24.09.2013 Views

Een 'struikelsteen' - Thuis in Brabant

Een 'struikelsteen' - Thuis in Brabant

Een 'struikelsteen' - Thuis in Brabant

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

In <strong>Brabant</strong><br />

A r n o u d -Ja n Bijs ter veld<br />

<strong>Een</strong> ‘struikelsteen’<br />

voor Bertram Polak<br />

(1918-1942) 1<br />

Auteur<br />

Arnoud-Jan Bijsterveld (Waalre<br />

1962) studeerde geschiedenis<br />

<strong>in</strong> Nijmegen en Amsterdam en is<br />

s<strong>in</strong>ds 1999 bijzonder hoogleraar<br />

Cultuur <strong>in</strong> <strong>Brabant</strong> aan Tilburg<br />

University. Hij publiceerde over<br />

onderwerpen uit de middel-<br />

eeuwse geschiedenis en over<br />

regionale geschiedenis, erfgoed<br />

en identiteit.<br />

Bertram Polak <strong>in</strong> dienst, 1939-1940. (Foto: M. W<strong>in</strong>ter, Grave, Rogstr. 20.<br />

Fotograaf-Fotohandel. Collectie Edith Spitz-Polak, Jeruzalem)<br />

Zonder het enthousiaste werk van de vele onderzoekers die zich met het <strong>Brabant</strong>se erfgoed bezighouden, zou de bron<br />

waaruit ook In <strong>Brabant</strong> put weldra leeg raken. In <strong>Brabant</strong> biedt daarom iedere editie een gastauteur uitgebreid de ruimte<br />

om zijn of haar verhaal te doen, om te tonen hoe diep hij of zij <strong>in</strong> het <strong>Brabant</strong>se verleden is gedoken.<br />

Gedenkteken voor slachtoffers<br />

en overlevenden<br />

Het project Stolperste<strong>in</strong>e van de Duitse kunstenaar Günther Demnig<br />

heeft <strong>in</strong> heel Europa een enorme weerklank gevonden. Berlijn was <strong>in</strong> 1994<br />

de eerste plaats waar dergelijke ‘struikelstenen’ geplaatst werden voor de<br />

voormalige woonhuizen van slachtoffers van het naziregime. Inmiddels<br />

zijn <strong>in</strong> tien landen ruim 22.000 van deze gedenkstenen geplaatst. In 2010<br />

nam ik het <strong>in</strong>itiatief zo’n ‘struikelsteen’ te plaatsen voor het huis waar<strong>in</strong><br />

ik s<strong>in</strong>ds 2000 woon, ter her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan Bertram Polak (1918-1942), zoon<br />

uit het gez<strong>in</strong> dat ons huis <strong>in</strong> 1927 bouwde en tot het uitbreken van de<br />

Tweede Wereldoorlog bewoonde. De speurtocht naar hem en zijn familie<br />

deed me beseffen dat zo’n kle<strong>in</strong> gedenkteken meer is dan een her<strong>in</strong>ne-<br />

r<strong>in</strong>g aan een slachtoffer. Het is ook een verwijz<strong>in</strong>g naar de <strong>in</strong>drukwek-<br />

kende ervar<strong>in</strong>gen van hen die overleefden: de familieleden wier leven zo<br />

verschrikkelijk op zijn kop kwam te staan door de oorlog en de Holocaust.<br />

Struikelstenen zijn 10 bij 10 centimeter kle<strong>in</strong>e<br />

stenen die gelegd worden <strong>in</strong> het trottoir voor de<br />

huizen van mensen die door de nazi’s verdreven,<br />

gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven<br />

zijn. De kunstenaar Demnig noemt ze zo<br />

‘omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart,<br />

en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen’. 2<br />

Op de stenen zijn, <strong>in</strong> een mess<strong>in</strong>g plaatje, de naam,<br />

geboortedatum, deportatiedatum en plaats en<br />

datum van overlijden gestanst. 3 De meeste struikelstenen<br />

die tot op heden <strong>in</strong> Nederland en België<br />

geplaatst zijn, zijn voor Joodse slachtoffers. In<br />

Borne werden op 29 november 2007 op zes locaties<br />

tw<strong>in</strong>tig struikelstenen geplaatst. Dit was voor<br />

Nederland de primeur. In E<strong>in</strong>dhoven werden op 10<br />

mei 2009 bij Psychiatrisch Ziekenhuis De Grote<br />

Beek 24 stuks geplaatst voor de 24 omgebrachte<br />

Joodse patiënten. In april 2010 zijn struikelstenen<br />

geplaatst <strong>in</strong> onder meer Tilburg, Roosendaal<br />

en Werkendam. In Tilburg werd het <strong>in</strong>itiatief genomen<br />

door Ton Heeren, die als k<strong>in</strong>d zag hoe de<br />

vierkoppige familie Van Dam werd opgehaald en<br />

weggevoerd uit hun huis aan de Dapperstraat 1. 4<br />

In E<strong>in</strong>dhoven werden op 4 en 5 augustus 2010 78<br />

‘struikelstenen’ geplaatst op <strong>in</strong>itiatief van de Verenig<strong>in</strong>g<br />

Struikelstenen E<strong>in</strong>dhoven, die zich ten<br />

doel stelt om alle 240 <strong>in</strong> de Tweede Wereldoorlog<br />

omgebrachte Joodse <strong>in</strong>woners van de stad te herdenken<br />

met zo’n steentje. 5<br />

Behalve deze gedenksteentjes zijn er recent<br />

ook andere manieren gerealiseerd om de Joodse<br />

slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog te her-<br />

Vier struikelstenen <strong>in</strong> Glanerbrug, Overijsel. Geplaatst<br />

op 29 april 2009. (Bron: Wikimedia Commons)<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1<br />

3 7


3 8<br />

i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N E R F G O E D<br />

foto boven: <strong>Een</strong> ansichtkaart van de Prof. Dondersstraat <strong>in</strong> Tilburg <strong>in</strong><br />

1928, kort na de bouw van de eerste huizen. Tweede van l<strong>in</strong>ks het huis<br />

van Alfred Polak en Seraph<strong>in</strong>a Polak-van Cleeff op nr. 73. (Collectie<br />

Regionaal Archief Tilburg) foto onder: De vijfde klas van de Openbare<br />

Lagere School aan de Korte Schijfstraat <strong>in</strong> Tilburg <strong>in</strong> 1932, met bovenaan<br />

vierde van rechts Edith Polak en zesde van rechts Florent<strong>in</strong>e (‘Floor’)<br />

Polak. (Collectie mw. dr. M.C. van der Plas, Oegstgeest) foto l<strong>in</strong>ks:<br />

Padv<strong>in</strong>dstersclubhuis Oisterwijksebaan Tilburg <strong>in</strong> 1933. Boven van<br />

l<strong>in</strong>ks naar rechts: Floor Polak, Ady van der Wal (dochter van dom<strong>in</strong>ee<br />

P. van der Wal), Marianne van der Plas en Judith Polak. Hurkend l<strong>in</strong>ks<br />

Edith Polak. De meisjes onderaan zijn onbekend. (Collectie dr. M.C. van<br />

der Plas, Oegstgeest)<br />

denken, met name het Digitaal Monument Joodse<br />

Gemeenschap <strong>in</strong> Nederland, ‘een monument op<br />

<strong>in</strong>ternet om de her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g levend te houden aan<br />

alle mannen, vrouwen en k<strong>in</strong>deren die tijdens de<br />

Duitse bezett<strong>in</strong>g als joden zijn vervolgd en die de<br />

Sjoa niet hebben overleefd.’ 6 Het is dankzij dit digitale<br />

monument en de daaraan verbonden ‘community’<br />

dat ik de naaste verwanten van Bertram<br />

Polak op het spoor kwam: nadat ik wat gegevens<br />

over hem op de website had toegevoegd, kreeg<br />

ik onverwacht een mailtje van een verre achterneef,<br />

een jonge Amerikaanse historicus, die mij <strong>in</strong><br />

contact bracht met Bertrams halfzuster, nichten,<br />

neven en oomzegger.<br />

Twee families Polak<br />

Ons huis aan de Prof. Dondersstraat 77 <strong>in</strong> Tilburg-<br />

Oost werd <strong>in</strong> 1927 gebouwd <strong>in</strong> opdracht van Max<br />

Henri (‘Hans’) Polak (1888-1942). Hij dreef met<br />

zijn broer Alfred (1883-1956) een handel <strong>in</strong> ruwe<br />

huiden vanuit hun pakhuis aan de Telegraafstraat<br />

1 <strong>in</strong> Tilburg. 7 Volgens Alfreds dochter Edith Spitz-<br />

Polak hielden zij zich bezig met het importeren<br />

van onbewerkte huiden uit Argent<strong>in</strong>ië en Afrika,<br />

die vervolgens werden verkocht aan leerlooiers.<br />

Dat was een ‘very thriv<strong>in</strong>g bus<strong>in</strong>ess’, aldus<br />

Edith. 8 Alfred Polak liet <strong>in</strong> 1923 9 voor zichzelf, zijn<br />

echtgenote Seraph<strong>in</strong>a Polak-van Cleeff (1888-<br />

1969), en zijn drie jeugdige dochters Adah (1919),<br />

Edith (1921) en Judith (1923) een fraai huis aan de<br />

Prof. Dondersstraat 73 bouwen. 10 Hans betrok<br />

zijn nieuwe huis twee deuren verderop <strong>in</strong> 1928 met<br />

zijn echtgenote Bertha Polak-Cohen (1895-1931)<br />

en zijn vier k<strong>in</strong>deren: zoon Bertram (1918-1942),<br />

dochter Florent<strong>in</strong>e (1921) en de tweel<strong>in</strong>g Leonie<br />

(1923-1955) en Louise (1923-1968).<br />

De gez<strong>in</strong>nen hadden <strong>in</strong> Tilburg een mooie tijd: ‘Ik<br />

moet zeggen’, zo schrijft Adah Cohn-Polak <strong>in</strong> 2010,<br />

‘ik heb <strong>in</strong> Tilburg een heerlijke jeugd gehad <strong>in</strong> het<br />

mooie huis.’ 11 Hetzelfde gold kennelijk voor haar<br />

nicht Florent<strong>in</strong>e Polak op nr. 77, wier zoon Fred<br />

Piel <strong>in</strong> 2010 schrijft: ‘I grew up listen<strong>in</strong>g to my<br />

