26.09.2013 Views

'Jouw broertje is Turk?' - Thuis in Brabant

'Jouw broertje is Turk?' - Thuis in Brabant

'Jouw broertje is Turk?' - Thuis in Brabant

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

In <strong>Brabant</strong><br />

Jos Swanenberg<br />

Jos Swanenberg<br />

(Gemert 1968)<br />

groeide op <strong>in</strong> Middel-<br />

rode. Hij studeerde<br />

Nederlandse taal-<br />

en letterkunde <strong>in</strong><br />

Utrecht en werkte<br />

vervolgens <strong>in</strong> Nijme-<br />

gen van 1995-2008<br />

aan diverse onder-<br />

zoeksprojecten op<br />

het gebied van de<br />

<strong>Brabant</strong>se dialecten.<br />

S<strong>in</strong>ds 2004 <strong>is</strong> hij<br />

streektaalfunctio-<br />

nar<strong>is</strong> voor de prov<strong>in</strong>-<br />

cie Noord-<strong>Brabant</strong>,<br />

vanaf 2009 namens<br />

de sticht<strong>in</strong>g Erfgoed<br />

<strong>Brabant</strong>. Daarnaast<br />

<strong>is</strong> hij s<strong>in</strong>ds 2009 bij-<br />

zonder hoogleraar<br />

‘Diversiteit <strong>in</strong> taal en<br />

cultuur <strong>in</strong> <strong>Brabant</strong>’ <strong>in</strong><br />

Tilburg.<br />

‘Jouw <strong>broertje</strong> <strong>is</strong> <strong>Turk</strong>?’<br />

Taal en identiteit onder jongeren<br />

<strong>in</strong> Noord-<strong>Brabant</strong><br />

Auteur<br />

28<br />

<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />

De New Kids uit Maaskantje. Een act die<br />

niet alleen zeer populair <strong>is</strong> bij de jeugd <strong>in</strong><br />

Noord-<strong>Brabant</strong>, maar ook <strong>in</strong> de rest van<br />

Nederland en zelfs bij onze oosterburen.


Zonder het enthousiaste werk van de vele onderzoekers die zich met het <strong>Brabant</strong>se erfgoed bezighouden, zou de bron waaruit ook<br />

In <strong>Brabant</strong> put weldra leeg raken. In <strong>Brabant</strong> biedt daarom iedere editie een gastauteur uitgebreid de ruimte om zijn of haar verhaal<br />

te doen, om te tonen hoe diep hij of zij <strong>in</strong> het <strong>Brabant</strong>se verleden <strong>is</strong> gedoken.<br />

Niemand spreekt onvervalst Algemeen Beschaafd Nederlands. Hetzelfde geldt voor het <strong>Brabant</strong>s.<br />

Populaire acts zoals de New Kids uit Maaskantje doen m<strong>is</strong>schien anders vermoeden, maar van één<br />

absoluut standaard ABB (‘Algemeen Beschaafd <strong>Brabant</strong>s’) <strong>is</strong> <strong>in</strong> de praktijk geen sprake. Het <strong>is</strong> wel<br />

zo dat de diverse dialecten die <strong>in</strong> Noord-<strong>Brabant</strong> worden gesproken enkele grote kenmerken <strong>in</strong><br />

woordgebruik en uitspraak gemeen hebben, met de zachte ‘g’ wellicht als bekendste voorbeeld.<br />

Samen kunnen we ze betitelen als ‘het’ <strong>Brabant</strong>s. De verschillen tussen de dialecten onderl<strong>in</strong>g<br />

worden echter wel kle<strong>in</strong>er, net als de afstand tot het ABN. Jongeren gaan op een andere en creatie-<br />

vere manier om met streektaal. Wat betekent dat voor de positie van het <strong>Brabant</strong>s?<br />

De spreektaal <strong>in</strong> Noord-<strong>Brabant</strong> bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong><br />

het proces van regiolect<strong>is</strong>er<strong>in</strong>g. Dialecten worden<br />

regiolecten, streekvariëteiten met een duidelijk<br />

accent maar met m<strong>in</strong>der van de oude, lokale<br />

dialectwoorden en andere kenmerken. Het verschijnsel<br />

‘regiolect’ werd <strong>in</strong> 1990 door Cor Hoppenbrouwers,<br />

een Gron<strong>in</strong>gse taalwetenschapper die<br />

opgroeide <strong>in</strong> Westerhoven en Valkenswaard, beschreven<br />

als een taalvariëteit die <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie<br />

vooral door jongeren <strong>in</strong> gebruik werd genomen.<br />

De word<strong>in</strong>g van regiolecten impliceert dat dialect<br />

niet zonder meer verdwijnt, maar verandert. De<br />

taalsituatie onder jongeren <strong>in</strong> Noord-<strong>Brabant</strong> verkeert<br />

<strong>in</strong> een stadium waar<strong>in</strong> een cont<strong>in</strong>uüm van tussenvormen<br />

<strong>is</strong> ontstaan. De vormen bev<strong>in</strong>den zich<br />

tussen lokaal dialect en standaardtaal en variëren<br />

<strong>in</strong> de mate van streekgebondenheid. Tussenvormen<br />

kunnen als regionaal dialect getypeerd worden en<br />

andere tussenvormen als algemene Nederlandse<br />

omgangstaal met een herkenbaar regionaal accent.<br />

Zulke tussenvormen zijn dus anders dan het dialect<br />

dat wij traditioneel beschouwen als de taal van een<br />

plaats, als de authentieke plaatsgebonden moedertaal<br />

zoals die <strong>in</strong> Noord-<strong>Brabant</strong> nog vooral door<br />

de oudste generaties gebezigd wordt.<br />

Authenticiteit wordt bij lokale dialecten belangrijk<br />

gevonden, vooral als zij als moedertaal gelden,<br />

hetgeen bijvoorbeeld tot uit<strong>in</strong>g komt <strong>in</strong> culturele<br />

