Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
PIPPÜIPÜI<br />
Achterdocht, goedmoedigheid en een tikje<br />
Weensche filosofie, vereenigd in Moser'»<br />
type.<br />
Karl Geschwandtner is al 35 jaar huisknecht<br />
in het Europa Hotel. Daar in de huid van dezen<br />
huisknecht Hans Moser steekt, is duidelijk, dat<br />
Karl een toonbeeld is van eenigszins achterdoch-<br />
tige, opvliegende toewijding en van lichte zelf-<br />
overschatting.<br />
Vijf en dertig jaren de boodschappen voor<br />
anderen doen heeft Karl niet van zijn idealisme<br />
beroofd. In hem brandt het vurige ideaal portier<br />
van het hotel te worJen. Want een portier van<br />
een groot hotel is in macht haast te vergelijken<br />
met den Lieven Heer zelf. . . .<br />
Eindelijk komt Karl's kans. Althans voor één<br />
avond en nacht, als de brutale nachtportier door<br />
zijn chef wordt ontslagen. Karl besluit alle ge-<br />
droomde beginselen, waarop een goed portier<br />
zich zijns inziens dient te baseeren, in practijk te<br />
brengen. Zijn goedigheid en zijn vertoon van<br />
ÉÉN NACHT<br />
PORTIER<br />
J^en Bavarian film onder regle van H. H. Zerlett<br />
strenge waardigheid brengen hem daarbij danig<br />
in moeilijkheden. Een naar engagementen zoe-<br />
kend, half verhongerd tooneelspeelstertje geeft hij<br />
stiekum onderdak op zijn eigen zolderkamer. Een<br />
naar talenten zoekende toonèeldirecteur wordt<br />
met een soort van goedmoedige afpersing tot aan-<br />
dacht voor het tooneelspeelstertje gedwongen.<br />
Een professor, die miniaturen schildert en naast<br />
een charmante pianiste een appartement bewoont,<br />
moet Karls pogingen hem aan de pianiste te kop-<br />
pelen en los te maken van een temperamentvolle<br />
danseres, per sé over zich heen laten gaan. De<br />
temperamentvolle danseres veroorzaakt een vree-<br />
selij k schandaal door serviezen stuk te gooien en<br />
haar paarlcollier aan een onbekenden hotelrat<br />
kwijt te raken. De onbekende hotelrat geeft zich<br />
uit voor politiedeskundige en berooft, tijdens het<br />
door Karl geleide onderzoek, haast alle gasten<br />
van een kostbaarheid. Het wordt een gekkenhuis<br />
in het Europa Hotel. Een gekkenhuis van pro-<br />
testeerende, opgesloten zijnde, huilende gasten en<br />
een in zijn machtsgevoel volkomen losgeslagen<br />
portier. De directeur keert terug en ontslaat Karl<br />
op staanden voet. Karl begaat de impertinentie<br />
een kamer voor zichzelf en een kamer voor zijn<br />
tooneelspelende beschermelinge te huren. Dan<br />
komt hij er achter, dat de hulpvaardige politie-<br />
deskundige de dief is, ontmaskert dezen dief op<br />
omslachtige doch afdoende wijze, redt de eer van<br />
het Europa Hotel en aanvaardt goedgunstig het<br />
opnieuw aangeboden baantje van. . . . huisknecht.<br />
De ervaring heeft hem geleerd, dat het niets pret-<br />
tig is zoo hoog te stijgen! Het behoeft geen be-<br />
toog, dat het tooneelspeelstertje een „engage-<br />
ment" (zij trouwt hem namelijk) van den too-<br />
nèeldirecteur ontvangt, dat de miniaturen-<br />
professor het eens wordt met de pianiste, dat de<br />
temperamentvolle danseres zich troost met haar<br />
allerzotsten secretaris, dat een van zijn vrouw<br />
weggeloopen zakenman de door Karl gewenschte<br />
verzoening toch maar aanvaardt. Dit alles heeft<br />
Karl bewerkstelligd. Zijn onhandigheid blijkt een<br />
zeer gesublimeerde vorm van handigheid te zijn.<br />
gekruid met hier en daar een vleugje Weensche<br />
philosofie.<br />
Dus wel een rol voor Hans Moser. Jazeker I<br />
Maar ik zag den komiek in deze film wel wat te<br />
vaak op het doek. Wij mogen hem niet rekenen<br />
tot de filmkomieken, die het van ,,gags", val- en<br />
smijtpartijen, acrobatiek moeten hebben. De<br />
corypheeën van dit „gag"-genre — dat ik zeer<br />
zeker ook weet te waardeeren! — behooren wèl<br />
voortdurend in het beeld te zijn, omdat alles aan-<br />
komt op hun persoonlijke capriolen. Hans Moser<br />
daarentegen is een humoristische karakterspeler<br />
van een reeds overbekend type. De voortdurende<br />
aanwezigheid van karakterspelers in het beeld is<br />
niet noodig, zelfs niet wenschelijk. Juist met de<br />
scènes, waarin zij eens even ontbreken, heeft men<br />
een mooie kans hun karakters en de gevolgen<br />
van hun uit deze karakters voortvloeiende daden<br />
van allerlei kanten te belichten.<br />
Hier laadde men al het grappige op Mosers<br />
schouders, maakte als het ware een film haast vol-<br />
komen in den „ik-vorm". Het spijt mij, maar op<br />
den duur werd dat mij van het Mosersche te<br />
veel. . . .<br />
Te meer daar hij in „Een nacht portier" om-<br />
geven is door een aantal voortreffelijke spelers.<br />
Zoo was bijvoorbeeld Viktor Afritsch' typeering<br />
van den braven zakenman een klein juweeltje en<br />
de gentleman-oplichter van Fritz Odemar van<br />
hetzelfde laken een pak.<br />
Alles bij elkaar heb ik dan ook dikwijls ge-<br />
noeglijk zitten grinniken om deze pariodeerende<br />
hotel-historie. P. BEISHUIZEN.<br />
nieronder links: De portier (Hans Mo-<br />
ser) en de pseudo-speurder (Fritz Odemar)<br />
deelen de gasten mede, dat een pijnlijk<br />
onderzoek noodig zal zijn. — Rechts: De<br />
op scheiding staande zakenman (Viktor<br />
Afritsch) en zyn vrouw (Ruth Eweler) in<br />
een moeilijk parket, verdacht van juweelen-<br />
roof. (Foto't Bavaria)<br />
,*''""<br />
te<br />
De ontslascn portier, die eerst 35 jaar<br />
huisknecht icas, laat zich nu zelf eens be-<br />
dienen (Hans Moser en Otto Briiggeman).<br />
Hieronder: Het arme actricetje (Irene von<br />
Meyendorff) op zoek naar een engagement.<br />
(Foto's Bavaria)<br />
S/^ EEN NACHT PORTIER<br />
Einmal der liebe Herrgott sein<br />
Draaiboek: Hans G. Kernmayr en Fritz Koselka. —<br />
Muziek: Leo Leux. — Camera: Bruno Stephan. —<br />
Architecten: Reiber en Pfenninger. — Geluid: Lud-<br />
wig Heiss. — Montage: Ludolf Grisebach. — Pro-<br />
ductieleiding: Ottmar Ostermayr.<br />
Regie: HANS H. ZERLETT.<br />
Personen:<br />
Kari Geschwandtner Hans Moser<br />
Marie Christine .... Irene von Meyendorff<br />
Clusius, theaterdirecteur . Hans Zesch-Ballot<br />
Prof. Freiburg Ivan Petrovich<br />
Elvira del Basto Margit Symo<br />
Prof. Scherck-Klerck Fritz Odemar<br />
Verder met Willem Holsboer, Anton Pointner, Lotte<br />
Lang, Ruth Eweler, Viktor Afritsch.<br />
Een BAVARIA-Film<br />
DE TIJD GAAT SNEL ....<br />
Het verschil tusschen de eerste filmstrooken,<br />
die even voor het begin der twintigste eeuw ver-<br />
schenen, en de film van heden is enorm; gevolg<br />
van den onvermoeibaren arbeid verricht door<br />
lieden, die hun heele kunnen zoowel op technisch<br />
als artistiek gebied in dienst hebben gesteld van<br />
de celluloid-strook. Telkens hebben nieuwe vin-<br />
dingen op cinematografisch gebied groote om-<br />
wentelingen veroorzaakt en ook telkens heeft de<br />
filmwereld zich met verbluffende snelheid en sou-<br />
plesse weten aan te passen.<br />
Toen in 1895 het Europeesche publiek, dat<br />
nauwelijks eenige interesse toonde, in een kermis-<br />
tent werd vergast op een voor die dagen zeer<br />
sportief gekleed heer, die op een primitief scherm<br />
ettelijke malen per dag een robbertje bokste met<br />
een kangeroe, heeft wel niemand kunnen vermoe-<br />
den, welke vlucht dit nieuwtje nemen zou.<br />
De tentoonstelling „Veertig jaren Duitsche<br />
Film", die de Ufa in het enorme Palais des<br />
Heaux Arts te Brussel organiseerde, naar aanlei-<br />
ding van haar zoojuist herdacht vijf en twintig<br />
jarig bestaan, brengt ons dit in herinnering. Hier<br />
is in enkele zalen van het groote gebouw in een<br />
serie foto's, plakkaten en maquettes de ontwikke-<br />
lingsgang der Duitsche filmindustrie in beeld<br />
gebracht.<br />
Men zou misschien in sommige opzichten deze<br />
expositie anders gewenscht hebben, meer ter zake<br />
doende; want veel van wat hier hangt en staat is<br />
ten hoogste interessant voor statistici, en van<br />
geenerlei essentieel belang voor het wezen of de<br />
ontwikkeling der film.<br />
Het geheele eerste gedeelte der tentoonstellings-<br />
ruimte vertelt aan de hand van teekeningen en<br />
fotografische opnamen min of meer interessante<br />
bijzonderheden over de uitgestrektheid der Duit-<br />
sche filmstad te Neu-Babelsberg,.<br />
Dan hangt er in een volgende zaal, naast een<br />
serie foto's van filmsterren in hun vrijen tijd, een<br />
verzameling uit het archief van het Ufa-museum,<br />
waaraan men vrij nauwkeurig de diverse ontwik-<br />
kelingsstadia zoowel in opname- als projectie-<br />
• techniek kan nagaan.<br />
Een volgend gedeelte is verder gewijd aan de<br />
Duitsche Cultuurfilm, die in den loop der jaren<br />
over de geheele wereld zoo'n uitnemenden naam<br />
gekregen heeft.<br />
In deze afdeeling heeft ook de Wochenschau,<br />
die op het oogenblik de geheele Europeesche ge-<br />
meenschap doet meeleven met den strijd aan het<br />
front, de haar toekomende voorname plaats ge-<br />
kregen.<br />
En dan, na een serie reclame-plakkaten in alle<br />
talen van Europa (en dat zijn er heel wat als men<br />
zoo eens rondkijkt) geeft een lange reeks uit-<br />
stekende foto's den gang weer van draaiboek via<br />
decorbouw en regieconferenties tot de uiteinde-<br />
lijke film, zooals deze haar weg vindt door ge-<br />
heel Europa. Dit, stellig het interessantste ge-<br />
deelte van deze exposi-<br />
tie brengt werkopnamen<br />
van vrijwel alle bekende<br />
Duitsche repisseurs.<br />
Intusschen is het uiter-<br />
mate interessant een ver-<br />
gelijking te trekken tus-<br />
schen de filmproducten<br />
der laatste jaren en de<br />
rolprenten uit den tijd,<br />
toen de cinematografie<br />
nog nauwelijks haar kin-<br />
Een beeld uit het<br />
Ufa-museum: De. ver-<br />
vaardiging van tee-<br />
ken-trucfilms; nan de<br />
ham] van schema's<br />
«n voorbeelden wordt<br />
hier het ontstaan aan-<br />
gegeven. (Foto Ufa)<br />
hten Uja~juoileumtentoonstelllng te Brussel<br />
derschoenen ontwassen was.<br />
Een film van Hans Adelbert von Schlettow:<br />
„Kinder, wie die Zeit vergeht", die eveneens ter<br />
gelegenheid van het Ufa-jubileum in de bioscoop<br />
van hetzelfde gebouw draaide, geeft hiertoe ruim-<br />
schoots gelegenheid, en het is bijna droevig hier<br />
van tijd tot .tijd filmfragmenten te moeten zien,<br />
die hoewel technisch verouderd van filmisch in-<br />
zicht en filmischen smaak getuigen, die in onze<br />
dagen dikwijls ontbreken.<br />
Deze — behoudens enkele min of meer banale<br />
grollen — werkelijk amusante en onderhoudende<br />
film toont ons o.a. de eerste en opmerkelijk goed<br />
geslaagde poging tot massa-figuratie in de Itali-<br />
aansche film „Julius Caesar" en men realiseert<br />
zich met aangename verbazing de soberheid in<br />
regie, decor en aankleeding, die hier ten toon ge-<br />
spreid is. Een voorbeeld voor verschillende coh-<br />
temporaire regisseurs.<br />
En ook de eerste trucfilms, waarvan de enthou-<br />
siaste en niet meer zoo heel jonge bioscoopbezoe-<br />
ker zich zonder eenigen twijfel „Het Spookslot"<br />
met Max Linder zal herinneren, en misschien ook<br />
de „Papiermensch", verrassen door hun uitsteken-<br />
de trucage, hoewel zij door verschillende onver-<br />
geeflijke onnauwkeurigheden de belangrijkheid<br />
van zooiets moderns als de script-girl scherp<br />
onderstreepen. Het is niets ongewoons om in deze<br />
films den jeugdigen held in een licht pak de trap<br />
af te zien gaan, waarna hij in rouwkleeding door<br />
de voordeur verdwijnt.<br />
De meeste opnamen dateeren omstreeks 1910,<br />
en hoewel het interessant is de „Wochenschau"<br />
uit die dagen te zien, zou men toch iets meer af-<br />
wisseling wenschen, waarvoor zeer zeker scènes<br />
uit de groote L'fa-films, die over de geheele<br />
wereld een succes waren, in de eerste plaats in<br />
aanmerking zouden komen.<br />
Tot slot nog een opmerking over de smalfilm.<br />
In het kader der voorstellingen rond het zilveren<br />
Ufa-jubileum heeft men voor de pers eenige<br />
strecken uit de Ufa , Wochenschau overgebracht<br />
op 16 mm film, evenals een gedeelte uit „Trenck<br />
de Pandoer".<br />
Het probleem der smalfilm heeft sedert langen<br />
tijd de belangstelling der produceerende maat-<br />
schappijen gehad omdat de groote voordeelen er-<br />
van evident zijn, voornamelijk in deze oorlogs-<br />
jaren : materiaalbesparing bij eenvoudige ver-<br />
plaatsing der projectie-apparaten.<br />
De grootste bezwaren waren tot nu toe echter<br />
het moeilijk aanbrengen van ondertitels in de<br />
taal van het land, waarnaar de film geëxporteerd<br />
werd, en het beeld, dat bij vergrooting veel van<br />
zijn scherpte verloor. Na het zien van deze stroo-<br />
ken kan men echter met een gerust geweten zeg-<br />
gen dat deze problemen op radicale wijze zijn<br />
opgelost, zoodat de toekomst der smalfilm weinig<br />
meer in den weg staat.<br />
Brussel. CHARLES KRUPA.
