Brandwondencentrum STUDENTENBROCHURE - UZ Gent
Brandwondencentrum STUDENTENBROCHURE - UZ Gent
Brandwondencentrum STUDENTENBROCHURE - UZ Gent
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
September 2012<br />
<strong>Brandwondencentrum</strong><br />
<strong>STUDENTENBROCHURE</strong><br />
1
INHOUD<br />
VOORWOORD ......................................................................................................................................................... 4<br />
Het <strong>Brandwondencentrum</strong> ..................................................................................................................................... 5<br />
Voorstelling van het centrum .............................................................................................................................. 5<br />
Het team ............................................................................................................................................................. 7<br />
Organisatie .......................................................................................................................................................... 7<br />
Bestaffing ........................................................................................................................................................ 7<br />
Dagplanning .................................................................................................................................................... 8<br />
Multidisciplinair overleg .................................................................................................................................. 8<br />
Opname van een brandwondenpatiënt .......................................................................................................... 9<br />
Verzorging van een brandwondenpatiënt ...................................................................................................... 9<br />
Elektronisch patiëntendossier ....................................................................................................................... 10<br />
Patiënten ............................................................................................................................................................... 10<br />
Brandwonden ........................................................................................................................................................ 11<br />
Oorzaken ........................................................................................................................................................... 11<br />
Diepte ................................................................................................................................................................ 12<br />
Algemeen ...................................................................................................................................................... 12<br />
Indeling in graden ......................................................................................................................................... 12<br />
Uitgebreidheid .................................................................................................................................................. 15<br />
Pathofysiologie .................................................................................................................................................. 16<br />
Lokale veranderingen .................................................................................................................................... 16<br />
Inhalatieletsel ................................................................................................................................................ 16<br />
Cardiovasculair – circulatoir .......................................................................................................................... 17<br />
Metabool ....................................................................................................................................................... 17<br />
Hematologisch .............................................................................................................................................. 17<br />
immunologisch .............................................................................................................................................. 17<br />
Behandeling ...................................................................................................................................................... 18<br />
conservatieve behandeling ........................................................................................................................... 18<br />
