24.09.2013 Views

In het verkeer brengen van verontreinigde grond en onrechtmatigheid

In het verkeer brengen van verontreinigde grond en onrechtmatigheid

In het verkeer brengen van verontreinigde grond en onrechtmatigheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

40<br />

j u r i d i s c h a c t u e e l<br />

<strong>In</strong> <strong>het</strong> <strong>verkeer</strong> <strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong><br />

Trefwoord<strong>en</strong>:<br />

• bodemverontreiniging<br />

• onrechtmatige daad<br />

<strong>verontreinigde</strong> <strong>grond</strong> <strong>en</strong><br />

Mr G.a. <strong>van</strong> der Ve<strong>en</strong> (rechts) is als advocaat verbond<strong>en</strong><br />

aan AKD Prins<strong>en</strong> Van Wijm<strong>en</strong> in Rotterdam <strong>en</strong><br />

Mr j.j. hoekstra (links) is werkzaam als advocaat bij<br />

Straatman Koster Advocat<strong>en</strong> in Rotterdam. Zij zijn<br />

onder meer werkzaam op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> bodemverontreiniging<br />

(e-mail: g<strong>van</strong>derve<strong>en</strong>@akd.nl <strong>en</strong><br />

j.hoekstra@straatmankoster.nl)<br />

iNleidiNG<br />

De uitgifte <strong>van</strong> <strong>verontreinigde</strong> <strong>grond</strong> kan leid<strong>en</strong><br />

tot aansprakelijkheid uit onrechtmatige<br />

daad. Die aansprakelijkheid kan in <strong>het</strong> bijzonder<br />

bestaan, indi<strong>en</strong> de uitgev<strong>en</strong>de partij<br />

e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te is die <strong>grond</strong><strong>en</strong> uitgeeft voor<br />

(woon)bebouwing <strong>en</strong> daarbij e<strong>en</strong> bouwplicht<br />

oplegt. De oplegging <strong>van</strong> zo’n bouwplicht<br />

wordt beschouwd als e<strong>en</strong> impliciete<br />

garantie dat de <strong>grond</strong> daadwerkelijk geschikt<br />

is voor de opgelegde bebouwing. 1 Volg<strong>en</strong>s<br />

jurisprud<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> de Hoge Raad uit de eerste<br />

helft <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig <strong>van</strong> de vorige<br />

eeuw was bij de beoordeling <strong>van</strong> de vraag of<br />

e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te onzorgvuldig handelt bij de<br />

<strong>onrechtmatigheid</strong><br />

Gerrit <strong>van</strong> der Ve<strong>en</strong> <strong>en</strong> joost hoekstra<br />

uitgifte <strong>van</strong> <strong>verontreinigde</strong> <strong>grond</strong>, doorslaggev<strong>en</strong>d<br />

wat de geme<strong>en</strong>te zelf wist of redelijkerwijze<br />

moest begrijp<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> zij de <strong>grond</strong><br />

met bouwplicht uitgaf. Er war<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong><br />

waardoor de geme<strong>en</strong>te t<strong>en</strong> tijde <strong>van</strong><br />

de verkoop had kunn<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verontreiniging.<br />

De <strong>grond</strong>uitgifte door de geme<strong>en</strong>te<br />

werd onrechtmatig geoordeeld, ook<br />

jeg<strong>en</strong>s de toekomstige bewoners.<br />

Met e<strong>en</strong> arrest <strong>van</strong> 24 maart 2006 heeft de<br />

Hoge Raad de aansprakelijkheid voor <strong>het</strong> in<br />

<strong>het</strong> <strong>verkeer</strong> <strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong></strong> <strong>van</strong> <strong>verontreinigde</strong><br />

<strong>grond</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk uitgebreid. E<strong>en</strong> onlangs<br />

versch<strong>en</strong><strong>en</strong> arrest <strong>van</strong> <strong>het</strong> nieuwe Hof<br />