Jood of jood?<br />

<strong>Een</strong> Jood behoort tot het Joodse volk,<br />

het Jodendom (<strong>in</strong> etnisch-culturele<br />

z<strong>in</strong>), de Joodse gemeenschap, etcetera.<br />

In het Groene Boekje (2005) en<br />

het Witte Boekje (2006) krijgt jood<br />

alleen een kle<strong>in</strong>e letter <strong>in</strong> de betekenis<br />

‘aanhanger van het joodse geloof’,<br />

net zoals we christen en moslim met<br />

een kle<strong>in</strong>e letter schrijven. Er komen<br />

weleens twijfelgevallen voor waarbij<br />

zowel de godsdienst als de etniciteit<br />

een rol speelt. Ook <strong>in</strong> dat geval is een<br />

hoofdletter het meest gebruikelijk.<br />

(Bron: www.onzetaal.nl)<br />

Mom’s stories of Tilburg, of the beautiful house<br />

(…).’ 12 Adah schrijft verder: ‘Op Zondag reden we<br />

ook vaak naar de verschillende, kle<strong>in</strong>e dorpen, die<br />

ik me nog goed kan voorstellen. Ook naar Oisterwijk<br />

g<strong>in</strong>gen we vaak, of met de bus, of op de fiets.’ 13 Hans<br />

Polak was getrouwd met Bertha Cohen, dochter<br />

uit een orthodox joodse familie. In haar gez<strong>in</strong><br />

werden de joodse voorschriften en gebruiken dan<br />

ook nageleefd. Toch was Hans Polak geen geregeld<br />

bezoeker van de sjoel, evenm<strong>in</strong> als Alfred: zij<br />

bezochten de synagoge op feestdagen en soms<br />

op zaterdag. 14 Alfreds dochter Adah schrijft hierover:<br />

‘Vader g<strong>in</strong>g ook op Zaterdag soms naar de<br />

synagoge, hoewel de zaak open was. Hij had een<br />

grote joodse en algemene kennis (…)’. 15 En: ‘Wij<br />

hebben een zeer positieve, menselijke en Joodse<br />

opvoed<strong>in</strong>g gehad. (…) Over de Joodse gemeente<br />

<strong>in</strong> Tilburg kan ik niet veel zeggen, ik was druk bezig<br />

met mijn eigen leven, school, padv<strong>in</strong>dsters,<br />

sport, kamperen, de Zionistische jeugdbeweg<strong>in</strong>g,<br />

Joodse geschiedenis en ook de druk op de Duitse<br />

Joden, die steeds erger werd.’ 16<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 3 9


Grootvader Barend Polak (1849-1929) en zoon Hans Polak (1888-1942) met<br />

<strong>in</strong> het midden kle<strong>in</strong>zoon Bertram Polak (1918-1942) en). Grootvader Barend<br />

was de grondlegger van de leerhandel aan de Telegraafstraat <strong>in</strong> Tilburg.<br />

(Collectie Alfred Piel, Spr<strong>in</strong>gfield, Massachusetts, USA)<br />

4 0<br />

Actief <strong>in</strong> de joodse gemeenschap<br />

Alfred Polak was, evenals zijn vrouw Seraph<strong>in</strong>a,<br />

<strong>in</strong>derdaad zeer actief <strong>in</strong> de zionistische beweg<strong>in</strong>g,<br />

die s<strong>in</strong>ds het e<strong>in</strong>de van de negentiende<br />

eeuw streefde naar de sticht<strong>in</strong>g van een eigen<br />

thuisland voor Joden <strong>in</strong> Palest<strong>in</strong>a. Jan Bader, auteur<br />

op het gebied van de Joodse geschiedenis,<br />

meldt over Alfred Polak: ‘In 1908 behoorde hij met<br />

Karel Azijnman tot de oprichters van de afdel<strong>in</strong>g<br />

Noord-<strong>Brabant</strong> van de Nederlandse Zionistenbond<br />

(N.Z.B.). Zijn leven stond voor een groot deel<br />

<strong>in</strong> dienst van het streven naar een Joods Nationaal<br />

Tehuis <strong>in</strong> Palest<strong>in</strong>a. Alfred Polak was gedurende<br />

enige decennia redacteur van de Joodsche<br />

i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N E R F G O E D<br />

Wachter, het persorgaan van de N.Z.B.’ 17<br />

In het tu<strong>in</strong>hek van hun huis en bij de voordeur liet<br />

Alfred de Magen Davied, een gestileerde Davidster,<br />

afbeelden als verwijz<strong>in</strong>g naar hun zionisme. 18 Daaruit<br />

laat zich ook begrijpen dat twee van zijn dochters<br />

zich na de oorlog <strong>in</strong> Israel vestigden, terwijl de k<strong>in</strong>deren<br />

van Hans kozen voor de Verenigde Staten.<br />

Hans Polak was niet zo’n zionist, maar wel actief<br />

<strong>in</strong> de joodse gemeenschap 19 : <strong>in</strong> de jaren 1933-1940<br />

was hij – net als eerder zijn vader Barend – penn<strong>in</strong>gmeester<br />

van het joodse ‘kerkbestuur’ van de<br />

Nederlandsch Israëlitische Gemeente <strong>in</strong> Tilburg; <strong>in</strong><br />

1939 was hij voorzitter van het armbestuur van de<br />

joodse gemeente. 20 Daarnaast was Hans Polak, samen<br />

met enkele straatgenoten en zijn broer Alfred,<br />

een drijvende kracht <strong>in</strong> de Tilburgse tak van ‘Israël,<br />

Nederlandsche Centrale Vereenig<strong>in</strong>g tot steun aan<br />

noodlijdende joden <strong>in</strong> het buitenland’, ter ondersteun<strong>in</strong>g<br />

van Joodse uitwijkel<strong>in</strong>gen uit Duitsland,<br />

Oostenrijk en Oost-Europa. 21 Tilburg telde <strong>in</strong> 1939<br />

259 Joden, bijna een verdubbel<strong>in</strong>g ten opzichte<br />

van het decennium daarvoor, als gevolg van de <strong>in</strong>stroom<br />

van vluchtel<strong>in</strong>gen. 22<br />

De Joodse gemeenschap <strong>in</strong> Tilburg vormde, aldus<br />

historisch publicist Ad van den Oord, geen hechte<br />

gemeenschap, vooral vanwege hun ger<strong>in</strong>ge aantal<br />

– we hebben het over ongeveer zestig gez<strong>in</strong>nen.<br />

Daardoor, maar ook vanwege sociale en religieuze<br />

verschillen, waren zij voor hun dagelijkse bestaan<br />

afhankelijk van niet-Joden. De kerkbestuurleden,<br />

onder wie dus Hans Polak, behoorden tot de hogere<br />

klasse: Hans en zijn broer Alfred behoorden<br />

zelfs tot de hoogstaangeslagenen b<strong>in</strong>nen de joodse<br />

gemeente. Zij genoten niet het vertrouwen van<br />

de kle<strong>in</strong>e joodse middenstanders en al evenm<strong>in</strong><br />

van de Duits-Joodse vluchtel<strong>in</strong>gen, die de kerkbestuursleden<br />

vaak te liberaal vonden. 23<br />

Op het joodse schooltje naast de synagoge aan de<br />

Willem II-straat volgden Hans’ dochters Leonie en<br />

Louise Polak <strong>in</strong> 1937, samen met hun nichtje Judith<br />

en negen anderen – onder wie Helga Deen (1925-<br />

1943) en haar broer Klaus (1928-1943) – de joodse<br />

godsdienstlessen van de heer Jacob de Wilde. De<br />

Wilde was gazan ofwel voorzanger en leraar <strong>in</strong><br />

de joodse gemeente van Tilburg. 24 Adah Cohn-<br />

Polak, oudste dochter van Alfred, her<strong>in</strong>nert zich<br />

<strong>in</strong> 2010 dat ook zij de ‘joodse godsdienstlessen<br />

(volgde) van dhr. De Wilde, waar we de gebeden,<br />

de Hebreeuwse letters, iets Hebreeuws en Bijbelgeschiedenis<br />

leerden.’ 25 De genoemde Helga Deen<br />

kreeg <strong>in</strong> 2004 nationaal en <strong>in</strong>ternationaal bekendheid<br />

toen het dagboek dat zij <strong>in</strong> juni 1943 bijhield <strong>in</strong><br />

Kamp Vught, werd aangeboden aan het Regionaal<br />

Archief <strong>in</strong> Tilburg. In 2007 werd dat uitgegeven, samen<br />

met een reeks bewaarde brieven. 26<br />

<strong>Een</strong> geassimileerde m<strong>in</strong>derheid<br />

De betere buurten van Tilburg telden niettem<strong>in</strong><br />

heel wat Joodse gez<strong>in</strong>nen: zo woonden <strong>in</strong> de wijk<br />

Armhoefse Akkers, de <strong>in</strong> de jaren dertig gebouwde<br />

middenstandswijk ten oosten van het centrum,<br />

achter de Sacramentskerk en ten oosten van de<br />

foto’s boven en rechts:<br />

Het <strong>in</strong> 1896 gebouwde<br />

woonhuis van Barend<br />

Polak en zijn echtgenote<br />

Albert<strong>in</strong>e Levy (1853-<br />

1933) met pakhuis aan<br />

de Telegraafstraat 1-3<br />

te Tilburg <strong>in</strong> 2010. De<br />

eerste steen van het<br />

woonhuis werd gelegd<br />

door de dochters Emma<br />

(1885-1943) en Roza<br />

(1891-1963), die van het<br />

pak-huis door de zonen<br />

Alfred (1883-1956) en<br />

Max Henri (‘Hans’, 1888-<br />

1942). (Foto’s: Arnoud-<br />

Jan Bijsterveld)<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 4 1


In het tu<strong>in</strong>hek van hun huis aan de Prof. Dondersstraat<br />

en bij de voordeur liet Alfred Polak de Magen<br />

Davied, een gestileerde Davidster, afbeelden als<br />

verwijz<strong>in</strong>g naar hun zionisme. Deze elementen zijn<br />

ook tegenwoordig nog aanwezig. (Foto’s: Theo<br />

Cuijpers, Erfgoed <strong>Brabant</strong>)<br />

R<strong>in</strong>gbaan-Oost, zeker dertig Joodse families. In<br />

de Prof. Dondersstraat woonden voor de Tweede<br />

Wereldoorlog, behalve de twee families Polak,<br />

gedurende kortere of langere tijd nog zes Joodse<br />

families.<br />

Toch vormden zij <strong>in</strong> het overwegend roomskatholieke<br />

Tilburg een kle<strong>in</strong>e m<strong>in</strong>derheid, hetgeen<br />

leidde tot een zekere mate van assimilatie<br />

en <strong>in</strong> ieder geval tot een ‘normale omgang’ met<br />

katholieke buren, al g<strong>in</strong>gen de k<strong>in</strong>deren naar de<br />

openbare en niet naar de katholieke school. 27<br />

Ook Alfred en Hans Polak waren, zoals Alfreds<br />

dochter Adah <strong>in</strong> 2010 schrijft, ‘verworteld <strong>in</strong> het<br />

