P - Tijdschrift over agressie preventie
P - Tijdschrift over agressie preventie
P - Tijdschrift over agressie preventie
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
Verschijnt 4 x per jaar · jaargang 1 · 2007<br />
AA<br />
P<br />
#2<br />
JULI 2007<br />
<strong>Tijdschrift</strong> <strong>over</strong> Agressie Preventie<br />
Jeugdcriminaliteit:<br />
<strong>preventie</strong> en aanpak<br />
Korte lontjes en opgeblazen ego’s
De grootste centrale ontmoetingsplaats<br />
voor aanbieders en inkopers van human resources<br />
Daar mag u toch niet ontbreken?<br />
Performa is het grootste landelijke vakevenement voor HR-<br />
professionals. Met een ideale mix tussen expo en vakinfor-<br />
matie. Performa biedt in samenwerking met de vakwereld<br />
een unieke centrale ontmoetingsplaats voor inkopers en<br />
aanbieders van human resources.<br />
Performa. Hét tweedaagse HR-event met:<br />
• Uitgebreide beurs met vele honderden aanbieders van<br />
HR-diensten en -producten<br />
• Themacongressen, -debatten en workshops<br />
• Seminars, bedrijfspresentaties en case-presentaties<br />
Voor meer informatie <strong>over</strong> exposeren op Performa 2007 kunt u contact<br />
opnemen met Johan de Vassy van Performa Uitgeverij, T: (010) 265 19 99<br />
of kijk op onze website: www.performa.nl<br />
Performa 2007: 3 en 4 oktober 2007, Jaarbeurs Utrecht
COLOFON AP 2007 #2<br />
Redactieadres RegeerRegeer<br />
Landsmeerderdijk 21,<br />
1035 PS Amsterdam<br />
T 020 493 34 36, F 020 493 38 28<br />
E-mail info@AP-tijdschrift.nl<br />
www.AP-tijdschrift.nl<br />
Redactie<br />
Leo Regeer, eindredactie<br />
E-mail info@AP-tijdschrift.nl<br />
Opmaak en realisatie<br />
Hanneke van der Teems, hanneke@vanderteems.nl<br />
Basis ontwerp: LMcc, Lucienne Meijer, Leusden<br />
Fotografie<br />
Foto voorpagina en pagina 9: Fotorechten HALT Nederland,<br />
getoonde personen in de foto’s zijn modellen.<br />
Hawumea Photography, Amsterdam<br />
hawumea@yahoo.com<br />
Illustraties<br />
Nina Lassen<br />
A•P is een uitgave van<br />
RegeerRegeer<br />
E-mail info@AP-tijdschrift.nl<br />
Abonnementen en administratie<br />
Abonnementenprijzen voor vier nummers,<br />
excl. 6% BTW € 22,- per jaar, studieabonnement (recente<br />
studieverklaring vereist) € 18,- per jaar.<br />
Los nummer € 6,50 (incl. BTW en verzendkosten).<br />
Abonnementen kunnen worden opgegeven bij<br />
RegeerRegeer.<br />
E-mail info@AP-tijdschrift.nl, www.AP-tijdschrift.nl,<br />
T 020 4933436. Een abonnement kan op ieder gewenst<br />
moment ingaan en geldt tot wederopzegging.<br />
De minimum looptijd van een abonnement is één jaar.<br />
Partijen kunnen ieder schriftelijk opzeggen twee maanden<br />
voorafgaand aan het aflopen van de abonnementsperiode.<br />
Advertentie-exploitatie<br />
Hanneke van der Teems<br />
T 020 4933436 of 06 - 29037357<br />
E-mail hanneke@vanderteems.nl<br />
Auteursrecht<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of<br />
openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming van<br />
de uitgever.<br />
ISSN 1872-6534<br />
AA<br />
© 2007 RegeerRegeer, Amsterdam<br />
P<br />
www.AP-tijdschrift.nl<br />
6<br />
Thema: Jeugdcriminaliteit:<br />
<strong>preventie</strong> en aanpak<br />
Hoe wordt men crimineel? Zit dat in de genen of<br />
komt dat misschien door slechte vrienden?<br />
Over de mogelijkheden en effectiviteit van de Halt<br />
aanpak, die ook duidelijke <strong>preventie</strong>ve elementen<br />
kent, wordt nader ingegaan.<br />
Rectifi catie:<br />
Op pag. 21 van A . P <strong>Tijdschrift</strong> <strong>over</strong> Agressie Preventie # 1 zijn 7<br />
hoofdvormen van pesten opgenomen met voorbeelden. Auteur Bob<br />
van der Meer heeft de tekst in het kader volledig <strong>over</strong>genomen uit:<br />
Hubert, A.B. (2003). Praktijkcahier. OR en ongewenste<br />
omgangsvormen op het werk. Alphen aan den Rijn: Kluwer bv.<br />
6<br />
Inhoud<br />
10<br />
Reportage: Geweld<strong>preventie</strong> bij onze buren<br />
Geweld<strong>preventie</strong>programma’s in Duitsland op kleuterscholen, scholen en bij de jeugdzorg<br />
16<br />
Interview: Rex van der Sluys<br />
De nieuwe Arbowet en de Psycho Sociale Arbeidsbelasting (PSA)<br />
24<br />
Verdieping: Hoe narcisten tot bloei komen<br />
Over gezonde en ongezonde zelfgevoelens bij kinderen en adolecenten<br />
27<br />
Verdieping:<br />
Korte lontjes en<br />
opgeblazen ego’s<br />
Over schaamte, zelfbeeld en <strong>agressie</strong><br />
4 Van de redactie, zij schreven voor deze A . P<br />
5 Informatie, auteur richtlijnen 14 Boeken<br />
15 en 30 Kort Nieuws 20 Agenda<br />
23 Websites<br />
AA P<br />
#2<br />
3
4 #2<br />
Van de redactie<br />
In deze tweede editie van AP tijdschrift wordt<br />
veel aandacht besteed aan de achtergronden bij<br />
<strong>agressie</strong><strong>preventie</strong> onder jongeren en jeugdigen.<br />
Ik ben het zeer eens met Albert Hauber: ‘Over het<br />
gedrag van de jeugd wordt veel geklaagd. Dat is nu<br />
zo en dat was 15 jaar geleden zo en nog veel langer<br />
geleden was dat ook zo’. Niettemin kun je het gedrag<br />
van jongeren (en volwassenen) in het tijdsperspectief<br />
plaatsen van onze maatschappelijke ontwikkeling.<br />
In onze hedendaagse maatschappij spelen prestatie,<br />
het gevoel van eigen waarde, het doorbreken<br />
van taboes, toenemende mondigheid en grenzen<br />
verleggen een grote rol.<br />
Assertief gedrag wordt nu wellicht anders verstaan<br />
dan in de vorige eeuw (60er jaren), ongezond gedrag<br />
van toen kan nu misschien wel heel gezond gedrag<br />
blijken te zijn.<br />
Agressie gaat <strong>over</strong> emotie en het gedrag dat hier<br />
het gevolg van kan zijn. In dit A . P nummer gaat de<br />
aandacht uit naar emoties die in het maatschappelijke<br />
debat vaak <strong>over</strong> het hoofd worden gezien. Emoties die<br />
ten grondslag kunnen liggen aan wat ik zou noemen<br />
‘Over-assertief‘ gedrag: “is het gedrag waarbij de<br />
eigen rechten (te) nadrukkelijk onder de aandacht<br />
gebracht worden, terwijl andermans rechten en<br />
plichten in mindere mate gerespecteerd worden.<br />
Deze persoon is in staat om zijn of haar doelen te<br />
bereiken, de relaties kunnen ofwel ternauwernood in<br />
stand worden gehouden ofwel op termijn verstoord<br />
raken” (defi nitie uit de Radar methode Regeer, 1996).<br />
Dit gedrag is ook van volwassenen helaas in vele<br />
situaties herkenbaar in onze maatschappij. Kortom,<br />
laten wij bij al die nadruk op het ongezonde gedrag<br />
van jongeren vooral ook het ongezonde gedrag van<br />
volwassenen niet uit het oog<br />
verliezen.<br />
Leo Regeer<br />
AA P<br />
Zij schreven voor<br />
deze A P...<br />
Carmen Trenz, AJS Landesstelle NRW e.V.<br />
E-mail: carmen.trenz@mail.ajs.nrw.de<br />
Website: www.ajs.nrw.de<br />
Carmen Trenz is Padagoge<br />
(Diplom-Pädagogin) en Mediater,<br />
zij is werkzaam bij de Arbeitsgemeinschaft<br />
Kinder & Jugendschutz<br />
(NRW) te Keulen. Zij<br />
houd zich bezig met <strong>preventie</strong><br />
van jeugdcriminaliteit, geweld en<br />
rechtsextremisme. Zij geeft een<br />
uitvoerig beeld van de stand der zaken in Duitsland.<br />
Dr. Albert R. Hauber, HAUBER Onderzoek &<br />
Advies, Leidschendam.<br />
E-mail: arhauber@xs4all.nl<br />
Dr. Albert Hauber is criminoloog<br />
en werkzaam bij de Sectie<br />
Klinische- en Gezondheidspsychologie<br />
aan de Universiteit<br />
van Leiden. Hij was een der<br />
initiatiefnemers van bureau HALT,<br />
een succesvol initiatief dat zich tot een grote landelijke<br />
organisatie heeft ontwikkeld.<br />
Op 27 februari van dit jaar vond het symposium<br />
“Korte lontjes en opgeblazen ego’s” plaats.<br />
Prof. Dr. Hedy Stegge, hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie<br />
aan de Vrije Universiteit<br />
te Amsterdam en tevens werkzaam bij PI<br />
Research Duivendrecht en Dr. Sander Thomaes,<br />
onderzoeker bij de capaciteitsgroep Ontwikkelingspsychologie<br />
van de Universiteit Utrecht,<br />
gaven toestemming om hun artikelen <strong>over</strong> de relatie<br />
tussen emoties en <strong>agressie</strong> te laten samenvatten<br />
voor publicatie in A . P. Het Nederlandse tekstbureau te<br />
Nijmegen maakte de samenvattingen.<br />
Rex van der Sluys, beleidsmedewerker op het<br />
Ministerie SZW werd door de redactie geïnterviewd.<br />
De nieuwe ARBO wet geeft meer uitvoerige richtlijnen<br />
op het gebied van <strong>agressie</strong>, de uitbreiding zit in de<br />
thema’s pesten, stress en werkdruk, de Psychosociale<br />
Arbeidsbelasting, maar ook… het samen beter doen!
Informatie<br />
Auteur richtlijnen<br />
Uw artikel in A P plaatsen?<br />
De redactie nodigt professionals uit alle bedrijfstakken uit om artikel(en) in te sturen.<br />
Algemeen<br />
A•P tijdschrift plaatst artikelen van professionals die relevant<br />
zijn voor de ontwikkeling van het vakgebied <strong>agressie</strong><strong>preventie</strong><br />
en veiligheidsbeleid. Professionals kunnen afkomstig zijn uit<br />
vele sectoren, zoals de gezondheidszorg, het onderwijs, <strong>over</strong>heidssector<br />
of een dienstverlenend en/of commercieel bedrijf<br />
dat te maken krijgt met <strong>agressie</strong> (op de werkvloer).<br />
Hierbij kan het gaan om artikelen die de lezer inzicht geven<br />
en helpen om expertise op te bouwen wat betreft de <strong>preventie</strong><br />
van <strong>agressie</strong>, (seksuele) intimidatie en geweld in de context<br />
van actuele gebeurtenissen. Daar kunnen ook artikelen toe<br />
behoren met informatie <strong>over</strong> deskundigheidsbevordering,<br />
trainingen en ‘human interest’ artikelen met een hoog gehalte<br />
aan praktijkcases in daadwerkelijke <strong>agressie</strong><strong>preventie</strong>.<br />
Het concept artikel/manuscript mag niet aan een ander<br />
tijdschrift aangeboden worden, dan wel elders in het<br />
Nederlands gepubliceerd zijn of ter publicatie aangeboden<br />
worden, lopende de beoordelingsprocedure. Alle (co) auteurs<br />
worden geacht in te stemmen met de aanbieding van het<br />
artikel aan A•P <strong>Tijdschrift</strong>.<br />
Redactioneel<br />
Een artikel mag maximaal 2200 woorden bevatten. De titel<br />
dient beknopt te zijn, u kunt eventueel een subtitel toevoegen.<br />
De structuur van het artikel<br />
- Samenvatting van max. 200 woorden met daarin<br />
begrepen:<br />
- Enige trefwoorden ofwel ‘one liners’<br />
- Inleiding met bij voorkeur een praktijk situatie/case<br />
- Enkele alinea’s <strong>over</strong> de methode<br />
- Enkele alinea’s <strong>over</strong> diagnose, te verwachten resultaten/<br />
uitkomsten, interventies<br />
- Enkele alinea’s <strong>over</strong> conclusie(s), eventuele discussie<br />
- Alinea <strong>over</strong> het belang van integratie in diverse sectoren:<br />
bijvoorbeeld op welke wijze kan men uit dit verhaal<br />
praktische tips en/of aanbevelingen verstrekken aan<br />
andere bedrijfstakken<br />
- U kunt de diverse alinea’s voorzien van een korte titel, wilt<br />
-<br />
-<br />
u de onderdelen niet nummeren.<br />
U kunt iedere fi guur/tabel van een nummer voorzien en u<br />
kunt er in de tekst naar verwijzen (zie fi guur ..).<br />
Vermijd het gebruik van afkortingen, indien toch noodzakelijk,<br />
neem dan de woorden in ieder geval de eerste keer<br />
volledig op, gevolgd door de afkorting tussen haakjes.<br />
Literatuur verwijzing<br />
Neemt u literatuurverwijzingen als volgt op:<br />
Bij boeken:<br />
Auteur(s), boektitel, hoofdstuk, uitgever, ISBN, jaartal.<br />
Bij artikelen:<br />
Auteur(s), naam artikel, tijdschrift titel, editie, pagina<br />
nummer, uitgever, ISSN, jaartal.<br />
In uw eigen tekst wordt naar literatuur tussen haakjes<br />
verwezen als volgt:<br />
(Naam van enkele of de 1e -<br />
-<br />
-<br />
auteur, jaartal)<br />
Aanleveren tekst<br />
Artikelen dienen als Wordbestand gemaild te worden aan de<br />
redactie info@AP-tijdschrift.nl.<br />
Plaatst u de tabellen e.d. op de juiste plaats in de tekst van<br />
het Wordbestand, niet aanleveren als Excelbestand! Gebruik<br />
in het document zo min mogelijk opmaakmogelijkheden zoals<br />
inspringen, uitvullen, onderstrepen, tabstops, paginanummers<br />
en dergelijke. De opmaakmogelijkheden ’vet’, ‘cursief’,<br />
‘opsommingen’ kunt u wel gebruiken.<br />
In een apart document kunt u de auteurgegevens meezenden:<br />
naam, titel, werkplek, functie, werkervaring(en) en correspondentieadres.<br />
Procedure<br />
Uw artikel wordt door drie onafhankelijke en anonieme beoordelaars<br />
becommentarieert.<br />
De inzender van het artikel ontvangt zo spoedig mogelijk, in<br />
het algemeen binnen twee maanden, het eindoordeel van de<br />
redactie A•P <strong>Tijdschrift</strong>. Indien uw artikel gepubliceerd wordt<br />
willen wij ook graag een digitale foto (met hoge resolutie) van<br />
de auteur ontvangen.<br />
AA P<br />
#2<br />
5
6 #2<br />
Thema<br />
door Dr. Albert R. Hauber, HAUBER Onderzoek & Advies, Leidschendam<br />
Jeugdcriminaliteit:<br />
<strong>preventie</strong> en aanpak<br />
AA P<br />
Preventie en aanpak van jeugdcriminaliteit<br />
Hoe wordt men crimineel? Zit dat in de genen of komt<br />
dat misschien door slechte vrienden?<br />
Hoe het ook zij, het begint meestal bij gebrek aan<br />
<strong>preventie</strong>ve maatregelen van ouders of docenten al op<br />
jeugdige leeftijd. Het is van het grootste belang om<br />
bij de eerste tekenen van criminaliteit effectief in te<br />
grijpen. Daarvan is ook de wetgever zich bewust, want<br />
niet voor niets hebben wij in Nederland een afzonderlijke<br />
strafwet voor jeugdigen. Deze biedt de mogelijkheid<br />
met pedagogisch verantwoorde methodes jongeren<br />
ander gedrag aan te leren, bijvoorbeeld door het<br />
opleggen van een Halt straf. Op de effectiviteit van de<br />
Halt aanpak, die ook duidelijke <strong>preventie</strong>ve elementen<br />
kent, wordt nader ingegaan.<br />
Inleiding<br />
Over het gedrag van de jeugd wordt veel geklaagd. Dat is nu<br />
zo en dat was 15 jaar geleden zo en nog veel langer geleden<br />
was dat ook zo, kortom het mopperen <strong>over</strong> de jeugd van tegenwoordig<br />
is van alle tijden.<br />
Die nadruk op jeugdcriminaliteit is niet helemaal eerlijk en wel<br />
om twee redenen.<br />
• Jongeren imiteren veelal gedrag van ouderen en wel<br />
speciaal van hun ouders. Waar thuis wordt geslagen, zijn<br />
jongeren ook eerder geneigd geweld te gebruiken. Dus<br />
ouderen zouden zich van hun verantwoordelijkheid in dit<br />
opzicht veel sterker bewust moeten zijn en meer goed<br />
voorbeeldgedrag moeten vertonen.<br />
• Bovendien heeft die nadruk op jeugdcriminaliteit onbedoeld<br />
of politiek bedoeld mede de functie om criminaliteit van<br />
volwassen in de schaduw te plaatsen.<br />
Hoe het ook zij, jeugdcriminaliteit blijft een probleem waarvan<br />
we de omvang niet moeten onderschatten.
