23.09.2013 Views

DOSSIER Armoede - OCMW Halle

DOSSIER Armoede - OCMW Halle

DOSSIER Armoede - OCMW Halle

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

©Kubis<br />

steunpunt sociale planning<br />

Dossier<br />

<strong>Armoede</strong> in Vlaams-Brabant<br />

2011<br />

www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning<br />

Filip De Maesschalck, tine De Rijck en Wendy Broos


Voorwoord Voorwoord<br />

Voorwoord<br />

<strong>Armoede</strong> vind je, helaas, overal. Vlaams-Brabant heeft de naam een rijke provincie te zijn en die<br />

reputatie is terecht. Toch zijn er ook in onze provincie veel mensen in armoede, zowel in de<br />

steden, als in de rand rond Brussel, als op het platteland. Bovendien kent Vlaams-Brabant een<br />

grotere inkomensongelijkheid dan andere Vlaamse provincies.<br />

<strong>Armoede</strong> is onaanvaardbaar. Tegelijk zien we dat de laatste jaren steeds meer gezinnen<br />

nauwelijks rondkomen. Er is dus werk aan de winkel. Alle overheden hebben daarin een<br />

verantwoordelijkheid op te nemen. Zeker lokale besturen kunnen een belangrijke rol spelen. Zij<br />

staan het dichtst bij de bevolking, zien het best waar er dingen fout lopen en kunnen het snelst<br />

ingrijpen.<br />

Vanuit de provincie willen we steden, gemeenten en <strong>OCMW</strong>'s een duwtje in de rug geven. Met<br />

acties op het terrein, zoals op de internationale dag van verzet tegen armoede, maar ook<br />

bijvoorbeeld door de ondersteuning van groepswerkingen waar armen zelf hun problemen<br />

trachten te overwinnen.<br />

<strong>Armoede</strong> is erg complex, en raakt je tot in de kern van je bestaan. Daarom kiezen we bij de<br />

provincie voor een brede aanpak: in alle beleidsdomeinen gaat aandacht naar armoede. Zo staat<br />

zowel in onze scholen als in het onderwijsflankerend beleid het bevorderen van gelijke kansen<br />

centraal. Want scholen kunnen de armoedespiraal doorbreken. We zetten ook sterk in op het<br />

verkleinen van de gezondheidskloof. Ondanks ons sociale zekerheidsstelsel, dat terecht<br />

wereldwijd benijd wordt, glippen nog velen door de mazen van het net.<br />

Via deze publicatie willen we de armoede in Vlaams-Brabant beter zichtbaar maken. We geven<br />

armoedecijfers over de verschillende levensdomeinen. Hiermee willen we beleidsmakers bij<br />

lokale besturen en welzijnsorganisaties ondersteunen bij het voeren van een onderbouwd<br />

armoedebeleid.<br />

Naast nuttige cijfers en boeiende analyses maken we ook plaats voor de ervaringen van de<br />

mensen in armoede zelf. We bedanken hiervoor de participatieraad armoede van de provincie.<br />

Organisaties die werken met mensen in armoede, en personen in armoede zelf komen zo veel<br />

mogelijk samen naar de vergaderingen. We stellen in deze publicatie ook de verschillende<br />

organisaties aan u voor.<br />

We hopen van harte dat dit dossier kan bijdragen tot een actief armoedebeleid in onze provincie<br />

en wensen u veel leesplezier.<br />

Nathalie Van Biesen Karin Jiroflée<br />

Persoon in armoede gedeputeerde voor diversiteit en<br />

Actief in buurtwerk ‘t Lampeke gelijke kansen<br />

3


Voorwoord............................................................................................................................. 3<br />

Inleiding ................................................................................................................................. 6<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren............................................................................................... 8<br />

4<br />

1 Belastbare inkomens ................................................................................................... 8<br />

1.1 Een grote inkomensongelijkheid .......................................................................... 8<br />

1.2 Verschillende inkomensgroepen, verschillende inkomensbronnen ....................... 10<br />

1.3 Grote verschillen tussen de gemeenten .............................................................. 11<br />

1.4 Vlaams-Brabant in perspectief............................................................................ 15<br />

2 Vervangingsinkomens ............................................................................................... 17<br />

2.1 Werkloosheid .................................................................................................... 18<br />

2.2 Het leefloon en het recht op maatschappelijke integratie .................................... 25<br />

2.3 De inkomensgarantie voor ouderen.................................................................... 32<br />

2.4 Tegemoetkomingen voor personen met een handicap........................................ 34<br />

2.5 Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering.......................................... 35<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede.................................................................................. 38<br />

3 Opleiding.................................................................................................................. 38<br />

4 Demografische factoren ............................................................................................ 40<br />

4.1 Ouderen ........................................................................................................... 40<br />

4.2 Eenoudergezinnen............................................................................................. 44<br />

4.3 Bevolking van niet-Belgische origine................................................................... 45<br />

5 Gezondheidsproblemen ............................................................................................ 47<br />

5.1 Algemene gezondheidstoestand ........................................................................ 47<br />

5.2 Personen met een handicap............................................................................... 48<br />

6 Woonsituatie ............................................................................................................ 50<br />

6.1 Hoge woning- en huurprijzen ............................................................................ 50<br />

6.2 Het huisvestingsaanbod..................................................................................... 52<br />

6.3 Energie en water ............................................................................................... 55<br />

7 Gezinnen met schuldenlast........................................................................................ 57<br />

7.1 Het aantal mensen met schuldenlast .................................................................. 57<br />

7.2 Betalingsproblemen voor elektriciteit en gas....................................................... 57<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen................................................................... 60<br />

8 Kinderen in gezinnen zonder werk............................................................................. 61<br />

9 Kinderen met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering ...................................... 62<br />

10 Kinderen geboren in kansarme gezinnen ................................................................... 64<br />

10.1 Kansarmoedecriteria.......................................................................................... 65<br />

10.2 Geboorten in kansarme gezinnen ...................................................................... 66<br />

11 De GOK-indicatoren.................................................................................................. 67<br />

11.1 Aantal leerlingen met een schooltoelage ............................................................ 68


11.2 Aantal leerlingen waarvan de moeder geen diploma secundair onderwijs heeft ... 69<br />

11.3 GOK-leerlingen.................................................................................................. 70<br />

12 Risicoschoolloopbanen .............................................................................................. 72<br />

13 Gezinssituatie............................................................................................................ 75<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan ..................................................................... 76<br />

14 Europa 2020............................................................................................................. 76<br />

15 Het armoedebeleid van de federale overheid.............................................................. 77<br />

15.1 Tweejaarlijks Verslag over bestaanszekerheid, armoede en sociale uitsluiting en<br />

ongelijke toegang tot de rechten ................................................................................... 77<br />

15.2 Het Federaal Plan <strong>Armoede</strong>bestrijding................................................................ 77<br />

16 Het armoedebeleid van de Vlaamse overheid ............................................................. 78<br />

16.1 Pact 2020.......................................................................................................... 78<br />

16.2 Decreet betreffende armoedebestrijding ............................................................ 79<br />

16.3 Vlaamse armoedemonitor.................................................................................. 80<br />

16.4 Vlaams Actieplan Kinderarmoede....................................................................... 81<br />

16.5 Vorming............................................................................................................ 81<br />

16.6 Onderzoek ........................................................................................................ 82<br />

17 Het provinciale armoedebeleid................................................................................... 82<br />

17.1 Provinciale opdrachten....................................................................................... 82<br />

17.2 Werkgroepen/netwerken in Vlaams-Brabant....................................................... 84<br />

17.3 Provinciale acties in het kader van de internationale dag van het verzet tegen<br />

extreme armoede .......................................................................................................... 85<br />

17.4 Provinciale subsidies .......................................................................................... 86<br />

18 Het lokale armoedebeleid.......................................................................................... 86<br />

18.1 Lokaal Sociaal Beleid.......................................................................................... 86<br />

18.2 <strong>OCMW</strong>-werking................................................................................................ 87<br />

19 Aanbod voor personen in armoede in Vlaams-Brabant ............................................... 89<br />

19.1 Samenlevingsopbouw........................................................................................ 89<br />

19.2 Algemeen Welzijnswerk..................................................................................... 89<br />

19.3 De inloopcentra................................................................................................. 91<br />

19.4 Verenigingen waar armen het woord nemen...................................................... 92<br />

19.5 Welzijnsschakels................................................................................................ 92<br />

19.6 Andere vormen van hulp ................................................................................... 93<br />

Algemene conclusies............................................................................................................. 94<br />

Bijlage I: Indicatoren per gemeente........................................................................................ 97<br />

Bijlage II: Lijst van kaarten, figuren en tabellen in de tekst .....................................................113<br />

BIJLAGE III: Organisaties in de provinciale advies- en participatieraad armoede.......................116<br />

Eindnoten............................................................................................................................118<br />

5


Inleiding<br />

Inleiding<br />

Vlaams-Brabant is gemiddeld een rijke provincie, maar dat zegt niet meer dan wat het is: een<br />

gemiddelde waarde. <strong>Armoede</strong> is immers ook in onze provincie een werkelijkheid. Bovendien<br />

kampen armen in Vlaams-Brabant met specifieke problemen, zoals het beperkt aantal sociale<br />

huurwoningen en hoge huurprijzen. In dit dossier wordt de armoede in Vlaams-Brabant onder<br />

de loep genomen, waar mogelijk op gemeentelijk niveau. Het is bedoeld om lokale<br />

beleidsmakers en welzijnsorganisaties te helpen in de strijd tegen armoede, en vormt een<br />

bijkomend instrument bovenop de bestaande, maar meer algemene publicaties over armoede in<br />

België. Het jaarboek <strong>Armoede</strong> en Sociale Uitsluiting, dat zich vooral op Vlaanderen richt, is al<br />

aan zijn 19de editie toe. 1<br />

Het Brussels armoederapport verschijnt ook al sinds 1991. 2<br />

Het eerste<br />

federale jaarboek <strong>Armoede</strong> en Sociale uitsluiting werd uitgegeven in 2010. 3<br />

Wat Wat is is armoede armoede? armoede<br />

<strong>Armoede</strong> is in de eerste plaats een materieel<br />

probleem. Wie niet voldoende<br />

bestaansmiddelen heeft om algemeen<br />

aanvaarde leefpatronen te kunnen<br />

opbouwen, wordt beschouwd als arm.<br />

Maar het is ook meer dan dat. Iemand die<br />

zich zowel op het domein van opleiding,<br />

gezondheid, woonsituatie als gezinssituatie<br />

in een moeilijke positie bevindt, kan veel<br />

moeilijker uit de armoede klimmen dan<br />

iemand die minder problemen cumuleert.<br />

Ook andere factoren kunnen de situatie<br />

bemoeilijken. Denken we maar aan<br />

intergenerationele armoede, of de omvang<br />

van de armoede. <strong>Armoede</strong> is met andere<br />

woorden multidimensioneel, en draait niet<br />

enkel om een beperkt inkomen. Men<br />

spreekt in die context vaak over sociale<br />

uitsluiting: armoede kan worden<br />

beschouwd als een netwerk van sociale<br />

uitsluitingen dat zich uitstrekt over<br />

meerdere gebieden van het individuele en<br />

collectieve bestaan. Het scheidt de armen<br />

van de algemeen aanvaarde leefpatronen<br />

van de samenleving. 4 De oorzaak van die<br />

armoede kan op verschillende manieren<br />

worden benaderd: men kan de nadruk<br />

leggen op verschillende schalen (individueel,<br />

institutioneel, maatschappelijk), en men kan<br />

vertrekken van een schuldmodel (interne<br />

oorzaken) of een ongevalmodel (externe<br />

oorzaken).<br />

6<br />

Ervaring Ervaring uit uit uit een een een Welzijnsschakel<br />

Welzijnsschakel<br />

“Een tekort aan geld is één van de zwaarste<br />

beproevingen die ik moest meedragen in mijn<br />

leven. Je vervreemdt in de samenleving:<br />

omdat je steeds het gevoel hebt dat je bekeken<br />

wordt,<br />

omdat je er met niemand over durft praten,<br />

omdat je denkt dat je de enige bent en je<br />

daardoor onbegrepen voelt,<br />

omdat de communicatie zoals tv en telefoon je<br />

veel te duur zijn,<br />

omdat een auto niet meer in je budget past,<br />

omdat je, als je de voordeur opentrekt, voor alles<br />

en nog wat geld nodig hebt en het leven - al<br />

beweren ze van niet - steeds duurder wordt,<br />

omdat het sociaal contact voor het grootse deel<br />

afgebroken wordt,<br />

omdat je jezelf onwaardig voelt tegenover de<br />

rest van de gemeenschap,<br />

omdat je vindt dat je er niet meer bij hoort.”


Het Het Het meten meten meten van van van armoede armoede<br />

armoede<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Om armoede te meten baseert men zich vaak op enquêtegegevens. Daarbij stelt men een reeks<br />

vragen aan een deel van de bevolking en doet op basis daarvan schattingen voor de gehele<br />

bevolking: hoe omvangrijk is de groep die een beschikbaar inkomen heeft onder een bepaalde<br />

drempel, wat is hun opleidingsgraad, wat is de kwaliteit van hun woning, enz. Omwille van het<br />

relatief beperkt aantal respondenten, zijn de resultaten van deze enquêtes enkel betrouwbaar<br />

op het niveau van het gehele Vlaams Gewest, en kunnen ze dus geen beeld geven van de<br />

situatie in Vlaams-Brabant. Bijgevolg moeten we in dit dossier vertrekken van administratieve<br />

gegevens.<br />

Administratieve gegevens worden door de overheid verzameld en hebben het grote voordeel<br />

dat ze meestal de hele bevolking omvatten. Het nadeel is dat ze maar een deel van de<br />

werkelijkheid weergeven. 5<br />

Zo kunnen we bijvoorbeeld nagaan hoeveel mensen een<br />

voordeeltarief in de ziekteverzekering krijgen omwille van een laag inkomen, maar we weten<br />

tegelijkertijd dat er mensen zijn die wel recht hebben op dit voordeeltarief maar het niet hebben<br />

aangevraagd. Een recente studie schat het aantal personen dat recht heeft op het leefloon,<br />

maar het niet opneemt op 57% tot 67% van het totaal aantal rechthebbenden. 6<br />

Deze waarden<br />

zijn vergelijkbaar met de omvang van de niet-opname in het buitenland. Bovendien is het<br />

relatief belang van deze niet-opname ongetwijfeld ook verschillend van gemeente tot<br />

gemeente. Ook dat blijkt uit studies in het buitenland. 7 De redenen voor niet-opname zijn divers,<br />

en gaan van gebrek aan informatie over problemen met de administratieve afhandeling tot<br />

sociale en psychologische factoren als stigma en schaamtegevoelens. Met deze factoren moet<br />

rekening gehouden worden bij de interpretatie van de gegevens.<br />

Overzicht Overzicht dossier<br />

dossier<br />

In een eerste eerste deel deel worden een reeks armoede-indicatoren op een rijtje gezet. Het gaat om<br />

gegevens die wijzen op een beperkte financiële armslag. In een tweede tweede deel deel worden een aantal<br />

groepen afgebakend die een verhoogd armoederisico kennen, zoals alleenstaande ouders of<br />

personen met een zwakke gezondheid. Deze cijfers wijzen dus niet op armoede zelf. Zo hebben<br />

alleenstaande ouders een groter armoederisico, maar dit wil niet zeggen dat alle alleenstaande<br />

ouders arm zijn. De richting van het verband is ook niet altijd eenduidig: is men arm omdat men<br />

een slechte gezondheid heeft of heeft men een slechte gezondheid omdat men arm is? Het<br />

oorzakelijk verband is meestal wederzijds. In een derde derde derde deel wordt ingegaan op het beleid om<br />

armoede tegen te gaan en op participatie van de armen zelf.<br />

In dit dossier worden een hele reeks gegevens samengebracht, verwerkt, toegelicht en<br />

weergegeven in tabellen, tabellen, grafieken grafieken en en kaarten kaarten. kaarten Waar mogelijk worden de gegevens van het<br />

Brussels Hoofdstedelijk Gewest meegenomen. 8<br />

Op die manier kan worden nagegaan in<br />

hoeverre er een ruimtelijke continuïteit bestaat tussen de Vlaams-Brabantse en Brusselse<br />

gemeenten. Veel ontwikkelingen stoppen immers niet aan de administratieve grenzen, en er<br />

bestaat een sterke wisselwerking tussen Brussel en de rand. Achteraan in het dossier kan u voor<br />

alle Vlaams-Brabantse gemeenten de belangrijkste gegevens terugvinden in tabelvorm. Andere<br />

gegevens die in het dossier worden voorgesteld, kan u steeds opvragen bij het steunpunt sociale<br />

planning. In dit dossier komen echter niet alleen cijfers aan bod. Ook heel wat getuigenissen getuigenissen van<br />

mensen in armoede zijn opgenomen, telkens gericht op een specifiek thema.<br />

7


8<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

DEEL DEEL I: I: I: <strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

<strong>Armoede</strong> indicatoren<br />

1 Belastbare Belastbare iinkomens<br />

i nkomens<br />

De fiscale gegevens geven een beeld van het inkomen dat gezinnen ter beschikking hebben. Het<br />

gaat natuurlijk alleen om de inkomens die aan de fiscus worden doorgegeven. Zo ontbreken<br />

meestal de inkomsten uit roerend goed, zoals spaarboekjes en beleggingen. Uit een recente<br />

studie in Wallonië, waar rekening gehouden werd met alle inkomsten, blijkt dat het werkelijke<br />

inkomen meestal hoger ligt dan het inkomen dat aangegeven werd. 9<br />

Dit was echter vooral het<br />

geval in de grensgemeenten, waar heel wat werknemers in het buitenland werken.<br />

Specifiek in Vlaams-Brabant, en zeker in de gemeenten ten oosten en ten zuiden van Brussel,<br />

speelt een gelijkaardig fenomeen. Daar wonen immers een groot aantal werknemers van<br />

internationale organisaties. Heel wat van deze groepen zijn vrijgesteld van belastingen. Zo zijn<br />

de beroepsinkomsten die EU-ambtenaren ten laste van de EU verkrijgen bij overeenkomst<br />

vrijgesteld van belastingen in België. Hierdoor dienen deze inkomsten niet te worden<br />

aangegeven in de belastingaangifte. Andere inkomsten (bv. uit onroerend goed of andere<br />

beroepsinkomsten in het fiscale huishouden) moeten wel worden aangegeven, zodat de<br />

aangegeven inkomsten van deze huishoudens sterk beneden de werkelijke inkomsten liggen.<br />

In onderstaande cijfers wordt meestal het inkomen per aangifte gebruikt, en niet het inkomen<br />

per inwoner. Het inkomen per aangifte houdt geen rekening met de grootte van het<br />

huishouden, maar heeft wel het voordeel dat aangiften zonder fiscale inkomsten niet worden<br />

meegeteld in de cijfers. Het gaat om niet-belastbare aangiften, bijvoorbeeld omwille van een erg<br />

laag inkomen, of omdat men ambtenaar is bij de EU. Van de 646.888 aangiften zijn er 48.563<br />

niet-belastbare aangiften. Dat is 7,5% van de aangiften. Natuurlijk zijn ook de huishoudens die<br />

geen aangifte hebben gedaan niet inbegrepen.<br />

In deze statistiek wordt meestal het netto belastbaar inkomen gebruikt. Dat bestaat uit alle<br />

netto inkomsten verminderd met de aftrekbare uitgaven. Netto inkomsten zijn de inkomsten<br />

vóór aftrek van belastingen, zoals bedrijfsvoorheffing, maar na aftrek van de solidariteitsbijdrage<br />

(RSZ). Het gaat niet alleen om inkomsten uit arbeid: aangegeven inkomsten van onroerende<br />

goederen, inkomsten en opbrengsten van roerende goederen en kapitalen, bedrijfsinkomsten<br />

en diverse inkomsten zijn inbegrepen.<br />

1.1 1.1 Een Een grote grote iinkomensongelijkheid<br />

ii<br />

nkomensongelijkheid<br />

Het totale inkomen is erg ongelijk verdeeld, ook nadat belastingen werden geïnd. Figuur 1 geeft<br />

het totale inkomen weer, na aftrek van belastingen, van een aantal inkomensgroepen. Deze tien<br />

inkomensgroepen werden bepaald door 10% van de aangiften te nemen met het laagste<br />

inkomen, vervolgens 10% met het op één na laagste inkomen, enz. Daaruit blijkt dat de helft<br />

van de Vlaams-Brabantse aangiften meer dan drie kwart van het totale inkomen cumuleert. Een<br />

tiende van de aangiften totaliseert zelfs meer dan een kwart van het totale inkomen. Deze<br />

aangiften omvatten een groter inkomen dan de 50% laagste aangiften.<br />

Bovendien neemt de inkomensongelijkheid toe. Figuur 2 stelt de evolutie van het gemiddeld<br />

inkomen per aangifte voor van elke inkomensgroep (eveneens na belastingen). Zoals in de<br />

figuur hierboven werd een onderverdeling gemaakt in 10 inkomensgroepen die net evenveel<br />

aangiften omvatten. Het inkomen in 1977 van elk van deze groepen werd gelijk gesteld aan de<br />

waarde 100, en het inkomen in elk van de volgende jaren werd uitgedrukt als een percentage<br />

van dit bedrag. Deze grafiek is indicatief omdat de fiscale wetgeving continu verandert. De jaren<br />

waarin de grootste veranderingen plaatsvonden zijn weggelaten op de figuur. 10


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Figuur Figuur 1: : Aande Aandeel Aande<br />

l van van de de verschillende verschillende verschillende inkomensgroepen inkomensgroepen in in het het totale totale inkomen in in Vlaams Vlaams-Brabant Vlaams Brabant (2007)<br />

(2007)<br />

29,5%<br />

16,1%<br />

0,6%<br />

12,3%<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

3,7%<br />

5,4%<br />

6,4%<br />

10,0%<br />

7,4%<br />

8,5%<br />

10% laagste inkomens<br />

10% hoogste inkomens<br />

Figuur Figuur 2: : : Evolutie Evolutie van van het het gemiddeld gemiddeld inkomen inkomen van van de de verschillende verschillende inkomensgroepen in in Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Brabant<br />

index (1977=100)<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

50%<br />

laagste<br />

inkomens<br />

50%<br />

hoogste<br />

inkomens<br />

10%<br />

laagste<br />

inkomens<br />

10%<br />

hoogste<br />

inkomens<br />

50%<br />

laagste<br />

inkomens<br />

50%<br />

hoogste<br />

inkomens<br />

Tot aan de economische crisis van de jaren 1980 steeg het inkomen van de laagste<br />

inkomensgroep nog het sterkst en dat van de hoogste inkomensgroep het minst sterk, maar<br />

sindsdien gebeurt het omgekeerde. De laatste jaren neemt de inkomensongelijkheid nog sterker<br />

toe. Vooral de daling van het inkomen van de laagste inkomensgroep is opvallend. De figuur<br />

toont dus duidelijk aan dat de inkomensongelijkheid toeneemt in de tijd: het inkomen van de<br />

hoogste inkomensgroepen stijgt sterk, dat van de laagste stijgt minder sterk of daalt zelfs.<br />

9


10<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

1.2 1.2 Verschillende Verschillende Verschillende inkomensgroepen, inkomensgroepen, verschillende<br />

verschillende<br />

inkomensbronnen<br />

inkomensbronnen<br />

Figuur 3 geeft, voor de 10 verschillende inkomensgroepen, het belang van de verschillende<br />

inkomensbronnen. Zoals rechts op de figuur aangegeven zijn wedden en lonen gemiddeld de<br />

belangrijkste inkomensbron (64,5%), vervolgens de pensioenen (19,2%), dan de<br />

bedrijfsinkomens van zelfstandigen (9,7%) en pas helemaal op het einde komen onroerend<br />

goed (2,7%), ziekte- en invaliditeitsuitkeringen (2,0%) en werkloosheidsuitkeringen (1,8%).<br />

Andere inkomsten, bijvoorbeeld een leefloon, zijn erg beperkt (0,2%).<br />

Figuur Figuur 3: : Inkomensbronnen van de verschillende inkomensgroepen in Vlaams Vlaams-Brabant Vlaams<br />

Brabant Brabant (2007) (2007)<br />

(2007)<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Er zijn echter grote verschillen tussen de inkomensgroepen. We zien algemeen een stijging van<br />

het aandeel van wedden en lonen naarmate het inkomen stijgt. Alleen de laagste<br />

inkomensgroepen vormen hierop een uitzondering. Mogelijk speelt hier de invloed van deeltijds<br />

werk, bijvoorbeeld van jobstudenten, of van inkomens uit arbeid die gedeeltelijk vrijgesteld zijn<br />

van belastingen. Het aandeel van ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en werkloosheidsuitkeringen<br />

daalt naargelang het inkomen stijgt. De laagste inkomensgroep vormt hier wel opnieuw een<br />

uitzondering. Het aandeel van andere inkomsten, zoals leeflonen, kent eveneens een dalende<br />

trend naarmate het inkomen stijgt. De pensioenen kennen een oververtegenwoordiging in de<br />

derde laagste inkomensgroep, om vervolgens aan belang in te boeten naarmate het inkomen<br />

stijgt. De andere inkomensbronnen kennen een minder duidelijk verloop, hoewel<br />

bedrijfsinkomens van zelfstandigen wel het grootste aandeel kennen bij de hoogste<br />

inkomensgroepen.<br />

Algemeen kunnen we dus stellen dat rijke huishoudens hun inkomsten vooral uit wedden en<br />

lonen en in mindere mate uit bedrijfsinkomens halen, terwijl dat voor arme huishoudens vaak<br />

leeflonen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en werkloosheidsuitkeringen zijn. Huishoudens die<br />

hun inkomen in belangrijke mate uit pensioenen halen, vallen eerder onder de lagere<br />

inkomensgroepen.


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

1.3 1.3 Grote Grote verschillen verschillen tussen tussen de de gemeenten<br />

gemeenten<br />

Kaart 1 geeft het netto belastbaar inkomen per aangifte weer. Dit is vooral hoog in de<br />

residentiële rand rond Leuven en de residentiële rand rond Brussel, vooral in het zuidoosten.<br />

Leuven en Brussel zelf kennen een lager gemiddeld inkomen, wat vooral in Brussel uitgesproken<br />

is. De laagste inkomens in Vlaams-Brabant vinden we in het industriële gebied van de<br />

Zennevallei, van <strong>Halle</strong> tot Vilvoorde, en in de plattelandsgemeenten in het oosten van het<br />

Hageland. Ook de gemeente Liedekerke kent een opvallend lage waarde.<br />

Kaart Kaart 1: Gemiddeld Gemiddeld inkomen inkomen per per aangifte aangifte (2008)<br />

(2008)<br />

in euro<br />

35.823 - 40.044<br />

33.823 - 35.822<br />

31.823 - 33.822<br />

29.823 - 31.822<br />

25.184 - 29.822<br />

(Brussel: 16739 - 29.822)<br />

Vlaams-Brabant: 31.823<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Wanneer we kijken naar het aandeel van de lagere aangiften (kleiner of gelijk aan 20.000 euro)<br />

en naar het aandeel van de hoge aangiften (meer dan 50.000 euro), zien we een gelijkaardig<br />

beeld. Een groot aandeel lage aangiften vinden we in de Zennevallei, in het oosten van het<br />

Hageland en in een aantal andere gemeenten als Leuven, Wemmel, Tremelo en Bever (Kaart 2).<br />

Een groot aandeel hoge aangiften vinden we in de rand rond Leuven, in de zuidoostelijke rand<br />

rond Brussel en in een aantal andere residentiële gemeenten als Meise, Keerbergen en Zemst<br />

(Kaart 3).<br />

11


12<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Kaart Kaart 2: : : Aangiften Aangiften kleiner kleiner of of gelijk gelijk aan aan 20.000 20.000 euro euro (2008)<br />

% van de aangiften<br />

45,4 - 49,8 (Brussel: 45,4 - 72,7)<br />

43,9 - 45,3<br />

42,4 - 43,8<br />

40,9 - 42,3<br />

37,2 - 40,8<br />

Vlaams-Brabant: 42,4<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Aantal<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kaart Kaart Kaart 3: : Aangiften Aangiften groter groter dan dan 50.000 50.000 euro euro (2008)<br />

(2008)<br />

% van de aangiften<br />

21,0 - 24,4<br />

19,0 - 20,9<br />

17,0 - 18,9<br />

15,0 - 16,9<br />

10,1 - 14,9<br />

(Brussel: 3,4 - 14,9)<br />

Vlaams-Brabant: 17,0<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

10.000<br />

< 10.000 euro<br />

van 10.001 tot 20.000 euro<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Aantal<br />

100<br />

1.000<br />

Zemst<br />

Overijse<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

10.000<br />

Kampenhout<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Linter<br />

Landen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Binnen enkele gemeenten zijn er ook grote verschillen tussen de deelgemeenten. Kaart 4 geeft<br />

het gemiddeld inkomen per aangifte weer op dit niveau. 11<br />

Daaruit blijkt dat de verschillen tussen<br />

deelgemeenten vooral groot zijn in drie groepen gemeenten. De eerste groep omvat enkele<br />

gemeenten rond Brussel: Asse, Grimbergen, Sint-Pieters-Leeuw, Beersel, Zaventem. De tweede<br />

groep zijn de steden (Tienen, Diest, Leuven), waar er een groot verschil is tussen het centrum en<br />

sommige andere deelgemeenten. Daarnaast zijn er enkele gemeenten waarvan minstens een<br />

deel behoort tot de residentiële rand van Leuven of Brussel (Lubbeek, Boutersem, Hoegaarden,<br />

Holsbeek, Oud-Heverlee, Kortenberg, Huldenberg, Lennik). In die laatste groep van gemeenten<br />

is het inkomen in de minst rijke deelgemeente echter nog relatief hoog in vergelijking met<br />

enkele deelgemeenten rond Brussel en de stadskernen. De grote verschillen worden er vooral<br />

veroorzaakt door erg hoge inkomens in een aantal deelgemeenten.<br />

Kaart Kaart 4: Ge Gemiddeld Ge Gemiddeld<br />

middeld inkomen inkomen per per aangifte aangifte op op het het niveau van deelgemeenten (2008)<br />

(2008)<br />

in euro<br />

35.823 - 44.371<br />

33.823 - 35.822<br />

31.823 - 33.822<br />

29.823 - 31.822<br />

24.150 - 29.822<br />

(Brussel: 16.844 -29.822)<br />

geen gegevens beschikbaar<br />

Vlaams-Brabant: 31.823<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Affligem<br />

Ternat<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Opwijk<br />

Asse<br />

Merchtem<br />

<strong>Halle</strong><br />

Dilbeek<br />

Londerzeel<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

Zemst<br />

Grimbergen Vilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Beersel Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Kraainem<br />

Hoeilaart<br />

Wezembeek- Bertem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

Overijse<br />

Huldenberg<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Tremelo<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Bierbeek<br />

Oud-Heverlee<br />

Lubbeek<br />

Aarschot<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Tielt-Winge<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Diest<br />

Kortenaken Geetbets<br />

Linter<br />

Landen<br />

Zoutleeuw<br />

13


14<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Hoge Hoge inkomens inkomens trekken trekken trekken naar naar de de rand rand rond rond de de steden steden<br />

steden<br />

De hoge inkomens in de rand rond de steden en de lage inkomens in de stadscentra (Brussel,<br />

Leuven, <strong>Halle</strong>, Vilvoorde, maar ook Diest, Tienen en Aarschot), zijn het resultaat van<br />

suburbanisatie. Dit is een proces dat geleidelijk op gang kwam in de periode na de tweede<br />

wereldoorlog en waarbij steeds meer mensen uit de stad de groene rand opzochten, wat<br />

mogelijk werd door de stijging van het algemene welvaartspeil en door de veralgemening van<br />

het autobezit. Een vergelijking van een kaart van het inkomen in 1963 en in 2008 illustreert dit.<br />

In 1963 waren de hoogste inkomens nog te vinden in de steden zelf en in een aantal<br />

randgemeenten waar de suburbanisatie vroeg op gang kwam. Het platteland kende algemeen<br />

lage inkomens. In 2008 zijn de laagste inkomens te vinden in de steden, en zijn de hoogste<br />

inkomens te vinden in de ruime rand rond die steden. Alleen in de plattelandsgemeenten in het<br />

uiterste oosten van de provincie blijft het inkomen nog erg laag.<br />

Gemiddeld Gemiddeld inkomen inkomen inkomen per per per aangifte aangifte (1963)<br />

(1963)<br />

in EURO (geïndexeerd)<br />

15.466 - 31.183<br />

11.466 - 15.465<br />

7.709 - 11.465<br />

Vlaams-Brabant: 13.465<br />

geen gegevens beschikbaar<br />

Gemiddeld Gemiddeld inkomen inkomen inkomen per per aangifte aangifte (2008)<br />

(2008)<br />

in EURO<br />

34.824 - 44.371<br />

28.824 - 34.823<br />

16.844 - 28.823<br />

Vlaams-Brabant: 31.823<br />

geen gegevens beschikbaar<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

De bestaande verschillen tussen de gemeenten versterkten zich. Kaart 5 geeft de evolutie van<br />

het inkomen in de laatste 10 jaar. 12<br />

In de gemeenten waar het inkomen (in absolute cijfers) het<br />

sterkst gestegen is, was het inkomen meestal al erg hoog, en omgekeerd. Dit betekent dat<br />

residentiële gemeenten over het algemeen een sterke inkomensstijging kennen, door verdere<br />

suburbanisatie of door een inkomensstijging van de bestaande bewoners. Het omgekeerde<br />

geldt voor de stedelijke gemeenten (inclusief de gemeenten van de Zennevallei). Ook een aantal<br />

landelijke gemeenten kennen een relatief sterke inkomensstijging. Dit is vooral het geval in het<br />

Pajottenland. Mogelijk speelt inwijking van hogere inkomensgroepen ook hier een rol.<br />

Kaart Kaart 5: : Inkomensevolutie Inkomensevolutie 1998 1998-2008 1998 2008<br />

gemiddeld inkomen per aangifte 2008 - gemiddeld inkomen per aangifte 1998<br />

6750 - 8128<br />

5850 - 6749<br />

4950 - 5849<br />

4050 - 4949<br />

3069 - 4049<br />

(Brussel: -58 - 4049)<br />

Vlaams-Brabant: 4.949<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

1.4 1.4 Vlaams Vlaams-Brabant Vlaams Brabant Brabant in in perspectief perspectief<br />

perspectief<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Uit bovenstaande kaarten bleek al dat het inkomen in Vlaams-Brabant gemiddeld veel hoger ligt<br />

dan dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ook in vergelijking met Vlaanderen als geheel en<br />

Wallonië is dit het geval. Het gemiddeld inkomen in het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde is nog<br />

wat hoger dan dat in Leuven. Op Figuur 4 werd het gemiddeld inkomen per aangifte afgebeeld<br />

voor de verschillende gewesten, voor Vlaams-Brabant en voor de Vlaams-Brabantse<br />

arrondissementen. Ook het mediaan inkomen per aangifte werd weergegeven (dat is het<br />

inkomen van de middelste aangifte: er zijn evenveel aangiften met een lager inkomen en<br />

evenveel aangiften met een hoger inkomen). Die vertoont dezelfde tendens als het gemiddeld<br />

inkomen per aangifte.<br />

Vlaams-Brabant kent gemiddeld het hoogste inkomen van alle provincies. Meer dan de helft van<br />

de 20 rijkste gemeenten van het land bevinden zich in Vlaams-Brabant: Keerbergen, Oud-<br />

Heverlee, Wezembeek-Oppem, Kraainem, Sint-Genesius-Rode, Tervuren, Overijse, Lubbeek,<br />

Bierbeek, Herent en Meise.<br />

15


16<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Figuur Figuur 4: : Gemiddeld Gemiddeld en en mediaaninkomen mediaaninkomen per per per aangifte aangifte aangifte (2008) (2008)<br />

(2008)<br />

bedrag (euro)<br />

35.000<br />

30.000<br />

25.000<br />

20.000<br />

15.000<br />

10.000<br />

5.000<br />

0<br />

23.972<br />

16.959<br />

Brussels<br />

Hoofdstedelijk<br />

Gewest<br />

25.159<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

18.764<br />

26.722<br />

20.142<br />

Waals Gewest België Vlaams Gewest Arrondissement<br />

Leuven<br />

28.022<br />

21.390<br />

Gemiddeld inkomen per aangifte Mediaan inkomen per aangifte<br />

31.440<br />

22.890<br />

31.823<br />

22.978<br />

32.143<br />

23.050<br />

Provincie Arrondissement<br />

Vlaams-Brabant <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

Figuur Figuur 5: : Relatief Relatief belang belang belang van van de de inkomenscategorieën inkomenscategorieën inkomenscategorieën (link (links (link s - 2008) 2008) en en van de inkomensbronnen (rechts - 2007)<br />

2007)<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

8,8<br />

4,9<br />

9,3<br />

18,8<br />

35,5<br />

22,6<br />

Brussels<br />

Hoofdstedelijk<br />

Gewest<br />

12,8<br />

7,0<br />

11,2<br />

22,6<br />

30,4<br />

17,0<br />

7,3<br />

11,6<br />

21,6<br />

26,7<br />

15,9 15,7<br />

Vlaams Gewest Provincie Vlaams-<br />

Brabant<br />

> 50.000 EURO<br />

40.001 - 50.000 EURO<br />

30.001 - 40.000 EURO<br />

20.001 - 30.000 EURO<br />

10.001 - 20.000 EURO<br />

=< 10.000 EURO<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

11,2 10,0 9,7<br />

3,4<br />

20,1<br />

2,7<br />

6,5<br />

56,0<br />

Brussels<br />

Hoofdstedelijk<br />

Gewest<br />

2,3 2,7<br />

20,8<br />

2,5<br />

2,5<br />

61,8<br />

19,2<br />

64,5<br />

2,0<br />

1,8<br />

Vlaams Gewest Provincie Vlaams-<br />

Brabant<br />

Wedde en lonen Werkloosheid<br />

Ziekte en invaliditeit Pensioenen<br />

Onroerende goederen Bedrijfsinkomens<br />

Andere


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Op Figuur 5 (links) is te zien dat het aandeel hoge inkomens hoger is en het aandeel lage<br />

inkomens lager dan in Vlaanderen als geheel. Dat is nog meer het geval in vergelijking met<br />

Brussel. De provincie Vlaams-Brabant kent ook een veel groter aandeel inkomens uit wedden en<br />

lonen dan Vlaanderen als geheel (Figuur 5, rechts) Het omgekeerde geldt voor alle andere<br />

inkomensbronnen, afgezien van de inkomsten uit onroerend goed. Deze verschillen zijn meestal<br />

nog meer uitgesproken als er vergeleken wordt met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hoewel<br />

daar de inkomens uit onroerend goed een wat hoger aandeel hebben.<br />

Tegelijkertijd is de inkomensongelijkheid in Vlaams-Brabant, en vooral in <strong>Halle</strong>-Vilvoorde, heel<br />

wat groter dan in Vlaanderen als geheel, maar lager dan in Brussel. Figuur 6 geeft voor deze<br />

gebieden de evolutie van de gini-coëfficiënt, die een indicatie geeft van de<br />

inkomensongelijkheid (na belastingen). Wanneer deze coëfficiënt nul bedraagt, heeft iedereen<br />

perfect hetzelfde netto inkomen. Wanneer deze coëfficiënt één bedraagt is al het inkomen in<br />

handen van één huishouden. De inkomensongelijkheid neemt toe voor alle deelgebieden.<br />

Figuur Figuur 6: Evolutie van de inkomensongelij<br />

inkomensongelijkheid inkomensongelij<br />

kheid ( (gini (<br />

gini gini-coëfficiënt<br />

gini coëfficiënt coëfficiënt) coëfficiënt )<br />

0,375<br />

0,35<br />

0,325<br />

0,3<br />

0,275<br />

0,25<br />

0,225<br />

0,2<br />

1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008<br />

Provincie Vlaams-Brabant Vlaams Gewest<br />

Arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />

Arrondissement Leuven<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

2 Vervangingsinkomens<br />

Vervangingsinkomens<br />

Om na te gaan of iemand in armoede leeft of een armoederisico kent, wordt vaak gebruik<br />

gemaakt van de armoedegrens of armoederisicogrens. Deze grens wordt vaak gebruikt in<br />

internationale vergelijkingen, onder meer door de EU. De waarde hiervan wordt vastgelegd op<br />

60% van het nationaal mediaan inkomen, gemeten in de door Europa gecoördineerde SILC-<br />

enquêtes. 13<br />

Wanneer iemand een inkomen heeft lager dan deze waarde, wordt hij of zij<br />

beschouwd als arm of blootgesteld aan een armoederisico. In België gold dit in 2008 voor<br />

14,7% van de bevolking, in Vlaanderen voor 10,1% en in Brussel voor 26,3%.<br />

Personen met een vervangingsinkomen zijn een bijzondere risicogroep voor armoede. De<br />

uitkeringen liggen immers vaak onder de armoedegrens. Tabel 1 geeft de sociale uitkeringen in<br />

België als aandeel van deze grens, zowel voor alleenstaanden als voor een koppel met twee<br />

kinderen. Ook het minimumloon wordt als referentie aangegeven. Daaruit blijkt dat de situatie<br />

vooral problematisch is voor koppels met kinderen, en dat vooral het leefloon, de<br />

17


18<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT), de werkloosheidsuitkering en de<br />

inkomensgarantie voor ouderen (IGO) niet volstaan om iemand uit de armoede te tillen. Op<br />

deze uitkeringen wordt in dit onderdeel dieper ingegaan.<br />

Tabel Tabel 1: : Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens<br />

Alleenstaande<br />

Koppel met<br />

twee kinderen*<br />

Minimumloon 132 90<br />

Pensioen 107 88<br />

Invaliditeit 102 84<br />

IGO 92 82<br />

Werkloosheid 89 67<br />

IVT 76 68<br />

Leefloon 76 66<br />

Bron: De interfederale armoedebarometer 2010<br />

*bij de IGO en het pensioen gaat het om een koppel zonder kinderen<br />

2.1 2.1 Werkloosheid<br />

Werkloosheid<br />

Werkloosheid<br />

De werkloosheidscijfers die hier worden gebruikt zijn jaargemiddelden. 14<br />

Het gaat om alle niet<br />

werkende werkzoekenden (NWWZ) ingeschreven bij de VDAB. Dat wil zeggen dat zowel<br />

uitkeringsgerechtigde als niet uitkeringsgerechtigde werkzoekenden zijn opgenomen. De<br />

werkloosheidsgraad is de verhouding tussen het aantal NWWZ van 18 tot 64 jaar oud en de<br />

beroepsbevolking van 18 tot 64 jaar oud. De beroepsbevolking is de som van de niet-werkende<br />

werkzoekende bevolking en de werkende bevolking. 15<br />

Dat wil zeggen dat bijvoorbeeld<br />

huisvrouwen en -mannen niet worden meegerekend.<br />

2.1.1 2.1.1 2.1.1 Werkloosheidsgraad<br />

Werkloosheidsgraad<br />

Werk is een sterke buffer tegen armoede, hoewel ook werkenden onder de armoededrempel<br />

kunnen vallen. Het gaat in vergelijking met werklozen echter over relatief kleine aantallen.<br />

Terwijl 4,8% van de werkenden arm is, is dat voor werklozen 34,8% 16<br />

.<br />

Figuur 7 geeft de evolutie van de werkloosheidsgraad in de Vlaams-Brabantse<br />

arrondissementen, in Vlaams-Brabant als geheel en in het Vlaams Gewest. Daaruit blijkt dat de<br />

werkloosheidscijfers sterk afhankelijk zijn van de economische conjunctuur. Sinds 2005 was er<br />

een daling van de werkloosheid merkbaar, maar sinds 2009 zijn de werkloosheidscijfers<br />

opnieuw sterk gestegen. Het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde kent nu een hogere<br />

werkloosheidsgraad dan het arrondissement Leuven, maar ligt nog ruim beneden de waarde<br />

voor het Vlaams Gewest. De werkloosheidsgraad in Brussel ligt meer dan drie maal hoger dan in<br />

Vlaams-Brabant, met 17,4%. 17<br />

Ook de werkloosheidsduur varieert met de economische conjunctuur. Figuur 8 geeft de evolutie<br />

van het aandeel langdurig werklozen (een jaar of meer werkloos) en het aandeel werklozen dat<br />

minder dan een jaar werkloos is. Wanneer het economisch goed gaat daalt het aandeel<br />

langdurig werklozen en omgekeerd. De langdurige werkloosheid is in Vlaams-Brabant minder<br />

uitgesproken dan in het Vlaams Gewest. In het Brusselse gewest zijn de cijfers nog hoger; daar<br />

is meer dan de helft van de werkzoekenden langer dan 1 jaar werkloos.


