Criminaliteitsbeeldanalyse - Openbaar Ministerie
Criminaliteitsbeeldanalyse - Openbaar Ministerie
Criminaliteitsbeeldanalyse - Openbaar Ministerie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong>
Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen, alsmede behoudens voorzover<br />
in deze uitgave nadrukkelijk anders is aangegeven, mag niets uit deze uitgave worden<br />
verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij<br />
elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder<br />
voorafgaande schriftelijke toestemming van het KLPD.<br />
Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie<br />
die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden de auteur(s), redactie en<br />
het KLPD geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen<br />
gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen.
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
Synthetische drugs 2002-2004
Hoofdstuk<br />
Hoofdstuk<br />
Hoofdstuk<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
4<br />
Synthetische Drugs<br />
Inhoudsopgave<br />
Voorwoord 7<br />
Samenvatting 9<br />
1 Introductie 25<br />
1.1 Inleiding 25<br />
1.2 Doelstelling 25<br />
1.3 Probleemstelling en onderzoeksvragen 26<br />
1.4 Omschrijvingen en definities 27<br />
1.5 Onderzoeksmethode 30<br />
1.5.1 Bronnen 30<br />
1.5.2 Inwinnen en analyseren van informatie 32<br />
1.6 Leeswijzer 36<br />
2 De ontwikkeling van de aard en omvang van synthetischedrugscriminaliteit<br />
in Nederland en in het buitenland 37<br />
2.1 Inleiding 37<br />
2.2 Opkomst en ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt 37<br />
2.3 Kenmerken van de huidige marktsituatie 41<br />
2.3.1 De aard van synthetische drugs 41<br />
2.3.1.1 De kenmerken en samenstelling van synthetische drugs 41<br />
2.3.1.2 Het productieproces van synthetische drugs 45<br />
2.3.2 De omvang van de synthetische-drugsmarkt 49<br />
2.3.2.1 In beslag genomen synthetische drugs in Nederland en in het buitenland 49<br />
2.3.2.2 Ontmantelde productielocaties in Nederland en in het buitenland 61<br />
2.3.2.3 Afvaldumpingen 65<br />
2.3.2.4 Het gebruik van synthetische drugs in Nederland en in het buitenland 68<br />
2.3.2.5 De prijzen van synthetische drugs in Nederland en in het buitenland 73<br />
2.3.2.6 De omzet van synthetische drugs in Nederland 80<br />
2.4 Conclusie 83<br />
3 De kenmerken van verdachten en gehanteerde modus operandi 89<br />
3.1 Inleiding 89<br />
3.2 Kenmerken van criminele verbanden 91<br />
3.2.1 Verdachten 91<br />
3.2.2 Criminele verbanden 93<br />
3.2.2.1 Organisatiegraad, taakverdeling en verantwoordingsrelaties 93<br />
3.2.2.2 Relaties met bedrijven 101<br />
3.2.2.3 Andere delicten 103<br />
3.3 Werkwijze van criminele verbanden 104<br />
3.3.1 Hulpbronnen 104<br />
3.3.1.1 Benodigde grondstoffen, productiemiddelen, kennis en<br />
ruimtelijke voorzieningen 104<br />
3.3.1.2 Financiering van grondstoffen, productiemiddelen en accommodatie 107<br />
3.3.2 Logistieke faciliteiten en knooppunten 108
Hoofdstuk<br />
Hoofdstuk<br />
Hoofdstuk<br />
3.3.2.1 Verwerving en smokkel van grondstoffen en hardware 108<br />
3.3.2.2 Productie van synthetische drugs 112<br />
3.3.2.3 Afzet van synthetische drugs 115<br />
3.3.2.4 Dumpingen van afvalstoffen van synthetische drugs 127<br />
3.3.3 Institutionele faciliteiten 128<br />
3.3.3.1 Facilitairs en tussenpersonen 128<br />
3.3.3.2 Branches 130<br />
3.3.3.3 Vergunningen en (nep)bedrijven 131<br />
3.3.3.4 Valse documenten 132<br />
3.4 ‘Algemene bedrijfsvoering’ van criminele verbanden 132<br />
3.4.1 Geldstromen 133<br />
3.4.1.1 Wisselen, verplaatsen en verhullen 133<br />
3.4.1.2 Investeringen en bestedingen 136<br />
3.4.1.3 Rol van de ‘bovenwereld’ 137<br />
3.4.2 Gebruik van communicatie, afscherming, corruptie, intimidatie en geweld 138<br />
3.4.2.1 Communicatiemiddelen 138<br />
3.4.2.2 Afschermingmethoden 138<br />
3.4.2.3 Gebruik van geweld, corruptie of intimidatie 140<br />
3.4.3 Externe relaties 140<br />
3.4.3.1 Relaties met de ‘onderwereld’ 140<br />
3.4.3.2 Relaties met de ‘bovenwereld’ 141<br />
3.5 Conclusie 142<br />
4 De schade van synthetische-drugscriminaliteit in Nederland 153<br />
4.1 Inleiding 153<br />
4.2 Schade aan personen 154<br />
4.3 Schade aan branches 158<br />
4.4 Schade aan de samenleving 160<br />
4.5 Conclusie 163<br />
5 Recente en verwachte ontwikkelingen 165<br />
5.1 Inleiding 165<br />
5.2 Ontwikkelingen in aard en omvang 165<br />
5.3 Zal de productie een Nederlandse aangelegenheid blijven ? 171<br />
5.4 Conclusie 173<br />
6 Conclusies 175<br />
Literatuur 181<br />
Bijlagen 183<br />
1 Afkortingen 183<br />
2 De onderzoeksvragen 185<br />
3 Bestudeerde onderzoeken 189<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
5<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
Voor u ligt de <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong> Synthetische Drugs 2002-2004 van de Dienst<br />
Nationale Recherche van het Korps Landelijke Politiediensten die is ontwikkeld in opdracht<br />
van het Landelijk Parket. Synthetische drugs is een van de aandachtsgebieden van<br />
de Nationale Recherche. Met name de Unit Zuid-Nederland brengt dit aandachtsgebied<br />
– in samenwerking met het Landelijk Parket, de FIOD-ECD, de Kmar, het NFI, de Douane<br />
en het Landelijk Expertisecentrum Synthetische Drugs – in kaart, onder andere in<br />
de vorm van deze CBA (waarbij het Kennis en Informatie Centrum van de NR-Unit<br />
Zuid-Nederland speciale vermelding verdient). De Unit doet projectvoorstellen, voert<br />
operationele onderzoeken uit en geeft adviezen ter voorkoming van criminaliteit. Deze<br />
voor u liggende CBA staat uitgebreid stil bij de ontwikkeling van de synthetische-drugscriminaliteit<br />
in Nederland.<br />
Een CBA dient om een beter overzicht, inzicht en doorzicht te krijgen, strategie te ontwikkelen<br />
en om operationele onderzoeken te kunnen starten. Opsporen en tegenhouden<br />
van synthetische-drugscriminaliteit is voor de Dienst Nationale Recherche een belangrijke<br />
doelstelling. Op dat terrein mag van de Dienst Nationale Recherche en het Landelijk Parket<br />
een belangrijke bijdrage aan de veiligheid in Nederland worden verwacht.<br />
In de onderzoeksperiode 2002-2004 lijken er veranderingen op te treden op het aandachtsgebied.<br />
Het aantal aangetroffen productielocaties van XTC alsmede het aantal en de<br />
hoeveelheid gedumpte afvalstoffen is gedaald, evenals het gebruik van XTC (in consumptielanden<br />
van het eerste uur). In 2005 zet deze daling door; ook op het gebied van het<br />
aantal en de hoeveelheid in beslag genomen precursoren en XTC. De groeiende nieuwe<br />
afzetmarkten lijken de afnemende vraag niet geheel te kunnen compenseren. Aan de andere<br />
kant zou de productie van XTC in andere landen (vooral België) de teruggang van de<br />
productie in Nederland hebben kunnen opvangen.<br />
De productie van amfetamine in Nederland lijkt wel van een gelijke omvang te blijven.<br />
Het beeld zou – onder andere in overleg met het Landelijk Parket – kunnen leiden tot aanpassingen<br />
in de te volgen strategie binnen de kaders van de nota ‘Samenspannen tegen XTC’.<br />
Een woord van dank gaat uit naar alle medewerkers die informatie hebben aangeleverd ten<br />
behoeve van deze CBA, in het bijzonder de analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland en<br />
de onderzoeker van de NR-Unit Operationele Expertise.<br />
Driebergen, november 2005<br />
A.L. Driessen<br />
Voorwoord<br />
Diensthoofd Nationale Recherche<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
7<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
8<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
Samenvatting<br />
Deze criminaliteitsbeeldanalyse (CBA) beschrijft de ontwikkeling van de synthetischedrugscriminaliteit<br />
in de periode 2002 – 2004. Door het analyseren van afgesloten<br />
opsporingsonderzoeken, het bestuderen van wetenschappelijke literatuur en van<br />
overheidsrapporten, en door het voeren van gesprekken met analisten en experts<br />
van bijzondere opsporingsdiensten is een beeld geschetst van de aard en omvang van<br />
synthetische-drugscriminaliteit, van de kenmerken van verdachten en criminele verbanden<br />
die actief zijn op de synthetische-drugsmarkt, van de door hun gehanteerde<br />
modus operandi, en van de schade die door deze criminaliteitsvorm wordt veroorzaakt.<br />
Ook is nagegaan welke verwachtingen kunnen worden uitgesproken over de<br />
ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt.<br />
Aan de hand van de onderzoeksvragen die in deze CBA centraal hebben gestaan<br />
worden hier de belangrijkste bevindingen samengevat.<br />
Onderzoeksvraag 1:<br />
Welke ontwikkelingen hebben in de onderzoeksperiode plaatsgevonden<br />
op de internationale en nationale markt voor synthetische<br />
drugs, in termen van vraag en aanbod?<br />
De samenstelling en productie van synthetische drugs<br />
Voor zowel amfetamine als XTC lijkt er geen sprake van grote wijzigingen in de<br />
samenstelling. Wel is de hoeveelheid werkzame stof per XTC-tablet sinds 1997 tot<br />
aan 2003 geleidelijk toegenomen. Er waren in 2003 procentueel meer tabletten<br />
getest dan in voorgaande jaren die een concentratie bevatten van meer dan 105 milligram<br />
MDMA per tablet (in 2005 is daarentegen een daling van de concentratie per<br />
tablet waargenomen). Daarnaast is het productieproces van XTC – en in mindere<br />
mate ook voor amfetamine – geoptimaliseerd, onder andere door het terugwinnen<br />
en het hergebruik van katalysatoren, waardoor er meer MDMA gewonnen wordt<br />
per liter PMK. De ‘warme’ methode bleef de afgelopen jaren verreweg de meest<br />
gebruikte productiemethode.<br />
Amfetamine staat sinds 1976 vermeld in lijst I van de Opiumwet. De werkzame stoffen<br />
MDMA, MDEA of N-ethylMDA die in XTC-tabletten verwerkt zijn staan sinds 1988<br />
vermeld in lijst I (MDA stond hier al langer op). Verbodsbepalingen betreffende de<br />
precursoren PMK en BMK staan niet in de Opiumwet, maar in de in 1995 in werking<br />
getreden Wet voorkoming misbruik chemicaliën (WVMC). De wetgeving is thans aan<br />
wijziging onderhevig. De Europese Unie heeft twee nieuwe verordeningen afgekondigd<br />
(voor inter- en intracommunautaire handel) die op 18 augustus 2005 in werking zijn<br />
getreden. De bestaande richtlijn en verordening zijn ingetrokken. De verordeningen<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
9<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
10<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
hebben rechtstreekse werking maar de nationale toepassing geschiedt op basis van<br />
de WVMC; een wijzigingsvoorstel gaat binnenkort naar het parlement. De nieuwe<br />
verordeningen bevatten overgangsbepalingen waardoor de bestaande wetsteksten<br />
vooralsnog hun gelding blijven behouden.<br />
Inbeslagnemingen<br />
Er worden de laatste jaren minder precursoren in Nederland in beslag genomen.<br />
Grotere partijen komen in andere Europese zeehavens aan, om vervolgens naar<br />
Nederland te worden getransporteerd. Het overgrote deel van de precursoren is<br />
afkomstig uit China. Een klein deel komt uit Oost-Europa. Anders dan in voorgaande<br />
jaren lijken producenten sinds het eind van 2004 meer moeite te hebben om aan<br />
precursoren te komen. Dit kan erop duiden dat de voorraden in Nederland opraken<br />
of dat er minder wordt ingevoerd.<br />
Op de amfetaminemarkt blijft de rol van Nederland beperkt tot Europa (op de<br />
wereldmarkt is de rol van Nederland minimaal). De hoeveelheid in het buitenland<br />
geconfisqueerde amfetaminepoeder liep sinds 2002 sterk terug, terwijl deze in<br />
Nederland iets steeg. Daarnaast waren de inbeslagnemingen van amfetaminepasta<br />
een nieuw fenomeen, dat zich in 2003 voor het eerst voordeed. De grootste confiscaties<br />
amfetaminepoeder vonden in 2002-2004 plaats in Nederland, België, Duitsland<br />
en het Verenigd Koninkrijk. De voornaamste afzetmarkten lijken die van het Verenigd<br />
Koninkrijk en Scandinavië, hoewel de laatste sinds een aantal jaren vooral wordt<br />
voorzien vanuit Polen en de Baltische staten.<br />
De in beslag genomen hoeveelheid XTC-tabletten is sinds 2002 in het buitenland<br />
sterk gedaald, terwijl deze in Nederland nagenoeg gelijk bleef. Daarentegen nam de<br />
hoeveelheid in het buitenland geconfisqueerde MDMA-poeder in dezelfde periode<br />
sterk toe, terwijl deze in Nederland afnam. Wanneer het poeder wordt omgerekend<br />
naar tabletten, dan blijkt de in beslag genomen hoeveelheid ongeveer gelijk te blijven.<br />
De vraag is of deze verschuiving van tabletten naar poeder – dat in grote partijen via<br />
havens wordt gesmokkeld – structureel van aard is en of deze te maken heeft met de<br />
toegenomen controles op luchthavens.<br />
Sinds 2002 is het aantal inbeslagnemingen wereldwijd aanzienlijk afgenomen. Zo was er<br />
sprake van een daling in Duitsland en Frankrijk en van een radicale afname in de Verenigde<br />
Staten. Anderzijds werden in Australië, Japan, Turkije en China meer partijen<br />
geconfisqueerd. De smokkel middels dekladingen neemt toe, terwijl de smokkel middels<br />
personen en via vliegtuigen afneemt. Hoewel het aantal confiscaties een daling<br />
vertoont, neemt per transport de hoeveelheid smokkelwaar toe. De grootste partijen<br />
XTC worden in Europa in vrachtwagens vervoerd; per transport gemiddeld bijna een<br />
half miljoen tabletten. Buiten Europa worden de grootste partijen per schip vervoerd.<br />
Ontmantelde productielocaties<br />
Sinds 2002 is het aantal ontmantelde productielocaties met een derde afgenomen. De<br />
productie is sinds jaren geconcentreerd in West- en Zuid-Nederland. In 2004 werden
tabletteerplaatsen vooral aangetroffen in Noord-Holland, terwijl alle ontmantelde<br />
laboratoria zich bevonden in Noord-Holland en Noord-Brabant. XTC werd in 2004<br />
vooral in Noord-Holland geproduceerd, en amfetamine vooral in Noord-Brabant. In<br />
2002 en 2003 was de productie van zowel XTC als amfetamine gelijkmatig verdeeld<br />
over West- en Zuid-Nederland. Sinds 2003 worden er minder productielocaties in<br />
woongebieden aangetroffen, en juist meer in landelijke gebieden. Vanaf 2001 is er<br />
sprake van een toename van het aantal ontmantelde amfetaminelaboratoria, terwijl<br />
het aantal aangetroffen XTC-laboratoria afneemt. Vanaf 2003 worden er zelfs meer<br />
amfetaminelaboratoria ontmanteld dan XTC-laboratoria.<br />
Bij de in het buitenland aangetroffen productielocaties voor XTC is meestal sprake<br />
van Nederlandse betrokkenheid, bijvoorbeeld in België, Duitsland, Indonesië en Suriname.<br />
In andere gevallen gaat het vaak om ‘kitchenlabs’. Net als in Nederland is in<br />
België ook sprake van een verschuiving van de productie van XTC naar amfetamine.<br />
In 2002 werden in Nederland meer amfetaminelaboratoria ontmanteld dan in welk<br />
ander Europees land ook. Tegelijkertijd is er sprake van een verschuiving van de productie<br />
naar Oost-Europese landen.<br />
Dumpingen van afvalstoffen<br />
Jarenlang lag het aantal dumpingen per jaar rond de 80 en de hoeveelheid rond de<br />
100.000 liter. In 2004 was er echter sprake van een aanzienlijke afname van zowel<br />
het aantal dumpingen als de gedumpte hoeveelheid. Dit kan te maken hebben met<br />
een afnemend besef bij gemeenten om dumpingen te melden bij de NR-Unit Zuid-<br />
Nederland. De daling kan echter evengoed veroorzaakt worden door een verplaatsing<br />
van de dumpingen naar Belgisch grondgebied. De vermindering van de aantallen<br />
dumpingen zou kunnen worden toegeschreven aan enkele megadumpingen, waarbij<br />
waarschijnlijk de afvalstoffen van verschillende productielocaties zijn verzameld.<br />
In Zuid- en West-Nederland zijn sinds 1999 veruit de meeste dumpingen aangetroffen,<br />
waarbij elk jaar meer dan de helft op het conto van Zuid-Nederland kwam – uitgezonderd<br />
2000 en 2004. Dit beeld komt overeen met de spreiding van de productielocaties<br />
in Nederland. Dumpingen in woongebieden worden hoogstwaarschijnlijk relatief<br />
vaker ontdekt dan die in buitengebieden. Het aantal dumpingen in buitengebieden zal<br />
dus eerder onderschat worden dan die in woongebieden. Ongeveer tweederde van<br />
de dumpingen vonden in 2004 buiten de bebouwde kom plaats. De afvalstoffen werden<br />
in 2004 voornamelijk gedumpt in het buitengebied, het bos en op bedrijfsterreinen.<br />
In woonwijken zijn chemische afvalstoffen onder andere gestort in ondergrondse<br />
afvalbakken bestemd voor huishoudelijk afval.<br />
In veel gevallen is bij de NR-Unit Zuid-Nederland niet bekend welke afvalstoffen<br />
er precies gedumpt zijn. In de regel gaat het om lege of gevulde jerrycans en vaten,<br />
vuilniszakken, blikken en flessen. In ieder geval worden meestal de volgende stoffen<br />
aangetroffen: aceton, ether, methanol, tolueen, zwavelzuur, BMK, PMK, mierenzuur,<br />
zoutzuur, methylamine en safrol. Opvallend is dat de laatste jaren naast de chemicaliën<br />
steeds vaker Chinees verpakkingsmateriaal wordt aangetroffen.<br />
Samenvatting<br />
11<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
12<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Gebruik van synthetische drug<br />
Sinds 2003 lijkt er sprake van een afname van de populariteit van XTC in Nederland<br />
en in andere landen in West-Europa en Noord-Amerika. Voor Nederland relateert<br />
Korf (2003) deze daling aan het imago van XTC, die onder een trendsettend publiek<br />
als niet meer speciaal wordt gezien (‘iedereen gebruikt het’). XTC lijkt een modedrug<br />
die vooral tijdens dancefeesten geconsumeerd wordt door een bepaalde leeftijdsgroep,<br />
die slechts een aantal jaren deze levensstijl leeft. Het gebruik lijkt ook te<br />
zijn afgenomen door het toenemende besef dat er negatieve effecten aan het gebruik<br />
zijn verbonden. Toch is XTC wereldwijd nog steeds populair, omdat het middel in<br />
veel landen nog maar net geïntroduceerd is (bijvoorbeeld in goedkope toeristenoorden).<br />
Ook wordt het in deze landen nog als een onschuldige drug gezien. Daarnaast<br />
blijft een XTC-tablet een relatief goedkoop product. Vanaf 2003 is er sprake van een<br />
toename van het gebruik in Zuid-Amerika, Zuidelijk Afrika, (Zuidoost) Azië en het<br />
Midden-Oosten. Ook is het sinds de uitbreiding van de EU in mei 2004 vrij eenvoudig<br />
geworden om XTC naar de nieuwe lidstaten te smokkelen, wat een verklaring kan<br />
zijn voor de verdubbeling van het gebruik in Slowakije. Amfetamine lijkt minder onderhevig<br />
aan modegrillen. De consumptie van amfetamine bereikte in West-Europa in<br />
1998-1999 het hoogtepunt en in Oost-Europa in 2000-2001. In Oost-Europa ligt het<br />
percentage gebruikers iets lager dan in West-Europa.<br />
Prijs en omzet<br />
De straatprijs van amfetamine in Nederland is in de onderzoeksperiode 2002-2004<br />
gemiddeld € 8,- per gram. De dealerprijs is iets lager, gemiddeld € 7,50. De detailhandelsprijs<br />
is gemiddeld € 1310,- per kilogram. Over de prijzen op het niveau van tussen-<br />
en groothandel zijn onvoldoende gegevens beschikbaar. De gemiddelde kostprijs<br />
van een XTC-tablet was € 0,56. Van de groothandelsprijs van XTC zijn in de periode<br />
2002-2004 in Nederland geen eenduidige gegevens beschikbaar. De tussenhandelprijs<br />
was gemiddeld € 0,63, de detailhandelsprijs was gemiddeld € 0,91, de dealerprijs was<br />
gemiddeld € 2,29, en de straatprijs ten slotte was gemiddeld € 3,49. In 2001 lagen de<br />
prijzen hoger.<br />
In een groot aantal gevallen liggen de prijzen op de niveaus van tussenhandel en detailhandel<br />
erg dicht bij elkaar. Ook de dealerprijzen en straatprijzen kennen onderling<br />
grote verschillen, en ook in eenzelfde periode binnen een regio. De markt lijkt dus<br />
zeer flexibel en chaotisch. Dit geldt voor alle niveaus op de markt. Er zijn veel aanbieders<br />
actief. De vraag is of deze verkopers de markt goed kennen, dat wil zeggen<br />
of zij weten welke verkoopprijs concurrenten hanteren. Wanneer de markt goed zou<br />
functioneren, dan zouden de verkopers de laagste prijs moeten vragen, omdat de koper<br />
anders een andere verkoper zal benaderen. Wanneer dit niet het geval is, dan kan<br />
dit betekenen dat de kopers een informatieprobleem hebben en dat verkopers dus<br />
prijsafspraken kunnen maken. Overigens kan het prijsverschil ook te maken hebben<br />
met de kwaliteit van het aangeboden tablet.<br />
De prijzen van amfetamine en XTC zijn in het buitenland hoger dan de prijzen in Ne-
derland. In de meeste Europese landen ligt de straatprijs van amfetamine tussen de €<br />
9,- en € 15,- per gram. Per gram amfetamine worden in Europa in de Scandinavische<br />
landen gemiddeld de hoogste prijzen betaald. Voor zover bekend heeft Nederland<br />
met iets meer dan € 8,- per gram de laagste straatprijs van de Europese Unie. De<br />
straatprijzen van XTC-tabletten lijken met meer dan € 80,- het hoogst in Japan. (In<br />
2005 ligt de prijs tussen de € 25.- en € 50,-) Australië en Nieuw-Zeeland volgen met<br />
circa € 30,- op afstand. In de VS liggen ze tussen de € 6,- en € 45,-, afhankelijk van de<br />
staat waarin de tabletten verkocht worden. In Europa gelden in Noorwegen en Italië<br />
hoge prijzen. Opmerkelijk is de lage straatprijs in Indonesië. Dit kan een indicatie zijn<br />
dat het gaat om XTC dat in het land zelf is geproduceerd. Dat is aannemelijk gezien<br />
de ontmantelde productieplaatsen in Indonesië in 2002.<br />
Op basis van berekeningen van het UNODC (2004) en van Van der Heijden (2003)<br />
wordt de totale consumptie wereldwijd tussen de 160 en 320 miljoen tabletten geschat.<br />
Als er van uitgegaan wordt dat zeventig procent van alle geconfisqueerde XTC<br />
uit Nederland afkomstig is, dan worden in Nederland op jaarbasis tussen de 112 en<br />
224 miljoen tabletten geproduceerd. De jaarconsumptie in Nederland zou liggen tussen<br />
de 1.340.000 en 2.680.000 tabletten. De totale winst die in Nederland wordt<br />
gemaakt wordt geschat op minimaal bijna 43 miljoen euro en maximaal 86 miljoen<br />
euro. Let wel: het gaat hier om de brutowinst, waarbij alleen rekening is gehouden<br />
met de kosten van grondstoffen. Kosten zoals de huur van een locatie, verpakkingsmaterialen,<br />
dekladingen en lonen voor chauffeurs, tabletteerders, dumpers en andere<br />
werknemers zijn hier nog niet in opgenomen, evenmin als de investeringen in hardware.<br />
De brutowinst die gemaakt wordt bij de productie en handel in amfetamine is<br />
moeilijker te berekenen, omdat er geen eenduidige gegevens beschikbaar zijn over de<br />
kostprijs en de prijzen die in de groot- en tussenhandel gelden.<br />
Onderzoeksvraag 2:<br />
Welke verdachten en criminele verbanden zijn in Nederland actief<br />
op de markt voor synthetische drugs en welke modus operandi hanteren<br />
zij?<br />
Herkomst van verdachten<br />
Bij de smokkel van precursoren zijn Chinese en Oost-Europese criminele verbanden<br />
betrokken. Bij de aanschaf van andere chemicaliën zijn voor het merendeel<br />
Nederlanders betrokken, evenals bij het verkrijgen van hardware. Bij de productie<br />
van synthetische drugs zijn vooral personen betrokken met de Nederlandse nationaliteit<br />
afkomstig uit de westelijke en zuidelijke provincies van Nederland. Wel lijken<br />
hierin criminele verbanden met een andere etniciteit actiever dan voorheen. Zo<br />
zijn Chinese verbanden zich naast de import van precursoren ook gaan toeleggen<br />
op het tabletteren van XTC. Daarnaast lijken Nederlandse criminele verbanden de<br />
productie te verplaatsen naar Belgisch grondgebied, waar vaak Belgen worden inge-<br />
Samenvatting<br />
13<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
14<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
schakeld in het productieproces. In de internationale handel van XTC en amfetamine<br />
zijn diverse nationaliteiten actief. Dominicanen en Israëliërs (veelal van Amerikaanse<br />
of Russische afkomst) waren betrokken bij de smokkel van XTC naar Zuid-Amerika<br />
en de VS. Belgen, Britten, Duitsers, Kroaten en Turken zijn actief in de smokkel<br />
van XTC naar hun eigen herkomstlanden. De smokkel naar (Zuidoost) Azië, Japan,<br />
Australië en Nieuw-Zeeland wordt vooral ondernomen door Nederlanders, Israëliërs<br />
en Chinezen.<br />
Organisatiegraad, taakverdeling en verantwoordingsrelaties van criminele<br />
verbanden<br />
De samenstelling van criminele verbanden wordt over het algemeen mede bepaald<br />
door etniciteit maar nog meer door sociale relaties. Persoonlijke contacten en geografische<br />
nabijheid zijn van groot belang voor de ontwikkeling van criminele verbanden.<br />
Vaak werken familie, vrienden en bekenden met elkaar samen en introduceren zij<br />
elkaar bij anderen. Dit geldt voor criminele verbanden in het algemeen, en ook voor<br />
criminele verbanden die actief zijn op de synthetische-drugsmarkt.<br />
Het lijkt erop dat de meeste criminele verbanden bestaan uit één of enkele personen<br />
die weer elk één of enkele kennissen, familieleden of vrienden onder zich hebben verzameld<br />
en die ingezet worden bij diverse werkzaamheden. Deze inzet is vaak ad hoc,<br />
per uit te voeren klus. Criminele verbanden die bestaan uit misdaadondernemers die<br />
structureel actief zijn en waarbinnen logistieke processen redelijk effectief functioneren,<br />
lijken dun gezaaid.<br />
Er is op de synthetische-drugsmarkt een klein aantal grote misdaadondernemers<br />
actief, die zich bezighouden met het financieren van de ondernemingsactiviteiten en<br />
via een bedrijfsleider sturing geven aan deze activiteiten (zoals de invoer van grote<br />
partijen precursoren of chemicaliën, of aan de productie, of aan de uitvoer van grote<br />
hoeveelheden amfetamine en/of XTC). Naast deze grote spelers zijn diverse kleine<br />
misdaadondernemingen actief, vaak slechts gelegenheidsverbanden. Soms zijn dit<br />
kleine zelfstandige misdaadondernemingen; vaker lijken zulke verbanden ingeschakeld<br />
te worden in opdracht van grotere misdaadondernemers. Het lijkt erop dat de gelegenheidsverbanden<br />
bestaan uit individuen die zijn geworven of erbij betrokken zijn<br />
geraakt omdat zij bekenden zijn en/of omdat zij financiële problemen hebben. Vaak is<br />
de samenstelling van de criminele verbanden per activiteit weer anders. Echt gespecialiseerde<br />
verbanden of dienstverleners die voor een langere tijd dezelfde samenstelling<br />
hebben zijn zeldzaam.<br />
Het is geen eenvoudige opgave voor criminele verbanden om in het bezit te komen<br />
van de benodigde grondstoffen, productiemiddelen en kennis om een XTC-tablet te<br />
fabriceren. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat alle facetten hun eigen specialisten<br />
kennen. Eenlingen die een compleet productieproces beheren komen bijna niet voor.<br />
Complete productieprocessen worden in de regel beheerd door criminele verbanden<br />
die structureel actief zijn op de synthetische-drugsmarkt. Uit onderzoeken naar<br />
deze criminele verbanden verkrijgt men meestal alleen zicht op één, hooguit twee,
opeenvolgende deelactiviteiten van het logistieke proces (de grondstoffenhandel, de<br />
vervaardiging van en de handel in productieapparatuur, het productieproces en de<br />
handel en export van het eindproduct).<br />
Koeriers, laboranten en ‘manusjes van alles’ staan laag in de rangorde van medewerkers.<br />
In de bestudeerde onderzoeken zijn legio van zulke medewerkers aangetroffen.<br />
Omdat de activiteiten die dit soort medewerkers verrichten geen specifieke vaardigheden<br />
vereisen, zijn zij makkelijk inwisselbaar (wat belangrijk is gezien de aanhoudingsrisico’s<br />
die deze medewerkers lopen). Niet alleen koeriers e.d. worden geprikkeld<br />
door hun financiële problemen. Uit Belgische opsporingsonderzoeken naar synthetische-drugscriminaliteit<br />
is gebleken dat een aanzienlijk deel van de verdachten in de<br />
smokkel, productie en handel deelnam vanwege financiële problemen.<br />
Het productieproces lijkt een redelijk gesloten circuit (‘ons kent ons’) waarbij<br />
bekenden worden ingezet om het productiewerk te doen. Ook komt het voor dat<br />
deze bekenden zelf weer personen betrekken om allerlei activiteiten te verrichten.<br />
De (productie-)medewerkers kennen alleen de personen die direct boven hen staan<br />
en die hen inzetten en betalen. Wat er verder in het logistieke traject gebeurt blijft<br />
voor hen onbekend, laat staan dat ze de uiteindelijke opdrachtgevers leren kennen.<br />
In de smokkel en handel van synthetische drugs lijken veel kleine zelfstandigen actief,<br />
met daarnaast enkele grotere handelaren. Dezen kunnen ook zelf producent zijn.<br />
Er is weinig bekend over interne sancties. Die worden waarschijnlijk weinig expliciet<br />
toegepast. De summiere gegevens die hierover bekend zijn geworden komen<br />
of uit tapgesprekken of uit verklaringen van verdachten (over hun opdrachtgevers).<br />
Misdaadondernemers proberen te voorkomen dat hun medewerkers verklaringen afleggen<br />
door hen financieel te ondersteunen bij het inschakelen van juridische bijstand.<br />
De beloning voor medewerkers is vaak in de vorm van een afgesproken som geld, of<br />
als een gedeelte van de opbrengsten, of als een gedeelte van de partij synthetische<br />
drugs.<br />
Er worden door Kleemans e.a. in hun overzichtsrapportage uit 2002 drie typen<br />
misdaadondernemers onderscheiden: (1) de lokale generalist, (2) de internationaal<br />
actieve specialist, en (3) de internationaal actieve specialist die zich via samenwerking<br />
ook in andere illegale markten begeeft. De eerste is in deze CBA niet aangetroffen.<br />
Het tweede type wel: dit zijn de meeste misdaadondernemers die actief zijn<br />
in de smokkel en handel van synthetische drugs. Ook de in deze CBA aangetroffen<br />
misdaadondernemers – zoals een faciliterende witwasser die geld verplaatst over<br />
landsgrenzen heen; of de personen die chemicaliën uit het legale circuit betrekken<br />
en aan producenten leveren; of een crimineel verband dat smokkeltransporten<br />
organiseert voor andere criminele verbanden – vallen onder het tweede type. Het<br />
derde type is ook aangetroffen: dit zijn de misdaadondernemers die cocktailtransporten<br />
organiseren of synthetische drugs ruilen tegen andere verdovende middelen<br />
of wapens.<br />
Op basis van de bestudeerde onderzoeken kan nog een ander type misdaadondernemer<br />
worden toegevoegd: (4) de nationaal actieve specialist, zoals een facilitair die<br />
Samenvatting<br />
15<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
16<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
productiemiddelen vervaardigt, of een tabletteerder die ingehuurd wordt door verschillende<br />
opdrachtgevers. Dezen hebben slechts één kernactiviteit die zij verrichten<br />
voor andere misdaadondernemers. Dit gebeurt in de praktijk van de synthetische drugs<br />
alleen in het eigen land. Ook wordt een producent die niet zelf de illegale waar op de<br />
markt brengt tot een nationaal actieve specialist gerekend. Ook een tussenpersoon<br />
(iemand die partijen in de markt bij elkaar brengt) kan een nationaal actieve specialist<br />
zijn. Het vierde type misdaadondernemer is in deze CBA frequent aangetroffen.<br />
Hulpbronnen, logistieke faciliteiten en knooppunten<br />
Grondstoffen en productiemiddelen<br />
BMK en PMK zijn vooral afkomstig uit China en in kleinere hoeveelheden ook uit<br />
Oost-Europa. Vanuit China worden de precursoren per transport in duizenden liters<br />
naar Nederland gesmokkeld, en vanuit Oost-Europa gaat dat in honderden liters per<br />
keer. Vanuit China verloopt de smokkel in zeecontainers tussen dekladingen als zeep,<br />
soja en oliën. Ook wordt door de smokkelaars gebruikgemaakt van nepbedrijven die<br />
in Nederland zijn opgericht die olieachtige producten uit China importeren. In China<br />
worden deze producten legaal ingekocht en verpakt in flessen, emmers of vaatjes.<br />
Een gedeelte van die emballage vult men in China met BMK en/of PMK en vervolgens<br />
pakt men de partij om in gemerkte dozen. De complete vracht wordt daarna middels<br />
zeecontainers naar Nederland vervoerd. Aldaar aangekomen wordt de partij door de<br />
organisaties in gehuurde loodsen gelost. Vanuit Oost-Europa worden de precursoren<br />
vaak in de brandstoftanks van de smokkelvoertuigen vervoerd.<br />
In tegenstelling tot de handel in de precursoren PMK en BMK lijkt de handel in de<br />
overige grondstoffen in handen van Nederlanders te zijn die deel uit maken van of<br />
dicht aanzitten tegen criminele verbanden die de productie van de synthetische drugs<br />
in handen hebben. De chemicaliën, oplosmiddelen, zuren en katalysatoren ter vervaardiging<br />
van synthetische drugs zijn in Nederland en in buurlanden te verkrijgen.<br />
Veelvuldig wordt gebruik gemaakt van kleine en/of fictieve rechtspersonen. Met de in<br />
werking treding van de WVMC is het voor criminele verbanden moeilijker geworden<br />
om in Nederland aan deze stoffen te komen. Aanvankelijk werd uitgeweken naar bedrijven<br />
gevestigd in België en Duitsland. Ook daar lijkt het steeds moeilijker om aan<br />
chemicaliën te komen die onder het precursorenregime vallen. Hierdoor verplaatst<br />
het traject zich naar andere landen.<br />
De productiemiddelen worden of zelf gemaakt of bestaande productiemiddelen worden<br />
aangepast. Deze zijn speciaal voor de synthetische-drugsproductie ontworpen en<br />
gemaakt door facilitairs. In een aantal gevallen wordt hardware uit het legale circuit<br />
besteld. Vaak worden Nederlandse bedrijven gemeden, en worden de bestellingen<br />
geplaatst bij Belgische of Duitse bedrijven. Uit analyse van de hardware die is aangetroffen<br />
in amfetamine en XTC-laboratoria blijkt dat veel hardware te herleiden<br />
is naar veelal dezelfde personen. Dit duidt erop dat de markt voor hardware zeer<br />
specialistisch is en dat slechts een zeer klein aantal personen deze apparatuur maakt.
Dit geldt zowel voor de aanbieders van hardware voor amfetamineproductie als voor<br />
die van hardware voor XTC-productie.<br />
Productie en producenten<br />
Een aantal belangrijke activiteiten in het logistieke proces van de synthetische-drugsproductie<br />
lijkt te zijn geconcentreerd rond een klein aantal personen. Deze ‘grote<br />
jongens’ zijn:<br />
• de personen die de verschillende illegale ondernemingsactiviteiten financieren;<br />
• de personen die structureel de beschikking hebben over precursoren;<br />
• de personen die structureel de beschikking hebben over precursoren en<br />
hardware;<br />
• de personen die de verschillende productiestappen beheren, en daarbij mensen<br />
kunnen inzetten.<br />
Er bestaat geen eenduidige werkwijze waarop criminele verbanden de productie<br />
organiseren. Het hangt onder andere af van de ervaring en contacten van de misdaadondernemers.<br />
Vaak worden ervaren laboranten ingezet die het productieproces<br />
coördineren. Zij zijn niet per se zelf degenen die laboreren; het komt ook voor dat ze<br />
adviezen geven aan de medewerkers die daarvoor worden ingezet. Kennis van chemische<br />
processen is dus geen vereiste om deel te kunnen nemen aan de productie. Zulke<br />
‘hoofdlaboranten’ regelen vaak ook de accommodatie waar de laboratoriumopstelling<br />
wordt geplaatst. Daarentegen zijn er ook voorbeelden van misdaadondernemers die<br />
zelf (grote hoeveelheden) produceren en tabletteren. Als er daadwerkelijk geproduceerd<br />
gaat worden dan wordt de locatie afgesloten van de buitenwereld. Eten en<br />
kleding worden voor een langere periode ingeslagen en meegenomen. Vaak wordt er<br />
overnacht in caravans die in de nabijheid van het laboratorium staan opgesteld.<br />
Het laboreren en het tabletteren vindt meestal gescheiden van elkaar plaats. Vermoedelijk<br />
wordt het tabletteren vaker uitgevoerd door personen die hierin gespecialiseerd<br />
zijn. Het tabletteren is een nogal nauwkeurig werk. Deze ‘professionals’ zouden onafhankelijk<br />
zijn en voor meerdere producenten werken. Die plaatsen opdrachten bij een<br />
bepaalde tabletteerder, omdat diens producten een goede kwaliteit hebben.<br />
Uit twee onderzoeken is gebleken dat Chinese criminele verbanden in eigen beheer<br />
tabletteerden. Er lijkt sprake van een beperkte verschuiving van de productie naar<br />
België, waar Nederlandse producenten laboratoria in de grensstreek hebben opgezet.<br />
In een aanzienlijk deel van de ontmantelde productieplaatsen in België blijken Belgische<br />
productiemedewerkers in opdracht van Nederlanders te werken.<br />
Afzetgebieden<br />
Uit de bestudeerde politiedossiers blijkt dat de smokkel van zowel amfetamine als<br />
XTC binnen de Europese grenzen veelal in handen is van Nederlandse criminele<br />
groeperingen die, in samenwerking met organisaties uit het bestemmingsland, de<br />
Samenvatting<br />
17<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
18<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
smokkellijnen onderhouden. Is de bestemming buiten Europa gelegen, dan zijn het<br />
vaak buitenlandse organisaties die de touwtjes in handen hebben. Dominicaanse groeperingen<br />
bevoorraadden enkele jaren de Amerikaanse markt met XTC. Israëlische<br />
groeperingen smokkelden XTC-partijen van Nederland naar Amerika en Australië.<br />
Het is niet mogelijk om aan te geven hoe de aandelen van Dominicanen en Israëliërs<br />
in de smokkel naar Amerika zich tot elkaar verhouden. Chinese groeperingen vinden<br />
een groot afzetgebied in Canada en Australië. Deze internationaal acterende samenwerkingsverbanden<br />
beschikken vaak over een netwerk van contacten in de landen<br />
waar zij crimineel actief zijn. Op alle afzetgebieden zijn zowel gelegenheidsverbanden<br />
van kleine zelfstandigen als grotere misdaadondernemingen actief.<br />
• Bij de smokkel naar het Verenigd Koninkrijk wordt vaak samengewerkt tussen<br />
Britten en Nederlanders. De groothandel in amfetamine is daar in handen<br />
van Nederlandse, Belgische en Britse criminele verbanden. De voornaamste<br />
vervoersmiddelen zijn auto’s en vrachtwagens, of de passagiers zelf. Niet zelden<br />
betreft het smokkel in de vorm van cocktailtransporten, waarbij vooral<br />
sprake is van een combinatie van cocaïne, XTC, amfetamine en softdrugs.<br />
• Israëliërs (soms van Russische komaf met relaties naar Russische criminele<br />
verbanden) speelden in 2002 en 2003 een grote rol in de smokkel van XTC<br />
vanuit West-Europa naar de Verenigde Staten. De Israëliërs smokkelden via<br />
commerciële lijnvluchten, en maakten gebruik van koeriers en van postpakketten.<br />
Zij ronselden vooral Israëliërs, Amerikanen en West-Europeanen.<br />
• Sinds 2001 is er sprake van een ruilhandel van XTC tegen cocaïne naar Zuid-<br />
Amerika, de Nederlandse Antillen en Aruba. De XTC die vooral middels<br />
koeriers naar Zuid-Amerika wordt gesmokkeld is bestemd voor de Amerikaanse<br />
markt. Ook personen van Dominicaanse en Surinaamse afkomst zijn<br />
betrokken bij deze ruilhandel.<br />
• Naast deze waarschijnlijk kleinere misdaadondernemers en gelegenheidsverbanden<br />
zijn er ook grote misdaadondernemingen actief. Deze maken niet<br />
gebruik van luchttransport, maar smokkelen grote partijen over zee.<br />
• Sinds 2003 is er sprake van een toename van de smokkel van grote partijen<br />
MDMA-poeder, uitgevoerd door Chinese criminele verbanden, die<br />
elders worden getabletteerd. Het feit dat aan de exporten van grote partijen<br />
MDMA-poeder richting Canada en Australië Chinese organisaties te liëren<br />
zijn, zou kunnen betekenen dat er niet alleen sprake is van een verschuiving<br />
van smokkelmethode, maar mogelijk ook van smokkelorganisaties. De partijen<br />
MDMA-poeder die naar Canada worden gesmokkeld lijken uiteindelijk<br />
bestemd voor de Amerikaanse markt.
• Bij de smokkel naar Turkije zijn in de aangetroffen gevallen alleen Turken betrokken.<br />
Het transport gaat voornamelijk over de weg. Israëliërs, Litouwers,<br />
Oekraïners en Russen komen de XTC zelf in Nederland afnemen (al dan niet<br />
via een tussenpersoon) en smokkelen deze vervolgens zelf naar hun ‘eigen’<br />
landen.<br />
• De smokkel van XTC naar Zuidoost-Azië, Australië en Nieuw-Zeeland vindt<br />
plaats door de lucht (via koeriers en postpakketten) en over de zee in containers.<br />
Het zijn niet alleen grote misdaadondernemingen die hierin actief zijn,<br />
maar ook gelegenheidsverbanden van kleine zelfstandigen.<br />
De smokkel vanuit Nederland naar de bestemmingslanden kan zowel rechtstreeks als<br />
via een omweg plaatsvinden. Uit politieonderzoeken blijkt duidelijk dat de samenwerkingsverbanden<br />
steeds vaker het land van herkomst trachten te verbloemen, kennelijk<br />
vanwege de toegenomen controles op goederen en personen die direct afkomstig<br />
zijn uit Nederland. Vaak wordt de smokkelwaar in de doorvoerlanden opnieuw verpakt<br />
voor de doorreis. De smokkel met vrachtwagens naar het Verenigd Koninkrijk<br />
loopt via België en Frankrijk. De smokkel per schip begint vaak via havens in België en<br />
Duitsland. Ook worden Aziatische havens aangedaan waar de smokkelwaar omgepakt<br />
worden en verder verscheept naar de eindbestemming (zoals Australië). Vliegtuigkoeriers<br />
met de bestemming Noord-Amerika, Zuidoost Azië, Australië of Nieuw-Zeeland<br />
vertrekken via luchthavens in andere Europese landen (zoals Frankfurt, Zürich, Parijs,<br />
Brussel of Milaan) die ze vaak per auto of trein bereiken. Afnemers in de Verenigde<br />
Staten worden ook voorzien vanuit Canada, Zuid-Amerika en het Caraïbisch gebied.<br />
Institutionele faciliteiten<br />
Tussenpersonen en facilitairs<br />
Er wordt door criminele verbanden weinig gebruik gemaakt van tussenpersonen.<br />
Ze vormen waarschijnlijk meestal een overbodige schakel. Wel spelen facilitairs een<br />
belangrijke rol, zoals makers van productiemiddelen, begeleiders van smokkeltransporten,<br />
gespecialiseerde tabletteerders, en geldwisselaars en -verplaatsers. Vooral<br />
de facilitairs die producenten voorzien van productiemiddelen lijken zeer belangrijk.<br />
Branches<br />
Uit de bestudeerde onderzoeken blijkt dat criminele verbanden vooral zaken doen<br />
– meestal met een valse identiteit of via medewerkers – met transport-, verhuur-<br />
en chemische toeleveringsbedrijven. In Nederland zelf wordt van de diensten van<br />
verhuurbedrijven gebruikt gemaakt ter ondersteuning van de smokkel en productie.<br />
Bij de uitvoer wordt gebruik gemaakt van transportbedrijven, die dan opdrachten<br />
ontvangen van vaak fictieve bedrijven. Wegtransporteurs worden ingezet ten behoeve<br />
van de uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk, en zee- en luchttransporteurs<br />
Samenvatting<br />
19<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
20<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
worden ingezet bij de uitvoer naar de Verenigde Staten, Australië en Zuidoost-Azië.<br />
De chemiebranche en toeleveringbedrijven van hardware zijn van groot belang voor<br />
producenten van synthetische drugs.<br />
Bij het logistieke proces zijn drie soorten bedrijven aangetroffen. Ten eerste volledig<br />
criminele bedrijven, zoals een bedrijf dat door een crimineel verband is opgericht om<br />
bepaalde chemicaliën of hardware bij toeleveringsbedrijven aan te schaffen. Ten tweede<br />
bedrijven die een klein deel van de omzet uit criminele activiteiten halen; meestal<br />
een bedrijf met financiële problemen. Ten derde bedrijven die door criminelen worden<br />
misbruikt; zoals autoverhuurbedrijven, transportbedrijven, chemiebedrijven en<br />
garageboxverhuurders.<br />
Verdachte bedrijven zijn vaak relatief klein (van eenmanszaken tot bedrijfjes met vier<br />
werknemers). Verdachte bedrijven hebben bijvoorbeeld bewust chemicaliën verkocht<br />
aan onbekende derden of aan criminelen, of ze hebben niet voldaan aan de meldplicht<br />
die geldt voor dergelijke transacties, of ze hebben als dekmantel gefungeerd voor de<br />
inkoop van chemicaliën ten behoeve van de productie van synthetische drugs. Het<br />
aandeel van verdachte bedrijven neemt af naarmate de bedrijfsomvang toeneemt.<br />
Niet-verdachte bedrijven kunnen voorkomen in onderzoeken omdat de bedrijfsnaam<br />
bijvoorbeeld vermeld staat op verpakkingsmateriaal.<br />
De FIOD-ECD onderscheidt drie categorieën verdachte bedrijven: (1) bedrijven met<br />
legale commerciële bedrijfsactiviteiten die vanwege de levering van chemicaliën aan<br />
onbekende afnemers verdacht worden van overtreding van de WVMC; (2) bedrijven<br />
die naast legale commerciële bedrijfsactiviteiten opzettelijk criminele activiteiten<br />
faciliteren met de in- en doorverkoop van chemicaliën aan criminele afnemers; (3)<br />
bedrijven die uitsluitend criminele activiteiten verrichten onder de legale schijn van<br />
een dekmantel.<br />
Vergunningen en (nep)bedrijven<br />
Criminele verbanden zijn vaak om verschillende redenen genoodzaakt om contact<br />
te leggen met de legale bovenwereld. De importeur van precursoren heeft legale<br />
bedrijven nodig om zijn illegale waar te kunnen transporteren middels dekladingen<br />
die bij de douane niet in het oog springen. De aanschaf van overige chemicaliën dient<br />
eveneens te geschieden middels ‘rechtspersonen’ terwijl het vervoer goed moet worden<br />
afgeschermd, door gebruik te maken van bijvoorbeeld gehuurde bedrijfsauto’s.<br />
De producent van de productieapparatuur heeft een bedrijf nodig voor de aanschaf<br />
van de diverse onderdelen die gebruikt worden in de productieapparaten. Voor de<br />
groothandelaar die zijn eindproduct naar het buitenland exporteert is het hebben van<br />
een eigen bedrijfje een aardige camouflage. Alleen de productie kan meestal geheel<br />
ondergronds plaatsvinden.<br />
Valse documenten<br />
Ter voorbereiding en uitvoering van smokkeltransporten, ten behoeve van onderhandelingen<br />
met buitenlandse afnemers: op velerlei wijzen maken leden van criminele
verbanden gebruik van valse paspoorten om zichzelf, en soms ook hun medewerkers,<br />
af te schermen. Ook wordt er bij het creëren van legale façades gebruik gemaakt van<br />
valse facturen (onder andere van onbewust betrokken bedrijven).<br />
‘Algemene bedrijfsvoering’<br />
Geldstromen<br />
Allereerst dient opgemerkt te worden dat in vele onderzoeken geen financieel<br />
opsporingstraject is gevolgd. Hierdoor blijft het criminele vermogen van verdachten<br />
vaak buiten beeld, evenals de wijzen waarop dit vermogen is weggezet of witgewassen.<br />
Het beeld dat in deze CBA gepresenteerd kan worden is waarschijnlijk zeer<br />
oppervlakkig en – in verhouding tot het zicht dat is verkregen op de verwerving van<br />
grondstoffen, productie en handel – zeer onvolledig.<br />
Er zijn in de bestudeerde onderzoeken enkele voorbeelden gevonden van het wisselen<br />
en verplaatsen van het in het buitenland wederrechtelijk verkregen voordeel naar<br />
Nederland. Het verplaatsen gebeurt middels koeriers en middels (‘ondergrondse’)<br />
wisselkantoren. Ook wordt er in Nederland zelf gewisseld. Dit gebeurt vaak door<br />
medewerkers van de misdaadondernemer. De witwasmethoden die zijn aangetroffen<br />
zijn onder andere het opstellen van valse facturen, het verkopen van ingekochte<br />
auto’s ver boven de inkoopprijs, en het boeken van contant ontvangen bedragen als<br />
bankontvangsten.<br />
Veel medewerkers van criminele verbanden blijken er voorkeur aan te geven om hun<br />
winsten aan consumptiegoederen als auto’s en sieraden te besteden. Enkele misdaadondernemers<br />
investeren in onroerend goed en in bedrijven, zowel in Nederland als<br />
in het buitenland. Ook is er een geval van investering in een smokkeltransport. De<br />
meeste misdaadondernemers beschikken over grote partijen contant geld, die in de<br />
regel verstopt zijn.<br />
Er zijn verschillende soorten bedrijven betrokken bij het wisselen, verplaatsen en<br />
witwassen van wederrechtelijk verkregen voordeel. In deze CBA zijn de volgende<br />
typen aangetroffen: (a) legale ondernemingen die onbewust hun diensten verlenen,<br />
(b) legale ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het wisselen van grote bedragen<br />
voor criminele verbanden, (c) legale ondernemingen waarvan een medewerker bewust<br />
diensten verleent aan een crimineel verband, (d) fictieve bedrijven (e) bedrijven<br />
die door misdaadondernemers zelf zijn opgericht voor het witwassen van geld.<br />
Communicatie, afscherming, corruptie, intimidatie en geweld<br />
In vrijwel alle onderzoeken blijkt dat leden van criminele verbanden gebruik hebben gemaakt<br />
van mobiele telefoons met prepaid-kaarten en van openbare telefooncellen. Ook<br />
worden er in een crimineel verband onderling afspraken gemaakt over het gebruik<br />
van telefoons. Daarnaast wordt er in telefoongesprekken vrijwel altijd in versluierde<br />
termen of in codetaal gesproken. De illegale handelswaar wordt zonder uitzondering<br />
weergegeven in cryptisch taalgebruik. Ook wordt er door leden van criminele ver-<br />
Samenvatting<br />
21<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
22<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
banden vaak van telefoonnummer gewisseld, en maken ze gebruik van bijnamen. In de<br />
voor deze CBA bestudeerde onderzoeken zijn geen gevallen voorgekomen waarbij<br />
verdachten via e-mail met elkaar communiceren. In vrijwel alle onderzoeken worden<br />
ontmoetingsplekken gebruikt als parkeerplaatsen en tankstations. Ook worden er<br />
vaak huurauto’s gebruikt, en soms gestolen voertuigen met gestolen kentekenplaten.<br />
In vrijwel alle onderzoeken maken misdaadondernemers bij contacten met de ‘bovenwereld’<br />
(zoals bij het huren van een auto of het boeken van vliegreizen) gebruik van<br />
valse identiteiten, of laten ze medewerkers deze activiteiten verrichten. Het gebruik<br />
maken van valse documenten en nepbedrijven zijn veel gehanteerde methoden om<br />
zich af te schermen. In veel onderzoeken waar gebruik werd gemaakt van de diensten<br />
van transporteurs of waar goederen werden afgenomen van legale bedrijven, werd<br />
gebruik gemaakt van fictieve bedrijven. Afscherming vindt ook plaats doordat de opdrachtgevers<br />
(vaak de misdaadondernemers) belastende zaken niet zelf telefonisch<br />
bespreken met anderen, maar dit overlaten aan hun compagnons of medewerkers die<br />
zij van te voren mondeling hebben geïnstrueerd.<br />
Externe relaties<br />
In de onderzoeken die ten behoeve van deze CBA zijn bestudeerd blijken er veel onderlinge<br />
verbanden tussen criminele verbanden te bestaan. In zulke gevallen is er vaak<br />
een relatie tussen een producent en leverancier. Ook is er sprake van medewerkers<br />
die in verschillende onderzoeken tegen de lamp zijn gelopen, en van een facilitair die<br />
leverde aan producenten die in verschillende onderzoeken naar voren kwamen. Er is<br />
in geen enkel onderzoek een relatie aangetroffen tussen smokkelaars van precursoren<br />
en afnemers daarvan.<br />
Onderzoeksvraag 3:<br />
Waar doen zich de grootste problemen voor in termen van de directe<br />
en indirecte schade die synthetische-drugscriminaliteit toebrengt<br />
aan personen, branches en de samenleving als geheel?<br />
Schade is in deze studie gedifferentieerd naar individuele slachtoffers, naar branches<br />
en naar samenleving als geheel. De schade die individuen kunnen ondervinden kan<br />
worden verdeeld naar schade voor consumenten van amfetamine en XTC en anderzijds<br />
naar schade voor personen die betrokken zijn bij de productie, het ontmantelen<br />
van laboratoria en dumpingen. De schade die gebruikers oplopen kan zeer ernstige<br />
vormen aannemen, maar lijkt in de praktijk in Nederland van een beperkte omvang<br />
(zo leidt het gebruik van amfetamine en XTC zelden tot een ziekenhuisopname).<br />
Wellicht is de situatie anders in andere landen waar de kennis van amfetamine en<br />
XTC beperkt is en de voorlichting over de risico’s bij het gebruik nog onvoldoende<br />
ontwikkeld is, zoals de landen met opkomende gebruikersmarkten in Zuidoost Azië.<br />
De personen die betrokken zijn bij de productie en het ontmantelen van laboratoria
en dumpingen lopen aanzienlijke risico’s (zoals branden, explosies en het inademen<br />
van chemische stoffen), evenals de omwonenden van deze locaties.<br />
De schade die branches ondervinden is per sector verschillend. De chemiesector<br />
ondervindt vooral imagoschade (en maakt wellicht ook extra kosten vanwege de aanscherpte<br />
controles en regelgeving). De transportsector die op de weg, op het water<br />
en door de lucht wordt gebruikt en misbruikt door smokkelverbanden heeft te maken<br />
met extra kosten als gevolg van extensieve controles, tijdelijke onttrekking van<br />
transportmiddelen aan het economisch verkeer als gevolg van inbeslagnemingen, en<br />
beschadiging en vernieling van transportmiddelen. Ten slotte hebben meerdere bedrijfstakken<br />
last van incidentele concurrentievervalsing als dekladingen ver onder de<br />
kostprijs op de markt worden aangeboden.<br />
De schade aan de samenleving als geheel is divers. Allereerst is er de schade aan de<br />
leefomgeving als gevolg van dumpingen. Daarnaast ondervindt de staat schade doordat<br />
er kosten gemaakt worden in de gezondheidszorg, alsmede bij het opruimen en<br />
verwijderen van gedumpte afvalstoffen en geconfisqueerde precursoren, amfetamine<br />
en XTC. Bovendien loopt de staat inkomsten mis doordat smokkelverbanden belastingen<br />
en invoerrechten ontduiken bij de smokkel van legale goederen. De grootste<br />
schade lijkt voort te vloeien uit het beschadigde imago van Nederland in het buitenland.<br />
De internationale positie van Nederland heeft waarschijnlijk een deuk opgelopen<br />
door het feit dat Nederland verantwoordelijk is voor de wereldwijde verspreiding van<br />
synthetische drugs die leiden tot schade en criminaliteit in andere landen.<br />
Onderzoeksvraag 4:<br />
Welke verwachtingen kunnen worden uitgesproken over de ontwikkeling<br />
van de aard en omvang van de synthetische-drugsmarkt in Nederland<br />
en in het buitenland?<br />
Het lijkt er op dat de productie van XTC in Nederland in 2005 is afgenomen, terwijl<br />
de productie van amfetamine gelijk lijkt te blijven. Dit valt althans op te maken uit<br />
cijfers over inbeslagnemingen van precursoren, amfetamine en XTC, de ontmantelde<br />
laboratoria, en de dumpingen. Dit is in lijn met de gegevens over gebruik, die<br />
aantonen dat in consumptielanden van het eerste uur de populariteit van XTC is afgenomen.<br />
De groeiende nieuwe afzetmarkten in Turkije, Oost- en Zuidoost-Europa,<br />
(Zuidoost) Azië en Australië lijken deze afname niet geheel te kunnen compenseren.<br />
Aan de andere kant zou de productie van XTC in andere landen, vooral België, de<br />
teruggang van de productie in Nederland hebben kunnen opvangen. Het is onduidelijk<br />
of, en zo ja in welke mate, productielocaties (door Nederlanders) elders worden<br />
opgezet. De drempel om dit te doen lijkt wel lager te worden.<br />
Samenvatting<br />
23<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
24<br />
Synthetische Drugs
Hoofdstuk 1<br />
Introductie<br />
1.1 Inleiding<br />
De <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong> Synthetische Drugs (CBA SD) is de eerste in een serie<br />
van CBA’s op de door het Landelijk Parket (LP) aan de dienst Nationale Recherche<br />
(NR) toegewezen aandachtsgebieden, die in opdracht van het LP door de NR zullen<br />
worden vervaardigd. Binnen de NR heeft de Unit Zuid-Nederland de productie van<br />
en handel in synthetische drugs als aandachtsgebied. De Unit is de opvolger van het<br />
Kernteam Zuid-Nederland/Unit Synthetische Drugs (KTZ/USD), waar de aanpak van<br />
deze criminaliteitsvorm sinds 1997 was ondergebracht. Vanwege de overgang van<br />
het KTZ/USD naar de NR werd de voor 2004 geplande CBA verschoven naar 2005.<br />
Deze CBA SD heeft als onderzoeksperiode de jaren 2002 tot en met 2004.<br />
Een CBA van een aandachtsgebied dient tweejaarlijks gemaakt te worden, en middels<br />
het verschafte inzicht in de aard, omvang en ontwikkeling van de desbetreffende<br />
criminaliteit bij te dragen aan de strategievorming van politie en justitie in het kader<br />
van het opsporen en tegenhouden van de desbetreffende criminaliteit. Daarnaast<br />
heeft een CBA een indirect doel, namelijk het voorlichten van een breder publiek zoals<br />
politie- en justitiefunctionarissen, overheidsorganisaties en brancheorganisaties. Ten<br />
slotte dragen CBA’s bij aan het wetenschappelijke debat over de onderzochte criminaliteitsvorm<br />
in het bijzonder en over georganiseerde criminaliteit in het algemeen.<br />
De probleemstelling voor deze CBA luidt als volgt: Hoe heeft de zware en georganiseerde<br />
criminaliteit op het gebied van synthetische-drugscriminaliteit in Nederland in de<br />
periode 1 januari 2002 – 31 december 2004 zich ontwikkeld? Deze is uitgewerkt in<br />
een aantal onderzoeksvragen. Achtereenvolgens zullen behandeld worden: de omvang<br />
en ontwikkeling van de synthetische-drugscriminaliteit, aspecten van de aard van synthetische-drugscriminaliteit<br />
de maatschappelijke effecten en de verwachte toekomstige<br />
ontwikkelingen van synthetische-drugscriminaliteit. Aanbevelingen ten behoeve van de<br />
strategie van de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit worden apart aangeboden<br />
aan de opdrachtgevers van deze CBA.<br />
1.2 Doelstelling<br />
Een CBA heeft als doel het inzichtelijk maken van de aard, omvang en ontwikkeling<br />
van een criminaliteitsvorm (aandachtsgebied). Ook verschaft zij inzicht in de maatschappelijke<br />
effecten van deze criminaliteitsvorm. Daarmee draagt een CBA bij aan<br />
(aanpassingen op) het beleid dat politie en justitie op het aandachtsgebied formuleren,<br />
om opsporings- en tegenhoudstrategieën verder te ontwikkelen. Deze CBA heeft als<br />
doelstelling:<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
25<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
1 Voor een volledig overzicht<br />
van de onderzoeks- en de<br />
deelvragen, zie bijlage 2.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
26<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Het verschaffen van inzicht in de zware en georganiseerde criminaliteit<br />
in relatie tot synthetische-drugscriminaliteit ten behoeve van de<br />
ontwikkeling van opsporing- en tegenhoudstrategieën.<br />
1.3 Probleemstelling en onderzoeksvragen 1<br />
Naar aanleiding van de hierboven beschreven doelstelling kan de volgende probleemstelling<br />
worden geformuleerd:<br />
Hoe heeft de zware en georganiseerde criminaliteit op het gebied<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in Nederland in de periode 2002<br />
– 2004 zich ontwikkeld?<br />
Om de probleemstelling te beantwoorden is een aantal onderzoeksvragen geformuleerd,<br />
die zich richten op de ontwikkeling van de aard en omvang van synthetischedrugscriminaliteit,<br />
de werkwijzen van verdachten, en de schade die deze criminaliteit<br />
veroorzaakt (om zo de relatieve ernst te bepalen). De onderzoeksvragen zijn als volgt<br />
samengesteld:<br />
Onderzoeksvraag 1 (achtergronden: ontwikkeling aard en omvang):<br />
Welke ontwikkelingen hebben in de onderzoeksperiode plaatsgevonden op de internationale<br />
en nationale markt voor synthetische drugs, in termen van vraag en<br />
aanbod?<br />
Deze vraag wordt beantwoord door (a) het geven van een historisch overzicht van de<br />
opkomst en ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt, en (b) het beschrijven van<br />
de kenmerken van de huidige marktsituatie. Bij het beschrijven van de huidige marktsituatie<br />
zal gebruik worden gemaakt van een aantal indicatoren; te weten het aantal<br />
en de hoeveelheden inbeslagnames, ontmantelde productielocaties, afvaldumpingen,<br />
gebruikers, aanbieders, het prijsniveau en de omzet van synthetische drugs, zowel in<br />
Nederland als in het buitenland.<br />
Onderzoeksvraag 2 (casuïstiek: verdachten en MO):<br />
Welke verdachten en criminele verbanden zijn in Nederland actief op de markt voor<br />
synthetische drugs en welke modus operandi hanteren zij?<br />
Deze onderzoeksvraag wordt verdeeld in de kenmerken van criminele verbanden,<br />
de werkwijze en de algemene bdrijfsvoering. De werkwijze is onderverdeeld in een<br />
viertal elementen die van belang zijn voor een misdaadondernemer: hulpbronnen,<br />
logistieke faciliteiten, logistieke knooppunten en institutionele faciliteiten. De algemene<br />
bedrijfsvoering is onderverdeeld in geldstromen, het gebruik van communicatie,<br />
afscherming, corruptie, intimidatie en geweld, en externe relaties.