Mum>'*-wv*<br />
GROOT DANSDEBUUT IN<br />
'S-GRAVENHAGE VAN<br />
INDRADEV<br />
Als bezoeker op de vele dansavonden in het<br />
Haagsche Diligentia is de overslanke, nobel-<br />
geprofileerde verschijning van den Hindoe-danser<br />
Indradev Prasad in zijn nationale kleederdracht<br />
overbekend. Nederlandsche vrienden hebben hem,<br />
meen ik in oorlogstijd uit Parijs hierheen gehaald<br />
en zijn dansschool heeft naam gekregen, zonder<br />
dat hij tot dusverre zelf of met zijn leerlingen in<br />
het openbaar optrad.<br />
Nu dat in een lang van te voren aangekondigden<br />
middag wel het geval was, moet ik eerlijk beken-<br />
nen dat ik er eenigszins huiverig naar toe gegaan<br />
ben. De voorliefde van sommige rijkelui's krin-<br />
gen in ons land voor alles wat uit Britsch-Indië<br />
komt, loopt veelal via kanaaltjes en sluisjes,<br />
waar mijn scheepje niet zoo makkelijk doorheen<br />
wil. Nog daargelaten het feit, dat den Haag<br />
altijd nogal gauw snobistisch warm loopt voor<br />
alles wat maar vreemd, wonderlijk en exotisch is<br />
en bij voorkeur door bevoorrechte ingewijden<br />
(waartoe iedereen zich dan rekent) „begrepen"<br />
kan worden.<br />
Welnu, aan uiterlijk vertoon heeft het dezen<br />
middag ook stellig niet ontbroken. Heel den<br />
Haag was in een uitverkochte zaal present, er<br />
werd na elk der veertien dansen zulk een schat'<br />
van bloemen opgedragen als een heel ziekenhuis<br />
in een week niet bij elkaar ziet. En van heinde<br />
en verre waren alle kunstzusters en kunstbroeders<br />
uit de danswereld samengestroomd. De lijst der<br />
aanwezigen en het „Drum und Dran" van dezen<br />
middag zou in tijden van grooteren papierover-<br />
vloed op zichzelf al een zeer leesbare lectuur ge-<br />
vormd hebben.<br />
Maar laat mij dan terstond mogen zeggen, dat<br />
Indradev het pleit glansrijk gewonnen heeft en<br />
dat wel ieder aan dezen eersten middag diepe en<br />
onvergankelijke herinneringen zal behouden. Het<br />
was temidden van veel pracht en praal een uiterst<br />
gekund, voornaam en bezield dansen. De Hindoe<br />
heeft tijd en rust. Terwijl wij bij de grootste<br />
dansers vaak na een uur weer op straat staan,<br />
bleven wij hier de volle drie en een half uur ge-<br />
boeid staren naar de geheimen en verfijningen<br />
van een oude, mythologische gebaren-taal, die ons<br />
bovendien minder ver af staat dan wij wel eens<br />
denken.<br />
In den loop der jaren heeft men, ook in ons<br />
land, verschillende vooraanstaande Hindoe-dan-<br />
sers gezien. De grootste en nobelste van hen,<br />
Udai Shan Khar, placht hier vrijwel ieder seizoen<br />
op te treden. Hindoe-danseressen, over het alge-<br />
meen zeldzamer dan de dansers (als ik het wel<br />
heb, bestaan daar kaste-bezwaren tegen en laat<br />
men dat gemeenlijk aan de beroeps-odalisken, de<br />
nautch-meisjes, over), volgden eveneens en min-<br />
stens een van haar — de kleine, sierlijke Saba —<br />
heeft zich blijvend in ons land gevestigd.<br />
Wat zij brachten, is den Europeaan in wezen<br />
verwanter dan de overigens technisch niet minder<br />
kunstige dans van Java of Cambodja. De oer-<br />
arische oorsprong van den Hindoe, zijn klare,<br />
loutere, vaak zonnige en op een stil-droomend<br />
hedonisme afgestemde thema's blijven ons ver-<br />
want, zelfs in de letterlijk „aan handen en voeten<br />
gebonden" symbolische uitdrukkingsmiddelen.<br />
In het Sanskrit, heb ik wel eens gelezen, is er<br />
maar één en hetzelfde woord voor tooneel en<br />
dans. De danser „speelt" alles met zijn lichaam<br />
en zijn dansen zijn zuivere „hieroglyphen": een<br />
uitdrukkingstaai van vingertoppen en voet- en<br />
halsstanden, die den onkundigen toeschouwer<br />
weliswaar voorbij gaat als een soort „doofstom-<br />
mentaal", maar die door andere „doofstommen"<br />
dusdanig duidelijk „verstaan" word|, dat zij<br />
geen detail onduidelijk laat. Het was daarom<br />
goed gezien om deze dansen<br />
vooraf te doen gaan door een<br />
demonstratie van de aloude, vaste<br />
rhythmen, die niet alleen in vier-<br />
en vijfkwartsmaat, of zooals bij<br />
de Russen in zevenkwartsmaat,<br />
maar door den Hindoe zelfs in<br />
zestien en tweeëntwintig-kwarten<br />
gedanst worden. Ook de verschil-<br />
lende „moedra's", de vaste hiero-<br />
glyphen van hand en vingertop-<br />
pen, werden van te voren ge-<br />
demonstreerd en al kunnen wij<br />
moeilijk zeggen, dat wij nu ineens<br />
de 24 „wortelmoedra's" en de<br />
650 andere „danswoorden" van<br />
het rhythmisch gemouvementeer-<br />
de lichaam kunnen „aflezen", het<br />
maakte toch zonder twijfel de<br />
daarop volgende dansen veel en<br />
veel duidelijker. En Indradev is<br />
inderdaad volleerd en zelfs gróót<br />
in zijn moedra's. Voegt men daar-<br />
bij het beheerschte en sterk-man-<br />
nelijke temperament, de vaste<br />
planting van zijn voetschellen op<br />
den dansvloer en zijn groote,<br />
vorstelijke allure voor costuum<br />
en detail, dan kan men wellicht<br />
eenigszins den indruk voelen, die<br />
deze middag maakte. Prachtige<br />
natuur- en lente-dansen, lyrische<br />
liefdesrhythmen, culmineerend in<br />
Indradev en Mohini Devi in<br />
een herdersdans.<br />
Een der „Moedra's" of „danstcoorden"<br />
van Indradev^ (Foto's Woldringh)<br />
een geheel in goud gedansten parendans, een<br />
„Mogul Nautch" uit vroeger eeuwen, religieuze<br />
Shiva en Krishna-riten na de pauze vormden<br />
bonte, pralende stoeten van dansenden tegen den<br />
achtergrond van een voortreffelijk samengesteld<br />
Hindoe-orkest, waarvan het koninklijke beeld<br />
zich diep in de herinnering grift. Ik moet zeggen,<br />
dat ik nog nimmer zooveel smaak en verfijning<br />
in het costuum, in de als pauwestaarten ten<br />
toongespreide dansrokken der partners, en in de<br />
zonder twijfel authentieke requisieten heb gezien<br />
als hier ten tooneele werd gebracht, terwijl de<br />
geheele middag in volmaakte harmonie met groep<br />
en orkest werd afgewerkt. Men kan zich in de<br />
groote steden van Europa geen gavere voorstel-<br />
ling denken dan hier in den Haag, met zooveel<br />
Nederlandsche hulpkrachten, plaatsvond.<br />
Want achter de namen Damayanti en Mohini<br />
Devi verbergen zich twee welbekende Nederland-<br />
sche solo-danseressen, die sinds geruimen tijd tot<br />
de leerlingen van Indradev zijn gaan behooren<br />
en reeds verbluffende resultaten hebben bereikt.<br />
Is Mohini de plastisch sterkere persoonlijkheid<br />
van beiden, van Damayanti daarentegen vielen<br />
b.v. de zeer fraaie „moedra" in een apsara of<br />
nymfendans op, als ook een bekende „Marwari<br />
Nautch" of Hindoe-zigeunerdans. Beide danse-<br />
ressen zongen tevens, evenals Indradev, zelf de<br />
welluidende en kunstige sanskrit-rhythmen en<br />
zetten zich ook temidden der anderen om de<br />
prachtige zinderende houtinstrumenten van het<br />
orkest te bespelen.<br />
Dit orkest stond onder leiding van Peter van<br />
Hoboken, dien ik reeds twintig jaar geleden als<br />
ernstig beoefenaar der Hindoe-muziek aantrof<br />
en die zich sindsdien door vele jaren van oefe-<br />
ning ter plaatse bekwaamd heeft. Dat de sera-<br />
phina, die hij meestal bespeelde (een in vele op-<br />
zichten nogal klagelijk hand-harmonium) blijk-<br />
baar een m.i. vrij ongelukkige erfenis aan den<br />
Indischen dans van onze missionnarissen is ge-<br />
weest en stellig zooveel minder dan de Hindoe-<br />
fluit, kan hij tenslotte ook niet. helpen. Ook het<br />
fluitspel van een onbekende was overigens zeer<br />
goed en de „tabla's", de verschillende trommen,<br />
werden voortreffelijk bespeeld door een andere<br />
onbekende, wier zang eveneens tot de vele schoone<br />
herinneringen aan dezen uitzonderlijk rijken,<br />
bezielden en geraffineerd voorbereiden dans-<br />
middag behoorde. HENRIK SCHÖLTE.<br />
NAPOLEON OP ST .HELE.VA.<br />
Een nieuwe, groote Italiaansche film behandelt<br />
de verbanning en den dood van Napoleon op<br />
St. Helena. Renato Simoni heeft de regie. De<br />
voornaamste spelers zijn: Ruggero Ruggeri,<br />
Carla Candiani, Rubi Dalma, Elsa de Giorgi,<br />
Luigi Cimara, Lamberto Picasso, Annibale<br />
Betrone, Paolo Stoppa. „Napoleon op St. Helena"<br />
behoort tot de productie-Scalera.<br />
CINEMA (^ THEATER — (nr. 17) 4<br />
Het is niet anders: voor ons zijn de gestalten<br />
van Otto Gebühr en Frederik den Grooten tot één<br />
wezen samengesmolten. Gebühr is er zelf „schuld"<br />
aan. Meer dan een halven menschenleeftijd was<br />
hij telkens weer „de groote koning". Hij is voor<br />
velen Frederik de Groote en eerst in de tweede<br />
plaats Otto Gebühr.<br />
De verpersoonlijking van Fridericus Rex in<br />
zijn kunst is Gebühr's dierbare levenstaak ge-<br />
worden. Het is hem in zekeren zin door het too-<br />
neel- en filmpubliek opgelegd om deze rol verder<br />
te spelen. Resultaat tot heden: niet minder dan<br />
tien Gebührfilms, gewijd aan het leven van zijn<br />
tweede ik. Vijf in den „stommen" tijd en vijf met<br />
een „sprekenden" koning. . . .<br />
Het was echter geenszins een concessie aan het<br />
publiek, waarom Gebühr doorging met het spelen<br />
van zijn levensrol. Het was. . . . Maar neen,<br />
Gebühr kan het beter zélf vertellen in den loop<br />
van het gesprek, dat wij met hem mochten heb-<br />
ben bij zijn bezoek aan Nederland.<br />
Gebühr verscheen ons geheel zooals wij hem<br />
van de film kenden : kras voor zijn jaren met hel-<br />
der rondblikkende oogen in een expressief gelaat.<br />
Het eenige verschil met zijn bekende filmfiguur<br />
was het moderne colbertcostuum, dat hij droeg.<br />
De indruk van zijn reeks Fridericusvertolkingen<br />
had ons half doen verwachten hem in den wapen-<br />
rok van den Pruissischen koning te zien ver-<br />
schijnen ....<br />
Onder den arm droeg Gebühr een foudraal,<br />
dat duidelijk een of ander snareninstrument om-<br />
hulde. Speelt Gebühr mandoline of luit ? In de<br />
veelheid van andere vragen is deze ééne helaas<br />
niet aan de beurt gekomen. Dat Gebühr's liefheb-<br />
berijen zich ook op muziekgebied uitstrekken<br />
meenen wij echter wel te mogen concludeeren.<br />
Gebühr's begroeting was — hoe kon het anders<br />
bij dezen „koningsspeler" — „vorstelijk": tege-<br />
moetkomend en indrukwekkend. Alles met korte<br />
krachtige gebaren onderstreept. Zijn stem dwingt<br />
tot luisteren alleen reeds door zijn — ietwat<br />
scherpen — indringenden klank.<br />
Meteen volgt Gebühr's antwoord op onze ge-<br />
ijkte eerste vraag, of hij Nederland reeds van vroe-<br />
ger kende : „Ja, dit is niet mijn eerste bezoek aan<br />
uw land. Maar het is lang geleden, dat ik hier<br />
voor het laatst was. Ongeveer twintig jaar ge-<br />
leden woonde ik in Rotterdam de Nederlandsche<br />
première bij van de eerste van mijn reeks films<br />
over den grooten koning, „Fridericus Rex" heet-<br />
te dat — nog „zwijgend" — begin. Ook daar-<br />
vóór was ik nog enkele malen in Nederland. . ."<br />
uEn nu de historische vraag: wat zijn uw in-<br />
drukken van ons land ?"<br />
„Ik ben Rijnlander van geboorte en daar-<br />
om ..."<br />
„Weet u, dat wij u altijd voor een Pruis heb-<br />
ben gehouden? Vermoedelijk ook alweer een<br />
gevolg van uw creatie van den Pruissischen<br />
koning..."<br />
„Ja, de „alte Fritz" heeft een stempel op mijn<br />
leven gedrukt," glimlacht Gebühr, „maar u vroeg<br />
mijn indrukken van Nederland. Als Rijnlander<br />
interesseer ik mij buitengewoon voor uw land. Er<br />
is zooveel overeenkomst op te merken. Uw taal<br />
doet mij steeds aan het Keulsch denken. Ik kan<br />
haar daardoor ook gemakkelijk volgen. Ook heb<br />
ik veel waardeering voor het verzorgde uiterlijk<br />
van het land. Dat zal wel vaker door buiten-<br />
landers bij een vraag als de uwe gezegd zijn.<br />
maar niettemin: het treft mij ook nu weer."<br />
„Over uw kunst en speciaal over uw Fridericus-<br />
rol gesproken, hoe is u begonnen met de uitbeel-<br />
ding van den grooten koning?"<br />
„Min of meer toevallig. Ik was reeds twintig<br />
jaar aan het tooneel, toen ik bij de rolverdeeling<br />
5 (nr. 17) — CINEMA & THEATER<br />
van een stuk over koning Frederik voornamelijk<br />
om mijn lichamelijke overeenkomst „den grooten<br />
koning" kreeg toegewezen."<br />
„Is de ,koningsrol" ook uw liefste rol?"<br />
„Stellig. Die rol is mij lief, omdat ik er mee<br />
groot geworden ben. Het is ook een prachtige<br />
opdracht, den grooten Fritz voor het volk weder-<br />
om tot leven te brengen. Vele van zijn daden en<br />
gedachten passen volkomen bij dezen tijd, waarin<br />
het nationale gevoel zoo sterk naar voren treedt."<br />
,,U hebt behalve voor de film de „koningsrol"<br />
ook vele malen ten tooneele uitgebeeld. Waar<br />
kunt u deze figuur het meest laten spreken: op<br />
het tooneel of voor de camera?"<br />
„Film en tooneel zijn twee in wezen verschil-<br />
lende zaken. Aan den kunstenaar zelf geeft het<br />
tooneel meer voldoening; het is meer een afge-<br />
rond geheel. De film daarentegen heeft een veel<br />
breeder werkingsterrein. Zij bezorgt populariteit,<br />
juist voor een figuur als Frederik de Groote zoo<br />
van noode.... En nu: wilt u mij verontschul-<br />
digen, want het wordt tijd voor mijn optreden."<br />
Wij leggen Gebühr tenslotte nog enkele van<br />
zijn eigen portretten voor. Hij klemt een monocle<br />
in zijn rechteroog en zet met een vulpen — een<br />
anachronisme bij koning Frederik — enkele<br />
-<br />
wn<br />
(Foto Tohis)<br />
malen zijn naam: Otto Gebühr. . .<br />
Het is wat ondeugend, maar wij kunnen niet<br />
nalaten nog te vragen: „Zet u nooit bij vergis-<br />
sing als handteekening Fridericus Rex. ..."<br />
Gebühr glimlacht. „Gelukkig heb ik steeds<br />
Otto Gebühr en Frederik de Groote uit elkaar<br />
weten te houden ..."<br />
Met een krachtigen, pittigen handdruk neemt<br />
de acteur afscheid. Wij hadden hem nog zoo-<br />
veel willen vragen. Naar zijn andere tooneeU<br />
en filmwerk, zijn andere rollen, zijn liefhebbe-<br />
rijen. Ook hadden wij graag gehoord of het fluit-<br />
spel in zijn laatste film „De Groote Koning"<br />
door hemzelf voortgebracht werd, en of. . .<br />
Maar laten wij tevreden zijn; het is al een heele<br />
onderscheiding, dat wij ter audiëntie zijn toe-<br />
gelaten bij den tweeden „grooten koning".<br />
Enkele uren na dit interview stond Gebühr op<br />
het tooneel en hield hij het publiek bezig met zij n<br />
kunst, die ook ditmaal weer op het Frederik de<br />
Groote-motief berustte: voordracht van citaten<br />
en anecdotes uit 's konings werken en leven.<br />
Frederik de Groote heeft in Otto Gebühr een<br />
„onverbeterlijken" pleitbezorger gevonden....<br />
CHRIS. J. RENDERING,<br />
'^^i.<br />
:l<br />
.<br />
'
.<br />
TOSCA<br />
door ISederlandt ers ten tooneele gebracht<br />
Zoo heeft de Amsterdamsche Opera het be-<br />
roemde Puccini-trio: Bohème—Butterfly—Tosca<br />
voltooid en te samen met de Italiaansche Stagioae<br />
den echten opera-liefhebber gelegenheid gegeven<br />
zijn hart op te halen. Men zou dien liefhebber<br />
wel in herinnering willen brengen, dat er behalve<br />
het dikke hout, waarvan men planken zaagt, ook<br />
nog zoo veel en zulk mooi fijn-hout is en dat hij<br />
zich zelf te kort doet, wanneer hij alleen maar<br />
belangstelling heeft voor die dikke-planken-<br />
zagerij, doch ik weet, dat het niet veel zou helpen.<br />
In elk geval heeft men nu twee Italiaansche<br />
en een Nederlandsche Puccini gehoord en men<br />
moet onmiddellijk toegeven, dat — waar we geen<br />
détail-vergelijkingen wenschen te maken — ons<br />
eigen gezelschap een uitmuntend figuur geslagen<br />
heeft. Italianen blijven Italianen en worden nooit<br />
Nederlanders en omgekeerd! Die echte weg-<br />
smij terij van de klinkende en pakkende passages,<br />
gevolg van een doorgewinterde routine en deze<br />
weer gevolg van een eeuwen-lange cultuur ligt<br />
den Noorderling niet. Het zou hem trouwe'ns al<br />
bijster slecht afgaan.<br />
En ook: wie in Parijs wel eens een Wagner-<br />
werk gehoord heeft slaakt met mij de verzuch<br />
tmg: „Liever niet meer". Toen ik te Rome op<br />
bezoek was bij Ottorino Respighi. conservatorium-<br />
directeur en ook te onzent bekend als componist<br />
ging daar juist de Parsifal. Hij raadde me niet<br />
alleen een bezoek af, maar vroeg, guitig lachend,<br />
of ik er as-je-blieft niet heen wilde gaan, omdat<br />
hij wilde voorkomen, dat ik met een ongunstigen<br />
opera-indruk de Eeuwige Stad zou verlaten. Ik<br />
,,mocht" wel naar Aida, zei hij, maar moest dan<br />
nog immer bedenken, dat er maar één Milaan<br />