Arnhem-Leeuward<strong>en</strong> toont ev<strong>en</strong>wel dat die<br />

aansprakelijkheid toch niet onbeperkt is. <strong>In</strong><br />

aansluiting op e<strong>en</strong> eerdere bijdrage <strong>van</strong><br />

onze hand voor dit tijdschrift, besprek<strong>en</strong><br />

wij de betreff<strong>en</strong>de arrest<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige aanpal<strong>en</strong>de<br />

gerechtelijke uitsprak<strong>en</strong>, zowel over<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als over andere verkopers. 2<br />

<strong>het</strong> arrest VaN 24 Maart 2006<br />

<strong>In</strong> <strong>het</strong> arrest <strong>van</strong> 24 maart 2006 ging <strong>het</strong><br />

om e<strong>en</strong> verkoop <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verontreinigd perceel<br />

door de geme<strong>en</strong>te. 3 De koper verkocht<br />

<strong>het</strong> perceel vervolg<strong>en</strong>s zonder medewet<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de geme<strong>en</strong>te aan e<strong>en</strong> derde door. Het<br />

perceel was in <strong>het</strong> verled<strong>en</strong> door de geme<strong>en</strong>te<br />

gebruikt als stortplaats voor huis-<br />

<strong>en</strong> bedrijfsafval. Nadat was geblek<strong>en</strong> dat<br />

e<strong>en</strong> naastgeleg<strong>en</strong> terrein was verontreinigd,<br />

had de derde opdracht gegev<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d<br />

bodemonderzoek. De Hoge<br />

Raad oordeelde dat <strong>het</strong> in <strong>het</strong> <strong>verkeer</strong> <strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong></strong><br />

<strong>van</strong> <strong>verontreinigde</strong> bouw<strong>grond</strong> ook buit<strong>en</strong><br />

<strong>het</strong> geval dat aan de koper e<strong>en</strong> bouwplicht<br />

t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> woningbouw wordt<br />

opgelegd, onrechtmatig kan zijn jeg<strong>en</strong>s latere<br />

verkrijgers, indi<strong>en</strong> sprake is <strong>van</strong> bijzondere,<br />

bijkom<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong>. De Hoge<br />

Raad verwees daarvoor naar diverse omstandighed<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> concrete geval, waaronder<br />

de omstandighed<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> voor de<br />

geme<strong>en</strong>te voorzi<strong>en</strong>baar was dat de mogelijke<br />

verontreiniging voor latere verkrijgers<br />

risico's met zich bracht, waaronder <strong>het</strong> risico<br />

<strong>van</strong> noodzakelijke onderzoeks- <strong>en</strong> saneringskost<strong>en</strong><br />

alvor<strong>en</strong>s <strong>het</strong> perceel zonder<br />

grote verliez<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> verkocht, alsmede<br />

de beperking <strong>van</strong> bebouwingsmogelijkhed<strong>en</strong>.<br />

Die omstandighed<strong>en</strong> tezam<strong>en</strong><br />

beschouwd, leidd<strong>en</strong> tot <strong>het</strong> oordeel dat de<br />

geme<strong>en</strong>te onrechtmatig had gehandeld.<br />

De geme<strong>en</strong>telijke aansprakelijkheid werd<br />

niet beoordeeld aan de hand <strong>van</strong> <strong>het</strong> zoge<strong>het</strong><strong>en</strong><br />

relativiteitsvereiste. Het was in deze<br />

zaak dan ook niet <strong>van</strong> belang, <strong>van</strong>af welk<br />

mom<strong>en</strong>t de <strong>grond</strong> uitgev<strong>en</strong>de overheid<br />

heeft moet<strong>en</strong> beseff<strong>en</strong> dat bodemverontreiniging<br />

tot problem<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />

De Hoge Raad legt in dit soort zak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

verband met de kost<strong>en</strong>verhaalsjurisprud<strong>en</strong>tie<br />

over artikel 75 Wet bodembescherming<br />

<strong>en</strong> de daar ontwikkelde gedachte dat <strong>het</strong><br />

voor vervuilers <strong>van</strong> bedrijfsterrein<strong>en</strong> <strong>van</strong>af<br />

