het<br />
huishouden, maar heeft wel het voordeel dat aangiften zonder fiscale inkomsten niet worden<br />
meegeteld in de cijfers. Het gaat om niet-belastbare aangiften, bijvoorbeeld omwille van een erg<br />
laag inkomen, of omdat men ambtenaar is bij de EU. Van de 646.888 aangiften zijn er 48.563<br />
niet-belastbare aangiften. Dat is 7,5% van de aangiften. Natuurlijk zijn ook de huishoudens die<br />
geen aangifte hebben gedaan niet inbegrepen.<br />
In deze statistiek wordt meestal het netto belastbaar inkomen gebruikt. Dat bestaat uit alle<br />
netto inkomsten verminderd met de aftrekbare uitgaven. Netto inkomsten zijn de inkomsten<br />
vóór aftrek van belastingen, zoals bedrijfsvoorheffing, maar na aftrek van de solidariteitsbijdrage<br />
(RSZ). Het gaat niet alleen om inkomsten uit arbeid: aangegeven inkomsten van onroerende<br />
goederen, inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen, bedrijfsinkomsten<br />
en diverse inkomsten zijn inbegrepen.<br />
1.1 1.1 Een Een grote grote iinkomensongelijkheid<br />
ii<br />
nkomensongelijkheid<br />
Het totale inkomen is erg ongelijk verdeeld, ook nadat belastingen werden geïnd. Figuur 1 geeft<br />
het totale inkomen weer, na aftrek van belastingen, van een aantal inkomensgroepen. Deze tien<br />
inkomensgroepen werden bepaald door 10% van de aangiften te nemen met het laagste<br />
inkomen, vervolgens 10% met het op één na laagste inkomen, enz. Daaruit blijkt dat de helft<br />
van de Vlaams-Brabantse aangiften meer dan drie kwart van het totale inkomen cumuleert. Een<br />
tiende van de aangiften totaliseert zelfs meer dan een kwart van het totale inkomen. Deze<br />
aangiften omvatten een groter inkomen dan de 50% laagste aangiften.<br />
Bovendien neemt de inkomensongelijkheid toe. Figuur 2 stelt de evolutie van het gemiddeld<br />
inkomen per aangifte voor van elke inkomensgroep (eveneens na belastingen). Zoals in de<br />
figuur hierboven werd een onderverdeling gemaakt in 10 inkomensgroepen die net evenveel<br />
aangiften omvatten. Het inkomen in 1977 van elk van deze groepen werd gelijk gesteld aan de<br />
waarde 100, en het inkomen in elk van de volgende jaren werd uitgedrukt als een percentage<br />
van dit bedrag. Deze grafiek is indicatief omdat de fiscale wetgeving continu verandert. De jaren<br />
waarin de grootste veranderingen plaatsvonden zijn weggelaten op de figuur. 10
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Figuur Figuur 1: : Aande Aandeel Aande<br />
l van van de de verschillende verschillende verschillende inkomensgroepen inkomensgroepen in in het het totale totale inkomen in in Vlaams Vlaams-Brabant Vlaams Brabant (2007)<br />
(2007)<br />
29,5%<br />
16,1%<br />
0,6%<br />
12,3%<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
3,7%<br />
5,4%<br />
6,4%<br />
10,0%<br />
7,4%<br />
8,5%<br />
10% laagste inkomens<br />
10% hoogste inkomens<br />
Figuur Figuur 2: : : Evolutie Evolutie van van het het gemiddeld gemiddeld inkomen inkomen van van de de verschillende verschillende inkomensgroepen in in Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Brabant<br />
index (1977=100)<br />
350<br />
300<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
50%<br />
laagste<br />
inkomens<br />
50%<br />
hoogste<br />
inkomens<br />
10%<br />
laagste<br />
inkomens<br />
10%<br />
hoogste<br />
inkomens<br />
50%<br />
laagste<br />
inkomens<br />
50%<br />
hoogste<br />
inkomens<br />
Tot aan de economische crisis van de jaren 1980 steeg het inkomen van de laagste<br />
inkomensgroep nog het sterkst en dat van de hoogste inkomensgroep het minst sterk, maar<br />
sindsdien gebeurt het omgekeerde. De laatste jaren neemt de inkomensongelijkheid nog sterker<br />
toe. Vooral de daling van het inkomen van de laagste inkomensgroep is opvallend. De figuur<br />
toont dus duidelijk aan dat de inkomensongelijkheid toeneemt in de tijd: het inkomen van de<br />
hoogste inkomensgroepen stijgt sterk, dat van de laagste stijgt minder sterk of daalt zelfs.<br />
9
10<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
1.2 1.2 Verschillende Verschillende Verschillende inkomensgroepen, inkomensgroepen, verschillende<br />
verschillende<br />
inkomensbronnen<br />
inkomensbronnen<br />
Figuur 3 geeft, voor de 10 verschillende inkomensgroepen, het belang van de verschillende<br />
inkomensbronnen. Zoals rechts op de figuur aangegeven zijn wedden en lonen gemiddeld de<br />
belangrijkste inkomensbron (64,5%), vervolgens de pensioenen (19,2%), dan de<br />
bedrijfsinkomens van zelfstandigen (9,7%) en pas helemaal op het einde komen onroerend<br />
goed (2,7%), ziekte- en invaliditeitsuitkeringen (2,0%) en werkloosheidsuitkeringen (1,8%).<br />
Andere inkomsten, bijvoorbeeld een leefloon, zijn erg beperkt (0,2%).<br />
Figuur Figuur 3: : Inkomensbronnen van de verschillende inkomensgroepen in Vlaams Vlaams-Brabant Vlaams<br />
Brabant Brabant (2007) (2007)<br />
(2007)<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Er zijn echter grote verschillen tussen de inkomensgroepen. We zien algemeen een stijging van<br />
het aandeel van wedden en lonen naarmate het inkomen stijgt. Alleen de laagste<br />
inkomensgroepen vormen hierop een uitzondering. Mogelijk speelt hier de invloed van deeltijds<br />
werk, bijvoorbeeld van jobstudenten, of van inkomens uit arbeid die gedeeltelijk vrijgesteld zijn<br />
van belastingen. Het aandeel van ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en werkloosheidsuitkeringen<br />
daalt naargelang het inkomen stijgt. De laagste inkomensgroep vormt hier wel opnieuw een<br />
uitzondering. Het aandeel van andere inkomsten, zoals leeflonen, kent eveneens een dalende<br />
trend naarmate het inkomen stijgt. De pensioenen kennen een oververtegenwoordiging in de<br />
derde laagste inkomensgroep, om vervolgens aan belang in te boeten naarmate het inkomen<br />
stijgt. De andere inkomensbronnen kennen een minder duidelijk verloop, hoewel<br />
bedrijfsinkomens van zelfstandigen wel het grootste aandeel kennen bij de hoogste<br />
inkomensgroepen.<br />
Algemeen kunnen we dus stellen dat rijke huishoudens hun inkomsten vooral uit wedden en<br />
lonen en in mindere mate uit bedrijfsinkomens halen, terwijl dat voor arme huishoudens vaak<br />
leeflonen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en werkloosheidsuitkeringen zijn. Huishoudens die<br />
hun inkomen in belangrijke mate uit pensioenen halen, vallen eerder onder de lagere<br />
inkomensgroepen.
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
1.3 1.3 Grote Grote verschillen verschillen tussen tussen de de gemeenten<br />
gemeenten<br />
Kaart 1 geeft het netto belastbaar inkomen per aangifte weer. Dit is vooral hoog in de<br />
residentiële rand rond Leuven en de residentiële rand rond Brussel, vooral in het zuidoosten.<br />
Leuven en Brussel zelf kennen een lager gemiddeld inkomen, wat vooral in Brussel uitgesproken<br />
is. De laagste inkomens in Vlaams-Brabant vinden we in het industriële gebied van de<br />
Zennevallei, van <strong>Halle</strong> tot Vilvoorde, en in de plattelandsgemeenten in het oosten van het<br />
Hageland. Ook de gemeente Liedekerke kent een opvallend lage waarde.<br />
Kaart Kaart 1: Gemiddeld Gemiddeld inkomen inkomen per per aangifte aangifte (2008)<br />
(2008)<br />
in euro<br />
35.823 - 40.044<br />
33.823 - 35.822<br />
31.823 - 33.822<br />
29.823 - 31.822<br />
25.184 - 29.822<br />
(Brussel: 16739 - 29.822)<br />
Vlaams-Brabant: 31.823<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Wanneer we kijken naar het aandeel van de lagere aangiften (kleiner of gelijk aan 20.000 euro)<br />
en naar het aandeel van de hoge aangiften (meer dan 50.000 euro), zien we een gelijkaardig<br />
beeld. Een groot aandeel lage aangiften vinden we in de Zennevallei, in het oosten van het<br />
Hageland en in een aantal andere gemeenten als Leuven, Wemmel, Tremelo en Bever (Kaart 2).<br />
Een groot aandeel hoge aangiften vinden we in de rand rond Leuven, in de zuidoostelijke rand<br />
rond Brussel en in een aantal andere residentiële gemeenten als Meise, Keerbergen en Zemst<br />
(Kaart 3).<br />
11
12<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Kaart Kaart 2: : : Aangiften Aangiften kleiner kleiner of of gelijk gelijk aan aan 20.000 20.000 euro euro (2008)<br />
% van de aangiften<br />
45,4 - 49,8 (Brussel: 45,4 - 72,7)<br />
43,9 - 45,3<br />
42,4 - 43,8<br />
40,9 - 42,3<br />
37,2 - 40,8<br />
Vlaams-Brabant: 42,4<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Aantal<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kaart Kaart Kaart 3: : Aangiften Aangiften groter groter dan dan 50.000 50.000 euro euro (2008)<br />
(2008)<br />
% van de aangiften<br />
21,0 - 24,4<br />
19,0 - 20,9<br />
17,0 - 18,9<br />
15,0 - 16,9<br />
10,1 - 14,9<br />
(Brussel: 3,4 - 14,9)<br />
Vlaams-Brabant: 17,0<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
10.000<br />
< 10.000 euro<br />
van 10.001 tot 20.000 euro<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Aantal<br />
100<br />
1.000<br />
Zemst<br />
Overijse<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
10.000<br />
Kampenhout<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Linter<br />
Landen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Binnen enkele gemeenten zijn er ook grote verschillen tussen de deelgemeenten. Kaart 4 geeft<br />
het gemiddeld inkomen per aangifte weer op dit niveau. 11<br />
Daaruit blijkt dat de verschillen tussen<br />
deelgemeenten vooral groot zijn in drie groepen gemeenten. De eerste groep omvat enkele<br />
gemeenten rond Brussel: Asse, Grimbergen, Sint-Pieters-Leeuw, Beersel, Zaventem. De tweede<br />
groep zijn de steden (Tienen, Diest, Leuven), waar er een groot verschil is tussen het centrum en<br />
sommige andere deelgemeenten. Daarnaast zijn er enkele gemeenten waarvan minstens een<br />
deel behoort tot de residentiële rand van Leuven of Brussel (Lubbeek, Boutersem, Hoegaarden,<br />
Holsbeek, Oud-Heverlee, Kortenberg, Huldenberg, Lennik). In die laatste groep van gemeenten<br />
is het inkomen in de minst rijke deelgemeente echter nog relatief hoog in vergelijking met<br />
enkele deelgemeenten rond Brussel en de stadskernen. De grote verschillen worden er vooral<br />
veroorzaakt door erg hoge inkomens in een aantal deelgemeenten.<br />
Kaart Kaart 4: Ge Gemiddeld Ge Gemiddeld<br />
middeld inkomen inkomen per per aangifte aangifte op op het het niveau van deelgemeenten (2008)<br />
(2008)<br />
in euro<br />
35.823 - 44.371<br />
33.823 - 35.822<br />
31.823 - 33.822<br />
29.823 - 31.822<br />
24.150 - 29.822<br />
(Brussel: 16.844 -29.822)<br />
geen gegevens beschikbaar<br />
Vlaams-Brabant: 31.823<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Affligem<br />
Ternat<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Opwijk<br />
Asse<br />
Merchtem<br />
<strong>Halle</strong><br />
Dilbeek<br />
Londerzeel<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
Zemst<br />
Grimbergen Vilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Beersel Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Kraainem<br />
Hoeilaart<br />
Wezembeek- Bertem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
Overijse<br />
Huldenberg<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Tremelo<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Bierbeek<br />
Oud-Heverlee<br />
Lubbeek<br />
Aarschot<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Tielt-Winge<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Diest<br />
Kortenaken Geetbets<br />
Linter<br />
Landen<br />
Zoutleeuw<br />
13
14<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Hoge Hoge inkomens inkomens trekken trekken trekken naar naar de de rand rand rond rond de de steden steden<br />
steden<br />
De hoge inkomens in de rand rond de steden en de lage inkomens in de stadscentra (Brussel,<br />
Leuven, <strong>Halle</strong>, Vilvoorde, maar ook Diest, Tienen en Aarschot), zijn het resultaat van<br />
suburbanisatie. Dit is een proces dat geleidelijk op gang kwam in de periode na de tweede<br />
wereldoorlog en waarbij steeds meer mensen uit de stad de groene rand opzochten, wat<br />
mogelijk werd door de stijging van het algemene welvaartspeil en door de veralgemening van<br />
het autobezit. Een vergelijking van een kaart van het inkomen in 1963 en in 2008 illustreert dit.<br />
In 1963 waren de hoogste inkomens nog te vinden in de steden zelf en in een aantal<br />
randgemeenten waar de suburbanisatie vroeg op gang kwam. Het platteland kende algemeen<br />
lage inkomens. In 2008 zijn de laagste inkomens te vinden in de steden, en zijn de hoogste<br />
inkomens te vinden in de ruime rand rond die steden. Alleen in de plattelandsgemeenten in het<br />
uiterste oosten van de provincie blijft het inkomen nog erg laag.<br />
Gemiddeld Gemiddeld inkomen inkomen inkomen per per per aangifte aangifte (1963)<br />
(1963)<br />
in EURO (geïndexeerd)<br />
15.466 - 31.183<br />
11.466 - 15.465<br />
7.709 - 11.465<br />
Vlaams-Brabant: 13.465<br />
geen gegevens beschikbaar<br />
Gemiddeld Gemiddeld inkomen inkomen inkomen per per aangifte aangifte (2008)<br />
(2008)<br />
in EURO<br />
34.824 - 44.371<br />
28.824 - 34.823<br />
16.844 - 28.823<br />
Vlaams-Brabant: 31.823<br />
geen gegevens beschikbaar<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
De bestaande verschillen tussen de gemeenten versterkten zich. Kaart 5 geeft de evolutie van<br />
het inkomen in de laatste 10 jaar. 12<br />
In de gemeenten waar het inkomen (in absolute cijfers) het<br />
sterkst gestegen is, was het inkomen meestal al erg hoog, en omgekeerd. Dit betekent dat<br />
residentiële gemeenten over het algemeen een sterke inkomensstijging kennen, door verdere<br />
suburbanisatie of door een inkomensstijging van de bestaande bewoners. Het omgekeerde<br />
geldt voor de stedelijke gemeenten (inclusief de gemeenten van de Zennevallei). Ook een aantal<br />
landelijke gemeenten kennen een relatief sterke inkomensstijging. Dit is vooral het geval in het<br />
Pajottenland. Mogelijk speelt inwijking van hogere inkomensgroepen ook hier een rol.<br />
Kaart Kaart 5: : Inkomensevolutie Inkomensevolutie 1998 1998-2008 1998 2008<br />
gemiddeld inkomen per aangifte 2008 - gemiddeld inkomen per aangifte 1998<br />
6750 - 8128<br />
5850 - 6749<br />
4950 - 5849<br />
4050 - 4949<br />
3069 - 4049<br />
(Brussel: -58 - 4049)<br />
Vlaams-Brabant: 4.949<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
1.4 1.4 Vlaams Vlaams-Brabant Vlaams Brabant Brabant in in perspectief perspectief<br />
perspectief<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Uit bovenstaande kaarten bleek al dat het inkomen in Vlaams-Brabant gemiddeld veel hoger ligt<br />
dan dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ook in vergelijking met Vlaanderen als geheel en<br />
Wallonië is dit het geval. Het gemiddeld inkomen in het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde is nog<br />
wat hoger dan dat in Leuven. Op Figuur 4 werd het gemiddeld inkomen per aangifte afgebeeld<br />
voor de verschillende gewesten, voor Vlaams-Brabant en voor de Vlaams-Brabantse<br />
arrondissementen. Ook het mediaan inkomen per aangifte werd weergegeven (dat is het<br />
inkomen van de middelste aangifte: er zijn evenveel aangiften met een lager inkomen en<br />
evenveel aangiften met een hoger inkomen). Die vertoont dezelfde tendens als het gemiddeld<br />
inkomen per aangifte.<br />
Vlaams-Brabant kent gemiddeld het hoogste inkomen van alle provincies. Meer dan de helft van<br />
de 20 rijkste gemeenten van het land bevinden zich in Vlaams-Brabant: Keerbergen, Oud-<br />
Heverlee, Wezembeek-Oppem, Kraainem, Sint-Genesius-Rode, Tervuren, Overijse, Lubbeek,<br />
Bierbeek, Herent en Meise.<br />
15
16<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Figuur Figuur 4: : Gemiddeld Gemiddeld en en mediaaninkomen mediaaninkomen per per per aangifte aangifte aangifte (2008) (2008)<br />
(2008)<br />
bedrag (euro)<br />
35.000<br />
30.000<br />
25.000<br />
20.000<br />
15.000<br />
10.000<br />
5.000<br />
0<br />
23.972<br />
16.959<br />
Brussels<br />
Hoofdstedelijk<br />
Gewest<br />
25.159<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
18.764<br />
26.722<br />
20.142<br />
Waals Gewest België Vlaams Gewest Arrondissement<br />
Leuven<br />
28.022<br />
21.390<br />
Gemiddeld inkomen per aangifte Mediaan inkomen per aangifte<br />
31.440<br />
22.890<br />
31.823<br />
22.978<br />
32.143<br />
23.050<br />
Provincie Arrondissement<br />
Vlaams-Brabant <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
Figuur Figuur 5: : Relatief Relatief belang belang belang van van de de inkomenscategorieën inkomenscategorieën inkomenscategorieën (link (links (link s - 2008) 2008) en en van de inkomensbronnen (rechts - 2007)<br />
2007)<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
8,8<br />
4,9<br />
9,3<br />
18,8<br />
35,5<br />
22,6<br />
Brussels<br />
Hoofdstedelijk<br />
Gewest<br />
12,8<br />
7,0<br />
11,2<br />
22,6<br />
30,4<br />
17,0<br />
7,3<br />
11,6<br />
21,6<br />
26,7<br />
15,9 15,7<br />
Vlaams Gewest Provincie Vlaams-<br />
Brabant<br />
> 50.000 EURO<br />
40.001 - 50.000 EURO<br />
30.001 - 40.000 EURO<br />
20.001 - 30.000 EURO<br />
10.001 - 20.000 EURO<br />
=< 10.000 EURO<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
11,2 10,0 9,7<br />
3,4<br />
20,1<br />
2,7<br />
6,5<br />
56,0<br />
Brussels<br />
Hoofdstedelijk<br />
Gewest<br />
2,3 2,7<br />
20,8<br />
2,5<br />
2,5<br />
61,8<br />
19,2<br />
64,5<br />
2,0<br />
1,8<br />
Vlaams Gewest Provincie Vlaams-<br />
Brabant<br />
Wedde en lonen Werkloosheid<br />
Ziekte en invaliditeit Pensioenen<br />
Onroerende goederen Bedrijfsinkomens<br />
Andere
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Op Figuur 5 (links) is te zien dat het aandeel hoge inkomens hoger is en het aandeel lage<br />
inkomens lager dan in Vlaanderen als geheel. Dat is nog meer het geval in vergelijking met<br />
Brussel. De provincie Vlaams-Brabant kent ook een veel groter aandeel inkomens uit wedden en<br />
lonen dan Vlaanderen als geheel (Figuur 5, rechts) Het omgekeerde geldt voor alle andere<br />
inkomensbronnen, afgezien van de inkomsten uit onroerend goed. Deze verschillen zijn meestal<br />
nog meer uitgesproken als er vergeleken wordt met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hoewel<br />
daar de inkomens uit onroerend goed een wat hoger aandeel hebben.<br />
Tegelijkertijd is de inkomensongelijkheid in Vlaams-Brabant, en vooral in <strong>Halle</strong>-Vilvoorde, heel<br />
wat groter dan in Vlaanderen als geheel, maar lager dan in Brussel. Figuur 6 geeft voor deze<br />
gebieden de evolutie van de gini-coëfficiënt, die een indicatie geeft van de<br />
inkomensongelijkheid (na belastingen). Wanneer deze coëfficiënt nul bedraagt, heeft iedereen<br />
perfect hetzelfde netto inkomen. Wanneer deze coëfficiënt één bedraagt is al het inkomen in<br />
handen van één huishouden. De inkomensongelijkheid neemt toe voor alle deelgebieden.<br />
Figuur Figuur 6: Evolutie van de inkomensongelij<br />
inkomensongelijkheid inkomensongelij<br />
kheid ( (gini (<br />
gini gini-coëfficiënt<br />
gini coëfficiënt coëfficiënt) coëfficiënt )<br />
0,375<br />
0,35<br />
0,325<br />
0,3<br />
0,275<br />
0,25<br />
0,225<br />
0,2<br />
1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008<br />
Provincie Vlaams-Brabant Vlaams Gewest<br />
Arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />
Arrondissement Leuven<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
2 Vervangingsinkomens<br />
Vervangingsinkomens<br />
Om na te gaan of iemand in armoede leeft of een armoederisico kent, wordt vaak gebruik<br />
gemaakt van de armoedegrens of armoederisicogrens. Deze grens wordt vaak gebruikt in<br />
internationale vergelijkingen, onder meer door de EU. De waarde hiervan wordt vastgelegd op<br />
60% van het nationaal mediaan inkomen, gemeten in de door Europa gecoördineerde SILC-<br />
enquêtes. 13<br />
Wanneer iemand een inkomen heeft lager dan deze waarde, wordt hij of zij<br />
beschouwd als arm of blootgesteld aan een armoederisico. In België gold dit in 2008 voor<br />
14,7% van de bevolking, in Vlaanderen voor 10,1% en in Brussel voor 26,3%.<br />
Personen met een vervangingsinkomen zijn een bijzondere risicogroep voor armoede. De<br />
uitkeringen liggen immers vaak onder de armoedegrens. Tabel 1 geeft de sociale uitkeringen in<br />
België als aandeel van deze grens, zowel voor alleenstaanden als voor een koppel met twee<br />
kinderen. Ook het minimumloon wordt als referentie aangegeven. Daaruit blijkt dat de situatie<br />
vooral problematisch is voor koppels met kinderen, en dat vooral het leefloon, de<br />
17
18<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT), de werkloosheidsuitkering en de<br />
inkomensgarantie voor ouderen (IGO) niet volstaan om iemand uit de armoede te tillen. Op<br />
deze uitkeringen wordt in dit onderdeel dieper ingegaan.<br />
Tabel Tabel 1: : Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens<br />
Alleenstaande<br />
Koppel met<br />
twee kinderen*<br />
Minimumloon 132 90<br />
Pensioen 107 88<br />
Invaliditeit 102 84<br />
IGO 92 82<br />
Werkloosheid 89 67<br />
IVT 76 68<br />
Leefloon 76 66<br />
Bron: De interfederale armoedebarometer 2010<br />
*bij de IGO en het pensioen gaat het om een koppel zonder kinderen<br />
2.1 2.1 Werkloosheid<br />
Werkloosheid<br />
Werkloosheid<br />
De werkloosheidscijfers die hier worden gebruikt zijn jaargemiddelden. 14<br />
Het gaat om alle niet<br />
werkende werkzoekenden (NWWZ) ingeschreven bij de VDAB. Dat wil zeggen dat zowel<br />
uitkeringsgerechtigde als niet uitkeringsgerechtigde werkzoekenden zijn opgenomen. De<br />
werkloosheidsgraad is de verhouding tussen het aantal NWWZ van 18 tot 64 jaar oud en de<br />
beroepsbevolking van 18 tot 64 jaar oud. De beroepsbevolking is de som van de niet-werkende<br />
werkzoekende bevolking en de werkende bevolking. 15<br />
Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld<br />
huisvrouwen en -mannen niet worden meegerekend.<br />
2.1.1 2.1.1 2.1.1 Werkloosheidsgraad<br />
Werkloosheidsgraad<br />
Werk is een sterke buffer tegen armoede, hoewel ook werkenden onder de armoededrempel<br />
kunnen vallen. Het gaat in vergelijking met werklozen echter over relatief kleine aantallen.<br />
Terwijl 4,8% van de werkenden arm is, is dat voor werklozen 34,8% 16<br />
.<br />
Figuur 7 geeft de evolutie van de werkloosheidsgraad in de Vlaams-Brabantse<br />
arrondissementen, in Vlaams-Brabant als geheel en in het Vlaams Gewest. Daaruit blijkt dat de<br />
werkloosheidscijfers sterk afhankelijk zijn van de economische conjunctuur. Sinds 2005 was er<br />
een daling van de werkloosheid merkbaar, maar sinds 2009 zijn de werkloosheidscijfers<br />
opnieuw sterk gestegen. Het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde kent nu een hogere<br />
werkloosheidsgraad dan het arrondissement Leuven, maar ligt nog ruim beneden de waarde<br />
voor het Vlaams Gewest. De werkloosheidsgraad in Brussel ligt meer dan drie maal hoger dan in<br />
Vlaams-Brabant, met 17,4%. 17<br />
Ook de werkloosheidsduur varieert met de economische conjunctuur. Figuur 8 geeft de evolutie<br />
van het aandeel langdurig werklozen (een jaar of meer werkloos) en het aandeel werklozen dat<br />
minder dan een jaar werkloos is. Wanneer het economisch goed gaat daalt het aandeel<br />
langdurig werklozen en omgekeerd. De langdurige werkloosheid is in Vlaams-Brabant minder<br />
uitgesproken dan in het Vlaams Gewest. In het Brusselse gewest zijn de cijfers nog hoger; daar<br />
is meer dan de helft van de werkzoekenden langer dan 1 jaar werkloos.
Figuur Figuur 7: : Evolut Evolutie Evolut ie van de werkloosheidsgraad<br />
% van de beroepsbevolking .<br />
9<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
4<br />
1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011<br />
arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde arr. Leuven prov. Vlaams-Brabant Vlaams Gewest<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />
Figuur Figuur 8: : : Aandeel Aandeel van van langdurige langdurige werklozen werklozen onder onder de de werkzoekenden<br />
werkzoekenden<br />
% van de NWWZ<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />
=1 jaar arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
=1 jaar arr. Leuven<br />
=1 jaar prov. Vlaams-Brabant<br />
=1 jaar Vlaams Gewest<br />
19
20<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Kaart 6 geeft de werkloosheidsgraad per gemeente. Daaruit blijkt dat die vooral hoog is rond<br />
Brussel - zij het in mindere mate ten zuidoosten van de stad -, in Leuven en in het Hageland,<br />
vooral in de steden (Tienen, Aarschot, Diest, Landen, Zoutleeuw).<br />
Kaart Kaart 6: : Niet Niet werkende werkende wwerkzoekenden:<br />
w erkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)<br />
% van de beroepsbevolking (18-64 jaar)<br />
7,3 - 10,1 (Brussel: 7,3 - 30,7)<br />
5,8 - 7,2<br />
4,8 - 5,7<br />
3,8 - 4,7<br />
2,9 - 3,7<br />
Vlaams-Brabant: 5,7<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Overijse<br />
Aantal NWWZ<br />
Kampenhout<br />
100<br />
500<br />
1.000<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT; ACTIRIS<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Er zijn ook hier soms grote verschillen tussen de deelgemeenten. Kaart 7 toont het aantal nietwerkende<br />
werkzoekenden per deelgemeente, als percentage van het aantal 18-64 jarigen. 18<br />
Er<br />
zijn vooral grote verschillen in enkele gemeenten rond Brussel (Sint-Pieters-Leeuw, Asse,<br />
Vilvoorde, Zaventem, Grimbergen) en in sommige (andere) steden: Tienen, Leuven en Diest. Op<br />
deze kaart is het industriële gebied van de Zennevallei duidelijk te zien, evenals de algemeen<br />
hogere waarden in grote delen van het Hageland.<br />
Kaart Kaart 7: : Niet Niet-werkende Niet werkende werkzoekenden, naar deelgemeente (31/12/2010)<br />
% van de 18-64 jarigen<br />
5,1 - 39,0<br />
4,0 - 5,0<br />
3,2 - 3,9<br />
2,7 - 3,1<br />
0,9 - 2,6<br />
Vlaams-Brabant: 3,9<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Affligem<br />
Ternat<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Opwijk<br />
Asse<br />
Merchtem<br />
<strong>Halle</strong><br />
Dilbeek<br />
Londerzeel<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
Zemst<br />
Grimbergen Vilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Beersel Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Kraainem<br />
Hoeilaart<br />
Wezembeek-Bertem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
Overijse<br />
Herent<br />
Huldenberg<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Tremelo<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Bierbeek<br />
Oud-Heverlee<br />
Lubbeek<br />
Aarschot<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Tielt-Winge<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
Diest<br />
Geetbets<br />
Kortenaken Geetbets<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VDAB; bevolking: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Landen<br />
Zoutleeuw
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
2.1.2 2.1.2 Werkloosheidsgraad Werkloosheidsgraad naar naar geslacht geslacht en en leeftijd<br />
leeftijd<br />
De werkloosheidsgraad is verschillend bij mannen en bij vrouwen (Figuur 9). De<br />
werkloosheidsgraad bij vrouwen is telkens groter dan de werkloosheidsgraad bij mannen, maar<br />
het verschil tussen beiden verkleint wel in de tijd. In het arrondissement Leuven liggen beide<br />
cijfers nu erg dicht bij elkaar. Mannen blijken gevoeliger te zijn voor de recente economische<br />
laagconjunctuur.<br />
Figuur Figuur 9: : Evolutie Evolutie van van de de werkloosheidsgraad werkloosheidsgraad naar naar geslacht<br />
geslacht<br />
% van de beroepsbevolking .<br />
11<br />
10<br />
9<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />
mannen arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde vrouwen arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
mannen arr. Leuven vrouwen arr. Leuven<br />
mannen prov. Vlaams-Brabant vrouwen prov. Vlaams-Brabant<br />
mannen Vlaams Gewest vrouwen Vlaams Gewest<br />
Er zijn ook sterke verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Jongeren kennen een veel hogere<br />
werkloosheidsgraad en zijn gevoeliger voor de economische omstandigheden (Figuur 10). De<br />
stijging van de werkloosheid bij ouderen is eveneens opvallend, maar dat is mee te verklaren<br />
door de optrekking van de leeftijd (in 2002) waarop men vrijstelling van inschrijving als<br />
werkzoekende kan verkrijgen. 19<br />
21
22<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Figuur Figuur 10 10: 10<br />
: Evolutie van van de werkloosheidsgraad werkloosheidsgraad naar leeftijd<br />
% van de beroepsbevolking ,<br />
18<br />
16<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011<br />
< 25 jaar arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde 25-50 jaar arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde >= 50 jaar arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
< 25 jaar arr. Leuven 25-50 jaar arr. Leuven >= 50 jaar arr. Leuven<br />
< 25 jaar prov. Vlaams-Brabant 25-50 jaar prov. Vlaams-Brabant >= 50 jaar prov. Vlaams-Brabant<br />
< 25 jaar Vlaams Gewest 25-50 jaar Vlaams Gewest >= 50 jaar Vlaams Gewest<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />
Er zijn ook ruimtelijke verschillen naar geslacht en leeftijd. Werkloosheid onder vrouwen is iets<br />
meer uitgesproken in het Hageland dan wat geldt voor de gehele bevolking (Kaart 8). Dit geldt<br />
ook voor de jongeren (Kaart 9).<br />
Kaart Kaart 8: : Vrouwelijke Vrouwelijke niet niet-werkende niet werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)<br />
% van de vrouwelijke beroepsbevolking<br />
7,5 - 11,2 (Brussel: 7,5 - 32,7)<br />
6,0 - 7,4<br />
5,0 - 5,9<br />
4,0 - 4,9<br />
2,7 - 3,9<br />
Vlaams-Brabant: 5,9<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Aantal NWWZ<br />
Overijse<br />
600<br />
< 25 jaar<br />
25-50 jaar<br />
50+<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT; ACTIRIS<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
Geetbets
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Kaart Kaart 9: : Jonge Jonge niet niet-werkende niet werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)<br />
% van de beroepsbevolking (< 25 jaar)<br />
16,7 - 19,7 (Brussel: 16,7 - 40,9)<br />
14,5 - 16,6<br />
12,5 - 14,4<br />
11,3 - 12,4<br />
8,2 - 11,2<br />
Vlaams-Brabant: 14,4<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Aantal NWWZ<br />
Overijse<br />
200<br />
mannen<br />
vrouwen<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
2.1.3 2.1.3 2.1.3 Werkloosheid Werkloosheid naar naar naar opleiding opleiding en en en origine origine<br />
origine<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT; ACTIRIS<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Ook laaggeschoolden en personen van niet-Belgische origine, vooral van niet-Europese origine,<br />
kennen een hogere werkloosheid dan gemiddeld en zijn kwetsbaarder voor de economische<br />
omstandigheden. Laaggeschoolde werkzoekenden van niet-Belgische origine worden daarbij<br />
sterker getroffen dan laaggeschoolden van Belgische origine. 20<br />
Voor deze groepen kunnen we geen werkloosheidsgraden berekenen omdat we de juiste<br />
grootte van de referentiegroep niet kennen: we weten niet hoe groot de laaggeschoolde<br />
beroepsbevolking is of hoe groot de beroepsbevolking van niet-Belgische origine is. Wel kunnen<br />
we het aandeel van de laaggeschoolde werkzoekenden en de werkzoekenden van niet-<br />
Belgische origine in het totaal aantal NWWZ bekijken (Kaart 10 en Kaart 11). Er is telkens een<br />
sterke overeenkomst met het totaal aandeel laaggeschoolden en het totaal aandeel personen<br />
van niet-Belgische origine in de bevolking. Laaggeschoolden zijn sterk vertegenwoordigd in het<br />
Hageland, het Pajottenland en de Zennevallei. Personen van niet-Belgische origine vinden we<br />
vooral in de ruime rand rond Brussel, in Leuven en in mindere mate in Diest en Tienen.<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
23
24<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Kaart Kaart 10 10: 10 : Laaggeschoolden Laaggeschoolden niet niet-werkende niet werkende werkende werkzoekenden (2010) (2010)<br />
% van de niet-werkende werkzoekenden<br />
48,1 - 55,5<br />
41,6 - 48,0<br />
38,6 - 41,5<br />
32,1 - 38,5<br />
25,9 - 32,0<br />
Vlaams-Brabant: 41,5<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Aantal laaggeschoolde NWWZ<br />
Boortmeerbeek<br />
Overijse<br />
10<br />
100<br />
Kampenhout<br />
1.000<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Kaart Kaart 11 11: 11 : Niet Niet-werkende Niet werkende werkzoekenden van van niet niet-Belgische niet<br />
Belgische origine (2010)<br />
% van de niet-werkende werkzoekenden<br />
41,7 - 59,0<br />
29,7 - 41,6<br />
19,7 - 29,6<br />
11,7 - 19,6<br />
5,9 - 11,6<br />
Vlaams-Brabant: 29,6<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Aantal NWWZ met een niet-Belgische origine<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Overijse<br />
10<br />
100<br />
Boortmeerbeek<br />
1.000<br />
Kampenhout<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Voor de groep van niet-Belgische origine kunnen we ook nagaan wat het belang is van de<br />
werkloosheid binnen de volledige bevolking van niet-Belgische origine van 18-64 jaar (Kaart<br />
12). 21<br />
Op deze kaart zien we dat de werkloosheid onder personen van niet-Belgische origine<br />
vooral hoog is in de ruime rand rond Brussel. 22<br />
De zuidoostelijke rand vormt een duidelijke<br />
uitzondering. De waarden zijn vooral hoog ten noordoosten en ten noordwesten van Brussel,<br />
tot aan de provinciegrens. Ook in het Hageland zijn de cijfers hoog, maar hier gaat het om een<br />
relatief kleine groep.<br />
Kaart Kaart 12 12: 12 : Werkloosheid Werkloosheid binnen binnen de de groep groep van van niet niet-Belgische niet Belgische origine origine ( (2010) (<br />
2010)<br />
% van de bevolking met een niet-Belgische origine<br />
12,0 - 16,6<br />
10,0 - 11,9<br />
8,5 - 9,9<br />
6,5 - 8,4<br />
3,7 - 6,4<br />
Vlaams-Brabant: 8,5<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Overijse<br />
Aantal<br />
Kampenhout<br />
300<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
origine van de EU-14<br />
origine van buiten de EU-15<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VDAB, via ARVASTAT; bevolking: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
2.2 2.2 Het Het leefloon leefloon en en het het recht recht op op maatschappelijke maatschappelijke integratie<br />
integratie<br />
Het leefloon is een minimuminkomen dat kan worden aangevraagd als men niet over<br />
toereikende bestaansmiddelen beschikt of kan beschikken. Wanneer men niet aan alle<br />
voorwaarden 23<br />
voldoet om het leefloon te ontvangen, voornamelijk omwille van de<br />
nationaliteit, kan men terugvallen op een equivalent leefloon. De gepresenteerde cijfers zijn een<br />
optelling van de leefloners en equivalent leefloners en omvatten al diegenen die in de loop van<br />
het jaar minstens één maand het leefloon of het equivalent leefloon hebben ontvangen.<br />
Het leefloon maakt deel uit van het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI). Het equivalent<br />
leefloon maakt deel uit van het Recht op Maatschappelijke Hulp (RMH). Het merendeel van de<br />
personen die beroep doen op deze rechten krijgt een (equivalent) leefloon, maar het kan ook<br />
een tewerkstelling inhouden en, in het geval van de RMH, medische hulp. Ook hier worden de<br />
RMI-gerechtigden en de RMH-gerechtigden opgeteld en worden al diegenen beschouwd die in<br />
de loop van het jaar minstens één maand deze rechten hebben ontvangen. 24<br />
25
26<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
2.2.1 2.2.1 Het Het leefloon leefloon en en het het equivalent equivalent leefloon<br />
leefloon<br />
Figuur 11 geeft de evolutie van het aantal personen dat recht heeft op een leefloon of een<br />
equivalent leefloon vanaf 2003. In oktober 2002 ging de nieuwe leefloonwet van start,<br />
waardoor de cijfers van voor deze wetswijziging niet helemaal vergelijkbaar zijn. Deze figuur<br />
toont een daling van het aandeel leefloners (inclusies equivalent leefloners) in Vlaams-Brabant<br />
tot in 2008, waarna een stijging merkbaar is, zeker in het arrondissement Leuven. Voor<br />
Vlaanderen is de ontwikkeling gelijkaardig, maar de cijfers liggen hier heel wat hoger. In Brussel<br />
zijn de cijfers meer dan zes maal hoger dan in Vlaams-Brabant. 6,3 % van de bevolking krijgt er<br />
een leefloon of equivalent leefloon, en het aandeel stijgt over de gehele periode.<br />
Figuur Figuur 11 11: 11<br />
: : Aantal Aantal leefloners leefloners en equivalent equivalent leefloners leefloners, leefloners<br />
, evolutie in de tijd<br />
% van de bevolking (18+) .<br />
1,8<br />
1,6<br />
1,4<br />
1,2<br />
1<br />
0,8<br />
2003 2005 2007 2009 2011<br />
arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde prov. Vlaams-Brabant<br />
arr. Leuven Vlaams Gewest<br />
Bron data: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
We zien dus een gelijkaardige evolutie als bij de werkloosheidsgraad, die gelijkloopt met de<br />
economische conjunctuur. Er zijn echter grote verschillen tussen het leefloon en het equivalent<br />
leefloon. Het aandeel leefloners kent globaal een stijgende tendens, terwijl het aandeel<br />
equivalent leefloners daalt tot in 2009 (Figuur 12). In Vlaanderen zien we dezelfde tendensen,<br />
maar het aandeel leefloners is er veel hoger. In Brussel is de stijging van het aandeel leefloners<br />
meer uitgesproken, en ook de daling van het aandeel equivalent leefloners is er minder sterk.<br />
Door de recente stijging is het aandeel equivalent leefloners er nu hoger dan in 2003.
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Figuur Figuur 12 12: 12<br />
: : Aan Aantal Aan Aantal<br />
tal leefloners leefloners of of equivalent equivalent leefloners, leefloners, evolutie evolutie in in de de tijd<br />
tijd<br />
% van de bevolking (18+) .<br />
1<br />
0,8<br />
0,6<br />
0,4<br />
0,2<br />
0<br />
2003 2005 2007 2009 2011<br />
leefloon arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde eq. leefloon arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
leefloon arr. Leuven eq. leefloon arr. Leuven<br />
leefloon prov. Vlaams-Brabant eq. leefloon prov. Vlaams-Brabant<br />
leefloon Vlaams Gewest eq. leefloon Vlaams Gewest<br />
Bron data: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Equivalent leefloners zijn voornamelijk personen die geen leefloon kunnen ontvangen omdat ze<br />
geen burger zijn van de EU en niet in het bevolkingsregister zijn ingeschreven. Dat laatste wil<br />
zeggen dat ze niet het statuut van 'gevestigde vreemdeling' hebben. Het gaat dan ook bijna<br />
uitsluitend (99%) om niet-Belgen, en meer specifiek niet-EU-nationaliteiten (97%). Ter<br />
vergelijking: bij het gewone leefloon is het aandeel niet-Belgen 24% en het aandeel niet-EU-<br />
nationaliteiten 17%. 25<br />
De dalende tendens van het aandeel equivalent leefloners heeft<br />
grotendeels te maken met wetswijzigingen. Het aantal asielzoekers dat gebruik kan maken van<br />
financiële hulp is ingeperkt. In principe komen kandidaat-vluchtelingen nu alleen nog in<br />
aanmerking voor materiële steun. Er zijn echter een aantal uitzonderingen. Dit geldt<br />
bijvoorbeeld voor de asielaanvragen die ontvankelijk zijn verklaard voor 1 juni 2007, of voor<br />
kandidaat-vluchtelingen die door FEDASIL worden doorverwezen naar een <strong>OCMW</strong>. Dat laatste<br />
gebeurt wanneer het aantal beschikbare plaatsen in de opvangstructuren ontoereikend blijkt.<br />
Op dit moment is het aandeel kandidaat-vluchtelingen binnen de equivalent leefloners relatief<br />
beperkt (27%). In 2008 bestond nog meer dan de helft van de equivalent leefloners uit<br />
kandidaat-vluchtelingen. De meeste andere equivalent leefloners zijn vreemdelingen die in het<br />
vreemdelingenregister zijn ingeschreven. 26<br />
27
28<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Slechts 3,2% van de leefloners en equivalent leefloners is ouder dan 65. Deze groep wordt hier<br />
niet beschouwd en komt aan bod bij het hoofdstuk over de inkomensgarantie voor ouderen.<br />
De leefloners (inclusief equivalent leefloners) zijn ongelijk gespreid over de provincie. Kaart 13<br />
toont de (equivalent) leefloners van 18 tot 64 jaar als aandeel van de bevolking van 18 tot 64<br />
jaar. 27<br />
Het aandeel leefloners en equivalent leefloners jonger dan 65 jaar is hoog rond Brussel,<br />
vooral ten noordoosten en noordwesten van de stad, in Leuven, Tienen, en in mindere mate in<br />
<strong>Halle</strong>, Landen en Liedekerke.<br />
Kaart Kaart 13 13: 13 : Leefloners Leefloners en en equivalent equivalent leefloners leefloners jonger jonger dan dan 65 65 jaar jaar (2010)<br />
(2010)<br />
% van de bevolking (18-64 jaar)<br />
1,66 - 2,98 (Brussel: 1,66 - 15,69)<br />
1,23 - 1,65<br />
0,86 - 1,22<br />
0,61 - 0,85<br />
0,27 - 0,60<br />
Vlaams-Brabant: 1,22<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
400<br />
leefloon<br />
equivalent leefloon<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: POD maatschappelijke integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
2.2.2 2.2.2 2.2.2 Verschillen Verschillen naar naar geslacht, geslacht, geslacht, leeftijd leeftijd en en gezin gezinsvorm gezin gezinsvorm<br />
svorm<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Mannen en vrouwen, verschillende leeftijdsgroepen en verschillende gezinsvormen zijn niet<br />
allemaal gelijk vertegenwoordigd bij de leefloners. Figuur 13 (links) toont de evolutie van het<br />
aandeel vrouwen dat aangewezen is op een leefloon of equivalent leefloon. Dit aandeel ligt in<br />
stijgende lijn, en bedraagt nu meer dan de helft. Dit heeft vooral te maken met een stijging van<br />
het aandeel vrouwen bij het equivalent leefloon, van 32% naar 42%. Bij het leefloon is het<br />
aandeel vrouwen steeds hoger geweest en schommelt rond de 55%. Figuur 13 (rechts) toont<br />
het aandeel van de verschillende leeftijdsgroepen en de evolutie daarvan in de tijd. Meer dan de<br />
helft van de (equivalent) leefloners is jonger dan 35 jaar, en het aandeel van de jongste groep<br />
(jonger dan 25 jaar) stijgt. Ook het aandeel van de hogere leeftijdsgroepen (45+) stijgt. Deze<br />
stijging is te wijten aan een inhaalbeweging bij het equivalent leefloon, waar de middengroepen<br />
(25-34 jaar en 35-44 jaar) wel nog steeds veel sterker vertegenwoordigd zijn dan bij de<br />
leefloners.
