Trainen op de Indoor Rower.pdf - Concept2
Trainen op de Indoor Rower.pdf - Concept2
Trainen op de Indoor Rower.pdf - Concept2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TT<br />
rainen rainen<br />
<strong>op</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
Terry O’Neill, Keith Atkinson, Celia Atkinson ontwerp: Abigail Evans
<strong>Trainen</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
Oorspronkelijke titel ‘The <strong>Indoor</strong> Rowing Training Gui<strong>de</strong>’ geschreven door Terry O’Neill, Keith Atkinson, Celia Atkinson.<br />
Ontwerp: Abigail Evans. Vertaald door Alphons Hupsch, Rick Verbree, Susannah Chayes en Jacques Klok. Gepubliceerd door<br />
Concept 2. Alle rechten voorbehou<strong>de</strong>n. Reproductie in <strong>de</strong>len of geheel zon<strong>de</strong>r schriftelijke toestemming is verbo<strong>de</strong>n.<br />
Concept 2 Benelux Wenckebachweg Amsterdam.<br />
Tel 0 2 0 - 6 6 9 3 6 4 0 fax 0 2 0 - 6 6 9 2 4 7 6 e-mail info@concept2.nl website: www.concept2.nl
Wij wor<strong>de</strong>n regelmatig gevraagd trainingsadvies te geven voor basis conditietraining, wedstrij<strong>de</strong>n of revalidatie.<br />
Maar zoals ie<strong>de</strong>re coach of fitness instructeur je kan vertellen, is het maken van een trainingsschema niet<br />
makkelijk. Conditie, trainingsachtergrond, maximale hartslag, gezondheid en beschikbare tijd zijn maar enkele<br />
factoren waar je rekening mee dient te hou<strong>de</strong>n als je begint aan een trainingsprogramma.<br />
We hebben dit boek ontwikkeld om in <strong>de</strong>ze zaken inzicht te geven en er voor te zorgen dat je <strong>de</strong> juiste<br />
beslissingen neemt over je trainingen. Of je nu wilt afvallen, gewoon in conditie wilt blijven, wil trainen voor<br />
een wedstrijd of voor revalidatie, met dit boek kun je een verantwoord trainingsschema maken.<br />
We kunnen niet aan ie<strong>de</strong>rs behoefte voldoen maar hebben getracht om <strong>de</strong> basis principes van het maken van<br />
trainingsschema’s te geven. Zo is het voor ie<strong>de</strong>reen mogelijk zijn of haar eigen trainingsschema te maken.<br />
De <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> is een uiterst functioneel en veelzijdig apparaat en dit boek zal je in staat stellen om met<br />
vertrouwen trainingen te plannen die voor jou het best zijn.<br />
Voorwoord<br />
Waarschuwing: De informatie in dit boek is geen substituut voor medisch advies. De meeste programma’s vergen zware fysieke<br />
inspanning. Wij adviseren met klem om je te laten controleren door je arts voordat je begint met een trainingsprogramma.<br />
Concept 2 Benelux accepteert geen enkele verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor letsel als gevolg van <strong>de</strong> adviezen in dit boek.
Inhoud<br />
Deel 1 Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> 7<br />
1. Trainingsrichtlijnen ................................................................................8<br />
2. Stretchen............................................................................................10<br />
3. Techniek..............................................................................................18<br />
4. Het ont<strong>de</strong>kken en verhelpen van problemen ....................................22<br />
Deel 2 Trainingsrichtlijnen 27<br />
1. Fysiologie............................................................................................28<br />
2. Trainingsintensiteit..............................................................................33<br />
3. Fysiologische testen ..........................................................................38<br />
4. Uitgangspunten voor een individueel trainingsschema......................41<br />
5. Vaak gestel<strong>de</strong> vragen ........................................................................48<br />
Deel 3 Trainings Schema’s 51<br />
1. Schema richtlijnen ..............................................................................52<br />
2. Basale conditietraining........................................................................53<br />
3. ‘Nul schema’ ......................................................................................55<br />
4. Gewichtsregulatie ..............................................................................56<br />
5. 20 Minuten fitness ............................................................................59<br />
6. 40 Minuten fitness ............................................................................61<br />
7. <strong>Trainen</strong> voor 2000 meter wedstrij<strong>de</strong>n ................................................63<br />
8. Marathon training ..............................................................................68<br />
9. Cross training......................................................................................76
Inhoud<br />
Deel 4 Het Bijhou<strong>de</strong>n Van <strong>de</strong> Progressie 81<br />
1. Basis testen........................................................................................82<br />
2. Blokken test........................................................................................83<br />
3. Vaak gestel<strong>de</strong> vraag............................................................................86<br />
Deel 5 Appendix 87<br />
1. PM3 Display ......................................................................................88<br />
2. Luchtschuif en “drag factor”..............................................................92<br />
3. Snelheidstabel ....................................................................................93<br />
4. Gewichtscorrectie ..............................................................................94<br />
Deel 6 Begrippenlijst 95
Deel 1 :<br />
Effectief<br />
gebruik van <strong>de</strong><br />
<strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
1. Trainingsrichtlijnen<br />
2. Stretchen<br />
3. Techniek<br />
4. Het ont<strong>de</strong>kken en verhelpen van problemen
Deel 1 : Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
1. Trainingsrichtlijnen<br />
Je zult graag willen beginnen met een trainingsprogramma. Om verzekerd te zijn van een veilig en<br />
verantwoord gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> is het verstandig om voordat je begint met je trainingsprogramma<br />
<strong>de</strong>el 1 van dit boek goed door te lezen.<br />
Effectieve training<br />
‘The American College of Sports Medicine’ geeft <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> aanbevelingen voor <strong>de</strong> intensiteit en omvang<br />
van training, waarbij het ontwikkelen van een gezon<strong>de</strong> hart/long functie bij volwassenen voor<strong>op</strong> staat.<br />
• Kies voor een onon<strong>de</strong>rbroken, ritmische en aërobe activiteit waarbij grote spiergroepen wor<strong>de</strong>n gebruikt.<br />
• De duur bedraagt 20 tot 60 minuten continu.<br />
• Er moet regelmatig, 3 tot 5 keer per week getraind wor<strong>de</strong>n.<br />
• De intensiteit moet zo hoog zijn dat er een hartslag tussen 60-85% van je maximale hartfrequentie (HFM)<br />
wordt gehaald.<br />
• Twee keer in <strong>de</strong> week zou je een krachttraining van matige intensiteit moeten toevoegen.<br />
Veilige training<br />
<strong>Indoor</strong>roeien is een veilige en effectieve vorm van trainen. Als je een paar veiligheidsrichtlijnen in acht neemt,<br />
kan je een <strong>de</strong>gelijk fitnessprogramma met minimaal risico volhou<strong>de</strong>n. Check, voordat je start, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong><br />
zaken voor je eigen veiligheid:<br />
Persoonlijke gezondheid<br />
• Het is verstandig om een lichamelijke check-up te laten uitvoeren voordat je start met een<br />
trainingsprogramma.<br />
• Train nooit als je jezelf niet ‘lekker’ voelt.<br />
• Neem <strong>de</strong> tijd om een goe<strong>de</strong> techniek te ontwikkelen voordat <strong>de</strong> intensiteit wordt verhoogd.<br />
• Zorg voor elke training voor een goe<strong>de</strong> warming-up en cooling down.<br />
• Als je begint met een trainingsprogramma, ga dan niet te hard maar bouw het langzaam <strong>op</strong>.<br />
• Drink voldoen<strong>de</strong> water voor, tij<strong>de</strong>ns en na <strong>de</strong> training. Wacht niet tot je dorst hebt.<br />
• Probeer <strong>op</strong> <strong>de</strong> juiste intensiteit te trainen. We adviseren hierbij om <strong>op</strong> basis van je hartslag te trainen.<br />
<br />
• Hou een trainingsdagboek bij om je eigen progressie bij te hou<strong>de</strong>n en toekomstige<br />
trainingsprogramma’s te plannen.<br />
De roeimachine<br />
• Controleer of <strong>de</strong> handle, monorail en het bankje schoon zijn.<br />
• Zet <strong>de</strong> windschuif <strong>op</strong> <strong>de</strong> gewenste stand.<br />
• Plaats <strong>de</strong> handle in <strong>de</strong> handle-hou<strong>de</strong>r voordat <strong>de</strong> voeten in het voetenbord geplaatst wor<strong>de</strong>n.
Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> : Deel 1<br />
• Stel <strong>de</strong> voetsteunen zo in dat het riempje over <strong>de</strong> bal van je voet heen lo<strong>op</strong>t. Trek <strong>de</strong> riempjes goed aan.<br />
• Trek <strong>de</strong> handle recht naar achteren met twee han<strong>de</strong>n. Roei niet met één hand.<br />
• Hou kleren, haar en vingers weg van <strong>de</strong> bankrollers.<br />
• Als je klaar bent met <strong>de</strong> training, plaats je <strong>de</strong> handle in <strong>de</strong> handle-hou<strong>de</strong>r. Vervolgens haal je je voeten uit <strong>de</strong><br />
voetsteunen en plaats je <strong>de</strong> handle terug tegen <strong>de</strong> monitorhou<strong>de</strong>r.<br />
• Zorg er altijd voor dat <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> goed wordt on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n.<br />
Warming-up<br />
Het doel van een warming-up is om <strong>de</strong> sporter zowel fysiek als mentaal voor te berei<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> training of<br />
wedstrijd. Zodra het lichaam gaat bewegen begint het adrenaline aan te maken waardoor <strong>de</strong> hartslag omhoog<br />
gaat en <strong>de</strong> bloedvaten zich verwij<strong>de</strong>n. Dit verhoogt <strong>de</strong> temperatuur en verbetert <strong>de</strong> elasticiteit van <strong>de</strong> spieren.<br />
De kans <strong>op</strong> blessures zal hierdoor afnemen en <strong>de</strong> snelheid waarmee zuurstof en enzymen getransporteerd<br />
wor<strong>de</strong>n zal wor<strong>de</strong>n verhoogd waardoor het reactievermogen verbetert.<br />
Welke warming-up te gebruiken voor een training hangt af van het type training. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> warming-up roei je<br />
rustig met een hartslag van 2 keer je rusthartslag. De duur van <strong>de</strong> warming-up hangt af van het type training<br />
dat er gedaan wordt. Zie <strong>de</strong> tabel hieron<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> aanbevolen tij<strong>de</strong>n.<br />
Tabel 1.1<br />
Notities:<br />
Cooling-down<br />
Warming-up/cooling-down tij<strong>de</strong>n voor trainingen<br />
Type training* warming-up cooling-down<br />
UT2 5-8 min 5-8 min<br />
UT1 8-10 min 8-10 min<br />
* uitleg in tabel 2.1, blz. 36 "<br />
AT 10-12 min 10-12 min<br />
TR 12-15 min 12-15 min<br />
AN 15-20 min 15-20 min<br />
Een cooling-down is net als een warming-up een belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van ie<strong>de</strong>re training. Het doel van een<br />
cooling-down is om een lichte beweging te hou<strong>de</strong>n zodat het lichaam in staat is om zuurstof door <strong>de</strong><br />
vermoei<strong>de</strong> spieren te pompen. Hierdoor wordt ook melkzuur afgevoerd zodat spierpijn verme<strong>de</strong>n wordt.
Deel 1 : Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
2. Stretchen<br />
Stretchen (=rekken) is een essentieel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van elke training. Wij adviseren om aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
warming-up een aantal rekoefeningen te doen, voorafgaand aan het leeuwen<strong>de</strong>el van je training. Uitein<strong>de</strong>lijk<br />
sluit je <strong>de</strong> training na <strong>de</strong> cooling-down af met een twee<strong>de</strong> serie rekoefeningen.<br />
Richtlijnen bij het stretchen<br />
• stretchen is belangrijk voor het vergroten van <strong>de</strong> flexibiliteit (lenigheid). Het is belangrijk door te gaan met<br />
het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van je lenigheid ongeacht welk trainingsniveau je bereikt hebt.<br />
• Het kost tijd om dui<strong>de</strong>lijke vooruitgang te boeken met rekoefeningen dus kies een paar eenvoudige<br />
oefeningen waarmee je elke spiergroep begint te stretchen. Voer het aantal oefeningen gelei<strong>de</strong>lijk <strong>op</strong>. Laat<br />
je spieren gelei<strong>de</strong>lijk wennen aan steeds meer rek.<br />
• Het is wenselijk om zowel voor als na <strong>de</strong> training te stretchen, maar stretch pas nadat <strong>de</strong> spieren zijn<br />
<strong>op</strong>gewarmd door licht te roeien. Je kunt ook een trainingspak of iets vergelijkbaars dragen tij<strong>de</strong>ns het<br />
stretchen om je spieren warm te hou<strong>de</strong>n.<br />
• Let <strong>op</strong> dat je rustig stretcht, zon<strong>de</strong>r heftige, schokken<strong>de</strong> of veren<strong>de</strong> bewegingen. Begin heel langzaam<br />
aan <strong>de</strong> beweging en ga door tot een goed “rek-gevoel” (“passieve spanning”) ontstaat. Rekken mag geen<br />
pijn doen.<br />
• Stretchposities geduren<strong>de</strong> 10-25 secon<strong>de</strong>n aanhou<strong>de</strong>n. Kom altijd rustig terug uit elke stretchhouding.<br />
• Probeer <strong>de</strong> spier die je rekt helemaal te ontspannen en zorg er voor dat je bei<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n van het lichaam<br />
evenveel stretcht.<br />
• Stretchen is geen wedstrijd. Vergelijk je vooruitgang niet met die van an<strong>de</strong>ren, want te ver rekken kan<br />
blessures <strong>op</strong>leveren. Voor mensen die hypermobiel zijn (superlenig) kan het stretchen uit het<br />
trainingsprogramma gehaald wor<strong>de</strong>n.<br />
• Hoewel het ou<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n stijfheid en afnemen<strong>de</strong> beweeglijkheid met zich mee brengt, kan een geregeld<br />
stretch programma, met name yoga, voor verbetering kan zorgen.
Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> : Deel 1<br />
Warming-up Stretches<br />
Hieron<strong>de</strong>r staat een serie warming-up stretch oefeningen die heel geschikt zijn voor indoor roeien. Een aantal<br />
hiervan kunnen ook <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> gedaan wor<strong>de</strong>n. De oefeningen zijn meestal alleen van rechts gezien<br />
afgebeeld.<br />
1. Nek strekkers – buig je kin naar<br />
<strong>de</strong> borst<br />
4. Draai je hoofd <strong>op</strong>zij terwijl je het<br />
recht <strong>op</strong> houdt. N.B. als een van<br />
<strong>de</strong>ze oefeningen duizeligheid<br />
veroorzaakt, raadpleeg dan een<br />
dokter.<br />
2. Nek buigers – buig je hoofd naar<br />
achteren<br />
5. Triceps (voorkant) Plaats je<br />
rechter hand achter je nek. Trek<br />
met je linker hand je rechter<br />
elleboog (omhoog)<strong>op</strong>zij zodat je<br />
het voelt ‘rekken’.<br />
3. Buig het hoofd <strong>op</strong>zij zon<strong>de</strong>r het<br />
te draaien<br />
5. Triceps (achter aanzicht).
Deel 1 : Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
6. Biceps en borst – strek bei<strong>de</strong><br />
armen achter je. Hou ellebogen<br />
gestrekt en <strong>de</strong> duimen naar<br />
bene<strong>de</strong>n. (Als je <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n ineen<br />
kunt slaan gaat dit mogelijk<br />
makkelijker).<br />
9. Bovenlichaam – Met je voeten <strong>op</strong><br />
schou<strong>de</strong>rbreedte strek je je<br />
rechter hand recht naar boven en<br />
daarna naar links<br />
7. Pols buigers - Buig met een<br />
rechte elleboog je hand naar<br />
achteren. Vingers recht<br />
10. Quadriceps (van <strong>op</strong>zij) – hou<br />
balans met je linker arm en trek<br />
met je rechter hand je voet naar<br />
je billen toe. Hou je benen bij<br />
elkaar.<br />
8. Pols strekkers - Buig met een<br />
rechte elleboog je hand naar<br />
bene<strong>de</strong>n. Vingers gebogen.<br />
10. Quadriceps (van voren).
Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> : Deel 1<br />
11. Hamstrings – Sta met je voeten bij elkaar (of licht gespreid)<br />
en buig vanuit je heupen naar voren met een rechte rug.<br />
On<strong>de</strong>rsteun jezelf met je armen tegen je benen.<br />
13. Binnenkant dijbeen – Met gesprei<strong>de</strong> benen, je rechter been<br />
gestrekt hou<strong>de</strong>n, door je linkerknie zakken.<br />
15. Kuit en heupbuiger – Sta met je voeten uit elkaar. Rechter<br />
been gestrekt en buig je linker knie boven je voet. Hou bei<strong>de</strong><br />
hielen <strong>op</strong> <strong>de</strong> grond<br />
12. Hamstrings met nadruk <strong>op</strong> <strong>de</strong> bovenkant – kruis <strong>de</strong> benen en<br />
herhaal oefening 11.<br />
14. Heup buigers en hamstrings – voeten uit en voor elkaar en je<br />
linker knie naar <strong>de</strong> grond laten wijzen. Bovenlichaam recht en<br />
licht naar achteren. Knie van het gebogen been niet voorbij <strong>de</strong><br />
tenen van <strong>de</strong> voet van het gebogen been.<br />
16. Rug en buik – Voeten <strong>op</strong> schou<strong>de</strong>rbreedte, je han<strong>de</strong>n <strong>op</strong> je<br />
heupen en je rug hol maken. Niet met je heupen naar voren<br />
buigen.
Deel 1 : Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
Veel oefeningen zijn ook <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> te doen.<br />
17. Bovenlichaam<br />
19. Nek strekkers<br />
21. Opzij draaien hoofd<br />
18. Triceps<br />
20. Nek buigers<br />
22. Zijkant nek
23. Quadriceps<br />
Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> : Deel 1<br />
24. Kuitspier<br />
25. Hamstrings 26. Biceps en borst<br />
27. Pols strekkers<br />
28. Schou<strong>de</strong>rs – voeten plat <strong>op</strong> <strong>de</strong> vloer, lichtjes <strong>de</strong> monitor<br />
vasthou<strong>de</strong>n en het bankje zachtjes naar achteren rollen totdat<br />
je het voelt ‘rekken’ tussen <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rbla<strong>de</strong>n.
Deel 1 : Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
Cool-down Stretches<br />
Hieron<strong>de</strong>r staan een aantal stretches die geschikt zijn voor een cooling-down. Deze moeten aan het eind van<br />
een training uitgevoerd wor<strong>de</strong>n. Let er<strong>op</strong> dat je niet <strong>op</strong> een kou<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgrond gaat liggen. Dan kan je teveel<br />
afkoelen.<br />
1. On<strong>de</strong>rrug en hamstrings; ga <strong>op</strong> je rug liggen, knieën gebogen<br />
en voeten plat <strong>op</strong> <strong>de</strong> vloer, grijp om <strong>de</strong> knieën en trek <strong>de</strong><br />
bovenbenen naar je borst.<br />
3. Rotatie liggend met gebogen knie; borst, zijkant buikspieren<br />
en billen. Begin als in oefening 2. Pak <strong>de</strong> knie vast met <strong>de</strong><br />
linker hand en laat <strong>de</strong> knie over het lichaam heen draaien tot<br />
aan <strong>de</strong> vloer.<br />
2. Rotatie liggend; borst, zijkant buikspieren en hamstrings. Ga<br />
<strong>op</strong> je rug liggen, armen gestrekt <strong>op</strong>zij. Buig <strong>de</strong> rechter knie en<br />
breng hem rustig naar links. Strek nu rustig <strong>de</strong> rechterknie tot<br />
het punt waar<strong>op</strong> je rek voelt. Hou hoofd, schou<strong>de</strong>rs en armen<br />
plat <strong>op</strong> <strong>de</strong> vloer.<br />
4. Strekken; oefening ter verzorging van <strong>de</strong> rug en voor het<br />
rekken van <strong>de</strong> rechte buikspieren. Ga <strong>op</strong> je buik liggen, plaats<br />
je han<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs met <strong>de</strong> vingers naar voren.<br />
Strek nu <strong>de</strong> armen zover als je rug het toelaat, terwijl <strong>de</strong><br />
heupen <strong>op</strong> <strong>de</strong> vloer blijven liggen en billen en hamstrings<br />
ontspannen blijven.
Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> : Deel 1<br />
5. Schou<strong>de</strong>rs en zijkant van <strong>de</strong> rug; ga <strong>op</strong> knieën en han<strong>de</strong>n<br />
zitten, armen gestrekt en licht gespreid voor je uit. Breng je<br />
borst naar <strong>de</strong> vloer terwijl heupen <strong>op</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plek blijven.<br />
7. Romp; ga <strong>op</strong> je rug liggen met <strong>de</strong> linker knie gebogen. Zet je<br />
rechter hiel <strong>op</strong> je linker knie. Pak nu <strong>de</strong> rechter dij achterlangs<br />
vast en trek hem richting borst.<br />
6. Romp en billen; ga recht<strong>op</strong> zitten <strong>op</strong> <strong>de</strong> vloer, kruis <strong>de</strong> rechter<br />
voet over <strong>de</strong> linker en schuif <strong>de</strong> hiel van <strong>de</strong> rechter voet naar<br />
je toe. Zet je rechter hand achter je heup. Plaats je linker hand<br />
<strong>op</strong> <strong>de</strong> buitenkant van <strong>de</strong> rechter knie om <strong>de</strong> rek aan te<br />
brengen. Draai het hoofd, zodat je over <strong>de</strong> linker schou<strong>de</strong>r<br />
kijkt. N.B. hou <strong>de</strong> rechter bil goed <strong>op</strong> <strong>de</strong> grond.<br />
8. Hamstrings; ga <strong>op</strong> <strong>de</strong> grond zitten, buig <strong>de</strong> linker knie en laat<br />
<strong>de</strong> hiel richting <strong>de</strong> binnenkant van <strong>de</strong> rechter dij glij<strong>de</strong>n. Hou<br />
je rug recht en buig naar voren vanuit <strong>de</strong> heupen, waarbij je<br />
romp richting rechter dijbeen wordt gebracht.<br />
9. Hamstrings; ga <strong>op</strong> je rug liggen, til het rechter been <strong>op</strong><br />
met <strong>de</strong> knie gebogen totdat <strong>de</strong> heup een rechte hoek<br />
maakt met je lichaam. Pak <strong>de</strong> achterkant van het been<br />
vast en strek nu rustig <strong>de</strong> knie, totdat er een rekgevoel<br />
ontstaat.
Deel 1 : Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
3. Techniek<br />
Inleiding<br />
Goed en efficiënt trainen vergt een goe<strong>de</strong> techniek. De <strong>de</strong>finitie van techniek is “dat wat nodig is voor het<br />
goed uitvoeren van een taak”. Voor indoorroeien een gemakkelijke <strong>op</strong>gave, namelijk het roeien van een<br />
afstand in een zo kort mogelijke tijd. Dit betekent niet dat <strong>de</strong> atleet die <strong>de</strong> snelste tijd roeit ook <strong>de</strong> beste<br />
techniek heeft. Gekeken moet wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> fysieke en technische mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> atleet en <strong>de</strong><br />
efficiëntie van <strong>de</strong> prestatie.<br />
Het ontwikkelen van een goe<strong>de</strong> techniek is in drie fases <strong>op</strong> te bouwen.<br />
Cognitieve fase<br />
Je begint met <strong>de</strong> cognitieve fase van het leren. Hierin ontwikkel je motorische vaardighe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong><br />
van <strong>de</strong> beweging te verbeteren. Spieren reageren <strong>op</strong> elektrische impulsen vanuit <strong>de</strong> hersenen. Door het<br />
veelvuldig herhalen van <strong>de</strong> beweging ontwikkel je een sterk, specifiek neurologisch bewegingspatroon, dat<br />
<strong>de</strong>ze impulsen “vervoert”. Door <strong>de</strong> beweging van <strong>de</strong> roeihaal in stukken te <strong>de</strong>len en elk van <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>len te<br />
trainen kun je het beste je spieren trainen. Vervolgens train je <strong>de</strong> <strong>de</strong>len achter elkaar zodat er gelei<strong>de</strong>lijk een<br />
hele haal gemaakt wordt.<br />
Functionele fase<br />
In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> fase, het functionele stadium, ligt <strong>de</strong> nadruk vooral <strong>op</strong> <strong>de</strong> gewenning van <strong>de</strong> spieren aan <strong>de</strong><br />
hoeveelheid, lengte en snelheid van <strong>de</strong> trainingen.<br />
Autonome fase<br />
De laatste fase is <strong>de</strong> autonome fase waarin <strong>de</strong> spieren weten welke rol zij hebben met betrekking tot <strong>de</strong> taak<br />
die verricht moet wor<strong>de</strong>n en er ontstaat een automatische beweging.<br />
Vaak wordt gedacht dat wanneer je dit niveau bereikt hebt, je <strong>de</strong> roeibeweging beheerst. In zekere zin kl<strong>op</strong>t dit<br />
wel, net zoals met bijvoorbeeld leren fietsen, waarvoor geldt: “eens geleerd nooit meer verleerd”. Er is echter<br />
wel een verschil tussen weten hoe je moet fietsen en het winnen van <strong>de</strong> Tour <strong>de</strong> France. Kortom: het volledig<br />
benutten van je mogelijkhe<strong>de</strong>n vergt meer dan een goe<strong>de</strong> conditie, je zult tevens je techniek moeten<br />
ontwikkelen. Echter het is erg makkelijk om teveel aandacht te schenken aan het verbeteren van je techniek.<br />
Wij adviseren je om je te concentreren <strong>op</strong> <strong>de</strong> belangrijkste aspecten van <strong>de</strong> (roei)haal.<br />
Beentrap<br />
Aan het begin van <strong>de</strong> haal zijn je benen <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachten, die <strong>de</strong> handle naar achteren bewegen. Zorg<br />
ervoor dat het zitje, waar je <strong>op</strong> zit, gelijk met <strong>de</strong> handle naar achteren beweegt, zodat <strong>de</strong> benen gebruikt<br />
wor<strong>de</strong>n voor het verplaatsen van <strong>de</strong> handle en niet alleen voor het verplaatsen van <strong>de</strong> roeier.
Vaste romphouding<br />
Zorg ervoor dat <strong>de</strong> romp in een vaste houding naar achteren beweegt, zodat het duwen <strong>op</strong> het voetenbord<br />
direct omgezet wordt in het verplaatsen van <strong>de</strong> handle. Ongemerkt gaat dit vaak fout, zeker bij lage intensiteit,<br />
waarbij <strong>de</strong> romp een <strong>de</strong>el van het geleverd vermogen van <strong>de</strong> benen <strong>op</strong>neemt. Hoewel <strong>de</strong> romp en armen 50%<br />
van <strong>de</strong> afgeleg<strong>de</strong> afstand in een haal voor hun rekening nemen, leveren <strong>de</strong> benen 70% van het vermogen in<br />
een haal. Dit wordt veroorzaakt doordat <strong>de</strong> weerstand in het begin van <strong>de</strong> haal het grootste is en afneemt naar<br />
het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> haal. Een goe<strong>de</strong> techniek betekent het gebruiken van <strong>de</strong> sterkste spiergroepen in <strong>de</strong> benen<br />
voor <strong>de</strong> grootste weerstand en <strong>de</strong> snellere spieren in <strong>de</strong> armen voor een snellere Finish.<br />
Naast <strong>de</strong> technische ontwikkeling van training kennen we nog twee belangrijke aspecten van training, namelijk<br />
fysieke en mentale ontwikkeling. Dit zijn drie afhankelijke factoren want wanneer één van <strong>de</strong> drie achterblijft in<br />
ontwikkeling geeft dit een slechtere prestatie. Dit betekent dat je bijvoorbeeld eerst <strong>de</strong> beslissing moet nemen<br />
om te gaan trainen, zodat je <strong>de</strong> fysieke conditie kunt gaan verbeteren. Dit is dui<strong>de</strong>lijk een mentaal aspect, dat<br />
nodig is om te blijven trainen als het moeilijker of zwaar<strong>de</strong>r wordt. Naarmate je langer en meer traint komt <strong>de</strong><br />
nadruk te liggen <strong>op</strong> het omzetten van je mogelijkhe<strong>de</strong>n in het verbeteren van je tij<strong>de</strong>n. De focus verschuift dan<br />
van je lichaamshouding naar wat er gebeurt <strong>op</strong> <strong>de</strong> display. Een tip om voor jezelf een verbetering in je techniek<br />
waar te nemen is snelheid. In alle trainingszones stel je een snelheid vast en tracht je die met een constant<br />
tempo vol te hou<strong>de</strong>n. Dit kan alleen met een goe<strong>de</strong> techniek. Als je gelijktijdig je snelheid, tempo en<br />
hartfrequentie kunt beheersen, ontwikkel je <strong>de</strong> drie eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> aspecten van training: mentaal, fysiek<br />
en technisch.<br />
Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> : Deel 1
Deel 1 : Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
De finish<br />
• De benen zijn plat.<br />
• De handle is bij het lichaam getrokken en wordt losjes vastgehou<strong>de</strong>n.<br />
• Het bovenlichaam leunt lichtjes naar achteren.<br />
• De ellebogen zijn net voorbij het lichaam getrokken. De on<strong>de</strong>rarmen zijn horizontaal en <strong>de</strong> polsen zijn vlak.<br />
• De schou<strong>de</strong>rs zijn ontspannen<br />
De recover<br />
• De benen zijn plat.<br />
• Strek <strong>de</strong> armen naar voren.<br />
• Beweeg het bovenlichaam naar voren over <strong>de</strong> heupen heen zodra <strong>de</strong> armen gestrekt zijn.<br />
• Kom met <strong>de</strong> knieën naar voren zodat het bankje volledig naar voren rolt.<br />
• De houding van je armen en rug blijft gelijk geduren<strong>de</strong> het naar voren rollen. De volgor<strong>de</strong> is armen,<br />
bovenlichaam en dan glij<strong>de</strong>n.
Het begin<br />
De haal<br />
Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> : Deel 1<br />
• De armen zijn volledig gestrekt en ontspannen.<br />
• Druk nu <strong>de</strong> benen naar bene<strong>de</strong>n.<br />
• Als <strong>de</strong> benen bijna volledig gestrekt zijn beweegt <strong>de</strong> rug mee naar achteren.<br />
• Pas <strong>op</strong> het laatste stuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> armen gebruikt, trek <strong>de</strong> handle door naar het lichaam, on<strong>de</strong>rarmen<br />
horizontaal en <strong>de</strong> polsen vlak.<br />
• Trek <strong>de</strong> ellebogen langs het lichaam<br />
• De armen zijn volledig gestrekt en ontspannen.<br />
• Trap met <strong>de</strong> benen naar achteren en ga dan met het bovenlichaam naar achteren.<br />
• Hou <strong>de</strong> armen recht tot ze over <strong>de</strong> knieën gaan.<br />
• Trek <strong>de</strong> handle door tot aan het bovenlichaam.<br />
• Trek <strong>de</strong> ellebogen langs het lichaam met horizontale on<strong>de</strong>rarmen.
Deel 1 : Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
4. Het ont<strong>de</strong>kken en verhelpen van problemen<br />
Een goe<strong>de</strong> techniek is essentieel om efficiënt te roeien en het risico <strong>op</strong> blessures te vermin<strong>de</strong>ren. Om<br />
problemen te verhelpen en voorkomen staan hier <strong>de</strong> meest voorkomen<strong>de</strong> technische problemen en hun<br />
<strong>op</strong>lossingen.<br />
Fout Oplossing<br />
1. Roeien met kromme armen<br />
De roeier begint <strong>de</strong> haal door met <strong>de</strong> armen te trekken in plaats<br />
van met <strong>de</strong> benen te beginnen te trappen.<br />
2. Uitsteken<strong>de</strong> ellebogen<br />
De ellebogen van <strong>de</strong> roeier steken <strong>op</strong>zij bij <strong>de</strong> finish.<br />
De haal moet begonnen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> benen uit te trappen<br />
en <strong>de</strong> rug schrap te zetten. Hierbij blijven <strong>de</strong> armen recht en<br />
ontspannen.<br />
Trek <strong>de</strong> handle naar het lichaam. De polsen vlak en <strong>de</strong> ellebogen<br />
wor<strong>de</strong>n langs het lichaam getrokken met horizontale<br />
on<strong>de</strong>rarmen.