was! Hoewel die Aïda in Rome ook prachtig ver-<br />
liep, dat kan ik u zeggen!<br />
Dus: geen vergelijkingen!<br />
Wij voelden ons eenigszins vreemd te moede,<br />
in één week van een jong gezelschap twee zoo<br />
uifeenloopende werken te hooren als Pelléas en<br />
, ■ ■,:.. t.... ■■ .■,*:. .■<br />
Tosca. Het was als een<br />
val uil de sereniteit<br />
naar de realiteit. Stel<br />
je je een open doekje<br />
voor in den Pelléas!<br />
En Tosca was nog<br />
geen vijf minuten aan<br />
den gang, of Chris<br />
Reumer had het eerste<br />
reeds te pakken, al<br />
was hert dan om zijn<br />
mooie „hooge bes", die<br />
voor een oogenblik bij<br />
het dankbare publiek<br />
de plaats innam van de<br />
traditioneele „hooge c".<br />
Meer kwamen er ech-<br />
ter niet, noch na Tos-<br />
ca's aria in II „Vissi<br />
d'acte", noch na Cava-<br />
radossi's sterren-aria<br />
in III. En dat zit 'm<br />
nu juist in die weg-<br />
smijterij. Dat wil niet<br />
zeggen, dat het in een<br />
of andere voorstelling,<br />
wanneer iedereen zich<br />
meer „thuis" gaat ge-<br />
voelen en het heilige<br />
vuur plotseling uit-<br />
slaat, niet eens zal ge-<br />
beuren, maar dezen<br />
eersten avond bleef het<br />
succes in dezen vorm<br />
uit, hoewel na afloop<br />
de uitverkochte zaal<br />
wel fanatiek geapplau-<br />
disseerd heeft.<br />
Chris Reumer heeft<br />
voor den Cavaradossi<br />
de stem en de figuur,<br />
zoodat hij met groote<br />
tevredenheid deze nieu-<br />
we rol op zijn reper-<br />
toire kan plaatsen. De<br />
heftige scènes liggen<br />
hem muzikaal èn dramatisch het best, de ge-<br />
voelige minder. Nemen we als voorbeeld den<br />
eersten inzet van „O dolci mani", wanneer hij na<br />
Tosca's bekentenis van den moord op Scarpia<br />
haar handen streelt. Het vertolken van de op die<br />
plaats geëischte emotie ligt vooralsnog buiten<br />
zijn bereik. Ook zou men zijn houding in gaan<br />
en staan wat voornamer willen zien voor den<br />
man-van-de-wereld, die de schilder ongetwijfeld<br />
toch is.<br />
Ruth Horna's uitbeelding van de titelrol toont,<br />
dat zij enorm vooruitgegaan is. Wat klinkt dié<br />
stem in alle liggingen mooi en hoe weet zij veelal<br />
Boven: Ruth Hor-<br />
na ah Tosca en Otto<br />
Couperus als Scarpia<br />
in de kapel. —<br />
Rechts: Tosca knielt,<br />
na Scarpia vermoord<br />
te hebben, bg het<br />
lijk neer.<br />
(Foto's Staff/Borrius)<br />
■\mmmm.<br />
de dramatische situatie juist te treffen. Al groei-<br />
end in deze veeleischende taak kan zij zich het<br />
fascineerende element steeds meer eigen maken.<br />
Otto Couperus bevindt zich in de eigenaardige<br />
positie, dat zijn stem de hoogte, .het penetrante<br />
karakter en het volume voor den Scarpia eigen-<br />
lijk mist. Vandaar wellicht ook nu en dan een<br />
lichte detonatie. Te meer moet men het in dezen<br />
artist dan ook bewonderen, dat hij de figuur<br />
treffend uitgebeeld heeft.<br />
De Koster van Henk Angenent vond ik zonder<br />
voorbehoud ideaal. Hij heeft de rol werkelijk ge-<br />
zongen, typeerde het mannetje zeer juist en ver-<br />
viel niet in de charges, welke menige zanger ten<br />
beste meent te moeten geven, als hij deze rol<br />
spelen gaat. Siemen Jongsma frappeerde als<br />
Angelotti wederom door zijn mooi geluid.<br />
Ook de kleinere partijen werden door Jan<br />
Voogt, F. Bosch, F. Mahn en Jo van de Meent<br />
zeer bevredigend vertolkt, terwijl het koor, als<br />
altijd, zich eveneens voortreffelijk van zijn taak<br />
kweet.<br />
Glastra van Loon, die uit het orkest haalde wat<br />
er in zat en speciaal de felle pagina's tot haar<br />
dramatisch recht deed komen, kan hier en daar,<br />
als alles meer ingespeeld raakt, stellig zijn tempo<br />
wel iats versnellen. De manier, waarop hij deze<br />
opera leidde, is waarborg voor een groot aantal<br />
succes-volle uitvoeringen.<br />
De regie bood van alles, wat men zoo gewoon-<br />
lijk in een Tosca ziet, genieten of niet-genieten<br />
kan. Speciaal de processie in I biedt moeilijk-<br />
heden, welker oplossing een glimlach om het<br />
poovere resultaat niet kan doen weerhouden.<br />
Sommige „geestelijken" zijn wel in zeer eigen-<br />
aardige kleedij gestoken.<br />
Het succes liet niet den minsten twijfel om-<br />
trent de bereikte resultaten. Natuurlijk speelt het<br />
kasvraagstuk bij deze keuze een groote rol en dat<br />
is volledig te begrijpen, en daarom kwam de<br />
wensch bij mij op, dat de Italiaansche Stagione<br />
het volgend jaar iets anders moge brengen.<br />
Deze Stagione in dezen vorm verkeert niet in<br />
dezelfde omstandigheden als onze vroegere „Itali-<br />
aantjes" en dan verlangen we hier zeer naar iets<br />
anders dan het overbekende repertoire.<br />
Een Falstaff zouden we gaarne elk jaar hier<br />
hooren en dan ook in Amsterdam, dat er thans<br />
van verstoken moest blijven. Voor deze Matthäus-<br />
Passion der opera-litteratuur is één jaarlij ksche<br />
uitvoering toch stellig niet te veel. En dan den-<br />
ken we — wanneer men toch Puccini wil bren-<br />
gen —- aan diens Tryptichon (Il Tabarro, Suor<br />
Angelica en Gianni Schicchi) en wat Verdi be-<br />
treft aan een Nabucco of een Otello; of om eens<br />
een anderen kant uit te kijken: een juweel als<br />
Don Pasquale van Donizetti, dat inderdaad<br />
alleen door geroutineerde Italianen volmaakt te<br />
CINEMA & THEATER — (ar. 17) 6<br />
, , ._ ^t. . . ..ü-aäEÄ<br />
mmw**®****<br />
Chris Reumer ah Cavaradossi en Henk<br />
Angenent als de koster.<br />
brengen is. Nog heel iets anders zou een werk<br />
wezen als Mose van Rossini, dat hier geheel<br />
onbekend is.<br />
Men heeft — om het eens zeer simplistisch<br />
voor te stellen — uit het overrijke Italiaansche<br />
materiaal slechts te kiezen en over te sturen.<br />
Juist nu blijkt, dat men ook hier de over-<br />
bekende werken zelf goed kan brengen, zou men<br />
zoo gaarne zien, dat de Stagione iets bracht, dat<br />
minder direct met de financiën en meer met de<br />
cultuur-alleen te maken heeft.<br />
THEO VAN DER BIJL.<br />
AANPAKKEN<br />
Wij hebben ons grootsch verleden niet aan het<br />
toeval te danken. Het aanpakken zit ons in het<br />
bloed en als de gelegenheid zich daartoe nist<br />
direct biedt, wel, dan moeten we ons die gelegenheid<br />
scheppen.<br />
Vakstudie is niet gemakkelijk in deze dagen.<br />
Er moet hard gewerkt worden en dan is er niet<br />
altijd de gelegenheid om 's avonds nog lessen te<br />
volgen. Vooral voor hen, die in Duitschland<br />
werken, is dit een groot probleem. De jaren vervliegen<br />
echter snel en stil zitten heeft geen zin.<br />
Wie werkelijk vooruit wil, wete, dat het Langemarck-studium<br />
ook hem de kans wil geven iets<br />
te bereiken.<br />
Nederlandsche jonge mannen, tusschen 16 en<br />
22 jaar, waar zij ook wonen, kunnen zich bij deze<br />
instelling aanmelden voor een voortgezette vakstudie<br />
of, als ze voor het hoogste doel niet terugdeinzen,<br />
voor een academische opleiding.<br />
Het Langemarck-studium, Waalsdorperweg 12,<br />
den Haag, verstrekt hierover nadere inlichtingen.<br />
t OONEELVOORSTELLING VAN ZES UUR.<br />
Het stedelijk theater van Freiburg heeft<br />
onlangs een waagstuk met goed gevolg volbracht.<br />
De trilogie van Hebbel „Die Nibelungen"<br />
werd daar namelijk in één voorstelling opgevoerd.<br />
Achtereenvolgens speelde men: „Der<br />
gehörnte Siegfried", „Siegfrieds Tod" en<br />
„Kriemhilds Rache". De geheele voorstelling<br />
duurde niet minder dan zes uur.<br />
7 (nr. 17) — CINEMA & THEATER<br />
.:,. , _.. ^ ■<br />
mmm<br />
Onze Peter Kreuder-prijsvraag<br />
KRIJGT EEN STAAKTJK I<br />
Wie zoekt een tekst?<br />
Het was Peter Kreuder, door zijn drukke<br />
werkzaamheden en vele reizen, nog niet mo-<br />
gelijk de compositie op een der op onze des-<br />
betreffende'prijsvraag ingekomen teksten te<br />
voltooien. Allen inzenders zij reeds meege-<br />
deeld, dat de redactie van „Cinema & Thea-<br />
ter" haar keuze uit de meer dan honderd in-<br />
zendingen eenige weken geleden heeft bepaald.<br />
Deze keuze werd naar Berlijn gezonden, en<br />
wij wachten thans het definitieve oordeel en<br />
.... de compositie van Peter Kreuder af.<br />
Die inzenders, wier tekst aan den compo-<br />
nist werd voorgelegd , zijn hiervan op de<br />
hoogte gesteld; degenen, die geen bericht van<br />
ons hebben ontvangen, konden helaas niet<br />
tot de bekroonden behooren, hetgeen niet wil<br />
zeggen, dat deze inzendingen onbruikbaar of<br />
slecht zijn. Integendeel, er zijn zeer veel goe-<br />
de onder, alleen. . . . zij zijn geen „schla-<br />
ger"-teksten, doch cabaret- of levensliedjes<br />
— hetgeen heel iets anders is! Eeft „Schla-<br />
ger" vereischt in de eerste plaats veel minder<br />
intrigue; ook het eerste couplet, ja zelfs het<br />
refrein moet op zichzelf tot op zekere hoogte<br />
een-geheel zijn, daar immers meestal niet veel<br />
méér door „het groote publiek" wordt ge-<br />
kend. Bovendien moet ieder couplet precies<br />
hetzelfde rhythme hebben en dit rhythme<br />
van couplet èn refrein moet zeer straf zijn.<br />
Het cabaret- of levenslied echter, waarbij<br />
de woorden over de muziek domineeren, dat<br />
veel minder in het gehoor behoeft te liggen<br />
en veel minder rhythmisch behoeft te zijn (in-<br />
tegendeel, juist accenten verkrijgt door<br />
a-rhythmiek!), moet een verbalenden inhoud<br />
hebben en sneuvelt geenszins bij dichterlijke<br />
vrijheden tegen rhythme en regellengte, ter-<br />
wijl bij de coupletten verschillende muziek<br />
juist zeer gewenscht kan zijn.<br />
Met deze paar aanduidingen — die geen<br />
axioma's willen heeten, alleen reeds omdat de<br />
grenzen tusschen „Schlager"-teksten, caba-<br />
ret- en levensliedjes zeer vaag zijn — be-<br />
oogen wij slechts aan te geven, welke maat-<br />
staven de jury aanlegde, toen zij op zoek<br />
was naar een tekst speciaal voor Peter Kreu-<br />
der ; en zij had zich daarbij dus bovendien<br />
bewust te zijn van het karakter, dat Kreuder's<br />
composities als regel van die van andere suc-<br />
cesvolle componisten onderscheidt. De vol-<br />
ledige uitslag, dien wij spoedig hopen te pu-<br />
bliceeren, moge onze keuze rechtvaardigen.<br />
Inmiddels bleven onder onze berusting als<br />
gezegd tal van Nederlandsche teksten, die het<br />
in een revue, in het cabaret, als levenslied<br />
zeer goed zouden doen. Wij Willen er gaarne<br />
toe bijdragen deze teksten in handen te doen<br />
komen van Nederlandsche componisten, die<br />
teksten zoeken (uiteraard na verkregen in-<br />
stemming der auteurs ; de voor uitvoering ver-<br />
eischte toestemming der bevoegde overheids-<br />
instantie dienen de betrokkenen daarna zelf<br />
aan te vragen). Nederlandsche comfonisten,<br />
revue-artisten, cabaretiers, chansonniers, die<br />
belangstelling hebben voor de bij ons inge-<br />
komen teksten, gelieven ons te schrijven on-<br />
der opgave van het genre, dat zij wenschen.<br />
Men adresseere deze brieven aan de Redac-<br />
tie van „Cinema & Theater", Paulus Potter-<br />
straat 4, Arnsterdam-Z., schrijve linksboven<br />
op de enveloppe en het briefpapier of op de<br />
'briefkaart: ,,Prijsvraag-tekst", verzuime niet<br />
volledig naam en adres te vermelden en ver-<br />
klare aan zijn aanmeldingsplicht bij de Ne-<br />
derlandsche Kultuurkamer te hebben voldaan<br />
en niet te zijn afgewezen.<br />
Aldus hopen wij vele Nederlandsche tekst-<br />
dichters, musici en uitvoerenden tot elkaar te<br />
brengen, die elkaar anders niet gevonden zou-<br />
den hebben. In het belang der Nederlandsche<br />
muzikale amusementskunst!<br />
OPLEIDING TOT . . .<br />
BIOSCOOPBEZOEKER<br />
In Amsterdam bestaat reeds sinds eenigen tijd een<br />
instituut, dat zich bezig houdt met het geven van lessen<br />
in een wetenschap, welke men het best zou kunnen aan-<br />
duiden als „filmkunde". Het doel van deze lessen is<br />
ongetwijfeld nobel: den cursisten wordt een inzicht<br />
gegeven in het wezen der film en alles wat men maar<br />
eenigszins met de film in verband kan brengen, staat<br />
op het rooster vermeld. Er wordt echter met nadruk<br />
de aandacht op gevestigd, dat de cursisten niet moeten<br />
rekenen op een vak-opleiding.<br />
Waarop dan wel?<br />
Ja, dat lijkt ons niet gemakkelijk te definieeren. Er<br />
zijn natuurlijk filmliefhebbers, voor wie de bioscoop<br />
-méér beteekent dan hetgeen er op het witte doek ver-<br />
schijnt, en die graag het naadje van de kous willen<br />
weten. Wij kunnen ons echter moeilijk voorstellen, dat<br />
deze lieden dan niet eigener beweging naar de leeszaal<br />
stappen en zich in de daar aanwezige filmliteratuur ver-<br />
diepen. Voor de belangstellenden die dat niet doen, het-<br />
zij omdat zij het gebouw van de Leeszaal niet weten te<br />
vinden, of om een andere reden nimmer verklarende en<br />
beschouwende filmliteratuur in handen krijgen, schijnt<br />
de ,,filmcursus" bestemd te zijn.<br />
Wij zeggen „schijnt", omdat wij tijdens de eerste les,<br />
die wij bijgewoond hebben, niet den indruk kregen, dat<br />
er iets anders dan geciteerde lectuur over het „ont-<br />
staan van de film" ten beste werd gegeven. Het pros-<br />
pectus vermeldt als docenten een „zeer bekend cineast"<br />
en een „filmjournalist", terwijl het rooster drie en<br />
veertig weke lij ksche lessen van anderhalf uur omvat.<br />
Het valt ons moeilijk te veronderstellen, dat er op<br />
film gebied menschen zijn, die een zoo uitgebreide ken-<br />
nis van allerlei facetten ter beschikking hebben als het<br />
rooster ten opzichte van de twee ,,docenten" preten-<br />
deert.<br />
Wij stonden werkelijk even paf, toen wij aan het<br />
einde der eerste -les den „zeer bekenden cineast" lijn<br />
auditorium hoorden adviseeren om ten kaarsje aan te<br />
steken en schaduwen op den muur te laten vallen, als<br />
men onder den indruk van een aangrijpend film werk<br />
thuisgekomen is.<br />
„Want die schaduwen op den muur," zoo beweerde<br />
hij, „zijn toch eigenlijk precies hetzelfde als de film."<br />
Ook zou, volgens hem, de gedachte aan den operateur<br />
in de cabine van het theater een probaat middel zijn om<br />
eventueele tranen terug te dringen. . . .<br />
Na een eerste les bijgewoond te hebben, kunnen wij<br />
natuurlijk nog geen oordeel over den geheelen cursus<br />
geven, doch wij houden ons hart vast als wij iemand,<br />
met het air van deskundigheid, leukweg het dramati-<br />
sche vermogen van de film hooren ontkennen. Wij zijn<br />
zelfs nog geneigd te veronderstellen, dat de man het<br />
andera bedoelde dan hij zei, doch dat is tegenover een<br />
gehoor van leeken op zijn minst genomen onverant-<br />
woordelijk te noemen.<br />
Het ware wenschelijk, dat deze cursussen vooraf op<br />
deugdelijkheid gekeurd konden worden door vaklieden,<br />
die van de goede bedoeling evenzeer doordrongen zijn<br />
als de organisatoren. Anders lijkt het er veel op dat<br />
ook hier weer een ideëel paardje voor een commercieel<br />
wagentje wordt gespannen. C.<br />
BEKRONINGEN IN<br />
VLAAMSCHE TOONEELPRIJSVRAAG.<br />
De jury van de Duitsch-Vlaamsche Arbeids-<br />
gemeenschap „De Vlag" heeft dezer dagen haar<br />
beslissing bekend gemaakt in een vorig jaar uit-<br />
geschreven prijsvraag voor Vlaamsche en Duitsche<br />
tooneelwerken.<br />
De eerste prijs voor een Vlaamsch blijspel<br />
werd toegekend aan Felix Timmermans en<br />
Dr. Karl Jacob voor „Pieter Breughel", die voor<br />
een Vlaamsch drama aan Frans Demers voor zijn<br />
stuk „Heropstanding".<br />
Het beste Duitsche blijspel was naar het oor-<br />
deel der jury „Till Eulenspiegel" door Friedrich<br />
Hedler. De prijs voor een Duitsch drama werd<br />
niet toegekend.<br />
De bekroonde Vlaamsche stukken zullen in den<br />
Kon. Nederlandschen Schouwburg te Antwerpen<br />
worden opgevoerd. „Till Eulenspiegel" wordt te<br />
Keulen opgevoerd.<br />
LEVENSAVOND VAN KUNSTENAARS.<br />
Te Milaan is een tehuis voor bejaarde zangers<br />
en andere kunstenaars, gesticht door Giuseppe<br />
Verdi. Dank zij den grooten componist brengen<br />
in dit tehuis mannen en vrouwen, die eens<br />
tooneelberoemdheid genoten en door het inter-<br />
nationale publiek toegejuicht werden, hun levens-<br />
avond op waardige wijze door. In het statige en<br />
toch vriendelijke gebouw klinkt nog steeds mu-<br />
ziek, hoort men nog altijd gezang. De musicee-<br />
renden vergeten den last hunner jaren en worden<br />
v weer jong in de illusie tot het verleden terug te<br />
keeren.<br />
In deze omgeving heeft Giovanni Paolucci, een<br />
der beste vervaardigers van cultuurfilms in Italië,<br />
een op hoog peil staand filmpje opgenomen.