Omvang van jeugdcriminaliteit<br />
Dat jeugdcriminaliteit een serieus probleem is komt het beste<br />
naar voren uit de cijfers: jaarlijks komen zo’n 35.000 jongeren<br />
met justitie in aanraking. Als je daarnaast beseft dat de kans<br />
om voor een delict te worden gepakt in Nederland laag is en<br />
niet meer dan maximaal 5-10% bedraagt, dan is de omvang<br />
van de jeugdcriminaliteit aanzienlijk.<br />
Er wordt geprobeerd zodanig te reageren<br />
op het criminele gedrag van een jongere<br />
dat de sanctie het best passend lijkt en<br />
daarbij de grootste kans op succes biedt.<br />
Nu zijn de vormen van jeugdcriminaliteit verschillend van<br />
ernst -een keer zwartrijden is van een geheel andere orde<br />
dan iemand doden-, vandaar dat ook de sancties uiteenlopen.<br />
Omdat van de grondgedachte wordt uitgegaan dat jongeren<br />
nog in ontwikkeling zijn, worden in die sancties zo mogelijk<br />
pedagogische elementen ingebouwd en staat men eerder open<br />
voor experimenten dan bij volwassen met een ten onrechte<br />
verondersteld gefi xeerd gedragsrepertoire.<br />
Het geheel van sancties en maatregelen is verankerd in de<br />
jeugdstrafwet, die geldt voor de leeftijdscategorie 12-18 jaar<br />
en die in 1995 geheel werd vernieuwd.<br />
Wat heeft dat voor consequenties voor die 35.000 jongeren<br />
met politiecontacten?<br />
Sancties<br />
Er wordt geprobeerd<br />
zodanig te reageren<br />
op het criminele<br />
gedrag van een<br />
jongere dat die<br />
sanctie het best<br />
passend lijkt en<br />
daarbij ook de<br />
grootste kans op<br />
succes biedt, op<br />
welke wijze men dat<br />
ook denkt te meten.<br />
Om te beginnen<br />
wordt in dat verband<br />
een onderscheid<br />
gemaakt tussen<br />
ernstige en minder<br />
ernstige delicten en<br />
wordt aangegeven welke delicten dat betreffen.<br />
Jongeren die een ernstig delict, veelal betreft dat geweld,<br />
hebben gepleegd moeten zich verantwoorden voor de kinderrechter.<br />
Dat betrof in 2005 12.200 jongeren.<br />
Hoe reageert de jeugdrechter?<br />
• De jeugdrechter heeft aan 4500 jongeren 37% jeugddetentie<br />
opgelegd; zij moeten dus enige tijd verblijven in<br />
een jeugdgevangenis als Teijlingereind in Sassenheim of<br />
Doggersbank in Den Helder.<br />
• Het grootste deel, namelijk 6500 jongeren of te wel 53%<br />
werd geconfronteerd met een taakstraf van maximaal<br />
240 uur. Deze categorie kreeg via de jeugdreclassering<br />
de opdracht op een bepaalde locatie werkzaamheden te<br />
verrichten.<br />
• De resterende 10% kwam er van af met een geldboete.<br />
Het grootste deel van de jongeren, 22.760 personen, is in<br />
2005 op minder ernstige wijze in de fout gegaan. Zij kwamen<br />
in aanmerking voor een zogenaamde Halt afdoening. Deze<br />
hoort tot de categorie alternatieve sancties.<br />
Op die alternatieve Halt sanctie wil ik hier nader ingaan, mede<br />
omdat een dergelijke aanpak internationaal uniek is.<br />
AA P<br />
#2<br />
7
8 #2<br />
De Halt afdoening<br />
Hoe is Halt ontstaan?<br />
Eind jaren 70: sterke toename vandalisme en graffi ti. Hoge<br />
herstelkosten. Gemeente Rotterdam vroeg van Dullemen en<br />
Hauber om advies om graffi ti en vandalisme terug te dringen.<br />
Na uitgebreid onderzoek onder jongeren die deze activiteiten<br />
pleegden, kwamen zij tot de conclusie dat de pakkans heel<br />
laag was en dat de traditionele sancties - het parketstandje of<br />
geldboete - nauwelijks effect sorteerden.<br />
Criteria voor meer adequate sancties:<br />
• Hoge pakkans,<br />
• Sanctie zo snel mogelijk na de daad,<br />
• Intrinsieke relatie tussen daad en sanctie: wie een muur<br />
bekladt, moet een muur schoonmaken,<br />
• Onderscheid tussen de daad, die als negatief wordt<br />
bestempeld en de persoon van de dader, waartegen<strong>over</strong><br />
een neutrale houding dient te worden ingenomen.<br />
Deze criteria werden experimenteel in de praktijk gebracht<br />
en toen bleek dat veel jongeren op deze wijze de consequenties<br />
van hun gedrag leerden inzien en zich soms zelfs<br />
verantwoordelijk voelden voor de door hen verrichte werkzaamheden<br />
werd deze aanpak vervolgens geïnstitutionaliseerd<br />
met de oprichting van een bureau, waarvoor de onderzoekers<br />
de naam Halt (Het ALTernatief en stop met dat gedrag)<br />
bedachten.<br />
Wat houdt een Halt afdoening in?<br />
Een jongere in de leeftijdscategorie van 12 – 18 jaar wordt<br />
door de politie gepakt voor graffi ti of vandalisme. Als deze<br />
bekent en geen eerdere delicten heeft gepleegd wordt hij naar<br />
Halt verwezen.<br />
Bij Halt krijgt de jongere, meestal in het bijzijn van de ouders<br />
een intake gesprek. In tegenstelling tot wat men wellicht<br />
niet zou verwachten, is het in ieder geval erg positief dat in<br />
zo’n 80 % van de gevallen de ouders wel degelijk bij deze<br />
intake betrokken zijn. In dit intakegesprek worden afspraken<br />
<strong>over</strong> aard, tijd en omvang van de te verrichten werkzaamheden<br />
gemaakt. Als vervolgens het werk naar tevredenheid<br />
is uitgevoerd, krijgt de jongere in een afsluitend gesprek te<br />
horen dat een strafblad achterwege blijft.<br />
AA P<br />
Ontwikkeling van Halt in 25 jaar<br />
Omdat het Rotterdams initiatief succesrijk bleek ter bestrijding<br />
van in feite een nationaal probleem, waren ook andere<br />
gemeentes in voor de oprichting van een Halt bureau en nam<br />
ook de nationale <strong>over</strong>heid deel aan de fi nanciering.<br />
Halt bureaus breidden zich als een olievlek uit, totdat in<br />
de jaren 90 met ruim 60 vestigingen het gehele land werd<br />
gec<strong>over</strong>d.<br />
Inmiddels werd ook het aantal delicten, die als Halt-waardig<br />
werden gekenmerkt uitgebreid met onder andere (winkel)<br />
diefstal en illegaal vuurwerk afsteken. Alle vormen van<br />
gedrag die onder de juridische beschrijving van geweld vallen<br />
zijn echter niet Haltwaardig. Bovendien werd het begrip<br />
fi rst offender opgerekt, in die zin dat men na een jaar nog<br />
een tweede keer voor een Halt afdoening in aanmerking<br />
kan komen; wel werd bepaald dat het om een bekennende<br />
verdachte moest gaan. Bovendien werd vastgesteld dat in<br />
voorkomende gevallen aan het slachtoffer schadevergoeding<br />
moest worden betaald en excuses aangeboden. Bij de<br />
herziening van de jeugdstrafwet in 1995 werd het experimentele<br />
stadium van de Halt afdoening beëindigd en werd Halt<br />
opgenomen in de jeugd strafrecht wetgeving.<br />
Uit onderzoek komt naar voren dat Halt<br />
goed werkt voor de echte “fi rst offenders”.<br />
Effectiviteit van de Halt aanpak; hoe meet je dat?<br />
Jarenlang werd mede door de juichstemming rondom Halt<br />
- het leek te werken, het ontlastte het sterk bezette justitieel<br />
apparaat en bovendien was het goedkoop - effectiviteitsmetingen<br />
slechts op beperkte schaal uitgevoerd.<br />
In juni 2006, vanwege het feit dat nu Halt 25 jaar bestaat<br />
is een grootschalig effectiviteitonderzoek voltooid. In dit<br />
onderzoek is voor het eerst gewerkt met een experimentele en<br />
een controlegroep. Deze laatste groep werd vrijgesteld van de<br />
Halt-afdoening, tenzij zij binnen het half jaar weer in de fout<br />
zouden gaan.<br />
Het gaat hier dus in feite om een voorwaardelijke Haltsanctie.<br />
Uit dit onderzoek komt naar voren dat Halt goed werkt voor de<br />
echte “fi rst offenders”, maar veel minder goed voor jongeren<br />
die al meer ervaring hebben met het plegen van delicten. Het<br />
aanbieden van excuses blijkt gunstig te werken om recidive<br />
tegen te gaan.<br />
Als het werk naar tevredenheid is uitgevoerd, krijgt de jongere in een afsluitend<br />
gesprek te horen dat een strafblad achterwege blijft.
Halt in toekomstig perspectief<br />
Na het onderzoek heeft Halt in de maand mei 2007 Halt<br />
nieuwe plannen gepresenteerd. Uitgangspunt vormt hierbij<br />
met name het differentiëren van doelgroepen en aanpak.<br />
De pakkans moet worden verhoogd, wellicht ook door<br />
stimulering van de informele sociale controle - mensen die<br />
onderling op elkaars gedrag letten en op een vriendelijke<br />
manier corrigeren.<br />
Halt zal voorts bij de intake sterker moeten selecteren en de<br />
aanpak differentiëren en wel in de volgende vier categorieën.<br />
Echte fi rst offenders; huidige aanpak adequaat.<br />
Voor het eerst gepakten, maar al door de wol geverfden:<br />
huidige aanpak, gevolgd door boostersessions, dat wil<br />
zeggen terugkomdagen elk halfjaar.<br />
Jongeren met achtergrondproblematiek: na de standaardprocedure,<br />
langdurige begeleiding door een vertrouwenspersoon.<br />
Als experiment kunnen enige Halt medewerkers<br />
voor deze taak worden opgeleid.<br />
Voor allochtone jongeren: meer op hun culturele<br />
achtergrond letten en daarop aanpak afstemmen.<br />
Taakstraf die door Halt kan worden opgelegd. (Fotorechten HALT Nederland, getoonde personen in de foto zijn modellen)<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
Na deze aanpassing aan de huidige maatschappelijke<br />
ontwikkelingen kan Halt in de toekomst een waardevol<br />
interventie instrument blijven.<br />
AA P<br />
#2<br />
9
10 #2<br />
Reportage<br />
door Carmen Trenz, AJS Landesstelle NRW e.V.<br />
Geweld<strong>preventie</strong> bij onze buren<br />
Geweld<strong>preventie</strong>programma’s in Duitsland<br />
op kleuterscholen, scholen en bij de jeugdzorg<br />
Het publieke debat in Duitsland <strong>over</strong> jeugdgeweld heeft de<br />
afgelopen 10-15 jaar tot een groot aantal <strong>preventie</strong>programma’s<br />
geleid. De meeste projecten en programma’s worden op<br />
scholen uitgevoerd. Er zijn allerlei aanbieders, met name de<br />
politie, bureaus voor jeugdzorg, onafhankelijke instanties voor<br />
jeugdhulpverlening en commerciële bedrijven. Het feit dat<br />
allerlei instellingen en professionele begeleiders hun steentje<br />
willen bijdragen aan het verminderen van de kans op geweldsdelicten<br />
en criminaliteit onder kinderen en jongeren om<br />
een minder gewelddadige maatschappij te creëren, is op zich<br />
lovenswaardig. Desondanks kunnen er bij de geweld<strong>preventie</strong><br />
in Duitsland een aantal kritische kanttekeningen worden<br />
geplaatst.<br />
Het begrip ‘geweld<strong>preventie</strong>’ wordt te pas en te onpas<br />
gebruikt. Subsidies voor de bestrijding van geweld onder<br />
jongeren zijn makkelijker beschikbaar, dus ‘gewone’ jeugdwerkprojecten<br />
krijgen al snel het etiket ‘geweld<strong>preventie</strong>’<br />
opgeplakt, al hebben ze misschien ‘alleen maar’ een nuttige<br />
vrijetijdsbesteding ten doel.<br />
Om de neiging tot het gebruik van geweld onder jongeren in<br />
te dammen en geweld in instellingen te reduceren, is het niet<br />
voldoende om een op zichzelf staand geweld<strong>preventie</strong>project<br />
uit te voeren op een kleuterschool of school. Er zijn allesomvattende<br />
initiatieven nodig die met zo veel mogelijk risicofactoren<br />
rekening houden en zich op de lange termijn richten.<br />
In het verleden werden <strong>preventie</strong>ve initiatieven en<br />
programma’s zelden geëvalueerd in Duitsland. Dit begint<br />
nu te veranderen, al weten wij in vergelijking met andere<br />
landen nog steeds relatief weinig <strong>over</strong> de effectiviteit van de<br />
diverse maatregelen. Om deze reden is ook het ‘Düsseldorfer<br />
Gutachten’ tot stand gekomen, een rapportage waarin de<br />
universiteit van Marburg in opdracht van de stad Düsseldorf de<br />
binnen- en buitenlandse evaluaties van programma’s op een<br />
rijtje heeft gezet. Op dit moment zijn in Duitsland met name<br />
AA P<br />
een aantal grotere, gestandaardiseerde programma’s (vaak<br />
<strong>over</strong>genomen uit het buitenland) geëvalueerd, maar niet de<br />
vele kleine initiatieven, trainingsprogramma’s, cursussen, etc.<br />
Hieronder zet ik uiteen waarom <strong>preventie</strong> noodzakelijk is en<br />
geef een <strong>over</strong>zicht van het bestaande aanbod op kleuterscholen,<br />
scholen en bij de jeugdzorg.<br />
Kleuterschool<br />
Agressiviteit op jonge leeftijd is een uiterst hardnekkig persoonlijkheidskenmerk<br />
en verhoogt de kans op delinquentie<br />
op latere leeftijd aanzienlijk. Bijgevolg is het zaak dit gedrag<br />
zo vroeg mogelijk in andere banen te leiden en te voorkomen<br />
dat <strong>agressie</strong>f gedrag escaleert en verankerd raakt in de<br />
persoonlijkheid. Een belangrijk instrument hiervoor kunnen<br />
gezinsprogramma’s (bv. oudertrainingen) zijn, maar ook<br />
op kleuterscholen kunnen kinderen door middel van sociale<br />
trainingsprogramma’s sociaal-emotionele vaardigheden leren,<br />
zoals bijvoorbeeld empathisch vermogen of constructieve<br />
confl icthantering.<br />
In Duitsland bestaan twee breed opgezette <strong>preventie</strong>programma’s<br />
voor kleuterscholen: ‘Papilio’ uit Augsburg en ‘FAUSTLOS’,<br />
de Duitse versie van het Amerikaanse programma ‘Second<br />
Step’. Daarnaast zijn er een aantal plaatselijke initiatieven,<br />
maar <strong>over</strong> het algemeen wordt er in Duitsland op kleuterscholen<br />
nog te weinig gedaan aan gerichte geweld<strong>preventie</strong>. De<br />
onderwijskrachten kampen met een gebrek aan opleiding en<br />
bijscholing. Zij staan vaak alleen voor de moeilijke taak iets te<br />
veranderen aan gedragsproblemen bij kinderen.<br />
Scholen<br />
Het voortdurende publieke debat <strong>over</strong> het geweldprobleem op<br />
scholen heeft een groot aantal specifi ek voor scholen bedoelde<br />
acties en programma’s tegen geweld tot gevolg gehad. Aanvankelijk<br />
golden deze enkel voor het voortgezet onderwijs<br />
(kinderen vanaf 10 jaar), maar in de afgelopen jaren introduceerden<br />
ook veel basisscholen geweld<strong>preventie</strong>programma’s.
