verkenning - Federale politie

De algemene directie
van de gerechtelijke politie
Een
verkenning

Inhoud
1 . . . . . . . . Voorwoord van Paul Van Thielen, directeur-generaal
2 . . . . . . . . Een integrale en geïntegreerde aanpak binnen de federale politie
3 . . . . . . . . Onze opdracht van gerechtelijke politie
4 . . . . . . . . Intelligence Led Policing
5-7 . . . . . . . . Organisatie van de gerechtelijke zuil
8-10 . . . . . . . . De gerechtelijke dienst van het arrondissement (GDA)
11 . . . . . . . . De centrale directies
12 . . . . . . . . De directie van de bestrijding van de criminaliteit tegen de goederen (DJB)
13 . . . . . . . . De directie van de bestrijding van de criminaliteit tegen personen (DJP)
14-15 . . . . . . . . De directie van de bestrijding van de economische en financiële criminaliteit (DJF)
16 . . . . . . . . De directie van de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (DJC)
17 . . . . . . . . De directie van technische en wetenschappelijke politie (DJT)
18 . . . . . . . . De directie van de operaties en de informatie (DJO)
19 . . . . . . . . De directie van het beleid, het beheer en de ontwikkeling (DJG)
20 . . . . . . . . De dienst van de gerechtelijke politie in militair milieu (DJMM)
21 . . . . . . . . Invalspunten
■ Verantwoordelijke uitgever:
Paul Van Thielen
■ Algemene directie
gerechtelijke politie (DGJ)
■ Fritz Toussaintstraat, 47
1050 Brussel
■ 2de uitgave
■ Realisatie: Dienst planning en opvolging
Stefaan Corion, Sandhya Katara.
■ Lay-out en fotografien:
Directie van de interne relaties (DPI)
Jocelyn Balcaen, Caroline Chaidron, Petra
De Weser, Véronique Maessen, Lavinia Wouters.
■ Vertaling: CDC en DGJ.

Voorwoord
Paul Van Thielen
Waarde lezer,
Mag ik ons, de gerechtelijke pijler van de federale politie,
even voorstellen? We tellen een goede 4000 collega’s
en zijn belast met de “federale recherche”.
Met deze brochure wil ik u een gelegenheid aanbieden
om (nog) beter vertrouwd te geraken met onze opdrachten,
onze manier van werken en de steun die wij u kunnen
bieden bij het bestrijden van de criminaliteit.
Onze kerntaak bestaat uit speurwerk naar bovenlokale,
georganiseerde, maatschappij-ontwrichtende criminaliteit
en naar misdrijven die qua aanpak specialisatie vereisen.
Dat speurwerk gebeurt in de zogenaamde GDA’s
(gerechtelijke diensten van de arrondissementen),
geboren op 01 januari 2001 uit het huwelijk van GPP
en BOB, weet u nog? Daar werkt het overgrote deel
van onze organisatie, verspreid over de 27 gerechtelijke
arrondissementen. In deze brochure krijgen ze dan
ook een centrale plaats.
Hun job is ‘boeven vangen’: drugdealers, mensenhandelaars,
terroristen, carjackers, rondtrekkende dadergroepen,
witwassers, fraudeurs, afvalbaronnen, afpersers,
overvallers,...
Deze criminelen zijn natuurlijk niet arrondissementeel
georganiseerd, wel integendeel! Meer dan ooit zijn
ze zelfs over de landsgrenzen heen actief en daarom
moet een nationale en internationale coördinatie
worden verzekerd. Zo bestaat één van de taken van
de centrale directies erin om GDA’s die op dezelfde
dadergroepen werken met elkaar in contact te brengen
en te coördineren.
De beschrijving van de verantwoordelijkheden van
de centrale directies geeft een concreet beeld van
de materies waar we met zijn allen mee bezig zijn.
Alvorens u uit te nodigen tot een verdere ontdekking, wil
ik nog de volgende bedenkingen meegeven.
‘Boeven vangen’ betekent bewijsmateriaal verzamelen
en dit ter kennis brengen van justitie, die dan de nodige
31 januari 2004
maatregelen kan treffen. En dit alles, met de uiteindelijke
bedoeling de maatschappij veiliger te maken.
We zijn overtuigd van het feit dat dit nodig is, maar het
is niet voldoende. U begrijpt best dat wij alleen, er nooit
zullen in slagen om de veiligheidsproblemen op te lossen.
Er is nood aan een geïntegreerde en integrale aanpak
van de criminaliteitsfenomenen.
Geïntegreerd, betekent dat we goed moeten samenwerken
met de collega’s van de bestuurlijke zuil van de
federale, en vooral ook met de lokale politie. Vanuit hun
eerstelijnspositie zijn zij van uitermate groot belang.
Ook buiten de geïntegreerde politie moet een synergie
ontwikkeld met partners uit de publieke en private
sector. Uitwisseling van know how en samen zoeken
naar het beste antwoord is de boodschap.
Integraal, betekent oog hebben voor preventie en
nazorg, naast repressie.
Bij dit alles is informatie het sleutelwoord. Een professionele
aanpak is gestoeld op het best mogelijke inzicht
in het fenomeen. Het hoofdstuk over ons basisconcept
‘Intelligence led policing’ onderbouwt onze stelling
daaromtrent. Strategisch stuurt de beeldvorming de
aanpak en operationeel – tactisch is het ontwikkelen van
een goede informatiepositie cruciaal.
Tenslotte nog iets over internationale politiesamenwerking.
Ik zei al dat criminelen grenzen overschrijden.
Dat doen ze soms bewust om het ons moeilijker te
maken. Ze weten best dat onze bevoegdheid zich
beperkt tot het Belgisch grondgebied, enkele uitzonderingen
niet te na gesproken. In de toekomst zullen we
nog meer dan nu de samenwerking met onze collega’s
in het buitenland ontwikkelen, maar de dag dat wij een
gedeconcentreerd deel zijn van de Europese recherche
zal ik wel niet meer beleven.
Paul VAN THIELEN, 49 jaar
1