September 2012<br />
2
Chirurgische behandeling .............................................................................................................................. 18<br />
Ernst en prognose ............................................................................................................................................. 19<br />
Enkele praktische afspraken ................................................................................................................................. 19<br />
September 2012<br />
3
VOORWOORD<br />
Beste student,<br />
Met deze brochure willen we je laten kennismaken met onze afdeling, medewerkers en patiënten.<br />
We hopen je hiermee voldoende informatie mee te geven om goed geïnformeerd en voorbereid aan je<br />
stage in het <strong>Brandwondencentrum</strong> (BWC) te beginnen. Uiteraard kunnen we in deze brochure niet<br />
alles vermelden, aarzel dan ook niet om tijdens je stage bijkomende informatie te vragen aan je<br />
mentor, de hoofdverpleegkundige of een ander lid van ons multidisciplinair team.<br />
We willen je dan ook een aangename, boeiende maar vooral leerrijke stage in het BWC toewensen.<br />
Succes!<br />
Het brandwondenteam.<br />
Contact:<br />
Pieter Lafaire, hoofdverpleegkundige <strong>Brandwondencentrum</strong><br />
pieter.lafaire@uzgent.be of 09/332 34 53<br />
September 2012<br />
4
HET BRANDWONDENCENTRUM<br />
VOORSTELLING VAN HET CENTRUM<br />
Het <strong>Brandwondencentrum</strong> –kortweg BWC- van het <strong>UZ</strong> <strong>Gent</strong> is één van de zes Belgische<br />
brandwondencentra en werd opgericht in 1985. Sinds januari 2005 is het BWC ondergebracht in een<br />
volledig nieuwe afdeling op de eerste verdieping van polikliniek 8 (1P8). Deze ligging garandeert de<br />
nabijheid van allerlei andere afdelingen waar het BWC nauw mee samenwerkt zoals bijvoorbeeld het<br />
operatiekwartier, de spoedgevallendienst en de afdeling Intensieve Zorg.<br />
Bijzonder aan het BWC is de integratie van het André Scheers Huis. In het André Scheers Huis<br />
kunnen (ex-)patiënten, familie en bezoekers terecht om even tot rust te komen of voor een gesprek<br />
met een psycholoog, arts of andere medewerker van het BWC. Het is ook de uitvalsbasis van de<br />
“Vriendenkring van brandwondenpatiënten van het <strong>UZ</strong> <strong>Gent</strong>”, een vereniging die exbrandwondenpatiënten<br />
ondersteunt en die in 2012 zijn 20-jarig bestaan viert.<br />
In het BWC worden zowel volwassenen als kinderen opgenomen en is er plaats voor maximum 6<br />
patiënten. Dit kunnen zowel patiënten zijn die zeer zwaar verbrand zijn en in kritieke toestand<br />
verkeren waardoor ze nood hebben aan gespecialiseerde intensieve zorg (Intensive Care patiënten)<br />
alsook patiënten met uitgebreide brandwonden van wie de toestand stabieler is (Mid Care patiënten).<br />
Patiënten met beperkte, lokale brandwonden (Low Care patiënten) worden doorgaans<br />
gehospitaliseerd op de afdeling plastische heelkunde (5K12B) of de hospitalisatie pediatrie (4K12D).<br />
Alle patiëntenkamers in het BWC zijn gesloten isolatiekamers die elk beschikken over hun eigen<br />
douche-installatie voor de verzorging van de brandwondenpatiënten. Naast de douche-installatie voor<br />
de wondverzorging is elke kamer standaard ook uitgerust met alle apparatuur die nodig is voor de<br />
opvang en observatie van patiënten in kritieke toestand (monitoring, aspiratietoestel,<br />
beademingstoestel,…).<br />
Naast de 6 isolatiekamers is er eveneens een opnamezaal waar nieuwe patiënten gestabiliseerd<br />
worden en een eerste keer volledig verzorgd worden.<br />
Omwille van het verhoogde risico op infecties die (ernstige) brandwonden met zich meebrengen<br />
gelden er strikte regels voor de verzorging van de patiënten. Een goede handhygiëne<br />
(handontsmetting met alcohol!) is daarbij onontbeerlijk om de verspreiding van micro-organismen te<br />
voorkomen, naast allerlei andere voorzorgsmaatregelen zoals het dragen van schort, handschoenen,<br />
masker en muts.<br />
Door het verhoogde infectierisico wordt ook het bezoek aan de patiënten beperkt en wordt aan de<br />
bezoekers gevraagd om eveneens de nodige beschermingsmaatregelen te respecteren. Bezoek voor<br />
volwassen patiënten is mogelijk tussen 15u-17u en 18u-20u. Bezoek voor kinderen is voor de ouders<br />
mogelijk van 13u tot 20u. Ouders laten overnachten in het BWC is omwille van praktische en<br />
hygiënische bezwaren (nog) niet mogelijk.<br />
Jonge kinderen (
September 2012<br />
Isolatiekamer<br />
Opnamezaal<br />
Verpleegpost<br />
6
HET TEAM<br />
Bij de behandeling en verzorging van brandwondenpatiënten worden tal van verschillende disciplines<br />