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Figuur Figuur 13 13: 13<br />
: : Aantal Aantal leefloners leefloners en en equivalent equivalent leefloners leefloners in in Vlaams-Brabant Vlaams<br />
Brabant naar geslacht (links) en leeftijd (rechts)<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Bron data: POD Maatschappelijke Integratie<br />
Vrouw<br />
Man<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Figuur 14 toont het aandeel van de verschillende gezinsvormen onder (equivalent) leefloners.<br />
Het aandeel van gezinnen met kinderen stijgt, maar de belangrijkste groep bestaat nog steeds<br />
uit alleenstaanden. Dit aandeel daalt wel, maar bedraagt nog steeds bijna de helft. Deze daling<br />
is vooral opvallend bij het equivalent leefloon. De leefloners en equivalent leefloners hebben nu<br />
een gelijkaardige gezinsstructuur. Een groeiende groep onder de leefloners zijn studenten. Het<br />
gaat nu om 10% van de leefloners, dubbel zoveel dan in 2003.<br />
Figuur Figuur 14 14: 14<br />
: : Aantal Aantal leefloners leefloners en en equivalent equivalent leefloners leefloners in in Vlaams-Brabant Vlaams<br />
Brabant naar naar gezinssituatie<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Bron data: POD Maatschappelijke Integratie<br />
Onbekend<br />
Met kinderen<br />
Samenwonend<br />
Alleenstaand<br />
2.2.3 2.2.3 2.2.3 Recht Recht op op maatschappelij<br />
maatschappelijke maatschappelij ke integratie integratie en en recht recht op op op maatschappelijke<br />
maatschappelijke<br />
hulp<br />
hulp<br />
Zoals eerder gesteld zijn het leefloon en het equivalent leefloon een onderdeel van het Recht op<br />
Maatschappelijke Integratie (RMI), respectievelijk het Recht op Maatschappelijke Hulp (RMH).<br />
Naast het (equivalent) leefloon kan ook tewerkstelling en medische hulp worden toegekend. De<br />
overgrote meerderheid van de RMI-gerechtigden in Vlaams-Brabant ontvangen ook een leefloon<br />
(94%). Dit is minder uitgesproken bij RMH-gerechtigden, waar het om 65% gaat. Dit aandeel<br />
daalt ook sterk. In 2003 was dat nog meer dan 80%. In Vlaanderen als geheel en in Brussel zijn<br />
deze cijfers nog lager. In Brussel is het nu zelfs minder dan de helft.<br />
55+<br />
45-54<br />
35-44<br />
25-34<br />
30<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Gezien de meerderheid van de RMI- en RMH-gerechtigden een (equivalent) leefloon ontvangen,<br />
zien we gelijkaardige evoluties in de tijd dan bij de (equivalent) leefloners, hoewel de cijfers<br />
natuurlijk wat hoger liggen (Figuur 15 en Figuur 16). Ook de verschillen tussen de gemeenten<br />
leveren een gelijkaardig beeld op (Kaart 14). RMH-gerechtigen wegen wel wat meer door, net<br />
omdat een minder groot aandeel van hen financiële steun ontvangt.<br />
Figuur Figuur 15 15: 15<br />
: : Aantal Aantal rechthebbenden rechthebbenden op op een een RMI RMI en en RMH, RMH, evolut evolutie evolut ie in de tijd<br />
% van de bevolking (18+) .<br />
2<br />
1,8<br />
1,6<br />
1,4<br />
1,2<br />
1<br />
2003 2005 2007 2009 2011<br />
arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde prov. Vlaams-Brabant<br />
arr. Leuven Vlaams Gewest<br />
Bron data: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Figuur Figuur 16 16: 16<br />
: : Aantal Aantal rechthebbenden rechthebbenden op op een een RMI RMI of of RMH RMH , , evolutie evolutie in in de de tijd<br />
tijd<br />
% van de bevolking (18+) .<br />
1,2<br />
1<br />
0,8<br />
0,6<br />
0,4<br />
0,2<br />
2003 2005 2007 2009 2011<br />
RMI arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde RMH arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
RMI arr. Leuven RMH arr. Leuven<br />
RMI prov. Vlaams-Brabant RMH prov. Vlaams-Brabant<br />
RMI Vlaams Gewest RMH Vlaams Gewest<br />
Bron data: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Kaart Kaart 14 14: 14 : RMI RMI- RMI en RMH RMH-gerechtigden RMH<br />
gerechtigden jonger dan 65 jaar jaar (2010)<br />
% van de bevolking (18-64 jaar)<br />
1,96 - 3,45 (Brussel: 1,96 - 17,92)<br />
1,47 - 1,95<br />
1,06 - 1,46<br />
0,76 - 1,05<br />
0,44 - 0,75<br />
Vlaams-Brabant: 1,46<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
400<br />
Recht op Maatschappelijke Integratie<br />
Recht op Maatschappelijke Hulp<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: POD maatschappelijke integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Ook de cijfers naar geslacht en leeftijd zijn gelijkaardig (Figuur 17) aan die van het (equivalent)<br />
leefloon, hoewel de mannen hier nog net in de meerderheid zijn en de middelste<br />
leeftijdsgroepen (25-44 jaar) wat meer aanwezig zijn. RMH-rechthebbenden wegen hier immers<br />
wat meer door en de mannen en middelste leeftijdsgroepen zijn daar relatief belangrijker dan bij<br />
de RMI-gerechtigden.<br />
Figuur Figuur 17 17: 17<br />
: : Aantal Aantal RMI RMI- RMI en RMH RMH-gerechtigden RMH<br />
gerechtigden gerechtigden in in Vlaams Vlaams-Brabant Vlaams<br />
Brabant naar geslacht (links) en leeftijd leeftijd (rechts)<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />
Bron data: POD Maatschappelijke Integratie<br />
Vrouw<br />
Man<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />
55+<br />
45-54<br />
35-44<br />
25-34<br />
32<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Een deel van de RMI- en RMH-gerechtigden kan worden tewerkgesteld. Dit aandeel stijgt sterk<br />
in de tijd, zowel in het arrondissement Leuven, het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde als in<br />
Vlaanderen (Figuur 18). Het bedraagt nu meer dan 10%. Binnen de tewerkgestelden zijn<br />
mannen licht in de meerderheid en hun aandeel stijgt. Verder is er een oververtegenwoordiging<br />
van de 35-44 en 45-54 jarigen. Er is een ondervertegenwoordiging van de jongste en oudste<br />
leeftijdsgroep. Bijna 1 op 4 is een RMH-gerechtigde en dit aandeel stijgt.<br />
Figuur Figuur 18 18: 18<br />
: : Aan Aantal Aan tal RMI RMI- RMI<br />
en RMH RMH-gerechtigden RMH<br />
gerechtigden met tewerkstelling<br />
% van de RMI- en RMH-gerechtigden .<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2003 2005 2007 2009 2011<br />
arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde prov. Vlaams-Brabant<br />
arr. Leuven Vlaams Gewest<br />
Bron data: POD Maatschappelijke Integratie<br />
2.3 2.3 De De De inkomensgarantie inkomensgarantie voor voor ouderen<br />
ouderen<br />
De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) is een minimuminkomen voor personen vanaf 65 jaar.<br />
Het wordt toegekend aan ouderen die niet voldoende pensioenrechten hebben opgebouwd en<br />
niet over voldoende andere bestaansmiddelen beschikken. Bij wie op de leeftijd van 65 jaar<br />
reeds een pensioen of een andere tegemoetkoming ontvangt of heeft aangevraagd wordt het<br />
recht op een IGO sinds 2010 automatisch onderzocht. 28<br />
De IGO is op 1 juni 2001 ingevoerd ter vervanging van het gewaarborgd inkomen voor<br />
bejaarden (GIB). Diegenen voor wie het bedrag van het GIB hoger bleek dan het IGO, blijven<br />
het GIB ontvangen. In 2011 ging het in Vlaams-Brabant nog om 14% van de begunstigden. De<br />
hier gebruikte cijfers bevatten ook de begunstigden van een GIB.<br />
Kaart 15 toont het aandeel ouderen dat recht heeft op een inkomensgarantie voor ouderen. Dit<br />
aandeel is vooral hoog in het Hageland, in Leuven, in een aantal gemeenten rond Brussel (Asse,<br />
Drogenbos, Sint-Pieters-Leeuw, Vilvoorde) en in een aantal gemeenten in het westen van de<br />
provincie (Londerzeel, Opwijk, Roosdaal). Ten zuidoosten van Brussel en Leuven zijn er lage<br />
waarden, met uitzondering van Bertem en Huldenberg. Tenslotte heeft ook Kampenhout een<br />
bovengemiddelde waarde.
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Kaart Kaart 15 15: 15 : Aandeel Aandeel van van de de 65 65-plussers 65 plussers dat dat een IGO ontvangt (01/01/2011)<br />
% van de bevolking (65+)*<br />
5,2 - 6,2 (Brussel: 5,2 - 23,7)<br />
3,4 - 5,1<br />
2,8 - 3,3<br />
2,2 - 2,7<br />
1,5 - 2,1<br />
Vlaams-Brabant: 3,3<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
* t.o.v. de bevolking op 01/01/2010<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
aantal<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
10<br />
100<br />
1.000<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Rijksdienst voor pensioenen; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
De laatste jaren is er geen sterke stijging van het aandeel 65-plussers dat beroep doet op een<br />
IGO, maar het gemiddeld uitgekeerd bedrag kent wel een stijging. Niet iedereen ontvangt<br />
immers hetzelfde bedrag. Het juiste bedrag dat wordt uitgekeerd is afhankelijk van het pensioen<br />
en de bestaansmiddelen waarover men reeds kan beschikken. De IGO is een individueel recht,<br />
maar het bedrag is mede afhankelijk van het feit of men al dan niet alleen woont. Kaart 16<br />
toont het gemiddeld bedrag per begunstigde. Dit aandeel is vooral hoog in stedelijke gebieden:<br />
het is bovengemiddeld in de ruime rand rond Brussel (behalve in het zuidoosten) en in het<br />
Leuvense. In het Hageland is het alleen in Scherpenheuvel-Zichem bovengemiddeld. De hogere<br />
waarden in stedelijke gebieden betekenen niet noodzakelijk dat de armoede er meer ouderen<br />
treft, maar wel dat de armoede er scherper is.<br />
Kaart Kaart 16 16: 16 : Gemiddeld Gemiddeld uitgekeerd uitgekeerd bedrag bedrag van van de de IGO IGO (01/01/2011)<br />
(01/01/2011)<br />
euro per begunstigde<br />
358 - 436 (Brussel: 358 - 497)<br />
318 - 357<br />
278 - 317<br />
238 - 277<br />
157 - 237<br />
Vlaams-Brabant: 317<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
aantal<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
10<br />
100<br />
1.000<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Rijksdienst voor pensioenen<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
33
34<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
2.4 2.4 Tegemoetkomingen Tegemoetkomingen voor voor personen personen met met een een handicap<br />
handicap<br />
Een integratietegemoetkoming (IT) kan worden toegekend aan iemand met een handicap of<br />
chronische ziekte bij wie een gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid werd<br />
vastgesteld en die daardoor bijkomende kosten heeft om zich in het maatschappelijke leven in<br />
te passen. Een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) kan worden toegekend aan<br />
iemand die wegens een handicap of chronische ziekte niet meer dan één derde kan verdienen<br />
van wat een gezond persoon zou kunnen verdienen. Deze twee tegemoetkomingen kunnen<br />
gelijktijdig of afzonderlijk worden toegekend. De IT en de IVT kunnen aangevraagd worden<br />
vanaf de leeftijd van 21 jaar (daarvóór kan verhoogde kinderbijslag worden aangevraagd) en<br />
tot en met de leeftijd van 64 jaar. Vanaf de 65ste verjaardag kan alleen een tegemoetkoming<br />
voor hulp aan bejaarden (THAB) worden aangevraagd. Deze tegemoetkoming kan worden<br />
toegekend bij een verminderde zelfredzaamheid of gebrek aan zelfredzaamheid. Personen<br />
ouder dan 65 kunnen wel een IT en/of IVT blijven ontvangen, als het bedrag ervan hoger is dan<br />
het bedrag van de THAB. Genoemde tegemoetkomingen zijn een recht en worden niet<br />
automatisch toegekend. Er gelden inkomensvoorwaarden, verblijfsvoorwaarden (verblijf in<br />
België) en nationaliteitsvoorwaarden. 29<br />
Kaart 17 geeft het aantal personen van 21-64 jaar dat een IT en/of IVT ontvangt, per 1.000<br />
inwoners. De aanwezigheid van voorzieningen voor personen met een handicap beïnvloeden<br />
duidelijk de cijfers. Zo zien we de hoogste waarden in Bierbeek, Roosdaal, Tienen en Lennik.<br />
Algemeen zijn de hoge waarden in het oostelijke Hageland wel opvallend.<br />
Kaart Kaart 17 17: 17 : Aantal Aantal personen personen van van 21 21-64 21 64 64 jaar dat dat een IT en/of en/of IVT ontvangt (01/04/2011)<br />
(01/04/2011)<br />
per 1.000 inwoners (21-64 jaar)*<br />
18,7 - 47,3<br />
13,7 - 18,6<br />
11,2 - 13,6<br />
8,7 - 11,1<br />
6,5 - 8,6<br />
Vlaams-Brabant: 13,6<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
* t.o.v. de bevolking op 01/01/2010<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
400<br />
enkel IT<br />
enkel IVT<br />
IT en IVT<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: POD maatschappelijke integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Kaart 18 toont het aandeel personen van 65 jaar en ouder dat een IT, IVT en/of THAB ontvangt.<br />
Het aandeel is hier veel hoger dan bij de 21-64 jarigen, en bedraagt in een aantal gemeenten<br />
bijna 20%. Hoge waarden vinden we vooral in het Hageland en in het Pajottenland. Rond<br />
Brussel en in het Leuvense zijn de waarden meestal erg laag.
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Kaart Kaart 18 18: 18 : Aantal Aantal personen personen van van 65 65 jaar jaar of of meer meer dat dat een een IT, IT, IVT IVT en/of en/of THAB THAB ontvangt ontvangt (01/04/2011)<br />
(01/04/2011)<br />
per 1.000 inwoners (65+)*<br />
119,1 - 192,5<br />
94,1 - 119,0<br />
69,1 - 94,0<br />
44,1 - 69,0<br />
13,9 - 44,0<br />
Vlaams-Brabant: 69,1<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
* t.o.v. de bevolking op 01/01/2010<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
400<br />
IT of IVT<br />
IT en IVT<br />
THAB<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: POD maatschappelijke integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
2.5 2.5 Verhoogde Verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering<br />
ziekteverzekering<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
De voorkeursregeling in de ziekteverzekering maakt de gezondheidszorg goedkoper (minder<br />
remgeld, lager plafondbedrag voor de maximumfactuur ...) voor bepaalde personen en<br />
gezinnen met een laag inkomen. Alle personen die een leefloon, een inkomensgarantie voor<br />
ouderen of een tegemoetkoming voor personen met een handicap ontvangen krijgen een<br />
verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. In bepaalde gevallen geldt dat ook voor<br />
de andere leden van hun gezin. De voorkeursregeling geldt echter ook voor een hele reeks<br />
andere groepen met een laag inkomen. De hier gebruikte cijfers kunnen dus worden<br />
beschouwd als een veralgemening van bovenstaande cijfers.<br />
Concreet zijn er drie categorieën van personen die recht hebben op een verhoogde<br />
tegemoetkoming in de ziekteverzekering:<br />
Een eerste eerste categorie categorie verkrijgt de voorkeursregeling op basis van hun hoedanigheid<br />
hoedanigheid. hoedanigheid Het gaat om<br />
gepensioneerden, weduwen en weduwnaars, wezen en invaliden (het vroegere WIGW-statuut),<br />
langdurig werklozen van minstens 50 jaar oud, ambtenaren die op vroegtijdig pensioen zijn<br />
gesteld wegens ziekte of gebrekkigheid, en meer in het algemeen alle personen vanaf 65 jaar<br />
die in België verblijven, naast een aantal specifieke, numeriek kleine categorieën. Dit recht geldt<br />
ook voor de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van de rechthebbende en eventuele personen ten<br />
laste. In alle genoemde gevallen is de voorkeursregeling wel aan inkomensvoorwaarden<br />
gebonden. Ze wordt ook niet automatisch toegekend, maar moet eerst worden aangevraagd.<br />
Een tweede tweede tweede categorie categorie verkrijgt de voorkeursregeling automatisch omdat zij reeds een sociaa sociaal sociaa l<br />
voordeel voordeel voordeel ontvangen: het leefloon, <strong>OCMW</strong>-steun, een gewaarborgd inkomen voor bejaarden of<br />
inkomensgarantie voor ouderen, een tegemoetkoming aan personen met een handicap of een<br />
verhoogde kinderbijslag wegens handicap. Dit recht geldt ook voor de echtgeno(o)t(e) van de<br />
rechthebbende en eventuele personen ten laste. Om dat recht uit te breiden tot de<br />
levenspartner moet de rechthebbende die partner wel kenbaar maken bij het ziekenfonds.<br />
35
36<br />
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Een derde categorie wordt gevormd door diegenen met het OMNIO OMNIO-statuut<br />
OMNIO statuut statuut. statuut Dit statuut, dat<br />
geldt voor het hele gezin, is afhankelijk van het gezinsinkomen en is in het leven geroepen voor<br />
gezinnen met een laag inkomen die niet onder de twee genoemde categorieën van verhoogde<br />
tegemoetkoming vallen. Indien iemand in het gezin reeds recht heeft op verhoogde<br />
tegemoetkoming maar een ander lid van het gezin niet, kan de laatstgenoemde wel een<br />
aanvraag in het kader van OMNIO indienen.<br />
De cijfers die hier worden gebruikt zijn gegevens die verwerkt werden door de Studiedienst van<br />
de Vlaamse Regering (SVR). Voor Brussel zijn deze gegevens niet beschikbaar. Ze omvatten<br />
zowel de titularissen als de personen ten laste, en worden hier apart beschouwd voor personen<br />
jonger dan 65 jaar en 65-plussers. Ze werden uitgedrukt als percentage van de bevolking in de<br />
betreffende leeftijdsgroep.<br />
Er is een duidelijk verschil tussen beide leeftijdsgroepen (Kaart 19 en Kaart 20). Bij personen van<br />
0 tot 64 jaar gaat het in Vlaams-Brabant om 5,4% van de bevolking. De waarden zijn vooral<br />
hoog in stedelijke gebieden. De hoogste waarden vinden we in Drogenbos, Vilvoorde,<br />
Machelen, Leuven, Tienen en Diest. Het gebied ten westen en zuidwesten van Brussel (Wemmel,<br />
Asse, Liedekerke, Sint-Pieters-Leeuw, <strong>Halle</strong>) en het oostelijk Hageland (Aarschot,<br />
Scherpenheuvel-Zichem, Geetbets, Zoutleeuw en Landen) vertonen wel algemeen wat hogere<br />
waarden. De waarden bij de 65-plussers zijn veel hoger (25,2% van het totaal van de 65plussers<br />
in Vlaams-Brabant) en vooral het platteland vertoont hoge waarden. Dit geldt zowel<br />
voor het Hageland als voor het Pajottenland. Bovengemiddelde waarden vinden we verder<br />
alleen in het uiterste noordwesten van de provincie, in Drogenbos, Hoeilaart, Kampenhout,<br />
Bertem en Huldenberg.<br />
Kaart Kaart 19 19: 19 : Personen Personen van van 00-64<br />
0 64 64 jaar jaar met met een een verhoogde verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering (01/01/2010)<br />
(01/01/2010)<br />
% van de bevolking (0-64 jaar)<br />
7,4 - 9,6<br />
5,5 - 7,3<br />
4,2 - 5,4<br />
3,5 - 4,1<br />
2,7 - 3,4<br />
Vlaams-Brabant: 5,4<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
1.500<br />
o.b.v. hoedanigheid<br />
o.b.v. sociaal voordeel<br />
OMNIO-statuut<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw
DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
Kaart Kaart 20 20: 20 : Personen Personen van van 65 65 jaar jaar of of meer meer met met een een verhoogde verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering (01/01/2010)<br />
(01/01/2010)<br />
% van de bevolking (65+)<br />
36,2 - 47,4<br />
30,2 - 36,1<br />
25,2 - 30,1<br />
21,2 - 25,1<br />
8,9 - 21,1<br />
Vlaams-Brabant: 25,2<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
1.500<br />
o.b.v. hoedanigheid<br />
o.b.v. sociaal voordeel<br />
OMNIO-statuut<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Er zijn ook verschillen naar geslacht. Het aandeel vrouwen (10,5%) met een voordeeltarief in de<br />
ziekteverzekering is heel wat hoger dan het aandeel mannen (7,2%). Een van de verklaringen<br />
hiervoor is de hogere levensverwachting van vrouwen, gecombineerd met het grotere aandeel<br />
ouderen dat een voorkeursregeling geniet. 30<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Vrouwen met een voorkeursregeling zijn, mede<br />
door het genoemde leeftijdseffect, iets talrijker op het platteland dan in de steden en<br />
omgekeerd.<br />
37
38<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
DEEL DEEL II: II: Verhoogd Verhoogd Verhoogd risico risico risico op op armoede<br />
armoede<br />
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal situaties die kunnen leiden tot een verhoogd<br />
risico op armoede. Het gaat om de opleiding opleiding, opleiding om demografische demografische demografische factoren factoren, factoren om<br />
gezondheid<br />
gezondheidproblemen<br />
gezondheid<br />
gezondheidproblemen<br />
problemen en om de woonsituatie<br />
woonsituatie. woonsituatie<br />
Vaak hangen die factoren samen. Zo kan een<br />
slechte woonsituatie leiden tot een zwakke gezondheid, of kan een alleenstaande ouder minder<br />
tijd vrij maken voor opleiding. Genoemde factoren kunnen zowel oorzaak als gevolg zijn van<br />
armoede. Zoals hoger gesteld hebben kinderen die in armoede opgroeien ook meer kans om<br />
later zelf in armoede terecht te komen.<br />
Het is belangrijk te benadrukken dat alle tot hier behandelde factoren enkel een verhoogde kans<br />
op armoede inhouden. Zo is de kans dat iemand met een slechte gezondheid of een lage<br />
opleiding in de armoede belandt groter dan gemiddeld, maar dat is lang niet altijd het geval. 31<br />
3 Opleiding<br />
Opleiding<br />
Een laag opleidingsniveau leidt, via de<br />
arbeidsmarkt, tot een hoger armoederisico.<br />
Er is ook een duidelijke link tussen de<br />
opleidingsgraad van de ouders en die van<br />
hun kinderen: gemiddeld genomen zullen<br />
de kinderen van hoogopgeleide ouders een<br />
hogere scholing bereiken dan kinderen van<br />
laagopgeleide ouders.<br />
Ervaring Ervaring van van een een 17 17-jarige 17 jarige jongen jongen<br />
jongen<br />
“Ik moest naar het bijzonder onderwijs omdat ik<br />
een ‘lastige leerling’ was. Toegegeven, ik had<br />
nogal een grote mond … maar er waren<br />
leerkrachten die ik wel echt respecteerde! In het<br />
bijzonder onderwijs heb ik veel te weinig<br />
geleerd, dus nu kan ik alleen maar gaan werken<br />
in een beschutte werkplaats. En ook al wil ik niks<br />
slecht zeggen over die mensen, ik vind het echt<br />
niet tof om tussen gehandicapten te werken. Ik<br />
wil tramchauffeur worden!“<br />
Kaart 21 toont het aantal personen van 25 jaar en meer met ten hoogste een diploma lager<br />
middelbaar 32<br />
. Er zijn hoge waarden in het Hageland, in de Zennevallei en in mindere mate in het<br />
Pajottenland (met wel een erg hoge waarde voor Liedekerke) en het noordwesten van de<br />
provincie. Er zijn relatief weinig laagopgeleiden in het Leuvense, ten zuidoosten van Brussel en<br />
in andere residentiële gemeenten als Wemmel, Meise en Keerbergen. De kaart van het aandeel<br />
personen met een diploma hoger onderwijs geeft het omgekeerde beeld. De gelijkenis tussen<br />
Kaart 21 en Kaart 22, die het aantal leerlingen in het beroepssecundair onderwijs (B-stroom in<br />
de eerste graad en BSO in de 2de, 3de en 4de graad) weergeeft, is opvallend. Alleen in het<br />
westen van de provincie is dat minder het geval.
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Kaart Kaart 21 21: 21 : Bevolking Bevolking (25+) (25+) met met hoogstens hoogstens een een diploma diploma diploma lager lager middelb middelbaar middelb middelbaar<br />
aar onderwijs onderwijs (01/10/2001)<br />
(01/10/2001)<br />
(01/10/2001)<br />
% van de bevolking (25+)<br />
50,0 - 55,8 (Brussel: 50,0 - 59,9)<br />
46,0 - 49,9<br />
42,0 - 45,9<br />
38,0 - 41,9<br />
26,2 - 37,9<br />
Vlaams-Brabant: 42,0<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Overijse<br />
Kampenhout<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
Aantal<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
1.000<br />
5.000<br />
10.000<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Kaart Kaart 22 22: 22 : Aantal Aantal leerlingen leerlingen in in de de BB-stroom<br />
B stroom en het BSO (schooljaar 2009 2009-2010)<br />
2009<br />
2010) 2010)<br />
% van het aantal leerlingen in het gewoon voltijds secundair onderwijs<br />
22,2 - 29,3<br />
18,2 - 22,1<br />
16,2 - 18,1<br />
14,2 - 16,1<br />
8,8 - 14,1<br />
Vlaams-Brabant: 18,1<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Overijse<br />
Kampenhout<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aantal<br />
400<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
B-stroom<br />
BSO<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
39
4 Demografische Demografische factoren<br />
factoren<br />
40<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Het armoederisico is hoger voor bepaalde demografische groepen dan voor anderen. Eerder<br />
onderzoek toonde al aan dat ouderen het meest kwetsbaar zijn. Voor hen is het armoederisico<br />
bijna dubbel zo groot dan gemiddeld. Mede daardoor is het armoederisico ook hoger bij<br />
eenpersoonshuishoudens en tweepersoonshuishoudens waarvan minstens één persoon ouder is<br />
dan 65. Ook voor vrouwen - die een langere levensverwachting hebben - is het armoederisico<br />
hoger, hoewel het verschil hier minder uitgesproken is. Het armoederisico bij eenoudergezinnen<br />
is bijna drie maal zo groot dan gemiddeld. 33<br />
Daarnaast is ook de bevol bevolking bevol king van van niet niet-Belgische<br />
niet Belgische<br />
origine origine bijzonder kwetsbaar en dat geldt vooral voor personen van niet-Europese origine.<br />
Natuurlijk is het niet zo dat men arm is omdat men ouder is, in een eenoudergezin leeft of een<br />
niet-Belgische origine heeft. Zoals voor laagopgeleiden verloopt de causaliteit vaak via de<br />
tewerkstelling. De toegang tot de arbeidsmarkt is moeilijker voor eenoudergezinnen en<br />
personen van niet-Belgische origine, en dus ligt gemiddeld ook hun inkomen lager.<br />
4.1 4.1 Ouderen<br />
Ouderen<br />
Het aandeel ouderen in de bevolking is vooral hoog in het Hageland en in enkele residentiële<br />
gemeenten in en rond Brussel. In het Pajottenland zijn er ook vaak bovengemiddelde waarden.<br />
De oudere leeftijdsstructuur in deze gebieden heeft niet alleen te maken met ruimtelijke<br />
verschillen in natuurlijke aangroei, maar ook en vooral met migratiepatronen. Zo trekken<br />
jongeren weg uit landelijke gebieden, maar ook jongeren uit residentiële gemeenten kunnen<br />
(tijdelijk) wegtrekken, vaak naar de steden.<br />
Kaart Kaart 23 23: 23 : Aantal Aantal 65 65-pluss 65 pluss plussers pluss ers (01/01/2010)<br />
(01/01/2010)<br />
% van de bevolking<br />
18,8 - 21,1<br />
17,8 - 18,7<br />
17,3 - 17,7<br />
16,8 - 17,2<br />
14,8 - 16,7 (Brussel: 7,7 - 16,7)<br />
Vlaams-Brabant: 17,7<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Overijse<br />
Aantal<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
100<br />
1.000<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
10.000<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
Geetbets
De inkomens van ouderen worden in<br />
belangrijke mate bepaald door de<br />
pensioenen. Hieronder brengen we de<br />
hoogte van die pensioenen 34<br />
in kaart. Figuur<br />
19 toont het pensioenbedrag voor<br />
verschillende gezinsvormen.<br />
Het ligt voor de hand dat het pensioen van<br />
een alleenstaande gemiddeld lager is dan<br />
het totale pensioenbedrag van een koppel.<br />
Bij koppels waar er, naast 1 pensioen, nog<br />
een andere inkomensbron is (uit arbeid, van<br />
een RVA-uitkering, van <strong>OCMW</strong>-steun of van<br />
een arbeidsongeschiktheidsuitkering) zijn er<br />
wat meer hoge pensioenen en wat minder<br />
lage pensioenen dan bij alleenstaanden. Bij<br />
koppels met 2 pensioenen zijn er het minst<br />
pensioenen van minder dan 1.000 euro en<br />
het meest van meer dan 2.500 euro. 35<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Figuur Figuur 19 19: 19<br />
: : Pensioenbedrag Pensioenbedrag voor voor verschillende verschillende gezinsvormen gezinsvormen (31/12/2008)<br />
(31/12/2008)<br />
100%<br />
80%<br />
60%<br />
40%<br />
20%<br />
0%<br />
4,4<br />
8,0<br />
31,8<br />
52,2<br />
alleenstaanden<br />
Bron data: KSZ<br />
3,5<br />
7,0 7,6<br />
7,9 6,1<br />
13,3<br />
28,4<br />
43,3<br />
koppels met 1<br />
pensioen +<br />
ander inkomen<br />
23,6<br />
37,1<br />
25,6<br />
koppels met 1<br />
pensioen<br />
23,7<br />
15,7<br />
28,5<br />
22,1<br />
10,0<br />
koppels met 2<br />
pensioenen<br />
Ervaring Ervaring vvan<br />
v an een 65 65-jarige 65<br />
jarige jarige man man man uit uit regio regio Tienen<br />
Tienen<br />
"Ik ben sinds juli van dit jaar gepensioneerd.<br />
Voorheen stond ik al lange tijd 'op de<br />
ziekenkas’. Ze hebben me voor 66% invalide<br />
verklaard. Wat kan ik nog zeggen? Ik ben<br />
alleenstaand en heb een klein inkomen. Ik huur<br />
momenteel een private woning voor 500 € per<br />
maand. En dat is iets minder dan de helft van<br />
mijn vervangingsinkomen. Zo kon het voor mij<br />
niet verder meer. Ik heb een sociale woning<br />
aangevraagd. Nu is er mij eentje toegewezen,<br />
maar ik heb bijna 5 jaar op de wachtlijst<br />
gestaan. En elk jaar maar opnieuw hernieuwen.<br />
Ik blijf met een grote onzekerheid zitten. Kan ik<br />
wel met mijn bescheiden pensioentje de eindjes<br />
aan elkaar knopen? De huisvestingsmaatschappij<br />
heeft weinig begrip voor onze situatie. Dat is<br />
toch mijn gedacht."<br />
17,4<br />
11,9<br />
26,6<br />
28,0<br />
16,2<br />
totaal koppels<br />
met enkel<br />
pensioen(en)<br />
5,5<br />
5,9<br />
9,9<br />
29,1<br />
49,5<br />
andere<br />
gezinsvormen<br />
>=2500 euro<br />
2000-2499 euro<br />
1500-1999 euro<br />
1000-1499 euro<br />
42<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Kaart 24 en Kaart 25 tonen, respectievelijk voor alleenstaanden en voor koppels, het aantal<br />
gezinnen met een pensioenbedrag lager dan 1.500 euro. De koppels met nog andere inkomens<br />
buiten het pensioen worden hier niet beschouwd.<br />
Bij de alleenstaanden vinden we vooral op het platteland hoge waarden. Opvallend is het<br />
Hageland, maar ook het Pajottenland, Huldenberg en Hoeilaart. Het omgekeerde zien we in<br />
stedelijk gebied. Lage waarden vinden we in het Leuvense, Tienen, Landen en Diest, en in heel<br />
wat gemeenten rond Brussel. Bij de koppels zien we een gelijkaardig beeld.<br />
Herne<br />
Kaart Kaart 24 24: 24 : AAlleenstaanden<br />
A Alleenstaanden<br />
lleenstaanden met met een een pensioenbedrag pensioenbedrag lager lager dan dan 1.500 1.500 euro euro (31/12/2008)<br />
(31/12/2008)<br />
% van de alleenstaanden met een pensioen<br />
83,0 - 90,9<br />
77,0 - 82,9<br />
71,5 - 76,9<br />
66,5 - 71,4<br />
56,0 - 66,4<br />
Vlaams-Brabant: 71,4<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
aantal<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
1.000<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
< 1000 euro<br />
1000 - 1499 euro<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Kaart Kaart 25 25: 25 25:<br />
: Koppels Koppels met met een een pensioenbedrag pensioenbedrag lager lager dan dan 1.500 1.500 euro euro (31/12/2008)<br />
(31/12/2008)<br />
% van de koppels met een of twee pensioenen<br />
37,3 - 49,9 (Brussel: 37,3 - 56,4)<br />
31,3 - 37,2<br />
26,3 - 31,2<br />
22,3 - 26,2<br />
17,9 - 22,2<br />
Vlaams-Brabant: 31,2<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Overijse<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Landen<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: KSZ<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
aantal<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
500<br />
< 1000 euro<br />
1000 - 1499 euro<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Landen<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: KSZ<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Figuur 20 toont de evolutie van het aandeel pensioenen lager dan 1.500 euro, voor<br />
alleenstaanden en voor koppels. Ook hier werden koppels met nog een andere inkomensbron<br />
dan het pensioen niet beschouwd. Zowel voor de alleenstaanden als voor de koppels zien we<br />
dat het aandeel sterk daalt gedurende de laatste jaren, en zeker in 2008. Deze daling heeft niet<br />
alleen te maken met nieuwe gepensioneerden, met een hoger pensioen, maar ook met<br />
indexsprongen. Wanneer we de Vlaams-Brabantse waarden vergelijken met de Vlaamse<br />
waarden, zien we dat er in Vlaanderen relatief meer gepensioneerden zijn met een pensioen<br />
lager dan 1.500 euro. In Vlaams-Brabant zelf zijn de waarden het laagst in <strong>Halle</strong>-Vilvoorde. Tot<br />
voor kort waren de laagste waarden in Brussel te zien, maar deze voorsprong kalft af. Bij de<br />
koppels zijn er nu relatief meer pensioenen beneden de 1.500 euro in Brussel dan in Vlaams-<br />
Brabant.<br />
Figuur Figuur 20 20: 20<br />
: Aandeel Aandeel pensioenen pensioenen lager lager dan dan 1.500 1.500 euro euro voor voor alleenstaanden alleenstaanden alleenstaanden en en koppels<br />
koppels<br />
% < 1.500 euro<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
Bron data: KSZ<br />
2003 2004 2005 2006 2007 2008<br />
alleenstaanden arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde koppels arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
alleenstaanden arr. Leuven koppels arr. Leuven<br />
alleenstaanden prov. Vlaams-Brabant koppels prov. Vlaams-Brabant<br />
alleenstaanden Vlaams Gewest koppels Vlaams Gewest<br />
alleenstaanden Brussels Gewest koppels Brussels Gewest<br />
43
4.2 4.2 4.2 Eenoudergezinnen<br />
Eenoudergezinnen<br />
Kaart 26 toont het aantal<br />
eenoudergezinnen als percentage van het<br />
totaal aantal gezinnen (met of zonder<br />
kinderen) 36<br />
44<br />
. Hoge waarden zijn er rond<br />
Brussel, in het zuiden van het Hageland en<br />
in een aantal gemeenten van het<br />
Pajottenland. In een aantal gevallen worden<br />
de cijfers wel sterk beïnvloed door de<br />
gezinsstructuur in de gemeente. Zo is het<br />
aantal eenoudergezinnen in Leuven erg laag<br />
als we dat bekijken t.o.v. het totaal aantal<br />
gezinnen. Wanneer we echter zouden<br />
kijken naar het aantal eenoudergezinnen als<br />
percentage van het aantal gezinnen met<br />
kinderen, krijgen we daar wel een hoge<br />
waarde. Dit is te verklaren door het grote<br />
aantal alleenwonenden in Leuven, waarin<br />
de rol van de universiteit groot is. In Brussel<br />
is trouwens hetzelfde te zien in de<br />
omgeving van de ULB en de VUB in Elsene<br />
en Etterbeek. Omgekeerd zijn de waarden<br />
in het Pajottenland veel minder hoog als we<br />
dat zouden bekijken t.o.v. het aantal<br />
gezinnen met kinderen, omwille van het<br />
lage aantal alleenwonenden in deze<br />
gemeenten.<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Ervaring Ervaring van van een een alleenstaande alleenstaande moeder moeder moeder van van 7<br />
7<br />
kinderen kinderen kinderen uit uit de de regio regio Vilvoorde<br />
Vilvoorde<br />
"Twee van de kinderen gingen met de school op<br />
zeeklassen. Toen ik de rekening hiervoor moest<br />
betalen ben ik met het vonnis, zeggende dat de<br />
vader voor de helft moet tussenkomen in de<br />
schoolkosten en de ziektekosten, naar de school<br />
gegaan. Ik heb mijn deel betaald en de naam<br />
van de schuldbemiddelaar van de vader aan<br />
school gegeven. De vader van de kinderen heeft<br />
zijn deel niet betaald, ik moest dan betalen of de<br />
kinderen mochten niet mee. Als je voor alles<br />
alleen staat is het niet moeilijk om in de<br />
armoede te komen. Of er nu een vonnis is of<br />
niet, de alimentatie wordt maar met<br />
mondjesmaat betaald of helemaal niet. Veel<br />
zeggen dan: we zullen loonbeslag leggen. Maar<br />
dan veranderen ze van werk en je bent terug<br />
naar af. Het is gewoon een vicieuze cirkel maar<br />
ondertussen moet je zorgen dat de kinderen<br />
groot worden.”<br />
Kaart Kaart 26 26: 26 26:<br />
: Aantal Aantal eenoudergezinnen eenoudergezinnen als als percentage percentage van van het het totaal totaal aantal aantal gezinnen gezinnen (01/01/2011)<br />
(01/01/2011)<br />
% van het totaal aantal gezinnen<br />
9,8 - 13,5<br />
8,8 - 9,7<br />
8,0 - 8,7<br />
7,4 - 7,9<br />
6,6 - 7,3<br />
Vlaams-Brabant: 8,7<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Overijse<br />
Aantal<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
1.200<br />
alleenstaande moeders<br />
alleenstaande vaders<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning; BISA<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
Geetbets
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
4.3 4.3 Bevolking Bevolking van van niet niet-Belgische niet Belgische origine<br />
origine<br />
De bevolking van niet-Belgische origine kent<br />
een hoog armoederisico. Dit geldt vooral<br />
voor personen van niet-Europese herkomst,<br />
en het meest voor personen van<br />
Maghrebijnse of Turkse herkomst. Voor<br />
mensen afkomstig van een EU-land is dit<br />
veel minder het geval, zeker in Vlaams-<br />
Brabant waar heel wat medewerkers van de<br />
EU wonen (vooral ten zuidoosten van<br />
Brussel). Wanneer personen met een Zuid-<br />
Europese herkomst niet worden<br />
meegerekend, is de werkloosheid bij<br />
mensen van EU-herkomst zelfs lager dan bij<br />
personen van Belgische origine. 37<br />
Ervaring Ervaring van van een een allochtone allochtone man man uit uit de de regio<br />
regio<br />
Tienen Tienen<br />
Tienen<br />
"Ik ben in Armenië geboren en sinds 1997 ben<br />
ik naar België gekomen. Ik heb het statuut van<br />
politiek vluchteling. In Armenië was ik<br />
gedurende 20 jaar vrachtwagenchauffeur. Via<br />
Open School heb ik de 'Vlaamse' taal<br />
aangeleerd. Naast de VDAB ben ik goed<br />
geholpen door het <strong>OCMW</strong> van Tienen. Die<br />
sociale assistent heeft me heel veel geholpen. Ik<br />
kon geen vrachtwagenchauffeur meer worden<br />
omwille van gezondheidsredenen. Ik heb het<br />
moeilijk gehad omwille van mijn huidskleur en<br />
leeftijd. Maar nu werk ik in de keuken van de<br />
Amerant. Het is een contract voor 1 jaar. Ik werk<br />
hier graag, Ik kom onder de mensen. Voor de<br />
toekomst wil ik graag in de Kringloopwinkel van<br />
Tienen werken. Het is een betere job en vooral,<br />
ik werk dan full-time. Mijn sociaal assistent wil<br />
me daarbij helpen. De patrons zeggen altijd dat<br />
ze alleen maar jonge mensen willen. Daar kan ik<br />
toch niet tegen op. Ik kom uit het Oostblok en<br />
er is grote concurrentie met de mensen uit<br />
Polen."<br />
Kaart 27 geeft aan waar de bevolking van niet-EU-origine woont. Deze bevolkingsgroep is sterk<br />
vertegenwoordigd rond Brussel, vooral ten noordoosten van de stad, in Leuven en in Diest. De<br />
gemeenten ten zuidoosten van Brussel herbergen relatief veel personen afkomstig van rijke<br />
OESO-landen (VS, Canada, Australië, Japan ...). In de andere gemeenten rond Brussel, en vooral<br />
ten noordoosten van de stad, is de Maghrebijnse herkomst belangrijk. In Diest gaat het vooral<br />
om mensen van Turkse origine. In de meeste andere gemeenten zijn andere herkomstlanden<br />
belangrijker. Ten westen van Brussel zijn Afrikaanse herkomstlanden sterk vertegenwoordigd.<br />
Ten oosten van Brussel, en heel opvallend in Leuven, is de Aziatische herkomst belangrijk.<br />
Kaart 28 herhaalt deze gegevens op het niveau van deelgemeenten. Daaruit blijkt dat er ook<br />
binnen gemeenten grote verschillen zijn. Zo komt de kanaalzone rond Brussel veel duidelijker tot<br />
uiting. Ook is het duidelijk dat de waarden in de stadscentra veel hoger liggen dan in de andere<br />
deelgemeenten van de steden.<br />
45
46<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Kaart Kaart 27 27: 27 : De De bevolking bevolking van van niet niet-Europese niet Europese origine (01/01/2011)<br />
% van de bevolking<br />
12,1 - 17,2<br />
6,2 - 12,0<br />
3,1 - 6,1<br />
1,6 - 3,0<br />
0,9 - 1,5<br />
Vlaams-Brabant: 6,1<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
3.000<br />
Maghreb-landen en Turkije<br />
Noord-Amerika, Oceanië en andere rijke OESO-landen<br />
andere landen<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Kaart Kaart 28 28: 28 : De De De bevolking bevolking van van niet niet-Europese niet Europese origine op op hhet<br />
h<br />
et niveau niveau niveau van van de de deelgemeenten deelgemeenten (01/01/2011)<br />
(01/01/2011)<br />
% van de bevolking<br />
12,1 - 23,1<br />
6,2 - 12,0<br />
3,1 - 6,1<br />
1,6 - 3,0<br />
0,0 - 1,5<br />
Vlaams-Brabant: 6,1<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Gooik<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Ternat<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Opwijk<br />
Asse<br />
Merchtem<br />
<strong>Halle</strong><br />
Dilbeek<br />
Londerzeel<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
Zemst<br />
Grimbergen Vilvoorde<br />
Linkebeek<br />
aantal<br />
Beersel Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
2.000<br />
Maghreb-landen en Turkije<br />
Noord-Amerika, Oceanië en andere rijke OESO-landen<br />
andere landen<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Kraainem<br />
Hoeilaart<br />
Wezembeek-Bertem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
Overijse<br />
Herent<br />
Huldenberg<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Tremelo<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Bierbeek<br />
Oud-Heverlee<br />
Lubbeek<br />
Aarschot<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Tielt-Winge<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Diest<br />
Kortenaken Geetbets<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VDAB; bevolking: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Landen<br />
Zoutleeuw
5 Gezondheidsproblemen<br />
Gezondheidsproblemen<br />
Personen met een zwakke gezondheid of<br />
met een handicap kennen een groter<br />
armoederisico dan gemiddeld. Ook hier<br />
speelt moeilijke toegang tot de<br />
arbeidsmarkt vaak een rol. Omgekeerd kan<br />
armoede ook leiden tot<br />
gezondheidsproblemen. Men stelt al jaren<br />
vast dat zowel het aantal gezonde jaren als<br />
de levensverwachting lager is voor armen<br />
dan gemiddeld. We kijken eerst naar de<br />
algemene algemene gezondheidstoestand gezondheidstoestand van de<br />
bevolking, en vervolgens naar de personen ersonen<br />
met met een een handicap handicap. handicap<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
5.1 5.1 Algemene Algemene gezondheidstoestand<br />
gezondheidstoestand<br />
Ervaring Ervaring van van een een gehuwde gehuwde gehuwde vrouw vrouw vrouw met met met drie drie<br />
drie<br />
kinderen kinderen kinderen uit uit de de regio regio Vilvoorde<br />
Vilvoorde<br />
"Mijn man is ziek gevallen, resultaat: veel<br />
minder inkomen. Gelukkig hadden we een<br />
sociale woning. We hadden wel drie studerende<br />
kinderen, eerst nog lagere school, dan<br />
middelbaar en dan Universiteit en Hoge School.<br />
Het inkomen bleef altijd hetzelfde. Kwam er 2%<br />
bij dan ging de huishuur omhoog en zo kwam er<br />
nooit iets bij. Dus moest ik gewoon zoveel<br />
mogelijk alles organiseren en de moed niet laten<br />
zakken, wat soms moeilijk is. We moeten altijd<br />
zien dat we geen schulden maken. Geen<br />
vakantie, niet roken of drinken, alleen het<br />
nodige kopen. Zorgen dat de kinderen konden<br />
studeren voor een goed diploma. Ik heb jaren<br />
mijn verstand op nul gezet en alles uitgespaard<br />
om de studies en de kleren voor de kinderen te<br />
kunnen betalen. Ik kan mij ontspannen door<br />
vrijwilligerswerk te doen en andere mensen in<br />
armoede te helpen. Ik spreek een troostend<br />
woord en probeer ze de weg te wijzen hoe ze<br />
met minder geld kunnen leven. Mijn spreuk is: je<br />
staat ervoor en je moet erdoor."<br />
Voor de algemene gezondheidstoestand zijn we aangewezen op de gegevens van de sociaaleconomische<br />
enquête van 2001, waarbij de gehele bevolking werd bevraagd. 21,7% van de<br />
bevolking in Vlaams-Brabant vindt zijn of haar algemene gezondheidstoestand niet goed. Van<br />
4,9% van de bevolking is de gezondheidstoestand slecht of zeer slecht. In Vlaanderen zijn de<br />
waarden wat lager, in Brussel heel wat hoger. 38<br />
Deze beoordeling is afhankelijk van de leeftijd<br />
en het geslacht. Zo rapporteren oudere mensen vanzelfsprekend vaker een minder goede<br />
gezondheid dan jongeren. Om deze impact van leeftijdsstructuur en geslachtsverdeling weg te<br />
werken werd een index berekend. 39<br />
Als deze index hoger is dan 1, wil dit zeggen dat de<br />
gerapporteerde gezondheid minder goed is in die gemeente dan in Vlaanderen als geheel, los<br />
van leeftijds- of geslachtseffecten. Als deze index lager is dan 1, is de gerapporteerde<br />
gezondheid beter dan in Vlaanderen als geheel. Kaart 29 geeft deze index weer.<br />
47
48<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Kaart Kaart 29 29: 29 29:<br />
: Subjectieve Subjectieve gezondheidstoestand gezondheidstoestand van van de de bevolking, bevolking, gecorrigeerd gecorrigeerd voor voor leeftijd leeftijd en en geslacht geslacht (01/10/2001)<br />
(01/10/2001)<br />
% niet goed (index*)<br />
1,12 - 1,37 (Brussel: 1,12 - 1,87)<br />
1,03 - 1,11<br />
0,97 - 1,02<br />
0,91 - 0,96<br />
0,80 - 0,90<br />
Vlaanderen: 1,0<br />
Vlaams-Brabant: 1,02<br />
* werkt het effect weg<br />
van een verschillende<br />
leeftijds- en geslachtsstructuur<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
aantal<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
7.500<br />
redelijk<br />
slecht<br />
zeer slecht<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
De gezondheidstoestand is duidelijk minder goed in het gehele Hageland, in de Zennevallei en<br />
in mindere mate in het Pajottenland. Ze is heel goed in de residentiële gemeenten ten<br />
zuidoosten en in mindere mate ten noordwesten van Brussel. Er is op gemeentelijk niveau dus<br />
een duidelijke overeenkomst tussen de gezondheidstoestand en het gemiddeld inkomen.<br />
5.2 5.2 Personen Personen met met een een handicap<br />
handicap<br />
Om een tegemoetkoming te ontvangen<br />
voor personen met een handicap of te<br />
genieten van bepaalde sociale en fiscale<br />
voordelen is een attest nodig van de<br />
Directie-Generaal (DG) Personen met een<br />
handicap. Kaart 30 toont het aantal<br />
personen met zulke erkenning. Ook hier zijn<br />
er lage waarden ten zuidoosten van Brussel<br />
en zijn er hoge waarden in het Hageland.<br />
Het Pajottenland vertoont hier ook hoge<br />
waarden. Zowel bij de 18-64 jarigen als bij<br />
de 65-plussers zijn deze patronen te zien. Bij<br />
de 18-64 jarigen zijn de waarden wel<br />
duidelijk hoger in gemeenten met grote<br />
voorzieningen voor personen met een<br />
handicap, zoals in Roosdaal, Bierbeek,<br />
Tienen en Diest. 40<br />
Ervaring Ervaring uit uit de de regio regio Tie Tienen Tie nen<br />
"Het leven lachte me toe. Ik was getrouwd, ik<br />
had werk en we hadden een huis gekocht. Toen<br />
sloeg het noodlot toe. Ik werd zwaar ziek. Ik<br />
kreeg fibromiogie. Dat is een tumor op het<br />
verdeelcentrum van de hersenen. Ze kwamen<br />
me halen met de ambulance van het Vlaamse<br />
Kruis. De toegang tot gezondheidszorg blijft<br />
beperkt voor arme mensen. De afstand is soms<br />
figuurlijk, soms letterlijk enorm groot. Ik kan<br />
geen medicamenten kopen, want mijn zoontje<br />
heeft schoolboeken nodig."
