28.09.2013 Views

De nieuwe opleidingscao zorgt voor continuïteit, met een extra troef ...

De nieuwe opleidingscao zorgt voor continuïteit, met een extra troef ...

De nieuwe opleidingscao zorgt voor continuïteit, met een extra troef ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1 september 2004 tot 31 augustus 2005<br />

Het FVB in 2004-2005<br />

<strong>De</strong> <strong>nieuwe</strong> <strong>opleidingscao</strong> <strong>zorgt</strong> <strong>voor</strong> <strong>continuïteit</strong>,<br />

<strong>met</strong> <strong>een</strong> <strong>extra</strong> <strong>troef</strong> <strong>voor</strong> KMO's<br />

F o n d s v o o r V a k o p l e i d i n g i n d e B o u w n i j v e r h e i d


<strong>De</strong> <strong>nieuwe</strong> <strong>opleidingscao</strong> <strong>zorgt</strong> <strong>voor</strong> <strong>continuïteit</strong>,<br />

<strong>met</strong> <strong>een</strong> <strong>extra</strong> <strong>troef</strong> <strong>voor</strong> KMO's<br />

Het FVB in 2004-2005


Colofon<br />

<strong>De</strong> <strong>nieuwe</strong> <strong>opleidingscao</strong> <strong>zorgt</strong> <strong>voor</strong> <strong>continuïteit</strong>, <strong>met</strong> <strong>een</strong> <strong>extra</strong> <strong>troef</strong> <strong>voor</strong> KMO's<br />

Het FVB in 2004-2005<br />

Fonds <strong>voor</strong> Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

Koningsstraat 45<br />

1000 Brussel<br />

tel. 02-210 03 33<br />

www.debouw.be<br />

maart 2006<br />

Concept en redactie: Tempera, (tel. 03 270 16 26) i.s.m. studiedienst FVB (tel. 02 210 03 81)<br />

Lay-out: Dievee & Schamf, tel. 03 448 15 41<br />

Fotografie: Dirk Vermeirre, tel. 0475 44 32 27


<strong>De</strong> <strong>nieuwe</strong> <strong>opleidingscao</strong> <strong>zorgt</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>continuïteit</strong>, <strong>met</strong> <strong>een</strong> <strong>extra</strong> <strong>troef</strong> <strong>voor</strong> KMO's<br />

INLEIDING 7<br />

OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

Voorzitter Stefaan Vanthourenhout en zijn <strong>voor</strong>ganger Eddy <strong>De</strong>vos over opleiding in de bouwsector 9<br />

IN DE KIJKER<br />

Levenslang leren in het bouwbedrijf 27<br />

Doorstroming van bouwleerlingen naar de sector 35<br />

ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Sterke participatie in sector en opleiding 47<br />

Bedrijven aan het woord 57<br />

IN CIJFERS<br />

Bouwsector 73<br />

Bijscholing 77<br />

Omscholing 83<br />

Onderwijs 87<br />

Peterschap 89<br />

INHOUD


Het Fonds <strong>voor</strong> Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

Het Fonds <strong>voor</strong> Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB) bevordert en ondersteunt de opleiding van de 160.000<br />

Belgische bouwvakarbeiders. Het FVB kijkt terug op veertig jaar opleidingservaring. Die expertise vertaalt zich in<br />

<strong>een</strong> uitgebreid en sterk aanbod <strong>voor</strong> actieve bouwvaklui die zich verder bekwamen.<br />

Het FVB beperkt zich niet tot diegenen die al in de bouwsector werken, maar helpt de sector ook <strong>met</strong> opleiding <strong>voor</strong><br />

<strong>nieuwe</strong> arbeidskrachten. Het FVB ondersteunt opleidingsstelsels <strong>voor</strong> werkzoekenden die zich willen omscholen naar<br />

<strong>een</strong> baan in de bouw en werkt samen <strong>met</strong> scholen om hun bouwleerlingen beter <strong>voor</strong> te bereiden.<br />

Daarnaast adviseert het FVB de bouwbedrijven over de sectorale opleidingsmogelijkheden. Dat gebeurt door de<br />

provinciale FVB-regio’s, zodat elk bouwbedrijf <strong>een</strong> aanspreekpunt vindt in de eigen regio.<br />

<strong>De</strong> bouwwerkgevers financieren het FVB <strong>met</strong> <strong>een</strong> belangrijke bijdrage op de loonmassa. Het onderstreept het<br />

belang dat de bouwbedrijven hechten aan degelijk opgeleide medewerkers.<br />

2005 stond in het teken van de <strong>nieuwe</strong> sectorale cao. In het akkoord bevestigden en verstevigden de sociale<br />

partners van de bouwsector hun aandacht <strong>voor</strong> opleiding. Ze verruimen onder meer de opleidingsmogelijkheden<br />

<strong>voor</strong> zaakvoerders van KMO’s, jongeren in <strong>een</strong> alternerende bouwopleiding en uitzendkrachten bouw. In de over<strong>een</strong>komst<br />

benadrukken de sociale partners ook de aandacht <strong>voor</strong> de doorstroming vanuit bouwopleidingen naar<br />

de sector. Het FVB voert de cao uit.<br />

Dit jaarverslag markeert ook het einde van het <strong>voor</strong>zitterschap van Eddy <strong>De</strong>vos. Het FVB leerde hem de <strong>voor</strong>bije<br />

drie jaar kennen als <strong>een</strong> gedreven man, <strong>met</strong> <strong>een</strong> visie op opleiding en <strong>een</strong> hart <strong>voor</strong> onze organisatie. Het was<br />

<strong>een</strong> <strong>voor</strong>recht om te werken onder Eddy <strong>De</strong>vos.<br />

Met<strong>een</strong> verwelkomt het FVB Stefaan Vanthourenhout, die de volgende drie jaar het <strong>voor</strong>zitterschap op zich neemt.


HET FVB IN 2003-2004 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

Eddy <strong>De</strong>vos, FVB-<strong>voor</strong>zitter van 2003 tot 2005<br />

Sinds 1987 is Eddy <strong>De</strong>vos zaakvoerder van het Doornikse Eddy <strong>De</strong>vos Constructions.<br />

Hij is 51 jaar en erg actief in onder meer de Confederatie Bouw en de Kamer <strong>voor</strong><br />

Handel en Nijverheid van Henegouwen. Op zondag rijdt Eddy <strong>De</strong>vos <strong>met</strong> de motor<br />

doorh<strong>een</strong> het land. “Soms rijd ik langs mijn werven, om rustig poolshoogte te<br />

nemen van de stand van het werk.”<br />

Stefaan Vanthourenhout, FVB-<strong>voor</strong>zitter sinds januari 2006<br />

Stefaan Vanthourenhout is <strong>een</strong> ACV-man in hart en nieren. “Nergens elders<br />

gewerkt.” Sinds 1977 is hij actief bij het ACV-Bouw en Industrie, waar hij in 1996<br />

nationaal secretaris werd. Stefaan Vanthourenhout is <strong>voor</strong>zitter van het<br />

Opleidingscentrum van de Houtnijverheid (OCH) en is onder<strong>voor</strong>zitter van de<br />

Nieuwe Mondiale Federatie Hout en Bouw. Stefaan Vanthourenhout is 48 jaar. Zijn<br />

schaarse vrije tijd spendeert hij naast het voetbalveld, waar hij de prestaties van<br />

zijn zestienjarige zoon volgt.


Opleiding. Een fundament <strong>voor</strong> <strong>een</strong> sterke sector<br />

Een interview <strong>met</strong> Eddy <strong>De</strong>vos en Stefaan Vanthourenhout<br />

Om de drie jaar wisselt het <strong>voor</strong>zitterschap van het FVB. Begin 2006 maakte<br />

Eddy <strong>De</strong>vos, zaakvoerder van het gelijknamige bouwbedrijf uit Doornik, plaats <strong>voor</strong><br />

Stefaan Vanthourenhout van de Centrale Bouw en Industrie van het ACV.<br />

Stefaan Vanthourenhout kent het klappen van de zweep. Hij was de afgelopen<br />

drie jaar onder<strong>voor</strong>zitter van het FVB.<br />

Mijnheer <strong>De</strong>vos, hoe blikt u terug op de <strong>voor</strong>bije jaren als <strong>voor</strong>zitter van het FVB?<br />

Eddy <strong>De</strong>vos: “Het waren drukke, beladen jaren. Maar ik kijk <strong>met</strong> voldoening terug op mijn <strong>voor</strong>zitterschap. Ik ben bij<strong>voor</strong>beeld<br />

zeer blij <strong>met</strong> het ISO-certificaat dat het FVB in 2004 haalde. Zo’n certificaat vergt heel wat werk achter de<br />

schermen, maar het optimaliseert onze werking. Het FVB haalt hierdoor nu beter zijn doelstellingen.”<br />

“We kozen ook <strong>voor</strong> decentralisatie. Toen ik aan het hoofd van het Fonds kwam, stond het FVB <strong>voor</strong> veel bouwbedrijven<br />

gelijk aan ‘Brussel’. Het leek <strong>een</strong> logge organisatie zonder transparantie. ‘Ver weg, ik weet niet precies wat<br />

ze doen en ik ken er niemand’, dat was de teneur. Dat veranderden we. Het FVB staat nu dichter bij de ondernemingen,<br />

<strong>met</strong> in elke provincie <strong>een</strong> uitgebouwde afdeling. Onze medewerkers bezoeken de lokale bedrijven, kennen hun<br />

problemen en vormen <strong>een</strong> aanspreekpunt dichtbij.”<br />

“Die sterkere provinciale verankering helpt ons danig <strong>voor</strong>uit. Het FVB werkt nu beter dan enkele jaren geleden. Pas<br />

op, ik zeg niet dat alles nu opgelost is. We hadden <strong>een</strong> imagoprobleem en ook vandaag blijft dat <strong>een</strong> uitdaging. Maar<br />

we slaagden er de <strong>voor</strong>bije jaren in om de opleidingen aantrekkelijker en toegankelijker te maken <strong>voor</strong> grote en<br />

middelgrote ondernemingen. Het pijnpunt blijft echter de kleine bedrijven.”<br />

Stefaan Vanthourenhout: “Ik zie daar <strong>een</strong> grote uitdaging <strong>voor</strong> het FVB. We hebben goede opleidingsstelsels, maar ze<br />

worden nog te weinig gebruikt. Vooral bij kleine bedrijven zijn ze nog steeds te onbekend. Gerichte communicatie naar<br />

kleine bedrijven moet daarom <strong>een</strong> prioriteit worden.”<br />

“<strong>De</strong> <strong>nieuwe</strong> sectorale cao gaat reeds in de goede richting. Die bevat afspraken om vorming <strong>voor</strong> kleine bedrijven aantrekkelijker<br />

te maken. <strong>De</strong> grote stap is dat <strong>voor</strong>taan ook de zaakvoerders van kleine bedrijven mee op opleiding kunnen.”<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

“Kleine bedrijven bereiken <strong>met</strong><br />

opleiding blijft <strong>een</strong> uitdaging”<br />

‹20 20-99<br />

werknemers<br />

≥100<br />

aandeel in opleiding<br />

aandeel in arbeiderspopulatie<br />

bron: FVB, 1 september 2004 tot 31 augustus 2005<br />

9


10<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

Bijscholing <strong>voor</strong> zaakvoerders, waarom is dat zo’n grote stap?<br />

Vanthourenhout: “Dat is <strong>een</strong> grote bocht. Theoretisch is de opdeling bouwvakarbeider/zaakvoerder perfect, maar in de<br />

praktijk wringt er iets. In <strong>een</strong> klein bedrijf werkt de zaakvoerder mee op de bouwplaats. Die staat tussen zijn mensen:<br />

de <strong>een</strong>heid van tellen is <strong>een</strong> ploeg. <strong>De</strong> ploeg gaat als ploeg werken of als ploeg naar <strong>een</strong> opleiding. Met <strong>een</strong> halve<br />

ploeg kan je op <strong>een</strong> bouwplaats niet veel uitrichten.”<br />

“Als zo’n zaakvoerder zijn medewerkers al naar <strong>een</strong> opleiding stuurde, kon hij zelf niet mee. Op zich al jammer, want<br />

zo iemand heeft evengoed zelf nood aan vorming. Maar bovendien weinig resultaatgericht: de centrale man in de<br />

ploeg kreeg de opleiding niet. En die zaakvoerders waren natuurlijk weinig geneigd om hun ploeg naar <strong>een</strong> opleiding<br />

te sturen. Doordat de zaakvoerders nu wel meekunnen, valt er <strong>een</strong> enorme drempel weg. Lapidair gezegd: zaakvoerders<br />

die mee op opleiding kunnen, zorgen <strong>voor</strong> meer opleiding <strong>voor</strong> bouwvakarbeiders.”<br />

Bent u ook tevreden <strong>met</strong> de andere vormingsafspraken uit de <strong>nieuwe</strong> cao? Het <strong>nieuwe</strong> akkoord vormt immers het<br />

raamwerk waarbinnen u als <strong>voor</strong>zitter zal functioneren.<br />

Vanthourenhout: “<strong>De</strong> <strong>nieuwe</strong> cao bevat zeer goede afspraken over vorming. <strong>De</strong> cao is opgebouwd rond drie grote pijlers:<br />

het onderwijs, de bijscholing <strong>voor</strong> werknemers en de vorming <strong>voor</strong> werkzoekenden. Voor elk van die drie pijlers<br />

hebben we stelsels uitgewerkt die goede opleiding promoten. <strong>De</strong>nk maar aan de convenanten <strong>voor</strong> het onderwijs, de<br />

basisopleidingen bouw <strong>voor</strong> ongeschoolde werkzoekenden, en de bedrijfsopleidingsplannen (BOP) <strong>voor</strong> permanente<br />

bijscholing van arbeiders.”<br />

“<strong>De</strong> fundamenten legden we in 2004 op het colloquium van het FVB. Al onze partners, van werknemers over werkgevers<br />

tot opleidingscentra, waren daar vertegenwoordigd. Die bogen zich in de aanloop naar dat colloquium in verschillende<br />

werkgroepen over <strong>een</strong> reeks problemen. Telkens <strong>met</strong> de vraag: ‘Wat kan beter?’ Die oefening vergde heel<br />

wat tijd en inspanning, maar creëerde <strong>een</strong> brede consensus.”<br />

<strong>De</strong>vos: “Het colloquium tekende de krachtlijnen <strong>voor</strong> de komende jaren uit. We legden er onder meer de basis <strong>voor</strong><br />

meer decentralisatie binnen het FVB. In onze werking kennen we nu <strong>een</strong> groter belang toe aan de specificiteit van<br />

Brussel, Wallonië en Vlaanderen. <strong>De</strong> bouwsector is uiteindelijk <strong>een</strong> bijzonder heterogene sector.”


HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

“Jonge bouwvakarbeiders vragen tegenwoordig zelf naar <strong>een</strong> VCA-opleiding”<br />

Vanthourenhout: “Opleiding is <strong>een</strong> regionale materie. Het FVB is federaal georganiseerd en zoekt in die optiek naar<br />

synergieën tussen de sectorale opleidingsstelsels en de diverse overheidsstimuli.”<br />

veiligheidsopleiding als gangmaker<br />

<strong>De</strong> <strong>voor</strong>bije jaren investeerde het FVB veel in het VCA–examen <strong>voor</strong> bouwleerlingen.<br />

<strong>De</strong>vos: “Veiligheid belangt ieder<strong>een</strong> aan. Het draagvlak <strong>voor</strong> <strong>een</strong> veiligheidsopleiding is enorm: mensen zijn gemakkelijker<br />

te motiveren <strong>voor</strong> <strong>een</strong> opleiding. En dat zet de poort open. Nadien is de stap naar het volgen van <strong>een</strong> andere<br />

opleiding veel kleiner. Voor de bouwsector zijn de VCA-examens <strong>een</strong> gangmaker <strong>voor</strong> opleiding.”<br />

Het VCA-examen was ook <strong>een</strong> publiciteitsstunt, om het negatieve imago van de sector bij te sturen.<br />

<strong>De</strong>vos: “N<strong>een</strong>, dat klopt niet. Onze bezorgdheid om veiligheid was de eerste reden om zo’n veiligheidsexamen te<br />

organiseren.”<br />

“Je mag het belang van het bezit van <strong>een</strong> veiligheidsattest niet onderschatten. Als werkgever gebruik ik het ook als<br />

<strong>een</strong> eerste filter bij het rekruteren van personeel. Een sollicitant <strong>met</strong> <strong>een</strong> VCA-attest heeft <strong>een</strong> streepje <strong>voor</strong>.”<br />

Meer bouwleerlingen <strong>met</strong><br />

VCA-attest<br />

Vanthourenhout: “Sommige ondernemers willen nog enkel arbeiders <strong>met</strong> <strong>een</strong> VCA-attest. Hun klanten verwachten dat.<br />

We promoten het veiligheidsexamen ook omdat we vinden dat ieder<strong>een</strong> <strong>met</strong> gelijke wapens op de arbeidsmarkt moet<br />

kunnen verschijnen. We doen bij<strong>voor</strong>beeld ook grote inspanningen om het VCA-examen te integreren in het bouw-<br />

0<br />

onderwijs. Waarom zou het behalen van het VCA-attest g<strong>een</strong> vast deel van de opleiding kunnen zijn? Hierover moeten<br />

we durven nadenken.”<br />

2004 2005<br />

<strong>De</strong>vos: “Hoe dan ook: we stellen vast dat het werkt. Jonge bouwvakarbeiders vragen tegenwoordig zelf naar <strong>een</strong> VCAopleiding.<br />