<strong>Brabant</strong>se leven, geboren en getogen <strong>in</strong> Tilburg<br />

en steeds <strong>in</strong> contact met de looiers. Ze spraken<br />

ook vaak samen <strong>in</strong> Tilburgs dialect, wat wij wel<br />

konden verstaan, maar niet spreken (behalve de<br />

zachte ‘g’, die is er nog steeds).’ 28<br />

Bertram bezocht <strong>in</strong> Tilburg de rijks-HBS Willem<br />

II. Hier ontpopte hij zich als een getalenteerd toneelspeler.<br />

De recensent van de opvoer<strong>in</strong>g door<br />

hogereklassers van de HBS van het blijspel ‘’n<br />

Zomerzotheid’ van Cissy van Marxveld op 13 februari<br />

1935 vond het althans alleen nodig de prestaties<br />

van de toen bijna zeventienjarige Bertram<br />

Polak <strong>in</strong> de rol van Gerrit Jan Loos eruit te lichten:<br />

‘Vooral laatstgenoemde (Bertram – AJB) heeft<br />

ons kostelijk geamuseerd. Er zit pit <strong>in</strong> deze acteur,<br />

die zeer goed de humor <strong>in</strong> zijn rol aanvoelde<br />

en wat meer zegt, op haast onverbeterlijke wijze<br />

weergaf. Kortom, het was <strong>in</strong> een woord af.’ 29<br />

Vlucht naar de VS<br />

En toen brak op vrijdag 10 mei 1940 de oorlog uit.<br />

Ad van den Oord schrijft <strong>in</strong> zijn artikel ‘De joodse<br />

gemeenschap <strong>in</strong> Tilburg’, te v<strong>in</strong>den op de website<br />

www.advandenoord.nl, het volgende: ‘De joodse<br />

gemeenschap <strong>in</strong> Tilburg werd ondanks de boze<br />

voortekens, <strong>in</strong> mei 1940 – net als de rest van Nederland<br />

– overvallen door de Duitse <strong>in</strong>val. Nederland<br />

stond immers bekend als een land dat zich altijd<br />

neutraal opstelde. De schok was groot. Negen<br />

leden van de Tilburgse joodse gemeente waren na<br />

het uitbreken van de oorlog naar het buitenland<br />

vertrokken. Het waren de meest vermogende<br />

leden zoals Max Weil, de directeur van de Oisterwijkse<br />

Lederfabriek, en Alfred en Max Polak.’ 30<br />

Hoe de vlucht van Alfred en Hans Polak en hun<br />

gez<strong>in</strong>nen verliep, is door Edith Spitz-Polak, middelste<br />

dochter van Alfred, <strong>in</strong> 2008 beschreven.<br />

Kennelijk wijs geworden door hun <strong>in</strong>tensieve ervar<strong>in</strong>gen<br />

met vluchtel<strong>in</strong>gen uit Duitsland, hadden<br />

de beide broers al voor de oorlog een deel van<br />

hun vermogen naar de Verenigde Staten overgemaakt.<br />

31 Hoe de Polaks de dreig<strong>in</strong>g voelden<br />

naderen, blijkt ook uit een her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g van Adah<br />

Cohn-Polak:<br />

‘Ik her<strong>in</strong>ner me nog steeds, hoe Bertram en ik <strong>in</strong><br />

1938 of ’39 een wandel<strong>in</strong>g maakten op Vrijdagavond.<br />

We voelden toen al de druk van wat <strong>in</strong><br />

Duitsland gebeurde. Ik wilde absoluut naar Pales-<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 4 3<br />

Omslag van Dit is<br />

om nooit meer te<br />

vergeten. Dagboek<br />

en brieven van<br />

Helga Deen - 1943<br />

(Uitgeverij Balans<br />

i.s.m. Regionaal<br />

Archief Tilburg,<br />

2007)


4 4<br />

Bertram Polak tijdens de bouw van het huis aan<br />

de Prof. Dondersstraat 77 <strong>in</strong> 1927. (Collectie<br />

Alfred Piel, Spr<strong>in</strong>gfield, Massachusetts, USA).<br />

i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N E R F G O E D<br />

t<strong>in</strong>a. Bertram was geen Zionist, maar hij zei wel<br />

dat hij niet geloofde dat hij zijn hele leven <strong>in</strong> Holland<br />

zou wonen. Hoe tragisch dat uitgekomen is!<br />

Dat hij ‘ergens anders’ zo gruwelijk om zijn leven<br />

zou komen, kon zich <strong>in</strong> die dagen, niemand, maar<br />

dan ook niemand, zich voorstellen.’ 32<br />

Op de dag na de Duitse <strong>in</strong>val, op zaterdag 11 mei<br />

1940, beslisten de beide gez<strong>in</strong>nen dat ze vanuit<br />

Tilburg naar Amsterdam zouden reizen, omdat ze<br />

b<strong>in</strong>nen de Vest<strong>in</strong>g Holland en achter de Waterl<strong>in</strong>ie<br />

veilig dachten te zijn. Acht leden van beide families<br />

mensen vertrokken met de auto van de zaak<br />

uit Tilburg. Twee van zijn dochters zouden zich <strong>in</strong><br />

Amsterdam bij hen voegen. Hans’ zoon Bertram<br />

was echter een gemobiliseerd soldaat – met de<br />

rang van vaandrig 33 – en vocht dus ergens <strong>in</strong> Nederland<br />

tegen de Duitsers. Met veel geluk reden<br />

ze naar Amsterdam. 34<br />

Op d<strong>in</strong>sdag 14 mei deden geruchten de ronde onder<br />

de Joden <strong>in</strong> Amsterdam dat veel mensen naar<br />

Engeland probeerden te vluchten vanuit de haven<br />

van IJmuiden. Na enige discussie – ze waren dat<br />

aanvankelijk immers helemaal niet van plan geweest<br />

– besloot men uit Nederland te vluchten.<br />

Met zijn tienen én een aantal koffers <strong>in</strong> de auto<br />

g<strong>in</strong>gen ze op weg. Aanvankelijk hield het Nederlandse<br />

leger hen tegen IJmuiden b<strong>in</strong>nen te rijden,<br />

maar uite<strong>in</strong>delijk kregen ze toestemm<strong>in</strong>g om te<br />

voet IJmuiden b<strong>in</strong>nen te gaan. Tijdelijk ondergebracht<br />

<strong>in</strong> een huis hoorden de families rond negen<br />

uur ’s avonds via de radio dat het Nederlandse leger<br />

zich had overgegeven. De weg naar de haven<br />

lag nu open en ‘it was an an all-out “save yourself”’,<br />

zo meldde Edith Spitz-Polak. ‘Wij slaagden er<strong>in</strong><br />

bij onze auto te komen en reden daarmee naar<br />

één van de havens van IJmuiden.’ De familieleden<br />

vonden daar een schip dat bereid was hen mee te<br />

nemen naar Engeland. ‘Het schip was al <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g<br />

toen wij erop sprongen met achterlat<strong>in</strong>g van<br />

de koffers en uiteraard van al het bezit dat onze<br />

ouders hadden.’ De tot mijnenveger omgebouwde<br />

vissersboot werd onderweg gebombardeerd<br />

door Duitse vliegtuigen, maar bleef ongedeerd.<br />

<strong>Een</strong> Engelse tornadoboot pikte de vissersboot op<br />

en begeleidde haar naar Harwich.<br />

De familie <strong>in</strong> veiligheid – op Bertram na<br />

Na aankomst <strong>in</strong> Harwich op 15 mei werden de familieleden<br />

opgevangen door vrijwilligers, ondergebracht<br />

<strong>in</strong> een school en voorzien van de eerste<br />

noodzakelijkheden. Het enige dat de Polaks bij<br />

zich hadden, waren de kleren die ze droegen, alsmede<br />

een kle<strong>in</strong>e koffer met kostbaarheden en<br />

belangrijke papieren – <strong>in</strong> de chaos <strong>in</strong> IJmuiden<br />

hadden ze alle bagage <strong>in</strong> de auto moeten achterlaten.<br />

De volgende dag reisden ze op kosten van<br />

de Engelse reger<strong>in</strong>g door naar Londen, waar ze<br />

werden ontvangen door een neef van Alfred en<br />

Hans Polak. Zes weken later volgde de oversteek<br />

naar de Verenigde Staten. Edith Spitz-Polak legt<br />

<strong>in</strong> haar verslag uit hoe de familie de vlucht en de<br />

immigratie kon betalen. Ze hoefden <strong>in</strong> ieder geval<br />

niet te betalen voor de oversteek naar Engeland<br />

en de tre<strong>in</strong>reis naar Londen. In de meegenomen<br />

koffer zaten bovendien ook documenten van een<br />

lad<strong>in</strong>g Argentijnse huiden die <strong>in</strong> Engeland was<br />

aangekomen, maar door de oorlog niet doorgevoerd<br />

kon worden naar Nederland. Alfred en Hans<br />

Polak verkochten deze huiden <strong>in</strong> Engeland. De<br />

opbrengst hiervan, samen met het geld dat de<br />

Polaks al voor de oorlog ondergebracht hadden<br />

<strong>in</strong> de Verenigde Staten én het feit dat zeer we<strong>in</strong>ig<br />

Nederlanders voor de oorlog al naar de VS waren<br />

geëmigreerd, zorgde ervoor dat ze zonder problemen<br />

‘immigration visas’ ontv<strong>in</strong>gen. De families<br />

vestigden zich <strong>in</strong> New York aanvankelijk op Manhattan<br />

en verhuisden later naar de wijk Queens. 35<br />

Bertram Polak<br />

Bertram Polak, de 22-jarige enige zoon van Hans,<br />

was er dus niet bij. Hij moest na zijn demobilisatie<br />

ontdekken dat zijn hele familie was gevlucht<br />

waardoor hij als enige van zijn gez<strong>in</strong> <strong>in</strong> Nederland<br />

was achtergebleven. Zijn neef Ralph van<br />

Bertram Polak <strong>in</strong> dienst: bovenste rij, vierde<br />

van rechts, 1939-1940. (Collectie Edith Spitz-<br />

Polak, Jerusalem)<br />

Furth her<strong>in</strong>nert zich dat het vertrek van zijn familie<br />

een grote klap was voor Bertram. 36 Hoe de<br />

daaropvolgende maanden zijn verlopen, weten<br />

we niet. Hij keerde na zijn demobilisatie terug naar<br />

Tilburg en heeft nog enige tijd kunnen wonen <strong>in</strong><br />

zijn ouderlijk huis aan de Prof. Dondersstraat. Hij<br />

bleef werkzaam op het kantoor van de ‘firma B.<br />

Polak’, de zaak van zijn vader en oom, samen met<br />

de door de Duitsers aangestelde Verwalter, 37 een<br />

‘zaakwaarnemer’, die de leid<strong>in</strong>g van ondernem<strong>in</strong>gen<br />

van Joodse eigenaren overnam.<br />

Vanaf 21 juni 1941 staat Bertram <strong>in</strong>geschreven<br />

op het adres Spoorlaan 96, op het adres van een<br />

vriend, de huisarts Alfred Samuel (Freddie) de<br />

Wit. 38 De Wit was getrouwd, maar zijn echtgenote<br />

Emmy Hartog was, terwijl haar man als gemobiliseerd<br />

reserve-officier van gezondheid <strong>in</strong> het leger<br />

zat, met hun dochtertje al <strong>in</strong> de meidagen van<br />

1940 Nederland ontvlucht. 39<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 4 5


De Joodsche Raadkaart van Bertram Polak, <strong>in</strong>geschreven als woonachtig<br />