1 januari 1975 duidelijk had moet<strong>en</strong> zijn<br />

dat de overheid zich <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> bodemverontreiniging<br />

zou gaan aantrekk<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

daarvoor niet. <strong>In</strong> kost<strong>en</strong>verhaalszak<strong>en</strong> beperkte<br />

<strong>het</strong> relativiteitsvereiste dus de aansprakelijkheid<br />

<strong>van</strong> de veroorzaker, althans<br />

jeg<strong>en</strong>s de verhal<strong>en</strong>de overheid.<br />

GrONduitGiFte eN relatiViteit?<br />

Niet alle rechters lat<strong>en</strong> <strong>het</strong> relativiteitsvereiste<br />

buit<strong>en</strong> beeld. E<strong>en</strong> verband met die kost<strong>en</strong>verhaalsjurisprud<strong>en</strong>tie<br />

wordt wel gelegd<br />

in e<strong>en</strong> vonnis <strong>van</strong> de Amsterdamse<br />

Rechtbank <strong>van</strong> 7 mei 2008. 4 Naar <strong>het</strong> oordeel<br />

<strong>van</strong> de Rechtbank volgt uit de jurisprud<strong>en</strong>tie<br />

dat <strong>het</strong> in ieder geval <strong>van</strong>af 1 januari<br />

1975 voor maatschappelijke partij<strong>en</strong> duidelijk<br />

was, dan wel duidelijk kon zijn, dat de<br />

overheid handhav<strong>en</strong>d zou (kunn<strong>en</strong>) optred<strong>en</strong><br />

bij geblek<strong>en</strong> bodemverontreiniging. Dat<br />

br<strong>en</strong>gt volg<strong>en</strong>s de Rechtbank mee dat – omgekeerd<br />

– de overheid, in dit geval de geme<strong>en</strong>te,<br />

<strong>van</strong>af die datum naar de to<strong>en</strong>malige<br />

geld<strong>en</strong>de rechtsopvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de bestaande k<strong>en</strong>nis, <strong>het</strong> belang <strong>van</strong><br />

(voorkoming <strong>van</strong>) bodemverontreining


k<strong>en</strong>de of behoorde te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar bij<br />

<strong>grond</strong>uitgifte rek<strong>en</strong>ing moest houd<strong>en</strong>. Het<br />

ging overig<strong>en</strong>s in concreto om e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke<br />

vuilstortplaats die reeds in 1917 was<br />

geslot<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de Rechtbank had de geme<strong>en</strong>te<br />

bij de <strong>grond</strong>uitgifte in 1980 op de<br />

hoogte kunn<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> die stortplaats. Van<br />

de geme<strong>en</strong>te mocht word<strong>en</strong> verwacht dat<br />

e<strong>en</strong> behoorlijke registratie zou plaatsvind<strong>en</strong>,<br />

ter voorkoming <strong>van</strong> <strong>het</strong> risico dat e<strong>en</strong> terrein,<br />

dat zoals hier als vuilstortplaats is gebruikt,<br />

in de toekomst als bouw<strong>grond</strong> zou<br />

word<strong>en</strong> uitgegev<strong>en</strong>. Dit punt doorred<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d,<br />

had de geme<strong>en</strong>te zich dat dus in 1917<br />

al moet<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong>. Het is allereerst de<br />

vraag, of dat e<strong>en</strong> reële eis is. Het is meer in<br />

<strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> – t<strong>en</strong> tweede – de vraag waarom<br />

<strong>het</strong> relativiteitsvereiste in dergelijke zak<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> rol zou moet<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>.<br />

GrONduitGiFte dOOr Niet-<br />

OVerhedeN<br />

Ook voor niet-overhed<strong>en</strong> lijkt de aansprakelijkheid<br />

voor <strong>het</strong> in <strong>het</strong> <strong>verkeer</strong> <strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong></strong><br />

<strong>van</strong> <strong>verontreinigde</strong> <strong>grond</strong> sterker te word<strong>en</strong><br />

dan op basis <strong>van</strong> de jurisprud<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> de<br />