Onderzoeksvraag 3 (ernst: schade):<br />
Waar doen zich de grootste problemen voor in termen van de directe en indirecte<br />
schade die synthetische-drugscriminaliteit toebrengt aan personen, branches en de<br />
samenleving als geheel?<br />
De maatschappelijke effecten worden beschreven door te kijken naar de schade die<br />
synthetische-drugscriminaliteit veroorzaakt bij personen, branches en de samenleving<br />
als geheel.<br />
Onderzoeksvraag 4 (verwachtingen):<br />
Welke verwachtingen kunnen worden uitgesproken over de ontwikkeling van de aard<br />
en omvang van de synthetische-drugsmarkt in Nederland en in het buitenland?<br />
Deze vraag zal worden beantwoord naar aanleiding van de beschreven ontwikkelingen<br />
in de voorgaande hoofdstukken.<br />
1.4 Omschrijvingen en definities<br />
In de probleemstelling en de onderzoeksvragen staat een aantal termen die hier omwille<br />
van de duidelijkheid toegelicht zullen worden. Daarnaast volgt er een uitleg van<br />
de definities die gebruikt zullen worden om de kenmerken van criminele verbanden<br />
nader te specificeren.<br />
Aard, omvang en ontwikkeling<br />
De aard, omvang en ontwikkeling van de criminaliteit op het aandachtsgebied betreft<br />
bij een CBA over illegale markten, de aard, omvang en ontwikkeling van een zekere<br />
markt. Een ‘markt’ wordt wel omschreven als de plaats waar vraag naar en aanbod<br />
van een zeker goed bij elkaar komen. De ‘omvang’ van markten wordt gewoonlijk<br />
uitgedrukt in de hoeveelheden van het betreffende goed die op de markt worden<br />
verhandeld, de omzet (hoeveelheid maal prijs) alsook in termen van aantallen marktpartijen<br />
– kopers en verkopers. Het begrip ‘aard’ betreft de eigenschappen van het<br />
goed. De ‘ontwikkeling’ van een markt komt in de regel tot uitdrukking in de veranderingen<br />
in de marktprijs van het goed in kwestie, alsook de ‘ontwikkeling’ in termen<br />
van wijzigingen in aard en omvang van de handelswaar. Aard, omvang en ontwikkeling<br />
moeten worden afgebakend naar tijd en plaats. De ‘tijd’ betreft in de regel de onderzoeksperiode<br />
van een CBA (in dit geval drie jaar). Wat ‘plaats’ betreft kan een onderscheid<br />
worden gemaakt naar de internationale markt en de markt in Nederland.<br />
Synthetische-drugscriminaliteit<br />
Hieronder wordt verstaan: de betrokkenheid bij de handel, productie en smokkel van<br />
grondstoffen, hardware, producten en afvalstoffen van synthetische drugs. In deze<br />
CBA worden twee soorten synthetische drugs behandeld: amfetamine en XTC.<br />
Hoofdstuk 1<br />
27<br />
Introductie
2 LSD is, anders dan vaak<br />
wordt aangenomen, geen<br />
synthetische drug. Het is,<br />
net als heroïne, een halfsynthetische<br />
stof.<br />
3 <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong>s op<br />
de aandachtsgebieden. Visie<br />
van de onderzoekers bij de<br />
Nationale Recherche, april<br />
2005.<br />
4 Dit zijn roofmisdrijven<br />
die worden gepleegd of<br />
beraamd door verdachtencombinaties.<br />
Deze definitie<br />
heeft geen betrekking op<br />
criminele verbanden die<br />
betrokken zijn bij synthetische-drugscriminaliteit.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
28<br />
Synthetische Drugs<br />
Synthetische drugs<br />
Dit zijn verdovende middelen die bestaan uit chemische grondstoffen en die met behulp<br />
van een synthese in een productieplaats vervaardigd zijn.<br />
• De verdovende middelen zijn amfetamine en XTC (MDMA en MDEA). Een<br />
andere synthetische drug, die in deze CBA niet aan de orde komt, is GHB. 2<br />
• De grondstoffen zijn precursoren (zoals PMK en BMK), essentiële chemicaliën<br />
(zoals formamide, mierenzuur en waterstofgas), organische oplosmiddelen<br />
(zoals aceton, ethanol en methanol), zuren (zoals fosforzuur en zoutzuur) en<br />
katalysatoren (zoals natriumboorhydride en platinumoxide).<br />
• Een chemisch procédé is afhankelijk van het soort synthetische drug. De methoden<br />
zijn: de leuckart synthese (meestal amfetamine productie) en de reductieve<br />
aminering (MDMA productie: warme methode, koude methode, aluminium<br />
amalgaam methode).<br />
• De productieplaats is een laboratorium, mengplaats en/of een tabletteerplaats.<br />
Criminele verbanden<br />
In de behandeling van synthetische-drugscriminaliteit wordt voortgebouwd op de definities<br />
van verdachtencombinatie, crimineel samenwerkingsverband, georganiseerde<br />
misdaad, organisatiecriminaliteit en crimineel netwerk, zoals deze omschreven staan<br />
in het visiedocument van de onderzoekers van de NR op criminaliteitsbeeldanalyses<br />
op de aandachtsgebieden. 3 Er wordt met opzet geen onderscheid gemaakt tussen<br />
criminaliteit en ‘georganiseerde criminaliteit’. Doordat er vooraf geen labels worden<br />
gebruikt kan er zo breed mogelijk informatie worden vergaard (in plaats van andere<br />
diensten al een selectie te laten aanbrengen) en kunnen uit de binnengekomen zaken<br />
naderhand de criminele verbanden zelf onderscheiden worden. Bovendien kunnen de<br />
analisten en de onderzoeker dan zelf de ‘zwaardere’ zaken scheiden van de ‘lichtere’<br />
zaken.<br />
• Verdachtencombinatie: indien twee of meer personen betrokken zijn bij een<br />
misdrijf, dan vormen zij een verdachtencombinatie in relatie tot dat misdrijf.<br />
Een verdachte kan hier zowel een natuurlijke als rechtspersoon zijn. De toevoeging<br />
‘in relatie tot dat misdrijf’ geeft aan dat de betreffende personen<br />
alleen een verdachtencombinatie vormen wanneer en voor zover zij betrokken<br />
zijn bij het samen voorbereiden, plegen of afhandelen van een misdrijf.<br />
• Georganiseerde criminaliteit: de verzameling van alle banditisme 4 en handelsmisdaad.
• Handelsmisdaad: misdrijven in relatie tot markten voor illegale goederen en<br />
diensten. Illegale markten betreffen hier de markten voor:<br />
- illegale goederen: de productie van, handel in en soms ook het bezit van<br />
zulke goederen leveren misdrijven op (zoals verdovende middelen).<br />
- illegale handel in legale goederen; het betreft hier zwarte markten voor<br />
goederen die zijn onttrokken aan belastingheffing, accijnzen, invoerrechten<br />
en aldus wederrechtelijk op zwarte markten worden verhandeld (zoals<br />
legaal geproduceerde sigaretten, alcoholische dranken en brandstoffen).<br />
- illegale dienstverlening; denk in dit verband aan het faciliteren van illegale<br />
immigratie (mensensmokkel) en illegale tewerkstelling in de prostitutie<br />
(mensenhandel).<br />
In deze studie zal een aanvullende benaming worden gebruikt, te weten misdaadonderneming.<br />
Hieronder wordt verstaan een verdachtencombinatie die als<br />
partij op een illegale markt goederen of diensten koopt met het doel om deze,<br />
al dan niet bewerkt, met winst te verkopen.<br />
Indien verdachtencombinaties betrokken zijn bij activiteiten die ondersteunend<br />
zijn aan de activiteiten op illegale markten van henzelf of van anderen, dan worden<br />
deze combinaties ook tot de georganiseerde misdaad gerekend. Hierbij gaat<br />
het in ieder geval om de volgende twee typen ondersteunende activiteiten:<br />
- facilitair: leverancier van logistieke en of institutionele faciliteiten;<br />
- tussenpersoon: iemand die misdaadondernemers met elkaar in contact<br />
brengt;<br />
Ook ‘individueel’ opererende facilitairs kunnen dus tot de georganiseerde<br />
misdaad worden gerekend voor zover zij met anderen zijn betrokken bij (het<br />
mogelijk maken van) handel op illegale markten.<br />
• Organisatiecriminaliteit: strafbare feiten begaan uit hoofde van een functie binnen<br />
een legale organisatie worden organisatiecriminaliteit genoemd.<br />
• Binnen een verzameling personen is sprake van een crimineel netwerk indien<br />
de betrokkenen en verdachtencombinaties elk als partij op enigerlei wijze met<br />
een of enkele van de andere partijen in verbinding staan.<br />
De aard van het netwerk kan van geval tot geval verschillen. Het gaat er in<br />
de definitie slechts om een naam te geven aan die gevallen waarbij criminele<br />
relaties bestaan tussen personen die deel uitmaken van verschillende verdachtencombinaties.<br />
In het geval van een crimineel netwerk dat actief is op<br />
een illegale markt, wordt gesproken van een crimineel handelsnetwerk. Hierin<br />
kunnen bijvoorbeeld naast een misdaadonderneming een facilitair en een tussenpersoon<br />
samen betrokken zijn bij een transactie.<br />
Ten slotte wordt in deze CBA de term ‘crimineel verband’ gbruikt als verzamelnaam<br />
voor verdachtencombinaties en criminele netwerken.<br />
Hoofdstuk 1<br />
29<br />
Inleiding
5 Idealiter zou een brede<br />
zoekslag zijn gemaakt,<br />
waarbij alle politie- en<br />
recherchediensten en<br />
bijzondere opsporingsdiensten<br />
benaderd zouden zijn<br />
om informatie te verstrekken<br />
over zaken, incidenten<br />
en verdachten. Deze brede<br />
zoekslag bleek vanwege<br />
de momenteel beperkte<br />
capaciteit niet haalbaar.<br />
6 Het is niet mogelijk om in<br />
HKS en VROS te zoeken<br />
naar synthetische drugs,<br />
omdat in deze bestanden<br />
op delictscode wordt<br />
ingevoerd (in het geval van<br />
synthetische drugs is dat<br />
de opiumwet). Dit houdt in<br />
dat onder de delictscode<br />
opiumwet alle hits nader<br />
moeten worden bekeken<br />
op het soort verdovende<br />
middel: heroïne, cocaïne,<br />
synthetische drugs of andere.<br />
Ook GRIP bleek niet<br />
bevraagbaar, omdat er geen<br />
zoekslag kan worden gemaakt<br />
naar gedetineerden<br />
op basis van veroordelingen.<br />
Het is wel mogelijk<br />
om een selectie van namen<br />
van betrokkenen door het<br />
HKS te halen, om zo te zien<br />
welke andere delictscodes<br />
aan deze betrokkenen kunnen<br />
worden gekoppeld, en<br />
tevens om een onderscheid<br />
naar regio te maken.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
30<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
1.5 Onderzoeksmethode<br />
Deze CBA kent de opbouw en structuur die in juni 2004 ontwikkeld is door de<br />
Werkgroep Onderzoekers en Criminaliteitsanalisten in het Visiedocument Strategische<br />
Criminaliteitsanalyse, en die door het Management Team NR is goedgekeurd.<br />
Dit Visiedocument is in maart 2005 verder uitgewerkt door de NR onderzoekers,<br />
vanwege de door het Landelijk Parket aan de NR toebedeelde nieuwe aandachtsgebieden<br />
en als reactie op de notitie ‘Criminaliteitsanalyse op de aandachtsgebieden’<br />
van het LP, waar ook gebruik van zal worden gemaakt.<br />
1.5.1 Bronnen<br />
Ten behoeve van deze CBA is er enerzijds gebruik gemaakt van (a) tekstdelen van de<br />
reeds bestaande tekst van de analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland en van Toine<br />
Spapens (medewerker van de vakgroep Strafrecht aan de Universiteit van Tilburg),<br />
die betrekking heeft op de periode 2002-2003, en (b) van de informatie die al in 2002<br />
en 2003 is verzameld door het KTZ/USD. Anderzijds is er een nieuwe zoekslag gemaakt<br />
om ten eerste de informatie uit het onderzoeksjaar 2004 te verzamelen, en<br />
ten tweede om voor de gehele periode instanties en databestanden te bevragen die<br />
nog niet eerder bevraagd zijn. 5<br />
Ten behoeve van de informatieverzameling over het jaar 2004 zijn de volgende stappen<br />
genomen:<br />
1. Allereerst is een inventarisatie gemaakt van de zaken, incidenten en verdachten<br />
die voorkomen in de recherchebestanden van de Unit Zuid-Nederland.<br />
2. Daarnaast is synthetische-drugsgerelateerde informatie verzameld uit de recherchebestanden<br />
van andere NR units, betreffende verdachten, incidenten<br />
en zaken.<br />
3. Ook hebben analisten van de Unit Zuid-Nederland en de onderzoeker zelf<br />
informatie verzameld afkomstig van het HKS, BLOM/MOT, Europol, evenals<br />
onderzoeksrapporten, jaarverslagen en beleidsdocumenten van de politie,<br />
BOD-en, onderzoeksinstituten, overheidsorganisaties en internationale organisaties.<br />
6<br />
4. Bovendien is nationale en internationale vakliteratuur bestudeerd door de<br />
onderzoeker, en zijn er door de onderzoeker gesprekken gevoerd met experts<br />
(voornamelijk medewerkers van recherchediensten en van BOD-en).<br />
Speciale vermelding verdienen hier de ketenpartners die betrokken zijn bij<br />
de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit: het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong>, de<br />
FIOD-ECD, de Douane, de politie (in het bijzonder het KTZ/USD en de
XTC-teams), het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de Landelijke Faciliteit<br />
Ondersteuning bij Ontmanteling (LFO), het Hit and Run Container-team<br />
(Harc-team), het Schipholteam van de Douane en de Kmar, gemeentelijke<br />
milieudiensten en het Nationaal Netwerk Drugexpertise (NND) van de politie.<br />
Bij veel ketenpartners is kennis en expertise gebundeld op deelgebieden.<br />
Zo huisvest de FIOD-ECD de Kennisgroep Precursoren en het Douane<br />
Informatie Centrum (DIC) een cluster XTC en een Centrale Dienst voor<br />
in- en uitvoer. Het NFI en het LFO herbergen expertise op het gebied van<br />
respectievelijk chemische analyses en het ontmantelen van laboratoria en<br />
opslagplaatsen.<br />
Naast de opsporingsonderzoeken zijn er bij de Unit Zuid-Nederland ook cijfermatige<br />
gegevens verzameld. Enkele dienen hier genoemd te worden, vanwege hun bruikbaarheid<br />
voor de CBA:<br />
• Prijsgegevens naar land en regio, naar drugs en precursoren, en naar handelsniveau<br />
• Jaaroverzichten van ontmantelde productieplaatsen<br />
• Jaaroverzichten van dumpingen<br />
• Smokkelbestand, met daarin alle inbeslagnemingen in Nederland en in het<br />
buitenland (mits deze gerelateerd zijn aan Nederland en geregistreerd zijn<br />
door de Unit Zuid-Nederland)<br />
In principe wordt bij de Unit Zuid-Nederland een aantal selectiecriteria gehanteerd<br />
om de grotere onderzoeken te onderscheiden van de rest. De Unit registreert alleen<br />
die onderzoeken die gericht zijn op:<br />
• productie of deelproductie;<br />
• handel in grondstoffen;<br />
• groothandel (een afzet van meer dan vijf kilo poeder of meer dan tienduizend<br />
tabletten);<br />
• tussenhandel (een afzet van meer dan één kilo en minder dan vijf kilo poeder<br />
of meer dan tweeduizend en minder dan tienduizend tabletten);<br />
• in- en uitvoer.<br />
Bovendien moet bij de laatste twee criteria voldaan worden aan één of meer van de<br />
volgende eisen:<br />
• indien het zicht op het logistieke proces daartoe aanleiding geeft;<br />
• indien aard en omvang c.q. impact van de criminele groepering daartoe aanleiding<br />
geeft;<br />
• indien de aard van één crimineel of meerdere criminelen daartoe aanleiding<br />
geeft;<br />
• indien het imago van Nederland ernstig dreigt te worden aangetast.<br />
Hoofdstuk 1<br />
31<br />
Inleiding
7 Het is afhankelijk van<br />
de autorisatie van de<br />
medewerker om binnen<br />
de diverse registraties en<br />
het RBS zaken en personen<br />
aan elkaar te koppelen. De<br />
betrokkenen worden in alle<br />
registraties op het laagste<br />
niveau ingevoerd, zodat elke<br />
medewerker deze namen<br />
kan zien. Zo wordt dubbele<br />
invoer in RBS voorkomen.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
32<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Het zal duidelijk zijn dat de criteria voldoende mogelijkheden bieden om een soepel<br />
registratiebeleid te hanteren.<br />
1.5.2 Analyseren en gebruik van bronnen<br />
De onderzoeksvraag betreffende de ontwikkeling van de aard en omvang van synthetische-drugscriminaliteit<br />
in Nederland en in het buitenland zal beantwoord worden door<br />
het beschrijven van de historische achtergronden van deze markt (hoe deze tot stand<br />
is gekomen en hoe deze zich ontwikkeld heeft) en de huidige marktsituatie, door middel<br />
van het raadplegen van vakliteratuur, politierapporten en de tekst van de analisten<br />
van de Unit Zuid-Nederland en van Toine Spapens, en door het raadplegen rapporten<br />
van het Trimbos Instituut, Europol en het UNODC.. De onderzoeksvragen die de<br />
kenmerken van verdachten en modus operandi behandelen zullen worden beantwoord<br />
middels de analyse van afgesloten opsporingsonderzoeken en de beschrijving daarvan<br />
(casuïstiek), vakliteratuur, informatie van de DIN, de dNRI, BLOM/MOT, onderzoeksrapporten<br />
van de politie en BOD-en, gesprekken met experts van de politie en<br />
BOD-en. Daarnaast zal het HKS geraadpleegd worden om te kijken of geregistreerde<br />
betrokkenen criminele antecedenten hebben. Ook zal gepoogd worden om informatie<br />
uit verschillende bestanden en van verschillende diensten te koppelen, om zo verbanden<br />
tussen zaken en personen te leggen die eerder onopgemerkt bleven. Uiteindelijk<br />
zal uit de geanalyseerde informatie een diversificatie kunnen worden gemaakt van<br />
de typen criminele verbanden. Vanzelfsprekend zullen de gegevens over verdachte<br />
personen en bedrijven in de CBA geanonimiseerd worden. De onderzoeksvragen betreffende<br />
de schade van synthetische-drugscriminaliteit zullen beantwoord worden door<br />
gesprekken met experts, de bestudering van casuïstiek en literatuur, en informatie<br />
over de omvang van synthetische-drugscriminaliteit. De onderzoeksvraag die zich<br />
richt op de verwachtingen over de ontwikkeling van synthetische-drugscriminaliteit wordt<br />
beantwoord naar aanleiding van de beschreven ontwikkelingen in de voorgaande<br />
hoofdstukken.<br />
De informatie over personen en zaken is bij de Unit Zuid-Nederland geregistreerd in<br />
het Recherche Basis Systeem (RBS), waarbinnen drie soorten registraties voorkomen:<br />
• CBAUSD (rest- en zijtakinformatie; vragen en antwoorden die bij de Infodesk<br />
binnenkomen; rechtshulpverzoeken; en afgesloten onderzoeken van buiten<br />
de Unit Zuid-Nederland)<br />
• Zwacri (voornamelijk informatie afkomstig van informanten)<br />
• Tijdelijke registers (lopende onderzoeken van de Unit Zuid-Nederland)<br />
De drie soorten registraties zijn aan elkaar gekoppeld. 7 Toch kunnen zaaksoverstijgende<br />
verbanden niet makkelijk worden vastgesteld, omdat de invoer van zaken die<br />
elders zijn uitgevoerd en de betrokken personen nogal beperkt is. Om dit te optima-
liseren zou per zaak het desbetreffende onderzoeksteam moeten worden bezocht en<br />
de informatie moeten worden opgehaald en worden vergeleken met de gegevens die<br />
bij de Unit Zuid-Nederland aanwezig zijn.<br />
Daarnaast dient echter aangetekend te worden dat niet alle in Nederland uitgevoerde<br />
opsporingsonderzoeken bij de Unit Zuid-Nederland gemeld worden. De verwachting<br />
is wel dat het overzicht bij de Unit Zuid-Nederland van de grotere onderzoeken<br />
redelijk dekkend is, temeer omdat de Unit als expertisecentrum synthetische drugs<br />
veelvuldig benaderd wordt door opsporingsdiensten. Daarnaast wordt de informatie<br />
over opsporingsonderzoeken ook via het informatienetwerk (bijvoorbeeld de Infodesk,<br />
de informatierechercheurs, of de bij de Unit Zuid-Nederland geplaatste douanemedewerker)<br />
binnengehaald.<br />
Voor de jaren 2002 en 2003 was al in een eerder stadium structureel informatie ingewonnen<br />
door de informatierechercheurs en door het Kennis- en Expertisecentrum<br />
van de Unit Zuid-Nederland. Voor 2004 zijn alle onderzoeken uit de CBAUSD-registratie<br />
geïnventariseerd. Zoals vermeld staan daarin alle onderzoeken die de Unit<br />
Zuid-Nederland bij andere politiediensten (zoals andere NR Units, Bovenregionale<br />
rechercheteams, XTC-teams en Regionale Recherchediensten) en BOD-en heeft<br />
opgehaald, en die voldeden aan de zogenaamde USD-criteria. 8 Deze onderzoeken<br />
zijn samengevoegd met de onderzoeken die door de Unit Zuid-Nederland zelf zijn<br />
verricht. 9 Uit deze samenvoeging is door de strategisch analisten en de onderzoeker<br />
een selectie gemaakt van een aantal dossiers, op basis van een vijftal criteria. Het<br />
onderzoek moet zicht geven op:<br />
1. (een deel van) het logistieke proces, of<br />
2. bronlanden van grondstoffen en bestemmingslanden voor synthetische drugs,<br />
of<br />
3. de kenmerken van verdachten en de structuur van een crimineel verband, of<br />
4. geldstromen en/of bestedingen van wederrechtelijk verkregen voordeel, of<br />
5. het gebruik van corruptie, afscherming, intimidatie en/of geweld<br />
De geselecteerde onderzoeken zijn gebruikt als casuïstiek en als basis voor nadere<br />
analyse.<br />
Opsporingsonderzoeken<br />
Het aantal onderzoeken dat bekend is bij de Unit Zuid-Nederland fluctueert per jaar:<br />
van 145 in 2002, 115 in 2003, naar 160 in 2004. De onderzoeken zijn qua omvang<br />
zeer verschillend: het gaat niet alleen om onderzoeken van de NR of van regionale<br />
recherchediensten, maar ook om kortlopende rechtshulpverzoeken of processenverbaal<br />
van een inbeslagneming, een dumping of een ontmantelde productielocatie.<br />
In de onderstaande tabel wordt weergegeven waar de onderzoeken zich op richtten.<br />
In tegenstelling tot de jaren 2002 en 2003, is het voor een relatief groot deel van de<br />
onderzoeken uit het jaar 2004 onbekend op welk type onderwerp deze zich richtten.<br />
8 Bovendien heeft de FIOD-<br />
ECD (die zich vooral richt<br />
op de invoer van precursoren<br />
en op dumpingen van<br />
afvalstoffen van de productie<br />
van synthetische drugs)<br />
een overzicht verstrekt van<br />
alle aan synthetische drugs<br />
gerelateerde onderzoeken<br />
die door deze dienst in de<br />
onderzoeksperiode zijn<br />
verricht. Dit overzicht is<br />
vergeleken met de FIOD-<br />
ECD onderzoeken die<br />
reeds bij de Unit Zuid-Nederland<br />
bekend waren, om<br />
zo de volledigheid van de<br />
bij de Unit Zuid-Nederland<br />
geregistreerde informatie te<br />
controleren.<br />
9 Aanvankelijk zouden alle<br />
pré-weegdocumenten<br />
– dit zijn projectvoorstellen<br />
die uiteindelijk na een<br />
wegingsoordeel eventueel<br />
door een tactisch team<br />
als opsporingsonderzoek<br />
worden opgestart – die<br />
door de Unit Zuid-Nederland<br />
zijn gemaakt worden<br />
meegenomen in de analyse.<br />
Hier is echter vanaf gezien<br />
vanwege het feit dat deze<br />
documenten uit de préopsporingsfase<br />
zeer weinig<br />
informatie bevatten.<br />
Hoofdstuk 1<br />
33<br />
Inleiding
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
34<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Dit is het gevolg van de door enkele diensten toegestuurde overzichten van gedraaide<br />
onderzoeken, waarvan vaak alleen de namen bekend zijn.<br />
Onderzoeken bekend bij de NR Unit Zuid-Nederland<br />
2002 2003 2004<br />
Dumping 1 9 2<br />
Facilitairs 4<br />
Financieel 1 1<br />
Grondstoffen 23 19 18<br />
Productie 51 36 36<br />
Handel 14 17 19<br />
Uitvoer 51 32 48<br />
Overig 4 2 32<br />
Totaal 145 115 160<br />
De synthetische-drugsonderzoeken worden door de NR Unit Zuid-Nederland uitgesplitst<br />
in vijf types: (1) de invoer van grondstoffen, (2) facilitairs, (3) de productie<br />
van synthetische drugs, (4) de binnenlandse handel van synthetische drugs, en (5) de<br />
uitvoer synthetische drugs. Er worden uiteraard ook onderzoeken uitgevoerd die<br />
zich richten op een combinatie van verschillende typen (meestal gaat het dan om<br />
grondstoffen en/of productie met handel en/of uitvoer). In de bovenstaande tabel is<br />
gekozen voor het belangrijkste type in een onderzoek. Zoals uit het overzicht blijkt<br />
werden de meeste onderzoeken verricht naar (combinaties van) grondstoffen, productie,<br />
handel en uitvoer.<br />
In de CBA SD 2001 van het KTZ/USD werd al gesteld dat de landelijke prioriteitstelling<br />
voor opsporingsonderzoeken een grote invloed heeft op de soort zaken die<br />
binnengehaald worden. Doordat de prioriteit gericht was op de productie, handel en<br />
export van synthetische drugs waren deze zaken dus oververtegenwoordigd. Aspecten<br />
als dumpingen, facilitairs en financiële trajecten kregen veel minder aandacht van<br />
opsporingsdiensten, hoewel in het laatste jaar facilitairs wel vaker onderwerp van<br />
onderzoek zijn geworden. De ingezette opsporingscapaciteit op een bepaald deel van<br />
synthetische-drugscriminaliteit kan van invloed zijn op het beeld van de kenmerken<br />
van de geregistreerde synthetische-drugscriminaliteit (waarover meer in de hoofdstukken<br />
twee en drie).<br />
Als de onderzoeksoverzichten worden overzien dan valt een aantal zaken op bij onderzoeken<br />
met een internationale component. De precursorenonderzoeken met een<br />
internationale component richtten zich voornamelijk op China, en in mindere mate<br />
op Oost-Europa. Een enkele keer waren België en Duitsland betrokken als doorvoer-
land. Bij chemicaliënonderzoeken met een internationale component was sprake van<br />
het betrekken van stoffen uit buurlanden. De meeste onderzoeken die zich in de periode<br />
2002-2004 richtten op de uitvoer van synthetische drugs hadden betrekking op<br />
de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, terwijl in 2004 Australië<br />
en Turkije sterk naar voren kwamen. Spanje en Oost-Europa volgden op afstand. Bij<br />
de uitvoer naar Engeland was in een aantal gevallen sprake van cocktailtransporten,<br />
bij de uitvoer naar de landen van voormalig Joegoslavië was in de onderzoeken sprake<br />
van ruilhandel van XTC tegen vuurwapens, en bij de uitvoer naar Zuid-Amerika ging<br />
het meestal om ruilhandel van XTC tegen cocaïne. De onderzoeken die gericht waren<br />
op de uitvoer van synthetische drugs naar Scandinavië hadden voornamelijk betrekking<br />
op amfetamine. Ten slotte was het opvallend dat in een aantal onderzoeken die<br />
zich richtten op de uitvoer van XTC naar de VS sprake was van betrokkenheid door<br />
Israëlische (in 2002) en door Dominicaanse koeriers (in 2003 en 2004).<br />
Betrokkenen (personen)<br />
Het RBS laat zich niet makkelijk ontsluiten voor gebruik ten behoeve van de CBA.<br />
Het is een systeem dat gevuld is met duizenden mutaties die als onderwerp betrokkenen,<br />
locaties, communicatiemiddelen, etc hebben. Het maken van een uitdraai van<br />
alle opsporingsonderzoeken met daaraan gekoppeld de gerelateerde mutaties is niet<br />
mogelijk, net zomin als een uitdraai van alle betrokkenen met daaraan gekoppeld de<br />
gerelateerde mutaties. Informatie over (de kenmerken van) verdachten uit het RBS is<br />
dus alleen handmatig te bevragen, door elke mutatie te raadplegen en te analyseren.<br />
Aangezien er alleen al in de CBAUSD-registratie bijna 8.000 betrokkenen zijn ingevoerd,<br />
is ervoor gekozen deze zeer bewerkelijke stap niet te nemen. 10<br />
Om te weten te komen of de betrokkenen in de CBAUSD-registratie antecedenten<br />
hadden en of ze ook betrokken waren bij verdachte transacties zijn de gegevens over<br />
betrokkenen in CBAUSD gekoppeld aan het HKS en aan het databestand van het<br />
BLOM. Uit de koppeling met het HKS bleek dat van de betrokkenen in CBAUSD<br />
42 procent in het HKS voorkwam. De overigen staan niet in het HKS omdat ze<br />
geen proces-verbaal terzake een misdrijf op hun naam hebben. Dit houdt in dat ze in<br />
CBAUSD ofwel (1) geen verdachte zijn, ofwel (2) in het buitenland zijn aangehouden,<br />
ofwel (3) niet zijn aangehouden in een onderzoek. Uit de koppeling met het databestand<br />
van het BLOM bleek dat 20 procent van de betrokkenen geregistreerd staat bij<br />
het BLOM. Dit kan om vier redenen: (1) omdat een persoon één of meer verdachte<br />
transacties op zijn naam heeft staan, (2) omdat de persoon onderwerp was van een<br />
vraagstelling door een buitenlandse opsporingsdienst, (3) omdat de landelijk officier<br />
een verzoek om informatie over de persoon heeft ingediend, (4) omdat de persoon<br />
voorkomt in een BLOM onderzoek. In hoofdstuk 3 wordt hier verder op ingegaan.<br />
Overzichten<br />
Er is een vergelijking gemaakt tussen de dumpinggegevens afkomstig uit de CBAUSD-<br />
registratie en de verzamelde dumpinggegevens die door een medewerkster van de<br />
10 Om informatie over zaken<br />
en personen systematisch<br />
te kunnen vastleggen heeft<br />
de Unit Zuid-Nederland<br />
in samenwerking met<br />
Hans Moerland en Frank<br />
Boerman een Checklist<br />
Opsporing Synthetische<br />
Drugs ontwikkeld, die<br />
echter nog niet in gebruik<br />
is genomen. De COSD<br />
is een document van 14<br />
bladzijden waarin per zaak<br />
informatie wordt ingevoerd<br />
over, onder andere:<br />
aanleiding onderzoek,<br />
dossiernummer, datum<br />
onderzoek, betrokken<br />
opsporingsdiensten,<br />
geraadpleegde registratiesystemen,<br />
doelstelling<br />
onderzoek, gevolgde opsporingstrajecten,<br />
gegevens<br />
van verdachte personen<br />
en bedrijven, kernmerken<br />
van aangetroffen<br />
grondstoffen-verpakkingsmaterialen-productieplaatsen-opslagplaatsen-synthetische<br />
drugsdumpingen,<br />
beschrijving aangetroffen<br />
stoffen, betrokken landen,<br />
kenmerken van een crimineel<br />
verband (afscherming,<br />
taakverdeling, organisatiegraad,<br />
geweld,…), gebruikte<br />
hulpbronnen (personen,<br />
kennis, bedrijven,<br />
vergunningen, telecommunicatie,vervoersmiddelen,…),<br />
etcetera. In de<br />
toekomst kan de checklist<br />
een goede basis voor het<br />
CBA-onderzoek vormen.<br />
Zie ook: H. Moerland en F.<br />
Boerman, De opsporing van<br />
synthetische drugs, Gouda<br />
Quint, 1998.<br />
Hoofdstuk 1<br />
35<br />
Inleiding
Opgeslagen afvalstoffen in vaten.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
36<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Unit Zuid-Nederland zijn verzameld (geen van beide lijsten bood een compleet overzicht).<br />
Deze gegevens zijn aangevuld met informatie van de FIOD-ECD, het LFO en de<br />
politieregio Brabant-Zuidoost. De Unit Zuid-Nederland heeft met de combinatie van<br />
beide lijsten en met aanvullende informatie een redelijk dekkend overzicht<br />
van alle dumpingen in Nederland, maar de verwachting is dat het geen 100<br />
procent dekking geeft. Dit heeft ook te maken met het meldgedrag van gemeenten<br />
en brandweer: die zien een dumping – in tegenstelling tot een aantal<br />
jaren geleden – over het algemeen niet meer als iets waar speciale aandacht<br />
aan moet worden gegeven. Het gedumpte afval wordt opgeruimd en het is<br />
niet meer vanzelfsprekend dat diensten als het LFO of de FIOD-ECD worden<br />
ingeschakeld.<br />
De bestanden over inbeslagnames, productieplaatsen en dumpingen zijn niet<br />
automatisch aan elkaar te koppelen, waardoor zaaksoverstijgende verbanden<br />
niet automatisch kunnen worden vastgesteld. Over het algemeen worden<br />
productieplaatsen en dumpingen niet ontdekt naar aanleiding van opsporingsonderzoeken,<br />
maar door meldingen als gevolg van overlast (zoals een brand of<br />
ontploffing) of door toeval. Bovendien zijn de meldingen zoals die bij de Unit Zuid-<br />
Nederland binnenkomen en die aan de basis van deze lijsten liggen meestal onvolledig,<br />
waardoor ze in de regel te weinig opsporingsrelevante gegevens bevatten.<br />
1.6 Leeswijzer<br />
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de ontwikkeling van de aard en omvang van synthetische-drugscriminaliteit<br />
in Nederland en in het buitenland. Allereerst zal de opkomst<br />
en de ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt worden beschreven, waarna de<br />
kenmerken van de huidige marktsituatie worden geanalyseerd naar aard en omvang.<br />
In hoofdstuk 3 worden vervolgens de gehanteerde modus operandi en de kenmerken<br />
van verdachten behandeld. Bij de modus operandi wordt een verdeling gemaakt naar<br />
het gebruik van hulpbronnen; logistieke faciliteiten en knooppunten; en institutionele<br />
faciliteiten. De kenmerken van criminele verbanden worden uitgesplitst in interne<br />
kenmerken (zoals de verhouding naar geslacht, het leeftijdsgemiddelde, het land van<br />
herkomst en de rolverdeling) en de ‘algemene bedrijfsvoering’ (dit zijn de middelen<br />
die criminele verbanden hanteren bij de inzet van hulpbronnen, logistieke faciliteiten,<br />
logistieke knooppunten en institutionele faciliteiten). In hoofdstuk 4 wordt de schade<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in Nederland beschreven, waarbij een onderscheid<br />
wordt gemaakt naar de schade aan personen, aan branches en aan de samenleving. In<br />
hoofdstuk 5 worden verwachte ontwikkelingen van de synthetische-drugsmarkt en<br />
de daaraan gerelateerde criminaliteit behandeld. In hoofdstuk 6 volgen ten slotte de<br />
conclusies.
Hoofdstuk 2<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang van synthetischedrugscriminaliteit<br />
in Nederland en in het buitenland<br />
2.1 Inleiding<br />
Dit hoofdstuk behandelt de eerste onderzoeksvraag:<br />
Welke ontwikkelingen hebben in de onderzoeksperiode plaatsgevonden op<br />
de internationale en nationale markt voor synthetische drugs, in termen van<br />
de aard en prijs van de drugs, en de omvang van de markt?<br />
Deze vraag wordt beantwoord door (1) het geven van een historisch overzicht van<br />
de opkomst en ontwikkeling van de synthetische-drugsmarkt en (2) het beschrijven<br />
van de kenmerken van de huidige marktsituatie. Ook wordt de aard van de drugs<br />
beschreven in termen van de eigenschappen die amfetamine en XTC hebben. Bij<br />
het beschrijven van de huidige marktsituatie zal gebruik worden gemaakt van een<br />
aantal indicatoren; te weten de ontwikkeling van het aantal en de hoeveelheden inbeslagnemingen,<br />
ontmantelde productielocaties, afvaldumpingen, gebruikers en het<br />
prijsniveau, zowel in Nederland als in het buitenland. Bovendien wordt een schatting<br />
gegeven van de totale winst die behaald wordt bij de productie en handel van synthetische<br />
drugs in Nederland.<br />
De bronnen die zijn gebruikt om de onderzoeksvraag en de deelvragen te beantwoorden<br />
zijn deels openbaar en deels niet gepubliceerd. De openbare bronnen betreffen<br />
rapporten van de dNRI, Europol, UNODC en het Trimbos Instituut. De niet<br />
gepubliceerde bronnen zijn vooral afkomstig van de NR-Unit Zuid-Nederland zelf,<br />
zoals (a) de verzamelde gegevens over inbeslagnemingen, ontmantelde productielocaties,<br />
dumpingen en prijzen en (b) verslagen die zijn gemaakt voor intern gebruik.<br />
Bovendien zijn met de analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland gesprekken gevoerd<br />
over recente ontwikkelingen in de omvang van synthetische-drugscriminaliteit, die<br />
nog niet in rapporten verwerkt zijn. Daarnaast is een aantal rapporten gebruikt die<br />
niet openbaar zijn, zoals de CBA Precursoren van de FIOD-ECD en het meest recente<br />
rapport van Europol over verdovende middelen.<br />
2.2 Opkomst en ontwikkeling van de synthetischedrugsmarkt<br />
In deze paragraaf worden beknopt de achtergronden weergegeven van de historische<br />
ontwikkeling van de markten van amfetamine en XTC. Ook wordt aandacht besteed<br />
aan het effect van de prominente Nederlandse positie als productieland voor de inrichting<br />
van de opsporing.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
37<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
1 Voor een beknopte<br />
beschrijving van de rol<br />
van Nederlanders in de<br />
smokkel van amfetamine<br />
naar Europese landen, zie:<br />
M. Husken en F. Vuijst,<br />
XTC smokkel, Uitgeverij M,<br />
Amsterdam 2002, p. 13-16.<br />
2 Het verschil met MDMA<br />
is de mengstof die wordt<br />
gebruikt. Bij MDMA is dit<br />
methylamine, bij MDA is<br />
dit ammoniakgas en bij<br />
MDEA is dit ethylamine.<br />
De precursor is in alle drie<br />
soorten hetzelfde: PMK.<br />
Ten opzichte van MDMA<br />
heeft MDEA een kortere<br />
werkingsduur en een meer<br />
oppeppend effect, en heeft<br />
MDA een langere werkingsduur.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
38<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Amfetamine<br />
Amfetamine valt onder de groep pepmiddelen genaamd wekaminen, die het centrale<br />
zenuwcentrum stimuleren. Andere middelen die hier onder vallen zijn het<br />
sterkere methamfetamine (ook bekend als pervetine) en fenmetrazine (ook wel<br />
preludin genoemd).<br />
In 1887 werd door de Duitser Leuckart door middel van een synthese voor het eerst<br />
amfetamine gemaakt. In 1927 raakte het in de belangstelling als vervanger van efedrine.<br />
In de Tweede Wereldoorlog werd het om de stimulerende werking verstrekt<br />
aan nachtvliegers en militaire chauffeurs van de Amerikaanse strijdkrachten. Na de<br />
oorlog kwamen grote partijen amfetamine in Japan terecht, waar een verslavingsgolf<br />
ontstond. Toen Japan in het begin van de jaren vijftig bovendien werd aangewezen<br />
als verlofland voor Koreastrijders kwam er een nieuwe groep met amfetamine in<br />
aanraking.<br />
De gebruikersmarkt in Europa bevond zich vooral in het Verenigd Koninkrijk en in<br />
Zweden. Het werd ook gebruikt door sporters om hun prestaties te verhogen. Vanaf<br />
het eind van de jaren zestig ontwikkelde zich vanuit het zuiden van Nederland een<br />
smokkelroute naar Zweden, waar amfetamine al verboden was. In 1976 viel amfetamine<br />
onder de Opiumwet, waarmee bereiding, handel en bezit verboden werden.<br />
Het was hierdoor niet meer mogelijk om de pepmiddelen op een legale wijze aan te<br />
schaffen, waardoor Nederlandse smokkelaars de amfetamine zelf clandestien gingen<br />
produceren. De export ging in de jaren tachtig vooral naar Duitsland, Scandinavië en<br />
het Verenigd Koninkrijk. 1<br />
XTC<br />
In de meeste gevallen kent XTC als werkzame stof de synthese MDMA (voluit: 3,4-<br />
MethyleenDioxyMethylAmphetamine). Andere, minder voorkomende stoffen zijn<br />
MDA en MDEA. 2<br />
MDMA werd in 1898 voor het eerst gesynthetiseerd. In 1912 vroeg de Duitse geneesmiddelenproducent<br />
Merck patent aan voor MDMA. Merck wilde het als eetlustremmer<br />
op de markt brengen, maar er bleek geen belangstelling voor. In de beginjaren van de<br />
Koude Oorlog kreeg het Amerikaanse leger interesse voor MDMA, vanwege een mogelijke<br />
toepassing als waarheidsserum (waar MDMA later niet geschikt voor bleek te<br />
zijn). In het begin van de jaren zeventig werd MDMA in de Verenigde Staten gebruikt<br />
in de psychiatrie en werd het voor het eerst aangetroffen als roesmiddel. In het begin<br />
van de jaren tachtig werd aan de tabletten waarin MDMA verwerkt was de naam<br />
XTC gegeven (vanwege het euforisch gevoel dat werd veroorzaakt door de drug). In<br />
het midden van de jaren tachtig werd XTC ook in Europa aangetroffen. Via Ibiza en<br />
enkele Britse steden kwam het middel in 1986 voor het eerst in Nederland terecht.<br />
In 1987 nam het gebruik van XTC enorm toe omdat het in het uitgaansleven snel aan<br />
populariteit won. In november 1988 werd MDMA op de lijst van verdovende middelen<br />
geplaatst. Dit had geen effect op het gebruik van XTC. De toename van het<br />
gebruik van XTC ging hand in hand met de groeiende populariteit van enorme house-,
ave- en danceparties in het Verenigd Koninkrijk, België en later ook Nederland. Met<br />
deze subcultuur wordt XTC ook meestal geassocieerd.<br />
In de opkomstjaren werd XTC nog geïmporteerd uit de Verenigde Staten. De<br />
illegale productie in West-Europa werd in eerste instantie ter hand genomen door<br />
chemicihobbyisten in Nederland. 3 Zij vervaardigden naast MDMA ook allerlei afgeleide<br />
chemische samenstellingen, zogenaamde designer-drugs, die nog niet onder de<br />
Opiumwet vielen. Daar kwam echter na enkele jaren een eind aan. In een onderzoek<br />
dat in 2004 in opdracht van de NR-Unit Zuid-Nederland is uitgevoerd voerde de<br />
Tilburgse onderzoeker Toine Spapens twee redenen aan: (1) omdat MDMA kennelijk<br />
toch de door de gebruikers meest gewenste effecten had, (2) wellicht echter ook<br />
omdat de ontwerpers van ‘designer-drugs’ simpelweg uit de markt werden gedrukt;<br />
een snel groeiende markt waarin criminelen mogelijkheden zagen om grote winsten<br />
te behalen. 4<br />
Nederland heeft zich vanaf het eind van de jaren tachtig binnen enkele jaren tot een<br />
grote producent van XTC ontwikkeld. Volgens Spapens kon dit gebeuren door unieke<br />
omstandigheden aan de vraag- en aanbodzijde in de markt:<br />
De vraag naar XTC groeide om te beginnen razendsnel. Volgens onderzoeker Korf<br />
van de Universiteit van Amsterdam is het opzienbarende succes van XTC te verklaren<br />
door te kijken naar de kenmerken van de drug, van de gebruikers en naar de sociaal-culturele<br />
omgeving waarbinnen gebruikt wordt. 5 Voor XTC was deze omgeving<br />
vanaf het midden van de jaren tachtig het uitgaanscircuit. Daar bezochten tieners en<br />
jonge volwassenen houseparties, die in een snel tempo populairder werden. Door<br />
het gebruik van XTC beleefden personen deze feesten als een intiem, gelukzalig en<br />
plezierig samenzijn van een grote groep vrienden. Daarnaast was XTC relatief goedkoop,<br />
makkelijk in te nemen, had het een sexy naam en een feestreputatie. De<br />
verspreiding van XTC in het buitenland verliep snel door de toegenomen mobiliteit<br />
en door goedkopere reizen naar andere clubs en discotheken in toeristische oorden.<br />
De markt was flexibel en voortdurend in verandering: er kwamen continu nieuwe<br />
logo’s en nieuwe kleuren bij. 6<br />
Aan de aanbodzijde kan volgens Spapens één majeure verklaring worden gegeven voor<br />
de snelheid waarmee door criminele samenwerkingsverbanden kon worden ingesprongen<br />
op de XTC-markt. Die reden is dat de voor de XTC-productie en -handel<br />
noodzakelijke infrastructuur in Nederland reeds in belangrijke mate voorhanden was.<br />
Nederlanders speelden al sinds de jaren zeventig een hoofdrol bij de productie van<br />
amfetamine en het stoken van illegale alcohol. Beide productieprocessen vertonen<br />
belangrijke overeenkomsten met die van de vervaardiging van XTC. De criminele<br />
samenwerkingsverbanden hoefden bij wijze van spreken alleen nog maar de productielijnen<br />
over te schakelen op de fabricage van de nieuwe drug. Dat gebeurde dus<br />
ook. 7 De laboratoriumkennis en de noodzakelijke contacten om aan laboratoriumbenodigdheden<br />
en chemicaliën te komen voor de XTC-productie waren al beschikbaar.<br />
De amfetamineproducenten beschikten al in de jaren zeventig over goede contacten<br />
3 Husken en Vuijst, XTC<br />
smokkel, p.16-23. De<br />
auteurs schetsen door een<br />
interview met een Nederlandse<br />
producent van het<br />
eerste uur een mooi beeld<br />
van de situatie aan het eind<br />
van de jaren tachtig, waarin<br />
hobbyisten experimenteerden<br />
in een tijd waarin<br />
de wetgeving nog niet was<br />
aangepast.<br />
4 T. Spapens, XTC en Nederland,<br />
NR Unit Zuid-Nederland,<br />
Helmond 2004 (niet<br />
gepubliceerd), p.27.<br />
5 Een nieuwe drug verspreidt<br />
zich vaak in vier stadia.<br />
Allereerst proberen trendsetters<br />
en ‘innovatievelingen’<br />
een nieuwe drug<br />
uit of herintroduceren<br />
zij een oude drug. Deze<br />
avant-gardistische tendens<br />
wordt gevolgd door de<br />
trendvolgers die de drug in<br />
een sub-culturele omgeving<br />
verspreiden. Daarna vindt<br />
de drug zijn weg onder een<br />
breder publiek van vooral<br />
jongeren en jonge volwassenen.<br />
Ten slotte verliest de<br />
drug zijn populariteit onder<br />
de trendsetters. Zie: D.J.<br />
Korf, What makes ecstacy<br />
so successful? Explaining the<br />
popularity of a new drug, International<br />
Synthetic Drugs<br />
Enforcement Conference,<br />
Den Haag, 8-9 oktober<br />
2003.<br />
6 Korf, What makes ecstacy so<br />
successful?<br />
7 In één geval (in 2002) werden<br />
materialen ten behoeve<br />
van de XTC-productie<br />
aangetroffen in dezelfde<br />
boerderij waar in de jaren<br />
tachtig al een alcoholstokerij<br />
was gevonden. In andere<br />
gevallen werden verdachten<br />
aangehouden die bij de<br />
politie reeds bekend waren<br />
vanwege hun verleden als<br />
alcoholstoker. Spapens, XTC<br />
en Nederland, p.29.<br />
Hoofdstuk 2<br />
39<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
8 Sinds de oprichting van de<br />
Unit Synthetische Drugs in<br />
1996 hebben er een aantal<br />
evaluaties plaatsgevonden<br />
van de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit.<br />
De eerste werd verricht<br />
door het onderzoeksbureau<br />
ITS (I. Bakker, A. van<br />
Ruth en K. Goossens, Wie<br />
wat anders wil, heeft wat uit<br />
te leggen, Nijmegen 2000).<br />
Na de publicatie van de<br />
XTC-nota (Samenspannen<br />
tegen XTC, Kamerstuk<br />
2000-2001, 23760, nr.<br />
14, Tweede Kamer der<br />
Staten-Generaal) heeft het<br />
onderzoeksbureau Intraval<br />
twee metingen verricht van<br />
het beleid tegen XTC. De<br />
derde en laatste meting zal<br />
in 2006 verschijnen.<br />
9 J. Snippe, A. Kruize en B.<br />
Bieleman, Inspannen tegen<br />
XTC. Eerste meting, Intraval,<br />
Groningen 2003. R.J.M.<br />
Neve, e.a., Samenspannen<br />
tegen XTC. Tussentijdse<br />
evaluatie van de XTC-Nota,<br />
Intraval, Groningen 2005.<br />
In beide rapporten wordt<br />
ingegaan op de personele<br />
en materiële capaciteit van<br />
de betrokken diensten, de<br />
onderlinge samenwerking<br />
en de activiteiten, producten<br />
en resultaten.<br />
10 ‘Samenspannen tegen<br />
XTC’, Tweede Kamer,<br />
vergaderjaar 2000 – 2001,<br />
23760, nr. 14.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
40<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
en grote afzetmarkten in Duitsland en Scandinavië. Bovendien konden zij door reeds<br />
bestaande samenwerkingsrelaties met randstedelijke groeperingen al snel ook een<br />
bijdrage leveren aan het bedienen van de Britse XTC-markt. Het gevolg lijkt volgens<br />
Spapens een zekere arbeidsdeling te zijn geweest. De productie werd vooral in Zuid-<br />
Nederland ter hand genomen, terwijl de handelscontacten met buitenlandse afnemers<br />
zich vooral in Amsterdam concentreerden.<br />
Nederland als productieland: gevolgen voor de opsporing<br />
In deze CBA zal slechts kort worden ingegaan op het effect van de internationale<br />
rol van Nederland als productieland van synthetische drugs op de inrichting van de<br />
opsporing. Hier zijn sinds de onderkenning van dit fenomeen al diverse studies naar<br />
verricht. 8 De laatste evaluatie van het beleid tegen de productie en handel van XTC<br />
verscheen medio 2005. Voor een diepgravende analyse wordt daarnaar verwezen. 9<br />
Hier wordt slechts een korte opsomming van enkele hoofdpunten gegeven, die direct<br />
van invloed lijken te zijn geweest op de ontwikkeling van de aard en omvang van synthetische-drugscriminaliteit<br />
in Nederland.<br />
In de afgelopen jaren is het beleid ter beteugeling van synthetische drugs steeds verder<br />
geïntensiveerd. Zo is bijvoorbeeld de wetgeving aangescherpt, onder meer door<br />
de invoering van de Wet Voorkoming Misbruik Chemicaliën (WVMC) in 1996 om<br />
de invoer van de precursoren BMK en PMK (zie paragraaf 2.3.1.2) te reguleren. De<br />
voornaamste stap was de prioritering van de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit<br />
in 2001. Synthetische drugs viel sinds 1996 als aandachtsgebied onder het Kernteam<br />
Zuid-Nederland, waarbinnen tevens de Unit Synthetische Drugs (USD) werd<br />
opgericht. Bij de USD werd de aanpak van synthetische drugs landelijk gecoördineerd<br />
en werd multidisciplinair opsporingsonderzoek uitgevoerd. In mei 2001 werden in<br />
de nota ‘Samenspannen tegen XTC’ nieuwe beleidsmaatregelen genomen ter verbetering<br />
van de handhaving, de internationale samenwerking en van het onderzoek<br />
naar de gevolgen van het gebruik van XTC. 10 Zo werden in het voorjaar van 2002<br />
het Kernteam Zuid-Nederland en de Unit Synthetische Drugs samengevoegd. Ook<br />
werden er medio 2002 landelijk vijf XTC-teams operationeel, op grond van de nota<br />
‘Samenspannen tegen XTC’.<br />
Met de vorming van de Nationale Recherche in 2004 zijn het kernteam Zuid-Nederland,<br />
de landelijke Unit Synthetische Drugs en het XTC-team Zuid opgegaan in<br />
de NR-Unit Zuid-Nederland. Net als zijn voorganger KTZ/USD kent deze een multidisciplinaire<br />
aanpak van synthetische-drugscriminaliteit waarbij de FIOD-ECD, de<br />
Douane, de KMar, het NFI, de IVW divisie vervoer, en Europol de partners zijn. De<br />
NR-Unit Zuid-Nederland heeft als aandachtsgebied de aanpak van de productie en<br />
smokkel van synthetische drugs, waarbij de tactische teams van de NR de opsporingsonderzoeken<br />
uitvoeren. De FIOD-ECD richt zich op de controle van de legale handel<br />
en voert opsporingsonderzoeken uit naar de illegale handel van precursoren en de<br />
Douane controleert de in- en uitvoer van grondstoffen. De leiding van de aanpak van<br />
synthetische-drugscriminaliteit ligt bij het <strong>Openbaar</strong> <strong>Ministerie</strong>, waarbinnen de Offi-
cier van Justitie van de eenheid Zuid-Nederland van het Landelijk Parket de landelijke<br />
coördinatie verzorgt. Er zijn aanwijzingen dat de toewijzing van extra capaciteit aan<br />
de betreffende opsporingsdiensten resultaat heeft gehad. Twee voorbeelden maken<br />
dit duidelijk.<br />
• Met de oprichting van de USD in 1997 kreeg de opsporing van de productie<br />
en smokkel van synthetische drugs een grote impuls, zo blijkt uit de stijging<br />
van het aantal en de hoeveelheid inbeslagnemingen sinds 1998 (zie paragraaf<br />
2.3.2.2).<br />
• Met de implementatie van de XTC nota in 2002 werd er capaciteit vrijgemaakt<br />
voor scherpere controles op de invoer van grondstoffen en de uitvoer<br />
van synthetische drugs. Dit lijkt effect te hebben gehad op de wijze van<br />
smokkel, omdat deze vanaf 2004 in veel opzichten veranderd is (zie paragraaf<br />
2.3.2.1). Zowel de invoer van precursoren als de uitvoer van XTC verloopt<br />
nu veelal via andere routes dan in 2002.<br />
2.3 Kenmerken van de huidige marktsituatie<br />
In deze paragraaf wordt allereerst kort ingegaan op de aard en samenstelling en het<br />
productieproces van synthetische drugs. Vervolgens wordt uitgebreid aandacht gegeven<br />
aan de ontwikkeling van de omvang van synthetische drugs uitgesplitst naar de<br />
inbeslagnemingen, de ontmantelde productielocaties, de gedumpte afvalstoffen, de<br />
gebruikers en de prijzen van synthetische drugs. Ook wordt een schatting gegeven<br />
van de opbrengsten van de productie en handel. Telkens wordt de aard en omvang<br />
van amfetamine en XTC gescheiden behandeld.<br />
2.3.1 Aard van synthetische drugs<br />
2.3.1.1 De aard en samenstelling van synthetische drugs<br />
Amfetamine<br />
Amfetamine (de straatnamen zijn speed en pep) is een chemisch product en wordt<br />
veelal in poedervorm verhandeld en gebruikt, incidenteel worden er tabletten van gemaakt.<br />
Het wordt meestal geslikt, hoewel het ook gespoten of gesnoven kan worden.<br />
Het heeft een stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel. De lichamelijke<br />
verslaving is gering, maar geestelijk kan er snel een grote afhankelijkheid optreden.<br />
Bovendien moet er steeds meer van geconsumeerd worden om hetzelfde effect te<br />
bereiken.<br />
Als amfetamine in de ader wordt gespoten dan komt het effect onmiddellijk; als het<br />
wordt gesnoven dan volgt het effect na een paar minuten; en als het wordt geslikt<br />
Hoofdstuk 2<br />
41<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
11 ‘Amfetamine’, Drugsweb,<br />
www.drugsweb.nl/drugsweb384.asp,<br />
bezocht op 6<br />
juni 2005.<br />
12 ‘Algemene informatie:<br />
speed’, Trimbos Instituut,<br />
www.trimbos.nl, bezocht<br />
op 6 juni 2005.<br />
Een tabletteerstempel.<br />
13 ‘Algemene informatie:<br />
XTC’, Trimbos Instituut,<br />
www.trimbos.nl, bezocht<br />
op 25 mei 2005.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
42<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
dan treedt het effect op na 15 tot 20 minuten. In alle gevallen is de amfetamine na<br />
ongeveer acht uur uitgewerkt. Amfetamine wordt in erg verschillende concentraties<br />
verkocht en is hierdoor dus moeilijk te doseren. Volgens de Haagse stichting Parnassia<br />
Preventie ligt een gebruikelijke dosis tussen de 5 en 40 milligram. 11<br />
Bij gebruik nemen de concentratie en zelfverzekerdheid toe, worden vermoeidheid<br />
en slaap onderdrukt en verdwijnt de eetlust. De pupillen worden groter en de spieren<br />
spannen zich. Hoofdpijn en duizeligheid kunnen voorkomen, evenals knarsetanden<br />
en het snel bewegen van de kaken. Bij het uitwerken kan de gebruiker prikkelbaar,<br />
onrustig en angstig worden. Op de langere termijn veroorzaakt het gebruik van<br />
amfetamine rusteloosheid, geprikkeldheid, gewichtsverlies, angst, achterdocht, agressiviteit<br />
en lichamelijke uitputting. Oververhitting en uitdroging is net als bij XTC een<br />
veelvoorkomend probleem. Klachten van regelmatige gebruikers zijn chronische vermoeidheid,<br />
lusteloosheid en neerslachtigheid. 12 In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan<br />
op de schadelijke effecten van het gebruik van amfetamine.<br />
XTC<br />
XTC wordt vrijwel zonder uitzondering als tablet gebruikt, waarop logo’s zijn aangebracht.<br />
Er zijn meer dan duizend logo’s bekend, die kunnen worden ingedeeld in<br />
thematische groepen zoals automerken, merktekens, vogels, valuta, computerspelletjesfiguren<br />
of stripfiguren. Wanneer bepaalde logo’s populair zijn,<br />
zoals eens de Mitsubishi, dan kunnen daar door andere aanbieders afgeleiden<br />
van gemaakt worden die ook een andere werkzame stof kunnen bevatten.<br />
Een enkele keer wordt XTC niet in tabletvorm aangeboden, maar in poedervorm<br />
of in capsules.<br />
Een ingenomen XTC-tablet begint na 20 tot 60 minuten te werken. Het eerste<br />
uur is de werking het sterkst. Na vier tot zes uur is de tablet uitgewerkt.<br />
Sommige gebruikers blijven tot in de volgende dag een licht na-effect houden,<br />
wat een prettig of juist een leeg en deprimerend gevoel kan opleveren. Een<br />
depressieve of chagrijnige stemming kan dagen blijven hangen. Ook komen<br />
hartkloppingen, een droge keel en mond, misselijkheid, benauwdheid en een<br />
stijf gevoel in de kaken voor. Een enkele keer zijn de bewegingen moeilijk te controleren,<br />
wat tot paniek kan leiden. De sterkte en de effecten hangen af van de dosis<br />
die een persoon heeft ingenomen en van diens gesteldheid. Ook de omgeving is van<br />
invloed. 13<br />
XTC is een chemisch product. De werkzame stof MDMA beïnvloedt het bewustzijn.<br />
Het heeft een oppeppende werking en veroorzaakt milde hallucinaties en een euforisch<br />
gevoel. De omgeving wordt anders en intenser waargenomen en er ontstaat een<br />
gevoel van intimiteit met anderen. Op dance-events (waarmee XTC vaak geassocieerd<br />
wordt) kan de combinatie van XTC met lichteffecten en muziek een trance veroorzaken.<br />
Eventuele vermoeidheid wordt onderdrukt, maar deze komt in versterkte vorm<br />
terug als de pil is uitgewerkt. XTC is lichamelijk niet verslavend, alhoewel geestelijke<br />
verslaving wel voorkomt. Het is dus mogelijk dat gebruikers het gevoel hebben dat ze
niet zonder XTC kunnen. Er is steeds meer van nodig om hetzelfde effect van eerder<br />
gebruik te bereiken. Langdurig chronisch gebruik van XTC zou kunnen leiden tot<br />
veranderingen in de hersenen: het geheugen kan worden aangetast, en de concentratie<br />
en de stemming worden beïnvloed. 14 In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op de<br />
schadelijke effecten van het gebruik van XTC.<br />
De samenstelling van XTC-tabletten is de laatste jaren gewijzigd. Uit onderzoek van<br />
het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) blijkt dat de gemiddelde hoeveelheid<br />
MDMA per tablet vanaf 1997 tot aan 2003 geleidelijk aan hoger is geworden<br />
(zie tabel 2.1). Volgens het Nederlands Forensisch Instituut zou vanaf 2003 de gemiddelde<br />
hoeveelheid MDMA per tablet tussen de 80 en de 100 milligram liggen. 15<br />
Daarbij is 80 mg bij benadering het gemiddelde van de doseringen aangetroffen in de<br />
tabletten. Zoals al eerder gezegd wordt in deze CBA ten behoeve van een minimale<br />
opbrengstberekening uitgegaan van 100 mg MDMA per tablet.<br />
Tabel 2.1 Concentratie van MDMA in XTC-tabletten gecontroleerd<br />
door het DIMS, in procenten<br />
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003<br />
>140 mg 1 1 1 2 4 4 6<br />
106-140 mg 6 5 6 9 14 11 12<br />
71-105 mg 36 27 29 35 49 42 38<br />
36-70 mg 39 53 52 45 28 39 38<br />
1-35 mg 17 15 11 9 5 5 7<br />
Bron Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2004, p.115<br />
Naast het gehalte van MDMA per tablet kan ook de samenstelling van een XTC-tablet<br />
variëren. Let wel: het gaat hier om aangeboden XTC-tabletten aan gebruikers, dus<br />
niet om de vervaardigde XTC in een productielocatie. Jaarlijks analyseert het DIMS<br />
meer dan tweeduizend tabletten. Uit onderzoek van het DIMS is gebleken dat in<br />
de eerste jaren dat XTC-tabletten werden getest, deze vaak andere stoffen bevatten<br />
dan het werkzame MDMA, MDA, MDEA of een combinatie daarvan (in 1997<br />
werd in meer dan 30 procent van de aangeleverde ‘XTC’-tabletten een andere stof<br />
aangetroffen, zoals bijvoorbeeld amfetamine). De laatste jaren bevatten steeds meer<br />
onderzochte tabletten daadwerkelijk MDMA, MDA, MDEA of een combinatie daarvan,<br />
in 2003 zelfs 95 procent. 16 Dit kan een indicatie zijn van een competitieve markt,<br />
waarin aanbieders goede producten moeten leveren om hun positie te behouden. Een<br />
XTC-tablet is naast de werkzame stof MDMA gevuld met bindmiddel (zoals lactose),<br />
zwelmiddel, smeermiddel (zoals magnesium stearaat) en kalk.<br />
14 ‘Algemene informatie:<br />
XTC’, Trimbos Instituut,<br />
www.trimbos.nl, bezocht<br />
op 25 mei 2005.<br />
15 Interne notitie van de NR<br />
Unit Zuid-Nederland, 15<br />
oktober 2003. Zie ook<br />
CBA Synthetische Drugs,<br />
KTZ/USD, Helmond 2002,<br />
p.32-37.<br />
16 Nationale Drug Monitor,<br />
Jaarbericht 2004, p.113.<br />
Hoofdstuk 2<br />
43<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
17 HR 6 mei 2003, NJ 2003,<br />
458 en HR 25 november<br />
2003, LJN: AM2764, zaaknr.<br />
00686/03<br />
18 HR 26 oktober 2004, NJ<br />
2004, 676. Er was sprake<br />
van een tablet met een<br />
bepaalde afdruk. Eerdere<br />
analyses toonden aan dat<br />
pillen met deze afdruk de<br />
werkzame stof MDMA<br />
bevatten.<br />
19 Rb Leeuwarden 22<br />
februari 2005, LJN: AS6892,<br />
zaaknr. 17/081254-03<br />
20 Hof Arnhem 5 april 2005,<br />
LJN:AT3203, zaaknr. 21-<br />
004201-04<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
44<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Juridisch kader<br />
Amfetamine en XTC<br />
In de Opiumwet (Ow) wordt onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde Lijst I en<br />
de Lijst II. In artikel 2 Ow staan de verbodsbepalingen met betrekking tot lijst I. In<br />
deze lijst staan de verdovende middelen met een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid,<br />
de “harddrugs”. In lijst II worden de drugs met een geringer risico, de<br />
“softdrugs” opgesomd. Amfetamine staat sinds 1976 vermeld in lijst I. De werkzame<br />
stoffen MDMA, MDEA of N-ethylMDA die in XTC-tabletten verwerkt zijn staan<br />
sinds 1988 vermeld in lijst I (MDA stond hier al langer op). In artikel 10 Ow zijn de<br />
strafbepalingen opgenomen. De hoogste straffen zijn voor de grensoverschrijdende<br />
handelaren. Importeurs en exporteurs van harddrugs riskeren een gevangenisstraf<br />
van twaalf jaren of een geldboete van de vijfde categorie (€ 45.000,-). De geldboete<br />
kan volgens artikel 12 Ow onder voorwaarden worden verhoogd. Indien grote hoeveelheden<br />
harddrugs in beslag genomen worden zal de waarde hiervan al snel hoger<br />
zijn dan een vierde gedeelte van de maximum geldboete, waardoor een geldboete van<br />
de zesde categorie (€ 450.000,-) mogelijk is.<br />
Bewijsvoering bij handel in XTC<br />
Met betrekking tot de bewijsvoering bij XTC-zaken heeft zich een opmerkelijke ontwikkeling<br />
voorgedaan, die in dit kader niet onvermeld kan blijven. De bewijsvoering<br />
ten aanzien van de handel in XTC werd namelijk tot 2004 enigszins bemoeilijkt door<br />
uitspraken van de Hoge Raad. 17 Dit gold voor opsporingsonderzoeken waarbij inbeslagneming<br />
van XTC-pillen niet mogelijk bleek maar bijvoorbeeld kopers verklaarden<br />
pillen gekocht te hebben van verdachte en gebruikt te hebben. De Hoge Raad stelde<br />
dat uit de bewijsmiddelen dient te volgen dat de pillen daadwerkelijk werkzame stoffen<br />
zoals MDMA bevatten. Een enkele door de politie uitgevoerde “narcotest 23”<br />
(een zogenaamde voorlopige test) waarbij een sterk positieve reactie werd geconstateerd,<br />
is hierbij niet voldoende. Ook gebruikmaking van de omstandigheid dat van<br />
algemene bekendheid is dat XTC-pillen stoffen als MDA, MDMA of MDEA bevatten,<br />
achtte de Hoge Raad onjuist, omdat XTC haar werking ook aan andere stoffen, al<br />
dan niet vermeld op lijst I Ow, kan ontlenen. Latere jurisprudentie laat zien dat feiten<br />
en omstandigheden in soortgelijke gevallen kunnen aantonen dat er sprake is van<br />
verboden stoffen als genoemd in lijst I. 18 In een recent vonnis gebruikte de rechtbank<br />
in een zaak waarin geen pillen werden aangetroffen in haar overweging een deskundigenrapport<br />
van het NFI d.d. 25 oktober 2004. 19 In dit rapport wordt beschreven dat<br />
98% van onderzochte tabletten stoffen bevatten die onder lijst I van de Ow vallen.<br />
Mede op basis van dit rapport komt de rechtbank tot een bewezenverklaring. Dat<br />
de zogenaamde narcotest 23 kan bijdragen tot het bewijs, is te lezen in een arrest<br />
van Gerechtshof Arnhem, dat tot een veroordeling kwam op basis van deze test, het<br />
uiterlijk van de pillen en de verklaring van de verdachte omtrent de werking van de<br />
pillen. 20 Een veroordeling zonder inbeslagneming (en dus zonder laboratoriumrapport
over de chemische samenstelling) van de XTC-tabletten lijkt thans dus mogelijk door<br />
gebruikmaking van andere bewijsmiddelen.<br />
BMK en PMK<br />
Verbodsbepalingen betreffende de precursoren PMK en BMK staan niet in de Opiumwet,<br />
maar in de in 1996 in werking getreden Wet voorkoming misbruik chemicaliën<br />
(WVMC). Deze is voortgekomen uit het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de<br />
sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (Verdrag van Wenen,<br />
1988). De Europese Gemeenschappen heeft met een verordening en een richtlijn<br />
uitvoering gegeven aan de verdragsverplichtingen en de lidstaten opgedragen om hun<br />
nationale wetgevingen aan te passen. 21 Kernbepalingen van de WVMC zijn de artikelen<br />
3 en 5 die verwijzen naar de richtlijn en de bijbehorende bijlage. In de bijlage (met<br />
drie categorieën naar belangrijkheid voor de vervaardiging van verdovende middelen)<br />
worden stoffen genoemd die zonder vergunning niet vervaardigd of verhandeld<br />
mogen worden (art. 3 WVMC) of waarvan het bezit verboden is zonder vergunning<br />
(art. 5 WVMC). De chemicaliën PMK en BMK staan niet als zodanig vermeld in<br />
deze bijlage, maar wel de stoffen die geschikt zijn voor het bereiden van verdovende<br />
middelen en precursors, zoals 1-Fenyl-2-propanon geschikt is voor de bereiding van<br />
BMK en de stoffen 3,4-Methyleendioxyfenylpropaan-2-on, Isosafrool en Piperonalen<br />
Safrool voor de bereiding van PMK. De strafbaarstellingen staan vermeld in de Wet<br />
Economische Delicten (WED). 22 De wetgeving is thans aan wijziging onderhevig. De<br />
Europese Unie heeft twee nieuwe verordeningen afgekondigd (voor inter- en intracommunautaire<br />
handel) die op 18 augustus 2005 in werking zijn getreden. De bestaande<br />
richtlijn en verordening zijn ingetrokken. De verordeningen hebben rechtstreekse<br />
werking maar de nationale toepassing geschiedt op basis van de WVMC; een wijzigingsvoorstel<br />
gaat binnenkort naar het parlement. De nieuwe verordeningen bevatten<br />
overgangsbepalingen waardoor de bestaande wetsteksten vooralsnog hun gelding<br />
blijven behouden.<br />
Niet genoemde stoffen<br />
Een groot aantal stoffen dat wordt gebruikt bij de productie van amfetamine en<br />
MDMA komt niet voor op de lijsten van de WVMC, zoals methylamine, ethylamine en<br />
chloorwaterstof. Doordat de stoffen worden ingezet bij de productie van verdovende<br />
middelen kan het gebruik hiervan strafbaar zijn via artikel 10a Opiumwet. Ook is het<br />
mogelijk om de opslag en het gebruik van deze stoffen te vervolgen als overtreding<br />
van de Wet Milieubeheer.<br />
2.3.1.2 Het productieproces van synthetische drugs<br />
De grondstoffen die benodigd zijn om XTC en amfetamine te produceren zijn te<br />
onderscheiden in precursoren (zoals PMK en BMK), essentiële chemicaliën (zoals<br />
formamide, mierenzuur en waterstofgas), organische oplosmiddelen (zoals aceton,<br />
21 Verordening (EEG) nr.<br />
3677/90 van 13 december<br />
1990, PbEG L 357 en de<br />
Richtlijn 92/109/EEG van<br />
14 december 1992, PbEG L<br />
370 zoals laatstelijk gewijzigd<br />
bij Richtlijn 2003/101/<br />
EG van 3 november 2003,<br />
PbEG L 286<br />
22 Zie art. 1 sub 1, art. 2 lid 1<br />
en art. 6 WED<br />
Hoofdstuk 2<br />
45<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
De Leuckartsynthese.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
46<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
ethanol en methanol), zuren (zoals fosforzuur en zoutzuur) en katalysatoren (zoals<br />
natriumboorhydride en platinumoxide).<br />
De precursoren zijn de essentiële chemicaliën die nodig zijn voor de vervaardiging<br />
van synthetische drugs. De meest gangbare precursoren, gebruikt in de synthetische<br />
drugsproductie, zijn te onderscheiden in PiperonylMethylKeton (PMK) en Benzyl-<br />
MethylKeton (BMK). PMK is een voor de productie van MDMA noodzakelijke stof<br />
en heeft als officiële benaming 3,4-(methyleendioxy-)fenylpropaan-2-on. BMK is een<br />
voor de productie van amfetamine noodzakelijke stof, en heeft als officiële benaming<br />
1-phenyl-2-propanon. BMK en PMK vormen de basis voor het werkzame bestanddeel<br />
in het eindproduct. De overige chemische grondstoffen zijn voor een chemische<br />
synthese noodzakelijk om tot het eindproduct te komen. In het eindproduct zijn deze<br />
grondstoffen vaak nog wel herkenbaar, maar ze zijn ondergeschikt.<br />
De productiemiddelen die gebruikt worden bij de syntheses zijn onder meer reactiekolven,<br />
stijgbuizen, bolkoelers, decanteervaten, thermometers, PH-meters, isomantels,<br />
stoomapparaten, centrifuges, gasmaskers en hogedrukapparatuur.<br />
Bij de productie van synthetische drugs, met name amfetamine en 3,4-Methyleen-<br />
Dioxy-MethAmfetamine (MDMA), wordt in Nederland een aantal syntheses gebruikt.<br />
De meest aangetroffen synthesemethoden zijn de Leuckartsynthese en de reductieve<br />
aminering. De reductieve aminering kent een aantal varianten: de warme methode, de<br />
koude methode en de aluminium-amalgaammethode.<br />
Amfetamine<br />
Uit 1 liter BMK wordt circa een halve kilogram amfetamine gewonnen. Dit proces<br />
is in de loop der jaren niet veranderd, hoewel met een optimalisatie de productie<br />
verhoogd zou kunnen worden naar 700 gram amfetamine per liter BMK. Amfetamine<br />
wordt vooral vervaardigd middels de Leuckartsynthese. Deze synthese kent<br />
verschillende kookprocessen waarbij vloeistoffen lange periodes moeten afkoelen.<br />
De totale tijdsduur ligt tussen de 36 en 40 uur. Bij de Leuckartsynthese<br />
wordt gebruikt gemaakt van glazen rondbodemkolven, koelers (of stijgbuizen),<br />
elektrische verwarmingsmantels, kooksteentjes of kookkralen, scheitrechters/decanteervaten<br />
en een stoomdestillatie-opstelling (bijvoorbeeld een behangstoomapparaat)<br />
of vacuümdestillatie. Uit de grondstof BMK wordt door<br />
koken met formamide een tussenproduct gevormd, het N-formylamfetamine.<br />
Dit tussenproduct wordt door koken met zoutzuur omgezet in amfetamine.<br />
Het betreft een zogenaamde twee-staps-reactie. Net als Leuckart zelf gebruiken<br />
producenten van amfetamine verwarmingsmantels en ander glaswerk<br />
voor de synthese. Sinds een aantal jaren zijn er producenten die aparte reactievaten<br />
gebruiken waarmee ze een grotere opbrengst in dezelfde tijdspanne kunnen<br />
verkrijgen.
