30.09.2013 Views

Criminaliteitsbeeldanalyse - Openbaar Ministerie

Criminaliteitsbeeldanalyse - Openbaar Ministerie

Criminaliteitsbeeldanalyse - Openbaar Ministerie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong>


Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen, alsmede behoudens voorzover<br />

in deze uitgave nadrukkelijk anders is aangegeven, mag niets uit deze uitgave worden<br />

verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij<br />

elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder<br />

voorafgaande schriftelijke toestemming van het KLPD.<br />

Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie<br />

die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden de auteur(s), redactie en<br />

het KLPD geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen<br />

gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen.


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

Synthetische drugs 2002-2004


Hoofdstuk<br />

Hoofdstuk<br />

Hoofdstuk<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

4<br />

Synthetische Drugs<br />

Inhoudsopgave<br />

Voorwoord 7<br />

Samenvatting 9<br />

1 Introductie 25<br />

1.1 Inleiding 25<br />

1.2 Doelstelling 25<br />

1.3 Probleemstelling en onderzoeksvragen 26<br />

1.4 Omschrijvingen en definities 27<br />

1.5 Onderzoeksmethode 30<br />

1.5.1 Bronnen 30<br />

1.5.2 Inwinnen en analyseren van informatie 32<br />

1.6 Leeswijzer 36<br />

2 De ontwikkeling van de aard en omvang van synthetischedrugscriminaliteit<br />

in Nederland en in het buitenland 37<br />

2.1 Inleiding 37<br />

2.2 Opkomst en ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt 37<br />

2.3 Kenmerken van de huidige marktsituatie 41<br />

2.3.1 De aard van synthetische drugs 41<br />

2.3.1.1 De kenmerken en samenstelling van synthetische drugs 41<br />

2.3.1.2 Het productieproces van synthetische drugs 45<br />

2.3.2 De omvang van de synthetische-drugsmarkt 49<br />

2.3.2.1 In beslag genomen synthetische drugs in Nederland en in het buitenland 49<br />

2.3.2.2 Ontmantelde productielocaties in Nederland en in het buitenland 61<br />

2.3.2.3 Afvaldumpingen 65<br />

2.3.2.4 Het gebruik van synthetische drugs in Nederland en in het buitenland 68<br />

2.3.2.5 De prijzen van synthetische drugs in Nederland en in het buitenland 73<br />

2.3.2.6 De omzet van synthetische drugs in Nederland 80<br />

2.4 Conclusie 83<br />

3 De kenmerken van verdachten en gehanteerde modus operandi 89<br />

3.1 Inleiding 89<br />

3.2 Kenmerken van criminele verbanden 91<br />

3.2.1 Verdachten 91<br />

3.2.2 Criminele verbanden 93<br />

3.2.2.1 Organisatiegraad, taakverdeling en verantwoordingsrelaties 93<br />

3.2.2.2 Relaties met bedrijven 101<br />

3.2.2.3 Andere delicten 103<br />

3.3 Werkwijze van criminele verbanden 104<br />

3.3.1 Hulpbronnen 104<br />

3.3.1.1 Benodigde grondstoffen, productiemiddelen, kennis en<br />

ruimtelijke voorzieningen 104<br />

3.3.1.2 Financiering van grondstoffen, productiemiddelen en accommodatie 107<br />

3.3.2 Logistieke faciliteiten en knooppunten 108


Hoofdstuk<br />

Hoofdstuk<br />

Hoofdstuk<br />

3.3.2.1 Verwerving en smokkel van grondstoffen en hardware 108<br />

3.3.2.2 Productie van synthetische drugs 112<br />

3.3.2.3 Afzet van synthetische drugs 115<br />

3.3.2.4 Dumpingen van afvalstoffen van synthetische drugs 127<br />

3.3.3 Institutionele faciliteiten 128<br />

3.3.3.1 Facilitairs en tussenpersonen 128<br />

3.3.3.2 Branches 130<br />

3.3.3.3 Vergunningen en (nep)bedrijven 131<br />

3.3.3.4 Valse documenten 132<br />

3.4 ‘Algemene bedrijfsvoering’ van criminele verbanden 132<br />

3.4.1 Geldstromen 133<br />

3.4.1.1 Wisselen, verplaatsen en verhullen 133<br />

3.4.1.2 Investeringen en bestedingen 136<br />

3.4.1.3 Rol van de ‘bovenwereld’ 137<br />

3.4.2 Gebruik van communicatie, afscherming, corruptie, intimidatie en geweld 138<br />

3.4.2.1 Communicatiemiddelen 138<br />

3.4.2.2 Afschermingmethoden 138<br />

3.4.2.3 Gebruik van geweld, corruptie of intimidatie 140<br />

3.4.3 Externe relaties 140<br />

3.4.3.1 Relaties met de ‘onderwereld’ 140<br />

3.4.3.2 Relaties met de ‘bovenwereld’ 141<br />

3.5 Conclusie 142<br />

4 De schade van synthetische-drugscriminaliteit in Nederland 153<br />

4.1 Inleiding 153<br />

4.2 Schade aan personen 154<br />

4.3 Schade aan branches 158<br />

4.4 Schade aan de samenleving 160<br />

4.5 Conclusie 163<br />

5 Recente en verwachte ontwikkelingen 165<br />

5.1 Inleiding 165<br />

5.2 Ontwikkelingen in aard en omvang 165<br />

5.3 Zal de productie een Nederlandse aangelegenheid blijven ? 171<br />

5.4 Conclusie 173<br />

6 Conclusies 175<br />

Literatuur 181<br />

Bijlagen 183<br />

1 Afkortingen 183<br />

2 De onderzoeksvragen 185<br />

3 Bestudeerde onderzoeken 189<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

5<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


Voor u ligt de <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong> Synthetische Drugs 2002-2004 van de Dienst<br />

Nationale Recherche van het Korps Landelijke Politiediensten die is ontwikkeld in opdracht<br />

van het Landelijk Parket. Synthetische drugs is een van de aandachtsgebieden van<br />

de Nationale Recherche. Met name de Unit Zuid-Nederland brengt dit aandachtsgebied<br />

– in samenwerking met het Landelijk Parket, de FIOD-ECD, de Kmar, het NFI, de Douane<br />

en het Landelijk Expertisecentrum Synthetische Drugs – in kaart, onder andere in<br />

de vorm van deze CBA (waarbij het Kennis en Informatie Centrum van de NR-Unit<br />

Zuid-Nederland speciale vermelding verdient). De Unit doet projectvoorstellen, voert<br />

operationele onderzoeken uit en geeft adviezen ter voorkoming van criminaliteit. Deze<br />

voor u liggende CBA staat uitgebreid stil bij de ontwikkeling van de synthetische-drugscriminaliteit<br />

in Nederland.<br />

Een CBA dient om een beter overzicht, inzicht en doorzicht te krijgen, strategie te ontwikkelen<br />

en om operationele onderzoeken te kunnen starten. Opsporen en tegenhouden<br />

van synthetische-drugscriminaliteit is voor de Dienst Nationale Recherche een belangrijke<br />

doelstelling. Op dat terrein mag van de Dienst Nationale Recherche en het Landelijk Parket<br />

een belangrijke bijdrage aan de veiligheid in Nederland worden verwacht.<br />

In de onderzoeksperiode 2002-2004 lijken er veranderingen op te treden op het aandachtsgebied.<br />

Het aantal aangetroffen productielocaties van XTC alsmede het aantal en de<br />

hoeveelheid gedumpte afvalstoffen is gedaald, evenals het gebruik van XTC (in consumptielanden<br />

van het eerste uur). In 2005 zet deze daling door; ook op het gebied van het<br />

aantal en de hoeveelheid in beslag genomen precursoren en XTC. De groeiende nieuwe<br />

afzetmarkten lijken de afnemende vraag niet geheel te kunnen compenseren. Aan de andere<br />

kant zou de productie van XTC in andere landen (vooral België) de teruggang van de<br />

productie in Nederland hebben kunnen opvangen.<br />

De productie van amfetamine in Nederland lijkt wel van een gelijke omvang te blijven.<br />

Het beeld zou – onder andere in overleg met het Landelijk Parket – kunnen leiden tot aanpassingen<br />

in de te volgen strategie binnen de kaders van de nota ‘Samenspannen tegen XTC’.<br />

Een woord van dank gaat uit naar alle medewerkers die informatie hebben aangeleverd ten<br />

behoeve van deze CBA, in het bijzonder de analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland en<br />

de onderzoeker van de NR-Unit Operationele Expertise.<br />

Driebergen, november 2005<br />

A.L. Driessen<br />

Voorwoord<br />

Diensthoofd Nationale Recherche<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

7<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

8<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


Samenvatting<br />

Deze criminaliteitsbeeldanalyse (CBA) beschrijft de ontwikkeling van de synthetischedrugscriminaliteit<br />

in de periode 2002 – 2004. Door het analyseren van afgesloten<br />

opsporingsonderzoeken, het bestuderen van wetenschappelijke literatuur en van<br />

overheidsrapporten, en door het voeren van gesprekken met analisten en experts<br />

van bijzondere opsporingsdiensten is een beeld geschetst van de aard en omvang van<br />

synthetische-drugscriminaliteit, van de kenmerken van verdachten en criminele verbanden<br />

die actief zijn op de synthetische-drugsmarkt, van de door hun gehanteerde<br />

modus operandi, en van de schade die door deze criminaliteitsvorm wordt veroorzaakt.<br />

Ook is nagegaan welke verwachtingen kunnen worden uitgesproken over de<br />

ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt.<br />

Aan de hand van de onderzoeksvragen die in deze CBA centraal hebben gestaan<br />

worden hier de belangrijkste bevindingen samengevat.<br />

Onderzoeksvraag 1:<br />

Welke ontwikkelingen hebben in de onderzoeksperiode plaatsgevonden<br />

op de internationale en nationale markt voor synthetische<br />

drugs, in termen van vraag en aanbod?<br />

De samenstelling en productie van synthetische drugs<br />

Voor zowel amfetamine als XTC lijkt er geen sprake van grote wijzigingen in de<br />

samenstelling. Wel is de hoeveelheid werkzame stof per XTC-tablet sinds 1997 tot<br />

aan 2003 geleidelijk toegenomen. Er waren in 2003 procentueel meer tabletten<br />

getest dan in voorgaande jaren die een concentratie bevatten van meer dan 105 milligram<br />

MDMA per tablet (in 2005 is daarentegen een daling van de concentratie per<br />

tablet waargenomen). Daarnaast is het productieproces van XTC – en in mindere<br />

mate ook voor amfetamine – geoptimaliseerd, onder andere door het terugwinnen<br />

en het hergebruik van katalysatoren, waardoor er meer MDMA gewonnen wordt<br />

per liter PMK. De ‘warme’ methode bleef de afgelopen jaren verreweg de meest<br />

gebruikte productiemethode.<br />

Amfetamine staat sinds 1976 vermeld in lijst I van de Opiumwet. De werkzame stoffen<br />

MDMA, MDEA of N-ethylMDA die in XTC-tabletten verwerkt zijn staan sinds 1988<br />

vermeld in lijst I (MDA stond hier al langer op). Verbodsbepalingen betreffende de<br />

precursoren PMK en BMK staan niet in de Opiumwet, maar in de in 1995 in werking<br />

getreden Wet voorkoming misbruik chemicaliën (WVMC). De wetgeving is thans aan<br />

wijziging onderhevig. De Europese Unie heeft twee nieuwe verordeningen afgekondigd<br />

(voor inter- en intracommunautaire handel) die op 18 augustus 2005 in werking zijn<br />

getreden. De bestaande richtlijn en verordening zijn ingetrokken. De verordeningen<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

9<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

10<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

hebben rechtstreekse werking maar de nationale toepassing geschiedt op basis van<br />

de WVMC; een wijzigingsvoorstel gaat binnenkort naar het parlement. De nieuwe<br />

verordeningen bevatten overgangsbepalingen waardoor de bestaande wetsteksten<br />

vooralsnog hun gelding blijven behouden.<br />

Inbeslagnemingen<br />

Er worden de laatste jaren minder precursoren in Nederland in beslag genomen.<br />

Grotere partijen komen in andere Europese zeehavens aan, om vervolgens naar<br />

Nederland te worden getransporteerd. Het overgrote deel van de precursoren is<br />

afkomstig uit China. Een klein deel komt uit Oost-Europa. Anders dan in voorgaande<br />

jaren lijken producenten sinds het eind van 2004 meer moeite te hebben om aan<br />

precursoren te komen. Dit kan erop duiden dat de voorraden in Nederland opraken<br />

of dat er minder wordt ingevoerd.<br />

Op de amfetaminemarkt blijft de rol van Nederland beperkt tot Europa (op de<br />

wereldmarkt is de rol van Nederland minimaal). De hoeveelheid in het buitenland<br />

geconfisqueerde amfetaminepoeder liep sinds 2002 sterk terug, terwijl deze in<br />

Nederland iets steeg. Daarnaast waren de inbeslagnemingen van amfetaminepasta<br />

een nieuw fenomeen, dat zich in 2003 voor het eerst voordeed. De grootste confiscaties<br />

amfetaminepoeder vonden in 2002-2004 plaats in Nederland, België, Duitsland<br />

en het Verenigd Koninkrijk. De voornaamste afzetmarkten lijken die van het Verenigd<br />

Koninkrijk en Scandinavië, hoewel de laatste sinds een aantal jaren vooral wordt<br />

voorzien vanuit Polen en de Baltische staten.<br />

De in beslag genomen hoeveelheid XTC-tabletten is sinds 2002 in het buitenland<br />

sterk gedaald, terwijl deze in Nederland nagenoeg gelijk bleef. Daarentegen nam de<br />

hoeveelheid in het buitenland geconfisqueerde MDMA-poeder in dezelfde periode<br />

sterk toe, terwijl deze in Nederland afnam. Wanneer het poeder wordt omgerekend<br />

naar tabletten, dan blijkt de in beslag genomen hoeveelheid ongeveer gelijk te blijven.<br />

De vraag is of deze verschuiving van tabletten naar poeder – dat in grote partijen via<br />

havens wordt gesmokkeld – structureel van aard is en of deze te maken heeft met de<br />

toegenomen controles op luchthavens.<br />

Sinds 2002 is het aantal inbeslagnemingen wereldwijd aanzienlijk afgenomen. Zo was er<br />

sprake van een daling in Duitsland en Frankrijk en van een radicale afname in de Verenigde<br />

Staten. Anderzijds werden in Australië, Japan, Turkije en China meer partijen<br />

geconfisqueerd. De smokkel middels dekladingen neemt toe, terwijl de smokkel middels<br />

personen en via vliegtuigen afneemt. Hoewel het aantal confiscaties een daling<br />

vertoont, neemt per transport de hoeveelheid smokkelwaar toe. De grootste partijen<br />

XTC worden in Europa in vrachtwagens vervoerd; per transport gemiddeld bijna een<br />

half miljoen tabletten. Buiten Europa worden de grootste partijen per schip vervoerd.<br />

Ontmantelde productielocaties<br />

Sinds 2002 is het aantal ontmantelde productielocaties met een derde afgenomen. De<br />

productie is sinds jaren geconcentreerd in West- en Zuid-Nederland. In 2004 werden


tabletteerplaatsen vooral aangetroffen in Noord-Holland, terwijl alle ontmantelde<br />

laboratoria zich bevonden in Noord-Holland en Noord-Brabant. XTC werd in 2004<br />

vooral in Noord-Holland geproduceerd, en amfetamine vooral in Noord-Brabant. In<br />

2002 en 2003 was de productie van zowel XTC als amfetamine gelijkmatig verdeeld<br />

over West- en Zuid-Nederland. Sinds 2003 worden er minder productielocaties in<br />

woongebieden aangetroffen, en juist meer in landelijke gebieden. Vanaf 2001 is er<br />

sprake van een toename van het aantal ontmantelde amfetaminelaboratoria, terwijl<br />

het aantal aangetroffen XTC-laboratoria afneemt. Vanaf 2003 worden er zelfs meer<br />

amfetaminelaboratoria ontmanteld dan XTC-laboratoria.<br />

Bij de in het buitenland aangetroffen productielocaties voor XTC is meestal sprake<br />

van Nederlandse betrokkenheid, bijvoorbeeld in België, Duitsland, Indonesië en Suriname.<br />

In andere gevallen gaat het vaak om ‘kitchenlabs’. Net als in Nederland is in<br />

België ook sprake van een verschuiving van de productie van XTC naar amfetamine.<br />

In 2002 werden in Nederland meer amfetaminelaboratoria ontmanteld dan in welk<br />

ander Europees land ook. Tegelijkertijd is er sprake van een verschuiving van de productie<br />

naar Oost-Europese landen.<br />

Dumpingen van afvalstoffen<br />

Jarenlang lag het aantal dumpingen per jaar rond de 80 en de hoeveelheid rond de<br />

100.000 liter. In 2004 was er echter sprake van een aanzienlijke afname van zowel<br />

het aantal dumpingen als de gedumpte hoeveelheid. Dit kan te maken hebben met<br />

een afnemend besef bij gemeenten om dumpingen te melden bij de NR-Unit Zuid-<br />

Nederland. De daling kan echter evengoed veroorzaakt worden door een verplaatsing<br />

van de dumpingen naar Belgisch grondgebied. De vermindering van de aantallen<br />

dumpingen zou kunnen worden toegeschreven aan enkele megadumpingen, waarbij<br />

waarschijnlijk de afvalstoffen van verschillende productielocaties zijn verzameld.<br />

In Zuid- en West-Nederland zijn sinds 1999 veruit de meeste dumpingen aangetroffen,<br />

waarbij elk jaar meer dan de helft op het conto van Zuid-Nederland kwam – uitgezonderd<br />

2000 en 2004. Dit beeld komt overeen met de spreiding van de productielocaties<br />

in Nederland. Dumpingen in woongebieden worden hoogstwaarschijnlijk relatief<br />

vaker ontdekt dan die in buitengebieden. Het aantal dumpingen in buitengebieden zal<br />

dus eerder onderschat worden dan die in woongebieden. Ongeveer tweederde van<br />

de dumpingen vonden in 2004 buiten de bebouwde kom plaats. De afvalstoffen werden<br />

in 2004 voornamelijk gedumpt in het buitengebied, het bos en op bedrijfsterreinen.<br />

In woonwijken zijn chemische afvalstoffen onder andere gestort in ondergrondse<br />

afvalbakken bestemd voor huishoudelijk afval.<br />

In veel gevallen is bij de NR-Unit Zuid-Nederland niet bekend welke afvalstoffen<br />

er precies gedumpt zijn. In de regel gaat het om lege of gevulde jerrycans en vaten,<br />

vuilniszakken, blikken en flessen. In ieder geval worden meestal de volgende stoffen<br />

aangetroffen: aceton, ether, methanol, tolueen, zwavelzuur, BMK, PMK, mierenzuur,<br />

zoutzuur, methylamine en safrol. Opvallend is dat de laatste jaren naast de chemicaliën<br />

steeds vaker Chinees verpakkingsmateriaal wordt aangetroffen.<br />

Samenvatting<br />

11<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

12<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Gebruik van synthetische drug<br />

Sinds 2003 lijkt er sprake van een afname van de populariteit van XTC in Nederland<br />

en in andere landen in West-Europa en Noord-Amerika. Voor Nederland relateert<br />

Korf (2003) deze daling aan het imago van XTC, die onder een trendsettend publiek<br />

als niet meer speciaal wordt gezien (‘iedereen gebruikt het’). XTC lijkt een modedrug<br />

die vooral tijdens dancefeesten geconsumeerd wordt door een bepaalde leeftijdsgroep,<br />

die slechts een aantal jaren deze levensstijl leeft. Het gebruik lijkt ook te<br />

zijn afgenomen door het toenemende besef dat er negatieve effecten aan het gebruik<br />

zijn verbonden. Toch is XTC wereldwijd nog steeds populair, omdat het middel in<br />

veel landen nog maar net geïntroduceerd is (bijvoorbeeld in goedkope toeristenoorden).<br />

Ook wordt het in deze landen nog als een onschuldige drug gezien. Daarnaast<br />

blijft een XTC-tablet een relatief goedkoop product. Vanaf 2003 is er sprake van een<br />

toename van het gebruik in Zuid-Amerika, Zuidelijk Afrika, (Zuidoost) Azië en het<br />

Midden-Oosten. Ook is het sinds de uitbreiding van de EU in mei 2004 vrij eenvoudig<br />

geworden om XTC naar de nieuwe lidstaten te smokkelen, wat een verklaring kan<br />

zijn voor de verdubbeling van het gebruik in Slowakije. Amfetamine lijkt minder onderhevig<br />

aan modegrillen. De consumptie van amfetamine bereikte in West-Europa in<br />

1998-1999 het hoogtepunt en in Oost-Europa in 2000-2001. In Oost-Europa ligt het<br />

percentage gebruikers iets lager dan in West-Europa.<br />

Prijs en omzet<br />

De straatprijs van amfetamine in Nederland is in de onderzoeksperiode 2002-2004<br />

gemiddeld € 8,- per gram. De dealerprijs is iets lager, gemiddeld € 7,50. De detailhandelsprijs<br />

is gemiddeld € 1310,- per kilogram. Over de prijzen op het niveau van tussen-<br />

en groothandel zijn onvoldoende gegevens beschikbaar. De gemiddelde kostprijs<br />

van een XTC-tablet was € 0,56. Van de groothandelsprijs van XTC zijn in de periode<br />

2002-2004 in Nederland geen eenduidige gegevens beschikbaar. De tussenhandelprijs<br />

was gemiddeld € 0,63, de detailhandelsprijs was gemiddeld € 0,91, de dealerprijs was<br />

gemiddeld € 2,29, en de straatprijs ten slotte was gemiddeld € 3,49. In 2001 lagen de<br />

prijzen hoger.<br />

In een groot aantal gevallen liggen de prijzen op de niveaus van tussenhandel en detailhandel<br />

erg dicht bij elkaar. Ook de dealerprijzen en straatprijzen kennen onderling<br />

grote verschillen, en ook in eenzelfde periode binnen een regio. De markt lijkt dus<br />

zeer flexibel en chaotisch. Dit geldt voor alle niveaus op de markt. Er zijn veel aanbieders<br />

actief. De vraag is of deze verkopers de markt goed kennen, dat wil zeggen<br />

of zij weten welke verkoopprijs concurrenten hanteren. Wanneer de markt goed zou<br />

functioneren, dan zouden de verkopers de laagste prijs moeten vragen, omdat de koper<br />

anders een andere verkoper zal benaderen. Wanneer dit niet het geval is, dan kan<br />

dit betekenen dat de kopers een informatieprobleem hebben en dat verkopers dus<br />

prijsafspraken kunnen maken. Overigens kan het prijsverschil ook te maken hebben<br />

met de kwaliteit van het aangeboden tablet.<br />

De prijzen van amfetamine en XTC zijn in het buitenland hoger dan de prijzen in Ne-


derland. In de meeste Europese landen ligt de straatprijs van amfetamine tussen de €<br />

9,- en € 15,- per gram. Per gram amfetamine worden in Europa in de Scandinavische<br />

landen gemiddeld de hoogste prijzen betaald. Voor zover bekend heeft Nederland<br />

met iets meer dan € 8,- per gram de laagste straatprijs van de Europese Unie. De<br />

straatprijzen van XTC-tabletten lijken met meer dan € 80,- het hoogst in Japan. (In<br />

2005 ligt de prijs tussen de € 25.- en € 50,-) Australië en Nieuw-Zeeland volgen met<br />

circa € 30,- op afstand. In de VS liggen ze tussen de € 6,- en € 45,-, afhankelijk van de<br />

staat waarin de tabletten verkocht worden. In Europa gelden in Noorwegen en Italië<br />

hoge prijzen. Opmerkelijk is de lage straatprijs in Indonesië. Dit kan een indicatie zijn<br />

dat het gaat om XTC dat in het land zelf is geproduceerd. Dat is aannemelijk gezien<br />

de ontmantelde productieplaatsen in Indonesië in 2002.<br />

Op basis van berekeningen van het UNODC (2004) en van Van der Heijden (2003)<br />

wordt de totale consumptie wereldwijd tussen de 160 en 320 miljoen tabletten geschat.<br />

Als er van uitgegaan wordt dat zeventig procent van alle geconfisqueerde XTC<br />

uit Nederland afkomstig is, dan worden in Nederland op jaarbasis tussen de 112 en<br />

224 miljoen tabletten geproduceerd. De jaarconsumptie in Nederland zou liggen tussen<br />

de 1.340.000 en 2.680.000 tabletten. De totale winst die in Nederland wordt<br />

gemaakt wordt geschat op minimaal bijna 43 miljoen euro en maximaal 86 miljoen<br />

euro. Let wel: het gaat hier om de brutowinst, waarbij alleen rekening is gehouden<br />

met de kosten van grondstoffen. Kosten zoals de huur van een locatie, verpakkingsmaterialen,<br />

dekladingen en lonen voor chauffeurs, tabletteerders, dumpers en andere<br />

werknemers zijn hier nog niet in opgenomen, evenmin als de investeringen in hardware.<br />

De brutowinst die gemaakt wordt bij de productie en handel in amfetamine is<br />

moeilijker te berekenen, omdat er geen eenduidige gegevens beschikbaar zijn over de<br />

kostprijs en de prijzen die in de groot- en tussenhandel gelden.<br />

Onderzoeksvraag 2:<br />

Welke verdachten en criminele verbanden zijn in Nederland actief<br />

op de markt voor synthetische drugs en welke modus operandi hanteren<br />

zij?<br />

Herkomst van verdachten<br />

Bij de smokkel van precursoren zijn Chinese en Oost-Europese criminele verbanden<br />

betrokken. Bij de aanschaf van andere chemicaliën zijn voor het merendeel<br />

Nederlanders betrokken, evenals bij het verkrijgen van hardware. Bij de productie<br />

van synthetische drugs zijn vooral personen betrokken met de Nederlandse nationaliteit<br />

afkomstig uit de westelijke en zuidelijke provincies van Nederland. Wel lijken<br />

hierin criminele verbanden met een andere etniciteit actiever dan voorheen. Zo<br />

zijn Chinese verbanden zich naast de import van precursoren ook gaan toeleggen<br />

op het tabletteren van XTC. Daarnaast lijken Nederlandse criminele verbanden de<br />

productie te verplaatsen naar Belgisch grondgebied, waar vaak Belgen worden inge-<br />

Samenvatting<br />

13<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

14<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

schakeld in het productieproces. In de internationale handel van XTC en amfetamine<br />

zijn diverse nationaliteiten actief. Dominicanen en Israëliërs (veelal van Amerikaanse<br />

of Russische afkomst) waren betrokken bij de smokkel van XTC naar Zuid-Amerika<br />

en de VS. Belgen, Britten, Duitsers, Kroaten en Turken zijn actief in de smokkel<br />

van XTC naar hun eigen herkomstlanden. De smokkel naar (Zuidoost) Azië, Japan,<br />

Australië en Nieuw-Zeeland wordt vooral ondernomen door Nederlanders, Israëliërs<br />

en Chinezen.<br />

Organisatiegraad, taakverdeling en verantwoordingsrelaties van criminele<br />

verbanden<br />

De samenstelling van criminele verbanden wordt over het algemeen mede bepaald<br />

door etniciteit maar nog meer door sociale relaties. Persoonlijke contacten en geografische<br />

nabijheid zijn van groot belang voor de ontwikkeling van criminele verbanden.<br />

Vaak werken familie, vrienden en bekenden met elkaar samen en introduceren zij<br />

elkaar bij anderen. Dit geldt voor criminele verbanden in het algemeen, en ook voor<br />

criminele verbanden die actief zijn op de synthetische-drugsmarkt.<br />

Het lijkt erop dat de meeste criminele verbanden bestaan uit één of enkele personen<br />

die weer elk één of enkele kennissen, familieleden of vrienden onder zich hebben verzameld<br />

en die ingezet worden bij diverse werkzaamheden. Deze inzet is vaak ad hoc,<br />

per uit te voeren klus. Criminele verbanden die bestaan uit misdaadondernemers die<br />

structureel actief zijn en waarbinnen logistieke processen redelijk effectief functioneren,<br />

lijken dun gezaaid.<br />

Er is op de synthetische-drugsmarkt een klein aantal grote misdaadondernemers<br />

actief, die zich bezighouden met het financieren van de ondernemingsactiviteiten en<br />

via een bedrijfsleider sturing geven aan deze activiteiten (zoals de invoer van grote<br />

partijen precursoren of chemicaliën, of aan de productie, of aan de uitvoer van grote<br />

hoeveelheden amfetamine en/of XTC). Naast deze grote spelers zijn diverse kleine<br />

misdaadondernemingen actief, vaak slechts gelegenheidsverbanden. Soms zijn dit<br />

kleine zelfstandige misdaadondernemingen; vaker lijken zulke verbanden ingeschakeld<br />

te worden in opdracht van grotere misdaadondernemers. Het lijkt erop dat de gelegenheidsverbanden<br />

bestaan uit individuen die zijn geworven of erbij betrokken zijn<br />

geraakt omdat zij bekenden zijn en/of omdat zij financiële problemen hebben. Vaak is<br />

de samenstelling van de criminele verbanden per activiteit weer anders. Echt gespecialiseerde<br />

verbanden of dienstverleners die voor een langere tijd dezelfde samenstelling<br />

hebben zijn zeldzaam.<br />

Het is geen eenvoudige opgave voor criminele verbanden om in het bezit te komen<br />

van de benodigde grondstoffen, productiemiddelen en kennis om een XTC-tablet te<br />

fabriceren. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat alle facetten hun eigen specialisten<br />

kennen. Eenlingen die een compleet productieproces beheren komen bijna niet voor.<br />

Complete productieprocessen worden in de regel beheerd door criminele verbanden<br />

die structureel actief zijn op de synthetische-drugsmarkt. Uit onderzoeken naar<br />

deze criminele verbanden verkrijgt men meestal alleen zicht op één, hooguit twee,


opeenvolgende deelactiviteiten van het logistieke proces (de grondstoffenhandel, de<br />

vervaardiging van en de handel in productieapparatuur, het productieproces en de<br />

handel en export van het eindproduct).<br />

Koeriers, laboranten en ‘manusjes van alles’ staan laag in de rangorde van medewerkers.<br />

In de bestudeerde onderzoeken zijn legio van zulke medewerkers aangetroffen.<br />

Omdat de activiteiten die dit soort medewerkers verrichten geen specifieke vaardigheden<br />

vereisen, zijn zij makkelijk inwisselbaar (wat belangrijk is gezien de aanhoudingsrisico’s<br />

die deze medewerkers lopen). Niet alleen koeriers e.d. worden geprikkeld<br />

door hun financiële problemen. Uit Belgische opsporingsonderzoeken naar synthetische-drugscriminaliteit<br />

is gebleken dat een aanzienlijk deel van de verdachten in de<br />

smokkel, productie en handel deelnam vanwege financiële problemen.<br />

Het productieproces lijkt een redelijk gesloten circuit (‘ons kent ons’) waarbij<br />

bekenden worden ingezet om het productiewerk te doen. Ook komt het voor dat<br />

deze bekenden zelf weer personen betrekken om allerlei activiteiten te verrichten.<br />

De (productie-)medewerkers kennen alleen de personen die direct boven hen staan<br />

en die hen inzetten en betalen. Wat er verder in het logistieke traject gebeurt blijft<br />

voor hen onbekend, laat staan dat ze de uiteindelijke opdrachtgevers leren kennen.<br />

In de smokkel en handel van synthetische drugs lijken veel kleine zelfstandigen actief,<br />

met daarnaast enkele grotere handelaren. Dezen kunnen ook zelf producent zijn.<br />

Er is weinig bekend over interne sancties. Die worden waarschijnlijk weinig expliciet<br />

toegepast. De summiere gegevens die hierover bekend zijn geworden komen<br />

of uit tapgesprekken of uit verklaringen van verdachten (over hun opdrachtgevers).<br />

Misdaadondernemers proberen te voorkomen dat hun medewerkers verklaringen afleggen<br />

door hen financieel te ondersteunen bij het inschakelen van juridische bijstand.<br />

De beloning voor medewerkers is vaak in de vorm van een afgesproken som geld, of<br />

als een gedeelte van de opbrengsten, of als een gedeelte van de partij synthetische<br />

drugs.<br />

Er worden door Kleemans e.a. in hun overzichtsrapportage uit 2002 drie typen<br />

misdaadondernemers onderscheiden: (1) de lokale generalist, (2) de internationaal<br />

actieve specialist, en (3) de internationaal actieve specialist die zich via samenwerking<br />

ook in andere illegale markten begeeft. De eerste is in deze CBA niet aangetroffen.<br />

Het tweede type wel: dit zijn de meeste misdaadondernemers die actief zijn<br />

in de smokkel en handel van synthetische drugs. Ook de in deze CBA aangetroffen<br />

misdaadondernemers – zoals een faciliterende witwasser die geld verplaatst over<br />

landsgrenzen heen; of de personen die chemicaliën uit het legale circuit betrekken<br />

en aan producenten leveren; of een crimineel verband dat smokkeltransporten<br />

organiseert voor andere criminele verbanden – vallen onder het tweede type. Het<br />

derde type is ook aangetroffen: dit zijn de misdaadondernemers die cocktailtransporten<br />

organiseren of synthetische drugs ruilen tegen andere verdovende middelen<br />

of wapens.<br />

Op basis van de bestudeerde onderzoeken kan nog een ander type misdaadondernemer<br />

worden toegevoegd: (4) de nationaal actieve specialist, zoals een facilitair die<br />

Samenvatting<br />

15<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

16<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

productiemiddelen vervaardigt, of een tabletteerder die ingehuurd wordt door verschillende<br />

opdrachtgevers. Dezen hebben slechts één kernactiviteit die zij verrichten<br />

voor andere misdaadondernemers. Dit gebeurt in de praktijk van de synthetische drugs<br />

alleen in het eigen land. Ook wordt een producent die niet zelf de illegale waar op de<br />

markt brengt tot een nationaal actieve specialist gerekend. Ook een tussenpersoon<br />

(iemand die partijen in de markt bij elkaar brengt) kan een nationaal actieve specialist<br />

zijn. Het vierde type misdaadondernemer is in deze CBA frequent aangetroffen.<br />

Hulpbronnen, logistieke faciliteiten en knooppunten<br />

Grondstoffen en productiemiddelen<br />

BMK en PMK zijn vooral afkomstig uit China en in kleinere hoeveelheden ook uit<br />

Oost-Europa. Vanuit China worden de precursoren per transport in duizenden liters<br />

naar Nederland gesmokkeld, en vanuit Oost-Europa gaat dat in honderden liters per<br />

keer. Vanuit China verloopt de smokkel in zeecontainers tussen dekladingen als zeep,<br />

soja en oliën. Ook wordt door de smokkelaars gebruikgemaakt van nepbedrijven die<br />

in Nederland zijn opgericht die olieachtige producten uit China importeren. In China<br />

worden deze producten legaal ingekocht en verpakt in flessen, emmers of vaatjes.<br />

Een gedeelte van die emballage vult men in China met BMK en/of PMK en vervolgens<br />

pakt men de partij om in gemerkte dozen. De complete vracht wordt daarna middels<br />

zeecontainers naar Nederland vervoerd. Aldaar aangekomen wordt de partij door de<br />

organisaties in gehuurde loodsen gelost. Vanuit Oost-Europa worden de precursoren<br />

vaak in de brandstoftanks van de smokkelvoertuigen vervoerd.<br />

In tegenstelling tot de handel in de precursoren PMK en BMK lijkt de handel in de<br />

overige grondstoffen in handen van Nederlanders te zijn die deel uit maken van of<br />

dicht aanzitten tegen criminele verbanden die de productie van de synthetische drugs<br />

in handen hebben. De chemicaliën, oplosmiddelen, zuren en katalysatoren ter vervaardiging<br />

van synthetische drugs zijn in Nederland en in buurlanden te verkrijgen.<br />

Veelvuldig wordt gebruik gemaakt van kleine en/of fictieve rechtspersonen. Met de in<br />

werking treding van de WVMC is het voor criminele verbanden moeilijker geworden<br />

om in Nederland aan deze stoffen te komen. Aanvankelijk werd uitgeweken naar bedrijven<br />

gevestigd in België en Duitsland. Ook daar lijkt het steeds moeilijker om aan<br />

chemicaliën te komen die onder het precursorenregime vallen. Hierdoor verplaatst<br />

het traject zich naar andere landen.<br />

De productiemiddelen worden of zelf gemaakt of bestaande productiemiddelen worden<br />

aangepast. Deze zijn speciaal voor de synthetische-drugsproductie ontworpen en<br />

gemaakt door facilitairs. In een aantal gevallen wordt hardware uit het legale circuit<br />

besteld. Vaak worden Nederlandse bedrijven gemeden, en worden de bestellingen<br />

geplaatst bij Belgische of Duitse bedrijven. Uit analyse van de hardware die is aangetroffen<br />

in amfetamine en XTC-laboratoria blijkt dat veel hardware te herleiden<br />

is naar veelal dezelfde personen. Dit duidt erop dat de markt voor hardware zeer<br />

specialistisch is en dat slechts een zeer klein aantal personen deze apparatuur maakt.


Dit geldt zowel voor de aanbieders van hardware voor amfetamineproductie als voor<br />

die van hardware voor XTC-productie.<br />

Productie en producenten<br />

Een aantal belangrijke activiteiten in het logistieke proces van de synthetische-drugsproductie<br />

lijkt te zijn geconcentreerd rond een klein aantal personen. Deze ‘grote<br />

jongens’ zijn:<br />

• de personen die de verschillende illegale ondernemingsactiviteiten financieren;<br />

• de personen die structureel de beschikking hebben over precursoren;<br />

• de personen die structureel de beschikking hebben over precursoren en<br />

hardware;<br />

• de personen die de verschillende productiestappen beheren, en daarbij mensen<br />

kunnen inzetten.<br />

Er bestaat geen eenduidige werkwijze waarop criminele verbanden de productie<br />

organiseren. Het hangt onder andere af van de ervaring en contacten van de misdaadondernemers.<br />

Vaak worden ervaren laboranten ingezet die het productieproces<br />

coördineren. Zij zijn niet per se zelf degenen die laboreren; het komt ook voor dat ze<br />

adviezen geven aan de medewerkers die daarvoor worden ingezet. Kennis van chemische<br />

processen is dus geen vereiste om deel te kunnen nemen aan de productie. Zulke<br />

‘hoofdlaboranten’ regelen vaak ook de accommodatie waar de laboratoriumopstelling<br />

wordt geplaatst. Daarentegen zijn er ook voorbeelden van misdaadondernemers die<br />

zelf (grote hoeveelheden) produceren en tabletteren. Als er daadwerkelijk geproduceerd<br />

gaat worden dan wordt de locatie afgesloten van de buitenwereld. Eten en<br />

kleding worden voor een langere periode ingeslagen en meegenomen. Vaak wordt er<br />

overnacht in caravans die in de nabijheid van het laboratorium staan opgesteld.<br />

Het laboreren en het tabletteren vindt meestal gescheiden van elkaar plaats. Vermoedelijk<br />

wordt het tabletteren vaker uitgevoerd door personen die hierin gespecialiseerd<br />

zijn. Het tabletteren is een nogal nauwkeurig werk. Deze ‘professionals’ zouden onafhankelijk<br />

zijn en voor meerdere producenten werken. Die plaatsen opdrachten bij een<br />

bepaalde tabletteerder, omdat diens producten een goede kwaliteit hebben.<br />

Uit twee onderzoeken is gebleken dat Chinese criminele verbanden in eigen beheer<br />

tabletteerden. Er lijkt sprake van een beperkte verschuiving van de productie naar<br />

België, waar Nederlandse producenten laboratoria in de grensstreek hebben opgezet.<br />

In een aanzienlijk deel van de ontmantelde productieplaatsen in België blijken Belgische<br />

productiemedewerkers in opdracht van Nederlanders te werken.<br />

Afzetgebieden<br />

Uit de bestudeerde politiedossiers blijkt dat de smokkel van zowel amfetamine als<br />

XTC binnen de Europese grenzen veelal in handen is van Nederlandse criminele<br />

groeperingen die, in samenwerking met organisaties uit het bestemmingsland, de<br />

Samenvatting<br />

17<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

18<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

smokkellijnen onderhouden. Is de bestemming buiten Europa gelegen, dan zijn het<br />

vaak buitenlandse organisaties die de touwtjes in handen hebben. Dominicaanse groeperingen<br />

bevoorraadden enkele jaren de Amerikaanse markt met XTC. Israëlische<br />

groeperingen smokkelden XTC-partijen van Nederland naar Amerika en Australië.<br />

Het is niet mogelijk om aan te geven hoe de aandelen van Dominicanen en Israëliërs<br />

in de smokkel naar Amerika zich tot elkaar verhouden. Chinese groeperingen vinden<br />

een groot afzetgebied in Canada en Australië. Deze internationaal acterende samenwerkingsverbanden<br />

beschikken vaak over een netwerk van contacten in de landen<br />

waar zij crimineel actief zijn. Op alle afzetgebieden zijn zowel gelegenheidsverbanden<br />

van kleine zelfstandigen als grotere misdaadondernemingen actief.<br />

• Bij de smokkel naar het Verenigd Koninkrijk wordt vaak samengewerkt tussen<br />

Britten en Nederlanders. De groothandel in amfetamine is daar in handen<br />

van Nederlandse, Belgische en Britse criminele verbanden. De voornaamste<br />

vervoersmiddelen zijn auto’s en vrachtwagens, of de passagiers zelf. Niet zelden<br />

betreft het smokkel in de vorm van cocktailtransporten, waarbij vooral<br />

sprake is van een combinatie van cocaïne, XTC, amfetamine en softdrugs.<br />

• Israëliërs (soms van Russische komaf met relaties naar Russische criminele<br />

verbanden) speelden in 2002 en 2003 een grote rol in de smokkel van XTC<br />

vanuit West-Europa naar de Verenigde Staten. De Israëliërs smokkelden via<br />

commerciële lijnvluchten, en maakten gebruik van koeriers en van postpakketten.<br />

Zij ronselden vooral Israëliërs, Amerikanen en West-Europeanen.<br />

• Sinds 2001 is er sprake van een ruilhandel van XTC tegen cocaïne naar Zuid-<br />

Amerika, de Nederlandse Antillen en Aruba. De XTC die vooral middels<br />

koeriers naar Zuid-Amerika wordt gesmokkeld is bestemd voor de Amerikaanse<br />

markt. Ook personen van Dominicaanse en Surinaamse afkomst zijn<br />

betrokken bij deze ruilhandel.<br />

• Naast deze waarschijnlijk kleinere misdaadondernemers en gelegenheidsverbanden<br />

zijn er ook grote misdaadondernemingen actief. Deze maken niet<br />

gebruik van luchttransport, maar smokkelen grote partijen over zee.<br />

• Sinds 2003 is er sprake van een toename van de smokkel van grote partijen<br />

MDMA-poeder, uitgevoerd door Chinese criminele verbanden, die<br />

elders worden getabletteerd. Het feit dat aan de exporten van grote partijen<br />

MDMA-poeder richting Canada en Australië Chinese organisaties te liëren<br />

zijn, zou kunnen betekenen dat er niet alleen sprake is van een verschuiving<br />

van smokkelmethode, maar mogelijk ook van smokkelorganisaties. De partijen<br />

MDMA-poeder die naar Canada worden gesmokkeld lijken uiteindelijk<br />

bestemd voor de Amerikaanse markt.


• Bij de smokkel naar Turkije zijn in de aangetroffen gevallen alleen Turken betrokken.<br />

Het transport gaat voornamelijk over de weg. Israëliërs, Litouwers,<br />

Oekraïners en Russen komen de XTC zelf in Nederland afnemen (al dan niet<br />

via een tussenpersoon) en smokkelen deze vervolgens zelf naar hun ‘eigen’<br />

landen.<br />

• De smokkel van XTC naar Zuidoost-Azië, Australië en Nieuw-Zeeland vindt<br />

plaats door de lucht (via koeriers en postpakketten) en over de zee in containers.<br />

Het zijn niet alleen grote misdaadondernemingen die hierin actief zijn,<br />

maar ook gelegenheidsverbanden van kleine zelfstandigen.<br />

De smokkel vanuit Nederland naar de bestemmingslanden kan zowel rechtstreeks als<br />

via een omweg plaatsvinden. Uit politieonderzoeken blijkt duidelijk dat de samenwerkingsverbanden<br />

steeds vaker het land van herkomst trachten te verbloemen, kennelijk<br />

vanwege de toegenomen controles op goederen en personen die direct afkomstig<br />

zijn uit Nederland. Vaak wordt de smokkelwaar in de doorvoerlanden opnieuw verpakt<br />

voor de doorreis. De smokkel met vrachtwagens naar het Verenigd Koninkrijk<br />

loopt via België en Frankrijk. De smokkel per schip begint vaak via havens in België en<br />

Duitsland. Ook worden Aziatische havens aangedaan waar de smokkelwaar omgepakt<br />

worden en verder verscheept naar de eindbestemming (zoals Australië). Vliegtuigkoeriers<br />

met de bestemming Noord-Amerika, Zuidoost Azië, Australië of Nieuw-Zeeland<br />

vertrekken via luchthavens in andere Europese landen (zoals Frankfurt, Zürich, Parijs,<br />

Brussel of Milaan) die ze vaak per auto of trein bereiken. Afnemers in de Verenigde<br />

Staten worden ook voorzien vanuit Canada, Zuid-Amerika en het Caraïbisch gebied.<br />

Institutionele faciliteiten<br />

Tussenpersonen en facilitairs<br />

Er wordt door criminele verbanden weinig gebruik gemaakt van tussenpersonen.<br />

Ze vormen waarschijnlijk meestal een overbodige schakel. Wel spelen facilitairs een<br />

belangrijke rol, zoals makers van productiemiddelen, begeleiders van smokkeltransporten,<br />

gespecialiseerde tabletteerders, en geldwisselaars en -verplaatsers. Vooral<br />

de facilitairs die producenten voorzien van productiemiddelen lijken zeer belangrijk.<br />

Branches<br />

Uit de bestudeerde onderzoeken blijkt dat criminele verbanden vooral zaken doen<br />

– meestal met een valse identiteit of via medewerkers – met transport-, verhuur-<br />

en chemische toeleveringsbedrijven. In Nederland zelf wordt van de diensten van<br />

verhuurbedrijven gebruikt gemaakt ter ondersteuning van de smokkel en productie.<br />

Bij de uitvoer wordt gebruik gemaakt van transportbedrijven, die dan opdrachten<br />

ontvangen van vaak fictieve bedrijven. Wegtransporteurs worden ingezet ten behoeve<br />

van de uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk, en zee- en luchttransporteurs<br />

Samenvatting<br />

19<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

20<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

worden ingezet bij de uitvoer naar de Verenigde Staten, Australië en Zuidoost-Azië.<br />

De chemiebranche en toeleveringbedrijven van hardware zijn van groot belang voor<br />

producenten van synthetische drugs.<br />

Bij het logistieke proces zijn drie soorten bedrijven aangetroffen. Ten eerste volledig<br />

criminele bedrijven, zoals een bedrijf dat door een crimineel verband is opgericht om<br />

bepaalde chemicaliën of hardware bij toeleveringsbedrijven aan te schaffen. Ten tweede<br />

bedrijven die een klein deel van de omzet uit criminele activiteiten halen; meestal<br />

een bedrijf met financiële problemen. Ten derde bedrijven die door criminelen worden<br />

misbruikt; zoals autoverhuurbedrijven, transportbedrijven, chemiebedrijven en<br />

garageboxverhuurders.<br />

Verdachte bedrijven zijn vaak relatief klein (van eenmanszaken tot bedrijfjes met vier<br />

werknemers). Verdachte bedrijven hebben bijvoorbeeld bewust chemicaliën verkocht<br />

aan onbekende derden of aan criminelen, of ze hebben niet voldaan aan de meldplicht<br />

die geldt voor dergelijke transacties, of ze hebben als dekmantel gefungeerd voor de<br />

inkoop van chemicaliën ten behoeve van de productie van synthetische drugs. Het<br />

aandeel van verdachte bedrijven neemt af naarmate de bedrijfsomvang toeneemt.<br />

Niet-verdachte bedrijven kunnen voorkomen in onderzoeken omdat de bedrijfsnaam<br />

bijvoorbeeld vermeld staat op verpakkingsmateriaal.<br />

De FIOD-ECD onderscheidt drie categorieën verdachte bedrijven: (1) bedrijven met<br />

legale commerciële bedrijfsactiviteiten die vanwege de levering van chemicaliën aan<br />

onbekende afnemers verdacht worden van overtreding van de WVMC; (2) bedrijven<br />

die naast legale commerciële bedrijfsactiviteiten opzettelijk criminele activiteiten<br />

faciliteren met de in- en doorverkoop van chemicaliën aan criminele afnemers; (3)<br />

bedrijven die uitsluitend criminele activiteiten verrichten onder de legale schijn van<br />

een dekmantel.<br />

Vergunningen en (nep)bedrijven<br />

Criminele verbanden zijn vaak om verschillende redenen genoodzaakt om contact<br />

te leggen met de legale bovenwereld. De importeur van precursoren heeft legale<br />

bedrijven nodig om zijn illegale waar te kunnen transporteren middels dekladingen<br />

die bij de douane niet in het oog springen. De aanschaf van overige chemicaliën dient<br />

eveneens te geschieden middels ‘rechtspersonen’ terwijl het vervoer goed moet worden<br />

afgeschermd, door gebruik te maken van bijvoorbeeld gehuurde bedrijfsauto’s.<br />

De producent van de productieapparatuur heeft een bedrijf nodig voor de aanschaf<br />

van de diverse onderdelen die gebruikt worden in de productieapparaten. Voor de<br />

groothandelaar die zijn eindproduct naar het buitenland exporteert is het hebben van<br />

een eigen bedrijfje een aardige camouflage. Alleen de productie kan meestal geheel<br />

ondergronds plaatsvinden.<br />

Valse documenten<br />

Ter voorbereiding en uitvoering van smokkeltransporten, ten behoeve van onderhandelingen<br />

met buitenlandse afnemers: op velerlei wijzen maken leden van criminele


verbanden gebruik van valse paspoorten om zichzelf, en soms ook hun medewerkers,<br />

af te schermen. Ook wordt er bij het creëren van legale façades gebruik gemaakt van<br />

valse facturen (onder andere van onbewust betrokken bedrijven).<br />

‘Algemene bedrijfsvoering’<br />

Geldstromen<br />

Allereerst dient opgemerkt te worden dat in vele onderzoeken geen financieel<br />

opsporingstraject is gevolgd. Hierdoor blijft het criminele vermogen van verdachten<br />

vaak buiten beeld, evenals de wijzen waarop dit vermogen is weggezet of witgewassen.<br />

Het beeld dat in deze CBA gepresenteerd kan worden is waarschijnlijk zeer<br />

oppervlakkig en – in verhouding tot het zicht dat is verkregen op de verwerving van<br />

grondstoffen, productie en handel – zeer onvolledig.<br />

Er zijn in de bestudeerde onderzoeken enkele voorbeelden gevonden van het wisselen<br />

en verplaatsen van het in het buitenland wederrechtelijk verkregen voordeel naar<br />

Nederland. Het verplaatsen gebeurt middels koeriers en middels (‘ondergrondse’)<br />

wisselkantoren. Ook wordt er in Nederland zelf gewisseld. Dit gebeurt vaak door<br />

medewerkers van de misdaadondernemer. De witwasmethoden die zijn aangetroffen<br />

zijn onder andere het opstellen van valse facturen, het verkopen van ingekochte<br />

auto’s ver boven de inkoopprijs, en het boeken van contant ontvangen bedragen als<br />

bankontvangsten.<br />

Veel medewerkers van criminele verbanden blijken er voorkeur aan te geven om hun<br />

winsten aan consumptiegoederen als auto’s en sieraden te besteden. Enkele misdaadondernemers<br />

investeren in onroerend goed en in bedrijven, zowel in Nederland als<br />

in het buitenland. Ook is er een geval van investering in een smokkeltransport. De<br />

meeste misdaadondernemers beschikken over grote partijen contant geld, die in de<br />

regel verstopt zijn.<br />

Er zijn verschillende soorten bedrijven betrokken bij het wisselen, verplaatsen en<br />

witwassen van wederrechtelijk verkregen voordeel. In deze CBA zijn de volgende<br />

typen aangetroffen: (a) legale ondernemingen die onbewust hun diensten verlenen,<br />

(b) legale ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het wisselen van grote bedragen<br />

voor criminele verbanden, (c) legale ondernemingen waarvan een medewerker bewust<br />

diensten verleent aan een crimineel verband, (d) fictieve bedrijven (e) bedrijven<br />

die door misdaadondernemers zelf zijn opgericht voor het witwassen van geld.<br />

Communicatie, afscherming, corruptie, intimidatie en geweld<br />

In vrijwel alle onderzoeken blijkt dat leden van criminele verbanden gebruik hebben gemaakt<br />

van mobiele telefoons met prepaid-kaarten en van openbare telefooncellen. Ook<br />

worden er in een crimineel verband onderling afspraken gemaakt over het gebruik<br />

van telefoons. Daarnaast wordt er in telefoongesprekken vrijwel altijd in versluierde<br />

termen of in codetaal gesproken. De illegale handelswaar wordt zonder uitzondering<br />

weergegeven in cryptisch taalgebruik. Ook wordt er door leden van criminele ver-<br />

Samenvatting<br />

21<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

22<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

banden vaak van telefoonnummer gewisseld, en maken ze gebruik van bijnamen. In de<br />

voor deze CBA bestudeerde onderzoeken zijn geen gevallen voorgekomen waarbij<br />

verdachten via e-mail met elkaar communiceren. In vrijwel alle onderzoeken worden<br />

ontmoetingsplekken gebruikt als parkeerplaatsen en tankstations. Ook worden er<br />

vaak huurauto’s gebruikt, en soms gestolen voertuigen met gestolen kentekenplaten.<br />

In vrijwel alle onderzoeken maken misdaadondernemers bij contacten met de ‘bovenwereld’<br />

(zoals bij het huren van een auto of het boeken van vliegreizen) gebruik van<br />

valse identiteiten, of laten ze medewerkers deze activiteiten verrichten. Het gebruik<br />

maken van valse documenten en nepbedrijven zijn veel gehanteerde methoden om<br />

zich af te schermen. In veel onderzoeken waar gebruik werd gemaakt van de diensten<br />

van transporteurs of waar goederen werden afgenomen van legale bedrijven, werd<br />

gebruik gemaakt van fictieve bedrijven. Afscherming vindt ook plaats doordat de opdrachtgevers<br />

(vaak de misdaadondernemers) belastende zaken niet zelf telefonisch<br />

bespreken met anderen, maar dit overlaten aan hun compagnons of medewerkers die<br />

zij van te voren mondeling hebben geïnstrueerd.<br />

Externe relaties<br />

In de onderzoeken die ten behoeve van deze CBA zijn bestudeerd blijken er veel onderlinge<br />

verbanden tussen criminele verbanden te bestaan. In zulke gevallen is er vaak<br />

een relatie tussen een producent en leverancier. Ook is er sprake van medewerkers<br />

die in verschillende onderzoeken tegen de lamp zijn gelopen, en van een facilitair die<br />

leverde aan producenten die in verschillende onderzoeken naar voren kwamen. Er is<br />

in geen enkel onderzoek een relatie aangetroffen tussen smokkelaars van precursoren<br />

en afnemers daarvan.<br />

Onderzoeksvraag 3:<br />

Waar doen zich de grootste problemen voor in termen van de directe<br />

en indirecte schade die synthetische-drugscriminaliteit toebrengt<br />

aan personen, branches en de samenleving als geheel?<br />

Schade is in deze studie gedifferentieerd naar individuele slachtoffers, naar branches<br />

en naar samenleving als geheel. De schade die individuen kunnen ondervinden kan<br />

worden verdeeld naar schade voor consumenten van amfetamine en XTC en anderzijds<br />

naar schade voor personen die betrokken zijn bij de productie, het ontmantelen<br />

van laboratoria en dumpingen. De schade die gebruikers oplopen kan zeer ernstige<br />

vormen aannemen, maar lijkt in de praktijk in Nederland van een beperkte omvang<br />

(zo leidt het gebruik van amfetamine en XTC zelden tot een ziekenhuisopname).<br />

Wellicht is de situatie anders in andere landen waar de kennis van amfetamine en<br />

XTC beperkt is en de voorlichting over de risico’s bij het gebruik nog onvoldoende<br />

ontwikkeld is, zoals de landen met opkomende gebruikersmarkten in Zuidoost Azië.<br />

De personen die betrokken zijn bij de productie en het ontmantelen van laboratoria


en dumpingen lopen aanzienlijke risico’s (zoals branden, explosies en het inademen<br />

van chemische stoffen), evenals de omwonenden van deze locaties.<br />

De schade die branches ondervinden is per sector verschillend. De chemiesector<br />

ondervindt vooral imagoschade (en maakt wellicht ook extra kosten vanwege de aanscherpte<br />

controles en regelgeving). De transportsector die op de weg, op het water<br />

en door de lucht wordt gebruikt en misbruikt door smokkelverbanden heeft te maken<br />

met extra kosten als gevolg van extensieve controles, tijdelijke onttrekking van<br />

transportmiddelen aan het economisch verkeer als gevolg van inbeslagnemingen, en<br />

beschadiging en vernieling van transportmiddelen. Ten slotte hebben meerdere bedrijfstakken<br />

last van incidentele concurrentievervalsing als dekladingen ver onder de<br />

kostprijs op de markt worden aangeboden.<br />

De schade aan de samenleving als geheel is divers. Allereerst is er de schade aan de<br />

leefomgeving als gevolg van dumpingen. Daarnaast ondervindt de staat schade doordat<br />

er kosten gemaakt worden in de gezondheidszorg, alsmede bij het opruimen en<br />

verwijderen van gedumpte afvalstoffen en geconfisqueerde precursoren, amfetamine<br />

en XTC. Bovendien loopt de staat inkomsten mis doordat smokkelverbanden belastingen<br />

en invoerrechten ontduiken bij de smokkel van legale goederen. De grootste<br />

schade lijkt voort te vloeien uit het beschadigde imago van Nederland in het buitenland.<br />

De internationale positie van Nederland heeft waarschijnlijk een deuk opgelopen<br />

door het feit dat Nederland verantwoordelijk is voor de wereldwijde verspreiding van<br />

synthetische drugs die leiden tot schade en criminaliteit in andere landen.<br />

Onderzoeksvraag 4:<br />

Welke verwachtingen kunnen worden uitgesproken over de ontwikkeling<br />

van de aard en omvang van de synthetische-drugsmarkt in Nederland<br />

en in het buitenland?<br />

Het lijkt er op dat de productie van XTC in Nederland in 2005 is afgenomen, terwijl<br />

de productie van amfetamine gelijk lijkt te blijven. Dit valt althans op te maken uit<br />

cijfers over inbeslagnemingen van precursoren, amfetamine en XTC, de ontmantelde<br />

laboratoria, en de dumpingen. Dit is in lijn met de gegevens over gebruik, die<br />

aantonen dat in consumptielanden van het eerste uur de populariteit van XTC is afgenomen.<br />

De groeiende nieuwe afzetmarkten in Turkije, Oost- en Zuidoost-Europa,<br />

(Zuidoost) Azië en Australië lijken deze afname niet geheel te kunnen compenseren.<br />

Aan de andere kant zou de productie van XTC in andere landen, vooral België, de<br />

teruggang van de productie in Nederland hebben kunnen opvangen. Het is onduidelijk<br />

of, en zo ja in welke mate, productielocaties (door Nederlanders) elders worden<br />

opgezet. De drempel om dit te doen lijkt wel lager te worden.<br />

Samenvatting<br />

23<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

24<br />

Synthetische Drugs


Hoofdstuk 1<br />

Introductie<br />

1.1 Inleiding<br />

De <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong> Synthetische Drugs (CBA SD) is de eerste in een serie<br />

van CBA’s op de door het Landelijk Parket (LP) aan de dienst Nationale Recherche<br />

(NR) toegewezen aandachtsgebieden, die in opdracht van het LP door de NR zullen<br />

worden vervaardigd. Binnen de NR heeft de Unit Zuid-Nederland de productie van<br />

en handel in synthetische drugs als aandachtsgebied. De Unit is de opvolger van het<br />

Kernteam Zuid-Nederland/Unit Synthetische Drugs (KTZ/USD), waar de aanpak van<br />

deze criminaliteitsvorm sinds 1997 was ondergebracht. Vanwege de overgang van<br />

het KTZ/USD naar de NR werd de voor 2004 geplande CBA verschoven naar 2005.<br />

Deze CBA SD heeft als onderzoeksperiode de jaren 2002 tot en met 2004.<br />

Een CBA van een aandachtsgebied dient tweejaarlijks gemaakt te worden, en middels<br />

het verschafte inzicht in de aard, omvang en ontwikkeling van de desbetreffende<br />

criminaliteit bij te dragen aan de strategievorming van politie en justitie in het kader<br />

van het opsporen en tegenhouden van de desbetreffende criminaliteit. Daarnaast<br />

heeft een CBA een indirect doel, namelijk het voorlichten van een breder publiek zoals<br />

politie- en justitiefunctionarissen, overheidsorganisaties en brancheorganisaties. Ten<br />

slotte dragen CBA’s bij aan het wetenschappelijke debat over de onderzochte criminaliteitsvorm<br />

in het bijzonder en over georganiseerde criminaliteit in het algemeen.<br />

De probleemstelling voor deze CBA luidt als volgt: Hoe heeft de zware en georganiseerde<br />

criminaliteit op het gebied van synthetische-drugscriminaliteit in Nederland in de<br />

periode 1 januari 2002 – 31 december 2004 zich ontwikkeld? Deze is uitgewerkt in<br />

een aantal onderzoeksvragen. Achtereenvolgens zullen behandeld worden: de omvang<br />

en ontwikkeling van de synthetische-drugscriminaliteit, aspecten van de aard van synthetische-drugscriminaliteit<br />

de maatschappelijke effecten en de verwachte toekomstige<br />

ontwikkelingen van synthetische-drugscriminaliteit. Aanbevelingen ten behoeve van de<br />

strategie van de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit worden apart aangeboden<br />

aan de opdrachtgevers van deze CBA.<br />

1.2 Doelstelling<br />

Een CBA heeft als doel het inzichtelijk maken van de aard, omvang en ontwikkeling<br />

van een criminaliteitsvorm (aandachtsgebied). Ook verschaft zij inzicht in de maatschappelijke<br />

effecten van deze criminaliteitsvorm. Daarmee draagt een CBA bij aan<br />

(aanpassingen op) het beleid dat politie en justitie op het aandachtsgebied formuleren,<br />

om opsporings- en tegenhoudstrategieën verder te ontwikkelen. Deze CBA heeft als<br />

doelstelling:<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

25<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


1 Voor een volledig overzicht<br />

van de onderzoeks- en de<br />

deelvragen, zie bijlage 2.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

26<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Het verschaffen van inzicht in de zware en georganiseerde criminaliteit<br />

in relatie tot synthetische-drugscriminaliteit ten behoeve van de<br />

ontwikkeling van opsporing- en tegenhoudstrategieën.<br />

1.3 Probleemstelling en onderzoeksvragen 1<br />

Naar aanleiding van de hierboven beschreven doelstelling kan de volgende probleemstelling<br />

worden geformuleerd:<br />

Hoe heeft de zware en georganiseerde criminaliteit op het gebied<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in Nederland in de periode 2002<br />

– 2004 zich ontwikkeld?<br />

Om de probleemstelling te beantwoorden is een aantal onderzoeksvragen geformuleerd,<br />

die zich richten op de ontwikkeling van de aard en omvang van synthetischedrugscriminaliteit,<br />

de werkwijzen van verdachten, en de schade die deze criminaliteit<br />

veroorzaakt (om zo de relatieve ernst te bepalen). De onderzoeksvragen zijn als volgt<br />

samengesteld:<br />

Onderzoeksvraag 1 (achtergronden: ontwikkeling aard en omvang):<br />

Welke ontwikkelingen hebben in de onderzoeksperiode plaatsgevonden op de internationale<br />

en nationale markt voor synthetische drugs, in termen van vraag en<br />

aanbod?<br />

Deze vraag wordt beantwoord door (a) het geven van een historisch overzicht van de<br />

opkomst en ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt, en (b) het beschrijven van<br />

de kenmerken van de huidige marktsituatie. Bij het beschrijven van de huidige marktsituatie<br />

zal gebruik worden gemaakt van een aantal indicatoren; te weten het aantal<br />

en de hoeveelheden inbeslagnames, ontmantelde productielocaties, afvaldumpingen,<br />

gebruikers, aanbieders, het prijsniveau en de omzet van synthetische drugs, zowel in<br />

Nederland als in het buitenland.<br />

Onderzoeksvraag 2 (casuïstiek: verdachten en MO):<br />

Welke verdachten en criminele verbanden zijn in Nederland actief op de markt voor<br />

synthetische drugs en welke modus operandi hanteren zij?<br />

Deze onderzoeksvraag wordt verdeeld in de kenmerken van criminele verbanden,<br />

de werkwijze en de algemene bdrijfsvoering. De werkwijze is onderverdeeld in een<br />

viertal elementen die van belang zijn voor een misdaadondernemer: hulpbronnen,<br />

logistieke faciliteiten, logistieke knooppunten en institutionele faciliteiten. De algemene<br />

bedrijfsvoering is onderverdeeld in geldstromen, het gebruik van communicatie,<br />

afscherming, corruptie, intimidatie en geweld, en externe relaties.