Een integrale en geïntegreerde aanpak
binnen de federale politie
De veiligheid behoort niet
alleen tot het vakgebied van
de politie. De politie is slechts
een radertje in het hele raderwerk
van de veiligheid. Om de
problemen inzake veiligheid op
adequate wijze aan te snijden,
is een integrale en geïntegreerde
aanpak nodig van alle
verantwoordelijke en betrokken
actoren.
De overheden op alle niveaus,
de sociale organisaties, de
bedrijven alsook de burgers
moeten allen met elkaar
samenwerken teneinde de
veiligheid te waarborgen en
te verhogen.
Bron: NVP 2003-2004
2
CG
Commissariaat-generaal
EEN GEMEENSCHAPPELIJKE MISSIE
De federale politie draagt, samen
met de lokale politie, bij tot de
verhoging van de veiligheid, tot
het behoud en de ontwikkeling
van de democratische rechtsstaat,
door de politiezorg integraal en
geïntegreerd te verzekeren en
een minimale gelijkwaardige
dienstverlening over het gehele
grondgebied te waarborgen.
Zij doet dit,
Met inachtneming van de
principes van specialiteit en
subsidiariteit, door het uitvoeren
van gespecialiseerde en bovenlokale
opdrachten van bestuurlijke
en gerechtelijke politie en het
leveren van steun aan de politieoverheden
en de lokale politiediensten.
DGA
Algemene directie
bestuurlijke politie
DGJ
Algemene directie
gerechtelijke politie
DGS
Algemene directie
operationele ondersteuning
DGP
Algemene directie
personeel
DGM
Algemene directie
materiële middelen
Met professionalisme, slagkracht
en de bezorgdheid
problemen op te lossen, samen
met de andere betrokken actoren,
om de veiligheidsproblemen
beter te beheersen en zelfs terug
te dringen.
EEN GEMEENSCHAPPELIJKE VISIE
De federale politie wil zich binnen
haar bevoegdheidspakket ontwikkelen
tot een gespecialiseerde
politiedienst, die algemeen aanvaard
en erkend wordt als een
onmisbare partner voor een
veilige samenleving.
Ze wil worden gekenmerkt door
haar professionalisme, mens-,
resultaat- en probleemgerichtheid
en een permanent streven naar
verbetering.
EEN GEMEENSCHAPPELIJK KADER
De federale politie is onder leiding
van de commissaris-generaal
geplaatst. Hij is, wat de
federale politie betreft, verantwoordelijk
voor de uitvoering
van het politiebeleid van de
ministers van Binnenlandse Zaken
en Justitie. Hij is belast met de
coördinatie tussen de algemene
directies, waaronder de algemene
directie gerechtelijke politie
(DGJ). Aan het hoofd van de
algemene directie gerechtelijke
politie staat de directeur-generaal
die belast is met de leiding van
centrale directies en gedeconcentreerde
diensten (zie infra).

Onze opdracht
van gerechtelijke politie
Rekening houdend met de prioriteiten
van het nationaal veiligheidsplan,
zijn de doelstellingen
van de algemene directie
gericht op het steeds performanter
bedwingen van de
omvang en de impact van de
georganiseerde en de maatschappij-ontwrichtendecriminaliteit
en, al of niet daarmee
verbonden, van de bovenlokale
criminaliteit en die welke
door de ingewikkelde aard,
gespecialiseerde opsporingen
en onderzoeken vereist.
DRIE STRATEGISCHE
DOELSTELLINGEN
1. CRIMINALITEIT BESTRIJDEN
Voor zover als wettelijk en politioneel
mogelijk, dit doen door de
politionele aspecten van een integrale
en geïntegreerde aanpak
voor haar rekening te nemen.
Deze politionele aspecten
bestaan uit maatregelen die het
mogelijk moeten maken om:
bij het detecteren of het ter
kennis krijgen van een opduiken/opflakkeren
van tendensen
of deelaspecten van fenomenen,
die te signaleren aan
de bevoegde overheden, hen
de mogelijke maatregelen te
suggereren en ze onverwijld
in kennis te stellen van de
eventueel zelf genomen dringende
maatregelen;
bij te dragen tot een verlaging
van het risico dat criminele
daden worden gesteld;
een maximum aantal daders
te identificeren met bewijsmateriaal,
met het oog op hun
vervolging door de gerechtelijke
overheden door middel
van een verhoging van de
efficiëntie in en de effectiviteit
van de gevoerde reactieve en
proactieve onderzoeken;
een doeltreffender destabilisering
te bereiken van de werking
van criminele organisaties,
in het bijzonder van
criminele netwerken actief in
België, door gelijktijdig en
maximaal in te werken op
vijf essentiële componenten:
de daders en hun onderlinge
relaties, de verhandelde goederen,
de financiële middelen,
de communicatiemiddelen en
de transportmogelijkheden.
2. ONDERSTEUNEN
VAN ONDERZOEK
De operationele steun van de
algemene directie bestaat uit
gespecialiseerde, gerechtelijke
expertise en middelen ontwikkeld
in het raam van de gespecialiseerde
opdrachten van gerechtelijke
politie.
In het bijzonder wat de lokale
politie betreft, zal de steun worden
geleverd op vraag en in
het raam van de opsporingsof
gerechtelijke onderzoeken
in uitvoering van hun opdrachten
van basispolitiezorg.
3. EXPERTISE ONTWIKKELEN
Om bij te dragen tot een nog
performantere uitvoering van de
gespecialiseerde opdrachten van
gerechtelijke politie en de steun,
zullen initiatieven worden ontplooid
om de aanwezige expertise
te verbeteren, ze verder te
ontwikkelen of nieuwe expertise
te verwerven.
3

Foto: Collectie fonds Simenon
Intelligence Led Policing
Naar een informatiegestuurde politiezorg
De snelle evolutie van de technische
mogelijkheden (transport,
communicatie, ‘financiële
spitstechnologie’, …) biedt
criminelen steeds meer mogelijkheden
om hun misdrijven
met meer complexiteit, diversiteit
en flexibiliteit te plegen.
De klassieke politiestrategie
(crime fighting), waarbij de
onveiligheid wordt aangepakt
met toezicht, interventie en
onderzoek, schiet tekort.
Daarom wordt gekozen voor
een informatiegestuurde
politiezorg.
4
Alle aandacht gaat hierbij naar
het inzamelen van informatie
over daders, criminele organisaties
en hun vermogen, als
belangrijkste oorzaken van criminaliteit.
Een groot belang wordt
gehecht aan proactieve recherche
en het gebruik van bijzondere
(wettelijk geregelde) politietechnieken.
De uitdaging bestaat erin om
door gedegen beeldvorming
continu een beter inzicht te
verkrijgen in de criminaliteit
en haar processen. Dit moet
de bevoegde overheden in staat
stellen prioriteiten te kiezen en
een aanpak uit te werken die de
diverse actoren van de geïntegreerde
politie in staat stelt vanuit
hun respectieve bevoegdheden
de meest adequate bijdrage te
leveren.
NOODZAKELIJK OP
TWEE NIVEAUS
Op strategisch niveau kan men
pas prioriteiten stellen naarmate
men een juist beeld heeft van de
ernst, de probabiliteit, het strategisch
belang en de evolutie van
de onderscheiden fenomenen.
Op operationeel niveau kan men
wegens het hoofdzakelijk verborgen
karakter, pas zicht krijgen op
criminele daders, structuren, handelingen
en mogelijke slachtoffers,
naarmate men goede informatieposities
kan verwerven, zowel binnen
als buiten het crimineel milieu.
DE INFORMATIE =
HET UITGANGSPUNT
De onderzoeker op het terrein
die doorgaans het dichtst bij de
meest belangrijke informatiebronnen
staan, is dus een sleutelfiguur
in dit proces. Zijn kennis moet
dan ook maximaal worden benut
om de veiligheidsfenomenen zo
goed mogelijk aan te pakken.
In dit concept stuurt de informatie
de operaties van bestuurlijke
en gerechtelijke politie, en niet
andersom. Aan de basis van dit
concept ligt de idee dat de politiediensten
eerder moeten trachten
tijdig criminaliteit te detecteren
en te voorkomen dan te
reageren.