Figuur Figuur 7: : Evolut Evolutie Evolut ie van de werkloosheidsgraad<br />

% van de beroepsbevolking .<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

4<br />

1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011<br />

arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde arr. Leuven prov. Vlaams-Brabant Vlaams Gewest<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />

Figuur Figuur 8: : : Aandeel Aandeel van van langdurige langdurige werklozen werklozen onder onder de de werkzoekenden<br />

werkzoekenden<br />

% van de NWWZ<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />

=1 jaar arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

=1 jaar arr. Leuven<br />

=1 jaar prov. Vlaams-Brabant<br />

=1 jaar Vlaams Gewest<br />

19


20<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Kaart 6 geeft de werkloosheidsgraad per gemeente. Daaruit blijkt dat die vooral hoog is rond<br />

Brussel - zij het in mindere mate ten zuidoosten van de stad -, in Leuven en in het Hageland,<br />

vooral in de steden (Tienen, Aarschot, Diest, Landen, Zoutleeuw).<br />

Kaart Kaart 6: : Niet Niet werkende werkende wwerkzoekenden:<br />

w erkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)<br />

% van de beroepsbevolking (18-64 jaar)<br />

7,3 - 10,1 (Brussel: 7,3 - 30,7)<br />

5,8 - 7,2<br />

4,8 - 5,7<br />

3,8 - 4,7<br />

2,9 - 3,7<br />

Vlaams-Brabant: 5,7<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Overijse<br />

Aantal NWWZ<br />

Kampenhout<br />

100<br />

500<br />

1.000<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT; ACTIRIS<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Er zijn ook hier soms grote verschillen tussen de deelgemeenten. Kaart 7 toont het aantal nietwerkende<br />

werkzoekenden per deelgemeente, als percentage van het aantal 18-64 jarigen. 18<br />

Er<br />

zijn vooral grote verschillen in enkele gemeenten rond Brussel (Sint-Pieters-Leeuw, Asse,<br />

Vilvoorde, Zaventem, Grimbergen) en in sommige (andere) steden: Tienen, Leuven en Diest. Op<br />

deze kaart is het industriële gebied van de Zennevallei duidelijk te zien, evenals de algemeen<br />

hogere waarden in grote delen van het Hageland.<br />

Kaart Kaart 7: : Niet Niet-werkende Niet werkende werkzoekenden, naar deelgemeente (31/12/2010)<br />

% van de 18-64 jarigen<br />

5,1 - 39,0<br />

4,0 - 5,0<br />

3,2 - 3,9<br />

2,7 - 3,1<br />

0,9 - 2,6<br />

Vlaams-Brabant: 3,9<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Affligem<br />

Ternat<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Opwijk<br />

Asse<br />

Merchtem<br />

<strong>Halle</strong><br />

Dilbeek<br />

Londerzeel<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

Zemst<br />

Grimbergen Vilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Beersel Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Kraainem<br />

Hoeilaart<br />

Wezembeek-Bertem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

Overijse<br />

Herent<br />

Huldenberg<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Tremelo<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Bierbeek<br />

Oud-Heverlee<br />

Lubbeek<br />

Aarschot<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Tielt-Winge<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

Diest<br />

Geetbets<br />

Kortenaken Geetbets<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VDAB; bevolking: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Landen<br />

Zoutleeuw


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

2.1.2 2.1.2 Werkloosheidsgraad Werkloosheidsgraad naar naar geslacht geslacht en en leeftijd<br />

leeftijd<br />

De werkloosheidsgraad is verschillend bij mannen en bij vrouwen (Figuur 9). De<br />

werkloosheidsgraad bij vrouwen is telkens groter dan de werkloosheidsgraad bij mannen, maar<br />

het verschil tussen beiden verkleint wel in de tijd. In het arrondissement Leuven liggen beide<br />

cijfers nu erg dicht bij elkaar. Mannen blijken gevoeliger te zijn voor de recente economische<br />

laagconjunctuur.<br />

Figuur Figuur 9: : Evolutie Evolutie van van de de werkloosheidsgraad werkloosheidsgraad naar naar geslacht<br />

geslacht<br />

% van de beroepsbevolking .<br />

11<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />

mannen arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde vrouwen arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

mannen arr. Leuven vrouwen arr. Leuven<br />

mannen prov. Vlaams-Brabant vrouwen prov. Vlaams-Brabant<br />

mannen Vlaams Gewest vrouwen Vlaams Gewest<br />

Er zijn ook sterke verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Jongeren kennen een veel hogere<br />

werkloosheidsgraad en zijn gevoeliger voor de economische omstandigheden (Figuur 10). De<br />

stijging van de werkloosheid bij ouderen is eveneens opvallend, maar dat is mee te verklaren<br />

door de optrekking van de leeftijd (in 2002) waarop men vrijstelling van inschrijving als<br />

werkzoekende kan verkrijgen. 19<br />

21


22<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Figuur Figuur 10 10: 10<br />

: Evolutie van van de werkloosheidsgraad werkloosheidsgraad naar leeftijd<br />

% van de beroepsbevolking ,<br />

18<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011<br />

< 25 jaar arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde 25-50 jaar arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde >= 50 jaar arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

< 25 jaar arr. Leuven 25-50 jaar arr. Leuven >= 50 jaar arr. Leuven<br />

< 25 jaar prov. Vlaams-Brabant 25-50 jaar prov. Vlaams-Brabant >= 50 jaar prov. Vlaams-Brabant<br />

< 25 jaar Vlaams Gewest 25-50 jaar Vlaams Gewest >= 50 jaar Vlaams Gewest<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />

Er zijn ook ruimtelijke verschillen naar geslacht en leeftijd. Werkloosheid onder vrouwen is iets<br />

meer uitgesproken in het Hageland dan wat geldt voor de gehele bevolking (Kaart 8). Dit geldt<br />

ook voor de jongeren (Kaart 9).<br />

Kaart Kaart 8: : Vrouwelijke Vrouwelijke niet niet-werkende niet werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)<br />

% van de vrouwelijke beroepsbevolking<br />

7,5 - 11,2 (Brussel: 7,5 - 32,7)<br />

6,0 - 7,4<br />

5,0 - 5,9<br />

4,0 - 4,9<br />

2,7 - 3,9<br />

Vlaams-Brabant: 5,9<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Aantal NWWZ<br />

Overijse<br />

600<br />

< 25 jaar<br />

25-50 jaar<br />

50+<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT; ACTIRIS<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

Geetbets


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Kaart Kaart 9: : Jonge Jonge niet niet-werkende niet werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)<br />

% van de beroepsbevolking (< 25 jaar)<br />

16,7 - 19,7 (Brussel: 16,7 - 40,9)<br />

14,5 - 16,6<br />

12,5 - 14,4<br />

11,3 - 12,4<br />

8,2 - 11,2<br />

Vlaams-Brabant: 14,4<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Aantal NWWZ<br />

Overijse<br />

200<br />

mannen<br />

vrouwen<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

2.1.3 2.1.3 2.1.3 Werkloosheid Werkloosheid naar naar naar opleiding opleiding en en en origine origine<br />

origine<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT; ACTIRIS<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Ook laaggeschoolden en personen van niet-Belgische origine, vooral van niet-Europese origine,<br />

kennen een hogere werkloosheid dan gemiddeld en zijn kwetsbaarder voor de economische<br />

omstandigheden. Laaggeschoolde werkzoekenden van niet-Belgische origine worden daarbij<br />

sterker getroffen dan laaggeschoolden van Belgische origine. 20<br />

Voor deze groepen kunnen we geen werkloosheidsgraden berekenen omdat we de juiste<br />

grootte van de referentiegroep niet kennen: we weten niet hoe groot de laaggeschoolde<br />

beroepsbevolking is of hoe groot de beroepsbevolking van niet-Belgische origine is. Wel kunnen<br />

we het aandeel van de laaggeschoolde werkzoekenden en de werkzoekenden van niet-<br />

Belgische origine in het totaal aantal NWWZ bekijken (Kaart 10 en Kaart 11). Er is telkens een<br />

sterke overeenkomst met het totaal aandeel laaggeschoolden en het totaal aandeel personen<br />

van niet-Belgische origine in de bevolking. Laaggeschoolden zijn sterk vertegenwoordigd in het<br />

Hageland, het Pajottenland en de Zennevallei. Personen van niet-Belgische origine vinden we<br />

vooral in de ruime rand rond Brussel, in Leuven en in mindere mate in Diest en Tienen.<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

23


24<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Kaart Kaart 10 10: 10 : Laaggeschoolden Laaggeschoolden niet niet-werkende niet werkende werkende werkzoekenden (2010) (2010)<br />

% van de niet-werkende werkzoekenden<br />

48,1 - 55,5<br />

41,6 - 48,0<br />

38,6 - 41,5<br />

32,1 - 38,5<br />

25,9 - 32,0<br />

Vlaams-Brabant: 41,5<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Aantal laaggeschoolde NWWZ<br />

Boortmeerbeek<br />

Overijse<br />

10<br />

100<br />

Kampenhout<br />

1.000<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Kaart Kaart 11 11: 11 : Niet Niet-werkende Niet werkende werkzoekenden van van niet niet-Belgische niet<br />

Belgische origine (2010)<br />

% van de niet-werkende werkzoekenden<br />

41,7 - 59,0<br />

29,7 - 41,6<br />

19,7 - 29,6<br />

11,7 - 19,6<br />

5,9 - 11,6<br />

Vlaams-Brabant: 29,6<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Aantal NWWZ met een niet-Belgische origine<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Overijse<br />

10<br />

100<br />

Boortmeerbeek<br />

1.000<br />

Kampenhout<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Voor de groep van niet-Belgische origine kunnen we ook nagaan wat het belang is van de<br />

werkloosheid binnen de volledige bevolking van niet-Belgische origine van 18-64 jaar (Kaart<br />

12). 21<br />

Op deze kaart zien we dat de werkloosheid onder personen van niet-Belgische origine<br />

vooral hoog is in de ruime rand rond Brussel. 22<br />

De zuidoostelijke rand vormt een duidelijke<br />

uitzondering. De waarden zijn vooral hoog ten noordoosten en ten noordwesten van Brussel,<br />

tot aan de provinciegrens. Ook in het Hageland zijn de cijfers hoog, maar hier gaat het om een<br />

relatief kleine groep.<br />

Kaart Kaart 12 12: 12 : Werkloosheid Werkloosheid binnen binnen de de groep groep van van niet niet-Belgische niet Belgische origine origine ( (2010) (<br />

2010)<br />

% van de bevolking met een niet-Belgische origine<br />

12,0 - 16,6<br />

10,0 - 11,9<br />

8,5 - 9,9<br />

6,5 - 8,4<br />

3,7 - 6,4<br />

Vlaams-Brabant: 8,5<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Overijse<br />

Aantal<br />

Kampenhout<br />

300<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

origine van de EU-14<br />

origine van buiten de EU-15<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VDAB, via ARVASTAT; bevolking: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

2.2 2.2 Het Het leefloon leefloon en en het het recht recht op op maatschappelijke maatschappelijke integratie<br />

integratie<br />

Het leefloon is een minimuminkomen dat kan worden aangevraagd als men niet over<br />

toereikende bestaansmiddelen beschikt of kan beschikken. Wanneer men niet aan alle<br />

voorwaarden 23<br />

voldoet om het leefloon te ontvangen, voornamelijk omwille van de<br />

nationaliteit, kan men terugvallen op een equivalent leefloon. De gepresenteerde cijfers zijn een<br />

optelling van de leefloners en equivalent leefloners en omvatten al diegenen die in de loop van<br />

het jaar minstens één maand het leefloon of het equivalent leefloon hebben ontvangen.<br />

Het leefloon maakt deel uit van het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI). Het equivalent<br />

leefloon maakt deel uit van het Recht op Maatschappelijke Hulp (RMH). Het merendeel van de<br />

personen die beroep doen op deze rechten krijgt een (equivalent) leefloon, maar het kan ook<br />

een tewerkstelling inhouden en, in het geval van de RMH, medische hulp. Ook hier worden de<br />

RMI-gerechtigden en de RMH-gerechtigden opgeteld en worden al diegenen beschouwd die in<br />

de loop van het jaar minstens één maand deze rechten hebben ontvangen. 24<br />

25


26<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

2.2.1 2.2.1 Het Het leefloon leefloon en en het het equivalent equivalent leefloon<br />

leefloon<br />

Figuur 11 geeft de evolutie van het aantal personen dat recht heeft op een leefloon of een<br />

equivalent leefloon vanaf 2003. In oktober 2002 ging de nieuwe leefloonwet van start,<br />

waardoor de cijfers van voor deze wetswijziging niet helemaal vergelijkbaar zijn. Deze figuur<br />

toont een daling van het aandeel leefloners (inclusies equivalent leefloners) in Vlaams-Brabant<br />

tot in 2008, waarna een stijging merkbaar is, zeker in het arrondissement Leuven. Voor<br />

Vlaanderen is de ontwikkeling gelijkaardig, maar de cijfers liggen hier heel wat hoger. In Brussel<br />

zijn de cijfers meer dan zes maal hoger dan in Vlaams-Brabant. 6,3 % van de bevolking krijgt er<br />

een leefloon of equivalent leefloon, en het aandeel stijgt over de gehele periode.<br />

Figuur Figuur 11 11: 11<br />

: : Aantal Aantal leefloners leefloners en equivalent equivalent leefloners leefloners, leefloners<br />

, evolutie in de tijd<br />

% van de bevolking (18+) .<br />

1,8<br />

1,6<br />

1,4<br />

1,2<br />

1<br />

0,8<br />

2003 2005 2007 2009 2011<br />

arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde prov. Vlaams-Brabant<br />

arr. Leuven Vlaams Gewest<br />

Bron data: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

We zien dus een gelijkaardige evolutie als bij de werkloosheidsgraad, die gelijkloopt met de<br />

economische conjunctuur. Er zijn echter grote verschillen tussen het leefloon en het equivalent<br />

leefloon. Het aandeel leefloners kent globaal een stijgende tendens, terwijl het aandeel<br />

equivalent leefloners daalt tot in 2009 (Figuur 12). In Vlaanderen zien we dezelfde tendensen,<br />

maar het aandeel leefloners is er veel hoger. In Brussel is de stijging van het aandeel leefloners<br />

meer uitgesproken, en ook de daling van het aandeel equivalent leefloners is er minder sterk.<br />

Door de recente stijging is het aandeel equivalent leefloners er nu hoger dan in 2003.


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Figuur Figuur 12 12: 12<br />

: : Aan Aantal Aan Aantal<br />

tal leefloners leefloners of of equivalent equivalent leefloners, leefloners, evolutie evolutie in in de de tijd<br />

tijd<br />

% van de bevolking (18+) .<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

0<br />

2003 2005 2007 2009 2011<br />

leefloon arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde eq. leefloon arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

leefloon arr. Leuven eq. leefloon arr. Leuven<br />

leefloon prov. Vlaams-Brabant eq. leefloon prov. Vlaams-Brabant<br />

leefloon Vlaams Gewest eq. leefloon Vlaams Gewest<br />

Bron data: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Equivalent leefloners zijn voornamelijk personen die geen leefloon kunnen ontvangen omdat ze<br />

geen burger zijn van de EU en niet in het bevolkingsregister zijn ingeschreven. Dat laatste wil<br />

zeggen dat ze niet het statuut van 'gevestigde vreemdeling' hebben. Het gaat dan ook bijna<br />

uitsluitend (99%) om niet-Belgen, en meer specifiek niet-EU-nationaliteiten (97%). Ter<br />

vergelijking: bij het gewone leefloon is het aandeel niet-Belgen 24% en het aandeel niet-EU-<br />

nationaliteiten 17%. 25<br />

De dalende tendens van het aandeel equivalent leefloners heeft<br />

grotendeels te maken met wetswijzigingen. Het aantal asielzoekers dat gebruik kan maken van<br />

financiële hulp is ingeperkt. In principe komen kandidaat-vluchtelingen nu alleen nog in<br />

aanmerking voor materiële steun. Er zijn echter een aantal uitzonderingen. Dit geldt<br />

bijvoorbeeld voor de asielaanvragen die ontvankelijk zijn verklaard voor 1 juni 2007, of voor<br />

kandidaat-vluchtelingen die door FEDASIL worden doorverwezen naar een <strong>OCMW</strong>. Dat laatste<br />

gebeurt wanneer het aantal beschikbare plaatsen in de opvangstructuren ontoereikend blijkt.<br />

Op dit moment is het aandeel kandidaat-vluchtelingen binnen de equivalent leefloners relatief<br />

beperkt (27%). In 2008 bestond nog meer dan de helft van de equivalent leefloners uit<br />

kandidaat-vluchtelingen. De meeste andere equivalent leefloners zijn vreemdelingen die in het<br />

vreemdelingenregister zijn ingeschreven. 26<br />

27


28<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Slechts 3,2% van de leefloners en equivalent leefloners is ouder dan 65. Deze groep wordt hier<br />

niet beschouwd en komt aan bod bij het hoofdstuk over de inkomensgarantie voor ouderen.<br />

De leefloners (inclusief equivalent leefloners) zijn ongelijk gespreid over de provincie. Kaart 13<br />

toont de (equivalent) leefloners van 18 tot 64 jaar als aandeel van de bevolking van 18 tot 64<br />

jaar. 27<br />

Het aandeel leefloners en equivalent leefloners jonger dan 65 jaar is hoog rond Brussel,<br />

vooral ten noordoosten en noordwesten van de stad, in Leuven, Tienen, en in mindere mate in<br />

<strong>Halle</strong>, Landen en Liedekerke.<br />

Kaart Kaart 13 13: 13 : Leefloners Leefloners en en equivalent equivalent leefloners leefloners jonger jonger dan dan 65 65 jaar jaar (2010)<br />

(2010)<br />

% van de bevolking (18-64 jaar)<br />

1,66 - 2,98 (Brussel: 1,66 - 15,69)<br />

1,23 - 1,65<br />

0,86 - 1,22<br />

0,61 - 0,85<br />

0,27 - 0,60<br />

Vlaams-Brabant: 1,22<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

400<br />

leefloon<br />

equivalent leefloon<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: POD maatschappelijke integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

2.2.2 2.2.2 2.2.2 Verschillen Verschillen naar naar geslacht, geslacht, geslacht, leeftijd leeftijd en en gezin gezinsvorm gezin gezinsvorm<br />

svorm<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Mannen en vrouwen, verschillende leeftijdsgroepen en verschillende gezinsvormen zijn niet<br />

allemaal gelijk vertegenwoordigd bij de leefloners. Figuur 13 (links) toont de evolutie van het<br />

aandeel vrouwen dat aangewezen is op een leefloon of equivalent leefloon. Dit aandeel ligt in<br />

stijgende lijn, en bedraagt nu meer dan de helft. Dit heeft vooral te maken met een stijging van<br />

het aandeel vrouwen bij het equivalent leefloon, van 32% naar 42%. Bij het leefloon is het<br />

aandeel vrouwen steeds hoger geweest en schommelt rond de 55%. Figuur 13 (rechts) toont<br />

het aandeel van de verschillende leeftijdsgroepen en de evolutie daarvan in de tijd. Meer dan de<br />

helft van de (equivalent) leefloners is jonger dan 35 jaar, en het aandeel van de jongste groep<br />

(jonger dan 25 jaar) stijgt. Ook het aandeel van de hogere leeftijdsgroepen (45+) stijgt. Deze<br />

stijging is te wijten aan een inhaalbeweging bij het equivalent leefloon, waar de middengroepen<br />

(25-34 jaar en 35-44 jaar) wel nog steeds veel sterker vertegenwoordigd zijn dan bij de<br />

leefloners.


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Figuur Figuur 13 13: 13<br />

: : Aantal Aantal leefloners leefloners en en equivalent equivalent leefloners leefloners in in Vlaams-Brabant Vlaams<br />

Brabant naar geslacht (links) en leeftijd (rechts)<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Bron data: POD Maatschappelijke Integratie<br />

Vrouw<br />

Man<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Figuur 14 toont het aandeel van de verschillende gezinsvormen onder (equivalent) leefloners.<br />

Het aandeel van gezinnen met kinderen stijgt, maar de belangrijkste groep bestaat nog steeds<br />

uit alleenstaanden. Dit aandeel daalt wel, maar bedraagt nog steeds bijna de helft. Deze daling<br />

is vooral opvallend bij het equivalent leefloon. De leefloners en equivalent leefloners hebben nu<br />

een gelijkaardige gezinsstructuur. Een groeiende groep onder de leefloners zijn studenten. Het<br />

gaat nu om 10% van de leefloners, dubbel zoveel dan in 2003.<br />

Figuur Figuur 14 14: 14<br />

: : Aantal Aantal leefloners leefloners en en equivalent equivalent leefloners leefloners in in Vlaams-Brabant Vlaams<br />

Brabant naar naar gezinssituatie<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Bron data: POD Maatschappelijke Integratie<br />

Onbekend<br />

Met kinderen<br />

Samenwonend<br />

Alleenstaand<br />

2.2.3 2.2.3 2.2.3 Recht Recht op op maatschappelij<br />

maatschappelijke maatschappelij ke integratie integratie en en recht recht op op op maatschappelijke<br />

maatschappelijke<br />

hulp<br />

hulp<br />

Zoals eerder gesteld zijn het leefloon en het equivalent leefloon een onderdeel van het Recht op<br />

Maatschappelijke Integratie (RMI), respectievelijk het Recht op Maatschappelijke Hulp (RMH).<br />

Naast het (equivalent) leefloon kan ook tewerkstelling en medische hulp worden toegekend. De<br />

overgrote meerderheid van de RMI-gerechtigden in Vlaams-Brabant ontvangen ook een leefloon<br />

(94%). Dit is minder uitgesproken bij RMH-gerechtigden, waar het om 65% gaat. Dit aandeel<br />

daalt ook sterk. In 2003 was dat nog meer dan 80%. In Vlaanderen als geheel en in Brussel zijn<br />

deze cijfers nog lager. In Brussel is het nu zelfs minder dan de helft.<br />

55+<br />

45-54<br />

35-44<br />

25-34<br />


30<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Gezien de meerderheid van de RMI- en RMH-gerechtigden een (equivalent) leefloon ontvangen,<br />

zien we gelijkaardige evoluties in de tijd dan bij de (equivalent) leefloners, hoewel de cijfers<br />

natuurlijk wat hoger liggen (Figuur 15 en Figuur 16). Ook de verschillen tussen de gemeenten<br />

leveren een gelijkaardig beeld op (Kaart 14). RMH-gerechtigen wegen wel wat meer door, net<br />

omdat een minder groot aandeel van hen financiële steun ontvangt.<br />

Figuur Figuur 15 15: 15<br />

: : Aantal Aantal rechthebbenden rechthebbenden op op een een RMI RMI en en RMH, RMH, evolut evolutie evolut ie in de tijd<br />

% van de bevolking (18+) .<br />

2<br />

1,8<br />

1,6<br />

1,4<br />

1,2<br />

1<br />

2003 2005 2007 2009 2011<br />

arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde prov. Vlaams-Brabant<br />

arr. Leuven Vlaams Gewest<br />

Bron data: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Figuur Figuur 16 16: 16<br />

: : Aantal Aantal rechthebbenden rechthebbenden op op een een RMI RMI of of RMH RMH , , evolutie evolutie in in de de tijd<br />

tijd<br />

% van de bevolking (18+) .<br />

1,2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

2003 2005 2007 2009 2011<br />

RMI arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde RMH arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

RMI arr. Leuven RMH arr. Leuven<br />

RMI prov. Vlaams-Brabant RMH prov. Vlaams-Brabant<br />

RMI Vlaams Gewest RMH Vlaams Gewest<br />

Bron data: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Kaart Kaart 14 14: 14 : RMI RMI- RMI en RMH RMH-gerechtigden RMH<br />

gerechtigden jonger dan 65 jaar jaar (2010)<br />

% van de bevolking (18-64 jaar)<br />

1,96 - 3,45 (Brussel: 1,96 - 17,92)<br />

1,47 - 1,95<br />

1,06 - 1,46<br />

0,76 - 1,05<br />

0,44 - 0,75<br />

Vlaams-Brabant: 1,46<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

400<br />

Recht op Maatschappelijke Integratie<br />

Recht op Maatschappelijke Hulp<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: POD maatschappelijke integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Ook de cijfers naar geslacht en leeftijd zijn gelijkaardig (Figuur 17) aan die van het (equivalent)<br />

leefloon, hoewel de mannen hier nog net in de meerderheid zijn en de middelste<br />

leeftijdsgroepen (25-44 jaar) wat meer aanwezig zijn. RMH-rechthebbenden wegen hier immers<br />

wat meer door en de mannen en middelste leeftijdsgroepen zijn daar relatief belangrijker dan bij<br />

de RMI-gerechtigden.<br />

Figuur Figuur 17 17: 17<br />

: : Aantal Aantal RMI RMI- RMI en RMH RMH-gerechtigden RMH<br />

gerechtigden gerechtigden in in Vlaams Vlaams-Brabant Vlaams<br />

Brabant naar geslacht (links) en leeftijd leeftijd (rechts)<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />

Bron data: POD Maatschappelijke Integratie<br />

Vrouw<br />

Man<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010<br />

55+<br />

45-54<br />

35-44<br />

25-34<br />


32<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Een deel van de RMI- en RMH-gerechtigden kan worden tewerkgesteld. Dit aandeel stijgt sterk<br />

in de tijd, zowel in het arrondissement Leuven, het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde als in<br />

Vlaanderen (Figuur 18). Het bedraagt nu meer dan 10%. Binnen de tewerkgestelden zijn<br />

mannen licht in de meerderheid en hun aandeel stijgt. Verder is er een oververtegenwoordiging<br />

van de 35-44 en 45-54 jarigen. Er is een ondervertegenwoordiging van de jongste en oudste<br />

leeftijdsgroep. Bijna 1 op 4 is een RMH-gerechtigde en dit aandeel stijgt.<br />

Figuur Figuur 18 18: 18<br />

: : Aan Aantal Aan tal RMI RMI- RMI<br />

en RMH RMH-gerechtigden RMH<br />

gerechtigden met tewerkstelling<br />

% van de RMI- en RMH-gerechtigden .<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2003 2005 2007 2009 2011<br />

arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde prov. Vlaams-Brabant<br />

arr. Leuven Vlaams Gewest<br />

Bron data: POD Maatschappelijke Integratie<br />

2.3 2.3 De De De inkomensgarantie inkomensgarantie voor voor ouderen<br />

ouderen<br />

De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) is een minimuminkomen voor personen vanaf 65 jaar.<br />

Het wordt toegekend aan ouderen die niet voldoende pensioenrechten hebben opgebouwd en<br />

niet over voldoende andere bestaansmiddelen beschikken. Bij wie op de leeftijd van 65 jaar<br />

reeds een pensioen of een andere tegemoetkoming ontvangt of heeft aangevraagd wordt het<br />

recht op een IGO sinds 2010 automatisch onderzocht. 28<br />

De IGO is op 1 juni 2001 ingevoerd ter vervanging van het gewaarborgd inkomen voor<br />

bejaarden (GIB). Diegenen voor wie het bedrag van het GIB hoger bleek dan het IGO, blijven<br />

het GIB ontvangen. In 2011 ging het in Vlaams-Brabant nog om 14% van de begunstigden. De<br />

hier gebruikte cijfers bevatten ook de begunstigden van een GIB.<br />

Kaart 15 toont het aandeel ouderen dat recht heeft op een inkomensgarantie voor ouderen. Dit<br />

aandeel is vooral hoog in het Hageland, in Leuven, in een aantal gemeenten rond Brussel (Asse,<br />

Drogenbos, Sint-Pieters-Leeuw, Vilvoorde) en in een aantal gemeenten in het westen van de<br />

provincie (Londerzeel, Opwijk, Roosdaal). Ten zuidoosten van Brussel en Leuven zijn er lage<br />

waarden, met uitzondering van Bertem en Huldenberg. Tenslotte heeft ook Kampenhout een<br />

bovengemiddelde waarde.


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Kaart Kaart 15 15: 15 : Aandeel Aandeel van van de de 65 65-plussers 65 plussers dat dat een IGO ontvangt (01/01/2011)<br />

% van de bevolking (65+)*<br />

5,2 - 6,2 (Brussel: 5,2 - 23,7)<br />

3,4 - 5,1<br />

2,8 - 3,3<br />

2,2 - 2,7<br />

1,5 - 2,1<br />

Vlaams-Brabant: 3,3<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

* t.o.v. de bevolking op 01/01/2010<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

aantal<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

10<br />

100<br />

1.000<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Rijksdienst voor pensioenen; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

De laatste jaren is er geen sterke stijging van het aandeel 65-plussers dat beroep doet op een<br />

IGO, maar het gemiddeld uitgekeerd bedrag kent wel een stijging. Niet iedereen ontvangt<br />

immers hetzelfde bedrag. Het juiste bedrag dat wordt uitgekeerd is afhankelijk van het pensioen<br />

en de bestaansmiddelen waarover men reeds kan beschikken. De IGO is een individueel recht,<br />

maar het bedrag is mede afhankelijk van het feit of men al dan niet alleen woont. Kaart 16<br />

toont het gemiddeld bedrag per begunstigde. Dit aandeel is vooral hoog in stedelijke gebieden:<br />

het is bovengemiddeld in de ruime rand rond Brussel (behalve in het zuidoosten) en in het<br />

Leuvense. In het Hageland is het alleen in Scherpenheuvel-Zichem bovengemiddeld. De hogere<br />

waarden in stedelijke gebieden betekenen niet noodzakelijk dat de armoede er meer ouderen<br />

treft, maar wel dat de armoede er scherper is.<br />

Kaart Kaart 16 16: 16 : Gemiddeld Gemiddeld uitgekeerd uitgekeerd bedrag bedrag van van de de IGO IGO (01/01/2011)<br />

(01/01/2011)<br />

euro per begunstigde<br />

358 - 436 (Brussel: 358 - 497)<br />

318 - 357<br />

278 - 317<br />

238 - 277<br />

157 - 237<br />

Vlaams-Brabant: 317<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

aantal<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

10<br />

100<br />

1.000<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Rijksdienst voor pensioenen<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

33


34<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

2.4 2.4 Tegemoetkomingen Tegemoetkomingen voor voor personen personen met met een een handicap<br />

handicap<br />

Een integratietegemoetkoming (IT) kan worden toegekend aan iemand met een handicap of<br />

chronische ziekte bij wie een gebrek aan of een vermindering van zelfredzaamheid werd<br />

vastgesteld en die daardoor bijkomende kosten heeft om zich in het maatschappelijke leven in<br />

te passen. Een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) kan worden toegekend aan<br />

iemand die wegens een handicap of chronische ziekte niet meer dan één derde kan verdienen<br />

van wat een gezond persoon zou kunnen verdienen. Deze twee tegemoetkomingen kunnen<br />

gelijktijdig of afzonderlijk worden toegekend. De IT en de IVT kunnen aangevraagd worden<br />

vanaf de leeftijd van 21 jaar (daarvóór kan verhoogde kinderbijslag worden aangevraagd) en<br />

tot en met de leeftijd van 64 jaar. Vanaf de 65ste verjaardag kan alleen een tegemoetkoming<br />

voor hulp aan bejaarden (THAB) worden aangevraagd. Deze tegemoetkoming kan worden<br />

toegekend bij een verminderde zelfredzaamheid of gebrek aan zelfredzaamheid. Personen<br />

ouder dan 65 kunnen wel een IT en/of IVT blijven ontvangen, als het bedrag ervan hoger is dan<br />

het bedrag van de THAB. Genoemde tegemoetkomingen zijn een recht en worden niet<br />

automatisch toegekend. Er gelden inkomensvoorwaarden, verblijfsvoorwaarden (verblijf in<br />

België) en nationaliteitsvoorwaarden. 29<br />

Kaart 17 geeft het aantal personen van 21-64 jaar dat een IT en/of IVT ontvangt, per 1.000<br />

inwoners. De aanwezigheid van voorzieningen voor personen met een handicap beïnvloeden<br />

duidelijk de cijfers. Zo zien we de hoogste waarden in Bierbeek, Roosdaal, Tienen en Lennik.<br />

Algemeen zijn de hoge waarden in het oostelijke Hageland wel opvallend.<br />

Kaart Kaart 17 17: 17 : Aantal Aantal personen personen van van 21 21-64 21 64 64 jaar dat dat een IT en/of en/of IVT ontvangt (01/04/2011)<br />

(01/04/2011)<br />

per 1.000 inwoners (21-64 jaar)*<br />

18,7 - 47,3<br />

13,7 - 18,6<br />

11,2 - 13,6<br />

8,7 - 11,1<br />

6,5 - 8,6<br />

Vlaams-Brabant: 13,6<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

* t.o.v. de bevolking op 01/01/2010<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

400<br />

enkel IT<br />

enkel IVT<br />

IT en IVT<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: POD maatschappelijke integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Kaart 18 toont het aandeel personen van 65 jaar en ouder dat een IT, IVT en/of THAB ontvangt.<br />

Het aandeel is hier veel hoger dan bij de 21-64 jarigen, en bedraagt in een aantal gemeenten<br />

bijna 20%. Hoge waarden vinden we vooral in het Hageland en in het Pajottenland. Rond<br />

Brussel en in het Leuvense zijn de waarden meestal erg laag.


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Kaart Kaart 18 18: 18 : Aantal Aantal personen personen van van 65 65 jaar jaar of of meer meer dat dat een een IT, IT, IVT IVT en/of en/of THAB THAB ontvangt ontvangt (01/04/2011)<br />

(01/04/2011)<br />

per 1.000 inwoners (65+)*<br />

119,1 - 192,5<br />

94,1 - 119,0<br />

69,1 - 94,0<br />

44,1 - 69,0<br />

13,9 - 44,0<br />

Vlaams-Brabant: 69,1<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

* t.o.v. de bevolking op 01/01/2010<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

400<br />

IT of IVT<br />

IT en IVT<br />

THAB<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: POD maatschappelijke integratie; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

2.5 2.5 Verhoogde Verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering<br />

ziekteverzekering<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

De voorkeursregeling in de ziekteverzekering maakt de gezondheidszorg goedkoper (minder<br />

remgeld, lager plafondbedrag voor de maximumfactuur ...) voor bepaalde personen en<br />

gezinnen met een laag inkomen. Alle personen die een leefloon, een inkomensgarantie voor<br />

ouderen of een tegemoetkoming voor personen met een handicap ontvangen krijgen een<br />

verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. In bepaalde gevallen geldt dat ook voor<br />

de andere leden van hun gezin. De voorkeursregeling geldt echter ook voor een hele reeks<br />

andere groepen met een laag inkomen. De hier gebruikte cijfers kunnen dus worden<br />

beschouwd als een veralgemening van bovenstaande cijfers.<br />

Concreet zijn er drie categorieën van personen die recht hebben op een verhoogde<br />

tegemoetkoming in de ziekteverzekering:<br />

Een eerste eerste categorie categorie verkrijgt de voorkeursregeling op basis van hun hoedanigheid<br />

hoedanigheid. hoedanigheid Het gaat om<br />

gepensioneerden, weduwen en weduwnaars, wezen en invaliden (het vroegere WIGW-statuut),<br />

langdurig werklozen van minstens 50 jaar oud, ambtenaren die op vroegtijdig pensioen zijn<br />

gesteld wegens ziekte of gebrekkigheid, en meer in het algemeen alle personen vanaf 65 jaar<br />

die in België verblijven, naast een aantal specifieke, numeriek kleine categorieën. Dit recht geldt<br />

ook voor de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van de rechthebbende en eventuele personen ten<br />

laste. In alle genoemde gevallen is de voorkeursregeling wel aan inkomensvoorwaarden<br />

gebonden. Ze wordt ook niet automatisch toegekend, maar moet eerst worden aangevraagd.<br />

Een tweede tweede tweede categorie categorie verkrijgt de voorkeursregeling automatisch omdat zij reeds een sociaa sociaal sociaa l<br />

voordeel voordeel voordeel ontvangen: het leefloon, <strong>OCMW</strong>-steun, een gewaarborgd inkomen voor bejaarden of<br />

inkomensgarantie voor ouderen, een tegemoetkoming aan personen met een handicap of een<br />

verhoogde kinderbijslag wegens handicap. Dit recht geldt ook voor de echtgeno(o)t(e) van de<br />

rechthebbende en eventuele personen ten laste. Om dat recht uit te breiden tot de<br />

levenspartner moet de rechthebbende die partner wel kenbaar maken bij het ziekenfonds.<br />

35


36<br />

DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Een derde categorie wordt gevormd door diegenen met het OMNIO OMNIO-statuut<br />

OMNIO statuut statuut. statuut Dit statuut, dat<br />

geldt voor het hele gezin, is afhankelijk van het gezinsinkomen en is in het leven geroepen voor<br />

gezinnen met een laag inkomen die niet onder de twee genoemde categorieën van verhoogde<br />

tegemoetkoming vallen. Indien iemand in het gezin reeds recht heeft op verhoogde<br />

tegemoetkoming maar een ander lid van het gezin niet, kan de laatstgenoemde wel een<br />

aanvraag in het kader van OMNIO indienen.<br />

De cijfers die hier worden gebruikt zijn gegevens die verwerkt werden door de Studiedienst van<br />

de Vlaamse Regering (SVR). Voor Brussel zijn deze gegevens niet beschikbaar. Ze omvatten<br />

zowel de titularissen als de personen ten laste, en worden hier apart beschouwd voor personen<br />

jonger dan 65 jaar en 65-plussers. Ze werden uitgedrukt als percentage van de bevolking in de<br />

betreffende leeftijdsgroep.<br />

Er is een duidelijk verschil tussen beide leeftijdsgroepen (Kaart 19 en Kaart 20). Bij personen van<br />

0 tot 64 jaar gaat het in Vlaams-Brabant om 5,4% van de bevolking. De waarden zijn vooral<br />

hoog in stedelijke gebieden. De hoogste waarden vinden we in Drogenbos, Vilvoorde,<br />

Machelen, Leuven, Tienen en Diest. Het gebied ten westen en zuidwesten van Brussel (Wemmel,<br />

Asse, Liedekerke, Sint-Pieters-Leeuw, <strong>Halle</strong>) en het oostelijk Hageland (Aarschot,<br />

Scherpenheuvel-Zichem, Geetbets, Zoutleeuw en Landen) vertonen wel algemeen wat hogere<br />

waarden. De waarden bij de 65-plussers zijn veel hoger (25,2% van het totaal van de 65plussers<br />

in Vlaams-Brabant) en vooral het platteland vertoont hoge waarden. Dit geldt zowel<br />

voor het Hageland als voor het Pajottenland. Bovengemiddelde waarden vinden we verder<br />

alleen in het uiterste noordwesten van de provincie, in Drogenbos, Hoeilaart, Kampenhout,<br />

Bertem en Huldenberg.<br />

Kaart Kaart 19 19: 19 : Personen Personen van van 00-64<br />

0 64 64 jaar jaar met met een een verhoogde verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering (01/01/2010)<br />

(01/01/2010)<br />

% van de bevolking (0-64 jaar)<br />

7,4 - 9,6<br />

5,5 - 7,3<br />

4,2 - 5,4<br />

3,5 - 4,1<br />

2,7 - 3,4<br />

Vlaams-Brabant: 5,4<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

1.500<br />

o.b.v. hoedanigheid<br />

o.b.v. sociaal voordeel<br />

OMNIO-statuut<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw


DEEL I: <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

Kaart Kaart 20 20: 20 : Personen Personen van van 65 65 jaar jaar of of meer meer met met een een verhoogde verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering (01/01/2010)<br />

(01/01/2010)<br />

% van de bevolking (65+)<br />

36,2 - 47,4<br />

30,2 - 36,1<br />

25,2 - 30,1<br />

21,2 - 25,1<br />

8,9 - 21,1<br />

Vlaams-Brabant: 25,2<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

1.500<br />

o.b.v. hoedanigheid<br />

o.b.v. sociaal voordeel<br />

OMNIO-statuut<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Er zijn ook verschillen naar geslacht. Het aandeel vrouwen (10,5%) met een voordeeltarief in de<br />

ziekteverzekering is heel wat hoger dan het aandeel mannen (7,2%). Een van de verklaringen<br />

hiervoor is de hogere levensverwachting van vrouwen, gecombineerd met het grotere aandeel<br />

ouderen dat een voorkeursregeling geniet. 30<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Vrouwen met een voorkeursregeling zijn, mede<br />

door het genoemde leeftijdseffect, iets talrijker op het platteland dan in de steden en<br />

omgekeerd.<br />

37


38<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

DEEL DEEL II: II: Verhoogd Verhoogd Verhoogd risico risico risico op op armoede<br />

armoede<br />

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal situaties die kunnen leiden tot een verhoogd<br />

risico op armoede. Het gaat om de opleiding opleiding, opleiding om demografische demografische demografische factoren factoren, factoren om<br />

gezondheid<br />

gezondheidproblemen<br />

gezondheid<br />

gezondheidproblemen<br />

problemen en om de woonsituatie<br />

woonsituatie. woonsituatie<br />

Vaak hangen die factoren samen. Zo kan een<br />

slechte woonsituatie leiden tot een zwakke gezondheid, of kan een alleenstaande ouder minder<br />

tijd vrij maken voor opleiding. Genoemde factoren kunnen zowel oorzaak als gevolg zijn van<br />

armoede. Zoals hoger gesteld hebben kinderen die in armoede opgroeien ook meer kans om<br />

later zelf in armoede terecht te komen.<br />

Het is belangrijk te benadrukken dat alle tot hier behandelde factoren enkel een verhoogde kans<br />

op armoede inhouden. Zo is de kans dat iemand met een slechte gezondheid of een lage<br />

opleiding in de armoede belandt groter dan gemiddeld, maar dat is lang niet altijd het geval. 31<br />

3 Opleiding<br />

Opleiding<br />

Een laag opleidingsniveau leidt, via de<br />

arbeidsmarkt, tot een hoger armoederisico.<br />

Er is ook een duidelijke link tussen de<br />

opleidingsgraad van de ouders en die van<br />

hun kinderen: gemiddeld genomen zullen<br />

de kinderen van hoogopgeleide ouders een<br />

hogere scholing bereiken dan kinderen van<br />

laagopgeleide ouders.<br />

Ervaring Ervaring van van een een 17 17-jarige 17 jarige jongen jongen<br />

jongen<br />

“Ik moest naar het bijzonder onderwijs omdat ik<br />

een ‘lastige leerling’ was. Toegegeven, ik had<br />

nogal een grote mond … maar er waren<br />

leerkrachten die ik wel echt respecteerde! In het<br />

bijzonder onderwijs heb ik veel te weinig<br />

geleerd, dus nu kan ik alleen maar gaan werken<br />

in een beschutte werkplaats. En ook al wil ik niks<br />

slecht zeggen over die mensen, ik vind het echt<br />

niet tof om tussen gehandicapten te werken. Ik<br />

wil tramchauffeur worden!“<br />

Kaart 21 toont het aantal personen van 25 jaar en meer met ten hoogste een diploma lager<br />

middelbaar 32<br />

. Er zijn hoge waarden in het Hageland, in de Zennevallei en in mindere mate in het<br />

Pajottenland (met wel een erg hoge waarde voor Liedekerke) en het noordwesten van de<br />

provincie. Er zijn relatief weinig laagopgeleiden in het Leuvense, ten zuidoosten van Brussel en<br />

in andere residentiële gemeenten als Wemmel, Meise en Keerbergen. De kaart van het aandeel<br />

personen met een diploma hoger onderwijs geeft het omgekeerde beeld. De gelijkenis tussen<br />

Kaart 21 en Kaart 22, die het aantal leerlingen in het beroepssecundair onderwijs (B-stroom in<br />

de eerste graad en BSO in de 2de, 3de en 4de graad) weergeeft, is opvallend. Alleen in het<br />

westen van de provincie is dat minder het geval.


DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Kaart Kaart 21 21: 21 : Bevolking Bevolking (25+) (25+) met met hoogstens hoogstens een een diploma diploma diploma lager lager middelb middelbaar middelb middelbaar<br />

aar onderwijs onderwijs (01/10/2001)<br />

(01/10/2001)<br />

(01/10/2001)<br />

% van de bevolking (25+)<br />

50,0 - 55,8 (Brussel: 50,0 - 59,9)<br />

46,0 - 49,9<br />

42,0 - 45,9<br />

38,0 - 41,9<br />

26,2 - 37,9<br />

Vlaams-Brabant: 42,0<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Overijse<br />

Kampenhout<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

Aantal<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

1.000<br />

5.000<br />

10.000<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Kaart Kaart 22 22: 22 : Aantal Aantal leerlingen leerlingen in in de de BB-stroom<br />

B stroom en het BSO (schooljaar 2009 2009-2010)<br />

2009<br />

2010) 2010)<br />

% van het aantal leerlingen in het gewoon voltijds secundair onderwijs<br />

22,2 - 29,3<br />

18,2 - 22,1<br />

16,2 - 18,1<br />

14,2 - 16,1<br />

8,8 - 14,1<br />

Vlaams-Brabant: 18,1<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Overijse<br />

Kampenhout<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aantal<br />

400<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

B-stroom<br />

BSO<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

39


4 Demografische Demografische factoren<br />

factoren<br />

40<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Het armoederisico is hoger voor bepaalde demografische groepen dan voor anderen. Eerder<br />

onderzoek toonde al aan dat ouderen het meest kwetsbaar zijn. Voor hen is het armoederisico<br />

bijna dubbel zo groot dan gemiddeld. Mede daardoor is het armoederisico ook hoger bij<br />

eenpersoonshuishoudens en tweepersoonshuishoudens waarvan minstens één persoon ouder is<br />

dan 65. Ook voor vrouwen - die een langere levensverwachting hebben - is het armoederisico<br />

hoger, hoewel het verschil hier minder uitgesproken is. Het armoederisico bij eenoudergezinnen<br />

is bijna drie maal zo groot dan gemiddeld. 33<br />

Daarnaast is ook de bevol bevolking bevol king van van niet niet-Belgische<br />

niet Belgische<br />

origine origine bijzonder kwetsbaar en dat geldt vooral voor personen van niet-Europese origine.<br />

Natuurlijk is het niet zo dat men arm is omdat men ouder is, in een eenoudergezin leeft of een<br />

niet-Belgische origine heeft. Zoals voor laagopgeleiden verloopt de causaliteit vaak via de<br />

tewerkstelling. De toegang tot de arbeidsmarkt is moeilijker voor eenoudergezinnen en<br />

personen van niet-Belgische origine, en dus ligt gemiddeld ook hun inkomen lager.<br />

4.1 4.1 Ouderen<br />

Ouderen<br />

Het aandeel ouderen in de bevolking is vooral hoog in het Hageland en in enkele residentiële<br />

gemeenten in en rond Brussel. In het Pajottenland zijn er ook vaak bovengemiddelde waarden.<br />

De oudere leeftijdsstructuur in deze gebieden heeft niet alleen te maken met ruimtelijke<br />

verschillen in natuurlijke aangroei, maar ook en vooral met migratiepatronen. Zo trekken<br />

jongeren weg uit landelijke gebieden, maar ook jongeren uit residentiële gemeenten kunnen<br />

(tijdelijk) wegtrekken, vaak naar de steden.<br />

Kaart Kaart 23 23: 23 : Aantal Aantal 65 65-pluss 65 pluss plussers pluss ers (01/01/2010)<br />

(01/01/2010)<br />

% van de bevolking<br />

18,8 - 21,1<br />

17,8 - 18,7<br />

17,3 - 17,7<br />

16,8 - 17,2<br />

14,8 - 16,7 (Brussel: 7,7 - 16,7)<br />

Vlaams-Brabant: 17,7<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Overijse<br />

Aantal<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

100<br />

1.000<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

10.000<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

Geetbets


De inkomens van ouderen worden in<br />

belangrijke mate bepaald door de<br />

pensioenen. Hieronder brengen we de<br />

hoogte van die pensioenen 34<br />

in kaart. Figuur<br />

19 toont het pensioenbedrag voor<br />

verschillende gezinsvormen.<br />

Het ligt voor de hand dat het pensioen van<br />

een alleenstaande gemiddeld lager is dan<br />

het totale pensioenbedrag van een koppel.<br />

Bij koppels waar er, naast 1 pensioen, nog<br />

een andere inkomensbron is (uit arbeid, van<br />

een RVA-uitkering, van <strong>OCMW</strong>-steun of van<br />

een arbeidsongeschiktheidsuitkering) zijn er<br />

wat meer hoge pensioenen en wat minder<br />

lage pensioenen dan bij alleenstaanden. Bij<br />

koppels met 2 pensioenen zijn er het minst<br />

pensioenen van minder dan 1.000 euro en<br />

het meest van meer dan 2.500 euro. 35<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Figuur Figuur 19 19: 19<br />

: : Pensioenbedrag Pensioenbedrag voor voor verschillende verschillende gezinsvormen gezinsvormen (31/12/2008)<br />

(31/12/2008)<br />

100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

4,4<br />

8,0<br />

31,8<br />

52,2<br />

alleenstaanden<br />

Bron data: KSZ<br />

3,5<br />

7,0 7,6<br />

7,9 6,1<br />

13,3<br />

28,4<br />

43,3<br />

koppels met 1<br />

pensioen +<br />

ander inkomen<br />

23,6<br />

37,1<br />

25,6<br />

koppels met 1<br />

pensioen<br />

23,7<br />

15,7<br />

28,5<br />

22,1<br />

10,0<br />

koppels met 2<br />

pensioenen<br />

Ervaring Ervaring vvan<br />

v an een 65 65-jarige 65<br />

jarige jarige man man man uit uit regio regio Tienen<br />

Tienen<br />

"Ik ben sinds juli van dit jaar gepensioneerd.<br />

Voorheen stond ik al lange tijd 'op de<br />

ziekenkas’. Ze hebben me voor 66% invalide<br />

verklaard. Wat kan ik nog zeggen? Ik ben<br />

alleenstaand en heb een klein inkomen. Ik huur<br />

momenteel een private woning voor 500 € per<br />

maand. En dat is iets minder dan de helft van<br />

mijn vervangingsinkomen. Zo kon het voor mij<br />

niet verder meer. Ik heb een sociale woning<br />

aangevraagd. Nu is er mij eentje toegewezen,<br />

maar ik heb bijna 5 jaar op de wachtlijst<br />

gestaan. En elk jaar maar opnieuw hernieuwen.<br />

Ik blijf met een grote onzekerheid zitten. Kan ik<br />

wel met mijn bescheiden pensioentje de eindjes<br />

aan elkaar knopen? De huisvestingsmaatschappij<br />

heeft weinig begrip voor onze situatie. Dat is<br />

toch mijn gedacht."<br />

17,4<br />

11,9<br />

26,6<br />

28,0<br />

16,2<br />

totaal koppels<br />

met enkel<br />

pensioen(en)<br />

5,5<br />

5,9<br />

9,9<br />

29,1<br />

49,5<br />

andere<br />

gezinsvormen<br />

>=2500 euro<br />

2000-2499 euro<br />

1500-1999 euro<br />

1000-1499 euro<br />


42<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Kaart 24 en Kaart 25 tonen, respectievelijk voor alleenstaanden en voor koppels, het aantal<br />

gezinnen met een pensioenbedrag lager dan 1.500 euro. De koppels met nog andere inkomens<br />

buiten het pensioen worden hier niet beschouwd.<br />

Bij de alleenstaanden vinden we vooral op het platteland hoge waarden. Opvallend is het<br />

Hageland, maar ook het Pajottenland, Huldenberg en Hoeilaart. Het omgekeerde zien we in<br />

stedelijk gebied. Lage waarden vinden we in het Leuvense, Tienen, Landen en Diest, en in heel<br />

wat gemeenten rond Brussel. Bij de koppels zien we een gelijkaardig beeld.<br />

Herne<br />

Kaart Kaart 24 24: 24 : AAlleenstaanden<br />

A Alleenstaanden<br />

lleenstaanden met met een een pensioenbedrag pensioenbedrag lager lager dan dan 1.500 1.500 euro euro (31/12/2008)<br />

(31/12/2008)<br />

% van de alleenstaanden met een pensioen<br />

83,0 - 90,9<br />

77,0 - 82,9<br />

71,5 - 76,9<br />

66,5 - 71,4<br />

56,0 - 66,4<br />

Vlaams-Brabant: 71,4<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

aantal<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

1.000<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

< 1000 euro<br />

1000 - 1499 euro<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Kaart Kaart 25 25: 25 25:<br />

: Koppels Koppels met met een een pensioenbedrag pensioenbedrag lager lager dan dan 1.500 1.500 euro euro (31/12/2008)<br />

(31/12/2008)<br />

% van de koppels met een of twee pensioenen<br />

37,3 - 49,9 (Brussel: 37,3 - 56,4)<br />

31,3 - 37,2<br />

26,3 - 31,2<br />

22,3 - 26,2<br />

17,9 - 22,2<br />

Vlaams-Brabant: 31,2<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Overijse<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Landen<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: KSZ<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

aantal<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

500<br />

< 1000 euro<br />

1000 - 1499 euro<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Landen<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: KSZ<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw


DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Figuur 20 toont de evolutie van het aandeel pensioenen lager dan 1.500 euro, voor<br />

alleenstaanden en voor koppels. Ook hier werden koppels met nog een andere inkomensbron<br />

dan het pensioen niet beschouwd. Zowel voor de alleenstaanden als voor de koppels zien we<br />

dat het aandeel sterk daalt gedurende de laatste jaren, en zeker in 2008. Deze daling heeft niet<br />

alleen te maken met nieuwe gepensioneerden, met een hoger pensioen, maar ook met<br />

indexsprongen. Wanneer we de Vlaams-Brabantse waarden vergelijken met de Vlaamse<br />

waarden, zien we dat er in Vlaanderen relatief meer gepensioneerden zijn met een pensioen<br />

lager dan 1.500 euro. In Vlaams-Brabant zelf zijn de waarden het laagst in <strong>Halle</strong>-Vilvoorde. Tot<br />

voor kort waren de laagste waarden in Brussel te zien, maar deze voorsprong kalft af. Bij de<br />

koppels zijn er nu relatief meer pensioenen beneden de 1.500 euro in Brussel dan in Vlaams-<br />

Brabant.<br />

Figuur Figuur 20 20: 20<br />

: Aandeel Aandeel pensioenen pensioenen lager lager dan dan 1.500 1.500 euro euro voor voor alleenstaanden alleenstaanden alleenstaanden en en koppels<br />

koppels<br />

% < 1.500 euro<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

Bron data: KSZ<br />

2003 2004 2005 2006 2007 2008<br />

alleenstaanden arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde koppels arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

alleenstaanden arr. Leuven koppels arr. Leuven<br />

alleenstaanden prov. Vlaams-Brabant koppels prov. Vlaams-Brabant<br />

alleenstaanden Vlaams Gewest koppels Vlaams Gewest<br />

alleenstaanden Brussels Gewest koppels Brussels Gewest<br />

43


4.2 4.2 4.2 Eenoudergezinnen<br />

Eenoudergezinnen<br />

Kaart 26 toont het aantal<br />

eenoudergezinnen als percentage van het<br />

totaal aantal gezinnen (met of zonder<br />

kinderen) 36<br />

44<br />

. Hoge waarden zijn er rond<br />

Brussel, in het zuiden van het Hageland en<br />

in een aantal gemeenten van het<br />

Pajottenland. In een aantal gevallen worden<br />

de cijfers wel sterk beïnvloed door de<br />

gezinsstructuur in de gemeente. Zo is het<br />

aantal eenoudergezinnen in Leuven erg laag<br />

als we dat bekijken t.o.v. het totaal aantal<br />

gezinnen. Wanneer we echter zouden<br />

kijken naar het aantal eenoudergezinnen als<br />

percentage van het aantal gezinnen met<br />

kinderen, krijgen we daar wel een hoge<br />

waarde. Dit is te verklaren door het grote<br />

aantal alleenwonenden in Leuven, waarin<br />

de rol van de universiteit groot is. In Brussel<br />

is trouwens hetzelfde te zien in de<br />

omgeving van de ULB en de VUB in Elsene<br />

en Etterbeek. Omgekeerd zijn de waarden<br />

in het Pajottenland veel minder hoog als we<br />

dat zouden bekijken t.o.v. het aantal<br />

gezinnen met kinderen, omwille van het<br />

lage aantal alleenwonenden in deze<br />

gemeenten.<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Ervaring Ervaring van van een een alleenstaande alleenstaande moeder moeder moeder van van 7<br />

7<br />

kinderen kinderen kinderen uit uit de de regio regio Vilvoorde<br />

Vilvoorde<br />

"Twee van de kinderen gingen met de school op<br />

zeeklassen. Toen ik de rekening hiervoor moest<br />

betalen ben ik met het vonnis, zeggende dat de<br />

vader voor de helft moet tussenkomen in de<br />

schoolkosten en de ziektekosten, naar de school<br />

gegaan. Ik heb mijn deel betaald en de naam<br />

van de schuldbemiddelaar van de vader aan<br />

school gegeven. De vader van de kinderen heeft<br />

zijn deel niet betaald, ik moest dan betalen of de<br />

kinderen mochten niet mee. Als je voor alles<br />

alleen staat is het niet moeilijk om in de<br />

armoede te komen. Of er nu een vonnis is of<br />

niet, de alimentatie wordt maar met<br />

mondjesmaat betaald of helemaal niet. Veel<br />

zeggen dan: we zullen loonbeslag leggen. Maar<br />

dan veranderen ze van werk en je bent terug<br />

naar af. Het is gewoon een vicieuze cirkel maar<br />

ondertussen moet je zorgen dat de kinderen<br />

groot worden.”<br />

Kaart Kaart 26 26: 26 26:<br />

: Aantal Aantal eenoudergezinnen eenoudergezinnen als als percentage percentage van van het het totaal totaal aantal aantal gezinnen gezinnen (01/01/2011)<br />

(01/01/2011)<br />

% van het totaal aantal gezinnen<br />

9,8 - 13,5<br />

8,8 - 9,7<br />

8,0 - 8,7<br />

7,4 - 7,9<br />

6,6 - 7,3<br />

Vlaams-Brabant: 8,7<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Overijse<br />

Aantal<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

1.200<br />

alleenstaande moeders<br />

alleenstaande vaders<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning; BISA<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

Geetbets


DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

4.3 4.3 Bevolking Bevolking van van niet niet-Belgische niet Belgische origine<br />

origine<br />

De bevolking van niet-Belgische origine kent<br />

een hoog armoederisico. Dit geldt vooral<br />

voor personen van niet-Europese herkomst,<br />

en het meest voor personen van<br />

Maghrebijnse of Turkse herkomst. Voor<br />

mensen afkomstig van een EU-land is dit<br />

veel minder het geval, zeker in Vlaams-<br />

Brabant waar heel wat medewerkers van de<br />

EU wonen (vooral ten zuidoosten van<br />

Brussel). Wanneer personen met een Zuid-<br />

Europese herkomst niet worden<br />

meegerekend, is de werkloosheid bij<br />

mensen van EU-herkomst zelfs lager dan bij<br />

personen van Belgische origine. 37<br />

Ervaring Ervaring van van een een allochtone allochtone man man uit uit de de regio<br />

regio<br />

Tienen Tienen<br />

Tienen<br />

"Ik ben in Armenië geboren en sinds 1997 ben<br />

ik naar België gekomen. Ik heb het statuut van<br />

politiek vluchteling. In Armenië was ik<br />

gedurende 20 jaar vrachtwagenchauffeur. Via<br />

Open School heb ik de 'Vlaamse' taal<br />

aangeleerd. Naast de VDAB ben ik goed<br />

geholpen door het <strong>OCMW</strong> van Tienen. Die<br />

sociale assistent heeft me heel veel geholpen. Ik<br />

kon geen vrachtwagenchauffeur meer worden<br />

omwille van gezondheidsredenen. Ik heb het<br />

moeilijk gehad omwille van mijn huidskleur en<br />

leeftijd. Maar nu werk ik in de keuken van de<br />

Amerant. Het is een contract voor 1 jaar. Ik werk<br />

hier graag, Ik kom onder de mensen. Voor de<br />

toekomst wil ik graag in de Kringloopwinkel van<br />

Tienen werken. Het is een betere job en vooral,<br />

ik werk dan full-time. Mijn sociaal assistent wil<br />

me daarbij helpen. De patrons zeggen altijd dat<br />

ze alleen maar jonge mensen willen. Daar kan ik<br />

toch niet tegen op. Ik kom uit het Oostblok en<br />

er is grote concurrentie met de mensen uit<br />

Polen."<br />

Kaart 27 geeft aan waar de bevolking van niet-EU-origine woont. Deze bevolkingsgroep is sterk<br />

vertegenwoordigd rond Brussel, vooral ten noordoosten van de stad, in Leuven en in Diest. De<br />

gemeenten ten zuidoosten van Brussel herbergen relatief veel personen afkomstig van rijke<br />

OESO-landen (VS, Canada, Australië, Japan ...). In de andere gemeenten rond Brussel, en vooral<br />

ten noordoosten van de stad, is de Maghrebijnse herkomst belangrijk. In Diest gaat het vooral<br />

om mensen van Turkse origine. In de meeste andere gemeenten zijn andere herkomstlanden<br />

belangrijker. Ten westen van Brussel zijn Afrikaanse herkomstlanden sterk vertegenwoordigd.<br />

Ten oosten van Brussel, en heel opvallend in Leuven, is de Aziatische herkomst belangrijk.<br />

Kaart 28 herhaalt deze gegevens op het niveau van deelgemeenten. Daaruit blijkt dat er ook<br />

binnen gemeenten grote verschillen zijn. Zo komt de kanaalzone rond Brussel veel duidelijker tot<br />

uiting. Ook is het duidelijk dat de waarden in de stadscentra veel hoger liggen dan in de andere<br />

deelgemeenten van de steden.<br />

45


46<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Kaart Kaart 27 27: 27 : De De bevolking bevolking van van niet niet-Europese niet Europese origine (01/01/2011)<br />

% van de bevolking<br />

12,1 - 17,2<br />

6,2 - 12,0<br />

3,1 - 6,1<br />

1,6 - 3,0<br />

0,9 - 1,5<br />

Vlaams-Brabant: 6,1<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

3.000<br />

Maghreb-landen en Turkije<br />

Noord-Amerika, Oceanië en andere rijke OESO-landen<br />

andere landen<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Kaart Kaart 28 28: 28 : De De De bevolking bevolking van van niet niet-Europese niet Europese origine op op hhet<br />

h<br />

et niveau niveau niveau van van de de deelgemeenten deelgemeenten (01/01/2011)<br />

(01/01/2011)<br />

% van de bevolking<br />

12,1 - 23,1<br />

6,2 - 12,0<br />

3,1 - 6,1<br />

1,6 - 3,0<br />

0,0 - 1,5<br />

Vlaams-Brabant: 6,1<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Gooik<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Ternat<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Opwijk<br />

Asse<br />

Merchtem<br />

<strong>Halle</strong><br />

Dilbeek<br />

Londerzeel<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

Zemst<br />

Grimbergen Vilvoorde<br />

Linkebeek<br />

aantal<br />

Beersel Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

2.000<br />

Maghreb-landen en Turkije<br />

Noord-Amerika, Oceanië en andere rijke OESO-landen<br />

andere landen<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Kraainem<br />

Hoeilaart<br />

Wezembeek-Bertem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

Overijse<br />

Herent<br />

Huldenberg<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Tremelo<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Bierbeek<br />

Oud-Heverlee<br />

Lubbeek<br />

Aarschot<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Tielt-Winge<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Diest<br />

Kortenaken Geetbets<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VDAB; bevolking: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Landen<br />

Zoutleeuw


5 Gezondheidsproblemen<br />

Gezondheidsproblemen<br />

Personen met een zwakke gezondheid of<br />

met een handicap kennen een groter<br />

armoederisico dan gemiddeld. Ook hier<br />

speelt moeilijke toegang tot de<br />

arbeidsmarkt vaak een rol. Omgekeerd kan<br />

armoede ook leiden tot<br />

gezondheidsproblemen. Men stelt al jaren<br />

vast dat zowel het aantal gezonde jaren als<br />

de levensverwachting lager is voor armen<br />

dan gemiddeld. We kijken eerst naar de<br />

algemene algemene gezondheidstoestand gezondheidstoestand van de<br />

bevolking, en vervolgens naar de personen ersonen<br />

met met een een handicap handicap. handicap<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

5.1 5.1 Algemene Algemene gezondheidstoestand<br />

gezondheidstoestand<br />

Ervaring Ervaring van van een een gehuwde gehuwde gehuwde vrouw vrouw vrouw met met met drie drie<br />

drie<br />

kinderen kinderen kinderen uit uit de de regio regio Vilvoorde<br />

Vilvoorde<br />

"Mijn man is ziek gevallen, resultaat: veel<br />

minder inkomen. Gelukkig hadden we een<br />

sociale woning. We hadden wel drie studerende<br />

kinderen, eerst nog lagere school, dan<br />

middelbaar en dan Universiteit en Hoge School.<br />

Het inkomen bleef altijd hetzelfde. Kwam er 2%<br />

bij dan ging de huishuur omhoog en zo kwam er<br />

nooit iets bij. Dus moest ik gewoon zoveel<br />

mogelijk alles organiseren en de moed niet laten<br />

zakken, wat soms moeilijk is. We moeten altijd<br />

zien dat we geen schulden maken. Geen<br />

vakantie, niet roken of drinken, alleen het<br />

nodige kopen. Zorgen dat de kinderen konden<br />

studeren voor een goed diploma. Ik heb jaren<br />

mijn verstand op nul gezet en alles uitgespaard<br />

om de studies en de kleren voor de kinderen te<br />

kunnen betalen. Ik kan mij ontspannen door<br />

vrijwilligerswerk te doen en andere mensen in<br />

armoede te helpen. Ik spreek een troostend<br />

woord en probeer ze de weg te wijzen hoe ze<br />

met minder geld kunnen leven. Mijn spreuk is: je<br />

staat ervoor en je moet erdoor."<br />

Voor de algemene gezondheidstoestand zijn we aangewezen op de gegevens van de sociaaleconomische<br />

enquête van 2001, waarbij de gehele bevolking werd bevraagd. 21,7% van de<br />

bevolking in Vlaams-Brabant vindt zijn of haar algemene gezondheidstoestand niet goed. Van<br />

4,9% van de bevolking is de gezondheidstoestand slecht of zeer slecht. In Vlaanderen zijn de<br />

waarden wat lager, in Brussel heel wat hoger. 38<br />

Deze beoordeling is afhankelijk van de leeftijd<br />

en het geslacht. Zo rapporteren oudere mensen vanzelfsprekend vaker een minder goede<br />

gezondheid dan jongeren. Om deze impact van leeftijdsstructuur en geslachtsverdeling weg te<br />

werken werd een index berekend. 39<br />

Als deze index hoger is dan 1, wil dit zeggen dat de<br />

gerapporteerde gezondheid minder goed is in die gemeente dan in Vlaanderen als geheel, los<br />

van leeftijds- of geslachtseffecten. Als deze index lager is dan 1, is de gerapporteerde<br />

gezondheid beter dan in Vlaanderen als geheel. Kaart 29 geeft deze index weer.<br />

47


48<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Kaart Kaart 29 29: 29 29:<br />

: Subjectieve Subjectieve gezondheidstoestand gezondheidstoestand van van de de bevolking, bevolking, gecorrigeerd gecorrigeerd voor voor leeftijd leeftijd en en geslacht geslacht (01/10/2001)<br />

(01/10/2001)<br />

% niet goed (index*)<br />

1,12 - 1,37 (Brussel: 1,12 - 1,87)<br />

1,03 - 1,11<br />

0,97 - 1,02<br />

0,91 - 0,96<br />

0,80 - 0,90<br />

Vlaanderen: 1,0<br />

Vlaams-Brabant: 1,02<br />

* werkt het effect weg<br />

van een verschillende<br />

leeftijds- en geslachtsstructuur<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

aantal<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

7.500<br />

redelijk<br />

slecht<br />

zeer slecht<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

De gezondheidstoestand is duidelijk minder goed in het gehele Hageland, in de Zennevallei en<br />

in mindere mate in het Pajottenland. Ze is heel goed in de residentiële gemeenten ten<br />

zuidoosten en in mindere mate ten noordwesten van Brussel. Er is op gemeentelijk niveau dus<br />

een duidelijke overeenkomst tussen de gezondheidstoestand en het gemiddeld inkomen.<br />

5.2 5.2 Personen Personen met met een een handicap<br />

handicap<br />

Om een tegemoetkoming te ontvangen<br />

voor personen met een handicap of te<br />

genieten van bepaalde sociale en fiscale<br />

voordelen is een attest nodig van de<br />

Directie-Generaal (DG) Personen met een<br />

handicap. Kaart 30 toont het aantal<br />

personen met zulke erkenning. Ook hier zijn<br />

er lage waarden ten zuidoosten van Brussel<br />

en zijn er hoge waarden in het Hageland.<br />

Het Pajottenland vertoont hier ook hoge<br />

waarden. Zowel bij de 18-64 jarigen als bij<br />

de 65-plussers zijn deze patronen te zien. Bij<br />

de 18-64 jarigen zijn de waarden wel<br />

duidelijk hoger in gemeenten met grote<br />

voorzieningen voor personen met een<br />

handicap, zoals in Roosdaal, Bierbeek,<br />

Tienen en Diest. 40<br />

Ervaring Ervaring uit uit de de regio regio Tie Tienen Tie nen<br />

"Het leven lachte me toe. Ik was getrouwd, ik<br />

had werk en we hadden een huis gekocht. Toen<br />

sloeg het noodlot toe. Ik werd zwaar ziek. Ik<br />

kreeg fibromiogie. Dat is een tumor op het<br />

verdeelcentrum van de hersenen. Ze kwamen<br />

me halen met de ambulance van het Vlaamse<br />

Kruis. De toegang tot gezondheidszorg blijft<br />

beperkt voor arme mensen. De afstand is soms<br />

figuurlijk, soms letterlijk enorm groot. Ik kan<br />

geen medicamenten kopen, want mijn zoontje<br />

heeft schoolboeken nodig."


DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Kaart Kaart 30 30: 30 : Personen Personen met met een een erkenning erkenning door door de de DG DG Personen Personen met met een een handicap handicap (31/12/2010)<br />

(31/12/2010)<br />

% van de bevolking (18+)*<br />

6,9 - 8,8<br />

4,9 - 6,8<br />

4,4 - 4,8<br />

3,4 - 4,3<br />

2,1 - 3,3<br />

Vlaams-Brabant: 4,9<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

* t.o.v. de bevolking op 01/01/2010<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

aantal<br />

1.500<br />

18-64 jaar<br />

65+<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: DG Personen met een handicap; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Natuurlijk hebben niet alle personen met een handicap een erkenning (aangevraagd). We<br />

kunnen het totaal aantal personen met een handicap begroten door middel van de sociaaleconomische<br />

enquête 2001. Daarin werd aan iedereen gevraagd of men lijdt aan één of<br />

meerdere langdurige ziekten of handicap. Dit is het geval voor 19% van de bevolking. 14,9%<br />

van de bevolking is daardoor (af en toe of voortdurend) belemmerd in de dagelijkse bezigheden.<br />

5,3% is zelfs (af en toe of voortdurend) bedlegering vanwege deze ziekten. In Vlaanderen zijn<br />

de waarden wat hoger; in Brussel zijn ze nog hoger. 41<br />

Kaart 31 toont het aantal personen dat<br />

regelmatig belemmerd wordt in de dagelijkse bezigheden door een langdurige ziekte of<br />

handicap, opnieuw voorgesteld door een index. Deze kaart vertoont heel wat overeenkomsten<br />

met de kaart van het aantal erkenningen.<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Kaart Kaart 31 31: 31 : Aantal Aantal personen personen dat dat belemmerd belemmerd belemmerd wordt wordt in in in dde<br />

d e dagelijkse bezigheden bezigheden door door langdurige langdurige ziekte ziekte of of handicap<br />

handicap<br />

(01/10/2001)<br />

(01/10/2001)<br />

% regelmatig (index*)<br />

1,13 - 1,41 (Brussel: 1,12 - 1,47)<br />

0,97 - 1,12<br />

0,91 - 0,96<br />

0,85 - 0,90<br />

0,75 - 0,84<br />

Vlaanderen: 1,00<br />

Vlaams-Brabant: 0,96<br />

* werkt het effect weg<br />

van een verschillende<br />

leeftijds- en geslachtsstructuur<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

aantal<br />

Overijse<br />

5.000<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

af en toe<br />

voortdurend<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

49


50<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Wel is het zo dat enkele gemeenten, zoals Vilvoorde en Machelen, hier relatief hogere waarden<br />

hebben. Het lijkt er dus op dat daar heel wat personen geen erkenning hebben (aangevraagd).<br />

Het omgekeerde is dan weer het geval in het Pajottenland. Informatieverstrekking en<br />

communicatie rond sociale voordelen en uitkeringen kunnen daarbij een rol spelen.<br />

Verschillende redenen kunnen ertoe leiden dat de bevolking in bepaalde gemeenten minder<br />

goed ingelicht is over het bestaan van sociale voordelen en uitkeringen en de manier waarop<br />

deze moeten worden aangevraagd. In de rand rond Brussel zijn er bijvoorbeeld veel<br />

anderstaligen en het voorzieningenaanbod is er kleiner, zodat doorverwijzing minder efficiënt<br />

kan gebeuren.<br />

6 Woonsituatie<br />

Woonsituatie<br />

Gemiddeld genomen heeft een huurder een<br />

groter risico op armoede dan een eigenaar.<br />

Dat wil niet zeggen dat woningeigenaars<br />

geen risico lopen op armoede. Wel is het zo<br />

dat personen in armoede meestal<br />

aangewezen zijn op de huurmarkt. De<br />

huurmarkt wordt meer en meer een<br />

restcategorie voor huishoudens die geen<br />

woning meer kunnen verwerven. Het<br />

gemiddeld inkomen van huurders daalt met<br />

de jaren. 42<br />

Ervaring Ervaring uit uit de de regio regio <strong>Halle</strong><br />

<strong>Halle</strong><br />

"Ik woonde in een klein huisje (eigenlijk een<br />

krot) aan een drukke steenweg. De huisbaas<br />

beloofde me vanaf het begin dat ik erin woonde<br />

om nieuwe ramen te steken en het lekkende dak<br />

te hermaken. Tien jaar later was er nog steeds<br />

niets gebeurd. Het regende letterlijk overal<br />

binnen en de wind waaide er harder dan buiten.<br />

Resultaat: overal schimmel en geen courage<br />

meer om te kuisen en op te ruimen. Tot ik<br />

uiteindelijk in contact kwam met het <strong>OCMW</strong>. Ze<br />

lieten het huis onbewoonbaar verklaren en ik<br />

kon uiteindelijk terecht in een sociale woning. Ik<br />

leef nu in een kalme wijk. Ik moet het me wel<br />

terug gewoon maken om mijn huis in orde te<br />

houden want dat was ik na al die jaren wel<br />

verleerd, maar ik leef nu tenminste wind- en<br />

vochtvrij."<br />

Een specifiek probleem waarmee armen in Vlaams-Brabant kampen zijn de hoge hoge wwoning<br />

w woning<br />

oning- oning en<br />

huurprijzen huurprijzen. huurprijzen Dat wordt in een eerste onderdeel bekeken. Bovendien is het aanbod aan sociale<br />

woningen lager dan elders in Vlaanderen en België. Het huisvestingsaanbod wordt in een<br />

tweede onderdeel bekeken. In een derde onderdeel wordt ingegaan op de problematiek van<br />

energie energie en en water water. water De sterk stijgende prijzen hiervan zijn problematisch voor heel wat gezinnen<br />

met een laag inkomen.<br />

6.1 6.1 Hoge Hoge woning woning- woning en en huurprijzen huurprijzen<br />

huurprijzen<br />

Op Waals-Brabant na is Vlaams-Brabant de duurste Belgische provincie om te wonen, wanneer<br />

we ons baseren op de verkoopprijzen van gewone woonhuizen 43<br />

. Vooral de prijzen in het<br />

arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde zijn erg hoog (Kaart 32). Alleen in het Brussels Hoofdstedelijk<br />

Gewest zijn de prijzen nog hoger. De minst hoge prijzen vinden we in het uiterste oosten van de<br />

provincie en in mindere mate in het uiterste westen.


DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Kaart Kaart 32 32: 32 : Gemiddelde Gemiddelde verkoopprijs verkoopprijs gewone gewone woonhuizen woonhuizen (2010)<br />

(2010)<br />

in euro<br />

256.000 - 366.613 (Brussel: 256.000 - 477.145)<br />

236.000 - 255.999<br />

211.000 - 235.999<br />

181.000 - 210.999<br />

143.425 - 180.999<br />

Vlaams-Brabant: 211.000<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

aantal verkopingen<br />

Overijse<br />

250<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Bijgevolg zijn ook de huurprijzen, waar mensen in armoede vaak op aangewezen zijn, erg hoog<br />

in Vlaams-Brabant. De meest recente cijfers over de huurprijzen (2001) 44<br />

geven aan dat alleen<br />

Waals-Brabant nog duurder is. Ook bij de huurprijzen zijn de cijfers het hoogst in het<br />

arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde (Kaart 33). Deze kaart wordt wel beïnvloed door de ongelijke<br />

spreiding van verschillende woningtypes: de huurwoningen ten zuidoosten van Brussel zijn heel<br />

wat groter dan de huurwoningen in Leuven of Vilvoorde, waar het vaak om appartementen<br />

gaat. Ook de kwaliteit van de woningen is verschillend.<br />

Kaart Kaart 33 33: 33 : Gemiddelde Gemiddelde huurprijs huurprijs woningen woningen (01/10/2001)<br />

(01/10/2001)<br />

in euro<br />

516 - 709<br />

476 - 515<br />

436 - 475<br />

396 - 435<br />

334 - 395<br />

Vlaams-Brabant: 436<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

3.000<br />

< 248 euro<br />

248 - 496 euro<br />

> 496 euro<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Linter<br />

Landen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

51


52<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Hoge huurprijzen betekenen een grote hap uit het budget van lage inkomensgroepen. In het<br />

woononderzoek wordt er meestal een grens gelegd tussen 20% en 30%. Boven deze waarde<br />

wordt er gesteld dat de woonuitgaven een onredelijk deel van het inkomen in beslag nemen. 45<br />

Wanneer we een aantal vervangingsinkomens (het leefloon en de inkomensgarantie voor<br />

ouderen) vergelijken met de huurprijs van een gemiddelde woning, blijkt dat deze grens ruim<br />

overschreden wordt. Wanneer samenwonenden (met of zonder kinderen) die aangewezen zijn<br />

op een leefloon een gemiddelde woning huren, ligt het aandeel van de woonkost in hun<br />

inkomen tussen 52% en 78%. Het eerste cijfer is vermoedelijk een onderschatting en werd<br />

bepaald door de huurprijzen in 2001 te indexeren naar 2010. Het tweede cijfer is vermoedelijk<br />

een overschatting en werd bepaald door de huurprijzen in 2001 aan te passen aan de<br />

woningprijsevolutie tussen 2001 en 2010. Voor samenwonenden (met of zonder kinderen) die<br />

aangewezen zijn op een inkomensgarantie voor ouderen ligt dit aandeel tussen 42% en 63%<br />

(Tabel 2). Er zijn natuurlijk grote verschillen tussen de gemeenten. De laagste huurprijzen vinden<br />

we in Landen, de hoogste huurprijzen in Overijse (Kaart 33).<br />

Tabel Tabel 2: : Het Het aandeel aandeel van van de de huurprijs huurprijs van van een een gemiddelde gemiddelde woning woning in in het het inkomen inkomen van samen samenwonenden<br />

samen<br />

wonenden<br />

inkomen<br />

(euro)<br />

gemiddelde<br />

huur in<br />

2001<br />

(euro)<br />

gemiddelde<br />

huur 2010,<br />

geïndexeerd<br />

(euro)<br />

% van<br />

het<br />

inkomen<br />

gemiddelde huur<br />

2010, aangepast<br />

aan de woningprijsevolutie<br />

(euro)<br />

% van het<br />

inkomen<br />

Leefloon eefloon 1.007 436 516 51,2 51,2 51,2<br />

769 76, 76,3 76,<br />

IGO IGO<br />

1.246 436 516 41,4 41,4<br />

769 61,7<br />

61,7<br />

Bron data inkomens: POD Maatschappelijke integratie; Rijksdienst voor pensioenen<br />

Bron Data huurprijzen: ADSEI, FOD Economie<br />

6.2 6.2 6.2 Het Het Het huisvestingsaanbod<br />

huisvestingsaanbod<br />

De sociale huursector kan een alternatief bieden voor gezinnen met lage inkomens. Het<br />

inkomen van sociale huurders ligt inderdaad sterk beneden het gemiddelde. Het gemiddelde<br />

gezinsinkomen van sociale huurders bedraagt 16.957 euro, terwijl het gemiddeld netto<br />

belastbaar inkomen per aangifte 31.823 euro bedraagt. Dat wil zeggen dat het gemiddeld<br />

gezinsinkomen van sociale huurders slechts 53% bedraagt van het gemiddeld gezinsinkomen. 46<br />

Het aantal sociale woningen in Vlaams-Brabant is echter erg beperkt: geen enkele Vlaamse<br />

provincie kent een lager aandeel sociale huurwoningen dan Vlaams-Brabant. Vlaams-Brabant<br />

heeft slechts 3,5% sociale huurwoningen, terwijl het in Vlaanderen om 5,5% van de woningen<br />

gaat (wat ook weer lager is dan de waarden in Wallonië of Brussel 47<br />

). Deze<br />

ondervertegenwoordiging geldt zowel voor het arrondissement Leuven (3,4%) als voor het<br />

arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde (3,7%). Het aandeel sociale huurwoningen ligt wel gevoelig<br />

hoger in een aantal steden (Vilvoorde, Leuven, Landen, <strong>Halle</strong>, Diest). Daarnaast hebben enkel<br />

Wezembeek-Oppem en Sint-Pieters-Leeuw nog een waarde die boven het Vlaamse gemiddelde<br />

ligt (Kaart 34). 9 van de 13 gemeenten zonder sociale woningen liggen in Vlaams-Brabant.


Kaart Kaart 34 34: 34 : Aandeel Aandeel sociale sociale huurwoningen huurwoningen huurwoningen (31/12/2009)<br />

(31/12/2009)<br />

% van de huishoudens<br />

5,6 - 10,9 (Brussel: 5,7 - 18,1)<br />

3,6 - 5,5<br />

1,6 - 3,5<br />

0,1 - 1,5<br />

0,0<br />

Vlaams-Brabant: 3,5<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

750<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

eengezinswoningen<br />

appartementen<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VMSW; huishoudens: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning;<br />

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Bijgevolg staan er heel wat gezinnen op de wachtlijst voor een sociale huurwoning. In Vlaams-<br />

Brabant waren er op 31 december 2009 9.610 kandidaat-huurders. De gemiddelde leeftijd van<br />

de aanvragers was 46 jaar, en de meeste aanvragers zijn tussen 30 en 50 jaar. De wachttijd<br />

(gemeten op het moment van toewijzing van een woning) bedroeg met 842 dagen meer dan<br />

twee jaar. 48<br />

Er zijn echter grote verschillen van gemeente tot gemeente (Kaart 35). Het aantal<br />

kandidaat-huurders is vooral hoog in Leuven, in de industriële as rond Brussel (Vilvoorde,<br />

Machelen, Zaventem, Sint-Pieters-Leeuw, Asse) en in andere steden (Diest, Tienen, Asse).<br />

Daarnaast zijn er enkel nog bovengemiddelde waarden in Ternat en Tremelo. Dit wil overigens<br />

niet zeggen dat deze gezinnen een sociale woning in die gemeente hebben aangevraagd. Wel<br />

verblijven zij op het moment van hun aanvraag in die gemeente. Deze kaart wordt dus mee<br />

bepaald door de spreiding van het huisvestingsaanbod in de minder dure segmenten.<br />

Kaart Kaart 35 35: 35 : Aantal Aantal kandidaat kandidaat-hu<br />

kandidaat hu huurders urders van van een een sociale sociale woning, woning, naar naar woonplaats woonplaats (13/12/2009)<br />

(13/12/2009)<br />

% van de private huishoudens<br />

4,5 - 9,7<br />

2,3 - 4,4<br />

1,2 - 2,2<br />

0,7 - 1,1<br />

0,0 - 0,6<br />

Vlaams-Brabant: 2,2<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

aantal<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

1<br />

10<br />

1.000<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Linter<br />

Landen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Landen<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VMSW; huishoudens: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

53


Ervaring Ervaring van van iemand iemand uit uit de de regio regio <strong>Halle</strong><br />

<strong>Halle</strong><br />

"Ik wacht al negen jaar op een sociale woning.<br />

De huishuur op de privémarkt was in het begin<br />

nog net betaalbaar, maar uiteindelijk ben ik<br />

eraan ten onder gegaan. Mijn aanvraag was<br />

ingediend, maar ik kreeg geen antwoord.<br />

Uiteindelijk bleek dat ik die vraag moest<br />

vernieuwen, maar ik had wel andere zorgen aan<br />

mijn hoofd. De brief waarin dat stond, moet<br />

ergens tussen de stapels facturen verloren<br />

gegaan zijn. Eigenlijk kan het me allemaal niet<br />

meer schelen. Ik heb toch niets meer dat ze me<br />

kunnen afpakken."<br />

Kaart Kaart 36 36: 36 : Aantal Aantal huurwoningen huurwoningen (01/10/2001)<br />

(01/10/2001)<br />

% van het aantal woningen<br />

54<br />

29,6 - 45,0 (Brussel: 29,6 - 72,9)<br />

23,6 - 29,5<br />

17,6 - 23,5<br />

13,6 - 17,5<br />

7,1 - 13,5<br />

Vlaams-Brabant: 23,5<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

aantal<br />

3.000<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Door dit lage aandeel sociale huurwoningen<br />

zijn de meeste kandidaat-huurders<br />

aangewezen op de private huurmarkt. Ook<br />

de private huurmarkt is vooral belangrijk in<br />

stedelijke gebieden.<br />

Kaart 36 geeft het aandeel van alle<br />

huurwoningen in het totaal aantal<br />

woningen. We zien opnieuw de industriële<br />

as rond Brussel en de stad Leuven.<br />

Daarnaast hebben ook Diest, Tienen,<br />

Aarschot en zowat alle gemeenten rond<br />

Brussel een bovengemiddelde waarde.<br />

private woning<br />

sociale woning<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

In de goedkopere segmenten van de private huurmarkt laat de kwaliteit van de woningen vaak<br />

te wensen over, maar ook heel wat eigenaarswoningen bieden een beperkte kwaliteit. Er is<br />

sinds 2001 echter geen enkele indicator beschikbaar die de woningkwaliteit meet. We kunnen<br />

wel kijken naar de ouderdom van de woningen, hoewel oude woningen niet noodzakelijk<br />

samengaan met een slechte kwaliteit. Kaart 37 toont het aantal woonhuizen gebouwd voor<br />

1946. We zien hier het zuiden van de provincie (vooral zuidelijk Hageland en zuidelijk<br />

Pajottenland), de stad Leuven en de industriële as rond Brussel.


DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Kaart Kaart 37 37: 37 : Aantal Aantal woonhuizen woonhuizen gebouwd gebouwd voor voor 1946 1946 (01/01/2010)<br />

(01/01/2010)<br />

% van de woonhuizen<br />

39,7 - 61,7 (Brussel: 39,7 - 98,8)<br />

29,7 - 39,6<br />

24,7 - 29,6<br />

22,2 - 24,6<br />

11,7 - 22,1<br />

Vlaams-Brabant: 29,6<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Ervaring Ervaring van van een een alleenstaande alleenstaande vrouw vrouw zonder zonder<br />

zonder<br />

kinderen kinderen uit uit de de regio regio Tienen<br />

Tienen<br />

"Ik trek een tegemoetkoming van ‘De Zwarte-<br />

Lieve-Vrouwestraat’. Ik sta dus op de ziekenkas.<br />

Noodgedwongen heb ik moeten verhuizen van<br />

een privé-huurwoning naar een appartement<br />

van de sociale huisvestingsmaatschappij. Ik<br />

moest wel, want het was ervoor vies, vuil en<br />

ongezond. Voor mijn situatie als 'epileptieker'<br />

deed dat zeker geen goed. De huishuur was wel<br />

laag, maar wat koop je daar voor? Sommige<br />

delen van het huis waren niet verzekerd en ik<br />

droeg er wel de verantwoordelijkheid voor als er<br />

iets moest gebeuren, brand of zo… Sinds juni<br />

van dit jaar is me uiteindelijk een appartement<br />

aangeboden. Een heel opluchting voor mij. Ik zie<br />

lucht, ik zie licht en ik kom nu meer onder de<br />

mensen. Nu woon ik gerieflijk en de buren zijn<br />

vriendelijk"<br />

6.3 6.3 6.3 Energie Energie Energie en en water<br />

water<br />

aantal<br />

3.000<br />

voor 1919<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

1919-1945<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Aan de onderkant van de woningmarkt zijn<br />

er ook mensen die zich geen huurwoning<br />

meer kunnen veroorloven. Het is niet<br />

bekend hoeveel daklozen er in Vlaams-<br />

Brabant zijn. We weten wel dat in 2010 132<br />

gezinnen een installatiepremie van het<br />

<strong>OCMW</strong> kregen, waarvan 66 in Leuven. De<br />

installatiepremie is een geldsom die een<br />

gezin in staat moet stellen een woning te<br />

betrekken en in te richten. Daarmee kunnen<br />

meubels worden gekocht of aansluitingen<br />

betaald. Het doel van de premie is daklozen<br />

en personen die op een camping verblijven,<br />

aan te moedigen om zich in een woning te<br />

vestigen en zo over een officieel adres te<br />

beschikken.<br />

Terwijl de woningprijzen de laatste jaren heel sterk stegen (een woning in Vlaams-Brabant<br />

kostte in 2010 meer dan 30% meer dan in 2005); geldt dit ook voor de andere woonkosten:<br />

energie en water. Figuur 21 geeft de evolutie weer van de prijzen van elektriciteit, water, gas en<br />

vloeibare brandstoffen (stookolie) vanaf januari 2006. De waarde op deze datum werd gelijk<br />

gesteld aan 100 en de waarden in de maanden daarna werden als een percentage van dit getal<br />

uitgedrukt. We zien een opwaartse beweging van de elektriciteitsprijs en waterprijs, die ruim<br />

boven de stijging van de algemene levensduurte (gemeten door middel van het algemeen<br />

indexcijfer) uitkomt. De prijs van gas en zeker van stookolie varieert erg sterk, maar kent de<br />

laatste maanden ook een zeer sterke prijsstijging.<br />

55


56<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Figuur Figuur 21 21: 21<br />

Algemene Algemene index index en en de de index index van van aardgas, aardgas, aardgas, stookolie, stookolie, elektriciteit elektriciteit en en water.<br />

water.<br />

180<br />

160<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

01/2006 01/2007 01/2008 01/2009 01/2010 01/2011<br />

Bron data: ADSEI, FOD Economie<br />

Er bestaan echter een aantal federale sociale<br />

maatregelen die via de <strong>OCMW</strong>'s<br />

tussenkomen in de energiekosten. Het<br />

sociaal verwarmingsfonds komt gedeeltelijk<br />

tussenbeide in de betaling van de<br />

verwarmingsfactuur wanneer men zich in<br />

een moeilijke financiële situatie bevindt. In<br />

Vlaams-Brabant deden in 2010 8.359<br />

gezinnen een beroep op dit fonds 49<br />

Dat is<br />

1,9% van het totaal aantal private<br />

huishoudens.<br />

Elektriciteit<br />

Waterverbruik<br />

Gas<br />

Vloeibare brandstoffen<br />

Algemeen indexcijfer<br />

Ervaring Ervaring uit uit uit de de de regio regio <strong>Halle</strong><br />

<strong>Halle</strong><br />

"Bij ons in de blokken hebben ze een paar jaar<br />

geleden de energievoorzieningen 'vernieuwd'.<br />

Het gevolg is dat nu alle tellers in een proper<br />

lokaal staan, maar omdat dat lokaal proper zou<br />

blijven is dat steeds op slot. Wij kunnen dus zelf<br />

niet eens meer gaan controleren hoeveel we<br />

verbruiken. Ik volgde een cursus om beter met<br />

energie om te springen, maar ik kan niet weten<br />

of ik eigenlijk goed bezig ben. Als we vragen om<br />

naar de meters te kijken, kan dat niet. Na veel<br />

aandringen zeggen ze het ons wel, maar je moet<br />

achter hun veren zitten en dat pakt tijd. We zijn<br />

dus nog meer afhankelijk en of we nu willen of<br />

niet, we kunnen niets weten over ons verbruik.<br />

Mensen met een budgetmeter moeten ook<br />

gokken wanneer hun kaart zal op zijn."<br />

Het sociaal verwarmingsfonds komt echter niet tussen wanneer men verwarmt met aardgas via<br />

het distributienet. Bijgevolg is het aandeel gezinnen dat hiervan gebruik maakt erg klein in<br />

stedelijke gebieden, waar vooral met aardgas wordt verwarmd. Zij kunnen wel beroep doen op<br />

het gas- en elektriciteitsfonds. Dit fonds komt niet tussenbeide in de betaling, maar financiert<br />

wel de <strong>OCMW</strong>'s die daarmee een dienst voor schuldbemiddeling en budgetbegeleiding kunnen<br />

opzetten. Ze kunnen ook achterstallige rekeningen aanzuiveren en maatregelen nemen voor<br />

een preventief sociaal energiebeleid. In Vlaams Brabant werd in 2010 voor 7.648 gezinnen<br />

schuldbemiddeling, budgetbegeleiding of budgetbeheer voorzien. Voor 3.377 gezinnen werd<br />

een tegemoetkoming gedaan voor de aanzuivering van niet-betaalde rekeningen. Voor 1.494<br />

gezinnen werden individuele acties preventief sociaal energiebeleid uitgevoerd. 50


DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

7 Gezinnen Gezinnen met met schuldenlast<br />

schuldenlast<br />

'Nieuwe armoede' is een term die al enkele decennia gebruikt wordt om armoede aan te duiden<br />

waarvan de oorzaak ligt in economische recessie. Mensen die voorheen geen armoede kenden,<br />

worden getroffen door werkloosheid en komen zo in een armoedesituatie terecht. De laatste<br />

jaren stijgt het aantal gezinnen met schuldenlast heel sterk. Ook dat wordt vaak veroorzaakt<br />

door economische omstandigheden. Omwille van hun beperkte financiële armslag zijn mensen<br />

in armoede sterk vertegenwoordigd binnen deze groep van schuldenaren. Zij staan ook sterk<br />

onder druk van de consumptiemaatschappij, onder meer door het verlangen om via consumptie<br />

erkend te worden als volwaardig lid van de samenleving. In een eerste onderdeel wordt kort het<br />

het<br />

aantal aantal mensen mensen met met schuldenlast schuldenlast begroot. In een tweede onderdeel gaan we dieper in op<br />

betalingsproblemen betalingsproblemen voor voor elektriciteit elektriciteit en en gas gas. gas De eerder vermelde sterk stijgende prijzen voor<br />

deze producten werken betalingsproblemen immers in de hand.<br />

7.1 7.1 Het Het Het aantal aantal mensen mensen met met schuldenlast<br />

schuldenlast<br />

Het aantal mensen met schuldenlast loopt op. Begin 2007 waren er in België al 337.852<br />

kredietnemers (consumentenkredieten en hypothecaire leningen) met minstens één achterstallig<br />

krediet. Eind 2010 waren er dat al 365.374. Dit is 4,2% van de meerderjarige bevolking. In<br />

Vlaanderen is deze waarde lager (2,8%), in Wallonië en Brussel hoger (respectievelijk 5,8% en<br />

5,4%). In Vlaams-Brabant is deze waarde het laagst, met 2,5%. In het arrondissement Leuven<br />

gaat het zelfs maar om 2,2%. 51<br />

7.2 7.2 Betalingsproblemen Betalingsproblemen Betalingsproblemen voor voor elektriciteit elektriciteit en en gas<br />

gas<br />

Energieleveranciers kunnen het contract beëindigen van huishoudelijke klanten die hun<br />

energiefactuur niet meer betalen. Wanneer de klant geen nieuwe leverancier vindt, komt hij of<br />

zij automatisch terecht bij de netbeheerder van de gemeente die dan optreedt als sociale<br />

leverancier. Betaalt de klant ook hier de facturen niet, dan zal de sociale leverancier een<br />

budgetmeter plaatsen die vooraf moet worden opgeladen. In het najaar van 2009 werden de<br />

eerste budgetmeters voor aardgas geplaatst. Voordien waren enkel budgetmeters voor<br />

elektriciteit in omloop. Wanneer de klant ook de sociale leverancier niet meer betaalt, is er een<br />

minimumlevering voorzien, die echter ook niet gratis is. In een aantal gevallen zet ook de<br />

netbeheerder de levering stop.<br />

Voor het afsluiten van de energielevering moet de netbeheerder wel de toestemming krijgen<br />

van de gemeentelijke Lokale Adviescommissie (LAC). Hetzelfde geldt overigens voor het afsluiten<br />

van de watervoorziening. De LAC bestaat uit vertegenwoordigers van het <strong>OCMW</strong> en van de<br />

water- en energieleveranciers en zoekt in overleg met de achterstallige betaler naar een<br />

realistisch afbetalingsplan. Zij beslist dan bij consensus of de vraag van de distributeur terecht is<br />

en of deze dus mag overgaan tot afsluiting bij de klant. Dit kan enkel in bepaalde gevallen,<br />

bijvoorbeeld wanneer de klant weigert om een afbetalingsplan te sluiten. Ook zonder een advies<br />

van de LAC kan er worden afgesloten, maar enkel in welbepaalde situaties (bij onveiligheid,<br />

fraude, leegstand of levering zonder contract na verhuizing). De LAC komt ook samen bij een<br />

vraag van een klant voor heraansluiting.<br />

In Vlaams-Brabant waren er begin 2010 4.502 geplaatste actieve budgetmeters voor<br />

elektriciteit. Dat is 0,98% van de huishoudelijke elektriciteitsafnemers aangesloten op het<br />

distributienet. Op het einde van het jaar waren er dat al 4.949 of 1,08%. Het totale aantal<br />

budgetmeters voor elektriciteit (actief en niet actief) ligt bijna dubbel zo hoog (9.190 of 2,00%).<br />

57


58<br />

DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

Het aandeel actieve budgetmeters is vooral hoog in de Zennevallei van <strong>Halle</strong> tot Vilvoorde, in de<br />

noordwestelijke rand van Brussel, in Liedekerke en in Tienen (Kaart 38). Ook de gemeenten<br />

Bever, Aarschot, Diest en Hoegaarden hebben bovengemiddelde waarden. Erg lage waarden<br />

vinden we vooral in het centrale deel van het Hageland en in het Pajottenland. De cijfers in<br />

Vlaanderen liggen heel wat hoger. Begin 2010 had 1,41% van de huishoudelijke<br />

elektriciteitsafnemers er een actieve budgetmeter. Op het einde van het jaar was dat al 1,55%.<br />

3,01% van de gezinnen heeft er een actieve of niet-actieve budgetmeter.<br />

Kaart Kaart 38 38: 38 38:<br />

: Het Het aantal aantal geplaatste geplaatste actieve actieve budgetmeters budgetmeters voor voor elektriciteit elektriciteit per per 1.000 1.000 gezinnen gezinnen (31/12/2010)<br />

(31/12/2010)<br />

per 1.000 gezinnen<br />

17,1 - 25,0<br />

11,1 - 17,0<br />

8,1 - 11,0<br />

5,1 - 8,0<br />

0,0 - 5,0<br />

Vlaams-Brabant: 11,0<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

De Vlaams-Brabantse Lokale<br />

Adviescommissies (LAC's) behandelden in<br />

2010 3.602 dossiers. Er werden 214<br />

huishoudelijke afnemers afgesloten<br />

(exclusief afsluitingen ingevolge verhuis) na<br />

een advies van het LAC, voornamelijk<br />

omwille van weigering of niet-naleving van<br />

een afbetalingsplan. 189 afsluitingen<br />

(exclusief afsluitingen ingevolge verhuis)<br />

gebeurden zonder advies van het LAC,<br />

voornamelijk omwille van leegstand. Begin<br />

2010 waren er 250 huishoudelijke afnemers<br />

afgesloten van elektriciteit. Op het einde<br />

van het jaar waren er dat 317. Ook hier<br />

liggen de cijfers heel wat hoger in<br />

Vlaanderen als geheel.<br />

aantal<br />

10<br />

50<br />

100<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: VREG; gezinnen: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Ervaring Ervaring van van een een een alleenstaande alleenstaande vrouw vrouw uit uit de de<br />

de<br />

regio regio regio Leuven Leuven<br />

Leuven<br />

“Ik ben ooit afgesloten van energie. Op het<br />

begin durfde ik hier met niemand over praten of<br />

iemand om hulp vragen. Ik schaamde mij dat het<br />

mij moest overkomen en dacht dat ik met mijn<br />

probleem alleen stond. Op het ogenblik van de<br />

afsluiting woonden mijn kinderen nog thuis.<br />

Vooral voor hen vond ik het erg. Zij konden er<br />

immers niets aan doen en ik had schrik dat ze<br />

van mij weggenomen zouden worden.<br />

Uiteindelijk heb ik al mijn moed bijeen geraapt<br />

en ben ik toch hulp gaan zoeken. Alle<br />

energieproblemen zijn nu van de baan. Intussen<br />

heb ik ook geleerd dat ik niet de enige ben die<br />

in de problemen is geraakt.”