Vroeger was dat ondenkbaar.”<br />

Aantal geslaagde leerlingen<br />

nationaal VCA-examen<br />

In 2004 organiseerde het FVB <strong>voor</strong> het eerst <strong>een</strong> nationaal<br />

veiligheidsexamen. In 2005 werd dit initiatief per provincie<br />

herhaald. Alle bouwscholen <strong>met</strong> <strong>een</strong> convenant kunnen intekenen<br />

en sturen hun leerlingen naar het examen. Leerlingen<br />

die slagen krijgen <strong>een</strong> VCA-attest, <strong>een</strong> <strong>extra</strong> <strong>troef</strong> bij elke sollicitatie<br />

in de bouwsector.<br />

<strong>De</strong> positieve evolutie van het aantal geslaagden geeft aan dat<br />

de sensibilisering die het FVB nastreeft, zijn vruchten afwerpt.<br />

2000<br />

1500<br />

1000<br />

500<br />

11


12<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

<strong>De</strong> <strong>nieuwe</strong> sectorale cao<br />

<strong>De</strong> sectorale cao van 24 juni 2005 zet de krijtlijnen inzake vorming in de bouwsector uit <strong>voor</strong> de komende vier jaar.<br />

<strong>De</strong> afspraken gaan in op de drie pijlers waarrond de werking van het FVB is opgebouwd: bijscholing <strong>voor</strong><br />

werknemers, omscholing <strong>voor</strong> werkzoekenden en ondersteuning van het bouwonderwijs.<br />

Bijscholing <strong>voor</strong> werknemers<br />

Werknemers kunnen zowel binnen als buiten de werkuren opleiding volgen. Het betreft zowel vaktechnische als nietvaktechnische<br />

opleidingen en natuurlijk ook veiligheidsopleidingen. Hier<strong>voor</strong> dient <strong>een</strong> bedrijfsopleidingsplan (BOP) opgesteld<br />

te worden. Het BOP heeft tot doel de permanente bijscholing van bouwvakarbeiders te bevorderen via <strong>een</strong><br />

systematische planning van de opleidingsinitiatieven. <strong>De</strong> opleidingen kunnen op twee momenten <strong>voor</strong>zien worden:<br />

• tijdens de werkuren. <strong>De</strong> werknemers volgen <strong>een</strong> opleiding binnen de werkuren. Zowel de opleidingskost als<br />

de loonkost wordt gedragen door het FVB<br />

• buiten de werkuren. <strong>De</strong> werknemers volgen <strong>een</strong> opleiding op zaterdag of ’s avonds. <strong>De</strong> werknemer ontvangt <strong>een</strong><br />

premie van het FVB en ook de opleidingskost wordt door het FVB gedragen<br />

Omscholing <strong>voor</strong> werkzoekenden<br />

Het FVB biedt werkzoekenden twee stelsels waarmee ze zich tot bouwvaklui kunnen omscholen:<br />

• de versnelde beroepsopleidingen geven de werkzoekenden in <strong>een</strong> korte tijdspanne – 3 tot 6 maanden – <strong>een</strong><br />

basisopleiding <strong>voor</strong> <strong>een</strong> bouwberoep. Hier<strong>voor</strong> werkt het FVB samen <strong>met</strong> de opleidingscentra van VDAB, FOREM,<br />

Bruxelles-Formation en Arbeitsamt<br />

• de alternerende opleidingsstelsels moeten <strong>voor</strong>al werkzoekenden tussen 15 en 25 jaar aanspreken. Met het<br />

jongerenleerlingwezen (JLW) en de alternerende bouwopleiding (ABO) zetten ze hun eerste stappen in de sector. In <strong>een</strong><br />

periode van 6 tot 24 maanden bouwt de jongere beroepskennis op. Hij leert het vak door ervaring op te doen in<br />

zowel <strong>een</strong> opleidingscentrum als in <strong>een</strong> bouwonderneming. In het bedrijf oefent hij zich onder de begeleiding van<br />

<strong>een</strong> ervaren vakman


Ondersteuning van het bouwonderwijs<br />

Via convenanten – dit zijn contracten tussen bouwscholen en de bouwsector – probeert de sector de gekwalificeerde<br />

instroom in de bouw te verhogen. Om zoveel mogelijk scholen te bereiken, wordt er sinds de <strong>nieuwe</strong> cao op twee<br />

niveaus samengewerkt:<br />

• via <strong>een</strong> laagdrempelig standaardconvenant waarin de bouwsector <strong>een</strong> waaier aan <strong>voor</strong>delen biedt, zoals bijscholing<br />

<strong>voor</strong> leerkrachten, het gebruik van handboeken, collectieve opleidingen <strong>voor</strong> leerlingen in sectorale<br />

infrastructuur, de <strong>voor</strong>bereiding en deelname aan het VCA-examen<br />

• via <strong>een</strong> uitgebreid convenant wenst de sector de kwaliteit van het bouwonderwijs te verhogen en te garanderen<br />

<strong>De</strong> belangrijkste verandering in dit convenant is de financiering van scholen op basis van doorstroming van afgestudeerden<br />

naar de bouwsector. Hier<strong>voor</strong> ontvangt de school 500 euro per doorgestroomde leerling. Dit geldt<br />

enkel <strong>voor</strong> bouwscholen <strong>met</strong> <strong>een</strong> uitgebreid convenant. Om toe te treden dient de school enerzijds <strong>een</strong> minimale<br />

bezetting van 15 leerlingen in de derde graad te kennen en anderzijds voldoende bouwstageplaatsen te organiseren.<br />

Het gaat om drie weken stage in het technisch onderwijs en negen weken in het beroepsonderwijs en het buitengewoon<br />

secundair onderwijs.<br />

Het peterschapsstelsel heeft tot doel de integratie van jonge bouwvakarbeiders – meer bepaald bouwgediplomeerden<br />

tussen 18 en 25 jaar – in de bouwonderneming te bevorderen. <strong>De</strong> peter is <strong>een</strong> geschoolde arbeider die instaat <strong>voor</strong><br />

de begeleiding van de jongere op de bouwplaats. Tijdens één jaar wordt er <strong>voor</strong>zien in <strong>een</strong> aanvullende opleiding<br />

<strong>voor</strong> de jongere in <strong>een</strong> opleidingscentrum. Voor deze investering ontvangt het bouwbedrijf <strong>een</strong> premie van 2500 euro.<br />

Nieuw in de cao<br />

• JLW- en ABO-jongeren kunnen <strong>met</strong> arbeiders uit dezelfde ploeg <strong>een</strong> opleiding volgen<br />

• zaakvoerders van KMO’s kunnen <strong>met</strong> hun arbeiders <strong>een</strong> opleiding volgen<br />

• onder <strong>voor</strong>waarden kunnen interim-arbeiders <strong>een</strong> technische vakopleiding volgen <strong>met</strong> sectorale ondersteuning<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

13


14<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR


sectorale scr<strong>een</strong>ing<br />

Ondertussen blijft de bouw <strong>met</strong> <strong>een</strong> negatief imago kampen.<br />

<strong>De</strong>vos: “Dat is juist. Ouders sturen hun kinderen niet graag naar het bouwonderwijs. Technische en beroepsrichtingen<br />

worden bijna allemaal ondergewaardeerd, en de bouwopleidingen in het bijzonder. Voortdurend wijs ik op de <strong>voor</strong>delen<br />

van de bouw, het valt in dovemansoren.”<br />

“Toch herken ik onder jongeren stilaan <strong>een</strong> evolutie. Vaak komen ze via familie in contact <strong>met</strong> de bouwsector. Ze<br />

willen goed verdienen en daar staan wij sterk. Ik hoop op <strong>een</strong> positieve evolutie. Zeker omdat de sector ook technologisch<br />

<strong>voor</strong>uitgaat. Die technologische aspecten spreken jongeren aan.”<br />

“Anderzijds leggen jongeren de lat soms wel erg hoog. Als ze in het bedrijf niet snel genoeg opklimmen, verdwijnen ze<br />

binnen de kortste keren naar <strong>een</strong> andere sector. Zo gaat er veel talent verloren. Terwijl er <strong>voor</strong> die jongeren echt wel <strong>een</strong><br />

mooie toekomst ligt in de bouw. Dat is zo’n zonde. Gewoon omdat ze willen lopen, terwijl ze nog niet kunnen gaan.”<br />

<strong>De</strong> te grote uitstroom uit de sector situeert zich dus niet enkel bij oudere werknemers?<br />

Vanthourenhout: “We dachten lang dat de uitstroom begon vanaf 45 jaar. Maar dat klopt niet. <strong>De</strong> grootste uitstroom<br />

situeert zich bij de jongeren. Neem de 23 tot 24 jarigen. Daar zit <strong>een</strong> uitstroom door demotivatie: door niet ingeloste<br />

verwachtingen. Ik leer daaruit dat jonge bouwvakarbeiders meer opvolging en bijsturing nodig hebben.”<br />

<strong>De</strong>vos: “Tijdens de opleiding moet meer aandacht gaan naar het ‘savoir vivre’. Grote bedrijven kunnen <strong>met</strong> hun<br />

personeelsbeleid vaak heel wat van dergelijke uitval tegengaan, maar bij kleine bedrijven is dat soms moeilijker.<br />

Bouwvakarbeiders-zaakvoerders hebben er vaak ofwel g<strong>een</strong> tijd <strong>voor</strong>, of zijn er <strong>een</strong>voudigweg niet goed in. Daarom<br />

denk ik dat het belangrijk is jongeren tijdens hun opleiding <strong>een</strong> juist beeld te geven van wat ze in hun latere leven<br />

kunnen verwachten.”<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

“Bouwopleidingen worden ondergewaardeerd”<br />

15


16<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR


Vanthourenhout: “Om de uitstroom aan te pakken, moeten we ons ook op de instroom richten. Trekken we als sector<br />

wel de juiste mensen aan? Ik pleit <strong>voor</strong> <strong>een</strong> vorm van sectorale scr<strong>een</strong>ing. Mensen <strong>met</strong> <strong>een</strong> diploma algem<strong>een</strong> secundair<br />

onderwijs worden tegenwoordig automatisch gecatalogeerd als op zoek naar <strong>een</strong> bediendenjob. Dat hoeft<br />

helemaal niet zo te zijn. Misschien zijn die veel gelukkiger in de bouwsector. Wij schreeuwen om ‘slimme handen’.”<br />

“We moeten werkzoekenden intenser gaan scr<strong>een</strong>en, verdergaand dan <strong>een</strong>s vragen welk diploma iemand heeft.<br />

We moeten ook kijken naar de attitudes: is dat iemand <strong>voor</strong> de bouw?”<br />

<strong>De</strong>vos: “Iemand in dienst nemen of opleiden, kost veel geld. We moeten vermijden dat we investeren in mensen die<br />

toch niet zullen aarden in de bouwsector. Het gebeurt wel <strong>een</strong>s dat iemand die wordt toegeleid tot <strong>een</strong> bouwberoep<br />

hoogtevrees blijkt te hebben. Daar kan <strong>een</strong> bouwbedrijf niet veel mee aanvangen. Een goede scr<strong>een</strong>ing <strong>voor</strong>komt zo’n<br />

verspilling van middelen.”<br />

14%<br />

Tewerkstelling<br />

160.000<br />

Instroom<br />

22.500<br />

22%<br />

Verloop<br />

Intern verloop<br />

12.000<br />

Totale verloop<br />

34.500<br />

8%<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

“<strong>De</strong> bouwsector zoekt ‘slimme handen’”<br />

instroom - uitstroomschema<br />

14%<br />

Uitstroom<br />

22.500<br />

het FVB in cijfers:<br />

Investeren in werkzoekenden<br />

929 jonge werkzoekenden volgen <strong>een</strong> alternerende<br />

bouwopleiding<br />

6.8 miljoen euro <strong>voor</strong> de opleiding van werkzoekenden<br />

1 september 2004 tot 31 augustus 2005<br />

17


18<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

Bouwpool Antwerpen krijgt navolging: Bouwbaan Gent en<br />

Bouwpool Droomjobfabriek Limburg<br />

In 2000 zetten de sociale partners van de Antwerpse bouwsector, de<br />

Stad Antwerpen en het FVB regio Antwerpen het eerste Bouwpoolproject<br />

op de sporen. Bouwpool leidt werkzoekenden na <strong>een</strong> scr<strong>een</strong>ing<br />

naar <strong>een</strong> basisopleiding bouw, waarna ze bij <strong>een</strong> bedrijf op<br />

stage kunnen. Na de stage helpt Bouwpool bij het zoeken naar <strong>een</strong><br />

baan. Een jobcoach begeleidt het hele traject en mikt op stabiele,<br />

langdurige tewerkstelling. Daarom krijgen beginnende werknemers<br />

via Bouwpool bij<strong>voor</strong>beeld ook de mogelijkheid om vervolmakingsopleidingen<br />

te volgen. Bouwpool overbrugt de kloof tussen bouwbedrijven<br />

die kampen <strong>met</strong> openstaande vacatures en werkzoekenden<br />

die basisvaardigheden missen om in aanmerking te komen <strong>voor</strong><br />

<strong>een</strong> baan.<br />

Bouwpool Antwerpen legt mooie doorstromingsresultaten <strong>voor</strong>.<br />

Tussen september 2001 en augustus 2005 stroomden 595 personen<br />

door naar tewerkstelling. 70 procent daarvan stroomde door naar<br />

het normaal economisch circuit.<br />

In het <strong>voor</strong>jaar van 2005 kreeg het project navolging in Gent en<br />

Limburg. <strong>De</strong> sturing gebeurt in Gent door de Stad Gent, de VDAB<br />

Gent en de Sociale Partners Bouw. In Limburg is het <strong>een</strong> initiatief<br />

van het Provinciebestuur, de Sociale Partners Bouw en de VDAB.<br />

Beiden initiatieven presteerden onmiddellijk. In Gent stroomden<br />

half november 2005 reeds 112 werkzoekenden door naar tewerkstelling<br />

in het normaal economisch circuit of naar <strong>een</strong> IBO-contract.<br />

In Limburg vonden in diezelfde tijd reeds 102 werkzoekenden <strong>een</strong><br />

job in de bouw.


Vanthourenhout: “We experimenteren daar als sector eigenlijk al mee. Bouwpool en Bouwbaan scr<strong>een</strong>en werkzoekenden<br />

in functie van de vacatures. Die aanpak werkt. Die projecten slagen erin om — uitgaande van <strong>een</strong> zoektocht naar<br />

gemotiveerde mensen — valabele bouwvakarbeiders af te leveren. Ze leiden werkzoekenden van nul op. Die krijgen<br />

<strong>een</strong> basisopleiding, vervolgopleiding en nog veel belangrijker: <strong>een</strong> job en <strong>een</strong> toekomst. En onze bedrijven zijn tevreden.<br />

Ieder<strong>een</strong> wint <strong>met</strong> scr<strong>een</strong>ing.”<br />

“Het nadeel van scr<strong>een</strong>ing is natuurlijk de <strong>extra</strong> kost. Maar de financiering van zo’n scr<strong>een</strong>ing kan gebeuren op basis<br />

van doorstroming. Onze bedrijven hebben handen nodig. Voor doorstroming wil ik betalen.”<br />

<strong>De</strong>vos: “Dat moet inderdaad de teneur zijn. <strong>De</strong> output — doorstroming — telt. Dat is <strong>een</strong> visie die steeds dieper<br />

doorsijpelt in de werking van het FVB. Een mooi <strong>voor</strong>beeld is de manier waarop de sociale partners van de bouw de<br />

convenanten hervormden. Eigenlijk was zowat ieder<strong>een</strong> het erover <strong>een</strong>s dat het bestaande convenantsysteem<br />

onhoudbaar was. <strong>De</strong> convenanten kostten veel geld, maar te weinig scholen traden toe en de doorstroming bleef te<br />

laag. <strong>De</strong> oplossing <strong>voor</strong> het probleem bleek <strong>een</strong> grondige herziening van de convenanten. Vanaf nu tellen enkel de<br />

resultaten: de doorstroming.”<br />

Vanthourenhout: “We spreken vanaf nu over twee soorten convenanten: <strong>een</strong> laagdrempelig standaardconvenant en<br />

<strong>een</strong> veeleisender uitgebreid convenant. Via het standaardconvenant willen we meer bouwscholen bereiken. We vragen<br />

medewerking aan de scholen om beter te kunnen opvolgen waar bouwleerlingen na hun opleiding terechtkomen. In<br />

het uitgebreide convenant stellen we minimumeisen aan de stage en belonen we de school per doorgestroomde<br />

leerling. <strong>De</strong> klemtoon ligt in het <strong>nieuwe</strong> systeem veel meer op de doorstroming naar de sector. Een school die <strong>een</strong><br />

leerling laat doorstromen, krijgt 500 euro. Als <strong>een</strong> school tien leerlingen laat doorstromen, ontvangt ze dus 5000 euro.<br />

Dat kan al tellen. Die convenantwerking is nieuw: het is nog afwachten wat de resultaten zullen zijn. <strong>De</strong> reacties vanuit<br />

het onderwijs zijn alvast positief.”<br />

Het is niet evident dat <strong>een</strong> sectoraal opleidingsfonds investeert in het onderwijs.<br />

Vanthourenhout: “<strong>De</strong> samenwerking <strong>met</strong> het onderwijs is <strong>voor</strong> ons erg belangrijk. We hebben jonge, geschoolde werkkrachten<br />

nodig. Het is schrijnend om te zien hoe weinig bouwleerlingen doorstromen naar <strong>een</strong> bouwberoep. We vragen<br />

daarom dat scholen <strong>extra</strong> inspanningen doen om de doorstroming te verhogen. Ook kleine acties helpen. Als <strong>een</strong> school<br />

<strong>een</strong> opendeurdag organiseert, verwachten we bij<strong>voor</strong>beeld dat er <strong>een</strong> waardige stand is <strong>voor</strong> de bouwopleidingen …”<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

“<strong>De</strong> convenanten: vanaf nu tellen enkel de resultaten”<br />

het FVB in cijfers:<br />

Investeren in het bouwonderwijs<br />

233 scholen <strong>met</strong> <strong>een</strong> convenant<br />

3300 leerlingen namen deel aan het nationaal<br />

VCA-examen<br />

4700 jongeren uit de convenantscholen liepen stage<br />

2,8 miljoen euro <strong>voor</strong> de samenwerking <strong>met</strong> het<br />

bouwonderwijs<br />

1 september 2004 tot 31 augustus 2005<br />

19


20<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

bruggepensioneerden activeren als opleiders<br />

<strong>De</strong> bouwsector investeert veel in opleiding. Toch worden niet zoveel werknemers bereikt.<br />