5. ‘Door het bankje trappen’<br />
Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> : Deel 1<br />
Fout Oplossing<br />
3. Kromme polsen<br />
Tij<strong>de</strong>ns verschillen<strong>de</strong> stadia van <strong>de</strong> haal kan men gekrom<strong>de</strong><br />
polsen zien.<br />
4. Te hoog <strong>op</strong>trekken en te ver doorvallen<br />
Bij <strong>de</strong> finish trekt <strong>de</strong> roeier <strong>de</strong> handle naar zijn kin en leunt te ver<br />
achterover.<br />
De benen trappen voordat <strong>de</strong> rug is schrap gezet, zodat <strong>de</strong><br />
kracht niet wordt overgebracht <strong>op</strong> <strong>de</strong> handle.<br />
Roei altijd met vlakke polsen. Contoleer <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns ie<strong>de</strong>r<br />
stadium van <strong>de</strong> roei-haal. Ga om het te verbeteren terug naar<br />
Deel 1 stap 2 - <strong>de</strong> beweging van <strong>de</strong> armen - Roeien vanuit <strong>de</strong><br />
finish houding met alleen <strong>de</strong> armen.<br />
Trek <strong>de</strong> handle naar het lichaam. De polsen vlak en <strong>de</strong> ellebogen<br />
langs het lichaam. On<strong>de</strong>rarmen horizontaal.<br />
De benen beginnen <strong>de</strong> haal terwijl <strong>de</strong> rug zich schrap zet met<br />
rechte armen. De kracht van <strong>de</strong> benen wordt direct <strong>op</strong> <strong>de</strong> handle<br />
overgebracht.
Deel 1 : Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong><br />
Fout Oplossing<br />
6. ‘Te vroeg met <strong>de</strong> rug komen’<br />
De roeier begint <strong>de</strong> haal door <strong>de</strong> rug naar achteren te zwaaien<br />
i.p.v. met <strong>de</strong> benen te trappen. Het gevolg is een krachteloze haal.<br />
7. Knieën komen te vroeg omhoog<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> recover glijdt <strong>de</strong> roeier al naar voren voordat <strong>de</strong><br />
handle over <strong>de</strong> knieën is. De roeier raakt of <strong>de</strong> knieën of tilt zijn<br />
han<strong>de</strong>n <strong>op</strong> over <strong>de</strong> knieën heen.<br />
8. Overstrekken<br />
Het lichaam wordt te ver naar voren gestrekt. De schenen<br />
kunnen ver<strong>de</strong>r dan verticaal komen en meestal gaat het hoofd<br />
ook omlaag in <strong>de</strong> richting van <strong>de</strong> voeten. Het lichaam is in een<br />
zwakke positie voor <strong>de</strong> haal.<br />
De benen beginnen <strong>de</strong> haal waarna het bovenlichaam naar<br />
achteren komt, terwijl <strong>de</strong> armen ontspannen en recht zijn.<br />
Onthoud <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> - han<strong>de</strong>n, bovenlichaam en dan glij<strong>de</strong>n.<br />
Nadat <strong>de</strong> armen volledig gestrekt zijn en het bovenlichaam naar<br />
voren gebogen is ga je naar voren glij<strong>de</strong>n. Hierbij blijven je armen<br />
en bovenlichaam in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> houding.<br />
De schenen zijn verticaal. Het bovenlichaam is tegen <strong>de</strong> benen<br />
gedrukt. Armen gestrekt en ontspannen, het bovenlichaam licht<br />
naar voren gebogen. Deze houding voelt ontspannen en<br />
comfortabel aan.
Effectief gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> : Deel 1<br />
Fout Oplossing<br />
9. Gespannen lichaam. Knijpen in <strong>de</strong> handle.<br />
Gespannen kaken, <strong>op</strong>getrokken schou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> roeier knijpt in<br />
<strong>de</strong> handle.<br />
10. Bovenlichaam naar <strong>de</strong> handle trekken<br />
Bij <strong>de</strong> finish trekt <strong>de</strong> roeier zichzelf naar <strong>de</strong> handle toe in plaats<br />
van <strong>de</strong> handle naar zich toe te trekken.<br />
Relax! Ontspan <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs, kaken los en hou <strong>de</strong> handle losjes<br />
vast.<br />
Bij <strong>de</strong> finish leunt <strong>de</strong> roeier licht naar achteren, houdt <strong>de</strong> benen<br />
recht en trekt <strong>de</strong> handle naar het lichaam waarbij het<br />
bovenlichaam stabiel blijft.
Deel 2 :<br />
Trainingsrichtlijnen<br />
1. Fysiologie<br />
2. Trainingsintensiteit<br />
3. Fysiologische testen<br />
4. Uitgangspunten voor een individueel<br />
trainingsschema<br />
5. Vaak gestel<strong>de</strong> vragen
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
1. Fysiologie<br />
Inleiding – waarom trainen?<br />
Het antwoord <strong>op</strong> bovenstaan<strong>de</strong> vraag is eenvoudig: veran<strong>de</strong>ringen in onze levensstijl volgen elkaar zo snel <strong>op</strong><br />
in <strong>de</strong> laatste, zeg 100 jaar, dat evolutionaire aanpassingen dit niet kunnen bijbenen. Wanneer we ons leven in<br />
<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne maatschappij vergelijken met dat van onze voorou<strong>de</strong>rs zie je een belangrijke verschuiving: een<br />
dui<strong>de</strong>lijke vermin<strong>de</strong>ring van fysieke activiteit en meer mentale stress. Juist <strong>de</strong>ze twee factoren, inactiviteit en<br />
stress vormen een do<strong>de</strong>lijke combinatie. Ze zijn grote veroorzakers van hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk<br />
en verschillen<strong>de</strong> vormen van kanker.<br />
Stress <strong>op</strong> zich is helemaal niet slecht. We hebben een zekere druk nodig om te presteren; echter te veel<br />
stress is niet goed, vooral als we daar geen invloed <strong>op</strong> hebben. Stress zet een aantal fysieke mechanismen in<br />
werking waarbij het lichaam verschillen<strong>de</strong> stoffen produceert. Gevolg hiervan is dat er in korte tijd zeer veel<br />
energie vrijgemaakt wordt, waardoor we ons vege lijf kunnen red<strong>de</strong>n, ofwel door te vechten, of door te<br />
vluchten. Dat staat ook wel bekend als <strong>de</strong> “fight or flight”-reflex. In tegenstelling tot onze voorou<strong>de</strong>rs hebben<br />
we in <strong>de</strong>ze situaties niet <strong>de</strong> mogelijkheid om weg te rennen of in een hoge boom te klimmen zodat het<br />
chemische evenwicht zich kan herstellen. De vrijgekomen stoffen blijven nu in <strong>de</strong> bloedbaan en richten scha<strong>de</strong><br />
aan in het lichaam.<br />
Het lichaam is een fantastische machine, met talloze mogelijkhe<strong>de</strong>n om dit soort problemen <strong>op</strong> te lossen. Te<br />
vaak gaan we echter door in een <strong>de</strong>rgelijke stressvolle situatie, onbekend met <strong>de</strong> consequenties, totdat er een<br />
chronische afwijking ontstaat. Gelukkig zijn er een aantal indicatoren die ons vertellen dat het lichaam te vaak<br />
on<strong>de</strong>r stress staat. De meest voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> is toename van ons lichaamsgewicht.<br />
Uit recente on<strong>de</strong>rzoeken blijkt overgewicht een veel voorkomend probleem. Zo lijdt in Ne<strong>de</strong>rland <strong>op</strong> dit<br />
moment 33% van <strong>de</strong> bevolking aan overgewicht, in <strong>de</strong> UK 50% en in <strong>de</strong> USA lijdt zelfs meer dan 60% van <strong>de</strong><br />
inwoners aan dit probleem. Overgewicht vergroot <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> serieuze, veelal onnodige, gezondheidsproble-<br />
men. Regelmatig sporten in combinatie met een gezond eetpatroon bevor<strong>de</strong>rt een goe<strong>de</strong> conditie en beperkt<br />
<strong>de</strong> kans <strong>op</strong> overgewicht.<br />
Om een gezon<strong>de</strong> levensstijl aan te hou<strong>de</strong>n moeten we echter een zekere kennis hebben van het wel en wee<br />
van ons lichaam, hoe we door mid<strong>de</strong>l van training het functioneren kunnen verbeteren en waarmee we het<br />
moeten voe<strong>de</strong>n.<br />
Als je meer wil weten over hoe je lichaam werkt en hoe ie<strong>de</strong>r energiesysteem getraind kan wor<strong>de</strong>n, is het<br />
interessant en raadzaam dit <strong>de</strong>el te lezen.<br />
Het lichaam<br />
Wat je ook doet, of je nu een marathon lo<strong>op</strong>t, een training draait <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> of in bed ligt, het kost<br />
allemaal energie. Als je niets doet heeft je lichaam maar een klein beetje energie nodig om te functioneren.<br />
Deze hoeveelheid energie heet <strong>de</strong> basale metabole energie (BMR = basal metabolic rate), <strong>de</strong> minimale<br />
hoeveelheid energie waarmee je lichaam kan overleven. Elke activiteit of training die je lichaam extra doet kost
extra energie waarin je lichaam moet kunnen voorzien. Dit <strong>de</strong>el geeft uitleg over <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> je lichaam<br />
<strong>de</strong>ze energievraag <strong>op</strong>lost met behulp van een aantal energieleveren<strong>de</strong> systemen, <strong>de</strong> brandstof die zij nodig<br />
hebben en wat voor afval wordt geproduceerd.<br />
De energiesystemen<br />
Om te kunnen bewegen moet het lichaam een energievoorraad aanspreken en <strong>de</strong>ze omzetten in een bruikbare<br />
vorm. De energievoorraad die het lichaam hiervoor gebruikt wordt a<strong>de</strong>nosinetrifosfaat (ATP) genoemd. Wanneer<br />
je lichaam dit ATP afbreekt komt energie vrij in een vorm die gebruikt kan wor<strong>de</strong>n om te bewegen.<br />
Anaërobe energie<br />
Het anaërobe systeem kent twee energiepa<strong>de</strong>n, het fosfocreatine-, creatinefosfaat- of alactisch systeem (PCr-<br />
systeem), dat zeer snel, maar ook maar voor zeer korte tijd (ca. 10 secon<strong>de</strong>n) een grote hoeveelheid energie<br />
kan afgeven en het melkzuursysteem of glycolyse, dit levert iets min<strong>de</strong>r snel, een min<strong>de</strong>r grote hoeveelheid,<br />
maar langer, ca. 4 minuten energie. Overeenkomst van bei<strong>de</strong> systemen is dat er geen zuurstof gebruikt wordt.<br />
Het PCr-systeem haalt <strong>de</strong> energie uit het substraat creatinefosfaat, dat is <strong>op</strong>geslagen in spieren en vanwege<br />
<strong>de</strong> korte duur als grootste energieleverancier geldt voor 100m sprinters en gewichtheffers. Na een korte, zeer<br />
intensieve inspanning is <strong>de</strong> creatinefosfaat-voorraad volledig uitgeput, maar kan wor<strong>de</strong>n aangevuld door<br />
<strong>op</strong>nieuw synthetiseren uit <strong>de</strong> energie die vrijkomt bij het metaboliseren van glycogeen.<br />
De glycolyse breekt glucose af om ATP te produceren. Het komt tegelijk in actie met het PCr-systeem, echter<br />
het duurt een aantal secon<strong>de</strong>n, voordat het naar verhouding evenveel energie levert als het PCr-systeem.<br />
Daarna kan het voldoen<strong>de</strong> energie leveren om 4 minuten een zeer intensieve inspanning vol te hou<strong>de</strong>n, met<br />
een <strong>op</strong>timum na ca. één minuut. Om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n is dit systeem essentieel voor een 400m l<strong>op</strong>er en een 100m<br />
zwemmer. In tegenstelling tot het PCr-systeem levert het melkzuursysteem een bijproduct, melkzuur. Gevolg<br />
van melkzuur is het zuur<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> spieren, waardoor <strong>de</strong>ze min<strong>de</strong>r efficiënt gaan functioneren en een<br />
pijnlijk gevoel van <strong>de</strong> spieren geeft, dat wij associëren met hard werken. Gevolg is dat we <strong>de</strong> productie van<br />
melkzuur zoveel mogelijk willen beperken.<br />
Aërobe energie<br />
Het aërobe systeem komt het traagst <strong>op</strong> gang van <strong>de</strong> drie systemen, maar heeft het grote voor<strong>de</strong>el nagenoeg<br />
oneindig te kunnen functioneren. Dit is het systeem dat <strong>de</strong> energie levert voor <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r genoem<strong>de</strong> BMR en<br />
alle niet-sprinten<strong>de</strong> activiteiten die je <strong>op</strong> een dag doet. Evenals het melkzuursysteem gebruikt het aërobe<br />
systeem glucose en glycogeen als brandstof, maar kan, indien nodig ook vet gebruiken, dat veel meer ATP<br />
<strong>op</strong>levert. Het aërobe systeem levert 19 keer meer ATP <strong>op</strong> per molecuul glucose dan het melkzuursysteem.<br />
Een na<strong>de</strong>el is <strong>de</strong> noodzaak van zuurstof, omdat minimaal 3 minuten nodig zijn om aan een voldoen<strong>de</strong> hoog<br />
zuurstofniveau in <strong>de</strong> cel te komen voordat het aërobe systeem <strong>de</strong> meeste energie kan gaan leveren. Uit vet<br />
wordt nog meer energie gehaald per molecuul in vergelijking met glucose en glycogeen. Helaas is hier nog<br />
meer zuurstof in <strong>de</strong> cel voor nodig om te kunnen werken, waardoor het tussen <strong>de</strong> 20 en 40 minuten duurt<br />
voordat vet als voornaamste brandstof kan dienen in <strong>de</strong> energieleverantie.<br />
Trainingsrichtlijnen : Deel 2
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
Transport van brandstoffen<br />
Er zijn twee systemen in het lichaam betrokken bij het transport van <strong>de</strong> noodzakelijke brandstoffen voor <strong>de</strong><br />
energiesystemen. Dit zijn het a<strong>de</strong>mhalingsstelsel en het cardiovasculair systeem.<br />
A<strong>de</strong>mhalingsstelsel<br />
Het a<strong>de</strong>mhalingsstelsel bestaat uit <strong>de</strong> longen en <strong>de</strong> a<strong>de</strong>mhalingsspieren (<strong>de</strong> spieren rond <strong>de</strong> borstkas, <strong>de</strong> buik<br />
en het diafragma (mid<strong>de</strong>nrif)). De functie van dit systeem is het inhaleren van lucht, zodat zuurstof in <strong>de</strong> longen<br />
naar het bloed en kooldioxi<strong>de</strong> vanuit het bloed naar <strong>de</strong> longen kan diffun<strong>de</strong>ren en vervolgens wordt uitgea<strong>de</strong>md.<br />
Het zuurstofrijke bloed kan dan wor<strong>de</strong>n getransporteerd door het lichaam via het cardiovasculair systeem.<br />
Cardiovasculair systeem<br />
Het cardiovasculair systeem bestaat uit het hart en <strong>de</strong> bloedvaten. Het is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het<br />
rondpompen van het bloed door twee oml<strong>op</strong>en. De eerste pompt zuurstofarm bloed van <strong>de</strong> rechterzij<strong>de</strong> van<br />
het hart naar <strong>de</strong> longen, waar zuurstof <strong>op</strong>genomen en kooldioxi<strong>de</strong> wordt uitgeschei<strong>de</strong>n, om vervolgens terug<br />
te keren in het hart aan <strong>de</strong> linkerkant. Vanaf daar wordt via <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> omlo<strong>op</strong> zuurstofrijk bloed het lichaam<br />
rond gepompt om <strong>de</strong> zuurstof af te geven. Doordat het bloed een veel grotere weg af moet leggen, is <strong>de</strong><br />
hartspier aan diezelf<strong>de</strong> linkerkant een stuk groter en meer ontwikkeld dan aan <strong>de</strong> rechterkant. Het bloed wordt<br />
langs <strong>de</strong> darmen en <strong>de</strong> maag gepompt, waar voedingsstoffen wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>genomen en volgt daarna z’n weg<br />
naar <strong>de</strong> spieren en organen. In <strong>de</strong> spieren en organen vervolgt het z’n weg richting <strong>de</strong> cellen, waar het <strong>de</strong><br />
voedingsstoffen en zuurstof afgeeft en afvalproducten en kooldioxi<strong>de</strong> <strong>op</strong>neemt. Ten slotte keert het bloed<br />
terug in het hart, waar <strong>de</strong> cyclus <strong>op</strong>nieuw begint.<br />
Tij<strong>de</strong>ns inspanning stijgt <strong>de</strong> hartslag, als gevolg van <strong>de</strong> vraag naar een grotere bloedstroom. Dit geeft controle<br />
over <strong>de</strong> lichaamstemperatuur en <strong>de</strong> voorziening van zuurstof en voedingsstoffen aan <strong>de</strong> actieve spieren. In<br />
zeer intensieve trainingssessies kan tot zeven keer meer bloed rondgepompt wor<strong>de</strong>n per tijdseenheid als<br />
gevolg van toegenomen hartslag en slagvolume (<strong>de</strong> hoeveelheid bloed die in één slag door het hart wordt<br />
gepompt). De toename van <strong>de</strong> hartslag is <strong>op</strong> lagere hartslagen lineair en direct gerelateerd aan <strong>de</strong> intensiteit<br />
van <strong>de</strong> inspanning.<br />
Het bloed speelt een zeer grote rol in het leveren van brandstoffen en verwij<strong>de</strong>ren van afvalstoffen a.g.v.<br />
energiesynthese en in <strong>de</strong> controle van <strong>de</strong> homeostase (het in evenwicht hou<strong>de</strong>n van chemische processen in<br />
het lichaam). Het bloed bestaat voor 55% uit plasma (wat voor 90% bestaat uit water), 44% ro<strong>de</strong> bloedcellen<br />
(erytrocyten) en 1% witte bloedcellen (leukocyten) en bloedplaatjes (thrombocyten). In <strong>de</strong> ro<strong>de</strong> bloedcellen<br />
bevin<strong>de</strong>n zich hemoglobinemoleculen, waaraan zuurstof zich kan bin<strong>de</strong>n en <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier voor het transport<br />
van <strong>de</strong> zuurstof zorgen. De witte bloedcellen vechten tegen infecties, <strong>de</strong> bloedplaatjes zorgen voor stolling van<br />
bloed bij sneeën en schaafwon<strong>de</strong>n en het plasma voorziet in <strong>de</strong> behoefte van water aan <strong>de</strong> cellen en het<br />
controleren van <strong>de</strong> lichaamstemperatuur. Als er een tekort is aan één van <strong>de</strong>ze componenten van het bloed is<br />
het lichaam niet in staat goed te functioneren. Als er niet genoeg hemoglobine of ro<strong>de</strong> bloedcellen zijn voelt<br />
het persoon zich zwak. Deze afwijking heet anemie en komt vaak voor bij zwangere vrouwen en bij
duursporters. Het wordt meestal veroorzaakt door een tekort aan ijzer in <strong>de</strong> voeding, een essentieel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />
van het hemoglobinemolecuul en kan eenvoudig wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gelost door ijzersupplementen te slikken. Als je het<br />
vermoe<strong>de</strong>n hebt dat je lijdt aan anemie, is het verstandig <strong>de</strong> huisarts te bezoeken.<br />
VO 2MAX<br />
Wanneer we trainen wordt <strong>de</strong> intensiteit van trainen niet beperkt door <strong>de</strong> brandstofvoorraad in <strong>de</strong> spier, maar<br />
door <strong>de</strong> maximum hoeveelheid zuurstof die het lichaam <strong>op</strong> kan nemen en verbruiken per minuut. Dit wordt <strong>de</strong><br />
VO2max genoemd. De VO2max wordt beperkt door <strong>de</strong> hoeveelheid bloed die kan wor<strong>de</strong>n rondgepompt door<br />
<strong>de</strong> longen en <strong>de</strong> actieve spieren en door <strong>de</strong> efficiëntie van <strong>de</strong> longen. De maximaal mogelijke hoeveelheid voor<br />
een persoon is genetisch bepaald en kan met gerichte training bereikt wor<strong>de</strong>n (een test om je eigen maximale<br />
zuurstof<strong>op</strong>name te berekenen staat in <strong>de</strong>el 2.3).<br />
Trainingseffecten<br />
Aangezien een aërobe training een an<strong>de</strong>r effect <strong>op</strong> het lichaam heeft dan een anaërobe training, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze<br />
apart besproken in twee secties.<br />
Aërobe effecten<br />
Door het volgen van een aëroob trainingsprogramma geduren<strong>de</strong> minimaal 12 weken kun je een significante<br />
vooruitgang waarnemen in je VO2max. Dit is mogelijk doordat een aantal fysiologische veran<strong>de</strong>ringen in je<br />
lichaam hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>len die je VO2max beperken. Het hart reageert <strong>op</strong> aërobe training, zoals<br />
elke spier dat doet bij voldoen<strong>de</strong> inspanning: het wordt groter en sterker. Dit wordt cardiale hypertrofie<br />
genoemd en resulteert in een toename van <strong>de</strong> hoeveelheid bloed die kan wor<strong>de</strong>n rondgepompt bij elke<br />
hartslag (slagvolume) en daaraan gek<strong>op</strong>peld een toename van <strong>de</strong> hoeveelheid bloed die per minuut kan<br />
wor<strong>de</strong>n rondgepompt (hartminuutvolume). Deze veran<strong>de</strong>ring aan het hart betekent dat het hart min<strong>de</strong>r slagen<br />
per minuut nodig heeft om evenveel bloed rond te pompen, waardoor je rustpols zal zakken. In <strong>de</strong> longen zie<br />
je ook een effect door aërobe training. Ze wor<strong>de</strong>n efficiënter, kunnen meer lucht per a<strong>de</strong>mhaling innemen en<br />
kunnen meer a<strong>de</strong>mhalen per minuut maken. Tot slot is een toename in het bloedvolume a.g.v. aërobe training<br />
te zien. Het bloedplasma- en ro<strong>de</strong>bloedcel-volume neemt toe, <strong>de</strong> spieren wor<strong>de</strong>n efficiënter gebruikt doordat<br />
transport van zuurstof in <strong>de</strong> spiercellen verbetert en <strong>de</strong> zuurstof efficiënter gebruikt wordt (voor het<br />
produceren van ATP).<br />
Anaërobe effecten<br />
Veran<strong>de</strong>ringen door anaërobe training zijn min<strong>de</strong>r breed van invloed <strong>op</strong> het lichaam dan die bij aërobe training.<br />
Dit komt doordat <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen bij aërobe training vooral betrekking hebben <strong>op</strong> het transport en gebruik<br />
van zuurstof. Voor anaërobe training is dit systeem niet nodig, zodat aanpassingen beperkt zijn tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
vier punten:<br />
Trainingsrichtlijnen : Deel 2
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
1. Musculaire hypertrofie – <strong>de</strong> spieren, die gebruikt wor<strong>de</strong>n bij hoge contractiesnelhe<strong>de</strong>n (<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />
snelle vezels (fast-twitch spiervezels) nemen toe in grootte.<br />
2. Activiteit neemt toe van <strong>de</strong> enzymen, die gebruikt wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> productie van anaërobe energie en het<br />
herstel van anaërobe activiteit.<br />
3. Energie<strong>op</strong>slag van <strong>de</strong> anaërobe energie voorraad (ATP, fosfocreatine en glycogeen) neemt toe.<br />
4. Lactaattolerantie – snelle vezels wor<strong>de</strong>n beter bestand tegen plaatselijk hoge concentraties melkzuur.<br />
De veran<strong>de</strong>ringen die hierboven beschreven staan laten zien dat het belangrijk is te weten wat je wil bereiken<br />
met je training, voordat je een trainingsschema kiest of <strong>op</strong>stelt.
2. Trainingsintensiteit<br />
Nu we wat meer weten over het functioneren van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> energiesystemen tij<strong>de</strong>ns inspanning,<br />
kunnen we ver<strong>de</strong>r kijken dan <strong>de</strong> “no pain, no gain” bena<strong>de</strong>ring (simpelweg, zon<strong>de</strong>r uitgeput te zijn aan het<br />
eind van je training is er niet goed getraind), die lange tijd als beste werd beschouwd. Inspanningfysiologie is<br />
<strong>de</strong> laatste 50 jaar ontwikkeld tot een volwaardige exacte wetenschap, in staat om individuele sporters te<br />
voorzien van <strong>op</strong> maat gemaakte trainingsprogramma’s. Dit <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Trainingshandleiding laat zien hoe<br />
variatie in <strong>de</strong> intensiteit van <strong>de</strong> training kan wor<strong>de</strong>n gebruikt om <strong>op</strong> specifieke punten van <strong>de</strong> conditie <strong>op</strong>timale<br />
progressie te boeken met een veel kleiner risico <strong>op</strong> ziekte, blessure of overtraining dan <strong>de</strong> “no pain, no gain”-<br />
bena<strong>de</strong>ring. Het meten van <strong>de</strong> hartfrequentie is voor alle atleten <strong>de</strong> beste manier om <strong>de</strong> trainingsintensiteit te<br />
controleren. Om hier goed mee te kunnen werken moeten we eerst aandacht beste<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> rusthartslag,<br />
maximum hartslag en het verschil tussen <strong>de</strong>ze twee (het hartslagbereik), <strong>de</strong> aërobe drempel, en <strong>de</strong> anaërobe<br />
drempel. Deze gegevens zijn nodig om <strong>de</strong> juiste trainingszones te berekenen.<br />
Rusthartslag (HFR)<br />
Het hart wordt, net als alle an<strong>de</strong>re grote organen in <strong>de</strong> romp, direct gecontroleerd door het autonome<br />
zenuwstelsel; dit betekent kort gezegd, dat we maar beperkt bewuste controle over <strong>de</strong>ze systemen hebben.<br />
Het hart reageert direct <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag van functies in het lichaam. Tij<strong>de</strong>ns rust stroomt het grootste <strong>de</strong>el van het<br />
bloed naar <strong>de</strong> hersenen en <strong>de</strong> grote organen in <strong>de</strong> romp. Om inzicht te krijgen in <strong>de</strong> energiebehoefte tij<strong>de</strong>ns<br />
inspanning en <strong>de</strong> juiste trainingszones te kiezen hebben we een basis nodig: <strong>de</strong> hartfrequentie in rust (HFR).<br />
Deze kan wor<strong>de</strong>n gemeten, door <strong>de</strong> hartfrequentie <strong>op</strong> te nemen direct nadat je ’s ochtends wakker wordt,<br />
voordat je <strong>op</strong>staat. Door <strong>de</strong>ze vast te leggen in een logboek (samen met je trainingsresultaten) kun je het<br />
functioneren van het immuunsysteem controleren. Dit kan overtraining voorkomen en verkleint <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> ziek<br />
wor<strong>de</strong>n, door tijdig je trainingsintensiteit aan te kunnen passen. Wanneer het immuunsysteem har<strong>de</strong>r moet<br />
werken (om beginnen<strong>de</strong> ontstekingen en infecties in <strong>de</strong> kiem te smoren), zie je dit terug in een verhoog<strong>de</strong><br />
rusthartslag. Wanneer je HFR “onverklaarbaar” is verhoogd met 6-8 slagen per minuut, is het verstandig niet te<br />
trainen totdat <strong>de</strong> HFR weer <strong>op</strong> het normale niveau zit. Ga wel na dat je niks over het hoofd hebt gezien, dat <strong>de</strong><br />
HFR kan beïnvloe<strong>de</strong>n, zoals stress, temperatuur, <strong>op</strong>winding, cafeïne, nicotine, slaaptekort of uitdroging. Als je<br />
geen re<strong>de</strong>n kunt vin<strong>de</strong>n en je hebt <strong>de</strong> trainingsbelasting ook niet veran<strong>de</strong>rd, zou het goed kunnen dat je tegen<br />
ziek wor<strong>de</strong>n aan zit en is het aan te ra<strong>de</strong>n een aantal dagen rust te nemen en niet te trainen.<br />
Maximale hartslag (HFM)<br />
Trainingsrichtlijnen : Deel 2<br />
De maximale hartslag (HFM) wordt bepaald door <strong>de</strong> activiteit die je doet om <strong>de</strong> hartslag te verhogen. Wanneer<br />
je hardlo<strong>op</strong>t zal <strong>de</strong> HFM hoger liggen dan bij roeien, die weer hoger ligt dan bij zwemmen. De oorzaak is te<br />
vin<strong>de</strong>n in het overwinnen van <strong>de</strong> zwaartekracht. Bij het hardl<strong>op</strong>en moet je hart het bloed veel meer in verticale<br />
richting rondpompen, waarbij <strong>de</strong> zwaartekracht overwonnen moet wor<strong>de</strong>n. Bij roeien is dit min<strong>de</strong>r het geval en
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
bij zwemmen minimaal. Ver<strong>de</strong>r varieert <strong>de</strong> HFM sterk per individu, is erfelijk bepaald, maar heeft geen invloed<br />
<strong>op</strong> je maximale mogelijkhe<strong>de</strong>n. Het is belangrijk om te weten wat je eigen HFM is, aangezien je die nodig hebt<br />
om <strong>de</strong> trainingszones nauwkeurig te kunnen bepalen. Een eerste metho<strong>de</strong> om <strong>de</strong>ze te berekenen is <strong>de</strong><br />
vergelijking HFM = 220 – leeftijd. Dit is een niet heel nauwkeurige metho<strong>de</strong>, met een foutenmarge van ca. 15-<br />
20 slagen/minuut (SPM). Een nauwkeuriger metho<strong>de</strong>, die bruikbaar is, wanneer je in een betere conditie<br />
verkeert wordt uitgelegd in het <strong>de</strong>el “Fysiologische Tools”.<br />
Hartslagbereik (HRR)<br />
Het hartslagbereik wordt bepaald door het verschil te nemen tussen <strong>de</strong> HFM en <strong>de</strong> HFR. Wanneer<br />
trainingszones wor<strong>de</strong>n bepaald als percentage van <strong>de</strong> hartfrequentie, wordt gerefereerd aan het percentage<br />
van <strong>de</strong> HRR (engelse term: Heart Rate Reserve):<br />
%HRR =<br />
HF -HFR<br />
of HF = HFM-HFR<br />
HFM-HFR %HRR+HFR<br />
De aërobe drempel (AeT)<br />
Inspanning veroorzaakt een toename van melkzuur in het bloed, die in rust een waar<strong>de</strong> van ca. 1 mmol/L<br />
heeft. De aërobe drempel wordt ge<strong>de</strong>finieerd met een bloedlactaat concentratie van 2 mmol/L. Dit wordt<br />
waargenomen bij ca. 60% van <strong>de</strong> HFM en is normaal gesproken <strong>de</strong> laagste intensiteit waar<strong>op</strong> getraind wordt.<br />
De anaërobe drempel (AT)<br />
De anaërobe drempel wordt gemeten bij 4 mmol/L. Op dit punt is <strong>de</strong> lactaatproductie maximaal, waarbij het<br />
nog net volledig kan wor<strong>de</strong>n gemetaboliseerd (verwerkt en afgebroken). Hierboven neemt <strong>de</strong> concentratie in<br />
<strong>de</strong> actieve spieren toe, waardoor <strong>de</strong> efficiëntie snel afneemt en het pijnlijke gevoel in je spieren ontstaat. De<br />
anaërobe drempel wordt vaak gemeten als het percentage van <strong>de</strong> aërobe capaciteit of VO2max en kan overal<br />
liggen tussen <strong>de</strong> 50% en 95% van <strong>de</strong> VO2max, afhankelijk van <strong>de</strong> conditie.<br />
Aangezien het hart een limiet heeft <strong>op</strong> <strong>de</strong> frequentie, komt er een moment waar<strong>op</strong> een ver<strong>de</strong>re toename van<br />
<strong>de</strong> vraag van zuurstof niet meer kan wor<strong>de</strong>n beantwoord. Hier zie je een afbuiging van het<br />
HF/vermogendiagram (zie hieron<strong>de</strong>r). De snelheid van <strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> HF t.o.v. het vermogen neemt af en<br />
bereikt een maximum bij <strong>de</strong> HFM. Veel fysiologen bepalen dit punt van afbuiging als <strong>de</strong> anaërobe drempel en<br />
inspanning boven dit niveau is hoofdzakelijk anaëroob.<br />
<strong>Trainen</strong> <strong>op</strong> dit niveau heeft een sterker effect <strong>op</strong> <strong>de</strong> ontwikkeling van het hart dan trainen <strong>op</strong> een lage<br />
intensiteit. De ontwikkeling van efficiëntie van <strong>de</strong> spieren vindt ook plaats bij hogere intensiteit, maar<br />
aangezien training in <strong>de</strong>ze zone fysiek veel belasten<strong>de</strong>r is dan aërobe training, kan het niet lang wor<strong>de</strong>n<br />
vastgehou<strong>de</strong>n. Hoewel <strong>de</strong> musculaire efficiëntie <strong>op</strong> een hoger niveau wordt getraind, is dit geduren<strong>de</strong> een<br />
min<strong>de</strong>r lange perio<strong>de</strong>, waardoor <strong>de</strong> progressie niet even groot hoeft te zijn in vergelijking met aërobe training.<br />
Voor personen, die weinig tijd hebben om een trainingsresultaat te bereiken, geeft training in <strong>de</strong>ze zone het<br />
beste korte-termijn effect.