Organisatie
van de gerechtelijke zuil
De gerechtelijke zuil van
de federale politie (DGJ)
bestaat uit directies op centraal
niveau en gedeconcentreerde
diensten per gerechtelijk
arrondissement (GDA).
DGJ kan haar opdrachten
enkel goed uitvoeren als er
een goede interactie bestaat
tussen deze twee niveaus.
De wetgever heeft gekozen
voor een organisatievorm die
overeenkomstig het administratief
recht ‘deconcentratie’
wordt genoemd. Dit betekent
dat er een hiërarchische verhouding
is tussen de directeurgeneraal
en de gerechtelijke
directeurs, hoofden van een
GDA. Daarbij heeft elke directeur
een mandaat met een
eigen verantwoordelijkheid,
een zekere autonomie en een
verplichting om rekenschap
af te leggen.
OPTIMALISEREN
DOOR AFSTEMMING
Binnen DGJ wordt de afstemming
tussen de niveaus geoptimaliseerd
aan de hand van een
strategisch planningsproces.
Dit proces geeft de verantwoordelijken
zicht op zaken over de
aanwending van de middelen
en de te verwachten resultaten.
Binnen het groter geheel van de
federale politie verloopt deze
cyclus onder de leiding van de
commissaris-generaal t.o.v. het
niveau van de directeurs-generaal
en binnen DGJ verloopt dit
tussen het centrale en gedeconcentreerde
niveau (GDA) onder
de leiding van de directeurgeneraal.
Intern DGJ garandeert dit proces
dat er realistische verwachtingen
kunnen worden geformuleerd ten
aanzien van de directies en dat
er a priori geen structurele overbevraging
ontstaat in de directies
of diensten (centraal of arrondissement).
Paul Van Thielen,
directeur-generaal.
Hierdoor wordt concreet uitvoering
gegeven aan het nationaal
veiligheidsplan dat het beleid
van de federale overheid bevat
voor een termijn van 4 jaar.
In de praktijk wordt deze werkwijze
aangewend opdat de
opdrachten inzake de aanpak
van de prioritaire fenomenen op
centraal en gedeconcentreerd
niveau efficiënt en effectief zouden
verlopen. Zo zijn de centrale
directies o.a. verantwoordelijk
voor het opmaken van de beeldvorming
op nationaal niveau en
het ontwikkelen, het coördineren
en ondersteunen van de politionele
aspecten van de integrale
en geïntegreerde aanpak.
Vanuit zijn autonomie binnen het
gedeconcentreerd model, moet de
gerechtelijke directeur, zijn GDA
leiden om actief te zijn in de
“juiste fenomenen” d.m.v. kwalitatieve
onderzoeksdaden, rekening
houdende met de lokale prioriteiten,
met name de prioriteitenstelling
van de Procureur des Konings,
en de taakafbakening met de
lokale politie.
Jacques Hautcœur,
adjunct directeur-generaal.
5

INTERNE WERKVERHOUDINGEN
Daar waar de verhouding
directeur-generaal - directeur
hiërarchisch van aard is, is de
relatie tussen de directeurs van
het centrale en van het gedeconcentreerde
niveau in principe
complementair, lateraal en
collegiaal. Voor beide niveaus
is het een permanente uitdaging
om elkaar te ondersteunen door
het kwalitatief goed uitvoeren
van hun opdrachten.
In een aantal aspecten kunnen
directeurs hun eigen bevoegdheden
uiteraard zelfstandig uitoefenen
(b.v. de aanwending van de
onderzoekscapaciteit in de GDA
ter uitvoering van de opdrachten
van de gerechtelijke overheden),
maar meestal hebben ze elkaar
nodig om hun eigen opdracht
goed te kunnen uitvoeren.
6
LEIDING ONDERZOEK
Inzake opsporings- of gerechtelijke
onderzoeken wordt de overgrote
meerderheid van de operationele
activiteiten van de gerechtelijke
zuil van de federale politie
uitgevoerd op het arrondissementeel
niveau. Er werd expliciet
afgezien van executieve diensten
op centraal niveau, behoudens
de uitzonderingen voor de bestrijding
van de economische en
financiële criminaliteit (CDGEFID)
en de bestrijding van de corruptie
(CDBC). (zie infra)
De opsporings- of gerechtelijke
onderzoeken staan onder leiding
van de bevoegde gerechtelijke
overheden: federaal parket, procureur
des Konings en onderzoeksrechter.
Door vorderingen,
de zogenaamde ‘kantschriften’,
sturen de magistraten de onderzoekers
aan.
Het gezag van de directeurgeneraal
of een directeur kan
niet slaan op het verloop van
een informatie- of gerechtelijk
onderzoek in een GDA of in
voorkomend geval in een centrale
directie. Hun rol kan enkel
bestaan uit het zonodig coördineren,
het ondersteunen en controleren
van de uitvoering van de
opdrachten.
Justitiepaleis van Gent.

DGA
Algemene directie
bestuurlijke politie
7 centrale directies
Veurne
Ieper
DJB
Directie van de bestrijding
van de criminaliteit tegen goederen
DJP
Directie van de bestrijding
van de criminaliteit tegen personen
DJF
Directie van de bestrijding van de
economische en financiële criminaliteit
DJC
Directie van de bestrijding van
de georganiseerde criminaliteit
DJT
Directie van technische
en wetenschappelijke politie
DJO
Directie van de operaties en de
informatie inzake gerechtelijke politie
DJG
Directie van het beleid,
het beheer en de ontwikkeling
DJMM
Dienst van de gerechtelijke
politie in militair milieu
Brugge
DGJ
Algemene directie
gerechtelijke politie
Kortri jk
Tournai
Gent
Oudenaarde
CG
Commissariaat-generaal
DGS
Algemene directie
operationele ondersteuning
27* GDA’s
Gerechtelijke dienst van het arrondissement
Dendermonde
Mons
Antwer pen
Brus
Brux
Asse
Charler oi
Mechelen
Nivelles
DGP
Algemene directie
personeel
Turnhout
Leuven
Namur
Dinant
Hasselt
Huy
Tongeren
Liège
Verviers
Marche-en-Famenne
Neuchâteau
DGM
Algemene directie
materiële middelen
Arlon
*GDA Brussel bevat Brussel + Asse
7
Eupen