betrokken. Deze multidisciplinaire benadering van de brandwondenpatiënt zorgt ervoor dat<br />
brandwondenzorg bij uitstek een zeer complex gebeuren is.<br />
Het vaste team van het BWC bestaat uit volgende disciplines:<br />
• Plastisch chirurgen<br />
• Intensieve Zorg artsen (“intensivisten”)<br />
• Pediaters-Intensieve Zorg artsen<br />
• Verpleegkundigen<br />
• Kinesitherapeuten<br />
• Zorgcoördinatoren<br />
• Psychologen<br />
• Sociaal verpleegkundigen<br />
• Logistiek medewerkers<br />
Naast de vaste teamleden van het BWC kunnen we uiteraard steeds beroep doen op alle andere<br />
disciplines die ter beschikking zijn in het <strong>UZ</strong> <strong>Gent</strong>. Volgende medische en paramedische disciplines<br />
worden vaak bij de behandeling/verzorging van onze patiënten betrokken:<br />
• Neus, keel en oor<br />
• Oogheelkunde<br />
• Logopedie<br />
• Ergotherapie<br />
• Dermatologie<br />
• Psychiatrie<br />
• Diëtisten<br />
• …<br />
Het diensthoofd van het BWC is Prof. Dr. S. Monstrey. Als plastisch chirurg is hij –samen met zijn<br />
team plastisch chirurgen- verantwoordelijk voor het opstellen van het wondzorgbeleid, de operatieve<br />
behandeling van brandwonden en de coördinatie van het beleid in het BWC.<br />
Het beleid op het vlak van Intensieve Zorg valt onder de verantwoordelijkheid van dr. K. Colpaert. Zij<br />
volgt samen met haar collega-intensivisten en de assistenten in opleiding alle volwassen patiënten<br />
van het BWC op.<br />
Pediatrische brandwondenpatiënten worden opgevolgd door dr. A. de Jaeger en haar collega’s<br />
pediaters-intensivisten van de afdeling Intensieve Zorg Pediatrie.<br />
Hoofdverpleegkundige van de afdeling is dhr. Pieter Lafaire.<br />
ORGANISATIE<br />
BESTAFFING<br />
In het BWC wordt door de verpleegkundigen gewerkt volgens het systeem van de patiëntentoewijzing.<br />
Dit houdt in dat elke verpleegkundige tijdens zijn/haar shift verantwoordelijk is voor de totaalzorg bij 2<br />
patiënten (3 tijdens de nachtdienst). Concreet betekent dit dat er tijdens de vroegdienst (7u-15u) 3<br />
September 2012<br />
7
verpleegkundigen aan het werk zijn, in de laatdienst (14u-22u) 3 en ’s nachts (22u-07u) 2<br />
verpleegkundigen.<br />
Omwille van de intensieve en lange ochtendverzorging van de brandwondenpatiënten is er tijdens de<br />
vroegdienst nog een extra verpleegkundige aanwezig die hoofdzakelijk de patiëntenzorg zal<br />
ondersteunen waar nodig. Daarnaast neemt deze extra verpleegkundige nog een aantal specifieke<br />
taken op zich zoals oa. opname- en ontslagcoördinatie, beheren van het telefoonverkeer,…<br />
In het BWC zijn er 2 zorgcoördinatoren werkzaam die instaan voor de algemene coördinatie van het<br />
zorgtraject van de brandwondenpatiënt. Hun takenpakket is zeer divers en omvat oa.<br />
adviesverstrekking ivm brandwondenzorg op het BWC/Spoedgevallen/hospitalisatieafdeling, het<br />
uitvoeren van de Laser Doppler Imaging (LDI), organisatie van de brandwondenpoli, operatieplanning,<br />
opvolging van de brandwonden,… . Op weekdagen kunnen zij steeds gecontacteerd worden mocht<br />
dat nodig zijn.<br />
Op weekdagen is er in de vroeg- en laatdienst telkens 1 logistiek medewerker aanwezig die oa. instaat<br />
voor het onderhoud van de patiëntenkamers, de logistieke ondersteuning van de verpleegkundigen en<br />
de voeding van de patiënten. In het weekend is dit beperkt tot 1 dagdienst (8u-18u).<br />
Dagelijks is er ook een kinesitherapeut aanwezig die verantwoordelijk is voor de mobilisatie van de<br />
brandwondenpatiënten.<br />
Voor psychologische en emotionele ondersteuning van de patiënten en hun familie kan er beroep<br />
gedaan worden op één van onze twee psychologen. Ondersteuning op het vlak van administratie,<br />
hospitalisatieverzekering,… kan gevraagd worden bij de sociaal verpleegkundige van het BWC.<br />
DAGPLANNING<br />
6u45-07u00: overdracht tussen nachtdienst en vroegdienst<br />
07u00-13u00: ochtendverzorging, artsentoer, kinesitherapie,…<br />
13u00-17u00: onderzoeken, technische handelingen,…<br />
13u45-14u00: overdracht tussen vroegdienst en laatdienst<br />
15u00-17u00: bezoek voor volwassenen<br />
13u00-20u00: bezoek voor kinderen<br />
17u00-18u00: namiddagverzorging, artsentoer,…<br />
18u00-20u00: bezoek voor volwassenen<br />
21u45-22u00: overdracht tussen laatdienst en nachtdienst<br />
MULTIDISCIPLINAIR OVERLEG<br />
Elke week wordt op dinsdagnamiddag tussen 14u en 15u een multidisciplinaire patiëntenbespreking<br />
gehouden in de vergaderzaal van het André Scheers Huis.<br />
September 2012<br />
8
Hierbij zijn alle teamleden die betrokken zijn bij de verzorging en behandeling van de<br />
brandwondenpatiënt aanwezig: verpleegkundigen, (pediaters-) intensivisten, plastisch chirurgen,<br />