Vanthourenhout: “Onze opleidingsstelsels zijn goed, maar ze betekenen <strong>een</strong> forse investering van de sector. Voor <strong>een</strong><br />

deel gaat het geld op aan materiaalkosten, maar we investeren ook in opleidingen op maat van KMO’s. Een <strong>voor</strong>beeld<br />

zijn de zaterdag- en de avondopleidingen. Voor kleine bedrijven is het moeilijk om overdag tijdens de week enkele<br />

personeelsleden te missen. We bieden daarom opleidingen aan op zaterdag of ’s avonds. Dat werkt, maar het onderhouden<br />

van drie stelsels — week, zaterdag en avond — kost de sector natuurlijk geld.”<br />

<strong>De</strong>vos: “Kleine bedrijven warm maken <strong>voor</strong> vorming kost geld. Daarom is het zo belangrijk dat de opleidingen die we<br />

aanbieden kwaliteitsvol zijn. Niets is zo frustrerend als je vervelen op <strong>een</strong> opleiding, terwijl er op de bouwplaats <strong>een</strong><br />

pak werk wacht.”<br />

Kwalitatieve opleidingen vragen bekwame opleiders.<br />

Vanthourenhout: “Dat klopt. <strong>De</strong> infrastructuur is er, maar we hebben <strong>een</strong> tekort aan goede opleiders. Ik denk dat<br />

oudere bouwvakarbeiders die anders uitstromen, hier deels <strong>een</strong> oplossing kunnen bieden. Het Generatiepact biedt<br />

mogelijkheden: bruggepensioneerden kunnen geactiveerd worden als opleider. Ze kunnen op die manier hun kennis<br />

en ervaring doorgeven. Die opleidingen moeten trouwens meer en meer in de onderneming zelf kunnen. Op de<br />

bouwplaats, niet in <strong>een</strong> atelier.”<br />

Dit klinkt als <strong>een</strong> uitgebreide vorm van het bestaande peterschap.<br />

Vanthourenhout: “Zo zou je het kunnen noemen. Als ervaren bouwvakarbeiders enkele dagen per week op de bouwplaats<br />

opleiding kunnen geven aan jonge collega’s, zijn ze daar zeker toe bereid. We moeten de praktische kant nog<br />

uitwerken: statuut, loonimplicaties, … Maar de wil is er. En het is nuttig <strong>voor</strong> alle partijen.”<br />

Bouwsector investeert veel in opleiding<br />

2%<br />

1%<br />

0%<br />

vormingsinspanning als percentage van de loonmassa<br />

Belgisch gemiddelde 2004*<br />

Norm afgesproken in Generatiepact<br />

Bouwsector**<br />

bron: *CRB-rapport 2004,<br />

**FVB, 1 september 2004 tot 31 augustus 2005


<strong>De</strong>vos: “Ik weet niet of oudere bouwvakarbeiders daar<strong>voor</strong> staan te springen. Het is het proberen waard, maar volgens<br />

mij komt hooguit één op tien in aanmerking. Ervaren werknemers kunnen hun jongere collega’s inderdaad heel<br />

wat bijbrengen, maar de vraag is of ze die kennis ook kunnen overdragen. Niet elke vakman bezit de sociale talenten<br />

om iemand op te leiden. Bovendien wil niet ieder<strong>een</strong> de knepen van het vak, waar men zelf jaren over deed om ze te<br />

verwerven, zomaar doorgeven aan de volgende generatie.”<br />

kiezen en samenwerken<br />

Mr. <strong>De</strong>vos, één van de doelstellingen die u zich bij de aanvang van uw mandaat stelde, was meer vorming <strong>voor</strong><br />

<strong>nieuwe</strong> bouwberoepen. Is het FVB daarin geslaagd?<br />

<strong>De</strong>vos: “Dat blijft <strong>een</strong> aanhoudende uitdaging. Het FVB moet mee evolueren <strong>met</strong> de sector en innoveren. Er zijn <strong>nieuwe</strong><br />

behoeftes en <strong>nieuwe</strong> technologieën. Daarop moeten <strong>nieuwe</strong> opleidingen <strong>een</strong> antwoord bieden. Daarom is ons provinciale<br />

netwerk zo belangrijk: om <strong>nieuwe</strong> tendensen snel op te merken en om <strong>met</strong> pilootprojecten <strong>een</strong> antwoord te bieden.”<br />

Vanthourenhout: “Er is de <strong>voor</strong>bije jaren veel gebeurd. We richtten Edutec op, <strong>een</strong> gespecialiseerd opleidingscentrum<br />

<strong>voor</strong> de meer technische, innoverende opleidingen. Edutec organiseert bij<strong>voor</strong>beeld opleidingen betontechnologie<br />

of zonne-energie. <strong>De</strong> ervaringen zijn goed, maar het kan nog beter. In Wallonië bouwen we daarom aan<br />

<strong>een</strong> gelijkaardig initiatief.”<br />

Betekent kort op de bal spelen ook meer samenwerken <strong>met</strong> andere organisaties?<br />

“Het FVB moet mee evolueren <strong>met</strong> de sector en innoveren”<br />

Vanthourenhout: “Met Cevora zijn er overduidelijk parallellen. Het FVB is er <strong>voor</strong> de arbeiders uit de bouwsector. Cevora<br />

staat onder meer in <strong>voor</strong> de opleiding van de bouwbedienden. Maar de realiteit op de bouwplaats laat zich niet zo<br />

makkelijk vatten in die tweedeling. We stuiten op <strong>een</strong> grijze zone: <strong>een</strong> groep personeelsleden waar<strong>voor</strong> we het beiden<br />

moeilijk hebben om <strong>een</strong> sterk opleidingsaanbod aan te bieden. Bedienden komen ook op de bouwplaats en sommige<br />

bouwvakarbeiders hebben vaardigheden nodig van bedienden. Daarom proberen we samen te werken. We sloten <strong>een</strong><br />

over<strong>een</strong>komst af <strong>met</strong> Cevora en organiseren nu <strong>een</strong> aantal opleidingen samen. Werfleider, bij<strong>voor</strong>beeld. Zowel arbeiders<br />

als bedienden kunnen daaraan deelnemen. Belangrijk is alvast dat het FVB zich niet opsluit in zijn eigen wereld.”<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

het FVB in cijfers:<br />

Investeren in werknemersopleidingen<br />

13.400 bouwvaklui schoolden zich bij<br />

411.000 georganiseerde opleidingsuren<br />

3900 verschillende opleidingsmodules<br />

2000 bedrijven schreven bouwvaklui in<br />

421 opleidingen binnen het jongerenleerlingwezen<br />

10,3 miljoen euro <strong>voor</strong> de financiering van bijscholing<br />

1 september 2004 tot 31 augustus 2005<br />

21


22<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR


<strong>De</strong>vos: “Nog zo’n <strong>voor</strong>beeld zijn de middenstandsopleidingen. Het aanbod van Syntra en IFAPME richt zich niet<br />

meer uitsluitend op zelfstandigen. Omdat het FVB de opleidingen <strong>voor</strong> bouwvakarbeiders coördineert, is het<br />

logisch dat we kijken in hoeverre we elkaar kunnen aanvullen. Als we complementair zijn, zijn wij niet afkerig van<br />

<strong>een</strong> samenwerking <strong>met</strong> de middenstandsopleidingen. Ons werkveld ligt soms zo dicht bij<strong>een</strong>, waarom dan niet<br />

leren van elkaar?”<br />

<strong>De</strong> twee vorige <strong>voor</strong>zitters voerden tijdens hun ambtstermijn ook belangrijke interne hervormingen door. Hans Raes<br />

zorgde <strong>voor</strong> de informatisering; Eddy <strong>De</strong>vos rijfde het ISO-certificaat binnen.<br />

Vanthourenhout: “<strong>De</strong> informatisering en het kwaliteitssysteem zijn g<strong>een</strong> éénmalige inspanningen, maar constante<br />

bekommernissen. Die dossiers liggen de volgende jaren ook op mijn bureau. Maar daarnaast zal veel aandacht gaan<br />

naar de personeelsorganisatie binnen het FVB. Dat wordt <strong>een</strong> moeilijk evenwicht: het Fonds voert steeds meer taken<br />

uit. <strong>De</strong> organisatie moet zich hieraan soepel kunnen aanpassen”<br />

Mr. <strong>De</strong>vos, hebt u nog <strong>een</strong> goede raad <strong>voor</strong> uw opvolger?<br />

“Het FVB moet zich soepel aanpassen aan zijn steeds<br />

uitgebreidere takenpakket”<br />

<strong>De</strong>vos: “<strong>De</strong> dialoog tussen de sociale partners gebeurt in het FVB vlot. Werkgevers en vakbonden<br />

willen beide de opdracht van het Fonds realiseren en komen altijd tot <strong>een</strong> waardevolle consensus.<br />

Stefaan moet <strong>voor</strong>al die dialoog tussen de sociale partners proberen te behouden.”<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

3000<br />

2000<br />

1000<br />

0<br />

Steeds meer opleidingsmodules<br />

2001-2002 2002-2003 2003-2004 2004-2005<br />

Aantal opleidingsmodules<br />

bron: FVB<br />

23


24<br />

HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR


HET FVB IN 2004-2005 OPLEIDING: EEN FUNDAMENT VOOR EEN STERKE SECTOR<br />

25


26<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER


In de kijker<br />

Levenslang leven in het bouwbedrijf<br />

Oudere bouwvakarbeiders zijn in andere opleidingen te vinden dan hun jongere collega’s.<br />

Hun opleiding is vaak wat korter, behandelt andere thema’s en vindt plaats op andere<br />

momenten. 45-plussers leggen eigen klemtonen.<br />

Dat neemt niet weg dat de bouwsector zijn 45-plussers frequent op bijscholing stuurt.<br />

Het helpt dat het FVB <strong>een</strong> gediversifieerd opleidingsaanbod biedt. Om bedrijven en<br />

bouwvakarbeiders nog beter te ondersteunen, evalueert het FVB <strong>voor</strong>taan jaarlijks<br />

hoe het zit <strong>met</strong> het levenslang leren in de sector.<br />

levenslang leren: <strong>een</strong> uitdaging<br />

Voor het FVB is het introduceren van ‘levenslang leren’ in bouwbedrijven <strong>een</strong> belangrijke uitdaging. Elk jaar verlaten<br />

ervaren vaklui vroegtijdig de sector. Vaak zijn het de dagelijkse routine en de interesse <strong>voor</strong> iets nieuws die hen in de<br />

richting van <strong>een</strong> andere sector drijven. In vele gevallen had regelmatige bijscholing deze uitstroom kunnen <strong>voor</strong>komen.<br />

Vorming en training tijdens de loopbaan scherpen de motivatie aan en houden mensen langer aan de slag.<br />

Gemiddeld genomen is de bouwsector <strong>een</strong> vrij jonge sector. 67 procent van de bouwvakarbeiders is jonger dan 45<br />

jaar. Hoewel de veroudering van onze samenleving zich laat voelen, is de gemiddelde bouwvakarbeider <strong>met</strong> zijn 38<br />

jaar en 1 maand jonger dan de gemiddelde Belgische werknemer. Een en ander heeft deels te maken <strong>met</strong> de vroegere<br />

uitstapmogelijkheden door de soms zware werkomstandigheden.<br />

Dat neemt niet weg dat in de bouwsector arbeiders uit alle leeftijdscategorieën werken. Exact 31 procent van de<br />

arbeiderspopulatie, goed <strong>voor</strong> zo’n 49.600 bouwvaklui, is 45 jaar of ouder.<br />

bijscholing <strong>voor</strong> alle bouwvakarbeiders, jong en oud<br />

Bouwvakarbeiders uit de brede middengroep van 20 tot 44 jaar volgen het meeste <strong>een</strong> opleiding. Ze zijn goed <strong>voor</strong><br />

meer dan drie vierden (77%) van de arbeiders die <strong>een</strong> opleiding volgen. Dat is meer dan hun aandeel in de bouwsector,<br />

waar ze twee derden van de bouwvakarbeiders uitmaken (67%).<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

27


28<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0%<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

Alle leeftijden vertegenwoordigd in opleiding Jonge bouwvakarbeiders volgen langere opleidingen<br />

alle bouwvakarbeiders<br />

bouwvakarbeiders <strong>met</strong> opleiding<br />

leeftijdscategorie<br />

aandeel in de bouwvakarbeiderspopulatie<br />

leeftijdscategorie<br />

15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65<br />

bron: FVB, 1 september 2004 tot 31 augustus 2005<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0 uur<br />

gemiddelde jaarlijkse opleidingsduur<br />

bron: FVB, 1 september 2004 tot 31 augustus 2005<br />

aantal opleidingsuren


Die beperkte oververtegenwoordiging van ‘jonge’ arbeiders in de opleidingen is logisch. Vooral aan het begin van de<br />

carrière dringt zich bijkomende scholing op. Jonge bouwvakarbeiders moeten snel de competenties verwerven om tot<br />

‘volwaardige’ medewerkers uit te groeien. Bovendien is het bedrijfseconomisch verklaarbaar dat twintigers, dertigers<br />

en veertigers de belangrijkste groep afnemers zijn van vorming en training. Opleiding rendeert in de eerste helft van<br />

de loopbaan het beste. <strong>De</strong> <strong>nieuwe</strong> kennis en vaardigheden kunnen nog vele jaren toegepast worden.<br />

Het aandeel oudere bouwvakarbeiders dat in 2005 <strong>een</strong> opleiding volgde, scoort wat lager dan hun aandeel in het<br />

personeelsbestand van de bouwsector. Met 22 procent 45-plussers onder de arbeiders die in 2005 <strong>een</strong> opleiding<br />

volgden, stelt de bouw <strong>een</strong> <strong>voor</strong>beeld op het vlak van levenslang leren.<br />

Werknemers jonger dan 45 volgen opleidingen <strong>met</strong> <strong>een</strong> gemiddelde duur van 33 uur. Oudere werknemers kiezen eerder<br />

<strong>voor</strong> kortere opleidingen. Zij doen het <strong>met</strong> gemiddeld 23 uur vorming per jaar. <strong>De</strong>ze vaststelling wordt bevestigd<br />

wanneer we het aandeel van 45-plussers in het aantal opleidingsuren (17%) vergelijken <strong>met</strong> hun aandeel in de groep<br />

die vorming volgt (22%). Dat is minder, zonder echter op <strong>een</strong> achterstelling te wijzen. Jonge arbeiders hebben in het<br />

begin van hun loopbaan nu <strong>een</strong>maal meer en langere opleiding nodig om hun beroepsbekwaamheid te ontwikkelen.<br />

verschillende opleidingsstelsels, verschillende inhouden<br />

“<strong>De</strong> bouw stelt <strong>een</strong> <strong>voor</strong>beeld op het vlak van levenslang leren”<br />

<strong>De</strong> FVB-opleidingen worden ingedeeld volgens het moment waarop ze plaatsvinden: tijdens de werkuren, ’s avonds of<br />

op zaterdag. Veruit de meeste vormingen gebeuren tijdens de werktijd. Sinds 1997 werd 83 procent van de<br />

opleidingsuren in de vorm van opleidingen tijdens de werktijd georganiseerd.<br />

Met dat flexibele aanbod speelt het FVB in op de verschillen in behoeftes tussen jongere en oudere bouwvakarbeiders.<br />

Bij de -45-jarigen vertegenwoordigen de opleidingen tijdens de werktijd 82 procent van de opleidingsuren, maar bij<br />

oudere werknemers loopt dit aandeel op tot 90 procent.<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

29


30<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

Meer veiligheidsopleiding <strong>voor</strong> oudere werknemers<br />

Jonger dan 45 jaar Vanaf 45 jaar<br />

Aandeel in het totale<br />

opleidingsvolume (%)<br />

Opleidingsuren opgesplitst naar leeftijd<br />

Aandeel in het totale<br />

opleidingsvolume (%)<br />

Vaktechnische opleidingen 71,2% 58,1%<br />

Veiligheidsopleidingen 15,4% 28,6%<br />

VCA 15,3% 28,4%<br />

Niet-vaktechnische<br />

opleidingen<br />

13,5% 13,2%<br />

EHBO 0,8% 1,7%<br />

Ploegbaas 4,0% 2,7%<br />

Informatica 0,9% 1,2%<br />

Talen* 0,6% 0,8%<br />

Andere 7,2% 6,8%<br />

TOTAAL 100% 100%<br />

*Nederlands op de werkvloer, Basis Frans, ...<br />

bron: FVB, 1 september 1997 tot 31 augustus 2004<br />

Vanaf 45 jaar<br />

Jonger dan 45 jaar<br />

Vooral jonge bouwvakarbeiders maken<br />

gebruik van zaterdag- en avondopleidingen<br />

1,3%<br />

5,0%<br />

89,7%<br />

9 %<br />

weekdag avond zaterdag<br />

82,2%<br />

12,8%<br />

weekdag avond<br />

zaterdag<br />

bron: FVB, 1 september 2004 tot 31 augustus 2005


Jongere werknemers kiezen sneller <strong>voor</strong> <strong>een</strong> avond- of <strong>een</strong> zaterdagopleiding dan hun oudere collega’s. Zeker de<br />

avondopleidingen zijn meer op maat van jongere bouwvakarbeiders. Ze zijn goed <strong>voor</strong> 5 procent van de opleidingsuren<br />

bij de bouwvakarbeiders onder de 45, terwijl ze amper 2 procent uitmaken bij de 45-plussers. Bij jongere werknemers<br />

zijn zaterdagopleidingen goed <strong>voor</strong> 13 procent van de opleidingsuren, terwijl ze maar <strong>voor</strong> 9 procent van de<br />

opleidingsuren tellen bij de oudere werknemers.<br />

45-plussers volgen net zoals hun jongere collega’s <strong>voor</strong>al vaktechnische opleidingen. Net g<strong>een</strong> 60 procent van hun<br />

opleidingsuren (58%) wordt eraan besteed. Maar dat aandeel ligt lager dan bij bouwvakarbeiders onder de 45, waar<br />