Hoge Raad uit de eerste helft <strong>van</strong> de jar<strong>en</strong><br />

neg<strong>en</strong>tig <strong>van</strong> de vorige eeuw verwacht kon<br />

word<strong>en</strong>. De Hoge Raad oordeelde in e<strong>en</strong> arrest<br />

<strong>van</strong> 4 maart 2005 nog dat de <strong>en</strong>kele<br />

omstandigheid dat e<strong>en</strong> vervuiler in <strong>het</strong> verled<strong>en</strong><br />

inbreuk heeft gemaakt op <strong>het</strong> eig<strong>en</strong>domsrecht<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> vorige eig<strong>en</strong>aar meebr<strong>en</strong>gt<br />

dat zij jeg<strong>en</strong>s opvolg<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong><br />

heeft gehandeld in strijd met <strong>het</strong>ge<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s<br />

ongeschrev<strong>en</strong> recht in <strong>het</strong> maatschappelijk<br />

<strong>verkeer</strong> teg<strong>en</strong>over deze toekomstige<br />

eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> perceel betaamt. 5 Het<br />

ging in dat arrest niet direct om e<strong>en</strong> aansprakelijkheid<br />

voor <strong>het</strong> in <strong>verkeer</strong> <strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong></strong><br />

<strong>van</strong> <strong>verontreinigde</strong> <strong>grond</strong>, maar <strong>het</strong> arrest<br />

toont wel dat <strong>en</strong>kele betrokk<strong>en</strong>heid bij e<strong>en</strong><br />

vervuiling in <strong>het</strong> verled<strong>en</strong>, onvoldo<strong>en</strong>de is<br />

voor vordering <strong>van</strong> latere eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> uit onrechtmatige<br />

daad.<br />

Het Bossche Hof oordeelt in e<strong>en</strong> arrest <strong>van</strong><br />

8 mei 2007 echter dat op zichzelf <strong>het</strong> verkop<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> overdrag<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> zakelijk recht<br />

op e<strong>en</strong> perceel waarin sprake is <strong>van</strong> bodemverontreiniging<br />

niet zonder meer onrechtmatig<br />

is jeg<strong>en</strong>s latere verkrijgers <strong>van</strong> dat<br />

recht. 6 Het Hof maakt daarop echter e<strong>en</strong><br />

uitzondering bij bijkom<strong>en</strong>de bijzondere omstandighed<strong>en</strong><br />

die de conclusie rechtvaardig<strong>en</strong><br />

dat door de verkoper, ook jeg<strong>en</strong>s de latere<br />

verkrijger onrechtmatig is gehandeld.<br />

Van dergelijke omstandighed<strong>en</strong> is naar <strong>het</strong><br />

j u r i d i s c h a c t u e e l<br />

oordeel <strong>van</strong> <strong>het</strong> Hof sprake wanneer vast<br />

staat dat e<strong>en</strong> bodemverontreinig<strong>en</strong>de laag<br />

daadwerkelijk door de vervuiler is aangebracht,<br />

<strong>en</strong> dat hij wist dat <strong>het</strong> stort<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

die laag <strong>het</strong> risico <strong>van</strong> bodemverontreiniging<br />

meebracht <strong>en</strong> dat hij daar<strong>van</strong> aan zijn<br />

koper ge<strong>en</strong> mededeling heeft gedaan. Het<br />

arrest eindigde met e<strong>en</strong> bewijsopdracht aan<br />

de uiteindelijke koper, die di<strong>en</strong>de te bewijz<strong>en</strong><br />

dat de verkoper de laag had aangebracht<br />

<strong>en</strong> dat hij <strong>van</strong> <strong>het</strong> risico <strong>van</strong> bodemverontreiniging<br />

op de hoogte was. Het<br />

spreekt voor zich dat die bewijslast niet<br />

e<strong>en</strong>voudig is, doch <strong>het</strong> principe staat vast.<br />

Ook ander<strong>en</strong> dan overhed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> aansprakelijk<br />

zijn voor <strong>het</strong> in <strong>het</strong> <strong>verkeer</strong> <strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong></strong><br />