Trainingshartfrequentie<br />
Vermogen (Watts)<br />
Trainingshartfrequenties zijn ver<strong>de</strong>eld in zones. Deze zones wor<strong>de</strong>n bepaald door vier belangrijke fysiologische<br />
punten; rusthartfrequentie (HFR), maximale hartfrequentie (HFM), hartfrequentie bij aërobe drempel (HFAeT) en<br />
hartfrequentie bij anaërobe drempel (HF AT).<br />
Voor een ongetraind persoon ligt het niveau van <strong>de</strong> HFAT ongeveer <strong>op</strong> 50% van <strong>de</strong> maximale hartfrequentie en<br />
bij een zeer goed getrain<strong>de</strong> atleet kan dit richting <strong>de</strong> 85% van <strong>de</strong> maximale hartfrequentie <strong>op</strong>l<strong>op</strong>en.<br />
Wanneer je begint met een trainingsprogramma, als beginner of na een aantal jaren zon<strong>de</strong>r regelmatige<br />
training, is <strong>de</strong> eenvoudige metho<strong>de</strong> om je trainingshartslag te bepalen voldoen<strong>de</strong>. HFM = 220 – leeftijd ,<br />
waarmee je je HRM hebt bepaald. Hierna neem je het bijbehoren<strong>de</strong> percentage van dit getal dat wordt<br />
gegeven in het trainingsprogramma dat je volgt. Een fout in <strong>de</strong> schatting, die ontstaat met <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> zal<br />
zeker aan <strong>de</strong> veilige kant zitten. Wanneer je beter getraind raakt kun je een stuk nauwkeuriger je maximale<br />
hartfrequentie bepalen met <strong>de</strong> submaximaaltest vermeld in het test<strong>de</strong>el.<br />
Wanneer je al regelmatig traint is het verstandig je eigen HRM te bepalen met <strong>de</strong> test, die uitgelegd wordt in<br />
het <strong>de</strong>el 2.3. Aan <strong>de</strong> hand hiervan kun je <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> zones bepalen.<br />
Trainingsrichtlijnen : Deel 2<br />
Afbuiging in <strong>de</strong><br />
curve = AT,<br />
anaërobe drempel
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
Trainingszones<br />
Trainingshartfrequenties zijn ver<strong>de</strong>eld in vijf zones, gebaseerd <strong>op</strong> <strong>de</strong> HFR, HFM, HFAeT en HFAT. De vijf zones<br />
kunnen ver<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n in aëroob en anaëroob. De (aërobe) zones, Utilisatie 2 (UT2) en Utilisatie 1 (UT1)<br />
maken enkel gebruik van het aërobe systeem en vormen <strong>de</strong> basis van <strong>de</strong> meeste trainingsprogramma’s. In<br />
<strong>de</strong>ze zones zijn <strong>de</strong> belangrijke brandstoffen, suikers (glucose/glycogeen) en vet. De verhouding waarin ze<br />
verbruikt wor<strong>de</strong>n is afhankelijk van <strong>de</strong> intensiteit en <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> inspanning. De anaërobe zones, lactaat<br />
drempel (AT), interval (TR) en anaërobe (AN) combineren <strong>de</strong> maximaal functioneren van het aërobe systeem<br />
met een variërend niveau voor het anaërobe systeem. De brandstof bestaat vrijwel geheel uit suikers.<br />
De on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel laat <strong>de</strong> relaties zien tussen <strong>de</strong> trainingszones en het roeitempo. Het beschrijft hoe je je<br />
zou moeten voelen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> training en welk trainingseffect elke zone heeft.<br />
Tabel 2.1<br />
Zone<br />
UT2<br />
UT1<br />
AT<br />
INT<br />
AN<br />
Utilisatie 2.<br />
Training<br />
Utilisatie 1. Zware aërobe<br />
inspanning met gebruik van<br />
veel zuurstof.<br />
Lactaat drempel. Hard<br />
werken. Op je aerobe grens.<br />
Richting je anaerobe gebied.<br />
Interval. Verbetert het<br />
zuurstoftransport naar <strong>de</strong><br />
spieren. Onmogelijk lang vol<br />
te hou<strong>de</strong>n.<br />
Anaërobe (zon<strong>de</strong>r zuurstof).<br />
Korte, explosieve, maximale<br />
inspanningen. Onmogelijk<br />
lang vol te hou<strong>de</strong>n.<br />
Opmerkingen:<br />
%<br />
MHR<br />
55-70<br />
70-80<br />
80-85<br />
85-95<br />
90-100<br />
Trainingszones<br />
18-20<br />
20-26<br />
24-30<br />
28-34<br />
%MHR: percentage van Maximale Hart Frequentie HMV: hartminuutvolume<br />
32+<br />
SPM: slagen per minuut HF en AF: hartfrequentie en a<strong>de</strong>mfrequentie<br />
CV: cardiovasculair<br />
Roeitempo<br />
(SPM*)<br />
Goed voor<br />
Algemene CV* conditie.<br />
Hoger niveau CV<br />
conditie.<br />
Hoog niveau CV conditie.<br />
Verbeteren van mentale<br />
en fysieke tolerantie.<br />
Ontwikkelen van<br />
zuurstoftransport naar<br />
spieren on<strong>de</strong>r stress.<br />
Vergroten van HMV*<br />
Anaërobe arbeid.<br />
Vergroten maximale<br />
snelheid. Het lichaam<br />
leren wennen aan<br />
werken zon<strong>de</strong>r zuurstof.<br />
Gevoel<br />
Ontspannen, je bent in<br />
staat een gesprek te<br />
voeren.<br />
Echte inspanning, je<br />
wordt warmer, HF en AF*<br />
nemen toe. Je gaat meer<br />
transpireren.<br />
Hard werken, HF en AF*<br />
nemen ver<strong>de</strong>r toe.<br />
transpiratie.<br />
Zeer inspannend, hijgen,<br />
veel transpiratie.<br />
Zeer inspannend, naar<br />
a<strong>de</strong>m happen, zeer veel<br />
transpiratie.
Trainingsrichtlijnen : Deel 2<br />
De verschillen<strong>de</strong> trainingszones verbruiken verschillen<strong>de</strong> hoeveelhe<strong>de</strong>n suikers en vetten als primaire<br />
brandstof. Tabel 2.2 geeft een grove indicatie van het brandstofverbruik bij verschillen<strong>de</strong> intensiteiten. Denk er<br />
wel aan dat dit een ruime aanduiding is en het percentage vet versus suikers tij<strong>de</strong>ns inspanning afhankelijk is<br />
van duur van <strong>de</strong> training, fitheid en intensiteit.<br />
Tabel 2.2<br />
Intensiteit<br />
%HFM<br />
65-70<br />
70-75<br />
75-80<br />
80-85<br />
85-90<br />
90-95<br />
95-100<br />
Opmerkingen:<br />
Voorbeeld 20-jarige, HFM = 200<br />
Relatie tussen intensiteit van inspanning en energiebron<br />
Hartfrequentie<br />
(SPM)<br />
130-140<br />
140-150<br />
150-160<br />
160-170<br />
170-180<br />
180-190<br />
190-200<br />
% suikers<br />
40<br />
50<br />
65<br />
80<br />
90<br />
95<br />
100<br />
% vet<br />
60<br />
50<br />
35<br />
20<br />
10<br />
5<br />
-<br />
Vereiste duur van<br />
<strong>de</strong> inspanning<br />
60-90 min.<br />
30-60 min.<br />
15-30 min.<br />
10-15 min.<br />
4-6 min.<br />
90 sec. – 4 min.<br />
45-60 sec.
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
3. Fysiologische testen<br />
Om tot goe<strong>de</strong> resultaten te komen is het noodzakelijk een vast pre-test protocol te volgen voordat je met je<br />
testen begint. Hierin zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> zaken <strong>op</strong>genomen:<br />
• Goe<strong>de</strong> gezondheid<br />
• Goed uitgerust met geen zware training geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> laatste 48 uur<br />
• Geen alcoholconsumptie geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> laatste 24 uur<br />
• Geen sterke koffie of thee tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> laatste 3 à 4 uur<br />
Je hebt een hartslagmeter en interface nodig en indien mogelijk iemand om <strong>de</strong> resultaten vast te leggen. De<br />
drag-factor kan <strong>op</strong> persoonlijke voorkeur ingesteld wor<strong>de</strong>n (zie het <strong>de</strong>el over luchtschuif en drag factor).<br />
Roei acht tot tien minuten warm, gevolgd door stretchen (zoals beschreven in <strong>de</strong>el 1: voor en na <strong>de</strong> training).<br />
Beëindig het warm-roei programma met ca. 5 minuten roeien <strong>op</strong> een hartfrequentie, die niet boven <strong>de</strong> 140<br />
SPM uitkomt en noteer <strong>de</strong> tussentijd (/500m) die je meet bij <strong>de</strong>ze hartfrequentie.<br />
Het bepalen van <strong>de</strong> individuele HFM en Anaërobe drempel<br />
Voor het bepalen van <strong>de</strong> individuele HFM en anaërobe drempel heb je hulp nodig van iemand die het<br />
vermogen en <strong>de</strong> hartslag vastlegt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> test.<br />
Begin <strong>de</strong> test met roeien <strong>op</strong> <strong>de</strong> split die je tij<strong>de</strong>ns het warmroeien hebt genoteerd. Na 90 secon<strong>de</strong>n noteer je <strong>de</strong><br />
hartfrequentie en verhoogt het vermogen met 25 Watt (zie <strong>de</strong> 500m tussentijd naar Watt conversie in <strong>de</strong> Appendix).<br />
Herhaal <strong>de</strong>ze stap totdat het niet meer vol te hou<strong>de</strong>n is en noteer <strong>de</strong> maximale hartfrequentie die je hebt bereikt.<br />
Om je anaërobe drempel te bepalen heb je iemand nodig die elke 15 secon<strong>de</strong>n het vermogen en <strong>de</strong><br />
hartfrequentie vastlegt. Zo kun je in een diagram het vermogen tegen <strong>de</strong> hartfrequentie uitzetten. Op <strong>de</strong>ze<br />
manier zou het mogelijk moeten zijn het punt te bepalen waar <strong>de</strong> curve afbuigt. Dit correspon<strong>de</strong>ert met je<br />
anaërobe drempel. Hier vind je <strong>de</strong> hartfrequentie en het vermogen <strong>op</strong> AT.<br />
Vermogen (Watts)<br />
Afbuiging in <strong>de</strong><br />
curve = AT,<br />
anaërobe drempel
Een schatting van je individuele slagvolume<br />
Trainingsrichtlijnen : Deel 2<br />
De volgen<strong>de</strong> tabel geeft een schatting van het slagvolume, gebaseerd <strong>op</strong> een totaal bloedvolume van vijf liter.<br />
Table 2.3<br />
Schatting van het slagvolume in milliliters<br />
Hartfrequentie 110 Watt 165 Watt 220 Watt 275 Watt 330 Watt<br />
110 162 188 233 258 303<br />
105 155 179 221 245 288<br />
110 148 170 211 234 275<br />
115 141 163 202 224 263<br />
120 131 156 196 215 252<br />
125 130 150 186 206 242<br />
130 125 144 179 198 233<br />
135 120 139 172 191 224<br />
140 116 134 166 184 216<br />
145 112 129 160 178 209<br />
150 108 125 155 172 202<br />
155 105 121 150 166 195<br />
160 102 117 145 161 189<br />
165 98 114 141 156 183<br />
170 96 110 137 151 178<br />
175 93 107 133 147 173<br />
180 90 104 129 143 168<br />
185 88 101 126 139 164<br />
190 86 99 122 136 159<br />
195 83 96 119 132 155<br />
200 81 94 116 129 151<br />
Om <strong>de</strong> juiste waar<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> tabel te halen, dien je <strong>de</strong> Performance Monitor <strong>op</strong> het weergeven<br />
van Watts te zetten en verbind <strong>de</strong> hartslagsensor met <strong>de</strong> display. Na een warming-up roei je <strong>op</strong> een constant<br />
wattage zoals die is weergegeven bovenaan in <strong>de</strong> tabel. Deze intensiteit hou je vier minuten vol.<br />
Na enige tijd zal <strong>de</strong> hartfrequentie stabiliseren bij <strong>de</strong> gegeven intensiteit. Gebruikmakend van <strong>de</strong> linkerkolom<br />
kun je met <strong>de</strong> dichtstbij liggen<strong>de</strong> hartfrequentie het slagvolume schatten.
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
Het schatten van je VO2max<br />
De enige exacte metho<strong>de</strong> om je VO2max te bepalen is een laboratoriumtest waarbij het verschil in<br />
hoeveelheid zuurstof gemeten wordt tussen ingea<strong>de</strong>m<strong>de</strong> en uitgea<strong>de</strong>m<strong>de</strong> lucht.<br />
Om een schatting te maken van je VO2max kun je een formule gebruiken, die gemaakt is <strong>op</strong> basis van<br />
jarenlang verzamelen van data. Allereerst dien je het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> vermogen te weten van een 2000m test. Dit<br />
getal wordt vermenigvuldigd met 14,4 en een constante van 65 wordt hieraan toegevoegd. Zo heb je <strong>de</strong><br />
VO2max in milliliters bepaald.<br />
Bijvoorbeeld, een persoon met een VO2max van 6:40, heeft een gemid<strong>de</strong>ld vermogen van 350 Watt (zie tabel<br />
500m tussentijd naar Watt conversie in <strong>de</strong> Appendix).<br />
350 x 14,4 = 5040<br />
5040 + 65 = 5105 milliliters/min. of 5,105 L/min.<br />
Deze schatting heeft een foutenmarge van ca. 10%.
4. Uitgangspunten voor een individueel trainingsschema<br />
Dit <strong>de</strong>el geeft uitleg over <strong>de</strong> beginselen van trainen en hoe je dit kunt gebruiken om structuur te brengen in<br />
een trainingsjaar. Wanneer je besluit zelf een programma samen te stellen begin je met een doelstelling te<br />
formuleren wat je wil bereiken aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> trainingsperio<strong>de</strong>. Aan <strong>de</strong> hand hiervan kun je een van <strong>de</strong><br />
standaardprogramma’s, die in <strong>de</strong> trainingshandleiding zijn <strong>op</strong>genomen gebruiken als basis. Als alternatief kun je<br />
het interactief trainingsprogramma gebruiken, wat <strong>op</strong> <strong>de</strong> website van Concept 2 (http://www.concept2.nl) staat<br />
en dit aanpassen aan je persoonlijke wensen.<br />
Periodisering<br />
De meeste atleten en t<strong>op</strong>atleten zeker, beginnen <strong>de</strong> voorbereiding van een groot evenement maan<strong>de</strong>n van<br />
tevoren (in het geval van <strong>de</strong> Olympische Spelen meer<strong>de</strong>re jaren). Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> trainings<strong>op</strong>bouw in kleine<br />
overzichtelijke stukken te <strong>de</strong>len zou<strong>de</strong>n atleten snel <strong>de</strong> draad kwijt raken en zou het niet makkelijk zijn<br />
progressie te zien. Om <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>n zijn trainingsprogramma’s ver<strong>de</strong>eld in kleine stukken, ook wel trainingscycli<br />
genoemd. Deze cycli zijn om twee re<strong>de</strong>nen variabel. Ten eerste: Je kunt door het toepassen van cycli<br />
verschillen<strong>de</strong> energiesystemen aanpakken. Ten twee<strong>de</strong>: voorkomen van verveling.<br />
Er zijn drie verschillen<strong>de</strong> typen trainingscycli. De macrocyclus is <strong>de</strong> langste en kan maximaal een jaar duren.<br />
Dit is dui<strong>de</strong>lijk te lang om concentratie, motivatie en progressie vast te hou<strong>de</strong>n, zodat <strong>de</strong>ze cyclus in stukken<br />
van vier tot acht weken wordt <strong>op</strong>ge<strong>de</strong>eld, mesocycli genaamd. Dit is een beter hanteerbaar formaat dat ook<br />
weer kan wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>ge<strong>de</strong>eld in microcycli van één tot twee weken.<br />
Een stappen- of golfin<strong>de</strong>ling voor <strong>de</strong> mesocycli is meer efficiënt gebleken dan een lineaire of continue aanpak<br />
van training. Het golfprincipe wordt gebaseerd <strong>op</strong> een toename in <strong>de</strong> intensiteit die gevolgd wordt door een<br />
afname in <strong>de</strong> intensiteit, zodat adaptatie kan plaatsvin<strong>de</strong>n. Hieron<strong>de</strong>r volgt een voorbeeld.<br />
Wanneer je nog 18 weken te gaan hebt tot <strong>de</strong> wedstrijd, begin je met een macrocyclus van 18 weken. Deze<br />
kan <strong>op</strong>gesplitst wor<strong>de</strong>n in 3x6 weken mesocycli. De volgen<strong>de</strong> stap is te bepalen wat het doel is van <strong>de</strong><br />
trainingen in ie<strong>de</strong>re mesocyclus. Afhankelijk van je fitheid, kun je besluiten je vooral te richten <strong>op</strong> algemene<br />
conditie in <strong>de</strong> eerste cyclus. Dit zal betekenen dat het meren<strong>de</strong>el zal bestaan uit lange intervallen van 20 tot 40<br />
minuten inspanning met een lage intensiteit. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> mesocyclus zal <strong>de</strong> intensiteit toenemen<br />
en <strong>de</strong> omvang afnemen. Dit betekent dat <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> inspanningen korter wordt, zes tot tien minuten, en<br />
het vermogen en <strong>de</strong> hartfrequentie toenemen. De laatste mesocyclus zal meer bestaan uit wedstrijdspecifieke<br />
voorbereiding. In het geval van een 2000m race zullen <strong>de</strong> intervallen gericht zijn <strong>op</strong> een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> race,<br />
bijvoorbeeld 4 x 1000m stukken of 12 x 250m. Deze mesocyclus wordt afgesloten met een perio<strong>de</strong> van zeven<br />
dagen taperen (actieve rust nemen voor <strong>de</strong> wedstrijd, zie ver<strong>de</strong>r).<br />
Trainingsrichtlijnen : Deel 2
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
Structuur brengen in een jaar<br />
Serieuze wedstrijdsporters <strong>de</strong>len het jaar <strong>op</strong> in een vier perio<strong>de</strong>n; overgang, voorbereiding, precompetitie en<br />
competitie. Dit geeft ze <strong>de</strong> mogelijkheid om het maximaal haalbare te bereiken <strong>op</strong> het moment dat het nodig<br />
is. On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel geeft een toelichting <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>n met doelstellingen voor een trainingsprogramma<br />
van 12 maan<strong>de</strong>n.<br />
Tabel 2.3<br />
Trainingsperio<strong>de</strong>n & doelstellingen voor een trainingsprogramma van 12 maan<strong>de</strong>n<br />
Voorbereiding<br />
(27 weken)<br />
Ontwikkeling van<br />
algemene<br />
conditie, kracht en<br />
cardio-vasculaire<br />
(CV) fitheid.<br />
Ontwikkeling van<br />
een goe<strong>de</strong><br />
techniek. Op<br />
mentaal vlak dient<br />
<strong>de</strong> atleet<br />
concentratie te<br />
verbeteren, om zo<br />
een zo goed<br />
mogelijke techniek<br />
te kunnen<br />
ontwikkelen om zo<br />
met vertrouwen <strong>de</strong><br />
competitie aan te<br />
kunnen gaan.<br />
Notities<br />
Precompetitie<br />
(9 weken)<br />
Trainingen<br />
wor<strong>de</strong>n meer<br />
specifiek. De<br />
atleet blijft<br />
werken aan<br />
een betere<br />
techniek en<br />
aan mentale<br />
voorbereiding.<br />
De intensiteit van<br />
training neemt toe, wat<br />
kan lei<strong>de</strong>n tot een<br />
verslechtering van <strong>de</strong><br />
techniek. Let <strong>op</strong> zwakke<br />
punten en werk<br />
daaraan in rustige<br />
trainingen. Dit is het<br />
moment om te werken<br />
aan tactiek en strategie<br />
tij<strong>de</strong>ns competitie.<br />
Houd het niveau van<br />
conditie vast.<br />
Competitie<br />
(12 weken)<br />
Taperen<br />
(<strong>de</strong> laatste zeven tot<br />
tien dagen voor <strong>de</strong><br />
wedstrijd).<br />
Intensiteit en duur van<br />
<strong>de</strong> training gaan<br />
drastisch omlaag om het<br />
lichaam volledig uit te<br />
laten rusten van <strong>de</strong><br />
laatste zeer zware<br />
trainingsperio<strong>de</strong>.<br />
De atleet focust zich <strong>op</strong><br />
race strategie en<br />
prerace warming-up, in<br />
korte trainingen.<br />
Rust!<br />
Overgang<br />
(4 weken)<br />
Dit is het moment<br />
in het jaar dat<br />
een atleet<br />
mentaal en fysiek<br />
volledig kan<br />
uitrusten en rustig<br />
<strong>op</strong> vakantie kan.<br />
Lichte trainingen<br />
met crosstrainingsvormen<br />
zijn verstandig.<br />
Tijd voor<br />
evaluatie van het<br />
seizoen en om<br />
nieuwe doelen te<br />
stellen voor het<br />
volgen<strong>de</strong> jaar.<br />
Rekken en psychologische voorbereiding zijn belangrijke componenten voor alle trainingsperio<strong>de</strong>s<br />
1. Hoewel <strong>de</strong> tabel van links naar rechts leest, begin je het plannen van je trainingen rechts, vanaf het moment dat <strong>de</strong><br />
belangrijke wedstrij<strong>de</strong>n beginnen.<br />
2. Overgangsperio<strong>de</strong>: <strong>de</strong> vier weken na aflo<strong>op</strong> van <strong>de</strong> belangrijke wedstrij<strong>de</strong>n.<br />
3. Competitie perio<strong>de</strong>: Vanaf het moment dat je in <strong>de</strong> belangrijke wedstrij<strong>de</strong>n je piek wil bereiken dien je 12 weken terug<br />
te tellen (4x3 wekelijkse cycli). De laatste zeven tot tien dagen gebruik je om te taperen<br />
4. Precompetitie perio<strong>de</strong>: Tel we<strong>de</strong>rom terug, nu negen weken vanaf het moment dat <strong>de</strong> competitieperio<strong>de</strong> begint (3x3<br />
wekelijkse cycli).<br />
5. Voorbereidingsperio<strong>de</strong>: De resteren<strong>de</strong> 27 weken.<br />
6. Om <strong>de</strong> progressie te volgen en dus ook <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> training, is het verstandig een trainingslogboek bij te<br />
hou<strong>de</strong>n en <strong>op</strong> regelmatige basis testen te hou<strong>de</strong>n. (Zie ook het <strong>de</strong>el over testen: Sectie 12: Testen)
Trainingsrichtlijnen : Deel 2<br />
De volgen<strong>de</strong> tabel laat zien hoe je je training zou kunnen plannen wanneer je nog 6 tot 48 weken te gaan hebt<br />
voor <strong>de</strong> belangrijkste wedstrijd. De tabel dien je te lezen <strong>op</strong> basis van het aantal weken dat je nog te gaan hebt.<br />
Tabel 2.4<br />
Notities:<br />
Aantal weken tot<br />
aan wedstrijd<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25 - 48<br />
Trainingsperio<strong>de</strong> (in weken)<br />
Voorbereiding<br />
-<br />
1<br />
2<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3<br />
3 - 27<br />
Precompetitie<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
4<br />
5<br />
6<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
9<br />
Competitie<br />
De laatste zeven tot tien dagen van <strong>de</strong> competitieperio<strong>de</strong> gebruik je om te taperen, behalve in het geval je zes weken tot<br />
competitie hebt, waarbij een taper-perio<strong>de</strong> van drie tot zeven dagen voldoet.<br />
6<br />
6<br />
6<br />
6<br />
6<br />
6<br />
6<br />
6<br />
6<br />
6<br />
9<br />
9<br />
9<br />
12<br />
12<br />
12<br />
12<br />
12<br />
12<br />
12
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
Tapering<br />
Zeven tot tien dagen voor een belangrijke wedstrijd is het verstandig je trainingen te beperken in intensiteit en<br />
omvang. Je zou misschien <strong>de</strong>nken dat het reduceren van je training zo ver voor <strong>de</strong> wedstrijd zal lei<strong>de</strong>n tot<br />
vermin<strong>de</strong>ring van je fitheid en scherpte. Training is echter een combinatie van zware belasting en<br />
supercompensatie. Dit betekent dat tij<strong>de</strong>ns inspanning het lichaam sterk vermoeid raakt of tot uitputting wordt<br />
gebracht en tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> herstelperio<strong>de</strong> herstelt tot een niveau wat hoger ligt dan voor het moment van<br />
inspanning. Deze ‘supercompensatie’ perio<strong>de</strong> duurt zeven tot tien dagen na aflo<strong>op</strong> van <strong>de</strong> trainingsperio<strong>de</strong>.<br />
Daarom hoef je niet bang te zijn dat je conditie achteruit zal gaan.<br />
Het beste is <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> vooral aandacht te beste<strong>de</strong>n aan racestrategie, je pre-race warming-up te testen en<br />
je techniek perfectioneren. Belangrijk is ook <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> lactaatvorming te vermij<strong>de</strong>n. Het langste stuk <strong>op</strong><br />
hoge intensiteit mag niet langer zijn dan 90 secon<strong>de</strong>n. Een aantal van <strong>de</strong>ze stukken in het begin van <strong>de</strong> laatste<br />
week kan nog wel maar het is wel verstandig <strong>de</strong> laatste dagen voor <strong>de</strong> wedstrijd <strong>de</strong> duur terug te brengen<br />
naar 30 secon<strong>de</strong>n per blok. Wanneer je je voorbereidt <strong>op</strong> een 2000m wedstrijd ra<strong>de</strong>n we aan dat het totaal<br />
aantal har<strong>de</strong> halen niet boven <strong>de</strong> 300 komt in <strong>de</strong> gehele tapering-perio<strong>de</strong>.<br />
Een voorbeeld van een week taperen staat hieron<strong>de</strong>r. Dit is <strong>de</strong> laatste week voor een 2000m wedstrijd.<br />
Kijkend naar het schema zul je waarschijnlijk het i<strong>de</strong>e hebben dat je veel meer zou moeten doen vlak voor zo’n<br />
wedstrijd. Dit is <strong>op</strong> zich een goed teken, maar let <strong>op</strong>: laat je niet verlei<strong>de</strong>n te veel te doen. Je bent bezig met<br />
taperen, wat betekent dat je dient uit te rusten en klaar moet zijn voor <strong>de</strong> wedstrijd.<br />
Table 2.5<br />
3 trainingen<br />
of min<strong>de</strong>r<br />
4 trainingen<br />
5 trainingen<br />
6 trainingen<br />
7 trainingen<br />
8 trainingen<br />
Notities:<br />
Taperen gebaseerd <strong>op</strong> het aantal trainingen per week<br />
1x3’TR<br />
25’UT2<br />
30’UT2<br />
1x15’UT1<br />
RUST<br />
2x1.5’AN<br />
1x3’TR<br />
1x3’TR<br />
5’AT<br />
1x15’UT1<br />
3x4sec.AN<br />
3x1.5’AN<br />
2x8’UT1<br />
1x3’TR<br />
5’AT<br />
uitleg in tabel 2.1 over trainingszones, blz. 36<br />
Geen taperen nodig<br />
RACE<br />
45sec.AN<br />
3x1.5’AN<br />
20’UT2<br />
1x3’TR<br />
RACE<br />
45sec.AN<br />
2x2’TR<br />
20’UT2<br />
RACE<br />
3x45sec.AN<br />
2x2’TR<br />
RACE<br />
3x45sec.AN RACE
Aanpassingen van je lichaam<br />
Wellicht verrassend, maar een training zelf zorgt niet voor vooruitgang in conditie. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van<br />
rust en herstel vindt in het lichaam een aanpassing plaats aan <strong>de</strong> vraag die ontstaat door <strong>de</strong> recente training.<br />
Wanneer <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier je fysieke conditie verbetert kun je het trainingsvolume vergroten, zodat je ook<br />
an<strong>de</strong>re trainingsvormen kunt gaan invullen. Sporters, die vier tot vijf keer per week trainen zullen profijt hebben<br />
van een groot aantal hoge-intensiteit-trainingen, terwijl het programma van sporters die twee keer per dag<br />
trainen, voor niet meer dan 20-30% van het programma uit hoge-intensiteit-trainingen mag bestaan. Zoals al<br />
eer<strong>de</strong>r genoemd bepaalt <strong>de</strong> individuele hartfrequentie bij verschillen<strong>de</strong> belastingen <strong>de</strong> trainingsintensiteit, wat<br />
betekent dat sporters die <strong>op</strong> een bepaal<strong>de</strong> belasting trainen <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> intensiteiten kunnen zitten in die<br />
training.<br />
Om <strong>de</strong> gewenste aanpassing van je lichaam te bereiken, zijn er een aantal factoren om in <strong>de</strong> gaten te hou<strong>de</strong>n:<br />
• Er dient regelmatig getraind te wor<strong>de</strong>n om aanpassing van je lichaam te stimuleren<br />
• Je dient voldoen<strong>de</strong> tijd tussen trainingssessies te hou<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> aanpassing mogelijk te maken<br />
• De hoeveelheid training dient toe te nemen wanneer adaptatie wordt bereikt<br />
• Het trainingsprogramma dient te zijn aangepast aan je individuele behoeften<br />
• Trainingsvormen moeten <strong>op</strong> maat wor<strong>de</strong>n gemaakt voor <strong>de</strong> fysieke kenmerken van <strong>de</strong> sport<br />
• Er dient een systeem te zijn om <strong>de</strong> progressie te meten tij<strong>de</strong>ns het trainingsprogramma<br />
Hersteltijd tussen intervallen<br />
Volledig herstel tussen intervallen kun je <strong>de</strong>finiëren als het moment waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> hartfrequentie gezakt is naar<br />
het warming-up niveau (2x <strong>de</strong> hartfrequentie in rust).<br />
De intensiteit van een intervaltraining kan verhoogd wor<strong>de</strong>n door het herstel te laten l<strong>op</strong>en tot 90% of zelfs 80%.<br />
Voorbeeld:<br />
rusthartfrequentie: 60 spm. Warming-up niveau: 120 spm.<br />
100% : 120 spm, daarna ver<strong>de</strong>r<br />
90% : 132 spm, i<strong>de</strong>m<br />
80% : 145 spm, i<strong>de</strong>m<br />
Vermin<strong>de</strong>rd herstel is het meest effectief in het begin van een intensieve intervaltraining perio<strong>de</strong>, wanneer<br />
intensiteit meer belang heeft dan kwaliteit. Wanneer <strong>de</strong> wedstrijdperio<strong>de</strong> na<strong>de</strong>rt wordt <strong>de</strong> kwaliteit belangrijker<br />
dan <strong>de</strong> intensiteit, waardoor je volledig herstel mogelijk maakt.<br />
Trainingsrichtlijnen : Deel 2
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
Structuur brengen in het programma<br />
Het aantal trainingen per week wat je van plan bent te gaan trainen heeft een belangrijke invloed <strong>op</strong> <strong>de</strong> mix in<br />
<strong>de</strong> trainingen waaruit je trainingsprogramma gaat bestaan. Simpel gezegd, wanneer je slechts drie of vier keer<br />
per week traint zal <strong>de</strong> intensiteit van je programma pr<strong>op</strong>ortioneel hoger liggen dan wanneer je zeven of acht<br />
keer per week traint.<br />
Om dit wat dui<strong>de</strong>lijker te maken laat tabel 2.6 een mogelijke mix van trainingen zien, gebaseerd <strong>op</strong> het aantal<br />
trainingen per week, <strong>de</strong> trainingszones en <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van het jaar waar je in traint. Tabel 2.7 laat het type<br />
arbeid zien, met ook het aantal slagen per minuut en <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> trainingszone behoren<strong>de</strong> hartfrequentie.<br />
Op basis van tabellen 2.3, 2.4, 2.6 en 2.7 en gebruik makend van het golfprincipe moet je in staat zijn een<br />
eigen trainingsprogramma <strong>op</strong> te zetten.