Onderzoeksvraag 3 (ernst: schade):<br />

Waar doen zich de grootste problemen voor in termen van de directe en indirecte<br />

schade die synthetische-drugscriminaliteit toebrengt aan personen, branches en de<br />

samenleving als geheel?<br />

De maatschappelijke effecten worden beschreven door te kijken naar de schade die<br />

synthetische-drugscriminaliteit veroorzaakt bij personen, branches en de samenleving<br />

als geheel.<br />

Onderzoeksvraag 4 (verwachtingen):<br />

Welke verwachtingen kunnen worden uitgesproken over de ontwikkeling van de aard<br />

en omvang van de synthetische-drugsmarkt in Nederland en in het buitenland?<br />

Deze vraag zal worden beantwoord naar aanleiding van de beschreven ontwikkelingen<br />

in de voorgaande hoofdstukken.<br />

1.4 Omschrijvingen en definities<br />

In de probleemstelling en de onderzoeksvragen staat een aantal termen die hier omwille<br />

van de duidelijkheid toegelicht zullen worden. Daarnaast volgt er een uitleg van<br />

de definities die gebruikt zullen worden om de kenmerken van criminele verbanden<br />

nader te specificeren.<br />

Aard, omvang en ontwikkeling<br />

De aard, omvang en ontwikkeling van de criminaliteit op het aandachtsgebied betreft<br />

bij een CBA over illegale markten, de aard, omvang en ontwikkeling van een zekere<br />

markt. Een ‘markt’ wordt wel omschreven als de plaats waar vraag naar en aanbod<br />

van een zeker goed bij elkaar komen. De ‘omvang’ van markten wordt gewoonlijk<br />

uitgedrukt in de hoeveelheden van het betreffende goed die op de markt worden<br />

verhandeld, de omzet (hoeveelheid maal prijs) alsook in termen van aantallen marktpartijen<br />

– kopers en verkopers. Het begrip ‘aard’ betreft de eigenschappen van het<br />

goed. De ‘ontwikkeling’ van een markt komt in de regel tot uitdrukking in de veranderingen<br />

in de marktprijs van het goed in kwestie, alsook de ‘ontwikkeling’ in termen<br />

van wijzigingen in aard en omvang van de handelswaar. Aard, omvang en ontwikkeling<br />

moeten worden afgebakend naar tijd en plaats. De ‘tijd’ betreft in de regel de onderzoeksperiode<br />

van een CBA (in dit geval drie jaar). Wat ‘plaats’ betreft kan een onderscheid<br />

worden gemaakt naar de internationale markt en de markt in Nederland.<br />

Synthetische-drugscriminaliteit<br />

Hieronder wordt verstaan: de betrokkenheid bij de handel, productie en smokkel van<br />

grondstoffen, hardware, producten en afvalstoffen van synthetische drugs. In deze<br />

CBA worden twee soorten synthetische drugs behandeld: amfetamine en XTC.<br />

Hoofdstuk 1<br />

27<br />

Introductie


2 LSD is, anders dan vaak<br />

wordt aangenomen, geen<br />

synthetische drug. Het is,<br />

net als heroïne, een halfsynthetische<br />

stof.<br />

3 <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong>s op<br />

de aandachtsgebieden. Visie<br />

van de onderzoekers bij de<br />

Nationale Recherche, april<br />

2005.<br />

4 Dit zijn roofmisdrijven<br />

die worden gepleegd of<br />

beraamd door verdachtencombinaties.<br />

Deze definitie<br />

heeft geen betrekking op<br />

criminele verbanden die<br />

betrokken zijn bij synthetische-drugscriminaliteit.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

28<br />

Synthetische Drugs<br />

Synthetische drugs<br />

Dit zijn verdovende middelen die bestaan uit chemische grondstoffen en die met behulp<br />

van een synthese in een productieplaats vervaardigd zijn.<br />

• De verdovende middelen zijn amfetamine en XTC (MDMA en MDEA). Een<br />

andere synthetische drug, die in deze CBA niet aan de orde komt, is GHB. 2<br />

• De grondstoffen zijn precursoren (zoals PMK en BMK), essentiële chemicaliën<br />

(zoals formamide, mierenzuur en waterstofgas), organische oplosmiddelen<br />

(zoals aceton, ethanol en methanol), zuren (zoals fosforzuur en zoutzuur) en<br />

katalysatoren (zoals natriumboorhydride en platinumoxide).<br />

• Een chemisch procédé is afhankelijk van het soort synthetische drug. De methoden<br />

zijn: de leuckart synthese (meestal amfetamine productie) en de reductieve<br />

aminering (MDMA productie: warme methode, koude methode, aluminium<br />

amalgaam methode).<br />

• De productieplaats is een laboratorium, mengplaats en/of een tabletteerplaats.<br />

Criminele verbanden<br />

In de behandeling van synthetische-drugscriminaliteit wordt voortgebouwd op de definities<br />

van verdachtencombinatie, crimineel samenwerkingsverband, georganiseerde<br />

misdaad, organisatiecriminaliteit en crimineel netwerk, zoals deze omschreven staan<br />

in het visiedocument van de onderzoekers van de NR op criminaliteitsbeeldanalyses<br />

op de aandachtsgebieden. 3 Er wordt met opzet geen onderscheid gemaakt tussen<br />

criminaliteit en ‘georganiseerde criminaliteit’. Doordat er vooraf geen labels worden<br />

gebruikt kan er zo breed mogelijk informatie worden vergaard (in plaats van andere<br />

diensten al een selectie te laten aanbrengen) en kunnen uit de binnengekomen zaken<br />

naderhand de criminele verbanden zelf onderscheiden worden. Bovendien kunnen de<br />

analisten en de onderzoeker dan zelf de ‘zwaardere’ zaken scheiden van de ‘lichtere’<br />

zaken.<br />

• Verdachtencombinatie: indien twee of meer personen betrokken zijn bij een<br />

misdrijf, dan vormen zij een verdachtencombinatie in relatie tot dat misdrijf.<br />

Een verdachte kan hier zowel een natuurlijke als rechtspersoon zijn. De toevoeging<br />

‘in relatie tot dat misdrijf’ geeft aan dat de betreffende personen<br />

alleen een verdachtencombinatie vormen wanneer en voor zover zij betrokken<br />

zijn bij het samen voorbereiden, plegen of afhandelen van een misdrijf.<br />

• Georganiseerde criminaliteit: de verzameling van alle banditisme 4 en handelsmisdaad.


• Handelsmisdaad: misdrijven in relatie tot markten voor illegale goederen en<br />

diensten. Illegale markten betreffen hier de markten voor:<br />

- illegale goederen: de productie van, handel in en soms ook het bezit van<br />

zulke goederen leveren misdrijven op (zoals verdovende middelen).<br />

- illegale handel in legale goederen; het betreft hier zwarte markten voor<br />

goederen die zijn onttrokken aan belastingheffing, accijnzen, invoerrechten<br />

en aldus wederrechtelijk op zwarte markten worden verhandeld (zoals<br />

legaal geproduceerde sigaretten, alcoholische dranken en brandstoffen).<br />

- illegale dienstverlening; denk in dit verband aan het faciliteren van illegale<br />

immigratie (mensensmokkel) en illegale tewerkstelling in de prostitutie<br />

(mensenhandel).<br />

In deze studie zal een aanvullende benaming worden gebruikt, te weten misdaadonderneming.<br />

Hieronder wordt verstaan een verdachtencombinatie die als<br />

partij op een illegale markt goederen of diensten koopt met het doel om deze,<br />

al dan niet bewerkt, met winst te verkopen.<br />

Indien verdachtencombinaties betrokken zijn bij activiteiten die ondersteunend<br />

zijn aan de activiteiten op illegale markten van henzelf of van anderen, dan worden<br />

deze combinaties ook tot de georganiseerde misdaad gerekend. Hierbij gaat<br />

het in ieder geval om de volgende twee typen ondersteunende activiteiten:<br />

- facilitair: leverancier van logistieke en of institutionele faciliteiten;<br />

- tussenpersoon: iemand die misdaadondernemers met elkaar in contact<br />

brengt;<br />

Ook ‘individueel’ opererende facilitairs kunnen dus tot de georganiseerde<br />

misdaad worden gerekend voor zover zij met anderen zijn betrokken bij (het<br />

mogelijk maken van) handel op illegale markten.<br />

• Organisatiecriminaliteit: strafbare feiten begaan uit hoofde van een functie binnen<br />

een legale organisatie worden organisatiecriminaliteit genoemd.<br />

• Binnen een verzameling personen is sprake van een crimineel netwerk indien<br />

de betrokkenen en verdachtencombinaties elk als partij op enigerlei wijze met<br />

een of enkele van de andere partijen in verbinding staan.<br />

De aard van het netwerk kan van geval tot geval verschillen. Het gaat er in<br />

de definitie slechts om een naam te geven aan die gevallen waarbij criminele<br />

relaties bestaan tussen personen die deel uitmaken van verschillende verdachtencombinaties.<br />

In het geval van een crimineel netwerk dat actief is op<br />

een illegale markt, wordt gesproken van een crimineel handelsnetwerk. Hierin<br />

kunnen bijvoorbeeld naast een misdaadonderneming een facilitair en een tussenpersoon<br />

samen betrokken zijn bij een transactie.<br />

Ten slotte wordt in deze CBA de term ‘crimineel verband’ gbruikt als verzamelnaam<br />

voor verdachtencombinaties en criminele netwerken.<br />

Hoofdstuk 1<br />

29<br />

Inleiding


5 Idealiter zou een brede<br />

zoekslag zijn gemaakt,<br />

waarbij alle politie- en<br />

recherchediensten en<br />

bijzondere opsporingsdiensten<br />

benaderd zouden zijn<br />

om informatie te verstrekken<br />

over zaken, incidenten<br />

en verdachten. Deze brede<br />

zoekslag bleek vanwege<br />

de momenteel beperkte<br />

capaciteit niet haalbaar.<br />

6 Het is niet mogelijk om in<br />

HKS en VROS te zoeken<br />

naar synthetische drugs,<br />

omdat in deze bestanden<br />

op delictscode wordt<br />

ingevoerd (in het geval van<br />

synthetische drugs is dat<br />

de opiumwet). Dit houdt in<br />

dat onder de delictscode<br />

opiumwet alle hits nader<br />

moeten worden bekeken<br />

op het soort verdovende<br />

middel: heroïne, cocaïne,<br />

synthetische drugs of andere.<br />

Ook GRIP bleek niet<br />

bevraagbaar, omdat er geen<br />

zoekslag kan worden gemaakt<br />

naar gedetineerden<br />

op basis van veroordelingen.<br />

Het is wel mogelijk<br />

om een selectie van namen<br />

van betrokkenen door het<br />

HKS te halen, om zo te zien<br />

welke andere delictscodes<br />

aan deze betrokkenen kunnen<br />

worden gekoppeld, en<br />

tevens om een onderscheid<br />

naar regio te maken.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

30<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

1.5 Onderzoeksmethode<br />

Deze CBA kent de opbouw en structuur die in juni 2004 ontwikkeld is door de<br />

Werkgroep Onderzoekers en Criminaliteitsanalisten in het Visiedocument Strategische<br />

Criminaliteitsanalyse, en die door het Management Team NR is goedgekeurd.<br />

Dit Visiedocument is in maart 2005 verder uitgewerkt door de NR onderzoekers,<br />

vanwege de door het Landelijk Parket aan de NR toebedeelde nieuwe aandachtsgebieden<br />

en als reactie op de notitie ‘Criminaliteitsanalyse op de aandachtsgebieden’<br />

van het LP, waar ook gebruik van zal worden gemaakt.<br />

1.5.1 Bronnen<br />

Ten behoeve van deze CBA is er enerzijds gebruik gemaakt van (a) tekstdelen van de<br />

reeds bestaande tekst van de analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland en van Toine<br />

Spapens (medewerker van de vakgroep Strafrecht aan de Universiteit van Tilburg),<br />

die betrekking heeft op de periode 2002-2003, en (b) van de informatie die al in 2002<br />

en 2003 is verzameld door het KTZ/USD. Anderzijds is er een nieuwe zoekslag gemaakt<br />

om ten eerste de informatie uit het onderzoeksjaar 2004 te verzamelen, en<br />

ten tweede om voor de gehele periode instanties en databestanden te bevragen die<br />

nog niet eerder bevraagd zijn. 5<br />

Ten behoeve van de informatieverzameling over het jaar 2004 zijn de volgende stappen<br />

genomen:<br />

1. Allereerst is een inventarisatie gemaakt van de zaken, incidenten en verdachten<br />

die voorkomen in de recherchebestanden van de Unit Zuid-Nederland.<br />

2. Daarnaast is synthetische-drugsgerelateerde informatie verzameld uit de recherchebestanden<br />

van andere NR units, betreffende verdachten, incidenten<br />

en zaken.<br />

3. Ook hebben analisten van de Unit Zuid-Nederland en de onderzoeker zelf<br />

informatie verzameld afkomstig van het HKS, BLOM/MOT, Europol, evenals<br />

onderzoeksrapporten, jaarverslagen en beleidsdocumenten van de politie,<br />

BOD-en, onderzoeksinstituten, overheidsorganisaties en internationale organisaties.<br />

6<br />

4. Bovendien is nationale en internationale vakliteratuur bestudeerd door de<br />

onderzoeker, en zijn er door de onderzoeker gesprekken gevoerd met experts<br />

(voornamelijk medewerkers van recherchediensten en van BOD-en).<br />

Speciale vermelding verdienen hier de ketenpartners die betrokken zijn bij<br />

de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit: het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong>, de<br />

FIOD-ECD, de Douane, de politie (in het bijzonder het KTZ/USD en de


XTC-teams), het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de Landelijke Faciliteit<br />

Ondersteuning bij Ontmanteling (LFO), het Hit and Run Container-team<br />

(Harc-team), het Schipholteam van de Douane en de Kmar, gemeentelijke<br />

milieudiensten en het Nationaal Netwerk Drugexpertise (NND) van de politie.<br />

Bij veel ketenpartners is kennis en expertise gebundeld op deelgebieden.<br />

Zo huisvest de FIOD-ECD de Kennisgroep Precursoren en het Douane<br />

Informatie Centrum (DIC) een cluster XTC en een Centrale Dienst voor<br />

in- en uitvoer. Het NFI en het LFO herbergen expertise op het gebied van<br />

respectievelijk chemische analyses en het ontmantelen van laboratoria en<br />

opslagplaatsen.<br />

Naast de opsporingsonderzoeken zijn er bij de Unit Zuid-Nederland ook cijfermatige<br />

gegevens verzameld. Enkele dienen hier genoemd te worden, vanwege hun bruikbaarheid<br />

voor de CBA:<br />

• Prijsgegevens naar land en regio, naar drugs en precursoren, en naar handelsniveau<br />

• Jaaroverzichten van ontmantelde productieplaatsen<br />

• Jaaroverzichten van dumpingen<br />

• Smokkelbestand, met daarin alle inbeslagnemingen in Nederland en in het<br />

buitenland (mits deze gerelateerd zijn aan Nederland en geregistreerd zijn<br />

door de Unit Zuid-Nederland)<br />

In principe wordt bij de Unit Zuid-Nederland een aantal selectiecriteria gehanteerd<br />

om de grotere onderzoeken te onderscheiden van de rest. De Unit registreert alleen<br />

die onderzoeken die gericht zijn op:<br />

• productie of deelproductie;<br />

• handel in grondstoffen;<br />

• groothandel (een afzet van meer dan vijf kilo poeder of meer dan tienduizend<br />

tabletten);<br />

• tussenhandel (een afzet van meer dan één kilo en minder dan vijf kilo poeder<br />

of meer dan tweeduizend en minder dan tienduizend tabletten);<br />

• in- en uitvoer.<br />

Bovendien moet bij de laatste twee criteria voldaan worden aan één of meer van de<br />

volgende eisen:<br />

• indien het zicht op het logistieke proces daartoe aanleiding geeft;<br />

• indien aard en omvang c.q. impact van de criminele groepering daartoe aanleiding<br />

geeft;<br />

• indien de aard van één crimineel of meerdere criminelen daartoe aanleiding<br />

geeft;<br />

• indien het imago van Nederland ernstig dreigt te worden aangetast.<br />

Hoofdstuk 1<br />

31<br />

Inleiding


7 Het is afhankelijk van<br />

de autorisatie van de<br />

medewerker om binnen<br />

de diverse registraties en<br />

het RBS zaken en personen<br />

aan elkaar te koppelen. De<br />

betrokkenen worden in alle<br />

registraties op het laagste<br />

niveau ingevoerd, zodat elke<br />

medewerker deze namen<br />

kan zien. Zo wordt dubbele<br />

invoer in RBS voorkomen.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

32<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Het zal duidelijk zijn dat de criteria voldoende mogelijkheden bieden om een soepel<br />

registratiebeleid te hanteren.<br />

1.5.2 Analyseren en gebruik van bronnen<br />

De onderzoeksvraag betreffende de ontwikkeling van de aard en omvang van synthetische-drugscriminaliteit<br />

in Nederland en in het buitenland zal beantwoord worden door<br />

het beschrijven van de historische achtergronden van deze markt (hoe deze tot stand<br />

is gekomen en hoe deze zich ontwikkeld heeft) en de huidige marktsituatie, door middel<br />

van het raadplegen van vakliteratuur, politierapporten en de tekst van de analisten<br />

van de Unit Zuid-Nederland en van Toine Spapens, en door het raadplegen rapporten<br />

van het Trimbos Instituut, Europol en het UNODC.. De onderzoeksvragen die de<br />

kenmerken van verdachten en modus operandi behandelen zullen worden beantwoord<br />

middels de analyse van afgesloten opsporingsonderzoeken en de beschrijving daarvan<br />

(casuïstiek), vakliteratuur, informatie van de DIN, de dNRI, BLOM/MOT, onderzoeksrapporten<br />

van de politie en BOD-en, gesprekken met experts van de politie en<br />

BOD-en. Daarnaast zal het HKS geraadpleegd worden om te kijken of geregistreerde<br />

betrokkenen criminele antecedenten hebben. Ook zal gepoogd worden om informatie<br />

uit verschillende bestanden en van verschillende diensten te koppelen, om zo verbanden<br />

tussen zaken en personen te leggen die eerder onopgemerkt bleven. Uiteindelijk<br />

zal uit de geanalyseerde informatie een diversificatie kunnen worden gemaakt van<br />

de typen criminele verbanden. Vanzelfsprekend zullen de gegevens over verdachte<br />

personen en bedrijven in de CBA geanonimiseerd worden. De onderzoeksvragen betreffende<br />

de schade van synthetische-drugscriminaliteit zullen beantwoord worden door<br />

gesprekken met experts, de bestudering van casuïstiek en literatuur, en informatie<br />

over de omvang van synthetische-drugscriminaliteit. De onderzoeksvraag die zich<br />

richt op de verwachtingen over de ontwikkeling van synthetische-drugscriminaliteit wordt<br />

beantwoord naar aanleiding van de beschreven ontwikkelingen in de voorgaande<br />

hoofdstukken.<br />

De informatie over personen en zaken is bij de Unit Zuid-Nederland geregistreerd in<br />

het Recherche Basis Systeem (RBS), waarbinnen drie soorten registraties voorkomen:<br />

• CBAUSD (rest- en zijtakinformatie; vragen en antwoorden die bij de Infodesk<br />

binnenkomen; rechtshulpverzoeken; en afgesloten onderzoeken van buiten<br />

de Unit Zuid-Nederland)<br />

• Zwacri (voornamelijk informatie afkomstig van informanten)<br />

• Tijdelijke registers (lopende onderzoeken van de Unit Zuid-Nederland)<br />

De drie soorten registraties zijn aan elkaar gekoppeld. 7 Toch kunnen zaaksoverstijgende<br />

verbanden niet makkelijk worden vastgesteld, omdat de invoer van zaken die<br />

elders zijn uitgevoerd en de betrokken personen nogal beperkt is. Om dit te optima-


liseren zou per zaak het desbetreffende onderzoeksteam moeten worden bezocht en<br />

de informatie moeten worden opgehaald en worden vergeleken met de gegevens die<br />

bij de Unit Zuid-Nederland aanwezig zijn.<br />

Daarnaast dient echter aangetekend te worden dat niet alle in Nederland uitgevoerde<br />

opsporingsonderzoeken bij de Unit Zuid-Nederland gemeld worden. De verwachting<br />

is wel dat het overzicht bij de Unit Zuid-Nederland van de grotere onderzoeken<br />

redelijk dekkend is, temeer omdat de Unit als expertisecentrum synthetische drugs<br />

veelvuldig benaderd wordt door opsporingsdiensten. Daarnaast wordt de informatie<br />

over opsporingsonderzoeken ook via het informatienetwerk (bijvoorbeeld de Infodesk,<br />

de informatierechercheurs, of de bij de Unit Zuid-Nederland geplaatste douanemedewerker)<br />

binnengehaald.<br />

Voor de jaren 2002 en 2003 was al in een eerder stadium structureel informatie ingewonnen<br />

door de informatierechercheurs en door het Kennis- en Expertisecentrum<br />

van de Unit Zuid-Nederland. Voor 2004 zijn alle onderzoeken uit de CBAUSD-registratie<br />

geïnventariseerd. Zoals vermeld staan daarin alle onderzoeken die de Unit<br />

Zuid-Nederland bij andere politiediensten (zoals andere NR Units, Bovenregionale<br />

rechercheteams, XTC-teams en Regionale Recherchediensten) en BOD-en heeft<br />

opgehaald, en die voldeden aan de zogenaamde USD-criteria. 8 Deze onderzoeken<br />

zijn samengevoegd met de onderzoeken die door de Unit Zuid-Nederland zelf zijn<br />

verricht. 9 Uit deze samenvoeging is door de strategisch analisten en de onderzoeker<br />

een selectie gemaakt van een aantal dossiers, op basis van een vijftal criteria. Het<br />

onderzoek moet zicht geven op:<br />

1. (een deel van) het logistieke proces, of<br />

2. bronlanden van grondstoffen en bestemmingslanden voor synthetische drugs,<br />

of<br />

3. de kenmerken van verdachten en de structuur van een crimineel verband, of<br />

4. geldstromen en/of bestedingen van wederrechtelijk verkregen voordeel, of<br />

5. het gebruik van corruptie, afscherming, intimidatie en/of geweld<br />

De geselecteerde onderzoeken zijn gebruikt als casuïstiek en als basis voor nadere<br />

analyse.<br />

Opsporingsonderzoeken<br />

Het aantal onderzoeken dat bekend is bij de Unit Zuid-Nederland fluctueert per jaar:<br />

van 145 in 2002, 115 in 2003, naar 160 in 2004. De onderzoeken zijn qua omvang<br />

zeer verschillend: het gaat niet alleen om onderzoeken van de NR of van regionale<br />

recherchediensten, maar ook om kortlopende rechtshulpverzoeken of processenverbaal<br />

van een inbeslagneming, een dumping of een ontmantelde productielocatie.<br />

In de onderstaande tabel wordt weergegeven waar de onderzoeken zich op richtten.<br />

In tegenstelling tot de jaren 2002 en 2003, is het voor een relatief groot deel van de<br />

onderzoeken uit het jaar 2004 onbekend op welk type onderwerp deze zich richtten.<br />

8 Bovendien heeft de FIOD-<br />

ECD (die zich vooral richt<br />

op de invoer van precursoren<br />

en op dumpingen van<br />

afvalstoffen van de productie<br />

van synthetische drugs)<br />

een overzicht verstrekt van<br />

alle aan synthetische drugs<br />

gerelateerde onderzoeken<br />

die door deze dienst in de<br />

onderzoeksperiode zijn<br />

verricht. Dit overzicht is<br />

vergeleken met de FIOD-<br />

ECD onderzoeken die<br />

reeds bij de Unit Zuid-Nederland<br />

bekend waren, om<br />

zo de volledigheid van de<br />

bij de Unit Zuid-Nederland<br />

geregistreerde informatie te<br />

controleren.<br />

9 Aanvankelijk zouden alle<br />

pré-weegdocumenten<br />

– dit zijn projectvoorstellen<br />

die uiteindelijk na een<br />

wegingsoordeel eventueel<br />

door een tactisch team<br />

als opsporingsonderzoek<br />

worden opgestart – die<br />

door de Unit Zuid-Nederland<br />

zijn gemaakt worden<br />

meegenomen in de analyse.<br />

Hier is echter vanaf gezien<br />

vanwege het feit dat deze<br />

documenten uit de préopsporingsfase<br />

zeer weinig<br />

informatie bevatten.<br />

Hoofdstuk 1<br />

33<br />

Inleiding


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

34<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Dit is het gevolg van de door enkele diensten toegestuurde overzichten van gedraaide<br />

onderzoeken, waarvan vaak alleen de namen bekend zijn.<br />

Onderzoeken bekend bij de NR Unit Zuid-Nederland<br />

2002 2003 2004<br />

Dumping 1 9 2<br />

Facilitairs 4<br />

Financieel 1 1<br />

Grondstoffen 23 19 18<br />

Productie 51 36 36<br />

Handel 14 17 19<br />

Uitvoer 51 32 48<br />

Overig 4 2 32<br />

Totaal 145 115 160<br />

De synthetische-drugsonderzoeken worden door de NR Unit Zuid-Nederland uitgesplitst<br />

in vijf types: (1) de invoer van grondstoffen, (2) facilitairs, (3) de productie<br />

van synthetische drugs, (4) de binnenlandse handel van synthetische drugs, en (5) de<br />

uitvoer synthetische drugs. Er worden uiteraard ook onderzoeken uitgevoerd die<br />

zich richten op een combinatie van verschillende typen (meestal gaat het dan om<br />

grondstoffen en/of productie met handel en/of uitvoer). In de bovenstaande tabel is<br />

gekozen voor het belangrijkste type in een onderzoek. Zoals uit het overzicht blijkt<br />

werden de meeste onderzoeken verricht naar (combinaties van) grondstoffen, productie,<br />

handel en uitvoer.<br />

In de CBA SD 2001 van het KTZ/USD werd al gesteld dat de landelijke prioriteitstelling<br />

voor opsporingsonderzoeken een grote invloed heeft op de soort zaken die<br />

binnengehaald worden. Doordat de prioriteit gericht was op de productie, handel en<br />

export van synthetische drugs waren deze zaken dus oververtegenwoordigd. Aspecten<br />

als dumpingen, facilitairs en financiële trajecten kregen veel minder aandacht van<br />

opsporingsdiensten, hoewel in het laatste jaar facilitairs wel vaker onderwerp van<br />

onderzoek zijn geworden. De ingezette opsporingscapaciteit op een bepaald deel van<br />

synthetische-drugscriminaliteit kan van invloed zijn op het beeld van de kenmerken<br />

van de geregistreerde synthetische-drugscriminaliteit (waarover meer in de hoofdstukken<br />

twee en drie).<br />

Als de onderzoeksoverzichten worden overzien dan valt een aantal zaken op bij onderzoeken<br />

met een internationale component. De precursorenonderzoeken met een<br />

internationale component richtten zich voornamelijk op China, en in mindere mate<br />

op Oost-Europa. Een enkele keer waren België en Duitsland betrokken als doorvoer-


land. Bij chemicaliënonderzoeken met een internationale component was sprake van<br />

het betrekken van stoffen uit buurlanden. De meeste onderzoeken die zich in de periode<br />

2002-2004 richtten op de uitvoer van synthetische drugs hadden betrekking op<br />

de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, terwijl in 2004 Australië<br />

en Turkije sterk naar voren kwamen. Spanje en Oost-Europa volgden op afstand. Bij<br />

de uitvoer naar Engeland was in een aantal gevallen sprake van cocktailtransporten,<br />

bij de uitvoer naar de landen van voormalig Joegoslavië was in de onderzoeken sprake<br />

van ruilhandel van XTC tegen vuurwapens, en bij de uitvoer naar Zuid-Amerika ging<br />

het meestal om ruilhandel van XTC tegen cocaïne. De onderzoeken die gericht waren<br />

op de uitvoer van synthetische drugs naar Scandinavië hadden voornamelijk betrekking<br />

op amfetamine. Ten slotte was het opvallend dat in een aantal onderzoeken die<br />

zich richtten op de uitvoer van XTC naar de VS sprake was van betrokkenheid door<br />

Israëlische (in 2002) en door Dominicaanse koeriers (in 2003 en 2004).<br />

Betrokkenen (personen)<br />

Het RBS laat zich niet makkelijk ontsluiten voor gebruik ten behoeve van de CBA.<br />

Het is een systeem dat gevuld is met duizenden mutaties die als onderwerp betrokkenen,<br />

locaties, communicatiemiddelen, etc hebben. Het maken van een uitdraai van<br />

alle opsporingsonderzoeken met daaraan gekoppeld de gerelateerde mutaties is niet<br />

mogelijk, net zomin als een uitdraai van alle betrokkenen met daaraan gekoppeld de<br />

gerelateerde mutaties. Informatie over (de kenmerken van) verdachten uit het RBS is<br />

dus alleen handmatig te bevragen, door elke mutatie te raadplegen en te analyseren.<br />

Aangezien er alleen al in de CBAUSD-registratie bijna 8.000 betrokkenen zijn ingevoerd,<br />

is ervoor gekozen deze zeer bewerkelijke stap niet te nemen. 10<br />

Om te weten te komen of de betrokkenen in de CBAUSD-registratie antecedenten<br />

hadden en of ze ook betrokken waren bij verdachte transacties zijn de gegevens over<br />

betrokkenen in CBAUSD gekoppeld aan het HKS en aan het databestand van het<br />

BLOM. Uit de koppeling met het HKS bleek dat van de betrokkenen in CBAUSD<br />

42 procent in het HKS voorkwam. De overigen staan niet in het HKS omdat ze<br />

geen proces-verbaal terzake een misdrijf op hun naam hebben. Dit houdt in dat ze in<br />

CBAUSD ofwel (1) geen verdachte zijn, ofwel (2) in het buitenland zijn aangehouden,<br />

ofwel (3) niet zijn aangehouden in een onderzoek. Uit de koppeling met het databestand<br />

van het BLOM bleek dat 20 procent van de betrokkenen geregistreerd staat bij<br />

het BLOM. Dit kan om vier redenen: (1) omdat een persoon één of meer verdachte<br />

transacties op zijn naam heeft staan, (2) omdat de persoon onderwerp was van een<br />

vraagstelling door een buitenlandse opsporingsdienst, (3) omdat de landelijk officier<br />

een verzoek om informatie over de persoon heeft ingediend, (4) omdat de persoon<br />

voorkomt in een BLOM onderzoek. In hoofdstuk 3 wordt hier verder op ingegaan.<br />

Overzichten<br />

Er is een vergelijking gemaakt tussen de dumpinggegevens afkomstig uit de CBAUSD-<br />

registratie en de verzamelde dumpinggegevens die door een medewerkster van de<br />

10 Om informatie over zaken<br />

en personen systematisch<br />

te kunnen vastleggen heeft<br />

de Unit Zuid-Nederland<br />

in samenwerking met<br />

Hans Moerland en Frank<br />

Boerman een Checklist<br />

Opsporing Synthetische<br />

Drugs ontwikkeld, die<br />

echter nog niet in gebruik<br />

is genomen. De COSD<br />

is een document van 14<br />

bladzijden waarin per zaak<br />

informatie wordt ingevoerd<br />

over, onder andere:<br />

aanleiding onderzoek,<br />

dossiernummer, datum<br />

onderzoek, betrokken<br />

opsporingsdiensten,<br />

geraadpleegde registratiesystemen,<br />

doelstelling<br />

onderzoek, gevolgde opsporingstrajecten,<br />

gegevens<br />

van verdachte personen<br />

en bedrijven, kernmerken<br />

van aangetroffen<br />

grondstoffen-verpakkingsmaterialen-productieplaatsen-opslagplaatsen-synthetische<br />

drugsdumpingen,<br />

beschrijving aangetroffen<br />

stoffen, betrokken landen,<br />

kenmerken van een crimineel<br />

verband (afscherming,<br />

taakverdeling, organisatiegraad,<br />

geweld,…), gebruikte<br />

hulpbronnen (personen,<br />

kennis, bedrijven,<br />

vergunningen, telecommunicatie,vervoersmiddelen,…),<br />

etcetera. In de<br />

toekomst kan de checklist<br />

een goede basis voor het<br />

CBA-onderzoek vormen.<br />

Zie ook: H. Moerland en F.<br />

Boerman, De opsporing van<br />

synthetische drugs, Gouda<br />

Quint, 1998.<br />

Hoofdstuk 1<br />

35<br />

Inleiding


Opgeslagen afvalstoffen in vaten.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

36<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Unit Zuid-Nederland zijn verzameld (geen van beide lijsten bood een compleet overzicht).<br />

Deze gegevens zijn aangevuld met informatie van de FIOD-ECD, het LFO en de<br />

politieregio Brabant-Zuidoost. De Unit Zuid-Nederland heeft met de combinatie van<br />

beide lijsten en met aanvullende informatie een redelijk dekkend overzicht<br />

van alle dumpingen in Nederland, maar de verwachting is dat het geen 100<br />

procent dekking geeft. Dit heeft ook te maken met het meldgedrag van gemeenten<br />

en brandweer: die zien een dumping – in tegenstelling tot een aantal<br />

jaren geleden – over het algemeen niet meer als iets waar speciale aandacht<br />

aan moet worden gegeven. Het gedumpte afval wordt opgeruimd en het is<br />

niet meer vanzelfsprekend dat diensten als het LFO of de FIOD-ECD worden<br />

ingeschakeld.<br />

De bestanden over inbeslagnames, productieplaatsen en dumpingen zijn niet<br />

automatisch aan elkaar te koppelen, waardoor zaaksoverstijgende verbanden<br />

niet automatisch kunnen worden vastgesteld. Over het algemeen worden<br />

productieplaatsen en dumpingen niet ontdekt naar aanleiding van opsporingsonderzoeken,<br />

maar door meldingen als gevolg van overlast (zoals een brand of<br />

ontploffing) of door toeval. Bovendien zijn de meldingen zoals die bij de Unit Zuid-<br />

Nederland binnenkomen en die aan de basis van deze lijsten liggen meestal onvolledig,<br />

waardoor ze in de regel te weinig opsporingsrelevante gegevens bevatten.<br />

1.6 Leeswijzer<br />

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de ontwikkeling van de aard en omvang van synthetische-drugscriminaliteit<br />

in Nederland en in het buitenland. Allereerst zal de opkomst<br />

en de ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt worden beschreven, waarna de<br />

kenmerken van de huidige marktsituatie worden geanalyseerd naar aard en omvang.<br />

In hoofdstuk 3 worden vervolgens de gehanteerde modus operandi en de kenmerken<br />

van verdachten behandeld. Bij de modus operandi wordt een verdeling gemaakt naar<br />

het gebruik van hulpbronnen; logistieke faciliteiten en knooppunten; en institutionele<br />

faciliteiten. De kenmerken van criminele verbanden worden uitgesplitst in interne<br />

kenmerken (zoals de verhouding naar geslacht, het leeftijdsgemiddelde, het land van<br />

herkomst en de rolverdeling) en de ‘algemene bedrijfsvoering’ (dit zijn de middelen<br />

die criminele verbanden hanteren bij de inzet van hulpbronnen, logistieke faciliteiten,<br />

logistieke knooppunten en institutionele faciliteiten). In hoofdstuk 4 wordt de schade<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in Nederland beschreven, waarbij een onderscheid<br />

wordt gemaakt naar de schade aan personen, aan branches en aan de samenleving. In<br />

hoofdstuk 5 worden verwachte ontwikkelingen van de synthetische-drugsmarkt en<br />

de daaraan gerelateerde criminaliteit behandeld. In hoofdstuk 6 volgen ten slotte de<br />

conclusies.


Hoofdstuk 2<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang van synthetischedrugscriminaliteit<br />

in Nederland en in het buitenland<br />

2.1 Inleiding<br />

Dit hoofdstuk behandelt de eerste onderzoeksvraag:<br />

Welke ontwikkelingen hebben in de onderzoeksperiode plaatsgevonden op<br />

de internationale en nationale markt voor synthetische drugs, in termen van<br />

de aard en prijs van de drugs, en de omvang van de markt?<br />

Deze vraag wordt beantwoord door (1) het geven van een historisch overzicht van<br />

de opkomst en ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt en (2) het beschrijven<br />

van de kenmerken van de huidige marktsituatie. Ook wordt de aard van de drugs<br />

beschreven in termen van de eigenschappen die amfetamine en XTC hebben. Bij<br />

het beschrijven van de huidige marktsituatie zal gebruik worden gemaakt van een<br />

aantal indicatoren; te weten de ontwikkeling van het aantal en de hoeveelheden inbeslagnemingen,<br />

ontmantelde productielocaties, afvaldumpingen, gebruikers en het<br />

prijsniveau, zowel in Nederland als in het buitenland. Bovendien wordt een schatting<br />

gegeven van de totale winst die behaald wordt bij de productie en handel van synthetische<br />

drugs in Nederland.<br />

De bronnen die zijn gebruikt om de onderzoeksvraag en de deelvragen te beantwoorden<br />

zijn deels openbaar en deels niet gepubliceerd. De openbare bronnen betreffen<br />

rapporten van de dNRI, Europol, UNODC en het Trimbos Instituut. De niet<br />

gepubliceerde bronnen zijn vooral afkomstig van de NR-Unit Zuid-Nederland zelf,<br />

zoals (a) de verzamelde gegevens over inbeslagnemingen, ontmantelde productielocaties,<br />

dumpingen en prijzen en (b) verslagen die zijn gemaakt voor intern gebruik.<br />

Bovendien zijn met de analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland gesprekken gevoerd<br />

over recente ontwikkelingen in de omvang van synthetische-drugscriminaliteit, die<br />

nog niet in rapporten verwerkt zijn. Daarnaast is een aantal rapporten gebruikt die<br />

niet openbaar zijn, zoals de CBA Precursoren van de FIOD-ECD en het meest recente<br />

rapport van Europol over verdovende middelen.<br />

2.2 Opkomst en ontwikkeling van de synthetischedrugsmarkt<br />

In deze paragraaf worden beknopt de achtergronden weergegeven van de historische<br />

ontwikkeling van de markten van amfetamine en XTC. Ook wordt aandacht besteed<br />

aan het effect van de prominente Nederlandse positie als productieland voor de inrichting<br />

van de opsporing.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

37<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


1 Voor een beknopte<br />

beschrijving van de rol<br />

van Nederlanders in de<br />

smokkel van amfetamine<br />

naar Europese landen, zie:<br />

M. Husken en F. Vuijst,<br />

XTC smokkel, Uitgeverij M,<br />

Amsterdam 2002, p. 13-16.<br />

2 Het verschil met MDMA<br />

is de mengstof die wordt<br />

gebruikt. Bij MDMA is dit<br />

methylamine, bij MDA is<br />

dit ammoniakgas en bij<br />

MDEA is dit ethylamine.<br />

De precursor is in alle drie<br />

soorten hetzelfde: PMK.<br />

Ten opzichte van MDMA<br />

heeft MDEA een kortere<br />

werkingsduur en een meer<br />

oppeppend effect, en heeft<br />

MDA een langere werkingsduur.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

38<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Amfetamine<br />

Amfetamine valt onder de groep pepmiddelen genaamd wekaminen, die het centrale<br />

zenuwcentrum stimuleren. Andere middelen die hier onder vallen zijn het<br />

sterkere methamfetamine (ook bekend als pervetine) en fenmetrazine (ook wel<br />

preludin genoemd).<br />

In 1887 werd door de Duitser Leuckart door middel van een synthese voor het eerst<br />

amfetamine gemaakt. In 1927 raakte het in de belangstelling als vervanger van efedrine.<br />

In de Tweede Wereldoorlog werd het om de stimulerende werking verstrekt<br />

aan nachtvliegers en militaire chauffeurs van de Amerikaanse strijdkrachten. Na de<br />

oorlog kwamen grote partijen amfetamine in Japan terecht, waar een verslavingsgolf<br />

ontstond. Toen Japan in het begin van de jaren vijftig bovendien werd aangewezen<br />

als verlofland voor Koreastrijders kwam er een nieuwe groep met amfetamine in<br />

aanraking.<br />

De gebruikersmarkt in Europa bevond zich vooral in het Verenigd Koninkrijk en in<br />

Zweden. Het werd ook gebruikt door sporters om hun prestaties te verhogen. Vanaf<br />

het eind van de jaren zestig ontwikkelde zich vanuit het zuiden van Nederland een<br />

smokkelroute naar Zweden, waar amfetamine al verboden was. In 1976 viel amfetamine<br />

onder de Opiumwet, waarmee bereiding, handel en bezit verboden werden.<br />

Het was hierdoor niet meer mogelijk om de pepmiddelen op een legale wijze aan te<br />

schaffen, waardoor Nederlandse smokkelaars de amfetamine zelf clandestien gingen<br />

produceren. De export ging in de jaren tachtig vooral naar Duitsland, Scandinavië en<br />

het Verenigd Koninkrijk. 1<br />

XTC<br />

In de meeste gevallen kent XTC als werkzame stof de synthese MDMA (voluit: 3,4-<br />

MethyleenDioxyMethylAmphetamine). Andere, minder voorkomende stoffen zijn<br />

MDA en MDEA. 2<br />

MDMA werd in 1898 voor het eerst gesynthetiseerd. In 1912 vroeg de Duitse geneesmiddelenproducent<br />

Merck patent aan voor MDMA. Merck wilde het als eetlustremmer<br />

op de markt brengen, maar er bleek geen belangstelling voor. In de beginjaren van de<br />

Koude Oorlog kreeg het Amerikaanse leger interesse voor MDMA, vanwege een mogelijke<br />

toepassing als waarheidsserum (waar MDMA later niet geschikt voor bleek te<br />

zijn). In het begin van de jaren zeventig werd MDMA in de Verenigde Staten gebruikt<br />

in de psychiatrie en werd het voor het eerst aangetroffen als roesmiddel. In het begin<br />

van de jaren tachtig werd aan de tabletten waarin MDMA verwerkt was de naam<br />

XTC gegeven (vanwege het euforisch gevoel dat werd veroorzaakt door de drug). In<br />

het midden van de jaren tachtig werd XTC ook in Europa aangetroffen. Via Ibiza en<br />

enkele Britse steden kwam het middel in 1986 voor het eerst in Nederland terecht.<br />

In 1987 nam het gebruik van XTC enorm toe omdat het in het uitgaansleven snel aan<br />

populariteit won. In november 1988 werd MDMA op de lijst van verdovende middelen<br />

geplaatst. Dit had geen effect op het gebruik van XTC. De toename van het<br />

gebruik van XTC ging hand in hand met de groeiende populariteit van enorme house-,


ave- en danceparties in het Verenigd Koninkrijk, België en later ook Nederland. Met<br />

deze subcultuur wordt XTC ook meestal geassocieerd.<br />

In de opkomstjaren werd XTC nog geïmporteerd uit de Verenigde Staten. De<br />

illegale productie in West-Europa werd in eerste instantie ter hand genomen door<br />

chemicihobbyisten in Nederland. 3 Zij vervaardigden naast MDMA ook allerlei afgeleide<br />

chemische samenstellingen, zogenaamde designer-drugs, die nog niet onder de<br />

Opiumwet vielen. Daar kwam echter na enkele jaren een eind aan. In een onderzoek<br />

dat in 2004 in opdracht van de NR-Unit Zuid-Nederland is uitgevoerd voerde de<br />

Tilburgse onderzoeker Toine Spapens twee redenen aan: (1) omdat MDMA kennelijk<br />

toch de door de gebruikers meest gewenste effecten had, (2) wellicht echter ook<br />

omdat de ontwerpers van ‘designer-drugs’ simpelweg uit de markt werden gedrukt;<br />

een snel groeiende markt waarin criminelen mogelijkheden zagen om grote winsten<br />

te behalen. 4<br />

Nederland heeft zich vanaf het eind van de jaren tachtig binnen enkele jaren tot een<br />

grote producent van XTC ontwikkeld. Volgens Spapens kon dit gebeuren door unieke<br />

omstandigheden aan de vraag- en aanbodzijde in de markt:<br />

De vraag naar XTC groeide om te beginnen razendsnel. Volgens onderzoeker Korf<br />

van de Universiteit van Amsterdam is het opzienbarende succes van XTC te verklaren<br />

door te kijken naar de kenmerken van de drug, van de gebruikers en naar de sociaal-culturele<br />

omgeving waarbinnen gebruikt wordt. 5 Voor XTC was deze omgeving<br />

vanaf het midden van de jaren tachtig het uitgaanscircuit. Daar bezochten tieners en<br />

jonge volwassenen houseparties, die in een snel tempo populairder werden. Door<br />

het gebruik van XTC beleefden personen deze feesten als een intiem, gelukzalig en<br />

plezierig samenzijn van een grote groep vrienden. Daarnaast was XTC relatief goedkoop,<br />

makkelijk in te nemen, had het een sexy naam en een feestreputatie. De<br />

verspreiding van XTC in het buitenland verliep snel door de toegenomen mobiliteit<br />

en door goedkopere reizen naar andere clubs en discotheken in toeristische oorden.<br />

De markt was flexibel en voortdurend in verandering: er kwamen continu nieuwe<br />

logo’s en nieuwe kleuren bij. 6<br />

Aan de aanbodzijde kan volgens Spapens één majeure verklaring worden gegeven voor<br />

de snelheid waarmee door criminele samenwerkingsverbanden kon worden ingesprongen<br />

op de XTC-markt. Die reden is dat de voor de XTC-productie en -handel<br />

noodzakelijke infrastructuur in Nederland reeds in belangrijke mate voorhanden was.<br />

Nederlanders speelden al sinds de jaren zeventig een hoofdrol bij de productie van<br />

amfetamine en het stoken van illegale alcohol. Beide productieprocessen vertonen<br />

belangrijke overeenkomsten met die van de vervaardiging van XTC. De criminele<br />

samenwerkingsverbanden hoefden bij wijze van spreken alleen nog maar de productielijnen<br />

over te schakelen op de fabricage van de nieuwe drug. Dat gebeurde dus<br />

ook. 7 De laboratoriumkennis en de noodzakelijke contacten om aan laboratoriumbenodigdheden<br />

en chemicaliën te komen voor de XTC-productie waren al beschikbaar.<br />

De amfetamineproducenten beschikten al in de jaren zeventig over goede contacten<br />

3 Husken en Vuijst, XTC<br />

smokkel, p.16-23. De<br />

auteurs schetsen door een<br />

interview met een Nederlandse<br />

producent van het<br />

eerste uur een mooi beeld<br />

van de situatie aan het eind<br />

van de jaren tachtig, waarin<br />

hobbyisten experimenteerden<br />

in een tijd waarin<br />

de wetgeving nog niet was<br />

aangepast.<br />

4 T. Spapens, XTC en Nederland,<br />

NR Unit Zuid-Nederland,<br />

Helmond 2004 (niet<br />

gepubliceerd), p.27.<br />

5 Een nieuwe drug verspreidt<br />

zich vaak in vier stadia.<br />

Allereerst proberen trendsetters<br />

en ‘innovatievelingen’<br />

een nieuwe drug<br />

uit of herintroduceren<br />

zij een oude drug. Deze<br />

avant-gardistische tendens<br />

wordt gevolgd door de<br />

trendvolgers die de drug in<br />

een sub-culturele omgeving<br />

verspreiden. Daarna vindt<br />

de drug zijn weg onder een<br />

breder publiek van vooral<br />

jongeren en jonge volwassenen.<br />

Ten slotte verliest de<br />

drug zijn populariteit onder<br />

de trendsetters. Zie: D.J.<br />

Korf, What makes ecstacy<br />

so successful? Explaining the<br />

popularity of a new drug, International<br />

Synthetic Drugs<br />

Enforcement Conference,<br />

Den Haag, 8-9 oktober<br />

2003.<br />

6 Korf, What makes ecstacy so<br />

successful?<br />

7 In één geval (in 2002) werden<br />

materialen ten behoeve<br />

van de XTC-productie<br />

aangetroffen in dezelfde<br />

boerderij waar in de jaren<br />

tachtig al een alcoholstokerij<br />

was gevonden. In andere<br />

gevallen werden verdachten<br />

aangehouden die bij de<br />

politie reeds bekend waren<br />

vanwege hun verleden als<br />

alcoholstoker. Spapens, XTC<br />

en Nederland, p.29.<br />

Hoofdstuk 2<br />

39<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


8 Sinds de oprichting van de<br />

Unit Synthetische Drugs in<br />

1996 hebben er een aantal<br />

evaluaties plaatsgevonden<br />

van de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit.<br />

De eerste werd verricht<br />

door het onderzoeksbureau<br />

ITS (I. Bakker, A. van<br />

Ruth en K. Goossens, Wie<br />

wat anders wil, heeft wat uit<br />

te leggen, Nijmegen 2000).<br />

Na de publicatie van de<br />

XTC-nota (Samenspannen<br />

tegen XTC, Kamerstuk<br />

2000-2001, 23760, nr.<br />

14, Tweede Kamer der<br />

Staten-Generaal) heeft het<br />

onderzoeksbureau Intraval<br />

twee metingen verricht van<br />

het beleid tegen XTC. De<br />

derde en laatste meting zal<br />

in 2006 verschijnen.<br />

9 J. Snippe, A. Kruize en B.<br />

Bieleman, Inspannen tegen<br />

XTC. Eerste meting, Intraval,<br />

Groningen 2003. R.J.M.<br />

Neve, e.a., Samenspannen<br />

tegen XTC. Tussentijdse<br />

evaluatie van de XTC-Nota,<br />

Intraval, Groningen 2005.<br />

In beide rapporten wordt<br />

ingegaan op de personele<br />

en materiële capaciteit van<br />

de betrokken diensten, de<br />

onderlinge samenwerking<br />

en de activiteiten, producten<br />

en resultaten.<br />

10 ‘Samenspannen tegen<br />

XTC’, Tweede Kamer,<br />

vergaderjaar 2000 – 2001,<br />

23760, nr. 14.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

40<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

en grote afzetmarkten in Duitsland en Scandinavië. Bovendien konden zij door reeds<br />

bestaande samenwerkingsrelaties met randstedelijke groeperingen al snel ook een<br />

bijdrage leveren aan het bedienen van de Britse XTC-markt. Het gevolg lijkt volgens<br />

Spapens een zekere arbeidsdeling te zijn geweest. De productie werd vooral in Zuid-<br />

Nederland ter hand genomen, terwijl de handelscontacten met buitenlandse afnemers<br />

zich vooral in Amsterdam concentreerden.<br />

Nederland als productieland: gevolgen voor de opsporing<br />

In deze CBA zal slechts kort worden ingegaan op het effect van de internationale<br />

rol van Nederland als productieland van synthetische drugs op de inrichting van de<br />

opsporing. Hier zijn sinds de onderkenning van dit fenomeen al diverse studies naar<br />

verricht. 8 De laatste evaluatie van het beleid tegen de productie en handel van XTC<br />

verscheen medio 2005. Voor een diepgravende analyse wordt daarnaar verwezen. 9<br />

Hier wordt slechts een korte opsomming van enkele hoofdpunten gegeven, die direct<br />

van invloed lijken te zijn geweest op de ontwikkeling van de aard en omvang van synthetische-drugscriminaliteit<br />

in Nederland.<br />

In de afgelopen jaren is het beleid ter beteugeling van synthetische drugs steeds verder<br />

geïntensiveerd. Zo is bijvoorbeeld de wetgeving aangescherpt, onder meer door<br />

de invoering van de Wet Voorkoming Misbruik Chemicaliën (WVMC) in 1996 om<br />

de invoer van de precursoren BMK en PMK (zie paragraaf 2.3.1.2) te reguleren. De<br />

voornaamste stap was de prioritering van de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit<br />

in 2001. Synthetische drugs viel sinds 1996 als aandachtsgebied onder het Kernteam<br />

Zuid-Nederland, waarbinnen tevens de Unit Synthetische Drugs (USD) werd<br />

opgericht. Bij de USD werd de aanpak van synthetische drugs landelijk gecoördineerd<br />

en werd multidisciplinair opsporingsonderzoek uitgevoerd. In mei 2001 werden in<br />

de nota ‘Samenspannen tegen XTC’ nieuwe beleidsmaatregelen genomen ter verbetering<br />

van de handhaving, de internationale samenwerking en van het onderzoek<br />

naar de gevolgen van het gebruik van XTC. 10 Zo werden in het voorjaar van 2002<br />

het Kernteam Zuid-Nederland en de Unit Synthetische Drugs samengevoegd. Ook<br />

werden er medio 2002 landelijk vijf XTC-teams operationeel, op grond van de nota<br />

‘Samenspannen tegen XTC’.<br />

Met de vorming van de Nationale Recherche in 2004 zijn het kernteam Zuid-Nederland,<br />

de landelijke Unit Synthetische Drugs en het XTC-team Zuid opgegaan in<br />

de NR-Unit Zuid-Nederland. Net als zijn voorganger KTZ/USD kent deze een multidisciplinaire<br />

aanpak van synthetische-drugscriminaliteit waarbij de FIOD-ECD, de<br />

Douane, de KMar, het NFI, de IVW divisie vervoer, en Europol de partners zijn. De<br />

NR-Unit Zuid-Nederland heeft als aandachtsgebied de aanpak van de productie en<br />

smokkel van synthetische drugs, waarbij de tactische teams van de NR de opsporingsonderzoeken<br />

uitvoeren. De FIOD-ECD richt zich op de controle van de legale handel<br />

en voert opsporingsonderzoeken uit naar de illegale handel van precursoren en de<br />

Douane controleert de in- en uitvoer van grondstoffen. De leiding van de aanpak van<br />

synthetische-drugscriminaliteit ligt bij het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong>, waarbinnen de Offi-


cier van Justitie van de eenheid Zuid-Nederland van het Landelijk Parket de landelijke<br />

coördinatie verzorgt. Er zijn aanwijzingen dat de toewijzing van extra capaciteit aan<br />

de betreffende opsporingsdiensten resultaat heeft gehad. Twee voorbeelden maken<br />

dit duidelijk.<br />

• Met de oprichting van de USD in 1997 kreeg de opsporing van de productie<br />

en smokkel van synthetische drugs een grote impuls, zo blijkt uit de stijging<br />

van het aantal en de hoeveelheid inbeslagnemingen sinds 1998 (zie paragraaf<br />

2.3.2.2).<br />

• Met de implementatie van de XTC nota in 2002 werd er capaciteit vrijgemaakt<br />

voor scherpere controles op de invoer van grondstoffen en de uitvoer<br />

van synthetische drugs. Dit lijkt effect te hebben gehad op de wijze van<br />

smokkel, omdat deze vanaf 2004 in veel opzichten veranderd is (zie paragraaf<br />

2.3.2.1). Zowel de invoer van precursoren als de uitvoer van XTC verloopt<br />

nu veelal via andere routes dan in 2002.<br />

2.3 Kenmerken van de huidige marktsituatie<br />

In deze paragraaf wordt allereerst kort ingegaan op de aard en samenstelling en het<br />

productieproces van synthetische drugs. Vervolgens wordt uitgebreid aandacht gegeven<br />

aan de ontwikkeling van de omvang van synthetische drugs uitgesplitst naar de<br />

inbeslagnemingen, de ontmantelde productielocaties, de gedumpte afvalstoffen, de<br />

gebruikers en de prijzen van synthetische drugs. Ook wordt een schatting gegeven<br />

van de opbrengsten van de productie en handel. Telkens wordt de aard en omvang<br />

van amfetamine en XTC gescheiden behandeld.<br />

2.3.1 Aard van synthetische drugs<br />

2.3.1.1 De aard en samenstelling van synthetische drugs<br />

Amfetamine<br />

Amfetamine (de straatnamen zijn speed en pep) is een chemisch product en wordt<br />

veelal in poedervorm verhandeld en gebruikt, incidenteel worden er tabletten van gemaakt.<br />

Het wordt meestal geslikt, hoewel het ook gespoten of gesnoven kan worden.<br />

Het heeft een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel. De lichamelijke<br />

verslaving is gering, maar geestelijk kan er snel een grote afhankelijkheid optreden.<br />

Bovendien moet er steeds meer van geconsumeerd worden om hetzelfde effect te<br />

bereiken.<br />

Als amfetamine in de ader wordt gespoten dan komt het effect onmiddellijk; als het<br />

wordt gesnoven dan volgt het effect na een paar minuten; en als het wordt geslikt<br />

Hoofdstuk 2<br />

41<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


11 ‘Amfetamine’, Drugsweb,<br />

www.drugsweb.nl/drugsweb384.asp,<br />

bezocht op 6<br />

juni 2005.<br />

12 ‘Algemene informatie:<br />

speed’, Trimbos Instituut,<br />

www.trimbos.nl, bezocht<br />

op 6 juni 2005.<br />

Een tabletteerstempel.<br />

13 ‘Algemene informatie:<br />

XTC’, Trimbos Instituut,<br />

www.trimbos.nl, bezocht<br />

op 25 mei 2005.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

42<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

dan treedt het effect op na 15 tot 20 minuten. In alle gevallen is de amfetamine na<br />

ongeveer acht uur uitgewerkt. Amfetamine wordt in erg verschillende concentraties<br />

verkocht en is hierdoor dus moeilijk te doseren. Volgens de Haagse stichting Parnassia<br />

Preventie ligt een gebruikelijke dosis tussen de 5 en 40 milligram. 11<br />

Bij gebruik nemen de concentratie en zelfverzekerdheid toe, worden vermoeidheid<br />

en slaap onderdrukt en verdwijnt de eetlust. De pupillen worden groter en de spieren<br />

spannen zich. Hoofdpijn en duizeligheid kunnen voorkomen, evenals knarsetanden<br />

en het snel bewegen van de kaken. Bij het uitwerken kan de gebruiker prikkelbaar,<br />

onrustig en angstig worden. Op de langere termijn veroorzaakt het gebruik van<br />

amfetamine rusteloosheid, geprikkeldheid, gewichtsverlies, angst, achterdocht, agressiviteit<br />

en lichamelijke uitputting. Oververhitting en uitdroging is net als bij XTC een<br />

veelvoorkomend probleem. Klachten van regelmatige gebruikers zijn chronische vermoeidheid,<br />

lusteloosheid en neerslachtigheid. 12 In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan<br />

op de schadelijke effecten van het gebruik van amfetamine.<br />

XTC<br />

XTC wordt vrijwel zonder uitzondering als tablet gebruikt, waarop logo’s zijn aangebracht.<br />

Er zijn meer dan duizend logo’s bekend, die kunnen worden ingedeeld in<br />

thematische groepen zoals automerken, merktekens, vogels, valuta, computerspelletjesfiguren<br />

of stripfiguren. Wanneer bepaalde logo’s populair zijn,<br />

zoals eens de Mitsubishi, dan kunnen daar door andere aanbieders afgeleiden<br />

van gemaakt worden die ook een andere werkzame stof kunnen bevatten.<br />

Een enkele keer wordt XTC niet in tabletvorm aangeboden, maar in poedervorm<br />

of in capsules.<br />

Een ingenomen XTC-tablet begint na 20 tot 60 minuten te werken. Het eerste<br />

uur is de werking het sterkst. Na vier tot zes uur is de tablet uitgewerkt.<br />

Sommige gebruikers blijven tot in de volgende dag een licht na-effect houden,<br />

wat een prettig of juist een leeg en deprimerend gevoel kan opleveren. Een<br />

depressieve of chagrijnige stemming kan dagen blijven hangen. Ook komen<br />

hartkloppingen, een droge keel en mond, misselijkheid, benauwdheid en een<br />

stijf gevoel in de kaken voor. Een enkele keer zijn de bewegingen moeilijk te controleren,<br />

wat tot paniek kan leiden. De sterkte en de effecten hangen af van de dosis<br />

die een persoon heeft ingenomen en van diens gesteldheid. Ook de omgeving is van<br />

invloed. 13<br />

XTC is een chemisch product. De werkzame stof MDMA beïnvloedt het bewustzijn.<br />

Het heeft een oppeppende werking en veroorzaakt milde hallucinaties en een euforisch<br />

gevoel. De omgeving wordt anders en intenser waargenomen en er ontstaat een<br />

gevoel van intimiteit met anderen. Op dance-events (waarmee XTC vaak geassocieerd<br />

wordt) kan de combinatie van XTC met lichteffecten en muziek een trance veroorzaken.<br />

Eventuele vermoeidheid wordt onderdrukt, maar deze komt in versterkte vorm<br />

terug als de pil is uitgewerkt. XTC is lichamelijk niet verslavend, alhoewel geestelijke<br />

verslaving wel voorkomt. Het is dus mogelijk dat gebruikers het gevoel hebben dat ze


niet zonder XTC kunnen. Er is steeds meer van nodig om hetzelfde effect van eerder<br />

gebruik te bereiken. Langdurig chronisch gebruik van XTC zou kunnen leiden tot<br />

veranderingen in de hersenen: het geheugen kan worden aangetast, en de concentratie<br />

en de stemming worden beïnvloed. 14 In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op de<br />

schadelijke effecten van het gebruik van XTC.<br />

De samenstelling van XTC-tabletten is de laatste jaren gewijzigd. Uit onderzoek van<br />

het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) blijkt dat de gemiddelde hoeveelheid<br />

MDMA per tablet vanaf 1997 tot aan 2003 geleidelijk aan hoger is geworden<br />

(zie tabel 2.1). Volgens het Nederlands Forensisch Instituut zou vanaf 2003 de gemiddelde<br />

hoeveelheid MDMA per tablet tussen de 80 en de 100 milligram liggen. 15<br />

Daarbij is 80 mg bij benadering het gemiddelde van de doseringen aangetroffen in de<br />

tabletten. Zoals al eerder gezegd wordt in deze CBA ten behoeve van een minimale<br />

opbrengstberekening uitgegaan van 100 mg MDMA per tablet.<br />

Tabel 2.1 Concentratie van MDMA in XTC-tabletten gecontroleerd<br />

door het DIMS, in procenten<br />

1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003<br />

>140 mg 1 1 1 2 4 4 6<br />

106-140 mg 6 5 6 9 14 11 12<br />

71-105 mg 36 27 29 35 49 42 38<br />

36-70 mg 39 53 52 45 28 39 38<br />

1-35 mg 17 15 11 9 5 5 7<br />

Bron Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2004, p.115<br />

Naast het gehalte van MDMA per tablet kan ook de samenstelling van een XTC-tablet<br />

variëren. Let wel: het gaat hier om aangeboden XTC-tabletten aan gebruikers, dus<br />

niet om de vervaardigde XTC in een productielocatie. Jaarlijks analyseert het DIMS<br />

meer dan tweeduizend tabletten. Uit onderzoek van het DIMS is gebleken dat in<br />

de eerste jaren dat XTC-tabletten werden getest, deze vaak andere stoffen bevatten<br />

dan het werkzame MDMA, MDA, MDEA of een combinatie daarvan (in 1997<br />

werd in meer dan 30 procent van de aangeleverde ‘XTC’-tabletten een andere stof<br />

aangetroffen, zoals bijvoorbeeld amfetamine). De laatste jaren bevatten steeds meer<br />

onderzochte tabletten daadwerkelijk MDMA, MDA, MDEA of een combinatie daarvan,<br />

in 2003 zelfs 95 procent. 16 Dit kan een indicatie zijn van een competitieve markt,<br />

waarin aanbieders goede producten moeten leveren om hun positie te behouden. Een<br />