Net als bij de programma’s voor kleuterscholen stellen de<br />
scholen zich ten doel de sociale vaardigheden van kinderen en<br />
jongeren te trainen en ze handgrepen te bieden om confl icten<br />
vreedzaam op te lossen.<br />
Het meest worden ‘bemiddelings- of arbitrageprogramma’s’<br />
toegepast. Meestal oudere leerlingen worden opgeleid om medeleerlingen<br />
te helpen ruzies eerlijk en in goed <strong>over</strong>leg op te<br />
lossen. Dit type mediation kan voorkomen dat leeftijdsspecifi<br />
eke confl icten escaleren en uitmonden in geweld. Een eerste<br />
grote evaluatie toont aan dat bemiddelingsprogramma’s onder<br />
bepaalde omstandigheden kunnen bijdragen aan een beter<br />
klimaat op school en het aantal geweldsincidenten kunnen<br />
reduceren.<br />
Er zijn nog een aantal breed opgezette programma’s, deels<br />
met gedetailleerde leerplannen en handleidingen, die scholen<br />
kunnen <strong>over</strong>nemen resp. ‘inkopen’. Een dergelijk programma is<br />
bijvoorbeeld het FAUSTLOS-programma voor basisscholen, het<br />
Konstanzer Trainingsprogramm (KTM) voor leerkrachtteams,<br />
het Anti-Bullying-programma van Dan Olweus, het programma<br />
‘Konfl ikt-Kultur’ van de stad Freiburg, het BUDDY-project,<br />
het project van de vereniging fairplayer e.V. in Bremen. De<br />
doelgroepen van deze programma’s zijn doorgaans de leerkrachten<br />
die de programma’s moeten uitvoeren en hiervoor<br />
worden opgeleid. Sommige programma’s (bv. FAUSTLOS,<br />
fairplayer) bevatten echter ook trainingsmateriaal resp. handleidingen<br />
voor de inzet van leerlingen.<br />
De onderwijskrachten staan vaak alleen<br />
voor de moeilijke taak iets te veranderen<br />
aan gedragsproblemen bij kinderen.<br />
Uit de evaluatiestudies die tot dusverre zijn uitgevoerd, komt<br />
naar voren dat programma’s tegen geweld effectief zijn als de<br />
volgende principes worden aangehouden:<br />
• Geweld<strong>preventie</strong> moet zo vroeg mogelijk beginnen, dus in<br />
het gezin, op de kleuterschool en de basisschool.<br />
• Het meest effectief zijn schoolprogramma’s die zich richten<br />
op meerdere niveaus. Deze moeten worden ondersteund<br />
door leerkrachten, ouders en scholen. De schoolleiding<br />
moet volledig achter het programma staan. Geweld<strong>preventie</strong><br />
moet een belangrijk onderdeel van het schoolconcept en<br />
het schoolleven zijn. Een schoolconcept kan niet zonder gedragsregels<br />
voor in de klas en in het schoolgebouw plus het<br />
bepalen van sancties bij <strong>over</strong>treding. Er moeten mogelijkheden<br />
tot bemiddeling zijn, begeleiding van compensatieregelingen<br />
tussen daders en slachtoffers, en advies en hulp<br />
•<br />
•<br />
voor slachtoffers van mobbing en ander geweld. Scholen<br />
met een goed klimaat en een levendig schoolleven kampen<br />
minder vaak met geweldproblemen.<br />
De <strong>preventie</strong> moet <strong>over</strong> een langere periode plaatsvinden<br />
en permanent in het schoolleven worden geïntegreerd; het<br />
effect moet duurzaam zijn. Een op zichzelf staand project,<br />
bv. een projectdag of een assertiviteitstraining, kan aan<br />
het begin van het schooljaar worden georganiseerd. Maar<br />
een structurele verankering van geweld<strong>preventie</strong> moet het<br />
uiteindelijke doel zijn.<br />
Standaardtrainingsprogramma’s moeten worden aangepast<br />
aan de behoeften van de betreffende school; leerkrachten,<br />
ouders en leerlingen moeten worden betrokken bij deze<br />
aanpassingen.<br />
Aanbod in de jeugdzorg<br />
De publieke en onafhankelijke jeugdzorginstellingen, de politie<br />
en de commerciële bedrijven bieden weliswaar een groot<br />
aantal trainingen aan, maar deze zijn vaak toegespitst op<br />
specifi eke aspecten, worden niet gecontroleerd en ook niet<br />
beoordeeld op effectiviteit. De meeste cursussen, workshops,<br />
trainingen e.d. worden voor en in samenwerking met scholen<br />
aangeboden. Een aantal trainingen wordt ook buiten school,<br />
bij het jeugdwerk of in opvoedingsinrichtingen e.d. uitgevoerd.<br />
De trainingen zijn gericht op verschillende doelgroepen, te<br />
weten:<br />
• Voor jongeren met een neiging tot geweldpleging of veroordeelde<br />
geweldplegers zijn er:<br />
a. Anti-geweld-trainingen in het kader van opvoedkundige<br />
sancties die door de jeugdrechtbank zijn opgelegd of in de<br />
jeugdgevangenis,<br />
b. Coolnesstrainingen (een specifi eke in Duitsland gebruikte<br />
training) in het kader van het jeugdwerk of op scholen voor<br />
jongeren die neiging tot geweld vertonen.<br />
• Assertiviteits- of zelfverdedigingcursussen voor potentiële of<br />
daadwerkelijke slachtoffers.<br />
• De-escalatietrainingen en burgermoedtrainingen, waardoor<br />
jeugdige toeschouwers worden gestimuleerd in te grijpen<br />
en voor hun eigen <strong>over</strong>tuiging uit te komen.<br />
De methodiek van de diverse trainingen is vaak gelijkaardig.<br />
Bijna alle trainingen werken met geleide oefeningen<br />
en spellen, met name met rollenspellen. Bij de antigeweld-trainingen<br />
die op confrontatie zijn gericht, speelt de<br />
zogenaamde ‘hete stoel’ een belangrijke rol.<br />
Het blijft een feit dat er legio aanbieders op dit vlak zijn en<br />
dat de kwaliteit van het aanbod heel verschillend is. Het loopt<br />
uiteen van uiterst professioneel tot niet aan te bevelen, of zelfs<br />
tot contraproductief. Tot op heden zijn er amper<br />
AA P<br />
11<br />
#2
12 #2<br />
kwaliteitsnormen, al zijn deze in feite echt nodig, aangezien<br />
deze trainingen deels rechtstreeks ingrijpen in de privésfeer en<br />
persoonlijkheidsontwikkeling van jongeren.<br />
Onderzoek en statistieken <strong>over</strong> jeugdgeweld in<br />
Duitsland<br />
Jeugdgeweld is een vaag begrip. De offi ciële criminaliteitsstatistieken<br />
van de politie (PKS) hanteren als norm voor<br />
jeugdgeweld: zware tot middelzware fysieke delicten van<br />
jonge mensen tussen de 14 en 18 jaar (jongeren) resp. tot 21<br />
jaar (jong volwassenen). Jongeren brengen vooral gevaarlijk<br />
lichamelijk letsel toe en begaan berovingen. Het aantal verkrachtingen,<br />
moorden en doodslagen is relatief gering.<br />
Maar de bevolking zelf rekent vaak ook minder <strong>agressie</strong>ve<br />
handelingen van jongeren tot jeugdgeweld. Dit kunnen het<br />
toebrengen van lichte verwondingen zijn, beledigingen,<br />
of de diverse uitingen van mobbing, zoals bv. een gerucht<br />
verspreiden, of iemand buitensluiten. In mijn bijdrage ga ik<br />
uit van het volledige gamma aan agressiviteit en geweld door<br />
jongeren.<br />
Het publieke debat <strong>over</strong> jeugdgeweld heeft<br />
er toe geleid dat er vooral op scholen meer<br />
<strong>over</strong> geweld wordt gesproken.<br />
Belangrijke bronnen zijn<br />
• De offi ciële criminaliteitsstatistieken van de politie (PKS),<br />
die informatie verschaffen <strong>over</strong> de door jongeren begane<br />
delicten waarvan aangifte is gedaan.<br />
• Een aantal onderzoeksinstituten heeft representatieve<br />
enquêtes gehouden onder scholieren om te bepalen wat het<br />
aantal delicten is waarvan geen aangifte wordt gedaan. Met<br />
name het Kriminologische Forschungsinstitut Niedersachsen<br />
(KFN), Hann<strong>over</strong>, onder leiding van prof. Pfeiffer en<br />
het Institut für Psychologie van de universiteit Erlangen-<br />
Nürnberg onder leiding van prof. Lösel hebben hier<strong>over</strong> de<br />
afgelopen jaren omvangrijke studies gepubliceerd.<br />
• In de zomer van 2001 heeft de bondsregering een periodiek<br />
veiligheidsrapport gepresenteerd, waarin naast de offi ciële<br />
statistieken ook andere bronnen werden gebruikt zoals<br />
onderzoeken naar het aantal delicten waarvan geen<br />
aangifte is gedaan, enquêtes onder slachtoffers en wetenschappelijke<br />
analyses.<br />
Uit de politiestatistieken blijkt dat het aantal jongeren dat van<br />
een misdrijf wordt verdacht sinds 1998 stagneert resp. licht<br />
AA P<br />
daalt, nadat het in de jaren ’90 voortdurend steeg. Vooral het<br />
aantal kinderen is sterk afgenomen. In vergelijking met de<br />
totale criminaliteit stijgt het aantal geregistreerde geweldsmisdrijven<br />
van minderjarigen echter wel voortdurend. Met name<br />
groeit het aantal delicten waarbij ernstig lichamelijk letsel<br />
wordt toegebracht. Berovingen nemen iets af, maar straatroof<br />
(bv. mobiele telefoons ‘in beslag nemen’, geld, horloges,<br />
e.d.) en tasjesroof zijn nog steeds het terrein van verdachten<br />
onder de 21. Ook is het aantal kinderen dat werd verdacht<br />
van een geweldsmisdrijf de afgelopen tien jaar met ca. 38%<br />
(in Nordrhein-Westfalen) gestegen. Absolute cijfers liggen wel<br />
nog lager en de delicten van kinderen zijn ook meestal minder<br />
gevaarlijk.<br />
Bovendien stijgt het aandeel meisjes en jonge vrouwen in de<br />
geregistreerde geweldscriminaliteit. Ondanks het feit dat nog<br />
steeds ca. een vijfde (83%) van de geweldsdelicten door jonge<br />
mannen wordt begaan, is het aantal meisjes en jonge vrouwen<br />
dat wordt verdacht van het toebrengen van zwaar en ook licht<br />
lichamelijk letsel sinds 1993 verdrievoudigd.<br />
Nog steeds zijn de daders in eerste instantie jongens en<br />
jonge mannen, net als de slachtoffers. Jeugdgeweld vindt dus<br />
meestal plaats onder jongeren van dezelfde leeftijd.<br />
Bovengemiddeld veel verdachten van geregistreerde geweldscriminaliteit<br />
hebben niet de Duitse nationaliteit. Wel daalt het<br />
aandeel van de buitenlandse jongeren iets. Bij berovingen<br />
en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel is het aandeel<br />
buitenlandse scholieren/studenten opvallend. Vooral de uit<br />
Turkije afkomstige, mannelijke jongeren zijn vaker betrokken<br />
bij geweldscriminaliteit.<br />
Geweldscriminaliteit vindt in Duitsland vooral in de grote<br />
steden en stadstaten (met Berlijn bovenaan) plaats. Echte<br />
criminele bendes zijn in Duitsland een uitzondering.<br />
De stijging van de geregistreerde geweldscriminaliteit<br />
veroorzaakt regelmatig opwinding in Duitsland, al zijn veel<br />
criminologen ervan <strong>over</strong>tuigd dat de stijging deels te verklaren<br />
is door het feit dat er de afgelopen jaren vaker aangifte wordt<br />
gedaan, waardoor het aantal delicten in de statistieken stijgt.<br />
Het publieke debat <strong>over</strong> jeugdgeweld heeft er namelijk ook<br />
toe geleid dat er vooral op scholen meer <strong>over</strong> geweld wordt<br />
gesproken. In veel plaatsen bezoekt de politie regelmatig alle<br />
scholen en adviseert jongeren aangifte te doen.<br />
De brede discussie rond geweld op school heeft ertoe geleid<br />
dat er veel grote en kleinere enquêtes op scholen zijn<br />
gehouden. Met name de grote representatieve enquêtes onder<br />
leerlingen leveren belangrijke inzichten op <strong>over</strong> de omvang<br />
van geweld onder kinderen en jongeren, de uitingsvormen en<br />
de oorzaken.
De belangrijkste resultaten van een enquête<br />
onder 1.100 jongeren in klas 7 en 8 (12-14<br />
jaar)<br />
(gehouden door prof. Lösel, universiteit Erlangen-Nürnberg en<br />
prof. Bliesener, universiteit Kiel)<br />
• Geweld op school uit zich meestal in lichte fysieke en<br />
verbale agressiviteit. Ca. een derde van de jongens trapt<br />
of slaat regelmatig. Ernstige fysieke geweldsdelicten zijn<br />
zeldzaam.<br />
• In tegenstelling tot de politiestatistieken zijn buitenlandse<br />
jongeren maar iets minder vaak betrokken bij geweld op<br />
school dan niet-buitenlandse jongeren.<br />
• Meisjes vertonen minder vaak <strong>agressie</strong>f gedrag en worden<br />
minder vaak slachtoffer van geweldsdelicten.<br />
• Ca. 5 procent van de leerlingen zijn zogenaamde ‘bullies’<br />
en treiteren hun medeleerlingen regelmatig. Het<br />
is zeer waarschijnlijk dat deze jongeren later<br />
veelvuldig delicten zullen plegen.<br />
Wat betreft de oorzaken van geweld leveren wetenschappelijke<br />
studies eensgezind het volgende beeld<br />
op: de risicofactoren liggen besloten in het gezin, de<br />
persoonlijkheidsstructuur, de school, de groep leeftijdsgenoten,<br />
het gebruik van alcohol/drugs en de<br />
media. Als meerdere factoren samenkomen, stijgt de<br />
kans dat kinderen crimineel of gewelddadig worden<br />
met sprongen. De belangrijkste risicofactoren zijn:<br />
• Een liefdeloos gezin, gebruik van geweld, mishandeling,<br />
verwaarlozing, te strenge of inconsequente<br />
opvoeding, een crimineel voorbeeld, armoede en<br />
werkloosheid van de ouders.<br />
• Hyperactiviteit, een grote mate van impulsiviteit,<br />
weinig eigenwaarde, de omgeving wordt als vijandig<br />
ervaren.<br />
• Een slecht sociaal-emotioneel schoolklimaat,<br />
anonimiteit en eenzijdige prestatiedruk.<br />
• Agressieve jongeren maken vaak deel uit van<br />
groepen die de tekortkomingen van het gezin<br />
(erkenning, gebrek aan geborgenheid) moeten<br />
opvangen, maar tegelijkertijd het <strong>agressie</strong>ve,<br />
asociale gedrag versterken. Buiten school wordt er<br />
voornamelijk ‘rondgehangen’.<br />
Als meerdere risicofactoren<br />
samenkomen, stijgt de kans dat<br />
kinderen crimineel of gewelddadig<br />
worden met sprongen.<br />
•<br />
•<br />
Gewelddadige beelden in de media versterken de acceptatie<br />
van geweld en dit is vaak al in het gezin begonnen.<br />
Ook het gebruik van alcohol en drugs houdt vaak duidelijk<br />
verband met <strong>agressie</strong>f en delinquent gedrag.<br />
Er zijn ook beschermende factoren die het ontstaan van<br />
geweld voorkomen, zelfs als er meerdere risicofactoren<br />
aanwezig zijn. Volgens Lösel zijn jongeren beschermd als zij<br />
verschillende manieren kennen om ergens mee om te gaan,<br />
zichzelf in de hand kunnen houden en weinig alcohol of drugs<br />
gebruiken. Deze inzichten zijn opgenomen in diverse trainingsprogramma’s.<br />
Carmen Trenz<br />
AA P<br />
13<br />
#2
14 #2<br />
Boeken Boeken<br />
Speels omgaan met <strong>agressie</strong><br />
134 spelletjes en oefeningen om op een<br />
creatieve manier confl icten op te lossen<br />
Auteur: Rosemarie Portmann<br />
Paperback | 97 Pagina’s | Uitgeverij<br />
Panta Rhei | Prijs: € 12,50 |<br />
ISBN10: 9073207886<br />
Dit eenvoudig uitgevoerde boek is<br />
bedoeld voor docenten aan basisscholen<br />
en brugklassen die in toenemende mate<br />
geconfronteerd worden met <strong>agressie</strong> en<br />
geweld in de klas. Vaak wordt er alleen<br />
bestraffend gereageerd, maar men<br />
kan ook op een constructieve manier<br />
omgaan met <strong>agressie</strong> van kinderen.<br />
In het boek zijn 134 spelletjes en<br />
(interactie)oefeningen opgenomen<br />
die pedagogische processen op gang<br />
kunnen brengen om op een constructieve<br />
manier te leren omgaan met<br />
woede en <strong>agressie</strong>. Op speelse en<br />
veilige wijze kunnen kinderen (8 - 14<br />
jaar) ervaringen opdoen met het eigen<br />
gedrag, wat als inleiding kan dienen<br />
voor een groepsgesprek.<br />
De spelletjes zijn verdeeld in 7<br />
categorieën; o.a. <strong>agressie</strong>ve gevoelens<br />
herkennen en uitdrukken, zichzelf en<br />
anderen beter begrijpen, <strong>agressie</strong><br />
beheersen en verminderen, confl icten<br />
vreedzaam oplossen.<br />
Ieder spel is eenvoudig en simpel<br />
(zonder hulpmiddelen) uit te voeren.<br />
Ook te gebruiken voor buitenschoolse<br />
activiteiten (schoolkampen, werkweken,<br />
sociaal cultureel werk).<br />
AA P<br />
Geweld achter de voordeur<br />
Aanpak van huiselijk geweld<br />
Auteur: H. Janssen<br />
Paperback | 171 pagina’s | Uigeverij<br />
Boom | Prijs: € 18,50 |<br />
ISBN10: 9085063639<br />
Huiselijk geweld is een groot maatschappelijk<br />
probleem. Jaarlijks vinden<br />
achter de voordeur 500.000 geweldsincidenten<br />
plaats, waarbij tientallen<br />
doden vallen.<br />
Dit boek is een gedegen studie <strong>over</strong><br />
de tragedie van huiselijk geweld en<br />
beschrijft de aard, omvang en aanpak.<br />
De aanpak van huiselijk geweld vergt<br />
een nauwe samenwerking tussen vele<br />
instanties als politie, justitie, vrouwenopvang,<br />
jeugdzorg, kinderbescherming,<br />
geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijk<br />
werk en andere hulpverleningsinstanties,<br />
om de geweldspiraal te<br />
doorbreken.<br />
Het boek beschrijft de achtergronden<br />
en de risicofactoren.<br />
Hoe ver zijn gemeenten in de aanpak<br />
van huiselijk geweld, hoe verloopt de<br />
samenwerking in de praktijk, welke<br />
methodieken zijn er ontwikkeld en<br />
hoe staat het met wetgeving? Aanpak<br />
van huiselijk geweld is een actueel<br />
en compleet boek voor diegenen die<br />
huiselijk geweld doordacht willen<br />
aanpakken; voor (lokale) bestuurders<br />
en beleidsmakers, voor alle betrokken<br />
beroepsgroepen en opleidingen.