kinesitherapeuten, sociaal verpleegkundigen en psychologen.<br />
Na een korte voorstelling van elke patiënt door de verpleegkundige die die dag verantwoordelijk was<br />
voor die patiënt, worden alle aspecten van de totaalzorg bij die patiënt in groep besproken waarbij<br />
elke gezondheidswerker vanuit zijn/haar achtergrond de nodige toelichting verstrekt.<br />
Volgende items komen zeker aan bod: wondzorg, operatieplanning, mobiliteit, psychische/familiale<br />
situatie en eventuele sociale problematiek. Ook de ontslagplanning van de patiënten komt hier aan<br />
bod.<br />
Studenten zijn eveneens uitgenodigd om te participeren in dit multidisciplinair overleg.<br />
OPNAME VAN EEN BRANDWONDENPATIËNT<br />
Brandwondenpatiënten komen op verschillende manieren in het <strong>UZ</strong> <strong>Gent</strong> terecht: ofwel komen ze op<br />
eigen initiatief naar het <strong>UZ</strong>, ofwel worden ze door onze eigen ambulance of MUG binnengebracht of<br />
worden ze doorverwezen vanuit een ander ziekenhuis. Doorverwijzingen vanuit andere ziekenhuizen<br />
kunnen onmiddellijk na het oplopen van de brandwonden gebeuren, maar ook als de brandwonden<br />
reeds enkele uren/dagen oud zijn en men de patiënt voor verdere gespecialiseerde verzorging naar<br />
ons centrum wenst door te sturen.<br />
Alle brandwondenpatiënten worden steeds opgenomen via de Spoedgevallendienst. Hier gebeurt een<br />
eerste triage en wordt bepaald of de patiënt inderdaad op het BWC gehospitaliseerd moet worden of<br />
dat een opname op de afdeling Plastische Heelkunde meer aangewezen is.<br />
Ook wordt de patiënt hier verder gestabiliseerd en worden eventuele extra consulten aangevraagd en<br />
uitgevoerd (bv. Oftalmoloog, ORL,…).<br />
Eens de patiënt afgewerkt is op de Spoedgevallendienst wordt hij/zij naar het BWC gebracht alwaar<br />
hij/zij in de opnamezaal een eerste keer volledig verzorgd zal worden door de verpleegkundigen van<br />
het BWC.<br />
De opname van een brandwondenpatiënt gebeurt altijd door minstens 2 verpleegkundigen die instaan<br />
voor de verbandzorg en een derde verpleegkundige die het nodige materiaal aanbrengt en de overige<br />
patiënten blijft monitoren.<br />
VERZORGING VAN EEN BRANDWONDENPATIËNT<br />
De verzorging van een brandwondenpatiënt is een complex en veelzijdig gebeuren en is veel meer<br />
dan alleen maar de verzorging van de brandwonden.<br />
Patiënten die kritiek ziek zijn hebben vaak nood aan ondersteunende therapieën (beademing,<br />
vasopressoren, dialyse,…) en monitoring van de vitale parameters. Het spreekt voor zich dat de<br />
verzorging van een dergelijke patiënt volledig anders verloopt dan de verzorging van een stabiele<br />
brandwondenpatiënt.<br />
De lokale wondbehandeling is zeer wisselend en is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder:<br />
• Diepte van de brandwonden<br />
September 2012<br />
9
• Lokalisatie van de brandwonden<br />
• Conservatieve vs chirurgische behandeling<br />
• Stadium van behandeling<br />
• Stadium van wondheling<br />
• …<br />
Al deze factoren zullen er toe bijdragen dat brandwondenpatiënten met veel verschillende verbanden<br />
en zalven verzorgd worden. Vaak gebeurt het dat bij eenzelfde patiënt verschillende verbrande zones<br />
op een andere manier verzorgd worden wat het er voor de verantwoordelijke verpleegkundige<br />
natuurlijk niet eenvoudiger op maakt. Een goede rapportage in het elektronisch patiëntendossier van<br />
de uitgevoerde wondzorg en de observatie van de wonden is dan ook onontbeerlijk.<br />
Voor uitgebreidere informatie met betrekking tot de verzorging van brandwondenpatiënten en de<br />
verschillende behandelingsmethoden van brandwonden verwijzen we u naar de procedure<br />
brandwondenzorg die u in het BWC kan raadplegen.<br />
ELEKTRONISCH PATIËNTENDOSSIER<br />
Het klassieke papieren verpleegdossier werd in het BWC reeds vele jaren geleden ingeruild voor een<br />
volledig elektronisch patiëntendossier dat specifiek is voor de diensten Intensieve Zorg en het<br />
<strong>Brandwondencentrum</strong>.<br />
Dit Intensieve Zorg Informatie Systeem –kortweg IZIS- bevat alle gegevens met betrekking tot de<br />
opname, lokalisatie van de brandwonden, wondzorginstructies, vitale parameters, infusietherapie,<br />
medicatievoorschriften,… Het is één van de belangrijkste werkinstrumenten van de artsen en<br />
verpleegkundigen van het BWC.<br />
Naast het specifieke IZIS wordt ook het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) dat in de rest van het<br />
ziekenhuis gebruikt wordt, in het BWC gebruikt. Voornamelijk artsen en psychologen gebruiken dit<br />
voor de opvolging van de brandwondenpatiënten.<br />
PATIËNTEN<br />
In het <strong>Brandwondencentrum</strong> worden voornamelijk patiënten gehospitaliseerd met brandwonden. Maar<br />