XTC<br />
In het begin van de jaren negentig werd uit 1 liter PMK circa 700 gram MDMA gewonnen.<br />
Door belangrijke grondstoffen terug te winnen en her te gebruiken is dit nu<br />
ongeveer 1 kilogram MDMA geworden. Bij een optimaal productieproces kan<br />
dit verhoogd worden tot 1,2 kilogram. Het aantal XTC-tabletten dat vervolgens<br />
geslagen wordt is afhankelijk van de toegevoegde hoeveelheid MDMA<br />
per tablet. De gemiddelde werkzame stof per tablet ligt op 80 milligram. In<br />
dit geval kunnen uit een kilogram MDMA dus 12.500 tabletten worden geslagen.<br />
Wanneer uit 1 liter PMK 1,2 kilogram MDMA is gewonnen dan kunnen<br />
er zelfs 15.000 tabletten worden geslagen. Let wel, dit zijn aantallen die in<br />
de praktijk waarschijnlijk zelden gehaald worden. In dit CBA wordt uitgegaan<br />
van 100 milligram werkzame stof per tablet, waardoor uit 1 kilogram<br />
MDMA 10.000 XTC-tabletten kunnen worden geslagen. Dit is in lijn met de<br />
berekening die het Nederlands Forensisch Instituut hanteert. In Nederland<br />
wordt MDMA meestal middels de reductieve aminering vervaardigd. De reductieve<br />
aminering kent, zoals gezegd, drie verschillende productiemethoden.<br />
De warme methode wordt uitgevoerd in een drukvat. De koude methode en de<br />
aluminium-amalgaammethode worden bij atmosferische druk uitgevoerd, al of niet in<br />
een gesloten vat. 23<br />
1. De warme methode. Bij deze methode wordt gebruikt gemaakt van een<br />
drukvat met een roermechanisme. Uit de grondstof PMK wordt met methylamine<br />
een tussenproduct gevormd. Dit tussenproduct wordt met behulp<br />
van waterstofgas en de platina katalysator direct omgezet in MDMA. Het betreft<br />
een zogenaamde één-pots-reactie. De methylamine wordt in overmaat<br />
toegevoegd. Het kenmerk van een katalysator is dat die wel aan de reactie<br />
deelneemt, maar niet bij de reactie verbruikt wordt. De katalysator kan dus<br />
opnieuw gebruikt worden.<br />
2. De koude methode. Deze methode heeft, waarschijnlijk omdat een deel van<br />
het proces in een diepvries wordt uitgevoerd, de naam “koude methode” gekregen.<br />
Volgens wetenschappelijke literatuur wordt deze reactie uitgevoerd<br />
bij 0 °C. Uit de grondstof PMK wordt met methylamine in de aanwezigheid<br />
van methanol een tussenproduct gevormd. Dit tussenproduct wordt met<br />
behulp van natriumboorhydride direct omgezet in MDMA. Het betreft een<br />
zogenaamde één-pots-reactie. Methylamine wordt in overmaat toegevoegd.<br />
Het natriumboorhydride wordt bij de reactie verbruikt.<br />
3. De aluminium-amalgaammethode. Bij deze methode worden allerlei vaten,<br />
zoals glazen rondbodemkolven, metalen reactievaten met een emaillen bekleding<br />
of andere vaten (er zijn zelfs open vaten gezien) met eventueel een<br />
roermechanisme gebruikt. Verder wordt een destillatieopstelling gebruikt. De<br />
De warme methode.<br />
23 Een enkele keer is een<br />
productielocatie ontmanteld<br />
waar XTC middels<br />
de Leuckartsynthese werd<br />
vervaardigd.<br />
Hoofdstuk 2<br />
47<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
Een tabletteermachine.<br />
24 Deze tekst is gebaseerd op<br />
een tekst van dr. Bolhuis<br />
van de Rijksuniversiteit<br />
Groningen, in het bezit van<br />
de NR-Unit Zuid-Nederland.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
48<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
hoofdopstelling zijn twee rondbodemkolven met ‘koelers’ (ten behoeve van<br />
de destillatie), een verwarmingsmantel en eventueel een vacuümpomp. Uit de<br />
grondstof PMK wordt met methylamine in de aanwezigheid van methanol een<br />
tussenproduct gevormd. Dit tussenproduct wordt met behulp van aluminium<br />
amalgaam (aluminium met een zeer geringe hoeveelheid kwikchloride) direct<br />
omgezet in MDMA. Het betreft een zogenaamde één-pots-reactie. De methylamine<br />
wordt in overmaat toegevoegd. Het aluminium(folie) wordt bij de<br />
reactie omgezet in een fijn poeder. Dit poeder (grijs of beige van kleur) is afval.<br />
In deze onderzoeksperiode zijn er vier synthetische-drugslaboratoria ontdekt<br />
waarin volgens de aluminium-amalgaammethode werd gewerkt. In Nederland<br />
wordt deze methode zelden gebruikt omdat er grote gevaren aan kleven en<br />
het een toxisch proces is. Uit onderzoek van het Nederland Forensisch Instituut<br />
blijkt dat bij verschillende zaken waarbij iets mis was gegaan (explosies,<br />
branden) de aluminium-amalgaammethode was gebruikt. Het grote nadeel van<br />
deze methode is de enorme warmteontwikkeling. De ontstane warmte moet<br />
worden afgevoerd, wat bij productie op grote schaal aanzienlijke problemen<br />
kan opleveren. Een ander nadeel is het verwijderen van het gevormde aluminiumoxide,<br />
het fijne poeder dat zeer lastig te verwijderen is.<br />
Tablettering 24<br />
Nadat het MDMA-poeder is geproduceerd moet het nog getabletteerd worden.<br />
Het MDMA wordt daartoe gemengd met een of meer vulbindmiddelen, een zwelmiddel,<br />
een glijmiddel, een smeermiddel, en eventueel een kleur- en/of smaakstof.<br />
Vulbindmiddelen moeten een tablet massa geven, voor binding zorgen en chemisch<br />
stabiel zijn – dit houdt in dat ze niet reageren met de werkzame stof. Belangrijke vulbindmiddelen<br />
zijn celluloses, suikers, polyolen en calciumzouten. De zwelmiddelen<br />
zorgen ervoor dat een tablet uiteenvalt in een glas water of na inname in de maag.<br />
Zetmeel is een goed uiteenvalmiddel maar bindt zeer slecht; daarom worden meestal<br />
zogenaamde superdesintegratiemiddelen gebruikt, zoals natriumzetmeelglycolaat.<br />
Glijmiddelen zorgen voor een goede stroming van het te tabletteren poeder en<br />
het regelmatig uitvullen van de matrijs in de tabletteermachine, zodat de onderlinge<br />
gewichten van de tabletten niet te veel verschillen. Meestal wordt colloïdaal kiezelzuur<br />
als glijmiddel gebruikt. Smeermiddelen beperken de wrijving tussen enerzijds het<br />
poeder en anderzijds de matrijs en de stempels. Wanneer het smeermiddel niet is<br />
toegevoegd dan valt het tablet kapot door de wrijving die ontstaat bij het uitwerpen.<br />
Het belangrijkste smeermiddel is magnesiumstearaat. Het tabletteren wordt meestal<br />
via directe compressie uitgevoerd, waarbij het homogene mengsel van de diverse<br />
stoffen direct tot tabletten geslagen worden.
2.3.2 Omvang van synthetische-drugscriminaliteit<br />
2.3.2.1 In beslag genomen synthetische drugs in Nederland en in het<br />
buitenland<br />
Grondstoffen<br />
In de periode 2001-2003 zijn diverse partijen grondstoffen in beslag genomen.<br />
Zoals uit tabel 2.2 blijkt worden de meeste grondstoffen aangetroffen<br />
in containers (in havens), in opslagplaatsen (loodsen) en bij productieplaatsen<br />
(laboratoria). Volgens analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland is de omvang<br />
van de in Nederland gedane inbeslagnemingen in 2004 afgenomen doordat<br />
criminele verbanden de BMK en PMK niet meer direct naar Nederland<br />
smokkelen, maar via andere landen. Zo werd van de in 2004 in beslag genomen<br />
BMK en PMK bestemd voor Nederland (25.000 liter) slechts een deel in<br />
Nederland zelf geconfisqueerd, terwijl grote partijen werden aangetroffen in<br />
de zeehavens van België en Ierland op doorvoerreis naar Nederland. 25<br />
Tabel 2.2 In Nederland onderschepte grotere partijen precursoren<br />
2001-2003<br />
datum plaats liters BMK liters PMK locatie/vindplaats herkomst<br />
13/02/01 Rotterdam 2.000 3.000 haven China<br />
16/03/01 Rotterdam 700 1.600 fietsbanden China<br />
12/09/01 Rotterdam 4.000 10.000 zeecontainer China<br />
10/10/01 Eijsden 3.100 loods<br />
11/10/01 Amsterdam 4.000 container<br />
06/03/02 Drachten 150 laboratorium<br />
19/03/02 Amsterdam 760 China<br />
17/04/02 Fochteloo 140 laboratorium<br />
04/06/02 Tilburg 120<br />
06/08/02 Watergang 220 laboratorium<br />
31/12/02 Rotterdam 7.700 pannen China<br />
16/01/03 Utrecht 560 loods China<br />
18/10/03 Rotterdam 3.000 loods China<br />
13/10/03 Amsterdam 3.000 1.000 container China<br />
13/11/03 Almelo 1.380 2.500 loods China<br />
Het zou niet verstandig zijn om aan de cijfers met betrekking tot de in beslag genomen<br />
partijen precursoren uitspraken te doen over de verhouding tussen ingevoerde BMK<br />
en PMK of over de totale import of over de neerslag van dit aantal op de synthetische-<br />
XTC-tabletten in een verborgen<br />
compartiment.<br />
25 Er werden ook grote<br />
aantallen precursoren geconfisqueerd<br />
in Australië,<br />
maar het is onduidelijk of<br />
deze grondstoffen daar<br />
verwerkt zouden gaan<br />
worden of elders (en wellicht<br />
in Nederland).<br />
Hoofdstuk 2<br />
49<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
26 <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
Precursoren, FIOD-ECD,<br />
januari 2004, p.46<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
50<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
drugsproductie. De fluctuaties tussen de verschillende jaren zijn door uitschieters bij<br />
enkele vangsten te groot. Uit de cijfers en recente onderzoeken door de FIOD-ECD<br />
en de politie blijkt China het voornaamste bronland te zijn. 26 Onderzoeken wijzen uit<br />
dat in deze handel vooral personen met de Chinese etniciteit actief zijn.<br />
Behalve in China wordt BMK ook geproduceerd in een aantal Oost-Europese landen.<br />
In tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, is deze BMK van eenzelfde kwaliteit<br />
als de BMK uit China. Medewerkers van de FIOD-ECD stellen dat BMK steeds vaker<br />
uit Oost-Europa afkomstig is. De BMK wordt vaak over de weg vanuit Moskou via<br />
Polen naar Nederland gesmokkeld, en in kleinere hoeveelheden dan de partijen die<br />
uit China gesmokkeld worden.<br />
De analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland merken op dat het aannemelijk is dat in<br />
de afgelopen jaren zeer grote hoeveelheden BMK en PMK vanuit China zijn ingevoerd<br />
in Nederland en hier zijn opgeslagen. Deze veronderstelling vloeit voort uit het feit<br />
dat ondanks de grote inbeslagnemingen in de periode 2001-2003 de prijs van XTC en<br />
amfetamine niet steeg, wat erop kan duiden dat de productie van XTC en amfetamine<br />
geen hinder heeft ondervonden van de inbeslagnemingen. Dit lijkt te veranderen. Medewerkers<br />
van de NR-Unit Zuid-Nederland merken op dat sinds het eind van 2004<br />
criminelen moeite hebben om aan grondstoffen te komen. Dit kan inhouden dat er<br />
sprake is van minder aanvoer vanuit China (waar de opsporingsautoriteiten meer prioriteit<br />
hebben gegeven aan een stringente aanpak van de illegale handel in precursoren),<br />
of dat de in Nederland opgeslagen partijen BMK en PMK opraken en niet meer worden<br />
bijgevuld doordat de opsporingsdiensten succesvol zijn in hun onderzoeken. Mogelijk<br />
zal de productie hierdoor naar andere landen worden verplaatst (zie hoofdstuk 5).<br />
Synthetische drugs algemeen<br />
In tabel 2.3 wordt een overzicht gegeven van alle vangsten van XTC en amfetamine<br />
in Nederland en in het buitenland vanaf 1998 tot 2004. Hoogstwaarschijnlijk zullen<br />
de aantallen voor 2004 uiteindelijk hoger uitvallen, omdat een deel van de elders in<br />
de wereld geconfisqueerde partijen ten tijde van de samenstelling van deze tabel (in<br />
april 2005) nog niet bij de NR-Unit Zuid-Nederland bekend waren. In de volgende<br />
paragrafen worden de cijfers in grafieken verwerkt, geanalyseerd en in perspectief<br />
geplaatst. Hier moet alvast wel worden opgemerkt dat de hoeveelheden inbeslagnemingen<br />
sterk beïnvloed worden door incidentele grote vangsten van honderdduizenden<br />
of zelfs een aantal miljoen tabletten. Hierdoor kunnen meestal geen eenduidige<br />
trends worden gegeven.<br />
Ook dient hier vermeld te worden dat in deze tabel niet zijn opgenomen de partijen<br />
amfetamine en XTC die achteraf bij opsporingsdiensten bekend zijn geworden, bijvoorbeeld<br />
doordat een tapgesprek te laat werd uitgeluisterd. Het is niet mogelijk om<br />
de omvang van de wel bekende maar niet in beslag genomen partijen amfetamine en<br />
XTC weer te geven, omdat deze incidenten niet structureel geregistreerd worden.
Tabel 2.3 In Nederland en in het buitenland in beslag genomen<br />
synthetische drugs 27<br />
XTC Nederland XTC Buitenland Amfetamine Amfetamine<br />
Nederland Buitenland<br />
2004 Tabletten 5.600.193 10.080.037 10.355<br />
Poeder (kg) 303,30 1.048,10 598,01 341,03<br />
Olie (liter) 210,00<br />
Pasta (kg) 262,00<br />
2003 Tabletten 5.420.033 12.971.425 14.000 1.036<br />
Poeder (kg) 311,18 850,60 408,53 821,99<br />
Olie (liter) 37,00 4,80<br />
Pasta (kg) 124,20 20,00 412,00 213,50<br />
2002 Tabletten 6.013.989 18.581.801 100 868<br />
Poeder (kg) 789,40 120,86 418,33 1.654,90<br />
Olie (liter) 0,75<br />
Pasta (kg) 3,17 4,50<br />
2001 Tabletten 3.605.476 22.062.190 20.592 530<br />
Poeder (kg) 113,00 15,50 514,00 731,00<br />
Olie (liter) 1,00 65,00 38,00<br />
Pasta (kg)<br />
2000 Tabletten 5.500.000 16.200.000<br />
Poeder (kg) 632,00 9,00 293,00 1.251,00<br />
Olie (liter)<br />
Pasta (kg)<br />
1999 Tabletten 3.600.000 9.700.000 450.000<br />
Poeder (kg) 405,00 853,00 990,00<br />
Olie (liter)<br />
Pasta (kg)<br />
1998 Tabletten 1.100.000 2.400.000 242.000<br />
Poeder (kg) 54,00 1.450,00 1.569,00<br />
Olie (liter)<br />
Pasta (kg)<br />
Amfetamine<br />
Specifiek voor de handel in amfetamine is dat deze voornamelijk binnen Europa blijft<br />
en dat smokkel middels vliegtuigen bijna niet wordt aangetroffen. In 2001/2002 vond<br />
90 procent van alle wereldwijde in beslag genomen amfetamine plaats in Europa. Meer<br />
dan een derde van de amfetamine werd in het Verenigd Koninkrijk in beslag genomen,<br />
gevolgd door België (elf procent), Nederland (tien procent), Duitsland (acht procent)<br />
en Zweden (zeven procent). De grootste toename van de inbeslagnemingen vond<br />
plaats in Oost-Europa. In West-Europa namen de inbeslagnemingen eveneens toe,<br />
maar in de rest van de wereld namen ze af. De meeste amfetamine was afkomstig uit<br />
27 Niet alle inbeslagnemingen<br />
zijn bekend bij de<br />
Unit Zuid-Nederland. Ten<br />
eerste komen gegevens<br />
over onderscheppingen<br />
niet automatisch bij<br />
de Unit binnen, en ten<br />
tweede registreert de Unit<br />
alleen inbeslagnemingen<br />
van 500 tabletten/gram of<br />
meer. De cijfers worden<br />
jaarlijks verzameld door<br />
de afdeling Kennis &<br />
Expertise van de NR Unit<br />
Zuid-Nederland en zijn<br />
afkomstig van de Nederlandse<br />
politie, FIOD-ECD,<br />
Douane, Koninklijke<br />
Marechaussee, Europol,<br />
Interpol, Wereld Douane<br />
Organisatie, en van diverse<br />
buitenlandse zusterdiensten.<br />
De buitenlandse<br />
cijfers zijn in deze tabel<br />
van een beperkte omvang,<br />
omdat alleen inbeslagnemingen<br />
zijn geregistreerd<br />
die een aantoonbare<br />
relatie met Nederland<br />
hebben. Deze relaties zijn<br />
vastgesteld naar aanleiding<br />
van verklaring(en) van de<br />
verdachte(n), uit opsporingsonderzoeken,<br />
door<br />
de aanhouding van een<br />
verdachte in het buitenland<br />
die rechtstreeks uit<br />
Nederland kwam, en door<br />
analyse van de geconfisqueerde<br />
tabletten.<br />
Hoofdstuk 2<br />
51<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
28 World Drug Report 2004,<br />
UNODC, Wenen 2004, p.<br />
166-167.<br />
29 Europol situation report on<br />
drug production and drug<br />
trafficking 2003-2004,<br />
Europol, Den Haag 2004,<br />
p.49.<br />
30 Lagebild Rauschgift 2003,<br />
Bundeskriminalamt, Wiesbaden<br />
2004, p.17.<br />
31 Europol situation report on<br />
drug production and drug<br />
trafficking 2000-2001, Europol,<br />
Den Haag juli 2001,<br />
p.55.<br />
32 T. van der Heijden, De Nederlandse<br />
drugsmarkt. Een<br />
poging tot kwantificering van<br />
import, export, productie en<br />
consumptie van verdovende<br />
middelen, KLPD/DNRI,<br />
Zoetermeer, november<br />
2003, p.63. G. Pearson en<br />
D. Hobbs, Middle market<br />
drug distribution, Home<br />
Office Research Study 227,<br />
Londen 2001, 23.<br />
33 Inbeslagnemingen synthetische<br />
drugs 2004, Kennis<br />
en Informatiecentrum, NR<br />
Unit Zuid-Nederland, april<br />
2005 (niet gepubliceerd).<br />
Inbeslagnemingen synthetische<br />
drugs 2003, Kennis<br />
en Expertisecentrum, NR<br />
Unit Zuid-Nederland,<br />
maart 2004 (niet gepubliceerd).<br />
Inbeslagnemingen<br />
synthetische drugs 2002,<br />
Kennis en Expertisecentrum,<br />
KTZ/USD, april 2003<br />
(niet gepubliceerd).<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
52<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Nederland (40 procent van het totaal), gevolgd door Polen (27 procent), België (23<br />
procent) en Estland (tien procent). 28<br />
De Nederlandse amfetamine lijkt vooral bestemd voor de Britse markt. Volgens Britse<br />
autoriteiten is negentig procent van de amfetamine in het Verenigd Koninkrijk afkomstig<br />
uit Nederland. Frankrijk is een belangrijk doorvoerland voor smokkel van amfetamine<br />
naar het Verenigd Koninkrijk. 29 De meeste amfetamine in Duitsland is afkomstig<br />
uit Nederland, wordt in beslag genomen in de deelstaten Noordrijn-Westfalen en<br />
Beieren, en is bestemd voor de Scandinavische markt. 30 Volgens Europol neemt het<br />
aandeel van de in Nederland geproduceerde amfetamine op de Zweedse markt sinds<br />
het eind van de jaren negentig af. De amfetamine in Zweden en Noorwegen komt<br />
vooral uit de Baltische staten en Polen. In deze landen wordt behalve amfetamine ook<br />
methamfetamine geproduceerd. Incidenteel worden er laboratoria ontmanteld waar<br />
(op kleinschalige wijze) XTC wordt geproduceerd. 31<br />
Het versnijden van amfetaminepoeder gebeurt in de regel in het consumptieland.<br />
Waarschijnlijk liggen de geïmporteerde hoeveelheden lager, aangezien de zuiverheid<br />
op straatniveau gemiddeld zestien procent bedraagt. Dit zou eenderde zijn van de<br />
zuiverheid op het moment van invoer. Het is echter niet mogelijk om een nauwkeuriger<br />
beeld te geven, omdat het niet duidelijk is of de in het buitenland geconfisqueerde<br />
amfetamine inmiddels is versneden of dat dit nog moest gebeuren. 32<br />
Zoals in grafiek 2.1 kan worden gezien is de hoeveelheid in Nederland in beslag genomen<br />
amfetaminepoeder sinds 2001 redelijk gelijk na een daling in de periode 1998-<br />
2000. De hoeveelheid in het buitenland geconfisqueerd poeder laat vanaf 1998 grote<br />
verschillen zien, maar was in 2004 aanzienlijk minder dan in voorgaande jaren. Opvallend<br />
is dat sinds 2003 ook amfetaminepasta in beslag is genomen in Nederland en in<br />
het buitenland. Of hier sprake is van een nieuwe trend kan nog niet met zekerheid<br />
worden gezegd. Amfetaminepasta is één stap verwijderd van het eindproduct. Na een<br />
drogingproces, dat niet per se in Nederland hoeft plaats te vinden, is er sprake van<br />
amfetaminepoeder. Pasta is wellicht makkelijker te smokkelen dan poeder en wordt<br />
daardoor minder snel opgemerkt.<br />
Zowel in 2002, 2003 als 2004 vonden de meeste inbeslagnemingen van amfetamine<br />
plaats in Duitsland (respectievelijk 49, 25 en 23). De grootste partijen – meestal van<br />
een grootte tussen de 200 en 300 kilogram – werden in de periode 2002-2004 geconfisqueerd<br />
in Nederland, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In het Verenigd<br />
Koninkrijk werden de grootste hoeveelheden in 2003 en in 2004 in de haven van<br />
Dover in beslag genomen. In Nederland werden in 2002, 2003 en 2004 de grootste<br />
hoeveelheden in de provincie Brabant geconfisqueerd. In het Verenigd Koninkrijk<br />
werd de amfetamine vooral in vrachtwagens aangetroffen, in Duitsland in personenauto’s<br />
en in treinen en in Nederland in productielocaties. 33
Grafiek 2.1 In beslag genomen amfetamine in kilogrammen<br />
XTC<br />
Al jarenlang is de in het buitenland in beslag genomen XTC voor het merendeel<br />
afkomstig uit Nederland, zo blijkt uit gegevens van zusterdiensten uit onder andere<br />
Australië, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Oostenrijk, Spanje, de<br />
Verenigde Staten en Zweden. Na Nederland is België een belangrijk productieland.<br />
Het aandeel van Nederland als herkomstland van XTC was volgens het UNODC 69<br />
procent in 2002, terwijl dat van België 24 procent zou zijn. 34 Een medewerker van de<br />
NR-Unit Zuid-Nederland plaatst vraagtekens bij deze percentages, omdat in de praktijk<br />
is gebleken dat de aanwezigheid van een boodschappentas van een Nederlands<br />
supermarktconcern in een voertuig voor een buitenlandse politiedienst al voldoende<br />
was om aan te nemen dat de XTC ook uit Nederland afkomstig was.<br />
In het begin van de jaren negentig vonden de inbeslagnemingen van XTC vrijwel alleen<br />
in Europa plaats. De laatste jaren is er sprake van een verspreiding over de rest van<br />
de wereld. Werd in 1993/1994 nog 80 procent van alle wereldwijd in beslag genomen<br />
XTC in Europa geconfisqueerd; in 2001/2002 was dit gedaald naar 62 procent.<br />
In Noord-Amerika werd negentien procent in beslag genomen, in Australië negen<br />
procent, in Zuidoost Azië zes procent, in Zuid-Amerika twee procent, en in het Midden-Oosten<br />
één procent. In 2002 namen in alle werelddelen de inbeslagnemingen van<br />
XTC toe, behalve in Noord-Amerika. 35<br />
Frankrijk zou fungeren als doorvoerland voor XTC die voor de Britse markt bestemd<br />
is: de helft van alle in Frankrijk geconfisqueerde XTC was onderweg naar het Verenigd<br />
Koninkrijk. XTC die bestemd is voor de Verenigde Staten wordt vaak met een om-<br />
34 Bij Belgische laboratoria<br />
zijn meestal Nederlanders<br />
betrokken.<br />
35 World Drug Report 2004, p.<br />
171.<br />
Hoofdstuk 2<br />
53<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
36 Europol situation report on<br />
drug production and drug<br />
trafficking 2000-2001,<br />
Europol, Den Haag juli<br />
2001, p.58-60. World Drug<br />
Report 2004, UNODC,<br />
Wenen 2004, p. 172.<br />
37 Inbeslagnemingen synthetische<br />
drugs 2004, Kennis<br />
en Informatiecentrum, NR<br />
Unit Zuid-Nederland, april<br />
2005 (niet gepubliceerd).<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
54<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
weg naar dat land gesmokkeld. Niet alleen via luchthavens in Duitsland, maar ook via<br />
luchthavens in Spanje, Roemenië en Zweden en via Canada (waarover later meer). 36<br />
Het grootste deel van de in Duitsland in beslag genomen XTC is afkomstig uit Nederland<br />
(andere bronlanden waren België en Spanje).<br />
Uit grafiek 2.2 blijkt dat het aantal in beslag genomen XTC-tabletten in Nederland<br />
vanaf 2000 tot en met 2004 redelijk gelijk blijft, met alleen in 2001 een aanzienlijk<br />
lager aantal inbeslagnemingen. De in het buitenland geconfisqueerde XTC-tabletten<br />
(gerelateerd aan Nederland) nemen sinds 2001 zeer sterk af: in drie jaar tijd is het<br />
aantal zelfs meer dan gehalveerd. Tegelijkertijd met de afname van de in beslag genomen<br />
XTC-tabletten valt een toename waar te nemen van de hoeveelheden in het buitenland<br />
in beslag genomen MDMA-poeder (zie grafiek 2.3). Dit poeder zal uiteindelijk<br />
elders tot XTC-tabletten worden geslagen. Wanneer MDMA-poeder geconfisqueerd<br />
wordt, dan blijkt het telkens om grote partijen te gaan. Zo werden in 2003 bij acht<br />
inbeslagnemingen in totaal 851 kilogram MDMA-poeder (en 20 kilogram MDMApasta)<br />
in beslag genomen. In twee gevallen betroffen het partijen van elk 250 kilogram<br />
MDMA-poeder welke waren verscheept in Nederland met de eindbestemming<br />
Canada. In twee andere gevallen betroffen het respectievelijk 180 en 120 kilogram<br />
MDMA-poeder verscheept naar Australië. In 2004 werd in China tijdens één inbeslagneming<br />
469 kilogram MDMA-poeder aangetroffen, in Australië werden bij vier<br />
inbeslagnemingen 464 kilogram MDMA-poeder aangetroffen, en in Canada werden<br />
bij twee inbeslagnemingen 91 kilogram aangetroffen. 37<br />
Grafiek 2.2 In beslagnemingen XTC-tabletten in miljoenen<br />
25.000.000<br />
20.000.000<br />
15.000.000<br />
10.000.000<br />
5.000.000<br />
0
De verschuiving van de smokkel van XTC-tabletten naar MDMA-poeder zou te maken<br />
kunnen hebben met de toegenomen controles op luchthavens op de uitvoer van<br />
XTC-tabletten in Nederland en in doorvoer- en bestemmingslanden. De vraag is of<br />
deze inbeslagnemingen van MDMA-poeder incidenten betreffen of dat het wellicht<br />
een meer structurele verschuiving van smokkelmethodes betreft.<br />
Grafiek 2.3 Inbeslagnemingen MDMA-poeder in kilogrammen<br />
Als het in Nederland en in het buitenland geconfisqueerde MDMA-poeder (gerelateerd<br />
aan Nederland) wordt omgerekend naar tabletten (uit één kilo worden circa<br />
10.000 tabletten geslagen), dan blijkt dat de totale hoeveelheid in beslag genomen<br />
XTC sinds 2001 op een redelijk stabiel niveau blijft (zie grafiek 2.4). In de periode<br />
2002-2004 werden per jaar gemiddeld 30.9 miljoen uit Nederland afkomstige XTCtabletten<br />
in beslag genomen (inclusief omgerekend het MDMA-poeder). Uit het in<br />
2004 in Nederland en in het buitenland in beslag genomen MDMA-poeder konden<br />
respectievelijk nog ruim 3 miljoen en bijna 10,5 miljoen XTC-tabletten worden vervaardigd.<br />
Hoofdstuk 2<br />
55<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
38 Volledigheidshalve wordt<br />
opgemerkt dat de inbeslagnemingen<br />
niet alléén<br />
in de genoemde landen<br />
hebben plaatsgevonden,<br />
maar overal ter wereld.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
56<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Grafiek 2.4 In beslag genomen XTC-tabletten en MDMA-poeder<br />
omgerekend naar XTC-taletten<br />
Tabel 2.4 Aantal inbeslagnemingen van XTC gerelateerd aan<br />
Nederland op bestemmingsland 38<br />
Bestemmingsland 1999 2000 2001 2002 2003 2004<br />
Verenigde Staten 67 170 189 206 72 17<br />
Duitsland 10 34 66 56 32 53<br />
Zuid-Afrika 1 17 15 17 31 1<br />
Verenigd Koninkrijk 21 43 45 20 29 5<br />
Frankrijk 4 11 16 23 28 18<br />
Spanje 8 22 42 15 20 2<br />
Canada 8 30 30 21 17 1<br />
Australië 5 13 20 25 15 5<br />
Italie 3 3 9 37 14 1<br />
Japan 0 7 6 9 14 18<br />
overig 76 169 170 204 168 53<br />
Totaal 203 519 608 631 440 176<br />
Uit tabel 2.4 blijkt dat het aantal inbeslagnemingen wereldwijd sinds 2002 aanzienlijk<br />
is afgenomen. In diverse landen is er sprake van een daling, maar nergens is deze zo<br />
radicaal als in de VS. Tegelijkertijd lijken per inbeslagneming de hoeveelheden te zijn
gestegen: er wordt per transport dus meer gesmokkeld. In Australië en in België<br />
werden in 2004 tijdens één inbeslagneming respectievelijk 2.467.500 en 2.350.000<br />
tabletten aangetroffen. In 2002 werd de grootste partij in België geconfisqueerd:<br />
1.500.000 tabletten op weg naar het Verenigd Koninkrijk. In 2003 werd de grootste<br />
partij in het Verenigd Koninkrijk aangetroffen: 1.000.000 tabletten. 39<br />
Zoals aan het eind van paragraaf 2.2 kort werd aangestipt lijkt de toewijzing van extra<br />
capaciteit aan de Douane en de KMar effect te hebben gehad. Aanvankelijk hadden<br />
deze diensten op Schiphol moeite om de controles aan te sturen. Sinds de XTC nota<br />
is er echter binnen het Schipholteam een XTC-uitvoer team opgericht, bestaande uit<br />
controleambtenaren van de Douane en opsporingsambtenaren van de KMar. Volgens<br />
het onderzoeksbureau Intraval kan het grootste deel van de grote vangsten aan XTCtabletten<br />
op Schiphol worden toegeschreven aan de geïntensiveerde controles. In<br />
2002 onderschepten controle-instanties namelijk aanzienlijk meer (576 kilogram aan<br />
XTC-tabletten) dan in de voorgaande jaren (in 2001, 2000, 1999 en 1998 respectievelijk<br />
135, 434, 137 en 215 kilogram). In 2003, hetzelfde jaar dat de hoeveelheid in beslag<br />
genomen MDMA-poeder snel toenam, daalde de hoeveelheid op Schiphol in beslag<br />
genomen XTC-tabletten naar 440 kilogram. 40 Tegelijkertijd was er sprake van een<br />
toename van de hoeveelheid geconfisqueerde MDMA-poeder via andere routes.<br />
Zoals grafiek 2.5 laat zien is er sprake van een scherpe daling van de hoeveelheid inbeslagnemingen<br />
in Duitsland en de VS in de jaren 2003, die zich in de VS ook doorzette<br />
in 2004. Frankrijk liet in 2004 een grote afname zien. Dit kan erop duiden dat de vraag<br />
naar XTC afneemt, of dat criminelen andere smokkelroutes hebben gevonden (onder<br />
andere naar aanleiding van de verscherpte controles op luchthavens na de aanslagen<br />
op New York en Washington op 11 september 2001). Onderzoek heeft aangetoond<br />
dat de consumptie van XTC in de VS inderdaad is afgenomen, maar niet in hetzelfde<br />
tempo waarmee de inbeslagnemingen in dat land zijn gedaald. Waarschijnlijk is de<br />
wijziging van smokkelroutes een voorname reden. Zo lijken een aantal Amerikaanse<br />
steden nu te worden voorzien van XTC die in Canada getabletteerd is, na als MDMApoeder<br />
uit Nederland te zijn gesmokkeld. Ook de afname in Duitsland en Frankrijk<br />
lijkt een gevolg van een verandering van smokkelroutes. Uit de hoeveelheid in beslag<br />
genomen XTC zou kunnen worden geconcludeerd dat Duitsland vrijwel niet meer<br />
als doorvoerland wordt gebruikt: werden er in 2002 nog bijna 1.7 miljoen tabletten<br />
geconfisqueerd, in 2003 werden slechts 29 duizend tabletten in beslag genomen die<br />
bestemd waren voor Australië en Noord-Amerika. In 2003 was het aantal inbeslagnemingen<br />
van XTC-tabletten op luchthavens in Duitsland met 82 procent gedaald ten<br />
opzichte van 2002. 41<br />
Australië laat in alle jaren een geleidelijke toename zien van de hoeveelheid in beslag<br />
genomen XTC. Daarnaast was de opkomst van Turkije en Japan opvallend, die<br />
beide in 2004 de VS voorbij zijn gestreefd. De toename in Turkije vond vooral in<br />
2004 plaats, toen er in acht zaken bijna 300.000 tabletten geconfisqueerd werden.<br />
39 Inbeslagnemingen synthetische<br />
drugs 2002. Inbeslagnemingen<br />
synthetische drugs<br />
2003. Inbeslagnemingen<br />
synthetische drugs 2004.<br />
40 R.J.M. Neve, e.a., Samenspannen<br />
tegen XTC.<br />
Tussentijdse evaluatie van<br />
de XTC-Nota, Intraval,<br />
Groningen 2005, p.33.<br />
41 Lagebild Rauschgift 2003,<br />
Bundeskriminalamt,<br />
Wiesbaden 2004, p.18.<br />
Medewerkers van de NR<br />
Unit Zuid-Nederland<br />
hebben opgemerkt dat de<br />
daling in het aantal en de<br />
hoeveelheid inbeslagnemingenhoogstwaarschijnlijk<br />
ook beïnvloed is door<br />
de verschuiving van de<br />
aandacht van opsporingsdiensten<br />
naar de aanpak<br />
van terrorisme. Zo is bij<br />
het BKA de capaciteit van<br />
een team dat zich richtte<br />
op de aanpak van synthetische<br />
drugs verplaatst naar<br />
de aanpak van terrorisme.<br />
Hoofdstuk 2<br />
57<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
42 Opvallend waren de<br />
zendingen van anabole<br />
steroïden en nandrolon<br />
vanuit Polen en Tsjechië.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
58<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
De stijging houdt mogelijk verband met de groei van het toerisme in Turkse badplaatsen.<br />
Japan liet in de laatste drie jaar een snelle stijging zien van de hoeveelheid<br />
inbeslagnemingen, van 73.000 tabletten in 2002, 300.000 tabletten (14 zaken) in<br />
2003 naar 335.000 tabletten (18 zaken) in 2004. Dit betroffen in alle jaren voor het<br />
merendeel vliegtuigpassagiers met bestemming Tokyo. Ook China en Zuid-Afrika<br />
lieten een toename zien van geconfisqueerde XTC-tabletten, die het resultaat lijkt<br />
van een bijzonder douaneproject dat zich in 2002 en 2003 richtte op de smokkel van<br />
XTC-tabletten via postzendingen. In 2002 werden in 24 zaken ongeveer 400.000<br />
XTC-tabletten bestemd voor China geconfisqueerd, waarbij het in 23 gevallen postzendingen<br />
betrof. In totaal werden in beide jaren ongeveer 300.000 XTC-tabletten<br />
onderschept met als eindbestemming Zuid-Afrika. Het merendeel van deze onderscheppingen<br />
betroffen postzendingen die op Schiphol ter verzending aangeboden<br />
werden, veelal door verdachten met een Nigeriaanse etniciteit. In november 2004<br />
werd een volgend douaneproject uitgevoerd, waarbij postzendingen werden onderschept<br />
naar Zuid-Amerika. 42<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Grafiek 2.5 Inbeslagnemingen XTC-tabletten in 2002-2003 in miljoenen
Grafiek 2.6 Aantal inbeslagnemingen XTC-tabletten per methode<br />
Grafiek 2.7 Hoeveelheid geconfisqueerde XTC-tabletten per methode<br />
Zoals uit de grafieken 2.6 en 2.7 blijkt is de smokkel van XTC middels personen in de<br />
periode 2002-2004 zowel in aantal als in hoeveelheid sterk gedaald. Daarentegen nam<br />
de smokkel in ladingen in dezelfde periode geleidelijk toe. Qua aantal inbeslagnemingen<br />
werd in 2004 ongeveer evenveel gebruik gemaakt van de drie smokkelmethoden.<br />
Anderzijds werd in 2004 bijna alle geconfisqueerde XTC in ladingen gesmokkeld. Per<br />
lading was sprake van grote hoeveelheden XTC-tabletten. De smokkel via pakketjes liep<br />
in de periode 2002-2004 terug, en bleef qua hoeveelheid van een bescheiden omvang.<br />
Hoofdstuk 2<br />
59<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
43 Inbeslagnemingen synthetische<br />
drugs 2004.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
60<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Uit de grafieken 2.8 en 2.9 blijkt dat de smokkel via vliegtuigen (en via personen,<br />
zie grafieken 2.6 en 2.7) in de periode 2002-2004 een scherpe daling liet zien. Qua<br />
aantallen inbeslagnemingen bleef het wel het meest gehanteerde vervoersmiddel. Op<br />
enige afstand volgt de auto op de tweede plaats. Andere vervoersmiddelen worden<br />
weinig gebruikt, maar de hoeveelheid bij deze transporten is wel aanzienlijk groter.<br />
De grootste partijen XTC werden in vrachtwagens vervoerd; gemiddeld bijna een<br />
half miljoen tabletten per keer. Ook werden er meer grote partijen XTC in beslag<br />
genomen in zeehavens zoals Zeebrugge en Sydney. 43 MDMA-poeder, waarvan de inbeslagnemingen<br />
niet in de grafieken zijn verwerkt, wordt meestal in grote partijen via<br />
zeeschepen gesmokkeld.<br />
10.000.000<br />
8.000.000<br />
6.000.000<br />
4.000.000<br />
2.000.000<br />
Grafiek 2.8 Aantal inbeslagnemingen XTC-tabletten per vervoersmiddel<br />
Grafiek 2.9 Hoeveelheid confisqueerde XTC-tabletten per<br />
vervoersmiddel<br />
0
2.3.2.2 Ontmantelde productielocaties in Nederland en in het buitenland<br />
Productielocaties in Nederland<br />
Vaak wordt gesproken over een ‘laboratorium’ als locatie waar synthetische drugs<br />
geproduceerd worden. In de praktijk blijken deze locaties niet altijd een laboratorium<br />
te zijn. De synthese vindt vaak op een andere locatie plaats dan waar de (tussen-)producten<br />
worden bewerkt, vermengd of tot tabletten worden geslagen.<br />
Door de Unit Zuid-Nederland worden vier productielocatietypen onderscheiden:<br />
1. Locatie van een in bedrijf zijnd laboratorium waar productie (de synthese)<br />
plaatsvindt.<br />
2. Locatie waar aan de hand van aangetroffen attributen en chemicaliën geconcludeerd<br />
kan worden dat er productie heeft plaatsgevonden of zal gaan<br />
plaatsvinden. Bijvoorbeeld een gedeeltelijk ontmanteld of opgebouwd laboratorium.<br />
3. Locatie waar een verdere verwerking na de synthese plaatsvindt of waar uitsluitend<br />
tabletten worden vervaardigd.<br />
4. Laboratoriumuitrusting die niet op een vaste locatie wordt aangetroffen maar<br />
in een voertuig; het zogenaamde mobiele laboratorium.<br />
Naast de vier productielocatietypen worden er ook opslagplaatsen voor hardware<br />
aangetroffen. Dit zijn locaties waar geen (deel)productie van synthetische drugs heeft<br />
plaatsgevonden of kan plaatsvinden. Deze locaties worden niet als productielocatie<br />
beschouwd en derhalve niet meegenomen in de cijfermatige overzichten.<br />
Ondanks het feit dat in diverse laboratoria een eindproduct wordt aangetroffen,<br />
zeggen deze hoeveelheden niets over de productiecapaciteit van het<br />
betreffende laboratorium, laat staan over een totaal geproduceerde hoeveelheid.<br />
Het is veelal onbekend hoe lang en hoe intensief het betreffende<br />
laboratorium voor de vervaardiging van een eindproduct is gebruikt.<br />
Overigens dient opgemerkt te worden dat de aanleiding van het bekend worden<br />
van een productielocatie meestal een melding betrof over stankoverlast<br />
of brand. Na deze melding werd dan vaak een kort onderzoek ingesteld en<br />
de productielocatie ontmanteld. De toevalsfactor is dus groot. Als een producent<br />
incidenten als stankoverlast of brand weet te voorkomen dan is het<br />
risico van ontmanteling aanzienlijk kleiner.<br />
Een tabletteerplaats.<br />
Hoofdstuk 2<br />
61<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
62<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Tabel 2.5 Aantallen productieplaatsen 1998-2004<br />
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004<br />
34 36 37 35 43 37 29<br />
De laatste twee jaar is er sprake van een duidelijke afname van het aantal ontmantelde<br />
productieplaatsen: het aantal is met een derde afgenomen van 43 in 2002 naar 29 in<br />
2004. Ook het aantal aangetroffen opslagplaatsen van hardware bestemd voor de<br />
productie van synthetische drugs, zoals kookketels en destillatieketels, is afgenomen.<br />
De opslagplaatsen worden niet als productielocatie aangemerkt en zijn niet in de<br />
cijfers meegenomen. In 2002 werden zeven opslagplaatsen ontdekt, in 2003 tien en<br />
in 2004 vier.<br />
In alle jaren is er sprake van een duidelijke en evenredige concentratie van de productie<br />
van synthetische drugs in Zuid- en West-Nederland, waarbij Zuid-Nederland nog<br />
enigszins de boventoon voert. De tabletteerplaatsen zijn in 2004 vooral in West-Nederland<br />
aangetroffen, met de nadruk op Noord-Holland. In 2003 werden tabletteerplaatsen<br />
vooral in Noord-Holland en in Noord-Brabant aangetroffen, respectievelijk<br />
vijf en drie stuks. In 2002 werden tabletteerplaatsen verspreid over provincies in<br />
West- en Zuid-Nederland gevonden.<br />
Grafiek 2.10 Vindplaats productielocaties<br />
Over het algemeen worden in West-Nederland meer productielocaties in dichtbevolkte<br />
gebieden aangetroffen dan in Zuid-Nederland, in 2002 respectievelijk dertien<br />
en negen, in 2003 acht en zeven, en in 2004 acht en vier. Grafiek 2.10 laat zien dat
het aandeel productielocaties dat in woongebieden (woonwijken en vakantieparken)<br />
is aangetroffen sinds 2002 is afgenomen. Ze worden sinds 2002 in toenemende mate<br />
aangetroffen in landelijke gebieden en in industriegebieden (uitgezonderd 2004).<br />
Uit tabel 2.6 blijkt dat tussen 1998 en 2002 de verhouding tussen laboratoria waar<br />
amfetamine en XTC werden geproduceerd ongeveer gelijk was (uitgezonderd het<br />
jaar 2000 toen er geen enkel amfetaminelaboratorium werd ontmanteld en meer<br />
XTC-laboratoria dan normaal in een jaar worden aangetroffen). Vanaf 2003 worden<br />
er meer amfetaminelaboratoria aangetroffen dan XTC-laboratoria. Uitgaande van de<br />
ontmantelde laboratoria zou gesteld kunnen worden dat de vraag naar amfetamine<br />
sinds 2001 is toegenomen, terwijl de vraag naar XTC stabiliseert of wellicht zelfs<br />
afneemt. Dit blijkt ook uit het Jaarbericht 2004 van de Nationale Drug Monitor. Ook<br />
in België hebben de opsporingsautoriteiten een verschuiving waargenomen van de<br />
productie van XTC naar meer amfetamine.<br />
Tabel 2.6 Productieplaatsen uitgesplitst naar type synthetische drugs<br />
Laboratoria Tabletteren Totaal<br />
Amfetamine XTC Amfetamine XTC<br />
Leuckart Reductieve aminering Ander<br />
Warm Koud Alum.amal.<br />
1998 13 11 - - 2 2 6 34<br />
1999 6 8 3 - 6 - 13 36<br />
2000 - 15 9 - 3 - 10 37<br />
2001 12 5 5 - 1 - 11 35<br />
2002 15 10 5 2 3 - 8 43<br />
2003 14 8 2 1 1 - 11 37<br />
2004 13 5 4 1 1 - 5 29<br />
Uit een vergelijking van het type laboratoria naar regio blijkt dat in 2004 alle aangetroffen<br />
laboratoria in Noord-Brabant en Noord-Holland zijn ontmanteld (uitgezonderd<br />
één amfetaminelaboratorium in Drenthe). Opvallend is dat de amfetaminelaboratoria<br />
vooral in Noord-Brabant zijn aangetroffen (zeven stuks, tegen één in Noord-Holland),<br />
terwijl het merendeel van de XTC-laboratoria in Noord-Holland is aangetroffen (zeven<br />
stuks, tegen vier in Noord-Brabant). In 2003 was de verdeling van laboratoria<br />
over het land meer evenredig verspreid, zowel voor amfetamine (zes in Zuid-Nederland,<br />
vier in West-Nederland en drie in Midden-Nederland) als voor XTC (vijf in<br />
Zuid-Nederland, vier in West-Nederland en drie in Midden-Nederland). In 2002 lag<br />
– net als in 2004 – het zwaartepunt van aangetroffen XTC-laboratoria met acht stuks<br />
in West-Nederland, hoewel er in Zuid-Nederland bijna evenveel werden aangetroffen<br />
(zes stuks). Zuid-Nederland voerde voor amfetaminelaboratoria wederom de boventoon<br />
(zes stuks, tegen twee in West-Nederland).<br />
Hoofdstuk 2<br />
63<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
44 CBA Precursoren, p.27 en 53<br />
45 World Drug Report 2004, p.<br />
163. Kitchenlabs zijn zeer<br />
eenvoudige laboratoriumopstellingen<br />
waar op<br />
kleine schaal synthetische<br />
drugs worden vervaardigd.<br />
46 T. van der Heijden, De<br />
Nederlandse drugsmarkt,<br />
p.67.<br />
47 Precursor Control. Regional<br />
project in East Asia,<br />
UNODC Regional Centre<br />
for East Asia and the<br />
Pacific, januari 2005, p.5.<br />
48 Europol situation report on<br />
drug production and drug<br />
trafficking 2003-2004,<br />
Europol, Den Haag 2004,<br />
p.50. In het World Drug<br />
Report 2004 meldde het<br />
UNODC dat in China elf<br />
XTC-laboratoria werden<br />
ontmanteld. Enige maanden<br />
later volgde echter<br />
een correctie door de<br />
Chinese autoriteiten: het<br />
betrof namelijk laboratoria<br />
voor de productie van methamfetamine<br />
en ketamine.<br />
Tot nu toe zijn er dus nog<br />
geen laboratoria voor de<br />
productie van MDMA in<br />
China aangetroffen.World<br />
Drug Report 2004, p. 163.<br />
Precursor Control. Regional<br />
project in East Asia, p.3.<br />
Het is niet bekend of de<br />
correctie van de Chinese<br />
autoriteiten ook betrekking<br />
heeft op de consumptie<br />
van XTC in China,<br />
zoals gerapporteerd door<br />
het regionale centrum van<br />
het UNODC in Zuidoost<br />
Azië, zie paragraaf 2.3.2.5<br />
van dit hoofdstuk.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
64<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
De aangetroffen stoffen in laboratoria zijn vooral oplos- en reageermiddelen. Precursoren,<br />
essentiële chemicaliën en katalysatoren worden veel minder vaak aangetroffen.<br />
Deze soorten stoffen zijn van groter belang voor het eindproduct, hebben een hogere<br />
aanschafwaarde en kunnen – in het geval van de katalysatoren – hergebruikt worden.<br />
Daarnaast worden er in vergelijking met de oplos- en reageermiddelen kleinere hoeveelheden<br />
van gebruikt. Vanwege hun waarde worden ze vaak in kleine hoeveelheden<br />
en verspreid opgeslagen. 44<br />
Productielocaties in het buitenland<br />
Het aantal wereldwijde ontmantelde XTC-laboratoria was in 2002 bijna verdrievoudigd<br />
ten opzichte van 1992. In het peiljaar 2002 werden de meeste laboratoria in<br />
Nederland ontmanteld. Andere landen waar laboratoria werden ontdekt waren de<br />
Verenigde Staten (negen), Canada (acht), België (vier), het Verenigd Koninkrijk (drie)<br />
en Indonesië (twee). Hierbij dient opgemerkt te worden dat de laboratoria die in<br />
Noord-Amerika en ook elders ontdekt worden vaak zogenaamde ‘kitchenlabs’ betreffen.<br />
45 In de periode 1997-2001 werden er XTC-laboratoria ontmanteld in België<br />
(zestien), het Verenigd Koninkrijk (dertien), Duitsland (tien), Bulgarije (zes), Oekraïne<br />
(vier), Spanje (twee) en Litouwen, Roemenië en Slowakije (elk één). 46<br />
In Indonesië werden in 2001 negen laboratoria ontdekt. Volgens het regionale centrum<br />
van het UNODC in Zuidoost Azië waren dit voornamelijk ‘kitchenlabs’ en tabletteerplaatsen.<br />
Bovendien zou de gebrekkige wetgeving op het gebied van de controle op<br />
precursoren in Indonesië een obstakel voor de opsporing vormen. Het zou in dit land<br />
nog redelijk eenvoudig zijn om precursoren aan het legale circuit te onttrekken en ze<br />
te gebruiken bij de (illegale) productie van XTC en andere synthetische drugs. 47<br />
Volgens Europol en het UNODC zou de productie van XTC zich over andere landen<br />
van de EU en over de wereld verspreiden. Er zouden faciliteiten van verschillende<br />
omvang en capaciteit zijn aangetroffen in andere EU-lidstaten, Oost-Europa, de<br />
Balkan, Noord- en Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Azië en Australië. 48 Naar aanleiding<br />
van de berichten van Europol en het UNODC hebben medewerkers van de NR-Unit<br />
Zuid-Nederland een korte inventarisatie gemaakt van ontmantelde laboratoria in het<br />
buitenland, die heeft uitgewezen dat er nauwelijks XTC-laboratoria in en vooral buiten<br />
Europa worden aangetroffen. Voor zover dit het geval is, lijkt er bovendien vaak<br />
sprake van betrokkenheid van Nederlanders.<br />
Na Nederland is België het voornaamste productieland van XTC. Ook worden er<br />
sporadisch productielocaties aangetroffen in andere Europese landen, zoals Duitsland.<br />
Belgische laboratoria hebben voor het merendeel een relatie met Nederlandse<br />
criminele verbanden. Het gaat dan vooral om Nederlandse criminelen die de productie<br />
naar België hebben verplaatst (meestal vlak over de grens), of die Belgen inzetten<br />
in deze laboratoria. In de periode 1999-2003 zijn er in België zelfs meer Nederlanders<br />
aangehouden dan Belgen. Vanaf 2002 zijn aanzienlijk meer Belgen aangehouden,<br />
die echter vooral voor Nederlanders werkzaam zijn. De Belgische politie denkt dat<br />
Belgen inmiddels wel iets aan zelfstandigheid hebben gewonnen en als volwaardige
medewerkers voor Nederlandse opdrachtgevers kunnen fungeren. 49<br />
Het onderzoeksbureau Intraval meldt in de meest recente evaluatie dat in 2003 in<br />
het buitenland twee laboratoria ontmanteld zijn waarbij Nederlandse verdachten betrokken<br />
waren: één in Suriname en één in België. In 2002 werden in Portugal en in<br />
België twee laboratoria ontdekt waarbij sprake was van Nederlandse betrokkenheid,<br />
en in 2001 werden in Duitsland drie en in België twee laboratoria ontmanteld waarbij<br />
Nederlandse verdachten een rol speelden. 50 Volgens het regionale centrum van het<br />
UNODC in Zuidoost Azië werd in april 2002 in Indonesië een groot laboratorium<br />
ontdekt waar naast MDMA ook methamfetamine werd geproduceerd, en waarbij<br />
sprake was van samenwerking met Nederlanders.<br />
De amfetamine die in Europa wordt geconsumeerd is voor een aanzienlijk deel uit<br />
Nederland afkomstig. In Europa worden in Nederland de meeste amfetaminelaboratoria<br />
ontmanteld, gevolgd door Polen en België. Andere landen waar in 2002 (het<br />
peiljaar van het UNODC) amfetaminelaboratoria werden ontmanteld waren Duitsland,<br />
Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Bulgarije en de drie Baltische staten.<br />
Het UNODC constateert sinds een aantal jaren dat de productie van amfetamine in<br />
West-Europa afneemt, en verschuift naar Oost-Europa. 51 Buiten Europa wordt amfetamine<br />
nauwelijks geconsumeerd, in tegenstelling tot methamfetamine. Deze drug<br />
valt evenals amfetamine onder de wekaminen en wordt op grote schaal geproduceerd<br />
en geconsumeerd in Noord-Amerika en Zuidoost-Azië. 52<br />
Productielocaties voor andere (half)synthetische drugs zoals LSD (op lijst 1 van de<br />
Opiumwet) en GHB (lijst 2) worden in Nederland weinig aangetroffen. Dit kan enerzijds<br />
liggen aan de beperkte aandacht die door de Nederlandse opsporingsautoriteiten<br />
gegeven wordt aan GHB. Maar wanneer gekeken wordt naar de aangetroffen<br />
productielocaties in landen als België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk dan kan<br />
voorzichtig geconcludeerd worden dat Nederland geen spilfunctie vervult voor deze<br />
vormen van synthetische drugs. 53<br />
2.3.2.3 Afvaldumpingen<br />
In 2002 is er in het kader van de nota Samenspannen tegen XTC een Landelijke Faciliteit<br />
Ondersteuning bij Ontmantelen (LFO) opgericht, om te komen tot een betere<br />
coördinatie bij het ontmantelen van productieplaatsen en het ruimen van dumpingen.<br />
De LFO is een samenwerkingsverband van de politie, de brandweer en het Nederlands<br />
Forensisch Instituut, en is ondergebracht bij de Nationale Recherche in Driebergen<br />
en in Helmond. Ondanks de toegenomen capaciteit en deskundigheid op het<br />
gebied van afvaldumpingen lijken gemeenten er langzamerhand geen speciale aandacht<br />
meer aan te besteden: de meldingen door de gemeenten bij de NR-Unit Zuid-Nederland<br />
zijn althans geen vanzelfsprekendheid meer.<br />
49 Synthetische druglabo’s in<br />
België. Bevindingen uit de dossiers<br />
1999-2003, Federale<br />
Politie België, Brussel juli<br />
2004, p.23-27 (niet gepubliceerd).<br />
Ook bij dumpingen<br />
die in België worden<br />
aangetroffen blijkt het<br />
vaak te gaan om afval uit<br />
laboratoria in Nederland.<br />
50 R.J.M. Neve, e.a., Samenspannen<br />
tegen XTC.<br />
Tussentijdse evaluatie van<br />
de XTC-Nota, Intraval,<br />
Groningen 2005, p.58.<br />
51 World Drug Report 2004, p.<br />
162.<br />
52 Alleen al in de VS worden<br />
duizenden kleine methamfetamine-laboratoria<br />
per<br />
jaar ontmanteld.<br />
53 Europol situation report on<br />
drug production and drug<br />
trafficking 2003-2004,<br />
Europol, Den Haag 2004,<br />
p.54.<br />
Hoofdstuk 2<br />
65<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
Oplegger volgestopt met afval van<br />
synthetische-drugsproductie.<br />
54 Noord-Nederland bestaande<br />
uit de politieregio’s:<br />
Groningen, Friesland,<br />
Drenthe, IJsselland en<br />
Twente (provincies Groningen,<br />
Friesland, Drenthe<br />
en Overijssel). Midden-<br />
Nederland, bestaande uit<br />
de politie-regio’s: Noord<br />
Oost Gelderland, Gelderland<br />
Midden, Gelderland<br />
Zuid, Utrecht en Flevoland<br />
(provincies Gelderland,<br />
Utrecht en Flevoland).<br />
West-Nederland bestaande<br />
uit de politieregio’s:<br />
Noord Holland Noord,<br />
Zaanstreek Waterland,<br />
Kennemerland, Amsterdam-Amstelland,<br />
Gooi en<br />
Vechtstreek, Haaglanden,<br />
Hollands Midden, Rotterdam<br />
Rijnmond, Zuid<br />
Holland Zuid (provincies<br />
Noord- en Zuid Holland).<br />
Zuid-Nederland bestaande<br />
uit de politieregio’s:<br />
Zeeland, Midden West<br />
Brabant, Brabant-Noord,<br />
Brabant Zuid-Oost,<br />
Limburg Noord, Limburg<br />
Zuid (provincies Zeeland,<br />
Brabant en Limburg).<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
66<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Tabel 2.7 Dumpingen van chemisch afval, gerelateerd aan<br />
synthetische drugsproductie<br />
1999 2000 2001 2002 2003 2004<br />
Aantal dumpingen 147 101 127 105 95 81<br />
Hoeveelheid (liters) 110.000 92.650 101.110 82.900 81.000 35.391<br />
Zoals uit tabel 2.7 valt op te maken lijkt er, met uitzondering van het jaar<br />
2001, sinds 1999 sprake van een continue afname van zowel het aantal dumpingen<br />
als de hoeveelheid gedumpte afvalstoffen. Tot aan 2003 was er, met<br />
uitzondering van het jaar 2001, sprake van een geleidelijke afname per jaar.<br />