Kort<br />
NIEUWS<br />
Politie trakteert chocola<br />
tegen <strong>agressie</strong><br />
AMSTERDAM - Om het uitgaanspubliek kalm te houden aan<br />
het einde van een stapavond worden in Schiedam chocoladerepen<br />
uitgedeeld bij de uitgang van cafés.<br />
Met deze maatregel hoopt de politie dat de jongeren niets<br />
slopen op weg naar huis. Dat schrijft De Telegraaf woensdag<br />
(16 mei 2007). Het trakteren tegen <strong>agressie</strong> is een uit<br />
Engeland <strong>over</strong>gewaaid idee.<br />
Gelukkig<br />
Chocola zou stoffen bevatten die een mens rustig maken en<br />
in een gelukkige stemming brengen. “En mensen die gelukkig<br />
zijn, slopen niets”, meldt de politie. Het gaat om een proef die<br />
inmiddels een maand loopt.<br />
Over de resultaten van de proef wilde de politie nog niets<br />
kwijt omdat het uitgaanspubliek niet is verteld waarom ze de<br />
zoetigheid uitgedeeld krijgen.<br />
Vrijheidsbeperking onterecht<br />
goed bedoeld’<br />
Verpleegkundigen en verzorgenden denken vaak ten onrechte<br />
dat ze met vrijheidsbeperking het beste doen voor hun cliënt.<br />
Zij bedoelen het goed, maar vaak is het niet nodig en juist<br />
nadelig voor de patiënt. Betere scholing moet dit probleem<br />
aanpakken. Dat zegt adviseur Paul Poortvliet van het LEVV<br />
naar aanleiding van het LEVV-onderzoek in verpleeg- en verzorgingshuizen.<br />
Een groot deel van de onderzochte verpleegkundigen<br />
en verzorgenden ontneemt bewoners onnodig hun<br />
vrijheid. Cliënten worden vastgebonden, in diepe stoelen gezet<br />
of krijgen kalmerende medicijnen toegediend.<br />
Veel verpleegkundigen en verzorgenden hebben hierbij goede<br />
intenties, benadrukt Poortvliet. ‘Ze willen de bewoners juist<br />
beschermen. Maar ze moeten eerder kijken of de situatie ook<br />
anders aangepakt kan worden’, zegt hij. ‘Bewoners raken vaak<br />
in paniek door beperkende maatregelen, waardoor er juist<br />
ongelukken gebeuren.’ Dit is gebleken uit eerder onderzoek.<br />
Afdelingscultuur<br />
Volgens Poortvliet is het ook belangrijk dat verpleegkundigen<br />
en verzorgenden tijdens het werk met elkaar bespreken<br />
of vrijheidsbeperking nodig is en hoe dat er per bewoner en<br />
situatie uit zou moeten zien. ‘Ook in team<strong>over</strong>leg moet dit<br />
thema bespreekbaar zijn’, zegt de adviseur. ‘Daarnaast heeft<br />
het personeel scholing nodig.’ Het LEVV gaat zich dan ook<br />
richten op scholingsadviezen aan instellingen en hen waar<br />
nodig helpen de afdelingscultuur in kaart te brengen.<br />
Verzekeraar biedt polis tegen<br />
geweld<br />
REEUWIJK - Werkgevers kunnen hun personeel nu verzekeren<br />
tegen geweld. De verzekeraar SEZ keert verzekerden geld uit<br />
als die psychische of lichamelijke schade oploopt na geweld.<br />
Directeur Nils Karssens van SEZ denkt onder meer ambulancepersoneel,<br />
voetbalverenigingen en portiers als klanten binnen<br />
te halen. De verzekering vergoedt begeleiding als iemand<br />
psychische problemen krijgt na bijvoorbeeld mishandeling. Er<br />
volgt een uitkering van 34.000 euro bij invaliditeit en 17.000<br />
euro bij <strong>over</strong>lijden.<br />
Premie<br />
De premie bedraagt voor werknemers ongeveer 1,25 euro<br />
per maand, zei Karssens vrijdag. Ook individuen kunnen zich<br />
voor de verzekering aanmelden. Zij moeten een premie van<br />
ongeveer 2 euro betalen.<br />
Om in aanmerking te komen voor een vergoeding, moet de<br />
verzekerde wel kunnen bewijzen dat hij het slachtoffer is<br />
van geweld, benadrukte Karssens. Dat kan bijvoorbeeld door<br />
aangifte te doen bij de politie.<br />
SEZ zegt met de verzekering te zijn gekomen na gevallen<br />
van <strong>agressie</strong> tegen onder meer ambulancepersoneel en<br />
werknemers van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI).<br />
“We hebben bekeken of we iets voor hen konden doen.”<br />
Bron: ANP<br />
AA P<br />
15<br />
#2
16 #2<br />
Interview met Rex van der Sluys<br />
Beleidsmedewerker, Directie Arbeidsomstandigheden, Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)<br />
De nieuwe Arbowet en de<br />
Psycho Sociale Arbeidsbelasting: PSA<br />
Rex van der Sluys<br />
AA P<br />
Van de redactie<br />
Rex van der Sluys is zo’n twaalf jaar werkzaam bij<br />
het ministerie van Sociale Zaken (SZW) op de Afdeling<br />
Directie Arbeidsomstandigheden.<br />
Rex: Ik kwam vanuit de centrale afdeling Personeelszaken,<br />
waar het er allemaal veel ambtelijk en trager aan toe ging.<br />
Vanaf de start op deze werkplek kreeg ik het aandachtsveld<br />
<strong>agressie</strong> en geweld toebedeeld. Door de grote noodzaak,<br />
aangegeven door het werkveld, gaf de ARBO wetgeving<br />
veel meer druk en actie. Mijn afdeling Kennisontwikkeling,<br />
Onderzoek en Nieuwe risico’s (KON) gaf hier ook alle<br />
aanleiding toe. De oude risico’s in de ARBO wet waren veel<br />
meer meetbaar (bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen, inrichting<br />
van de werkplek, enz). Agressie en geweld waren de nieuwe<br />
risico’s, die duidelijk meer contact met de buitenwacht<br />
vereisten, maar niettemin werd er nog veel ‘ontwikkeld’<br />
vanachter het bureau en de PC.<br />
In de loop der tijd werden de contacten met de buitenwacht<br />
(werkgevers en werknemers) toch steeds intensiever.<br />
Wij gingen op zoek naar goede praktijken / best practice<br />
(dat resulteerde in het boekje: 36 aanpakken), er werden<br />
deskundigen panels voor evaluaties uitgenodigd en we namen<br />
deel aan de bijeenkomsten in het werkveld met betrekking tot<br />
het maken en opstellen van de ARBO convenanten.<br />
Per 1 januari 2007 is dit jaar in Nederland de nieuwe Arbo-wet<br />
van kracht geworden.<br />
De uitgangspunten die aan de gewijzigde Arbo-wet ten<br />
grondslag liggen, zijn als volgt beschreven. ”In het belang<br />
van goede arbeidsomstandigheden in de onderneming(en)<br />
is het wenselijk om de verantwoordelijkheid van werkgevers<br />
en werknemers voor het arbeidsomstandighedenbeleid te<br />
vergroten, de regelgeving zoveel mogelijk te beperken, te<br />
vereenvoudigen en te verduidelijken”.<br />
Deze nieuwe aanpak van de arbeidsomstandigheden krijgt dus<br />
vorm in verschillende bestaande en nieuwe beleidstrajecten.
Voorbeelden daarvan zijn de hier besproken nieuwe Arbo-wet<br />
en het Programma Versterking Arbeidsveiligheid, dat in 2003<br />
is gestart.<br />
Uitgangspunt van de nieuwe Arbo-wet is dat er geen<br />
Nederlandse regels boven op de regels van de Europese<br />
Unie komen. Een goed Arbobeleid dient bij te dragen aan het<br />
voorkomen van ziekten en ongevallen en het terugdringen van<br />
verzuim en arbeidsongeschiktheid.<br />
De slogan luidt dan ook: Arbonieuwestijl Samen beter aan de<br />
slag. Werknemers en werkgevers krijgen meer mogelijkheden<br />
om zelf invulling te geven aan de nieuwe Arbo-wet, die<br />
daardoor ook per branche meer maatwerk wordt en, verwacht<br />
de <strong>over</strong>heid, daarbij kan rekenen op een groter draagvlak in<br />
de onderneming(en).<br />
In de nieuwe wet wordt onderscheid gemaakt tussen het<br />
publieke - en het private domein.<br />
Het publieke domein<br />
Arbo-wet, Arbobesluit, Arboregeling<br />
De <strong>over</strong>heid zorgt hier voor een helder, wettelijk kader, met<br />
zo min mogelijk regels en zo weinig mogelijk administratieve<br />
lasten. Daartoe stelt de <strong>over</strong>heid zogenaamde doelvoorschriften<br />
vast, dit is het niveau van bescherming dat werkgevers<br />
moeten bieden aan hun werknemers, zodat zij veilig en gezond<br />
kunnen werken.<br />
Doelvoorschriften zijn alleen van toepassing, indien deze<br />
zoveel mogelijk concreet beschreven kunnen worden.<br />
Bijvoorbeeld voorschriften m.b.t. het geluidsniveau op arbeidsplaats<br />
hoger dan 85 decibel en maatregelen m.b.t. gevaar tot<br />
vallen van 2,5 meter of meer.<br />
Voor de psychosociale Arbeidsbelasting is dit bij de huidige<br />
nieuwe Arbo-wet niet of minder van toepassing.<br />
Overheid zorgt voor:<br />
• handhaving door arbeidsinspectie<br />
• informatie op internet<br />
• tijdelijke subsidiëring voor de totstandkoming van arbocatalogi<br />
• voorlichting <strong>over</strong> de nieuwe wetgeving<br />
Het private domein<br />
In het private domein maken werkgevers en werknemers<br />
samen afspraken waarop zij binnen hun onderneming of<br />
branche invulling geven aan de doelvoorschriften van de<br />
<strong>over</strong>heid. Deze afspraken worden vastgelegd in een Arbocatalogus.<br />
Arbocatalogus<br />
In een Arbocatalogus staan de verschillende methoden<br />
en oplossingen die werkgevers en werknemers hebben<br />
afgesproken om te voldoen aan de doelvoorschriften die de<br />
<strong>over</strong>heid stelt. Bijvoorbeeld:<br />
• maatregelen welke bijdragen aan een veilig en gezond<br />
werkklimaat,<br />
• normen uit (wetenschappelijke) onderzoeken<br />
• goede praktijken<br />
• NEN-normen<br />
• brancherichtlijnen<br />
• ARBO convenanten<br />
• leidraden of huidige arboregels<br />
Een goed Arbobeleid dient bij te dragen<br />
aan het voorkomen van ziekten en<br />
ongevallen en het terugdringen van<br />
verzuim en arbeidsongeschiktheid.<br />
Werkgevers en werknemers in de onderneming of branche zijn<br />
verantwoordelijk voor de vormgeving, inhoud en beschikbaarheid<br />
van een Arbocatalogus.<br />
Zodra zij een Arbocatalogus hebben opgesteld volgt er een<br />
marginale toetsing door het Ministerie van Sociale Zaken en<br />
Werkgelegenheid (SZW).<br />
De marginale toets bestaat uit:<br />
• Is beschreven voor welke branche de catalogus bedoeld is?<br />
• Vertegenwoordigen de opstellers, de werkgevers en<br />
werknemers in dit gebied?<br />
• Is de catalogus beschikbaar en kenbaar voor werkgevers en<br />
werknemers?<br />
• Quick-Scan: is de catalogus begrijpelijk, logisch en niet in<br />
strijd met de wet?<br />
Na de SZW marginale toetsing wordt een Arbocatalogus van<br />
toepassing en worden de (oude) Arbobeleidsregels afgeschaft.<br />
Als in één keer alle Arbobeleidsregels zouden worden<br />
afgeschaft in een situatie waarin een branche bijvoorbeeld nog<br />
niet <strong>over</strong> een marginaal getoetste Arbocatalogus beschikt, zou<br />
er voor werknemers een vacuüm kunnen ontstaan.<br />
Het beleid is er daarom op gericht om de Arbobeleidsregels<br />
sectorgewijze in te trekken. Daarbij zullen de Arbobeleidsregels<br />
die blijven bestaan worden geactualiseerd en<br />
opgeschoond. Dit prikkelt de zelfregulering in de branches/<br />
bedrijven, men heeft liever te maken met de zelf opgestelde<br />
regels dan met de regels van de <strong>over</strong>heid. Om deze situatie<br />
niet oneindig te laten bestaan, wordt er een grens gesteld<br />
vanuit de <strong>over</strong>heid: drie jaar na inwerkingtreding van de<br />
nieuwe Arbo-wet, dus per 1 januari 2010 worden alle <strong>over</strong>gebleven<br />
Arbobeleidsregels ingetrokken.<br />
AA P<br />
17<br />
#2
18 #2<br />
PsychoSociale Arbeidsbelasting (PSA) in de nieuwe Arbo-wet<br />
Uitbreiding van ongewenst gedrag<br />
In artikel 1 (derde lid, onderdelen e. en f.) worden de defi nities<br />
van seksuele intimidatie en <strong>agressie</strong> en geweld vervangen<br />
door een defi nitie van psychosociale arbeidsbelasting. Het gaat<br />
naast seksuele intimidatie, <strong>agressie</strong> en geweld in de nieuwe<br />
Arbo-wet ook <strong>over</strong> pesten en werkdruk.<br />
Onder psychosociale arbeidsbelasting worden factoren in de<br />
arbeidssituatie verstaan, die stress veroorzaken. Werkstress<br />
kan op zijn beurt weer leiden tot <strong>over</strong>spannenheid, burnout,<br />
depressie en post traumatische stress stoornis, voorbeelden<br />
van aan (chronische) stress gerelateerde psychische aandoeningen.<br />
Belangrijk is te weten, dat niettemin alle onderdelen van de<br />
PSA, <strong>agressie</strong>, intimidatie, geweld, pesten en werkdruk apart<br />
gedefi nieerd worden.<br />
Voor (seksuele) intimidatie en pesten worden vanuit de<br />
Europese Richtlijn nr. 2002/73/EG dezelfde defi nities<br />
gehanteerd als die welke in de Wet Gelijke Behandeling (WGB,<br />
art1a, 3e lid)) en het Burgerlijk Wetboek (BW, art 646, 8e lid,<br />
boek 7) zijn beschreven.<br />
De wetgever schrijft voor dat de werkgever, binnen het<br />
algemeen arbeidsomstandighedenbeleid, beleid moet voeren<br />
dat gericht is op voorkomen en indien dat niet mogelijk is,<br />
beperking van de PSA.<br />
Doelvoorschrift ook voor PSA<br />
Als er geen concrete doelvoorschriften kunnen worden<br />
gemaakt, zoals bijvoorbeeld bij PSA, is er sprake van procesnormen.<br />
Dit houdt in dat de werkgever verplicht is om een beleidsproces<br />
te doorlopen om risico’s te beoordelen en te beheersen.<br />
Procesnormen kunnen worden uitgewerkt d.m.v. agendabepalingen,<br />
welke verplichte aandachtspunten zijn.<br />
In zo’n agendabepaling wordt aangegeven welke elementen<br />
deel moeten uitmaken van het beleid dat de werkgever moet<br />
voeren.<br />
Onverlet zal deze agendabepaling natuurlijk gebaseerd dienen<br />
te zijn op de RI & E.<br />
De agendabepaling welke inmiddels “een stand der<br />
wetenschap“ is met maatregelen die dienen te passen bij<br />
de eigen organisatie of branche (bijvoorbeeld: detailhandel<br />
is duidelijk geen ziekenhuis) kan in de context van PSA de<br />
volgende elementen bevatten:<br />
• beschikbaarheid van een vertrouwenspersoon<br />
• algemene gedragscode is opgesteld<br />
AA P<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
er bestaat een klachtenregeling<br />
er is een systeem voor registratie van (ernstige) incidenten<br />
er zijn structureel deskundigheidsbevorderende trainingen<br />
voor werknemers<br />
structurele nazorg na incidenten met <strong>agressie</strong> en/of geweld<br />
is geregeld<br />
maatregelen werkdruk en werkstress bestaan<br />
In het geval van PSA is de werkgever verplicht beleid te<br />
voeren ter voorkoming en beperking hiervan.<br />
Er moet dus altijd een doelvoorschrift zijn: in de vorm van<br />
concrete grenswaarden of als procesvorm.<br />
Hoe wordt er gecontroleerd?<br />
Arbeidsinspectie en branchebrochures<br />
Boetes worden verdubbeld<br />
Met het ingaan van de herziene Arbo-wet, is ook de werkwijze<br />
van de Arbeidsinspectie veranderd. De Arbeidsinspectie gaat<br />
uit van de wet- en regelgeving, en de invulling daarvan door<br />
werkgevers en werknemers in Arbocatalogi. De Arbeidsinspectie<br />
controleert of bedrijven zich aan de wettelijke regels<br />
houden. Zodra een getoetste Arbocatalogus is opgesteld,<br />
vormt die het uitgangspunt voor de inspectie. Werkgevers<br />
die werk maken van de Arbocatalogus kunnen rekenen op<br />
een soepele opstelling van de Arbeidsinspectie. In sectoren<br />
met hoge risico’s waar een Arbocatalogus ontbreekt, zal de<br />
Arbeidsinspectie vaker inspecteren.<br />
Bij misstanden treedt de Arbeidsinspectie<br />
hard op. De maximale boetes die de<br />
Arbeidsinspectie kan opleggen,<br />
worden verdubbeld.<br />
De Arbeidsinspectie ontwikkelt een uitgebreide serie branchebrochures.<br />
Deze branchebrochures zijn voorlichtingsinstrumenten<br />
die aan alle bedrijven in een bepaalde branche worden<br />
gestuurd. De eerste set van vier brochures is inmiddels aan de<br />
betreffende branche aangeboden. Met de brochures kunnen de<br />
werkgevers zich goed op een inspectie van de Arbeidsinspectie<br />
voorbereiden. In de brochure is informatie opgenomen <strong>over</strong><br />
welke verplichtingen de werkgever heeft, hoe een bedrijfsinspectie<br />
verloopt en zijn de belangrijkste arbeidsrisico’s in<br />
de branche uitgewerkt. Daarmee wordt het optreden van de<br />
<strong>over</strong>heid duidelijk en voorspelbaar.