Tabel 2.6<br />
Aantal Tr.<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
UT2<br />
-<br />
-<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
UT1<br />
3<br />
4<br />
4<br />
4<br />
4<br />
4<br />
UT2<br />
-<br />
-<br />
1<br />
1<br />
1<br />
2<br />
UT1<br />
1<br />
2<br />
2<br />
2<br />
3<br />
3<br />
Trainingsrichtlijnen : Deel 2<br />
Mix van trainingszones (gebaseerd <strong>op</strong> trainingsperio<strong>de</strong> & aantal trainingen per week)<br />
Tabel 2.7<br />
Voorbereiding Precompetitie Competitie<br />
1 2 3 4 5 6 7<br />
Zone<br />
UT2<br />
UT1<br />
AT<br />
INT<br />
AN<br />
Tijd<br />
60-90 min.<br />
30-60 min.<br />
18-24 min.<br />
12-18 min.<br />
9-12 min.<br />
Opmerkingen<br />
1. De trainingszone waarin <strong>de</strong> sporter traint<br />
2. Duur van <strong>de</strong> inspanning in <strong>de</strong> trainingszone<br />
3. Invulling van <strong>de</strong> trainingsvorm<br />
4. Hersteltijd, uitgedrukt als percentage van <strong>de</strong> trainingstijd<br />
5. Voorbeeld van <strong>de</strong>ze trainingsvorm<br />
6. Het percentage van <strong>de</strong> maximale hartslag wat bij dit type training hoort<br />
7. Aantal slagen per minuut<br />
Type Training<br />
Lange interval 20-90 min.<br />
Lange interval 10-30 min.<br />
Mid<strong>de</strong>llange interval 6-10 min.<br />
Korte interval 2-5 min.<br />
Sprint 45-90 sec.<br />
AT<br />
2<br />
2<br />
2<br />
3<br />
3<br />
3<br />
UT2<br />
Arbeid per trainingszone<br />
Herstel<br />
10-20%<br />
25-50%<br />
50%<br />
100%<br />
100%<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
1<br />
UT1<br />
-<br />
-<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
Voorbeeld<br />
60 min. Continue<br />
AT<br />
-<br />
1<br />
1<br />
1<br />
2<br />
2<br />
3 x 10 min.: 5 min. rust<br />
3 x 6 min.: 3 min. rust<br />
6 x 2 min.: 2 min. rust<br />
6 x 90 sec.: 90 sec. rust<br />
INT<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
% HFM<br />
55-70<br />
70-80<br />
80-85<br />
95-90<br />
90-100<br />
AN<br />
1<br />
1<br />
1<br />
2<br />
2<br />
2<br />
SPM<br />
18-22<br />
20-26<br />
24-30<br />
28-34<br />
32+
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
5. Vaak gestel<strong>de</strong> vragen<br />
Beantwoord door Terry O’Neill<br />
Ik heb het advies van <strong>de</strong> Concept 2 Website gevolgd voor gewichtsregulatie. Door mijn leeftijd van 41<br />
jaar van 220 bpm af te halen, zou ik <strong>op</strong> een maximale hartfrequentie van 179 bpm uitkomen. Nu heb ik<br />
kortgele<strong>de</strong>n een hartfrequentie van 185 spm gemeten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> heuvelsprint training. Mijn<br />
rusthartfrequentie is 42 à 44 spm.<br />
Als ik van 179 65% neem kom ik <strong>op</strong> een trainingshartfrequentie van 116 bpm. Om dit te bereiken moet<br />
ik <strong>op</strong> een roeitempo van 28 tot 30 SPM roeien in plaats van <strong>de</strong> 18 tot 20 die wor<strong>de</strong>n geadviseerd in <strong>de</strong><br />
Trainingshandleiding. Wat doe ik verkeerd?<br />
Je maximale hartfrequentie hangt af van wat je doet. Heuvelsprints geven een veel hogere maximum<br />
hartfrequentie dan indoorroeien. Als je je individuele maximale hartfrequentie <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> wil bepalen,<br />
kun je <strong>de</strong> test doen in Sectie 3: Fysiologie.<br />
Het hartfrequentiepercentage waar<strong>op</strong> je zou moeten werken is afhankelijk van het hartfrequentiebereik. Deze<br />
bepaal je door <strong>de</strong> rusthartfrequentie van <strong>de</strong> maximale hartfrequentie af te halen. Vermenigvuldig dit met het<br />
percentage waar<strong>op</strong> je zou moeten trainen en voeg aan het resultaat je rusthartfrequentie toe. Dit geeft je een<br />
goe<strong>de</strong> indicatie van <strong>de</strong> hartfrequentie waar<strong>op</strong> je zou moeten trainen in die trainingszone.<br />
Ver<strong>de</strong>r hoef je je niet teveel zorgen te maken over het roeitempo waar<strong>op</strong> je roeit in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
trainingszones. Dit is overgenomen van het roeien <strong>op</strong> het water, voordat een hartslagmeter gangbare<br />
meetapparatuur werd. In die tijd was het veran<strong>de</strong>ren van het tempo een manier voor roeiers om <strong>de</strong> intensiteit<br />
van training te bepalen. Het is belangrijker <strong>de</strong> juiste hartfrequentie te bereiken dan het geadviseer<strong>de</strong><br />
roeitempo.<br />
Waarom moet er in verschillen<strong>de</strong> trainingszones getraind wor<strong>de</strong>n en waarom kunnen we niet zo hard<br />
trainen als we willen?<br />
Toen ik begon met het coachen van het nationale team (van <strong>de</strong> VS) eind zeventiger jaren gebruikten we drie<br />
trainingszones. Deze wer<strong>de</strong>n steady state, tempo en interval trainingen genoemd. Voor steady state kun je<br />
UT1 lezen en voor tempo anaërobe drempel. De interval training bestond uit een serie 500m stukken.<br />
Met het volgen van dit programma gebaseerd <strong>op</strong> drie zones coachte ik een ploeg in 1980, die goud won <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />
wereldkampioenschappen en er werd een wereldrecord gevaren wat maar liefst negen jaar stand zou hou<strong>de</strong>n.<br />
De atleten in <strong>de</strong>ze ploeg werkten allemaal fulltime en train<strong>de</strong>n vier avon<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> week en tweemaal <strong>op</strong><br />
zaterdag en zondag.<br />
Je hebt er een moedige coach voor nodig die naar die tijd terug zou willen en <strong>de</strong> huidige fulltime atleten,<br />
waaruit het nationale team nu bestaat, een <strong>de</strong>rgelijk programma te laten volgen. Wat er nog het meest in <strong>de</strong><br />
buurt komt is een situatie bij een lokale roeivereniging die ik een aantal jaren gele<strong>de</strong>n heb geholpen. Allereerst<br />
heb ik het aantal trainingen omlaag gebracht door alle trainingen vroeg in <strong>de</strong> ochtend weg te laten. Deze<br />
trainingen wer<strong>de</strong>n niet goed uitgevoerd doordat door tijdsdruk <strong>de</strong> trainingen wer<strong>de</strong>n afgeraffeld, zodat <strong>de</strong><br />
atleten <strong>op</strong> tijd <strong>op</strong> het werk kon<strong>de</strong>n zijn. De kwaliteit van <strong>de</strong> avondtrainingen werd ook min<strong>de</strong>r door te weinig<br />
nachtrust. Toen ik voorstel<strong>de</strong> <strong>de</strong> ochtendsessie te schrappen kon je aan hun gezichten zien, dat zij zich even
afvroegen wie ik wel niet was dat ik dat durf<strong>de</strong> voor te stellen. Desondanks <strong>de</strong><strong>de</strong>n ze zoals ik vroeg en later<br />
dat jaar werd door hen Henley gewonnen, één van hun doelstellingen dat jaar.<br />
Voor fulltime atleten is vermoeidheid niet een heel belangrijk punt. Er is voldoen<strong>de</strong> tijd om te rusten tussen <strong>de</strong><br />
verschillen<strong>de</strong> trainingssessies, waardoor meer trainingssessies <strong>op</strong> een dag goed mogelijk wor<strong>de</strong>n. Vervolgens<br />
kun je <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> trainingen meer specifiek maken en een manier om dit te bereiken is gebruik te maken<br />
van <strong>de</strong> vijf (en in sommige gevallen zeven) verschillen<strong>de</strong> trainingszones.<br />
Het on<strong>de</strong>rscheid maken in verschillen<strong>de</strong> trainingszones is niet erg verschillend van <strong>de</strong> instelling zo hard<br />
mogelijk en zo lang mogelijk trainen. Trainingen <strong>op</strong> lage intensiteit duren langer, als je echter te hard begint hou<br />
je het niet tot het ein<strong>de</strong> vol uit. De re<strong>de</strong>n om niet elke training voluit te gaan ligt vooral in het feit dat je dan<br />
eigenlijk maar één fysiologisch niveau aan blijft pakken in plaats van <strong>de</strong> complete range trainingen l<strong>op</strong>end van<br />
lichte aërobe training tot zeer intensieve anaërobe arbeid.<br />
Over <strong>de</strong> hele range van trainingsvormen zijn uithoudingsvermogen en kracht <strong>de</strong> twee uitersten. Je zult zien dat<br />
door duurtraining een toename van kracht te zien is en door krachttraining een verbetering in<br />
uithoudingsvermogen.<br />
Naast die twee extremen stellen we mid<strong>de</strong>ls lactaatniveaus in het bloed <strong>de</strong> overige trainingszones vast, welke<br />
juist voor een 2.000m-race bij het roeien belangrijk zijn. De kennis van lactaatniveaus in het bloed is voor een<br />
marathonl<strong>op</strong>er min<strong>de</strong>r belangrijk, aangezien die min<strong>de</strong>r hoge lactaatniveaus zal bereiken tij<strong>de</strong>ns een wedstrijd.<br />
Voor roeiers is het wel relevant, aangezien er twee re<strong>de</strong>nen zijn waarom je je training niet oneindig vol kunt<br />
hou<strong>de</strong>n. Ten eerste verbruik je met aërobe training een brandstof (suikers), die niet oneindig voorradig is. Dit<br />
zie je bij sporters, zoals triatleten die geduren<strong>de</strong> lange tijd inspanningen leveren en niet <strong>op</strong> tijd voeding nemen.<br />
De an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n heeft te maken met het gevolg van trainingen <strong>op</strong> hoge intensiteit. Daarbij neemt het<br />
lactaatniveau in het bloed zover toe, dat <strong>de</strong> zuurgraad van het bloed veran<strong>de</strong>rt van <strong>de</strong> normale waar<strong>de</strong> van pH<br />
6,8 naar pH 7,3. Gevolg is dat een calciumcomplex, dat een essentiële factor speelt in <strong>de</strong> contractie van<br />
spieren wordt afgebroken en <strong>de</strong> spieren daardoor niet meer kunnen verkorten. Dit kun je heel dui<strong>de</strong>lijk zien in<br />
een 400m hor<strong>de</strong>n race, waar atleten bij het na<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> finish heel ongecoördineerd gaan l<strong>op</strong>en en direct<br />
na <strong>de</strong> finish in elkaar storten. De duur van <strong>de</strong>ze toestand in <strong>de</strong> spieren duurt min<strong>de</strong>r dan een minuut waardoor<br />
er dus geen sprake kan zijn van een lege brandstofvoorraad.<br />
Lactaat<strong>op</strong>h<strong>op</strong>ing is ook een beperken<strong>de</strong> factor tij<strong>de</strong>ns een 2.000m race. De verbruikte energie ligt rond <strong>de</strong> 400<br />
kcal, wat <strong>op</strong> zichzelf niet heel veel is, aangezien een mens een voorraad voor 10.000 kcal heeft <strong>op</strong>geslagen in<br />
<strong>de</strong> vorm van suikers en vet. Dit is echter het maximale verbruik over een perio<strong>de</strong> van één etmaal. Het verbruik<br />
per tijdseenheid ligt tij<strong>de</strong>ns een 2.000m race 10x hoger, en is daardoor een enorme <strong>op</strong>gave.<br />
Het belangrijkste doel van een trainingsprogramma is <strong>de</strong> hoeveelheid te gebruiken energie te maximaliseren<br />
voordat lactaat<strong>op</strong>h<strong>op</strong>ing plaats gaat vin<strong>de</strong>n. Daarom moet je weten met welke trainingsintensiteit dit punt<br />
bereikt wordt.<br />
Aangezien lactaat continue aanwezig is in het bloed dienen we ook te weten hoeveel dat is tij<strong>de</strong>ns rust, bij<br />
normale activiteit en welk niveau we kunnen verwachten bij een trainingsintensiteit met het verlang<strong>de</strong><br />
trainingseffect (aërobe drempel). Deze twee punten wor<strong>de</strong>n aangeduid met respectievelijk 4 en 2 mmol. Dan<br />
zijn er nog <strong>de</strong> trainingszones boven <strong>de</strong> anaërobe drempel, <strong>de</strong> eerste tot 6 mmol en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re daarboven.<br />
Hierin dient te wor<strong>de</strong>n getraind om tolerantie voor lactaat te ontwikkelen en het metabole herstel ver<strong>de</strong>r te<br />
verbeteren.<br />
Trainingsrichtlijnen : Deel 2
Deel 2 : Trainingsrichtlijnen<br />
Aanbevelingen:<br />
• McKardle, Katch and Katch, Exercise Physiology: Energy Nutrition and Human Performance<br />
Lippincott Williams and Wilkins, 2001<br />
ISBN: 0781725445<br />
• Wilmore and Costill, Physiology of Sport and Exercise<br />
Human Kinetics Eur<strong>op</strong>e Ltd, 1999<br />
ISBN: 0736000844
Deel 3 :<br />
Training Schema’s<br />
1. Schema richtlijnen<br />
2. Basale conditietraining<br />
3. ‘Nul schema’<br />
4. Gewichtsregulatie<br />
5. 20 Minuten fitness<br />
6. 40 Minuten fitness<br />
7. <strong>Trainen</strong> voor 2000 meter wedstrij<strong>de</strong>n<br />
8. Marathon training<br />
9. Cross training
Deel 3 : Training Schema’s<br />
1. Schema richtlijnen<br />
Het juiste schema kiezen<br />
Trainingsschema’s voor basis conditie, 20 en 40 minuten zijn bedoeld voor diegene die gezondheid en conditie<br />
<strong>op</strong>bouw als prioriteit hebben. Schema’s voor 2000 meter, marathons en gewichtsregulatie zijn ontworpen met<br />
een speciaal (wedstrijd)doel. Elk schema heeft een bepaal<strong>de</strong> doelgroep, maar je moet gezond verstand<br />
gebruiken om te bezien of je het aankan en hoe je progressie is. Als je bijvoorbeeld vindt dat het schema zwaar<br />
is en je hebt moeite je aan het schema te hou<strong>de</strong>n, doe het dan rustiger aan en overweeg te trainen <strong>op</strong> een<br />
an<strong>de</strong>re snelheid, misschien zelfs een an<strong>de</strong>r schema kiezen. Als je daarentegen <strong>de</strong> trainingen te makkelijk vindt,<br />
overweeg dan een niveau hoger te kiezen.<br />
Beginnen met je trainingsprogramma<br />
Voordat je met een trainingsschema begint overweeg dan het volgen<strong>de</strong>:<br />
• Verzeker jezelf ervan dat je medisch in staat bent te trainen. Laat (eventueel) een sportkeuring doen.<br />
• Luister altijd naar je lichaam en wees bereid rust te nemen als je moe bent. Rust is een erg belangrijk<br />
on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het trainingsproces, want <strong>de</strong> aanpassing van het lichaam aan <strong>de</strong> belasting vindt juist dan<br />
plaats.<br />
• Zorg dat je in het begin niet te hard van stapel lo<strong>op</strong>t en train NOOIT wanneer je ziek bent.<br />
• Train binnen <strong>de</strong> grenzen van je HFM (zie <strong>de</strong>el 2.2; Trainingsintensiteit).<br />
• Laat je niet door het schema regeren.<br />
• Train veilig (zie <strong>de</strong>el 1.1; Trainingsrichtlijnen voor veilig trainen).<br />
Trainingsplanning<br />
In <strong>de</strong> programma’s 20 minuten fitness (3.5) en 40 minuten fitness (3.6) wor<strong>de</strong>n er <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> fases<br />
beschreven: voorbereidings-, ontwikkelings- en consolidatiefase. De voorbereidingsfase is <strong>de</strong> beginfase, waarin<br />
je went aan een geregeld trainingsritme; <strong>de</strong> ontwikkelingsperio<strong>de</strong> zou moeten beginnen <strong>op</strong> het moment dat je<br />
kunt constateren dat je <strong>de</strong> techniek on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> knie hebt, je regelmatig aan het trainen bent en daaraan gewend<br />
bent. Je kan dan beginnen <strong>de</strong> training elke keer iets zwaar<strong>de</strong>r te maken. Alleen als je progressie dui<strong>de</strong>lijk en<br />
goed is kan je proberen je niveau nog wat verbeteren tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> consolidatiefase. De voornaamste<br />
veran<strong>de</strong>ringen zijn dan dat het slagtempo omhoog zal gaan en dat <strong>de</strong> intensiteit van <strong>de</strong> trainingen zal<br />
toenemen.<br />
Voor diegenen die geïnteresseerd zijn in wedstrij<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> voorbereidings-, ontwikkelings- en consolidatiefase<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n vergeleken met <strong>de</strong> voorbereidings-, precompetitie- en competitiefase voor een 2000 meter<br />
wedstrijd training.
2. Basis conditietraining<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
Doelgroep: 50+ers, of jongeren die ongetraind zijn en aan weinig tot geen sport gedaan hebben.<br />
Dr. Fritz Hagerman, professor in <strong>de</strong> fysiologie aan <strong>de</strong> Universiteit van Ohio (USA) en voorzitter van <strong>de</strong> Medische<br />
Commissie van <strong>de</strong> FISA *, heeft het volgen<strong>de</strong> trainingsschema ontworpen voor <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong>, gebaseerd<br />
<strong>op</strong> on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r volwassenen die een hoofdzakelijk zittend bestaan hebben geleid en al in geen jaren iets<br />
aan sport hebben gedaan. De resultaten waren verbluffend. Beginnend met 5 stukjes roeien van 1 minuut, met<br />
rust er tussen, werkte <strong>de</strong> groep aan een stapsgewijs plan, waarbij uitein<strong>de</strong>lijk een conditie werd bereikt<br />
waarmee een half uur achter elkaar roeien kon wor<strong>de</strong>n volgehou<strong>de</strong>n.<br />
De Basis Conditietraining is ontworpen als een makkelijk kennismakings-trainingsschema, met een bovengrens<br />
qua trainingsintensiteit van 75% van <strong>de</strong> HFM óf een niveau waarbij een conversatie kan wor<strong>de</strong>n gevoerd. Je<br />
kiest het schema welke het lichtste uitvalt.<br />
Het schema kan wor<strong>de</strong>n aangepast aan je behoefte. Bijvoorbeeld: je kunt <strong>de</strong> rusttijd verdubbelen of <strong>de</strong> stappen<br />
veran<strong>de</strong>ren (ga van 1’ naar 1’30” naar 2’ naar 2’30”) als je wilt. Wat belangrijk is, is regelmaat; maak er een<br />
gewoonte van om in het begin een routine <strong>op</strong> te bouwen van één dag trainen afgewisseld met één dag rust.<br />
Een schema voor mensen die zich iets beter in vorm voelen, is het door ons al langer gebruikte ‘nul’ schema.<br />
*FISA-Fe<strong>de</strong>ration Internationale Sport d’Aviron- De wereld Roeibond.
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Tabel 3.1<br />
Stap<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
N.B.<br />
Zone<br />
UT1<br />
UT1<br />
UT1<br />
UT1<br />
UT1<br />
UT1<br />
Training<br />
1’ @ 75%<br />
2’ @ 75%<br />
3’ @ 75%<br />
4’ @75%<br />
5’ @ 75%<br />
Continuous<br />
rowing<br />
Conditie Training Basis Schema<br />
Rust<br />
30 sec<br />
30 sec<br />
30 sec<br />
30-60 sec<br />
30-60 sec<br />
-<br />
Stap 1 houdt in dat je 1 minuut gaat roeien <strong>op</strong> circa 75% van je maximale hartslag, en dan 30 secon<strong>de</strong>n rust neemt. Herhaal<br />
dit 5 keer. Bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> training doe je dan één minuut extra totdat je 8 minuten gedaan hebt. Ga dan ver<strong>de</strong>r met stap 2.<br />
Stap 1 vertegenwoordigt tussen <strong>de</strong> 5 en 8 minuten training.<br />
Tabel 3.2<br />
N.B.<br />
Stap<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
Fase 1<br />
5 x 1’ UT1 20-24spm<br />
5 x 2’ UT1 20-24spm<br />
5 x 3’ UT1 20-24spm<br />
5 x 4’ UT1 20-24spm<br />
5 x 5’ UT1 20-24spm<br />
1 x 20’ UT1 20-24spm<br />
Trainingsschema voor Basis Conditie<br />
Fase 2<br />
6 x 1’ UT1 20-24spm<br />
6 x 2’ UT1 20-24spm<br />
6 x 3’ UT1 20-24spm<br />
6 x 4’ UT1 20-24spm<br />
6 x 5’ UT1 20-24spm<br />
1 x 22’ UT1 20-24spm<br />
Fase 3<br />
7 x 1’ UT1 20-24spm<br />
7 x 2’ UT1 20-24spm<br />
7 x 3’ UT1 20-24spm<br />
7 x 4’ UT1 20-24spm<br />
7 x 5’ UT1 20-24spm<br />
1 x 24’ UT1 20-24spm<br />
Fase 4<br />
8 x 1’ UT1 20-24spm<br />
8 x 2’ UT1 20-24spm<br />
8 x 3’ UT1 20-24spm<br />
-<br />
-<br />
2’ per stap uitbrei<strong>de</strong>n<br />
Ga van training naar training als je er klaar voor bent. Mocht je een training ‘zwaar’ vin<strong>de</strong>n, doe <strong>de</strong>ze dan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> keer<br />
nog eens totdat je het makkelijk volhoudt.<br />
Werk<br />
5 keer één minuut met 30 secon<strong>de</strong>n rust tussendoor.<br />
Ie<strong>de</strong>re training een minuut extra totdat je er<br />
comfortabel 8 kunt doen. Dan naar <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stap.<br />
Zelf<strong>de</strong> als stap 1<br />
Zelf<strong>de</strong> als stap 1<br />
4 keer vier minuten. Ie<strong>de</strong>re training één keer 4 minuten<br />
extra totdat je er comfortabel 7 kunt doen. Dan naar<br />
<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stap.<br />
Zelf<strong>de</strong> als stap 4<br />
Begin met continu 20 minuten roeien. Doe daar ie<strong>de</strong>re<br />
training 2 minuten bij totdat je 30 minuten kunt roeien.<br />
Tijd<br />
5-8’<br />
10-16’<br />
15-24’<br />
16-28’<br />
20-35’<br />
20-30’
3. Nulschema: voor beginners met ambitie<br />
Het 'Nul-schema' is bestemd voor <strong>de</strong>genen die nog nooit <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> geroeid hebben en die al meer<br />
dan drie maan<strong>de</strong>n geen noemenswaardige en regelmatige fysieke inspanning hebben verricht.<br />
Werk <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> trainingen af in twee tot drie trainingen per week. Probeer minimaal één rustdag tussen<br />
twee trainingen te nemen. Als je twijfelt aan je vermogen om dit schema te volbrengen, ga dan eerst naar je<br />
huisarts. We gaan ervan uit dat je geen hartslagmeter tot je beschikking hebt. Heb je die wel, houd dan je<br />
hartslag tussen <strong>de</strong> 60-70 % van je maximale hartfrequentie. Een enkele keer kun je tegen het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
training iets doorklimmen tot 75%.<br />
Tabel 3.3<br />
Nulschema<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
1. Vijf minuten rustig roeien; 20 tot 22 slagen per minuut (spm). Afstappen en vijf minuten stretchen. Dan<br />
weer vijf minuten rustig roeien; 20 tot 22 spm. De verleiding is groot om meer te doen, maar als je niet<br />
gewend bent te roeien zal <strong>de</strong> spierpijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> dag <strong>de</strong>s te groter zijn.<br />
2. Hetzelf<strong>de</strong> als 1, tenzij je nergens last van had; niet tij<strong>de</strong>ns het roeien, en ook niet na het roeien, in <strong>de</strong><br />
vorm van spierpijn. In dat geval kun je direct aan training 3 beginnen.<br />
3. Vijf minuten rustig, even stretchen, dan geduren<strong>de</strong> tien minuten tempo 20-22 spm. Aan het eind van <strong>de</strong><br />
tien minuten mag je licht beginnen te zweten. Buiten a<strong>de</strong>m ben je nog lang niet.<br />
4. Vijf minuten rustig, even stretchen, dan geduren<strong>de</strong> 12 minuten tempo 20-22 spm. Na tien minuten mag<br />
je licht beginnen te zweten.<br />
5. Vijf minuten rustig, even stretchen, dan geduren<strong>de</strong> 15 minuten tempo 20-22 spm. Na tien minuten mag<br />
je licht beginnen te zweten. Eventueel kan je een keer een tussensprintje van 10 halen proberen.<br />
6. Een paar minuten warming-up met wat rekoefeningen en 20 minuten roeien: vijftien minuten in tempo<br />
20 en <strong>de</strong> laatste vijf minuten in tempo 22. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze training moet je gewoon met iemand kunnen<br />
blijven praten.<br />
7. Een paar minuten warming-up met wat rekoefeningen en 20 minuten roeien; 10 minuten tempo 20, vijf<br />
minuten tempo 22 en <strong>de</strong> laatste vijf minuten een tempo van 24 slagen per minuut.<br />
8. Een paar minuten warming-up met wat rekoefeningen en 20 minuten roeien: vijftien minuten in tempo<br />
20 en <strong>de</strong> laatste vijf minuten in tempo 22. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze training moet je gewoon met iemand kunnen<br />
blijven praten. Let er ook <strong>op</strong> dat je na <strong>de</strong> training ook wat rekoefeningen doet.<br />
9. 10 en 11. Je gebruikelijke warming-up, daarna geduren<strong>de</strong> vijfentwintig minuten roeien in tempo 20-22.<br />
Als het lekker gaat kun je <strong>de</strong> laatste vijf minuten het tempo iets <strong>op</strong>voeren. Dit is al best een lange<br />
training, maar doordat je hem rustig uitvoert heb je meer het gevoel dat je lekker beweegt dan dat je<br />
moet ‘werken’.<br />
12. Warming-up en vervolgens geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig minuten roeien in tempo 20-22.<br />
Wanneer je <strong>de</strong>ze trainingen binnen vier tot vijf weken hebt volbracht kun je ver<strong>de</strong>r gaan met het<br />
standaardschema dat je hierna aantreft.
Deel 3 : Training Schema’s<br />
4. Gewichtsregulatie<br />
Doelgroep: Ie<strong>de</strong>reen die wil afvallen of <strong>op</strong> een gezond gewicht wil blijven<br />
Hoewel regelmatig trainen een bruikbaar mid<strong>de</strong>l is in gewichtsregulatie, is het onwaarschijnlijk dat het<br />
zelfstandig een significante afname in het gewicht bewerkstelligt. Lange termijn gewichtsafname wordt het<br />
best bereikt door regelmatig sporten te combineren met een verstandig dieet.<br />
Gewichtsafname kan wor<strong>de</strong>n bereikt door <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> training steeds <strong>op</strong> te voeren en dit te combineren<br />
met een passend dieet. Het uit vier fasen <strong>op</strong>gebouw<strong>de</strong> schema (tabel 3.4) voert <strong>de</strong> trainingsduur <strong>op</strong> tot een<br />
maximum van 90 minuten.<br />
<strong>Trainen</strong> en Voeding<br />
Voor het reguleren van je gewicht, is inspanning van lange duur <strong>op</strong> een lage intensiteit aan te ra<strong>de</strong>n. Echter,<br />
tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> training zal het lichaam eerst het vet uit het voedsel gebruiken voordat het lichaamsvet wordt<br />
aangesproken. Dus om je training effectief te maken zul je <strong>de</strong> hoeveelheid vet in je voeding moeten beperken.<br />
Een uitgebalanceerd dieet is een dieet waarbij er een balans bestaat tussen <strong>de</strong> hoeveelheid energie die je tot<br />
je neemt in <strong>de</strong> vorm van voeding en <strong>de</strong> hoeveelheid energie die je verbruikt door je manier van leven. Energie<br />
wordt uitgedrukt in calorieën en wordt geleverd door een combinatie van koolhydraten (glycogeen en suikers)<br />
en vet. Elke gram glycogeen levert 4.3 kcal, en elke gram vet levert 9 kcal. Als je <strong>op</strong> een hogere intensiteit<br />
traint wor<strong>de</strong>n er meer calorieën verbruikt, maar dat zou<strong>de</strong>n wel eens niet <strong>de</strong> calorieën kunnen zijn die je wil<br />
verbran<strong>de</strong>n en bij simpelweg calorieën tellen wordt <strong>de</strong> energiebron over het hoofd gezien.<br />
Om je streefgewicht te bereiken en te behou<strong>de</strong>n is het belangrijk realistische verwachtingen te hebben en niet<br />
een snelle <strong>op</strong>lossing te zoeken. Veel mensen hebben irreële verwachtingen; zij willen snel resultaat zien en<br />
geven <strong>op</strong> als dat uitblijft. Hieron<strong>de</strong>r noemen we een aantal afvalmythes:<br />
• Crashdiëten werken niet. Diëten met een lage calorische waar<strong>de</strong> brengen wellicht een snelle<br />
gewichtsafname, maar studies tonen aan dat dit meestal maar van korte duur is. Bovendien raakt het<br />
lichaam gewend aan <strong>de</strong> lage hoeveelheid calorieën en past zich aan door <strong>de</strong> verbranding (het metabolisme)<br />
te vertragen; het verbrandt <strong>de</strong> energie nu zuiniger. Als je weer normaal begint te eten kan het lichaam het<br />
metabolisme niet zo snel <strong>op</strong> <strong>de</strong> oorspronkelijke snelheid krijgen en zal het extra aanbod aan voedsel<br />
<strong>op</strong>slaan als vet.<br />
• Maaltij<strong>de</strong>n overslaan veroorzaakt een uitgehongerd gevoel dat “overeten” in <strong>de</strong> hand werkt. Het is beter<br />
het aantal calorieën goed over <strong>de</strong> hele dag te sprei<strong>de</strong>n. Voor gewichtsverlies moet je 25 % van <strong>de</strong> calorieën<br />
met het ontbijt gebruiken, 50 % met <strong>de</strong> lunch en 25 % met <strong>de</strong> avond maaltijd.<br />
• Zware trainingen zijn niet <strong>de</strong> <strong>op</strong>lossing. Om vet te verbran<strong>de</strong>n moet je rustiger en langer bewegen, zodat<br />
het lichaam <strong>de</strong> eigen vetvoorra<strong>de</strong>n gaat aanspreken als energiebron in plaats van <strong>de</strong> glycogeenvoorra<strong>de</strong>n<br />
van <strong>de</strong> spieren.