Opvallend is echter de scherpe daling in 2004 van het aantal dumpingen en<br />
de hoeveelheid gedumpt afval. Daarbij moet worden aangetekend dat één<br />
dumping van 11.195 liter afval in regio Noord-Oost Gelderland, in januari<br />
2004 in een gestolen trailer uit Limburg langs de A50 bij Heerde, meer dan<br />
dertig procent van de totale hoeveelheid in beslag neemt. De politieregio<br />
Noord-Oost Gelderland had in 2003 ook de grootste dumping te verwerken,<br />
namelijk 14.000 liter in een gestolen trailer bij Apeldoorn.<br />
Tabel 2.8 Dumpingen uitgesplitst naar deel van Nederland 54<br />
1999 2000 2001 2002 2003 2004<br />
Noord-Nederland 0 10 2 1 1 1<br />
Midden-Nederland 18 10 12 10 9 15<br />
West-Nederland 14 42 43 41 24 30<br />
Zuid-Nederland 89 39 70 53 63 35<br />
Totaal 147 101 127 105 97 81<br />
In Zuid- en West-Nederland zijn sinds 1999 veruit de meeste dumpingen aangetroffen<br />
(zie tabel 2.8), waarbij elk jaar meer dan de helft op het conto van Zuid-Nederland<br />
kwam – uitgezonderd 2000 en 2004. Dit beeld komt overeen met de spreiding van de<br />
productielocaties in Nederland. In het noorden en midden van het land vinden relatief<br />
weinig dumpingen plaats. Opvallend is wel dat in het midden van het land in 2004 een<br />
behoorlijk aantal dumpingen werd aangetroffen in vergelijking met eerdere jaren.<br />
Zoals in hoofdstuk 1 al werd opgemerkt kan de daling van het aantal afvaldumpingen<br />
en de hoeveelheid gedumpt afval in 2004 mede verklaard worden door het afnemende<br />
besef bij partners als gemeenten en brandweer om deze te melden aan de<br />
NR-Unit Zuid-Nederland. De regio’s zijn gemakkelijker geworden ten opzichte van
afvaldumpingen. Er wordt geen speciale aandacht meer aan besteed: het lijkt een<br />
routinekwestie geworden van opruimen door de gemeente en brandweer. Het is aannemelijk<br />
om te stellen dat er in 2004 meer afvaldumpingen hebben plaatsgevonden<br />
dan het aantal dat bij de NR-Unit Zuid-Nederland is geregistreerd.<br />
De afname van het aantal dumpingen in 2004 lijkt te relateren aan de politieregio’s<br />
Limburg-Zuid en vooral Midden- en West-Brabant. In beide regio’s hebben aanzienlijk<br />
minder dumpingen plaatsgevonden dan in voorgaande jaren. In Limburg-Zuid kan de<br />
daling verband houden met de grote dumping in Noord-Oost Gelderland, waar een<br />
gestolen vrachtwagen uit Limburg werd gebruikt. De afname in Midden en West-<br />
Brabant ligt gecompliceerder. Ten eerste zijn in deze politieregio de medewerkers<br />
vertrokken die zich toelegden op het bijhouden van de dumpingen. Daarnaast kan er<br />
sprake zijn van een verplaatsing van de dumpingen naar Belgisch grondgebied, waar<br />
in 2003 voor het eerst een voertuig werd geconfisqueerd waarmee afval al rijdend<br />
geleidelijk te lozen (een werkwijze die in Nederland al eerder werd aangetroffen). 55<br />
Een andere reden voor de afname in het aantal en de hoeveelheid gedumpte afvalstoffen<br />
kan de inzet zijn van solvent cleaners, waarmee bepaalde grondstoffen vaker<br />
worden hergebruikt. Anderzijds is het niet gebruikelijk dat solvent cleaners worden<br />
ingezet, waarschijnlijk vanwege de hoge aanschafkosten.<br />
In de CBA Precursoren van de FIOD-ECD wordt opgemerkt dat het mogelijk is dat<br />
dumpingen in woongebieden relatief vaker worden ontdekt dan die in buitengebieden,<br />
en dat het aantal dumpingen in buitengebieden dus eerder onderschat wordt dan die<br />
in woongebieden. 56 Ongeveer tweederde van de dumpingen vonden in 2004 buiten<br />
de bebouwde kom plaats. De afvalstoffen werden in 2004 voornamelijk gedumpt in<br />
het buitengebied, het bos en op bedrijfsterreinen. In twee gevallen, beide in<br />
Amsterdam, werden afvalstoffen in een woongebied gedumpt. In veel gevallen<br />
is bij de NR-Unit Zuid-Nederland niet bekend welke afvalstoffen er precies<br />
gedumpt zijn. In de regel gaat het om lege of gevulde jerrycans en vaten, vuilniszakken,<br />
blikken en flessen. Een enkele keer komt het voor dat een gestolen<br />
voertuig wordt volgestopt met afval en wordt achtergelaten, maar minder vaak<br />
dan in 2000 en 2001 toen deze dumpingmethode respectievelijk acht en vijf<br />
keer werd aangetroffen. Het is moeilijk om het materiaal te gebruiken bij het<br />
rechercheren, omdat belangrijke zaken als etiketnummers, bedrijfsstickers en<br />
UN-badgenummers vaak vooraf worden verwijderd. 57<br />
De inhoud van de afgewerkte en/of restchemicaliën is zeer divers. In ieder<br />
geval worden meestal de volgende stoffen aangetroffen: aceton, ether, methanol,<br />
tolueen, zwavelzuur, BMK, PMK, mierenzuur, zoutzuur, methylamine en safrol.<br />
Opvallend is dat de laatste jaren naast de chemicaliën vaak ander afval van ontmantelde<br />
laboratoria op de plaats van de dumping wordt aangetroffen. Ook wordt steeds vaker<br />
Chinees verpakkingsmateriaal gevonden. Verontrustend is dat chemische afvalstoffen in<br />
woonwijken worden achtergelaten en zelfs worden gestort in ondergrondse afvalbakken<br />
bestemd voor huishoudelijk afval. De kosten van de reiniging van de dumpinglocatie<br />
55 Synthetische druglabo’s in<br />
België. Bevindingen uit de<br />
dossiers 1999-2003, p.16.<br />
56 CBA Precursoren, p.28.<br />
57 CBA Precursoren, p.30-31.<br />
Gedumpte en verbrandde vaten.<br />
Hoofdstuk 2<br />
67<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
58 Aanvankelijk zouden hier<br />
ook vragen over de aanbieders<br />
behandeld worden,<br />
maar hier is van afgezien<br />
omdat er geen informatie<br />
bekend is over het aantal<br />
aanbieders. Bovendien<br />
richt de NR Unit Zuid-<br />
Nederland zich op de<br />
productie en de groot- en<br />
tussenhandel, en niet op<br />
de detail- en straathandel.<br />
59 Nationale Drug Monitor,<br />
Jaarbericht 2004, 95-117.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
68<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
liggen op circa 50 euro per liter. De schade die wordt veroorzaakt door dumpingen<br />
wordt verder beschreven in hoofdstuk 4.<br />
Een deel van de gebruikte chemicaliën wordt ofwel teruggewonnen om opnieuw gebruikt<br />
te worden (dit is een zeer klein deel) of ongezien geloosd in het riool, de natuur<br />
of de reguliere afvalverwerking.<br />
2.3.2.4 Het gebruik in Nederland en in het buitenland 58<br />
De gebruikers van XTC en amfetamine in Nederland<br />
De Nationale Drug Monitor beschrijft jaarlijks de ontwikkeling in de kenmerken van<br />
het gebruik van verschillende verdovende middelen. Helaas zijn de meest recente<br />
cijfers over het gebruik door de algemene bevolking afkomstig uit 2001, wat de vraag<br />
oproept in hoeverre het nog een afspiegeling is van de huidige situatie. Over specifieke<br />
groepen zijn wel meer recente cijfers verzameld. Hier worden de belangrijkste<br />
conclusies over het gebruik van synthetische drugs uit het Jaarbericht 2004 weergegeven.<br />
59<br />
Gebruik algemene bevolking:<br />
• Het percentage actuele gebruikers (dit zijn de personen die ten tijde van de<br />
peiling de drug nog consumeerden) is voor zowel amfetamine als XTC ver<br />
onder de één procent van de bevolking. In absolute getallen was het aantal<br />
actuele gebruikers van XTC in 2001 67.000, en van amfetamine 30.000. Deze<br />
schattingen zijn waarschijnlijk aan de lage kant omdat probleemgebruikers<br />
van harddrugs in de peiling ondervertegenwoordigd waren. In de grote steden<br />
is het percentage gebruikers hoger dan in de rest van Nederland.<br />
• Het aantal personen van twaalf jaar en ouder dat ervaring heeft met XTC<br />
of amfetamine steeg tussen 1997 en 2001. Zowel voor amfetamine als XTC<br />
geldt dat de leeftijdsgroep 20-24 jaar het meest gebruikt. Het ooitgebruik<br />
(dit zijn de personen die de drug ooit geconsumeerd hebben) van XTC in<br />
deze groep steeg van zes procent in 1997 naar dertien procent in 2001. Het<br />
actueel gebruik steeg van ruim één naar bijna drie procent. In de leeftijdsgroep<br />
16-19 jaar verdubbelde het actuele gebruik van 0,8 naar 1,6 procent.<br />
Het ooitgebruik van amfetamine in de leeftijdsgroep 20-24 jaar steeg van vier<br />
procent in 1997 naar bijna 10 procent in 2001. Het actueel gebruik steeg van<br />
0,3 naar 0,9 procent.<br />
• De gemiddelde leeftijd van een XTC-gebruiker was in 1997 25 jaar en in 2001<br />
26 jaar. De gemiddelde leeftijd van een amfetaminegebruiker was in 1997 30<br />
jaar. De toename van actuele gebruikers van XTC en amfetamine was groter<br />
onder vrouwen dan onder mannen. In 2001 waren bijna evenveel vrouwen
als mannen een actuele gebruiker. In 2001 had bovendien bijna één op de drie<br />
ooitgebruikers van 12 jaar en ouder 25 keer of meer XTC geconsumeerd in<br />
het leven, tegen één op de vier in 1997.<br />
Gebruik door jongeren:<br />
• Het percentage scholieren dat XTC en amfetamine heeft gebruikt tussen<br />
1996 en 2003 is iets gedaald. Het actuele gebruik van amfetamine daalde van<br />
1,9 naar 0,8 procent, en het ooitgebruik daalde van 5,3 naar 2,2 procent. Het<br />
actuele gebruik van XTC daalde van 2,3 naar 1,2 procent, en het ooitgebruik<br />
daalde van 5,8 naar 2,9 procent.<br />
Gebruik in het uitgaansleven:<br />
• XTC blijft na cannabis de belangrijkste illegale drug in het uitgaansleven,<br />
hoewel er sprake is van een daling van het gebruik. Het percentage actueel<br />
gebruik van XTC onder bezoekers van trendy clubs daalde tussen 1998 en<br />
2003 van 41 naar 19 procent, en onder het uitgaanspubliek van 27 naar 8 procent.<br />
De consumptie was in 1998 gemiddeld 2,4 tablet per avond en in 2003<br />
1,9 tablet per avond.<br />
• ‘Sleutelfiguren’ in het uitgaansleven signaleren dat over het algemeen gebruikers<br />
beter op de hoogte zijn van de risico’s van het gebruik van XTC dan<br />
vroeger, met uitzondering van bezoekers van plattelandsdiscotheken in het<br />
oosten van het land.<br />
• Amfetamine is minder populair dan XTC onder bezoekers van trendy clubs.<br />
Op hardcore en alternatieve feesten (zoals punk en trance) komt gebruik van<br />
amfetamine meer voor dan in trendy clubs.<br />
Sinds 2003 lijkt er dus sprake van een afname van de populariteit van XTC in Nederland.<br />
Korf relateert deze daling aan het imago van XTC, die onder een trendsettend<br />
publiek als niet meer speciaal wordt gezien (‘iedereen gebruikt het’). Bovendien zouden<br />
gebruikers hun eerste ervaring met XTC nooit meer hebben kunnen evenaren,<br />
wat ook wel verwoord wordt als ‘de kwaliteit is sindsdien slechter geworden’. XTC<br />
lijkt een mode-drug die vooral tijdens dancefeesten geconsumeerd wordt door een<br />
bepaalde leeftijdsgroep, die slechts een aantal jaren deze levensstijl leeft. Omdat XTC<br />
door gebruikers minder geconsumeerd wordt en omdat XTC niet lichamelijk verslavend<br />
is, kunnen er in een korte tijd grote wijzigingen in de nationale consumptie<br />
optreden. Het gebruik lijkt ook te zijn afgenomen door het toenemende besef dat<br />
er negatieve effecten aan het gebruik zijn verbonden, zoals een mentale dip daags<br />
na het gebruik en hersenbeschadiging op de lange termijn. Toch is XTC wereldwijd<br />
Hoofdstuk 2<br />
69<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
60 Korf, What makes ecstacy<br />
so successful?<br />
61 World Drug Report 2004,<br />
p.178.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
70<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
nog steeds populair, omdat het in veel landen nog maar net geïntroduceerd is (bijvoorbeeld<br />
in goedkope toeristenoorden). Ook wordt het in deze landen nog als een<br />
onschuldige drug gezien. Daarnaast blijft het een relatief goedkoop product, dat gebruikt<br />
wordt op grote dancefeesten. 60<br />
Consumptie van amfetamine en XTC in het buitenland: introductie<br />
Er zijn diverse rapporten en bronnen waar het gebruik van amfetamine en XTC per<br />
land wordt weergegeven. Telkens is er echter sprake van een ander peiljaar of van andere<br />
meetmethoden en steekproeven waardoor een vergelijking vaak mank gaat. In het<br />
Jaarbericht 2004 van de Nationale Drug Monitor zijn eenduidige cijfers over het gebruik<br />
in verschillende landen gecompileerd, die hier worden overgenomen in tabel 2.9.<br />
Tabel 2.9 Consumptie van amfetamine en XTC, in procenten<br />
Land Jaar Leeftijd XTC Amfetamine<br />
Ooit Recent Ooit Recent<br />
Engeland/Wales 2002/03 16-59 6,6 2,0 12,3 1,6<br />
Australië 2001 14-ouder 6,1 2,9 8,9 3,4<br />
Noord-Ierland 2002/03 15-64 5,9 1,7 3,9 0,8<br />
Verenigde Staten 2003 12-ouder 4,6 0,9 8,8 1,2<br />
Spanje 2001 15-64 4,2 1,9 3,0 1,2<br />
Ierland 2002/03 15-64 3,8 1,1 3,0 0,4<br />
Nederland 2001 15-64 3,6 1,5 3,1 0,6<br />
Canada 2002 15-ouder 2,9 0,8 4,6 0,5<br />
Noorwegen 1999 15-64 2,4 0,7 2,6 1,2<br />
Italië 2001 15-44 1,8 0,2 1,5 0,1<br />
Duitsland (West) 2000 18-59 1,6 0,7 2,3 0,6<br />
Finland 2002 15-64 1,4 0,5 2,2 0,5<br />
Denemarken 2000 16-64 1,0 0,5 5,9 1,3<br />
Frankrijk 2000 15-64 0,9 0,2 1,5 0,2<br />
Zweden 2000 15-64 0,2 0,2 1,9 0,2<br />
Bron Nationale Drug Monitor – Jaarbericht 2004, p. 103-106.<br />
Volgens het UNODC zouden amfetamine en XTC in het Verenigd Koninkrijk, Ierland,<br />
Spanje, Duitsland, België, Zwitserland, Oostenrijk en IJsland de tweede meest gebruikte<br />
drugs zijn. In Nederland, Scandinavië en diverse Midden- en Oost-Europese<br />
landen zouden ze de derde meest gebruikte drugs zijn. 61<br />
Het ooitgebruik van XTC is met waarden van boven de vijf procent het hoogst in<br />
Engeland/Wales, Australië en Noord-Ierland. De Verenigde Staten, Spanje, Ierland<br />
en Nederland vormen met waarden tussen de vijf en drie procent de middenmoot.<br />
Het actuele gebruik is in alle landen, met uitzondering van Australië, onder de twee<br />
procent.
Het ooitgebruik van amfetamine is in Engeland/Wales met meer dan twaalf procent<br />
verreweg het hoogst. Australië en de Verenigde Staten volgen op afstand met waarden<br />
van bijna negen procent. Het actuele gebruik ligt in de meeste landen onder de<br />
één procent. Australië is met 3,4 procent wederom een uitschieter. Daarnaast is het<br />
actuele gebruik in Engeland/Wales met 1,6 procent opzienbarend laag, wanneer deze<br />
wordt afgezet tegen het ooitgebruik.<br />
Net als in Nederland is in het buitenland het percentage gebruikers laag in de jongste<br />
(12-15 jaar) en de oudere leeftijdsgroepen (boven de 64 jaar). Onder scholieren van<br />
15 en 16 jaar schommelt het ooitgebruik van XTC in 2003 van twee procent of minder<br />
in de Scandinavische landen; drie procent in Italië, Oostenrijk en Duitsland; vier procent<br />
in België, Frankrijk en Portugal; vijf procent in Ierland, het Verenigd Koninkrijk<br />
en Nederland; tot zes procent in de Verenigde Staten. In twee landen was sprake van<br />
een daling en in zes landen van een stijging ten opzichte van 1999 (de wijziging bedroeg<br />
in alle gevallen één procent).<br />
Het ooitgebruik van amfetamine in 2003 was in de Verenigde Staten met 13 procent<br />
verreweg het hoogst. In Ierland, Nederland, Finland en Zweden werden waarden<br />
gemeten van één procent; in België en Noorwegen twee procent; in Frankrijk, Italië,<br />
Portugal, het Verenigd Koninkrijk drie procent; in Denemarken en Oostenrijk vier<br />
procent; en in Duitsland vijf procent. In zes landen was sprake van een daling en in<br />
twee landen van een stijging ten opzichte van 1999. De wijziging bedroeg in alle gevallen<br />
één procent, met uitzondering van de Verenigde Staten (drie procent daling) en<br />
het Verenigd Koninkrijk (vijf procent daling). 62<br />
Gebruikers van amfetamine in het buitenland<br />
Het UNODC schat dat wereldwijd 30 miljoen personen amfetamine gebruiken, inclusief<br />
methamfetamine. Het grootste deel van de gebruikers consumeert methamfetamine.<br />
In Europa wordt echter vooral amfetamine gebruikt. Het UNODC schat in het<br />
World Drug Report 2004 dat 1.79 miljoen personen in West-Europa en 0.59 miljoen<br />
personen in Oost-Europa amfetamine consumeren; een gemiddelde van respectievelijk<br />
0.58 en 0.25 procent van de bevolking in de leeftijdsgroep 15-64 jaar. Aangezien<br />
er nauwelijks incidenten bekend zijn waarbij uit Nederland afkomstige amfetamine<br />
buiten Europa onderschept is, en uit rapporten blijkt dat Nederlandse amfetamine<br />
vooral in Europa in beslag wordt genomen, wordt er hier vanuit gegaan dat de Nederlandse<br />
amfetamine voor de Europese markt bestemd is. 63<br />
Het amfetaminegebruik in Europa nam in de jaren negentig in een snel tempo toe, om<br />
in de meeste landen in 1998-1999 de piek te bereiken. In Oost-Europese landen werd<br />
de piek in 2000-2002 bereikt. Het UNODC merkt in het World Drug Report 2004 op<br />
dat het gebruik in Europa in de periode 2000-2002 redelijk gelijk bleef, maar per land<br />
aan grote wijzigingen onderhevig was. Zo was er in het Verenigd Koninkrijk, Ierland<br />
en Italië sprake van een daling van (iets meer dan) één procent. In Frankrijk, Nederland,<br />
Portugal, Spanje en Zweden bleef het gebruik ongeveer op hetzelfde niveau. In<br />
Denemarken, Duitsland en Oostenrijk was er sprake van een toename van het ge-<br />
62 Nationale Drug Monitor,<br />
Jaarbericht 2004, 106.<br />
63 World Drug Report 2004,<br />
p.176.<br />
Hoofdstuk 2<br />
71<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
64 World Drug Report 2004,<br />
p.187-190.<br />
65 T. van der Heijden, De<br />
Nederlandse drugsmarkt,<br />
p.65-66.<br />
66 World Drug Report 2004,<br />
p.178, 192.<br />
67 World Drug Report 2004,<br />
p.192-195.<br />
68 World Drug Report 2004,<br />
p.195-199.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
72<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
bruik. In Oost-Europese landen is het aantal gebruikers gemiddeld circa één procent<br />
lager dan in West-Europese landen. 64<br />
Volgens Van der Heijden is uit onderzoek gebleken dat Duitse gebruikers gemiddeld<br />
54 tot 70 keer per jaar amfetamine consumeren. In Nederland zou dit wat hoger<br />
zijn, namelijk 80 tot 93 keer. In het Verenigd Koninkrijk schatte Van der Heijden de<br />
frequentie van het gebruik op 77 keer per jaar. Er zijn helaas weinig gegevens over<br />
de hoeveelheid stof die per keer wordt genuttigd. Uit onderzoeken die in Denemarken,<br />
Duitsland, Finland en het Verenigd Koninkrijk zijn verricht naar de hoeveelheden<br />
werkzame stof in geconsumeerde amfetamine heeft Van der Heijden een gemiddelde<br />
berekend van 35 procent werkzame stof op groothandelsniveau, en 18 procent op<br />
detailhandelsniveau. Hij schat het totale jaargebruik in de Europese Unie tussen de 42<br />
en 52 ton (in Nederland tussen de 1,4 en 1,7 ton). 65<br />
Gebruikers van XTC in het buitenland<br />
Het UNODC heeft op basis van nationale gebruikersdata berekend dat wereldwijd<br />
8,2 miljoen personen XTC gebruiken, waarvan 80 procent woonachtig is in Noord-<br />
Amerika, West-Europa en Australië. Het gebruik van XTC zou zich verspreiden naar<br />
landen in Oost-Europa, Zuid-Amerika, Zuidelijk Afrika, het Midden-Oosten en Zuidoost<br />
Azië. De markt voor XTC zou in 2002 wereldwijd een lagere groei hebben<br />
vertoond dan in 2001. 66<br />
Het gebruik van XTC nam in het begin van de jaren negentig in veel West-Europese<br />
landen sterk toe. Oost-Europese landen volgden in de tweede helft van de jaren<br />
negentig. In dezelfde periode liet een aantal landen in West-Europa alweer een daling<br />
van het gebruik zien, om aan het eind van de jaren negentig en het begin van de 21ste<br />
eeuw weer te stijgen. De meeste West-Europese landen lieten een geleidelijke stijging<br />
zien vanaf de introductie van XTC. In de meeste West-Europese landen stabiliseerde<br />
of daalde de consumptie van XTC in 2002. Alleen in Ierland, Spanje en Denemarken<br />
was nog sprake van een stijging. In ongeveer de helft van de Oost-Europese landen<br />
bleef de consumptie gelijk of daalde deze, terwijl het gebruik in Zuidoost Europa<br />
steeg. 67<br />
In de Verenigde Staten verdrievoudigde het ooitgebruik van XTC tussen 1994 en 2001<br />
(van 1.3 naar 3.6 procent), om daarna een daling in te zetten. Onder middelbare scholieren<br />
daalde het actuele gebruik van 6,3 procent in 2001 naar 3,2 procent in 2003,<br />
een afname van bijna vijftig procent. Tegelijkertijd nam het bewustzijn van de schadelijke<br />
effecten van het gebruik van XTC toe. De consumptie is geconcentreerd is het<br />
noordoosten van de VS, en vindt vooral plaats in de middenklasse. Ook in Canada<br />
nam het gebruik van XTC onder middelbare scholieren tussen 2001 en 2003 snel af.<br />
In Australië en in Nieuw-Zeeland lijkt er sinds 2001 sprake van een afname van de<br />
groei van het aantal gebruikers. In Australië was de stijging het grootst tussen 1995 en<br />
1998 (actueel gebruik van 0,9 naar 2,4 procent), terwijl in Nieuw-Zeeland de groei van<br />
het gebruik vooral tussen 1998 en 2001 plaatsvond (van 0,8 naar 1,9 procent). 68
Volgens een onderzoek van het regionale centrum van het UNODC in Zuidoost Azië<br />
was in 2003 XTC de meest gebruikte drug in China, terwijl het in toenemende mate<br />
werd gebruikt in Cambodja, Indonesië, Japan en Vietnam. Een belangrijke aantekening<br />
bij deze constatering was dat een XTC-tablet ook methamfetamine of ketamine kon<br />
bevatten, zodat het moeilijk was om de daadwerkelijke consumptie van XTC (zoals<br />
MDMA) vast te stellen. 69 Indonesië lijkt niet alleen een doorvoerland te zijn voor XTC<br />
bestemd voor Australië en Nieuw-Zeeland, maar ook een eigen gebruikersmarkt te<br />
hebben. 70<br />
Zoals Korf in 2003 opmerkte heeft XTC in veel landen nog niet aan populariteit<br />
ingeboet, zoals ook blijkt uit de toename van het gebruik in Zuid-Amerika, Zuidelijk<br />
Afrika, Zuidoost-Azië en het Midden-Oosten. Het is sinds de uitbreiding van de EU in<br />
mei 2004 vrij eenvoudig geworden om XTC naar de nieuwe lidstaten te smokkelen.<br />
Zo is het gebruik van amfetamine en XTC in Slowakije in twee jaar tijd verdubbeld.<br />
De directeur van het Slowaakse drugs monitoring centrum verklaarde dat de inbeslagnemingen<br />
in 2003 en 2004 enorm stegen, en dat de autoriteiten vrezen dat de<br />
productie zich ook naar de nieuwe lidstaten verplaatst. 71<br />
2.3.2.5 De prijzen van amfetamine en XTC in Nederland en in het<br />
buitenland<br />
De grondstofprijzen in Nederland<br />
Er is weinig informatie beschikbaar over de prijzen die gelden bij de illegale aanschaf<br />
van grondstoffen. Dit is op te maken uit de vierde kolom van de tabel 2.10, die het<br />
aantal keren weergeeft dat een illegale grondstofprijs geregistreerd is door de-NR<br />
Unit Zuid-Nederland. Hier is gekozen om de gemiddelde grondstofprijzen weer te<br />
geven, omdat een uitsplitsing naar jaar simpelweg onmogelijk is.<br />
De prijzen die in tabel 2.10 worden weergegeven betreffen bedragen die zijn betaald<br />
bij de illegale aanschaf van de desbetreffende stoffen. Wanneer de stoffen in het buitenland<br />
op een legale wijze door een vergunninghouder worden aangeschaft, dan liggen<br />
de prijzen aanzienlijk lager. Zo wordt bij de legale aanschaf van BMK in China per<br />
liter € 13,60 betaald, en voor PMK per liter € 61,61. Platinaoxide kost in Duitsland bij<br />
legale aanschaf € 10.912,- per kilogram, wat 5,5 maal lager is dan de illegale aanschafprijs<br />
in Nederland. Ook in Nederland liggen de legale prijzen aanzienlijk lager, voor<br />
aceton bijvoorbeeld wordt € 0,30 per liter betaald.<br />
Opvallend is wel dat de BMK die illegaal in Nederland is aangeschaft gemiddeld goedkoper<br />
is dan de legale aanschafprijs in Duitsland, waar per liter € 654,- bij aanschaf<br />
door een vergunninghouder wordt betaald. In Nederland werd in de regio Amsterdam<br />
in het vierde kwartaal van 2002 voor een liter BMK € 650,- betaald, terwijl in Zuid-<br />
Limburg zowel in het vierde kwartaal van 2002 als in het derde kwartaal van 2003 een<br />
prijs gold van € 450,- per liter BMK. Van de prijs per liter PMK zijn acht waarnemingen<br />
bekend, die uiteenlopen van € 360,- in Zuid-Limburg in het vierde kwartaal van 2003<br />
(dit is tevens de meest recente waarneming) tot € 1350,- in Drenthe in het eerste<br />
69 Amphetamine-type stimulants<br />
in East Asia and the<br />
Pacific. Analysis of 2003<br />
regional ATS questionnaire,<br />
UNODC Regional Centre<br />
for East Asia and the Pacific,<br />
april 2004, p.8-9.<br />
70 Precursor Control. Regional<br />
project in East Asia,<br />
UNODC Regional Centre<br />
for East Asia and the<br />
Pacific, januari 2005, p.5.<br />
71 ‘EU status raises Slovak<br />
drug woes’, BBC News, 4<br />
mei 2005.<br />
Hoofdstuk 2<br />
73<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
74<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
kwartaal van 2002 (terwijl in dezelfde periode elders in Nederland € 570,- werd<br />
betaald). Uit de provincie Brabant zijn drie waarnemingen bekend uit 2002 en 2003<br />
waarbij de prijs rond de € 750,- per liter bedraagt. Volgens opsporingsdiensten gaat<br />
de prijs van precursoren sinds het eind van 2004 weer omhoog.<br />
Tabel 2.10 Prijzen van grondstoffen in de periode 2002-2004<br />
Soort grondstof Eenheid Gemiddelde prijs Aantal waarnemingen<br />
in euro’s<br />
Aceton Liter 6,50 3<br />
Azijnzuuranhydride Kilogram 73,20 1<br />
BMK Liter 516,67 3<br />
Ergotamine Kilogram 1.900,00 1<br />
Ethanol Liter 6,80 1<br />
Ether Liter 10,50 1<br />
Formamide Liter 59,33 3<br />
Methanol Liter 5,50 1<br />
Methylamine (gas) Fles 3.000,00 1<br />
Platinaoxide Kilogram 56.850,00 2<br />
PMK Liter 909,00 8<br />
Zoutzuur (gas) Fles 1.252,85 2<br />
De prijs van amfetamine en XTC in Nederland<br />
De prijsverdeling die door de NR-Unit Zuid-Nederland wordt gehanteerd is als volgt:<br />
1-10 stuks (straatprijs), 10-100 stuks (dealerprijs), 100-5.000 stuks (detailhandel),<br />
5.000-100.000 stuks (tussenhandel), meer dan 100.000 stuks (groothandel), en tenslotte<br />
afkomstig van tabletteerplaats.<br />
Over de prijs van amfetamine in Nederland zijn te weinig gegevens bekend om een<br />
vergelijking te kunnen maken naar de ontwikkeling van de prijs per niveau en per regio<br />
in een bepaalde periode. Ten behoeve van deze CBA zijn de prijsgegevens uit de periode<br />
2002-2004 geraadpleegd, zoals die bekend zijn bij de NR-Unit Zuid-Nederland.<br />
Van de straatprijs van amfetamine zijn negen waarnemingen geregistreerd uit drie regio’s<br />
(Groningen, Hollands Midden en Midden- en West-Brabant) uit het eerste kwartaal<br />
van 2004. De prijs varieert van € 5,- tot € 10,- per gram en heeft een gemiddelde<br />
van iets meer dan € 8,- per gram. Van de dealerprijs zijn twee waarnemingen geregistreerd<br />
uit Groningen en Hollands Midden uit de eerste twee kwartalen van 2004.<br />
De prijs varieert van € 5,- tot € 10,- per gram en is gemiddeld dus € 7,50 per gram.<br />
Van de detailhandelprijs zijn vijf waarnemingen bekend uit vier regio’s (Limburg-Noord<br />
en -Zuid, Midden- en West-Brabant en Utrecht) uit het laatste kwartaal van 2003 en<br />
de eerste twee kwartalen van 2004. De prijs varieert van € 850,- tot € 2.300,- per<br />
kilogram en is gemiddeld € 1310,- per kilogram. Over de prijzen op het niveau van
tussen- en groothandel zijn onvoldoende gegevens bekend die bovendien tegenstrijdig<br />
zijn. Hier kunnen dus geen eenduidige uitspraken over worden gedaan.<br />
In oktober 2003 heeft de Unit Zuid-Nederland een berekening gemaakt van de kostprijs<br />
van een XTC-tablet. Hierbij werden de gemiddelde prijzen voor grondstoffen als<br />
uitgangspunt genomen. Voor één liter PMK werd € 1.050,- als richtprijs aangehouden,<br />
wat per tablet zou neerkomen op 10,5 eurocent (ervan uitgaande dat één liter PMK<br />
één kilogram MDMA oplevert waaruit gemiddeld 10.000 tabletten worden vervaardigd).<br />
Daarnaast waren er nog de kosten van platinaoxide (gemiddeld 2,6 eurocent<br />
per tablet), van overige grondstoffen zoals aceton en methanol (gemiddeld 2,4 eurocent<br />
per tablet) en van tabletteerstoffen (gemiddeld 0,4 eurocent per tablet). De<br />
gemiddelde kostprijs van een tablet zou dan circa 16 eurocent bedragen. Naast de<br />
kosten die gemaakt worden bij de aanschaf van de benodigde grondstoffen moet er<br />
ook nog geïnvesteerd worden in een laboratoriumuitrusting. Dit bedrag ligt, afhankelijk<br />
van de grootte van het laboratorium en van de benodigde tabletteermachine,<br />
tussen de € 25.000,- tot € 90.000,-. Daarnaast worden er nog kosten gemaakt voor<br />
medewerkers zoals een laborant, een tabletteerder, vervoerders van grondstoffen,<br />
XTC of afvalstoffen en verhuurders van ruimtes. Deze kosten zijn moeilijk te berekenen<br />
omdat niet duidelijk is hoe lang een investering gebruikt wordt en hoeveel<br />
mankracht gebruikt is. Bovendien zijn factoren als het hergebruik van katalysatoren<br />
en de productiecapaciteit van een laboratorium onbekend en deze kunnen dus ook<br />
niet worden meegenomen in een schatting van de kostprijs. 72<br />
Uit de prijsgegevens die geregistreerd zijn bij de NR-Unit Zuid-Nederland in de periode<br />
2002 - eerste kwartaal 2005 komt een hogere kostprijs naar voren, namelijk een<br />
gemiddelde van € 0,56. In grafiek 2.11 is zichtbaar hoe de kostprijs zich in deze periode<br />
heeft ontwikkeld. In het eerste kwartaal van 2005 lag de prijs van een XTC-tablet<br />
direct afkomstig van een laboratorium op € 0,33. Dit was een prijs die buitenlandse<br />
afnemers moesten betalen, die over het algemeen hogere prijzen berekend krijgen<br />
dan binnenlandse afnemers. De lage prijs zou een reflectie kunnen zijn van een marktsituatie<br />
waarbij er genoeg PMK voorhanden is, en er veel aanbieders zijn die genoegen<br />
nemen met kleinere winstmarges, een constatering die Van der Heijden ook maakt. 73<br />
Dit is echter wel in tegenspraak met de waarneming van medewerkers van de NR-<br />
Unit Zuid-Nederland dat de prijs van PMK sinds het eind van 2004 weer zou stijgen.<br />
72 Interne notitie NR Unit<br />
Zuid-Nederland, 15<br />
oktober 2003. Zie ook:<br />
CBA Synthetische Drugs,<br />
KTZ/USD, Helmond 2002,<br />
p.32-34.<br />
73 Volgens Van der Heijden<br />
toont de lage straatprijs<br />
van XTC in Nederland aan<br />
dat er genoeg XTC aanwezig<br />
is en dat de markt<br />
min of meer verzadigd<br />
is. T. van der Heijden, De<br />
Nederlandse drugsmarkt,<br />
p.67.<br />
Hoofdstuk 2<br />
75<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
74 CBA Synthetische Drugs,<br />
KTZ/USD, Helmond 2002,<br />
p.35.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
76<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Grafiek 2.11 Kostprijs XTC-tablet in euro’s<br />
Van de groothandelprijs van XTC zijn in de periode 2002-2004 in Nederland geen<br />
eenduidige gegevens beschikbaar. Er zijn drie waarnemingen geregistreerd, waarvan<br />
twee exportprijzen betroffen. Over de tussenhandelprijs van XTC zijn in de periode<br />
2002-2004 zestien waarnemingen geregistreerd uit diverse regio’s uit het westen en<br />
het zuiden van Nederland, waarvan zes prijzen die door buitenlandse afnemers betaald<br />
moesten worden. Het gemiddelde lag op € 0,63. Over de detailhandelprijs van<br />
XTC zijn in de periode 2002-2004 26 waarnemingen geregistreerd uit heel Nederland<br />
(ook het noorden en het oosten), waarvan drie exportprijzen. Het gemiddelde lag op<br />
€ 0,91. Over de dealerprijs zijn in de periode 2002-2004 veertien waarnemingen geregistreerd<br />
uit heel Nederland. Het gemiddelde lag op € 2,29. Over de straatprijs zijn<br />
in de periode 2002-2004 ten slotte zeventien waarnemingen geregistreerd uit heel<br />
Nederland. Het gemiddelde lag op € 3,49. In 2001 lagen de prijzen hoger, zo blijkt uit<br />
de CBA Synthetische Drugs 2001. Per tablet lag de kostprijs destijds tussen € 0,82 en €<br />
1,02; de groothandelsprijs tussen € 1,02 en € 1,93; de tussenhandelprijs tussen € 2,27<br />
en € 3,18; en de straatprijs tussen € 4,54 en € 6,81. 74<br />
Wat opvalt wanneer alle afzonderlijke waarnemingen worden bekeken is dat in een<br />
groot aantal gevallen de prijzen op de niveaus van tussenhandel en detailhandel erg<br />
dicht bij elkaar liggen. In de tussenhandel werden prijzen gehanteerd van € 0,30 (regio<br />
Brabant Zuid-Oost in het eerste kwartaal van 2004) tot € 1,- (regio Midden- en<br />
West-Brabant in het eerste kwartaal van 2003). Door een buitenlandse afnemer werd<br />
in het derde kwartaal van 2003 zelfs € 2,- betaald. In de detailhandel werden prijzen<br />
gehanteerd van € 0,30 (regio Midden- en West-Brabant in het eerste kwartaal van<br />
2004) tot € 3,- (regio Amsterdam-Amstelland in het eerste kwartaal van 2003).
Ook de dealerprijzen kennen onderling grote verschillen, en wederom ook in eenzelfde<br />
periode binnen een regio. De prijzen fluctueren van € 1,- (in het eerste kwartaal<br />
van 2004 in vier verschillende regio’s) tot € 5,- (in Rotterdam-Rijnmond en in<br />
Groningen in het eerste kwartaal van respectievelijk 2003 en 2004). Ten slotte laten<br />
ook de straatprijzen grote verschillen zien, niet alleen tussen regio’s maar ook in<br />
eenzelfde periode binnen een regio. De gehanteerde prijzen variëren van € 1,25 (in<br />
Groningen in het eerste kwartaal van 2004) tot € 5,- (in vier verschillende regio’s in<br />
2002, 2003 en 2004).<br />
De markt lijkt dus zeer flexibel en chaotisch: in eenzelfde periode kan de prijs per<br />
regio maar ook binnen een regio enorm verschillen. Dit geldt voor alle niveaus in de<br />
markt. Er zijn veel aanbieders actief. De vraag is of deze verkopers de markt goed<br />
kennen, dat wil zeggen of zij weten welke verkoopprijs concurrenten hanteren.<br />
Wanneer de markt goed zou functioneren, dan zouden de verkopers de laagste prijs<br />
moeten vragen, omdat de koper anders een andere verkoper zal benaderen. Wanneer<br />
dit niet het geval is, dan kan dit betekenen dat zowel de kopers als de verkopers een<br />
informatieprobleem hebben. Overigens kan het prijsverschil ook te maken hebben<br />
met de kwaliteit van het aangeboden tablet.<br />
Voor een kilogram MDMA-poeder bestond in de periode 2002-2004 een gemiddelde<br />
vraagprijs van € 2.500,- dat wil zeggen 25 eurocent per tablet (ervan uitgaande dat<br />
één liter PMK één kilogram MDMA oplevert waaruit gemiddeld 10.000 tabletten<br />
worden vervaardigd). De koper moet dan zelf nog vul-, bind- en smeermiddelen toevoegen<br />
aan het poeder en het geheel tot tabletten slaan.<br />
De prijzen van amfetamine en XTC in het buitenland<br />
De meeste gegevens over prijzen zijn afkomstig van buitenlandse liaison officieren<br />
en uit verdachtenverhoren. Incidenteel wordt informatie over prijzen doorgegeven<br />
door informanten. Hoewel bij een aantal landen sprake is van slechts één gemelde<br />
prijs aan de NR-Unit Zuid-Nederland, is deze melding vaak een gemiddelde die is<br />
gebaseerd op alle bekende gegevens uit een land en als gemiddelde doorgegeven door<br />
een buitenlandse liaison officier. Over de straatprijzen van XTC-tabletten (zie grafiek<br />
2.14) zijn aanzienlijk meer gegevens bekend dan over de straatprijzen van amfetamine.<br />
Daarnaast zijn er ook gegevens bekend over de prijzen van XTC-tabletten op groot-,<br />
tussen- en detailhandelsniveau.<br />
Per gram amfetamine worden in Europa in de Scandinavische landen gemiddeld de<br />
hoogste prijzen betaald (hoewel de straatprijs in Zweden aanzienlijk lager is dan in<br />
buurland Noorwegen, zie grafiek 2.12). Ook Australië, Italië en Tsjechië kennen hoge<br />
straatprijzen, van boven de € 20,- per gram. Vooral de prijs in Tsjechië baart opzien,<br />
omdat in het buurland Slowakije de prijs twee keer zo laag is. In de meeste Europese<br />
landen ligt de straatprijs tussen de € 9,- en € 15,- per gram. Voor zover bekend heeft<br />
Nederland met iets meer dan € 8,- per gram de laagste straatprijs van de Europese<br />
Unie. Opvallend zijn de lage prijzen in Bulgarije en in Zuid-Afrika, respectievelijk<br />
€ 4,- en bijna € 3,- per gram.<br />
Hoofdstuk 2<br />
77<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
78<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Grafiek 2.12 Straatprijzen van amfetamine per land, per gram/tablet,<br />
2002-2004<br />
De groothandelsprijs van amfetamine (zie grafiek 2.13) is in elk land (logischerwijs)<br />
ongeveer gerelateerd aan de straatprijs. Toch zijn er enkele opvallende discrepanties.<br />
Zo is de groothandelsprijs in Noorwegen aanzienlijk lager dan in Australië, Spanje<br />
en Tsjechië, terwijl de groothandelsprijs in Zweden hoger is dan in Denemarken.<br />
Dit kan een indicatie zijn van de aanwezigheid van een meer competitieve markt in<br />
Denemarken.
Grafiek 2.13 Groothandelsprijzen van amfetamine per land, per kilo,<br />
2002-2004<br />
Het meest opvallend aan grafiek 2.14 is de zeer hoge straatprijs in Japan, die in januari<br />
2002 maar liefst € 87,- bedroeg. (In 2005 ligt de prijs tussen de € 25.- en € 50,-) Hier<br />
moet wel bij worden aangetekend dat dit de enige waarneming is die geregistreerd is<br />
in Japan. Daarnaast is de lage straatprijs van XTC-tabletten in Indonesië opmerkelijk.<br />
Dit kan een indicatie zijn dat het gaat om XTC dat in het land zelf is geproduceerd.<br />
Dat is aannemelijk gezien de ontmantelde productieplaatsen in Indonesië in 2002.<br />
Anderzijds kan het lage prijspeil van XTC in Indonesië ook te maken hebben met de<br />
lagere welvaart dan bijvoorbeeld in Japan en Australië.<br />
In de Verenigde Staten was de straatprijs aan het eind van 2004 tussen de 6 en 45 dollar<br />
per tablet, zo blijkt uit informatie van de Drug Enforcement Agency (DEA). In de<br />
meeste staten en in grote steden als Chicago, Detroit, Las Vegas, Los Angeles, New<br />
York en Philadelphia lag de straatprijs rond de 20-30 dollar. Hogere prijzen (tussen<br />
de 25 en 45 dollar) werden betaald in Alaska, Minnesota, North en South Dakota.<br />
De laagste prijzen (tussen de 6 en 20 dollar) werden betaald in District of Columbia,<br />
Florida, Maryland, Missouri, New Mexico, Texas en West-Virginia. 75<br />
75 ‘Illicit Drug Prices juli<br />
– december 2004’, Narcotics<br />
Digest Weekly, National<br />
Drug Intelligence Center<br />
(volume 3, nummer 52) 28<br />
december 2004.<br />
Hoofdstuk 2<br />
79<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
Grafiek 2.14 Straatprijzen van XTC-tablet per land, 2002-2004<br />
76 T. van der Heijden, De<br />
Nederlandse drugsmarkt,<br />
p.68.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
80<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Over de prijs van MDMA-poeder in het buitenland is weinig informatie beschikbaar.<br />
Er is slechts één waarneming uit Canada, waar in het vierde kwartaal van 2002 voor<br />
één kilogram € 37.000,- werd betaald. Dit is ruim 14 keer zo veel als de prijs van één<br />
kilo MDMA-poeder in Nederland.<br />
2.3.2.6 De omzet van XTC en amfetamine in Nederland en in het<br />
buitenland<br />
Volgens Van der Heijden zijn er vier methoden om de totale productie van synthetische<br />
drugs in Nederland te berekenen: op basis van (1) onderschepte precursoren; (2)<br />
gedumpte afvalstoffen; (3) ontmantelde productielocaties; en (4) analyse van financiele<br />
onderzoeken. 76 Bij elke methode kunnen echter kanttekeningen geplaatst worden,<br />
waardoor het de vraag is in hoeverre de schattingen een eenduidig beeld geven van<br />
de productie.
• De berekening van de productie op basis van in beslag genomen precursoren<br />
is eigenlijk weinig zinvol, omdat het immers een berekening is die gebaseerd<br />
is op precursoren die niet meer voor productie kunnen worden ingezet. Het<br />
geeft dus geen beeld van de precursoren die zijn ingevoerd en ingezet voor<br />
de productie.<br />
• Ook bij de berekening van de totale productie van synthetische drugs aan de<br />
hand van gedumpte afvalstoffen kunnen vraagtekens gezet worden, omdat<br />
niet bekend is hoeveel dumpingen niet ontdekt zijn. Het geeft dus een onvolledig<br />
beeld. Wel haalt Van der Heijden een medewerker aan van de NR-Unit<br />
Zuid-Nederland, die stelt dat circa 40 tot 50 procent van alle afval van synthetische<br />
drugs wordt aangetroffen bij dumpingen. Waarop dit percentage<br />
gebaseerd is wordt echter niet onderbouwd.<br />
• Zoals ook Van der Heijden stelt is het meten van de uitgevoerde productie<br />
van ontmantelde laboratoria niet mogelijk omdat niet bekend is hoelang deze<br />
gefunctioneerd hebben. Over het algemeen wordt aangenomen dat laboratoria<br />
slechts een beperkte tijd operationeel zijn, afhankelijk van de beschikbaarheid<br />
van grondstoffen en de afzetmogelijkheden.<br />
• De analyse van financiële onderzoeken die uitgevoerd zijn in het kader van<br />
het ontnemen van wederrechtelijk verkregen vermogen blijkt onmogelijk<br />
omdat deze onderzoeken zeer zelden worden uitgevoerd.<br />
Het grootste manco van alle methoden is dat de beschikbare gegevens onvolledig<br />
zijn.<br />
Er zijn diverse berekeningen gemaakt van het aantal wereldwijde gebruikers van XTC<br />
en amfetamine, die meestal nogal uiteenlopen. 77 In deze CBA worden de uitkomsten<br />
van twee studies als basis genomen, namelijk het dNRI-rapport van Van der Heijden<br />
en het World Drug Report 2004 van het UNODC. De schatting van de per gebruiker<br />
geconsumeerde tabletten is overgenomen van Van der Heijden, die een berekening<br />
heeft gemaakt van het minimale en maximale gebruik op basis van een vergelijking van<br />
de consumptie door gebruikers in Canada, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en<br />
Nederland. 78 De schatting van het totale aantal gebruikers wereldwijd is overgenomen<br />
van het UNODC, die alle meest recente beschikbare nationale gebruikersdata<br />
heeft verzameld en opgeteld.<br />
Als uitgegaan wordt van een gemiddelde consumptie van 20 tot 40 tabletten per jaar<br />
per persoon (volgens de schatting van Van der Heijden 79) en van 8 miljoen gebruikers<br />
wereldwijd (volgens het UNODC 80), dan zou de totale consumptie wereldwijd<br />
tussen de 160 en 320 miljoen tabletten liggen. Als er van uitgegaan wordt dat zeventig<br />
procent van alle geconfisqueerde XTC uit Nederland afkomstig is (volgens het<br />
77 Zo ging een medewerker<br />
in 2003 uit van een totale<br />
wereldconsumptie van 500<br />
miljoen tabletten, terwijl<br />
het UNODC een schatting<br />
gaf van 1,25 miljard<br />
tabletten. In een recent<br />
rapport van Europol<br />
wordt opgemerkt dat in<br />
het Verenigd Koninkrijk<br />
in 2003 per week tussen<br />
een half miljoen en twee<br />
miljoen XTC-pillen zouden<br />
zijn geconsumeerd, wat<br />
een jaartotaal tussen de<br />
25 en 100 miljoen zou<br />
betekenen.<br />
78 Het UNODC hanteert<br />
een schatting van 3<br />
tabletten per week per<br />
gebruiker, maar geeft geen<br />
onderbouwing van dit<br />
getal.<br />
79 T. van der Heijden, De<br />
Nederlandse drugsmarkt,<br />
p.75-78.<br />
80 World Drug Report 2004,<br />
p.159 en 172.<br />
Hoofdstuk 2<br />
81<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
81 Bij de producent geldt in<br />
plaats van de inkoopprijs<br />
de kostprijs.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
82<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
UNODC), dan zouden in Nederland tussen de 112 en 224 miljoen tabletten geproduceerd<br />
worden. Bij 67.000 gebruikers (volgens het Jaarbericht 2004 van de Nationale<br />
Drug Monitor) zou de jaarconsumptie in Nederland liggen tussen de 1.340.000 en<br />
2.680.000 tabletten. Zo kan de volgende berekening worden gemaakt op basis van de<br />
prijsgemiddelden die golden in de periode 2002-2004. De geschatte aantallen worden<br />
vervolgens vermenigvuldigd met de prijsgemiddelden in de verschillende handelsstadia<br />
uit de periode 2002-2004:<br />
Tabel 2.12 Winst van productie en handel van XTC-tabletten in<br />
Nederland<br />
Aantal Inkoopprijs 81 Verkoopprijs Brutowinst<br />
Producent 112.000.000 0,56 0,67 12.320.000<br />
Groot/tussenhandel 112.000.000 0,67 0,91 26.880.000<br />
Detailhandel 1.340.000 0,91 2,29 1.849.200<br />
Dealers 1.340.000 2,29 3,49 1.608.000<br />
Totale brutowinst 42.657.200<br />
De totale winst die in Nederland zou worden gemaakt is minimaal bijna 43 miljoen<br />
euro (zie tabel 2.12) en maximaal 86 miljoen euro. Let wel: het gaat hier om de<br />
brutowinst, waarbij alleen rekening is gehouden met de kosten van grondstoffen.<br />
Kosten zoals de huur van een locatie, verpakkingsmaterialen, dekladingen en lonen<br />
voor chauffeurs, tabletteerders, dumpers en andere werknemers zijn hier nog niet<br />
in opgenomen, evenmin als de investeringen in hardware. Wanneer het Nederlandse<br />
criminele verband zorgt draagt voor de smokkel naar het buitenland dan wordt de<br />
prijs in de regel verhoogd met één euro per tablet, om zo het extra risico, het loon<br />
voor de smokkelaar en de kosten voor de deklading te verdisconteren.<br />
De brutowinst die gemaakt wordt bij de productie en handel in amfetamine is moeilijker<br />
te berekenen, omdat er geen eenduidige gegevens beschikbaar zijn over de<br />
kostprijs en de prijzen die in de groot- en tussenhandel gelden. Zo is de kostprijs van<br />
een kilo amfetamine hoger dan de groot- en tussenhandelprijs. Dit heeft waarschijnlijk<br />
te maken met het feit dat amfetamine versneden wordt: hierdoor zou het zo kunnen<br />
zijn dat een kilo amfetamine in de groot- en tussenhandel een lagere zuiverheid heeft,<br />
waardoor de prijs lager is dan een kilo pure amfetamine die direct van een laboratorium<br />
afkomstig is.
2.4 Conclusie<br />
In dit hoofdstuk werd de volgende onderzoeksvraag behandeld: welke<br />
ontwikkelingen hebben in de onderzoeksperiode plaatsgevonden op<br />
de internationale en nationale markt voor synthetische drugs, in termen<br />
van de aard en prijs van het goed, en de omvang van de markt?<br />
De samenstelling en productie van synthetische drugs<br />
Voor zowel amfetamine als XTC lijkt er geen sprake van grote wijzigingen in de<br />
samenstelling. Wel is de hoeveelheid werkzame stof per XTC-tablet sinds 1997 to<br />
aan 2003 geleidelijk toegenomen. Er zijn in 2003 procentueel meer tabletten getest<br />
dan in voorgaande jaren die een concentratie bevatten van meer dan 105 milligram<br />
MDMA per tablet. Daarnaast is het productieproces van XTC (en in mindere mate<br />
ook voor amfetamine) geoptimaliseerd, onder andere door het terugwinnen en het<br />
hergebruik van katalysatoren, waardoor er meer MDMA gewonnen wordt per liter<br />
PMK. De warme methode bleef de afgelopen jaren verreweg de meest gebruikte<br />
productiemethode.<br />
Amfetamine staat sinds 1976 vermeld in lijst I van de Opiumwet. De werkzame stoffen<br />
MDMA, MDEA of N-ethylMDA die in XTC-tabletten verwerkt zijn staan sinds 1988<br />
vermeld in lijst I (MDA stond hier al langer op). Verbodsbepalingen betreffende de<br />
precursoren PMK en BMK staan niet in de Opiumwet, maar in de in 1995 in werking<br />
getreden Wet voorkoming misbruik chemicaliën (WVMC). De wetgeving is thans<br />
aan wijziging onderhevig. De Europese Unie heeft twee nieuwe verordeningen afgekondigd<br />
(voor inter- en intracommunautaire handel) die op 18 augustus 2005 in<br />
werking zijn getreden. De bestaande richtlijn en verordening zijn ingetrokken. De verordeningen<br />
hebben rechtstreekse werking maar de nationale toepassing geschiedt op<br />
basis van de WVMC; een wijzigingsvoorstel gaat binnenkort naar het parlement. De<br />
nieuwe verordeningen bevatten overgangsbepalingen waardoor de bestaande wetsteksten<br />
vooralsnog hun gelding blijven behouden.<br />
Inbeslagnemingen<br />
Er worden in de laatste jaren minder precursoren in Nederland in beslag genomen.<br />
Grotere partijen komen in andere Europese zeehavens aan, om vervolgens naar<br />
Nederland te worden getransporteerd. Het overgrote deel van de precursoren in<br />
afkomstig uit China. Een klein deel komt uit Oost-Europa. Anders dan in voorgaande<br />
jaren lijken producenten sinds het eind van 2004 meer moeite te hebben om aan<br />
precursoren te komen. Dit kan erop duiden dat de voorraden in Nederland opraken<br />
of dat er minder wordt ingevoerd.<br />
Op de amfetaminemarkt blijft de rol van Nederland beperkt tot Europa (ten opzichte<br />
van de wereldmarkt is de invloed van Nederland minimaal). Het in het buitenland<br />
geconfisqueerde amfetaminepoeder liep sinds 2002 sterk terug, terwijl deze in Nederland<br />
iets steeg. Daarnaast waren de inbeslagnemingen van amfetaminepasta een<br />
Hoofdstuk 2<br />
83<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
84<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
nieuw fenomeen, dat zich in 2003 voor het eerst voordeed. De grootste confiscaties<br />
amfetaminepoeder vonden in 2002-2004 plaats in Nederland, België, Duitsland en<br />
het Verenigd Koninkrijk. De voornaamste afzetmarkten lijken die van het Verenigd<br />
Koninkrijk en Scandinavië, hoewel de laatste sinds een aantal jaren vooral wordt<br />
voorzien vanuit Polen en de Baltische staten. De in beslag genomen hoeveelheid<br />
XTC-tabletten is sinds 2002 in het buitenland sterk gedaald, terwijl deze in Nederland<br />
nagenoeg gelijk bleef. Daarentegen nam het in het buitenland geconfisqueerde<br />
MDMA-poeder in dezelfde periode sterk toe, terwijl dit in Nederland afnam. Wanneer<br />
het poeder wordt omgerekend naar tabletten, dan blijkt de in beslag genomen hoeveelheid<br />
ongeveer gelijk te blijven. De vraag is of deze verschuiving van tabletten naar<br />
poeder – dat in grote partijen via havens wordt gesmokkeld – structureel van aard is<br />
en of deze te maken heeft met de toegenomen controles op luchthavens.<br />
Sinds 2002 is het aantal inbeslagnemingen wereldwijd aanzienlijk afgenomen. Zo<br />
was er sprake van een daling in Duitsland en Frankrijk en van een radicale afname<br />
in de Verenigde Staten. Anderzijds werden in Australië, Japan, Turkije en China<br />
meer partijen geconfisqueerd. De smokkel via ladingen neemt toe, terwijl de smokkel<br />
middels personen en via vliegtuigen afneemt. Hoewel het aantal confiscaties een<br />
daling vertoont, neemt per transport de hoeveelheid smokkelwaar toe. De grootste<br />
partijen XTC worden in vrachtwagens vervoerd; per transport gemiddeld bijna een<br />
half miljoen tabletten.<br />
Ontmantelde productielocaties<br />
Sinds 2002 is het aantal ontmantelde productielocaties met een derde afgenomen. De<br />
productie is sinds jaren geconcentreerd in West- en Zuid-Nederland. In 2004 werden<br />
tabletteerplaatsen vooral aangetroffen in Noord-Holland, terwijl alle ontmantelde<br />
laboratoria zich bevonden in Noord-Holland en Noord-Brabant. XTC werd in 2004<br />
vooral in Noord-Holland geproduceerd, en amfetamine vooral in Noord-Brabant.<br />
In 2002 en 2003 was de productie van zowel XTC als amfetamine meer evenredig<br />
verdeeld over vooral West- en Zuid-Nederland. Sinds 2003 worden er minder<br />
productielocaties in woongebieden aangetroffen, en juist meer in landelijke gebieden.<br />
Vanaf 2001 is er sprake van een toename van het aantal ontmantelde amfetaminelaboratoria,<br />
terwijl het aantal aangetroffen XTC-laboratoria afneemt. Vanaf 2003 worden<br />
er zelfs meer amfetaminelaboratoria ontmanteld dan XTC-laboratoria.<br />
Bij de in het buitenland aangetroffen productielocaties voor XTC is meestal sprake<br />
van Nederlandse betrokkenheid, bijvoorbeeld in België, Duitsland, Indonesië en<br />
Suriname. In andere gevallen gaat het vaak om ‘kitchenlabs’. Net als in Nederland is in<br />
België ook sprake van een verschuiving van de productie van XTC naar amfetamine.<br />
In 2002 werden in Nederland van alle Europese landen de meeste amfetaminelaboratoria<br />
ontmanteld. Tegelijkertijd is er sprake van een verschuiving van de productie<br />
naar Oost-Europese landen.