uit<strong>in</strong>gen zoals dialectliteratuur of dialectdictees.<br />

Rondom authenticiteit hanteert men dan een<br />

norm: zo hoort het dialect van bijvoorbeeld de<br />

stad Tilburg gesproken te worden, dat <strong>is</strong> echt of<br />

typ<strong>is</strong>ch Tilburgs. Natuurlijk heeft het plaatselijke<br />

dialect zijn eigen grammatica en woordenschat en<br />

kan het beschouwd worden als gebonden aan bepaalde<br />

regels. Maar bij correctieve handel<strong>in</strong>gen<br />

die naar authenticiteit verwijzen, lijkt het dialect<br />

als iets stabiels en onveranderlijks te worden behandeld.<br />

Nieuwe kenmerken worden dan al gauw<br />

als fouten tegen het lokale dialect aangemerkt.<br />

Als we evenwel hedendaagse taalvariatie <strong>in</strong><br />

Noord-<strong>Brabant</strong> nader beschouwen, hebben we<br />

niet langer te maken met dialect van het zoju<strong>is</strong>t<br />

geschetste type. De traditionele, lokale dorps- of<br />

stadsdialecten worden door de jongere generatie<br />

zelden gebruikt; er zijn nauwelijks jongeren die<br />

enkel en alleen een dergelijk dialect beheersen.<br />

De grote meerderheid van jongeren wordt <strong>in</strong> het<br />

Nederlands opgevoed of <strong>in</strong> elk geval toch met het<br />

Nederlands. Dat neemt niet weg dat er nog wel veel<br />

typ<strong>is</strong>ch plaatsgebonden kenmerken <strong>in</strong> de taal van<br />

jongeren <strong>in</strong> <strong>Brabant</strong> te horen zijn. Het <strong>is</strong> te horen<br />

dat ze uit <strong>Brabant</strong> komen, en meestal ook uit welke<br />

regio van <strong>Brabant</strong>. Zulke kenmerken kunnen deel<br />

uit maken van het accent, maar ook van het woordgebruik,<br />

de woordvorm<strong>in</strong>g of de z<strong>in</strong>sbouw.<br />

<strong>in</strong>brabant NUMMER 4 AUGUSTUS 2011 29


30<br />

Het taalgedrag van jongeren verandert vooral<br />

sterk tijdens de tienerjaren, <strong>in</strong> de periode van de<br />

zogenoemde secundaire social<strong>is</strong>atie. Het gez<strong>in</strong> <strong>is</strong><br />

de vormende omgev<strong>in</strong>g van de primaire social<strong>is</strong>atie,<br />

de periode die k<strong>in</strong>deren doormaken totdat ze<br />

van de bas<strong>is</strong>school afkomen. Scholen, verenig<strong>in</strong>gen<br />

en andere netwerken met leeftijdsgenoten zijn belangrijke<br />

plaatsen van handel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het secundaire<br />

social<strong>is</strong>atieproces.<br />

Global<strong>is</strong>er<strong>in</strong>g<br />

De spreektaal <strong>in</strong> Noord-<strong>Brabant</strong> <strong>is</strong> niet slechts een<br />

afgesleten of genivelleerde vorm van het oorspronkelijke<br />

dialect. Sommige kenmerken lijken<br />

bewust <strong>in</strong> stand te worden gehouden en er worden<br />

zelfs nieuwe eigenschappen toegevoegd. Bestaande<br />

dialectkenmerken kunnen op nieuwe manieren<br />

gebruikt worden en daarbij overdreven <strong>in</strong>gezet<br />

worden (‘hyperdialect’) en nieuwe elementen kunnen<br />

uit andere dialecten worden <strong>in</strong>gevoerd (bijvoorbeeld<br />

leenwoorden uit Limburgse dialecten). Maar<br />

elementen kunnen ook uit het Engels of uit talen van<br />

<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />

Prof. dr. Jos Swanenberg<br />

geeft een lez<strong>in</strong>g over taal<br />

en identiteit onder jonge-<br />

ren <strong>in</strong> Noord-<strong>Brabant</strong><br />

tijdens de Dag van de<br />

<strong>Brabant</strong>se volkscultuur,<br />

2 oktober 2011. (Foto:<br />

Maikel Samuels)<br />

immigranten, zoals het Sranan Tongo van Sur<strong>in</strong>ame,<br />

worden overgenomen. In deze tijden van global<strong>is</strong>er<strong>in</strong>g<br />

kennen groepen en verbanden van mensen<br />

steeds vaker een w<strong>is</strong>selende samenstell<strong>in</strong>g van<br />

nationaliteit en etniciteit. Jongeren van de tweede<br />

en derde generatie immigranten beheersen<br />

het Nederlands over het algemeen goed, maar gebruiken<br />

vaak elementen uit talen van (niet noodzakelijk<br />

de eigen) m<strong>in</strong>derheidsgroepen <strong>in</strong> Nederland<br />

om hun taalgebruik te kleuren, en ook k<strong>in</strong>deren<br />

van autochtone ouders doen daar volop aan mee.<br />

Zij spreken dan niet het bijzondere Nederlands<br />

van een bepaalde etn<strong>is</strong>che groep, maar ze gebruiken<br />

variëteiten die uit diverse reg<strong>is</strong>ters putten: multietnolecten.<br />

De zogenaamde ‘straattaal’ zoals die<br />

door Nederlandse hiphopartiesten uitgedragen<br />

wordt, <strong>is</strong> zo’n multi-etnolect: Nederlands met een<br />

Amsterdams of ander Randstedelijk accent, doorspekt<br />

met woorden uit het Sranan Tongo, Papiamento,<br />

<strong>Turk</strong>s of Arab<strong>is</strong>ch. Dergelijke taalvariëteiten kunnen<br />

niet langer beschouwd worden als variëteiten die<br />

ontstaan doordat sprekers het Nederlands onvol


doende beheersen, maar moeten gezien worden als<br />

variëteiten waar moedwillig kenmerken uit andere<br />

talen aan worden toegevoegd.<br />

Schrijftaal<br />

We hebben het bij de global<strong>is</strong>er<strong>in</strong>g voornamelijk<br />

over spreektaal. Maar ook op het gebied van<br />

de schrijftaal, met name <strong>in</strong> digitale media, vallen<br />

deze tendensen op. Digitale communicatie <strong>is</strong> vooral<br />

schriftelijk, gemengd met figuren, symbolen,<br />

foto’s, beelden en video’s en daarmee ook wel<br />

met spreektaal. Deze communicatie <strong>is</strong> over het<br />

algemeen zeer <strong>in</strong>formeel en direct. Schrijven was<br />

voorheen voor de meeste mensen zo goed mogelijk<br />

geformuleerd en formeel (met uitzonder<strong>in</strong>g<br />

van het boodschappenlijstje enz.). Schrijven was<br />

bovendien moeizaam. Schrijven op digitale media<br />

<strong>is</strong> voor jongeren echter vanzelfsprekend. Er<br />

<strong>is</strong> nog nooit zoveel geschreven <strong>in</strong> de geschieden<strong>is</strong><br />