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Kaart Kaart 30 30: 30 : Personen Personen met met een een erkenning erkenning door door de de DG DG Personen Personen met met een een handicap handicap (31/12/2010)<br />
(31/12/2010)<br />
% van de bevolking (18+)*<br />
6,9 - 8,8<br />
4,9 - 6,8<br />
4,4 - 4,8<br />
3,4 - 4,3<br />
2,1 - 3,3<br />
Vlaams-Brabant: 4,9<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
* t.o.v. de bevolking op 01/01/2010<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
aantal<br />
1.500<br />
18-64 jaar<br />
65+<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: DG Personen met een handicap; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Natuurlijk hebben niet alle personen met een handicap een erkenning (aangevraagd). We<br />
kunnen het totaal aantal personen met een handicap begroten door middel van de sociaaleconomische<br />
enquête 2001. Daarin werd aan iedereen gevraagd of men lijdt aan één of<br />
meerdere langdurige ziekten of handicap. Dit is het geval voor 19% van de bevolking. 14,9%<br />
van de bevolking is daardoor (af en toe of voortdurend) belemmerd in de dagelijkse bezigheden.<br />
5,3% is zelfs (af en toe of voortdurend) bedlegering vanwege deze ziekten. In Vlaanderen zijn<br />
de waarden wat hoger; in Brussel zijn ze nog hoger. 41<br />
Kaart 31 toont het aantal personen dat<br />
regelmatig belemmerd wordt in de dagelijkse bezigheden door een langdurige ziekte of<br />
handicap, opnieuw voorgesteld door een index. Deze kaart vertoont heel wat overeenkomsten<br />
met de kaart van het aantal erkenningen.<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Kaart Kaart 31 31: 31 : Aantal Aantal personen personen dat dat belemmerd belemmerd belemmerd wordt wordt in in in dde<br />
d e dagelijkse bezigheden bezigheden door door langdurige langdurige ziekte ziekte of of handicap<br />
handicap<br />
(01/10/2001)<br />
(01/10/2001)<br />
% regelmatig (index*)<br />
1,13 - 1,41 (Brussel: 1,12 - 1,47)<br />
0,97 - 1,12<br />
0,91 - 0,96<br />
0,85 - 0,90<br />
0,75 - 0,84<br />
Vlaanderen: 1,00<br />
Vlaams-Brabant: 0,96<br />
* werkt het effect weg<br />
van een verschillende<br />
leeftijds- en geslachtsstructuur<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
aantal<br />
Overijse<br />
5.000<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
af en toe<br />
voortdurend<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
49
50<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Wel is het zo dat enkele gemeenten, zoals Vilvoorde en Machelen, hier relatief hogere waarden<br />
hebben. Het lijkt er dus op dat daar heel wat personen geen erkenning hebben (aangevraagd).<br />
Het omgekeerde is dan weer het geval in het Pajottenland. Informatieverstrekking en<br />
communicatie rond sociale voordelen en uitkeringen kunnen daarbij een rol spelen.<br />
Verschillende redenen kunnen ertoe leiden dat de bevolking in bepaalde gemeenten minder<br />
goed ingelicht is over het bestaan van sociale voordelen en uitkeringen en de manier waarop<br />
deze moeten worden aangevraagd. In de rand rond Brussel zijn er bijvoorbeeld veel<br />
anderstaligen en het voorzieningenaanbod is er kleiner, zodat doorverwijzing minder efficiënt<br />
kan gebeuren.<br />
6 Woonsituatie<br />
Woonsituatie<br />
Gemiddeld genomen heeft een huurder een<br />
groter risico op armoede dan een eigenaar.<br />
Dat wil niet zeggen dat woningeigenaars<br />
geen risico lopen op armoede. Wel is het zo<br />
dat personen in armoede meestal<br />
aangewezen zijn op de huurmarkt. De<br />
huurmarkt wordt meer en meer een<br />
restcategorie voor huishoudens die geen<br />
woning meer kunnen verwerven. Het<br />
gemiddeld inkomen van huurders daalt met<br />
de jaren. 42<br />
Ervaring Ervaring uit uit de de regio regio <strong>Halle</strong><br />
<strong>Halle</strong><br />
"Ik woonde in een klein huisje (eigenlijk een<br />
krot) aan een drukke steenweg. De huisbaas<br />
beloofde me vanaf het begin dat ik erin woonde<br />
om nieuwe ramen te steken en het lekkende dak<br />
te hermaken. Tien jaar later was er nog steeds<br />
niets gebeurd. Het regende letterlijk overal<br />
binnen en de wind waaide er harder dan buiten.<br />
Resultaat: overal schimmel en geen courage<br />
meer om te kuisen en op te ruimen. Tot ik<br />
uiteindelijk in contact kwam met het <strong>OCMW</strong>. Ze<br />
lieten het huis onbewoonbaar verklaren en ik<br />
kon uiteindelijk terecht in een sociale woning. Ik<br />
leef nu in een kalme wijk. Ik moet het me wel<br />
terug gewoon maken om mijn huis in orde te<br />
houden want dat was ik na al die jaren wel<br />
verleerd, maar ik leef nu tenminste wind- en<br />
vochtvrij."<br />
Een specifiek probleem waarmee armen in Vlaams-Brabant kampen zijn de hoge hoge wwoning<br />
w woning<br />
oning- oning en<br />
huurprijzen huurprijzen. huurprijzen Dat wordt in een eerste onderdeel bekeken. Bovendien is het aanbod aan sociale<br />
woningen lager dan elders in Vlaanderen en België. Het huisvestingsaanbod wordt in een<br />
tweede onderdeel bekeken. In een derde onderdeel wordt ingegaan op de problematiek van<br />
energie energie en en water water. water De sterk stijgende prijzen hiervan zijn problematisch voor heel wat gezinnen<br />
met een laag inkomen.<br />
6.1 6.1 Hoge Hoge woning woning- woning en en huurprijzen huurprijzen<br />
huurprijzen<br />
Op Waals-Brabant na is Vlaams-Brabant de duurste Belgische provincie om te wonen, wanneer<br />
we ons baseren op de verkoopprijzen van gewone woonhuizen 43<br />
. Vooral de prijzen in het<br />
arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde zijn erg hoog (Kaart 32). Alleen in het Brussels Hoofdstedelijk<br />
Gewest zijn de prijzen nog hoger. De minst hoge prijzen vinden we in het uiterste oosten van de<br />
provincie en in mindere mate in het uiterste westen.
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Kaart Kaart 32 32: 32 : Gemiddelde Gemiddelde verkoopprijs verkoopprijs gewone gewone woonhuizen woonhuizen (2010)<br />
(2010)<br />
in euro<br />
256.000 - 366.613 (Brussel: 256.000 - 477.145)<br />
236.000 - 255.999<br />
211.000 - 235.999<br />
181.000 - 210.999<br />
143.425 - 180.999<br />
Vlaams-Brabant: 211.000<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
aantal verkopingen<br />
Overijse<br />
250<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Bijgevolg zijn ook de huurprijzen, waar mensen in armoede vaak op aangewezen zijn, erg hoog<br />
in Vlaams-Brabant. De meest recente cijfers over de huurprijzen (2001) 44<br />
geven aan dat alleen<br />
Waals-Brabant nog duurder is. Ook bij de huurprijzen zijn de cijfers het hoogst in het<br />
arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde (Kaart 33). Deze kaart wordt wel beïnvloed door de ongelijke<br />
spreiding van verschillende woningtypes: de huurwoningen ten zuidoosten van Brussel zijn heel<br />
wat groter dan de huurwoningen in Leuven of Vilvoorde, waar het vaak om appartementen<br />
gaat. Ook de kwaliteit van de woningen is verschillend.<br />
Kaart Kaart 33 33: 33 : Gemiddelde Gemiddelde huurprijs huurprijs woningen woningen (01/10/2001)<br />
(01/10/2001)<br />
in euro<br />
516 - 709<br />
476 - 515<br />
436 - 475<br />
396 - 435<br />
334 - 395<br />
Vlaams-Brabant: 436<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
3.000<br />
< 248 euro<br />
248 - 496 euro<br />
> 496 euro<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Linter<br />
Landen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
51
52<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Hoge huurprijzen betekenen een grote hap uit het budget van lage inkomensgroepen. In het<br />
woononderzoek wordt er meestal een grens gelegd tussen 20% en 30%. Boven deze waarde<br />
wordt er gesteld dat de woonuitgaven een onredelijk deel van het inkomen in beslag nemen. 45<br />
Wanneer we een aantal vervangingsinkomens (het leefloon en de inkomensgarantie voor<br />
ouderen) vergelijken met de huurprijs van een gemiddelde woning, blijkt dat deze grens ruim<br />
overschreden wordt. Wanneer samenwonenden (met of zonder kinderen) die aangewezen zijn<br />
op een leefloon een gemiddelde woning huren, ligt het aandeel van de woonkost in hun<br />
inkomen tussen 52% en 78%. Het eerste cijfer is vermoedelijk een onderschatting en werd<br />
bepaald door de huurprijzen in 2001 te indexeren naar 2010. Het tweede cijfer is vermoedelijk<br />
een overschatting en werd bepaald door de huurprijzen in 2001 aan te passen aan de<br />
woningprijsevolutie tussen 2001 en 2010. Voor samenwonenden (met of zonder kinderen) die<br />
aangewezen zijn op een inkomensgarantie voor ouderen ligt dit aandeel tussen 42% en 63%<br />
(Tabel 2). Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen de gemeenten. De laagste huurprijzen vinden<br />
we in Landen, de hoogste huurprijzen in Overijse (Kaart 33).<br />
Tabel Tabel 2: : Het Het aandeel aandeel van van de de huurprijs huurprijs van van een een gemiddelde gemiddelde woning woning in in het het inkomen inkomen van samen samenwonenden<br />
samen<br />
wonenden<br />
inkomen<br />
(euro)<br />
gemiddelde<br />
huur in<br />
2001<br />
(euro)<br />
gemiddelde<br />
huur 2010,<br />
geïndexeerd<br />
(euro)<br />
% van<br />
het<br />
inkomen<br />
gemiddelde huur<br />
2010, aangepast<br />
aan de woningprijsevolutie<br />
(euro)<br />
% van het<br />
inkomen<br />
Leefloon eefloon 1.007 436 516 51,2 51,2 51,2<br />
769 76, 76,3 76,<br />
IGO IGO<br />
1.246 436 516 41,4 41,4<br />
769 61,7<br />
61,7<br />
Bron data inkomens: POD Maatschappelijke integratie; Rijksdienst voor pensioenen<br />
Bron Data huurprijzen: ADSEI, FOD Economie<br />
6.2 6.2 6.2 Het Het Het huisvestingsaanbod<br />
huisvestingsaanbod<br />
De sociale huursector kan een alternatief bieden voor gezinnen met lage inkomens. Het<br />
inkomen van sociale huurders ligt inderdaad sterk beneden het gemiddelde. Het gemiddelde<br />
gezinsinkomen van sociale huurders bedraagt 16.957 euro, terwijl het gemiddeld netto<br />
belastbaar inkomen per aangifte 31.823 euro bedraagt. Dat wil zeggen dat het gemiddeld<br />
gezinsinkomen van sociale huurders slechts 53% bedraagt van het gemiddeld gezinsinkomen. 46<br />
Het aantal sociale woningen in Vlaams-Brabant is echter erg beperkt: geen enkele Vlaamse<br />
provincie kent een lager aandeel sociale huurwoningen dan Vlaams-Brabant. Vlaams-Brabant<br />
heeft slechts 3,5% sociale huurwoningen, terwijl het in Vlaanderen om 5,5% van de woningen<br />
gaat (wat ook weer lager is dan de waarden in Wallonië of Brussel 47<br />
). Deze<br />
ondervertegenwoordiging geldt zowel voor het arrondissement Leuven (3,4%) als voor het<br />
arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde (3,7%). Het aandeel sociale huurwoningen ligt wel gevoelig<br />
hoger in een aantal steden (Vilvoorde, Leuven, Landen, <strong>Halle</strong>, Diest). Daarnaast hebben enkel<br />
Wezembeek-Oppem en Sint-Pieters-Leeuw nog een waarde die boven het Vlaamse gemiddelde<br />
ligt (Kaart 34). 9 van de 13 gemeenten zonder sociale woningen liggen in Vlaams-Brabant.
Kaart Kaart 34 34: 34 : Aandeel Aandeel sociale sociale huurwoningen huurwoningen huurwoningen (31/12/2009)<br />
(31/12/2009)<br />
% van de huishoudens<br />
5,6 - 10,9 (Brussel: 5,7 - 18,1)<br />
3,6 - 5,5<br />
1,6 - 3,5<br />
0,1 - 1,5<br />
0,0<br />
Vlaams-Brabant: 3,5<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
750<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
eengezinswoningen<br />
appartementen<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VMSW; huishoudens: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning;<br />
Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Bijgevolg staan er heel wat gezinnen op de wachtlijst voor een sociale huurwoning. In Vlaams-<br />
Brabant waren er op 31 december 2009 9.610 kandidaat-huurders. De gemiddelde leeftijd van<br />
de aanvragers was 46 jaar, en de meeste aanvragers zijn tussen 30 en 50 jaar. De wachttijd<br />
(gemeten op het moment van toewijzing van een woning) bedroeg met 842 dagen meer dan<br />
twee jaar. 48<br />
Er zijn echter grote verschillen van gemeente tot gemeente (Kaart 35). Het aantal<br />
kandidaat-huurders is vooral hoog in Leuven, in de industriële as rond Brussel (Vilvoorde,<br />
Machelen, Zaventem, Sint-Pieters-Leeuw, Asse) en in andere steden (Diest, Tienen, Asse).<br />
Daarnaast zijn er enkel nog bovengemiddelde waarden in Ternat en Tremelo. Dit wil overigens<br />
niet zeggen dat deze gezinnen een sociale woning in die gemeente hebben aangevraagd. Wel<br />
verblijven zij op het moment van hun aanvraag in die gemeente. Deze kaart wordt dus mee<br />
bepaald door de spreiding van het huisvestingsaanbod in de minder dure segmenten.<br />
Kaart Kaart 35 35: 35 : Aantal Aantal kandidaat kandidaat-hu<br />
kandidaat hu huurders urders van van een een sociale sociale woning, woning, naar naar woonplaats woonplaats (13/12/2009)<br />
(13/12/2009)<br />
% van de private huishoudens<br />
4,5 - 9,7<br />
2,3 - 4,4<br />
1,2 - 2,2<br />
0,7 - 1,1<br />
0,0 - 0,6<br />
Vlaams-Brabant: 2,2<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
aantal<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
1<br />
10<br />
1.000<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Linter<br />
Landen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Landen<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VMSW; huishoudens: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
53
Ervaring Ervaring van van iemand iemand uit uit de de regio regio <strong>Halle</strong><br />
<strong>Halle</strong><br />
"Ik wacht al negen jaar op een sociale woning.<br />
De huishuur op de privémarkt was in het begin<br />
nog net betaalbaar, maar uiteindelijk ben ik<br />
eraan ten onder gegaan. Mijn aanvraag was<br />
ingediend, maar ik kreeg geen antwoord.<br />
Uiteindelijk bleek dat ik die vraag moest<br />
vernieuwen, maar ik had wel andere zorgen aan<br />
mijn hoofd. De brief waarin dat stond, moet<br />
ergens tussen de stapels facturen verloren<br />
gegaan zijn. Eigenlijk kan het me allemaal niet<br />
meer schelen. Ik heb toch niets meer dat ze me<br />
kunnen afpakken."<br />
Kaart Kaart 36 36: 36 : Aantal Aantal huurwoningen huurwoningen (01/10/2001)<br />
(01/10/2001)<br />
% van het aantal woningen<br />
54<br />
29,6 - 45,0 (Brussel: 29,6 - 72,9)<br />
23,6 - 29,5<br />
17,6 - 23,5<br />
13,6 - 17,5<br />
7,1 - 13,5<br />
Vlaams-Brabant: 23,5<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
aantal<br />
3.000<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Door dit lage aandeel sociale huurwoningen<br />
zijn de meeste kandidaat-huurders<br />
aangewezen op de private huurmarkt. Ook<br />
de private huurmarkt is vooral belangrijk in<br />
stedelijke gebieden.<br />
Kaart 36 geeft het aandeel van alle<br />
huurwoningen in het totaal aantal<br />
woningen. We zien opnieuw de industriële<br />
as rond Brussel en de stad Leuven.<br />
Daarnaast hebben ook Diest, Tienen,<br />
Aarschot en zowat alle gemeenten rond<br />
Brussel een bovengemiddelde waarde.<br />
private woning<br />
sociale woning<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
In de goedkopere segmenten van de private huurmarkt laat de kwaliteit van de woningen vaak<br />
te wensen over, maar ook heel wat eigenaarswoningen bieden een beperkte kwaliteit. Er is<br />
sinds 2001 echter geen enkele indicator beschikbaar die de woningkwaliteit meet. We kunnen<br />
wel kijken naar de ouderdom van de woningen, hoewel oude woningen niet noodzakelijk<br />
samengaan met een slechte kwaliteit. Kaart 37 toont het aantal woonhuizen gebouwd voor<br />
1946. We zien hier het zuiden van de provincie (vooral zuidelijk Hageland en zuidelijk<br />
Pajottenland), de stad Leuven en de industriële as rond Brussel.
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Kaart Kaart 37 37: 37 : Aantal Aantal woonhuizen woonhuizen gebouwd gebouwd voor voor 1946 1946 (01/01/2010)<br />
(01/01/2010)<br />
% van de woonhuizen<br />
39,7 - 61,7 (Brussel: 39,7 - 98,8)<br />
29,7 - 39,6<br />
24,7 - 29,6<br />
22,2 - 24,6<br />
11,7 - 22,1<br />
Vlaams-Brabant: 29,6<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Ervaring Ervaring van van een een alleenstaande alleenstaande vrouw vrouw zonder zonder<br />
zonder<br />
kinderen kinderen uit uit de de regio regio Tienen<br />
Tienen<br />
"Ik trek een tegemoetkoming van ‘De Zwarte-<br />
Lieve-Vrouwestraat’. Ik sta dus op de ziekenkas.<br />
Noodgedwongen heb ik moeten verhuizen van<br />
een privé-huurwoning naar een appartement<br />
van de sociale huisvestingsmaatschappij. Ik<br />
moest wel, want het was ervoor vies, vuil en<br />
ongezond. Voor mijn situatie als 'epileptieker'<br />
deed dat zeker geen goed. De huishuur was wel<br />
laag, maar wat koop je daar voor? Sommige<br />
delen van het huis waren niet verzekerd en ik<br />
droeg er wel de verantwoordelijkheid voor als er<br />
iets moest gebeuren, brand of zo… Sinds juni<br />
van dit jaar is me uiteindelijk een appartement<br />
aangeboden. Een heel opluchting voor mij. Ik zie<br />
lucht, ik zie licht en ik kom nu meer onder de<br />
mensen. Nu woon ik gerieflijk en de buren zijn<br />
vriendelijk"<br />
6.3 6.3 6.3 Energie Energie Energie en en water<br />
water<br />
aantal<br />
3.000<br />
voor 1919<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
1919-1945<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Aan de onderkant van de woningmarkt zijn<br />
er ook mensen die zich geen huurwoning<br />
meer kunnen veroorloven. Het is niet<br />
bekend hoeveel daklozen er in Vlaams-<br />
Brabant zijn. We weten wel dat in 2010 132<br />
gezinnen een installatiepremie van het<br />
<strong>OCMW</strong> kregen, waarvan 66 in Leuven. De<br />
installatiepremie is een geldsom die een<br />
gezin in staat moet stellen een woning te<br />
betrekken en in te richten. Daarmee kunnen<br />
meubels worden gekocht of aansluitingen<br />
betaald. Het doel van de premie is daklozen<br />
en personen die op een camping verblijven,<br />
aan te moedigen om zich in een woning te<br />
vestigen en zo over een officieel adres te<br />
beschikken.<br />
Terwijl de woningprijzen de laatste jaren heel sterk stegen (een woning in Vlaams-Brabant<br />
kostte in 2010 meer dan 30% meer dan in 2005); geldt dit ook voor de andere woonkosten:<br />
energie en water. Figuur 21 geeft de evolutie weer van de prijzen van elektriciteit, water, gas en<br />
vloeibare brandstoffen (stookolie) vanaf januari 2006. De waarde op deze datum werd gelijk<br />
gesteld aan 100 en de waarden in de maanden daarna werden als een percentage van dit getal<br />
uitgedrukt. We zien een opwaartse beweging van de elektriciteitsprijs en waterprijs, die ruim<br />
boven de stijging van de algemene levensduurte (gemeten door middel van het algemeen<br />
indexcijfer) uitkomt. De prijs van gas en zeker van stookolie varieert erg sterk, maar kent de<br />
laatste maanden ook een zeer sterke prijsstijging.<br />
55
56<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Figuur Figuur 21 21: 21<br />
Algemene Algemene index index en en de de index index van van aardgas, aardgas, aardgas, stookolie, stookolie, elektriciteit elektriciteit en en water.<br />
water.<br />
180<br />
160<br />
140<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
01/2006 01/2007 01/2008 01/2009 01/2010 01/2011<br />
Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />
Er bestaan echter een aantal federale sociale<br />
maatregelen die via de <strong>OCMW</strong>'s<br />
tussenkomen in de energiekosten. Het<br />
sociaal verwarmingsfonds komt gedeeltelijk<br />
tussenbeide in de betaling van de<br />
verwarmingsfactuur wanneer men zich in<br />
een moeilijke financiële situatie bevindt. In<br />
Vlaams-Brabant deden in 2010 8.359<br />
gezinnen een beroep op dit fonds 49<br />
Dat is<br />
1,9% van het totaal aantal private<br />
huishoudens.<br />
Elektriciteit<br />
Waterverbruik<br />
Gas<br />
Vloeibare brandstoffen<br />
Algemeen indexcijfer<br />
Ervaring Ervaring uit uit uit de de de regio regio <strong>Halle</strong><br />
<strong>Halle</strong><br />
"Bij ons in de blokken hebben ze een paar jaar<br />
geleden de energievoorzieningen 'vernieuwd'.<br />
Het gevolg is dat nu alle tellers in een proper<br />
lokaal staan, maar omdat dat lokaal proper zou<br />
blijven is dat steeds op slot. Wij kunnen dus zelf<br />
niet eens meer gaan controleren hoeveel we<br />
verbruiken. Ik volgde een cursus om beter met<br />
energie om te springen, maar ik kan niet weten<br />
of ik eigenlijk goed bezig ben. Als we vragen om<br />
naar de meters te kijken, kan dat niet. Na veel<br />
aandringen zeggen ze het ons wel, maar je moet<br />
achter hun veren zitten en dat pakt tijd. We zijn<br />
dus nog meer afhankelijk en of we nu willen of<br />
niet, we kunnen niets weten over ons verbruik.<br />
Mensen met een budgetmeter moeten ook<br />
gokken wanneer hun kaart zal op zijn."<br />
Het sociaal verwarmingsfonds komt echter niet tussen wanneer men verwarmt met aardgas via<br />
het distributienet. Bijgevolg is het aandeel gezinnen dat hiervan gebruik maakt erg klein in<br />
stedelijke gebieden, waar vooral met aardgas wordt verwarmd. Zij kunnen wel beroep doen op<br />
het gas- en elektriciteitsfonds. Dit fonds komt niet tussenbeide in de betaling, maar financiert<br />
wel de <strong>OCMW</strong>'s die daarmee een dienst voor schuldbemiddeling en budgetbegeleiding kunnen<br />
opzetten. Ze kunnen ook achterstallige rekeningen aanzuiveren en maatregelen nemen voor<br />
een preventief sociaal energiebeleid. In Vlaams Brabant werd in 2010 voor 7.648 gezinnen<br />
schuldbemiddeling, budgetbegeleiding of budgetbeheer voorzien. Voor 3.377 gezinnen werd<br />
een tegemoetkoming gedaan voor de aanzuivering van niet-betaalde rekeningen. Voor 1.494<br />
gezinnen werden individuele acties preventief sociaal energiebeleid uitgevoerd. 50
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
7 Gezinnen Gezinnen met met schuldenlast<br />
schuldenlast<br />
'Nieuwe armoede' is een term die al enkele decennia gebruikt wordt om armoede aan te duiden<br />
waarvan de oorzaak ligt in economische recessie. Mensen die voorheen geen armoede kenden,<br />
worden getroffen door werkloosheid en komen zo in een armoedesituatie terecht. De laatste<br />
jaren stijgt het aantal gezinnen met schuldenlast heel sterk. Ook dat wordt vaak veroorzaakt<br />
door economische omstandigheden. Omwille van hun beperkte financiële armslag zijn mensen<br />
in armoede sterk vertegenwoordigd binnen deze groep van schuldenaren. Zij staan ook sterk<br />
onder druk van de consumptiemaatschappij, onder meer door het verlangen om via consumptie<br />
erkend te worden als volwaardig lid van de samenleving. In een eerste onderdeel wordt kort het<br />
het<br />
aantal aantal mensen mensen met met schuldenlast schuldenlast begroot. In een tweede onderdeel gaan we dieper in op<br />
betalingsproblemen betalingsproblemen voor voor elektriciteit elektriciteit en en gas gas. gas De eerder vermelde sterk stijgende prijzen voor<br />
deze producten werken betalingsproblemen immers in de hand.<br />
7.1 7.1 Het Het Het aantal aantal mensen mensen met met schuldenlast<br />
schuldenlast<br />
Het aantal mensen met schuldenlast loopt op. Begin 2007 waren er in België al 337.852<br />
kredietnemers (consumentenkredieten en hypothecaire leningen) met minstens één achterstallig<br />
krediet. Eind 2010 waren er dat al 365.374. Dit is 4,2% van de meerderjarige bevolking. In<br />
Vlaanderen is deze waarde lager (2,8%), in Wallonië en Brussel hoger (respectievelijk 5,8% en<br />
5,4%). In Vlaams-Brabant is deze waarde het laagst, met 2,5%. In het arrondissement Leuven<br />
gaat het zelfs maar om 2,2%. 51<br />
7.2 7.2 Betalingsproblemen Betalingsproblemen Betalingsproblemen voor voor elektriciteit elektriciteit en en gas<br />
gas<br />
Energieleveranciers kunnen het contract beëindigen van huishoudelijke klanten die hun<br />
energiefactuur niet meer betalen. Wanneer de klant geen nieuwe leverancier vindt, komt hij of<br />
zij automatisch terecht bij de netbeheerder van de gemeente die dan optreedt als sociale<br />
leverancier. Betaalt de klant ook hier de facturen niet, dan zal de sociale leverancier een<br />
budgetmeter plaatsen die vooraf moet worden opgeladen. In het najaar van 2009 werden de<br />
eerste budgetmeters voor aardgas geplaatst. Voordien waren enkel budgetmeters voor<br />
elektriciteit in omloop. Wanneer de klant ook de sociale leverancier niet meer betaalt, is er een<br />
minimumlevering voorzien, die echter ook niet gratis is. In een aantal gevallen zet ook de<br />
netbeheerder de levering stop.<br />
Voor het afsluiten van de energielevering moet de netbeheerder wel de toestemming krijgen<br />
van de gemeentelijke Lokale Adviescommissie (LAC). Hetzelfde geldt overigens voor het afsluiten<br />
van de watervoorziening. De LAC bestaat uit vertegenwoordigers van het <strong>OCMW</strong> en van de<br />
water- en energieleveranciers en zoekt in overleg met de achterstallige betaler naar een<br />
realistisch afbetalingsplan. Zij beslist dan bij consensus of de vraag van de distributeur terecht is<br />
en of deze dus mag overgaan tot afsluiting bij de klant. Dit kan enkel in bepaalde gevallen,<br />
bijvoorbeeld wanneer de klant weigert om een afbetalingsplan te sluiten. Ook zonder een advies<br />
van de LAC kan er worden afgesloten, maar enkel in welbepaalde situaties (bij onveiligheid,<br />
fraude, leegstand of levering zonder contract na verhuizing). De LAC komt ook samen bij een<br />
vraag van een klant voor heraansluiting.<br />
In Vlaams-Brabant waren er begin 2010 4.502 geplaatste actieve budgetmeters voor<br />
elektriciteit. Dat is 0,98% van de huishoudelijke elektriciteitsafnemers aangesloten op het<br />
distributienet. Op het einde van het jaar waren er dat al 4.949 of 1,08%. Het totale aantal<br />
budgetmeters voor elektriciteit (actief en niet actief) ligt bijna dubbel zo hoog (9.190 of 2,00%).<br />
57
58<br />
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
Het aandeel actieve budgetmeters is vooral hoog in de Zennevallei van <strong>Halle</strong> tot Vilvoorde, in de<br />
noordwestelijke rand van Brussel, in Liedekerke en in Tienen (Kaart 38). Ook de gemeenten<br />
Bever, Aarschot, Diest en Hoegaarden hebben bovengemiddelde waarden. Erg lage waarden<br />
vinden we vooral in het centrale deel van het Hageland en in het Pajottenland. De cijfers in<br />
Vlaanderen liggen heel wat hoger. Begin 2010 had 1,41% van de huishoudelijke<br />
elektriciteitsafnemers er een actieve budgetmeter. Op het einde van het jaar was dat al 1,55%.<br />
3,01% van de gezinnen heeft er een actieve of niet-actieve budgetmeter.<br />
Kaart Kaart 38 38: 38 38:<br />
: Het Het aantal aantal geplaatste geplaatste actieve actieve budgetmeters budgetmeters voor voor elektriciteit elektriciteit per per 1.000 1.000 gezinnen gezinnen (31/12/2010)<br />
(31/12/2010)<br />
per 1.000 gezinnen<br />
17,1 - 25,0<br />
11,1 - 17,0<br />
8,1 - 11,0<br />
5,1 - 8,0<br />
0,0 - 5,0<br />
Vlaams-Brabant: 11,0<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
De Vlaams-Brabantse Lokale<br />
Adviescommissies (LAC's) behandelden in<br />
2010 3.602 dossiers. Er werden 214<br />
huishoudelijke afnemers afgesloten<br />
(exclusief afsluitingen ingevolge verhuis) na<br />
een advies van het LAC, voornamelijk<br />
omwille van weigering of niet-naleving van<br />
een afbetalingsplan. 189 afsluitingen<br />
(exclusief afsluitingen ingevolge verhuis)<br />
gebeurden zonder advies van het LAC,<br />
voornamelijk omwille van leegstand. Begin<br />
2010 waren er 250 huishoudelijke afnemers<br />
afgesloten van elektriciteit. Op het einde<br />
van het jaar waren er dat 317. Ook hier<br />
liggen de cijfers heel wat hoger in<br />
Vlaanderen als geheel.<br />
aantal<br />
10<br />
50<br />
100<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: VREG; gezinnen: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Ervaring Ervaring van van een een een alleenstaande alleenstaande vrouw vrouw uit uit de de<br />
de<br />
regio regio regio Leuven Leuven<br />
Leuven<br />
“Ik ben ooit afgesloten van energie. Op het<br />
begin durfde ik hier met niemand over praten of<br />
iemand om hulp vragen. Ik schaamde mij dat het<br />
mij moest overkomen en dacht dat ik met mijn<br />
probleem alleen stond. Op het ogenblik van de<br />
afsluiting woonden mijn kinderen nog thuis.<br />
Vooral voor hen vond ik het erg. Zij konden er<br />
immers niets aan doen en ik had schrik dat ze<br />
van mij weggenomen zouden worden.<br />
Uiteindelijk heb ik al mijn moed bijeen geraapt<br />
en ben ik toch hulp gaan zoeken. Alle<br />
energieproblemen zijn nu van de baan. Intussen<br />
heb ik ook geleerd dat ik niet de enige ben die<br />
in de problemen is geraakt.”
DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />
In Vlaams-Brabant waren er begin 2010 587 geplaatste actieve budgetmeters voor aardgas. Dat<br />
is 0,21% van de huishoudelijke afnemers aangesloten op het distributienet. Op het einde van<br />
het jaar waren er dat al 2.132 of 0,77%. De sterke stijging heeft te maken met het feit dat<br />
budgetmeters voor aardgas nog maar geplaatst worden sinds het najaar van 2009. Het totale<br />
aantal budgetmeters voor aardgas (actief en niet actief) ligt dan ook niet zo veel hoger (2.486 of<br />
0,90%) dan het aantal actieve budgetmeters. Ook hier liggen de cijfers hoger in Vlaanderen.<br />
De spreiding is gelijkaardig aan die van de budgetmeters voor elektriciteit, alleen hebben de<br />
gemeenten Aarschot, Diest en Bever hier geen bovengemiddelde waarden. Deze cijfers moeten<br />
wel met omzichtigheid worden geïnterpreteerd. Zowat alle gezinnen zijn aangesloten op het<br />
distributienet voor elektriciteit, maar dit geldt niet voor aardgas. Er zijn 457.569 huishoudelijke<br />
afnemers van elektriciteit via het distributienet, maar voor aardgas is dat slechts 275.741. Het<br />
aantal afnemers is relatief hoger in de rand rond Brussel, in het Leuvense en in Tienen.<br />
59
60<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
DEEL DEEL III: III: <strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong> bij bij gezinnen gezinnen met met kinderen kinderen<br />
kinderen<br />
Kinderarmoede is bijzonder ernstig omdat het niet alleen het welzijn van de kinderen in gevaar<br />
brengt, maar ook hun toekomst. Kinderen die in armoede leven hebben immers een veel hoger<br />
risico om later ook in armoede te belanden. Het is alarmerend dat de armoede onder kinderen<br />
in België hoger is dan de armoede onder de totale bevolking: 16,6% van de 0-17 jarigen leeft<br />
onder de armoedegrens, terwijl dit voor de totale bevolking 14,7% bedraagt. 52<br />
Bij de jongste<br />
leeftijdsgroep, de 0-6 jarigen leeft 16,5% onder de armoedegrens. Voor de 13-17 jarigen is het<br />
zelfs nog hoger (19,5%). Alleen de 65-plussers kennen nog een groter aandeel armen. Er zijn<br />
ook grote ruimtelijke verschillen. In Vlaanderen is het risico voor kinderen veel lager (8,3%), in<br />
Brussel is het veel hoger (31,1%).<br />
In een eerste deel gaan we na hoeveel kinderen opgroeien in een gezin zonder werk. De<br />
overgrote meerderheid van kinderen die opgroeien in een gezin zonder werk zijn immers arm<br />
(82,1%). Daarbij mag echter niet vergeten worden dat nog steeds 60% van de kinderen in<br />
armoede in een gezin wonen waar wel wordt gewerkt, deeltijds of voltijds, door één of twee<br />
ouders. In een tweede deel wordt nagegaan hoeveel kinderen een voorkeursregeling in de<br />
ziekteverzekering hebben omwille van een laag gezinsinkomen. Daar gaat het dus om een<br />
indicator die breder is dan alleen de werksituatie van de ouders. 53<br />
In een derde derde deel worden de<br />
'Gelijke Onderwijskansen'- of 'GOK'-indicatoren van de leerlingen in het basisonderwijs en<br />
secundair onderwijs geanalyseerd. Een van die indicatoren meet het gezinsinkomen, maar<br />
bijvoorbeeld ook de opleiding van de ouders wordt bevraagd. Dat laatste houdt wel een<br />
verhoogd risico op armoede in, maar betekent niet noodzakelijk dat het gezin ook arm is. In een<br />
vierde vierde deel deel wordt het aantal geboorten in kansarme gezinnen bekeken. Hier speelt het<br />
samenspel van niet alleen de werksituatie, het inkomen en de opleiding van de ouders, maar<br />
ook van de huisvestingssituatie, de opvoedingssituatie en de gezondheidssituatie. In de<br />
volgende twee onderdelen ligt de focus minder op armoede-indicatoren, maar verschuiven we<br />
de focus naar een aantal risicofactoren voor armoede. In het vijfde deel gaan we in op leerlingen<br />
met risicoschoolloopbanen, die kunnen leiden tot vroegtijdige schooluitval. In een zesde zesde zesde deel<br />
deel<br />
hernemen we één van de demografische risicofactoren, de gezinssituatie, vanuit het perspectief<br />
van het kind. We kijken niet naar het aantal eenoudergezinnen ten opzichte van het totaal<br />
aantal gezinnen, maar we kijken naar het aantal kinderen dat opgroeit in een eenoudergezin<br />
ten opzichte van het totaal aantal kinderen.<br />
Ervaring Ervaring uit uit de de regio regio Buizingen<br />
Buizingen<br />
"Mijn ouders scheidden toen ik vijf jaar was. Vader verdween met de noorderzon. Moeder geraakte in<br />
een depressie. De alimentatie kwam erg onregelmatig zodat het vaak de eindjes aan elkaar knopen was.<br />
Al snel leerde ik met heel weinig tevreden zijn: voeding en kleding was een voortdurende zorg, uitstapjes,<br />
film, vakantie kwam niet aan de orde. Moeder had ook een hele grote fierheid waardoor ze moeilijk om<br />
hulp kon vragen. Daarbij speelde voortdurend de zorg om moeder, en haar zoektocht om rond te komen,<br />
haar ziekte,… bezorgden me vele slapeloze nachten. Dankzij begrip vanuit de school, studietoelagen kon<br />
ik de school afmaken. Ik hou er een dubbel gevoel aan over: enerzijds dankbaarheid voor de steun die we<br />
kregen en anderzijds spijt om de vele gemiste kansen door gebrek aan vertrouwen en angst om in het<br />
leven te durven staan."