XTC-tablet is naast de werkzame stof MDMA gevuld met bindmiddel (zoals lactose),<br />

zwelmiddel, smeermiddel (zoals magnesium stearaat) en kalk.<br />

14 ‘Algemene informatie:<br />

XTC’, Trimbos Instituut,<br />

www.trimbos.nl, bezocht<br />

op 25 mei 2005.<br />

15 Interne notitie van de NR<br />

Unit Zuid-Nederland, 15<br />

oktober 2003. Zie ook<br />

CBA Synthetische Drugs,<br />

KTZ/USD, Helmond 2002,<br />

p.32-37.<br />

16 Nationale Drug Monitor,<br />

Jaarbericht 2004, p.113.<br />

Hoofdstuk 2<br />

43<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


17 HR 6 mei 2003, NJ 2003,<br />

458 en HR 25 november<br />

2003, LJN: AM2764, zaaknr.<br />

00686/03<br />

18 HR 26 oktober 2004, NJ<br />

2004, 676. Er was sprake<br />

van een tablet met een<br />

bepaalde afdruk. Eerdere<br />

analyses toonden aan dat<br />

pillen met deze afdruk de<br />

werkzame stof MDMA<br />

bevatten.<br />

19 Rb Leeuwarden 22<br />

februari 2005, LJN: AS6892,<br />

zaaknr. 17/081254-03<br />

20 Hof Arnhem 5 april 2005,<br />

LJN:AT3203, zaaknr. 21-<br />

004201-04<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

44<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Juridisch kader<br />

Amfetamine en XTC<br />

In de Opiumwet (Ow) wordt onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde Lijst I en<br />

de Lijst II. In artikel 2 Ow staan de verbodsbepalingen met betrekking tot lijst I. In<br />

deze lijst staan de verdovende middelen met een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid,<br />

de “harddrugs”. In lijst II worden de drugs met een geringer risico, de<br />

“softdrugs” opgesomd. Amfetamine staat sinds 1976 vermeld in lijst I. De werkzame<br />

stoffen MDMA, MDEA of N-ethylMDA die in XTC-tabletten verwerkt zijn staan<br />

sinds 1988 vermeld in lijst I (MDA stond hier al langer op). In artikel 10 Ow zijn de<br />

strafbepalingen opgenomen. De hoogste straffen zijn voor de grensoverschrijdende<br />

handelaren. Importeurs en exporteurs van harddrugs riskeren een gevangenisstraf<br />

van twaalf jaren of een geldboete van de vijfde categorie (€ 45.000,-). De geldboete<br />

kan volgens artikel 12 Ow onder voorwaarden worden verhoogd. Indien grote hoeveelheden<br />

harddrugs in beslag genomen worden zal de waarde hiervan al snel hoger<br />

zijn dan een vierde gedeelte van de maximum geldboete, waardoor een geldboete van<br />

de zesde categorie (€ 450.000,-) mogelijk is.<br />

Bewijsvoering bij handel in XTC<br />

Met betrekking tot de bewijsvoering bij XTC-zaken heeft zich een opmerkelijke ontwikkeling<br />

voorgedaan, die in dit kader niet onvermeld kan blijven. De bewijsvoering<br />

ten aanzien van de handel in XTC werd namelijk tot 2004 enigszins bemoeilijkt door<br />

uitspraken van de Hoge Raad. 17 Dit gold voor opsporingsonderzoeken waarbij inbeslagneming<br />

van XTC-pillen niet mogelijk bleek maar bijvoorbeeld kopers verklaarden<br />

pillen gekocht te hebben van verdachte en gebruikt te hebben. De Hoge Raad stelde<br />

dat uit de bewijsmiddelen dient te volgen dat de pillen daadwerkelijk werkzame stoffen<br />

zoals MDMA bevatten. Een enkele door de politie uitgevoerde “narcotest 23”<br />

(een zogenaamde voorlopige test) waarbij een sterk positieve reactie werd geconstateerd,<br />

is hierbij niet voldoende. Ook gebruikmaking van de omstandigheid dat van<br />

algemene bekendheid is dat XTC-pillen stoffen als MDA, MDMA of MDEA bevatten,<br />

achtte de Hoge Raad onjuist, omdat XTC haar werking ook aan andere stoffen, al<br />

dan niet vermeld op lijst I Ow, kan ontlenen. Latere jurisprudentie laat zien dat feiten<br />

en omstandigheden in soortgelijke gevallen kunnen aantonen dat er sprake is van<br />

verboden stoffen als genoemd in lijst I. 18 In een recent vonnis gebruikte de rechtbank<br />

in een zaak waarin geen pillen werden aangetroffen in haar overweging een deskundigenrapport<br />

van het NFI d.d. 25 oktober 2004. 19 In dit rapport wordt beschreven dat<br />

98% van onderzochte tabletten stoffen bevatten die onder lijst I van de Ow vallen.<br />

Mede op basis van dit rapport komt de rechtbank tot een bewezenverklaring. Dat<br />

de zogenaamde narcotest 23 kan bijdragen tot het bewijs, is te lezen in een arrest<br />

van Gerechtshof Arnhem, dat tot een veroordeling kwam op basis van deze test, het<br />

uiterlijk van de pillen en de verklaring van de verdachte omtrent de werking van de<br />

pillen. 20 Een veroordeling zonder inbeslagneming (en dus zonder laboratoriumrapport


over de chemische samenstelling) van de XTC-tabletten lijkt thans dus mogelijk door<br />

gebruikmaking van andere bewijsmiddelen.<br />

BMK en PMK<br />

Verbodsbepalingen betreffende de precursoren PMK en BMK staan niet in de Opiumwet,<br />

maar in de in 1996 in werking getreden Wet voorkoming misbruik chemicaliën<br />

(WVMC). Deze is voortgekomen uit het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de<br />

sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (Verdrag van Wenen,<br />

1988). De Europese Gemeenschappen heeft met een verordening en een richtlijn<br />

uitvoering gegeven aan de verdragsverplichtingen en de lidstaten opgedragen om hun<br />

nationale wetgevingen aan te passen. 21 Kernbepalingen van de WVMC zijn de artikelen<br />

3 en 5 die verwijzen naar de richtlijn en de bijbehorende bijlage. In de bijlage (met<br />

drie categorieën naar belangrijkheid voor de vervaardiging van verdovende middelen)<br />

worden stoffen genoemd die zonder vergunning niet vervaardigd of verhandeld<br />

mogen worden (art. 3 WVMC) of waarvan het bezit verboden is zonder vergunning<br />

(art. 5 WVMC). De chemicaliën PMK en BMK staan niet als zodanig vermeld in<br />

deze bijlage, maar wel de stoffen die geschikt zijn voor het bereiden van verdovende<br />

middelen en precursors, zoals 1-Fenyl-2-propanon geschikt is voor de bereiding van<br />

BMK en de stoffen 3,4-Methyleendioxyfenylpropaan-2-on, Isosafrool en Piperonalen<br />

Safrool voor de bereiding van PMK. De strafbaarstellingen staan vermeld in de Wet<br />

Economische Delicten (WED). 22 De wetgeving is thans aan wijziging onderhevig. De<br />

Europese Unie heeft twee nieuwe verordeningen afgekondigd (voor inter- en intracommunautaire<br />

handel) die op 18 augustus 2005 in werking zijn getreden. De bestaande<br />

richtlijn en verordening zijn ingetrokken. De verordeningen hebben rechtstreekse<br />

werking maar de nationale toepassing geschiedt op basis van de WVMC; een wijzigingsvoorstel<br />

gaat binnenkort naar het parlement. De nieuwe verordeningen bevatten<br />

overgangsbepalingen waardoor de bestaande wetsteksten vooralsnog hun gelding<br />

blijven behouden.<br />

Niet genoemde stoffen<br />

Een groot aantal stoffen dat wordt gebruikt bij de productie van amfetamine en<br />

MDMA komt niet voor op de lijsten van de WVMC, zoals methylamine, ethylamine en<br />

chloorwaterstof. Doordat de stoffen worden ingezet bij de productie van verdovende<br />

middelen kan het gebruik hiervan strafbaar zijn via artikel 10a Opiumwet. Ook is het<br />

mogelijk om de opslag en het gebruik van deze stoffen te vervolgen als overtreding<br />

van de Wet Milieubeheer.<br />

2.3.1.2 Het productieproces van synthetische drugs<br />

De grondstoffen die benodigd zijn om XTC en amfetamine te produceren zijn te<br />

onderscheiden in precursoren (zoals PMK en BMK), essentiële chemicaliën (zoals<br />

formamide, mierenzuur en waterstofgas), organische oplosmiddelen (zoals aceton,<br />

21 Verordening (EEG) nr.<br />

3677/90 van 13 december<br />

1990, PbEG L 357 en de<br />

Richtlijn 92/109/EEG van<br />

14 december 1992, PbEG L<br />

370 zoals laatstelijk gewijzigd<br />

bij Richtlijn 2003/101/<br />

EG van 3 november 2003,<br />

PbEG L 286<br />

22 Zie art. 1 sub 1, art. 2 lid 1<br />

en art. 6 WED<br />

Hoofdstuk 2<br />

45<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


De Leuckartsynthese.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

46<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

ethanol en methanol), zuren (zoals fosforzuur en zoutzuur) en katalysatoren (zoals<br />

natriumboorhydride en platinumoxide).<br />

De precursoren zijn de essentiële chemicaliën die nodig zijn voor de vervaardiging<br />

van synthetische drugs. De meest gangbare precursoren, gebruikt in de synthetische<br />

drugsproductie, zijn te onderscheiden in PiperonylMethylKeton (PMK) en Benzyl-<br />

MethylKeton (BMK). PMK is een voor de productie van MDMA noodzakelijke stof<br />

en heeft als officiële benaming 3,4-(methyleendioxy-)fenylpropaan-2-on. BMK is een<br />

voor de productie van amfetamine noodzakelijke stof, en heeft als officiële benaming<br />

1-phenyl-2-propanon. BMK en PMK vormen de basis voor het werkzame bestanddeel<br />

in het eindproduct. De overige chemische grondstoffen zijn voor een chemische<br />

synthese noodzakelijk om tot het eindproduct te komen. In het eindproduct zijn deze<br />

grondstoffen vaak nog wel herkenbaar, maar ze zijn ondergeschikt.<br />

De productiemiddelen die gebruikt worden bij de syntheses zijn onder meer reactiekolven,<br />

stijgbuizen, bolkoelers, decanteervaten, thermometers, PH-meters, isomantels,<br />

stoomapparaten, centrifuges, gasmaskers en hogedrukapparatuur.<br />

Bij de productie van synthetische drugs, met name amfetamine en 3,4-Methyleen-<br />

Dioxy-MethAmfetamine (MDMA), wordt in Nederland een aantal syntheses gebruikt.<br />

De meest aangetroffen synthesemethoden zijn de Leuckartsynthese en de reductieve<br />

aminering. De reductieve aminering kent een aantal varianten: de warme methode, de<br />

koude methode en de aluminium-amalgaammethode.<br />

Amfetamine<br />

Uit 1 liter BMK wordt circa een halve kilogram amfetamine gewonnen. Dit proces<br />

is in de loop der jaren niet veranderd, hoewel met een optimalisatie de productie<br />

verhoogd zou kunnen worden naar 700 gram amfetamine per liter BMK. Amfetamine<br />

wordt vooral vervaardigd middels de Leuckartsynthese. Deze synthese kent<br />

verschillende kookprocessen waarbij vloeistoffen lange periodes moeten afkoelen.<br />

De totale tijdsduur ligt tussen de 36 en 40 uur. Bij de Leuckartsynthese<br />

wordt gebruikt gemaakt van glazen rondbodemkolven, koelers (of stijgbuizen),<br />

elektrische verwarmingsmantels, kooksteentjes of kookkralen, scheitrechters/decanteervaten<br />

en een stoomdestillatie-opstelling (bijvoorbeeld een behangstoomapparaat)<br />

of vacuümdestillatie. Uit de grondstof BMK wordt door<br />

koken met formamide een tussenproduct gevormd, het N-formylamfetamine.<br />

Dit tussenproduct wordt door koken met zoutzuur omgezet in amfetamine.<br />

Het betreft een zogenaamde twee-staps-reactie. Net als Leuckart zelf gebruiken<br />

producenten van amfetamine verwarmingsmantels en ander glaswerk<br />

voor de synthese. Sinds een aantal jaren zijn er producenten die aparte reactievaten<br />

gebruiken waarmee ze een grotere opbrengst in dezelfde tijdspanne kunnen<br />

verkrijgen.


XTC<br />

In het begin van de jaren negentig werd uit 1 liter PMK circa 700 gram MDMA gewonnen.<br />

Door belangrijke grondstoffen terug te winnen en her te gebruiken is dit nu<br />

ongeveer 1 kilogram MDMA geworden. Bij een optimaal productieproces kan<br />

dit verhoogd worden tot 1,2 kilogram. Het aantal XTC-tabletten dat vervolgens<br />

geslagen wordt is afhankelijk van de toegevoegde hoeveelheid MDMA<br />

per tablet. De gemiddelde werkzame stof per tablet ligt op 80 milligram. In<br />

dit geval kunnen uit een kilogram MDMA dus 12.500 tabletten worden geslagen.<br />

Wanneer uit 1 liter PMK 1,2 kilogram MDMA is gewonnen dan kunnen<br />

er zelfs 15.000 tabletten worden geslagen. Let wel, dit zijn aantallen die in<br />

de praktijk waarschijnlijk zelden gehaald worden. In dit CBA wordt uitgegaan<br />

van 100 milligram werkzame stof per tablet, waardoor uit 1 kilogram<br />

MDMA 10.000 XTC-tabletten kunnen worden geslagen. Dit is in lijn met de<br />

berekening die het Nederlands Forensisch Instituut hanteert. In Nederland<br />

wordt MDMA meestal middels de reductieve aminering vervaardigd. De reductieve<br />

aminering kent, zoals gezegd, drie verschillende productiemethoden.<br />

De warme methode wordt uitgevoerd in een drukvat. De koude methode en de<br />

aluminium-amalgaammethode worden bij atmosferische druk uitgevoerd, al of niet in<br />

een gesloten vat. 23<br />

1. De warme methode. Bij deze methode wordt gebruikt gemaakt van een<br />

drukvat met een roermechanisme. Uit de grondstof PMK wordt met methylamine<br />

een tussenproduct gevormd. Dit tussenproduct wordt met behulp<br />

van waterstofgas en de platina katalysator direct omgezet in MDMA. Het betreft<br />

een zogenaamde één-pots-reactie. De methylamine wordt in overmaat<br />

toegevoegd. Het kenmerk van een katalysator is dat die wel aan de reactie<br />

deelneemt, maar niet bij de reactie verbruikt wordt. De katalysator kan dus<br />

opnieuw gebruikt worden.<br />

2. De koude methode. Deze methode heeft, waarschijnlijk omdat een deel van<br />

het proces in een diepvries wordt uitgevoerd, de naam “koude methode” gekregen.<br />

Volgens wetenschappelijke literatuur wordt deze reactie uitgevoerd<br />

bij 0 °C. Uit de grondstof PMK wordt met methylamine in de aanwezigheid<br />

van methanol een tussenproduct gevormd. Dit tussenproduct wordt met<br />

behulp van natriumboorhydride direct omgezet in MDMA. Het betreft een<br />

zogenaamde één-pots-reactie. Methylamine wordt in overmaat toegevoegd.<br />

Het natriumboorhydride wordt bij de reactie verbruikt.<br />

3. De aluminium-amalgaammethode. Bij deze methode worden allerlei vaten,<br />

zoals glazen rondbodemkolven, metalen reactievaten met een emaillen bekleding<br />

of andere vaten (er zijn zelfs open vaten gezien) met eventueel een<br />

roermechanisme gebruikt. Verder wordt een destillatieopstelling gebruikt. De<br />

De warme methode.<br />

23 Een enkele keer is een<br />

productielocatie ontmanteld<br />

waar XTC middels<br />

de Leuckartsynthese werd<br />

vervaardigd.<br />

Hoofdstuk 2<br />

47<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


Een tabletteermachine.<br />

24 Deze tekst is gebaseerd op<br />

een tekst van dr. Bolhuis<br />

van de Rijksuniversiteit<br />

Groningen, in het bezit van<br />

de NR-Unit Zuid-Nederland.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

48<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

hoofdopstelling zijn twee rondbodemkolven met ‘koelers’ (ten behoeve van<br />

de destillatie), een verwarmingsmantel en eventueel een vacuümpomp. Uit de<br />

grondstof PMK wordt met methylamine in de aanwezigheid van methanol een<br />

tussenproduct gevormd. Dit tussenproduct wordt met behulp van aluminium<br />

amalgaam (aluminium met een zeer geringe hoeveelheid kwikchloride) direct<br />

omgezet in MDMA. Het betreft een zogenaamde één-pots-reactie. De methylamine<br />

wordt in overmaat toegevoegd. Het aluminium(folie) wordt bij de<br />

reactie omgezet in een fijn poeder. Dit poeder (grijs of beige van kleur) is afval.<br />

In deze onderzoeksperiode zijn er vier synthetische-drugslaboratoria ontdekt<br />

waarin volgens de aluminium-amalgaammethode werd gewerkt. In Nederland<br />

wordt deze methode zelden gebruikt omdat er grote gevaren aan kleven en<br />

het een toxisch proces is. Uit onderzoek van het Nederland Forensisch Instituut<br />

blijkt dat bij verschillende zaken waarbij iets mis was gegaan (explosies,<br />

branden) de aluminium-amalgaammethode was gebruikt. Het grote nadeel van<br />

deze methode is de enorme warmteontwikkeling. De ontstane warmte moet<br />

worden afgevoerd, wat bij productie op grote schaal aanzienlijke problemen<br />

kan opleveren. Een ander nadeel is het verwijderen van het gevormde aluminiumoxide,<br />

het fijne poeder dat zeer lastig te verwijderen is.<br />

Tablettering 24<br />

Nadat het MDMA-poeder is geproduceerd moet het nog getabletteerd worden.<br />

Het MDMA wordt daartoe gemengd met een of meer vulbindmiddelen, een zwelmiddel,<br />

een glijmiddel, een smeermiddel, en eventueel een kleur- en/of smaakstof.<br />

Vulbindmiddelen moeten een tablet massa geven, voor binding zorgen en chemisch<br />

stabiel zijn – dit houdt in dat ze niet reageren met de werkzame stof. Belangrijke vulbindmiddelen<br />

zijn celluloses, suikers, polyolen en calciumzouten. De zwelmiddelen<br />

zorgen ervoor dat een tablet uiteenvalt in een glas water of na inname in de maag.<br />

Zetmeel is een goed uiteenvalmiddel maar bindt zeer slecht; daarom worden meestal<br />

zogenaamde superdesintegratiemiddelen gebruikt, zoals natriumzetmeelglycolaat.<br />

Glijmiddelen zorgen voor een goede stroming van het te tabletteren poeder en<br />

het regelmatig uitvullen van de matrijs in de tabletteermachine, zodat de onderlinge<br />

gewichten van de tabletten niet te veel verschillen. Meestal wordt colloïdaal kiezelzuur<br />

als glijmiddel gebruikt. Smeermiddelen beperken de wrijving tussen enerzijds het<br />

poeder en anderzijds de matrijs en de stempels. Wanneer het smeermiddel niet is<br />

toegevoegd dan valt het tablet kapot door de wrijving die ontstaat bij het uitwerpen.<br />

Het belangrijkste smeermiddel is magnesiumstearaat. Het tabletteren wordt meestal<br />

via directe compressie uitgevoerd, waarbij het homogene mengsel van de diverse<br />

stoffen direct tot tabletten geslagen worden.


2.3.2 Omvang van synthetische-drugscriminaliteit<br />

2.3.2.1 In beslag genomen synthetische drugs in Nederland en in het<br />

buitenland<br />

Grondstoffen<br />

In de periode 2001-2003 zijn diverse partijen grondstoffen in beslag genomen.<br />

Zoals uit tabel 2.2 blijkt worden de meeste grondstoffen aangetroffen<br />

in containers (in havens), in opslagplaatsen (loodsen) en bij productieplaatsen<br />

(laboratoria). Volgens analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland is de omvang<br />

van de in Nederland gedane inbeslagnemingen in 2004 afgenomen doordat<br />

criminele verbanden de BMK en PMK niet meer direct naar Nederland<br />

smokkelen, maar via andere landen. Zo werd van de in 2004 in beslag genomen<br />

BMK en PMK bestemd voor Nederland (25.000 liter) slechts een deel in<br />

Nederland zelf geconfisqueerd, terwijl grote partijen werden aangetroffen in<br />

de zeehavens van België en Ierland op doorvoerreis naar Nederland. 25<br />

Tabel 2.2 In Nederland onderschepte grotere partijen precursoren<br />

2001-2003<br />

datum plaats liters BMK liters PMK locatie/vindplaats herkomst<br />

13/02/01 Rotterdam 2.000 3.000 haven China<br />

16/03/01 Rotterdam 700 1.600 fietsbanden China<br />

12/09/01 Rotterdam 4.000 10.000 zeecontainer China<br />

10/10/01 Eijsden 3.100 loods<br />

11/10/01 Amsterdam 4.000 container<br />

06/03/02 Drachten 150 laboratorium<br />

19/03/02 Amsterdam 760 China<br />

17/04/02 Fochteloo 140 laboratorium<br />

04/06/02 Tilburg 120<br />

06/08/02 Watergang 220 laboratorium<br />

31/12/02 Rotterdam 7.700 pannen China<br />

16/01/03 Utrecht 560 loods China<br />

18/10/03 Rotterdam 3.000 loods China<br />

13/10/03 Amsterdam 3.000 1.000 container China<br />

13/11/03 Almelo 1.380 2.500 loods China<br />

Het zou niet verstandig zijn om aan de cijfers met betrekking tot de in beslag genomen<br />

partijen precursoren uitspraken te doen over de verhouding tussen ingevoerde BMK<br />

en PMK of over de totale import of over de neerslag van dit aantal op de synthetische-<br />

XTC-tabletten in een verborgen<br />

compartiment.<br />

25 Er werden ook grote<br />

aantallen precursoren geconfisqueerd<br />

in Australië,<br />

maar het is onduidelijk of<br />

deze grondstoffen daar<br />

verwerkt zouden gaan<br />

worden of elders (en wellicht<br />

in Nederland).<br />

Hoofdstuk 2<br />

49<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


26 <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

Precursoren, FIOD-ECD,<br />

januari 2004, p.46<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

50<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

drugsproductie. De fluctuaties tussen de verschillende jaren zijn door uitschieters bij<br />

enkele vangsten te groot. Uit de cijfers en recente onderzoeken door de FIOD-ECD<br />

en de politie blijkt China het voornaamste bronland te zijn. 26 Onderzoeken wijzen uit<br />

dat in deze handel vooral personen met de Chinese etniciteit actief zijn.<br />

Behalve in China wordt BMK ook geproduceerd in een aantal Oost-Europese landen.<br />

In tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, is deze BMK van eenzelfde kwaliteit<br />

als de BMK uit China. Medewerkers van de FIOD-ECD stellen dat BMK steeds vaker<br />

uit Oost-Europa afkomstig is. De BMK wordt vaak over de weg vanuit Moskou via<br />

Polen naar Nederland gesmokkeld, en in kleinere hoeveelheden dan de partijen die<br />

uit China gesmokkeld worden.<br />

De analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland merken op dat het aannemelijk is dat in<br />

de afgelopen jaren zeer grote hoeveelheden BMK en PMK vanuit China zijn ingevoerd<br />

in Nederland en hier zijn opgeslagen. Deze veronderstelling vloeit voort uit het feit<br />

dat ondanks de grote inbeslagnemingen in de periode 2001-2003 de prijs van XTC en<br />

amfetamine niet steeg, wat erop kan duiden dat de productie van XTC en amfetamine<br />

geen hinder heeft ondervonden van de inbeslagnemingen. Dit lijkt te veranderen. Medewerkers<br />

van de NR-Unit Zuid-Nederland merken op dat sinds het eind van 2004<br />

criminelen moeite hebben om aan grondstoffen te komen. Dit kan inhouden dat er<br />

sprake is van minder aanvoer vanuit China (waar de opsporingsautoriteiten meer prioriteit<br />

hebben gegeven aan een stringente aanpak van de illegale handel in precursoren),<br />

of dat de in Nederland opgeslagen partijen BMK en PMK opraken en niet meer worden<br />

bijgevuld doordat de opsporingsdiensten succesvol zijn in hun onderzoeken. Mogelijk<br />

zal de productie hierdoor naar andere landen worden verplaatst (zie hoofdstuk 5).<br />

Synthetische drugs algemeen<br />

In tabel 2.3 wordt een overzicht gegeven van alle vangsten van XTC en amfetamine<br />

in Nederland en in het buitenland vanaf 1998 tot 2004. Hoogstwaarschijnlijk zullen<br />

de aantallen voor 2004 uiteindelijk hoger uitvallen, omdat een deel van de elders in<br />

de wereld geconfisqueerde partijen ten tijde van de samenstelling van deze tabel (in<br />

april 2005) nog niet bij de NR-Unit Zuid-Nederland bekend waren. In de volgende<br />

paragrafen worden de cijfers in grafieken verwerkt, geanalyseerd en in perspectief<br />

geplaatst. Hier moet alvast wel worden opgemerkt dat de hoeveelheden inbeslagnemingen<br />

sterk beïnvloed worden door incidentele grote vangsten van honderdduizenden<br />

of zelfs een aantal miljoen tabletten. Hierdoor kunnen meestal geen eenduidige<br />

trends worden gegeven.<br />

Ook dient hier vermeld te worden dat in deze tabel niet zijn opgenomen de partijen<br />

amfetamine en XTC die achteraf bij opsporingsdiensten bekend zijn geworden, bijvoorbeeld<br />

doordat een tapgesprek te laat werd uitgeluisterd. Het is niet mogelijk om<br />

de omvang van de wel bekende maar niet in beslag genomen partijen amfetamine en<br />

XTC weer te geven, omdat deze incidenten niet structureel geregistreerd worden.


Tabel 2.3 In Nederland en in het buitenland in beslag genomen<br />

synthetische drugs 27<br />

XTC Nederland XTC Buitenland Amfetamine Amfetamine<br />

Nederland Buitenland<br />

2004 Tabletten 5.600.193 10.080.037 10.355<br />

Poeder (kg) 303,30 1.048,10 598,01 341,03<br />

Olie (liter) 210,00<br />

Pasta (kg) 262,00<br />

2003 Tabletten 5.420.033 12.971.425 14.000 1.036<br />

Poeder (kg) 311,18 850,60 408,53 821,99<br />

Olie (liter) 37,00 4,80<br />

Pasta (kg) 124,20 20,00 412,00 213,50<br />

2002 Tabletten 6.013.989 18.581.801 100 868<br />

Poeder (kg) 789,40 120,86 418,33 1.654,90<br />

Olie (liter) 0,75<br />

Pasta (kg) 3,17 4,50<br />

2001 Tabletten 3.605.476 22.062.190 20.592 530<br />

Poeder (kg) 113,00 15,50 514,00 731,00<br />

Olie (liter) 1,00 65,00 38,00<br />

Pasta (kg)<br />

2000 Tabletten 5.500.000 16.200.000<br />

Poeder (kg) 632,00 9,00 293,00 1.251,00<br />

Olie (liter)<br />

Pasta (kg)<br />

1999 Tabletten 3.600.000 9.700.000 450.000<br />

Poeder (kg) 405,00 853,00 990,00<br />

Olie (liter)<br />

Pasta (kg)<br />

1998 Tabletten 1.100.000 2.400.000 242.000<br />

Poeder (kg) 54,00 1.450,00 1.569,00<br />

Olie (liter)<br />

Pasta (kg)<br />

Amfetamine<br />

Specifiek voor de handel in amfetamine is dat deze voornamelijk binnen Europa blijft<br />

en dat smokkel middels vliegtuigen bijna niet wordt aangetroffen. In 2001/2002 vond<br />

90 procent van alle wereldwijde in beslag genomen amfetamine plaats in Europa. Meer<br />

dan een derde van de amfetamine werd in het Verenigd Koninkrijk in beslag genomen,<br />

gevolgd door België (elf procent), Nederland (tien procent), Duitsland (acht procent)<br />

en Zweden (zeven procent). De grootste toename van de inbeslagnemingen vond<br />

plaats in Oost-Europa. In West-Europa namen de inbeslagnemingen eveneens toe,<br />

maar in de rest van de wereld namen ze af. De meeste amfetamine was afkomstig uit<br />

27 Niet alle inbeslagnemingen<br />

zijn bekend bij de<br />

Unit Zuid-Nederland. Ten<br />

eerste komen gegevens<br />

over onderscheppingen<br />

niet automatisch bij<br />

de Unit binnen, en ten<br />

tweede registreert de Unit<br />

alleen inbeslagnemingen<br />

van 500 tabletten/gram of<br />

meer. De cijfers worden<br />

jaarlijks verzameld door<br />

de afdeling Kennis &<br />

Expertise van de NR Unit<br />

Zuid-Nederland en zijn<br />

afkomstig van de Nederlandse<br />

politie, FIOD-ECD,<br />

Douane, Koninklijke<br />

Marechaussee, Europol,<br />

Interpol, Wereld Douane<br />

Organisatie, en van diverse<br />

buitenlandse zusterdiensten.<br />

De buitenlandse<br />

cijfers zijn in deze tabel<br />

van een beperkte omvang,<br />

omdat alleen inbeslagnemingen<br />

zijn geregistreerd<br />

die een aantoonbare<br />

relatie met Nederland<br />

hebben. Deze relaties zijn<br />

vastgesteld naar aanleiding<br />

van verklaring(en) van de<br />

verdachte(n), uit opsporingsonderzoeken,<br />

door<br />

de aanhouding van een<br />

verdachte in het buitenland<br />

die rechtstreeks uit<br />

Nederland kwam, en door<br />

analyse van de geconfisqueerde<br />

tabletten.<br />

Hoofdstuk 2<br />

51<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


28 World Drug Report 2004,<br />

UNODC, Wenen 2004, p.<br />

166-167.<br />

29 Europol situation report on<br />

drug production and drug<br />

trafficking 2003-2004,<br />

Europol, Den Haag 2004,<br />

p.49.<br />

30 Lagebild Rauschgift 2003,<br />

Bundeskriminalamt, Wiesbaden<br />

2004, p.17.<br />

31 Europol situation report on<br />

drug production and drug<br />

trafficking 2000-2001, Europol,<br />

Den Haag juli 2001,<br />

p.55.<br />

32 T. van der Heijden, De Nederlandse<br />

drugsmarkt. Een<br />

poging tot kwantificering van<br />

import, export, productie en<br />

consumptie van verdovende<br />

middelen, KLPD/DNRI,<br />

Zoetermeer, november<br />

2003, p.63. G. Pearson en<br />

D. Hobbs, Middle market<br />

drug distribution, Home<br />

Office Research Study 227,<br />

Londen 2001, 23.<br />

33 Inbeslagnemingen synthetische<br />

drugs 2004, Kennis<br />

en Informatiecentrum, NR<br />

Unit Zuid-Nederland, april<br />

2005 (niet gepubliceerd).<br />

Inbeslagnemingen synthetische<br />

drugs 2003, Kennis<br />

en Expertisecentrum, NR<br />

Unit Zuid-Nederland,<br />

maart 2004 (niet gepubliceerd).<br />

Inbeslagnemingen<br />

synthetische drugs 2002,<br />

Kennis en Expertisecentrum,<br />

KTZ/USD, april 2003<br />

(niet gepubliceerd).<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

52<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Nederland (40 procent van het totaal), gevolgd door Polen (27 procent), België (23<br />

procent) en Estland (tien procent). 28<br />

De Nederlandse amfetamine lijkt vooral bestemd voor de Britse markt. Volgens Britse<br />

autoriteiten is negentig procent van de amfetamine in het Verenigd Koninkrijk afkomstig<br />

uit Nederland. Frankrijk is een belangrijk doorvoerland voor smokkel van amfetamine<br />

naar het Verenigd Koninkrijk. 29 De meeste amfetamine in Duitsland is afkomstig<br />

uit Nederland, wordt in beslag genomen in de deelstaten Noordrijn-Westfalen en<br />

Beieren, en is bestemd voor de Scandinavische markt. 30 Volgens Europol neemt het<br />

aandeel van de in Nederland geproduceerde amfetamine op de Zweedse markt sinds<br />

het eind van de jaren negentig af. De amfetamine in Zweden en Noorwegen komt<br />

vooral uit de Baltische staten en Polen. In deze landen wordt behalve amfetamine ook<br />

methamfetamine geproduceerd. Incidenteel worden er laboratoria ontmanteld waar<br />

(op kleinschalige wijze) XTC wordt geproduceerd. 31<br />

Het versnijden van amfetaminepoeder gebeurt in de regel in het consumptieland.<br />

Waarschijnlijk liggen de geïmporteerde hoeveelheden lager, aangezien de zuiverheid<br />

op straatniveau gemiddeld zestien procent bedraagt. Dit zou eenderde zijn van de<br />

zuiverheid op het moment van invoer. Het is echter niet mogelijk om een nauwkeuriger<br />

beeld te geven, omdat het niet duidelijk is of de in het buitenland geconfisqueerde<br />

amfetamine inmiddels is versneden of dat dit nog moest gebeuren. 32<br />

Zoals in grafiek 2.1 kan worden gezien is de hoeveelheid in Nederland in beslag genomen<br />

amfetaminepoeder sinds 2001 redelijk gelijk na een daling in de periode 1998-<br />

2000. De hoeveelheid in het buitenland geconfisqueerd poeder laat vanaf 1998 grote<br />

verschillen zien, maar was in 2004 aanzienlijk minder dan in voorgaande jaren. Opvallend<br />

is dat sinds 2003 ook amfetaminepasta in beslag is genomen in Nederland en in<br />

het buitenland. Of hier sprake is van een nieuwe trend kan nog niet met zekerheid<br />

worden gezegd. Amfetaminepasta is één stap verwijderd van het eindproduct. Na een<br />

drogingproces, dat niet per se in Nederland hoeft plaats te vinden, is er sprake van<br />

amfetaminepoeder. Pasta is wellicht makkelijker te smokkelen dan poeder en wordt<br />

daardoor minder snel opgemerkt.<br />

Zowel in 2002, 2003 als 2004 vonden de meeste inbeslagnemingen van amfetamine<br />

plaats in Duitsland (respectievelijk 49, 25 en 23). De grootste partijen – meestal van<br />

een grootte tussen de 200 en 300 kilogram – werden in de periode 2002-2004 geconfisqueerd<br />

in Nederland, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In het Verenigd<br />

Koninkrijk werden de grootste hoeveelheden in 2003 en in 2004 in de haven van<br />

Dover in beslag genomen. In Nederland werden in 2002, 2003 en 2004 de grootste<br />

hoeveelheden in de provincie Brabant geconfisqueerd. In het Verenigd Koninkrijk<br />

werd de amfetamine vooral in vrachtwagens aangetroffen, in Duitsland in personenauto’s<br />

en in treinen en in Nederland in productielocaties. 33


Grafiek 2.1 In beslag genomen amfetamine in kilogrammen<br />

XTC<br />

Al jarenlang is de in het buitenland in beslag genomen XTC voor het merendeel<br />

afkomstig uit Nederland, zo blijkt uit gegevens van zusterdiensten uit onder andere<br />

Australië, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Oostenrijk, Spanje, de<br />

Verenigde Staten en Zweden. Na Nederland is België een belangrijk productieland.<br />

Het aandeel van Nederland als herkomstland van XTC was volgens het UNODC 69<br />

procent in 2002, terwijl dat van België 24 procent zou zijn. 34 Een medewerker van de<br />

NR-Unit Zuid-Nederland plaatst vraagtekens bij deze percentages, omdat in de praktijk<br />

is gebleken dat de aanwezigheid van een boodschappentas van een Nederlands<br />

supermarktconcern in een voertuig voor een buitenlandse politiedienst al voldoende<br />

was om aan te nemen dat de XTC ook uit Nederland afkomstig was.<br />

In het begin van de jaren negentig vonden de inbeslagnemingen van XTC vrijwel alleen<br />

in Europa plaats. De laatste jaren is er sprake van een verspreiding over de rest van<br />

de wereld. Werd in 1993/1994 nog 80 procent van alle wereldwijd in beslag genomen<br />

XTC in Europa geconfisqueerd; in 2001/2002 was dit gedaald naar 62 procent.<br />

In Noord-Amerika werd negentien procent in beslag genomen, in Australië negen<br />

procent, in Zuidoost Azië zes procent, in Zuid-Amerika twee procent, en in het Midden-Oosten<br />

één procent. In 2002 namen in alle werelddelen de inbeslagnemingen van<br />

XTC toe, behalve in Noord-Amerika. 35<br />

Frankrijk zou fungeren als doorvoerland voor XTC die voor de Britse markt bestemd<br />

is: de helft van alle in Frankrijk geconfisqueerde XTC was onderweg naar het Verenigd<br />

Koninkrijk. XTC die bestemd is voor de Verenigde Staten wordt vaak met een om-<br />

34 Bij Belgische laboratoria<br />

zijn meestal Nederlanders<br />

betrokken.<br />

35 World Drug Report 2004, p.<br />

171.<br />

Hoofdstuk 2<br />

53<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


36 Europol situation report on<br />

drug production and drug<br />

trafficking 2000-2001,<br />

Europol, Den Haag juli<br />

2001, p.58-60. World Drug<br />

Report 2004, UNODC,<br />

Wenen 2004, p. 172.<br />

37 Inbeslagnemingen synthetische<br />

drugs 2004, Kennis<br />

en Informatiecentrum, NR<br />

Unit Zuid-Nederland, april<br />

2005 (niet gepubliceerd).<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

54<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

weg naar dat land gesmokkeld. Niet alleen via luchthavens in Duitsland, maar ook via<br />

luchthavens in Spanje, Roemenië en Zweden en via Canada (waarover later meer). 36<br />

Het grootste deel van de in Duitsland in beslag genomen XTC is afkomstig uit Nederland<br />

(andere bronlanden waren België en Spanje).<br />

Uit grafiek 2.2 blijkt dat het aantal in beslag genomen XTC-tabletten in Nederland<br />

vanaf 2000 tot en met 2004 redelijk gelijk blijft, met alleen in 2001 een aanzienlijk<br />

lager aantal inbeslagnemingen. De in het buitenland geconfisqueerde XTC-tabletten<br />

(gerelateerd aan Nederland) nemen sinds 2001 zeer sterk af: in drie jaar tijd is het<br />

aantal zelfs meer dan gehalveerd. Tegelijkertijd met de afname van de in beslag genomen<br />

XTC-tabletten valt een toename waar te nemen van de hoeveelheden in het buitenland<br />

in beslag genomen MDMA-poeder (zie grafiek 2.3). Dit poeder zal uiteindelijk<br />

elders tot XTC-tabletten worden geslagen. Wanneer MDMA-poeder geconfisqueerd<br />

wordt, dan blijkt het telkens om grote partijen te gaan. Zo werden in 2003 bij acht<br />

inbeslagnemingen in totaal 851 kilogram MDMA-poeder (en 20 kilogram MDMApasta)<br />

in beslag genomen. In twee gevallen betroffen het partijen van elk 250 kilogram<br />

MDMA-poeder welke waren verscheept in Nederland met de eindbestemming<br />

Canada. In twee andere gevallen betroffen het respectievelijk 180 en 120 kilogram<br />

MDMA-poeder verscheept naar Australië. In 2004 werd in China tijdens één inbeslagneming<br />

469 kilogram MDMA-poeder aangetroffen, in Australië werden bij vier<br />

inbeslagnemingen 464 kilogram MDMA-poeder aangetroffen, en in Canada werden<br />

bij twee inbeslagnemingen 91 kilogram aangetroffen. 37<br />

Grafiek 2.2 In beslagnemingen XTC-tabletten in miljoenen<br />

25.000.000<br />

20.000.000<br />

15.000.000<br />

10.000.000<br />

5.000.000<br />

0


De verschuiving van de smokkel van XTC-tabletten naar MDMA-poeder zou te maken<br />

kunnen hebben met de toegenomen controles op luchthavens op de uitvoer van<br />

XTC-tabletten in Nederland en in doorvoer- en bestemmingslanden. De vraag is of<br />

deze inbeslagnemingen van MDMA-poeder incidenten betreffen of dat het wellicht<br />

een meer structurele verschuiving van smokkelmethodes betreft.<br />

Grafiek 2.3 Inbeslagnemingen MDMA-poeder in kilogrammen<br />

Als het in Nederland en in het buitenland geconfisqueerde MDMA-poeder (gerelateerd<br />

aan Nederland) wordt omgerekend naar tabletten (uit één kilo worden circa<br />

10.000 tabletten geslagen), dan blijkt dat de totale hoeveelheid in beslag genomen<br />

XTC sinds 2001 op een redelijk stabiel niveau blijft (zie grafiek 2.4). In de periode<br />

2002-2004 werden per jaar gemiddeld 30.9 miljoen uit Nederland afkomstige XTCtabletten<br />

in beslag genomen (inclusief omgerekend het MDMA-poeder). Uit het in<br />

2004 in Nederland en in het buitenland in beslag genomen MDMA-poeder konden<br />

respectievelijk nog ruim 3 miljoen en bijna 10,5 miljoen XTC-tabletten worden vervaardigd.<br />

Hoofdstuk 2<br />

55<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


38 Volledigheidshalve wordt<br />

opgemerkt dat de inbeslagnemingen<br />

niet alléén<br />

in de genoemde landen<br />

hebben plaatsgevonden,<br />

maar overal ter wereld.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

56<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Grafiek 2.4 In beslag genomen XTC-tabletten en MDMA-poeder<br />

omgerekend naar XTC-taletten<br />

Tabel 2.4 Aantal inbeslagnemingen van XTC gerelateerd aan<br />

Nederland op bestemmingsland 38<br />

Bestemmingsland 1999 2000 2001 2002 2003 2004<br />

Verenigde Staten 67 170 189 206 72 17<br />

Duitsland 10 34 66 56 32 53<br />

Zuid-Afrika 1 17 15 17 31 1<br />

Verenigd Koninkrijk 21 43 45 20 29 5<br />

Frankrijk 4 11 16 23 28 18<br />

Spanje 8 22 42 15 20 2<br />

Canada 8 30 30 21 17 1<br />

Australië 5 13 20 25 15 5<br />

Italie 3 3 9 37 14 1<br />

Japan 0 7 6 9 14 18<br />

overig 76 169 170 204 168 53<br />

Totaal 203 519 608 631 440 176<br />

Uit tabel 2.4 blijkt dat het aantal inbeslagnemingen wereldwijd sinds 2002 aanzienlijk<br />

is afgenomen. In diverse landen is er sprake van een daling, maar nergens is deze zo<br />

radicaal als in de VS. Tegelijkertijd lijken per inbeslagneming de hoeveelheden te zijn


gestegen: er wordt per transport dus meer gesmokkeld. In Australië en in België<br />

werden in 2004 tijdens één inbeslagneming respectievelijk 2.467.500 en 2.350.000<br />

tabletten aangetroffen. In 2002 werd de grootste partij in België geconfisqueerd:<br />

1.500.000 tabletten op weg naar het Verenigd Koninkrijk. In 2003 werd de grootste<br />

partij in het Verenigd Koninkrijk aangetroffen: 1.000.000 tabletten. 39<br />

Zoals aan het eind van paragraaf 2.2 kort werd aangestipt lijkt de toewijzing van extra<br />

capaciteit aan de Douane en de KMar effect te hebben gehad. Aanvankelijk hadden<br />

deze diensten op Schiphol moeite om de controles aan te sturen. Sinds de XTC nota<br />

is er echter binnen het Schipholteam een XTC-uitvoer team opgericht, bestaande uit<br />

controleambtenaren van de Douane en opsporingsambtenaren van de KMar. Volgens<br />

het onderzoeksbureau Intraval kan het grootste deel van de grote vangsten aan XTCtabletten<br />

op Schiphol worden toegeschreven aan de geïntensiveerde controles. In<br />

2002 onderschepten controle-instanties namelijk aanzienlijk meer (576 kilogram aan<br />

XTC-tabletten) dan in de voorgaande jaren (in 2001, 2000, 1999 en 1998 respectievelijk<br />

135, 434, 137 en 215 kilogram). In 2003, hetzelfde jaar dat de hoeveelheid in beslag<br />

genomen MDMA-poeder snel toenam, daalde de hoeveelheid op Schiphol in beslag<br />

genomen XTC-tabletten naar 440 kilogram. 40 Tegelijkertijd was er sprake van een<br />

toename van de hoeveelheid geconfisqueerde MDMA-poeder via andere routes.<br />

Zoals grafiek 2.5 laat zien is er sprake van een scherpe daling van de hoeveelheid inbeslagnemingen<br />

in Duitsland en de VS in de jaren 2003, die zich in de VS ook doorzette<br />

in 2004. Frankrijk liet in 2004 een grote afname zien. Dit kan erop duiden dat de vraag<br />

naar XTC afneemt, of dat criminelen andere smokkelroutes hebben gevonden (onder<br />

andere naar aanleiding van de verscherpte controles op luchthavens na de aanslagen<br />

op New York en Washington op 11 september 2001). Onderzoek heeft aangetoond<br />

dat de consumptie van XTC in de VS inderdaad is afgenomen, maar niet in hetzelfde<br />

tempo waarmee de inbeslagnemingen in dat land zijn gedaald. Waarschijnlijk is de<br />

wijziging van smokkelroutes een voorname reden. Zo lijken een aantal Amerikaanse<br />

steden nu te worden voorzien van XTC die in Canada getabletteerd is, na als MDMApoeder<br />

uit Nederland te zijn gesmokkeld. Ook de afname in Duitsland en Frankrijk<br />

lijkt een gevolg van een verandering van smokkelroutes. Uit de hoeveelheid in beslag<br />

genomen XTC zou kunnen worden geconcludeerd dat Duitsland vrijwel niet meer<br />

als doorvoerland wordt gebruikt: werden er in 2002 nog bijna 1.7 miljoen tabletten<br />

geconfisqueerd, in 2003 werden slechts 29 duizend tabletten in beslag genomen die<br />

bestemd waren voor Australië en Noord-Amerika. In 2003 was het aantal inbeslagnemingen<br />

van XTC-tabletten op luchthavens in Duitsland met 82 procent gedaald ten<br />

opzichte van 2002. 41<br />

Australië laat in alle jaren een geleidelijke toename zien van de hoeveelheid in beslag<br />

genomen XTC. Daarnaast was de opkomst van Turkije en Japan opvallend, die<br />

beide in 2004 de VS voorbij zijn gestreefd. De toename in Turkije vond vooral in<br />

2004 plaats, toen er in acht zaken bijna 300.000 tabletten geconfisqueerd werden.<br />

39 Inbeslagnemingen synthetische<br />

drugs 2002. Inbeslagnemingen<br />

synthetische drugs<br />

2003. Inbeslagnemingen<br />

synthetische drugs 2004.<br />

40 R.J.M. Neve, e.a., Samenspannen<br />

tegen XTC.<br />

Tussentijdse evaluatie van<br />

de XTC-Nota, Intraval,<br />

Groningen 2005, p.33.<br />

41 Lagebild Rauschgift 2003,<br />

Bundeskriminalamt,<br />

Wiesbaden 2004, p.18.<br />

Medewerkers van de NR<br />

Unit Zuid-Nederland<br />

hebben opgemerkt dat de<br />

daling in het aantal en de<br />

hoeveelheid inbeslagnemingenhoogstwaarschijnlijk<br />

ook beïnvloed is door<br />

de verschuiving van de<br />

aandacht van opsporingsdiensten<br />

naar de aanpak<br />

van terrorisme. Zo is bij<br />

het BKA de capaciteit van<br />

een team dat zich richtte<br />

op de aanpak van synthetische<br />

drugs verplaatst naar<br />

de aanpak van terrorisme.<br />

Hoofdstuk 2<br />

57<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


42 Opvallend waren de<br />

zendingen van anabole<br />

steroïden en nandrolon<br />

vanuit Polen en Tsjechië.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

58<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

De stijging houdt mogelijk verband met de groei van het toerisme in Turkse badplaatsen.<br />

Japan liet in de laatste drie jaar een snelle stijging zien van de hoeveelheid<br />

inbeslagnemingen, van 73.000 tabletten in 2002, 300.000 tabletten (14 zaken) in<br />

2003 naar 335.000 tabletten (18 zaken) in 2004. Dit betroffen in alle jaren voor het<br />

merendeel vliegtuigpassagiers met bestemming Tokyo. Ook China en Zuid-Afrika<br />

lieten een toename zien van geconfisqueerde XTC-tabletten, die het resultaat lijkt<br />

van een bijzonder douaneproject dat zich in 2002 en 2003 richtte op de smokkel van<br />

XTC-tabletten via postzendingen. In 2002 werden in 24 zaken ongeveer 400.000<br />

XTC-tabletten bestemd voor China geconfisqueerd, waarbij het in 23 gevallen postzendingen<br />

betrof. In totaal werden in beide jaren ongeveer 300.000 XTC-tabletten<br />

onderschept met als eindbestemming Zuid-Afrika. Het merendeel van deze onderscheppingen<br />

betroffen postzendingen die op Schiphol ter verzending aangeboden<br />

werden, veelal door verdachten met een Nigeriaanse etniciteit. In november 2004<br />

werd een volgend douaneproject uitgevoerd, waarbij postzendingen werden onderschept<br />

naar Zuid-Amerika. 42<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Grafiek 2.5 Inbeslagnemingen XTC-tabletten in 2002-2003 in miljoenen


Grafiek 2.6 Aantal inbeslagnemingen XTC-tabletten per methode<br />

Grafiek 2.7 Hoeveelheid geconfisqueerde XTC-tabletten per methode<br />

Zoals uit de grafieken 2.6 en 2.7 blijkt is de smokkel van XTC middels personen in de<br />

periode 2002-2004 zowel in aantal als in hoeveelheid sterk gedaald. Daarentegen nam<br />

de smokkel in ladingen in dezelfde periode geleidelijk toe. Qua aantal inbeslagnemingen<br />

werd in 2004 ongeveer evenveel gebruik gemaakt van de drie smokkelmethoden.<br />

Anderzijds werd in 2004 bijna alle geconfisqueerde XTC in ladingen gesmokkeld. Per<br />

lading was sprake van grote hoeveelheden XTC-tabletten. De smokkel via pakketjes liep<br />

in de periode 2002-2004 terug, en bleef qua hoeveelheid van een bescheiden omvang.<br />

Hoofdstuk 2<br />

59<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


43 Inbeslagnemingen synthetische<br />

drugs 2004.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

60<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Uit de grafieken 2.8 en 2.9 blijkt dat de smokkel via vliegtuigen (en via personen,<br />

zie grafieken 2.6 en 2.7) in de periode 2002-2004 een scherpe daling liet zien. Qua<br />

aantallen inbeslagnemingen bleef het wel het meest gehanteerde vervoersmiddel. Op<br />

enige afstand volgt de auto op de tweede plaats. Andere vervoersmiddelen worden<br />

weinig gebruikt, maar de hoeveelheid bij deze transporten is wel aanzienlijk groter.<br />

De grootste partijen XTC werden in vrachtwagens vervoerd; gemiddeld bijna een<br />

half miljoen tabletten per keer. Ook werden er meer grote partijen XTC in beslag<br />

genomen in zeehavens zoals Zeebrugge en Sydney. 43 MDMA-poeder, waarvan de inbeslagnemingen<br />

niet in de grafieken zijn verwerkt, wordt meestal in grote partijen via<br />

zeeschepen gesmokkeld.<br />

10.000.000<br />

8.000.000<br />

6.000.000<br />

4.000.000<br />

2.000.000<br />

Grafiek 2.8 Aantal inbeslagnemingen XTC-tabletten per vervoersmiddel<br />

Grafiek 2.9 Hoeveelheid confisqueerde XTC-tabletten per<br />

vervoersmiddel<br />

0


2.3.2.2 Ontmantelde productielocaties in Nederland en in het buitenland<br />

Productielocaties in Nederland<br />

Vaak wordt gesproken over een ‘laboratorium’ als locatie waar synthetische drugs<br />

geproduceerd worden. In de praktijk blijken deze locaties niet altijd een laboratorium<br />

te zijn. De synthese vindt vaak op een andere locatie plaats dan waar de (tussen-)producten<br />

worden bewerkt, vermengd of tot tabletten worden geslagen.<br />

Door de Unit Zuid-Nederland worden vier productielocatietypen onderscheiden:<br />

1. Locatie van een in bedrijf zijnd laboratorium waar productie (de synthese)<br />

plaatsvindt.<br />

2. Locatie waar aan de hand van aangetroffen attributen en chemicaliën geconcludeerd<br />

kan worden dat er productie heeft plaatsgevonden of zal gaan<br />

plaatsvinden. Bijvoorbeeld een gedeeltelijk ontmanteld of opgebouwd laboratorium.<br />

3. Locatie waar een verdere verwerking na de synthese plaatsvindt of waar uitsluitend<br />

tabletten worden vervaardigd.<br />

4. Laboratoriumuitrusting die niet op een vaste locatie wordt aangetroffen maar<br />

in een voertuig; het zogenaamde mobiele laboratorium.<br />

Naast de vier productielocatietypen worden er ook opslagplaatsen voor hardware<br />

aangetroffen. Dit zijn locaties waar geen (deel)productie van synthetische drugs heeft<br />

plaatsgevonden of kan plaatsvinden. Deze locaties worden niet als productielocatie<br />

beschouwd en derhalve niet meegenomen in de cijfermatige overzichten.<br />

Ondanks het feit dat in diverse laboratoria een eindproduct wordt aangetroffen,<br />

zeggen deze hoeveelheden niets over de productiecapaciteit van het<br />

betreffende laboratorium, laat staan over een totaal geproduceerde hoeveelheid.<br />

Het is veelal onbekend hoe lang en hoe intensief het betreffende<br />

laboratorium voor de vervaardiging van een eindproduct is gebruikt.<br />

Overigens dient opgemerkt te worden dat de aanleiding van het bekend worden<br />

van een productielocatie meestal een melding betrof over stankoverlast<br />

of brand. Na deze melding werd dan vaak een kort onderzoek ingesteld en<br />

de productielocatie ontmanteld. De toevalsfactor is dus groot. Als een producent<br />

incidenten als stankoverlast of brand weet te voorkomen dan is het<br />

risico van ontmanteling aanzienlijk kleiner.<br />

Een tabletteerplaats.<br />

Hoofdstuk 2<br />

61<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

62<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Tabel 2.5 Aantallen productieplaatsen 1998-2004<br />

1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004<br />

34 36 37 35 43 37 29<br />

De laatste twee jaar is er sprake van een duidelijke afname van het aantal ontmantelde<br />

productieplaatsen: het aantal is met een derde afgenomen van 43 in 2002 naar 29 in<br />

2004. Ook het aantal aangetroffen opslagplaatsen van hardware bestemd voor de<br />

productie van synthetische drugs, zoals kookketels en destillatieketels, is afgenomen.<br />

De opslagplaatsen worden niet als productielocatie aangemerkt en zijn niet in de<br />

cijfers meegenomen. In 2002 werden zeven opslagplaatsen ontdekt, in 2003 tien en<br />

in 2004 vier.<br />

In alle jaren is er sprake van een duidelijke en evenredige concentratie van de productie<br />

van synthetische drugs in Zuid- en West-Nederland, waarbij Zuid-Nederland nog<br />

enigszins de boventoon voert. De tabletteerplaatsen zijn in 2004 vooral in West-Nederland<br />

aangetroffen, met de nadruk op Noord-Holland. In 2003 werden tabletteerplaatsen<br />

vooral in Noord-Holland en in Noord-Brabant aangetroffen, respectievelijk<br />

vijf en drie stuks. In 2002 werden tabletteerplaatsen verspreid over provincies in<br />

West- en Zuid-Nederland gevonden.<br />

Grafiek 2.10 Vindplaats productielocaties<br />

Over het algemeen worden in West-Nederland meer productielocaties in dichtbevolkte<br />

gebieden aangetroffen dan in Zuid-Nederland, in 2002 respectievelijk dertien<br />

en negen, in 2003 acht en zeven, en in 2004 acht en vier. Grafiek 2.10 laat zien dat


het aandeel productielocaties dat in woongebieden (woonwijken en vakantieparken)<br />

is aangetroffen sinds 2002 is afgenomen. Ze worden sinds 2002 in toenemende mate<br />

aangetroffen in landelijke gebieden en in industriegebieden (uitgezonderd 2004).<br />

Uit tabel 2.6 blijkt dat tussen 1998 en 2002 de verhouding tussen laboratoria waar<br />

amfetamine en XTC werden geproduceerd ongeveer gelijk was (uitgezonderd het<br />

jaar 2000 toen er geen enkel amfetaminelaboratorium werd ontmanteld en meer<br />

XTC-laboratoria dan normaal in een jaar worden aangetroffen). Vanaf 2003 worden<br />

er meer amfetaminelaboratoria aangetroffen dan XTC-laboratoria. Uitgaande van de<br />

ontmantelde laboratoria zou gesteld kunnen worden dat de vraag naar amfetamine<br />

sinds 2001 is toegenomen, terwijl de vraag naar XTC stabiliseert of wellicht zelfs<br />

afneemt. Dit blijkt ook uit het Jaarbericht 2004 van de Nationale Drug Monitor. Ook<br />

in België hebben de opsporingsautoriteiten een verschuiving waargenomen van de<br />

productie van XTC naar meer amfetamine.<br />

Tabel 2.6 Productieplaatsen uitgesplitst naar type synthetische drugs<br />

Laboratoria Tabletteren Totaal<br />

Amfetamine XTC Amfetamine XTC<br />

Leuckart Reductieve aminering Ander<br />

Warm Koud Alum.amal.<br />

1998 13 11 - - 2 2 6 34<br />

1999 6 8 3 - 6 - 13 36<br />

2000 - 15 9 - 3 - 10 37<br />

2001 12 5 5 - 1 - 11 35<br />

2002 15 10 5 2 3 - 8 43<br />

2003 14 8 2 1 1 - 11 37<br />

2004 13 5 4 1 1 - 5 29<br />

Uit een vergelijking van het type laboratoria naar regio blijkt dat in 2004 alle aangetroffen<br />

laboratoria in Noord-Brabant en Noord-Holland zijn ontmanteld (uitgezonderd<br />

één amfetaminelaboratorium in Drenthe). Opvallend is dat de amfetaminelaboratoria<br />

vooral in Noord-Brabant zijn aangetroffen (zeven stuks, tegen één in Noord-Holland),<br />

terwijl het merendeel van de XTC-laboratoria in Noord-Holland is aangetroffen (zeven<br />

stuks, tegen vier in Noord-Brabant). In 2003 was de verdeling van laboratoria<br />

over het land meer evenredig verspreid, zowel voor amfetamine (zes in Zuid-Nederland,<br />

vier in West-Nederland en drie in Midden-Nederland) als voor XTC (vijf in<br />

Zuid-Nederland, vier in West-Nederland en drie in Midden-Nederland). In 2002 lag<br />

– net als in 2004 – het zwaartepunt van aangetroffen XTC-laboratoria met acht stuks<br />

in West-Nederland, hoewel er in Zuid-Nederland bijna evenveel werden aangetroffen<br />

(zes stuks). Zuid-Nederland voerde voor amfetaminelaboratoria wederom de boventoon<br />

(zes stuks, tegen twee in West-Nederland).<br />

Hoofdstuk 2<br />

63<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


44 CBA Precursoren, p.27 en 53<br />

45 World Drug Report 2004, p.<br />

163. Kitchenlabs zijn zeer<br />

eenvoudige laboratoriumopstellingen<br />

waar op<br />

kleine schaal synthetische<br />

drugs worden vervaardigd.<br />

46 T. van der Heijden, De<br />

Nederlandse drugsmarkt,<br />

p.67.<br />

47 Precursor Control. Regional<br />

project in East Asia,<br />

UNODC Regional Centre<br />

for East Asia and the<br />

Pacific, januari 2005, p.5.<br />

48 Europol situation report on<br />

drug production and drug<br />

trafficking 2003-2004,<br />

Europol, Den Haag 2004,<br />

p.50. In het World Drug<br />

Report 2004 meldde het<br />

UNODC dat in China elf<br />

XTC-laboratoria werden<br />

ontmanteld. Enige maanden<br />

later volgde echter<br />

een correctie door de<br />

Chinese autoriteiten: het<br />

betrof namelijk laboratoria<br />

voor de productie van methamfetamine<br />

en ketamine.<br />

Tot nu toe zijn er dus nog<br />

geen laboratoria voor de<br />

productie van MDMA in<br />

China aangetroffen.World<br />

Drug Report 2004, p. 163.<br />

Precursor Control. Regional<br />

project in East Asia, p.3.<br />

Het is niet bekend of de<br />

correctie van de Chinese<br />

autoriteiten ook betrekking<br />

heeft op de consumptie<br />

van XTC in China,<br />

zoals gerapporteerd door<br />

het regionale centrum van<br />

het UNODC in Zuidoost<br />

Azië, zie paragraaf 2.3.2.5<br />

van dit hoofdstuk.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

64<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

De aangetroffen stoffen in laboratoria zijn vooral oplos- en reageermiddelen. Precursoren,<br />

essentiële chemicaliën en katalysatoren worden veel minder vaak aangetroffen.<br />

Deze soorten stoffen zijn van groter belang voor het eindproduct, hebben een hogere<br />

aanschafwaarde en kunnen – in het geval van de katalysatoren – hergebruikt worden.<br />

Daarnaast worden er in vergelijking met de oplos- en reageermiddelen kleinere hoeveelheden<br />

van gebruikt. Vanwege hun waarde worden ze vaak in kleine hoeveelheden<br />

en verspreid opgeslagen. 44<br />

Productielocaties in het buitenland<br />

Het aantal wereldwijde ontmantelde XTC-laboratoria was in 2002 bijna verdrievoudigd<br />

ten opzichte van 1992. In het peiljaar 2002 werden de meeste laboratoria in<br />

Nederland ontmanteld. Andere landen waar laboratoria werden ontdekt waren de<br />

Verenigde Staten (negen), Canada (acht), België (vier), het Verenigd Koninkrijk (drie)<br />

en Indonesië (twee). Hierbij dient opgemerkt te worden dat de laboratoria die in<br />

Noord-Amerika en ook elders ontdekt worden vaak zogenaamde ‘kitchenlabs’ betreffen.<br />

45 In de periode 1997-2001 werden er XTC-laboratoria ontmanteld in België<br />

(zestien), het Verenigd Koninkrijk (dertien), Duitsland (tien), Bulgarije (zes), Oekraïne<br />

(vier), Spanje (twee) en Litouwen, Roemenië en Slowakije (elk één). 46<br />

In Indonesië werden in 2001 negen laboratoria ontdekt. Volgens het regionale centrum<br />

van het UNODC in Zuidoost Azië waren dit voornamelijk ‘kitchenlabs’ en tabletteerplaatsen.<br />

Bovendien zou de gebrekkige wetgeving op het gebied van de controle op<br />

precursoren in Indonesië een obstakel voor de opsporing vormen. Het zou in dit land<br />

nog redelijk eenvoudig zijn om precursoren aan het legale circuit te onttrekken en ze<br />

te gebruiken bij de (illegale) productie van XTC en andere synthetische drugs. 47<br />

Volgens Europol en het UNODC zou de productie van XTC zich over andere landen<br />

van de EU en over de wereld verspreiden. Er zouden faciliteiten van verschillende<br />

omvang en capaciteit zijn aangetroffen in andere EU-lidstaten, Oost-Europa, de<br />

Balkan, Noord- en Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Azië en Australië. 48 Naar aanleiding<br />

van de berichten van Europol en het UNODC hebben medewerkers van de NR-Unit<br />

Zuid-Nederland een korte inventarisatie gemaakt van ontmantelde laboratoria in het<br />

buitenland, die heeft uitgewezen dat er nauwelijks XTC-laboratoria in en vooral buiten<br />

Europa worden aangetroffen. Voor zover dit het geval is, lijkt er bovendien vaak<br />

sprake van betrokkenheid van Nederlanders.<br />

Na Nederland is België het voornaamste productieland van XTC. Ook worden er<br />

sporadisch productielocaties aangetroffen in andere Europese landen, zoals Duitsland.<br />

Belgische laboratoria hebben voor het merendeel een relatie met Nederlandse<br />

criminele verbanden. Het gaat dan vooral om Nederlandse criminelen die de productie<br />

naar België hebben verplaatst (meestal vlak over de grens), of die Belgen inzetten<br />

in deze laboratoria. In de periode 1999-2003 zijn er in België zelfs meer Nederlanders<br />

aangehouden dan Belgen. Vanaf 2002 zijn aanzienlijk meer Belgen aangehouden,<br />

die echter vooral voor Nederlanders werkzaam zijn. De Belgische politie denkt dat<br />

Belgen inmiddels wel iets aan zelfstandigheid hebben gewonnen en als volwaardige


medewerkers voor Nederlandse opdrachtgevers kunnen fungeren. 49<br />

Het onderzoeksbureau Intraval meldt in de meest recente evaluatie dat in 2003 in<br />

het buitenland twee laboratoria ontmanteld zijn waarbij Nederlandse verdachten betrokken<br />

waren: één in Suriname en één in België. In 2002 werden in Portugal en in<br />

België twee laboratoria ontdekt waarbij sprake was van Nederlandse betrokkenheid,<br />

en in 2001 werden in Duitsland drie en in België twee laboratoria ontmanteld waarbij<br />

Nederlandse verdachten een rol speelden. 50 Volgens het regionale centrum van het<br />

UNODC in Zuidoost Azië werd in april 2002 in Indonesië een groot laboratorium<br />

ontdekt waar naast MDMA ook methamfetamine werd geproduceerd, en waarbij<br />

sprake was van samenwerking met Nederlanders.<br />

De amfetamine die in Europa wordt geconsumeerd is voor een aanzienlijk deel uit<br />

Nederland afkomstig. In Europa worden in Nederland de meeste amfetaminelaboratoria<br />

ontmanteld, gevolgd door Polen en België. Andere landen waar in 2002 (het<br />

peiljaar van het UNODC) amfetaminelaboratoria werden ontmanteld waren Duitsland,<br />

Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Bulgarije en de drie Baltische staten.<br />

Het UNODC constateert sinds een aantal jaren dat de productie van amfetamine in<br />

West-Europa afneemt, en verschuift naar Oost-Europa. 51 Buiten Europa wordt amfetamine<br />

nauwelijks geconsumeerd, in tegenstelling tot methamfetamine. Deze drug<br />

valt evenals amfetamine onder de wekaminen en wordt op grote schaal geproduceerd<br />

en geconsumeerd in Noord-Amerika en Zuidoost-Azië. 52<br />

Productielocaties voor andere (half)synthetische drugs zoals LSD (op lijst 1 van de<br />

Opiumwet) en GHB (lijst 2) worden in Nederland weinig aangetroffen. Dit kan enerzijds<br />

liggen aan de beperkte aandacht die door de Nederlandse opsporingsautoriteiten<br />

gegeven wordt aan GHB. Maar wanneer gekeken wordt naar de aangetroffen<br />

productielocaties in landen als België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk dan kan<br />

voorzichtig geconcludeerd worden dat Nederland geen spilfunctie vervult voor deze<br />

vormen van synthetische drugs. 53<br />

2.3.2.3 Afvaldumpingen<br />

In 2002 is er in het kader van de nota Samenspannen tegen XTC een Landelijke Faciliteit<br />

Ondersteuning bij Ontmantelen (LFO) opgericht, om te komen tot een betere<br />

coördinatie bij het ontmantelen van productieplaatsen en het ruimen van dumpingen.<br />

De LFO is een samenwerkingsverband van de politie, de brandweer en het Nederlands<br />

Forensisch Instituut, en is ondergebracht bij de Nationale Recherche in Driebergen<br />

en in Helmond. Ondanks de toegenomen capaciteit en deskundigheid op het<br />

gebied van afvaldumpingen lijken gemeenten er langzamerhand geen speciale aandacht<br />

meer aan te besteden: de meldingen door de gemeenten bij de NR-Unit Zuid-Nederland<br />

zijn althans geen vanzelfsprekendheid meer.<br />

49 Synthetische druglabo’s in<br />

België. Bevindingen uit de dossiers<br />

1999-2003, Federale<br />

Politie België, Brussel juli<br />

2004, p.23-27 (niet gepubliceerd).<br />

Ook bij dumpingen<br />

die in België worden<br />

aangetroffen blijkt het<br />

vaak te gaan om afval uit<br />

laboratoria in Nederland.<br />

50 R.J.M. Neve, e.a., Samenspannen<br />

tegen XTC.<br />

Tussentijdse evaluatie van<br />

de XTC-Nota, Intraval,<br />

Groningen 2005, p.58.<br />

51 World Drug Report 2004, p.<br />

162.<br />

52 Alleen al in de VS worden<br />

duizenden kleine methamfetamine-laboratoria<br />

per<br />

jaar ontmanteld.<br />

53 Europol situation report on<br />

drug production and drug<br />

trafficking 2003-2004,<br />

Europol, Den Haag 2004,<br />

p.54.<br />

Hoofdstuk 2<br />

65<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


Oplegger volgestopt met afval van<br />

synthetische-drugsproductie.<br />

54 Noord-Nederland bestaande<br />

uit de politieregio’s:<br />

Groningen, Friesland,<br />

Drenthe, IJsselland en<br />

Twente (provincies Groningen,<br />

Friesland, Drenthe<br />

en Overijssel). Midden-<br />

Nederland, bestaande uit<br />

de politie-regio’s: Noord<br />

Oost Gelderland, Gelderland<br />

Midden, Gelderland<br />

Zuid, Utrecht en Flevoland<br />

(provincies Gelderland,<br />

Utrecht en Flevoland).<br />

West-Nederland bestaande<br />

uit de politieregio’s:<br />

Noord Holland Noord,<br />

Zaanstreek Waterland,<br />

Kennemerland, Amsterdam-Amstelland,<br />

Gooi en<br />

Vechtstreek, Haaglanden,<br />

Hollands Midden, Rotterdam<br />

Rijnmond, Zuid<br />

Holland Zuid (provincies<br />

Noord- en Zuid Holland).<br />

Zuid-Nederland bestaande<br />

uit de politieregio’s:<br />

Zeeland, Midden West<br />

Brabant, Brabant-Noord,<br />

Brabant Zuid-Oost,<br />

Limburg Noord, Limburg<br />

Zuid (provincies Zeeland,<br />

Brabant en Limburg).<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

66<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Tabel 2.7 Dumpingen van chemisch afval, gerelateerd aan<br />

synthetische drugsproductie<br />

1999 2000 2001 2002 2003 2004<br />

Aantal dumpingen 147 101 127 105 95 81<br />

Hoeveelheid (liters) 110.000 92.650 101.110 82.900 81.000 35.391<br />

Zoals uit tabel 2.7 valt op te maken lijkt er, met uitzondering van het jaar<br />

2001, sinds 1999 sprake van een continue afname van zowel het aantal dumpingen<br />

als de hoeveelheid gedumpte afvalstoffen. Tot aan 2003 was er, met<br />

uitzondering van het jaar 2001, sprake van een geleidelijke afname per jaar.<br />

Opvallend is echter de scherpe daling in 2004 van het aantal dumpingen en<br />

de hoeveelheid gedumpt afval. Daarbij moet worden aangetekend dat één<br />

dumping van 11.195 liter afval in regio Noord-Oost Gelderland, in januari<br />

2004 in een gestolen trailer uit Limburg langs de A50 bij Heerde, meer dan<br />

dertig procent van de totale hoeveelheid in beslag neemt. De politieregio<br />

Noord-Oost Gelderland had in 2003 ook de grootste dumping te verwerken,<br />

namelijk 14.000 liter in een gestolen trailer bij Apeldoorn.<br />

Tabel 2.8 Dumpingen uitgesplitst naar deel van Nederland 54<br />

1999 2000 2001 2002 2003 2004<br />

Noord-Nederland 0 10 2 1 1 1<br />

Midden-Nederland 18 10 12 10 9 15<br />

West-Nederland 14 42 43 41 24 30<br />

Zuid-Nederland 89 39 70 53 63 35<br />

Totaal 147 101 127 105 97 81<br />

In Zuid- en West-Nederland zijn sinds 1999 veruit de meeste dumpingen aangetroffen<br />

(zie tabel 2.8), waarbij elk jaar meer dan de helft op het conto van Zuid-Nederland<br />

kwam – uitgezonderd 2000 en 2004. Dit beeld komt overeen met de spreiding van de<br />

productielocaties in Nederland. In het noorden en midden van het land vinden relatief<br />

weinig dumpingen plaats. Opvallend is wel dat in het midden van het land in 2004 een<br />

behoorlijk aantal dumpingen werd aangetroffen in vergelijking met eerdere jaren.<br />

Zoals in hoofdstuk 1 al werd opgemerkt kan de daling van het aantal afvaldumpingen<br />

en de hoeveelheid gedumpt afval in 2004 mede verklaard worden door het afnemende<br />

besef bij partners als gemeenten en brandweer om deze te melden aan de<br />

NR-Unit Zuid-Nederland. De regio’s zijn gemakkelijker geworden ten opzichte van


afvaldumpingen. Er wordt geen speciale aandacht meer aan besteed: het lijkt een<br />

routinekwestie geworden van opruimen door de gemeente en brandweer. Het is aannemelijk<br />

om te stellen dat er in 2004 meer afvaldumpingen hebben plaatsgevonden<br />

dan het aantal dat bij de NR-Unit Zuid-Nederland is geregistreerd.<br />

De afname van het aantal dumpingen in 2004 lijkt te relateren aan de politieregio’s<br />

Limburg-Zuid en vooral Midden- en West-Brabant. In beide regio’s hebben aanzienlijk<br />

minder dumpingen plaatsgevonden dan in voorgaande jaren. In Limburg-Zuid kan de<br />

daling verband houden met de grote dumping in Noord-Oost Gelderland, waar een<br />

gestolen vrachtwagen uit Limburg werd gebruikt. De afname in Midden en West-<br />

Brabant ligt gecompliceerder. Ten eerste zijn in deze politieregio de medewerkers<br />

vertrokken die zich toelegden op het bijhouden van de dumpingen. Daarnaast kan er<br />

sprake zijn van een verplaatsing van de dumpingen naar Belgisch grondgebied, waar<br />

in 2003 voor het eerst een voertuig werd geconfisqueerd waarmee afval al rijdend<br />

geleidelijk te lozen (een werkwijze die in Nederland al eerder werd aangetroffen). 55<br />

Een andere reden voor de afname in het aantal en de hoeveelheid gedumpte afvalstoffen<br />

kan de inzet zijn van solvent cleaners, waarmee bepaalde grondstoffen vaker<br />

worden hergebruikt. Anderzijds is het niet gebruikelijk dat solvent cleaners worden<br />

ingezet, waarschijnlijk vanwege de hoge aanschafkosten.<br />

In de CBA Precursoren van de FIOD-ECD wordt opgemerkt dat het mogelijk is dat<br />

dumpingen in woongebieden relatief vaker worden ontdekt dan die in buitengebieden,<br />

en dat het aantal dumpingen in buitengebieden dus eerder onderschat wordt dan die<br />

in woongebieden. 56 Ongeveer tweederde van de dumpingen vonden in 2004 buiten<br />

de bebouwde kom plaats. De afvalstoffen werden in 2004 voornamelijk gedumpt in<br />

het buitengebied, het bos en op bedrijfsterreinen. In twee gevallen, beide in<br />

Amsterdam, werden afvalstoffen in een woongebied gedumpt. In veel gevallen<br />

is bij de NR-Unit Zuid-Nederland niet bekend welke afvalstoffen er precies<br />

gedumpt zijn. In de regel gaat het om lege of gevulde jerrycans en vaten, vuilniszakken,<br />

blikken en flessen. Een enkele keer komt het voor dat een gestolen<br />

voertuig wordt volgestopt met afval en wordt achtergelaten, maar minder vaak<br />

dan in 2000 en 2001 toen deze dumpingmethode respectievelijk acht en vijf<br />

keer werd aangetroffen. Het is moeilijk om het materiaal te gebruiken bij het<br />

rechercheren, omdat belangrijke zaken als etiketnummers, bedrijfsstickers en<br />

UN-badgenummers vaak vooraf worden verwijderd. 57<br />

De inhoud van de afgewerkte en/of restchemicaliën is zeer divers. In ieder<br />

geval worden meestal de volgende stoffen aangetroffen: aceton, ether, methanol,<br />

tolueen, zwavelzuur, BMK, PMK, mierenzuur, zoutzuur, methylamine en safrol.<br />

Opvallend is dat de laatste jaren naast de chemicaliën vaak ander afval van ontmantelde<br />

laboratoria op de plaats van de dumping wordt aangetroffen. Ook wordt steeds vaker<br />

Chinees verpakkingsmateriaal gevonden. Verontrustend is dat chemische afvalstoffen in<br />

woonwijken worden achtergelaten en zelfs worden gestort in ondergrondse afvalbakken<br />

bestemd voor huishoudelijk afval. De kosten van de reiniging van de dumpinglocatie<br />

55 Synthetische druglabo’s in<br />

België. Bevindingen uit de<br />

dossiers 1999-2003, p.16.<br />

56 CBA Precursoren, p.28.<br />

57 CBA Precursoren, p.30-31.<br />

Gedumpte en verbrandde vaten.<br />

Hoofdstuk 2<br />

67<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


58 Aanvankelijk zouden hier<br />

ook vragen over de aanbieders<br />

behandeld worden,<br />

maar hier is van afgezien<br />

omdat er geen informatie<br />

bekend is over het aantal<br />

aanbieders. Bovendien<br />

richt de NR Unit Zuid-<br />

Nederland zich op de<br />

productie en de groot- en<br />

tussenhandel, en niet op<br />

de detail- en straathandel.<br />

59 Nationale Drug Monitor,<br />

Jaarbericht 2004, 95-117.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

68<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

liggen op circa 50 euro per liter. De schade die wordt veroorzaakt door dumpingen<br />

wordt verder beschreven in hoofdstuk 4.<br />

Een deel van de gebruikte chemicaliën wordt ofwel teruggewonnen om opnieuw gebruikt<br />

te worden (dit is een zeer klein deel) of ongezien geloosd in het riool, de natuur<br />

of de reguliere afvalverwerking.<br />

2.3.2.4 Het gebruik in Nederland en in het buitenland 58<br />

De gebruikers van XTC en amfetamine in Nederland<br />

De Nationale Drug Monitor beschrijft jaarlijks de ontwikkeling in de kenmerken van<br />

het gebruik van verschillende verdovende middelen. Helaas zijn de meest recente<br />

cijfers over het gebruik door de algemene bevolking afkomstig uit 2001, wat de vraag<br />

oproept in hoeverre het nog een afspiegeling is van de huidige situatie. Over specifieke<br />

groepen zijn wel meer recente cijfers verzameld. Hier worden de belangrijkste<br />

conclusies over het gebruik van synthetische drugs uit het Jaarbericht 2004 weergegeven.<br />

59<br />

Gebruik algemene bevolking:<br />

• Het percentage actuele gebruikers (dit zijn de personen die ten tijde van de<br />

peiling de drug nog consumeerden) is voor zowel amfetamine als XTC ver<br />

onder de één procent van de bevolking. In absolute getallen was het aantal<br />

actuele gebruikers van XTC in 2001 67.000, en van amfetamine 30.000. Deze<br />

schattingen zijn waarschijnlijk aan de lage kant omdat probleemgebruikers<br />

van harddrugs in de peiling ondervertegenwoordigd waren. In de grote steden<br />

is het percentage gebruikers hoger dan in de rest van Nederland.<br />

• Het aantal personen van twaalf jaar en ouder dat ervaring heeft met XTC<br />

of amfetamine steeg tussen 1997 en 2001. Zowel voor amfetamine als XTC<br />

geldt dat de leeftijdsgroep 20-24 jaar het meest gebruikt. Het ooitgebruik<br />

(dit zijn de personen die de drug ooit geconsumeerd hebben) van XTC in<br />

deze groep steeg van zes procent in 1997 naar dertien procent in 2001. Het<br />

actueel gebruik steeg van ruim één naar bijna drie procent. In de leeftijdsgroep<br />

16-19 jaar verdubbelde het actuele gebruik van 0,8 naar 1,6 procent.<br />

Het ooitgebruik van amfetamine in de leeftijdsgroep 20-24 jaar steeg van vier<br />

procent in 1997 naar bijna 10 procent in 2001. Het actueel gebruik steeg van<br />

0,3 naar 0,9 procent.<br />

• De gemiddelde leeftijd van een XTC-gebruiker was in 1997 25 jaar en in 2001<br />

26 jaar. De gemiddelde leeftijd van een amfetaminegebruiker was in 1997 30<br />

jaar. De toename van actuele gebruikers van XTC en amfetamine was groter<br />

onder vrouwen dan onder mannen. In 2001 waren bijna evenveel vrouwen


als mannen een actuele gebruiker. In 2001 had bovendien bijna één op de drie<br />

ooitgebruikers van 12 jaar en ouder 25 keer of meer XTC geconsumeerd in<br />

het leven, tegen één op de vier in 1997.<br />

Gebruik door jongeren:<br />

• Het percentage scholieren dat XTC en amfetamine heeft gebruikt tussen<br />

1996 en 2003 is iets gedaald. Het actuele gebruik van amfetamine daalde van<br />

1,9 naar 0,8 procent, en het ooitgebruik daalde van 5,3 naar 2,2 procent. Het<br />

actuele gebruik van XTC daalde van 2,3 naar 1,2 procent, en het ooitgebruik<br />

daalde van 5,8 naar 2,9 procent.<br />

Gebruik in het uitgaansleven:<br />

• XTC blijft na cannabis de belangrijkste illegale drug in het uitgaansleven,<br />

hoewel er sprake is van een daling van het gebruik. Het percentage actueel<br />

gebruik van XTC onder bezoekers van trendy clubs daalde tussen 1998 en<br />

2003 van 41 naar 19 procent, en onder het uitgaanspubliek van 27 naar 8 procent.<br />

De consumptie was in 1998 gemiddeld 2,4 tablet per avond en in 2003<br />

1,9 tablet per avond.<br />

• ‘Sleutelfiguren’ in het uitgaansleven signaleren dat over het algemeen gebruikers<br />

beter op de hoogte zijn van de risico’s van het gebruik van XTC dan<br />

vroeger, met uitzondering van bezoekers van plattelandsdiscotheken in het<br />

oosten van het land.<br />

• Amfetamine is minder populair dan XTC onder bezoekers van trendy clubs.<br />

Op hardcore en alternatieve feesten (zoals punk en trance) komt gebruik van<br />

amfetamine meer voor dan in trendy clubs.<br />

Sinds 2003 lijkt er dus sprake van een afname van de populariteit van XTC in Nederland.<br />

Korf relateert deze daling aan het imago van XTC, die onder een trendsettend<br />

publiek als niet meer speciaal wordt gezien (‘iedereen gebruikt het’). Bovendien zouden<br />

gebruikers hun eerste ervaring met XTC nooit meer hebben kunnen evenaren,<br />

wat ook wel verwoord wordt als ‘de kwaliteit is sindsdien slechter geworden’. XTC<br />

lijkt een mode-drug die vooral tijdens dancefeesten geconsumeerd wordt door een<br />

bepaalde leeftijdsgroep, die slechts een aantal jaren deze levensstijl leeft. Omdat XTC<br />

door gebruikers minder geconsumeerd wordt en omdat XTC niet lichamelijk verslavend<br />

is, kunnen er in een korte tijd grote wijzigingen in de nationale consumptie<br />

optreden. Het gebruik lijkt ook te zijn afgenomen door het toenemende besef dat<br />

er negatieve effecten aan het gebruik zijn verbonden, zoals een mentale dip daags<br />

na het gebruik en hersenbeschadiging op de lange termijn. Toch is XTC wereldwijd<br />

Hoofdstuk 2<br />

69<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


60 Korf, What makes ecstacy<br />

so successful?<br />

61 World Drug Report 2004,<br />

p.178.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

70<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

nog steeds populair, omdat het in veel landen nog maar net geïntroduceerd is (bijvoorbeeld<br />

in goedkope toeristenoorden). Ook wordt het in deze landen nog als een<br />

onschuldige drug gezien. Daarnaast blijft het een relatief goedkoop product, dat gebruikt<br />

wordt op grote dancefeesten. 60<br />

Consumptie van amfetamine en XTC in het buitenland: introductie<br />

Er zijn diverse rapporten en bronnen waar het gebruik van amfetamine en XTC per<br />

land wordt weergegeven. Telkens is er echter sprake van een ander peiljaar of van andere<br />

meetmethoden en steekproeven waardoor een vergelijking vaak mank gaat. In het<br />

Jaarbericht 2004 van de Nationale Drug Monitor zijn eenduidige cijfers over het gebruik<br />

in verschillende landen gecompileerd, die hier worden overgenomen in tabel 2.9.<br />

Tabel 2.9 Consumptie van amfetamine en XTC, in procenten<br />

Land Jaar Leeftijd XTC Amfetamine<br />

Ooit Recent Ooit Recent<br />

Engeland/Wales 2002/03 16-59 6,6 2,0 12,3 1,6<br />

Australië 2001 14-ouder 6,1 2,9 8,9 3,4<br />

Noord-Ierland 2002/03 15-64 5,9 1,7 3,9 0,8<br />

Verenigde Staten 2003 12-ouder 4,6 0,9 8,8 1,2<br />

Spanje 2001 15-64 4,2 1,9 3,0 1,2<br />

Ierland 2002/03 15-64 3,8 1,1 3,0 0,4<br />

Nederland 2001 15-64 3,6 1,5 3,1 0,6<br />

Canada 2002 15-ouder 2,9 0,8 4,6 0,5<br />

Noorwegen 1999 15-64 2,4 0,7 2,6 1,2<br />

Italië 2001 15-44 1,8 0,2 1,5 0,1<br />

Duitsland (West) 2000 18-59 1,6 0,7 2,3 0,6<br />

Finland 2002 15-64 1,4 0,5 2,2 0,5<br />

Denemarken 2000 16-64 1,0 0,5 5,9 1,3<br />

Frankrijk 2000 15-64 0,9 0,2 1,5 0,2<br />

Zweden 2000 15-64 0,2 0,2 1,9 0,2<br />

Bron Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2004, p. 103-106.<br />

Volgens het UNODC zouden amfetamine en XTC in het Verenigd Koninkrijk, Ierland,<br />

Spanje, Duitsland, België, Zwitserland, Oostenrijk en IJsland de tweede meest gebruikte<br />

drugs zijn. In Nederland, Scandinavië en diverse Midden- en Oost-Europese<br />

landen zouden ze de derde meest gebruikte drugs zijn. 61<br />

Het ooitgebruik van XTC is met waarden van boven de vijf procent het hoogst in<br />

Engeland/Wales, Australië en Noord-Ierland. De Verenigde Staten, Spanje, Ierland<br />

en Nederland vormen met waarden tussen de vijf en drie procent de middenmoot.<br />

Het actuele gebruik is in alle landen, met uitzondering van Australië, onder de twee<br />

procent.


Het ooitgebruik van amfetamine is in Engeland/Wales met meer dan twaalf procent<br />

verreweg het hoogst. Australië en de Verenigde Staten volgen op afstand met waarden<br />

van bijna negen procent. Het actuele gebruik ligt in de meeste landen onder de<br />

één procent. Australië is met 3,4 procent wederom een uitschieter. Daarnaast is het<br />

actuele gebruik in Engeland/Wales met 1,6 procent opzienbarend laag, wanneer deze<br />

wordt afgezet tegen het ooitgebruik.<br />

Net als in Nederland is in het buitenland het percentage gebruikers laag in de jongste<br />

(12-15 jaar) en de oudere leeftijdsgroepen (boven de 64 jaar). Onder scholieren van<br />

15 en 16 jaar schommelt het ooitgebruik van XTC in 2003 van twee procent of minder<br />

in de Scandinavische landen; drie procent in Italië, Oostenrijk en Duitsland; vier procent<br />

in België, Frankrijk en Portugal; vijf procent in Ierland, het Verenigd Koninkrijk<br />

en Nederland; tot zes procent in de Verenigde Staten. In twee landen was sprake van<br />

een daling en in zes landen van een stijging ten opzichte van 1999 (de wijziging bedroeg<br />

in alle gevallen één procent).<br />

Het ooitgebruik van amfetamine in 2003 was in de Verenigde Staten met 13 procent<br />

verreweg het hoogst. In Ierland, Nederland, Finland en Zweden werden waarden<br />

gemeten van één procent; in België en Noorwegen twee procent; in Frankrijk, Italië,<br />

Portugal, het Verenigd Koninkrijk drie procent; in Denemarken en Oostenrijk vier<br />

procent; en in Duitsland vijf procent. In zes landen was sprake van een daling en in<br />

twee landen van een stijging ten opzichte van 1999. De wijziging bedroeg in alle gevallen<br />

één procent, met uitzondering van de Verenigde Staten (drie procent daling) en<br />

het Verenigd Koninkrijk (vijf procent daling). 62<br />

Gebruikers van amfetamine in het buitenland<br />

Het UNODC schat dat wereldwijd 30 miljoen personen amfetamine gebruiken, inclusief<br />

methamfetamine. Het grootste deel van de gebruikers consumeert methamfetamine.<br />

In Europa wordt echter vooral amfetamine gebruikt. Het UNODC schat in het<br />

World Drug Report 2004 dat 1.79 miljoen personen in West-Europa en 0.59 miljoen<br />

personen in Oost-Europa amfetamine consumeren; een gemiddelde van respectievelijk<br />

0.58 en 0.25 procent van de bevolking in de leeftijdsgroep 15-64 jaar. Aangezien<br />

er nauwelijks incidenten bekend zijn waarbij uit Nederland afkomstige amfetamine<br />

buiten Europa onderschept is, en uit rapporten blijkt dat Nederlandse amfetamine<br />

vooral in Europa in beslag wordt genomen, wordt er hier vanuit gegaan dat de Nederlandse<br />

amfetamine voor de Europese markt bestemd is. 63<br />

Het amfetaminegebruik in Europa nam in de jaren negentig in een snel tempo toe, om<br />

in de meeste landen in 1998-1999 de piek te bereiken. In Oost-Europese landen werd<br />

de piek in 2000-2002 bereikt. Het UNODC merkt in het World Drug Report 2004 op<br />

dat het gebruik in Europa in de periode 2000-2002 redelijk gelijk bleef, maar per land<br />

aan grote wijzigingen onderhevig was. Zo was er in het Verenigd Koninkrijk, Ierland<br />

en Italië sprake van een daling van (iets meer dan) één procent. In Frankrijk, Nederland,<br />

Portugal, Spanje en Zweden bleef het gebruik ongeveer op hetzelfde niveau. In<br />

Denemarken, Duitsland en Oostenrijk was er sprake van een toename van het ge-<br />

62 Nationale Drug Monitor,<br />

Jaarbericht 2004, 106.<br />

63 World Drug Report 2004,<br />

p.176.<br />

Hoofdstuk 2<br />

71<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


64 World Drug Report 2004,<br />

p.187-190.<br />

65 T. van der Heijden, De<br />

Nederlandse drugsmarkt,<br />

p.65-66.<br />

66 World Drug Report 2004,<br />

p.178, 192.<br />

67 World Drug Report 2004,<br />

p.192-195.<br />

68 World Drug Report 2004,<br />

p.195-199.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

72<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

bruik. In Oost-Europese landen is het aantal gebruikers gemiddeld circa één procent<br />

lager dan in West-Europese landen. 64<br />

Volgens Van der Heijden is uit onderzoek gebleken dat Duitse gebruikers gemiddeld<br />

54 tot 70 keer per jaar amfetamine consumeren. In Nederland zou dit wat hoger<br />

zijn, namelijk 80 tot 93 keer. In het Verenigd Koninkrijk schatte Van der Heijden de<br />

frequentie van het gebruik op 77 keer per jaar. Er zijn helaas weinig gegevens over<br />

de hoeveelheid stof die per keer wordt genuttigd. Uit onderzoeken die in Denemarken,<br />

Duitsland, Finland en het Verenigd Koninkrijk zijn verricht naar de hoeveelheden<br />

werkzame stof in geconsumeerde amfetamine heeft Van der Heijden een gemiddelde<br />

berekend van 35 procent werkzame stof op groothandelsniveau, en 18 procent op<br />

detailhandelsniveau. Hij schat het totale jaargebruik in de Europese Unie tussen de 42<br />

en 52 ton (in Nederland tussen de 1,4 en 1,7 ton). 65<br />

Gebruikers van XTC in het buitenland<br />

Het UNODC heeft op basis van nationale gebruikersdata berekend dat wereldwijd<br />

8,2 miljoen personen XTC gebruiken, waarvan 80 procent woonachtig is in Noord-<br />

Amerika, West-Europa en Australië. Het gebruik van XTC zou zich verspreiden naar<br />

landen in Oost-Europa, Zuid-Amerika, Zuidelijk Afrika, het Midden-Oosten en Zuidoost<br />

Azië. De markt voor XTC zou in 2002 wereldwijd een lagere groei hebben<br />

vertoond dan in 2001. 66<br />

Het gebruik van XTC nam in het begin van de jaren negentig in veel West-Europese<br />

landen sterk toe. Oost-Europese landen volgden in de tweede helft van de jaren<br />

negentig. In dezelfde periode liet een aantal landen in West-Europa alweer een daling<br />

van het gebruik zien, om aan het eind van de jaren negentig en het begin van de 21ste<br />

eeuw weer te stijgen. De meeste West-Europese landen lieten een geleidelijke stijging<br />

zien vanaf de introductie van XTC. In de meeste West-Europese landen stabiliseerde<br />

of daalde de consumptie van XTC in 2002. Alleen in Ierland, Spanje en Denemarken<br />

was nog sprake van een stijging. In ongeveer de helft van de Oost-Europese landen<br />

bleef de consumptie gelijk of daalde deze, terwijl het gebruik in Zuidoost Europa<br />

steeg. 67<br />

In de Verenigde Staten verdrievoudigde het ooitgebruik van XTC tussen 1994 en 2001<br />

(van 1.3 naar 3.6 procent), om daarna een daling in te zetten. Onder middelbare scholieren<br />

daalde het actuele gebruik van 6,3 procent in 2001 naar 3,2 procent in 2003,<br />

een afname van bijna vijftig procent. Tegelijkertijd nam het bewustzijn van de schadelijke<br />

effecten van het gebruik van XTC toe. De consumptie is geconcentreerd is het<br />

noordoosten van de VS, en vindt vooral plaats in de middenklasse. Ook in Canada<br />

nam het gebruik van XTC onder middelbare scholieren tussen 2001 en 2003 snel af.<br />

In Australië en in Nieuw-Zeeland lijkt er sinds 2001 sprake van een afname van de<br />

groei van het aantal gebruikers. In Australië was de stijging het grootst tussen 1995 en<br />

1998 (actueel gebruik van 0,9 naar 2,4 procent), terwijl in Nieuw-Zeeland de groei van<br />

het gebruik vooral tussen 1998 en 2001 plaatsvond (van 0,8 naar 1,9 procent). 68


Volgens een onderzoek van het regionale centrum van het UNODC in Zuidoost Azië<br />

was in 2003 XTC de meest gebruikte drug in China, terwijl het in toenemende mate<br />

werd gebruikt in Cambodja, Indonesië, Japan en Vietnam. Een belangrijke aantekening<br />

bij deze constatering was dat een XTC-tablet ook methamfetamine of ketamine kon<br />

bevatten, zodat het moeilijk was om de daadwerkelijke consumptie van XTC (zoals<br />

MDMA) vast te stellen. 69 Indonesië lijkt niet alleen een doorvoerland te zijn voor XTC<br />

bestemd voor Australië en Nieuw-Zeeland, maar ook een eigen gebruikersmarkt te<br />

hebben. 70<br />

Zoals Korf in 2003 opmerkte heeft XTC in veel landen nog niet aan populariteit<br />

ingeboet, zoals ook blijkt uit de toename van het gebruik in Zuid-Amerika, Zuidelijk<br />

Afrika, Zuidoost-Azië en het Midden-Oosten. Het is sinds de uitbreiding van de EU in<br />

mei 2004 vrij eenvoudig geworden om XTC naar de nieuwe lidstaten te smokkelen.<br />

Zo is het gebruik van amfetamine en XTC in Slowakije in twee jaar tijd verdubbeld.<br />

De directeur van het Slowaakse drugs monitoring centrum verklaarde dat de inbeslagnemingen<br />

in 2003 en 2004 enorm stegen, en dat de autoriteiten vrezen dat de<br />

productie zich ook naar de nieuwe lidstaten verplaatst. 71<br />

2.3.2.5 De prijzen van amfetamine en XTC in Nederland en in het<br />

buitenland<br />

De grondstofprijzen in Nederland<br />

Er is weinig informatie beschikbaar over de prijzen die gelden bij de illegale aanschaf<br />

van grondstoffen. Dit is op te maken uit de vierde kolom van de tabel 2.10, die het<br />

aantal keren weergeeft dat een illegale grondstofprijs geregistreerd is door de-NR<br />

Unit Zuid-Nederland. Hier is gekozen om de gemiddelde grondstofprijzen weer te<br />

geven, omdat een uitsplitsing naar jaar simpelweg onmogelijk is.<br />

De prijzen die in tabel 2.10 worden weergegeven betreffen bedragen die zijn betaald<br />

bij de illegale aanschaf van de desbetreffende stoffen. Wanneer de stoffen in het buitenland<br />

op een legale wijze door een vergunninghouder worden aangeschaft, dan liggen<br />

de prijzen aanzienlijk lager. Zo wordt bij de legale aanschaf van BMK in China per<br />

liter € 13,60 betaald, en voor PMK per liter € 61,61. Platinaoxide kost in Duitsland bij<br />

legale aanschaf € 10.912,- per kilogram, wat 5,5 maal lager is dan de illegale aanschafprijs<br />

in Nederland. Ook in Nederland liggen de legale prijzen aanzienlijk lager, voor<br />

aceton bijvoorbeeld wordt € 0,30 per liter betaald.<br />

Opvallend is wel dat de BMK die illegaal in Nederland is aangeschaft gemiddeld goedkoper<br />

is dan de legale aanschafprijs in Duitsland, waar per liter € 654,- bij aanschaf<br />

door een vergunninghouder wordt betaald. In Nederland werd in de regio Amsterdam<br />

in het vierde kwartaal van 2002 voor een liter BMK € 650,- betaald, terwijl in Zuid-<br />

Limburg zowel in het vierde kwartaal van 2002 als in het derde kwartaal van 2003 een<br />

prijs gold van € 450,- per liter BMK. Van de prijs per liter PMK zijn acht waarnemingen<br />

bekend, die uiteenlopen van € 360,- in Zuid-Limburg in het vierde kwartaal van 2003<br />

(dit is tevens de meest recente waarneming) tot € 1350,- in Drenthe in het eerste<br />

69 Amphetamine-type stimulants<br />

in East Asia and the<br />

Pacific. Analysis of 2003<br />

regional ATS questionnaire,<br />

UNODC Regional Centre<br />

for East Asia and the Pacific,<br />

april 2004, p.8-9.<br />

70 Precursor Control. Regional<br />

project in East Asia,<br />

UNODC Regional Centre<br />

for East Asia and the<br />

Pacific, januari 2005, p.5.<br />

71 ‘EU status raises Slovak<br />

drug woes’, BBC News, 4<br />

mei 2005.<br />

Hoofdstuk 2<br />

73<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

74<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

kwartaal van 2002 (terwijl in dezelfde periode elders in Nederland € 570,- werd<br />

betaald). Uit de provincie Brabant zijn drie waarnemingen bekend uit 2002 en 2003<br />

waarbij de prijs rond de € 750,- per liter bedraagt. Volgens opsporingsdiensten gaat<br />

de prijs van precursoren sinds het eind van 2004 weer omhoog.<br />

Tabel 2.10 Prijzen van grondstoffen in de periode 2002-2004<br />

Soort grondstof Eenheid Gemiddelde prijs Aantal waarnemingen<br />

in euro’s<br />

Aceton Liter 6,50 3<br />

Azijnzuuranhydride Kilogram 73,20 1<br />

BMK Liter 516,67 3<br />

Ergotamine Kilogram 1.900,00 1<br />

Ethanol Liter 6,80 1<br />

Ether Liter 10,50 1<br />

Formamide Liter 59,33 3<br />

Methanol Liter 5,50 1<br />

Methylamine (gas) Fles 3.000,00 1<br />

Platinaoxide Kilogram 56.850,00 2<br />

PMK Liter 909,00 8<br />

Zoutzuur (gas) Fles 1.252,85 2<br />

De prijs van amfetamine en XTC in Nederland<br />

De prijsverdeling die door de NR-Unit Zuid-Nederland wordt gehanteerd is als volgt:<br />

1-10 stuks (straatprijs), 10-100 stuks (dealerprijs), 100-5.000 stuks (detailhandel),<br />

5.000-100.000 stuks (tussenhandel), meer dan 100.000 stuks (groothandel), en tenslotte<br />

afkomstig van tabletteerplaats.<br />

Over de prijs van amfetamine in Nederland zijn te weinig gegevens bekend om een<br />

vergelijking te kunnen maken naar de ontwikkeling van de prijs per niveau en per regio<br />

in een bepaalde periode. Ten behoeve van deze CBA zijn de prijsgegevens uit de periode<br />

2002-2004 geraadpleegd, zoals die bekend zijn bij de NR-Unit Zuid-Nederland.<br />

Van de straatprijs van amfetamine zijn negen waarnemingen geregistreerd uit drie regio’s<br />

(Groningen, Hollands Midden en Midden- en West-Brabant) uit het eerste kwartaal<br />

van 2004. De prijs varieert van € 5,- tot € 10,- per gram en heeft een gemiddelde<br />

van iets meer dan € 8,- per gram. Van de dealerprijs zijn twee waarnemingen geregistreerd<br />

uit Groningen en Hollands Midden uit de eerste twee kwartalen van 2004.<br />

De prijs varieert van € 5,- tot € 10,- per gram en is gemiddeld dus € 7,50 per gram.<br />

Van de detailhandelprijs zijn vijf waarnemingen bekend uit vier regio’s (Limburg-Noord<br />

en -Zuid, Midden- en West-Brabant en Utrecht) uit het laatste kwartaal van 2003 en<br />

de eerste twee kwartalen van 2004. De prijs varieert van € 850,- tot € 2.300,- per<br />

kilogram en is gemiddeld € 1310,- per kilogram. Over de prijzen op het niveau van


tussen- en groothandel zijn onvoldoende gegevens bekend die bovendien tegenstrijdig<br />

zijn. Hier kunnen dus geen eenduidige uitspraken over worden gedaan.<br />

In oktober 2003 heeft de Unit Zuid-Nederland een berekening gemaakt van de kostprijs<br />

van een XTC-tablet. Hierbij werden de gemiddelde prijzen voor grondstoffen als<br />

uitgangspunt genomen. Voor één liter PMK werd € 1.050,- als richtprijs aangehouden,<br />

wat per tablet zou neerkomen op 10,5 eurocent (ervan uitgaande dat één liter PMK<br />

één kilogram MDMA oplevert waaruit gemiddeld 10.000 tabletten worden vervaardigd).<br />

Daarnaast waren er nog de kosten van platinaoxide (gemiddeld 2,6 eurocent<br />

per tablet), van overige grondstoffen zoals aceton en methanol (gemiddeld 2,4 eurocent<br />

per tablet) en van tabletteerstoffen (gemiddeld 0,4 eurocent per tablet). De<br />

gemiddelde kostprijs van een tablet zou dan circa 16 eurocent bedragen. Naast de<br />

kosten die gemaakt worden bij de aanschaf van de benodigde grondstoffen moet er<br />

ook nog geïnvesteerd worden in een laboratoriumuitrusting. Dit bedrag ligt, afhankelijk<br />

van de grootte van het laboratorium en van de benodigde tabletteermachine,<br />

tussen de € 25.000,- tot € 90.000,-. Daarnaast worden er nog kosten gemaakt voor<br />

medewerkers zoals een laborant, een tabletteerder, vervoerders van grondstoffen,<br />

XTC of afvalstoffen en verhuurders van ruimtes. Deze kosten zijn moeilijk te berekenen<br />

omdat niet duidelijk is hoe lang een investering gebruikt wordt en hoeveel<br />

mankracht gebruikt is. Bovendien zijn factoren als het hergebruik van katalysatoren<br />

en de productiecapaciteit van een laboratorium onbekend en deze kunnen dus ook<br />

niet worden meegenomen in een schatting van de kostprijs. 72<br />

Uit de prijsgegevens die geregistreerd zijn bij de NR-Unit Zuid-Nederland in de periode<br />

2002 - eerste kwartaal 2005 komt een hogere kostprijs naar voren, namelijk een<br />

gemiddelde van € 0,56. In grafiek 2.11 is zichtbaar hoe de kostprijs zich in deze periode<br />

heeft ontwikkeld. In het eerste kwartaal van 2005 lag de prijs van een XTC-tablet<br />

direct afkomstig van een laboratorium op € 0,33. Dit was een prijs die buitenlandse<br />

afnemers moesten betalen, die over het algemeen hogere prijzen berekend krijgen<br />

dan binnenlandse afnemers. De lage prijs zou een reflectie kunnen zijn van een marktsituatie<br />

waarbij er genoeg PMK voorhanden is, en er veel aanbieders zijn die genoegen<br />

nemen met kleinere winstmarges, een constatering die Van der Heijden ook maakt. 73<br />

Dit is echter wel in tegenspraak met de waarneming van medewerkers van de NR-<br />

Unit Zuid-Nederland dat de prijs van PMK sinds het eind van 2004 weer zou stijgen.<br />

72 Interne notitie NR Unit<br />

Zuid-Nederland, 15<br />

oktober 2003. Zie ook:<br />

CBA Synthetische Drugs,<br />

KTZ/USD, Helmond 2002,<br />

p.32-34.<br />

73 Volgens Van der Heijden<br />

toont de lage straatprijs<br />

van XTC in Nederland aan<br />

dat er genoeg XTC aanwezig<br />

is en dat de markt<br />

min of meer verzadigd<br />

is. T. van der Heijden, De<br />

Nederlandse drugsmarkt,<br />

p.67.<br />

Hoofdstuk 2<br />

75<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


74 CBA Synthetische Drugs,<br />

KTZ/USD, Helmond 2002,<br />

p.35.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

76<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Grafiek 2.11 Kostprijs XTC-tablet in euro’s<br />

Van de groothandelprijs van XTC zijn in de periode 2002-2004 in Nederland geen<br />

eenduidige gegevens beschikbaar. Er zijn drie waarnemingen geregistreerd, waarvan<br />

twee exportprijzen betroffen. Over de tussenhandelprijs van XTC zijn in de periode<br />

2002-2004 zestien waarnemingen geregistreerd uit diverse regio’s uit het westen en<br />

het zuiden van Nederland, waarvan zes prijzen die door buitenlandse afnemers betaald<br />

moesten worden. Het gemiddelde lag op € 0,63. Over de detailhandelprijs van<br />

XTC zijn in de periode 2002-2004 26 waarnemingen geregistreerd uit heel Nederland<br />

(ook het noorden en het oosten), waarvan drie exportprijzen. Het gemiddelde lag op<br />

€ 0,91. Over de dealerprijs zijn in de periode 2002-2004 veertien waarnemingen geregistreerd<br />

uit heel Nederland. Het gemiddelde lag op € 2,29. Over de straatprijs zijn<br />

in de periode 2002-2004 ten slotte zeventien waarnemingen geregistreerd uit heel<br />

Nederland. Het gemiddelde lag op € 3,49. In 2001 lagen de prijzen hoger, zo blijkt uit<br />

de CBA Synthetische Drugs 2001. Per tablet lag de kostprijs destijds tussen € 0,82 en €<br />

1,02; de groothandelsprijs tussen € 1,02 en € 1,93; de tussenhandelprijs tussen € 2,27<br />

en € 3,18; en de straatprijs tussen € 4,54 en € 6,81. 74<br />

Wat opvalt wanneer alle afzonderlijke waarnemingen worden bekeken is dat in een<br />

groot aantal gevallen de prijzen op de niveaus van tussenhandel en detailhandel erg<br />

dicht bij elkaar liggen. In de tussenhandel werden prijzen gehanteerd van € 0,30 (regio<br />

Brabant Zuid-Oost in het eerste kwartaal van 2004) tot € 1,- (regio Midden- en<br />

West-Brabant in het eerste kwartaal van 2003). Door een buitenlandse afnemer werd<br />

in het derde kwartaal van 2003 zelfs € 2,- betaald. In de detailhandel werden prijzen<br />

gehanteerd van € 0,30 (regio Midden- en West-Brabant in het eerste kwartaal van<br />

2004) tot € 3,- (regio Amsterdam-Amstelland in het eerste kwartaal van 2003).


Ook de dealerprijzen kennen onderling grote verschillen, en wederom ook in eenzelfde<br />

periode binnen een regio. De prijzen fluctueren van € 1,- (in het eerste kwartaal<br />

van 2004 in vier verschillende regio’s) tot € 5,- (in Rotterdam-Rijnmond en in<br />

Groningen in het eerste kwartaal van respectievelijk 2003 en 2004). Ten slotte laten<br />

ook de straatprijzen grote verschillen zien, niet alleen tussen regio’s maar ook in<br />

eenzelfde periode binnen een regio. De gehanteerde prijzen variëren van € 1,25 (in<br />

Groningen in het eerste kwartaal van 2004) tot € 5,- (in vier verschillende regio’s in<br />

2002, 2003 en 2004).<br />

De markt lijkt dus zeer flexibel en chaotisch: in eenzelfde periode kan de prijs per<br />

regio maar ook binnen een regio enorm verschillen. Dit geldt voor alle niveaus in de<br />

markt. Er zijn veel aanbieders actief. De vraag is of deze verkopers de markt goed<br />

kennen, dat wil zeggen of zij weten welke verkoopprijs concurrenten hanteren.<br />

Wanneer de markt goed zou functioneren, dan zouden de verkopers de laagste prijs<br />

moeten vragen, omdat de koper anders een andere verkoper zal benaderen. Wanneer<br />

dit niet het geval is, dan kan dit betekenen dat zowel de kopers als de verkopers een<br />

informatieprobleem hebben. Overigens kan het prijsverschil ook te maken hebben<br />

met de kwaliteit van het aangeboden tablet.<br />

Voor een kilogram MDMA-poeder bestond in de periode 2002-2004 een gemiddelde<br />

vraagprijs van € 2.500,- dat wil zeggen 25 eurocent per tablet (ervan uitgaande dat<br />

één liter PMK één kilogram MDMA oplevert waaruit gemiddeld 10.000 tabletten<br />

worden vervaardigd). De koper moet dan zelf nog vul-, bind- en smeermiddelen toevoegen<br />

aan het poeder en het geheel tot tabletten slaan.<br />

De prijzen van amfetamine en XTC in het buitenland<br />

De meeste gegevens over prijzen zijn afkomstig van buitenlandse liaison officieren<br />

en uit verdachtenverhoren. Incidenteel wordt informatie over prijzen doorgegeven<br />

door informanten. Hoewel bij een aantal landen sprake is van slechts één gemelde<br />

prijs aan de NR-Unit Zuid-Nederland, is deze melding vaak een gemiddelde die is<br />

gebaseerd op alle bekende gegevens uit een land en als gemiddelde doorgegeven door<br />

een buitenlandse liaison officier. Over de straatprijzen van XTC-tabletten (zie grafiek<br />

2.14) zijn aanzienlijk meer gegevens bekend dan over de straatprijzen van amfetamine.<br />

Daarnaast zijn er ook gegevens bekend over de prijzen van XTC-tabletten op groot-,<br />

tussen- en detailhandelsniveau.<br />

Per gram amfetamine worden in Europa in de Scandinavische landen gemiddeld de<br />

hoogste prijzen betaald (hoewel de straatprijs in Zweden aanzienlijk lager is dan in<br />

buurland Noorwegen, zie grafiek 2.12). Ook Australië, Italië en Tsjechië kennen hoge<br />

straatprijzen, van boven de € 20,- per gram. Vooral de prijs in Tsjechië baart opzien,<br />

omdat in het buurland Slowakije de prijs twee keer zo laag is. In de meeste Europese<br />

landen ligt de straatprijs tussen de € 9,- en € 15,- per gram. Voor zover bekend heeft<br />

Nederland met iets meer dan € 8,- per gram de laagste straatprijs van de Europese<br />

Unie. Opvallend zijn de lage prijzen in Bulgarije en in Zuid-Afrika, respectievelijk<br />

€ 4,- en bijna € 3,- per gram.<br />

Hoofdstuk 2<br />

77<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

78<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Grafiek 2.12 Straatprijzen van amfetamine per land, per gram/tablet,<br />

2002-2004<br />

De groothandelsprijs van amfetamine (zie grafiek 2.13) is in elk land (logischerwijs)<br />

ongeveer gerelateerd aan de straatprijs. Toch zijn er enkele opvallende discrepanties.<br />

Zo is de groothandelsprijs in Noorwegen aanzienlijk lager dan in Australië, Spanje<br />

en Tsjechië, terwijl de groothandelsprijs in Zweden hoger is dan in Denemarken.<br />

Dit kan een indicatie zijn van de aanwezigheid van een meer competitieve markt in<br />

Denemarken.


Grafiek 2.13 Groothandelsprijzen van amfetamine per land, per kilo,<br />

2002-2004<br />

Het meest opvallend aan grafiek 2.14 is de zeer hoge straatprijs in Japan, die in januari<br />

2002 maar liefst € 87,- bedroeg. (In 2005 ligt de prijs tussen de € 25.- en € 50,-) Hier<br />

moet wel bij worden aangetekend dat dit de enige waarneming is die geregistreerd is<br />

in Japan. Daarnaast is de lage straatprijs van XTC-tabletten in Indonesië opmerkelijk.<br />

Dit kan een indicatie zijn dat het gaat om XTC dat in het land zelf is geproduceerd.<br />

Dat is aannemelijk gezien de ontmantelde productieplaatsen in Indonesië in 2002.<br />

Anderzijds kan het lage prijspeil van XTC in Indonesië ook te maken hebben met de<br />

lagere welvaart dan bijvoorbeeld in Japan en Australië.<br />

In de Verenigde Staten was de straatprijs aan het eind van 2004 tussen de 6 en 45 dollar<br />

per tablet, zo blijkt uit informatie van de Drug Enforcement Agency (DEA). In de<br />

meeste staten en in grote steden als Chicago, Detroit, Las Vegas, Los Angeles, New<br />

York en Philadelphia lag de straatprijs rond de 20-30 dollar. Hogere prijzen (tussen<br />

de 25 en 45 dollar) werden betaald in Alaska, Minnesota, North en South Dakota.<br />

De laagste prijzen (tussen de 6 en 20 dollar) werden betaald in District of Columbia,<br />

Florida, Maryland, Missouri, New Mexico, Texas en West-Virginia. 75<br />

75 ‘Illicit Drug Prices juli<br />

– december 2004’, Narcotics<br />

Digest Weekly, National<br />

Drug Intelligence Center<br />

(volume 3, nummer 52) 28<br />

december 2004.<br />

Hoofdstuk 2<br />

79<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


Grafiek 2.14 Straatprijzen van XTC-tablet per land, 2002-2004<br />

76 T. van der Heijden, De<br />

Nederlandse drugsmarkt,<br />

p.68.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

80<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Over de prijs van MDMA-poeder in het buitenland is weinig informatie beschikbaar.<br />

Er is slechts één waarneming uit Canada, waar in het vierde kwartaal van 2002 voor<br />

één kilogram € 37.000,- werd betaald. Dit is ruim 14 keer zo veel als de prijs van één<br />

kilo MDMA-poeder in Nederland.<br />

2.3.2.6 De omzet van XTC en amfetamine in Nederland en in het<br />

buitenland<br />

Volgens Van der Heijden zijn er vier methoden om de totale productie van synthetische<br />

drugs in Nederland te berekenen: op basis van (1) onderschepte precursoren; (2)<br />

gedumpte afvalstoffen; (3) ontmantelde productielocaties; en (4) analyse van financiele<br />

onderzoeken. 76 Bij elke methode kunnen echter kanttekeningen geplaatst worden,<br />

waardoor het de vraag is in hoeverre de schattingen een eenduidig beeld geven van<br />

de productie.


• De berekening van de productie op basis van in beslag genomen precursoren<br />

is eigenlijk weinig zinvol, omdat het immers een berekening is die gebaseerd<br />

is op precursoren die niet meer voor productie kunnen worden ingezet. Het<br />

geeft dus geen beeld van de precursoren die zijn ingevoerd en ingezet voor<br />

de productie.<br />

• Ook bij de berekening van de totale productie van synthetische drugs aan de<br />

hand van gedumpte afvalstoffen kunnen vraagtekens gezet worden, omdat<br />

niet bekend is hoeveel dumpingen niet ontdekt zijn. Het geeft dus een onvolledig<br />

beeld. Wel haalt Van der Heijden een medewerker aan van de NR-Unit<br />

Zuid-Nederland, die stelt dat circa 40 tot 50 procent van alle afval van synthetische<br />

drugs wordt aangetroffen bij dumpingen. Waarop dit percentage<br />

gebaseerd is wordt echter niet onderbouwd.<br />

• Zoals ook Van der Heijden stelt is het meten van de uitgevoerde productie<br />

van ontmantelde laboratoria niet mogelijk omdat niet bekend is hoelang deze<br />

gefunctioneerd hebben. Over het algemeen wordt aangenomen dat laboratoria<br />

slechts een beperkte tijd operationeel zijn, afhankelijk van de beschikbaarheid<br />

van grondstoffen en de afzetmogelijkheden.<br />

• De analyse van financiële onderzoeken die uitgevoerd zijn in het kader van<br />

het ontnemen van wederrechtelijk verkregen vermogen blijkt onmogelijk<br />

omdat deze onderzoeken zeer zelden worden uitgevoerd.<br />

Het grootste manco van alle methoden is dat de beschikbare gegevens onvolledig<br />

zijn.<br />

Er zijn diverse berekeningen gemaakt van het aantal wereldwijde gebruikers van XTC<br />

en amfetamine, die meestal nogal uiteenlopen. 77 In deze CBA worden de uitkomsten<br />

van twee studies als basis genomen, namelijk het dNRI-rapport van Van der Heijden<br />

en het World Drug Report 2004 van het UNODC. De schatting van de per gebruiker<br />

geconsumeerde tabletten is overgenomen van Van der Heijden, die een berekening<br />

heeft gemaakt van het minimale en maximale gebruik op basis van een vergelijking van<br />

de consumptie door gebruikers in Canada, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en<br />

Nederland. 78 De schatting van het totale aantal gebruikers wereldwijd is overgenomen<br />

van het UNODC, die alle meest recente beschikbare nationale gebruikersdata<br />

heeft verzameld en opgeteld.<br />

Als uitgegaan wordt van een gemiddelde consumptie van 20 tot 40 tabletten per jaar<br />

per persoon (volgens de schatting van Van der Heijden 79) en van 8 miljoen gebruikers<br />

wereldwijd (volgens het UNODC 80), dan zou de totale consumptie wereldwijd<br />

tussen de 160 en 320 miljoen tabletten liggen. Als er van uitgegaan wordt dat zeventig<br />

procent van alle geconfisqueerde XTC uit Nederland afkomstig is (volgens het<br />

77 Zo ging een medewerker<br />

in 2003 uit van een totale<br />

wereldconsumptie van 500<br />

miljoen tabletten, terwijl<br />

het UNODC een schatting<br />

gaf van 1,25 miljard<br />

tabletten. In een recent<br />

rapport van Europol<br />

wordt opgemerkt dat in<br />

het Verenigd Koninkrijk<br />

in 2003 per week tussen<br />

een half miljoen en twee<br />

miljoen XTC-pillen zouden<br />

zijn geconsumeerd, wat<br />

een jaartotaal tussen de<br />

25 en 100 miljoen zou<br />

betekenen.<br />

78 Het UNODC hanteert<br />

een schatting van 3<br />

tabletten per week per<br />

gebruiker, maar geeft geen<br />

onderbouwing van dit<br />

getal.<br />

79 T. van der Heijden, De<br />

Nederlandse drugsmarkt,<br />

p.75-78.<br />

80 World Drug Report 2004,<br />

p.159 en 172.<br />

Hoofdstuk 2<br />

81<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


81 Bij de producent geldt in<br />

plaats van de inkoopprijs<br />

de kostprijs.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

82<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

UNODC), dan zouden in Nederland tussen de 112 en 224 miljoen tabletten geproduceerd<br />

worden. Bij 67.000 gebruikers (volgens het Jaarbericht 2004 van de Nationale<br />

Drug Monitor) zou de jaarconsumptie in Nederland liggen tussen de 1.340.000 en<br />

2.680.000 tabletten. Zo kan de volgende berekening worden gemaakt op basis van de<br />

prijsgemiddelden die golden in de periode 2002-2004. De geschatte aantallen worden<br />

vervolgens vermenigvuldigd met de prijsgemiddelden in de verschillende handelsstadia<br />

uit de periode 2002-2004:<br />

Tabel 2.12 Winst van productie en handel van XTC-tabletten in<br />

Nederland<br />

Aantal Inkoopprijs 81 Verkoopprijs Brutowinst<br />

Producent 112.000.000 0,56 0,67 12.320.000<br />

Groot/tussenhandel 112.000.000 0,67 0,91 26.880.000<br />

Detailhandel 1.340.000 0,91 2,29 1.849.200<br />

Dealers 1.340.000 2,29 3,49 1.608.000<br />

Totale brutowinst 42.657.200<br />

De totale winst die in Nederland zou worden gemaakt is minimaal bijna 43 miljoen<br />

euro (zie tabel 2.12) en maximaal 86 miljoen euro. Let wel: het gaat hier om de<br />

brutowinst, waarbij alleen rekening is gehouden met de kosten van grondstoffen.<br />

Kosten zoals de huur van een locatie, verpakkingsmaterialen, dekladingen en lonen<br />

voor chauffeurs, tabletteerders, dumpers en andere werknemers zijn hier nog niet<br />

in opgenomen, evenmin als de investeringen in hardware. Wanneer het Nederlandse<br />

criminele verband zorgt draagt voor de smokkel naar het buitenland dan wordt de<br />

prijs in de regel verhoogd met één euro per tablet, om zo het extra risico, het loon<br />

voor de smokkelaar en de kosten voor de deklading te verdisconteren.<br />

De brutowinst die gemaakt wordt bij de productie en handel in amfetamine is moeilijker<br />

te berekenen, omdat er geen eenduidige gegevens beschikbaar zijn over de<br />

kostprijs en de prijzen die in de groot- en tussenhandel gelden. Zo is de kostprijs van<br />

een kilo amfetamine hoger dan de groot- en tussenhandelprijs. Dit heeft waarschijnlijk<br />

te maken met het feit dat amfetamine versneden wordt: hierdoor zou het zo kunnen<br />

zijn dat een kilo amfetamine in de groot- en tussenhandel een lagere zuiverheid heeft,<br />

waardoor de prijs lager is dan een kilo pure amfetamine die direct van een laboratorium<br />

afkomstig is.


2.4 Conclusie<br />

In dit hoofdstuk werd de volgende onderzoeksvraag behandeld: welke<br />

ontwikkelingen hebben in de onderzoeksperiode plaatsgevonden op<br />

de internationale en nationale markt voor synthetische drugs, in termen<br />

van de aard en prijs van het goed, en de omvang van de markt?<br />

De samenstelling en productie van synthetische drugs<br />

Voor zowel amfetamine als XTC lijkt er geen sprake van grote wijzigingen in de<br />

samenstelling. Wel is de hoeveelheid werkzame stof per XTC-tablet sinds 1997 to<br />

aan 2003 geleidelijk toegenomen. Er zijn in 2003 procentueel meer tabletten getest<br />

dan in voorgaande jaren die een concentratie bevatten van meer dan 105 milligram<br />

MDMA per tablet. Daarnaast is het productieproces van XTC (en in mindere mate<br />

ook voor amfetamine) geoptimaliseerd, onder andere door het terugwinnen en het<br />

hergebruik van katalysatoren, waardoor er meer MDMA gewonnen wordt per liter<br />

PMK. De warme methode bleef de afgelopen jaren verreweg de meest gebruikte<br />

productiemethode.<br />

Amfetamine staat sinds 1976 vermeld in lijst I van de Opiumwet. De werkzame stoffen<br />

MDMA, MDEA of N-ethylMDA die in XTC-tabletten verwerkt zijn staan sinds 1988<br />

vermeld in lijst I (MDA stond hier al langer op). Verbodsbepalingen betreffende de<br />

precursoren PMK en BMK staan niet in de Opiumwet, maar in de in 1995 in werking<br />

getreden Wet voorkoming misbruik chemicaliën (WVMC). De wetgeving is thans<br />

aan wijziging onderhevig. De Europese Unie heeft twee nieuwe verordeningen afgekondigd<br />

(voor inter- en intracommunautaire handel) die op 18 augustus 2005 in<br />

werking zijn getreden. De bestaande richtlijn en verordening zijn ingetrokken. De verordeningen<br />

hebben rechtstreekse werking maar de nationale toepassing geschiedt op<br />

basis van de WVMC; een wijzigingsvoorstel gaat binnenkort naar het parlement. De<br />

nieuwe verordeningen bevatten overgangsbepalingen waardoor de bestaande wetsteksten<br />

vooralsnog hun gelding blijven behouden.<br />

Inbeslagnemingen<br />

Er worden in de laatste jaren minder precursoren in Nederland in beslag genomen.<br />

Grotere partijen komen in andere Europese zeehavens aan, om vervolgens naar<br />

Nederland te worden getransporteerd. Het overgrote deel van de precursoren in<br />

afkomstig uit China. Een klein deel komt uit Oost-Europa. Anders dan in voorgaande<br />

jaren lijken producenten sinds het eind van 2004 meer moeite te hebben om aan<br />

precursoren te komen. Dit kan erop duiden dat de voorraden in Nederland opraken<br />

of dat er minder wordt ingevoerd.<br />

Op de amfetaminemarkt blijft de rol van Nederland beperkt tot Europa (ten opzichte<br />

van de wereldmarkt is de invloed van Nederland minimaal). Het in het buitenland<br />

geconfisqueerde amfetaminepoeder liep sinds 2002 sterk terug, terwijl deze in Nederland<br />

iets steeg. Daarnaast waren de inbeslagnemingen van amfetaminepasta een<br />

Hoofdstuk 2<br />

83<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

84<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

nieuw fenomeen, dat zich in 2003 voor het eerst voordeed. De grootste confiscaties<br />

amfetaminepoeder vonden in 2002-2004 plaats in Nederland, België, Duitsland en<br />

het Verenigd Koninkrijk. De voornaamste afzetmarkten lijken die van het Verenigd<br />

Koninkrijk en Scandinavië, hoewel de laatste sinds een aantal jaren vooral wordt<br />

voorzien vanuit Polen en de Baltische staten. De in beslag genomen hoeveelheid<br />

XTC-tabletten is sinds 2002 in het buitenland sterk gedaald, terwijl deze in Nederland<br />

nagenoeg gelijk bleef. Daarentegen nam het in het buitenland geconfisqueerde<br />

MDMA-poeder in dezelfde periode sterk toe, terwijl dit in Nederland afnam. Wanneer<br />

het poeder wordt omgerekend naar tabletten, dan blijkt de in beslag genomen hoeveelheid<br />

ongeveer gelijk te blijven. De vraag is of deze verschuiving van tabletten naar<br />

poeder – dat in grote partijen via havens wordt gesmokkeld – structureel van aard is<br />

en of deze te maken heeft met de toegenomen controles op luchthavens.<br />

Sinds 2002 is het aantal inbeslagnemingen wereldwijd aanzienlijk afgenomen. Zo<br />

was er sprake van een daling in Duitsland en Frankrijk en van een radicale afname<br />

in de Verenigde Staten. Anderzijds werden in Australië, Japan, Turkije en China<br />

meer partijen geconfisqueerd. De smokkel via ladingen neemt toe, terwijl de smokkel<br />

middels personen en via vliegtuigen afneemt. Hoewel het aantal confiscaties een<br />

daling vertoont, neemt per transport de hoeveelheid smokkelwaar toe. De grootste<br />

partijen XTC worden in vrachtwagens vervoerd; per transport gemiddeld bijna een<br />

half miljoen tabletten.<br />

Ontmantelde productielocaties<br />

Sinds 2002 is het aantal ontmantelde productielocaties met een derde afgenomen. De<br />

productie is sinds jaren geconcentreerd in West- en Zuid-Nederland. In 2004 werden<br />

tabletteerplaatsen vooral aangetroffen in Noord-Holland, terwijl alle ontmantelde<br />

laboratoria zich bevonden in Noord-Holland en Noord-Brabant. XTC werd in 2004<br />

vooral in Noord-Holland geproduceerd, en amfetamine vooral in Noord-Brabant.<br />

In 2002 en 2003 was de productie van zowel XTC als amfetamine meer evenredig<br />

verdeeld over vooral West- en Zuid-Nederland. Sinds 2003 worden er minder<br />

productielocaties in woongebieden aangetroffen, en juist meer in landelijke gebieden.<br />

Vanaf 2001 is er sprake van een toename van het aantal ontmantelde amfetaminelaboratoria,<br />

terwijl het aantal aangetroffen XTC-laboratoria afneemt. Vanaf 2003 worden<br />

er zelfs meer amfetaminelaboratoria ontmanteld dan XTC-laboratoria.<br />

Bij de in het buitenland aangetroffen productielocaties voor XTC is meestal sprake<br />

van Nederlandse betrokkenheid, bijvoorbeeld in België, Duitsland, Indonesië en<br />

Suriname. In andere gevallen gaat het vaak om ‘kitchenlabs’. Net als in Nederland is in<br />

België ook sprake van een verschuiving van de productie van XTC naar amfetamine.<br />

In 2002 werden in Nederland van alle Europese landen de meeste amfetaminelaboratoria<br />

ontmanteld. Tegelijkertijd is er sprake van een verschuiving van de productie<br />

naar Oost-Europese landen.