Tabel 3.4<br />
Training<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
Lichte Week<br />
10’ UT2 18-20spm<br />
15’ UT2 18-20spm<br />
2 x 10’ UT2 18-20spm<br />
15’ UT2 18-20spm<br />
20’ UT2 18-20spm<br />
20’ UT2 18-20spm<br />
25’ UT2 18-20spm<br />
2 x 15’ UT2 18-20spm<br />
20’ UT2 18-20spm<br />
30’ UT2 18-20spm<br />
30’ UT2 18-20spm<br />
40’ UT2 18-20spm<br />
2 x 20’ UT2 18-20spm<br />
30’ UT2 18-20spm<br />
40’ UT2 18-20spm<br />
50’ UT2 18-20spm<br />
3 x 20’ UT2 18-20spm<br />
40’ UT2 18-20spm<br />
2 x 25’ UT2 18-20spm<br />
60’ UT2 18-20spm<br />
Gewichts Controle Schema<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
Medium Week<br />
FASE 1<br />
15’ UT2 18-20spm<br />
20’ UT2 18-20spm<br />
2 x 10’ UT2 18-20spm<br />
15’ UT2 18-20spm<br />
20’ UT2 18-20spm<br />
FASE 2<br />
20’ UT2 18-20spm<br />
25’ UT2 18-20spm<br />
2 x 20’ UT2 18-20spm<br />
30’ UT2 18-20spm<br />
35’ UT2 18-20spm<br />
FASE 3<br />
40’ UT2 18-20spm<br />
45’ UT2 18-20spm<br />
2 x 25’ UT2 18-20spm<br />
35’ UT2 18-20spm<br />
50’ UT2 18-20spm<br />
FASE 4<br />
60’ UT2 18-20spm<br />
3 x 25’ UT2 18-20spm<br />
50’ UT2 18-20spm<br />
2 x 30’ UT2 18-20spm<br />
75’ UT2 18-20spm<br />
Zware Week<br />
15’ UT2 18-20spm<br />
20’ UT2 18-20spm<br />
2 x 15’ UT2 18-20spm<br />
20’ UT2 18-20spm<br />
25’ UT2 18-20spm<br />
2 x 15’ UT2 18-20spm<br />
30’ UT2 18-20spm<br />
2 x 20’ UT2 18-20spm<br />
30’ UT2 18-20spm<br />
40’ UT2 18-20spm<br />
2 x 25’ UT2 18-20spm<br />
50’ UT2 118-20spm<br />
2 x 30’ UT2 18-20spm<br />
40’ UT2 18-20spm<br />
60’ UT2 18-20spm<br />
75’ UT2 18-20spm<br />
2 x 30’ UT2 18-20spm<br />
60’ UT2 18-20spm<br />
2 x 40’ UT2 18-20spm<br />
90’ UT2 18-20spm
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Notities bij Tabel 3.4<br />
1. Het gewichtsregulatie schema heeft een bovengrens van 65 % van <strong>de</strong> HFM. Op <strong>de</strong>ze intensiteit moet het voeren van<br />
een conversatie makkelijk zijn.<br />
2. 2x 10’ UT2 18-20 spm betekent 10 minuten roeien in je UT2 hartfrequentiezone in een tempo van 18-20 slagen per<br />
minuut, een korte pauze en dan nogmaals hetzelf<strong>de</strong>.<br />
3. Dit trainingsschema voert <strong>de</strong> omvang <strong>op</strong> binnen elke trainingsperio<strong>de</strong> en van perio<strong>de</strong> tot perio<strong>de</strong>. Als je het gevoel hebt<br />
dat je meer tijd nodig hebt om te herstellen is een korte rust-perio<strong>de</strong> van 3-4 dagen na elke trainingscyclus van drie<br />
weken waarschijnlijk voldoen<strong>de</strong>.<br />
4. Als je langere stukken achtereen <strong>op</strong> <strong>de</strong> roeimachine roeit, kan je wat stijfheid van <strong>de</strong> rug ervaren. Als je last hebt van<br />
rugpijn, ga dan elke 20 minuten even van <strong>de</strong> roeimachine af en doe wat rekoefeningen. Oefeningen die <strong>de</strong> buik- en<br />
rugspieren versterken, die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> houding, kunnen goed wor<strong>de</strong>n gecombineerd met trainen <strong>op</strong><br />
<strong>de</strong> roeimachine.<br />
5. Als je <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> goed gebruikt, lo<strong>op</strong> je geen gevaar voor rugklachten en zal het je helpen <strong>de</strong> rugspieren te<br />
versterken.<br />
6. Het effect van energieverbruik is ‘cumulatief’; dat wil zeggen dat het effect hetzelf<strong>de</strong> is wanneer je een uur achter<br />
elkaar roeit of dat je het uur ver<strong>de</strong>elt in 3 stukken van 20 minuten. VII. Fase 3 en 4 zijn niet voor ie<strong>de</strong>reen; veel mensen<br />
zullen fase 1 en 2 afdoen<strong>de</strong> vin<strong>de</strong>n. Wij ra<strong>de</strong>n je aan professioneel medisch advies in te winnen voordat je aan fase 3<br />
en 4 begint, zelfs als je zon<strong>de</strong>r problemen fase 1 en 2 voltooid hebt.
5. 20 Minuten fitness<br />
Doelgroep: Mensen die maar beperkte tijd hebben om te trainen.<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
Het 20-minuten-fitness schema is gebaseerd <strong>op</strong> het golf-principe, hartslagzones en <strong>de</strong> trainingszones. (Deze<br />
zijn allemaal omschreven in <strong>de</strong>el 2.2 “Trainingsintensiteit”.)<br />
De lengte van <strong>de</strong> training (het belasten<strong>de</strong> <strong>de</strong>el), lo<strong>op</strong>t tot 20 minuten maar is exclusief <strong>de</strong> tijd die nodig is voor<br />
warming-up, cooling-down en rekoefeningen. Afhankelijk van <strong>de</strong> rust die je nodig hebt, zullen sommige<br />
trainingen <strong>de</strong> lengte van <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> 20 minuten licht overschrij<strong>de</strong>n.<br />
Dit schema (tabel 3.5) is gemaakt voor ie<strong>de</strong>reen die tussen <strong>de</strong> drie en vijf keer per week wil trainen. Als je drie<br />
keer per week gaat trainen, moet je trainingen 1, 2 en 3 doen. Bij vier trainingen per week voeg je training 4<br />
toe en als je vijf keer per week traint doe je trainingen 1 t/m 5.<br />
Aantekeningen bij Tabel 3.5<br />
1. 1x 20’ UT1, 20 spm wil zeggen dat je 20 minuten roeit in je UT1 hartslagzone in een tempo van 20 slagen per minuut.<br />
2. 2x 8’ UT1, 20 spm, wil zeggen dat je 8 minuten roeit in je UT1 hartslagzone in een tempo van 20 slagen per minuut,<br />
met een korte rust van 3 of 4 minuten tussen <strong>de</strong> twee stukken van 8 minuten.<br />
3. 6x 1’ AN, 32 spm wil zeggen dat je intervallen roeit van 1 minuut in je AN hartfrequentiezone, met minstens 2 minuten<br />
rust tussen <strong>de</strong> belasting.<br />
4. Trainingen 1 t/m 3 zijn nogal pittige trainingen, omdat ze zijn ontworpen voor mensen die maar tijd hebben voor 3<br />
trainingen per week. Hoe min<strong>de</strong>r je traint per week hoe zwaar<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke trainingen moeten zijn om nog<br />
trainingseffect te hebben. Als je meer trainingen per week voltooit, kunnen <strong>de</strong> extra trainingen min<strong>de</strong>r zwaar zijn.<br />
Daarom zijn trainingen 4 en 5 lichter. Als je meer dan 3 trainingen per week doet ra<strong>de</strong>n wij je aan <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
trainingen zo te maken dat lichte en zware trainingen elkaar een beetje afwisselen.
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Tabel 3.5<br />
Training<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
20 minuten trainingsschema, 3-5 trainingen per week<br />
Lichte Week<br />
1 x 20’ UT1 20spm<br />
2 x 8’ UT1 22spm<br />
1 x 20’ UT1 20spm<br />
2 x 8’ UT1 22spm<br />
1 x 20’ UT2 18-20spm<br />
2 x 8’ AT 24spm<br />
1 x 20’ UT1 20spm<br />
3 x 5’ AT 26spm<br />
1 x 20’ UT1 22spm<br />
1 x 20’ UT2 18-20spm<br />
3 x 4’ INT 28spm<br />
6 x 1’ AN 32spm<br />
4 x 2’ INT 30spm<br />
2 x 8’ AT 24spm<br />
1 x 20’ UT1 20spm<br />
Medium Week<br />
V O O R B E R E I D I N G S P E R I O D E<br />
1 x 20’ UT1 22spm<br />
2 x 8’ UT1 23spm<br />
1 x 20’ UT1 22spm<br />
2 x 8’ UT1 23spm<br />
1 x 20’ UT2 18-20spm<br />
O N T W I K K E L I N G S P E R I O D E<br />
2 x 8’ AT 25spm<br />
1 x 20’ UT1 22spm<br />
3 x 5’ AT 27spm<br />
1 x 20’ UT1 23spm<br />
1 x 20’ UT2 18-20spm<br />
C O N S O L I D AT I E P E R I O D E<br />
3 x 4’ INT 28spm<br />
6 x 1’ AN 34spm<br />
5 x 2’ INT 32spm<br />
2 x 8’ AT 26spm<br />
1 x 20’ UT1 22spm<br />
Zware Week<br />
1 x 20’ UT1 24spm<br />
2 x 8’ UT1 24spm<br />
1 x 20’ UT1 24spm<br />
1 x 20’ UT1 24spm<br />
1 x 20’ UT218-20spm<br />
2 x 8’ AT 26spm<br />
1 x 20’ UT1 24spm<br />
3 x 5’ AT 28spm<br />
1 x 20’ UT1 24spm<br />
1 x 20’ UT2 18-20spm<br />
3 x 4’ INT 30spm<br />
8 x 1’ AN 36spm<br />
6 x 2’ INT 32spm<br />
2 x 8’ AT 28spm<br />
1 x 20’ UT1 24spm
6. 40 Minuten fitness<br />
Doelgroep: mensen die tot een uur tijd kunnen uittrekken voor een training.<br />
Aantekeningen bij Tabel 3.6<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
Het 40-minuten-fitness schema is gebaseerd <strong>op</strong> het golf-principe, hartfrequentiezones en trainingszones<br />
(allemaal omschreven in <strong>de</strong>el 2.2 “Trainingsintensiteit”).<br />
De lengte van <strong>de</strong> trainingen (het belasten<strong>de</strong> <strong>de</strong>el), lo<strong>op</strong>t tot 40 minuten, maar is exclusief <strong>de</strong> tijd die nodig is<br />
voor warming-up, cooling-down en stretchen. Afhankelijk van <strong>de</strong> rust die je nodig hebt, zullen sommige<br />
trainingen <strong>de</strong> duur van 40 minuten een beetje overschrij<strong>de</strong>n.<br />
Het programma is geschreven voor ie<strong>de</strong>reen die 3 tot 5 keer per week wil trainen. Als je 3x per week wil<br />
trainen, volgt je het schema voor trainingen 1 t/m 3, voor 4 trainingen per week voeg je training 4 toe en voor<br />
5 trainingen per week doe je alle 5 <strong>de</strong> trainingen (1t/m5).<br />
1. 1x 30’ UT1 20 spm, betekent: roei 30 minuten in je UT1 hartfrequentiezone in een tempo van 20 slagen per minuut.<br />
2. 3x 7’ AT 26 spm, betekent: roei geduren<strong>de</strong> 7 minuten in je AT hartfrequentiezone in een tempo van 26 slagen per<br />
minuut, neem een pauze van 3-5 minuten en herhaal nog tweemaal (inclusief <strong>de</strong> pauze!).<br />
3. 2x (6x 1’) AN 32 spm, betekent: roei 6x een stuk van 1 minuut <strong>op</strong> je AN hartfrequentiezone in een tempo van 32 slagen<br />
per minuut en herhaal vervolgens <strong>de</strong> hele set. Je moet minimaal 1-2 minuten rust nemen tussen <strong>de</strong> stukjes van 1<br />
minuut en 5 tot 10 minuten rust tussen <strong>de</strong> twee setjes.<br />
4. Trainingen 1-3 zijn re<strong>de</strong>lijk zware trainingen, omdat ze ontworpen zijn voor mensen die slechts drie trainingen per week<br />
voltooien. Hoe kleiner het aantal trainingen dat je per week doet, hoe zwaar<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke trainingen moeten zijn,<br />
zodat je in totaal voldoen<strong>de</strong> werk verzet om vooruitgang te boeken. Als je meer dan 3x per week traint kan <strong>de</strong> intensiteit<br />
van <strong>de</strong> extra trainingen min<strong>de</strong>r zijn. Daarom zijn trainingen 4 en 5 lichter. Als je vaker dan 3x per week traint, ra<strong>de</strong>n wij<br />
je aan <strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> trainingen zo te kiezen dat zware en lichte trainingen gelijkmatig over <strong>de</strong> week wor<strong>de</strong>n<br />
verspreid.
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Tabel 3.6<br />
Training<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
40 minuten trainingsschema, 3-5 trainingen per week<br />
Lichte Week<br />
1 x 30’ UT1 20spm<br />
3 x 10’ UT1 20spm<br />
2 x 15’ UT1 20spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
1 x 30’ UT2 18spm<br />
3 x 7’ AT 26spm<br />
2 x 15’ UT1 20spm<br />
4 x 6’ AT 26spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
1 x 40’ UT2 18spm<br />
5 x 3’ INT 28spm<br />
2 x (6 x 1’) AN 32spm<br />
6 x 2’ INT 30spm<br />
4 x 6’ AT 26spm<br />
3 x 10’ UT1 20spm<br />
Medium Week<br />
V O O R B E R E I D I N G S P E R I O D E<br />
1 x 30’ UT1 20spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
2 x 15’ UT1 22spm<br />
3 x 10’ UT1 23spm<br />
1 x 40’ UT2 18spm<br />
O N T W I K K E L I N G S P E R I O D E<br />
4 x 7’ AT 26spm<br />
2 x 15’ UT1 22spm<br />
4 x 6’ AT 28spm<br />
3 x 10’ UT1 23spm<br />
1 x 40’ UT2 20spm<br />
C O N S O L I D AT I E P E R I O D E<br />
6 x 3’ INT 28spm<br />
3 x (6 x 45 sec) AN 34spm<br />
2 x (4 x 2’) INT 30spm<br />
4 x 6’ AT 28spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
Zware Week<br />
1 x 30’ UT1 22spm<br />
3 x 10’ UT1 24spm<br />
2 x 15’ UT1 24spm<br />
3 x 10’ UT1 24spm<br />
1 x 40’ UT2 20spm<br />
4 x 7’ AT 28spm<br />
2 x 15’ UT1 24spm<br />
5 x 6’ AT 28spm<br />
3 x 10’ UT1 24spm<br />
1 x 40’ UT2 20spm<br />
6 x 3’ INT 30spm<br />
3 x (6 x 45 sec) AN 36spm<br />
2 x (4 x 2’) INT 32spm<br />
5 x 6’ AT 28spm<br />
3 x 10’ UT1 24spm
7. <strong>Trainen</strong> voor 2000 meter wedstrij<strong>de</strong>n<br />
Doelgroep: Ie<strong>de</strong>reen die traint voor een 2000 meter wedstrijd<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
In het verle<strong>de</strong>n hebben allerlei mensen van alle leeftij<strong>de</strong>n en in uiteenl<strong>op</strong>en<strong>de</strong> conditie aan 2000 meter indoor-<br />
roeiwedstrij<strong>de</strong>n meegedaan. De berichten die we daarover krijgen zijn eenduidig: het is heel erg zwaar! Het<br />
maakt niet uit of je een Olympisch kampioen bent of dat je het voor het eerst doet; je zal merken dat wanneer<br />
je jezelf helemaal <strong>op</strong> <strong>de</strong> uitdaging stort, je helemaal tot het uiterste zal gaan. Dit betekent dat je veel beter<br />
voorbereid zal zijn <strong>op</strong> <strong>de</strong> fysiologische eisen die zo’n wedstrijd met zich meebrengt dan wanneer je jezelf<br />
systematisch voorbereid. Dit betekent dat wij adviseren om het NIET te doen als je min<strong>de</strong>r dan 6 weken<br />
voorbereidingstijd hebt voor een wedstrijd. In <strong>de</strong> tabellen 3.7-3.9 vind je een aantal vastgestel<strong>de</strong><br />
trainingsschema’s, gebaseerd <strong>op</strong> 4, 5 of 6 trainingen per week.<br />
Om structuur aan te brengen in je trainingsschema moet je <strong>de</strong> trainingsrichtlijnen uit <strong>de</strong>el 2 gebruiken.
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Tabel 3.7<br />
Training<br />
N.B.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
<strong>Trainen</strong> voor 2000 meter wedstrij<strong>de</strong>n: 4 trainingen per week<br />
Lichte Week<br />
2 x 20’ UT1 20spm<br />
1 x 30’ UT1 22spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
1 x 30’ UT1 20spm<br />
2 x 10’ AT 24spm<br />
2 x 20’ UT1 20spm<br />
3 x 6’ AT 24spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
3 x 4’ INT 28spm<br />
9 x 1’ AN 32spm<br />
4 x 6’ AT 24spm<br />
6 x 2’ INT 28spm<br />
Medium Week<br />
V O O R B E R E I D I N G<br />
2 x 20’ UT1 22spm<br />
1 x 40’ UT1 22spm<br />
3 x 15’ UT1 22spm<br />
1 x 30’ UT1 22spm<br />
P R E C O M P E T I T I E P E R I O D E<br />
2 x 10’ AT 26spm<br />
2 x 20’ UT1 22spm<br />
3 x 6’ AT 26spm<br />
3 x 15’ UT1 22spm<br />
C O M P E T I T I E<br />
3 x 4’ INT 30spm<br />
9 x 1’ AN 33spm<br />
4 x 6’ AT 26spm<br />
6 x 2’ INT 30spm<br />
Zware Week<br />
2 x 20’ UT1 24spm<br />
4 x 10’ UT1 24spm<br />
3 x 20’ UT1 22spm<br />
1 x 30’ UT1 24spm<br />
2 x 10’ AT 28spm<br />
2 x 20’ UT1 24spm<br />
3 x 6’ AT 28spm<br />
3 x 20’ UT1 22spm<br />
3 x 4’ INT 32spm<br />
9 x 1’ AN 34spm<br />
4 x 6’ AT 28spm<br />
6 x 2’ INT 32spm<br />
1. Wees altijd voorzichtig met het bepalen van je trainingen, in ie<strong>de</strong>r schema. Deze trainingen zijn slechts een voorbeeld<br />
en zullen niet voor ie<strong>de</strong>reen haalbaar zijn. Wees je bewust van je eigen grenzen als je bepaald hoeveel trainingsarbeid<br />
je aankunt. Het bovenstaan<strong>de</strong> schema kan te ‘zwaar’ zijn voor beginners.<br />
2. Om te bepalen welke trainingen je moet doen kijk in hoofdstuk 2, tabellen 2.3 & 2.4.
Tabel 3.8<br />
Training<br />
N.B.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
Lichte Week<br />
2 x 20’ UT1 20spm<br />
1 x 30’ UT1 22spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
1 x 30’ UT1 20spm<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
<strong>Trainen</strong> voor 2000 meter wedstrij<strong>de</strong>n: 5 trainingen per week<br />
2 x 10’ AT 24spm<br />
2 x 20’ UT1 20spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 6’ AT 24spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
3 x 4’ INT 28spm<br />
9 x 1’ AN 32spm<br />
3 x 10’ UT1 20spm<br />
4 x 6’ AT 24spm<br />
6 x 2’ INT 28spm<br />
Medium Week<br />
V O O R B E R E I D I N G<br />
2 x 20’ UT1 22spm<br />
1 x 40’ UT1 22spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 15’ UT1 22spm<br />
1 x 30’ UT1 22spm<br />
P R E C O M P E T I T I E P E R I O D E<br />
2 x 10’ AT 26spm<br />
2 x 20’ UT1 22spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 6’ AT 26spm<br />
3 x 15’ UT1 22spm<br />
C O M P E T I T I E<br />
3 x 4’ INT 30spm<br />
9 x 1’ AN 33spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
4 x 6’ AT 26spm<br />
6 x 2’ INT 30spm<br />
Zware Week<br />
2 x 20’ UT1 24spm<br />
4 x 10’ UT1 24spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 20’ UT1 22spm<br />
1 x 30’ UT1 24spm<br />
2 x 10’ AT 28spm<br />
2 x 20’ UT1 24spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 6’ AT 28spm<br />
3 x 20’ UT1 22spm<br />
3 x 4’ INT 32spm<br />
9 x 1’ AN 34spm<br />
3 x 10’ UT1 24spm<br />
4 x 6’ AT 28spm<br />
6 x 2’ INT 32spm<br />
1. Wees altijd voorzichtig met het bepalen van je trainingen, in ie<strong>de</strong>r schema. Deze trainingen zijn slechts een voorbeeld<br />
en zullen niet voor ie<strong>de</strong>reen haalbaar zijn. Wees je bewust van je eigen grenzen als je bepaald hoeveel trainingsarbeid<br />
je aankunt. Het bovenstaan<strong>de</strong> schema kan te ‘zwaar’ zijn voor beginners.<br />
2. Om te bepalen welke trainingen je moet doen kijk in hoofdstuk 2, tabellen 2.3 & 2.4.
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Tabel 3.9<br />
Training<br />
N.B.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
<strong>Trainen</strong> voor 2000 meter wedstrij<strong>de</strong>n: 6 trainingen per week<br />
Lichte Week<br />
2 x 20’ UT1 20spm<br />
1 x 30’ UT1 22spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
1 x 60’ UT2 20spm<br />
1 x 30’ UT1 20spm<br />
2 x 10’ AT 24spm<br />
2 x 20’ UT1 20spm<br />
4 x 6’ AT 24spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 6’ AT 24spm<br />
3 x 10’ UT1 20spm<br />
3 x 4’ INT 28spm<br />
9 x 1’ AN 32spm<br />
3 x 10’ UT1 20spm<br />
6 x 1.5’ AN 32spm<br />
4 x 6’ AT 24spm<br />
6 x 2’ INT 28spm<br />
Medium Week<br />
V O O R B E R E I D I N G<br />
2 x 20’ UT1 22spm<br />
1 x 40’ UT1 22spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 15’ UT1 22spm<br />
1 x 60’ UT2 20spm<br />
1 x 30’ UT1 22spm<br />
P R E C O M P E T I T I E P E R I O D E<br />
2 x 10’ AT 26spm<br />
2 x 20’ UT1 22spm<br />
4 x 6’ AT 26spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 6’ AT 26spm<br />
3 x 15’ UT1 22spm<br />
C O M P E T I T I E<br />
3 x 4’ INT 30spm<br />
9 x 1’ AN 33spm<br />
3 x 10’ UT1 22spm<br />
6 x 1.5’ AN 33spm<br />
4 x 6’ AT 26spm<br />
6 x 2’ INT 30spm<br />
Zware Week<br />
2 x 20’ UT1 24spm<br />
4 x 10’ UT1 24spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 20’ UT1 22spm<br />
1 x 60’ UT2 20spm<br />
1 x 30’ UT1 24spm<br />
2 x 10’ AT 28spm<br />
2 x 20’ UT1 24spm<br />
4 x 6’ AT 28spm<br />
1 x 60’ UT2 18spm<br />
3 x 6’ AT 28spm<br />
3 x 20’ UT1 22spm<br />
3 x 4’ INT 32spm<br />
9 x 1’ AN 34spm<br />
3 x 10’ UT1 24spm<br />
6 x 1.5’ AN 34spm<br />
4 x 6’ AT 28spm<br />
6 x 2’ INT 32spm<br />
1. Wees altijd voorzichtig met het bepalen van je trainingen, in ie<strong>de</strong>r schema. Deze trainingen zijn slechts een voorbeeld<br />
en zullen niet voor ie<strong>de</strong>reen haalbaar zijn. Wees je bewust van je eigen grenzen als je bepaald hoeveel trainingsarbeid<br />
je aankunt. Het bovenstaan<strong>de</strong> schema kan te ‘zwaar’ zijn voor beginners.<br />
2. Om te bepalen welke trainingen je moet doen kijk in hoofdstuk 2, tabellen 2.3 & 2.4.
Het in<strong>de</strong>len van een 2000 meter wedstrijd<br />
Net als bij het schaatsen van een 5000 meter is het goed in<strong>de</strong>len en <strong>op</strong>bouwen van je race van groot belang.<br />
Ga van start door na één driekwart haal een paar halen te maken waarbij je maar half naar voren glijdt. Dit zijn je<br />
“starthalen” waarmee je in korte tijd een hoge snelheid bereikt. Zorg er voor dat je na 10 secon<strong>de</strong>n je<br />
wedstrijdtempo <strong>op</strong>zoekt. De meeste mensen voelen zich prettig bij een wedstrijdtempo van 28-32 spm. Ga er<br />
van uit dat het door <strong>de</strong> wedstrij<strong>de</strong>ntourage allemaal heel makkelijk en hard gaat; je lijkt <strong>op</strong>eens makkelijk har<strong>de</strong>r<br />
te kunnen dan je van tevoren had ingeschat. Pas <strong>op</strong>! Door te hard te starten zal je in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong><br />
race kunnen instorten. Hou je dus aan je raceplan en als je “overhoudt” kun je een langere en har<strong>de</strong>re<br />
eindsprint maken. Om in te schatten wat je racesnelheid is, is het belangrijk je trainingsresultaten bij te hou<strong>de</strong>n<br />
Een manier om een streeftijd te bepalen is dat je een week tot 5 dagen voor <strong>de</strong> race 3x achter elkaar een<br />
1000 meter roeit met 5-8 minuten rust ertussen. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> 500 meter tijd van <strong>de</strong> laatste 1000 meter<br />
neem je als uitgangswaar<strong>de</strong>. Zorg dat je <strong>de</strong> eerste 1000-1250 meter <strong>op</strong> die tijd gaat zitten en niet har<strong>de</strong>r. Als je<br />
meer kan zal dat zich terugbetalen in een betere en langere eindsprint.<br />
Training Schema’s : Deel 3
Deel 3 : Training Schema’s<br />
8. Marathon training<br />
Het maken van een marathon trainingsschema<br />
<strong>Indoor</strong> roei-marathons zijn zeer zwaar en vragen om een zeer zorgvuldige voorbereiding om een goed resultaat<br />
te krijgen. In plaats van een schema gebaseerd <strong>op</strong> het i<strong>de</strong>e van trainingszones, ra<strong>de</strong>n wij je aan een schema<br />
te maken dat is gebaseerd <strong>op</strong> je voorspel<strong>de</strong> marathon snelheid. Als je al eens een marathon hebt voltooid, dan<br />
weet je wat die snelheid is. Als je een persoonlijk record wilt halen, baseer je training dan <strong>op</strong> (±) <strong>de</strong> snelheid<br />
van je nieuwe streef-tijd. Als je nog nooit een marathon hebt geroeid moet je een snelheid vaststellen. Die<br />
snelheid kan wor<strong>de</strong>n geschat <strong>op</strong> grond van je 5000 meter tijd, door tabel 3.11 te gebruiken.<br />
Het trainings-programma dat in dit boek wordt uiteengezet is gebaseerd <strong>op</strong> een aantal trainings-blokken, zoals<br />
hieron<strong>de</strong>r in tabel 3.10 is geïllustreerd. Elk blok is bedoeld om een an<strong>de</strong>re fysiologische respons te<br />
ontwikkelen die nodig is om een marathon aan te kunnen.<br />
Tabel 3.10<br />
Algemene Conditie<br />
VO2 Max<br />
Kracht<br />
Vermogen<br />
Aerobe-drempel<br />
Taper<br />
Structuur voor een trainingsschema voor Marathons<br />
Week 1-4 Week 5-8 Week 9-12 Week 13-16 Week 17-20 Week 21-24<br />
Tabellen 3.12- 3.16 geven een trainingsprogramma van 6 maan<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> marathon, gebaseerd <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />
hierboven afgebeel<strong>de</strong> <strong>op</strong>bouw voor iemand die 5 keer per week wil trainen.