op het adres Spoorlaan 96.<br />

4 6<br />

Van Bertram zijn uit deze maanden nog enkele<br />

brieven bewaard die hij schreef aan Alfred<br />

Cohn. 40 Deze Alfred, een Duitse Jood uit Duisburg,<br />

was de vriend en latere echtgenoot van zijn nicht<br />

Adah. In Bertrams brief van 24 november 1941<br />

zijn tussen de regels de grote nood en spann<strong>in</strong>g<br />

duidelijk leesbaar. Zo schrijft Bertram dat hij ‘seit<br />

vorige Woche aus dem Büro entlassen’ is, ‘was gar<br />

nicht angenehm ist, weil ich jetzt nicht mehr zu<br />

tun habe, aber auch hier<strong>in</strong> muss man sich fügen’.<br />

Vermoedelijk betekent dit dat hij tot dat moment<br />

op het kantoor <strong>in</strong> de zaak van zijn vader en oom<br />

aan het werk was, totdat hij ontslagen werd. Ook<br />

schrijft hij dat hij de week ervoor ‘aus New York’<br />

(– dat wil zeggen van zijn familieleden aldaar –<br />

AJB) ‘gute Nachrichten und beste Grüsse für Dich’<br />

ontvangen had. Tot slot laat hij weten dat hij ‘von<br />

der Auswanderungs-Stelle (…) <strong>in</strong>zwischen nichts<br />

mehr’ gehoord heeft. Uit andere bronnen weten<br />

we dat Bertram <strong>in</strong>derdaad geprobeerd heeft om<br />

te emigreren naar Cuba. 41<br />

i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N E R F G O E D<br />

Bertrams laatste brief, nu <strong>in</strong> bezit van zijn halfzus<br />

Constance, is van 1 december 1941 en gericht aan<br />

de heer en mevrouw Elias-Hald<strong>in</strong>ste<strong>in</strong>, de ouders<br />

van zijn stiefmoeder Charlotte Polak-Elias, die<br />

toen <strong>in</strong> Doorn woonden. 42 Hij laat weten een brief<br />

van zijn vader uit New York te hebben ontvangen<br />

met nieuws over zijn pasgeboren halfzus Conny<br />

en over ‘een leuk d<strong>in</strong>er’ waar zijn vader ‘met Lot en<br />

Oom Alfred en Tante Fien’ naartoe zijn geweest.<br />

Ook had hij ‘hedenmorgen’ een telegram van zijn<br />

vader ontvangen van 29 november, ‘betreffende<br />

zakelyke aangelegenheden’. Verder meldt hij dat<br />

hij ‘het de laatste dagen vry druk had’, mogelijk<br />

verwijzend naar de voorbereid<strong>in</strong>gen die hij aan het<br />

treffen was. Ook de laatste z<strong>in</strong>, waar<strong>in</strong> hij schrijft<br />

‘door omstandigheden’ niet zeker te weten ‘of ik<br />

deze week kan komen’, lijkt te verwijzen de plannen<br />

waarmee hij <strong>in</strong> het geheim bezig was.<br />

<strong>Een</strong> fatale vluchtpog<strong>in</strong>g<br />

Toen van een emigratie niets kwam, heeft Bertram<br />

het heft namelijk <strong>in</strong> eigen hand genomen.<br />

Beg<strong>in</strong> december 1941 waagde hij met Alfred de<br />

Wit een pog<strong>in</strong>g een illegale oversteek naar Enge-<br />

foto onder: De brief die Bertram Polak op 24 november<br />

1941 schreef aan Alfred Cohn, de vriend en latere echtgenoot<br />

van zijn nicht Adah. (Collectie Adah Cohn-Polak,<br />

Kiryat Tiv’on, Israel)<br />

foto’s boven: Bertram Polaks laatste brief en bijbehorende<br />

envelop, op 1 december 1941 geschreven aan de<br />

heer en mevrouw Elias-Hald<strong>in</strong>ste<strong>in</strong>, de ouders van zijn<br />

stiefmoeder Charlotte Polak-Elias. foto rechts: L.A. Kop<br />

uit Geleen <strong>in</strong>formeerde op 1 juni 1946 bij het Rode Kruis<br />

naar het lot van Alfred de Wit, een van de personen die<br />

samen met Bertram Polak had geprobeerd naar Engeland<br />

te ontsnappen.<br />

land te maken. 43 Over hun vlucht zijn verschillende<br />

verhalen overgeleverd, waarvan we de meest<br />

waarschijnlijke versie vernemen uit een brief van<br />

de verder niet nader geïdentificeerde L.A. Kop uit<br />

Geleen, die op 1 juni 1946 bij het Rode Kruis <strong>in</strong>formeerde<br />

naar het lot van Alfred de Wit:<br />

‘A.S. de Wit deed <strong>in</strong> December 1940 (lees 1941 –<br />

AJB) met mijn medeweten een pog<strong>in</strong>g om zich bij<br />

zijn vrouw <strong>in</strong> Engeland te voegen. Alle voorbereid<strong>in</strong>gen<br />

hiervoor waren met de grootste voorzichtigheid<br />

genomen en is hij naar Dordrecht vertrokken<br />

en daar scheep gegaan voor de overtocht<br />

naar Engeland. Vermoedelijk door verraad is dit<br />

schip even voor de kust van Oostvoorne door een<br />

Duitsch patrouillevaartuig opgevangen.’ 44<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 4 7


De laatste foto van Bertram Polak, gemaakt op de Spoorlaan <strong>in</strong> Tilburg,<br />

1940 of 1941. (Collectie Alfred Piel, Spr<strong>in</strong>gfield, Massachusetts, USA).<br />

4 8<br />

Bertram en Alfred werden gearresteerd en overgebracht<br />

naar de gevangenis <strong>in</strong> Scheven<strong>in</strong>gen, het<br />

zogenoemde ‘Oranjehotel’. Hier liet Bertram een<br />

opmerkelijk – en nu pas, na zeventig jaar, herkend<br />

– levensteken achter: <strong>in</strong> cel 362 krasten hij, Alfred<br />

de Wit en twee lotgenoten hun naam <strong>in</strong> de muur of<br />

de deur:<br />

i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N E R F G O E D<br />

Spier 9-12-’41.<br />

Polak 9-12-’41.<br />

De Wit 9-12-’41 Scheven<strong>in</strong>gen.<br />

Mevr. Spier-Bendien 9-12-’41.<br />

Spier 2-4-’42 transport-??? 45<br />

Dit bericht leert ons niet alleen de datum van hun<br />

arrestatie (9 december 1941) maar brengt ons ook<br />

op het spoor van een eveneens uit Tilburg afkomstig<br />

echtpaar dat kennelijk samen met Bertram<br />

Polak en Alfred de Wit de pog<strong>in</strong>g ondernam via<br />

Dordrecht naar Engeland te vluchten, namelijk<br />

Franz Robert Spier (1913-1942) en zijn echtgenote<br />

Just<strong>in</strong>e Leonie (T<strong>in</strong>eke) Spier-Bendien (1920-<br />

1945). 46 Zij woonden tot aan hun vluchtpog<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

de Tilburgse wijk Zorgvlied.<br />

Naar Kamp Amersfoort en verder…<br />

Door de bewaarde gegevens over dit viertal te<br />

comb<strong>in</strong>eren, kunnen we de laatste maanden van<br />

de drie mannen reconstrueren. 47 In februari of<br />

april 1942 werden de drie mannen getransporteerd<br />

naar Kamp Amersfoort. Dat kamp was<br />

een kle<strong>in</strong> en provisorisch gevangenenkamp onder<br />

toezicht van de Sicherheitspolizei (Sipo) en<br />

Sicherheitsdienst (SD). 48 Volgens de <strong>in</strong>formatie<br />

van het Rode Kruis werden Bertram Polak, Alfred<br />

de Wit en Franz Spier op 16 juli 1942 opnieuw op<br />

transport gesteld. 49 Die dag werden 312 Joodse<br />

gevangenen uit Kamp Amersfoort per tre<strong>in</strong> naar<br />

Kamp Westerbork gevoerd. Op station Hooghalen<br />

werden nog eens vijfhonderd lotgenoten ondergebracht<br />

<strong>in</strong> de tre<strong>in</strong>stellen. Vervolgens g<strong>in</strong>g de tre<strong>in</strong><br />

rechtstreeks naar vernietig<strong>in</strong>gskamp Auschwitz,<br />

waar deze op 17 juli zou zijn aangekomen. 50 Bij aankomst<br />

<strong>in</strong> Auschwitz kregen de drie mannen een<br />

zogenoemd matriculenummer, hetgeen betekent<br />

dat zij voor tewerkstell<strong>in</strong>g werden geselecteerd. 51<br />

Bertram Polak kreeg als kampnummer 48.321. 52<br />

Vrijwel alle mannen van dit julitransport zijn uiterlijk<br />

<strong>in</strong> september 1942 ‘<strong>in</strong> of <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van<br />

Auschwitz aan de gevolgen van ziekte, uitputt<strong>in</strong>g<br />

of vergass<strong>in</strong>g (…) overleden’. 53 <strong>Een</strong> maand na<br />

aankomst, op 16 of 17 augustus 1942, vonden Bertram<br />

Polak en Franz Spier de dood, mogelijk <strong>in</strong> de<br />

gaskamers. 54 Voor Bertram worden officieel 17<br />

augustus 1942 als datum en Birkenau als plaats<br />

van overlijden aangehouden. 55 De precieze sterfdatum<br />

van Alfred de Wit is niet bekend. 56 Just<strong>in</strong>e<br />

Spier-Bendien, de enige vrouw van het Tilburgse<br />

viertal, werd op 28 september 1942 naar Kamp<br />

Ravensbrück overgebracht. Beg<strong>in</strong> maart 1945 is<br />

zij overgebracht naar concentratiekamp Mauthausen,<br />

waar zij op 19 maart 1945 stierf. 57<br />

Bertram was zeker niet de enige van zijn familie die<br />

slachtoffer werd van de Holocaust. Van zijn naaste<br />

familieleden kwamen van moederszijde een tante,<br />

haar echtgenoot en één van hun drie zoons om, en<br />

van vaderszijde een tante, haar echtgenoot en hun<br />

twee k<strong>in</strong>deren, alsmede een neef. En dan hebben<br />

het nog maar alleen over de naaste familieleden…<br />

De huizen van de gevluchte, verdreven en gedeporteerde<br />

Joodse families <strong>in</strong> de Prof. Dondersstraat<br />

werden <strong>in</strong> beslag genomen en kregen nieuwe bewoners<br />

van een heel ander slag: Rijksduitsers en<br />

de Duitse Wehrmacht betrokken de huizen. Na de<br />

bevrijd<strong>in</strong>g van Tilburg op 27 oktober 1944 trok het<br />

geallieerde leger <strong>in</strong> de huizen, waaronder die van<br />

Alfred en Hans Polak.<br />

Epiloog<br />

Ad van den Oord schrijft: ‘Van de 155 Nederlandse en<br />

147 buitenlandse joden die <strong>in</strong> Tilburg met deportatie<br />

bedreigd werden, zou 43,8% om het leven komen,<br />

bijna allemaal vermoord <strong>in</strong> de vernietig<strong>in</strong>gskampen.<br />

