DE BOEKENHOEK Enkele ideeën en tips De inrichting ... - Taalbeleid

DE BOEKENHOEK
Enkele ideeën en tips
De inrichting:
o een gezellige, aantrekkelijke en rustige hoek (knusse zetel, kussens, leeslampje,
knuffels, affiches, de klaspop, ...)
o een overzichtelijk boekenrek (de boeken moeten de kleuters ‘aanspreken’, kaft
zichtbaar van enkele boeken)
o met de mogelijkheid om een boekje aan een tafeltje te kunnen lezen of op schoot
Zorg voor een gevarieerd boekenaanbod:
o boeken die aansluiten bij het BC
o boeken die aansluiten bij de belangstelling van de kleuters (los van het BC), zeker ook
van kleuters die niet echt veel of graag met boeken bezig zijn
o gevarieerde prentenboeken (verschillende soorten tekeningen, onderwerpen,
verhalen, ...)
o informatieve boeken, kunstboeken
o liedjesboeken en dichtbundels voor kleuters en/of een speelse bundeling versjes
(met picto’s), bijvoorbeeld een poëziekastje of –mobiel
o godsdienstboeken, gebedenboekjes
o kleutertijdschriften, schoolkrant
o kinderkookboeken
o stripverhalen (bijvoorbeeld: powerpoint van voorgelezen prentenboek afgedrukt als
handout, met 6 tekeningen op een blad)
o zoekplaten en ‐boeken
o voelboekjes, boeken met flapjes, om uit te schuiven, ...
o wenskaarten
o zelfgemaakte (door kleuters en/of leidsters) verhalende en informatieve boeken,
bijvoorbeeld:
een fotoboek van een uitstap
‘ik‐boekjes’: boekje dat met de kleuter meegroeit (foto, uitleg over de
naam van de kleuter, afdruk van voet/hand, touwtje met de lengte van de
kleuter in enveloppe, tekening lievelingseten, ... ). Dit boekje kan
meegroeien van 1 e KK naar 3 e KK.
boekje met eigen tekeningen van kleuters en wat ze erbij verteld hebben
zelfgemaakte voelboekjes, telboekjes, ...
Trek voldoende tijd uit voor kennismaking met boeken:
o Voorbeeld: Ferdinand, de boekenrups woont in de boekenhoek. Door middel van
een kort bezoekje laat Ferdinand de afspraken, mogelijkheden en boeken van
zijn ‘huisje’ zien.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
K.U.Leuven

Zorg voor enkele opdrachten en voorwerpen die interactie en spel stimuleren:
o opdrachten (die kleuters per twee kunnen uitvoeren), bijvoorbeeld:
prenten uit boeken in een mapje, met lege bladen ertussen: de kleuters
tekenen zelf het vervolg van het verhaal
de kleuters kunnen een nieuwe kaft voor een boek tekenen
opdrachten bij boeken: bv. rupsje nooit genoeg: een rupsje maken met
rode kraaltjes + opdrachtkaartjes met tekeningen uit boek (tekening appel
rups tekening appel): kleuters leggen rups tussen twee kaartjes met appel
op
kijk‐ en zoekopdrachtjes bij enkele boeken, bijvoorbeeld:
kaartjes met prentjes uit een boek/verschillende boeken: waar
vind je het prentje terug? Of: leg de prenten in de juiste volgorde.
voelboekje: een kleuter doet blinddoek aan en raadt wat hij voelt,
de andere kleuter helpt en controleert
o voorwerpen, bijvoorbeeld:
feestelijke vertelstoel, ‐boa, ‐pet, vergrootglazen, loepen, ...
knuffels, affiches of andere voorwerpen die aan een boek gekoppeld zijn
o pictogrammen, bijvoorbeeld:
hoe lees je een boek?
symbolen per onderwerp of gevoel dat bij een boek hoort
Rol van de leidster:
Stimuleer de kleuters, bijvoorbeeld:
o om samen in boeken te kijken
o om samen kijk‐ en zoekopdrachten uit te voeren
o om op de vertelstoel plaats te nemen (de vertelpet op te zetten,...) en een verhaal
aan elkaar te vertellen
o door zelf in de boekenhoek plaats te nemen: lees op vraag een boek voor, kijk samen
in een informatief boek, ondersteun de kleuter die zelf een verhaal wil ‘voorlezen’
aan een andere kleuter
Neem voldoende tijd om samen met de kleuters van boeken te genieten én om
gesprekjes te voeren! Ondertussen kan je de kleuters ook observeren.
Nadien kan je (samen met de kleuters) reflecteren.
© Centrum voor Taal en Onderwijs
K.U.Leuven