71 procent naar vaktechnische opleidingen gaat.<br />

Omgekeerd neemt <strong>met</strong> de leeftijd het aandeel van veiligheidsopleidingen aan belang toe: 15 procent bij -45-jarigen,<br />

tegenover 29 procent bij 45-plussers. Jonge bouwvakarbeiders volgden in hun <strong>voor</strong>opleiding meestal al <strong>een</strong> basisopleiding<br />

veiligheid (VCA), zodat ze daar minder bijscholing <strong>voor</strong> nodig hebben.<br />

leren in de bouwsector: <strong>een</strong> continu proces <strong>met</strong> specifieke accenten<br />

<strong>De</strong> conclusie van het bovenstaande cijfermateriaal is duidelijk: oudere bouwvakarbeiders volgen opleiding. Maar even<br />

duidelijk is dat oudere bouwvakarbeiders andere opleidingen volgen dan hun jongere collega’s. Ze volgen kortere<br />

opleidingen, kiezen meer <strong>voor</strong> opleiding tijdens de werktijd en volgen meer veiligheidsopleidingen. Oudere bouwvakarbeiders<br />

hebben overduidelijk eigen opleidingsnoden.<br />

Dankzij het ruime opleidingsaanbod weet de bouwsector <strong>een</strong> groot gedeelte van de oudere werknemers te overhalen<br />

tot bijkomende vorming. Om levenslang leren <strong>een</strong> kans te geven, moet <strong>een</strong> vormingsaanbod rekening houden <strong>met</strong> de<br />

brede verscheidenheid in leeftijden, gaande van leerjongeren tot ervaren bouwvakarbeiders. Zo stimuleert <strong>een</strong> adequaat<br />

aanbod van korte opleidingen oudere werknemers om hun kennis op te frissen of om <strong>nieuwe</strong>, specifieke<br />

vaardigheden aan te leren. Maatwerk inzake duur, stelsel en aard van de opleiding biedt de mogelijkheid om opleidingen<br />

af te stemmen op elke doelgroep.<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

“Opleiding afstemmen op elke doelgroep is maatwerk”<br />

31


32<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER


de vinger aan de pols<br />

Via nauwgezette opvolging van de noden, probeert het FVB zijn opleidingsaanbod optimaal af te stemmen op de<br />

behoeftes in de sector. Dat lukt goed: vormingen zijn toegankelijk <strong>voor</strong> alle leeftijden en werkgevers stappen volop<br />

mee in het ‘levenslang leren’- verhaal.<br />

Om in de toekomst nog betere resultaten te boeken, gaven de sociale partners in de <strong>nieuwe</strong> sectorale cao het FVB de<br />

opdracht om jaarlijks <strong>een</strong> evaluatie te maken. Die evaluatie zal <strong>voor</strong>eerst de participatie van alle leeftijdscategorieën<br />

onderzoeken en het verband tussen looncategorieën en vorming. Aan deze evaluatie wordt vervolgens <strong>een</strong> actieplan<br />

gekoppeld. Het FVB wil zijn rol als katalysator <strong>voor</strong> <strong>een</strong> goed opleidingsbeleid spelen door ondersteuning te bieden<br />

bij het opmaken van <strong>een</strong> bedrijfsopleidingsplan, door kwaliteitscontrole uit te oefenen op de opleidingen en door<br />

bedrijven actief naar opleidingen te begeleiden.<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

“Nieuwe cao: <strong>een</strong> jaarlijkse opleidingsevaluatie”<br />

33


34<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER


In de kijker<br />

Doorstroming van bouwleerlingen naar de sector<br />

Elk jaar worden duizenden vacatures <strong>voor</strong> geschoolde bouwvakarbeiders niet ingevuld.<br />

Te weinig jongeren kiezen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> bouwopleiding, en zij die dat wel doen stromen maar<br />

<strong>met</strong> mondjesmaat door naar <strong>een</strong> baan als bouwvakarbeider. Het FVB probeert het tij te<br />

keren. Imagocampagnes, uitgebreide en financieel interessante opleidingsstelsels, en <strong>een</strong><br />

intense samenwerking <strong>met</strong> scholen moeten meer en beter geschoolde bouwleerlingen laten<br />

doorstromen naar de sector. Via <strong>een</strong> grondige hervorming van het convenantsysteem willen<br />

de sociale partners de doorstroming vanuit het bouwonderwijs prioritair aanpakken.<br />

<strong>nieuwe</strong> cao, <strong>nieuwe</strong> convenanten<br />

Afgelopen jaar werd <strong>een</strong> <strong>nieuwe</strong> convenantregeling uitgewerkt. Na <strong>een</strong> grondige evaluatie van de bestaande convenanten<br />

— die de samenwerking tussen bouwscholen en FVB detailleren — werd het systeem hervormd om de doorstroming<br />

van bouwleerlingen naar de sector beter op te volgen en verder te verhogen. Scholen kunnen <strong>voor</strong>taan<br />

toetreden tot twee soorten convenanten. Een laagdrempelig standaardconvenant waarin de bouwsector <strong>een</strong> waaier<br />

aan <strong>voor</strong>delen biedt — gaande van bijscholing <strong>voor</strong> leerkrachten tot de deelname aan het VCA-examen — en <strong>een</strong> uitgebreid<br />

convenant dat de doorstroming stimuleert via <strong>een</strong> interessant premiestelsel.<br />

<strong>De</strong> hervormde convenantwerking krijgt <strong>een</strong> centrale rol bij de aanpak van het doorstromingsprobleem waarmee de<br />

sector worstelt. Via deze <strong>nieuwe</strong> aanpak moet het <strong>voor</strong> scholen interessanter worden om <strong>een</strong> convenant <strong>met</strong> de<br />

sector af te sluiten en is de impuls om leerlingen te laten doorstromen krachtiger.<br />

geschoolde bouwvakarbeiders gezocht<br />

Bouwbedrijven schreeuwen om geschoolde arbeiders. <strong>De</strong> bouw stelt jaar na jaar zo’n 160.000 arbeiders tewerk. Ze is<br />

daarmee één van de grootste sectoren in België. Niettemin moet ieder jaar <strong>een</strong> omvangrijke uitstroom van zo’n<br />

22.500 werknemers gecompenseerd worden door <strong>nieuwe</strong> aanwervingen. Voor minstens de helft van die vacatures<br />

zoeken bedrijven geschoolde arbeiders.<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

35


36<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

Lage doorstromingsgraad vanuit voltijds convenantonderwijs<br />

80%<br />

60%<br />

40%<br />

20%<br />

0%<br />

63%<br />

Voltijds convenantonderwijs<br />

37%<br />

doorgestroomd<br />

51%<br />

Jongerenleerlingwezen<br />

49%<br />

niet doorgestroomd<br />

bron: FVB; duurzame doorstroming ge<strong>met</strong>en als minstens<br />

65 dagen tewerkgesteld in <strong>een</strong> bouwbedrijf in de eerste<br />

15 maanden volgend op de opleiding, <strong>voor</strong> leerlingen uit<br />

het afstudeerjaar 2002-2003 (<strong>voor</strong> voltijds onderwijs) en<br />

deeltijdse leerlingen wiens JLW-contract<br />

(langer dan 12 maanden) in 2002 of 2003 afliep.


Jaarlijks verlaten ongeveer 4950 jongeren de school <strong>met</strong> <strong>een</strong> bouwdiploma (4600 <strong>voor</strong> voltijds onderwijs en 350 <strong>voor</strong><br />

deeltijdse opleidingen). Die 4950 volstaan lang niet om de uitstroom van 22.500 bouwvakarbeiders op te vangen.<br />

Bovendien is er g<strong>een</strong> beterschap op komst. Het aantal leerlingen in het bouwonderwijs zakt gestaag.<br />

doorstroming: schets van <strong>een</strong> structureel probleem<br />

“Bouwleerlingen zijn lang niet all<strong>een</strong> in de eigen sector gegeerd”<br />

Toch zou het aantal afgestudeerde bouwleerlingen <strong>een</strong> groot deel van de vraag naar geschoolde arbeidskrachten<br />

moeten kunnen lenigen. Maar ook daar knelt het schoentje: slechts <strong>een</strong> fractie van diegenen die <strong>een</strong> bouwopleiding<br />

achter de rug hebben, stroomt daadwerkelijk en duurzaam door naar de sector.<br />

Omdat de lage doorstroming <strong>een</strong> grote bezorgdheid <strong>voor</strong> de sector vormt, investeerden de sociale partners al langer<br />

in het onderwijs. Via het sluiten van convenanten, <strong>een</strong> soort contracten tussen bouwscholen en sector, werd gehoopt<br />

de doorstroming vanuit het voltijds onderwijs te optimaliseren. <strong>De</strong> ondersteuning van het jongerenleerlingwezen<br />

betracht in het deeltijds onderwijs hetzelfde.<br />

<strong>De</strong> resultaten blijven echter onder de verwachtingen. Slechts één op twee afgestudeerde bouwleerlingen gaat als<br />

bouwvakarbeider aan de slag. Gezien de grote vraag naar geschoolde arbeidskrachten vanuit de sector, is dit <strong>een</strong> ontstellende<br />

vaststelling.<br />

Vanuit de scholen die <strong>met</strong> het FVB <strong>een</strong> convenant sloten, stroomt nauwelijks 37 procent van de studenten door naar<br />

duurzame tewerkstelling in de bouw. Dat is niet omdat de leerlingen slecht <strong>voor</strong>bereid op de arbeidsmarkt verschijnen.<br />

Volgens cijfers van de VDAB behoren voltijdse bouwopleidingen binnen hun onderwijsniveau tot de meest<br />

succesvolle studierichtingen als het op toekomstige tewerkstelling aankomt. <strong>De</strong> jongeren vinden hun weg naar <strong>een</strong><br />

job bijgevolg wel degelijk. Bouwleerlingen zijn gegeerd op de arbeidsmarkt, maar lang niet all<strong>een</strong> in de eigen sector.<br />

In het deeltijds onderwijs is de situatie, <strong>met</strong> 49 procent doorstroming, heel wat beter. Het jongerenleerlingwezen<br />

sluit beter aan bij het beroepsleven als bouwvakarbeider en dat komt de doorstroming ten goede. <strong>De</strong> jongere<br />

staat meer in de praktijk, leert de relevante vaardigheden; kortom de stap van opleiding naar tewerkstelling in de<br />

sector wordt kleiner.<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

37


38<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

Voltijds convenantonderwijs Jongerenleerlingwezen<br />

68%<br />

64%<br />

werkt binnen de zes maanden na<br />

afstuderen in de bouwsector<br />

43%<br />

14%<br />

16%<br />

8%<br />

16%<br />

16%<br />

19%<br />

Doorstroming verloopt traag<br />

werkt in de tweede jaarhelft na<br />

afstuderen <strong>voor</strong> het eerst in de<br />

bouwsector<br />

27%<br />

Doorstroming leidt tot langdurige tewerkstelling<br />

langer dan 18 maanden<br />

meer dan één jaar, tot 18 maanden<br />

meer dan <strong>een</strong> half jaar, tot één jaar<br />

3 maanden tot <strong>een</strong> half jaar<br />

minder dan 3 maanden<br />

9%<br />

werkt in de tweede jaar na afstuderen<br />

<strong>voor</strong> het eerst in de bouwsector<br />

bron: FVB; gegevens hebben betrekking op leerlingen uit het afstudeerjaar 2002-2003 (<strong>voor</strong> voltijds onderwijs) en deeltijdse leerlingen wiens<br />

JLW-contract (langer dan 12 maanden) in 2002 of 2003 afliep.<br />

bron: FVB, duurtijd van doorstroming <strong>voor</strong> afgestudeerden uit het convenantonderwijs, afstudeerjaar 2002-2003, ge<strong>met</strong>en als minstens 1 dag<br />

tewerkgesteld in <strong>een</strong> bouwbedrijf binnen de 24 maanden volgend op de opleiding.


traag, maar <strong>voor</strong>goed<br />

<strong>De</strong> doorstromingsproblematiek laat zich echter niet reduceren tot <strong>een</strong> analyse van de doorstromingsgraad. Ook de<br />

snelheid van doorstroming is relevant. Een substantieel deel van de bouwleerlingen werkt pas in het tweede jaar na<br />

hun opleiding <strong>voor</strong> het eerst als bouwvakarbeider. Hun aandeel bedraagt 16 procent <strong>voor</strong> leerlingen uit het voltijds<br />

onderwijs en 27 procent in het jongerenleerlingwezen. In beide gevallen liggen deze cijfers opvallend hoog. Voor het<br />

jongerenleerlingwezen zijn deze cijfers zelfs buitengewoon verrassend. Ze liggen immers niet in het verlengde van de<br />

resultaten inzake doorstromingsgraad. Blijkbaar is de bouwsector niet <strong>voor</strong> alle afgestudeerde bouwleerlingen de<br />

eerste keuze als ze op zoek gaan naar <strong>een</strong> job.<br />

Er is ook beter nieuws. Doorstroming naar de bouwsector leidt tot stabiele tewerkstelling. 78 procent van de jongeren<br />

uit het voltijds onderwijs, die binnen <strong>een</strong> periode van 24 maanden minstens 1 dag in de bouw werkten, blijven langer<br />

dan 6 maanden actief in de sector. Gezien de trage doorstroming is dit <strong>een</strong> hoog en bemoedigend percentage.<br />

oorzaken van moeilijke doorstroming<br />

“Doorstroming naar de bouwsector leidt tot stabiele tewerkstelling”<br />

Hoe komt het dat zo weinig bouwleerlingen doorstromen naar <strong>een</strong> job waar<strong>voor</strong> ze opgeleid zijn? Nochtans is de<br />

vraag uit de sector groot. Ongetwijfeld spelen <strong>een</strong> aantal subjectieve factoren mee. Het negatieve imago van de bouw<br />

bij<strong>voor</strong>beeld. Dit imagoprobleem is bijzonder hardnekkig. Het leidt ertoe dat minder leerlingen zich aandienen <strong>voor</strong><br />

<strong>een</strong> bouwopleiding, en dat diegenen die er wel <strong>voor</strong> kiezen soms terugschrikken om het beroep ook daadwerkelijk uit<br />

te oefenen.<br />

Een tweede probleem stelt zich op het niveau van de motivatie om <strong>een</strong> bouwopleiding te volgen. Gebrekkige toeleiding<br />

en het zogenaamde ‘watervalsysteem’ zorgen er<strong>voor</strong> dat veel jongeren niet bewust kiezen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> bouwopleiding.<br />

Ze komen er haast per toeval in terecht. Dat <strong>zorgt</strong> er op zijn minst gedeeltelijk <strong>voor</strong> dat <strong>een</strong> geschoolde<br />

kandidaat-bouwvakarbeider niet altijd <strong>een</strong> gemotiveerde kandidaat-bouwvakarbeider is.<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

39


40<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER


Andere redenen waarom de doorstroming van onderwijs naar tewerkstelling in de bouwsector zo moeizaam verloopt,<br />

hebben te maken <strong>met</strong> de mate waarin de opleidingen afgestemd zijn op wat van <strong>een</strong> bouwvakarbeider verwacht<br />

wordt. Een school kan jongeren op verschillende punten onvoldoende <strong>voor</strong>bereiden. <strong>De</strong> opleiding kan niet grondig<br />

genoeg zijn (te weinig <strong>nieuwe</strong> technologieën), de verkeerde accenten leggen (g<strong>een</strong> VCA), te weinig praktijkervaring<br />

<strong>voor</strong>zien (g<strong>een</strong> of te korte stages), …<br />

sleutelen aan het imago, maar <strong>voor</strong>al structurele maatregelen<br />

Het FVB doet gerichte inspanningen om de doorstroming te maximaliseren. Een eerste reeks initiatieven beoogt <strong>voor</strong>namelijk<br />

de algemene aantrekkingskracht van de bouwsector te vergroten. Via imagocampagnes die de sector als<br />

bron van tewerkstelling in de kijker zetten en <strong>met</strong> initiatieven die het bouwonderwijs promoten, wordt het beeld van<br />

de bouwsector bijgestuurd. Didactische instrumenten als ‘Bouwblokken’ en ‘Verboden de werf te betreden’ overtuigen<br />

jongeren om <strong>voor</strong> het bouwonderwijs te kiezen. <strong>De</strong> inrichting van het nationaaal veiligheidsexamen, dat inspanning<br />

koppelt aan ontspanning en informatie, of brochures zoals ‘<strong>De</strong> bouw beloont’, die de aantrekkelijke arbeids<strong>voor</strong>waarden<br />

in de bouwsector belichten, moeten afgestudeerden overtuigen in de sector hun brood te verdienen.<br />

financiële impulsen: convenanten<br />

“Gerichte inspanningen om de doorstroming te maximaliseren”<br />

Naast imago-activiteiten ligt de focus op structurele maatregelen die rechtstreeks ingrijpen op de oorzaken van de<br />

lage doorstroming. Ze geven financiële impulsen aan de bij doorstroming betrokken partijen, <strong>met</strong> name de bouwleerlingen,<br />

de scholen en de werkgevers.<br />

<strong>De</strong>ze impulsen krijgen in de eerste plaats vorm <strong>met</strong> het systeem van de convenanten. <strong>De</strong> convenanten afgesloten <strong>met</strong><br />

het voltijds bouwonderwijs zijn <strong>een</strong> soort contracten tussen bouwscholen en sector. Ze willen kwalitatief beroeps<strong>voor</strong>bereidend<br />

onderwijs bevorderen en de doorstroming van leerlingen naar de sector verhogen. <strong>De</strong> convenanten<br />

grijpen op <strong>een</strong> directe manier in op het onderwijs. In ruil <strong>voor</strong> premies worden scholen aangemoedigd om meer en<br />

langere stages te organiseren, om de leerlingen <strong>voor</strong> te bereiden op <strong>een</strong> VCA-examen en om de doorstroming naar de<br />

sector te stimuleren.<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

41


42<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

BSO<br />

TSO<br />

BuSO<br />

bron: FVB<br />

Minimale stageverplichtingen <strong>voor</strong> bouwopleidingen in uitgebreid convenant<br />

eerste 2 jaar van de 3° graad<br />

derde jaar van de 3° graad<br />

eerste 2 jaar van de 3° graad<br />

derde jaar van de 3° graad<br />

kwalificatiefase<br />

integratiefase<br />

indien blokstage indien alternerende stage<br />

9 weken<br />

6 weken<br />

3 weken<br />

3 weken<br />

9 weken<br />

700 uur<br />

45 dagen<br />

30 dagen<br />

15 dagen<br />

15 dagen<br />

45 dagen


“Verhoogde premies maken het convenantaanbod aantrekkelijker”<br />

Tot nog toe bleven de resultaten echter wat onder de verwachtingen. Te weinig scholen (58%) traden toe tot het<br />

convenantsysteem en het doorstromingspercentage bleef te laag (37%). Die ervaringen leidden de sector ertoe om<br />

het convenantsysteem grondig aan te passen:<br />

• de toegankelijkheid verhoogt door het opsplitsen van de convenanten in twee types: <strong>een</strong> laagdrempelig<br />

standaardconvenant en <strong>een</strong> verregaander uitgebreid convenant<br />