Landelijk gezien en vergeleken met andere <strong>Brabant</strong>se<br />

steden was dit percentage relatief laag.<br />

Mogelijk heeft de hoge mate van assimilatie en<br />

een bovengemiddeld <strong>in</strong>komen van veel joodse<br />

<strong>in</strong>woners geleid tot meer mogelijkheden tot onderduik.’<br />

58<br />

Ad de Beer en Gerrit Kobes van het Regionaal Archief<br />

Tilburg becijferen het aantal Joodse slachtoffers<br />

<strong>in</strong> Tilburg op 129. 59 Van de acht Joodse families<br />

die voor de oorlog <strong>in</strong> de Prof. Dondersstraat had-<br />

Voor Bertram Polak worden officieel 17 augustus<br />

1942 als datum en Birkenau als plaats van overlijden<br />

aangehouden, getuige dit Check<strong>in</strong>g Report<br />

van 14 maart 1951.<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 4 9


5 0<br />

den gewoond, waren er vier geheel of op een enkel<br />

k<strong>in</strong>d na uitgemoord.<br />

Hans Polak, de vader van Bertram, stierf enkele<br />

maanden na zijn zoon. Op 12 november 1942 overleed<br />

hij <strong>in</strong> New York aan een hartaanval, slechts<br />

54 jaar oud. Zijn dochters en tweede echtgenote<br />

keerden niet terug naar Nederland, maar bouwden<br />

een nieuw bestaan op <strong>in</strong> de Verenigde Staten.<br />

60 Alfred Polak en zijn echtgenote keerden<br />

wel terug, <strong>in</strong> december 1946. 61 Ze moesten een<br />

proces voeren om het huis terug te krijgen en<br />

woonden drie maanden <strong>in</strong> Hotel Mulders. 62 Ze<br />

troffen <strong>in</strong> hun huis op nr. 73 de <strong>in</strong>boedel m<strong>in</strong> of<br />

meer ongeschonden aan, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot nr.<br />

77, waarvan vrijwel niets bewaard bleef. Alfred<br />

Polak zou <strong>in</strong> 1956 <strong>in</strong> Tilburg overlijden; zijn weduwe<br />

Seraph<strong>in</strong>a Polak-van Cleeff volgde <strong>in</strong> 1958<br />

haar dochters naar Israel en overleed daar <strong>in</strong> 1969.<br />

Inmiddels kleeft aan het door Hans Polak gebouwde<br />

huis ruim tachtig jaar geschiedenis van<br />

lief en leed die het waard is om her<strong>in</strong>nerd te wor-<br />

i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N E R F G O E D<br />

Prof. Dondersstraat nr. 73 en nr. 77 <strong>in</strong> 2011.<br />

(Foto’s: Theo Cuijpers, Erfgoed <strong>Brabant</strong>)<br />

den. En dat niet alleen omwille van de doden, maar<br />

vooral ook omwille van de overlevenden, zij die<br />

de verhalen van hun eigen leven en dat van hun<br />

vermoorde verwanten tot op de dag van vandaag<br />

kunnen vertellen, maar die meteen na de oorlog<br />

hun her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen bewust of onbewust wegstopten:<br />

verschillende overlevenden die ik heb gesproken<br />

geven althans aan dat zij jarenlang niet of<br />

nauwelijks hebben gesproken over hun Joods-zijn<br />

of over hun ervar<strong>in</strong>gen voor en tijdens de oorlog:<br />

de drang een nieuw leven op te bouwen en het verleden<br />

te vergeten, was groot. Nu echter hebben<br />

zij een grote behoefte hun her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen te delen<br />

met hun familieleden en met wildvreemden zoals<br />

ik. Met berust<strong>in</strong>g, maar ook met nog altijd aanwezig<br />

verdriet, of uit een behoefte aan Gutmachung<br />

delen zij hun ervar<strong>in</strong>gen met de naoorlogse generaties.<br />

Maar voor de dag waarop dat niet meer<br />

zal kunnen, hebben we nu <strong>in</strong> ieder geval ook de<br />

materiële getuigen, bijvoorbeeld <strong>in</strong> de vorm van<br />

struikelstenen, de kle<strong>in</strong>e monumentjes die de<br />

her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan oorlog en vervolg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> onze dagelijkse<br />

omgev<strong>in</strong>g levend houden. Zoals het een<br />

bekend Joods gebruik is om bij een bezoek aan<br />

een graf een steen op de grafsteen achter te laten,<br />

zo her<strong>in</strong>nert een struikelsteen aan hen die<br />

nooit een graf kregen.<br />

Mijn <strong>in</strong>itiatief om een struikelsteen te leggen<br />

voor Bertram Polak wordt op 29 april 2011 voltooid<br />

met de feitelijke plaats<strong>in</strong>g. Zijn naaste<br />

verwanten reageren ontroerd en <strong>in</strong>stemmend;<br />

vele zullen aanwezig zijn. Zijn nicht Adah Cohn-<br />

Polak e-mailde <strong>in</strong> 2010 vanuit Israel: ‘Bertram en<br />

ik waren echt goede vrienden en het verdriet over<br />

zijn gruwelijk e<strong>in</strong>de zal nooit overgaan. Mijn man,<br />

Alfred, en ik v<strong>in</strong>den het idee van een Stolperste<strong>in</strong><br />

buitengewoon en hopen zeer dat het werkelijkheid<br />

zal worden.’ 63 Zijn halfzus Constance Victor-<br />

Polak, die Bertram nooit heeft gekend, liet weten:<br />

‘First off, let me say that I heartily approve of the<br />

Stolperste<strong>in</strong> <strong>in</strong> memory of Bertram. I know how<br />

difficult, as you can imag<strong>in</strong>e, it was for Father to<br />

leave him beh<strong>in</strong>d when they fled Holland <strong>in</strong> May<br />

1940.’ 64 Judith Rothste<strong>in</strong>-Polak, de jongste dochter<br />

van Alfred en dus een nicht van Bertram, liet<br />

me weten dat ze dankbaar was ‘for all you are<br />

do<strong>in</strong>g to keep the memory alive of my beloved<br />

cous<strong>in</strong> Bertram Polak’. 65<br />

De reacties van de nabestaanden van Bertram<br />

Polak sterken me <strong>in</strong> het idee dat het leggen van<br />

‘struikelstenen’ <strong>in</strong> de eerste plaats van belang is<br />

als her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan de slachtoffers van vervolg<strong>in</strong>g<br />

en oorlog, maar ook als concrete mogelijkheid<br />

verhalen, ervar<strong>in</strong>gen en emoties van overlevenden<br />

en nabestaanden een tastbare plek te geven<br />

<strong>in</strong> onze dagelijkse omgev<strong>in</strong>g. Het zou dus een<br />

goed idee zijn dergelijke kle<strong>in</strong>e gedenktekens ook<br />

te plaatsen voor de overige Joodse slachtoffers<br />

die voor de oorlog <strong>in</strong> Tilburg woonden: dat zou betekenen<br />

dat er nog eens 124 ‘struikelstenen’ geplaatst<br />

moeten worden, allemaal monumentjes<br />

waaraan hartverscheurende verhalen en <strong>in</strong>drukwekkende<br />

her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen vastzitten.<br />

We zouden er collectief goed aan doen ons meer<br />

bewust te zijn van wat deze geschiedenis van vervolg<strong>in</strong>g<br />

heeft betekend voor hen die overleefden<br />

en die na de oorlog hun leven helemaal opnieuw<br />

moesten opbouwen. <strong>Een</strong> gedenkteken op de<br />

plekken waar zij tot 1940 woonden tussen en met<br />

niet-Joodse medeburgers, kan ons dat bewustzijn<br />

brengen. Dat kan geen kwaad <strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g<br />

waar<strong>in</strong> een op uitvergrote culturele en religieuze<br />

verschillen gebaseerde vreemdel<strong>in</strong>genhaat opnieuw<br />

salonfähig dreigt te worden. Bovendien is<br />

het goed, nu de levende getuigen van oorlog en<br />

Holocaust langzaamaan m<strong>in</strong>der <strong>in</strong> aantal worden,<br />

dat materiële getuigen een waarschuwende her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g<br />

blijven vasthouden voor ons en toekomstige<br />

generaties.<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 5 1


Noten<br />

5 2<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

Dit artikel kon alleen maar geschreven worden<br />

dankzij de genereuze medewerk<strong>in</strong>g van velen: van<br />

dr. Ad van den Oord, die mij de gegevens van de <strong>in</strong><br />

de Prof. Dondersstraat <strong>in</strong> Tilburg woonachtige<br />

Joodse gez<strong>in</strong>nen ter beschikk<strong>in</strong>g stelde die hij verzamelde<br />

<strong>in</strong> het kader van zijn onderzoek naar Helga<br />

Deen; wijlen Ernst Elzas (1919-2010), die mij <strong>in</strong><br />

2003 zijn her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen aan de Joodse bewoners<br />

van de Prof. Dondersstraat vertelde; Gerrit Kobes<br />

van het Regionaal Archief Tilburg (RAT), die mij de<br />

persoonsgegevens van de Joodse families <strong>in</strong> de<br />

Prof. Dondersstraat verschafte; dr. Kees Ribbens<br />

en Hubert Berkhout van het NIOD te Amsterdam;<br />

Raymund Schütz van de Afdel<strong>in</strong>g Oorlogsnazorg<br />

van het Nederlandse Rode Kruis; Jan Bader te<br />

Breda; en last but not least, de verwanten van Bertram<br />

Polak: allereerst Steve Jaron (Pittsburgh, PA,<br />

USA), achterkle<strong>in</strong>zoon van Bertrams oom Alfred<br />

Polak, die reageerde via de site http://www.joodsmonument.nl<br />

(zie noot 6); Bertrams oomzegger dr.<br />

Alfred Piel (Spr<strong>in</strong>gfield, MA, USA); Bertrams halfzus<br />

Constance Victor-Polak (Furlong, PA, USA);<br />

Bertrams neven van moederszijde em. prof. dr.<br />

Ralph van Furth (Oegstgeest) en em. prof. dr. Hans<br />

Wijnberg (Midlaren); Bertrams nichten van vaderszijde<br />

Adah Cohn-Polak (Kiryat Tiv’on, Israel)<br />

en Edith Spitz-Polak (Jeruzalem); en mw. dr. Marianne<br />

C. van der Plas (Oegstgeest), voor de oorlog<br />

bevriend met Edith Spitz-Polak en haar zussen.<br />

‘Joods’ wordt <strong>in</strong> dit artikel met een hoofdletter<br />

geschreven wanneer het verwijst naar het Joodse<br />

volk; met een kle<strong>in</strong>e letter als het verwijst naar het<br />

joodse geloof, conform het ‘Groene Boekje’. De<br />

genealogische gegevens zijn onder meer ontleend<br />

aan de website Akevoth (= sporen): Dutch Jewish<br />

Genealogical Data Base http://dutchjewry.org<br />

(met dank aan Bertrams achternicht Julie Seijffers,<br />

Netanya, Israel).<br />

http://nl.wikipedia.org/wiki/Stolperste<strong>in</strong>e (geraadpleegd<br />

28 augustus 2010).<br />

De stenen werden lange tijd allemaal door de kunstenaar<br />

zelf gemaakt en geplaatst. Genoodzaakt<br />

door de stormachtige ontwikkel<strong>in</strong>g van het project<br />

laat hij zich tegenwoordig door een bevriende<br />

kunstenaar ondersteunen.<br />

Jan Bader (e-mail van 21 januari 2011) vult hierop<br />

i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N E R F G O E D<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

aan: “Abraham Elie van Dam (1911 – Midden-Europa<br />

1944) werd op 18 juli gearresteerd, waarschijnlijk<br />

vanwege illegale grensoverschrijd<strong>in</strong>g, en <strong>in</strong>gesloten<br />