van de mensheid. Schrijven <strong>is</strong> voor jongeren<br />

volkscultuur geworden. Roeland van Hout, taalwetenschapper<br />

<strong>in</strong> Nijmegen, laat aan de hand van<br />

de volgende voorbeelden zien dat <strong>in</strong> dergelijke<br />

<strong>in</strong>formele schriftelijke communicatie ook ruimte<br />

voor <strong>Brabant</strong>s regionaal taalgebruik <strong>is</strong>:<br />

- ‘daarna had spap het vuur aan gestoken’<br />

- ‘ben kei high!’<br />

- ‘ben kei moeee.’<br />

- ‘volgns mij word het egt kaj gezellig’<br />

- ‘Kei sweet v<strong>in</strong>d je niet?’<br />

- ‘vandaag: laatste school dag, geweldig bekant<br />

het enige wat we hebben gedaan <strong>is</strong> tv gekeken!!’<br />

Jongeren gaan creatief om met taal en scheppen<br />

een eigen code, <strong>in</strong>clusief een aangepaste spell<strong>in</strong>gscode.<br />

Dat eigen jargon lijkt een Nederlands<br />

dat moedwillig doorspekt wordt met ‘fouten’ tegen<br />

de spell<strong>in</strong>gsregels, met cijfers, emoticons en<br />

afkort<strong>in</strong>gen (w8 ff), en met stukjes uit andere<br />

repertoires zoals het Engels of <strong>Brabant</strong>s dialect.<br />

In communicatie moet je immers laten zien wie<br />

Titelpag<strong>in</strong>a van het oudst bewaard gebleven drukwerk<br />

<strong>in</strong> het Papiaments. Een editie van de rooms-katholieke<br />

catech<strong>is</strong>mus uit 1837. (Bron: Wikimedia Commons)<br />

je bent, waar je bij wilt horen en waar je vandaan<br />

komt.<br />

Van ‘zien’, ‘kei’, ‘d<strong>in</strong>ger’ en ‘mongools’<br />

In de afgelopen twee jaar hebben we vanuit de bijzondere<br />

leerstoel ‘Diversiteit <strong>in</strong> taal en cultuur <strong>in</strong><br />

<strong>Brabant</strong>’ (gevestigd aan Tilburg University en mogelijk<br />

gemaakt door de Toon Weijnen Sticht<strong>in</strong>g en de<br />

prov<strong>in</strong>cie Noord-<strong>Brabant</strong>) onderzoek gedaan naar<br />

jongerentaal en -cultuur op middelbare scholen<br />

<strong>in</strong> Mill, Uden, Veghel, Bladel en ’s-Hertogenbosch.<br />

Hieruit blijkt dat jongeren nauwelijks gesprekken<br />

voeren die volledig uit lokaal dialect of geheel uit<br />

<strong>in</strong>brabant NUMMER 4 AUGUSTUS 2011 31


32<br />

<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />

foto l<strong>in</strong>ks: Professor Antonius Angelus Weijnen (Fijnaart<br />

1909 - Malden 2008), toonaangevend dialectoloog met<br />

bijzondere belangstell<strong>in</strong>g voor Noord-<strong>Brabant</strong> en vergelijkend<br />

taalwetenschapper aan de Katholieke Universiteit Nijmegen,<br />

van 1958 tot 1980. (Foto: Familiearchief Weijnen). foto onder:<br />

Regionale spreid<strong>in</strong>g van het gebruik van ‘van’ of ‘af’ als<br />

tweede lid van voornaamwoordelijke bijwoorden <strong>in</strong> Noord-<br />

<strong>Brabant</strong>. ‘Van’ wordt <strong>in</strong> de dialecten van oostelijk Noord-<br />

<strong>Brabant</strong> uitgedrukt door ‘af’.<br />

Algemeen Nederlands bestaan. Het repertoire<br />

bestaat uit de hierboven voorgestelde tussenvariëteiten.<br />

Hieronder sommen we enkele opvallende<br />

uitspraken op.<br />

In de volgende uit<strong>in</strong>g wordt ‘zijn’ uitgesproken<br />

als zien. ‘Ja, als dat erop staat, zal dat wel zien, ja.’<br />

(Mill). In de dialecten van het Land van Cuijk, waartoe<br />

Mill behoort, heeft geen diftonger<strong>in</strong>g plaatsgevonden:<br />

waar <strong>in</strong> het Standaardnederlands de<br />

klank ie <strong>is</strong> veranderd <strong>in</strong> ij gebruiken ook de Millse<br />

jongeren nog de steeds de oudere variant. Zo<br />

wordt pijn-pien, schrijf-schrief en kijk-kiek.


Het weglaten van de -t aan het e<strong>in</strong>d van een woord<br />

v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> deze regio volop plaats bij woorden als<br />

‘dat’, ‘wat’ en ‘niet’:<br />

Melv<strong>in</strong> <strong>in</strong> Mill: ‘En hoe laat beg<strong>in</strong>t da?’<br />

Van als tweede lid van voornaamwoordelijke<br />

bijwoorden wordt <strong>in</strong> de dialecten van oostelijk<br />

Noord-<strong>Brabant</strong> uitgedrukt door af, zoals ook <strong>in</strong><br />

de volgende z<strong>in</strong>:<br />

Melv<strong>in</strong>: ‘Daar word ik niet bang af’ (gezegd van de<br />

grote hoeveelheid sms-berichtjes die de spreker<br />

door zijn vriend<strong>in</strong> toegestuurd krijgt.)<br />

In Noord-<strong>Brabant</strong>se dialecten komen als meervoudsvormen<br />

bij d<strong>in</strong>g voor: d<strong>in</strong>ge, d<strong>in</strong>g (zonder<br />

uitgang) en d<strong>in</strong>ger iets dat we ook terugzien bij<br />

een andere deelnemer aan het onderzoek, Arnoud<br />

uit Mill. De meervoudsvorm d<strong>in</strong>ger <strong>is</strong> <strong>in</strong> Noord-<br />

<strong>Brabant</strong> beperkt tot het oosten. De westelijke<br />

grens van dat gebied ligt tussen Baarle-Nassau<br />

en Lage Zwaluwe.<br />

Het gebruik van als na een bijvoeglijk naamwoord<br />

<strong>in</strong> de vergrotende trap <strong>is</strong> echter wel algemeen <strong>in</strong><br />