• de klemtoon verschuift naar doorstroming. <strong>De</strong> doorstromingscijfers vormen <strong>voor</strong>taan de basis <strong>voor</strong> de<br />

berekening van de premies en dus de financiële steun aan scholen<br />

• de doorstromingspremies verhogen en maken daarmee het convenantaanbod aantrekkelijker<br />

In het standaardconvenant beperkt het engagement van de school zich tot de medewerking aan de verzameling van<br />

gegevens over zijn leerlingen en het opvolgen van hun carrière. In ruil biedt de sector gratis FVB-bijscholingen <strong>voor</strong><br />

leerkrachten en leerlingen aan, wordt — net zoals vroeger — <strong>een</strong> korting van 75 procent op FVB-handboeken <strong>voor</strong>zien<br />

en richt het FVB op eigen kosten ook <strong>een</strong> veiligheidsexamen VCA in. BuSO-scholen <strong>met</strong> <strong>een</strong> standaardconvenant<br />

krijgen bovendien <strong>een</strong> doorstromingspremie van 150 euro per doorgestroomde leerling.<br />

In het uitgebreide convenant nemen scholen <strong>een</strong> verregaander engagement. <strong>De</strong> toetredings<strong>voor</strong>waarden specifiëren<br />

<strong>een</strong> minimaal aantal leerlingen per bouwopleiding en stageverplichtingen. Studierichtingen die <strong>extra</strong> ondersteuning<br />

willen, moeten in de derde graad - <strong>voor</strong> BuSO de kwalificatie- en integratiefase - <strong>een</strong> minimale bezetting van 15 leerlingen<br />

hebben. <strong>De</strong> scholen moeten ook <strong>voor</strong>zien in stages van <strong>een</strong> zekere omvang.<br />

Wanneer aan deze <strong>voor</strong>waarden voldaan is, breidt het FVB haar engagementen van het standaardconvenant uit <strong>met</strong><br />

<strong>een</strong> premie <strong>voor</strong> de school van 500 euro per doorgestroomde leerling. Daarmee is de keuze <strong>voor</strong> doorstroming radicaal.<br />

Het louter hebben van leerlingen in <strong>een</strong> bouwopleiding is g<strong>een</strong> basis meer <strong>voor</strong> ondersteuning.<br />

Ook de doorgestroomde bouwleerling krijgt <strong>een</strong> financiële steun. Een bouwleerling die binnen <strong>een</strong> periode van 18<br />

maanden minstens 3 maanden in de sector werkt, krijgt <strong>een</strong> premie van 200 euro. Dat is <strong>een</strong> versoepeling tegenover<br />

de vorige convenantregeling, waarbij de drie maanden binnen de negen maanden na de opleiding moesten vallen.<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

43


44<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER


financiële impulsen: jongerenleerlingwezen<br />

Een tweede reeks financiële stimuli gebeurt binnen het jongerenleerlingwezen (JLW) <strong>voor</strong> jongeren tussen 15 en 18<br />

jaar in het deeltijds onderwijs. <strong>De</strong> leerplichtige leerlingen combineren <strong>een</strong> deeltijdse opleiding <strong>met</strong> deeltijdse tewerkstelling<br />

in <strong>een</strong> bouwbedrijf. <strong>De</strong> opleiding duurt normaal 24 maanden. Na deze periode gaat de jongere als arbeider<br />

aan de slag in de onderneming.<br />

Dit opleidingsstelsel wordt geïnitieerd door de sector en wordt dus voluit ondersteund door het FVB. Er zijn zowel<br />

<strong>voor</strong>delen <strong>voor</strong> werkgever als bouwleerling. <strong>De</strong> werkgever betaalt de leerling <strong>een</strong> leervergoeding en kan <strong>een</strong> jonge<br />

kandidaat-bouwvakarbeider opleiden in zijn bedrijf. <strong>De</strong> bouwleerling wordt aangemoedigd door periodieke premies<br />

van het FVB. Hij heeft bovendien uitzicht op <strong>een</strong> vaste baan na het beëindigen van zijn JLW-contract.<br />

<strong>De</strong> sociale partners van de bouwsector verbeterden recent het statuut. <strong>De</strong> <strong>nieuwe</strong> sectorale cao maakt het <strong>voor</strong>taan<br />

mogelijk dat JLW-leerlingen samen <strong>met</strong> hun collega-arbeiders <strong>een</strong> opleiding volgen.<br />

financiële impulsen: peterschap<br />

“Werkgevers worden aangemoedigd om schoolverlaters in dienst te nemen”<br />

<strong>De</strong> peterschapsregeling maakt het interessanter <strong>voor</strong> <strong>een</strong> werkgever om <strong>een</strong> jonge schoolverlater in dienst te nemen,<br />

maar ook de jonge, pas afgestudeerde bouwleerling heeft er <strong>voor</strong>deel bij.<br />

<strong>De</strong> werkgevers worden aangemoedigd om jonge schoolverlaters in dienst te nemen. Dat gebeurt <strong>met</strong> het financieel<br />

interessante peterschapsstelsel. Een bedrijf dat <strong>een</strong> jongere <strong>met</strong> <strong>een</strong> bouwdiploma via <strong>een</strong> peterschapscontract in<br />

dienst neemt, ontvangt <strong>een</strong> premie van 2500 euro. In ruil begeleidt binnen het bedrijf <strong>een</strong> vaste peter de jonge arbeider<br />

en volgt de jongere binnen het jaar na de aanwerving <strong>een</strong> bijkomende praktijkopleiding bij <strong>een</strong> erkend<br />

opleidingscentrum.<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN DE KIJKER<br />

45


46<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT


Allochtonen in de bouwsector onderzocht<br />

Sterke participatie in sector en opleiding<br />

In de bouw werken proportioneel meer allochtonen dan in veel andere sectoren.<br />

Bouwvakarbeiders van allochtone afkomst vinden hun weg naar bijscholing.<br />

Ze volgen zelfs iets meer opleiding dan hun autochtone collega’s.<br />

Daarnaast sleutelt de sector aan <strong>een</strong> specifiek opleidingsaanbod <strong>voor</strong><br />

bouwvakarbeiders van buitenlandse afkomst. <strong>De</strong>ze inspanningen beperken zich<br />

echter niet tot opleiding. <strong>De</strong> sector werkt ook aan specifieke toeleidingsinitiatieven.<br />

<strong>De</strong>ze bereiden kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt <strong>voor</strong> op duurzame<br />

tewerkstelling in de bouwsector.<br />

allochtone tewerkstelling in de bouwsector<br />

Op steeds meer bouwplaatsen zetten autochtone bouwvakarbeiders samen <strong>met</strong> allochtone collega’s de schouders<br />

onder het werk. Net zoals de autochtone vaklui, komen de allochtonen daarbij aan bod op alle kwalificatieniveaus:<br />

<strong>een</strong> derde werkt als handlanger, 28 procent als geoefende en nog <strong>een</strong>s 39 procent als geschoold bouwvakarbeider.<br />

Voor de bouwsector vormen allochtonen <strong>een</strong> belangrijke wervingsreserve. Zes procent van de bouwvakarbeiders<br />

is van allochtone afkomst. Bijna vier op vijf onder hen heeft zijn roots in de Maghreb-landen of Turkije. Daarmee stelt<br />

de bouw proportioneel meer allochtonen tewerk dan veel andere sectoren.<br />

Een studie uit 2005 over de gevolgen van de EU-uitbreiding <strong>voor</strong> de arbeidsmarkt illustreert de sterke vertegenwoordiging<br />

van allochtonen in de bouwnijverheid op <strong>een</strong> andere wijze. <strong>De</strong> onderzoekers tonen aan dat van alle werkende<br />

Turken 17,5 procent in de bouwsector werkt. Van alle Noord-Afrikaanse (hoofdzakelijk Marokkaanse)<br />

loontrekkenden is 7,7 procent actief in de sector. <strong>De</strong> teneur is onmiskenbaar: bouwbedrijven bieden aan allochtonen<br />

meer werkkansen dan andere sectoren en geven hen volwaardige carrièremogelijkheden.<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Allochtonen sterk vertegenwoordigd in bouwsector<br />

Bouwvakarbeiders volgens<br />

afkomst<br />

Belg of onbekend<br />

EU (buiten België)<br />

Maghrebijnen en Turken<br />

Andere niet-EU<br />

TOTAAL<br />

94,0%<br />

0,9%<br />

4,7%<br />

0,4%<br />

100%<br />

bron: FVB, gegevens op basis van de situatie op 19 december<br />

2005, opsplitsing gebaseerd op naamherkenning.<br />

47


48<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Allochtonen vertegenwoordigd op alle kwalificatieniveaus<br />

18%<br />

ongeschoold<br />

Belgen Maghrebijnen en Turken EU-inwoners niet-EU-inwoners<br />

bron: FVB<br />

33%<br />

25%<br />

50%<br />

24%<br />

28%<br />

26%<br />

31%<br />

58%<br />

39%<br />

49%<br />

19%<br />

Tewerkstelling volgens afkomst<br />

Aandeel van de actieve beroepsbevolking<br />

werkend in de bouwsector<br />

geoefend geschoold Belgen Turken Noord-Afrikanen<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

94.4%<br />

5.6%<br />

82.5%<br />

17.5%<br />

werkend in de bouwsector<br />

werken in andere sectoren<br />

92.3%<br />

7.7%<br />

bron: KULeuven en IDEA Consult, Gevolgen van de<br />

EU-uitbreiding <strong>voor</strong> de Vlaamse arbeidsmarkt


ondersteuning door de sector<br />

<strong>De</strong> bouwsector heeft vele vacatures <strong>voor</strong> geschoolde bouwvakarbeiders. Om in de vraag naar arbeidskrachten te<br />

<strong>voor</strong>zien, wil de bouwsector de allochtone arbeidsreserve aanspreken. Vorming, toeleiding en opleiding spelen <strong>een</strong><br />

cruciale rol bij het <strong>voor</strong>bereiden van (kandidaat-)bouwvakarbeiders op de verwachtingen van werkgevers en klanten.<br />

<strong>De</strong> sector investeert daarom enerzijds in scholing en bijscholing, anderzijds in begeleiding en ondersteuning<br />

wanneer werkzoekenden in <strong>een</strong> bouwonderneming aan de slag gaan.<br />

allochtonen in om- en bijscholing<br />

“Allochtonen volgen <strong>een</strong> ruime waaier aan opleidingen”<br />

<strong>De</strong> bouwsector stemt zijn vormingsinspanningen af op de aanwezigheid van allochtonen. Twee indicatoren geven<br />

aan of de sector hier succes boekt:<br />

• de mate waarin allochtonen gebruik maken van het om- en bijscholingsaanbod<br />

• wijzigingen in het om- en bijscholingsaanbod, als antwoord op <strong>nieuwe</strong> behoeftes door de aanwezigheid<br />

van allochtonen<br />

We richten ons <strong>voor</strong>namelijk op de vertegenwoordiging van allochtonen uit Maghreb-landen of Turkije.<br />

Allochtone bouwvakarbeiders volgen <strong>een</strong> ruime waaier aan opleidingen. In de periode tussen 1 september 2004<br />

en 31 augustus 2005 volgden 923 allochtonen van Maghrebijnse of Turkse afkomst 238 verschillende opleidingen.<br />

Ze vertegenwoordigden op die manier 7 procent van de arbeiders die bijscholing volgden.<br />

<strong>De</strong> opleidingen die het meeste allochtonen van Maghrebijnse of Turkse origine aantrekken zijn vaak opleidingen<br />

die ook door andere groepen veel gevolgd worden, zoals ‘Basisveiligheid VCA’ , goed <strong>voor</strong> 291 allochtonen op<br />

3064 cursisten.<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

49


50<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Van diversiteit op de bouwplaats naar diversiteit in het opleidingsaanbod<br />

Het FVB past zijn opleidingsaanbod constant aan aan de <strong>nieuwe</strong> behoeftes vanuit de sector. <strong>De</strong> volgende opleidingen<br />

vormen <strong>een</strong> greep uit het aanbod dat de <strong>voor</strong>bije jaren tot stand kwam en op directe of indirecte manier inspeelt<br />

op de aanwezigheid van allochtonen in de bouwsector:<br />

Opleidingen <strong>voor</strong> allochtonen<br />

• Nederlands op de werkvloer: opleiding <strong>voor</strong> anderstaligen die <strong>voor</strong>al gericht is op de verwerving<br />

van relevante woordenschat<br />

• VCA <strong>voor</strong> anderstaligen: basisopleiding veiligheid die rekening houdt <strong>met</strong> de taalachterstand<br />

van anderstaligen<br />

• VCA in het Turks: basisopleiding veiligheid gedoceerd in het Turks<br />

• VCA in het Portugees: basisopleiding veiligheid gedoceerd in het Portugees<br />

Opleidingen <strong>voor</strong> ploegbazen/begeleiders van allochtonen<br />

• Opleiding ‘bouwpeters’: praktische en interactieve opleiding gericht op de opvang van <strong>een</strong><br />

nieuwkomer in het bouwbedrijf<br />

• Leidinggeven ploegbaas bouw: opleiding beoogt het verbeteren van de communicatie tussen<br />

bouwploegbazen en werknemers<br />

• Leidinggeven (coachen van werknemers uit kansengroepen): opleiding biedt ploegbazen ondersteuning<br />

bij het leidinggeven, coachen en omgaan <strong>met</strong> verschil<br />

Opleidingen <strong>voor</strong> allochtonen en hun collega’s<br />

• Attitudevorming: opleiding bevordert de deelnemer tot observatie, communicatie, zelfevaluatie,<br />

omgangsvormen en overleg binnen de werksfeer


“Opleidingen als antwoord op de toenemende diversiteit<br />

in <strong>een</strong> bouwploeg”<br />

Andere vaktechnische opleidingen die even<strong>een</strong>s <strong>een</strong> groot deel allochtonen aantrekken, maar niet speciaal <strong>voor</strong><br />

allochtonen worden georganiseerd, zijn bij<strong>voor</strong>beeld ‘Asbestverwijderaar’, <strong>met</strong> 50 procent allochtone cursisten en<br />

‘Isolatiemonteur’ <strong>met</strong> 47 procent allochtone cursisten.<br />

Naast hun participatie aan opleidingen georganiseerd <strong>voor</strong> alle werknemers uit de sector, schrijven allochtonen zich in<br />

<strong>voor</strong> opleidingen die speciaal op maat worden ingericht. Vaak spelen deze opleidingen in op de taalachterstand waar<br />

veel allochtonen mee kampen. Een <strong>voor</strong>beeld daarvan is ‘Nederlands op de werkvloer’. Daarin leren bouwvakarbeiders<br />

<strong>met</strong> <strong>een</strong> taalachterstand de <strong>voor</strong>naamste woordenschat die van pas kan komen in werksituaties. Tijdens het<br />

<strong>voor</strong>bije jaar volgden 117 allochtone bouwvakarbeiders deze lessenreeks.<br />

<strong>De</strong> opleidingen aan allochtonen van Turkse of Maghrebijnse afkomst waren goed <strong>voor</strong> 29.500 opleidingsuren. Ze<br />

staan daarmee in <strong>voor</strong> 7,2 procent van het totale aantal bijscholingsuren.<br />

Naast opleidingen die werken aan het inhalen van <strong>een</strong> taalachterstand, is er <strong>een</strong> <strong>nieuwe</strong> reeks opleidingen ontstaan<br />

die antwoorden formuleren op de toenemende diversiteit in <strong>een</strong> bouwploeg. Hun ontstaan hangt samen <strong>met</strong> de<br />

groeiende aanwezigheid van allochtonen, en de vaststelling dat het samenwerken niet steeds vanzelfsprekend is. <strong>De</strong><br />

doelgroep van deze opleidingen zijn niet noodzakelijk de allochtonen zelf, maar bij<strong>voor</strong>beeld ook werknemers of<br />

ploegbazen die <strong>met</strong> allochtone collega’s werken. Een <strong>voor</strong>beeld daarvan is de opleiding ‘Bouwpeters’. Die opleiding<br />

leert hoe <strong>nieuwe</strong> arbeiders het best begeleid worden om succesvol in het bouwbedrijf te integreren.<br />