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
8 Kinderen Kinderen in in gezinnen gezinnen zonder zonder werk<br />
werk<br />
Het aandeel minderjarigen dat opgroeit in een gezin zonder inkomen uit arbeid of pensioen<br />
bedraagt in Vlaams-Brabant 7,0%, terwijl het in Vlaanderen om 7,5% gaat. Wanneer we naar<br />
de gezinnen kijken, liggen de waarden iets lager. Het aandeel gezinnen met minderjarige<br />
kinderen zonder inkomen uit arbeid of pensioen bedraagt in Vlaams-Brabant 6,6% en in<br />
Vlaanderen 7,0%.<br />
Deze cijfers daalden met de sterke economische conjunctuur in het midden van de jaren 2000,<br />
maar gaan sinds eind 2008 terug in stijgende lijn. Vooral eenoudergezinnen met minderjarige<br />
kinderen hebben geen inkomen uit arbeid of pensioen. Daar gaat het om 20,5%, terwijl het bij<br />
koppels met minderjarige kinderen slechts om 3,9% gaat.<br />
De waarden zouden in Vlaams-Brabant nog heel wat lager liggen moesten de gezinnen van<br />
werknemers van internationale organisaties, die in Vlaams-Brabant relatief talrijk zijn, niet<br />
worden meegeteld. De hier gebruikte cijfers zijn afkomstig van de Kruispuntbank van de Sociale<br />
Zekerheid (KSZ), die deze gezinnen registreert als gezinnen zonder inkomen uit arbeid, omdat zij<br />
niet verbonden zijn met de Belgische sociale zekerheid. Dit is heel duidelijk te zien op Kaart 39,<br />
waar de hoogste waarden ten zuiden en oosten van Brussel liggen. Daarom werden op deze<br />
kaart de gemeenten aangeduid waar een belangrijke aanwezigheid is van internationale<br />
werknemers. 54<br />
Wanneer we naar de andere gemeenten kijken, waar dit effect niet of minder<br />
speelt, zien we hoge waarden in de Zennevallei (Drogenbos, Vilvoorde, Machelen) en Leuven.<br />
Ook Tienen, Asse, Wemmel en Sint-Pieters-Leeuw hebben nog bovengemiddelde waarden.<br />
Verder zijn er nog iets meer uitgesproken waarden rond Brussel, in de steden in het Hageland<br />
en in enkele verspreide gemeenten (Liedekerke, Bever, Geetbets). Lage waarden zijn er in het<br />
Pajottenland, in het noorden van de provincie en ten zuiden en ten oosten van Leuven, tot aan<br />
de provinciegrens. Het gaat dus vooral om een stedelijk fenomeen.<br />
Kaart Kaart 39 39: 39 : Gezinnen Gezinnen met met minderjarige minderjarige kinderen kinderen zzonder<br />
z zonder<br />
onder inkomen inkomen uit arbeid of pensioen (31/12/2008)<br />
% van de gezinnen met minderjarige kinderen<br />
8,1 - 26,0<br />
6,7 - 8,0<br />
4,2 - 6,6<br />
2,8 - 4,1<br />
1,0 - 2,7<br />
Vlaams-Brabant: 6,6<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
(Brussel: 8,5 - 35,0)<br />
belangrijke aanwezigheid<br />
internationale werknemers<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
aantal<br />
300<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
alleenstaande ouders<br />
koppels<br />
Overijse<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Landen<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: KSZ<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
61
62<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
9 Kinderen Kinderen met met een een voorkeursregeling voorkeursregeling voorkeursregeling in in de<br />
de<br />
ziekteverzekering<br />
ziekteverzekering<br />
ziekteverzekering<br />
Figuur 22 geeft het aandeel van de bevolking dat gebruik maakt van de voorkeursregeling in de<br />
ziekteverzekering omwille van een laag inkomen (voor een omstandige definitie van de<br />
voorkeursregeling, zie p. 35) voor de verschillende leeftijdsgroepen. Het is duidelijk dat de<br />
waarden vooral hoog zijn bij de ouderen. 55<br />
Voor de leeftijdsgroepen onder de 50 jaar zijn het<br />
echter vooral de kinderen die terugvallen op de voorkeursregeling. De percentages stijgen<br />
naarmate de leeftijd vordert, tot een maximum bij de leeftijdsgroep van 15-19 jaar. Ook hier zijn<br />
de waarden in Vlaanderen beduidend hoger dan in Vlaams-Brabant. In het arrondissement<br />
Leuven zijn ze wat hoger voor de oudere kinderen. In het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde zijn ze<br />
wat hoger voor de jongere kinderen.<br />
De evolutie over de laatste drie jaar wijst naar een verjonging van de groep die een<br />
voorkeursregeling in de ziekteverzekering krijgt. Beneden de 45 jaar zien we een stijging van het<br />
aandeel. Hoe jonger de leeftijdsgroep, hoe sterker die stijging. Vanaf 45 jaar zien we een daling<br />
van het aandeel, dat sterker wordt naarmate de leeftijd toeneemt. Zo kennen de 0-4 jarigen een<br />
stijging van 3,7% naar 4,7%, terwijl de 75-plussers een daling kennen van 37,2% naar 33,6%.<br />
Figuur Figuur 22 22: 22<br />
: Percentage Percentage van van de de bevolking bevolking met met een een voorkeursregeling voorkeursregeling in in de de ziekteverzekering, ziekteverzekering, naar naar leefti leeftijd leefti jd<br />
% voorkeursregeling<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 +<br />
leeftijdsgroep<br />
Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Vlaams Gewest<br />
prov. Vlaams-Brabant<br />
arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
arr. Leuven<br />
Het OMNIO-statuut is in het leven geroepen voor gezinnen met een laag inkomen die niet onder<br />
de twee andere categorieën van verhoogde tegemoetkoming vallen (voor een omstandige<br />
definitie van de voorkeursregeling, zie p. 35). Het zijn vooral gezinnen met jonge kinderen die<br />
van dit statuut genieten. Dit is duidelijk te zien op Figuur 23, die het relatief belang van de drie<br />
genoemde regelingen in beeld brengt voor de verschillende leeftijdsgroepen.
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Figuur Figuur 23 23: 23<br />
Manieren anieren waarop de voorkeursregeling in in de ziekteverzekering wordt verkregen, naar naar leeftijd<br />
percentage<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75+<br />
Bron data: KSZ, bewerking SVR<br />
leeftijdsgroep<br />
o.b.v. hoedanigheid<br />
o.b.v. sociaal voordeel<br />
OMNIO-statuut<br />
Kaart 40 en Kaart 41 tonen, voor de twee jongste en voor de twee oudste leeftijdsgroepen, het<br />
percentage van de kinderen dat geniet van de voorkeursregeling. Bij de 0-9 jarigen zijn de<br />
waarden vooral hoog in de Zennevallei, in de gemeenten ten noordwesten van Brussel, in<br />
Leuven, Liedekerke, Diest, Tienen, Zoutleeuw en Landen. De hoogste waarden zijn er in Leuven,<br />
Vilvoorde, Machelen en Asse. Het gaat dus vooral om een stedelijk fenomeen. Met uitzondering<br />
van de gemeenten ten zuidoosten van Brussel, vertoont heel de ruime rand rond Brussel<br />
trouwens waarden die rond of boven het gemiddelde liggen. Dit geldt echter ook voor een<br />
aantal meer landelijke gemeenten in het Hageland.<br />
Bij de 10-19 jarigen zien we een gelijkaardig beeld, maar is het Hageland relatief belangrijker,<br />
en het Pajottenland vertoont daar ook minder lage waarden.<br />
63
64<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Kaart Kaart 40 40: 40 : Personen Personen van van 00-9<br />
0 9 jaar jaar met met een een een verhoogde verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering (01/01/2010)<br />
(01/01/2010)<br />
% van de 0-9 jarigen<br />
8,2 - 11,3<br />
5,2 - 8,1<br />
3,2 - 5,1<br />
2,2 - 3,1<br />
1,4 - 2,1<br />
Vlaams-Brabant: 5,1<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
300<br />
o.b.v. hoedanigheid<br />
o.b.v. sociaal voordeel<br />
OMNIO-statuut<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Kaart Kaart 41 41: 41 Personen Personen Personen van van 10 10-19 10 19 19 jaar jaar met met een een verhoogde verhoogde verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering (01/01/2010)<br />
(01/01/2010)<br />
% van de 10-19 jarigen<br />
9,6 - 12,9<br />
6,6 - 9,5<br />
4,6 - 6,5<br />
3,6 - 4,5<br />
2,3 - 3,5<br />
Vlaams-Brabant: 6,5<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
aantal<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
300<br />
o.b.v. hoedanigheid<br />
o.b.v. sociaal voordeel<br />
OMNIO-statuut<br />
Boortmeerbeek<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Linter<br />
Landen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
10 10 Kinderen Kinderen geboren geboren in in kansarme gezinnen<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Kinderen die geboren worden in een kansarm gezin, krijgen niet altijd de kans om zich op een<br />
gelijkwaardige manier te ontplooien en te ontwikkelen. Ze lopen een verhoogd risico om ook als<br />
volwassene in een kwetsbare situatie terecht te komen.
10.1 10.1 Kansarmoedecriteria<br />
Kansarmoedecriteria<br />
Kansarmoedecriteria<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Aan de hand van zes criteria bepalen de regioteamleden van Kind en Gezin of een gezin<br />
waarmee zij in contact komen, al dan niet in kansarmoede leeft. In principe spreekt Kind en<br />
Gezin van een kansarm gezin als het aan minstens drie van de zes criteria voldoet. De<br />
regioteamleden kunnen echter beslissen om ook wanneer het gezin aan minder criteria voldoet,<br />
het toch als kansarm te beschouwen. Bovendien dient opgemerkt te worden dat niet voor alle<br />
criteria er een objectieve en absolute grens is. De zes criteria zijn:<br />
• Beschikbaar maandinkomen<br />
• Opleiding van de ouders<br />
• Arbeidssituatie van de ouders<br />
• Laag stimulatieniveau<br />
• Huisvesting<br />
• Gezondheid<br />
Onderstaande kaart toont hoeveel gezinnen er per gemeente aan de verschillende criteria<br />
voldoen. Het gaat hier om het gemiddeld aantal gezinnen in de jaren 2006 en 2007.<br />
Gemeenten met minder dan zeven geboorten in kansarme gezinnen, worden omwille van de<br />
leesbaarheid niet opgenomen op de kaart.<br />
In Leuven, Tienen en Vilvoorde, de gemeenten met het grootste aandeel geboorten in kansarme<br />
gezinnen bevinden gezinnen zich vooral in een meer kwetsbare situatie door hun lage inkomen,<br />
hun arbeidssituatie en hun opleidingsniveau. In Zaventem, ook een gemeente met een eerder<br />
hoog aandeel van geboorten in kansarme gezinnen, zijn er minder gezinnen met een laag<br />
opleidingsniveau, maar de huisvestingssituatie zorgt er wel vaker voor een verhoogd risico op<br />
kwetsbaarheid.<br />
Kaart Kaart 42 42: 42 42:<br />
: Criteria Criteria van van kansarme kansarme geboorten: geboorten: gemiddeld gemiddeld aantal aantal gezinnen gezinnen per per jaar jaar (2006-2007)<br />
(2006<br />
2007)<br />
gemiddeld aantal<br />
47<br />
Bever<br />
Inkomen<br />
Arbeidssituatie<br />
Opleidingsniveau<br />
Huisvesting<br />
Stimulatieniveau<br />
Gezondheid<br />
Galmaarden<br />
Liedekerke<br />
Herne<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Asse<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Wemmel<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Oppem<br />
Kraainem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Overijse<br />
Bertem<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Leuven<br />
Tervuren<br />
Oud-<br />
Huldenberg Heverlee<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Rotselaar<br />
Holsbeek<br />
Bierbeek<br />
Lubbeek<br />
Aarschot<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Tielt-<br />
Winge Kortenaken<br />
Geetbets<br />
Glabbeek<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Kind en Gezin<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
65
66<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
10.2 10.2 Geboorten Geboorten in in kansarme kansarme gezinnen<br />
gezinnen<br />
Op Kaart 43 kan u terugvinden welk aandeel van de kinderen geboren in 2006 tot 2008,<br />
geboren werd in een kansarm gezin. We maken hierbij gebruik van een driejarig gemiddelde<br />
omdat, door het kleine aantal in sommige gemeenten, er soms erg grote schommelingen zijn<br />
tussen de jaren. Vooral in Leuven en Tienen wordt een groot deel van de kinderen geboren in<br />
een kansarm gezin. Ook in de regio Vilvoorde-Zaventem, in Asse en in verschillende gemeenten<br />
in Noord- en Zuid-Hageland worden er meer kinderen dan gemiddeld in Vlaams-Brabant<br />
geboren in een kansarm gezin.<br />
Kaart Kaart 43 43: 43 : GGeboorten<br />
G eboorten in in in kansarme kansarme gezinnen gezinnen (2006 (2006-2008)<br />
(2006 2008)<br />
% van totaal aantal geboorten<br />
Bever<br />
7,2 - 11,0<br />
4,2 - 7,1<br />
3,2 - 4,1<br />
1,7 - 3,1<br />
0,0 - 1,6<br />
Vlaams-Brabant: 4,1<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
gemiddeld aantal per jaar<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
60<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: SVR, via lokale statistieken<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Vervolgens kunnen we ook kijken naar de evolutie van het aantal geboorten in kansarme<br />
gezinnen. In Figuur 24 is duidelijk te zien dat het aandeel van de geboorten in kansarme<br />
gezinnen in de twee arrondissementen onder het aandeel in het Vlaamse gewest ligt. Toch zien<br />
we ook in Vlaams-Brabant een duidelijke stijging en zien we na een groeiende kloof met<br />
Vlaanderen in de periode 2001-2005 opnieuw een 'inhaalbeweging'. Hoewel vanaf 2005 het<br />
aantal geboorten in kansarme gezinnen stijgt in heel Vlaanderen, is deze stijging in Vlaams-<br />
Brabant veel groter.
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Figuur Figuur 24 24: 24<br />
: : Evolutie Evolutie van van van de de geboorten geboorten in in kansarme kansarme gezinnen<br />
gezinnen<br />
% geboorten in een kansarm gezin<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009<br />
Bron data: SVR, via lokale statistieken<br />
11 11 De De GOK GOK-indicatoren<br />
GOK<br />
indicatoren indicatoren<br />
arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde prov. Vlaams-Brabant<br />
arr. Leuven Vlaams Gew est<br />
Scholen die erkend zijn door de Vlaamse Gemeenschap verzamelen jaarlijks de 'Gelijke<br />
Onderwijskansen'- of 'GOK'-indicatoren. Het gaat om vijf indicatoren die de thuissituatie<br />
weergeven van de leerlingen. Daarbij wordt gepeild naar het gezinsinkomen, naar de opleiding<br />
van de moeder, naar het al dan niet inwonen bij de ouders, naar het al dan niet behoren tot de<br />
trekkende bevolking, en naar de taal die in het gezin wordt gesproken.<br />
Wanneer één of meer van die indicatoren van toepassing is op een leerling gaat het om een<br />
zogenaamde indicator-leerling. Het aantal indicator-leerlingen is van belang bij de<br />
voorrangsregeling bij inschrijvingen. Wanneer één of meer van die indicatoren van toepassing is<br />
op een leerling, zonder rekening te houden met de thuistaal, gaat het om een zogenaamde<br />
GOK-leerling. Het aantal GOK-leerlingen is van belang voor extra ondersteuning van de scholen.<br />
Concreet gaat het om de volgende vijf indicatoren:<br />
• Het gezin ontving in het schooljaar, voorafgaand aan het schooljaar waarop de<br />
inschrijving van het kind betrekking heeft, minstens één schooltoelage;<br />
• De moeder is niet in het bezit van een diploma van het secundair onderwijs, een<br />
studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het<br />
beroepssecundair onderwijs of van een daarmee gelijkwaardig studiebewijs;<br />
• De leerling is tijdelijk of permanent buiten het eigen gezinsverband opgenomen<br />
door een gezin of persoon, een voorziening of een sociale dienst;<br />
• De ouders behoren tot de trekkende bevolking (binnenschippers, kermis- of<br />
circusexploitanten, woonwagenbewoners);<br />
67
68<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
• De taal die de leerling in het gezin spreekt - dit is de taal die de leerling spreekt met<br />
moeder, vader, broers of zussen - is niet het Nederlands. Die taal is niet het<br />
Nederlands indien de leerling in het gezin met niemand of in een gezin met drie<br />
gezinsleden (de leerling niet meegerekend) met maximaal één gezinslid het<br />
Nederlands spreekt. Broers en zussen worden als één gezinslid beschouwd.<br />
De eerste vier indicatoren worden hieronder in kaart gebracht, zowel voor het basisonderwijs<br />
(kleuter- en lagere school) als voor het secundair onderwijs. Zij geven een goed beeld van de<br />
sociaal-economische situatie van de gezinnen met kinderen in Vlaams-Brabant. De indicator die<br />
de thuistaal meet wordt hier niet gebruikt. Die geeft immers een heel ander beeld en heeft geen<br />
directe relatie met (kans)armoede. 56<br />
Deze indicatoren worden gekarteerd volgens de woonplaats van de leerlingen en niet volgens<br />
de plaats van de school. In het secundair onderwijs zijn de verschillen tussen beiden<br />
vanzelfsprekend erg groot, gezien 31 van de 65 Vlaams-Brabantse gemeenten geen secundaire<br />
school hebben.<br />
11.1 11.1 Aantal Aantal leerlingen leerlingen met met een een schooltoelage<br />
schooltoelage<br />
Kaart 44 geeft, voor het basisonderwijs, het aandeel leerlingen dat een schooltoelage krijgt. Het<br />
krijgen van een schooltoelage is afhankelijk van het gezinsinkomen en is dus rechtstreeks<br />
verbonden met de armoedeproblematiek. 57<br />
Gemiddeld krijgt 15% van de leerlingen in het<br />
basisonderwijs een schooltoelage. De waarden zijn vooral hoog in de (vroegere) industriële as<br />
langs het kanaal Charleroi - Brussel - Schelde dat de Zenne volgt van <strong>Halle</strong> tot Vilvoorde. Ook in<br />
het oostelijk Hageland zijn er een aantal hoge waarden. Verder zijn er nog bovengemiddelde<br />
waarden in enkele gemeenten ten westen van Brussel (Asse, Affligem en Liedekerke) en in<br />
Leuven. De laagste waarden worden opgetekend in de residentiële zone ten zuidoosten van<br />
Brussel en ten zuiden van Leuven, en in een aantal andere residentiële gemeenten als<br />
Keerbergen en Meise.<br />
Kaart Kaart 44 44: 44 44:<br />
: Aantal Aantal leerlingen leerlingen met met een een schooltoelage schooltoelage in in het het basisonderwijs basisonderwijs (01/02/2010)<br />
(01/02/2010)<br />
% van de leerlingen in het basisonderwijs<br />
19,9 - 34,0 (Brussel: 19,9 -53,3)<br />
14,9 - 19,8<br />
11,9 - 14,8<br />
8,9 - 11,8<br />
4,8 - 8,8<br />
Vlaams-Brabant: 14,8<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
aantal<br />
10<br />
100<br />
Overijse<br />
1.000<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Kaart 45 geeft de waarden voor het secundair onderwijs. De cijfers liggen beduidend hoger<br />
(18,2%) dan bij het basisonderwijs. Mogelijk heeft dit te maken met het groter aantal kinderen<br />
per gezin (de gezinsvorming is op deze leeftijd vaak ten einde). De inkomensgrenzen die worden<br />
gebruikt voor het toekennen van de schooltoelage zijn immers mee afhankelijk van het aantal<br />
kinderen ten laste Ook het groter aantal eenoudergezinnen kan een rol spelen (het aantal<br />
scheidingen neemt toe met de tijd). In zulke nieuwe eenoudergezinnen valt er immers vaak een<br />
inkomen weg. 58<br />
We zien in grote lijnen hetzelfde beeld, maar het Hageland kent relatief hogere<br />
waarden en ook in het Pajottenland vinden we hier en daar bovengemiddelde waarden.<br />
Kaart Kaart 45 45: 45 : Aantal Aantal leerlingen leerlingen met met een een schooltoelage schooltoelage in in het het secundair secundair onderwijs onderwijs (01/02/2010)<br />
(01/02/2010)<br />
% van de leerlingen in het secundair onderwijs<br />
23,3 - 33,9 (Brussel: 23,3 - 54,8)<br />
18,3 - 23,2<br />
15,3 - 18,2<br />
12,3 - 15,2<br />
7,1 - 12,2<br />
Vlaams-Brabant: 18,2<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
aantal<br />
1<br />
10<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
1.000<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
11.2 11.2 Aantal Aantal leerlingen leerlingen waarvan waarvan dde<br />
d e moeder moeder geen geen diploma diploma<br />
diploma<br />
secundair secundair onderwijs onderwijs heeft heeft<br />
heeft<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Kaart 46 en Kaart 47 geven, respectievelijk voor het basisonderwijs en het secundair onderwijs,<br />
het aandeel leerlingen waarvan de moeder geen diploma van het secundair onderwijs heeft.<br />
Gezien het sterke verband tussen opleidingsniveau enerzijds en werkzekerheid en inkomen<br />
anderzijds, is dit een risicogroep. Voor het basisonderwijs gaat het om 13,6% van de leerlingen.<br />
De cijfers zijn opnieuw hoog in de Zennevallei (met de hoogste waarden in Sint-Pieters-Leeuw,<br />
Drogenbos, Vilvoorde, Machelen en Zaventem), ten westen van Brussel en in het oosten van het<br />
Hageland (met de hoogste waarden in Tienen en Diest). Erg lage waarden vinden we in de<br />
gemeenten rond Leuven, in de gemeenten ten zuidoosten van Brussel en in Keerbergen.<br />
We zien in grote lijnen dezelfde patronen bij het secundair onderwijs, hoewel ook hier het<br />
Hageland relatief wat hoger scoort en enkele gemeenten in het Pajottenland hier een<br />
bovengemiddelde waarde hebben. De cijfers over het secundair onderwijs zijn ook hier wat<br />
hoger (16,5% in Vlaams-Brabant) dan die over het basisonderwijs. De gemiddelde<br />
opleidingsgraad van de bevolking daalt met de leeftijd, zodat ouders van kinderen in het<br />
secundair onderwijs gemiddeld een wat lagere opleidingsgraad hebben dan ouders van<br />
kinderen in het basisonderwijs. 59<br />
69
70<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Kaart Kaart 46 46: 46 : Aantal Aantal leerlingen leerlingen in in het het het basisonderwijs basisonderwijs waarvan waarvan de de moeder moeder geen geen diploma diploma secundair secundair onderwijs onderwijs he heeft he eft<br />
(01/02/2010)<br />
(01/02/2010)<br />
% van de leerlingen in het basisonderwijs<br />
19,7 - 33,0 (Brussel: 19,7 - 52,5)<br />
13,7 - 19,6<br />
10,7 - 13,6<br />
7,7 - 10,6<br />
4,2 - 7,6<br />
Vlaams-Brabant: 13,6<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
aantal<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
10<br />
100<br />
1.000<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Kaart Kaart 47 47: 47 : Aantal Aantal leerlingen leerlingen in in het het secundair secundair onderwijs onderwijs waarvan waarvan de de moeder moeder geen geen diploma diploma secundair secundair onderwijs onderwijs heeft<br />
heeft<br />
(01/02/2010)<br />
(01/02/2010)<br />
% van de leerlingen in het secundair onderwijs<br />
22,6 - 36,8 (Brussel: 22,6 - 61,4)<br />
16,6 - 22,5<br />
13,6 - 16,5<br />
10,6 - 13,5<br />
6,8 - 10,5<br />
Vlaams-Brabant: 16,5<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
11.3 11.3 GOK GOK-leerlingen<br />
GOK leerlingen<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
aantal<br />
10<br />
100<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
1.000<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
GOK-leerlingen zijn leerlingen op wie minstens één GOK-indicator van toepassing is, afgezien<br />
van de thuistaal. Het gaat om leerlingen met een schooltoelage, leerlingen waarvan de moeder<br />
geen diploma secundair onderwijs heeft, leerlingen die buiten het gezinsverband worden<br />
opgenomen en de leerlingen die behoren tot de trekkende bevolking. Deze twee
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
laatstgenoemde indicatoren worden hier niet gekarteerd, omdat het om heel erg kleine<br />
aantallen gaat. Van alle leerlingen in het basisonderwijs en secundair onderwijs worden er 362<br />
leerlingen buiten het eigen gezinsverband opgenomen en 143 leerlingen behoren tot de<br />
trekkende bevolking. Dat is respectievelijk 0,22% en 0,10% van de leerlingen.<br />
Ervaring Ervaring uit uit een een Wel Welzijnsschakel<br />
Wel ijnsschakel<br />
”In de basisschool betaalt de sociale kas de<br />
sportweek. Het is 15 euro voor drie halve dagen.<br />
Voor mij is dat veel, want we leven van een<br />
vervangingsinkomen. Ik moet vaak zelf de stap<br />
naar de school zetten wat mij een triestig en raar<br />
gevoel geeft. Daarna houd ik er een goed gevoel<br />
aan over, want ik doe het voor mijn kinderen.”<br />
Ervaring Ervaring uit uit uit een een een Welzijnsschakel<br />
Welzijnsschakel<br />
“Mijn dochter moet vanuit de school op<br />
'smartschool', voor huiswerk, opgaven,<br />
uurrooster examens, enz. Je bent dus wel<br />
verplicht om thuis internet te hebben. Je kunt<br />
niet elke dag naar de bib lopen. Ik heb niet zelf<br />
een computer moeten kopen, ze heeft de<br />
computer van haar zus gekregen. Maar ook de<br />
programma’s kunnen duur zijn, vb.<br />
tekenprogramma’s. De licenties kosten geld.”<br />
Kaart 48 toont het aandeel GOK-leerlingen in het basisonderwijs en Kaart 49 het aandeel GOKleerlingen<br />
in het secundair onderwijs. In het basisonderwijs gaat het om bijna een kwart van de<br />
leerlingen (23%); in het secundair onderwijs om meer dan een kwart (28%). We zien hier<br />
opnieuw dezelfde patronen opduiken. Er zijn erg hoge waarden in de Zennevallei: van <strong>Halle</strong><br />
over Sint-Pieters-Leeuw en Drogenbos tot in Vilvoorde, Machelen en Zaventem.<br />
Bovengemiddelde waarden vinden we in een reeks gemeenten ten westen van Brussel (van<br />
Grimbergen over Wemmel, Asse en Affligem tot in Liedekerke), in Leuven, en een reeks<br />
gemeenten in het oosten van het Hageland. De hoogste waarden van het Hageland vinden we<br />
in Diest, Geetbets en Tienen. Lage waarden zien we in de gemeenten ten zuidoosten van<br />
Brussel, rond Leuven en in een aantal andere residentiële gemeenten als Keerbergen en Meise.<br />
In het secundair onderwijs is het beeld gelijkaardig, maar het Hageland kent relatief wat hogere<br />
waarden en ook in het Pajottenland zijn er enkele gemeenten met bovengemiddelde waarden.<br />
Kaart Kaart 48 48: 48 : GOK GOK-le GOK le leerlingen le erlingen in het basisonderwijs (01/02/2010)<br />
(01/02/2010)<br />
% van de leerlingen in het basisonderwijs<br />
30,1 - 48,2 (Brussel: 30,1 - 71,9)<br />
23,1 - 30,0<br />
18,1 - 23,0<br />
15,1 - 18,0<br />
9,7 - 15,0<br />
Vlaams-Brabant: 23,0<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
aantal<br />
10<br />
100<br />
Overijse<br />
1.000<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
71
72<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Kaart Kaart 49 49: 49 GOK GOK-leerlingen GOK leerlingen in het secundair secundair onderwijs (01/02/2010)<br />
% van de leerlingen in het secundair onderwijs<br />
35,6 - 50,8 (Brussel: 35,6 - 78,2)<br />
28,6 - 35,5<br />
23,6 - 28,5<br />
20,6 - 23,5<br />
14,7 - 20,5<br />
Vlaams-Brabant: 28,5<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
12 12 Risicoschoolloopbanen<br />
Risicoschoolloopbanen<br />
aantal<br />
10<br />
100<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
1.000<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Lubbeek<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
Leerlingen met minstens twee jaar schoolse vertraging en leerlingen die in het buitengewoon<br />
onderwijs of deeltijds beroepssecundair onderwijs les volgen hebben een hoger risico op<br />
vroegtijdige schooluitval (het onderwijs verlaten zonder diploma) en later op werkloosheid.<br />
Onderstaande kaarten bevatten enkel gegevens over onderwijsinstellingen erkend door de<br />
Vlaamse Gemeenschap. Vooral in de rand rond Brussel kan dat leiden tot sterke vertekeningen.<br />
In de meeste gemeenten die aan Brussel grenzen, vooral in het zuidoosten, gaat immers meer<br />
dan een kwart van de leerlingen niet naar het secundair onderwijs erkend door de Vlaamse<br />
Gemeenschap. In de faciliteitengemeenten is dat meer dan de helft. In Drogenbos, Kraainem,<br />
Linkebeek en Wezembeek-Oppem gaat het zelfs om meer dan driekwart. In het lager onderwijs<br />
zijn de cijfers wat minder uitgesproken, onder meer omwille van de aanwezigheid van<br />
Franstalige basisscholen in de faciliteitengemeenten.<br />
Kaart 50 geeft het aantal leerlingen met minstens 2 jaar schoolse vertraging in het lager<br />
onderwijs. Kaart 51 geeft het aantal leerlingen met minstens 2 jaar schoolse vertraging in het<br />
secundair onderwijs. 60<br />
In het lager onderwijs zijn er hoge waarden in de as die loopt van <strong>Halle</strong><br />
tot Vilvoorde en in het gebied ten noordwesten van Brussel, van Wemmel tot Liedekerke. Vooral<br />
Vilvoorde en Machelen vertonen erg hoge waarden. Daarnaast zijn er nog hogere waarden in<br />
Leuven en in enkele gemeenten van het Hageland. De schoolse achterstand in het secundair<br />
onderwijs levert een gelijkaardig beeld op. Hier vallen wel de hoge waarden in Drogenbos en<br />
Tienen op. Rond Brussel is het beeld ook enigszins verschillend, maar hier is er heel wat<br />
uitstroom naar het Franstalig of internationaal onderwijs in Brussel.
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Kaart Kaart 50 50: 50 : Leerlingen Leerlingen met met minstens minstens 2 2 jjaar<br />
j aar schoolse schoolse vertraging vertraging in in in het het lager lager onderwijs onderwijs (schooljaar 2009 2009-2010)<br />
2009 2010)<br />
% van het aantal leerlingen gewoon lager onderwijs<br />
1,75 - 4,12 (Brussel: 1,75 - 4,37)<br />
0,95 - 1,74<br />
0,55 - 0,94<br />
0,35 - 0,54<br />
0,00 - 0,34<br />
Vlaams-Brabant: 0,94<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Overijse<br />
Kampenhout<br />
Aantal<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
1<br />
10<br />
100<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Zoutleeuw<br />
Kaart Kaart 51 51: 51 : Leerlingen Leerlingen Leerlingen met met met minstens minstens 2 2 jaar jaar schoolse schoolse vertraging vertraging in in het het secundair secundair onderwijs onderwijs (schooljaar (schooljaar (schooljaar 2009 2009-2010)<br />
2009 2010)<br />
% van het aantal leerlingen gewoon voltijds secundair onderwijs<br />
9,4 - 13,2<br />
5,7 - 9,3<br />
4,7 - 5,6<br />
3,7 - 4,6<br />
2,0 - 3,6<br />
Vlaams-Brabant: 5,6<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
(Brussel: 9,4 - 25,5)<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Overijse<br />
Kampenhout<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Aantal<br />
Tremelo<br />
1<br />
10<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
100<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Landen<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
73
74<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Kaart 52 geeft het aantal leerlingen in het buitengewoon lager onderwijs. Kaart 53 geeft het<br />
aantal leerlingen in het Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO) en het Deeltijds<br />
Beroepssecundair onderwijs (DBSO). 61<br />
Hier zijn er opnieuw hoge waarden in de Zennevallei en,<br />
heel uitgesproken, in het Hageland. Ook Leuven, Liedekerke, Roosdaal en Merchtem hebben<br />
telkens bovengemiddelde waarden.<br />
Kaart Kaart 52 52: 52 52:<br />
: Leerlingen Leerlingen in in het het buitengewoon buitengewoon lager lager onderwijs onderwijs (schooljaar (schooljaar 2009-2010)<br />
2009<br />
2010) 2010)<br />
% van het aantal leerlingen in het lager onderwijs<br />
7,5 - 12,5<br />
5,5 - 7,4<br />
4,5 - 5,4<br />
3,5 - 4,4<br />
0,2 - 3,4 (Brussel: 0,0 - 3,4)<br />
Vlaams-Brabant: 5,4<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Overijse<br />
Kampenhout<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Aantal<br />
Herent<br />
Kaart Kaart 53 53: 53 : Leerlingen Leerlingen in in het het BUSO BUSO en en het het DBSO DBSO (schooljaar (schooljaar 2009 2009-2010)<br />
2009 2010)<br />
% van het aantal leerlingen in het secundair onderwijs<br />
4,8 - 6,3 (Brussel: 4,8 - 10,8)<br />
3,8 - 4,7<br />
3,1 - 3,7<br />
2,7 - 3,0<br />
0,0 - 2,6<br />
Vlaams-Brabant: 3,7<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Liedekerke<br />
Affligem<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Opwijk<br />
Ternat<br />
Asse<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
GrimbergenVilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Zemst<br />
Wezembeek-<br />
Kraainem<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
1<br />
10<br />
100<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Keerbergen<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Machelen<br />
Overijse<br />
Kampenhout<br />
Haacht<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Aantal<br />
Herent<br />
50<br />
BuSO<br />
DBSO<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Tremelo<br />
Begijnendijk<br />
Holsbeek<br />
Oud-Heverlee Bierbeek<br />
Aarschot<br />
Tielt-Winge<br />
Lubbeek<br />
Glabbeek<br />
Boutersem<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel<br />
-Zichem<br />
Bekkevoort<br />
Tienen<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Zoutleeuw<br />
Landen<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw
13 13 Gezinssituatie<br />
Gezinssituatie<br />
DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />
Het armoederisico van kinderen hangt sterk samen met de gezinsvorm. Vooral kinderen die<br />
leven in een eenoudergezin hebben een verhoogd risico op armoede. Terwijl slechts 6,7% van<br />
de kinderen in een gezin met 2 volwassen en 2 kinderen onder de armoededrempel leven, is dat<br />
voor kinderen in eenoudergezinnen 42,3%. Kaart 54 toont het aandeel kinderen (personen<br />
jonger dan 18 jaar) die opgroeien in een eenoudergezin, als aandeel van de bevolking in die<br />
leeftijdsgroep. Dit aandeel is vooral hoog rond Brussel. Ook in Leuven, Diest, Aarschot, het<br />
zuidelijk Hageland (Hoegaarden, Tienen, Landen) en ten westen van Brussel, tot in Liedekerke,<br />
vinden we nog hoge waarden.<br />
Kaart Kaart 54 54: 54 : Aantal Aantal kinderen kinderen in in een een eenoudergezin eenoudergezin (01/01/2011)<br />
(01/01/2011)<br />
% van de bevolking
76<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
DEEL DEEL IV: IV: IV: Beleid Beleid Beleid om om om armoede armoede armoede tegen tegen tegen te te gaan<br />
gaan<br />
In dit deel beschrijven we het beleid van de verschillende overheden om armoede tegen te gaan.<br />
Hierbij komen het Europese, het federale, het Vlaamse, het provinciale en het lokale beleid ter<br />
sprake.<br />
Daarnaast zijn er ook welzijnsorganisaties die actief werken aan de bestrijding van armoede,<br />
hulp bieden of de participatie van de doelgroep bevorderen.<br />
Een beleid om armoede tegen te gaan kan zich in de eerste plaats richten op maatregelen die<br />
zorgen voor voldoende bestaansmiddelen, hetzij via tewerkstelling, hetzij via een uitkering of<br />
tegemoetkoming. Zoals reeds in de inleiding werd gezegd, beperkt armoede zich echter niet tot<br />
enkel het financiële aspect of een beperkt inkomen, maar strekken de problemen zich vaak uit<br />
over verschillende levensdomeinen. Voor al deze domeinen zijn er maatregelen, kortingen,<br />
premies waarvan mensen met een laag inkomen gebruik kunnen maken, en dit vanuit<br />
verschillende overheidsniveaus of organisaties:<br />
• huisvesting: sociale woningen, sociale verhuurkantoren, tussenkomst huurwaarborg,<br />
tegemoetkoming in de huurprijs …<br />
• energie: sociale maximumprijs voor elektriciteit en gas, budgetmeter,<br />
stookoliepremie …<br />
• mobiliteit: reductiekaart NMBS, terugbetaling vervoerskosten leerlingen …<br />
• onderwijs en opleiding: studietoelagen, gelijke onderwijskansen beleid …<br />
• gezondheid: voorkeurregeling ziekteverzekering, wijkgezondheidscentra, dringende<br />
medische hulp …<br />
• vrije tijd: vrijetijdspas en vrijetijdstoelage, steunpunt vakantieparticipatie …<br />
• materiële hulp: voedselbedeling, kringloopcentra, sociale restaurants …<br />
• …<br />
Het zou ons te ver leiden al deze maatregelen te behandelen in het kader van dit dossier. We<br />
beperken ons daarom tot de grootste beleidslijnen en een beschrijving van de belangrijkste<br />
organisaties die in Vlaams-Brabant actief zijn op het vlak van armoedebestrijding of participatie.<br />
14 14 14 Europa Europa Europa 2020 2020<br />
2020<br />
De strategie strategie van van Lissabon Lissabon (ook wel proces, agenda of akkoord van Lissabon) is een actie- en<br />
ontwikkelingsplan van en voor de Europese Unie (EU), dat in maart 2000 is aangenomen en een<br />
looptijd van tien jaar had. Ondanks de belofte die in 2000 werd gedaan is deze strategie er niet<br />
in geslaagd een beslissende impact te hebben op de uitroeiing van armoede.<br />
De Europa 2020-strategie is de groeistrategie van de Europese Unie voor de periode van 2010<br />
tot 2020. Deze strategie is de opvolger van de oude Lissabonstrategie (2000-2010).<br />
Deze strategie bestaat uit 5 grote doelstellingen te bereiken tegen het jaar 2020 :<br />
1. 1. Werkgelegenheid<br />
Werkgelegenheid<br />
• 75% van de bevolking tussen 20 en 64 jaar heeft werk;<br />
2. 2. Onderzoek, Onderzoek, Onderzoek, ontwikkeling ontwikkeling en en innovatie<br />
innovatie<br />
• 3% van het bruto binnenlands product (bbp) van de EU (zowel openbare als<br />
privésector) gaat naar onderzoek, ontwikkeling en innovatie;
3. 3. Klimaatverandering Klimaatverandering en en energie energie<br />
energie<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
• 20% minder uitstoot van broeikasgassen dan in 1990 (of zelfs 30%, als de<br />
omstandigheden het toelaten)<br />
• 20% van de energie uit duurzame energiebronnen halen<br />
• 20 % meer energie-efficiëntie<br />
4. 4. 4. Onderwijs<br />
Onderwijs<br />
• Minder dan 10% vroegtijdige schoolverlaters<br />
• Ten minste 40% van de 30 tot 34-jarigen heeft een einddiploma hoger onderwijs<br />
5. 5. <strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong> en en sociale sociale uitsluiting<br />
uitsluiting<br />
• Ten minste 20 miljoen minder mensen die slachtoffer van armoede en sociale<br />
uitsluiting zijn of dreigen te worden<br />
Deze doelstellingen worden per EU-land naar nationale doelstellingen vertaald, zodat ieder EUland<br />
de eigen vooruitgang kan beoordelen. Ze houden geen lastenverdeling in. Het zijn<br />
gemeenschappelijke doelstellingen die met een combinatie van nationale en EU-maatregelen<br />
nagestreefd worden.<br />
15 15 Het Het armoedebeleid armoedebeleid van van de de federale federale overheid<br />
overheid<br />
15.1 15.1 Tweejaarlijks Tweejaarlijks Tweejaarlijks Verslag Verslag over over over bestaanszekerheid, armoede en<br />
en<br />
sociale sociale uit uitsl uit uitsl<br />
sluiting sl uiting en en ongelijke ongelijke toegang toegang tot tot de de rechten rechten<br />
rechten<br />
In 1994 verscheen het Algemeen Verslag over de <strong>Armoede</strong>, in opdracht van de toenmalige<br />
federale regering. Dat verslag was het resultaat van twee jaar werk en het bracht<br />
hulpverleningsverenigingen samen waarin de armsten het woord nemen, maatschappelijk<br />
werkers uit de welzijnssector en de bijzondere jeugdbijstand, leerkrachten, artsen, sociale<br />
partners…<br />
In het Algemeen Verslag over de <strong>Armoede</strong> werd gevraagd om een structureel werkinstrument<br />
op punt te stellen voor de bestrijding van armoede. In 1998 werd er een<br />
‘Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en Gewesten<br />
betreffende de bestendiging van het armoedebeleid’ ondertekend, dat in 1999 van kracht ging.<br />
Dit akkoord voorziet onder meer in de oprichting van het Steunpunt tot bestrijding van<br />
armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, dat om de twee jaar instaat voor het<br />
opstellen van een Verslag over bestaansonzekerheid, armoede, sociale uitsluiting en ongelijke<br />
toegang tot de rechten.<br />
Het tweejaarlijks verslag armoedebestrijding heeft als doel een coherent<br />
armoedebestrijdingsbeleid te stimuleren en richt zich specifiek tot de bevoegde politici op zowel<br />
federaal, gewestelijk als gemeenschapsniveau. Het verslag vormt het resultaat van het collectieve<br />
denkwerk dat door verschillende actoren, ook mensen in armoede, binnen thematische<br />
werkgroepen is gebeurd.<br />
15.2 15.2 Het Het Federaal Federaal Plan Plan <strong>Armoede</strong>bestrijding<br />
<strong>Armoede</strong>bestrijding<br />
Op 4 juli 2008 keurde de regering het eerste federaal plan armoedebestrijding goed. Dit plan<br />
wordt gecoördineerd door de nieuwe Staatsecretaris voor maatschappelijke integratie en<br />
armoedebestrijding en bevat 59 concrete maatregelen op het gebied van lonen, werk,<br />
gezondheid, huisvesting, toegang tot energie en overheidsdiensten.<br />
77
78<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
Verder heeft de regering binnen dit plan de oprichting van een permanente armoedebarometer<br />
in het leven geroepen en een jaarlijkse prijs gelanceerd.<br />
15.2.1 15.2.1 De De Interfederale Interfederale <strong>Armoede</strong>barometer<br />
<strong>Armoede</strong>barometer<br />
In 2009 werd de Interfederale <strong>Armoede</strong>barometer voor het eerst, zoals voorzien in het Federaal<br />
Plan <strong>Armoede</strong>bestrijding, gepresenteerd. Het voornaamste doel van dit instrument is om jaarlijks<br />
te meten hoe de armoede in ons land evolueert. De <strong>Armoede</strong>barometer is gebaseerd op vijftien<br />
indicatoren die de verschillende facetten van armoede en sociale onzekerheid meten: inkomen<br />
en schulden, gezondheidszorg, werk, onderwijs, huisvesting, deelname aan sportieve,<br />
recreatieve of artistieke activiteiten en niet-monetaire deprivatie 62<br />
.<br />
15.2.2 15.2.2 De De fe federale fe federale<br />
derale prijs prijs <strong>Armoede</strong>bestrijding<br />
<strong>Armoede</strong>bestrijding<br />
Heel wat mensen en verenigingen zetten zich elke dag in voor de strijd tegen de armoede. Het<br />
is net om deze mensen of initiatieven te belonen dat de staatssecretaris de jaarlijkse Federale<br />
Prijs <strong>Armoede</strong>bestrijding in het leven riep. De drie laureaten krijgen, naast een trofee en een<br />
promotiefilmpje waarin ze hun project voorstellen, een financiële tegemoetkoming van 10.000<br />
EUR. Dit bedrag kunnen ze aanwenden om nieuwe projecten of initiatieven rond<br />
armoedebestrijding te ontwikkelen of verder uit te bouwen.<br />
16 16 Het et armoedebeleid van de Vlaamse Vlaamse overheid<br />
overheid<br />
Het regeerakkoord 2009-2014, “Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden”, stelt dat<br />
armoedebestrijding een topprioriteit is van de Vlaamse Regering.<br />
De Vlaamse regering heeft ervoor gekozen om een coördinerend minister voor<br />
armoedebestrijding aan te stellen, die tegelijk viceminister-president is. Deze minister heeft als<br />
opdracht om alle ministers te overtuigen een armoedebestrijdende dimensie in hun beleid te<br />
voeren. Zo wordt elk beleidsdomein bij armoedebestrijding betrokken, wat mee de visie<br />
ondersteunt dat armoede een multidimensioneel gegeven is.<br />
16.1 16.1 Pact Pact 2020<br />
2020<br />
De Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners hebben begin 2009 het initiatief genomen<br />
om de concrete doelstellingen voor Vlaanderen in Actie (VIA) vast te leggen in een nieuw<br />
toekomstpact voor Vlaanderen: het Pact 2020. 63<br />
Het Pact 2020 weerspiegelt de gezamenlijke<br />
langetermijnvisie van de Vlaamse regering en de sociale partners en bevat 20 doelstellingen die<br />
van Vlaanderen tegen 2020 een van de allerbeste regio's moet maken op economisch,<br />
ecologisch, sociaal en maatschappelijk vlak.<br />
Doelstelling 13 focust expliciet op armoede:<br />
• In 2020 ligt het aandeel inwoners dat leeft in armoede en geconfronteerd wordt<br />
met sociale uitsluiting laag in vergelijking met de best presterende EU27-landen.<br />
• Dat houdt in dat in 2020 in Vlaanderen elk gezin ongeacht de samenstelling,<br />
minstens een inkomen heeft dat de Europese armoederisicodrempel bereikt.<br />
• In 2020 is er een duidelijk resultaat merkbaar van een intensieve bestrijding van<br />
armoede en sociale uitsluiting op meerdere gebieden. Het betreft resultaten van<br />
investeringen in sociale woningen, onderwijs en opleiding van kansengroepen,<br />
ziektepreventie bij kansengroepen, …<br />
• Die inspanningen resulteren o.m. in een halvering van het aantal kinderen dat<br />
geboren wordt in armoede, een beperking van de laaggeletterdheid tot 3%, en op<br />
het vlak van huisvesting in een substantiële verhoging van de woonkwaliteit in 2020<br />
door halvering t.a.v. 2006 van het aandeel van de bevolking dat een woning betrekt
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
met twee of meer structurele gebreken en/of een gebrek aan basiscomfort, o.a.<br />
door de creatie van minstens 43.000 bijkomende sociale huurwoningen zoals<br />
bepaald in het decreet Grond- en pandenbeleid.<br />
16.2 16.2 Decreet Decreet betreffende betreffende armoedebestrijdin<br />
armoedebestrijding<br />
armoedebestrijdin<br />
Het decreet betreffende de armoedebestrijding van 21 maart 2003 bepaalt, samen met het<br />
uitvoeringsbesluit van 15 mei 2009, de wettelijke basis van het Vlaams Actieplan<br />
<strong>Armoede</strong>bestrijding. In dit decreet is vastgelegd hoe de coördinatie en uitvoering van de<br />
armoedebestrijding in Vlaanderen moeten gebeuren. Daarnaast voorziet dit decreet een<br />
financiële ondersteuning van organisaties en belangrijke initiatieven.<br />
16.2.1 16.2.1 Vlaams Vlaams Actieplan Actieplan <strong>Armoede</strong>bestrijding <strong>Armoede</strong>bestrijding (VAPA)<br />
Het decreet stelt dat alle beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid het<br />
armoedebestrijdingsbeleid binnen hun domein moeten voorbereiden, uitvoeren en evalueren.<br />
Het armoededecreet verplicht de Vlaamse Regering binnen twaalf maanden na haar aantreden<br />