De gerechtelijke dienst
van het arrondissement (GDA)
ORGANISATIE
Per arrondissement heeft de algemene directie
gerechtelijke politie een gedeconcentreerde gerechtelijke
dienst. In de schoot van deze gedeconcentreerde
gerechtelijke diensten bevindt zich het
belangrijkste deel van de capaciteit van het personeel
(85 %). De effectieven verschillen van het
ene arrondissement tot het andere, al naar gelang
hun grootte: in de “kleine” arrondissementen zijn er
rond de 40-tal personeelsleden, in de “middelgrote”
rond de 100 en in de “grote”, 200 of meer.
De organisatie en de leiding van de GDA berust
bij de gerechtelijk directeur. Om hem bij te staan,
beschikt hij in zijn staf over een dienst beheer in de
ruime zin en een dienst belast met de coördinatie
van de operaties. Naast deze twee diensten
bestaat elke GDA uit meerdere afdelingen die
georiënteerd zijn naar de belangrijkste veiligheidsfenomenen,
belast met de uitvoering van
opdrachten van gespecialiseerde gerechtelijke
politie, en afdelingen belast met specifieke steunopdrachten.
Ook al is de organisatie van de ene
GDA verschillend van de andere al naargelang de
eigenheid ervan, kunnen we bvb.: de afdeling
drugs, afdeling mensenhandel en -smokkel, afdeling
ernstige en georganiseerde financiële criminaliteit,
zwendel in voertuigen, … vermelden. Naast deze
afdelingen zijn er ook steundiensten die werken
voor de federale en de lokale politie, zoals een
‘computer crime unit’, een laboratorium voor technische
en wetenschappelijke politie, een afdeling criminele
en bestuurlijke inlichtingen en een afdeling
misdrijfanalyse.
Vanuit de bezorgdheid voor het in plaats stellen van
een integrale en geïntegreerde aanpak, blijkt de
synergie tussen de gerechtelijke directeur en de
bestuurlijke directeur-coördinator (DirCo), belast
met het coördineren van de bestuurlijke politietaken
van het arrondissement, een sleutelelement te zijn
voor een optimale werking op arrondissementeel
niveau.
8
ACTIVITEITEN
Een GDA doet voornamelijk “federaal recherchewerk”
via onderzoeken die door hun omvang de
grenzen van het arrondissement of de grenzen van
ons land overschrijden of onderzoeken die door
hun aard gespecialiseerde kennis vereisen.
De GDA vervult ook bepaalde opdrachten van
gespecialiseerde bestuurlijke politie, zoals bvb.
het opvolgen van “risico groepen”. Een richtlijn van
de Minister van Justitie bepaalt de taakverdeling tussen
de federale en lokale politie, rekening houdend
met de opdrachten en activiteiten die wettelijk zijn
toebedeeld aan deze twee politiediensten.
De gespecialiseerde recherche activiteiten worden uitgevoerd
onder leiding van parketmagistraten (lokale
of federale) of onderzoeksrechters. Echter, vanuit het
concept ‘Intelligence Led Policing’, zijn er voor elke
GDA die geconfronteerd wordt met één van de
prioritaire veiligheidsfenomen van federale aard, ook
andere uitdagingen. Zo is ze met name belast met de
opmaak van een beeldvorming op strategisch vlak:
in-, door- en overzicht in deze fenomenen en het
opbouwen van een goede informatiepositie op operationeel
vlak, zodat proactief onderzoek kan gevoerd
worden naar de meest actieve daders (“targetting”
genoemd). Ook deze taken worden onder de leiding
van de magistraten uitgevoerd.

Beheer
Gespecialiseerde
secties
Drugs
Voertuigenzwendel
Financiële
criminaliteit
…
Directie
Coordinatië
en operationele
leiding
LVA
AIK
Ondersteunende
secties
Labo
CCU
CID
OMA
…
HET ARRONDISSEMENTEEL
INFORMATIEKRUISPUNT (AIK)
In het raam van het recherchewerk is een
geïntegreerd informatiebeheer noodzakelijk.
In elk arrondissement is er daartoe een arrondissementeel
informatiekruispunt (AIK), waar bestuurlijke
en gerechtelijke informatie afkomstig van de lokale
en federale politie wordt verwerkt en geanalyseerd.
Dit ondersteunend instrument samengesteld uit
zowel federale als lokale politiemensen, staat
oa. in voor:
■ het analyseren van recente feiten en gebeurtenissen,
snel supralokale veiligheidsfenomenen identificeren
en hierin een signaalfunctie vervullen;
■ het identificeren van de verbanden tussen
feiten/groeperingen en ze in verband brengen
met de reeds verzamelde informatie omtrent
entiteiten (personen, voertuigen,…);
■ het faciliteren van de coördinatie van de
onderzoeken;
■ het ordenen van de informaties in de tijd
en ruimte voor operationele en strategische
doeleinden;
■ de ondersteuning bij het opvolgen van de
fenomenen;
■ de ondersteuning bij het opvolgen van welbepaalde
groepen dader- en slachtoffergroepen;
■ het bijdragen aan de grensoverschrijdende
politiële informatieoverdracht;
■ het ondersteunen van de functionele beheerders
van de politiezones bij het behandelen van
informatie.
Het functionele beheer van de gerechtelijke informatie
is de bevoegdheid van de gerechtelijke directeur,
die hiervoor de verantwoordelijkheid draagt.
Een dienstchef verzekert de dagelijkse organisatie
en het beheer van de dienst.
9

De directeurs gerechtelijke diensten van de arrondissementen.
DE GDA IN HET RAAM VAN
DE GEÏNTEGREERDE WERKING
EN DE STEUN AAN DE LOKALE POLITIE
De GDA verleent gespecialiseerde steun
aan de opsporingsdiensten van de lokale
politie in het raam van hun opdrachten
van lokale recherche.
De voornaamste structurele steunopdrachten zijn:
■ bijstand door de laboratoria voor technische
en wetenschappelijke politie;
■ bijstand door operationele en strategische
analisten;
■ bijstand door de ‘Computer Crime Unit’;
10
■ ondersteuning inzake het runnen van informanten
en de aanwending van bijzondere opsporingsmethoden;
■ het ter beschikking stellen van videoverhoorkamers;
■ het steunaanbod aan de eenheden van de federale
politie en aan de zones van de lokale politie
voor het onderzoeken van telefonie (Central
Technical Interception – CTI)
Om de optimale coördinatie en informatiedoorstroming
te verzekeren binnen het arrondissement,
detacheert de gerechtelijk directeur één of meerdere
verbindingsambtenaren bij één of meer
lokale politiekorpsen.

De centrale directies
De directeurs van de centrale directies.
Naast de GDA’s bestaat de
gerechtelijke zuil van de federale
politie uit 7 centrale directies.
De verhouding tussen beide
componenten werd reeds
beschreven.
Hierna volgt een overzicht
van de taken van de 7 centrale
directies.
Ze kunnen opgedeeld worden in:
■ 3 “verticale directies” (DJP-DJB-DJF), verantwoordelijk
voor de conceptie van de geïntegreerde en integrale
aanpak van de verschillende veiligheidsfenomenen en
voor de operationele coördinatie en steun binnen die
fenomenen.
■ 4 “horizontale directies” (DJG-DJO-DJT-DJC), die
verantwoordelijkheden en bevoegdheden uitoefenen
dwars door alle fenomenen heen.
11

De directie van de bestrijding
van de criminaliteit tegen de goederen (DJB)
Deze directie organiseert zich
rond de aanpak van de volgende
fenomenen:
GEWAPENDE OVERVALLEN
In het kader van het nationaal
veiligheidsplan worden politionele
initiatieven van bestuurlijke
aard ontwikkeld of bestendigd
(meer bepaald “partnership”,
zijnde het overleg met de banksector)
alsmede het proactief
werken rond targetting (het opvolgen
van de zwaarste criminelen).
ILLEGALE WAPENTRAFIEK
Essentieel wordt gefocust op de
aanpak van de malafide wapenhandelaars,
illegale wapenhandelaars
en bevoorradingsbronnen
van het in België actieve criminele
milieu.
AUTOCRIMINALITEIT
Behelst de ganse problematiek
van diefstal van voertuigen en
zwendel van gestolen voertuigen.
Veel aandacht gaat actueel
naar car- en homejacking en
garagediefstallen. Desbetreffend
werd een meerjaren-project
opgestart in 2002. Hier ook staat
de integrale veiligheidszorg centraal
ondermeer door intensieve
samenwerking met externe partners.
Bovendien is er een expertise
aanwezig inzake het identificeren
van gestolen voertuigen.
12
GEORGANISEERDE DIEFSTALLEN
De aandacht van deze dienst
gaat vooral naar de problematiek
van de rondtrekkende dadergroepen,
die leven van de
opbrengst van de gepleegde
misdrijven. De seriematig
gepleegde woninginbraken,
inbraken in bedrijven en handelszaken,
waaronder ramkraken,
ladingdiefstallen en diefstallen
van waardevolle documenten
worden prioritair aangepakt.
Inzake de zwendel van gestolen
antiek of kunst beschikt de dienst
(ART) over een expertendatabank.
HORMONEN
Deze dienst concentreert haar
activiteiten rond de aanpak van
hormonen gerelateerde criminaliteit
en bekleedt een centrale rol
in de multidisciplinaire aanpak
van de zwendel in groeibevorderende
producten, inclusief illegale
doping.
LEEFMILIEU
Deze dienst is actief in de aanpak
van de zware georganiseerde
leefmilieucriminaliteit en
richt zich meer in het bijzonder
op de zwendel in afvalstoffen,
op de illegale handel in (vermeende)
radioactieve stoffen, op
de illegale handel van door de
Overeenkomst van Washington
(CITES) beschermde dier- en
plantensoorten en de zwendel
in vuurwerk.
FAST (FUGITIVES ACTIVE
SEARCH TEAM)
FAST ondersteunt de opsporing
van iedere persoon voor wie
een veroordeling van tenminste
5 jaar werd uitgesproken en die
niet aangehouden is. Daarbij
spoort ze tevens voortvluchtige
personen op in het raam van de
aan de federale politie toegekende
onderzoeken.