En wat brengt de toekomst?<br />
Rex: Internet speelt een steeds grotere rol, ook bij onze<br />
nieuwe ARBO wetgeving. Voorheen was het mogelijk dat<br />
iedere ‘expert’ zichzelf op de site www.arbo.nl als deskundige<br />
kon presenteren...een speels lachje trekt <strong>over</strong> Rex’s gezicht:<br />
dat is niet meer van deze tijd en dus niet meer mogelijk.<br />
Er is een luide roep vanuit de sociale partners om PSA een<br />
prominente plaats op de site te geven en met trots kan ik<br />
zeggen, dat www.arbo.nl, het ARBO portaal, mij na aan het<br />
hart ligt en dat alle informatie <strong>over</strong> PSA voor werkgevers en<br />
werknemers hier te vinden zal zijn!<br />
Hoe kijkt Europa tegen Nederland aan?<br />
Zijn wij het beste jongetje in de klas?<br />
Rex: Nou ja, <strong>over</strong> dat laatste wil ik niet veel zeggen, daar<br />
moet je voorzichtig mee zijn. Natuurlijk hebben wij ook een<br />
buitenlands netwerk en dan met name ook de contacten<br />
met het Europese agentschap voor Safety & Health in the<br />
Workplace, dat in Bilbao / Spanje zetelt.<br />
Ik zou zo zeggen, vanuit Europa wordt zeker wel met grote<br />
interesse gekeken naar de wijze, waarop wij (o.a. in deze<br />
wetgeving) met veel minder administratieve regels aan de<br />
gang gaan!<br />
Belangrijkste wijzigingen<br />
per 1 januari 2007<br />
• Arbeidsomstandighedenspreekuur<br />
vervalt<br />
• Aangepaste bedrijfshulpverlening (BHV)<br />
• Jaarlijkse schriftelijke rapportage <strong>over</strong><br />
plan van aanpak vervalt<br />
• Overleg met werknemers: actief<br />
informatie uitwisselen<br />
• Beschikbaarheid informatie<br />
• Melding en registratie ongevallen<br />
gewijzigd<br />
• Voorwaarden <strong>preventie</strong>medewerker<br />
gewijzigd<br />
• RI & E-toets (Risico, Inventarisatie en<br />
Evaluatie) gewijzigd<br />
• Psychosociale Arbeidsbelasting gewijzigd<br />
[Advertentie]<br />
COMMUNICATIE, PREVENTIE,<br />
NAZORG & SOCIALE VEILIGHEID<br />
Al ruim 15 jaar dé specialist voor methodiekontwikkeling<br />
met een uitgebreid scala aan<br />
praktijkgerichte trainingen en opleidingen.<br />
Advies – en ondersteuningstrajecten bij<br />
ernstige gedragsproblemen.<br />
Opleidingen:<br />
I NTERMEDIAIR<br />
B EDRIJFSCOACH<br />
T RAIN DE TRAINER<br />
Wij starten de traineropleidingen<br />
weer op 8 oktober a.s.!<br />
Incompany Trainingen:<br />
AGRESSIEPREVENTIE<br />
en aanpak bij<br />
I NTIMIDATIE<br />
B EDREIGING EN<br />
F YSIEK GGEWELD EWELD<br />
Radar methode<br />
Regeer® met<br />
Controle & Fysieke<br />
Beheersing® (CFB)<br />
LEO Agressie Management<br />
Landsmeerderdijk 21<br />
1035 PS Amsterdam<br />
Tel: 020 - 493 34 37<br />
Fax: 020 - 493 38 28<br />
E-mail: management@leo.nl<br />
www.leo.nl<br />
AA P<br />
19<br />
#2
20 #2<br />
Agenda Agenda<br />
27 – 30 September 2007<br />
International Conference on<br />
Interdisciplinary Analyses of<br />
Aggression and Terrorism<br />
Mirafl ores de la Sierra, Madrid, SPAIN<br />
URL: www.societyforterrorismresearch.<br />
org<br />
Featuring: The 25th CICA Meeting & the<br />
1st STR Conference<br />
Co-sponsored by:<br />
CICA (International Colloquium on<br />
Confl ict and Aggression) and STR<br />
(Society for Terrorism Research)<br />
Location: La Cristalera, University of<br />
Madrid’s Conference Center in Mirafl ores<br />
de la Sierra, Spain (visit http://www.<br />
lacristalera.com)<br />
The Society for Terrorism Research<br />
(STR)<br />
De STR Is een internationale, multidisciplinaire<br />
organisatie van theoretische<br />
– en empirische onderzoekers in allerlei<br />
(gedrag) wetenschappen, zoals antropologie,<br />
biologie, economie, Politicologie,<br />
psychologie, sociologie, e.a..<br />
De missie van de STR behelst het<br />
bevorderen van kennis en begrip <strong>over</strong><br />
(internationaal) terrorisme en <strong>agressie</strong>.<br />
De STR wil tevens bevorderen, dat alle<br />
onderzoek naar terrorisme en <strong>agressie</strong><br />
uitgevoerd wordt in multidisciplinair<br />
verband en dat op deze wijze verkregen<br />
theoretische resultaten bijdragen<br />
kunnen leveren aan een wereldwijde<br />
eenduidige politieke benadering.<br />
AA P<br />
INTERESSANTE INTERNATIONALE CONGRESSEN<br />
18 - 19 maart 2008<br />
1 st Biennial Conference of<br />
the International Family<br />
Aggression Society<br />
Preston, Lancashire,<br />
UNITED KINGDOM<br />
URL: www.uclan.ac.uk/<br />
facs/science/psychol/<br />
ifas/ifasindex.html<br />
Venue: University of Central Lancashire<br />
Organisers: Dr. Nicola Graham-Kevan &<br />
Crime Solutions<br />
Vooraankondiging Conferentie<br />
De ‘Call for Papers’<br />
‘ Papers ’ kunnen worden ingediend op<br />
alle aspecten van huiselijk geweld en/of<br />
de gevolgen van huiselijk geweld en<br />
kunnen o.a. de volgende onderwerpen<br />
bevatten:<br />
• Familierecht<br />
• Typologie van partner geweld<br />
• Bescherming van kinderen<br />
• Gezinsmoord<br />
• Kindermishandeling & daderschap<br />
ouder(s)<br />
• Ouderen mishandeling<br />
• Agressie van kind(eren) tegen<strong>over</strong><br />
ouder(s)<br />
• Reactie(s) bij politie (aangiften) in<br />
geval van huiselijk geweld<br />
• Behandelbeleid<br />
• Preventie beleid<br />
• Vroegtijdig interventiebeleid bij<br />
gezin met hoog risico<br />
• Sluimerend huiselijk geweld<br />
• Persoonlijkheidsstoornissen &<br />
agressiviteit<br />
30 & 31 oktober 2007<br />
De Ergocoachdagen 2007<br />
Nieuwegein<br />
Het landelijk evenement<br />
voor ergocoaches en arbocoördinatoren<br />
in de zorg:<br />
de Ergocoachdagen. Noteer de data<br />
van 2007 vast in je agenda.<br />
De ErgocoachDagen 2007 worden georganiseerd<br />
door het Project Ergocoaches,<br />
een activiteit van Stichting RegioPlus.<br />
Het Project Ergocoaches wordt mogelijk<br />
gemaakt door het ministerie van<br />
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en<br />
het ministerie van Volksgezondheid,<br />
Welzijn en Sport.<br />
Béter Coachen is het thema van de<br />
ErgocoachDagen 2007. Voor betere<br />
arbeidsomstandigheden in de zorg dus.<br />
Vorig jaar barstte het congrescentrum<br />
in Nieuwegein bijna uit z’n voegen<br />
door zoveel ergocoaches op 1 dag te<br />
ontvangen en dat terwijl er nog heel<br />
veel ergocoaches op de wachtlijst<br />
stonden. Daarom hebben we de bezoekersomvang<br />
per dag teruggebracht<br />
en er een tweede, identieke dag aan<br />
vastgeplakt. Je kunt dus 30 of 31<br />
oktober komen.<br />
Workshops, een uitgebreide informatiemarkt,<br />
alles wat je wilt weten <strong>over</strong> het<br />
verminderen van fysieke belasting en<br />
<strong>agressie</strong> in de zorg kom je tegen op de<br />
landelijke Ergocoachdagen.
