25.09.2013 Views

een stakeholder aanpak - Kauri

een stakeholder aanpak - Kauri

een stakeholder aanpak - Kauri

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wie doet<br />

het licht uit?<br />

de toekomst van duurzame energie in<br />

nederland: <strong>een</strong> <strong>stakeholder</strong> <strong>aanpak</strong><br />

<strong>stakeholder</strong> value


Wie doet het licht uit?<br />

De toekomst van duurzame energie in<br />

Nederland: <strong>een</strong> <strong>stakeholder</strong> <strong>aanpak</strong>


Voorwoord<br />

De energiemarkt bevindt zich aan de vooravond van grote veranderingen. Toenemende bewustwording<br />

rondom klimaatverandering wordt versterkt door de voorbereidingen aan de opvolger van<br />

het Kyoto protocol dat einde dit jaar in Kopenhagen over<strong>een</strong>gekomen gaat worden. Dit legt druk<br />

op de lock-in die er is in de huidige energie infrastructuur. Transitie is dé term van dit moment en<br />

marktpartijen investeren dan ook miljoenen in technologische innovaties op het gebied van duurzame<br />

energie.<br />

Maar hoe gaan we om met de mensen die de verandering moeten bewerkstelligen? Wat is de<br />

stand van zaken op het gebied van <strong>stakeholder</strong> samenwerking en hoe gaan medewerkers, klanten<br />

en NGO’s om met de noodzakelijke overgang naar duurzame energie? En kunnen we naast technologische<br />

innovaties ook simpele en efficiënte procesinnovaties toepassen die direct bijdragen?<br />

Bijvoorbeeld de ‘groene waterkoker’ die Philips introduceerde, waar in plaats van deciliters, het<br />

waterreservoir het aantal koppen aangeeft waardoor gebruikers tot 66% besparen.<br />

Het voorliggende rapport is door Betw<strong>een</strong>-us geschreven vanuit het oogpunt dat <strong>een</strong> duurzame<br />

energievoorziening <strong>een</strong> sleutelvoorwaarde is voor <strong>een</strong> duurzame samenleving. Het is tot stand<br />

gekomen in samenwerking met onze partners van SAM - samensteller van de Dow Jones<br />

Sustainability Indexes, GfK Growth for Knowledge - marktleider op het gebied van consumer<br />

panel research en IMD International Business School in Lausanne.<br />

Ik hoop dat dit rapport u inspireert tot mooie mensgerichte oplossingen die werken.<br />

We moeten het tenslotte samen doen.<br />

Met hartelijke groet,<br />

Jan van der Kaaij<br />

Managing Partner<br />

Betw<strong>een</strong>-us Breda, 9 september 2009<br />

<strong>stakeholder</strong> value


Management samenvatting<br />

Europees gezien zijn de doelstellingen met betrekking tot het terugdringen van CO 2 uitstoot de<br />

afgelopen jaren niet gehaald. Om de ambities voor 2050 waar te maken is er dringend behoefte<br />

aan <strong>een</strong> trendbreuk. Om deze trendbreuk tot stand te brengen zullen <strong>stakeholder</strong>s gezamenlijk<br />

moeten werken aan <strong>een</strong> versnelling van de energietransitie. De sleutel hiervoor ligt in het beïnvloeden<br />

van kennis, houding en gedrag van mensen én organisaties. Uit voorliggende sectoranalyse,<br />

wereldwijde benchmarking en consumentenonderzoek blijkt het volgende:<br />

• De Nederlandse consument is verward en nonchalant over energie als product en de<br />

duurzaamheid ervan:<br />

- 23% noemt ‘Milieuvriendelijkheid’ als belangrijk koopargument maar 50% van de Nederlandse<br />

consumenten denkt dat duurzaamheid in betere handen is bij andere energiebedrijven dan bij<br />

hun eigen leverancier.<br />

- Er blijken grote verschillen te bestaan tussen de perceptie van consumenten over de<br />

duurzaamheid van de eigen energieleverancier en de daadwerkelijke CO -uitstoot per KWh<br />

2<br />

van die leverancier.<br />

- Ruim 90% van de Nederlanders weet niet wat ze voor energie betalen terwijl ‘Prijs’ door 73%<br />

wordt aangewezen als belangrijk koopargument.<br />

• De belangrijkste oorzaak van dit consumentengedrag lijkt <strong>een</strong> gebrek aan transparantie te zijn.<br />

Onduidelijkheid over subsidies, complexe prijsstructuren en <strong>een</strong> veelheid aan technocratische<br />

discussies zorgen voor inertie bij de consumenten. Hoewel er <strong>een</strong> stijging is van ongeveer<br />

1,5 procentpunt per jaar, switchte in 2008 nog slechts 8,6% van energieleverancier.<br />

• Binnen de energiesector is er deels nog sprake van <strong>een</strong> kolen-cultuur. Harde lange termijn<br />

doelstellingen voor CO -uitstoot ontbreken veelal. En in <strong>een</strong> aantal van de onderzochte cases<br />

2<br />

wordt ‘non renewable energy’ getypeerd als ‘gewone stroom’.<br />

• In sectordiscussies wordt veel nadruk gelegd op de business case voor groene energie terwijl<br />

de business case voor niet duurzame energie op termijn onhoudbaar is. Uit wereldwijde benchmarking<br />

van beursgenoteerde energiebedrijven blijkt nu reeds dat duurzame energieleveranciers<br />

het niet significant beter of slechter doen dan hun minder duurzame collega’s.<br />

Energietransitie vergt naast technologische innovaties zoals derde generatie biobrandstoffen ook<br />

<strong>een</strong> andere cultuur bij de verschillende <strong>stakeholder</strong>s in de energiesector. Daarom moet de nadruk<br />

meer komen te liggen op toenemend bewustzijn en procesinnovaties zoals de digitale energie coach<br />

die in 2009 door woningcorporaties in de markt gezet zal gaan worden. Transparantie bij verschillende<br />

<strong>stakeholder</strong>s is hiervoor <strong>een</strong> noodzakelijke voorwaarde.


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord 3<br />

Management samenvatting 5<br />

1 - Versnelling duurzame energie noodzakelijk 7<br />

1.1 - De Europese energiesector in vogelvlucht 7<br />

1.1.1 - Drijfveren voor <strong>een</strong> duurzamere energievoorziening 9<br />

1.2 - De faciliterende overheid 11<br />

1.2.1 - Subsidiëring en vergunningen in Europa 11<br />

1.3 - Investeringen in duurzame energie 14<br />

1.4 - Vertraagde cultuuromslag in <strong>een</strong> veranderde markt 14<br />

1.5 - Barrières voor innovatie 16<br />

1.6 - Het nieuwe energie tijdperk 16<br />

2 - Benchmarking en best practices wereldwijd 17<br />

2.1 - Inleiding Dow Jones Sustainability Indexes 17<br />

2.2 - Waardecreatie wereldwijd 18<br />

2.2.1 - Vier gebieden van waardecreatie 18<br />

2.2.2 - Meest relevante sector issues: klimaatverandering en biodiversiteit 18<br />

2.3 - De invloed van <strong>een</strong> goede Governance 20<br />

2.4 - Leidt vergroenen tot <strong>een</strong> lager of hoger financieel rendement? 20<br />

2.5 - Lange termijn CO 2 -doelstelling ontbreekt nog 21<br />

2.6 - Stakeholdermanagement 21<br />

3 - De markt voor duurzame energie 23<br />

3.1 - Waarde en waardecreatie 23<br />

3.2 - Lage switch op basis van groene propositie 24<br />

3.2.1 - Redenen om te switchen 24<br />

3.2.2 - Veranderend bewustzijn 25<br />

3.2.3 - Milieuvriendelijkheid verhoogt klanttevredenheid 26<br />

3.3 - Dé duurzame consument bestaat niet meer 26<br />

3.3.1 - Ontwikkeling van de duurzame consument 26<br />

3.3.2 - ‘GfK Roper Consumer Styles’ levensstijl typologie in de energiesector 27<br />

3.3.3 - Duurzame energie en klimaatvriendelijkheid 28<br />

3.3.4 - Marketing communicatie versus Uitstoot: ‘Walking the Talk’ 29<br />

3.4 - Minder CO 2 door minder verbruik 29<br />

3.4.1 - Verbeteren consumentenproducten 29<br />

3.4.2 - Energiebesparingen in de woning 30<br />

3.5 - Woningcorporaties als voorlopers 30<br />

4 - Conclusies 32<br />

Bijlage 1 - Bibliografie 33<br />

Bijlage 2 - Gewone stroom 34<br />

Bijlage 3 - Verantwoording 35<br />

Over onze partners 35<br />

Over Betw<strong>een</strong>-us 35<br />

Disclaimer 35


1 - Versnelling duurzame<br />

energie noodzakelijk<br />

De Europese Unie (EU) heeft als doelstelling om<br />

in 2010, 21% van de totale energiebehoefte<br />

van middels duurzame bronnen te produceren.<br />

Voor Nederland is de doelstelling vastgesteld op<br />

9%. De resultaten blijven vooralsnog achter: In<br />

2006 was 15,72% van de brandstof in de EU<br />

duurzaam, in Nederland 7,93%. Gemiddeld is<br />

er in de EU sprake van <strong>een</strong> groei van duurzame<br />

energie met 35,21% ten opzichte van het referentiejaar<br />

1997.<br />

Uit recente ontwikkelingen binnen de sector<br />

blijkt dat de strategische risico’s en kansen<br />

vooral gekoppeld zijn aan het thema klimaatverandering.<br />

Op 18 maart 2009 is door de CEO’s<br />

van 61 energiebedrijven die samen 70% van<br />

de totale Europese energieproductie voor hun<br />

rekening nemen, commitment afgegeven om in<br />

2050 <strong>een</strong> carbonneutrale sector te zijn (1) .<br />

Analyse van de prestaties op dit gebied over<br />

de afgelopen jaren en genoemde doelstellingen<br />

CO 2 en renewables - werkelijke ontwikkeling versus doelstelling EU-27<br />

100%<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

1 2006<br />

1990<br />

1992<br />

1994<br />

1996<br />

1998<br />

2000<br />

2002<br />

2004<br />

2006<br />

2008<br />

2010<br />

2012<br />

2014<br />

2016<br />

2018<br />

leert dat er op dit moment dringend behoefte<br />

is aan <strong>een</strong> trendbreuk. Dit geldt zowel op het<br />

gebied van CO -reductie als op het gebied van<br />

2<br />

het aandeel hernieuwbare energie. Er is bijsturing<br />

vereist om de gestelde doelen te realiseren<br />

teneinde klimaatverandering te voorkomen. De<br />

snelheid van transitie zoals deze nu plaatsvindt<br />

schiet tekort ten opzichte van de benodigde veranderingen<br />

om de doelstellingen te realiseren.<br />

1.1 - De Europese Energiesector<br />

in vogelvlucht<br />

De energiesector in Europa is <strong>een</strong> markt van<br />

3,3 miljoen GWh. Met duurzame energie is<br />

<strong>een</strong> omzet van €40 miljard gemoeid en er zijn<br />

meer dan 400.000 mensen werkzaam in deze<br />

sector (2). Door de toegenomen liberalisering<br />

is er sprake <strong>een</strong> fusiegolf.<br />

2020<br />

Binnen de sector worden de volgende redenen<br />

om in te zetten op duurzame energie herkend:<br />

- Het verbetert de stabiliteit van de energievoorziening<br />

op lange termijn;<br />

- Het voorkomt de schadelijke gevolgen door<br />

de emissie van broeikasgassen door de<br />

% renewable fuel EU-27 werkelijk CO2-reductie EU werkelijk<br />

2022<br />

CO2-reductie EU doelstelling CO2-reductie EU doelstelling<br />

EU-27 zijn de 27 deelnemende landen aan de Europese Unie<br />

Bron: Eurostat, CESifo, EEA<br />

2024<br />

2026<br />

2026<br />

2028<br />

2030<br />

2032<br />

2034<br />

2036<br />

2038<br />

2040<br />

2042<br />

2044<br />

2046<br />

2048<br />

2050<br />

7


8<br />

“Meer samenwerking, meer weerstand”<br />

Interview met Ruud de Bruijne, Secretaris Transitieplatform Duurzame Elektriciteit<br />

Het Platform Duurzame Elektriciteitsvoorziening heeft als taak om <strong>een</strong> visie te ontwikkelen voor<br />

de Nederlandse energievoorziening, de transitiepaden waarlangs die visie gerealiseerd kan<br />

worden en concrete eerste stappen aan te geven. “Dit kabinet heeft hoge ambities en ook veel<br />

in gang gezet om de energievoorziening te verduurzamen. Het Platform constateert dat de<br />

werkpaarden voor <strong>een</strong> duurzame elektriciteitsvoorziening, windenergie en biomassa, nog niet<br />

op de gewenste snelheid komen.”<br />

Verschillende redenen liggen hieraan ten grondslag: Bij wind op land is veel problematiek<br />

rond het verkrijgen van vergunningen, bij wind op zee blijkt de locatiekeuze en -toekenning veel<br />

complexer dan aanvankelijk verondersteld en biomassa worstelt met discussies rond duurzaamheid<br />

en het ontbreekt aan afspraken tussen overheid en elektriciteitssector over bij- en<br />

meestoken.Daarnaast speelt de perceptie dat duurzame energie duur is <strong>een</strong> rol. Het Platform<br />

vindt dat het principe ‘de vervuiler betaalt’ niet consequent en volledig wordt toegepast, waardoor<br />

de tarieven van wind op land nu nog niet marktconform zijn. Het is van cruciaal belang dat<br />

op korte termijn de politieke knelpunten opgelost worden, zodat de verduurzaming nog deze<br />

kabinetsperiode op <strong>een</strong> hoger tempo komt en dat is <strong>een</strong> grote uitdaging.<br />

Op de vraag waarom dit zo’n uitdaging is zegt De Bruijne: “De overheid zorgt dat de verduurzaming<br />

tot stand kan komen en heeft daar ook veel geld voor vrijgemaakt. De transitie is <strong>een</strong><br />

proces waarbij de hele maatschappij betrokken is. Het is <strong>een</strong> veranderingsproces, en daarin<br />

ontstaat natuurlijk ook weerstand”.<br />

Het Platform constateert dualisme in de maatschappij: enerzijds nieuwe initiatieven voor<br />

nieuwe fossielgestookte centrales en het schaden van bestaande belangen als gevolg van de<br />

realisatie van duurzame projecten. Voor <strong>een</strong> verdere uitrol van de transitie is <strong>een</strong> bredere<br />

maatschappelijke coalitie <strong>een</strong> vereiste.<br />

energiesector;<br />

- Het levert op individueel niveau <strong>een</strong> bijdrage<br />

aan het concurrerend vermogen binnen de<br />

energie sector.<br />

Energie efficiency staat momenteel hoog op<br />

de nationale en internationale politieke agenda.<br />

In december 2009 vindt in Kopenhagen de<br />

volgende internationale VN-conferentie over het<br />

klimaat plaats. Meer dan 15.000 deelnemers<br />

vanuit de hele wereld nemen deel om de reductie<br />

van CO -emissies te bespreken. De conferen-<br />

2<br />

tie heeft als kerntaak <strong>een</strong> internationaal akkoord<br />

te bereiken dat het Kyotoprotocol dat eind 2012<br />

afloopt, moet vervangen voor de periode van<br />

2013 tot 2017.<br />

Het International Energy Agency voorspelt dat<br />

meer dan 50% van de reductie in CO -emissies<br />

2<br />

afkomstig zal moeten zijn van innovatie met<br />

betrekking tot energie efficiency. Sinds de<br />

oliecrisis van de jaren ’70 zijn de prestaties op<br />

dit gebied jaarlijks verbeterd, het tempo waarin<br />

deze plaatsvinden neemt echter af. Momenteel<br />

blijven de efficiency winsten op ongeveer o,8%<br />

per jaar (3) steken. De ambitie van de Neder-


10<br />

Krachtenveld energieketen<br />

Winning<br />

Lithosfeer<br />

Distributie<br />

Consumptie<br />

Biosfeer<br />

Toenemende risico’s in<br />

de winning van fossiele<br />

brandstoffen<br />

Toenemende schaarste<br />

van fossiele brandstoffen<br />

Kolen<br />

Gas<br />

Nucleair<br />

Biomassa<br />

Water<br />

Wind<br />

Zonnecel<br />

Uit onderzoek van IMD naar de business case<br />

voor duurzaamheid dat sinds 2003 loopt, blijkt<br />

<strong>een</strong> homogeniteit in de strategische agenda’s<br />

van Europese energiebedrijven. Deze is gericht<br />

op winstgevende groei, geografische diversificatie<br />

die primair binnen Europa plaatsvindt en <strong>een</strong><br />

verbeterde concurrentiepositie. De Europese<br />

energiebedrijven zijn voornamelijk gericht op de<br />

geliberaliseerde Europese markt en uitbreiding<br />

naar andere OESO- landen (Organisatie voor<br />

Economische Samenwerking en Ontwikkeling).<br />

Kernactiviteiten van energiebedrijven zijn hard<br />

coal en bruinkool extractie, energie opwekking,<br />

distributie via netwerken en het vermarkten van<br />

energie.<br />

Door de liberalisering van de energiemarkt en<br />

het daarmee samenhangende wegvallen van<br />

natuurlijke monopolies is de druk op de winst-<br />

Hoge exit barrières<br />

Hoge vaste kosten<br />

Capaciteitsaanpassing<br />

geschied in grote <strong>een</strong>heden<br />

Lage differentiatie<br />

Meerdere nieuwe toetreders<br />

Overheid<br />

• Toenemende druk op CO 2-reductie<br />

• Liberalisering energiemarkt 2004<br />

• Belangrijke rol door verlenen vergunningen & beleidsdoelstellingen<br />

Bron: Betw<strong>een</strong>-us<br />

Energie<br />

opwekking<br />

Aanbod<br />

Toegenomen<br />

concurrentie Industrie<br />

Consument<br />

Conversie Transport Klein zakelijk<br />

Grootverbruik<br />

Vraag<br />

Toenemende vraag naar<br />

energie<br />

Opkomende markt voor<br />

duurzaamheid<br />

Meer transparantie<br />

Elektriciteit wordt<br />

mobieler/decentraler<br />

marges en daarmee op netwerkefficiëntie<br />

toegenomen. Hoge exit barrières, hoge vaste<br />

kosten en lage differentiatie leiden in de geliberaliseerde<br />

Europese gas en elektriciteitsmarkt<br />

tot <strong>een</strong> significante toename van de concurrentie.<br />

In de meeste OESO landen waren marges<br />

tot boven de 20% g<strong>een</strong> uitzondering. Als gevolg<br />

van afnemende marges bestaat er <strong>een</strong> sterke<br />

focus op financiële prestaties. Een aantal belangrijke<br />

trends in de energiesector zijn:<br />

• Het toegenomen investeringsrisico door klantmobiliteit.<br />

Klanten kunnen snel van leverancier<br />

switchen wat betekent dat loyaliteit in belang<br />

toeneemt, waarbij differentiatie op basis van<br />

prijs niet meer voldoende is.<br />

• Opkomst van kleinschalige energieopwekking<br />

door micro-power (wind en Hydro), zonnedaken<br />

en wanden.


• Toegenomen onzekerheden over leverantie van<br />

energie en daardoor <strong>een</strong> toename van het<br />

belang van betrouwbaarheid voor de individuele<br />

energie leveranciers.<br />

• Toenemende aandacht voor de herkomst en<br />

hoeveelheid gebruikte energie en druk van afnemers<br />

op leveranciers om hier openheid over<br />

te kunnen geven.<br />

Toegenomen transparantie<br />

door carbon footprinting<br />

De Britse supermarktketen Tesco vermeldt<br />

sinds augustus 2009 op haar verpakkingen<br />

hoe groot de CO -uitstoot van het betref-<br />

2<br />

fende product is. Eind 2009 wil de supermarkt<br />

ongeveer 500 producten voorzien van<br />

<strong>een</strong> etiket met CO -voetafdruk. Uit recent<br />

2<br />

onderzoek van Tesco blijkt dat vijftig procent<br />

van de consumenten begrijpt wat de term<br />

‘carbon footprint’ betekent. Vorig jaar<br />

bedroeg dat percentage nog 32 procent.<br />

1.2 - De faciliterende overheid<br />

De overheid, in het bijzonder de Europese<br />

autoriteiten, is de belangrijkste promotor van<br />

maatschappelijk verantwoord ondernemen in<br />

de energiesector. Door het nemen van verscheidene<br />

maatregelen zoals verplichte bedrijfsrapportage<br />

in Frankrijk, emissie handel binnen de<br />

EU en het sluiten van sectorakkoorden wordt<br />

de ontwik-keling van de sector sterk beïnvloed.<br />

De overheid heeft ook <strong>een</strong> voorbeeld rol als<br />

inkoper van ‘groene’ elektriciteit. Daarbij zet<br />

zij bedrijven in toenemende mate onder druk<br />

door milieuwetgeving inzake de uitstoot van<br />

emissies. Het voornaamste initiatief op dit<br />

gebied is de CO -emissiehandel van de Europese<br />

2<br />

Unie. Bedrijven zijn op zoek naar richtlijnen van<br />

de overheid om zich aan op te trekken. Zolang<br />

er sprake is van <strong>een</strong> ‘level playing field’ gelooft<br />

56% van de bedrijven dat er meer regulering<br />

van de overheid vereist is. (5)<br />

De maatschappelijke kritiek op de beleidsfocus<br />

op het gebruik van fossiele brandstoffen neemt<br />

toe, evenals <strong>een</strong> groeiende roep om de externe<br />

kosten van het gebruik van fossiele brandstoffen<br />

te internaliseren. In juli 2009 is vastgesteld dat<br />

de G8 het doel ondersteunt om de industrielanden<br />

hun broeikasgas emissies reduceren met<br />

minimaal 80% in 2050 ten opzichte van 1990.<br />

De doelstellingen voor de Nederlandse energiemarkt<br />

zoals omschreven in het overheidsprogramma<br />

‘Schoon en Zuinig’ (6) zijn 30% vermindering<br />

van broeikasgassen in 2020 vergeleken<br />

met 1990, het tempo van energiebesparing<br />

verhogen naar 2% per jaar en het aandeel duurzame<br />

energie in 2020 verhogen naar 20% van<br />

het totale energiegebruik.<br />

Sectorakkoordje?<br />

Eind 2008 is door de Nederlandse overheid<br />

en verschillende spelers in de energiesector<br />

<strong>een</strong> sectorakkoord energie over<strong>een</strong>gekomen.<br />

Eneco is <strong>een</strong> partij die ervoor gekozen<br />

heeft het akkoord niet te ondertekenen. Niet<br />

omdat de eisen te streng zijn, maar omdat<br />

het in de ogen van Eneco niet ver genoeg<br />

gaat in termen van het principe ‘de vervuiler<br />

betaalt’. ‘Gevolg hiervan is dat inefficiënte,<br />

vervuilende technieken nog steeds (teveel)<br />

bevoordeeld blijven worden ten opzichte van<br />

energiebesparende, schone en duurzame<br />

energietoepassingen’ aldus Eneco.<br />

1.2.1 - Subsidiëring en vergunningen in Europa<br />

Eén van de best practices voor overheden om<br />

duurzame energie te stimuleren is het bieden<br />

van stabiliteit op langere termijn door ondersteunende<br />

maatregelen zoals subsidies en <strong>een</strong><br />

soepel vergunningen beleid.<br />

In haar rapportage ‘The Renewable Energy<br />

Progress Report’ van april 2009 constateert<br />

de Europese Commissie dat Nederland<br />

11


12<br />

achterblijft bij de haar omringende landen. De<br />

ondersteunende maatregelen van de Nederlandse<br />

overheid worden gecategoriseerd als middelmatig<br />

doordat deze te weinig rekening houden<br />

met het veilig stellen van lange termijn investeringen.<br />

De Minister van Economische Zaken kan<br />

jaarlijks aanpassingen doorvoeren op de budgettering.<br />

Als gevolg hiervan wordt het investeringsklimaat<br />

voor duurzame energie in Nederland als<br />

ongunstig beoordeeld. Nederland komt hiermee<br />

terecht in de groep van landen met onder meer<br />

Litouwen en wordt gepasseerd door onder meer<br />

Frankrijk, Duitsland en Engeland maar ook<br />

Portugal, Griekenland en Hongarije.<br />

Groei windenergie vooral buiten Europa<br />

De productie van windenergie in de wereld<br />

groeit sterk. De jaarlijkse capaciteit geleverd<br />

door nieuwe windmolens zal de komende tien<br />

jaar met <strong>een</strong> factor vijf stijgen, volgens het<br />

Duitse windenergie-instituut (DEWI).<br />

In 2008 kwam er 20 gigawatt (GW) aan<br />

windenergie bij. De jaarlijkse nieuwe capaciteit<br />

bedraagt in 2017 107 GW, verwachten de onderzoekers.<br />

De totale door windmolens geproduceerde<br />

energie gaat daarmee van 94 GW<br />

nu naar 718 GW in 2017. Vooral in Noord-<br />

Amerika en Azië neemt het aantal windmolens<br />

relatief snel toe. De VS breidden de capaciteit<br />

zelfs 45 procent uit, volgens de Global Wind<br />

Energy Council (GWEC). In Europa dat nog<br />

steeds meer dan de helft van alle windmolens<br />

in de wereld heeft, bouwt Spanje veel nieuwe<br />

installaties.<br />

Bron: ANP, 28 mei 2008<br />

De gemiddelde tijd voor het realiseren van<br />

off-shore windenergie projecten in Europa<br />

bedraagt meer dan 45 maanden, waarvan<br />

ruim minder dan de helft (19) betrekking heeft<br />

op de aanleg ervan. De doorlooptijd tussen<br />

Vincent van den Brekel, directeur van de<br />

Nederlandse windturbinebouwer Darwind, zegt<br />

in <strong>een</strong> interview in de Volkskrant van 22 augustus<br />

2009 het volgende: “Elk land beschermt zijn<br />

eigen industrie. In Denemarken is Vestas marktleider,<br />

in Duitsland Siemens en Enercon, in Spanje<br />

Gamesa. All<strong>een</strong> wij hebben g<strong>een</strong> thuismarkt.<br />

Nederland beschermt zijn eigen industrie niet.<br />

Als je dat zegt tegen Economische Zaken,<br />

zeggen ze: industrie is niet belangrijk, wij zijn<br />

<strong>een</strong> kennisland ... Maar die kennis kun je all<strong>een</strong><br />

betalen als er <strong>een</strong> industrie is die het geld<br />

verdient voor de investeringen.” Darwind, <strong>een</strong><br />

voormalig onderdeel van het failliete Econcern,<br />

aanvraag bouwvergunning en de start van de<br />

bouw van <strong>een</strong> windproject bedraagt in Nederland<br />

circa 3 à 4 jaar. (7) De doorlooptijd is<br />

sterk van invloed op de investeringen die gedaan<br />

worden in de sector, omdat elke maand<br />

vertraging <strong>een</strong> toename veroorzaakt in het<br />

investeringsrisico. Dit risico komt voort uit mogelijke<br />

nadelige beleidsveranderingen en voortschrijdende<br />

technologische ontwikkelingen.<br />

Doorlooptijd voor energieprojecten uitgedrukt<br />

in maanden<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Wind land<br />

Wind zee<br />

Biogas<br />

Biomassa<br />

Hydro<br />

PV cellen<br />

Technische energie<br />

Getijde & Golf<br />

Aanleg Totaal incl. vergunningsprocedure<br />

Bron: “Promotion and growth of renewable<br />

energy sources and systems“ Ecofys et al.


“Win-win bestaat niet voor de energiesector”<br />

Interview met Donald Pols, Hoofd Klimaat & Energie bij het Wereld Natuur Fonds Nederland<br />

Het WNF is met 920.000 donateurs het grootste, groene doel van Nederland. Als één van<br />

zijn strategieën om natuurbeschermingsresultaat te bereiken, zoekt het WNF samenwerking<br />

met bedrijven om deze samen te ontwikkelen en te implementeren.<br />

“Op dit moment zijn wij bezig <strong>een</strong> scenario te schrijven over de ontwikkeling van de Nederlandse<br />

energievoorziening, inclusief mijlpalen” aldus Pols. “Met betrekking tot het thema klimaat en<br />

energie wordt ingezet op het mobiliseren van steun en het lobbyen voor beleidsvorming met als<br />

doelstelling <strong>een</strong> CO -arme economie in 2050. De speerpunten hierbij zijn het vergroten van het<br />

2<br />

aandeel ‘clean energy technologie’ in het BNP, <strong>een</strong> standaard voor CO -kwaliteit voor nieuwe<br />

2<br />

elektriciteitscentrales (350 gr / kWh CO intensiteit) en <strong>een</strong> Europees aansluitend stroomnet-<br />

2<br />

werk voor decentrale energieproductie.”<br />

Over de belangrijkste obstakels in de transitie naar <strong>een</strong> duurzame energievoorziening heeft<br />

Pols de volgende visie: “Onvoldoende prioritering bij de overheid van duurzame ontwikkeling<br />

leidt tot onvoorspelbaar gedrag. Er is veel afstemming nodig door gespreide verantwoordelijkheid<br />

over de ministeries en gebrekkige communicatie. Daarbij komt dat er <strong>een</strong> intieme relatie<br />

bestaat tussen de fossiele energie sector en de Nederlandse overheid waardoor doorpakken<br />

niet gebeurt. Nederland verdient geld aan gas. De toenmalige directeur van Shell leidde de<br />

commissie die de eerste transitievisie voor Nederland opstelde. Waar de wetenschappelijke<br />

consensus op dat moment was dat <strong>een</strong> vermindering 80% aan uitstoot van CO noodzakelijk<br />

2<br />

is, stelde de commissie <strong>een</strong> doelstelling van 50% voor. De gevestigde belangen bepalen. Het<br />

is belangrijk dit te benoemen, zodat er iets aan gedaan kan worden. Er zullen winnaars en<br />

verliezers zijn in de omslag.<br />

Win-win bestaat niet in dit geval voor de energiesector. Win-win bestaat wel voor de<br />

samenleving en we moeten ons hierbij richten op de winnaars.”<br />

is inmiddels verkocht aan het Chinese Xemc,<br />

evenals Darwind leveranciers van tandwielloze<br />

windturbines.<br />

Een voorbeeld van <strong>een</strong> land waar overheidsmaatregelen<br />

<strong>een</strong> positief effect sorteren is Duitsland.<br />

Waar <strong>een</strong> goede stimulering toe kan leiden<br />

blijkt uit de werkgelegenheidscijfers in de Duitse<br />

energiesector. Terwijl er in Nederland slechts<br />

sprake is van <strong>een</strong> 5.000 arbeidsplaatsen zijn er<br />

zo’n 250.000 mensen werkzaam in duurzame<br />

energie in Duitsland en heeft het zijn Europese<br />

doelstelling voor 2010 (12,5% duurzame ener-<br />

gie) als enige land binnen de EU reeds bereikt.<br />

De Duitse markt voor duurzame energie loopt<br />

internationaal op veel gebieden voorop door<br />

onder meer de volgende programma’s (8):<br />

• Erneuerbare Energien Gesetz (EEG): garandeert<br />

(hoge) prijzen voor duurzame elektriciteit<br />

die wordt teruggeleverd aan het net door<br />

consumenten en bedrijven waarmee het <strong>een</strong><br />

stabiele lange termijnmarkt voor duurzame<br />

13


14<br />

energie creëert en op deze manier investeringen<br />

stimuleert.<br />

• Erneuerbare-Energien-Wärmegesetz (EE-<br />

WärmeG). In deze wet, die sinds begin 2009<br />

van kracht is, wordt vastgelegd dat 14 procent<br />

van de warmtevoorziening in 2020 uit<br />

duurzame bronnen afkomstig dient te zijn.<br />

De wet legt huiseigenaren de verplichting op<br />

om duurzame energie voor <strong>een</strong> deel van de<br />

warmtevoorziening te gebruiken, hiervoor zijn<br />

subsidies vastgelegd en is het MAP-budget<br />

verhoogd. Ook zorgt de wet ervoor dat de<br />

uitbreiding van warmtenetten voor gem<strong>een</strong>ten<br />

<strong>een</strong>voudiger wordt.<br />

• Marktanreizprogramm zu Gunsten erneuerbarer<br />

Energien (MAP): vult het EEWG aan. In het<br />

kader van MAP kunnen subsidies aangevraagd<br />

worden voor bijvoorbeeld de installatie van<br />

zonnecollectoren voor het verhitten van water<br />

en/of voor verwarmingsdoeleinden.<br />

• Leningen: De KfW-bank (eigendom van de<br />

Duitse Staat) verstrekt leningen voor investeringen<br />

in duurzame energie;<br />

• Subsidieregelingen in Duitse deelstaten: deelstaten<br />

hebben vaak eigen decentrale regelingen.<br />

Informatie wordt meestal verstrekt door<br />

de handelsbevorderingsorganisaties van de<br />

deelstaten.<br />

1.3 - Investeringen in duurzame energie<br />

Sinds 2005 is er <strong>een</strong> sterke toename in het<br />

aantal fondsen dat CleanTech investeringen<br />

in haar portfolio heeft. CleanTech is <strong>een</strong> verzamelnaam<br />

voor vormen van technologie die<br />

bijdragen aan <strong>een</strong> schoner milieu en/of zorgen<br />

voor energiebesparing. Vormen van CleanTech<br />

zijn onder andere zonne-energie, windenergie,<br />

biobrandstof uit algen en warmtekrachtkoppeling.<br />

Volgens expert opinie heeft deze markt <strong>een</strong><br />

sterk groeipotentieel met bijbehorende hoge<br />

winstmarges in de toekomst. Waar er in 2004<br />

wereldwijd nog 30 CleanTech fondsen waren<br />

kende 2008 er 117. De verwachting is dat de<br />

totale investeringen in 2009 nog verder door-<br />

groeien boven die van het recordjaar 2008,<br />

waarin in totaal € 25,5 miljard geïnvesteerd<br />

werd in CleanTech. (9) De totale investeringen<br />

in duurzame energie in 2008 bedroegen 120<br />

miljard (10), <strong>een</strong> toename van 500% ten<br />

opzichte van 2004.<br />

Wat de invloed van de dalende olieprijzen en het<br />

invoeren van kosten van CO is op de ontwik-<br />

2<br />

keling van duurzame energiebronnen is lastig<br />

te voorspellen. In <strong>een</strong> recente scenariostudie<br />

concludeert het Energie Onderzoek Centrum<br />

Kolencultuur<br />

vertraagt<br />

vergroening<br />

Nederland (ECN) dat de CO 2 -uitstoot bij afwezig-<br />

heid van <strong>een</strong> CO 2 -prijs zou kunnen dalen over<br />

de middellange termijn maar sterk zou kunnen<br />

stijgen over de lange termijn door toenemende<br />

inzet van kolen. Daarentegen kunnen <strong>een</strong> sterk<br />

klimaatbeleid en hoge CO -kosten (gemodelleerd<br />

2<br />

als <strong>een</strong> 100 $/tCO -prijs) resulteren in duidelijk<br />

2<br />

lagere CO -emissies, vooral na 2030. (11)<br />

2<br />

1.4 - Vertraagde cultuuromslag<br />

in <strong>een</strong> veranderde markt<br />

De mentaliteit binnen de energiebedrijven is<br />

historisch gevormd door de sterke betrokkenheid<br />

van de overheid en daaruit voortvloeiende<br />

monopolie positie. Hierdoor hebben merkwaarde<br />

en reputatie van de afzonderlijke energiebedrijven<br />

slechts <strong>een</strong> beperkte rol gespeeld. Dit heeft<br />

geleid tot <strong>een</strong> conservatieve mentaliteit met<br />

daarbij <strong>een</strong> sterke regionale, korte termijn en<br />

interne focus.<br />

Illustratief hiervoor is de impliciete aanname dat<br />

energieopwekking gelijk staat aan het gebruik<br />

van fossiele brandstoffen. Er is sprake van <strong>een</strong>


diepgewortelde non-renewables mindset. Een<br />

voorbeeld hiervan is het voorlopig stroometiket<br />

2008 van Essent met de aanduiding ‘gewone<br />

stroom’ versus ‘groene stroom’ (2) . Duurzame<br />

energie wordt hiermee gepositioneerd als <strong>een</strong><br />

product ter differentiatie om <strong>een</strong> specifieke<br />

klantengroep te bedienen. Zolang binnen de sector<br />

‘groene stroom’ gezien wordt als iets anders<br />

dan ‘gewone stroom’ dan zal de overgang naar<br />

‘ongewone stroom’, <strong>een</strong> randvoorwaarde voor<br />

<strong>een</strong> CO -arme sector, op cultuurbarrières blijven<br />

2<br />

stuiten.<br />

De invloed van de liberalisering, de toegenomen<br />

Groene energie<br />

uit de woestijn<br />

“Zes uur zon uit de woestijn zou meer energie<br />

kunnen produceren dan de mensheid in <strong>een</strong><br />

heel jaar kan verbruiken”, stelde de Club van<br />

Rome in <strong>een</strong> recente studie. Vanuit dit oogpunt<br />

heeft <strong>een</strong> consortium van twintig van<br />

de grootste Duitse bedrijven op 13 juli 2009<br />

haar plannen gepresenteerd voor het allergrootste<br />

gecentraliseerde zonne-energie<br />

project aller tijden, genaamd Desertec.<br />

Desertec is <strong>een</strong> consortium dat in de Afrikaanse<br />

woestijn de zon moet gaan ontginnen met<br />

behulp van zonthermische krachtcentrales.<br />

Het project zal ongeveer 400 miljard euro kosten<br />

en over tien jaar de eerste zonnestroom<br />

gaan leveren. Met deze investering zal 15%<br />

van de Europese elektriciteitsbehoefte gedekt<br />

kunnen worden.<br />

Het plan is ontwikkeld door de Club van Rome<br />

en het TREC Initiative en wordt gesteund door<br />

o.a. Siemens, Deutsche Bank, E-On en RWE.<br />

De groep streeft ernaar binnen twee tot drie<br />

jaar concrete plannen te presenteren.<br />

2 zie bijlage 2<br />

concurrentie, de toegenomen transparantie<br />

en <strong>stakeholder</strong>druk in de markt zijn nog niet<br />

volledig geïnternaliseerd. Verschillende spelers<br />

investeren op dit moment in <strong>een</strong> cultuuromslag<br />

om dit proces te versnellen. Zowel Delta als<br />

Eneco hebben bijvoorbeeld activiteiten georganiseerd<br />

op 9 september 2009, de dag van de<br />

duurzaamheid, rondom dit thema. Op internationaal<br />

niveau worden initiatieven uitgerold waaruit<br />

<strong>een</strong> hernieuwde kijk op de energievoorziening<br />

blijkt. Sprekende voorbeelden hiervan zijn<br />

Desertec en het Renewables-Grid-Initiative,<br />

die in onderstaand kader verder worden beschreven.<br />

Verwacht wordt dat Desertec binnen 10 tot<br />

15 jaar concurrerend zal kunnen opereren.<br />

Voor het plan om 15% te kunnen dekken van<br />

de Europese elektriciteitsbehoefte is slechts<br />

<strong>een</strong> oppervlakte nodig van 130 km2. Een nog<br />

uit te bouwen transportnet zal de geproduceerde<br />

energie vanuit Noord-Afrika onder de<br />

Middellandse Zee door naar Europa vervoeren<br />

en daar distribueren. Van de totale investering<br />

van 400 miljard is tien tot twintig miljard<br />

nodig voor de aanleg van dit stroomtransportnet.<br />

Vanuit het oogpunt van energiezekerheid<br />

worden de centrales op verschillende locaties<br />

gebouwd.<br />

De bedrijven achter het Desertec-project<br />

stellen dat er weliswaar <strong>een</strong> enorme investering<br />

nodig is om de plannen te verwezenlijken,<br />

maar dat de gekozen techniek zich in de praktijk<br />

al heeft bewezen. Voor Duitsland zelf heeft<br />

Desertec als voordeel dat het zijn expertise<br />

op het gebied van zonne-energie verder kan<br />

uitbouwen en de omstreden winning van bruinkool<br />

kan worden teruggeschroefd.<br />

Bron: Desertec Press Release, 13 juli 2009<br />

15


16<br />

1.5 - Barrières voor innovatie<br />

De belangrijkste barrières voor <strong>een</strong> overgang<br />

naar duurzame energie zijn:<br />

• Hoge sunk costs door hoge voorinvesteringen.<br />

Door de lange levensduur van energiegerelateerde<br />

productiemiddelen en het hoge<br />

innovatie gehalte van de investeringen zijn<br />

er verhoogde risico’s op <strong>een</strong> nadelige<br />

technologische lock-in;<br />

• Beperkte externe druk voor verandering<br />

vanuit klanten en investeerders;<br />

• Klimaatverandering is <strong>een</strong> bedreiging èn<br />

kans op de lange termijn, waarbij de effecten<br />

moeilijk kwantificeerbaar zijn.<br />

• Klimaatverandering en energieschaarste<br />

vereisen technologieën, expertise en business<br />

modellen die sterk afwijken van de huidige<br />

kernactiviteiten en vaardigheden, zoals bijv.<br />

het aanbieden van energie management services<br />

in plaats van betaling in geleverde kWh’s;<br />

• (Te) grote onzekerheid over het toekomstige<br />

ondernemingsklimaat door veranderingen in<br />

technologie, regelgeving, klimaatverandering.<br />

De noodzaak om te innoveren is door beperkte<br />

druk op de license-to-operate en de reputatie<br />

van energiebedrijven (nog) niet maximaal dat<br />

dit financiële risico’s met zich meebrengt. Innovatie<br />

voor <strong>een</strong> duurzame energievoorziening<br />

is momenteel beperkt tot pilot projecten en<br />

de voorzichtige ontwikkeling van voornamelijk<br />

gesubsidieerde, en daardoor winstgevende,<br />

technologieën. De huidige business case voor<br />

duurzaamheid is hoofdzakelijk gebaseerd op<br />

operationeel management van risico’s en kansen<br />

en leidt tot beperkte innovatie van huidige<br />

processen en activiteiten.<br />

1.6 - Het nieuwe energie tijdperk<br />

Voorwaarde voor het realiseren van de doelstellingen<br />

voor 2050 is <strong>een</strong> mentaliteitsverandering<br />

die hernieuwbare energiebronnen in plaats van<br />

fossiele brandstof als primaire energiebron<br />

beschouwt. Naast toegenomen regeldruk dienen<br />

de beslissers de kansen te identificeren op basis<br />

waarvan positieve investeringsbeslissingen ten<br />

aanzien van duurzame energie genomen zullen<br />

worden.<br />

Samenvattend zijn de belangrijkste voorwaarden<br />

voor het opwekken en leveren van duurzamere<br />

energie:<br />

• Een gunstig en stabiel investeringsklimaat<br />

met lage barrières dat door <strong>een</strong> stimulerende<br />

overheid op langere termijn wordt gefaciliteerd;<br />

• Sterke druk door afnemers op de energiesector<br />

om schoner te produceren waardoor<br />

opkomende challengers en volgers door de<br />

markt beloond worden;<br />

• Regelgeving rondom CO -emissies die van<br />

2<br />

invloed is op toekomstige opwekkingskosten.<br />

De investeringen zullen zowel technologische<br />

als procesinnovatie betreffen met oog voor te<br />

behalen winsten op het gebied van energie<br />

efficiëntie. De sleutel is het beïnvloeden van<br />

kennis, houding en gedrag van consumenten,<br />

werknemers en beleidsmakers. Samenwerkingsverbanden<br />

tussen publieke en private partijen<br />

krijgen <strong>een</strong> nieuw karakter. Nieuwe ‘captains of<br />

industry’ zullen zich presenteren, maar pas nadat<br />

switch plaats heeft gevonden van de gevestigde<br />

orde naar de ‘challengers’.


2 - Benchmarking en best<br />

practices wereldwijd<br />

2.1 - Inleiding Dow Jones<br />

Sustainability Indexes<br />

Duurzaamheid als thema heeft in het bedrijfsleven<br />

de afgelopen jaren <strong>een</strong> sterke ontwikkeling<br />

doorgemaakt. Waar Maatschappelijk Verantwoord<br />

Ondernemen (MVO) in de jaren negentig<br />

<strong>een</strong> onderwerp was voor de ‘happy few’ begint<br />

de integratie van duurzame ontwikkeling in de<br />

kern van de bedrijfsvoering serieuze vormen<br />

aan te nemen. Professionele monitoring van en<br />

sturing op basis van prestaties op dit gebied<br />

begint ook op de beursvloer <strong>een</strong> verschil te maken.<br />

Een belangrijk instrument op dit snijvlak is<br />

de Dow Jones Sustainability Indexes (DJSI). De<br />

DJSI is <strong>een</strong> samenwerking tussen de Dow Jones<br />

Indexes, STOXX Limited en SAM. De indices bieden<br />

portfolio-managers objectieve benchmarks<br />

voor het beheer van duurzaamheidfondsen. De<br />

DJSI World is in 1999 geïntroduceerd als de<br />

eerste index die de financiële prestaties volgt<br />

van de meest vooraanstaande ondernemingen<br />

DJSI Electricity sector leiders in duurzaamheid<br />

Bron: DJSI website update 3 maart 2009<br />

wereldwijd die duurzaamheid tot <strong>een</strong> speerpunt<br />

hebben gemaakt. De index beoordeelt bedrijven<br />

op hun economische, ecologische en sociale<br />

prestaties.<br />

Nederland presteert de laatste jaren relatief<br />

goed in de DJSI. In de laatste ranking (2008-<br />

2009) voert TNT de overall wereldwijde ranglijst<br />

aan en zijn Unilever en AirFrance/KLM leider in<br />

hun specifieke categorie (‘supersector leader’).<br />

Daarnaast staan onder meer Akzo Nobel en<br />

Philips in de index en heeft KPN zich ten doel gesteld<br />

in 2009 in de DJSI opgenomen te worden.<br />

De analyse in het volgende hoofdstuk is hoofdzakelijk<br />

gebaseerd op de onderliggende data van<br />

de SAM voor de energiesector 2007-2008. Op<br />

basis van deze data worden de deelnemers aan<br />

de DJSI geselecteerd. Tussen juni en augustus<br />

2009 zijn er in de energie sector 26 leiders in<br />

duurzaamheid geïdentificeerd en geanalyseerd.<br />

Deze zijn afkomstig uit 13 verschillende landen.<br />

Grupo Iberdrola uit Spanje is dit jaar de supersector<br />

leider voor energie.<br />

17


18<br />

2.2 - Waardecreatie wereldwijd<br />

2.2.1 - Vier gebieden van waardecreatie<br />

In algemene zin zijn er vier gebieden te onderscheiden<br />

waarin waardecreatie uit duurzaamheid<br />

mogelijk is. Uitgesplitst naar oriëntatie<br />

en houding worden de volgende kwadranten<br />

zichtbaar:<br />

• Issue management (intern en reactief) met<br />

als doel de license-to-operate zo goed mogelijk<br />

in stand te houden. Zo wordt de license-tooperate<br />

van sommige transportbedrijven<br />

bedreigd door minimum eisen aan vrachtwagens<br />

te stellen om in <strong>een</strong> bepaald gebied<br />

te mogen opereren.<br />

• Reputatie management (extern en reactief)<br />

hiertoe worden zowel het imago bij klanten als<br />

het aantrekken en behouden van personeel<br />

gerekend. MVO maakt in toenemende mate<br />

deel uit van wetenschappelijke modellen om<br />

reputatie te meten.<br />

• Efficiency (intern en proactief) bestaat voornamelijk<br />

uit de winst die voortkomt uit het optimaliseren<br />

van de procesvoering zoals brandstofbesparingen<br />

en verminderingen van hoeveelheden<br />

afval. Deze verbeteringen met betrekking tot<br />

het milieu worden gerealiseerd door dezelfde<br />

output te generen met minder input.<br />

• Innovatie (extern en proactief) staat voor<br />

de commerciële toepassing van <strong>een</strong> vernieuwing<br />

van techniek, proces of <strong>aanpak</strong>. Hiertoe<br />

behoren onder meer nieuwe zonnecel technologieën<br />

en procesverbeteringen waardoor<br />

restwarmte wordt teruggewonnen.<br />

Duurzaamheid biedt wisselend nieuwe kansen<br />

en bedreigingen. Het effectief inspelen hierop<br />

leidt tot waardecreatie. Voorwaarde om dit<br />

potentieel te benutten is het opnemen van duurzaamheid<br />

in de primaire organisatieprocessen.<br />

2.2.2 - Meest relevante sector issues:<br />

klimaatverandering en biodiversiteit<br />

De mogelijke waardecreatie hangt sterk af van<br />

Vier gebieden van waardecreatie uit MVO voor<br />

de energiesector<br />

INTERN ORIENTATIE EXTERN<br />

Reputatie Management<br />

Relevantie klanttevredenheid<br />

toegenomen na liberalisering<br />

Van invloed op de informele<br />

license-to-operate<br />

Historisch gezien<br />

belangrijkste sector thema<br />

Van invloed op de<br />

formele license-to-operate<br />

Issue Management<br />

REACTIEF<br />

Bron: Betw<strong>een</strong>-us<br />

Innovatie<br />

Speelt <strong>een</strong> sleutelrol<br />

in de verduurzaming<br />

van de energiesector<br />

Toegenomen relevantie na<br />

liberalisering en door crisis<br />

Behaalde resultaten zijn<br />

relatief <strong>een</strong>voudig meetbaar<br />

Groot verbeteringspotentie<br />

op korte termijn<br />

Efficiency<br />

HOUDING PROACTIEF<br />

interne en externe factoren in de context van<br />

de sector en het individuele energiebedrijf. Ten<br />

eerste is de aansluiting van activiteiten op het<br />

gebied van duurzaamheid met de organisatiecultuur<br />

van groot belang. Ten tweede dienen de<br />

verschillende activiteiten waardevol te zijn voor<br />

klanten en ten derde dient het onderscheidend<br />

te zijn van wat de concurrentie op dit gebied<br />

onderneemt. Last but not least moet er <strong>een</strong><br />

heldere business case zijn: wat zijn de belangrijkste<br />

redenen voor <strong>een</strong> organisatie om MVO te<br />

omarmen?<br />

De meeste Europese energiebedrijven zijn<br />

hoofdzakelijk actief in landen met relatief weinig<br />

sociale problemen. De thema’s gezondheid en<br />

veiligheid maken al lange tijd <strong>een</strong> essentieel<br />

onderdeel uit van de bedrijfsvoering in de energiesector<br />

en er is <strong>een</strong> gedegen beleid op de<br />

onderwerpen. De focus van energiebedrijven<br />

ligt vooral op milieu gerelateerde issues. De<br />

laatste jaren is de sector onder <strong>een</strong> vergrootglas<br />

komen te liggen door <strong>een</strong> toenemende<br />

interesse in klimaatverandering. De link naar


Eneco zet in op Wind<br />

Interview met Ralph van Hof,<br />

Directeur Wind bij Eneco<br />

“Eneco heeft als visie dat we aan de vooravond<br />

staan van <strong>een</strong> nieuw energietijdperk.<br />

De thema’s hierbij zijn Duurzaam, Decentraal<br />

en Samen. G<strong>een</strong> loze woorden maar de harde<br />

commitment om <strong>een</strong> volledige duurzame<br />

energievoorziening in 2030 te realiseren. Zo<br />

heeft Eneco ook het sectorakkoord afgewezen<br />

omdat deze in onze ogen niet ver genoeg<br />

gaat en limiterend werkt voor de invoering van<br />

duurzame energie.<br />

In dit kader past de recente overname van<br />

diverse onderdelen van Econcern. Eneco heeft<br />

juist deze onderdelen overgenomen, omdat ze<br />

erg goed aansluiten op de bestaande duurzame<br />

strategie. De innovatieve kracht van de<br />

overgenomen bedrijfsonderdelen geeft <strong>een</strong><br />

sterke impuls aan onze duurzame doelstellingen.”<br />

Als transitie energie zet Eneco vooral in op gas<br />

in plaats van kolen of kernenergie. Belangrijk<br />

hierbij is voor Eneco het vermogen om goed<br />

te ‘traden’ dus is het inmiddels <strong>een</strong> volwassen<br />

competentie binnen de organisatie. Hierbij is<br />

het ontstaan van <strong>een</strong> volwassen duurzame<br />

energiemarktplaats van groot belang.<br />

Daarnaast zal ook gekeken worden naar<br />

<strong>een</strong> flexibeler inzet van capaciteit en de<br />

brandstofmix. “Op dit moment is het zo dat bij<br />

energiebedrijven die deel uitmaken van de<br />

grootste CO -uitstotende industrie in Europa,<br />

2<br />

is dan snel gemaakt.<br />

Van de emissie van kooldioxide ontstaat 30%<br />

door het verbranden van fossiele brandstoffen<br />

in de energiesector. (12) Nu de ‘cost of carbon’<br />

<strong>een</strong> toenemende wind de opbrengsten dalen<br />

als gevolg van <strong>een</strong> ruimer aanbod. Dit werkt<br />

nadelig voor de business case voor windenergie.<br />

Flexibiliteit biedt hiervoor <strong>een</strong> oplossing.<br />

Met ander woorden als het hard waait op<br />

zee dan kunnen de kolencentrales langzamer<br />

draaien zodat de overall emissie minder wordt.<br />

Door <strong>een</strong> boete te leggen op meerverbruik van<br />

kolen bij de beschikbaarheid van windenergie<br />

zou de overheid dit kunnen stimuleren.”<br />

Ook de bedrijfscultuur is <strong>een</strong> belangrijk knelpunt<br />

voor de versnelling van de innovatiegraad.<br />

“In het verleden was de cultuur binnen<br />

de sector risicomijdend. Extra probleem bij<br />

het bijsturen van de bedrijfscultuur is het<br />

loskoppelen van Transport omdat daarmee<br />

het managen van kwaliteit en resultaat meer<br />

op afstand moet gebeuren. Eneco heeft <strong>een</strong><br />

aantal jonge business managers aangetrokken<br />

om de cultuur te wijzigen waarbij duurzaamheid<br />

voorop staat.”<br />

Andere blokkades die worden genoemd zijn<br />

het vergunningenstelsel dat traagheid in de<br />

hand werkt en de kostenachterstand t.o.v.<br />

fossiele brandstoffen zoals olie en kolen.<br />

“Windenergie heeft <strong>een</strong> complex vergunningenstelsel<br />

waarbij de afwegingen niet altijd<br />

helder zijn. Eneco dreigt <strong>een</strong> vergunning mis<br />

te lopen doordat er <strong>een</strong> issue is met zeemeeuwen<br />

die last zouden hebben van dit windpark.<br />

De meer filosofische vraag is welke offers de<br />

overheid en de consumenten bereid zijn te<br />

brengen.”<br />

gestaag toeneemt vormt het minimaliseren van<br />

CO -emissies <strong>een</strong> belangrijk onderdeel van te<br />

2<br />

behalen efficiencywinsten.<br />

De supply chain van elektriciteit doorloopt (in<br />

versimpelde vorm) de stappen van opwekking,<br />

conversie, transport en consumptie. In alle<br />

19


20<br />

afzonderlijke stadia zijn reducties van CO -emis-<br />

2<br />

sies te behalen; de wijze van opwekking, de<br />

efficiëntie van conversie en transport en de<br />

mate van consumptie en efficiëntie bij de afnemer.<br />

De relevantie hiervan zal de komende jaren<br />

toenemen vanwege de verwachte prijsstijging<br />

van de uitstoot van broeikasgassen in de komende<br />

jaren. Tevens neemt het aansprakelijkheidsrisico<br />

van klimaatverandering toe. Dit vraagt om<br />

aanzienlijke investeringen op de lange termijn<br />

om buitenproportionele uitstoot te vermijden.<br />

Een ander thema dat op wereldschaal in<br />

toenemende mate op de agenda staat is de<br />

impact van de bedrijfsvoering op biodiversiteit.<br />

Deze wordt voornamelijk bedreigd door<br />

oppervlakte mining (bruinkool) in opkomende<br />

economieën en grote hydropower projecten.<br />

Ook in Nederland, waar deze activiteiten niet<br />

voorkomen, lopen wind-op-zee projecten vertraging<br />

op doordat vergunningen niet vergeven<br />

worden met het oog op bescherming van de<br />

biodiversiteit.<br />

2.3 - De invloed van <strong>een</strong> goede Governance<br />

De positieve invloed van <strong>een</strong> gedegen governance<br />

structuur op de duurzaamheid van <strong>een</strong><br />

organisatie wordt door de resultaten van de<br />

index gestaafd. Governance heeft betrekking op<br />

de mate van integratie van strategie, auditing,<br />

accounting en risk management als formele<br />

taak van de Raad van Bestuur. Daarnaast wordt<br />

door SAM onderzocht wie de benoeming en<br />

honorering van de board en het top management<br />

bepaalt. Het erkennen van MVO als taak<br />

van de board wordt gezien als <strong>een</strong> indicatie van<br />

de mate waarin MVO in de organisatie is geïntegreerd,<br />

<strong>een</strong> voorwaarde om duurzaamheid<br />

goed te kunnen adresseren. De conclusie is dat<br />

<strong>een</strong> betere governance structureel leidt tot <strong>een</strong><br />

significant betere duurzaamheid performance<br />

zoals door SAM gedefinieerd. Alle top 5 scorers<br />

hebben tevens in de sectie Governance het onderwerp<br />

Corporate Social Responsibility (MVO)<br />

opgenomen als <strong>een</strong> taak waarvan de eindverantwoordelijkheid<br />

bij de board ligt terwijl deze bij de<br />

underperformers ontbreekt.<br />

Governance en DJSI score<br />

Thema Score Governance<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

0 20 40 60 80 100<br />

Top 5 lage scores<br />

Totale SAM Score<br />

Bron: SAM DJSI Electricity sector data 2007-2008<br />

Top 5 hoge scores<br />

2.4 - Leidt vergroenen tot <strong>een</strong> lager of<br />

hoger financieel rendement?<br />

Een veelgehoorde barrière voor de transitie<br />

naar <strong>een</strong> duurzamere energievoorziening is<br />

dat de hiermee samengaande kosten te hoog<br />

zijn om competitief te blijven. De opbouw van<br />

de brandstofmix is niet van invloed op de economische<br />

scores van energiemaatschappijen.<br />

In de volgende grafiek zijn de top 10 economische<br />

scores afgezet tegen het percentage<br />

Duurzame bedrijfsvoering leidt<br />

niet tot mindere bedrijfsresultaten


duurzame energie in hun brandstofmix volgens<br />

SAM data. De grafiek illustreert dat het overstappen<br />

naar <strong>een</strong> duurzamere energiemix g<strong>een</strong><br />

negatief effect heeft op het rendement. De top<br />

10 scoort namelijk evenredig verdeeld op de as<br />

van duurzame energie.<br />

Duurzame energie en economische score<br />

% Duurzame energie<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

75 80 85 90<br />

Economische Score SAM<br />

Top 10 economische<br />

scores<br />

Lineair (Top 10<br />

economische scores)<br />

N.B. Daar waar g<strong>een</strong> waardes waren ingevuld is uitgegaan van 100%<br />

non-renewable fuels<br />

Bron: SAM DJSI Electricity sector data 2007-2008<br />

2.5 - Lange termijn CO -doelstelling<br />

2<br />

ontbreekt nog<br />

Prestaties op het gebied van CO -emissies zullen<br />

2<br />

in de toekomst in toenemende mate op economisch<br />

gebied <strong>een</strong> rol gaan spelen. Vanwege de<br />

geprojecteerde toename van de ‘cost of carbon’<br />

zal CO meer impact hebben op de winst- en<br />

2<br />

verliesrekening. De mate waarin deze ontwikkeling<br />

tot uitdrukking komt in lange termijn<br />

doelstellingen voor CO -reductie verschilt sterk<br />

2<br />

van organisatie tot organisatie. Dit kan worden<br />

opgevat als indicator voor de integratie van het<br />

onderwerp duurzaamheid in de bedrijfsvoering<br />

en strategievorming.<br />

Van de top 10 zijn er 4 spelers met <strong>een</strong> concrete<br />

doelstelling na 2010. Van de top 10 scorers<br />

voor de energiesector is er slechts 1 speler die<br />

de ambitie van 100% CO 2 -neutraliteit in 2020<br />

communiceert en van wie de gerealiseerde<br />

reducties de afgelopen jaren structureel in lijn<br />

zijn met deze ambitie.<br />

CO 2 -reductie doelstellingen<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030<br />

CO -reductie doelstellingen van de top DJSI scorers<br />

2<br />

gemeten vanaf ijk-jaar<br />

Bron: SAM DJSI Electricity sector data 2007-2008<br />

Van de 10 slechtste performers op de econo-<br />

mische dimensie van SAM komt op g<strong>een</strong> enkele<br />

wijze naar voren dat er sturing plaats vindt op<br />

basis van de ‘cost of carbon’. Daarentegen geven<br />

8 van de 10 koplopers op de economische<br />

dimensie aan hiermee wel rekening te houden<br />

door scenario’s voor winstmaximalisatie, discounted<br />

cashflow berekeningen of anderszins.<br />

2.6 - Stakeholdermanagement<br />

Stakeholdermanagement is het systematisch<br />

opbouwen, verbeteren en beheren van de<br />

relaties met de diverse belangengroepen. Deze<br />

discipline vereist dat <strong>een</strong> organisatie de belangen<br />

en de verwachtingen van de diverse <strong>stakeholder</strong>s<br />

begrijpt en erkent. Een goede interactie<br />

en communicatie met <strong>stakeholder</strong>s, zowel intern<br />

als extern, draagt sterk bij aan de totale performance<br />

in de SAM assessment methodology.<br />

In de volgende grafiek wordt de totale score<br />

vergeleken met de score op het thema van <strong>stakeholder</strong><br />

engagement. Slechts 1 van de 10 underperformers<br />

rapporteert de resultaten terug<br />

aan de <strong>stakeholder</strong>s en publiceert deze (in het<br />

geval er sprake was van <strong>een</strong> gestructureerde<br />

21


22<br />

<strong>stakeholder</strong> dialoog). Bij de ‘best in class’ ener-<br />

giebedrijven wordt door 8 van de 10 spelers<br />

zowel teruggerapporteerd aan de <strong>stakeholder</strong>s<br />

als gepubliceerd.<br />

Stakeholdermanagement en SAM score<br />

Thema Score <strong>stakeholder</strong>management<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

0 20 40 60 80 100<br />

Totale SAM Score<br />

Top 10 lage scores Top 10 hoge scores<br />

Bron: SAM DJSI Electricity sector data 2007-2008<br />

Stakeholdermanagement is mede door de<br />

economische crisis in <strong>een</strong> stroomversnelling<br />

gekomen als instrument om geschonden reputaties<br />

te herstellen. Koplopers streven dan ook<br />

<strong>een</strong> <strong>aanpak</strong> na die erop gericht is om:<br />

- De feiten over de <strong>stakeholder</strong>s te verzamelen;<br />

- Te onderzoeken welke activiteiten het meest<br />

relevant zijn voor de belangrijkste<br />

<strong>stakeholder</strong>s;<br />

- Stakeholders te beïnvloeden via middelen<br />

die verder gaan dan traditionele PR, bij<br />

voorkeur in dialoog. (13)<br />

Een belangrijke uitdaging ligt in het zien van<br />

de grotere samenhang en het stimuleren van<br />

doelgerichte samenwerking tussen <strong>stakeholder</strong>s.<br />

Een goed voorbeeld van het omgaan met<br />

de huidige uitdagingen en kansen in dit kader<br />

is het Renewables-Grid-Initiative (RGI).<br />

Het Renewables-<br />

Grid-Initiative<br />

Het RGI zet zich in voor de uitbreiding van<br />

de capaciteit die nodig is om in Europa op<br />

grote schaal duurzame energie op te wekken<br />

en te transporteren. Om dat doel te<br />

bereiken, brengt het RGI <strong>een</strong> aantal NGO’s<br />

en landelijke stroomnetbeheerders samen.<br />

Voor het eerst slaan het internationale<br />

Wereldnatuurfonds (WWF), Germanwatch,<br />

Vattenfall Europe Transmission en TenneT<br />

de handen in<strong>een</strong> om <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>schappelijk<br />

doel te bereiken. Een significante uitbreiding<br />

van duurzame elektriciteit via het Europese<br />

transportnet kan all<strong>een</strong> worden bereikt als<br />

de huidige transportcapaciteit wordt opgewaardeerd<br />

en uitgebreid. Nieuwe strategische<br />

interconnecties zijn noodzakelijk om<br />

duurzame elektriciteit van afgelegen locaties<br />

naar de consumptiecentra te transporteren.<br />

Europa heeft <strong>een</strong> transportnet nodig dat beter<br />

op duurzame energie is ingesteld, en dat<br />

aan de volgende eisen moet voldoen:<br />

• volledige integratie van lokale en decentrale<br />

duurzame energiebronnen;<br />

• volledige integratie van offshore windenergie<br />

en geconcentreerde zonne-energie op<br />

grote schaal;<br />

• implementatie van nieuwe, strategische<br />

HVDC-verbindingen waar dat nodig is;<br />

• inzet van innovatieve en intelligente technologieën<br />

voor het elektriciteitsnet.<br />

“Wij zien de realisatie van het RGI als <strong>een</strong><br />

noodzakelijke voorwaarde voor het behalen<br />

van onze Desertec doelstellingen”, aldus<br />

Prof. Dr. Peter Hoeppe – Hoofd Geo Risks<br />

Research / Corporate Climate Centre, Munich<br />

Re.<br />

Bron: Tennet


3 - De markt voor<br />

duurzame energie<br />

3.1 - Waarde en waardecreatie<br />

Organisaties zijn zich in toenemende mate be-<br />

wust van hun maatschappelijke verantwoordelijk-<br />

heid. In het kader van MVO worden initiatieven<br />

genomen op het gebied van milieuvriendelijker<br />

produceren, verduurzamen van de supply chain<br />

en samenwerken met goede doelen. Een grote<br />

uitdaging hierbij is hoe MVO kan worden ingepast<br />

in de bedrijfsvoering. En hoe hierover te<br />

communiceren richting de consument?<br />

De verwachtingen van consumenten zijn in<br />

toenemende mate bepalend voor het succes<br />

van te voeren MVO-beleid. Het is essentieel<br />

gedetailleerd inzicht te krijgen in de houding<br />

van de consument ten aanzien van thema’s als<br />

eerlijke handel, milieu, arbeidsomstandigheden<br />

en energiebesparing in relatie tot de eisen die<br />

dit stelt aan de sector waarin <strong>een</strong> bedrijf actief<br />

is en de eigen activiteiten. Diversificatie van<br />

producten op basis van duurzaamheid heeft<br />

marktwaarde. De bereidheid om meer te<br />

betalen voor groene producten is lastig te<br />

meten omdat respondenten sociaal wenselijke<br />

antwoorden geven. Vast staat dat de meerwaarde,<br />

oftewel de mate waarin waardecreatie<br />

plaatsvindt, verschilt per productcategorie. Als<br />

Kwaliteit en bereidheid meer te betalen<br />

Percentage van kopers van groene producten<br />

dat bereid is om minstens 10 procent meer<br />

te betalen voor producten in deze categorie<br />

35%<br />

30%<br />

25%<br />

20%<br />

15%<br />

Heren en Dames kleding<br />

Papier<br />

Consumer electronics<br />

consumenten percipiëren dat <strong>een</strong> groen product<br />

ook daadwerkelijk ‘beter’ is dan leidt dit tot <strong>een</strong><br />

grotere bereidheid om meer te betalen. Internationaal<br />

geeft 20% van de respondenten in de<br />

energiemarkt aan bereid te zijn ongeveer 10%<br />

premium te betalen voor energie producten met<br />

<strong>een</strong> groene propositie.<br />

Een manier om de maatschappelijke thema’s te<br />

identificeren die voor <strong>een</strong> industrie en bedrijven<br />

binnen deze sector relevant zijn is door middel<br />

van de Social Responsibility Scan. Deze scan<br />

meet op halfjaarlijkse basis wat de maatschappelijke<br />

thema’s zijn die door de Nederlandse consument<br />

als meest relevant worden beschouwd<br />

in <strong>een</strong> sector en hoe <strong>een</strong> bepaald merk op dit<br />

gebied presteert.<br />

De Nederlandse consument vindt het belangrijk<br />

dat energieleveranciers zich bezighouden met<br />

het gebruik van natuurlijke energiebronnen, het<br />

verminderen van luchtvervuiling en het omlaag<br />

brengen van het energieverbruik. De meting van<br />

juli 2009 onder 6.615 respondenten levert de<br />

volgende top vijf:<br />

1. Gebruik van natuurlijke energiebronnen - 48%<br />

2. Verminderen van de luchtvervuiling - 35%<br />

3. Omlaag brengen van het energieverbruik - 34%<br />

4. Rentmeesterschap - 33%<br />

5. Klimaatverandering - 31%<br />

Gebotteld water<br />

Koelkasten<br />

Electricity / energie voorziening<br />

Vers fruit en groente<br />

10%<br />

20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 55% 60% 65% 70%<br />

Bronnen: BCG Global Gr<strong>een</strong> Consumer Survey, 2008; BCG Analysis<br />

Percentage van kopers van groene producten dat aangeeft dat groene producten<br />

in deze categorie van hogere kwaliteit zijn dan conventionele alternatieven<br />

23


24<br />

Top 5 MVO thema’s voor de energiesector<br />

HEALTH<br />

POLLUTION<br />

48%<br />

Bovenstaande grafiek toont dat de top vijf<br />

issues voor de energiesector betrekking hebben<br />

op de milieudimensie van MVO. Vervuiling<br />

en de structurele invloed op het functioneren<br />

van de biosfeer door uitstoot van CO worden<br />

2<br />

door consumenten herkend als hoofdthema. Een<br />

effectief MVO-beleid binnen energiebedrijven zal<br />

in elk geval deze thema’s moeten adresseren.<br />

Deze industriebrede thema’s geven richting<br />

34%<br />

Percentage respondenten dat onderwerp als top 3 MVO thema heeft staan, n = 6.615<br />

Bron: GfK Panel Services Benelux 2009<br />

35%<br />

Consument<br />

tast in duister<br />

over duurzame<br />

energie<br />

31%<br />

33%<br />

COLLABORATION<br />

BIOSPHERE<br />

aan. De identiteit van de organisatie speelt <strong>een</strong><br />

belangrijke rol met betrekking tot de thema’s<br />

waarmee zij geïdentificeerd wordt dus zijn de<br />

profielen per energiebedrijf onderscheidend. De<br />

Essent klant ziet bijvoorbeeld watervervuiling als<br />

<strong>een</strong> zeer belangrijk thema.<br />

3.2 - Lage switch op basis<br />

van groene propositie<br />

3.2.1 - Redenen om te switchen<br />

Zowel particuliere als industriële klanten zijn<br />

tijdens hun leverancierskeuze weinig bezig met<br />

milieu- en sociaal gerelateerde issues. De<br />

‘gr<strong>een</strong> pull’ is marginaal. Slechts 23% van de<br />

Nederlandse consumenten geeft milieuvriendelijkheid<br />

aan als <strong>een</strong> van de drie belangrijkste<br />

dimensies bij de keuze voor hun energie<br />

leverancier. Prijs is de belangrijkste dimensie.


Qualifiers energieleverancier<br />

Prijs<br />

Betrouwbaarheid<br />

Zekerheid en<br />

veiligheid<br />

Contract en<br />

facturatie<br />

Milieuvriendelijkheid<br />

27%<br />

23%<br />

39%<br />

61%<br />

73%<br />

0% 20% 40% 60% 80%<br />

De drie belangrijkste dimensies voor de keuze van<br />

consumenten van energieleverancier<br />

Bron: GfK Marktaandelen & Switch Rapport 2008<br />

Kwaliteit is in de Nederlandse markt g<strong>een</strong> onderscheidend<br />

thema omdat de eindconsumptie<br />

<strong>een</strong> homog<strong>een</strong> product betreft. Ondanks dat<br />

klanten zeer prijsgevoelig blijken te zijn is in<br />

2008 slechts 8,6% daadwerkelijk overgestapt<br />

naar <strong>een</strong> andere leverancier. De verklaring hiervoor<br />

is dat de kosten van elektriciteit nog onvoldoende<br />

‘top of mind’ zijn bij de consument en de<br />

gepercipieerde voordelen niet opwegen tegen de<br />

‘administratieve rompslomp’ van het switchen.<br />

Uit straatonderzoek van Gr<strong>een</strong>choice onder<br />

500 consumenten blijkt dat 95% van de<br />

Nederlanders niet weet wat de prijs van stroom<br />

en gas is. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat<br />

83% van de Nederlanders niet weet hoeveel<br />

ze jaarlijks aan stroom en gas verbruiken. Ook<br />

denkt 43% van de respondenten dat duurzame<br />

energie meer kost dan grijze energie (14).<br />

Onvoldoende transparantie leidt tot <strong>een</strong> gebrekkige<br />

kennis en laag switchgedrag onder consumenten.<br />

3.2.2 - Veranderend bewustzijn<br />

Het gedrag van consumenten is echter aan het<br />

veranderen. Challengers zoals NEM en Oxxio<br />

maken de markt transparanter. De toename in<br />

switchgedrag is 28% per jaar en de verwachting<br />

is dat deze trend doorzet. Hiermee wordt<br />

klantloyaliteit belangrijker en daarmee gaan<br />

thema’s als betrouwbaarheid en ook duurzaamheid<br />

<strong>een</strong> grotere rol spelen.<br />

10%<br />

Treemagotchi en het switchen<br />

van energieleverancier<br />

Absoluut switchgedrag van consumenten in Nederland<br />

5%<br />

0%<br />

5,7%<br />

7,0 %<br />

8,6%<br />

2006 2007<br />

Stroom<br />

2008<br />

Bron: GfK Marktaandelen & Switch Rapport 2008<br />

Begin 2009 is Treemagotchi gelanceerd. Treemagotchi is <strong>een</strong><br />

initiatief waarbij vrienden via <strong>een</strong> sociaal online netwerk worden<br />

uitgedaagd om zo duurzaam en “fair” mogelijk te leven op <strong>een</strong><br />

leuke manier. Via het opbouwen van <strong>een</strong> vriendenboom en duurzame acties om deze te onderhouden<br />

worden de leden aangezet tot meer verantwoord gedrag. Van de 15.000 leden hebben<br />

inmiddels al ruim 300 klanten de overstap gemaakt naar <strong>een</strong> leverancier van duurzame energie<br />

en hebben 5.000 leden gevraagd om meer investeringen in duurzame energie centrales (15).<br />

25


26<br />

3.2.3 - Milieuvriendelijkheid verhoogt<br />

klanttevredenheid<br />

Er zijn grote verschillen in het percentage klanten<br />

dat milieuvriendelijkheid als top-3 belangrijk<br />

aspect noemt tussen de verschillende aanbieders.<br />

Milieuvriendelijkheid appelleert duidelijk<br />

aan specifieke klantgroepen. Gr<strong>een</strong>choice<br />

klanten waarderen dit verreweg het hoogst en<br />

ook NEM en OXXIO klanten geven de voorkeur<br />

aan duurzame energie. Belangrijke kanttekening<br />

is dat ‘groen’ van invloed is op de klanttevredenheid<br />

maar dat het daadwerkelijke switchgedrag<br />

achterblijft. Er is <strong>een</strong> duidelijke discrepantie tussen<br />

wat consumenten zeggen over het belang<br />

van duurzaamheid en hun koopgedrag.<br />

Relevantie milieuvriendelijkheid voor klanten<br />

NEDERLAND<br />

Gr<strong>een</strong>choice<br />

Oxxio<br />

Eneco<br />

RWE<br />

E.ON<br />

NUON<br />

Delta<br />

Dong<br />

UnitedConsumers<br />

Essent<br />

Rendo<br />

Westland Energie<br />

23%<br />

30%<br />

25%<br />

22%<br />

21%<br />

21%<br />

18%<br />

17%<br />

15%<br />

14%<br />

12%<br />

10%<br />

0% 20% 40% 60%<br />

Percentage klanten dat milieuvriendelijkheid<br />

als top-3 belangrijk aspect noemt<br />

Bron: GfK Marktaandelen & Switch Rapport 2008<br />

58%<br />

3.3 - Dé duurzame consument<br />

bestaat niet meer<br />

3.3.1 - Ontwikkeling van de duurzame consument<br />

Dé duurzame consument bestaat eigenlijk niet<br />

meer. Ruim 12 jaar geleden was slechts 15%<br />

van de Amerikaanse klanten geïnteresseerd in<br />

groene producten. En slechts 5% was bereid<br />

om <strong>een</strong> premium te betalen voor groene producten;<br />

het betrof hier met name activisten; de<br />

zogenaamde Gr<strong>een</strong>backs (15).<br />

De discrepantie tussen wat consumenten zeggen<br />

over duurzame producten en hun reële<br />

koopgedrag is niet all<strong>een</strong> <strong>een</strong> kwestie van <strong>een</strong><br />

gepercipieerde hogere prijs. Dit speelt slechts<br />

in 11% van de gevallen <strong>een</strong> doorslaggevende<br />

rol. Vooral het gebrek aan bekendheid met de<br />

groene productvarianten (34%) en de beperkte<br />

keuze ervan (16%) spelen <strong>een</strong> belangrijke rol in<br />

het keuzeproces (16).<br />

Tegenwoordig adresseren marketeers <strong>een</strong> veel<br />

breder palet aan doelgroepen met groene argumenten.<br />

In de automobielsector worden groene<br />

auto’s vooral als goedkoper gepositioneerd. De<br />

verbreding van de groene consument blijkt ook<br />

uit eco-trends als:<br />

• Groeiend bewustzijn; hoewel nog zeker voor<br />

verbetering vatbaar proberen consumenten in<br />

toenemende mate hun energieverbruik te meten<br />

en terug te dringen. Door energieverbruik<br />

zichtbaar te maken worden consumenten in<br />

staat gesteld om hun eigen eco-efficiëntie te<br />

meten, te laten zien en te verbeteren. Nuon<br />

brengt bijvoorbeeld <strong>een</strong> Eco-button op de<br />

markt waarmee computers in slaapstand<br />

kunnen worden gebracht en die de besparingen<br />

aan de gebruiker voorrekent.<br />

• Groen is goedkoper; In het verleden werd<br />

‘groen’ geassocieerd met duurder en mindere<br />

kwaliteit. Tegenwoordig positioneren merken<br />

duurzame voordelen steeds minder vaak<br />

als ‘groen’ en steeds vaker als ‘goedkoper’.<br />

Dit heeft betrekking op zuinigere auto’s met<br />

minder bijtelling maar ook het besparen van<br />

energie door op lagere temperaturen te<br />

kunnen wassen.<br />

• Belonen van groen gedrag; De bewuste<br />

consument wil erkend worden. Daarom is<br />

het <strong>een</strong> opkomende trend om klanten te belonen<br />

voor hun duurzame gedrag door (kleine)<br />

voordelen te bieden. Ikea laat bijvoorbeeld op<br />

sommige vestigingen klanten met <strong>een</strong> hybride<br />

auto dicht bij de ingang parkeren (17).


3.3.2 ‘GfK Roper Consumer Styles’ levensstijl<br />

typologie in de energiesector<br />

Er bestaat <strong>een</strong> grote diversiteit in klantengroepen.<br />

Een marketingstrategie zal succesvoller<br />

zijn wanneer deze aansluit bij specifieke typen<br />

consumenten, of het enthousiaste ‘Spanningzoekers’<br />

zijn, toekomst georiënteerde ‘Realisten’<br />

of materialistische ‘Dromers’. Iedere doelgroep<br />

kent eigen argumenten om over te stappen<br />

naar groen.<br />

De energiemarkt is <strong>een</strong> profielloze markt omdat<br />

deze van origine geografisch gesegmenteerd is.<br />

De overgang van geografische verdeling naar<br />

diversificatie op basis van propositie vindt op dit<br />

moment plaats en differentiatie op basis van<br />

profielen wordt daarmee in de toekomst belangrijker.<br />

Het Roperstyles model toont <strong>een</strong> voorbeeld van<br />

Nederlandse energieleveranciers in de speci-<br />

Roper leefstijlen voorbeeld met beperkt aantal leveranciers<br />

Behoefte: gepassioneerd leven<br />

hedonisme, plezier<br />

Dromers<br />

6,4%<br />

0,9 mil.<br />

Behoefte: bezit<br />

materialisme, prijsgericht<br />

Spanningzoekers Realisten<br />

Wereldburgers<br />

17,1%<br />

2,4 mil.<br />

13,9%<br />

1,9 mil.<br />

Maatschappelijk<br />

betrokken<br />

fieke leefstijlen waarin hun klanten zijn oververtegenwoordigd.<br />

Voor iedere leefstijl is aangegeven<br />

wat het bevolkingsaandeel en de absolute<br />

omvang is op basis van de totale Nederlandse<br />

populatie van 15 jaar en ouder.<br />

Consumenten worden in het model ingedeeld<br />

naar vier behoeften, gebaseerd op hun waarden<br />

en voorkeuren. De noord-kant bestaat uit<br />

materialisten die ‘Huiselijk’ zijn en ‘Dromers’<br />

over materiële rijkdom. De zuid-kant bestaat de<br />

postmaterialistische groep ‘Maatschappelijk betrokkenen’<br />

voor wie opleiding en duurzaamheid<br />

de belangrijkste thema’s zijn. Op de west-kant<br />

staan de individualistische en designgeoriënteerde<br />

‘Wereldburgers’ en hedonistische groepen<br />

die neigen naar het nemen van meer risico,<br />

zoals de trendbewuste en fysiek georiënteerde<br />

‘Spanningzoekers’. De oost-kant bestaat uit ‘Gesettelden’<br />

en ‘Plichtsgetrouwen’ die zoeken naar<br />

harmonie en veiligheid.<br />

Huiselijken Gesettelden<br />

18,5%<br />

2,6 mil.<br />

10,4%<br />

1,4 mil.<br />

8,5%<br />

1,2 mil.<br />

Behoefte: ‘zijn’<br />

postmaterialisme, kwaliteits gericht<br />

16,1%<br />

2,2 mil.<br />

Plichtsgetrouwen<br />

9,0%<br />

1,2 mil.<br />

Verdeling van het aantal consumenten in Nederland en de oververtegenwoordiging van energieleveranciers binnen<br />

specifieke groepen<br />

Bron: GfK Panel Services Benelux 2009<br />

Behoefte: harmonie en veuiligheid<br />

principieel, gericht op veiligheid<br />

27


28<br />

Uit dit beknopte voorbeeld blijkt dat de Essent<br />

klant oververtegenwoordigd is in de materialistisch/conservatieve<br />

kant en dat Nuon meer aantrekkingskracht<br />

heeft onder de maatschappelijk<br />

betrokkenen. Gr<strong>een</strong>choice scoort vooral goed bij<br />

Wereldburgers en Plichtsgetrouwen.<br />

Globaal zijn de meest duurzame consumenten<br />

in de drie onderste groepen van het overzicht<br />

te vinden. Dit wil niet zeggen dat materialisten<br />

zoals de Huiselijken niet overtuigd kunnen worden<br />

om over te stappen naar duurzame energie.<br />

De overige Roperstijl groepen beschouwen<br />

duurzaamheid als <strong>een</strong> interessant onderwerp<br />

zodra het tegemoet komt aan hun behoeften in<br />

termen van materialisme, veiligheid. De verkoop-<br />

Duurzame energie % versus CO 2 -uitstoot / KWh<br />

UnitedConsumers<br />

Energie:direct<br />

Electrabel<br />

Westland<br />

CO 2 / KWh (gram)<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

Delta<br />

NUON<br />

Eneco<br />

Essent<br />

RWE Dong<br />

E.ON<br />

argumenten zullen all<strong>een</strong> moeten verschillen;<br />

bijvoorbeeld door <strong>een</strong> extra laag dal-tarief in te<br />

voeren.<br />

3.3.3 - Duurzame energie en<br />

klimaatvriendelijkheid<br />

Imago en realiteit lopen op het gebied van CO - 2<br />

uitstoot niet altijd in de pas. Dit wordt zichtbaar<br />

door het percentage duurzame energie dat door<br />

bedrijven gevoerd wordt af te zetten tegen de<br />

CO -uitstoot die ze produceren per geleverde<br />

2<br />

KWh.<br />

Het percentage duurzame energie is niet zaligmakend<br />

zoals blijkt uit het voorbeeld van Rendo<br />

en Oxxio. Zij voeren in hun portfolio vrijwel<br />

Rendo<br />

0<br />

Gr<strong>een</strong>choice<br />

0 20 40 60 80 100<br />

Duurzame energie % in portfolio<br />

Bron: Corporate websites energiebedrijven<br />

Cost of Carbon: 350 gram CO2/kWh als grens?<br />

De CO 2 -intensiteit is <strong>een</strong> belangrijk onderwerp van debat. Er vindt vanuit de hoek van de NGO’s<br />

<strong>een</strong> toenemende lobby plaats voor <strong>een</strong> efficiency-eis in de vorm van <strong>een</strong> Emission Performance<br />

Standard (EPS). Een EPS limiteert de toegestane CO -uitstoot per geproduceerde kilowattuur<br />

2<br />

(kWh) van nieuw te bouwen elektriciteitscentrales. De redenering is dat door <strong>een</strong> EPS van 350<br />

gram CO /kWh voor nieuwe elektriciteitscentrales <strong>een</strong> ‘lock-in’ van vervuilende technieken in<br />

2<br />

de Europese energievoorziening kan worden voorkomen. Gr<strong>een</strong>peace, Milieu-defensie en Natuur<br />

en Milieu pleiten er in de Milieuraadbrief van februari 2009 voor om <strong>een</strong> efficiency eis (EPS)<br />

van 350 gram/kWh voor de CO -uitstoot van energiecentrales op te nemen in de herziene<br />

2<br />

IPPC-richtlijn.<br />

Oxxio


dezelfde ratio aan duurzame energie (respec-<br />

tievelijk 76% en 78%). De CO 2 -uitstoot per kWh<br />

blijkt bij Rendo ruim 350% hoger te liggen dan<br />

bij Oxxio.<br />

3.3.4 - Marketing communicatie versus<br />

Uitstoot: ‘Walking the Talk’<br />

Onder consumenten is er verwarring over ‘who<br />

is walking the talk’. Duurzaamheid is <strong>een</strong> zeer<br />

ruim begrip dat voor <strong>een</strong> consument met <strong>een</strong><br />

lage betrokkenheid moeilijk te vangen is. De helft<br />

van de Nederlandse consumenten denkt dat<br />

MVO in betere handen is bij andere energieleveranciers<br />

dan bij hun eigen leverancier. All<strong>een</strong><br />

bij Gr<strong>een</strong>choice (83%), Westland Energie (70%)<br />

en Delta (68%) zegt <strong>een</strong> grote meerderheid van<br />

de klanten dat de eigen energieleverancier ook<br />

de meest maatschappelijk verantwoorde leverancier<br />

is van Nederland. Bij Gr<strong>een</strong>choice is dit<br />

vanuit de duurzaamheidpropositie <strong>een</strong>voudig te<br />

verklaren, bij Delta en Westland Energie lijkt er<br />

iets anders aan de hand te zijn. Beide spelers<br />

hebben <strong>een</strong> sterke binding met hun klanten die<br />

voort lijkt te komen uit hun regionale nichepropositie.<br />

Vanuit hun ‘groene productportfolio’ is<br />

deze voorkeur in ieder geval niet te verklaren.<br />

Voorzichtig gesteld lijkt het erop dat merkentrouw<br />

<strong>een</strong> groener imago in de hand werkt.<br />

Nevenstaande grafiek illustreert dit door het<br />

percentage klanten dat duurzaamheid als <strong>een</strong><br />

van de drie belangrijkste aspecten van <strong>een</strong><br />

energieleverancier noemt af te zetten tegen de<br />

werkelijke CO -uitstoot per kWh. De klanten-<br />

2<br />

basis van Eneco is groener dan op basis van<br />

de huidige CO -uitstoot verwacht mag worden.<br />

2<br />

Verder komt naar voren dat Essent <strong>een</strong> minder<br />

groene achterban heeft dan op basis van hun<br />

CO -uitstoot verdiend zou zijn.<br />

2<br />

Milieuvriendelijkheid en CO 2 -uitstoot<br />

Milieuvriendelijkheid Score<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Gr<strong>een</strong>choice<br />

Oxxio<br />

Eneco<br />

RWE NL<br />

E.ON<br />

Dong<br />

Essent<br />

Nuon<br />

Delta<br />

UnitedConsumers<br />

Rendo<br />

Westland<br />

0<br />

0 100 200 300 400 500 600<br />

Energiebedrijven: reputatie<br />

versus werkelijkheid<br />

CO 2/KWh (gram)<br />

Exponentieel (energiebedrijven:<br />

reputatie versus werkelijkheid)<br />

Bron: GfK Marktaandelen & Switch Rapport 2008 aangevuld met informatie<br />

van de corporate websites van energiebedrijven<br />

Als het bewustzijn onder consumenten verder<br />

toeneemt moeten energiebedrijven hun imago<br />

in lijn brengen met hun activiteiten om gr<strong>een</strong>washing<br />

te vermijden. Voor spelers als Essent<br />

en Dong is het aan te bevelen meer nadruk<br />

te leggen op hun duurzame propositie terwijl<br />

bijvoorbeeld Eneco haar CO -uitstoot meer in lijn<br />

2<br />

moet brengen met haar claim van ‘duurzaam,<br />

decentraal en samen’.<br />

3.4 - Minder CO door minder verbruik<br />

2<br />

3.4.1 - Verbeteren consumentenproducten<br />

Naast leverancierskeuze is ook het energieverbruik<br />

van consumenten van invloed op de<br />

CO -uitstoot. De energiezuinigheid van consu-<br />

2<br />

mentenelektronica, wasmiddelen en de<br />

Imago duurzaamheid energieleveranciers<br />

strookt niet met realiteit<br />

29


30<br />

isolatiewaarde van <strong>een</strong> huis (of kantoor) zijn hier<br />

voorbeelden van. De potentiële energiebesparing<br />

creëert nieuwe kansen voor leveranciers.<br />

Zo introduceerde Philips de ‘groene waterkoker’,<br />

waar in plaats van deciliters, het waterreservoir<br />

het aantal koppen aangeeft waardoor gebruikers<br />

tot 66% besparen. Qua authenticiteit<br />

dienen dergelijke innovaties te kloppen met de<br />

interne doelstellingen en activiteiten. Het Philips<br />

Ecovision4 programma heeft als target 25%<br />

energie efficiencyverbetering tussen 2007 en<br />

2012 te bereiken.<br />

Een ander voorbeeld is Procter & Gamble<br />

(P&G). Als klantgerichte marketingmachine<br />

maakte P&G <strong>een</strong> nauwgezette analyse van het<br />

energieverbruik van al hun productgroepen zoals<br />

shampoo, wasmiddelen en luiers in alle stadia<br />

van het proces inclusief consumentengebruik en<br />

de verwerking tot afval. Hieruit bleek de energie<br />

die verbruikt wordt door wasmachines verreweg<br />

het hoogst te zijn wat leidde tot de ontwikkeling<br />

van <strong>een</strong> range wasmiddelen die op 15°C al actief<br />

zijn (19).<br />

3.4.2 - Energiebesparingen in de woning<br />

De overheid probeert de energie efficiency van<br />

woningen te beïnvloeden. Een maatregel waarop<br />

wordt ingezet is het energielabel. Hiervoor is,<br />

afgezien van de woningcorporatie sector, weinig<br />

steun. (20) Het energielabel is sinds kort<br />

verplicht voor ieder huis dat verkocht wordt en<br />

geeft de energiezuinigheid aan. Uit het trendonderzoek<br />

Rabobank Bouwfonds 2009 blijkt dat<br />

slechts 27% van de respondenten weet wat het<br />

energielabel van hun woning aangeeft.<br />

Daarnaast blijkt dat 60% van de gelabelde<br />

huizen <strong>een</strong> onjuist label draagt. Naar aanleiding<br />

daarvan is er door de overheid <strong>een</strong> plan van<br />

<strong>aanpak</strong> gemaakt om de prestaties hiervan te<br />

verbeteren. Het pakket van verbeteringen heeft<br />

vooral betrekking op de software, technieken<br />

en protocollen en niet op het voordeel van de<br />

woningeigenaar. Door deze gemiste communi-<br />

catiekans wordt het label niet optimaal in de<br />

markt gezet en is de stimulerende werking<br />

ervan beperkt. Aan het doel van het label, het<br />

verbeteren van de energie efficiency van de woning,<br />

wordt nauwelijks bijgedragen.<br />

Volgens prof. dr. ir. Anke van Hal in <strong>een</strong> artikel<br />

in Building Business (21) vereisen woningverbeteringen<br />

investeringen die niet voor ieder<strong>een</strong><br />

zomaar op te brengen zijn en ontbreekt vaak de<br />

kennis om de juiste partijen de verbeteringen<br />

door te laten voeren. In andere landen zoals<br />

België wordt hierin voorzien door <strong>een</strong> innovatiekrediet.<br />

Het op deze wijze meedenken met<br />

de behoeftes van de eindgebruiker kan nog wel<br />

<strong>een</strong>s effectiever zijn dan het technocratisch<br />

optimaliseren van het label zelf.<br />

3.5 - Woningcorporaties als voorlopers<br />

Een sector die zeer vooruitstrevend is in het<br />

realiseren van energiebesparingen is de woningcorporatiebranche.<br />

De ongeveer 450 woningcorporaties<br />

zorgen voor huisvesting van ruim<br />

2,4 miljoen huishoudens. De branche telt ruim<br />

28.000 werknemers die zich bezighouden met<br />

duurzaam en betaalbaar wonen in leefbare buurten.<br />

In 2007 is er in de woningcorporatiebranche<br />

222 miljoen euro aan energiebesparende<br />

maatregelen geïnvesteerd waaruit blijkt dat er<br />

veel aandacht voor duurzaamheid is.<br />

Een uitstekend voorbeeld hiervan is het E-loket<br />

van Wonen West Brabant. Deze woningcorporatie<br />

lanceerde in januari 2009 het E-loket, <strong>een</strong><br />

speciale website waarop huurders hun energiebesparingen<br />

kunnen volgen. Huurders, medewerkers,<br />

maar ook externen geven allerlei tips<br />

om energie te besparen. Daarnaast kunnen gebruikers<br />

invoeren welke aanpassingen ze hebben<br />

toegepast en berekenen hoeveel energie en geld<br />

dit hen heeft bespaard. Ze kunnen hun gas- en<br />

energierekening vergelijken met die van andere<br />

gebruikers. Daarnaast verschijnt er ieder kwartaal<br />

<strong>een</strong> nieuwsbrief rondom duurzaamheid.


Gr<strong>een</strong> Irene (19) komt overwaaien uit de<br />

Verenigde Staten. Consumenten en bedrijven<br />

kunnen bij Gr<strong>een</strong> Irene <strong>een</strong> eco-consultant<br />

laten langskomen. Deze kijkt welke besparende<br />

toepassingen kunnen worden ingezet. Denk<br />

hierbij aan energiebesparing, maar ook aan<br />

het reduceren van afval, besparen van water,<br />

mogelijkheden voor groene energie en aandacht<br />

voor veiligheid en gezondheid. Gr<strong>een</strong> Irene levert<br />

suggesties die op termijn concrete besparingen<br />

op kunnen leveren.<br />

In Nederland krijgt Gr<strong>een</strong> Irene <strong>een</strong> neefje uit<br />

de hoek van woningcorporaties: Woonenergie<br />

lanceert BeterPeter (23); <strong>een</strong> digitale energie<br />

coach. Woonenergie is opgericht door woningcorporaties<br />

om huurders goedkope energie<br />

tegen gunstige voorwaarden te kunnen bieden.<br />

BeterPeter ziet begin oktober 2009 het levenslicht.<br />

Het is de bedoeling dat corporaties het<br />

product rechtstreeks gaan aanbieden aan hun<br />

huurders. Zo’n 40 corporaties, goed voor <strong>een</strong><br />

afname van 130.000 verhuur<strong>een</strong>heden, hebben<br />

zich inmiddels aangemeld. Doel is dat minimaal<br />

500.000 verhuur<strong>een</strong>heden bereikt gaan worden.<br />

Alle corporaties kunnen meedoen aan<br />

BeterPeter, ook degenen die niet deelnemen<br />

aan het leveringsaanbod van Woonenergie. De<br />

kosten komen neer op 1 euro per klant per jaar.<br />

Bij de opwekking van energie innoveren corporaties<br />

in lijn met de trend naar meer decentrale<br />

opwekking. Vanaf 2010 zullen er bijvoorbeeld<br />

in Scheveningen 789 nieuwbouwwoningen<br />

verwarmd worden door zeewater. De zeewaterwarmtecentrale<br />

van Vestia is de eerste ter<br />

wereld en draagt bij aan <strong>een</strong> duurzaam milieu.<br />

De warmte voor de woningen wordt onttrokken<br />

aan de zee. Het zeewater wordt opgepompt en<br />

doorgesluisd naar <strong>een</strong> warmwatercentrale. In<br />

die centrale staat <strong>een</strong> warmtewisselaar die de<br />

warmte van het zeewater afgeeft aan het water<br />

in <strong>een</strong> buizenstelsel dat door Scheveningen<br />

stroomt en het verwarmt tot 11ºC (24).<br />

31


32<br />

4. Conclusies<br />

Naast technologische innovaties voor duurzame<br />

energie is er <strong>een</strong> versnelde vermindering van<br />

CO -uitstoot tot stand te brengen door procesin-<br />

2<br />

novaties. Deze versnelling blijkt hard nodig om<br />

de gestelde reductiedoelen in 2050 te behalen.<br />

Verschillende <strong>stakeholder</strong>s in de energiesector<br />

zullen zich moeten inspannen voor <strong>een</strong> verbeterde<br />

samenwerking teneinde processen beter<br />

in te richten. Transparantie is daarbij één van de<br />

voornaamste voorwaarden voor succes. Op dit<br />

moment zijn de belangrijkste conclusies van de<br />

huidige status van de energietransitie:<br />

• De ‘business case’ voor niet duurzame energie<br />

wordt mede door de toenemende ‘cost of<br />

carbon’ steeds minder rooskleurig.<br />

• Er blijkt g<strong>een</strong> negatieve correlatie tussen het<br />

leveren van duurzame energie en de bedrijfsresultaten.<br />

Duurzame energieleveranciers doen<br />

het niet significant beter of slechter dan hun<br />

minder duurzame collega’s.<br />

• Leiders in duurzaamheid onderscheiden zich<br />

door <strong>een</strong> beter <strong>stakeholder</strong> management en<br />

<strong>een</strong> betere governance.<br />

• Uit het handelen van de verschillende energieleveranciers<br />

blijkt <strong>een</strong> bedrijfscultuur die<br />

gericht is op traditionele modellen en vormen<br />

van opwekking en distributie. Het ontbreken<br />

van lange termijn doelstellingen is hiervan <strong>een</strong><br />

indicator. Van de top 10 scorers in de DJSI is<br />

er slechts 1 speler die de ambitie van 100%<br />

CO -neutraliteit communiceert.<br />

2<br />

• De imago’s van de verschillende energieleveranciers<br />

komen beperkt over<strong>een</strong> met de<br />

daadwerkelijke CO -uitstoot. Hierdoor mist<br />

2<br />

<strong>een</strong> aantal spelers in de Nederlandse markt<br />

kansen en is er voor anderen de dreiging van<br />

“gr<strong>een</strong>washing” aan het ontstaan. Een verplicht<br />

energielabel op leveranciersniveau zou deze<br />

onjuiste perceptie kunnen wegnemen en de<br />

markt transparanter maken.<br />

• De helft van de Nederlandse consumenten<br />

denkt dat duurzaamheid in betere handen is bij<br />

andere energieleveranciers dan bij hun eigen<br />

leverancier. Consumenten en bedrijven creëren<br />

dus onvoldoende gr<strong>een</strong> pull om energieleveranciers<br />

te verleiden hun traditionele koers substantieel<br />

te wijzigen.<br />

• Het groeiende switchgedrag wordt nog voornamelijk<br />

gedreven door prijsperceptie hoewel<br />

minder dan 10% van de afnemers de eigen<br />

tarieven kent. Hoewel er <strong>een</strong> stijging is van<br />

ongeveer 1,5% per jaar, switchte in 2008 nog<br />

slechts 8,6% van energieleverancier.<br />

• De Nederlandse overheid kan middels <strong>een</strong><br />

transparant lange termijn beleid de transitie<br />

naar duurzame energie beter faciliteren.<br />

Door de EU wordt het Nederlandse beleid nu<br />

beoordeeld als “ongunstig”. Investeringen in<br />

innovatie en bewustzijn bij de afnemers zullen<br />

door verbeterde transparantie van de overheid<br />

toenemen.<br />

• Woningcorporaties zijn <strong>een</strong> goede katalysator<br />

voor de invoering van energiezuinige woningen.<br />

De ondersteuning via BeterPeter door minimaal<br />

40 woningcorporaties vanaf de tweede<br />

helft van 2009 is hierbij <strong>een</strong> belangrijke stap.<br />

De overheid zou deze rol nog kunnen versterken<br />

door de onderlinge competitie aan te wakkeren<br />

en structureel te laten rapporteren over<br />

energiebesparende maatregelen.<br />

• Differentiatie van de duurzaamheidpropositie is<br />

cruciaal, want De Groene Consument bestaat<br />

niet. De marketing van duurzame energie kan<br />

effectiever door beter rekening te houden met<br />

de verschillende argumenten waarop consumenten<br />

hun verkoopbeslissing baseren. Daar<br />

waar de Postmaterialisten op basis van groene<br />

argumenten over de streep getrokken kunnen<br />

worden en <strong>een</strong> bereidheid tonen <strong>een</strong> premium<br />

te betalen is het juist bij de Postmaterialisten<br />

<strong>een</strong> kans om te wijzen op <strong>een</strong> aantrekkelijker<br />

daluren tarief waar zij financieel van kunnen<br />

profiteren. Dit heeft <strong>een</strong> positief effect op de<br />

baseload, de minimale hoeveel elektrische<br />

energie die geleverd moet worden.


Bijlage 1. Bibliografie<br />

1. EURELECTRIC<br />

[Online] [Citaat van: 12 augustus 2009]<br />

www.eurelectric.org<br />

2. Council, European Renewable Energy<br />

Renewable Energy Technology Roadmap.<br />

2008<br />

3. International Energy Agency<br />

[Online] augustus 2009<br />

4. Communities, Commision of the European<br />

The Renewable Energy Progress Report.<br />

Brussel, 2009<br />

5. Unit, Economist Intelligence<br />

Countdown to Copenhagen,<br />

The Economist, 2009<br />

6. VROM, Ministerie van<br />

Nieuwe energie voor het klimaat -<br />

Werkprogramma Schoon en Zuinig.<br />

Den Haag, 2007<br />

7. Ministeries van VROM, EZ en LNV<br />

Projectenboek Windenergie. 2008<br />

8. EVD<br />

[Online] augustus 2009. www.evd.nl<br />

9. P r e q i n<br />

Private Equity Cleantech. 2009<br />

10. REN2<br />

Renewables Global Status Report: 2009<br />

update. 2009<br />

11. Leefomgeving, ECN / Planbureau voor de<br />

Olieprijzen en mitigatie van<br />

klimaatverandering. 2009<br />

12. C B S<br />

StatLine: Emissies van broeikasgassen.<br />

Den Haag/Heerlen: Centraal Bureau<br />

voor de Statistiek, 2008<br />

13. Rebuilding corporate reputations<br />

Sheila Bonini, David Court & Alberto Marchi.<br />

Juni, McKinsey Quarterly, Vol. 2009.<br />

14. Gr<strong>een</strong>choice<br />

[Online] www.gr<strong>een</strong>choice.nl<br />

15. Roper Starch Worldwide<br />

The Gr<strong>een</strong> Gauge, 1996. [boekaut.]<br />

Jacquelyn A. Ottman. Gr<strong>een</strong> Marketing -<br />

opportunity for innovation. 1998.<br />

16. B C G<br />

BCG Global Gr<strong>een</strong> Consumer Survey,<br />

Boston Consultancy Group, 2009.<br />

17. Trendwatching.com<br />

[Online] 2009. www.trendwatching.com<br />

18. Benchmarking, Verificatiebureau.<br />

Rapportage monitoring resultaten van<br />

het Convenant Benchmarking 1999-2007.<br />

Utrecht, 2008.<br />

19. Gr<strong>een</strong> Irene<br />

[Online] www.gr<strong>een</strong>irene.com<br />

20. Consultancy, USP Marketing<br />

BouwKennis Jaarrapport 2009/2010,<br />

BouwKennis, 2009.<br />

21. Hal, Anke van<br />

Het energielabel is verbeterd... maar<br />

het kan nóg beter, Building Business<br />

Duurzaam. februari, 2009.<br />

33


34<br />

Bijlage 2. Gewone stroom<br />

Stroometiket 2008<br />

Stroometiket 2008<br />

Brandstofmix Essent Essent Gewone Groene<br />

NV mix Retail mix stroom Stroom<br />

kolen 18% 14% 26% 0%<br />

aardgas 37% 34% 63% 0%<br />

- warmtekracht 24% 23% 42% 0%<br />

nucleair 7% 5% 9% 0%<br />

overig<br />

hernieuwbare<br />

4% 2% 3% 0%<br />

energiebronnen 34% 45% 0% 100%<br />

- wind 6% 13% 0% 34%<br />

- zon 0,03% 0% 0% 0%<br />

- waterkracht 19% 10% 0% 10%<br />

- biomassa 9% 22% 0% 57%<br />

Totaal 100% 100% 100% 100%<br />

kolen<br />

aardgas<br />

nucleair<br />

overig<br />

hernieuwbare<br />

energiebronnen<br />

Milieuconsequenties<br />

CO2-emissies (g/kWh) 321 263 479 0<br />

Radioactief afval (g/kWh) 0,00020 0,00014 0,00026 0<br />

wind<br />

waterkracht<br />

biomassa<br />

Milieuconsequenties: alle elektriciteitsproductie heeft consequenties voor het milieu. Wij melden de hoeveelheid uitstoot<br />

van CO per kWh bij de verbranding en de hoeveelheid geproduceerd radioactief afval per kWh. Biomassa wordt als CO 2 2<br />

neutraal beschouwd, omdat de CO die vrijkomt bij de verbranding kort daarvoor is opgenomen uit de atmosfeer.<br />

2<br />

Milieuconsequenties: alle elektriciteitsproductie heeft consequenties voor het milieu. Wij melden de<br />

De verwachting is dat Essent in 2009 dezelfde bronnen zal gebruiken voor de levering van gewone stroom en Groene<br />

hoeveelheid Stroom. U kunt uitstoot uw keuze van voor CO2 Groene per kWh Stroom bij of de gewone verbranding stroom en gedurende de hoeveelheid het hele jaar geproduceerd kosteloos wijzigen radio -actief via Mijn afval<br />

per Essent kWh. of via Biomassa 0900 15 wordt 50 (lokaal als CO2 tarief). neutraal beschouwd, omdat de CO2 die vrijkomt bij de verbranding kort<br />

daarvoor is opgenomen uit de atmosfeer.<br />

Bron: Essent Stroometiket 2008<br />

De verwachting is dat Essent in 2009 dezelfde bronnen zal gebruiken voor de levering van gewone stroom<br />

en Groene Stroom.<br />

U kunt uw keuze voor Groene Stroom of gewone stroom gedurende het hele jaar kosteloos wijzigen via<br />

Mijn Essent of via 0900 15 50 (lokaal tarief).


Bijlage 3. Verantwoording<br />

• Dit rapport richt zich op de energie sector in Europa<br />

en in het bijzonder Nederland.<br />

• De macro-sectoranalyse is gebaseerd op onderzoek<br />

van het Forum for Corporate Sustainability Management<br />

van IMD in Lausanne.<br />

• De benchmark is hoofdzakelijk gebaseerd op de onderliggende<br />

data van de DJSI voor de energiesector 2007-<br />

2008. Tussen juni en augustus 2009 zijn er in de energie<br />

sector 26 leiders in duurzaamheid geïdentificeerd en geanalyseerd.<br />

Deze zijn afkomstig uit 13 verschillende landen.<br />

• Voor de analyse van de consumentenmarkt is vooral<br />

gebruik gemaakt van GfK paneldata uit 2008 en 2009<br />

over de energiesector.<br />

• Er vonden ter voorbereiding tevens gesprekken plaats<br />

met enkele sleutelpersonen uit de sector.<br />

• Aanvullend is er desk-research gepleegd binnen<br />

publieke bronnen.<br />

• Het onderzoek werd vanuit Betw<strong>een</strong>-us verricht<br />

door Freek van der Pluijm (projectleider) en<br />

Jan van der Kaaij (Partner).<br />

• Voor dit project is er g<strong>een</strong> sprake van <strong>een</strong> externe<br />

opdrachtgever. Het rapport is volledig in eigen beheer<br />

van Betw<strong>een</strong>-us tot stand gekomen.<br />

Over onze partners<br />

GfK Panel Services<br />

GfK is <strong>een</strong> wereldwijd onderzoeksbureau gespecialiseerd in<br />

panelonderzoek waarmee Betw<strong>een</strong>-us al <strong>een</strong> aantal jaren samenwerkt.<br />

Uit deze samenwerking is onder meer de Social<br />

Responsibility Scan ontstaan; <strong>een</strong> periodiek onderzoek naar<br />

de maatschappelijke issues in <strong>een</strong> bepaalde industrie. GfK<br />

heeft van oudsher <strong>een</strong> sterkepositie in de energiesector;<br />

IMD Business School Lausanne<br />

IMD is de afgelopen jaren meermaals uitgeroepen tot beste<br />

Business School ter wereld. Hun Forum for Corporate Sustainability<br />

Management (CSM) streeft ernaar om duurzaamheid<br />

te integreren in de kern van bedrijven. IMD heeft de<br />

afgelopen 5 jaar onderzoek gedaan naar de ‘business case<br />

for sustainability’ in diverse bedrijfstakken zoals de levensmiddelen<br />

en utilities sector. Het CSM onderscheidt zich<br />

onder meer door het ondersteunen van innovatieprocessen<br />

middels het leveren van maatwerk Booster programma’s<br />

aan executives.<br />

Sustainable Asset Management in Zurich<br />

SAM is <strong>een</strong> vooraanstaande vermogensbeheerder op het<br />

gebied van duurzaam beleggen en maakt deel uit van Robeco.<br />

Jaarlijks stelt SAM samen met Dow Jones Indexes en<br />

STOXX Limited de Dow Jones Sustainability Indexes (DJSI)<br />

samen. Voor de DJSI World worden in iedere sector, waaronder<br />

de energiesector, de 10% meest duurzame bedrijven<br />

geselecteerd. Bij de regionale indexen zoals de DJSI STOXX,<br />

wordt per sector de top 20% geselecteerd.<br />

Over Betw<strong>een</strong>-us<br />

<strong>stakeholder</strong> value<br />

Betw<strong>een</strong>-us helpt sinds 1997 bedrijven, overheden en<br />

woningcorporaties in Nederland, Scandinavië en Zwitserland<br />

bij het creëren van <strong>stakeholder</strong> value. Het optimaal<br />

inspelen op de behoeften van belanghebbenden komt tot<br />

uiting in kostenreducties, kwaliteitsverbeteringen, toegenomen<br />

werknemerstevredenheid, <strong>een</strong> betere reputatie<br />

en <strong>een</strong> stijging van de merkvoorkeur.<br />

Betw<strong>een</strong>-us ontwikkelt <strong>stakeholder</strong> value door middel van<br />

<strong>stakeholder</strong> management, het verduurzamen van de toeleveringsketen<br />

en het ontwikkelen van <strong>een</strong> integrale MVO<br />

strategie. Onze innovatieve resultaat- en mensgerichte<br />

<strong>aanpak</strong> onderscheidt zich door de inspirerende verbinding<br />

die Betw<strong>een</strong>-us maakt tussen zakelijkheid en creativiteit.<br />

Betw<strong>een</strong>-us is actief deelnemer in de discussie rondom<br />

duurzame innovatie en maatschappelijk rendement.<br />

Zo publiceren we regelmatig cases in toonaangevende<br />

tijdschriften en geven we gastcolleges aan de Zwitserse<br />

business school IMD, TiasNimbas, de Imagineering<br />

Academy van de NHTV en het D<strong>een</strong>se Kaospilots; <strong>een</strong><br />

bedrijfskundige opleiding voor sociale innovatie.<br />

Disclaimer<br />

De informatie in dit rapport “Wie doet het licht uit” wordt<br />

aangeboden als service. Aan de in dit rapport aangeboden<br />

informatie kunnen op g<strong>een</strong> enkele wijze rechten worden<br />

ontl<strong>een</strong>d. De auteurs/makers aanvaarden g<strong>een</strong> aansprakelijkheid<br />

voortvloeiende uit gebruik, onnauwkeurigheid of<br />

onvolledigheid van de geboden informatie.<br />

© Betw<strong>een</strong>-us 2009. Alle rechten voorbehouden.<br />

35


Baronielaan 126a<br />

4818 RD Breda<br />

076 5 222 817<br />

energie@betw<strong>een</strong>-us.nl<br />

www.betw<strong>een</strong>-us.nl<br />

<strong>stakeholder</strong> value

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!