Deze directie is bevoegd voor
diverse vormen van criminaliteit
tegen personen die per dienst
als volgt worden gegroepeerd:
MENSENHANDEL -
MENSENSMOKKEL
Behartigt alle vormen van
mensenhandel (economische
en seksuele uitbuiting met inbegrip
van kindersekstoerisme,
kinderpornografie, handel in
menselijke organen en weefsels,...)
en de mensensmokkel.
Om deze fenomenen degelijk
aan te pakken, dient goed
samengewerkt met de bestuurlijke
en lokale componenten van de
geïntegreerde politie. De multidisciplinaire
aanpak vertaalt zich
in een synergie met externe federale
diensten en departementen
(met onder meer dienst vreemdelingenzaken,
sociale inspectie,
inspectie sociale wetten,
FOD Justitie, FOD Buitenlandse
Zaken), maar ook met nietpolitiediensten
en NGO (zoals
het Centrum voor gelijke kansen
en de opvangcentra voor slachtoffers
mensenhandel, IOM en
ECPAT). De uitwisseling maakt
ondermeer de gedegen beeldvorming
mogelijk.
Scanning van een vrachtwagen in het kader van de bestrijding van mensenhandel.
De directie van de bestrijding
van de criminaliteit tegen personen (DJP)
TERRORISME EN SECTEN
Behartigt voornamelijk de problematiek
van de politiek of ideologisch
geïnspireerde misdrijven,
alsmede de gerechtelijke inbreuken
die worden gepleegd of
gepland door de subversieve,
extremistische en terroristische
groeperingen of door schadelijke
sektarische organisaties.
De dienst terrorisme en sekten
heeft ook aandacht voor de dreiging
die uitgaat van het islamextremisme,
doch ook voor andere
fenomenen als de Turks/
Koerdische problematiek, de
Balkangroeperingen, Europees
terrorisme of nationaal terrorisme
(anarchisme, extreem-links,
extreem-rechts, ecoterrorisme, ...).
De dienst heeft frequente contacten
met de Veiligheid van de
Staat, de Militaire inlichtingenen
veiligheidsdienst en de AGG.
DRUGS
Deze dienst oriënteert haar activiteiten
voornamelijk naar de
bestrijding van de productie van
drugs in ons land, de nationale
en internationale drughandel en
het drugtoerisme.
Hierbij worden prioritaire accenten
gelegd om de clandestiene
laboratoria voor synthetische
drugs op ons grondgebied te kunnen
detecteren en op te rollen.
Verder wordt er gefocust op de
invoer van cocaïne en de uitvoer
van synthetische drugs en heroïne.
Het bestrijden van de criminele
organisaties die actief zijn op
ons grondgebied wordt geöriënteerd
op deze die betrokken zijn
bij het produceren en/of verhandelen
van synthetische drugs en
heroïne.
De dienst probeert ook in partnership
met de lokale politie en
overheden het beste politionele
“antwoord” te ontwikkelen op
tendenzen die worden opgemerkt.
Tenslotte worden ontradende
maatregelen op het terrein geïnitieerd
en/of gecoördineerd om
het drugstoerisme en de eraan
verbonden overlast te bestrijden.
AGRESSIE
Deze dienst bevat twee cellen:
■ de cel vermiste personen die
politiediensten ondersteunt in
het raam van onrustwekkende
vermissingen of parentale ontvoeringen.
■ de cel geweld tegen personen
die ondersteuning geeft
in moord- en zedenzaken,
ondermeer met de databank
ViCLAS, en in gijzelingen/
ontvoeringen, afpersingen en
bedreigingen.
13

De directie van de bestrijding van
de economische en financiële criminaliteit (DJF)
Deze directie is bevoegd voor
de bestrijding van corruptie, economische
en financiële delicten
en immateriële misdrijven.
Een belangrijke opmerking dient
gemaakt alvorens te detailleren:
twee diensten van deze directie(CDGEFID
en CDBC) wijken
af van de algemene regel dat
er geen federale recherchecapaciteit
wordt samengebracht op
centraal niveau. Zij kunnen dus
daadwerkelijk belast worden met
de uitvoering van opsporings- of
gerechtelijke onderzoeken, naast
de klassieke taken van de centrale
diensten op het federale
niveau.
CDGEFID
De centrale dienst voor de
bestrijding van de georganiseerde
economische en
financiële delinquentie wil vanuit
haar centrale positie de effectiviteit
en de efficiëntie van het
financieel rechercheren verhogen.
Haar core-business is het (ondersteunen
van het) opsporen van
ernstige en complexe economische
of fiscale misdaden of
wanbedrijven.
Daarbij moet uiteraard in de
eerste plaats worden gedacht
aan witwassen, maar ook aan
de financiering van terroristische
activiteiten, ernstige en georganiseerde
economische of fiscale
inbreuken, BTW-fraude, misbruik
14
van rechtspersonen, Europese
Unie fraude, misdrijven van voorkennis
en beurskoersmanipulaties,
het onwettig aantrekken van
spaargelden in het openbaar, en
complexe financiële oplichtingen.
CDGEFID is ook bevoegd voor
de ondersteuning van patrimoniumonderzoek
of vermogensanalyse.
De vermogensanalyse is
een techniek die erin bestaat het
wederrechterlijk vermogensvoordeel
te berekenen, dit vermogensvoordeel
te lokaliseren met
het oog op een bewarend
beslag en een eventuele latere
verbeurdverklaring, ondersteunend
bewijs te leveren met
betrekking tot het basismisdrijf
en de organisatiestructuur van
dadergroepen meer inzichtelijk
te maken.
CDGEFID heeft via zijn verbindingsofficieren
ter plaatse uiteraard
zeer frequente contacten
met de Cel voor Financiële
Informatieverwerking (CFI) en
het Centraal Orgaan voor
Inbeslagneming en Verbeurdverklaring
(COIV).
CDGEFID werd ingevolge
een protocolakkoord tussen
de Ministers van Justitie,
Binnenlandse Zaken en Financiën
versterkt met fiscale ambtenaren
die de hoedanigheid hebben van
‘officier van gerechtelijke politie’.
Ook de ondersteuningscel in de
strijd tegen de BTW carrouselfraude,
een unieke samenwerking
tussen ambtenaren van de BTW
administratie en van de federale
politie, is ondergebracht binnen
CDGEFID.