Tabel 3.11<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
Voorspelling voor <strong>de</strong> marathon <strong>op</strong> basis van <strong>de</strong> snelheid <strong>op</strong> 5.000 meter score<br />
5,000m<br />
S n e l h e i d Ti j d<br />
01:30,0 15:00,0<br />
01:32,0<br />
01:34,0<br />
01:36,0<br />
01:38,0<br />
01:40,0<br />
01:42,0<br />
01:44,0<br />
01:46,0<br />
01:48,0<br />
01:50,0<br />
01:52,0<br />
01:54,0<br />
01:56,0<br />
01:58,0<br />
02:00,0<br />
02:02,0<br />
02:04,0<br />
02:06,0<br />
02:08,0<br />
02:10,0<br />
02:12,0<br />
02:14,0<br />
02:16,0<br />
02:18,0<br />
02:20,0<br />
02:22,0<br />
02:24,0<br />
02:26,0<br />
02:28,0<br />
02:30,0<br />
02:32,0<br />
02:34,0<br />
02:36,0<br />
02:38,0<br />
02:40,0<br />
02:42,0<br />
02:44,0<br />
02:46,0<br />
02:48,0<br />
02:50,0<br />
02:52,0<br />
02:54,0<br />
02:56,0<br />
02:58,0<br />
03:00,0<br />
15:20,0<br />
15:40,0<br />
16:00,0<br />
16:20,0<br />
16:40,0<br />
17:00,0<br />
17:20,0<br />
17:40,0<br />
18:00,0<br />
18:20,0<br />
18:40,0<br />
19:00,0<br />
19:20,0<br />
19:40,0<br />
20:00,0<br />
20:20,0<br />
20:40,0<br />
21:00,0<br />
21:20,0<br />
21:40,0<br />
22:00,0<br />
22:20,0<br />
22:40,0<br />
23:00,0<br />
23:20,0<br />
23:40,0<br />
24:00,0<br />
24:20,0<br />
24:40,0<br />
25:00,0<br />
25:20,0<br />
25:40,0<br />
26:00,0<br />
26:20,0<br />
26:40,0<br />
27:00,0<br />
27:20,0<br />
27:40,0<br />
28:00,0<br />
28:20,0<br />
28:40,0<br />
29:00,0<br />
29:20,0<br />
29:40,0<br />
30:00,0<br />
Voorspelling 10.000 meter<br />
Snelheid Tijd<br />
01:34,0 31:15,0<br />
01:36,0<br />
01:38,0<br />
01:40,0<br />
01:42,0<br />
01:44,0<br />
01:46,0<br />
01:48,0<br />
01:50,0<br />
01:53,0<br />
01:55,0<br />
01:57,0<br />
01:59,0<br />
02:01,0<br />
02:03,0<br />
02:05,0<br />
02:07,0<br />
02:09,0<br />
02:11,0<br />
02:13,0<br />
02:15,0<br />
02:17,0<br />
02:20,0<br />
02:22,0<br />
02:24,0<br />
02:26,0<br />
02:28,0<br />
02:30,0<br />
02:32,0<br />
02:34,0<br />
02:36,0<br />
02:38,0<br />
02:40,0<br />
02:42,0<br />
02:45,0<br />
02:47,0<br />
02:49,0<br />
02:51,0<br />
02:53,0<br />
02:55,0<br />
02:57,0<br />
02:59,0<br />
03:01,0<br />
03:03,0<br />
03:05,0<br />
03:07,0<br />
31:57,0<br />
32:38,0<br />
33:20,0<br />
34:02,0<br />
34:43,0<br />
35:25,0<br />
36:07,0<br />
36:48,0<br />
37:30,0<br />
38:12,0<br />
38:53,0<br />
39:35,0<br />
40:17,0<br />
40:58,0<br />
41:40,0<br />
42:22,0<br />
43:03,0<br />
43:45,0<br />
44:27,0<br />
45:08,0<br />
45:50,0<br />
46:32,0<br />
47:13,0<br />
47:55,0<br />
48:37,0<br />
49:18,0<br />
50:00,0<br />
50:42,0<br />
51:23,0<br />
52:05,0<br />
52:47,0<br />
53:28,0<br />
54:10,0<br />
54:52,0<br />
55:33,0<br />
56:15,0<br />
56:57,0<br />
57:38,0<br />
58:20,0<br />
59:02,0<br />
59:43,0<br />
00:25,0<br />
01:07,0<br />
01:48,0<br />
02:30,0<br />
Halve Marathon<br />
Snelheid Tijd<br />
01:40,0 1:10:19.0<br />
01:42,0<br />
01:44,0<br />
01:47,0<br />
01:49,0<br />
01:51,0<br />
01:53,0<br />
01:56,0<br />
01:58,0<br />
02:00,0<br />
02:02,0<br />
02:04,0<br />
02:07,0<br />
02:09,0<br />
02:11,0<br />
02:13,0<br />
02:16,0<br />
02:18,0<br />
02:20,0<br />
02:22,0<br />
02:24,0<br />
02:27,0<br />
02:29,0<br />
02:31,0<br />
02:33,0<br />
02:36,0<br />
02:38,0<br />
02:40,0<br />
02:42,0<br />
02:44,0<br />
02:47,0<br />
02:49,0<br />
02:51,0<br />
02:53,0<br />
02:56,0<br />
02:58,0<br />
03:00,0<br />
03:02,0<br />
03:04,0<br />
03:07,0<br />
03:09,0<br />
03:11,0<br />
03:13,0<br />
03:16,0<br />
03:18,0<br />
03:20,0<br />
1:11:53.0<br />
1:13:27.0<br />
1:15:01.0<br />
1:16:34.0<br />
1:18:08.0<br />
1:19:42.0<br />
1:21:16.0<br />
1:22:50.0<br />
1:24:23.0<br />
1:25:57.0<br />
1:27:31.0<br />
1:29:05.0<br />
1:30:38.0<br />
1:32:12.0<br />
1:33:46.0<br />
1:35:20.0<br />
1:36:53.0<br />
1:38:27.0<br />
1:40:01.0<br />
1:41:35.0<br />
1:43:08.0<br />
1:44:42.0<br />
1:46:16.0<br />
1:47:50.0<br />
1:49:24.0<br />
1:50:57.0<br />
1:52:31.0<br />
1:54:05.0<br />
1:55:39.0<br />
1:57:12.0<br />
1:58:46.0<br />
2:00:20.0<br />
2:01:54.0<br />
2:03:27.0<br />
2:05:01.0<br />
2:06:35.0<br />
2:08:09.0<br />
2:09:42.0<br />
2:11:16.0<br />
2:12:50.0<br />
2:14:24.0<br />
2:15:58.0<br />
2:17:31.0<br />
2:19:05.0<br />
2:20:39.0<br />
Marathon<br />
Snelheid Tijd<br />
01:46,0 2:28:55.0<br />
01:48,0<br />
01:51,0<br />
01:53,0<br />
01:55,0<br />
01:58,0<br />
02:00,0<br />
02:02,0<br />
02:05,0<br />
02:07,0<br />
02:09,0<br />
02:12,0<br />
02:14,0<br />
02:16,0<br />
02:19,0<br />
02:21,0<br />
02:24,0<br />
02:26,0<br />
02:28,0<br />
02:31,0<br />
02:33,0<br />
02:35,0<br />
02:38,0<br />
02:40,0<br />
02:42,0<br />
02:45,0<br />
02:47,0<br />
02:49,0<br />
02:52,0<br />
02:54,0<br />
02:56,0<br />
02:59,0<br />
03:01,0<br />
03:04,0<br />
03:06,0<br />
03:08,0<br />
03:11,0<br />
03:13,0<br />
03:15,0<br />
03:18,0<br />
03:20,0<br />
03:22,0<br />
03:25,0<br />
03:27,0<br />
03:29,0<br />
03:32,0<br />
N.B. - De voorspel<strong>de</strong> 10.000m, halve marathon en marathon zijn ‘realistische’ tij<strong>de</strong>n. Uit veiligheidsoverwegingen is het<br />
verstandig een iets langzamer doel te nemen dan <strong>op</strong> basis van een 5000 meter test wordt voorspeld.<br />
2:32:14.0<br />
2:35:33.0<br />
2:38:51.0<br />
2:42:10.0<br />
2:45:28.0<br />
2:48:47.0<br />
2:52:05.0<br />
2:55:24.0<br />
2:58:42.0<br />
3:02:01.0<br />
3:05:20.0<br />
3:08:38.0<br />
3:11:57.0<br />
3:15:15.0<br />
3:18:34.0<br />
3:21:52.0<br />
3:25:11.0<br />
3:28:30.0<br />
3:31:48.0<br />
3:35:07.0<br />
3:38:25.0<br />
3:41:44.0<br />
3:45:02.0<br />
3:48:21.0<br />
3:51:40.0<br />
3:54:58.0<br />
3:58:17.0<br />
4:01:35.0<br />
4:04:54.0<br />
4:08:12.0<br />
4:11:31.0<br />
4:14:49.0<br />
4:18:08.0<br />
4:21:27.0<br />
4:24:45.0<br />
4:28:04.0<br />
4:31:22.0<br />
4:34:41.0<br />
4:37:59.0<br />
4:41:18.0<br />
4:44:37.0<br />
4:47:55.0<br />
4:51:14.0<br />
4:54:32.0<br />
4:57:51.0
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Basis uithoudingsvermogen (Week 1t/m 4)<br />
De eerste 4 weken van je trainingsprogramma, moet <strong>de</strong> nadruk liggen <strong>op</strong> algemeen/basis<br />
uithoudingsvermogen. Dit kan je het best doen door te stayeren (continu roeien in tempo 18-22 spm.) <strong>op</strong> je<br />
voorspel<strong>de</strong> marathonsnelheid, waarbij je <strong>de</strong> trainingsduur gelei<strong>de</strong>lijk <strong>op</strong>voert. Je begint dan met 20 minuten en<br />
voert <strong>de</strong> trainingsduur <strong>op</strong> tot 1 uur.<br />
Dit trainingsschema gaat uit van het golfprincipe; <strong>de</strong> eerste 3 weken wordt <strong>de</strong> trainingsbelasting <strong>op</strong>gevoerd en<br />
<strong>de</strong> vier<strong>de</strong> week is een ‘lichte’ week zodat het lichaam zich volledig kan aanpassen aan <strong>de</strong> belasting voordat <strong>de</strong><br />
atleet aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> fase van het programma begint.<br />
Kracht (Week 5 t/m 8)<br />
De volgen<strong>de</strong> fase bestaat uit het ontwikkelen van kracht. Dit is belangrijk voor het ontwikkelen van een goe<strong>de</strong><br />
houding, die efficiënter bewegen van het lichaam mogelijk maakt. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> haal moet <strong>de</strong> romp gefixeerd<br />
blijven, zodat alle kracht die door <strong>de</strong> benen wordt geleverd kan wor<strong>de</strong>n overgebracht <strong>op</strong> <strong>de</strong> handle. Daardoor<br />
neemt <strong>de</strong> efficiëntie van <strong>de</strong> haal toe. Hoe efficiënter <strong>de</strong> haal, hoe langer <strong>de</strong> training kan wor<strong>de</strong>n volgehou<strong>de</strong>n.<br />
Om kracht te ontwikkelen zet je <strong>de</strong> windschuif 2 tot 4 standjes hoger dan je gewend bent en maak 30 zo hard<br />
mogelijke halen <strong>op</strong> een laag tempo (18-20 spm). Je begint met 5 setjes van 30 halen (totaal:150 halen) en je<br />
voert het aantal keer dat je zo een setje doet <strong>op</strong> tot 3x (dus 3x 5x 30 halen = 450 halen). Dit soort trainingen<br />
moet je afwisselen met lange interval (6-10 minuten) trainingen <strong>op</strong> je 10.000 meter score.<br />
Om volledig te profiteren van krachttraining hebben <strong>de</strong> spieren een lange hersteltijd nodig; je moet dus<br />
maximaal 3 trainingen per week een <strong>de</strong>rgelijke krachttraining doen. In het schema dat wij hebben <strong>op</strong>gesteld<br />
gaan we uit van drie krachttrainingen en twee VO2-max trainingen.<br />
Vermogen (Week 9 t/m 12)<br />
Ve rmogen staat voor kracht maal tijd. Nu je dus je kracht hebt verg root moet dit in snelheid wor<strong>de</strong>n omgezet. Dit<br />
kan je bereiken door <strong>de</strong> belasting wat terug te brengen en het aantal slagen per minuut (het tempo) <strong>op</strong> te voere n .<br />
Wij ra<strong>de</strong>n je aan dit hogere tempo te roeien <strong>op</strong> stukjes tot 3 minuten. Als je 4-6 setjes van 3 minuten doet <strong>op</strong><br />
tempo 30 (spm), zal dit helpen je vermogen (en snelheid) te ontwikkelen. Je kunt dit afwisselen met<br />
mid<strong>de</strong>llange (3-5 minuten) intervallen <strong>op</strong> je 5000 meter snelheid. Het effect van <strong>de</strong>ze training kan je voelen als<br />
je <strong>op</strong> je marathonsnelheid gaat roeien; je zal dat dan als relatief gemakkelijk ervaren.
Lactaat drempel (Week 9 t/m20)<br />
De lactaat drempel is het punt waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> energie-eisen van <strong>de</strong> belasting niet meer kunnen wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt<br />
door het aërobe systeem en dus moet wor<strong>de</strong>n aangevuld door het anaërobe systeem. Dit resulteert in <strong>de</strong><br />
<strong>op</strong>h<strong>op</strong>ing van melkzuur in <strong>de</strong> bloedbaan omdat het lichaam het niet kan afbreken met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> snelheid als<br />
waarmee het wordt aangemaakt. Bij een ongetrain<strong>de</strong> persoon kan die drempel liggen tussen 50 en 60% van<br />
<strong>de</strong> HFM, terwijl het bij een getrain<strong>de</strong> atleet rond 85 % van <strong>de</strong> HFM kan liggen. Een getrain<strong>de</strong> atleet kan veel<br />
meer arbeid verrichten dan een niet-getrain<strong>de</strong> voordat <strong>de</strong> storen<strong>de</strong> effecten van lactaat<strong>op</strong>h<strong>op</strong>ing kunnen<br />
wor<strong>de</strong>n gevoeld<br />
Het doel is zowel <strong>de</strong> lactaat drempel te verbeteren als <strong>de</strong> tijd dat een training kan wor<strong>de</strong>n volgehou<strong>de</strong>n te<br />
vergroten. De beste manier om dit te doen is ongeveer een uur te trainen <strong>op</strong> een hartfrequentie tot rond <strong>de</strong><br />
drempelwaar<strong>de</strong>. Je zal zien dat in dit trainingsschema <strong>de</strong> belasting varieert van vlak on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> drempel tot vlak<br />
boven <strong>de</strong> drempel. Deze manier van afwisselen zal je in staat stellen langer in <strong>de</strong> drempelzone te trainen. Een<br />
lactaatdrempel training kan tussen 40 en 60 minuten duren en een standaard training van een uur is 20<br />
minuten <strong>op</strong> 10.000 meter snelheid, 20 minuten marathon snelheid en 20 minuten <strong>op</strong> <strong>de</strong> snelheid van een<br />
halve marathon.<br />
Taper/afbouw (Week 21-24)<br />
Je hebt 4 weken afbouw nodig naar een marathon toe. Wat je <strong>de</strong> laatste 4 weken voor je marathon doet kan<br />
een groter effect hebben <strong>op</strong> je prestatie dan <strong>de</strong> 20 voorafgaan<strong>de</strong> weken, voornamelijk omdat <strong>de</strong> kans dat je<br />
het verkeerd aanpakt groot is. De lange taperperio<strong>de</strong> geeft je <strong>de</strong> kans om een aantal dingen die in <strong>de</strong> training<br />
niet zo goed gingen nog wat speciale aandacht te geven. Als je in <strong>de</strong> trainingsperio<strong>de</strong> van 24 weken dus aan<br />
iets niet bent toegekomen kan je het in <strong>de</strong> taperperio<strong>de</strong> inpassen. je moet echter GEEN marathon uitproberen<br />
of an<strong>de</strong>re ultralange stukken doen, want <strong>de</strong> hersteltijd voor <strong>de</strong> spieren kan tot 10 dagen <strong>op</strong>l<strong>op</strong>en.<br />
De sleutel tot het voltooien van een goe<strong>de</strong> marathon is fit en uitgerust zijn. De beste manier om in <strong>de</strong><br />
taperperio<strong>de</strong> fit te blijven is door mid<strong>de</strong>l van hoge intensiteit en niet door mid<strong>de</strong>l van grote omvang.<br />
Het taperschema dat wij geven is een algemeen schema, dat er vanuit gaat dat <strong>de</strong> vorige 20 weken goed zijn<br />
verl<strong>op</strong>en. Het bestaat uit een mengeling van alle trainingszones en <strong>de</strong> windschuif moet je <strong>op</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> stand<br />
zetten als hij in <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> weken bij betreffen<strong>de</strong> trainingen stond.<br />
Training Schema’s : Deel 3
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Tabel 3.12<br />
Sess.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
Type<br />
BC<br />
VO2 Max<br />
BC<br />
BC<br />
VO2 Max<br />
Tabel 3.13<br />
Sess.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
Type<br />
Kracht<br />
VO2 Max<br />
Kracht<br />
Kracht<br />
VO2 Max<br />
Marathon Training Weken 1-4: Algemene Conditie/VO2 Max<br />
L<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
L<br />
+2<br />
N<br />
+2<br />
+2<br />
N<br />
Week 1 Week 2 Week 3 Week 4<br />
Training<br />
20’ @ MS<br />
40’ @ MS<br />
30’ @ MS<br />
50’ @ MS<br />
4 x wissel<br />
(5’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
Training<br />
1 x (10 x 10)<br />
2 x wissel<br />
(6’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
1 x (10 x 10)<br />
1 x (10 x 10)<br />
3 x wissel<br />
(5’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
L<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
Training<br />
30’ @ MS<br />
3 x wissel<br />
(4’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
40’ @ MS<br />
60’ @ MS<br />
4 x wissel<br />
(6’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
L<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
Training<br />
40’ @ MS<br />
3 x wissel<br />
(6’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
50’ @ MS<br />
60’ @ MS<br />
3 x wissel<br />
(8’ @ 5ks /<br />
12’ @ MS)<br />
Marathon Training Weken 5-8: Kracht/VO2 Max<br />
L<br />
+3<br />
N<br />
+3<br />
+3<br />
N<br />
Training<br />
2 x (6 x 10)<br />
2 x wissel<br />
(8’ @ 5ks /<br />
12’ @ MS)<br />
2 x (8 x 10)<br />
3 x (10 x 10)<br />
4 x wissel<br />
(6’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
L<br />
+4<br />
N<br />
+4<br />
+3<br />
N<br />
Training<br />
3 x (6 x 10)<br />
3 x wissel<br />
(6’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
3 x (8 x 10)<br />
3 x (10 x 10)<br />
3 x wissel<br />
(8’ @ 5ks /<br />
12’ @ MS)<br />
L<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
L<br />
+4<br />
N<br />
+4<br />
+4<br />
N<br />
Training<br />
20’ @ MS<br />
3 x wissel<br />
(5’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
20’ @ MS<br />
45’ @ MS<br />
3 x wissel<br />
(5’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
Week 5 Week 6 Week 7 Week 8<br />
Training<br />
1 x (10 x 10)<br />
3 x wissel<br />
(5’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
1 x (10 x 10)<br />
1 x (10 x 10)<br />
3 x wissel<br />
(5’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)
Tabel 3.14<br />
Sess.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
Tabel 3.15<br />
Sess.<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
Type<br />
Drempel<br />
Vermogen<br />
Drempel<br />
Vermogen<br />
Vermogen<br />
Type<br />
Drempel<br />
VO2 Max<br />
Drempel<br />
Drempel<br />
VO2 Max<br />
L<br />
N<br />
+2<br />
N<br />
+1<br />
+2<br />
L<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
Training<br />
15’ @ MS /<br />
15’ @ 10ks /<br />
15’ @ HMS<br />
2 x (6 x 1’ / 2’)<br />
@ 30spm<br />
herhaal training 1<br />
4 x 3’ / 5’<br />
@ 30spm<br />
2 x (6 x 1’ / 2’)<br />
@ 30spm<br />
L<br />
N<br />
+2<br />
N<br />
+1<br />
+2<br />
Training<br />
20’ @ MS /<br />
20’ @ 10ks /<br />
20’ @ HMS<br />
3 x (6 x 1’ / 2’)<br />
@ 32spm<br />
herhaal training 1<br />
4 x 3’ / 5’<br />
@ 32spm<br />
3 x (6 x 1’ / 2’)<br />
@ 32spm<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
Marathon Training Weken 9-12: Vermogen/Drempel<br />
Week 9 Week 10 Week 11 Week 12<br />
L<br />
N<br />
+2<br />
N<br />
+1<br />
+2<br />
Training<br />
30’ @ MS /<br />
30’ @ 10ks /<br />
30’ @ HMS<br />
8 x 90 sec / 3’<br />
@ 34spm<br />
herhaal training 1<br />
4 x 3’ / 5’<br />
@ 34spm<br />
8 x 90 sec / 3’<br />
@ 34spm<br />
Marathon Training Weken 13-20: Drempel/VO2 Max<br />
Training<br />
60’ wissel<br />
(10’ @ 10ks /<br />
10’ @ MS)<br />
4 x wissel<br />
(5’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
15’ @ MS /<br />
15’ @ 10ks /<br />
15’ @ HMS<br />
herhaal training 1<br />
3 x wissel<br />
(6’ @ 10ks /<br />
8’ @ MS)<br />
Training<br />
80’ wissel<br />
(10’ @ 10ks /<br />
15’ @ MS /<br />
15’ @ HMS)<br />
4 x wissel<br />
(6’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
20’ @ MS /<br />
20’ @ 10ks /<br />
20’ @ HMS<br />
herhaal training 1<br />
3 x wissel<br />
(8’ @ 5ks /<br />
12’ @ MS)<br />
Training<br />
90’ wissel<br />
(15’ @ 10ks /<br />
15’ @ MS /<br />
15’ @ HMS)<br />
4 x wissel<br />
(8’ @ 5ks /<br />
12’ @ MS)<br />
25’ @ MS /<br />
25’ @ 10ks /<br />
25’ @ HMS<br />
herhaal training 1<br />
3 x wissel<br />
(10’ @ 5ks /<br />
15’ @ MS)<br />
L<br />
N<br />
+2<br />
N<br />
+1<br />
+2<br />
Training<br />
20’ @ MS /<br />
20’ @ 10ks /<br />
20’ @ HMS<br />
4 x 90 sec / 3’<br />
@ 32spm<br />
herhaal training 1<br />
4 x 3’ / 5’<br />
@ 30spm<br />
4 x 90 sec / 3’<br />
@ 36spm<br />
Weken 13 & 17 Weken 14 & 18 Weken 15 & 19 Weken 16 & 20<br />
L<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
L<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
L<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
Training<br />
60’ wissel<br />
(10’ @ 10ks /<br />
10’ @ MS)<br />
4 x wissel<br />
(5’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)<br />
15’ @ MS /<br />
15’ @ 10ks /<br />
15’ @ HMS<br />
herhaal training 1<br />
3 x wissel<br />
(6’ @ 5ks /<br />
8’ @ MS)
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Tabel 3.16<br />
Session<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
L<br />
N<br />
+2<br />
N<br />
+2<br />
+1<br />
Training<br />
60’ @ HMS<br />
20’ @ MS &<br />
(2 x 3’ / 5’)<br />
@ 32spm<br />
(5 x 5’ / 5’)<br />
@ 10ks<br />
30’ @ MS &<br />
(3 x 3’ / 5’)<br />
@ 32 spm<br />
20’ @ 10ks &<br />
(6 x 1’ / 2’)<br />
@ 34spm<br />
Marathon Training Weken 21-24: Taper<br />
Week 21 Week 22 Week 23 Week 24<br />
L<br />
N<br />
+2<br />
N<br />
+2<br />
+1<br />
Training<br />
60’ @ MS<br />
30’ @ 10ks &<br />
(4 x 1’ / 2’)<br />
@ 34spm<br />
20’ @ 5ks /<br />
20’ @ 10ks<br />
30’ @ HMS &<br />
(6 x 1’ / 2’)<br />
@ 36 spm<br />
30’ @ HMS &<br />
(4 x 90 sec / 3’)<br />
@ 36spm<br />
L<br />
N<br />
N<br />
+2<br />
+2<br />
+1<br />
Training<br />
60’ @ MS<br />
2 x wissel<br />
(10’ @ 5ks /<br />
20’ @ MS)<br />
30’ @ HMS<br />
(2 x 90 sec / 3’<br />
@ 36spm)<br />
30’ @ HMS &<br />
(6 x 1’ / 2’)<br />
@ 36 spm<br />
30’ @ HMS &<br />
(6 x 1’ / 2’)<br />
@ 38spm<br />
L<br />
N<br />
N<br />
+2<br />
N<br />
N<br />
Training<br />
45’ @ MS<br />
10’ @ 5ks /<br />
20’ @ HMS<br />
30’ @ HMS &<br />
(2 x 90 sec / 3’)<br />
@ 36spm<br />
20’ @ MS<br />
Race
Aantekeningen bij tabellen 3.12 - 3.16<br />
Algemene aantekeningen<br />
1. L betekent luchtschuifstand.<br />
2. N betekent je normale of favoriete luchtschuifstand.<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
3. +2 betekent <strong>de</strong> luchtschuif 2 hoger dan je normale luchtschuifstand. Als je gewend bent om <strong>op</strong> schuifstand 3 te roeien<br />
zet je hem dus nu <strong>op</strong> 5.<br />
4. 5kS betekent je 5000 meter snelheid.<br />
5. 10kS betekent je voorspel<strong>de</strong> 10.000 meter snelheid.<br />
6. HMS betekent je voorspel<strong>de</strong> halve-marathon snelheid.<br />
7. MS betekent je voorspel<strong>de</strong> marathon snelheid.<br />
Tabel 3.12 - Basis uithoudingsvermogen/ VO 2-max<br />
1. 30’ MS betekent dat je 30 minuten roeit <strong>op</strong> je voorspel<strong>de</strong> marathon snelheid.<br />
2. 3x wissel (5’5kS/8’MS) betekent dat je 5 minuten roeit <strong>op</strong> je 5000 meter snelheid, gevolgd door 8 minuten <strong>op</strong> je<br />
marathon snelheid en dit geheel 3 maal herhalen.<br />
Tabel 3.13 - Kracht/ VO2-max<br />
1. 1x (10x10) betekent 10 halen zo hard mogelijk, herstellen door heel licht te roeien totdat <strong>de</strong> hartfrequentie gezakt is tot<br />
on<strong>de</strong>r 75 % van je HFM en herhaal dit 10 keer.<br />
2. 2x (6x10) betekent 10 halen maximaal, herstellen tot je HF tot on<strong>de</strong>r 75 % van je HFM is en dit geheel 6x herhalen. Als<br />
je klaar bent roei je heel rustig geduren<strong>de</strong> 5-10 minuten en daarna herhaal je <strong>de</strong> serie van 6x 10 maximale halen.<br />
3. 2x wissel (6’ 5kS/8’ MS) betekent 6 minuten roeien <strong>op</strong> je voorspel<strong>de</strong> 5000 meter snelheid gevolgd door 8 minuten <strong>op</strong><br />
je voorspel<strong>de</strong> marathon snelheid. Dit geheel doe je 2 keer met rustig roeien geduren<strong>de</strong> 5-10 minuten daartussen in.<br />
Tabel 3.14 - Vermogen/ lactaatdrempel<br />
1. 15’ MS/ 15’10KS/15’HMS betekent dat je 45 minuten achter elkaar roeit, waarbij je <strong>de</strong> eerste 15 minuten <strong>op</strong> je<br />
voorspel<strong>de</strong> marathon snelheid roeit, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> 15 minuten <strong>op</strong> je voorspel<strong>de</strong> 10.000 meter snelheid en <strong>de</strong> laatste 15<br />
minuten roeit je <strong>op</strong> je voorspel<strong>de</strong> halve-marathon snelheid.<br />
2. 2x (6x 1’/2’) in 30spm betekent 1minuut hard roeien in tempo 30, daarna 2 minuten hele lichte haal en dit geheel 6x<br />
herhalen. Dan een rust van 5-10 minuten licht roeien en <strong>de</strong> hele serie nog een keer.<br />
3. 8x 90 sec/ 3’ in 34spm betekent 90 secon<strong>de</strong> hard roeien in een tempo van 34 slagen per minuut, gevolgd door 3<br />
minuten rustig roeien en dit geheel 8x.<br />
4. 4x 3’/ 5’ in 30spm betekent 3 minuten hard in tempo 30, gevolgd door 5 minuten rustige haal en het geheel 4x.<br />
Tabel 3.15 - Lactaatdrempel/ VO 2-max<br />
1. 60’ wissel(10’10KS/10’MS)betekent een uur onafgebroken roeien waarbij je elke tien minuten van snelheid wisselt: 10<br />
minuten <strong>op</strong> je voorspel<strong>de</strong> 10.000 meter snelheid en 10 minuten <strong>op</strong> je voorspel<strong>de</strong> marathon snelheid en weer <strong>op</strong>nieuw.<br />
2. 4x wissel (5’5KS/ 8’MS) betekent 5 minuten roeien <strong>op</strong> je 5000 meter snelheid gevolgd door 8 minuten <strong>op</strong> je marathon<br />
snelheid. Zon<strong>de</strong>r rust 4x achter elkaar herhalen.<br />
3. 15’ MS/15’10KS/15’HMS betekent dat je 45 minuten achter elkaar roeit waarbij je <strong>de</strong> eerste 15 minuten <strong>op</strong> je<br />
voorspel<strong>de</strong> marathon snelheid roeit, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> 15 minuten <strong>op</strong> je 10.000 meter snelheid en <strong>de</strong> laatste 15 minuten <strong>op</strong><br />
je voorspel<strong>de</strong> halve-marathon snelheid.<br />
Tabel 3.16 - Taper<br />
1. 20’MS & (2x 3’/ 5’) in 32 spm betekent 20 minuten roeien <strong>op</strong> je voorspel<strong>de</strong> marathon snelheid. Daarna doet je 2x 3<br />
minuten hard in tempo 32 met 5’ rustig roeien er tussenin.<br />
2. (5x 5’/5’) 10KS betekent 5 minuten roeien <strong>op</strong> je 10.000 meter snelheid, gevolgd door 5 minuten rustig roeien. Dit doet<br />
je 5x achter elkaar.<br />
3. 30’ HMS +(6x 1’/ 2’) in 36 spm betekent dat je 30 minuten roeit <strong>op</strong> halve-marathon snelheid. Daarna doet je 6x een<br />
minuut hard in tempo 36spm. met 2 minuten rustig roeien tussendoor.
Deel 3 : Training Schema’s<br />
9. Cross-Training<br />
<strong>Indoor</strong>roeien als training voor an<strong>de</strong>re sporten<br />
Voor alle soorten sporters is het een terugkerend probleem om een trainingsprogramma te maken dat effectief<br />
is en goed vol te hou<strong>de</strong>n. Boven<strong>op</strong> <strong>de</strong> specifieke training, die relevant is voor <strong>de</strong> sport in kwestie, is het<br />
essentieel een goe<strong>de</strong> algemene aërobe conditie te hebben.<br />
De <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> wordt al lang erkend als een uitstekend mid<strong>de</strong>l om zowel aërobe als anaërobe conditie te<br />
verbeteren, omdat je alle grote spiergroepen kan trainen <strong>op</strong> alle mogelijke intensiteiten. Daarnaast kan je een<br />
programma maken dat aan <strong>de</strong> specifieke fysiologische eisen van verschillen<strong>de</strong> sporten tegemoet komt<br />
allemaal <strong>op</strong> één apparaat.<br />
Uit fysiologisch <strong>op</strong>zicht kunnen verschillen<strong>de</strong> sporten wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld in twee groepen: voornamelijk aëroob<br />
of hoofdzakelijk anaëroob. Er bestaat een wijdverbreid misverstand dat <strong>de</strong>ze twee volledig los van elkaar staan,<br />
maar aërobe en anaërobe belasting vormen <strong>de</strong> twee uitein<strong>de</strong>n van een continuüm dat gevormd wordt door <strong>de</strong><br />
variëren<strong>de</strong> belasting. Dit betekent dat <strong>de</strong> meeste sporten een combinatie van aërobe en anaërobe belasting<br />
vragen. Om zo <strong>op</strong>timaal mogelijk te trainen zou je moeten weten <strong>op</strong> welk ge<strong>de</strong>elte van dat continuüm je je<br />
eigen inspanning moet richten.<br />
Door zijn veelzijdigheid kan <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> voor een groot aantal sporten <strong>de</strong> training aanvullen. Daarom<br />
kunnen zowel sporten die een grote mate van aërobe conditie en uithoudingsvermogen vergen (zoals lange-<br />
afstand l<strong>op</strong>en, langlaufen, wielrennen, triatlon en lange-afstand zwemmen) als sporten waarvoor explosieve<br />
kracht nodig is (zoals sprinten, <strong>de</strong> technische nummers van atletiek, rugby en gewichtheffen) profiteren van <strong>de</strong><br />
mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong>.<br />
Ook kan een zinvol programma gemaakt wor<strong>de</strong>n voor sporten waarbij een combinatie van aërobe en anaërobe<br />
energiesystemen wordt aangesproken, zoals teamsporten, roeien <strong>op</strong> het water en mid<strong>de</strong>llange afstand l<strong>op</strong>en.<br />
Hieron<strong>de</strong>r noemen wij een aantal voor<strong>de</strong>len van het gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> voor het aanvullen en<br />
verbeteren van je training:<br />
• Je brengt variatie aan in je trainingsprogramma.<br />
• Het biedt een tijdsefficiënte metho<strong>de</strong> voor verbetering van aëroob vermogen, door gebruik van een grote<br />
hoeveelheid spiermassa.<br />
• Het biedt uitsteken<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n tot het trainen van anaërobe capaciteit, als aanvulling <strong>op</strong> <strong>de</strong> training<br />
voor explosieve krachtsporten.<br />
• Je kunt trainen ongeacht het weer en tijdstip van <strong>de</strong> dag.<br />
• Het is een veilige en effectieve manier van trainen voor revalidatie na blessures of ziekte, omdat je gewicht<br />
gedragen wordt door het apparaat en je <strong>de</strong> gewrichten niet-schokkend belast.<br />
• Door <strong>de</strong> monitor is het mogelijk je vooruitgang bij te hou<strong>de</strong>n, waardoor je positieve feedback krijgt.<br />
• De roeimachine is te vervoeren, waardoor je thuis en <strong>op</strong> an<strong>de</strong>re bestemmingen kan trainen.
Energie Systemen<br />
Om je te helpen bij het <strong>op</strong>zetten van je crosstrainingsprogramma is het nuttig om te beschrijven wat er<br />
gebeurt met het lichaam tij<strong>de</strong>ns trainen, aangezien het <strong>de</strong>ze processen zijn die je door training wil verbeteren.<br />
Een uitgebrei<strong>de</strong> beschrijving is te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>el 2. Hieron<strong>de</strong>r wordt volstaan met <strong>de</strong> broodnodige informatie<br />
om aan <strong>de</strong> slag te kunnen gaan.<br />
We kunnen drie stadia on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: anaëroob alactisch, anaëroob en aëroob.<br />
1. Anaërobe alactische energieproductie<br />
Voor spiersamentrekking van welke vorm dan ook is energie nodig. In eerste instantie wordt <strong>de</strong>ze geleverd<br />
door een beperkte voorraad van a<strong>de</strong>nosinetrifosfaat (ATP), die in spieren is <strong>op</strong>geslagen. ATP is betrokken bij<br />
een ingewikkel<strong>de</strong> chemische reactie waarbij energie vrijkomt. Omdat er maar genoeg ATP is voor ongeveer<br />
twee secon<strong>de</strong>n maximale inspanning, moet het heel snel weer wor<strong>de</strong>n geregenereerd zodat het bewegen kan<br />
doorgaan. In dit vroege stadium van bewegen vindt <strong>de</strong> re-synthese (nieuwe aanmaak) plaats door afbraak van<br />
creatinefosfaat (CF), een an<strong>de</strong>re hoogenergetische stof, die in <strong>de</strong> spier is <strong>op</strong>geslagen. Net als van ATP is er<br />
van CF een zeer beperkte voorraad in <strong>de</strong> spier; voor ongeveer 4 tot 5 secon<strong>de</strong> maximale inspanning. Dit<br />
noemen we het anaërobe alactische energie productie stadium.<br />
2. Anaërobe energieproductie<br />
Om <strong>de</strong> training te kunnen voortzetten voorbij <strong>de</strong> anaërobe alactische fase, is er voortzetting van het ATP<br />
aanbod nodig. Dus, voordat we <strong>de</strong> hele voorraad CF hebben <strong>op</strong>gebruikt, zal er ATP wor<strong>de</strong>n vrijgemaakt uit <strong>de</strong><br />
afbraak (omzetting) van koolhydraten (glycogeen, <strong>op</strong>geslagen in spieren en lever) tot pyruvaat.<br />
Op het moment dat er pyruvaat wordt geproduceerd, wordt het aërobe systeem in werking gesteld, door het<br />
gebruik van zuurstof uit <strong>de</strong> bloedbaan, waarmee het pyruvaat wordt geoxi<strong>de</strong>erd. Op het moment dat er meer<br />
pyruvaat wordt geproduceerd dan het aërobe systeem kan omzetten, wordt er lactaat (melkzuur) gevormd dat<br />
zich <strong>op</strong>stapelt in <strong>de</strong> spieren. Dit is <strong>de</strong> anaërobe fase, ook wel het lactisch energie (productie) systeem<br />
genoemd. Dit systeem levert energie voor een maximale inspanning tot één minuut, voordat <strong>de</strong> <strong>op</strong>h<strong>op</strong>ing van<br />
lactaat <strong>de</strong> spiercontractie remt.<br />
3. Aërobe energieproductie<br />
Training Schema’s : Deel 3<br />
Het aërobe energie systeem, zuurstof transport, reageert relatief traag <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag die door <strong>de</strong> training wordt<br />
gesteld. Maar omdat dit systeem in staat is vet als brandstof te gebruiken, waarvan het lichaam een zeer<br />
ruime voorraad heeft, is het een zeer efficiënte producent van ATP. Inspanning van langere duur is afhankelijk<br />
van <strong>de</strong> capaciteit van het aërobe systeem om zuurstof naar <strong>de</strong> spieren te transporteren.<br />
Als <strong>de</strong> training langer gaat duren dan ongeveer 1 minuut moet het inspanningsniveau zo wor<strong>de</strong>n teruggebracht<br />
dat <strong>de</strong> energievraag kan wor<strong>de</strong>n beantwoord door het aërobe systeem. Iemand is aëroob aan het trainen<br />
wanneer <strong>de</strong> zuurstof aanvoer naar <strong>de</strong> spieren in verhouding staat met <strong>de</strong> energievraag van <strong>de</strong> activiteit.