■ . ■ ■!'.'■J»..W}IW» .^/.^ipi^lffiW<br />
MARC HOLMAN'S TWEEDE STUK<br />
ER VIEL EEN STER<br />
BU HET RESIDENT1E-TOONEEL<br />
Mare Holman heeft (met zijn stuk ,,Gif") suc-<br />
ces gehad.<br />
Arme Mare Holman!<br />
Want als het tweede boek van een schrijver al-<br />
tijd zeker kan zijn van een slechte critiek en als<br />
een tweede voorstelling altijd de helft minder is<br />
dan de première, hoe gevaarlijk is het dan om<br />
beide slechte~ voorteekenen te combineeren en als<br />
schrijver kort na een debuut met een tweede<br />
tooneelstuk voor den dag te komen, vooral wan-<br />
neer dat van te voren nogal rijkelijk overgoten is<br />
met de saus der publiciteit en geforceerde ge-<br />
heimzinnigheid rondom de persoon van den<br />
maker!<br />
Mare Holman laat in zijn detective-stuk „Er<br />
viel een Ster" (de vèr-gezochte en misleidende<br />
titel heb ik pas in de tram begrepen) een<br />
„wereldberoemde" Italiaansche operazangeres<br />
vermoorden in een kleinburgerlijk pensionnetje<br />
in den Achterhoek. Zij had een bom duiten<br />
(maar hoe komt zoo'n buitenissige vrouw dan uit-<br />
gerekend in zoo'n stom vervelende gribus terecht ?)<br />
en zij had veel liefde te geef. Zij is niet meer in<br />
den bloei harer jeugd (en Mimi Boesnach moest<br />
zich met een zwarte pruik en veel tandengekners<br />
zoo onaantrekkelijk mogelijk maken, wat haar<br />
met moeite gelukte). Zij heeft een secretaris, die<br />
nog wel iets méér is ook, maar die intusschen<br />
een jongeren jaargang heeft uitgekozen in de ge-<br />
daante vän een allerliefst holderdebolder-meisje.<br />
En de manier, waarop dan deze secretaris sinds<br />
het opgaan van het doek tot aan haar dood in<br />
het „tusschenspel" voor de pauze zijn groote,<br />
maar vallende „ster" uitkaffert en in haar bijzijn<br />
met haar opvolgster vrijt, gaat alle perken te<br />
buiten — zelf naar het mij voorkomt die van den<br />
goeden smaak. Het is altijd een zwak teeken.<br />
wanneer een schrijver zijn personages zoo houte-<br />
rig opstelt, dat bij elke claus dubbel onderstreept<br />
moet worden : „Ik heb de pest aan jou en haar<br />
vind ik aardig". Meer „tusschentoonen" alstu-<br />
blieft I<br />
Zoo'n beetje onbehouwen is eigenlijk dit heele<br />
stuk. dat ook in zijn soort niet bepaald een hoog-<br />
vliegertje is, maar misschien nog net genietbare<br />
kost voor wie zijn aardappels maar op één manier<br />
weet te eten. En omdat wij — dunkt mij —<br />
terecht eischen zijn gaan stellen, niet alleen aan<br />
onze tooneelspeelkunst, maar ook aan onze<br />
tooneelschrijfkunst, heb' ik tegen dezen nieuwen<br />
Mare Holman nogal ernstige bezwaren.<br />
Het is gemaakt naar het aloude recept der<br />
„thrillers". De persoon, aan wie ons tenslotte het<br />
minste gelegen is, wordt kort voor de pauze koud<br />
gemaakt. En terwijl zwaardere stukken dan mees-<br />
tal na de pauze met een complete rechtzaal terug-<br />
komen, wordt in lichtere stukken, zooals dit, de<br />
tooneelkamer afgestaan aan een min of meer<br />
snuggeren inspecteur van politie, die na „niemand<br />
er in en niemand er uit!" geroepen en een komiek<br />
mannetje op post gezet te hebben, iedereen die<br />
we voor de pauze aan het woord hebben gezien,<br />
aan den tand voelt. Meestal is dan juist de per-<br />
soon, aan wie ons voor de pauze het mééste ge-<br />
legen was, de sigaar. Dijt is in dit geval niet zoo.<br />
Variatie II van dit soort stukken is namelijk,<br />
dat men in eens een hoogst onopvallend persoon-<br />
tje op den voorgrond schuift en langzamerhand<br />
zooveel kwaad van hem of haar gaat vertellen<br />
wat wij tevoren nog niet wisten of konden weten,<br />
dat we hem of haar tenslotte met een zucht van<br />
verlichting aan het snel vallende doek over-<br />
leveren.<br />
Nu kan men dit beproefde schema volgen .<br />
■<br />
mits men er of tóch nog weer een origineele draai<br />
aan weet te geven (zoo werd bv. de moord al eens<br />
door den vermoorde zelf begaan, ook wel eens<br />
door den schrijver, of door de zaal) — of zijn<br />
eigen procédé zelf parodieert. Noch met het een<br />
noch met het ander wist Mare Holman weg. Hij<br />
voert zichzelf in dit stuk ten tooneele, wat allicht<br />
kan omdat iedereen wel weet dat er toch geen<br />
Mare Holman bestaat. Maar hij doet het nogal<br />
ijdel en zonder zelf-ironie. De tooneel-Marc<br />
Holman (door Jan Retel licht gespeeld) is een<br />
onuitstaanbaar manneke, van het slag dat „rustig<br />
z'n gang gaat en het allemaal wel geweten heeft".<br />
Had hij nu zelf de „Italiaansche nachtegaal"<br />
maar vermoord! Maar nee, hij is alléén maar<br />
snugger en laat zich daarover bewierooken!<br />
Een moord is echter — zelfs in een detective-<br />
stuk — niet iedermanswerk en een vrouw ver-<br />
moord te weten, is nooit prettig voor de zenuwen<br />
van de toeschouwers, tenzij er alle aanleiding<br />
voor was. Die'was hier niet. Mijn sympathie bleef<br />
althans volledig aan de zijde van de vermoorde<br />
en ik was geneigd om uit te roepen „'t Is toch<br />
niet wäär?"<br />
Het kon eigenlijk ook moeilijk waar zijn, want<br />
in dit stuk is de psychologie maar bedenkelijk<br />
zwak, de onwaarschijnlijkheden zijn te groot en<br />
te doorzichtig en de figuren zijn voor de pauze<br />
maar even in niet erg sprankelende dialogen stuk<br />
voor stuk aangetipt, terwijl rij na de pauze alle-<br />
maal lange verhaleh doen of dankbare zwarte<br />
handel-mopjes maken en de heele handeling dus<br />
voorgoed is stopgezet, nadat er nog nauwelijks<br />
iets gebeurd was, behalve „de moord".<br />
Gegeven en uitwerking zijn eerlijk gezegd nog-<br />
al banaal. Wanneer een dilettant-tooneelschrijver<br />
„veel menschen" in één kamer noodig heeft, kiest<br />
hij altijd het veelbespotte „pension". Zoo ook<br />
Mare Holman. Als er iets buitenissigs moet ge-<br />
beuren, kiest een dilettant-tooneelschrijver altijd<br />
een stelletje „vreemdelingen", die eigenlijk nie-<br />
mand letterlijk en figuurlijk thuis kan brengen,<br />
daarvoor uit. Zoo ook Mare Holman. Wat zwak<br />
is bv. zoo'n aanhangsel van zoo'n Hongaarsche<br />
morphinist (ook al in zoo'n achterhoeksch pen-<br />
sionnetje!), die voor de pauze een paar seconden<br />
zijdelings en in zwaar „verinneweerden" toestand<br />
binnen komt stuiven om vooral óók maar even<br />
mee „verdacht" te worden. En wat zeldzaam on-<br />
sympathiek is zoo'n patjepeejer. van een secre-<br />
taris geteekend, nog wel zóó'n hoofdrol dat Paul<br />
Steenbergen hem moest spelen — om hem dan de<br />
nogal realistische minnaar te doen worden van<br />
de eenige persoon in deze bonte volière, waarnaar<br />
ons hart uitgaat: het jonge meisje, dat door Rini<br />
Otte met dankbare verve werd gespeeld!<br />
De eenige.... dat is niet heelemaal waar.<br />
Mare Holman heeft een klein figuurtje „naar<br />
het leven" geteekend, en dat is de vrouw van een<br />
suffen dokter-met-een-verleden, zoo'n heerlijk<br />
huis-tuin- en keukenvrouwtje, dat allerliefste<br />
stomme en onnoozele dingen zegt en toch dage-<br />
lijks naast ons kan staan, in een winkel, in .gen<br />
pensionkamer of. . . . in een schouwburg. Marie<br />
Meunier-Nagtegaal gaf aan dit figuurtje die<br />
juiste zorgzaamheid en dat levensechte, dat voor<br />
mij de grootste winst van de voorstelling was.<br />
Men merkt het dikwijls in niet zoo erg geslaagde<br />
stukken, dat zij juist aan figuren, die anders op<br />
liet tweede plan staan, de beste kansen geven.<br />
In deze. overigens door Bets Ranucci met zorg<br />
geregisseerde voorstelling waren het niet de groo-<br />
te talenten Jan Retel, Paul Steenbergen, Mimi<br />
Boesnach en Coba Keiling, die immers met hun<br />
rollen geen raad wisten. Maar zoo'n uitgelaten<br />
meisje als Rini Otte en vooral dat heel beschei-<br />
den en natuurlijke burgermansvrouwtje van<br />
Marie Meunier.<br />
Ik zou overigens Mare Holman zelf wel eens<br />
in een minder intelligente rol of nog liever heele-<br />
maal niet zelf op het tooneel willen zien. Mis-<br />
schien schrijft hij dan achter de schermen met<br />
iets minder gemak en iets meer diepte en over-<br />
gave een beter stuk! HENRIK SCHÖLTE.<br />
Mimi Boesnach ah de Italiaansche zange-<br />
res met Coba Keiling (links) in Mare Hol-<br />
man'« nieuwe Stuk. (Foto Sdiimmelfetiningli)<br />
C/NE MA &» THEATER — (nr. 17) 8<br />
::\:,:^<br />
Mmmmmmmwwwm<br />
De vroolijke vrouwtjes van Windsor<br />
BIJ HET DEUTSCHES THEATER<br />
Shakespeare's klucht over de vroolijke vrouw-<br />
tjes van Windsor heeft verschillende malen tot<br />
het operalibretto geïnspireerd. De vermaardste<br />
verwerking van het oude gegeven is wel Verdi's<br />
„Falstaff" en hoewel een vergelijking op zuiver<br />
kunstzinnige grondslagen steeds in het voordeel<br />
van den grooten Italiaan zal moeten uitvallen,<br />
kan Otto Nicolaï's opera „Die lustigen Weiber<br />
von Windsor" toch wel een avond het muziek-<br />
lievende gemoed bezig houden.<br />
Met opzet zeg ik, dat het als muziek meer be-<br />
vrediging schenkt dan als tooneelspel. Er ont-<br />
breekt datgene, wat men zeker in den tegenwoor-<br />
digen tijd in het gecombineerde spel van muziek<br />
en theater zoekt, nl. vaart en actie. De handeling<br />
ontwikkelt zich in dit libretto nogal traag en in<br />
Shakespeare's erigineelen tekst van drie. eeuwen<br />
terug is heel wat meer vlotheid te vinden. Maar<br />
de muziek is in dit geval de redding, zoowel door<br />
haar zangerige en pakkende melodie als door<br />
verdere kwaliteiten. De componist Nicolai, een<br />
beroemdheid op operagebied in zijn tijd (1810-<br />
1849), heeft hier wel het beste gegeven, wat in<br />
hem was en hét is om deze reden, dat van zijn<br />
Onder: De „vroolijke vrouwtjes". Me-<br />
vrouw Fluth (Jeanette Wenzel) en Mevrouw<br />
Reich (Dorothee Grelle) beramen de poets,<br />
die zy den ouden gek Falstaff zullen bak-<br />
ken. — Rechts: De jaloersche Fluth door-<br />
zoekt het huis naar den „minnaar" Falstaff.<br />
Boven: Falstaff (Sanders Schier) snijdt op<br />
over zijn verovering; links Fluth (Theo<br />
Lienhard. (Foto's Peter Tijssen/Slaff)<br />
werken juist deze opera, die thans bijna honderd<br />
jaar oud is, tot heden, repertoire heeft gehouden.<br />
Het „Deutsches Theater" heeft het werk hier ten<br />
tooneele gevoerd kort na de Amsterdamsche opera.<br />
Weliswaar kwam men ook ditmaal tot het tref-<br />
fen van vergelijkingen met Verdi, omdat dit<br />
seizoen de Italiaansche opera ons de „Fall-<br />
staff" nog kort geleden heeft gebracht. Niettemin<br />
is de waardeering groot genoeg en ook al heeft<br />
men hier niet te doen met een onsterfelijke schep-<br />
ping, er is niet veel in Nicolaï's partituur, dat<br />
uitgesproken zwak of zelfs maar verouderd kan<br />
worden genoemd. Het romantische accent ver-<br />
staan wij nog altijd.<br />
Voorts is er een lichtheid van toets, die ook het<br />
moderne oor aangenaam aandoet, en tenslotte is er<br />
weer een vertrouwdheid met het melodische ele-<br />
ment, die vele wendingen als goede en oude be-<br />
kenden doet begroeten. Reeds de ouverture brengt<br />
dat contact tussehen spelers en auditorium, dat<br />
het succes, al is het dan geen louter kunstzin-<br />
nig, bij voorbaat vastlegt.<br />
Regisseur f/ans Strohbach heeft van deze voor-<br />
stelling wel iets weten te maken, maar tooh<br />
behoort dit werk tot de enkele sporadische in-<br />
zinkingen, die het speelseizoen van het „Deut-<br />
sches Theater" tot nu toe hebben gekenmerkt.<br />
Na het grootsche werk „Sly" komt deze opera<br />
wel als een anti-climax en iets dergelijks hebben<br />
wij in den loop van den winter reeds kunnen con-<br />
stateeren na de zeer goede „Don Giovanni", toen<br />
..Der Barbier von Sevilla" ook al een terugtocht<br />
van een eens gestelden standaard beteekende<br />
Knfin, laten wij zeggen, dat wij verwend zijn.<br />
En tenslotte dient men te bedenken, dat van<br />
een dankbare speelopera hier eigenlijk niet kan<br />
wo.den gesproken. De dansen van elfen en woud-<br />
beesten in het derde bedrijf verlevendigen een<br />
traag tooneelbeeld en brengen een prettige ver-<br />
ademing.<br />
Het is tenslotte de muziekliefhebber, die —<br />
ook al was het orkest niet zoo op dreef en bleven<br />
eenige zangers en zangeressen nu en dan beneden<br />
hun kunnen — bevredigd het gebouw verlaat.<br />
Want hij heeft aan het einde volledig genoten en<br />
bekende motieven blijven nog lang in zijn oor<br />
nazingen. Zoodat ook deze minder geslaagde op-<br />
voering haar wezenlijke waarden heeft.<br />
W. H. A, VAN STEENSEE VAN DER AA,
JÜÊÊ$&<br />
Jan de Ruiter ah „Narcissus",<br />
Het Amsterdamsche Concertgebouw, met het<br />
kämmet je van zijn harp in top, rust breeduit als<br />
een muzikale kloekhen op het stadsbeeld. En zoo-<br />
als advocaten rondom het gerechtshof, tramcon-<br />
ducteurs rondom hun remise wonen (men vergeve<br />
mij deze uitzonderlijke vergelijkingen), zoo<br />
wonen de muzikanten, de impresario's en de<br />
dansers rondom den muziektempel.<br />
Eén huis heeft het welhaast onder zijn vleugels<br />
genomen en dat huis heeft op zijn manier een<br />
Groote en een Kleine Zaal, en ook daaruit klinkt<br />
muziek op, zelfs bij nacht en ontij. Het is echter<br />
een hoogst eerbiedwaardig huis en het heeft uit<br />
gemakkelijker dagen een telefoon overgehouden.<br />
Als men dat nummer opbelt, weet men nooit of<br />
een Spaansche danseres,<br />
een Hindoe-dansspecialiste<br />
of een Friesche ballet-<br />
danser tusschen de muziek<br />
door zal antwoorden.<br />
De laatste heet Jan de<br />
Ruiter en hij is ondanks<br />
zijn Zeeuwschen naam een<br />
ras-echte Fries. Hij ziet er<br />
naar uit: slank, lichtblond<br />
met dat dunne Friesche<br />
haar, waar de wind altijd<br />
vat op schijnt te hebben,<br />
zwijgzaam en hardnekkig.<br />
Men zou hem zonder be-<br />
zwaar den grootsten Frie-<br />
schen danser ter wereld<br />
kunnen noemen, want hij is<br />
de eenige. Nog nooit is een<br />
jongen uit Leeuwarden van<br />
zijn moeder weggeloopen<br />
met de woorden: „Mem, ik<br />
ga naar Leistikow!" En<br />
toen Leistikow het tengere<br />
geval, dat bedremmeld voor<br />
haar stond, zag, moet zij<br />
ook gezegd hebben wat<br />
Tacitus zei (of was het<br />
Cicero?) : „Frisia non. ..."<br />
,, Oogenblik, lezer — ik<br />
ben in de war, maar het<br />
gymnasium is ook al lang<br />
geleden. Tacitus zei „Frisia<br />
non cantat" ofwel ,,men<br />
zingt niet in Friesland". En<br />