(onder nr. 337) <strong>in</strong> de Polizei- und Untersuchungsgefängnis<br />

Haaren. Op 28 augustus 1942 werd hij<br />

met ongeveer 78 andere gevangenen van Haaren<br />

naar Den Bosch gebracht en vervolgens naar Westerbork<br />

gedeporteerd. Zijn zuster Estella (1917 –<br />

Auschwitz 1942) heeft zich op deze dag gemeld bij<br />

het station van Tilburg. De ouders, Hartog Benjam<strong>in</strong><br />

van Dam (1882 - Sobibor 1943) en Maria Geens<br />

(1882 – Sobibor 1943), kregen uitstel wegens ziekte.<br />

Zij werden op 1 juni 1943, samen met o.a. de familie<br />

Deen, gazzan De Wilde e.a. naar Vught gebracht.”<br />

http://www.struikelehv.nl/ (geraadpleegd 28 augustus<br />

2010).<br />

http://www.joodsmonument.nl (geraadpleegd 29<br />

augustus 2010).<br />

Zij namen deze huidenhandel over van hun vader<br />

Barend Polak (Dordrecht 1849 – Tilburg 1929).<br />

Deze bouwde <strong>in</strong> 1896 een woonhuis en aangrenzend<br />

pakhuis aan de Telegraafstraat 3 en 1. Zijn<br />

twee zonen Alfred en Max Henri legden de eerste<br />

steen voor het pakhuis, de twee dochters Emma<br />

(Tilburg 1885 – Sobibor 1943) en Roza (Tilburg<br />

1891 – Amersfoort 1963) die voor het woonhuis<br />

(zie foto). Voor de graven van de <strong>in</strong> Tilburg op de<br />

joodse begraafplaats aan de Delmerweg begraven<br />

leden van de familie, onder wie de ouders van<br />

Alfred en Hans Polak, de echtgenote van de laatste<br />

en Alfred Polak zelf, zie Jan Bader, Verborgen<br />

<strong>in</strong> <strong>Brabant</strong>se bodem. Joodse begraafplaatsen <strong>in</strong><br />

Noord-<strong>Brabant</strong> (Tilburg 2002) 101 en de CD-ROM.<br />

Edith Spitz-Polak, ‘Our escape from the Nazi’s’<br />

(ongepubliceerde tekst uit 2008, mij toegespeeld<br />

door haar achterneef Steve Jaron). Zie nu S. ter<br />

Braake en P. van Trigt, Leerhandelaar, looier, lederfabrikant.<br />

Het succes van Joodse ondernemers<br />

<strong>in</strong> de Nederlandse leder<strong>in</strong>dustrie (1870-1940). Menasseh<br />

ben Israel Studies 3 (Amsterdam 2010).<br />

In haar e-mail van 28 augustus 2010 schrijft Adah<br />

Cohn-Polak, dochter van Alfred: ‘Zover als ik me<br />

her<strong>in</strong>ner, is ons huis (73) gebouwd <strong>in</strong> l923. Ik her<strong>in</strong>ner<br />

me dat ik met Vader er naar toe gelopen ben<br />

en de vlag (heb) gezien, die op het huis stond. <strong>Een</strong><br />

teken voor de bouw van het dak.’<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

Deze straat werd tussen 1917 en 1929 volgebouwd<br />

met huizen voor gegoede middenstanders en fabrikanten<br />

(artsen waren er aanvankelijk niet welkom!)<br />

als onderdeel van een nieuwe wijk rondom<br />

het <strong>in</strong> 1927-1928 gebouwde S<strong>in</strong>t-Elisabethziekenhuis<br />

(gesloten <strong>in</strong> 1982). Alle straten werden<br />

daarom naar historische artsen vernoemd. Prof.<br />

dr. F.C. Donders (Tilburg 1818 – Utrecht 1889) was<br />

door zijn specialisatie op het gebied van de oogheelkunde<br />

de belangrijkste Nederlandse medicus<br />

van zijn tijd.<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 28 augustus 2010.<br />

E-mail van Alfred Piel, 25 augustus 2010.<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 28 augustus 2010.<br />

Gesprek met Ernst Elzas, 9 september 2003.<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 18 september 2010.<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 28 augustus 2010.<br />

Bader, Verborgen <strong>in</strong> <strong>Brabant</strong>se bodem, 101.<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 18 september 2010.<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 28 augustus 2010:<br />

‘Oom Hans (Max Henri) was voorzitter van de Joodse<br />

gemeente, maar was niet speciaal Zionist’.<br />

Inforrnatie afkomstig van Ad van den Oord (emails<br />

van 14 januari 2005 en 17 september 2010):<br />

voor het penn<strong>in</strong>gmeesterschap zie onder meer<br />

A.J.A.C. van Delft ‘Iets over de Joodsche Gemeente<br />

te Tilburg’, Centraal Blad voor Israëlieten <strong>in</strong> Nederland<br />

48 nr. 47 (20 januari 1933) ( RAT, Documentatie<br />

Tilburg 382); op 28 oktober 1934 werd M.H.<br />

Polak herkozen als kerkbestuurder (RAT, Archief<br />

Israëlitische Gemeente Tilburg (AIGT), <strong>in</strong>v. nr. 9).<br />

Ook <strong>in</strong> 1937 lijkt hij, gezien de correspondentie,<br />

nog altijd kerkbestuurder. In oktober 1939 is M.H.<br />

Polak nog altijd penn<strong>in</strong>gmeester en ook voorzitter<br />

van het armbestuur van de joodse gemeente (RAT,<br />

AIGT, <strong>in</strong>v. nr. 29). Zie ook Bader, Verborgen <strong>in</strong> <strong>Brabant</strong>se<br />

bodem, 101.<br />

Zie Ad van den Oord, Vervolgd en vergeten. Duitse<br />

en Nederlandse joden <strong>in</strong> Oisterwijk 1933-1945<br />

(Oisterwijk 1998) 11; idem, ‘De joodse gemeenschap<br />

<strong>in</strong> Tilburg’, op http://www.advandenoord.<br />

nl/publications/Joodse_gemeenschap_<strong>in</strong>_Tilburg.<br />

htm: “Landelijk was <strong>in</strong> 1933 een Comité voor Joodsche<br />

Vluchtel<strong>in</strong>gen opgericht. Max Polak en Henri<br />

Gersons schreven Max Weil aan om voorzitter te<br />

worden van het Tilburgse comité. Weil was direc-<br />

22<br />

23<br />

24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

teur van de handelsvertegenwoordig<strong>in</strong>g Adler<br />

en Oppenheimer, die de Lederfabriek Oisterwijk<br />

bezat. Hij werd wel bestuurslid maar liet het voorzitterschap<br />

over aan Joost Pimentel. Pimentel<br />

was procuratiehouder bij de Oisterwijkse lederfabriek<br />

en evenals Weil en Polak woonachtig <strong>in</strong> de<br />

Prof. Dondersstraat. Bovendien was hij voorzitter<br />

van de plaatselijke afdel<strong>in</strong>g van de Nederlandse<br />

Zionistenbond. De zionist Alfred Polak werd secretaris<br />

van het Tilburgse vluchtel<strong>in</strong>gencomité,<br />

ook Max Polak speelde er een belangrijke rol <strong>in</strong>.”<br />

Zie RAT, Archief van de Israëlitische Gemeente<br />

Tilburg 1817-1941 <strong>in</strong>v. nr. 227a; e-mails Ad van den<br />

Oord, 9 maart 2003 en 17 september 2010.<br />

Voor dit en het volgende zie Ad van den Oord, Ronald<br />

Peeters en Ton Wagemakers, ‘Helga Deen<br />

1925 – 1943. <strong>Een</strong> levensverhaal van achttien jaar,<br />

drie maanden en zeven dagen’ <strong>in</strong>: Helga Deen, Dit<br />

is om nooit meer te vergeten. Dagboek en brieven<br />

van Helga Deen - 1943 (Amsterdam 2007) 97-136,<br />

104-106; Van den Oord, ‘De joodse gemeenschap<br />

<strong>in</strong> Tilburg’.<br />

Adah Cohn-Polak (e-mail 18 september 2010): ‘ik<br />

her<strong>in</strong>ner me dat immigranten bij Vader (Alfred<br />

Polak – AJB) kwamen om advies te vragen. Over<br />

f<strong>in</strong>anciële hulp weet ik niets, maar ook dat kan ik<br />

me voorstellen.’<br />

E-mail van Ad van den Oord 14 januari 2005; Van<br />

den Oord, Peeters en Wagemakers, ‘Helga Deen’,<br />

113;over de aanstell<strong>in</strong>g van De Wilde <strong>in</strong> 1929: Centraal<br />

Blad voor Israëlieten <strong>in</strong> Nederland 45 nr. 10<br />

(1929) 3.<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 18 september 2010.<br />

Ook Bertram en Edith Polak hebben joodse godsdienstlessen<br />

gevolgd bij De Wilde. Edith Spitz-<br />

Polak her<strong>in</strong>nert zich ‘zijn prachtige stem’ (e-mail 21<br />

januari 2011).<br />

De <strong>in</strong> Duitsland geboren en vanaf 1933 <strong>in</strong> Tilburg<br />

woonachtige Helga Deen werd met haar ouders en<br />

broer op 16 juli 1943 <strong>in</strong> Sobibor vergast. Zie Helga<br />

Deen, Dit is om nooit meer te vergeten. Dagboek en<br />

brieven van Helga Deen - 1943 (Amsterdam 2007) .<br />

Het parkje naast de Tilburgse synagoge aan de<br />

Willem II straat draagt s<strong>in</strong>ds 2008 haar naam.<br />

Gesprek met Ernst Elzas, 9 september 2003; zie<br />

ook Annelies [Elzas-]Nolet, Mazzeltof; Van den<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 5 3


Noten<br />

5 4<br />

28<br />

29<br />

30<br />

31<br />

32<br />

33<br />

34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

Oord, Peeters en Wagemakers, ‘Helga Deen’, 105-<br />

106.<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 28 augustus 2010.<br />