Dumpingen van afvalstoffen<br />

Jarenlang lag het aantal dumpingen per jaar rond de 80 en de hoeveelheid rond de<br />

100.000 liter. In 2004 was er echter sprake van een aanzienlijke afname van zowel het<br />

aantal dumpingen als de gedumpte hoeveelheid. Dit kan te maken hebben met een<br />

afnemend besef bij gemeenten om dumpingen te melden bij de NR-Unit Zuid-Nederland.<br />

De daling kan echter evengoed veroorzaakt worden door een verplaatsing van<br />

de dumpingen naar Belgisch grondgebied. De vermindering van de aantallen dumpingen<br />

zou kunnen worden gerelateerd aan enkele megadumpingen, waarbij waarschijnlijk de<br />

afvalstoffen van verschillende productielocaties zijn verzameld.<br />

In Zuid- en West-Nederland zijn sinds 1999 veruit de meeste dumpingen aangetroffen,<br />

waarbij elk jaar meer dan de helft op het conto van Zuid-Nederland kwam – uitgezonderd<br />

2000 en 2004. Dit beeld komt overeen met de spreiding van de productielocaties<br />

in Nederland. Dumpingen in woongebieden worden hoogstwaarschijnlijk relatief vaker<br />

ontdekt dan die in buitengebieden. Het aantal dumpingen in buitengebieden zal dus<br />

eerder onderschat worden dan die in woongebieden. Ongeveer tweederde van de<br />

dumpingen vonden in 2004 buiten de bebouwde kom plaats. De afvalstoffen werden<br />

in 2004 voornamelijk gedumpt in het buitengebied, het bos en op bedrijfsterreinen. In<br />

woonwijken zijn chemische afvalstoffen onder andere gestort in ondergrondse afvalbakken<br />

bestemd voor huishoudelijk afval.<br />

In veel gevallen is bij de NR-Unit Zuid-Nederland niet bekend welke afvalstoffen<br />

er precies gedumpt zijn. In de regel gaat het om lege of gevulde jerrycans en vaten,<br />

vuilniszakken, blikken en flessen. In ieder geval worden meestal de volgende stoffen<br />

aangetroffen: aceton, ether, methanol, tolueen, zwavelzuur, BMK, PMK, mierenzuur,<br />

zoutzuur, methylamine en safrol. Opvallend is dat de laatste jaren naast de chemicaliën<br />

steeds vaker Chinees verpakkingsmateriaal wordt aangetroffen.<br />

Gebruik van synthetische drugs<br />

Sinds 2003 lijkt er sprake van een afname van de populariteit van XTC in Nederland<br />

en in andere landen in West-Europa en Noord-Amerika. Voor Nederland relateert Korf<br />

deze daling aan het imago van XTC, die onder een trendsettend publiek als niet meer<br />

speciaal wordt gezien (‘iedereen gebruikt het’). XTC lijkt een mode-drug die vooral<br />

tijdens dancefeesten geconsumeerd wordt door een bepaalde leeftijdsgroep, die slechts<br />

een aantal jaren deze levensstijl leeft. Het gebruik lijkt ook te zijn afgenomen door het<br />

toenemende besef dat er negatieve effecten aan het gebruik zijn verbonden. Toch is XTC<br />

wereldwijd nog steeds populair, omdat het in veel landen nog maar net geïntroduceerd<br />

is (bijvoorbeeld in goedkope toeristenoorden). Ook wordt het in deze landen nog als<br />

een onschuldige drug gezien. Daarnaast blijft het een relatief goedkoop product. Vanaf<br />

2003 is er sprake van een toename van het gebruik in Zuid-Amerika, Zuidelijk Afrika,<br />

Zuidoost-Azië en het Midden-Oosten. Ook is het sinds de uitbreiding van de EU in mei<br />

2004 vrij eenvoudig geworden om XTC naar de nieuwe lidstaten te smokkelen, wat een<br />

verklaring kan zijn voor de verdubbeling van het gebruik in Slowakije. Amfetamine lijkt<br />

minder onderhevig aan modegrillen. De consumptie van amfetamine bereikte in West-<br />

Hoofdstuk 2<br />

85<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

86<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Europa in 1998-1999 het hoogtepunt en in Oost-Europa in 2000-2001. In Oost-Europa<br />

ligt het percentage gebruikers iets lager dan in West-Europa.<br />

Prijs en omzet<br />

De straatprijs van amfetamine in Nederland is gemiddeld € 8,- per gram. De dealerprijs<br />

is iets lager, gemiddeld € 7,50. De detailhandelsprijs is gemiddeld € 1310,- per kilogram.<br />

Over de prijzen op het niveau van tussen- en groothandel zijn onvoldoende gegevens<br />

bekend. De gemiddelde kostprijs van een XTC-tablet was € 0,56. Van de groothandelsprijs<br />

van XTC zijn in de periode 2002-2004 in Nederland geen eenduidige gegevens<br />

beschikbaar. De tussenhandelprijs was gemiddeld € 0,63, de detailhandelsprijs was<br />

gemiddeld € 0,91, de dealerprijs was gemiddeld € 2,29, en de straatprijs ten slotte was<br />

gemiddeld € 3,49. In 2001 lagen de prijzen hoger.<br />

In een groot aantal gevallen liggen de prijzen op de niveaus van tussenhandel en<br />

detailhandel erg dicht bij elkaar. Ook de dealerprijzen en straatprijzen kennen onderling<br />

grote verschillen, en ook in eenzelfde periode binnen een regio. De markt lijkt<br />

dus zeer flexibel en chaotisch. Dit geldt voor alle niveaus in de markt. Er zijn veel<br />

aanbieders actief. De vraag is of deze verkopers de markt goed kennen, dat wil zeggen<br />

of zij weten welke verkoopprijs concurrenten hanteren. Wanneer de markt goed<br />

zou functioneren, dan zouden de verkopers de laagste prijs moeten vragen, omdat<br />

de koper anders een andere verkoper zal benaderen. Wanneer dit niet het geval is,<br />

dan kan dit betekenen dat zowel de kopers als de verkopers een informatieprobleem<br />

hebben. Overigens kan het prijsverschil ook te maken hebben met de kwaliteit van<br />

het aangeboden tablet.<br />

De prijzen van amfetamine en XTC zijn in het buitenland hoger dan de prijzen in Nederland.<br />

In de meeste Europese landen ligt de straatprijs van amfetamine tussen de €<br />

9,- en € 15,- per gram. Per gram amfetamine worden in Europa in de Scandinavische<br />

landen gemiddeld de hoogste prijzen betaald. Voor zover bekend heeft Nederland<br />

met iets meer dan € 8,- per gram de laagste straatprijs van de Europese Unie. De<br />

straatprijzen van XTC-tabletten lijken met meer dan € 80,- het hoogst in Japan. (In<br />

2005 ligt de prijs tussen de € 25.- en € 50,-) Australië en Nieuw-Zeeland volgen met<br />

circa € 30,- op afstand. In de VS liggen ze tussen de € 6,- en € 45,-, afhankelijk van de<br />

staat waarin de tabletten verkocht worden. In Europa gelden in Noorwegen en Italië<br />

hoge prijzen. Opmerkelijk is de lage straatprijs in Indonesië. Dit kan een indicatie zijn<br />

dat het gaat om XTC dat in het land zelf is geproduceerd. Dat is aannemelijk gezien<br />

de ontmantelde productieplaatsen in Indonesië in 2002.<br />

Op basis van berekeningen van het UNODC en van Van der Heijden wordt de totale<br />

consumptie wereldwijd tussen de 160 en 320 miljoen tabletten geschat. Als er van<br />

uitgegaan wordt dat zeventig procent van alle geconfisqueerde XTC uit Nederland<br />

afkomstig is, dan worden in Nederland tussen de 112 en 224 miljoen tabletten geproduceerd.<br />

De jaarconsumptie in Nederland zou liggen tussen de 1.340.000 en 2.680.000<br />

tabletten. De totale winst die in Nederland wordt gemaakt wordt geschat op minimaal<br />

bijna 43 miljoen euro en maximaal 86 miljoen euro. Let wel: het gaat hier om


de brutowinst, waarbij alleen rekening is gehouden met de kosten van grondstoffen.<br />

Kosten zoals de huur van een locatie, verpakkingsmaterialen, dekladingen en lonen<br />

voor chauffeurs, tabletteerders, dumpers en andere werknemers zijn hier nog niet in<br />

opgenomen, evenmin als de investeringen in hardware. De brutowinst die gemaakt<br />

wordt bij de productie en handel in amfetamine is moeilijker te berekenen, omdat er<br />

geen eenduidige gegevens beschikbaar zijn over de kostprijs en de prijzen die in de<br />

groot- en tussenhandel gelden.<br />

Hoofdstuk 2<br />

87<br />

De ontwikkeling van de aard en omvang<br />

van synthetische-drugscriminaliteit in<br />

Nederland en in het buitenland


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

88<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


Tabletteermachines.<br />

Hoofdstuk 3<br />

Kenmerken van verdachten en gehanteerde modus operandi<br />

3.1 Inleiding<br />

Dit hoofdstuk behandelt de tweede onderzoeksvraag:<br />

Welke verdachten zijn in Nederland actief op de markt voor synthetische<br />

drugs en welke modus operandi hanteren zij?<br />

Deze vraag wordt in drie delen beantwoord. Ten eerste wordt aandacht gegeven aan<br />

de kenmerken van verdachten en van criminele verbanden. Deze hebben betrekking<br />

op zaken als de gemiddelde leeftijd, nationaliteit, land/regio van herkomst, alsmede<br />

de omvang, bestendigheid, rolverdeling, samenstelling, organisatiegraad en structuur<br />

van criminele verbanden (en, meer specifiek, misdaadondernemingen en criminele<br />

handelsnetwerken). Met de structuur van een crimineel verband wordt in deze CBA<br />

bedoeld de verdeling van rollen over de samenstellende delen van een crimineel verband.<br />

Met de structuur van een misdaadonderneming wordt bedoeld de verdeling van<br />

rollen over de verdachten binnen een crimineel verband. Binnen criminele verbanden<br />

worden verschillende rollen onderscheiden. In een misdaadonderneming zijn dat<br />

de rollen van misdaadondernemer, compagnon (zoals bedrijfsleider) en medewerker<br />

(zoals koerier of laborant) en in een crimineel handelsnetwerk zijn dat de rollen van<br />

leverancier, afnemer, facilitair, tussenpersoon en financier.<br />

Ten tweede gaat het om de werkwijzen die gehanteerd worden op het gebied van<br />

synthetische-drugscriminaliteit. Deze zijn onderverdeeld in een viertal elementen die<br />

van belang zijn voor een misdaadondernemer:<br />

• Hulpbronnen<br />

Het geheel aan menskracht (inclusief specifieke kennis) en aan fysieke faciliteiten<br />

(materieel, materiaal en ruimtelijke voorzieningen) waarover een<br />

misdaadondernemer moet beschikken om te kunnen komen tot het eindproduct.<br />

• Logistieke faciliteiten<br />

De fysieke middelen die een misdaadondernemer inzet bij het vervoeren of<br />

opslaan van smokkelwaar.<br />

• Logistieke knooppunten<br />

De fysieke locaties waar op macroniveau goederenstromen en personenverkeer<br />

samenkomen.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

89<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


1 Kleemans e.a. spreken<br />

in dit verband over de<br />

‘toegevoegde waarde’ van<br />

een opsporingsonderzoek,<br />

doordat deze was gericht<br />

op aspecten die in de meeste<br />

onderzoeken onderbelicht<br />

blijven (zoals financiële<br />

aspecten). E.Kleemans, e.a.,<br />

Georganiseerde criminaliteit<br />

in Nederland, rapportage op<br />

basis van de WODC monitor,<br />

Onderzoek en Beleid 198,<br />

2002, p. 31.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

90<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

• Institutionele faciliteiten<br />

Wetgeving en organisaties die een misdaadondernemer benut, respectievelijk<br />

inzet, teneinde criminele activiteiten efficiënt te organiseren, zodanig ook dat<br />

deze administratief moeilijker zijn te traceren.<br />

Ten derde volgt de beschrijving van de ‘algemene bedrijfsvoering’ van criminele verbanden:<br />

zoals het wisselen, verplaatsen en verhullen van wederrechtelijk verkregen<br />

vermogen; het gebruik van corruptie, afscherming, intimidatie en geweld; en externe<br />

relaties.<br />

Alle onderzoeken die in 2004 door de NR zijn uitgevoerd en afgerond zijn door analisten<br />

verwerkt, evenals de belangrijkste onderzoeken uit 2002 en 2003 van de NR<br />

en van andere opsporingsdiensten. Deze laatste onderzoeken zijn behandeld wanneer<br />

ze zicht hebben gegeven op (een deel van) het logistieke proces, of bronlanden van<br />

grondstoffen en bestemmingslanden voor synthetische drugs, of de kenmerken van<br />

verdachten en de structuur van een crimineel verband, of geldstromen en/of<br />

bestedingen van wederrechtelijk verkregen voordeel, of het gebruik van corruptie,<br />

afscherming, intimidatie en/of geweld. 1 De analisten hebben per onderzoek alleen de<br />

zogenaamde 0-dossiers (einddossiers) en zaaksdossiers verwerkt. Vanwege tijdsdruk<br />

was het niet mogelijk om alle onderzoeken even diepgaand te behandelen, en om<br />

bijvoorbeeld alle verklaringen van verdachten en tapverslagen volledig door te lezen.<br />

Als er echter reden was om een bepaald onderzoek nog eens diepgaander te bestuderen,<br />

bijvoorbeeld vanwege het zicht dat een onderzoek kon geven op interne<br />

verhoudingen in een crimineel verband, dan werd dat wel gedaan. In totaal is ten<br />

behoeve van deze CBA gebruik gemaakt van 32 afgesloten onderzoeken, waarvan de<br />

namen en de namen van de verdachten gefingeerd zijn. Voor een korte beschrijving<br />

hiervan, zie bijlage 3.<br />

Alle behandelde onderzoeken zijn verwerkt in een analysekader dat is ingedeeld op<br />

basis van de onderzoeksvragen die voor het CB 2005 zijn geformuleerd, ten behoeve<br />

van het compileren van een overzicht van alle aandachtsgebieden van de NR.<br />

Deze CBA heeft gebruik gemaakt van dezelfde onderzoeksvragen, en waar nodig<br />

zijn ze aangevuld met vragen die alleen van toepassing zijn op synthetische-drugscriminaliteit.<br />

Nadat alle onderzoeken verwerkt waren is een uitdraai gemaakt van elk<br />

beschreven onderzoek, waarvan de informatie onder deelvraag-kopjes is gestructureerd.<br />

Hiermee zijn vervolgens door de onderzoeker de deelvragen van de tweede<br />

onderzoeksvraag beschreven. Voor een compleet overzicht van de vragen die in het<br />

analysesysteem zijn behandeld, zie bijlage 2.<br />

Om de criminele verbanden die actief zijn op de synthetische-drugsmarkt te kunnen<br />

duiden, is in deze CBA gebruik gemaakt van de overzichtswerken van Kleemans e.a.<br />

(1998 en 2002) en van Van Duyne e.a. (1990 en 1995). Kleemans e.a. richtten zich<br />

voornamelijk op de sociale omgeving van criminele verbanden, terwijl Van Duyne e.a.<br />

hun focus hadden op de inrichting van illegale markten.


3.2 Kenmerken van criminele verbanden<br />

Allereerst zal worden ingegaan op algemene kenmerken, zoals de gemiddelde leeftijd,<br />

de nationaliteit en de verhouding man/vrouw onder de verdachten, om te kijken in<br />

hoeverre betrokkenen bij synthetische-drugscriminaliteit een ander profiel hebben<br />

dan betrokkenen bij drugscriminaliteit in het algemeen. Hierbij wordt gebruik gemaakt<br />

van het bestand CBAUSD, waarin onder andere de gegevens van alle bij de<br />

NR-Unit Zuid-Nederland geregistreerde personen verwerkt zijn (een kleine 8.000<br />

personen, die onder andere zijn voorgekomen in onderzoeken van de NR-Unit Zuid-<br />

Nederland, rest- en zijtakinformatie en rechtshulpverzoeken). Een kanttekening bij<br />

het doen van kwantitatieve uitspraken op basis van politiegegevens is dat de inhoud<br />

van deze natuurlijk grotendeels bepaald is door de gestelde prioriteiten bij politie en<br />

justitie. 2<br />

3.2.1 Verdachten<br />

Uit een vergelijking van de gegevens van verdachten uit de CBAUSD-registratie met<br />

de gegevens uit het HKS, blijkt dat de gemiddelde leeftijd van personen betrokken<br />

bij synthetische-drugscriminaliteit met 36 jaar hoger is dan de gemiddelde leeftijd<br />

van personen betrokken bij opiumdelicten in het algemeen (32 jaar). De vrouwen<br />

die betrokken zijn bij synthetische-drugscriminaliteit hebben met 32 jaar gemiddeld<br />

een lagere leeftijd dan de mannen (36 jaar). Er zijn veel meer mannen betrokken bij<br />

synthetische-drugscriminaliteit dan vrouwen. Van de personen die geregistreerd zijn<br />

in de CBAUSD-registratie is ruim 92 procent man. Bij opiumdelicten in het algemeen<br />

is 84 procent man.<br />

Verreweg de meeste personen die vermeld staan in de CBAUSD-registratie hebben<br />

de Nederlandse nationaliteit. Al jarenlang schommelt hun aandeel rond de 65 procent.<br />

Personen die afkomstig zijn uit Suriname, Marokko, de Nederlandse Antillen hebben een<br />

beperkt aandeel, zo tussen de 3 en 4 procent. Turken komen met ruim 6 procent na Nederlanders<br />

op de tweede plaats. Het aandeel van West-Europeanen is in de laatste drie<br />

jaren teruggelopen van ruim 6 naar 4 procent. Het aandeel van Chinezen en Israëliërs<br />

in de CBAUSD-registratie is voor beide groepen kleiner dan 1 procent.<br />

Bij opiumdelicten heeft 47 procent van de personen de Nederlandse nationaliteit, zo<br />

blijkt uit de HKS-gegevens. Personen uit West-Europa, Suriname en de Antillen hebben<br />

met percentages van ruim 10 tot ruim 8 procent een groter aandeel dan bij synthetische-drugscriminaliteit.<br />

Ook het aandeel van Marokkanen is bij opiumdelicten met 7<br />

procent groter dan bij synthetische-drugscriminaliteit. Opvallend is dat bij Turken niet<br />

het geval, die hebben bij opiumdelicten een aandeel van slechts een kleine 4 procent.<br />

Uit de onderzochte dossiers blijkt dat vooral Chinese criminele verbanden betrokken<br />

zijn bij de smokkel van precursoren uit China. De precursoren afkomstig uit Oost-Europa<br />

worden vooral door Russisch en Pools sprekende criminele verbanden gesmokkeld.<br />

2 Over de geldigheid van<br />

kwantitatieve en kwalitatieve<br />

uitspraken op basis<br />

van politiegegevens, zie ook:<br />

Kleemans e.a., 2002, p. 36-<br />

37.<br />

Hoofdstuk 3<br />

91<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


3 Kleemans, e.a., 2002, p.77-<br />

79.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

92<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Bij de aanschaf van andere chemicaliën zijn voor het merendeel Nederlanders betrokken,<br />

evenals bij het verkrijgen van hardware. Bij de productie van synthetische drugs zijn<br />

vooral personen betrokken met de Nederlandse nationaliteit afkomstig uit de westelijke<br />

en zuidelijke provincies van Nederland. Wel lijken hierin criminele verbanden<br />

met een andere etniciteit actiever dan voorheen. Zo zijn Chinese verbanden zich,<br />

naast de import van precursoren, ook gaan toeleggen op het tabletteren van XTC.<br />

Daarnaast lijken Nederlandse criminele verbanden de productie te verplaatsen naar<br />

Belgisch grondgebied, waar vaak Belgen worden ingeschakeld in het productieproces.<br />

In de internationale handel van XTC en amfetamine zijn diverse nationaliteiten actief.<br />

Dominicanen en Israëliërs (veelal van Amerikaanse of Russische afkomst) zijn betrokken<br />

bij de smokkel van XTC naar Zuid-Amerika en de VS. Belgen, Britten, Duitsers,<br />

Kroaten en Turken zijn actief in de smokkel van XTC naar hun eigen herkomstlanden.<br />

De smokkel naar Zuidoost Azië, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland wordt vooral ter<br />

hand genomen door Nederlanders, Israëliërs en Chinezen.<br />

Kleemans e.a. schrijven dat de reikwijdte van de criminele activiteiten van een groep<br />

onder andere afhangt van de mate van vertrouwdheid en bekendheid die criminele<br />

verbanden hebben met bepaalde sociale settings. Anders dan lokaal actieve criminele<br />

‘grote jongens’, die vaak op meerdere illegale markten actief zijn, worden criminele<br />

verbanden die landelijk en internationaal actief zijn gekenmerkt door specificiteit.<br />

Dit hoeft niet per se te betekenen dat zulke groepen zich beperken tot één delict:<br />

wanneer een crimineel bijvoorbeeld een ruilhandel opzet met een andere crimineel<br />

waarbij de eerste XTC inruilt voor cocaïne of heroïne, dan kan deze persoon zich<br />

langzaamaan in een nieuwe markt inwerken. Via samenwerking ontstaan dus nieuwe<br />

mogelijkheden.<br />

Er worden door Kleemans e.a. aldus drie typen misdaadondernemers onderscheiden:<br />

de lokale generalist, de internationaal actieve specialist, en de internationaal actieve specialist<br />

die zich via samenwerking ook in andere illegale markten begeeft. 3 Als facilitairs<br />

en tussenpersonen ook als misdaadondernemers worden beschouwd, wat logisch is<br />

gezien het feit dat ook zij zelfstandig illegale activiteiten ondernemen, dan kan er op basis<br />

van de bestudeerde onderzoeken een vierde type worden toegevoegd: de nationaal<br />

actieve specialist, zoals een facilitair die productiemiddelen vervaardigd. Deze hebben<br />

slechts één kernactiviteit die zij verrichten voor andere misdaadondernemers. Dit gebeurt<br />

in de praktijk van de synthetische drugs alleen in het eigen land.<br />

Zo vervaardigde de in onderzoek F1 actieve misdaadondernemer<br />

Duizendpoot productiemiddelen, en liet hij industrieel gemaakte productiemiddelen<br />

door constructiebedrijven aanpassen, ten behoeve<br />

van het laboreren van XTC. De producten van zijn hand, zoals destillatieketels<br />

en drukvaten, zijn in diverse laboratoria teruggevonden in<br />

het westen en het zuiden van Nederland en in België. Hij leverde aan<br />

verschillende Nederlandse producenten.


Facilitairs als een witwasser die geld verplaatst over landsgrenzen heen of een crimineel<br />

verband dat smokkeltransporten organiseert voor andere criminele verbanden,<br />

zijn wel internationaal actieve specialisten. Een tussenpersoon (iemand die partijen<br />

in de markt bij elkaar brengt) kan zowel een nationaal als een internationaal actieve<br />

specialist zijn.<br />

3.2.2 Criminele verbanden 4<br />

3.2.2.1 Organisatiegraad, taakverdeling en verantwoordingsrelaties<br />

Organisatiegraad<br />

Vanuit het sociale-netwerkmodel wordt gewezen op het belang van familie- en vriendschapsbanden<br />

en etniciteit. 5 Wanneer personen in een crimineel verband een familiale<br />

band hebben, uit dezelfde buurt komen, hun jeugd samen hebben doorgebracht<br />

of eenzelfde cultuur delen dan zou dit een positief effect hebben op het wederzijdse<br />

vertrouwen, begrip en loyaliteit in een crimineel verband. Anderzijds kunnen familie,<br />

vriendschappen en etniciteit ook beperkingen inhouden voor het werkveld van het<br />

criminele verband, omdat het netwerk altijd beperkt blijft tot de vertrouwde bekenden.<br />

6<br />

In hun overzichtsrapport over georganiseerde criminaliteit in Nederland in 1998 concludeerden<br />

Kleemans e.a. dat sociale relaties belangrijker zijn dan etniciteit. In het<br />

tweede rapport in 2002 schrijven de auteurs dat persoonlijke contacten en geografische<br />

nabijheid van groot belang zijn voor de ontwikkeling van criminele verbanden.<br />

Vaak werken familie, vrienden en bekenden met elkaar samen en introduceren zij<br />

elkaar bij anderen. Volgens de schrijvers van het rapport ontstaan relaties tussen personen<br />

‘naarmate ze dichter bij elkaar wonen, naarmate er meer raakvlakken bestaan<br />

tussen hun dagelijkse activiteiten en naarmate de sociale afstand tussen hen kleiner is’.<br />

Dit geldt ook voor criminele verbanden; en ook voor criminele verbanden die actief<br />

zijn op de synthetische-drugsmarkt. In dit opzicht kan gewezen worden op het belang<br />

van de sociale functie van gevangenissen; daar ontstaan partnerschappen en wordt<br />

informatie uitgewisseld. Zo hadden in onderzoek Groentje de opdrachtgever voor<br />

productie van XTC en de laborant elkaar leren kennen tijdens hun verblijf in dezelfde<br />

penitiaire inrichting. Ook in België is uit onderzoeken aangetoond dat contacten ten<br />

behoeve van de productie van synthetische drugs in de gevangenis werden gemaakt.<br />

Er bestaan niettemin ook geografische en sociale obstakels, namelijk tussen verschillende<br />

landen, tussen verschillende etnische groepen en tussen ‘onderwereld’ en ‘bovenwereld’.<br />

Door het ontbreken van verbindingen is er sprake van ‘gaten’ (ook wel<br />

structural holes genoemd) in de sociale structuur. Over het algemeen zijn deze gaten<br />

door weinig personen te overbruggen. Deze zijn dan van strategische waarde voor<br />

criminele verbanden. 7 Illustratief in dit verband was de inzet door een crimineel van<br />

een bekende die ingezetene was van een andere EU-lidstaat. Deze bestelde een lading<br />

4 Aanvankelijk zou ook in<br />

worden gegaan op de<br />

gemiddelde omvang van<br />

een crimineel verband. Het<br />

is echter onmogelijk hier<br />

uitspraken over te doen,<br />

omdat criminele verbanden<br />

te veel van elkaar verschillen<br />

(onder andere vanwege<br />

de activiteiten die ontplooid<br />

worden). Bovendien<br />

hangt de omvang af van de<br />

afbakening die gehanteerd<br />

wordt: horen facilitairs of<br />

tussenpersonen bij een<br />

crimineel verband, wie<br />

behoren tot de kern en wie<br />

zijn gewone medewerkers?<br />

Daarnaast is de omvang<br />

van een crimineel verband<br />

zoals beschreven in een<br />

opsporingsonderzoek sterk<br />

beïnvloed door de keuzes<br />

die in het onderzoek zijn<br />

gemaakt.<br />

5 Deze theorie legt de nadruk<br />

op sociale verbanden<br />

van criminelen en hun<br />

functioneren in een symbiotische<br />

samenhang met hun<br />

bredere omgeving.<br />

6 Pearson en Hobbs, p.27-28.<br />

7 Kleemans e.a., 2002, p.39-<br />

44.<br />

Hoofdstuk 3<br />

93<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


8 Dit voorbeeld werd in een<br />

gesprek op 2 mei 2005<br />

gegeven door medewerkers<br />

van de FIOD-ECD, die dit<br />

hadden waargenomen in<br />

een onderzoek.<br />

9 P. Reuter, Disorganized crime;<br />

illegal markets and the mafia,<br />

Cambridge MIT Press 1983.<br />

Aangehaald in P.C. van<br />

Duyne, e.a., Misdaadondernemingen,<br />

WODC Onderzoek<br />

en Beleid 103, Gouda Quint<br />

1990, p.13-14.<br />

10 Van Duyne, e.a., 1990,<br />

p.13-14, 24, 123-125.<br />

11 Synthetische druglabo’s in<br />

België, p.22, 27.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

94<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

chemicaliën bij een bedrijf in zijn land, en smokkelde deze partij vervolgens illegaal<br />

naar zijn Nederlandse afnemer en opdrachtgever. 8<br />

Peter Reuter merkte in 1983 al op dat illegale markten gefragmenteerd zijn. 9 Er<br />

bestaan grote criminele organisaties, maar ook kleine criminele zelfstandigen. De<br />

manier waarop illegale organisaties zijn ingericht vloeit logisch voort uit de marktomgeving<br />

waarin wordt geopereerd. Ook Van Duyne e.a. merken dit in 1990 op na<br />

diverse opsporingsonderzoeken te hebben bestudeerd. Zij vragen zich af hoe het ook<br />

eigenlijk mogelijk zou zijn dat er organisaties bestaan in een rommelige en onoverzichtelijk<br />

markt; en zij zien de georganiseerde misdadigers meer als ondernemingen<br />

drijvende marktlieden. De illegale markt kenmerken zij als decentraal en wendbaar<br />

met daarbinnen vooral kleine organisaties en netwerken. Wanneer grote misdaadondernemers<br />

zouden worden opgepakt, dan zou dit slechts nieuwe instapmogelijkheden<br />

bieden aan kleinere ondernemers. Van Duyne e.a. beschouwen sociale netwerken als<br />

een duurzame voedingsbodem waaruit geput kan worden. Afhankelijk van omstandigheden,<br />

vaardigheden, beschikbaarheid en eigen keuzes blijven personen in de markt<br />

hangen. 10<br />

De onderzoeken die ten behoeve van deze CBA bestudeerd zijn, onderschrijven deze<br />

constateringen van zowel Reuter en Van Duyne als van Kleemans e.a.. Dit blijkt niet<br />

alleen uit de bestudeerde onderzoeken, maar ook uit cijfers. In België was bijna één<br />

op de vier – in het kader van onderzoeken naar synthetische-drugscriminaliteit – aangehouden<br />

personen al eerder veroordeeld voor betrokkenheid bij de productie van<br />

synthetische drugs. Bijna één op de twee had antecedenten op het gebied van verdovende<br />

middelen. 11<br />

Het lijkt erop dat de meeste criminele verbanden bestaan uit één of enkele personen<br />

die weer elk één of enkele kennissen, familieleden of vrienden onder zich hebben<br />

verzameld en die ingezet worden bij diverse werkzaamheden. Deze inzet is vaak ad<br />

hoc, zoals per uit te voeren klus. Dit is in overeenstemming met de constatering van<br />

Pearson en Hobbs, die van mening zijn dat criminele verbanden met een relatief kleine<br />

kern, met daaromheen diverse medewerkers die allerlei taken uitvoeren, het meest<br />

succesvol zijn. Samenwerkingsverbanden hebben, aldus Kleemans e.a. in 2002, een<br />

‘fluïde’ en dynamisch karakter. Criminele verbanden die bestaan uit misdaadondernemingen<br />

die structureel actief zijn en waarbinnen logistieke processen redelijk effectief<br />

functioneren, lijken dun gezaaid.<br />

Het onderzoek Taakstraf is een voorbeeld van structureel actieve<br />

misdaadondernemers. Het criminele verband bestond in principe<br />

uit twee kernleden: de Brabantse misdaadondernemer Koos en zijn<br />

Limburgse bedrijfsleider Oskar. Beiden deelden in hun eigen regio<br />

opdrachten uit aan anderen (die aan hen verantwoording moesten<br />

afleggen) en hielden elkaar dagelijks op de hoogte. Oskar werd soms<br />

ontboden naar de woning van Koos voor overleg. Oskar was belast


met de inrichting van een amfetaminelaboratorium in België, met de<br />

productie, met opslag, met de aansturing van de Belgische medewerkers,<br />

met de invoer in Nederland en de afzet. Koos deed de organisatie,<br />

de financiën en het personeel en stelde financiële middelen<br />

beschikbaar. Beiden ‘verscholen’ zich daarbij achter medewerkers<br />

die de feitelijke taken uitvoerden (zoals het opslaan van grondstoffen<br />

in hun woningen, het vervoer van productiemiddelen en eindproducten<br />

of het ter beschikking stelling van de woning van een vriendin ten<br />

behoeve van de productie). Zowel Koos als Oskar hadden jarenlange<br />

antecedenten op het gebied van synthetische drugs. Zo kreeg Oskar<br />

eind jaren negentig nog zes jaar voor zijn betrokkenheid bij een amfetaminelaboratorium<br />

in België.<br />

Wel dient opgemerkt te worden dat de keuzes die gemaakt zijn in opsporingstrajecten<br />

dit beeld in hoge mate beïnvloeden. Vaak richten onderzoeken zich op een<br />

beperkt aantal personen die van een aantal illegale activiteiten verdacht worden, en<br />

niet zelden wordt de keuze gemaakt om geen recherchecapaciteit in te zetten op<br />

eventuele opdrachtgevers, financiers, witwassers, leveranciers of afnemers.<br />

Een voorbeeld hiervan is het onderzoek Ulster, waarin een Nederlandse<br />

handelaar 520.000 XTC-tabletten had geleverd aan zijn<br />

Noord-Ierse afnemer. Naar aanleiding van een Brits onderzoek werd<br />

de leverancier aangehouden, en werden in zijn tuin onder de grond<br />

nog eens 733.000 XTC-tabletten aangetroffen: een aanzienlijke partij.<br />

Het was gelijk het einde van het onderzoek, en het bleef dus<br />

onbekend wie de producent of leverancier van deze partij was.<br />

Het beeld dat Van Duyne e.a. in 1990 schetsten van de wendbare en decentrale illegale<br />

markten lijkt anno 2005 niet veranderd en wordt bevestigd door de bestudeerde<br />

onderzoeken en de kennis van de analisten. Er is in de synthetische-drugsmarkt een<br />

klein aantal grote misdaadondernemers actief, die zich bezighouden met de invoer van<br />

grote partijen precursoren, of met het aansturen van enkele productieplaatsen, of met<br />

de uitvoer van grote partijen amfetamine en/of XTC. Naast deze grote spelers zijn<br />

diverse kleine misdaadondernemingen, vaak slechts gelegenheidsverbanden, actief.<br />

Een voorbeeld van een gelegenheidsverband zijn de twee kleine Belgische<br />

zelfstandige misdaadondernemers in onderzoek Sunshine. Een<br />

kennis van één van hen bracht hen in contact met Joop, een Nederlandse<br />

leverancier van wie zij voor € 57.000,- een partij van 130.000<br />

XTC-tabletten kochten. Joop was nogal boos over de ‘geringe’ hoogte<br />

van het bedrag dat de twee konden besteden en dat hij dus niet meer<br />

kon slijten. Hij zou een assistent zijn van zijn broer, die een ‘grote’<br />

Hoofdstuk 3<br />

95<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

96<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

zou zijn op het gebied van XTC en cocaïne. (Een Surinaamse partner<br />

van Joop zou ook tabletten in de Verenigde Staten kunnen leveren<br />

en vroeg nog aan de twee Belgen of zij eventueel geïnteresseerd<br />

waren in het vervaardigen of verkopen van XTC aldaar.) De twee<br />

Belgen verscheepten de partij vervolgens zelf in een geprepareerde<br />

auto naar Florida. Aldaar aangekomen werd de auto door één van<br />

de twee naar de woning van de andere vervoerd in Miami. Ze liepen<br />

uiteindelijk tegen de lamp toen ze een deal maakten met een afnemer<br />

die een undercoveragent bleek te zijn.<br />

Een ander sprekend voorbeeld van kleine zelfstandigen is onderzoek<br />

Mede, waarin de twee Nederlandse Turken Öser en Mehmet 80.000<br />

XTC-tabletten zouden leveren aan Litouwse afnemers. Öser en Mehmet<br />

kochten de tabletten zelf van een tweetal andere Nederlandse Turken,<br />

waarvoor zij € 0,25 per tablet moesten betalen (dus in totaal € 24.000,-<br />

). De transactie ging echter niet door omdat de tabletten op dat moment<br />

niet aan Öser en Mehmet geleverd konden worden. De Litouwers<br />

keerden onverrichterzake met hun geld (€ 30.000,-) weer terug naar<br />

Litouwen. Uit het dossier valt niet op te maken hoe de Litouwers en<br />

hun leveranciers elkaar gevonden hebben.<br />

Soms zijn dit dus kleine zelfstandige misdaadondernemingen; en soms lijken zij ingeschakeld<br />

te worden in opdracht van grotere misdaadondernemers. De vraag is hoe<br />

professioneel en kundig deze betrokkenen zijn. Het lijkt erop dat de gelegenheidsverbanden<br />

bestaan uit individuen die zijn geworven omdat zij bekenden zijn en omdat<br />

zij financiële problemen hebben. Vaak is de samenstelling van de criminele verbanden<br />

per activiteit weer anders. Echt gespecialiseerde verbanden of dienstverleners die<br />

voor een langere tijd dezelfde samenstelling hebben zijn zeldzaam. In de bestudeerde<br />

onderzoeken zijn er enkele misdaadondernemingen aangetroffen waarvan, in tegenstelling<br />

tot de ingeschakelde medewerkers, de kern niet wijzigde.<br />

Het is geen eenvoudige opgave voor criminele verbanden om in het bezit te komen van<br />

de benodigde grondstoffen, productiemiddelen en kennis om een XTC-tablet te fabriceren.<br />

Uit meerdere onderzoeken blijkt dat alle facetten hun eigen specialisten kennen.<br />

Eenlingen die een compleet productieproces beheren komen bijna niet voor en in de<br />

regel zijn dit criminele verbanden die structureel actief zijn op de synthetische-drugsmarkt.<br />

Uit onderzoeken naar deze criminele verbanden verkrijgt men meestal alleen<br />

zicht op één, hooguit twee, opeenvolgende deelactiviteiten van het logistieke proces<br />

(de grondstoffenhandel, de vervaardiging van en de handel in productieapparatuur, het<br />

productieproces en de handel en export van het eindproduct).<br />

In grote misdaadondernemingen zou volgens analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland<br />

vaak sprake zijn van een specialisatie per onderdeel: zo is een groepje verantwoordelijk


voor de invoer van BMK, een groepje voor de aanschaf van hardware, een groepje voor<br />

het namaken van verpakkingen, enzovoort. Dit beeld wordt onderbouwd door de onderzoeken<br />

Taakstraf, Zeilboot en Im-Export BV.<br />

Een uitzondering op dit beeld vormt de succesvolle misdaadondernemer<br />

Jannes uit de onderzoeken Yankee en Aussie, die zelf betrokken<br />

was bij elk deelproces, ook al had hij diverse medewerkers in dienst<br />

die werden ingezet voor één of twee deelprocessen. Jannes kocht<br />

zelf chemicaliën in België, hij zocht zelf onderdelen voor het repareren<br />

van een tabletteermachine, hij laadde zelf met twee medewerkers<br />

een kluis met circa 750.000 tabletten in een busje en hij voerde<br />

zelf besprekingen in het Verre Oosten over een nieuwe afzetroute<br />

naar Australië.<br />

Gesteld kan worden dat grote misdaadondernemers zoals in de onderzoeken Heimat,<br />

Taakstraf en Zeilboot altijd zonder ogenschijnlijke moeite aan grondstoffen en<br />

productiemiddelen kunnen komen en grote partijen kunnen produceren. Onduidelijk<br />

blijft wel hoe deze grote misdaadondernemers aan grote partijen precursoren komen<br />

(uitgezonderd het onderzoek Im-Export BV).<br />

Van Duyne beschreef in 1995 een uitzonderlijk crimineel verband dat alle activiteiten<br />

zelf beheerde, en deze had verdeeld in aparte activiteiten die door verschillende<br />

groepjes werden uitgevoerd (De Verenigde Pillendraaiers). Van Duyne stelde dat het<br />

succes van de misdaadonderneming haar noodlottig was geworden: er werden teveel<br />

activiteiten door één crimineel verband verzorgd, waardoor het steeds moeilijker<br />

was om ondergronds te blijven en onopvallend te opereren. De misdaadonderneming<br />

werd te zichtbaar. 12 Eenzelfde ontwikkeling was waarneembaar bij het criminele verband<br />

in onderzoek Im-Export BV, waarbij de misdaadondernemer en de bedrijfsleider<br />

zoveel contacten onderhielden en activiteiten ontplooiden, dat ze onvermijdelijk een<br />

keer in een onderzoek in beeld zouden komen (al was het maar in de zijlijn).<br />

Taakverdeling<br />

Koeriers, laboranten en ‘manusjes van alles’ staan laag in de rangorde van medewerkers.<br />

In de bestudeerde onderzoeken zijn legio van zulke medewerkers aangetroffen.<br />

Voorbeelden van zulke manusjes zijn de in onderzoek Flipje door de smokkelaar ingeschakelde<br />

twee hulpjes die de smokkelwaar moesten inpakken, sealen en verstoppen<br />

tussen de normale lading groente en fruit. Ook moesten zij bestelauto’s huren, chauffeurs<br />

opvangen bij loodsen en aanwijzingen geven bij de belading van vrachtwagens.<br />

Omdat de activiteiten die dit soort medewerkers verrichten geen specifieke vaardigheden<br />

vereisen, zijn zij makkelijk inwisselbaar (wat belangrijk is gezien de aanhoudingsrisico’s<br />

die deze medewerkers lopen). Daarbij is het natuurlijk van belang dat ze niets<br />

verklaren als ze inderdaad aangehouden worden. Daartoe werden bijvoorbeeld in de<br />

12 P.C. van Duyne, Het spook<br />

en de dreiging van de georganiseerde<br />

misdaad, SDU<br />

Den Haag 1995, p.89-92.<br />

Hoofdstuk 3<br />

97<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


13 H. van de Bunt, D. Kunst<br />

en D. Siegel, XTC over<br />

de grens. Een studie naar<br />

XTC-koeriers en kleine<br />

smokkelaars, Boom Juridische<br />

Uitgevers, Den Haag<br />

2003, 7-9. Deze studie is<br />

vooral gebaseerd op interviews<br />

met gedetineerde<br />

koeriers en smokkelaars<br />

in de Verenigde Staten en<br />

Duitsland, en gaat in op<br />

de wijze waarop personen<br />

zijn benaderd om deel te<br />

nemen aan de smokkel,<br />

wat de beloning zou zijn,<br />

hoe het logistieke traject<br />

liep en hoe de koeriers<br />

werden aangestuurd.<br />

14 Uit de gegevens van de<br />

NR-Unit Zuid-Nederland<br />

blijkt dat de meeste<br />

koeriers tussen de 25 en<br />

40 jaar zijn en van het<br />

mannelijk geslacht. Inbeslagnemingen<br />

synthetische<br />

drugs 2004.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

98<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

onderzoeken Aussie en Yankee de medewerkers die de smokkel begeleidden enerzijds<br />

onder druk gezet door de persoon die hen aanstuurde, en anderzijds kregen ze van de<br />

misdaadondernemer financiële middelen om juridische bijstand te bekostigen.<br />

Van de Bunt e.a. maken onderscheid tussen koerier en smokkelaar. 13 Een koerier<br />

werkt in opdracht van anderen en fungeert tevens als katvanger wanneer het mis<br />

gaat. Een smokkelaar is eigen baas, en is vaak niet alleen vervoerder maar soms ook<br />

handelaar (zoals de kleine zelfstandigen in onderzoek Sunshine). Wel kan een smokkelaar<br />

net als een koerier in opdracht van anderen werken. Koeriers hebben voor<br />

een crimineel verband weinig waarde, omdat ze makkelijk te vervangen zijn. Ze hebben<br />

geen kennis van het criminele verband door wie ze zijn benaderd en weten soms<br />

niet eens wat ze smokkelen. Koeriers zijn vaak jong, meestal laag opgeleid, werkloos<br />

en hebben niet zelden financiële problemen. 14 De positie van een koerier kan ook<br />

worden afgeleid uit een benaming als pakezel (gebruikt door Colombiaanse drugsdealers).<br />

In onderzoek Dominiek2 werd over een vrouwelijke koerier gesproken die ‘leeg’<br />

overkwam vanuit Zuid-Amerika.<br />

Niet alleen koeriers worden geprikkeld door hun financiële problemen. Uit Belgische<br />

opsporingsonderzoeken naar synthetische-drugscriminaliteit blijkt dat een aanzienlijk<br />

deel van de verdachten deelnamen aan de smokkel, productie en handel vanwege<br />

financiële problemen. Eenzelfde beeld is waar te nemen in Nederland. Zo werd in<br />

onderzoek Kangaroo een Nederlander, Klaus, vanwege zijn financiële problemen door<br />

een kernlid van een Chinees crimineel verband benaderd om een internationaal handelsbedrijf<br />

op te zetten, om zo een façade te creëren waarmee de smokkel van synthetische<br />

drugs gefaciliteerd werd.<br />

Zoals hierboven al werd vermeld zijn er veel aanwijzingen voor het bestaan van een<br />

redelijk gesloten circuit (‘ons kent ons’) waarbij bekenden worden ingezet om het<br />

productiewerk te doen. Ook komt het voor dat deze bekenden zelf weer personen<br />

erbij betrekken om allerlei activiteiten te verrichten. De (productie-)medewerkers<br />

kennen alleen de personen die direct boven hen staan en die hen inzetten en betalen.<br />

Wat er verder in het logistieke traject gebeurt blijft voor hen onbekend, laat staan dat<br />

ze de uiteindelijke opdrachtgevers leren kennen.<br />

Onderzoek Zeilboot geeft een mooi beeld van de taakverdeling van<br />

een crimineel verband. De misdaadondernemer Frederik gaf opdrachten<br />

aan een aantal leden die op hun beurt zorg droegen voor de<br />

uitvoering door weer anderen aan te sturen. Niet iedereen had onderling<br />

contact; er bestonden kennelijk afspraken over welke personen<br />

met elkaar in contact mochten treden.<br />

De medewerkers die activiteiten uitvoerden – zoals het laden van een<br />

boot of het besturen van een transport tabletten – communiceerden<br />

alleen met de personen door wie ze worden aangestuurd. Ze wisten<br />

niet van wie deze personen weer opdrachten kregen. Er zaten altijd


twee personen tussen de misdaadondernemer en bedrijfsleider en<br />

de uitvoerders.<br />

Over de voortgang werd direct verantwoording afgelegd aan Frederik.<br />

Ook de bedrijfsleider Kopara diende dit te doen. Frederik gaf zelf<br />

sturing aan Nederlandse medewerkers (die onderhandelden met afnemers<br />

en die transporten organiseerden) en aan Kopara. Kopara gaf<br />

sturing aan een aantal Pools en Russisch sprekende personen. Kopara<br />

had een rechterhand, Bogus, die bij afwezigheid zijn taken overnam<br />

en die aan hem verantwoording aflegde. Samen met zijn neef voerde<br />

hij werkzaamheden uit aan een boot waarin 1,5 miljoen tabletten<br />

verstopt moesten worden. Frederik onderhield daarnaast contacten<br />

met zijn twee medefinanciers.<br />

Vaak zal een misdaadondernemer de activiteiten, en de aansturing daarvan, zo organiseren<br />

dat openlijke communicatie- en gezagslijnen naar hem onnodig zijn. Compagnons,<br />

vaak jarenlange bekenden, zijn dan verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering.<br />

Onderzoek Im-Export BV richtte zich op de Brabantse misdaadondernemer<br />

Nelson, die met zijn Belgische bedrijfsleider Jos een hecht<br />

netwerk had ontwikkeld ten behoeve van de productie en handel<br />

in synthetische drugs. Nelson was nergens zelf bij betrokken, maar<br />

deed alles middels zijn zoon en naaste medewerkers waarmee hij al<br />

jarenlang samenwerkte. Eén daarvan was zijn compagnon Simon, die<br />

betrokken was bij het laboreren en tabletteren. Het ging sowieso om<br />

drie laboratoria en een tabletteerplaats. Simon had al antecedenten<br />

op het gebied van synthetische drugs, en was al eens veroordeeld tot<br />

acht jaar cel voor betrokkenheid bij de productie.<br />

Verantwoordingsrelaties<br />

Het is geen eenvoudige opgave om de gezagsstructuren in een crimineel verband<br />

bloot te leggen. Hier krijgt men alleen zicht op door middel van observatie (bijvoorbeeld<br />

wanneer een bedrijfsleider ontboden wordt bij de misdaadondernemer),<br />

tapgesprekken (bijvoorbeeld via het vernemen van een gebiedende stem naar een<br />

gesprekspartner) en uit verklaringen van verdachten.<br />

In T1 ligt de werkelijke bevoegdheid van de groep afnemers bij één<br />

persoon, Bibi, die zich meestal in Israël ophoudt. Telkens wordt voor<br />

beslissingen contact gezocht met deze persoon. De leverancier heeft<br />

aanvankelijk geen mogelijkheden tot contact met deze persoon.<br />

Wanneer deze persoon eindelijk in Nederland zit en er zich een incident<br />

voordoet tussen de leverancier en één van de afnemers, dan<br />

treedt deze persoon op verzoek van zijn ondergeschikte direct in<br />

Hoofdstuk 3<br />

99<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

100<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

contact met de leverancier (die niet meer wil spreken met het desbetreffende<br />

lid van de groep afnemers nadat hij door hem met de<br />

dood is bedreigd).<br />

In onderzoek Taakstraf dienden directe medewerkers en de bedrijfsleider<br />

van de misdaadondernemer Koos aan hem verantwoording af<br />

te leggen. Niet alle medewerkers hadden onderling contact; er waren<br />

kennelijk afspraken welke personen met elkaar in contact mochten<br />

komen. Deze medewerkers hadden echter ook weer elk een<br />

assistent ingezet, die weer aan hen verantwoording moesten afleggen,<br />

en dus niet aan de grote baas zelf (die kenden ze niet). Tijdens<br />

een periode waarin Koos gedetineerd was nam zijn broer zijn rol<br />

over. Deze legde wel met regelmaat verantwoording af aan Koos tijdens<br />

telefoongesprekken en bezoeken aan het Huis van Bewaring.<br />

Als onderdeel van zijn detentie moest Koos overdag werkzaamheden<br />

verrichten bij een slagerij. Daar kwam hij echter haast nooit. Hij ging<br />

gewoon naar huis. Zijn medewerkers waren hiervan op de hoogte.<br />

Uit weinig onderzoeken blijkt of en hoe misdaadondernemers interne sanctie- of beloningsystemen<br />

hanteren. Ook dit valt alleen op te maken uit telefoontaps of uit verklaringen.<br />

Sancties bestaan vooral uit het dreigen met fysiek geweld als er met de politie<br />

gepraat gaat worden. Zo blijkt uit verklaringen van een medewerker in onderzoek Boekenbal<br />

dat hij en een collega door de misdaadondernemer met de dood zijn bedreigd,<br />

naar eigen zeggen vanwege het feit dat hij allerlei vragen bleef stellen. In de onderzoeken<br />

Aussie en Yankee verklaarden aangehouden medewerkers voor hun veiligheid te<br />

vrezen nadat ze verklaringen hadden afgelegd over anderen.<br />

Beloningen aan medewerkers worden vaak gegeven in de vorm van een financiële vergoeding.<br />

In onderzoek Weekend kregen de medewerkers van het laboratorium per verwerkte<br />

liter PMK € 500,- van hun opdrachtgever. In onderzoek Boekenbal kreeg de<br />

medewerker die de transportorders plaatste bij de transporteur tussen de € 500,- en €<br />

2.000,- per week. In onderzoek Kangaroo kreeg de Nederlander die een bedrijf opzette<br />

€ 2.500,-: dit was het BTW-bedrag dat gemoeid was met de verkoop van de deklading.<br />

In onderzoek Suripil kreeg een ronselaar € 500,- voor zijn bemiddeling, terwijl de geronselde<br />

koerier (de zwager van zijn broer) € 4.000,- zou krijgen. In onderzoek Zeilboot<br />

stelde de misdaadondernemer een hoeveelheid verdovende middelen in het vooruitzicht<br />

als vergoeding voor uitgevoerde diensten. Zijn bedrijfsleider kreeg per transport<br />

twintig procent van de opbrengsten. Ook in onderzoek Yankee kreeg een medewerker in<br />

de VS een deel van de tabletten als beloning. In onderzoek Aussie zou de medewerker in<br />

Australië € 100.000,- krijgen als de smokkel van 700.000 tabletten goed zou verlopen.<br />

In drie onderzoeken (Kangaroo, Yankee en Aussie) bleek dat de desbetreffende misdaadondernemer<br />

geld beschikbaar had om de juridische kosten te dekken voor medewerkers<br />

wanneer zij zouden worden aangehouden.


3.2.2.2 Relaties met bedrijven 15<br />

Uit de analyse van de opsporingsonderzoeken blijkt dat er een onderscheid gemaakt<br />

kan worden tussen vier typen ondernemingen die betrokken kunnen zijn bij synthetische-drugscriminaliteit.<br />

1. Een volledig crimineel bedrijf. Bijvoorbeeld een bedrijf dat door een crimineel<br />

verband is opgericht om bepaalde chemicaliën of hardware bij toeleveringsbedrijven<br />

aan te schaffen. Dit is een tactiek waar veel criminele verbanden gebruik<br />

van maken. Zo richtten in Boekenbal zowel de Nederlandse leverancier<br />

van cocktailtransporten als de Engelse afnemer daarvan een bedrijfje op om<br />

met behulp van een legale dekmantel hun smokkelwaar te vervoeren. Ook in<br />

Kangaroo werd door een Nederlandse WAO’er in opdracht van een Chinees<br />

een bedrijf opgericht om de smokkel van XTC te faciliteren.<br />

2. Een bedrijf dat een klein deel van de omzet uit criminele activiteiten haalt,<br />

meestal vanwege financiële problemen. Zo was in onderzoek Flipje de directeur<br />

van een transportonderneming zelf betrokken bij het vervoer van<br />

amfetamine en softdrugs in partijen fruit naar het Verenigd Koninkrijk. Nadat<br />

zijn chauffeurs bij het lossen van twee fruittransporten hun verdenkingen<br />

hadden geuit, verzuimde hij navraag te doen bij de klant en bij de Kamer van<br />

Koophandel. In onderzoek Weekend verhuurde de eigenaar van een sanitairbedrijf<br />

in het weekend bedrijfsruimte aan een aantal personen die aldaar XTC<br />

produceerden.<br />

3. Het bedrijf waarbij de ‘directie’ niet weet dat een werknemer misbruik maakt<br />

van zijn positie in het bedrijf, zoals een transportonderneming waarvan een<br />

vrachtautochauffeur deelneemt aan de smokkel van XTC-tabletten. Hiervan<br />

zijn geen voorbeelden aangetroffen in de bestudeerde onderzoeken.<br />

4. Een bedrijf dat door criminelen wordt misbruikt, zoals autoverhuurbedrijven,<br />

transportbedrijven, chemiebedrijven en garageboxverhuurders. In onderzoek<br />

F1 deed de misdaadondernemer Duizendpoot telefonisch bestellingen bij leveranciers<br />

van chemicaliën. Een bedrijf dat betaald werd via een Stichting Derdengelden<br />

kreeg argwaan en vroeg een gesprek aan met Duizendpoot, die toezegde<br />

maar nooit terugbelde. Een ander bedrijf dat al diverse keren goederen aan de<br />

onderneming van Duizendpoot had geleverd wenste eindelijk eens de bedrijfsgegevens<br />

te ontvangen om af te zijn van de contante betalingen.<br />

De FIOD-ECD heeft de 163 bedrijven geanalyseerd die in 2002 voorkwamen in zijn<br />

opsporingsonderzoeken (die zich vooral richten op grondstoffen en dumpingen). 16<br />

Hiervan waren er 130 in Nederland gevestigd, waarvan de meeste zich in de Randstad<br />

15 Zie ook de paragraaf over<br />

betrokken branches, en<br />

Kleemans e.a., 2002, p.80-<br />

82.<br />

16 CBA Precursoren, p. 36-43.<br />

Hoofdstuk 3<br />

101<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


17 CBA Precursoren, p.48-50.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

102<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

bevonden. De 33 buitenlandse bedrijven bevonden zich vooral in België en Duitsland.<br />

Het aantal verdachte bedrijven is beperkt tot 27 Nederlandse bedrijven en één Chinees<br />

bedrijf. Opvallend is dat relatief veel verdachte bedrijven in Overijssel, Drenthe<br />

en Friesland zijn gevestigd. Wanneer bedrijven in meerdere opsporingsonderzoeken<br />

voorkomen dan blijken deze ook vaker zelf verdachte te zijn. Verdachte bedrijven<br />

zijn vaak relatief klein (van eenmanszaken tot bedrijfjes met vier werknemers). Verdachte<br />

bedrijven hebben bijvoorbeeld bewust chemicaliën verkocht aan onbekende<br />

derden of aan criminelen, of ze hebben niet voldaan aan de meldplicht die geldt voor<br />

dergelijke transacties, of ze hebben als dekmantel gefungeerd voor de inkoop van<br />

chemicaliën ten behoeve van de productie van synthetische drugs. Het aandeel van<br />

verdachte bedrijven neemt af naarmate de bedrijfsomvang toeneemt. Niet-verdachte<br />

bedrijven kunnen voorkomen in onderzoeken omdat de bedrijfsnaam vermeld staat<br />

op verpakkingsmateriaal.<br />

De FIOD-ECD onderscheidt drie categorieën verdachte bedrijven: (1) bedrijven<br />

met legale commerciële bedrijfsactiviteiten die vanwege de levering van chemicaliën<br />

aan onbekende afnemers verdacht zijn van overtreding van de WVMC; (2) bedrijven<br />

die naast legale commerciële bedrijfsactiviteiten opzettelijk criminele activiteiten<br />

faciliteren met de in- en doorverkoop van chemicaliën aan criminele afnemers; (3)<br />

bedrijven die uitsluitend criminele activiteiten verrichten onder de legale schijn van<br />

een dekmantel. Bij de eerste categorie, met name groothandels in chemische stoffen,<br />

was in de meeste gevallen sprake van het overtreden van wet- en regelgeving<br />

door bedrijfsmedewerkers. De tweede categorie bedrijven trad op als illegale tussenhandelaar<br />

in grondstoffen voor criminelen. Deze bedrijven hebben voor hun legale<br />

bedrijfsactiviteiten toegang tot groothandels in chemische stoffen. Deze categorie<br />

vormt de schakel tussen de legale bovenwereld en criminele afnemers, en zijn zonder<br />

uitzondering kleine BV’tjes waarvan de eigenaar zelf ook als verdachte voorkomt. De<br />

derde categorie betreft bedrijfjes met namen waaruit zou blijken dat zij ingekochte<br />

chemische stoffen legaal zouden toepassen, zoals zogenaamde verfhandels en schoonmaakbedrijven.<br />

Maar het komt ook voor dat een bedrijf een andere bedrijfsomschrijving<br />

heeft, waarschijnlijk om op deze wijze buiten beeld te blijven van controles en<br />

toezichthouders. 17<br />

Zo hanteerde Duizendpoot (de misdaadondernemer uit onderzoek<br />

F1) als bedrijfsomschrijving van zijn eenmanszaak: “De ontwikkeling en<br />

fabricage van en de groothandel in machines ten behoeve van de verwerking<br />

van homeopathische middelen, tevens de in- en verkoop van homeopathische<br />

middelen en kruiden, alles in de ruimste zin van het woord”.<br />

Twee andere rechtsvormen van dezelfde persoon hanteerden soortgelijke<br />

bedrijfsomschrijvingen. De producent onderhield ook een<br />

website waarop hij zijn diensten aanbood en onder andere een opsomming<br />

gaf van de productiemiddelen die hij kon leveren. Hij stond<br />

voor discretie en had tevens een eigen koeriersdienst voor snelle


levering. Een compagnon van de producent had een eenmanszaak<br />

met als bedrijfsomschrijving “In- en Verkoop van grondstoffen van alternatieve<br />

geneeskunde”.<br />

Het is ook voorgekomen dat verdachte bedrijven in wisselende samenstelling met<br />

elkaar samenwerken, bijvoorbeeld wanneer criminele afnemers naar elkaar worden<br />

doorverwezen of als de ene optreedt als offerte aanvrager namens de andere.<br />

3.2.2.3 Andere delicten<br />

Zoals al eerder vermeld is uit een aantal onderzoeken gebleken dat Nederlandse<br />

criminele verbanden synthetische drugs ruilen tegen cocaïne, heroïne en vuurwapens.<br />

Een aantal onderzoeken richtte zich op personen uit voormalig Joegoslavië.<br />

Zo waren in één onderzoek een aantal in Nederland woonachtige Joegoslaven bezig<br />

om ruiltransacties voor te bereiden waarbij illegale handvuurwapens uit voormalig<br />

Joegoslavië moesten worden ingewisseld tegen XTC, die vervolgens weer naar Kroatië<br />

en Bosnië zouden worden gesmokkeld. Zowel het ingevoerde wapentuig als de<br />

uitgevoerde XTC zou worden verborgen in autobussen.<br />

De ruilhandel is eigenlijk zeer vanzelfsprekend, omdat in deze handelsstroom een<br />

geldtransactie kan worden overgeslagen. De vraag is wel of ruilhandel bij alle illegale<br />

goederen een structureel karakter heeft. Waarschijnlijk is dit bij de ruil tegen vuurwapens<br />

niet het geval, omdat dit goederen betreft met een lange levensduur. De ruilhandel<br />

van verdovende middelen onderling lijkt in principe structureel van opzet te<br />

zijn, zolang de vraag naar beide producten blijft bestaan. In onderzoek Yankee had de<br />

misdaadondernemer Jannes overleg met Colombianen over de ruil van XTC-tabletten<br />

tegen cocaïne. Het overleg vond plaats in Bogota en in Barcelona. Jannes ging er van<br />

uit dat door de ruil tegen cocaïne zijn winstmarge zou worden vergroot.<br />

Criminele verbanden die verdovende middelen leveren aan Britse afnemers combineren<br />

vaak verschillende partijen in één smokkeltransport. Vaak gaat het om partijen<br />

amfetamine, XTC, cocaïne en marihuana. Zo wilde een Nederlandse crimineel verband<br />

in onderzoek Cities in een zestal transporten een twintigtal kilogram amfetamine,<br />

een kilogram cocaïne en bijna duizend kilogram marihuana aan Engelse afnemers<br />

leveren. Deze partijen werden geconfisqueerd. Daarnaast is een onbekend aantal<br />

partijen niet in beslag genomen, waaronder XTC.<br />

Andere delicten die vaak voorkomen zijn illegaal wapenbezit, witwassen en valsheid<br />

in geschrifte. Deze strafbare feiten staan niet op zichzelf, maar zijn gerelateerd aan<br />

de activiteiten die door personen ontplooid worden op illegale markten. Valsheid in<br />

geschrifte wordt gepleegd om onzichtbaar te blijven voor de opsporingsautoriteiten.<br />

Illegaal wapenbezit komt vaak voor, naar eigen zeggen, ter eigen bescherming tegen<br />

anderen (zoals bijvoorbeeld de bedrijfsleider in onderzoek F1 verklaarde). Witwassen<br />

is noodzakelijk om het wederrechtelijk verkregen voordeel legaal te maken.<br />

Overige delicten die in één onderzoek naar voren kwamen waren mensensmokkel<br />

Hoofdstuk 3<br />

103<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


PMK ‘vermomd’ als kookolie.<br />

18 CBA Synthetische Drugs,<br />

2002, p.25. Wel valt een<br />

tendens waar te nemen<br />

waarbij Chinese leveranciers<br />

van precursoren<br />

uitbetaald worden in<br />

MDMA-poeder, dat zij dan<br />

zelf elders (door anderen)<br />

laten tabletteren.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

104<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

en afpersing. In onderzoek Verre Oosten werd een Nederlandse compagnon van de<br />

bedrijfsleider van een Chinees crimineel verband gevraagd om een vrachtwagen te<br />

huren. Daarmee moest in Frankrijk iets gebeuren met dertig mensen. Daarnaast zou<br />

dezelfde compagnon (een oud-kickbokser) met de Chinese bedrijfsleider naar Frankrijk<br />

gaan om iemand met veel geld knock-out te slaan.<br />

3.3 Werkwijze van criminele verbanden<br />

Achtereenvolgens zullen de activiteiten in relatie tot hulpbronnen (het verschaffen<br />

van grondstoffen, hardware, kennis en ruimtelijke voorzieningen, en de financiering<br />

van grondstoffen en hardware), de logistieke faciliteiten en knooppunten (de verwerving<br />

en smokkel van grondstoffen en hardware, de productie van synthetische drugs, de<br />

afzet van synthetische drugs en de dumpingen van afvalstoffen van synthetische drugs)<br />

en institutionele faciliteiten (facilitairs en tussenpersonen, branches, vergunningen en<br />

(nep)bedrijven, en valse documenten) behandeld worden.<br />

3.3.1 Hulpbronnen<br />

3.3.1.1 Benodigde grondstoffen, productiemiddelen, kennis en ruimtelijke<br />

voorzieningen<br />

De hulpbronnen die noodzakelijk zijn om te komen tot amfetamine of XTC zijn (1) precursoren,<br />

(2) chemicaliën, (3) productiemiddelen waarmee een laboratorium kan werken,<br />

(4) een tabletteermachine, (5) kennis van het productieproces en (6) accommodatie.<br />

Precursoren<br />

Het is onbekend hoe Chinese criminele verbanden in het land van herkomst aan precursoren<br />

komen. Er is een aantal mogelijkheden. Ze kunnen het via een tussenpersoon<br />

of fictief bedrijf afnemen van een legale producent (die dus misleid wordt), ze kunnen<br />

het verkrijgen via de achterdeur door de medewerking van productiemedewerkers van<br />

een legale producent (die niet betrokken wordt), of ze kunnen het zelf fabriceren. De<br />

laatste mogelijkheid is de bewuste levering door een legale producent aan een illegale<br />

afnemer. Ook is onbekend hoe Oost-Europese criminele verbanden de precursoren in<br />

Oost-Europa betrekken. Waarschijnlijk zijn deze in Oost-Europa geproduceerd.<br />

