Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Multidisciplinaire richtlijn Cardiovasculair ... - Diliguide
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
nele preventie van HVZ door uitbreiding van het laboratoriumonderzoek met andere<br />
risicofactoren (onder andere non-HDL, triglyceriden 1,7-5 mmol/l, VLDL, IDL,<br />
lipoproteïne a, apolipoproteïnen, high sensitivity CRP, homocysteïne, trombogene<br />
factoren) is tot dusver onvoldoende aangetoond om deel uit te maken van het risicoprofiel.<br />
Ook wordt voor het risicoprofiel routinematig meten van vaateigenschappen<br />
(onder andere enkel-armindex, centrale bloeddruk, arteriële stijfheid,<br />
intima-mediadikte) en het gebruik van beeldvormende technieken (onder andere<br />
elektrocardiografie, echocardiografie, coronaire kalkscore) niet geadviseerd (Graham<br />
2007). Als additionele risico-informatie al beschikbaar is, kan deze informatie<br />
alleen worden gebruikt als een argument om al dan niet met medicamenteuze<br />
behandeling te starten bij de categorie patiënten met een 10-jaarsrisico op HVZ van<br />
10% tot 20% (zie paragraaf 3.2).<br />
Noot 11. Schatten van de nierfunctie op basis van serumcreatinine (en (micro)<br />
albumine)<br />
De meeste laboratoria in Nederland zijn inmiddels overgegaan op het schatten van de<br />
glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) op basis van serumcreatinine, leeftijd, geslacht<br />
en etniciteit (de zogenoemde 4-variabelen-MDRD-formule) (Levey 2006). De formule<br />
van Cockcroft en Gault is vrijwel geheel in onbruik geraakt. Bij een toegenomen<br />
spiermassa geeft de MDRD-formule een onderschatting van de eGFR. Verder kan de<br />
nierfunctie worden onderschat bij gebruik van bepaalde medicamenten (zoals cimetidine,<br />
trimethoprim en cotrimoxazol) en zware spierarbeid of bovengemiddelde<br />
vleesconsumptie voorafgaand aan de creatininebepaling. Bij personen met een laag<br />
lichaamsgewicht (40 tot 60 kg) of spieratrofie geeft de MDRD-formule een overschatting<br />
van de eGFR. De MDRD-formule is bij klaringen > 60 ml/min/1,73m 2 minder<br />
betrouwbaar en wordt daarom vermeld als > 60 ml/min/1,73m 2 .<br />
Op 40-jarige leeftijd is de eGFR gemiddeld 80 ml/min/1,73m 2 . Vanaf deze leeftijd<br />
neemt de nierfunctie geleidelijk af met ongeveer 0,4 ml/min per jaar. Dit betekent dat<br />
een eGFR < 90 ml/min/1,73m 2 voor de leeftijd abnormaal kan zijn met langetermijnconsequenties.<br />
Tevens kan een eGFR < 60 ml/min/1,73m 2 bij een oudere voor de<br />
leeftijd normaal zijn. Dat neemt niet weg dat ook een fysiologisch verminderde nierfunctie<br />
consequenties heeft, bijvoorbeeld bij de dosering van via de nieren geklaarde<br />
medicatie. Chronische nierschade is gedefinieerd als een eGFR < 60 ml/min/1,73m 2<br />
bij personen < 65 jaar, of < 45 ml/min/1,73m 2 bij personen ≥ 65 jaar en/of persisterende<br />
(micro)albuminurie ≥ 3 maanden en/of persisterende en specifieke sedimentafwijkingen.<br />
Van microalbuminurie wordt gesproken bij 20 tot 200 mg/l albumine in<br />
een willekeurige portie urine. Macroalbuminurie is gedefinieerd als > 200 mg/l in een<br />
willekeurige portie urine.<br />
Een verlaagde eGFR en (micro)albuminurie wijzen op nefrogene hypertensie, terwijl<br />
hypokaliëmie kan wijzen mineralocorticoïde hypertensie.<br />
59 KENNISDOCUMENT