daarnaast zijn er ook nog een aantal specifieke huidaandoeningen of wondzorgproblemen waarvoor<br />
patiënten in het BWC terechtkomen.<br />
Het percentage verbrande oppervlakte is de enige parameter die bepaalt of je al dan niet op het BWC<br />
opgenomen wordt. Zo zijn ook leeftijd, lokalisatie en geassocieerd trauma naast een aantal andere<br />
factoren bepalend voor de opname in het BWC.<br />
De criteria waaraan je moet voldoen om in het BWC opgenomen te worden zijn gepubliceerd in het<br />
Belgisch Staatsblad en zijn als volgt:<br />
• Verbrand lichaamsoppervlak van > 10 % indien jonger dan 10 jaar of ouder dan 49 jaar<br />
• Verbrand lichaamsoppervlak van > 20 % tussen 10 en 49 jaar<br />
• Verbrand lichaamsoppervlak > 5% 3°: alle leeftijden<br />
• Brandwonden van aangezicht, handen, genitalia, perianale streek of gewrichten<br />
• Ernstige brandwonden van elektrische of chemische oorsprong<br />
September 2012<br />
10
• Ernstige beschadiging van het longweefsel door inhalatie<br />
• Brandwonden en zware medische antecedenten<br />
• Brandwonden en psychosociale antecedenten (inclusief mishandelde kinderen)<br />
• Brandwonden, gecompliceerd met belangrijke traumatische letsels<br />
• Syndroom van Lyell, Staphylococcal Scalded Skin Syndrome<br />
• Ernstige weefselafsterving door verwonding of medische oorsprong over een totale<br />
September 2012<br />
lichaamsoppervlakte > 10 %<br />
Naast patiënten die aan één of meerdere van bovenstaande criteria voldoen worden er ook af en toe<br />
Intensieve Zorg patiënten opgenomen op het BWC. Dit kan enkel bij plaatsgebrek op de dienst<br />
Intensieve Zorg Heelkunde (1K12C). De opname van een IZ-patiënt op het BWC is echter geen reden<br />
om de opname van een nieuwe brandwondenpatiënt op het BWC te weigeren.<br />
De oorzaken van de brandwonden zijn vaak erg divers: ongevallen thuis (frietketel, heet water,<br />
brand,…), arbeidsongevallen (ontploffing, chemische producten,…), poging tot zelfdoding,<br />
geassocieerd met ander trauma (verkeersongevallen,…), …<br />
Jaarlijks worden ongeveer 120 à 130 patiënten met ernstige brandwonden opgenomen in het<br />
<strong>Brandwondencentrum</strong>. Onder hen ongeveer 30 à 40 kinderen.<br />
BRANDWONDEN<br />
OORZAKEN<br />
De oorzaken van brandwonden worden meestal in volgende categorieën onderverdeeld:<br />
• Thermische brandwonden: hitte of bevriezing<br />
• Elektrische brandwonden: elektrocutie<br />
• Chemische brandwonden: zuren of basen<br />
• Radiogene brandwonden: radiotherapie of zon<br />
De meest voorkomende brandwonden zijn de brandwonden van thermische oorsprong. In deze groep<br />
zien we dan nog de volgende oorzaken:<br />
• Hete vloeistoffen (water, stoom, olie,…): dit zijn de meest voorkomende brandwonden, vooral<br />
bij kinderen. De diepte van de brandwonden is erg variabel en onder andere afhankelijk van<br />
de contacttijd, de temperatuur, de mate van spoelen met water,… Een andere naam voor<br />
deze brandwonden is “scalds”.<br />
• Vlammen (woningbrand, autobrand,…): hierbij komt het slachtoffer rechtstreeks met het vuur<br />
in contact wat meestal resulteert in erg diepe brandwonden.<br />
• Flashburn (ontploffingen): hier is er geen rechtstreeks contact met vlammen maar wel met de<br />
stralingshitte die erg hoog kan zijn. Meestal is de contacttijd eerder beperkt waardoor de<br />
diepte van de brandwonden meevalt.<br />
• Contact met hete voorwerpen (strijkijzer, oven,…): ernst van de brandwonden is afhankelijk<br />
van de temperatuur van het voorwerp, de contactduur en het al dan niet aanwezig zijn van bv<br />
bijkomende druk.<br />
11
DIEPTE<br />
ALGEMEEN<br />
De diepte van de brandwonden is afhankelijk van een aantal factoren, namelijk:<br />
• Temperatuur van het voorwerp, de vloeistof,…<br />
• Duur van blootstelling (contactduur)<br />
• Geassocieerd met het uitoefenen van druk<br />
• Leeftijd: de huid van kinderen en bejaarden is doorgaans dunner<br />
• Lokalisatie: de huid is dikker ter hoogte van de handpalm, de voetzool en de rug. Meestal zien<br />
we op die plaatsen dan ook minder diepe brandwonden<br />
INDELING IN GRADEN<br />
Reeds meer dan 30 jaar worden brandwonden traditioneel ingedeeld in 3 graden: eerste graads,<br />
tweede graads en derde graads brandwonden.<br />
Maar omwille van de therapeutische consequenties worden brandwonden tegenwoordig ook<br />
ingedeeld in “oppervlakkig” (superficial of partial thickness) of “diep” (full thickness). De oppervlakkige<br />
brandwonden hebben het potentieel om spontaan te genezen, diepe brandwonden vereisen<br />
chirurgische behandeling.<br />
Het inschatten van de diepte van de brandwonden is vaak erg moeilijk, zelfs voor artsen en<br />
verpleegkundigen met reeds vele jaren ervaring. Om die reden wordt in het BWC gebruik gemaakt van<br />