DEEL II: Verhoogd risico op armoede<br />

In Vlaams-Brabant waren er begin 2010 587 geplaatste actieve budgetmeters voor aardgas. Dat<br />

is 0,21% van de huishoudelijke afnemers aangesloten op het distributienet. Op het einde van<br />

het jaar waren er dat al 2.132 of 0,77%. De sterke stijging heeft te maken met het feit dat<br />

budgetmeters voor aardgas nog maar geplaatst worden sinds het najaar van 2009. Het totale<br />

aantal budgetmeters voor aardgas (actief en niet actief) ligt dan ook niet zo veel hoger (2.486 of<br />

0,90%) dan het aantal actieve budgetmeters. Ook hier liggen de cijfers hoger in Vlaanderen.<br />

De spreiding is gelijkaardig aan die van de budgetmeters voor elektriciteit, alleen hebben de<br />

gemeenten Aarschot, Diest en Bever hier geen bovengemiddelde waarden. Deze cijfers moeten<br />

wel met omzichtigheid worden geïnterpreteerd. Zowat alle gezinnen zijn aangesloten op het<br />

distributienet voor elektriciteit, maar dit geldt niet voor aardgas. Er zijn 457.569 huishoudelijke<br />

afnemers van elektriciteit via het distributienet, maar voor aardgas is dat slechts 275.741. Het<br />

aantal afnemers is relatief hoger in de rand rond Brussel, in het Leuvense en in Tienen.<br />

59


60<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

DEEL DEEL III: III: <strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong> bij bij gezinnen gezinnen met met kinderen kinderen<br />

kinderen<br />

Kinderarmoede is bijzonder ernstig omdat het niet alleen het welzijn van de kinderen in gevaar<br />

brengt, maar ook hun toekomst. Kinderen die in armoede leven hebben immers een veel hoger<br />

risico om later ook in armoede te belanden. Het is alarmerend dat de armoede onder kinderen<br />

in België hoger is dan de armoede onder de totale bevolking: 16,6% van de 0-17 jarigen leeft<br />

onder de armoedegrens, terwijl dit voor de totale bevolking 14,7% bedraagt. 52<br />

Bij de jongste<br />

leeftijdsgroep, de 0-6 jarigen leeft 16,5% onder de armoedegrens. Voor de 13-17 jarigen is het<br />

zelfs nog hoger (19,5%). Alleen de 65-plussers kennen nog een groter aandeel armen. Er zijn<br />

ook grote ruimtelijke verschillen. In Vlaanderen is het risico voor kinderen veel lager (8,3%), in<br />

Brussel is het veel hoger (31,1%).<br />

In een eerste deel gaan we na hoeveel kinderen opgroeien in een gezin zonder werk. De<br />

overgrote meerderheid van kinderen die opgroeien in een gezin zonder werk zijn immers arm<br />

(82,1%). Daarbij mag echter niet vergeten worden dat nog steeds 60% van de kinderen in<br />

armoede in een gezin wonen waar wel wordt gewerkt, deeltijds of voltijds, door één of twee<br />

ouders. In een tweede deel wordt nagegaan hoeveel kinderen een voorkeursregeling in de<br />

ziekteverzekering hebben omwille van een laag gezinsinkomen. Daar gaat het dus om een<br />

indicator die breder is dan alleen de werksituatie van de ouders. 53<br />

In een derde derde deel worden de<br />

'Gelijke Onderwijskansen'- of 'GOK'-indicatoren van de leerlingen in het basisonderwijs en<br />

secundair onderwijs geanalyseerd. Een van die indicatoren meet het gezinsinkomen, maar<br />

bijvoorbeeld ook de opleiding van de ouders wordt bevraagd. Dat laatste houdt wel een<br />

verhoogd risico op armoede in, maar betekent niet noodzakelijk dat het gezin ook arm is. In een<br />

vierde vierde deel deel wordt het aantal geboorten in kansarme gezinnen bekeken. Hier speelt het<br />

samenspel van niet alleen de werksituatie, het inkomen en de opleiding van de ouders, maar<br />

ook van de huisvestingssituatie, de opvoedingssituatie en de gezondheidssituatie. In de<br />

volgende twee onderdelen ligt de focus minder op armoede-indicatoren, maar verschuiven we<br />

de focus naar een aantal risicofactoren voor armoede. In het vijfde deel gaan we in op leerlingen<br />

met risicoschoolloopbanen, die kunnen leiden tot vroegtijdige schooluitval. In een zesde zesde zesde deel<br />

deel<br />

hernemen we één van de demografische risicofactoren, de gezinssituatie, vanuit het perspectief<br />

van het kind. We kijken niet naar het aantal eenoudergezinnen ten opzichte van het totaal<br />

aantal gezinnen, maar we kijken naar het aantal kinderen dat opgroeit in een eenoudergezin<br />

ten opzichte van het totaal aantal kinderen.<br />

Ervaring Ervaring uit uit de de regio regio Buizingen<br />

Buizingen<br />

"Mijn ouders scheidden toen ik vijf jaar was. Vader verdween met de noorderzon. Moeder geraakte in<br />

een depressie. De alimentatie kwam erg onregelmatig zodat het vaak de eindjes aan elkaar knopen was.<br />

Al snel leerde ik met heel weinig tevreden zijn: voeding en kleding was een voortdurende zorg, uitstapjes,<br />

film, vakantie kwam niet aan de orde. Moeder had ook een hele grote fierheid waardoor ze moeilijk om<br />

hulp kon vragen. Daarbij speelde voortdurend de zorg om moeder, en haar zoektocht om rond te komen,<br />

haar ziekte,… bezorgden me vele slapeloze nachten. Dankzij begrip vanuit de school, studietoelagen kon<br />

ik de school afmaken. Ik hou er een dubbel gevoel aan over: enerzijds dankbaarheid voor de steun die we<br />

kregen en anderzijds spijt om de vele gemiste kansen door gebrek aan vertrouwen en angst om in het<br />

leven te durven staan."


DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

8 Kinderen Kinderen in in gezinnen gezinnen zonder zonder werk<br />

werk<br />

Het aandeel minderjarigen dat opgroeit in een gezin zonder inkomen uit arbeid of pensioen<br />

bedraagt in Vlaams-Brabant 7,0%, terwijl het in Vlaanderen om 7,5% gaat. Wanneer we naar<br />

de gezinnen kijken, liggen de waarden iets lager. Het aandeel gezinnen met minderjarige<br />

kinderen zonder inkomen uit arbeid of pensioen bedraagt in Vlaams-Brabant 6,6% en in<br />

Vlaanderen 7,0%.<br />

Deze cijfers daalden met de sterke economische conjunctuur in het midden van de jaren 2000,<br />

maar gaan sinds eind 2008 terug in stijgende lijn. Vooral eenoudergezinnen met minderjarige<br />

kinderen hebben geen inkomen uit arbeid of pensioen. Daar gaat het om 20,5%, terwijl het bij<br />

koppels met minderjarige kinderen slechts om 3,9% gaat.<br />

De waarden zouden in Vlaams-Brabant nog heel wat lager liggen moesten de gezinnen van<br />

werknemers van internationale organisaties, die in Vlaams-Brabant relatief talrijk zijn, niet<br />

worden meegeteld. De hier gebruikte cijfers zijn afkomstig van de Kruispuntbank van de Sociale<br />

Zekerheid (KSZ), die deze gezinnen registreert als gezinnen zonder inkomen uit arbeid, omdat zij<br />

niet verbonden zijn met de Belgische sociale zekerheid. Dit is heel duidelijk te zien op Kaart 39,<br />

waar de hoogste waarden ten zuiden en oosten van Brussel liggen. Daarom werden op deze<br />

kaart de gemeenten aangeduid waar een belangrijke aanwezigheid is van internationale<br />

werknemers. 54<br />

Wanneer we naar de andere gemeenten kijken, waar dit effect niet of minder<br />

speelt, zien we hoge waarden in de Zennevallei (Drogenbos, Vilvoorde, Machelen) en Leuven.<br />

Ook Tienen, Asse, Wemmel en Sint-Pieters-Leeuw hebben nog bovengemiddelde waarden.<br />

Verder zijn er nog iets meer uitgesproken waarden rond Brussel, in de steden in het Hageland<br />

en in enkele verspreide gemeenten (Liedekerke, Bever, Geetbets). Lage waarden zijn er in het<br />

Pajottenland, in het noorden van de provincie en ten zuiden en ten oosten van Leuven, tot aan<br />

de provinciegrens. Het gaat dus vooral om een stedelijk fenomeen.<br />

Kaart Kaart 39 39: 39 : Gezinnen Gezinnen met met minderjarige minderjarige kinderen kinderen zzonder<br />

z zonder<br />

onder inkomen inkomen uit arbeid of pensioen (31/12/2008)<br />

% van de gezinnen met minderjarige kinderen<br />

8,1 - 26,0<br />

6,7 - 8,0<br />

4,2 - 6,6<br />

2,8 - 4,1<br />

1,0 - 2,7<br />

Vlaams-Brabant: 6,6<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

(Brussel: 8,5 - 35,0)<br />

belangrijke aanwezigheid<br />

internationale werknemers<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

aantal<br />

300<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

alleenstaande ouders<br />

koppels<br />

Overijse<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Landen<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: KSZ<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

61


62<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

9 Kinderen Kinderen met met een een voorkeursregeling voorkeursregeling voorkeursregeling in in de<br />

de<br />

ziekteverzekering<br />

ziekteverzekering<br />

ziekteverzekering<br />

Figuur 22 geeft het aandeel van de bevolking dat gebruik maakt van de voorkeursregeling in de<br />

ziekteverzekering omwille van een laag inkomen (voor een omstandige definitie van de<br />

voorkeursregeling, zie p. 35) voor de verschillende leeftijdsgroepen. Het is duidelijk dat de<br />

waarden vooral hoog zijn bij de ouderen. 55<br />

Voor de leeftijdsgroepen onder de 50 jaar zijn het<br />

echter vooral de kinderen die terugvallen op de voorkeursregeling. De percentages stijgen<br />

naarmate de leeftijd vordert, tot een maximum bij de leeftijdsgroep van 15-19 jaar. Ook hier zijn<br />

de waarden in Vlaanderen beduidend hoger dan in Vlaams-Brabant. In het arrondissement<br />

Leuven zijn ze wat hoger voor de oudere kinderen. In het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde zijn ze<br />

wat hoger voor de jongere kinderen.<br />

De evolutie over de laatste drie jaar wijst naar een verjonging van de groep die een<br />

voorkeursregeling in de ziekteverzekering krijgt. Beneden de 45 jaar zien we een stijging van het<br />

aandeel. Hoe jonger de leeftijdsgroep, hoe sterker die stijging. Vanaf 45 jaar zien we een daling<br />

van het aandeel, dat sterker wordt naarmate de leeftijd toeneemt. Zo kennen de 0-4 jarigen een<br />

stijging van 3,7% naar 4,7%, terwijl de 75-plussers een daling kennen van 37,2% naar 33,6%.<br />

Figuur Figuur 22 22: 22<br />

: Percentage Percentage van van de de bevolking bevolking met met een een voorkeursregeling voorkeursregeling in in de de ziekteverzekering, ziekteverzekering, naar naar leefti leeftijd leefti jd<br />

% voorkeursregeling<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 +<br />

leeftijdsgroep<br />

Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Vlaams Gewest<br />

prov. Vlaams-Brabant<br />

arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

arr. Leuven<br />

Het OMNIO-statuut is in het leven geroepen voor gezinnen met een laag inkomen die niet onder<br />

de twee andere categorieën van verhoogde tegemoetkoming vallen (voor een omstandige<br />

definitie van de voorkeursregeling, zie p. 35). Het zijn vooral gezinnen met jonge kinderen die<br />

van dit statuut genieten. Dit is duidelijk te zien op Figuur 23, die het relatief belang van de drie<br />

genoemde regelingen in beeld brengt voor de verschillende leeftijdsgroepen.


DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Figuur Figuur 23 23: 23<br />

Manieren anieren waarop de voorkeursregeling in in de ziekteverzekering wordt verkregen, naar naar leeftijd<br />

percentage<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75+<br />

Bron data: KSZ, bewerking SVR<br />

leeftijdsgroep<br />

o.b.v. hoedanigheid<br />

o.b.v. sociaal voordeel<br />

OMNIO-statuut<br />

Kaart 40 en Kaart 41 tonen, voor de twee jongste en voor de twee oudste leeftijdsgroepen, het<br />

percentage van de kinderen dat geniet van de voorkeursregeling. Bij de 0-9 jarigen zijn de<br />

waarden vooral hoog in de Zennevallei, in de gemeenten ten noordwesten van Brussel, in<br />

Leuven, Liedekerke, Diest, Tienen, Zoutleeuw en Landen. De hoogste waarden zijn er in Leuven,<br />

Vilvoorde, Machelen en Asse. Het gaat dus vooral om een stedelijk fenomeen. Met uitzondering<br />

van de gemeenten ten zuidoosten van Brussel, vertoont heel de ruime rand rond Brussel<br />

trouwens waarden die rond of boven het gemiddelde liggen. Dit geldt echter ook voor een<br />

aantal meer landelijke gemeenten in het Hageland.<br />

Bij de 10-19 jarigen zien we een gelijkaardig beeld, maar is het Hageland relatief belangrijker,<br />

en het Pajottenland vertoont daar ook minder lage waarden.<br />

63


64<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Kaart Kaart 40 40: 40 : Personen Personen van van 00-9<br />

0 9 jaar jaar met met een een een verhoogde verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering (01/01/2010)<br />

(01/01/2010)<br />

% van de 0-9 jarigen<br />

8,2 - 11,3<br />

5,2 - 8,1<br />

3,2 - 5,1<br />

2,2 - 3,1<br />

1,4 - 2,1<br />

Vlaams-Brabant: 5,1<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

300<br />

o.b.v. hoedanigheid<br />

o.b.v. sociaal voordeel<br />

OMNIO-statuut<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Kaart Kaart 41 41: 41 Personen Personen Personen van van 10 10-19 10 19 19 jaar jaar met met een een verhoogde verhoogde verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering (01/01/2010)<br />

(01/01/2010)<br />

% van de 10-19 jarigen<br />

9,6 - 12,9<br />

6,6 - 9,5<br />

4,6 - 6,5<br />

3,6 - 4,5<br />

2,3 - 3,5<br />

Vlaams-Brabant: 6,5<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

aantal<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

300<br />

o.b.v. hoedanigheid<br />

o.b.v. sociaal voordeel<br />

OMNIO-statuut<br />

Boortmeerbeek<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Linter<br />

Landen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: KSZ, bewerking SVR; bevolking: ADSEI, FOD Economie<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

10 10 Kinderen Kinderen geboren geboren in in kansarme gezinnen<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Kinderen die geboren worden in een kansarm gezin, krijgen niet altijd de kans om zich op een<br />

gelijkwaardige manier te ontplooien en te ontwikkelen. Ze lopen een verhoogd risico om ook als<br />

volwassene in een kwetsbare situatie terecht te komen.


10.1 10.1 Kansarmoedecriteria<br />

Kansarmoedecriteria<br />

Kansarmoedecriteria<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Aan de hand van zes criteria bepalen de regioteamleden van Kind en Gezin of een gezin<br />

waarmee zij in contact komen, al dan niet in kansarmoede leeft. In principe spreekt Kind en<br />

Gezin van een kansarm gezin als het aan minstens drie van de zes criteria voldoet. De<br />

regioteamleden kunnen echter beslissen om ook wanneer het gezin aan minder criteria voldoet,<br />

het toch als kansarm te beschouwen. Bovendien dient opgemerkt te worden dat niet voor alle<br />

criteria er een objectieve en absolute grens is. De zes criteria zijn:<br />

• Beschikbaar maandinkomen<br />

• Opleiding van de ouders<br />

• Arbeidssituatie van de ouders<br />

• Laag stimulatieniveau<br />

• Huisvesting<br />

• Gezondheid<br />

Onderstaande kaart toont hoeveel gezinnen er per gemeente aan de verschillende criteria<br />

voldoen. Het gaat hier om het gemiddeld aantal gezinnen in de jaren 2006 en 2007.<br />

Gemeenten met minder dan zeven geboorten in kansarme gezinnen, worden omwille van de<br />

leesbaarheid niet opgenomen op de kaart.<br />

In Leuven, Tienen en Vilvoorde, de gemeenten met het grootste aandeel geboorten in kansarme<br />

gezinnen bevinden gezinnen zich vooral in een meer kwetsbare situatie door hun lage inkomen,<br />

hun arbeidssituatie en hun opleidingsniveau. In Zaventem, ook een gemeente met een eerder<br />

hoog aandeel van geboorten in kansarme gezinnen, zijn er minder gezinnen met een laag<br />

opleidingsniveau, maar de huisvestingssituatie zorgt er wel vaker voor een verhoogd risico op<br />

kwetsbaarheid.<br />

Kaart Kaart 42 42: 42 42:<br />

: Criteria Criteria van van kansarme kansarme geboorten: geboorten: gemiddeld gemiddeld aantal aantal gezinnen gezinnen per per jaar jaar (2006-2007)<br />

(2006<br />

2007)<br />

gemiddeld aantal<br />

47<br />

Bever<br />

Inkomen<br />

Arbeidssituatie<br />

Opleidingsniveau<br />

Huisvesting<br />

Stimulatieniveau<br />

Gezondheid<br />

Galmaarden<br />

Liedekerke<br />

Herne<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Asse<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Wemmel<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Oppem<br />

Kraainem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Overijse<br />

Bertem<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Leuven<br />

Tervuren<br />

Oud-<br />

Huldenberg Heverlee<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Rotselaar<br />

Holsbeek<br />

Bierbeek<br />

Lubbeek<br />

Aarschot<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Tielt-<br />

Winge Kortenaken<br />

Geetbets<br />

Glabbeek<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Kind en Gezin<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

65


66<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

10.2 10.2 Geboorten Geboorten in in kansarme kansarme gezinnen<br />

gezinnen<br />

Op Kaart 43 kan u terugvinden welk aandeel van de kinderen geboren in 2006 tot 2008,<br />

geboren werd in een kansarm gezin. We maken hierbij gebruik van een driejarig gemiddelde<br />

omdat, door het kleine aantal in sommige gemeenten, er soms erg grote schommelingen zijn<br />

tussen de jaren. Vooral in Leuven en Tienen wordt een groot deel van de kinderen geboren in<br />

een kansarm gezin. Ook in de regio Vilvoorde-Zaventem, in Asse en in verschillende gemeenten<br />

in Noord- en Zuid-Hageland worden er meer kinderen dan gemiddeld in Vlaams-Brabant<br />

geboren in een kansarm gezin.<br />

Kaart Kaart 43 43: 43 : GGeboorten<br />

G eboorten in in in kansarme kansarme gezinnen gezinnen (2006 (2006-2008)<br />

(2006 2008)<br />

% van totaal aantal geboorten<br />

Bever<br />

7,2 - 11,0<br />

4,2 - 7,1<br />

3,2 - 4,1<br />

1,7 - 3,1<br />

0,0 - 1,6<br />

Vlaams-Brabant: 4,1<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

gemiddeld aantal per jaar<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

60<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: SVR, via lokale statistieken<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Vervolgens kunnen we ook kijken naar de evolutie van het aantal geboorten in kansarme<br />

gezinnen. In Figuur 24 is duidelijk te zien dat het aandeel van de geboorten in kansarme<br />

gezinnen in de twee arrondissementen onder het aandeel in het Vlaamse gewest ligt. Toch zien<br />

we ook in Vlaams-Brabant een duidelijke stijging en zien we na een groeiende kloof met<br />

Vlaanderen in de periode 2001-2005 opnieuw een 'inhaalbeweging'. Hoewel vanaf 2005 het<br />

aantal geboorten in kansarme gezinnen stijgt in heel Vlaanderen, is deze stijging in Vlaams-<br />

Brabant veel groter.


DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Figuur Figuur 24 24: 24<br />

: : Evolutie Evolutie van van van de de geboorten geboorten in in kansarme kansarme gezinnen<br />

gezinnen<br />

% geboorten in een kansarm gezin<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009<br />

Bron data: SVR, via lokale statistieken<br />

11 11 De De GOK GOK-indicatoren<br />

GOK<br />

indicatoren indicatoren<br />

arr. <strong>Halle</strong>-Vilvoorde prov. Vlaams-Brabant<br />

arr. Leuven Vlaams Gew est<br />

Scholen die erkend zijn door de Vlaamse Gemeenschap verzamelen jaarlijks de 'Gelijke<br />

Onderwijskansen'- of 'GOK'-indicatoren. Het gaat om vijf indicatoren die de thuissituatie<br />

weergeven van de leerlingen. Daarbij wordt gepeild naar het gezinsinkomen, naar de opleiding<br />

van de moeder, naar het al dan niet inwonen bij de ouders, naar het al dan niet behoren tot de<br />

trekkende bevolking, en naar de taal die in het gezin wordt gesproken.<br />

Wanneer één of meer van die indicatoren van toepassing is op een leerling gaat het om een<br />

zogenaamde indicator-leerling. Het aantal indicator-leerlingen is van belang bij de<br />

voorrangsregeling bij inschrijvingen. Wanneer één of meer van die indicatoren van toepassing is<br />

op een leerling, zonder rekening te houden met de thuistaal, gaat het om een zogenaamde<br />

GOK-leerling. Het aantal GOK-leerlingen is van belang voor extra ondersteuning van de scholen.<br />

Concreet gaat het om de volgende vijf indicatoren:<br />

• Het gezin ontving in het schooljaar, voorafgaand aan het schooljaar waarop de<br />

inschrijving van het kind betrekking heeft, minstens één schooltoelage;<br />

• De moeder is niet in het bezit van een diploma van het secundair onderwijs, een<br />

studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het<br />

beroepssecundair onderwijs of van een daarmee gelijkwaardig studiebewijs;<br />

• De leerling is tijdelijk of permanent buiten het eigen gezinsverband opgenomen<br />

door een gezin of persoon, een voorziening of een sociale dienst;<br />

• De ouders behoren tot de trekkende bevolking (binnenschippers, kermis- of<br />

circusexploitanten, woonwagenbewoners);<br />

67


68<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

• De taal die de leerling in het gezin spreekt - dit is de taal die de leerling spreekt met<br />

moeder, vader, broers of zussen - is niet het Nederlands. Die taal is niet het<br />

Nederlands indien de leerling in het gezin met niemand of in een gezin met drie<br />

gezinsleden (de leerling niet meegerekend) met maximaal één gezinslid het<br />

Nederlands spreekt. Broers en zussen worden als één gezinslid beschouwd.<br />

De eerste vier indicatoren worden hieronder in kaart gebracht, zowel voor het basisonderwijs<br />

(kleuter- en lagere school) als voor het secundair onderwijs. Zij geven een goed beeld van de<br />

sociaal-economische situatie van de gezinnen met kinderen in Vlaams-Brabant. De indicator die<br />

de thuistaal meet wordt hier niet gebruikt. Die geeft immers een heel ander beeld en heeft geen<br />

directe relatie met (kans)armoede. 56<br />

Deze indicatoren worden gekarteerd volgens de woonplaats van de leerlingen en niet volgens<br />

de plaats van de school. In het secundair onderwijs zijn de verschillen tussen beiden<br />

vanzelfsprekend erg groot, gezien 31 van de 65 Vlaams-Brabantse gemeenten geen secundaire<br />

school hebben.<br />

11.1 11.1 Aantal Aantal leerlingen leerlingen met met een een schooltoelage<br />

schooltoelage<br />

Kaart 44 geeft, voor het basisonderwijs, het aandeel leerlingen dat een schooltoelage krijgt. Het<br />

krijgen van een schooltoelage is afhankelijk van het gezinsinkomen en is dus rechtstreeks<br />

verbonden met de armoedeproblematiek. 57<br />

Gemiddeld krijgt 15% van de leerlingen in het<br />

basisonderwijs een schooltoelage. De waarden zijn vooral hoog in de (vroegere) industriële as<br />

langs het kanaal Charleroi - Brussel - Schelde dat de Zenne volgt van <strong>Halle</strong> tot Vilvoorde. Ook in<br />

het oostelijk Hageland zijn er een aantal hoge waarden. Verder zijn er nog bovengemiddelde<br />

waarden in enkele gemeenten ten westen van Brussel (Asse, Affligem en Liedekerke) en in<br />

Leuven. De laagste waarden worden opgetekend in de residentiële zone ten zuidoosten van<br />

Brussel en ten zuiden van Leuven, en in een aantal andere residentiële gemeenten als<br />

Keerbergen en Meise.<br />

Kaart Kaart 44 44: 44 44:<br />

: Aantal Aantal leerlingen leerlingen met met een een schooltoelage schooltoelage in in het het basisonderwijs basisonderwijs (01/02/2010)<br />

(01/02/2010)<br />

% van de leerlingen in het basisonderwijs<br />

19,9 - 34,0 (Brussel: 19,9 -53,3)<br />

14,9 - 19,8<br />

11,9 - 14,8<br />

8,9 - 11,8<br />

4,8 - 8,8<br />

Vlaams-Brabant: 14,8<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

aantal<br />

10<br />

100<br />

Overijse<br />

1.000<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw


DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Kaart 45 geeft de waarden voor het secundair onderwijs. De cijfers liggen beduidend hoger<br />

(18,2%) dan bij het basisonderwijs. Mogelijk heeft dit te maken met het groter aantal kinderen<br />

per gezin (de gezinsvorming is op deze leeftijd vaak ten einde). De inkomensgrenzen die worden<br />

gebruikt voor het toekennen van de schooltoelage zijn immers mee afhankelijk van het aantal<br />

kinderen ten laste Ook het groter aantal eenoudergezinnen kan een rol spelen (het aantal<br />

scheidingen neemt toe met de tijd). In zulke nieuwe eenoudergezinnen valt er immers vaak een<br />

inkomen weg. 58<br />

We zien in grote lijnen hetzelfde beeld, maar het Hageland kent relatief hogere<br />

waarden en ook in het Pajottenland vinden we hier en daar bovengemiddelde waarden.<br />

Kaart Kaart 45 45: 45 : Aantal Aantal leerlingen leerlingen met met een een schooltoelage schooltoelage in in het het secundair secundair onderwijs onderwijs (01/02/2010)<br />

(01/02/2010)<br />

% van de leerlingen in het secundair onderwijs<br />

23,3 - 33,9 (Brussel: 23,3 - 54,8)<br />

18,3 - 23,2<br />

15,3 - 18,2<br />

12,3 - 15,2<br />

7,1 - 12,2<br />

Vlaams-Brabant: 18,2<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

aantal<br />

1<br />

10<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

1.000<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

11.2 11.2 Aantal Aantal leerlingen leerlingen waarvan waarvan dde<br />

d e moeder moeder geen geen diploma diploma<br />

diploma<br />

secundair secundair onderwijs onderwijs heeft heeft<br />

heeft<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Kaart 46 en Kaart 47 geven, respectievelijk voor het basisonderwijs en het secundair onderwijs,<br />

het aandeel leerlingen waarvan de moeder geen diploma van het secundair onderwijs heeft.<br />

Gezien het sterke verband tussen opleidingsniveau enerzijds en werkzekerheid en inkomen<br />

anderzijds, is dit een risicogroep. Voor het basisonderwijs gaat het om 13,6% van de leerlingen.<br />

De cijfers zijn opnieuw hoog in de Zennevallei (met de hoogste waarden in Sint-Pieters-Leeuw,<br />

Drogenbos, Vilvoorde, Machelen en Zaventem), ten westen van Brussel en in het oosten van het<br />

Hageland (met de hoogste waarden in Tienen en Diest). Erg lage waarden vinden we in de<br />

gemeenten rond Leuven, in de gemeenten ten zuidoosten van Brussel en in Keerbergen.<br />

We zien in grote lijnen dezelfde patronen bij het secundair onderwijs, hoewel ook hier het<br />

Hageland relatief wat hoger scoort en enkele gemeenten in het Pajottenland hier een<br />

bovengemiddelde waarde hebben. De cijfers over het secundair onderwijs zijn ook hier wat<br />

hoger (16,5% in Vlaams-Brabant) dan die over het basisonderwijs. De gemiddelde<br />

opleidingsgraad van de bevolking daalt met de leeftijd, zodat ouders van kinderen in het<br />

secundair onderwijs gemiddeld een wat lagere opleidingsgraad hebben dan ouders van<br />

kinderen in het basisonderwijs. 59<br />

69


70<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Kaart Kaart 46 46: 46 : Aantal Aantal leerlingen leerlingen in in het het het basisonderwijs basisonderwijs waarvan waarvan de de moeder moeder geen geen diploma diploma secundair secundair onderwijs onderwijs he heeft he eft<br />

(01/02/2010)<br />

(01/02/2010)<br />

% van de leerlingen in het basisonderwijs<br />

19,7 - 33,0 (Brussel: 19,7 - 52,5)<br />

13,7 - 19,6<br />

10,7 - 13,6<br />

7,7 - 10,6<br />

4,2 - 7,6<br />

Vlaams-Brabant: 13,6<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

aantal<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

10<br />

100<br />

1.000<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Kaart Kaart 47 47: 47 : Aantal Aantal leerlingen leerlingen in in het het secundair secundair onderwijs onderwijs waarvan waarvan de de moeder moeder geen geen diploma diploma secundair secundair onderwijs onderwijs heeft<br />

heeft<br />

(01/02/2010)<br />

(01/02/2010)<br />

% van de leerlingen in het secundair onderwijs<br />

22,6 - 36,8 (Brussel: 22,6 - 61,4)<br />

16,6 - 22,5<br />

13,6 - 16,5<br />

10,6 - 13,5<br />

6,8 - 10,5<br />

Vlaams-Brabant: 16,5<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

11.3 11.3 GOK GOK-leerlingen<br />

GOK leerlingen<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

aantal<br />

10<br />

100<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

1.000<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

GOK-leerlingen zijn leerlingen op wie minstens één GOK-indicator van toepassing is, afgezien<br />

van de thuistaal. Het gaat om leerlingen met een schooltoelage, leerlingen waarvan de moeder<br />

geen diploma secundair onderwijs heeft, leerlingen die buiten het gezinsverband worden<br />

opgenomen en de leerlingen die behoren tot de trekkende bevolking. Deze twee


DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

laatstgenoemde indicatoren worden hier niet gekarteerd, omdat het om heel erg kleine<br />

aantallen gaat. Van alle leerlingen in het basisonderwijs en secundair onderwijs worden er 362<br />

leerlingen buiten het eigen gezinsverband opgenomen en 143 leerlingen behoren tot de<br />

trekkende bevolking. Dat is respectievelijk 0,22% en 0,10% van de leerlingen.<br />

Ervaring Ervaring uit uit een een Wel Welzijnsschakel<br />

Wel ijnsschakel<br />

”In de basisschool betaalt de sociale kas de<br />

sportweek. Het is 15 euro voor drie halve dagen.<br />

Voor mij is dat veel, want we leven van een<br />

vervangingsinkomen. Ik moet vaak zelf de stap<br />

naar de school zetten wat mij een triestig en raar<br />

gevoel geeft. Daarna houd ik er een goed gevoel<br />

aan over, want ik doe het voor mijn kinderen.”<br />

Ervaring Ervaring uit uit uit een een een Welzijnsschakel<br />

Welzijnsschakel<br />

“Mijn dochter moet vanuit de school op<br />

'smartschool', voor huiswerk, opgaven,<br />

uurrooster examens, enz. Je bent dus wel<br />

verplicht om thuis internet te hebben. Je kunt<br />

niet elke dag naar de bib lopen. Ik heb niet zelf<br />

een computer moeten kopen, ze heeft de<br />

computer van haar zus gekregen. Maar ook de<br />

programma’s kunnen duur zijn, vb.<br />

tekenprogramma’s. De licenties kosten geld.”<br />

Kaart 48 toont het aandeel GOK-leerlingen in het basisonderwijs en Kaart 49 het aandeel GOKleerlingen<br />

in het secundair onderwijs. In het basisonderwijs gaat het om bijna een kwart van de<br />

leerlingen (23%); in het secundair onderwijs om meer dan een kwart (28%). We zien hier<br />

opnieuw dezelfde patronen opduiken. Er zijn erg hoge waarden in de Zennevallei: van <strong>Halle</strong><br />

over Sint-Pieters-Leeuw en Drogenbos tot in Vilvoorde, Machelen en Zaventem.<br />

Bovengemiddelde waarden vinden we in een reeks gemeenten ten westen van Brussel (van<br />

Grimbergen over Wemmel, Asse en Affligem tot in Liedekerke), in Leuven, en een reeks<br />

gemeenten in het oosten van het Hageland. De hoogste waarden van het Hageland vinden we<br />

in Diest, Geetbets en Tienen. Lage waarden zien we in de gemeenten ten zuidoosten van<br />

Brussel, rond Leuven en in een aantal andere residentiële gemeenten als Keerbergen en Meise.<br />

In het secundair onderwijs is het beeld gelijkaardig, maar het Hageland kent relatief wat hogere<br />

waarden en ook in het Pajottenland zijn er enkele gemeenten met bovengemiddelde waarden.<br />

Kaart Kaart 48 48: 48 : GOK GOK-le GOK le leerlingen le erlingen in het basisonderwijs (01/02/2010)<br />

(01/02/2010)<br />

% van de leerlingen in het basisonderwijs<br />

30,1 - 48,2 (Brussel: 30,1 - 71,9)<br />

23,1 - 30,0<br />

18,1 - 23,0<br />

15,1 - 18,0<br />

9,7 - 15,0<br />

Vlaams-Brabant: 23,0<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

aantal<br />

10<br />

100<br />

Overijse<br />

1.000<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

71


72<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Kaart Kaart 49 49: 49 GOK GOK-leerlingen GOK leerlingen in het secundair secundair onderwijs (01/02/2010)<br />

% van de leerlingen in het secundair onderwijs<br />

35,6 - 50,8 (Brussel: 35,6 - 78,2)<br />

28,6 - 35,5<br />

23,6 - 28,5<br />

20,6 - 23,5<br />

14,7 - 20,5<br />

Vlaams-Brabant: 28,5<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

12 12 Risicoschoolloopbanen<br />

Risicoschoolloopbanen<br />

aantal<br />

10<br />

100<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

1.000<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Lubbeek<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

Leerlingen met minstens twee jaar schoolse vertraging en leerlingen die in het buitengewoon<br />

onderwijs of deeltijds beroepssecundair onderwijs les volgen hebben een hoger risico op<br />

vroegtijdige schooluitval (het onderwijs verlaten zonder diploma) en later op werkloosheid.<br />

Onderstaande kaarten bevatten enkel gegevens over onderwijsinstellingen erkend door de<br />

Vlaamse Gemeenschap. Vooral in de rand rond Brussel kan dat leiden tot sterke vertekeningen.<br />

In de meeste gemeenten die aan Brussel grenzen, vooral in het zuidoosten, gaat immers meer<br />

dan een kwart van de leerlingen niet naar het secundair onderwijs erkend door de Vlaamse<br />

Gemeenschap. In de faciliteitengemeenten is dat meer dan de helft. In Drogenbos, Kraainem,<br />

Linkebeek en Wezembeek-Oppem gaat het zelfs om meer dan driekwart. In het lager onderwijs<br />

zijn de cijfers wat minder uitgesproken, onder meer omwille van de aanwezigheid van<br />

Franstalige basisscholen in de faciliteitengemeenten.<br />

Kaart 50 geeft het aantal leerlingen met minstens 2 jaar schoolse vertraging in het lager<br />

onderwijs. Kaart 51 geeft het aantal leerlingen met minstens 2 jaar schoolse vertraging in het<br />

secundair onderwijs. 60<br />

In het lager onderwijs zijn er hoge waarden in de as die loopt van <strong>Halle</strong><br />

tot Vilvoorde en in het gebied ten noordwesten van Brussel, van Wemmel tot Liedekerke. Vooral<br />

Vilvoorde en Machelen vertonen erg hoge waarden. Daarnaast zijn er nog hogere waarden in<br />

Leuven en in enkele gemeenten van het Hageland. De schoolse achterstand in het secundair<br />

onderwijs levert een gelijkaardig beeld op. Hier vallen wel de hoge waarden in Drogenbos en<br />

Tienen op. Rond Brussel is het beeld ook enigszins verschillend, maar hier is er heel wat<br />

uitstroom naar het Franstalig of internationaal onderwijs in Brussel.


DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Kaart Kaart 50 50: 50 : Leerlingen Leerlingen met met minstens minstens 2 2 jjaar<br />

j aar schoolse schoolse vertraging vertraging in in in het het lager lager onderwijs onderwijs (schooljaar 2009 2009-2010)<br />

2009 2010)<br />

% van het aantal leerlingen gewoon lager onderwijs<br />

1,75 - 4,12 (Brussel: 1,75 - 4,37)<br />

0,95 - 1,74<br />

0,55 - 0,94<br />

0,35 - 0,54<br />

0,00 - 0,34<br />

Vlaams-Brabant: 0,94<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Overijse<br />

Kampenhout<br />

Aantal<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

1<br />

10<br />

100<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Zoutleeuw<br />

Kaart Kaart 51 51: 51 : Leerlingen Leerlingen Leerlingen met met met minstens minstens 2 2 jaar jaar schoolse schoolse vertraging vertraging in in het het secundair secundair onderwijs onderwijs (schooljaar (schooljaar (schooljaar 2009 2009-2010)<br />

2009 2010)<br />

% van het aantal leerlingen gewoon voltijds secundair onderwijs<br />

9,4 - 13,2<br />

5,7 - 9,3<br />

4,7 - 5,6<br />

3,7 - 4,6<br />

2,0 - 3,6<br />

Vlaams-Brabant: 5,6<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

(Brussel: 9,4 - 25,5)<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Overijse<br />

Kampenhout<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Aantal<br />

Tremelo<br />

1<br />

10<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

100<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Landen<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

73


74<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Kaart 52 geeft het aantal leerlingen in het buitengewoon lager onderwijs. Kaart 53 geeft het<br />

aantal leerlingen in het Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO) en het Deeltijds<br />

Beroepssecundair onderwijs (DBSO). 61<br />

Hier zijn er opnieuw hoge waarden in de Zennevallei en,<br />

heel uitgesproken, in het Hageland. Ook Leuven, Liedekerke, Roosdaal en Merchtem hebben<br />

telkens bovengemiddelde waarden.<br />

Kaart Kaart 52 52: 52 52:<br />

: Leerlingen Leerlingen in in het het buitengewoon buitengewoon lager lager onderwijs onderwijs (schooljaar (schooljaar 2009-2010)<br />

2009<br />

2010) 2010)<br />

% van het aantal leerlingen in het lager onderwijs<br />

7,5 - 12,5<br />

5,5 - 7,4<br />

4,5 - 5,4<br />

3,5 - 4,4<br />

0,2 - 3,4 (Brussel: 0,0 - 3,4)<br />

Vlaams-Brabant: 5,4<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Overijse<br />

Kampenhout<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Aantal<br />

Herent<br />

Kaart Kaart 53 53: 53 : Leerlingen Leerlingen in in het het BUSO BUSO en en het het DBSO DBSO (schooljaar (schooljaar 2009 2009-2010)<br />

2009 2010)<br />

% van het aantal leerlingen in het secundair onderwijs<br />

4,8 - 6,3 (Brussel: 4,8 - 10,8)<br />

3,8 - 4,7<br />

3,1 - 3,7<br />

2,7 - 3,0<br />

0,0 - 2,6<br />

Vlaams-Brabant: 3,7<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Liedekerke<br />

Affligem<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Opwijk<br />

Ternat<br />

Asse<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

GrimbergenVilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Zemst<br />

Wezembeek-<br />

Kraainem<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

1<br />

10<br />

100<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Keerbergen<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Machelen<br />

Overijse<br />

Kampenhout<br />

Haacht<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Aantal<br />

Herent<br />

50<br />

BuSO<br />

DBSO<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Tremelo<br />

Begijnendijk<br />

Holsbeek<br />

Oud-Heverlee Bierbeek<br />

Aarschot<br />

Tielt-Winge<br />

Lubbeek<br />

Glabbeek<br />

Boutersem<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel<br />

-Zichem<br />

Bekkevoort<br />

Tienen<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron data: Vlaamse Overheid, Departement Onderwijs en Vorming<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Zoutleeuw<br />

Landen<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw


13 13 Gezinssituatie<br />

Gezinssituatie<br />

DEEL III: <strong>Armoede</strong> bij gezinnen met kinderen<br />

Het armoederisico van kinderen hangt sterk samen met de gezinsvorm. Vooral kinderen die<br />

leven in een eenoudergezin hebben een verhoogd risico op armoede. Terwijl slechts 6,7% van<br />

de kinderen in een gezin met 2 volwassen en 2 kinderen onder de armoededrempel leven, is dat<br />

voor kinderen in eenoudergezinnen 42,3%. Kaart 54 toont het aandeel kinderen (personen<br />

jonger dan 18 jaar) die opgroeien in een eenoudergezin, als aandeel van de bevolking in die<br />

leeftijdsgroep. Dit aandeel is vooral hoog rond Brussel. Ook in Leuven, Diest, Aarschot, het<br />

zuidelijk Hageland (Hoegaarden, Tienen, Landen) en ten westen van Brussel, tot in Liedekerke,<br />

vinden we nog hoge waarden.<br />

Kaart Kaart 54 54: 54 : Aantal Aantal kinderen kinderen in in een een eenoudergezin eenoudergezin (01/01/2011)<br />

(01/01/2011)<br />

% van de bevolking


76<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

DEEL DEEL IV: IV: IV: Beleid Beleid Beleid om om om armoede armoede armoede tegen tegen tegen te te gaan<br />

gaan<br />

In dit deel beschrijven we het beleid van de verschillende overheden om armoede tegen te gaan.<br />

Hierbij komen het Europese, het federale, het Vlaamse, het provinciale en het lokale beleid ter<br />

sprake.<br />

Daarnaast zijn er ook welzijnsorganisaties die actief werken aan de bestrijding van armoede,<br />

hulp bieden of de participatie van de doelgroep bevorderen.<br />

Een beleid om armoede tegen te gaan kan zich in de eerste plaats richten op maatregelen die<br />

zorgen voor voldoende bestaansmiddelen, hetzij via tewerkstelling, hetzij via een uitkering of<br />

tegemoetkoming. Zoals reeds in de inleiding werd gezegd, beperkt armoede zich echter niet tot<br />

enkel het financiële aspect of een beperkt inkomen, maar strekken de problemen zich vaak uit<br />

over verschillende levensdomeinen. Voor al deze domeinen zijn er maatregelen, kortingen,<br />

premies waarvan mensen met een laag inkomen gebruik kunnen maken, en dit vanuit<br />

verschillende overheidsniveaus of organisaties:<br />

• huisvesting: sociale woningen, sociale verhuurkantoren, tussenkomst huurwaarborg,<br />

tegemoetkoming in de huurprijs …<br />

• energie: sociale maximumprijs voor elektriciteit en gas, budgetmeter,<br />

stookoliepremie …<br />

• mobiliteit: reductiekaart NMBS, terugbetaling vervoerskosten leerlingen …<br />

• onderwijs en opleiding: studietoelagen, gelijke onderwijskansen beleid …<br />

• gezondheid: voorkeurregeling ziekteverzekering, wijkgezondheidscentra, dringende<br />

medische hulp …<br />

• vrije tijd: vrijetijdspas en vrijetijdstoelage, steunpunt vakantieparticipatie …<br />

• materiële hulp: voedselbedeling, kringloopcentra, sociale restaurants …<br />

• …<br />

Het zou ons te ver leiden al deze maatregelen te behandelen in het kader van dit dossier. We<br />

beperken ons daarom tot de grootste beleidslijnen en een beschrijving van de belangrijkste<br />

organisaties die in Vlaams-Brabant actief zijn op het vlak van armoedebestrijding of participatie.<br />

14 14 14 Europa Europa Europa 2020 2020<br />

2020<br />

De strategie strategie van van Lissabon Lissabon (ook wel proces, agenda of akkoord van Lissabon) is een actie- en<br />

ontwikkelingsplan van en voor de Europese Unie (EU), dat in maart 2000 is aangenomen en een<br />

looptijd van tien jaar had. Ondanks de belofte die in 2000 werd gedaan is deze strategie er niet<br />

in geslaagd een beslissende impact te hebben op de uitroeiing van armoede.<br />

De Europa 2020-strategie is de groeistrategie van de Europese Unie voor de periode van 2010<br />

tot 2020. Deze strategie is de opvolger van de oude Lissabonstrategie (2000-2010).<br />