Cicero, de oude brompot,<br />
zei: „Nemo saltat nisi<br />
ebrius", ofwel „niemand<br />
danst tenzij hij boven zijn theewater is". Maar<br />
moeder de Ruiter voegde beide Romeinen samen<br />
én rei: „Een Fries, die ballet wil dansen, moet<br />
nog geboren worden". Hetgeen sinds twintig jaar<br />
blijkbaar even onjuist was als de andere be-<br />
weringen sinds tweeduizend.<br />
Jan de Ruiter, een onzer heel weinige ballet-<br />
dansers, die een volledige technische beheersching<br />
van het aloude métier paart aan een gave voor<br />
zelfstandige choreografie en een deugdelijk lei-<br />
derschap over een reeds meer of minder geschoold<br />
„corps de ballet" — werd destijds leider van het<br />
Nederlandsch Ballet, helaas een te vroege en te<br />
vooze concentratie van al onze weinige ballet-<br />
krachten dat het slechts één seizoen uithield, en<br />
daarna Van de Haagsche Balletgroep: op het<br />
oogenblik de eenige Nederlandsche ballet-groe-<br />
Zondagmiddag! Een tot den nok gevuld Ge-<br />
bouw van K. en W. in Den Haag. Veel kinderen,<br />
troepen kinderen. Ze joelen en lachen en praten<br />
en roepen van beneden naar de hoogste galerij,<br />
waar weer andere kinderen over de balustrade<br />
hangen. Daartusschen door tal van moeders en,<br />
dank zij den Zondag, ook enkele vaders, die over<br />
het algemeen het escorte naar een kindervoorstel-<br />
ling overlaten aan moeder de vrouw.<br />
Dan een Indianen-gekrijsch. Het brandscherm<br />
gaat op. Het jeugdig publiek weet wat dit te be-<br />
teekenen heeft. Hernieuwd gejoel: nu splijt ook<br />
het doek vaneen en opeens valt de stilte. Plots<br />
hebben de jeugdige toeschouwers zooveel te kijken<br />
en te luisteren, dat ze zelf er stil van worden.<br />
Een leuk tooneel met aan den eenen kant een<br />
poppenwinkel en de school en aan den anderen<br />
kant een aardig huisje met bloempotten voor het<br />
venster. En op het schoolplein een menigte kin-<br />
deren, nee maar! en allemaal leuk gekleed. Daar<br />
beginnen ze te dansen en te zingen... zóó zou<br />
je het zelf ook willen kunnen. O, kijk, dat eene<br />
meisje is een zusje van vriendinnetje Mies en<br />
daar, nee, zeg, die jongen, dat is heel gewoon<br />
Anneke in de handen van de heks uit Het<br />
Betooverde Bosch.<br />
^wm kitj^m^im^^mii^mmmm^m<br />
JAN DE RUITEPVER HET BALLET<br />
peering naast de terecht befaamd geworden<br />
school van Yvonne Georgi.<br />
De Haagsche Balletgroep is een plant uit den<br />
wonderlijken tuin van Jaap Koo] en dus een<br />
zusteronderneming van de Nederlandsche Kamer-<br />
opera. Nu is het een der eigenaardigheden van<br />
een kameropera, dat er reeds krachtens haar<br />
naam geen plaats is voor een corps de ballet bij<br />
hare voorstellingen en dat die dus zelfstandig<br />
gegeven moeten worden. Over deze Haagsche<br />
Balletgroep is dit seizoen reeds eenige malen met<br />
lof in deze kolommen geschreven, zonder dat het<br />
steeds sterker in dansen en vooral in balletdansen<br />
geïnteresseerd rakende publfek er het fijne van<br />
weet. Vandaar dat wij Jan de Ruiter op den man<br />
af om opheldering zijn gaan vragen.<br />
„Dat het Nederlandsche Ballet het niet uit-<br />
hield, kwam niet, zooals men wel eens gedacht<br />
heeft, omdat het in een zoo groote groepeering<br />
om zooveel hoofden zooveel zinnen ging. Het<br />
mankeerde alleen aan de zakelijke basis: we<br />
waren met teveel menschen, te weinig gelegenheid<br />
om op te treden, geen eigen theater, geen eigen<br />
publiek. Maar de werken die wij vertoonden, zoo-<br />
als de „Préludes" van Debussy onder choreogra-<br />
fie van Iril Gadescov en mijn „Mozart Suite",<br />
toonden juist wat reeds mogelijk was. En wat<br />
mogelijk zou moeten zijn. Want niet iedereen is<br />
zoo gelukkig geweest om sindsdien een plaats te<br />
krijgen in Yvonne Georgi's balletgroep van de<br />
Amsterdamsche Opera, of in die van het Deut-<br />
sches Theater of in de Haagsche Balletgroep. Er<br />
zijn, op een oogenblik dat juist vrij veel talenten<br />
van een jongere generatie aan de markt waren,<br />
verschillenden naar het buitenland vertrokken,<br />
die wij hier hadden moeten houden en die nu in<br />
Posen of in Rijssel of waar ter wereld ook dansen.<br />
Er zij n andere prachtige balletkrachten, als Anna<br />
Rimskaja, die ten onrechte aan de revue zijn<br />
afgestaan. Er zijn daarnaast, die in het geheel<br />
geen emplooi meer hebben en niet meer optreden,<br />
terwijl zij in hun beste kracht zijn en hun<br />
jaren heenvlieden. Vaak komen zij bij mij en<br />
klagen over dat wat niet kan, nóg niet kan. Zij<br />
zouden willen wat voor een balletdanser, in<br />
tegenstelling met den solist die slechts af en toe<br />
optreedt, hoofdzaak is: werken en nog eens wer-<br />
ken aan het harde ambacht. Overdag aan de<br />
barre, 's avonds op de Bühne: die ijzeren tucht<br />
en die regelmaat wil elke balletdanser! Het mooie<br />
van het streng vormelijke ballet is juist de hou-<br />
KINDEREN ZIN<br />
óók een meisje. Dat woont immers vlak bij je in<br />
de straat. Dat dat kind zóó kon dansen en zoo<br />
leuk comedie spelen, dat had je toch zeker niet<br />
gedacht. En dan die afgemeten schoolmeester,<br />
óók een meisje, dat had je op het programma<br />
kunnen lezen. „Echt" deed ze het.<br />
Dan kwam de eigenaar van den poppenwinkel,<br />
die den volgenden dag honderd jaar zou bestaan<br />
en wat die allemaal te vertellen wist van de be-<br />
tooverde poppenfee en hoe eens alle poppen<br />
's nachts om twaalf uur aan het dansen waren<br />
gegaan. De kinderen, aan wie hij dat allemaa'<br />
vertelde, hadden het dolgraag willen zien. Geluk-<br />
kig vertelde de poppenbaas het allemaal zóó dui-<br />
delijk, dat de kinderen op het tooneel het zagen<br />
in hun verbeelding en... . de kinderen en groote<br />
menschen in de zaal het in werkelijkheid kregen<br />
te zien. Het was een alleraardigst ballet, dat,<br />
van de levende poppen en heel wat executantjes<br />
kregen een open doekje.<br />
Eigenlijk was dit allemaal slechts een inlei-<br />
ding. Want toen begon het sprookje van „Het<br />
Betooverde Bosch" eerst recht. Want hierna kwa-<br />
men ook de groote kinderen uit school en gingen<br />
allen naar huis. Ook Anneke, die bleek te wonen<br />
in dat leuke huisje met de bloempotten vlak bij<br />
school. Om half zes vroeg zij moeder of zij haar<br />
CINEMA & THEATER — (nr. 17) 10<br />
' ^.A-*.<br />
■<br />
vast die het geeft. Al het andere vervaagt. Alleen<br />
de heel grooten kunnen er misschien buiten.<br />
Maar het ballet is dagtaak. En de opleving in de<br />
balletkunst in dezen tijd komt misschien juist wel<br />
door die behoefte aan houvast, aan tucht, aan<br />
training onder de dansers. Als we maar een vast<br />
ballettheater hadden! Maar ja, dat kan niet. We<br />
hebben nog maar nauwelijks een begin van een<br />
publiek. Wij hebben hier nooit een eigen opera<br />
gehad, dus ook geen ballet. Vooral in de kleinere<br />
steden is het publiek nog soms zoo onwennig<br />
tegenover het klassieke ballet. Men weet soms niet<br />
wat men in dié plaats of in dié zou moeten<br />
spelen. Men zou wel eiken avond eerst door het<br />
gaatje in het gordijn willen kijken en dan pas<br />
beslissen: vanavond dansen we Strauss, of Pou-<br />
lenc, klassiek of modern".<br />
Ik vraag de Ruiter waar hij zelf dan het<br />
meest van houdt en tot mijn groote voldoening<br />
bekent hij zich tot den meest strengen vorm van<br />
het klassieke ballet, het „ballet blanc". Er komt<br />
vuur, het ware Sint Elmusvuur van den dans, in<br />
zijn lichte oogen als hij zegt;<br />
„Ik geloof onvoorwaardelijk in het klassieke<br />
ballet! Er is voor mij geen hoogere dansvorm<br />
dan het ballet blanc, een „Sylphides" van Chopin<br />
of een „Lac du Cygne". Maar het is tevens de<br />
allermoeilijkste vorm en het vraagt een groot<br />
corps de ballet met vaste verdeeling der obligaat-<br />
partijen — het vraagt minstens dertig tot veertig<br />
menschen op het tooneel. En die kunnen wij nog<br />
niet leveren. Ik zoek dan ook het volgende jaar<br />
naar kleiner bezette werken en ik zou, na „Fest<br />
im Süden" van Blacher, waarmee de Haagsche<br />
Balletgroep dit jaar debuteerde, de „Aubade" van<br />
Poulenc willen dansen, of zijn nieuwe „Les Ani-<br />
maux Modernes", of Debussy's „Boite aux<br />
Joux"."<br />
Het is alles buitenlandsch, veelal Fransch<br />
repertoire en ik herinner hem aan zijn keurig en<br />
fleurig gedanste Nederlandsch ballet op den<br />
„Dag van den Omroep". Het is toch niet zonder<br />
reden, dat juist buitenlandsche choreografen zoo-<br />
vaak de Nederlandsche en Vlaamsche motieven<br />
voor hun balletten kiezen, terwijl zij in eigen<br />
land nauwelijks tot stand ^komen.<br />
„Ja, als er maar eigen muziek voor gecom-<br />
' x poneerd werd! Ik heb plannen voor een groot,<br />
zuiver Nederlandsch ballet op een sterk en leutig<br />
Frans Hals-motief."<br />
En zoo komen wij vanzelf te praten op den<br />
mmm*F*m*****m<br />
GEN EN SPELEN<br />
vader in het bosch tegemoet mocht als hij van<br />
zijn werk kwam. Moeder vond het goed, onbe-<br />
wust, wat haar kleintje allemaal zou gaan be-<br />
leven. Want in het bosch kwam zij bij de kabou-<br />
ters, die haar overhaalden te gaan zoeken naar<br />
het prinsje Peter, dat door een heks betooverd<br />
was en dat alleen door een menschenkind kon<br />
worden gered. Anneke wilde dat natuurlijk<br />
graag doen. Maar o, toen raakte ze even zelf in<br />
de macht van de heks, maar gelukkig had zij<br />
een tooverfluitje en een gouden tooversléuteltje<br />
van den kabouterkoning gekregen en met behulp<br />
van die attributen sloeg zij zich overal doorheen.<br />
Het gelukte haar het prinsje te onttooveren en<br />
veilig thuis te krijgen.<br />
Een alleraardigste kinderoperette, door Chris<br />
Hofland ingestudeerd met een heele schaar kleu-<br />
ters (de kleinste was stellig niet veel ouder dan<br />
vier of vijf jaar) en grooteren. Hij heeft alle eer<br />
van zijn werk. De operette zat goed in elkaar;<br />
hier en daar was dankbaar gebruik gemaakt van<br />
de partituur van bekende componisten en de kin-<br />
deren waren rolvast. Een enkele aarzeling, nu ja,<br />
maar over het algemeen liep het vlot van stapel.<br />
Vooral het dansen van het kleine grut was heel<br />
aardig; er waren heel wat kleine elegantjes bij.<br />
De Elfendans en de dans van de Vuurkinderen<br />
11 (nr. 17)<br />
CINEMA é» TH EAT EU<br />
L . . ^<br />
achterstand, dien ons land,<br />
dat toch — muzikaal be-<br />
gaafd als het in het al-<br />
gemeen 'is en met zijn<br />
vaak prachtige gestalten<br />
vooral voor jonge danseres-<br />
sen — zooveel goede krach-<br />
ten zou kunnen opleveren,<br />
in te halen heeft. Maar het<br />
ballet in zijn herleving, zijn<br />
tucht, zijn durf en zijn over-<br />
gave is met reden eerst een<br />
kind van dezen tijd. Toen<br />
Jan de Ruiter begon te dan-<br />
sen, was hier nauwelijks van<br />
eenige balletopleiding spra-<br />
ke. Danseressen van naam<br />
rieden hem het ballet af.<br />
„Daar krijg je alleen maar<br />
dikke beenen en dikke bibs<br />
van", was haar meening.<br />
Eén was er: een bescheiden<br />
en nooit genoeg gewaar-<br />
deerde vrouw, die -zelf bij<br />
de revue werkte en die thans<br />
in vergetelheid in Brussel<br />
woont: Tamarova.<br />
Zij was geen choreografe<br />
van beteekenis, njaar zij gaf<br />
les in de moeilijke, eeuwen-<br />
oude, koninklijke techniek<br />
der vijf posities en honder-<br />
den passen met hun Ftan-<br />
sche namen als geen ander!<br />
Aan Tamarova dankt Jan<br />
de Ruiter zijn scholing, zoo<br />
goed als Rimskaja, Steffa<br />
Wine, Han Rijnbeck en<br />
allen, die de ballettechniek in de dagen voor<br />
Georgi in eere hielden. Later kwam Schwertzoff<br />
er korten tijd bij. Maar hij was zelden hier, zat<br />
dan hier dan daar en verdween tenslotte geheel.<br />
Toen kwam Jan de Ruiter twee jaar bij Georgi in<br />
den tijd van haar eerste balletten in los-vast ver-<br />
band voor de Wagnervereeniging. De tijd, dat zij<br />
reeds de „Copélia" durfde te brengen en de<br />
„Diana" van Alex Voormolen en Beethoven's<br />
„Prometheus", waarin de Ruiter den Eersten<br />
Man, de thans ook in de Haagsche Balletgroep<br />
werkende Marie-Jeanne van der Veen de Eerste<br />
Vrouw, Alfred Hiltmann den Prometheus en<br />
Georgi zelf de Pallas Athene danste.<br />
Het is alles nog maar recente historie. Alle^<br />
is nog in staat van Wording. Yvonne Georgi<br />
heeft reeds ontzaglijk veel goed en moeizaam<br />
waren snoezig. Heel geslaagd was ook het<br />
Heksenballet, dat trouwens door oudere meisjes<br />
werd uitgevoerd.<br />
De zaal genoot, zoowel jongeren als ouderen,<br />
elk op zijn wijs. Moeders zagen met verteedering<br />
het kleine grut in zijn artistieke evoluties en het<br />
jonge publiek vereenzelvigde zich met de kleine<br />
acteurs en actrices. Tusschen de bedrijven draaf-<br />
den ze in lange slierten door de zaal, het ballet<br />
imiteerend of krijschten ze den heksenkreet.<br />
Een middag, waarop allen met genoegen kun-<br />
nen terugzien, Chris Hofland zeker niet in de<br />
laatste plaats. Hij heeft eer van zij n werk gehad!<br />
Niet alleen had hij de geheele operette ingestu-<br />
deerd, maar hij zorgde ook voor de uitstekende<br />
begeleiding aan den vleugel. Het kapwerk vau<br />
Van Loon Jr. mocht er eveneens zijn en de aar-<br />
dige kleurige costuumpjes droegen er toé bij<br />
allerlei scènes tot oogverrukkende tafereeltjes te<br />
maken.<br />
Alleen: de opvoering duurde wel wat lang.<br />
Het was niet ver van zes uur toen wij huistoe<br />
gingen en. . om twee uur was het spel reeds<br />
begonnen. B. M. VAN DEN ENDE.<br />
Flipje op weg naar den koning uit Het<br />
Betooverde Bosch. < Fol °'' st '* ,)<br />
Jan de Ruiter en Liselole Bade in het<br />
„Rondo Turc" uit Mozart's Sonate.<br />
(Foto's Godfried He Gr not)<br />
„grondwerk" verricht. Het voorbeeld van het<br />
Deutsches Theater werkt stimuleerend. En ook<br />
de Ruiter's Haagsche Balletgroep, die dit seizoen<br />
zijn voorstellingen onder de aegide van de<br />
Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeenschap gaf,<br />
helpt langzaam maar zeker een nieuwe en ge-<br />
zonde traditie opbouwen van het ballet, dat, de<br />
stormen der eeuwen en alle protesten van het<br />
dans-individualisme ten spijt, zich handhaaft in<br />
zelfbezinning op oer-oude vormen èn vernieuwing<br />
daarvan naar dei» geest! HENRIK SCHÖLTE.