<strong>van</strong> <strong>verontreinigde</strong> <strong>grond</strong>.<br />

<strong>het</strong> arrest VaN <strong>het</strong> hOF arNheMleeuWardeN<br />

E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t arrest <strong>van</strong> <strong>het</strong> nieuwe Hof met de<br />

lange naam <strong>van</strong> 15 januari 2013 ging over<br />

e<strong>en</strong> perceel in de geme<strong>en</strong>te Oude-Pekela. 7<br />

De stelling <strong>van</strong> de huidige <strong>grond</strong>eig<strong>en</strong>aar<br />

was dat de geme<strong>en</strong>te jeg<strong>en</strong>s hem als e<strong>en</strong> opvolg<strong>en</strong>d<br />

eig<strong>en</strong>aar onrechtmatig had gehandeld<br />

door met asbest vervuilde <strong>grond</strong> in <strong>het</strong><br />

<strong>verkeer</strong> te <strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong></strong>, omdat de <strong>grond</strong> niet geschikt<br />

was voor woningbouw. De geme<strong>en</strong>te<br />

had e<strong>en</strong> verontreinigd perceel aan e<strong>en</strong> sloopbedrijf<br />

verkocht, dat daar vervolg<strong>en</strong>s allerhande<br />

sloop- <strong>en</strong> andere bodembedreig<strong>en</strong>de<br />

activiteit<strong>en</strong> verrichtte. Op <strong>en</strong>ig mom<strong>en</strong>t verkocht<br />

<strong>het</strong> sloopbedrijf de <strong>grond</strong> aan de huidige<br />

eig<strong>en</strong>aar, die to<strong>en</strong> reeds jar<strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st<br />

was <strong>van</strong> <strong>het</strong> bedrijf <strong>en</strong> op de locatie ook<br />

sloopwerkzaamhed<strong>en</strong> heeft verricht.<br />

Eiser had verwez<strong>en</strong> naar <strong>het</strong> arrest <strong>van</strong> 24<br />

maart 2006 <strong>en</strong> stelde dat de geme<strong>en</strong>te had<br />

gewet<strong>en</strong> <strong>van</strong> de asbestvervuiling op <strong>het</strong> terrein,<br />

<strong>en</strong> wel omdat de geme<strong>en</strong>te de sloopwerkzaamhed<strong>en</strong><br />

nauwgezet had gecontroleerd.<br />

Het Hof oordeelde ev<strong>en</strong>wel dat ook<br />

e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele geme<strong>en</strong>telijke bek<strong>en</strong>dheid<br />

met <strong>het</strong> asbesthoud<strong>en</strong>d puin op <strong>het</strong> perceel,<br />

nog niet meebr<strong>en</strong>gt dat de geme<strong>en</strong>te onzorgvuldig<br />

heeft gehandeld teg<strong>en</strong>over haar<br />

koper. Die koper wist als sloopbedrijf minst<strong>en</strong>s<br />

ev<strong>en</strong>veel als de geme<strong>en</strong>te omtr<strong>en</strong>t de<br />

gesteldheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> perceel <strong>en</strong> de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> asbest in door haar gestort puin.<br />

Van <strong>en</strong>ige voorsprong in k<strong>en</strong>nis <strong>van</strong> de geme<strong>en</strong>te<br />

– laat staan <strong>van</strong> <strong>het</strong> voor zich houd<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> die k<strong>en</strong>nis – was in dat geval hoe<br />

dan ook ge<strong>en</strong> sprake, wat er toe leidt dat de<br />

ev<strong>en</strong>tuele wet<strong>en</strong>schap <strong>van</strong> de geme<strong>en</strong>te<br />

aangaande de aanwezigheid <strong>van</strong> asbest t<strong>en</strong><br />

tijde <strong>van</strong> de verkoop aan de to<strong>en</strong>malige koper,<br />

ge<strong>en</strong> bijzondere bijkom<strong>en</strong>de omstandigheid<br />

is die tot aansprakelijkheid leidt.<br />

Dat daarna e<strong>en</strong> derde de <strong>grond</strong> verwerft die<br />

deze k<strong>en</strong>nis omtr<strong>en</strong>t de bodemgesteldheid<br />

niet bezit – al aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de bewuste<br />

persoon, die ook sloper is, tot die categorie<br />

gerek<strong>en</strong>d kan word<strong>en</strong> – maakt volg<strong>en</strong>s <strong>het</strong><br />