<strong>Brabant</strong>se dialecten. Zo ook bij Melv<strong>in</strong>: ‘Dat <strong>is</strong> lekkerder<br />

als bru<strong>in</strong>’. Dialectbeschrijver A.P. de Bont<br />

constateerde al <strong>in</strong> 1962 voor het dialect van Kempenland<br />

dat de vergrotende trap niet gevolgd wordt<br />

door ‘dan’ maar door ‘als’: hij heejget nog hóggerder<br />

és gij (‘hij heeft het nog hoger dan jij’).<br />

Bij het bespreken van scheldwoorden komt het<br />

volgende aan de orde:<br />

John <strong>in</strong> Mill praat over wat je zoal aan nieuwe<br />

scheldwoorden aantreft: ‘En mongool heb je tegenwoordig<br />

hè, mongool.’<br />

Melv<strong>in</strong> antwoordt: ‘Ja, maar die lopen er ook echt<br />

rond hier, af en toe, ik zit hier ook met twee van die<br />

mongools aan tafel.’<br />

De meervoudsvorm mongools wijkt af en zou<br />

men niet verwachten bij het Nederlandse woord<br />

‘mongool’. Waarschijnlijk <strong>is</strong> deze meervoudsvorm<br />

ontstaan onder <strong>in</strong>vloed van de nieuwe uitspraakvariant<br />

die vooral populair <strong>is</strong> geworden dankzij New<br />

Kids uit Maaskantje: móngol, met de klemtoon op<br />

de eerste lettergreep en een ‘g’ <strong>in</strong> het midden van<br />

het woord, uit te spreken als <strong>in</strong> het Engelse guy of<br />

het Franse garçon. Door de klemtoonverplaats<strong>in</strong>g<br />

wordt het woord blijkbaar geplaatst <strong>in</strong> de categorie<br />

van woorden die een s-meervoud krijgen, zoals<br />

‘lepel’.<br />

Kei wordt <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van ‘heel erg’ gebruikt, niet alleen<br />

<strong>in</strong> keihard, maar ook <strong>in</strong> bijvoorbeeld keigaaf,<br />

<strong>in</strong>brabant NUMMER 4 AUGUSTUS 2011<br />

33<br />

(Bron: www.<br />

niefokkemee-<br />

brabant.nl)


34<br />

keimooi, ke<strong>is</strong>toer, keivlug, keichic of zelfs kei bedankt,<br />

kei gefeliciteerd. Hélène <strong>in</strong> Uden: ‘Is iedereen<br />

chagrijnig, ik ben kei vrolijk.’<br />

In de volgende uit<strong>in</strong>g werd het verkle<strong>in</strong>woord gevormd<br />

met een achtervoegsel dat tot het dialect<br />

behoort, bijvoorbeeld door Eric <strong>in</strong> Uden: ‘Was het<br />

een vrouwke?’.<br />

In het meer traditionele dialect van Uden zou je<br />

dan wefke (‘wijfje’) verwachten, maar het woord<br />

‘wijf’ heeft <strong>in</strong> hedendaags taalgebruik een negatieve<br />

connotatie gekregen. ‘Wijf’ wordt als ord<strong>in</strong>air<br />

beschouwd. Als het woord <strong>in</strong> een vriendelijke<br />

of neutrale context wordt gebruikt, gebruikt<br />

men tegenwoordig liever ‘vrouw’.<br />

Op het gebied van de z<strong>in</strong>sbouw <strong>is</strong> er <strong>in</strong> spreektaal<br />

veel variatie waar te nemen. In de volgende uit<strong>in</strong>g<br />

<strong>is</strong> een z<strong>in</strong>sdeel achter op geplaatst: ‘Wat g<strong>in</strong>gen<br />

we ook alweer doen voor spellen?’, zegt Eric uit<br />

Uden, terwijl je hier zou verwachten: ‘Wat voor<br />

spelletjes gaan we doen?’<br />

Ook worden vaak Engelse leenwoorden gebruikt,<br />

zoals to smoke <strong>in</strong> het volgende voorbeeld, waarbij<br />

het werkwoord volgens de regels van het Nederlands<br />

werd verbogen. Maikel <strong>in</strong> Uden: ‘En g<strong>is</strong>ter iets<br />

anders gesmoked?’<br />

Daarbij wordt natuurlijk zo nu en dan ook gevloekt<br />

of gescholden. Joey <strong>in</strong> Bladel (<strong>is</strong> met zijn broodtrommel<br />

bezig): ‘Volgens mij zit ie er echt al drie<br />

weken <strong>in</strong>.’ Brent antwoordt: ‘Ah, st<strong>in</strong>k face!’<br />

Ten oosten van de lijn Den Dungen-Oirschot-Reusel<br />

kennen dialecten bij een groot aantal bijvoeglijke<br />

naamwoorden geen uitgang <strong>in</strong> het meervoud.<br />

Max <strong>in</strong> Bladel bijvoorbeeld: ‘Ja, en hij hee dik goei<br />

punte net als Brent’, <strong>in</strong> plaats van ‘Hij heeft dikwijls<br />

goeie/goede punten.’<br />

Maar niet alleen dit soort dialectkenmerken, die<br />

op regiolect wijzen, kleuren de jongerentaal <strong>in</strong><br />

<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />

Het <strong>Brabant</strong>s ‘leesplenkske’, een idee van dialect-<br />

zanger Nico van de Weter<strong>in</strong>g.<br />

<strong>Brabant</strong>. In Veghel, waar we geen spontane gesprekken<br />

hebben opgenomen, maar participeerden<br />

<strong>in</strong> groepsgesprekken, werden bij onze vraag<br />

naar typerende Veghelse woordenschat voor<br />

jongeren de termen mof (‘m<strong>is</strong>selijk’, gezegd van<br />

een handel<strong>in</strong>g: hij doe mof), pitje (me<strong>is</strong>je), piefke<br />