<strong>De</strong> ontwikkeling van dergelijke opleidingen is <strong>een</strong> relatief recent gegeven. Het is duidelijk dat ze inspelen op <strong>een</strong><br />

bestaande behoefte. ‘Nederlands op de werkvloer’, of ‘Attitudevorming’ bij<strong>voor</strong>beeld zijn intussen uitgegroeid tot<br />

twee van de populairste opleidingen onder bouwvaklui.<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

51


52<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Allochtone vertegenwoordiging in bouwopleidingen:<br />

aantal cursisten<br />

11.076<br />

1.285<br />

autochtone arbeiders<br />

Bron: FVB, gegevens op basis van de situatie op 19 december 2005, opsplitsing gebaseerd op naamherkenning<br />

Allochtone vertegenwoordiging in bouwopleidingen:<br />

aantal gevolgde opleidingsuren<br />

allochtone arbeiders<br />

380.500<br />

29.500


allochtonen in sectorale toeleidingsinitiatieven<br />

“Bouwpool slaagt erin om de tewerkstellingsgraad van<br />

allochtonen te verhogen”<br />

Het engagement van de sociale partners om de arbeidsintegratie van allochtonen in de bouwsector te bevorderen, uit<br />

zich niet all<strong>een</strong> in de investeringen in het om- en bijscholingsaanbod. <strong>De</strong> sector onderneemt ook acties die stimuleren<br />

dat, vaak allochtone, langdurig werkzoekenden kunnen beginnen aan <strong>een</strong> geslaagde loopbaan in <strong>een</strong> bouwbedrijf.<br />

<strong>De</strong> bouwsector informeert en sensibiliseert werkzoekenden uit kansengroepen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> job in de bouw. Na scr<strong>een</strong>ing<br />

en <strong>een</strong> aangepaste opleiding krijgen de gemotiveerde kandidaten begeleiding bij hun eerste ervaringen als werknemer in<br />

de bouw. Om deze ondersteuning te realiseren, sloot de bouwsector in het <strong>voor</strong>bije jaar samenwerkingsakkoorden<br />

af <strong>met</strong> organisaties die in nauw contact staan <strong>met</strong> moeilijk bemiddelbare werkzoekenden. In Vlaanderen gaat het<br />

bij<strong>voor</strong>beeld om de OCMW’s, in Wallonië betreft het onder meer les Missions Régionales de l’Emploi.<br />

Daarnaast — en dat is toch uniek — bundelt de bouwsector de krachten samen <strong>met</strong> die van lokale besturen om de<br />

tewerkstellingsgraad te bevorderen van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. <strong>De</strong> zogenaamde Bouwpool-initiatieven,<br />

in de steden Antwerpen en Gent en de provincie Limburg, bereiken heel wat allochtone werkzoekenden. In Bouwpool<br />

Antwerpen is 65 procent van de kandidaten van allochtone afkomst. <strong>De</strong> andere Bouwpool-initiatieven vertonen<br />

dezelfde tendens.<br />

Essentieel kenmerk van de Bouwpool-initiatieven is dat, dankzij de goede contacten tussen de opleidingscentra en de<br />

werkgevers, de meeste kandidaten <strong>een</strong> gepaste opleiding volgen en na hun stage in <strong>een</strong> bouwbedrijf aan de slag<br />

kunnen en blijven dankzij jobcoaching. Via <strong>een</strong> sectorale aanpak slagen de Bouwpoolinitiatieven erin om de tewerkstellingsgraad<br />

van allochtonen te verhogen.<br />

Goede <strong>voor</strong>beelden werken aanstekelijk. <strong>De</strong> bouwsector overlegt <strong>met</strong> de lokale besturen om ook Bouwpools op te<br />

richten in de steden Kortrijk, Mechelen, en de regio’s <strong>De</strong>ndermonde/Sint-Niklaas en Aalst/Ronse. Ook in Wallonië<br />

hoopt het FVB gelijkaardige projecten te kunnen uitwerken. In Charleroi en Luik worden daartoe reeds concrete stappen<br />

ondernomen.<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

53


54<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Overzicht van de Toeleidingsprojecten <strong>met</strong> opleidingsfinaliteit<br />

• OCMW Diksmuide (West-Vlaanderen)<br />

• OCMW Middelkerke (West-Vlaanderen)<br />

• Vokans (Oost-Vlaanderen)<br />

• “<strong>De</strong> Bouwerij vzw” & “Werkwijzer” in<br />

samenwerking <strong>met</strong> Bouwpool (Antwerpen)<br />

• Wonen & Werken (Vlaams-Brabant)<br />

• MIREC/QCAF (Henegouwen)<br />

• Le Trusquin (Luxemburg)<br />

• Fonds Wallon du Logement (FWL) (Luik en Henegouwen)<br />

• FIAS-ACFI (Boulot, Bonnevie, CFPAS, APAJE) (Bruxelles)<br />

Bijna 1 op 4 bouwpoolers is van Maghrebijnse<br />

of Turkse afkomst<br />

Bouwpoolers* volgens afkomst<br />

4%<br />

34.2%<br />

27.7%<br />

Belgisch Maghrebijnen en Turken Andere EU<br />

Andere niet-EU Onbekend<br />

26.0%<br />

* kandidaten uit Bouwpool Antwerpen die werk vonden<br />

(n=594). <strong>De</strong>ze groep verschilde inzake verdeling volgens<br />

afkomst niet significant van alle oorspronkelijke kandidaten.<br />

bron: TEWEPRO & VDAB (bewerking WAV)<br />

1 september 2001 tot 30 juni 2005<br />

8%


allochtonen in het bouwonderwijs<br />

In het bouwonderwijs zijn allochtonen van Turkse of Maghrebijnse afkomst goed vertegenwoordigd. In het voltijds<br />

onderwijs staan ze in <strong>voor</strong> vijf procent van het leerlingenbestand. Dit cijfer is <strong>met</strong> enig <strong>voor</strong>behoud te lezen: het gaat<br />

om het aandeel allochtone leerlingen in scholen die <strong>met</strong> de bouwsector <strong>een</strong> convenant sloten, goed <strong>voor</strong> meer dan<br />

de helft van de Belgische bouwscholen.<br />

Voor de alternerende bouwopleidingen is de trend gelijklopend. In het jongerenleerlingwezen (JLW) nemen<br />

Maghrebijnen en Turken vijf procent van de populatie in, in de alternerende bouwopleiding ABO vertegenwoordigen<br />

ze vier procent van de jongeren.<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

“Turkse en Maghrebijnse jongeren zijn goed vertegenwoordigd<br />

in het bouwonderwijs”<br />

55


56<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Vijf praktijkmeningen over allochtonen in de bouw<br />

Op zoek naar praktijkervaringen werden vijf managers van bouwbedrijven geïnterviewd. <strong>De</strong> samenstelling van die groep had<br />

oog <strong>voor</strong> de breedte van de bouwsector: grote en kleine bedrijven, ondernemingen uit elk landsgedeelte en bedrijven uit<br />

verschillende deelsectoren.<br />

Hertel Groep Antwerpen is één van de vier Belgische vestigingen van de multinationale Hertel Groep. <strong>De</strong> vestiging in<br />

Antwerpen telt 900 werknemers en is gespecialiseerd in asbestverwijdering, industriële schilderwerken, stellingbouw en isolatie.<br />

<strong>De</strong> belangrijkste klanten zijn grote petrochemische en chemische bedrijven. Bij Hertel Groep Antwerpen werken veel<br />

allochtonen, maar hoeveel precies kan personeelschef Marc Ruys niet zeggen. “Want wanneer is iemand <strong>een</strong> allochtoon?”<br />

CEI is één van de grootste Europese bouwondernemingen. Het maakt deel uit van de Koninklijke BAM Groep. CEI’s actiedomeinen<br />

zijn divers: kantoor- en residentiële gebouwen, industriële projecten, waterzuiveringsinstallaties, spoor- en waterbouwkundige<br />

werken, baggerwerken, ... Bij het Brusselse bedrijf werken zo’n 200 arbeiders. Lucien Stevens,<br />

personeelsverantwoordelijke <strong>voor</strong> de arbeiders, telt 70 allochtonen bij CEI.<br />

Glas-Veranda’s Van <strong>De</strong>r Bauwhede is <strong>een</strong> Waregems familiebedrijf dat zich toelegt op de productie en plaatsing van glasinstallaties<br />

en veranda’s. <strong>De</strong> onderneming biedt totaaloplossingen op maat van de klant. “Ons bedrijf groeide op drie<br />

generaties uit tot <strong>een</strong> middelgrote onderneming <strong>met</strong> 35 werknemers”, zegt Kurt Vandenbroeke, personeels- en aankoopverantwoordelijke.<br />

“Daarvan zijn er twee van allochtone afkomst.”<br />

Dakwerken <strong>De</strong> Clerck is <strong>een</strong> polyvalent dakdekkersbedrijf uit Zwijndrecht. Het werkt zowel op industriële werven als in de<br />

particuliere woningbouw. Zijn actieterrein bestrijkt heel Vlaanderen, Brussel en soms Wallonië. Dakwerken <strong>De</strong> Clerck telt acht<br />

dakdekkers, zaakvoerder Luc <strong>De</strong> Clerck inbegrepen. “Vijf van mijn arbeiders zijn van allochtone afkomst.”<br />

<strong>De</strong>nis Adang is sinds 1987 zaakvoerder van zijn gelijknamig renovatiebedrijf in Charleroi. Hij specialiseerde zich in het restaureren<br />

en verbouwen van rustieke gebouwen. <strong>De</strong> actieradius beslaat grote delen van Wallonië en ook Brussel. Heel af en toe<br />

steekt hij op vraag van <strong>een</strong> klant ook de taalgrens over. In het bedrijf werken drie arbeiders, allen van allochtone afkomst.<br />

<strong>De</strong>nis Adang werkt zelf ook mee op de werf.


Allochtonen in de bouwsector onderzocht<br />

Bedrijven aan het woord<br />

Allochtonen zijn goed vertegenwoordigd in de bouwsector. Uit de combinatie<br />

van de aanhoudende grote vraag naar arbeidskrachten in de sector en de hoge<br />

werkloosheidscijfers onder allochtonen, ontstaat <strong>een</strong> beloftevolle situatie.<br />

Maar verloopt één en ander in de praktijk vlot? Vijf bouwbedrijven bespreken<br />

hun ervaringen. <strong>De</strong> pijnpunten zijn de gebrekkige taalkennis in Vlaanderen en<br />

de culturele verschillen die makkelijk leiden tot onbegrip. Maar de ervaringen<br />

zijn bemoedigend. Van racisme, door klanten of van collega’s, is nauwelijks sprake.<br />

<strong>De</strong> gesprekken leren dat de integratie van allochtonen in bouwbedrijven kan slagen.<br />

<strong>De</strong> volgende bladzijden richten de blik op de praktijk. Ze peilen naar de ervaringen van vijf ondernemingen waar<br />

reeds meerdere jaren allochtonen werken. Stuk <strong>voor</strong> stuk zijn de gesprekpartners ‘praktijkexperts’: ze werven allochtonen<br />

aan, zien hen dagelijks aan het werk en in hun bedrijf werken allochtonen en autochtonen elke dag samen.<br />

Duidelijk moet zijn dat de vijf bedrijven g<strong>een</strong> dwarsdoorsnede vormen van de situatie van allochtonen in de bouwnijverheid.<br />

Maar hun ervaringen bakenen belangrijke kansen en moeilijkheden af bij de tewerkstelling van allochtonen.<br />

Achter<strong>een</strong>volgens worden volgende thema’s belicht:<br />

• het in dienst nemen van allochtonen is g<strong>een</strong> bewuste keuze<br />

• de meerwaarde van kleur in het bedrijf<br />

• de bezorgdheid over de gebrekkige taalkennis in Vlaanderen<br />

• negatieve reacties van klanten: <strong>een</strong> onterechte vrees<br />

• religie op de bouwplaats<br />

• wat integratie precies is<br />

• arbeidsintegratie van allochtonen: hulpmiddelen en oplossingsstrategieën<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

57


58<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT


allochtonen in dienst nemen: g<strong>een</strong> bewuste keuze<br />

Het in dienst nemen van allochtone arbeiders is <strong>voor</strong> de geïnterviewde ondernemingen g<strong>een</strong> bewuste politiek. G<strong>een</strong><br />

enkel bedrijf ‘koos’ <strong>voor</strong> allochtonen. Het zijn werkzoekenden zoals anderen. Het putten uit de allochtone arbeidsreserve<br />

is in eerste instantie <strong>een</strong> pragmatische oplossing, die opgedrongen wordt door het gebrek aan bekwame of<br />

geschikte sollicitanten van eigen bodem. Marc Ruys: “Bouwvakarbeiders zijn moeilijk te vinden en onder de allochtone<br />

bevolking zijn er wel kandidaten. Het is logisch dat je uit die groep rekruteert.”<br />

In <strong>een</strong> volledig autochtoon bedrijf ligt de eerste keuze <strong>voor</strong> <strong>een</strong> allochtoon nochtans vaak wat minder <strong>voor</strong> de hand.<br />

Dat is g<strong>een</strong> bewuste politiek van wering, maar ontstaat veeleer uit onvertrouwdheid. Het eerste contact komt vaak via<br />

<strong>een</strong> school of opleidingscentrum tot stand. Die zijn op zoek naar stageplaatsen <strong>voor</strong> hun cursisten. Dat creëren van<br />

de eerste ‘opening’ <strong>voor</strong> allochtone arbeiders is <strong>een</strong> onverwachte <strong>extra</strong> van opleidingscentra. Initiatieven als<br />

Bouwpool slagen erin allochtonen toe te leiden naar de sector. Luc <strong>De</strong> Clerk: “Een drietal jaar geleden contacteerde<br />

het VDAB-opleidingscentrum in Hamme me <strong>voor</strong> het eerst <strong>voor</strong> <strong>een</strong> stage <strong>voor</strong> één van hun allochtone kandidaten.<br />

Het was <strong>een</strong> positieve ervaring. <strong>De</strong> andere allochtone arbeiders kwamen later ook via Bouwpool bij ons terecht.”<br />

kleur in het bedrijf: <strong>een</strong> meerwaarde<br />

“<strong>De</strong> aanwezigheid van allochtone collega’s wakkert de leergierigheid aan”<br />

Ook na hun ervaringen <strong>met</strong> allochtone werknemers hebben de vijf bedrijven g<strong>een</strong> <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> arbeiders van allochtone<br />

afkomst. <strong>De</strong>nis Adang ziet helemaal g<strong>een</strong> verschil: “Er zijn goede Belgen en er zijn goede allochtonen. En slechte<br />

Belgen en slechte allochtonen. Ik kan niet zeggen dat de enen gemiddeld beter presteren dan de anderen.”<br />

Toch kennen de andere gesprekspartners <strong>een</strong> meerwaarde toe aan hun kleurrijk personeelsbestand. Hun ervaring doet<br />

hen de inzet van allochtone kandidaat-bouwvakarbeiders over het algem<strong>een</strong> hoger inschatten dan die van hun<br />

autochtone collega’s. Marc Ruys: “Ze werken graag en hebben de juiste mentaliteit. Misschien motiveert hun maatschappelijke<br />

achterstand als groep hen om zich te bewijzen.”<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

59


60<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Lucien Stevens: “Bij CEI zijn de meeste allochtonen van Turkse origine.<br />

We richten <strong>voor</strong> hen VCA-examens in het Turks in”


Ten aanzien van de klanten levert het werken <strong>met</strong> allochtonen soms <strong>voor</strong>delen op. Ook allochtonen bouwen of<br />

verbouwen, en doen beroep op <strong>een</strong> bouwbedrijf. Kurt Vandenbroeke: “Als de klant van allochtone afkomst is,<br />

wordt de barrière <strong>met</strong> de ploeg kleiner als daar ook kleur in zit. En indien die klant g<strong>een</strong> Nederlands kent, hebben<br />

we <strong>met</strong><strong>een</strong> <strong>een</strong> tolk bij.” In de marge van de bedrijfsvoering <strong>zorgt</strong> <strong>een</strong> kleurrijk personeelsbestand nog <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />

meerwaarde. Zo wakkert de aanwezigheid van allochtone collega’s de wederzijdse leer- en nieuwsgierigheid aan.<br />

Dit <strong>zorgt</strong> <strong>voor</strong> <strong>extra</strong> interactie tussen de arbeiders en meer sociaal contact. Voor alle betrokkenen gaat vaak <strong>een</strong><br />

wereld open waar men <strong>voor</strong>af g<strong>een</strong> besef van had.<br />

taalbezorgdheid<br />

“Er zijn ook klanten van allochtone afkomst: ook zij bouwen of verbouwen”<br />

<strong>De</strong>sondanks verhullen de geïnterviewden niet dat allochtonen op de werkvloer ook moeilijkheden meebrengen. <strong>De</strong><br />

bezorgdheid om taalproblemen op de bouwplaats kwam prominent naar voren. Elk van de gesprekspartners ziet de<br />

kennis van respectievelijk het Nederlands of het Frans als <strong>een</strong> belangrijke <strong>voor</strong>waarde om zich succesvol in het bedrijf<br />

te integreren. Vooral in Vlaanderen is de bezorgdheid groot. Het taalprobleem stelt zich in Wallonië veel minder,<br />

omdat veel allochtonen opgroeiden <strong>met</strong> het Frans.<br />

<strong>De</strong> taalproblematiek stelt zich niet in het minst bij veiligheidsrisico’s. Het leidde tot experimenten <strong>met</strong> VCAopleidingen<br />

in andere talen. Over hun nut lopen de meningen uit<strong>een</strong>. <strong>De</strong> pragmatiek haalt het in bedrijven die homogene<br />

groepen allochtonen tewerkstellen en <strong>voor</strong>al routinewerken uitvoeren. “Bij CEI zijn de meeste allochtonen van<br />

Turkse origine”, zegt Lucien Stevens. “Hun <strong>voor</strong>naamste probleem is de taal. Ze kunnen soms g<strong>een</strong> Nederlands en<br />

g<strong>een</strong> Frans. Omdat we die mensen echt nodig hebben en weten dat we erop kunnen rekenen, richten we <strong>voor</strong> hen<br />

VCA-examens in het Turks in. Zo kunnen ze ook het VCA-attest behalen en voldoen ze aan de certificeringseisen.”<br />

<strong>De</strong> Hertel Groep organiseerde vroeger zelf taalopleidingen. “We begonnen <strong>met</strong> taalcursussen en technische opleidingen”,<br />

zegt Marc Ruys. “Nederlands op de werkvloer is onder meer op onze vraag in het opleidingsaanbod van het FVB<br />

opgenomen. Intussen zijn we dat stadium <strong>voor</strong>bij. We voelen ons als bedrijf niet meer verantwoordelijk om taalcursussen<br />

te organiseren. Dat moet door de overheid gebeuren.”<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

61


62<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Luc <strong>De</strong> Clerck: “ Klanten stellen vragen: vanwaar komen ze,<br />

hoe wierf je ze aan, … Maar g<strong>een</strong> negatieve reacties.”