Deze strategie bestaat uit 5 grote doelstellingen te bereiken tegen het jaar 2020 :<br />

1. 1. Werkgelegenheid<br />

Werkgelegenheid<br />

• 75% van de bevolking tussen 20 en 64 jaar heeft werk;<br />

2. 2. Onderzoek, Onderzoek, Onderzoek, ontwikkeling ontwikkeling en en innovatie<br />

innovatie<br />

• 3% van het bruto binnenlands product (bbp) van de EU (zowel openbare als<br />

privésector) gaat naar onderzoek, ontwikkeling en innovatie;


3. 3. Klimaatverandering Klimaatverandering en en energie energie<br />

energie<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

• 20% minder uitstoot van broeikasgassen dan in 1990 (of zelfs 30%, als de<br />

omstandigheden het toelaten)<br />

• 20% van de energie uit duurzame energiebronnen halen<br />

• 20 % meer energie-efficiëntie<br />

4. 4. 4. Onderwijs<br />

Onderwijs<br />

• Minder dan 10% vroegtijdige schoolverlaters<br />

• Ten minste 40% van de 30 tot 34-jarigen heeft een einddiploma hoger onderwijs<br />

5. 5. <strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong> en en sociale sociale uitsluiting<br />

uitsluiting<br />

• Ten minste 20 miljoen minder mensen die slachtoffer van armoede en sociale<br />

uitsluiting zijn of dreigen te worden<br />

Deze doelstellingen worden per EU-land naar nationale doelstellingen vertaald, zodat ieder EUland<br />

de eigen vooruitgang kan beoordelen. Ze houden geen lastenverdeling in. Het zijn<br />

gemeenschappelijke doelstellingen die met een combinatie van nationale en EU-maatregelen<br />

nagestreefd worden.<br />

15 15 Het Het armoedebeleid armoedebeleid van van de de federale federale overheid<br />

overheid<br />

15.1 15.1 Tweejaarlijks Tweejaarlijks Tweejaarlijks Verslag Verslag over over over bestaanszekerheid, armoede en<br />

en<br />

sociale sociale uit uitsl uit uitsl<br />

sluiting sl uiting en en ongelijke ongelijke toegang toegang tot tot de de rechten rechten<br />

rechten<br />

In 1994 verscheen het Algemeen Verslag over de <strong>Armoede</strong>, in opdracht van de toenmalige<br />

federale regering. Dat verslag was het resultaat van twee jaar werk en het bracht<br />

hulpverleningsverenigingen samen waarin de armsten het woord nemen, maatschappelijk<br />

werkers uit de welzijnssector en de bijzondere jeugdbijstand, leerkrachten, artsen, sociale<br />

partners…<br />

In het Algemeen Verslag over de <strong>Armoede</strong> werd gevraagd om een structureel werkinstrument<br />

op punt te stellen voor de bestrijding van armoede. In 1998 werd er een<br />

‘Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en Gewesten<br />

betreffende de bestendiging van het armoedebeleid’ ondertekend, dat in 1999 van kracht ging.<br />

Dit akkoord voorziet onder meer in de oprichting van het Steunpunt tot bestrijding van<br />

armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, dat om de twee jaar instaat voor het<br />

opstellen van een Verslag over bestaansonzekerheid, armoede, sociale uitsluiting en ongelijke<br />

toegang tot de rechten.<br />

Het tweejaarlijks verslag armoedebestrijding heeft als doel een coherent<br />

armoedebestrijdingsbeleid te stimuleren en richt zich specifiek tot de bevoegde politici op zowel<br />

federaal, gewestelijk als gemeenschapsniveau. Het verslag vormt het resultaat van het collectieve<br />

denkwerk dat door verschillende actoren, ook mensen in armoede, binnen thematische<br />

werkgroepen is gebeurd.<br />

15.2 15.2 Het Het Federaal Federaal Plan Plan <strong>Armoede</strong>bestrijding<br />

<strong>Armoede</strong>bestrijding<br />

Op 4 juli 2008 keurde de regering het eerste federaal plan armoedebestrijding goed. Dit plan<br />

wordt gecoördineerd door de nieuwe Staatsecretaris voor maatschappelijke integratie en<br />

armoedebestrijding en bevat 59 concrete maatregelen op het gebied van lonen, werk,<br />

gezondheid, huisvesting, toegang tot energie en overheidsdiensten.<br />

77


78<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

Verder heeft de regering binnen dit plan de oprichting van een permanente armoedebarometer<br />

in het leven geroepen en een jaarlijkse prijs gelanceerd.<br />

15.2.1 15.2.1 De De Interfederale Interfederale <strong>Armoede</strong>barometer<br />

<strong>Armoede</strong>barometer<br />

In 2009 werd de Interfederale <strong>Armoede</strong>barometer voor het eerst, zoals voorzien in het Federaal<br />

Plan <strong>Armoede</strong>bestrijding, gepresenteerd. Het voornaamste doel van dit instrument is om jaarlijks<br />

te meten hoe de armoede in ons land evolueert. De <strong>Armoede</strong>barometer is gebaseerd op vijftien<br />

indicatoren die de verschillende facetten van armoede en sociale onzekerheid meten: inkomen<br />

en schulden, gezondheidszorg, werk, onderwijs, huisvesting, deelname aan sportieve,<br />

recreatieve of artistieke activiteiten en niet-monetaire deprivatie 62<br />

.<br />

15.2.2 15.2.2 De De fe federale fe federale<br />

derale prijs prijs <strong>Armoede</strong>bestrijding<br />

<strong>Armoede</strong>bestrijding<br />

Heel wat mensen en verenigingen zetten zich elke dag in voor de strijd tegen de armoede. Het<br />

is net om deze mensen of initiatieven te belonen dat de staatssecretaris de jaarlijkse Federale<br />

Prijs <strong>Armoede</strong>bestrijding in het leven riep. De drie laureaten krijgen, naast een trofee en een<br />

promotiefilmpje waarin ze hun project voorstellen, een financiële tegemoetkoming van 10.000<br />

EUR. Dit bedrag kunnen ze aanwenden om nieuwe projecten of initiatieven rond<br />

armoedebestrijding te ontwikkelen of verder uit te bouwen.<br />

16 16 Het et armoedebeleid van de Vlaamse Vlaamse overheid<br />

overheid<br />

Het regeerakkoord 2009-2014, “Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden”, stelt dat<br />

armoedebestrijding een topprioriteit is van de Vlaamse Regering.<br />

De Vlaamse regering heeft ervoor gekozen om een coördinerend minister voor<br />

armoedebestrijding aan te stellen, die tegelijk viceminister-president is. Deze minister heeft als<br />

opdracht om alle ministers te overtuigen een armoedebestrijdende dimensie in hun beleid te<br />

voeren. Zo wordt elk beleidsdomein bij armoedebestrijding betrokken, wat mee de visie<br />

ondersteunt dat armoede een multidimensioneel gegeven is.<br />

16.1 16.1 Pact Pact 2020<br />

2020<br />

De Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners hebben begin 2009 het initiatief genomen<br />

om de concrete doelstellingen voor Vlaanderen in Actie (VIA) vast te leggen in een nieuw<br />

toekomstpact voor Vlaanderen: het Pact 2020. 63<br />

Het Pact 2020 weerspiegelt de gezamenlijke<br />

langetermijnvisie van de Vlaamse regering en de sociale partners en bevat 20 doelstellingen die<br />

van Vlaanderen tegen 2020 een van de allerbeste regio's moet maken op economisch,<br />

ecologisch, sociaal en maatschappelijk vlak.<br />

Doelstelling 13 focust expliciet op armoede:<br />

• In 2020 ligt het aandeel inwoners dat leeft in armoede en geconfronteerd wordt<br />

met sociale uitsluiting laag in vergelijking met de best presterende EU27-landen.<br />

• Dat houdt in dat in 2020 in Vlaanderen elk gezin ongeacht de samenstelling,<br />

minstens een inkomen heeft dat de Europese armoederisicodrempel bereikt.<br />

• In 2020 is er een duidelijk resultaat merkbaar van een intensieve bestrijding van<br />

armoede en sociale uitsluiting op meerdere gebieden. Het betreft resultaten van<br />

investeringen in sociale woningen, onderwijs en opleiding van kansengroepen,<br />

ziektepreventie bij kansengroepen, …<br />

• Die inspanningen resulteren o.m. in een halvering van het aantal kinderen dat<br />

geboren wordt in armoede, een beperking van de laaggeletterdheid tot 3%, en op<br />

het vlak van huisvesting in een substantiële verhoging van de woonkwaliteit in 2020<br />

door halvering t.a.v. 2006 van het aandeel van de bevolking dat een woning betrekt


DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

met twee of meer structurele gebreken en/of een gebrek aan basiscomfort, o.a.<br />

door de creatie van minstens 43.000 bijkomende sociale huurwoningen zoals<br />

bepaald in het decreet Grond- en pandenbeleid.<br />

16.2 16.2 Decreet Decreet betreffende betreffende armoedebestrijdin<br />

armoedebestrijding<br />

armoedebestrijdin<br />

Het decreet betreffende de armoedebestrijding van 21 maart 2003 bepaalt, samen met het<br />

uitvoeringsbesluit van 15 mei 2009, de wettelijke basis van het Vlaams Actieplan<br />

<strong>Armoede</strong>bestrijding. In dit decreet is vastgelegd hoe de coördinatie en uitvoering van de<br />

armoedebestrijding in Vlaanderen moeten gebeuren. Daarnaast voorziet dit decreet een<br />

financiële ondersteuning van organisaties en belangrijke initiatieven.<br />

16.2.1 16.2.1 Vlaams Vlaams Actieplan Actieplan <strong>Armoede</strong>bestrijding <strong>Armoede</strong>bestrijding (VAPA)<br />

Het decreet stelt dat alle beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid het<br />

armoedebestrijdingsbeleid binnen hun domein moeten voorbereiden, uitvoeren en evalueren.<br />

Het armoededecreet verplicht de Vlaamse Regering binnen twaalf maanden na haar aantreden<br />

een Vlaams Actieplan <strong>Armoede</strong>bestrijding (VAPA) op te stellen dat over een periode van vijf jaar<br />

loopt. Dit actieplan komt tot stand in samenwerking met de vertegenwoordigers<br />

(aandachtsambtenaren) van alle beleidsdomeinen, binnen het permanent armoedeoverleg (PAO)<br />

van de Vlaamse overheid, met participatie van de doelgroepen in partnerschap met het Vlaams<br />

Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen en verschillende stakeholders.<br />

Het verticale PAO wordt per beleidsdomein georganiseerd en heeft als functie de specifieke<br />

beleidsinitiatieven te toetsen aan de visie en ervaring van de doelgroep en andere relevante<br />

actoren en voorstellen tot bijsturing te formuleren.<br />

In juli 2010 keurde de Vlaamse Regering een Vlaams Actieplan <strong>Armoede</strong>bestrijding goed, met<br />

194 acties die de armoede in Vlaanderen moeten terugdringen.<br />

In maart 2011 bleek uit het opvolgingsrapport dat heel wat acties wel zijn opgestart, maar dat<br />

nog niet veel acties concrete resultaten opleverden, daarom zijn 13 prioriteiten goedgekeurd<br />

waarop eerst zal gefocust worden. 64<br />

• Burgers moeten hun rechten automatisch toegekend krijgen in alle levensdomeinen<br />

(waar dat technisch mogelijk is);<br />

• Er moeten meer wijkgezondheidscentra komen, die ook meer diensten aanbieden;<br />

• Het secundair onderwijs moet goedkoper worden;<br />

• De Vlaamse overheid moet een gericht activeringsbeleid voeren om meer mensen<br />

aan het werk te krijgen, waarbij ondermeer de werkloosheidsvallen worden<br />

weggewerkt;<br />

• Er moet een automatische huursubsidie komen voor mensen die te lang op de<br />

wachtlijst staan voor een sociale woning, en voor de laagste inkomensgroepen;<br />

• Mensen met schulden moeten beter begeleid en ondersteund worden<br />

(schuldhulpverlening);<br />

• Voor elke nieuwe regelgeving en dienstverlening moet de Vlaamse overheid nagaan<br />

of die toegankelijk is, gebruiksvriendelijk, verstaanbaar en inclusief, of ze inspraak<br />

toelaat, of ze beschikt over een vlotte klachtenprocedure en of ze geen nieuwe<br />

armoede creëert (armoedetoets);<br />

• De Vlaamse overheid moet mensen in armoede ondersteunen en begeleiden in de<br />

zoektocht naar een duurzame job waarbij men ook aandacht heeft voor het welzijn<br />

van de betrokkene;<br />

79


80<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

• Opleidingsverstrekkers moeten meer kennis hebben van armoede, zodat ze er beter<br />

op kunnen inspelen;<br />

• De Vlaamse overheid moet de conclusies van het onderzoek over armoede<br />

toepassen in haar armoedebeleid;<br />

• Er moet een Vlaamse vrijetijdskaart komen die mensen in armoede de kans geeft<br />

om tegen een verlaagd tarief deel te nemen aan cultuur-, sport- en<br />

jeugdactiviteiten;<br />

• Er moet meer samenwerking komen tussen de verschillende hulpverlenende<br />

diensten voor mensen in armoede;<br />

• De Vlaamse overheid moet meer aandacht hebben voor armoede bij mensen van<br />

allochtone afkomst (gekleurde armoede).<br />

16.2.2 16.2.2 Financieel Financieel ondersteunde ondersteunde organisaties<br />

organisaties<br />

Verenigingen Verenigingen Verenigingen waar waar waar armen armen armen het het het woord woord woord nemen nemen<br />

nemen<br />

Participatie staat centraal in het armoededecreet. Om die participatie te bereiken, voorziet het<br />

decreet betreffende de armoedebestrijding in de erkenning en subsidiëring van 'verenigingen<br />

waar armen het woord nemen'. Dit zijn vzw's die zes soorten activiteiten organiseren:<br />

• armen blijven zoeken;<br />

• armen samenbrengen in groep;<br />

• armen het woord geven;<br />

• werken aan de maatschappelijke emancipatie van armen;<br />

• werken aan maatschappelijke structuren;<br />

• vormingsactiviteiten en de dialoog organiseren.<br />

Het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen (www.vlaams-netwerkarmoede.be)<br />

ondersteunt de uitwisseling tussen verenigingen en organiseert de dialoog tussen<br />

beleid en mensen in armoede.<br />

Erv rv rvaringsdeskundigen rv aringsdeskundigen in in de de armoede<br />

armoede<br />

Ervaringsdeskundigen zijn mensen die de armoede aan den lijve hebben ondervonden. Via een<br />

opleiding hebben zij hun eigen armoede-ervaring verwerkt en verruimd. Zij beschikken over de<br />

nodige vaardigheden om in een beroepscontext een brugfunctie te vervullen tussen de wereld<br />

van de armen en de niet-armen. Opgeleide ervaringsdeskundigen werken in allerlei sectoren<br />

zoals Kind en Gezin, Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW), VDAB, Federale<br />

overheidsdiensten, armoede-verenigingen, CLB,…<br />

Vzw De Link (www.de-link.net) is erkend en gesubsidieerd als organisatie voor de opleiding tot<br />

ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting.<br />

16.2.3 16.2.3 Projecten<br />

Projecten<br />

Het armoededecreet voorziet ook in de subsidiëring van projecten met een experimenteel,<br />

aanvullend en/of vernieuwend karakter. De projecten moeten vernieuwend zijn op het vlak van<br />

doelgroep, processen of methodieken. De resultaten van deze projecten moeten na een<br />

positieve evaluatie inzake efficiëntie en effectiviteit op termijn toepasbaar worden in andere<br />

beleidsdomeinen.<br />

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin bepaalt jaarlijks de projecten die in<br />

het kader van armoedebestrijding worden gesubsidieerd. 65


16.3 16.3 Vlaamse Vlaamse armoedemonitor<br />

armoedemonitor<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

Ter ondersteuning van het Vlaamse armoedebeleid werd op vraag van de minister van<br />

<strong>Armoede</strong>bestrijding door de Studiedienst van de Vlaamse Regering de Vlaamse<br />

<strong>Armoede</strong>monitor 66<br />

ontwikkeld. Bedoeling van de monitor is om op een bevattelijke en<br />

overzichtelijke manier de armoedesituatie en –evolutie in Vlaanderen in kaart te brengen en op<br />

te volgen. Het gaat om een omgevingsmonitor. Dat betekent dat niet het armoedebeleid zelf in<br />

beeld wordt gebracht, maar wel de bestaande armoedesituatie waaraan dat beleid iets wil<br />

veranderen.<br />

16.4 16.4 Vlaams Vlaams Actieplan Actieplan Kinderarmoede<br />

Kinderarmoede<br />

De Vlaamse regering heeft een specifiek actieplan ter bestrijding van kinderarmoede met focus<br />

op kinderen van 0 tot 3 jaar goedgekeurd. In dit plan wordt de klemtoon gelegd op de<br />

negatieve impact van armoede op kinderen tussen 0 en 3 jaar. Recente literatuur en recent<br />

onderzoek over kinderarmoede tonen aan dat de periode tussen 0 en 3 jaar cruciaal is om de<br />

intellectuele, emotionele en sociale vaardigheden van jonge kinderen te ontwikkelen en om de<br />

armoedespiraal te doorbreken.<br />

Om stappen vooruit te kunnen zetten in de aanpak van armoede bij kinderen is op 24 maart<br />

2011 een VIA-rondetafel over dit thema georganiseerd. Hier zijn enkele actiethema's besproken,<br />

nl. kwaliteitsvolle gezinsondersteuning, toegankelijkheid van welzijns- en<br />

gezondheidsvoorzieningen, inter- en intrasectorale samenwerking, toeleiding naar het<br />

kleuteronderwijs en tot slot een aangepaste leefomgeving. Op de zitting van deze rondetafel<br />

werd over deze thema's in dialoog gegaan met mensen in armoede, met het brede middenveld<br />

en met beleidsmakers op Vlaams en lokaal niveau. Op basis hiervan zijn een aantal acties ter<br />

bestrijding van kinderarmoede met focus op kinderen van 0 tot 3 jaar geformuleerd. 67<br />

16.5 16.5 Vorming<br />

Vorming<br />

De Vlaamse overheid wil de verzamelde kennis en ervaringsdeskundigheid over armoede en<br />

sociale uitsluiting in Vlaanderen bij een ruim publiek verspreiden om op die manier te komen tot<br />

meer respect, solidariteit en sociale insluiting. Verschillende organisaties zorgen voor<br />

sensibilisering en vorming, naast hun andere taken. In het kader van vorming worden volgende<br />

initiatieven specifiek ondersteund:<br />

Bind Bind-Kracht<br />

Bind Kracht<br />

Bind-Kracht (www.bindkracht.be) is een initiatief binnen de Karel de Grote-hogeschool. Doel<br />

van het project is een kwaliteitsverbetering van de hulpverlening aan mensen in armoede. Het<br />

ontwikkelen van krachtgerichte hulpverleningsrelaties, omgaan met afhankelijkheid in de<br />

hulpverlening, werken aan duurzame resultaten inzake autonomieverhoging en integratie,<br />

werken aan inspraak, participatie en empowerment zijn daarbij kernthema’s.<br />

<strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong> In In-zicht In zicht<br />

<strong>Armoede</strong> In-zicht is een gezamenlijk project van het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar<br />

Armen het Woord nemen en Welzijnszorg vzw. Het project wil inzicht bevorderen in<br />

uitsluitingmechanismen en in hoe mensen in armoede die situatie beleven. <strong>Armoede</strong> In-zicht wil<br />

via vorming kortsluitingen tussen armen en niet-armen blootleggen en op die manier werken<br />

aan een duurzamere dialoog (www.armoede-in-zicht.be).<br />

Team Team Team Advies Advies Advies Ondersteuning Ondersteuning (TAO) (TAO)<br />

(TAO)<br />

Team Advies Ondersteuning (TAO) in het werken met en voor mensen in kansarmoede is<br />

momenteel een proefproject in Limburg van vzw De Link. TAO biedt inzicht in de<br />

81


82<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

armoedemechanismen van binnenuit, door het inzetten van opgeleide ervaringsdeskundigen<br />

voor bepaalde opdrachten (vorming, coaching, advies) binnen de hulpverlening, dienstverlening<br />

en beleid, om meer effectieve acties voor en met mensen in armoede te realiseren.<br />

16.6 16.6 Onderzoek<br />

Onderzoek<br />

Het Jaarboek <strong>Armoede</strong> en Sociale Uitsluiting van Onderzoeksgroep <strong>Armoede</strong>, Sociale uitsluiting<br />

en de Stad (Universiteit Antwerpen) analyseert, synthetiseert, verwerkt en duidt de statistische<br />

gegevens over de stand van zaken van de armoede in Vlaanderen. Op basis van de<br />

onderzoeksgegevens en de analyses formuleren de auteurs van het jaarboek<br />

beleidsaanbevelingen. 68<br />

17 17 Het Het provinciale provinciale armoedebeleid<br />

armoedebeleid<br />

Om de federale en Vlaamse doelstellingen inzake armoedebestrijding te halen zullen alle<br />

beleidsniveaus een bijdrage moeten leveren. De provincie zit als streekbestuur in een unieke<br />

positie om daaraan haar bijdrage te leveren. De provincie treedt niet in de plaats van lokale<br />

besturen maar werkt wel ondersteunend.<br />

17.1 17.1 Provinciale Provinciale opdrachten<br />

opdrachten<br />

Het provinciaal armoedebeleid steunt op volgende vier principes.<br />

• De doelgroep binnen een provinciaal armoedebeleid bestaat uit de meest<br />

maatschappelijk uitgesloten groepen.<br />

• <strong>Armoede</strong> is structureel. Maatschappelijke en economische structuren moeten zo<br />

beheerd worden dat niemand uitgesloten wordt.<br />

• <strong>Armoede</strong> is multidimensioneel. <strong>Armoede</strong> is een netwerk van sociale uitsluitingen en<br />

moet op alle levensdomeinen aangepakt worden. Dit impliceert een inclusief beleid.<br />

• Participatie is belangrijk. De dialoog mét en activering van maatschappelijk<br />

uitgesloten groepen is noodzakelijk.<br />

Vertrekkend vanuit dit kader en deze missie, hebben de provincies een eigen opdracht. Die<br />

opdracht is complementair en in harmonie met de federale en Vlaamse doelstellingen inzake<br />

armoedebestrijding. Sociale uitsluiting voorkomen betekent in essentie meer ruimte maken voor<br />

groepen die onderaan de sociale ladder hangen. Dat vergt niet alleen een andere manier van<br />

kijken en denken (mentaliteitsverandering), meer samenwerking en afstemming, maar ook het<br />

verhogen van de kwaliteit van het openbaar en particulier dienst- en hulpverleningsaanbod.<br />

Specifieke provinciale opdrachten kunnen zijn:<br />

1. Het garanderen van de de sociale grondrechten<br />

De provincie spant zich in om binnen haar eigen bevoegdheidsdomeinen de sociale<br />

grondrechten 69<br />

te realiseren. In essentie gaat het hier om het verruimen van de<br />

keuzemogelijkheden van maatschappelijk uitgesloten groepen. De provincie kan daarbij<br />

stimulerend optreden afhankelijk van de regionale situatie en mogelijkheden.<br />

Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />

• Onderwijsflankerend beleid: gratis aanbod voor lagere scholen inzake algemene<br />

sensibilisering rond armoede, alsook vorming met kapstokken om concreet aan de<br />

slag te gaan in de klas/school;


DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

• Preventief gezondheidsbeleid: ondersteunen en stimuleren van de logo’s in hun<br />

opdrachten naar maatschappelijk uitgesloten groepen, ondersteuning opstart<br />

wijkgezondheidscentra;<br />

• Energiebesparende maatregelen: ontwikkeling van workshops op maat voor<br />

kansarmen betreffende energiebesparende maatregelen, dakisolatieproject voor<br />

kansarmen.<br />

2. 2. Het Het Het voeren voeren voeren van van van een een een inclusief inclusief inclusief provinciaal provinciaal provinciaal beleid beleid<br />

beleid<br />

Het provinciaal beleid moet gestalte krijgen vanuit een aantal universele uitgangspunten. In elk<br />

beleidsvoorstel en elke actie moet de aandacht voor maatschappelijke uitsluiting prioritair zijn.<br />

Informatie, toegankelijkheid en actieve participatie zijn daarbij sleutelbegrippen. We pleiten dus<br />

niet voor een apart beleid naar 'armen' of 'kansarmen' of 'maatschappelijk uitgesloten<br />

groepen'.<br />

Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />

• Via sensibileringsacties en vormingen worden concrete aandachtspunten binnen de<br />

verschillende beleidsdomeinen aangebracht;<br />

• Binnen elk van die domeinen is één medewerker verantwoordelijk voor aandacht<br />

voor maatschappelijk uitgesloten groepen.<br />

3. 3. Het Het Het integrere integreren integrere n van van van de de participatie participatie van van van de de doelgroep doelgroep in in in de de beleidsvoering<br />

beleidsvoering<br />

Participatie houdt in dat de mensen die dagelijks ondervinden wat het betekent in armoede te<br />

leven rechtstreeks worden betrokken bij de beleidsvoorbereiding en –uitvoering. Zij zijn immers<br />

het best geplaatst om aan te duiden waar het misloopt en om voorstellen te formuleren voor<br />

verbetering. Daarvoor worden de nodige structuren en acties opgezet, zodat armen hun<br />

burgerschap ten volle kunnen opnemen. Het tempo van de armen en hun verenigingen dient<br />

hierbij gerespecteerd te worden. Daarom is het belangrijk dat de agenda en de timing van deze<br />

dialoog in handen blijft van de armen en hun verenigingen zelf.<br />

Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />

• Provinciale participatieraad armoede die het algemeen provinciaal beleid adviseert<br />

en waarin de kansarmen vertegenwoordigd zijn (zie verder);<br />

• Ondersteunen en stimuleren van de oprichting van (inter)gemeentelijke<br />

adviesraden/werkgroepen met als doel de participatie aan het gemeentelijk beleid te<br />

realiseren (zie verder);<br />

• Regionale en provinciale kanalen creëren waardoor de lokale besturen en<br />

particuliere organisaties in contact komen met de doelgroepen (regionale<br />

welzijnsraden, <strong>OCMW</strong>-overleg, CAW-overleg …).<br />

4. 4. 4. Het Het Het verhogen verhogen van van van de de de kwaliteit kwaliteit kwaliteit van van een een een behoeftedekkend behoeftedekkend behoeftedekkend en en en doelma doelmatig doelma doelma tig<br />

hulpverlenings<br />

hulpverlenings- hulpverlenings en dienstenaanbod<br />

Aandacht voor maatschappelijk uitgesloten groepen in de samenleving dient zich te vertalen in<br />

het verhogen van de kwaliteit van het dienst- en hulpverleningsaanbod, vertrekkend van de<br />

noden, behoeften, vragen en voorstellen van de doelgroepen (vraaggestuurd werken). De<br />

provincie moet terzake ondersteunend, stimulerend, innoverend, sensibiliserend en corrigerend<br />

werken.<br />

Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />

• Het ontwikkelen van krachtgerichte en vraaggestuurde methodieken zoals bvb.<br />

‘peerbevraging’ en ‘verbetergroepen’; methodieken die laagdrempelig werken<br />

beogen zoals bvb. ‘basisschakelmethodiek’.<br />

83


84<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

Het inschakelen van ervaringsdeskundigen in de armoede is belangrijk om de toegankelijkheid<br />

en de effectiviteit van diensten en voorzieningen te verhogen voor maatschappelijk uitgesloten<br />

groepen. De provincie moet zich inspannen om de inschakeling van ervaringsdeskundigen in het<br />

openbare en particuliere aanbod op een verantwoorde manier mogelijk te maken.<br />

Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />

• Ondersteuning van de aanwerving van ervaringsdeskundigen in de armoede<br />

(subsidies vzw De Link).<br />

5. 5. Het Het stimuleren stimuleren stimuleren van van de de netwerkvorming<br />

netwerkvorming<br />

Geen enkele sector en geen enkele categoriale voorziening heeft voldoende in de<br />

gereedschapskoffer om de oorzaken en gevolgen van armoede op haar eentje aan te pakken.<br />

De provincie schept een kader voor onderlinge contacten en informatie-uitwisseling met het oog<br />

op afstemming en netwerkvorming.<br />

Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />

• Ondersteuningstraject schuldhulpverleners;<br />

• Intervisiegroep inloopcentra Vlaams-Brabant;<br />

• Verschillende organisaties nemen deel aan de provinciale participatieraad armoede.<br />

Uitwisseling van informatie en ervaringen is een van de doelstellingen.<br />

6. 6. 6. Het Het zichtbaar zichtbaar maken maken van van armoede<br />

armoede<br />

Men bereikt een inclusief beleid door achterstelling zichtbaar te maken en in kaart te brengen.<br />

De cijfers op Vlaams niveau volstaan niet om eventuele regionale ontwikkelingen en trends vast<br />

te stellen. Zicht houden op sociale uitsluiting binnen de regio is een noodzakelijke voorwaarde<br />

voor alle opdrachten die hierboven staan. Dat beeld dient zowel kwantitatief als kwalitatief een<br />

invulling te krijgen. De provincie dient daarvoor een steunpunt sociale planning uit te bouwen<br />

met aandacht voor de kruisbestuiving tussen wetenschappelijke kennis en ervaringskennis.<br />

Voorbeelden in Vlaams-Brabant:<br />

• Provinciaal dossier '<strong>Armoede</strong> in Vlaams-Brabant';<br />

• Ondersteuning uitbouw verschillende acties i.k.v. 17 oktober in Vlaams-Brabant (zie<br />

verder).<br />

17.2 17.2 Werkgroepen/netwerken Werkgroepen/netwerken in Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Brabant<br />

17.2.1 17.2.1 Provincia Provinciale Provincia le advies advies- advies en participatieraad armoede<br />

De communicatie tussen mensen die in armoede leven en het beleid is van essentieel belang<br />

voor een goed armoedebeleid. Personen die dagelijks ondervinden wat het betekent uitgesloten<br />

te worden zijn het best geplaatst om aan te geven welke maatregelen er dienen genomen te<br />

worden om deze uitsluitingen weg te werken.<br />

Om de dialoog tussen mensen in armoede en het beleid te realiseren werd de provinciale advies-<br />

en participatieraad armoede in het leven geroepen. De belangrijkste personen in de<br />

participatieraad armoede zijn de mensen die in armoede leven of geleefd hebben. Omdat het<br />

niet evident is deze mensen naar een adviesorgaan te krijgen, vertrekken we vanuit lokale<br />

armoedewerkingen bij CAW, <strong>OCMW</strong>, inloopcentra, welzijnsschakels, buurthuizen, verenigingen<br />

waar armen het woord nemen ... vanuit de ganse provincie.<br />

Enkele vaste werkpunten binnen de participatieraad zijn:


DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

• Uitwisseling tussen de verschillende deelnemers: zowel tendensen/noden in de eigen<br />

regio als de daaraan gekoppelde hulpverlening. Alsook uitwisseling van ervaringen zowel<br />

op niveau van de mensen in armoede als op niveau van de welzijnsorganisaties;<br />

• Voorstelling verschillende organisaties met hun specifieke werking aan de hand van<br />

georganiseerde bezoeken;<br />

• Advisering en indien nodig/mogelijk ondersteuning van het provinciale armoedebeleid.<br />

Zo werd heel het ondersteuningstraject van provinciale acties in het kader van 17<br />

oktober ontwikkeld binnen de participatieraad.<br />

Daarnaast probeert de participatieraad te onderzoeken hoe de provincie en de lokale besturen<br />

hun beleid beter kunnen afstemmen op de noden van de kansarmen.<br />

17.2.2 17.2.2 Regionale Regionale en en lokale lokale werkgroepen werkgroepen armoede<br />

armoede<br />

Via dit provinciale netwerk, de provinciale advies- en participatieraad, kunnen bestaande<br />

regionale en/of lokale netwerken armoede versterkt worden. Indien wenselijk kan er ook<br />

geholpen worden om in andere regio's dergelijke netwerken op te starten.<br />

Zo bestaat er ondertussen een werkgroep armoede in Leuven, <strong>Halle</strong>, Tienen, Landen, alsook een<br />

intergemeentelijke werkgroep armoede voor de regio Diest-Scherpenheuvel-Zichem.<br />

Verschillende lokale organisaties en partners zoals Kind en Gezin, LOP-medewerkers, initiatieven<br />

inzake lokale diensteneconomie, scholen, lokale besturen, buurthuizen… nemen deel aan deze<br />

werkgroepen.<br />

Daarnaast zijn er ook lokale werkgroepen armoede opgericht in het kader van het Lokaal Sociaal<br />

Beleid. Hier heeft de provincie vooral in de opstart van deze werkgroepen een ondersteunende<br />

rol gespeeld.<br />

Betere samenwerking en afstemming van het hulpverleningsaanbod in de ruime betekenis van<br />

het woord, alsook de uitbouw van een adequaat lokaal armoedebeleid zijn de belangrijkste<br />

doelstellingen van deze werkgroepen.<br />

17.3 17.3 Provinciale Provinciale acties acties in in het het kader kader van van van de de internationale internationale dag dag van van<br />

van<br />

het het het vverzet<br />

v<br />

erzet tegen extrem extreme extrem<br />

e armoede<br />

Op 22 december 1992 riep de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties '17 oktober' uit<br />

tot Werelddag van het Verzet tegen Extreme <strong>Armoede</strong>. Mensen die in armoede leven worden<br />

opgeroepen om zich op deze dag te verenigen en hun rechten te doen respecteren. 70<br />

85


86<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

In 2003 heeft de provinciale participatieraad armoede 17 oktober voor de eerste keer in onze<br />

provincie in de kijker gezet. De eerste jaren werd er één provinciale actie georganiseerd door de<br />

provinciale participatieraad. Door het stimuleren en ondersteunen van regionale en lokale<br />

netwerken werd er in 2007 op drie plaatsen gelijktijdig een regionale actie opgezet. Deze<br />

tendens is verder uitgegroeid tot 8 regionale acties in 2008 en 16 acties in 2011.<br />

Deze verschillende acties worden nog steeds onder de vleugels van de provinciale<br />

participatieraad armoede gecoördineerd waarbij gemeenschappelijke afspraken gemaakt<br />

worden, maar voor de concrete uitwerking van de acties ter plaatse subsidieert de provincie<br />

Vlaams-Brabant sinds 2009 de regionale partners binnen de provinciale participatieraad.<br />

Een voorbeeld van gemeenschappelijke afspraak, gemaakt in de participatieraad, is de<br />

campagne van de geknoopte witte lakens. Elke lokale actie neemt deel aan deze campagne en<br />

probeert in de eigen regio zoveel mogelijk witte geknoopte lakens uit te hangen.<br />

17.4 17.4 Provinciale Provinciale subsidies<br />

subsidies<br />

17.4.1 17.4.1 Inloopcentra Inloopcentra voor voor laagdrempelige laagdrempelige laagdrempelige armoedebestrijding<br />

armoedebestrijding<br />

De provincie sloot met elk autonoom Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) in Vlaams-<br />

Brabant een aparte convenant af, om in hun werkingsregio een minimale dienstverlening te<br />

ondersteunen en verder uit te bouwen. Eén van die doelstellingen is het bestrijden van armoede.<br />

Om kansarmen beter te bereiken, krijgt elk CAW in Vlaams-Brabant een subsidie voor het<br />

opzetten van een laagdrempelige werking, meestal in de vorm van een inloopcentrum.<br />

Het provinciebestuur verwacht dat elk CAW een weloverwogen actieplan opstelt om deze<br />

laagdrempelige werking uit te bouwen. Algemene aandachtspunten binnen dit actieplan zijn de<br />

participatie van de doelgroep, regionale uitstraling en het werken volgens de<br />

basisschakelmethodiek.<br />

17.4.2 17.4.2 Subsidie Subsidie voor voor startende startende verenigingen verenigingen waar waar armen armen het het woord woord nemen<br />

nemen<br />

De subsidiëring van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen is door het armoededecreet<br />

een Vlaamse taak. Binnen het kader van haar impulsbeleid kan een provincie wel, beperkt in de<br />

tijd, subsidies verlenen aan kandidaat-verenigingen. Aangezien Vlaams-Brabant de minste<br />

erkende verenigingen heeft worden er binnen het impulsbeleid middelen voorzien om<br />

verenigingen te stimuleren in regio’s waar er momenteel geen bestaan, gekoppeld aan het<br />

blindevlekkenbeleid van het Vlaams Netwerk.<br />

17.4.3 17.4.3 Provinciaal Provinciaal subsidiereglement subsidiereglement ter ter ondersteuning ondersteuning van<br />

van<br />

groepswerkingen groepswerkingen inzake inzake armoedebestrijding<br />

armoedebestrijding<br />

armoedebestrijding<br />

<strong>Armoede</strong> pak je best samen aan. Daarom geeft de provincie subsidies aan werkingen waar<br />

mensen in groep hun problemen trachten te overwinnen. Gemeenten, <strong>OCMW</strong>'s en<br />

welzijnsorganisaties kunnen een aanvraag indienen. 71<br />

18 18 Het Het lokale lokale armoedebeleid<br />

armoedebeleid<br />

18.1 18.1 Lokaal Lokaal Sociaal Sociaal Beleid Beleid<br />

Beleid<br />

Het decreet Lokaal Sociaal Beleid (17 maart 2004) heeft als doel te verzekeren dat iedereen een<br />

gelijke toegang verkrijgt tot het recht op een menswaardig leven. Dit brengt met zich mee dat<br />

de toegankelijkheid van de sociale dienst- en hulpverlening moet verbeteren.


DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

Lokaal sociaal beleid is het resultaat van de acties die <strong>OCMW</strong>, gemeente, andere overheden,<br />

semi-publieke, private en privé organisaties ondernemen om de sociale grondrechten voor<br />

iedereen te realiseren. Via de opmaak van een lokaal sociaal beleidsplan worden alle acties<br />

gebundeld waarbij een integrale, geïntegreerde en inclusieve aanpak het uitgangspunt vormt.<br />

In het decreet Lokaal Sociaal Beleid wordt een sterkere, coördinerende rol voor de lokale<br />

besturen voorzien. Het Lokaal Sociaal Beleidsplan is een instrument om dit concreet te<br />

realiseren. Gemeente en <strong>OCMW</strong> werken dit plan samen met de lokale actoren uit.<br />

Drie pijlers zijn belangrijk binnen het lokaal sociaal beleid: samenwerking, sociaal huis en<br />

participatie. Bij samenwerking wordt zowel de samenwerking tussen <strong>OCMW</strong> en gemeente als<br />

de samenwerking van het lokale bestuur met lokale actoren bedoeld.<br />

Om de maximale toegankelijkheid van de dienstverlening te bekomen realiseren de lokale<br />

besturen een Sociaal Huis, waar burgers terecht kunnen met vragen rond de sociale<br />

dienstverlening in hun gemeente, buurt of wijk. Het lokale bestuur bepaalt zelf hoe het de drie<br />

functies (informatiefunctie, loketfunctie en doorverwijsfunctie) van het Sociaal Huis invult.<br />

18.2 18.2 <strong>OCMW</strong> <strong>OCMW</strong>-werking<br />

<strong>OCMW</strong> werking werking<br />

In België is de maatschappelijke dienstverlening een systeem dat bescherming wil bieden aan<br />

personen en gezinnen die niet meer beschikken over voldoende middelen om een leven te<br />

kunnen leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (bijvoorbeeld door een<br />

faillissement, een ziekte, een ontslag, familiale problemen, etc.).<br />

De steun die het <strong>OCMW</strong> toekent kan verschillende vormen aannemen en is afhankelijk van de<br />

situatie waarin iemand zich bevindt. Het kan gaan om financiële hulp (leefloon of een equivalent<br />

aan het leefloon), psychosociale hulp, medische hulp enz. Het <strong>OCMW</strong> onderzoekt elke<br />

steunaanvraag en doet voorstellen die het best daarbij aansluiten en die beantwoorden aan de<br />

behoefte van de persoon in kwestie.<br />

Naast het toekennen van individuele steun aan personen in moeilijkheden, voorziet de wet<br />

bovendien dat het <strong>OCMW</strong>, daar waar het nodig blijkt, instellingen of diensten met een sociaal,<br />

curatief of preventief karakter kan opstarten en beheren. De diensten die beheerd worden door<br />

het <strong>OCMW</strong> zijn zeer verschillend en hangen in grote mate af van de behoeften van de bevolking<br />

die leeft in de gemeente. Zo heeft <strong>OCMW</strong> Herent een sociaal restaurant, werkt <strong>OCMW</strong><br />

Kortenaken met een mobiele ambtenaar en bouwt <strong>OCMW</strong> Vilvoorde wijkcentra uit.<br />

Wie geen of een te laag inkomen heeft, er niet in slaagt de eindjes aan elkaar te knopen of<br />

opkijkt tegen een hoge schuldenberg, kan aangepaste hulp krijgen bij het <strong>OCMW</strong>.<br />

Leefloon Leefloon en en equivalent equivalent leefloon<br />

leefloon<br />

Wanneer een persoon of gezin bestaansmiddelen heeft die ontoereikend zijn en deze persoon<br />

of dit gezin niet in staat is om zelf die toestand te veranderen, dan kan het <strong>OCMW</strong> een leefloon<br />

uitbetalen (zie ook hoofdstuk 2.2) . Voordat het <strong>OCMW</strong> beslist om het leefloon toe te kennen,<br />

zal het eerst de financiële situatie van de aanvrager onderzoeken.<br />

Het equivalente leefloon is een financiële bijstand die het <strong>OCMW</strong> toekent aan de personen of<br />

gezinnen die geen recht hebben op het leefloon (omdat ze niet aan alle vereiste voorwaarden<br />

voldoen), maar die zich in een gelijkaardige noodsituatie bevinden.<br />

Tussenkomsten<br />

ussenkomsten<br />

In sommige gevallen verleent het <strong>OCMW</strong> aanvullende financiële hulp. Het leefloon en het<br />

equivalente leefloon worden bepaald door wetten, die voor alle <strong>OCMW</strong>'s in België van<br />

toepassing zijn. Daarnaast kan elk <strong>OCMW</strong> zelf beslissen over de aard en het bedrag van<br />

bijkomende financiële tussenkomsten.<br />

87


88<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

Er is een waaier aan mogelijkheden, maar veelvoorkomende tussenkomsten zijn:<br />

• dringende steun (spoedsteun), overbruggingssteun ...;<br />

• tussenkomst in medische kosten (van remgeld medicamenten tot tussenkomst in de<br />

aankoop van een bril, tandprothese ...);<br />

• tussenkomst in woonkosten (huurtussenkomst, huurwaarborg ...);<br />

• tussenkomst in energiekosten;<br />

• tussenkomst schoolkosten.<br />

Budgetbegeleiding<br />

Budgetbegeleiding<br />

Budgetbegeleiding<br />

Wanneer een persoon of gezin voldoende inkomsten heeft maar meer en meer schulden<br />

opstapelt, kan het <strong>OCMW</strong> helpen om het budget te ordenen en de uitgaven onder controle te<br />

krijgen. De persoon of het gezin houdt zijn budget volledig zelf in handen.<br />

Budgetbeheer<br />

Budgetbeheer<br />

Budgetbeheer<br />

Wanneer de situatie zeer ernstig is kan het <strong>OCMW</strong> het budget een tijdlang overnemen. Het<br />

<strong>OCMW</strong> ontvangt dan alle inkomsten en voert in naam van de persoon of het gezin de<br />

betalingen uit. De persoon of het gezin heeft inspraak en controle op zijn budget. Voor<br />

schuldeisers betekent een 'budgetbeheer' een extra garantie dat de afbetalingen daadwerkelijk<br />

uitgevoerd worden, waardoor andere maatregelen minder nodig zijn (vb. aanmaningsbrieven,<br />

deurwaarders, beslag).<br />

Schuldbemiddeling<br />

Schuldbemiddeling<br />

Schuldbemiddeling<br />

Wanneer een persoon of gezin een probleem van overmatige schuldenlast heeft kan het <strong>OCMW</strong><br />

overgaan tot schuldbemiddeling.<br />

Een eerste vorm van schuldbemiddeling is een 'minnelijke aanzuiveringsregeling' waarbij het<br />

<strong>OCMW</strong> bemiddelt met de schuldeisers om tot een afbetalingsplan te komen.<br />

Indien het niet mogelijk is de overmatige<br />

schuldenlast weg te werken via een<br />

minnelijke aanzuiveringsregeling, kan de<br />

persoon of het gezin een verzoek indienen<br />

voor een collectieve schuldbemiddeling bij<br />

de arbeidsrechtbank. Als de aanvraag<br />

volledig is en aan de voorwaarden voldoet,<br />

stelt de rechter een schuldbemiddelaar aan<br />

(advocaat, notaris, deurwaarder of erkende<br />

schuldbemiddelingsdienst). Deze laatste zal<br />

een plan opstellen voor de afbetaling van de<br />

schulden, waardoor de financiële toestand<br />

van de persoon of het gezin dat het verzoek<br />

heeft ingediend kan worden hersteld, terwijl<br />

die persoon of dat gezin toch een<br />

menswaardig leven kan leiden.<br />

Ervaring rvaring uit de regio Leuven Leuven<br />

“Tijdens mijn verblijf in Kortenberg had ik een<br />

assistent van het <strong>OCMW</strong> omdat ik bij mijn exvrouw<br />

heel veel schulden had opgebouwd. Ik<br />

kon hier helemaal niet meer aan uit en mijn<br />

assistent heeft dit allemaal uitgezocht en er een<br />

dossier van gemaakt. Hiermee moest ik naar het<br />

gerecht en sindsdien ben ik in collectieve<br />

schuldbemiddeling. Voor mij was het op dat<br />

moment belangrijk dat mijn assistent even alles<br />

uit handen nam want ik kon dat zelf niet op dat<br />

moment.”


DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

19 19 Aanbod Aanbod voor voor personen personen in in armoede armoede in in Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Brabant<br />

19.1 19.1 Samenlevingsopbouw<br />

Samenlevingsopbouw<br />

De sector Samenlevingsopbouw organiseert maatschappelijk kwetsbare groepen. Samen met<br />

hen pakken buurtwerkers en opbouwwerkers gemeenschappelijke problemen aan die te maken<br />

hebben met grondrechten of met de leefbaarheid in hun buurt, stad, dorp of streek. De focus<br />

ligt op de verbetering van de kwaliteit van het leven en het samenleven. Samenlevingsopbouw<br />

werkt aan een beleid dat afgestemd is op de noden en behoeften van maatschappelijk<br />

kwetsbare groepen.<br />

Het Regionaal Instituut voor Samenlevingsopbouw (RISO) Vlaams-Brabant is een vzw die op<br />

verschillende plaatsen in de provincie opbouwwerk en buurtwerk organiseert (www.risovlb.be).<br />

Zij werken met groepen die zelf niet gemakkelijk opkomen voor hun rechten. Samen met de<br />

mensen pakken ze problemen aan die te maken hebben met huisvesting, samenleven,<br />

vereenzaming, onderwijs, arbeid ... Kaart 55 toont de gemeenten waar het RISO aanwezig is<br />

met een opbouwwerkproject of buurtwerk.<br />

Kaart Kaart 55 55: 55 : Projecten Projecten van van Riso Riso Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Brabant<br />

Gemeente met project<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Roosdaal<br />

Affligem<br />

Liedekerke<br />

Gooik<br />

Ternat<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Opwijk<br />

Merchtem<br />

Asse<br />

Dilbeek<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Beersel<br />

Kapelleopden-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

Zemst<br />

Grimbergen<br />

Vilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Genesius-<br />

Rode<br />

Machelen<br />

19.2 19.2 Algemeen Algemeen Algemeen Welzijnswerk<br />

Welzijnswerk<br />

Steenokkerzeel<br />

Zaventem<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Kraainem<br />

Bertem<br />

Wezembeek-<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Overijse<br />

Huldenberg<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Begijnendijk<br />

Tremelo<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Oud-Heverlee<br />

Holsbeek<br />

Bierbeek<br />

Lubbeek<br />

Aarschot<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel-<br />

Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron: RISO Vlaams-Brabant (www.risovlb.be)<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Het Algemeen Welzijnswerk biedt psychosociale hulp- en dienstverlening aan personen van wie<br />

de welzijnskansen bedreigd of verminderd worden. Dit kan het gevolg zijn van gebeurtenissen<br />

in de persoonlijke levenssfeer, problemen ten gevolge van gebeurtenissen in een context van<br />

criminaliteit of problemen van meervoudige kwetsbaarheid ten gevolge van een proces van<br />

sociale uitsluiting. Het algemeen welzijnswerk helpt mensen om zich persoonlijk en sociaal te<br />

ontplooien, hun individuele en sociale rechten uit te oefenen, zodat ze een menswaardig leven<br />

kunnen leiden.<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

89


Het algemeen welzijnswerk wil:<br />

90<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

• de toegankelijkheid van de maatschappelijke basisvoorzieningen en de<br />

gespecialiseerde zorgvoorzieningen bevorderen en hun bereikbaarheid effectief<br />

helpen realiseren;<br />

• problemen inzake sociale integratie en bevredigend persoonlijk functioneren<br />

voorkomen;<br />

• oplossingen aanbieden voor de problemen van personen.<br />

Vlaams-Brabant telt momenteel vier autonome Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW) (Kaart<br />

56):<br />

• CAW Regio Leuven<br />

• CAW Hageland<br />

• CAW Regio Vilvoorde<br />

• CAW Delta<br />

Kaart Kaart 56 56: 56 : Centra Centra Algemeen Algemeen Welzijnswerk Welzijnswerk in in Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Brabant<br />

CAW regio's<br />

Bever<br />

regio Leuven<br />

Hageland<br />

Hageland en Leuven<br />

regio Vilvoorde<br />

Delta<br />

Haaltert Denderleeuw<br />

Ninove<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Roosdaal<br />

Gooik<br />

Affligem<br />

Liedekerke<br />

Ternat<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Opwijk<br />

Asse<br />

Merchtem<br />

Dilbeek<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

<strong>Halle</strong><br />

Londerzeel<br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Drogenbos<br />

Zemst<br />

Grimbergen<br />

Vilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Beersel Genesius-<br />

Rode<br />

Machelen<br />

Kraainem<br />

Steenokkerzeel<br />

Zaventem<br />

Wezembeek-<br />

Oppem<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Begijnendijk<br />

Tremelo<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Oud-Heverlee<br />

Holsbeek<br />

Bierbeek<br />

Lubbeek<br />

Aarschot<br />

Boutersem<br />

Tielt-Winge<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel-<br />

Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Linter<br />

Landen<br />

Kaart: Steunpunt sociale planning<br />

Bron: CAW's Vlaams-Brabant<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw


In 2009 ontvingen de CAW's van Vlaams-<br />

Brabant meer dan 13.800 keer iemand aan<br />

het onthaal. De meest voorkomende<br />

problemen waren relationele problemen,<br />

administratieve en juridische problemen,<br />

psychische en persoonlijke problemen en<br />

materiële of financiële problemen.<br />

Tegelijkertijd werden meer dan 3.700<br />

begeleidingen verzorgd. De meeste<br />

begeleidingen gebeurden voor relationele<br />

problemen en psychische en persoonlijke<br />

problemen, maar heel wat van die cliënten<br />

hadden ook administratieve en juridische<br />

problemen en materiële of financiële<br />

problemen. 72<br />

19.3 19.3 De De inloopcentra<br />

inloopcentra<br />

De inloopcentra zijn deelwerkingen van de<br />

Centra Algemeen Welzijnswerk. Een<br />

inloopcentrum is een ontmoetingsplaats<br />

voor mensen die, omwille van<br />

omstandigheden, uitgesloten worden op<br />

verschillende levensdomeinen. Mensen die<br />

geen sociaal netwerk meer hebben, kunnen<br />

er terecht. Er worden activiteiten<br />

georganiseerd en<br />

ontmoetingsmogelijkheden en<br />

dienstverlening geboden. Bezoekers worden<br />

aangemoedigd om als vrijwilliger mee te<br />

werken aan de uitbouw van het centrum.<br />

Op die manier wil men de mensen<br />

versterken in hun eigenwaarde en ervoor<br />

zorgen dat ze opnieuw aansluiting vinden<br />

bij anderen, bij diensten en in de<br />

samenleving.<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

Ervaring Ervaring van van een een alleenstaande alleenstaande vrouw vrouw met<br />

met<br />

kinderen kinderen uit uit Leuven Leuven<br />

Leuven<br />

“De opvang in het vluchthuis is een heel<br />

positieve ervaring geweest voor mij en mijn<br />

kinderen. Ze hebben mij vooral gewezen op mijn<br />

rechten als moeder/vrouw. Dit is heel belangrijk<br />

voor mij geweest. Tijdens de andere<br />

hulpverlening en in mijn verder leven, probeer ik<br />

zoveel mogelijk mijn rechten te benutten. In het<br />

vluchthuis heb ik respect gekregen en werd ik<br />

als mens behandeld! Ik heb er geleerd om terug<br />

voor mezelf op te komen en ben terug ‘iemand’<br />

geworden. Hier heb ik ook opnieuw mijn eerste<br />

stappen naar een nieuw sociaal leven gezet. “<br />

Ervaring Ervaring uit uit een een een inloopcentrum<br />

inloopcentrum<br />

inloopcentrum<br />

“Omwille van mijn ziekte is het voor mij altijd<br />

moeilijk geweest om me te bedwingen in<br />

stresssituaties. Dat maakt het heel moeilijk voor<br />

mij om werk te vinden, laat staan om het te<br />

houden. Ik heb een periode gehad van twaalf<br />

stielen en dertien ongelukken, maar ik kan mijn<br />

werkgevers wel begrijpen. Sommigen hadden al<br />

wat meer geduld met mij dan anderen, maar<br />

uiteindelijk moet je als werkkracht geld<br />

opbrengen en er moet een zekere regelmaat in<br />

je prestaties zitten. Dat is voor mij altijd heel<br />

moeilijk geweest.<br />

Nu word ik begeleid om op mijn eigen tempo<br />

terug mijn draai te vinden op de arbeidsmarkt.<br />

Enkele dagen in de week ga ik naar het<br />

inloopcentrum. Daar kiezen we zelf welke<br />

activiteiten er komen en we organiseren ze mee.<br />

Ik heb er geleerd dat er nog mensen in een<br />

gelijkaardige situatie zitten. Ik doe er soms<br />

vrijwilligerswerk. Op die manier probeer ik wat<br />

structuur in mijn leven te brengen. Op termijn<br />

hoop ik nog eens een betaalde job te doen,<br />

maar ik mag de lat niet ineens te hoog leggen.<br />

De kans dat ik dan gedemotiveerd raak is groot.<br />

Dan moet ik veel meer moeite doen om terug te<br />

geraken waar ik stond.<br />

Ik ben er me van bewust dat het altijd op en af<br />

zal gaan met mij, maar ik ben mede dankzij de<br />

steun van de andere bezoekers aan het leren om<br />

daar minder destructief mee om te gaan. Om<br />

zelf verantwoordelijkheid op te nemen als het<br />

wat moeilijker gaat.”<br />

91


92<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

19.4 19.4 Verenigingen Verenigingen waar waar armen armen het het woord woord woord nemen<br />

nemen<br />

Een Vereniging waar armen het woord nemen (VWAWN) heeft als doel armoede en sociale<br />

uitsluiting weg te werken. Ze doen dit door te wegen op het beleid. Input van mensen in<br />

armoede staat centraal, een sociale mix wordt als verrijkend ervaren. In Vlaanderen bestaan er<br />

meer dan 40 erkende verenigingen, waarvan er slechts 4 in Vlaams-Brabant zijn gesitueerd: 2 in<br />

Leuven, 1 in <strong>Halle</strong>, en één vereniging in opstart in Tienen. Ze komen samen in verschillende<br />

themawerkgroepen (tewerkstelling, gezondheid en gezin, cultuur- en sportparticipatie, wonen,<br />

onderwijs en vorming)<br />

De verenigingen hebben allemaal een eigen<br />

werking, die kan verschillen. Sommigen<br />

hebben een kinderwerking, een sociaal<br />

restaurant of een sociale kruidenier.<br />

19.5 19.5 Welzijnsschakels<br />

Welzijnsschakels<br />

Welzijnsschakels<br />

Vrijwilligers, zowel mensen in armoede als<br />

niet-armen, verbonden met<br />

Welzijnsschakels, werken in hun (eigen)<br />

buurt samen rond armoede en uitsluiting.<br />

Ze vertalen concrete vormen van solidariteit<br />

naar maatschappelijke en politieke signalen<br />

van uitsluiting. Ze organiseren activiteiten<br />

die mensen samenbrengen en waarin ze<br />

diverse talenten, vaardigheden en<br />

interesses, ook culturele, aanspreken. Ze<br />

zoeken inzicht in mechanismen die armoede<br />

en uitsluiting in stand houden, en volgen<br />

hiertoe vorming. Hierin willen ze<br />

samenwerken met organisaties of mensen<br />

die hun doel kunnen versterken.<br />

Ervaring Ervaring uit een vereniging<br />

“In ’t Lampeke hebben bezoekers en werkers<br />

altijd een luisterend oor. Je kan er lekker eten,<br />

we lachen veel en je zit gezellig bij elkaar. We<br />

doen zowel ontspannende als serieuze<br />

activiteiten. In vormingen en werkgroepen leren<br />

we veel bij. We zoeken ook naar oplossingen<br />

voor problemen die we mee maken. We zien dat<br />

er soms met de voorstellen die we doen,<br />

vooruitgang wordt geboekt.”<br />

Tekst Tekst van van bezoeker bezoeker van een Welzijnschakel<br />

In de loop van ons leven komen er ogenblikken<br />

waarop wij klem geraken.<br />

Wij zien geen uitweg.<br />

Onze draagkracht is opgebruikt.<br />

Wij liggen verlamd neer.<br />

Gelukkige mensen zijn wij dan, wanneer<br />

medemensen zich over ons ontfermen, ons<br />

dragen, ons opnieuw tot leven brengen.<br />

Dan kunnen wij zelf onze taak weer opnemen.


Kaart Kaart 57 57: 57 : Werkingen Werkingen rond rond armoede<br />

armoede<br />

Vereniging waar armen het woord nemen<br />

Inloopcentrum<br />

Welzijnsschakel<br />

Bever<br />

Galmaarden<br />

Herne<br />

Affligem<br />

Gooik<br />

Asse<br />

Liedekerke Ternat<br />

Roosdaal<br />

Lennik<br />

Pepingen<br />

Dilbeek<br />

DEEL IV: Beleid om armoede tegen te gaan<br />

Londerzeel<br />

Opwijk<br />

Merchtem<br />

Sint-<br />

Pieters-<br />

Leeuw<br />

<strong>Halle</strong><br />

Meise<br />

Wemmel<br />

Drogenbos<br />

Kapelleop-den-<br />

Bos<br />

Zemst<br />

Grimbergen<br />

Vilvoorde<br />

Linkebeek<br />

Sint-<br />

Beersel Genesius-<br />

Rode<br />

Machelen<br />

Kampenhout<br />

Kortenberg<br />

Zaventem<br />

Hoeilaart<br />

Boortmeerbeek<br />

Steenokkerzeel<br />

Kraainem<br />

Wezembeek-<br />

Oppem<br />

Tervuren<br />

Overijse<br />

Bertem<br />

Huldenberg<br />

Keerbergen<br />

Haacht<br />

Herent<br />

Rotselaar<br />

Leuven<br />

Begijnendijk<br />

Tremelo<br />

Aarschot<br />

Holsbeek<br />

Lubbeek<br />

Tielt-Winge<br />

Boutersem<br />

Bierbeek<br />

Oud-Heverlee<br />

Hoegaarden<br />

Scherpenheuvel-<br />

Zichem<br />

Glabbeek<br />

Tienen<br />

Bekkevoort<br />

Diest<br />

Kortenaken<br />

Kaart: Steunpunt sociale planing<br />

Grenzen: Voorlopig rb gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (AGIV-product)<br />

Ervaring Ervaring van van een een oudere oudere vrouw vrouw uit uit de de regio regio Leuven<br />

Leuven<br />

“Ik ben ooit afgesloten van energie. In het begin durfde ik hier met niemand over praten of iemand om<br />

hulp vragen. Ik schaamde mij dat het mij moest overkomen en dacht dat ik met mijn probleem alleen<br />

stond. Op het ogenblik van de afsluiting woonden mijn kinderen nog thuis. Vooral voor hen vond ik het<br />

erg. Zij konden er immers niets aan doen en ik had schrik dat ze van mij weggenomen zouden worden.<br />

Uiteindelijk heb ik al mijn moed bijeen geraapt en ben ik toch hulp gaan zoeken. Alle energieproblemen<br />

zijn nu van de baan. Intussen heb ik ook geleerd dat ik niet de enige ben die in de problemen is geraakt.<br />

Via een vereniging waar armen het woord nemen en werkgroepen van het Vlaams Netwerk ben ik in<br />

contact gekomen met andere mensen die in dezelfde situatie zitten. De meeste van deze mensen durfden<br />

niet zomaar te vertellen wat hen overkomen is. Ik doe dit wel. Misschien zijn er lezers die afgesloten zijn,<br />

maar die zich hier op dit moment nog te veel over schamen om hulp te zoeken. Het vergt een inspanning<br />

en het doet soms pijn wanneer ik mijn verhaal vertel, maar het gaat hier om een situatie die onmenselijk is<br />

en ik vind dat de buitenwereld mag horen dat dit gebeurt en welke invloed dit kan hebben op iemands<br />

leven. Het zijn over het algemeen mensen die niet weten wat het is om zonder elektriciteit en gas te<br />

moeten leven die beslissen of mensen afgesloten worden of niet.”<br />

19.6 19.6 Andere Andere vormen vormen van hulp<br />

Naast deze armoedewerkingen zijn er ook projecten in het kader van samenlevingsopbouw,<br />

buurthuizen, tweedehandswinkels, kringwinkels, voedselbedelingen, sociale restaurants, sociale<br />

kruideniers, sociale tewerkstellingsprojecten, projecten in de cultuursector en onderwijssector<br />

met armoede als belangrijke invalshoek, enzovoort. In het kader van deze analyse is het niet<br />

mogelijk al deze verschillende voorzieningen in kaart te brengen.<br />

Linter<br />

Landen<br />

Geetbets<br />

Zoutleeuw<br />

93


Algemene Algemene conclusies<br />

conclusies<br />

94<br />

ALGEMENE CONCLUSIES<br />

Vlaams-Brabant is gemiddeld een rijke provincie provincie, provincie<br />

maar dat betekent niet dat armoede er niet<br />

bestaat. Bovendien is het inkomen in Vlaams-Brabant meer ongelijk verdeeld dan in Vlaanderen<br />

als geheel. De 10% hoogste inkomens bezitten samen een groter inkomen dan de 50% laagste<br />

inkomens, en de verschillen nemen toe.<br />

<strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong>-indicatoren<br />

<strong>Armoede</strong> indicatoren<br />

Het gemiddeld inkomen is vooral laag in het oosten van het Hageland, inclusief de Hagelandse<br />

steden (Tienen, Diest, Aarschot). Daarnaast vallen ook enkele sterk verstedelijkte gemeenten van<br />

Vlaams-Brabant op. Bij die laatste is het industriële gebied van de Zennevallei, van <strong>Halle</strong> in het<br />

zuiden tot Vilvoorde en Machelen en een deel van Zaventem in het noorden. Ook horen er<br />

enkele aan Brussel grenzende deelgemeenten ten noorden en westen van Brussel bij. Het<br />

centrum van Leuven heeft eveneens een erg laag gemiddeld inkomen. Dit lage inkomen in<br />

stedelijk gebied hangt samen met het vertrek van hogere inkomensgroepen naar de groene<br />

rand rond de steden. We zien dan ook de hoogste gemiddelde inkomens ten zuidoosten van<br />

Brussel, ten zuiden van Leuven en in andere residentiële gemeenten, zoals Keerbergen. Dit geldt<br />

daarnaast in enkele deelgemeenten ten noorden en westen van Brussel of rond kleinere steden<br />

als Tienen. Nog steeds stijgt het inkomen sterk in deze (deel)gemeenten, terwijl het veel minder<br />

snel stijgt in stedelijke gebieden. In sommige plattelandsgemeenten, vooral in het Pajottenland,<br />

neemt het inkomen eveneens relatief sterk toe.<br />

Het al dan niet hebben van werk werk werk speelt een belangrijke rol in de armoedeproblematiek. Werk is<br />

een sterke buffer tegen armoede, hoewel ook werkenden onder de armoededrempel kunnen<br />

vallen. De werkloosheid is algemeen sterk afhankelijk van de economische conjunctuur, die na<br />

2008 in een dal terecht kwam. Hoge werkloosheidscijfers vinden we meestal waar ook het<br />

gemiddeld inkomen laag is: in de Zennevallei, in enkele andere aan Brussel grenzende<br />

deelgemeenten in het noorden en het westen (algemeen zijn er wat hogere waarden ten<br />

westen van Brussel), in het centrum van Leuven en in het oostelijk Hageland, vooral in de<br />

steden. De werkloosheid in de plattelandsgemeenten van het Hageland heeft een ander<br />

karakter dan die in de stedelijke gebieden. De werklozen op het platteland zijn vaker van<br />

Belgische origine. De werkloosheid onder ouderen, en in mindere mate onder jongeren, is op<br />

het platteland meer uitgesproken. In de steden vinden we meer werklozen uit de tussenliggende<br />

leeftijdsgroepen. In de plattelandsgemeenten van het Hageland is de scholingsgraad van de<br />

werklozen erg laag, net als in het noorden van de Zennevallei en Tienen.<br />

Personen die niet over toereikende bestaansmiddelen beschikken of kunnen beschikken, kunnen<br />

een beroep doen op een leefloon leefloon leefloon of equivalent leefloon. We zien een stijging van het aantal<br />

(equivalent) leefloners in de laatste jaren. Het leefloon is bij uitstek een stedelijk fenomeen:<br />

opvallend zijn Leuven, Tienen en de noordelijke rand rond Brussel. De inkomensgarantie inkomensgarantie voor<br />

ouderen, die kan worden beschouwd als een leefloon voor ouderen, is eveneens belangrijk in de<br />

stedelijke gebieden, maar ook in plattelandsgemeenten, vooral in het oostelijk Hageland. Het<br />

gemiddeld uitgekeerde bedrag is er wel lager.<br />

Een meer algemene indicator voor armoede is de verhoogde verhoogde tegemoetkoming in de<br />

ziekteverzekering<br />

ziekteverzekering, ziekteverzekering die kan worden aangevraagd bij een laag inkomen. Meer dan een kwart van<br />

de 65-plussers maakt gebruik van deze tegemoetkoming. Erg hoge waarden bij ouderen vinden<br />

we in de plattelandsgemeenten van het Pajottenland en vooral het oostelijk Hageland. Bij de<br />

andere leeftijdsgroepen gaat het om een goede 5% van de bevolking. Dit is vooral een stedelijk<br />

fenomeen.


Risicofactoren<br />

Risicofactoren<br />

ALGEMENE CONCLUSIES<br />

<strong>Armoede</strong> is in de eerste plaats een materieel probleem. Wie niet voldoende bestaansmiddelen<br />

heeft om algemeen aanvaarde leefpatronen te kunnen opbouwen, wordt beschouwd als arm.<br />

Maar het is ook meer dan dat. Iemand die zich op verschillende verschillende domeinen domeinen, domeinen zoals de<br />

gezinssituatie, opleiding, gezondheid, woonsituatie… in een moeilijke positie bevindt, kan veel<br />

moeilijker uit de armoede klimmen dan iemand die minder problemen cumuleert.<br />

Het armoederisico is veel hoger bij eenoudergezinnen eenoudergezinnen (in de praktijk meestal alleenstaande<br />

moeders), wat een stedelijk fenomeen is, en vooral uitgesproken rond Brussel. Een andere<br />

risicogroep zijn de personen van niet-Europese origine origine die vooral rond Brussel sterk aanwezig<br />

zijn, zeker in het noordoosten, maar ook in Leuven, Diest en in mindere mate Tienen. Ook<br />

ouderen ouderen lopen meer risico om in armoede terecht te komen. Ze zijn sterk vertegenwoordigd in<br />

het Hageland en in enkele residentiële gemeenten rond Brussel. De pensioenen zijn gemiddeld<br />

heel wat lager in het Hageland dan rond Brussel. De opleidingsgraad opleidingsgraad is opvallend laag in het<br />

oostelijk Hageland, in de Zennevallei en in Liedekerke. Het aandeel leerlingen dat nu een<br />

beroepsopleiding volgt, is ook in die gemeenten het hoogst. Heel opvallend is de slechte<br />

gezondheidssituatie gezondheidssituatie en het hoge aandeel personen met een langdurige ziekte of handicap in het<br />

Hageland, veel meer nog dan in de Zennevallei, ook als er gecorrigeerd wordt voor de<br />

leeftijdsstructuur. Het aantal erkende handicaps en het aantal uitkeringen voor personen met<br />

een handicap is relatief nog hoger in het Hageland, maar ook in het Pajottenland.<br />

Wonen Wonen is is is duur duur duur in Vlaams-Brabant. Een gezin dat leeft van een leefloon of een inkomensgarantie<br />

voor ouderen is er niet in staat een gemiddeld huis te huren, en bovendien zijn er weinig sociale<br />

woningen. Personen in armoede zijn dus meestal aangewezen op de private huurmarkt in de<br />

goedkopere en minder kwalitatieve segmenten. Private huurwoningen zijn vooral te vinden in<br />

stedelijke gebieden. De huurprijzen zijn gemiddeld het minst hoog in Leuven, in de Zennevallei<br />

en in het oostelijke Hageland, waar er buiten de steden wel weinig huurwoningen zijn. De<br />

minder hoge huurprijzen in deze gebieden hangen wel samen met het relatief belangrijke<br />

aanbod aan huurwoningen in de minder kwalitatieve segmenten. De gezinnen die een aanvraag<br />

indienen voor een sociale woning wonen dan ook vaak in deze gemeenten. Opvallend zijn<br />

Leuven, de Zennevallei en kleinere steden als Tienen, Diest en Asse.<br />

Het aantal gezinnen met schuldenlast schuldenlast neemt toe. Onder meer de stijgende energie energie- energie energie en<br />

en<br />

waterprijzen waterprijzen zorgen voor betalingsproblemen. Gezinnen met een budgetmeter voor elektriciteit,<br />

die geplaatst wordt bij betalingsproblemen, vinden we vooral in de stedelijke gebieden: de<br />

Zennevallei, Tienen, maar ook Asse en Liedekerke. Op het platteland zijn er heel lage waarden.<br />

Ook op dit vlak zien we dus dat de armoedeproblematiek andere karakteristieken heeft op het<br />

platteland dan in de steden.<br />

<strong>Armoede</strong> <strong>Armoede</strong> bij bij kinderen<br />

kinderen<br />

Het aandeel minderjarigen dat opgroeit in een gezin zonder inkomen uit arbeid of pensioen<br />

bedraagt in Vlaams-Brabant 7,0% (werknemers van internationale organisaties zijn wel<br />

inbegrepen). 20,5% van de eenoudergezinnen met minderjarige kinderen hebben geen<br />

inkomen uit arbeid of pensioen. Er vallen meer kinderen onder de voorkeursregeling in de<br />

ziekteverzekering dan volwassenen op actieve leeftijd. Het gaat vooral om een stedelijk<br />

fenomeen. Bij de kinderen op secundaire schoolleeftijd zijn de waarden ook hoog in het<br />

Hageland, zij het vooral in de steden. Meer en meer kinderen vallen onder de voorkeursregeling.<br />

Bij het leefloon is er, naast een stijgend aandeel vrouwen, ook een steeds hoger aandeel<br />

jongeren en gezinnen met kinderen. Dat is een alarmerende evolutie. Kinderarmoede is<br />

bijzonder belangrijk omdat het niet alleen het welzijn van de kinderen in gevaar brengt, maar<br />

ook hun toekomst. Kinderen die in armoede leven hebben immers een veel hoger risico om later<br />

ook in armoede te belanden.<br />

95


96<br />

ALGEMENE CONCLUSIES<br />

Aan de hand van zes criteria geeft Kind en Gezin aan welke kinderen geboren geboren worden in een<br />

kansarm kansarm gezin gezin. gezin Vooral in Leuven en Tienen wordt zijn de aandelen hoog. Ook in de regio<br />

Vilvoorde-Zaventem, in Asse en in verschillende gemeenten in Noord- en Zuid-Hageland worden<br />

er veel kinderen geboren in een kansarm gezin. Hoewel het cijfer van Vlaams-Brabant nog<br />

steeds onder het Vlaamse gemiddelde blijft, zien we in Vlaams-Brabant de laatste jaren een<br />

sterkere stijging van het aandeel kansarme geboorten.<br />

De leerlingenkenmerken<br />

leerlingenkenmerken leerlingenkenmerken of zogenaamde gelijke gelijke kansenindicatoren kansenindicatoren (leerlingen met<br />

schooltoelage, met een lage opleiding van de ouders, die niet thuis wonen of geen vast adres<br />

hebben) vormen een andere indicator voor armoede bij kinderen. Wanneer we kijken naar het<br />

aantal leerlingen met een schooltoelage omwille van een laag inkomen, zien we opnieuw de<br />

bekende patronen: hoge waarden in de Zennevallei, in het oostelijk Hageland (vooral de<br />

steden), in Leuven en in enkele gemeenten ten westen van Brussel, van Asse tot Liedekerke.<br />

Lage waarden vinden we ten zuidoosten van Brussel, ten zuiden van Leuven, en in een aantal<br />

andere residentiële gemeenten als Keerbergen en Meise. In het secundair onderwijs is het<br />

oostelijk Hageland veel meer uitgesproken. De verspreiding van de leerlingen waarop één of<br />

meerdere van de gelijke kansenindicatoren van toepassing is, geeft in grote lijnen hetzelfde<br />

ruimtelijke beeld. Bijna een kwart van de Vlaams-Brabantse kinderen in het basisonderwijs valt<br />

hieronder. In het secundair onderwijs is dat meer dan een kwart.<br />

Leerlingen in risicoschoolloopbanen<br />

isicoschoolloopbanen (leerlingen in het gewoon onderwijs met minstens 2 jaar<br />

schoolse vertraging of leerlingen in het buitengewoon onderwijs of deeltijds onderwijs) hebben<br />

een hogere kans op vroegtijdige schooluitval en uiteindelijk ook op werkloosheid.<br />

Risicoschoolloopbanen zijn vooral belangrijk in een stedelijke context, hoewel het aandeel<br />

leerlingen in het buitengewoon onderwijs ook opvallend hoog is in de plattelandsgemeenten<br />

van het Hageland.


BIJLAGEN<br />

Bijlage Bijlage I: I: Indi Indicatoren Indi catoren per per gemeente<br />

Indicator 1: Inkomensaangiften (2008, aanslagjaar 2009) ...................................................................98<br />

Indicator 2: Werkloosheidsgraden, algemeen en naar geslacht (2010).................................................99<br />

Indicator 3: Werkloosheidsgraden, naar leeftijd (2010) .....................................................................100<br />

Indicator 4: Niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) naar scholing en naar origine (2010) ................101<br />

Indicator 5: Recht op maatschappelijke integratie (RMI) en recht op maatschappelijke hulp (RMH) (2010)102<br />

Indicator 6: Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) en gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GIB)<br />

(01/01/2011)...................................................................................................................103<br />

Indicator 7: Tegemoetkomingen voor personen met een handicap (01/04/2011) ...............................104<br />

Indicator 8: Tegemoetkomingen voor personen met een handicap (01/04/2011) ...............................105<br />

Indicator 9: Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering 0-64 jaar (01/01/2010) ..................106<br />

Indicator 10: Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering 65-plus (01/01/2010)...................107<br />

Indicator 11: Gezinnen met minderjarige kinderen zonder inkomen uit arbeid of pensioen (31/12/2008)108<br />

Indicator 12: Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering bij kinderen en jongeren 0-9 jaar<br />

(01/01/2010)...................................................................................................................109<br />

Indicator 13: Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering bij kinderen en jongeren 10-19 jaar<br />

(01/01/2010)...................................................................................................................110<br />

Indicator 14: GOK-indicatoren basisonderwijs (01/02/2010)..............................................................111<br />

Indicator 15: GOK-indicatoren secundair onderwijs (01/02/2010)......................................................112<br />

97


Indicator ndicator 1: : Inkomensaangiften Inkomensaangiften (200 (2008, (200<br />

8, aanslagjaar aanslagjaar aanslagjaar 2009 2009) 2009<br />

98<br />

BIJLAGEN<br />

aangiften<br />

aangiften<br />

gemiddeld gemiddeld inkomen inkomen per<br />

per<br />

aangifte aangifte aangifte ( (in ( in euro)<br />

totaal<br />

totaal<br />

aantal<br />

aantal<br />

aantal<br />

aantal<br />

aantal aantal<br />

aantal totaal<br />

totaal 50.000<br />

>50.000<br />

aantal<br />

aantal van van 10.001<br />

10.001 aantal<br />

aantal euro:<br />

euro: aantal<br />

aantal euro:<br />

euro:<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />


BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 2: Werkloosheidsgraden<br />

Werkloosheidsgraden, Werkloosheidsgraden , algemeen en naar geslacht (2010 (2010) (2010<br />

algemeen algemeen algemeen<br />

naar naar geslacht<br />

geslacht<br />

mannen mannen mannen<br />

vrouwen<br />

vrouwen<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

aantal aantal niet niet- niet<br />

werken werkende werken de<br />

werk-<br />

werk<br />

zoekenden<br />

zoekenden<br />

(NWWZ)<br />

(NWWZ)<br />

werk werkloos werk oos-<br />

heidsgraad<br />

heidsgraad<br />

aantal<br />

aantal<br />

NWWZ<br />

NWWZ<br />

werkloos-<br />

werkloos<br />

heidsgraad<br />

heidsgraad<br />

aantal antal<br />

NWWZ NWWZ<br />

NWWZ<br />

werkloos-<br />

werkloos<br />

heidsgraad<br />

heidsgraad<br />

Affligem 277 4,5 145 4,6 132 4,5<br />

Asse 926 6,6 464 6,4 462 6,8<br />

Beersel 597 5,6 313 5,6 284 5,6<br />

Bever 56 5,5 27 5,1 29 6,0<br />

Dilbeek 1.071 6,0 502 5,4 569 6,6<br />

Drogenbos 216 10,0 98 8,8 118 11,2<br />

Galmaarden 144 3,5 71 3,2 73 3,7<br />

Gooik 131 3,0 66 2,7 65 3,2<br />

Grimbergen 981 6,1 470 5,7 511 6,5<br />

<strong>Halle</strong> 1.042 6,1 588 6,6 454 5,7<br />

Herne 124 4,1 64 4,0 60 4,2<br />

Hoeilaart 246 5,6 125 5,4 121 5,9<br />

Kampenhout 247 4,5 127 4,4 120 4,7<br />

Kapelle-op-den-Bos 161 3,6 78 3,3 83 4,0<br />

Kraainem 328 7,2 163 6,7 165 7,8<br />

Lennik 162 3,8 82 3,6 80 4,0<br />

Liedekerke 328 5,6 169 5,5 159 5,8<br />

Linkebeek 161 8,0 76 7,4 85 8,7<br />

Londerzeel 330 3,9 168 3,7 162 4,1<br />

Machelen 456 7,5 228 7,1 228 7,8<br />

Meise 440 4,9 212 4,5 228 5,3<br />

Merchtem 327 4,5 174 4,4 153 4,5<br />

Opwijk 261 4,1 143 4,2 118 3,9<br />

Overijse 485 5,0 245 4,8 240 5,3<br />

Pepingen 73 3,4 39 3,4 34 3,4<br />

Roosdaal 242 4,6 134 4,7 108 4,4<br />

Sint-Genesius-Rode 490 6,7 227 5,9 263 7,7<br />

Sint-Pieters-Leeuw 1.091 7,7 540 7,2 551 8,2<br />

Steenokkerzeel 237 4,4 101 3,6 136 5,3<br />

Ternat 320 4,4 164 4,3 156 4,5<br />

Vilvoorde 1.655 9,4 825 8,8 830 10,1<br />

Wemmel 569 8,6 275 8,0 294 9,3<br />

Wezembeek-Oppem 331 6,8 151 5,8 180 7,8<br />

Zaventem 980 7,8 508 7,7 472 7,9<br />

Zemst 423 3,9 211 3,7 212 4,2<br />

Aarschot 828 6,0 436 5,9 392 6,2<br />

Begijnendijk 225 4,7 112 4,3 113 5,2<br />

Bekkevoort 141 5,0 67 4,4 74 5,6<br />

Bertem 174 3,9 97 4,1 77 3,7<br />

Bierbeek 149 3,5 77 3,4 72 3,6<br />

Boortmeerbeek 225 4,1 118 3,9 107 4,2<br />

Boutersem 118 3,2 60 3,0 58 3,4<br />

Diest 748 6,9 393 6,6 355 7,2<br />

Geetbets 152 5,5 75 4,9 77 6,2<br />

Glabbeek 90 3,5 58 4,2 32 2,7<br />

Haacht 291 4,4 154 4,4 137 4,4<br />

Herent 393 4,2 198 4,1 195 4,3<br />

Hoegaarden 145 4,7 84 5,2 61 4,2<br />

Holsbeek 160 3,5 80 3,3 80 3,8<br />

Huldenberg 180 4,2 81 3,4 99 5,0<br />

Keerbergen 278 4,7 126 3,9 152 5,6<br />

Kortenaken 169 4,7 84 4,2 85 5,2<br />

Kortenberg 438 5,0 227 4,9 211 5,1<br />

Landen 478 6,6 239 6,2 239 7,2<br />

Leuven 3.162 7,0 1.888 7,8 1.274 6,2<br />

Linter 169 4,9 82 4,4 87 5,6<br />

Lubbeek 225 3,5 119 3,4 106 3,6<br />

Oud-Heverlee 201 3,9 104 3,8 97 4,0<br />

Rotselaar 316 4,3 159 4,0 157 4,6<br />

Scherpenheuvel-Zichem 591 5,6 282 4,9 309 6,5<br />

Tervuren 438 5,4 228 5,3 210 5,5<br />

Tielt-Winge 223 4,3 114 4,1 109 4,6<br />

Tienen 1.141 7,6 624 7,7 517 7,4<br />

Tremelo 338 4,9 177 4,7 161 5,2<br />

Zoutleeuw 243 6,2 116 5,5 127 7,1<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />

208.242 208.242<br />

7,2 7,2<br />

108.155 108.155<br />

6,8 6,8 100.086 100.086<br />

7,6<br />

7,6<br />

Prov. Prov. Vl Vlaams Vl Vlaams<br />

aams-Brabant<br />

aams Brabant 28.327 5,7 5,7<br />

14.634 5,5 13.693 13.693 5,9<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 15.900 15.900<br />

5,9 5,9<br />

7.975 7.975<br />

5,6 5,6<br />

7.925 7.925<br />

6,2<br />

6,2<br />

Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

12.427 12.427<br />

5,5 5,5<br />

6.659 6.659<br />

5,5 5,5<br />

5.769 5.769<br />

5,5<br />

5,5<br />

Bron: VDAB, via ARVASTAT<br />

99


Indicator Indicator 3: : : Werkloosheidsgraden, Werkloosheidsgraden, naar naar leeftijd leeftijd (2010 (2010) (2010<br />

100<br />

BIJLAGEN<br />

naar naar leeftijd leeftijd<br />

leeftijd<br />

50 jaar<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

aantal<br />

aantal<br />

NWWZ<br />

NWWZ<br />

werkloos-<br />

werkloos<br />

heidsgraad<br />

heidsgraad<br />

aantal<br />

aantal<br />

NWWZ<br />

NWWZ<br />

werkloos-<br />

werkloos<br />

heidsgraad<br />

heidsgraad<br />

aantal<br />

aantal<br />

NWWZ NWWZ<br />

NWWZ<br />

werk werkloos werk oos-<br />

heidsgraad<br />

heidsgraad<br />

Affligem 56 12,0 129 3,2 92 6,0<br />

Asse 182 15,8 542 5,8 202 5,7<br />

Beersel 119 13,8 330 4,8 148 5,2<br />

Bever 8 10,2 36 5,2 12 5,0<br />

Dilbeek 198 13,8 587 5,1 286 5,9<br />

Drogenbos 36 18,4 124 8,7 56 10,2<br />

Galmaarden 33 10,5 77 2,7 34 3,3<br />

Gooik 31 8,2 64 2,2 36 3,3<br />

Grimbergen 172 14,0 586 5,5 223 5,4<br />

<strong>Halle</strong> 233 14,4 563 5,0 246 6,3<br />

Herne 23 10,2 67 3,3 34 4,2<br />

Hoeilaart 36 13,1 135 4,7 75 6,0<br />

Kampenhout 49 11,3 122 3,4 76 5,4<br />

Kapelle-op-den-Bos 35 8,5 78 2,7 48 4,2<br />

Kraainem 42 12,5 193 7,0 93 6,4<br />

Lennik 34 11,0 77 2,7 51 4,6<br />

Liedekerke 72 15,5 182 4,6 74 5,4<br />

Linkebeek 26 19,2 91 7,4 44 6,8<br />

Londerzeel 81 11,2 147 2,6 102 5,0<br />

Machelen 95 15,4 270 6,6 91 6,5<br />

Meise 91 11,9 222 4,0 127 4,8<br />

Merchtem 78 12,4 184 3,7 65 4,0<br />

Opwijk 63 12,1 136 3,2 62 4,0<br />

Overijse 89 14,0 273 4,3 123 4,5<br />

Pepingen 17 8,2 39 2,8 17 3,0<br />

Roosdaal 60 12,9 117 3,3 65 4,9<br />

Sint-Genesius-Rode 73 14,8 305 6,8 112 5,0<br />

Sint-Pieters-Leeuw 223 16,6 604 6,6 264 7,3<br />

Steenokkerzeel 45 10,8 128 3,6 64 4,6<br />

Ternat 76 12,3 153 3,2 91 4,9<br />

Vilvoorde 301 18,0 978 8,1 376 9,9<br />

Wemmel 101 18,9 327 7,8 141 7,7<br />

Wezembeek-Oppem 58 16,8 175 6,1 98 5,8<br />

Zaventem 170 17,2 582 7,0 228 7,2<br />

Zemst 92 11,2 192 2,7 139 5,0<br />

Aarschot 192 16,5 414 4,5 222 6,9<br />

Begijnendijk 48 11,4 89 2,8 88 7,5<br />

Bekkevoort 33 14,3 74 3,9 34 5,1<br />

Bertem 34 10,5 90 3,0 50 4,4<br />

Bierbeek 31 11,4 75 2,7 43 3,4<br />

Boortmeerbeek 53 11,9 107 3,0 65 4,5<br />

Boutersem 29 11,3 56 2,3 33 3,4<br />

Diest 172 16,7 394 5,5 182 6,9<br />

Geetbets 32 15,8 80 4,2 40 5,9<br />

Glabbeek 20 11,2 46 2,6 24 3,8<br />

Haacht 70 13,7 127 2,9 94 5,6<br />

Herent 80 11,1 200 3,3 113 4,6<br />

Hoegaarden 35 17,2 73 3,4 37 5,1<br />

Holsbeek 37 11,4 86 2,8 37 3,4<br />

Huldenberg 37 11,6 91 3,2 52 4,5<br />

Keerbergen 49 11,7 119 3,2 110 6,2<br />

Kortenaken 30 10,8 73 3,0 66 7,4<br />

Kortenberg 84 11,9 230 4,0 124 5,6<br />

Landen 109 19,4 233 4,9 136 7,4<br />

Leuven 627 16,4 1.952 6,2 583 6,1<br />

Linter 42 15,9 79 3,4 48 5,9<br />

Lubbeek 59 12,5 98 2,4 68 3,7<br />

Oud-Heverlee 44 12,9 97 3,0 60 4,0<br />

Rotselaar 82 15,7 150 3,1 84 4,4<br />

Scherpenheuvel-Zichem 126 14,8 280 3,9 185 7,6<br />

Tervuren 80 15,0 235 4,5 123 5,4<br />

Tielt-Winge 54 12,2 108 3,2 61 4,7<br />

Tienen 254 19,7 602 6,1 285 7,4<br />

Tremelo 74 12,8 151 3,3 113 7,0<br />

Zoutleeuw 49 16,3 123 4,7 71 7,5<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />

45.349 45.349 15,8 15,8 15,8<br />

110.453 110.453<br />

5,8 5,8<br />

52.439 52.439<br />

7,7<br />

7,7<br />

Pr Prov. Pr Prov.<br />

ov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Brabant 5.763 5.763 14,4 14,4<br />

15.345 4,7 7.219 5,8 5,8<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 3.096 3.096 14,0 14,0 14,0<br />

8.812 8.812<br />

5,0 5,0<br />

3.991 3.991<br />

5,8<br />

5,8<br />

Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

2.667 2.667 14,8 14,8 14,8<br />

6.533 6.533<br />

4,3 4,3<br />

3.228 3.228<br />

5,8<br />

5,8<br />

Bron: VDAB, via ARVASTAT


BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 4: Niet Niet-werkende Niet werkende wwerkzoekenden<br />

w<br />

erkzoekenden<br />

erkzoekenden (NWWZ) naar scholing en naar origine origine (2010 (2010) (2010<br />

naar naar scholing naar naar origine origine<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

aantal aantal laag-<br />

geschoolde<br />

geschoolde<br />

NWWZ<br />

NWWZ<br />

aantal aantal<br />

aantal<br />

laag-<br />

laag<br />

geschoolde geschoolde<br />

geschoolde<br />

NWWZ:<br />

NWWZ:<br />

% % van van van de<br />

de<br />

NWWZ<br />

NWWZ<br />

aantal<br />

aantal<br />

NWWZ,<br />

NWWZ,<br />

origine<br />

origine<br />

niet niet-Belg niet niet Belg<br />

EU EU-15 EU 15<br />

aantal<br />

aantal<br />

NWWZ,<br />

NWWZ,<br />

origine origine<br />

origine<br />

niet niet-Belg niet niet Belg<br />

buiten<br />

buiten<br />

EU EU-15 EU 15<br />

aantal<br />

aantal<br />

NWWZ,<br />

NWWZ,<br />

origine origine<br />

origine<br />

niet niet-Belg niet niet Belg<br />

totaal<br />

totaal<br />

aantal aantal<br />

aantal<br />

NWWZ,<br />

NWWZ,<br />

origine origine origine niet niet- niet<br />

Belg Belg (totaal):<br />

(totaal):<br />

% % van van de de<br />

de<br />

NWWZ<br />

NWWZ<br />

aantal aantal NWWZ,<br />

NWWZ,<br />

origine origine origine niet niet- niet<br />

Belg Belg Belg (totaal):<br />

(totaal):<br />

% % van van de<br />

de<br />

18 18-64 18 64 jarigen<br />

Affligem 128 46,4 17 43 60 21,7 11,9<br />

Asse 437 47,2 59 366 425 45,9 12,2<br />

Beersel 239 40,1 77 97 174 29,2 7,7<br />

Bever 23 41,1 4 2 6 10,9 6,5<br />

Dilbeek 427 39,8 118 268 386 36,0 9,7<br />

Drogenbos 108 50,2 35 61 96 44,2 10,1<br />

Galmaarden 65 45,5 2 9 11 7,6 5,9<br />

Gooik 64 48,9 4 10 14 10,6 6,7<br />

Grimbergen 378 38,6 91 324 415 42,4 10,0<br />

<strong>Halle</strong> 486 46,6 75 236 311 29,8 10,9<br />

Herne 56 44,8 5 7 12 9,6 6,1<br />

Hoeilaart 67 27,3 21 41 62 25,3 4,4<br />

Kampenhout 90 36,6 15 22 37 15,0 7,7<br />

Kapelle-op-den-Bos 62 38,3 6 13 19 11,8 7,2<br />

Kraainem 85 26,0 45 93 138 42,1 4,2<br />

Lennik 64 39,5 7 28 35 21,7 9,9<br />

Liedekerke 160 48,8 14 79 93 28,2 12,8<br />

Linkebeek 46 28,8 23 19 42 26,1 7,4<br />

Londerzeel 130 39,4 12 35 47 14,3 7,8<br />

Machelen 236 52,0 44 216 260 57,1 10,3<br />

Meise 173 39,4 37 79 116 26,4 9,6<br />

Merchtem 129 39,3 20 64 84 25,7 11,2<br />

Opwijk 107 41,0 9 40 49 18,7 12,6<br />

Overijse 132 27,3 75 86 161 33,2 4,2<br />

Pepingen 25 34,2 3 6 9 12,2 8,8<br />

Roosdaal 118 48,8 9 29 38 15,8 10,0<br />

Sint-Genesius-Rode 128 26,2 67 108 175 35,7 6,1<br />

Sint-Pieters-Leeuw 550 50,3 159 313 472 43,3 9,8<br />

Steenokkerzeel 91 38,4 22 47 69 29,1 8,7<br />

Ternat 136 42,5 13 40 53 16,5 9,0<br />

Vilvoorde 866 52,3 165 811 976 59,0 13,0<br />

Wemmel 244 43,0 70 181 251 44,1 10,4<br />

Wezembeek-Oppem 90 27,2 44 70 114 34,4 4,5<br />

Zaventem 367 37,4 115 390 505 51,5 8,0<br />

Zemst 157 37,0 25 48 73 17,2 8,6<br />

Aarschot 397 48,0 18 65 83 10,0 9,7<br />

Begijnendijk 103 45,6 5 16 21 9,3 9,3<br />

Bekkevoort 67 47,5 3 11 14 10,0 12,1<br />

Bertem 52 29,9 8 23 31 17,8 5,1<br />

Bierbeek 48 32,2 6 8 14 9,3 4,5<br />

Boortmeerbeek 95 42,2 5 18 23 10,3 5,6<br />

Boutersem 42 35,3 4 14 18 15,1 8,1<br />

Diest 346 46,2 20 153 173 23,1 10,2<br />

Geetbets 77 50,7 3 15 18 11,9 11,7<br />

Glabbeek 37 41,1 5 5 10 11,1 13,2<br />

Haacht 128 44,0 11 21 32 11,0 9,1<br />

Herent 121 30,9 14 65 79 20,2 9,3<br />

Hoegaarden 57 39,9 5 17 22 15,3 9,8<br />

Holsbeek 48 29,8 5 12 17 10,7 7,6<br />

Huldenberg 54 30,0 11 23 34 18,9 5,6<br />

Keerbergen 87 31,1 15 15 30 10,8 4,1<br />

Kortenaken 86 50,6 6 5 11 6,5 7,7<br />

Kortenberg 156 35,5 27 87 114 25,9 7,2<br />

Landen 245 51,3 11 64 75 15,7 12,3<br />

Leuven 1.140 36,1 155 1.007 1.162 36,7 7,2<br />

Linter 78 45,9 6 14 20 11,8 13,2<br />

Lubbeek 64 28,4 4 16 20 8,9 5,7<br />

Oud-Heverlee 59 29,2 5 16 21 10,4 4,8<br />

Rotselaar 118 37,3 11 24 35 11,0 7,8<br />

Scherpenheuvel-Zichem 282 47,7 17 44 61 10,3 9,9<br />

Tervuren 119 27,2 67 77 144 32,9 3,7<br />

Tielt-Winge 81 36,7 4 9 13 5,9 6,4<br />

Tienen 634 55,6 29 208 237 20,8 14,0<br />

Tremelo 148 44,0 10 20 30 8,8 6,8<br />

Zoutleeuw 130 53,5 6 31 37 15,2 16,6<br />

Vlaams Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />

105.131 50,5 50,5<br />

13.810 13.810 50.935 50.935 64.745 64.745 64.745<br />

31,1 31,1<br />

-<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 11 11.763 11 763 763 41,5 41,5<br />