Zoals ook al in de CBA Synthetische Drugs 2001 werd geconstateerd zijn de smokkel<br />

van en de handel in precursoren afgesloten circuits. Een persoon die handelt in<br />

precursoren zal over het algemeen bijvoorbeeld niet betrokken zijn bij het laboreren.<br />

18 Verondersteld wordt dat er weinig personen of criminele verbanden zijn die<br />

de beschikking hebben over grote hoeveelheden BMK en PMK, en dat daarom deze<br />

personen of groepen van cruciaal belang zijn voor afnemers. Volgens een analist van<br />

de NR-Unit Zuid-Nederland is het denkbaar dat enkele personen grote voorraden


PMK beheerden, die nu vermoedelijk opraken en maar moeizaam kunnen worden<br />

aangevuld (getuige de recente prijsstijging).<br />

Chemicaliën<br />

Zoals al eerder aangegeven zijn bij de aanschaf en het vervoer van de overige chemische<br />

grondstoffen veelal Nederlanders betrokken. Opvallend bij deze handel is een<br />

steeds terugkerende werkwijze. Meestal wordt gebruik gemaakt van een rechtspersoon,<br />

een bedrijf waarbinnen legaal met chemicaliën wordt gewerkt. Voorbeelden<br />

hiervan zijn schilder-, autoclean- en transportbedrijven met een vergunning om gevaarlijke<br />

stoffen te vervoeren.<br />

Productiemiddelen<br />

Tot 2001 was er geen beeld van de fabricage van en handel in apparaten ten<br />

behoeve van de synthetische-drugsproductie. Bij veel opsporingsonderzoeken<br />

werd niet geïnvesteerd in het onderzoeken van aangetroffen productieapparatuur.<br />

Informatie van toeleveranciers van deze apparaten en onderdelen<br />

van apparaten werd niet vastgelegd. Het gevolg was dat de producenten van<br />

deze apparaten lang door konden gaan zonder dat tegen hun een onderzoek<br />

werd ingesteld.<br />

Om zicht te krijgen op deze markt is in 2001 door Europol Drugs Unit, het<br />

toenmalige KTZ/USD, het Nederlands Forensisch Instituut en een aantal<br />

specialisten van regionale politiekorpsen een vergelijkend onderzoek van<br />

productieapparaten ingesteld. Hierbij werd de aangetroffen hardware op de diverse<br />

productielocaties met elkaar vergeleken. Een eerste vergelijking vond plaats door<br />

een groot aantal foto’s van aangetroffen productieapparaten te bestuderen. Op deze<br />

wijze werden de zichtbare overeenkomsten vastgesteld. Deze resultaten werden<br />

vervolgens gebruikt voor nader tactisch, technisch en forensisch onderzoek. Bij het<br />

technische en forensische onderzoek werden bepaalde onderdelen van de productieapparaten<br />

op werktuigsporen onderzocht en onderling vergeleken.<br />

Bij het tactisch onderzoek werden verbanden gezocht tussen de gegevens uit de diverse<br />

onderzoeken. Tijdens een eerste onderzoek met deze opsporingsmethode werden<br />

140 niet industrieel vervaardigde productieapparaten uit twintig synthetische-drugslaboratoria<br />

vergeleken. Bij 70 procent van deze apparaten werden overeenkomsten<br />

geconstateerd. Op deze wijze bleek dat in veertien van de twintig laboratoria apparaten<br />

werden aangetroffen die gefabriceerd waren door dezelfde personen of organisatie.<br />

Deze resultaten hebben geleid tot de aanhouding van een aantal verdachten, die<br />

apparatuur leverden aan diverse producenten van synthetische drugs.<br />

Het is denkbaar dat slechts enkele personen faciliteren bij het verschaffen van hardware.<br />

Naast deze personen worden bepaalde productiemiddelen ook bij bedrijven<br />

in Nederland of in het buitenland besteld, of wordt zulke bedrijven de opdracht gegeven<br />

om bepaalde constructies of productiemiddelen op maat te maken. Het gaat<br />

Werkzame opstelling van de<br />

Leuckartsynthese.<br />

Hoofdstuk 3<br />

105<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

106<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

dan bijvoorbeeld om grote glasbodemkolven van 25 liter en grote opstellingen voor<br />

gasbranders.<br />

Overige stoffen<br />

Vulmiddelen en kleurstoffen worden veelal betrokken van legale bedrijven. Zo bestelde<br />

de misdaadondernemer in onderzoek F1 telefonisch een aantal vul- en kleurstoffen<br />

bij een toeleveringsbedrijf.<br />

Tabletteermachines<br />

Tabletteermachines zijn van groot belang bij het slaan van MDMA-poeder tot XTCtablet.<br />

In 2001 en 2002 is gekeken of de handel in deze machines aan regelgeving gebonden<br />

kon worden. Dit is niet haalbaar gebleken, vooral omdat tabletteermachines<br />

op grote schaal legaal toegepast worden en bijvoorbeeld een vergunningstelsel voor<br />

te grote handelsobstakels zou zorgen. Wanneer een legale façade gebruikt wordt dan<br />

lijkt het vrij eenvoudig voor producenten om een tabletteermachine te verkrijgen.<br />

Zo werd in onderzoek F1 door de misdaadondernemer in 2001 en 2002 een vijftal<br />

tabletteermachines afgenomen van een Belgisch bedrijf dat tweedehands tabletteermachines<br />

zelf betrok uit Oost-Europa en uit de EU.<br />

Kennis<br />

Uit een groot aantal onderzoeken blijkt dat sowieso één van de betrokkenen bij de<br />

productie al ervaring had met de productie van synthetische drugs. In onderzoek<br />

Peppie was een oudgediende uit een Brabantse stad betrokken bij de productie van<br />

amfetamine. De bedrijfsleider in onderzoek Taakstraf had jarenlange ervaring in het<br />

produceren van amfetamine. Hij zette daarvoor ook anderen in. Hij kwam wel af en<br />

toe langs in het laboratorium.<br />

In onderzoek Groentje werden twee onervaren productiemedewerkers<br />

aangetrokken, die het laborantenvak van een oudgediende uit<br />

Limburg zouden leren. Ze zouden voor hun eerste productie geen<br />

vergoeding ontvangen, omdat dit voor hun ter lering was (wat geïnterpreteerd<br />

zou kunnen worden alsof zij hiermee een kans kregen,<br />

en dat de opdrachtgever dus in hen investeerde). De ‘leraar’ zou<br />

voor zijn diensten een paar duizend euro ontvangen. De bedoeling<br />

was om middels de reductieve aminering en de koude methode XTC<br />

te maken. Een dag nadat de laborant en zijn twee assistenten voor<br />

het eerst waren begonnen, werd het laboratorium opgerold.<br />

Accommodatie<br />

Criminele verbanden die actief zijn in de productie van synthetische drugs proberen<br />

dit vanzelfsprekend zo onopvallend mogelijk te doen. Hiertoe regelen ze vaak accommodatie<br />

bij kennissen of familie. Er zijn weinig gevallen bekend waarbij producenten


ij onbekenden een accommodatie huren (een voorbeeld is onderzoek Groentje). Het<br />

is voor producenten aantrekkelijk om de laboratoria in te richten op plekken waar<br />

weinig mensen komen. Daarom worden veel productieplaatsen aangetroffen in landelijke<br />

gebieden, bijvoorbeeld in boerenschuren, of op bedrijfsterreinen. In een aantal<br />

gevallen is er sprake van bewuste deelname door personen die ruimte beschikbaar<br />

stellen en verhuren. De desbetreffende personen hebben dan vaak zelf antecedenten<br />

in relatie tot de Opiumwet. Anderzijds worden ook veel productieplaatsen aangetroffen<br />

in woonwijken, hoewel er sprake is van een duidelijke afname vanaf 2002.<br />

3.3.1.2 Financiering van grondstoffen, productiemiddelen en accommodatie<br />

Precursoren<br />

Er zijn geen gegevens bekend over de financiering van precursoren door Chinese<br />

smokkelaars in China zelf. Ook is uit de bestudeerde onderzoeken niet duidelijk geworden<br />

hoe afnemers in Nederland de Chinese leveranciers betalen. In een aantal<br />

gevallen betaalden de Nederlandse afnemers met MDMA-poeder. Zo werd MDMApoeder<br />

in partijen van 250 kilogram als aardappelpuree naar Canada gesmokkeld,<br />

waar het door een Chinees crimineel verband werd getabletteerd. Ook werd het<br />

poeder in speelgoed naar Hong Kong gestuurd.<br />

Chemicaliën<br />

De chemicaliën worden middels fax of telefoon besteld. Omdat contante betaling bij<br />

het leverende chemiebedrijf opvalt, wordt ook wel giraal door tussenkomst van een<br />

geldinstelling betaald. Bij de geldinstelling wordt contant geld gestort en verzocht<br />

dit over te boeken op de rekening van het chemiebedrijf. Deze werkwijze herbergt<br />

meerdere risicovolle momenten. Er moet namelijk een bestelling gedaan worden bij<br />

de medewerker van het chemiebedrijf, er moet betaald worden en het bedrijf moet<br />

bezocht worden om de chemicaliën af te halen. Bij betalingen, door het storten van<br />

contant geld bij de geldinstelling, moet een verzoek gedaan worden bij de medewerker<br />

van de geldinstelling om tot betaling aan het chemiebedrijf over te gaan.<br />

In onderzoek F1 werden de door de misdaadondernemer op rekening<br />

ingekochte grondstoffen en andere goederen (zoals onder andere<br />

machinerieën) uiteindelijk betaald via de girorekening van een<br />

Stichting Derdengelden. De misdaadondernemer gaf contante gelden<br />

af aan zijn financieel adviseur. Deze voerde de betaling uit via een aan<br />

hem ter beschikking staande girorekening van de Stichting Derdengelden.<br />

Het betalen van inkooprekeningen via een girorekening van<br />

een Stichting Derdengelden is voor een normale legale wijze van handel<br />

bedrijven geen gebruikelijke zaak. Bij een normale controle door<br />

de Belastingdienst is het hierdoor niet mogelijk om een inzage te<br />

krijgen in de kasuitgaven voor de betalingen van dergelijke inkopen.<br />

Chemicaliën in een laboratorium.<br />

Hoofdstuk 3<br />

107<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

108<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Door deze handelswijze is het mogelijk om bepaalde inkopen buiten<br />

het zicht van de Belastingdienst te houden.<br />

Productiemiddelen<br />

Deze worden contant betaald door afnemers. In onderzoek F1 namen afnemers lijsten<br />

mee van hardware of stoffen die zij nodig hadden, en Duizendpoot keek dan wat hij<br />

kon leveren en noteerde zijn prijzen achter de desbetreffende items. De leveringen<br />

werden altijd contant betaald. Een afnemer die in totaal voor € 30.000,- van Duizendpoot<br />

had afgenomen verklaarde dat hij nog nooit een factuur van hem had ontvangen.<br />

Verkoopfacturen die door Duizendpoot waren opgesteld waren gericht aan niet-bestaande<br />

bedrijven of personen.<br />

Overige stoffen<br />

Vulmiddelen en kleurstoffen worden vaak contant betaald. Opvallend is dat in deze<br />

bedrijfstak, waar betalingen in de regel via de bank geregeld worden, sommige leveranciers<br />

contante betaling door incidentele afnemers niet verdacht vinden. Ze melden<br />

het althans niet.<br />

Accommodatie<br />

Uit een aantal onderzoeken blijkt dat de verhuurder van een ruimte een klein bedrag<br />

krijgt. In onderzoek Groentje huurde het criminele verband een garage voor € 250,-<br />

per maand. In onderzoek Retour ontving de bewoner van een loods een vergoeding<br />

voor het gebruik daarvan, alsmede voor het in ontvangst nemen van allerlei geleverde<br />

goederen. In onderzoek Weekend verhuurde de eigenaar van een sanitairbedrijf zijn<br />

locatie voor € 250,- per maand, een bedrag dat hoger werd toen er ook aceton werd<br />

opgeslagen. Er was een huurachterstand. De eigenaar zorgde ervoor dat tijdens het<br />

produceren (circa twaalf keer in een periode van zes maanden) geen werknemers van<br />

zijn sanitairbedrijf aanwezig waren.<br />

3.3.2 Logistieke faciliteiten en knooppunten<br />

3.3.2.1 Verwerving en smokkel van grondstoffen en hardware<br />

Grondstoffen, gebruikte routes en vervoersmiddelen en betrokkenen<br />

De import van precursoren is een gecompliceerd logistiek proces; omdat de illegale<br />

smokkelwaar verstopt moet worden met een legale partij. Deze handelsactiviteit dient<br />

door hetzelfde smokkelverband uitgevoerd te worden. Doordat deze verbanden zich<br />

zeer goed afschermen, resulteren de meeste inbeslagnemingen slechts in de aanhoudingen<br />

van verdachten in de onderlaag van deze verbanden. Het betroffen niet zelden illegaal<br />

in Nederland verblijvende Chinezen, die gebruikt werden om de illegale waar om te<br />

pakken, op te slaan en te vervoeren. Organisatoren en kopmannen bleven buiten schot.<br />

BMK en PMK zijn vooral afkomstig uit China, en in kleinere hoeveelheden ook uit


Oost-Europa. 19 Vanuit China worden de precursoren per transport in duizenden liters<br />

naar Nederland gesmokkeld, en vanuit Oost-Europa gaat dat in honderden liters<br />

per keer. Vanuit China verloopt de smokkel in zeecontainers tussen dekladingen als<br />

zeep, soja en oliën. Ook wordt door de smokkelaars gebruik gemaakt van nepbedrijven.<br />

Vanuit Oost-Europa worden de precursoren vaak in de brandstoftanks van de<br />

smokkelvoertuigen vervoerd. Uit de CBAUSD-registratie blijkt dat tien van de achttien<br />

verdachten die betrokken waren bij de smokkel van precursoren de Chinese nationaliteit<br />

had, drie de Russische nationaliteit en drie de Nederlandse nationaliteit. 20<br />

In onderzoek Im-Export BV waren de Brabantse misdaadondernemer<br />

Nelson en zijn Belgische bedrijfsleider Jos jarenlang actief in de invoer<br />

van precursoren. Ten eerste was er via Jos een bedrijf opgericht dat<br />

vanuit Hong Kong Chinese consumptiegoederen zoals pannen, potten<br />

en lampen invoerde, waarin BMK en PMK verstopt zouden zitten.<br />

Een Nederlandse medewerker die een functie had in dit bedrijf<br />

verbleef hiervoor in Hong Kong. Ten tweede had Jos contacten met<br />

enkele Zuid-Limburgers die eveneens toegang hadden tot precursoren.<br />

Deze personen waren relaties van de Zuid-Limburgse misdaadondernemer<br />

Gerrit. Ten derde had Nelson contacten met Chinezen in<br />

Amsterdam, waarmee hij samen BMK en PMK invoerde. Ten vierde<br />

had Nelson toegang tot BMK en PMK via kennissen in de Randstad.<br />

De misdaadondernemer Jannes uit de onderzoeken Yankee en Aussie<br />

zou PMK betrekken uit China waarbij hij gebruik zou maken van<br />

internationale contacten, waaronder in Israël. Ook had hij kennis van<br />

de vervaardiging van PMK uit sassafrasolie.<br />

Het is niet bekend of precursoren ook over het spoor via Centraal-Azië en Oost-<br />

Europa naar Nederland worden vervoerd. Dit traject is vijf dagen sneller dan vervoer<br />

per schip, en zou dus zeer aantrekkelijk kunnen zijn als smokkelroute. Het nadeel is<br />

het aantal grenzen dat in dit geval gepasseerd dient te worden, hoewel afgevraagd kan<br />

worden hoeveel risico dit met zich meebrengt aangezien de grensbewaking van de<br />

doorvoerlanden (op zijn zachtst gezegd) niet waterdicht is. 21<br />

Chemicaliën uit Nederland en buurlanden<br />

In tegenstelling tot de handel in de precursoren PMK en BMK lijkt de handel in de<br />

overige grondstoffen in handen van Nederlanders te zijn die deel uit maken van<br />

of dicht tegen criminele verbanden aanzitten die de productie van de synthetische<br />

drugs in handen hebben. De chemicaliën, oplosmiddelen, zuren en katalysatoren ter<br />

vervaardiging van synthetische drugs zijn in Nederland en in buurlanden te verkrijgen.<br />

Veelvuldig wordt gebruik gemaakt van kleine of fictieve rechtspersonen. Uit de<br />

CBAUSD-registratie blijkt dat vijf van de zeven verdachten die betrokken waren bij<br />

het verwerven van chemicaliën de Nederlandse nationaliteit had.<br />

19 In China worden BMK<br />

en PMK legaal geproduceerd,<br />

echter wel onder<br />

staatscontrole. Er vindt<br />

vanuit China geen legale<br />

export plaats. In Oost-Europese<br />

landen vindt geen<br />

legale productie plaats.<br />

Frankrijk produceert<br />

wel legaal BMK, waar<br />

echter het voornamelijk<br />

wordt toegepast in de<br />

farmaceutische industrie.<br />

Het land exporteert het<br />

ook. Franse BMK is echter<br />

nog nooit aangetroffen bij<br />

criminele verbanden.<br />

20 Informatie afkomstig van<br />

analisten van de NR-Unit<br />

Zuid-Nederland, juli 2005.<br />

21 Gesprek met een medewerker<br />

van de FIOD-ECD,<br />

31 augustus 2005.<br />

Hoofdstuk 3<br />

109<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

110<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Voor het vervoer van de chemicaliën worden door stromannen bedrijfsauto’s gehuurd.<br />

Op het moment dat de chemicaliën geladen zijn en het vervoer plaatsvindt, worden<br />

allerlei afschermtactieken gebruikt om het ‘spoor’ van de chemicaliën te camoufleren.<br />

Zo wordt bijvoorbeeld het voertuig met chemicaliën een tijdlang geparkeerd, of<br />

wordt het overgedragen aan een andere bestuurder die uiteindelijk de chemicaliën<br />

naar de illegale productielocatie brengt. Een voorbeeld hiervan is onderzoek Aussie,<br />

waarin de misdaadondernemer met een medewerker in België een paar honderd liter<br />

aceton kocht, dit in een huurbusje laadde en door een andere medewerker in een<br />

bestelauto naar Nederland liet brengen.<br />

Met de invoering van de WVMC is het voor criminele verbanden moeilijker geworden<br />

om in Nederland aan deze stoffen te komen. Aanvankelijk werd uitgeweken naar bedrijven<br />

gevestigd in België en Duitsland. Ook daar lijkt het steeds moeilijker om aan<br />

chemicaliën te komen die onder het precursorenregime vallen. Hierdoor verplaatst<br />

het traject zich naar andere landen. Zo is een voorbeeld bekend waarbij een bedrijf<br />

in een andere EU-lidstaat de chemicaliën bij een Belgisch bedrijf bestelde en de stof<br />

vervolgens doorleverde aan de afnemer in Nederland.<br />

Criminele verbanden bestellen en betalen niet altijd hun chemicaliën.<br />

Gashouders die in juli 2003 waren aangetroffen bij een dumping in<br />

onderzoek Donker waren een aantal maanden eerder gestolen bij<br />

een bedrijf in België. Daar waren in een nacht 240 gashouders ontvreemd,<br />

evenals een vrachtauto die later werd teruggevonden bij de<br />

grens met Nederland. Bij de diefstal was gebruik gemaakt van een op<br />

het bedrijfsterrein aanwezige heftruck waarvan de achterlichten onklaar<br />

waren gemaakt, alsmede het signaal voor achteruitrijden. Vervolgens<br />

zijn met de heftruck twintig boxen met elk twaalf gashouders<br />

op de vrachtauto geladen, iets wat precisiewerk moet zijn geweest.<br />

Verpakkingsmaterialen en dekladingen<br />

Uit politiedossiers blijkt dat door Chinese samenwerkingsverbanden in Nederland<br />

bedrijfjes zijn opgericht die olieachtige producten uit China importeren. Er is sprake<br />

van sesamzaadolie, zonnebloemolie, kookolie, chilisaus, sojasaus, tafelreiniger enzovoort.<br />

In China worden deze producten legaal ingekocht en verpakt in flessen,<br />

emmers of vaatjes. Een gedeelte van die emballage vult men in China met BMK en/of<br />

PMK en vervolgens pakt men de partij om in gemerkte dozen. De complete vracht<br />

wordt daarna middels zeecontainers naar Nederland vervoerd. Aldaar aangekomen<br />

wordt de partij door de organisaties in gehuurde loodsen gelost. De deklading dient<br />

van de illegale waar gescheiden te worden, waarna de BMK en/of PMK zijn weg vindt<br />

naar producenten van synthetische drugs.<br />

In smokkeltransporten, opslagplaatsen, bij productielocaties en op dumpingplaatsen<br />

worden Chinese verpakkingsmaterialen aangetroffen met daarin (resten) PMK of<br />

BMK, zoals dozen met (lege) flessen chilisaus, ovenreiniger en kookolie. Zo was 8.000


liter verstopt in speciaal geprepareerde warmhoud-pannen, die niet werkten<br />

en waarbij de warmhoud-vloeistof in het echt BMK en PMK betrof. Ook zijn<br />

dekladingen zoals fietsbanden en porselein aangetroffen.<br />

Productiemiddelen<br />

De productiemiddelen worden op twee manieren gemaakt. Of ze worden<br />

zelf gemaakt of bestaande productiemiddelen worden aangepast. Deze zijn<br />

speciaal voor de synthetische-drugsproductie ontworpen en gemaakt door<br />

facilitairs. In een aantal gevallen wordt hardware uit het legale circuit besteld.<br />

Vaak worden Nederlandse bedrijven gemeden, en worden de bestellingen<br />

geplaatst bij Belgische of Duitse bedrijven. Uit onderzoek F1 is gebleken dat<br />

een facilitair meerdere XTC-producenten heeft voorzien van productiemiddelen.<br />

Zo liet de misdaadondernemer Duizendpoot de productiemiddelen<br />

maken door zijn compagnons. Alle noodzakelijke apparatuur voor<br />

synthetische drugsproductie werd geleverd, zoals drukreactievaten,<br />

destillatieketels, vacuümafscheiders, pompen, droogkasten, tabletteermachines<br />

en stempels. Hij bestelde daarnaast ook hardware bij<br />

legale bedrijven, en liet deze soms ook aanpassen. Zo maakte een<br />

bedrijf in opdracht van hem op basis van de door hem aangeleverde<br />

tekeningen aanpassingen aan bestaande hardware. Er werden bijvoorbeeld<br />

motoren of vertragingskasten gemonteerd. Ook werden<br />

er dubbelwandige ketels gemaakt op basis van de tekeningen van<br />

Duizendpoot.<br />

Uit analyse van de hardware die is aangetroffen in amfetamine en XTC-laboratoria<br />

blijkt dat veel hardware te herleiden is naar slechts enkele personen. Dit duidt erop<br />

dat de markt voor hardware zeer specialistisch is en dat vermoedelijk slechts een zeer<br />

klein aantal personen deze machines maakt. Dit geldt zowel voor de aanbieders van<br />

hardware voor amfetamineproductie als voor XTC-productie. Toch kan een handige<br />

producent met ervaring in het productieproces ook zelf hardware maken:<br />

In onderzoek Heimat kocht de misdaadondernemer De Heer bij verschillende<br />

bedrijven in Limburg zelf allerlei onderdelen en machines<br />

in waarmee productieapparatuur kon worden vervaardigd. De constructiewerkzaamheden<br />

werden vervolgens verricht door één van<br />

de compagnons, die daarbij hulp kreeg van de misdaadondernemer<br />

en de andere compagnon. Dit werd uitgevoerd bij een metaalbewerkingsbedrijf.<br />

De eigenaar hiervan was een oude bekende van de<br />

vader van de uitvoerende compagnon.<br />

Uit de CBAUSD-registratie blijkt dat de drie verdachten die betrokken waren bij het<br />

Tabletteermachines.<br />

Hoofdstuk 3<br />

111<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


Meting van vrijgekomen gassen<br />

bij de koude methode.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

112<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

vervaardigen van hardware allen de Nederlandse nationaliteit hadden. De hardware<br />

die in productielocaties in België is aangetroffen is in tegenstelling tot eerdere jaren<br />

steeds vaker in België zelf gefabriceerd. De misdaadondernemer Jannes uit de onderzoeken<br />

Yankee en Aussie zou zijn hardware betrekken uit het voormalige<br />

Tsjecho-Slowakije.<br />

3.3.2.2 Productie van synthetische drugs<br />

Productiestadia<br />

Er bestaat geen eenduidige werkwijze waarop criminele verbanden de productie<br />

organiseren. Het hangt onder andere af van de ervaring en contacten<br />

van de misdaadondernemers. Vaak worden ervaren laboranten ingezet die het<br />

productieproces coördineren. Zij zijn niet per se zelf ook aan het laboreren,<br />

maar geven adviezen aan de medewerkers die daarvoor worden ingezet, zoals<br />

de compagnon Simon in onderzoek Im-Export BV. Zulke ‘hoofdlaboranten’<br />

regelen vaak ook de accommodatie waar de laboratoriumopstelling wordt geplaatst.<br />

Een voorbeeld is bedrijfsleider Oskar uit onderzoek Taakstraf, die een laboratorium<br />

plaatste in de kelder van de woning van de vriendin van een Belgische medewerker.<br />

Daarentegen zijn er ook voorbeelden van misdaadondernemers die zelf (grote hoeveelheden)<br />

produceren en tabletteren.<br />

In onderzoek Heimat had een misdaadondernemer (De Heer) uit<br />

Zuid-Nederland samen met twee compagnons een laboratorium in<br />

gebruik in een bunker in Duitsland. Deze werd ontdekt en ontmanteld<br />

door de Duitse politie. Daarnaast had de misdaadondernemer<br />

een laboratorium in Noord-Brabant, alsmede enkele tabletteermachines.<br />

De Heer produceerde en tabletteerde ook op bestelling voor<br />

anderen, en had daarnaast ook nog een eigen aanvoerlijn voor PMK.<br />

Hij zou in één week 1400 liter PMK gaan verwerken tot MDMA, wat<br />

hij alleen kon doen omdat alles volautomatisch zou gaan.<br />

De opbouw van een laboratorium, het verzamelen van de benodigde grondstoffen en<br />

het uiteindelijke opstarten van het proces kunnen maanden in beslag nemen.<br />

In onderzoek Zuur was de laborant Martijn sinds een aantal maanden<br />

bezig om de benodigde grondstoffen te verzamelen en op te<br />

slaan op de beoogde productielocatie in een loods van een agrarisch<br />

bedrijf in Noord-Brabant. Zo werden er acht vaten met elk 130 liter<br />

zoutzuur gebracht. Nadat de aspergeoogst was afgelopen en de<br />

seizoensarbeiders waren vertrokken nam de laborant zijn intrek in<br />

de loods en begon hij met de productie van amfetamine. Martijn was<br />

een laborant die hierin al jarenlange ervaring had. Een aantal dagen


later ontplofte echter de laboratoriumopstelling en overleed Martijn<br />

aan zijn verwondingen: hij was waarschijnlijk in slaap gevallen waardoor<br />

hij een kraantje in een drukketel niet had opengedraaid. In zijn<br />

woning werden later twaalf zakken met caustic soda aangetroffen. In<br />

het laboratorium werden BMK, formamide, N-formylamfetamine en<br />

verpakkingsmateriaal aangetroffen.<br />

Het vinden van goede accommodaties is een belangrijk werk omdat een locatie moet<br />

worden gezocht die afgesloten kan worden en waar eventuele uitstoot van stank niet<br />

direct leidt tot overlast voor omringende bewoners. Dus niet zoals in onderzoek<br />

Groentje, waar een garage werd gehuurd van een onbekende. Het criminele verband<br />

uit Heimat had met de bunker een goede locatie. Vaak worden laboratoria in gehuurde<br />

loodsen geplaatst.<br />

In onderzoek Peppie waren twee compagnons (een hoofdman en zijn<br />

assistent) bezig met de productie van amfetamine in een loods bij een<br />

woning in een stad in Noord-Brabant. De hoofdman zocht hiervoor<br />

ook productielocaties en regelde het dumpen van afvalstoffen. Hij<br />

was goed thuis in het productieproces en had al meermalen zelf synthetische<br />

drugs vervaardigd. Bij een inval in het laboratorium werden<br />

de twee aangehouden en werden onder andere amfetamine, BMK,<br />

PMK en formamide aangetroffen, evenals een grote partij afvalstoffen.<br />

Vermoedelijk opereerde de hoofdman in opdracht van anderen.<br />

Zo gaf hij aan een schuldeiser aan dat hij binnenkort 40.000 zou<br />

gaan verdienen. Onduidelijk is of hiermee geld of tabletten bedoeld<br />

worden.<br />

Locaties die weinig voorkomen, of die althans weinig zijn ontmanteld, zijn accommodaties<br />

die gehuurd worden bij bedrijven. Een voorbeeld hiervan is onderzoek Weekend.<br />

Hierin produceerde en tabletteerde een crimineel verband in de<br />

weekenden XTC bij een sanitairbedrijf in Midden-Nederland. Op de<br />

begane grond werd geproduceerd middels de reductieve aminering, en<br />

op de bovenverdieping middels de Leuckart synthese. Naast alle benodigde<br />

hardware werden precursoren, chemicaliën en eindproducten<br />

aangetroffen. Het tabletteren vond plaats in een geheime ruimte<br />

die pas werd gevonden na een verklaring. Op adressen van de productiemedewerkers<br />

werd onder andere 100.000 tabletten in twintig<br />

gesealde zakken, ruim vijf kilogram poeder en € 47.000,- gevonden. In<br />

een garage werd 52 kilogram poeder en een sealapparaat gevonden.<br />

De vier uitvoerders werkten in opdracht van anderen. Zij zouden per<br />

verwerkte liter PMK € 500,- krijgen, dat onderling gedeeld werd.<br />

Hoofdstuk 3<br />

113<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


22 Synthetische druglabo’s in<br />

België.<br />

23 CBA Precursoren, p.33.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

114<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Als er daadwerkelijk geproduceerd gaat worden dan wordt de locatie afgesloten van<br />

de buitenwereld. Eten en kleding worden voor een langere periode ingeslagen en<br />

meegenomen. Vaak wordt er overnacht in caravans die in de nabijheid van het laboratorium<br />

staan opgesteld. Deze werkwijze is onder andere vastgesteld in de onderzoeken<br />

Groentje en Zuur.<br />

Het laboreren en het tabletteren vindt meestal gescheiden van elkaar plaats. Het<br />

vermoeden bestaat bij analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland dat het tabletteren<br />

vaker wordt uitgevoerd door personen die hierin gespecialiseerd zijn. Het tabletteren<br />

is een nogal nauwkeurig werk. De tablet mag namelijk niet uiteenvallen maar ook niet<br />

te hard zijn (dan wordt de stof niet door het lichaam opgenomen). Deze ‘professionals’<br />

zouden onafhankelijk zijn en voor meerdere producenten werken. Die plaatsen<br />

opdrachten bij de tabletteerder omdat zijn producten een goede kwaliteit hebben.<br />

Waarschijnlijk valt De Heer uit onderzoek Heimat ook in deze categorie.<br />

Betrokkenen<br />

Uit de CBAUSD-registratie blijkt dat 89 procent van de 62 verdachten die betrokken<br />

waren bij de productie de Nederlandse nationaliteit had, terwijl 8 procent de Chinese<br />

en 3 procent de Belgische nationaliteit had. Uit een aantal onderzoeken blijkt dat<br />

Chinese criminele verbanden het tabletteren in eigen beheer hebben. Er lijkt sprake<br />

van een beperkte verschuiving van de productie naar België, waar Nederlandse producenten<br />

laboratoria in de grensstreek hebben opgezet. In een aanzienlijk deel van<br />

de ontmantelde productieplaatsen in België blijken Belgische productiemedewerkers<br />

in opdracht van Nederlanders te werken. 22 Een voorbeeld hiervan is het onderzoek<br />

Taakstraf.<br />

Uit onderzoek van de FIOD-ECD blijkt dat de meeste laboranten geen of een zeer<br />

beperkte chemische achtergrond hadden. 23 Kennis van chemische processen is dus<br />

geen vereiste om deel te kunnen nemen aan de productie. Dit wordt ook aangetoond<br />

door de schriftelijke handleidingen waar ‘laboranten’ vaak gebruik van maken en die<br />

frequent worden aangetroffen bij productielocaties. In de gevallen waarbij zulke onervaren<br />

uitvoerders worden ingezet is er wel sprake van enige sturing op afstand door<br />

een ervaren laborant.<br />

In onderzoek Retour begon de net vrijgekomen Axel, de tweelingbroer<br />

van Oskar uit onderzoek Taakstraf, direct weer met het produceren<br />

van amfetamine. Hij had personen die grondstoffen leverden, en had<br />

drie medewerkers die produceerden. De productie vond plaats op<br />

het terrein van familie van één van de medewerkers. De vervoerders<br />

van de grondstoffen regelen ook dumpingen van afvalstoffen.<br />

De productiemiddelen werden geleverd door een bekende van Axel<br />

waarmee hij al eerder had samengewerkt.


3.3.2.3 Afzet van synthetische drugs 24<br />

Herkomst van betrokkenen<br />

Uit de bestudeerde politiedossiers blijkt dat de smokkel binnen de Europese grenzen<br />

veelal in handen is van Nederlandse criminele groeperingen. Is de bestemming buiten<br />

Europa gelegen, dan zijn het vaak buitenlandse organisaties die de touwtjes in handen<br />

hebben. Dominicaanse groeperingen bevoorraden al enkele jaren de Amerikaanse<br />

markt met XTC. Israëlische groeperingen smokkelen XTC-partijen van Nederland naar<br />

Amerika en Australië. Chinese groeperingen vinden een groot afzetgebied in Canada<br />

en Australië. Deze internationaal acterende samenwerkingsverbanden beschikken vaak<br />

over een netwerk van contacten in de landen waar zij crimineel actief zijn. Voor amfetamine<br />

zijn het in het algemeen Nederlandse organisaties die, in samenwerking met<br />

organisaties uit het bestemmingsland, de smokkellijnen onderhouden.<br />

Uit de CBAUSD-registratie blijkt dat 65 procent van de 28 verdachten die betrokken<br />

waren bij de binnenlandse handel van synthetische drugs de Nederlandse nationaliteit<br />

had. Verder had 14 procent de Marokkaanse nationaliteit, 7 procent de Turkse nationaliteit<br />

en nog eens 7 procent de Chinese nationaliteit. Van de 177 verdachten die<br />

betrokken waren bij de export van synthetische drugs had 32 procent de Nederlandse<br />

nationaliteit, 15 procent de Dominicaanse nationaliteit, 8 procent de Israëlische<br />

nationaliteit, 7 procent de Chinese nationaliteit, 6 procent de Turkse nationaliteit en<br />

4 procent de Britse nationaliteit.<br />

Verenigd Koninkrijk<br />

Bij de smokkel naar het Verenigd Koninkrijk wordt vaak samengewerkt tussen Britten<br />

en Nederlanders. De groothandel in amfetamine is daar in handen van Nederlandse,<br />

Belgische en Britse criminele verbanden. De meest gebruikte aanvoerlocaties naar<br />

Engeland zijn Hull en Immingham, Harwich en Felixstowe, en Dover en de Kanaaltunnel.<br />

De voornaamste vervoersmiddelen zijn auto’s en vrachtwagens, of de passagiers<br />

zelf. Ook worden cocktailtransporten met kleine vliegtuigjes vanaf kleine<br />

Nederlandse vliegvelden naar Engeland gevlogen. Volgens de Britse douane wordt<br />

er vaak gebruikt gemaakt van het verbergen in portierdeuren en in bumpers. Grote<br />

inbeslagnames werden gedaan bij een helicopter en bij een klein vliegtuigje. Met het<br />

vliegtuigje werden waarschijnlijk vijftig vluchten uitgevoerd vanaf een klein vliegveld<br />

in Nederland naar het Verenigd Koninkrijk, waarbij vermoedelijk per keer vijftig kilo<br />

MDMA werd vervoerd. 25<br />

Het jaar 2001 liet een toename zien van het aantal cocktailtransporten, waarbij vooral<br />

sprake is van een combinatie van cocaïne, XTC, amfetamine en softdrugs. 26 Deze<br />

combinaties zijn ook voorgekomen in de voor deze CBA bestudeerde onderzoeken.<br />

Volgens de Britse politie zijn cocktailtransporten veelvoorkomend vanwege het polydruggebruik<br />

in het Verenigd Koninkrijk. Een logisch gevolg is dat het transport van<br />

meerdere soorten drugs per keer logistieke voordelen heeft. Er zijn gespecialiseerde<br />

transporteurs bij betrokken. Het gaat hierbij om aanzienlijke hoeveelheden drugs die<br />

24 Voor informatie over de<br />

afzetlanden wordt verwezen<br />

naar paragraaf 2.3.2.1.<br />

25 J. Onofrio, Trends in the<br />

trade of synthetic drugs and<br />

precursor chemicals, International<br />

Synthetic Drugs<br />

Enforcement Conference,<br />

Den Haag, 8-9 oktober<br />

2003.<br />

26 Criminaliteitsbeeld Rotterdamse<br />

Haven, Kernteam<br />

Rotterdam-Rijnmond,<br />

november 2002, p.52.<br />

Hoofdstuk 3<br />

115<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


27 Ditcham, K., Cocktails,<br />

the consumer market and<br />

the UK as a transit country,<br />

International Synthetic<br />

Drugs Enforcement<br />

Conference, Den Haag, 8-9<br />

oktober 2003<br />

28 Pearson en Hobbs, p.12-<br />

13. Wat de afbakening van<br />

de ‘middenmarkt’ is, is niet<br />

precies duidelijk, maar de<br />

actoren op deze markt<br />

bevinden zich ergens<br />

tussen de groothandel en<br />

de detailhandel. De vraag<br />

is wel in hoeverre een<br />

tussenhandelaar anders is<br />

dan een groothandelaar.<br />

Pearson en Hobbs gaan er<br />

bij een Britse tussenhandelaar<br />

die cocktailtransporten<br />

verzorgt vanuit<br />

Nederland uit van veel<br />

kleinere hoeveelheden dan<br />

in de onderzoeken van de<br />

NR-Unit Zuid-Nederland<br />

naar voren komen. Daar<br />

zijn de hoeveelheden<br />

ongeveer vijf tot tien keer<br />

zo groot.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

116<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

vervoerd worden, zoals bijvoorbeeld 600.000 XTC-tabletten, 100 kilogram cannabis<br />

en 80 kilogram cocaïne. 27<br />

Zo werden in onderzoek Flipje verdovende middelen in gehuurde bestelauto’s<br />

naar vrachtauto’s vervoerd, waar ze werden ingeladen. De<br />

leverancier, Sjaak, handelde in opdracht van anderen die de eigenaar<br />

van de verdovende middelen waren. Dit smokkeltraject heeft sowieso<br />

twee jaar lang gefunctioneerd. In het kader van dit onderzoek<br />

werd een partij van 290 kilogram amfetamine geconfisqueerd.<br />

In hun onderzoek naar de kenmerken van de ‘middenmarkt’ voor verdovende middelen<br />

in het Verenigd Koninkrijk merken Pearson en Hobbs op dat op deze markt<br />

vooral kortstondige partnerschappen bestaan tussen onafhankelijke handelaren (iets<br />

wat in een onderzoek uit 1989 ook al werd geconcludeerd over de drugsgroothandel<br />

in de VS). Individuen kunnen van tijd tot tijd ook verschillende posities innemen.<br />

Langdurige criminele verbanden op basis van familiebanden komen minder voor. De<br />

criminele netwerken die actief zijn in de ‘middenmarkt’ zijn klein, flexibel en veranderen<br />

vaak van samenstelling. De meeste netwerken die de auteurs in hun onderzoek<br />

aantroffen bestonden uit een klein groepje individuen die vrijuit handel dreven met<br />

andere individuen. 28<br />

Voorbeelden van zulke individuen lijken de misdaadondernemers<br />

Klinkhamer en Teddy uit onderzoek Boekenbal. Het Nederlandse<br />

bedrijf ABC van Klinkhamer zond partijen boeken naar het Engelse<br />

bedrijf Vinegar van de Engelse afnemer Teddy. De medewerker van<br />

ABC, Fred, plaatste orders bij een transporteur. De partijen werden<br />

aangeboden in de ochtend en moesten de volgende dag al op de<br />

plaats van bestemming zijn. De chauffeurs van de transporteur zagen<br />

tal van zaken die hen verdacht leken. Zo kon bij Vinegar 24 uur per<br />

dag worden gelost, en lag een eerder geleverde spoedlading bij een<br />

volgende levering nog steeds onaangeroerd in een loods.<br />

In de te transporteren partij boeken werden in Nederland bij ABC<br />

verdovende middelen verstopt, die vervolgens naar Vinegar werden<br />

vervoerd. Daarna kwamen de boeken, met waarschijnlijk het geld,<br />

met een andere transporteur terug bij ABC. In drie maanden tijd gingen<br />

achttien transporten met 44 pallets naar Teddy en gingen negen<br />

transporten met 52 pallets naar Klinkhamer. De transporten vonden<br />

soms één keer per twee weken plaats, en soms twee keer per week.<br />

In drie transporten werden 348 kilogram hennep, circa 1 miljoen<br />

XTC-tabletten en 32 kilogram amfetamine onderschept.<br />

Op basis van interviews met Britse opsporingsambtenaren en gedetineerden gaan


Pearson en Hobbs er van uit dat veel Britse tussenhandelaren zelf diverse verdovende<br />

middelen inkopen bij Nederlandse groothandelaren. Britse importeurs en<br />

groothandelaren (die meestal maar in één soort drug handelen) zijn dus niet altijd<br />

bij deze transacties betrokken en worden dan als het ware overgeslagen. De cocktailtransporten<br />

zijn volgens Pearson en Hobbs dus een gezamenlijk project van Nederlandse<br />

handelaren en Britse tussenhandelaren. Volgens de auteurs zou dit een<br />

nieuwe trend zijn. Daarnaast zijn er ook Britse kopers die alleen afzetkanalen hebben<br />

voor XTC en amfetamine, en dus alleen synthetische drugs van Nederlandse<br />

handelaren afnemen. 29<br />

Een voorbeeld hiervan is onderzoek Cities. Dat richtte zich op een<br />

crimineel verband rond Sjors, dat cocktailtransporten bestaande uit<br />

XTC, marihuana en cocaïne samenstelde voor de Engelse afnemers<br />

John en zijn bedrijfsleider Paul. De smokkel verliep via Duitsland en<br />

België. Sjors nam de verdovende middelen weer van anderen af. De<br />

Engelsen financierden de transporten en stuurden een medewerker<br />

naar Nederland voor het verrichten van klussen als het vervoer van<br />

geld, het leveren van telefoons en het bekijken van overdrachtlocaties.<br />

Een overdracht van een partij amfetamine verliep als volgt:<br />

In Tilburg gaf een medewerker van Paul een huurauto aan een medewerker<br />

van Sjors. Die reed weg en kwam na een tijdje weer terug,<br />

waarna de auto weer werd teruggegeven aan de medewerker van<br />

Paul. Vervolgens reed deze naar een haven in België, gevolgd door<br />

Sjors, zijn medewerker en Paul in de auto van Sjors. Bij aankomst in<br />

de haven voer een boot binnen met twee medewerkers van Paul.<br />

Paul ontmoette hen in een café, terwijl Sjors, zijn medewerker en<br />

de medewerker van Paul terugkeerden naar Nederland in de auto<br />

van Sjors.<br />

Verenigde Staten, Canada en Zuid-Amerika<br />

Israëliërs (soms van Russische komaf met relaties naar Russische criminele verbanden)<br />

speelden in 2002 en 2003 een grote rol in de smokkel van XTC vanaf<br />

West-Europa naar de Verenigde Staten. De Israëliërs smokkelden via commerciële<br />

lijnvluchten, en maakten gebruik van koeriers en van postpakketten. Zij ronselden<br />

vooral Israëliërs, Amerikanen en West-Europeanen.<br />

Husken en Vuijst beschrijven een aantal zaken waarin Israëliërs grensoverschrijdend<br />

met elkaar samenwerkten. Koeriers werden via een eigen netwerk geronseld. De<br />

XTC werd van Nederlandse producenten afgenomen en middels koeriers naar steden<br />

als Miami en New York gesmokkeld waar (vaak Israëlische) medewerkers de<br />

smokkelwaar overnamen. De koeriers die werden geronseld en ingezet kwamen uit<br />

voorsteden van Tel Aviv en bleken vaak werkloos of hadden om andere redenen<br />

geldgebrek. Opzienbarend is het hoofdstuk in het boek ‘XTC smokkel’ over het<br />

29 Pearson en Hobbs, p.36,<br />

40.<br />

Hoofdstuk 3<br />

117<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


30 Husken en Vuijst, p.107-<br />

124.<br />

31 Husken en Vuijst, p.239-<br />

240.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

118<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

ronselen van jonge chassidische koeriers in New York die XTC vanuit Nederland naar<br />

de Verenigde Staten smokkelden. Ook was een Israëlische persoon actief die eerst<br />

jonge goed uitziende vrouwen als koeriers inzette en later Amerikaanse woonwagenbewoners.<br />

30<br />

De oorzaak van de prominente rol van Israëliërs in de smokkel van XTC is volgens<br />

Amerikaanse autoriteiten te relateren aan de positie van Israëliërs in de diamanthandel.<br />

Hierdoor konden Israëlische XTC-smokkelaars gebruik maken van de al bestaande<br />

infrastructuur en smokkelmethoden van de diamantbranche. Daarnaast waren de<br />

Amerikaanse autoriteiten evenals de Israëlische autoriteiten van mening dat Israëliërs<br />

een invloedrijke rol in de smokkel van XTC konden opbouwen door hun achtergrond:<br />

de betrokkenen waren vaak jong, meertalig, zeer mobiel en beschikten over grote<br />

netwerken in verschillende landen. Israëliërs zijn volgens een Israëlische opsporingsambtenaar<br />

geboren netwerkers: ze komen uit een klein land, waarin iedereen elkaar<br />

kent van school en van militaire dienst en waarvan veel elkaar in het buitenland opzoeken.<br />

31<br />

Sinds 2001 is er sprake van een ontwikkeling waarbij in Zuid-Amerika, de Nederlandse<br />

Antillen en Aruba een ruilhandel opkomt van XTC tegen cocaïne. Dit wordt<br />

bevestigd door cocaïnekoeriers die op de Belgische luchthaven Zaventem waren gearresteerd.<br />

Zij verklaarden dat ze op de terugvlucht naar Zuid-Amerika XTC-tabletten<br />

mee moesten smokkelen. De XTC die naar Zuid-Amerika wordt gesmokkeld is bestemd<br />

voor de Amerikaanse markt. Ook personen van Dominicaanse en Surinaamse<br />

afkomst zijn betrokken bij deze ruilhandel.<br />

Onderzoek Dominiek2 richtte zich op een crimineel verband van<br />

Dominicanen en Colombianen, deels woonachtig in Duitsland. Zij<br />

voerden XTC uit naar de VS en importeerden cocaïne vanuit het<br />

Caraïbisch gebied naar Nederland, waar het in kleine hoeveelheden<br />

aan afnemers werd verkocht. De smokkel in beide richtingen verliep<br />

vanaf Nederland middels de trein vooral via het vliegveld Zürich, met<br />

koeriers die geprepareerde wielrenbroeken droegen. De afdracht<br />

van XTC vond plaats in hotels in New York en Miami. Ook werd geld<br />

via koeriers verplaatst, vanaf New York naar de Dominicaanse Republiek<br />

en Nederland. De koeriers waren vooral blanke mannen en<br />

vrouwen met financiële problemen, die per transport (na aankomst)<br />

$5.000,- ontvingen. De kern van het verband werd gevormd door<br />

personen uit één familie. In Nederland droeg Hernando de broeken<br />

af aan de koeriers, die in Zürich door andere familieleden werden<br />

begeleid. De zwager van Hernando verzorgde de aansturing vanaf de<br />

Dominicaanse Republiek of New York. Hij ving de koeriers op die<br />

XTC en geld smokkelden. In totaal werd sowieso 185.000 XTC-tabletten<br />

en tien kilogram cocaïne gesmokkeld.<br />

Onderzoek Dominiek richtte zich op een in Nederland woonachtige


Dominicaanse misdaadondernemer die Europeanen in de Dominicaanse<br />

Republiek benaderde om XTC-tabletten te smokkelen van<br />

Nederland via Europese luchthavens naar de Verenigde Staten. Opvallend<br />

was dat veel van de geronselde koeriers tussen de veertig en<br />

zestig jaar oud waren; aanzienlijk ouder dan de gemiddelde leeftijd<br />

van koeriers.<br />

In onderzoek Suripil werd door de twee Surinaamse broers Jan en<br />

Piet geprobeerd een smokkeltraject op te zetten naar de Verenigde<br />

Staten. De zwager van Piet werd ingezet als koerier die in een dubbelwandige<br />

koffer 4 kilogram XTC-tabletten naar Miami smokkelde,<br />

waar hij werd aangehouden. Vanuit Suriname werd door Piet in een<br />

dubbelwandige koffer 2 kilogram cocaïne naar Nederland gesmokkeld.<br />

Ook hij werd aangehouden. De XTC was geleverd door een<br />

taxichauffeur uit Amsterdam die zelf al eens eerder was aangehouden<br />

in een onderzoek waarin dezelfde illegale goederen via dezelfde<br />

route werden gesmokkeld. Ook Piet kon in verband gebracht worden<br />

met eerdere invoer van cocaïne via koeriers en postpakketjes. Waarschijnlijk<br />

werden Jan en Piet zelf ook aangestuurd door anderen, want<br />

uit verklaringen bleek dat de cocaïne door iemand bij hun thuisadres<br />

zou worden afgehaald, en dat ze geld ontvingen voor hun rol in de<br />

smokkel van de XTC. Jan zou € 500,- krijgen voor zijn bemiddeling,<br />

en de zwager van Piet zou € 4000,- ontvangen.<br />

Naast deze waarschijnlijk kleinere misdaadondernemers en gelegenheidsverbanden<br />

zijn er ook grote misdaadondernemingen actief. Deze maken niet gebruik van luchttransport,<br />

maar smokkelen grote partijen over zee. Ze zijn niet per se afhankelijk van<br />

zeetransporteurs, maar zetten ook eigen boten in.<br />

In onderzoek Zeilboot was de Brabantse misdaadondernemer Frederik<br />

samen met zijn Poolse bedrijfsleider Kopara bezig om 1,5 miljoen<br />

XTC-tabletten naar het Caraïbisch gebied te verschepen. Kopara<br />

maakte het schip met een Poolse medewerker gereed. Het schip<br />

werd in twee dagen volgestopt met de tabletten die in sporttassen<br />

en in verhuisdozen aan boord werden gebracht. De tabletten waarvoor<br />

geen plaats meer was (bijna 100.000) werden in een garagebox<br />

opgeslagen. Dit schip werd in beslag genomen.<br />

Daarnaast onderhield Kopara contact met een Griek die een boot<br />

met bemanning had liggen in Schotland. Kopara is een aantal keren<br />

met geld naar de Griek gereisd om een transport te bekostigen. Met<br />

de boot moest 4.000 of 5.000 kilogram cocaïne verscheept worden.<br />

Daarnaast moest met een andere boot in de Middellandse Zee 1.500<br />

kilogram cocaïne naar Nederland worden vervoerd. Kopara was ook<br />

Hoofdstuk 3<br />

119<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

120<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

bezig om partijen verdovende middelen met vrachtwagens en ingehuurde<br />

vliegtuigen te vervoeren.<br />

Kopara had diverse boten tot zijn beschikking. Hij sprak met een leverancier<br />

die cocaïne zou leveren. Het overladen van goederen op zee<br />

was geen probleem, Colombianen waren daar erg snel in. Kopara had<br />

een reddingsboot waarin hij een goede bergplaats had. Kopara had<br />

jarenlange ervaring in het smokkelen van diverse goederen en was<br />

bekend met transportroutes, dekladingen en droppingplaatsen.<br />

Frederik was de leverancier van de 1,6 miljoen tabletten die in een<br />

Duitse havenstad in beslag werden genomen. Deze transactie liep via<br />

zijn medewerker Edward die contact had met de Israëlische afnemer.<br />

Vooral vóór ontmoetingen met de Israëliër nam Edward contact op<br />

met Frederik via openbare telefooncellen. Frederik ontmoette Edward<br />

op parkeerplaatsen, waar hij hem instructies gaf. Een andere medewerker<br />

van Frederik was vermoedelijk belast met het uitvoeren van<br />

partijen. Tussen hen was geen telefooncontact: hij besprak alleen<br />

mondeling zaken met Frederik. De tabletten uit het schip en uit Duitsland<br />

waren afkomstig van dezelfde bron.<br />

Het onderzoek Yankee geeft inzicht in de groei van een crimineel<br />

verband als de zaken een lange tijd goed gaan. In 1997 begon de<br />

misdaadondernemer Jannes met het verzenden van postpakketten<br />

waarin XTC zat naar de VS. Hij kreeg hierbij hulp van zijn broertje<br />

en van Greg. In 1998 vertrok Greg naar de VS om daar XTC in ontvangst<br />

te nemen en te verkopen. Daar werd hij gearresteerd voor<br />

het bezit van XTC en was hij 14 maanden gedetineerd. Nadat hij in<br />

1999 vrijkwam werd de smokkel (via postpakketten en in CD-rekken)<br />

en handel voortgezet, maar nu via zeetransporteurs. Wanneer<br />

er een zending aankwam seinde Jannes Greg in. Greg huurde dan een<br />

busje waarmee hij naar Dick reed. Die nam het busje dan mee en<br />

laadde een aantal pallets in. De deklading betrof bloempotten en<br />

tuinartikelen.<br />

Dick zou behoren tot een ander crimineel verband dat zich gespecialiseerd<br />

had in het transporteren van smokkelwaar middels dekladingen<br />

en diensten verleende aan diverse klanten. De leider van dit<br />

verband, Tinus, zat in Spanje en was betrokken bij een onroerend<br />

goed project. Tinus gaf opdracht aan een medewerker om het transport<br />

vanaf Nederland tot aan de VS te regelen. Deze medewerker<br />

had een bedrijf in Nederland op eigen naam staan. Hij benaderde<br />

vervolgens een expediteur die onbewust de tabletten in een deklading<br />

verscheepte naar het fictieve bedrijf Kasplantje. Leden van het<br />

verband hielden toezicht bij zowel het inladen van het transport als


ij het uitladen op de plaats van bestemming. Het verband rond Tinus<br />

deed ook zaken in Zuidoost-Azië.<br />

De tabletten waren verstopt in PVC-buizen. Greg was in de VS verantwoordelijk<br />

voor de opslag en de distributie van XTC-tabletten aan<br />

afnemers die eerder door Jannes werden aangegeven. In negen maanden<br />

tijd werden in vijf transporten 4,6 miljoen tabletten uitgevoerd,<br />

waarbij de transporten telkens in omvang toenamen. In de periode<br />

daarvoor waren ook al honderdduizenden tabletten verzonden. Een<br />

partij van 70.000 tabletten werd doorverkocht voor $ 5 en $ 7 per<br />

tablet. Na een mislukte transactie ontvluchtte Greg in opdracht van<br />

Jannes de VS en gaf daarbij eerst nog $ 800.000,- af aan Lance, die verantwoordelijk<br />

was voor de transport van het geld naar Europa. Greg<br />

werd uiteindelijk in Barcelona opgepakt en uitgeleverd aan de VS.<br />

In 2003 en 2004 was er sprake van een toename van de smokkel van grote partijen<br />

MDMA-poeder die elders worden getabletteerd (zie ook 2.3.2.1). Uit politieonderzoek<br />

is bijvoorbeeld gebleken dat een Chinees crimineel verband uit Nederland gesmokkeld<br />

MDMA-poeder in Canada liet tabletteren en vervolgens naar Amerikaanse<br />

steden smokkelde. Uit Nederlandse politie-informatie is gebleken dat Chinese handelaren<br />

van BMK en PMK geen geld voor precursoren vroegen, maar een deel van<br />

de totale hoeveelheid geproduceerde XTC. Het feit dat aan de exporten van grote<br />

partijen MDMA-poeder richting Canada en Australië Chinese organisaties te liëren<br />

zijn, zou kunnen betekenen dat er niet alleen sprake is van een verschuiving van smokkelmethode,<br />

maar mogelijk ook van smokkelorganisaties.<br />

Turkije<br />

Een ruilhandel heeft zich eveneens ontwikkeld richting Turkije, waarbij Turkse criminelen<br />

heroïne ruilen tegen XTC (en cocaïne). 32 De CBA Turkije 2002-2003 maakt<br />

ook melding van een onderzoek waarbij een Turks crimineel verband heroïne vanuit<br />

Turkije naar Nederland smokkelt, en omruilt voor cocaïne en XTC die weer naar<br />

Turkije gesmokkeld worden. In een andere zaak is een Turks crimineel verband betrokken<br />

bij de uitvoer van XTC naar het Verenigd Koninkrijk. 33 In het kortlopende<br />

onderzoek Baklava naar de uitvoer van XTC naar Turkije bleek dat de aangehouden<br />

Turkse koeriers waren ingezet door in Nederland woonachtige Turken die de XTC<br />

geleverd kregen van een Nederlandse handelaar. Volgens een analist van de NR-Unit<br />

Zuid-Nederland vindt de smokkel van XTC naar Turkije vooral over de weg plaats.<br />

Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat in Duitsland personen met de<br />

Turkse nationaliteit na Duitsers het grootste aandeel hebben in de handel in XTC, op<br />

afstand gevolgd door personen met de Nederlandse en personen met de Italiaanse<br />

nationaliteit. 34<br />

32 Dit is een ontwikkeling<br />

die Europol eveneens<br />

heeft geconstateerd, zie:<br />

Europol situation report on<br />

drug production and drug<br />

trafficking 2003-2004, Den<br />

Haag 2004, p.54.<br />

33 <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

Turkse georganiseerde<br />

criminaliteit in Nederland<br />

2002-2003, KLPD/DNR<br />

oktober 2004, p.75-77.<br />

34 Lagebild Rauschgift 2003,<br />

Bundeskriminalamt, Wiesbaden<br />

2004, p.19.<br />

Hoofdstuk 3<br />

121<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

122<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Zuidoost-Azië, Australië en Nieuw-Zeeland<br />

De smokkel van XTC naar deze regio’s vindt plaats door de lucht (via koeriers en<br />

postpakketten) en over de zee in containers. Het zijn niet alleen grote misdaadondernemingen<br />

die hierin actief zijn, maar ook gelegenheidsverbanden van kleine<br />

zelfstandigen.<br />

In onderzoek Malay boden de twee in Nederland woonachtige Maleisiërs<br />

Ram en zijn compagnon een postpakket aan bij DHL voor<br />

verzending naar Maleisië. Ze maakten daarbij gebruik van een gefingeerde<br />

afzender. Toen de verzending echter dezelfde dag nog werd<br />

geannuleerd, kregen medewerkers van DHL argwaan en openden zij<br />

het pakket. Daarin zat een speelgoedtractor waar in de achterbanden<br />

meer dan 20.000 tabletten verstopt waren. Een dag later haalde<br />

Ram het pakket weer op. Bij huiszoekingen werden vervolgens in<br />

tassen en zakken nog eens circa 40.000 tabletten en 24 kilogram<br />

poeder aangetroffen, alsmede twee vuurwapens en meer dan honderd<br />

patronen.<br />

Een ander gelegenheidsverband kwam naar voren in onderzoek Chinese Kruiden, waarbij<br />

de drie compagnons in drie verschillende landen verbleven en daar hun eigen activiteiten<br />

uitvoerden.<br />

Het ging om drie Chinezen (één in Nederland, één in Maleisië en één<br />

in China) die samenwerkten in de smokkel van heroïne naar Nederland<br />

en van XTC-tabletten uit Nederland naar China en Australië.<br />

Er zou 50 tot 100 kilogram XTC via Duitsland naar Australië gesmokkeld<br />

moeten worden. De Nederlandse Chinees gaf instructies<br />

over hoe koeriers moesten smokkelen en hoe ze zich dienden te<br />

gedragen. De Maleisische Chinees werd opgedragen paspoorten te<br />

regelen voor de koeriers. In Maleisië werd een koerier geworven die<br />

3,5 kilogram heroïne op het lichaam moest meedragen. Deze werd<br />

echter bij binnenkomst in Nederland opgepakt.<br />

Vervolgens besprak de Nederlandse Chinees met de Maleisische<br />

compagnon dat de volgende keer een man en vrouw gestuurd moesten<br />

worden, die zich voor moesten doen als echtpaar dat op vakantie<br />

was. Ze moesten een credit card bij zich hebben, want contant<br />

geld was niet modern. De beste methode om de pillen naar China<br />

te smokkelen zou op het lichaam zijn, omdat koffers bij Aziatische<br />

reizigers gecontroleerd zouden worden op Chinese kruiden en medicijnen.<br />

De volgende koerier die werd ingezet kwam uit China en zou via<br />

Hong Kong naar Nederland reizen. Wanneer hij in Nederland zou


aankomen dan zou hij naar zijn contactpersoon in China moeten bellen,<br />

die vervolgens naar de Nederlandse Chinees moest bellen. Deze<br />

zou hem het hoteladres voor de koerier geven, en zou zelf een beschrijving,<br />

de naam en het rekeningnummer van de koerier krijgen.<br />

Chinese verbanden zijn niet per se gesloten organisaties, zoals vaak de beeldvorming<br />

is. Zowel in onderzoek Verre Oosten als in Kangaroo worden Nederlanders betrokken<br />

bij de uitvoering van bepaalde taken (zoals het opvangen van een postpakket).<br />

Het onderzoek Kangaroo richtte zich op een Chinees crimineel verband<br />

geleid door King en de bedrijfsleider Long die een partij van<br />

344 kilogram MDMA-poeder wilden smokkelen naar Australië. Als<br />

de zending goed verliep zou deze drie à vier keer per jaar herhaald<br />

moeten worden. Long had twee medewerkers: Li, verantwoordelijk<br />

voor het organiseren van transporten, en San, die dekladingen moest<br />

verzorgen. Li had een restaurant en kende via deze weg Klaus, een<br />

Nederlander waarvan Li wist dat deze financiële problemen had.<br />

Klaus werd gevraagd een bedrijf op te richten om een transport van<br />

etenswaren te faciliteren. Klaus zou hiervoor ongeveer € 2.500,-<br />

ontvangen. De inschrijving bij de Kamer van Koophandel à € 50,-<br />

werd door Li betaald. Klaus benaderde een expediteur en kwam daar<br />

met Chinezen om informatie over reistijd en namen van koelhuizen<br />

te krijgen.<br />

San regelde als deklading Chinese etenswaren, die hij afnam van twee<br />

Chinese bedrijven in de Randstad. Dit werd contant betaald door<br />

Long. Vijftig dozen van de deklading werden door San zelf opgehaald,<br />

de overige duizend dozen werden direct bij de container afgeleverd.<br />

San moest van Long haast maken met het uitladen van de vijftig dozen<br />

omdat de huurperiode van een halve dag er bijna op zat. In de vijftig<br />

dozen werd de smokkelwaar verstopt. Leden van het criminele verband<br />

hebben de container zelf geladen: iets wat voor opdrachtgevers<br />

zeer ongebruikelijk is. Daarnaast was het opmerkelijk dat de container<br />

slechts voor een kwart gevuld was. Ook dit was ongebruikelijk<br />

en viel dus op.<br />

De Chinese criminele verbanden die actief zijn in de smokkel van XTC opereren via<br />

eenzelfde werkwijze en hebben een soortgelijke interne organisatie als Nederlandse<br />

criminele verbanden. Ook bij hen kan een misdaadondernemer worden onderscheiden<br />

die gebruik maakt van een bedrijfsleider. Deze beheerde de activiteiten en had<br />

contacten met uitvoerders en afnemers.<br />

Hoofdstuk 3<br />

123<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

124<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Het onderzoek Verre Oosten richtte zich op een Chinees crimineel<br />

verband dat XTC onder andere als pakketten met schilderijen smokkelde<br />

naar Australië en Japan, en in grotere hoeveelheden in meubels<br />

naar Canada. De aansturing vond plaats door De Manke, die<br />

als bedrijfsleider Chang onder zich had (die voor bepaalde zaken<br />

toestemming moest hebben van De Manke en die ook gesprekken<br />

met afnemers naar hem terugkoppelde). Chang, een illegaal met een<br />

Panamees paspoort, ronselde twee Nederlanders in een opvangtehuis<br />

van het Leger des Heils, die in Australië de pakketten moesten<br />

ontvangen. Hij beschikte over een medewerker die allerlei klussen<br />

verrichtte.<br />

De baas van De Manke zou verliezen hebben geleden in Australië<br />

van ongeveer twee à drie miljoen. Daarnaast wilde de baas ophouden<br />

met de handel naar China: dit zou te weinig opleveren. Bovendien<br />

zou geld uit China, maar ook uit Japan en de VS altijd vertraagd<br />

zijn. Er werd ook aan een Nederlander geleverd: voor een partij van<br />

40.000 vroeg De Manke € 1,- per tablet, die Chang samen met de<br />

Nederlander weer doorverkochten voor € 1,25 per tablet.<br />

Het criminele verband beschikte over een persoon die vanuit Nederland<br />

zaken in China regelde waar spullen aan moesten komen,<br />

en had ook rechtstreeks contact met Chinese afnemers. Daarnaast<br />

had Chang contact met Xi, die in Nederland zat namens afnemers uit<br />

China die 10.000 per keer wilden afnemen. Xi gaf Chang codes die in<br />

China gebruikt zouden worden, die ze weer doorgaf aan De Manke.<br />

Xhu was een andere persoon die in Nederland zat namens Chinese<br />

afnemers en die per keer 5.000 tabletten afnam. Chang had ook nog<br />

contact met Wang, die graag samen een eigen handel wilden opzetten.<br />

Het ontbrak hun echter aan de juiste contacten in China.<br />

De misdaadondernemer Jannes uit onderzoek Yankee hield na de aanhouding van één<br />

van zijn medewerkers aldaar direct op met de smokkel naar de VS. Hij ging zich nu<br />

richten op Australië. Hiertoe voerde hij besprekingen in een toeristenoord in Zuidoost-Azië.<br />