Dumpingen van afvalstoffen<br />
Jarenlang lag het aantal dumpingen per jaar rond de 80 en de hoeveelheid rond de<br />
100.000 liter. In 2004 was er echter sprake van een aanzienlijke afname van zowel het<br />
aantal dumpingen als de gedumpte hoeveelheid. Dit kan te maken hebben met een<br />
afnemend besef bij gemeenten om dumpingen te melden bij de NR-Unit Zuid-Nederland.<br />
De daling kan echter evengoed veroorzaakt worden door een verplaatsing van<br />
de dumpingen naar Belgisch grondgebied. De vermindering van de aantallen dumpingen<br />
zou kunnen worden gerelateerd aan enkele megadumpingen, waarbij waarschijnlijk de<br />
afvalstoffen van verschillende productielocaties zijn verzameld.<br />
In Zuid- en West-Nederland zijn sinds 1999 veruit de meeste dumpingen aangetroffen,<br />
waarbij elk jaar meer dan de helft op het conto van Zuid-Nederland kwam – uitgezonderd<br />
2000 en 2004. Dit beeld komt overeen met de spreiding van de productielocaties<br />
in Nederland. Dumpingen in woongebieden worden hoogstwaarschijnlijk relatief vaker<br />
ontdekt dan die in buitengebieden. Het aantal dumpingen in buitengebieden zal dus<br />
eerder onderschat worden dan die in woongebieden. Ongeveer tweederde van de<br />
dumpingen vonden in 2004 buiten de bebouwde kom plaats. De afvalstoffen werden<br />
in 2004 voornamelijk gedumpt in het buitengebied, het bos en op bedrijfsterreinen. In<br />
woonwijken zijn chemische afvalstoffen onder andere gestort in ondergrondse afvalbakken<br />
bestemd voor huishoudelijk afval.<br />
In veel gevallen is bij de NR-Unit Zuid-Nederland niet bekend welke afvalstoffen<br />
er precies gedumpt zijn. In de regel gaat het om lege of gevulde jerrycans en vaten,<br />
vuilniszakken, blikken en flessen. In ieder geval worden meestal de volgende stoffen<br />
aangetroffen: aceton, ether, methanol, tolueen, zwavelzuur, BMK, PMK, mierenzuur,<br />
zoutzuur, methylamine en safrol. Opvallend is dat de laatste jaren naast de chemicaliën<br />
steeds vaker Chinees verpakkingsmateriaal wordt aangetroffen.<br />
Gebruik van synthetische drugs<br />
Sinds 2003 lijkt er sprake van een afname van de populariteit van XTC in Nederland<br />
en in andere landen in West-Europa en Noord-Amerika. Voor Nederland relateert Korf<br />
deze daling aan het imago van XTC, die onder een trendsettend publiek als niet meer<br />
speciaal wordt gezien (‘iedereen gebruikt het’). XTC lijkt een mode-drug die vooral<br />
tijdens dancefeesten geconsumeerd wordt door een bepaalde leeftijdsgroep, die slechts<br />
een aantal jaren deze levensstijl leeft. Het gebruik lijkt ook te zijn afgenomen door het<br />
toenemende besef dat er negatieve effecten aan het gebruik zijn verbonden. Toch is XTC<br />
wereldwijd nog steeds populair, omdat het in veel landen nog maar net geïntroduceerd<br />
is (bijvoorbeeld in goedkope toeristenoorden). Ook wordt het in deze landen nog als<br />
een onschuldige drug gezien. Daarnaast blijft het een relatief goedkoop product. Vanaf<br />
2003 is er sprake van een toename van het gebruik in Zuid-Amerika, Zuidelijk Afrika,<br />
Zuidoost-Azië en het Midden-Oosten. Ook is het sinds de uitbreiding van de EU in mei<br />
2004 vrij eenvoudig geworden om XTC naar de nieuwe lidstaten te smokkelen, wat een<br />
verklaring kan zijn voor de verdubbeling van het gebruik in Slowakije. Amfetamine lijkt<br />
minder onderhevig aan modegrillen. De consumptie van amfetamine bereikte in West-<br />
Hoofdstuk 2<br />
85<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
86<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Europa in 1998-1999 het hoogtepunt en in Oost-Europa in 2000-2001. In Oost-Europa<br />
ligt het percentage gebruikers iets lager dan in West-Europa.<br />
Prijs en omzet<br />
De straatprijs van amfetamine in Nederland is gemiddeld € 8,- per gram. De dealerprijs<br />
is iets lager, gemiddeld € 7,50. De detailhandelsprijs is gemiddeld € 1310,- per kilogram.<br />
Over de prijzen op het niveau van tussen- en groothandel zijn onvoldoende gegevens<br />
bekend. De gemiddelde kostprijs van een XTC-tablet was € 0,56. Van de groothandelsprijs<br />
van XTC zijn in de periode 2002-2004 in Nederland geen eenduidige gegevens<br />
beschikbaar. De tussenhandelprijs was gemiddeld € 0,63, de detailhandelsprijs was<br />
gemiddeld € 0,91, de dealerprijs was gemiddeld € 2,29, en de straatprijs ten slotte was<br />
gemiddeld € 3,49. In 2001 lagen de prijzen hoger.<br />
In een groot aantal gevallen liggen de prijzen op de niveaus van tussenhandel en<br />
detailhandel erg dicht bij elkaar. Ook de dealerprijzen en straatprijzen kennen onderling<br />
grote verschillen, en ook in eenzelfde periode binnen een regio. De markt lijkt<br />
dus zeer flexibel en chaotisch. Dit geldt voor alle niveaus in de markt. Er zijn veel<br />
aanbieders actief. De vraag is of deze verkopers de markt goed kennen, dat wil zeggen<br />
of zij weten welke verkoopprijs concurrenten hanteren. Wanneer de markt goed<br />
zou functioneren, dan zouden de verkopers de laagste prijs moeten vragen, omdat<br />
de koper anders een andere verkoper zal benaderen. Wanneer dit niet het geval is,<br />
dan kan dit betekenen dat zowel de kopers als de verkopers een informatieprobleem<br />
hebben. Overigens kan het prijsverschil ook te maken hebben met de kwaliteit van<br />
het aangeboden tablet.<br />
De prijzen van amfetamine en XTC zijn in het buitenland hoger dan de prijzen in Nederland.<br />
In de meeste Europese landen ligt de straatprijs van amfetamine tussen de €<br />
9,- en € 15,- per gram. Per gram amfetamine worden in Europa in de Scandinavische<br />
landen gemiddeld de hoogste prijzen betaald. Voor zover bekend heeft Nederland<br />
met iets meer dan € 8,- per gram de laagste straatprijs van de Europese Unie. De<br />
straatprijzen van XTC-tabletten lijken met meer dan € 80,- het hoogst in Japan. (In<br />
2005 ligt de prijs tussen de € 25.- en € 50,-) Australië en Nieuw-Zeeland volgen met<br />
circa € 30,- op afstand. In de VS liggen ze tussen de € 6,- en € 45,-, afhankelijk van de<br />
staat waarin de tabletten verkocht worden. In Europa gelden in Noorwegen en Italië<br />
hoge prijzen. Opmerkelijk is de lage straatprijs in Indonesië. Dit kan een indicatie zijn<br />
dat het gaat om XTC dat in het land zelf is geproduceerd. Dat is aannemelijk gezien<br />
de ontmantelde productieplaatsen in Indonesië in 2002.<br />
Op basis van berekeningen van het UNODC en van Van der Heijden wordt de totale<br />
consumptie wereldwijd tussen de 160 en 320 miljoen tabletten geschat. Als er van<br />
uitgegaan wordt dat zeventig procent van alle geconfisqueerde XTC uit Nederland<br />
afkomstig is, dan worden in Nederland tussen de 112 en 224 miljoen tabletten geproduceerd.<br />
De jaarconsumptie in Nederland zou liggen tussen de 1.340.000 en 2.680.000<br />
tabletten. De totale winst die in Nederland wordt gemaakt wordt geschat op minimaal<br />
bijna 43 miljoen euro en maximaal 86 miljoen euro. Let wel: het gaat hier om
de brutowinst, waarbij alleen rekening is gehouden met de kosten van grondstoffen.<br />
Kosten zoals de huur van een locatie, verpakkingsmaterialen, dekladingen en lonen<br />
voor chauffeurs, tabletteerders, dumpers en andere werknemers zijn hier nog niet in<br />
opgenomen, evenmin als de investeringen in hardware. De brutowinst die gemaakt<br />
wordt bij de productie en handel in amfetamine is moeilijker te berekenen, omdat er<br />
geen eenduidige gegevens beschikbaar zijn over de kostprijs en de prijzen die in de<br />
groot- en tussenhandel gelden.<br />
Hoofdstuk 2<br />
87<br />
De ontwikkeling van de aard en omvang<br />
van synthetische-drugscriminaliteit in<br />
Nederland en in het buitenland
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
88<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
Tabletteermachines.<br />
Hoofdstuk 3<br />
Kenmerken van verdachten en gehanteerde modus operandi<br />
3.1 Inleiding<br />
Dit hoofdstuk behandelt de tweede onderzoeksvraag:<br />
Welke verdachten zijn in Nederland actief op de markt voor synthetische<br />
drugs en welke modus operandi hanteren zij?<br />
Deze vraag wordt in drie delen beantwoord. Ten eerste wordt aandacht gegeven aan<br />
de kenmerken van verdachten en van criminele verbanden. Deze hebben betrekking<br />
op zaken als de gemiddelde leeftijd, nationaliteit, land/regio van herkomst, alsmede<br />
de omvang, bestendigheid, rolverdeling, samenstelling, organisatiegraad en structuur<br />
van criminele verbanden (en, meer specifiek, misdaadondernemingen en criminele<br />
handelsnetwerken). Met de structuur van een crimineel verband wordt in deze CBA<br />
bedoeld de verdeling van rollen over de samenstellende delen van een crimineel verband.<br />
Met de structuur van een misdaadonderneming wordt bedoeld de verdeling van<br />
rollen over de verdachten binnen een crimineel verband. Binnen criminele verbanden<br />
worden verschillende rollen onderscheiden. In een misdaadonderneming zijn dat<br />
de rollen van misdaadondernemer, compagnon (zoals bedrijfsleider) en medewerker<br />
(zoals koerier of laborant) en in een crimineel handelsnetwerk zijn dat de rollen van<br />
leverancier, afnemer, facilitair, tussenpersoon en financier.<br />
Ten tweede gaat het om de werkwijzen die gehanteerd worden op het gebied van<br />
synthetische-drugscriminaliteit. Deze zijn onderverdeeld in een viertal elementen die<br />
van belang zijn voor een misdaadondernemer:<br />
• Hulpbronnen<br />
Het geheel aan menskracht (inclusief specifieke kennis) en aan fysieke faciliteiten<br />
(materieel, materiaal en ruimtelijke voorzieningen) waarover een<br />
misdaadondernemer moet beschikken om te kunnen komen tot het eindproduct.<br />
• Logistieke faciliteiten<br />
De fysieke middelen die een misdaadondernemer inzet bij het vervoeren of<br />
opslaan van smokkelwaar.<br />
• Logistieke knooppunten<br />
De fysieke locaties waar op macroniveau goederenstromen en personenverkeer<br />
samenkomen.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
89<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
1 Kleemans e.a. spreken<br />
in dit verband over de<br />
‘toegevoegde waarde’ van<br />
een opsporingsonderzoek,<br />
doordat deze was gericht<br />
op aspecten die in de meeste<br />
onderzoeken onderbelicht<br />
blijven (zoals financiële<br />
aspecten). E.Kleemans, e.a.,<br />
Georganiseerde criminaliteit<br />
in Nederland, rapportage op<br />
basis van de WODC monitor,<br />
Onderzoek en Beleid 198,<br />
2002, p. 31.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
90<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
• Institutionele faciliteiten<br />
Wetgeving en organisaties die een misdaadondernemer benut, respectievelijk<br />
inzet, teneinde criminele activiteiten efficiënt te organiseren, zodanig ook dat<br />
deze administratief moeilijker zijn te traceren.<br />
Ten derde volgt de beschrijving van de ‘algemene bedrijfsvoering’ van criminele verbanden:<br />
zoals het wisselen, verplaatsen en verhullen van wederrechtelijk verkregen<br />
vermogen; het gebruik van corruptie, afscherming, intimidatie en geweld; en externe<br />
relaties.<br />
Alle onderzoeken die in 2004 door de NR zijn uitgevoerd en afgerond zijn door analisten<br />
verwerkt, evenals de belangrijkste onderzoeken uit 2002 en 2003 van de NR<br />
en van andere opsporingsdiensten. Deze laatste onderzoeken zijn behandeld wanneer<br />
ze zicht hebben gegeven op (een deel van) het logistieke proces, of bronlanden van<br />
grondstoffen en bestemmingslanden voor synthetische drugs, of de kenmerken van<br />
verdachten en de structuur van een crimineel verband, of geldstromen en/of<br />
bestedingen van wederrechtelijk verkregen voordeel, of het gebruik van corruptie,<br />
afscherming, intimidatie en/of geweld. 1 De analisten hebben per onderzoek alleen de<br />
zogenaamde 0-dossiers (einddossiers) en zaaksdossiers verwerkt. Vanwege tijdsdruk<br />
was het niet mogelijk om alle onderzoeken even diepgaand te behandelen, en om<br />
bijvoorbeeld alle verklaringen van verdachten en tapverslagen volledig door te lezen.<br />
Als er echter reden was om een bepaald onderzoek nog eens diepgaander te bestuderen,<br />
bijvoorbeeld vanwege het zicht dat een onderzoek kon geven op interne<br />
verhoudingen in een crimineel verband, dan werd dat wel gedaan. In totaal is ten<br />
behoeve van deze CBA gebruik gemaakt van 32 afgesloten onderzoeken, waarvan de<br />
namen en de namen van de verdachten gefingeerd zijn. Voor een korte beschrijving<br />
hiervan, zie bijlage 3.<br />
Alle behandelde onderzoeken zijn verwerkt in een analysekader dat is ingedeeld op<br />
basis van de onderzoeksvragen die voor het CB 2005 zijn geformuleerd, ten behoeve<br />
van het compileren van een overzicht van alle aandachtsgebieden van de NR.<br />
Deze CBA heeft gebruik gemaakt van dezelfde onderzoeksvragen, en waar nodig<br />
zijn ze aangevuld met vragen die alleen van toepassing zijn op synthetische-drugscriminaliteit.<br />
Nadat alle onderzoeken verwerkt waren is een uitdraai gemaakt van elk<br />
beschreven onderzoek, waarvan de informatie onder deelvraag-kopjes is gestructureerd.<br />
Hiermee zijn vervolgens door de onderzoeker de deelvragen van de tweede<br />
onderzoeksvraag beschreven. Voor een compleet overzicht van de vragen die in het<br />
analysesysteem zijn behandeld, zie bijlage 2.<br />
Om de criminele verbanden die actief zijn op de synthetische-drugsmarkt te kunnen<br />
duiden, is in deze CBA gebruik gemaakt van de overzichtswerken van Kleemans e.a.<br />
(1998 en 2002) en van Van Duyne e.a. (1990 en 1995). Kleemans e.a. richtten zich<br />
voornamelijk op de sociale omgeving van criminele verbanden, terwijl Van Duyne e.a.<br />
hun focus hadden op de inrichting van illegale markten.
3.2 Kenmerken van criminele verbanden<br />
Allereerst zal worden ingegaan op algemene kenmerken, zoals de gemiddelde leeftijd,<br />
de nationaliteit en de verhouding man/vrouw onder de verdachten, om te kijken in<br />
hoeverre betrokkenen bij synthetische-drugscriminaliteit een ander profiel hebben<br />
dan betrokkenen bij drugscriminaliteit in het algemeen. Hierbij wordt gebruik gemaakt<br />
van het bestand CBAUSD, waarin onder andere de gegevens van alle bij de<br />
NR-Unit Zuid-Nederland geregistreerde personen verwerkt zijn (een kleine 8.000<br />
personen, die onder andere zijn voorgekomen in onderzoeken van de NR-Unit Zuid-<br />
Nederland, rest- en zijtakinformatie en rechtshulpverzoeken). Een kanttekening bij<br />
het doen van kwantitatieve uitspraken op basis van politiegegevens is dat de inhoud<br />
van deze natuurlijk grotendeels bepaald is door de gestelde prioriteiten bij politie en<br />
justitie. 2<br />
3.2.1 Verdachten<br />
Uit een vergelijking van de gegevens van verdachten uit de CBAUSD-registratie met<br />
de gegevens uit het HKS, blijkt dat de gemiddelde leeftijd van personen betrokken<br />
bij synthetische-drugscriminaliteit met 36 jaar hoger is dan de gemiddelde leeftijd<br />
van personen betrokken bij opiumdelicten in het algemeen (32 jaar). De vrouwen<br />
die betrokken zijn bij synthetische-drugscriminaliteit hebben met 32 jaar gemiddeld<br />
een lagere leeftijd dan de mannen (36 jaar). Er zijn veel meer mannen betrokken bij<br />
synthetische-drugscriminaliteit dan vrouwen. Van de personen die geregistreerd zijn<br />
in de CBAUSD-registratie is ruim 92 procent man. Bij opiumdelicten in het algemeen<br />
is 84 procent man.<br />
Verreweg de meeste personen die vermeld staan in de CBAUSD-registratie hebben<br />
de Nederlandse nationaliteit. Al jarenlang schommelt hun aandeel rond de 65 procent.<br />
Personen die afkomstig zijn uit Suriname, Marokko, de Nederlandse Antillen hebben een<br />
beperkt aandeel, zo tussen de 3 en 4 procent. Turken komen met ruim 6 procent na Nederlanders<br />
op de tweede plaats. Het aandeel van West-Europeanen is in de laatste drie<br />
jaren teruggelopen van ruim 6 naar 4 procent. Het aandeel van Chinezen en Israëliërs<br />
in de CBAUSD-registratie is voor beide groepen kleiner dan 1 procent.<br />
Bij opiumdelicten heeft 47 procent van de personen de Nederlandse nationaliteit, zo<br />
blijkt uit de HKS-gegevens. Personen uit West-Europa, Suriname en de Antillen hebben<br />
met percentages van ruim 10 tot ruim 8 procent een groter aandeel dan bij synthetische-drugscriminaliteit.<br />
Ook het aandeel van Marokkanen is bij opiumdelicten met 7<br />
procent groter dan bij synthetische-drugscriminaliteit. Opvallend is dat bij Turken niet<br />
het geval, die hebben bij opiumdelicten een aandeel van slechts een kleine 4 procent.<br />
Uit de onderzochte dossiers blijkt dat vooral Chinese criminele verbanden betrokken<br />
zijn bij de smokkel van precursoren uit China. De precursoren afkomstig uit Oost-Europa<br />
worden vooral door Russisch en Pools sprekende criminele verbanden gesmokkeld.<br />
2 Over de geldigheid van<br />
kwantitatieve en kwalitatieve<br />
uitspraken op basis<br />
van politiegegevens, zie ook:<br />
Kleemans e.a., 2002, p. 36-<br />
37.<br />
Hoofdstuk 3<br />
91<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
3 Kleemans, e.a., 2002, p.77-<br />
79.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
92<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Bij de aanschaf van andere chemicaliën zijn voor het merendeel Nederlanders betrokken,<br />
evenals bij het verkrijgen van hardware. Bij de productie van synthetische drugs zijn<br />
vooral personen betrokken met de Nederlandse nationaliteit afkomstig uit de westelijke<br />
en zuidelijke provincies van Nederland. Wel lijken hierin criminele verbanden<br />
met een andere etniciteit actiever dan voorheen. Zo zijn Chinese verbanden zich,<br />
naast de import van precursoren, ook gaan toeleggen op het tabletteren van XTC.<br />
Daarnaast lijken Nederlandse criminele verbanden de productie te verplaatsen naar<br />
Belgisch grondgebied, waar vaak Belgen worden ingeschakeld in het productieproces.<br />
In de internationale handel van XTC en amfetamine zijn diverse nationaliteiten actief.<br />
Dominicanen en Israëliërs (veelal van Amerikaanse of Russische afkomst) zijn betrokken<br />
bij de smokkel van XTC naar Zuid-Amerika en de VS. Belgen, Britten, Duitsers,<br />
Kroaten en Turken zijn actief in de smokkel van XTC naar hun eigen herkomstlanden.<br />
De smokkel naar Zuidoost Azië, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland wordt vooral ter<br />
hand genomen door Nederlanders, Israëliërs en Chinezen.<br />
Kleemans e.a. schrijven dat de reikwijdte van de criminele activiteiten van een groep<br />
onder andere afhangt van de mate van vertrouwdheid en bekendheid die criminele<br />
verbanden hebben met bepaalde sociale settings. Anders dan lokaal actieve criminele<br />
‘grote jongens’, die vaak op meerdere illegale markten actief zijn, worden criminele<br />
verbanden die landelijk en internationaal actief zijn gekenmerkt door specificiteit.<br />
Dit hoeft niet per se te betekenen dat zulke groepen zich beperken tot één delict:<br />
wanneer een crimineel bijvoorbeeld een ruilhandel opzet met een andere crimineel<br />
waarbij de eerste XTC inruilt voor cocaïne of heroïne, dan kan deze persoon zich<br />
langzaamaan in een nieuwe markt inwerken. Via samenwerking ontstaan dus nieuwe<br />
mogelijkheden.<br />
Er worden door Kleemans e.a. aldus drie typen misdaadondernemers onderscheiden:<br />
de lokale generalist, de internationaal actieve specialist, en de internationaal actieve specialist<br />
die zich via samenwerking ook in andere illegale markten begeeft. 3 Als facilitairs<br />
en tussenpersonen ook als misdaadondernemers worden beschouwd, wat logisch is<br />
gezien het feit dat ook zij zelfstandig illegale activiteiten ondernemen, dan kan er op basis<br />
van de bestudeerde onderzoeken een vierde type worden toegevoegd: de nationaal<br />
actieve specialist, zoals een facilitair die productiemiddelen vervaardigd. Deze hebben<br />
slechts één kernactiviteit die zij verrichten voor andere misdaadondernemers. Dit gebeurt<br />
in de praktijk van de synthetische drugs alleen in het eigen land.<br />
Zo vervaardigde de in onderzoek F1 actieve misdaadondernemer<br />
Duizendpoot productiemiddelen, en liet hij industrieel gemaakte productiemiddelen<br />
door constructiebedrijven aanpassen, ten behoeve<br />
van het laboreren van XTC. De producten van zijn hand, zoals destillatieketels<br />
en drukvaten, zijn in diverse laboratoria teruggevonden in<br />
het westen en het zuiden van Nederland en in België. Hij leverde aan<br />
verschillende Nederlandse producenten.
Facilitairs als een witwasser die geld verplaatst over landsgrenzen heen of een crimineel<br />
verband dat smokkeltransporten organiseert voor andere criminele verbanden,<br />
zijn wel internationaal actieve specialisten. Een tussenpersoon (iemand die partijen<br />
in de markt bij elkaar brengt) kan zowel een nationaal als een internationaal actieve<br />
specialist zijn.<br />
3.2.2 Criminele verbanden 4<br />
3.2.2.1 Organisatiegraad, taakverdeling en verantwoordingsrelaties<br />
Organisatiegraad<br />
Vanuit het sociale-netwerkmodel wordt gewezen op het belang van familie- en vriendschapsbanden<br />
en etniciteit. 5 Wanneer personen in een crimineel verband een familiale<br />
band hebben, uit dezelfde buurt komen, hun jeugd samen hebben doorgebracht<br />
of eenzelfde cultuur delen dan zou dit een positief effect hebben op het wederzijdse<br />
vertrouwen, begrip en loyaliteit in een crimineel verband. Anderzijds kunnen familie,<br />
vriendschappen en etniciteit ook beperkingen inhouden voor het werkveld van het<br />
criminele verband, omdat het netwerk altijd beperkt blijft tot de vertrouwde bekenden.<br />
6<br />
In hun overzichtsrapport over georganiseerde criminaliteit in Nederland in 1998 concludeerden<br />
Kleemans e.a. dat sociale relaties belangrijker zijn dan etniciteit. In het<br />
tweede rapport in 2002 schrijven de auteurs dat persoonlijke contacten en geografische<br />
nabijheid van groot belang zijn voor de ontwikkeling van criminele verbanden.<br />
Vaak werken familie, vrienden en bekenden met elkaar samen en introduceren zij<br />
elkaar bij anderen. Volgens de schrijvers van het rapport ontstaan relaties tussen personen<br />
‘naarmate ze dichter bij elkaar wonen, naarmate er meer raakvlakken bestaan<br />
tussen hun dagelijkse activiteiten en naarmate de sociale afstand tussen hen kleiner is’.<br />
Dit geldt ook voor criminele verbanden; en ook voor criminele verbanden die actief<br />
zijn op de synthetische-drugsmarkt. In dit opzicht kan gewezen worden op het belang<br />
van de sociale functie van gevangenissen; daar ontstaan partnerschappen en wordt<br />
informatie uitgewisseld. Zo hadden in onderzoek Groentje de opdrachtgever voor<br />
productie van XTC en de laborant elkaar leren kennen tijdens hun verblijf in dezelfde<br />
penitiaire inrichting. Ook in België is uit onderzoeken aangetoond dat contacten ten<br />
behoeve van de productie van synthetische drugs in de gevangenis werden gemaakt.<br />
Er bestaan niettemin ook geografische en sociale obstakels, namelijk tussen verschillende<br />
landen, tussen verschillende etnische groepen en tussen ‘onderwereld’ en ‘bovenwereld’.<br />
Door het ontbreken van verbindingen is er sprake van ‘gaten’ (ook wel<br />
structural holes genoemd) in de sociale structuur. Over het algemeen zijn deze gaten<br />
door weinig personen te overbruggen. Deze zijn dan van strategische waarde voor<br />
criminele verbanden. 7 Illustratief in dit verband was de inzet door een crimineel van<br />
een bekende die ingezetene was van een andere EU-lidstaat. Deze bestelde een lading<br />
4 Aanvankelijk zou ook in<br />
worden gegaan op de<br />
gemiddelde omvang van<br />
een crimineel verband. Het<br />
is echter onmogelijk hier<br />
uitspraken over te doen,<br />
omdat criminele verbanden<br />
te veel van elkaar verschillen<br />
(onder andere vanwege<br />
de activiteiten die ontplooid<br />
worden). Bovendien<br />
hangt de omvang af van de<br />
afbakening die gehanteerd<br />
wordt: horen facilitairs of<br />
tussenpersonen bij een<br />
crimineel verband, wie<br />
behoren tot de kern en wie<br />
zijn gewone medewerkers?<br />
Daarnaast is de omvang<br />
van een crimineel verband<br />
zoals beschreven in een<br />
opsporingsonderzoek sterk<br />
beïnvloed door de keuzes<br />
die in het onderzoek zijn<br />
gemaakt.<br />
5 Deze theorie legt de nadruk<br />
op sociale verbanden<br />
van criminelen en hun<br />
functioneren in een symbiotische<br />
samenhang met hun<br />
bredere omgeving.<br />
6 Pearson en Hobbs, p.27-28.<br />
7 Kleemans e.a., 2002, p.39-<br />
44.<br />
Hoofdstuk 3<br />
93<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
8 Dit voorbeeld werd in een<br />
gesprek op 2 mei 2005<br />
gegeven door medewerkers<br />
van de FIOD-ECD, die dit<br />
hadden waargenomen in<br />
een onderzoek.<br />
9 P. Reuter, Disorganized crime;<br />
illegal markets and the mafia,<br />
Cambridge MIT Press 1983.<br />
Aangehaald in P.C. van<br />
Duyne, e.a., Misdaadondernemingen,<br />
WODC Onderzoek<br />
en Beleid 103, Gouda Quint<br />
1990, p.13-14.<br />
10 Van Duyne, e.a., 1990,<br />
p.13-14, 24, 123-125.<br />
11 Synthetische druglabo’s in<br />
België, p.22, 27.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
94<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
chemicaliën bij een bedrijf in zijn land, en smokkelde deze partij vervolgens illegaal<br />
naar zijn Nederlandse afnemer en opdrachtgever. 8<br />
Peter Reuter merkte in 1983 al op dat illegale markten gefragmenteerd zijn. 9 Er<br />
bestaan grote criminele organisaties, maar ook kleine criminele zelfstandigen. De<br />
manier waarop illegale organisaties zijn ingericht vloeit logisch voort uit de marktomgeving<br />
waarin wordt geopereerd. Ook Van Duyne e.a. merken dit in 1990 op na<br />
diverse opsporingsonderzoeken te hebben bestudeerd. Zij vragen zich af hoe het ook<br />
eigenlijk mogelijk zou zijn dat er organisaties bestaan in een rommelige en onoverzichtelijk<br />
markt; en zij zien de georganiseerde misdadigers meer als ondernemingen<br />
drijvende marktlieden. De illegale markt kenmerken zij als decentraal en wendbaar<br />
met daarbinnen vooral kleine organisaties en netwerken. Wanneer grote misdaadondernemers<br />
zouden worden opgepakt, dan zou dit slechts nieuwe instapmogelijkheden<br />
bieden aan kleinere ondernemers. Van Duyne e.a. beschouwen sociale netwerken als<br />
een duurzame voedingsbodem waaruit geput kan worden. Afhankelijk van omstandigheden,<br />
vaardigheden, beschikbaarheid en eigen keuzes blijven personen in de markt<br />
hangen. 10<br />
De onderzoeken die ten behoeve van deze CBA bestudeerd zijn, onderschrijven deze<br />
constateringen van zowel Reuter en Van Duyne als van Kleemans e.a.. Dit blijkt niet<br />
alleen uit de bestudeerde onderzoeken, maar ook uit cijfers. In België was bijna één<br />
op de vier – in het kader van onderzoeken naar synthetische-drugscriminaliteit – aangehouden<br />
personen al eerder veroordeeld voor betrokkenheid bij de productie van<br />
synthetische drugs. Bijna één op de twee had antecedenten op het gebied van verdovende<br />
middelen. 11<br />
Het lijkt erop dat de meeste criminele verbanden bestaan uit één of enkele personen<br />
die weer elk één of enkele kennissen, familieleden of vrienden onder zich hebben<br />
verzameld en die ingezet worden bij diverse werkzaamheden. Deze inzet is vaak ad<br />
hoc, zoals per uit te voeren klus. Dit is in overeenstemming met de constatering van<br />
Pearson en Hobbs, die van mening zijn dat criminele verbanden met een relatief kleine<br />
kern, met daaromheen diverse medewerkers die allerlei taken uitvoeren, het meest<br />
succesvol zijn. Samenwerkingsverbanden hebben, aldus Kleemans e.a. in 2002, een<br />
‘fluïde’ en dynamisch karakter. Criminele verbanden die bestaan uit misdaadondernemingen<br />
die structureel actief zijn en waarbinnen logistieke processen redelijk effectief<br />
functioneren, lijken dun gezaaid.<br />
Het onderzoek Taakstraf is een voorbeeld van structureel actieve<br />
misdaadondernemers. Het criminele verband bestond in principe<br />
uit twee kernleden: de Brabantse misdaadondernemer Koos en zijn<br />
Limburgse bedrijfsleider Oskar. Beiden deelden in hun eigen regio<br />
opdrachten uit aan anderen (die aan hen verantwoording moesten<br />
afleggen) en hielden elkaar dagelijks op de hoogte. Oskar werd soms<br />
ontboden naar de woning van Koos voor overleg. Oskar was belast
met de inrichting van een amfetaminelaboratorium in België, met de<br />
productie, met opslag, met de aansturing van de Belgische medewerkers,<br />
met de invoer in Nederland en de afzet. Koos deed de organisatie,<br />
de financiën en het personeel en stelde financiële middelen<br />
beschikbaar. Beiden ‘verscholen’ zich daarbij achter medewerkers<br />
die de feitelijke taken uitvoerden (zoals het opslaan van grondstoffen<br />
in hun woningen, het vervoer van productiemiddelen en eindproducten<br />
of het ter beschikking stelling van de woning van een vriendin ten<br />
behoeve van de productie). Zowel Koos als Oskar hadden jarenlange<br />
antecedenten op het gebied van synthetische drugs. Zo kreeg Oskar<br />
eind jaren negentig nog zes jaar voor zijn betrokkenheid bij een amfetaminelaboratorium<br />
in België.<br />
Wel dient opgemerkt te worden dat de keuzes die gemaakt zijn in opsporingstrajecten<br />
dit beeld in hoge mate beïnvloeden. Vaak richten onderzoeken zich op een<br />
beperkt aantal personen die van een aantal illegale activiteiten verdacht worden, en<br />
niet zelden wordt de keuze gemaakt om geen recherchecapaciteit in te zetten op<br />
eventuele opdrachtgevers, financiers, witwassers, leveranciers of afnemers.<br />
Een voorbeeld hiervan is het onderzoek Ulster, waarin een Nederlandse<br />
handelaar 520.000 XTC-tabletten had geleverd aan zijn<br />
Noord-Ierse afnemer. Naar aanleiding van een Brits onderzoek werd<br />
de leverancier aangehouden, en werden in zijn tuin onder de grond<br />
nog eens 733.000 XTC-tabletten aangetroffen: een aanzienlijke partij.<br />
Het was gelijk het einde van het onderzoek, en het bleef dus<br />
onbekend wie de producent of leverancier van deze partij was.<br />
Het beeld dat Van Duyne e.a. in 1990 schetsten van de wendbare en decentrale illegale<br />
markten lijkt anno 2005 niet veranderd en wordt bevestigd door de bestudeerde<br />
onderzoeken en de kennis van de analisten. Er is in de synthetische-drugsmarkt een<br />
klein aantal grote misdaadondernemers actief, die zich bezighouden met de invoer van<br />
grote partijen precursoren, of met het aansturen van enkele productieplaatsen, of met<br />
de uitvoer van grote partijen amfetamine en/of XTC. Naast deze grote spelers zijn<br />
diverse kleine misdaadondernemingen, vaak slechts gelegenheidsverbanden, actief.<br />
Een voorbeeld van een gelegenheidsverband zijn de twee kleine Belgische<br />
zelfstandige misdaadondernemers in onderzoek Sunshine. Een<br />
kennis van één van hen bracht hen in contact met Joop, een Nederlandse<br />
leverancier van wie zij voor € 57.000,- een partij van 130.000<br />
XTC-tabletten kochten. Joop was nogal boos over de ‘geringe’ hoogte<br />
van het bedrag dat de twee konden besteden en dat hij dus niet meer<br />
kon slijten. Hij zou een assistent zijn van zijn broer, die een ‘grote’<br />
Hoofdstuk 3<br />
95<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
96<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
zou zijn op het gebied van XTC en cocaïne. (Een Surinaamse partner<br />
van Joop zou ook tabletten in de Verenigde Staten kunnen leveren<br />
en vroeg nog aan de twee Belgen of zij eventueel geïnteresseerd<br />
waren in het vervaardigen of verkopen van XTC aldaar.) De twee<br />
Belgen verscheepten de partij vervolgens zelf in een geprepareerde<br />
auto naar Florida. Aldaar aangekomen werd de auto door één van<br />
de twee naar de woning van de andere vervoerd in Miami. Ze liepen<br />
uiteindelijk tegen de lamp toen ze een deal maakten met een afnemer<br />
die een undercoveragent bleek te zijn.<br />
Een ander sprekend voorbeeld van kleine zelfstandigen is onderzoek<br />
Mede, waarin de twee Nederlandse Turken Öser en Mehmet 80.000<br />
XTC-tabletten zouden leveren aan Litouwse afnemers. Öser en Mehmet<br />
kochten de tabletten zelf van een tweetal andere Nederlandse Turken,<br />
waarvoor zij € 0,25 per tablet moesten betalen (dus in totaal € 24.000,-<br />
). De transactie ging echter niet door omdat de tabletten op dat moment<br />
niet aan Öser en Mehmet geleverd konden worden. De Litouwers<br />
keerden onverrichterzake met hun geld (€ 30.000,-) weer terug naar<br />
Litouwen. Uit het dossier valt niet op te maken hoe de Litouwers en<br />
hun leveranciers elkaar gevonden hebben.<br />
Soms zijn dit dus kleine zelfstandige misdaadondernemingen; en soms lijken zij ingeschakeld<br />
te worden in opdracht van grotere misdaadondernemers. De vraag is hoe<br />
professioneel en kundig deze betrokkenen zijn. Het lijkt erop dat de gelegenheidsverbanden<br />
bestaan uit individuen die zijn geworven omdat zij bekenden zijn en omdat<br />
zij financiële problemen hebben. Vaak is de samenstelling van de criminele verbanden<br />
per activiteit weer anders. Echt gespecialiseerde verbanden of dienstverleners die<br />
voor een langere tijd dezelfde samenstelling hebben zijn zeldzaam. In de bestudeerde<br />
onderzoeken zijn er enkele misdaadondernemingen aangetroffen waarvan, in tegenstelling<br />
tot de ingeschakelde medewerkers, de kern niet wijzigde.<br />
Het is geen eenvoudige opgave voor criminele verbanden om in het bezit te komen van<br />
de benodigde grondstoffen, productiemiddelen en kennis om een XTC-tablet te fabriceren.<br />
Uit meerdere onderzoeken blijkt dat alle facetten hun eigen specialisten kennen.<br />
Eenlingen die een compleet productieproces beheren komen bijna niet voor en in de<br />
regel zijn dit criminele verbanden die structureel actief zijn op de synthetische-drugsmarkt.<br />
Uit onderzoeken naar deze criminele verbanden verkrijgt men meestal alleen<br />
zicht op één, hooguit twee, opeenvolgende deelactiviteiten van het logistieke proces<br />
(de grondstoffenhandel, de vervaardiging van en de handel in productieapparatuur, het<br />
productieproces en de handel en export van het eindproduct).<br />
In grote misdaadondernemingen zou volgens analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland<br />
vaak sprake zijn van een specialisatie per onderdeel: zo is een groepje verantwoordelijk
voor de invoer van BMK, een groepje voor de aanschaf van hardware, een groepje voor<br />
het namaken van verpakkingen, enzovoort. Dit beeld wordt onderbouwd door de onderzoeken<br />
Taakstraf, Zeilboot en Im-Export BV.<br />
Een uitzondering op dit beeld vormt de succesvolle misdaadondernemer<br />
Jannes uit de onderzoeken Yankee en Aussie, die zelf betrokken<br />
was bij elk deelproces, ook al had hij diverse medewerkers in dienst<br />
die werden ingezet voor één of twee deelprocessen. Jannes kocht<br />
zelf chemicaliën in België, hij zocht zelf onderdelen voor het repareren<br />
van een tabletteermachine, hij laadde zelf met twee medewerkers<br />
een kluis met circa 750.000 tabletten in een busje en hij voerde<br />
zelf besprekingen in het Verre Oosten over een nieuwe afzetroute<br />
naar Australië.<br />
Gesteld kan worden dat grote misdaadondernemers zoals in de onderzoeken Heimat,<br />
Taakstraf en Zeilboot altijd zonder ogenschijnlijke moeite aan grondstoffen en<br />
productiemiddelen kunnen komen en grote partijen kunnen produceren. Onduidelijk<br />
blijft wel hoe deze grote misdaadondernemers aan grote partijen precursoren komen<br />
(uitgezonderd het onderzoek Im-Export BV).<br />
Van Duyne beschreef in 1995 een uitzonderlijk crimineel verband dat alle activiteiten<br />
zelf beheerde, en deze had verdeeld in aparte activiteiten die door verschillende<br />
groepjes werden uitgevoerd (De Verenigde Pillendraaiers). Van Duyne stelde dat het<br />
succes van de misdaadonderneming haar noodlottig was geworden: er werden teveel<br />
activiteiten door één crimineel verband verzorgd, waardoor het steeds moeilijker<br />
was om ondergronds te blijven en onopvallend te opereren. De misdaadonderneming<br />
werd te zichtbaar. 12 Eenzelfde ontwikkeling was waarneembaar bij het criminele verband<br />
in onderzoek Im-Export BV, waarbij de misdaadondernemer en de bedrijfsleider<br />
zoveel contacten onderhielden en activiteiten ontplooiden, dat ze onvermijdelijk een<br />
keer in een onderzoek in beeld zouden komen (al was het maar in de zijlijn).<br />
Taakverdeling<br />
Koeriers, laboranten en ‘manusjes van alles’ staan laag in de rangorde van medewerkers.<br />
In de bestudeerde onderzoeken zijn legio van zulke medewerkers aangetroffen.<br />
Voorbeelden van zulke manusjes zijn de in onderzoek Flipje door de smokkelaar ingeschakelde<br />
twee hulpjes die de smokkelwaar moesten inpakken, sealen en verstoppen<br />
tussen de normale lading groente en fruit. Ook moesten zij bestelauto’s huren, chauffeurs<br />
opvangen bij loodsen en aanwijzingen geven bij de belading van vrachtwagens.<br />
Omdat de activiteiten die dit soort medewerkers verrichten geen specifieke vaardigheden<br />
vereisen, zijn zij makkelijk inwisselbaar (wat belangrijk is gezien de aanhoudingsrisico’s<br />
die deze medewerkers lopen). Daarbij is het natuurlijk van belang dat ze niets<br />
verklaren als ze inderdaad aangehouden worden. Daartoe werden bijvoorbeeld in de<br />
12 P.C. van Duyne, Het spook<br />
en de dreiging van de georganiseerde<br />
misdaad, SDU<br />
Den Haag 1995, p.89-92.<br />
Hoofdstuk 3<br />
97<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
13 H. van de Bunt, D. Kunst<br />
en D. Siegel, XTC over<br />
de grens. Een studie naar<br />
XTC-koeriers en kleine<br />
smokkelaars, Boom Juridische<br />
Uitgevers, Den Haag<br />
2003, 7-9. Deze studie is<br />
vooral gebaseerd op interviews<br />
met gedetineerde<br />
koeriers en smokkelaars<br />
in de Verenigde Staten en<br />
Duitsland, en gaat in op<br />
de wijze waarop personen<br />
zijn benaderd om deel te<br />
nemen aan de smokkel,<br />
wat de beloning zou zijn,<br />
hoe het logistieke traject<br />
liep en hoe de koeriers<br />
werden aangestuurd.<br />
14 Uit de gegevens van de<br />
NR-Unit Zuid-Nederland<br />
blijkt dat de meeste<br />
koeriers tussen de 25 en<br />
40 jaar zijn en van het<br />
mannelijk geslacht. Inbeslagnemingen<br />
synthetische<br />
drugs 2004.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
98<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
onderzoeken Aussie en Yankee de medewerkers die de smokkel begeleidden enerzijds<br />
onder druk gezet door de persoon die hen aanstuurde, en anderzijds kregen ze van de<br />
misdaadondernemer financiële middelen om juridische bijstand te bekostigen.<br />
Van de Bunt e.a. maken onderscheid tussen koerier en smokkelaar. 13 Een koerier<br />
werkt in opdracht van anderen en fungeert tevens als katvanger wanneer het mis<br />
gaat. Een smokkelaar is eigen baas, en is vaak niet alleen vervoerder maar soms ook<br />
handelaar (zoals de kleine zelfstandigen in onderzoek Sunshine). Wel kan een smokkelaar<br />
net als een koerier in opdracht van anderen werken. Koeriers hebben voor<br />
een crimineel verband weinig waarde, omdat ze makkelijk te vervangen zijn. Ze hebben<br />
geen kennis van het criminele verband door wie ze zijn benaderd en weten soms<br />
niet eens wat ze smokkelen. Koeriers zijn vaak jong, meestal laag opgeleid, werkloos<br />
en hebben niet zelden financiële problemen. 14 De positie van een koerier kan ook<br />
worden afgeleid uit een benaming als pakezel (gebruikt door Colombiaanse drugsdealers).<br />
In onderzoek Dominiek2 werd over een vrouwelijke koerier gesproken die ‘leeg’<br />
overkwam vanuit Zuid-Amerika.<br />
Niet alleen koeriers worden geprikkeld door hun financiële problemen. Uit Belgische<br />
opsporingsonderzoeken naar synthetische-drugscriminaliteit blijkt dat een aanzienlijk<br />
deel van de verdachten deelnamen aan de smokkel, productie en handel vanwege<br />
financiële problemen. Eenzelfde beeld is waar te nemen in Nederland. Zo werd in<br />
onderzoek Kangaroo een Nederlander, Klaus, vanwege zijn financiële problemen door<br />
een kernlid van een Chinees crimineel verband benaderd om een internationaal handelsbedrijf<br />
op te zetten, om zo een façade te creëren waarmee de smokkel van synthetische<br />
drugs gefaciliteerd werd.<br />
Zoals hierboven al werd vermeld zijn er veel aanwijzingen voor het bestaan van een<br />
redelijk gesloten circuit (‘ons kent ons’) waarbij bekenden worden ingezet om het<br />
productiewerk te doen. Ook komt het voor dat deze bekenden zelf weer personen<br />
erbij betrekken om allerlei activiteiten te verrichten. De (productie-)medewerkers<br />
kennen alleen de personen die direct boven hen staan en die hen inzetten en betalen.<br />
Wat er verder in het logistieke traject gebeurt blijft voor hen onbekend, laat staan dat<br />
ze de uiteindelijke opdrachtgevers leren kennen.<br />
Onderzoek Zeilboot geeft een mooi beeld van de taakverdeling van<br />
een crimineel verband. De misdaadondernemer Frederik gaf opdrachten<br />
aan een aantal leden die op hun beurt zorg droegen voor de<br />
uitvoering door weer anderen aan te sturen. Niet iedereen had onderling<br />
contact; er bestonden kennelijk afspraken over welke personen<br />
met elkaar in contact mochten treden.<br />
De medewerkers die activiteiten uitvoerden – zoals het laden van een<br />
boot of het besturen van een transport tabletten – communiceerden<br />
alleen met de personen door wie ze worden aangestuurd. Ze wisten<br />
niet van wie deze personen weer opdrachten kregen. Er zaten altijd
twee personen tussen de misdaadondernemer en bedrijfsleider en<br />
de uitvoerders.<br />
Over de voortgang werd direct verantwoording afgelegd aan Frederik.<br />
Ook de bedrijfsleider Kopara diende dit te doen. Frederik gaf zelf<br />
sturing aan Nederlandse medewerkers (die onderhandelden met afnemers<br />
en die transporten organiseerden) en aan Kopara. Kopara gaf<br />
sturing aan een aantal Pools en Russisch sprekende personen. Kopara<br />
had een rechterhand, Bogus, die bij afwezigheid zijn taken overnam<br />
en die aan hem verantwoording aflegde. Samen met zijn neef voerde<br />
hij werkzaamheden uit aan een boot waarin 1,5 miljoen tabletten<br />
verstopt moesten worden. Frederik onderhield daarnaast contacten<br />
met zijn twee medefinanciers.<br />
Vaak zal een misdaadondernemer de activiteiten, en de aansturing daarvan, zo organiseren<br />
dat openlijke communicatie- en gezagslijnen naar hem onnodig zijn. Compagnons,<br />
vaak jarenlange bekenden, zijn dan verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering.<br />
Onderzoek Im-Export BV richtte zich op de Brabantse misdaadondernemer<br />
Nelson, die met zijn Belgische bedrijfsleider Jos een hecht<br />
netwerk had ontwikkeld ten behoeve van de productie en handel<br />
in synthetische drugs. Nelson was nergens zelf bij betrokken, maar<br />
deed alles middels zijn zoon en naaste medewerkers waarmee hij al<br />
jarenlang samenwerkte. Eén daarvan was zijn compagnon Simon, die<br />
betrokken was bij het laboreren en tabletteren. Het ging sowieso om<br />
drie laboratoria en een tabletteerplaats. Simon had al antecedenten<br />
op het gebied van synthetische drugs, en was al eens veroordeeld tot<br />
acht jaar cel voor betrokkenheid bij de productie.<br />
Verantwoordingsrelaties<br />
Het is geen eenvoudige opgave om de gezagsstructuren in een crimineel verband<br />
bloot te leggen. Hier krijgt men alleen zicht op door middel van observatie (bijvoorbeeld<br />
wanneer een bedrijfsleider ontboden wordt bij de misdaadondernemer),<br />
tapgesprekken (bijvoorbeeld via het vernemen van een gebiedende stem naar een<br />
gesprekspartner) en uit verklaringen van verdachten.<br />
In T1 ligt de werkelijke bevoegdheid van de groep afnemers bij één<br />
persoon, Bibi, die zich meestal in Israël ophoudt. Telkens wordt voor<br />
beslissingen contact gezocht met deze persoon. De leverancier heeft<br />
aanvankelijk geen mogelijkheden tot contact met deze persoon.<br />
Wanneer deze persoon eindelijk in Nederland zit en er zich een incident<br />
voordoet tussen de leverancier en één van de afnemers, dan<br />
treedt deze persoon op verzoek van zijn ondergeschikte direct in<br />
Hoofdstuk 3<br />
99<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
100<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
contact met de leverancier (die niet meer wil spreken met het desbetreffende<br />
lid van de groep afnemers nadat hij door hem met de<br />
dood is bedreigd).<br />
In onderzoek Taakstraf dienden directe medewerkers en de bedrijfsleider<br />
van de misdaadondernemer Koos aan hem verantwoording af<br />
te leggen. Niet alle medewerkers hadden onderling contact; er waren<br />
kennelijk afspraken welke personen met elkaar in contact mochten<br />
komen. Deze medewerkers hadden echter ook weer elk een<br />
assistent ingezet, die weer aan hen verantwoording moesten afleggen,<br />
en dus niet aan de grote baas zelf (die kenden ze niet). Tijdens<br />
een periode waarin Koos gedetineerd was nam zijn broer zijn rol<br />
over. Deze legde wel met regelmaat verantwoording af aan Koos tijdens<br />
telefoongesprekken en bezoeken aan het Huis van Bewaring.<br />
Als onderdeel van zijn detentie moest Koos overdag werkzaamheden<br />
verrichten bij een slagerij. Daar kwam hij echter haast nooit. Hij ging<br />
gewoon naar huis. Zijn medewerkers waren hiervan op de hoogte.<br />
Uit weinig onderzoeken blijkt of en hoe misdaadondernemers interne sanctie- of beloningsystemen<br />
hanteren. Ook dit valt alleen op te maken uit telefoontaps of uit verklaringen.<br />
Sancties bestaan vooral uit het dreigen met fysiek geweld als er met de politie<br />
gepraat gaat worden. Zo blijkt uit verklaringen van een medewerker in onderzoek Boekenbal<br />
dat hij en een collega door de misdaadondernemer met de dood zijn bedreigd,<br />
naar eigen zeggen vanwege het feit dat hij allerlei vragen bleef stellen. In de onderzoeken<br />
Aussie en Yankee verklaarden aangehouden medewerkers voor hun veiligheid te<br />
vrezen nadat ze verklaringen hadden afgelegd over anderen.<br />
Beloningen aan medewerkers worden vaak gegeven in de vorm van een financiële vergoeding.<br />
In onderzoek Weekend kregen de medewerkers van het laboratorium per verwerkte<br />
liter PMK € 500,- van hun opdrachtgever. In onderzoek Boekenbal kreeg de<br />
medewerker die de transportorders plaatste bij de transporteur tussen de € 500,- en €<br />
2.000,- per week. In onderzoek Kangaroo kreeg de Nederlander die een bedrijf opzette<br />
€ 2.500,-: dit was het BTW-bedrag dat gemoeid was met de verkoop van de deklading.<br />
In onderzoek Suripil kreeg een ronselaar € 500,- voor zijn bemiddeling, terwijl de geronselde<br />
koerier (de zwager van zijn broer) € 4.000,- zou krijgen. In onderzoek Zeilboot<br />
stelde de misdaadondernemer een hoeveelheid verdovende middelen in het vooruitzicht<br />
als vergoeding voor uitgevoerde diensten. Zijn bedrijfsleider kreeg per transport<br />
twintig procent van de opbrengsten. Ook in onderzoek Yankee kreeg een medewerker in<br />
de VS een deel van de tabletten als beloning. In onderzoek Aussie zou de medewerker in<br />
Australië € 100.000,- krijgen als de smokkel van 700.000 tabletten goed zou verlopen.<br />
In drie onderzoeken (Kangaroo, Yankee en Aussie) bleek dat de desbetreffende misdaadondernemer<br />
geld beschikbaar had om de juridische kosten te dekken voor medewerkers<br />
wanneer zij zouden worden aangehouden.