Deel 3 : Training Schema’s<br />
Spier Ontwikkeling<br />
De fysiologische veran<strong>de</strong>ringen die <strong>de</strong> drie verschillen<strong>de</strong> energieproductiesystemen veroorzaken in het lichaam<br />
zijn <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n dat we <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> trainingszones gebruiken om <strong>op</strong> die manier specifieke verbetering in<br />
prestaties te bewerkstelligen. Voordat je jezelf aan een trainingsschema gaat on<strong>de</strong>rwerpen, moet je eerst<br />
vaststellen wat <strong>de</strong> specifieke eisen zijn die door <strong>de</strong> sport die je beoefent wor<strong>de</strong>n gesteld; <strong>op</strong> welk <strong>de</strong>el van het<br />
continuüm van energielevering systemen moet je jezelf toeleggen?<br />
Door in <strong>de</strong> juiste zones te trainen, kan het prestatie niveau in die zone wor<strong>de</strong>n verbeterd. Ook kunnen er<br />
veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> spier<strong>op</strong>bouw (gewenst of niet gewenst) plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />
De spieren bestaan uit drie verschillen<strong>de</strong> vezeltypes: <strong>de</strong> zgn. ‘slow-twitch’ vezels die aëroob werken, en <strong>de</strong><br />
‘fast-twitch 2a’ en ‘2b’ vezels die bei<strong>de</strong>n hoofdzakelijk anaëroob werken. De ‘fast-twitch’ vezels verschillen in<br />
<strong>de</strong> mate waarin ze aëroob functioneren. Als je lange stukken <strong>op</strong> lage inspanning traint, zullen 2b vezels<br />
veran<strong>de</strong>ren in 2a vezels, welke betere aërobe eigenschappen hebben. Het voor<strong>de</strong>el daarvan is dat het<br />
moment van <strong>op</strong>h<strong>op</strong>ing van lactaat kan wor<strong>de</strong>n uitgesteld.<br />
De prijs die hiervoor betaald wordt is een afname van explosieve anaërobe kracht, geleverd door <strong>de</strong> ‘2b’-<br />
vezels. Voor sporten waar explosieve kracht een essentieel element is kan <strong>op</strong> een hoge intensiteit getraind<br />
wor<strong>de</strong>n, waardoor <strong>de</strong> ‘fast-twitch 2a’ vezels aangezet wor<strong>de</strong>n anaëroob te werken. Het effect hiervan is dat<br />
het lichaam beter in staat wordt het lactaat af te voeren en af te breken, en het verhoogt <strong>de</strong> lactaattolerantie<br />
van <strong>de</strong> atleet.<br />
Het trainen van <strong>de</strong> Energie Systemen<br />
Anaërobe alactische training<br />
Het ontwikkelen van het anaërobe alactische systeem. Het trainingspatroon zou moeten bestaan uit een klein<br />
aantal har<strong>de</strong> halen in een hoog tempo (spm), on<strong>de</strong>rbroken door wat lichte halen.<br />
Voorbeeld: 3x (10/5 x10) AN 34spm. Windschuif 3-5<br />
Roei 10 halen hard in tempo 34 (spm), gevolgd door 5 halen rustig en dit geheel 10x. Rust uit en doe dit 3<br />
maal, waardoor je <strong>op</strong> een totaal van 300 har<strong>de</strong> halen uitkomt. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> har<strong>de</strong> halen zal <strong>de</strong> hartfrequentie snel<br />
stijgen, maar, in tegenstelling tot bij langere intervallen, zal er geen <strong>op</strong>h<strong>op</strong>ing van lactaat plaats vin<strong>de</strong>n. Na<br />
verlo<strong>op</strong> van tijd zal je 3x (17/7 x10), 32-36 spm aan kunnen.<br />
Anaërobe training<br />
Ontwikkeling van explosieve kracht. Het trainingspatroon moet bestaan uit een serie van intervallen van tussen<br />
<strong>de</strong> 30 en 60 secon<strong>de</strong>n. De verhouding arbeid:rust is als 1:2.<br />
Voorbeeld: 2x (45 sec/ 90 sec x8) AN, 32spm. Windschuif:8-10<br />
Roei 45 secon<strong>de</strong>n zo hard mogelijk (dit zal lei<strong>de</strong>n tot hoge lactaat spiegels), gevolgd door 90 secon<strong>de</strong>n heel<br />
rustig en ontspannen roeien, waardoor het lactaat kan wor<strong>de</strong>n afgevoerd. Herhaal tot aan 8x, neem een rust<br />
van 5 minuten en herhaal vervolgens het geheel. Progressie is meetbaar door een betere score die <strong>op</strong> <strong>de</strong>
monitor is af te lezen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> har<strong>de</strong> halen. Als je geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> hele training een beter score kan vasthou<strong>de</strong>n<br />
duidt dat <strong>op</strong> een verbeter<strong>de</strong> lactaattolerantie.<br />
Aërobe training<br />
Ontwikkeling van uithoudingsvermogen. Bij aërobe training is het van essentieel belang te meten wat je doet.<br />
De meest eenvoudige en meest praktische manier om het inspanningsniveau te controleren, want <strong>de</strong><br />
hartfrequentie neemt toe, bij toename van fysieke inspanning. Vooral bij langere stukken belasting is het<br />
wellicht belangrijk te controleren dat je in <strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong> zone traint. Aërobe belasting moet wor<strong>de</strong>n gedaan <strong>op</strong><br />
65-85 % van <strong>de</strong> HFM en onon<strong>de</strong>rbroken voor een tijdsduur van tussen <strong>de</strong> 20 en 90 minuten, afhankelijk van<br />
<strong>de</strong> getraindheid van <strong>de</strong> atleet. De windschuif moet niet al te zwaar staan, zodat <strong>de</strong> atleet in een vloeiend ritme<br />
kan roeien.<br />
Hersteltraining<br />
Een an<strong>de</strong>re uitsteken<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> roeimachine te gebruiken is voor een zgn. hersteltraining. Na zware<br />
(trainings-) belasting kan er kleine scha<strong>de</strong> aan spieren ontstaan, zeker bij diegenen die aan een contactsport<br />
doen. Als gevolg daarvan, h<strong>op</strong>en er zich afvalstoffen <strong>op</strong> in <strong>de</strong> spieren, waardoor er spier -stijfheid en –pijn<br />
ontstaat. Door een korte perio<strong>de</strong> van maximaal 20 minuten heel rustig te roeien, waarbij <strong>de</strong> hartfrequentie laag<br />
blijft (65 % van <strong>de</strong> HFM), wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> spieren goed doorbloed. Dit versnelt niet alleen <strong>de</strong> afbraak van lactaat<br />
maar ook wor<strong>de</strong>n afvalstoffen afgevoerd en het herstel bevor<strong>de</strong>rt.<br />
Training Schema’s : Deel 3
Deel 4 :<br />
Het bijhou<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong> progressie<br />
1. Basis Testen<br />
2. Blokken Test<br />
3. Vaak gestel<strong>de</strong> vraag
Deel 4 : Het bijhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> progressie<br />
1. Basis Testen<br />
Wat je trainingsdoelen ook zijn, je wil graag weten hoeveel progressie je maakt. Een simpele manier om dat in<br />
<strong>de</strong> gaten te hou<strong>de</strong>n is het doen van een conditietest <strong>op</strong> gezette tij<strong>de</strong>n. Le<strong>de</strong>re twee of drie maan<strong>de</strong>n is over<br />
het algemeen voldoen<strong>de</strong>, maar misschien wil je het vaker doen, bijvoorbeeld ie<strong>de</strong>re 6 weken.<br />
Hieron<strong>de</strong>r staan een aantal testen om je conditie te meten. De eerste vier kunnen gedaan wor<strong>de</strong>n door<br />
ie<strong>de</strong>reen die in goe<strong>de</strong> gezondheid is en een re<strong>de</strong>lijke conditie heeft. Test 5, <strong>de</strong> ‘blokkentest’ is behoorlijk zwaar<br />
en is bedoeld voor sporters die in training zijn voor wedstrij<strong>de</strong>n.<br />
TEST 1 – Check je hartslag<br />
Meet je hartslag vroeg in <strong>de</strong> ochtend (=ochtendpols). Wanneer je conditie verbetert, zou je ochtendpols<br />
omlaag moeten gaan. (je moet je pols ‘s ochtends meten terwijl je nog in bed ligt). Een plotselinge verhoging<br />
van 5 slagen of meer kan een indicatie zijn van een aankomen<strong>de</strong> ziekte. Het kan ook een indicatie zijn dat <strong>de</strong><br />
trainingsarbeid te veel is. Dan is het verstandig om professioneel advies te zoeken.<br />
TEST 2 – Een afstand of tijd<br />
Neem een vaste afstand of tijd (bijv. 4 min. of 1000 meter) en hou je score bij. Wij ra<strong>de</strong>n aan om minimaal 6<br />
weken tussen <strong>de</strong>ze testen te nemen.<br />
TEST 3 – Anaëroob vermogen test<br />
Zet <strong>de</strong> monitor <strong>op</strong> 20 secon<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> luchtschuif <strong>op</strong> 5 en roei maximaal <strong>op</strong> hoog tempo. Schrijf je score <strong>op</strong>.<br />
Deze test meet het vermogen van <strong>de</strong> sporter om veel energie te leveren in een korte tijd.<br />
TEST 4 – Maximale kracht<br />
Hiermee test je <strong>de</strong> maximale kracht die je kunt leveren. Zet <strong>de</strong> luchtschuif <strong>op</strong> 5 en <strong>de</strong> monitor <strong>op</strong> tijd/500m.<br />
Bouw in drie halen <strong>de</strong> kracht <strong>op</strong> en probeer dan een zo hoog mogelijke score <strong>op</strong> <strong>de</strong> monitor te krijgen, dit<br />
moet binnen 5 halen lukken. Noteer <strong>de</strong> hoogste snelheid die je <strong>op</strong> je monitor gezien hebt. Let er <strong>op</strong> dat je<br />
halen over <strong>de</strong> volle lengte blijft maken.<br />
TEST 5 – Blokken test (voor wedstrijd sporters)<br />
Dit is een progressieve test om <strong>de</strong> anaërobe drempel van <strong>de</strong> sporter te bepalen. Het is fysiek zeer zwaar, maar<br />
geeft een ho<strong>op</strong> informatie. Je hebt er een hartslagmeter voor nodig, die liefst aan <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> verbon<strong>de</strong>n<br />
is. (zie <strong>de</strong>el 4.2 Blokken test)
2. Blokken Test<br />
Test Protocol<br />
Het bijhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> progressie : Deel 4<br />
De Koninklijke Ne<strong>de</strong>rlandse Roeibond (KNRB) gebruikt al enkele jaren een zoveel mogelijk gestandaardiseer<strong>de</strong><br />
test. Hierbij wor<strong>de</strong>n 5 blokken van 3 minuten <strong>op</strong> een van te voren vastgesteld (<strong>op</strong>l<strong>op</strong>end) Wattage geroeid. Hierbij<br />
moet dan ook per blok <strong>de</strong> hartslag aan het ein<strong>de</strong> genoteerd wor<strong>de</strong>n. Door <strong>de</strong>ze test een aantal weken later te<br />
herhalen kan heel nauwkeurig <strong>de</strong> voortgang bekeken wor<strong>de</strong>n. Zon<strong>de</strong>r dat er ‘maximaal’ hoeft te wor<strong>de</strong>n gegaan.<br />
Het is van belang <strong>de</strong> blokken zo te kiezen dat het 5e blok net volbracht kan wor<strong>de</strong>n. Als <strong>de</strong> conditie verbetert zal<br />
dit steeds makkelijker gaan. Als er eenmaal voor een bepaal<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> blokken is gekozen, moet <strong>de</strong>ze<br />
ver<strong>de</strong>ling langere tijd vastgehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n om zo goed mogelijk <strong>de</strong> progressie te kunnen beoor<strong>de</strong>len.<br />
Tabel 4.1<br />
Watts<br />
Snelheid<br />
Watts<br />
Snelheid<br />
Tabel 4.2<br />
Categorie<br />
25<br />
04:01,0<br />
325<br />
1:42,5<br />
50<br />
03:11,3<br />
350<br />
1:40,0<br />
75<br />
02:47,1<br />
375<br />
1:37,7<br />
Goed getrain<strong>de</strong> mannen boven 75 kg<br />
Goed getrain<strong>de</strong> mannen on<strong>de</strong>r 75 kg<br />
Matig getrain<strong>de</strong> mannen boven 75 kg<br />
Matig getrain<strong>de</strong>mannen on<strong>de</strong>r 75 kg<br />
Goed getrain<strong>de</strong> dames boven 61,5 kg<br />
Goed getrain<strong>de</strong> dames on<strong>de</strong>r 61,5 kg<br />
Matig getrain<strong>de</strong> dames boven 61,5 kg<br />
Matig getrain<strong>de</strong> dames on<strong>de</strong>r 61,5 kg<br />
Conversie Tabel 500 m Snelheid/Watts<br />
100<br />
02:31,8<br />
400<br />
1:35,6<br />
125<br />
02:20,9<br />
425<br />
1:33,7<br />
150<br />
02:12,6<br />
450<br />
1:32,0<br />
175<br />
02:06,0<br />
475<br />
1:30,3<br />
200<br />
02:00,5<br />
500<br />
1:28,8<br />
225<br />
01:55,9<br />
525<br />
1:27,4<br />
Wij ra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> uitgangspunten aan<br />
Start Blok<br />
180 W<br />
160 W<br />
140 W<br />
120 W<br />
120 W<br />
110 W<br />
110 W<br />
100 W<br />
2<br />
205 W<br />
195 W<br />
170 W<br />
150 W<br />
145 W<br />
135 W<br />
130 W<br />
120 W<br />
3<br />
240 W<br />
230 W<br />
200 W<br />
180 W<br />
170 W<br />
160 W<br />
150 W<br />
140 W<br />
250<br />
01:51,9<br />
550<br />
1:26,0<br />
4<br />
27 W<br />
265 W<br />
230 W<br />
210 W<br />
195 W<br />
185 W<br />
170 W<br />
160 W<br />
275<br />
01:48,4<br />
575<br />
1:24,7<br />
300<br />
01:45,3<br />
600<br />
1:23,6<br />
Laatste Blok<br />
Noteer <strong>de</strong> hartslag aan het eind van ie<strong>de</strong>r blok. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> laatste 10 secon<strong>de</strong>n van ie<strong>de</strong>r blok scoor je waarschijnlijk <strong>de</strong><br />
hoogste stabiele hartslag van dat blok.<br />
310 W<br />
300 W<br />
260 W<br />
240 W<br />
220 W<br />
210 W<br />
190 W<br />
180 W
Deel 4 : Het bijhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> progressie<br />
Dit zijn slechts richtlijnen. Ben je behoorlijk getraind en heb je geen enkele twijfel aan je vermogen om <strong>de</strong> test<br />
goed te volbrengen dan is een blokkentest een goe<strong>de</strong> testmogelijkheid. In principe is het <strong>de</strong> bedoeling dat het<br />
laatste blok ongeveer 10% lichter is dan je <strong>op</strong> een 2000 meter test scoort. De grootte van <strong>de</strong> stappen moet<br />
ongeveer 10% van je 2000 meter score zijn (in Watt).<br />
Door <strong>de</strong>ze test met tussenpozen van 4 tot 6 weken te herhalen kan men goed <strong>de</strong> progressie volgen en <strong>de</strong><br />
effectiviteit van het gevolg<strong>de</strong> trainingsschema beoor<strong>de</strong>len. Je zal bij een gegeven wattage een lagere hartslag<br />
hebben als je conditie is verbeterd. Het is wel van belang om ie<strong>de</strong>re keer zoveel mogelijk hetzelf<strong>de</strong> protocol<br />
te volgen.<br />
• Ie<strong>de</strong>re keer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> Wattages!<br />
• Geen warming-up voor <strong>de</strong> test.<br />
• Proberen <strong>de</strong> omgevingstemperatuur zoveel mogelijk hetzelf<strong>de</strong> te laten zijn.<br />
• Tijdstip van <strong>de</strong> dag zoveel mogelijk hetzelf<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n.<br />
• Ongeveer een gelijk eetpatroon voor <strong>de</strong> test.<br />
(De equipe le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> KNRB zitten meestal nog hoger dan er in het bovenstaan<strong>de</strong> schema is aangegeven.<br />
Zij combineren het dan ook vaak met lactaatmetingen (dmv. bloedprikken). Voor een zinvolle beoor<strong>de</strong>ling van<br />
iemands progressie is dat echter niet nodig)<br />
Hieron<strong>de</strong>r is een voorbeeld van 2 testen die door een sporter zijn gedaan<br />
Tabel 4.3<br />
Datum: 20-09<br />
Watts (doel)<br />
Watts (werkelijk)<br />
Hartslag (ein<strong>de</strong> stap)<br />
Stap 1<br />
200<br />
200,4<br />
150<br />
Eerste Test<br />
Stap 2<br />
240<br />
240,0<br />
165<br />
Stap 3<br />
280<br />
279,8<br />
178<br />
Stap 4<br />
320<br />
321,1<br />
187<br />
Stap 5<br />
360<br />
361,2<br />
192
Tabel 4.4<br />
Tabel 4.5<br />
Datum: 18-11<br />
Watts (doel)<br />
Watts (werkelijk)<br />
Hartslag (ein<strong>de</strong> stap)<br />
200<br />
190<br />
180<br />
170<br />
160<br />
150<br />
140<br />
130<br />
200<br />
Het bijhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> progressie : Deel 4<br />
Stap 1<br />
200<br />
200,0<br />
146<br />
Twee<strong>de</strong> Test<br />
Stap 2<br />
240<br />
240,4<br />
159<br />
Grafiek van Test 1 & 2<br />
Stap 3<br />
280<br />
280,2<br />
170<br />
Stap 4<br />
320<br />
321,2<br />
178<br />
Hartslag (Test 1)<br />
Hartslag (Test 2)<br />
Stap 5<br />
360<br />
360,5<br />
240 280 320 360<br />
Watts<br />
186
Deel 4 : Het bijhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> progressie<br />
3. Vaak gestel<strong>de</strong> vraag over <strong>de</strong> Basis Testen<br />
Beantwoord door Terry O’Neill<br />
Is het verstandig om voor aanvang van een nieuwe trainingscyclus een basistest of een stappentest te doen?<br />
Het is altijd een goed i<strong>de</strong>e om bij het begin van een nieuw trainingsplan een basistest te doen. Je kunt dan<br />
zien <strong>op</strong> wat voor niveau je zit. Er zijn echter een aantal zaken waar je <strong>op</strong> moet letten.<br />
Als je helemaal vanaf <strong>de</strong> basis begint is <strong>de</strong> informatie van een basistest altijd interessant. Als je al regelmatig<br />
traint en niet lang gele<strong>de</strong>n hebt <strong>de</strong>elgenomen aan een wedstrijd, kun je best het i<strong>de</strong>e hebben dat <strong>de</strong> trainingen<br />
in <strong>de</strong> voorbereidingsperio<strong>de</strong> je testresultaat negatief hebben beïnvloed. Dit resultaat is een reactie <strong>op</strong> <strong>de</strong> zeer<br />
intensieve trainingsarbeid die je tot voor kort <strong>de</strong>ed. Het resultaat kun je wel gebruiken, aangezien je vanaf dat<br />
moment weer gaat werken aan het verbeteren van het basisniveau om uitein<strong>de</strong>lijk een betere t<strong>op</strong>prestatie<br />
mogelijk te maken.
Deel 5 :<br />
Appendix<br />
1. PM3 Display<br />
2. Luchtschuif en “drag factor”<br />
3. Snelheidstabel<br />
4. Gewichtscorrectie
Deel 5 : Appendix<br />
1. PM3 Display<br />
Inleiding<br />
De PM3 is eenvoudig in gebruik. Toch ra<strong>de</strong>n wij u aan wat tijd uit te trekken om <strong>de</strong> functies van <strong>de</strong> toetsen te<br />
leren kennen en <strong>de</strong> menu's te volgen. Als u <strong>op</strong> <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> toets drukt, gebruikt u <strong>de</strong> toets “MENU/BACK”<br />
(menu/terug) om terug te keren naar het voorgaan<strong>de</strong> menu. Als u niets wilt instellen, kunt u gewoon aan het<br />
handvat trekken waarna <strong>de</strong> PM3 automatisch start met het weergeven en <strong>op</strong>slaan van uw resultaten. Er zijn<br />
een aantal <strong>de</strong>tails die het beste in een handleiding kunnen wor<strong>de</strong>n uitgelegd, maar we hebben geprobeerd dat<br />
tot een minimum te beperken. Voor aanvullen<strong>de</strong> informatie selecteert u “Informatie” in het hoofdmenu. Veel<br />
plezier tij<strong>de</strong>ns het roeien.<br />
Starten<br />
• De PM3 wordt ingeschakeld wanneer u <strong>op</strong> <strong>de</strong> toets “MENU/BACK” drukt, een haal maakt of een LogCard<br />
insteekt.<br />
• Na vier minuten zon<strong>de</strong>r activiteit schakelt <strong>de</strong> PM3 zichzelf uit.<br />
• De eerste keer dat u <strong>de</strong> PM3 inschakelt, wordt u gevraagd <strong>de</strong> taal, datum en tijd in te stellen.<br />
BELANGRIJK! Door <strong>de</strong> datum in te stellen, kunnen uw resultaten <strong>op</strong> correcte wijze wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>geslagen.<br />
Weergave<br />
CHANGE<br />
UNITS<br />
CHANGE<br />
DISPLAY<br />
MENU<br />
BACK<br />
hiermee selecteert u één van <strong>de</strong> vier eenhe<strong>de</strong>n voor uw resultaten: Meters (of tijd), tijd/500<br />
m, watts en calorieën. De toets is actief als er geroeid wordt of bij het bekijken van<br />
resultaten en het instellen van <strong>de</strong> Paceboat (gangmaker).<br />
hiermee selecteert u een van <strong>de</strong> vijf weergavemogelijkhe<strong>de</strong>n: Alle gegevens > Krachtcurve ><br />
Paceboat > Staafdiagram > Grote weergave.<br />
hiermee keert u terug naar het vorige menu. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> weergave van resultaten beëindigt<br />
“MENU/BACK” <strong>de</strong> training en keert u terug naar<br />
het hoofdmenu.
On<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> PM3<br />
Alleen schoonmaken met een vochtige doek. Geen vloeistoffen direct <strong>op</strong> <strong>de</strong> PM3 gebruiken.<br />
Opmerking:<br />
De volgen<strong>de</strong> formules wor<strong>de</strong>n gebruikt voor het berekenen van <strong>de</strong> meeteenhe<strong>de</strong>n:<br />
Watt = 2,80/(sec/meter)^3 Cal/uur = Kcal/uur = (watt) x (4) x (0,8604) + 300<br />
On<strong>de</strong>raanzicht<br />
Poort voor<br />
Appendix : Deel 5<br />
Het batterijvak bevindt zich achter het achterpaneel en is met één enkele schroef bevestigd.<br />
<strong>de</strong> hartslagsensor<br />
(<strong>op</strong>tie).<br />
Gebruik <strong>de</strong>ze vijf toetsen om uw<br />
selecties in <strong>de</strong> menu's te maken.<br />
Gebruik <strong>de</strong>ze toetsen in <strong>de</strong><br />
roeidisplays als een alternatieve<br />
manier om het display te wisselen.<br />
Met een LogCard wordt <strong>de</strong> PM3 uw persoonlijke trainingsapparaat. Steek hier<br />
uw LogCard in voordat u een training instelt en uw resultaten wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />
LogCard <strong>op</strong>geslagen. Na uw training keert u terug naar het hoofdmenu voordat<br />
u <strong>de</strong> LogCard verwij<strong>de</strong>rt, zodat u er zeker van bent dat <strong>de</strong> gegevens volledig zijn<br />
<strong>op</strong>geslagen. Extra LogCards kunt u bestellen bij Concept 2 Benelux.<br />
USB-poort voor aansluiting <strong>op</strong> een pc.<br />
Zie www.concept2.com/pm3 voor<br />
actuele informatie over pc-functies.<br />
Poort voor <strong>de</strong> vliegwielsensor. De sensor van Mo<strong>de</strong>l D zorgt<br />
tevens voor <strong>de</strong> voeding van <strong>de</strong> PM3 terwijl u roeit. De PM3 kan<br />
wor<strong>de</strong>n ingesteld voor functie met het Mo<strong>de</strong>l D of Mo<strong>de</strong>l C.<br />
Deze zijn on<strong>de</strong>rling niet uitwisselbaar.
Deel 5 : Appendix<br />
Menustructuur PM3<br />
Quick start ....Tot maximaal 50.000 m zon<strong>de</strong>r een enkele toets in te drukken. Resultaten wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>geslagen wanneer langer dan een<br />
minuut wordt geroeid. Tussentij<strong>de</strong>n standaard per 5 minuten; na 35 minuten standaard tussentij<strong>de</strong>n per 10 minuten;<br />
enz. Druk <strong>op</strong> “MENU BACK” als u klaar bent, om er zeker van te zijn dat uw resultaten wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>geslagen.<br />
Kies training<br />
Standaard trainingen ........Vijf vaste trainingen, niet te wijzigen.<br />
Extra trainingen..................Vijf vrij programmeerbare trainingen. Kunnen ook wor<strong>de</strong>n geprogrammeerd via een LogCard.<br />
Training herhalen ..............Hiermee kan een gebruiker een vorig resultaat selecteren voor <strong>de</strong> PaceBoat.<br />
Nieuwe training..................Hiermee kan <strong>de</strong> gebruiker een training in een van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> in<strong>de</strong>lingen <strong>op</strong>stellen.<br />
Afstand ..........................................100 m tot 50.000 m.<br />
Tijd ..................................................0:20 tot 9:59:59; afstand kan niet groter zijn dan 50.000 m.<br />
Intervallen <strong>op</strong> Afstand ................Constant roeien van 100 m tot 9999 m; constante rusttij<strong>de</strong>n van 0 tot 9:55; max. 30 interv a l l e n .<br />
Intervallen <strong>op</strong> Tijd ........................Constant roeien van 0:20 tot 59:59; constante rusttij<strong>de</strong>n van 0 tot 9:55; max. 30 intervallen.<br />
Interval variabel............................Combinatie van afstand en tijd van 100 m tot 999.999 m of 0:20 tot 99:59:59; rusttijd van 0 tot<br />
........................................................9:55; max. 30 vooraf ingestel<strong>de</strong> intervallen.<br />
Favorieten ..........................Vijf trainingen per LogCard-gebruiker. Maximaal 30 variabele intervallen – totaal/gebruiker.<br />
G e h e u g e n ....Als er geen LogCard aanwezig is, geeft het geheugen <strong>de</strong> circa 10 meest recente trainingsresultaten <strong>op</strong> datum weer.<br />
................................................<br />
O F<br />
L o g C ar d ......Opslag van circa 300 trainingen, vijf favoriete trainingen van elke gebruiker, voorkeurstaal, laatst gebruikte eenhe<strong>de</strong>n n<br />
......................displaytype. Het is verstandig om een backup van belangrijke resultaten te maken.<br />
Totalen ................................Vermeldt <strong>de</strong> totale en gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> gebruiker die <strong>op</strong> <strong>de</strong> LogCard zijn vastgelegd.<br />
Maan<strong>de</strong>lijkse totalen..........Toont een tabel met maan<strong>de</strong>lijkse trainingstotalen.<br />
Training zoeken ..................Hiermee kunt u <strong>de</strong> trainingsresultaten <strong>op</strong> datum bekijken.<br />
<strong>op</strong> datum<br />
Training zoeken .................Hiermee kunt u <strong>de</strong> trainingsresultaten <strong>op</strong> type bekijken.<br />
<strong>op</strong> type<br />
Instellingen<br />
Gebruiker toevoegen ..................Hiermee kunt u tot maximaal vijf gebruikers per LogCard toevoegen.<br />
Gebruiker bewerken....................Hiermee bewerkt u namen en “totale afstand”.<br />
Gebruiker verwij<strong>de</strong>ren ................Hiermee verwij<strong>de</strong>rt u namen en resultaten.<br />
Training verwij<strong>de</strong>ren....................Hiermee verwij<strong>de</strong>rt u resultaten van <strong>de</strong> LogCard.<br />
Training k<strong>op</strong>iëren..........................Hiermee k<strong>op</strong>ieert u een training van het PM3-geheugen naar <strong>de</strong> LogCard.<br />
In f o r m a tie....Ga naar dit menu voor aanvullen<strong>de</strong> PM3-informatie.<br />
Overzicht<br />
De monitor gebruiken........Hiermee wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> toetsen van <strong>de</strong> PM3, <strong>de</strong> roeidisplays, <strong>de</strong> trainingen en <strong>de</strong> LogCard beschreven.<br />
Roeitechniek ......................Hiermee wordt een korte “roeiles” gegeven met een techniekanimatie.<br />
Drag Factor/........................Is een maatstaf van <strong>de</strong> ventilatorbelasting. De PM3 kalibreert zichzelf door <strong>de</strong> dragfactor na elke<br />
Luchtschuif..........................haal <strong>op</strong>nieuw te berekenen zodat u een juiste meting krijgt van uw inspanning ongeacht <strong>de</strong><br />
................................................luchtschuifinstelling of veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n.<br />
De batterij vervangen. ......Gebruik twee alkalinebatterijen, type D of IEC CR20-batterijen. Om verlies van informatie te<br />
................................................voorkomen, moet u er zeker van zijn dat <strong>de</strong> PM3 uitgeschakeld is voordat u <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> batterijen<br />
................................................vervangt en u moet <strong>de</strong> nieuwe batterijen binnen vijf minuten plaatsen.<br />
M e er o p ties<br />
Drag Factor tonen..............Hiermee kan <strong>de</strong> gebruiker <strong>de</strong> dragfactor vóór het roeien bekijken en instellen.<br />
LogCard Instellingen<br />
Datum en tijd instellen ................Is belangrijk voor <strong>de</strong> <strong>op</strong>slag van resultaten.<br />
Taalkeuze ......................................Hiermee wordt <strong>de</strong> voorkeurstaal ingesteld. Er wordt standaard overgeschakeld naar <strong>de</strong> taal die<br />
........................................................<strong>op</strong> <strong>de</strong> LogCard is ingesteld of <strong>de</strong> laatste taal die <strong>op</strong> <strong>de</strong> PM3 is ingesteld.<br />
LCD-contrast.................................Hiermee wordt <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>rheid van het LCD-scherm lichter of donker<strong>de</strong>r ingesteld.<br />
Batterij............................................Hiermee wordt <strong>de</strong> resteren<strong>de</strong> batterijcapaciteit in % getoond.<br />
Product-id......................................Hiermee wordt <strong>de</strong> producti<strong>de</strong>ntificatie getoond.<br />
Extra trainingen..................Hiermee wordt <strong>de</strong> training van Favorieten naar Extra trainingen gek<strong>op</strong>ieerd wanneer <strong>de</strong> LogCard<br />
bewerken..............................aanwezig is.
Grote<br />
Weergave<br />
Staafdiagram<br />
CHANGE<br />
DISPLAY<br />
CHANGE<br />
DISPLAY<br />
Alle Gegevens<br />
CHANGE<br />
DISPLAY<br />
Appendix : Deel 5<br />
CHANGE<br />
DISPLAY<br />
CHANGE<br />
DISPLAY<br />
Krachtcurve<br />
Paceboat<br />
<strong>de</strong> hartslag wordt uitsluitend weergegeven wanneer <strong>de</strong> <strong>op</strong>tionele hartslaginterface geïnstalleerd is.
Deel 5 : Appendix<br />
2. Luchtschuif en dragfactor<br />
De weerstand <strong>op</strong> <strong>de</strong> Concept 2 <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> is niet te vergelijken<br />
met elk an<strong>de</strong>r trainingsapparaat met een gerem<strong>de</strong> weerstand. Er<br />
wordt namelijk vooraf geen weerstand ingesteld; slechts het<br />
vermogen van <strong>de</strong> gebruiker om het vliegwiel te versnellen wordt<br />
gemeten. De te overwinnen kracht wordt veroorzaakt door <strong>de</strong><br />
luchtstroom die het draaien van het vliegwiel remt. De PM3 monitor<br />
geeft een berekening weer van <strong>de</strong> gemeten versnelling,<br />
rotatiesnelheid en krachtmoment van het vliegwiel.<br />
Met <strong>de</strong> luchtschuif aan <strong>de</strong> zijkant van <strong>de</strong> kooi kun je <strong>de</strong> dragfactor aanpassen. Deze dragfactor is een<br />
in<strong>de</strong>xering van <strong>de</strong> weerstand die gemeten wordt, tij<strong>de</strong>ns het vrij draaien van het vliegwiel. De vertraging<br />
bepaalt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> dragfactor. De monitor geeft een dragfactor weer van circa 100 <strong>op</strong> niveau 1 en 220<br />
<strong>op</strong> niveau 10 <strong>op</strong> een nieuwe <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong>. Wanneer het gaas van <strong>de</strong> kooi verst<strong>op</strong>t raakt met stof, neemt <strong>de</strong><br />
dragfactor af en zul je voor een gelijke dragfactor <strong>de</strong> luchtschuif hoger moeten zetten. Verschillen tussen<br />
<strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong>s wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier gecorrigeerd, zodat je <strong>op</strong> elke roeimachine altijd met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
weerstand kan roeien en <strong>de</strong> resultaten vergelijkbaar zijn.<br />
Roeiers kiezen over het algemeen een dragfactor tusen <strong>de</strong> 120 en 140. Op dit niveau roei je met een<br />
weerstand, die het meeste overeenkomt met het roeien in een boot <strong>op</strong> het water. Zo maak je je training zo<br />
specifiek mogelijk.<br />
Als algemene regel geldt, dat grotere en sterkere roeiers een hogere stand van <strong>de</strong> luchtschuif kiezen. Ver<strong>de</strong>r is<br />
het vooral een kwestie van uitproberen, om je eigen voorkeur te vin<strong>de</strong>n.