een Vlaams Actieplan <strong>Armoede</strong>bestrijding (VAPA) op te stellen dat over een periode van vijf jaar<br />
loopt. Dit actieplan komt tot stand in samenwerking met de vertegenwoordigers<br />
(aandachtsambtenaren) van alle beleidsdomeinen, binnen het permanent armoedeoverleg (PAO)<br />
van de Vlaamse overheid, met participatie van de doelgroepen in partnerschap met het Vlaams<br />
Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen en verschillende stakeholders.<br />
Het verticale PAO wordt per beleidsdomein georganiseerd en heeft als functie de specifieke<br />
beleidsinitiatieven te toetsen aan de visie en ervaring van de doelgroep en andere relevante<br />
actoren en voorstellen tot bijsturing te formuleren.<br />
In juli 2010 keurde de Vlaamse Regering een Vlaams Actieplan <strong>Armoede</strong>bestrijding goed, met<br />
194 acties die de armoede in Vlaanderen moeten terugdringen.<br />
In maart 2011 bleek uit het opvolgingsrapport dat heel wat acties wel zijn opgestart, maar dat<br />
nog niet veel acties concrete resultaten opleverden, daarom zijn 13 prioriteiten goedgekeurd<br />
waarop eerst zal gefocust worden. 64<br />
• Burgers moeten hun rechten automatisch toegekend krijgen in alle levensdomeinen<br />
(waar dat technisch mogelijk is);<br />
• Er moeten meer wijkgezondheidscentra komen, die ook meer diensten aanbieden;<br />
• Het secundair onderwijs moet goedkoper worden;<br />
• De Vlaamse overheid moet een gericht activeringsbeleid voeren om meer mensen<br />
aan het werk te krijgen, waarbij ondermeer de werkloosheidsvallen worden<br />
weggewerkt;<br />
• Er moet een automatische huursubsidie komen voor mensen die te lang op de<br />
wachtlijst staan voor een sociale woning, en voor de laagste inkomensgroepen;<br />
• Mensen met schulden moeten beter begeleid en ondersteund worden<br />
(schuldhulpverlening);<br />
• Voor elke nieuwe regelgeving en dienstverlening moet de Vlaamse overheid nagaan<br />
of die toegankelijk is, gebruiksvriendelijk, verstaanbaar en inclusief, of ze inspraak<br />
toelaat, of ze beschikt over een vlotte klachtenprocedure en of ze geen nieuwe<br />
armoede creëert (armoedetoets);<br />
• De Vlaamse overheid moet mensen in armoede ondersteunen en begeleiden in de<br />
zoektocht naar een duurzame job waarbij men ook aandacht heeft voor het welzijn<br />
van de betrokkene;<br />
79
80<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
• Opleidingsverstrekkers moeten meer kennis hebben van armoede, zodat ze er beter<br />
op kunnen inspelen;<br />
• De Vlaamse overheid moet de conclusies van het onderzoek over armoede<br />
toepassen in haar armoedebeleid;<br />
• Er moet een Vlaamse vrijetijdskaart komen die mensen in armoede de kans geeft<br />
om tegen een verlaagd tarief deel te nemen aan cultuur-, sport- en<br />
jeugdactiviteiten;<br />
• Er moet meer samenwerking komen tussen de verschillende hulpverlenende<br />
diensten voor mensen in armoede;<br />
• De Vlaamse overheid moet meer aandacht hebben voor armoede bij mensen van<br />
allochtone afkomst (gekleurde armoede).<br />
16.2.2 16.2.2 Financieel Financieel ondersteunde ondersteunde organisaties<br />
organisaties<br />
Verenigingen Verenigingen Verenigingen waar waar waar armen armen armen het het het woord woord woord nemen nemen<br />
nemen<br />
Participatie staat centraal in het armoededecreet. Om die participatie te bereiken, voorziet het<br />
decreet betreffende de armoedebestrijding in de erkenning en subsidiëring van 'verenigingen<br />
waar armen het woord nemen'. Dit zijn vzw's die zes soorten activiteiten organiseren:<br />
• armen blijven zoeken;<br />
• armen samenbrengen in groep;<br />
• armen het woord geven;<br />
• werken aan de maatschappelijke emancipatie van armen;<br />
• werken aan maatschappelijke structuren;<br />
• vormingsactiviteiten en de dialoog organiseren.<br />
Het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen (www.vlaams-netwerkarmoede.be)<br />
ondersteunt de uitwisseling tussen verenigingen en organiseert de dialoog tussen<br />
beleid en mensen in armoede.<br />
Erv rv rvaringsdeskundigen rv aringsdeskundigen in in de de armoede<br />
armoede<br />
Ervaringsdeskundigen zijn mensen die de armoede aan den lijve hebben ondervonden. Via een<br />
opleiding hebben zij hun eigen armoede-ervaring verwerkt en verruimd. Zij beschikken over de<br />
nodige vaardigheden om in een beroepscontext een brugfunctie te vervullen tussen de wereld<br />
van de armen en de niet-armen. Opgeleide ervaringsdeskundigen werken in allerlei sectoren<br />
zoals Kind en Gezin, Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW), VDAB, Federale<br />
overheidsdiensten, armoede-verenigingen, CLB,…<br />
Vzw De Link (www.de-link.net) is erkend en gesubsidieerd als organisatie voor de opleiding tot<br />
ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting.<br />
16.2.3 16.2.3 Projecten<br />
Projecten<br />
Het armoededecreet voorziet ook in de subsidiëring van projecten met een experimenteel,<br />
aanvullend en/of vernieuwend karakter. De projecten moeten vernieuwend zijn op het vlak van<br />
doelgroep, processen of methodieken. De resultaten van deze projecten moeten na een<br />
positieve evaluatie inzake efficiëntie en effectiviteit op termijn toepasbaar worden in andere<br />
beleidsdomeinen.<br />
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin bepaalt jaarlijks de projecten die in<br />
het kader van armoedebestrijding worden gesubsidieerd. 65
16.3 16.3 Vlaamse Vlaamse armoedemonitor<br />
armoedemonitor<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
Ter ondersteuning van het Vlaamse armoedebeleid werd op vraag van de minister van<br />
<strong>Armoede</strong>bestrijding door de Studiedienst van de Vlaamse Regering de Vlaamse<br />
<strong>Armoede</strong>monitor 66<br />
ontwikkeld. Bedoeling van de monitor is om op een bevattelijke en<br />
overzichtelijke manier de armoedesituatie en –evolutie in Vlaanderen in kaart te brengen en op<br />
te volgen. Het gaat om een omgevingsmonitor. Dat betekent dat niet het armoedebeleid zelf in<br />
beeld wordt gebracht, maar wel de bestaande armoedesituatie waaraan dat beleid iets wil<br />
veranderen.<br />
16.4 16.4 Vlaams Vlaams Actieplan Actieplan Kinderarmoede<br />
Kinderarmoede<br />
De Vlaamse regering heeft een specifiek actieplan ter bestrijding van kinderarmoede met focus<br />
op kinderen van 0 tot 3 jaar goedgekeurd. In dit plan wordt de klemtoon gelegd op de<br />
negatieve impact van armoede op kinderen tussen 0 en 3 jaar. Recente literatuur en recent<br />
onderzoek over kinderarmoede tonen aan dat de periode tussen 0 en 3 jaar cruciaal is om de<br />
intellectuele, emotionele en sociale vaardigheden van jonge kinderen te ontwikkelen en om de<br />
armoedespiraal te doorbreken.<br />
Om stappen vooruit te kunnen zetten in de aanpak van armoede bij kinderen is op 24 maart<br />
2011 een VIA-rondetafel over dit thema georganiseerd. Hier zijn enkele actiethema's besproken,<br />
nl. kwaliteitsvolle gezinsondersteuning, toegankelijkheid van welzijns- en<br />
gezondheidsvoorzieningen, inter- en intrasectorale samenwerking, toeleiding naar het<br />
kleuteronderwijs en tot slot een aangepaste leefomgeving. Op de zitting van deze rondetafel<br />
werd over deze thema's in dialoog gegaan met mensen in armoede, met het brede middenveld<br />
en met beleidsmakers op Vlaams en lokaal niveau. Op basis hiervan zijn een aantal acties ter<br />
bestrijding van kinderarmoede met focus op kinderen van 0 tot 3 jaar geformuleerd. 67<br />
16.5 16.5 Vorming<br />
Vorming<br />
De Vlaamse overheid wil de verzamelde kennis en ervaringsdeskundigheid over armoede en<br />
sociale uitsluiting in Vlaanderen bij een ruim publiek verspreiden om op die manier te komen tot<br />
meer respect, solidariteit en sociale insluiting. Verschillende organisaties zorgen voor<br />
sensibilisering en vorming, naast hun andere taken. In het kader van vorming worden volgende<br />
initiatieven specifiek ondersteund:<br />
Bind Bind-Kracht<br />
Bind Kracht<br />
Bind-Kracht (www.bindkracht.be) is een initiatief binnen de Karel de Grote-hogeschool. Doel<br />
van het project is een kwaliteitsverbetering van de hulpverlening aan mensen in armoede. Het<br />
ontwikkelen van krachtgerichte hulpverleningsrelaties, omgaan met afhankelijkheid in de<br />
hulpverlening, werken aan duurzame resultaten inzake autonomieverhoging en integratie,<br />
werken aan inspraak, participatie en empowerment zijn daarbij kernthema’s.<br />
<strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong> In In-zicht In zicht<br />
<strong>Armoede</strong> In-zicht is een gezamenlijk project van het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar<br />
Armen het Woord nemen en Welzijnszorg vzw. Het project wil inzicht bevorderen in<br />
uitsluitingmechanismen en in hoe mensen in armoede die situatie beleven. <strong>Armoede</strong> In-zicht wil<br />
via vorming kortsluitingen tussen armen en niet-armen blootleggen en op die manier werken<br />
aan een duurzamere dialoog (www.armoede-in-zicht.be).<br />
Team Team Team Advies Advies Advies Ondersteuning Ondersteuning (TAO) (TAO)<br />
(TAO)<br />
Team Advies Ondersteuning (TAO) in het werken met en voor mensen in kansarmoede is<br />
momenteel een proefproject in Limburg van vzw De Link. TAO biedt inzicht in de<br />
81
82<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
armoedemechanismen van binnenuit, door het inzetten van opgeleide ervaringsdeskundigen<br />
voor bepaalde opdrachten (vorming, coaching, advies) binnen de hulpverlening, dienstverlening<br />
en beleid, om meer effectieve acties voor en met mensen in armoede te realiseren.<br />
16.6 16.6 Onderzoek<br />
Onderzoek<br />
Het Jaarboek <strong>Armoede</strong> en Sociale Uitsluiting van Onderzoeksgroep <strong>Armoede</strong>, Sociale uitsluiting<br />
en de Stad (Universiteit Antwerpen) analyseert, synthetiseert, verwerkt en duidt de statistische<br />
gegevens over de stand van zaken van de armoede in Vlaanderen. Op basis van de<br />
onderzoeksgegevens en de analyses formuleren de auteurs van het jaarboek<br />
beleidsaanbevelingen. 68<br />
17 17 Het Het provinciale provinciale armoedebeleid<br />
armoedebeleid<br />
Om de federale en Vlaamse doelstellingen inzake armoedebestrijding te halen zullen alle<br />
beleidsniveaus een bijdrage moeten leveren. De provincie zit als streekbestuur in een unieke<br />
positie om daaraan haar bijdrage te leveren. De provincie treedt niet in de plaats van lokale<br />
besturen maar werkt wel ondersteunend.<br />
17.1 17.1 Provinciale Provinciale opdrachten<br />
opdrachten<br />
Het provinciaal armoedebeleid steunt op volgende vier principes.<br />
• De doelgroep binnen een provinciaal armoedebeleid bestaat uit de meest<br />
maatschappelijk uitgesloten groepen.<br />
• <strong>Armoede</strong> is structureel. Maatschappelijke en economische structuren moeten zo<br />
beheerd worden dat niemand uitgesloten wordt.<br />
• <strong>Armoede</strong> is multidimensioneel. <strong>Armoede</strong> is een netwerk van sociale uitsluitingen en<br />
moet op alle levensdomeinen aangepakt worden. Dit impliceert een inclusief beleid.<br />
• Participatie is belangrijk. De dialoog mét en activering van maatschappelijk<br />
uitgesloten groepen is noodzakelijk.<br />
Vertrekkend vanuit dit kader en deze missie, hebben de provincies een eigen opdracht. Die<br />
opdracht is complementair en in harmonie met de federale en Vlaamse doelstellingen inzake<br />
armoedebestrijding. Sociale uitsluiting voorkomen betekent in essentie meer ruimte maken voor<br />
groepen die onderaan de sociale ladder hangen. Dat vergt niet alleen een andere manier van<br />
kijken en denken (mentaliteitsverandering), meer samenwerking en afstemming, maar ook het<br />
verhogen van de kwaliteit van het openbaar en particulier dienst- en hulpverleningsaanbod.<br />
Specifieke provinciale opdrachten kunnen zijn:<br />
1. Het garanderen van de de sociale grondrechten<br />
De provincie spant zich in om binnen haar eigen bevoegdheidsdomeinen de sociale<br />
grondrechten 69<br />
te realiseren. In essentie gaat het hier om het verruimen van de<br />
keuzemogelijkheden van maatschappelijk uitgesloten groepen. De provincie kan daarbij<br />
stimulerend optreden afhankelijk van de regionale situatie en mogelijkheden.<br />
Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />
• Onderwijsflankerend beleid: gratis aanbod voor lagere scholen inzake algemene<br />
sensibilisering rond armoede, alsook vorming met kapstokken om concreet aan de<br />
slag te gaan in de klas/school;
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
• Preventief gezondheidsbeleid: ondersteunen en stimuleren van de logo’s in hun<br />
opdrachten naar maatschappelijk uitgesloten groepen, ondersteuning opstart<br />
wijkgezondheidscentra;<br />
• Energiebesparende maatregelen: ontwikkeling van workshops op maat voor<br />
kansarmen betreffende energiebesparende maatregelen, dakisolatieproject voor<br />
kansarmen.<br />
2. 2. Het Het Het voeren voeren voeren van van van een een een inclusief inclusief inclusief provinciaal provinciaal provinciaal beleid beleid<br />
beleid<br />
Het provinciaal beleid moet gestalte krijgen vanuit een aantal universele uitgangspunten. In elk<br />
beleidsvoorstel en elke actie moet de aandacht voor maatschappelijke uitsluiting prioritair zijn.<br />
Informatie, toegankelijkheid en actieve participatie zijn daarbij sleutelbegrippen. We pleiten dus<br />
niet voor een apart beleid naar 'armen' of 'kansarmen' of 'maatschappelijk uitgesloten<br />
groepen'.<br />
Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />
• Via sensibileringsacties en vormingen worden concrete aandachtspunten binnen de<br />
verschillende beleidsdomeinen aangebracht;<br />
• Binnen elk van die domeinen is één medewerker verantwoordelijk voor aandacht<br />
voor maatschappelijk uitgesloten groepen.<br />
3. 3. Het Het Het integrere integreren integrere n van van van de de participatie participatie van van van de de doelgroep doelgroep in in in de de beleidsvoering<br />
beleidsvoering<br />
Participatie houdt in dat de mensen die dagelijks ondervinden wat het betekent in armoede te<br />
leven rechtstreeks worden betrokken bij de beleidsvoorbereiding en –uitvoering. Zij zijn immers<br />
het best geplaatst om aan te duiden waar het misloopt en om voorstellen te formuleren voor<br />
verbetering. Daarvoor worden de nodige structuren en acties opgezet, zodat armen hun<br />
burgerschap ten volle kunnen opnemen. Het tempo van de armen en hun verenigingen dient<br />
hierbij gerespecteerd te worden. Daarom is het belangrijk dat de agenda en de timing van deze<br />
dialoog in handen blijft van de armen en hun verenigingen zelf.<br />
Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />
• Provinciale participatieraad armoede die het algemeen provinciaal beleid adviseert<br />
en waarin de kansarmen vertegenwoordigd zijn (zie verder);<br />
• Ondersteunen en stimuleren van de oprichting van (inter)gemeentelijke<br />
adviesraden/werkgroepen met als doel de participatie aan het gemeentelijk beleid te<br />
realiseren (zie verder);<br />
• Regionale en provinciale kanalen creëren waardoor de lokale besturen en<br />
particuliere organisaties in contact komen met de doelgroepen (regionale<br />
welzijnsraden, <strong>OCMW</strong>-overleg, CAW-overleg …).<br />
4. 4. 4. Het Het Het verhogen verhogen van van van de de de kwaliteit kwaliteit kwaliteit van van een een een behoeftedekkend behoeftedekkend behoeftedekkend en en en doelma doelmatig doelma doelma tig<br />
hulpverlenings<br />
hulpverlenings- hulpverlenings en dienstenaanbod<br />
Aandacht voor maatschappelijk uitgesloten groepen in de samenleving dient zich te vertalen in<br />
het verhogen van de kwaliteit van het dienst- en hulpverleningsaanbod, vertrekkend van de<br />
noden, behoeften, vragen en voorstellen van de doelgroepen (vraaggestuurd werken). De<br />
provincie moet terzake ondersteunend, stimulerend, innoverend, sensibiliserend en corrigerend<br />
werken.<br />
Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />
• Het ontwikkelen van krachtgerichte en vraaggestuurde methodieken zoals bvb.<br />
‘peerbevraging’ en ‘verbetergroepen’; methodieken die laagdrempelig werken<br />
beogen zoals bvb. ‘basisschakelmethodiek’.<br />
83
84<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
Het inschakelen van ervaringsdeskundigen in de armoede is belangrijk om de toegankelijkheid<br />
en de effectiviteit van diensten en voorzieningen te verhogen voor maatschappelijk uitgesloten<br />
groepen. De provincie moet zich inspannen om de inschakeling van ervaringsdeskundigen in het<br />
openbare en particuliere aanbod op een verantwoorde manier mogelijk te maken.<br />
Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />
• Ondersteuning van de aanwerving van ervaringsdeskundigen in de armoede<br />
(subsidies vzw De Link).<br />
5. 5. Het Het stimuleren stimuleren stimuleren van van de de netwerkvorming<br />
netwerkvorming<br />
Geen enkele sector en geen enkele categoriale voorziening heeft voldoende in de<br />
gereedschapskoffer om de oorzaken en gevolgen van armoede op haar eentje aan te pakken.<br />
De provincie schept een kader voor onderlinge contacten en informatie-uitwisseling met het oog<br />
op afstemming en netwerkvorming.<br />
Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />
• Ondersteuningstraject schuldhulpverleners;<br />
• Intervisiegroep inloopcentra Vlaams-Brabant;<br />
• Verschillende organisaties nemen deel aan de provinciale participatieraad armoede.<br />
Uitwisseling van informatie en ervaringen is een van de doelstellingen.<br />
6. 6. 6. Het Het zichtbaar zichtbaar maken maken van van armoede<br />
armoede<br />
Men bereikt een inclusief beleid door achterstelling zichtbaar te maken en in kaart te brengen.<br />
De cijfers op Vlaams niveau volstaan niet om eventuele regionale ontwikkelingen en trends vast<br />
te stellen. Zicht houden op sociale uitsluiting binnen de regio is een noodzakelijke voorwaarde<br />
voor alle opdrachten die hierboven staan. Dat beeld dient zowel kwantitatief als kwalitatief een<br />
invulling te krijgen. De provincie dient daarvoor een steunpunt sociale planning uit te bouwen<br />
met aandacht voor de kruisbestuiving tussen wetenschappelijke kennis en ervaringskennis.<br />
Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />
• Provinciaal dossier '<strong>Armoede</strong> in Vlaams-Brabant';<br />
• Ondersteuning uitbouw verschillende acties i.k.v. 17 oktober in Vlaams-Brabant (zie<br />
verder).<br />
17.2 17.2 Werkgroepen/netwerken Werkgroepen/netwerken in Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Brabant<br />
17.2.1 17.2.1 Provincia Provinciale Provincia le advies advies- advies en participatieraad armoede<br />
De communicatie tussen mensen die in armoede leven en het beleid is van essentieel belang<br />
voor een goed armoedebeleid. Personen die dagelijks ondervinden wat het betekent uitgesloten<br />
te worden zijn het best geplaatst om aan te geven welke maatregelen er dienen genomen te<br />
worden om deze uitsluitingen weg te werken.<br />
Om de dialoog tussen mensen in armoede en het beleid te realiseren werd de provinciale advies-<br />
en participatieraad armoede in het leven geroepen. De belangrijkste personen in de<br />
participatieraad armoede zijn de mensen die in armoede leven of geleefd hebben. Omdat het<br />
niet evident is deze mensen naar een adviesorgaan te krijgen, vertrekken we vanuit lokale<br />
armoedewerkingen bij CAW, <strong>OCMW</strong>, inloopcentra, welzijnsschakels, buurthuizen, verenigingen<br />
waar armen het woord nemen ... vanuit de ganse provincie.<br />
Enkele vaste werkpunten binnen de participatieraad zijn:
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
• Uitwisseling tussen de verschillende deelnemers: zowel tendensen/noden in de eigen<br />
regio als de daaraan gekoppelde hulpverlening. Alsook uitwisseling van ervaringen zowel<br />
op niveau van de mensen in armoede als op niveau van de welzijnsorganisaties;<br />
• Voorstelling verschillende organisaties met hun specifieke werking aan de hand van<br />
georganiseerde bezoeken;<br />
• Advisering en indien nodig/mogelijk ondersteuning van het provinciale armoedebeleid.<br />
Zo werd heel het ondersteuningstraject van provinciale acties in het kader van 17<br />
oktober ontwikkeld binnen de participatieraad.<br />
Daarnaast probeert de participatieraad te onderzoeken hoe de provincie en de lokale besturen<br />
hun beleid beter kunnen afstemmen op de noden van de kansarmen.<br />
17.2.2 17.2.2 Regionale Regionale en en lokale lokale werkgroepen werkgroepen armoede<br />
armoede<br />
Via dit provinciale netwerk, de provinciale advies- en participatieraad, kunnen bestaande<br />
regionale en/of lokale netwerken armoede versterkt worden. Indien wenselijk kan er ook<br />
geholpen worden om in andere regio's dergelijke netwerken op te starten.<br />
Zo bestaat er ondertussen een werkgroep armoede in Leuven, <strong>Halle</strong>, Tienen, Landen, alsook een<br />
intergemeentelijke werkgroep armoede voor de regio Diest-Scherpenheuvel-Zichem.<br />
Verschillende lokale organisaties en partners zoals Kind en Gezin, LOP-medewerkers, initiatieven<br />
inzake lokale diensteneconomie, scholen, lokale besturen, buurthuizen… nemen deel aan deze<br />
werkgroepen.<br />
Daarnaast zijn er ook lokale werkgroepen armoede opgericht in het kader van het Lokaal Sociaal<br />
Beleid. Hier heeft de provincie vooral in de opstart van deze werkgroepen een ondersteunende<br />
rol gespeeld.<br />
Betere samenwerking en afstemming van het hulpverleningsaanbod in de ruime betekenis van<br />
het woord, alsook de uitbouw van een adequaat lokaal armoedebeleid zijn de belangrijkste<br />
doelstellingen van deze werkgroepen.<br />
17.3 17.3 Provinciale Provinciale acties acties in in het het kader kader van van van de de internationale internationale dag dag van van<br />
van<br />
het het het vverzet<br />
v<br />
erzet tegen extrem extreme extrem<br />
e armoede<br />
Op 22 december 1992 riep de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties '17 oktober' uit<br />
tot Werelddag van het Verzet tegen Extreme <strong>Armoede</strong>. Mensen die in armoede leven worden<br />
opgeroepen om zich op deze dag te verenigen en hun rechten te doen respecteren. 70<br />
85
86<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
In 2003 heeft de provinciale participatieraad armoede 17 oktober voor de eerste keer in onze<br />
provincie in de kijker gezet. De eerste jaren werd er één provinciale actie georganiseerd door de<br />
provinciale participatieraad. Door het stimuleren en ondersteunen van regionale en lokale<br />
netwerken werd er in 2007 op drie plaatsen gelijktijdig een regionale actie opgezet. Deze<br />
tendens is verder uitgegroeid tot 8 regionale acties in 2008 en 16 acties in 2011.<br />
Deze verschillende acties worden nog steeds onder de vleugels van de provinciale<br />
participatieraad armoede gecoördineerd waarbij gemeenschappelijke afspraken gemaakt<br />
worden, maar voor de concrete uitwerking van de acties ter plaatse subsidieert de provincie<br />
Vlaams-Brabant sinds 2009 de regionale partners binnen de provinciale participatieraad.<br />
Een voorbeeld van gemeenschappelijke afspraak, gemaakt in de participatieraad, is de<br />
campagne van de geknoopte witte lakens. Elke lokale actie neemt deel aan deze campagne en<br />
probeert in de eigen regio zoveel mogelijk witte geknoopte lakens uit te hangen.<br />
17.4 17.4 Provinciale Provinciale subsidies<br />
subsidies<br />
17.4.1 17.4.1 Inloopcentra Inloopcentra voor voor laagdrempelige laagdrempelige laagdrempelige armoedebestrijding<br />
armoedebestrijding<br />
De provincie sloot met elk autonoom Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) in Vlaams-<br />
Brabant een aparte convenant af, om in hun werkingsregio een minimale dienstverlening te<br />
ondersteunen en verder uit te bouwen. Eén van die doelstellingen is het bestrijden van armoede.<br />
Om kansarmen beter te bereiken, krijgt elk CAW in Vlaams-Brabant een subsidie voor het<br />
opzetten van een laagdrempelige werking, meestal in de vorm van een inloopcentrum.<br />
Het provinciebestuur verwacht dat elk CAW een weloverwogen actieplan opstelt om deze<br />
laagdrempelige werking uit te bouwen. Algemene aandachtspunten binnen dit actieplan zijn de<br />
participatie van de doelgroep, regionale uitstraling en het werken volgens de<br />
basisschakelmethodiek.<br />
17.4.2 17.4.2 Subsidie Subsidie voor voor startende startende verenigingen verenigingen waar waar armen armen het het woord woord nemen<br />
nemen<br />
De subsidiëring van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen is door het armoededecreet<br />
een Vlaamse taak. Binnen het kader van haar impulsbeleid kan een provincie wel, beperkt in de<br />
tijd, subsidies verlenen aan kandidaat-verenigingen. Aangezien Vlaams-Brabant de minste<br />
erkende verenigingen heeft worden er binnen het impulsbeleid middelen voorzien om<br />
verenigingen te stimuleren in regio’s waar er momenteel geen bestaan, gekoppeld aan het<br />
blindevlekkenbeleid van het Vlaams Netwerk.<br />
17.4.3 17.4.3 Provinciaal Provinciaal subsidiereglement subsidiereglement ter ter ondersteuning ondersteuning van<br />
van<br />
groepswerkingen groepswerkingen inzake inzake armoedebestrijding<br />
armoedebestrijding<br />
armoedebestrijding<br />
<strong>Armoede</strong> pak je best samen aan. Daarom geeft de provincie subsidies aan werkingen waar<br />
mensen in groep hun problemen trachten te overwinnen. Gemeenten, <strong>OCMW</strong>'s en<br />
welzijnsorganisaties kunnen een aanvraag indienen. 71<br />
18 18 Het Het lokale lokale armoedebeleid<br />
armoedebeleid<br />
18.1 18.1 Lokaal Lokaal Sociaal Sociaal Beleid Beleid<br />
Beleid<br />
Het decreet Lokaal Sociaal Beleid (17 maart 2004) heeft als doel te verzekeren dat iedereen een<br />
gelijke toegang verkrijgt tot het recht op een menswaardig leven. Dit brengt met zich mee dat<br />
de toegankelijkheid van de sociale dienst- en hulpverlening moet verbeteren.
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
Lokaal sociaal beleid is het resultaat van de acties die <strong>OCMW</strong>, gemeente, andere overheden,<br />
semi-publieke, private en privé organisaties ondernemen om de sociale grondrechten voor<br />
iedereen te realiseren. Via de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan worden alle acties<br />
gebundeld waarbij een integrale, geïntegreerde en inclusieve aanpak het uitgangspunt vormt.<br />
In het decreet Lokaal Sociaal Beleid wordt een sterkere, coördinerende rol voor de lokale<br />
besturen voorzien. Het Lokaal Sociaal Beleidsplan is een instrument om dit concreet te<br />
realiseren. Gemeente en <strong>OCMW</strong> werken dit plan samen met de lokale actoren uit.<br />
Drie pijlers zijn belangrijk binnen het lokaal sociaal beleid: samenwerking, sociaal huis en<br />
participatie. Bij samenwerking wordt zowel de samenwerking tussen <strong>OCMW</strong> en gemeente als<br />
de samenwerking van het lokale bestuur met lokale actoren bedoeld.<br />
Om de maximale toegankelijkheid van de dienstverlening te bekomen realiseren de lokale<br />
besturen een Sociaal Huis, waar burgers terecht kunnen met vragen rond de sociale<br />
dienstverlening in hun gemeente, buurt of wijk. Het lokale bestuur bepaalt zelf hoe het de drie<br />
functies (informatiefunctie, loketfunctie en doorverwijsfunctie) van het Sociaal Huis invult.<br />
18.2 18.2 <strong>OCMW</strong> <strong>OCMW</strong>-werking<br />
<strong>OCMW</strong> werking werking<br />
In België is de maatschappelijke dienstverlening een systeem dat bescherming wil bieden aan<br />
personen en gezinnen die niet meer beschikken over voldoende middelen om een leven te<br />
kunnen leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (bijvoorbeeld door een<br />
faillissement, een ziekte, een ontslag, familiale problemen, etc.).<br />
De steun die het <strong>OCMW</strong> toekent kan verschillende vormen aannemen en is afhankelijk van de<br />
situatie waarin iemand zich bevindt. Het kan gaan om financiële hulp (leefloon of een equivalent<br />
aan het leefloon), psychosociale hulp, medische hulp enz. Het <strong>OCMW</strong> onderzoekt elke<br />
steunaanvraag en doet voorstellen die het best daarbij aansluiten en die beantwoorden aan de<br />
behoefte van de persoon in kwestie.<br />
Naast het toekennen van individuele steun aan personen in moeilijkheden, voorziet de wet<br />
bovendien dat het <strong>OCMW</strong>, daar waar het nodig blijkt, instellingen of diensten met een sociaal,<br />
curatief of preventief karakter kan opstarten en beheren. De diensten die beheerd worden door<br />
het <strong>OCMW</strong> zijn zeer verschillend en hangen in grote mate af van de behoeften van de bevolking<br />
die leeft in de gemeente. Zo heeft <strong>OCMW</strong> Herent een sociaal restaurant, werkt <strong>OCMW</strong><br />
Kortenaken met een mobiele ambtenaar en bouwt <strong>OCMW</strong> Vilvoorde wijkcentra uit.<br />
Wie geen of een te laag inkomen heeft, er niet in slaagt de eindjes aan elkaar te knopen of<br />
opkijkt tegen een hoge schuldenberg, kan aangepaste hulp krijgen bij het <strong>OCMW</strong>.<br />
Leefloon Leefloon en en equivalent equivalent leefloon<br />
leefloon<br />
Wanneer een persoon of gezin bestaansmiddelen heeft die ontoereikend zijn en deze persoon<br />
of dit gezin niet in staat is om zelf die toestand te veranderen, dan kan het <strong>OCMW</strong> een leefloon<br />
uitbetalen (zie ook hoofdstuk 2.2) . Voordat het <strong>OCMW</strong> beslist om het leefloon toe te kennen,<br />
zal het eerst de financiële situatie van de aanvrager onderzoeken.<br />
Het equivalente leefloon is een financiële bijstand die het <strong>OCMW</strong> toekent aan de personen of<br />
gezinnen die geen recht hebben op het leefloon (omdat ze niet aan alle vereiste voorwaarden<br />
voldoen), maar die zich in een gelijkaardige noodsituatie bevinden.<br />
Tussenkomsten<br />
ussenkomsten<br />
In sommige gevallen verleent het <strong>OCMW</strong> aanvullende financiële hulp. Het leefloon en het<br />
equivalente leefloon worden bepaald door wetten, die voor alle <strong>OCMW</strong>'s in België van<br />
toepassing zijn. Daarnaast kan elk <strong>OCMW</strong> zelf beslissen over de aard en het bedrag van<br />
bijkomende financiële tussenkomsten.<br />
87
88<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
Er is een waaier aan mogelijkheden, maar veelvoorkomende tussenkomsten zijn:<br />
• dringende steun (spoedsteun), overbruggingssteun ...;<br />
• tussenkomst in medische kosten (van remgeld medicamenten tot tussenkomst in de<br />
aankoop van een bril, tandprothese ...);<br />
• tussenkomst in woonkosten (huurtussenkomst, huurwaarborg ...);<br />
• tussenkomst in energiekosten;<br />
• tussenkomst schoolkosten.<br />
Budgetbegeleiding<br />
Budgetbegeleiding<br />
Budgetbegeleiding<br />
Wanneer een persoon of gezin voldoende inkomsten heeft maar meer en meer schulden<br />
opstapelt, kan het <strong>OCMW</strong> helpen om het budget te ordenen en de uitgaven onder controle te<br />
krijgen. De persoon of het gezin houdt zijn budget volledig zelf in handen.<br />
Budgetbeheer<br />
Budgetbeheer<br />
Budgetbeheer<br />
Wanneer de situatie zeer ernstig is kan het <strong>OCMW</strong> het budget een tijdlang overnemen. Het<br />
<strong>OCMW</strong> ontvangt dan alle inkomsten en voert in naam van de persoon of het gezin de<br />
betalingen uit. De persoon of het gezin heeft inspraak en controle op zijn budget. Voor<br />
schuldeisers betekent een 'budgetbeheer' een extra garantie dat de afbetalingen daadwerkelijk<br />
uitgevoerd worden, waardoor andere maatregelen minder nodig zijn (vb. aanmaningsbrieven,<br />
deurwaarders, beslag).<br />
Schuldbemiddeling<br />
Schuldbemiddeling<br />
Schuldbemiddeling<br />
Wanneer een persoon of gezin een probleem van overmatige schuldenlast heeft kan het <strong>OCMW</strong><br />
overgaan tot schuldbemiddeling.<br />
Een eerste vorm van schuldbemiddeling is een 'minnelijke aanzuiveringsregeling' waarbij het<br />
<strong>OCMW</strong> bemiddelt met de schuldeisers om tot een afbetalingsplan te komen.<br />
Indien het niet mogelijk is de overmatige<br />
schuldenlast weg te werken via een<br />
minnelijke aanzuiveringsregeling, kan de<br />
persoon of het gezin een verzoek indienen<br />
voor een collectieve schuldbemiddeling bij<br />
de arbeidsrechtbank. Als de aanvraag<br />
volledig is en aan de voorwaarden voldoet,<br />
stelt de rechter een schuldbemiddelaar aan<br />
(advocaat, notaris, deurwaarder of erkende<br />
schuldbemiddelingsdienst). Deze laatste zal<br />
een plan opstellen voor de afbetaling van de<br />
schulden, waardoor de financiële toestand<br />
van de persoon of het gezin dat het verzoek<br />
heeft ingediend kan worden hersteld, terwijl<br />
die persoon of dat gezin toch een<br />
menswaardig leven kan leiden.<br />
Ervaring rvaring uit de regio Leuven Leuven<br />
“Tijdens mijn verblijf in Kortenberg had ik een<br />
assistent van het <strong>OCMW</strong> omdat ik bij mijn exvrouw<br />
heel veel schulden had opgebouwd. Ik<br />
kon hier helemaal niet meer aan uit en mijn<br />
assistent heeft dit allemaal uitgezocht en er een<br />
dossier van gemaakt. Hiermee moest ik naar het<br />
gerecht en sindsdien ben ik in collectieve<br />
schuldbemiddeling. Voor mij was het op dat<br />
moment belangrijk dat mijn assistent even alles<br />
uit handen nam want ik kon dat zelf niet op dat<br />
moment.”
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
19 19 Aanbod Aanbod voor voor personen personen in in armoede armoede in in Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Brabant<br />
19.1 19.1 Samenlevingsopbouw<br />
Samenlevingsopbouw<br />
De sector Samenlevingsopbouw organiseert maatschappelijk kwetsbare groepen. Samen met<br />
hen pakken buurtwerkers en opbouwwerkers gemeenschappelijke problemen aan die te maken<br />
hebben met grondrechten of met de leefbaarheid in hun buurt, stad, dorp of streek. De focus<br />
ligt op de verbetering van de kwaliteit van het leven en het samenleven. Samenlevingsopbouw<br />
werkt aan een beleid dat afgestemd is op de noden en behoeften van maatschappelijk<br />
kwetsbare groepen.<br />
Het Regionaal Instituut voor Samenlevingsopbouw (RISO) Vlaams-Brabant is een vzw die op<br />
verschillende plaatsen in de provincie opbouwwerk en buurtwerk organiseert (www.risovlb.be).<br />
Zij werken met groepen die zelf niet gemakkelijk opkomen voor hun rechten. Samen met de<br />
mensen pakken ze problemen aan die te maken hebben met huisvesting, samenleven,<br />
vereenzaming, onderwijs, arbeid ... Kaart 55 toont de gemeenten waar het RISO aanwezig is<br />
met een opbouwwerkproject of buurtwerk.<br />
Kaart Kaart 55 55: 55 : Projecten Projecten van van Riso Riso Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Brabant<br />
Gemeente met project<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Roosdaal<br />
Affligem<br />
Liedekerke<br />
Gooik<br />
Ternat<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Opwijk<br />
Merchtem<br />
Asse<br />
Dilbeek<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Beersel<br />
Kapelleopden-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
Zemst<br />
Grimbergen<br />
Vilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Genesius-<br />
Rode<br />
Machelen<br />
19.2 19.2 Algemeen Algemeen Algemeen Welzijnswerk<br />
Welzijnswerk<br />
Steenokkerzeel<br />
Zaventem<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Kraainem<br />
Bertem<br />
Wezembeek-<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Overijse<br />
Huldenberg<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Begijnendijk<br />
Tremelo<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Oud-Heverlee<br />
Holsbeek<br />
Bierbeek<br />
Lubbeek<br />
Aarschot<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel-<br />
Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron: RISO Vlaams-Brabant (www.risovlb.be)<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Het Algemeen Welzijnswerk biedt psychosociale hulp- en dienstverlening aan personen van wie<br />
de welzijnskansen bedreigd of verminderd worden. Dit kan het gevolg zijn van gebeurtenissen<br />
in de persoonlijke levenssfeer, problemen ten gevolge van gebeurtenissen in een context van<br />
criminaliteit of problemen van meervoudige kwetsbaarheid ten gevolge van een proces van<br />
sociale uitsluiting. Het algemeen welzijnswerk helpt mensen om zich persoonlijk en sociaal te<br />
ontplooien, hun individuele en sociale rechten uit te oefenen, zodat ze een menswaardig leven<br />
kunnen leiden.<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
89
Het algemeen welzijnswerk wil:<br />
90<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
• de toegankelijkheid van de maatschappelijke basisvoorzieningen en de<br />
gespecialiseerde zorgvoorzieningen bevorderen en hun bereikbaarheid effectief<br />
helpen realiseren;<br />
• problemen inzake sociale integratie en bevredigend persoonlijk functioneren<br />
voorkomen;<br />
• oplossingen aanbieden voor de problemen van personen.<br />
Vlaams-Brabant telt momenteel vier autonome Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW) (Kaart<br />
56):<br />
• CAW Regio Leuven<br />
• CAW Hageland<br />
• CAW Regio Vilvoorde<br />
• CAW Delta<br />
Kaart Kaart 56 56: 56 : Centra Centra Algemeen Algemeen Welzijnswerk Welzijnswerk in in Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Brabant<br />
CAW regio's<br />
Bever<br />
regio Leuven<br />
Hageland<br />
Hageland en Leuven<br />
regio Vilvoorde<br />
Delta<br />
Haaltert Denderleeuw<br />
Ninove<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Roosdaal<br />
Gooik<br />
Affligem<br />
Liedekerke<br />
Ternat<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Opwijk<br />
Asse<br />
Merchtem<br />
Dilbeek<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
<strong>Halle</strong><br />
Londerzeel<br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Drogenbos<br />
Zemst<br />
Grimbergen<br />
Vilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Beersel Genesius-<br />
Rode<br />
Machelen<br />
Kraainem<br />
Steenokkerzeel<br />
Zaventem<br />
Wezembeek-<br />
Oppem<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Begijnendijk<br />
Tremelo<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Oud-Heverlee<br />
Holsbeek<br />
Bierbeek<br />
Lubbeek<br />
Aarschot<br />
Boutersem<br />
Tielt-Winge<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel-<br />
Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Linter<br />
Landen<br />
Kaart: Steunpunt sociale planning<br />
Bron: CAW's Vlaams-Brabant<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw
In 2009 ontvingen de CAW's van Vlaams-<br />
Brabant meer dan 13.800 keer iemand aan<br />
het onthaal. De meest voorkomende<br />
problemen waren relationele problemen,<br />
administratieve en juridische problemen,<br />
psychische en persoonlijke problemen en<br />
materiële of financiële problemen.<br />
Tegelijkertijd werden meer dan 3.700<br />
begeleidingen verzorgd. De meeste<br />
begeleidingen gebeurden voor relationele<br />
problemen en psychische en persoonlijke<br />
problemen, maar heel wat van die cliënten<br />
hadden ook administratieve en juridische<br />
problemen en materiële of financiële<br />
problemen. 72<br />
19.3 19.3 De De inloopcentra<br />
inloopcentra<br />
De inloopcentra zijn deelwerkingen van de<br />
Centra Algemeen Welzijnswerk. Een<br />
inloopcentrum is een ontmoetingsplaats<br />
voor mensen die, omwille van<br />
omstandigheden, uitgesloten worden op<br />
verschillende levensdomeinen. Mensen die<br />
geen sociaal netwerk meer hebben, kunnen<br />
er terecht. Er worden activiteiten<br />
georganiseerd en<br />
ontmoetingsmogelijkheden en<br />
dienstverlening geboden. Bezoekers worden<br />
aangemoedigd om als vrijwilliger mee te<br />
werken aan de uitbouw van het centrum.<br />
Op die manier wil men de mensen<br />
versterken in hun eigenwaarde en ervoor<br />
zorgen dat ze opnieuw aansluiting vinden<br />
bij anderen, bij diensten en in de<br />
samenleving.<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
Ervaring Ervaring van van een een alleenstaande alleenstaande vrouw vrouw met<br />
met<br />
kinderen kinderen uit uit Leuven Leuven<br />
Leuven<br />
“De opvang in het vluchthuis is een heel<br />
positieve ervaring geweest voor mij en mijn<br />
kinderen. Ze hebben mij vooral gewezen op mijn<br />
rechten als moeder/vrouw. Dit is heel belangrijk<br />
voor mij geweest. Tijdens de andere<br />
hulpverlening en in mijn verder leven, probeer ik<br />
zoveel mogelijk mijn rechten te benutten. In het<br />
vluchthuis heb ik respect gekregen en werd ik<br />
als mens behandeld! Ik heb er geleerd om terug<br />
voor mezelf op te komen en ben terug ‘iemand’<br />
geworden. Hier heb ik ook opnieuw mijn eerste<br />
stappen naar een nieuw sociaal leven gezet. “<br />
Ervaring Ervaring uit uit een een een inloopcentrum<br />
inloopcentrum<br />
inloopcentrum<br />
“Omwille van mijn ziekte is het voor mij altijd<br />
moeilijk geweest om me te bedwingen in<br />
stresssituaties. Dat maakt het heel moeilijk voor<br />
mij om werk te vinden, laat staan om het te<br />
houden. Ik heb een periode gehad van twaalf<br />
stielen en dertien ongelukken, maar ik kan mijn<br />
werkgevers wel begrijpen. Sommigen hadden al<br />
wat meer geduld met mij dan anderen, maar<br />
uiteindelijk moet je als werkkracht geld<br />
opbrengen en er moet een zekere regelmaat in<br />
je prestaties zitten. Dat is voor mij altijd heel<br />
moeilijk geweest.<br />
Nu word ik begeleid om op mijn eigen tempo<br />
terug mijn draai te vinden op de arbeidsmarkt.<br />
Enkele dagen in de week ga ik naar het<br />
inloopcentrum. Daar kiezen we zelf welke<br />
activiteiten er komen en we organiseren ze mee.<br />
Ik heb er geleerd dat er nog mensen in een<br />
gelijkaardige situatie zitten. Ik doe er soms<br />
vrijwilligerswerk. Op die manier probeer ik wat<br />
structuur in mijn leven te brengen. Op termijn<br />
hoop ik nog eens een betaalde job te doen,<br />
maar ik mag de lat niet ineens te hoog leggen.<br />
De kans dat ik dan gedemotiveerd raak is groot.<br />
Dan moet ik veel meer moeite doen om terug te<br />
geraken waar ik stond.<br />
Ik ben er me van bewust dat het altijd op en af<br />
zal gaan met mij, maar ik ben mede dankzij de<br />
steun van de andere bezoekers aan het leren om<br />
daar minder destructief mee om te gaan. Om<br />
zelf verantwoordelijkheid op te nemen als het<br />
wat moeilijker gaat.”<br />
91
92<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
19.4 19.4 Verenigingen Verenigingen waar waar armen armen het het woord woord woord nemen<br />
nemen<br />
Een Vereniging waar armen het woord nemen (VWAWN) heeft als doel armoede en sociale<br />
uitsluiting weg te werken. Ze doen dit door te wegen op het beleid. Input van mensen in<br />
armoede staat centraal, een sociale mix wordt als verrijkend ervaren. In Vlaanderen bestaan er<br />
meer dan 40 erkende verenigingen, waarvan er slechts 4 in Vlaams-Brabant zijn gesitueerd: 2 in<br />
Leuven, 1 in <strong>Halle</strong>, en één vereniging in opstart in Tienen. Ze komen samen in verschillende<br />
themawerkgroepen (tewerkstelling, gezondheid en gezin, cultuur- en sportparticipatie, wonen,<br />
onderwijs en vorming)<br />
De verenigingen hebben allemaal een eigen<br />
werking, die kan verschillen. Sommigen<br />
hebben een kinderwerking, een sociaal<br />
restaurant of een sociale kruidenier.<br />
19.5 19.5 Welzijnsschakels<br />
Welzijnsschakels<br />
Welzijnsschakels<br />
Vrijwilligers, zowel mensen in armoede als<br />
niet-armen, verbonden met<br />
Welzijnsschakels, werken in hun (eigen)<br />
buurt samen rond armoede en uitsluiting.<br />
Ze vertalen concrete vormen van solidariteit<br />
naar maatschappelijke en politieke signalen<br />
van uitsluiting. Ze organiseren activiteiten<br />
die mensen samenbrengen en waarin ze<br />
diverse talenten, vaardigheden en<br />
interesses, ook culturele, aanspreken. Ze<br />
zoeken inzicht in mechanismen die armoede<br />
en uitsluiting in stand houden, en volgen<br />
hiertoe vorming. Hierin willen ze<br />
samenwerken met organisaties of mensen<br />
die hun doel kunnen versterken.<br />
Ervaring Ervaring uit een vereniging<br />
“In ’t Lampeke hebben bezoekers en werkers<br />
altijd een luisterend oor. Je kan er lekker eten,<br />
we lachen veel en je zit gezellig bij elkaar. We<br />
doen zowel ontspannende als serieuze<br />
activiteiten. In vormingen en werkgroepen leren<br />
we veel bij. We zoeken ook naar oplossingen<br />
voor problemen die we mee maken. We zien dat<br />
er soms met de voorstellen die we doen,<br />
vooruitgang wordt geboekt.”<br />
Tekst Tekst van van bezoeker bezoeker van een Welzijnschakel<br />
In de loop van ons leven komen er ogenblikken<br />
waarop wij klem geraken.<br />
Wij zien geen uitweg.<br />
Onze draagkracht is opgebruikt.<br />
Wij liggen verlamd neer.<br />
Gelukkige mensen zijn wij dan, wanneer<br />
medemensen zich over ons ontfermen, ons<br />
dragen, ons opnieuw tot leven brengen.<br />
Dan kunnen wij zelf onze taak weer opnemen.