CDBC
De centrale dienst voor de
bestrijding van de corruptie is
bevoegd voor (de ondersteuning
van) het opsporen van misdrijven
ten nadele van de belangen van
de staat, de fraude gepleegd bij
openbare aanbestedingen, alsmede
de ernstige en complexe
misdrijven van private en publieke
corruptie.
Hij is in het bijzonder belast om
aan beeldvorming te doen en
daarom de corruptiegevoelige sectoren
van het overheidshandelen te
detecteren en een voorstel tot geïntegreerde
aanpak te formuleren.
Misdrijven gepleegd door ambtenaren
als privé-persoon, dossiers
van fiscale fraude, bouwovertredingen
en inbreuken op de
sociale wetgeving vallen buiten
hun core-business.
Het federaal parket, werd aangewezen
om het specifiek toezicht
op de werking van deze dienst uit
te oefenen.
CDBV
De centrale dienst voor de
bestrijding van valsheden
staat in voor de aanpak van:
■ de problematiek van het
vals geld (CDBV-M).
Deze afdeling is gehuisvest
in de gebouwen van de
nationale bank van België;
■ de valse en vervalste identiteitsdocumenten
(CDBV-D);
■ de problematiek van de vervalsing
van en de fraude met
andere betaalmiddelen, zoals
kredietkaarten (CDBV-C);
■ de andere elementen van
valsheden en de namaak,
zoals dure merkkledij, miskenning
van auteursrechten of
andere vormen van piraterij
steeds voor zover het georganiseerde
criminaliteit betreft
(CDBV-P).
FCCU
De Federaal Computer Crime
Unit verzorgt drie functies, die
vanwege de hoge techniciteit
moeten geclusterd worden:
■ alle vormen van ICT-criminaliteit
(information communication
technology);
■ de technische ondersteuning
bij onderzoeken in geautomatiseerde
omgeving;
■ de internet opsporingen.
Naast deze centrale dienst zijn
er, binnen de GDA’s, in de
meeste arrondissementen zogenaamde
Computer Crime Units
(CCU). Deze CCU’s hangen
hiërarchisch af van de gerechtelijk
directeur en met de FCCU is
er een functionele band, die een
zekere kwaliteitsniveau en kwaliteitsbetrouwbaarheid
moet garanderen.
ECOFIN-DOC
ECOFIN-DOC is het operationeel
secretariaat en het invalspunt
voor de operationele documentatie
van de directie DJF.
Aangezien er binnen DJF operationele
diensten zijn die processen-verbaal
opstellen, werd een
Financial Information Center
opgericht, die grosso modo
dezelfde functionaliteit uitoefent
als een AIK.
15

De directie van de bestrijding
van de georganiseerde criminaliteit (DJC)
Deze directie levert vanuit de
federale politie een bijdrage
aan de strijd tegen de georganiseerde
criminaliteit op strategisch,
operationeel en tactisch
vlak. Omdat bij georganiseerde
criminaliteit de organisaties centraal
staan (ttz de dadergroepen)
en niet de feiten die ze plegen,
is een nauwe samenwerking met
de andere directies, die eerder
gearticuleerd zijn rond criminele
fenomenen, een dagelijkse realiteit
in een matrixorganisatie.
Op strategisch niveau vertaalt
de opdracht zich naar de beeldvorming.
Ingevolge het actieplan
van de Regering in de strijd
tegen de georganiseerde criminaliteit,
is de dienst belast met
het opstellen van het jaarrapport
ten behoeve van de minister van
Justitie.
Tot op heden heeft het rapport
een overwegend beschrijvend
karakter, hoofdzakelijk gebaseerd
op politionele informatie.
Meer en meer wordt gewerkt
aan een jaarrapport dat daarnaast
zal georiënteerd zijn naar
de potentiële dreiging op basis
van een ruimere omgevingsanalyse.
Vanuit operationeel oogpunt is
het onmogelijk om de georganiseerde
criminaliteit in haar totaliteit
vanuit een directie aan te
pakken. Daarom worden binnen
de directie projecten rond specifieke
dadergroepen opgezet.
16
Actueel lopen de volgende
projecten rond de onderstaande
dadergroepen actief in ons land:
■ MAHJONG: Aziatische criminele
organisaties, met inbegrip
van de criminelen die in
ons land en in het buitenland
samenwerken met deze criminele
organisaties;
■ ANTIMAFIA: criminele organisaties
die banden onderhouden
met Italiaanse maffieuze
organisaties of die kenmerken
van deze organisaties vertonen;
■ HIGHSIDER: Belgische criminele
motorbendes die de
openbare veiligheid bedreigen;
■ ROC: criminele organisaties,
die overwegend of uitsluitend
bestaan uit daders afkomstig
uit één van 15 ex-USSR republieken.
■ BALKAN: Albanese criminele
organisaties.
Bovendien heeft DJC de getuigenbescherming
binnen haar
verantwoordelijkheid. De getuigenbescherming
omvat het
geheel van gewone en/of bijzonderebeschermingsmaatregelen
die kunnen genomen worden
ten voordele van personen die
bereid zijn te getuigen in een
rechtszaak en waarvan de veiligheid
van deze persoon en/of
hun familie ernstig bedreigd
wordt.
CRIMINELE ORGANISATIES
WORDEN GEKENMERKT DOOR:
■ Planmatig plegen van
misdrijven die elk op zich
of in hun totaliteit van aanzienlijke
betekenis zijn;
■ streven naar winst en/of
macht;
■ samenwerking van meer
dan 2 betrokken personen;
■ gedurende een vrij lange
periode;
■ met verdeling van taken,
door gebruik te maken van
minstens één van volgende
criteria:
gebruik van commerciële
structuren;
gebruik van geweld of
andere intimidatiemiddelen;
invloed op het politieke
leven, de media, het
openbaar leven, de
justitie of het bedrijfsleven.

De directie van technische
en wetenschappelijke politie (DJT)
Deze directie behartigt de materies
verbonden met de technische
en wetenschappelijke politie,
onverminderd de bevoegdheden
van het Nationaal Instituut voor
Criminalistiek (NICC).
De directie staat in voor het
beleid in verband met de materiële
forensische bewijsvoering in
de onderzoeken, die gevoerd
worden door de recherchediensten
van de lokale en federale
politie. Als centrale dienst levert
zij steun o.m. in de vorm van
expertise aan de Laboratoria
voor Technische en
Wetenschappelijke politie (TWP)
bij de gerechtelijke diensten in
elk gerechtelijk arrondissement.
Zij omvat vier diensten:
LABO
Deze coördinerende dienst
omvat de afdeling logistiek, die
instaat voor de specifieke individuele
en collectieve uitrusting en
de middelen, noodzakelijk voor
het functioneren van de diverse
laboratoria TWP op het terrein
volgens genormeerde en gestandaardiseerde
werkmethodes.
Daarnaast is er een afdeling
ROBOT, die operationele steun
levert op het vlak van de tekening
van het gelaat van daders
waarmee slachtoffers of getuigen
geconfronteerd werden
(Robotfoto). De afdeling komt
ook tussen in bepaalde gevallen
van vermiste personen. De reconstructie
tenslotte van het gelaat
van onherkenbare slachtoffers is
ook één van de specialiteiten.
GERECHTELIJKE IDENTIFICATIE
(GID)
Deze dienst staat in voor de verzameling,
de behandeling en de
exploitatie via een centrale databank
(AFIS) van alle vingerafdrukken
en vingersporen opgenomen
op de plaats van de misdrijven.
De afdeling DECA beheert de
bladen waarop de vingerafdrukken
van aangehouden personen
zijn afgedrukt. Elk nieuw blad
wordt vergeleken met het
bestand afdrukken en vervolgens
met het sporenbestand.
De afdeling MONO beheert de
sporen. Elk nieuw spoor wordt
vergeleken met alle nog niet
opgeloste sporen en daarna met
alle bestaande vingerafdrukken.
De samenwerking van die twee
afdelingen leidt tot de identificaties
van onbekende (levende of
overleden) personen, personen
met een dubbele identiteit (alias)
en verdachten van misdrijven.
AUDIO en VIDEO
Deze dienst omvat twee afdelingen:
■ De expertiseactiviteiten van het
audiolaboratorium situeren
zich op het vlak van het
maken van kopieën, het verbe-
teren van de kwaliteit van
bestaande geluidsopnames
(filtering), de analyse in het
algemeen van opnames en
tenslotte de analyse en vergelijking
van de stem.
■ De expertise van het videolaboratorium
bestaat uit algemene
analyse van een beeldopname,
het verbeteren van
de kwaliteit en de extractie
van stilstaande beelden uit
video-informatie van diverse
formaten.
RESEARCH & DEVELOPMENT
en QUALITY ASSURANCE
Deze dienst houdt zich bezig
met conceptueel werk over de
snel evoluerende werkmethodes
en technieken binnen het domein
van de technische en wetenschappelijke
politie.
Het betreft de aspecten die verband
houden met de waarde
van het materiele bewijs zoals
de kwaliteitsborging en controle,
het zoeken en ontwikkelen van
nieuwe technieken en middelen,
de opleidingen, de veiligheid en
het opstellen van normen en standaarden
in samenwerking met
het NICC en externe diensten.
De dienst licht ook de andere
betrokken politiediensten in over
de internationale aanvragen voor
een DNA-vergelijking, die aan
ons land via het Federaal Parket
worden overgemaakt.
17

De directie van de operaties
en de informatie (DJO)
Deze directie verzekert:
■ het beheer van de bijzondere
politietechnieken en het informantenbeheer;
■ de operationele coördinatie,
controle en ondersteuning van
de gedeconcentreerde gerechtelijke
diensten, inzake de bijzondere
opsporingsmethodes;
■ het nationaal punt ter ontwikkeling
en opvolging van het
concept van de gerechtelijke
informatiehuishouding (NCI);
■ de deelname vanuit DGJ aan
het (nog te creëren) nationaal
invalspunt.
Daarnaast betracht de directie
operaties zicht te houden op de
inzet van de bijzondere eenheden.
Bij capaciteitsproblemen zal
zij namelijk de nodige voorbereidende
analyse van de toestand
moeten verzekeren ten voordele
van de beslissende magistraat,
met name de federaal procureur.
Inzake de informatiehuishouding
waakt deze directie over de conceptie
van de systemen op federaal
niveau (expert-databanken).
De verschillende diensten van
DJO zijn:
OPERATIES
Deze dienst ondersteunt vooral
het nationaal beheer van de
informanten (vergelijking van de
18
codes), de betaling van informanten
en de correspondentie
met de federale magistraten.
MISDRIJFANALYSE (MAC)
Deze dienst is verantwoordelijk
voor de conceptie van de operationele
misdrijfanalyse alsmede
het beheer van de analisten.
Concreet gaat het over de selectie,
de vorming, de plaatstoewijzing
en de opvolging van de
operationele misdrijfanalisten.
De analisten in de GDA’s werken
onder het gezag van de gerechtelijk
directeurs. Maar met de dienst
MAC bestaat er een functionele
band, die kwaliteitsniveau en -
betrouwbaarheid moet garanderen.
Op het federale niveau bestaat
er een pool analisten die in principe
ingezet worden bij de verschillende
federale directies.
Uitzonderlijk kunnen zij een GDA
versterken.
Opvolging van de
INFORMATIEHUISHOUDING (NCI)
Concreet zorgt deze dienst binnen
de algemene directie van de
gerechtelijke politie voor de begeleiding
en de functionele bewaking
van de invoering van het concept
“algemene nationale gegevensbank”
op basis van het artikel
44 van de wet op het politieambt.
Het NCI heeft daarnaast een
pilootfunctie inzake de opvolging
van de werking en organisatie
van de arrondissementele informatiekruispunten
(AIK).
PERMANENTIE
Zoals het woord het zegt verzekert
deze dienst de permanente
bereikbaarheid van DGJ. Op termijn
zullen bepaalde functionaliteiten
worden overgenomen door
het nationaal invalspunt.
TAP
Deze dienst is verantwoordelijk
voor het algemeen beleid, de
operationele coördinatie en voor
de uitbouw van de expertfunctie
op het vlak van het opsporen en
het beluisteren van telecommunicaties.
Zij legt de brug naar alle
telecomoperatoren en verstrekkers
van telecommunicatiediensten in
alle beleidsmatige en functionele
(niet puur-technische) aangelegenheden
in dit kader.
Deze dienst coördineert het netwerk
C.T.I. (Cel Telecommunicatie
en Interceptie), dat
bestaat uit alle specialisten telecom
uit de verschillende GDA’s.
TV
Deze dienst staat in voor de
opsporingsprogramma’s evenals
voor de korte opsporingsberichten
via de media.

De directie van het beleid,
het beheer en de ontwikkeling (DJG)
De diensten binnen DJG moeten
gezien worden als brugfuncties,
die permanent de behoeftes peilen
van onze zuil en deze vertalen
naar de bevoegde diensten
van DGP en DGM. Binnen de zuil
is DJG verantwoordelijk voor een
billijke verdeling van de middelen.
Daarnaast is deze directie is
bevoegd om nieuwe methodes
m.b.t. de gerechtelijke politie
op te volgen en uit te werken.
Daartoe werd ze rond de volgende
domeinen georganiseerd:
BELEIDSONDERSTEUNING
De dienst beleidsondersteuning
heeft een taak van juridische en
documentaire ondersteuning en
een vertaaldienst. Onder juridische
en documentaire ondersteuning
wordt verstaan het verlenen
van algemeen juridisch advies
aan de algemene directie, de
centrale directies en de GDA’s en
het omzetten van richtlijnen van
de Minister(s) of van het College
van Procureurs-Generaal naar
concrete directieven. De documentaire
ondersteuning concretiseert
zich in het verzekeren van
het conceptiewerk inzake de primaire
processen (klassieke
recherchemethodes) en het verze-
keren van de doorstroming van
de niet-operationele documentatie
terzake.
PLANNING EN OPVOLGING
Deze dienst ondersteunt de
directeur-generaal bij de ganse
beleidscyclus en dit zowel op het
federale niveau (ontwikkeling,
verwezenlijking en opvolging
nationaal veiligheidsplan) als bij
de interactie met de gedeconcentreerde
diensten (beleidsontwikkeling
en beheerscontrole).
Deze laatste worden eveneens
methodologisch ondersteund
door deze dienst inzake de
beleidscyclus.
De strategische analisten van het
centrale niveau worden door deze
dienst ondersteund. Ze worden in
principe gedurende een min of
meer lange periode aangehecht
bij één of andere dienst van een
centrale directie, teneinde zich vertrouwd
te maken met (de context
van) de te bestuderen fenomenen.
GEDRAGSWETENSCHAPPEN
Deze dienst draagt bij tot de
kwaliteit van het gerechtelijk
werk van de federale en lokale
politie door menswetenschappelijke
inzichten van persoonlijkheid,
communicatie en cultuur te
operationaliseren naar het recherchewerk
toe.
Concreet gaat het om verhoortechnieken,
met een bijzonder
accent op kinderverhoor en polygrafie
en, om expertise inzake
gedragsanalyse.
BUDGET EN LOGISTIEK
Deze dienst bereidt de behoeftenbepaling
voor van de financiële
en materiële middelen, verricht
ter zake het beheer en de
verdeling ten behoeve van het
federale en gedeconcentreerde
niveau.
PERSONEEL
Deze dienst centraliseert de
behoeften inzake personele middelen
van de centrale directies
DGJ en de gerechtelijke diensten
van de arrondissementen, meer
in het bijzonder verbonden met:
mobiliteit, detacheringen, buitenlandse
zendingen, vormingen, ...
Ze bereidt de tuchtdossiers voor
ten behoeve van de directeurgeneraal.
TELEMATICA
Naast het bieden van de noodzakelijke
en mogelijke technische
ondersteuning inzake telematica,
is deze dienst voornamelijk gelast
met het verzamelen van de
behoeften van de diensten van de
gerechtelijke pijler, het communiceren
van deze behoeften aan de
directie-generaal operationele
ondersteuning en de opvolging
van de verwezenlijkingen.
19
Polygrafie

De dienst van de gerechtelijke politie
in militair milieu (DJMM)
De leden van de dienst van
de gerechtelijke politie in
militair milieu worden belast
met de gespecialiseerde
onderzoeksopdrachten bij
de krijgsmachten.
20
De bevoegdheden van de
DJMM strekken zich uit over het
nationale grondgebied en op de
plaatsen waar Belgische strijdkrachten
actief zijn in het buitenland.
Door de herstructurering van de
militaire gerechten, maakt de toekomst
van deze dienst voorwerp
uit van grondige evaluatie.
Deze evaluatie wordt uitgevoerd
in overleg met de betrokken overheden.

Invalspunten
Directeur-generaal . . . . . . . . . . . Fritz Toussaintstraat, 47 - 1050 Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . 02/642.78.05
CENTRALE DIRECTIES
DJB . . . . . . . . . . . . Fritz Toussaintstraat, 47 - 1050 Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . 02/642.65.89
DJC . . . . . . . . . . . . Fritz Toussaintstraat, 47 - 1050 Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . 02/642.76.71
DJF . . . . . . . . . . . . Notelaarstraat, 211 - 1000 Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02/743.74.14
DJG . . . . . . . . . . . Fritz Toussaintstraat, 47 - 1050 Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . 02/642.69.33
DJO . . . . . . . . . . . Fritz Toussaintstraat, 47 - 1050 Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . 02/642.78.06
DJP . . . . . . . . . . . . Fritz Toussaintstraat, 47 - 1050 Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . 02/641.21.78
DJT . . . . . . . . . . . . Notelaarstraat, 211 - 1000 Brussel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02/743.73.57
GERECHTELIJKE DIENST ARRONDISSEMENT
Antwerpen . . . . . . . . . . . . Noordersingel 27 - 2140 Antwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . 03/670.77.77
Arlon . . . . . . . . . . . . Rue de Neufchâteau,132 - 6700 Arlon . . . . . . . . . . . . . . . 063/67.04.11
Brugge . . . . . . . . . . . . Koopmansstraat 1A - 8000 Brugge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 050/47.38.00
Brussel . . . . . . . . . . . . Square Victoria Regina 1 - 1000 Brussel . . . . . . . . . . . . . . 02/223.90.05
Brussel/Asse . . . . . . . . . . . . Nerviersstraat 60 - 1730 Asse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02/451.22.01
Charleroi . . . . . . . . . . . . Bd Pierre Mayance, 67 - 6000 Charleroi . . . . . . . . . . . . . 071/23.64.13
Dendermonde . . . . . . . . . . . . Leopold II laan 55 - 9200 Dendermonde . . . . . . . . . . . . . 052/26.02.90
Dinant . . . . . . . . . . . . Quai Culot 24 - 5500 Dinant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 082/21.42.89
Eupen . . . . . . . . . . . . Herbesthalerstrasse 12 - 4700 Eupen . . . . . . . . . . . . . . . . . 087/59.62.22
Gent . . . . . . . . . . . . Groendreef 181 - 9000 Gent . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 09/237.12.11
Hasselt . . . . . . . . . . . . Rijkelstraat 82 - 3510 Hasselt-Kermt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 011/87.01.11
Huy . . . . . . . . . . . . Rue de la Motte 8 - 4500 Huy . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 085/27.32.26
Ieper . . . . . . . . . . . . De Montstraat 2 - 8900 Ieper . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 057/22.82.28
Kortrijk . . . . . . . . . . . . Graaf Boudewijn IX laan - 8500 Kortrijk . . . . . . . . . . . . . . 056/27.14.11
Leuven . . . . . . . . . . . . Philipssite,4 - 3000 Leuven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 016/28.04.11
Liège . . . . . . . . . . . . Rue St Léonard 47 - 4000 Liège . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 04/228.91.11
Marche . . . . . . . . . . . . Rue Notre-Dame de Grâce 105 - 6900 Marche . . . . . . 084/32.02.74
Mechelen . . . . . . . . . . . . Nekkerspoelstraat 273 - 2800 Mechelen . . . . . . . . . . . . . 015/56.93.00
Mons . . . . . . . . . . . . Cité administrative de l’Etat Bloc 6-7-8
Chemin de l’Inquiétude - 7000 Mons . . . . . . . . . . . . . . . . . 065/40.38.38
Namur . . . . . . . . . . . . Rue de l’Arsenal 14 - 5000 Namur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 081/25.62.32
Neufchâteau . . . . . . . . . . . . Avenue de la Gare 20 - 6840 Neufchâteau . . . . . . . . . . 061/22.02.14
Nivelles . . . . . . . . . . . . Rue de Soignies 8 - 1400 Nivelles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 067/28.21.35
Oudenaarde . . . . . . . . . . . . Bergstraat 32 - 9700 Oudenaarde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 055/33.72.27
Tongeren . . . . . . . . . . . . Vennestraat,461 - 3600 GENK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 089/32.92.26
Tournai . . . . . . . . . . . . Avenue de Maire 19 - 7500 Tournai . . . . . . . . . . . . . . . . . 069/68.23.01
Turnhout . . . . . . . . . . . . Noord Brabantlaan 70 - 2300 Turnhout . . . . . . . . . . . . . . . 014/40.72.16
Verviers . . . . . . . . . . . . Rue du Tribunal 2 - 4800 Verviers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 087/32.38.38
Veurne . . . . . . . . . . . . Zuidburgweg 10 - 8630 Veurne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 058/33.53.25
Permanentie DGJ
24u/24 . . . . . . . . . . . . 02/642.78.09
21

www.fedpol.be