3.2.2.2 Relaties met bedrijven 15<br />
Uit de analyse van de opsporingsonderzoeken blijkt dat er een onderscheid gemaakt<br />
kan worden tussen vier typen ondernemingen die betrokken kunnen zijn bij synthetische-drugscriminaliteit.<br />
1. Een volledig crimineel bedrijf. Bijvoorbeeld een bedrijf dat door een crimineel<br />
verband is opgericht om bepaalde chemicaliën of hardware bij toeleveringsbedrijven<br />
aan te schaffen. Dit is een tactiek waar veel criminele verbanden gebruik<br />
van maken. Zo richtten in Boekenbal zowel de Nederlandse leverancier<br />
van cocktailtransporten als de Engelse afnemer daarvan een bedrijfje op om<br />
met behulp van een legale dekmantel hun smokkelwaar te vervoeren. Ook in<br />
Kangaroo werd door een Nederlandse WAO’er in opdracht van een Chinees<br />
een bedrijf opgericht om de smokkel van XTC te faciliteren.<br />
2. Een bedrijf dat een klein deel van de omzet uit criminele activiteiten haalt,<br />
meestal vanwege financiële problemen. Zo was in onderzoek Flipje de directeur<br />
van een transportonderneming zelf betrokken bij het vervoer van<br />
amfetamine en softdrugs in partijen fruit naar het Verenigd Koninkrijk. Nadat<br />
zijn chauffeurs bij het lossen van twee fruittransporten hun verdenkingen<br />
hadden geuit, verzuimde hij navraag te doen bij de klant en bij de Kamer van<br />
Koophandel. In onderzoek Weekend verhuurde de eigenaar van een sanitairbedrijf<br />
in het weekend bedrijfsruimte aan een aantal personen die aldaar XTC<br />
produceerden.<br />
3. Het bedrijf waarbij de ‘directie’ niet weet dat een werknemer misbruik maakt<br />
van zijn positie in het bedrijf, zoals een transportonderneming waarvan een<br />
vrachtautochauffeur deelneemt aan de smokkel van XTC-tabletten. Hiervan<br />
zijn geen voorbeelden aangetroffen in de bestudeerde onderzoeken.<br />
4. Een bedrijf dat door criminelen wordt misbruikt, zoals autoverhuurbedrijven,<br />
transportbedrijven, chemiebedrijven en garageboxverhuurders. In onderzoek<br />
F1 deed de misdaadondernemer Duizendpoot telefonisch bestellingen bij leveranciers<br />
van chemicaliën. Een bedrijf dat betaald werd via een Stichting Derdengelden<br />
kreeg argwaan en vroeg een gesprek aan met Duizendpoot, die toezegde<br />
maar nooit terugbelde. Een ander bedrijf dat al diverse keren goederen aan de<br />
onderneming van Duizendpoot had geleverd wenste eindelijk eens de bedrijfsgegevens<br />
te ontvangen om af te zijn van de contante betalingen.<br />
De FIOD-ECD heeft de 163 bedrijven geanalyseerd die in 2002 voorkwamen in zijn<br />
opsporingsonderzoeken (die zich vooral richten op grondstoffen en dumpingen). 16<br />
Hiervan waren er 130 in Nederland gevestigd, waarvan de meeste zich in de Randstad<br />
15 Zie ook de paragraaf over<br />
betrokken branches, en<br />
Kleemans e.a., 2002, p.80-<br />
82.<br />
16 CBA Precursoren, p. 36-43.<br />
Hoofdstuk 3<br />
101<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
17 CBA Precursoren, p.48-50.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
102<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
bevonden. De 33 buitenlandse bedrijven bevonden zich vooral in België en Duitsland.<br />
Het aantal verdachte bedrijven is beperkt tot 27 Nederlandse bedrijven en één Chinees<br />
bedrijf. Opvallend is dat relatief veel verdachte bedrijven in Overijssel, Drenthe<br />
en Friesland zijn gevestigd. Wanneer bedrijven in meerdere opsporingsonderzoeken<br />
voorkomen dan blijken deze ook vaker zelf verdachte te zijn. Verdachte bedrijven<br />
zijn vaak relatief klein (van eenmanszaken tot bedrijfjes met vier werknemers). Verdachte<br />
bedrijven hebben bijvoorbeeld bewust chemicaliën verkocht aan onbekende<br />
derden of aan criminelen, of ze hebben niet voldaan aan de meldplicht die geldt voor<br />
dergelijke transacties, of ze hebben als dekmantel gefungeerd voor de inkoop van<br />
chemicaliën ten behoeve van de productie van synthetische drugs. Het aandeel van<br />
verdachte bedrijven neemt af naarmate de bedrijfsomvang toeneemt. Niet-verdachte<br />
bedrijven kunnen voorkomen in onderzoeken omdat de bedrijfsnaam vermeld staat<br />
op verpakkingsmateriaal.<br />
De FIOD-ECD onderscheidt drie categorieën verdachte bedrijven: (1) bedrijven<br />
met legale commerciële bedrijfsactiviteiten die vanwege de levering van chemicaliën<br />
aan onbekende afnemers verdacht zijn van overtreding van de WVMC; (2) bedrijven<br />
die naast legale commerciële bedrijfsactiviteiten opzettelijk criminele activiteiten<br />
faciliteren met de in- en doorverkoop van chemicaliën aan criminele afnemers; (3)<br />
bedrijven die uitsluitend criminele activiteiten verrichten onder de legale schijn van<br />
een dekmantel. Bij de eerste categorie, met name groothandels in chemische stoffen,<br />
was in de meeste gevallen sprake van het overtreden van wet- en regelgeving<br />
door bedrijfsmedewerkers. De tweede categorie bedrijven trad op als illegale tussenhandelaar<br />
in grondstoffen voor criminelen. Deze bedrijven hebben voor hun legale<br />
bedrijfsactiviteiten toegang tot groothandels in chemische stoffen. Deze categorie<br />
vormt de schakel tussen de legale bovenwereld en criminele afnemers, en zijn zonder<br />
uitzondering kleine BV’tjes waarvan de eigenaar zelf ook als verdachte voorkomt. De<br />
derde categorie betreft bedrijfjes met namen waaruit zou blijken dat zij ingekochte<br />
chemische stoffen legaal zouden toepassen, zoals zogenaamde verfhandels en schoonmaakbedrijven.<br />
Maar het komt ook voor dat een bedrijf een andere bedrijfsomschrijving<br />
heeft, waarschijnlijk om op deze wijze buiten beeld te blijven van controles en<br />
toezichthouders. 17<br />
Zo hanteerde Duizendpoot (de misdaadondernemer uit onderzoek<br />
F1) als bedrijfsomschrijving van zijn eenmanszaak: “De ontwikkeling en<br />
fabricage van en de groothandel in machines ten behoeve van de verwerking<br />
van homeopathische middelen, tevens de in- en verkoop van homeopathische<br />
middelen en kruiden, alles in de ruimste zin van het woord”.<br />
Twee andere rechtsvormen van dezelfde persoon hanteerden soortgelijke<br />
bedrijfsomschrijvingen. De producent onderhield ook een<br />
website waarop hij zijn diensten aanbood en onder andere een opsomming<br />
gaf van de productiemiddelen die hij kon leveren. Hij stond<br />
voor discretie en had tevens een eigen koeriersdienst voor snelle
levering. Een compagnon van de producent had een eenmanszaak<br />
met als bedrijfsomschrijving “In- en Verkoop van grondstoffen van alternatieve<br />
geneeskunde”.<br />
Het is ook voorgekomen dat verdachte bedrijven in wisselende samenstelling met<br />
elkaar samenwerken, bijvoorbeeld wanneer criminele afnemers naar elkaar worden<br />
doorverwezen of als de ene optreedt als offerte aanvrager namens de andere.<br />
3.2.2.3 Andere delicten<br />
Zoals al eerder vermeld is uit een aantal onderzoeken gebleken dat Nederlandse<br />
criminele verbanden synthetische drugs ruilen tegen cocaïne, heroïne en vuurwapens.<br />
Een aantal onderzoeken richtte zich op personen uit voormalig Joegoslavië.<br />
Zo waren in één onderzoek een aantal in Nederland woonachtige Joegoslaven bezig<br />
om ruiltransacties voor te bereiden waarbij illegale handvuurwapens uit voormalig<br />
Joegoslavië moesten worden ingewisseld tegen XTC, die vervolgens weer naar Kroatië<br />
en Bosnië zouden worden gesmokkeld. Zowel het ingevoerde wapentuig als de<br />
uitgevoerde XTC zou worden verborgen in autobussen.<br />
De ruilhandel is eigenlijk zeer vanzelfsprekend, omdat in deze handelsstroom een<br />
geldtransactie kan worden overgeslagen. De vraag is wel of ruilhandel bij alle illegale<br />
goederen een structureel karakter heeft. Waarschijnlijk is dit bij de ruil tegen vuurwapens<br />
niet het geval, omdat dit goederen betreft met een lange levensduur. De ruilhandel<br />
van verdovende middelen onderling lijkt in principe structureel van opzet te<br />
zijn, zolang de vraag naar beide producten blijft bestaan. In onderzoek Yankee had de<br />
misdaadondernemer Jannes overleg met Colombianen over de ruil van XTC-tabletten<br />
tegen cocaïne. Het overleg vond plaats in Bogota en in Barcelona. Jannes ging er van<br />
uit dat door de ruil tegen cocaïne zijn winstmarge zou worden vergroot.<br />
Criminele verbanden die verdovende middelen leveren aan Britse afnemers combineren<br />
vaak verschillende partijen in één smokkeltransport. Vaak gaat het om partijen<br />
amfetamine, XTC, cocaïne en marihuana. Zo wilde een Nederlandse crimineel verband<br />
in onderzoek Cities in een zestal transporten een twintigtal kilogram amfetamine,<br />
een kilogram cocaïne en bijna duizend kilogram marihuana aan Engelse afnemers<br />
leveren. Deze partijen werden geconfisqueerd. Daarnaast is een onbekend aantal<br />
partijen niet in beslag genomen, waaronder XTC.<br />
Andere delicten die vaak voorkomen zijn illegaal wapenbezit, witwassen en valsheid<br />
in geschrifte. Deze strafbare feiten staan niet op zichzelf, maar zijn gerelateerd aan<br />
de activiteiten die door personen ontplooid worden op illegale markten. Valsheid in<br />
geschrifte wordt gepleegd om onzichtbaar te blijven voor de opsporingsautoriteiten.<br />
Illegaal wapenbezit komt vaak voor, naar eigen zeggen, ter eigen bescherming tegen<br />
anderen (zoals bijvoorbeeld de bedrijfsleider in onderzoek F1 verklaarde). Witwassen<br />
is noodzakelijk om het wederrechtelijk verkregen voordeel legaal te maken.<br />
Overige delicten die in één onderzoek naar voren kwamen waren mensensmokkel<br />
Hoofdstuk 3<br />
103<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
PMK ‘vermomd’ als kookolie.<br />
18 CBA Synthetische Drugs,<br />
2002, p.25. Wel valt een<br />
tendens waar te nemen<br />
waarbij Chinese leveranciers<br />
van precursoren<br />
uitbetaald worden in<br />
MDMA-poeder, dat zij dan<br />
zelf elders (door anderen)<br />
laten tabletteren.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
104<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
en afpersing. In onderzoek Verre Oosten werd een Nederlandse compagnon van de<br />
bedrijfsleider van een Chinees crimineel verband gevraagd om een vrachtwagen te<br />
huren. Daarmee moest in Frankrijk iets gebeuren met dertig mensen. Daarnaast zou<br />
dezelfde compagnon (een oud-kickbokser) met de Chinese bedrijfsleider naar Frankrijk<br />
gaan om iemand met veel geld knock-out te slaan.<br />
3.3 Werkwijze van criminele verbanden<br />
Achtereenvolgens zullen de activiteiten in relatie tot hulpbronnen (het verschaffen<br />
van grondstoffen, hardware, kennis en ruimtelijke voorzieningen, en de financiering<br />
van grondstoffen en hardware), de logistieke faciliteiten en knooppunten (de verwerving<br />
en smokkel van grondstoffen en hardware, de productie van synthetische drugs, de<br />
afzet van synthetische drugs en de dumpingen van afvalstoffen van synthetische drugs)<br />
en institutionele faciliteiten (facilitairs en tussenpersonen, branches, vergunningen en<br />
(nep)bedrijven, en valse documenten) behandeld worden.<br />
3.3.1 Hulpbronnen<br />
3.3.1.1 Benodigde grondstoffen, productiemiddelen, kennis en ruimtelijke<br />
voorzieningen<br />
De hulpbronnen die noodzakelijk zijn om te komen tot amfetamine of XTC zijn (1) precursoren,<br />
(2) chemicaliën, (3) productiemiddelen waarmee een laboratorium kan werken,<br />
(4) een tabletteermachine, (5) kennis van het productieproces en (6) accommodatie.<br />
Precursoren<br />
Het is onbekend hoe Chinese criminele verbanden in het land van herkomst aan precursoren<br />
komen. Er is een aantal mogelijkheden. Ze kunnen het via een tussenpersoon<br />
of fictief bedrijf afnemen van een legale producent (die dus misleid wordt), ze kunnen<br />
het verkrijgen via de achterdeur door de medewerking van productiemedewerkers van<br />
een legale producent (die niet betrokken wordt), of ze kunnen het zelf fabriceren. De<br />
laatste mogelijkheid is de bewuste levering door een legale producent aan een illegale<br />
afnemer. Ook is onbekend hoe Oost-Europese criminele verbanden de precursoren in<br />
Oost-Europa betrekken. Waarschijnlijk zijn deze in Oost-Europa geproduceerd.<br />
Zoals ook al in de CBA Synthetische Drugs 2001 werd geconstateerd zijn de smokkel<br />
van en de handel in precursoren afgesloten circuits. Een persoon die handelt in<br />
precursoren zal over het algemeen bijvoorbeeld niet betrokken zijn bij het laboreren.<br />
18 Verondersteld wordt dat er weinig personen of criminele verbanden zijn die<br />
de beschikking hebben over grote hoeveelheden BMK en PMK, en dat daarom deze<br />
personen of groepen van cruciaal belang zijn voor afnemers. Volgens een analist van<br />
de NR-Unit Zuid-Nederland is het denkbaar dat enkele personen grote voorraden
PMK beheerden, die nu vermoedelijk opraken en maar moeizaam kunnen worden<br />
aangevuld (getuige de recente prijsstijging).<br />
Chemicaliën<br />
Zoals al eerder aangegeven zijn bij de aanschaf en het vervoer van de overige chemische<br />
grondstoffen veelal Nederlanders betrokken. Opvallend bij deze handel is een<br />
steeds terugkerende werkwijze. Meestal wordt gebruik gemaakt van een rechtspersoon,<br />
een bedrijf waarbinnen legaal met chemicaliën wordt gewerkt. Voorbeelden<br />
hiervan zijn schilder-, autoclean- en transportbedrijven met een vergunning om gevaarlijke<br />
stoffen te vervoeren.<br />
Productiemiddelen<br />
Tot 2001 was er geen beeld van de fabricage van en handel in apparaten ten<br />
behoeve van de synthetische-drugsproductie. Bij veel opsporingsonderzoeken<br />
werd niet geïnvesteerd in het onderzoeken van aangetroffen productieapparatuur.<br />
Informatie van toeleveranciers van deze apparaten en onderdelen<br />
van apparaten werd niet vastgelegd. Het gevolg was dat de producenten van<br />
deze apparaten lang door konden gaan zonder dat tegen hun een onderzoek<br />
werd ingesteld.<br />
Om zicht te krijgen op deze markt is in 2001 door Europol Drugs Unit, het<br />
toenmalige KTZ/USD, het Nederlands Forensisch Instituut en een aantal<br />
specialisten van regionale politiekorpsen een vergelijkend onderzoek van<br />
productieapparaten ingesteld. Hierbij werd de aangetroffen hardware op de diverse<br />
productielocaties met elkaar vergeleken. Een eerste vergelijking vond plaats door<br />
een groot aantal foto’s van aangetroffen productieapparaten te bestuderen. Op deze<br />
wijze werden de zichtbare overeenkomsten vastgesteld. Deze resultaten werden<br />
vervolgens gebruikt voor nader tactisch, technisch en forensisch onderzoek. Bij het<br />
technische en forensische onderzoek werden bepaalde onderdelen van de productieapparaten<br />
op werktuigsporen onderzocht en onderling vergeleken.<br />
Bij het tactisch onderzoek werden verbanden gezocht tussen de gegevens uit de diverse<br />
onderzoeken. Tijdens een eerste onderzoek met deze opsporingsmethode werden<br />
140 niet industrieel vervaardigde productieapparaten uit twintig synthetische-drugslaboratoria<br />
vergeleken. Bij 70 procent van deze apparaten werden overeenkomsten<br />
geconstateerd. Op deze wijze bleek dat in veertien van de twintig laboratoria apparaten<br />
werden aangetroffen die gefabriceerd waren door dezelfde personen of organisatie.<br />
Deze resultaten hebben geleid tot de aanhouding van een aantal verdachten, die<br />
apparatuur leverden aan diverse producenten van synthetische drugs.<br />
Het is denkbaar dat slechts enkele personen faciliteren bij het verschaffen van hardware.<br />
Naast deze personen worden bepaalde productiemiddelen ook bij bedrijven<br />
in Nederland of in het buitenland besteld, of wordt zulke bedrijven de opdracht gegeven<br />
om bepaalde constructies of productiemiddelen op maat te maken. Het gaat<br />
Werkzame opstelling van de<br />
Leuckartsynthese.<br />
Hoofdstuk 3<br />
105<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
106<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
dan bijvoorbeeld om grote glasbodemkolven van 25 liter en grote opstellingen voor<br />
gasbranders.<br />
Overige stoffen<br />
Vulmiddelen en kleurstoffen worden veelal betrokken van legale bedrijven. Zo bestelde<br />
de misdaadondernemer in onderzoek F1 telefonisch een aantal vul- en kleurstoffen<br />
bij een toeleveringsbedrijf.<br />
Tabletteermachines<br />
Tabletteermachines zijn van groot belang bij het slaan van MDMA-poeder tot XTCtablet.<br />
In 2001 en 2002 is gekeken of de handel in deze machines aan regelgeving gebonden<br />
kon worden. Dit is niet haalbaar gebleken, vooral omdat tabletteermachines<br />
op grote schaal legaal toegepast worden en bijvoorbeeld een vergunningstelsel voor<br />
te grote handelsobstakels zou zorgen. Wanneer een legale façade gebruikt wordt dan<br />
lijkt het vrij eenvoudig voor producenten om een tabletteermachine te verkrijgen.<br />
Zo werd in onderzoek F1 door de misdaadondernemer in 2001 en 2002 een vijftal<br />
tabletteermachines afgenomen van een Belgisch bedrijf dat tweedehands tabletteermachines<br />
zelf betrok uit Oost-Europa en uit de EU.<br />
Kennis<br />
Uit een groot aantal onderzoeken blijkt dat sowieso één van de betrokkenen bij de<br />
productie al ervaring had met de productie van synthetische drugs. In onderzoek<br />
Peppie was een oudgediende uit een Brabantse stad betrokken bij de productie van<br />
amfetamine. De bedrijfsleider in onderzoek Taakstraf had jarenlange ervaring in het<br />
produceren van amfetamine. Hij zette daarvoor ook anderen in. Hij kwam wel af en<br />
toe langs in het laboratorium.<br />
In onderzoek Groentje werden twee onervaren productiemedewerkers<br />
aangetrokken, die het laborantenvak van een oudgediende uit<br />
Limburg zouden leren. Ze zouden voor hun eerste productie geen<br />
vergoeding ontvangen, omdat dit voor hun ter lering was (wat geïnterpreteerd<br />
zou kunnen worden alsof zij hiermee een kans kregen,<br />
en dat de opdrachtgever dus in hen investeerde). De ‘leraar’ zou<br />
voor zijn diensten een paar duizend euro ontvangen. De bedoeling<br />
was om middels de reductieve aminering en de koude methode XTC<br />
te maken. Een dag nadat de laborant en zijn twee assistenten voor<br />
het eerst waren begonnen, werd het laboratorium opgerold.<br />
Accommodatie<br />
Criminele verbanden die actief zijn in de productie van synthetische drugs proberen<br />
dit vanzelfsprekend zo onopvallend mogelijk te doen. Hiertoe regelen ze vaak accommodatie<br />
bij kennissen of familie. Er zijn weinig gevallen bekend waarbij producenten
ij onbekenden een accommodatie huren (een voorbeeld is onderzoek Groentje). Het<br />
is voor producenten aantrekkelijk om de laboratoria in te richten op plekken waar<br />
weinig mensen komen. Daarom worden veel productieplaatsen aangetroffen in landelijke<br />
gebieden, bijvoorbeeld in boerenschuren, of op bedrijfsterreinen. In een aantal<br />
gevallen is er sprake van bewuste deelname door personen die ruimte beschikbaar<br />
stellen en verhuren. De desbetreffende personen hebben dan vaak zelf antecedenten<br />
in relatie tot de Opiumwet. Anderzijds worden ook veel productieplaatsen aangetroffen<br />
in woonwijken, hoewel er sprake is van een duidelijke afname vanaf 2002.<br />
3.3.1.2 Financiering van grondstoffen, productiemiddelen en accommodatie<br />
Precursoren<br />
Er zijn geen gegevens bekend over de financiering van precursoren door Chinese<br />
smokkelaars in China zelf. Ook is uit de bestudeerde onderzoeken niet duidelijk geworden<br />
hoe afnemers in Nederland de Chinese leveranciers betalen. In een aantal<br />
gevallen betaalden de Nederlandse afnemers met MDMA-poeder. Zo werd MDMApoeder<br />
in partijen van 250 kilogram als aardappelpuree naar Canada gesmokkeld,<br />
waar het door een Chinees crimineel verband werd getabletteerd. Ook werd het<br />
poeder in speelgoed naar Hong Kong gestuurd.<br />
Chemicaliën<br />
De chemicaliën worden middels fax of telefoon besteld. Omdat contante betaling bij<br />
het leverende chemiebedrijf opvalt, wordt ook wel giraal door tussenkomst van een<br />
geldinstelling betaald. Bij de geldinstelling wordt contant geld gestort en verzocht<br />
dit over te boeken op de rekening van het chemiebedrijf. Deze werkwijze herbergt<br />
meerdere risicovolle momenten. Er moet namelijk een bestelling gedaan worden bij<br />
de medewerker van het chemiebedrijf, er moet betaald worden en het bedrijf moet<br />
bezocht worden om de chemicaliën af te halen. Bij betalingen, door het storten van<br />
contant geld bij de geldinstelling, moet een verzoek gedaan worden bij de medewerker<br />
van de geldinstelling om tot betaling aan het chemiebedrijf over te gaan.<br />
In onderzoek F1 werden de door de misdaadondernemer op rekening<br />
ingekochte grondstoffen en andere goederen (zoals onder andere<br />
machinerieën) uiteindelijk betaald via de girorekening van een<br />
Stichting Derdengelden. De misdaadondernemer gaf contante gelden<br />
af aan zijn financieel adviseur. Deze voerde de betaling uit via een aan<br />
hem ter beschikking staande girorekening van de Stichting Derdengelden.<br />
Het betalen van inkooprekeningen via een girorekening van<br />
een Stichting Derdengelden is voor een normale legale wijze van handel<br />
bedrijven geen gebruikelijke zaak. Bij een normale controle door<br />
de Belastingdienst is het hierdoor niet mogelijk om een inzage te<br />
krijgen in de kasuitgaven voor de betalingen van dergelijke inkopen.<br />
Chemicaliën in een laboratorium.<br />
Hoofdstuk 3<br />
107<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
108<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Door deze handelswijze is het mogelijk om bepaalde inkopen buiten<br />
het zicht van de Belastingdienst te houden.<br />
Productiemiddelen<br />
Deze worden contant betaald door afnemers. In onderzoek F1 namen afnemers lijsten<br />
mee van hardware of stoffen die zij nodig hadden, en Duizendpoot keek dan wat hij<br />
kon leveren en noteerde zijn prijzen achter de desbetreffende items. De leveringen<br />
werden altijd contant betaald. Een afnemer die in totaal voor € 30.000,- van Duizendpoot<br />
had afgenomen verklaarde dat hij nog nooit een factuur van hem had ontvangen.<br />
Verkoopfacturen die door Duizendpoot waren opgesteld waren gericht aan niet-bestaande<br />
bedrijven of personen.<br />
Overige stoffen<br />
Vulmiddelen en kleurstoffen worden vaak contant betaald. Opvallend is dat in deze<br />
bedrijfstak, waar betalingen in de regel via de bank geregeld worden, sommige leveranciers<br />
contante betaling door incidentele afnemers niet verdacht vinden. Ze melden<br />
het althans niet.<br />
Accommodatie<br />
Uit een aantal onderzoeken blijkt dat de verhuurder van een ruimte een klein bedrag<br />
krijgt. In onderzoek Groentje huurde het criminele verband een garage voor € 250,-<br />
per maand. In onderzoek Retour ontving de bewoner van een loods een vergoeding<br />
voor het gebruik daarvan, alsmede voor het in ontvangst nemen van allerlei geleverde<br />
goederen. In onderzoek Weekend verhuurde de eigenaar van een sanitairbedrijf zijn<br />
locatie voor € 250,- per maand, een bedrag dat hoger werd toen er ook aceton werd<br />
opgeslagen. Er was een huurachterstand. De eigenaar zorgde ervoor dat tijdens het<br />
produceren (circa twaalf keer in een periode van zes maanden) geen werknemers van<br />
zijn sanitairbedrijf aanwezig waren.<br />
3.3.2 Logistieke faciliteiten en knooppunten<br />
3.3.2.1 Verwerving en smokkel van grondstoffen en hardware<br />
Grondstoffen, gebruikte routes en vervoersmiddelen en betrokkenen<br />
De import van precursoren is een gecompliceerd logistiek proces; omdat de illegale<br />
smokkelwaar verstopt moet worden met een legale partij. Deze handelsactiviteit dient<br />
door hetzelfde smokkelverband uitgevoerd te worden. Doordat deze verbanden zich<br />
zeer goed afschermen, resulteren de meeste inbeslagnemingen slechts in de aanhoudingen<br />
van verdachten in de onderlaag van deze verbanden. Het betroffen niet zelden illegaal<br />
in Nederland verblijvende Chinezen, die gebruikt werden om de illegale waar om te<br />
pakken, op te slaan en te vervoeren. Organisatoren en kopmannen bleven buiten schot.<br />
BMK en PMK zijn vooral afkomstig uit China, en in kleinere hoeveelheden ook uit
Oost-Europa. 19 Vanuit China worden de precursoren per transport in duizenden liters<br />
naar Nederland gesmokkeld, en vanuit Oost-Europa gaat dat in honderden liters<br />
per keer. Vanuit China verloopt de smokkel in zeecontainers tussen dekladingen als<br />
zeep, soja en oliën. Ook wordt door de smokkelaars gebruik gemaakt van nepbedrijven.<br />
Vanuit Oost-Europa worden de precursoren vaak in de brandstoftanks van de<br />
smokkelvoertuigen vervoerd. Uit de CBAUSD-registratie blijkt dat tien van de achttien<br />
verdachten die betrokken waren bij de smokkel van precursoren de Chinese nationaliteit<br />
had, drie de Russische nationaliteit en drie de Nederlandse nationaliteit. 20<br />
In onderzoek Im-Export BV waren de Brabantse misdaadondernemer<br />
Nelson en zijn Belgische bedrijfsleider Jos jarenlang actief in de invoer<br />
van precursoren. Ten eerste was er via Jos een bedrijf opgericht dat<br />
vanuit Hong Kong Chinese consumptiegoederen zoals pannen, potten<br />
en lampen invoerde, waarin BMK en PMK verstopt zouden zitten.<br />
Een Nederlandse medewerker die een functie had in dit bedrijf<br />
verbleef hiervoor in Hong Kong. Ten tweede had Jos contacten met<br />
enkele Zuid-Limburgers die eveneens toegang hadden tot precursoren.<br />
Deze personen waren relaties van de Zuid-Limburgse misdaadondernemer<br />
Gerrit. Ten derde had Nelson contacten met Chinezen in<br />
Amsterdam, waarmee hij samen BMK en PMK invoerde. Ten vierde<br />
had Nelson toegang tot BMK en PMK via kennissen in de Randstad.<br />
De misdaadondernemer Jannes uit de onderzoeken Yankee en Aussie<br />
zou PMK betrekken uit China waarbij hij gebruik zou maken van<br />
internationale contacten, waaronder in Israël. Ook had hij kennis van<br />
de vervaardiging van PMK uit sassafrasolie.<br />
Het is niet bekend of precursoren ook over het spoor via Centraal-Azië en Oost-<br />
Europa naar Nederland worden vervoerd. Dit traject is vijf dagen sneller dan vervoer<br />
per schip, en zou dus zeer aantrekkelijk kunnen zijn als smokkelroute. Het nadeel is<br />
het aantal grenzen dat in dit geval gepasseerd dient te worden, hoewel afgevraagd kan<br />
worden hoeveel risico dit met zich meebrengt aangezien de grensbewaking van de<br />
doorvoerlanden (op zijn zachtst gezegd) niet waterdicht is. 21<br />
Chemicaliën uit Nederland en buurlanden<br />
In tegenstelling tot de handel in de precursoren PMK en BMK lijkt de handel in de<br />
overige grondstoffen in handen van Nederlanders te zijn die deel uit maken van<br />
of dicht tegen criminele verbanden aanzitten die de productie van de synthetische<br />
drugs in handen hebben. De chemicaliën, oplosmiddelen, zuren en katalysatoren ter<br />
vervaardiging van synthetische drugs zijn in Nederland en in buurlanden te verkrijgen.<br />
Veelvuldig wordt gebruik gemaakt van kleine of fictieve rechtspersonen. Uit de<br />
CBAUSD-registratie blijkt dat vijf van de zeven verdachten die betrokken waren bij<br />
het verwerven van chemicaliën de Nederlandse nationaliteit had.<br />
19 In China worden BMK<br />
en PMK legaal geproduceerd,<br />
echter wel onder<br />
staatscontrole. Er vindt<br />
vanuit China geen legale<br />
export plaats. In Oost-Europese<br />
landen vindt geen<br />
legale productie plaats.<br />
Frankrijk produceert<br />
wel legaal BMK, waar<br />
echter het voornamelijk<br />
wordt toegepast in de<br />
farmaceutische industrie.<br />
Het land exporteert het<br />
ook. Franse BMK is echter<br />
nog nooit aangetroffen bij<br />
criminele verbanden.<br />
20 Informatie afkomstig van<br />
analisten van de NR-Unit<br />
Zuid-Nederland, juli 2005.<br />
21 Gesprek met een medewerker<br />
van de FIOD-ECD,<br />
31 augustus 2005.<br />
Hoofdstuk 3<br />
109<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
110<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Voor het vervoer van de chemicaliën worden door stromannen bedrijfsauto’s gehuurd.<br />
Op het moment dat de chemicaliën geladen zijn en het vervoer plaatsvindt, worden<br />
allerlei afschermtactieken gebruikt om het ‘spoor’ van de chemicaliën te camoufleren.<br />
Zo wordt bijvoorbeeld het voertuig met chemicaliën een tijdlang geparkeerd, of<br />
wordt het overgedragen aan een andere bestuurder die uiteindelijk de chemicaliën<br />
naar de illegale productielocatie brengt. Een voorbeeld hiervan is onderzoek Aussie,<br />
waarin de misdaadondernemer met een medewerker in België een paar honderd liter<br />
aceton kocht, dit in een huurbusje laadde en door een andere medewerker in een<br />
bestelauto naar Nederland liet brengen.<br />
Met de invoering van de WVMC is het voor criminele verbanden moeilijker geworden<br />
om in Nederland aan deze stoffen te komen. Aanvankelijk werd uitgeweken naar bedrijven<br />
gevestigd in België en Duitsland. Ook daar lijkt het steeds moeilijker om aan<br />
chemicaliën te komen die onder het precursorenregime vallen. Hierdoor verplaatst<br />
het traject zich naar andere landen. Zo is een voorbeeld bekend waarbij een bedrijf<br />
in een andere EU-lidstaat de chemicaliën bij een Belgisch bedrijf bestelde en de stof<br />
vervolgens doorleverde aan de afnemer in Nederland.<br />
Criminele verbanden bestellen en betalen niet altijd hun chemicaliën.<br />
Gashouders die in juli 2003 waren aangetroffen bij een dumping in<br />
onderzoek Donker waren een aantal maanden eerder gestolen bij<br />
een bedrijf in België. Daar waren in een nacht 240 gashouders ontvreemd,<br />
evenals een vrachtauto die later werd teruggevonden bij de<br />
grens met Nederland. Bij de diefstal was gebruik gemaakt van een op<br />
het bedrijfsterrein aanwezige heftruck waarvan de achterlichten onklaar<br />
waren gemaakt, alsmede het signaal voor achteruitrijden. Vervolgens<br />
zijn met de heftruck twintig boxen met elk twaalf gashouders<br />
op de vrachtauto geladen, iets wat precisiewerk moet zijn geweest.<br />
Verpakkingsmaterialen en dekladingen<br />
Uit politiedossiers blijkt dat door Chinese samenwerkingsverbanden in Nederland<br />
bedrijfjes zijn opgericht die olieachtige producten uit China importeren. Er is sprake<br />
van sesamzaadolie, zonnebloemolie, kookolie, chilisaus, sojasaus, tafelreiniger enzovoort.<br />
In China worden deze producten legaal ingekocht en verpakt in flessen,<br />
emmers of vaatjes. Een gedeelte van die emballage vult men in China met BMK en/of<br />
PMK en vervolgens pakt men de partij om in gemerkte dozen. De complete vracht<br />
wordt daarna middels zeecontainers naar Nederland vervoerd. Aldaar aangekomen<br />
wordt de partij door de organisaties in gehuurde loodsen gelost. De deklading dient<br />
van de illegale waar gescheiden te worden, waarna de BMK en/of PMK zijn weg vindt<br />
naar producenten van synthetische drugs.<br />
In smokkeltransporten, opslagplaatsen, bij productielocaties en op dumpingplaatsen<br />
worden Chinese verpakkingsmaterialen aangetroffen met daarin (resten) PMK of<br />
BMK, zoals dozen met (lege) flessen chilisaus, ovenreiniger en kookolie. Zo was 8.000
liter verstopt in speciaal geprepareerde warmhoud-pannen, die niet werkten<br />
en waarbij de warmhoud-vloeistof in het echt BMK en PMK betrof. Ook zijn<br />
dekladingen zoals fietsbanden en porselein aangetroffen.<br />
Productiemiddelen<br />
De productiemiddelen worden op twee manieren gemaakt. Of ze worden<br />
zelf gemaakt of bestaande productiemiddelen worden aangepast. Deze zijn<br />
speciaal voor de synthetische-drugsproductie ontworpen en gemaakt door<br />
facilitairs. In een aantal gevallen wordt hardware uit het legale circuit besteld.<br />
Vaak worden Nederlandse bedrijven gemeden, en worden de bestellingen<br />
geplaatst bij Belgische of Duitse bedrijven. Uit onderzoek F1 is gebleken dat<br />
een facilitair meerdere XTC-producenten heeft voorzien van productiemiddelen.<br />
Zo liet de misdaadondernemer Duizendpoot de productiemiddelen<br />
maken door zijn compagnons. Alle noodzakelijke apparatuur voor<br />
synthetische drugsproductie werd geleverd, zoals drukreactievaten,<br />
destillatieketels, vacuümafscheiders, pompen, droogkasten, tabletteermachines<br />
en stempels. Hij bestelde daarnaast ook hardware bij<br />
legale bedrijven, en liet deze soms ook aanpassen. Zo maakte een<br />
bedrijf in opdracht van hem op basis van de door hem aangeleverde<br />
tekeningen aanpassingen aan bestaande hardware. Er werden bijvoorbeeld<br />
motoren of vertragingskasten gemonteerd. Ook werden<br />
er dubbelwandige ketels gemaakt op basis van de tekeningen van<br />
Duizendpoot.<br />
Uit analyse van de hardware die is aangetroffen in amfetamine en XTC-laboratoria<br />
blijkt dat veel hardware te herleiden is naar slechts enkele personen. Dit duidt erop<br />
dat de markt voor hardware zeer specialistisch is en dat vermoedelijk slechts een zeer<br />
klein aantal personen deze machines maakt. Dit geldt zowel voor de aanbieders van<br />
hardware voor amfetamineproductie als voor XTC-productie. Toch kan een handige<br />
producent met ervaring in het productieproces ook zelf hardware maken:<br />
In onderzoek Heimat kocht de misdaadondernemer De Heer bij verschillende<br />
bedrijven in Limburg zelf allerlei onderdelen en machines<br />
in waarmee productieapparatuur kon worden vervaardigd. De constructiewerkzaamheden<br />
werden vervolgens verricht door één van<br />
de compagnons, die daarbij hulp kreeg van de misdaadondernemer<br />
en de andere compagnon. Dit werd uitgevoerd bij een metaalbewerkingsbedrijf.<br />
De eigenaar hiervan was een oude bekende van de<br />
vader van de uitvoerende compagnon.<br />
Uit de CBAUSD-registratie blijkt dat de drie verdachten die betrokken waren bij het<br />
Tabletteermachines.<br />
Hoofdstuk 3<br />
111<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
Meting van vrijgekomen gassen<br />
bij de koude methode.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
112<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
vervaardigen van hardware allen de Nederlandse nationaliteit hadden. De hardware<br />
die in productielocaties in België is aangetroffen is in tegenstelling tot eerdere jaren<br />
steeds vaker in België zelf gefabriceerd. De misdaadondernemer Jannes uit de onderzoeken<br />
Yankee en Aussie zou zijn hardware betrekken uit het voormalige<br />
Tsjecho-Slowakije.<br />
3.3.2.2 Productie van synthetische drugs<br />
Productiestadia<br />
Er bestaat geen eenduidige werkwijze waarop criminele verbanden de productie<br />
organiseren. Het hangt onder andere af van de ervaring en contacten<br />
van de misdaadondernemers. Vaak worden ervaren laboranten ingezet die het<br />
productieproces coördineren. Zij zijn niet per se zelf ook aan het laboreren,<br />
maar geven adviezen aan de medewerkers die daarvoor worden ingezet, zoals<br />
de compagnon Simon in onderzoek Im-Export BV. Zulke ‘hoofdlaboranten’<br />
regelen vaak ook de accommodatie waar de laboratoriumopstelling wordt geplaatst.<br />
Een voorbeeld is bedrijfsleider Oskar uit onderzoek Taakstraf, die een laboratorium<br />
plaatste in de kelder van de woning van de vriendin van een Belgische medewerker.<br />
Daarentegen zijn er ook voorbeelden van misdaadondernemers die zelf (grote hoeveelheden)<br />
produceren en tabletteren.<br />
In onderzoek Heimat had een misdaadondernemer (De Heer) uit<br />
Zuid-Nederland samen met twee compagnons een laboratorium in<br />
gebruik in een bunker in Duitsland. Deze werd ontdekt en ontmanteld<br />
door de Duitse politie. Daarnaast had de misdaadondernemer<br />
een laboratorium in Noord-Brabant, alsmede enkele tabletteermachines.<br />
De Heer produceerde en tabletteerde ook op bestelling voor<br />
anderen, en had daarnaast ook nog een eigen aanvoerlijn voor PMK.<br />
Hij zou in één week 1400 liter PMK gaan verwerken tot MDMA, wat<br />
hij alleen kon doen omdat alles volautomatisch zou gaan.<br />
De opbouw van een laboratorium, het verzamelen van de benodigde grondstoffen en<br />
het uiteindelijke opstarten van het proces kunnen maanden in beslag nemen.<br />
In onderzoek Zuur was de laborant Martijn sinds een aantal maanden<br />
bezig om de benodigde grondstoffen te verzamelen en op te<br />
slaan op de beoogde productielocatie in een loods van een agrarisch<br />
bedrijf in Noord-Brabant. Zo werden er acht vaten met elk 130 liter<br />
zoutzuur gebracht. Nadat de aspergeoogst was afgelopen en de<br />
seizoensarbeiders waren vertrokken nam de laborant zijn intrek in<br />
de loods en begon hij met de productie van amfetamine. Martijn was<br />
een laborant die hierin al jarenlange ervaring had. Een aantal dagen
later ontplofte echter de laboratoriumopstelling en overleed Martijn<br />
aan zijn verwondingen: hij was waarschijnlijk in slaap gevallen waardoor<br />
hij een kraantje in een drukketel niet had opengedraaid. In zijn<br />
woning werden later twaalf zakken met caustic soda aangetroffen. In<br />
het laboratorium werden BMK, formamide, N-formylamfetamine en<br />
verpakkingsmateriaal aangetroffen.<br />
Het vinden van goede accommodaties is een belangrijk werk omdat een locatie moet<br />
worden gezocht die afgesloten kan worden en waar eventuele uitstoot van stank niet<br />
direct leidt tot overlast voor omringende bewoners. Dus niet zoals in onderzoek<br />
Groentje, waar een garage werd gehuurd van een onbekende. Het criminele verband<br />
uit Heimat had met de bunker een goede locatie. Vaak worden laboratoria in gehuurde<br />
loodsen geplaatst.<br />
In onderzoek Peppie waren twee compagnons (een hoofdman en zijn<br />
assistent) bezig met de productie van amfetamine in een loods bij een<br />
woning in een stad in Noord-Brabant. De hoofdman zocht hiervoor<br />
ook productielocaties en regelde het dumpen van afvalstoffen. Hij<br />
was goed thuis in het productieproces en had al meermalen zelf synthetische<br />
drugs vervaardigd. Bij een inval in het laboratorium werden<br />
de twee aangehouden en werden onder andere amfetamine, BMK,<br />
PMK en formamide aangetroffen, evenals een grote partij afvalstoffen.<br />
Vermoedelijk opereerde de hoofdman in opdracht van anderen.<br />
Zo gaf hij aan een schuldeiser aan dat hij binnenkort 40.000 zou<br />
gaan verdienen. Onduidelijk is of hiermee geld of tabletten bedoeld<br />
worden.<br />
Locaties die weinig voorkomen, of die althans weinig zijn ontmanteld, zijn accommodaties<br />
die gehuurd worden bij bedrijven. Een voorbeeld hiervan is onderzoek Weekend.<br />
Hierin produceerde en tabletteerde een crimineel verband in de<br />
weekenden XTC bij een sanitairbedrijf in Midden-Nederland. Op de<br />
begane grond werd geproduceerd middels de reductieve aminering, en<br />
op de bovenverdieping middels de Leuckart synthese. Naast alle benodigde<br />
hardware werden precursoren, chemicaliën en eindproducten<br />
aangetroffen. Het tabletteren vond plaats in een geheime ruimte<br />
die pas werd gevonden na een verklaring. Op adressen van de productiemedewerkers<br />
werd onder andere 100.000 tabletten in twintig<br />
gesealde zakken, ruim vijf kilogram poeder en € 47.000,- gevonden. In<br />
een garage werd 52 kilogram poeder en een sealapparaat gevonden.<br />
De vier uitvoerders werkten in opdracht van anderen. Zij zouden per<br />
verwerkte liter PMK € 500,- krijgen, dat onderling gedeeld werd.<br />
Hoofdstuk 3<br />
113<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
22 Synthetische druglabo’s in<br />
België.<br />
23 CBA Precursoren, p.33.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
114<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Als er daadwerkelijk geproduceerd gaat worden dan wordt de locatie afgesloten van<br />
de buitenwereld. Eten en kleding worden voor een langere periode ingeslagen en<br />
meegenomen. Vaak wordt er overnacht in caravans die in de nabijheid van het laboratorium<br />
staan opgesteld. Deze werkwijze is onder andere vastgesteld in de onderzoeken<br />
Groentje en Zuur.<br />
Het laboreren en het tabletteren vindt meestal gescheiden van elkaar plaats. Het<br />
vermoeden bestaat bij analisten van de NR-Unit Zuid-Nederland dat het tabletteren<br />
vaker wordt uitgevoerd door personen die hierin gespecialiseerd zijn. Het tabletteren<br />
is een nogal nauwkeurig werk. De tablet mag namelijk niet uiteenvallen maar ook niet<br />
te hard zijn (dan wordt de stof niet door het lichaam opgenomen). Deze ‘professionals’<br />
zouden onafhankelijk zijn en voor meerdere producenten werken. Die plaatsen<br />
opdrachten bij de tabletteerder omdat zijn producten een goede kwaliteit hebben.<br />
Waarschijnlijk valt De Heer uit onderzoek Heimat ook in deze categorie.<br />
Betrokkenen<br />
Uit de CBAUSD-registratie blijkt dat 89 procent van de 62 verdachten die betrokken<br />
waren bij de productie de Nederlandse nationaliteit had, terwijl 8 procent de Chinese<br />
en 3 procent de Belgische nationaliteit had. Uit een aantal onderzoeken blijkt dat<br />
Chinese criminele verbanden het tabletteren in eigen beheer hebben. Er lijkt sprake<br />
van een beperkte verschuiving van de productie naar België, waar Nederlandse producenten<br />
laboratoria in de grensstreek hebben opgezet. In een aanzienlijk deel van<br />
de ontmantelde productieplaatsen in België blijken Belgische productiemedewerkers<br />
in opdracht van Nederlanders te werken. 22 Een voorbeeld hiervan is het onderzoek<br />
Taakstraf.<br />
Uit onderzoek van de FIOD-ECD blijkt dat de meeste laboranten geen of een zeer<br />
beperkte chemische achtergrond hadden. 23 Kennis van chemische processen is dus<br />
geen vereiste om deel te kunnen nemen aan de productie. Dit wordt ook aangetoond<br />
door de schriftelijke handleidingen waar ‘laboranten’ vaak gebruik van maken en die<br />
frequent worden aangetroffen bij productielocaties. In de gevallen waarbij zulke onervaren<br />
uitvoerders worden ingezet is er wel sprake van enige sturing op afstand door<br />
een ervaren laborant.<br />
In onderzoek Retour begon de net vrijgekomen Axel, de tweelingbroer<br />
van Oskar uit onderzoek Taakstraf, direct weer met het produceren<br />
van amfetamine. Hij had personen die grondstoffen leverden, en had<br />
drie medewerkers die produceerden. De productie vond plaats op<br />
het terrein van familie van één van de medewerkers. De vervoerders<br />
van de grondstoffen regelen ook dumpingen van afvalstoffen.<br />
De productiemiddelen werden geleverd door een bekende van Axel<br />
waarmee hij al eerder had samengewerkt.
3.3.2.3 Afzet van synthetische drugs 24<br />
Herkomst van betrokkenen<br />
Uit de bestudeerde politiedossiers blijkt dat de smokkel binnen de Europese grenzen<br />
veelal in handen is van Nederlandse criminele groeperingen. Is de bestemming buiten<br />
Europa gelegen, dan zijn het vaak buitenlandse organisaties die de touwtjes in handen<br />
hebben. Dominicaanse groeperingen bevoorraden al enkele jaren de Amerikaanse<br />
markt met XTC. Israëlische groeperingen smokkelen XTC-partijen van Nederland naar<br />
Amerika en Australië. Chinese groeperingen vinden een groot afzetgebied in Canada<br />
en Australië. Deze internationaal acterende samenwerkingsverbanden beschikken vaak<br />
over een netwerk van contacten in de landen waar zij crimineel actief zijn. Voor amfetamine<br />
zijn het in het algemeen Nederlandse organisaties die, in samenwerking met<br />
organisaties uit het bestemmingsland, de smokkellijnen onderhouden.<br />
Uit de CBAUSD-registratie blijkt dat 65 procent van de 28 verdachten die betrokken<br />
waren bij de binnenlandse handel van synthetische drugs de Nederlandse nationaliteit<br />
had. Verder had 14 procent de Marokkaanse nationaliteit, 7 procent de Turkse nationaliteit<br />
en nog eens 7 procent de Chinese nationaliteit. Van de 177 verdachten die<br />
betrokken waren bij de export van synthetische drugs had 32 procent de Nederlandse<br />
nationaliteit, 15 procent de Dominicaanse nationaliteit, 8 procent de Israëlische<br />
nationaliteit, 7 procent de Chinese nationaliteit, 6 procent de Turkse nationaliteit en<br />
4 procent de Britse nationaliteit.<br />
Verenigd Koninkrijk<br />
Bij de smokkel naar het Verenigd Koninkrijk wordt vaak samengewerkt tussen Britten<br />
en Nederlanders. De groothandel in amfetamine is daar in handen van Nederlandse,<br />
Belgische en Britse criminele verbanden. De meest gebruikte aanvoerlocaties naar<br />
Engeland zijn Hull en Immingham, Harwich en Felixstowe, en Dover en de Kanaaltunnel.<br />
De voornaamste vervoersmiddelen zijn auto’s en vrachtwagens, of de passagiers<br />
zelf. Ook worden cocktailtransporten met kleine vliegtuigjes vanaf kleine<br />
Nederlandse vliegvelden naar Engeland gevlogen. Volgens de Britse douane wordt<br />
er vaak gebruikt gemaakt van het verbergen in portierdeuren en in bumpers. Grote<br />
inbeslagnames werden gedaan bij een helicopter en bij een klein vliegtuigje. Met het<br />
vliegtuigje werden waarschijnlijk vijftig vluchten uitgevoerd vanaf een klein vliegveld<br />
in Nederland naar het Verenigd Koninkrijk, waarbij vermoedelijk per keer vijftig kilo<br />
MDMA werd vervoerd. 25<br />
Het jaar 2001 liet een toename zien van het aantal cocktailtransporten, waarbij vooral<br />
sprake is van een combinatie van cocaïne, XTC, amfetamine en softdrugs. 26 Deze<br />
combinaties zijn ook voorgekomen in de voor deze CBA bestudeerde onderzoeken.<br />
Volgens de Britse politie zijn cocktailtransporten veelvoorkomend vanwege het polydruggebruik<br />
in het Verenigd Koninkrijk. Een logisch gevolg is dat het transport van<br />
meerdere soorten drugs per keer logistieke voordelen heeft. Er zijn gespecialiseerde<br />
transporteurs bij betrokken. Het gaat hierbij om aanzienlijke hoeveelheden drugs die<br />
24 Voor informatie over de<br />
afzetlanden wordt verwezen<br />
naar paragraaf 2.3.2.1.<br />
25 J. Onofrio, Trends in the<br />
trade of synthetic drugs and<br />
precursor chemicals, International<br />
Synthetic Drugs<br />
Enforcement Conference,<br />
Den Haag, 8-9 oktober<br />
2003.<br />
26 Criminaliteitsbeeld Rotterdamse<br />
Haven, Kernteam<br />
Rotterdam-Rijnmond,<br />
november 2002, p.52.<br />
Hoofdstuk 3<br />
115<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
27 Ditcham, K., Cocktails,<br />
the consumer market and<br />
the UK as a transit country,<br />
International Synthetic<br />
Drugs Enforcement<br />
Conference, Den Haag, 8-9<br />
oktober 2003<br />
28 Pearson en Hobbs, p.12-<br />
13. Wat de afbakening van<br />
de ‘middenmarkt’ is, is niet<br />
precies duidelijk, maar de<br />
actoren op deze markt<br />
bevinden zich ergens<br />
tussen de groothandel en<br />
de detailhandel. De vraag<br />
is wel in hoeverre een<br />
tussenhandelaar anders is<br />
dan een groothandelaar.<br />
Pearson en Hobbs gaan er<br />
bij een Britse tussenhandelaar<br />
die cocktailtransporten<br />
verzorgt vanuit<br />
Nederland uit van veel<br />
kleinere hoeveelheden dan<br />
in de onderzoeken van de<br />
NR-Unit Zuid-Nederland<br />
naar voren komen. Daar<br />
zijn de hoeveelheden<br />
ongeveer vijf tot tien keer<br />
zo groot.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
116<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
vervoerd worden, zoals bijvoorbeeld 600.000 XTC-tabletten, 100 kilogram cannabis<br />
en 80 kilogram cocaïne. 27<br />
Zo werden in onderzoek Flipje verdovende middelen in gehuurde bestelauto’s<br />
naar vrachtauto’s vervoerd, waar ze werden ingeladen. De<br />
leverancier, Sjaak, handelde in opdracht van anderen die de eigenaar<br />
van de verdovende middelen waren. Dit smokkeltraject heeft sowieso<br />
twee jaar lang gefunctioneerd. In het kader van dit onderzoek<br />
werd een partij van 290 kilogram amfetamine geconfisqueerd.<br />
In hun onderzoek naar de kenmerken van de ‘middenmarkt’ voor verdovende middelen<br />
in het Verenigd Koninkrijk merken Pearson en Hobbs op dat op deze markt<br />
vooral kortstondige partnerschappen bestaan tussen onafhankelijke handelaren (iets<br />
wat in een onderzoek uit 1989 ook al werd geconcludeerd over de drugsgroothandel<br />
in de VS). Individuen kunnen van tijd tot tijd ook verschillende posities innemen.<br />
Langdurige criminele verbanden op basis van familiebanden komen minder voor. De<br />
criminele netwerken die actief zijn in de ‘middenmarkt’ zijn klein, flexibel en veranderen<br />
vaak van samenstelling. De meeste netwerken die de auteurs in hun onderzoek<br />
aantroffen bestonden uit een klein groepje individuen die vrijuit handel dreven met<br />
andere individuen. 28<br />
Voorbeelden van zulke individuen lijken de misdaadondernemers<br />
Klinkhamer en Teddy uit onderzoek Boekenbal. Het Nederlandse<br />
bedrijf ABC van Klinkhamer zond partijen boeken naar het Engelse<br />
bedrijf Vinegar van de Engelse afnemer Teddy. De medewerker van<br />
ABC, Fred, plaatste orders bij een transporteur. De partijen werden<br />
aangeboden in de ochtend en moesten de volgende dag al op de<br />
plaats van bestemming zijn. De chauffeurs van de transporteur zagen<br />
tal van zaken die hen verdacht leken. Zo kon bij Vinegar 24 uur per<br />
dag worden gelost, en lag een eerder geleverde spoedlading bij een<br />
volgende levering nog steeds onaangeroerd in een loods.<br />
In de te transporteren partij boeken werden in Nederland bij ABC<br />
verdovende middelen verstopt, die vervolgens naar Vinegar werden<br />
vervoerd. Daarna kwamen de boeken, met waarschijnlijk het geld,<br />
met een andere transporteur terug bij ABC. In drie maanden tijd gingen<br />
achttien transporten met 44 pallets naar Teddy en gingen negen<br />
transporten met 52 pallets naar Klinkhamer. De transporten vonden<br />
soms één keer per twee weken plaats, en soms twee keer per week.<br />
In drie transporten werden 348 kilogram hennep, circa 1 miljoen<br />
XTC-tabletten en 32 kilogram amfetamine onderschept.<br />
Op basis van interviews met Britse opsporingsambtenaren en gedetineerden gaan
Pearson en Hobbs er van uit dat veel Britse tussenhandelaren zelf diverse verdovende<br />
middelen inkopen bij Nederlandse groothandelaren. Britse importeurs en<br />
groothandelaren (die meestal maar in één soort drug handelen) zijn dus niet altijd<br />
bij deze transacties betrokken en worden dan als het ware overgeslagen. De cocktailtransporten<br />
zijn volgens Pearson en Hobbs dus een gezamenlijk project van Nederlandse<br />
handelaren en Britse tussenhandelaren. Volgens de auteurs zou dit een<br />
nieuwe trend zijn. Daarnaast zijn er ook Britse kopers die alleen afzetkanalen hebben<br />
voor XTC en amfetamine, en dus alleen synthetische drugs van Nederlandse<br />
handelaren afnemen. 29<br />
Een voorbeeld hiervan is onderzoek Cities. Dat richtte zich op een<br />
crimineel verband rond Sjors, dat cocktailtransporten bestaande uit<br />
XTC, marihuana en cocaïne samenstelde voor de Engelse afnemers<br />
John en zijn bedrijfsleider Paul. De smokkel verliep via Duitsland en<br />
België. Sjors nam de verdovende middelen weer van anderen af. De<br />
Engelsen financierden de transporten en stuurden een medewerker<br />
naar Nederland voor het verrichten van klussen als het vervoer van<br />
geld, het leveren van telefoons en het bekijken van overdrachtlocaties.<br />
Een overdracht van een partij amfetamine verliep als volgt:<br />
In Tilburg gaf een medewerker van Paul een huurauto aan een medewerker<br />
van Sjors. Die reed weg en kwam na een tijdje weer terug,<br />
waarna de auto weer werd teruggegeven aan de medewerker van<br />
Paul. Vervolgens reed deze naar een haven in België, gevolgd door<br />
Sjors, zijn medewerker en Paul in de auto van Sjors. Bij aankomst in<br />
de haven voer een boot binnen met twee medewerkers van Paul.<br />
Paul ontmoette hen in een café, terwijl Sjors, zijn medewerker en<br />
de medewerker van Paul terugkeerden naar Nederland in de auto<br />
van Sjors.<br />
Verenigde Staten, Canada en Zuid-Amerika<br />
Israëliërs (soms van Russische komaf met relaties naar Russische criminele verbanden)<br />
speelden in 2002 en 2003 een grote rol in de smokkel van XTC vanaf<br />
West-Europa naar de Verenigde Staten. De Israëliërs smokkelden via commerciële<br />
lijnvluchten, en maakten gebruik van koeriers en van postpakketten. Zij ronselden<br />
vooral Israëliërs, Amerikanen en West-Europeanen.<br />
Husken en Vuijst beschrijven een aantal zaken waarin Israëliërs grensoverschrijdend<br />
met elkaar samenwerkten. Koeriers werden via een eigen netwerk geronseld. De<br />
XTC werd van Nederlandse producenten afgenomen en middels koeriers naar steden<br />
als Miami en New York gesmokkeld waar (vaak Israëlische) medewerkers de<br />
smokkelwaar overnamen. De koeriers die werden geronseld en ingezet kwamen uit<br />
voorsteden van Tel Aviv en bleken vaak werkloos of hadden om andere redenen<br />
geldgebrek. Opzienbarend is het hoofdstuk in het boek ‘XTC smokkel’ over het<br />
29 Pearson en Hobbs, p.36,<br />
40.<br />
Hoofdstuk 3<br />
117<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
30 Husken en Vuijst, p.107-<br />
124.<br />
31 Husken en Vuijst, p.239-<br />
240.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
118<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
ronselen van jonge chassidische koeriers in New York die XTC vanuit Nederland naar<br />
de Verenigde Staten smokkelden. Ook was een Israëlische persoon actief die eerst<br />
jonge goed uitziende vrouwen als koeriers inzette en later Amerikaanse woonwagenbewoners.<br />
30<br />
De oorzaak van de prominente rol van Israëliërs in de smokkel van XTC is volgens<br />
Amerikaanse autoriteiten te relateren aan de positie van Israëliërs in de diamanthandel.<br />
Hierdoor konden Israëlische XTC-smokkelaars gebruik maken van de al bestaande<br />
infrastructuur en smokkelmethoden van de diamantbranche. Daarnaast waren de<br />
Amerikaanse autoriteiten evenals de Israëlische autoriteiten van mening dat Israëliërs<br />
een invloedrijke rol in de smokkel van XTC konden opbouwen door hun achtergrond:<br />
de betrokkenen waren vaak jong, meertalig, zeer mobiel en beschikten over grote<br />
netwerken in verschillende landen. Israëliërs zijn volgens een Israëlische opsporingsambtenaar<br />
geboren netwerkers: ze komen uit een klein land, waarin iedereen elkaar<br />
kent van school en van militaire dienst en waarvan veel elkaar in het buitenland opzoeken.<br />
31<br />
Sinds 2001 is er sprake van een ontwikkeling waarbij in Zuid-Amerika, de Nederlandse<br />
Antillen en Aruba een ruilhandel opkomt van XTC tegen cocaïne. Dit wordt<br />
bevestigd door cocaïnekoeriers die op de Belgische luchthaven Zaventem waren gearresteerd.<br />
Zij verklaarden dat ze op de terugvlucht naar Zuid-Amerika XTC-tabletten<br />
mee moesten smokkelen. De XTC die naar Zuid-Amerika wordt gesmokkeld is bestemd<br />
voor de Amerikaanse markt. Ook personen van Dominicaanse en Surinaamse<br />
afkomst zijn betrokken bij deze ruilhandel.<br />
Onderzoek Dominiek2 richtte zich op een crimineel verband van<br />
Dominicanen en Colombianen, deels woonachtig in Duitsland. Zij<br />
voerden XTC uit naar de VS en importeerden cocaïne vanuit het<br />
Caraïbisch gebied naar Nederland, waar het in kleine hoeveelheden<br />
aan afnemers werd verkocht. De smokkel in beide richtingen verliep<br />
vanaf Nederland middels de trein vooral via het vliegveld Zürich, met<br />
koeriers die geprepareerde wielrenbroeken droegen. De afdracht<br />
van XTC vond plaats in hotels in New York en Miami. Ook werd geld<br />
via koeriers verplaatst, vanaf New York naar de Dominicaanse Republiek<br />
en Nederland. De koeriers waren vooral blanke mannen en<br />
vrouwen met financiële problemen, die per transport (na aankomst)<br />
$5.000,- ontvingen. De kern van het verband werd gevormd door<br />
personen uit één familie. In Nederland droeg Hernando de broeken<br />
af aan de koeriers, die in Zürich door andere familieleden werden<br />
begeleid. De zwager van Hernando verzorgde de aansturing vanaf de<br />
Dominicaanse Republiek of New York. Hij ving de koeriers op die<br />
XTC en geld smokkelden. In totaal werd sowieso 185.000 XTC-tabletten<br />
en tien kilogram cocaïne gesmokkeld.<br />
Onderzoek Dominiek richtte zich op een in Nederland woonachtige
Dominicaanse misdaadondernemer die Europeanen in de Dominicaanse<br />
Republiek benaderde om XTC-tabletten te smokkelen van<br />
Nederland via Europese luchthavens naar de Verenigde Staten. Opvallend<br />
was dat veel van de geronselde koeriers tussen de veertig en<br />
zestig jaar oud waren; aanzienlijk ouder dan de gemiddelde leeftijd<br />
van koeriers.<br />
In onderzoek Suripil werd door de twee Surinaamse broers Jan en<br />
Piet geprobeerd een smokkeltraject op te zetten naar de Verenigde<br />
Staten. De zwager van Piet werd ingezet als koerier die in een dubbelwandige<br />
koffer 4 kilogram XTC-tabletten naar Miami smokkelde,<br />
waar hij werd aangehouden. Vanuit Suriname werd door Piet in een<br />
dubbelwandige koffer 2 kilogram cocaïne naar Nederland gesmokkeld.<br />
Ook hij werd aangehouden. De XTC was geleverd door een<br />
taxichauffeur uit Amsterdam die zelf al eens eerder was aangehouden<br />
in een onderzoek waarin dezelfde illegale goederen via dezelfde<br />
route werden gesmokkeld. Ook Piet kon in verband gebracht worden<br />
met eerdere invoer van cocaïne via koeriers en postpakketjes. Waarschijnlijk<br />
werden Jan en Piet zelf ook aangestuurd door anderen, want<br />
uit verklaringen bleek dat de cocaïne door iemand bij hun thuisadres<br />
zou worden afgehaald, en dat ze geld ontvingen voor hun rol in de<br />
smokkel van de XTC. Jan zou € 500,- krijgen voor zijn bemiddeling,<br />
en de zwager van Piet zou € 4000,- ontvangen.<br />
Naast deze waarschijnlijk kleinere misdaadondernemers en gelegenheidsverbanden<br />
zijn er ook grote misdaadondernemingen actief. Deze maken niet gebruik van luchttransport,<br />
maar smokkelen grote partijen over zee. Ze zijn niet per se afhankelijk van<br />
zeetransporteurs, maar zetten ook eigen boten in.<br />
In onderzoek Zeilboot was de Brabantse misdaadondernemer Frederik<br />
samen met zijn Poolse bedrijfsleider Kopara bezig om 1,5 miljoen<br />
XTC-tabletten naar het Caraïbisch gebied te verschepen. Kopara<br />
maakte het schip met een Poolse medewerker gereed. Het schip<br />
werd in twee dagen volgestopt met de tabletten die in sporttassen<br />
en in verhuisdozen aan boord werden gebracht. De tabletten waarvoor<br />
geen plaats meer was (bijna 100.000) werden in een garagebox<br />
opgeslagen. Dit schip werd in beslag genomen.<br />
Daarnaast onderhield Kopara contact met een Griek die een boot<br />
met bemanning had liggen in Schotland. Kopara is een aantal keren<br />
met geld naar de Griek gereisd om een transport te bekostigen. Met<br />
de boot moest 4.000 of 5.000 kilogram cocaïne verscheept worden.<br />
Daarnaast moest met een andere boot in de Middellandse Zee 1.500<br />
kilogram cocaïne naar Nederland worden vervoerd. Kopara was ook<br />
Hoofdstuk 3<br />
119<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
120<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
bezig om partijen verdovende middelen met vrachtwagens en ingehuurde<br />
vliegtuigen te vervoeren.<br />
Kopara had diverse boten tot zijn beschikking. Hij sprak met een leverancier<br />
die cocaïne zou leveren. Het overladen van goederen op zee<br />
was geen probleem, Colombianen waren daar erg snel in. Kopara had<br />
een reddingsboot waarin hij een goede bergplaats had. Kopara had<br />
jarenlange ervaring in het smokkelen van diverse goederen en was<br />
bekend met transportroutes, dekladingen en droppingplaatsen.<br />
Frederik was de leverancier van de 1,6 miljoen tabletten die in een<br />
Duitse havenstad in beslag werden genomen. Deze transactie liep via<br />
zijn medewerker Edward die contact had met de Israëlische afnemer.<br />
Vooral vóór ontmoetingen met de Israëliër nam Edward contact op<br />
met Frederik via openbare telefooncellen. Frederik ontmoette Edward<br />
op parkeerplaatsen, waar hij hem instructies gaf. Een andere medewerker<br />
van Frederik was vermoedelijk belast met het uitvoeren van<br />
partijen. Tussen hen was geen telefooncontact: hij besprak alleen<br />
mondeling zaken met Frederik. De tabletten uit het schip en uit Duitsland<br />
waren afkomstig van dezelfde bron.<br />
Het onderzoek Yankee geeft inzicht in de groei van een crimineel<br />
verband als de zaken een lange tijd goed gaan. In 1997 begon de<br />
misdaadondernemer Jannes met het verzenden van postpakketten<br />
waarin XTC zat naar de VS. Hij kreeg hierbij hulp van zijn broertje<br />
en van Greg. In 1998 vertrok Greg naar de VS om daar XTC in ontvangst<br />
te nemen en te verkopen. Daar werd hij gearresteerd voor<br />
het bezit van XTC en was hij 14 maanden gedetineerd. Nadat hij in<br />
1999 vrijkwam werd de smokkel (via postpakketten en in CD-rekken)<br />
en handel voortgezet, maar nu via zeetransporteurs. Wanneer<br />
er een zending aankwam seinde Jannes Greg in. Greg huurde dan een<br />
busje waarmee hij naar Dick reed. Die nam het busje dan mee en<br />
laadde een aantal pallets in. De deklading betrof bloempotten en<br />
tuinartikelen.<br />
Dick zou behoren tot een ander crimineel verband dat zich gespecialiseerd<br />
had in het transporteren van smokkelwaar middels dekladingen<br />
en diensten verleende aan diverse klanten. De leider van dit<br />
verband, Tinus, zat in Spanje en was betrokken bij een onroerend<br />
goed project. Tinus gaf opdracht aan een medewerker om het transport<br />
vanaf Nederland tot aan de VS te regelen. Deze medewerker<br />
had een bedrijf in Nederland op eigen naam staan. Hij benaderde<br />
vervolgens een expediteur die onbewust de tabletten in een deklading<br />
verscheepte naar het fictieve bedrijf Kasplantje. Leden van het<br />
verband hielden toezicht bij zowel het inladen van het transport als
ij het uitladen op de plaats van bestemming. Het verband rond Tinus<br />
deed ook zaken in Zuidoost-Azië.<br />
De tabletten waren verstopt in PVC-buizen. Greg was in de VS verantwoordelijk<br />
voor de opslag en de distributie van XTC-tabletten aan<br />
afnemers die eerder door Jannes werden aangegeven. In negen maanden<br />
tijd werden in vijf transporten 4,6 miljoen tabletten uitgevoerd,<br />
waarbij de transporten telkens in omvang toenamen. In de periode<br />
daarvoor waren ook al honderdduizenden tabletten verzonden. Een<br />
partij van 70.000 tabletten werd doorverkocht voor $ 5 en $ 7 per<br />
tablet. Na een mislukte transactie ontvluchtte Greg in opdracht van<br />
Jannes de VS en gaf daarbij eerst nog $ 800.000,- af aan Lance, die verantwoordelijk<br />
was voor de transport van het geld naar Europa. Greg<br />
werd uiteindelijk in Barcelona opgepakt en uitgeleverd aan de VS.<br />
In 2003 en 2004 was er sprake van een toename van de smokkel van grote partijen<br />
MDMA-poeder die elders worden getabletteerd (zie ook 2.3.2.1). Uit politieonderzoek<br />
is bijvoorbeeld gebleken dat een Chinees crimineel verband uit Nederland gesmokkeld<br />
MDMA-poeder in Canada liet tabletteren en vervolgens naar Amerikaanse<br />
steden smokkelde. Uit Nederlandse politie-informatie is gebleken dat Chinese handelaren<br />
van BMK en PMK geen geld voor precursoren vroegen, maar een deel van<br />
de totale hoeveelheid geproduceerde XTC. Het feit dat aan de exporten van grote<br />
partijen MDMA-poeder richting Canada en Australië Chinese organisaties te liëren<br />
zijn, zou kunnen betekenen dat er niet alleen sprake is van een verschuiving van smokkelmethode,<br />
maar mogelijk ook van smokkelorganisaties.<br />
Turkije<br />
Een ruilhandel heeft zich eveneens ontwikkeld richting Turkije, waarbij Turkse criminelen<br />
heroïne ruilen tegen XTC (en cocaïne). 32 De CBA Turkije 2002-2003 maakt<br />
ook melding van een onderzoek waarbij een Turks crimineel verband heroïne vanuit<br />
Turkije naar Nederland smokkelt, en omruilt voor cocaïne en XTC die weer naar<br />
Turkije gesmokkeld worden. In een andere zaak is een Turks crimineel verband betrokken<br />
bij de uitvoer van XTC naar het Verenigd Koninkrijk. 33 In het kortlopende<br />
onderzoek Baklava naar de uitvoer van XTC naar Turkije bleek dat de aangehouden<br />
Turkse koeriers waren ingezet door in Nederland woonachtige Turken die de XTC<br />
geleverd kregen van een Nederlandse handelaar. Volgens een analist van de NR-Unit<br />