(jo<strong>in</strong>t) en laaie (zoenen) gegeven. Deze termen<br />

maken niet deel uit van de authentieke Veghelse<br />

dialectwoordenschat, maar zijn geleend uit andere<br />

dialecten via het jongerencircuit. Mof <strong>is</strong> waarschijnlijk<br />

een variant op ‘muf’, dat vooral ‘onfr<strong>is</strong>,<br />

bedompt’ betekent, en pitje moet het nog zonder<br />

verklar<strong>in</strong>g stellen. Piefke hoort bij het Zuid-<br />

Limburgs pieve (‘roken’), maar wordt daar gezegd<br />

voor een gewone, handgedraaide sigaret oftewel<br />

een sjekkie, terwijl de jongens uit Veghel het vertaalden<br />

met jonco. En dat woord <strong>is</strong> dan weer een<br />

voorbeeld van multi-etnolect. Jonco <strong>is</strong> immers<br />

Sur<strong>in</strong>aams voor ‘jo<strong>in</strong>t, sigaret met marihuana’,<br />

maar er zaten geen Sur<strong>in</strong>amers <strong>in</strong> deze Veghelse<br />

klas. Laaie lijkt een variant op ‘laden’ te zijn, afgaand<br />

op het volgend <strong>in</strong>ternetcitaat dat uit Oploo


komt: ‘Die mennekes zien heel goed <strong>in</strong>t laaie het<br />

makt nie uut wa of het nou bier <strong>is</strong> of het vrouwlik<br />

schoon of zelfs shoarma <strong>is</strong>, ze laaie het gelijk.’<br />

De uit<strong>in</strong>gen die nu volgen, komen van Erol, met<br />

ouders die geboren en getogen zijn <strong>in</strong> <strong>Turk</strong>ije en<br />

naar Nederland geëmigreerd zijn. Ze bevatten<br />

elementen die wel vaker geconstateerd worden<br />

bij sprekers met een andere moedertaal dan het<br />

Nederlands en die mogelijk veroorzaakt zijn door<br />

onvolledige tweedetaalverwerv<strong>in</strong>g. Let op de<br />

ontbrekende lidwoorden en het overbodig hulpwerkwoord<br />

‘doen’ <strong>in</strong> de volgende fragmenten.<br />

Erol <strong>in</strong> Uden: ‘Ik had zwembroek aan, shirt aan,<br />

slippers, was ik scooter gaan rijden. (…) Ik deed<br />

dat g<strong>is</strong>ter ook op werk, vonden ze niet zo leuk. (…)<br />

Ik deed g<strong>is</strong>ter, deed ik bedien<strong>in</strong>g maar soms doe ik<br />

ook afwassen.’<br />

In alle 12 gesprekken constateerden we 37 gevallen<br />

van het ontbreken van een lidwoord. Daarvan<br />

waren er 19 afkomstig van Erol. Z<strong>in</strong>nen waar<strong>in</strong><br />

een vorm van doen als overbodig hulpwerkwoord<br />

voorkwam, telden we 17 keer, waarvan 9 afkomstig<br />

waren van Erol.<br />

Een kle<strong>in</strong>e meerderheid van de jongens en meiden<br />

heeft <strong>in</strong> ons onderzoek aangegeven het dialect te<br />

spreken van de plaats waar hij of zij <strong>is</strong> opgegroeid.<br />

Het grootste gedeelte van die kle<strong>in</strong>e meerderheid<br />

verklaart ook trots te zijn dat ze het dialect spreken<br />

van de plaats waar ze zijn opgegroeid. De houd<strong>in</strong>g<br />

ten opzichte van het dialect en de zelfrapportage<br />

van het dialectgebruik van de tieners <strong>is</strong> echter dikwijls<br />

niet <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met het werkelijke<br />

taalgebruik dat tijdens de opnames waargenomen<br />

<strong>is</strong>. Zij zijn waarschijnlijk niet bekend met het verschil<br />

tussen lokaal dialect en regiolect of zelfs met<br />

het onderscheid tussen dialect en accent.<br />

Het spreken van regiolect werd bij een kle<strong>in</strong>e<br />

meerderheid geconstateerd. Volledig <strong>in</strong> het lokale<br />

Ook de ‘Cursus <strong>Brabant</strong>s’ van ‘Theo en Victor’s TV<br />

Telev<strong>is</strong>ie’ uit het VPRO-programma ‘Draadstaal’<br />

geniet brede prov<strong>in</strong>ciale en nationale belangstel-<br />

l<strong>in</strong>g. (Bron: YouTube)<br />

dialect gesproken z<strong>in</strong>nen ontbreken vrijwel. Regionale<br />

kenmerken beperken zich meestal tot accent,<br />

z<strong>in</strong>svolgorde en <strong>in</strong>cidentele woordkeuze. De overgrote<br />

meerderheid van de jongeren zegt trots te<br />

zijn op het <strong>Brabant</strong>se accent waarmee ze spreken.<br />

Een enkel<strong>in</strong>g daarentegen geeft <strong>in</strong> het onderzoek<br />

aan niet trots te zijn op het herkenbare <strong>Brabant</strong>se<br />

accent waarmee men spreekt. Die men<strong>in</strong>g <strong>is</strong> dan<br />

<strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met het taalgebruik tijdens<br />

de opname. De betreffende jongeren spreken <strong>in</strong><br />

dat laatste geval dan ook een variëteit die meer<br />

Algemeen Nederlands <strong>is</strong>.<br />

Tussen lokaal dialect en standaardtaal<br />

De hedendaagse taal van jongeren uit oostelijk<br />

Noord-<strong>Brabant</strong> kan voornamelijk gekarakter<strong>is</strong>eerd<br />

worden door variatie op fonolog<strong>is</strong>ch gebied (het<br />

palet aan klanken). De grote diversiteit die daar<strong>in</strong><br />

te v<strong>in</strong>den <strong>is</strong>, <strong>is</strong> typerend voor regionale spreektaal.<br />

<strong>in</strong>brabant NUMMER 4 AUGUSTUS 2011 35


36<br />

Vervolgens <strong>is</strong> vooral verscheidenheid te v<strong>in</strong>den<br />

op lexicaal gebied (de woordenschat), met name<br />

<strong>in</strong> de dome<strong>in</strong>en van scheldwoorden, vloekwoorden<br />

en obsceen taalgebruik. Ook de belangrijke<br />

positie die het Engels <strong>in</strong> de jongerentaal <strong>in</strong>neemt<br />

<strong>is</strong> goed waarneembaar, hoewel de frequentie<br />

waar<strong>in</strong> het Engels voorkomt tussen de groepen<br />

verschilt. Engelse woorden behoren <strong>in</strong> ieder geval<br />

tot het taalrepertoire van <strong>Brabant</strong>se jongeren.<br />

Het Engels kan niet langer gezien worden als een<br />

vreemde taal, die pas <strong>in</strong> de tienerjaren wordt geleerd<br />

op school. K<strong>in</strong>deren groeien ermee op. Ze horen het<br />

op telev<strong>is</strong>ie, <strong>in</strong> de muziek en <strong>in</strong> games.<br />