Kaart Kaart 57 57: 57 : Werkingen Werkingen rond rond armoede<br />
armoede<br />
Vereniging waar armen het woord nemen<br />
Inloopcentrum<br />
Welzijnsschakel<br />
Bever<br />
Galmaarden<br />
Herne<br />
Affligem<br />
Gooik<br />
Asse<br />
Liedekerke Ternat<br />
Roosdaal<br />
Lennik<br />
Pepingen<br />
Dilbeek<br />
DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />
Londerzeel<br />
Opwijk<br />
Merchtem<br />
Sint-<br />
Pieters-<br />
Leeuw<br />
<strong>Halle</strong><br />
Meise<br />
Wemmel<br />
Drogenbos<br />
Kapelleop-den-<br />
Bos<br />
Zemst<br />
Grimbergen<br />
Vilvoorde<br />
Linkebeek<br />
Sint-<br />
Beersel Genesius-<br />
Rode<br />
Machelen<br />
Kampenhout<br />
Kortenberg<br />
Zaventem<br />
Hoeilaart<br />
Boortmeerbeek<br />
Steenokkerzeel<br />
Kraainem<br />
Wezembeek-<br />
Oppem<br />
Tervuren<br />
Overijse<br />
Bertem<br />
Huldenberg<br />
Keerbergen<br />
Haacht<br />
Herent<br />
Rotselaar<br />
Leuven<br />
Begijnendijk<br />
Tremelo<br />
Aarschot<br />
Holsbeek<br />
Lubbeek<br />
Tielt-Winge<br />
Boutersem<br />
Bierbeek<br />
Oud-Heverlee<br />
Hoegaarden<br />
Scherpenheuvel-<br />
Zichem<br />
Glabbeek<br />
Tienen<br />
Bekkevoort<br />
Diest<br />
Kortenaken<br />
Kaart: Steunpunt sociale planing<br />
Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />
Ervaring Ervaring van van een een oudere oudere vrouw vrouw uit uit de de regio regio Leuven<br />
Leuven<br />
“Ik ben ooit afgesloten van energie. In het begin durfde ik hier met niemand over praten of iemand om<br />
hulp vragen. Ik schaamde mij dat het mij moest overkomen en dacht dat ik met mijn probleem alleen<br />
stond. Op het ogenblik van de afsluiting woonden mijn kinderen nog thuis. Vooral voor hen vond ik het<br />
erg. Zij konden er immers niets aan doen en ik had schrik dat ze van mij weggenomen zouden worden.<br />
Uiteindelijk heb ik al mijn moed bijeen geraapt en ben ik toch hulp gaan zoeken. Alle energieproblemen<br />
zijn nu van de baan. Intussen heb ik ook geleerd dat ik niet de enige ben die in de problemen is geraakt.<br />
Via een vereniging waar armen het woord nemen en werkgroepen van het Vlaams Netwerk ben ik in<br />
contact gekomen met andere mensen die in dezelfde situatie zitten. De meeste van deze mensen durfden<br />
niet zomaar te vertellen wat hen overkomen is. Ik doe dit wel. Misschien zijn er lezers die afgesloten zijn,<br />
maar die zich hier op dit moment nog te veel over schamen om hulp te zoeken. Het vergt een inspanning<br />
en het doet soms pijn wanneer ik mijn verhaal vertel, maar het gaat hier om een situatie die onmenselijk is<br />
en ik vind dat de buitenwereld mag horen dat dit gebeurt en welke invloed dit kan hebben op iemands<br />
leven. Het zijn over het algemeen mensen die niet weten wat het is om zonder elektriciteit en gas te<br />
moeten leven die beslissen of mensen afgesloten worden of niet.”<br />
19.6 19.6 Andere Andere vormen vormen van hulp<br />
Naast deze armoedewerkingen zijn er ook projecten in het kader van samenlevingsopbouw,<br />
buurthuizen, tweedehandswinkels, kringwinkels, voedselbedelingen, sociale restaurants, sociale<br />
kruideniers, sociale tewerkstellingsprojecten, projecten in de cultuursector en onderwijssector<br />
met armoede als belangrijke invalshoek, enzovoort. In het kader van deze analyse is het niet<br />
mogelijk al deze verschillende voorzieningen in kaart te brengen.<br />
Linter<br />
Landen<br />
Geetbets<br />
Zoutleeuw<br />
93
Algemene Algemene conclusies<br />
conclusies<br />
94<br />
ALGEMENE CONCLUSIES<br />
Vlaams-Brabant is gemiddeld een rijke provincie provincie, provincie<br />
maar dat betekent niet dat armoede er niet<br />
bestaat. Bovendien is het inkomen in Vlaams-Brabant meer ongelijk verdeeld dan in Vlaanderen<br />
als geheel. De 10% hoogste inkomens bezitten samen een groter inkomen dan de 50% laagste<br />
inkomens, en de verschillen nemen toe.<br />
<strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />
<strong>Armoede</strong> indicatoren<br />
Het gemiddeld inkomen is vooral laag in het oosten van het Hageland, inclusief de Hagelandse<br />
steden (Tienen, Diest, Aarschot). Daarnaast vallen ook enkele sterk verstedelijkte gemeenten van<br />
Vlaams-Brabant op. Bij die laatste is het industriële gebied van de Zennevallei, van <strong>Halle</strong> in het<br />
zuiden tot Vilvoorde en Machelen en een deel van Zaventem in het noorden. Ook horen er<br />
enkele aan Brussel grenzende deelgemeenten ten noorden en westen van Brussel bij. Het<br />
centrum van Leuven heeft eveneens een erg laag gemiddeld inkomen. Dit lage inkomen in<br />
stedelijk gebied hangt samen met het vertrek van hogere inkomensgroepen naar de groene<br />
rand rond de steden. We zien dan ook de hoogste gemiddelde inkomens ten zuidoosten van<br />
Brussel, ten zuiden van Leuven en in andere residentiële gemeenten, zoals Keerbergen. Dit geldt<br />
daarnaast in enkele deelgemeenten ten noorden en westen van Brussel of rond kleinere steden<br />
als Tienen. Nog steeds stijgt het inkomen sterk in deze (deel)gemeenten, terwijl het veel minder<br />
snel stijgt in stedelijke gebieden. In sommige plattelandsgemeenten, vooral in het Pajottenland,<br />
neemt het inkomen eveneens relatief sterk toe.<br />
Het al dan niet hebben van werk werk werk speelt een belangrijke rol in de armoedeproblematiek. Werk is<br />
een sterke buffer tegen armoede, hoewel ook werkenden onder de armoededrempel kunnen<br />
vallen. De werkloosheid is algemeen sterk afhankelijk van de economische conjunctuur, die na<br />
2008 in een dal terecht kwam. Hoge werkloosheidscijfers vinden we meestal waar ook het<br />
gemiddeld inkomen laag is: in de Zennevallei, in enkele andere aan Brussel grenzende<br />
deelgemeenten in het noorden en het westen (algemeen zijn er wat hogere waarden ten<br />
westen van Brussel), in het centrum van Leuven en in het oostelijk Hageland, vooral in de<br />
steden. De werkloosheid in de plattelandsgemeenten van het Hageland heeft een ander<br />
karakter dan die in de stedelijke gebieden. De werklozen op het platteland zijn vaker van<br />
Belgische origine. De werkloosheid onder ouderen, en in mindere mate onder jongeren, is op<br />
het platteland meer uitgesproken. In de steden vinden we meer werklozen uit de tussenliggende<br />
leeftijdsgroepen. In de plattelandsgemeenten van het Hageland is de scholingsgraad van de<br />
werklozen erg laag, net als in het noorden van de Zennevallei en Tienen.<br />
Personen die niet over toereikende bestaansmiddelen beschikken of kunnen beschikken, kunnen<br />
een beroep doen op een leefloon leefloon leefloon of equivalent leefloon. We zien een stijging van het aantal<br />
(equivalent) leefloners in de laatste jaren. Het leefloon is bij uitstek een stedelijk fenomeen:<br />
opvallend zijn Leuven, Tienen en de noordelijke rand rond Brussel. De inkomensgarantie inkomensgarantie voor<br />
ouderen, die kan worden beschouwd als een leefloon voor ouderen, is eveneens belangrijk in de<br />
stedelijke gebieden, maar ook in plattelandsgemeenten, vooral in het oostelijk Hageland. Het<br />
gemiddeld uitgekeerde bedrag is er wel lager.<br />
Een meer algemene indicator voor armoede is de verhoogde verhoogde tegemoetkoming in de<br />
ziekteverzekering<br />
ziekteverzekering, ziekteverzekering die kan worden aangevraagd bij een laag inkomen. Meer dan een kwart van<br />
de 65-plussers maakt gebruik van deze tegemoetkoming. Erg hoge waarden bij ouderen vinden<br />
we in de plattelandsgemeenten van het Pajottenland en vooral het oostelijk Hageland. Bij de<br />
andere leeftijdsgroepen gaat het om een goede 5% van de bevolking. Dit is vooral een stedelijk<br />
fenomeen.
Risicofactoren<br />
Risicofactoren<br />
ALGEMENE CONCLUSIES<br />
<strong>Armoede</strong> is in de eerste plaats een materieel probleem. Wie niet voldoende bestaansmiddelen<br />
heeft om algemeen aanvaarde leefpatronen te kunnen opbouwen, wordt beschouwd als arm.<br />
Maar het is ook meer dan dat. Iemand die zich op verschillende verschillende domeinen domeinen, domeinen zoals de<br />
gezinssituatie, opleiding, gezondheid, woonsituatie… in een moeilijke positie bevindt, kan veel<br />
moeilijker uit de armoede klimmen dan iemand die minder problemen cumuleert.<br />
Het armoederisico is veel hoger bij eenoudergezinnen eenoudergezinnen (in de praktijk meestal alleenstaande<br />
moeders), wat een stedelijk fenomeen is, en vooral uitgesproken rond Brussel. Een andere<br />
risicogroep zijn de personen van niet-Europese origine origine die vooral rond Brussel sterk aanwezig<br />
zijn, zeker in het noordoosten, maar ook in Leuven, Diest en in mindere mate Tienen. Ook<br />
ouderen ouderen lopen meer risico om in armoede terecht te komen. Ze zijn sterk vertegenwoordigd in<br />
het Hageland en in enkele residentiële gemeenten rond Brussel. De pensioenen zijn gemiddeld<br />
heel wat lager in het Hageland dan rond Brussel. De opleidingsgraad opleidingsgraad is opvallend laag in het<br />
oostelijk Hageland, in de Zennevallei en in Liedekerke. Het aandeel leerlingen dat nu een<br />
beroepsopleiding volgt, is ook in die gemeenten het hoogst. Heel opvallend is de slechte<br />
gezondheidssituatie gezondheidssituatie en het hoge aandeel personen met een langdurige ziekte of handicap in het<br />
Hageland, veel meer nog dan in de Zennevallei, ook als er gecorrigeerd wordt voor de<br />
leeftijdsstructuur. Het aantal erkende handicaps en het aantal uitkeringen voor personen met<br />
een handicap is relatief nog hoger in het Hageland, maar ook in het Pajottenland.<br />
Wonen Wonen is is is duur duur duur in Vlaams-Brabant. Een gezin dat leeft van een leefloon of een inkomensgarantie<br />
voor ouderen is er niet in staat een gemiddeld huis te huren, en bovendien zijn er weinig sociale<br />
woningen. Personen in armoede zijn dus meestal aangewezen op de private huurmarkt in de<br />
goedkopere en minder kwalitatieve segmenten. Private huurwoningen zijn vooral te vinden in<br />
stedelijke gebieden. De huurprijzen zijn gemiddeld het minst hoog in Leuven, in de Zennevallei<br />
en in het oostelijke Hageland, waar er buiten de steden wel weinig huurwoningen zijn. De<br />
minder hoge huurprijzen in deze gebieden hangen wel samen met het relatief belangrijke<br />
aanbod aan huurwoningen in de minder kwalitatieve segmenten. De gezinnen die een aanvraag<br />
indienen voor een sociale woning wonen dan ook vaak in deze gemeenten. Opvallend zijn<br />
Leuven, de Zennevallei en kleinere steden als Tienen, Diest en Asse.<br />
Het aantal gezinnen met schuldenlast schuldenlast neemt toe. Onder meer de stijgende energie energie- energie energie en<br />
en<br />
waterprijzen waterprijzen zorgen voor betalingsproblemen. Gezinnen met een budgetmeter voor elektriciteit,<br />
die geplaatst wordt bij betalingsproblemen, vinden we vooral in de stedelijke gebieden: de<br />
Zennevallei, Tienen, maar ook Asse en Liedekerke. Op het platteland zijn er heel lage waarden.<br />
Ook op dit vlak zien we dus dat de armoedeproblematiek andere karakteristieken heeft op het<br />
platteland dan in de steden.<br />
<strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong> bij bij kinderen<br />
kinderen<br />
Het aandeel minderjarigen dat opgroeit in een gezin zonder inkomen uit arbeid of pensioen<br />
bedraagt in Vlaams-Brabant 7,0% (werknemers van internationale organisaties zijn wel<br />
inbegrepen). 20,5% van de eenoudergezinnen met minderjarige kinderen hebben geen<br />
inkomen uit arbeid of pensioen. Er vallen meer kinderen onder de voorkeursregeling in de<br />
ziekteverzekering dan volwassenen op actieve leeftijd. Het gaat vooral om een stedelijk<br />
fenomeen. Bij de kinderen op secundaire schoolleeftijd zijn de waarden ook hoog in het<br />
Hageland, zij het vooral in de steden. Meer en meer kinderen vallen onder de voorkeursregeling.<br />
Bij het leefloon is er, naast een stijgend aandeel vrouwen, ook een steeds hoger aandeel<br />
jongeren en gezinnen met kinderen. Dat is een alarmerende evolutie. Kinderarmoede is<br />
bijzonder belangrijk omdat het niet alleen het welzijn van de kinderen in gevaar brengt, maar<br />
ook hun toekomst. Kinderen die in armoede leven hebben immers een veel hoger risico om later<br />
ook in armoede te belanden.<br />
95
96<br />
ALGEMENE CONCLUSIES<br />
Aan de hand van zes criteria geeft Kind en Gezin aan welke kinderen geboren geboren worden in een<br />
kansarm kansarm gezin gezin. gezin Vooral in Leuven en Tienen wordt zijn de aandelen hoog. Ook in de regio<br />
Vilvoorde-Zaventem, in Asse en in verschillende gemeenten in Noord- en Zuid-Hageland worden<br />
er veel kinderen geboren in een kansarm gezin. Hoewel het cijfer van Vlaams-Brabant nog<br />
steeds onder het Vlaamse gemiddelde blijft, zien we in Vlaams-Brabant de laatste jaren een<br />
sterkere stijging van het aandeel kansarme geboorten.<br />
De leerlingenkenmerken<br />
leerlingenkenmerken leerlingenkenmerken of zogenaamde gelijke gelijke kansenindicatoren kansenindicatoren (leerlingen met<br />
schooltoelage, met een lage opleiding van de ouders, die niet thuis wonen of geen vast adres<br />
hebben) vormen een andere indicator voor armoede bij kinderen. Wanneer we kijken naar het<br />
aantal leerlingen met een schooltoelage omwille van een laag inkomen, zien we opnieuw de<br />
bekende patronen: hoge waarden in de Zennevallei, in het oostelijk Hageland (vooral de<br />
steden), in Leuven en in enkele gemeenten ten westen van Brussel, van Asse tot Liedekerke.<br />
Lage waarden vinden we ten zuidoosten van Brussel, ten zuiden van Leuven, en in een aantal<br />
andere residentiële gemeenten als Keerbergen en Meise. In het secundair onderwijs is het<br />
oostelijk Hageland veel meer uitgesproken. De verspreiding van de leerlingen waarop één of<br />
meerdere van de gelijke kansenindicatoren van toepassing is, geeft in grote lijnen hetzelfde<br />
ruimtelijke beeld. Bijna een kwart van de Vlaams-Brabantse kinderen in het basisonderwijs valt<br />
hieronder. In het secundair onderwijs is dat meer dan een kwart.<br />
Leerlingen in risicoschoolloopbanen<br />
isicoschoolloopbanen (leerlingen in het gewoon onderwijs met minstens 2 jaar<br />
schoolse vertraging of leerlingen in het buitengewoon onderwijs of deeltijds onderwijs) hebben<br />
een hogere kans op vroegtijdige schooluitval en uiteindelijk ook op werkloosheid.<br />
Risicoschoolloopbanen zijn vooral belangrijk in een stedelijke context, hoewel het aandeel<br />
leerlingen in het buitengewoon onderwijs ook opvallend hoog is in de plattelandsgemeenten<br />
van het Hageland.
BIJLAGEN<br />
Bijlage Bijlage I: I: Indi Indicatoren Indi catoren per per gemeente<br />
Indicator 1: Inkomensaangiften (2008, aanslagjaar 2009) ...................................................................98<br />
Indicator 2: Werkloosheidsgraden, algemeen en naar geslacht (2010).................................................99<br />
Indicator 3: Werkloosheidsgraden, naar leeftijd (2010) .....................................................................100<br />
Indicator 4: Niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) naar scholing en naar origine (2010) ................101<br />
Indicator 5: Recht op maatschappelijke integratie (RMI) en recht op maatschappelijke hulp (RMH) (2010)102<br />
Indicator 6: Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) en gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GIB)<br />
(01/01/2011)...................................................................................................................103<br />
Indicator 7: Tegemoetkomingen voor personen met een handicap (01/04/2011) ...............................104<br />
Indicator 8: Tegemoetkomingen voor personen met een handicap (01/04/2011) ...............................105<br />
Indicator 9: Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering 0-64 jaar (01/01/2010) ..................106<br />
Indicator 10: Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering 65-plus (01/01/2010)...................107<br />
Indicator 11: Gezinnen met minderjarige kinderen zonder inkomen uit arbeid of pensioen (31/12/2008)108<br />
Indicator 12: Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering bij kinderen en jongeren 0-9 jaar<br />
(01/01/2010)...................................................................................................................109<br />
Indicator 13: Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering bij kinderen en jongeren 10-19 jaar<br />
(01/01/2010)...................................................................................................................110<br />
Indicator 14: GOK-indicatoren basisonderwijs (01/02/2010)..............................................................111<br />
Indicator 15: GOK-indicatoren secundair onderwijs (01/02/2010)......................................................112<br />
97
Indicator ndicator 1: : Inkomensaangiften Inkomensaangiften (200 (2008, (200<br />
8, aanslagjaar aanslagjaar aanslagjaar 2009 2009) 2009<br />
98<br />
BIJLAGEN<br />
aangiften<br />
aangiften<br />
gemiddeld gemiddeld inkomen inkomen per<br />
per<br />
aangifte aangifte aangifte ( (in ( in euro)<br />
totaal<br />
totaal<br />
aantal<br />
aantal<br />
aantal<br />
aantal<br />
aantal aantal<br />
aantal totaal<br />
totaal 50.000<br />
>50.000<br />
aantal<br />
aantal van van 10.001<br />
10.001 aantal<br />
aantal euro:<br />
euro: aantal<br />
aantal euro:<br />
euro:<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 2: Werkloosheidsgraden<br />
Werkloosheidsgraden, Werkloosheidsgraden , algemeen en naar geslacht (2010 (2010) (2010<br />
algemeen algemeen algemeen<br />
naar naar geslacht<br />
geslacht<br />
mannen mannen mannen<br />
vrouwen<br />
vrouwen<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
aantal aantal niet niet- niet<br />
werken werkende werken de<br />
werk-<br />
werk<br />
zoekenden<br />
zoekenden<br />
(NWWZ)<br />
(NWWZ)<br />
werk werkloos werk oos-<br />
heidsgraad<br />
heidsgraad<br />
aantal<br />
aantal<br />
NWWZ<br />
NWWZ<br />
werkloos-<br />
werkloos<br />
heidsgraad<br />
heidsgraad<br />
aantal antal<br />
NWWZ NWWZ<br />
NWWZ<br />
werkloos-<br />
werkloos<br />
heidsgraad<br />
heidsgraad<br />
Affligem 277 4,5 145 4,6 132 4,5<br />
Asse 926 6,6 464 6,4 462 6,8<br />
Beersel 597 5,6 313 5,6 284 5,6<br />
Bever 56 5,5 27 5,1 29 6,0<br />
Dilbeek 1.071 6,0 502 5,4 569 6,6<br />
Drogenbos 216 10,0 98 8,8 118 11,2<br />
Galmaarden 144 3,5 71 3,2 73 3,7<br />
Gooik 131 3,0 66 2,7 65 3,2<br />
Grimbergen 981 6,1 470 5,7 511 6,5<br />
<strong>Halle</strong> 1.042 6,1 588 6,6 454 5,7<br />
Herne 124 4,1 64 4,0 60 4,2<br />
Hoeilaart 246 5,6 125 5,4 121 5,9<br />
Kampenhout 247 4,5 127 4,4 120 4,7<br />
Kapelle-op-den-Bos 161 3,6 78 3,3 83 4,0<br />
Kraainem 328 7,2 163 6,7 165 7,8<br />
Lennik 162 3,8 82 3,6 80 4,0<br />
Liedekerke 328 5,6 169 5,5 159 5,8<br />
Linkebeek 161 8,0 76 7,4 85 8,7<br />
Londerzeel 330 3,9 168 3,7 162 4,1<br />
Machelen 456 7,5 228 7,1 228 7,8<br />
Meise 440 4,9 212 4,5 228 5,3<br />
Merchtem 327 4,5 174 4,4 153 4,5<br />
Opwijk 261 4,1 143 4,2 118 3,9<br />
Overijse 485 5,0 245 4,8 240 5,3<br />
Pepingen 73 3,4 39 3,4 34 3,4<br />
Roosdaal 242 4,6 134 4,7 108 4,4<br />
Sint-Genesius-Rode 490 6,7 227 5,9 263 7,7<br />
Sint-Pieters-Leeuw 1.091 7,7 540 7,2 551 8,2<br />
Steenokkerzeel 237 4,4 101 3,6 136 5,3<br />
Ternat 320 4,4 164 4,3 156 4,5<br />
Vilvoorde 1.655 9,4 825 8,8 830 10,1<br />
Wemmel 569 8,6 275 8,0 294 9,3<br />
Wezembeek-Oppem 331 6,8 151 5,8 180 7,8<br />
Zaventem 980 7,8 508 7,7 472 7,9<br />
Zemst 423 3,9 211 3,7 212 4,2<br />
Aarschot 828 6,0 436 5,9 392 6,2<br />
Begijnendijk 225 4,7 112 4,3 113 5,2<br />
Bekkevoort 141 5,0 67 4,4 74 5,6<br />
Bertem 174 3,9 97 4,1 77 3,7<br />
Bierbeek 149 3,5 77 3,4 72 3,6<br />
Boortmeerbeek 225 4,1 118 3,9 107 4,2<br />
Boutersem 118 3,2 60 3,0 58 3,4<br />
Diest 748 6,9 393 6,6 355 7,2<br />
Geetbets 152 5,5 75 4,9 77 6,2<br />
Glabbeek 90 3,5 58 4,2 32 2,7<br />
Haacht 291 4,4 154 4,4 137 4,4<br />
Herent 393 4,2 198 4,1 195 4,3<br />
Hoegaarden 145 4,7 84 5,2 61 4,2<br />
Holsbeek 160 3,5 80 3,3 80 3,8<br />
Huldenberg 180 4,2 81 3,4 99 5,0<br />
Keerbergen 278 4,7 126 3,9 152 5,6<br />
Kortenaken 169 4,7 84 4,2 85 5,2<br />
Kortenberg 438 5,0 227 4,9 211 5,1<br />
Landen 478 6,6 239 6,2 239 7,2<br />
Leuven 3.162 7,0 1.888 7,8 1.274 6,2<br />
Linter 169 4,9 82 4,4 87 5,6<br />
Lubbeek 225 3,5 119 3,4 106 3,6<br />
Oud-Heverlee 201 3,9 104 3,8 97 4,0<br />
Rotselaar 316 4,3 159 4,0 157 4,6<br />
Scherpenheuvel-Zichem 591 5,6 282 4,9 309 6,5<br />
Tervuren 438 5,4 228 5,3 210 5,5<br />
Tielt-Winge 223 4,3 114 4,1 109 4,6<br />
Tienen 1.141 7,6 624 7,7 517 7,4<br />
Tremelo 338 4,9 177 4,7 161 5,2<br />
Zoutleeuw 243 6,2 116 5,5 127 7,1<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />
208.242 208.242<br />
7,2 7,2<br />
108.155 108.155<br />
6,8 6,8 100.086 100.086<br />
7,6<br />
7,6<br />
Prov. Prov. Vl Vlaams Vl Vlaams<br />
aams-Brabant<br />
aams Brabant 28.327 5,7 5,7<br />
14.634 5,5 13.693 13.693 5,9<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 15.900 15.900<br />
5,9 5,9<br />
7.975 7.975<br />
5,6 5,6<br />
7.925 7.925<br />
6,2<br />
6,2<br />
Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
12.427 12.427<br />
5,5 5,5<br />
6.659 6.659<br />
5,5 5,5<br />
5.769 5.769<br />
5,5<br />
5,5<br />
Bron: VDAB, via ARVASTAT<br />
99
Indicator Indicator 3: : : Werkloosheidsgraden, Werkloosheidsgraden, naar naar leeftijd leeftijd (2010 (2010) (2010<br />
100<br />
BIJLAGEN<br />
naar naar leeftijd leeftijd<br />
leeftijd<br />
50 jaar<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
aantal<br />
aantal<br />
NWWZ<br />
NWWZ<br />
werkloos-<br />
werkloos<br />
heidsgraad<br />
heidsgraad<br />
aantal<br />
aantal<br />
NWWZ<br />
NWWZ<br />
werkloos-<br />
werkloos<br />
heidsgraad<br />
heidsgraad<br />
aantal<br />
aantal<br />
NWWZ NWWZ<br />
NWWZ<br />
werk werkloos werk oos-<br />
heidsgraad<br />
heidsgraad<br />
Affligem 56 12,0 129 3,2 92 6,0<br />
Asse 182 15,8 542 5,8 202 5,7<br />
Beersel 119 13,8 330 4,8 148 5,2<br />
Bever 8 10,2 36 5,2 12 5,0<br />
Dilbeek 198 13,8 587 5,1 286 5,9<br />
Drogenbos 36 18,4 124 8,7 56 10,2<br />
Galmaarden 33 10,5 77 2,7 34 3,3<br />
Gooik 31 8,2 64 2,2 36 3,3<br />
Grimbergen 172 14,0 586 5,5 223 5,4<br />
<strong>Halle</strong> 233 14,4 563 5,0 246 6,3<br />
Herne 23 10,2 67 3,3 34 4,2<br />
Hoeilaart 36 13,1 135 4,7 75 6,0<br />
Kampenhout 49 11,3 122 3,4 76 5,4<br />
Kapelle-op-den-Bos 35 8,5 78 2,7 48 4,2<br />
Kraainem 42 12,5 193 7,0 93 6,4<br />
Lennik 34 11,0 77 2,7 51 4,6<br />
Liedekerke 72 15,5 182 4,6 74 5,4<br />
Linkebeek 26 19,2 91 7,4 44 6,8<br />
Londerzeel 81 11,2 147 2,6 102 5,0<br />
Machelen 95 15,4 270 6,6 91 6,5<br />
Meise 91 11,9 222 4,0 127 4,8<br />
Merchtem 78 12,4 184 3,7 65 4,0<br />
Opwijk 63 12,1 136 3,2 62 4,0<br />
Overijse 89 14,0 273 4,3 123 4,5<br />
Pepingen 17 8,2 39 2,8 17 3,0<br />
Roosdaal 60 12,9 117 3,3 65 4,9<br />
Sint-Genesius-Rode 73 14,8 305 6,8 112 5,0<br />
Sint-Pieters-Leeuw 223 16,6 604 6,6 264 7,3<br />
Steenokkerzeel 45 10,8 128 3,6 64 4,6<br />
Ternat 76 12,3 153 3,2 91 4,9<br />
Vilvoorde 301 18,0 978 8,1 376 9,9<br />
Wemmel 101 18,9 327 7,8 141 7,7<br />
Wezembeek-Oppem 58 16,8 175 6,1 98 5,8<br />
Zaventem 170 17,2 582 7,0 228 7,2<br />
Zemst 92 11,2 192 2,7 139 5,0<br />
Aarschot 192 16,5 414 4,5 222 6,9<br />
Begijnendijk 48 11,4 89 2,8 88 7,5<br />
Bekkevoort 33 14,3 74 3,9 34 5,1<br />
Bertem 34 10,5 90 3,0 50 4,4<br />
Bierbeek 31 11,4 75 2,7 43 3,4<br />
Boortmeerbeek 53 11,9 107 3,0 65 4,5<br />
Boutersem 29 11,3 56 2,3 33 3,4<br />
Diest 172 16,7 394 5,5 182 6,9<br />
Geetbets 32 15,8 80 4,2 40 5,9<br />
Glabbeek 20 11,2 46 2,6 24 3,8<br />
Haacht 70 13,7 127 2,9 94 5,6<br />
Herent 80 11,1 200 3,3 113 4,6<br />
Hoegaarden 35 17,2 73 3,4 37 5,1<br />
Holsbeek 37 11,4 86 2,8 37 3,4<br />
Huldenberg 37 11,6 91 3,2 52 4,5<br />
Keerbergen 49 11,7 119 3,2 110 6,2<br />
Kortenaken 30 10,8 73 3,0 66 7,4<br />
Kortenberg 84 11,9 230 4,0 124 5,6<br />
Landen 109 19,4 233 4,9 136 7,4<br />
Leuven 627 16,4 1.952 6,2 583 6,1<br />
Linter 42 15,9 79 3,4 48 5,9<br />
Lubbeek 59 12,5 98 2,4 68 3,7<br />
Oud-Heverlee 44 12,9 97 3,0 60 4,0<br />
Rotselaar 82 15,7 150 3,1 84 4,4<br />
Scherpenheuvel-Zichem 126 14,8 280 3,9 185 7,6<br />
Tervuren 80 15,0 235 4,5 123 5,4<br />
Tielt-Winge 54 12,2 108 3,2 61 4,7<br />
Tienen 254 19,7 602 6,1 285 7,4<br />
Tremelo 74 12,8 151 3,3 113 7,0<br />
Zoutleeuw 49 16,3 123 4,7 71 7,5<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />
45.349 45.349 15,8 15,8 15,8<br />
110.453 110.453<br />
5,8 5,8<br />
52.439 52.439<br />
7,7<br />
7,7<br />
Pr Prov. Pr Prov.<br />
ov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Brabant 5.763 5.763 14,4 14,4<br />
15.345 4,7 7.219 5,8 5,8<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 3.096 3.096 14,0 14,0 14,0<br />
8.812 8.812<br />
5,0 5,0<br />
3.991 3.991<br />
5,8<br />
5,8<br />
Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
2.667 2.667 14,8 14,8 14,8<br />
6.533 6.533<br />
4,3 4,3<br />
3.228 3.228<br />
5,8<br />
5,8<br />
Bron: VDAB, via ARVASTAT
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 4: Niet Niet-werkende Niet werkende wwerkzoekenden<br />
w<br />
erkzoekenden<br />
erkzoekenden (NWWZ) naar scholing en naar origine origine (2010 (2010) (2010<br />
naar naar scholing naar naar origine origine<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
aantal aantal laag-<br />
geschoolde<br />
geschoolde<br />
NWWZ<br />
NWWZ<br />
aantal aantal<br />
aantal<br />
laag-<br />
laag<br />
geschoolde geschoolde<br />
geschoolde<br />
NWWZ:<br />
NWWZ:<br />
% % van van van de<br />
de<br />
NWWZ<br />
NWWZ<br />
aantal<br />
aantal<br />
NWWZ,<br />
NWWZ,<br />
origine<br />
origine<br />
niet niet-Belg niet niet Belg<br />
EU EU-15 EU 15<br />
aantal<br />
aantal<br />
NWWZ,<br />
NWWZ,<br />
origine origine<br />
origine<br />
niet niet-Belg niet niet Belg<br />
buiten<br />
buiten<br />
EU EU-15 EU 15<br />
aantal<br />
aantal<br />
NWWZ,<br />
NWWZ,<br />
origine origine<br />
origine<br />
niet niet-Belg niet niet Belg<br />
totaal<br />
totaal<br />
aantal aantal<br />
aantal<br />
NWWZ,<br />
NWWZ,<br />
origine origine origine niet niet- niet<br />
Belg Belg (totaal):<br />
(totaal):<br />
% % van van de de<br />
de<br />
NWWZ<br />
NWWZ<br />
aantal aantal NWWZ,<br />
NWWZ,<br />
origine origine origine niet niet- niet<br />
Belg Belg Belg (totaal):<br />
(totaal):<br />
% % van van de<br />
de<br />
18 18-64 18 64 jarigen<br />
Affligem 128 46,4 17 43 60 21,7 11,9<br />
Asse 437 47,2 59 366 425 45,9 12,2<br />
Beersel 239 40,1 77 97 174 29,2 7,7<br />
Bever 23 41,1 4 2 6 10,9 6,5<br />
Dilbeek 427 39,8 118 268 386 36,0 9,7<br />
Drogenbos 108 50,2 35 61 96 44,2 10,1<br />
Galmaarden 65 45,5 2 9 11 7,6 5,9<br />
Gooik 64 48,9 4 10 14 10,6 6,7<br />
Grimbergen 378 38,6 91 324 415 42,4 10,0<br />
<strong>Halle</strong> 486 46,6 75 236 311 29,8 10,9<br />
Herne 56 44,8 5 7 12 9,6 6,1<br />
Hoeilaart 67 27,3 21 41 62 25,3 4,4<br />
Kampenhout 90 36,6 15 22 37 15,0 7,7<br />
Kapelle-op-den-Bos 62 38,3 6 13 19 11,8 7,2<br />
Kraainem 85 26,0 45 93 138 42,1 4,2<br />
Lennik 64 39,5 7 28 35 21,7 9,9<br />
Liedekerke 160 48,8 14 79 93 28,2 12,8<br />
Linkebeek 46 28,8 23 19 42 26,1 7,4<br />
Londerzeel 130 39,4 12 35 47 14,3 7,8<br />
Machelen 236 52,0 44 216 260 57,1 10,3<br />
Meise 173 39,4 37 79 116 26,4 9,6<br />
Merchtem 129 39,3 20 64 84 25,7 11,2<br />
Opwijk 107 41,0 9 40 49 18,7 12,6<br />
Overijse 132 27,3 75 86 161 33,2 4,2<br />
Pepingen 25 34,2 3 6 9 12,2 8,8<br />
Roosdaal 118 48,8 9 29 38 15,8 10,0<br />
Sint-Genesius-Rode 128 26,2 67 108 175 35,7 6,1<br />
Sint-Pieters-Leeuw 550 50,3 159 313 472 43,3 9,8<br />
Steenokkerzeel 91 38,4 22 47 69 29,1 8,7<br />
Ternat 136 42,5 13 40 53 16,5 9,0<br />
Vilvoorde 866 52,3 165 811 976 59,0 13,0<br />
Wemmel 244 43,0 70 181 251 44,1 10,4<br />
Wezembeek-Oppem 90 27,2 44 70 114 34,4 4,5<br />
Zaventem 367 37,4 115 390 505 51,5 8,0<br />
Zemst 157 37,0 25 48 73 17,2 8,6<br />
Aarschot 397 48,0 18 65 83 10,0 9,7<br />
Begijnendijk 103 45,6 5 16 21 9,3 9,3<br />
Bekkevoort 67 47,5 3 11 14 10,0 12,1<br />
Bertem 52 29,9 8 23 31 17,8 5,1<br />
Bierbeek 48 32,2 6 8 14 9,3 4,5<br />
Boortmeerbeek 95 42,2 5 18 23 10,3 5,6<br />
Boutersem 42 35,3 4 14 18 15,1 8,1<br />
Diest 346 46,2 20 153 173 23,1 10,2<br />
Geetbets 77 50,7 3 15 18 11,9 11,7<br />
Glabbeek 37 41,1 5 5 10 11,1 13,2<br />
Haacht 128 44,0 11 21 32 11,0 9,1<br />
Herent 121 30,9 14 65 79 20,2 9,3<br />
Hoegaarden 57 39,9 5 17 22 15,3 9,8<br />
Holsbeek 48 29,8 5 12 17 10,7 7,6<br />
Huldenberg 54 30,0 11 23 34 18,9 5,6<br />
Keerbergen 87 31,1 15 15 30 10,8 4,1<br />
Kortenaken 86 50,6 6 5 11 6,5 7,7<br />
Kortenberg 156 35,5 27 87 114 25,9 7,2<br />
Landen 245 51,3 11 64 75 15,7 12,3<br />
Leuven 1.140 36,1 155 1.007 1.162 36,7 7,2<br />
Linter 78 45,9 6 14 20 11,8 13,2<br />
Lubbeek 64 28,4 4 16 20 8,9 5,7<br />
Oud-Heverlee 59 29,2 5 16 21 10,4 4,8<br />
Rotselaar 118 37,3 11 24 35 11,0 7,8<br />
Scherpenheuvel-Zichem 282 47,7 17 44 61 10,3 9,9<br />
Tervuren 119 27,2 67 77 144 32,9 3,7<br />
Tielt-Winge 81 36,7 4 9 13 5,9 6,4<br />
Tienen 634 55,6 29 208 237 20,8 14,0<br />
Tremelo 148 44,0 10 20 30 8,8 6,8<br />
Zoutleeuw 130 53,5 6 31 37 15,2 16,6<br />
Vlaams Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />
105.131 50,5 50,5<br />
13.810 13.810 50.935 50.935 64.745 64.745 64.745<br />
31,1 31,1<br />
-<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 11 11.763 11 763 763 41,5 41,5<br />
2.006 2.006 6.376 6.376 8.382 8.382<br />
29,6 29,6 29,6<br />
8,5<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 6.665 665 41,9 41,9<br />
1.509 1.509 4.277 4.277 5.786 .786 36,4 36,4<br />
9,0 9,0<br />
Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
5.098 098 41,0 41,0<br />
496 496 2.100 2.100 2.596 2.596<br />
20,9 20,9 20,9<br />
7,5<br />
Bron: VDAB, via ARVASTAT; bevolking (01/01/2010): Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />
101
102<br />
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 5: Recht Recht op op maa maatschappelijke maa maatschappelijke<br />
tschappelijke integratie integratie (RMI) en rrecht<br />
r<br />
echt op maatschappelijke hulp (RMH) (RMH) (2010 (2010) (2010<br />
RMI RMI RMI en en en RMH RMH<br />
waarvan waarvan (equivalent) (equivalent) (equivalent) leefloon<br />
leefloon<br />
totaal otaal otaal: otaal :<br />
totaal: otaal:<br />
% % van van de<br />
de<br />
% % van van de de<br />
de<br />
Gemeente Gemeente<br />
RMI RMI RM RMH RM totaal otaal<br />
18 18-64 18 64<br />
jarigen jarigen<br />
leefloon<br />
leefloon<br />
equivalent<br />
equivalent<br />
leefloon leefloon totaal otaal<br />
18 18-64 18 64<br />
jarigen<br />
jarigen<br />
Affligem 41 25 66 0,85 38 16 54 0,69<br />
Asse 254 141 395 2,14 226 121 347 1,88<br />
Beersel 131 22 153 1,07 127 15 142 0,99<br />
Bever 6 5 11 0,83 6 5 11 0,83<br />
Dilbeek 222 131 353 1,48 197 93 290 1,21<br />
Drogenbos 51 22 73 2,48 42 6 48 1,63<br />
Galmaarden 25 10 35 0,66 23 4 27 0,51<br />
Gooik 18 18 36 0,65 16 9 25 0,45<br />
Grimbergen 230 127 357 1,68 208 99 307 1,44<br />
<strong>Halle</strong> 239 124 363 1,65 221 72 293 1,33<br />
Herne 34 10 44 1,09 34 7 41 1,02<br />
Hoeilaart 38 29 67 1,08 37 20 57 0,92<br />
Kampenhout 37 16 53 0,76 33 9 42 0,60<br />
Kapelle-op-den-Bos 21 19 40 0,70 21 10 31 0,54<br />
Kraainem 58 32 90 1,10 54 24 78 0,95<br />
Lennik 38 24 62 1,13 38 17 55 1,00<br />
Liedekerke 74 39 113 1,47 74 30 104 1,36<br />
Linkebeek 26 9 35 1,22 23 7 30 1,05<br />
Londerzeel 54 29 83 0,76 53 19 72 0,66<br />
Machelen 128 55 183 2,29 120 46 166 2,07<br />
Meise 55 50 105 0,90 51 25 76 0,65<br />
Merchtem 142 52 194 2,02 138 42 180 1,88<br />
Opwijk 79 15 94 1,14 71 10 81 0,98<br />
Overijse 52 62 114 0,79 45 41 86 0,59<br />
Pepingen 8 18 26 0,96 7 7 14 0,52<br />
Roosdaal 21 15 36 0,52 21 13 34 0,49<br />
Sint-Genesius-Rode 113 62 175 1,62 105 36 141 1,31<br />
Sint-Pieters-Leeuw 153 93 246 1,28 139 58 197 1,02<br />
Steenokkerzeel 33 6 39 0,55 32 6 38 0,54<br />
Ternat 56 25 81 0,87 54 15 69 0,74<br />
Vilvoorde 348 188 536 2,26 313 110 423 1,78<br />
Wemmel 109 62 171 1,91 98 28 126 1,40<br />
Wezembeek-Oppem 81 32 113 1,37 78 18 96 1,17<br />
Zaventem 245 133 378 2,01 232 96 328 1,75<br />
Zemst 31 46 77 0,55 28 9 37 0,27<br />
Aarschot 145 47 192 1,08 139 36 175 0,98<br />
Begijnendijk 19 15 34 0,54 18 13 31 0,49<br />
Bekkevoort 12 21 33 0,90 12 13 25 0,68<br />
Bertem 17 17 34 0,58 14 8 22 0,38<br />
Bierbeek 30 15 45 0,77 30 14 44 0,76<br />
Boortmeerbeek 41 13 54 0,75 40 8 48 0,66<br />
Boutersem 31 13 44 0,93 30 8 38 0,80<br />
Diest 117 87 204 1,39 108 64 172 1,18<br />
Geetbets 17 31 48 1,30 12 9 21 0,57<br />
Glabbeek 7 7 14 0,44 7 4 11 0,34<br />
Haacht 40 21 61 0,70 39 15 54 0,62<br />
Herent 51 63 114 0,93 45 29 74 0,60<br />
Hoegaarden 30 19 49 1,22 27 12 39 0,97<br />
Holsbeek 18 28 46 0,78 18 12 30 0,51<br />
Huldenberg 29 12 41 0,72 28 7 35 0,61<br />
Keerbergen 49 29 78 0,99 48 19 67 0,85<br />
Kortenaken 17 42 59 1,26 17 9 26 0,55<br />
Kortenberg 69 61 130 1,11 66 40 106 0,90<br />
Landen 131 44 175 1,81 126 30 156 1,61<br />
Leuven 1.451 738 2.189 3,45 1.341 551 1.892 2,98<br />
Linter 21 11 32 0,73 21 7 28 0,64<br />
Lubbeek 39 13 52 0,61 38 11 49 0,58<br />
Oud-Heverlee 35 25 60 0,88 33 9 42 0,61<br />
Rotselaar 60 17 77 0,79 58 5 63 0,65<br />
Scherpenheuvel-Zichem 88 44 132 0,93 84 32 116 0,82<br />
Tervuren 67 38 105 0,84 61 22 83 0,66<br />
Tielt-Winge 40 15 55 0,83 38 8 46 0,69<br />
Tienen 310 207 517 2,58 292 113 405 2,02<br />
Tremelo 29 31 60 0,67 27 13 40 0,44<br />
Zoutleeuw 13 13 26 0,50 13 9 22 0,42<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />
49 49.333 49<br />
333 28 28.937 28<br />
937 937 78 78.270 78 270 2,01 45 45.719 45 719 719 16 16.260 16<br />
260 260 61 61.979 61 979 1,59<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 6.274 274 3.483 483 9.757 757 1,46 1,46<br />
5.833 833 2.273 273 8.106 106 1,22<br />
1,22<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 3.251 251 1.746 746 746 4.997 997 1,38 3.003 003 1.143 143 4.146 146 1,14<br />
Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
3.023 023 1.737 737 4.760 760 1,57 1,57<br />
2.830 830 1.130 130 3.960 960 1,30<br />
1,30<br />
Bron: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 6: IInkom<br />
I<br />
nkom nkomensgarantie nkom ensgarantie voor voor ouderen ouderen (IGO) (IGO) en en gewaarborgd ewaarborgd inkomen voor bejaar bejaarden bejaar<br />
den (GIB) (GIB) ( (01/01/ (<br />
01/01/ 01/01/201 01/01/ 201 2011) 201<br />
IGO IGO of of of GIB:<br />
GIB:<br />
gemiddeld<br />
gemiddeld<br />
% % % van van de<br />
de uitgekeerd uitgekeerd bedrag<br />
bedrag<br />
Gemeente Gemeente<br />
IGO of GIB GIB<br />
65 65-plussers 65 plussers plussers<br />
(in in euro)<br />
Affligem 65 3,2 313<br />
Asse 190 3,6 333<br />
Beersel 81 1,9 396<br />
Bever 8 2,5 273<br />
Dilbeek 223 2,8 332<br />
Drogenbos 40 4,4 374<br />