Laser Doppler Imaging (LDI) waarbij men de doorbloeding van de brandwonden exact in kaart kan<br />
brengen en zodoende de diepte van de brandwonden veel nauwkeuriger bepaald kan worden.<br />
Afhankelijk van de doorbloeding kan men inschatten of de brandwonde het potentieel heeft om<br />
spontaan te genezen of dat chirurgisch ingrijpen noodzakelijk zal zijn.<br />
September 2012<br />
12
1. Eerstegraads brandwonden (epidermale brandwonden)<br />
• Anatomisch: enkel beschadiging van het epiderm<br />
• Klinisch: hevige pijn, droog erytheem zonder blaren<br />
• Genezing: spontaan, binnen enkele dagen en zonder litteken<br />
2. Tweedegraads brandwonden (dermale brandwonden)<br />
September 2012<br />
i) Oppervlakkig tweedegraads<br />
• Anatomisch: enkel verbranding tot in de oppervlakkige dermale papillen met nog<br />
intacte diepe epidermale elementen, haarfollikels, zweet- en<br />
talgklieren.<br />
• Klinisch: dikwijls zijn de bullae nog intact; na accidenteel openen van de blaren is<br />
het oppervlak vochtig, glanzend en hyperaemisch. Er is prikpijn en de<br />
capillaire refill is normaal.<br />
• Genezing: vanuit de vele nog resterende epitheliale elementen volgt spontane reepithelialisatie<br />
met genezing binnen 2 à 3 weken.<br />
ii) Diep tweedegraads<br />
• Anatomisch: coagulatie van een groot deel van het derm met alleen nog behoud<br />
van de basis van de haarfollikels evenals de zweetklieren.<br />
• Klinisch: deze brandwonden hebben een meer wasachtig aspect, door de<br />
uitbreiding tot diep in het derm. De huid is wel nog zacht en elastisch,<br />
geen of minder prikpijn en vertraagde capillaire vulling na compressie.<br />
Kan evolueren naar graad III brandwonde bij uitdroging of infectie.<br />
• Genezing: spontane re-epithelialisatie is enkel nog mogelijk uit de diepte of door<br />
het opschuiven van epitheliale elementen vanuit de randen van de<br />
wonde. Deze wondheling kan meer dan 30 dagen duren en kan<br />
13
September 2012<br />
resulteren in een huid van mindere kwaliteit met risico op<br />
hypertrofische littekenvorming en/of contracturen.<br />
3. Derdegraads brandwonden<br />
• Anatomisch: coagulatie en necrose van alle epidermale elementen en het<br />
volledige derm.<br />
• Klinisch: deze brandwonden zijn beige, bruin perkamentachtig tot zwartverkleurd;<br />
de huid is inelastisch ("escharre") en avasculair (geen capillaire refill).<br />
Derdegraads brandwonden zijn pijnloos door vernietiging van de<br />
zenuwuiteinden.<br />
• Genezing: spontane re-epithelialisatie is niet mogelijk, tenzij vanuit de<br />
wondranden. Wonden die meer dan enkele cm² groot zijn moeten dus<br />
chirurgisch gesloten worden.<br />
14
UITGEBREIDHEID<br />
De uitgebreidheid of omvang van de brandwonde wordt uitgedrukt als het percentage van het totale<br />
lichaamsoppervlak dat tweede- of derdegraads verbrand is: het "% TBSA" (= Total Body Surface<br />
Area”).<br />
Voor het vaststellen hiervan wordt, bij patiënten ouder dan 15 jaar, gebruik gemaakt van de zgn.<br />
"Regel van 9" van Wallace. Het lichaam wordt hierbij ingedeeld in zones die 9% of een veelvoud van<br />
9% van het lichaamsoppervlak innemen.<br />
Een gemakkelijke vuistregel is dat een handpalm (met de vingers bijeengehouden) overeenkomt met<br />
ongeveer 1% van het lichaamsoppervlak. Dit is uiteraard een ruwe schatting. Er bestaan echter<br />
nauwkeuriger formules en schema's waarbij het oppervlak van de verschillende lichaamsdelen wordt<br />
berekend in functie van de leeftijd.<br />
Bij het kind is het hoofd relatief veel groter en kan het ten opzichte van de rest van het lichaam, v.b. op<br />
1 jarige leeftijd, tot 19% van de TBSA bedragen.<br />
Bij het registreren van de verbrande zones moet behalve de lokalisatie ook een onderscheid gemaakt<br />
worden tussen de verschillende dieptegraden.<br />
Onderstaande figuur toont aan hoe op een eenvoudige manier zowel de plaats als de diepte van de<br />
brandwonden kunnen aangeduid worden in het dossier.<br />
September 2012<br />
15
PATHOFYSIOLOGIE<br />
LOKALE VERANDERINGEN<br />
Bij brandwonden is er een verhoogde permeabiliteit van de bloedvaten door enerzijds de warmte en<br />
anderzijds door het optreden van diverse inflammatoire reacties. Als gevolg hiervan treden allerlei<br />
stoffen uit de bloedvaten zoals water, eiwitten en zelfs rode bloedcellen. Dit leidt tot het ontstaan van<br />
extravasculair extracellulair oedeem.<br />
De omvang van dit oedeem is afhankelijk van het % TBSA. Bij uitgebreide brandwonden (>20%) zal<br />
het oedeem uitgebreider zijn dan enkel de verbrande zones.<br />
INHALATIELETSEL<br />
Luchtwegverbranding bij brandwondenpatiënten kan op 2 manieren veroorzaakt worden, namelijk<br />