Een korte selectie van onderwerpen<br />
in de keuze workshops <strong>agressie</strong> en<br />
geweld:<br />
Fysieke weerbaarheid<br />
Soms lopen situaties met cliënten of<br />
patiënten en soms zelfs met collega’s zó<br />
uit de hand dat praten niet meer helpt.<br />
Vaak is het dan maar beter om weg te<br />
gaan. Maar wat als het je niet lukt om<br />
weg te komen? Of als je, uit hoofde<br />
van je functie of beroep, verplicht bent<br />
om in zo’n situatie in te grijpen? In de<br />
workshop fysieke weerbaarheid worden<br />
de beginselen aangereikt hoe je in<br />
dit soort situaties kunt handelen. Dit<br />
kan variëren van het veilig wegkomen<br />
uit een onveilige situatie tot het<br />
onder controle brengen en houden<br />
van mensen die zich zeer <strong>agressie</strong>f<br />
gedragen. Voor alle deelnemers erg<br />
geschikt!<br />
Hoe voorkom ik weerstand en<br />
<strong>agressie</strong>?<br />
In deze workshop leer je hoe <strong>agressie</strong><br />
ontstaat en vooral hoe je het tijdig<br />
signaleert en erger voorkomt. Wat kun<br />
je zelf doen om <strong>agressie</strong> te voorkomen?<br />
Hoe stel je je als zorgverlener op en<br />
wat kun je beter niet doen? Welke<br />
invloed heeft je eigen gedrag op<br />
het ontstaan van <strong>agressie</strong>? In deze<br />
workshop gaan we hiermee aan de slag.<br />
Beslist ook voor ergocoaches en<br />
natuurlijk aandachtsvelders <strong>agressie</strong> in<br />
de zorg.<br />
Registratie van incidenten: DOEN!<br />
In de zorg zijn we gewend om<br />
incidenten te registreren. We kennen<br />
de MIP (Meldingen Incidenten Patiëntenzorg)<br />
of de FONA (Fouten,<br />
Ongevallen en (Near Accidents). Ook<br />
als je te maken krijgt met <strong>agressie</strong> is<br />
registratie erg belangrijk. Hoe kun je je<br />
collega’s stimuleren om alle incidenten<br />
te registreren? In deze workshop wordt<br />
hier uitgebreid op ingegaan, zodat je<br />
de volgende dag antwoord hebt op de<br />
vraag: ‘Waarom zou ik registreren?’ en<br />
‘Hoe kan ik dat doen?’<br />
Voor ervaren en onervaren<br />
ergocoaches, aandachtsvelders <strong>agressie</strong><br />
en iedereen die beleidsmatig betrokken<br />
is bij de <strong>preventie</strong> van <strong>agressie</strong>.<br />
Hoe ga ik met verbale <strong>agressie</strong><br />
om? Wegens succes herhaald!<br />
Steeds vaker komt het voor dat<br />
zorgverleners met <strong>agressie</strong> te maken<br />
krijgen. Als we als mens <strong>agressie</strong>f of<br />
intimiderend benaderd worden, hebben<br />
we wel eens moeite om onze eigen<br />
(opkomende) irritatie of emotie in toom<br />
te houden! Dat is vaak een hele kunst!<br />
Een nog grotere kunst is om op een<br />
dergelijk gedrag van derden zogenaamd<br />
‘deëscalerend’ te reageren. Wat kun<br />
je dan doen? Deze workshop staat in<br />
het teken van het kijken naar je eigen<br />
houding en het toepassen van tactieken<br />
om met verbale <strong>agressie</strong> om te gaan.<br />
Er wordt gewerkt met een acteur,<br />
die situaties uit de gezondheidszorg<br />
levensecht naspeelt.<br />
Er zijn nog veel meer workshops met<br />
thema’s op het gebied van <strong>agressie</strong>,<br />
communicatie en fysieke belasting.<br />
Zie voor inschrijving en het complete<br />
<strong>over</strong>zicht: www.ergocoaches.nl<br />
26 september 2007<br />
Terugkomdag ‘Intermediair<br />
Agressie en Geweld’<br />
Organisatie: Vervangingsfonds<br />
Plaats: Amersfoort<br />
Deelnamekosten voor cursisten<br />
Intermediair AG: gratis<br />
Op woensdag 26 september 2007 vindt<br />
in Amersfoort de Terugkomdag ‘Intermediair<br />
Agressie en Geweld’ plaats.<br />
Deze terugkomdag wordt speciaal en<br />
uitsluitend voor de deelnemers aan de<br />
basistraining ‘Intermediair Agressie en<br />
Geweld’ uit het primair onderwijs<br />
georganiseerd.<br />
Op deze dag zullen ook de trainers<br />
aanwezig zijn van de opleidingsinstituten<br />
die de driedaagse training “<br />
Intermediair Agressie en Geweld” in<br />
opdracht van het VFPF het afgelopen<br />
schooljaar hebben verzorgd.<br />
Heeft u deelgenomen aan de eerder<br />
door het Vervangingsfonds georganiseerde<br />
driedaagse basistraining ‘Intermediair<br />
Agressie en Geweld’ en bent<br />
u werkzaam in het primair onderwijs?<br />
Meldt u dan aan via het aanmeldingsformulier<br />
(zie www.vfpf.nl ).<br />
Deelname (lunch inbegrepen) is gratis.<br />
U kunt zich tot 17 augustus 2007<br />
aanmelden.<br />
Het programma<br />
Tijdens de terugkomdag kunnen de<br />
deelnemers drie workshops volgen.<br />
In totaal worden acht verschillende<br />
workshops aangeboden. Verder kunnen<br />
de deelnemers terecht bij de informatiestand,<br />
bemand door een aantal<br />
beleidsmedewerkers en regioadviseurs<br />
AA P<br />
21<br />
#2
22 #2<br />
Agenda Agenda<br />
van het Vervangingsfonds, voor uiteenlopende<br />
informatie <strong>over</strong> de werkzaamheden<br />
en producten en diensten<br />
van het Vervangingsfonds. Ook is er<br />
voldoende gelegenheid om ervaringen<br />
uit te wisselen met collega’s en de<br />
deelnemers van de basistraining.<br />
Op deze terugkomdag zal daarnaast<br />
informatie <strong>over</strong> de vervolgtraining<br />
‘Intermediair Agressie en Geweld’<br />
beschikbaar zijn.<br />
Het programma van deze terugkomdag<br />
ziet er als volgt uit:<br />
9.15 Ontvangst met koffi e en thee<br />
10.00 Gezamenlijke opening, met<br />
gastspreker Henk Jan Smits<br />
11.15 Eerste workshopronde<br />
12.30 Lunch<br />
13.45 Tweede workshopronde<br />
15.15 Derde workshopronde<br />
16.30 Informele afsluiting met een<br />
hapje en een drankje<br />
Workshops<br />
1. Straatcultuur/cultuurverschillen<br />
2. Crisismanagement<br />
3. Extreem gedrag<br />
4. Verbal judo<br />
5. Veilig schoolgebouw<br />
6. Externe partijen<br />
7. Omgaan met <strong>agressie</strong> van ouders<br />
8. Schoolveiligheidsplan<br />
AA P<br />
Hier had uw<br />
advertentie<br />
kunnen staan…<br />
Interesse?<br />
Bel 020 493 34 36 of<br />
info@AP-tijdschrift.nl
Websites Websites<br />
Hieronder zijn<br />
interessante websites<br />
beschreven. Bedoeld om<br />
u op weg te helpen bij het<br />
verzamelen van informatie<br />
en achtergronden <strong>over</strong><br />
<strong>agressie</strong> en onveiligheid in<br />
elke situatie.<br />
www.platformseksueleintimidatie.nl<br />
Informatie en interactie <strong>over</strong> seksuele<br />
intimidatie en geweld op het werk.<br />
De redactie van het deskundigheidsplatform<br />
zorgt voor een selectie van<br />
relevante berichten en links.<br />
Naast informatie die voor iedere internetgebruiker<br />
toegankelijk is, bevat de<br />
website een besloten deel. Hiervoor<br />
kan men zich inschrijven indien met<br />
tot de doelgroep van deze website<br />
behoort: vertrouwenspersonen, leidinggevenden,<br />
ARBO functionarissen,<br />
maatschappelijk werkers en andere<br />
professionals die zich bezig houden met<br />
beleid rondom ongewenst gedrag op de<br />
werkplek. Bezoekers kunnen zelf per<br />
mail suggesties doen voor interessante<br />
artikelen en/of berichten.<br />
www.opheliaproject.org<br />
Het Ophelia Project is een initiatiefgroep<br />
in de USA. Het netwerk dient<br />
om jongeren en volwassenen die in<br />
aanraking komen met wat zij noemen<br />
‘relationele- en andere niet fysieke<br />
vormen van <strong>agressie</strong>f gedrag’ ondersteuning<br />
te bieden.<br />
Het project ondersteunt netwerken met<br />
door hen zelf ontwikkelde instrumenten,<br />
strategieën en oplossingen. De<br />
“Mission” bestaat uit het reduceren van<br />
de <strong>agressie</strong> en het ontwikkelen van een<br />
veilig sociaal klimaat.<br />
www.agency.osha.eu.int<br />
Website van het Europese agentschap<br />
voor veiligheid en gezondheid op de<br />
werkplek.<br />
Focal Point Nederland, in andere<br />
Lidstaten van de EU wordt ook kennis<br />
<strong>over</strong> Goede Praktijken ontwikkeld.<br />
Iedere lidstaat kent een Focal Point dat<br />
deze informatie kan delen middels een<br />
netwerk dat met ondersteuning van het<br />
Europees Agentschap kan functioneren.<br />
In Nederland is het Ministerie van SZW<br />
verantwoordelijk voor de functionering<br />
van het Nederlands Focal Point. TNO<br />
neemt de dagelijkse uitvoering van het<br />
NL-Focal Point op zich.<br />
www.who.int<br />
De World Health Organization (WHO)<br />
heeft ook het thema <strong>agressie</strong> en<br />
veiligheid op de agenda staan.<br />
Secretariat of the Violence Prevention<br />
Alliance. Department of Injuries and<br />
Violence Prevention.<br />
www.szw.nl<br />
In deze website vindt u informatie <strong>over</strong><br />
de manier waarop het ministerie van<br />
Sociale Zaken en Werkgelegenheid<br />
(SZW) is georganiseerd.<br />
Meer informatie <strong>over</strong> de verschillende<br />
beleidsterreinen kunt u vinden in de<br />
rubrieken Werk, Loon, Uitkeringen en<br />
Veilig werken.<br />
www.arbo.nl<br />
Het ARBO portaal is totaal vernieuwd<br />
en biedt toegang tot alle beschikbare<br />
informatie op het gebied van Veiligheid<br />
in het werk, zowel in Europese landen<br />
als daarbuiten.<br />
www.arbeidsinspectie.nl<br />
De Arbeidsinspectie houdt zich bezig<br />
met het toezicht, de opsporing en de<br />
handhaving van de wetgeving op het<br />
terrein van arbeidsbescherming. De<br />
belangrijkste wetten zijn de Arbeidsomstandighedenwet<br />
(waaronder het<br />
Besluit Risico’s Zware Ongevallen),<br />
de Arbeidstijdenwet, de Wet arbeid<br />
vreemdelingen, de Warenwet en de<br />
Wet Minimumloon en minimum vakantiebijslag.<br />
De Arbeidsinspectie is<br />
daarbij belast met het controleren van<br />
bedrijven en organisaties, het opsporen<br />
van strafbare feiten, het toetsen van<br />
voorgenomen wet- en regelgeving op<br />
handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid,<br />
het onderzoeken van ernstige arbeidsongevallen<br />
en klachten van werknemers<br />
<strong>over</strong> hun arbeidsomstandigheden,<br />
het verzamelen van beleidsrelevante<br />
informatie en het adviseren van SZWbeleidsdirecties<br />
daar<strong>over</strong>.<br />
www.leo.nl<br />
Al 15 jaar de specialist in training en<br />
opleidingen op het gebied van Agressie<br />
Preventie.<br />
WEET U INTERESSANTE WEBSITES?<br />
GEEF ZE DOOR AAN DE REDACTIE!<br />
AA P<br />
23<br />
#2
24 #2<br />
Verdieping<br />
Prof. Dr. Hedy Stegge, hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie, Vrije Universiteit te Amsterdam en<br />
PI Research Duivendrecht, Centrum voor innovatie, onderzoek, advies en training in de jeugdzorg en het onderwijs<br />
Dr. Sander Thomaes, onderzoeker, Capaciteitsgroep Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit Utrecht<br />
Hoe narcisten tot bloei komen<br />
Over gezonde en ongezonde zelfgevoelens bij kinderen en adolescenten<br />
(dit artikel is een samenvatting met toestemming van de auteurs)<br />
Wat is gezonde zelfwaardering? Is positieve zelfwaardering<br />
per defi nitie gezond? In dit artikel worden zowel<br />
‘gezonde’ als ‘ongezonde’ vormen besproken. Kinderlijk<br />
narcisme is zo’n vorm van ongezonde, positieve zelfwaardering.<br />
We weten inmiddels dat de ontwikkeling<br />
van narcisme aangewakkerd kan worden in de<br />
opvoeding, bijvoorbeeld door ouders die hun kinderen<br />
op eenzijdige wijze het gevoel geven dat ze unieke<br />
talenten hebben. Over waar het fout gaat, is dus al een<br />
en ander bekend. Maar belangrijker: hoe krijgen we<br />
deze kinderen weer tot bloei?<br />
Elizabeth is elf jaar. Over het algemeen is ze tevreden met<br />
de persoon die ze is. Dit is niet iets wat ze continu uitstraalt<br />
naar anderen. Ze geeft simpelweg die indruk. Haar positieve<br />
zelfbeeld is stevig verankerd in de realiteit. Ze haalt goede<br />
cijfers op school, speelt goed piano en de meeste van haar<br />
klasgenoten vinden haar aardig. Ze is alleen niet zo goed in<br />
sport. Dat vindt Elizabeth jammer, maar het beïnvloedt haar<br />
gevoel van eigenwaarde nauwelijks.<br />
Sarah is ook elf jaar. Hoewel haar competenties niet beter zijn<br />
dan die van anderen, ziet ze zichzelf als een speciaal persoon.<br />
Ze voelt zich beter dan de meeste van haar klasgenoten,<br />
maar haar positieve zelfbeeld doet wat kunstmatig en onecht<br />
aan. Ze schept veel op <strong>over</strong> de dingen waar ze goed in is en<br />
houdt er van anderen af te troeven. Tegelijk is Sarah gevoelig<br />
voor negatieve beoordeling door anderen. Ze reageert erg<br />
emotioneel en soms zelfs vijandig op kritiek of dingen die<br />
misgaan.<br />
Op het eerste gezicht is er een duidelijke gelijkenis tussen het<br />
zelfbeeld van Elizabeth en Sarah en toch lijkt er geen groter<br />
verschil mogelijk. Een positief zelfbeeld is blijkbaar geen<br />
uniforme persoonlijkheidseigenschap, maar kan ‘gezonde’ en<br />
AA P<br />
‘ongezonde’ vormen aannemen. ‘Kinderlijk narcisme’ valt in de<br />
laatste categorie.<br />
Een positieve zelfwaardering helpt<br />
Kinderen met een gezonde, positieve zelfwaardering zijn<br />
tevreden met de persoon die ze zijn. Dit komt tot uiting in<br />
gedachten (‘<strong>over</strong> het algemeen ben ik een waardig, competent<br />
persoon’) en gevoelens (‘ik voel me goed <strong>over</strong> mezelf en de<br />
persoon die ik ben’). Dit wil niet zeggen dat ze zichzelf alleskunners<br />
vinden. Neem het voorbeeld van Elizabeth, die heel<br />
goed weet dat ze niet zo goed kan sporten. Ook wil het niet<br />
zeggen dat deze kinderen altijd tevreden zijn met zichzelf.<br />
Maar open als ze zijn, accepteren ze de dingen die niet goed<br />
lopen en proberen ze daarvan te leren.<br />
Dat een gezonde vorm van zelfwaardering kinderen helpt, zal<br />
niet verbazen. Zo hebben kinderen met een gezonde vorm<br />
een relatief kleine kans om angstig of depressief te worden.<br />
Bovendien zijn ze vaak gemotiveerd voor schoolse taken,<br />
omdat ze niet bang zijn moeilijke opdrachten aan te gaan.<br />
Nieuwsgierigheid speelt daarbij een grotere rol dan enkel<br />
het vooruitzicht van goede cijfers. Bovenal ervaren kinderen<br />
met een positieve zelfwaardering meer positieve emoties<br />
(blijdschap, trots) en minder negatieve emoties (verdriet,<br />
boosheid) in hun dagelijkse leven.<br />
Maar open als ze zijn, accepteren ze de<br />
dingen die niet goed lopen en proberen<br />
ze daarvan te leren.<br />
Positief kan ook ongezond zijn<br />
Positieve zelfwaardering kan echter ook ongezond zijn. In<br />
tegenstelling tot kinderen met een gezonde positieve zelfwaardering,<br />
zijn kinderen met een ongezonde positieve<br />
zelfwaardering niet perse tevreden met de persoon die ze
zijn. De positieve zelfgedachten en zelfgevoelens die in hun<br />
presentatie vaak dominant zijn, lijken te worden ondermijnd<br />
door onderliggende, knagende gevoelens van onzekerheid. Bij<br />
ogenschijnlijk kleine frustraties kan een typerende gedachte<br />
als ‘Iedereen wil bevriend met mij zijn’ zomaar omslaan in een<br />
gedachte als ‘Ik ben waardeloos en niemand vindt mij leuk’.<br />
Gevoelens van trots en euforie <strong>over</strong> goede prestaties worden<br />
afgewisseld door intense gevoelens van schaamte, verdriet of<br />
boosheid in reactie op mindere prestaties.<br />
Opvallend is dat deze kinderen hun uiterste best doen om<br />
tevredenheid uit te stralen naar anderen. Elke sociale situatie<br />
grijpen zij aan om indruk te maken en bewondering of<br />
respect af te dwingen. Sociale situaties houden echter ook<br />
een gevaar in. Deze kinderen zijn geneigd vijandig, boos of<br />
zelfs <strong>agressie</strong>f te reageren als ze in hun zelfbeeld worden<br />
bedreigd. Tegenslagen worden niet toegeschreven aan eigen<br />
beperkingen, maar aan externe omstandigheden.<br />
Een ongezonde positieve zelfwaardering staat kinderen in<br />
de weg. Uit recent onderzoek blijkt dat kinderen met een<br />
ongezonde vorm vaak impulsief of hyperactief gedrag vertonen<br />
of andere gedragsproblemen hebben. Ook blijken ze bovengemiddeld<br />
vaak betrokken bij pesten. Ze pesten zelf, maar zijn<br />