Zuid-Nederland vindt de smokkel van XTC naar Turkije vooral over de weg plaats.<br />
Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat in Duitsland personen met de<br />
Turkse nationaliteit na Duitsers het grootste aandeel hebben in de handel in XTC, op<br />
afstand gevolgd door personen met de Nederlandse en personen met de Italiaanse<br />
nationaliteit. 34<br />
32 Dit is een ontwikkeling<br />
die Europol eveneens<br />
heeft geconstateerd, zie:<br />
Europol situation report on<br />
drug production and drug<br />
trafficking 2003-2004, Den<br />
Haag 2004, p.54.<br />
33 <strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
Turkse georganiseerde<br />
criminaliteit in Nederland<br />
2002-2003, KLPD/DNR<br />
oktober 2004, p.75-77.<br />
34 Lagebild Rauschgift 2003,<br />
Bundeskriminalamt, Wiesbaden<br />
2004, p.19.<br />
Hoofdstuk 3<br />
121<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
122<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Zuidoost-Azië, Australië en Nieuw-Zeeland<br />
De smokkel van XTC naar deze regio’s vindt plaats door de lucht (via koeriers en<br />
postpakketten) en over de zee in containers. Het zijn niet alleen grote misdaadondernemingen<br />
die hierin actief zijn, maar ook gelegenheidsverbanden van kleine<br />
zelfstandigen.<br />
In onderzoek Malay boden de twee in Nederland woonachtige Maleisiërs<br />
Ram en zijn compagnon een postpakket aan bij DHL voor<br />
verzending naar Maleisië. Ze maakten daarbij gebruik van een gefingeerde<br />
afzender. Toen de verzending echter dezelfde dag nog werd<br />
geannuleerd, kregen medewerkers van DHL argwaan en openden zij<br />
het pakket. Daarin zat een speelgoedtractor waar in de achterbanden<br />
meer dan 20.000 tabletten verstopt waren. Een dag later haalde<br />
Ram het pakket weer op. Bij huiszoekingen werden vervolgens in<br />
tassen en zakken nog eens circa 40.000 tabletten en 24 kilogram<br />
poeder aangetroffen, alsmede twee vuurwapens en meer dan honderd<br />
patronen.<br />
Een ander gelegenheidsverband kwam naar voren in onderzoek Chinese Kruiden, waarbij<br />
de drie compagnons in drie verschillende landen verbleven en daar hun eigen activiteiten<br />
uitvoerden.<br />
Het ging om drie Chinezen (één in Nederland, één in Maleisië en één<br />
in China) die samenwerkten in de smokkel van heroïne naar Nederland<br />
en van XTC-tabletten uit Nederland naar China en Australië.<br />
Er zou 50 tot 100 kilogram XTC via Duitsland naar Australië gesmokkeld<br />
moeten worden. De Nederlandse Chinees gaf instructies<br />
over hoe koeriers moesten smokkelen en hoe ze zich dienden te<br />
gedragen. De Maleisische Chinees werd opgedragen paspoorten te<br />
regelen voor de koeriers. In Maleisië werd een koerier geworven die<br />
3,5 kilogram heroïne op het lichaam moest meedragen. Deze werd<br />
echter bij binnenkomst in Nederland opgepakt.<br />
Vervolgens besprak de Nederlandse Chinees met de Maleisische<br />
compagnon dat de volgende keer een man en vrouw gestuurd moesten<br />
worden, die zich voor moesten doen als echtpaar dat op vakantie<br />
was. Ze moesten een credit card bij zich hebben, want contant<br />
geld was niet modern. De beste methode om de pillen naar China<br />
te smokkelen zou op het lichaam zijn, omdat koffers bij Aziatische<br />
reizigers gecontroleerd zouden worden op Chinese kruiden en medicijnen.<br />
De volgende koerier die werd ingezet kwam uit China en zou via<br />
Hong Kong naar Nederland reizen. Wanneer hij in Nederland zou
aankomen dan zou hij naar zijn contactpersoon in China moeten bellen,<br />
die vervolgens naar de Nederlandse Chinees moest bellen. Deze<br />
zou hem het hoteladres voor de koerier geven, en zou zelf een beschrijving,<br />
de naam en het rekeningnummer van de koerier krijgen.<br />
Chinese verbanden zijn niet per se gesloten organisaties, zoals vaak de beeldvorming<br />
is. Zowel in onderzoek Verre Oosten als in Kangaroo worden Nederlanders betrokken<br />
bij de uitvoering van bepaalde taken (zoals het opvangen van een postpakket).<br />
Het onderzoek Kangaroo richtte zich op een Chinees crimineel verband<br />
geleid door King en de bedrijfsleider Long die een partij van<br />
344 kilogram MDMA-poeder wilden smokkelen naar Australië. Als<br />
de zending goed verliep zou deze drie à vier keer per jaar herhaald<br />
moeten worden. Long had twee medewerkers: Li, verantwoordelijk<br />
voor het organiseren van transporten, en San, die dekladingen moest<br />
verzorgen. Li had een restaurant en kende via deze weg Klaus, een<br />
Nederlander waarvan Li wist dat deze financiële problemen had.<br />
Klaus werd gevraagd een bedrijf op te richten om een transport van<br />
etenswaren te faciliteren. Klaus zou hiervoor ongeveer € 2.500,-<br />
ontvangen. De inschrijving bij de Kamer van Koophandel à € 50,-<br />
werd door Li betaald. Klaus benaderde een expediteur en kwam daar<br />
met Chinezen om informatie over reistijd en namen van koelhuizen<br />
te krijgen.<br />
San regelde als deklading Chinese etenswaren, die hij afnam van twee<br />
Chinese bedrijven in de Randstad. Dit werd contant betaald door<br />
Long. Vijftig dozen van de deklading werden door San zelf opgehaald,<br />
de overige duizend dozen werden direct bij de container afgeleverd.<br />
San moest van Long haast maken met het uitladen van de vijftig dozen<br />
omdat de huurperiode van een halve dag er bijna op zat. In de vijftig<br />
dozen werd de smokkelwaar verstopt. Leden van het criminele verband<br />
hebben de container zelf geladen: iets wat voor opdrachtgevers<br />
zeer ongebruikelijk is. Daarnaast was het opmerkelijk dat de container<br />
slechts voor een kwart gevuld was. Ook dit was ongebruikelijk<br />
en viel dus op.<br />
De Chinese criminele verbanden die actief zijn in de smokkel van XTC opereren via<br />
eenzelfde werkwijze en hebben een soortgelijke interne organisatie als Nederlandse<br />
criminele verbanden. Ook bij hen kan een misdaadondernemer worden onderscheiden<br />
die gebruik maakt van een bedrijfsleider. Deze beheerde de activiteiten en had<br />
contacten met uitvoerders en afnemers.<br />
Hoofdstuk 3<br />
123<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
124<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Het onderzoek Verre Oosten richtte zich op een Chinees crimineel<br />
verband dat XTC onder andere als pakketten met schilderijen smokkelde<br />
naar Australië en Japan, en in grotere hoeveelheden in meubels<br />
naar Canada. De aansturing vond plaats door De Manke, die<br />
als bedrijfsleider Chang onder zich had (die voor bepaalde zaken<br />
toestemming moest hebben van De Manke en die ook gesprekken<br />
met afnemers naar hem terugkoppelde). Chang, een illegaal met een<br />
Panamees paspoort, ronselde twee Nederlanders in een opvangtehuis<br />
van het Leger des Heils, die in Australië de pakketten moesten<br />
ontvangen. Hij beschikte over een medewerker die allerlei klussen<br />
verrichtte.<br />
De baas van De Manke zou verliezen hebben geleden in Australië<br />
van ongeveer twee à drie miljoen. Daarnaast wilde de baas ophouden<br />
met de handel naar China: dit zou te weinig opleveren. Bovendien<br />
zou geld uit China, maar ook uit Japan en de VS altijd vertraagd<br />
zijn. Er werd ook aan een Nederlander geleverd: voor een partij van<br />
40.000 vroeg De Manke € 1,- per tablet, die Chang samen met de<br />
Nederlander weer doorverkochten voor € 1,25 per tablet.<br />
Het criminele verband beschikte over een persoon die vanuit Nederland<br />
zaken in China regelde waar spullen aan moesten komen,<br />
en had ook rechtstreeks contact met Chinese afnemers. Daarnaast<br />
had Chang contact met Xi, die in Nederland zat namens afnemers uit<br />
China die 10.000 per keer wilden afnemen. Xi gaf Chang codes die in<br />
China gebruikt zouden worden, die ze weer doorgaf aan De Manke.<br />
Xhu was een andere persoon die in Nederland zat namens Chinese<br />
afnemers en die per keer 5.000 tabletten afnam. Chang had ook nog<br />
contact met Wang, die graag samen een eigen handel wilden opzetten.<br />
Het ontbrak hun echter aan de juiste contacten in China.<br />
De misdaadondernemer Jannes uit onderzoek Yankee hield na de aanhouding van één<br />
van zijn medewerkers aldaar direct op met de smokkel naar de VS. Hij ging zich nu<br />
richten op Australië. Hiertoe voerde hij besprekingen in een toeristenoord in Zuidoost-Azië.<br />
Hij begon voorzichtig, en ging al snel over op het smokkelen van steeds<br />
groter wordende partijen.<br />
Het onderzoek Aussie richtte zich op de export van XTC-tabletten<br />
naar Australië door de misdaadondernemer Jannes. Hij begon met<br />
een proefzending van 5.000 tabletten met een kroonluchter als deklading,<br />
uitgevoerd door zijn Belgische medewerker Eddy. Een aantal<br />
maanden later verstuurde Eddy met dezelfde soort deklading een<br />
partij van circa 250.000 XTC-tabletten vanuit de Rotterdamse haven<br />
naar Australië. Hij gebruikte hierbij de naam van een Belgisch bedrijf
als afzender. De tweede Belgische medewerker Rudy werd vervolgens<br />
naar Australië gestuurd. Rudy was door Eddy benaderd om mee<br />
te doen, en had toegezegd omdat hij nog schulden uit had staan bij<br />
Eddy. Rudy moest tabletten leveren aan afnemers. Ten behoeve van<br />
de smokkel naar Australië had Jannes samen met Eddy in Parijs inmiddels<br />
twee kluizen aangeschaft en naar Nederland gebracht. In één<br />
van de kluizen werden in een geheime bergruimte 700.000 tabletten<br />
verstopt, waarna deze naar Australië werd gestuurd. Als afzender<br />
gebruikte Eddy de naam van een Duits bedrijf. Eenmaal aangekomen<br />
werd de kluis eerst opgehaald door Lothar, die het vervolgens overdroeg<br />
aan Rudy. De kluis werd in beslag genomen en een aantal medewerkers<br />
werd aangehouden.<br />
Jannes voerde veel activiteiten uit samen met Eddy. Zo zochten ze samen<br />
naar materialen om een tabletteermachine te repareren. Deze<br />
reparatie werd door iemand anders uitgevoerd. Ook hielpen ze beiden<br />
bij het inladen van een kluis met 750.000 tabletten in een busje.<br />
Het transport werd door iemand anders uitgevoerd. Daadwerkelijke<br />
uitvoerders waren dus telkens andere personen. Ook Karel was vaak<br />
betrokken bij activiteiten, onder andere bij het laden van de kluis<br />
en een maand later bij het prepareren van een pizzaoven met 2.1<br />
miljoen tabletten. De partij was waarschijnlijk afkomstig van twee<br />
verschillende leveranciers, omdat ze op twee verschillende manieren<br />
verpakt was. Eddy regelde de verzending van deze pizzaoven,<br />
die werd uitgevoerd door de Belgische expediteur Deller, naar de<br />
expediteur Rocco in Italië. Wederom gebruikte hij de naam van een<br />
onbewust betrokken bedrijf als afzender. Drie weken later vloog<br />
Eddy met Jannes naar Italië om de pizzaoven op te halen en bij een<br />
zeetransporteur aan te bieden voor verscheping naar Australië. Tegelijkertijd<br />
bood Eddy een andere pizzaoven aan bij de firma Rocco,<br />
die verzonden moest worden naar Deller in België.<br />
Het criminele verband rond Jannes beschikte over een tabletteerinrichting<br />
waar tabletteermachines, weegschalen en verpakkingsmaterialen<br />
werden aangetroffen. De vloer van de ruimte was bedekt met<br />
een dermate dikke laag poeder (waarin diverse tabletten lagen met<br />
verschillende kleuren en logo’s) dat er waarschijnlijk een langdurige<br />
vervaardiging van tabletten heeft plaatsgevonden. De in beslag genomen<br />
tabletten uit de kluis en pizzaoven waren hier gemaakt.<br />
Gebruikte vervoersmiddelen en routes<br />
De smokkelmethoden die gehanteerd worden bij de uitvoer van XTC door de lucht<br />
zijn vrijwel identiek aan de smokkelmethoden die gebruikt worden bij de invoer van<br />
cocaïne: in het lichaam (voornamelijk in de maag), op het lichaam geplakt, in (gepre-<br />
Hoofdstuk 3<br />
125<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
35 Inbeslagnemingen synthetische<br />
drugs 2004, p.6.<br />
36 CBA Schiphol, p.32-34.<br />
37 Inbeslagnemingen synthetische<br />
drugs 2002. Inbeslagnemingen<br />
synthetische drugs<br />
2003. Inbeslagnemingen<br />
synthetische drugs 2004.<br />
38 Criminaliteitsbeeld Rotterdamse<br />
Haven, p.51. Dit<br />
werd op 31 augustus 2005<br />
bevestigd door een medewerker<br />
van de FIOD-ECD.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
126<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
pareerde) kleding, in (geprepareerde) bagage, pakketzendingen en vrachtzendingen.<br />
Koeriers maakten het meest gebruik van wielrenbroeken en van koffers met een<br />
dubbele bodem of wand.<br />
Hoewel in 2004 het vliegtuig als vervoersmiddel favoriet bleef, werd er aanzienlijk<br />
minder gebruik van gemaakt dan in 2002 en 2003 (zie grafieken 2.8 en 2.9) en was<br />
ook een verandering van de smokkelwijze waarneembaar. Er was sprake van een<br />
afname van het aantal koeriers en een toename van het aantal verzendingen met<br />
koeriersdiensten en van het aantal postzendingen (zie grafieken 2.6 en 2.7). Ook<br />
werd gebruik gemaakt van speciaal geprepareerde machines en air containers. 35 Het<br />
transporteren van XTC via pakket- of koeriersdiensten heeft verschillende voordelen<br />
voor een crimineel. Zo kan de verzending anoniem geschieden, en is deze te volgen<br />
via het internet. Bij een eventuele inbeslagname worden er vanzelfsprekend geen<br />
personen aangehouden die ondervraagd kunnen worden. Ook is de inschakeling van<br />
een koeriersdienst veel goedkoper dan de inzet van koeriers. 36 Als deklading bij de<br />
pakketverzendingen werden onder andere tijdschriften, boeken, schoenen, speelgoed<br />
en schilderijen gebruikt.<br />
Bij de smokkel door de lucht werd de smokkel middels air-cargo vanaf 2002 populairder<br />
(respectievelijk 5 in 2002, 19 in 2003 en 15 in 2004) waarbij onder andere sprake was<br />
van geprepareerde stoomapparaten, wasdrogers en meubels als deklading. Het aantal<br />
geconfisqueerde pakketten nam van 2002 op 2003 spectaculair af om vervolgens te<br />
stabiliseren (respectievelijk 118 in 2002, 58 in 2003 en 60 in 2004). Hierbij werd vaak<br />
van de diensten van grote internationale koeriersbedrijven en postbedrijven gebruik<br />
gemaakt. De pakketten werden verzonden vanuit Nederland en vanuit omringende<br />
landen. Als deklading werden goederen als tijdschriften, schoenen, elektronica, speelgoed<br />
en levensmiddelen gebruikt. Het aantal inbeslagnemingen bij vliegtuigpassagiers<br />
liet vanaf 2002 een scherpe daling zien (respectievelijk 263 in 2002, 133 in 2003 en<br />
44 in 2004). De tabletten werden respectievelijk 59, 20 en 17 keer op het lichaam<br />
vervoerd (o.a. met behulp van een wielrenbroek waar stroken met tabletten waren<br />
ingenaaid), en respectievelijk 168, 91 en 22 keer werden koffers en reistassen gebruikt<br />
met een dubbele wand of bodem. Tabletten werden vaak verpakt in carbonpapier en<br />
aluminiumfolie; materiaal waarvan door de smokkelaars waarschijnlijk gedacht wordt<br />
dat deze bescherming biedt tegen ontdekking door scanapparatuur. 37<br />
Bij de smokkel middels schepen was in de onderzoeksperiode in de helft van de confiscaties<br />
sprake van smokkel in een geprepareerde lading (zoals in tafels, dozen met<br />
plastic buizen, kluizen, machines en een oven). De bestemmingslanden waren de Verenigde<br />
Staten, Canada, Japan en Australië.<br />
Het transport van XTC vindt binnen Europa vooral over de weg plaats. Vanwege het<br />
ontbreken van binnengrenzen voor goederenvervoer in de EU kunnen goederen ongecontroleerd<br />
verplaatst worden. Bovendien is het controlebeleid van de EU gericht<br />
op binnenkomende goederen, en wordt er minder capaciteit ingezet op door- en<br />
uitgevoerde goederen. 38<br />
Inbeslagnemingen in een bus werden het meest gedaan in Duitsland en Frankrijk,
waarbij de tabletten vooral in de bagage van de passagiers verstopt waren of in goederen<br />
zoals een radio of een fles frisdrank. De bestemming was vaak Spanje, Portugal<br />
en enkele Oost-Europese landen. De meeste inbeslagnemingen in personenauto’s<br />
werden in Duitsland gedaan, waarbij dit ook vaak het bestemmingsland was. Meestal<br />
was er sprake van een geheime bergruimte, zoals in de carrosserie, de kofferbak,<br />
de brandstoftank of in het reservewiel. De bestemmingslanden waren voornamelijk<br />
Duitsland, Frankrijk, Spanje, Scandinavië en Oost-Europa. Inbeslagnemingen in treinen<br />
werden meestal in Duitsland en Frankrijk gedaan, waarbij meestal de tabletten in<br />
bagage verstopt waren en de passagiers op weg waren naar een luchthaven voor een<br />
bestemming buiten Europa. Bij de smokkel middels vrachtwagens werd vooral gebruik<br />
gemaakt van Nederlandse en Engelse transportbedrijven. De vrachten werden ook<br />
in België en Frankrijk onderschept. De smokkelwaar werd veelal in aparte dozen of<br />
kratten aan de legale vracht toegevoegd. De bestemmingslanden waren vooral het<br />
Verenigd Koninkrijk en Ierland, waarbij vaak sprake was van aanmerkelijke hoeveelheden<br />
gecombineerd met partijen cannabis, hasj, cocaïne en heroïne (zogenaamde<br />
cocktailzendingen). Per smokkeltransport ging het bijvoorbeeld om hoeveelheden van<br />
een paar honderdduizend XTC-tabletten, meer dan honderd kilogram amfetaminepoeder,<br />
een aantal kilogram cocaïne en heroïne, en een tiental kilogram cannabis. 39<br />
3.3.2.4 Dumpingen van afvalstoffen van synthetische drugs 40<br />
Betrokkenen en hun werkwijze bij het dumpen van afvalstoffen<br />
Over het algemeen wordt er geen uitgebreid opsporingsonderzoek ingesteld bij het<br />
aantreffen van een dumping. Wel zal het LFO, als deze betrokken is bij de ontmanteling,<br />
de verantwoordelijke partners zoveel mogelijk aansporen om sporen vast te<br />
leggen en gegevens te registreren over het gedumpte afval (zoals soorten stoffen,<br />
verpakkingen, nummers en stickers), om zo gegevens van andere dumpingen en productielocaties<br />
te kunnen koppelen. Als gevolg van het aantreffen in juni 2003 in Apeldoorn<br />
en in januari 2004 in Heerde van trailers die waren volgestopt met afvalstoffen<br />
werd echter wel een onderzoek ingesteld.<br />
Uit dit onderzoek, Donker, bleek dat beide dumpingen enkele overeenkomsten<br />
vertoonden. Zo waren beide trailers vlak voor de dumpingen<br />
gestolen in Limburg. Daarnaast kon het aangetroffen huisvuil<br />
in de trailers aan elkaar gerelateerd worden. De verzameling huisvuil<br />
kan duiden op een langer verblijf in een afgesloten ruimte. De kosten<br />
van opslag, vervoer en verwerking van het gedumpte afval in beide<br />
dumpingen bedroeg meer dan € 50.000,-.<br />
In het kortlopende onderzoek Geur werden gedurende een aantal<br />
maanden afvalstoffen van XTC-productie aangetroffen in het rioolstelsel<br />
en in zuiveringsinstallaties van een aantal Zuid-Hollandse gemeenten.<br />
Het betrof aceton, methylalcohol en isopropylalcohol. Het<br />
39 Inbeslagnemingen synthetische<br />
drugs 2002. Inbeslagnemingen<br />
synthetische drugs<br />
2003. Inbeslagnemingen<br />
synthetische drugs 2004.<br />
40 Zie ook paragraaf 2.3.2.3<br />
over de stoffen die<br />
gedumpt worden.<br />
Hoofdstuk 3<br />
127<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
41 CBA Synthetische Drugs,<br />
2002, p.9.<br />
42 Kleemans, e.a., 2002, p.50.<br />
43 Kleemans, e.a., 2002, p.53.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
128<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
afval was in diverse gescheiden rioolstrengen aangetroffen, waardoor<br />
vermoed werd dat de dumper zich mobiel van het afval heeft ontdaan<br />
door het op diverse locaties te lozen op het riool.<br />
3.3.3 Institutionele faciliteiten<br />
3.3.3.1 Tussenpersonen en facilitairs<br />
In de CBA Synthetische Drugs 2001 werd nog vermeld dat handelingen van facilitairs<br />
niet of nauwelijks worden onderzocht. Verreweg de meeste onderzoeken betroffen<br />
de productie, handel en export van synthetische drugs. 41 Anno 2004 is dit beeld op<br />
één punt gewijzigd: er wordt nu speciale aandacht geschonken aan de makers en leveranciers<br />
van productiemiddelen ten behoeve van het vervaardigen van synthetische<br />
drugs. Daarentegen worden facilitairs als geldwisselaars en boekhouders meestal niet<br />
meegenomen als onderzoekssubject.<br />
Tussenpersonen<br />
Kleemans e.a. schrijven dat de tussenpersoon (‘broker’) in een strategische positie<br />
verkeert in relatie tot een crimineel verband. Hij zorgt ervoor dat personen op een<br />
bepaalde manier met elkaar in contact komen, maar blijft tegelijkertijd tussen de partijen<br />
in zitten. Leveranciers en afnemers komen naar hem toe omdat hij onmisbaar is:<br />
hij is ‘structureel autonoom’. 42<br />
Een belangrijke vraag bij de aanpak van vermeende hoofdfiguren is volgens de auteurs<br />
op welke wijze en in hoeverre andere verdachten van deze personen afhankelijk zijn,<br />
met andere woorden hoe moeilijk zij te vervangen zijn. Hoofdverdachten beschikken<br />
volgens de auteurs over verschillende ‘machtsbronnen’: (1) internationale en interetnische<br />
contacten, (2) relaties met de ‘bovenwereld’, (3) financiële onafhankelijkheid,<br />
(4) reputatie, en (5) de suggestie van onvervangbaarheid. Toch zou zijn positie niet<br />
zonder risico zijn: als hij zijn positie wil behouden moet hij wel persoonlijk bij de zaak<br />
betrokken blijven. 43 Er wordt onderscheid gemaakt tussen onnodige, noodzakelijke<br />
en afgedwongen betrokkenheid. Onderzoek T1 richtte zich op een tussenpersoon die<br />
voor zijn afnemers noodzakelijk was.<br />
Het betrof hier een Russisch-Nederlandse tussenpersoon, Vova, die<br />
XTC betrok van een Nederlander van Israëlische afkomst, Jannes.<br />
Vova leverde aan een groep Israëliërs, die in Nederland vertegenwoordigd<br />
waren door Isaac. Deze groep werd vanuit Israël aangestuurd<br />
door Bibi. De contacten tussen Isaac en Bibi liepen via een<br />
zekere Reb. Hoe de contacten in Israël zelf liepen was voor Isaac<br />
onbekend. Vova zou een partij leveren, maar wachtte op Jannes. Aan<br />
deze ogenschijnlijk simpele transactie gingen meer dan drie maanden<br />
van nerveuze telefonische contacten en ontmoetingen vooraf tussen
enerzijds Vova en Jannes en anderzijds Vova en de Israëliërs (wanneer<br />
Vova vaak telefonisch contact zocht met Jannes):<br />
Jannes zegt nog niet gedraaid te hebben. Hierdoor komt Vova in een<br />
lastig parket tegenover zijn afnemers. Na een aantal weken van vele<br />
telefoontjes komt er dan een proefmonster. Ineens lijken de rollen<br />
omgedraaid. Nu wil Jannes Vova spreken, die dit uitstelt omdat hij de<br />
Israëliërs nog niet heeft gesproken. Dan spreekt Vova eindelijk met Isaac,<br />
die zegt dat er problemen zijn aan de Israëlische kant. Vova wil leveren,<br />
maar moet wachten. Na een week belt Bibi naar Vova, die zegt<br />
dat de baby al vijf dagen klaar ligt. Toch blijkt een aantal dagen later<br />
dat bij Jannes niet alles als gepland verloopt. Uitstel zou echter geen<br />
afstel zijn. Nu wil Isaac informatie van Vova, die echter weer op Jannes<br />
wacht. Jannes zou zelf ook wachten, en vertelt Vova om geduld te hebben.<br />
Een week later is er dan een ontmoeting tussen Jannes en Vova,<br />
die een dag later door Bibi gebeld wordt en te horen krijgt dat hij naar<br />
Nederland komt. Isaac is in deze communicatie gepasseerd. Als Bibi<br />
in Nederland is komen alle Israëliërs bijeen. Bibi is ontstemd over de<br />
puinhoop en neemt zelf een aantal taken op zich. Een dag later belt<br />
Jannes naar Vova met de mededeling dat de levering niet doorgaat, en<br />
dat hij de problemen met de Israëliërs maar zelf moet oplossen. Vova<br />
wil Jannes diverse keren bellen, maar dat lukt niet. Bibi gaat terug naar<br />
Israël. Een dag later is er een ontmoeting tussen Vova en Isaac en contact<br />
tussen Vova en Jannes, die zegt dat alles goed komt.<br />
Tussenpersonen in de handel van synthetische drugs zijn slechts beperkt aangetroffen<br />
in de bestudeerde onderzoeken (naast onderzoek T1 bijvoorbeeld ook in Mede).<br />
Wanneer er tussenpersonen bij de handel betrokken waren, dan bleek het een onzekere<br />
schakel.<br />
Facilitairs<br />
Wanneer verschillende opsporingsonderzoeken naast elkaar gelegd worden is<br />
de kans aanwezig dat personen met bepaalde functies naar voren komen, zoals<br />
geldwisselaars, financiële dienstverleners, documentvervalsers. Deze leveren<br />
diensten die criminele verbanden zelf niet kunnen (ze hebben bijvoorbeeld<br />
niet de benodigde kennis) of niet willen uitvoeren (ze lopen bijvoorbeeld een<br />
te groot risico). De vraag is hoe cruciaal een facilitair is voor een crimineel<br />
verband, en hoe makkelijk hij te vervangen is. Facilitairs vormen vaak een verbinding<br />
tussen ‘onderwereld’ en ‘bovenwereld’ – zoals met dekmantelbedrijven,<br />
vervalsingen, fraude, juridische en financiële constructies – en verrichten<br />
taken voor meerdere criminele verbanden – simpelweg omdat de facilitair een<br />
unieke positie inneemt waar veel vraag naar is vanuit het criminele circuit. 44<br />
Rondbodemkolven.<br />
44 Kleemans, e.a., 2002, p.56-<br />
62.<br />
Hoofdstuk 3<br />
129<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
130<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Het al eerder aangehaalde onderzoek F1 geeft een goed inzicht in<br />
de werkwijze en logistiek van een facilitair (Duizendpoot) in de Randstad<br />
die productiemiddelen vervaardigde. Hij was eigenaar/directeur<br />
van een handel in laboratoriummaterialen en had drie compagnons.<br />
Duizendpoot maakte zelf compleet nieuwe productiemiddelen, of<br />
liet ze door constructiebedrijven aanpassen (bijvoorbeeld door het<br />
monteren van een roermechaniek of een elektromotor). Het criminele<br />
verband beschikte over zeven panden waar ze de activiteiten<br />
ontplooiden. In een aantal van deze panden werden naast diverse<br />
productiemiddelen chemicaliën, vulstoffen, kleurstoffen en XTC<br />
aangetroffen.<br />
Duizendpoot maakte de afspraken, gaf adviezen en onderhandelde<br />
met de afnemers, die altijd aliassen gebruikten. Ontmoetingen vonden<br />
meestal in druk bezochte wegrestaurants plaats. Wanneer hij<br />
goederen kon leveren die hij elders had ingekocht, verhoogde hij<br />
de prijs van productiemiddelen met gemiddeld 150 procent en van<br />
vulstoffen met gemiddeld 200 procent. Met de kleurstoffen die hij<br />
in 2001 en 2002 aan derden leverde konden circa 16 miljoen tabletten<br />
worden gemaakt. Met de door hem geleverde vulstoffen konden<br />
circa 400 miljoen tabletten worden gemaakt. Gebaseerd op de beschikbare<br />
gegevens werd de door Duizendpoot genoten winst over de<br />
jaren 2001 en 2002 geschat op bijna € 1 miljoen.<br />
Duizendpoot had vijf rechtspersonen ingeschreven staan op één adres,<br />
die echter allemaal binnen een jaar ook weer waren opgeheven bij de<br />
Kamer van Koophandel en de Belastingdienst. Desondanks werd nog<br />
wel van de naamgeving gebruik gemaakt. Hij hield geen administratie<br />
bij en is nooit benaderd door een legaal bedrijf met betrekking tot<br />
de aankoop van goederen.<br />
Specialisten die zich hebben toegelegd op het tabletteren zijn ook facilitairs. Zij werken<br />
op bestelling voor diverse producenten. Hiervan is in één onderzoek een voorbeeld<br />
aangetroffen. Daarnaast werd door één crimineel verband gebruik gemaakt<br />
van de diensten van een facilitair, Tinus, die een eigen crimineel verband had dat zich<br />
toelegde op het organiseren van smokkeltransporten met legale façades zoals dekladingen<br />
en fictieve bedrijven.<br />
3.3.3.2 Branches<br />
Uit de bestudeerde onderzoeken blijkt dat criminele verbanden vooral zaken doen<br />
– meestal met een valse identiteit of via medewerkers – met transport-, verhuur- en<br />
chemische toeleveringsbedrijven. In Nederland zelf wordt van de diensten van verhuurbedrijven<br />
gebruikt gemaakt ter ondersteuning van de smokkel en productie. Bij
de uitvoer wordt gebruik gemaakt van transportbedrijven, die dan opdrachten ontvangen<br />
van vaak fictieve bedrijven. Wegtransporteurs worden ingezet ten behoeve<br />
van de uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk, en zee- en luchttransporteurs worden<br />
ingezet bij de uitvoer naar de Verenigde Staten, Australië en Zuidoost-Azië.<br />
De chemische branche en toeleveringbedrijven van hardware zoals lasapparatuur zijn<br />
van groot belang voor producenten van synthetische drugs. Vrijwel zonder uitzondering<br />
worden aankopen door criminele verbanden contant betaald: iets wat direct<br />
opvalt in de betreffende branches. Zo bleek in een onderzoek dat een bedrijf dat<br />
handelde in thermische oliën in slechts drie gevallen contant betaald werd door een<br />
afnemer. Ondanks de opvallende betaalwijze wekte dit bij deze leverancier geen argwaan.<br />
De afnemer bleek te relateren aan één crimineel verband dat actief was in de<br />
productie van synthetische drugs.<br />
De chemische industrie is na de voedings- en genotsmiddelenindustrie de omvangrijkste<br />
industriële bedrijfstak in Nederland. In de productie werken 73.000 mensen,<br />
en wordt jaarlijks 33 miljard euro omgezet. In de distributie werken 2.500 mensen,<br />
en wordt jaarlijks 4-5 miljard euro omgezet. De sector kent een strenge regelgeving<br />
die betrekking heeft op chemische stoffen zelf, de opslag, de productie, het afval, het<br />
transport, en de in- en uitvoer. Er zijn drie soorten regimes die van toepassing zijn<br />
op 150 tot 200 stoffen: precursoren voor drugs (ca. 35), precursoren voor chemische<br />
wapens (ca. 70) en gevaarlijke chemicaliën (ca. 70). Circa 350 bedrijven werken met<br />
producten die onder één van de drie regimes vallen. De bedrijven zijn verplicht om<br />
transacties te registreren, om vergunningen aan te vragen, en om ongebruikelijke en<br />
verdachte transacties te melden. Hiervan ontvangt de FIOD-ECD vijftig tot zestig<br />
meldingen per jaar, die bijvoorbeeld betrekking hebben op vreemde omstandigheden<br />
of onbekende handelaren. In de laatste jaren is het aantal meldingen afgenomen, maar<br />
zijn ze kwalitatief wel verbeterd: ongeveer tachtig procent leidt uiteindelijk tot een<br />
onderzoek. 45<br />
De FIOD-ECD heeft op een aantal wijzen zicht op de chemische sector: (1) via de<br />
controle van bedrijven, (2) via de meldplicht voor bedrijven van verdachte transacties,<br />
(3) via het uitgeven van vergunningen aan bedrijven die willen handelen in chemicaliën<br />
die onder één van de drie regimes vallen. Door verscherpt toezicht heeft de FIOD-<br />
ECD een aantal dubieuze tussenhandelaren kunnen traceren.<br />
3.3.3.3 Vergunningen en (nep)bedrijven<br />
Criminele verbanden zijn vaak genoodzaakt om contact te leggen met de legale bovenwereld.<br />
De importeur van precursoren heeft legale bedrijven nodig om zijn illegale<br />
waar te kunnen transporteren middels dekladingen die bij de douane niet in het oog<br />
springen. De aanschaf van overige chemicaliën dient eveneens te geschieden middels<br />
‘rechtspersonen’ terwijl het vervoer goed moet worden afgeschermd, door gebruik<br />
te maken van bijvoorbeeld gehuurde bedrijfsauto’s. De producent van de productieapparatuur<br />
heeft een bedrijf nodig voor de aanschaf van de diverse onderdelen die<br />
45 H. Citroen-Dijkmeijer, Coordinated<br />
approach towards<br />
the misuse of precursors,<br />
International Synthetic<br />
Drugs Enforcement<br />
Conference, Den Haag, 8-9<br />
oktober 2003.<br />
Hoofdstuk 3<br />
131<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
132<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
gebruikt worden in de productieapparaten, zoals in onderzoek F1. Voor de grootschalige<br />
handelaar die zijn eindproduct naar het buitenland exporteert is het hebben van<br />
een eigen bedrijfje een aardige camouflage (zoals de leverancier in onderzoek Boekenbal).<br />
Alleen de productie kan meestal geheel ondergronds plaatsvinden.<br />
3.3.3.4 Valse documenten<br />
Ter voorbereiding en uitvoering van smokkeltransporten, ten behoeve van onderhandelingen<br />
met buitenlandse afnemers; op velerlei wijzen maken leden van criminele<br />
verbanden gebruik van valse paspoorten om zichzelf af te schermen. In onderzoek<br />
Zeilboot maakte de misdaadondernemer Frederik gebruik van een Iers paspoort met<br />
zijn foto en van vier valse identiteiten, die hij gebruikte op zijn reizen naar de Cote<br />
d’Azur, de Costa del Sol, Venezuela en Colombia. Zijn bedrijfsleider Kopara maakte<br />
gebruik van een vals paspoort en van twee valse identiteiten, die hij gebruikte op zijn<br />
reizen naar Barcelona en Venezuela. Een Poolse medewerker beschikte over twee<br />
valse paspoorten.<br />
Er is een misdaadondernemer alles aan gelegen om ook zijn medewerkers af te schermen.<br />
In onderzoek Yankee schafte de misdaadondernemer Jannes voor $ 20.000,- een<br />
vals Amerikaans paspoort aan voor zijn medewerker in de VS, die daar de aangekomen<br />
XTC-tabletten opving en in opdracht van de hoofdverdachte distribueerde<br />
onder vaste afnemers van de hoofdverdachte.<br />
Ook wordt er bij het creëren van legale façades gebruik gemaakt van valse facturen<br />
(onder andere van onbewust betrokken bedrijven). In onderzoek Flipje werd transporteur<br />
Van der Wiel ingeschakeld door een zekere Sjaak, die partijen verdovende<br />
middelen naar het Verenigd Koninkrijk smokkelde. De transporteur werd contant<br />
betaald en verwerkte dat niet in zijn administratie. Hij stelde valse facturen en transportdocumenten<br />
op, met valse adresgegevens en gericht aan fictieve bedrijven in het<br />
Verenigd Koninkrijk. Als expediteur traden op niet-bestaande bedrijven. Afnemers en<br />
de leverancier bleven dus anoniem.<br />
3.4 ‘Bedrijfsvoering’ van criminele verbanden<br />
In deze paragraaf wordt bekeken met welke methoden criminele verbanden hun<br />
primaire werkzaamheden ondersteunen. Allereerst wordt aandacht gegeven aan<br />
de wijzen waarop criminele verbanden omgaan met hun wederrechtelijk verkregen<br />
voordeel; ten tweede wordt gekeken naar het gebruik van corruptie, afscherming,<br />
intimidatie en geweld ter ondersteuning en bevordering van de smokkel, productie<br />
en handel in synthetische drugs; en ten derde zal worden bekeken wat voor soort<br />
externe relaties criminele verbanden aanknopen ten behoeve van hun activiteiten.
3.4.1 Geldstromen<br />
Van de 7.900 betrokkenen in de CBAUSD-registratie hebben 1.110 personen één<br />
of meer verdachte transacties op hun naam staan. Verreweg het grootste deel van<br />
deze 1.110 personen (88 procent) heeft minder dan tien verdachte transacties op zijn<br />
naam staan; 75 personen (6,8 procent) hebben tussen de tien en twintig verdachte<br />
transacties op hun naam staan; 42 personen (3,8 procent) hebben tussen de twintig<br />
en vijftig verdachte transacties op hun naam staan; 13 personen (1,2 procent) hebben<br />
tussen de vijftig en honderd verdachte transacties op hun naam staan. Slechts acht<br />
personen (minder dan één procent) hebben meer dan honderd verdachte transacties<br />
op hun naam staan. 46<br />
3.4.1.1 Wisselen, verplaatsen en verhullen<br />
Allereerst dient opgemerkt te worden dat in de meeste onderzoeken geen financieel<br />
opsporingstraject werd uitgevoerd. Hierdoor is het criminele vermogen van verdachten<br />
vaak buiten beeld gebleven, evenals de wijzen waarop dit vermogen is weggezet of<br />
witgewassen. Het beeld dat in deze CBA gepresenteerd kan worden is daarom zeer<br />
oppervlakkig en – in verhouding tot het zicht op grondstoffen, productie en handel<br />
– waarschijnlijk zeer onvolledig. 47<br />
Het wederrechtelijk verkregen voordeel moet een drietal fasen ondergaan voordat<br />
het als een legaal vermogen aangewend kan worden om investeringen en uitgaven te<br />
doen. Allereerst dient het criminele geld dat in het buitenland verdiend is gewisseld te<br />
worden. Daarna moet het verplaatst worden (meestal naar Nederland). Vervolgens<br />
moet het verhuld of witgewassen geworden.<br />
Veel criminele verbanden wisselen in het buitenland voordat het vermogen naar<br />
Nederland wordt verplaatst. Het wisselen gebeurt door medewerkers van het<br />
criminele verband. Het verplaatsen gebeurt onder andere door koeriers, of door<br />
individuen die hierin gespecialiseerd zijn. Bij het wisselen in Nederland worden meestal<br />
bekenden of familieleden ingezet. Waarschijnlijk doen misdaadondernemers dit om<br />
zelf buiten beeld te blijven. Onbekend is of de ingezette personen worden ingezet<br />
vanwege het feit dat ze een blanco strafblad hebben (dit is niet onderzocht).<br />
Ook worden legale ondernemingen gebruikt bij het wisselen en verplaatsen, zoals postagentschappen<br />
en money transfer instellingen. Daarnaast is in een aantal onderzoeken<br />
gebleken dat misdaadondernemers (willen) investeren in legale ondernemingen waar<br />
veel contant geld in omgaat, zoals autobedrijven, horecagelegenheden en belhuizen. Dit<br />
zijn beproefde methoden om wederrechtelijk verkregen vermogen wit te wassen. 48<br />
Er zijn in de bestudeerde onderzoeken enkele voorbeelden gevonden van het wisselen<br />
en verplaatsen van het in het buitenland wederrechtelijk verkregen voordeel<br />
naar Nederland.<br />
46 De keuze om de selectie<br />
te baseren op het aantal<br />
transacties is enigszins<br />
arbitrair; het zegt namelijk<br />
niets over de hoogte van<br />
de bedragen die door een<br />
persoon zijn gestort. Het<br />
bleek echter een zeer<br />
bewerkelijke opgave om<br />
dit per persoon vast te<br />
stellen, omdat in de overzichtslijst<br />
geen (totaal-)<br />
bedragen worden weergegeven.<br />
Om de hoogte van<br />
de bedragen per persoon<br />
vast te stellen moet er per<br />
persoon in elke verdachte<br />
transactie worden gekeken.<br />
Het gaat in totaal om<br />
7.347 transacties.<br />
47 Informatie over crimineel<br />
vermogen is meestal bekend<br />
geraakt als gevolg van<br />
aanhoudingen, verklaringen,<br />
doorzoekingen of via<br />
tapverslagen.<br />
48 Zie ook Kleemans e.a.,<br />
2002, p.105.<br />
Hoofdstuk 3<br />
133<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
134<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
• Wisselen en verplaatsen<br />
In onderzoek Multi was een Israëlisch crimineel verband actief in de smokkel<br />
van XTC via Frankrijk naar Nieuw-Zeeland en van cocaïne vanuit Brazilië<br />
naar Nederland. De misdaadondernemer Moshe stuurde de smokkel aan en<br />
zette daarbij twee koeriers in. Hij smokkelde soms ook zelf. In Nieuw-Zeeland<br />
zat zijn compagnon Jessica, die zorg droeg voor het wisselen van geld en<br />
de smokkel van geld naar Nederland. In totaal werd er sowieso $ 140.000,-<br />
en € 290.000,- vanuit Nieuw-Zeeland ingevoerd. Moshe werd op Schiphol<br />
aangehouden met € 17.000,- en 2 miljoen yen. Vermoedelijk was er dus ook<br />
een smokkellijn naar Japan.<br />
• Verplaatsen<br />
In onderzoek Dominiek2 smokkelden koeriers het geld van de VS en het Caraïbisch<br />
gebied naar Europa.<br />
• Verplaatsen<br />
Als er (in onderzoek Yankee) met de verkoop van tabletten $ 300.000,- was<br />
verdiend dan moest Greg het geld naar Lance brengen, die het vervolgens naar<br />
Europa liet vervoeren. Lance sluisde ook geld door naar de Antillen, waar het<br />
witgewassen moest worden via de aankoop van een hotel en een bordeel.<br />
• Wisselen en verplaatsen<br />
In onderzoek Aussie had Vasil $2,2 miljoen uit een kluis gehaald en in vijf partijen<br />
naar een wisselkantoor gebracht in Sydney. Dit kantoor werd gerund<br />
door twee broers. Een derde broer runde een wisselkantoor in Parijs. Deze<br />
broer was verantwoordelijk voor het afleveren van het geld in Europa nadat<br />
Vasil het eerder bij de twee broers in Sydney had gebracht. Daarop toog Jannes<br />
met de Belgische medewerker Eddy en de kennis Rajjit drie keer naar Parijs<br />
om de zakken met geld op te halen. Rajjit had Jannes in contact gebracht met<br />
de eigenaar van het wisselkantoor in Parijs. Hetzelfde kantoor in Parijs werd<br />
ook gebruikt bij het verplaatsen van het geld door Lance vanuit de VS naar<br />
Europa.<br />
Ook wordt er in Nederland zelf gewisseld. In onderzoek Cities had de misdaadondernemer<br />
Sjors in drie transacties in drie dagen ongeveer € 60.000,- laten wisselen. In<br />
de zeven maanden daarvoor was voor ruim € 1.2 miljoen aan Britse ponden gewisseld.<br />
Dit gebeurde in zeven perioden van ongeveer een week waarin dagelijks werd<br />
gewisseld. Het ging waarschijnlijk om de opbrengsten van zeven partijen verdovende<br />
middelen. Het wisselen werd gedaan door drie medewerkers, waaronder de schoonvader<br />
van de misdaadondernemer. Ook een medewerker van een postagentschap<br />
verleende medewerking.
Kleemans e.a. stellen dat er twee basisvormen zijn waarmee geld wordt witgewassen:<br />
het fingeren van winst en het lenen aan jezelf. 49 De tweede vorm werd waarschijnlijk<br />
gebruikt door de misdaadondernemer in onderzoek Zeilboot. Hij leende via een compagnon<br />
geld vanuit een Luxemburgs bedrijf aan een bedrijf in Nederland, dat deels op<br />
eigen naam stond. Hierbij werd geen overeenkomst gesloten. Het betrof een miljoen<br />
gulden. Een compagnon van de misdaadondernemer was betrokken bij het Luxemburgse<br />
bedrijf.<br />
De witwasmethodes waarvan de misdaadondernemer uit de onderzoeken Aussie en<br />
Yankee, Jannes, zich bediende waren divers en waren afgeleiden van de twee bovenstaande<br />
basisvormen. Zo liet hij valse facturen opstellen, verkocht hij auto’s ver boven<br />
de inkoopprijs, en boekte hij door zijn bedrijf contant ontvangen bedragen als bankontvangsten:<br />
• Een bouwbedrijf maakte drie facturen op, op verzoek van Jannes die de datum<br />
en de bedragen die vermeld moesten worden doorgaf. De verbouwingen zijn<br />
nooit uitgevoerd. De bedragen en data kwamen overeen met de tijdstippen<br />
van aangetroffen geldleningen van vader Johannes aan zoon Jannes.<br />
• Jannes gebruikte een valse werkgeversverklaring en salarisspecificatie van een<br />
bedrijf om een hypothecaire lening te verkrijgen van € 362.500,-, wat hem<br />
lukte. Hij heeft nooit bij het bedrijf gewerkt.<br />
• Jannes heeft een bedrijf Walvis Projecten BV, waarvan hij directeur en enig aandeelhouder<br />
is. Dit bedrijf haalde de omzet hoofdzakelijk bij ondernemingen<br />
van Otjep Ramdas. Van 2000 tot 2003 ontving Walvis Projecten BV circa €<br />
310.000,- van twee bedrijven van Ramdas. Deze bedragen zijn bijna allemaal<br />
contant ontvangen, hoewel ze in de boekhouding als bankontvangsten zijn<br />
geboekt.<br />
• Er werd in 1999 ook een aan- en verkooptransactie van een niet-bestaande<br />
boot op papier gezet. Jannes kocht de boot voor 43.500,- gulden en verkocht<br />
hem voor 117.000,- gulden. In 2002 deed Jannes wederom een aan- en<br />
verkoop van een niet-bestaande boot. De verkoop zou € 105.000,- hebben<br />
opgeleverd.<br />
• In 2000 kocht Jannes een auto in de VS voor 85.000,- gulden, die hij een jaar<br />
later verkocht voor 135.000,- gulden. In 2001 kocht Jannes een auto voor<br />
130.000,- gulden, die hij drie maanden later voor 170.000,- gulden verkocht.<br />
Er kon bij beide kopers niet worden nagegaan of dit klopte.<br />
• Daarnaast kocht Jannes met contant geld een boot in de VS voor circa<br />
$ 125.000,-. Deze werd op naam gezet van Ramdas en ingevoerd in Neder-<br />
49 Kleemans e.a., 2002, p.127.<br />
Hoofdstuk 3<br />
135<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
136<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
land. Vervolgens blijkt uit de administratie dat Jannes de boot van Ramdas<br />
koopt voor € 43.000,-. Waarschijnlijk heeft deze koop niet plaatsgevonden,<br />
omdat Jannes al eigenaar was.<br />
3.4.1.2 Investeringen en bestedingen<br />
Veel medewerkers van criminele verbanden blijken hun voorkeur eraan te geven om<br />
hun winsten in consumptiegoederen als auto’s en sieraden te besteden. In meerdere<br />
onderzoeken zijn tijdens aanhoudingen en zoekingen dure horloges, juwelen en<br />
luxe uitgevoerde auto’s in beslag genomen (bijvoorbeeld in de onderzoeken Ulster en<br />
Zuur). In onderzoek Heimat kochten de misdaadondernemer De Heer en zijn twee<br />
compagnons ongeveer tegelijkertijd alledrie een nieuwe auto. De twee compagnons<br />
lieten anderen de auto’s (contant) kopen en op hun naam zetten. De auto’s hadden<br />
een gezamenlijke waarde van € 62.000,-.<br />
Enkele misdaadondernemers investeerden in onroerend goed en in bedrijven, zoals<br />
de hoofdverdachte van het onderzoek Zeilboot, die onder andere mede-eigenaar was<br />
van een handelsonderneming en een autobedrijf, waaraan hij een lening had uitstaan<br />
van bijna € 90.000,-. Hij had ook onroerende zaken in Nederland en in Spanje, ter<br />
waarde van ongeveer € 450.000,-. Een compagnon (tevens financiële partner in drugstransporten)<br />
bleek zakelijke belangen van de misdaadondernemer te behartigen. Zo<br />
spraken ze over handel in tropisch hardhout en in vliegtuigen en helikopters. De winst<br />
uit de verkoop van 1,6 miljoen tabletten werd berekend op meer dan € 700.000,-.<br />
Zijn investering in een partij van 1,5 miljoen tabletten die werd geconfisqueerd werd<br />
berekend op € 350.000,-.<br />
De misdaadondernemer Nelson, zijn zoon, de Belgische bedrijfsleider Jos, de Nederlandse<br />
compagnon Simon uit onderzoek Im-Export BV verbleven regelmatig in Spanje,<br />
waar ze onroerend goed bezaten (onder andere een horecagelegenheid). Gezien het<br />
feit dat ze al enige jaren actief waren op de synthetische-drugsmarkt, was dit onroerend<br />
goed vermoedelijk aangekocht met crimineel vermogen.<br />
Het wederrechtelijk verkregen voordeel voor de misdaadondernemer Jannes (in de<br />
onderzoeken Aussie en Yankee) werd berekend op bijna € 14,5 miljoen. Hij bezat een<br />
aantal woonpanden met een totale geschatte waarde van € 2 miljoen, en een jacht ter<br />
waarde van € 75.000,-. Samen met zijn vader had Jannes een rekening bij een Israëlische<br />
bank waarop circa $ 461.000,- stond. Hij was ook voor de helft eigenaar van een<br />
project van circa 150 bouwkavels in het zuiden van Spanje. Daarnaast was hij actief<br />
in een aantal panden en bedrijven in Israël en op de Canarische eilanden. Ten slotte<br />
wilde hij in Amsterdam met zijn kennis Rajjit nog een coffeeshop beginnen, en was hij<br />
bezig om belhuizen op te zetten en megafeesten te organiseren.<br />
In één onderzoek was er sprake van financiers die middels een investering deelnamen<br />
aan smokkeltransporten, om te delen in de opbrengsten. In onderzoek Zeilboot<br />
had de misdaadondernemer Frederik regelmatig contact met twee medefinanciers.<br />
Bij huiszoekingen werden bij Frederik valuta aangetroffen uit Denemarken, Duitsland,
Griekenland, Groot-Brittannië, Ierland, Portugal, Schotland, Spanje, Tsjechië, Zweden,<br />
Argentinië, Aruba, Bolivia, Peru en de Verenigde Staten. Bij de medefinancier<br />
Ronnie werden valuta uit diverse Europese landen en uit Venezuela aangetroffen.<br />
Ten slotte blijken misdaadondernemers vaak grote partijen contant geld te verbergen.<br />
Zo had de misdaadondernemer uit onderzoek Cities € 435.000,- ondergebracht in de<br />
woning van zijn ouders. Bij de misdaadondernemer uit onderzoek Zeilboot werd in<br />
de woning van de moeder van de ex-vrouw van de misdaadondernemer € 100.000,-<br />
aangetroffen. In onderzoek Multi werd bij de handelaar Pino – die leverde aan Israëlische<br />
en Britse afnemers – bijna € 29.000,- en $ 1 miljoen in contanten aangetroffen.<br />
Het is onduidelijk of zij dit geld op enig tijdstip wilden besteden, of dat zij dit wilden<br />
investeren.<br />
3.4.1.3 Rol van de ‘bovenwereld’<br />
Er waren verschillende soorten bedrijven betrokken bij het wisselen, verplaatsen en<br />
witwassen van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het betrof onder andere:<br />
• Legale ondernemingen die onbewust hun diensten verleenden. In onderzoek<br />
Dominiek vonden bijvoorbeeld geldstortingen plaats bij de Western Union<br />
Bank.<br />
• Fictieve bedrijven. Een bouwbedrijf stelde in opdracht van misdaadondernemer<br />
Jannes (uit de onderzoeken Aussie en Yankee) valse facturen op.<br />
• Ondernemingen die door misdaadondernemers zelf zijn opgericht voor deze<br />
doeleinden. Zo maakte de misdaadondernemer in onderzoek Zeilboot gebruik<br />
van de diensten van een bedrijf in Luxemburg.<br />
• Legale ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het wisselen van grote bedragen<br />
voor andere criminele verbanden. In de onderzoeken Aussie en Yankee<br />
werd gebruik gemaakt van wisselkantoren in Australië en Frankrijk die beheerd<br />
werden door drie broers, die dus als tussenpersonen fungeerden. Hoe<br />
het geld van Australië naar Frankrijk werd verplaatst – zoals middels girale<br />
overboekingen via legale bankinstellingen of middels ondergronds bankieren<br />
– is onbekend.<br />
• Legale ondernemingen waarvan een medewerker bewust diensten verleent<br />
aan een crimineel verband. In onderzoek Cities verleende een medewerker<br />
van een postagentschap medewerking bij het wisselen van grote bedragen<br />
Engelse ponden.<br />
Hoofdstuk 3<br />
137<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
138<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
3.4.2 Gebruik van communicatie, afscherming, corruptie,<br />
intimidatie en geweld<br />
3.4.2.1 Communicatiemiddelen<br />
In vrijwel alle onderzoeken maken leden van criminele verbanden gebruik van mobiele<br />
telefoons met prepaid-kaarten en van openbare telefooncellen.<br />
In onderzoek F1 werden de misdaadondernemer Duizendpoot en zijn<br />
compagnon gebeld door personen die hun naam en/of voornaam niet<br />
vermeldden en/of zich meldden met een naam van een bedrijf waarvoor<br />
zij werkzaam zouden zijn. Een groot aantal van deze personen<br />
maakte gebruik van openbare telefooncellen, dit met het kennelijke<br />
doel om hun identiteit te verbergen. Veel afspraken werden door<br />
de misdaadondernemer en zijn compagnon gemaakt op, voor een<br />
normale bedrijfsvoering, ongebruikelijke plaatsen zoals bij een ziekenhuis,<br />
wegrestaurants of snackbars. Met klanten werd versluierd<br />
taalgebruik gehanteerd. Ook werd gebruik gemaakt van een “callmaxer”,<br />
waarmee berichten werden verstuurd naar personen die<br />
vervolgens contact opnamen.<br />
Ook worden er in een crimineel verband onderling afspraken gemaakt over het gebruik<br />
van telefoons. Zo had de misdaadondernemer Nelson uit onderzoek Im-Export<br />
BV meerdere telefoons in gebruik, waarvan één voor algemene doeleinden die hij al<br />
lange tijd gebruikte. Op dit nummer werd hij eens gebeld door iemand die zei dat<br />
Nelson niet op zijn nummer bereikbaar was. Vermoedelijk werd er gebruik gemaakt<br />
van een gesloten telefooncircuit.<br />
In de voor deze CBA bestudeerde onderzoeken zijn geen gevallen voorgekomen waarbij<br />
verdachten via e-mail met elkaar communiceren. Dit hoeft echter niet te betekenen<br />
dat zij dit niet gedaan hebben: het kan evengoed zo zijn dat in het opsporingsonderzoek<br />
geen aandacht is besteed aan het onderscheppen van elektronische communicatie.<br />
3.4.2.2 Afschermingmethoden<br />
Het gebruik maken van valse documenten en nepbedrijven (zie 3.3.3.3 en 3.3.3.4)<br />
zijn veel gehanteerde methoden om zich af te schermen. Daarnaast wordt er in telefoongesprekken<br />
vrijwel altijd in versluierde termen of in codetaal gesproken. Ook<br />
wordt er door leden van criminele verbanden vaak van telefoonnummer gewisseld.<br />
Zo ook door alle personen in onderzoek Taakstraf, die het bovendien eenmaal ook<br />
allen gelijktijdig deden. De nieuwe nummers werden mondeling in persoon bekend<br />
gemaakt. De bedrijfsleider wisselde in drie maanden drie keer van telefoon, en tevens<br />
van voertuig (die telkens gehuurd waren).
In onderzoek Zeilboot wisselden de misdaadondernemer Frederik en<br />
zijn Poolse bedrijfsleider Kopara ongeveer maandelijks van telefoonnummer.<br />
Daarnaast maakten zij, evenals een medefinancier, gebruik<br />
van openbare telefooncellen. Tijdens telefoongesprekken werd<br />
vooral gesproken in codetaal. (Het continue cryptische taalgebruik<br />
werd Kopara eens te veel. Hij vloekte in een getapt telefoongesprek<br />
tegen een Poolse medewerker dat – zoals zij met elkaar spraken,<br />
in het Pools en zo cryptisch – zelfs een Pool niet in staat was het<br />
te begrijpen. De onderwerpen waren bekend, maar dingen werden<br />
niet bij naam genoemd: welke tolk zou dan nog in staat zijn om het<br />
te ontcijferen, zo vroeg hij zich al vloekend af.) Onderlinge besprekingen<br />
werden vooral gevoerd in wegrestaurants en hotellobby’s.<br />
Daarnaast wisselde Frederik in anderhalf jaar tijd zes keer van auto.<br />
Hij maakt vrijwel steeds gebruik van huurauto’s die op andermans<br />
naam werden gehuurd. Ook maakten hij en Kopara tijdens een aantal<br />
buitenlandse reizen gebruik van een valse identiteit.<br />
In vrijwel alle onderzoeken worden ontmoetingsplekken gebruikt als parkeerplaatsen<br />
en tankstations. Ook worden er vaak huurauto’s gebruikt, en soms gestolen voertuigen<br />
met gestolen kentekenplaten. Opvallend is dat bij één autoverhuurbedrijf in het<br />
zuiden van Nederland frequent voertuigen worden gehuurd door personen<br />
die als verdachten voorkomen in synthetische-drugsonderzoeken. In één onderzoek<br />
(Groentje) werden de naam- en adresgegevens van een overledene uit<br />
een overlijdensbericht in een landelijk dagblad gebruikt om een garagepand te<br />
huren, die vervolgens als productieruimte werd ingericht. Ook wordt door<br />
veel criminele verbanden gebruik gemaakt van bijnamen, zoals namen van vogelsoorten,<br />
steden, of van andere namen (ook afgeleid van uiterlijkheden).<br />
In vrijwel alle onderzoeken werden door misdaadondernemers bij contacten<br />
met de ‘bovenwereld’ (zoals bij het huren van een auto of het boeken van<br />
vliegreizen) valse identiteiten gebruikt, of lieten ze medewerkers deze activiteiten<br />
verrichten. Zo gaf de Belgische medewerker Eddy in onderzoek Aussie<br />
een andere naam op bij het regelen van in totaal vier transporten naar Australië<br />
van kroonluchters en stoelen, die hij contant betaalde. In veel onderzoeken waar<br />
gebruik werd gemaakt van de diensten van transporteurs of waar goederen werden<br />
afgenomen van legale bedrijven, werd gebruik gemaakt van fictieve bedrijven.<br />
De illegale handelswaar wordt zonder uitzondering weergegeven in cryptisch taalgebruik.<br />
In onderzoek Multi werden overdrachten van pakketten van 5.000 XTC-tabletten<br />
gedaan op bruggen in het centrum van Amsterdam. Onderlinge ontmoetingen vonden<br />
plaats in auto’s, hotels en een coffeeshop. In telefoongesprekken werd XTC aangeduid<br />
als flyers, bacardi, CD’s of rijst. In onderzoek Mede noemde men de bestelling de<br />
verjaardag van een persoon, en de leeftijd stond voor de hoeveelheid bestelde XTCtabletten.<br />
In onderzoek Weekend werd met ‘sporten’ produceren bedoeld.<br />
In ondergrondse vuilcontainers<br />
gedumpte chemicaliën.<br />
Hoofdstuk 3<br />
139<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
50 Een deelvraag betrof de<br />
relaties tussen criminele<br />
verbanden en terroristische<br />
of separatistische<br />
bewegingen. Hiervan zijn<br />
geen aanwijzingen aangetroffen<br />
in de bestudeerde<br />
onderzoeken.<br />
51 Kleemans e.a., 2002, p.29.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
140<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Afscherming vindt ook plaats doordat de opdrachtgevers (vaak de misdaadondernemers)<br />
belastende zaken niet zelf telefonisch te bespreken met anderen, maar dit<br />
overlaten aan hun compagnons die zij van te voren mondeling hebben geïnstrueerd.<br />
Deze tactiek werd toegepast door de misdaadondernemers in de onderzoeken Taakstraf<br />
en Chinese Kruiden.<br />
3.4.2.3 Gebruik van geweld, corruptie of intimidatie<br />
In weinig onderzoeken komen gevallen voor van geweld of intimidatie. In onderzoek<br />
Boekenbal werd een medewerker van de leverancier door zijn baas door het tonen<br />
van een handvuurwapen bedreigd met de dood als hij nogmaals zoveel vragen zou<br />
stellen. Ook een andere medewerker zou door dezelfde persoon regelmatig met de<br />
dood zijn bedreigd. In onderzoek T1 blijkt uit een getapt telefoongesprek dat de leverancier<br />
van een partij XTC-tabletten door één van de afnemers met de dood werd<br />
bedreigd, toen de levering langer op zich liet wachten dan voorzien. De leverancier<br />
wenste nadien alleen nog maar met andere leden van de groep afnemers te communiceren,<br />
wat inderdaad ook gebeurde.<br />
In onderzoek Aussie was sprake van een ripdeal, waarbij een medewerker van de<br />
misdaadondernemer Jannes meer dan 70.000 tabletten verloor aan de broer van de<br />
persoon aan wie hij de partij zou leveren. In onderzoek Yankee verklaarde een medewerker<br />
die in de VS de XTC-tabletten moest opvangen, opslaan en verder distribueren<br />
dat zijn leven in gevaar was als hij belastende verklaringen zou afleggen over<br />
de personen die hem aanstuurden. Ook in onderzoek Aussie deed een medewerker<br />
eenzelfde uitspraak in een verhoor. De misdaadondernemer Jannes huurde ook een<br />
kickbokser in die voor hem (door dreiging) met geweld derden intimideerde om onbetaalde<br />
criminele schulden te innen voor Jannes.<br />
Het criminele verband van Tinus dat smokkeltransporten uitvoerde voor anderen, onder<br />
andere het criminele verband uit onderzoek Yankee, ontbood uitvoerder Dick om<br />
hem de les te lezen over zijn gedrag. Hij werd op een agressieve wijze aangesproken<br />
en besloot om op te stappen. Hierop werd hem verteld dat hij niet levend weg zou<br />
komen. Hij redde zich eruit door te zeggen dat hij elke dag met zijn familie belde en<br />
als hij dat niet zou doen, dan zouden zij erbij zijn. Hierop vertelde Tinus hem dat hij<br />
kon gaan en dat ze wisten wat ze aan elkaar hadden.<br />
3.4.3 Externe relaties<br />
3.4.3.1 Relaties met de ‘onderwereld’ 50<br />
Kleemans e.a. merkten in hun overzichtswerk uit 2002 op dat in de 40 door hun<br />
bestudeerde onderzoeken sprake was van duidelijke relaties met andere tactische<br />
onderzoeken. 51 De auteurs merken op dat er meer relaties zouden zijn vast te stellen<br />
via minder belangrijke verdachten of via minder directe lijnen. Ook in de onderzoeken
die ten behoeve van deze CBA zijn bestudeerd bestaan er veel onderlinge verbanden.<br />
Zo konden de betrokkenen in het onderzoek Im-Export BV gerelateerd worden aan<br />
zeven andere onderzoeken, waaronder Peppie. Peppie had weer een relatie met het<br />
onderzoek Cities. In beide onderzoeken speelden betrokkenen uit één familie een<br />
voorname rol: in Cities was een familielid geldwisselaar en vervoerder, en in Peppie<br />
was een familielid laborant.<br />
Jannes, de misdaadondernemer in de onderzoeken Aussie en Yankee deed tegelijkertijd<br />
zaken met hoofdverdachte in onderzoek T1, waaraan hij XTC-tabletten zou leveren.<br />
Uit telefoontaps bleek dat hij tegen de hoofdverdachte van onderzoek T1 zei dat hij<br />
zelf even een paar weken niet bereikbaar was omdat hij op vakantie ging en onder<br />
de palmbomen zou gaan liggen. In onderzoek Aussie kon door observatie gespecificeerd<br />
worden dat hij inderdaad onder de palmbomen lag, maar aldaar (in Thailand)<br />
samen met twee medewerkers met anderen zaken deed om nieuwe afzetmarkten te<br />
zoeken voor XTC. Ook had Jannes contact met twee van de medewerkers van het<br />
ontmantelde laboratorium uit onderzoek Weekend, aan wie hij PMK leverde. Vermoedelijk<br />
werd in dit laboratorium in opdracht van Jannes geproduceerd. Een aantal jaren<br />
eerder had één van deze medewerkers in de VS ook al XTC verkocht voor Jannes.<br />
Daarnaast kwam Jannes nog voor in een vijftal andere onderzoeken, die betrekking<br />
hadden op productielocaties, tabletteermachines, verplaatsen van geld en handel naar<br />
Australië.<br />
Vanzelfsprekend komt een facilitair in contact met diverse criminele verbanden. Zo<br />
ook de misdaadondernemer in onderzoek F1, die afspraken heeft met afnemers die<br />
in diverse onderzoeken naar producenten en productielocaties voorkomen. Zo ook<br />
met een afnemer die in opdracht werkte van de misdaadondernemer Peterselie uit onderzoek<br />
Klaver, dat zich richtte op een XTC-laboratorium. Deze Peterselie had weer<br />
contacten met de leverancier van XTC-tabletten in onderzoek Sunshine.<br />
3.4.3.2 Relaties met de ‘bovenwereld’<br />
Overheid<br />
Anders dan bij een delict als mensensmokkel, waar het succes van een misdaadondernemer<br />
mede afhankelijk is van de toegang tot verblijfsdocumenten, hoeft een misdaadondernemer<br />
die actief is op de synthetische-drugsmarkt op geen enkel moment<br />
contact te zoeken met vertegenwoordigers van de overheid. Met valse documenten<br />
komt iemand een heel eind.<br />
Uit de bestudeerde onderzoeken komen geen concrete voorbeelden naar voren van<br />
betrokkenen die overheidsfunctionarissen corrumperen. In twee onderzoeken zouden<br />
er politieambtenaren zijn omgekocht. In onderzoek Verre Oosten zou het gaan<br />
om de politie, waarschijnlijk in China zelf. In onderzoek Im-Export BV was het een<br />
Belgische politieambtenaar.<br />
Hoofdstuk 3<br />
141<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
52 Zie ook 3.2.2.2 en 3.3.3.2. Legale ondernemingen en beroepsgroepen 52<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
142<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Er is in dit hoofdstuk al uitgebreid aandacht besteed aan het gebruik door criminele<br />
verbanden van ondernemingen die actief zijn in de chemiesector, de verhuursector en<br />
de transportsector. Ook is al gewezen op relaties tussen legale bedrijven die financiële<br />
problemen hebben en daardoor vatbaar zijn gebleken voor het verrichten van<br />
diensten voor criminele verbanden (zoals het transportbedrijf in onderzoek Flipje).<br />
Kleemans e.a. hebben nog gewezen op een mogelijke ontwikkeling waarbij legale bedrijven<br />
door een aanscherping van de wetgeving of de controle de illegaliteit induiken,<br />
om zo diensten te kunnen blijven verrichten voor criminelen. Hiervan zijn in de bestudeerde<br />
onderzoeken geen voorbeelden gevonden. Wel zijn er bedrijven die tegen<br />
contante betalingen goederen en diensten leveren aan criminele verbanden, hoewel<br />
ze achteraf aangeven het een verdachte situatie te hebben gevonden (zoals in de onderzoeken<br />
F1 en Boekenbal).<br />
3.5 Conclusie<br />
In dit hoofdstuk werd de tweede onderzoeksvraag behandeld:<br />
Welke verdachten zijn in Nederland actief op de markt voor synthetische<br />
drugs en welke modus operandi hanteren zij?<br />
Op basis van afgesloten opsporingsonderzoeken kunnen de volgende conclusies worden<br />
getrokken.<br />
Herkomst van verdachten<br />
Bij de smokkel van precursoren zijn vooral Chinese en Oost-Europese criminele verbanden<br />
betrokken. Bij de aanschaf van andere chemicaliën zijn voor het merendeel<br />
Nederlanders betrokken, evenals bij het verkrijgen van hardware. Bij de productie van<br />
synthetische drugs zijn vooral personen betrokken met de Nederlandse nationaliteit<br />
afkomstig uit de westelijke en zuidelijke provincies van Nederland. Wel lijken hierin criminele<br />
verbanden met een andere etniciteit actiever dan voorheen. Zo zijn Chinese<br />
verbanden zich naast de import van precursoren ook gaan toeleggen op het tabletteren<br />
van XTC. Daarnaast lijken Nederlandse criminele verbanden de productie te verplaatsen<br />
naar Belgisch grondgebied, waar vaak Belgen worden ingeschakeld in het productieproces.<br />
In de internationale handel van XTC en amfetamine zijn diverse nationaliteiten<br />
actief. Dominicanen en Israëliërs (veelal van Amerikaanse of Russische afkomst) waren<br />
betrokken bij de smokkel van XTC naar Zuid-Amerika en de VS. Belgen, Britten, Duitsers,<br />
Kroaten en Turken zijn actief in de smokkel van XTC naar hun eigen herkomstlanden.<br />
De smokkel naar Zuidoost Azië, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland wordt vooral<br />
ter handen genomen door Nederlanders, Israëliërs en Chinezen.