enerzijds door inademing van hete gassen of stoom en anderzijds door inademing van toxische<br />
verbrandingsproducten die vrijkomen bij het verbranden van bv synthetische stoffen.<br />
Een inhalatieletsel kan zich op verschillende manieren manifesteren. Bij aantasting van de slijmvliezen<br />
van de bovenste luchtwegen kan reeds binnen enkele uren acute ademnood met stridor ontstaan.<br />
Ernstige respiratoire insufficiëntie kan eveneens ontstaan (tussen 6 en 72 uur na het incident) door bv<br />
longoedeem, pneumonie of –frequent- ARDS. Deze patiënten worden vaak geïntubeerd en<br />
kunstmatig beademd. Indien men tijdens de intubatie de aanwezigheid van bv. roet vaststelt ter<br />
hoogte van de larynx of trachea, kan een broncho-alveolaire lavage (BAL) noodzakelijk zijn.<br />
Omwille van de ernst van een inhalatieletsel wordt voor dergelijke patiënten 15% bijgeteld bij het %<br />
TBSA.<br />
September 2012<br />
16
CARDIOVASCULAIR – CIRCULATOIR<br />
Het verlies van vocht zorgt voor een beeld van hypovolemische shock dat gepaard gaat met een<br />
daling van het hartdebiet (“cardiac output”) en een perifere en splanchnische vasoconstrictie wat<br />
resulteert in een verminderde doorbloeding van lever, nieren, darm en de skeletspieren.<br />
Als gevolg hiervan is er een risico op oa:<br />
• acute tubulaire necrose door vrijkomen van myoglobine uit de spieren<br />
• stijging van leverenzymes door een verminderde leverfunctie<br />
• stress ulcus<br />
• …<br />
METABOOL<br />
Het verhoogd waterverlies via de brandwonden en de verdamping ervan vergt enorme hoeveelheden<br />
energie. Daarenboven verliest het lichaam veel eiwitten ter hoogte van de wonde met een negatieve<br />
stikstofbalans tot gevolg.<br />
Dit resulteert dan ook in een toestand van hypermetabolisme (evenredig met de ernst van de<br />
verbranding) waarbij zo snel mogelijk hoog-calorische, eiwitrijke voeding dient verstrekt te worden,<br />
liefst per os.<br />
Extra inspanningen van diëtisten en verpleegkundigen, zijn nodig om het gewichtsverlies bij<br />
zwaarverbranden zoveel mogelijk te beperken.<br />
Tijdens de initiële shockfase wordt de productie van insuline geïnhibiteerd en die van glucagon<br />
gestimuleerd en ziet men een hyperglycemie met glucose-intolerantiecurven analoog aan diabetes.<br />
Tijdens deze fase kan dan ook een glucosurie optreden.<br />
HEMATOLOGISCH<br />
Brandwondenpatiënten zijn at risk voor het ontwikkelen van anemie als gevolg van 3 mogelijke<br />
oorzaken, nl.:<br />
• Hemolyse<br />
• Bloeding (stressulcus, debridement van de brandwonde,…)<br />
• Beenmergsuppressie<br />
Men moet steeds indachtig zijn dat de anemie –zeker in de beginfase- gemaskeerd kan worden door<br />
een ernstige hemoconcentratie die het gevolg is van het belangrijk vochtverlies.<br />
IMMUNOLOGISCH<br />
Brandwonden hebben een immunodepressief effect door oa een aantasting van de groei, ontwikkeling<br />
en functie van de witte bloedcellen.<br />
September 2012<br />
17
BEHANDELING<br />
De behandeling van brandwonden kan onderverdeeld worden in een chirurgische en een<br />
conservatieve behandeling.<br />
CONSERVATIEVE BEHANDELING<br />
Conservatieve behandeling van brandwonden bestaat uit het lokaal aanbrengen van allerlei topica<br />
(zalven) in combinatie met vetverbanden of het aanbrengen van actieve wondverbanden.<br />
De meest gebruikte wondbehandeling in het BWC is de combinatie van een zalf (Flaminal Forte®) en<br />
een vetverband (Jelonet®). Dit wordt afgedekt met steriele compressen en gefixeerd met zwachtels of<br />
verbandnetjes. Deze verbanden worden in principe dagelijks ververst tijdens de hydrotherapie.<br />
Naast de zalven en verbanden die dagelijks gewisseld moeten worden, zijn er ook verbanden die<br />
gedurende meerdere dagen ter plaatse kunnen blijven zoals bv Mepilex Ag® of Aquacell Ag®.<br />
CHIRURGISCHE BEHANDELING<br />
Indicaties om over te gaan tot een chirurgische behandeling zijn oa:<br />
• 3° graads brandwonden<br />
• Uitgebreide diep 2° graads brandwonden (>10 %TBSA)<br />
• Brandwonden tgv elektrocutie<br />
• Chemische brandwonden<br />
• Uitblijven van wondheling na 2-3 weken<br />
In urgentie kan het bij (bijna) circulaire 3° graads (of diep 2° graads) brandwonden ter hoogte van<br />
hals, thorax, abdomen of extremiteiten nodig zijn om over te gaan tot het uitvoeren van een<br />
escharotomie of fasciotomie.<br />
• Escharotomie: insnijding in de verbrande (genecrotiseerde) huid om de door het oedeem<br />
veroorzaakte druk op de omringende weefsels te verminderen.<br />
• Fasciotomie: diepere insnijding doorheen de spierfascia om compartimentsyndroom te<br />
voorkomen.<br />
Chirurgische behandeling bestaat in de eerste plaats uit het debrideren van de verbrande huid tot op<br />