Galmaarden 43 3,1 301<br />
Gooik 47 2,9 259<br />
Grimbergen 144 2,1 369<br />
<strong>Halle</strong> 203 3,1 337<br />
Herne 35 2,9 292<br />
Hoeilaart 52 3,0 285<br />
Kampenhout 79 4,4 180<br />
Kapelle-op-den-Bos 35 2,2 221<br />
Kraainem 37 1,7 344<br />
Lennik 34 2,1 252<br />
Liedekerke 75 3,3 256<br />
Linkebeek 13 1,6 367<br />
Londerzeel 137 4,3 228<br />
Machelen 57 2,6 395<br />
Meise 78 2,6 283<br />
Merchtem 83 3,1 265<br />
Opwijk 118 5,2 200<br />
Overijse 80 1,8 306<br />
Pepingen 11 1,5 196<br />
Roosdaal 76 4,0 295<br />
Sint-Genesius-Rode 50 1,6 337<br />
Sint-Pieters-Leeuw 219 3,8 402<br />
Steenokkerzeel 65 3,3 265<br />
Ternat 75 2,8 340<br />
Vilvoorde 218 3,5 366<br />
Wemmel 89 3,0 331<br />
Wezembeek-Oppem 43 1,9 358<br />
Zaventem 138 2,8 384<br />
Zemst 88 2,5 265<br />
Aarschot 185 3,2 264<br />
Begijnendijk 68 4,0 205<br />
Bekkevoort 64 5,7 257<br />
Bertem 54 3,4 311<br />
Bierbeek 27 1,6 285<br />
Boortmeerbeek 69 3,2 312<br />
Boutersem 35 2,7 243<br />
Diest 176 4,1 312<br />
Geetbets 68 6,1 157<br />
Glabbeek 27 2,8 224<br />
Haacht 78 3,2 217<br />
Herent 77 2,3 393<br />
Hoegaarden 46 4,2 216<br />
Holsbeek 54 3,4 197<br />
Huldenberg 70 4,5 301<br />
Keerbergen 62 2,8 275<br />
Kortenaken 94 5,8 223<br />
Kortenberg 79 2,5 274<br />
Landen 98 3,4 245<br />
Leuven 851 5,5 436<br />
Linter 61 4,6 202<br />
Lubbeek 63 2,5 197<br />
Oud-Heverlee 33 1,8 373<br />
Rotselaar 87 3,3 250<br />
Scherpenheuvel-Zichem 107 2,4 336<br />
Tervuren 55 1,5 370<br />
Tielt-Winge 70 4,0 285<br />
Tienen 253 3,8 311<br />
Tremelo 126 4,8 294<br />
Zoutleeuw 96 6,2 235<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />
56 56.231 56 231 5,0 5,0<br />
291<br />
291<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 6.262 262 3,3 317<br />
317<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 3.029 029 029 2,9 2,9<br />
319<br />
319<br />
Arr. Arr. Leuven Leuven Leuven<br />
3.233 233 3,8 3,8<br />
316<br />
316<br />
Bron: Rijksdienst voor pensioenen; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie<br />
103
104<br />
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 7: : : Tegemoetkomingen Tegemoetkomingen voor voor personen personen met met met een een handicap handicap 21 21-64 21<br />
64 jaar jaar (01/04/2011<br />
(01/04/2011)<br />
(01/04/2011<br />
21 21-64 21 64 jaar<br />
enkel<br />
enkel<br />
enkel<br />
enkel<br />
inkomens-<br />
inkomens<br />
integratie-<br />
integratie vervangende<br />
vervangende<br />
totaal:<br />
totaal:<br />
tegemoet-<br />
tegemoet tegemoet-<br />
tegemoet<br />
per per 1.000<br />
1.000<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
koming<br />
koming<br />
(IT)<br />
(IT)<br />
koming koming<br />
koming<br />
(IVT) (IVT) (IVT) IT en IVT totaal<br />
totaal<br />
inwoners inwoners<br />
inwoners<br />
(21 (21-64 (21 64 jaar)<br />
Affligem 38 7 28 73 9,8<br />
Asse 105 12 87 204 11,7<br />
Beersel 51 8 47 106 7,9<br />
Bever 2 0 8 10 8,0<br />
Dilbeek 90 26 160 276 12,4<br />
Drogenbos 20 4 28 52 18,7<br />
Galmaarden 32 0 46 78 15,5<br />
Gooik 23 1 25 49 9,3<br />
Grimbergen 100 27 120 247 12,3<br />
<strong>Halle</strong> 180 22 107 309 14,9<br />
Herne 14 3 18 35 9,3<br />
Hoeilaart 17 3 27 47 8,1<br />
Kampenhout 17 3 94 114 17,3<br />
Kapelle-op-den-Bos 18 2 20 40 7,4<br />
Kraainem 14 7 34 55 7,2<br />
Lennik 51 1 103 155 30,3<br />
Liedekerke 57 9 100 166 22,9<br />
Linkebeek 10 3 8 21 8,0<br />
Londerzeel 63 10 40 113 10,9<br />
Machelen 19 12 68 99 13,2<br />
Meise 40 4 52 96 8,8<br />
Merchtem 35 2 32 69 7,7<br />
Opwijk 33 6 29 68 8,7<br />
Overijse 71 8 92 171 12,6<br />
Pepingen 11 1 15 27 10,6<br />
Roosdaal 63 5 172 240 37,1<br />
Sint-Genesius-Rode 33 4 41 78 7,8<br />
Sint-Pieters-Leeuw 83 27 94 204 11,4<br />
Steenokkerzeel 40 4 30 74 11,1<br />
Ternat 48 10 42 100 11,5<br />
Vilvoorde 119 43 120 282 12,7<br />
Wemmel 35 4 39 78 9,3<br />
Wezembeek-Oppem 14 9 37 60 7,9<br />
Zaventem 39 18 58 115 6,5<br />
Zemst 44 12 50 106 8,1<br />
Aarschot 157 24 171 352 20,8<br />
Begijnendijk 38 3 38 79 13,3<br />
Bekkevoort 23 5 22 50 14,5<br />
Bertem 26 4 14 44 8,1<br />
Bierbeek 80 12 167 259 47,3<br />
Boortmeerbeek 19 2 34 55 8,0<br />
Boutersem 15 3 13 31 6,9<br />
Diest 156 28 162 346 24,9<br />
Geetbets 24 8 22 54 15,5<br />
Glabbeek 11 3 10 24 7,9<br />
Haacht 39 3 42 84 10,3<br />
Herent 48 12 84 144 12,5<br />
Hoegaarden 21 5 10 36 9,5<br />
Holsbeek 22 4 22 48 8,6<br />
Huldenberg 14 5 91 110 20,4<br />
Keerbergen 23 2 49 74 9,9<br />
Kortenaken 21 5 39 65 14,5<br />
Kortenberg 56 11 85 152 13,7<br />
Landen 60 15 55 130 14,2<br />
Leuven 347 99 480 926 15,3<br />
Linter 24 2 22 48 11,5<br />
Lubbeek 29 3 29 61 7,6<br />
Oud-Heverlee 23 3 37 63 9,8<br />
Rotselaar 41 4 40 85 9,4<br />
Scherpenheuvel-Zichem 117 12 66 195 14,5<br />
Tervuren 40 12 38 90 7,7<br />
Tielt-Winge 29 6 16 51 8,1<br />
Tienen 202 45 395 642 33,7<br />
Tremelo 61 12 82 155 18,2<br />
Zoutleeuw 32 4 39 75 15,2<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest Gewest<br />
28 28.60 28 60 600 60<br />
6.420 420 41 41.120 41<br />
120 76 76.140 76 140 20,8<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 3.427 427 427 673 673 4.445 445 445 8.545 545 545 13,6<br />
13,6<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 1.629 629 629 317 317 2.071 071 4.017 017 11,8<br />
Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven Leuven<br />
1.798 798 798 356 356 356 2.374 374 4.528 528 15,7 15,7<br />
15,7<br />
Bron: DG Personen met een handicap; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD<br />
Economie
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 8: : : Tegemoetkomingen Tegemoetkomingen voor voor personen personen personen met met een een handicap handicap 65 65-plus 65<br />
plus (01/04/2011<br />
(01/04/2011)<br />
(01/04/2011<br />
65 65-plus 65 plus plus<br />
tegemoet-<br />
tegemoet<br />
koming koming voor<br />
voor<br />
totaal:<br />
totaal:<br />
hulp hulp aan<br />
aan<br />
per per 1.000<br />
1.000<br />
Gemeente Gemeente<br />
IT IT of of IVT IVT IT en IVT<br />
bejaarden bejaarden<br />
bejaarden<br />
(THAB) (THAB)<br />
totaal<br />
totaal<br />
inwoners<br />
inwoners<br />
(65 (65-plus) (65 plus)<br />
Affligem 18 4 146 168 82,1<br />
Asse 22 10 307 339 63,6<br />
Beersel 6 2 153 161 38,4<br />
Bever 3 1 35 39 123,8<br />
Dilbeek 34 17 264 315 39,1<br />
Drogenbos 10 9 70 89 98,2<br />
Galmaarden 9 3 143 155 111,9<br />
Gooik 9 3 132 144 89,5<br />
Grimbergen 16 15 199 230 34,2<br />
<strong>Halle</strong> 37 12 387 436 65,8<br />
Herne 8 4 91 103 85,8<br />
Hoeilaart 8 1 71 80 45,7<br />
Kampenhout 9 10 112 131 72,5<br />
Kapelle-op-den-Bos 6 3 92 101 64,5<br />
Kraainem 6 3 22 31 13,9<br />
Lennik 7 37 74 118 73,1<br />
Liedekerke 21 7 280 308 135,4<br />
Linkebeek 0 1 24 25 30,0<br />
Londerzeel 15 3 295 313 97,7<br />
Machelen 10 13 57 80 37,1<br />
Meise 23 6 120 149 49,6<br />
Merchtem 17 7 153 177 66,5<br />
Opwijk 10 5 186 201 89,1<br />
Overijse 23 21 73 117 26,6<br />
Pepingen 3 1 83 87 117,6<br />
Roosdaal 15 8 197 220 114,9<br />
Sint-Genesius-Rode 4 6 55 65 21,4<br />
Sint-Pieters-Leeuw 30 10 307 347 60,7<br />
Steenokkerzeel 10 3 93 106 53,6<br />
Ternat 15 4 167 186 69,7<br />
Vilvoorde 23 17 241 281 44,8<br />
Wemmel 9 4 90 103 34,4<br />
Wezembeek-Oppem 2 1 39 42 18,1<br />
Zaventem 13 9 122 144 28,8<br />
Zemst 12 2 134 148 42,7<br />
Aarschot 45 39 540 624 107,5<br />
Begijnendijk 10 3 194 207 120,8<br />
Bekkevoort 7 3 160 170 152,2<br />
Bertem 9 1 119 129 81,1<br />
Bierbeek 14 13 60 87 52,9<br />
Boortmeerbeek 8 4 87 99 46,2<br />
Boutersem 15 2 107 124 95,3<br />
Diest 43 16 366 425 98,2<br />
Geetbets 9 3 160 172 154,7<br />
Glabbeek 4 4 94 102 105,4<br />
Haacht 19 7 149 175 71,2<br />
Herent 10 6 187 203 60,2<br />
Hoegaarden 4 4 82 90 81,8<br />
Holsbeek 9 2 157 168 106,2<br />
Huldenberg 12 9 95 116 74,1<br />
Keerbergen 10 5 130 145 65,2<br />
Kortenaken 14 7 209 230 140,9<br />
Kortenberg 17 9 126 152 48,7<br />
Landen 16 9 250 275 96,4<br />
Leuven 82 49 824 955 61,9<br />
Linter 10 3 152 165 124,2<br />
Lubbeek 13 5 141 159 63,4<br />
Oud-Heverlee 4 0 64 68 37,5<br />
Rotselaar 18 2 194 214 82,1<br />
Scherpenheuvel-Zichem 40 12 567 619 136,3<br />
Tervuren 7 0 74 81 22,3<br />
Tielt-Winge 13 5 185 203 115,9<br />
Tienen 57 30 451 538 80,3<br />
Tremelo 54 31 334 419 160,8<br />
Zoutleeuw 16 7 274 297 192,5<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest Gewest<br />
10 10.433 10 433 5.133 5.133 5.133 100.303 100.303 115 115.869 115<br />
869 102,1<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 1.052 052 052 552 552 11.546 11.546 13 13.150 13 150 69,1<br />
69,1<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 463 262 5.014 5.014<br />
5.739 739 55,0<br />
Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven Leuven<br />
589 589 290 290 6.532 6.532<br />
7.411 411 86,1 86,1<br />
86,1<br />
Bron: DG Personen met een handicap; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD<br />
Economie<br />
105
106<br />
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 9: : : Verhoogde Verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering 00-64<br />
0 64 jaar jaar (01/01/2010<br />
(01/01/2010)<br />
(01/01/2010<br />
0-64 64 jaar<br />
o.b.v.<br />
o.b.v. o.b.v.<br />
o.b.v.<br />
totaal: totaal: % % % van<br />
van<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
hoedanig-<br />
hoedanig<br />
heid<br />
heid<br />
sociaal<br />
sociaal<br />
voordeel voordeel<br />
voordeel<br />
OMNIO-<br />
OMNIO<br />
statuut statuut totaal<br />
totaal<br />
de de be bevolking be bevolking<br />
volking<br />
(0 (0-64 (0 64 jaar)<br />
Affligem 125 211 80 416 3,9<br />
Asse 350 988 399 1.737 7,1<br />
Beersel 242 401 183 826 4,3<br />
Bever 38 29 14 81 4,7<br />
Dilbeek 323 893 328 1.544 4,8<br />
Drogenbos 90 196 62 348 8,7<br />
Galmaarden 64 128 45 237 3,5<br />
Gooik 98 146 12 256 3,4<br />
Grimbergen 352 891 267 1.510 5,3<br />
<strong>Halle</strong> 472 1.017 268 1.757 6,1<br />
Herne 71 115 27 213 4,1<br />
Hoeilaart 88 190 43 321 3,8<br />
Kampenhout 93 135 39 267 2,8<br />
Kapelle-op-den-Bos 76 119 9 204 2,9<br />
Kraainem 63 217 71 351 3,3<br />
Lennik 75 166 29 270 4,1<br />
Liedekerke 173 393 94 660 6,6<br />
Linkebeek 39 64 26 129 3,1<br />
Londerzeel 196 297 67 560 3,9<br />
Machelen 195 418 254 867 8,3<br />
Meise 108 299 116 523 3,4<br />
Merchtem 156 348 79 583 4,6<br />
Opwijk 103 256 69 428 4,0<br />
Overijse 159 356 71 586 2,9<br />
Pepingen 34 58 18 110 3,2<br />
Roosdaal 123 222 82 427 4,9<br />
Sint-Genesius-Rode 111 361 101 573 3,8<br />
Sint-Pieters-Leeuw 402 835 450 1.687 6,6<br />
Steenokkerzeel 83 186 48 317 3,4<br />
Ternat 153 240 65 458 3,5<br />
Vilvoorde 685 1.359 977 3.021 9,2<br />
Wemmel 125 370 166 661 5,5<br />
Wezembeek-Oppem 84 224 86 394 3,6<br />
Zaventem 252 696 349 1.297 5,2<br />
Zemst 169 284 38 491 2,8<br />
Aarschot 454 734 180 1.368 6,1<br />
Begijnendijk 104 195 46 345 4,3<br />
Bekkevoort 92 108 22 222 4,7<br />
Bertem 69 141 43 253 3,2<br />
Bierbeek 102 212 24 338 4,4<br />
Boortmeerbeek 89 194 39 322 3,3<br />
Boutersem 53 113 56 222 3,6<br />
Diest 543 708 170 1.421 7,6<br />
Geetbets 119 132 31 282 5,9<br />
Glabbeek 64 77 7 148 3,7<br />
Haacht 161 242 75 478 4,2<br />
Herent 136 329 137 602 3,9<br />
Hoegaarden 41 98 20 159 3,3<br />
Holsbeek 96 127 32 255 3,2<br />
Huldenberg 59 134 59 252 3,3<br />
Keerbergen 116 163 28 307 3,0<br />
Kortenaken 112 162 28 302 4,8<br />
Kortenberg 144 296 74 514 3,4<br />
Landen 302 457 99 858 7,2<br />
Leuven 1.459 3.935 2.365 7.759 9,6<br />
Linter 106 107 20 233 4,0<br />
Lubbeek 120 173 50 343 3,1<br />
Oud-Heverlee 61 143 76 280 3,4<br />
Rotselaar 161 261 54 476 3,9<br />
Scherpenheuvel-Zichem 442 443 158 1.043 6,2<br />
Tervuren 101 275 87 463 2,7<br />
Tielt-Winge 144 169 39 352 4,2<br />
Tienen 573 1.310 241 2.124 8,4<br />
Tremelo 157 307 87 551 4,7<br />
Zoutleeuw 159 188 65 412 6,3<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />
104.712 194.239 85.883 384.834 384.834<br />
7,6<br />
7,6<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Braba<br />
Vlaams Vlaams Braba Brabant<br />
nt 12.309 12.309 12.309 25.041 25.041 25.041 9.444 9.444 9.444 46.794 46.794 46.794<br />
5,4 5,4<br />
5,4<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong> Vilvoorde 5.970 13.108 13.108 13.108 5.032 24.110 5,0<br />
5,0<br />
Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
6.339 6.339 11.933 11.933 4.412 4.412 4.412 22.684 22.684<br />
5,8 5,8<br />
5,8<br />
Bron: KSZ, bewerking SVR; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 10 10: 10<br />
: Verhoogde Verhoogde tege tegemoetkoming tege<br />
moetkoming moetkoming in in de de de ziekteverzekering ziekteverzekering 65 65-plus 65 plus (01/01/2010<br />
(01/01/2010)<br />
(01/01/2010<br />
65 65-plus 65 plus plus<br />
o.b.v.<br />
o.b.v.<br />
totaal: totaal: % % van<br />
van<br />
hoedanig-<br />
hoedanig o.b.v. o.b.v. sociaal<br />
sociaal OMNIO OMNIO-<br />
OMNIO<br />
de de bevolking<br />
bevolking<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
heid<br />
heid voordeel<br />
voordeel statuut statuut totaal<br />
totaal (65 (65-plus) (65 plus)<br />
Affligem 357 228 2 587 28,2<br />
Asse 855 548 10 1.413 25,7<br />
Beersel 595 253 5 853 19,7<br />
Bever 71 53 0 124 39,0<br />
Dilbeek 1.160 531 10 1.701 20,4<br />
Drogenbos 154 94 2 250 26,9<br />
Galmaarden 248 200 0 448 31,4<br />
Gooik 338 182 4 524 33,1<br />
Grimbergen 889 386 5 1.280 18,7<br />
<strong>Halle</strong> 981 638 5 1.624 24,2<br />
Herne 269 164 0 433 34,6<br />
Hoeilaart 363 119 1 483 27,0<br />
Kampenhout 417 195 0 612 32,2<br />
Kapelle-op-den-Bos 270 129 2 401 24,5<br />
Kraainem 149 64 1 214 8,9<br />
Lennik 303 128 0 431 25,4<br />
Liedekerke 377 355 3 735 32,3<br />
Linkebeek 69 39 0 108 13,3<br />
Londerzeel 606 455 1 1.062 32,0<br />
Machelen 328 123 5 456 20,1<br />
Meise 464 216 2 682 22,5<br />
Merchtem 536 267 1 804 29,0<br />
Opwijk 436 296 6 738 32,9<br />
Overijse 599 190 0 789 17,4<br />
Pepingen 187 92 0 279 36,4<br />
Roosdaal 438 310 2 750 36,9<br />
Sint-Genesius-Rode 283 122 1 406 12,9<br />
Sint-Pieters-Leeuw 931 476 5 1.412 23,8<br />
Steenokkerzeel 281 174 0 455 22,4<br />
Ternat 458 263 1 722 26,5<br />
Vilvoorde 968 475 11 1.454 22,6<br />
Wemmel 343 172 1 516 17,1<br />
Wezembeek-Oppem 185 79 1 265 11,2<br />
Zaventem 603 286 6 895 16,9<br />
Zemst 482 237 2 721 20,3<br />
Aarschot 992 774 15 1.781 30,3<br />
Begijnendijk 293 264 3 560 31,9<br />
Bekkevoort 284 209 0 493 43,2<br />
Bertem 317 213 5 535 31,6<br />
Bierbeek 276 135 4 415 23,5<br />
Boortmeerbeek 384 161 3 548 25,1<br />
Boutersem 240 146 2 388 28,5<br />
Diest 692 572 5 1.269 28,8<br />
Geetbets 304 231 3 538 47,4<br />
Glabbeek 244 125 1 370 37,6<br />
Haacht 453 251 0 704 28,2<br />
Herent 528 249 8 785 22,8<br />
Hoegaarden 207 153 0 360 31,6<br />
Holsbeek 293 191 5 489 30,0<br />
Huldenberg 383 155 2 540 33,1<br />
Keerbergen 316 192 3 511 22,1<br />
Kortenaken 433 297 1 731 44,7<br />
Kortenberg 547 236 5 788 24,6<br />
Landen 479 339 0 818 27,8<br />
Leuven 2.160 1.574 39 3.773 23,9<br />
Linter 289 200 2 491 36,2<br />
Lubbeek 441 219 3 663 25,1<br />
Oud-Heverlee 237 119 7 363 19,6<br />
Rotselaar 464 302 9 775 29,4<br />
Scherpenheuvel-Zichem 625 722 9 1.356 29,5<br />
Tervuren 432 158 1 591 15,7<br />
Tielt-Winge 384 280 3 667 36,0<br />
Tienen 971 726 7 1.704 24,9<br />
Tremelo 523 462 1 986 37,2<br />
Zoutleeuw 319 347 3 669 43,9<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest Gewest<br />
210.584 154.237 2.304 2.304 367.125 31,9<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 30.503 30.503 30.503 18.541 18.541 18.541<br />
244 244 49.288 49.288<br />
25,2<br />
25,2<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 15.993 8.539 95 95 24.627 24.627<br />
23,0<br />
Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven Leuven<br />
14.510 14.510 10.002 10.002 10.002<br />
149 149 24.661 24.661<br />
28,0 28,0<br />
28,0<br />
Bron: KSZ, bewerking SVR; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie<br />
107
108<br />
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 11 11: 11 : Gezinnen met minderjarige minderjarige kinderen zonder zonder inkomen inkomen uit uit arbeid arbeid arbeid of of pensioen pensioen (31/12/2008<br />
(31/12/2008)<br />
(31/12/2008<br />
gezinnen gezinnen met met minde minderjarige minde minderjarige<br />
rjarige kinderen<br />
totaal<br />
totaal<br />
zonder zonder zonder inkomen inkomen inkomen uit uit arbeid arbeid of of pensioen<br />
pensioen gezinnen gezinnen met met minderjarige minderjarige kinderen kinderen<br />
kinderen<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
alleenstaande<br />
alleenstaande<br />
alleenstaande<br />
ouders ouders koppels koppels koppels totaal<br />
alleenstaande<br />
alleenstaande<br />
ouders ouders koppels koppels koppels totaal<br />
totaal<br />
gezinnen gezinnen met<br />
met<br />
minderjarige minderjarige kinderen<br />
kinderen<br />
zonder zonder inkomen inkomen uit<br />
uit<br />
arbeid arbeid of of pensioen<br />
pensioen<br />
(%)<br />
(%)<br />
Affligem 23 17 40 169 1.274 1.443 2,8<br />
Asse 189 87 276 685 2.766 3.451 8,0<br />
Beersel 100 64 164 495 2.369 2.864 5,7<br />
Bever 10 4 14 40 232 272 5,1<br />
Dilbeek 186 90 276 886 3.617 4.503 6,1<br />
Drogenbos 46 26 72 160 427 587 12,3<br />
Galmaarden 12 5 17 104 855 959 1,8<br />
Gooik 8 10 18 115 896 1.011 1,8<br />
Grimbergen 158 105 263 771 3.243 4.014 6,6<br />
<strong>Halle</strong> 128 78 206 754 3.394 4.148 5,0<br />
Herne 17 4 21 119 637 756 2,8<br />
Hoeilaart 45 109 154 219 1.046 1.265 12,2*<br />
Kampenhout 34 17 51 194 1.137 1.331 3,8<br />
Kapelle-op-den-Bos 8 6 14 122 864 986 1,4<br />
Kraainem 89 316 405 266 1.291 1.557 26,0*<br />
Lennik 13 7 20 128 832 960 2,1<br />
Liedekerke 34 21 55 224 1.116 1.340 4,1<br />
Linkebeek 32 31 63 145 461 606 10,4*<br />
Londerzeel 26 16 42 241 1.732 1.973 2,1<br />
Machelen 84 62 146 304 1.365 1.669 8,7<br />
Meise 63 38 101 348 1.733 2.081 4,9<br />
Merchtem 42 22 64 300 1.432 1.732 3,7<br />
Opwijk 33 13 46 212 1.286 1.498 3,1<br />
Overijse 103 291 394 421 2.541 2.962 13,3*<br />
Pepingen 4 1 5 44 437 481 1,0<br />
Roosdaal 32 16 48 168 1.141 1.309 3,7<br />
Sint-Genesius-Rode 108 165 273 428 1.792 2.220 12,3*<br />
Sint-Pieters-Leeuw 170 95 265 653 3.029 3.682 7,2<br />
Steenokkerzeel 30 28 58 171 1.151 1.322 4,4<br />
Ternat 37 15 52 263 1.462 1.725 3,0<br />
Vilvoorde 237 190 427 935 3.946 4.881 8,7<br />
Wemmel 96 43 139 397 1.357 1.754 7,9<br />
Wezembeek-Oppem 103 205 308 290 1.371 1.661 18,5*<br />
Zaventem 231 332 563 725 2.861 3.586 15,7*<br />
Zemst 31 25 56 295 2.271 2.566 2,2<br />
Aarschot 74 38 112 460 2.332 2.792 4,0<br />
Begijnendijk 12 6 18 119 925 1.044 1,7<br />
Bekkevoort 9 4 13 68 556 624 2,1<br />
Bertem 26 31 57 149 983 1.132 5,0<br />
Bierbeek 11 10 21 107 890 997 2,1<br />
Boortmeerbeek 20 15 35 171 1.126 1.297 2,7<br />
Boutersem 12 6 18 94 788 882 2,0<br />
Diest 99 45 144 372 1.928 2.300 6,3<br />
Geetbets 15 12 27 75 557 632 4,3<br />
Glabbeek 8 8 16 60 523 583 2,7<br />
Haacht 25 17 42 215 1.385 1.600 2,6<br />
Herent 54 22 76 335 1.944 2.279 3,3<br />
Hoegaarden 11 6 17 121 646 767 2,2<br />
Holsbeek 19 10 29 123 988 1.111 2,6<br />
Huldenberg 27 24 51 142 996 1.138 4,5<br />
Keerbergen 28 24 52 192 1.225 1.417 3,7<br />
Kortenaken 7 10 17 69 706 775 2,2<br />
Kortenberg 75 100 175 366 1.903 2.269 7,7*<br />
Landen 50 40 90 260 1.343 1.603 5,6<br />
Leuven 376 358 734 1.602 7.103 8.705 8,4<br />
Linter 16 10 26 95 677 772 3,4<br />
Lubbeek 19 11 30 157 1.296 1.453 2,1<br />
Oud-Heverlee 10 13 23 158 1.094 1.252 1,8<br />
Rotselaar 36 18 54 238 1.546 1.784 3,0<br />
Scherpenheuvel-Zichem 67 35 102 324 1.974 2.298 4,4<br />
Tervuren 112 362 474 418 2.264 2.682 17,7*<br />
Tielt-Winge 21 8 29 145 963 1.108 2,6<br />
Tienen 132 83 215 612 2.588 3.200 6,7<br />
Tremelo 30 18 48 229 1.398 1.627 3,0<br />
Zoutleeuw 19 13 32 112 739 851 3,8<br />
Vlaams Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />
24.494 22.765 47.259 107.499 569.323 676.822 7,0<br />
Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 3.982 3.911 7.893 19.379 100.750 120.129 6,6<br />
Arr. Arr. H<strong>Halle</strong><br />
H <strong>Halle</strong><br />
alle-Vilvoorde<br />
alle Vilvoorde 2.562 2.554 5.116 11.791 57.364 69.155 7,4<br />
Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
1.420 1.357 2.777 7.588 43.386 50.974 5,4<br />
*belangrijke aanwezigheid internationale werknemers Bron: KSZ
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 12 12: 12 : Verhoogde Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering bij kinderen en en jongeren 0-9 9 jaar jaar (01/01/2010<br />
(01/01/2010)<br />
(01/01/2010<br />
0-9 9 jaar<br />
o.b.v.<br />
o.b.v. o.b.v.<br />
o.b.v.<br />
totaal: totaal: % % van van<br />
van<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
hoedanig-<br />
hoedanig<br />
heid<br />
heid<br />
sociaal<br />
sociaal<br />
voordeel voordeel<br />
voordeel<br />
OMNIO-<br />
OMNIO<br />
statuut statuut totaal<br />
totaal<br />
de de de bevolking<br />
bevolking<br />
(0 (0-9 (0 9 jaar)<br />
Affligem 5 17 20 42 3,0<br />
Asse 32 202 114 348 9,7<br />
Beersel 17 55 42 114 4,0<br />
Bever 2 2 1 5 1,7<br />
Dilbeek 19 104 92 215 5,2<br />
Drogenbos 7 20 15 42 7,0<br />
Galmaarden 2 3 10 15 1,6<br />
Gooik 6 9 1 16 1,7<br />
Grimbergen 39 142 75 256 6,4<br />
<strong>Halle</strong> 41 113 70 224 5,4<br />
Herne 2 6 4 12 1,6<br />
Hoeilaart 18 25 9 52 3,9<br />
Kampenhout 10 12 6 28 2,2<br />
Kapelle-op-den-Bos 3 12 1 16 1,7<br />
Kraainem 7 34 9 50 3,2<br />
Lennik 8 10 7 25 2,9<br />
Liedekerke 13 59 23 95 7,2<br />
Linkebeek 1 6 1 8 1,6<br />
Londerzeel 13 27 16 56 3,0<br />
Machelen 27 80 78 185 10,7<br />
Meise 12 45 20 77 4,2<br />
Merchtem 4 57 21 82 5,0<br />
Opwijk 8 29 14 51 3,2<br />
Overijse 12 31 9 52 1,8<br />
Pepingen 3 8 4 15 2,9<br />
Roosdaal 6 27 24 57 4,5<br />
Sint-Genesius-Rode 9 49 11 69 3,2<br />
Sint-Pieters-Leeuw 27 121 118 266 7,6<br />
Steenokkerzeel 8 28 11 47 3,5<br />
Ternat 9 21 17 47 2,9<br />
Vilvoorde 98 209 303 610 11,3<br />
Wemmel 12 52 34 98 5,7<br />
Wezembeek-Oppem 6 31 16 53 3,4<br />
Zaventem 21 80 96 197 5,4<br />
Zemst 13 25 5 43 1,8<br />
Aarschot 13 51 35 99 3,9<br />
Begijnendijk 4 7 7 18 1,8<br />
Bekkevoort 5 7 3 15 2,4<br />
Bertem 5 16 13 34 2,8<br />
Bierbeek 1 11 6 18 1,6<br />
Boortmeerbeek 5 16 3 24 1,9<br />
Boutersem 4 10 12 26 2,8<br />
Diest 35 65 40 140 6,4<br />
Geetbets 5 6 4 15 2,5<br />
Glabbeek 2 7 1 10 1,7<br />
Haacht 12 21 16 49 3,1<br />
Herent 11 49 37 97 4,0<br />
Hoegaarden 1 15 0 16 2,0<br />
Holsbeek 7 18 7 32 2,8<br />
Huldenberg 1 18 8 27 2,3<br />
Keerbergen 6 6 6 18 1,4<br />
Kortenaken 8 16 7 31 3,9<br />
Kortenberg 5 24 11 40 1,8<br />
Landen 34 50 18 102 6,3<br />
Leuven 112 468 500 1.080 10,9<br />
Linter 5 10 3 18 2,5<br />
Lubbeek 5 16 5 26 1,9<br />
Oud-Heverlee 0 16 11 27 2,2<br />
Rotselaar 11 27 9 47 2,8<br />
Scherpenheuvel-Zichem 25 38 21 84 3,9<br />
Tervuren 9 34 17 60 2,2<br />
Tielt-Winge 12 22 3 37 3,3<br />
Tienen 41 155 51 247 7,4<br />
Tremelo 2 17 9 28 1,9<br />
Zoutleeuw 13 12 18 43 5,3<br />
Vlaams Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />
8.677 677 20 20.881 20 881 20 20.410 20 410 49 49.968 49 968 7,5<br />
7,5<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 919 919 2.979 979 2.178 178 6.076 076 5,1 5,1<br />
5,1<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 520 1.751 751 1.297 297 3.568 568 5,2 5,2<br />
5,2<br />
Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
399 399 1.22 22 228 22<br />
881 881 2.508 508 4,9<br />
4,9<br />
Bron: KSZ, bewerking SVR; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie<br />
109
110<br />
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 13 13: 13<br />
: : Verhoogde Verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering bij bij kinderen kinderen en en jongeren jongeren 10-19 10<br />
19 jaar jaar (01/01/2010<br />
(01/01/2010)<br />
(01/01/2010<br />
10 10-19 10 19 jaar<br />
o.b.v.<br />
o.b.v. o.b.v.<br />
o.b.v.<br />
totaal: totaal: % % van<br />
van<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
hoedanig-<br />
hoedanig<br />
heid<br />
heid<br />
sociaal<br />
sociaal<br />
voordeel<br />
voordeel<br />
OMNIO-<br />
OMNIO<br />
statuut statuut totaal<br />
totaal<br />
de de bevolking<br />
bevolking<br />
(10 (10-19 (10 19 jaar)<br />
Affligem 12 24 18 54 3,9<br />
Asse 50 150 96 296 8,4<br />
Beersel 48 74 51 173 5,5<br />
Bever 10 4 7 21 8,0<br />
Dilbeek 49 163 83 295 5,9<br />
Drogenbos 27 31 13 71 11,5<br />
Galmaarden 9 25 19 53 5,7<br />
Gooik 12 28 5 45 4,0<br />
Grimbergen 49 142 65 256 6,4<br />
<strong>Halle</strong> 72 186 67 325 7,9<br />
Herne 15 25 9 49 6,1<br />
Hoeilaart 11 32 9 52 4,1<br />
Kampenhout 19 15 13 47 3,4<br />
Kapelle-op-den-Bos 9 19 2 30 3,0<br />
Kraainem 8 34 11 53 2,9<br />
Lennik 11 13 8 32 2,9<br />
Liedekerke 23 64 20 107 7,7<br />
Linkebeek 12 7 8 27 3,8<br />
Londerzeel 27 41 20 88 4,3<br />
Machelen 54 109 68 231 12,9<br />
Meise 19 50 41 110 4,6<br />
Merchtem 23 63 21 107 5,8<br />
Opwijk 16 45 17 78 5,5<br />
Overijse 24 30 18 72 2,3<br />
Pepingen 7 4 2 13 2,4<br />
Roosdaal 17 42 26 85 6,1<br />
Sint-Genesius-Rode 28 85 37 150 5,7<br />
Sint-Pieters-Leeuw 83 163 123 369 9,3<br />
Steenokkerzeel 11 44 11 66 5,0<br />
Ternat 27 34 16 77 4,2<br />
Vilvoorde 162 251 249 662 12,8<br />
Wemmel 28 66 41 135 7,3<br />
Wezembeek-Oppem 25 39 20 84 4,2<br />
Zaventem 52 146 92 290 7,6<br />
Zemst 36 42 12 90 3,3<br />
Aarschot 60 96 38 194 6,7<br />
Begijnendijk 8 24 8 40 3,9<br />
Bekkevoort 11 14 6 31 4,4<br />
Bertem 11 21 9 41 3,5<br />
Bierbeek 11 25 2 38 3,5<br />
Boortmeerbeek 9 17 9 35 2,5<br />
Boutersem 11 20 18 49 5,4<br />
Diest 97 91 41 229 9,6<br />
Geetbets 19 15 10 44 6,8<br />
Glabbeek 10 25 1 36 6,0<br />
Haacht 32 36 20 88 5,0<br />
Herent 21 57 39 117 4,7<br />
Hoegaarden 9 19 5 33 4,2<br />
Holsbeek 20 14 7 41 3,3<br />
Huldenberg 12 24 16 52 4,4<br />
Keerbergen 20 25 5 50 3,2<br />
Kortenaken 14 23 4 41 5,3<br />
Kortenberg 27 47 21 95 4,2<br />
Landen 60 102 28 190 12,0<br />
Leuven 186 514 355 1.055 12,5<br />
Linter 19 19 4 42 5,3<br />
Lubbeek 15 34 12 61 3,5<br />
Oud-Heverlee 6 37 33 76 5,4<br />
Rotselaar 35 49 15 99 5,1<br />
Scherpenheuvel-Zichem 70 56 52 178 8,0<br />
Tervuren 23 37 28 88 3,1<br />
Tielt-Winge 24 15 12 51 4,5<br />
Tienen 76 183 64 323 10,2<br />
Tremelo 15 30 34 79 4,8<br />
Zoutleeuw 20 28 15 63 7,5<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest Gewest<br />
19 19.021 19 021 27 27.925 27 925 21 21.202 21 202 68 68.148 68 148 9,6<br />
9,6<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant Brabant 2.036 036 3.987 987 987 2.229 229 229 8.252 252 252 6,5 6,5<br />
6,5<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 1.085 085 2.290 290 290 1.318 318 4.693 693 6,4 6,4<br />
6,4<br />
Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
951 951 1.697 697 697 911 911 3.559 559 559 6,8<br />
6,8<br />
Bron: KSZ, bewerking SVR; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 14 14: 14<br />
: GOK GOK-indicatoren GOK<br />
indicatoren basisonderwijs (01/02/2010)<br />
basisonderwijs<br />
basisonderwijs<br />
schooltoelage schooltoelage<br />
opleiding opleiding moeder moeder moeder<br />
GOK GOK-leerling<br />
GOK<br />
leerling<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
aantal<br />
aantal<br />
leerlingen<br />
leerlingen<br />
% % van van van de<br />
de<br />
leer leerlin leer leerlin<br />
lingen lingen<br />
gen<br />
aantal<br />
aantal<br />
leer leerlingen leer lingen<br />
% % % van van de<br />
de<br />
leerl leerlingen leerl ingen<br />
aantal<br />
aantal<br />
leerl leerlingen leerl ingen<br />
% % van van de<br />
de<br />
leer leerlingen leer lingen<br />
Affligem 199 14,9 176 13,2 309 23,2<br />
Asse 532 18,2 516 17,7 860 29,4<br />
Beersel 314 14,9 310 14,7 507 24,0<br />
Bever 22 9,9 17 7,7 34 15,3<br />
Dilbeek 351 11,1 431 13,6 675 21,3<br />
Drogenbos 22 17,7 33 26,6 43 34,7<br />
Galmaarden 74 8,4 80 9,1 136 15,4<br />
Gooik 99 11,0 80 8,9 152 16,9<br />
Grimbergen 422 14,3 440 14,9 700 23,7<br />
<strong>Halle</strong> 722 20,3 647 18,2 1.109 31,2<br />
Herne 62 10,5 66 11,2 114 19,4<br />
Hoeilaart 77 8,2 99 10,5 158 16,8<br />
Kampenhout 109 9,0 108 9,0 194 16,1<br />
Kapelle-op-den-Bos 84 9,8 90 10,5 141 16,4<br />
Kraainem 31 8,4 19 5,2 45 12,2<br />
Lennik 89 11,2 82 10,3 147 18,4<br />
Liedekerke 236 19,7 226 18,9 381 31,8<br />
Linkebeek 6 4,8 6 4,8 12 9,7<br />
Londerzeel 176 10,3 163 9,5 287 16,7<br />
Machelen 349 26,7 418 32,0 578 44,3<br />
Meise 133 8,1 139 8,4 232 14,1<br />
Merchtem 182 12,4 191 13,1 313 21,4<br />
Opwijk 146 10,4 168 12,0 262 18,7<br />
Overijse 148 7,2 162 7,9 277 13,5<br />
Pepingen 43 8,9 33 6,8 65 13,5<br />
Roosdaal 144 12,8 118 10,5 215 19,0<br />
Sint-Genesius-Rode 74 9,5 76 9,8 124 16,0<br />
Sint-Pieters-Leeuw 501 20,3 606 24,6 883 35,9<br />
Steenokkerzeel 96 8,3 122 10,5 185 15,9<br />
Ternat 143 9,8 185 12,7 291 19,9<br />
Vilvoorde 1.431 34,0 1.386 33,0 2.026 48,2<br />
Wemmel 86 11,5 122 16,3 179 23,9<br />
Wezembeek-Oppem 20 4,8 26 6,2 42 10,0<br />
Zaventem 399 18,6 504 23,4 697 32,4<br />
Zemst 170 7,5 198 8,8 318 14,1<br />
Aarschot 347 14,9 260 11,2 513 22,1<br />
Begijnendijk 120 13,0 102 11,1 184 20,0<br />
Bekkevoort 93 14,8 82 13,0 151 24,0<br />
Bertem 121 11,3 66 6,2 167 15,6<br />
Bierbeek 93 8,5 61 5,6 134 12,2<br />
Boortmeerbeek 118 10,2 122 10,5 197 17,0<br />
Boutersem 95 10,6 59 6,6 130 14,4<br />
Diest 471 22,7 455 21,9 711 34,3<br />
Geetbets 123 23,0 92 17,2 175 32,8<br />
Glabbeek 53 9,2 50 8,7 88 15,2<br />
Haacht 173 11,6 123 8,2 260 17,4<br />
Herent 292 13,1 164 7,3 383 17,1<br />
Hoegaarden 84 11,8 61 8,6 134 18,9<br />
Holsbeek 108 9,7 52 4,7 145 13,1<br />
Huldenberg 76 7,6 51 5,1 109 10,9<br />
Keerbergen 97 7,6 76 6,0 155 12,2<br />
Kortenaken 99 13,9 88 12,4 161 22,7<br />
Kortenberg 169 8,8 152 7,9 285 14,8<br />
Landen 259 18,9 222 16,2 379 27,7<br />
Leuven 1.612 19,4 1.128 13,6 2.109 25,4<br />
Linter 103 15,5 65 9,8 151 22,7<br />
Lubbeek 139 9,8 86 6,0 201 14,1<br />
Oud-Heverlee 87 7,5 49 4,2 123 10,6<br />
Rotselaar 207 13,2 98 6,3 266 17,0<br />
Scherpenheuvel-Zichem 307 15,9 229 11,8 454 23,5<br />
Tervuren 131 7,6 96 5,5 192 11,1<br />
Tielt-Winge 137 13,4 92 9,0 197 19,3<br />
Tienen 658 22,7 702 24,2 1.043 36,0<br />
Tremelo 144 10,6 120 8,9 227 16,8<br />
Zoutleeuw 144 19,1 112 14,8 212 28,1<br />
Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />
- - - - - -<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 14.352 14,8 14,8 13.158 13,6 22.327 22.327 23,0<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 7.692 7.692 15,1 15,1<br />
8.043 8.043 15,7 15,7<br />
12.691 12.691 24,8<br />
24,8<br />
Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
6.660 6.660 14,5 14,5<br />
5.115 5.115 11,1 11,1<br />
9.636 9.636 21,0<br />
21,0<br />
Bron: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />
111
112<br />
BIJLAGEN<br />
Indicator Indicator 15 15: 15 : GOK GOK-indicatoren<br />
GOK<br />
indicatoren secundair onderwijs (01/02/2010)<br />
(01/02/2010)<br />
secundair secundair onderwijs<br />
onderwijs<br />
schooltoelage schooltoelage<br />
opleiding opleiding moeder moeder moeder<br />
GOK GOK-leerling<br />
GOK<br />
leerling<br />
Gemeente<br />
Gemeente<br />
aantal<br />
aantal<br />
leerlingen<br />
leerlingen<br />
% % van van de<br />
de<br />
leer leerlingen leer leer lingen<br />
aanta aantal aanta l<br />
leerl leerlingen leerl ingen<br />
% % van van de<br />
de<br />
leerlingen<br />
leerlingen<br />
aantal<br />
aantal<br />
leerlingen eerlingen<br />
% % van van van de<br />
de<br />
leerlingen<br />
leerlingen<br />
Affligem 113 13,6 116 14,0 195 23,6<br />
Asse 299 17,0 337 19,1 531 30,1<br />
Beersel 186 14,5 205 15,9 325 25,3<br />
Bever 25 19,8 21 16,7 42 33,3<br />
Dilbeek 300 13,2 296 13,0 525 23,0<br />
Drogenbos 25 29,1 26 30,2 39 45,3<br />
Galmaarden 91 16,8 107 19,7 165 30,4<br />
Gooik 89 12,7 87 12,4 156 22,3<br />
Grimbergen 268 14,5 292 15,8 470 25,4<br />
<strong>Halle</strong> 514 22,8 517 22,9 831 36,9<br />
Herne 84 20,6 51 12,5 109 26,8<br />
Hoeilaart 71 14,1 79 15,7 127 25,2<br />
Kampenhout 100 11,6 112 13,0 183 21,2<br />
Kapelle-op-den-Bos 106 16,4 113 17,5 184 28,4<br />
Kraainem 12 7,1 14 8,2 25 14,7<br />
Lennik 82 12,9 75 11,8 143 22,4<br />
Liedekerke 149 19,2 200 25,7 287 36,9<br />
Linkebeek 5 7,5 9 13,4 11 16,4<br />
Londerzeel 176 13,9 164 13,0 304 24,1<br />
Machelen 182 24,5 247 33,3 334 45,0<br />
Meise 192 15,0 144 11,2 286 22,3<br />
Merchtem 171 16,2 143 13,6 256 24,3<br />
Opwijk 148 17,1 147 17,0 249 28,8<br />
Overijse 112 9,4 117 9,8 206 17,3<br />
Pepingen 44 13,8 36 11,3 65 20,4<br />
Roosdaal 139 17,0 128 15,7 217 26,6<br />
Sint-Genesius-Rode 52 12,3 50 11,8 91 21,6<br />
Sint-Pieters-Leeuw 291 17,7 435 26,4 596 36,2<br />
Steenokkerzeel 94 12,6 109 14,6 175 23,4<br />
Ternat 176 16,3 170 15,8 283 26,3<br />
Vilvoorde 789 33,9 857 36,8 1.184 50,8<br />
Wemmel 60 14,3 64 15,3 104 24,8<br />
Wezembeek-Oppem 30 13,2 23 10,1 44 19,4<br />
Zaventem 254 19,6 309 23,8 449 34,6<br />
Zemst 220 13,2 212 12,7 376 22,6<br />
Aarschot 383 21,2 309 17,1 573 31,8<br />
Begijnendijk 123 18,5 92 13,8 179 26,9<br />
Bekkevoort 106 23,5 81 18,0 159 35,3<br />
Bertem 102 15,4 74 11,2 152 22,9<br />
Bierbeek 98 15,0 51 7,8 136 20,9<br />
Boortmeerbeek 114 12,5 104 11,4 193 21,2<br />
Boutersem 91 16,9 69 12,8 136 25,2<br />
Diest 436 28,7 354 23,3 609 40,0<br />
Geetbets 93 23,0 87 21,5 150 37,1<br />
Glabbeek 63 17,0 39 10,5 93 25,1<br />
Haacht 179 16,2 127 11,5 260 23,5<br />
Herent 239 15,4 142 9,1 325 20,9<br />
Hoegaarden 85 17,2 64 13,0 127 25,7<br />
Holsbeek 97 12,8 54 7,1 137 18,1<br />
Huldenberg 75 12,0 73 11,6 127 20,3<br />
Keerbergen 101 10,3 94 9,5 179 18,2<br />
Kortenaken 91 17,8 92 18,0 156 30,5<br />
Kortenberg 176 14,0 159 12,6 297 23,6<br />
Landen 206 23,4 192 21,8 325 37,0<br />
Leuven 1.161 22,6 829 16,1 1.550 30,2<br />
Linter 104 21,1 93 18,9 163 33,1<br />
Lubbeek 115 10,8 78 7,3 171 16,0<br />
Oud-Heverlee 132 14,8 61 6,8 170 19,1<br />
Rotselaar 235 18,5 137 10,8 314 24,8<br />
Scherpenheuvel-Zichem 335 24,0 272 19,5 505 36,3<br />
Tervuren 136 14,3 93 9,8 198 20,8<br />
Tielt-Winge 166 23,3 85 11,9 210 29,5<br />
Tienen 539 28,6 482 25,6 802 42,5<br />
Tremelo 200 18,6 158 14,7 309 28,7<br />
Zoutleeuw 125 24,7 110 21,7 192 37,9<br />
Vlaams Vlaams Gewe Gewest Gewe Gewest<br />
st - - - - - -<br />
Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />
Vlaams Vlaams Brabant 11.755 18,2 18,2<br />
10.667 16,5 18.464 18.464 28,5<br />
Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />
<strong>Halle</strong> Vilvoorde 5.649 5.649<br />
17,0 17,0<br />
6.012 6.012 18,1 18,1<br />
9.567 9.567 28,9<br />
28,9<br />
Arr. Arr. Leuven Leuven<br />
6.106 6.106<br />
19,4 19,4<br />
4.655 4.655 14,8 14,8<br />
8.897 8.897 28,2<br />
28,2<br />
Bron: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
BIJLAGEN<br />