Lokale dialectwoorden werden ook, wel<strong>is</strong>waar <strong>in</strong><br />

m<strong>in</strong>dere mate, gevonden, maar men zei bijvoorbeeld<br />

pakken waar we vatten zouden mogen verwachten,<br />

mooi en leuk waar we schoon, skon zou-<br />

<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />

den kunnen verwachten. Diversiteit <strong>in</strong> de taal van<br />

hedendaagse jongeren uit Noordoost-<strong>Brabant</strong><br />

<strong>is</strong> ger<strong>in</strong>ger <strong>in</strong> de z<strong>in</strong>svolgorde en nog schaarser<br />

op het gebied van de woordvorm<strong>in</strong>g (verkle<strong>in</strong>woordjes,<br />

meervoudsvorm<strong>in</strong>g, vervoegde werkwoorden<br />

enz.). Zo ontbrak <strong>in</strong> onze gegevens bijvoorbeeld<br />

de genusgebonden flexie. Dat zijn de<br />

uitgangen die, afhankelijk van het woordgeslacht,<br />

aan lidwoorden, bijvoeglijk voornaamwoorden of<br />

voornaamwoorden worden geplakt, bijvoorbeeld:<br />

unne jonge vs. un meid, deezen boer vs. dees boer<strong>in</strong>.<br />

Zulke uitgangen mogen toch opvallend voor de<br />

<strong>Brabant</strong>se dialecten genoemd worden, als je die<br />

vergelijkt met het Algemeen Nederlands, maar<br />

waren bij de deelnemers aan het onderzoek dus<br />

niet meer terug te horen. Het taalgebruik van de<br />

jongeren bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> het brede spectrum tus-


sen lokaal dialect en standaardtaal. Sommige<br />

sprekers gebruiken meer regionale kenmerken<br />

dan andere, maar uit<strong>in</strong>gen die volledig <strong>in</strong> het dialect<br />

(zowel <strong>in</strong> klank, woord, z<strong>in</strong>sbouw als <strong>in</strong> woordvorm<strong>in</strong>g)<br />

werden gezegd, waren zoals gezegd<br />

schaars.<br />

Ewa koelie<br />

Kenmerken die waarschijnlijk zijn terug te voeren<br />

op onvolledige tweedetaalverwerv<strong>in</strong>g bleven<br />

<strong>in</strong> Uden beperkt tot de z<strong>in</strong>sbouw (syntact<strong>is</strong>che<br />

kenmerken) met voorbeelden als het weglaten<br />

van het lidwoord of het overbodig gebruik van<br />

een hulpwerkwoord. We zagen het terug <strong>in</strong> de<br />

opname van spreker Erol met ouders van <strong>Turk</strong>se<br />

orig<strong>in</strong>e. Multi-etnolect, de mengvorm van Nederlands<br />

met woorden en uitdrukk<strong>in</strong>gen uit verschil-<br />

lende talen, kwam <strong>in</strong> die opname echter niet voor.<br />

In Mill en Bladel hebben we zelfs helemaal geen<br />

sporen van immigrantentalen gevonden, maar de<br />

deelnemers van die scholen waren dan ook allen<br />

Nederlands. In het Udens deel van het onderzoek<br />

komt wel straattaal als gespreksonderwerp aan<br />

bod. Als de andere deelnemer aan het gesprek,<br />

foto l<strong>in</strong>ks: Portret van Noureold<strong>in</strong>e Koutabi (l<strong>in</strong>ks) en Hanid Boufrad,<br />

medewerkers van het Marokkaans Jongerencentrum. H<strong>in</strong>thamerstraat,<br />

‘s-Hertogenbosch, 13 september 1990. (Foto: Felix Janssens, collectie<br />

Stadsarchief ’s-Hertogenbosch) foto onder: Voorlicht<strong>in</strong>gsbrochures<br />

voor buitenlandse werknemers <strong>in</strong> het stedelijk <strong>in</strong>formatiecentrum.<br />

’s-Hertogenbosch, circa 1980. (Collectie Stadsarchief ’s-Hertogenbosch)<br />

<strong>in</strong>brabant NUMMER 4 AUGUSTUS 2011 37


38<br />

een jongen wiens moeder <strong>is</strong> geboren op Curaçao<br />

en opgegroeid <strong>in</strong> Nieuw-Zeeland, vertelt dat zijn<br />

broer wel eens een <strong>Turk</strong>s woord gebruikt, reageert<br />

Erol met de opmerkelijke vraag: ‘Jouw <strong>broertje</strong> <strong>is</strong><br />

<strong>Turk</strong>?’<br />

Peter <strong>in</strong> Uden: ‘Oh ja, wat was trouwens ‘lelijk’ <strong>in</strong><br />

het <strong>Turk</strong>s? Iets met ‘sukir’?’<br />

‘Çirk<strong>in</strong>’, antwoordt Erol.<br />

Peter: ‘Çirk<strong>in</strong>, ja, dat zei mijn <strong>broertje</strong>. Die kende,<br />

kende çirk<strong>in</strong>.’<br />

Erol: ‘Jouw <strong>broertje</strong> <strong>is</strong> <strong>Turk</strong>?’<br />

Peter: ‘Ja, hij gaat, hij gaat, hij gaat om met <strong>Turk</strong>en.<br />

Leert hij allemaal van die, ja, noemen ze straattaal,<br />

maar ik noem het <strong>Turk</strong>s, dus ja.’<br />

Uit ons onderzoek <strong>in</strong> ’s-Hertogenbosch komt het<br />

volgende voorbeeld, uit een gsm-gesprek waarvan<br />

we met slechts een spreker kunnen meelu<strong>is</strong>teren:<br />

Nesli <strong>in</strong> ’s-Hertogenbosch: ‘Ewa koelie…ewa dreri,<br />

hoe izzie?’ (…gsm…) ‘Oh god, jongen.’ (…gsm…)<br />

‘Eeh gabbuh, hoe izzie jonguh, dreri?’<br />

Nesli <strong>is</strong> geboren en getogen <strong>in</strong> ’s-Hertogenbosch<br />

en heeft ouders die <strong>in</strong> <strong>Turk</strong>ije zijn geboren. Koelie<br />