Gesprek met Ernst Elzas, 9 september 2003.<br />

Van den Oord, ‘De joodse gemeenschap <strong>in</strong> Tilburg’.<br />

Dit en het volgende is gebaseerd op Edith Spitz-<br />

Polak, ‘Our escape from the Nazi’s’; idem, ‘De<br />

vlucht van fam. Alfred Polak naar Engeland’ (tekst<br />

toegezonden op 24 september 2010). Ook de buren<br />

van Alfred Polak, de op Prof. Dondersstraat 71<br />

woonachtige familie Kersten, zouden de families<br />

Polak hebben aangespoord te vluchten (mededel<strong>in</strong>g<br />

van dr. Leendert Florusse, huidige bewoner<br />

van Prof. Dondersstraat 71, september 2010.<br />

E-mail Adah Cohn-Polak, 18 september 2010.<br />

Gesprek met Ralph van Furth, 26 augustus 2010.<br />

Edith Spitz-Polak, ‘Our escape from the Nazi’s’: ‘I<br />

remember the number of license plate of the car:<br />

16510. After the war, when our parents returned to<br />

Holland from the States they brought a car with<br />

them and Father received the same number aga<strong>in</strong>.’<br />

Gesprek met Constance Victor-Polak, 27 september<br />

2010.<br />

Gesprek met Ralph van Furth, 26 augustus 2010.<br />

E-mails Adah Cohn-Polak, 18 en 30 september<br />

2010: ‘Dat hij als autohandelaar geregistreerd zou<br />

zijn, heb ik nooit gehoord.’ Ook een door sommigen<br />

genoemde studie geneeskunde is onwaarschijnlijk:<br />

‘I never heard anyth<strong>in</strong>g about the fact that<br />

Bertram wanted to study medic<strong>in</strong>e. I imag<strong>in</strong>e that<br />

(without ever hear<strong>in</strong>g a word about it) it was supposed<br />

that he would cont<strong>in</strong>ue the hides and sk<strong>in</strong>s<br />

bus<strong>in</strong>ess’. Zij voegt daaraan toe: ‘Vader en Oom<br />

Hans hadden zeer toegewijd personeel, dhr. Appels,<br />

die de boekhouder was, en juffrouw Muskens,<br />

die ook tijdens en na de bezett<strong>in</strong>g op het kantoor<br />

werkten.’ Op de kaart van Bertram <strong>in</strong> de Joodsche<br />

Raadcartotheek staat ‘handelaar’ vermeld (Nederlandse<br />

Rode Kruis, Afdel<strong>in</strong>g Oorlogsnazorg).<br />

In het NIOD berust een lijst van de bezetter van<br />

Joodse firma’s met daarop de ‘fa. B. Polak’, gevestigd<br />

op Telegraafstraat 1-3 <strong>in</strong> Tilburg (NIOD, AGFW,<br />

<strong>in</strong>v. nr. 778, Den Haag 8-11-1940, Aktenvermerk,<br />

Arisierung <strong>in</strong> der Lederwirtschaft). Als opmerk<strong>in</strong>g<br />

staat erbij: ‘<strong>in</strong> überseehandel liquidationsreif aber<br />

im Zahmhäutehandel (un?)entbehrlich’ (<strong>in</strong>forma-<br />

i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N E R F G O E D<br />

38<br />

39<br />

40<br />

tie van dr. Serge ter Braake, e-mail 30 september<br />

2010). Zie ook Nationaal Archief, Den Haag, Reichskommissariat<br />

<strong>in</strong> den besetzten Niederländischen<br />

Gebieten – Fe<strong>in</strong>dvermögensverwaltung, 1940-1945,<br />

nummer toegang 2.08.68, <strong>in</strong>ventarisnummer 798:<br />

dossier over de jaren 1940-1943 <strong>in</strong>zake de Firma<br />

Bertram Polak, Tilburg, met als ‘Inhaber’ Alfred en<br />

Max Henri Polak, ‘beide New York’, en als ‘Verwalter’<br />

Johannes O. Glas te Amsterdam.<br />

E-mail van Gerrit Kobes, 17 augustus 2010; gesprek<br />

met Ernst Elzas, 9 september 2003; voor<br />

De Wit zie http://www.joodsmonument.nl/person/447203<br />

(geraadpleegd 29 augustus 2010; daar<br />

Alfred Salomon de Wit genoemd); A. de Beer en G.<br />

Kobes, Het leven gebroken. De geschiedenis van de<br />

Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland<br />

en de bezett<strong>in</strong>g om het leven kwamen (Tilburg<br />

2002) 37 (daar Alfred Samuel de Wit genoemd,<br />

met als plaats van overlijden Bergen-Belsen). De<br />

Wit werd op 5 april 1911 geboren <strong>in</strong> Amsterdam als<br />

zoon van Nathan de Wit en Henriëtte Wolf en werd<br />

na 17 juli 1942 <strong>in</strong> Auschwitz vermoord. In 1937 was<br />

hij voorzitter van Vereenig<strong>in</strong>g Achdoeth Tilburg,<br />

opgericht op 1 november 1936, met als doel ‘saamhoorigheidsgevoel<br />

en de gezelligheid <strong>in</strong> Joodsche<br />

kr<strong>in</strong>g te bevorderen door het organiseeren van<br />

lez<strong>in</strong>gen, gezellige avonden, enz.’ (RAT, AIGT, <strong>in</strong>v.<br />

nr. 226; e-mail van Ad van den Oord, 17 september<br />

2010). Het pand Spoorlaan 96 is <strong>in</strong> de jaren zeventig<br />

afgebroken. Het stond ter hoogte van het huidige<br />

pand Spoorlaan 396, schu<strong>in</strong> tegenover het<br />

huidige station (met dank aan Rob van Putten).<br />

Brief van L.A. Kop te Geleen aan het Nederlandse<br />

Rode Kruis d.d. 1 juni 1946 (Afdel<strong>in</strong>g Oorlogsnazorg<br />

Rode Kruis); De Beer en Kobes, Het leven gebroken,<br />

37. Emmy Rosa Hartog werd op 20 november 1911<br />

geboren te ’s-Gravenhage; hun dochtertje Henriëtte<br />

werd geboren op 11 april 1939 te Tilburg.<br />

E-mails Adah Cohn-Polak, 18 september 2010 en<br />

24 december 2010. Alfred Cohn, geboren <strong>in</strong> Duisburg,<br />

mocht na de sluit<strong>in</strong>g door de Duitsers van het<br />

werkdorp <strong>in</strong> de Wier<strong>in</strong>germeer als één van de we<strong>in</strong>igen<br />

blijven om het bedirjf voort te zetten. Daarna<br />

heeft hij gewerkt bij boeren <strong>in</strong> Noord-Hollan en<br />

de Achterhoek. In Amsterdam is hij bij een razzia <strong>in</strong><br />

juni 1943 opgepakt en via Westerbork <strong>in</strong> septem-<br />

41<br />

42<br />

43<br />

ber 1943 <strong>in</strong> Auschwitz-Monowitz terechtgekomen.<br />

Hij zou <strong>in</strong> juni 1945 <strong>in</strong> Nederland terugkeren en <strong>in</strong><br />

1947 trouwen met Adah Polak. Na een studieverblijf<br />

<strong>in</strong> de Verenigde Staten emigreerde het echtpaar<br />

<strong>in</strong> 1953 naar Israel. Het kreeg drie k<strong>in</strong>deren,<br />

tien kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren en vier achterkle<strong>in</strong>k<strong>in</strong>deren.<br />

RAT, Database oorlogsslachtoffers G. Kobes en emails<br />

van Gerrit Kobes van 13 en 15 september 2010.<br />

Die ouders waren de arts dr. Salomon Elias (Strijp<br />

14 mei 1870 - Sobibor 28 mei 1943) en Constance<br />

Emma Elias-Hald<strong>in</strong>ste<strong>in</strong> (Norwich 15 juli 1879 - Sobibor<br />

14 juli 1943). Voor de oorlog woonden zij aan<br />

de Mauritsweg 33a te Rotterdam; hun laatste<br />

adres <strong>in</strong> Nederland was Kampweg 100 Doorn. Zij<br />

hadden een zoon, Alfred Joseph Henry Elias, die <strong>in</strong><br />

Auschwitz omkwam, en twee dochters die de oorlog<br />

overleefden, onder wie Charlotte. Zie http://<br />

www.joodsmonument.nl/person/462513 en http://<br />

www.joodsmonument.nl/person/462512 (geraadpleegd<br />

27 september 2010.<br />

Gesprek met Ernst Elzas, 9 september 2003; Edith<br />

Spitz-Polak, ‘De vlucht van fam. Alfred Polak naar<br />

Engeland’ (tekst toegezonden op 24 september<br />

2010) noemt ‘December 1941 (?)’. De Beer en Kobes,<br />

Het leven gebroken, 37, baseerden zich eveneens<br />

op de her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen van Elzas, die het jaar 1941<br />

noemde. Op basis van Regionaal Archief Tilburg,<br />

Database oorlogsslachtoffers G. Kobes (e-mails<br />

van Gerrit Kobes van 13 en 15 september 2010)<br />

weten we ook nog het volgende: op de lijst van <strong>in</strong><br />

Tilburg verblijvende Joden van juni 1942 met hun<br />

verblijfplaats komt Bertram nog wel voor, maar<br />

met de aanteken<strong>in</strong>g ‘Verhaftet?’. Bertram komt<br />

bovendien – met Freddy de Wit – voor op een lijst<br />

met namen van Joden die reeds afwezig waren<br />

voordat de oproepen werden verspreid voor de<br />

eerste grote deportatie uit Noord-<strong>Brabant</strong> op<br />

28 augustus 1942 (zie ook De Beer en Kobes, Het<br />

leven gebroken, 38-41). Ten slotte komen beiden<br />

voor op een ongedateerde lijst van personen die<br />

wel <strong>in</strong> het Tilburgse bevolk<strong>in</strong>gsregister stonden<br />

<strong>in</strong>geschreven, maar om allerlei redenen – gijzel<strong>in</strong>g,<br />

dienst, buitenlands verblijf – al of tijdelijk buiten<br />

Tilburg verbleven, en wel met de aanteken<strong>in</strong>g<br />

‘Spoorlaan 96, bij een pog<strong>in</strong>g om Ned. te verlaten<br />

gearresteerd. Jood. Buitenland’.<br />

44<br />

45<br />

46<br />

47<br />

Brief van L.A. Kop te Geleen aan het Nederlandse<br />

Rode Kruis d.d. 1 juni 1946 (Afdel<strong>in</strong>g Oorlogsnazorg<br />

Rode Kruis).<br />

Vastgelegd <strong>in</strong> E.P. Weber, Gedenkboek van het<br />

“Oranjehotel”. Celmuren spreken, gevangenen getuigen,<br />

onze gevallen verzetshelden (Amsterdam<br />

1947 eerste druk; herdrukken 1947 en Amstelveen<br />

1982) 96. Met dank aan dr. Kees Ribbens (NIOD<br />

te Amsterdam). Dit viertal komt niet voor <strong>in</strong> de<br />

vier banden van de zogenoemde ‘Doodenboeken’,<br />

waar<strong>in</strong> de namen staan vermeld van 734 gevangenen<br />

van het Oranjehotel die <strong>in</strong> de oorlog om het<br />

leven zijn gekomen, ofwel omdat ze werden gefusilleerd<br />

op de Waalsdorpervlakte, ofwel omdat ze<br />

elders <strong>in</strong> gevangenschap zijn omgekomen, vaak<br />

<strong>in</strong> Duitse concentratiekampen. Zie http://www.<br />

oranjehotel.org/ en http://www.oranjehotel.nationaalarchief.nl/<br />

(geraadpleegd 8 oktober 2010).<br />

Het is echter bekend dat deze ‘Doodenboeken’<br />

niet compleet zijn.<br />

http://www.joodsmonument.nl/person/447290<br />

(geraadpleegd 9 oktober 2010). Hij werd geboren<br />

te Düsseldorf op 7 juli 1913 en werd op 17 augustus<br />

1942 (dezelfde dag als Bertram) vermoord te<br />

Auschwitz. Zij werd op 21 november 1920 geboren<br />

te Den Haag en stierf <strong>in</strong> Mauthausen op 19 maart<br />

1945. Voor Franz Robert Spier en zijn ouders werden<br />

op 4 april 2007 Stolperste<strong>in</strong>e geplaatst <strong>in</strong> de<br />