Maar het taalprobleem stelt zich ook subtieler: de communicatie <strong>met</strong> de collega’s en eventueel <strong>met</strong> de klant verloopt<br />

s<strong>troef</strong> als de allochtone arbeider de ‘taal’ van de streek niet beheerst. Zelfs na de nodige taalcursussen blijft het moeilijk.<br />

Luc <strong>De</strong>clerck: “Mensen spreken onder elkaar vaak dialect. Daar staan die allochtonen dan <strong>met</strong> hun cursus Nederlands.<br />

Ze verstaan er nog altijd niets van.”<br />

negatieve reacties van klanten: <strong>een</strong> onterechte vrees<br />

“Wie zijn job goed doet, verdient g<strong>een</strong> commentaar”<br />

<strong>De</strong> vrees <strong>voor</strong> negatieve reacties van klanten is onterecht. Lucien Stevens is formeel: “We kregen nog nooit negatieve<br />

reacties.” Ook de bedrijven die zich op de particulierenmarkt richten, hoorden nog nooit kritiek op hun allochtone<br />

personeelsleden. Luc <strong>De</strong> Clerck merkt veeleer <strong>een</strong> interesse: “Men stelt vragen: vanwaar komen ze, hoe wierf je ze<br />

aan, … Maar g<strong>een</strong> negatieve reacties.” “Waarom zou het ook?”, zegt <strong>De</strong>nis Adang. “Ze kennen hun job en doen hun<br />

werk goed. Bovendien is <strong>een</strong> deel van onze klanten zelf van allochtone afkomst.”<br />

Meer wrijvingen zijn er binnen het eigen personeelsbestand te verwachten. Vier van de vijf gesprekspartners geven<br />

toe dat de komst van allochtonen in het bedrijf <strong>voor</strong> moeilijkheden <strong>met</strong> collega’s zorgde. Soms komt het tot racistische<br />

opstootjes. <strong>De</strong>nis Adang: “Toen ik <strong>voor</strong> het eerst <strong>een</strong> allochtoon aanwierf, waren er spanningen <strong>met</strong> één racistische<br />

arbeider. Ik probeerde om te bemiddelen, maar uiteindelijk is die arbeider vertrokken. Hij was bij ons niet meer<br />

op zijn plaats. Wie zijn job goed doet, verdient g<strong>een</strong> commentaar.”<br />

Veel andere spanningen vinden hun oorsprong in kleine aanleidingen of gevoeligheden. Marc Ruys: “Op zich zijn<br />

er niet meer meningsverschillen <strong>met</strong> allochtonen dan <strong>met</strong> autochtonen. Door hun andere afkomst komen er<br />

gewoon potentiële struikelstenen bij.” Bij wrijvingen is niet zozeer het allochtoon-zijn doorslaggevend, maar<br />

meestal de (grotere) verschillen tussen personen. Luc <strong>De</strong> Clerck diept <strong>een</strong> <strong>voor</strong>beeld op: “<strong>De</strong> ene keer dat we echt<br />

<strong>een</strong> probleem hadden in de ploeg, was dat onder allochtonen. Een christen uit Sierra Leone beledigde <strong>een</strong> islamitische<br />

collega uit onbegrip <strong>voor</strong> <strong>een</strong> gevoeligheid die bij moslims leeft. Intussen is dat uitgepraat en kennen ze<br />

elkaars leefwereld beter.”<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

63


64<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Kurt Vandenbroeke: “Voor ons is er g<strong>een</strong> verschil tussen <strong>een</strong><br />

Club Brugge–supporter die verlof wil op de dagen dat zijn ploeg<br />

thuis speelt en <strong>een</strong> moslim die vakantie wil <strong>met</strong> het Suikerfeest.”


eligie op de bouwplaats<br />

Religie blijkt in de werfpraktijk g<strong>een</strong> onderwerp van betekenis. Het merendeel van de allochtone bouwvakarbeiders<br />

belijdt de islam, maar volgens de getuigenissen levert dat g<strong>een</strong> noemenswaardige problemen op. En zolang<br />

personeelsleden volgens verwachting functioneren, is religie <strong>een</strong> privé-aangelegenheid waar de werkgever zich liever<br />

niet in mengt.<br />

Anderzijds blijkt <strong>een</strong> flexibele werk- en vakantieregeling zijn nut te hebben. Moslims nemen liever verlof tijdens de<br />

ramadan, terwijl autochtonen tijdens de krokusvakantie graag naar de sneeuw trekken. Kurt Vandenbroeke chargeert:<br />

“Mij moeten ze dat nog steeds uitleggen. Wat is nu eigenlijk het verschil tussen <strong>een</strong> Club Brugge-supporter die verlof<br />

wil op de dagen dat zijn ploeg thuis speelt en <strong>een</strong> moslim die vakantie wil <strong>met</strong> het Suikerfeest. Wij verwachten flexibiliteit<br />

van onze mensen en zij kunnen erop rekenen dat wij flexibel zijn <strong>voor</strong> hen. Flexibiliteit werkt als het van twee<br />

kanten komt.”<br />

Enige toeschietelijkheid helpt altijd. “Twee jaar geleden was het bij ons minder druk tijdens de ramadan”, herinnert<br />

<strong>De</strong>nis Adang zich. “Dan ging het om overdag niet te eten en toch te blijven werken. Het <strong>voor</strong>bije jaar was er <strong>een</strong> pak<br />

meer werk. Dan hebben ze nu en dan gegeten, om het werk aan te kunnen. We appreciëren dat van elkaar.”<br />

productiviteit of welzijn als maat <strong>voor</strong> integratie<br />

“Onze allochtone ploegen zijn even productief als onze<br />

autochtone ploegen”<br />

<strong>De</strong> vijf bedrijven zijn trots op de mate waarin de door hen aangeworven allochtonen zich integreerden in hun bedrijf.<br />

Toch is het opvallend hoe de ene gesprekspartner heel andere elementen aanvoert dan de andere om deze stelling<br />

te ondersteunen. “Onze allochtone ploegen zijn even productief als onze autochtone ploegen”, zegt Lucien Stevens.<br />

“<strong>De</strong> integratie van allochtonen in CEI is geslaagd. En logischerwijze maken allochtonen carrière. CEI heeft nu <strong>een</strong><br />

ploegbaas van Turkse afkomst.”<br />

Marc Ruys van de Hertel Groep wijst op de formele functies van allochtone werkkrachten. “In ons bedrijf zitten<br />

allochtonen in de ondernemingsraad. Thuis in Borgerhout lopen sommigen volledig traditioneel gekleed, maar hier<br />

komen ze in maatpak.”<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

65


66<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

<strong>De</strong>nis Adang: “Veel grote bedrijven werken bijna uitsluitend <strong>voor</strong> overheden.<br />

Een quotum is <strong>voor</strong> die bedrijven gewoon <strong>een</strong> verwachting van de klant.”


Anderen vinden de informele communicatie tussen autochtonen en allochtonen belangrijker. “Tiruneh, onze<br />

Ethiopische arbeider, speelt mee <strong>met</strong> onze voetbalploeg. Dat is integratie”, zegt Kurt Vandenbroeke. “Maar Tiruneh is<br />

ook aanwezig op personeelsfeesten. En bij de geboorte van zijn kindje stonden zijn collega’s naast de wieg. Dat soort<br />

contacten zet <strong>een</strong> teneur. Als we <strong>nieuwe</strong> mensen aanwerven, worden hij en onze ingenieur van Marokkaanse afkomst<br />

ingeschakeld in het onthaal.”<br />

Grote en kleine bedrijven vullen ‘integratie’ elk anders in. Die tweedeling wordt bevestigd wanneer gevraagd wordt<br />

<strong>een</strong> inschatting te maken van de integratiekansen van allochtonen in respectievelijk <strong>een</strong> groot bedrijf en <strong>een</strong> KMO. <strong>De</strong><br />

gesprekspartners uit grote bedrijven denken dat integratie vlotter verloopt bij hen dan bij KMO’s, terwijl de vertegenwoordigers<br />

van de KMO’s net het tegenovergestelde vermoeden. Misschien hebben beiden gelijk. Afhankelijk van het<br />

relatieve gewicht dat toegekend wordt aan productiviteit en welzijn in de definitie van integratie, komen andere<br />

bedrijfsprofielen als gunstig naar voren.<br />

arbeidsintegratie van allochtonen: hulpmiddelen en oplossingsstrategieën<br />

“Tiruneh, onze Ethiopische arbeider, speelt mee <strong>met</strong> onze voetbalploeg:<br />

dat is integratie”<br />

Ondanks hun positieve ervaringen <strong>met</strong> allochtonen, zijn de meeste gesprekspartners tegenstanders van opgelegde<br />

quota <strong>voor</strong> het aanwerven van allochtonen. <strong>De</strong>nis Adang is echter niet principieel tegen quota. “Als die regelgeving<br />

redelijk is en tot stand kwam na grondig overleg <strong>met</strong> de sociale partners, moet dat haalbaar zijn. Het gaat er <strong>voor</strong>al<br />

over dat kleine ondernemingen g<strong>een</strong> verplichting opgelegd krijgen om <strong>extra</strong> allochtonen aan te werven. Maar <strong>voor</strong><br />

grote bedrijven is dat misschien wel haalbaar. Veel grote bedrijven werken bijna uitsluitend <strong>voor</strong> overheden. Een<br />

quotum is <strong>voor</strong> die bedrijven gewoon <strong>een</strong> verwachting van <strong>een</strong> klant. Als <strong>een</strong> goede Waalse klant me vraagt om ook<br />

zijn huis in Gent te renoveren, dan doe ik dat. Ook al werk ik normaal niet in Vlaanderen. Dat is <strong>een</strong> kwestie van<br />

wederzijds belang. <strong>De</strong> overheid heeft er baat bij dat allochtonen werk vinden, de grote bedrijven dat ze overheidsopdrachten<br />

mogen uitvoeren. Voor wat, hoort wat.”<br />

<strong>De</strong> vier andere gesprekspartners willen niet van quota weten en wijzen opgelegde verplichtingen af. <strong>De</strong> integratie<br />

van allochtonen is volgens hen <strong>voor</strong>eerst <strong>een</strong> verantwoordelijkheid van de leidinggevenden in het bedrijf. Dat<br />

wordt breed gezien: niet all<strong>een</strong> de directeur of personeelsdienst moet <strong>voor</strong>op lopen, maar ook de ploegbaas heeft<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

67


68<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

Marc Ruys: “Diversiteitsplannen benadrukken de verschillen.<br />

Om <strong>met</strong><strong>een</strong> daarna te zeggen dat er g<strong>een</strong> verschillen mogen zijn …”


“Opdoen van vakkennis is ook <strong>voor</strong> allochtonen <strong>een</strong> absolute must”<br />

daar <strong>een</strong> taak en <strong>voor</strong>beeld in. <strong>De</strong> overheid moet bedrijven overtuigen en stimuleren om allochtonen aan te werven.<br />

<strong>De</strong> Hertel Groep zweert bij preventieve acties. Dit begint bij het onthaal van <strong>nieuwe</strong> werknemers. Marc Ruys: “Als<br />

<strong>nieuwe</strong> kandidaten zich bij ons aandienen, laten we ze eerst <strong>een</strong> filmpje over ons bedrijf zien, waarover ze nadien<br />

vragen moeten oplossen. Op die manier hebben we onmiddellijk <strong>een</strong> idee van hun kennis van het Nederlands en<br />

hun interesse in de job.”<br />

Maar net zoals <strong>voor</strong> hun autochtone collega’s is het opdoen van vakkennis ook <strong>voor</strong> allochtonen <strong>een</strong> absolute must<br />

om tot <strong>een</strong> gewaardeerd bouwvakarbeider uit te groeien. Opnieuw is de Hertel Groep erg actief. “<strong>De</strong> opleiding ‘bouwpeters’<br />

startte mee onder onze impuls. Voor allochtonen is <strong>een</strong> professionele begeleiding echt wel belangrijk als ze<br />

het bedrijf binnenkomen. Er is zoveel nieuw <strong>voor</strong> hen. In die opleiding ‘bouwpeters’ leren toekomstige peters omgaan<br />

<strong>met</strong> andere culturen, weerstanden, ... Daarnaast voeren we op dit ogenblik ‘jobcoaches’ in. Dat zijn ervaren bouwvakarbeiders<br />

die, los van de ploegbaas, op de bouwplaats zowel vakkennis doorgeven als attitudes aanleren. Het is de<br />

bedoeling dat zo’n jobcoach op <strong>een</strong> maand <strong>een</strong> twaalftal dagen meegaat naar de bouwplaats.”<br />

Een aanmoedigingsbeleid van de overheid kan op bijval rekenen. Het gaat dan bij<strong>voor</strong>beeld om steun aan bedrijven<br />

die allochtonen aanwerven. Van der Bauwhede schreef <strong>een</strong> diversiteitsplan en kreeg financiële steun <strong>voor</strong> de<br />

uitbouw van <strong>een</strong> integratietraject. <strong>De</strong> ervaringen zijn positief. Personeelsverantwoordelijke Kurt Vandenbroeke legt<br />

uit: “Wij konden via het Subregionaal Tewerkstellingscomité beroep doen op <strong>een</strong> externe begeleider. Die volgde<br />

ons zes maanden en kwam in die periode zes of zeven keer op bezoek op de werkvloer. Er werd gewerkt <strong>met</strong> concrete<br />

doelstellingen en tussentijdse evaluaties. Dat ging goed. In het begin ging het over zaken als stiptheid,<br />

nadien over de invulling van de job.”<br />

Toch is de invulling van dergelijke maatregelen delicaat. Marc Ruys: “Ik twijfel. Diversiteitsplannen en veel soortgelijke<br />

maatregelen benadrukken juist de verschillen. Om <strong>met</strong><strong>een</strong> daarna te zeggen dat er g<strong>een</strong> verschillen mogen zijn ...”<br />

HET FVB IN 2004-2005 ALLOCHTONEN IN DE BOUWSECTOR ONDERZOCHT<br />

69


70<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS


In cijfers<br />

Bouwsector<br />

Bijscholing<br />

Omscholing<br />

Onderwijs<br />

Peterschap<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

• Structuur van de arbeiderspopulatie: per gewest tabel p.73<br />

• Structuur van de arbeiderspopulatie: volgens bedrijfsgrootte grafiek p.73<br />

• Structuur van de arbeiderspopulatie: per leeftijdscategorie grafiek p.74<br />

• Structuur van de arbeiderspopulatie: per subsector grafiek p.75<br />

• <strong>De</strong>elname aan opleiding: volgens bedrijfsgrootte tabel p.77<br />

• <strong>De</strong>elname aan opleiding: per leeftijdscategorie grafiek p.79<br />

• <strong>De</strong>elname aan opleiding: per subsector tabel p.80<br />

• <strong>De</strong>elname aan opleiding: per looncategorie grafiek p.80<br />

• <strong>De</strong>elname aan opleiding: per domein tabel + grafiek p.81<br />

Jongerenleerlingwezen (JLW)<br />

• Jongerenleerlingwezen: gestarte contracten volgens bedrijfsgrootte grafiek p.83<br />

• Jongerenleerlingwezen: gestarte contracten per beroep tabel p.83<br />

Alternerende Bouwopleiding (ABO)<br />

• Alternerende bouwopleiding: gestarte contracten volgens bedrijfsgrootte grafiek p.84<br />

• Alternerende bouwopleiding: gestarte contracten per beroep tabel p.85<br />

Basisopleiding<br />

• Basisopleiding: aantal cursisten grafiek p.86<br />

• Basisopleiding: aantal opleidingsuren grafiek p.86<br />

• Bouwonderwijs in het schooljaar 2004-2005 tabel p.87<br />

• Convenantonderwijs in het schooljaar 2004-2005 tabel p.87<br />

• Doorstroming vanuit het convenantonderwijs tabel p.87<br />

• Peterschap: per subsector tabel p.89<br />

• Peterschap: volgens bedrijfsgrootte grafiek p.89<br />

71


72<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS


Bouwsector<br />

Structuur van de arbeiderspopulatie: per gewest<br />

Vlaanderen<br />

Wallonië<br />

Brussel<br />

TOTAAL<br />

Structuur van de arbeiderspopulatie: per gewest<br />

Structuur van de arbeiderspopulatie: volgens bedrijfsgrootte<br />

Structuur van de arbeiderspopulatie: per leeftijdscategorie<br />

Structuur van de arbeiderspopulatie: per subsector<br />

Aantal<br />

Aantal arbeiders<br />

bedrijven Vrouwen Mannen Totaal<br />

18.290<br />

9.550<br />

1.830<br />

29.670<br />

960<br />

200<br />

40<br />

1.200<br />

101.490<br />

45.920<br />

11.390<br />

158.800<br />

102.450<br />

46.120<br />

11.430<br />

160.000<br />

100%<br />

95<br />

90<br />

85<br />

80<br />

75<br />

70<br />

65<br />

60<br />

55<br />

50<br />

45<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0%<br />

5<br />

26<br />

95<br />

238<br />

1.140<br />

4.698<br />

23.471<br />

aantal bedrijven aantal arbeiders<br />

bedrijfsgrootte volgens aantal werknemers<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