een goed doorbloede onderlaag waarna (meestal) allografts (“lijkenhuid”) aangebracht worden als een<br />
soort biologisch verband ter voorbereiding van het wondbed.<br />
Na een periode van ongeveer 5-7 dagen worden de allografts verwijderd en wordt de patiënt geënt<br />
met eigen huid (“autografts”).<br />
Er zijn verschillende technieken om de huid te enten, de meest gebruikte zijn de Split Tickness Grafts<br />
(partiële dikte huidenten) of de Full Thickness Grafts (volledige dikte huidenten).<br />
De laatste decennia zijn er een aantal bijkomende chirurgische technieken beschikbaar geworden<br />
zoals bv het gebruik van flappen, keratinocyten of dermale substituten.<br />
Voor uitgebreidere informatie met betrekking tot de verzorging van brandwondenpatiënten en de<br />
verschillende behandelingsmethoden van brandwonden verwijzen we u naar de procedure<br />
brandwondenzorg die u in het BWC kan raadplegen.<br />
September 2012<br />
18
ERNST EN PROGNOSE<br />
De ernst van de brandwonden en de algemene prognose van de brandwondenpatiënt zijn afhankelijk<br />
van een aantal factoren zoals onder andere:<br />
• % TBSA<br />
• Diepte van de brandwonden<br />
• Leeftijd van de patiënt<br />
• Eventuele geassocieerde inhalatieletsel<br />
• Eventuele reeds vooraf bestaande comorbiditeit<br />
• …<br />
Om de prognose van een patiënt met ernstige brandwonden te berekenen werd vroeger enkel<br />
rekening gehouden met de uitgebreidheid van de brandwonden en de leeftijd van de patiënt:<br />
• leeftijd + % TBSA < 75 = optimale overlevingskansen<br />
• leeftijd + % TBSA > 100 = hoge mortaliteit<br />
• leeftijd + % TBSA 75 - 100 = onzeker<br />
Tegenwoordig is door de grote vooruitgang in de behandeling van de “brandwondenshock” en de<br />
infectiepreventie en –behandeling, de grens van overleving nu zelfs een stuk boven het cijfer 100<br />
komen te liggen. Tegenwoordig blijkt vooral het al dan niet aanwezig zijn van een inhalatieletsel de<br />
bepalende factor te zijn bij de prognosebepaling. De mortaliteit bedraagt hier 20 tot zelfs 84%. De<br />
incidentie van inhalatieletsels bij patiënten met uitgebreide brandwonden is ongeveer 30%.<br />
Daarom werd een nieuwe score ontwikkeld (=Abbreviated Burn Severity Index) waarbij leeftijd,<br />
geslacht, aanwezigheid van full thickness burn, inhalation injury en % TBSA in rekening gebracht<br />
worden. Elke factor krijgt een bepaalde numerieke score waarvan de som accuraat gecorreleerd is<br />
aan de overlevingskans.<br />
ENKELE PRAKTISCHE AFSPRAKEN<br />
• Eerste stagedag:<br />
U wordt op de afdeling verwacht om 8u voor een introductie door de hoofdverpleegkundige. De eerste<br />
stagedag werkt u van 8u tot 16u.<br />
• Gebruik tikklokken:<br />
Aan de studenten wordt gevraagd om gebruik te maken van de zwarte tikklokken die op verschillende<br />
lokaties in het ziekenhuis terug te vinden zijn. U dient vóór en ná uw shift te badgen door uw badge<br />
kort voor de tikklok te houden.<br />
September 2012<br />
19
Op het einde van de stageperiode kan u desgewenst bij de hoofdverpleegkundige een overzicht van<br />
uw gepresteerde uren bekomen.<br />
• Kledij:<br />
U kan zich omkleden in de kleedkamer van het BWC zelf. Een sleutel van de kastjes kan men vinden<br />
in de patiëntenkeuken van het BWC. Eventueel kan een waarborg van € 20 gevraagd worden voor het<br />
sleuteltje.<br />
Om hygiënische redenen wordt er gevraagd om dagelijks een vers wit <strong>UZ</strong>-pakje te dragen. Pakjes van<br />
school worden in het BWC niet gedragen.<br />
• Eten en drinken:<br />
Door het fysiek belastende karakter van de (ochtend)verzorging van de brandwondenpatiënten is het<br />
sterk aangeraden om tussendoor voldoende te eten en te drinken. Zorg er dus steeds voor dat u eten<br />
en drinken meebrengt op stage.<br />
Maaltijden worden in de pauzes (die overigens niet op vaste tijdstippen genomen worden) genuttigd in<br />
de keuken van het BWC.<br />
• Uurrooster:<br />
De eerste stagedag zal de hoofdverpleegkundige -in onderling overleg- een uurrooster voorstellen met<br />
een evenwichtig aantal vroeg- en laatdiensten.<br />
Afhankelijk van de afspraken en regels die vanuit de hogescholen worden opgelegd kan er eventueel<br />
gekeken worden om weekends en/of nachtdiensten op te nemen in het uurrooster.<br />
• EPD:<br />
Zorg ervoor dat u vooraleer u de stage in het BWC aanvangt toegang hebt tot het Elektronisch<br />
Patiënten Dossier (EPD). Dit bevat allerlei medische informatie die handig kan zijn om door te nemen<br />
vooraleer u aan de verzorging van een patiënt begint.<br />
Het is eveneens noodzakelijk om een login voor het EPD te hebben om een login aan te maken voor<br />
IZIS, het elektronisch patiëntendossier van Intensieve Zorg/<strong>Brandwondencentrum</strong>.<br />
September 2012<br />
20