(‘sjouwer, dagloner’) <strong>is</strong> een woord dat hier gebruikt<br />

wordt als geuzennaam, maar dat eigenlijk een<br />

negatieve, denigrerende term <strong>is</strong> voor een andere<br />

etn<strong>is</strong>che groeper<strong>in</strong>g, namelijk mensen van H<strong>in</strong>doestaanse<br />

of Indones<strong>is</strong>che orig<strong>in</strong>e. Voorts gebruikt<br />

de spreker een opvallend stemhebbende medekl<strong>in</strong>ker<br />

<strong>in</strong> de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g izzie (‘<strong>is</strong> ie’) en klemtoon <strong>in</strong><br />

de laatste lettergreep van gabber en jongen waarbij<br />

de medekl<strong>in</strong>kers aan het woorde<strong>in</strong>de worden<br />

weggelaten. Tot slot v<strong>in</strong>den we twee Arab<strong>is</strong>che<br />

woorden <strong>in</strong> deze uit<strong>in</strong>g: ewa (dat zich nog het best<br />

laat omschrijven met ‘hé’) en dreri (‘jongen’). Dit<br />

<strong>is</strong> een typ<strong>is</strong>ch geval van multi-etnolect, waarbij<br />

wordt geput uit verschillende immigrantentalen.<br />

Hier wordt niet bij wijze van fout teruggevallen<br />

op de moedertaal. Arab<strong>is</strong>ch <strong>is</strong> niet de moedertaal<br />

<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />

van Nesli, dat <strong>is</strong> immers <strong>Turk</strong>s. Dat ook Nesli termen<br />

uit andere talen dan het Nederlands of het<br />

<strong>Turk</strong>s gebruikt, sluit mooi aan bij onderzoek van<br />

Leonie Cornips en V<strong>in</strong>cent de Rooij <strong>in</strong> Rotterdam,<br />

waar Sur<strong>in</strong>aamse jongens termen uit het Papiamento,<br />

de taal van Antillianen, <strong>in</strong> hun straattaal gebruiken.<br />

Volgens Cornips en De Rooij zijn Sur<strong>in</strong>amers<br />

en <strong>Turk</strong>en veel m<strong>in</strong>der negatief <strong>in</strong> het nieuws dan<br />

Marokkanen en Antillianen, en worden die laatste<br />

allochtone jongerengroepen dus meer beschouwd<br />

als buiten de samenlev<strong>in</strong>g geplaatst. Dat geeft<br />

ze een stoerder imago. Zodoende gaan <strong>Turk</strong>en en<br />

Sur<strong>in</strong>amers andere allochtone talen gebruiken,<br />

de meest stereotiepe allochtone talen. Daarmee<br />

kun je als gekleurde jongen een stoere identiteit<br />

beter uiten dan <strong>in</strong> de eigen taal, van de ‘brave’<br />

<strong>Turk</strong>se allochtonen.<br />

Overigens gebruikt Nesli ook Bossche dialectvormen<br />

zoals zeetie (‘zei hij’) en ocherm (‘och arme’)<br />

die zo opvallend zijn dat ze denkelijk niet per ongeluk<br />

worden gebruikt. Het lijken eerder lokale,<br />

zelfs gestigmat<strong>is</strong>eerde dialectvormen die expres<br />

worden <strong>in</strong>gezet. Dat <strong>is</strong> opvallend, ook omdat hij<br />

als deelnemer aan het onderzoek <strong>in</strong> de enquête<br />

rapporteert dialect helemaal niet stoer te v<strong>in</strong>den.<br />

Hij zegt het overigens ook niet plat of slordig te<br />

v<strong>in</strong>den. Op deze wijze mixt Nesli zijn Nederlands<br />

met Arab<strong>is</strong>ch en Bosch, en spreekt hij bovendien<br />

soms met een allochtoon accent en met kromme<br />

z<strong>in</strong>nen, die onvolledige tweedetaalverwerv<strong>in</strong>g<br />

typeren. Maar <strong>in</strong> de hele opname (met een duur<br />

van 20 m<strong>in</strong>uten) spreekt hij opvallend genoeg<br />

geen woord <strong>in</strong> het <strong>Turk</strong>s. We kunnen dit typeren<br />

als superdiversiteit: taalgebruik en cultuuruit<strong>in</strong>gen<br />

volgen niet langer het patroon van bekende waarden<br />

van nationaliteit, etniciteit en lokaliteit.<br />

Hier <strong>is</strong> geen sprake van authentiek lokaal taalgebruik<br />

volgens de geaccepteerde normen van een<br />

gemeenschap, zoals <strong>in</strong> de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g van deze bijdrage<br />

werd beschreven. Integendeel, er wordt gespeeld<br />

met taal. Het <strong>is</strong> een creatief en non-conform<strong>is</strong>t<strong>is</strong>ch<br />

proces, waartoe ook het moedwillig fouten maken


om etnolectgebruik te suggereren, behoort. De<br />

situatie <strong>is</strong> niet stat<strong>is</strong>ch of uniek, naar gelang<br />

context en groep worden taalgebruik en sociaal<br />

gedrag constant aangepast. Daarbij lijkt het concept<br />

authenticiteit telkens opnieuw <strong>in</strong>gevuld te<br />

worden. Het gaat niet langer om de beheers<strong>in</strong>g<br />

van het lokale dialect of het correct spreken van<br />

een immigrantentaal: authenticiteit wordt naar<br />

gelang context en groep bepaald. Daarbij kunnen<br />

elementen uit diverse repertoires <strong>in</strong> het taalgebruik<br />

worden <strong>in</strong>gezet, ook al zijn die repertoires niet verbonden<br />

aan traditionele waarden als etniciteit,<br />

nationaliteit of lokaliteit.<br />

<strong>Brabant</strong>s verdwijnt niet<br />

Als we naar het profiel van hedendaagse jongeren<br />

uit Noordoost-<strong>Brabant</strong> kijken aan de hand van hun<br />

achtergrondkenmerken, sociale karakter<strong>is</strong>tieken<br />

en talige kenmerken, dan zien we een aantal voor<br />

(Foto: Moshiano)<br />

de hand liggende parallellen. Zo zijn Melv<strong>in</strong>, John<br />

en hun kameraad Thijs (van wie <strong>in</strong> dit artikel geen<br />

citaten zijn opgenomen) drie vmbo-jongens die uit<br />

een kle<strong>in</strong> dorp (Mill) <strong>in</strong> Noordoost-<strong>Brabant</strong> komen,<br />

nog veel dialectkenmerken gebruiken en houden<br />

van motorcross, sleutelen en v<strong>is</strong>sen. Anderzijds <strong>is</strong><br />

Nesli een allochtone vmbo’er die opgroeit en schoolgaat<br />

<strong>in</strong> de stad (’s-Hertogenbosch), houdt van kickboxen,<br />

hiphop en hardlopen, en op creatieve wijze<br />

allerlei taalrepertoires mixt. Maar we willen natuurlijk<br />

niet bijdragen aan stereotyper<strong>in</strong>g van jongeren.<br />

Het ligt wel <strong>in</strong> de lijn der verwacht<strong>in</strong>g dat jongeren<br />

naar aanleid<strong>in</strong>g van hun sociaal-culturele en talige<br />

kenmerken <strong>in</strong> bepaalde groepen geplaatst kunnen<br />

worden. Maar bepaalde sociaal-culturele kenmerken<br />

en talige kenmerken kunnen slechts zelden aan<br />

een bepaalde groep gekoppeld worden.<br />

Dat dialect zijn lokale kenmerken verliest, komt<br />

bij het belu<strong>is</strong>teren van jongeren <strong>in</strong> Noordoost-<br />