Rabenalt, die een groot bewonderaar is der<br />
Kransche filmkunst (ook jaren lang in Fransche<br />
studio's werkte), heeft deze bewondering in<br />
.,Mijn vrouw Teresa" zichtbaar gemaakt. Een op<br />
zichzelf niet erg sterk verhaal werkte hij uit tot<br />
een licht, mousseerend brokje filmlyriek. Het is<br />
een vermakelijk geval geworden van persoonlijke<br />
verteltrant.<br />
De regisseur schreef het draaiboek niet. Willy<br />
Clever componeerde dit naar den roman „Meine<br />
Frau Teresa" van Ellen Fechner. Echter, voor<br />
zoover wij Rabenalt en regie-aspiraties kennen.,<br />
moet hij er van meet af aan met den neus boven-<br />
op hebben gestaan.<br />
De lyriek der film Zij zoekt het in het<br />
verraden van het détail, in het laten spelen van<br />
voorwerpen evenzeer als van menschen. Zij zoekt<br />
het in vloeiende overgangen van scènes, in een<br />
vlugge, rhythmische montage, in kernachtig<br />
beeldrijm. Zij heeft een camera noodig, die zich<br />
durft te bewegen. Die begeerig is de allerindivi-<br />
dueelste intimiteiten op te zoeken. Hiervan, met<br />
minder gevoel voor discretie dan voor het ver-<br />
teederend menschelijke, ab een amusant enfant<br />
terrible te getuigen.<br />
De lyriek der film, ontstaan toen de close-up<br />
geboren werd, toen de Amerikaan Griffith op de<br />
gedachte kwam de camera mobiel te maken, was<br />
vooral den Franschen toevertrouwd in den loop<br />
der jaren. De Fransche film, zooals zij de liefde<br />
verheerlijkte, den haat, de jalouzie, de hebzucht<br />
leven in blies, kon men in de eerste plaats „de<br />
film-in-den-ik-vorm" npemen.<br />
Van haar tradities toont de Weener Rabenalt<br />
zich met „Mijn vrouw Teresa" een adept.<br />
Soms nog iets te breedsprakig, te lang van<br />
mmm^^m^^^^mmm^mm^iFw^Kmmmmm^mwmm^mi^m^<br />
„11101<br />
stof. Doch het goede overtreft de tekortkomin-<br />
gen. Blijft Rabenalt in dezen vorm, hetgeen ook<br />
van zijn opdrachten afhangt, dan kunnen wij bij-<br />
zonder plezier van hem beleven.<br />
Na deze kleine uitweiding — het heeft zijn nut<br />
af_ en toe oog te hebben voor de wederzij dsche<br />
beïnvloeding der nationale filmculturen — volgt<br />
in het kort de inhoud:<br />
Een beroemd romancier. Peter Dühren, heeft<br />
een bijna volmaakt huwelijk gesloten met de<br />
charmante Teresa. Peter, Teresa en hun model-<br />
huisknecht Alfons, die op rijn typische wijze<br />
verknocht is aan Teresa, wanen zich die eerste<br />
maanden als kinderen in een paradijs. De klad<br />
komt erin, zoodra een al te voortvarend uitgever<br />
zonder Peters medeweten reclame gaat maken<br />
voor „den nieuwen Dühren", een boek, dat een<br />
ernstige roman zijn zal. Dermate grootscheepsch<br />
is deze reclame, dat Dühren onmogelijk meer<br />
onder de opdracht uit kan. Waar haalt hij echter<br />
ßij de foto's: Rechtsboven: Zóó kwam een<br />
uit het sfan geraakte huisknecht, wien het<br />
inbrekersvak eigenlijk niet ligt, aan een<br />
nieuwe kans zijn echte beroef meer uit te<br />
oefenen. Een charmante vrouw wilde hem wel<br />
helfen (Harald Paulsen en Elfie Mayer-<br />
hof er) . — Links-midden: HeJ. gelukkige<br />
echtpaar (Elfie Mayerhofer en Hans S'óhn-<br />
ker) in een wereld, die geen zorgen kent. —<br />
Links onder: Na de scheiding moet de echt-<br />
genoot zonderlinge capriolen maken om zijn<br />
eigen vrouw te kunnen spreken (Elfie Mayer-<br />
hofer en Hans Söhnker). — Linksboven:<br />
„Wie is die man?", vraagt de bruidegom. En<br />
de man is de nieuw-aangenomen bediende, die<br />
den avond te voren nog inbreker was, thans<br />
als getuige bij het huwelijk optreedt (Harald<br />
Paulsen, Rolf Weih, Hans Söhnker, Elfie<br />
Mayerhofer). — Rechts-midden: Een geluk-<br />
kige vrouw spreekt over liefde (Elfie Mayer-<br />
hofer). — Rechtsonder: Het succes van het<br />
nieuwe boek verrukt iedereen, behalve den<br />
schrijver. (Rolf Weih, Hans Söhnker, Mady<br />
Rahl, Otto Graf). (Frto'tTMt)<br />
CtNF.MA & THEATER — fnr. 17) 12<br />
V<br />
een ernstig gegeven vandaan? Zijn huwelijks-<br />
geluk is volkomen. Die kleine Teresa is een min-<br />
nares uit duizenden. Onder dergelijke omstandig-<br />
heden vermag een auteur uitsluitend vroolijk te<br />
schrijven. Teresa en Alfons helpen mee, wat zij<br />
kunnen, om het dilemma op te lossen. Teresa's<br />
pogingen maken Peter tot een nog verliefder<br />
man. Eindelijk krijgt hij zijn ingeving. Hij zal,<br />
waarheidsgetrouw, den roman van zijn eigen ge-<br />
luk schrijven, ten vermake, maar vooral ter<br />
leering.<br />
De roman komt uit als een jubileumgave der<br />
uitgeverij. Hij bereikt enorme oplagen. Teresa's<br />
geluk ontvangt echter een barst. Peters „schaam-<br />
teloos verraad" van hun teederheden, van de ver-<br />
voering van hun liefdesspel, geeft haar het ge-<br />
voel hulpeloos en naakt in de kou te staan. Over-<br />
al waant zij lezers van Peter, die op haar wijzen,<br />
om haar lachen, zeggen; ..Dat is nu die Teresa<br />
uit het boek ..■.', !".<br />
Ss MIJN VROUW TERESA<br />
„Meine Frau Teresa"<br />
Een TOBIS-film<br />
Draaiboek: Willy Clever naar den gelijknamigen<br />
roman van Ellen Fechner. — Muziek: Ernst Erich<br />
Buder. — Camera: Eduard Hoesch. — Decors:<br />
Erich Grave en Erich Schweder. — Opnameleiding:<br />
Rolf Geile. — Productiegroep: Fritz Klotzsch.<br />
Regie: ARTHUR MARIA RABEN ALT<br />
Rolverdeeling:<br />
Teresa Elfie Mayerhofer<br />
Peter Döhren, haar man Hans Söhnker<br />
Dr. Georg Bruckner, zijn vriend Rolf Weih<br />
AI. Fleming, Teresa's vriendin . . Mady Rahl<br />
Alfons, huisknecht Harald Paulsen<br />
Dr. Grothe, uitgever Otto Graf<br />
Haase, reporter • Fritz Böttger<br />
13 fnr. 17)<br />
CINEMA & THEATER<br />
Alfons wordt niet minder geschokt tot in het<br />
diepste van zijn ziel. Enkele huisvrienden, de op<br />
Teresa verliefde Bruckner (Rolf Weih) en de op<br />
Peter verliefde Alexa Fleming (Mady Rahl),<br />
komen Peter eveneens de heftigste verwijten<br />
maken. Hij heeft het zelfs aangedurfd hèn ten<br />
voeten uit te beschrijven.<br />
Teresa, gechaperonneerd door Alfons, verlaat<br />
de woning met opgestoken zeil. Peter weet niet,<br />
wat hij moet bedenken zijn vrouw terug te win-<br />
nen. Zijn verleidingskunst doet al veel. Maar<br />
niet alles. Het is een wijze, onbekende oude<br />
dame in den trein, die Teresa's moeilijkheden<br />
raadt en haar als geneesmiddel den nieuwen<br />
succesroman „Mijn vrouw Teresa" adviseert. Die<br />
Teresa, zegt de oude dame, laat pas zien, wat een<br />
vrouw van het leven kan maken . . !<br />
Teresa stapt aan het eerstvolgende station uit.<br />
Zij keert terug en schenkt den ondernemenden<br />
Peter de kans het toch nog volledig met zijn vér-<br />
leidingskunsten te winnen.<br />
Dit laatste gedeelte is het zwakste van het<br />
gegeven. Vaart, geestige dialoog, grappig ge-<br />
vonden situaties en die persoonlijke verteltrant<br />
van Rabenalt helpen de film over de zwakte heen.<br />
Daarbij vooral niet te vergeten de prestaties der<br />
spelers in de drie belangrijke rollen: Elfie<br />
Mayerhofer als Teresa, Hans Söhnker als Peter,<br />
Harald Paulsen als Alfons.<br />
Ik zag Elfie Mayerhofer weinig, ik hoop haar<br />
meer te zien onder dit soort regie. Klein, elegant,<br />
vitaal en lief als zij is. De waardige, in achter<br />
decorum verborgen toewijding niet te overtreffen<br />
Alfons van Paulsen, verdient een standbeeld.<br />
P. BEISHUIZEN.
KIRSTEN HEIBERG<br />
Het is — vergeeft u mij deze onkiesche ver-<br />
gelijking — waarschijnlijk gemakkelijker een<br />
vloo te vangen dan een buitenlandsche filmster te<br />
spreken te krijgen, die tijdelijk in ons land ver-<br />
blijft, tenminste, als men hem of haar wil treffen<br />
buiten de enerveerende spanning van de studio-<br />
ruimte.<br />
Drie maal had ik reeds getracht Kirsten Hei-<br />
berg, die een der hoofdrollen vervult in de film<br />
,,Die goldene Spinne", die thans in Amsterdam<br />
wordt opgenomen, in haar hotel telefonisch te be-<br />
reiken, doch steeds was het antwoord, dat de<br />
gezochte zich niet in haar apartementen bevond.<br />
De vierde maal — het was op een avond dat ik<br />
opbelde — deed de portier, die mijn stem al bleek<br />
te kennen, mij met de bereidwilligheid, zijn vak<br />
eigen, een middel aan de hand. „Belt u morgen<br />
om half acht," zei hij, ,,om acht uur is zij altijd<br />
al de deur uit."<br />
Ik heb zijn raad dankbaar opgevolgd. Om half<br />
acht, den volgenden mocgen, verzocht ik den por-<br />
tier mij met Kirsten Heiberg te verbinden. Een<br />
oogenblik moest ik wachten. Toen klonk in mijn<br />
linker oor een onthutste vrouwenstem, die ver-<br />
stoord vroeg wie het daar waagde zoo onmensche-<br />
lijk vroeg al op te bellen.<br />
Het lot was mij kennelijk niet gunstig gestemd.<br />
Juist dien ochtend behoefde Kirsten Heiberg nu<br />
eens niet om half negen in de studio te rijn en<br />
wilde zij eens heerlijk uitslapen. . . .<br />
Ondanks deze weinig bemoedigende introductie<br />
gelukte het mij een afspraak te maken en dien<br />
middag trof ik haar in de hotelhall. Zij bleek de<br />
ontijdige storing van haar welverdiende nacht-<br />
rust, die ik onbewust veroorzaakt had, gelukkig<br />
alweer vergeten. Ik kan mij trouwens een zoo<br />
beminnelijk persoontje als Kirsten Heiberg on-<br />
mogelijk boos voorstellen. Overigens kan men<br />
uit deze geheele historie leeren, dat filmsterren<br />
óók gewone menschen zijn, die geregeld hard<br />
.... werd ontijdig gewekt<br />
moeten werken en even blij rijn als u en ik, als<br />
het klokje van gehoorzaamheid eens een ochtend<br />
wat later slaat.<br />
Kirsten Heiberg is geen Duitsche van oor-<br />
sprong. Haar voornaam doet reeds vermoe-<br />
den, dat haar wieg iji een der Scandinavische<br />
landen heeft gestaan en dat vermoeden wordt<br />
door haar zelf bevestigd, als zij vertelt, dat zij<br />
geboren is in Noorwegen, in een kleine kust-<br />
plaats, doch dat haar ouders al zeer vroeg naar<br />
Oslo verhuisden.<br />
Dan volgt de traditioneele vraag, hoe zij haar<br />
roeping bij de film gevonden heeft.<br />
,,Die roeping," zoo vertelt zij, „heb ik al heel<br />
jong gevoeld, ofschoon ik toen nog niet aan de<br />
film dacht. Mijn ouders, hoewel zelf niet in het<br />
métier, hadden een grqote belangstelling voor de<br />
kunst en onder onze kennissen bevonden zich dan<br />
ook verschillende toneelspelers. Al spoedig<br />
kreeg ik zang- en declamatieles en op nog zeer<br />
jeugdigen leeftijd stonÄ ik voor het eerst op de<br />
planken. In Oslo heb ik gespeeld, en ook bij het<br />
National-theater Bergen. In dienzelfden tijd<br />
kreeg ik mijn eerste filmrol, in een kleine Noor-<br />
sche productie."<br />
„Bent u van Noorwegen in Duitschland<br />
terechtgekomen ?"<br />
„Neen, eerst kreeg ik een engagement in<br />
Stockholm en tijdens mijn verblijf in Zweden heb<br />
ik ook nog aan vier Zweedsche films mee-<br />
gewerkt."<br />
Ik vraag, of de taal, eerst in Zweden en daarna<br />
in Duitschland, geen moeilijkheden heeft opge-<br />
leverd. Het onderscheid tusschen Zweedsch en<br />
Noorsch ligt dikwijls alleen maar in een klem-<br />
toon of een nuance, maar ook dat dient bij film<br />
en tooneel volkomen te kloppen.<br />
Ja, Kirsten Heiberg geeft volmondig toe dat<br />
het wel eens moeilijk was, maar zij heeft zich<br />
steeds beijverd om de .voor haar vreemde talen.<br />
Rechtsboven:<br />
Kirsten Hei-<br />
berg, die tvij<br />
van het tritte<br />
doek kennen<br />
als „gevaarlij-<br />
ke vroutc" in<br />
een harer ty-<br />
pische crea-<br />
ties in „Goud-<br />
honger". —<br />
Links: Kirsten<br />
Heiberg met<br />
Benjamino<br />
Gigli in „De<br />
moordzaak<br />
Franchetti".<br />
'Foto's Üfa/To-<br />
his I Italia).<br />
die zij bij haar spel buiten Noorwegen moest ge-<br />
bruiken, zoo snel mogelijk meester te worden.<br />
Haar grootste sprong maakte zij in 1937, toen<br />
zij een contract in Weenen kreeg. Drie maanden<br />
lang trad zij in het „Theater an der Wien" op<br />
in een muzikaal blijspel en het was bij die ge-<br />
legenheid, dat zij den componist Frans Grothe<br />
leerde kennen, met wien zij in Januari 1938 in<br />
Oslo in het huwelijk trad. Daarna, in Berlijn,<br />
eischte de film haar weer op, en zoo is het sedert-<br />
dien gebleven. Zij heeft al in heel wat Europee-<br />
sche filmcentra gespeeld en vooral aan de<br />
Italiaansche „Cinecitta" bewaart zij mooie her-<br />
inneringen.<br />
Welke rollen rij het liefst vertolkt ? Niet de rol-<br />
len die wij haar in de films „Goudhonger", „De<br />
moordzaak Franchetti" en haar andere Duitsche<br />
rolprenten zagen spelen. Kirsten Heiberg<br />
speelt bijna altijd „gevaarlijke vrouwen", zooals<br />
kroegzangeressen en spionnen. Ook nu, in „Die<br />
goldene Spinne" speelt zij weer een Russische<br />
spionne, die in vier verschillende gedaanten op-<br />
treedt. Waarom het fatum van dergelijke rollen<br />
op haar rust? Waarschijnlijk is haar buiten-<br />
landsch accent er ook wel schuld aan.<br />
Haar ideaal is echter eens op te treden in een<br />
eenvoudige en sympathieke creatie, „Desnoods in<br />
lompen", zoo verzucht zij.<br />
Of zij wel eens heimwee naar haar geboorte-<br />
land heeft ? „Doorloopend!" is het antwoord.<br />
Maar haar werk laat haar niet veel tijd om in<br />
een lange vacantie Noorwegen te bezoeken. Sinds<br />
Maart van het vorige jaar heeft zij onafgebroken<br />
gewerkt, onder andere aan de film ,,Tita!nic",<br />
„Liebespremière" en „Die Philharmoniker von<br />
Berlin", die wij alle te zijner tijd in Nederland<br />
hopen te zien.<br />
Wat zij van Holland denkt?<br />
„Reizend!" is het enthousiaste antwoord. Voor-<br />
al Wassenaar, alwaar zij voor de opnamen in<br />
Den Haag verbleef, heeft haar hart gestolen. Zij<br />
heeft echter nog niet veel tijd gehad voor touris-<br />
tische uitstapjes, want de film eischt haar voort-<br />
durend op. En dan vertrouwt zij mij toe, dat zij<br />
zoo graag eens een tijdje rustig thuis zou zijn, in<br />
Berlijn, waar haar man, Frans Grothe, als leider<br />
der af deeling amusementsmuziek van den „Reichs-<br />
rundfunk" werkzaam is.<br />
Laat ons hopen, dat zij daartoe spoedig de<br />
gelegenheid zal vinden. Zij heeft het, na zulk een<br />
werkzaam jaar — haar laatste vacantie was in<br />
Maart 1942 — zeker verdiend! C.<br />
■INF.M.4 & THFATFft — rnr. 17» \\<br />
ifti<br />
L-CA-o<br />
m<br />
* ■.,.;;.... ■<br />
ipli<br />
Msspr<br />
■i ■<br />
\— Il -/)<br />