3. Snelheidstabel<br />
Snelheid<br />
0 1 : 2 4 , 0<br />
0 1 : 2 6 , 0<br />
0 1 : 2 8 , 0<br />
0 1 : 3 0 , 0<br />
0 1 : 3 2 , 0<br />
0 1 : 3 4 , 0<br />
0 1 : 3 6 , 0<br />
0 1 : 3 8 , 0<br />
0 1 : 4 0 , 0<br />
0 1 : 4 2 , 0<br />
0 1 : 4 4 , 0<br />
0 1 : 4 6 , 0<br />
0 1 : 4 8 , 0<br />
0 1 : 5 0 , 0<br />
0 1 : 5 2 , 0<br />
0 1 : 5 4 , 0<br />
0 1 : 5 6 , 0<br />
0 1 : 5 8 , 0<br />
0 2 : 0 0 , 0<br />
0 2 : 0 2 , 0<br />
0 2 : 0 4 , 0<br />
0 2 : 0 6 , 0<br />
0 2 : 0 8 , 0<br />
0 2 : 1 0 , 0<br />
0 2 : 1 2 , 0<br />
0 2 : 1 4 , 0<br />
0 2 : 1 6 , 0<br />
0 2 : 1 8 , 0<br />
0 2 : 2 0 , 0<br />
0 2 : 2 2 , 0<br />
0 2 : 2 4 , 0<br />
0 2 : 2 6 , 0<br />
0 2 : 2 8 , 0<br />
0 2 : 3 0 , 0<br />
0 2 : 3 2 , 0<br />
0 2 : 3 4 , 0<br />
0 2 : 3 6 , 0<br />
0 2 : 3 8 , 0<br />
0 2 : 4 0 , 0<br />
0 2 : 4 2 , 0<br />
0 2 : 4 4 , 0<br />
0 2 : 4 6 , 0<br />
0 2 : 4 8 , 0<br />
0 2 : 5 0 , 0<br />
0 2 : 5 2 , 0<br />
0 2 : 5 4 , 0<br />
0 2 : 5 6 , 0<br />
0 2 : 5 8 , 0<br />
0 3 : 0 0 , 0<br />
Vermogen<br />
5 9 0 , 5<br />
5 5 0 , 3<br />
5 1 3 , 6<br />
4 8 0 , 1<br />
4 4 9 , 5<br />
4 2 1 , 4<br />
3 9 5 , 6<br />
3 7 1 , 9<br />
3 5 0 , 0<br />
3 2 9 , 8<br />
3 1 1 , 1<br />
2 9 3 , 9<br />
2 7 7 , 8<br />
2 6 3 , 0<br />
2 4 9 , 1<br />
2 3 6 , 2<br />
2 2 4 , 2<br />
2 1 3 , 0<br />
2 0 2 , 5<br />
1 9 2 , 7<br />
1 8 3 , 6<br />
1 7 5 , 0<br />
1 6 6 , 9<br />
1 5 9 , 3<br />
1 5 2 , 2<br />
1 4 5 , 5<br />
1 3 9 , 1<br />
1 3 3 , 2<br />
1 2 7 , 6<br />
1 2 2 , 2<br />
1 1 7 , 2<br />
1 1 2 , 5<br />
1 0 8 , 0<br />
1 0 3 , 7<br />
9 9 , 7<br />
9 5 , 8<br />
9 2 , 2<br />
8 8 , 7<br />
8 5 , 4<br />
8 2 , 3<br />
7 9 , 3<br />
7 6 , 5<br />
7 3 , 8<br />
7 1 , 2<br />
6 8 , 8<br />
6 6 , 4<br />
6 4 , 2<br />
6 2 , 1<br />
6 0 , 0<br />
2000m<br />
0 5 : 3 6 , 0<br />
0 5 : 4 4 , 0<br />
0 5 : 5 2 , 0<br />
0 6 : 0 0 , 0<br />
0 6 : 0 8 , 0<br />
0 6 : 1 6 , 0<br />
0 6 : 2 4 , 0<br />
0 6 : 3 2 , 0<br />
0 6 : 4 0 , 0<br />
0 6 : 4 8 , 0<br />
0 6 : 5 6 , 0<br />
0 7 : 0 4 , 0<br />
0 7 : 1 2 , 0<br />
0 7 : 2 0 , 0<br />
0 7 : 2 8 , 0<br />
0 7 : 3 6 , 0<br />
0 7 : 4 4 , 0<br />
0 7 : 5 2 , 0<br />
0 8 : 0 0 , 0<br />
0 8 : 0 8 , 0<br />
0 8 : 1 6 , 0<br />
0 8 : 2 4 , 0<br />
0 8 : 3 2 , 0<br />
0 8 : 4 0 , 0<br />
0 8 : 4 8 , 0<br />
0 8 : 5 6 , 0<br />
0 9 : 0 4 , 0<br />
0 9 : 1 2 , 0<br />
0 9 : 2 0 , 0<br />
0 9 : 2 8 , 0<br />
0 9 : 3 6 , 0<br />
0 9 : 4 4 , 0<br />
0 9 : 5 2 , 0<br />
1 0 : 0 0 , 0<br />
1 0 : 0 8 , 0<br />
1 0 : 1 6 , 0<br />
1 0 : 2 4 , 0<br />
1 0 : 3 2 , 0<br />
1 0 : 4 0 , 0<br />
1 0 : 4 8 , 0<br />
1 0 : 5 6 , 0<br />
1 1 : 0 4 , 0<br />
1 1 : 1 2 , 0<br />
1 1 : 2 0 , 0<br />
1 1 : 2 8 , 0<br />
1 1 : 3 6 , 0<br />
1 1 : 4 4 , 0<br />
1 1 : 5 2 , 0<br />
1 2 : 0 0 , 0<br />
Snelheidsmeter Concept 2<br />
6000m<br />
1 6 : 4 8 , 0<br />
1 7 : 1 2 , 0<br />
1 7 : 3 6 , 0<br />
1 8 : 0 0 , 0<br />
1 8 : 2 4 , 0<br />
1 8 : 4 8 , 0<br />
1 9 : 1 2 , 0<br />
1 9 : 3 6 , 0<br />
2 0 : 0 0 , 0<br />
2 0 : 2 4 , 0<br />
2 0 : 4 8 , 0<br />
2 1 : 1 2 , 0<br />
2 1 : 3 6 , 0<br />
2 2 : 0 0 , 0<br />
2 2 : 2 4 , 0<br />
2 2 : 4 8 , 0<br />
2 3 : 1 2 , 0<br />
2 3 : 3 6 , 0<br />
2 4 : 0 0 , 0<br />
2 4 : 2 4 , 0<br />
2 4 : 4 8 , 0<br />
2 5 : 1 2 , 0<br />
2 5 : 3 6 , 0<br />
2 6 : 0 0 , 0<br />
2 6 : 2 4 , 0<br />
2 6 : 4 8 , 0<br />
2 7 : 1 2 , 0<br />
2 7 : 3 6 , 0<br />
2 8 : 0 0 , 0<br />
2 8 : 2 4 , 0<br />
2 8 : 4 8 , 0<br />
2 9 : 1 2 , 0<br />
2 9 : 3 6 , 0<br />
3 0 : 0 0 , 0<br />
3 0 : 2 4 , 0<br />
3 0 : 4 8 , 0<br />
3 1 : 1 2 , 0<br />
3 1 : 3 6 , 0<br />
3 2 : 0 0 , 0<br />
3 2 : 2 4 , 0<br />
3 2 : 4 8 , 0<br />
3 3 : 1 2 , 0<br />
3 3 : 3 6 , 0<br />
3 4 : 0 0 , 0<br />
3 4 : 2 4 , 0<br />
3 4 : 4 8 , 0<br />
3 5 : 1 2 , 0<br />
3 5 : 3 6 , 0<br />
3 6 : 0 0 , 0<br />
20 min.<br />
7 1 4 3<br />
6 9 7 7<br />
6 8 1 8<br />
6 6 6 7<br />
6 5 2 2<br />
6 3 8 3<br />
6 2 5 0<br />
6 1 2 2<br />
6 0 0 0<br />
5 8 8 2<br />
5 7 6 9<br />
5 6 6 0<br />
5 5 5 6<br />
5 4 5 5<br />
5 3 5 7<br />
5 2 6 3<br />
5 1 7 2<br />
5 0 8 5<br />
5 0 0 0<br />
4 9 1 8<br />
4 8 3 9<br />
4 7 6 2<br />
4 6 8 7<br />
4 6 1 5<br />
4 5 4 5<br />
4 4 7 8<br />
4 4 1 2<br />
4 3 4 8<br />
4 2 8 6<br />
4 2 2 5<br />
4 1 6 7<br />
4 1 1 0<br />
4 0 5 4<br />
4 0 0 0<br />
3 9 4 7<br />
3 8 9 6<br />
3 8 4 6<br />
3 7 9 7<br />
3 7 5 0<br />
3 7 0 4<br />
3 6 5 9<br />
3 6 1 4<br />
3 5 7 1<br />
3 5 2 9<br />
3 4 8 8<br />
3 4 4 8<br />
3 4 0 9<br />
3 3 7 1<br />
3 3 3 3<br />
30 min.<br />
1 0 7 1 4<br />
1 0 4 6 5<br />
1 0 2 2 7<br />
1 0 0 0 0<br />
9 7 8 3<br />
9 5 7 4<br />
9 3 7 5<br />
9 1 8 4<br />
9 0 0 0<br />
8 8 2 4<br />
8 6 5 4<br />
8 4 9 1<br />
8 3 3 3<br />
8 1 8 2<br />
8 0 3 6<br />
7 8 9 5<br />
7 7 5 9<br />
7 6 2 7<br />
7 5 0 0<br />
7 3 7 7<br />
7 2 5 8<br />
7 1 4 3<br />
7 0 3 1<br />
6 9 2 3<br />
6 8 1 8<br />
6 7 1 6<br />
6 6 1 8<br />
6 5 2 2<br />
6 4 2 9<br />
6 3 3 8<br />
6 2 5 0<br />
6 1 6 4<br />
6 0 8 1<br />
6 0 0 0<br />
5 9 2 1<br />
5 8 4 4<br />
5 7 6 9<br />
5 6 9 6<br />
5 6 2 5<br />
5 5 5 6<br />
5 4 8 8<br />
5 4 2 2<br />
5 3 5 7<br />
5 2 9 4<br />
5 2 3 3<br />
5 1 7 2<br />
5 1 1 4<br />
5 0 5 6<br />
5 0 0 0<br />
60 min.<br />
2 1 4 2 9<br />
2 0 9 3 0<br />
2 0 4 5 5<br />
2 0 0 0 0<br />
1 9 5 6 5<br />
1 9 1 4 9<br />
1 8 7 5 0<br />
1 8 3 6 7<br />
1 8 0 0 0<br />
1 7 6 4 7<br />
1 7 3 0 8<br />
1 6 9 8 1<br />
1 6 6 6 7<br />
1 6 3 6 4<br />
1 6 0 7 1<br />
1 5 7 8 9<br />
1 5 5 1 7<br />
1 5 2 5 4<br />
1 5 0 0 0<br />
1 4 7 5 4<br />
1 4 5 1 6<br />
1 4 2 8 6<br />
1 4 0 6 2<br />
1 3 8 4 6<br />
1 3 6 3 6<br />
1 3 4 3 3<br />
1 3 2 3 5<br />
1 3 0 4 3<br />
1 2 8 5 7<br />
1 2 6 7 6<br />
1 2 5 0 0<br />
1 2 3 2 9<br />
1 2 1 6 2<br />
1 2 0 0 0<br />
1 1 8 4 2<br />
1 1 6 8 8<br />
1 1 5 3 8<br />
1 1 3 9 2<br />
1 1 2 5 0<br />
1 1 1 1 1<br />
1 0 9 7 6<br />
1 0 8 4 3<br />
1 0 7 1 4<br />
1 0 5 8 8<br />
1 0 4 6 5<br />
1 0 3 4 5<br />
1 0 2 2 7<br />
1 0 1 1 2<br />
1 0 0 0 0<br />
Appendix : Deel 5<br />
Marathon<br />
1 : 5 8 : 0 8 , 8<br />
2 : 0 0 : 5 7 , 5<br />
2 : 0 3 : 4 6 , 3<br />
2 : 0 6 : 3 5 , 1<br />
2 : 0 9 : 2 3 , 9<br />
2 : 1 2 : 1 2 , 7<br />
2 : 1 5 : 0 1 , 4<br />
2 : 1 7 : 5 0 , 2<br />
2 : 2 0 : 3 9 , 0<br />
2 : 2 3 : 2 7 , 8<br />
2 : 2 6 : 1 6 , 6<br />
2 : 2 9 : 0 5 , 3<br />
2 : 3 1 : 5 4 , 1<br />
2 : 3 4 : 4 2 , 9<br />
2 : 3 7 : 3 1 , 7<br />
2 : 4 0 : 2 0 , 5<br />
2 : 4 3 : 0 9 , 2<br />
2 : 4 5 : 5 8 , 0<br />
2 : 4 8 : 4 6 , 8<br />
2 : 5 1 : 3 5 , 6<br />
2 : 5 4 : 2 4 , 4<br />
2 : 5 7 : 1 3 , 1<br />
3 : 0 0 : 0 1 , 9<br />
3 : 0 2 : 5 0 , 7<br />
3 : 0 5 : 3 9 , 5<br />
3 : 0 8 : 2 8 , 3<br />
3 : 1 1 : 1 7 , 0<br />
3 : 1 4 : 0 5 , 8<br />
3 : 1 6 : 5 4 , 6<br />
3 : 1 9 : 4 3 , 4<br />
3 : 2 2 : 3 2 , 2<br />
3 : 2 5 : 2 0 , 9<br />
3 : 2 8 : 0 9 , 7<br />
3 : 3 0 : 5 8 , 5<br />
3 : 3 3 : 4 7 , 3<br />
3 : 3 6 : 3 6 , 1<br />
3 : 3 9 : 2 4 , 8<br />
3 : 4 2 : 1 3 , 6<br />
3 : 4 5 : 0 2 , 4<br />
3 : 4 7 : 5 1 , 2<br />
3 : 5 0 : 4 0 , 0<br />
3 : 5 3 : 2 8 , 7<br />
3 : 5 6 : 1 7 , 5<br />
3 : 5 9 : 0 6 , 3<br />
4 : 0 1 : 5 5 , 1<br />
4 : 0 4 : 4 3 , 9<br />
4 : 0 7 : 3 2 , 6<br />
4 : 1 0 : 2 1 , 4<br />
4 : 1 3 : 1 0 , 2<br />
Vermogen (Watts) = 2,8 / (Snelheid)3 Snelheid = Tijd (secon<strong>de</strong>n) / Afstand (meters)<br />
Met <strong>de</strong>ze tabel kan<br />
je <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
afstan<strong>de</strong>n<br />
doorrekenen.<br />
Daarnaast wordt<br />
ook het vermogen<br />
in Watts vermeld.<br />
Deze staan in een<br />
hieron<strong>de</strong>r<br />
uitgewerkte<br />
verhouding tot<br />
elkaar.<br />
Een marathon is<br />
42.195 meter.
Deel 5 : Appendix<br />
4. Gewichtscorrectie<br />
Bij het gebruik van <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong> <strong>Rower</strong> wordt je resultaat bepaald door het maximale vermogen dat je geduren<strong>de</strong><br />
een bepaal<strong>de</strong> afstand of tijd kunt volhou<strong>de</strong>n. Roeiers in <strong>de</strong> Open Klasse kunnen een hoger vermogen leveren<br />
door hun grotere gewicht (en daardoor meer spiermassa). Om je eigen resultaten te vergelijken met iemand<br />
met een an<strong>de</strong>r gewicht, hebben we een gewichtscorrigeren<strong>de</strong> formule bijgevoegd:<br />
Gebruik van <strong>de</strong> gewichtscorrectie<br />
Bij resultaten in tijd: gecorrigeer<strong>de</strong> tijd = gemeten tijd x gewichtscorrectie<br />
Bij resultaten in afstand: gecorrigeer<strong>de</strong> afstand = gemeten afstand<br />
gewichtscorrectie<br />
Gewichtscorrectie<br />
Gewicht<br />
Gewicht<br />
Gewicht<br />
Gewicht<br />
Factor<br />
Factor<br />
Factor<br />
(kg) (kg) (kg) (kg)<br />
Factor<br />
50.0 0.908 67.5 0.971 82.5 1.015 97.5 1.053<br />
52.5 0.918 70.0 0.979 85.0 1.022 100.0 1.059<br />
57.5 0.937 72.5 0.987 87.5 1.028 102.5 1.065<br />
60.0 0.946 75.0 0.994 90.0 1.035 105.0 1.071<br />
62.5 0.954 77.5 1.001 92.5 1.041 107.5 1076<br />
65.0 0.963 80.0 1.008 95.0 1.047 110.0 1.082
Deel 6 :<br />
Begrippenlijst
Deel 6 : Begrippenlijst<br />
A<strong>de</strong>mhalingsstelsel Systeem van longen en luchtwegen.<br />
A<strong>de</strong>nosine Trifosfaat (ATP) De moleculaire brandstof bij <strong>de</strong> energieproductie in <strong>de</strong> cel. Er zijn verschillen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n<br />
voor <strong>de</strong> regeneratie van ATP, afhankelijk van <strong>de</strong> intensiteit van <strong>de</strong> inspanning en <strong>de</strong><br />
aanwezigheid van zuurstof<br />
Aërobe training Training waarbij zuurstof gebruikt wordt. Inspanning van lage tot matige intensiteit die<br />
langere tijd kan wor<strong>de</strong>n volgehou<strong>de</strong>n. Het vormt <strong>de</strong> basis van bijna elk<br />
trainingsprogramma.<br />
AN Zie anaërobe training<br />
Anemie Bloedarmoe<strong>de</strong>. Een toestand van het lichaam, waarbij men zich zwak voelt, met een te<br />
lage hoeveelheid ro<strong>de</strong> bloedcellen in het bloed. Dit wordt veroorzaakt door bloedverlies of<br />
een te lage inname van ijzer via <strong>de</strong> voeding.<br />
Anaëroob alactisch De allereerste fase van <strong>de</strong> energieproduktie; zon<strong>de</strong>r zuurstof en nog voordat er lactaat<br />
(melkzuur) is aangemaakt.<br />
Anaërobe training Inspanning waarbij geen zuurstof verbruikt wordt. Zware inspanning van korte duur die niet<br />
lang volgehou<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n.<br />
AT Zie Lactaat drempel<br />
Autonome leerfase wanneer <strong>de</strong> sporter een complexe han<strong>de</strong>ling kan uitvoeren met vermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> aandacht<br />
Basal Metabolic Rate (BMR) De som van alle chemische reacties, die plaats hebben in het lichaam in rust.<br />
Calorie Een maat voor <strong>de</strong> hoeveelheid energie in voeding. Deze wordt ge<strong>de</strong>finieerd als <strong>de</strong><br />
hoeveelheid energie in <strong>de</strong> vorm van warmte, die nodig is om <strong>de</strong> temperatuur van 1 kg<br />
water te verhogen met 1 ºC. Let <strong>op</strong>: in <strong>de</strong> trainingshandleiding wordt <strong>de</strong> term calorie<br />
gebruikt, waar 1 kCal (= 1000 Cal) wordt bedoeld.<br />
Cardiovasculair Gerelateerd aan het hart-vaatsysteem<br />
Cognitie De gedachten, geloof en houding van een individue.<br />
Cognitieve leerfase In <strong>de</strong>ze fase leert <strong>de</strong> sporter <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling te begrijpen, die ze uitvoeren en ontwikkelt een<br />
mentaal beeld van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling<br />
Cooling-down Een perio<strong>de</strong> waarbij <strong>op</strong> een lage intensiteit aan het ein<strong>de</strong> van een training wordt geroeid.<br />
Het lichaam krijgt <strong>de</strong> mogelijkheid om tot rust te komen en voorkomt <strong>op</strong>h<strong>op</strong>ing van bloed<br />
in <strong>de</strong> spieren.<br />
Creatinefosfaat Een hoog-energetisch fosfaatmolecuul, dat ligt <strong>op</strong>geslagen in <strong>de</strong> spieren en wordt gebruikt<br />
om ATP te resynthetiseren tij<strong>de</strong>ns zeer intensieve inspanning.<br />
De finish Het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> haal en het begin van <strong>de</strong> recover.<br />
De haal Het <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> roeibeweging waarin kracht wordt geleverd; <strong>de</strong> machine wordt<br />
aangedreven.<br />
Eiwit Een energieleverend voedingsbestand<strong>de</strong>el dat wordt samengesteld uit ketens van<br />
aminozuren. Het komt voor in vlees, vis, melkproducten en in kleine hoeveelhe<strong>de</strong>n in<br />
noten en granen.<br />
Enzym Biologische katalysatoren, die wor<strong>de</strong>n gebruikt in <strong>de</strong> controle van chemische reacties in<br />
het lichaam. Karakteristiek zijn <strong>de</strong> temperatuur en <strong>de</strong> zuurgraad (pH) waarbij ze <strong>op</strong>timaal<br />
werken.<br />
Fast-twitch spiervezels Het type spiervezel dat functioneel is bij han<strong>de</strong>lingen met hoge snelheid en kracht en<br />
verkrijgt energie hoofdzakelijk uit het anaërobe systeem.<br />
Golfprincipe van trainen Afwisseling van <strong>de</strong> trainingsintensiteit tussen zwaar en licht.
Glucose Suiker, <strong>de</strong> eenvoudigste vorm van een koolhydraat.<br />
Glycogeen De <strong>op</strong>geslagen variant van glucose. Een complexe variant van koolhydraten<br />
Hartminuutvolume Het volume dat het hart in één minuut doorpompt.<br />
Hartslagbereik (HRR) Het verschil tussen <strong>de</strong> HFR en HFM.<br />
Hemoglobine Het molecuul dat <strong>op</strong> ijzer is gebaseerd en wordt gevon<strong>de</strong>n in ro<strong>de</strong> bloedcellen. Het zorgt<br />
voor het transport van zuurstof en kooldioxi<strong>de</strong> in het bloed.<br />
Herstel training Inspanning van lage intensiteit en korte duur. De spieren wor<strong>de</strong>n doorbloed, waardoor<br />
afvalstoffen wor<strong>de</strong>n afgevoerd en kleine scha<strong>de</strong>s aan spierweefsel sneller kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
gerepareerd; herstel wordt bevor<strong>de</strong>rd.<br />
Het begin Het moment waar<strong>op</strong> je begint met kracht zetten in <strong>de</strong> roeibeweging.<br />
Homeostase Het proces waarmee <strong>de</strong> chemische processen in evenwicht wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n in het<br />
lichaam.<br />
Hypertrofie Toename in spieromvang, door vergroting van <strong>de</strong> spiervezels als gevolg van training.<br />
Koolhydraten Brandstof in voeding, waarbij <strong>de</strong> moleculen bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof. Dit<br />
zijn suikers, glycogeen en zetmeel.<br />
Lactaat Melkzuur; een bijprodukt van het anaërobe energie produktie proces.<br />
Lactaat drempel De maximale inspanning die kan wor<strong>de</strong>n geleverd door het aërobe energiesysteem. Er<br />
wordt precies zoveel lactaat aangemaakt als het lichaam nog kan afvoeren; aanmaak en<br />
afvoer zijn in balans.<br />
Maximale hartfrequentie (HFM) Het maximale aantal slagen per minuut (spm) dat het hart kan slaan. De HFM neemt af met<br />
<strong>de</strong> leeftijd en kan wor<strong>de</strong>n bepaald ofwel door trainen <strong>op</strong> maximale inspanning of door <strong>de</strong><br />
HFM-formule te gebruiken (220-leeftijd), welke een nauwkeurigheidsmarge heeft van 10-12<br />
slagen. Wij ra<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> formule te gebruiken, zeker als je niet al geruime tijd <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>Indoor</strong><br />
<strong>Rower</strong> aan het trainen bent.<br />
Macro-cyclus Het aantal weken in een trainingscyclus of –perio<strong>de</strong>.<br />
Micro-cyclus Het aantal trainingen per week.<br />
Mmol Een maat, die ge<strong>de</strong>finieerd wordt door <strong>de</strong> massa van een specifiek aantal atomen. Wordt in<br />
<strong>de</strong> fysiologie o.a. gebruikt om <strong>de</strong> hoeveelheid lactaat in het bloed aan te geven.<br />
Neurologisch Gerelateerd aan het zenuwstelsel<br />
Periodiseren Het logisch plannen van <strong>de</strong> trainings<strong>op</strong>bouw met een bepaald trainingsdoel voor ogen.<br />
Proteine Zie Eiwit<br />
Recover De tijd tussen <strong>de</strong> finish van <strong>de</strong> haal en het begin van <strong>de</strong> haal; wanneer je han<strong>de</strong>n<br />
schou<strong>de</strong>rs, romp en bankje terug naar voren laat glij<strong>de</strong>n.<br />
Rustpols/Hartfrequentie in rust (HFR) De hartslag als het lichaam volledig in rust is; direct na wakker wor<strong>de</strong>n ’s ochtends<br />
gemeten.<br />
Slagvolume Het volume dat het hart in één slag doorpompt.<br />
Slagen per minuut (spm) Zie tempo.<br />
Begrippenlijst : Deel 6<br />
Slow-twitch spiervezels Het type spiervezel dat functioneel is bij langeduur inspanningen en tragere en min<strong>de</strong>r<br />
krachtige han<strong>de</strong>lingen.<br />
Stretching Het proces waarbij <strong>de</strong> lengte van <strong>de</strong> spier wordt vergroot voorbij <strong>de</strong> rustlengte.
Deel 6 : Begrippenlijst<br />
Supercompensatie Het herstelproces dat plaatsvindt na <strong>de</strong> training. Het lichaam past zich aan zodat aan <strong>de</strong><br />
eisen die gesteld wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> training beter kunnen wor<strong>de</strong>n voldaan.<br />
Taperen Een perio<strong>de</strong> van 7-10 dagen voorafgaand aan een wedstrijd, waarin <strong>de</strong> trainingsbelasting<br />
drastisch wordt teruggebracht.<br />
Tempo Het aantal halen (slagen) per minuut(spm).<br />
Trainingsbelasting Wordt gevormd door omvang en <strong>de</strong> intensiteit van <strong>de</strong> training. In een systematisch<br />
trainingsprogramma zal <strong>de</strong> nadruk in <strong>de</strong> lo<strong>op</strong> van het programma verschuiven van omvang<br />
naar intensiteit.<br />
Trainingscyclus Een afgebaken<strong>de</strong> trainingsperio<strong>de</strong>, meestal tussen <strong>de</strong> 4 en 8 weken lang, gewijd aan een<br />
specifiek trainingsdoel.<br />
Trainingsintensiteit Wordt bepaald door trainingsduur, tempo en <strong>de</strong> hartslag die daardoor wordt uitgelokt.<br />
Trainingszones Een <strong>de</strong>finitie van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> inspanningsniveau's, en een beschrijving van wat er met<br />
het lichaam gebeurt bij verschillen<strong>de</strong> soorten belasting.<br />
UT1 Utilisatie 1. Zware aërobe inspanning met gebruik van veel zuurstof, 70-80% HRM.<br />
Bedoeld om <strong>de</strong> efficiëntie van spieren te verbeteren<br />
UT2 Utilisatie 2. Ontspannen aërobe inspanning, leidt tot verbetering van <strong>de</strong> efficiëntie van <strong>de</strong><br />
spieren<br />
Utilisatie De efficiëntie waarmee <strong>de</strong> spieren <strong>de</strong> aanwezige zuurstof kunnen gebruiken tij<strong>de</strong>ns<br />
training.<br />
Vet Een organisch lipi<strong>de</strong>-molecuul samengesteld uit glycerol en vetzuren. Per molecuul wordt<br />
<strong>de</strong> meeste energie <strong>op</strong>geslagen van stoffen in het lichaam.<br />
VO2Max Drukt het (maximale) vermogen van het lichaam uit om zuurstof te gebruiken.<br />
Warming-up Een perio<strong>de</strong> van inspanning <strong>op</strong> lage tot mid<strong>de</strong>lmatige intensiteit, eventueel aangevuld met<br />
een aantal stukken <strong>op</strong> hoge intensiteit, bedoeld om <strong>de</strong> lichaamstemperatuur te verhogen<br />
en het lichaam voor te berei<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> training.<br />
Wegvangen van lactaat Het proces waarbij lactaat (melkzuur) uit <strong>de</strong> bloedbaan wordt (her-)gebruikt als energiebron.<br />
Zuurstof transport Het proces waarbij zuurstof naar <strong>de</strong> werkzame spieren wordt getransporteerd.
Deel 6 : Begrippenlijst<br />
Supercompensatie Het herstelproces dat plaatsvindt na <strong>de</strong> training. Het lichaam past zich aan zodat aan <strong>de</strong><br />
eisen die gesteld wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> training beter kunnen wor<strong>de</strong>n voldaan.<br />
Taperen Een perio<strong>de</strong> van 7-10 dagen voorafgaand aan een wedstrijd, waarin <strong>de</strong> trainingsbelasting<br />
drastisch wordt teruggebracht.<br />
Tempo Het aantal halen (slagen) per minuut(spm).<br />
Trainingsbelasting Wordt gevormd door omvang en <strong>de</strong> intensiteit van <strong>de</strong> training. In een systematisch<br />
trainingsprogramma zal <strong>de</strong> nadruk in <strong>de</strong> lo<strong>op</strong> van het programma verschuiven van omvang<br />
naar intensiteit.<br />
Trainingscyclus Een afgebaken<strong>de</strong> trainingsperio<strong>de</strong>, meestal tussen <strong>de</strong> 4 en 8 weken lang, gewijd aan een<br />
specifiek trainingsdoel.<br />
Trainingsintensiteit Wordt bepaald door trainingsduur, tempo en <strong>de</strong> hartslag die daardoor wordt uitgelokt.<br />
Trainingszones Een <strong>de</strong>finitie van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> inspanningsniveau's, en een beschrijving van wat er met<br />
het lichaam gebeurt bij verschillen<strong>de</strong> soorten belasting.<br />
UT1 Utilisatie 1. Zware aërobe inspanning met gebruik van veel zuurstof, 70-80% HRM.<br />
Bedoeld om <strong>de</strong> efficiëntie van spieren te verbeteren<br />
UT2 Utilisatie 2. Ontspannen aërobe inspanning, leidt tot verbetering van <strong>de</strong> efficiëntie van <strong>de</strong><br />
spieren<br />
Utilisatie De efficiëntie waarmee <strong>de</strong> spieren <strong>de</strong> aanwezige zuurstof kunnen gebruiken tij<strong>de</strong>ns<br />
training.<br />
Vet Een organisch lipi<strong>de</strong>-molecuul samengesteld uit glycerol en vetzuren. Per molecuul wordt<br />
<strong>de</strong> meeste energie <strong>op</strong>geslagen van stoffen in het lichaam.<br />
VO2Max Drukt het (maximale) vermogen van het lichaam uit om zuurstof te gebruiken.<br />
Warming-up Een perio<strong>de</strong> van inspanning <strong>op</strong> lage tot mid<strong>de</strong>lmatige intensiteit, eventueel aangevuld met<br />
een aantal stukken <strong>op</strong> hoge intensiteit, bedoeld om <strong>de</strong> lichaamstemperatuur te verhogen<br />
en het lichaam voor te berei<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> training.<br />
Wegvangen van lactaat Het proces waarbij lactaat (melkzuur) uit <strong>de</strong> bloedbaan wordt (her-)gebruikt als energiebron.<br />
Zuurstof transport Het proces waarbij zuurstof naar <strong>de</strong> werkzame spieren wordt getransporteerd.