ook geneigd om anderen hiertoe aan te zetten.<br />
Een ongezonde positieve zelfwaardering<br />
staat kinderen in de weg.<br />
Ten slotte wordt de leerhouding van kinderen met een<br />
ongezonde positieve zelfwaardering vaak gekenmerkt door<br />
een sterke oriëntatie op beter presteren dan anderen. Een<br />
dergelijke leerhouding heeft nadelige consequenties voor<br />
het functioneren op school. Deze kinderen zijn geneigd om<br />
moeilijke taken uit de weg te gaan (uit angst om te falen),<br />
vertonen minder doorzettingsvermogen en beleven minder<br />
plezier aan school.<br />
Kinderlijk narcisme<br />
Herinnert u zich Sarah nog? Sarah had grootse denkbeelden<br />
<strong>over</strong> zichzelf, vond zichzelf heel speciaal en superieur, maar<br />
tegelijk leek haar zelfbeeld kwetsbaar te zijn. Een dergelijke<br />
zelfwaardering doet denken aan narcisme.<br />
In extreme vorm is narcisme een persoonlijkheidsstoornis<br />
die wordt gekenmerkt door een groots maar kwetsbaar<br />
zelfbeeld, een opgeblazen gevoel unieke rechten te bezitten en<br />
een negatieve oriëntatie ten opzichte van anderen. Personen<br />
met deze stoornis houden zich sterk bezig met presteren<br />
en succes, hebben een sterke behoefte aan bewondering en<br />
bevestiging en vertonen vaak arrogant gedrag. Ze hebben een<br />
gebrek aan empathie en hebben de neiging om anderen te<br />
manipuleren.<br />
In de psychologische literatuur <strong>over</strong> kinderen is nog nauwelijks<br />
aandacht besteed aan narcisme. Dat is erg jammer, want narcistische<br />
kenmerken komen zeker zo veel voor bij kinderen als<br />
volwassenen. In de afgelopen jaren is aan de afdeling Ontwikkelingspsychologie<br />
van de Vrije Universiteit Amsterdam en<br />
bij Pi Research Duivendrecht een op kinderen gericht onderzoeksprogramma<br />
gestart. Het eerste doel was om een korte<br />
vragenlijst te ontwikkelen die de belangrijkste kenmerken van<br />
narcisme meetbaar maakt bij kinderen en adolescenten in de<br />
leeftijd van acht tot veertien jaar: de Vragenlijst Kinderlijk<br />
Narcisme (VKN), met stellingen als ‘zonder mij zou onze klas<br />
veel minder leuk zijn’ en ‘kinderen zoals ik verdienen iets<br />
extra’s’. De zelfwaardering van narcistische kinderen bleek<br />
kwetsbaar te zijn en sterk afhankelijk van de oordelen van<br />
anderen. Als ze positief beoordeeld worden, voelen ze zich<br />
beter <strong>over</strong> zichzelf. Als ze echter negatief worden beoordeeld,<br />
daalt hun zelfwaardering sterk. Een andere opvallende<br />
bevinding was dat narcistische kinderen, net als narcistische<br />
volwassenen, het belangrijk vinden om bewondering<br />
af te dwingen en dominantie te verkrijgen ten opzichte van<br />
anderen. Ze hechten minder waarde aan het vormen van<br />
hechte relaties en vriendschappen. Ten slotte bleek dat<br />
narcistische kinderen emotioneel labiel zijn. Ze ervaren veel<br />
positieve emoties in hun dagelijks leven, maar die positieve<br />
emoties worden afgewisseld door episodes van negatieve<br />
emotie en frustratie.<br />
Ze hechten minder waarde aan het vormen<br />
van hechte relaties en vriendschappen.<br />
Aandacht besteden aan narcisme bij kinderen?<br />
In het verleden is soms gedacht dat narcisme een wenselijke<br />
eigenschap is, die kinderen kan helpen om zich staande te<br />
houden in een competitieve en prestatiegerichte maatschappij.<br />
In de jaren ’90 lanceerde de staats<strong>over</strong>heid van Californië<br />
een task force om de zelfwaardering van haar inwoners op te<br />
hogen. De achterliggende gedachte was dat zelfwaardering<br />
kan dienen als een ‘sociaal vaccin’. Je zou deze task force<br />
kunnen afdoen als een bizarre manifestatie van <strong>over</strong>-the-top<br />
Amerikanisme. In onze ogen is het echter een directe afspiegeling<br />
van de zogenaamde ‘zelfwaarderingcultuur’, die steeds<br />
dieper verankerd raakt in de gehele Westerse samenleving.<br />
Deze ‘zelfwaarderingcultuur’ heeft invloed op de manier<br />
AA P<br />
25<br />
#2
26 #2<br />
waarop we onze kinderen opvoeden. Veel psychologen en<br />
pedagogen hebben erop gewezen dat we het idee idealiseren<br />
dat we onze kinderen moeten ‘bijbrengen’ om zich goed<br />
<strong>over</strong> zichzelf te voelen. Dat wil zeggen, het is uiteraard heel<br />
wenselijk als kinderen tevreden zijn met de persoon die ze<br />
zijn, maar het is maar de vraag hoe je dat op een goede<br />
manier in de opvoeding stimuleert.<br />
Veel opvoeders zien er geen kwaad in om<br />
tegen hun kind te zeggen dat het dingen<br />
beter kan dan anderen of soms zelfs dat<br />
het meer rechten heeft dan anderen.<br />
Op scholen in de Verenigde Staten hangen grote posters boven<br />
de toiletspiegels met de tekst:<br />
‘YOU ARE LOOKING AT ONE<br />
OF THE MOST SPECIAL KIDS<br />
IN THE WIDE WORLD!’. Dat zal<br />
in Nederland misschien niet<br />
snel voorkomen, maar een<br />
veel verkochte kinderwagen in<br />
Nederland afgelopen jaar had de<br />
tekst ‘I AM VERY SPECIAL’ in de<br />
rugleuning genaaid. Dit zijn slechts<br />
exemplarische anekdotes, maar<br />
de zelfwaarderingcultuur manifesteert<br />
zich ook in meer subtiele,<br />
alledaagse opvoedpraktijken. Veel<br />
opvoeders zien er geen kwaad in<br />
om elke moeite of prestatie die hun<br />
kind levert, te verbinden aan de<br />
waarde van het kind als persoon.<br />
Veel opvoeders zien er geen kwaad<br />
in om tegen hun kind te zeggen dat<br />
het dingen beter kan dan anderen<br />
of soms zelfs dat het meer rechten<br />
heeft dan anderen. Veel opvoeders<br />
hebben uitsluitend oog voor de<br />
dingen die hun kind goed kan,<br />
terwijl ze de dingen die hun kind<br />
nog niet zo goed kan negeren.<br />
Behandeling van narcisme bij<br />
kinderen<br />
Hoe zijn ongezonde vormen<br />
van positieve zelfwaardering te<br />
behandelen? Het werk van Michael<br />
Kernis op het gebied van ‘optimale<br />
AA P<br />
zelfwaardering’ biedt hier goede aanknopingspunten. In het<br />
werk met kinderen is het allereerst van belang te streven<br />
naar een goed bewustzijn van de eigen zelfgevoelens en<br />
–gedachten en de eigen competenties. Kinderen mogen weten<br />
wat ze goed kunnen, maar ze mogen ook weten wat ze nog<br />
niet zo goed kunnen of waar ze nog wat te leren hebben.<br />
Essentieel is dat kinderen zich realiseren dat ze niet <strong>over</strong>al in<br />
kunnen en hoeven te excelleren. Daarnaast is het van belang<br />
om met kinderen te werken aan een open en accepterende<br />
manier om met sociale informatie om te gaan. Negatieve<br />
informatie kan bedreigend en tegelijk zeer nuttig zijn. Ten<br />
slotte is het van belang om kinderen te leren om zichzelf op<br />
een open en eerlijke manier aan anderen te presenteren,<br />
zodat anderen het ‘echte zelf’ zien en niet het ‘opgeblazen<br />
zelf’. Zo komen kinderen als Sarah, uit het begin van dit<br />
artikel, weer tot bloei.
Verdieping<br />
Dr. Sander Thomaes, onderzoeker, Capaciteitsgroep Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit Utrecht<br />
Prof. Dr. Hedy Stegge, hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie, Vrije Universiteit te Amsterdam en<br />
PI Research Duivendrecht, Centrum voor innovatie, onderzoek, advies en training in de jeugdzorg en het onderwijs<br />
Korte lontjes en opgeblazen ego’s<br />
Over schaamte, zelfbeeld en <strong>agressie</strong><br />
Waarom worden jongeren steeds <strong>agressie</strong>ver? Inzicht in de<br />
rol van emoties bij kinderen kan bijdragen aan een antwoord<br />
op deze belangrijke vraag. Schaamte is een emotie die in het<br />
maatschappelijke debat vaak <strong>over</strong> het hoofd wordt gezien.<br />
Agressie is een groeiend maatschappelijk probleem, waar<br />
iedereen wel eens mee te maken krijgt. Als leerkracht,<br />
ouder of autoriteit. Of misschien wel als dader, slachtoffer<br />
of toeschouwer. Er zijn zichtbare vormen van <strong>agressie</strong>, zoals<br />
slaan, schoppen of schelden. Maar ook minder zichtbare<br />
gedragingen als roddelen, stelselmatig buitensluiten of digitaal<br />
pesten vormen een toenemend probleem. Lange tijd werd<br />
<strong>agressie</strong> vooral in verband gebracht met problemen in het<br />
omgaan met boosheid. Er zijn echter meer emoties die een<br />
rol spelen. In dit artikel staat de meest onderbelichte emotie<br />
centraal: schaamte.<br />
Driftkikkers en koele kikkers<br />
Agressie – het opzettelijk toebrengen van fysieke of psychische<br />
schade aan een ander of hiermee dreigen - kan verschillende<br />
vormen aannemen. Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen<br />
reactieve en proactieve <strong>agressie</strong>. De eerste vorm zou je ook<br />
wel emotionele <strong>agressie</strong> kunnen noemen. Iemand maakt een<br />
vervelende opmerking tegen je, je wordt woedend, hebt jezelf<br />
niet meer in de hand en geeft hem een klap. Bij proactieve<br />
<strong>agressie</strong> is sprake van een koelbloedige actie, gericht op het<br />
bereiken van een bepaald doel. Je wilt iets wat iemand anders<br />
in zijn bezit heeft en dreigt hem een klap te geven als hij het<br />
niet aan je geeft.<br />
Deze twee soorten van <strong>agressie</strong> zijn niet strikt van elkaar<br />
te scheiden. Hoewel sommige kinderen notoire driftkikkers<br />
zijn en andere eerder kunnen worden aangeduid als ‘koele<br />
kikkers’, laten veel kinderen beide vormen van <strong>agressie</strong> zien.<br />
Voor <strong>agressie</strong>ve gebeurtenissen geldt hetzelfde. Sommige<br />
incidenten zijn prototypische voorbeelden van reactief gedrag<br />
dat voortkomt uit ongeremde woede, terwijl het in andere<br />
gevallen gaat om proactief, wel<strong>over</strong>wogen gedrag om een<br />
bepaald doel te bereiken.<br />
Omstandigheid of aard van het beestje?<br />
Ouders, leerkrachten, hulpverleners en wetshandhavers<br />
zouden <strong>agressie</strong>f gedrag graag kunnen voorspellen.<br />
Want de hamvraag blijft: wanneer wordt iemand <strong>agressie</strong>f?<br />
Uit onderzoeken van sociaalpsychologen blijkt dat omstandigheden<br />
<strong>agressie</strong>f gedrag in de hand kunnen werken. Zo is<br />
<strong>over</strong>tuigend aangetoond dat mensen sneller <strong>agressie</strong>f worden<br />
wanneer ze worden blootgesteld aan onaangename fysieke<br />
omstandigheden, zoals hitte, kou of pijn. Ook de aanwezigheid<br />
van wapens of andere zaken die met <strong>agressie</strong>ve gedachten<br />
of gedragingen geassocieerd worden, vergroten de kans op<br />
<strong>agressie</strong>. Verder gedragen mensen zich <strong>agressie</strong>ver na het zien<br />
van een gewelddadige fi lm of als ze geprovoceerd worden.<br />
Provocaties worden algemeen gezien als de belangrijkste<br />
aanleiding voor <strong>agressie</strong>. Het kan hierbij gaan om fysieke<br />
provocatie (een klap of een stomp), verbale provocatie (een<br />
belediging), straf (een geldboete) of psychische schade<br />
(buitengesloten worden).<br />
Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen reactieve (emotionele)<br />
en proactieve (instrumentele) <strong>agressie</strong>.<br />
Deze twee soorten van <strong>agressie</strong> zijn niet strikt van elkaar te scheiden,<br />
er blijkt een sterke samenhang tussen proactieve en reactieve <strong>agressie</strong><br />
te kunnen bestaan.<br />
AA P<br />
27<br />
#2
28 #2<br />
Extreme voorbeelden vinden we in experimenteel onderzoek<br />
uit de jaren zestig en zeventig, waarin wetenschappers<br />
<strong>agressie</strong> uitlokten bij hun proefpersonen. Mensen zijn bereid<br />
anderen pijnlijke schokken toe te dienen op gezag van een<br />
autoriteit en blijken gewelddadig op te treden als ze als<br />
bewakers mogen fungeren in een gevangenis. De algemene<br />
boodschap van deze klassieke studies is dat we vooral oog<br />
moeten hebben voor de omstandigheden waarin mensen<br />
verkeren, als we <strong>agressie</strong>f gedrag willen begrijpen. En<br />
misschien nog belangrijker: <strong>agressie</strong> is niet zo uitzonderlijk<br />
als we geneigd zijn te denken en is ook niet uitsluitend<br />
voorbehouden aan mensen met <strong>agressie</strong>ve of gewelddadige<br />
neigingen.<br />
Maar dat is uiteraard maar het halve verhaal. Want zelfs in<br />
extreme situaties wordt niet iedereen <strong>agressie</strong>f. Ook bij gehoorzaamheidsexperimenten<br />
zijn er mensen die zich verzetten<br />
tegen de instructie. En omgekeerd zijn er ook mensen bij wie<br />
maar weinig nodig is om ze tot <strong>agressie</strong> te verleiden. Een meer<br />
op persoonskenmerken en individuele verschillen gerichte<br />
benadering is dan ook gewenst.<br />
Peuters en <strong>agressie</strong><br />
Kinderen willen al op jonge leeftijd grip krijgen op hun<br />
omgeving. Peuters en kleuters slaan, bijten, krabben, duwen<br />
en schoppen, meestal om voorwerpen te pakken te krijgen. Na<br />
het vierde jaar neemt deze fysieke <strong>agressie</strong> snel af. Onmiddellijke<br />
behoeftebevrediging is niet langer noodzakelijk en verbale<br />
vaardigheden maken het mogelijk om te zeggen wat je graag<br />
wilt en te onderhandelen. Fysieke <strong>agressie</strong> en (openlijke)<br />
confl icten om voorwerpen komen tijdens de basisschoolperiode<br />
minder voor. Vijandige, persoonsgerichte vormen van <strong>agressie</strong><br />
nemen echter toe. Kinderen gaan begrijpen dat je iemand niet<br />
alleen fysiek pijn kunt doen, maar ook psychisch door iemand<br />
te kwetsen of vernederen. Situaties die een daling van het<br />
gevoel van eigenwaarde inhouden, vormen vanaf dat moment<br />
een belangrijke bron van <strong>agressie</strong>.<br />
AA P<br />
Schaamte als menselijk waarschuwingssysteem<br />
Mensen hebben als sociale wezens behoefte aan waardering en<br />
acceptatie. Om onze sociale belangen veilig te kunnen stellen,<br />
beschikken we <strong>over</strong> een emotioneel waarschuwingssysteem:<br />
het vermogen om schaamte te ervaren in situaties waarin<br />
sociale afwijzing dreigt en onze positie in de groep gevaar<br />
loopt. Schaamte is dus een sociale emotie, die in veel verschillende<br />
situaties kan ontstaan.<br />
Schaamtevolle gebeurtenissen vragen om een oplossing,<br />
want je gevoel van eigenwaarde is aangetast of de relatie<br />
met anderen loopt gevaar. Bekende reacties zijn blozen, je<br />
ogen neerslaan, wegkijken, je klein maken of weggaan. De<br />
Amerikaanse psychoanalytica Helen Block Lewis was begin<br />
jaren zeventig de eerste die aangaf dat schaamtevolle gebeurtenissen<br />
ook woede, vijandigheid en <strong>agressie</strong> kunnen<br />
oproepen. Kenmerkend voor dit reactiepatroon is dat de<br />
schaamteboodschap niet wordt geaccepteerd.<br />
Narcisme, schaamte en <strong>agressie</strong><br />
Narcisme is een persoonlijkheidsstoornis waarbij sprake is<br />
van grootheidswaan, een sterke behoefte aan bewondering,<br />
het gevoel recht te hebben op een speciale behandeling en<br />
een gebrek aan inlevingsvermogen. Kinderen met narcistische<br />
trekken hebben een groot ego. Ze vinden zichzelf geweldig,<br />
denken dat ze heel belangrijk zijn en dat ze <strong>over</strong> uitzonderlijke<br />
talenten beschikken. Deze kinderen vinden zichzelf<br />
meer waard dan anderen en zijn om die reden van mening<br />
dat ze recht hebben op de waardering, complimenten en<br />
bewondering. Voor een kind met narcistische trekken is het<br />
niet voldoende om te worden geaccepteerd, maar <strong>over</strong>heerst<br />
de behoefte om te schitteren in een zelfgecreëerde sociale<br />
arena.<br />
Schaamte ontstaat in situaties waarin je geconfronteerd wordt<br />
met een negatief oordeel <strong>over</strong> jezelf. Bij kinderen met narcistische<br />
trekken zullen dergelijke situaties zich regelmatig<br />
In de praktijk van de hulpverlening zou men meer systematisch kunnen nagaan in<br />
hoeverre <strong>agressie</strong> haar oorsprong vindt in schaamte- en zelfbeeldproblematiek.<br />
De hulpverlening zou zich vervolgens kunnen richten op ‘t onderkennen van<br />
schaamte, het doorbreken van verkeerde reactiepatronen en<br />
het aanleren van meer adequate coping technieken.