Trompeterallee te Wickrath (Mönchengladbach).<br />

Zie http://www.der-chronist.de/aktuelles-aus-wick<br />

rath.html (geraadpleegd 11 oktober 2010; met<br />

dank aan Ad van den Oord). Het echtpaar plaatse<br />

na hun huwelijk op 6 januari 1940 te Den Haag een<br />

advertentie <strong>in</strong> Het Vaderland.<br />

Indien niet nader aangegeven, zijn deze gegevens<br />

afkomstig uit hun dossiers bij de Afdel<strong>in</strong>g<br />

Oorlogsnazorg van het Nederlandse Rode Kruis,<br />

waaruit de relevante gegevens mij op 27 oktober<br />

2010 ter beschikk<strong>in</strong>g werden gesteld door Raymund<br />

Schütz van deze afdel<strong>in</strong>g. Het gaat hierbij<br />

om brieven om <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen geschreven door de al<br />

genoemde L.A. Kop (d.d. 1 juni 1946) en door Louis<br />

Bendien, vader van Just<strong>in</strong>e (d.d. 3 juni 1947, 14 en 25<br />

januari 1949), de naoorlogse persoonsdossiers en<br />

de <strong>in</strong> 1942 aangelegde Joodsche Raadcartotheek<br />

(waar<strong>in</strong> een extra werkkaart zit voor Alfred de Wit<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 5 5


Noten<br />

5 6<br />

48<br />

49<br />

50<br />

51<br />

52<br />

omdat er <strong>in</strong> 1943 bij de Joodsche Raad, afdel<strong>in</strong>g<br />

Algemene Voorlicht<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> Amsterdam geïnformeerd<br />

was naar zijn lot).<br />

Zie http://www.kampamersfoort.nl (geraadpleegd<br />

30 augustus 2010). “Tussen augustus 1941 en maart<br />

1943 zijn ruim 8.500 gevangenen <strong>in</strong> Amersfoort <strong>in</strong>geschreven.<br />

Van hen zijn ongeveer 2.200 naar concentratiekampen<br />

<strong>in</strong> Duitsland overgebracht, meer<br />

dan drieduizend naar Vught en Westerbork en nog<br />

eens honderden zogeheten contractbrekers naar<br />

Arbeitserziehungslager <strong>in</strong> Duitsland” (bron: http://<br />

www. archieven.nl/pls/m/zk2.<strong>in</strong>v?p_q=73904040,<br />

de website van het NIOD te Amsterdam, geraadpleegd<br />

16 september 2010).<br />

Op hun kaarten uit Joodsche Raadcartotheek is na<br />

de oorlog voor de drie mannen voor het transport<br />

uit Amersfoort dezelfde datum (16 juli 1942) opgetekend,<br />

ontleend aan ‘lijst 0160’. Het laatste levensteken<br />

van Alfred de Wit was een brief waar<strong>in</strong> hij antwoordde<br />

op een brief van 11 juni 1942, waarboven hij<br />

echter geen datum vermeldde (Brief van L.A. Kop te<br />

Geleen aan het Nederlandse Rode Kruis d.d. 1 juni<br />

1946 (Afdel<strong>in</strong>g Oorlogsnazorg Rode Kruis)).<br />

50 http://www.kampamersfoort.nl/zhijd1.html<br />

(geraadpleegd 30 augustus 2010) geeft de datum<br />

17 juli; zie echter Nederlandse Rode Kruis, Afdel<strong>in</strong>g<br />

Oorlogsnazorg, verklar<strong>in</strong>g van J. van de Vosse<br />

d.d. 15 januari 1948 <strong>in</strong>zake Alfred de Wit, bestemd<br />

voor ‘Mej. M. de Wit, Heerengracht 52, Den Haag’.<br />

Daar<strong>in</strong> wordt verwezen naar ‘een lijst, oorspronkelijk<br />

dragende de onderteken<strong>in</strong>g ‘der Leiter der<br />

Abt. I.A. Stark S.S. Unterscharführer’ waarop op p.<br />

11 Alfred de Wit wordt vermeld als zijnde ‘op 17 Juli<br />

1942 <strong>in</strong> Auschwitz (…) b<strong>in</strong>nengevoerd’.<br />

E-mail van Raymund Schütz van 27 oktober 2010.<br />

Website ‘Memorial and Museum Auschwitz-<br />

Birkenau’ op http://en.auschwitz.org.pl/m/<strong>in</strong>dex.<br />

php?option=com_wrapper&Itemid=31Polak, Bertram<br />

(geraadpleegd 20 september 2010), waar staat<br />

‘Polak, Bertram, Tilburg, b.1918-03-29 (Tilburg),<br />

denom<strong>in</strong>ation: mosaisch, remarks: zm.1942-08-<br />

17 w Auschwitz’; en Polak, Bertram, b.1918-03-29,<br />

camp serial number:48321; ook bev<strong>in</strong>dt zich ‘In<br />

the Archives and <strong>in</strong>tegrated digital collection (…)<br />

more than one document for this person’ (e-mail<br />

van Ad van den Oord, 17 september 2010).<br />

i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N E R F G O E D<br />

53<br />

54<br />

55<br />

56<br />

57<br />

58<br />

59<br />

60<br />

61<br />

Nederlandse Rode Kruis, Afdel<strong>in</strong>g Oorlogsnazorg,<br />

verklar<strong>in</strong>g van J. van de Vosse d.d. 15 januari 1948<br />

<strong>in</strong>zake Alfred de Wit, bestemd voor ‘Mej. M. de Wit,<br />

Heerengracht 52, Den Haag’.<br />

Nederlandse Rode Kruis, Afdel<strong>in</strong>g Oorlogsnazorg,<br />

Check<strong>in</strong>g report no. T 34 276 d.d. 14 maart 1951<br />

voor Bertram Polak: “OCC 2/1 Auschwitz, Veränderungsmeldungen,<br />

Stärke vom 16.-17. August 1942.<br />

Verstorbene Häftl<strong>in</strong>ge”. De kaart uit de Joodsche<br />

Raadcartotheek van Franz Spier geeft de naoorlogse<br />

aanteken<strong>in</strong>g ‘16/17-8-’42 overl. <strong>in</strong> Auschwitz’.<br />

Zijn kampnummer was 48.360.<br />

http://www.joodsmonument.nl/person/447204<br />

(geraadpleegd 29 augustus 2010). Zie voor hem<br />

ook http://www.yadvashem.org onder zijn naam:<br />

volgens die gegevens staat zijn dood genoteerd<br />

<strong>in</strong> The State Museum Auschwitz-Birkenau, Auschwitz<br />

Death Registers, no. 21393/1942. Zijn nicht<br />

Tamar Amram (Israel), dochter van Bertrams tante<br />

Roza Sanders-Polak, plaatste aanvullende <strong>in</strong>formatie<br />

over hem op de laatstgenoemde site.<br />

Nederlandse Rode Kruis, Afdel<strong>in</strong>g Oorlogsnazorg,<br />

verklar<strong>in</strong>g van J. van de Vosse d.d. 15 januari 1948<br />

<strong>in</strong>zake Alfred de Wit, bestemd voor ‘Mej. M. de Wit,<br />

Heerengracht 52, Den Haag’; http://www.joodsmonument.nl/person/447203<br />

(geraadpleegd 29<br />

augustus 2010) geeft 17 juli 1942 als sterfdatum, de<br />

datum van de vermeende aankomst <strong>in</strong> Auschwitz.<br />

Zijn kaart uit de Joodsche Raadcartotheek vermeldt<br />

de naoorlogse aanteken<strong>in</strong>g ‘D 7-9-1942’ met<br />

een vraagteken. Zijn kampnummer was 48.499.<br />

Haar gevangenenkaart wordt bewaard door de Afdel<strong>in</strong>g<br />

Oorlogsnazorg van het Nederlandse Rode<br />

Kruis.<br />

Ad van den Oord, ‘De joodse gemeenschap <strong>in</strong> Tilburg’,<br />

op http://www.advandenoord.nl/publications/Joodse_gemeenschap_<strong>in</strong>_Tilburg.html<br />

.<br />

De Beer en Kobes, Het leven gebroken, 57-61, met<br />

corrigerende e-mail van Gerrit Kobes van 13 september<br />

2010.<br />

Florent<strong>in</strong>e Polak trouwde <strong>in</strong> de V.S. met Kurt<br />

Piel en kreeg één zoon, Alfred Piel; Leonie Polak<br />

bleef ongehuwd en overleed <strong>in</strong> 1955; Louise Polak<br />

trouwde met August Koehler en stierf <strong>in</strong> 1968.<br />

Edith Polak keerde als eerste <strong>in</strong> november 1945<br />

terug en trouwde <strong>in</strong> januari 1946 met Frederik<br />

62<br />

63<br />

64<br />

65<br />

Spitz (1914-1963) en emigreerde later naar Israel.<br />

Adah volgde <strong>in</strong> de loop van 1946 en trouwde <strong>in</strong><br />

1947 met Alfred Cohn, keerde terug naar de V.S. en<br />

emigreerde later naar Israel. De jongste dochter,<br />

Judith keerde niet terug en trouwde <strong>in</strong> de V.S. met<br />

Harry Rothste<strong>in</strong> (1924-1972).<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 18 september 2010;<br />

e-mail van Edith Spitz-Polak, 21 januari 2011. Het<br />

proces werd gevoerd met hun zwager, de bekende<br />

jurist Heiman Sanders (1886-1958), gehuwd met<br />

Roza Sanders/Polak, als advocaat. Volgens Joos<br />

Tam<strong>in</strong>iau-Bedaux (gesprek 28 september 2010)<br />

woonde er <strong>in</strong> of na de oorlog aanvankelijk Frits<br />

Diepen, waarna het huis werd toegewezen aan<br />

prof. dr. Frans (F.J.H.M.) van der Ven (1907-1999) en<br />

zijn echtgenote Leen van der Ven-Willekens (1913-<br />

2009) en haar ouders, het echtpaar Willekens-van<br />

Beurden. Het was bij mevrouw Van der Ven dat<br />

Alfred en Seraph<strong>in</strong>a Polak <strong>in</strong> december 1946 aanbelden.<br />

E-mail van Adah Cohn-Polak, 28 augustus 2010.<br />

E-mail van Constance Victor-Polak, 26 augustus<br />

2010. Zij gaf haar tweede zoon als tweede naam<br />

‘Bertram’ mee.<br />

E-mail van Judith Rothste<strong>in</strong>-Polak, 24 september<br />

2010.<br />

i n b r a b a n t N U M M E R 2 A P R I L 2 0 1 1 5 7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!