Structuur van de arbeiderspopulatie:<br />

volgens bedrijfsgrootte<br />

4.098<br />

8.639<br />

14.421<br />

17.208<br />

35.017<br />

46.463<br />

34.154<br />

≤5 6-19 20-49 50-99 100-249 250-499 ≥500<br />

73


74<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

20000<br />

15000<br />

10000<br />

5000<br />

0<br />

Structuur van de arbeiderspopulatie: per leeftijdscategorie<br />

2.655<br />

18.696<br />

20.771<br />

aantal arbeiders<br />

21.785<br />

23.493<br />

23.074<br />

leeftijdscategorie<br />

15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65<br />

20.675<br />

16.294<br />

10.041<br />

2.516


Structuur van de arbeiderspopulatie: per subsector<br />

ruwbouw<br />

wegenbouw<br />

schrijnwerk<br />

overige afwerking<br />

1.248<br />

sanitair en CV<br />

schilderwerken<br />

ruwbouwafwerking<br />

bagger<br />

andere<br />

5.261<br />

7.413<br />

7.273<br />

9.210<br />

11.487<br />

13.743<br />

14.954<br />

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000 84000 86000 88000<br />

de categorie 'overige afwerking' overkoepelt de sectoren<br />

• isolatiewerkzaamheden<br />

• plaatsen van behang<br />

• glaszetten<br />

• overige bouwinstallatie<br />

• overige werkzaamheden i.v.m. de afwerking van gebouwen<br />

de categorie 'andere' overkoepelt onder meer:<br />

• handel in bouwmateriaal<br />

• vervaardiging van grondstoffen en materiaal<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

89.411<br />

aantal arbeiders<br />

75


76<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS


Bijscholing<br />

<strong>De</strong>elname aan opleiding: volgens bedrijfsgrootte<br />

<strong>De</strong>elname aan opleiding: per leeftijdscategorie<br />

<strong>De</strong>elname aan opleiding: per subsector<br />

<strong>De</strong>elname aan opleiding: per looncategorie<br />

<strong>De</strong>elname aan opleiding: per domein<br />

<strong>De</strong>elname aan opleiding: volgens bedrijfsgrootte<br />

Bedrijfsgrootte<br />

G<strong>een</strong> tot 5 werknemers<br />

6 tot 19 werknemers<br />

20 tot 49 werknemers<br />

50 tot 99 werknemers<br />

100 tot 249 werknemers<br />

250 tot 499 werknemers<br />

500 of meer werknemers<br />

TOTAAL<br />

Totaal aantal<br />

bedrijven<br />

23.471<br />

4.698<br />

1.140<br />

238<br />

95<br />

26<br />

5<br />

29.673<br />

Aantal bedrijven<br />

<strong>met</strong> opleiding<br />

583<br />

695<br />

432<br />

170<br />

90<br />

26<br />

5<br />

2.001<br />

Totaal aantal<br />

arbeiders<br />

34.154<br />

46.463<br />

35.017<br />

17.208<br />

14.421<br />

8.639<br />

4.098<br />

160.000<br />

Aantal arbeiders<br />

<strong>met</strong> opleiding<br />

867<br />

2.086<br />

2.444<br />

2.373<br />

2.500<br />

2.142<br />

994<br />

13.406<br />

Aantal<br />

opleidingsuren<br />

32.060<br />

68.067<br />

73.755<br />

60.459<br />

70.739<br />

67.210<br />

38.707<br />

410.997<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

77


78<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS


aantal arbeiders<br />

<strong>De</strong>elname aan opleiding: per leeftijdscategorie<br />

2400 80000<br />

2200<br />

2000<br />

1800<br />

1600<br />

1400<br />

1200<br />

1000<br />

800<br />

600<br />

400<br />

200<br />

0<br />

170<br />

6.534<br />

1.985<br />

76.059<br />

2.061<br />

75.221<br />

2.045<br />

63.446<br />

2.232<br />

66.194<br />

leeftijdscategorie<br />

15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65<br />

1.965<br />

54.511<br />

1.568<br />

38.825<br />

aantal arbeiders <strong>met</strong> opleiding aantal opleidingsuren<br />

963<br />

22.345<br />

386<br />

7.216<br />

30<br />

740<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

75000<br />

70000<br />

65000<br />

60000<br />

55000<br />

50000<br />

45000<br />

40000<br />

35000<br />

30000<br />

25000<br />

20000<br />

15000<br />

10000<br />

5000<br />

0 uur<br />

aantal opleidingsuren<br />

79


80<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

<strong>De</strong>elname aan opleiding: per subsector<br />

Ruwbouw<br />

Sanitair en CV<br />

Schrijnwerk<br />

Wegenbouw<br />

Overige afwerking<br />

Ruwbouwafwerking<br />

Bagger<br />

Andere<br />

TOTAAL<br />

Aantal bedrijven<br />

<strong>met</strong> opleiding<br />

1.087<br />

279<br />

156<br />

155<br />

150<br />

52<br />

9<br />

113<br />

2.001<br />

Aantal arbeiders<br />

<strong>met</strong> opleiding<br />

7.545<br />

894<br />

439<br />

2.091<br />

1.333<br />

154<br />

376<br />

574<br />

13.406<br />

Aantal<br />

opleidingsuren<br />

244.103<br />

22.056<br />

12.309<br />

54.958<br />

35.364<br />

5.312<br />

22.672<br />

14.223<br />

410.997<br />

<strong>De</strong>elname aan opleiding: per looncategorie<br />

arbeiders opleidingsuren<br />

4.960<br />

3.352<br />

2.413<br />

2.681<br />

Totaal: 13.406 Totaal: 410.998<br />

categorie 1 (ongeschoold) categorie 2 (geoefend) categorie 3 (geschoold 1e graad) categorie 4 en meer (geschoold 2e graad en meer)<br />

163.897<br />

75.707<br />

92.015<br />

79.379


<strong>De</strong>elname aan opleiding: per domein<br />

Domein<br />

Veiligheid<br />

Metselaar<br />

Baggerwerker<br />

Bouwplaatsmachinist<br />

Stellingbouwer<br />

Torenkraanbestuurder<br />

Monteur centrale verwarming<br />

Bekister<br />

Ploegbaas bouw<br />

Andere machinale beroepen<br />

Chauffeur<br />

Dakdekker<br />

Schilder-decorateur<br />

Andere opleidingen<br />

EHBO<br />

Stukadoor<br />

Heftruckbestuurder<br />

Wegenbouwer<br />

Tegelzetter<br />

Asbestverwijderaar<br />

Taalpraktijk op de werkvloer<br />

Industrieel isolateur<br />

Informatica<br />

Aantal<br />

opleidingsuren<br />

52.453<br />

38.209<br />

25.432<br />

21.667<br />

21.108<br />

20.835<br />

18.938<br />

18.832<br />

14.329<br />

14.007<br />

13.462<br />

11.176<br />

10.801<br />

10.200<br />

8.310<br />

7.268<br />

7.016<br />

6.384<br />

5.733<br />

5.728<br />

5.509<br />

5.432<br />

5.402<br />

Domein<br />

Sanitair installateur<br />

Bestuurder mobiele kraan en verreiker<br />

Spoorwerker<br />

Plaatser nutsleidingen<br />

Binnenschrijnwerker<br />

Dakafdichter<br />

Stratenmaker<br />

Boorder-bronbemaler<br />

Schrijnwerker-timmerman<br />

St<strong>een</strong>houwer-marmerbewerker<br />

Industrieel schilder<br />

Betonhersteller<br />

Glaswerker<br />

Daktimmerman<br />

Asfalteerder<br />

Interieurbouwer<br />

IJzervlechter<br />

Buitenschrijnwerker<br />

Rioollegger<br />

Magazijnier<br />

<strong>De</strong>kvloerlegger<br />

Algem<strong>een</strong><br />

TOTAAL<br />

Aantal<br />

opleidingsuren<br />

4.063<br />

3.780<br />

3.724<br />

3.512<br />

3.155<br />

2.912<br />

2.256<br />

2.091<br />

1.948<br />

1.673<br />

1.412<br />

1.296<br />

1.129<br />

1.095<br />

1.036<br />

816<br />

744<br />

722<br />

692<br />

106<br />

72<br />

24.532<br />

410.997<br />

13%<br />

74%<br />

veiligheidsopleiding<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

13%<br />

vaktechnische opleidingen<br />

niet-vaktechnische opleidingen<br />

81


82<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS


Omscholing<br />

Jongerenleerlingwezen (JLW)<br />

Jongerenleerlingwezen: gestarte contracten volgens bedrijfsgrootte<br />

Jongerenleerlingwezen: gestarte contracten per beroep<br />

Alternerende Bouwopleiding (ABO)<br />

Alternerende bouwopleiding: gestarte contracten volgens bedrijfsgrootte<br />

Alternerende bouwopleiding: gestarte contracten per beroep<br />

Basisopleiding<br />

Basisopleiding: aantal cursisten<br />

Basisopleiding: aantal opleidinsgsuren<br />

Jongerenleerlingwezen: gestarte contracten per beroep<br />

Aantal<br />

Beroep Beroep<br />

cursisten<br />

Metselaar<br />

Schrijnwerkerij-timmerwerk<br />

Tegelzetter<br />

Schilder-decorateur<br />

Dakdekker<br />

Sanitair installateur<br />

Stukadoor<br />

Wegenbouwer<br />

Interieurbouwer<br />

Bekister<br />

Monteur centrale verwarming<br />

Voeger<br />

166<br />

40<br />

26<br />

25<br />

24<br />

18<br />

16<br />

16<br />

13<br />

11<br />

11<br />

9<br />

Dakdichter<br />

Wegenbouwer-signalisatie<br />

Daktimmerman<br />

Industrieel isolateur<br />

Wegmarkeerder<br />

Lasser<br />

Binnenschrijnwerker<br />

Gevelwerker<br />

Onderhoudsmecanicien<br />

Buitenschrijnwerker<br />

Klinkerlegger<br />

Parketlegger<br />

Aantal<br />

cursisten<br />

7<br />

5<br />

5<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

TOTAAL 412<br />

aantal cursisten<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

Jongerenleerlingwezen: gestarte contracten volgens bedrijfsgrootte<br />

220<br />

200<br />

180<br />

160<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

207<br />

111<br />

46<br />

bedrijfsgrootte volgens aantal werknemers<br />

≤ 5 6-19 20-49 50-99 ≥ 100<br />

20<br />

28<br />

83


84<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

550<br />

500<br />

450<br />

400<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

Alternerende bouwopleiding: gestarte contracten<br />

volgens bedrijfsgrootte<br />

498<br />

257<br />

107<br />

bedrijfsgrootte volgens aantal werknemers<br />

≤ 5 6-19 20-49 50-99 ≥ 100<br />

26<br />

41<br />

aantal cursisten


Alternerende bouwopleiding: gestarte contracten per beroep<br />

Beroep<br />

Metselaar<br />

Dakdekker<br />

Monteur centrale verwarming<br />

Schilder-decorateur<br />

Tegelzetter<br />

Stukadoor<br />

Schrijnwerkerij-timmerwerk<br />

Wegenbouwer<br />

Sanitair installateur<br />

Bekister<br />

Interieurbouwer<br />

Gevelwerker<br />

Binnenschrijnwerker<br />

Buitenschrijnwerker<br />

Bouwplaatsmachinist<br />

Industrieel schilder<br />

Aantal cursisten<br />

293<br />

162<br />

99<br />

84<br />

47<br />

44<br />

40<br />

24<br />

23<br />

18<br />

18<br />

15<br />

10<br />

8<br />

6<br />

6<br />

Beroep<br />

Betonhersteller<br />

Industrieel isolateur<br />

Lasser<br />

Vloerbekleder<br />

St<strong>een</strong>houwer<br />

<strong>De</strong>kvloerlegger<br />

Monteerder prefabelementen<br />

Stratenmaker<br />

Voeger<br />

Monteur <strong>met</strong>alen constructies<br />

Wandbekleder<br />

Bronbemaler<br />

Keukeninstallateur<br />

Monteur-gaineur<br />

Rioollegger<br />

TOTAAL<br />

Aantal cursisten<br />

5<br />

5<br />

3<br />

3<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

929<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

85


86<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

Basisopleiding: aantal cursisten Basisopleiding: aantal opleidingsuren<br />

849<br />

116<br />

1.215 927.590<br />

518.867<br />

Vlaanderen Wallonië Brussel Vlaanderen Wallonië Brussel<br />

67.493<br />

bron: VDAB, le Forem, Bruxelles Formation, basisopleidingen van meer dan 300 uur beëindigd tussen 1 september 2004 en 31 augustus 2005


Onderwijs<br />

Bouwonderwijs in het schooljaar 2004-2005<br />

Convenantonderwijs in het schooljaar 2004-2005<br />

Doorstroming vanuit het convenantonderwijs<br />

Bouwonderwijs in het schooljaar 2004-2005<br />

Vlaanderen<br />

Wallonië<br />

Brussel<br />

TOTAAL<br />

Aantal<br />

scholen<br />

220<br />

123<br />

22<br />

365<br />

Aantal<br />

afgestudeerden<br />

2.216<br />

1.532<br />

135<br />

7.645<br />

Convenantonderwijs in het schooljaar 2004-2005<br />

Vlaanderen<br />

Wallonië<br />

Brussel<br />

TOTAAL<br />

Doorstroming vanuit het convenantonderwijs<br />

Schooljaar<br />

2001-2002<br />

Schooljaar<br />

2002-2003<br />

Aantal<br />

convenantscholen<br />

129<br />

91<br />

13<br />

233<br />

Totaal aantal<br />

afgestudeerden<br />

2.097 (100%)<br />

1.736 (100%)<br />

Aantal<br />

secties<br />

254<br />

174<br />

23<br />

451<br />

Doorstroming*<br />

979 (47%)<br />

860 (50%)<br />

Aantal leerlingen<br />

3de graad<br />

4.437<br />

2.974<br />

234<br />

7.645<br />

Duurzame<br />

doorstroming**<br />

658 (31%)<br />

642 (37%)<br />

Aantal<br />

afgestudeerden<br />

522<br />

289<br />

36<br />

847<br />

Aantal VCA-<br />

deelnemers<br />

1.819<br />

1.342<br />

103<br />

3.264<br />

Aantal VCAgeslaagden<br />

1.219<br />

604<br />

28<br />

1.851<br />

* doorstroming ge<strong>met</strong>en als minstens 1 dag tewerkstelling in de<br />

sector in de eerste 24 maanden volgend op het afstuderen<br />

** doorstroming ge<strong>met</strong>en als minstens 65 dagen tewerkstelling in de<br />

sector in de eerste 15 maanden volgend op het afstuderen<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

87


88<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS


Peterschap<br />

Peterschap: per subsector<br />

Subsector<br />

Ruwbouw<br />

Schrijnwerk<br />

Sanitair en CV<br />

Overige afwerking<br />

Ruwbouwafwerking<br />

Wegenbouw<br />

Andere<br />

TOTAAL<br />

Peterschap: per subsector<br />

Peterschap: volgens bedrijfsgrootte<br />

Aantal cursisten<br />

155<br />

58<br />

27<br />

16<br />

8<br />

5<br />

6<br />

275<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Peterschap: volgens bedrijfsgrootte<br />

101<br />

104<br />

96<br />

≤ 5 6-19<br />

114<br />

43<br />

55<br />

bedrijfsgrootte volgens aantal werknemers<br />

HET FVB IN 2004-2005 IN CIJFERS<br />

16<br />

22<br />

20-49 50-99 ≥ 100<br />

aantal bedrijven <strong>met</strong> peterschap aantal peterschapsjongeren<br />

19<br />

43<br />

89


V.u. Stefaan Vanthourenhout, Koningsstraat 45, 1000 Brussel


Het FVB kan zijn taak realiseren dankzij <strong>een</strong> nauwe samenwerking <strong>met</strong> verschillende partners:<br />

Vlaanderen<br />

Wallonië<br />

Brussel<br />

Duitstalige Gem<strong>een</strong>schap<br />

Gent, Stad in Werking


Fonds <strong>voor</strong> Vakopleiding in de Bouwnijverheid<br />

(FVB)<br />

Koningsstraat 45<br />

1000 Brussel<br />

tel. 02-210 03 33<br />

fax 02-210 03 99<br />

www.debouw.be<br />

FVB Antwerpen<br />

Theodoor Van Rijswijckplaats 8 bus 4<br />

2000 Antwerpen<br />

tel. 03-224 78 10<br />

fax 03-224 78 19<br />

contactpersoon: Frank Van <strong>De</strong>ssel<br />

frank.vandessel@fvbffc.be<br />

FVB Limburg<br />

Kunstlaan 20<br />

3500 Hasselt<br />

tel. 011-30 12 40<br />

fax 011-22 63 19<br />

contactpersoon: Monique Hens<br />

monique.hens@fvbffc.be<br />

FVB Oost-Vlaanderen<br />

Tramstraat 59<br />

9052 Zwijnaarde<br />

tel. 09-338 55 10<br />

fax 09-338 55 19<br />

contactpersoon: Geert Gille<br />

geert.gille@fvbffc.be<br />

FVB Brussel en Vlaams-Brabant<br />

Koningsstraat 45<br />

1000 Brussel<br />

tel. 02-210 03 94<br />

fax 02-210 03 37<br />

contactpersoon: Luc <strong>De</strong>frijn<br />

luc.defrijn@fvbffc.be<br />

FVB West-Vlaanderen<br />

Stationsstraat 2 bus 7<br />

8500 Kortrijk<br />

tel. 056-24 55 40<br />

fax 056-24 55 45<br />

contactpersoon: Tatjana Samaey<br />

tatjana.samaey@fvbffc.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!