mÊÊk<br />
AxoA
'Wmmmß' mtmmm<br />
LOGÉ-PLEZ1ER<br />
Een kort verhaal door AUG. MOOK<br />
Den eersten avond dat tante Trees bij<br />
ons was, zijn we met haar naar het Theater-<br />
der-Duizend-Sensaties gegaan. Natuurlijk!<br />
We voelden er niets voor om den heelen<br />
avond met haar thuis te moeten zitten en<br />
dan allemaal verhalen te moeten aanhooren<br />
over niet-leggende kippen en hoe gezellig<br />
het vroeger toch eigenlijk wel was. We<br />
hadden haar dus voorgesteld om met zijn<br />
drieën: mijn vrouw, tante en ik uit te<br />
gaan: écht „uit" ....<br />
Natuurlijk kon ze zich onmiddellijk met<br />
het plan vereenigen: ze was niet naar de<br />
stad gekomen om daar nu bij de familie<br />
te gaan zitten of zich op andere wijze te<br />
vervelen, maar ze was gekomen om de<br />
wereld te zien. Ze zou toch al niet te lang<br />
blijven en daar ze nog enkele andere fami-<br />
lieleden moest bezoeken, wilde ze haar tijd<br />
goed besteden: het plan kwam haar dan<br />
ook in één woord uniek voor, als we maar<br />
niet naar een film gingen! Films zag ze<br />
genoeg: lederen Zaterdagavond had ze<br />
haar vaste plaatsje in het Olvmpiatheater:<br />
dat was eigenlijk het eenige amusement<br />
wat ze kende. ledere première maakte ze<br />
zoodoende mee en ze kende die Zarah<br />
Rühmann en dien Willy Leander en al die<br />
andere sterren of ze met hen was school<br />
gegaan.<br />
Maar ja, nu ze dan bij ons was, wilde<br />
ze graag wat anders en zoo werd het het<br />
Theater-der-Duizend-Sensaties, ofschoon<br />
Toos (dat is mijn vrouw) er niet zoo bijster<br />
veel voor voelde. Maar goed . . . voor een<br />
tante, die ergens ver weg uit de provincie<br />
komt en de wereld wil leeren kennen, moet<br />
je wat óver hebben en doe je een heeleboel<br />
en laat ik maar meteen zeggen : het viel<br />
mee!<br />
Het programma begon precies een kwar-<br />
tier te laat en het was prompt een kwartier<br />
■eerder afgeloopen dan aangekondigd en. . .<br />
tante genoot. Hoorbaar van het rolletje<br />
zuigzuurtjes, waar ze nog net een bonnetje<br />
voor had gehad en zichtbaar van de gru-<br />
welijkheden, die er op de Bühne gedemon-<br />
streerd werden: er trad een messenwerper<br />
op, die letterlijk in den blinde een aantal<br />
broodmessen de zaal inkeilde, die daar<br />
door een half-ontbloote juffrouw op een<br />
plankje werden opgevangen, er was een<br />
rijwielnummer op een gespannen koord,<br />
halsbrekende toeren in den nok van de too-<br />
neelruimte door de drie Fal-Der-Appies.<br />
die tot slot van hun prestaties een duik<br />
Met een teekening vnn F. van Bemmel<br />
namen in een teil water, die ze van te voren<br />
beneden hadden neergezet, maar de Fal-<br />
Der-Appies bleken aan een touw te hangen<br />
dat aan hun enkels bevestigd was, en zoo<br />
was er nog meer.<br />
Daar moest je nou toch voor in de groote<br />
stad zijn, meende tante: zoo iets zag je bij<br />
hen in het dorp nooit... Ze was er stil van.<br />
In de pauze gingen we naar de foyer,<br />
waar we een ice-cream-soda dronken om<br />
af te koelen van de sensatie-hitte, en waar<br />
tante zoo lekker van smulde, dat Toos<br />
voorstelde er nog één te nemen, met welk<br />
exemplaar tante aantoonde over ice-cream-<br />
soda verslind-capaciteiten te beschikken,<br />
die niet gewoon wären.<br />
Na de pauze werd het programma van<br />
het Theater-der-Duizend-Sensaties nog<br />
ééns zoo sensationeel en met een gerust<br />
geweten durf ik thans te zeggen, dat ik<br />
blij was dat het afgeloopen was: ik was<br />
er beverig van geworden ....<br />
Den volgenden avond wilde tante naar<br />
neef Jan. Noch mijn vrouw noch ik voelde<br />
er iets voor om met haar mee te gaan, waar<br />
ze gelukkig ook heelemaal niet op aan-<br />
drong, sterker nog: ze toonde zich zelfs<br />
eenigszins verheugd dat ze alleeh kon<br />
gaan! Toen ze echter bij hallf elf thuis<br />
kwam en we haar vroegen hoe het geweest<br />
was, gaf ze een vrij afwezig antwoord, dat<br />
ons van verder vragen afhield. Ja, het was<br />
wöl leuk geweest. . . „Ik ga direct naar<br />
bed".<br />
Toos en ik keken elkaar eens aan: het<br />
bezoek was zeker niet in goede aarde ge-<br />
vallen, maar toen ik neef Jan den volgen-<br />
den morgen opbelde om eens te hooren of<br />
er iets geweest was, moest ik tot mijn<br />
groote verwondering vernemen, dat hij<br />
tante heelemaal niet 'bij zich gezien had!<br />
Toen ik thuis kwam zei ik natuurlijk niets<br />
en toen tante het er na het eten over had,<br />
dien avond graag eens alleen te willen uit-<br />
gaan, meende ik niet beter te kunnen doen<br />
dan haar haar gang te laten gaan. Toen ze<br />
echter vertrokken was, schoot ik mijn jas<br />
aan en de deur uit en volgde haar op een<br />
paar honderd meter: haar houding was<br />
meer dan vreemd ....<br />
Ik had mijn vrouw gezegd even een<br />
boodschap te moeten doen, zoodat mijn<br />
detective-achtig optreden niet de minste<br />
achterdocht verwekte. Zoo volgde ik tante<br />
Trees zonder dat ze er iets van bemerkte:<br />
ze stapte resoluut en kennelijk vast-besJo-<br />
ten regelrecht door, haar doel wetend.<br />
Kunt u zich echter voorstellen dat ik stom-<br />
verbaasd was haar opeens in het Theater-<br />
der-Duizend-Sensaties te zien verdwijnen?<br />
Dus dat was het en ik twijfelde er niet aan<br />
of zij had daar ook den vorigen avond<br />
doorgebracht. Toen ik even later thuis<br />
kwam en mijn vrouw mijn ontdekking<br />
mededeelde, glimlachte deze: ze had name-<br />
lijk het bewijs van mijn- ontdekking ge-<br />
vonden in den vorm van een in elkander<br />
gefrommeld entreekaartje, dat tante onder<br />
het bed in de logeerkamer had geworpen.<br />
Die tante toch! En toen ze dien avond thuis<br />
kwam en we, om haar op de proef te stellen,<br />
vroegen hoe ze het gemaakt had, knikte ze:<br />
„Goed! Het is fijn weer buiten...." en<br />
anders zei ze niet....<br />
Toen kwam de laatste avond dat tante<br />
bij ons was.<br />
„Luistert u eens", zei ik dien middag<br />
tegen haar: „Nu bent u hier nog één<br />
avond: Eergisteravond bent u naar neef<br />
Jan geweest en gisteravond bent u zelf<br />
uitgegaan, maar nu zouden wij voor dien<br />
Tante sfnulde heerlijk T/a» de ice-cream-soda.<br />
CINEMA (V THF.ATF.R — (nr. 17) 16<br />
laatsten keer toch nog wel eens met zijn<br />
drietjes kunnen gaan. Wat denkt u daar-<br />
van?"<br />
Ja, tante Trees vond het prima: en zoo<br />
vervolgde ik mijn inleiding met de vraag<br />
waar tante nu wel graag naar toe zou wil-<br />
len. En toen keek die ouwe tante ver-<br />
teederd en er vloog een glimlachje<br />
vol zoetigheid over haar vriendelijk oud<br />
gezicht: ze vond het lief en leuk en aardig,<br />
maar ze had dan eén verzoekje: één klein<br />
verlangen en misschien zouden we het wel<br />
vreemd vinden, maar ze zou nog zoo graag<br />
eens naar dat Theater willen ... dat had<br />
ze zoo mooi gevonden ... Dat Theater met<br />
al die sensaties ....<br />
Toos en ik keken elkaar eens veelbetee-<br />
kenend aan, maar och, wat doe je in zoo'n<br />
geval? En dien avond trokken wij dus ten<br />
tweede male in één week naar het Theater-<br />
der-Duizend-Sensaties en gruwelden weer<br />
bij den man, die levende goudvischjes naar<br />
binnen slikte, en onze adem stokte bij de<br />
bewegingen van de vrouw, die op een om-<br />
gekeerd bierglas op een rijwielrad boven<br />
op een bal op een paaltje op drie tafels een<br />
sigaret aanstak .... en we genoten in de<br />
pauze weer van de ice-cream-soda ... Uit<br />
pure dankbaarheid bood ook tante een<br />
rondje ice-cream-soda aan, maar Toos en<br />
ik bedankten, doch tante geneerde zich niet<br />
en werkte met hetzelfde enthousiasme als<br />
ze was begonnen, ook het derde glas met<br />
ijs en spuitwater en schuim naar binnen . . .<br />
En toen is tante weer weggegaan ....<br />
terug naar haar akkertje met boerenkool<br />
en terug naar haar kippen, naar haar<br />
huisje in het verre dorp. Maar drie dagen<br />
later kregen we een brief van haar:<br />
„Beste kinderen.<br />
Ik dank jullie nog wel voor de dagen,<br />
die ik bij jullie heb mogen doorbrengen.<br />
Het weer viel gelukkig nog al mee: ik heb<br />
mijn parapluie niet noodig gehad, ofschoon<br />
het weerglas toch niet erg best stond. De<br />
kippen zijn blij, dat ik weer terug ben. Het<br />
is toch maar een mooie stad bij jullie. Ik<br />
hoop het volgende jaar weer te komen,<br />
want die glazen met dat ijs en dat vruch-<br />
tensap waren onvergetelijk. Ik heb nog<br />
nooit zoo iets lekkers geproefd. En niet eens<br />
duur: voor vijfenzeventig cent zoo'n heel<br />
ding. Zoo iets kun je hier toch maar niet<br />
krijgen. Het is alleen jammer dat je daar-<br />
voor al die kunstenmakerij moet gaan zien,<br />
want waarvoor doen die lui allemaal zoo<br />
gek? Laten ze gewoon doen. Dat noemen<br />
ze nou sensaties! Ik noem het maar onzin:<br />
als ze dat hier in het dorp zouden geven,<br />
ging geen mensch kijken. Maar wat was<br />
dat goedje lekker, kinderen. „Daar zou ik<br />
wel pap van lusten," zou vader vroeger ge-<br />
zegd hebben. Ja! Daar hebben jullie me<br />
een reuze plezier mee gedaan... Volgend<br />
jaar gaan we er weer naar toe, maar dan<br />
moeten jullie mijn rondje ook opeten! Nog<br />
wel bedankt! Jullie Tante Trees."<br />
Toos en ik hapte"n lucht....<br />
17 (nr. 17) — CINEMA & THEATER<br />
VAN VROUW TOT VROUW<br />
KINDEREN EN TOONEEL.<br />
Dat was een festijnI Mijn dochtertjes, die haar<br />
moeder zoo vaak naar den schouwburg hadden<br />
zien trekken, zouden nu ook eens mee mogen. Er<br />
was een kindervoorstelling — kinderen zouden<br />
een operette opvoeren en ik vond, dat ik dit mijn<br />
meisjes niet mocht onthouden.<br />
Ik behoef u natuurlijk niets te vertellen van<br />
de opwinding vooraf, van alle vragen, die om<br />
mijn ooren gonsden, van de gewichtige bespre-<br />
kingen over hetgeen ze „aan" moesten — die<br />
kleine ijdeltuiten! — en van de gewichtigheid,<br />
waarmede zij het programma, dat ik mij bij het<br />
plaatsbespreken alvast had aangeschaft, bestu-<br />
deerden. Een heele lijst van tooneelfiguren met<br />
meisjesnamen er achter. „Zijn dat allemaal kin-<br />
deren hier uit de stad, moeder?" En ik antwoord-<br />
de, dat die kinderen vermoedelijk alle stad-<br />
genootjes waren. „Wat een glorie moet het voor<br />
die kinderen zijn hun namen zoo gedrukt te zien<br />
staan I" ging het door mij heen, maar toch,<br />
heelemaal paedagogisch verantwoord leek het mij<br />
niet, de jeugdige acteurs en actrices met naam en<br />
toenaam te vermelden.<br />
Laat ik mij daar echter niet in verdiepen en<br />
liever wat van de opvoering zelf zeggen. Na het<br />
spannend wachten kwam' de dag, waarop het<br />
festijn zou plaats hebben. Natuurlijk nog dolle<br />
opwinding tijdens de koffietafel en in de tram en<br />
dan ineens, bij het binnenkomen, een ongekende<br />
bevangenheid. Vijf minuten lang wel hadden ze<br />
niets in te brengen. Maar toen zagen ze een<br />
vriendinnetje en ze holden uit de stoelenrij er op<br />
af en daarmede was het ijs gebroken.<br />
Ik zou niet durven zeggen, wat voor kinderen<br />
het verkieselijkst is: een voorstelling, door vol-<br />
wassenen gegeven, speciaal voor kinderen ge-<br />
schikt gemaakt èf een voorstelling door kinderen<br />
gegeven. Mij dunkt: het laatste is natuurlijker,<br />
al heb ik nog zulke prettige herinneringen —<br />
evenals trouwens mijn meisjes — aan de sprook-<br />
jes, waarop ik boven doelde.<br />
Voor volwassenen heeft het wel een heel bij-<br />
zondere bekoring al die kleuters op het tooneel<br />
te zien. Er wären echte peuters bij. Ze stalen je<br />
hart en verteederden je, al was het alleen maar<br />
om een hoed, die wat te diep over het hoofdje<br />
zakte, zoodat An achterbuurvrouw verzuchtte,<br />
dat ze het tooneel wel zou willen opgaan om het<br />
kind te helpen.<br />
Den heelen tijd moest ik denken hoe goed het<br />
eigenlijk is kinderen aan dergelijke tooneel- of<br />
operette-opvoeringen te laten meedoen. Hoe vlot<br />
leeren ze zich bewegen: het dansen krijgt zóó<br />
meer beteekenis dan wanneer ze op „dansles"<br />
gaan en de moderne foxtrott e.d. leeren. Dit<br />
dansen moet toch heel wat meer zin hebben. Zoo<br />
leeren ze ook spelenderwijs goede manieren.<br />
Werkelijk, het instudeeren van een operette kan<br />
de „legons de maintien", waarmede onze groot-<br />
moeders werden geplaagd, vervangen. Ook<br />
leeren ze vrijmoedigheid.<br />
Ik zal trachten mijn dochtertjes ook aan zoo<br />
iets te laten meedoen, want gemakkelijkheid in<br />
hun optreden zal hun steeds te pas komen in het<br />
leven. En op die manier leeren ze ook weer eens<br />
andere kinderen kennen dan die op school.<br />
Alleen: ik zou een beetje toekijken op de rol,<br />
die hun werd toebedeeld. Er was een kleintje, dat<br />
voor „babypop" moest spelen en deswege met<br />
niet veel meer dan een zwembroekje aan tijden-<br />
lang op het koude tooneel moest staan. Neen.<br />
daar zou ik mijn kind niet aan wagen. Per slot<br />
hoeft een baby-pop niet precies drie kwart bloot<br />
te zijn om „echt" te lijken. In den winter en het<br />
vroege voorjaar zie ik een baby toch maar het<br />
liefst in een lekker wollen truitje. Waarom een<br />
levende baby-pop dan niet warm ingepakt?<br />
Met dat al was het een genot en opgetogen<br />
trokken wij alle dris huiswaarts, waar vader<br />
werd onthaald op geestdriftige verhalen en te<br />
hooren kreeg, dat hij best mee had kunnen gaan.<br />
Er waren immers méér vaders!<br />
THEATERBEZOEKSTER.<br />
Pluk<br />
uit den<br />
aether<br />
Niet alleen aan het jonge<br />
groen is het nieuwe leven<br />
te bespeuren, ook door den<br />
aether dient het geluid van<br />
een nieuwen tijd zich aan.<br />
Een reeks van goede pro-<br />
gramma's brengt dagelijks<br />
afwisseling, ontspanning en<br />
ontwikkeling in meer dan<br />
IJ millloen huiskamers.<br />
En 10 tegen 1 dat U ook<br />
figuren en klanken uit film<br />
en theater zult kunnen<br />
beluisteren.<br />
DE NEDERLANDSCHE<br />
OMROEP ^f<br />
Vrienden van film-<br />
en theaterland,<br />
Stemt dus af op den<br />
301 of 41 SM. band!<br />
aEnßo-
COSI FAN TUTTE<br />
Het genie Mozart is nog steeds onpeilbaar, ook<br />
al zijn er uitvoerige studies aan zijn leven en zijn<br />
talrijke werken gewijd. Geleerde musicologen en<br />
andere schrijvers over muziek hebben zich in zijn<br />