Hij begon voorzichtig, en ging al snel over op het smokkelen van steeds<br />

groter wordende partijen.<br />

Het onderzoek Aussie richtte zich op de export van XTC-tabletten<br />

naar Australië door de misdaadondernemer Jannes. Hij begon met<br />

een proefzending van 5.000 tabletten met een kroonluchter als deklading,<br />

uitgevoerd door zijn Belgische medewerker Eddy. Een aantal<br />

maanden later verstuurde Eddy met dezelfde soort deklading een<br />

partij van circa 250.000 XTC-tabletten vanuit de Rotterdamse haven<br />

naar Australië. Hij gebruikte hierbij de naam van een Belgisch bedrijf


als afzender. De tweede Belgische medewerker Rudy werd vervolgens<br />

naar Australië gestuurd. Rudy was door Eddy benaderd om mee<br />

te doen, en had toegezegd omdat hij nog schulden uit had staan bij<br />

Eddy. Rudy moest tabletten leveren aan afnemers. Ten behoeve van<br />

de smokkel naar Australië had Jannes samen met Eddy in Parijs inmiddels<br />

twee kluizen aangeschaft en naar Nederland gebracht. In één<br />

van de kluizen werden in een geheime bergruimte 700.000 tabletten<br />

verstopt, waarna deze naar Australië werd gestuurd. Als afzender<br />

gebruikte Eddy de naam van een Duits bedrijf. Eenmaal aangekomen<br />

werd de kluis eerst opgehaald door Lothar, die het vervolgens overdroeg<br />

aan Rudy. De kluis werd in beslag genomen en een aantal medewerkers<br />

werd aangehouden.<br />

Jannes voerde veel activiteiten uit samen met Eddy. Zo zochten ze samen<br />

naar materialen om een tabletteermachine te repareren. Deze<br />

reparatie werd door iemand anders uitgevoerd. Ook hielpen ze beiden<br />

bij het inladen van een kluis met 750.000 tabletten in een busje.<br />

Het transport werd door iemand anders uitgevoerd. Daadwerkelijke<br />

uitvoerders waren dus telkens andere personen. Ook Karel was vaak<br />

betrokken bij activiteiten, onder andere bij het laden van de kluis<br />

en een maand later bij het prepareren van een pizzaoven met 2.1<br />

miljoen tabletten. De partij was waarschijnlijk afkomstig van twee<br />

verschillende leveranciers, omdat ze op twee verschillende manieren<br />

verpakt was. Eddy regelde de verzending van deze pizzaoven,<br />

die werd uitgevoerd door de Belgische expediteur Deller, naar de<br />

expediteur Rocco in Italië. Wederom gebruikte hij de naam van een<br />

onbewust betrokken bedrijf als afzender. Drie weken later vloog<br />

Eddy met Jannes naar Italië om de pizzaoven op te halen en bij een<br />

zeetransporteur aan te bieden voor verscheping naar Australië. Tegelijkertijd<br />

bood Eddy een andere pizzaoven aan bij de firma Rocco,<br />

die verzonden moest worden naar Deller in België.<br />

Het criminele verband rond Jannes beschikte over een tabletteerinrichting<br />

waar tabletteermachines, weegschalen en verpakkingsmaterialen<br />

werden aangetroffen. De vloer van de ruimte was bedekt met<br />

een dermate dikke laag poeder (waarin diverse tabletten lagen met<br />

verschillende kleuren en logo’s) dat er waarschijnlijk een langdurige<br />

vervaardiging van tabletten heeft plaatsgevonden. De in beslag genomen<br />

tabletten uit de kluis en pizzaoven waren hier gemaakt.<br />

Gebruikte vervoersmiddelen en routes<br />

De smokkelmethoden die gehanteerd worden bij de uitvoer van XTC door de lucht<br />

zijn vrijwel identiek aan de smokkelmethoden die gebruikt worden bij de invoer van<br />

cocaïne: in het lichaam (voornamelijk in de maag), op het lichaam geplakt, in (gepre-<br />

Hoofdstuk 3<br />

125<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


35 Inbeslagnemingen synthetische<br />

drugs 2004, p.6.<br />

36 CBA Schiphol, p.32-34.<br />

37 Inbeslagnemingen synthetische<br />

drugs 2002. Inbeslagnemingen<br />

synthetische drugs<br />

2003. Inbeslagnemingen<br />

synthetische drugs 2004.<br />

38 Criminaliteitsbeeld Rotterdamse<br />

Haven, p.51. Dit<br />

werd op 31 augustus 2005<br />

bevestigd door een medewerker<br />

van de FIOD-ECD.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

126<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

pareerde) kleding, in (geprepareerde) bagage, pakketzendingen en vrachtzendingen.<br />

Koeriers maakten het meest gebruik van wielrenbroeken en van koffers met een<br />

dubbele bodem of wand.<br />

Hoewel in 2004 het vliegtuig als vervoersmiddel favoriet bleef, werd er aanzienlijk<br />

minder gebruik van gemaakt dan in 2002 en 2003 (zie grafieken 2.8 en 2.9) en was<br />

ook een verandering van de smokkelwijze waarneembaar. Er was sprake van een<br />

afname van het aantal koeriers en een toename van het aantal verzendingen met<br />

koeriersdiensten en van het aantal postzendingen (zie grafieken 2.6 en 2.7). Ook<br />

werd gebruik gemaakt van speciaal geprepareerde machines en air containers. 35 Het<br />

transporteren van XTC via pakket- of koeriersdiensten heeft verschillende voordelen<br />

voor een crimineel. Zo kan de verzending anoniem geschieden, en is deze te volgen<br />

via het internet. Bij een eventuele inbeslagname worden er vanzelfsprekend geen<br />

personen aangehouden die ondervraagd kunnen worden. Ook is de inschakeling van<br />

een koeriersdienst veel goedkoper dan de inzet van koeriers. 36 Als deklading bij de<br />

pakketverzendingen werden onder andere tijdschriften, boeken, schoenen, speelgoed<br />

en schilderijen gebruikt.<br />

Bij de smokkel door de lucht werd de smokkel middels air-cargo vanaf 2002 populairder<br />

(respectievelijk 5 in 2002, 19 in 2003 en 15 in 2004) waarbij onder andere sprake was<br />

van geprepareerde stoomapparaten, wasdrogers en meubels als deklading. Het aantal<br />

geconfisqueerde pakketten nam van 2002 op 2003 spectaculair af om vervolgens te<br />

stabiliseren (respectievelijk 118 in 2002, 58 in 2003 en 60 in 2004). Hierbij werd vaak<br />

van de diensten van grote internationale koeriersbedrijven en postbedrijven gebruik<br />

gemaakt. De pakketten werden verzonden vanuit Nederland en vanuit omringende<br />

landen. Als deklading werden goederen als tijdschriften, schoenen, elektronica, speelgoed<br />

en levensmiddelen gebruikt. Het aantal inbeslagnemingen bij vliegtuigpassagiers<br />

liet vanaf 2002 een scherpe daling zien (respectievelijk 263 in 2002, 133 in 2003 en<br />

44 in 2004). De tabletten werden respectievelijk 59, 20 en 17 keer op het lichaam<br />

vervoerd (o.a. met behulp van een wielrenbroek waar stroken met tabletten waren<br />

ingenaaid), en respectievelijk 168, 91 en 22 keer werden koffers en reistassen gebruikt<br />

met een dubbele wand of bodem. Tabletten werden vaak verpakt in carbonpapier en<br />

aluminiumfolie; materiaal waarvan door de smokkelaars waarschijnlijk gedacht wordt<br />

dat deze bescherming biedt tegen ontdekking door scanapparatuur. 37<br />

Bij de smokkel middels schepen was in de onderzoeksperiode in de helft van de confiscaties<br />

sprake van smokkel in een geprepareerde lading (zoals in tafels, dozen met<br />

plastic buizen, kluizen, machines en een oven). De bestemmingslanden waren de Verenigde<br />

Staten, Canada, Japan en Australië.<br />

Het transport van XTC vindt binnen Europa vooral over de weg plaats. Vanwege het<br />

ontbreken van binnengrenzen voor goederenvervoer in de EU kunnen goederen ongecontroleerd<br />

verplaatst worden. Bovendien is het controlebeleid van de EU gericht<br />

op binnenkomende goederen, en wordt er minder capaciteit ingezet op door- en<br />

uitgevoerde goederen. 38<br />

Inbeslagnemingen in een bus werden het meest gedaan in Duitsland en Frankrijk,


waarbij de tabletten vooral in de bagage van de passagiers verstopt waren of in goederen<br />

zoals een radio of een fles frisdrank. De bestemming was vaak Spanje, Portugal<br />

en enkele Oost-Europese landen. De meeste inbeslagnemingen in personenauto’s<br />

werden in Duitsland gedaan, waarbij dit ook vaak het bestemmingsland was. Meestal<br />

was er sprake van een geheime bergruimte, zoals in de carrosserie, de kofferbak,<br />

de brandstoftank of in het reservewiel. De bestemmingslanden waren voornamelijk<br />

Duitsland, Frankrijk, Spanje, Scandinavië en Oost-Europa. Inbeslagnemingen in treinen<br />

werden meestal in Duitsland en Frankrijk gedaan, waarbij meestal de tabletten in<br />

bagage verstopt waren en de passagiers op weg waren naar een luchthaven voor een<br />

bestemming buiten Europa. Bij de smokkel middels vrachtwagens werd vooral gebruik<br />

gemaakt van Nederlandse en Engelse transportbedrijven. De vrachten werden ook<br />

in België en Frankrijk onderschept. De smokkelwaar werd veelal in aparte dozen of<br />

kratten aan de legale vracht toegevoegd. De bestemmingslanden waren vooral het<br />

Verenigd Koninkrijk en Ierland, waarbij vaak sprake was van aanmerkelijke hoeveelheden<br />

gecombineerd met partijen cannabis, hasj, cocaïne en heroïne (zogenaamde<br />

cocktailzendingen). Per smokkeltransport ging het bijvoorbeeld om hoeveelheden van<br />

een paar honderdduizend XTC-tabletten, meer dan honderd kilogram amfetaminepoeder,<br />

een aantal kilogram cocaïne en heroïne, en een tiental kilogram cannabis. 39<br />

3.3.2.4 Dumpingen van afvalstoffen van synthetische drugs 40<br />

Betrokkenen en hun werkwijze bij het dumpen van afvalstoffen<br />

Over het algemeen wordt er geen uitgebreid opsporingsonderzoek ingesteld bij het<br />

aantreffen van een dumping. Wel zal het LFO, als deze betrokken is bij de ontmanteling,<br />

de verantwoordelijke partners zoveel mogelijk aansporen om sporen vast te<br />

leggen en gegevens te registreren over het gedumpte afval (zoals soorten stoffen,<br />

verpakkingen, nummers en stickers), om zo gegevens van andere dumpingen en productielocaties<br />

te kunnen koppelen. Als gevolg van het aantreffen in juni 2003 in Apeldoorn<br />

en in januari 2004 in Heerde van trailers die waren volgestopt met afvalstoffen<br />

werd echter wel een onderzoek ingesteld.<br />

Uit dit onderzoek, Donker, bleek dat beide dumpingen enkele overeenkomsten<br />

vertoonden. Zo waren beide trailers vlak voor de dumpingen<br />

gestolen in Limburg. Daarnaast kon het aangetroffen huisvuil<br />

in de trailers aan elkaar gerelateerd worden. De verzameling huisvuil<br />

kan duiden op een langer verblijf in een afgesloten ruimte. De kosten<br />

van opslag, vervoer en verwerking van het gedumpte afval in beide<br />

dumpingen bedroeg meer dan € 50.000,-.<br />

In het kortlopende onderzoek Geur werden gedurende een aantal<br />

maanden afvalstoffen van XTC-productie aangetroffen in het rioolstelsel<br />

en in zuiveringsinstallaties van een aantal Zuid-Hollandse gemeenten.<br />

Het betrof aceton, methylalcohol en isopropylalcohol. Het<br />

39 Inbeslagnemingen synthetische<br />

drugs 2002. Inbeslagnemingen<br />

synthetische drugs<br />

2003. Inbeslagnemingen<br />

synthetische drugs 2004.<br />

40 Zie ook paragraaf 2.3.2.3<br />

over de stoffen die<br />

gedumpt worden.<br />

Hoofdstuk 3<br />

127<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


41 CBA Synthetische Drugs,<br />

2002, p.9.<br />

42 Kleemans, e.a., 2002, p.50.<br />

43 Kleemans, e.a., 2002, p.53.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

128<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

afval was in diverse gescheiden rioolstrengen aangetroffen, waardoor<br />

vermoed werd dat de dumper zich mobiel van het afval heeft ontdaan<br />

door het op diverse locaties te lozen op het riool.<br />

3.3.3 Institutionele faciliteiten<br />

3.3.3.1 Tussenpersonen en facilitairs<br />

In de CBA Synthetische Drugs 2001 werd nog vermeld dat handelingen van facilitairs<br />

niet of nauwelijks worden onderzocht. Verreweg de meeste onderzoeken betroffen<br />

de productie, handel en export van synthetische drugs. 41 Anno 2004 is dit beeld op<br />

één punt gewijzigd: er wordt nu speciale aandacht geschonken aan de makers en leveranciers<br />

van productiemiddelen ten behoeve van het vervaardigen van synthetische<br />

drugs. Daarentegen worden facilitairs als geldwisselaars en boekhouders meestal niet<br />

meegenomen als onderzoekssubject.<br />

Tussenpersonen<br />

Kleemans e.a. schrijven dat de tussenpersoon (‘broker’) in een strategische positie<br />

verkeert in relatie tot een crimineel verband. Hij zorgt ervoor dat personen op een<br />

bepaalde manier met elkaar in contact komen, maar blijft tegelijkertijd tussen de partijen<br />

in zitten. Leveranciers en afnemers komen naar hem toe omdat hij onmisbaar is:<br />

hij is ‘structureel autonoom’. 42<br />

Een belangrijke vraag bij de aanpak van vermeende hoofdfiguren is volgens de auteurs<br />

op welke wijze en in hoeverre andere verdachten van deze personen afhankelijk zijn,<br />

met andere woorden hoe moeilijk zij te vervangen zijn. Hoofdverdachten beschikken<br />

volgens de auteurs over verschillende ‘machtsbronnen’: (1) internationale en interetnische<br />

contacten, (2) relaties met de ‘bovenwereld’, (3) financiële onafhankelijkheid,<br />

(4) reputatie, en (5) de suggestie van onvervangbaarheid. Toch zou zijn positie niet<br />

zonder risico zijn: als hij zijn positie wil behouden moet hij wel persoonlijk bij de zaak<br />

betrokken blijven. 43 Er wordt onderscheid gemaakt tussen onnodige, noodzakelijke<br />

en afgedwongen betrokkenheid. Onderzoek T1 richtte zich op een tussenpersoon die<br />

voor zijn afnemers noodzakelijk was.<br />

Het betrof hier een Russisch-Nederlandse tussenpersoon, Vova, die<br />

XTC betrok van een Nederlander van Israëlische afkomst, Jannes.<br />

Vova leverde aan een groep Israëliërs, die in Nederland vertegenwoordigd<br />

waren door Isaac. Deze groep werd vanuit Israël aangestuurd<br />

door Bibi. De contacten tussen Isaac en Bibi liepen via een<br />

zekere Reb. Hoe de contacten in Israël zelf liepen was voor Isaac<br />

onbekend. Vova zou een partij leveren, maar wachtte op Jannes. Aan<br />

deze ogenschijnlijk simpele transactie gingen meer dan drie maanden<br />

van nerveuze telefonische contacten en ontmoetingen vooraf tussen


enerzijds Vova en Jannes en anderzijds Vova en de Israëliërs (wanneer<br />

Vova vaak telefonisch contact zocht met Jannes):<br />

Jannes zegt nog niet gedraaid te hebben. Hierdoor komt Vova in een<br />

lastig parket tegenover zijn afnemers. Na een aantal weken van vele<br />

telefoontjes komt er dan een proefmonster. Ineens lijken de rollen<br />

omgedraaid. Nu wil Jannes Vova spreken, die dit uitstelt omdat hij de<br />

Israëliërs nog niet heeft gesproken. Dan spreekt Vova eindelijk met Isaac,<br />

die zegt dat er problemen zijn aan de Israëlische kant. Vova wil leveren,<br />

maar moet wachten. Na een week belt Bibi naar Vova, die zegt<br />

dat de baby al vijf dagen klaar ligt. Toch blijkt een aantal dagen later<br />

dat bij Jannes niet alles als gepland verloopt. Uitstel zou echter geen<br />

afstel zijn. Nu wil Isaac informatie van Vova, die echter weer op Jannes<br />

wacht. Jannes zou zelf ook wachten, en vertelt Vova om geduld te hebben.<br />

Een week later is er dan een ontmoeting tussen Jannes en Vova,<br />

die een dag later door Bibi gebeld wordt en te horen krijgt dat hij naar<br />

Nederland komt. Isaac is in deze communicatie gepasseerd. Als Bibi<br />

in Nederland is komen alle Israëliërs bijeen. Bibi is ontstemd over de<br />

puinhoop en neemt zelf een aantal taken op zich. Een dag later belt<br />

Jannes naar Vova met de mededeling dat de levering niet doorgaat, en<br />

dat hij de problemen met de Israëliërs maar zelf moet oplossen. Vova<br />

wil Jannes diverse keren bellen, maar dat lukt niet. Bibi gaat terug naar<br />

Israël. Een dag later is er een ontmoeting tussen Vova en Isaac en contact<br />

tussen Vova en Jannes, die zegt dat alles goed komt.<br />

Tussenpersonen in de handel van synthetische drugs zijn slechts beperkt aangetroffen<br />

in de bestudeerde onderzoeken (naast onderzoek T1 bijvoorbeeld ook in Mede).<br />

Wanneer er tussenpersonen bij de handel betrokken waren, dan bleek het een onzekere<br />

schakel.<br />

Facilitairs<br />

Wanneer verschillende opsporingsonderzoeken naast elkaar gelegd worden is<br />

de kans aanwezig dat personen met bepaalde functies naar voren komen, zoals<br />

geldwisselaars, financiële dienstverleners, documentvervalsers. Deze leveren<br />

diensten die criminele verbanden zelf niet kunnen (ze hebben bijvoorbeeld<br />

niet de benodigde kennis) of niet willen uitvoeren (ze lopen bijvoorbeeld een<br />

te groot risico). De vraag is hoe cruciaal een facilitair is voor een crimineel<br />

verband, en hoe makkelijk hij te vervangen is. Facilitairs vormen vaak een verbinding<br />

tussen ‘onderwereld’ en ‘bovenwereld’ – zoals met dekmantelbedrijven,<br />

vervalsingen, fraude, juridische en financiële constructies – en verrichten<br />

taken voor meerdere criminele verbanden – simpelweg omdat de facilitair een<br />

unieke positie inneemt waar veel vraag naar is vanuit het criminele circuit. 44<br />

Rondbodemkolven.<br />

44 Kleemans, e.a., 2002, p.56-<br />

62.<br />

Hoofdstuk 3<br />

129<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

130<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Het al eerder aangehaalde onderzoek F1 geeft een goed inzicht in<br />

de werkwijze en logistiek van een facilitair (Duizendpoot) in de Randstad<br />

die productiemiddelen vervaardigde. Hij was eigenaar/directeur<br />

van een handel in laboratoriummaterialen en had drie compagnons.<br />

Duizendpoot maakte zelf compleet nieuwe productiemiddelen, of<br />

liet ze door constructiebedrijven aanpassen (bijvoorbeeld door het<br />

monteren van een roermechaniek of een elektromotor). Het criminele<br />

verband beschikte over zeven panden waar ze de activiteiten<br />

ontplooiden. In een aantal van deze panden werden naast diverse<br />

productiemiddelen chemicaliën, vulstoffen, kleurstoffen en XTC<br />

aangetroffen.<br />

Duizendpoot maakte de afspraken, gaf adviezen en onderhandelde<br />

met de afnemers, die altijd aliassen gebruikten. Ontmoetingen vonden<br />

meestal in druk bezochte wegrestaurants plaats. Wanneer hij<br />

goederen kon leveren die hij elders had ingekocht, verhoogde hij<br />

de prijs van productiemiddelen met gemiddeld 150 procent en van<br />

vulstoffen met gemiddeld 200 procent. Met de kleurstoffen die hij<br />

in 2001 en 2002 aan derden leverde konden circa 16 miljoen tabletten<br />

worden gemaakt. Met de door hem geleverde vulstoffen konden<br />

circa 400 miljoen tabletten worden gemaakt. Gebaseerd op de beschikbare<br />

gegevens werd de door Duizendpoot genoten winst over de<br />

jaren 2001 en 2002 geschat op bijna € 1 miljoen.<br />

Duizendpoot had vijf rechtspersonen ingeschreven staan op één adres,<br />

die echter allemaal binnen een jaar ook weer waren opgeheven bij de<br />

Kamer van Koophandel en de Belastingdienst. Desondanks werd nog<br />

wel van de naamgeving gebruik gemaakt. Hij hield geen administratie<br />

bij en is nooit benaderd door een legaal bedrijf met betrekking tot<br />

de aankoop van goederen.<br />

Specialisten die zich hebben toegelegd op het tabletteren zijn ook facilitairs. Zij werken<br />

op bestelling voor diverse producenten. Hiervan is in één onderzoek een voorbeeld<br />

aangetroffen. Daarnaast werd door één crimineel verband gebruik gemaakt<br />

van de diensten van een facilitair, Tinus, die een eigen crimineel verband had dat zich<br />

toelegde op het organiseren van smokkeltransporten met legale façades zoals dekladingen<br />

en fictieve bedrijven.<br />

3.3.3.2 Branches<br />

Uit de bestudeerde onderzoeken blijkt dat criminele verbanden vooral zaken doen<br />

– meestal met een valse identiteit of via medewerkers – met transport-, verhuur- en<br />

chemische toeleveringsbedrijven. In Nederland zelf wordt van de diensten van verhuurbedrijven<br />

gebruikt gemaakt ter ondersteuning van de smokkel en productie. Bij


de uitvoer wordt gebruik gemaakt van transportbedrijven, die dan opdrachten ontvangen<br />

van vaak fictieve bedrijven. Wegtransporteurs worden ingezet ten behoeve<br />

van de uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk, en zee- en luchttransporteurs worden<br />

ingezet bij de uitvoer naar de Verenigde Staten, Australië en Zuidoost-Azië.<br />

De chemische branche en toeleveringbedrijven van hardware zoals lasapparatuur zijn<br />

van groot belang voor producenten van synthetische drugs. Vrijwel zonder uitzondering<br />

worden aankopen door criminele verbanden contant betaald: iets wat direct<br />

opvalt in de betreffende branches. Zo bleek in een onderzoek dat een bedrijf dat<br />

handelde in thermische oliën in slechts drie gevallen contant betaald werd door een<br />

afnemer. Ondanks de opvallende betaalwijze wekte dit bij deze leverancier geen argwaan.<br />

De afnemer bleek te relateren aan één crimineel verband dat actief was in de<br />

productie van synthetische drugs.<br />

De chemische industrie is na de voedings- en genotsmiddelenindustrie de omvangrijkste<br />

industriële bedrijfstak in Nederland. In de productie werken 73.000 mensen,<br />

en wordt jaarlijks 33 miljard euro omgezet. In de distributie werken 2.500 mensen,<br />

en wordt jaarlijks 4-5 miljard euro omgezet. De sector kent een strenge regelgeving<br />

die betrekking heeft op chemische stoffen zelf, de opslag, de productie, het afval, het<br />

transport, en de in- en uitvoer. Er zijn drie soorten regimes die van toepassing zijn<br />

op 150 tot 200 stoffen: precursoren voor drugs (ca. 35), precursoren voor chemische<br />

wapens (ca. 70) en gevaarlijke chemicaliën (ca. 70). Circa 350 bedrijven werken met<br />

producten die onder één van de drie regimes vallen. De bedrijven zijn verplicht om<br />

transacties te registreren, om vergunningen aan te vragen, en om ongebruikelijke en<br />

verdachte transacties te melden. Hiervan ontvangt de FIOD-ECD vijftig tot zestig<br />

meldingen per jaar, die bijvoorbeeld betrekking hebben op vreemde omstandigheden<br />

of onbekende handelaren. In de laatste jaren is het aantal meldingen afgenomen, maar<br />

zijn ze kwalitatief wel verbeterd: ongeveer tachtig procent leidt uiteindelijk tot een<br />

onderzoek. 45<br />

De FIOD-ECD heeft op een aantal wijzen zicht op de chemische sector: (1) via de<br />

controle van bedrijven, (2) via de meldplicht voor bedrijven van verdachte transacties,<br />

(3) via het uitgeven van vergunningen aan bedrijven die willen handelen in chemicaliën<br />

die onder één van de drie regimes vallen. Door verscherpt toezicht heeft de FIOD-<br />

ECD een aantal dubieuze tussenhandelaren kunnen traceren.<br />

3.3.3.3 Vergunningen en (nep)bedrijven<br />

Criminele verbanden zijn vaak genoodzaakt om contact te leggen met de legale bovenwereld.<br />

De importeur van precursoren heeft legale bedrijven nodig om zijn illegale<br />

waar te kunnen transporteren middels dekladingen die bij de douane niet in het oog<br />

springen. De aanschaf van overige chemicaliën dient eveneens te geschieden middels<br />

‘rechtspersonen’ terwijl het vervoer goed moet worden afgeschermd, door gebruik<br />

te maken van bijvoorbeeld gehuurde bedrijfsauto’s. De producent van de productieapparatuur<br />

heeft een bedrijf nodig voor de aanschaf van de diverse onderdelen die<br />

45 H. Citroen-Dijkmeijer, Coordinated<br />

approach towards<br />

the misuse of precursors,<br />

International Synthetic<br />

Drugs Enforcement<br />

Conference, Den Haag, 8-9<br />

oktober 2003.<br />

Hoofdstuk 3<br />

131<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

132<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

gebruikt worden in de productieapparaten, zoals in onderzoek F1. Voor de grootschalige<br />

handelaar die zijn eindproduct naar het buitenland exporteert is het hebben van<br />

een eigen bedrijfje een aardige camouflage (zoals de leverancier in onderzoek Boekenbal).<br />

Alleen de productie kan meestal geheel ondergronds plaatsvinden.<br />

3.3.3.4 Valse documenten<br />

Ter voorbereiding en uitvoering van smokkeltransporten, ten behoeve van onderhandelingen<br />

met buitenlandse afnemers; op velerlei wijzen maken leden van criminele<br />

verbanden gebruik van valse paspoorten om zichzelf af te schermen. In onderzoek<br />

Zeilboot maakte de misdaadondernemer Frederik gebruik van een Iers paspoort met<br />

zijn foto en van vier valse identiteiten, die hij gebruikte op zijn reizen naar de Cote<br />

d’Azur, de Costa del Sol, Venezuela en Colombia. Zijn bedrijfsleider Kopara maakte<br />

gebruik van een vals paspoort en van twee valse identiteiten, die hij gebruikte op zijn<br />

reizen naar Barcelona en Venezuela. Een Poolse medewerker beschikte over twee<br />

valse paspoorten.<br />

Er is een misdaadondernemer alles aan gelegen om ook zijn medewerkers af te schermen.<br />

In onderzoek Yankee schafte de misdaadondernemer Jannes voor $ 20.000,- een<br />

vals Amerikaans paspoort aan voor zijn medewerker in de VS, die daar de aangekomen<br />

XTC-tabletten opving en in opdracht van de hoofdverdachte distribueerde<br />

onder vaste afnemers van de hoofdverdachte.<br />

Ook wordt er bij het creëren van legale façades gebruik gemaakt van valse facturen<br />

(onder andere van onbewust betrokken bedrijven). In onderzoek Flipje werd transporteur<br />

Van der Wiel ingeschakeld door een zekere Sjaak, die partijen verdovende<br />

middelen naar het Verenigd Koninkrijk smokkelde. De transporteur werd contant<br />

betaald en verwerkte dat niet in zijn administratie. Hij stelde valse facturen en transportdocumenten<br />

op, met valse adresgegevens en gericht aan fictieve bedrijven in het<br />

Verenigd Koninkrijk. Als expediteur traden op niet-bestaande bedrijven. Afnemers en<br />

de leverancier bleven dus anoniem.<br />

3.4 ‘Bedrijfsvoering’ van criminele verbanden<br />

In deze paragraaf wordt bekeken met welke methoden criminele verbanden hun<br />

primaire werkzaamheden ondersteunen. Allereerst wordt aandacht gegeven aan<br />

de wijzen waarop criminele verbanden omgaan met hun wederrechtelijk verkregen<br />

voordeel; ten tweede wordt gekeken naar het gebruik van corruptie, afscherming,<br />

intimidatie en geweld ter ondersteuning en bevordering van de smokkel, productie<br />

en handel in synthetische drugs; en ten derde zal worden bekeken wat voor soort<br />

externe relaties criminele verbanden aanknopen ten behoeve van hun activiteiten.


3.4.1 Geldstromen<br />

Van de 7.900 betrokkenen in de CBAUSD-registratie hebben 1.110 personen één<br />

of meer verdachte transacties op hun naam staan. Verreweg het grootste deel van<br />

deze 1.110 personen (88 procent) heeft minder dan tien verdachte transacties op zijn<br />

naam staan; 75 personen (6,8 procent) hebben tussen de tien en twintig verdachte<br />

transacties op hun naam staan; 42 personen (3,8 procent) hebben tussen de twintig<br />

en vijftig verdachte transacties op hun naam staan; 13 personen (1,2 procent) hebben<br />

tussen de vijftig en honderd verdachte transacties op hun naam staan. Slechts acht<br />

personen (minder dan één procent) hebben meer dan honderd verdachte transacties<br />

op hun naam staan. 46<br />

3.4.1.1 Wisselen, verplaatsen en verhullen<br />

Allereerst dient opgemerkt te worden dat in de meeste onderzoeken geen financieel<br />

opsporingstraject werd uitgevoerd. Hierdoor is het criminele vermogen van verdachten<br />

vaak buiten beeld gebleven, evenals de wijzen waarop dit vermogen is weggezet of<br />

witgewassen. Het beeld dat in deze CBA gepresenteerd kan worden is daarom zeer<br />

oppervlakkig en – in verhouding tot het zicht op grondstoffen, productie en handel<br />

– waarschijnlijk zeer onvolledig. 47<br />

Het wederrechtelijk verkregen voordeel moet een drietal fasen ondergaan voordat<br />

het als een legaal vermogen aangewend kan worden om investeringen en uitgaven te<br />

doen. Allereerst dient het criminele geld dat in het buitenland verdiend is gewisseld te<br />

worden. Daarna moet het verplaatst worden (meestal naar Nederland). Vervolgens<br />

moet het verhuld of witgewassen geworden.<br />

Veel criminele verbanden wisselen in het buitenland voordat het vermogen naar<br />

Nederland wordt verplaatst. Het wisselen gebeurt door medewerkers van het<br />

criminele verband. Het verplaatsen gebeurt onder andere door koeriers, of door<br />

individuen die hierin gespecialiseerd zijn. Bij het wisselen in Nederland worden meestal<br />

bekenden of familieleden ingezet. Waarschijnlijk doen misdaadondernemers dit om<br />

zelf buiten beeld te blijven. Onbekend is of de ingezette personen worden ingezet<br />

vanwege het feit dat ze een blanco strafblad hebben (dit is niet onderzocht).<br />

Ook worden legale ondernemingen gebruikt bij het wisselen en verplaatsen, zoals postagentschappen<br />

en money transfer instellingen. Daarnaast is in een aantal onderzoeken<br />

gebleken dat misdaadondernemers (willen) investeren in legale ondernemingen waar<br />

veel contant geld in omgaat, zoals autobedrijven, horecagelegenheden en belhuizen. Dit<br />

zijn beproefde methoden om wederrechtelijk verkregen vermogen wit te wassen. 48<br />

Er zijn in de bestudeerde onderzoeken enkele voorbeelden gevonden van het wisselen<br />

en verplaatsen van het in het buitenland wederrechtelijk verkregen voordeel<br />

naar Nederland.<br />

46 De keuze om de selectie<br />

te baseren op het aantal<br />

transacties is enigszins<br />

arbitrair; het zegt namelijk<br />

niets over de hoogte van<br />

de bedragen die door een<br />

persoon zijn gestort. Het<br />

bleek echter een zeer<br />

bewerkelijke opgave om<br />

dit per persoon vast te<br />

stellen, omdat in de overzichtslijst<br />

geen (totaal-)<br />

bedragen worden weergegeven.<br />

Om de hoogte van<br />

de bedragen per persoon<br />

vast te stellen moet er per<br />

persoon in elke verdachte<br />

transactie worden gekeken.<br />

Het gaat in totaal om<br />

7.347 transacties.<br />

47 Informatie over crimineel<br />

vermogen is meestal bekend<br />

geraakt als gevolg van<br />

aanhoudingen, verklaringen,<br />

doorzoekingen of via<br />

tapverslagen.<br />

48 Zie ook Kleemans e.a.,<br />

2002, p.105.<br />

Hoofdstuk 3<br />

133<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

134<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

• Wisselen en verplaatsen<br />

In onderzoek Multi was een Israëlisch crimineel verband actief in de smokkel<br />

van XTC via Frankrijk naar Nieuw-Zeeland en van cocaïne vanuit Brazilië<br />

naar Nederland. De misdaadondernemer Moshe stuurde de smokkel aan en<br />

zette daarbij twee koeriers in. Hij smokkelde soms ook zelf. In Nieuw-Zeeland<br />

zat zijn compagnon Jessica, die zorg droeg voor het wisselen van geld en<br />

de smokkel van geld naar Nederland. In totaal werd er sowieso $ 140.000,-<br />

en € 290.000,- vanuit Nieuw-Zeeland ingevoerd. Moshe werd op Schiphol<br />

aangehouden met € 17.000,- en 2 miljoen yen. Vermoedelijk was er dus ook<br />

een smokkellijn naar Japan.<br />

• Verplaatsen<br />

In onderzoek Dominiek2 smokkelden koeriers het geld van de VS en het Caraïbisch<br />

gebied naar Europa.<br />

• Verplaatsen<br />

Als er (in onderzoek Yankee) met de verkoop van tabletten $ 300.000,- was<br />

verdiend dan moest Greg het geld naar Lance brengen, die het vervolgens naar<br />

Europa liet vervoeren. Lance sluisde ook geld door naar de Antillen, waar het<br />

witgewassen moest worden via de aankoop van een hotel en een bordeel.<br />

• Wisselen en verplaatsen<br />

In onderzoek Aussie had Vasil $2,2 miljoen uit een kluis gehaald en in vijf partijen<br />

naar een wisselkantoor gebracht in Sydney. Dit kantoor werd gerund<br />

door twee broers. Een derde broer runde een wisselkantoor in Parijs. Deze<br />

broer was verantwoordelijk voor het afleveren van het geld in Europa nadat<br />

Vasil het eerder bij de twee broers in Sydney had gebracht. Daarop toog Jannes<br />

met de Belgische medewerker Eddy en de kennis Rajjit drie keer naar Parijs<br />

om de zakken met geld op te halen. Rajjit had Jannes in contact gebracht met<br />

de eigenaar van het wisselkantoor in Parijs. Hetzelfde kantoor in Parijs werd<br />

ook gebruikt bij het verplaatsen van het geld door Lance vanuit de VS naar<br />

Europa.<br />

Ook wordt er in Nederland zelf gewisseld. In onderzoek Cities had de misdaadondernemer<br />

Sjors in drie transacties in drie dagen ongeveer € 60.000,- laten wisselen. In<br />

de zeven maanden daarvoor was voor ruim € 1.2 miljoen aan Britse ponden gewisseld.<br />

Dit gebeurde in zeven perioden van ongeveer een week waarin dagelijks werd<br />

gewisseld. Het ging waarschijnlijk om de opbrengsten van zeven partijen verdovende<br />

middelen. Het wisselen werd gedaan door drie medewerkers, waaronder de schoonvader<br />

van de misdaadondernemer. Ook een medewerker van een postagentschap<br />

verleende medewerking.


Kleemans e.a. stellen dat er twee basisvormen zijn waarmee geld wordt witgewassen:<br />

het fingeren van winst en het lenen aan jezelf. 49 De tweede vorm werd waarschijnlijk<br />

gebruikt door de misdaadondernemer in onderzoek Zeilboot. Hij leende via een compagnon<br />

geld vanuit een Luxemburgs bedrijf aan een bedrijf in Nederland, dat deels op<br />

eigen naam stond. Hierbij werd geen overeenkomst gesloten. Het betrof een miljoen<br />

gulden. Een compagnon van de misdaadondernemer was betrokken bij het Luxemburgse<br />

bedrijf.<br />

De witwasmethodes waarvan de misdaadondernemer uit de onderzoeken Aussie en<br />

Yankee, Jannes, zich bediende waren divers en waren afgeleiden van de twee bovenstaande<br />

basisvormen. Zo liet hij valse facturen opstellen, verkocht hij auto’s ver boven<br />

de inkoopprijs, en boekte hij door zijn bedrijf contant ontvangen bedragen als bankontvangsten:<br />

• Een bouwbedrijf maakte drie facturen op, op verzoek van Jannes die de datum<br />

en de bedragen die vermeld moesten worden doorgaf. De verbouwingen zijn<br />

nooit uitgevoerd. De bedragen en data kwamen overeen met de tijdstippen<br />

van aangetroffen geldleningen van vader Johannes aan zoon Jannes.<br />

• Jannes gebruikte een valse werkgeversverklaring en salarisspecificatie van een<br />

bedrijf om een hypothecaire lening te verkrijgen van € 362.500,-, wat hem<br />

lukte. Hij heeft nooit bij het bedrijf gewerkt.<br />

• Jannes heeft een bedrijf Walvis Projecten BV, waarvan hij directeur en enig aandeelhouder<br />

is. Dit bedrijf haalde de omzet hoofdzakelijk bij ondernemingen<br />

van Otjep Ramdas. Van 2000 tot 2003 ontving Walvis Projecten BV circa €<br />

310.000,- van twee bedrijven van Ramdas. Deze bedragen zijn bijna allemaal<br />

contant ontvangen, hoewel ze in de boekhouding als bankontvangsten zijn<br />

geboekt.<br />

• Er werd in 1999 ook een aan- en verkooptransactie van een niet-bestaande<br />

boot op papier gezet. Jannes kocht de boot voor 43.500,- gulden en verkocht<br />

hem voor 117.000,- gulden. In 2002 deed Jannes wederom een aan- en<br />

verkoop van een niet-bestaande boot. De verkoop zou € 105.000,- hebben<br />

opgeleverd.<br />

• In 2000 kocht Jannes een auto in de VS voor 85.000,- gulden, die hij een jaar<br />

later verkocht voor 135.000,- gulden. In 2001 kocht Jannes een auto voor<br />

130.000,- gulden, die hij drie maanden later voor 170.000,- gulden verkocht.<br />

Er kon bij beide kopers niet worden nagegaan of dit klopte.<br />

• Daarnaast kocht Jannes met contant geld een boot in de VS voor circa<br />

$ 125.000,-. Deze werd op naam gezet van Ramdas en ingevoerd in Neder-<br />

49 Kleemans e.a., 2002, p.127.<br />

Hoofdstuk 3<br />

135<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

136<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

land. Vervolgens blijkt uit de administratie dat Jannes de boot van Ramdas<br />

koopt voor € 43.000,-. Waarschijnlijk heeft deze koop niet plaatsgevonden,<br />

omdat Jannes al eigenaar was.<br />

3.4.1.2 Investeringen en bestedingen<br />

Veel medewerkers van criminele verbanden blijken hun voorkeur eraan te geven om<br />

hun winsten in consumptiegoederen als auto’s en sieraden te besteden. In meerdere<br />

onderzoeken zijn tijdens aanhoudingen en zoekingen dure horloges, juwelen en<br />

luxe uitgevoerde auto’s in beslag genomen (bijvoorbeeld in de onderzoeken Ulster en<br />

Zuur). In onderzoek Heimat kochten de misdaadondernemer De Heer en zijn twee<br />

compagnons ongeveer tegelijkertijd alledrie een nieuwe auto. De twee compagnons<br />

lieten anderen de auto’s (contant) kopen en op hun naam zetten. De auto’s hadden<br />

een gezamenlijke waarde van € 62.000,-.<br />

Enkele misdaadondernemers investeerden in onroerend goed en in bedrijven, zoals<br />

de hoofdverdachte van het onderzoek Zeilboot, die onder andere mede-eigenaar was<br />

van een handelsonderneming en een autobedrijf, waaraan hij een lening had uitstaan<br />

van bijna € 90.000,-. Hij had ook onroerende zaken in Nederland en in Spanje, ter<br />

waarde van ongeveer € 450.000,-. Een compagnon (tevens financiële partner in drugstransporten)<br />

bleek zakelijke belangen van de misdaadondernemer te behartigen. Zo<br />

spraken ze over handel in tropisch hardhout en in vliegtuigen en helikopters. De winst<br />

uit de verkoop van 1,6 miljoen tabletten werd berekend op meer dan € 700.000,-.<br />

Zijn investering in een partij van 1,5 miljoen tabletten die werd geconfisqueerd werd<br />

berekend op € 350.000,-.<br />

De misdaadondernemer Nelson, zijn zoon, de Belgische bedrijfsleider Jos, de Nederlandse<br />

compagnon Simon uit onderzoek Im-Export BV verbleven regelmatig in Spanje,<br />

waar ze onroerend goed bezaten (onder andere een horecagelegenheid). Gezien het<br />

feit dat ze al enige jaren actief waren op de synthetische-drugsmarkt, was dit onroerend<br />

goed vermoedelijk aangekocht met crimineel vermogen.<br />

Het wederrechtelijk verkregen voordeel voor de misdaadondernemer Jannes (in de<br />

onderzoeken Aussie en Yankee) werd berekend op bijna € 14,5 miljoen. Hij bezat een<br />

aantal woonpanden met een totale geschatte waarde van € 2 miljoen, en een jacht ter<br />

waarde van € 75.000,-. Samen met zijn vader had Jannes een rekening bij een Israëlische<br />

bank waarop circa $ 461.000,- stond. Hij was ook voor de helft eigenaar van een<br />

project van circa 150 bouwkavels in het zuiden van Spanje. Daarnaast was hij actief<br />

in een aantal panden en bedrijven in Israël en op de Canarische eilanden. Ten slotte<br />

wilde hij in Amsterdam met zijn kennis Rajjit nog een coffeeshop beginnen, en was hij<br />

bezig om belhuizen op te zetten en megafeesten te organiseren.<br />

In één onderzoek was er sprake van financiers die middels een investering deelnamen<br />

aan smokkeltransporten, om te delen in de opbrengsten. In onderzoek Zeilboot<br />

had de misdaadondernemer Frederik regelmatig contact met twee medefinanciers.<br />

Bij huiszoekingen werden bij Frederik valuta aangetroffen uit Denemarken, Duitsland,


Griekenland, Groot-Brittannië, Ierland, Portugal, Schotland, Spanje, Tsjechië, Zweden,<br />

Argentinië, Aruba, Bolivia, Peru en de Verenigde Staten. Bij de medefinancier<br />

Ronnie werden valuta uit diverse Europese landen en uit Venezuela aangetroffen.<br />

Ten slotte blijken misdaadondernemers vaak grote partijen contant geld te verbergen.<br />

Zo had de misdaadondernemer uit onderzoek Cities € 435.000,- ondergebracht in de<br />

woning van zijn ouders. Bij de misdaadondernemer uit onderzoek Zeilboot werd in<br />

de woning van de moeder van de ex-vrouw van de misdaadondernemer € 100.000,-<br />

aangetroffen. In onderzoek Multi werd bij de handelaar Pino – die leverde aan Israëlische<br />

en Britse afnemers – bijna € 29.000,- en $ 1 miljoen in contanten aangetroffen.<br />

Het is onduidelijk of zij dit geld op enig tijdstip wilden besteden, of dat zij dit wilden<br />

investeren.<br />

3.4.1.3 Rol van de ‘bovenwereld’<br />

Er waren verschillende soorten bedrijven betrokken bij het wisselen, verplaatsen en<br />

witwassen van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het betrof onder andere:<br />

• Legale ondernemingen die onbewust hun diensten verleenden. In onderzoek<br />

Dominiek vonden bijvoorbeeld geldstortingen plaats bij de Western Union<br />

Bank.<br />

• Fictieve bedrijven. Een bouwbedrijf stelde in opdracht van misdaadondernemer<br />

Jannes (uit de onderzoeken Aussie en Yankee) valse facturen op.<br />

• Ondernemingen die door misdaadondernemers zelf zijn opgericht voor deze<br />

doeleinden. Zo maakte de misdaadondernemer in onderzoek Zeilboot gebruik<br />

van de diensten van een bedrijf in Luxemburg.<br />

• Legale ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het wisselen van grote bedragen<br />

voor andere criminele verbanden. In de onderzoeken Aussie en Yankee<br />

werd gebruik gemaakt van wisselkantoren in Australië en Frankrijk die beheerd<br />

werden door drie broers, die dus als tussenpersonen fungeerden. Hoe<br />

het geld van Australië naar Frankrijk werd verplaatst – zoals middels girale<br />

overboekingen via legale bankinstellingen of middels ondergronds bankieren<br />

– is onbekend.<br />

• Legale ondernemingen waarvan een medewerker bewust diensten verleent<br />

aan een crimineel verband. In onderzoek Cities verleende een medewerker<br />

van een postagentschap medewerking bij het wisselen van grote bedragen<br />

Engelse ponden.<br />

Hoofdstuk 3<br />

137<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

138<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

3.4.2 Gebruik van communicatie, afscherming, corruptie,<br />

intimidatie en geweld<br />

3.4.2.1 Communicatiemiddelen<br />

In vrijwel alle onderzoeken maken leden van criminele verbanden gebruik van mobiele<br />

telefoons met prepaid-kaarten en van openbare telefooncellen.<br />

In onderzoek F1 werden de misdaadondernemer Duizendpoot en zijn<br />

compagnon gebeld door personen die hun naam en/of voornaam niet<br />

vermeldden en/of zich meldden met een naam van een bedrijf waarvoor<br />

zij werkzaam zouden zijn. Een groot aantal van deze personen<br />

maakte gebruik van openbare telefooncellen, dit met het kennelijke<br />

doel om hun identiteit te verbergen. Veel afspraken werden door<br />

de misdaadondernemer en zijn compagnon gemaakt op, voor een<br />

normale bedrijfsvoering, ongebruikelijke plaatsen zoals bij een ziekenhuis,<br />

wegrestaurants of snackbars. Met klanten werd versluierd<br />

taalgebruik gehanteerd. Ook werd gebruik gemaakt van een “callmaxer”,<br />

waarmee berichten werden verstuurd naar personen die<br />

vervolgens contact opnamen.<br />

Ook worden er in een crimineel verband onderling afspraken gemaakt over het gebruik<br />

van telefoons. Zo had de misdaadondernemer Nelson uit onderzoek Im-Export<br />

BV meerdere telefoons in gebruik, waarvan één voor algemene doeleinden die hij al<br />

lange tijd gebruikte. Op dit nummer werd hij eens gebeld door iemand die zei dat<br />

Nelson niet op zijn nummer bereikbaar was. Vermoedelijk werd er gebruik gemaakt<br />

van een gesloten telefooncircuit.<br />

In de voor deze CBA bestudeerde onderzoeken zijn geen gevallen voorgekomen waarbij<br />

verdachten via e-mail met elkaar communiceren. Dit hoeft echter niet te betekenen<br />

dat zij dit niet gedaan hebben: het kan evengoed zo zijn dat in het opsporingsonderzoek<br />

geen aandacht is besteed aan het onderscheppen van elektronische communicatie.<br />

3.4.2.2 Afschermingmethoden<br />

Het gebruik maken van valse documenten en nepbedrijven (zie 3.3.3.3 en 3.3.3.4)<br />

zijn veel gehanteerde methoden om zich af te schermen. Daarnaast wordt er in telefoongesprekken<br />

vrijwel altijd in versluierde termen of in codetaal gesproken. Ook<br />

wordt er door leden van criminele verbanden vaak van telefoonnummer gewisseld.<br />

Zo ook door alle personen in onderzoek Taakstraf, die het bovendien eenmaal ook<br />

allen gelijktijdig deden. De nieuwe nummers werden mondeling in persoon bekend<br />

gemaakt. De bedrijfsleider wisselde in drie maanden drie keer van telefoon, en tevens<br />

van voertuig (die telkens gehuurd waren).


In onderzoek Zeilboot wisselden de misdaadondernemer Frederik en<br />

zijn Poolse bedrijfsleider Kopara ongeveer maandelijks van telefoonnummer.<br />

Daarnaast maakten zij, evenals een medefinancier, gebruik<br />

van openbare telefooncellen. Tijdens telefoongesprekken werd<br />

vooral gesproken in codetaal. (Het continue cryptische taalgebruik<br />

werd Kopara eens te veel. Hij vloekte in een getapt telefoongesprek<br />

tegen een Poolse medewerker dat – zoals zij met elkaar spraken,<br />

in het Pools en zo cryptisch – zelfs een Pool niet in staat was het<br />

te begrijpen. De onderwerpen waren bekend, maar dingen werden<br />

niet bij naam genoemd: welke tolk zou dan nog in staat zijn om het<br />

te ontcijferen, zo vroeg hij zich al vloekend af.) Onderlinge besprekingen<br />

werden vooral gevoerd in wegrestaurants en hotellobby’s.<br />

Daarnaast wisselde Frederik in anderhalf jaar tijd zes keer van auto.<br />

Hij maakt vrijwel steeds gebruik van huurauto’s die op andermans<br />

naam werden gehuurd. Ook maakten hij en Kopara tijdens een aantal<br />

buitenlandse reizen gebruik van een valse identiteit.<br />

In vrijwel alle onderzoeken worden ontmoetingsplekken gebruikt als parkeerplaatsen<br />

en tankstations. Ook worden er vaak huurauto’s gebruikt, en soms gestolen voertuigen<br />

met gestolen kentekenplaten. Opvallend is dat bij één autoverhuurbedrijf in het<br />

zuiden van Nederland frequent voertuigen worden gehuurd door personen<br />

die als verdachten voorkomen in synthetische-drugsonderzoeken. In één onderzoek<br />

(Groentje) werden de naam- en adresgegevens van een overledene uit<br />

een overlijdensbericht in een landelijk dagblad gebruikt om een garagepand te<br />

huren, die vervolgens als productieruimte werd ingericht. Ook wordt door<br />

veel criminele verbanden gebruik gemaakt van bijnamen, zoals namen van vogelsoorten,<br />

steden, of van andere namen (ook afgeleid van uiterlijkheden).<br />

In vrijwel alle onderzoeken werden door misdaadondernemers bij contacten<br />

met de ‘bovenwereld’ (zoals bij het huren van een auto of het boeken van<br />

vliegreizen) valse identiteiten gebruikt, of lieten ze medewerkers deze activiteiten<br />

verrichten. Zo gaf de Belgische medewerker Eddy in onderzoek Aussie<br />

een andere naam op bij het regelen van in totaal vier transporten naar Australië<br />

van kroonluchters en stoelen, die hij contant betaalde. In veel onderzoeken waar<br />

gebruik werd gemaakt van de diensten van transporteurs of waar goederen werden<br />

afgenomen van legale bedrijven, werd gebruik gemaakt van fictieve bedrijven.<br />

De illegale handelswaar wordt zonder uitzondering weergegeven in cryptisch taalgebruik.<br />

In onderzoek Multi werden overdrachten van pakketten van 5.000 XTC-tabletten<br />

gedaan op bruggen in het centrum van Amsterdam. Onderlinge ontmoetingen vonden<br />

plaats in auto’s, hotels en een coffeeshop. In telefoongesprekken werd XTC aangeduid<br />

als flyers, bacardi, CD’s of rijst. In onderzoek Mede noemde men de bestelling de<br />

verjaardag van een persoon, en de leeftijd stond voor de hoeveelheid bestelde XTCtabletten.<br />

In onderzoek Weekend werd met ‘sporten’ produceren bedoeld.<br />

In ondergrondse vuilcontainers<br />

gedumpte chemicaliën.<br />

Hoofdstuk 3<br />

139<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


50 Een deelvraag betrof de<br />

relaties tussen criminele<br />

verbanden en terroristische<br />

of separatistische<br />

bewegingen. Hiervan zijn<br />

geen aanwijzingen aangetroffen<br />

in de bestudeerde<br />

onderzoeken.<br />

51 Kleemans e.a., 2002, p.29.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

140<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Afscherming vindt ook plaats doordat de opdrachtgevers (vaak de misdaadondernemers)<br />

belastende zaken niet zelf telefonisch te bespreken met anderen, maar dit<br />

overlaten aan hun compagnons die zij van te voren mondeling hebben geïnstrueerd.<br />

Deze tactiek werd toegepast door de misdaadondernemers in de onderzoeken Taakstraf<br />

en Chinese Kruiden.<br />

3.4.2.3 Gebruik van geweld, corruptie of intimidatie<br />

In weinig onderzoeken komen gevallen voor van geweld of intimidatie. In onderzoek<br />

Boekenbal werd een medewerker van de leverancier door zijn baas door het tonen<br />

van een handvuurwapen bedreigd met de dood als hij nogmaals zoveel vragen zou<br />

stellen. Ook een andere medewerker zou door dezelfde persoon regelmatig met de<br />

dood zijn bedreigd. In onderzoek T1 blijkt uit een getapt telefoongesprek dat de leverancier<br />

van een partij XTC-tabletten door één van de afnemers met de dood werd<br />

bedreigd, toen de levering langer op zich liet wachten dan voorzien. De leverancier<br />

wenste nadien alleen nog maar met andere leden van de groep afnemers te communiceren,<br />

wat inderdaad ook gebeurde.<br />

In onderzoek Aussie was sprake van een ripdeal, waarbij een medewerker van de<br />

misdaadondernemer Jannes meer dan 70.000 tabletten verloor aan de broer van de<br />

persoon aan wie hij de partij zou leveren. In onderzoek Yankee verklaarde een medewerker<br />

die in de VS de XTC-tabletten moest opvangen, opslaan en verder distribueren<br />

dat zijn leven in gevaar was als hij belastende verklaringen zou afleggen over<br />

de personen die hem aanstuurden. Ook in onderzoek Aussie deed een medewerker<br />

eenzelfde uitspraak in een verhoor. De misdaadondernemer Jannes huurde ook een<br />

kickbokser in die voor hem (door dreiging) met geweld derden intimideerde om onbetaalde<br />

criminele schulden te innen voor Jannes.<br />

Het criminele verband van Tinus dat smokkeltransporten uitvoerde voor anderen, onder<br />

andere het criminele verband uit onderzoek Yankee, ontbood uitvoerder Dick om<br />

hem de les te lezen over zijn gedrag. Hij werd op een agressieve wijze aangesproken<br />

en besloot om op te stappen. Hierop werd hem verteld dat hij niet levend weg zou<br />

komen. Hij redde zich eruit door te zeggen dat hij elke dag met zijn familie belde en<br />

als hij dat niet zou doen, dan zouden zij erbij zijn. Hierop vertelde Tinus hem dat hij<br />

kon gaan en dat ze wisten wat ze aan elkaar hadden.<br />

3.4.3 Externe relaties<br />

3.4.3.1 Relaties met de ‘onderwereld’ 50<br />

Kleemans e.a. merkten in hun overzichtswerk uit 2002 op dat in de 40 door hun<br />

bestudeerde onderzoeken sprake was van duidelijke relaties met andere tactische<br />

onderzoeken. 51 De auteurs merken op dat er meer relaties zouden zijn vast te stellen<br />

via minder belangrijke verdachten of via minder directe lijnen. Ook in de onderzoeken


die ten behoeve van deze CBA zijn bestudeerd bestaan er veel onderlinge verbanden.<br />

Zo konden de betrokkenen in het onderzoek Im-Export BV gerelateerd worden aan<br />

zeven andere onderzoeken, waaronder Peppie. Peppie had weer een relatie met het<br />

onderzoek Cities. In beide onderzoeken speelden betrokkenen uit één familie een<br />

voorname rol: in Cities was een familielid geldwisselaar en vervoerder, en in Peppie<br />

was een familielid laborant.<br />

Jannes, de misdaadondernemer in de onderzoeken Aussie en Yankee deed tegelijkertijd<br />

zaken met hoofdverdachte in onderzoek T1, waaraan hij XTC-tabletten zou leveren.<br />

Uit telefoontaps bleek dat hij tegen de hoofdverdachte van onderzoek T1 zei dat hij<br />

zelf even een paar weken niet bereikbaar was omdat hij op vakantie ging en onder<br />

de palmbomen zou gaan liggen. In onderzoek Aussie kon door observatie gespecificeerd<br />

worden dat hij inderdaad onder de palmbomen lag, maar aldaar (in Thailand)<br />

samen met twee medewerkers met anderen zaken deed om nieuwe afzetmarkten te<br />

zoeken voor XTC. Ook had Jannes contact met twee van de medewerkers van het<br />

ontmantelde laboratorium uit onderzoek Weekend, aan wie hij PMK leverde. Vermoedelijk<br />

werd in dit laboratorium in opdracht van Jannes geproduceerd. Een aantal jaren<br />

eerder had één van deze medewerkers in de VS ook al XTC verkocht voor Jannes.<br />

Daarnaast kwam Jannes nog voor in een vijftal andere onderzoeken, die betrekking<br />

hadden op productielocaties, tabletteermachines, verplaatsen van geld en handel naar<br />

Australië.<br />

Vanzelfsprekend komt een facilitair in contact met diverse criminele verbanden. Zo<br />

ook de misdaadondernemer in onderzoek F1, die afspraken heeft met afnemers die<br />

in diverse onderzoeken naar producenten en productielocaties voorkomen. Zo ook<br />

met een afnemer die in opdracht werkte van de misdaadondernemer Peterselie uit onderzoek<br />

Klaver, dat zich richtte op een XTC-laboratorium. Deze Peterselie had weer<br />

contacten met de leverancier van XTC-tabletten in onderzoek Sunshine.<br />

3.4.3.2 Relaties met de ‘bovenwereld’<br />

Overheid<br />

Anders dan bij een delict als mensensmokkel, waar het succes van een misdaadondernemer<br />

mede afhankelijk is van de toegang tot verblijfsdocumenten, hoeft een misdaadondernemer<br />

die actief is op de synthetische-drugsmarkt op geen enkel moment<br />

contact te zoeken met vertegenwoordigers van de overheid. Met valse documenten<br />

komt iemand een heel eind.<br />

Uit de bestudeerde onderzoeken komen geen concrete voorbeelden naar voren van<br />

betrokkenen die overheidsfunctionarissen corrumperen. In twee onderzoeken zouden<br />

er politieambtenaren zijn omgekocht. In onderzoek Verre Oosten zou het gaan<br />

om de politie, waarschijnlijk in China zelf. In onderzoek Im-Export BV was het een<br />

Belgische politieambtenaar.<br />

Hoofdstuk 3<br />

141<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


52 Zie ook 3.2.2.2 en 3.3.3.2. Legale ondernemingen en beroepsgroepen 52<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

142<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Er is in dit hoofdstuk al uitgebreid aandacht besteed aan het gebruik door criminele<br />

verbanden van ondernemingen die actief zijn in de chemiesector, de verhuursector en<br />

de transportsector. Ook is al gewezen op relaties tussen legale bedrijven die financiële<br />

problemen hebben en daardoor vatbaar zijn gebleken voor het verrichten van<br />

diensten voor criminele verbanden (zoals het transportbedrijf in onderzoek Flipje).<br />

Kleemans e.a. hebben nog gewezen op een mogelijke ontwikkeling waarbij legale bedrijven<br />

door een aanscherping van de wetgeving of de controle de illegaliteit induiken,<br />

om zo diensten te kunnen blijven verrichten voor criminelen. Hiervan zijn in de bestudeerde<br />

onderzoeken geen voorbeelden gevonden. Wel zijn er bedrijven die tegen<br />

contante betalingen goederen en diensten leveren aan criminele verbanden, hoewel<br />

ze achteraf aangeven het een verdachte situatie te hebben gevonden (zoals in de onderzoeken<br />

F1 en Boekenbal).<br />

3.5 Conclusie<br />

In dit hoofdstuk werd de tweede onderzoeksvraag behandeld:<br />

Welke verdachten zijn in Nederland actief op de markt voor synthetische<br />

drugs en welke modus operandi hanteren zij?<br />

Op basis van afgesloten opsporingsonderzoeken kunnen de volgende conclusies worden<br />

getrokken.<br />

Herkomst van verdachten<br />

Bij de smokkel van precursoren zijn vooral Chinese en Oost-Europese criminele verbanden<br />

betrokken. Bij de aanschaf van andere chemicaliën zijn voor het merendeel<br />

Nederlanders betrokken, evenals bij het verkrijgen van hardware. Bij de productie van<br />

synthetische drugs zijn vooral personen betrokken met de Nederlandse nationaliteit<br />

afkomstig uit de westelijke en zuidelijke provincies van Nederland. Wel lijken hierin criminele<br />

verbanden met een andere etniciteit actiever dan voorheen. Zo zijn Chinese<br />

verbanden zich naast de import van precursoren ook gaan toeleggen op het tabletteren<br />

van XTC. Daarnaast lijken Nederlandse criminele verbanden de productie te verplaatsen<br />

naar Belgisch grondgebied, waar vaak Belgen worden ingeschakeld in het productieproces.<br />

In de internationale handel van XTC en amfetamine zijn diverse nationaliteiten<br />

actief. Dominicanen en Israëliërs (veelal van Amerikaanse of Russische afkomst) waren<br />

betrokken bij de smokkel van XTC naar Zuid-Amerika en de VS. Belgen, Britten, Duitsers,<br />

Kroaten en Turken zijn actief in de smokkel van XTC naar hun eigen herkomstlanden.<br />

De smokkel naar Zuidoost Azië, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland wordt vooral<br />

ter handen genomen door Nederlanders, Israëliërs en Chinezen.