<strong>in</strong>brabant NUMMER 4 AUGUSTUS 2011 39


Literatuur<br />

n Leonie Cornips en V<strong>in</strong>cent de Rooij, Self<strong>in</strong>g and other<strong>in</strong>g through<br />

categories of race, place, and language among m<strong>in</strong>ority youths <strong>in</strong><br />

Rotterdam, The Netherlands. (2010, manuscript, nog niet gepu-<br />

bliceerd)<br />

n Cor Hoppenbrouwers, Het regiolect. Van dialect tot algemeen<br />

Nederlands. (Cout<strong>in</strong>ho. Muiderberg, 1990)<br />

n Roeland van Hout, ‘Streektaal plus: waarom <strong>is</strong> de streektaal goed<br />

voor k<strong>in</strong>deren? De voor- en nadelen van meertaligheid voor jon-<br />

geren/k<strong>in</strong>deren, hun taalontwikkel<strong>in</strong>g en de rol van de streek-<br />

taal.’ (André Hottenhu<strong>is</strong>lez<strong>in</strong>g, 30 maart 2011)<br />

n Paul Mutsaers en Jos Swanenberg, Ewa dreri hoe izzie? Raden<br />

raad raad wie ik ben. Language Variety and Identity among<br />

Adolescents <strong>in</strong> North <strong>Brabant</strong>.(Work<strong>in</strong>g Paper Tilburg Univer-<br />

sity, Tilburg, 2010)<br />

n Jos Swanenberg en Jolijn Meulepas, Het nieuwe <strong>Brabant</strong>s. Een<br />

onderzoek naardiversiteit <strong>in</strong> taal en cultuur onder jongeren <strong>in</strong><br />

Noordoost-<strong>Brabant</strong> (2011, manuscript, nog niet gepubliceerd)<br />

n www.ed.nl/specials/meebuurten: Documentaire ‘Boks Ouwe’ van<br />

Daan Willemsen.<br />

40<br />

<strong>Brabant</strong> duidelijk naar voren. Toch blijven we veel<br />

regionale kenmerken v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> het taalgebruik.<br />

De jongerentaal <strong>in</strong> Noordoost-<strong>Brabant</strong> kan gekarakter<strong>is</strong>eerd<br />

worden als een breed spectrum van<br />

regionale variatie, met opvallende en veel m<strong>in</strong>der<br />

opvallende dialectkenmerken, waar<strong>in</strong> de meeste<br />

variatie waar te nemen <strong>is</strong> <strong>in</strong> het klankenpalet en<br />

<strong>in</strong> de woordenschat. Verscheidenheid <strong>in</strong> het klankenpalet<br />

<strong>is</strong> vaak terug te voeren op het dialect, <strong>in</strong><br />

de z<strong>in</strong> van het authentieke, lokale dialect ofwel<br />

van de jongere variëteit die <strong>in</strong> een groter gebied<br />

gebezigd wordt, bijvoorbeeld da of dè voor ‘dat’,<br />

zien voor ‘zijn’ of hee voor ‘heeft’. Verscheidenheid<br />

<strong>in</strong> de woordenschat <strong>is</strong> veel m<strong>in</strong>der vaak terug<br />

te voeren op het dialect, zoals wel het geval <strong>is</strong> bij<br />

<strong>in</strong>brabant TIJDSCHRIFT VOOR BRABANTS HEEM EN ERFGOED<br />

daar…af voor ‘daar…van’. De woordenschat wordt<br />

meer beïnvloed door Engelse en Nederlandse<br />

vloek- en scheldwoorden (st<strong>in</strong>kface, kutgast),<br />

bijwoorden van graad (fokk<strong>in</strong>g gaaf, super vet) en<br />

woorden die afkeur<strong>in</strong>g of waarder<strong>in</strong>g aanduiden<br />

(da suckt, vette vent).<br />

De factoren waaraan dialectverlies over het algemeen<br />

wordt toegeschreven, zijn ook de factoren<br />

die nieuwe taalvariatie mogelijk maken. Die factoren<br />

zijn onder andere het onderwijs, de media en<br />

verstedelijk<strong>in</strong>g. In de loop van de tw<strong>in</strong>tigste eeuw<br />

deden de kwaliteitsverbeter<strong>in</strong>g van het onderwijs,<br />

maar ook het uitbannen van dialect <strong>in</strong> het onderwijs,<br />

de komst van telev<strong>is</strong>ie met als voertaal het<br />

Algemeen Beschaafd Nederlands en de verstedelijk<strong>in</strong>g,<br />

gepaard gaand met immigratie van ‘import’-<br />

Nederlanders uit andere regio’s die geen <strong>Brabant</strong>s<br />

dialect spraken, dat <strong>Brabant</strong>se dialect afnemen<br />

<strong>in</strong> gebruik. In het laatste decennium hebben het<br />

m<strong>in</strong>der correctief optreden <strong>in</strong> het schoolvak<br />

Nederlands, het meer <strong>in</strong>formele telev<strong>is</strong>ieaanbod<br />

(vooral op de commerciële zenders) en het opgroeien<br />

van k<strong>in</strong>deren van allochtonen met elkaar<br />

en met autochtone k<strong>in</strong>deren, ju<strong>is</strong>t de weg vrij gemaakt<br />

voor nieuwe vormen van diversiteit <strong>in</strong> taal<br />

en cultuur. Taalvariatie bestaat dan niet langer<br />

uit lokale verscheidenheid, maar wordt bepaald<br />

door plaatsen van handel<strong>in</strong>g, of liever nog, door<br />

de mensen die die communicatieve handel<strong>in</strong>gen<br />

uitvoeren. Wat je praat en hoe je kl<strong>in</strong>kt hangt<br />

voor jongeren dus vooral af van waar en met wie<br />

je bent. Zo blijven taalvariëteiten verbonden met<br />

bepaalde plaatsen, al zijn dat niet langer buurten,<br />

wijken of dorpjes, maar schoolklassen, kant<strong>in</strong>es<br />

of hangplekken. Het <strong>Brabant</strong>s verdwijnt niet, het<br />

gaat met zijn tijd mee.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!