2.006 2.006 6.376 6.376 8.382 8.382<br />

29,6 29,6 29,6<br />

8,5<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 6.665 665 41,9 41,9<br />

1.509 1.509 4.277 4.277 5.786 .786 36,4 36,4<br />

9,0 9,0<br />

Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

5.098 098 41,0 41,0<br />

496 496 2.100 2.100 2.596 2.596<br />

20,9 20,9 20,9<br />

7,5<br />

Bron: VDAB, via ARVASTAT; bevolking (01/01/2010): Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning<br />

101


102<br />

BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 5: Recht Recht op op maa maatschappelijke maa maatschappelijke<br />

tschappelijke integratie integratie (RMI) en rrecht<br />

r<br />

echt op maatschappelijke hulp (RMH) (RMH) (2010 (2010) (2010<br />

RMI RMI RMI en en en RMH RMH<br />

waarvan waarvan (equivalent) (equivalent) (equivalent) leefloon<br />

leefloon<br />

totaal otaal otaal: otaal :<br />

totaal: otaal:<br />

% % van van de<br />

de<br />

% % van van de de<br />

de<br />

Gemeente Gemeente<br />

RMI RMI RM RMH RM totaal otaal<br />

18 18-64 18 64<br />

jarigen jarigen<br />

leefloon<br />

leefloon<br />

equivalent<br />

equivalent<br />

leefloon leefloon totaal otaal<br />

18 18-64 18 64<br />

jarigen<br />

jarigen<br />

Affligem 41 25 66 0,85 38 16 54 0,69<br />

Asse 254 141 395 2,14 226 121 347 1,88<br />

Beersel 131 22 153 1,07 127 15 142 0,99<br />

Bever 6 5 11 0,83 6 5 11 0,83<br />

Dilbeek 222 131 353 1,48 197 93 290 1,21<br />

Drogenbos 51 22 73 2,48 42 6 48 1,63<br />

Galmaarden 25 10 35 0,66 23 4 27 0,51<br />

Gooik 18 18 36 0,65 16 9 25 0,45<br />

Grimbergen 230 127 357 1,68 208 99 307 1,44<br />

<strong>Halle</strong> 239 124 363 1,65 221 72 293 1,33<br />

Herne 34 10 44 1,09 34 7 41 1,02<br />

Hoeilaart 38 29 67 1,08 37 20 57 0,92<br />

Kampenhout 37 16 53 0,76 33 9 42 0,60<br />

Kapelle-op-den-Bos 21 19 40 0,70 21 10 31 0,54<br />

Kraainem 58 32 90 1,10 54 24 78 0,95<br />

Lennik 38 24 62 1,13 38 17 55 1,00<br />

Liedekerke 74 39 113 1,47 74 30 104 1,36<br />

Linkebeek 26 9 35 1,22 23 7 30 1,05<br />

Londerzeel 54 29 83 0,76 53 19 72 0,66<br />

Machelen 128 55 183 2,29 120 46 166 2,07<br />

Meise 55 50 105 0,90 51 25 76 0,65<br />

Merchtem 142 52 194 2,02 138 42 180 1,88<br />

Opwijk 79 15 94 1,14 71 10 81 0,98<br />

Overijse 52 62 114 0,79 45 41 86 0,59<br />

Pepingen 8 18 26 0,96 7 7 14 0,52<br />

Roosdaal 21 15 36 0,52 21 13 34 0,49<br />

Sint-Genesius-Rode 113 62 175 1,62 105 36 141 1,31<br />

Sint-Pieters-Leeuw 153 93 246 1,28 139 58 197 1,02<br />

Steenokkerzeel 33 6 39 0,55 32 6 38 0,54<br />

Ternat 56 25 81 0,87 54 15 69 0,74<br />

Vilvoorde 348 188 536 2,26 313 110 423 1,78<br />

Wemmel 109 62 171 1,91 98 28 126 1,40<br />

Wezembeek-Oppem 81 32 113 1,37 78 18 96 1,17<br />

Zaventem 245 133 378 2,01 232 96 328 1,75<br />

Zemst 31 46 77 0,55 28 9 37 0,27<br />

Aarschot 145 47 192 1,08 139 36 175 0,98<br />

Begijnendijk 19 15 34 0,54 18 13 31 0,49<br />

Bekkevoort 12 21 33 0,90 12 13 25 0,68<br />

Bertem 17 17 34 0,58 14 8 22 0,38<br />

Bierbeek 30 15 45 0,77 30 14 44 0,76<br />

Boortmeerbeek 41 13 54 0,75 40 8 48 0,66<br />

Boutersem 31 13 44 0,93 30 8 38 0,80<br />

Diest 117 87 204 1,39 108 64 172 1,18<br />

Geetbets 17 31 48 1,30 12 9 21 0,57<br />

Glabbeek 7 7 14 0,44 7 4 11 0,34<br />

Haacht 40 21 61 0,70 39 15 54 0,62<br />

Herent 51 63 114 0,93 45 29 74 0,60<br />

Hoegaarden 30 19 49 1,22 27 12 39 0,97<br />

Holsbeek 18 28 46 0,78 18 12 30 0,51<br />

Huldenberg 29 12 41 0,72 28 7 35 0,61<br />

Keerbergen 49 29 78 0,99 48 19 67 0,85<br />

Kortenaken 17 42 59 1,26 17 9 26 0,55<br />

Kortenberg 69 61 130 1,11 66 40 106 0,90<br />

Landen 131 44 175 1,81 126 30 156 1,61<br />

Leuven 1.451 738 2.189 3,45 1.341 551 1.892 2,98<br />

Linter 21 11 32 0,73 21 7 28 0,64<br />

Lubbeek 39 13 52 0,61 38 11 49 0,58<br />

Oud-Heverlee 35 25 60 0,88 33 9 42 0,61<br />

Rotselaar 60 17 77 0,79 58 5 63 0,65<br />

Scherpenheuvel-Zichem 88 44 132 0,93 84 32 116 0,82<br />

Tervuren 67 38 105 0,84 61 22 83 0,66<br />

Tielt-Winge 40 15 55 0,83 38 8 46 0,69<br />

Tienen 310 207 517 2,58 292 113 405 2,02<br />

Tremelo 29 31 60 0,67 27 13 40 0,44<br />

Zoutleeuw 13 13 26 0,50 13 9 22 0,42<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />

49 49.333 49<br />

333 28 28.937 28<br />

937 937 78 78.270 78 270 2,01 45 45.719 45 719 719 16 16.260 16<br />

260 260 61 61.979 61 979 1,59<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 6.274 274 3.483 483 9.757 757 1,46 1,46<br />

5.833 833 2.273 273 8.106 106 1,22<br />

1,22<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 3.251 251 1.746 746 746 4.997 997 1,38 3.003 003 1.143 143 4.146 146 1,14<br />

Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

3.023 023 1.737 737 4.760 760 1,57 1,57<br />

2.830 830 1.130 130 3.960 960 1,30<br />

1,30<br />

Bron: POD Maatschappelijke Integratie; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie


BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 6: IInkom<br />

I<br />

nkom nkomensgarantie nkom ensgarantie voor voor ouderen ouderen (IGO) (IGO) en en gewaarborgd ewaarborgd inkomen voor bejaar bejaarden bejaar<br />

den (GIB) (GIB) ( (01/01/ (<br />

01/01/ 01/01/201 01/01/ 201 2011) 201<br />

IGO IGO of of of GIB:<br />

GIB:<br />

gemiddeld<br />

gemiddeld<br />

% % % van van de<br />

de uitgekeerd uitgekeerd bedrag<br />

bedrag<br />

Gemeente Gemeente<br />

IGO of GIB GIB<br />

65 65-plussers 65 plussers plussers<br />

(in in euro)<br />

Affligem 65 3,2 313<br />

Asse 190 3,6 333<br />

Beersel 81 1,9 396<br />

Bever 8 2,5 273<br />

Dilbeek 223 2,8 332<br />

Drogenbos 40 4,4 374<br />

Galmaarden 43 3,1 301<br />

Gooik 47 2,9 259<br />

Grimbergen 144 2,1 369<br />

<strong>Halle</strong> 203 3,1 337<br />

Herne 35 2,9 292<br />

Hoeilaart 52 3,0 285<br />

Kampenhout 79 4,4 180<br />

Kapelle-op-den-Bos 35 2,2 221<br />

Kraainem 37 1,7 344<br />

Lennik 34 2,1 252<br />

Liedekerke 75 3,3 256<br />

Linkebeek 13 1,6 367<br />

Londerzeel 137 4,3 228<br />

Machelen 57 2,6 395<br />

Meise 78 2,6 283<br />

Merchtem 83 3,1 265<br />

Opwijk 118 5,2 200<br />

Overijse 80 1,8 306<br />

Pepingen 11 1,5 196<br />

Roosdaal 76 4,0 295<br />

Sint-Genesius-Rode 50 1,6 337<br />

Sint-Pieters-Leeuw 219 3,8 402<br />

Steenokkerzeel 65 3,3 265<br />

Ternat 75 2,8 340<br />

Vilvoorde 218 3,5 366<br />

Wemmel 89 3,0 331<br />

Wezembeek-Oppem 43 1,9 358<br />

Zaventem 138 2,8 384<br />

Zemst 88 2,5 265<br />

Aarschot 185 3,2 264<br />

Begijnendijk 68 4,0 205<br />

Bekkevoort 64 5,7 257<br />

Bertem 54 3,4 311<br />

Bierbeek 27 1,6 285<br />

Boortmeerbeek 69 3,2 312<br />

Boutersem 35 2,7 243<br />

Diest 176 4,1 312<br />

Geetbets 68 6,1 157<br />

Glabbeek 27 2,8 224<br />

Haacht 78 3,2 217<br />

Herent 77 2,3 393<br />

Hoegaarden 46 4,2 216<br />

Holsbeek 54 3,4 197<br />

Huldenberg 70 4,5 301<br />

Keerbergen 62 2,8 275<br />

Kortenaken 94 5,8 223<br />

Kortenberg 79 2,5 274<br />

Landen 98 3,4 245<br />

Leuven 851 5,5 436<br />

Linter 61 4,6 202<br />

Lubbeek 63 2,5 197<br />

Oud-Heverlee 33 1,8 373<br />

Rotselaar 87 3,3 250<br />

Scherpenheuvel-Zichem 107 2,4 336<br />

Tervuren 55 1,5 370<br />

Tielt-Winge 70 4,0 285<br />

Tienen 253 3,8 311<br />

Tremelo 126 4,8 294<br />

Zoutleeuw 96 6,2 235<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />

56 56.231 56 231 5,0 5,0<br />

291<br />

291<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 6.262 262 3,3 317<br />

317<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 3.029 029 029 2,9 2,9<br />

319<br />

319<br />

Arr. Arr. Leuven Leuven Leuven<br />

3.233 233 3,8 3,8<br />

316<br />

316<br />

Bron: Rijksdienst voor pensioenen; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie<br />

103


104<br />

BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 7: : : Tegemoetkomingen Tegemoetkomingen voor voor personen personen met met met een een handicap handicap 21 21-64 21<br />

64 jaar jaar (01/04/2011<br />

(01/04/2011)<br />

(01/04/2011<br />

21 21-64 21 64 jaar<br />

enkel<br />

enkel<br />

enkel<br />

enkel<br />

inkomens-<br />

inkomens<br />

integratie-<br />

integratie vervangende<br />

vervangende<br />

totaal:<br />

totaal:<br />

tegemoet-<br />

tegemoet tegemoet-<br />

tegemoet<br />

per per 1.000<br />

1.000<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

koming<br />

koming<br />

(IT)<br />

(IT)<br />

koming koming<br />

koming<br />

(IVT) (IVT) (IVT) IT en IVT totaal<br />

totaal<br />

inwoners inwoners<br />

inwoners<br />

(21 (21-64 (21 64 jaar)<br />

Affligem 38 7 28 73 9,8<br />

Asse 105 12 87 204 11,7<br />

Beersel 51 8 47 106 7,9<br />

Bever 2 0 8 10 8,0<br />

Dilbeek 90 26 160 276 12,4<br />

Drogenbos 20 4 28 52 18,7<br />

Galmaarden 32 0 46 78 15,5<br />

Gooik 23 1 25 49 9,3<br />

Grimbergen 100 27 120 247 12,3<br />

<strong>Halle</strong> 180 22 107 309 14,9<br />

Herne 14 3 18 35 9,3<br />

Hoeilaart 17 3 27 47 8,1<br />

Kampenhout 17 3 94 114 17,3<br />

Kapelle-op-den-Bos 18 2 20 40 7,4<br />

Kraainem 14 7 34 55 7,2<br />

Lennik 51 1 103 155 30,3<br />

Liedekerke 57 9 100 166 22,9<br />

Linkebeek 10 3 8 21 8,0<br />

Londerzeel 63 10 40 113 10,9<br />

Machelen 19 12 68 99 13,2<br />

Meise 40 4 52 96 8,8<br />

Merchtem 35 2 32 69 7,7<br />

Opwijk 33 6 29 68 8,7<br />

Overijse 71 8 92 171 12,6<br />

Pepingen 11 1 15 27 10,6<br />

Roosdaal 63 5 172 240 37,1<br />

Sint-Genesius-Rode 33 4 41 78 7,8<br />

Sint-Pieters-Leeuw 83 27 94 204 11,4<br />

Steenokkerzeel 40 4 30 74 11,1<br />

Ternat 48 10 42 100 11,5<br />

Vilvoorde 119 43 120 282 12,7<br />

Wemmel 35 4 39 78 9,3<br />

Wezembeek-Oppem 14 9 37 60 7,9<br />

Zaventem 39 18 58 115 6,5<br />

Zemst 44 12 50 106 8,1<br />

Aarschot 157 24 171 352 20,8<br />

Begijnendijk 38 3 38 79 13,3<br />

Bekkevoort 23 5 22 50 14,5<br />

Bertem 26 4 14 44 8,1<br />

Bierbeek 80 12 167 259 47,3<br />

Boortmeerbeek 19 2 34 55 8,0<br />

Boutersem 15 3 13 31 6,9<br />

Diest 156 28 162 346 24,9<br />

Geetbets 24 8 22 54 15,5<br />

Glabbeek 11 3 10 24 7,9<br />

Haacht 39 3 42 84 10,3<br />

Herent 48 12 84 144 12,5<br />

Hoegaarden 21 5 10 36 9,5<br />

Holsbeek 22 4 22 48 8,6<br />

Huldenberg 14 5 91 110 20,4<br />

Keerbergen 23 2 49 74 9,9<br />

Kortenaken 21 5 39 65 14,5<br />

Kortenberg 56 11 85 152 13,7<br />

Landen 60 15 55 130 14,2<br />

Leuven 347 99 480 926 15,3<br />

Linter 24 2 22 48 11,5<br />

Lubbeek 29 3 29 61 7,6<br />

Oud-Heverlee 23 3 37 63 9,8<br />

Rotselaar 41 4 40 85 9,4<br />

Scherpenheuvel-Zichem 117 12 66 195 14,5<br />

Tervuren 40 12 38 90 7,7<br />

Tielt-Winge 29 6 16 51 8,1<br />

Tienen 202 45 395 642 33,7<br />

Tremelo 61 12 82 155 18,2<br />

Zoutleeuw 32 4 39 75 15,2<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest Gewest<br />

28 28.60 28 60 600 60<br />

6.420 420 41 41.120 41<br />

120 76 76.140 76 140 20,8<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 3.427 427 427 673 673 4.445 445 445 8.545 545 545 13,6<br />

13,6<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 1.629 629 629 317 317 2.071 071 4.017 017 11,8<br />

Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven Leuven<br />

1.798 798 798 356 356 356 2.374 374 4.528 528 15,7 15,7<br />

15,7<br />

Bron: DG Personen met een handicap; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD<br />

Economie


BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 8: : : Tegemoetkomingen Tegemoetkomingen voor voor personen personen personen met met een een handicap handicap 65 65-plus 65<br />

plus (01/04/2011<br />

(01/04/2011)<br />

(01/04/2011<br />

65 65-plus 65 plus plus<br />

tegemoet-<br />

tegemoet<br />

koming koming voor<br />

voor<br />

totaal:<br />

totaal:<br />

hulp hulp aan<br />

aan<br />

per per 1.000<br />

1.000<br />

Gemeente Gemeente<br />

IT IT of of IVT IVT IT en IVT<br />

bejaarden bejaarden<br />

bejaarden<br />

(THAB) (THAB)<br />

totaal<br />

totaal<br />

inwoners<br />

inwoners<br />

(65 (65-plus) (65 plus)<br />

Affligem 18 4 146 168 82,1<br />

Asse 22 10 307 339 63,6<br />

Beersel 6 2 153 161 38,4<br />

Bever 3 1 35 39 123,8<br />

Dilbeek 34 17 264 315 39,1<br />

Drogenbos 10 9 70 89 98,2<br />

Galmaarden 9 3 143 155 111,9<br />

Gooik 9 3 132 144 89,5<br />

Grimbergen 16 15 199 230 34,2<br />

<strong>Halle</strong> 37 12 387 436 65,8<br />

Herne 8 4 91 103 85,8<br />

Hoeilaart 8 1 71 80 45,7<br />

Kampenhout 9 10 112 131 72,5<br />

Kapelle-op-den-Bos 6 3 92 101 64,5<br />

Kraainem 6 3 22 31 13,9<br />

Lennik 7 37 74 118 73,1<br />

Liedekerke 21 7 280 308 135,4<br />

Linkebeek 0 1 24 25 30,0<br />

Londerzeel 15 3 295 313 97,7<br />

Machelen 10 13 57 80 37,1<br />

Meise 23 6 120 149 49,6<br />

Merchtem 17 7 153 177 66,5<br />

Opwijk 10 5 186 201 89,1<br />

Overijse 23 21 73 117 26,6<br />

Pepingen 3 1 83 87 117,6<br />

Roosdaal 15 8 197 220 114,9<br />

Sint-Genesius-Rode 4 6 55 65 21,4<br />

Sint-Pieters-Leeuw 30 10 307 347 60,7<br />

Steenokkerzeel 10 3 93 106 53,6<br />

Ternat 15 4 167 186 69,7<br />

Vilvoorde 23 17 241 281 44,8<br />

Wemmel 9 4 90 103 34,4<br />

Wezembeek-Oppem 2 1 39 42 18,1<br />

Zaventem 13 9 122 144 28,8<br />

Zemst 12 2 134 148 42,7<br />

Aarschot 45 39 540 624 107,5<br />

Begijnendijk 10 3 194 207 120,8<br />

Bekkevoort 7 3 160 170 152,2<br />

Bertem 9 1 119 129 81,1<br />

Bierbeek 14 13 60 87 52,9<br />

Boortmeerbeek 8 4 87 99 46,2<br />

Boutersem 15 2 107 124 95,3<br />

Diest 43 16 366 425 98,2<br />

Geetbets 9 3 160 172 154,7<br />

Glabbeek 4 4 94 102 105,4<br />

Haacht 19 7 149 175 71,2<br />

Herent 10 6 187 203 60,2<br />

Hoegaarden 4 4 82 90 81,8<br />

Holsbeek 9 2 157 168 106,2<br />

Huldenberg 12 9 95 116 74,1<br />

Keerbergen 10 5 130 145 65,2<br />

Kortenaken 14 7 209 230 140,9<br />

Kortenberg 17 9 126 152 48,7<br />

Landen 16 9 250 275 96,4<br />

Leuven 82 49 824 955 61,9<br />

Linter 10 3 152 165 124,2<br />

Lubbeek 13 5 141 159 63,4<br />

Oud-Heverlee 4 0 64 68 37,5<br />

Rotselaar 18 2 194 214 82,1<br />

Scherpenheuvel-Zichem 40 12 567 619 136,3<br />

Tervuren 7 0 74 81 22,3<br />

Tielt-Winge 13 5 185 203 115,9<br />

Tienen 57 30 451 538 80,3<br />

Tremelo 54 31 334 419 160,8<br />

Zoutleeuw 16 7 274 297 192,5<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest Gewest<br />

10 10.433 10 433 5.133 5.133 5.133 100.303 100.303 115 115.869 115<br />

869 102,1<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 1.052 052 052 552 552 11.546 11.546 13 13.150 13 150 69,1<br />

69,1<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 463 262 5.014 5.014<br />

5.739 739 55,0<br />

Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven Leuven<br />

589 589 290 290 6.532 6.532<br />

7.411 411 86,1 86,1<br />

86,1<br />

Bron: DG Personen met een handicap; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD<br />

Economie<br />

105


106<br />

BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 9: : : Verhoogde Verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering 00-64<br />

0 64 jaar jaar (01/01/2010<br />

(01/01/2010)<br />

(01/01/2010<br />

0-64 64 jaar<br />

o.b.v.<br />

o.b.v. o.b.v.<br />

o.b.v.<br />

totaal: totaal: % % % van<br />

van<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

hoedanig-<br />

hoedanig<br />

heid<br />

heid<br />

sociaal<br />

sociaal<br />

voordeel voordeel<br />

voordeel<br />

OMNIO-<br />

OMNIO<br />

statuut statuut totaal<br />

totaal<br />

de de be bevolking be bevolking<br />

volking<br />

(0 (0-64 (0 64 jaar)<br />

Affligem 125 211 80 416 3,9<br />

Asse 350 988 399 1.737 7,1<br />

Beersel 242 401 183 826 4,3<br />

Bever 38 29 14 81 4,7<br />

Dilbeek 323 893 328 1.544 4,8<br />

Drogenbos 90 196 62 348 8,7<br />

Galmaarden 64 128 45 237 3,5<br />

Gooik 98 146 12 256 3,4<br />

Grimbergen 352 891 267 1.510 5,3<br />

<strong>Halle</strong> 472 1.017 268 1.757 6,1<br />

Herne 71 115 27 213 4,1<br />

Hoeilaart 88 190 43 321 3,8<br />

Kampenhout 93 135 39 267 2,8<br />

Kapelle-op-den-Bos 76 119 9 204 2,9<br />

Kraainem 63 217 71 351 3,3<br />

Lennik 75 166 29 270 4,1<br />

Liedekerke 173 393 94 660 6,6<br />

Linkebeek 39 64 26 129 3,1<br />

Londerzeel 196 297 67 560 3,9<br />

Machelen 195 418 254 867 8,3<br />

Meise 108 299 116 523 3,4<br />

Merchtem 156 348 79 583 4,6<br />

Opwijk 103 256 69 428 4,0<br />

Overijse 159 356 71 586 2,9<br />

Pepingen 34 58 18 110 3,2<br />

Roosdaal 123 222 82 427 4,9<br />

Sint-Genesius-Rode 111 361 101 573 3,8<br />

Sint-Pieters-Leeuw 402 835 450 1.687 6,6<br />

Steenokkerzeel 83 186 48 317 3,4<br />

Ternat 153 240 65 458 3,5<br />

Vilvoorde 685 1.359 977 3.021 9,2<br />

Wemmel 125 370 166 661 5,5<br />

Wezembeek-Oppem 84 224 86 394 3,6<br />

Zaventem 252 696 349 1.297 5,2<br />

Zemst 169 284 38 491 2,8<br />

Aarschot 454 734 180 1.368 6,1<br />

Begijnendijk 104 195 46 345 4,3<br />

Bekkevoort 92 108 22 222 4,7<br />

Bertem 69 141 43 253 3,2<br />

Bierbeek 102 212 24 338 4,4<br />

Boortmeerbeek 89 194 39 322 3,3<br />

Boutersem 53 113 56 222 3,6<br />

Diest 543 708 170 1.421 7,6<br />

Geetbets 119 132 31 282 5,9<br />

Glabbeek 64 77 7 148 3,7<br />

Haacht 161 242 75 478 4,2<br />

Herent 136 329 137 602 3,9<br />

Hoegaarden 41 98 20 159 3,3<br />

Holsbeek 96 127 32 255 3,2<br />

Huldenberg 59 134 59 252 3,3<br />

Keerbergen 116 163 28 307 3,0<br />

Kortenaken 112 162 28 302 4,8<br />

Kortenberg 144 296 74 514 3,4<br />

Landen 302 457 99 858 7,2<br />

Leuven 1.459 3.935 2.365 7.759 9,6<br />

Linter 106 107 20 233 4,0<br />

Lubbeek 120 173 50 343 3,1<br />

Oud-Heverlee 61 143 76 280 3,4<br />

Rotselaar 161 261 54 476 3,9<br />

Scherpenheuvel-Zichem 442 443 158 1.043 6,2<br />

Tervuren 101 275 87 463 2,7<br />

Tielt-Winge 144 169 39 352 4,2<br />

Tienen 573 1.310 241 2.124 8,4<br />

Tremelo 157 307 87 551 4,7<br />

Zoutleeuw 159 188 65 412 6,3<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />

104.712 194.239 85.883 384.834 384.834<br />

7,6<br />

7,6<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Braba<br />

Vlaams Vlaams Braba Brabant<br />

nt 12.309 12.309 12.309 25.041 25.041 25.041 9.444 9.444 9.444 46.794 46.794 46.794<br />

5,4 5,4<br />

5,4<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong> Vilvoorde 5.970 13.108 13.108 13.108 5.032 24.110 5,0<br />

5,0<br />

Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

6.339 6.339 11.933 11.933 4.412 4.412 4.412 22.684 22.684<br />

5,8 5,8<br />

5,8<br />

Bron: KSZ, bewerking SVR; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie


BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 10 10: 10<br />

: Verhoogde Verhoogde tege tegemoetkoming tege<br />

moetkoming moetkoming in in de de de ziekteverzekering ziekteverzekering 65 65-plus 65 plus (01/01/2010<br />

(01/01/2010)<br />

(01/01/2010<br />

65 65-plus 65 plus plus<br />

o.b.v.<br />

o.b.v.<br />

totaal: totaal: % % van<br />

van<br />

hoedanig-<br />

hoedanig o.b.v. o.b.v. sociaal<br />

sociaal OMNIO OMNIO-<br />

OMNIO<br />

de de bevolking<br />

bevolking<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

heid<br />

heid voordeel<br />

voordeel statuut statuut totaal<br />

totaal (65 (65-plus) (65 plus)<br />

Affligem 357 228 2 587 28,2<br />

Asse 855 548 10 1.413 25,7<br />

Beersel 595 253 5 853 19,7<br />

Bever 71 53 0 124 39,0<br />

Dilbeek 1.160 531 10 1.701 20,4<br />

Drogenbos 154 94 2 250 26,9<br />

Galmaarden 248 200 0 448 31,4<br />

Gooik 338 182 4 524 33,1<br />

Grimbergen 889 386 5 1.280 18,7<br />

<strong>Halle</strong> 981 638 5 1.624 24,2<br />

Herne 269 164 0 433 34,6<br />

Hoeilaart 363 119 1 483 27,0<br />

Kampenhout 417 195 0 612 32,2<br />

Kapelle-op-den-Bos 270 129 2 401 24,5<br />

Kraainem 149 64 1 214 8,9<br />

Lennik 303 128 0 431 25,4<br />

Liedekerke 377 355 3 735 32,3<br />

Linkebeek 69 39 0 108 13,3<br />

Londerzeel 606 455 1 1.062 32,0<br />

Machelen 328 123 5 456 20,1<br />

Meise 464 216 2 682 22,5<br />

Merchtem 536 267 1 804 29,0<br />

Opwijk 436 296 6 738 32,9<br />

Overijse 599 190 0 789 17,4<br />

Pepingen 187 92 0 279 36,4<br />

Roosdaal 438 310 2 750 36,9<br />

Sint-Genesius-Rode 283 122 1 406 12,9<br />

Sint-Pieters-Leeuw 931 476 5 1.412 23,8<br />

Steenokkerzeel 281 174 0 455 22,4<br />

Ternat 458 263 1 722 26,5<br />

Vilvoorde 968 475 11 1.454 22,6<br />

Wemmel 343 172 1 516 17,1<br />

Wezembeek-Oppem 185 79 1 265 11,2<br />

Zaventem 603 286 6 895 16,9<br />

Zemst 482 237 2 721 20,3<br />

Aarschot 992 774 15 1.781 30,3<br />

Begijnendijk 293 264 3 560 31,9<br />

Bekkevoort 284 209 0 493 43,2<br />

Bertem 317 213 5 535 31,6<br />

Bierbeek 276 135 4 415 23,5<br />

Boortmeerbeek 384 161 3 548 25,1<br />

Boutersem 240 146 2 388 28,5<br />

Diest 692 572 5 1.269 28,8<br />

Geetbets 304 231 3 538 47,4<br />

Glabbeek 244 125 1 370 37,6<br />

Haacht 453 251 0 704 28,2<br />

Herent 528 249 8 785 22,8<br />

Hoegaarden 207 153 0 360 31,6<br />

Holsbeek 293 191 5 489 30,0<br />

Huldenberg 383 155 2 540 33,1<br />

Keerbergen 316 192 3 511 22,1<br />

Kortenaken 433 297 1 731 44,7<br />

Kortenberg 547 236 5 788 24,6<br />

Landen 479 339 0 818 27,8<br />

Leuven 2.160 1.574 39 3.773 23,9<br />

Linter 289 200 2 491 36,2<br />

Lubbeek 441 219 3 663 25,1<br />

Oud-Heverlee 237 119 7 363 19,6<br />

Rotselaar 464 302 9 775 29,4<br />

Scherpenheuvel-Zichem 625 722 9 1.356 29,5<br />

Tervuren 432 158 1 591 15,7<br />

Tielt-Winge 384 280 3 667 36,0<br />

Tienen 971 726 7 1.704 24,9<br />

Tremelo 523 462 1 986 37,2<br />

Zoutleeuw 319 347 3 669 43,9<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest Gewest<br />

210.584 154.237 2.304 2.304 367.125 31,9<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 30.503 30.503 30.503 18.541 18.541 18.541<br />

244 244 49.288 49.288<br />

25,2<br />

25,2<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 15.993 8.539 95 95 24.627 24.627<br />

23,0<br />

Arr. Arr. Arr. Leuven Leuven Leuven<br />

14.510 14.510 10.002 10.002 10.002<br />

149 149 24.661 24.661<br />

28,0 28,0<br />

28,0<br />

Bron: KSZ, bewerking SVR; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie<br />

107


108<br />

BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 11 11: 11 : Gezinnen met minderjarige minderjarige kinderen zonder zonder inkomen inkomen uit uit arbeid arbeid arbeid of of pensioen pensioen (31/12/2008<br />

(31/12/2008)<br />

(31/12/2008<br />

gezinnen gezinnen met met minde minderjarige minde minderjarige<br />

rjarige kinderen<br />

totaal<br />

totaal<br />

zonder zonder zonder inkomen inkomen inkomen uit uit arbeid arbeid of of pensioen<br />

pensioen gezinnen gezinnen met met minderjarige minderjarige kinderen kinderen<br />

kinderen<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

alleenstaande<br />

alleenstaande<br />

alleenstaande<br />

ouders ouders koppels koppels koppels totaal<br />

alleenstaande<br />

alleenstaande<br />

ouders ouders koppels koppels koppels totaal<br />

totaal<br />

gezinnen gezinnen met<br />

met<br />

minderjarige minderjarige kinderen<br />

kinderen<br />

zonder zonder inkomen inkomen uit<br />

uit<br />

arbeid arbeid of of pensioen<br />

pensioen<br />

(%)<br />

(%)<br />

Affligem 23 17 40 169 1.274 1.443 2,8<br />

Asse 189 87 276 685 2.766 3.451 8,0<br />

Beersel 100 64 164 495 2.369 2.864 5,7<br />

Bever 10 4 14 40 232 272 5,1<br />

Dilbeek 186 90 276 886 3.617 4.503 6,1<br />

Drogenbos 46 26 72 160 427 587 12,3<br />

Galmaarden 12 5 17 104 855 959 1,8<br />

Gooik 8 10 18 115 896 1.011 1,8<br />

Grimbergen 158 105 263 771 3.243 4.014 6,6<br />

<strong>Halle</strong> 128 78 206 754 3.394 4.148 5,0<br />

Herne 17 4 21 119 637 756 2,8<br />

Hoeilaart 45 109 154 219 1.046 1.265 12,2*<br />

Kampenhout 34 17 51 194 1.137 1.331 3,8<br />

Kapelle-op-den-Bos 8 6 14 122 864 986 1,4<br />

Kraainem 89 316 405 266 1.291 1.557 26,0*<br />

Lennik 13 7 20 128 832 960 2,1<br />

Liedekerke 34 21 55 224 1.116 1.340 4,1<br />

Linkebeek 32 31 63 145 461 606 10,4*<br />

Londerzeel 26 16 42 241 1.732 1.973 2,1<br />

Machelen 84 62 146 304 1.365 1.669 8,7<br />

Meise 63 38 101 348 1.733 2.081 4,9<br />

Merchtem 42 22 64 300 1.432 1.732 3,7<br />

Opwijk 33 13 46 212 1.286 1.498 3,1<br />

Overijse 103 291 394 421 2.541 2.962 13,3*<br />

Pepingen 4 1 5 44 437 481 1,0<br />

Roosdaal 32 16 48 168 1.141 1.309 3,7<br />

Sint-Genesius-Rode 108 165 273 428 1.792 2.220 12,3*<br />

Sint-Pieters-Leeuw 170 95 265 653 3.029 3.682 7,2<br />

Steenokkerzeel 30 28 58 171 1.151 1.322 4,4<br />

Ternat 37 15 52 263 1.462 1.725 3,0<br />

Vilvoorde 237 190 427 935 3.946 4.881 8,7<br />

Wemmel 96 43 139 397 1.357 1.754 7,9<br />

Wezembeek-Oppem 103 205 308 290 1.371 1.661 18,5*<br />

Zaventem 231 332 563 725 2.861 3.586 15,7*<br />

Zemst 31 25 56 295 2.271 2.566 2,2<br />

Aarschot 74 38 112 460 2.332 2.792 4,0<br />

Begijnendijk 12 6 18 119 925 1.044 1,7<br />

Bekkevoort 9 4 13 68 556 624 2,1<br />

Bertem 26 31 57 149 983 1.132 5,0<br />

Bierbeek 11 10 21 107 890 997 2,1<br />

Boortmeerbeek 20 15 35 171 1.126 1.297 2,7<br />

Boutersem 12 6 18 94 788 882 2,0<br />

Diest 99 45 144 372 1.928 2.300 6,3<br />

Geetbets 15 12 27 75 557 632 4,3<br />

Glabbeek 8 8 16 60 523 583 2,7<br />

Haacht 25 17 42 215 1.385 1.600 2,6<br />

Herent 54 22 76 335 1.944 2.279 3,3<br />

Hoegaarden 11 6 17 121 646 767 2,2<br />

Holsbeek 19 10 29 123 988 1.111 2,6<br />

Huldenberg 27 24 51 142 996 1.138 4,5<br />

Keerbergen 28 24 52 192 1.225 1.417 3,7<br />

Kortenaken 7 10 17 69 706 775 2,2<br />

Kortenberg 75 100 175 366 1.903 2.269 7,7*<br />

Landen 50 40 90 260 1.343 1.603 5,6<br />

Leuven 376 358 734 1.602 7.103 8.705 8,4<br />

Linter 16 10 26 95 677 772 3,4<br />

Lubbeek 19 11 30 157 1.296 1.453 2,1<br />

Oud-Heverlee 10 13 23 158 1.094 1.252 1,8<br />

Rotselaar 36 18 54 238 1.546 1.784 3,0<br />

Scherpenheuvel-Zichem 67 35 102 324 1.974 2.298 4,4<br />

Tervuren 112 362 474 418 2.264 2.682 17,7*<br />

Tielt-Winge 21 8 29 145 963 1.108 2,6<br />

Tienen 132 83 215 612 2.588 3.200 6,7<br />

Tremelo 30 18 48 229 1.398 1.627 3,0<br />

Zoutleeuw 19 13 32 112 739 851 3,8<br />

Vlaams Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />

24.494 22.765 47.259 107.499 569.323 676.822 7,0<br />

Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 3.982 3.911 7.893 19.379 100.750 120.129 6,6<br />

Arr. Arr. H<strong>Halle</strong><br />

H <strong>Halle</strong><br />

alle-Vilvoorde<br />

alle Vilvoorde 2.562 2.554 5.116 11.791 57.364 69.155 7,4<br />

Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

1.420 1.357 2.777 7.588 43.386 50.974 5,4<br />

*belangrijke aanwezigheid internationale werknemers Bron: KSZ


BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 12 12: 12 : Verhoogde Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering bij kinderen en en jongeren 0-9 9 jaar jaar (01/01/2010<br />

(01/01/2010)<br />

(01/01/2010<br />

0-9 9 jaar<br />

o.b.v.<br />

o.b.v. o.b.v.<br />

o.b.v.<br />

totaal: totaal: % % van van<br />

van<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

hoedanig-<br />

hoedanig<br />

heid<br />

heid<br />

sociaal<br />

sociaal<br />

voordeel voordeel<br />

voordeel<br />

OMNIO-<br />

OMNIO<br />

statuut statuut totaal<br />

totaal<br />

de de de bevolking<br />

bevolking<br />

(0 (0-9 (0 9 jaar)<br />

Affligem 5 17 20 42 3,0<br />

Asse 32 202 114 348 9,7<br />

Beersel 17 55 42 114 4,0<br />

Bever 2 2 1 5 1,7<br />

Dilbeek 19 104 92 215 5,2<br />

Drogenbos 7 20 15 42 7,0<br />

Galmaarden 2 3 10 15 1,6<br />

Gooik 6 9 1 16 1,7<br />

Grimbergen 39 142 75 256 6,4<br />

<strong>Halle</strong> 41 113 70 224 5,4<br />

Herne 2 6 4 12 1,6<br />

Hoeilaart 18 25 9 52 3,9<br />

Kampenhout 10 12 6 28 2,2<br />

Kapelle-op-den-Bos 3 12 1 16 1,7<br />

Kraainem 7 34 9 50 3,2<br />

Lennik 8 10 7 25 2,9<br />

Liedekerke 13 59 23 95 7,2<br />

Linkebeek 1 6 1 8 1,6<br />

Londerzeel 13 27 16 56 3,0<br />

Machelen 27 80 78 185 10,7<br />

Meise 12 45 20 77 4,2<br />

Merchtem 4 57 21 82 5,0<br />

Opwijk 8 29 14 51 3,2<br />

Overijse 12 31 9 52 1,8<br />

Pepingen 3 8 4 15 2,9<br />

Roosdaal 6 27 24 57 4,5<br />

Sint-Genesius-Rode 9 49 11 69 3,2<br />

Sint-Pieters-Leeuw 27 121 118 266 7,6<br />

Steenokkerzeel 8 28 11 47 3,5<br />

Ternat 9 21 17 47 2,9<br />

Vilvoorde 98 209 303 610 11,3<br />

Wemmel 12 52 34 98 5,7<br />

Wezembeek-Oppem 6 31 16 53 3,4<br />

Zaventem 21 80 96 197 5,4<br />

Zemst 13 25 5 43 1,8<br />

Aarschot 13 51 35 99 3,9<br />

Begijnendijk 4 7 7 18 1,8<br />

Bekkevoort 5 7 3 15 2,4<br />

Bertem 5 16 13 34 2,8<br />

Bierbeek 1 11 6 18 1,6<br />

Boortmeerbeek 5 16 3 24 1,9<br />

Boutersem 4 10 12 26 2,8<br />

Diest 35 65 40 140 6,4<br />

Geetbets 5 6 4 15 2,5<br />

Glabbeek 2 7 1 10 1,7<br />

Haacht 12 21 16 49 3,1<br />

Herent 11 49 37 97 4,0<br />

Hoegaarden 1 15 0 16 2,0<br />

Holsbeek 7 18 7 32 2,8<br />

Huldenberg 1 18 8 27 2,3<br />

Keerbergen 6 6 6 18 1,4<br />

Kortenaken 8 16 7 31 3,9<br />

Kortenberg 5 24 11 40 1,8<br />

Landen 34 50 18 102 6,3<br />

Leuven 112 468 500 1.080 10,9<br />

Linter 5 10 3 18 2,5<br />

Lubbeek 5 16 5 26 1,9<br />

Oud-Heverlee 0 16 11 27 2,2<br />

Rotselaar 11 27 9 47 2,8<br />

Scherpenheuvel-Zichem 25 38 21 84 3,9<br />

Tervuren 9 34 17 60 2,2<br />

Tielt-Winge 12 22 3 37 3,3<br />

Tienen 41 155 51 247 7,4<br />

Tremelo 2 17 9 28 1,9<br />

Zoutleeuw 13 12 18 43 5,3<br />

Vlaams Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />

8.677 677 20 20.881 20 881 20 20.410 20 410 49 49.968 49 968 7,5<br />

7,5<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 919 919 2.979 979 2.178 178 6.076 076 5,1 5,1<br />

5,1<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 520 1.751 751 1.297 297 3.568 568 5,2 5,2<br />

5,2<br />

Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

399 399 1.22 22 228 22<br />

881 881 2.508 508 4,9<br />

4,9<br />

Bron: KSZ, bewerking SVR; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie<br />

109


110<br />

BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 13 13: 13<br />

: : Verhoogde Verhoogde tegemoetkoming tegemoetkoming in in de de ziekteverzekering ziekteverzekering bij bij kinderen kinderen en en jongeren jongeren 10-19 10<br />

19 jaar jaar (01/01/2010<br />

(01/01/2010)<br />

(01/01/2010<br />

10 10-19 10 19 jaar<br />

o.b.v.<br />

o.b.v. o.b.v.<br />

o.b.v.<br />

totaal: totaal: % % van<br />

van<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

hoedanig-<br />

hoedanig<br />

heid<br />

heid<br />

sociaal<br />

sociaal<br />

voordeel<br />

voordeel<br />

OMNIO-<br />

OMNIO<br />

statuut statuut totaal<br />

totaal<br />

de de bevolking<br />

bevolking<br />

(10 (10-19 (10 19 jaar)<br />

Affligem 12 24 18 54 3,9<br />

Asse 50 150 96 296 8,4<br />

Beersel 48 74 51 173 5,5<br />

Bever 10 4 7 21 8,0<br />

Dilbeek 49 163 83 295 5,9<br />

Drogenbos 27 31 13 71 11,5<br />

Galmaarden 9 25 19 53 5,7<br />

Gooik 12 28 5 45 4,0<br />

Grimbergen 49 142 65 256 6,4<br />

<strong>Halle</strong> 72 186 67 325 7,9<br />

Herne 15 25 9 49 6,1<br />

Hoeilaart 11 32 9 52 4,1<br />

Kampenhout 19 15 13 47 3,4<br />

Kapelle-op-den-Bos 9 19 2 30 3,0<br />

Kraainem 8 34 11 53 2,9<br />

Lennik 11 13 8 32 2,9<br />

Liedekerke 23 64 20 107 7,7<br />

Linkebeek 12 7 8 27 3,8<br />

Londerzeel 27 41 20 88 4,3<br />

Machelen 54 109 68 231 12,9<br />

Meise 19 50 41 110 4,6<br />

Merchtem 23 63 21 107 5,8<br />

Opwijk 16 45 17 78 5,5<br />

Overijse 24 30 18 72 2,3<br />

Pepingen 7 4 2 13 2,4<br />

Roosdaal 17 42 26 85 6,1<br />

Sint-Genesius-Rode 28 85 37 150 5,7<br />

Sint-Pieters-Leeuw 83 163 123 369 9,3<br />

Steenokkerzeel 11 44 11 66 5,0<br />

Ternat 27 34 16 77 4,2<br />

Vilvoorde 162 251 249 662 12,8<br />

Wemmel 28 66 41 135 7,3<br />

Wezembeek-Oppem 25 39 20 84 4,2<br />

Zaventem 52 146 92 290 7,6<br />

Zemst 36 42 12 90 3,3<br />

Aarschot 60 96 38 194 6,7<br />

Begijnendijk 8 24 8 40 3,9<br />

Bekkevoort 11 14 6 31 4,4<br />

Bertem 11 21 9 41 3,5<br />

Bierbeek 11 25 2 38 3,5<br />

Boortmeerbeek 9 17 9 35 2,5<br />

Boutersem 11 20 18 49 5,4<br />

Diest 97 91 41 229 9,6<br />

Geetbets 19 15 10 44 6,8<br />

Glabbeek 10 25 1 36 6,0<br />

Haacht 32 36 20 88 5,0<br />

Herent 21 57 39 117 4,7<br />

Hoegaarden 9 19 5 33 4,2<br />

Holsbeek 20 14 7 41 3,3<br />

Huldenberg 12 24 16 52 4,4<br />

Keerbergen 20 25 5 50 3,2<br />

Kortenaken 14 23 4 41 5,3<br />

Kortenberg 27 47 21 95 4,2<br />

Landen 60 102 28 190 12,0<br />

Leuven 186 514 355 1.055 12,5<br />

Linter 19 19 4 42 5,3<br />

Lubbeek 15 34 12 61 3,5<br />

Oud-Heverlee 6 37 33 76 5,4<br />

Rotselaar 35 49 15 99 5,1<br />

Scherpenheuvel-Zichem 70 56 52 178 8,0<br />

Tervuren 23 37 28 88 3,1<br />

Tielt-Winge 24 15 12 51 4,5<br />

Tienen 76 183 64 323 10,2<br />

Tremelo 15 30 34 79 4,8<br />

Zoutleeuw 20 28 15 63 7,5<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest Gewest<br />

19 19.021 19 021 27 27.925 27 925 21 21.202 21 202 68 68.148 68 148 9,6<br />

9,6<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant Brabant 2.036 036 3.987 987 987 2.229 229 229 8.252 252 252 6,5 6,5<br />

6,5<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 1.085 085 2.290 290 290 1.318 318 4.693 693 6,4 6,4<br />