Hof niet dat de geme<strong>en</strong>te alsdan wel onrechtmatig<br />

gehandeld zou hebb<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over<br />

die derde.<br />

cONclusie<br />

Af <strong>en</strong> toe wordt de rechtspraak verblijd met<br />

uitsprak<strong>en</strong> over <strong>het</strong> in <strong>het</strong> <strong>verkeer</strong> <strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong></strong><br />

<strong>van</strong> <strong>verontreinigde</strong> <strong>grond</strong>, zowel voor geme<strong>en</strong>telijke<br />

verkopers als voor ander<strong>en</strong>. De<br />

Hoge Raad heeft de aansprakelijkheid voor<br />

de geme<strong>en</strong>telijke verkopers in 2006 aanzi<strong>en</strong>lijk<br />

verzwaard. Het Hof Arnhem-<br />

Leeuward<strong>en</strong> toont thans dat die aansprakelijkheid<br />

niet onbeperkt is. Wanneer niet<br />

alle<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te als verkoper, maar ook<br />

de eerste koper <strong>en</strong> dus de wederpartij <strong>van</strong><br />

de geme<strong>en</strong>te weet had <strong>van</strong> de verontreiniging,<br />

kan niet word<strong>en</strong> volgehoud<strong>en</strong> dat de<br />

geme<strong>en</strong>te verontreiniging heeft verzweg<strong>en</strong>.<br />

<strong>In</strong> dat geval gaan vergelijking<strong>en</strong> met <strong>het</strong> arrest<br />

<strong>van</strong> 2006 in ieder geval niet op. Het<br />

wacht<strong>en</strong> is op verdere jurisprud<strong>en</strong>tie die<br />

zou moet<strong>en</strong> verduidelijk<strong>en</strong>, wanneer opvolg<strong>en</strong>de<br />

kopers met succes e<strong>en</strong> beroep op <strong>het</strong><br />

arrest uit 2006 kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wanneer<br />

dat beroep faalt.<br />

1. Zie reeds HR 13 november 1987, NJ<br />

1988, 139 (Haagse Gasfabriek) <strong>en</strong> vooral<br />

HR 9 oktober 1992, NJ 1994, 286 m.nt.<br />

CJHB (Maassluis) <strong>en</strong> HR 19 februari<br />

1993, NJ 1994, 290 m.nt. CJHB<br />

(Groning<strong>en</strong>/Erv<strong>en</strong> Zuidema).<br />

2. J.J. Hoekstra <strong>en</strong> G.A. <strong>van</strong> der Ve<strong>en</strong>,<br />

Ophoging tuin met afval door geme<strong>en</strong>te<br />

niet (altijd) onrechtmatig, Bodem 2011,<br />

p. 32.<br />

3. HR 24 maart 2006, NJ 2007, 377 m.nt.<br />

C.J.H. Brunner, JM 2006, 59 m.nt. Bos<br />

(Geldermals<strong>en</strong>/Plameco).<br />

4. Rechtbank Amsterdam 7 mei 2008, LJN-<br />

nummer BD5708, JM 2008, 120 m.nt.<br />

Bos.<br />

5. HR 4 maart 2005, NJ 2005, 445 m.nt.<br />

CJHB (Esso/Alberts <strong>en</strong> Bartol).<br />

6. Hof ’s-Hertog<strong>en</strong>bosch 8 mei 2007, LJN-<br />

nummer BA6809.<br />

7. Hof Arnhem-Leeuward<strong>en</strong> 15 januari 2013,<br />

LJN: BY8421.<br />

41

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!