voordoen, juist omdat hun zelfbeeld <strong>over</strong>dreven positief<br />
en niet realistisch is. Omdat deze kinderen zullen proberen<br />
dit positieve maar kwetsbare zelfbeeld koste wat kost te<br />
beschermen, zal een daling in sociale status een defensieve<br />
reactie oproepen. Een boze, vijandige of <strong>agressie</strong>ve reactie ligt<br />
dan voor de hand.<br />
In een recent uitgevoerd experiment verloren kinderen een reactietijdspelletje<br />
van een fi ctieve tegenstander. In de helft van<br />
de gevallen werd schaamte opgeroepen door het toevoegen<br />
van een aantal extra elementen. Kinderen in de schaamteconditie<br />
kregen te horen dat hun tegenstander een van de<br />
slechtste spelers tot dan toe was en dat ze makkelijk hadden<br />
moeten winnen. Vervolgens werd een ranglijst getoond, die<br />
zogenaamd te zien zou zijn op een veelbezochte website <strong>over</strong><br />
het spel, met helemaal onderaan de naam van de beoogde tegenstander.<br />
Na het spelen van het spel verscheen de ranglijst<br />
opnieuw, met onderaan de naam van het kind zelf. Het kind<br />
kreeg bovendien een e-mail van de tegenstander met de tekst<br />
‘huh, ik dacht dat ik sloom was, maar ik heb toch gewonnen’.<br />
Bij kinderen uit de controleconditie werden deze beschamende<br />
elementen achterwege gelaten. Uit het onderzoek bleek dat<br />
de schaamtevolle situatie meer boosheid opriep, met name bij<br />
kinderen die hoog scoorden op narcisme.<br />
In een tweede studie werd dezelfde opzet gehanteerd,<br />
maar nu werd kinderen vervolgens de mogelijkheid tot een<br />
<strong>agressie</strong>ve reactie geboden. In een nieuwe ronde van het spel<br />
konden zij de tegenstander bij winst herriestoten toedienen.<br />
Het spel was zo geprogrammeerd dat kinderen een aantal<br />
keren achter elkaar wonnen en met een volumeknop konden<br />
aangeven hoe hard het geluid moest zijn dat de tegenstander<br />
te horen zou krijgen. Kinderen die hoog scoorden op narcisme<br />
waren meer geneigd tot <strong>agressie</strong>.<br />
Schaamtespiegel<br />
Schaamte is de emotie die ons een spiegel voorhoudt. Wat<br />
wij in die spiegel zien of willen zien, is afhankelijk van ons<br />
zelfbeeld. Kinderen met een gezond gevoel van eigenwaarde<br />
kunnen schaamte verdragen. Ze kunnen toegeven dat er iets<br />
misgaat of dat ze iets doms hebben gedaan. In de schaamtespiegel<br />
zien ze zichzelf en hun eventuele tekortkomingen.<br />
Kinderen met een narcistisch zelfbeeld kunnen echter niet<br />
goed met schaamte omgaan. Ze kunnen het pijnlijke gevoel<br />
niet verdragen en proberen koste wat kost hun grote ego in<br />
stand te houden.<br />
Boosheid en <strong>agressie</strong> zorgen ervoor dat een kind zich sterk<br />
voelt en anderen <strong>over</strong>heerst. Schaamte is een nuttige emotie,<br />
die van groot belang is voor onze relaties met anderen. In de<br />
praktijk van de hulpverlening zou dan ook meer systematisch<br />
moeten worden nagegaan in hoeverre <strong>agressie</strong> haar oorsprong<br />
vindt in schaamte- en zelfbeeldproblematiek. De behandeling<br />
zou zich vervolgens moeten richten op de onderkenning van<br />
schaamte, het doorbreken van verkeerde reactiepatronen en<br />
het aanleren van meer adequate technieken.<br />
AA P<br />
29<br />
#2
30 #2<br />
Kort<br />
NIEUWS<br />
Schadevergoeding voor<br />
hoofdconducteur met trauma<br />
UTRECHT - NS Reizigers moet een schadevergoeding betalen<br />
aan een voormalige hoofdconducteur die na een aantal<br />
incidenten tijdens zijn werk een posttraumatische stressstoornis<br />
heeft opgelopen.<br />
De kantonrechter in Utrecht meent dat de vervoersorganisatie<br />
de nu 50-jarige man onder meer te weinig opvang en<br />
nazorg heeft geboden. Ook heeft zij onvoldoende maatregelen<br />
genomen om <strong>agressie</strong> te voorkomen.<br />
De kantonrechter heeft in zijn uitspraak vorige week nog geen<br />
bedrag bepaald, omdat hij het aannemelijk acht dat een van<br />
beide partijen wegens het principiële karakter van de zaak<br />
hoger beroep zal aantekenen.<br />
De man eist een schadevergoeding van 50.000 euro. Ook wil<br />
hij dat NS Reizigers alle materiële en immateriële letselschade<br />
vergoedt.<br />
De man kwam in 1981 in dienst bij NS en werd twee jaar later<br />
hoofdconducteur. In zijn loopbaan werd hij ongeveer tien keer<br />
geconfronteerd met zelfmoorden en dodelijke ongevallen. Ook<br />
had hij te lijden onder geweld en <strong>agressie</strong>, onder meer van<br />
voetbalsupporters.<br />
Nadat hij in de trein was bespuugd, meldde de hoofdconducteur<br />
zich in november 1999 ziek. Toen hij twee jaar ziek was,<br />
ontsloeg de NS hem. Hij leeft van een arbeidsongeschiktheidsuitkering.<br />
De oud-hoofdconducteur voerde onder meer aan dat hij twee<br />
keer met een zelfmoord werd geconfronteerd op plekken<br />
waarvan bekend was dat daar veel suïcides voorkwamen. NS<br />
Reizigers had niets gedaan om die te voorkomen. Ook hield<br />
de vervoersorganisatie geen controles bij de ingangen van<br />
stations om mensen die onder invloed van alcohol of drugs<br />
waren, te weren.<br />
De man kreeg nazorg. Die had succes. De klachten van de<br />
man namen af, maar om een terugval te voorkomen zouden<br />
volgens de behandelend psycholoog nog extra sessies nodig<br />
zijn. NS Reizigers weigerde die te vergoeden, waarop de<br />
behandeling werd afgebroken.<br />
AA P<br />
NS Reizigers heeft nog niet besloten of het in hoger beroep<br />
gaat. Een woordvoerder wijst erop dat het om een zaak<br />
uit 1999 gaat. Sindsdien heeft de vervoersorganisatie in<br />
<strong>over</strong>leg met de vakbonden uitgebreide protocollen opgesteld<br />
om de opvang van en nazorg voor zieke personeelsleden te<br />
verbeteren.<br />
‘Wangedrag maakt vmbo’er<br />
populair’<br />
LEIDEN - Gemiddeld zitten er op het vmbo in Zuid-Holland<br />
twee potentieel criminele leerlingen per klas. Ze zijn bovendien<br />
populair bij hun medeleerlingen.<br />
Dat blijkt uit het onderzoek ‘Probleemgedrag van leerlingen<br />
tijdens de middelbare schoolperiode’ van het Nederlandse Studiecentrum<br />
Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), waaruit<br />
dagblad Trouw dinsdag publiceerde.<br />
Een op de tien vmbo-leerlingen in de provincie Zuid-Holland<br />
misdraagt zich minimaal eens per jaar zeer ernstig binnen<br />
of buiten school, blijkt uit het onderzoek. Het gaat dan om<br />
bedreiging van docenten, inbraak, verwonding of beroving.<br />
De resultaten in de provincie zijn door te trekken naar de rest<br />
van het land, zei onderzoeker Frank Weerman dinsdag in een<br />
toelichting.<br />
Aan het vier jaar durende onderzoek werkten twaalf scholen<br />
in grote en middelgrote steden in Zuid-Holland mee. Veertig<br />
procent van de ongeveer 2000 ondervraagde leerlingen is<br />
allochtoon.<br />
Ruim 80 procent van de leerlingen zegt zich wel eens schuldig<br />
te maken aan lichtere misdragingen, zoals met dingen gooien<br />
in de klas, verbale <strong>agressie</strong> of iets stelen van minder dan 5<br />
euro.<br />
Verder blijkt uit het onderzoek dat jongeren die zich misdragen<br />
vaak populair zijn op school. Criminele en niet-criminele<br />
jongeren trekken veelal gemengd met elkaar op.<br />
Leerlingen op het vmbo zien de relatie met een leerkracht<br />
als gelijkwaardig, ze willen dan ook met respect behandeld<br />
worden door de docent.<br />
Bron: ANP
(maak uw eigen kopie) Inschrijfbon OPEN praktijk studiedagen (z.o.z.)<br />
Thema 1: 09.00 – 16.30 uur<br />
Intimidatie & Pesten op de werkplek:<br />
verboden en strafbaar!<br />
Over implementatie van de nieuwe Intimidatiewet<br />
Geeft u duidelijk de datum van uw keuze aan!<br />
vrijdag 14 september te Amsterdam<br />
woensdag 31 oktober te Den Bosch<br />
vrijdag 7 december te Roermond<br />
Kosten praktijkstudiedag Intimidatie & Pesten<br />
Uw investering bedraagt bij inschrijving<br />
€ 175,- per deelnemer<br />
of bij gelijktijdige inschrijving van twee deelnemers<br />
€ 275,- per twee deelnemers<br />
De toegang is inclusief lunchbuffet, koffi e/thee gedurende<br />
pauzes en de documentatiemap.<br />
NAAM 1: ____________________________ Voorletters: ___ m/v<br />
Privé adres: _______________________________________________<br />
Postcode: _________________________________________________<br />
Plaats: ___________________________________________________<br />
E-mail: ___________________________________________________<br />
Werkzaam in de instelling: ___________________________________<br />
Functie: __________________________________________________<br />
Plaats: ___________________________________________________<br />
Telefoon: _______________________ Fax: ______________________<br />
E-mail: ___________________________________________________<br />
NAAM 2: ____________________________Voorletters: ___ m/v<br />
Privé adres: _______________________________________________<br />
Postcode: _________________________________________________<br />
Plaats: ___________________________________________________<br />
E-mail: ___________________________________________________<br />
Werkzaam in de instelling: ___________________________________<br />
Functie: __________________________________________________<br />
Plaats: ___________________________________________________<br />
Telefoon: _______________________ Fax: ______________________<br />
E-mail: ___________________________________________________<br />
Betaalwijze:<br />
Stuur mij een factuur (+ € 7,50 administratiekosten)<br />
Ik machtig u om het lestarief van mijn rekening te incasseren.<br />
Mijn bank rekeningnummer is: _____________________________<br />
Mijn giro rekeningnummer is: ______________________________<br />
T.n.v.: ________________________________________________<br />
Thema 2: 09.30 – 12.00 uur<br />
Praktijkcase Psychosociale Arbeidsbelasting (PSA)!<br />
Over implementatie bij o.a. <strong>agressie</strong> en werkdruk van<br />
de nieuwe ARBO wet<br />
Geeft u duidelijk de datum van uw keuze aan!<br />
woensdag 3 oktober te Utrecht<br />
donderdag 4 oktober te Utrecht<br />
Kosten praktijkstudie dagdeel Psychosociale Arbeidsbelasting<br />
Uw investering bedraagt bij inschrijving<br />
€ 95,- per deelnemer<br />
of bij gelijktijdige inschrijving van twee deelnemers<br />
€ 150,- per twee deelnemers<br />
De toegang is inclusief koffi e/thee gedurende pauzes en de<br />
documentatiemap.<br />
Let op: indien de deelnemende niet degene is die betaalt, vul<br />
hier dan gegevens van de betalende persoon of instantie in:<br />
NAAM: __________________________________Voorletters: ___ m/v<br />
Functie: __________________________________________________<br />
Instelling:_________________________________________________<br />
Direct tel.nr.: ______________________________________________<br />
E-mail: ___________________________________________________<br />
Adres: ___________________________________________________<br />
Postcode: _________________________________________________<br />
Plaats: ___________________________________________________<br />
draagt uiterlijk 1 week voor aanvang zorg voor betaling van de kosten<br />
na ontvangst van de factuur (+ € 7.50 administratiekosten).<br />
Plaats: ____________________________________________<br />
Datum:____________________________________________<br />
Handtekening: ______________________________________<br />
(Bedrijf)stempel:<br />
Inschrijving vindt plaats op volgorde van binnenkomst, bij <strong>over</strong>schrij-<br />
ving ontvangt u tijdig bericht. Na ontvangst van uw betaling ontvangt<br />
u uw toegangsbewijs, de routebeschrijving naar uw locatie en het<br />
programma. Annuleren voor deze studiedag is niet mogelijk, indien<br />
u bent verhinderd kan een ander (met uw toegangsbewijs) uw plaats<br />
innemen. Programma wijzigingen voorbehouden.<br />
De inschrijfbon kunt u zonder postzegel opsturen aan: LEO Open Studiedagen Antwoordnummer 42045 1020 VB Amsterdam
OPEN Praktijk studiedagen<br />
Intimidatie & Pesten<br />
op de werkplek:<br />
verboden en strafbaar!<br />
Over implementatie van<br />
nieuwe wettelijke bepalingen<br />
Pesten, schelden en bedreigingen op de werkplek zijn<br />
aan de orde van de dag. Confrontatie met dit ongewenste<br />
gedrag kan niet altijd vermeden worden, het komt gewoon<br />
voor. Elke klant én elke medewerker, ongeacht sekse,<br />
functie, ervaring of leeftijd, kan potentieel dader zijn of<br />
kan daarvan het slachtoffer worden.<br />
Programma 09.00 – 16.30 uur<br />
(zie voor volledig programma onze website)<br />
• Plagen, pesten en intimidatie/bedreiging:<br />
Praktijk voorbeelden en defi nities<br />
• Wat betekent de intimidatiewet voor uw bedrijf?<br />
Wie is strafbaar? Over dader en slachtoffer<br />
• Komt het voor in mijn bedrijf?<br />
Hoe kun je meten en vaststellen?<br />
• Hoe kun je pesten/intimidatie vroegtijdig signaleren?<br />
• Wat kun je er aan doen?<br />
Over <strong>preventie</strong> en interventies bij pesten en intimidatie.<br />
Kies een datum in uw eigen regio!<br />
Vrijdag 14 september te Amsterdam<br />
Woensdag 31 oktober te Den Bosch<br />
Vrijdag 7 december te Roermond<br />
Waar U kennis van kunt nemen:<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
•<br />
actuele informatie <strong>over</strong> pesten en intimidatie op de werkplek<br />
actuele informatie <strong>over</strong> psychosociale arbeidsbelasting (PSA)<br />
kort en krachtige verheldering van de nieuwe wetten<br />
werken vanuit een praktijkgerichte casus<br />
een helder, eenduidig begrippenkader<br />
<strong>preventie</strong> en deëscalatie van pesten, intimidatie & PSA op de werkplek<br />
Praktijkcase<br />
Psychosociale<br />
Arbeidsbelasting (PSA)!<br />
Over implementatie bij o.a.<br />
<strong>agressie</strong> van de nieuwe ARBO wet<br />
Bij de invoering van de nieuwe ARBO wet vanaf 1 januari<br />
dit jaar moeten werkgevers en werknemers samen<br />
afspraken maken ter <strong>preventie</strong> van de psychosociale<br />
arbeidsbelasting, te weten oplossingen aandragen voor<br />
<strong>agressie</strong>, geweld, intimidatie, pesten en werkdruk.<br />
Programma 09.30 – 12.00 uur<br />
(zie voor volledig programma onze website)<br />
• Inbreng van de praktijkcasus PSA, defi nities<br />
• Wat betekent de nieuwe ARBO wet voor de diverse bedrijven?<br />
• Hoe kun je in je eigen branche ARBO zorg op maat maken?<br />
• Hoe kun je de PSA vroegtijdig signaleren?<br />
• Welke interventies en <strong>preventie</strong>maatregelen zijn effectief?<br />
• Hoe werkt de Arbeidsinspectie nu in de praktijk?<br />
Wat is mijn rol als werknemer?<br />
• Na afl oop van deze ochtend kunt u desgewenst een bezoek<br />
brengen aan de Performa beurs: Zie www.performa.nl<br />
Kies een datum!<br />
Woensdag 3 oktober te Utrecht<br />
Donderdag 4 oktober te Utrecht<br />
Zo schrijft u zich in:<br />
Via internet www.leo.nl<br />
Via e – mail: <strong>agressie</strong>@leo.nl<br />
Via faxen: 020 – 493 38 28<br />
Via antwoordbon: opsturen aan:<br />
LEO studiedagen<br />
Antwoordnummer 42045<br />
1020 VB Amsterdam<br />
Telefonisch: 020 – 493 34 37<br />
Voor wie zijn deze open praktijk studiedagen bestemd:<br />
voor alle werknemers en voor iedereen die verantwoordelijkheid draagt voor een veilige werkplek in zorg, onderwijs en dienstverlening<br />
in gemeenten en bedrijven zoals verpleegkundigen, begeleiders, teamleiders, managers, leerkrachten, ARBO / BHV functionarissen,<br />
docenten, mentoren, coördinatoren, vertrouwenspersonen, voorlichters, leden klachtencommissies, OR leden, beleidsmedewerkers,<br />
personeelsfunctionarissen, juristen, werknemers, werkgevers en directies.