EEN LEVEN - Jozef Schellekens

EEN LEVEN - Jozef Schellekens EEN LEVEN - Jozef Schellekens

jozefschellekens.be
from jozefschellekens.be More from this publisher
29.09.2013 Views

Jozef Schellekens; de vrouw. Amadeo Modigliani Paul Gauguin Amadeo Modigliani Jozef Schellekens Amadeo Modigliani Blauwe periode 1953. De in deze periode geproduceerde werken getuigen van een verdere vereenvoudiging van de motieven. Hier kunnen we expliciet spreken over motieven (vissen, futuristische steden, gestileerde vrouwelijke figuren, interieur elementen als deuren en ramen). We belanden in de meest decoratieve periode van de schilder-bouwmeester. De schilderijen lijken vaak prototypes voor monumentale decoraties die nog moeten worden uitgevoerd. Ze laten bijzonder goed kijken in de ziens-wereld van de bouwmeester. Er ontstaan nieuwe relaties tussen figuraties en of in architecturale kaders. Naast het monochrome kleurgebruik onderneemt de kunstenaar inventieve onderzoeken naar elementair kleurgebruik. pagina 40 van 48

Rode periode 1956. Idem. Stadsbeelden, de vrouw, vissen, compositie 1953-1963. Idem. De decoratieve werken. We mogen de picturale nalatenschap van bouwmeester-kunstschilder Schellekens niet woordelijk over het paard tillen. Menig werk is getekend, in de zin van gezien en voorbij. Zoals zovele monumentale schilderwerken nu log en ouderwets overkomen, zijn evenzeer het werk van de meest vooraanstaande tijdgenoot decorateur Julien van Vlasselaer, gedateerd. In deze context is de tekst door Roger Avermate over van Vlasselaer verhelderend en iets gelijkaardigs gaat ook op voor het werk van Jozef Schellekens. Het decoratieve paneel verliest zijn waarde/functie als zijn context wijzigt. Het autonome schilderij, en nu laat ik Avermate verder schrijven; Het losse schilderij is een afzonderlijk organisme. Het is een wereld apart, want de toevalligheden van zijn omgeving blijven zonder invloed op zijn bestaan. Het decoratief paneel is gebonden aan een bepaalde ruimte. Verdwijnt die ruimte, dan heeft het geen reden van bestaan meer. Hoeft het gezegd dat deze differentieering slechts theoretisch juist is? In vele musea worden werken bewaard, die oorspronkelijk bedoeld waren als decoratieven arbeid. De waarde die men er aan gaan hechten is, heeft voor gevolg gehad dat ze met evenveel verering omringd worden als de voortbrengselen van de onafhankelijke kunst. Julien Van Vlasselaer Jozef Schellekens Het is overduidelijk dat de werken van Jozef Schellekens genereren aan supplementaire waarde en optimale bescherming doordat ze in de eigen uiterst gave site (Steenweg op Mol 66 in Turnhout) tentoongesteld worden. De vakkundige onderlegdheid en de intrinsieke artistieke eigenheid van de kunstschilder Jozef Schellekens. Het vakbekwame binnen het metier van de schilder hoeft geen betoog. Peter Schellekens heeft de gedrevenheid en de rechtlijnigheid van zijn vader zeer duidelijk en overtuigend neergeschreven. In zijn deductief uitgestald betoog komt de zuivere manier van denken, handelen en studeren duidelijk naar voor. Een opleiding aan de academie in Antwerpen, in de tijd waarin Jozef Schellekens studeerde, stond garant voor academische onderlegdheid. We kunnen uit de impressionante lijst van eminente profesoren afleiden dat een studie aan de academie betekende dat er, afgezien van de studie naar de klassieken, ook ruimte en tijd was voor de ‘nieuwe stijlen’. Het expressionisme met zijn min of meer typische kubistische vormentaal werd ont-dekt (descubierto), naar voor geschoven, aangereikt, door enerzijds Isidoor Opsomer, Walter Vaes, Herman Courtens, Richard Baseleer, aan het Hoger Instituut en Felix Gogo, Alfons Proost, Carlo De Roover en Albert De Roover anderzijds pagina 41 van 48

Rode periode 1956. Idem.<br />

Stadsbeelden, de vrouw, vissen, compositie 1953-1963. Idem.<br />

De decoratieve werken.<br />

We mogen de picturale nalatenschap van bouwmeester-kunstschilder <strong>Schellekens</strong> niet woordelijk over het paard<br />

tillen. Menig werk is getekend, in de zin van gezien en voorbij. Zoals zovele monumentale schilderwerken nu log<br />

en ouderwets overkomen, zijn evenzeer het werk van de meest vooraanstaande tijdgenoot decorateur Julien<br />

van Vlasselaer, gedateerd. In deze context is de tekst door Roger Avermate over van Vlasselaer verhelderend<br />

en iets gelijkaardigs gaat ook op voor het werk van <strong>Jozef</strong> <strong>Schellekens</strong>. Het decoratieve paneel verliest zijn<br />

waarde/functie als zijn context wijzigt. Het autonome schilderij, en nu laat ik Avermate verder schrijven; Het<br />

losse schilderij is een afzonderlijk organisme. Het is een wereld apart, want de toevalligheden van zijn omgeving<br />

blijven zonder invloed op zijn bestaan. Het decoratief paneel is gebonden aan een bepaalde ruimte. Verdwijnt<br />

die ruimte, dan heeft het geen reden van bestaan meer. Hoeft het gezegd dat deze differentieering slechts<br />

theoretisch juist is? In vele musea worden werken bewaard, die oorspronkelijk bedoeld waren als decoratieven<br />

arbeid. De waarde die men er aan gaan hechten is, heeft voor gevolg gehad dat ze met evenveel verering<br />

omringd worden als de voortbrengselen van de onafhankelijke kunst.<br />

Julien Van Vlasselaer <strong>Jozef</strong> <strong>Schellekens</strong><br />

Het is overduidelijk dat de werken van <strong>Jozef</strong> <strong>Schellekens</strong> genereren aan supplementaire waarde en optimale<br />

bescherming doordat ze in de eigen uiterst gave site (Steenweg op Mol 66 in Turnhout) tentoongesteld worden.<br />

De vakkundige onderlegdheid en de intrinsieke artistieke eigenheid van de kunstschilder <strong>Jozef</strong> <strong>Schellekens</strong>.<br />

Het vakbekwame binnen het metier van de schilder hoeft geen betoog. Peter <strong>Schellekens</strong> heeft de gedrevenheid<br />

en de rechtlijnigheid van zijn vader zeer duidelijk en overtuigend neergeschreven. In zijn deductief uitgestald<br />

betoog komt de zuivere manier van denken, handelen en studeren duidelijk naar voor. Een opleiding aan<br />

de academie in Antwerpen, in de tijd waarin <strong>Jozef</strong> <strong>Schellekens</strong> studeerde, stond garant voor academische<br />

onderlegdheid. We kunnen uit de impressionante lijst van eminente profesoren afleiden dat een studie aan de<br />

academie betekende dat er, afgezien van de studie naar de klassieken, ook ruimte en tijd was voor de ‘nieuwe<br />

stijlen’. Het expressionisme met zijn min of meer typische kubistische vormentaal werd ont-dekt (descubierto),<br />

naar voor geschoven, aangereikt, door enerzijds Isidoor Opsomer, Walter Vaes, Herman Courtens, Richard<br />

Baseleer, aan het Hoger Instituut en Felix Gogo, Alfons Proost, Carlo De Roover en Albert De Roover anderzijds<br />

pagina 41 van 48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!