6,4<br />

Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

951 951 1.697 697 697 911 911 3.559 559 559 6,8<br />

6,8<br />

Bron: KSZ, bewerking SVR; bevolking (01/01/2010): ADSEI, FOD Economie


BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 14 14: 14<br />

: GOK GOK-indicatoren GOK<br />

indicatoren basisonderwijs (01/02/2010)<br />

basisonderwijs<br />

basisonderwijs<br />

schooltoelage schooltoelage<br />

opleiding opleiding moeder moeder moeder<br />

GOK GOK-leerling<br />

GOK<br />

leerling<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

aantal<br />

aantal<br />

leerlingen<br />

leerlingen<br />

% % van van van de<br />

de<br />

leer leerlin leer leerlin<br />

lingen lingen<br />

gen<br />

aantal<br />

aantal<br />

leer leerlingen leer lingen<br />

% % % van van de<br />

de<br />

leerl leerlingen leerl ingen<br />

aantal<br />

aantal<br />

leerl leerlingen leerl ingen<br />

% % van van de<br />

de<br />

leer leerlingen leer lingen<br />

Affligem 199 14,9 176 13,2 309 23,2<br />

Asse 532 18,2 516 17,7 860 29,4<br />

Beersel 314 14,9 310 14,7 507 24,0<br />

Bever 22 9,9 17 7,7 34 15,3<br />

Dilbeek 351 11,1 431 13,6 675 21,3<br />

Drogenbos 22 17,7 33 26,6 43 34,7<br />

Galmaarden 74 8,4 80 9,1 136 15,4<br />

Gooik 99 11,0 80 8,9 152 16,9<br />

Grimbergen 422 14,3 440 14,9 700 23,7<br />

<strong>Halle</strong> 722 20,3 647 18,2 1.109 31,2<br />

Herne 62 10,5 66 11,2 114 19,4<br />

Hoeilaart 77 8,2 99 10,5 158 16,8<br />

Kampenhout 109 9,0 108 9,0 194 16,1<br />

Kapelle-op-den-Bos 84 9,8 90 10,5 141 16,4<br />

Kraainem 31 8,4 19 5,2 45 12,2<br />

Lennik 89 11,2 82 10,3 147 18,4<br />

Liedekerke 236 19,7 226 18,9 381 31,8<br />

Linkebeek 6 4,8 6 4,8 12 9,7<br />

Londerzeel 176 10,3 163 9,5 287 16,7<br />

Machelen 349 26,7 418 32,0 578 44,3<br />

Meise 133 8,1 139 8,4 232 14,1<br />

Merchtem 182 12,4 191 13,1 313 21,4<br />

Opwijk 146 10,4 168 12,0 262 18,7<br />

Overijse 148 7,2 162 7,9 277 13,5<br />

Pepingen 43 8,9 33 6,8 65 13,5<br />

Roosdaal 144 12,8 118 10,5 215 19,0<br />

Sint-Genesius-Rode 74 9,5 76 9,8 124 16,0<br />

Sint-Pieters-Leeuw 501 20,3 606 24,6 883 35,9<br />

Steenokkerzeel 96 8,3 122 10,5 185 15,9<br />

Ternat 143 9,8 185 12,7 291 19,9<br />

Vilvoorde 1.431 34,0 1.386 33,0 2.026 48,2<br />

Wemmel 86 11,5 122 16,3 179 23,9<br />

Wezembeek-Oppem 20 4,8 26 6,2 42 10,0<br />

Zaventem 399 18,6 504 23,4 697 32,4<br />

Zemst 170 7,5 198 8,8 318 14,1<br />

Aarschot 347 14,9 260 11,2 513 22,1<br />

Begijnendijk 120 13,0 102 11,1 184 20,0<br />

Bekkevoort 93 14,8 82 13,0 151 24,0<br />

Bertem 121 11,3 66 6,2 167 15,6<br />

Bierbeek 93 8,5 61 5,6 134 12,2<br />

Boortmeerbeek 118 10,2 122 10,5 197 17,0<br />

Boutersem 95 10,6 59 6,6 130 14,4<br />

Diest 471 22,7 455 21,9 711 34,3<br />

Geetbets 123 23,0 92 17,2 175 32,8<br />

Glabbeek 53 9,2 50 8,7 88 15,2<br />

Haacht 173 11,6 123 8,2 260 17,4<br />

Herent 292 13,1 164 7,3 383 17,1<br />

Hoegaarden 84 11,8 61 8,6 134 18,9<br />

Holsbeek 108 9,7 52 4,7 145 13,1<br />

Huldenberg 76 7,6 51 5,1 109 10,9<br />

Keerbergen 97 7,6 76 6,0 155 12,2<br />

Kortenaken 99 13,9 88 12,4 161 22,7<br />

Kortenberg 169 8,8 152 7,9 285 14,8<br />

Landen 259 18,9 222 16,2 379 27,7<br />

Leuven 1.612 19,4 1.128 13,6 2.109 25,4<br />

Linter 103 15,5 65 9,8 151 22,7<br />

Lubbeek 139 9,8 86 6,0 201 14,1<br />

Oud-Heverlee 87 7,5 49 4,2 123 10,6<br />

Rotselaar 207 13,2 98 6,3 266 17,0<br />

Scherpenheuvel-Zichem 307 15,9 229 11,8 454 23,5<br />

Tervuren 131 7,6 96 5,5 192 11,1<br />

Tielt-Winge 137 13,4 92 9,0 197 19,3<br />

Tienen 658 22,7 702 24,2 1.043 36,0<br />

Tremelo 144 10,6 120 8,9 227 16,8<br />

Zoutleeuw 144 19,1 112 14,8 212 28,1<br />

Vlaams Vlaams Gewest Gewest<br />

- - - - - -<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 14.352 14,8 14,8 13.158 13,6 22.327 22.327 23,0<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 7.692 7.692 15,1 15,1<br />

8.043 8.043 15,7 15,7<br />

12.691 12.691 24,8<br />

24,8<br />

Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

6.660 6.660 14,5 14,5<br />

5.115 5.115 11,1 11,1<br />

9.636 9.636 21,0<br />

21,0<br />

Bron: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming<br />

111


112<br />

BIJLAGEN<br />

Indicator Indicator 15 15: 15 : GOK GOK-indicatoren<br />

GOK<br />

indicatoren secundair onderwijs (01/02/2010)<br />

(01/02/2010)<br />

secundair secundair onderwijs<br />

onderwijs<br />

schooltoelage schooltoelage<br />

opleiding opleiding moeder moeder moeder<br />

GOK GOK-leerling<br />

GOK<br />

leerling<br />

Gemeente<br />

Gemeente<br />

aantal<br />

aantal<br />

leerlingen<br />

leerlingen<br />

% % van van de<br />

de<br />

leer leerlingen leer leer lingen<br />

aanta aantal aanta l<br />

leerl leerlingen leerl ingen<br />

% % van van de<br />

de<br />

leerlingen<br />

leerlingen<br />

aantal<br />

aantal<br />

leerlingen eerlingen<br />

% % van van van de<br />

de<br />

leerlingen<br />

leerlingen<br />

Affligem 113 13,6 116 14,0 195 23,6<br />

Asse 299 17,0 337 19,1 531 30,1<br />

Beersel 186 14,5 205 15,9 325 25,3<br />

Bever 25 19,8 21 16,7 42 33,3<br />

Dilbeek 300 13,2 296 13,0 525 23,0<br />

Drogenbos 25 29,1 26 30,2 39 45,3<br />

Galmaarden 91 16,8 107 19,7 165 30,4<br />

Gooik 89 12,7 87 12,4 156 22,3<br />

Grimbergen 268 14,5 292 15,8 470 25,4<br />

<strong>Halle</strong> 514 22,8 517 22,9 831 36,9<br />

Herne 84 20,6 51 12,5 109 26,8<br />

Hoeilaart 71 14,1 79 15,7 127 25,2<br />

Kampenhout 100 11,6 112 13,0 183 21,2<br />

Kapelle-op-den-Bos 106 16,4 113 17,5 184 28,4<br />

Kraainem 12 7,1 14 8,2 25 14,7<br />

Lennik 82 12,9 75 11,8 143 22,4<br />

Liedekerke 149 19,2 200 25,7 287 36,9<br />

Linkebeek 5 7,5 9 13,4 11 16,4<br />

Londerzeel 176 13,9 164 13,0 304 24,1<br />

Machelen 182 24,5 247 33,3 334 45,0<br />

Meise 192 15,0 144 11,2 286 22,3<br />

Merchtem 171 16,2 143 13,6 256 24,3<br />

Opwijk 148 17,1 147 17,0 249 28,8<br />

Overijse 112 9,4 117 9,8 206 17,3<br />

Pepingen 44 13,8 36 11,3 65 20,4<br />

Roosdaal 139 17,0 128 15,7 217 26,6<br />

Sint-Genesius-Rode 52 12,3 50 11,8 91 21,6<br />

Sint-Pieters-Leeuw 291 17,7 435 26,4 596 36,2<br />

Steenokkerzeel 94 12,6 109 14,6 175 23,4<br />

Ternat 176 16,3 170 15,8 283 26,3<br />

Vilvoorde 789 33,9 857 36,8 1.184 50,8<br />

Wemmel 60 14,3 64 15,3 104 24,8<br />

Wezembeek-Oppem 30 13,2 23 10,1 44 19,4<br />

Zaventem 254 19,6 309 23,8 449 34,6<br />

Zemst 220 13,2 212 12,7 376 22,6<br />

Aarschot 383 21,2 309 17,1 573 31,8<br />

Begijnendijk 123 18,5 92 13,8 179 26,9<br />

Bekkevoort 106 23,5 81 18,0 159 35,3<br />

Bertem 102 15,4 74 11,2 152 22,9<br />

Bierbeek 98 15,0 51 7,8 136 20,9<br />

Boortmeerbeek 114 12,5 104 11,4 193 21,2<br />

Boutersem 91 16,9 69 12,8 136 25,2<br />

Diest 436 28,7 354 23,3 609 40,0<br />

Geetbets 93 23,0 87 21,5 150 37,1<br />

Glabbeek 63 17,0 39 10,5 93 25,1<br />

Haacht 179 16,2 127 11,5 260 23,5<br />

Herent 239 15,4 142 9,1 325 20,9<br />

Hoegaarden 85 17,2 64 13,0 127 25,7<br />

Holsbeek 97 12,8 54 7,1 137 18,1<br />

Huldenberg 75 12,0 73 11,6 127 20,3<br />

Keerbergen 101 10,3 94 9,5 179 18,2<br />

Kortenaken 91 17,8 92 18,0 156 30,5<br />

Kortenberg 176 14,0 159 12,6 297 23,6<br />

Landen 206 23,4 192 21,8 325 37,0<br />

Leuven 1.161 22,6 829 16,1 1.550 30,2<br />

Linter 104 21,1 93 18,9 163 33,1<br />

Lubbeek 115 10,8 78 7,3 171 16,0<br />

Oud-Heverlee 132 14,8 61 6,8 170 19,1<br />

Rotselaar 235 18,5 137 10,8 314 24,8<br />

Scherpenheuvel-Zichem 335 24,0 272 19,5 505 36,3<br />

Tervuren 136 14,3 93 9,8 198 20,8<br />

Tielt-Winge 166 23,3 85 11,9 210 29,5<br />

Tienen 539 28,6 482 25,6 802 42,5<br />

Tremelo 200 18,6 158 14,7 309 28,7<br />

Zoutleeuw 125 24,7 110 21,7 192 37,9<br />

Vlaams Vlaams Gewe Gewest Gewe Gewest<br />

st - - - - - -<br />

Prov. Prov. Prov. Vlaams Vlaams-Brabant<br />

Vlaams Vlaams Brabant 11.755 18,2 18,2<br />

10.667 16,5 18.464 18.464 28,5<br />

Arr. Arr. <strong>Halle</strong> <strong>Halle</strong>-Vilvoorde<br />

<strong>Halle</strong> Vilvoorde 5.649 5.649<br />

17,0 17,0<br />

6.012 6.012 18,1 18,1<br />

9.567 9.567 28,9<br />

28,9<br />

Arr. Arr. Leuven Leuven<br />

6.106 6.106<br />

19,4 19,4<br />

4.655 4.655 14,8 14,8<br />

8.897 8.897 28,2<br />

28,2<br />

Bron: AgODi, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming


BIJLAGEN<br />

Bijlage Bijlage II: II: Lijst van van kaarten, kaarten, figuren figuren en en tabellen tabellen in in de de tekst<br />

tekst<br />

Kaarten Kaarten<br />

Kaarten<br />

Kaart 1: Gemiddeld inkomen per aangifte (2008)...............................................................................11<br />

Kaart 2: Aangiften kleiner of gelijk aan 20.000 euro (2008)................................................................12<br />

Kaart 3: Aangiften groter dan 50.000 euro (2008) .............................................................................12<br />

Kaart 4: Gemiddeld inkomen per aangifte op het niveau van deelgemeenten (2008)...........................13<br />

Kaart 5: Inkomensevolutie 1998-2008 ...............................................................................................15<br />

Kaart 6: Niet werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)..................................................20<br />

Kaart 7: Niet-werkende werkzoekenden, naar deelgemeente (31/12/2010).........................................20<br />

Kaart 8: Vrouwelijke niet-werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010)................................22<br />

Kaart 9: Jonge niet-werkende werkzoekenden: werkloosheidsgraad (2010) ........................................23<br />

Kaart 10: Laaggeschoolden niet-werkende werkzoekenden (2010) .....................................................24<br />

Kaart 11: Niet-werkende werkzoekenden van niet-Belgische origine (2010) ........................................24<br />

Kaart 12: Werkloosheid binnen de groep van niet-Belgische origine (2010).........................................25<br />

Kaart 13: Leefloners en equivalent leefloners jonger dan 65 jaar (2010) ..............................................28<br />

Kaart 14: RMI- en RMH-gerechtigden jonger dan 65 jaar (2010).........................................................31<br />

Kaart 15: Aandeel van de 65-plussers dat een IGO ontvangt (01/01/2011) ..........................................33<br />

Kaart 16: Gemiddeld uitgekeerd bedrag van de IGO (01/01/2011)......................................................33<br />

Kaart 17: Aantal personen van 21-64 jaar dat een IT en/of IVT ontvangt (01/04/2011).........................34<br />

Kaart 18: Aantal personen van 65 jaar of meer dat een IT, IVT en/of THAB ontvangt (01/04/2011).......35<br />

Kaart 19: Personen van 0-64 jaar met een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering<br />

(01/01/2010).....................................................................................................................36<br />

Kaart 20: Personen van 65 jaar of meer met een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering<br />

(01/01/2010).....................................................................................................................37<br />

Kaart 21: Bevolking (25+) met hoogstens een diploma lager middelbaar onderwijs (01/10/2001).........39<br />

Kaart 22: Aantal leerlingen in de B-stroom en het BSO (schooljaar 2009-2010) ...................................39<br />

Kaart 23: Aantal 65-plussers (01/01/2010) .........................................................................................40<br />

Kaart 24: Alleenstaanden met een pensioenbedrag lager dan 1.500 euro (31/12/2008).......................42<br />

Kaart 25: Koppels met een pensioenbedrag lager dan 1.500 euro (31/12/2008)..................................42<br />

Kaart 26: Aantal eenoudergezinnen als percentage van het totaal aantal gezinnen (01/01/2011).........44<br />

Kaart 27: De bevolking van niet-Europese origine (01/01/2011) ..........................................................46<br />

Kaart 28: De bevolking van niet-Europese origine op het niveau van de deelgemeenten (01/01/2011) .46<br />

Kaart 29: Subjectieve gezondheidstoestand van de bevolking, gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht<br />

(01/10/2001).....................................................................................................................48<br />

Kaart 30: Personen met een erkenning door de DG Personen met een handicap (31/12/2010).............49<br />

Kaart 31: Aantal personen dat belemmerd wordt in de dagelijkse bezigheden door langdurige ziekte of<br />

handicap (01/10/2001) ......................................................................................................49<br />

113


114<br />

BIJLAGEN<br />

Kaart 32: Gemiddelde verkoopprijs gewone woonhuizen (2010).........................................................51<br />

Kaart 33: Gemiddelde huurprijs woningen (01/10/2001).....................................................................51<br />

Kaart 34: Aandeel sociale huurwoningen (31/12/2009) ......................................................................53<br />

Kaart 35: Aantal kandidaat-huurders van een sociale woning, naar woonplaats (13/12/2009)..............53<br />

Kaart 36: Aantal huurwoningen (01/10/2001)....................................................................................54<br />

Kaart 37: Aantal woonhuizen gebouwd voor 1946 (01/01/2010)........................................................55<br />

Kaart 38: Het aantal geplaatste actieve budgetmeters voor elektriciteit per 1.000 gezinnen (31/12/2010)58<br />

Kaart 39: Gezinnen met minderjarige kinderen zonder inkomen uit arbeid of pensioen (31/12/2008)...61<br />

Kaart 40: Personen van 0-9 jaar met een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering<br />

(01/01/2010).....................................................................................................................64<br />

Kaart 41: Personen van 10-19 jaar met een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering<br />

(01/01/2010).....................................................................................................................64<br />

Kaart 42: Criteria van kansarme geboorten: gemiddeld aantal gezinnen per jaar (2006-2007) .............65<br />

Kaart 43: Geboorten in kansarme gezinnen (2006-2008)....................................................................66<br />

Kaart 42: Aantal leerlingen met een schooltoelage in het basisonderwijs (01/02/2010) ........................68<br />

Kaart 43: Aantal leerlingen met een schooltoelage in het secundair onderwijs (01/02/2010) ................69<br />

Kaart 46: Aantal leerlingen in het basisonderwijs waarvan de moeder geen diploma secundair onderwijs<br />

heeft (01/02/2010) ............................................................................................................70<br />

Kaart 47: Aantal leerlingen in het secundair onderwijs waarvan de moeder geen diploma secundair<br />

onderwijs heeft (01/02/2010).............................................................................................70<br />

Kaart 48: GOK-leerlingen in het basisonderwijs (01/02/2010)..............................................................71<br />

Kaart 49: GOK-leerlingen in het secundair onderwijs (01/02/2010) .....................................................72<br />

Kaart 50: Leerlingen met minstens 2 jaar schoolse vertraging in het lager onderwijs (schooljaar 2009-<br />

2010)................................................................................................................................73<br />

Kaart 51: Leerlingen met minstens 2 jaar schoolse vertraging in het secundair onderwijs (schooljaar<br />

2009-2010).......................................................................................................................73<br />

Kaart 52: Leerlingen in het buitengewoon lager onderwijs (schooljaar 2009-2010)..............................74<br />

Kaart 53: Leerlingen in het BUSO en het DBSO (schooljaar 2009-2010)...............................................74<br />

Kaart 54: Aantal kinderen in een eenoudergezin (01/01/2011)............................................................75<br />

Kaart 55: Projecten van Riso Vlaams-Brabant......................................................................................89<br />

Kaart 56: Centra Algemeen Welzijnswerk in Vlaams-Brabant..............................................................90<br />

Kaart 57: Werkingen rond armoede...................................................................................................93<br />

Figuren<br />

Figuren<br />

Figuur 1: Aandeel van de verschillende inkomensgroepen in het totale inkomen in Vlaams-Brabant<br />

(2007).................................................................................................................................9<br />

Figuur 2: Evolutie van het gemiddeld inkomen van de verschillende inkomensgroepen in Vlaams-Brabant9<br />

Figuur 3: Inkomensbronnen van de verschillende inkomensgroepen in Vlaams-Brabant (2007).............10<br />

Figuur 4: Gemiddeld en mediaaninkomen per aangifte (2008)............................................................16<br />

Figuur 5: Relatief belang van de inkomenscategorieën (links - 2008) en van de inkomensbronnen (rechts<br />

- 2007)..............................................................................................................................16


BIJLAGEN<br />

Figuur 6: Evolutie van de inkomensongelijkheid (gini-coëfficiënt) ........................................................17<br />

Figuur 7: Evolutie van de werkloosheidsgraad ....................................................................................19<br />

Figuur 8: Aandeel van langdurige werklozen onder de werkzoekenden...............................................19<br />

Figuur 9: Evolutie van de werkloosheidsgraad naar geslacht ...............................................................21<br />

Figuur 10: Evolutie van de werkloosheidsgraad naar leeftijd................................................................22<br />

Figuur 11: Aantal leefloners en equivalent leefloners, evolutie in de tijd ..............................................26<br />

Figuur 12: Aantal leefloners of equivalent leefloners, evolutie in de tijd...............................................27<br />

Figuur 13: Aantal leefloners en equivalent leefloners in Vlaams-Brabant naar geslacht (links) en leeftijd<br />

(rechts)..............................................................................................................................29<br />

Figuur 14: Aantal leefloners en equivalent leefloners in Vlaams-Brabant naar gezinssituatie .................29<br />

Figuur 15: Aantal rechthebbenden op een RMI en RMH, evolutie in de tijd .........................................30<br />

Figuur 16: Aantal rechthebbenden op een RMI of RMH , evolutie in de tijd .........................................30<br />

Figuur 17: Aantal RMI- en RMH-gerechtigden in Vlaams-Brabant naar geslacht (links) en leeftijd (rechts)31<br />

Figuur 18: Aantal RMI- en RMH-gerechtigden met tewerkstelling .......................................................32<br />

Figuur 19: Pensioenbedrag voor verschillende gezinsvormen (31/12/2008) ..........................................41<br />

Figuur 20: Aandeel pensioenen lager dan 1.500 euro voor alleenstaanden en koppels ........................43<br />

Figuur 21: Algemene index en de index van aardgas, stookolie, elektriciteit en water. .........................56<br />

Figuur 22: Percentage van de bevolking met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering, naar leeftijd62<br />

Figuur 23: Manieren waarop de voorkeursregeling in de ziekteverzekering wordt verkregen, naar leeftijd63<br />

Figuur 24: Evolutie van de geboorten in kansarme gezinnen...............................................................67<br />

Tabellen<br />

Tabellen<br />

Tabel 1: Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens ...............................................18<br />

Tabel 2: Het aandeel van de huurprijs van een gemiddelde woning in het inkomen van samenwonenden52<br />

115


BIJLAGE BIJLAGE III: III: Organisaties Organisaties in in de de pprovinciale<br />

p rovinciale advies advies- advies<br />

en<br />

en<br />

participatieraad participatieraad armoede<br />

armoede<br />

1. 1. 1. Verenigingen Verenigingen Verenigingen waar waar waar armen armen armen het het het woord woord woord neme nemen neme neme<br />

Buurtwerk Buurtwerk 't 't Lampeke Lampeke vzw<br />

vzw<br />

Ridderstraat 147<br />

3000 Leuven<br />

016/23 80 19<br />

info@lampeke.be<br />

Erm Erm 'n 'n 'n Erm<br />

Erm<br />

RISO Vlaams-Brabant<br />

Grote Bergstraat 21<br />

3300 Tienen<br />

016/78 14 10<br />

Open Open Armen<br />

Armen<br />

August Demaeghtlaan 305<br />

1500 <strong>Halle</strong><br />

0479/41 28 63<br />

2. 2. 2. Inloopcentra<br />

Inloopcentra- Inloopcentra deelwerking van de Centra Algemeen Welzijnswerk<br />

De De Meander Meander<br />

Meander<br />

Redingenstraat 6<br />

3000 Leuven<br />

016/58 38 53<br />

meander@cawleuven.be<br />

De De Zonnebloem<br />

Zonnebloem<br />

Michel Theysstraat 7<br />

3290 Diest<br />

013/33 52 47<br />

onthaal@cawhageland.be<br />

Amerant<br />

Amerant<br />

Oude Vestenstraat 6<br />

3300 Tienen<br />

016/82 70 27<br />

inloopcentrum@cawhageland.be<br />

Den Den 33<br />

33<br />

J.B. Nowélei 33<br />

1800 Vilvoorde<br />

02/252 09 39<br />

't 't Klavertje Klavertje 4<br />

4<br />

A. Demaeghtlaan 305<br />

1500 <strong>Halle</strong><br />

0479/41 28 63<br />

info@cawdelta.be<br />

116


Inloopcentrum Inloopcentrum Asse Asse<br />

Asse<br />

Frans Timmermansstraat 1<br />

1731 Asse-Zellik<br />

0470/23 51 91<br />

info@cawdelta.be<br />

3. 3. Welzijnsschakels<br />

Welzijnsschakels<br />

Buurthuis Buurthuis Om Ommekaar Om mekaar vzw<br />

Hoogveld 1<br />

1501 Buizingen<br />

02/361 22 93<br />

Bezorgd Bezorgd Om Om Mensen Mensen vzw<br />

vzw<br />

Aarschotsesteenweg 3/2<br />

3300 Tienen<br />

016/81 03 51<br />

Welzijnsschakel Welzijnsschakel Leuven<br />

Leuven<br />

Parkstraat 64<br />

3000 Leuven<br />

016/30 16 24<br />

wzsleuven@gmail.com<br />

4. 4. 4. Welzijn Welzijnszorg<br />

Welzijn szorg<br />

Welzijnszorg Welzijnszorg Vlaams Vlaams-Brabant, Vlaams<br />

Brabant, Brabant, Mechelen, en Brussel<br />

015/29 84 58<br />

mechelen@bdwzz.be<br />

5. 5. <strong>OCMW</strong><br />

<strong>OCMW</strong><br />

Sociaal Sociaal Sociaal Huis Huis Dilbeek<br />

<strong>OCMW</strong> - Sociale Bijstand<br />

Itterbeeksebaan 210<br />

1701 Itterbeek<br />

02/568 05 00<br />

socialebijstand@ocmw-dilbeek.be<br />

Sociaal Sociaal Sociaal Huis Huis Herent<br />

Herent<br />

Groepswerking Marant<br />

Huis Marant<br />

Mechelsesteenweg 485<br />

3020 Herent<br />

016/298 832<br />

117


Eindnoten<br />

Eindnoten<br />

1 Het meest recente jaarboek is dat van 2010: VRANKEN J., DE BLUST S., DIERCKX D. & VAN HAARLEM A.<br />

(red.), <strong>Armoede</strong> en sociale uitsluiting. Jaarboek 2010, Leuven: Acco.<br />

2 Het meest recente armoederapport is dat van 2010: Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel<br />

(2010), Brussels armoederapport 2010. http://www.observatbru.be/documents/publications.xml?lang=nl<br />

3 DIERCKX D., Van HERCK N. & VRANKEN J. (red.), <strong>Armoede</strong> in België, Leuven: Acco.<br />

4 Zie VRANKEN J. (2010), Inleiding, in DE BLUST S., DIERCKX D. & VAN HAARLEM A. (red.), <strong>Armoede</strong> en<br />

sociale uitsluiting. Jaarboek 2010, Leuven: Acco, pp. 35-53.<br />

5<br />

Zie Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel (2010), Brussels armoederapport 2010.<br />

6<br />

Zie BOUCKAERT N. & SCHOKKAERT E. (2001), A first computation of non-take up behaviour in the<br />

'leefloon', FLEMOSI Discussion Paper, 6.<br />

7<br />

Voor een overzicht, zie HERNANZ V., MALHERBET F. & PELLIZZARI M. (2004), Take-up of welfare benefits<br />

in OECD countries: a review of the evidence, OECD Social, Employment & Migration Working Paper 17.<br />

8<br />

Wanneer de gegevens beschikbaar zijn, worden de gemeenten van het Brussels Gewest mee ingekleurd<br />

op de kaarten. Omwille van de leesbaarheid worden de absolute aantallen, in de vorm van cirkels, niet<br />

weergegeven op de kaarten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft immers meer inwoners dan<br />

Vlaams-Brabant, en dit op een relatief kleine oppervlakte.<br />

9 Zie MAY X. (2009), Estimation, origine et composition des revenus des habitants dans les communes<br />

wallonnes, Belgeo, 2009/2, pp. 137-152.<br />

10<br />

De cijfers van het jaar waarin een aanpassing gebeurde werden op het niveau van het voorgaande jaar<br />

geplaatst, en voor de jaren erna geldt deze waarde als de nieuwe referentiewaarde.<br />

11<br />

De gegevens werden berekend op basis van het aantal aangiften en het totale inkomen op het niveau<br />

van de statistische sectoren. Van statistische sectoren met minder dan 200 aangiften waren geen<br />

inkomensgegevens beschikbaar en deze zijn dus niet meegenomen in de analyse. Het gaat om 7,0% van<br />

de aangiften. Wanneer Brussel niet wordt meegerekend gaat het om 11,8% van de aangiften. Van<br />

sommige deelgemeenten zijn er geen gegevens omdat ze alleen statistische sectoren tellen met minder<br />

dan 200 aangiften.<br />

12 Bepaalde categorieën van lage inkomens worden pas sinds 2004 opgenomen in de cijfers (inkomens<br />

tussen 4.000 en 11.000 euro, jobstudenten, ontvangers van belastingkredieten). De evolutie over de<br />

laatste drie jaar is echter gelijkaardig. Alleen spelen toevalsfactoren hier een wat grotere rol.<br />

13 Meer bepaald wordt het equivalent inkomen gebruikt. Bij de berekening van het equivalent inkomen<br />

worden de verschillen in huishoudgrootte in rekening gebracht. Daarbij wordt aan de eerste volwassene<br />

in een huishouden het equivalent 1 toegekend, de tweede en volgende volwassene(n) het equivalent 0,5<br />

en alle kinderen (jonger dan 14 jaar) het equivalent 0,3. Aan elk individu van het betreffende huishouden<br />

wordt dan een inkomen toebedeeld door het totaal beschikbare huishoudinkomen te delen door de som<br />

van de equivalenten.<br />

14 Concreet gaat het om het gemiddelde van het aantal niet werkende werkzoekenden (NWWZ) op het<br />

einde van elke maand. Een aantal groepen zijn niet opgenomen in de cijfers, zoals werkzoekenden die<br />

een opleiding volgen of die tewerkgesteld zijn in het Derde Arbeidscircuit.<br />

15<br />

De werkende bevolking wordt bepaald aan de hand van de gegevens van de Belgische instellingen van<br />

de sociale zekerheid. Dit betekent dat bijvoorbeeld EU-ambtenaren niet zijn opgenomen.<br />

16<br />

Zie VAN HAARLEM A. & CAMPAERT G. (2010), <strong>Armoede</strong> en sociale uitsluiting in Europa en België, in<br />

DIERCKX D., Van HERCK N. & VRANKEN J. (red.), <strong>Armoede</strong> in België, Leuven: Acco, pp. 37-60.<br />

17 De werkloosheidsgraden in Brussel zijn afkomstig van ACTIRIS en omvatten de bevolking van 15-64 jaar.<br />

118


18 Het gaat hier dus niet om de werkloosheidsgraad. Dit betekent dat bijvoorbeeld huismannen en -<br />

vrouwen worden meegeteld in de noemer. De werkloosheidsgraad kan hier niet berekend worden omdat<br />

de beroepsbevolking niet gekend is per deelgemeente.<br />

In de statistieken van de VDAB werden een aantal deelgemeenten samengevoegd, en die hebben<br />

bijgevolg op deze kaart dezelfde waarde gekregen: Pamel, Strijtem en Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek in<br />

Roosdaal, Boutersem en Vertrijk in Boutersem, Willebringen en Neervelp in Boutersem, Waasmont,<br />

Wezeren, Walsbets en Walshoutem in Landen, en Haasrode en Korbeek-Lo in Leuven.<br />

19<br />

zie Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, Jaarverslag 2010.<br />

www.rva.be/D_stat/Jaarverslag/Jaarverslag_volledig/2010/RA2010_NL.pdf<br />

20<br />

Zie VDAB Studiedienst (2009), Kansengroepen in Kaart: Allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt.<br />

http://vdab.be/trends/kik/doc/KiK_Allochtonen200903.pdf<br />

21<br />

Opgelet: het gaat hier niet om de werkloosheidsgraad. Huisvrouwen en -mannen zitten immers mee in<br />

de referentiegroep. Het gaat om de bevolking van niet-Belgische origine van 18-64 jaar op 01/01/2010.<br />

22<br />

Landen die behoren tot de EU-15 waren al lid van de Europese Unie in 1995. De EU-14 wordt gevormd<br />

door dezelfde landen, met uitzondering van België. De werkloosheidscijfers werden beschouwd t.o.v. de<br />

bevolking op 1 januari 2010.<br />

23 Naast een aantal inkomensvoorwaarden, gelden de volgende voorwaarden: de meerderjarigheid (tenzij<br />

men getrouwd is, kinderen ten laste heeft of zwanger is), het verblijf in België, en een<br />

nationaliteitsvoorwaarde. De volgende nationaliteiten komen in aanmerking: Belgen, EU-onderdanen met<br />

een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden, vreemdelingen opgenomen in het bevolkingsregister<br />

(gevestigde vreemdelingen), erkende vluchtelingen en staatlozen.<br />

24<br />

De gegevens in dit hoofdstuk werden telkens beschouwd t.o.v. de bevolking op 1 januari van het<br />

desbetreffende jaar.<br />

25<br />

Het aandeel niet-Belgen en niet-EU-nationaliteiten bij de leefloners is wat hoger in het arrondissement<br />

<strong>Halle</strong>-Vilvoorde dan in het arrondissement Leuven. In Vlaanderen liggen deze cijfers nog hoger en in<br />

Brussel zijn ze heel wat hoger. Bij het equivalent leefloon zien we de omgekeerde tendens, maar de cijfers<br />

blijven boven de 90%.<br />

26<br />

In Vlaanderen bedroeg het aandeel vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister ook al<br />

meer dan de helft in 2008 (62%), en zeker in Brussel was dat al het geval (90%). Ook nu liggen de cijfers<br />

daar hoger (respectievelijk 81% en 92%). In het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde zijn er verhoudingsgewijs<br />

meer asielzoekers dan in het arrondissement Leuven.<br />

27<br />

Het aantal (equivalent) leefloners van 18-64 jaar werd bepaald door van het totaal aantal (equivalent)<br />

leefloners de groep van 65-69 jarigen en de groep van 70-plussers af te trekken. Het gaat hier om een<br />

lichte onderschatting, gezien er binnen die groep van ouderen een aantal dubbeltellingen zijn: diegenen<br />

die in de loop van het jaar 70 zijn geworden kunnen zowel bij de 65-69-jarigen als bij de 70-plussers<br />

voorkomen.<br />

28<br />

Voor het verkrijgen van een IGO gelden ook verblijfs- en nationaliteitsvoorwaarden. Men moet<br />

daadwerkelijk en bestendig in België verblijven en onderdaan zijn van een EU-land, Ijsland, Liechtenstein,<br />

Noorwegen of Zwitserland, of een erkende vluchteling of staatloze zijn. Wanneer men een andere<br />

nationaliteit bezit, kan men een IGO verkrijgen als men in België pensioenrechten heeft opgebouwd.<br />

29<br />

De volgende nationaliteiten komen in aanmerking: Belgen, EU-onderdanen, vreemdelingen opgenomen<br />

in het bevolkingsregister (gevestigde vreemdelingen), erkende vluchtelingen en staatlozen, onderdanen<br />

van Noorwegen, Ijsland, Liechtenstein, Zwitserland, Marokko, Algerije en Tunesië en een aantal heel<br />

specifieke categorieën van vreemdelingen. De grootte van de tegemoetkoming is niet alleen afhankelijk<br />

van het inkomen, maar ook van de ernst van de handicap.<br />

30 Dit is echter slechts een deel van de verklaring. Bij de ouderen is het OMNIO-statuut bijna onbestaande,<br />

en wordt de voorkeursregeling vooral toegekend o.b.v. hoedanigheid. In vergelijking met mannen<br />

genieten ook vrouwen meer van de voorkeursregeling o.b.v. hoedanigheid en minder via het OMNIOstatuut.<br />

Dit wijst op een leeftijdseffect. Het verschil is echter kleiner dan de verhouding mannen/vrouwen<br />

aangeeft, wat erop wijst dat ook zonder het leeftijdseffect er meer vrouwen onder de voorkeursregeling<br />

zouden vallen.<br />

119


31 In de jaarboeken armoede en sociale uitsluiting kan men algemene informatie terugvinden over de<br />

armoedeproblematiek van deze groepen. Zie bv. DE BLUST S. (2010), 'Talent komt niet vanzelf<br />

bovendrijven' over onderwijs en opleiding, DE BLUST S. & VAN HAARLEM A. (2010), 'Hoe beter het leven,<br />

hoe langer het duurt' over gezondheid en DE BLUST S. (2010) 'Wachten op wonen' over wonen.<br />

Toegespitst op Vlaams-Brabant kan men meer informatie vinden over deze groepen in de dossiers van het<br />

Steunpunt Sociale Planning: over kinderen en jongeren, minderheden, ouderen en personen met een<br />

handicap.<br />

32<br />

De meest recente gegevens over de opleidingsgraad van de bevolking dateren van 2001. Gezien het<br />

hoofdzakelijk om afgestudeerden gaat (bevolking van 25 jaar en ouder), veranderen deze gegevens niet<br />

zo gauw (weinig mensen behalen nog een diploma eens ze 25 zijn geworden). Omdat de cijfers 10 jaar<br />

oud zijn, zijn diegenen die nu jonger zijn dan 35, wel niet inbegrepen.<br />

33<br />

Voor de concrete cijfers, zie VAN HAARLEM A. (2010), <strong>Armoede</strong> en sociale uitsluiting ontcijferd, in<br />

VRANKEN J., DE BLUST S., DIERCKX D. & VAN HAARLEM A. (red.), <strong>Armoede</strong> en sociale uitsluiting.<br />

Jaarboek 2010, Leuven: Acco, pp. 392-450.<br />

34<br />

Dit is natuurlijk maar een indicatie. Inkomsten uit vermogens zijn bijvoorbeeld niet inbegrepen.<br />

Eenmalige kapitalen (vooral bij tweedepijlerpensioenen) zijn eveneens niet inbegrepen. Het gaat om het<br />

pensioen in de maand december.<br />

35 Alleenstaanden zijn hier personen die alleen wonen. Alleenstaande ouders zijn bijvoorbeeld niet<br />

inbegrepen. Deze werden bij 'andere gezinsvormen' gevoegd. Ook bij koppels zijn er hier geen andere<br />

inwonende gezinsleden. Koppels met andere inwonende gezinsleden werden eveneens bij 'andere<br />

gezinsvormen' gevoegd.<br />

36<br />

120<br />

De cijfers voor Brussel zijn van 2006 en de bron is het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA).<br />

37<br />

Meer gedetailleerde informatie is te vinden in het dossier 'Minderheden in Vlaams-Brabant'<br />

www.vlaamsbrabant.be/dossierminderheden<br />

38<br />

In Vlaanderen gaat het om 22,2% en 4,8%. In Brussel gaat het om 27,6% en 7,4%.<br />

39<br />

Eerst werd per gemeente de proportie personen bepaald die zich in minder goede gezondheid voelen<br />

indien de gezondheid naar leeftijd en geslacht in de gemeente zou overeenstemmen met de algemene<br />

gezondheidstoestand van het Vlaams gewest. Vervolgens werd de werkelijk geobserveerde proportie<br />

personen die zich in minder goede gezondheid voelen gedeeld door deze waarde.<br />

40<br />

41<br />

Zie ook Dossier 'Handicap in Vlaams-Brabant' 2010 www.vlaamsbrabant.be/dossierhandicap<br />

In Vlaanderen gaat het om 19,7%, 15,5% en 5,3%. In Brussel gaat het om 22,2%, 17,3% en 7,0%.<br />

42<br />

Zie DE DECKER P. & GEURTS V. (2005), Residualiseert de huursector?, in DE DECKER P., GOOSSENS L. &<br />

PANNECOUCKE I. (red.), Wonen aan de Onderkant, Antwerpen: Garant, pp. 83-92.<br />

43<br />

De categorie van gewone woonhuizen omvat volgens de definitie van de FOD Economie arbeiders-,<br />

bedienden-, renteniers- en burgerhuizen, alsook landelijke huizen waarvan de oppervlakte minder dan 5<br />

are bedraagt.<br />

44 Deze cijfers zijn afkomstig van de socio-economische enquête 2001. Er werd niet gevraagd naar de<br />

exacte huurprijs. Wel werd gevraagd de huurprijs in één van vijf prijscategorieën te plaatsen. De<br />

gemiddelde prijs werd hier berekend door telkens de gemiddelde waarde van die categorieën te<br />

gebruiken.<br />

45<br />

Zie HEYLEN K. & HAFFNER M. (2010), Hoe meten we de betaalbaarheid van het wonen?, in WINTERS S.<br />

(red.), Is wonen in Vlaanderen betaalbaar?, Antwerpen: Garant, pp. 49-70.<br />

46<br />

Dit cijfer is een benadering, omdat het gezinsinkomen van sociale huurders en het inkomen per fiscale<br />

aangifte niet helemaal overeenkomen. Het gezinsinkomen van sociale huurders is het inkomen dat als<br />

berekeningsbasis gebruikt wordt voor de huurprijs. Dit bedrag ligt vaak hoger dan enkel de fiscale<br />

inkomsten. Zo worden niet-belastbare vervangingsinkomsten en een deel van de inkomsten van<br />

((over)groot)ouders hier wel meegerekend. Er zijn ook grote verschillen tussen de gemeenten.<br />

47 De cijfers van Brussel zijn afkomstig van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-<br />

Hoofdstad en geven de situatie in 2007.


48 Nochtans is de behoefte - bepaald op basis van het aantal kandidaat-huurders - in Vlaams-Brabant laag<br />

in vergelijking met de andere provincies. Ook de wachttijd is lager dan in Vlaanderen als geheel. Daarbij<br />

moet wel rekening gehouden worden met het feit dat het aanbod ook de vraag beïnvloedt.<br />

49 Het gaat om het aantal dossiers waarvoor de <strong>OCMW</strong>'s een bijdrage hebben gevraagd bij de federale<br />

overheid. Bron data: POD Maatschappelijk Integratie<br />

50<br />

Ook bij deze cijfers gaat het om dossiers die de <strong>OCMW</strong>'s doorstuurden naar de federale overheid.<br />

51 Bron: Nationale Bank van België (2011), Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren - 2010.<br />

www.nbb.be/DOC/CR/CCP/Publications/BRO_CKPSTAT2010N_31122010.pdf<br />

De percentages ten opzichte van het aantal kredietnemers zijn uiteraard hoger. In 2010 had in Vlaanderen<br />

5,2% van de kredietnemers een betalingsachterstand, in Wallonië 9,5% en in Brussel 10,6%. Ook hier<br />

heeft Vlaams-Brabant de laagste waarde, en op arrondissementeel niveau het arrondissement <strong>Halle</strong>-<br />

Vilvoorde. Hier gaat het wel om de gegevens van 2005 (Bron: DE DONCKER H. (2006), Kredieten aan<br />

particulieren – Analyse van de in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren geregistreerde gegevens,<br />

Working Paper document 78. www.nbb.be/doc/ts/publications/wp/wp78Nl.pdf)<br />

52<br />

De cijfers over de bevolking onder de armoededrempel in dit hoofdstuk zijn afkomstig van VRANKEN J.<br />

(2010), Kinderarmoede, in DIERCKX D., Van HERCK N. & VRANKEN J. (red.), <strong>Armoede</strong> in België, Leuven:<br />

Acco, pp. 183-198.<br />

53<br />

Het aantal kinderen dat recht heeft op verhoogde kinderbijslag zou ook kunnen worden gebruikt om<br />

inkomensarmoede te meten. Het is echter moeilijk om deze cijfers samen te stellen, zeker op<br />

gemeenteniveau, omdat er verschillende stelsels zijn voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren.<br />

54<br />

Het gaat om alle gemeenten waar het aantal EU-ambtenaren en geprivilegieerde vreemdelingen (bv.<br />

NAVO-medewerkers) boven de 1,5% ligt. Deze groepen worden in het rijksregister afzonderlijk<br />

geregistreerd. Ook in Brussel, zeker in het zuidoosten, speelt dit effect. De cijfers liggen daar echter heel<br />

veel hoger. 28% van de gezinnen met minderjarige kinderen hebben er geen inkomen uit arbeid of<br />

pensioen.<br />

55<br />

Voor personen van 75 jaar of meer gaat het in Vlaanderen zelfs om 42%, in het arrondissement Leuven<br />

om 37%, in het arrondissement <strong>Halle</strong>-Vilvoorde om 31% en in de provincie Vlaams-Brabant om 34%.<br />

56<br />

Er zijn bovengemiddelde waarden in de faciliteitengemeenten en meer algemeen in de rand rond<br />

Brussel. Voor het basisonderwijs geldt nog een bovengemiddelde waarde in Liedekerke, voor het<br />

secundair onderwijs in Leuven. In het noorden van het Hageland zijn er algemeen lage waarden. In geheel<br />

Vlaams-Brabant gaat het om 17% van de leerlingen in het basisonderwijs en 10% in het secundair<br />

onderwijs. De lagere waarde voor het secundair onderwijs gaat samen met de uitstroom naar het<br />

Franstalig en internationaal onderwijs.<br />

57<br />

Naast inkomensgrenzen gelden een aantal nationaliteitsvoorwaarden (de leerling heeft, behoudens een<br />

aantal uitzonderingen, een permanente verblijfsvergunning nodig) en het kadastraal inkomen van<br />

onroerende goederen mag niet te hoog zijn (onroerende goederen bestemd voor eigen beroepsgebruik of<br />

de eigen woning worden daarbij niet meegerekend).<br />

58<br />

Vooral rond Brussel is er ook een uitstroom naar het Franstalig en internationaal onderwijs, mogelijk van<br />

hogere inkomensgroepen. In het basisonderwijs is het aandeel leerlingen dat niet naar een school gaat die<br />

erkend wordt door het Vlaams Gewest relatief beperkt, met minder dan 5%. In het secundair onderwijs is<br />

dat al meer dan 10%.<br />

59<br />

Ook hier kan de uitstroom naar Franstalige en internationale scholen een rol spelen.<br />

60<br />

Leerlingen in een specifieke pedagogische methode zijn niet inbegrepen in deze kaarten. Hetzelfde<br />

geldt, voor het basisonderwijs, voor de leerlingen in de Franstalige scholen in de faciliteitengemeenten.<br />

61 De gegevens voor Brussel zijn telkens van het schooljaar 2008-2009.<br />

62 Niet-monetaire deprivatie: het niet kunnen beschikken over een aantal goederen en diensten of het niet<br />

kunnen deelnemen aan bepaalde activiteiten die als noodzakelijk worden beschouwd (bijvoorbeeld<br />

vakantie nemen, vlees eten, beschikken over een televisietoestel, wasmachine of telefoon).<br />

63<br />

Zie ook: http://vlaandereninactie.be/actie/pact-2020<br />

121


64 Zie ook: http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/armoede/vlaamsactieplan/Paginas/inhoud.aspx<br />

65 Zie ook: http://wvg.vlaanderen.be/juriwel/armoede/regelgeving/decr210303-1.htm<br />

66 Zie ook: http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/Pages/2011-03-23-armoedemonitor.aspx<br />

67<br />

Zie ook:<br />

http://www4wvg.vlaanderen.be/wvg/armoede/publicaties/Documents/Vlaams_actieprogramma_kinderarm<br />

oede.pdf<br />

68<br />

122<br />

Zie ook: www.oases.be<br />

69 Sinds 1994 bevat de Belgische Grondwet het artikel 23 waarin een menswaardig leven wordt<br />

gegarandeerd via volgende sociale grondrechten: recht op arbeid en vrije beroepskeuze, recht op sociale<br />

zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand, het recht op<br />

een behoorlijke huisvesting, recht op bescherming van een gezond leefmilieu en recht op culturele en<br />

maatschappelijke ontplooiing. Sociale grondrechten zijn eigenlijk intenties die niet kunnen afgedwongen<br />

worden. De overheid moet de sociale grondrechten bevorderen met beleid.<br />

70<br />

Zie ook: www.17oktober.be<br />

71 Het subsidiereglement is beschikbaar op www.vlaamsbrabant.be/subsidies<br />

72 Voor een overzicht voor Vlaanderen, zie Steunpunt Algemeen Welzijnswerk (2010), CAW in beeld:<br />

cijfers 2009. www.steunpunt.be/_steunpunt/Documents/Dossiers/caw-in-beeld-cijfers2009-def.pdf


steunpunt sociale planning<br />

Dienst Welzijn en gezondheid<br />

provincie Vlaams-Brabant<br />

socialeplanning@vlaamsbrabant.be<br />

www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning<br />

Filip De Maesschalck: 016-26 77 75<br />

armoedebeleid<br />

Dienst diversiteit en gelijke kansen<br />

provincie Vlaams-Brabant<br />

wendy.broos@vlaamsbrabant.be<br />

www.vlaamsbrabant.be/armoede<br />

Wendy Broos: 016- 26 73 88<br />

Meer cijfers<br />

www.vlaamsbrabant.be/cijfers<br />

Voorzieningen<br />

www.desocialekaart.be<br />

D/2011/8495/16<br />

Dossier<br />

<strong>Armoede</strong> in Vlaams-Brabant<br />

2011<br />

www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!