Organisatiegraad, taakverdeling en verantwoordingsrelaties<br />

De samenstelling van criminele verbanden wordt over het algemeen mede bepaald<br />

door etniciteit maar nog meer door sociale relaties. Persoonlijke contacten en geografische<br />

nabijheid zijn van groot belang voor de ontwikkeling van criminele verbanden.<br />

Vaak werken familie, vrienden en bekenden met elkaar samen en introduceren zij<br />

elkaar bij anderen. Dit geldt voor criminele verbanden en ook voor criminele verbanden<br />

die actief zijn op de synthetische-drugsmarkt.<br />

Het lijkt erop dat de meeste criminele verbanden bestaan uit één of enkele personen<br />

die weer elk één of enkele kennissen, familieleden of vrienden onder zich hebben<br />

verzameld en die ingezet worden bij diverse werkzaamheden. Deze inzet is vaak ad<br />

hoc, zoals per uit te voeren klus. Criminele verbanden die bestaan uit misdaadondernemers<br />

die structureel actief zijn en waarbinnen logistieke processen redelijk effectief<br />

functioneren, lijken dun gezaaid.<br />

Er is in de synthetische-drugsmarkt een klein aantal grote misdaadondernemers<br />

actief, die zich bezighouden met de invoer van grote partijen precursoren, of met het<br />

aansturen van enkele productieplaatsen, of met de uitvoer van grote partijen amfetamine<br />

en/of XTC. Naast deze grote spelers zijn diverse kleine misdaadondernemingen,<br />

vaak slechts gelegenheidsverbanden, actief. Soms zijn dit kleine zelfstandige misdaadondernemingen;<br />

vaker lijken zulke verbanden ingeschakeld te worden in opdracht van<br />

grotere misdaadondernemers. Het lijkt erop dat de gelegenheidsverbanden bestaan<br />

uit individuen die zijn geworven omdat zij bekenden zijn en/of omdat zij financiële<br />

problemen hebben. Vaak is de samenstelling van de criminele verbanden per activiteit<br />

weer anders. Echt gespecialiseerde verbanden of dienstverleners die voor een langere<br />

tijd dezelfde samenstelling hebben zijn zeldzaam.<br />

Het is geen eenvoudige opgave voor criminele verbanden om in het bezit te komen<br />

van de benodigde grondstoffen, productiemiddelen en kennis om een XTC-tablet te<br />

fabriceren. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat alle facetten hun eigen specialisten<br />

kennen. Eenlingen die een compleet productieproces beheren komen bijna niet voor.<br />

Complete productieprocessen worden in de regel beheerd door criminele verbanden<br />

die structureel actief zijn op de synthetische-drugsmarkt. Uit onderzoeken naar<br />

deze criminele verbanden verkrijgt men meestal alleen zicht op één, hooguit twee,<br />

opeenvolgende deelactiviteiten van het logistieke proces (de grondstoffenhandel, de<br />

vervaardiging van en de handel in productieapparatuur, het productieproces en de<br />

handel en export van het eindproduct).<br />

Koeriers, laboranten en ‘manusjes van alles’ staan laag in de rangorde van medewerkers.<br />

In de bestudeerde onderzoeken zijn legio van zulke medewerkers aangetroffen.<br />

Omdat de activiteiten die dit soort medewerkers verrichten geen specifieke vaardigheden<br />

vereisen, zijn zij makkelijk inwisselbaar (wat belangrijk is gezien de aanhoudingsrisico’s<br />

die deze medewerkers lopen). Niet alleen koeriers worden geprikkeld<br />

door hun financiële problemen. Uit Belgische opsporingsonderzoeken naar synthetische-drugscriminaliteit<br />

blijkt dat een aanzienlijk deel van de verdachten deelnam in de<br />

smokkel, productie en handel vanwege financiële problemen.<br />

Hoofdstuk 3<br />

143<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

144<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Het productieproces lijkt een redelijk gesloten circuit (‘ons kent ons’) waarbij<br />

bekenden worden ingezet om het productiewerk te doen. Ook komt het voor dat<br />

deze bekenden zelf weer personen betrekken om allerlei activiteiten te verrichten.<br />

De (productie-)medewerkers kennen alleen de personen die direct boven hen staan<br />

en die hen inzetten en betalen. Wat er verder in het logistieke traject gebeurt blijft<br />

voor hen onbekend, laat staan dat ze de uiteindelijke opdrachtgevers leren kennen.<br />

In de smokkel en handel van synthetische drugs lijken veel kleine zelfstandigen actief,<br />

met daarnaast enkele grotere handelaren. Dezen kunnen ook zelf producent zijn.<br />

Er is weinig bekend over interne sancties. Die worden waarschijnlijk weinig expliciet<br />

toegepast. De summiere gegevens die hier over bekend zijn geraakt komen of uit<br />

tapgesprekken of uit verklaringen van verdachten (over hun opdrachtgevers). Misdaadondernemers<br />

proberen voorkomen dat hun medewerkers verklaringen afleggen<br />

door hen financieel te ondersteunen bij het inschakelen van juridische bijstand. De<br />

beloning voor medewerkers is vaak in de vorm van geld (zoals een gedeelte van de<br />

opbrengsten) of als een gedeelte van de partij synthetische drugs.<br />

Er worden door Kleemans e.a. in hun overzichtsrapportage uit 2002 drie typen<br />

misdaadondernemers onderscheiden: (1) de lokale generalist, (2) de internationaal<br />

actieve specialist, en (3) de internationaal actieve specialist die zich via samenwerking<br />

ook in andere illegale markten begeeft. De eerste is in deze CBA niet aangetroffen. Het<br />

tweede type wel: dit zijn de meeste misdaadondernemers die actief zijn in de smokkel<br />

en handel van synthetische drugs. Ook de in deze CBA aangetroffen misdaadondernemers<br />

als een faciliterende witwasser die geld verplaatst over landsgrenzen heen; of de<br />

personen die chemicaliën uit het legale circuit betrekken en aan producenten leveren;<br />

of een crimineel verband dat smokkeltransporten organiseert voor andere criminele<br />

verbanden, vallen onder het tweede type. Het derde type is ook aangetroffen: dit zijn<br />

de misdaadondernemers die cocktailtransporten organiseren of synthetische drugs<br />

ruilen tegen andere verdovende middelen of wapens.<br />

Op basis van de bestudeerde onderzoeken kan nog een type misdaadondernemer<br />

worden toegevoegd: (4) de nationaal actieve specialist, zoals een facilitair die productiemiddelen<br />

vervaardigd, of een tabletteerder die ingehuurd wordt door verschillende<br />

opdrachtgevers. Deze hebben slechts één kernactiviteit die zij verrichten voor andere<br />

misdaadondernemers. Dit gebeurt in de praktijk van de synthetische drugs alleen in<br />

het eigen land. Ook wordt een producent die niet zelf de illegale waar op de markt<br />

brengt tot een nationaal actieve specialist gerekend. Ook een tussenpersoon (iemand<br />

die partijen in de markt bij elkaar brengt) kan een nationaal actieve specialist zijn. Het<br />

vierde type misdaadondernemer is in deze CBA frequent aangetroffen.<br />

Hulpbronnen, logistieke faciliteiten en knooppunten<br />

Grondstoffen en hardware<br />

BMK en PMK zijn vooral afkomstig uit China en in kleinere hoeveelheden ook uit<br />

Oost-Europa. Vanuit China worden de precursoren per transport in duizenden liters


naar Nederland gesmokkeld, en vanuit Oost-Europa gaat dat in honderden liters per<br />

keer. Vanuit China verloopt de smokkel in zeecontainers tussen dekladingen als zeep,<br />

soja en oliën. Ook wordt door de smokkelaars gebruik gemaakt van nepbedrijven die<br />

in Nederland zijn opgericht die olieachtige producten uit China importeren. In China<br />

worden deze producten legaal ingekocht en verpakt in flessen, emmers of vaatjes.<br />

Een gedeelte van die emballage vult men in China met BMK en/of PMK en vervolgens<br />

pakt men de partij om in gemerkte dozen. De complete vracht wordt daarna middels<br />

zeecontainers naar Nederland vervoerd. Aldaar aangekomen wordt de partij door de<br />

organisaties in gehuurde loodsen gelost. Vanuit Oost-Europa worden de precursoren<br />

vaak in de brandstoftanks van de smokkelvoertuigen vervoerd.<br />

In tegenstelling tot de handel in de precursoren PMK en BMK lijkt de handel in de<br />

overige grondstoffen in handen van Nederlanders te zijn die deel uit maken van of<br />

dicht tegen criminele verbanden aanzitten die de productie van de synthetische drugs<br />

in handen hebben. De chemicaliën, oplosmiddelen, zuren en katalysatoren ter vervaardiging<br />

van synthetische drugs zijn in Nederland en in buurlanden te verkrijgen.<br />

Veelvuldig wordt gebruik gemaakt van kleine of fictieve rechtspersonen. Met de in<br />

werking treding van de WVMC is het voor criminele verbanden moeilijker geworden<br />

om in Nederland aan deze stoffen te komen. Aanvankelijk werd uitgeweken naar<br />

bedrijven gevestigd in België en Duitsland. Ook daar lijkt het steeds moeilijker om aan<br />

chemicaliën te komen die onder het precursorenregime vallen. Hierdoor verplaatst<br />

het traject zich naar andere landen.<br />

De productiemiddelen worden of zelf gemaakt of bestaande productiemiddelen worden<br />

aangepast. Deze zijn speciaal voor de synthetische-drugsproductie ontworpen en<br />

gemaakt door facilitairs. In een aantal gevallen wordt hardware uit het legale circuit<br />

besteld. Vaak worden Nederlandse bedrijven gemeden, en worden de bestellingen<br />

geplaatst bij Belgische of Duitse bedrijven. Uit analyse van de hardware die is aangetroffen<br />

in amfetamine en XTC-laboratoria blijkt dat veel hardware te herleiden is<br />

naar slechts enkele personen. Dit duidt erop dat de markt voor hardware zeer specialistisch<br />

is en dat vermoedelijk slechts een zeer klein aantal personen deze machines<br />

maakt. Dit geldt zowel voor de aanbieders van hardware voor amfetamineproductie<br />

als voor XTC-productie.<br />

Producenten<br />

Een aantal belangrijke activiteiten in het logistieke proces van de synthetische-drugsproductie<br />

lijkt te zijn geconcentreerd rond een klein aantal personen. Deze ‘grote<br />

jongens’ zijn:<br />

• de personen die de verschillende illegale ondernemingsactiviteiten financieren;<br />

• de personen die structureel de beschikking hebben over precursoren;<br />

• de personen die structureel de beschikking hebben over precursoren en<br />

hardware;<br />

• de personen die de verschillende productiestappen beheren, en daarbij mensen<br />

kunnen inzetten.<br />

Hoofdstuk 3<br />

145<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

146<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Er bestaat geen eenduidige werkwijze waarop criminele verbanden de productie<br />

organiseren. Het hangt onder andere af van de ervaring en contacten van de<br />

misdaadondernemers. Vaak worden ervaren laboranten ingezet die het productieproces<br />

coördineren. Zij zijn niet per se zelf ook aan het laboreren, maar geven adviezen<br />

aan de medewerkers die daarvoor worden ingezet. Kennis van chemische processen<br />

is dus geen vereiste om deel te kunnen nemen aan de productie. Zulke ‘hoofdlaboranten’<br />

regelen vaak ook de accommodatie waar de laboratoriumopstelling wordt<br />

geplaatst. Daarentegen zijn er ook voorbeelden van misdaadondernemers die zelf<br />

(grote hoeveelheden) produceren en tabletteren. Als er daadwerkelijk geproduceerd<br />

gaat worden dan wordt de locatie afgesloten van de buitenwereld. Eten en kleding<br />

worden voor een langere periode ingeslagen en meegenomen. Ook wordt er overnacht<br />

in caravans die in de nabijheid van het laboratorium staan opgesteld.<br />

Het laboreren en het tabletteren vindt meestal gescheiden van elkaar plaats. Vermoedelijk<br />

wordt het tabletteren vaker uitgevoerd door personen die hierin gespecialiseerd<br />

zijn. Het tabletteren is een nogal nauwkeurig werk. Deze ‘professionals’ zouden<br />

onafhankelijk zijn en voor meerdere producenten werken. Die plaatsen opdrachten<br />

bij de tabletteerder omdat zijn producten een goede kwaliteit hebben.<br />

Uit een aantal onderzoeken blijkt dat Chinese criminele verbanden het tabletteren in<br />

eigen beheer hebben. Er lijkt sprake van een beperkte verschuiving van de productie<br />

naar België, waar Nederlandse producenten laboratoria in de grensstreek hebben opgezet.<br />

In een aanzienlijk deel van de ontmantelde productieplaatsen in België blijken<br />

Belgische productiemedewerkers in opdracht van Nederlanders te werken.<br />

Afzetgebieden<br />

Uit de bestudeerde politiedossiers blijkt dat de smokkel van zowel amfetamine als<br />

XTC binnen de Europese grenzen veelal in handen is van Nederlandse criminele groeperingen<br />

die, in samenwerking met organisaties uit het bestemmingsland, de smokkellijnen<br />

onderhouden. Is de bestemming buiten Europa gelegen, dan zijn het vaak<br />

buitenlandse organisaties die de touwtjes in handen hebben. Dominicaanse groeperingen<br />

bevoorraadden al enkele jaren de Amerikaanse markt met XTC. Israëlische<br />

groeperingen smokkelden XTC-partijen van Nederland naar Amerika en Australië.<br />

Het is niet mogelijk om aan te geven hoe de aandelen van Dominicanen en Israëliërs<br />

in de smokkel naar Amerika zich tot elkaar verhouden. Chinese groeperingen vinden<br />

een groot afzetgebied in Canada en Australië. Deze internationaal acterende samenwerkingsverbanden<br />

beschikken vaak over een netwerk van contacten in de landen<br />

waar zij crimineel actief zijn. Bij alle afzetgebieden zijn zowel gelegenheidsverbanden<br />

van kleine zelfstandigen als grotere misdaadondernemingen actief.<br />

• Bij de smokkel naar het Verenigd Koninkrijk wordt vaak samengewerkt tussen<br />

Britten en Nederlanders. De groothandel in amfetamine is daar in handen<br />

van Nederlandse, Belgische en Britse criminele verbanden. De voornaamste<br />

vervoersmiddelen zijn auto’s en vrachtwagens, of de passagiers zelf. Niet


zelden betreft het smokkel in de vorm van cocktailtransporten, waarbij vooral<br />

sprake is van een combinatie van cocaïne, XTC, amfetamine en softdrugs.<br />

• Israëliërs (soms van Russische komaf met relaties naar Russische criminele<br />

verbanden) speelden in 2002 en 2003 een grote rol in de smokkel van XTC<br />

vanuit West-Europa naar de Verenigde Staten. De Israëliërs smokkelden via<br />

commerciële lijnvluchten, en maakten gebruik van koeriers en van postpakketten.<br />

Zij ronselden vooral Israëliërs, Amerikanen en West-Europeanen.<br />

• Sinds 2001 is er sprake van een ruilhandel richting Zuid-Amerika, de Nederlandse<br />

Antillen en Aruba van XTC tegen cocaïne. De XTC die vooral middels<br />

koeriers naar Zuid-Amerika wordt gesmokkeld is bestemd voor de Amerikaanse<br />

markt. Ook personen van Dominicaanse en Surinaamse afkomst zijn<br />

betrokken bij deze ruilhandel.<br />

• Naast deze waarschijnlijk kleinere misdaadondernemers en gelegenheidsverbanden<br />

zijn er ook grote misdaadondernemingen actief. Deze maken geen<br />

gebruik van luchttransport, maar smokkelen grote partijen over zee.<br />

• In 2003 en 2004 is er sprake van een toename van de smokkel van grote<br />

partijen MDMA-poeder, uitgevoerd door Chinese criminele verbanden, die<br />

elders worden getabletteerd. Het feit dat aan de exporten van grote partijen<br />

MDMA-poeder richting Canada en Australië Chinese organisaties te liëren<br />

zijn, zou kunnen betekenen dat er niet alleen sprake is van een verschuiving<br />

van smokkelmethode, maar mogelijk ook van smokkelorganisaties. De<br />

partijen MDMA-poeder die naar Canada worden gesmokkeld lijken uiteindelijk<br />

bestemd voor de Amerikaanse markt.<br />

• Bij de smokkel naar Turkije zijn in de aangetroffen gevallen alleen Turken<br />

betrokken. Het transport gaat voornamelijk over de weg. Israëliërs, Litouwers,<br />

Oekraïners en Russen komen de XTC zelf in Nederland afnemen (al<br />

dan niet via een tussenpersoon) en smokkelen het vervolgens zelf naar hun<br />

‘eigen’ landen.<br />

De smokkel van XTC naar Noord-Amerika, Zuid-Amerika, (Zuidoost) Azië, Australië<br />

en Nieuw-Zeeland vindt plaats door de lucht (via koeriers en postpakketten) en<br />

over de zee in containers. Het zijn niet alleen grote misdaadondernemingen die hierin<br />

actief zijn, maar ook gelegenheidsverbanden van kleine zelfstandigen.<br />

De smokkel vanuit Nederland naar de bestemmingslanden kan zowel rechtstreeks als<br />

via een omweg plaatsvinden. Uit politieonderzoeken blijkt duidelijk dat de samenwerkingsverbanden<br />

steeds vaker het land van herkomst trachten te verbloemen, kennelijk<br />

vanwege de toegenomen controles op goederen en personen die direct afkomstig zijn<br />

Hoofdstuk 3<br />

147<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

148<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

uit Nederland. Vaak wordt de smokkelwaar in de doorvoerlanden opnieuw verpakt<br />

voor de doorreis. De smokkel met vrachtwagens naar het Verenigd Koninkrijk loopt<br />

via België en Frankrijk. De smokkel per schip begint vaak via havens in België en<br />

Duitsland. Ook worden Aziatische havens aangedaan waar de smokkelwaar omgepakt<br />

worden en verder verscheept naar de eindbestemming (zoals Australië). Vliegtuigkoeriers<br />

met de bestemming Noord-Amerika, Zuidoost Azië, Australië of Nieuw-Zeeland<br />

vertrekken via luchthavens in andere Europese landen (zoals Frankfurt, Zürich,<br />

Parijs, Brussel of Milaan) die ze vaak per auto of trein bereiken. De Verenigde Staten<br />

worden ook voorzien vanuit Canada, Zuid-Amerika en het Caraïbisch gebied.<br />

Institutionele faciliteiten<br />

Tussenpersonen en facilitairs<br />

Er wordt door criminele verbanden weinig gebruik gemaakt van tussenpersonen.<br />

Ze vormen waarschijnlijk meestal een overbodige schakel. Wel spelen facilitairs een<br />

belangrijke rol, zoals makers van productiemiddelen, begeleiders van smokkeltransporten,<br />

gespecialiseerde tabletteerders, en geldwisselaars en -verplaatsers. Vooral de<br />

facilitairs die producenten voorzien van productiemiddelen lijken zeer belangrijk.<br />

Branches<br />

Uit de bestudeerde onderzoeken blijkt dat criminele verbanden vooral zaken doen<br />

– meestal met een valse identiteit of via medewerkers – met transport-, verhuur-<br />

en chemische toeleveringsbedrijven. In Nederland zelf wordt van de diensten van<br />

verhuurbedrijven gebruikt gemaakt ter ondersteuning van de smokkel en productie.<br />

Bij de uitvoer wordt gebruik gemaakt van transportbedrijven, die dan opdrachten<br />

ontvangen van vaak fictieve bedrijven. Wegtransporteurs worden ingezet ten behoeve<br />

van de uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk, en zee- en luchttransporteurs worden<br />

ingezet bij de uitvoer naar Noord-Amerika, Zuid-Amerika, (Zuidoost) Azië, Australië<br />

en Nieuw-Zeeland. De chemische branche en toeleveringbedrijven van hardware zoals<br />

lasapparatuur zijn van groot belang voor producenten van synthetische drugs.<br />

Bij het logistieke proces zijn drie soorten bedrijven aangetroffen. Ten eerste volledig<br />

criminele bedrijven, zoals een bedrijf dat door een crimineel verband is opgericht om<br />

bepaalde chemicaliën of hardware bij toeleveringsbedrijven aan te schaffen. Ten tweede<br />

bedrijven die een klein deel van de omzet uit criminele activiteiten halen; meestal een<br />

bedrijf met financiële problemen. Ten derde bedrijven die door criminelen worden<br />

misbruikt; zoals autoverhuurbedrijven, transportbedrijven, chemiebedrijven en garageboxverhuurders.<br />

Verdachte bedrijven zijn vaak relatief klein (van eenmanszaken tot bedrijfjes met vier<br />

werknemers). Verdachte bedrijven hebben bijvoorbeeld bewust chemicaliën verkocht<br />

aan onbekende derden of aan criminelen, of ze hebben niet voldaan aan de meldplicht<br />

die geldt voor dergelijke transacties, of ze hebben als dekmantel gefungeerd voor de<br />

inkoop van chemicaliën ten behoeve van de productie van synthetische drugs. Het


aandeel van verdachte bedrijven neemt af naarmate de bedrijfsomvang toeneemt.<br />

Niet-verdachte bedrijven kunnen voorkomen in onderzoeken omdat de bedrijfsnaam<br />

bijvoorbeeld vermeld staat op verpakkingsmateriaal.<br />

De FIOD-ECD onderscheidt drie categorieën verdachte bedrijven: (1) bedrijven met<br />

legale commerciële bedrijfsactiviteiten die vanwege de levering van chemicaliën aan<br />

onbekende afnemers verdacht worden van overtreding van de WVMC; (2) bedrijven<br />

die naast legale commerciële bedrijfsactiviteiten opzettelijk criminele activiteiten<br />

faciliteren met de in- en doorverkoop van chemicaliën aan criminele afnemers; (3)<br />

bedrijven die uitsluitend criminele activiteiten verrichten onder de legale schijn van<br />

een dekmantel.<br />

Vergunningen en (nep)bedrijven<br />

Criminele verbanden zijn vaak om verschillende redenen genoodzaakt om contact te<br />

leggen met de legale bovenwereld. De importeur van precursoren heeft legale bedrijven<br />

nodig om zijn illegale waar te kunnen transporteren middels dekladingen die bij de<br />

douane niet in het oog springen. De aanschaf van overige chemicaliën dient eveneens<br />

te geschieden middels ‘rechtspersonen’ terwijl het vervoer goed moet worden<br />

afgeschermd, door gebruik te maken van bijvoorbeeld gehuurde bedrijfsauto’s. De<br />

producent van de productieapparatuur heeft een bedrijf nodig voor de aanschaf van<br />

de diverse onderdelen die gebruikt worden in de productieapparaten. Voor de grootschalige<br />

handelaar die zijn eindproduct naar het buitenland exporteert is het hebben<br />

van een eigen bedrijfje een aardige camouflage. Alleen de productie kan meestal<br />

geheel ondergronds plaatsvinden.<br />

Valse documenten<br />

Ter voorbereiding en uitvoering van smokkeltransporten, ten behoeve van onderhandelingen<br />

met buitenlandse afnemers; op velerlei wijzen maken kernleden van criminele<br />

verbanden gebruik van valse paspoorten om zichzelf, en soms ook medewerkers,<br />

af te schermen. Ook wordt er bij het creëren van legale façades gebruik gemaakt van<br />

valse facturen (onder andere van onbewust betrokken bedrijven).<br />

‘Algemene bedrijfsvoering’<br />

Geldstromen<br />

Allereerst dient opgemerkt te worden dat in vele onderzoeken geen financieel<br />

opsporingstraject is gevolgd. Hierdoor blijft het criminele vermogen van verdachten<br />

vaak buiten beeld, evenals de wijzen waarop dit vermogen is weggezet of witgewassen.<br />

Het beeld dat in deze CBA gepresenteerd kan worden is waarschijnlijk zeer<br />

oppervlakkig en – in verhouding tot het zicht op grondstoffen, productie en handel<br />

– zeer onvolledig.<br />

Er zijn in de bestudeerde onderzoeken enkele voorbeelden gevonden van het wisselen<br />

en verplaatsen van het in het buitenland wederrechtelijk verkregen voordeel naar<br />

Hoofdstuk 3<br />

149<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

150<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Nederland. Het verplaatsen gebeurde middels koeriers en middels (‘ondergrondse’)<br />

wisselkantoren. Ook wordt er in Nederland zelf gewisseld. Dit gebeurt vaak door<br />

medewerkers. De witwasmethoden die zijn aangetroffen zijn onder andere het<br />

opstellen van valse facturen, het verkopen van ingekochte auto’s ver boven de inkoopprijs,<br />

en het boeken van contant ontvangen bedragen als bankontvangsten.<br />

Veel medewerkers van criminele verbanden blijken hun voorkeur eraan te geven om<br />

hun winsten in consumptiegoederen als auto’s en sieraden te besteden. Enkele misdaadondernemers<br />

investeerden in onroerend goed en in bedrijven, zowel in Nederland<br />

als in het buitenland. Ook was er een geval van investering in een smokkeltransport.<br />

De meeste misdaadondernemers beschikken over grote partijen contant geld, die in<br />

de regel verstopt zijn.<br />

Er zijn verschillende soorten bedrijven betrokken bij het wisselen, verplaatsen en<br />

witwassen van wederrechtelijk verkregen voordeel. In deze CBA zijn de volgende<br />

typen aangetroffen: (a) legale ondernemingen die onbewust hun diensten verleenden,<br />

(b) legale ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het wisselen van grote bedragen<br />

voor criminele verbanden, (c) legale ondernemingen waarvan een medewerker bewust<br />

diensten verleent aan een crimineel verband, (d) fictieve bedrijven (e) bedrijven<br />

die door misdaadondernemers zelf zijn opgericht voor het witwassen van geld.<br />

Communicatie, afscherming, corruptie, intimidatie en geweld<br />

In vrijwel alle onderzoeken blijkt dat leden van criminele verbanden gebruik hebben<br />

gemaakt van mobiele telefoons met prepaid-kaarten en van openbare telefooncellen.<br />

Ook worden er in een crimineel verband onderling afspraken gemaakt over het<br />

gebruik van telefoons. In de voor deze CBA bestudeerde onderzoeken zijn geen<br />

gevallen voorgekomen waarbij verdachten via e-mail met elkaar communiceren.<br />

Daarnaast wordt er in telefoongesprekken vrijwel altijd in versluierde termen of in<br />

codetaal gesproken. De illegale handelswaar wordt zonder uitzondering weergegeven<br />

in cryptisch taalgebruik. Ook wordt er door leden van criminele verbanden vaak van<br />

telefoonnummer gewisseld, en maken ze gebruik van bijnamen. In vrijwel alle onderzoeken<br />

worden ontmoetingsplekken gebruikt als parkeerplaatsen en tankstations.<br />

Ook worden er vaak huurauto’s gebruikt, en soms gestolen voertuigen met gestolen<br />

kentekenplaten.<br />

In vrijwel alle onderzoeken maken misdaadondernemers bij contacten met de ‘bovenwereld’<br />

(zoals bij het huren van een auto of het boeken van vliegreizen) gebruik van<br />

valse identiteiten, of lieten ze medewerkers deze activiteiten verrichten. Het gebruik<br />

maken van valse documenten en nepbedrijven zijn veel gehanteerde methoden om<br />

zich af te schermen. In veel onderzoeken waar gebruik werd gemaakt van de diensten<br />

van transporteurs of waar goederen werden afgenomen van legale bedrijven, werd<br />

gebruik gemaakt van fictieve bedrijven. Afscherming vindt ook plaats doordat de opdrachtgevers<br />

(vaak de misdaadondernemers) belastende zaken niet zelf telefonisch te<br />

bespreken met anderen, maar dit overlaten aan hun compagnons die zij van te voren<br />

mondeling hebben geïnstrueerd.


In de onderzoeken die ten behoeve van deze CBA zijn bestudeerd bestaan er veel<br />

onderlinge verbanden. In zulke gevallen is er vaak een relatie tussen een producent<br />

en leverancier. Ook is er sprake van medewerkers die in verschillende onderzoeken<br />

tegen de lamp zijn gelopen, en van een facilitair die leverde aan producenten die in<br />

verschillende onderzoeken naar voren kwamen. Er is in geen enkel onderzoek een<br />

relatie aangetroffen tussen smokkelaars van precursoren en afnemers daarvan.<br />

Hoofdstuk 3<br />

151<br />

Kenmerken van verdachten<br />

en gehanteerde modus operandi


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

152<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


Hoofdstuk 4<br />

De schade van synthetische-drugscriminaliteit<br />

4.1 Inleiding<br />

Dit hoofdstuk behandelt de derde onderzoeksvraag:<br />

Waar doen zich de grootste problemen voor in termen van de directe<br />

en indirecte schade die synthetische-drugscriminaliteit toebrengt<br />

aan personen, branches en de samenleving als geheel?<br />

Schade betreft de verslechtering van posities van groepen of personen. Een type delict<br />

of een specifiek misdrijf is ernstiger naarmate het grotere schade toebrengt aan meer<br />

personen. Het gaat hier om materiële en immateriële schade Het lijdend voorwerp<br />

van schade heet het ‘slachtoffer’. Slachtofferschap kan worden gedifferentieerd naar:<br />

• Aantallen individuele slachtoffers en aard van de schade: lichamelijke en geestelijke<br />

schade aan personen en aan particulier eigendom.<br />

• Branchespecifiek slachtofferschap: de schade die de betreffende criminaliteit<br />

toebrengt aan de integriteit van een branche of de behoorlijke werking van<br />

specifieke markten; zoals het effect van investeringen van crimineel geld in de<br />

vastgoed of de luchtvaart.<br />

• Collectief slachtofferschap: de schade die wordt toegebracht aan de samenleving<br />

als geheel, zoals de schade aan overheidsbezittingen. Ook kan het hier<br />

gaan om schade aan de geloofwaardigheid van de staat.<br />

Het meten van de schade zal in het geval van individueel slachtofferschap in concrete<br />

gevallen wel zijn te doen, maar wordt lastiger als het gaat om geaggregeerde schade<br />

van verschillende individuen en als het gaat om branchespecifiek en collectief slachtofferschap.<br />

Het zal in de meeste gevallen niet mogelijk zijn schade in een geldbedrag uit<br />

te drukken. Schade moet dan indirect en kwalitatief worden beredeneerd.<br />

De bronnen die gebruikt zijn ter beantwoording van de bovenstaande onderzoeksvraag<br />

betreffen vooral informatie van het Trimbos Instituut over gebruikers, rapporten<br />

van de FIOD-ECD en enkele interne notities van de NR-Unit Zuid-Nederland.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

153<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


1 ‘Algemene informatie:<br />

speed’, Trimbos Instituut,<br />

www.trimbos.nl, bezocht<br />

op 6 juni 2005. ‘Amfetamine’,<br />

Drugsweb, www.<br />

drugsweb.nl/drugsweb384.<br />

asp, bezocht op 6 juni 2005.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

154<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

4.2 Schade aan personen<br />

Gebruikers van amfetamine<br />

Bij de consumptie van amfetamine kan een persoon allerlei risico’s lopen. 1<br />

• Allereerst kan geestelijke afhankelijkheid optreden. Dit houdt in dat een gebruiker<br />

steeds sterker naar het middel verlangt. Bij regelmatig gebruik kan<br />

een persoon denken dat hij zonder amfetamine niet goed kan functioneren.<br />

Zo kan een gebruiker in een vicieuze cirkel belanden.<br />

• Langdurig gebruik beïnvloedt het gedrag. Het kan leiden tot depressiviteit,<br />

agressiviteit, verwardheid, achterdocht en vervolgingswaanzin.<br />

• Gecombineerd gebruik van amfetamine en antidepressiva kan zeer gevaarlijk<br />

zijn, omdat een combinatie van de stoffen kan leiden tot oververhitting, bewustzijnstoornissen,<br />

bloedklonteringen en hartritmestoornissen.<br />

• Langdurig gebruik heeft ook lichamelijke gevolgen. Zo neemt het risico op<br />

hartritmestoornissen, hersenbloedingen en een hartinfarct toe. Voor mensen<br />

met een zwak hart, een hoge bloeddruk, suikerziekte (amfetamine verhoogt<br />

de bloedsuikerspiegel) of epilepsie is het gebruik van amfetamine gevaarlijk.<br />

• Ook kan bij slecht geventileerde warme en vochtige ruimten waar dansfeesten<br />

worden gehouden het lichaam van de gebruiker oververhit raken als deze<br />

uren achter elkaar danst. Het lichaam produceert wel zweet, maar koelt<br />

niet meer af. Wanneer onvoldoende gedronken wordt kan het lichaam ook<br />

uitdrogen, met als gevolg dat spieren en vitale organen als de lever en nieren<br />

niet meer werken.<br />

• Langdurig gebruik kan ook tot lichamelijke uitputting leiden, omdat vermoeidheid<br />

telkens wordt onderdrukt. Hierdoor worden de laatste reserves van het<br />

lichaam aangesproken. Door de verminderde weerstand, en een tekort aan<br />

voedingsstoffen door een gebrek aan eetlust, kunnen nagels gaan afbrokkelen<br />

en tanden gaan loszitten. Ook kunnen ontstekingen makkelijk optreden.<br />

De hulpvraag van personen met amfetamine als primair probleem steeg tot 1998 en<br />

daalde in de jaren tot 2001. Tussen 2002 en 2003 steeg het aantal cliënten met 35<br />

procent. Het aandeel van amfetamine in de hulpvragen voor drugsproblematiek bleef<br />

beperkt van drie procent tot 2000 en twee procent vanaf 2001. Ruim driekwart van<br />

de primaire amfetaminecliënten is man. De gemiddelde leeftijd is 28 jaar. Ongeveer<br />

een derde was niet eerder bekend bij de verslavingszorg. Voor iets minder dan de<br />

helft van de hulpvragers was amfetamine een secundair probleem. Voor hen was het


primaire probleem cocaïne (35 procent), alcohol (20), heroïne (18), cannabis (17) of<br />

XTC (6). Het gebruik van amfetamine leidt zelden tot opname in een verslavingskliniek,<br />

een algemeen psychiatrisch ziekenhuis of een algemeen ziekenhuis. 2<br />

Gebruikers van XTC<br />

De consumptie van MDMA, de werkzame stof in een XTC-tablet, is eveneens niet<br />

zonder risico. Des te frequenter het gebruik plaatsvindt, des te zwaarder de lichamelijke<br />

en geestelijke effecten zullen zijn. 3<br />

• Op korte termijn kan het gebruik van MDMA leiden tot vertroebeling van het<br />

zicht, ongecoördineerde bewegingen, hartkloppingen, flashback verschijnselen,<br />

extreem agressief gedrag (in combinatie met alcoholgebruik), en na de<br />

uitwerking van de XTC-tablet tot een uitgesproken vermoeidheidsgevoel.<br />

• MDMA geeft geen lichamelijke ontwenningsverschijnselen, maar er is wel<br />

steeds meer van nodig om hetzelfde effect telkens weer terug te krijgen. Net<br />

als bij amfetamine treedt bij gebruik van MDMA geestelijke afhankelijkheid<br />

op: een gebruiker verlangt steeds sterker naar het middel en kan zich niet<br />

meer prettig voelen zonder.<br />

• Net als bij amfetamine kan ook bij XTC bij slecht geventileerde warme en<br />

vochtige ruimten waar dansfeesten worden gehouden het lichaam van de<br />

gebruiker oververhit raken als deze uren achter elkaar danst. Het lichaam<br />

produceert wel zweet, maar koelt niet meer af. Wanneer onvoldoende gedronken<br />

wordt kan het lichaam ook uitdrogen, met als gevolg bloedingen<br />

door het hele lichaam en de uitval van spieren en vitale organen als de lever<br />

en nieren. In enkele gevallen heeft het gebruik van XTC-tabletten geleid tot<br />

zulke beschadigingen van de lever dat transplantatie nodig was. Waarschijnlijk<br />

moet de oorzaak in deze gevallen gezocht worden in een combinatie van<br />

oververhitting, een gecombineerd gebruik van andere middelen, een lichamelijke<br />

afwijking en/of overgevoeligheid bij de gebruiker.<br />

• Bij langdurig gebruik is een verhoogde onderhevigheid aan verkoudheden en<br />

infecties vastgesteld. Dit kan duiden op een interactie met het natuurlijke<br />

afweersysteem. De consumptie van MDMA levert grote risico’s op voor mensen<br />

met een zwak hart, astma, hoge bloeddruk, suikerziekte of epilepsie.<br />

• Bij dierproeven is vastgesteld dat herhaaldelijke consumptie van XTC leidt tot<br />

de beschadiging van zenuwcellen in de hersenen, veroorzaakt door een stijging<br />

van de lichaamstemperatuur. Onderzoek heeft aangetoond dat er significante<br />

verbanden bestaan tussen langdurig gebruik van MDMA en het verminderen<br />

van het geheugen en de serotonine functie. Zo heeft de consumptie van<br />

2 Nationale Drug Monitor,<br />

Jaarbericht 2004, p.106-112.<br />

3 ‘Algemene informatie:<br />

XTC’, Trimbos Instituut,<br />

www.trimbos.nl, bezocht<br />

op 25 mei 2005.<br />

Hoofdstuk 4<br />

155<br />

De schade van synthetischedrugscriminaliteit


4 R. Hammersley, F. Khan en J.<br />

Ditton, Ecstacy and the rise<br />

of the chemical generation,<br />

Routledge London 2002.<br />

Opvallend is het wijdverbreide<br />

polydruggebruik in<br />

het Verenigd Koninkrijk:<br />

XTC wordt regelmatig<br />

geconsumeerd met drugs<br />

als amfetamine en alcohol.<br />

5 De code waaronder<br />

amfetamine en XTC geregistreerd<br />

worden bevatten<br />

ook andere stimulerende<br />

stoffen zoals cafeïne, efedrine<br />

en khat.<br />

6 Nationale Drug Monitor,<br />

Jaarbericht 2004, p.106-112.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

156<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

MDMA invloed op het serotoninesysteem. Wanneer dit systeem verstoord<br />

wordt dan kunnen psychische ziekten als depressies, angst- en paniekaanvallen<br />

en slaapstoornissen ontstaan. Deze verstoring kan langer dan een jaar aanhouden<br />

na stopzetting van het gebruik. Onbekend is of volledig herstel optreedt.<br />

Het is niet duidelijk welke precieze dosering tot schade leidt. Vermoed wordt<br />

dat hier al sprake van is bij het slikken van hooggedoseerde tabletten met<br />

twee tot drie keer de gemiddelde dosis.<br />

Uit een langlopend onderzoek onder gebruikers in het Verenigd Koninkrijk valt op<br />

te maken dat veel gebruikers van het eerste uur na een aantal jaren geen XTC meer<br />

consumeren. De redenen zijn divers. Een aantal klaagt over de kwaliteit van de drug,<br />

anderen zeggen dat de drug niet meer in hun levensstijl past, en weer anderen zijn er<br />

zonder aparte reden gewoon mee gestopt. Een enkele oudere gebruiker van boven<br />

de 25 jaar klaagt over het feit dat generatiegenoten steeds minder XTC consumeren,<br />

terwijl pubers het juist wel doen, waardoor de oudere gebruiker ook teleurgesteld<br />

ophoudt. Ook klagen sommigen over de andere setting waarbinnen gebruikt wordt:<br />

het zijn geen danceparties meer, maar gewone kroegen en huiskamers. Opvallend is<br />

dat het overgrote deel van gebruikers niet ophoudt vanwege eventuele schadelijke effecten,<br />

die volgens hen vooral door de media en de overheid worden overdreven. De<br />

nadelige effecten die gebruikers noemen zijn vooral de kortstondige depressiviteit. 4<br />

De hulpvraag van personen bij de ambulante verslavingszorg met XTC als primair<br />

probleem steeg tot 1997, wat deels te maken had met de uitbreiding van de registratie.<br />

Vanaf 1997 zette een daling in gevolgd door een stabilisatie vanaf 1999. Tussen<br />

2002 en 2003 nam de hulpvraag toe met 11 procent. Het aandeel van XTC in alle<br />

hulpvragen voor drugsproblematiek bleef met minder dan 1 procent echter zeer gering.<br />

Ongeveer driekwart van de hulpvragers is man. De gemiddelde leeftijd is 25 jaar.<br />

Ruim een derde is een nieuwkomer bij de (ambulante) verslavingszorg. Er zijn meer<br />

personen die XTC als secundair probleem noemen dan als primair probleem. Voor<br />

hen was het primaire probleem cocaïne (42 procent), cannabis (25), alcohol (15) of<br />

amfetamine (14). Het gebruik van XTC leidt zelden tot opname in een verslavingskliniek,<br />

een algemeen psychiatrisch ziekenhuis of een algemeen ziekenhuis. Volgens<br />

stichting Educare is het aantal acute gezondheidsproblemen wegens het gebruik van<br />

(amfetamine en) XTC relatief klein en dalende en neemt het aandeel van alcohol<br />

steeds meer toe.<br />

Het is niet bekend wat het precieze aantal sterfgevallen door gebruik van amfetamine<br />

en XTC is. Volgens het CBS ging het tussen 1996 en 2002 om maximaal vier acute<br />

sterfgevallen per jaar, en in 2003 werden zeven gevallen geregistreerd. 5 In het buitenland<br />

speelt XTC ook een ondergeschikte rol bij drugssterfte. 6 Er is geen informatie<br />

over het aantal dodelijke slachtoffers dat indirect is te relateren aan overmatige consumptie<br />

van amfetamine en XTC. Illustratief is de dood van een middelbare scholier<br />

in 2005 die daags voor zijn dood een aanzienlijke hoeveelheid synthetische drugs<br />

consumeerde maar ‘officieel’ stierf aan een hartafwijking.


Personen betrokken bij de productie, het ontmantelen van productielocaties<br />

en dumpingen<br />

In juli 2004 kwam in het Brabantse Budel een persoon om het leven die amfetamine<br />

aan het produceren was middels de Leuckart-synthese. Bij de productie was er een<br />

kraan van een reactievat niet opengedraaid, waardoor de dampen die ontstaan bij een<br />

reactie in het vat bleven. Daardoor kon de druk in het vat zich zo hoog opbouwen<br />

dat het vat uiteindelijk explodeerde. Het slachtoffer kreeg hierbij de inhoud<br />

van het vat over zich heen. De inhoud betrof BMK en het tussenproduct Nformylamfetamine.<br />

Hij was over zijn hele lichaam ontveld door derdegraads<br />

verbrandingen. Ook waren zijn ogen en zijn kleding aangetast door het zuur.<br />

Na de ontploffing heeft hij hoogstwaarschijnlijk op de tast nog naar buiten<br />

kunnen komen, waar hij bij een caravan in elkaar is gezakt en uiteindelijk is<br />

overleden. Gelukkig zijn dodelijke slachtoffers uitzonderlijk. Met branden en<br />

explosies moet echter terdege rekening worden gehouden als risicofactor<br />

bij productielocaties. De branden en explosies zich die in de afgelopen jaren<br />

hebben voorgedaan, vonden bijna zonder uitzondering allemaal plaats bij in<br />

werking zijnde amfetaminelaboratoria.<br />

Ook omwonenden van laboratoria kunnen aan dezelfde gevaren worden<br />

blootgesteld, evenals personen die betrokken zijn bij het ontmantelen van laboratoria<br />

en het opruimen van dumpingen. Vanuit dit oogpunt levert de inrichting van laboratoria<br />

en de dumpingen van afvalstoffen in woonwijken aanzienlijke risico’s op voor de<br />

volksgezondheid. Al diverse keren is het voorgekomen dat personen (hulpverleners)<br />

onwel werden door de inademing van de gevaarlijke stoffen. Politiemensen en brandweerlieden<br />

hebben de afgelopen jaren gezondheidsschade opgelopen bij het betreden<br />

en ontmantelen van productielocaties, doordat ze in aanraking kwamen met chemische<br />

stoffen. 7 Naar aanleiding van de gevaren die kunnen ontstaan bij het ontmantelen<br />

van productielocaties is sinds september 2004 de LFO operationeel. De medewerkers<br />

van de LFO adviseren en begeleiden met hun kennis en expertise de lokale<br />

politie en brandweer, zodat deze beter voorbereid een locatie kunnen betreden en<br />

minder gevaar lopen. Bij het ontmantelen zijn huid- en eventueel adembescherming<br />

noodzakelijk, evenals een sterke ventilatie. De afvoer en vernietiging van chemicaliën<br />

is een taak voor gecertificeerde ondernemingen.<br />

De stoffen die vaak worden aangetroffen zijn organische oplosmiddelen. Deze zijn<br />

vluchtig en kunnen makkelijk worden ingeademd, waardoor het zenuwstelsel kan<br />

worden beïnvloed. Ook via de huid kunnen deze stoffen het lichaam binnendringen.<br />

Bij een kortdurende blootstelling aan hoge concentraties kunnen duizeligheid<br />

en hoofdpijn optreden, terwijl bij een veelvuldige blootstelling een onomkeerbare<br />

verslechtering in het functioneren van het zenuwstelsel kan optreden. Organische<br />

oplosmiddelen zijn bovendien brand- en explosiegevaarlijk. Branden in laboratoria<br />

worden vaak veroorzaakt door deze stoffen. De stoffen die benzeen bevatten<br />

vergroten bij blootstelling daaraan de kans op leukemie. Vermoedelijk vergroten<br />

gechloreerde organische oplosmiddelen de kans op kanker. 8<br />

Een uitgebrand laboratorium.<br />

7 J. van der Wegen, ‘In aanraking<br />

met XTC’, Recherche<br />

Magazine, februari 2005,<br />

p.16-17.<br />

8 L. Reijnders, Illegale laboratoria<br />

en dumpingen. Schadelijkheid<br />

voor mens en milieu,<br />

1999 (niet gepubliceerde<br />

notitie in het bezit van de<br />

NR-Unit Zuid-Nederland).<br />

Hoofdstuk 4<br />

157<br />

De schade van synthetischedrugscriminaliteit


9 Idem.<br />

10 Volledigheidshalve wordt<br />

hier opgemerkt dat<br />

bewuste en onbewuste<br />

betrokkenheid van bedrijven<br />

in bepaalde branches<br />

wordt behandeld in<br />

hoofdstuk 3.<br />

Chemicaliën en gasflessen in<br />

een XTC-laboratorium.<br />

11 CBA Precursoren, p.36-43.<br />

Voor meer informatie<br />

over de betrokkenheid<br />

van bedrijven bij strafbare<br />

feiten, zie hoofdstuk 3.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

158<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

De gevaren van andere chemische stoffen dan organische oplosmiddelen zijn ook aanzienlijk.<br />

Zo is het veelgebruikte waterstof sterk brand- en explosiegevaarlijk. Stoffen<br />

als ammoniak, zoutzuur, ethylamine en methylamine kunnen de slijmvliezen irriteren<br />

en traanogen, loopneuzen en hevige luchtwegproblemen veroorzaken. Stoffen als<br />

safrol en benzeen kunnen erfelijk materiaal veranderen en daardoor waarschijnlijk<br />

de kans op kanker en aangeboren afwijkingen bij het nageslacht vergroten. Stoffen als<br />

sterke zuren (zoals zwavelzuur en zoutzuur), sterke logen (zoals natriumhydroxide)<br />

en ethylamine en methylamine kunnen bij aanraking de huid ernstig beschadigen. Ten<br />

slotte kan een brand tot andere gevaren leiden, waarbij de smeulfase het meest<br />

riskant is. Dan kunnen chloorvattende verbindingen en stikstofverbindingen omvormen<br />

tot zeer giftige verbindingen. 9<br />

4.3 Schade aan branches 10<br />

De branches die schade ondervinden van synthetische-drugscriminaliteit hebben hun<br />

activiteiten, logischerwijs, in het hele logistieke proces waarbinnen de amfetamine<br />

en XTC worden vervaardigd en gesmokkeld. De meeste bedrijven zijn in Nederland<br />

gevestigd, en voor het grootste deel in de Randstad en in Noord-Brabant. De<br />

schade is niet direct en valt onmogelijk in geld uit te drukken. Hier volgt daarom<br />

een beknopte en kwalitatieve beschrijving van de schade die de betrokken branches<br />

ondergaan. Achtereenvolgens worden sectoren behandeld waarvan bedrijven redelijk<br />

frequent in opsporingsonderzoeken voorkomen. Deze opsomming is niet uitputtend.<br />

Andere bedrijven waaraan hier geen aparte aandacht zal worden besteed zijn actief<br />

in de financiële dienstverlening, metalen las- en constructiewerken, bouwmaterialen,<br />

auto-onderdelen en gereedschap.<br />

Chemiesector<br />

De FIOD-ECD heeft in de CBA Precursoren een analyse gemaakt van de chemische<br />

bedrijven die bewust of onbewust betrokken waren bij synthetischedrugscriminaliteit.<br />

11 Het ging om bedrijven die leverancier waren van goederen<br />

of diensten, waarvan de firmanaam vermeld was op verpakkingsmateriaal, of<br />

die betrokken waren bij strafbare handelingen. Het merendeel van de bedrijven<br />

bleek echter niet verdacht van strafbare feiten. Dit betekent dat deze<br />

bedrijven onbewust betrokken waren en hiervan dus waarschijnlijk indirect<br />

schade hebben ondervonden. Ook het imago van chemische toeleveringsbedrijven<br />

wordt hierdoor beschadigd.<br />

De bedrijven waren voornamelijk actief in (a) de handel van chemische stoffen<br />

(zoals verfstoffen en reinigingsmiddelen), laboratoriumbenodigdheden; en in (b) de<br />

productie van chemische stoffen (zoals industriële gassen, basischemicaliën en verfstoffen),<br />

kunststof verpakkingsmiddelen.


Verhuursector<br />

Een andere bedrijfssector die volgens de FIOD-ECD betrokken was bij synthetischedrugscriminaliteit<br />

betrof de verhuurbedrijven van transportmiddelen. Ook hier was<br />

vooral sprake van onbewuste betrokkenheid. Met de gehuurde voertuigen werden bijvoorbeeld<br />

goederen bij leveranciers afgehaald, of afvalstoffen gedumpt. In het laatste geval<br />

wordt het voertuig achtergelaten, wat resulteert in schade voor het verhuurbedrijf.<br />

Wegtransportsector<br />

Ook worden amfetamine en XTC via vrachtwagens van transportondernemingen<br />

naar het buitenland gesmokkeld. Hiervan ondervinden de transportondernemingen<br />

economische schade, vooral wanneer de wagens in beslag worden genomen en daardoor<br />

voor onbepaalde tijd niet inzetbaar zijn. Ook blijken éénmanstransportbedrijven<br />

die zich in een moeilijke financiële situatie bevinden vatbaar voor aanbiedingen door<br />

criminelen om illegale waar mee te smokkelen. Deze bedrijven bieden dan onder de<br />

kostprijs hun diensten op de desbetreffende transportroute aan anderen aan om zo<br />

een deklading te regelen. Dit betekent oneerlijke concurrentie en indirecte economische<br />

schade voor andere transporteurs.<br />

Scheepvaartsector<br />

Zeetransporteurs (zogenaamde cargadoren) worden ook gebruikt bij de smokkel van<br />

zowel grote ladingen precursoren vanuit vooral China als grote partijen XTC-tabletten<br />

en MDMA-poeder naar vooral Australië en Canada. Gesmokkelde precursoren<br />

en MDMA worden door justitie in beslag genomen, maar de cargodoor blijft met de<br />

deklading zitten die ook nog eens een jaar bewaard moet worden. Daartoe moet<br />

de lading en meestal dus ook de container opgeslagen worden in een terminal. Dit<br />

kost een cargodoor ongeveer € 28.000. Een deel van deze kosten kunnen uiteindelijk<br />

teruggewonnen worden door de verkoop van de deklading, als dit tenminste geen<br />

bederfelijke goederen betreft. Ten slotte maakt de cargodoor extra kosten vanwege<br />

het reinigen van de container, en eventueel ook vanwege het repareren van de container<br />

(die tijdens een doorzoeking kan zijn beschadigd).<br />

Luchtvaartsector<br />

Een aantal vliegmaatschappijen heeft indirect schade ondervonden doordat bepaalde<br />

vliegroutes veelvuldig gebruikt werden door smokkelaars van XTC. Hierdoor werden<br />

de lijndiensten van bijvoorbeeld de KLM onderworpen aan extra controles door de<br />

autoriteiten in de bestemmingslanden. Dit probleem speelde vooral in de jaren 2000-<br />

2002 (in de daarop volgende jaren was er sprake van een enorme daling van de<br />

aangetroffen smokkelaars die met het vliegtuig reisden). De geleden schade betrof<br />

waarschijnlijk vooral economische schade vanwege de verloren tijd opgelopen bij<br />

extra controles. Deze kostenpost varieerde al naar gelang de tijdsduur van de controles.<br />

Ook was sprake van imagoschade van de desbetreffende vliegmaatschappijen.<br />

Hoofdstuk 4<br />

159<br />

De schade van synthetischedrugscriminaliteit


12 Gebaseerd op de tekst<br />

van L. Reijnders, Illegale<br />

laboratoria en dumpingen.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

160<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

Concurrentievervalsing<br />

De smokkelverbanden die gebruik maken van dekladingen om hun smokkelwaar verdekt<br />

te vervoeren moeten na afloop van de smokkel deze ladingen zien kwijt te raken.<br />

Daartoe bieden zij deze goederen vaak ver onder de kostprijs aan. Het gaat dan bijvoorbeeld<br />

om grote partijen olijven in blik, tomaten in blik, linnen, sojasaus of reinigingsmiddelen.<br />

Dit is oneerlijke concurrentie en leidt tot indirecte inkomstenderving<br />

voor concurrerende aanbieders van dezelfde producten.<br />

4.4 Schade aan de samenleving<br />

Schade aan de leefomgeving 12<br />

De productie van synthetische drugs levert grote hoeveelheden chemisch afval op.<br />

Dit afval wordt vaak illegaal verwijderd door het in een voertuig achter te laten, het<br />

uit een voertuig op de openbare weg te lozen, het te lozen in het oppervlaktewater<br />

of in het riool, of het te storten in een woonwijk of in een natuurgebied.<br />

Gedumpte afvalstoffen leveren schade op aan bodem, water en lucht, en aan de mens<br />

via huidcontact en inademen. De mate van schade hangt vooral af van de soort stof<br />

en de hoeveelheid die gedumpt is. In het algemeen gaat het om de volgende effecten:<br />

Bodem<br />

De gedumpte chemische stoffen kunnen resulteren in vermesting en verzuring van de<br />

bodem, vervuiling van de bodem en het grondwater, en schade aan flora en fauna.<br />

Water<br />

De gedumpte chemische stoffen kunnen resulteren in vervuiling van het water, verandering<br />

van het watertype, en schade aan waterorganismen en flora en fauna.<br />

Lucht<br />

De gedumpte chemische stoffen kunnen resulteren in smogvorming, zure luchtverontreiniging,<br />

en de uitstoot van dioxine.<br />

Mens<br />

De chemicaliën kunnen via de huid en via inademen het lichaam binnendringen. Het<br />

afweermechanisme van het lichaam kan het merendeel van deze stoffen niet aan.<br />

Hierdoor kan schade worden veroorzaakt aan huid, ogen en interne organen zoals<br />

het zenuwstelsel en ademhalingsorganen.<br />

Aceton, BMK, ether, methanol, methylamine, PMK, safrol, tolueen, zoutzuur en<br />

zwavelzuur zijn voorbeelden van chemische stoffen die vaak bij dumpingen worden<br />

aangetroffen. De gevolgen van deze stoffen op de natuur zijn divers. Vluchtige oplosmiddelen<br />

als aceton, ether, methanol, methylamine en tolueen leveren een bijdrage


aan smogvorming. Aceton, ether, methanol en methylamine zijn mobiele stoffen en<br />

integreren makkelijk in het grondwater, waardoor een groter gebied vervuild kan<br />

raken. Zoutzuur en zwavelzuur veroorzaken zure luchtverontreiniging. BMK en PMK<br />

zijn niet vluchtige stoffen die na verbranding dioxines opleveren. BMK, PMK en tolueen<br />

bevatten benzeen, een milieuvreemde stof die moeilijk afbreekbaar is, waardoor ernstige<br />

vervuiling van de bodem en het grondwater optreedt. Safrol is dodelijk voor<br />

vogels, vissen, andere dieren en lage rangorde planten binnen 2 tot 4 dagen nadat deze<br />

in contact zijn gekomen met safrol. Bovendien is het mobiel en persistent in<br />

water en veroorzaakt het ernstige vervuiling van het grondwater.<br />

Een dumping in het riool levert extra problemen op wanneer het riool lek is<br />

of door de gedumpte chemische stoffen lek raakt (wat niet uitzonderlijk is<br />

bij rioleringen van pvc). Hierdoor kunnen de gedumpte stoffen in de bodem<br />

of het grondwater terecht komen. Wanneer gedumpte organische oplosmiddelen<br />

in aanraking komen met de open lucht dan zal een deel verdampen. Dit<br />

deel zal later in de vorm van neerslag ergens terecht komen met vervuiling<br />

van de bodem en het water als gevolg. Wanneer gedumpte stoffen in een waterzuiveringsinstallatie<br />

terecht komen dan zal het water makkelijk gezuiverd<br />

kunnen worden van het merendeel van de stoffen. Uitzonderingen vormen<br />

gechloreerde organische oplosmiddelen en nikkel- en kwikverbindingen.<br />

De schade die als gevolg van een dumping ontstaat hangt af van de plaats waar gedumpt<br />

is, van de hoeveelheid, van de aard van de gedumpte stoffen en van het wel/niet lekken<br />

van de stoffen in de natuur. De staat draait op voor enerzijds de kosten van het<br />

ruimen, het transport en de vernietiging van de afvalstoffen en anderzijds voor de<br />

bodemsanering in het geval van lekkages. Ook de kosten van een bodemsanering zijn<br />

niet altijd van dezelfde omvang. Het hangt ervan af in welke mate de stoffen de natuur<br />

hebben aangetast (bijvoorbeeld hoe diep de bodem verontreinigd is). Bodemsanering<br />

dient zeer snel te gebeuren wanneer mobiele stoffen zoals organische oplosmiddelen<br />

zijn gedumpt. De CBA Synthetische Drugs 2001 meldt dat een bodemsanering afhankelijk<br />

van de grootte, de bodemsoort en de bereikbaarheid van de locatie tussen €<br />

10.000 en € 20.000 bedraagt. De kosten van de reiniging van de dumpinglocatie ligt<br />

op circa € 50,- per liter. Dit zou betekenen dat in de onderzoeksperiode (2002-2004)<br />

de gemiddelde saneringskosten ongeveer € 3,3 miljoen per jaar bedroegen.<br />

Schade aan de staat<br />

De Nederlandse staat ondervindt op een aantal wijzen schade van synthetischedrugscriminaliteit.<br />

Allereerst draait de staat op voor de kosten van het reinigen van<br />

dumpingplaatsen, van de vernietiging van chemicaliën die zijn gedumpt of aangetroffen<br />

in productielocaties en van geconfisqueerde precursoren, amfetamine en XTC.<br />

Bovendien betaalt de staat de kosten die ontstaan bij de gezondheidszorg en de<br />

verslavingszorg als gevolg van het gebruik van amfetamine en XTC. Daarnaast loopt<br />

de staat inkomsten mis doordat criminele verbanden belastingen en invoerrechten<br />

ontduiken over goederen die in principe legaal zijn. Voorbeelden hiervan zijn legale<br />

Een dumping in oppervlaktewater.<br />

Hoofdstuk 4<br />

161<br />

De schade van synthetischedrugscriminaliteit


13 Samenspannen tegen XTC,<br />

Kamerstuk 2000-2001,<br />

23760, nr. 14, Tweede Kamer<br />

der Staten-Generaal,<br />

p.5.<br />

<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

162<br />

Synthetische Drugs 2002-2004<br />

chemicaliën die illegaal naar Nederland zijn gesmokkeld of tabletteermachines die<br />

worden ingezet. Ten slotte betaald de staat natuurlijk de middelen die worden ingezet<br />

bij de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit.<br />

Schade aan het imago van Nederland<br />

Imagoschade is niet meetbaar, maar lijkt wel van doorslaggevende betekenis te zijn<br />

geweest voor de Nederlandse regering om extra capaciteit te investeren in de opsporing<br />

van synthetische-drugscriminaliteit. Al sinds het midden van de jaren negentig<br />

werd de prominente rol van Nederland als productieland voor synthetische drugs<br />

breed uitgemeten in de nationale en internationale media, in rapporten van internationale<br />

organisaties en door regeringsvertegenwoordigers van landen waar zich een<br />

grote afzetmarkt voor vooral XTC ontwikkelde. Zo werd er vanuit Washington in<br />

de periode 2000-2002 regelmatig in het openbaar kritiek geuit op het feit dat Nederland<br />

een cruciale positie innam in de productie van XTC. Door de Nederlandse<br />

XTC zou er in de Verenigde Staten sprake zijn van een toename van de criminaliteit<br />

en van de kosten van de gezondheidszorg. Deze kritiek vanuit het buitenland op het<br />

zogenaamde ‘XTC-Colombia aan de Noordzee’ heeft een grote invloed gehad op het<br />

besluit om de aanpak van de productie van vooral XTC te prioriteren.<br />

De discussie gevoerd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in september<br />

2000 over de positie van Nederland als producent van synthetische drugs was de aanleiding<br />

voor de regering om de beleidsnota ‘Samenspannen tegen XTC’ te initiëren.<br />

De regering definieerde de problemen als volgt: zowel nationaal als internationaal<br />

vormde de drug een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid en leidde deze<br />

tot grote winsten voor betrokken criminelen. Vanwege het internationale karakter<br />

van de XTC-problematiek en vanwege de kwetsbaarheid van de positie van Nederland<br />

als handels- en transitoland was een speciale aanpak vereist. 13<br />

De productie en export van XTC door Nederland schade heeft dus schade berokkend<br />

aan het imago van Nederland in het buitenland, wat ook van invloed is geweest<br />

op de internationale betrekkingen van Nederland. Wellicht is de imagoschade sinds<br />

2003 afgenomen, omdat vanaf dat jaar het aantal inbeslagnemingen in de Verenigde<br />

Staten enorm is afgenomen, waardoor de XTC-problematiek en de relatie tot Nederland<br />

waarschijnlijk minder hoog op de politieke agenda van het Witte Huis staat.<br />

Aan de andere kant zou het beeld van Nederland bij de regeringen van nieuwe en<br />

opkomende afzetmarkten (zoals Turkije, Australië, Japan en Zuidoost Azië) juist kunnen<br />

verslechteren, onder andere vanwege de toenemende kosten die deze landen<br />

moeten maken in de aanpak van deze criminaliteit en in de gezondheidszorg. De<br />

vraag is hoe hoog deze kosten zullen zijn. In Nederland is als gevolg van de jarenlange<br />

ervaring met amfetamine en XTC aanzienlijke expertise ontwikkeld (onder andere<br />

door het Trimbos Instituut en het NFI), waardoor gebruikers ook goed voorgelicht<br />

worden over de risico’s van het gebruik en hoe deze te verkleinen. Bovendien worden<br />

bij allerlei uitgaansgelegenheden meegebrachte XTC-tabletten getest. Hoewel in het<br />

kader van deze CBA geen onderzoek is verricht naar het bestaan en de kwaliteit van


expertise en voorlichting in andere landen, is de veronderstelling dat dit vooral in<br />

opkomende gebruikersmarkten zoals Turkije en landen in Zuidoost Azië minder goed<br />

geoutilleerd is. Hierdoor zou het besef bij gebruikers in deze landen over de risico’s<br />

die zij lopen minder goed ontwikkeld kunnen zijn, waardoor de kosten van de gezondheidszorg<br />

en verslavingszorg in deze landen hoger kunnen zijn dan in Nederland.<br />

4.5 Conclusie<br />

Schade is in deze studie gedifferentieerd naar individuele slachtoffers, naar branches<br />

en naar samenleving als geheel. De schade die individuen kunnen ondervinden kan<br />

worden verdeeld naar schade voor consumenten van amfetamine en XTC en anderzijds<br />

naar schade voor personen die betrokken zijn bij de productie, het ontmantelen<br />

van laboratoria en dumpingen. De schade die gebruikers oplopen kan zeer ernstige<br />

vormen aannemen, maar lijkt in de praktijk in Nederland van een beperkte omvang<br />

(zo leidt het gebruik van amfetamine en XTC zelden tot een opname). Wellicht is de<br />

situatie anders in andere landen waar de kennis van amfetamine en XTC beperkt is en<br />

de voorlichting over de risico’s bij het gebruik nog onvoldoende ontwikkeld is, zoals<br />

in opkomende gebruikersmarkten in Zuidoost Azië. De personen die betrokken zijn<br />

bij de productie en het ontmantelen van laboratoria en dumpingen lopen aanzienlijke<br />

risico’s (zoals branden, explosies en het inademen van chemische stoffen), evenals de<br />

omwonenden van deze locaties.<br />

De schade die branches ondervinden is per sector verschillend. De chemische sector<br />

ondervindt vooral imagoschade (en maakt wellicht ook extra kosten vanwege de<br />

aanscherpte controles en regelgeving). De transportsector die op de weg, op het<br />

water en door de lucht wordt gebruikt en misbruikt door smokkelverbanden heeft<br />

te maken met extra kosten als gevolg van extensieve controles, tijdelijke onttrekking<br />

van transportmiddelen aan het economisch verkeer als gevolg van inbeslagnemingen,<br />

en beschadiging en vernieling van transportmiddelen. Ten slotte hebben meerdere<br />

bedrijfstakken last van incidentele concurrentievervalsing als dekladingen ver onder<br />

de kostprijs op de markt worden aangeboden.<br />

De schade aan de samenleving als geheel is divers. Allereerst is er de schade aan<br />

de leefomgeving als gevolg van dumpingen. Daarnaast ondervindt de staat schade<br />

doordat het kosten moet maken in de gezondheidszorg, alsmede bij het opruimen en<br />

verwijderen van gedumpte afvalstoffen en geconfisqueerde precursoren, amfetamine<br />

en XTC. Bovendien loopt de staat inkomsten mis omdat smokkelverbanden belastingen<br />

en invoerrechten ontduiken over de smokkel van legale goederen. De grootste schade<br />

lijkt voort te vloeien uit het beschadigde imago van Nederland in het buitenland. De<br />

internationale positie van Nederland heeft waarschijnlijk een deuk opgelopen door<br />

het feit dat Nederland verantwoordelijk is voor de wereldwijde verspreiding van synthetische<br />

drugs die leiden tot schade en criminaliteit in andere landen.<br />

Hoofdstuk 4<br />

163<br />

De schade van synthetischedrugscriminaliteit


<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />

164<br />

Synthetische Drugs 2002-2004


Hoofdstuk 5<br />

Recente en verwachte ontwikkelingen<br />

5.1 Inleiding<br />

Dit hoofdstuk behandelt de vierde onderzoeksvraag:<br />