Bijlage Bijlage II: II: Lijst van van kaarten, kaarten, figuren figuren en en tabellen tabellen in in de de tekst<br />
tekst<br />
Kaarten Kaarten<br />
Kaarten<br />
Kaart 1: Gemiddeld inkomen per aangifte (2008)...............................................................................11<br />
Kaart 2: Aangiften kleiner of gelijk aan 20.000 euro (2008)................................................................12<br />
Kaart 3: Aangiften groter dan 50.000 euro (2008) .............................................................................12<br />
Kaart 4: Gemiddeld inkomen per aangifte op het niveau van deelgemeenten (2008)...........................13<br />
Kaart 5: Inkomensevolutie 1998-2008 ...............................................................................................15<br />
Kaart 6: Niet werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)..................................................20<br />
Kaart 7: Niet-werkende werkzoekenden, naar deelgemeente (31/12/2010).........................................20<br />
Kaart 8: Vrouwelijke niet-werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)................................22<br />
Kaart 9: Jonge niet-werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010) ........................................23<br />
Kaart 10: Laaggeschoolden niet-werkende werkzoekenden (2010) .....................................................24<br />
Kaart 11: Niet-werkende werkzoekenden van niet-Belgische origine (2010) ........................................24<br />
Kaart 12: Werkloosheid binnen de groep van niet-Belgische origine (2010).........................................25<br />
Kaart 13: Leefloners en equivalent leefloners jonger dan 65 jaar (2010) ..............................................28<br />
Kaart 14: RMI- en RMH-gerechtigden jonger dan 65 jaar (2010).........................................................31<br />
Kaart 15: Aandeel van de 65-plussers dat een IGO ontvangt (01/01/2011) ..........................................33<br />
Kaart 16: Gemiddeld uitgekeerd bedrag van de IGO (01/01/2011)......................................................33<br />
Kaart 17: Aantal personen van 21-64 jaar dat een IT en/of IVT ontvangt (01/04/2011).........................34<br />
Kaart 18: Aantal personen van 65 jaar of meer dat een IT, IVT en/of THAB ontvangt (01/04/2011).......35<br />
Kaart 19: Personen van 0-64 jaar met een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering<br />
(01/01/2010).....................................................................................................................36<br />
Kaart 20: Personen van 65 jaar of meer met een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering<br />
(01/01/2010).....................................................................................................................37<br />
Kaart 21: Bevolking (25+) met hoogstens een diploma lager middelbaar onderwijs (01/10/2001).........39<br />
Kaart 22: Aantal leerlingen in de B-stroom en het BSO (schooljaar 2009-2010) ...................................39<br />
Kaart 23: Aantal 65-plussers (01/01/2010) .........................................................................................40<br />
Kaart 24: Alleenstaanden met een pensioenbedrag lager dan 1.500 euro (31/12/2008).......................42<br />
Kaart 25: Koppels met een pensioenbedrag lager dan 1.500 euro (31/12/2008)..................................42<br />
Kaart 26: Aantal eenoudergezinnen als percentage van het totaal aantal gezinnen (01/01/2011).........44<br />
Kaart 27: De bevolking van niet-Europese origine (01/01/2011) ..........................................................46<br />
Kaart 28: De bevolking van niet-Europese origine op het niveau van de deelgemeenten (01/01/2011) .46<br />
Kaart 29: Subjectieve gezondheidstoestand van de bevolking, gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht<br />
(01/10/2001).....................................................................................................................48<br />
Kaart 30: Personen met een erkenning door de DG Personen met een handicap (31/12/2010).............49<br />
Kaart 31: Aantal personen dat belemmerd wordt in de dagelijkse bezigheden door langdurige ziekte of<br />
handicap (01/10/2001) ......................................................................................................49<br />
113
114<br />
BIJLAGEN<br />
Kaart 32: Gemiddelde verkoopprijs gewone woonhuizen (2010).........................................................51<br />
Kaart 33: Gemiddelde huurprijs woningen (01/10/2001).....................................................................51<br />
Kaart 34: Aandeel sociale huurwoningen (31/12/2009) ......................................................................53<br />
Kaart 35: Aantal kandidaat-huurders van een sociale woning, naar woonplaats (13/12/2009)..............53<br />
Kaart 36: Aantal huurwoningen (01/10/2001)....................................................................................54<br />
Kaart 37: Aantal woonhuizen gebouwd voor 1946 (01/01/2010)........................................................55<br />
Kaart 38: Het aantal geplaatste actieve budgetmeters voor elektriciteit per 1.000 gezinnen (31/12/2010)58<br />
Kaart 39: Gezinnen met minderjarige kinderen zonder inkomen uit arbeid of pensioen (31/12/2008)...61<br />
Kaart 40: Personen van 0-9 jaar met een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering<br />
(01/01/2010).....................................................................................................................64<br />
Kaart 41: Personen van 10-19 jaar met een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering<br />
(01/01/2010).....................................................................................................................64<br />
Kaart 42: Criteria van kansarme geboorten: gemiddeld aantal gezinnen per jaar (2006-2007) .............65<br />
Kaart 43: Geboorten in kansarme gezinnen (2006-2008)....................................................................66<br />
Kaart 42: Aantal leerlingen met een schooltoelage in het basisonderwijs (01/02/2010) ........................68<br />
Kaart 43: Aantal leerlingen met een schooltoelage in het secundair onderwijs (01/02/2010) ................69<br />
Kaart 46: Aantal leerlingen in het basisonderwijs waarvan de moeder geen diploma secundair onderwijs<br />
heeft (01/02/2010) ............................................................................................................70<br />
Kaart 47: Aantal leerlingen in het secundair onderwijs waarvan de moeder geen diploma secundair<br />
onderwijs heeft (01/02/2010).............................................................................................70<br />
Kaart 48: GOK-leerlingen in het basisonderwijs (01/02/2010)..............................................................71<br />
Kaart 49: GOK-leerlingen in het secundair onderwijs (01/02/2010) .....................................................72<br />
Kaart 50: Leerlingen met minstens 2 jaar schoolse vertraging in het lager onderwijs (schooljaar 2009-<br />
2010)................................................................................................................................73<br />
Kaart 51: Leerlingen met minstens 2 jaar schoolse vertraging in het secundair onderwijs (schooljaar<br />
2009-2010).......................................................................................................................73<br />
Kaart 52: Leerlingen in het buitengewoon lager onderwijs (schooljaar 2009-2010)..............................74<br />
Kaart 53: Leerlingen in het BUSO en het DBSO (schooljaar 2009-2010)...............................................74<br />
Kaart 54: Aantal kinderen in een eenoudergezin (01/01/2011)............................................................75<br />
Kaart 55: Projecten van Riso Vlaams-Brabant......................................................................................89<br />
Kaart 56: Centra Algemeen Welzijnswerk in Vlaams-Brabant..............................................................90<br />
Kaart 57: Werkingen rond armoede...................................................................................................93<br />
Figuren<br />
Figuren<br />
Figuur 1: Aandeel van de verschillende inkomensgroepen in het totale inkomen in Vlaams-Brabant<br />
(2007).................................................................................................................................9<br />
Figuur 2: Evolutie van het gemiddeld inkomen van de verschillende inkomensgroepen in Vlaams-Brabant9<br />
Figuur 3: Inkomensbronnen van de verschillende inkomensgroepen in Vlaams-Brabant (2007).............10<br />
Figuur 4: Gemiddeld en mediaaninkomen per aangifte (2008)............................................................16<br />
Figuur 5: Relatief belang van de inkomenscategorieën (links - 2008) en van de inkomensbronnen (rechts<br />
- 2007)..............................................................................................................................16
BIJLAGEN<br />
Figuur 6: Evolutie van de inkomensongelijkheid (gini-coëfficiënt) ........................................................17<br />
Figuur 7: Evolutie van de werkloosheidsgraad ....................................................................................19<br />
Figuur 8: Aandeel van langdurige werklozen onder de werkzoekenden...............................................19<br />
Figuur 9: Evolutie van de werkloosheidsgraad naar geslacht ...............................................................21<br />
Figuur 10: Evolutie van de werkloosheidsgraad naar leeftijd................................................................22<br />
Figuur 11: Aantal leefloners en equivalent leefloners, evolutie in de tijd ..............................................26<br />
Figuur 12: Aantal leefloners of equivalent leefloners, evolutie in de tijd...............................................27<br />
Figuur 13: Aantal leefloners en equivalent leefloners in Vlaams-Brabant naar geslacht (links) en leeftijd<br />
(rechts)..............................................................................................................................29<br />
Figuur 14: Aantal leefloners en equivalent leefloners in Vlaams-Brabant naar gezinssituatie .................29<br />
Figuur 15: Aantal rechthebbenden op een RMI en RMH, evolutie in de tijd .........................................30<br />
Figuur 16: Aantal rechthebbenden op een RMI of RMH , evolutie in de tijd .........................................30<br />
Figuur 17: Aantal RMI- en RMH-gerechtigden in Vlaams-Brabant naar geslacht (links) en leeftijd (rechts)31<br />
Figuur 18: Aantal RMI- en RMH-gerechtigden met tewerkstelling .......................................................32<br />
Figuur 19: Pensioenbedrag voor verschillende gezinsvormen (31/12/2008) ..........................................41<br />
Figuur 20: Aandeel pensioenen lager dan 1.500 euro voor alleenstaanden en koppels ........................43<br />
Figuur 21: Algemene index en de index van aardgas, stookolie, elektriciteit en water. .........................56<br />
Figuur 22: Percentage van de bevolking met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering, naar leeftijd62<br />
Figuur 23: Manieren waarop de voorkeursregeling in de ziekteverzekering wordt verkregen, naar leeftijd63<br />
Figuur 24: Evolutie van de geboorten in kansarme gezinnen...............................................................67<br />
Tabellen<br />
Tabellen<br />
Tabel 1: Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens ...............................................18<br />
Tabel 2: Het aandeel van de huurprijs van een gemiddelde woning in het inkomen van samenwonenden52<br />
115
BIJLAGE BIJLAGE III: III: Organisaties Organisaties in in de de pprovinciale<br />
p rovinciale advies advies- advies<br />
en<br />
en<br />
participatieraad participatieraad armoede<br />
armoede<br />
1. 1. 1. Verenigingen Verenigingen Verenigingen waar waar waar armen armen armen het het het woord woord woord neme nemen neme neme<br />
Buurtwerk Buurtwerk 't 't Lampeke Lampeke vzw<br />
vzw<br />
Ridderstraat 147<br />
3000 Leuven<br />
016/23 80 19<br />
info@lampeke.be<br />
Erm Erm 'n 'n 'n Erm<br />
Erm<br />
RISO Vlaams-Brabant<br />
Grote Bergstraat 21<br />
3300 Tienen<br />
016/78 14 10<br />
Open Open Armen<br />
Armen<br />
August Demaeghtlaan 305<br />
1500 <strong>Halle</strong><br />
0479/41 28 63<br />
2. 2. 2. Inloopcentra<br />
Inloopcentra- Inloopcentra deelwerking van de Centra Algemeen Welzijnswerk<br />
De De Meander Meander<br />
Meander<br />
Redingenstraat 6<br />
3000 Leuven<br />
016/58 38 53<br />
meander@cawleuven.be<br />
De De Zonnebloem<br />
Zonnebloem<br />
Michel Theysstraat 7<br />
3290 Diest<br />
013/33 52 47<br />
onthaal@cawhageland.be<br />
Amerant<br />
Amerant<br />
Oude Vestenstraat 6<br />
3300 Tienen<br />
016/82 70 27<br />
inloopcentrum@cawhageland.be<br />
Den Den 33<br />
33<br />
J.B. Nowélei 33<br />
1800 Vilvoorde<br />
02/252 09 39<br />
't 't Klavertje Klavertje 4<br />
4<br />
A. Demaeghtlaan 305<br />
1500 <strong>Halle</strong><br />
0479/41 28 63<br />
info@cawdelta.be<br />
116
Inloopcentrum Inloopcentrum Asse Asse<br />
Asse<br />
Frans Timmermansstraat 1<br />
1731 Asse-Zellik<br />
0470/23 51 91<br />
info@cawdelta.be<br />
3. 3. Welzijnsschakels<br />
Welzijnsschakels<br />
Buurthuis Buurthuis Om Ommekaar Om mekaar vzw<br />
Hoogveld 1<br />
1501 Buizingen<br />
02/361 22 93<br />
Bezorgd Bezorgd Om Om Mensen Mensen vzw<br />
vzw<br />
Aarschotsesteenweg 3/2<br />
3300 Tienen<br />
016/81 03 51<br />
Welzijnsschakel Welzijnsschakel Leuven<br />
Leuven<br />
Parkstraat 64<br />
3000 Leuven<br />
016/30 16 24<br />
wzsleuven@gmail.com<br />
4. 4. 4. Welzijn Welzijnszorg<br />
Welzijn szorg<br />
Welzijnszorg Welzijnszorg Vlaams Vlaams-Brabant, Vlaams<br />
Brabant, Brabant, Mechelen, en Brussel<br />
015/29 84 58<br />
mechelen@bdwzz.be<br />
5. 5. <strong>OCMW</strong><br />
<strong>OCMW</strong><br />
Sociaal Sociaal Sociaal Huis Huis Dilbeek<br />
<strong>OCMW</strong> - Sociale Bijstand<br />
Itterbeeksebaan 210<br />
1701 Itterbeek<br />
02/568 05 00<br />
socialebijstand@ocmw-dilbeek.be<br />
Sociaal Sociaal Sociaal Huis Huis Herent<br />
Herent<br />
Groepswerking Marant<br />
Huis Marant<br />
Mechelsesteenweg 485<br />
3020 Herent<br />
016/298 832<br />
117
Eindnoten<br />
Eindnoten<br />
1 Het meest recente jaarboek is dat van 2010: VRANKEN J., DE BLUST S., DIERCKX D. & VAN HAARLEM A.<br />
(red.), <strong>Armoede</strong> en sociale uitsluiting. Jaarboek 2010, Leuven: Acco.<br />
2 Het meest recente armoederapport is dat van 2010: Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel<br />
(2010), Brussels armoederapport 2010. http://www.observatbru.be/documents/publications.xml?lang=nl<br />
3 DIERCKX D., Van HERCK N. & VRANKEN J. (red.), <strong>Armoede</strong> in België, Leuven: Acco.<br />
4 Zie VRANKEN J. (2010), Inleiding, in DE BLUST S., DIERCKX D. & VAN HAARLEM A. (red.), <strong>Armoede</strong> en<br />
sociale uitsluiting. Jaarboek 2010, Leuven: Acco, pp. 35-53.<br />
5<br />
Zie Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel (2010), Brussels armoederapport 2010.<br />
6<br />
Zie BOUCKAERT N. & SCHOKKAERT E. (2001), A first computation of non-take up behaviour in the<br />
'leefloon', FLEMOSI Discussion Paper, 6.<br />
7<br />
Voor een overzicht, zie HERNANZ V., MALHERBET F. & PELLIZZARI M. (2004), Take-up of welfare benefits<br />
in OECD countries: a review of the evidence, OECD Social, Employment & Migration Working Paper 17.<br />
8<br />
Wanneer de gegevens beschikbaar zijn, worden de gemeenten van het Brussels Gewest mee ingekleurd<br />
op de kaarten. Omwille van de leesbaarheid worden de absolute aantallen, in de vorm van cirkels, niet<br />
weergegeven op de kaarten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft immers meer inwoners dan<br />
Vlaams-Brabant, en dit op een relatief kleine oppervlakte.<br />
9 Zie MAY X. (2009), Estimation, origine et composition des revenus des habitants dans les communes<br />
wallonnes, Belgeo, 2009/2, pp. 137-152.<br />
10<br />
De cijfers van het jaar waarin een aanpassing gebeurde werden op het niveau van het voorgaande jaar<br />
geplaatst, en voor de jaren erna geldt deze waarde als de nieuwe referentiewaarde.<br />
11<br />
De gegevens werden berekend op basis van het aantal aangiften en het totale inkomen op het niveau<br />
van de statistische sectoren. Van statistische sectoren met minder dan 200 aangiften waren geen<br />
inkomensgegevens beschikbaar en deze zijn dus niet meegenomen in de analyse. Het gaat om 7,0% van<br />
de aangiften. Wanneer Brussel niet wordt meegerekend gaat het om 11,8% van de aangiften. Van<br />
sommige deelgemeenten zijn er geen gegevens omdat ze alleen statistische sectoren tellen met minder<br />
dan 200 aangiften.<br />
12 Bepaalde categorieën van lage inkomens worden pas sinds 2004 opgenomen in de cijfers (inkomens<br />
tussen 4.000 en 11.000 euro, jobstudenten, ontvangers van belastingkredieten). De evolutie over de<br />
laatste drie jaar is echter gelijkaardig. Alleen spelen toevalsfactoren hier een wat grotere rol.<br />
13 Meer bepaald wordt het equivalent inkomen gebruikt. Bij de berekening van het equivalent inkomen<br />
worden de verschillen in huishoudgrootte in rekening gebracht. Daarbij wordt aan de eerste volwassene<br />
in een huishouden het equivalent 1 toegekend, de tweede en volgende volwassene(n) het equivalent 0,5<br />
en alle kinderen (jonger dan 14 jaar) het equivalent 0,3. Aan elk individu van het betreffende huishouden<br />
wordt dan een inkomen toebedeeld door het totaal beschikbare huishoudinkomen te delen door de som<br />
van de equivalenten.<br />
14 Concreet gaat het om het gemiddelde van het aantal niet werkende werkzoekenden (NWWZ) op het<br />
einde van elke maand. Een aantal groepen zijn niet opgenomen in de cijfers, zoals werkzoekenden die<br />
een opleiding volgen of die tewerkgesteld zijn in het Derde Arbeidscircuit.<br />
15<br />
De werkende bevolking wordt bepaald aan de hand van de gegevens van de Belgische instellingen van<br />
de sociale zekerheid. Dit betekent dat bijvoorbeeld EU-ambtenaren niet zijn opgenomen.<br />
16<br />
Zie VAN HAARLEM A. & CAMPAERT G. (2010), <strong>Armoede</strong> en sociale uitsluiting in Europa en België, in<br />
DIERCKX D., Van HERCK N. & VRANKEN J. (red.), <strong>Armoede</strong> in België, Leuven: Acco, pp. 37-60.<br />
17 De werkloosheidsgraden in Brussel zijn afkomstig van ACTIRIS en omvatten de bevolking van 15-64 jaar.<br />
118
18 Het gaat hier dus niet om de werkloosheidsgraad. Dit betekent dat bijvoorbeeld huismannen en -<br />
vrouwen worden meegeteld in de noemer. De werkloosheidsgraad kan hier niet berekend worden omdat<br />
de beroepsbevolking niet gekend is per deelgemeente.<br />
In de statistieken van de VDAB werden een aantal deelgemeenten samengevoegd, en die hebben<br />
bijgevolg op deze kaart dezelfde waarde gekregen: Pamel, Strijtem en Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek in<br />
Roosdaal, Boutersem en Vertrijk in Boutersem, Willebringen en Neervelp in Boutersem, Waasmont,<br />
Wezeren, Walsbets en Walshoutem in Landen, en Haasrode en Korbeek-Lo in Leuven.<br />
19<br />
zie Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, Jaarverslag 2010.<br />
www.rva.be/D_stat/Jaarverslag/Jaarverslag_volledig/2010/RA2010_NL.pdf<br />
20<br />
Zie VDAB Studiedienst (2009), Kansengroepen in Kaart: Allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt.<br />
http://vdab.be/trends/kik/doc/KiK_Allochtonen200903.pdf<br />
21<br />
Opgelet: het gaat hier niet om de werkloosheidsgraad. Huisvrouwen en -mannen zitten immers mee in<br />
de referentiegroep. Het gaat om de bevolking van niet-Belgische origine van 18-64 jaar op 01/01/2010.<br />
22<br />
Landen die behoren tot de EU-15 waren al lid van de Europese Unie in 1995. De EU-14 wordt gevormd<br />
door dezelfde landen, met uitzondering van België. De werkloosheidscijfers werden beschouwd t.o.v. de<br />
bevolking op 1 januari 2010.<br />
23 Naast een aantal inkomensvoorwaarden, gelden de volgende voorwaarden: de meerderjarigheid (tenzij<br />
men getrouwd is, kinderen ten laste heeft of zwanger is), het verblijf in België, en een<br />
nationaliteitsvoorwaarde. De volgende nationaliteiten komen in aanmerking: Belgen, EU-onderdanen met<br />
een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden, vreemdelingen opgenomen in het bevolkingsregister<br />
(gevestigde vreemdelingen), erkende vluchtelingen en staatlozen.<br />
24<br />
De gegevens in dit hoofdstuk werden telkens beschouwd t.o.v. de bevolking op 1 januari van het<br />
desbetreffende jaar.<br />
25<br />
Het aandeel niet-Belgen en niet-EU-nationaliteiten bij de leefloners is wat hoger in het arrondissement<br />
<strong>Halle</strong>-Vilvoorde dan in het arrondissement Leuven. In Vlaanderen liggen deze cijfers nog hoger en in<br />
Brussel zijn ze heel wat hoger. Bij het equivalent leefloon zien we de omgekeerde tendens, maar de cijfers<br />
blijven boven de 90%.<br />
26<br />
In Vlaanderen bedroeg het aandeel vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister ook al<br />
meer dan de helft in 2008 (62%), en zeker in Brussel was dat al het geval (90%). Ook nu liggen de cijfers<br />
daar hoger (respectievelijk 81% en 92%). In het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde zijn er verhoudingsgewijs<br />
meer asielzoekers dan in het arrondissement Leuven.<br />
27<br />
Het aantal (equivalent) leefloners van 18-64 jaar werd bepaald door van het totaal aantal (equivalent)<br />
leefloners de groep van 65-69 jarigen en de groep van 70-plussers af te trekken. Het gaat hier om een<br />
lichte onderschatting, gezien er binnen die groep van ouderen een aantal dubbeltellingen zijn: diegenen<br />
die in de loop van het jaar 70 zijn geworden kunnen zowel bij de 65-69-jarigen als bij de 70-plussers<br />
voorkomen.<br />
28<br />
Voor het verkrijgen van een IGO gelden ook verblijfs- en nationaliteitsvoorwaarden. Men moet<br />
daadwerkelijk en bestendig in België verblijven en onderdaan zijn van een EU-land, Ijsland, Liechtenstein,<br />
Noorwegen of Zwitserland, of een erkende vluchteling of staatloze zijn. Wanneer men een andere<br />
nationaliteit bezit, kan men een IGO verkrijgen als men in België pensioenrechten heeft opgebouwd.<br />
29<br />
De volgende nationaliteiten komen in aanmerking: Belgen, EU-onderdanen, vreemdelingen opgenomen<br />
in het bevolkingsregister (gevestigde vreemdelingen), erkende vluchtelingen en staatlozen, onderdanen<br />
van Noorwegen, Ijsland, Liechtenstein, Zwitserland, Marokko, Algerije en Tunesië en een aantal heel<br />
specifieke categorieën van vreemdelingen. De grootte van de tegemoetkoming is niet alleen afhankelijk<br />
van het inkomen, maar ook van de ernst van de handicap.<br />
30 Dit is echter slechts een deel van de verklaring. Bij de ouderen is het OMNIO-statuut bijna onbestaande,<br />
en wordt de voorkeursregeling vooral toegekend o.b.v. hoedanigheid. In vergelijking met mannen<br />
genieten ook vrouwen meer van de voorkeursregeling o.b.v. hoedanigheid en minder via het OMNIOstatuut.<br />
Dit wijst op een leeftijdseffect. Het verschil is echter kleiner dan de verhouding mannen/vrouwen<br />
aangeeft, wat erop wijst dat ook zonder het leeftijdseffect er meer vrouwen onder de voorkeursregeling<br />
zouden vallen.<br />
119
31 In de jaarboeken armoede en sociale uitsluiting kan men algemene informatie terugvinden over de<br />
armoedeproblematiek van deze groepen. Zie bv. DE BLUST S. (2010), 'Talent komt niet vanzelf<br />
bovendrijven' over onderwijs en opleiding, DE BLUST S. & VAN HAARLEM A. (2010), 'Hoe beter het leven,<br />
hoe langer het duurt' over gezondheid en DE BLUST S. (2010) 'Wachten op wonen' over wonen.<br />
Toegespitst op Vlaams-Brabant kan men meer informatie vinden over deze groepen in de dossiers van het<br />
Steunpunt Sociale Planning: over kinderen en jongeren, minderheden, ouderen en personen met een<br />
handicap.<br />
32<br />
De meest recente gegevens over de opleidingsgraad van de bevolking dateren van 2001. Gezien het<br />
hoofdzakelijk om afgestudeerden gaat (bevolking van 25 jaar en ouder), veranderen deze gegevens niet<br />
zo gauw (weinig mensen behalen nog een diploma eens ze 25 zijn geworden). Omdat de cijfers 10 jaar<br />
oud zijn, zijn diegenen die nu jonger zijn dan 35, wel niet inbegrepen.<br />
33<br />
Voor de concrete cijfers, zie VAN HAARLEM A. (2010), <strong>Armoede</strong> en sociale uitsluiting ontcijferd, in<br />
VRANKEN J., DE BLUST S., DIERCKX D. & VAN HAARLEM A. (red.), <strong>Armoede</strong> en sociale uitsluiting.<br />
Jaarboek 2010, Leuven: Acco, pp. 392-450.<br />
34<br />
Dit is natuurlijk maar een indicatie. Inkomsten uit vermogens zijn bijvoorbeeld niet inbegrepen.<br />
Eenmalige kapitalen (vooral bij tweedepijlerpensioenen) zijn eveneens niet inbegrepen. Het gaat om het<br />
pensioen in de maand december.<br />
35 Alleenstaanden zijn hier personen die alleen wonen. Alleenstaande ouders zijn bijvoorbeeld niet<br />
inbegrepen. Deze werden bij 'andere gezinsvormen' gevoegd. Ook bij koppels zijn er hier geen andere<br />
inwonende gezinsleden. Koppels met andere inwonende gezinsleden werden eveneens bij 'andere<br />
gezinsvormen' gevoegd.<br />
36<br />
120<br />
De cijfers voor Brussel zijn van 2006 en de bron is het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA).<br />
37<br />
Meer gedetailleerde informatie is te vinden in het dossier 'Minderheden in Vlaams-Brabant'<br />
www.vlaamsbrabant.be/dossierminderheden<br />
38<br />
In Vlaanderen gaat het om 22,2% en 4,8%. In Brussel gaat het om 27,6% en 7,4%.<br />
39<br />
Eerst werd per gemeente de proportie personen bepaald die zich in minder goede gezondheid voelen<br />
indien de gezondheid naar leeftijd en geslacht in de gemeente zou overeenstemmen met de algemene<br />
gezondheidstoestand van het Vlaams gewest. Vervolgens werd de werkelijk geobserveerde proportie<br />
personen die zich in minder goede gezondheid voelen gedeeld door deze waarde.<br />
40<br />
41<br />
Zie ook Dossier 'Handicap in Vlaams-Brabant' 2010 www.vlaamsbrabant.be/dossierhandicap<br />
In Vlaanderen gaat het om 19,7%, 15,5% en 5,3%. In Brussel gaat het om 22,2%, 17,3% en 7,0%.<br />
42<br />
Zie DE DECKER P. & GEURTS V. (2005), Residualiseert de huursector?, in DE DECKER P., GOOSSENS L. &<br />
PANNECOUCKE I. (red.), Wonen aan de Onderkant, Antwerpen: Garant, pp. 83-92.<br />
43<br />
De categorie van gewone woonhuizen omvat volgens de definitie van de FOD Economie arbeiders-,<br />
bedienden-, renteniers- en burgerhuizen, alsook landelijke huizen waarvan de oppervlakte minder dan 5<br />
are bedraagt.<br />
44 Deze cijfers zijn afkomstig van de socio-economische enquête 2001. Er werd niet gevraagd naar de<br />
exacte huurprijs. Wel werd gevraagd de huurprijs in één van vijf prijscategorieën te plaatsen. De<br />
gemiddelde prijs werd hier berekend door telkens de gemiddelde waarde van die categorieën te<br />
gebruiken.<br />
45<br />
Zie HEYLEN K. & HAFFNER M. (2010), Hoe meten we de betaalbaarheid van het wonen?, in WINTERS S.<br />
(red.), Is wonen in Vlaanderen betaalbaar?, Antwerpen: Garant, pp. 49-70.<br />
46<br />
Dit cijfer is een benadering, omdat het gezinsinkomen van sociale huurders en het inkomen per fiscale<br />
aangifte niet helemaal overeenkomen. Het gezinsinkomen van sociale huurders is het inkomen dat als<br />
berekeningsbasis gebruikt wordt voor de huurprijs. Dit bedrag ligt vaak hoger dan enkel de fiscale<br />
inkomsten. Zo worden niet-belastbare vervangingsinkomsten en een deel van de inkomsten van<br />
((over)groot)ouders hier wel meegerekend. Er zijn ook grote verschillen tussen de gemeenten.<br />
47 De cijfers van Brussel zijn afkomstig van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-<br />
Hoofdstad en geven de situatie in 2007.
48 Nochtans is de behoefte - bepaald op basis van het aantal kandidaat-huurders - in Vlaams-Brabant laag<br />
in vergelijking met de andere provincies. Ook de wachttijd is lager dan in Vlaanderen als geheel. Daarbij<br />
moet wel rekening gehouden worden met het feit dat het aanbod ook de vraag beïnvloedt.<br />
49 Het gaat om het aantal dossiers waarvoor de <strong>OCMW</strong>'s een bijdrage hebben gevraagd bij de federale<br />
overheid. Bron data: POD Maatschappelijk Integratie<br />
50<br />
Ook bij deze cijfers gaat het om dossiers die de <strong>OCMW</strong>'s doorstuurden naar de federale overheid.<br />
51 Bron: Nationale Bank van België (2011), Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2010.<br />
www.nbb.be/DOC/CR/CCP/Publications/BRO_CKPSTAT2010N_31122010.pdf<br />
De percentages ten opzichte van het aantal kredietnemers zijn uiteraard hoger. In 2010 had in Vlaanderen<br />
5,2% van de kredietnemers een betalingsachterstand, in Wallonië 9,5% en in Brussel 10,6%. Ook hier<br />
heeft Vlaams-Brabant de laagste waarde, en op arrondissementeel niveau het arrondissement <strong>Halle</strong>-<br />
Vilvoorde. Hier gaat het wel om de gegevens van 2005 (Bron: DE DONCKER H. (2006), Kredieten aan<br />
particulieren – Analyse van de in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren geregistreerde gegevens,<br />
Working Paper document 78. www.nbb.be/doc/ts/publications/wp/wp78Nl.pdf)<br />
52<br />
De cijfers over de bevolking onder de armoededrempel in dit hoofdstuk zijn afkomstig van VRANKEN J.<br />
(2010), Kinderarmoede, in DIERCKX D., Van HERCK N. & VRANKEN J. (red.), <strong>Armoede</strong> in België, Leuven:<br />
Acco, pp. 183-198.<br />
53<br />
Het aantal kinderen dat recht heeft op verhoogde kinderbijslag zou ook kunnen worden gebruikt om<br />
inkomensarmoede te meten. Het is echter moeilijk om deze cijfers samen te stellen, zeker op<br />
gemeenteniveau, omdat er verschillende stelsels zijn voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren.<br />
54<br />
Het gaat om alle gemeenten waar het aantal EU-ambtenaren en geprivilegieerde vreemdelingen (bv.<br />
NAVO-medewerkers) boven de 1,5% ligt. Deze groepen worden in het rijksregister afzonderlijk<br />
geregistreerd. Ook in Brussel, zeker in het zuidoosten, speelt dit effect. De cijfers liggen daar echter heel<br />
veel hoger. 28% van de gezinnen met minderjarige kinderen hebben er geen inkomen uit arbeid of<br />
pensioen.<br />
55<br />
Voor personen van 75 jaar of meer gaat het in Vlaanderen zelfs om 42%, in het arrondissement Leuven<br />
om 37%, in het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde om 31% en in de provincie Vlaams-Brabant om 34%.<br />
56<br />
Er zijn bovengemiddelde waarden in de faciliteitengemeenten en meer algemeen in de rand rond<br />
Brussel. Voor het basisonderwijs geldt nog een bovengemiddelde waarde in Liedekerke, voor het<br />
secundair onderwijs in Leuven. In het noorden van het Hageland zijn er algemeen lage waarden. In geheel<br />
Vlaams-Brabant gaat het om 17% van de leerlingen in het basisonderwijs en 10% in het secundair<br />
onderwijs. De lagere waarde voor het secundair onderwijs gaat samen met de uitstroom naar het<br />
Franstalig en internationaal onderwijs.<br />
57<br />
Naast inkomensgrenzen gelden een aantal nationaliteitsvoorwaarden (de leerling heeft, behoudens een<br />
aantal uitzonderingen, een permanente verblijfsvergunning nodig) en het kadastraal inkomen van<br />
onroerende goederen mag niet te hoog zijn (onroerende goederen bestemd voor eigen beroepsgebruik of<br />
de eigen woning worden daarbij niet meegerekend).<br />
58<br />
Vooral rond Brussel is er ook een uitstroom naar het Franstalig en internationaal onderwijs, mogelijk van<br />
hogere inkomensgroepen. In het basisonderwijs is het aandeel leerlingen dat niet naar een school gaat die<br />
erkend wordt door het Vlaams Gewest relatief beperkt, met minder dan 5%. In het secundair onderwijs is<br />
dat al meer dan 10%.<br />
59<br />
Ook hier kan de uitstroom naar Franstalige en internationale scholen een rol spelen.<br />
60<br />
Leerlingen in een specifieke pedagogische methode zijn niet inbegrepen in deze kaarten. Hetzelfde<br />
geldt, voor het basisonderwijs, voor de leerlingen in de Franstalige scholen in de faciliteitengemeenten.<br />
61 De gegevens voor Brussel zijn telkens van het schooljaar 2008-2009.<br />
62 Niet-monetaire deprivatie: het niet kunnen beschikken over een aantal goederen en diensten of het niet<br />
kunnen deelnemen aan bepaalde activiteiten die als noodzakelijk worden beschouwd (bijvoorbeeld<br />
vakantie nemen, vlees eten, beschikken over een televisietoestel, wasmachine of telefoon).<br />
63<br />
Zie ook: http://vlaandereninactie.be/actie/pact-2020<br />
121
64 Zie ook: http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/armoede/vlaamsactieplan/Paginas/inhoud.aspx<br />
65 Zie ook: http://wvg.vlaanderen.be/juriwel/armoede/regelgeving/decr210303-1.htm<br />
66 Zie ook: http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/Pages/2011-03-23-armoedemonitor.aspx<br />
67<br />
Zie ook:<br />
http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/armoede/publicaties/Documents/Vlaams_actieprogramma_kinderarm<br />
oede.pdf<br />
68<br />
122<br />
Zie ook: www.oases.be<br />
69 Sinds 1994 bevat de Belgische Grondwet het artikel 23 waarin een menswaardig leven wordt<br />
gegarandeerd via volgende sociale grondrechten: recht op arbeid en vrije beroepskeuze, recht op sociale<br />
zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand, het recht op<br />
een behoorlijke huisvesting, recht op bescherming van een gezond leefmilieu en recht op culturele en<br />
maatschappelijke ontplooiing. Sociale grondrechten zijn eigenlijk intenties die niet kunnen afgedwongen<br />
worden. De overheid moet de sociale grondrechten bevorderen met beleid.<br />
70<br />
Zie ook: www.17oktober.be<br />
71 Het subsidiereglement is beschikbaar op www.vlaamsbrabant.be/subsidies<br />
72 Voor een overzicht voor Vlaanderen, zie Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (2010), CAW in beeld:<br />
cijfers 2009. www.steunpunt.be/_steunpunt/Documents/Dossiers/caw-in-beeld-cijfers2009-def.pdf
steunpunt sociale planning<br />
Dienst Welzijn en gezondheid<br />
provincie Vlaams-Brabant<br />
socialeplanning@vlaamsbrabant.be<br />
www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning<br />
Filip De Maesschalck: 016-26 77 75<br />
armoedebeleid<br />
Dienst diversiteit en gelijke kansen<br />
provincie Vlaams-Brabant<br />
wendy.broos@vlaamsbrabant.be<br />
www.vlaamsbrabant.be/armoede<br />
Wendy Broos: 016- 26 73 88<br />
Meer cijfers<br />
www.vlaamsbrabant.be/cijfers<br />
Voorzieningen<br />
www.desocialekaart.be<br />
D/2011/8495/16<br />
Dossier<br />
<strong>Armoede</strong> in Vlaams-Brabant<br />
2011<br />
www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning