Beleggingsfonds in agrarische gronden in ... - grond eenvoudig

GROND
EENVOUDIG
Beleggingsfonds in agrarische gronden in Nederland
Prospectus 2012
2012-10-01
FGR (fonds voor gemene rekening) Grond Eenvoudig heeft geen vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM)
Het prospectus is niet beoordeeld door de AFM.

FGR Grond Eenvoudig
Abelenlaan 29, 8302 CS Emmeloord
E : info@grond-eenvoudig.nl
I : www.grond-eenvoudig.nl
Grond Eenvoudig 2012 © Alle rechten voorbehouden

Inhoudsopgave
1. Samenvatting 1
2. Op welke grond staat u? 5
3. Achtergrond 7
3.1 Grond 7
3.2 Grond in Nederland 8
3.3 Cultuurgrond voor de landbouw 9
3.4 Kwalitatieve eigenschappen van cultuurgrond 9
3.5 (Agrarische) Grondmarkt 10
3.6 Pacht 12
3.7 Kasstroom uit grond 12
3.8 Behoefte en motivatie 13
4. Risicofactoren 15
4.1 Vermogensrisico’s 15
4.1.1 Waardeontwikkeling grond 15
4.1.2 Fiscale regeling landbouwvrijstelling 15
4.1.3 Financiële markten 15
4.1.4 Abrupte wijziging in uw persoonlijk profiel 16
4.2 Rendementsrisico’s 16
4.2.1 Pachtwet 16
4.2.2 Agrarische sector 16
4.2.3 Internationale handelspolitiek 16
4.2.4 Debiteuren 16
4.3 Inflexibiliteitrisico’s 17
4.3.1 Uitstroom 17
4.3.2 Verpachting 17
4.4 Concentratierisico 17
4.5 Niet voorziene omstandigheden 17
4.6 Gevoeligheidsanalyse 18
5. Juridische achtergronden 19
5.1 Organogram FGR Grond Eenvoudig 19
5.1.1 Participatiehouders 20
5.1.2 Bewaarder 20
5.1.3 Beheerder 20
5.2 Open algemene vergadering van participatiehouders 22
5.3 Actualiseren prospectus 22
6. Beleggen en belastingen 23
6.1. Structuur van het fonds 23
6.1.1 De besloten vennootschap 23
6.1.2. De stichting 23
6.1.2.1 Omzetbelasting 23
6.1.2.2 Overdrachtsbelasting 23
6.1.3. Het fonds voor gemene rekening 24
6.2 De belegger/participant 24
6.2.1. Natuurlijk persoon 25
6.2.1.1. Natuurlijk persoon / beleggers 25
6.2.1.2 Natuurlijk persoon / ondernemers 25
6.2.1.2.1 Landbouwvrijstelling 26
6.2.1.2.2 Fiscale afschrijving 26

Inhoudsopgave - vervolg
6.2.1.2.3 Herinvesteringsreserve 26
6.2.1.3 Overdrachtsbelasting 26
6.2.1.4 Schenk- en erfbelasting 26
6.2.2. Rechtspersoon 27
6.2.2.1 Landbouwvrijstelling 27
6.2.2.2 Fiscale afschrijving 27
6.2.2.3 Herinvesteringsreserve 27
6.2.2.4 Overdrachtsbelasting 28
6.3 Fiscale positie belegger 28
7. Financiële prognose 29
7.1 Werving en aankoop cultuurgrond 29
7.1.1 Kosten aankoop grond 30
7. 2 Jaarkosten cultuurgrond en organisatie 30
7.2.1 Vaste kosten 30
7.2.2 Rentmeester kosten 31
7.2.3 Kosten Grondkamer 31
7.2.4 Beheervergoeding Duurzaam Agrarisch B.V. 31
7.2.5 Operationele kosten organisatie 31
7.3 Uitstapkosten verkoop grond 32
7.3.1 Administratiekosten overdracht rechte lijn 32
7.4 Total Expense Ratio 33
7.5 Inkomsten en vermogensontwikkeling 34
7.5.1 Pachtopbrengsten 34
7.5.2 Rente opbrengst 35
7.5.3 Grondwaardestijging 35
7.6 Rendement 35
7.6.1 Interactie grondprijs en pachtvergoeding 35
7.7 Samenvatting exploitatie- en kasstroomoverzicht 36
7.8 Gevoeligheidsanalyse 40
7.9 Onderzoeksrapport van de accountant 43
8. Procedure en voorwaarden verhandeling participaties 45
8.1 Forward Pricing 45
8.2 Intrinsieke waarde (IW) 45
8.2.1 Vaststelling IW 46
8.2.2 Waardering “warme” cultuurgrond 46
8.2.3 Uitstapkosten 46
8.2.4 Budgetcontrole en logboek administratie 47
8.3 Instapprocedure 47
8.3.1 Communicatie nieuwe participanten 48
8.4 Uitstapprocedure 48
8.4.1 Omvang uittreden en overdracht 48
8.4.2 Minimale periode participatie 49
8.4.3 Overmacht 49
8.5 Overige bepalingen en bijzondere omstandigheden 49
8.5.1 Inkoopplicht 49
8.5.2 Bijzondere omstandigheden 49
8.5.3 Constante netto uitstroom deelnemers 50
8.6 Voorbeeld berekening IW en indexwaarde inleg 51
8.7 Tijdsschema in- en uitstapprocedure 52

Inhoudsopgave - vervolg
9. Deelnemen en inschrijven 53
10. Lijst van definities en afkortingen 54
11. Partijen, namen en adressen 57
Bijlagen
I Oppervlakte Nederland en grondgebruik
II Gebruik landbouwgrond per provincie
III Gebiedsindeling Nederland
IV Grondprijzen op basis gebiedsindeling
V Grondmobiliteit op basis van gebiedsindeling
VI Kasstroomoverzicht

1. Samenvatting
Introductie
Grond Eenvoudig is een beleggingsfonds dat belegt in agrarische cultuurgrond binnen de Nederlandse landsgrenzen.
Het beleggingsfonds zal - op basis van een dwarsdoorsnede van de Nederlandse grondkaart - een portefeuille
cultuurgrond samenstellen (zie gebiedsindeling bijlage III). Het fonds beoogt beleggers rendement te bieden op basis
van jaarlijkse pachtopbrengsten en een verwachte lange termijn grondwaardestijging. Speculatieve winsten - door
bestemmingsplan wijziging van percelen - zijn en worden niet betrokken in de financiële prognose. Het beleggingsfonds
zal uitsluitend beleggen met de inleggelden van participatiehouders. Uitkering van rendement vindt plaats bij
beëindiging van een participatie.
Grond Eenvoudig is opgezet als een open-end beleggingsinstelling. De looptijd van het fonds is in beginsel oneindig,
waarbij het aantal uit te geven participaties zal afhangen van belangstelling en succes. Uitgifte en inkoop van
participaties zal plaatsvinden op basis van de Intrinsieke Waarde van het beleggingsfonds.
De juridische structuur van het beleggingsfonds is een “fonds voor gemene rekening”. Derhalve is het fonds fiscaal
transparant en behoeft door het fonds zelf geen vennootschapsbelasting afgedragen te worden. De belastingdruk op
een belegging in Grond Eenvoudig wordt daarmee doorgeschoven naar iedere deelnemer, individueel.
Motivatie Grond Eenvoudig
Een behoefte wordt onderkend onder beleggers en investeerders om te kunnen deelnemen in transparante - en
defensieve beleggingsfondsen. De behoefte bestaat om een deel van het vermogen te kunnen beleggen, waarbij een
redelijk rendement tegenover een gematigd risico kan worden gerealiseerd. Beleggen in grond wordt daarbij gezien als
een goed en verstandig alternatief. De groeiende onzekerheid in de financiële markten heeft deze behoefte in de
afgelopen jaren versterkt.
De initiatiefnemers onderkennen dat grond een constante kasstroom genereert door opbrengsten uit gewassen, pacht
of opstalrecht. Tevens wordt onderkend dat grond in Nederland in het verleden waardevast is gebleken.
Door deze twee economische aspecten van grond in een realistisch en praktisch fonds uiteen te zetten, waarbij de
fondskosten adequaat worden beheerst, is met de oprichting van het fonds een beleggingsinstrument toegankelijk
gemaakt voor beleggers. Door het fonds kunnen meerdere beleggers grondbelegging als een serieuze en defensieve
aanvulling op hun spaar- en beleggingsportefeuille gaan beschouwen.
Secundaire motivatie tot het oprichten van het beleggingsfonds is het verstrekken van een structurele bijdrage aan de
financierbaarheid van de Nederlandse agrarische sector. Jonge agrarische ondernemers kunnen in staat gesteld worden
om de noodzakelijk geachte duurzame schaalvergroting te realiseren, terwijl het beleggingsfonds, middels
geliberaliseerde pacht of teeltpacht, cultuurgrond marktconform zal aanbieden. Daarmee levert het beleggingsfonds
een concrete en maatschappelijke bijdrage aan een gezonde en financierbare agrarische sector, die belangrijk is voor -
onder meer - de interne voedselvoorziening, het landelijk natuurbeheer en het Bruto Nationaal Product.
Profiel belegger
Een participatie in Grond Eenvoudig dient te passen bij uw persoonlijke situatie. Een profielschets is in het prospectus
opgenomen, om u als potentiële deelnemer een bewust oordeel te laten vormen over het aankopen van een
participatie in het fonds.
1

Risico’s
Het beleggen in Grond Eenvoudig brengt risico’s met zich mee. Risicofactoren die ondermeer van invloed zijn op uw
uiteindelijk rendement worden gevormd door vermogensrisico’s, rendementrisico’s en inflexibiliteitrisico’s. Het
beoogde lange termijn rendement kan door negatieve grondwaardeontwikkeling en door een negatief sentiment in de
agrarische sector achterblijven bij de financiële prognose. De waarde van uw participatie kan uiteindelijk lager
uitkomen dan de initiële investering.
Verhandeling participaties
Uitgifte en inkoop van participaties zal geschieden op basis van de methode van “forward pricing”, waarbij op basis van
de Intrinsieke Waarde (IW) berekening, de waarde van een participatie per 31-12 van ieder jaar bepaald zal worden. De
procedure voor in- en uitstappen in het fonds is afgestemd op het ritme van de agrarische grondmarkt.
Het eerste jaar van instappen is het verlengde kalenderjaar 2012-2013. Voor participatie vanaf 2012-2013 kunnen
deelnemers zich aanmelden tot 31-08-2013. Deelnemers die zich aanmelden tot in het voorjaar 2013, kunnen door de
Beheerder verzocht worden hun inleg direct te storten. Door de specificiteit van de grondmarkt zijn procedures
opgesteld voor toe - en uittreden vanaf 2013 e.v.
Gedurende het gehele jaar kunnen nieuwe deelnemers zich aanmelden om te participeren in Grond Eenvoudig. Om te
kunnen instappen in enig jaar dient uw aanmelding voor sluitingsdatum 31-08 van enig jaar verwerkt te zijn. Daar het
beleggingsfonds opereert als een besloten “fonds voor gemene rekening” bestaat de verplichting zittende deelnemers
op de hoogte te brengen van toetreding van nieuwe deelnemers. Een periode van 4 weken dient aangehouden te
worden, om zittende deelnemers te informeren. Na aanmelding dient uw participatie in het fonds voor 01-10 van enig
jaar gestort te worden op rekening van Grond Eenvoudig. Op basis van de IW-berekening van enig jaar zal uw
deelneming geïndexeerd worden. Dit betekent dat uw deelname zal worden uitgezet in een index, ten opzichte van uw
nominale inleg.
Het fonds heeft een doorlopende verplichting om participaties van uittredende deelnemers terug te kopen.
Deelnemers kunnen gedurende het gehele jaar kenbaar maken te willen uittreden. Gezien de specificiteit van de
grondmarkt zal eenmaal per jaar terugkoop en afrekening van uittredende deelnemers plaatsvinden. Terugkoop en
afrekening van participaties zal eveneens geschieden op basis van de methode van IW-berekening. Indien deelnemers
in enig jaar willen uittreden, dan zal voor 30-06 van enig jaar uittreding schriftelijk aan het beleggingsfonds kenbaar
gemaakt dienen te worden. Waardebepaling en uitkering van de participatie zal plaatsvinden voor 05 mei van het
volgend jaar.
Rendement
Op basis van de actuele gegevens van grondprijzen in Nederland en op basis van vergoedingen betaald in het reguliere
verkeer voor geliberaliseerde pacht en teeltpacht is een jaarlijkse exploitatie opgesteld. Kosten voor beheer van
cultuurgronden en fondskosten zijn in de financiële prognose opgenomen. Een begroting is opgesteld, waarbij over een
rekenperiode van 25 jaar gerekend wordt met 50% van de historische nominale grondwaardestijging (nominale stijging
1952-2010: 6,80%).
De financiële prognose beoogt derhalve een gemiddeld rendement te behalen van 5,00% per jaar. Het rendement is
berekend aan de hand van de in het prospectus beschreven uitgangspunten. Het rendement is een verwachting, geen
garanties worden gegeven voor enig rendement. Het beoogde rendement dient afgezet te worden tegen de
risicofactoren, die beschreven staan in het prospectus. Het rendement wordt samen met de inleg uitgekeerd op het
moment dat een deelnemer de participatie beëindigt.
2

Autoriteit Financiële Markten
Deelname in Grond Eenvoudig is mogelijk vanaf €100.000. De ondergrens is ingegeven door de wettelijke grens van
AFM en Wft, inzake vergunningplicht voor beleggingsfondsen. Het beleggingsfonds heeft de principiële intentie om de
ondergrens te verlagen, echter de kosten, die gepaard gaan met de vergunningverplichting en administratie, zijn reden
geweest de voornoemde ondergrens te hanteren.
Derhalve dient u als belegger kennis te nemen van de Vrijstellingsregeling, die het fonds en het onderhavig prospectus
genieten.
Grond Eenvoudig heeft geen vergunning van de AFM. Het prospectus is niet beoordeeld door de AFM.
Disclaimer
Deze samenvatting is een inleiding op het prospectus en dient als zodanig gelezen te worden. Het prospectus geeft een
uitvoerige beschrijving van beleggen in agrarische cultuurgrond in Nederland. Uw beslissing om deel te nemen in Grond
Eenvoudig dient gebaseerd te zijn op de bestudering van het gehele prospectus.
Alle vermelde resultaten en rendementen zijn prognoses en zijn berekend op basis van de vermelde uitgangspunten.
Door afwijkingen van en wijzigingen in uitgangspunten in de praktijk kunnen rendementen fluctueren. In het verleden
behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst.
Onderhavig prospectus is de eerste uitgave om u als potentiële deelnemer te informeren over de mogelijkheden,
kansen en risico’s van beleggen in Grond Eenvoudig.
Daar Grond Eenvoudig een open-end beleggingsinstelling is, zal jaarlijkse een geactualiseerd prospectus worden
uitgegeven. Wijzigingen in uitgangspunten, bevindingen en resultaten in toekomstige prospectussen - ten opzichte van
onderhavig prospectus - kunnen voor deelnemers geen aanleiding zijn om een beroep te doen op gewijzigde inzichten
en omstandigheden, om daarmee schadeclaims te motiveren en in te dienen. Mogelijke toekomstige wijzigingen in
uitgangspunten, bevindingen en resultaten zijn onderdeel van de beschreven risicofactoren.
Waar in het prospectus gesproken wordt over BTW, wordt gerefereerd aan het huidige BTW-regime in Nederland.
Toekomstige wijzigingen in BTW zullen conform de wet en regelgeving worden doorgevoerd in de kosten- en
opbrengstenstructuur van Grond Eenvoudig.
Indien de Beheerder voor 30-04-2013 vaststelt dat Grond Eenvoudig in de markt niet aanslaat als beleggingsfonds en
deelnemers hebben reeds hun participatie aan het fonds overgemaakt - terwijl nog geen cultuurgrond door het fonds is
aangekocht - dan zullen deelnemers hun inleggelden volledig en onvoorwaardelijk terugontvangen voor of op 10-05-
2013.
3

2. Op welke grond staat u?
Het is van eminent belang dat u - als potentiële belegger - niet alleen bewust bent van de kansen en risico’s van het
beleggingsfonds Grond Eenvoudig, maar dat u uw belegging grondig afzet tegen uw persoonlijke financiële positie. Met
andere woorden: “op welke grond staat u?”.
Beleggingen in het fonds Grond Eenvoudig staan buiten het toezicht van de AFM. Gezien de hoogte van de minimale
participatie (minimale inleg €100.000), wordt u door de AFM geacht zelf te kunnen beoordelen, welke risico’s u loopt
met uw deelneming in het fonds.
Om u als potentieel belegger langdurig als tevreden deelnemer in het fonds te betrekken, is een profielschets
uitgewerkt. De profielschets pretendeert niet volledig te zijn, maar biedt een duidelijke visie, waar u zich als belegger
aan kunt toetsen.
Uw toetsing zal kunnen bijdrage aan een bewust persoonlijk oordeel of beleggen in Grond Eenvoudig zal aansluiten bij
uw positie, uw persoonlijke (financiële) doelstellingen en uw verwachtingen.
Als potentieel belegger in Grond Eenvoudig bent u .....
..........vertrouwd met het gegeven dat beleggen - in het algemeen - gepaard zal gaan met kansen en risico’s, waarbij het
niet uit te sluiten valt dat toekomstige ontwikkelingen - in de breedste zin van het woord - kunnen bijdragen aan een
gewijzigd risicoprofiel, hetgeen kan resulteren in niet voorziene omstandigheden en negatieve koersontwikkelingen;
..........geïnformeerd over het gegeven dat winsten uit het verleden geen garantie voor de toekomst zullen zijn, alsmede
dat structureel lange termijn winstverwachtingen, door periodieke fluctuaties negatief beïnvloed kunnen worden;
..........zich bewust van het feit dat de beleggingshorizon van het fonds minimaal 5 jaar is;
..........in de positie, dat u geen direct inkomen uit de belegging hoeft te ontvangen. Derhalve bent u een belegger, die
de desbetreffende liquiditeiten voor een lange(re) periode missen kan;
..........bekend met het gegeven dat het beleggingsfonds specifieke beperkingen kent voor uw uittreden. Deze specifieke
beperkingen sluiten aan bij de specificiteit van de grondmarkt en beogen uw beleggingsrendement te waarborgen;
..........op de hoogte dat het beleggingsfonds een gematigd risicoprofiel kent en derhalve een navenant rendement
beoogt en verwacht;
..........persoonlijk overtuigd, dat een participatie in het beleggingsfonds een gebalanceerde en defensieve aanvulling
kan zijn op uw gehele spaar- en beleggingsportefeuille.
5

3. Achtergrond
Beleggen in grond is niet nieuw. Meerdere fondsen en private beleggers hebben zich reeds toegelegd op verscheidene
modellen van grond beleggen, zowel in Nederland, als daar buiten. Veelal zijn fondsen opgezet in de veronderstelling
dat in de toekomst grond explosief in waarde kan stijgen, als gevolg van wijziging in bestemming en gebruik. Grond
Eenvoudig is een beleggingsfonds dat zich richten zal op het beleggen in agrarische cultuurgrond binnen de
Nederlandse landsgrenzen.
Om u als belegger mee te nemen in de motivatie tot het oprichten van het beleggingsfonds, zal nader worden ingegaan
op het fenomeen grond. Achtergrondinformatie wordt beschreven, waarbij ondersteunende data zal worden
weergegeven in de bijlagen.
3.1 Grond
Wat is grond, wat betekent grond?
In de eerste plaats: grond is meer dan grond, grond is een levende bodem. Grond is een natuurlijk productiemiddel.
Grond beschikt over intrinsieke eigenschappen (bodemvruchtbaarheid, mineralen en overige fysische -, chemische &
biologische eigenschappen), welke randvoorwaarden zijn voor plantaardige groei (productie van voedsel). De
intrinsieke eigenschappen zijn verankerd in het natuurlijke fenomeen grond. Ze behoren met zorg onderhouden te
worden, om duurzame vruchtbaarheid en productievermogen te waarborgen. De intrinsieke eigenschappen van grond
kunnen sterk verschillen tussen grondsoorten. Tevens kunnen de intrinsieke eigenschappen positief en negatief
beïnvloed worden door management. Daarmee is de potentie en het productievermogen van grond niet identiek.
Grond betekent ruimte: ruimte om te bouwen, ruimte om te ontwikkelen, ruimte om te groeien. De hoeveelheid
beschikbare grond stelt beperkingen aan de ontwikkelingsmogelijkheden van een land, een onderneming, een individu.
Door dat partijen concurreren voor het gebruik van ruimte, is grond een schaars product.
Grond betekent voedsel. Zonder grond, onvoldoende of geen voedsel; een land of een gebied wordt afhankelijk van
import. De wereld is afhankelijk van de mondiale productiepotentie van grond. Door urbanisatie, bodemvervuiling,
roofbouw, erosie, verzilting en andere natuurverschijnselen wordt er meer vruchtbare grond aan het beschikbare
reservoir onttrokken, dan dat er aan vruchtbare grond bijkomt. Naast de menselijke invloed, versterken de natuurlijke
elementen de schaarste van grond; vruchtbare landbouwgrond wordt steeds schaarser, niet alleen in Nederland, maar
feitelijk wereldwijd. Ondanks de primaire behoefte aan voedsel, is de bestemming van grond, ten behoeve van de
landbouw, steeds weer in het geding; grond als ruimte wordt geclaimd, in de veronderstelling dat voedsel niet
schaarser wordt.
Grond geeft recht. Door wet en regelgeving (milieu) betekent grond tegenwoordig eveneens ruimte om te mogen
produceren, zonder dat grond zelf als de bepalende productiefactor wordt gebruikt.
Grond geeft strijd, niet alleen tussen landen vanwege territoriale aanspraken, maar ook intern tussen sectoren en
partijen in het economische verkeer. De (financiële) concurrentiekracht van de landbouwsector is daarbij ondergeschikt
aan de concurrentiekracht van andere sectoren. De waarde van landbouwgrond als productiemiddel voor primaire
behoeften, wordt in het economisch verkeer eveneens bepaald door waarde, die aan grond wordt toegekend in relatie
tot secundaire en tertiaire behoeften. Het mogelijk financieel gewin in deze sectoren heeft uiteindelijk een
prijsopdrijvend effect, ook voor grond gebruikt als agrarisch productiemiddel. Door verschil in locatie van grond kunnen
marktpartijen verschillende waarden toekennen aan een zelfde oppervlakte landbouwgrond. Waarde van grond wordt
daarmee gekenmerkt door nationale, regionale en lokale verschillen.
7

Grond is relatief schaars. Sprake is van relatieve schaarste, daar schaarste bepaald wordt door tijdstip, ligging en
vruchtbaarheid: beschikbare grond voor urbanisatie en infrastructuur was voor augustus 2008 schaarser dan vandaag;
vruchtbare grond in het Zwarte Aarde gebied in Rusland is minder schaars, dan zwarte veengronden in Drenthe;
zandgrond in de Sahara is niet schaars in vergelijking tot de zandgrond op de Veluwe. Overigens, grond is slechts alleen
schaars, zijnde grond als ruimte en in hoedanigheid van een duurzame vruchtbare bodem; grond als substantie is niet
schaars. Als grondgebonden voedselproductie geheel zou worden verdrongen door methoden van substraatteelt, dan
zou de relatieve schaarste van grond sterk verminderen. Grond is pas schaars geworden, niet op het moment dat het
niet meer beschikbaar was; grond is schaars geworden op het moment dat er door mensen een economische
bestemming aan toegekend werd.
Van grond wordt gezegd dat het zeker is, van grond wordt gezegd dat het de toekomst is. Wat is zeker, wat is toekomst,
indien voorbij vandaag morgen niet met zekerheid geschouwd kan worden. Wat wel zeker is, is dat grond ook in de
toekomst nodig zal zijn als natuurlijke productiefactor om voedsel te kunnen produceren, als ruimte om te kunnen
leven en als voorwaarde voor de natuur om zich te kunnen handhaven. Van alles wat van grond gezegd en geschreven
kan worden, grond behoord eenvoudig tot de basisvoorwaarden van het bestaan.
3.2 Grond in Nederland
De ontwikkeling van de Nederlandse samenleving (bevolkingsgroei, regionale migratie, ruimtelijke ordening, natuur,
schaalvergroting landbouw) is direct van invloed op de netto beschikbare hoeveelheid grond voor de Nederlandse
landbouw.
De verwachting lijkt gerechtvaardigd dat in de komende 40-50 jaar geen nieuwe landbouwgronden in ontwikkeling
worden gebracht (o.a. Markerwaard), terwijl anderzijds de druk op beschikbare grond voor landbouw toeneemt door
woningbouw, infrastructuur, bedrijfsterreinen en natuur. Gewenste en noodzakelijke schaalvergroting in de agrarische
sector zorgt voor een toename van de interne druk op de hoeveelheid beschikbare landbouwgrond voor individuele
bedrijven.
In de periode 1981-2008 is het areaal landbouwgrond gekrompen met 6,39%. Op basis van de totale oppervlakte van
Nederland is de krimp 3,80% (bron: CBS Statline).
Waar vroeger natuur (bos, water) moest wijken voor urbanisatie en landbouw, zal in de toekomst vrijwel elke
uitbreiding in ruimte voor water, bos & natuur, (semi) bebouwing, verkeer en recreatie slechts ten koste blijven gaan
van het beschikbare areaal landbouwgrond. De verwachting is dat in de komende 25-30 jaar minimaal 60.000 ha.
landbouwgrond verloren zal gaan (LEI, 2008), ten behoeve van natuur en weg- & woningbouw. Derhalve, ten opzichte
van 2008 zal wederom rekening gehouden dienen te worden met een krimp in het areaal landbouwgrond van 2,60-
4,40% tot 2035-2040.
De huidige financieel economische crisis, die juist in najaar 2008 is ingezet, zal deze ontwikkeling naar verwachting
kunnen vertragen. Het aantal ‘rode’ grondtransacties (transacties onder stedelijke invloed, waarbij wijziging in het
bestemmingsplan is opgetreden) is sinds 2008 ruim gehalveerd (2008: 991 transacties, 3.217 ha; 2010: 529 transacties,
1.157 ha; 2011: 446 transacties, 747 ha. Bron: Grondprijsmonitor 2010 & 2011).
Desalniettemin, ook in de toekomst zal jaarlijks steeds weer landbouwgrond verloren gaan.
8

3.3 Cultuurgrond voor de landbouw
Grond geschikt voor agrarische doeleinden wordt aangeduid als cultuurgrond. De grondgebonden Nederlandse
landbouw is afhankelijk van de nationaal beschikbare voorraad cultuurgrond. De niet grondgebonden intensieve
veehouderij is afhankelijk zowel van de nationale - (grondstoffen, milieu regelgeving, mestafzet), als van de mondiale
(import grondstoffen) grondvoorraad.
Thans wordt ruim 67% van de oppervlakte van Nederland aangewend ten behoeve van de agrarische sector. Daarbij
zijn logische provinciale verschillen aan te wijzen (2006: Groningen 81,20% en Utrecht 59,90%, bron LEI 2010-068).
Door de economische - en technologische ontwikkelingen in de afgelopen decennia heeft de schaalvergroting in de
landbouw een grote vlucht genomen. Daar waar in de periode 1985-2008 het beschikbare areaal cultuurgrond in
Nederland daalde met 5,77%, daalde in dezelfde periode het aantal landbouwbedrijven met 45%. Derhalve groeide het
gemiddelde areaal cultuurgrond per landbouwbedrijf met 71%.
Agrarische ondernemers worden nog steeds gedwongen en uitgedaagd te investeren om de arbeidsproductiviteit te
verbeteren en de kostprijs te verlagen. Dit resulteert in kapitaalintensieve bedrijven. Om de noodzakelijke
investeringen rendabel te kunnen exploiteren zal de schaalvergroting derhalve door blijven gaan. Daarbij zal echter
eveneens steeds meer aandacht en kapitaal nodig zijn voor verduurzaming van de agrarische productie.
Door de huidige wet - & regelgeving, met name met betrekking tot dierlijke mest en meststoffen, is de vraag naar
beschikbare landbouwgrond voor de Nederlandse (intensieve) veehouderij actueel.
De agrarische sector heeft te kampen met een gebrek aan bedrijfsopvolging (40% van de bedrijven heeft
bedrijfshoofden van >55 jaar, bron LEI 2010-042). Het aantal bedrijven zal daardoor in de toekomst alleen maar
krimpen en daar waar geen bedrijfsopvolging aanwezig is, zal netto kapitaal de agrarische sector uitstromen.
Desalniettemin, de vrijgekomen cultuurgrond zal gewoon door de agrarische sector in productie gehouden worden.
De (noodzakelijk geachte) schaalvergroting, investeringen in duurzame productie en de uitstroom van kapitaal zal de
financierbaarheid van grond gebonden landbouwbedrijven onder druk kunnen gaan zetten. Agrarische ondernemers
zullen daarbij zoekende zijn naar passende alternatieven, om enerzijds het bedrijf duurzaam te kunnen blijven
ontwikkelen en anderzijds voldoende areaal te kunnen blijven bewerken. Structurele beschikbaarheid van
landbouwgrond voor een agrarische ondernemer zal uiteindelijk doorslaggevend zijn, ongeacht de eigendom - of
gebruikstitel.
3.4 Kwalitatieve eigenschappen van cultuurgrond
Elk perceel cultuurgrond heeft verschillende kwalitatieve eigenschappen, o.a. door soort, ligging, ontstaansgeschiedenis
en historisch gebruik. Waar de kwalitatieve eigenschappen van geringe invloed zijn op het gebruik van grond buiten de
landbouw, zijn de kwalitatieve eigenschappen bepalend voor de gebruiksdoeleinden en het opbrengend vermogen van
grond gebruikt in de landbouw.
De verschillen in kwalitatieve eigenschappen tussen gronden kunnen groot en bepalend zijn voor wat uiteindelijk wel
en niet geteeld zal of kan worden. De natuurlijke verschillen waren vroeger groter dan vandaag. Door technologische
ontwikkelingen is de landbouw in staat gebleken in te kunnen spelen op de kwalitatieve eigenschappen van grond. De
opkomst van kunstmest, het kunnen draineren, het gebruikmaken van beregeningsinstallaties (in combinatie met
waterbronnen), de teelt van bloembollen in netten en rasontwikkelingen bij gewassen (zie bijvoorbeeld ontwikkeling
snijmaïs in Nederland 1970 6.400 ha, 2009 >240.000 ha) zijn slechts een aantal voorbeelden, dat de verschillen in
gebruiksmogelijkheden deels hebben genivelleerd.
9

Door de gebruikshistorie kunnen kwalitatieve eigenschappen van identieke gronden sterk verschillen. Door verkeerde
management keuzes of bijvoorbeeld door roofbouw kan het natuurlijk opbrengend vermogen van grond negatief zijn
beïnvloed.
Daar waar verschillen door menselijk handelen enerzijds zijn verkleind (technologische ontwikkeling), worden
verschillen anderzijds door menselijk handelen vergroot (zwak operationeel management).
Gebruiksmogelijkheden en opbrengend vermogen van grond kunnen uiteengezet worden op basis van - ondermeer - de
kenmerken:
• grondsoort;
• waterhuishouding;
• klimatologische verschillen;
• bodemvruchtbaarheid;
• verkaveling;
• ziektedruk;
3.5 (Agrarische) Grondmarkt
Veel informatie is bekend over de ontwikkeling van de grondmarkt in Nederland. Instellingen en bedrijven verzamelen
jaarlijkse informatie over prijsontwikkeling en grondmobiliteit. Daar grond in Nederland een relatief schaars product is,
wordt de factor grond frequent betrokken bij politieke besluitvorming. Veel onderzoek wordt verricht betreffende
vraagstukken aangaande ruimtelijke ordening, in relatie tot het te voeren grondbeleid - door nationale en lokale
overheden - voor de toekomst. De grondmarkt is transparant. Transacties worden geregistreerd bij een notaris en bij
het Kadaster. Gegevens over prijsontwikkeling en mobiliteit zijn beschikbaar, traceerbaar en verifieerbaar.
De grondprijzen in Nederland zijn van 1952-2008 nominaal met 6,80% in waarde gestegen (bron: WOt document 185).
De grondprijsontwikkeling in de periode 2005-2009 laat een stijging zien van 49%, terwijl in 2009 de prijzen met
gemiddeld 16% zijn gestegen ten opzichte van 2008 (bron: DLG Grondprijsmonitor 2009). In 2010 zijn de prijzen met
2,00% gestegen ten opzichte van 2009 (bron: DLG Grondprijsmonitor 2010). In 2011 zijn prijzen gestabiliseerd (+0,30%
ten opzichte van 2010, bron: DLG Grondprijsmonitor 2011).
10

Regionale prijzen laat een verschil zien met minimum grondprijzen in Groningen, Friesland en Drenthe van €30.000-
€40.000 per hectare; grondprijzen in het westen liggen rond €55.000-€65.000 per hectare; in zuid Nederland variëren
grondprijzen van €40.000-€55.000 per hectare. In de IJsselmeerpolders worden de hoogste prijzen betaald, tot €72.000
per hectare (bron DLG Grondprijsmonitor 2010).
De gemiddelde reële stijging van cultuurgrond in de periode 1952-2008 bedroeg 3,20% (bron: WOt document 185, data
2009 & 2010 toegevoegd). Opmerkelijk is dat de grondprijs in reële euro’s in 1978 bijna gelijk was aan de top begin
2000.
De activiteit op de grondmarkt wordt uitgedrukt in grondmobiliteit. Jaarlijks worden de absolute (in hectares
cultuurgrond) - en relatieve waarden (percentage van het aantal verhandelde hectares t.o.v. het areaal aanwezige
hectares cultuurgrond) van de grondmobiliteit gepubliceerd. In 2010 is de grondmobiliteit voor het derde jaar op rij
gedaald (2010: 21.459 ha; 2009: 24.475 ha; 2008: 27.445 ha; 2007: 29.030 ha). De relatieve mobiliteit daalde in deze
periode van 1,4 tot 1,1.
In 2011 daalde de grondmobiliteit verder tot 20.503 ha (relatieve mobiliteit 1,1. Bron: DLG Grondprijsmonitor 2011).
Grote regionale verschillen doen zich voor, zowel in absolute -, als in relatieve mobiliteit. Een regionaal overzicht wordt
gegeven in de bijlagen.
Door stijgende grondprijzen - zonder dat prijzen voor agrarische producten stijgen - zal de operationele rentabiliteit van
agrarische grond onder druk komen te staan. Samen met de huidige krapte op de kredietmarkt voor financiering van
grondaankopen geeft dit thans een drukkend effect op de grondmobiliteit.
11

3.6 Pacht
Cultuurgrond is in Nederland voor ruim 57% in handen van de daadwerkelijke gebruiker, de agrarische onderneming
(bron: CBS Landbouwtelling 2007). Het overige deel aan cultuurgrond is in het bezit van derden, waarbij middels
overeenkomsten (o.a. pacht) of zakelijk gebruiksrecht (erfpacht) de agrarische sector deze cultuurgronden in productie
heeft.
Pacht wordt geregeld in de Pachtwet. In de huidige Pachtwet wordt onderscheid gemaakt tussen:
• reguliere pacht;
• geliberaliseerde pacht voor los land;
• teeltpacht;
Reguliere Pacht
Voor reguliere pacht dient goedkeuring van de Grondkamer verkregen te worden. De pachtvergoeding is gebonden aan
maximum prijzen. Het continuatierecht is van toepassing, evenals het indeplaatsstellingsrecht. Voorkeursrecht bij
verkoop is van toepassing, tenzij verkocht wordt aan een veilige verpachter.
Geliberaliseerde pacht voor los land
Onderscheid wordt gemaakt voor overeenkomsten korter dan 6 jaar en overeenkomsten langer dan 6 jaar. Deze
pachtvorm is alleen mogelijk voor los land. Het aantal keren dat verpacht wordt is vrij; duur van contracten mogen
verschillen. Verpachter heeft keuzevrijheid van pachter. De Grondkamer moet de overeenkomst goedkeuren. Voor
overeenkomsten korter dan 6 jaar gelden geen maximum pachtprijzen. Voor overeenkomsten langer dan 6 jaar gelden
de maximum pachtprijzen (Pachtprijzenbesluit 2007) wel, de Grondkamer toetst de pachtprijzen. Continuatierecht,
indeplaatsstellingsrecht en voorkeursrecht zijn niet van toepassing.
Teeltpacht
Deze pachtvorm is mogelijk voor eenjarige of tweejarige pacht van los land en dient voor vruchtwisselingsgewassen. De
overeenkomst wordt niet getoetst, maar dient wel binnen 2 maanden geregistreerd te worden bij de Grondkamer. Er
gelden geen maximum pachtprijzen. Continuatierecht, indeplaatsstellingsrecht en voorkeursrecht zijn niet van
toepassing.
Het beleggingsfonds zal - op basis van de huidige Pachtwet - zich richten op geliberaliseerde pacht voor los land en
teeltpacht. Reguliere pacht zal niet worden toegepast.
3.7 Kasstroom uit grond
Indien de producten (o.a. voedsel, ruimte) voortgebracht door grond, geen rendement zouden opleveren, zou de prijs
van grond nihil zijn. Zoals David Ricardo 1 stelt:
"Corn is high, not because rent is paid, but rent is paid because corn is high".
Grond als productie - en ruimtefactor heeft derhalve de potentie om over een langere periode een kasstroom (o.a.
opbrengst gewassen, pacht, opstalrecht) te genereren. De potentiële toekomstige kasstroom kan worden vertaald in
een contante waarde van grond.
1 Ricardo, David (1772-1823), http://en.wikiquote.org/wiki/David_Ricardo
12

Grond in Nederland is relatief schaars. Door wijzigingen in behoefte, in gebruik, in potentie (dus wijziging in relatieve
schaarste) kan de waarde van grond gaan fluctueren.
Rekening houdend met het absoluut opbrengend vermogen en de relatieve schaarste, kan grond gezien worden als een
beleggingsobject.
3.8 Behoefte en motivatie
Een behoefte wordt onderkend onder beleggers en investeerders om te kunnen deelnemen in transparante - en
defensieve beleggingsfondsen. De behoefte bestaat om een deel van het vermogen te kunnen beleggen, waarbij een
redelijk rendement tegenover een gematigd risico kan worden gerealiseerd. Beleggen in grond wordt daarbij gezien als
een goed en verstandig alternatief. De groeiende onzekerheid in de financiële markten heeft deze behoefte in de
afgelopen jaren versterkt.
Anderzijds, door de specificiteit van de grondmarkt, is het beleggen in kleinere percelen cultuurgrond voor veel
individuele beleggers vrijwel niet interessant. Indien men zelfstandig - als individuele belegger - op de grondmarkt
wenst te acteren, is een relatief groot basisvermogen noodzakelijk. Tevens, door te hoge verwachtingen en de
onbekendheid met het fenomeen grond, is de kans op tegenvallende resultaten groot. Daarnaast zijn transactiekosten
voor kleine percelen relatief zeer hoog.
De initiatiefnemers onderkennen dat grond een constante kasstroom genereert door opbrengsten uit gewassen, pacht
of opstalrecht. Tevens wordt onderkend dat grond in Nederland in het verleden waardevast is gebleken.
Door deze twee economische aspecten van grond in een realistisch en praktisch fonds uiteen te zetten, waarbij de
fondskosten adequaat worden beheerst, is met de oprichting van het fonds een beleggingsinstrument toegankelijk
gemaakt voor beleggers. Door het fonds kunnen meerdere beleggers grondbelegging als een serieuze en defensieve
aanvulling op hun spaar- en beleggingsportefeuille gaan beschouwen.
Op basis van voornoemde behoefte, alsmede op basis van de kennis van en ervaring in de agrarische sector zijn de
initiatiefnemers gemotiveerd geraakt om het beleggingsconcept uit te werken.
Om het risico van beleggen in grond te beperken en om realistische verwachtingen te kunnen presenteren, hebben de
initiatiefnemers het fonds ontwikkeld op basis van cultuurgrond in Nederland. Dit zal leiden tot meer stabiliteit en
transparantie, waarbij de invloed van politieke -, juridische -, fiscale - en economische ontwikkelingen buiten Nederland
nihil zal zijn.
Daarnaast is het fonds gericht op de opbrengst en waardeontwikkeling van agrarische cultuurgrond. Speculatieve
winsten door wijziging in het bestemmingsplan kunnen zich weliswaar gaan voordoen, ze worden echter buiten de
prognoses gehouden. Dit voorkomt te hoge verwachtingen en onverwachte teleurstellingen. Het beleggingsconcept
Grond Eenvoudig geeft derhalve een correcte en eenvoudige weerspiegeling van de werkelijke intrinsieke
eigenschappen en waarde van grond.
Secundaire motivatie tot het oprichten van het beleggingsfonds is het verstrekken van een structurele bijdrage aan de
financierbaarheid van de Nederlandse agrarische sector. Jonge agrarische ondernemers kunnen in staat gesteld worden
om de noodzakelijk geachte duurzame schaalvergroting te realiseren, terwijl het beleggingsfonds, middels
geliberaliseerde pacht of teeltpacht, cultuurgrond marktconform zal aanbieden. Daarmee levert het beleggingsfonds
een concrete en maatschappelijke bijdrage aan een gezonde en financierbare agrarische sector, die belangrijk is voor -
ondermeer - de interne voedselvoorziening, het landelijk natuurbeheer en het Bruto Nationaal Product.
13

4. Risicofactoren
Deelnemen in het beleggingsfonds gaat gepaard met risico’s. Met nadruk wordt gesteld dat geen garanties worden
gegeven voor een bepaald rendement. Op basis van de profielschets in §2, alsmede op basis van de onderhavige
risicofactoren dient u zich een terdege oordeel te vormen of beleggen in Grond Eenvoudig aansluit bij uw persoonlijke
situatie. Indien de beschreven risicofactoren zich zullen voordoen, zal dit van invloed zijn op uw rendement. Een
overzicht van risicofactoren wordt beschreven, waarbij met nadruk gesteld wordt dat dit overzicht niet pretendeert
volledig te zijn. Verwezen wordt naar de bepalingen 8 van bijlage E Bgfo 2 .
4.1 Vermogensrisico’s
Het fonds kent een aantal vermogensrisico’s. Dit houdt in dat u als belegger rekening dient te houden met de
mogelijkheid dat bij beëindiging van uw deelneming de uitkering van uw participatie lager kan zijn dan de initiële
investering.
4.1.1 Waardeontwikkeling grond
Het fonds gaat uit van de veronderstelling dat cultuurgrond in de toekomst geleidelijk meer waard wordt. Echter, door -
ondermeer - een economische recessie, deflatie of demografische ontwikkelingen zou de waardeontwikkeling van
grond eveneens negatief kunnen zijn. Een negatieve waardeontwikkeling van grond zal resulteren in een afname van
het fondsvermogen.
4.1.2 Fiscale regeling landbouwvrijstelling
De zogenaamde landbouwvrijstelling is weliswaar niet van toepassing op het beleggingsfonds, echter een reactie op de
grondprijsontwikkeling kan zich voordoen door het mogelijk wegvallen van voornoemde fiscale regeling. Het is thans
niet te bepalen, wat het korte en / of lange termijn effect op de grondprijsontwikkeling zal zijn, als gevolg van het in de
toekomst door de overheid mogelijk wijzigen van de fiscaliteit voor het bezit van cultuurgrond.
4.1.3 Financiële markten
Een sterke stijging van rente (ondermeer door inflatie, risicotoeslagen of kapitaalgebrek) zal een tijdelijk drukkend
effect op de grondprijsontwikkeling kunnen hebben, daar de financierbaarheid van cultuurgrond voor de agrarische
sector ondermijnd zal kunnen worden.
Door grote dynamische (en internationale) kapitaalstromen tussen sectoren, goederen en fondsen kan - ook bij
beleggen in grond - zeepbelvorming ontstaan, waarbij een gestage waardevermeerdering gevolgd wordt door een
abrupte waardedaling. Door de huidige onrust in de internationale financiële markten, als gevolg van de kredietcrisis,
dient de kans op zeepbelvorming in de grondmarkt nimmer uitgesloten te worden. Indien in enige wijze of mate sprake
zal zijn van zeepbelvorming op de grondmarkt, is in beginsel geen indicatie te geven van het te verwachte rendement.
Door onverwachte toestroom of onttrekking van kapitaal zullen normaal geachte economische verhoudingen (agrarisch
rendement, pachtvergoeding, financierbaarheid agrarische sector) uit balans raken.
Vermogensvorming door het fonds kan derhalve onverwacht tijdelijk - of voor een langere periode - onder druk komen
te staan.
2 Bgfo: Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
15

4.1.4 Abrupte wijziging in uw persoonlijk profiel
Het fonds kent een beleggingshorizon > 5 jaar, waarbij verondersteld wordt dat grond waardevast zal zijn over een
periode van vele jaren. Of uw belegging waardevast is gebleken, hangt samen met uw instap - en uitstapmoment.
Indien door onvoorziene omstandigheden u gedwongen wordt uw deelname in het fonds onverwacht en abrupt te
beëindigen, dan bent u afhankelijk geworden van de ontwikkeling van het fonds op een geforceerd moment.
4.2 Rendementsrisico’s
Het beoogde en verwachte rendement van uw inleg wordt eveneens bepaald door het operationeel financieel resultaat
behaald uit de exploitatie. Risico’s kunnen zich voordoen, waardoor het operationeel resultaat lager zal uitvallen, dan in
de financiële prognose staat opgenomen.
4.2.1 Pachtwet
Het fonds maakt gebruik van de huidige Pachtwet, waarbij pachtvergoedingen voor geliberaliseerde pacht en
teeltpacht vrij zijn. Indien in de toekomst een nieuwe Pachtwet voorziet in beperkingen van de vergoeding voor beide
vormen van pacht, dan zullen daarmee de verwachte pachtinkomsten van het fonds onder druk komen te staan.
4.2.2 Agrarische sector
De pachtopbrengsten voor geliberaliseerde pacht en teeltpacht zijn niet slechts gerelateerd aan de onderliggende
grondwaarde. De vergoeding voor beide pachtvormen wordt mede bepaald door de prijs - en saldi ontwikkelingen van
agrarische producten. Indien saldi van agrarische producten voor een langere periode onder druk komen te staan, dan
zal dat van invloed zijn op de pachtopbrengsten.
4.2.3 Internationale handelspolitiek
Nederland is een exportland van agrarische producten. Wijzigingen in internationale handelsafspraken kan van directe
invloed zijn op markt - en prijs ontwikkelingen van agrarische producten. Een negatieve ontwikkeling zal van invloed zijn
op agrarisch rendement en daarmee op de vergoeding, die betaald kan worden voor pacht en grond.
Indien door internationale handelsverdragen de Europese markt geheel open wordt gesteld voor import van buiten de
EU, dan zal dit de prijzen voor agrarische producten onder druk kunnen zetten. Dit zal uiteindelijk eveneens van invloed
kunnen zijn op de ontwikkeling van grond - en pachtprijzen.
4.2.4 Debiteuren
Het operationeel resultaat wordt feitelijk pas geëffectueerd op het moment dat alle vorderingen daadwerkelijk
ontvangen zijn. Het risico bestaat dat een individuele pachter niet in staat zal blijken te zijn de verplichte pachtsom te
betalen. Het uitblijven van inning van een vordering is van invloed op het operationeel resultaat.
16

4.3 Inflexibiliteitrisico’s
De grondmarkt is een specifieke markt. Dagelijks worden agrarische gronden verhandeld. Echter, door het specifieke
karakter van de agrarische productie (seizoensgebondenheid) vindt levering bij aan- en verkoop vaak plaats in het
najaar. Daarnaast, daar grondinvesteringen gepaard gaan met grote en complexe financiële vraagstukken voor
agrarische ondernemers duurt het proces van aan- en verkoop geregeld enkele maanden. Eventuele verkoop van grond
onder grote tijdsdruk zal daardoor gepaard kunnen gaan met een dalende opbrengst.
Ondanks het feit dat het fonds elke dag in staat zal zijn gronden in de markt voor verkoop aan te kunnen bieden, dragen
deze aspecten ertoe bij dat het beleggingsfonds een illiquide karakter heeft en dat inflexibiliteitrisico’s zich kunnen
voordoen.
4.3.1 Uitstroom
Indien sprake is van een (tijdelijke) proportionele grote uitstroom van deelnemers, dan zal de liquiditeitsreserve van het
fonds mogelijk te beperkt kunnen zijn. Onder druk van de verplichte inkoop van participaties door het fonds, zal
derhalve grond verkocht moeten worden. De beschreven specificiteit en het ritme van de grondmarkt resulteren in een
tijdelijke inflexibiliteit, daar het fonds tijd zal moeten nemen en krijgen om - zonder geforceerde druk - marktconform
gronden te kunnen verkopen.
De inflexibiliteit resulteert in het risico dat - door de benodigde tijd - het uiteindelijk uit te keren rendement lager zal
kunnen zijn dan het verwachte rendement, op basis waarvan door deelnemers de keuze is gemaakt om uit te treden
(§8.1, forward pricing).
4.3.2 Verpachting
De gronden worden geëxploiteerd, op basis van geliberaliseerde pacht of teeltpacht. Het aangaan van
pachtovereenkomsten brengt verplichtingen met zich mee, waardoor niet elk perceel elk moment van enig jaar of
periode verhandelbaar zal zijn. Derhalve zal het fonds niet in staat zijn om - op enig fictief moment - zich binnen een
kalender jaar geheel te liquideren.
4.4 Concentratierisico
Het fonds zal alleen beleggen in agrarische gronden in Nederland. Ondanks dat op basis van een dwarsdoorsnede van
de verschillende teeltgebieden in Nederland cultuurgrond zal worden aangekocht, zal daarmee het concentratierisico
niet volledig geëlimineerd kunnen worden.
Hetgeen enerzijds zal bijdragen aan zekerheid en transparantie, kan anderzijds een mogelijk risico voor
vermogensvorming en flexibiliteit met zich meedragen.
4.5 Niet voorziene omstandigheden
Wijziging in fytosanitaire wet - & regelgeving kan resulteren in niet voorziene omstandigheden, die een sterke invloed
kunnen hebben op de productie - en export mogelijkheden voor de agrarische sector. Klimatologische ontwikkelingen
kunnen van invloed zijn op de teeltpotentie van en ziektedruk voor specifieke gewassen.
Deze factoren, samen met andere niet voorziene omstandigheden, kunnen derhalve van invloed zijn op saldi en
rendement. Daarmee kan de pachtvergoeding en waardeontwikkeling van cultuurgrond in de toekomst onverwachts
negatief beïnvloed worden.
17

4.6 Gevoeligheidsanalyse
Het prospectus geeft in §7 een financiële prognose op basis van de - in het prospectus - beschreven uitgangspunten.
Verwijzend naar de voornoemde risicofactoren is in §7.8 een gevoeligheidsanalyse opgenomen, waarin verschillende
scenario’s zijn doorgerekend. De gevoeligheidsanalyse toont aan dat het te verwachte rendement van het
beleggingsfonds door de verschillende risicofactoren wordt beïnvloed. Anderzijds toont de gevoeligheidsanalyse aan
dat het beoogde rendement een goede weerspiegeling is van de verschillende mogelijke uitkomsten. Desalniettemin
dient u zich - als potentieel belegger - terdege bewust te zijn, dat het verwachte rendement gebaseerd is op
uitgangspunten.
Door het gezamenlijk en gelijktijdig optreden van de beschreven risicofactoren zal het rendement negatief beïnvloed
kunnen worden.
18

5. Juridische achtergronden
Het beleggingsfonds Grond Eenvoudig is op grond van haar structuur en de definitie van de Wft 3 een open-end
beleggingsinstelling.
Dat het fonds beschouwd zal worden als een open-end beleggingsinstelling houdt voor de praktijk in, dat het
beleggingsfonds vrij is om nieuwe participaties uit te schrijven op of nabij de Intrinsieke Waarde (IW) van het fonds.
Daarnaast kent het fonds de doorlopende verplichting om met vaste regelmaat participaties van deelnemers, ten laste
van de activa, direct of indirect in te kopen en uit te keren. De verhandeling van participaties (uitgifte en inkoop) en de
specifieke voorwaarden worden beschreven in §8.
Het beleggingsfonds is opgezet als een “fonds voor gemene rekening” (FGR). Door de gekozen structuur van het
beleggingsfonds wordt aan deelnemers maximale zekerheid verstrekt, opdat participatiegelden uitsluitend gebruikt
kunnen worden voor de doelstelling van het fonds, namelijk: voor gezamenlijke rekening en risico participeren in het
werven, exploiteren en liquideren van cultuurgronden in Nederland. De zekerheid van de gekozen structuur wordt
vormgegeven door een splitsing aan te brengen in enerzijds operationeel beheer en anderzijds de bevoegdheid te
kunnen beschikken over de activa. De structuur van het fonds zal nader worden toegelicht.
5.1 Organogram FGR Grond Eenvoudig
Bewaarder Beheerder Participatiehouders
Stichting Duurzaam
Bewaarder Agrarisch
Grond Eenvoudig
Drie partijen
overeenkomst van beheer
en bewaring
3 Wft: Wet op het financieel toezicht
B.V.
Fonds voor gemene rekening
FGR Grond Eenvoudig
juridisch economisch
eigendom eigendom
Agrarische cultuurgronden in Nederland
Investeringscomité
19

5.1.1 Participatiehouders
De participatiehouders zijn deelnemer in het fonds voor gemene rekening (FGR Grond Eenvoudig). De doelstelling van
FGR Grond Eenvoudig is het werven, exploiteren en liquideren van Nederlandse cultuurgrond. Met de participatie
verkrijgen deelnemers het economisch vruchtgebruik op de aangekochte percelen, zowel betreffende het jaarlijks
exploitatieresultaat, als de verwachte toekomstige grondwaardestijging. Deelnemers verkrijgen een participatie, die
overdraagbaar is in rechte lijn en die weder verkocht kan worden aan het beleggingsfonds.
5.1.2 Bewaarder
Als Bewaarder van het beleggingsfonds zal optreden Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig. De stichting is juridisch
eigenaar van de cultuurgronden en is houder van de bankrekeningen, die toebehoren aan FGR Grond Eenvoudig. De
stichting treedt op als Bewaarder, hetgeen inhoud dat zij wel tekenbevoegd, doch niet handelingsbevoegd is, anders
dan dat de Bewaarder door de Beheerder daar toe zal worden opgedragen. Bevoegdheid van de Bewaarder is
omschreven in de drie partijen overeenkomst, die is opgemaakt tussen Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig
(Bewaarder), Duurzaam Agrarisch B.V. (Beheerder) en FGR Grond Eenvoudig.
De toezichtfunctie van de Bewaarder wordt aangestuurd en gecontroleerd door Mutual Trust Netherlands B.V. Mutual
Trust staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en heeft een licentie om als trustkantoor te opereren. Mutual
Trust heeft kennis van en ervaring met het inrichten en controleren van beleggingsfondsen op basis van de Wft. Met
het oog op een toekomstige vergunningaanvraag bij de AFM, zal het beleggingsfonds in samenwerking met Mutual
Trust, de interne administratie, procedures en organisatie reeds afstemmen op de huidige voorschriften van de AFM en
Wft.
De toezichtfunctie van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig wordt vorm gegeven door het bestuur. Het bestuur van
Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig wordt gevormd door de heren T. Jager (voorzitter), O. Kelderman (Mutual Trust,
penningmeester) en W. Bruil (Instituut voor Agrarisch Recht, secretaris).
Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig kent geen eigen resultaatrekening. Kosten van Stichting Bewaarder Grond
Eenvoudig komen voor rekening van het fonds.
Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig is als bewaarder van het fonds slechts uitvoerend actief op het moment dat tot
aan - of verkoop van cultuurgronden besloten wordt.
5.1.3 Beheerder
De Beheerder van FGR Grond Eenvoudig wordt gevormd door de besloten vennootschap Duurzaam Agrarisch B.V. De
vennootschap heeft noch juridisch, noch economisch eigendomsrecht op de cultuurgrond en de bankrekeningen. De
Beheerder zal op basis van de drie partijen overeenkomst uitvoering geven aan de operationele taken en activiteiten,
die voortvloeien uit de doelstelling van FGR Grond Eenvoudig. De Beheerder treedt op uitsluitend als
belangenbehartiger van de participatiehouders van FGR Grond Eenvoudig. Duurzaam Agrarisch B.V. is eigendom van de
initiatiefnemer van het fonds.
De Beheerder draagt zorg voor het verstrekken van participaties van het fonds, op basis van de bepalingen van het
fonds, alsmede op basis van onderhavig en toekomstige prospectussen.
De Beheerder geeft opdracht tot aankoop van cultuurgronden, waarbij de Bewaarder Stichting Bewaarder Grond
Eenvoudig optreedt als kopende partij. Inschrijving in het kadaster zal derhalve zijn op naam van de Bewaarder. De
Beheerder zal leidend zijn in het bepalen en uitvoeren van het aan - en verkoopbeleid. In opdracht van de Beheerder zal
20

De Dijken B.V. optreden als aan - en verkoopmakelaar voor cultuurgronden. De Beheerder zal opdracht geven aan De
Dijken B.V., welke gronden wel of niet aangekocht dienen te worden. Daarnaast draagt de Beheerder zorg voor het
exploiteren van de cultuurgrond op basis van het uitgeven van pachtovereenkomsten. Rentmeestertaken worden
daarbij in opdracht van de Beheerder uitgevoerd door De Dijken B.V.
Samenvattingoverzicht Bewaarder, Beheerder en Participatiehouders
Onderdeel
Algemeen Bewaarder
Cultuurgrond
Bewaarder
Stichting Bewaarder Grond
Beheerder Participatiehouders
Eenvoudig Duurzaam Agrarisch B.V. FGR Grond Eenvoudig
Juridisch eigendom
cultuurgrond
Bankrekening Houder en bewaarder
Voor rekening en risico van
FGR Grond Eenvoudig
werven, exploiteren en
liquideren van Nederlandse
cultuurgronden -
Ontwikkelt en geeft
uitvoering aan het aan- en
verkoopbeleid
cultuurgrond; draagt zorg
voor pacht en exploitatie
Geeft opdracht tot inning
en betaling op naam van
bankrekening bewaarder
Economisch eigendom
cultuurgrond
Vruchtgebruik Geen Geen Volledig vruchtgebruik
Kadaster Eigenaar - -
Besluitvorming Tekenbevoegd
Beslissingsbevoegd op basis
van drie partijen
overeenkomst;
tekenbevoegd op basis van
verleende volmacht -
Toezicht Bestuur
Bestuur : Tjapko Jager
(voorzitter), Onno
Kelderman
(penningmeester, Mutual
Trust), Willem Bruil
Directie
Bestuur / directie
(secretaris, IAR) Evert Jan Daling
Overeenkomst
Overig
Geen leningen, geen
bezwaring met hypotheek
3-partijen overeenkomst
Overleg met
investeringscomité over
investeringen /
desinvesteringen
Handeling - en tekenbevoegdheid is uitgesplitst tussen Beheerder en Bewaarder. De Beheerder voert haar
beheerstaken uit op basis van de bepalingen beschreven in de drie partijen overeenkomst, als mede op basis van het
overleg in het investeringscomité. Om slagvaardig en effectief uitvoering te kunnen geven aan de operationele taken
van FGR Grond Eenvoudig verleent de Bewaarder een volmacht aan de Beheerder overeenkomstig Artikel 5 lid 5 van de
drie partijen overeenkomst.
21

Het investeringscomité is een overlegorgaan, waarin zitting wordt genomen door P. van Dronkelaar, H. Hoffmann en
één of meerdere participatiehouders. Het investeringscomité voert overleg en geeft advies aan de Beheerder, welke
investerings - / desinvesteringsbeslissingen genomen dienen te worden.
De directie van Duurzaam Agrarisch B.V. wordt gevormd door E.J. Daling, bestuurder van de vennootschap.
5.2 Open algemene vergadering van participatiehouders
Elke 2 de woensdag in mei van enig jaar zal door de Beheerder een open algemene jaarvergadering voor
participatiehouders worden belegd.
Indien een aanvullende besloten vergadering voor participatiehouders wenselijk geacht wordt, dan bestaat de
mogelijkheid om - op basis van de beschreven procedure - een oproep daartoe te doen uitgaan. De procedure tot
oproep van vergadering is beschreven in de drie partijen overeenkomst.
5.3 Actualiseren prospectus
De Beheerder draagt zorg voor het jaarlijks actualiseren van het prospectus. Wijzigingen in vooruitzichten,
verwachtingen, te verwachte kosten en juridische zaken, als mede het aanvullen van de historische ontwikkeling van de
Nederlandse grondmarkt zullen jaarlijks in een nieuw prospectus worden gepresenteerd.
Wijzigingen in uitgangspunten, bevindingen en resultaten in toekomstige prospectussen - ten opzichte van onderhavig
prospectus - kunnen voor deelnemers geen aanleiding zijn om een beroep te doen op gewijzigde inzichten en
omstandigheden, om daarmee schadeclaims te motiveren en in te dienen.
Mogelijke toekomstige wijzigingen in uitgangspunten, bevindingen en resultaten zijn onderdeel van de beschreven
risicofactoren.
22

6. Beleggen en belastingen
Een korte beschrijving wordt gegeven van de fiscale effecten van het besloten beleggingsfonds voor de verschillende
entiteiten en de deelnemers. Verondersteld wordt dat de entiteiten en haar deelnemers inwoners van Nederland zijn
(natuurlijke personen en rechtspersonen). De beschrijving is gebaseerd op de stand van de fiscale wetgeving,
jurisprudentie en regelgeving per 1 januari 2012. Veranderingen in inzichten van de fiscus of wettelijke regelingen,
beleid of jurisprudentie komen uitdrukkelijk voor rekening en risico van deelnemers. De informatie is slechts van
algemene aard, waarbij geen volledigheid is beoogd.
6.1. Structuur van het fonds
Het fonds bestaat uit verschillende entiteiten: de besloten vennootschap (Beheerder), de stichting (de Bewaarder) en
het fonds voor gemene rekening (de Participatiehouders). Deze entiteiten worden op verschillende manieren in de
belastingheffing betrokken. In het onderstaande wordt dit toegelicht. Uitgangspunt hierbij is dat de lichamen in
Nederland zijn gevestigd en hierdoor als binnenlands belastingplichtig worden aangemerkt.
6.1.1 De besloten vennootschap Duurzaam Agrarisch B.V.
De besloten vennootschap Duurzaam Agrarisch B.V. zal optreden als Beheerder. Hierdoor heeft de vennootschap te
maken met zowel vennootschapsbelasting, omzetbelasting als overdrachtsbelasting. De belastingplicht van de
vennootschap is van invloed op de stichting en het fonds voor gemene rekening, daar omzetbelasting over kosten en
vergoedingen in rekening gebracht zullen worden.
6.1.2. De stichting
Een stichting is slechts belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting indien en voor zover zij een onderneming
drijft. Nu de stichting slechts optreedt als Bewaarder is geen sprake van een duurzame organisatie van kapitaal en
arbeid die deelneemt aan het economisch verkeer met het oogmerk om winst te maken. Hierdoor wordt geen
onderneming gedreven en is geen sprake van vennootschapsbelastingplicht.
6.1.2.1 Omzetbelasting
Cultuurgrond wordt aangekocht vrij van omzetbelasting. Daarnaast zal cultuurgrond worden verpacht zonder dat
Omzetbelasting in rekening gebracht wordt. Daarmee verricht het beleggingsfonds geen BTW belaste prestaties.
Derhalve komt de omzetbelasting, die op kosten en diensten in rekening gebracht zal worden aan het beleggingsfonds,
niet in aanmerking voor verrekening. De omzetbelasting wordt daarmee een kostenpost.
In de financiële begroting staan de kosten opgenomen inclusief BTW, waarbij geen verrekening plaats zal vinden.
Op grond van de maatregelen uit het begrotingsakkoord 2013 is in de financiële prognose rekening gehouden met het
(nieuwe) hoge BTW tarief van 21,00%.
6.1.2.2 Overdrachtsbelasting
De Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970 bevat met ingang van 1 januari 2007 een vrijstelling voor de verkrijging
van cultuurgrond. Cultuurgrond moet daartoe gedurende tien jaar na verkrijging in eigendom bedrijfsmatig worden
geëxploiteerd.
23

6.1.3. Het fonds voor gemene rekening
Met verwijzing naar het besluit van de Minister van Financiën (11 januari 2007) opereert het beleggingsfonds als een
“besloten fonds voor gemene rekening”. Derhalve is het beleggingsfonds niet belastingplichtig voor de
Vennootschapsbelasting en kan het fonds worden aangemerkt als fiscaal transparant. De participanten worden
rechtstreeks in de belastingheffing betrokken.
Om als beleggingsfonds te kunnen worden aangemerkt als “besloten” en fiscaal transparant dient u als belegger
rekening te houden met de hiernavolgende voorwaarden, die nader staan uitgewerkt in de voorwaarden en statuten
van het beleggingsfonds:
• Het beleggingsfonds geeft onbeperkt nieuwe participaties uit, waarbij - indien van toepassing - elke 14 dagen
zittende deelnemers schriftelijk worden geïnformeerd over het toetreden van nieuwe deelnemers. Zittende
deelnemers hebben daarmee volgens het besluit van de Minister van Financiën recht om binnen vier weken
toestemming te weigeren. Dit recht is onherroepelijk en nodig om te kunnen kwalificeren als “besloten fonds”
en om aangemerkt te kunnen worden als fiscaal transparant;
• Indien in de praktijk zal blijken dat het recht op weigering door zittende deelnemers dusdanig zal worden
toegepast dat een dynamische ontwikkeling van het beleggingsfonds onmogelijk wordt, dan zal de kans groot
zijn dat het fonds uiteindelijk aangemerkt zal gaan worden als een “open fonds voor gemene rekening”. Dat is
het geval als het fonds participaties zonder al dan niet stilzwijgende toestemming van zittende participanten
uitgeeft. Indien het fonds aangemerkt gaat worden als een “open fonds”, dan zal het fonds door de fiscus niet
langer fiscaal transparant beschouwd worden en zal het beleggingsfonds worden betrokken in de heffing van
de vennootschapsbelasting;
• Het fonds heeft een inkoopplicht (§8.5.1). Participaties kunnen gedurende het gehele jaar aan het
beleggingsfonds ter terug -/ inkoop worden aangeboden, zonder dat daarbij toestemming van overige
deelnemers vereist wordt. Participaties, die aangeboden worden aan het beleggingsfonds, worden één keer
per jaar op basis van forward pricing (middels berekening van de Intrinsieke Waarde, zie §8) verrekend en
uitbetaald;
• Participaties kunnen vervreemd worden aan bloed- en aanverwanten (waaronder vererving en schenking) in
de rechte lijn van een deelnemer. Hierbij hoeft geen toestemming van overige deelnemers te worden
verkregen. Administratieve kosten voor vervreemding in de rechte lijn worden door het fonds in rekening
gebracht. Bij vervreemding in rechte lijn dient de - door de AFM vastgestelde - minimum ondergrens per
deelnemer in acht gehouden te worden;
6.2 De belegger/participant
De uiteindelijke fiscale behandeling van participaties zal met name afhankelijk zijn van specifieke feiten en
omstandigheden, die per deelnemer kunnen verschillen. In het onderstaande wordt ingegaan op drie mogelijke
participanten: de natuurlijk persoon/belegger, de natuurlijk persoon/ondernemer en de rechtspersoon.
(Toekomstige) deelnemers wordt uitdrukkelijk geadviseerd, alvorens een participatie te verkrijgen, overleg te plegen
met een eigen fiscaal adviseur over de gevolgen, die de aankoop in de individuele situatie met zich meebrengt.
24

6.2.1. Natuurlijk persoon
6.2.1.1. Natuurlijk persoon / beleggers
Natuurlijke personen die in Nederland wonen zijn onderworpen aan de heffing van de Nederlandse
Inkomstenbelasting. Afhankelijk van de individuele omstandigheden zal de participatie in het fonds in box 1 of box 3
vallen.
Voor zover de activiteiten van de deelnemers niet als onderneming kwalificeren, zullen natuurlijke personen /
beleggers voor de deelname in het fonds in beginsel worden belast in box 3. In box 3 wordt op forfaitaire wijze het
fiscale inkomen uit sparen en beleggen bepaald. Het forfaitaire rendement wordt daarbij vastgesteld op een
percentage van 4% van het saldo van bezittingen en schulden van een belastingplichtige per 1 januari van het jaar,
onder aftrek van het heffingvrije vermogen. Over het aldus bepaalde fiscale inkomen is 30% inkomstenbelasting
verschuldigd. Effectief komt de heffing binnen box 3 derhalve neer op 1,2% van het saldo van bezittingen en schulden
van een belastingplichtige per 1 januari van het jaar.
De hoogte van het daadwerkelijk behaalde rendement is hierdoor irrelevant. Kosten, lasten en afschrijvingen zijn als
zodanig niet aftrekbaar. Schulden (voor zover deze niet toerekenbaar zijn aan box 1 dan wel box 2) komen in mindering
op de bezittingen.
Bezittingen en schulden worden in aanmerking genomen voor de waarde in het economische verkeer. Hierdoor zal de
waarde in het economisch verkeer van de participaties jaarlijks per 1 januari van het betreffende jaar moeten worden
vastgesteld. De Belastingdienst publiceert uit doelmatigheidsoogpunt jaarlijks cijfers voor de waardering van verpachte
landbouwgronden in box 3. Bij het bepalen van de fiscale positie voor box 3 zullen wij van deze waardering uitgaan. De
participant kan van deze waardering afwijken. In dat geval vervalt het compromisaanbod met betrekking tot de
waardering van de Belastingdienst.
Onder omstandigheden is het mogelijk dat participaties tot het “box 1” vermogen behoren. Hiervan is sprake indien de
participaties behoren tot het ondernemingsvermogen dan wel tot het regime “resultaat uit overige werkzaamheden”
worden gerekend.
Indien een belegger participeert middels een besloten vennootschap, wordt de besloten vennootschap
betrokken in de heffing voor vennootschapsbelasting (zie hiervoor 6.2.2.).
6.2.1.2 Natuurlijk persoon / ondernemers
Algemeen kan gesteld worden dat, als een deelnemer vanwege andere activiteiten winst uit onderneming geniet of
wordt geacht te genieten (box 1) en op grond van bepaalde feiten en omstandigheden de participatie in het fonds
gerekend moet worden tot het vermogen van de onderneming, geldt dat de deelnemer voor belastingheffing over de
inkomsten uit de participatie wordt aangemerkt als een natuurlijke persoon / ondernemer. Het inkomen uit de
participatie kan dan kwalificeren als box 1-inkomen.
Voor zover de deelnemer op andere gronden reeds winst uit onderneming geniet of wordt geacht te genieten (box 1),
maar de participatie niet tot het vermogen van de onderneming kan worden gerekend, geldt dat een dergelijke
deelnemer voor de belastingheffing over de inkomsten uit de participatie wordt aangemerkt als natuurlijk persoon /
belegger. Ten aanzien van een dergelijke deelnemer zal de belastingheffing alsnog plaatsvinden op basis van box 3 (zie
6.2.1.1).
25

Indien de participaties behoren tot de bron 'winst uit onderneming' dan wel tot de bron ' resultaat uit overige
werkzaamheden', worden de inkomsten die samenhangen met de participaties belast tegen het progressieve tarief
(maximaal 52%). Kosten die betrekking hebben op de participaties zijn – enkele uitzonderingen daargelaten - aftrekbaar
tegen dit progressieve tarief. Daarnaast kan de ondernemer onder meer te maken krijgen met de landbouwvrijstelling,
fiscale afschrijving en de vorming van een HerInvesteringsReserve. Deze aspecten alsmede mogelijke gevolgen voor de
overdrachtsbelasting en schenk- en erfbelasting worden hieronder nader toegelicht.
6.2.1.2.1 Landbouwvrijstelling
Indien sprake is van winst uit onderneming kan de ondernemer op grond van artikel 3.12 van de Wet
inkomstenbelasting 2001 in aanmerking komen voor de zogeheten “landbouwvrijstelling”. Het beleggingsfonds treedt
op als verpachter van de cultuurgrond en niet als bedrijf gericht op voortbrengen van productie van akker-,
weide- of tuinbouw. Daarom oefent het fonds geen landbouwbedrijf uit volgens de omschrijving van de Wet
inkomstenbelasting 2001. Derhalve is er geen sprake van de landbouwvrijstelling.
6.2.1.2.2 Fiscale afschrijving
Op de waarde van agrarische gronden in de participatie kan in principe niet worden afgeschreven door
box 1-ondernemers. In de financiële prognose wordt derhalve geen rekening gehouden met afschrijvingen op
cultuurgronden.
6.2.1.2.3 HerInvesteringsReserve
Investeerders die met de verkoop van onroerende zaken of van een of meerdere participaties in een fiscaal transparant
vastgoedfonds boekwinst hebben behaald binnen hun IB-onderneming (box 1), kunnen de betaling van de
verschuldigde inkomstenbelasting uitstellen door een HerInvesteringsReserve te vormen. Dit is mogelijk mits de
investeerder het voornemen heeft binnen drie jaar opnieuw te investeren in een bedrijfsmiddel met een vergelijkbaar
karakter.
Op een investering in het beleggingsfonds kan deze HerInvesteringsReserve in principe worden aangewend. Daarmee
wordt de verschuldigde inkomstenbelasting uitgesteld. Onder omstandigheden kunnen ook HerInvesteringsReserve die
zijn gevormd na de verkoop van ander beleggingsvastgoed in aanmerking komen voor aanwending in het fonds.
Investeerders die een HerInvesteringsReserve willen aanwenden voor het investeren in het beleggingsfonds worden
uitdrukkelijk geadviseerd dit vooraf af te stemmen met hun fiscalist.
6.2.1.3 Overdrachtsbelasting
Zoals reeds onder 6.1.2.3. vermeld bevat de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970 een vrijstelling voor de
verkrijging van cultuurgrond. Cultuurgrond moet daartoe gedurende tien jaar na verkrijging in eigendom bedrijfsmatig
worden geëxploiteerd. Onder eigendom wordt mede verstaan economisch eigendom. De verkrijging van een
participatie in het fonds is een directe verkrijging van het economische eigendom van grond. Overdrachtsbelasting is
derhalve niet van toepassing.
6.2.1.4 Schenk- en erfbelasting
In geval van overlijden van een particuliere deelnemer of in geval van schenking van een participatie, is de waarde in
het economisch verkeer van de participatie onderworpen aan erf- respectievelijk schenkbelasting. De hoogte van het
26

tarief (10-40%) en de eventuele toepassing van een vrijstelling, is daarbij onder meer afhankelijk van de mate van
verwantschap.
6.2.2. Rechtspersoon
In Nederland gevestigde naamloze en besloten vennootschappen zijn in beginsel belast met vennootschapsbelasting.
Het tarief over het belastbaar bedrag tot € 200.000 bedraagt in 2012 20%. Over het meerdere geldt een tarief van 25%.
Indien de participaties gefinancierd zijn met vreemd vermogen is de rente op dit vreemde vermogen in beginsel
aftrekbaar van het fiscale resultaat van de betreffende rechtspersoon. Dit is slechts anders indien de rente op grond
van een wettelijke renteaftrekbeperking niet in aftrek komt dan wel op grond van jurisprudentie niet in aftrek op het
fiscale resultaat kan komen. Bij mogelijke twijfel over de aftrekbaarheid van deze rente dient de fiscaal adviseur
geraadpleegd te worden.
6.2.2.1 Landbouwvrijstelling
Net als de natuurlijk persoon ondernemer kan een rechtspersoon in aanmerking komen voor de zogeheten
“landbouwvrijstelling”. Op grond van artikel 8 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is de
landbouwvrijstelling uit artikel 3.12 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (zie 6.2.1.2.1.) van overeenkomstige
toepassing verklaard.
Het beleggingsfonds treedt op als verpachter van de cultuurgrond en niet als bedrijf gericht op voortbrengen van
productie van akker-, weide- of tuinbouw. Daarom oefent het fonds geen landbouwbedrijf uit volgens de omschrijving
van de Wet inkomstenbelasting 2001. Derhalve is er geen sprake van de landbouwvrijstelling.
6.2.2.2 Fiscale afschrijving
Op de waarde van agrarische gronden in de participatie kan in principe niet worden afgeschreven door
vennootschapsbelastingplichtige entiteiten. In de financiële prognose wordt derhalve geen rekening gehouden met
afschrijvingen op cultuurgronden.
6.2.2.3 HerInvesteringsReserve
Investeerders die met de verkoop van onroerende zaken of van een of meerdere participaties in een fiscaal transparant
vastgoedfonds boekwinst hebben behaald binnen hun vennootschap, kunnen de betaling van de verschuldigde
vennootschapsbelasting uitstellen door een HerInvesteringsReserve te vormen. Dit is mogelijk mits de investeerder het
voornemen heeft binnen drie jaar opnieuw te investeren in een bedrijfsmiddel met een vergelijkbaar karakter.
Op een investering in het beleggingsfonds kan deze HerInvesteringsReserve in principe worden aangewend. Daarmee
wordt de verschuldigde vennootschapsbelasting uitgesteld. Onder omstandigheden kunnen ook
HerInvesteringsReserve die zijn gevormd na de verkoop van ander beleggingsvastgoed in aanmerking komen voor
aanwending in het fonds.
Investeerders die een HerInvesteringsReserve willen aanwenden voor het investeren in het beleggingsfonds worden
uitdrukkelijk geadviseerd dit vooraf af te stemmen met hun fiscalist.
27

6.2.2.4 Overdrachtsbelasting
Zoals reeds onder 6.1.2.3. vermeld bevat de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970 een vrijstelling voor de
verkrijging van cultuurgrond. Cultuurgrond moet daartoe gedurende tien jaar na verkrijging in eigendom bedrijfsmatig
worden geëxploiteerd. Onder eigendom wordt mede verstaan economisch eigendom. De verkrijging van een
participatie in het fonds is een directe verkrijging van het economische eigendom van grond. Overdrachtsbelasting is
derhalve niet van toepassing.
6.3 Fiscale positie belegger
Het fonds zal jaarlijks een fiscale positie voor de belegger afgeven. Deze fiscale positie zal een globale beschrijving
geven van de fiscale effecten van het besloten beleggingsfonds voor deelnemers. De uiteindelijke fiscale behandeling
van participaties is echter afhankelijk van specifieke feiten en omstandigheden die per deelnemer zullen verschillen. In
dit kader wordt aan de participanten het uitdrukkelijke advies gegeven, overleg te plegen met een eigen fiscaal
adviseur over de gevolgen, die de participatie met zich meebrengt.
28

7. Financiële prognose
De financiële prognose is opgesteld voor een rekenperiode van 25 jaar, waarbij verondersteld wordt dat in de komende
4 jaar (tot einde 2016) voor €15.000.000 aan participaties zal worden uitgeschreven. Dit resulteert in een grondfonds
van 224 hectare vanaf einde 2016. Met verwijzing naar §5 wordt uitdrukkelijk gesteld dat het beleggingsfonds een
open-end beleggingsinstelling is, waarbij - afhankelijk van belangstelling en succes - meer participaties kunnen worden
uitgeschreven gedurende de levensduur van het fonds.
Alle bedragen en kosten die genoemd staan in het prospectus zijn inclusief 21% BTW, er vindt geen BTW verrekening
plaats.
Inflatie 4 wordt in de financiële prognose gesteld op 2,00% per jaar. Toepassing van inflatie op kosten en vergoedingen
wordt nader in het prospectus gespecificeerd.
Het boekjaar loopt parallel aan het kalenderjaar. Het eerste boekjaar heeft betrekking op najaar 2012-december 2013.
7.1 Werving en aankoop cultuurgrond
Inleggelden van deelnemers zullen gebruikt worden om percelen grond te werven binnen de landgrenzen van
Nederland. Van de inleggelden zal 90% worden aangewend voor aankoop cultuurgrond en de gezamenlijke
emissiekosten, terwijl 10% liquide gehouden zal worden. Door het reserveren van liquide middelen houdt het fonds
rekening met de inkoopverplichting van uittredende deelnemers.
Het beleggingsfonds zal alleen gebruik maken van de ingebrachte middelen door deelnemers, geen vreemd vermogen
zal worden aangetrokken. Derhalve is de aansprakelijkheid van beleggers beperkt tot de hoogte van de inleg. Grond
Eenvoudig zal zittende deelnemers niet verzoeken tot het bijstorten van kapitaal.
Uitgaande van eerste aankooptransacties in 2012-2013, wordt gerekend met een gemiddelde investering van €55.000
per hectare. Deze waarde correspondeert ruim voldoende met de huidige gemiddelde grondprijs in Nederland
(gemiddeld Nederland januari 2012 €50.600 per hectare). Een hoger dan gemiddelde investering per hectare wordt
gehanteerd, daar het fonds bij aanvang zich noodzakelijkerwijs eerst zal concentreren op enkele percelen. Afhankelijk
van de totale omvang van de inleg in de eerste jaren, zal uiteindelijk bekeken worden hoeveel en in welk teeltgebied in
Nederland cultuurgrond kan worden aangekocht. Derhalve zal de middenprijs in de eerste jaren sterk kunnen afwijken
van hetgeen in het prospectus wordt verondersteld.
Uiteindelijk zal het fonds percelen aankopen door geheel Nederland, waarbij de portefeuille cultuurgrond gebaseerd zal
worden op een dwarsdoorsnede van de Nederlandse grondkaart en teeltgebieden.
De jaarlijkse kasstroom uit de exploitatie zal eveneens worden aangewend om de grondportefeuille uit te breiden,
waarbij rekening gehouden wordt dat minimaal 10% van de initiële inleggelden liquide beschikbaar zal blijven. Derhalve
groeit de grondportefeuille in 25 jaar van 224 hectare naar ruim 250 hectare.
4 Gemiddelde inflatie in Nederland 1983-2010 1,98% (bron: http://nl.global-rates.com/economische-statistieken/...)
29

7.1.1 Kosten aankoop grond
Bij werving en aankoop van grond zijn transactiekosten gemoeid. Deze kosten bestaan uit bemiddelingskosten voor
aankoop, notariskosten en structureringskosten voor de Beheerder (Duurzaam Agrarisch B.V.) van het fonds.
Bemiddelingskosten
De bemiddelingskosten zijn gesteld op een maximale courtage van 1,815% (1,50% + 21% BTW) over de aankoopwaarde.
Bemiddelingskosten zijn een vast tarief over de aankoopwaarde, waarbij geen correctie voor inflatie zal worden
toegepast. Deze courtage is gangbaar bij bemiddeling in agrarische gronden. Bemiddeling zal plaatsvinden door
makelaarskantoor De Dijken B.V. Één van de initiatiefnemers van het beleggingsfonds Grond Eenvoudig heeft thans een
aandelenbelang van 33% in De Dijken BV. De Dijken B.V. is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van
Rentmeesters en handelt conform de daardoor gestelde richtlijnen. De marktconforme vergoeding is gebaseerd op een
uitgebrachte offerte.
Notariskosten
De kosten voor de leveringsakte en registratie van een grondtransactie is gesteld op €790,00 per perceel. Kosten
worden jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie. Gerekend wordt met een gemiddelde perceelsoppervlakte van 5 hectare. De
gemiddelde perceelsoppervlakte zal uiteindelijk bepaald worden door de teeltgebieden, waar gronden aangekocht
zullen worden. De gemiddelde perceelsoppervlakte, die in de prognose wordt gehanteerd, is laag. De kosten zijn
gebaseerd op uitgebrachte offertes, kosten zijn maximaal en ruim gesteld. Het beleggingsfonds zal gebruik maken van
de diensten van notariskantoor Notaris Vinke (Veenendaal).
Structureringskosten
Aan de Beheerder zal een vergoeding voor structureringskosten worden betaald op basis van 1,21% (1,00% + 21% BTW)
over nieuwe inleggelden. Structureringskosten zijn een vast tarief over inleggelden, waarbij geen correctie voor inflatie
zal worden toegepast.
De voornoemde kosten vormen samen de emissiekosten voor een deelnemer en bedragen gemiddeld 3,03%.
7. 2 Jaarkosten cultuurgrond en organisatie
Jaarlijkse vaste kosten zijn gebaseerd op actuele gegevens en offertes van dienstverlenende partijen. Elke drie jaar
zullen - op basis van nieuwe offertes - marktconforme overeenkomsten met dienstverleners worden afgesloten. De
jaarlijks terugkerende vaste kosten voor beheer cultuurgronden en operationele fondskosten zijn als volgt.
7.2.1 Vaste kosten
Een eigenaar van grond wordt aangeslagen voor waterschapslasten. De waterschapslasten worden berekend per
hectare. De waterschapslasten variëren tussen de verschillende waterschappen in Nederland. De gemiddelde lasten in
2011 bedragen €71,25 per hectare (bron: via http://www.waterschappen.nl/mijn-waterschap.html). Verondersteld is
dat de waterschapslasten in de periode 2011-2036 gemiddeld met 5,00% per jaar zullen stijgen (ongeacht inflatie).
Derhalve wordt in de financiële prognose gerekend met €135,00 per hectare voor een looptijd van 25 jaar. Daarnaast
zullen kosten gemaakt worden voor onderhoud sloten en afscheidingen. Deze kosten zijn gesteld op €31,75 per hectare
per jaar.
Totale vaste kosten per hectare derhalve afgerond op €170,00 per hectare per jaar. Kosten worden jaarlijks
gecorrigeerd voor inflatie.
30

7.2.2 Rentmeester kosten
Rentmeesterschap over de gronden zal worden uitbesteed aan De Dijken B.V. Per jaar zal € 60,50 per hectare berekend
worden voor administratie, controle en registratie. Kosten worden jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie. Één van de
initiatiefnemers van het beleggingsfonds Grond Eenvoudig heeft thans een aandelenbelang van 33% in De Dijken BV.
De Dijken B.V. is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters en handelt conform de daardoor
gestelde richtlijnen. De vergoeding, waarvan de marktconformiteit iedere drie jaar door middel van een tender zal
worden getoetst, heeft betrekking op een uitgebrachte offerte voor de volgende werkzaamheden:
• Opmaken en laten ondertekenen van geliberaliseerde pachtovereenkomsten met officieel geregistreerde
agrarisch ondernemers;
• Indienen pachtovereenkomsten ter registratie Grondkamer;
• Jaarlijks een controle bezoek aan de cultuurgrond en de pachter;
• Indien nodig vrijstelling WOZ aanvragen bij betreffende gemeente;
• Controle op distelverordening;
• Innen en uitbetalen van de pachtopbrengsten op rekeningnummer van de Stichting;
• Verzorging van betaling waterschapslasten en eventuele ruilverkavelingrenten;
• Controle op onderhoud landerijen (bijv. schouw en snoeiwerkzaamheden, te verrichten door pachter);
7.2.3 Kosten Grondkamer
Geliberaliseerde pacht en teeltpacht zullen worden vastgelegd in pachtovereenkomsten. De pachtovereenkomsten
zullen worden geregistreerd bij de Grondkamer. Voor registratie pachtovereenkomsten wordt gerekend met €40,00 per
jaar per pachtcontract. Kosten worden jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie. In de prognose wordt gerekend met een
gemiddelde van 10 hectare per pachtovereenkomst.
7.2.4 Beheervergoeding Duurzaam Agrarisch B.V.
Duurzaam Agrarisch B.V. ontvangt jaarlijks een beheervergoeding van 0,726% (0,60% + 21% BTW) over de inleggelden.
Kosten worden jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie, op basis van 50% X CPI. Duurzaam Agrarisch B.V. draagt structureel
operationele zorg voor fondsontwikkeling, management, aansturing en coördinatie. Taken, verantwoordelijkheden en
vergoedingen zijn vastgelegd in een drie partijen overeenkomsten tussen de Bewaarder, het fonds en Duurzaam
Agrarisch B.V.
7.2.5 Operationele kosten organisatie
De jaarlijkse operationele kosten van het beleggingsfonds worden gevormd door kosten voor de accountant, kosten
toezichthouder Bewaarder, reclame & brochures (zowel richting investeerders als richting agrarische sector voor
werving pachters), kantoor (met name correspondentie, drukwerk), jaarlijkse vergadering van aandeelhouders en
afschrijvingen. Een kleine post {overig} is opgenomen voor onvoorziene kosten. De omzetbelasting maakt deel uit van
de kosten. Personeelskosten worden in de eerste jaren buiten beschouwing gelaten.
Indien de omvang van het fonds verder gaat toenemen, zullen de voorgenoemde kosten niet evenredigheid stijgen,
terwijl anderzijds personeelskosten mogelijk gemaakt dienen te gaan worden.
De operationele kosten zijn in de prognose opgenomen op basis van onderstaand kostenoverzicht.
31

Operationele kosten 2012/13 2014 2015 2016 - ev
Juridische structuur € 7.500
Bewaarder, Accountant € 20.750 € 27.165 € 27.708 € 28.262
Reclame, brochures en kantoor € 20.000 € 22.500 € 25.000 € 30.000
Vergadering participatiehouders € 0 € 2.500 € 5.000 € 7.500
Overig € 2.500 € 3.000 € 5.000 € 5.000
BTW 21% € 10.658 € 11.585 € 13.169 € 14.860
Totaal € 61.408 € 66.750 € 75.877 € 85.623
Afschrijvingen € 3.000 € 3.000 € 3.000 € 3.000
Investeringen € 15.000 per 5 jaar
Kosten en investeringen worden jaarlijks gecorrigeerd voor inflatie.
7.3 Uitstapkosten verkoop grond
Zoals bij aankoop van grond gebruik gemaakt wordt van een aankoopmakelaar, zo zal bij verkoop van grond eveneens
gebruik gemaakt worden van een makelaar voor verkoopbemiddeling. De bemiddelingskosten voor verkoop zijn gesteld
op een maximale courtage van 1,815% (1,50% + 21% BTW) over de verkoopwaarde. Bemiddelingskosten zijn een vast
tarief over de verkoopwaarde, waarbij geen correctie voor inflatie zal worden toegepast. Deze courtage is gangbaar bij
bemiddeling in agrarische gronden. Bemiddeling zal plaatsvinden door makelaarskantoor De Dijken B.V. Één van de
initiatiefnemers van het beleggingsfonds Grond Eenvoudig heeft thans een aandelenbelang van 33% in De Dijken BV.
De Dijken B.V. is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters en handelt conform de daardoor
gestelde richtlijnen. De marktconforme vergoeding is gebaseerd op een uitgebrachte offerte.
Gezien het feit dat het fonds een open-end beleggingsinstelling is, kunnen deelnemers hun participatie te allen tijde
aanbieden aan het fonds. Op het moment van aanbieden hoeft niet per definitie sprake te zijn van een grondtransactie,
daar de uitkering van de participatie mogelijk uit de bestaande liquide middelen van het fonds betaald zal kunnen
worden.
Indien deelnemers tussentijds de participatie zouden beëindigen en na de rekenperiode van 25 jaar het gehele fonds
geliquideerd zou gaan worden, dan zou erosie van het vermogen van de zittende deelnemers optreden. Derhalve zal bij
uittreden van een deelnemer 1,815% uitstapkosten in rekening gebracht worden, over de onderliggende actuele
grondwaarde van de participatie.
De uitstapkosten worden in de financiële prognose berekend aan het einde de rekenperiode van 25 jaar, als zijnde
1,815% over de actuele verkoopwaarde van de grond. In de jaarlijkse vaststelling van de waarde van de grond zullen de
uitstapkosten in mindering gebracht worden op de uiteindelijke IW-berekening (zie §8.2).
Uitstapkosten voor deelnemers met betrekking tot notaris en beheerders zijn niet van toepassing.
7.3.1 Administratiekosten overdracht rechte lijn
Indien een deelnemer de participatie overdoet aan bloed - en aanverwanten in de rechte lijn - door schenking, erfenis
of economische overdracht - dan wordt door het fonds 0,605% (0,50% + 21% BTW) administratiekosten in rekening
gebracht over de nominale inleg, gecorrigeerd voor inflatie. Bij overdracht in rechte lijn blijft de - door de AFM
vastgestelde - minimale ondergrens per deelnemer gehandhaafd.
32

7.4 Total Expense Ratio
Total Expense Ratio (TER, Totale Kosten Ratio, exclusief emissie - en uitstapkosten) van het beleggingsfonds bedraagt
derhalve 2,13% gemiddeld over de rekenperiode van 25 jaar, uitgaande van een participatievermogen van €15.000.000.
Indien het beleggingsfonds - ten opzichte van onderhavige financiële prognose - sneller en meer participaties weet uit
te geven, dan zal de gemiddelde TER van het fonds nog verder dalen.
33

7.5 Inkomsten en vermogensontwikkeling
7.5.1 Pachtopbrengsten
De jaarlijkse inkomsten van het beleggingsfonds worden hoofdzakelijk gevormd door opbrengsten uit geliberaliseerde
pacht voor los land en teeltpacht. De vergoedingen, die betaald worden onder beide overeenkomsten worden - onder
meer - bepaald door teeltgebied, grondsoort, bouwplan en vruchtwisseling.
Gezien het feit dat het rekenmodel verondersteld dat grond in het najaar van enig jaar wordt aangekocht, wordt pas in
het eerst volgende kalenderjaar geprofiteerd van een pachtopbrengst. Derhalve is de pachtopbrengst in jaar 1 (2012-
2013) verondersteld op nihil. Het rekenmodel geeft daarmee een correct beeld van de ontwikkeling van de toekomstige
pachtopbrengsten. Overigens, afhankelijk van de interesse in het beleggingsfonds in najaar 2012, zal mogelijk in 2013
als nog sprake kunnen zijn van pachtopbrengsten (zie §8.3).
Op basis van de huidige agrarische markt worden teeltvergoedingen betaald van €400 - >€3.500 per hectare per jaar.
Uitgaande van een gemiddeld gangbaar bouwplan wordt bij aanvang een gewogen pachtopbrengst van €1.513 per
hectare in de financiële prognose opgenomen. Gegeven een gemiddelde aankoopwaarde van €55.000 per hectare is de
pachtopbrengst in de financiële prognose - bij aanvang - gesteld op 2,75% van de aankoopwaarde. In de
pachtcontracten zal overigens geen percentage overeengekomen worden, maar een pachtprijs per hectare.
In de financiële prognose wordt de pachtopbrengst jaarlijks gecorrigeerd met 50% van de gehanteerde inflatie
(pachtopbrengst = {aankoopwaarde}*2,75%*({1+50%*CPI 5 }ˆt).
Aan het einde van de rekenperiode van 25 jaar bedraagt de gemiddelde pachtopbrengst per hectare €2.186. Daar
verondersteld wordt dat de onderliggende grondwaarde zal gaan stijgen, bedraagt aan het einde van de rekenperiode
de pachtopbrengst 1,78%. De gewogen pachtopbrengst gedurende de rekenperiode bedraagt €1.783 per hectare.
Daar pachtovereenkomsten voor geliberaliseerde pacht en teeltpacht binnen 6 jaar aflopen, zal in de praktijk bij het
afsluiten van nieuwe pachtovereenkomsten herziening plaats kunnen vinden van de hoogte van de basis
pachtvergoeding. Daarmee zal uiteindelijk de gemiddelde pachtopbrengst voor het fonds hoger uitkomen. Derhalve
wordt de opbrengst uit pacht in de financiële prognose conservatief begroot.
Indien productprijzen en sentiment tijdelijk onderdruk staan kunnen pachtprijzen mogelijk lager uitvallen. Van
“leegstand” van de portefeuille zal echter geen sprake zijn, daar cultuurgrond altijd een opbrengst zal genereren.
5 CPI: Consumentenprijsindex
34

7.5.2 Rente opbrengst
Daar 10% van de inleggelden liquide gehouden zal worden om uittreding te bespoedigen, heeft het beleggingsfonds
inkomsten uit rente. Gerekend wordt met 1,75% rente over de liquide middelen per einde voorgaand boekjaar. Deze
rentevoet is gebaseerd op een breed gemiddelde van aanbieders (per 05-2012: 2,50%, bron: http://nl.globalrates.com).
7.5.3 Grondwaardestijging
Op basis van de historische reële grondwaardestijging (1952-2008: 3,20% per jaar), hanteert de financiële prognose een
reële waardestijging van 2,40% per jaar gedurende de rekenperiode van 25 jaar.
De reële waardestijging wordt jaarlijks gecorrigeerd met 50% van de gehanteerde inflatie. De nominale
grondwaardestijging van het beleggingsfonds wordt begroot op 3,40% (=2,40% reële waardestijging + 2,00%
inflatie*50%) per jaar (nominale grondwaardestijging 1952-2008: 6,80%).
Derhalve ligt de verwachte grondwaardestijging in de financiële prognose op 50% van de behaalde resultaten uit het
verleden (1952-2008). De financiële prognose is daarmee conservatief in haar beoogde resultaat. Desalniettemin
verwijst het prospectus uitdrukkelijk naar de risicofactoren, zoals deze staan beschreven in §4.
Geen rekening wordt gehouden dat in verloop van jaren de mogelijkheid zich zal kunnen voordoen, dat de
cultuurgronden door bestemmingsplanwijziging significant in waarde zullen stijgen. Indien bestemmingsplanwijziging
zich zal voordoen en het beleggingsfonds verplicht wordt, cq. de keuze heeft, om haar gronden af te staan, dan zal dit
ten opzichte van de financiële prognose altijd een meeropbrengst genereren.
7.6 Rendement
Het rendement van uw belegging wordt bepaald door enerzijds het operationele resultaat behaald uit
pachtopbrengsten minus operationele kosten en anderzijds door de waardestijging van de grond. De
waardeontwikkeling van uw inleg wordt getoond op basis van een kasstroomoverzicht. Een overzicht per jaar -
gedurende de rekenperiode van 25 jaar - is opgenomen in de bijlagen. Een samenvatting wordt weergegeven in §7.7.
Op basis van de financiële prognose wordt door het fonds beoogd dat aan het einde van de rekenperiode gemiddeld
€218.667 zal worden uitgekeerd per nominale inleg van €100.000. Gecorrigeerd voor verschil in looptijd - als gevolg van
het gefaseerd instappen van participatiehouders in de periode 2012/13 tot 2016 - bedraagt het gemiddelde uit te keren
rendement €5.072 per jaar per nominale inleg van €100.000.
Uitkering van het verwachte beleggingsrendement zal geschieden bij beëindiging van de participatie.
Het beleggingsfonds is fiscaal transparant. Derhalve zal voor iedere deelnemer de belastingdruk afhankelijk zijn van de
individuele fiscale positie. Voor de belastingdruk van uw belegging wordt u verwezen naar §6 en wordt u aangeraden
contact op te nemen met uw eigen accountant of belastingadviseur.
7.6.1 Interactie grondprijs en pachtvergoeding
Indien gedurende de eerste jaren van het beleggingsfonds een sterke daling of stijging van de grondprijs zich zal
voordoen, zal de pachtvergoeding in dezelfde periode een tegenovergesteld effect kunnen vertonen. Op korte termijn
zal een sterk stijgende grondprijs resulteren in een daling van het percentage pachtvergoeding, terwijl een sterk
dalende grondprijs zal resulteren in een stijging van het percentage pachtvergoeding.
35

7.7 Samenvatting exploitatie- en kasstroomoverzicht
Een samenvatting uit het exploitatie- en kasstroomoverzicht wordt in de onderstaande schema’s weergegeven voor de
jaren 1 tm 5 en de jaren 10-15-20 en 25. Een exploitatie - en kasstroomoverzicht voor de volledige rekenperiode van 25
jaar wordt weergegeven in bijlage VI. In bijlage VI is eveneens een verklarende beschrijving opgenomen voor de
genummerde items in het overzicht.
Exploitatie overzicht rekenperiode prospectus
jaar:
2012-2013 2014 2015 2016 2017
Item 1 2 3 4 5
Liquide middelen beleggers in jaar (1) € 3.000.000 € 4.000.000 € 4.000.000 € 4.000.000
Totaal inleggelden beleggers (2) € 3.000.000 € 7.000.000 € 11.000.000 € 15.000.000 € 15.000.000
Aankoop gronden (3) -€ 2.608.855 -€ 3.478.606 -€ 3.478.736 -€ 3.478.865 € 0
Investering per HA grond (4) € 55.000 € 56.870 € 58.804 € 60.803 € 62.870
Aantal ha grond (5) 47,43 61,17 59,16 57,22 0,00
Totaal ha grond (6) 47,43 108,60 167,76 224,98 224,98
Totaal aankoopwaarde grond (7) € 2.608.855 € 6.087.460 € 9.566.197 € 13.045.062 € 13.045.062
Opbrengsten
Pachtvergoeding (8) € 0 € 71.744 € 169.079 € 268.384 € 369.718
Doorberekende emissiekosten (9) € 91.145 € 121.394 € 121.264 € 121.135 € 0
Rente deposito (10) € 0 € 3.337 € 9.130 € 15.778 € 23.309
Totaal opbrengsten (11) € 91.145 € 196.475 € 299.473 € 405.298 € 393.027
Kosten (aankoop, beheer, exploitatie)
Bemiddeling aankoop cultuurgronden (12) -€ 47.351 -€ 63.137 -€ 63.139 -€ 63.141 € 0
Notariskosten grondaankopen (13) -€ 7.495 -€ 9.858 -€ 9.725 -€ 9.593 € 0
Structureringskosten (14) -€ 36.300 -€ 48.400 -€ 48.400 -€ 48.400 € 0
Vaste kosten (waterschap, sloten, afscheidingen) (15) -€ 8.064 -€ 18.831 -€ 29.671 -€ 40.587 -€ 41.399
Rentmeester kosten (16) -€ 2.870 -€ 6.702 -€ 10.560 -€ 14.444 -€ 14.733
Pachtcontracten (#) (17) 5 11 17 23 23
Grondkamer (18) -€ 200 -€ 449 -€ 707 -€ 976 -€ 996
Beheervergoeding Duurzaam Agrarisch B.V. (19) -€ 21.780 -€ 51.328 -€ 81.473 -€ 112.233 -€ 113.388
Operationele kosten organisatie (20) -€ 61.408 -€ 66.750 -€ 75.877 -€ 85.623 -€ 87.335
Uitstapkosten (21) € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
Afschrijvingen (22) -€ 3.000 -€ 3.000 -€ 3.000 -€ 3.000 -€ 3.000
Totaal kosten (23) -€ 188.466 -€ 268.454 -€ 322.552 -€ 377.997 -€ 260.851
Winst / verlies (24) -€ 97.321 -€ 71.980 -€ 23.080 € 27.300 € 132.176
36

2012-2013 2014 2015 2016 2017
Item 1 2 3 4 5
Kasstroom
Beginstand liquide middelen (25) € 0 € 190.679 € 521.699 € 901.620 € 1.331.920
Liquide middelen beleggers in jaar (26) € 3.000.000 € 4.000.000 € 4.000.000 € 4.000.000 € 0
Aankoop gronden (27) -€ 2.608.855 -€ 3.478.606 -€ 3.478.736 -€ 3.478.865 € 0
Doorberekende emissiekosten (28) -€ 91.145 -€ 121.394 -€ 121.264 -€ 121.135 € 0
Winst/verlies (29) -€ 97.321 -€ 71.980 -€ 23.080 € 27.300 € 132.176
Investeringen (30) -€ 15.000 € 0 € 0 € 0 € 0
Afschrijvingen (31) € 3.000 € 3.000 € 3.000 € 3.000 € 3.000
Liquide middelen (32) € 190.679 € 521.699 € 901.620 € 1.331.920 € 1.467.096
Rendement uit exploitatie
Jaarlijks W/V per €100.000 (33) -€ 3.244 -€ 1.028 -€ 210 € 182 € 881
Cumulatieve W/V (34) -€ 97.321 -€ 169.301 -€ 192.380 -€ 165.080 -€ 32.904
Cumulatieve W/V per €100.000 (35) -€ 3.244 -€ 2.419 -€ 1.749 -€ 1.101 -€ 219
Rendement uit vermogensontwikkeling
(Ongerealiseerde) waarde stijging grond (36) € 0 € 88.701 € 209.989 € 335.406 € 465.091
Aankoopwaarde grond (37) € 2.608.855 € 6.087.460 € 9.566.197 € 13.045.062 € 13.045.062
Cumulatieve waarde stijging grond (nominaal) (38) € 0 € 88.701 € 298.691 € 634.097 € 1.099.188
Gecorrigeerde waarde grond (39) € 2.608.855 € 6.176.161 € 9.864.887 € 13.679.158 € 14.144.250
Jaarlijkse waardestijging per € 100.000 (40) € 0 € 1.267 € 1.909 € 2.236 € 3.101
Jaarlijks rendement
Jaarlijks W/V per €100.000 (41) -€ 3.244 -€ 1.028 -€ 210 € 182 € 881
Jaarlijkse waardestijging per € 100.000 (42) € 0 € 1.267 € 1.909 € 2.236 € 3.101
Jaarlijks rendement (43) -€ 3.244 € 239 € 1.699 € 2.418 € 3.982
In % per belegging van €100.000 (44) -3,24% 0,24% 1,70% 2,42% 3,98%
37

Exploitatie overzicht rekenperiode prospectus
jaar:
2022 2027 2032 2037
Item 10 15 20 25
Liquide middelen beleggers in jaar (1)
Totaal inleggelden beleggers (2) € 15.000.000 € 15.000.000 € 15.000.000 € 15.000.000
Aankoop gronden (3) -€ 125.000 -€ 150.000 -€ 150.000 € 0
Investering per HA grond (4) € 74.310 € 87.831 € 103.813 € 122.703
Aantal ha grond (5) 1,68 1,71 1,44 0,00
Totaal ha grond (6) 232,05 240,87 248,60 254,81
Totaal aankoopwaarde grond (7) € 13.545.062 € 14.270.062 € 15.020.062 € 15.720.062
Opbrengsten
Pachtvergoeding (8) € 400.727 € 445.306 € 496.487 € 556.999
Doorberekende emissiekosten (9) € 0 € 0 € 0 € 0
Rente deposito (10) € 28.499 € 29.209 € 30.822 € 32.897
Totaal opbrengsten (11) € 429.227 € 474.515 € 527.310 € 589.896
Kosten (aankoop, beheer, exploitatie)
Bemiddeling aankoop cultuurgronden (12) -€ 2.269 -€ 2.723 -€ 2.723 € 0
Notariskosten grondaankopen (13) -€ 944 -€ 1.042 -€ 1.151 € 0
Structureringskosten (14) € 0 € 0 € 0 € 0
Vaste kosten (waterschap, sloten, afscheidingen) (15) -€ 47.146 -€ 54.030 -€ 61.568 -€ 69.673
Rentmeester kosten (16) -€ 16.778 -€ 19.228 -€ 21.911 -€ 24.796
Pachtcontracten (#) (17) 24 25 25 26
Grondkamer (18) -€ 1.147 -€ 1.319 -€ 1.457 -€ 1.673
Beheervergoeding Duurzaam Agrarisch B.V. (19) -€ 119.523 -€ 126.296 -€ 133.773 -€ 142.029
Operationele kosten organisatie (20) -€ 96.425 -€ 106.461 -€ 117.541 -€ 129.775
Uitstapkosten (21) € 0 € 0 € 0 -€ 567.475
Afschrijvingen (22) -€ 3.312 -€ 3.657 -€ 4.038 -€ 4.458
Totaal kosten (23) -€ 287.544 -€ 314.756 -€ 344.162 -€ 939.879
Winst / verlies (24) € 141.683 € 159.759 € 183.148 -€ 349.983
NB: In jaar 25 toont de financiële prognose een operationeel verlies, daar in het rekenmodel de uitstapkosten voor
verkoop gronden in jaar 25 over de gehele grondportefeuille genomen wordt (zie uitstapkosten [21] = 1,815% X
€31.265.825 [39] = €567.475).
38

Kasstroom overzicht rekenperiode prospectus
jaar:
2022 2027 2032 2037
Item 10 15 20 25
Kasstroom
Beginstand liquide middelen (25) € 1.628.535 € 1.669.102 € 1.761.279 € 1.879.809
Liquide middelen beleggers in jaar (26) € 0 € 0 € 0 € 0
Aankoop gronden (27) -€ 125.000 -€ 150.000 -€ 150.000 € 0
Doorberekende emissiekosten (28) € 0 € 0 € 0 € 0
Winst/verlies (29) € 141.683 € 159.759 € 183.148 -€ 349.983
Investeringen (30) € 0 € 0 € 0 € 0
Afschrijvingen (31) € 3.312 € 3.657 € 4.038 € 4.458
Liquide middelen (32) € 1.648.530 € 1.682.518 € 1.798.465 € 1.534.283
Rendement uit exploitatie
Jaarlijks W/V per €100.000 (33) € 945 € 1.065 € 1.221 -€ 2.333
Cumulatieve W/V (34) € 648.530 € 1.407.518 € 2.273.465 € 2.709.283
Cumulatieve W/V per €100.000 (35) € 4.324 € 9.383 € 15.156 € 18.062
Rendement uit vermogensontwikkeling
(Ongerealiseerde) waarde stijging grond (36) € 562.908 € 690.717 € 843.694 € 1.028.083
Aankoopwaarde grond (37) € 13.545.062 € 14.270.062 € 15.020.062 € 15.720.062
Cumulatieve waarde stijging grond (nominaal) (38) € 3.698.955 € 6.885.859 € 10.788.149 € 15.545.763
Gecorrigeerde waarde grond (39) € 17.244.017 € 21.155.921 € 25.808.211 € 31.265.825
Jaarlijkse waardestijging per € 100.000 (40) € 3.753 € 4.605 € 5.625 € 6.854
Jaarlijks rendement
Jaarlijks W/V per €100.000 (41) € 945 € 1.065 € 1.221 -€ 2.333
Jaarlijkse waardestijging per € 100.000 (42) € 3.753 € 4.605 € 5.625 € 6.854
Jaarlijks rendement (43) € 4.697 € 5.670 € 6.846 € 4.521
In % per belegging van €100.000 (44) 4,70% 5,67% 6,85% 4,52%
39

7.8 Gevoeligheidsanalyse
Het verwachte rendement is een resultante van de diverse uitgangspunten, die beschreven staan in het prospectus.
Ondanks dat gehanteerde uitgangspunten conservatief zijn gesteld, bestaat te allen tijde de mogelijkheid dat het
verwachte rendement - als gevolg van de beschreven risicofactoren - negatief beïnvloed kan worden. Een achttal
scenario’s zijn doorgerekend, waarin variatie is aangebracht met betrekking tot de parameters grondprijsontwikkeling,
pachtvergoeding en inflatie.
De variatie in parameters, die in de verschillende scenario’s is aangebracht, is overigens arbitrair. Door wijziging in
parameters ontstaan nieuwe scenario’s en andere uitkomsten. Positieve scenario’s, waarbij parameters buiten de
range van in het verleden behaalde resultaten liggen, worden niet verondersteld. De volgende scenario’s zijn - ceteris
paribus - voor een periode van 25 jaar doorgerekend.
Negatieve scenario’s:
I Reële grondprijsstijging 0,00%;
II Nominale grondprijsstijging 0,00%;
III Nominale grondprijsdaling 3,00% per jaar en pachtvergoeding 2,75% over jaarlijkse grondwaarde, geen
rekening wordt gehouden met pachtcorrectie op basis van 50% CPI per jaar;
IV Inflatie 0,00%;
V Pachtvergoeding aangepast tot 2,00%;
VI Pachtvergoeding aangepast tot 2,00%, geen toepassing van 50% inflatiecorrectie op jaarlijkse pacht en
nominale grondprijsstijging 0,00%;
Positieve scenario’s:
VII Nominale grondprijsstijging conform 1952-2008, zijnde 6,80%;
VIII Pachtvergoeding van 2,75% gerelateerd aan jaarlijkse grondwaarde (in plaats van de aankoopwaarde, zonder
rekening te houden met een pachtcorrectie op basis van 50% CPI per jaar) en nominale grondprijsstijging
conform 1952-2008, zijnde 6,80%;
De resultaten van de gevoeligheidsanalyse worden vertaald door de kengetallen (a) rendement bij uitkering; (b)
grondprijs per hectare; (c) pachtvergoeding per hectare en (d) percentage pachtvergoeding. De resultaten zijn als volgt.
40

Gevoeligheidsanalyse Grond Eenvoudig
Scenario (ceteris paribus)
Uitkering per
€100.000
Rendement
over inleg
Grondprijs (ha)
per einde
rekenperiode
Pacht (ha) per
einde
rekenperiode
Pachtvergoeding
tov grondprijs
Basis Prospectus 2012 € 218.667 € 118.667 € 122.703 € 2.186 1,78%
I Reële grondprijs stijging 0% € 139.141 € 39.141 € 69.835 € 2.023 2,90%
II Nominal grondprijsstijging 0% € 115.813 € 15.813 € 55.000 € 1.949 3,54%
III
Nominale grondprijsdaling -3,00% (25
jaar) en pachtvergoeding 2,75% over
jaarlijkse grondwaarde
€ 41.881 -€ 58.119 € 26.478 € 751 2,84%
IV 0% Inflatie € 180.754 € 80.754 € 97.177 € 1.646 1,69%
V Pachtvergoeding 2,00% € 197.002 € 97.002 € 122.703 € 1.590 1,30%
VI
VII
Pachtvergoeding 2,00% , 0% CPI pacht en
nominale grondprijsstijging 0%
Nominale grondprijsstijging conform
1952-2008, 6,80%
Pachtvergoeding 2,75% van
VIII grondwaarde en nominale
grondprijsstijging 6,80%
Rekenperiode 25 jaar
€ 87.119 -€ 12.881 € 55.000 € 1.100 2,00%
€ 421.997 € 321.997 € 266.731 € 2.389 0,90%
€ 487.088 € 387.088 € 266.731 € 6.868 2,57%
Het verwachte rendement over de inleg uitgezet in een grafiek laat zien dat de invloed van negatieve scenario’s niet
direct zal leiden tot erosie van het initieel vermogen (scenario’s I, II, IV en V).
41

In het meer negatieve scenario (scenario VI), waarbij - gedurende de rekenperiode van 25 jaar - de nominale
grondprijsstijging 0,00% bedraagt, de pachtvergoeding wordt verlaagd tot 2,00% over de aankoopwaarde en geen
inflatiecorrectie op de pachtvergoeding zal plaatsvinden, zal erosie van het ingelegde vermogen optreden. Onder
scenario VI zal een deelnemer voor elke inleg van €100.000 een uitkering van €87.119 retour ontvangen.
In een zeer negatief scenario (scenario III), wordt gerekend met een nominale grondprijsdaling van 3,00% per jaar,
gedurende 25 jaar. Daarnaast wordt de pachtvergoeding gefixeerd op 2,75% van de jaarlijkse grondwaarde
(pachtopbrengsten dalen mee met grondprijsdaling). In onderhavig scenario zal het ingelegde vermogen slinken tot
€41.881 per inleg van €100.000. In dit scenario bedraagt de gemiddelde grondprijs aan het einde van de rekenperiode
in 2037 €26.478 per hectare (-52%).
De positieve scenario’s tonen aan dat op basis van in het verleden behaalde resultaten 6 een hoger rendement eveneens
haalbaar zou kunnen zijn.
Het gemiddelde berekende rendement bovenop een inleg van €100.000 van voornoemde scenario’s bedraagt
€109.940.
Op basis van de praktijk en op basis van onderhavige gevoeligheidsanalyse meent Grond Eenvoudig te kunnen stellen
dat het beoogde beleggingsrendement van het prospectus nochtans conservatief is begroot en dat het beleggingsfonds
een gematigd risicoprofiel kent.
6 In het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst.
42

7.9 Onderzoeksrapport van de accountant
43

8. Procedure en voorwaarden verhandeling participaties
Uitgifte van participaties zal geschieden in eenheden van €25.000 per participatie, waarbij als ondergrens een minimale
inleg van €100.000 per deelnemer zal worden gehanteerd (4 participaties per deelnemer). De ondergrens is ingegeven
door de wettelijke grens van AFM en Wft, inzake vergunningplicht voor beleggingsfondsen. Het beleggingsfonds heeft
de principiële intentie om de ondergrens te verlagen, echter de kosten voor het fonds, die gepaard gaan met de
vergunningverplichting en administratie, zijn reden geweest de voornoemde ondergrens te hanteren.
Derhalve dient u als belegger kennis te nemen van de Vrijstellingsregeling, die het fonds en de onderhavige prospectus
genieten.
De procedure voor in- en uitstappen in het fonds is afgestemd op het ritme van de agrarische grondmarkt.
8.1 Forward Pricing
Vanaf 2012 geeft het fonds participaties uit. De uitgifte van participaties is gebaseerd op de methode van “forward
pricing”.
Forward Pricing is bekend bij beleggingsinstellingen, waarvan de - in de Intrinsieke Waarde (IW) - gebruikte koersen van
de beleggingen tot stand zijn gekomen ná het moment dat deelnemers hun in- en verkooporders plaatsen en inleggen.
Derhalve zal de inleg van een nieuwe deelnemer op basis van de jaarlijkse te bepalen IW van het fonds in april van het
volgend jaar bekend worden gemaakt. Op basis van deze methode wordt gegarandeerd dat de inleg van toetredende
deelnemers en de reeds zittende deelnemers eenduidig en transparant worden gewaardeerd.
Het gegeven dat pas in april van een volgend jaar op basis van forward pricing de index van de inleg van een nieuwe
deelnemer tot stand kan komen, wordt bepaald door de methode van bepaling van de IW van het fonds (§8.2).
Als voorbeeld: Indien u toetreedt als deelnemer in 2013 dan ontvangt u voor 30 april 2014 bericht over de vaststelling
van de waardering van uw inleg in een percentage van uw inbreng. Op basis van de IW berekening zal uw inleg middels
een index worden gewaardeerd en vastgesteld. Een voorbeeld van IW-berekening en waardering - op basis van de
onderhavige financiële prognose - is uitgewerkt in §8.6.
8.2 Intrinsieke waarde (IW)
Met verwijzing naar de financiële prognose zal het rendement van uw belegging gevormd worden door een jaarlijks
operationeel resultaat en de gerealiseerde waardeontwikkeling van de activa grond.
Het financieel resultaat zal worden vastgesteld bij afsluiting van een financieel boekjaar middels het laten vaststellen
van de definitieve jaarcijfers door de accountant BDO. Vaststelling van de jaarcijfers wordt beoogd voor of op 01-03 van
enig jaar.
Bij de waardebepaling van de cultuurgrond voor de IW-berekening zal worden uitgegaan van de WEV (Waarde
Economisch Verkeer). Voor bepaling van de waardeontwikkeling van de cultuurgronden, zal gebruik gemaakt worden
van de gegevens verstrekt door het Kadaster. Het beleggingsfonds zal per kwartaal en per jaar een grondprijsmonitor
opvragen, waardoor het objectief is vast te stellen wat de grondwaardestijging in een specifiek kalenderjaar is geweest.
45

Hierbij wordt door het Kadaster onderscheid gemaakt tussen verschillende teeltgebieden in Nederland. De indeling van
het Kadaster zal door het fonds in haar administratie en presentatie worden overgenomen.
De gerapporteerde grondwaardeontwikkeling zal worden vastgesteld en zal worden betrokken bij de bepaling van de
IW van het beleggingsfonds. Derhalve zal met grote zekerheid en nauwkeurigheid vastgesteld kunnen worden wat de
IW van het beleggingsfonds is geweest per 31-12 van enig boekjaar.
De verwachting is dat vaststelling van de grondwaardestijging kan plaatsvinden in maart van enig jaar. Voor het geval
dat cijfers later beschikbaar komen wordt een marge van een extra maand aangehouden.
Vier maal per jaar worden voorlopige IW’s van het fonds berekend, die gebaseerd worden op kwartaalrapportages van
de financiële verslaglegging, alsmede op de kwartaalgegevens verstrekt door het Kadaster. De kwartaal IW cijfers zullen
met bestaande - en nieuwe deelnemers worden gecommuniceerd. Aan de gepubliceerde kwartaalcijfers kunnen geen
rechten worden ontleend. De kwartaalcijfers worden slechts gecommuniceerd om trends en ontwikkelingen in de
grondmarkt en de prestaties van het fonds te kunnen volgen.
8.2.1 Vaststelling IW
De Beheerder zal op basis van het financieel jaarverslag en op basis van de grondprijsmonitor van het Kadaster van enig
jaar de IW van het beleggingsfonds berekenen. Onderbouwing van de IW zal worden uitgewerkt op basis van
voornoemde gegevens, alsmede op basis van overige interne - en externe administratieve databronnen. Bespreking zal
plaatsvinden tussen Bewaarder, Beheerder en het investeringscomité. De berekening van de IW per 31-12 van het
fonds in enig boekjaar zal ter beoordeling en definitieve vaststelling worden voorgelegd aan de accountant.
8.2.2 Waardering “warme” cultuurgrond
Het fonds zal geen rekening houden met speculatieve waardeontwikkeling, als gevolg van bestemmingsplanwijziging.
Indien ontwikkelingen zich gaan voordoen, waardoor de verwachting van bestemmingsplanwijziging voor (een deel
van) de cultuurgronden in de nabije toekomst actueel geacht kan worden, dan nog zullen de desbetreffende percelen
tegen agrarische waarde worden gewaardeerd.
Deelnemers dienen zich bewust te zijn van onderhavige procedure, daar in de toekomst bij uittreden geen aanspraak
gemaakt kan worden op een verzoek tot herwaardering, waarbij rekening gehouden dient te worden met
bestemmingsplanwijziging in de (zeer nabije) toekomst.
Indien cultuurgrond, als gevolg van bestemmingsplanwijziging in waarde gaat stijgen en op basis van niet-agrarische
waarde verkocht zal gaan worden, dan zal dit pas in de IW-berekening betrokken worden, in enig boekjaar dat
daadwerkelijk een transactie tot stand gekomen is.
Deze procedure onderschrijft andermaal dat het beleggingsfonds zich niet zal richten op speculatieve
winstverwachtingen.
8.2.3 Uitstapkosten
Jaarlijks zal voor de IW-berekening de waardebepaling van de cultuurgrond gecorrigeerd worden met 1,815%
uitstapkosten.
46

8.2.4 Budgetcontrole en logboek administratie
Een proces van budgetcontrole en - evaluatie zal worden opgezet. Door controle en evaluatie zal beter inzichtelijk
worden, welke ondermeer de werkelijke emissie -, uitstap - en operationele fondskosten zijn. Geconstateerde
afwijkingen zullen worden gehanteerd om jaarlijkse budgetten en kosten accuraat te begroten en te beheren.
Met verwijzing naar de verslaglegging van AFM (oktober 2009, Aanbevelingen Beleggingsinstellingen) zal het fonds een
logboekadministratie opzetten. Onderhavige administratie dient om het proces van IW-berekening te verbeteren door
fouten uit het proces te filteren. Op grond van de bevindingen en adviezen van AFM zullen een drietal analyses en
vastleggingen in een logboek worden gerapporteerd.
1. Correcties en problemen bij de waardering van de onderliggende beleggingen in cultuurgrond;
2. Analyse en verklaring van de mogelijke afwijking van de IW ten opzichte van de vaststelling in het voorgaande
jaar;
3. Alle correcties, fouten en problemen, die zijn ontstaan bij het berekenen van de IW;
De budgetcontrole en de logboekadministratie zullen de basis vormen voor de interne databronnen, die betrokken
worden in de jaarlijkse IW-berekening (§8.2.1).
Tijdsbalk IW-berekening enig jaar (t)
jan feb mrt april mei juni
accountantsrapport enig jaar (t=t-1)
jaarrapport grondprijsmonitor kadaster (t=t-1)
voorbereiding IW-berekening enig jaar (t=t-1)
vaststelling IW (t=t-1)
communicatie IW (t=t-1)
IW-berekening KW-I (t)
juli aug sept okt nov dec
IW-berekening KW-II (t)
IW-berekening KW-IV (t=t-1) IW-berekening KW-III (t)
8.3 Instapprocedure
budgetcontrole, evaluatie en logboekadministratie
Gedurende het gehele jaar kunnen deelnemers zich aanmelden bij het fonds. Aanmelding is verder gebonden aan
strikte regels met betrekking tot vaststelling instapjaar en storting inleggelden.
Agrarische gronden kunnen gedurende het gehele jaar verhandeld worden, echter, meestal vindt de levering plaats in
het najaar (na het roven van de vrucht, op / rond 1 november van enig jaar). Aankoop van gronden zal zoveel als
mogelijk parallel lopen aan nieuwe inschrijvingen, om verwatering van het rendement in de eerste jaren van het
beleggingsfonds te beperken.
Daar op basis van de inschrijvingen nieuwe gronden zullen worden aangekocht, die volgens verwachting in november
van enig jaar afgenomen en betaald dienen te worden, dienen inleggelden voor 01-10 van enig jaar gestort te zijn op
rekening van het fonds. Indien in enig jaar in het voorjaar grond wordt aangekocht, die overigens eveneens direct
geëxploiteerd kan worden, kan de Beheerder nieuwe deelnemers verzoeken de storting van deelname eerder te
plaatsen.
47

Het eerste jaar van instappen is het verlengde kalenderjaar 2012-2013. Voor participatie vanaf 2012-2013 kunnen
deelnemers zich aanmelden tot sluitingsdatum 31-08-2013. Deelnemers die zich aanmelden tot in het voorjaar 2013,
kunnen door de Beheerder verzocht worden hun inleg direct te storten. Derhalve kan in najaar 2012 / voorjaar 2013
grond reeds worden aangekocht en kunnen pachtopbrengsten reeds in 2013 gerealiseerd worden. Het model rekent
overigens met pachtopbrengsten vanaf 2014 (zie §7.5.1 en §7.6).
Daar het fonds verplicht is om zittende deelnemers officieel vier weken de tijd te geven om geen toestemming te
verlenen aan nieuwe deelnemers, eindigt de inschrijving voor deelname in enig jaar op sluitingsdatum 31-08.
Een deelnemer, die voor 01-10 van enig jaar (t=t) de inleggelden heeft gestort, stapt in tegen de IW van het fonds van
enig jaar (t=t). De IW zal bepaald worden conform §8.2. Derhalve zal voor eind april (30-04) van het volgende jaar
(t=t+1) de officiële IW berekening en de geïndexeerde waarde van de inleg gecommuniceerd worden.
Inleggelden, die op of na 01-10 zijn ontvangen, worden geadministreerd, waarbij het jaar van instappen 1 jaar
verschoven zal worden. Deelnemers, die te laat de inleggelden storten, ontvangen gedurende de periode vanaf datum
ontvangst storting tot 30-09 van het volgend jaar een rentevergoeding van 3 maands EURIBOR + 0,25%.
8.3.1 Communicatie nieuwe participanten
Om te kunnen voldoen aan het besluit van de Minister van Financiën, in zake de aanmerking beleggen in een “besloten
fonds”, zullen deelnemers bij grote regelmaat schriftelijk toestemming worden gevraagd voor toetreding van nieuwe
deelnemers. Deelnemers worden bij deze geattendeerd op onderhavig vereiste en recht, maar worden eveneens
verzocht de toestemming te allen tijde te willen verlenen (§6).
8.4 Uitstapprocedure
Het beleggingsfonds is verplicht om doorlopend, dan wel met vaste regelmaat, participaties in te kopen van
uittredende deelnemers. Deze verplichting vloeit voort uit de wetgeving, inzake open-end beleggingsinstellingen.
Eenmaal per jaar zal het beleggingsfonds tot inkoop van deelnemingsrechten overgaan. Inkoop van
deelnemingsrechten is - evenals uitgifte van nieuwe participaties - gebaseerd op forward pricing. Deelnemers die de
participatie per einde van enig jaar willen beëindigen dienen voor 30-06 van enig jaar dit schriftelijk aan het fonds
kenbaar te maken.
Het vroegtijdig aangeven van het willen beëindigen van de deelneming is van belang voor een goed beheer van het
beleggingsfonds. Afhankelijk van het aantal deelnemers, die aan het einde van enig jaar willen uitstappen, alsmede
afhankelijk van het aantal nieuwe toetreders, zal het fonds genoodzaakt kunnen worden om cultuurgrond te liquideren.
De onderhavige uitstapprocedure verschaft de noodzakelijke tijd om op basis van zorgvuldig beheer de belangen van
uittredende en zittende participatiehouders te waarborgen.
Participaties, waarvan de schriftelijke afmelding na 30-06 van enig jaar worden ontvangen, zullen pas aan het einde van
het volgende jaar worden beëindigd. Vaststelling van de IW van de te beëindigen deelneming zal geschieden conform
§8.2. Uitkering van een deelneming zal geschieden voor 05-05 van het volgend jaar.
8.4.1 Omvang uittreden en overdracht
Deelnemers kunnen de participatie beëindigen in eenheden van de nominale inleg van €25.000, waarbij op grond van
de Wft deelnemers minimaal een nominale inleg van €100.000 in het fonds dienen aan te houden.
48

Deelnemers, die de participatie overdoen aan bloed- en aanverwanten in de rechte lijn (middels schenking, erfenis of
economische overdracht) zullen eveneens rekening dienen te houden met overdracht in eenheden van minimaal de
nominale inleg. Derhalve wordt voorkomen dat het fonds in strijd handelt met de bepalingen van de
Vrijstellingsregeling van de AFM.
8.4.2 Minimale periode participatie
Op basis van de uitstapprocedure is de deelname jaarlijks te beëindigen. Derhalve is de minimale periode van
participatie 1 jaar. Deelnemers dienen zich bewust te zijn dat bij een korte periode van belegging de gezamenlijke
emissie - en uitstapkosten relatief hoog zullen zijn, terwijl het opgebouwde beleggingsrendement nog relatief klein of
negatief kan zijn.
8.4.3 Overmacht
In bijzondere situaties kan sprake zijn van overmacht bij een uittredende deelnemer. De Beheerder kan beoordelen of
in overleg met nieuw toetredende deelnemers uittreden mogelijk gemaakt kan worden op een ander tijdstip, dan
volgens het prospectus is vastgesteld. Het belang van zittende deelnemers en nieuwe deelnemers mag daarbij niet
worden ondermijnd. Bij het faciliteren van uitstappen bij overmacht worden kosten in rekening gebracht bij de
uittredende deelnemer over de waarde van de portefeuille (1,21%, zijnde 1,00% + 21% BTW). Kosten voor nieuwe
deelnemers zijn conform het prospectus.
8.5 Overige bepalingen en bijzondere omstandigheden
8.5.1 Inkoopplicht
Het fonds zal nimmer haar inkoopplicht van participaties blokkeren. Het is het fonds niet toegestaan jaarlijkse een eigen
afweging te maken of wel of niet zal worden overgegaan tot verplichte inkoop van aangeboden participaties. Er wordt
geen maximum gesteld op de jaarlijkse inkoopplicht van aangeboden participaties.
8.5.2 Bijzondere omstandigheden
Het fonds heeft een liquiditeitsreserve van minimaal 10% van de totale inleggelden. Indien in enig jaar de totale
participatiewaarde van uittreders de liquiditeitsreserve niet overstijgt kan zonder enig voorbehoud aan de inkoopplicht
worden voldaan.
Indien in enig jaar de totale participatiewaarde van uittreders de liquiditeitsreserve overstijgt en indien er geen nieuwe
toetreders te verwachten zijn, dan zal het fonds actief cultuurgrond afstoten om aan de inkoopplicht te kunnen
voldoen. Daarbij heeft het fonds de verplichting om actief, doch marktconform, zorg te dragen dat tijdig de liquiditeiten
voor de inkoopverplichting gerealiseerd kunnen worden. Het belang van zittende deelnemers zal daarbij worden
gewaarborgd.
Uittreders in enig jaar worden gelijkwaardig behandeld. Derhalve wordt geen volgorde toegekend aan de datum van
registratie van afmelding. Indien bij uitkering van de participatiewaarde de beschikbare liquiditeitsreserve onvoldoende
is, zal een voorschot op de uitbetaling van de inkoopplicht van uittredende deelnemers geschieden op basis van de
proportionele verhouding van de nominale inleg.
Indien bij uitkering van de participatiewaarde het fonds niet in staat is uittredende deelnemers volledig uit te betalen,
dan behoudt het fonds de verplichting om liquide middelen vrij te maken uit de beschikbare grondvoorraad.
49

Openstaande verplichtingen aan uittredende deelnemers uit enig jaar, gaan voor op nieuwe verplichtingen jegens
potentieel uittredende deelnemers in volgende jaren.
Gedurende enig jaar zal het fonds continue controle houden of het de liquiditeitsreserve van 10% heeft kunnen
handhaven. Indien de liquiditeitsreserve ver onder 10% is gedaald en voor de korte termijn bestaat de verwachting dat
onvoldoende nieuwe deelnemers kunnen worden geregistreerd, dan heeft het fonds de verplichting om haar
liquiditeitsreserve aan te vullen uit de verkoop van cultuurgrond.
8.5.3 Constante netto uitstroom deelnemers
Indien op enig moment mocht blijken dat de netto uitstroom van deelnemers gedurende enkele jaren hoger is dan de
instroom van nieuwe deelnemers zal nochtans geen inkoopsstop op participaties worden doorgevoerd.
Indien zich een constante netto uitstroom van deelnemers zal gaan voordoen, zal de Beheerder in overleg met zittende
deelnemers in een algemene vergadering van participatiehouders kunnen besluiten om over te gaan tot - geleidelijke -
liquidatie van het fonds. Door een open communicatie met de zittende deelnemers zal derhalve rust bewaard worden
en zal het vermogen van zittende deelnemers tot het einde van het liquidatieproces gewaarborgd kunnen worden.
50

8.6 Voorbeeld berekening IW en indexwaarde inleg
Op basis van de financiële prognose is een voorbeeld berekening opgesteld van de Intrinsieke Waarde en van de
geïndexeerde inleg per participatie van nominaal €100.000.
Item
jaar 1
(2012/2013) jaar 2 (2014) jaar 3 (2015)
jaar 4
(2016)
Liquide middelen € 190.679 € 521.699 € 901.620 € 1.331.920
Waarde portefeuille € 2.608.855 € 6.176.161 € 9.864.887 € 13.679.158
Correctie uitstapkosten 1,815% -€ 47.351 -€ 112.097 -€ 179.048 -€ 248.277
Gecorrigeerde waarde portefeuille € 2.561.504 € 6.064.064 € 9.685.839 € 13.430.882
Totaal vermogen beleggingsfonds € 2.752.183 € 6.585.764 € 10.587.459 € 14.762.802
Participaties van nominaal €100.000 30 70 110 150
Intrinsieke waarde per participatie € 91.739 € 94.082 € 96.250 € 98.419
IW index inleg per nominaal €100.000 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4
Nominale
participaties
Geindexeerde
participaties
Instapjaar=jaar1 109,0 30,0 32,7
Instapjaar=jaar2 106,3 40,0 42,5
Instapjaar=jaar3 103,9 40,0 41,6
Instapjaar=jaar4 101,6 40,0 40,6
Totaal participaties van nominaal €100.000 150,0 157,4
51

8.7 Tijdsschema in- en uitstapprocedure
De procedure voor instappen en uitstappen is weergegeven in een tijdsdiagram voor de periode 2012-KW IV tot 2018-
KW IV.
Tijdsschema in- en uitstapprocedure
Enig jaar Kwartaal Aanmelden
Verwerking
aanmelding voor
enig jaar voor
sluitingsdatum
Storting voor
deelname in
enig jaar voor
Registratie
voor uittreden
in enig jaar
2012/13 IV nvt
IW berekening
toe- en
uittreden voor
enig jaar
Uitkering bij
uittreden enig
jaar
Indicatieve IW
berekening
voorgaand
kwartaal
2013 I x
II 30-6-2013 x
III 31-8-2013 30-9-2013 x
IV x
2014 I x
II 30-6-2014 30-4-2014 5-5-2014 x
III 31-8-2014 30-9-2014 x
IV x
2015 I x
II 30-6-2015 30-4-2015 5-5-2015 x
III 31-8-2015 30-9-2015 x
IV x
2016 I x
II 30-6-2016 30-4-2016 5-5-2016 x
III 31-8-2016 30-9-2016 x
IV x
2017 I x
II 30-6-2017 30-4-2017 5-5-2017 x
III 31-8-2017 30-9-2017 x
IV x
2018 I x
II 30-6-2018 30-4-2018 5-5-2018 x
III 31-8-2018 30-9-2018 x
IV x
52

9. Deelnemen en inschrijven
Deelname staat open voor natuurlijke personen en rechtspersonen in Nederland. Deelname staat open vanaf 01-11-
2012 en heeft in beginsel geen einddatum. Tevens is de emissie van participaties niet gelimiteerd in aantal. Een
deelname kan zonder opgaaf van redenen geheel of gedeeltelijk worden geweigerd.
De volgende overeenkomsten liggen vanaf heden ter inzage bij de directie van de Beheerder:
- Statuten Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig;
- Statuten besloten vennootschap Duurzaam Agrarisch B.V.;
- Bepalingen Fonds voor gemene rekening Grond Eenvoudig;
- Voorwaarden voor Beheer en Bewaring van Bewaarder (Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig), Beheerder
(besloten vennootschap Duurzaam Agrarisch B.V.) en het Fonds voor gemene rekening Grond Eenvoudig;
Nadere informatie
Voor vragen of opmerkingen over deelnemen in Grond Eenvoudig kunt u contact opnemen met E.J. Daling, directie
Beheerder.
Deelname in Grond Eenvoudig is uitsluitend mogelijk in euro. De participaties worden niet beursgenoteerd, de Code
Tabaksblat is niet van toepassing. Het aanbod wordt openbaar gemaakt middels de website grond-eenvouding.nl,
presentaties, direct mail en reclame-uitingen. Bij aanvraag zal aan iedere geïnteresseerde een prospectus en
deelnameformulieren worden toegezonden.
Deelname
Uw deelnameformulieren kunt u zenden aan:
Beheerder FGR Grond Eenvoudig
p/a Duurzaam Agrarisch B.V.
Abelenlaan 29
8302 CS Emmeloord
Bij het volledig ingevulde en ondertekende deelnameformulier dient u een kopie van een geldig legitimatiebewijs te
voegen. Deelnameformulieren worden verwerkt conform de beschrijving in het prospectus.
Een ontvangstbevestiging zal worden toegestuurd. Informatie zal worden verstrekt in lijn met het prospectus waar en
wanneer uw storting binnen dient te zijn bij het beleggingsfonds.
Vanaf datum dat uw deelnameformulier is ontvangen zult u als participatiehouder tot FGR Grond Eenvoudig toetreden.
U zult correspondentie gaan ontvangen, inzake de ontwikkeling van het beleggingsfonds. U zult regelmatig
correspondentie ontvangen over nieuwe toetredende deelnemers, waarbij u volgens het besluit van de Minister van
Financiën recht heeft om binnen vier weken toestemming te weigeren (zie met nadruk hetgeen geschreven staat in het
prospectus in §6.1.3). U ontvangt jaarlijks correspondentie met betrekking tot de belangrijke data voor mogelijke
opzegging in enig jaar. U zult jaarlijks worden uitgenodigd voor de algemene jaarvergadering, die in principe staat
gepland voor de 2 de woensdag in mei van enig jaar.
53

10. Lijst van definities en afkortingen
AFM 1 Autoriteit Financiële Markten.
Beheerder 59 Besloten vennootschap Duurzaam Agrarisch B.V.. Belast met operationeel management van
Beheerder 60 het Fonds voor gemene rekening Grond Eenvoudig.
Bewaarder 58 Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig. Bewaarder van de activa van FGR Grond Eenvoudig.
Bgfo 7 Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen.
CBS 2 Centraal Bureau voor de Statistiek.
CPI 8 Consumentenprijsindex.
DLG 4 Dienst Landelijk Gebied (Ministerie van Economische Zaken, Landbouw
DLG 5 en Innovatie).
DNB De Nederlandsche Bank.
Duurzaam Agrarisch B.V. Besloten vennootschap van initiatiefnemer, Beheerder van het fonds.
FGR 51 Fonds voor gemene rekening.
FGR Grond Eenvoudig 61 Fonds voor gemene rekening Grond Eenvoudig, het gezamenlijk voor rekening en
FGR Grond Eenvoudig 62 risico beleggen in Nederlandse cultuurgrond door participatiehouders, waarbij de
FGR Grond Eenvoudig 63 juridische structuur van het fonds gevormd wordt door de bewaarder (Stichting
FGR Grond Eenvoudig 64 Bewaarder Grond Eenvoudig), de beheerder (Duurzaam Agrarisch B.V.) en het FGR.
Forward pricing 41 Om risico’s op het gebied van market timing te voorkomen dient het uitgangspunt
Forward pricing 42 te zijn dat bij de bepaling van de IW gebruik wordt gemaakt van ‘forward
Forward pricing 43 pricing’. Dat wil zeggen dat in de IW gebruikte koersen van de beleggingen tot
Forward pricing 44 stand moeten zijn gekomen ná het moment dat deelnemers hun orders hebben
Forward pricing 45 kunnen inleggen.
Fytosanitaire regelgeving 35 (hier:)(samenvattend:)wet, besluit, regeling enz. ter bescherming van leven of
osanitaire wet - en regelgeving 36 gezondheid van mens, dier of plant tegen het binnenbrengen van a) ziekten en
osanitaire wet - en regelgeving 37 plagen, b) additieven, contaminanten, toxines e.d.,c) zieke dieren en planten,
osanitaire wet - en regelgeving 38 d) andere schade.
Geïndexeerde waarde 50 {Intrinsieke waarde} / €100.000 X 100%.
Grondkamer 27 De belangrijkste doelstelling van de Grondkamer is om goede pachtverhoudingen
Grondkamer 28 tussen pachter en verpachter te bevorderen.
Grondprijsmonitor 23 Dienst landelijk Gebied (DLG) brengt jaarlijkse met de grondprijsmonitor de
Grondprijsmonitor 24 ontwikkelingen in de agrarische grondmarkt in Nederland qua prijs en
Grondprijsmonitor 25 mobiliteit in beeld. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Grondprijsmonitor 26 biedt de grondprijsmonitor aan de Tweede Kamer aan.
IW 39 Intrinsieke waarde.
Kadaster 11 Het Kadaster bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer
Kadaster 12 inzake registergoederen. Rechtszekerheid wil in dit geval zeggen dat duidelijk is
Kadaster 13 aan wie een bepaalde (on)roerende zaak toebehoort en wat de kenmerken ervan zijn.
Kadaster 14 Registergoederen zijn onroerende zaken, zoals huizen en appartementen en
Kadaster 15 roerende zaken, zoals schepen en luchtvaartuigen. Kortom, het Kadaster registreert,
Kadaster 16 beheert en informeert. Ook optimaliseert het Kadaster de geometrische
Kadaster 17 basisbestanden en bevordert een optimale informatievoorziening over dit alles
Kadaster 18 aan de samenleving. De Topografische dienst verzamelt, verwerkt en verstrekt
Kadaster 19 topografische informatie van het gehele Nederlandse grondgebied. De informatie
Kadaster 20 verzamelen we via luchtfoto's en terreinverkenning en verwerken we vervolgens
Kadaster 21 tot digitale bestanden.
54

LEI 3 Landbouw Economisch Instituut.
Pachtwet 29 Pacht is een overeenkomst waarbij een stuk landbouwgrond door de eigenaar
Pachtwet 30 (verpachter) wordt verhuurd. De pachter (huurder) moet daarvoor een
Pachtwet 31 tegenprestatie leveren. In de meeste gevallen betaalt de pachter een bepaald
Pachtwet 32 bedrag aan de verpachter. In de Pachtwet van 2007 staan de regels voor pachtprijzen.
Pachtwet 33 De Pachtwet geldt voor pachters en verpachters van land, agrarische woningen
Pachtwet 34 en bedrijfsgebouwen.
Participatie 40 Eén participatie is groot €25.000, nominaal . Een deelneming in het beleggingsfonds
bestaat uit minimaal 4,000 participaties (nominaal €100.000).
Rendement 52 Het berekende resultaat uit exploitatie vermeerdert met de grondwaardestijging. Het
Rendement 53 rendement zal worden uitgekeerd bij beëindiging van uw participatie.
Rendement 54 Het rendement is voor belasting. Het rendement wordt niet gegarandeerd, maar is
Rendement 55 ondermeer afhankelijk van het exploitatieresultaat, de ontwikkeling van de
Rendement 56 grondprijs en uw in- en uitstapmoment. In het verleden behaalde rendementen
Rendement 57 bieden geen garantie voor de toekomst, het rendement kan fluctueren.
Vrijstellingsregeling 9 De AFM Vrijstellingsregeling gaat over beheren, uitvoeren en aanbieden van
Vrijstellingsregeling 10 beleggingsobjecten met een nominale waarde van € 100.000 per deelnemer.
Wft 6 Wet op het financieel toezicht
Wot 22 Wettelijke onderzoekstaken natuur & milieu
55

11. Partijen, namen en adressen
Beheerder
Duurzaam Agrarisch B.V.
Abelenlaan 29, 8302 CS Emmeloord
T : (06) 2377.3796
E : info@grond-eenvoudig.nl
I : www.grond-eenvoudig.nl
Bewaarder van FGR Grond Eenvoudig
Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig
p/a Abelenlaan 29, 8302 CS Emmeloord
Bestuur
Voorzitter : Tjapko Jager, Heerde
Penningmeester : Onno Kelderman (Mutual Trust Netherlands B.V.)
Secretaris : Willem Bruil (Instituut voor Agrarisch Recht, Wageningen)
Accountant
BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V.
Postbus 2, 1620 AA Hoorn
T : (0229) 259.700
F : (0229) 259 799
E : info@bdo.nl
I : www.bdo.nl
Toezicht
Mutual Trust Netherlands B.V.
Transpolis Building, Polarisavenue 45, 2132 JH Hoofddorp
T : (023) 565.8778
F : (023) 557.7717
E : okelderman@mutrust.nl
I : www.mutrust.eu
Notaris juridische structuur
Van Doorne N.V.
Jachthavenweg 21, 1081 KM Amsterdam
T : (020) 678.9474
F : (020) 795.4589
E : info@vandoorne.com
I : www.van-doorne.com
Notaris grondtransacties
Notaris Vinke
Kerkewijk 126, 3904 JH Veenendaal
T : (0318) 519.166
F : (0318) 528.586
E : info@notarisvinke.nl
I : www.notarisvinke.nl
57

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58

Rentmeester
Aan- en verkoopmakelaar
De Dijken Agrarische Makelaardij
Postbus 15, 1775 ZG Middenmeer
T : (0227) 510.694
E : info@dedijken.nl
I : www.dedijken.nl
Bankrekeningnummer FGR Grond Eenvoudig
ABN AMRO 50.01.69.918
Ten name van Stichting Bewaarder Grond Eenvoudig te Hoofddorp
IBAN : NL37ABNA0500169918
BIC : ABNANL2A
58