Organisatiegraad, taakverdeling en verantwoordingsrelaties<br />
De samenstelling van criminele verbanden wordt over het algemeen mede bepaald<br />
door etniciteit maar nog meer door sociale relaties. Persoonlijke contacten en geografische<br />
nabijheid zijn van groot belang voor de ontwikkeling van criminele verbanden.<br />
Vaak werken familie, vrienden en bekenden met elkaar samen en introduceren zij<br />
elkaar bij anderen. Dit geldt voor criminele verbanden en ook voor criminele verbanden<br />
die actief zijn op de synthetische-drugsmarkt.<br />
Het lijkt erop dat de meeste criminele verbanden bestaan uit één of enkele personen<br />
die weer elk één of enkele kennissen, familieleden of vrienden onder zich hebben<br />
verzameld en die ingezet worden bij diverse werkzaamheden. Deze inzet is vaak ad<br />
hoc, zoals per uit te voeren klus. Criminele verbanden die bestaan uit misdaadondernemers<br />
die structureel actief zijn en waarbinnen logistieke processen redelijk effectief<br />
functioneren, lijken dun gezaaid.<br />
Er is in de synthetische-drugsmarkt een klein aantal grote misdaadondernemers<br />
actief, die zich bezighouden met de invoer van grote partijen precursoren, of met het<br />
aansturen van enkele productieplaatsen, of met de uitvoer van grote partijen amfetamine<br />
en/of XTC. Naast deze grote spelers zijn diverse kleine misdaadondernemingen,<br />
vaak slechts gelegenheidsverbanden, actief. Soms zijn dit kleine zelfstandige misdaadondernemingen;<br />
vaker lijken zulke verbanden ingeschakeld te worden in opdracht van<br />
grotere misdaadondernemers. Het lijkt erop dat de gelegenheidsverbanden bestaan<br />
uit individuen die zijn geworven omdat zij bekenden zijn en/of omdat zij financiële<br />
problemen hebben. Vaak is de samenstelling van de criminele verbanden per activiteit<br />
weer anders. Echt gespecialiseerde verbanden of dienstverleners die voor een langere<br />
tijd dezelfde samenstelling hebben zijn zeldzaam.<br />
Het is geen eenvoudige opgave voor criminele verbanden om in het bezit te komen<br />
van de benodigde grondstoffen, productiemiddelen en kennis om een XTC-tablet te<br />
fabriceren. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat alle facetten hun eigen specialisten<br />
kennen. Eenlingen die een compleet productieproces beheren komen bijna niet voor.<br />
Complete productieprocessen worden in de regel beheerd door criminele verbanden<br />
die structureel actief zijn op de synthetische-drugsmarkt. Uit onderzoeken naar<br />
deze criminele verbanden verkrijgt men meestal alleen zicht op één, hooguit twee,<br />
opeenvolgende deelactiviteiten van het logistieke proces (de grondstoffenhandel, de<br />
vervaardiging van en de handel in productieapparatuur, het productieproces en de<br />
handel en export van het eindproduct).<br />
Koeriers, laboranten en ‘manusjes van alles’ staan laag in de rangorde van medewerkers.<br />
In de bestudeerde onderzoeken zijn legio van zulke medewerkers aangetroffen.<br />
Omdat de activiteiten die dit soort medewerkers verrichten geen specifieke vaardigheden<br />
vereisen, zijn zij makkelijk inwisselbaar (wat belangrijk is gezien de aanhoudingsrisico’s<br />
die deze medewerkers lopen). Niet alleen koeriers worden geprikkeld<br />
door hun financiële problemen. Uit Belgische opsporingsonderzoeken naar synthetische-drugscriminaliteit<br />
blijkt dat een aanzienlijk deel van de verdachten deelnam in de<br />
smokkel, productie en handel vanwege financiële problemen.<br />
Hoofdstuk 3<br />
143<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
144<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Het productieproces lijkt een redelijk gesloten circuit (‘ons kent ons’) waarbij<br />
bekenden worden ingezet om het productiewerk te doen. Ook komt het voor dat<br />
deze bekenden zelf weer personen betrekken om allerlei activiteiten te verrichten.<br />
De (productie-)medewerkers kennen alleen de personen die direct boven hen staan<br />
en die hen inzetten en betalen. Wat er verder in het logistieke traject gebeurt blijft<br />
voor hen onbekend, laat staan dat ze de uiteindelijke opdrachtgevers leren kennen.<br />
In de smokkel en handel van synthetische drugs lijken veel kleine zelfstandigen actief,<br />
met daarnaast enkele grotere handelaren. Dezen kunnen ook zelf producent zijn.<br />
Er is weinig bekend over interne sancties. Die worden waarschijnlijk weinig expliciet<br />
toegepast. De summiere gegevens die hier over bekend zijn geraakt komen of uit<br />
tapgesprekken of uit verklaringen van verdachten (over hun opdrachtgevers). Misdaadondernemers<br />
proberen voorkomen dat hun medewerkers verklaringen afleggen<br />
door hen financieel te ondersteunen bij het inschakelen van juridische bijstand. De<br />
beloning voor medewerkers is vaak in de vorm van geld (zoals een gedeelte van de<br />
opbrengsten) of als een gedeelte van de partij synthetische drugs.<br />
Er worden door Kleemans e.a. in hun overzichtsrapportage uit 2002 drie typen<br />
misdaadondernemers onderscheiden: (1) de lokale generalist, (2) de internationaal<br />
actieve specialist, en (3) de internationaal actieve specialist die zich via samenwerking<br />
ook in andere illegale markten begeeft. De eerste is in deze CBA niet aangetroffen. Het<br />
tweede type wel: dit zijn de meeste misdaadondernemers die actief zijn in de smokkel<br />
en handel van synthetische drugs. Ook de in deze CBA aangetroffen misdaadondernemers<br />
als een faciliterende witwasser die geld verplaatst over landsgrenzen heen; of de<br />
personen die chemicaliën uit het legale circuit betrekken en aan producenten leveren;<br />
of een crimineel verband dat smokkeltransporten organiseert voor andere criminele<br />
verbanden, vallen onder het tweede type. Het derde type is ook aangetroffen: dit zijn<br />
de misdaadondernemers die cocktailtransporten organiseren of synthetische drugs<br />
ruilen tegen andere verdovende middelen of wapens.<br />
Op basis van de bestudeerde onderzoeken kan nog een type misdaadondernemer<br />
worden toegevoegd: (4) de nationaal actieve specialist, zoals een facilitair die productiemiddelen<br />
vervaardigd, of een tabletteerder die ingehuurd wordt door verschillende<br />
opdrachtgevers. Deze hebben slechts één kernactiviteit die zij verrichten voor andere<br />
misdaadondernemers. Dit gebeurt in de praktijk van de synthetische drugs alleen in<br />
het eigen land. Ook wordt een producent die niet zelf de illegale waar op de markt<br />
brengt tot een nationaal actieve specialist gerekend. Ook een tussenpersoon (iemand<br />
die partijen in de markt bij elkaar brengt) kan een nationaal actieve specialist zijn. Het<br />
vierde type misdaadondernemer is in deze CBA frequent aangetroffen.<br />
Hulpbronnen, logistieke faciliteiten en knooppunten<br />
Grondstoffen en hardware<br />
BMK en PMK zijn vooral afkomstig uit China en in kleinere hoeveelheden ook uit<br />
Oost-Europa. Vanuit China worden de precursoren per transport in duizenden liters
naar Nederland gesmokkeld, en vanuit Oost-Europa gaat dat in honderden liters per<br />
keer. Vanuit China verloopt de smokkel in zeecontainers tussen dekladingen als zeep,<br />
soja en oliën. Ook wordt door de smokkelaars gebruik gemaakt van nepbedrijven die<br />
in Nederland zijn opgericht die olieachtige producten uit China importeren. In China<br />
worden deze producten legaal ingekocht en verpakt in flessen, emmers of vaatjes.<br />
Een gedeelte van die emballage vult men in China met BMK en/of PMK en vervolgens<br />
pakt men de partij om in gemerkte dozen. De complete vracht wordt daarna middels<br />
zeecontainers naar Nederland vervoerd. Aldaar aangekomen wordt de partij door de<br />
organisaties in gehuurde loodsen gelost. Vanuit Oost-Europa worden de precursoren<br />
vaak in de brandstoftanks van de smokkelvoertuigen vervoerd.<br />
In tegenstelling tot de handel in de precursoren PMK en BMK lijkt de handel in de<br />
overige grondstoffen in handen van Nederlanders te zijn die deel uit maken van of<br />
dicht tegen criminele verbanden aanzitten die de productie van de synthetische drugs<br />
in handen hebben. De chemicaliën, oplosmiddelen, zuren en katalysatoren ter vervaardiging<br />
van synthetische drugs zijn in Nederland en in buurlanden te verkrijgen.<br />
Veelvuldig wordt gebruik gemaakt van kleine of fictieve rechtspersonen. Met de in<br />
werking treding van de WVMC is het voor criminele verbanden moeilijker geworden<br />
om in Nederland aan deze stoffen te komen. Aanvankelijk werd uitgeweken naar<br />
bedrijven gevestigd in België en Duitsland. Ook daar lijkt het steeds moeilijker om aan<br />
chemicaliën te komen die onder het precursorenregime vallen. Hierdoor verplaatst<br />
het traject zich naar andere landen.<br />
De productiemiddelen worden of zelf gemaakt of bestaande productiemiddelen worden<br />
aangepast. Deze zijn speciaal voor de synthetische-drugsproductie ontworpen en<br />
gemaakt door facilitairs. In een aantal gevallen wordt hardware uit het legale circuit<br />
besteld. Vaak worden Nederlandse bedrijven gemeden, en worden de bestellingen<br />
geplaatst bij Belgische of Duitse bedrijven. Uit analyse van de hardware die is aangetroffen<br />
in amfetamine en XTC-laboratoria blijkt dat veel hardware te herleiden is<br />
naar slechts enkele personen. Dit duidt erop dat de markt voor hardware zeer specialistisch<br />
is en dat vermoedelijk slechts een zeer klein aantal personen deze machines<br />
maakt. Dit geldt zowel voor de aanbieders van hardware voor amfetamineproductie<br />
als voor XTC-productie.<br />
Producenten<br />
Een aantal belangrijke activiteiten in het logistieke proces van de synthetische-drugsproductie<br />
lijkt te zijn geconcentreerd rond een klein aantal personen. Deze ‘grote<br />
jongens’ zijn:<br />
• de personen die de verschillende illegale ondernemingsactiviteiten financieren;<br />
• de personen die structureel de beschikking hebben over precursoren;<br />
• de personen die structureel de beschikking hebben over precursoren en<br />
hardware;<br />
• de personen die de verschillende productiestappen beheren, en daarbij mensen<br />
kunnen inzetten.<br />
Hoofdstuk 3<br />
145<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
146<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Er bestaat geen eenduidige werkwijze waarop criminele verbanden de productie<br />
organiseren. Het hangt onder andere af van de ervaring en contacten van de<br />
misdaadondernemers. Vaak worden ervaren laboranten ingezet die het productieproces<br />
coördineren. Zij zijn niet per se zelf ook aan het laboreren, maar geven adviezen<br />
aan de medewerkers die daarvoor worden ingezet. Kennis van chemische processen<br />
is dus geen vereiste om deel te kunnen nemen aan de productie. Zulke ‘hoofdlaboranten’<br />
regelen vaak ook de accommodatie waar de laboratoriumopstelling wordt<br />
geplaatst. Daarentegen zijn er ook voorbeelden van misdaadondernemers die zelf<br />
(grote hoeveelheden) produceren en tabletteren. Als er daadwerkelijk geproduceerd<br />
gaat worden dan wordt de locatie afgesloten van de buitenwereld. Eten en kleding<br />
worden voor een langere periode ingeslagen en meegenomen. Ook wordt er overnacht<br />
in caravans die in de nabijheid van het laboratorium staan opgesteld.<br />
Het laboreren en het tabletteren vindt meestal gescheiden van elkaar plaats. Vermoedelijk<br />
wordt het tabletteren vaker uitgevoerd door personen die hierin gespecialiseerd<br />
zijn. Het tabletteren is een nogal nauwkeurig werk. Deze ‘professionals’ zouden<br />
onafhankelijk zijn en voor meerdere producenten werken. Die plaatsen opdrachten<br />
bij de tabletteerder omdat zijn producten een goede kwaliteit hebben.<br />
Uit een aantal onderzoeken blijkt dat Chinese criminele verbanden het tabletteren in<br />
eigen beheer hebben. Er lijkt sprake van een beperkte verschuiving van de productie<br />
naar België, waar Nederlandse producenten laboratoria in de grensstreek hebben opgezet.<br />
In een aanzienlijk deel van de ontmantelde productieplaatsen in België blijken<br />
Belgische productiemedewerkers in opdracht van Nederlanders te werken.<br />
Afzetgebieden<br />
Uit de bestudeerde politiedossiers blijkt dat de smokkel van zowel amfetamine als<br />
XTC binnen de Europese grenzen veelal in handen is van Nederlandse criminele groeperingen<br />
die, in samenwerking met organisaties uit het bestemmingsland, de smokkellijnen<br />
onderhouden. Is de bestemming buiten Europa gelegen, dan zijn het vaak<br />
buitenlandse organisaties die de touwtjes in handen hebben. Dominicaanse groeperingen<br />
bevoorraadden al enkele jaren de Amerikaanse markt met XTC. Israëlische<br />
groeperingen smokkelden XTC-partijen van Nederland naar Amerika en Australië.<br />
Het is niet mogelijk om aan te geven hoe de aandelen van Dominicanen en Israëliërs<br />
in de smokkel naar Amerika zich tot elkaar verhouden. Chinese groeperingen vinden<br />
een groot afzetgebied in Canada en Australië. Deze internationaal acterende samenwerkingsverbanden<br />
beschikken vaak over een netwerk van contacten in de landen<br />
waar zij crimineel actief zijn. Bij alle afzetgebieden zijn zowel gelegenheidsverbanden<br />
van kleine zelfstandigen als grotere misdaadondernemingen actief.<br />
• Bij de smokkel naar het Verenigd Koninkrijk wordt vaak samengewerkt tussen<br />
Britten en Nederlanders. De groothandel in amfetamine is daar in handen<br />
van Nederlandse, Belgische en Britse criminele verbanden. De voornaamste<br />
vervoersmiddelen zijn auto’s en vrachtwagens, of de passagiers zelf. Niet
zelden betreft het smokkel in de vorm van cocktailtransporten, waarbij vooral<br />
sprake is van een combinatie van cocaïne, XTC, amfetamine en softdrugs.<br />
• Israëliërs (soms van Russische komaf met relaties naar Russische criminele<br />
verbanden) speelden in 2002 en 2003 een grote rol in de smokkel van XTC<br />
vanuit West-Europa naar de Verenigde Staten. De Israëliërs smokkelden via<br />
commerciële lijnvluchten, en maakten gebruik van koeriers en van postpakketten.<br />
Zij ronselden vooral Israëliërs, Amerikanen en West-Europeanen.<br />
• Sinds 2001 is er sprake van een ruilhandel richting Zuid-Amerika, de Nederlandse<br />
Antillen en Aruba van XTC tegen cocaïne. De XTC die vooral middels<br />
koeriers naar Zuid-Amerika wordt gesmokkeld is bestemd voor de Amerikaanse<br />
markt. Ook personen van Dominicaanse en Surinaamse afkomst zijn<br />
betrokken bij deze ruilhandel.<br />
• Naast deze waarschijnlijk kleinere misdaadondernemers en gelegenheidsverbanden<br />
zijn er ook grote misdaadondernemingen actief. Deze maken geen<br />
gebruik van luchttransport, maar smokkelen grote partijen over zee.<br />
• In 2003 en 2004 is er sprake van een toename van de smokkel van grote<br />
partijen MDMA-poeder, uitgevoerd door Chinese criminele verbanden, die<br />
elders worden getabletteerd. Het feit dat aan de exporten van grote partijen<br />
MDMA-poeder richting Canada en Australië Chinese organisaties te liëren<br />
zijn, zou kunnen betekenen dat er niet alleen sprake is van een verschuiving<br />
van smokkelmethode, maar mogelijk ook van smokkelorganisaties. De<br />
partijen MDMA-poeder die naar Canada worden gesmokkeld lijken uiteindelijk<br />
bestemd voor de Amerikaanse markt.<br />
• Bij de smokkel naar Turkije zijn in de aangetroffen gevallen alleen Turken<br />
betrokken. Het transport gaat voornamelijk over de weg. Israëliërs, Litouwers,<br />
Oekraïners en Russen komen de XTC zelf in Nederland afnemen (al<br />
dan niet via een tussenpersoon) en smokkelen het vervolgens zelf naar hun<br />
‘eigen’ landen.<br />
De smokkel van XTC naar Noord-Amerika, Zuid-Amerika, (Zuidoost) Azië, Australië<br />
en Nieuw-Zeeland vindt plaats door de lucht (via koeriers en postpakketten) en<br />
over de zee in containers. Het zijn niet alleen grote misdaadondernemingen die hierin<br />
actief zijn, maar ook gelegenheidsverbanden van kleine zelfstandigen.<br />
De smokkel vanuit Nederland naar de bestemmingslanden kan zowel rechtstreeks als<br />
via een omweg plaatsvinden. Uit politieonderzoeken blijkt duidelijk dat de samenwerkingsverbanden<br />
steeds vaker het land van herkomst trachten te verbloemen, kennelijk<br />
vanwege de toegenomen controles op goederen en personen die direct afkomstig zijn<br />
Hoofdstuk 3<br />
147<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
148<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
uit Nederland. Vaak wordt de smokkelwaar in de doorvoerlanden opnieuw verpakt<br />
voor de doorreis. De smokkel met vrachtwagens naar het Verenigd Koninkrijk loopt<br />
via België en Frankrijk. De smokkel per schip begint vaak via havens in België en<br />
Duitsland. Ook worden Aziatische havens aangedaan waar de smokkelwaar omgepakt<br />
worden en verder verscheept naar de eindbestemming (zoals Australië). Vliegtuigkoeriers<br />
met de bestemming Noord-Amerika, Zuidoost Azië, Australië of Nieuw-Zeeland<br />
vertrekken via luchthavens in andere Europese landen (zoals Frankfurt, Zürich,<br />
Parijs, Brussel of Milaan) die ze vaak per auto of trein bereiken. De Verenigde Staten<br />
worden ook voorzien vanuit Canada, Zuid-Amerika en het Caraïbisch gebied.<br />
Institutionele faciliteiten<br />
Tussenpersonen en facilitairs<br />
Er wordt door criminele verbanden weinig gebruik gemaakt van tussenpersonen.<br />
Ze vormen waarschijnlijk meestal een overbodige schakel. Wel spelen facilitairs een<br />
belangrijke rol, zoals makers van productiemiddelen, begeleiders van smokkeltransporten,<br />
gespecialiseerde tabletteerders, en geldwisselaars en -verplaatsers. Vooral de<br />
facilitairs die producenten voorzien van productiemiddelen lijken zeer belangrijk.<br />
Branches<br />
Uit de bestudeerde onderzoeken blijkt dat criminele verbanden vooral zaken doen<br />
– meestal met een valse identiteit of via medewerkers – met transport-, verhuur-<br />
en chemische toeleveringsbedrijven. In Nederland zelf wordt van de diensten van<br />
verhuurbedrijven gebruikt gemaakt ter ondersteuning van de smokkel en productie.<br />
Bij de uitvoer wordt gebruik gemaakt van transportbedrijven, die dan opdrachten<br />
ontvangen van vaak fictieve bedrijven. Wegtransporteurs worden ingezet ten behoeve<br />
van de uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk, en zee- en luchttransporteurs worden<br />
ingezet bij de uitvoer naar Noord-Amerika, Zuid-Amerika, (Zuidoost) Azië, Australië<br />
en Nieuw-Zeeland. De chemische branche en toeleveringbedrijven van hardware zoals<br />
lasapparatuur zijn van groot belang voor producenten van synthetische drugs.<br />
Bij het logistieke proces zijn drie soorten bedrijven aangetroffen. Ten eerste volledig<br />
criminele bedrijven, zoals een bedrijf dat door een crimineel verband is opgericht om<br />
bepaalde chemicaliën of hardware bij toeleveringsbedrijven aan te schaffen. Ten tweede<br />
bedrijven die een klein deel van de omzet uit criminele activiteiten halen; meestal een<br />
bedrijf met financiële problemen. Ten derde bedrijven die door criminelen worden<br />
misbruikt; zoals autoverhuurbedrijven, transportbedrijven, chemiebedrijven en garageboxverhuurders.<br />
Verdachte bedrijven zijn vaak relatief klein (van eenmanszaken tot bedrijfjes met vier<br />
werknemers). Verdachte bedrijven hebben bijvoorbeeld bewust chemicaliën verkocht<br />
aan onbekende derden of aan criminelen, of ze hebben niet voldaan aan de meldplicht<br />
die geldt voor dergelijke transacties, of ze hebben als dekmantel gefungeerd voor de<br />
inkoop van chemicaliën ten behoeve van de productie van synthetische drugs. Het
aandeel van verdachte bedrijven neemt af naarmate de bedrijfsomvang toeneemt.<br />
Niet-verdachte bedrijven kunnen voorkomen in onderzoeken omdat de bedrijfsnaam<br />
bijvoorbeeld vermeld staat op verpakkingsmateriaal.<br />
De FIOD-ECD onderscheidt drie categorieën verdachte bedrijven: (1) bedrijven met<br />
legale commerciële bedrijfsactiviteiten die vanwege de levering van chemicaliën aan<br />
onbekende afnemers verdacht worden van overtreding van de WVMC; (2) bedrijven<br />
die naast legale commerciële bedrijfsactiviteiten opzettelijk criminele activiteiten<br />
faciliteren met de in- en doorverkoop van chemicaliën aan criminele afnemers; (3)<br />
bedrijven die uitsluitend criminele activiteiten verrichten onder de legale schijn van<br />
een dekmantel.<br />
Vergunningen en (nep)bedrijven<br />
Criminele verbanden zijn vaak om verschillende redenen genoodzaakt om contact te<br />
leggen met de legale bovenwereld. De importeur van precursoren heeft legale bedrijven<br />
nodig om zijn illegale waar te kunnen transporteren middels dekladingen die bij de<br />
douane niet in het oog springen. De aanschaf van overige chemicaliën dient eveneens<br />
te geschieden middels ‘rechtspersonen’ terwijl het vervoer goed moet worden<br />
afgeschermd, door gebruik te maken van bijvoorbeeld gehuurde bedrijfsauto’s. De<br />
producent van de productieapparatuur heeft een bedrijf nodig voor de aanschaf van<br />
de diverse onderdelen die gebruikt worden in de productieapparaten. Voor de grootschalige<br />
handelaar die zijn eindproduct naar het buitenland exporteert is het hebben<br />
van een eigen bedrijfje een aardige camouflage. Alleen de productie kan meestal<br />
geheel ondergronds plaatsvinden.<br />
Valse documenten<br />
Ter voorbereiding en uitvoering van smokkeltransporten, ten behoeve van onderhandelingen<br />
met buitenlandse afnemers; op velerlei wijzen maken kernleden van criminele<br />
verbanden gebruik van valse paspoorten om zichzelf, en soms ook medewerkers,<br />
af te schermen. Ook wordt er bij het creëren van legale façades gebruik gemaakt van<br />
valse facturen (onder andere van onbewust betrokken bedrijven).<br />
‘Algemene bedrijfsvoering’<br />
Geldstromen<br />
Allereerst dient opgemerkt te worden dat in vele onderzoeken geen financieel<br />
opsporingstraject is gevolgd. Hierdoor blijft het criminele vermogen van verdachten<br />
vaak buiten beeld, evenals de wijzen waarop dit vermogen is weggezet of witgewassen.<br />
Het beeld dat in deze CBA gepresenteerd kan worden is waarschijnlijk zeer<br />
oppervlakkig en – in verhouding tot het zicht op grondstoffen, productie en handel<br />
– zeer onvolledig.<br />
Er zijn in de bestudeerde onderzoeken enkele voorbeelden gevonden van het wisselen<br />
en verplaatsen van het in het buitenland wederrechtelijk verkregen voordeel naar<br />
Hoofdstuk 3<br />
149<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
150<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Nederland. Het verplaatsen gebeurde middels koeriers en middels (‘ondergrondse’)<br />
wisselkantoren. Ook wordt er in Nederland zelf gewisseld. Dit gebeurt vaak door<br />
medewerkers. De witwasmethoden die zijn aangetroffen zijn onder andere het<br />
opstellen van valse facturen, het verkopen van ingekochte auto’s ver boven de inkoopprijs,<br />
en het boeken van contant ontvangen bedragen als bankontvangsten.<br />
Veel medewerkers van criminele verbanden blijken hun voorkeur eraan te geven om<br />
hun winsten in consumptiegoederen als auto’s en sieraden te besteden. Enkele misdaadondernemers<br />
investeerden in onroerend goed en in bedrijven, zowel in Nederland<br />
als in het buitenland. Ook was er een geval van investering in een smokkeltransport.<br />
De meeste misdaadondernemers beschikken over grote partijen contant geld, die in<br />
de regel verstopt zijn.<br />
Er zijn verschillende soorten bedrijven betrokken bij het wisselen, verplaatsen en<br />
witwassen van wederrechtelijk verkregen voordeel. In deze CBA zijn de volgende<br />
typen aangetroffen: (a) legale ondernemingen die onbewust hun diensten verleenden,<br />
(b) legale ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het wisselen van grote bedragen<br />
voor criminele verbanden, (c) legale ondernemingen waarvan een medewerker bewust<br />
diensten verleent aan een crimineel verband, (d) fictieve bedrijven (e) bedrijven<br />
die door misdaadondernemers zelf zijn opgericht voor het witwassen van geld.<br />
Communicatie, afscherming, corruptie, intimidatie en geweld<br />
In vrijwel alle onderzoeken blijkt dat leden van criminele verbanden gebruik hebben<br />
gemaakt van mobiele telefoons met prepaid-kaarten en van openbare telefooncellen.<br />
Ook worden er in een crimineel verband onderling afspraken gemaakt over het<br />
gebruik van telefoons. In de voor deze CBA bestudeerde onderzoeken zijn geen<br />
gevallen voorgekomen waarbij verdachten via e-mail met elkaar communiceren.<br />
Daarnaast wordt er in telefoongesprekken vrijwel altijd in versluierde termen of in<br />
codetaal gesproken. De illegale handelswaar wordt zonder uitzondering weergegeven<br />
in cryptisch taalgebruik. Ook wordt er door leden van criminele verbanden vaak van<br />
telefoonnummer gewisseld, en maken ze gebruik van bijnamen. In vrijwel alle onderzoeken<br />
worden ontmoetingsplekken gebruikt als parkeerplaatsen en tankstations.<br />
Ook worden er vaak huurauto’s gebruikt, en soms gestolen voertuigen met gestolen<br />
kentekenplaten.<br />
In vrijwel alle onderzoeken maken misdaadondernemers bij contacten met de ‘bovenwereld’<br />
(zoals bij het huren van een auto of het boeken van vliegreizen) gebruik van<br />
valse identiteiten, of lieten ze medewerkers deze activiteiten verrichten. Het gebruik<br />
maken van valse documenten en nepbedrijven zijn veel gehanteerde methoden om<br />
zich af te schermen. In veel onderzoeken waar gebruik werd gemaakt van de diensten<br />
van transporteurs of waar goederen werden afgenomen van legale bedrijven, werd<br />
gebruik gemaakt van fictieve bedrijven. Afscherming vindt ook plaats doordat de opdrachtgevers<br />
(vaak de misdaadondernemers) belastende zaken niet zelf telefonisch te<br />
bespreken met anderen, maar dit overlaten aan hun compagnons die zij van te voren<br />
mondeling hebben geïnstrueerd.
In de onderzoeken die ten behoeve van deze CBA zijn bestudeerd bestaan er veel<br />
onderlinge verbanden. In zulke gevallen is er vaak een relatie tussen een producent<br />
en leverancier. Ook is er sprake van medewerkers die in verschillende onderzoeken<br />
tegen de lamp zijn gelopen, en van een facilitair die leverde aan producenten die in<br />
verschillende onderzoeken naar voren kwamen. Er is in geen enkel onderzoek een<br />
relatie aangetroffen tussen smokkelaars van precursoren en afnemers daarvan.<br />
Hoofdstuk 3<br />
151<br />
Kenmerken van verdachten<br />
en gehanteerde modus operandi
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
152<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
Hoofdstuk 4<br />
De schade van synthetische-drugscriminaliteit<br />
4.1 Inleiding<br />
Dit hoofdstuk behandelt de derde onderzoeksvraag:<br />
Waar doen zich de grootste problemen voor in termen van de directe<br />
en indirecte schade die synthetische-drugscriminaliteit toebrengt<br />
aan personen, branches en de samenleving als geheel?<br />
Schade betreft de verslechtering van posities van groepen of personen. Een type delict<br />
of een specifiek misdrijf is ernstiger naarmate het grotere schade toebrengt aan meer<br />
personen. Het gaat hier om materiële en immateriële schade Het lijdend voorwerp<br />
van schade heet het ‘slachtoffer’. Slachtofferschap kan worden gedifferentieerd naar:<br />
• Aantallen individuele slachtoffers en aard van de schade: lichamelijke en geestelijke<br />
schade aan personen en aan particulier eigendom.<br />
• Branchespecifiek slachtofferschap: de schade die de betreffende criminaliteit<br />
toebrengt aan de integriteit van een branche of de behoorlijke werking van<br />
specifieke markten; zoals het effect van investeringen van crimineel geld in de<br />
vastgoed of de luchtvaart.<br />
• Collectief slachtofferschap: de schade die wordt toegebracht aan de samenleving<br />
als geheel, zoals de schade aan overheidsbezittingen. Ook kan het hier<br />
gaan om schade aan de geloofwaardigheid van de staat.<br />
Het meten van de schade zal in het geval van individueel slachtofferschap in concrete<br />
gevallen wel zijn te doen, maar wordt lastiger als het gaat om geaggregeerde schade<br />
van verschillende individuen en als het gaat om branchespecifiek en collectief slachtofferschap.<br />
Het zal in de meeste gevallen niet mogelijk zijn schade in een geldbedrag uit<br />
te drukken. Schade moet dan indirect en kwalitatief worden beredeneerd.<br />
De bronnen die gebruikt zijn ter beantwoording van de bovenstaande onderzoeksvraag<br />
betreffen vooral informatie van het Trimbos Instituut over gebruikers, rapporten<br />
van de FIOD-ECD en enkele interne notities van de NR-Unit Zuid-Nederland.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
153<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
1 ‘Algemene informatie:<br />
speed’, Trimbos Instituut,<br />
www.trimbos.nl, bezocht<br />
op 6 juni 2005. ‘Amfetamine’,<br />
Drugsweb, www.<br />
drugsweb.nl/drugsweb384.<br />
asp, bezocht op 6 juni 2005.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
154<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
4.2 Schade aan personen<br />
Gebruikers van amfetamine<br />
Bij de consumptie van amfetamine kan een persoon allerlei risico’s lopen. 1<br />
• Allereerst kan geestelijke afhankelijkheid optreden. Dit houdt in dat een gebruiker<br />
steeds sterker naar het middel verlangt. Bij regelmatig gebruik kan<br />
een persoon denken dat hij zonder amfetamine niet goed kan functioneren.<br />
Zo kan een gebruiker in een vicieuze cirkel belanden.<br />
• Langdurig gebruik beïnvloedt het gedrag. Het kan leiden tot depressiviteit,<br />
agressiviteit, verwardheid, achterdocht en vervolgingswaanzin.<br />
• Gecombineerd gebruik van amfetamine en antidepressiva kan zeer gevaarlijk<br />
zijn, omdat een combinatie van de stoffen kan leiden tot oververhitting, bewustzijnstoornissen,<br />
bloedklonteringen en hartritmestoornissen.<br />
• Langdurig gebruik heeft ook lichamelijke gevolgen. Zo neemt het risico op<br />
hartritmestoornissen, hersenbloedingen en een hartinfarct toe. Voor mensen<br />
met een zwak hart, een hoge bloeddruk, suikerziekte (amfetamine verhoogt<br />
de bloedsuikerspiegel) of epilepsie is het gebruik van amfetamine gevaarlijk.<br />
• Ook kan bij slecht geventileerde warme en vochtige ruimten waar dansfeesten<br />
worden gehouden het lichaam van de gebruiker oververhit raken als deze<br />
uren achter elkaar danst. Het lichaam produceert wel zweet, maar koelt<br />
niet meer af. Wanneer onvoldoende gedronken wordt kan het lichaam ook<br />
uitdrogen, met als gevolg dat spieren en vitale organen als de lever en nieren<br />
niet meer werken.<br />
• Langdurig gebruik kan ook tot lichamelijke uitputting leiden, omdat vermoeidheid<br />
telkens wordt onderdrukt. Hierdoor worden de laatste reserves van het<br />
lichaam aangesproken. Door de verminderde weerstand, en een tekort aan<br />
voedingsstoffen door een gebrek aan eetlust, kunnen nagels gaan afbrokkelen<br />
en tanden gaan loszitten. Ook kunnen ontstekingen makkelijk optreden.<br />
De hulpvraag van personen met amfetamine als primair probleem steeg tot 1998 en<br />
daalde in de jaren tot 2001. Tussen 2002 en 2003 steeg het aantal cliënten met 35<br />
procent. Het aandeel van amfetamine in de hulpvragen voor drugsproblematiek bleef<br />
beperkt van drie procent tot 2000 en twee procent vanaf 2001. Ruim driekwart van<br />
de primaire amfetaminecliënten is man. De gemiddelde leeftijd is 28 jaar. Ongeveer<br />
een derde was niet eerder bekend bij de verslavingszorg. Voor iets minder dan de<br />
helft van de hulpvragers was amfetamine een secundair probleem. Voor hen was het
primaire probleem cocaïne (35 procent), alcohol (20), heroïne (18), cannabis (17) of<br />
XTC (6). Het gebruik van amfetamine leidt zelden tot opname in een verslavingskliniek,<br />
een algemeen psychiatrisch ziekenhuis of een algemeen ziekenhuis. 2<br />
Gebruikers van XTC<br />
De consumptie van MDMA, de werkzame stof in een XTC-tablet, is eveneens niet<br />
zonder risico. Des te frequenter het gebruik plaatsvindt, des te zwaarder de lichamelijke<br />
en geestelijke effecten zullen zijn. 3<br />
• Op korte termijn kan het gebruik van MDMA leiden tot vertroebeling van het<br />
zicht, ongecoördineerde bewegingen, hartkloppingen, flashback verschijnselen,<br />
extreem agressief gedrag (in combinatie met alcoholgebruik), en na de<br />
uitwerking van de XTC-tablet tot een uitgesproken vermoeidheidsgevoel.<br />
• MDMA geeft geen lichamelijke ontwenningsverschijnselen, maar er is wel<br />
steeds meer van nodig om hetzelfde effect telkens weer terug te krijgen. Net<br />
als bij amfetamine treedt bij gebruik van MDMA geestelijke afhankelijkheid<br />
op: een gebruiker verlangt steeds sterker naar het middel en kan zich niet<br />
meer prettig voelen zonder.<br />
• Net als bij amfetamine kan ook bij XTC bij slecht geventileerde warme en<br />
vochtige ruimten waar dansfeesten worden gehouden het lichaam van de<br />
gebruiker oververhit raken als deze uren achter elkaar danst. Het lichaam<br />
produceert wel zweet, maar koelt niet meer af. Wanneer onvoldoende gedronken<br />
wordt kan het lichaam ook uitdrogen, met als gevolg bloedingen<br />
door het hele lichaam en de uitval van spieren en vitale organen als de lever<br />
en nieren. In enkele gevallen heeft het gebruik van XTC-tabletten geleid tot<br />
zulke beschadigingen van de lever dat transplantatie nodig was. Waarschijnlijk<br />
moet de oorzaak in deze gevallen gezocht worden in een combinatie van<br />
oververhitting, een gecombineerd gebruik van andere middelen, een lichamelijke<br />
afwijking en/of overgevoeligheid bij de gebruiker.<br />
• Bij langdurig gebruik is een verhoogde onderhevigheid aan verkoudheden en<br />
infecties vastgesteld. Dit kan duiden op een interactie met het natuurlijke<br />
afweersysteem. De consumptie van MDMA levert grote risico’s op voor mensen<br />
met een zwak hart, astma, hoge bloeddruk, suikerziekte of epilepsie.<br />
• Bij dierproeven is vastgesteld dat herhaaldelijke consumptie van XTC leidt tot<br />
de beschadiging van zenuwcellen in de hersenen, veroorzaakt door een stijging<br />
van de lichaamstemperatuur. Onderzoek heeft aangetoond dat er significante<br />
verbanden bestaan tussen langdurig gebruik van MDMA en het verminderen<br />
van het geheugen en de serotonine functie. Zo heeft de consumptie van<br />
2 Nationale Drug Monitor,<br />
Jaarbericht 2004, p.106-112.<br />
3 ‘Algemene informatie:<br />
XTC’, Trimbos Instituut,<br />
www.trimbos.nl, bezocht<br />
op 25 mei 2005.<br />
Hoofdstuk 4<br />
155<br />
De schade van synthetischedrugscriminaliteit
4 R. Hammersley, F. Khan en J.<br />
Ditton, Ecstacy and the rise<br />
of the chemical generation,<br />
Routledge London 2002.<br />
Opvallend is het wijdverbreide<br />
polydruggebruik in<br />
het Verenigd Koninkrijk:<br />
XTC wordt regelmatig<br />
geconsumeerd met drugs<br />
als amfetamine en alcohol.<br />
5 De code waaronder<br />
amfetamine en XTC geregistreerd<br />
worden bevatten<br />
ook andere stimulerende<br />
stoffen zoals cafeïne, efedrine<br />
en khat.<br />
6 Nationale Drug Monitor,<br />
Jaarbericht 2004, p.106-112.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
156<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
MDMA invloed op het serotoninesysteem. Wanneer dit systeem verstoord<br />
wordt dan kunnen psychische ziekten als depressies, angst- en paniekaanvallen<br />
en slaapstoornissen ontstaan. Deze verstoring kan langer dan een jaar aanhouden<br />
na stopzetting van het gebruik. Onbekend is of volledig herstel optreedt.<br />
Het is niet duidelijk welke precieze dosering tot schade leidt. Vermoed wordt<br />
dat hier al sprake van is bij het slikken van hooggedoseerde tabletten met<br />
twee tot drie keer de gemiddelde dosis.<br />
Uit een langlopend onderzoek onder gebruikers in het Verenigd Koninkrijk valt op<br />
te maken dat veel gebruikers van het eerste uur na een aantal jaren geen XTC meer<br />
consumeren. De redenen zijn divers. Een aantal klaagt over de kwaliteit van de drug,<br />
anderen zeggen dat de drug niet meer in hun levensstijl past, en weer anderen zijn er<br />
zonder aparte reden gewoon mee gestopt. Een enkele oudere gebruiker van boven<br />
de 25 jaar klaagt over het feit dat generatiegenoten steeds minder XTC consumeren,<br />
terwijl pubers het juist wel doen, waardoor de oudere gebruiker ook teleurgesteld<br />
ophoudt. Ook klagen sommigen over de andere setting waarbinnen gebruikt wordt:<br />
het zijn geen danceparties meer, maar gewone kroegen en huiskamers. Opvallend is<br />
dat het overgrote deel van gebruikers niet ophoudt vanwege eventuele schadelijke effecten,<br />
die volgens hen vooral door de media en de overheid worden overdreven. De<br />
nadelige effecten die gebruikers noemen zijn vooral de kortstondige depressiviteit. 4<br />
De hulpvraag van personen bij de ambulante verslavingszorg met XTC als primair<br />
probleem steeg tot 1997, wat deels te maken had met de uitbreiding van de registratie.<br />
Vanaf 1997 zette een daling in gevolgd door een stabilisatie vanaf 1999. Tussen<br />
2002 en 2003 nam de hulpvraag toe met 11 procent. Het aandeel van XTC in alle<br />
hulpvragen voor drugsproblematiek bleef met minder dan 1 procent echter zeer gering.<br />
Ongeveer driekwart van de hulpvragers is man. De gemiddelde leeftijd is 25 jaar.<br />
Ruim een derde is een nieuwkomer bij de (ambulante) verslavingszorg. Er zijn meer<br />
personen die XTC als secundair probleem noemen dan als primair probleem. Voor<br />
hen was het primaire probleem cocaïne (42 procent), cannabis (25), alcohol (15) of<br />
amfetamine (14). Het gebruik van XTC leidt zelden tot opname in een verslavingskliniek,<br />
een algemeen psychiatrisch ziekenhuis of een algemeen ziekenhuis. Volgens<br />
stichting Educare is het aantal acute gezondheidsproblemen wegens het gebruik van<br />
(amfetamine en) XTC relatief klein en dalende en neemt het aandeel van alcohol<br />
steeds meer toe.<br />
Het is niet bekend wat het precieze aantal sterfgevallen door gebruik van amfetamine<br />
en XTC is. Volgens het CBS ging het tussen 1996 en 2002 om maximaal vier acute<br />
sterfgevallen per jaar, en in 2003 werden zeven gevallen geregistreerd. 5 In het buitenland<br />
speelt XTC ook een ondergeschikte rol bij drugssterfte. 6 Er is geen informatie<br />
over het aantal dodelijke slachtoffers dat indirect is te relateren aan overmatige consumptie<br />
van amfetamine en XTC. Illustratief is de dood van een middelbare scholier<br />
in 2005 die daags voor zijn dood een aanzienlijke hoeveelheid synthetische drugs<br />
consumeerde maar ‘officieel’ stierf aan een hartafwijking.
Personen betrokken bij de productie, het ontmantelen van productielocaties<br />
en dumpingen<br />
In juli 2004 kwam in het Brabantse Budel een persoon om het leven die amfetamine<br />
aan het produceren was middels de Leuckart-synthese. Bij de productie was er een<br />
kraan van een reactievat niet opengedraaid, waardoor de dampen die ontstaan bij een<br />
reactie in het vat bleven. Daardoor kon de druk in het vat zich zo hoog opbouwen<br />
dat het vat uiteindelijk explodeerde. Het slachtoffer kreeg hierbij de inhoud<br />
van het vat over zich heen. De inhoud betrof BMK en het tussenproduct Nformylamfetamine.<br />
Hij was over zijn hele lichaam ontveld door derdegraads<br />
verbrandingen. Ook waren zijn ogen en zijn kleding aangetast door het zuur.<br />
Na de ontploffing heeft hij hoogstwaarschijnlijk op de tast nog naar buiten<br />
kunnen komen, waar hij bij een caravan in elkaar is gezakt en uiteindelijk is<br />
overleden. Gelukkig zijn dodelijke slachtoffers uitzonderlijk. Met branden en<br />
explosies moet echter terdege rekening worden gehouden als risicofactor<br />
bij productielocaties. De branden en explosies zich die in de afgelopen jaren<br />
hebben voorgedaan, vonden bijna zonder uitzondering allemaal plaats bij in<br />
werking zijnde amfetaminelaboratoria.<br />
Ook omwonenden van laboratoria kunnen aan dezelfde gevaren worden<br />
blootgesteld, evenals personen die betrokken zijn bij het ontmantelen van laboratoria<br />
en het opruimen van dumpingen. Vanuit dit oogpunt levert de inrichting van laboratoria<br />
en de dumpingen van afvalstoffen in woonwijken aanzienlijke risico’s op voor de<br />
volksgezondheid. Al diverse keren is het voorgekomen dat personen (hulpverleners)<br />
onwel werden door de inademing van de gevaarlijke stoffen. Politiemensen en brandweerlieden<br />
hebben de afgelopen jaren gezondheidsschade opgelopen bij het betreden<br />
en ontmantelen van productielocaties, doordat ze in aanraking kwamen met chemische<br />
stoffen. 7 Naar aanleiding van de gevaren die kunnen ontstaan bij het ontmantelen<br />
van productielocaties is sinds september 2004 de LFO operationeel. De medewerkers<br />
van de LFO adviseren en begeleiden met hun kennis en expertise de lokale<br />
politie en brandweer, zodat deze beter voorbereid een locatie kunnen betreden en<br />
minder gevaar lopen. Bij het ontmantelen zijn huid- en eventueel adembescherming<br />
noodzakelijk, evenals een sterke ventilatie. De afvoer en vernietiging van chemicaliën<br />
is een taak voor gecertificeerde ondernemingen.<br />
De stoffen die vaak worden aangetroffen zijn organische oplosmiddelen. Deze zijn<br />
vluchtig en kunnen makkelijk worden ingeademd, waardoor het zenuwstelsel kan<br />
worden beïnvloed. Ook via de huid kunnen deze stoffen het lichaam binnendringen.<br />
Bij een kortdurende blootstelling aan hoge concentraties kunnen duizeligheid<br />
en hoofdpijn optreden, terwijl bij een veelvuldige blootstelling een onomkeerbare<br />
verslechtering in het functioneren van het zenuwstelsel kan optreden. Organische<br />
oplosmiddelen zijn bovendien brand- en explosiegevaarlijk. Branden in laboratoria<br />
worden vaak veroorzaakt door deze stoffen. De stoffen die benzeen bevatten<br />
vergroten bij blootstelling daaraan de kans op leukemie. Vermoedelijk vergroten<br />
gechloreerde organische oplosmiddelen de kans op kanker. 8<br />
Een uitgebrand laboratorium.<br />
7 J. van der Wegen, ‘In aanraking<br />
met XTC’, Recherche<br />
Magazine, februari 2005,<br />
p.16-17.<br />
8 L. Reijnders, Illegale laboratoria<br />
en dumpingen. Schadelijkheid<br />
voor mens en milieu,<br />
1999 (niet gepubliceerde<br />
notitie in het bezit van de<br />
NR-Unit Zuid-Nederland).<br />
Hoofdstuk 4<br />
157<br />
De schade van synthetischedrugscriminaliteit
9 Idem.<br />
10 Volledigheidshalve wordt<br />
hier opgemerkt dat<br />
bewuste en onbewuste<br />
betrokkenheid van bedrijven<br />
in bepaalde branches<br />
wordt behandeld in<br />
hoofdstuk 3.<br />
Chemicaliën en gasflessen in<br />
een XTC-laboratorium.<br />
11 CBA Precursoren, p.36-43.<br />
Voor meer informatie<br />
over de betrokkenheid<br />
van bedrijven bij strafbare<br />
feiten, zie hoofdstuk 3.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
158<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
De gevaren van andere chemische stoffen dan organische oplosmiddelen zijn ook aanzienlijk.<br />
Zo is het veelgebruikte waterstof sterk brand- en explosiegevaarlijk. Stoffen<br />
als ammoniak, zoutzuur, ethylamine en methylamine kunnen de slijmvliezen irriteren<br />
en traanogen, loopneuzen en hevige luchtwegproblemen veroorzaken. Stoffen als<br />
safrol en benzeen kunnen erfelijk materiaal veranderen en daardoor waarschijnlijk<br />
de kans op kanker en aangeboren afwijkingen bij het nageslacht vergroten. Stoffen als<br />
sterke zuren (zoals zwavelzuur en zoutzuur), sterke logen (zoals natriumhydroxide)<br />
en ethylamine en methylamine kunnen bij aanraking de huid ernstig beschadigen. Ten<br />
slotte kan een brand tot andere gevaren leiden, waarbij de smeulfase het meest<br />
riskant is. Dan kunnen chloorvattende verbindingen en stikstofverbindingen omvormen<br />
tot zeer giftige verbindingen. 9<br />
4.3 Schade aan branches 10<br />
De branches die schade ondervinden van synthetische-drugscriminaliteit hebben hun<br />
activiteiten, logischerwijs, in het hele logistieke proces waarbinnen de amfetamine<br />
en XTC worden vervaardigd en gesmokkeld. De meeste bedrijven zijn in Nederland<br />
gevestigd, en voor het grootste deel in de Randstad en in Noord-Brabant. De<br />
schade is niet direct en valt onmogelijk in geld uit te drukken. Hier volgt daarom<br />
een beknopte en kwalitatieve beschrijving van de schade die de betrokken branches<br />
ondergaan. Achtereenvolgens worden sectoren behandeld waarvan bedrijven redelijk<br />
frequent in opsporingsonderzoeken voorkomen. Deze opsomming is niet uitputtend.<br />
Andere bedrijven waaraan hier geen aparte aandacht zal worden besteed zijn actief<br />
in de financiële dienstverlening, metalen las- en constructiewerken, bouwmaterialen,<br />
auto-onderdelen en gereedschap.<br />
Chemiesector<br />
De FIOD-ECD heeft in de CBA Precursoren een analyse gemaakt van de chemische<br />
bedrijven die bewust of onbewust betrokken waren bij synthetischedrugscriminaliteit.<br />
11 Het ging om bedrijven die leverancier waren van goederen<br />
of diensten, waarvan de firmanaam vermeld was op verpakkingsmateriaal, of<br />
die betrokken waren bij strafbare handelingen. Het merendeel van de bedrijven<br />
bleek echter niet verdacht van strafbare feiten. Dit betekent dat deze<br />
bedrijven onbewust betrokken waren en hiervan dus waarschijnlijk indirect<br />
schade hebben ondervonden. Ook het imago van chemische toeleveringsbedrijven<br />
wordt hierdoor beschadigd.<br />
De bedrijven waren voornamelijk actief in (a) de handel van chemische stoffen<br />
(zoals verfstoffen en reinigingsmiddelen), laboratoriumbenodigdheden; en in (b) de<br />
productie van chemische stoffen (zoals industriële gassen, basischemicaliën en verfstoffen),<br />
kunststof verpakkingsmiddelen.
Verhuursector<br />
Een andere bedrijfssector die volgens de FIOD-ECD betrokken was bij synthetischedrugscriminaliteit<br />
betrof de verhuurbedrijven van transportmiddelen. Ook hier was<br />
vooral sprake van onbewuste betrokkenheid. Met de gehuurde voertuigen werden bijvoorbeeld<br />
goederen bij leveranciers afgehaald, of afvalstoffen gedumpt. In het laatste geval<br />
wordt het voertuig achtergelaten, wat resulteert in schade voor het verhuurbedrijf.<br />
Wegtransportsector<br />
Ook worden amfetamine en XTC via vrachtwagens van transportondernemingen<br />
naar het buitenland gesmokkeld. Hiervan ondervinden de transportondernemingen<br />
economische schade, vooral wanneer de wagens in beslag worden genomen en daardoor<br />
voor onbepaalde tijd niet inzetbaar zijn. Ook blijken éénmanstransportbedrijven<br />
die zich in een moeilijke financiële situatie bevinden vatbaar voor aanbiedingen door<br />
criminelen om illegale waar mee te smokkelen. Deze bedrijven bieden dan onder de<br />
kostprijs hun diensten op de desbetreffende transportroute aan anderen aan om zo<br />
een deklading te regelen. Dit betekent oneerlijke concurrentie en indirecte economische<br />
schade voor andere transporteurs.<br />
Scheepvaartsector<br />
Zeetransporteurs (zogenaamde cargadoren) worden ook gebruikt bij de smokkel van<br />
zowel grote ladingen precursoren vanuit vooral China als grote partijen XTC-tabletten<br />
en MDMA-poeder naar vooral Australië en Canada. Gesmokkelde precursoren<br />
en MDMA worden door justitie in beslag genomen, maar de cargodoor blijft met de<br />
deklading zitten die ook nog eens een jaar bewaard moet worden. Daartoe moet<br />
de lading en meestal dus ook de container opgeslagen worden in een terminal. Dit<br />
kost een cargodoor ongeveer € 28.000. Een deel van deze kosten kunnen uiteindelijk<br />
teruggewonnen worden door de verkoop van de deklading, als dit tenminste geen<br />
bederfelijke goederen betreft. Ten slotte maakt de cargodoor extra kosten vanwege<br />
het reinigen van de container, en eventueel ook vanwege het repareren van de container<br />
(die tijdens een doorzoeking kan zijn beschadigd).<br />
Luchtvaartsector<br />
Een aantal vliegmaatschappijen heeft indirect schade ondervonden doordat bepaalde<br />
vliegroutes veelvuldig gebruikt werden door smokkelaars van XTC. Hierdoor werden<br />
de lijndiensten van bijvoorbeeld de KLM onderworpen aan extra controles door de<br />
autoriteiten in de bestemmingslanden. Dit probleem speelde vooral in de jaren 2000-<br />
2002 (in de daarop volgende jaren was er sprake van een enorme daling van de<br />
aangetroffen smokkelaars die met het vliegtuig reisden). De geleden schade betrof<br />
waarschijnlijk vooral economische schade vanwege de verloren tijd opgelopen bij<br />
extra controles. Deze kostenpost varieerde al naar gelang de tijdsduur van de controles.<br />
Ook was sprake van imagoschade van de desbetreffende vliegmaatschappijen.<br />
Hoofdstuk 4<br />
159<br />
De schade van synthetischedrugscriminaliteit
12 Gebaseerd op de tekst<br />
van L. Reijnders, Illegale<br />
laboratoria en dumpingen.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
160<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
Concurrentievervalsing<br />
De smokkelverbanden die gebruik maken van dekladingen om hun smokkelwaar verdekt<br />
te vervoeren moeten na afloop van de smokkel deze ladingen zien kwijt te raken.<br />
Daartoe bieden zij deze goederen vaak ver onder de kostprijs aan. Het gaat dan bijvoorbeeld<br />
om grote partijen olijven in blik, tomaten in blik, linnen, sojasaus of reinigingsmiddelen.<br />
Dit is oneerlijke concurrentie en leidt tot indirecte inkomstenderving<br />
voor concurrerende aanbieders van dezelfde producten.<br />
4.4 Schade aan de samenleving<br />
Schade aan de leefomgeving 12<br />
De productie van synthetische drugs levert grote hoeveelheden chemisch afval op.<br />
Dit afval wordt vaak illegaal verwijderd door het in een voertuig achter te laten, het<br />
uit een voertuig op de openbare weg te lozen, het te lozen in het oppervlaktewater<br />
of in het riool, of het te storten in een woonwijk of in een natuurgebied.<br />
Gedumpte afvalstoffen leveren schade op aan bodem, water en lucht, en aan de mens<br />
via huidcontact en inademen. De mate van schade hangt vooral af van de soort stof<br />
en de hoeveelheid die gedumpt is. In het algemeen gaat het om de volgende effecten:<br />
Bodem<br />
De gedumpte chemische stoffen kunnen resulteren in vermesting en verzuring van de<br />
bodem, vervuiling van de bodem en het grondwater, en schade aan flora en fauna.<br />
Water<br />
De gedumpte chemische stoffen kunnen resulteren in vervuiling van het water, verandering<br />
van het watertype, en schade aan waterorganismen en flora en fauna.<br />
Lucht<br />
De gedumpte chemische stoffen kunnen resulteren in smogvorming, zure luchtverontreiniging,<br />
en de uitstoot van dioxine.<br />
Mens<br />
De chemicaliën kunnen via de huid en via inademen het lichaam binnendringen. Het<br />
afweermechanisme van het lichaam kan het merendeel van deze stoffen niet aan.<br />
Hierdoor kan schade worden veroorzaakt aan huid, ogen en interne organen zoals<br />
het zenuwstelsel en ademhalingsorganen.<br />
Aceton, BMK, ether, methanol, methylamine, PMK, safrol, tolueen, zoutzuur en<br />
zwavelzuur zijn voorbeelden van chemische stoffen die vaak bij dumpingen worden<br />
aangetroffen. De gevolgen van deze stoffen op de natuur zijn divers. Vluchtige oplosmiddelen<br />
als aceton, ether, methanol, methylamine en tolueen leveren een bijdrage
aan smogvorming. Aceton, ether, methanol en methylamine zijn mobiele stoffen en<br />
integreren makkelijk in het grondwater, waardoor een groter gebied vervuild kan<br />
raken. Zoutzuur en zwavelzuur veroorzaken zure luchtverontreiniging. BMK en PMK<br />
zijn niet vluchtige stoffen die na verbranding dioxines opleveren. BMK, PMK en tolueen<br />
bevatten benzeen, een milieuvreemde stof die moeilijk afbreekbaar is, waardoor ernstige<br />
vervuiling van de bodem en het grondwater optreedt. Safrol is dodelijk voor<br />
vogels, vissen, andere dieren en lage rangorde planten binnen 2 tot 4 dagen nadat deze<br />
in contact zijn gekomen met safrol. Bovendien is het mobiel en persistent in<br />
water en veroorzaakt het ernstige vervuiling van het grondwater.<br />
Een dumping in het riool levert extra problemen op wanneer het riool lek is<br />
of door de gedumpte chemische stoffen lek raakt (wat niet uitzonderlijk is<br />
bij rioleringen van pvc). Hierdoor kunnen de gedumpte stoffen in de bodem<br />
of het grondwater terecht komen. Wanneer gedumpte organische oplosmiddelen<br />
in aanraking komen met de open lucht dan zal een deel verdampen. Dit<br />
deel zal later in de vorm van neerslag ergens terecht komen met vervuiling<br />
van de bodem en het water als gevolg. Wanneer gedumpte stoffen in een waterzuiveringsinstallatie<br />
terecht komen dan zal het water makkelijk gezuiverd<br />
kunnen worden van het merendeel van de stoffen. Uitzonderingen vormen<br />
gechloreerde organische oplosmiddelen en nikkel- en kwikverbindingen.<br />
De schade die als gevolg van een dumping ontstaat hangt af van de plaats waar gedumpt<br />
is, van de hoeveelheid, van de aard van de gedumpte stoffen en van het wel/niet lekken<br />
van de stoffen in de natuur. De staat draait op voor enerzijds de kosten van het<br />
ruimen, het transport en de vernietiging van de afvalstoffen en anderzijds voor de<br />
bodemsanering in het geval van lekkages. Ook de kosten van een bodemsanering zijn<br />
niet altijd van dezelfde omvang. Het hangt ervan af in welke mate de stoffen de natuur<br />
hebben aangetast (bijvoorbeeld hoe diep de bodem verontreinigd is). Bodemsanering<br />
dient zeer snel te gebeuren wanneer mobiele stoffen zoals organische oplosmiddelen<br />
zijn gedumpt. De CBA Synthetische Drugs 2001 meldt dat een bodemsanering afhankelijk<br />
van de grootte, de bodemsoort en de bereikbaarheid van de locatie tussen €<br />
10.000 en € 20.000 bedraagt. De kosten van de reiniging van de dumpinglocatie ligt<br />
op circa € 50,- per liter. Dit zou betekenen dat in de onderzoeksperiode (2002-2004)<br />
de gemiddelde saneringskosten ongeveer € 3,3 miljoen per jaar bedroegen.<br />
Schade aan de staat<br />
De Nederlandse staat ondervindt op een aantal wijzen schade van synthetischedrugscriminaliteit.<br />
Allereerst draait de staat op voor de kosten van het reinigen van<br />
dumpingplaatsen, van de vernietiging van chemicaliën die zijn gedumpt of aangetroffen<br />
in productielocaties en van geconfisqueerde precursoren, amfetamine en XTC.<br />
Bovendien betaalt de staat de kosten die ontstaan bij de gezondheidszorg en de<br />
verslavingszorg als gevolg van het gebruik van amfetamine en XTC. Daarnaast loopt<br />
de staat inkomsten mis doordat criminele verbanden belastingen en invoerrechten<br />
ontduiken over goederen die in principe legaal zijn. Voorbeelden hiervan zijn legale<br />
Een dumping in oppervlaktewater.<br />
Hoofdstuk 4<br />
161<br />
De schade van synthetischedrugscriminaliteit
13 Samenspannen tegen XTC,<br />
Kamerstuk 2000-2001,<br />
23760, nr. 14, Tweede Kamer<br />
der Staten-Generaal,<br />
p.5.<br />
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
162<br />
Synthetische Drugs 2002-2004<br />
chemicaliën die illegaal naar Nederland zijn gesmokkeld of tabletteermachines die<br />
worden ingezet. Ten slotte betaald de staat natuurlijk de middelen die worden ingezet<br />
bij de aanpak van synthetische-drugscriminaliteit.<br />
Schade aan het imago van Nederland<br />
Imagoschade is niet meetbaar, maar lijkt wel van doorslaggevende betekenis te zijn<br />
geweest voor de Nederlandse regering om extra capaciteit te investeren in de opsporing<br />
van synthetische-drugscriminaliteit. Al sinds het midden van de jaren negentig<br />
werd de prominente rol van Nederland als productieland voor synthetische drugs<br />
breed uitgemeten in de nationale en internationale media, in rapporten van internationale<br />
organisaties en door regeringsvertegenwoordigers van landen waar zich een<br />
grote afzetmarkt voor vooral XTC ontwikkelde. Zo werd er vanuit Washington in<br />
de periode 2000-2002 regelmatig in het openbaar kritiek geuit op het feit dat Nederland<br />
een cruciale positie innam in de productie van XTC. Door de Nederlandse<br />
XTC zou er in de Verenigde Staten sprake zijn van een toename van de criminaliteit<br />
en van de kosten van de gezondheidszorg. Deze kritiek vanuit het buitenland op het<br />
zogenaamde ‘XTC-Colombia aan de Noordzee’ heeft een grote invloed gehad op het<br />
besluit om de aanpak van de productie van vooral XTC te prioriteren.<br />
De discussie gevoerd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in september<br />
2000 over de positie van Nederland als producent van synthetische drugs was de aanleiding<br />
voor de regering om de beleidsnota ‘Samenspannen tegen XTC’ te initiëren.<br />
De regering definieerde de problemen als volgt: zowel nationaal als internationaal<br />
vormde de drug een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid en leidde deze<br />
tot grote winsten voor betrokken criminelen. Vanwege het internationale karakter<br />
van de XTC-problematiek en vanwege de kwetsbaarheid van de positie van Nederland<br />
als handels- en transitoland was een speciale aanpak vereist. 13<br />
De productie en export van XTC door Nederland schade heeft dus schade berokkend<br />
aan het imago van Nederland in het buitenland, wat ook van invloed is geweest<br />
op de internationale betrekkingen van Nederland. Wellicht is de imagoschade sinds<br />
2003 afgenomen, omdat vanaf dat jaar het aantal inbeslagnemingen in de Verenigde<br />
Staten enorm is afgenomen, waardoor de XTC-problematiek en de relatie tot Nederland<br />
waarschijnlijk minder hoog op de politieke agenda van het Witte Huis staat.<br />
Aan de andere kant zou het beeld van Nederland bij de regeringen van nieuwe en<br />
opkomende afzetmarkten (zoals Turkije, Australië, Japan en Zuidoost Azië) juist kunnen<br />
verslechteren, onder andere vanwege de toenemende kosten die deze landen<br />
moeten maken in de aanpak van deze criminaliteit en in de gezondheidszorg. De<br />
vraag is hoe hoog deze kosten zullen zijn. In Nederland is als gevolg van de jarenlange<br />
ervaring met amfetamine en XTC aanzienlijke expertise ontwikkeld (onder andere<br />
door het Trimbos Instituut en het NFI), waardoor gebruikers ook goed voorgelicht<br />
worden over de risico’s van het gebruik en hoe deze te verkleinen. Bovendien worden<br />
bij allerlei uitgaansgelegenheden meegebrachte XTC-tabletten getest. Hoewel in het<br />
kader van deze CBA geen onderzoek is verricht naar het bestaan en de kwaliteit van
expertise en voorlichting in andere landen, is de veronderstelling dat dit vooral in<br />
opkomende gebruikersmarkten zoals Turkije en landen in Zuidoost Azië minder goed<br />
geoutilleerd is. Hierdoor zou het besef bij gebruikers in deze landen over de risico’s<br />
die zij lopen minder goed ontwikkeld kunnen zijn, waardoor de kosten van de gezondheidszorg<br />
en verslavingszorg in deze landen hoger kunnen zijn dan in Nederland.<br />
4.5 Conclusie<br />
Schade is in deze studie gedifferentieerd naar individuele slachtoffers, naar branches<br />
en naar samenleving als geheel. De schade die individuen kunnen ondervinden kan<br />
worden verdeeld naar schade voor consumenten van amfetamine en XTC en anderzijds<br />
naar schade voor personen die betrokken zijn bij de productie, het ontmantelen<br />
van laboratoria en dumpingen. De schade die gebruikers oplopen kan zeer ernstige<br />
vormen aannemen, maar lijkt in de praktijk in Nederland van een beperkte omvang<br />
(zo leidt het gebruik van amfetamine en XTC zelden tot een opname). Wellicht is de<br />
situatie anders in andere landen waar de kennis van amfetamine en XTC beperkt is en<br />
de voorlichting over de risico’s bij het gebruik nog onvoldoende ontwikkeld is, zoals<br />
in opkomende gebruikersmarkten in Zuidoost Azië. De personen die betrokken zijn<br />
bij de productie en het ontmantelen van laboratoria en dumpingen lopen aanzienlijke<br />
risico’s (zoals branden, explosies en het inademen van chemische stoffen), evenals de<br />
omwonenden van deze locaties.<br />
De schade die branches ondervinden is per sector verschillend. De chemische sector<br />
ondervindt vooral imagoschade (en maakt wellicht ook extra kosten vanwege de<br />
aanscherpte controles en regelgeving). De transportsector die op de weg, op het<br />
water en door de lucht wordt gebruikt en misbruikt door smokkelverbanden heeft<br />
te maken met extra kosten als gevolg van extensieve controles, tijdelijke onttrekking<br />
van transportmiddelen aan het economisch verkeer als gevolg van inbeslagnemingen,<br />
en beschadiging en vernieling van transportmiddelen. Ten slotte hebben meerdere<br />
bedrijfstakken last van incidentele concurrentievervalsing als dekladingen ver onder<br />
de kostprijs op de markt worden aangeboden.<br />
De schade aan de samenleving als geheel is divers. Allereerst is er de schade aan<br />
de leefomgeving als gevolg van dumpingen. Daarnaast ondervindt de staat schade<br />
doordat het kosten moet maken in de gezondheidszorg, alsmede bij het opruimen en<br />
verwijderen van gedumpte afvalstoffen en geconfisqueerde precursoren, amfetamine<br />
en XTC. Bovendien loopt de staat inkomsten mis omdat smokkelverbanden belastingen<br />
en invoerrechten ontduiken over de smokkel van legale goederen. De grootste schade<br />
lijkt voort te vloeien uit het beschadigde imago van Nederland in het buitenland. De<br />
internationale positie van Nederland heeft waarschijnlijk een deuk opgelopen door<br />
het feit dat Nederland verantwoordelijk is voor de wereldwijde verspreiding van synthetische<br />
drugs die leiden tot schade en criminaliteit in andere landen.<br />
Hoofdstuk 4<br />
163<br />
De schade van synthetischedrugscriminaliteit
<strong>Criminaliteitsbeeldanalyse</strong><br />
164<br />
Synthetische Drugs 2002-2004
Hoofdstuk 5<br />
Recente en verwachte ontwikkelingen<br />
5.1 Inleiding<br />
Dit hoofdstuk behandelt de vierde onderzoeksvraag:<br />