scheppingen verdiept. Misschien is het juist een<br />
bewijs voor Mozarts grootheid en verhevenheid,<br />
dat hq, wanneer hem de lust daartoe bekroop,<br />
ook kon zijn als de gemiddelde tijdgenoot, dat hij<br />
„gewoon" kon zijn met de „gewonen".<br />
In het vocaal-dramatische oeuvre van den<br />
componist neemt „Cos! fan tutte" niet de voor-<br />
naamste plaats in. Het meesterschap, dat door de<br />
eeuwen zelden geëvenaard, maar nimmer over-<br />
troffen is, openbaart zich niet in dit werk, dat<br />
inderdaad ook van een van zijn thans vergeten<br />
tijdgenooten zou kunnen zijn. En toch: het is<br />
zulke knappe en bevallige muziek, dat men er<br />
meer dan een avond volkomen bevrediging in kan<br />
vinden. Een melodie welt op, zoo onbevangen en<br />
zoo geïnspireerd, dat het dwaasheid ware te vra-<br />
gen naar haar diepere beteekenis. Men vraagt ook<br />
niet naar de beteekenis van een roos; haar<br />
schoonheid rechtvaardigt immers zichzelf! Naast<br />
zijn grootsche creaties, waarin het rijpe leven in<br />
zijn onderscheidene vormen is gekristalliseerd,<br />
schiep Mozart zijn luchtige muziekjes, evenzoo-<br />
vele bekoorlijke bloemen in een snel geplukte<br />
bouquet.<br />
Tot deze muziekjes, met alle respect voor den<br />
arbeid, behoort ,,Cosi fan tutte". Een werk als<br />
het onderhavige mag voor de Kamer-Opera wel<br />
ideaal heeten en daarom kan worden gezegd, dat<br />
de greep uitermate gelukkig is geweest. De zes<br />
jonge zangers en zangeressen, die zich hier in dit<br />
ensemble onder leiding van Jaap Kool hebben<br />
vereenigd, hebben bij de Haagsche première, die<br />
een langen toer door ons land is voorafgegaan,<br />
met vreugde en toewijding gekweten van een<br />
taak, die ondanks de lichtheid van het werk bij<br />
lange na niet valt te onderschatten. Alleen al niet<br />
om de speltechnische eischen, die hier naast het<br />
vocale deel worden gesteld en die om rasactenrs<br />
vragen.<br />
Men denke zich het verloop van de handeling<br />
in. Twee jonge officieren, Guglielmo en Ferran-<br />
do, scheppen op over den trouw van hun verloof-<br />
den, de lieve zusjes Fiordiligi en Dorabella en<br />
hun levenswijze vriend Don Alfonso staat maar<br />
vrij sceptisch tegenover zulke verhalen. Hij durft<br />
er om te wedden, dat elke trouw in ontrouw kan<br />
verkeeren. wat de aanleiding wordt tot een zot<br />
plan, waarvan Alfonso de leiding op zich neemt.<br />
Aldus wordt eerst een mobilisatie gefingeerd, die<br />
de officieren naar hun troepen roept. De zusjes<br />
zijn ontroostbaar over het afscheid. Doch het<br />
dienstmeisje Despina, een klein lichtzinnig wicht.<br />
komt de dames over haar verdriet heenhelpen<br />
door haar frivole visie op de liefde kenbaar te<br />
maken. Intusschen heeft Alfonso de beide brui-<br />
degoms als Albaneezen doen verkleeden en deze<br />
beide exotische mannen worden door hem binnen-<br />
gebracht. Zij beginnen prompt de zusjes het hof<br />
te maken, doch de trouw wint het van de ver-<br />
leiding, ook al helpt Despina, die in het complot<br />
is betrokken, een handje mee. De beeren meenen<br />
zeker hun weddenschap te winnen en gaan er<br />
zelfs toe over een zelfmoordscène te simuleeren.<br />
Proestend van het lachen laten zij zich weer tot<br />
leven wekken om dan te ontdekken, dat de dames,<br />
die eerst niets van de Albaneezen wilden weten,<br />
toch over hun levensmoeheid in onrust zijn ge-<br />
raakt en een meer dan normale belangstelling<br />
voor de nieuwe aanbidders aan den dag zijn gaan<br />
leggen. De Albaneezen verlangen door een kus<br />
geheel te worden genezen. Maar die krijgen zij<br />
nog niet zoo spoedig. Eerst moeten Despina's in-<br />
blazingen nog wat doorwerken en dan begint<br />
Ferrando's bruid, Dorabella, de attenties van<br />
Guglielmo wel prettig te vinden, terwijl Fiordi-<br />
ligi heel goed met Ferrando begint op te schieten.<br />
Na voortgezette veroveringspogingen is het dan<br />
eindelijk zoover, dat de paren zijn verwisseld.<br />
De beide officieren hebben thans met<br />
eigen oogen den ontrouw kunnen consta-<br />
teeren en zij zijn er danig van in de war.<br />
Doch Alfonso vergoelijkt alles: de meisjes<br />
zijn nu eenmaal zoo en zij volgen slechts<br />
de roepstem van de natuur. „Cosi fan<br />
tutte", zoo doen zij allemaal! De wraak<br />
op de aperte trouweloosheid wordt thans<br />
beraamd; de comedie zal tot de huwelijks-<br />
plechtigheid voortduren. Plotseling weer-<br />
klinkt tromgeroffel, de armee keert huis-<br />
waarts tot groote ontsteltenis van de zus-<br />
jes. De aanbidders worden vlug verstopt,<br />
doch verschijnen spoedig weer in hun ware<br />
gedaante. Bekentenissen volgen, verzoe-<br />
ningen worden bezegeld, maar Alfonso<br />
heeft zijn weddenschap gewonnen.<br />
Er is heel wat tooneelroutine voor noo-<br />
dig om een dergelijke klucht aanvaardbaar<br />
en zonder overdrijving te spelen. Met des<br />
te meer genoegen kan men vaststellen, dat<br />
het ensemble hier over het algemeen zeer<br />
wel in is geslaagd. Indien hier een aan-<br />
merking op het eindproduct zou kunnen<br />
worden geplaatst, dan zou men kunnen<br />
wijzen op een minder gewenschte neiging<br />
tot de operettesfeer, die aan het wezen van<br />
de opera, ook al is zij komisch, zoo gauw<br />
afbreuk doet. Ongetwijfeld kan dit op<br />
rekening worden gebracht van den Duit-<br />
schen regisseur Hans Strohbach, die hier-<br />
mmmmmmm<br />
Links: Een rroolijke scène. — Onder: De<br />
paren, waar alles om draait: Ferrando en<br />
Dorabella (Chris Haverne en Lidy van der<br />
Veen) en Guglielmo en Fiordiligi (Anton<br />
Eidering en Nelly Smit). (Foto's C.N.F.)<br />
door blijk geeft de tegenwoordig in het Duitsche<br />
operatheater heerschende opvattingen te volgen.<br />
Vastbesloten als men is de opera „populair" te<br />
maken, gaat men gemakkelijk over tot een al te<br />
groote lichtheid van toets, die de gaafheid van<br />
het kunstwerk als zoodanig in gevaar kan bren-<br />
gen. Niettemin heeft Strohbach uitstekend werk<br />
geleverd.<br />
Het ensemble is met de vrouwelijke krachten<br />
het sterkst bezet. Lidy van de Veen en Nelly<br />
Smit zijn lieve zusjes, die de respectievelijke rol-<br />
len van Dorabella, de dweepzieke en impulsieve<br />
en van Fiordiligi, de ernstige en beschouwende,<br />
met de noodige overgave vertolken. Lidy van de<br />
Veen was zeer goed in haar aria, waarin zij haar<br />
verdriet over den vertrekkenden geliefde uit, ter-<br />
wijl Nelly Smit haar in haar bravour-aria op ge-<br />
lijkwaardige wijze secundeert, wanneer zij den<br />
opdringerigen Albanees bruut afwijst. Tops van<br />
den Berg was een speelsch kamerkatje, dat haar<br />
dartelheid volkomen natuurlijk loost in tal van<br />
spontane bewegingen en in een levendige mimiek.<br />
Daarentegen houdt de volledige waardeering van<br />
het mannelijke element eigenlijk bij den tenor<br />
Chris Taverne (Ferrando) op. Want Anton Elde-<br />
ring is niet mijn ideaal van zangkunst en hoewel<br />
hij de rol van Guglielmo wel leven weet in te<br />
blazen, zijn de musische tekortkomingen altijd<br />
een bezwaar. Anton van Heyningen (Alfonso)<br />
daarentegen kan zingen, doch tooneelactie is zijn<br />
specialiteit niet. Te vaak vindt hij zijn houding<br />
niet en te vaak staat hij bij een gemis aan de gave<br />
van „stil spel" naast de vertooning.<br />
Muzikaal was alles zeer behoorlijk afgewerkt.<br />
Hiervoor past erkentelijkheid aan den dirigent<br />
Wim Quispel, die het slagvaardige orkest vaak<br />
tot een pure Mozartsfeer, zoo uiterst moeilijk te<br />
verwezenlijken, weet te brengen. Voorts verleende<br />
het koor „Nederlandsche Sangherconste" onder<br />
directie van Jef Somers zijn medewerking, die<br />
vocaal veel beter geslaagd mocht heeten dan<br />
dramatisch. Want deze zangers, die in de tweede<br />
acte ten tooneele moeten verschijnen, bewogen<br />
zich nog wat onwennig over de planken. Al met<br />
al echter een voorstelling, waaraan het succes in<br />
verschillende steden van ons land niet vreemd<br />
zal zijn, mede ook door de welverzorgde costu-<br />
meering. De Kamer-Opera heeft hiermede haar<br />
bestaansrecht zeker bewezen.<br />
W. H. A. VAN STEENSEL VAN DER AA.<br />
C/NEMA. & YHEATER — (nr. 17) 18<br />
.<br />
;,.•.....<br />
tiet tweede Uuitsche 1 heater<br />
debuteert te JLrnnem met<br />
„SCHÖN IST DIE WELT"<br />
Toen het Duitsche Theater in Nederland<br />
eenigen tijd in Den Haag en van daar uit ook in<br />
verscheidene andere plaatsen van ons land zijn<br />
opvoeringen had gegeven, bleek de noodzakelijk-<br />
heid naast dit ensemble nog een tweede Duitsche<br />
troep in ons land te vestigen. Het gezelschap te<br />
Den Haag, dat meestal grootsch gemonteerde<br />
opvoeringen geeft, kon daarmee niet in de klei-<br />
nere plaatsen van ons land komen omdat de<br />
accomod^tie van zaal en tooneel daar in den regel<br />
ontoereikend is.<br />
Het tweede Duitsche theater, dat thans te Arn-<br />
hem is gevestigd en waarvoor het gezelschap van<br />
het Rheinisches Landestheater uit Neuss naar ons<br />
land is gekomen, heeft daarom tot taak gekregen<br />
in de kleinere en middelgroote plaatsen van ons<br />
land, dus meer in de provincie de Duitsche kunst<br />
te brengen, niet alleen voor de daar verblijf hou-<br />
dende Duitschers maar tevens voor de vele be-<br />
langstellende Nederlanders. Ook in ander opzicht<br />
zal het tweede Duitsche theater een aanvulling<br />
van het eerste zijn. Brengt dit namelijk in hoofd-<br />
zaak de serieuze kunst, tooneelspel en opera, het<br />
gezelschap te Arnhem zal zich voornamelijk met<br />
kunst van lichter gehalte bezighouden en zang-<br />
spelen, operettes en waarschijnlijk in de toekomst<br />
kleine opera's ten tooneele brengen. Het is ge-<br />
dacht als een specifiek reizende troep, die van-<br />
daag misschien in het Noorden en morgen in het<br />
Zuiden van ons land optreedt.<br />
Met dit alles moet men rekening houden als<br />
men de opvoering beoordeelt, waarmee Zaterdag<br />
17 April in den Arnhemschen Schouwburg het<br />
tweede Duitsche theater in Nederland officieel<br />
werd geopend en die door tal van autoriteiten,<br />
waaronder ook den Rijkscommissaris, Rijks-<br />
minister Dr. Seyss Inquart, werd bijgewoond.<br />
Men had voor de openingsvoorstelling de<br />
operette „Schön ist die Welt" van Franz Léhar<br />
gekozen, een werk dat in Nederland minder be-<br />
kend is dan bijvoorbeeld „Das Land des<br />
Lächelns'" doch alle goede Léhar-eigenschappen<br />
bezit. De muziek is knap geschreven, bekoorlijk<br />
en melodieus. Zang-melodieën uit deze operette,<br />
zooals „Schön ist die Welt", „Frei und jung<br />
dabei", „Es steht vom Liebe so oft geschrieben"<br />
en vooral ook „Liebste glaub' an mich, denn ich<br />
liebe dich" zijn populair geworden, ook bij zeer<br />
velen die de operette zelf nooit hebben gezien.<br />
Het gegeven is wel een beetje poover en niet bijs-<br />
ter origineel. Een voor elkaar uitgezochte prin-<br />
ses en prins, die al bij voorbaat niets van elkaar<br />
willen weten doch incognito bij de eerste kennis-<br />
making smoorlijk verliefd op elkaar worden,<br />
hebben wij al in tal van operettes en films zien<br />
optreden. Van heel veel belang is dit overigens<br />
niet daar goede muziek ook het simpelste gegeven<br />
aanvaardbaar kan maken.<br />
Regisseur Robert Sawallich (de intendant van<br />
het gezelschap) had de voorstelling smakelijk<br />
geënsceneerd en Harald Quedenfeld zorgde voor<br />
decors, die wel vrij sober waren, maar het toch<br />
uitstekend deden.<br />
De regisseur zelf gaf een knappe uitbeelding<br />
van een typischen operette-koning en Lee Wie-<br />
denbruch leverde als hertogin Marie goed tegen-<br />
spel. Vocaal de beste kracht van het gezelschap<br />
is ongetwijfeld de sopraan Rosemarie Bollenbeck.<br />
Zij zingt gemakkelijk, heeft een goed dragende<br />
stem, die ook in de hooge toonen mooi van klank<br />
blijft en daarbij acteert zij zeer behoorlijk. Haar<br />
tegenspeler, de tenor Rudi Heinz, was een vlot<br />
acteerende prins, die als zanger het best is in<br />
lyrische pa&ages.<br />
19 (nr. 17)<br />
_^^^___^_<br />
CINEMA & THEATER<br />
Een goed komisch duo bezit het gezelschap in<br />
Lissy Kampf-Erkath en Hans Erich Kreibich,<br />
een paar echte operette-artisten, die op bijzonder<br />
aardige wijze een liefdespaar uitbeelden. Dan<br />
moet Fritz Beckmann nog genoemd worden als<br />
een komieke hoteldirecteur. Bij de namen der<br />
vertolkers van kleine partijen zagen wij die van<br />
den Nederlander Albert Heineman, die nog niet<br />
zooveel jaren geleden op de Amsterdamsche plan-<br />
ken een populaire operette-bariton was. Hij heeft<br />
in deze voorstelling niet gezongen zoodat wij niet<br />
konden beoordeelen of zijn stem nog haar oude<br />
kracht en glans heeft behouden. Het koor zong<br />
gedisciplineerd en bewoog zich goed op het<br />
tooneel. Dirigent Herbert Doge, die accuraat<br />
leidde, had de beschikking over een goed klin-<br />
kend orkest. Tilly Schwarz-Zorn zorgde voor<br />
enkele aardige dansen, die door de ballettroep<br />
charmant werden uitgevoerd.<br />
Na afloop werden tientallen bloemstukken het<br />
podium opgedragen hetgeen de feestelijkheid van<br />
deze première, die als besloten voorstelling ge-<br />
geven werd, verhoogde. Den volgenden avond is<br />
in den zelfden Schouwburg de eerste voorstelling<br />
voor het publiek gegeven. Daarna komen tal van<br />
andere plaatsen aan de beurt. Het tweede Duit-<br />
sche 'Theater heeft zijn moeilijk werk, reizend<br />
door Nederland (het gezelschap beschikt over<br />
twee autobussen), aangevangen en zal in vele<br />
zalen amusement, in duizenden harten een tikje<br />
vroolijkheid brengen. In Arnhem zal de troep<br />
iedere week een voorstelling geven in den Stads-<br />
schouwburg. Het ligt in de bedoeling binnenkort<br />
nog verscheidene andere operettes ten tooneele te<br />
brengen, waaronder Léhar's „Lustige Witwe" en<br />
„Das Land des Lächelns". TJ. DE BOORDER.<br />
Een scène uit „Schön ist die Welt" van<br />
Franz Léhar, zooals het door het „Rheini-<br />
sches Landestheater Neuss" te Arnhem<br />
wordt opgevoerd. (Foto Staff/Borrius)<br />
^i^^in^mßmß^mimm^v- ■'<br />
-1;.,,.,<br />
FRANSCH TOONEELSTUK<br />
OVER WAGNER.<br />
De ballingschap van Richard Wagner in Zwit-<br />
serland heeft de Fransche tooneelschrijver Saint-<br />
Cieorges de Bouhélier tot onderwerp van een<br />
tooneelspel gekozen, dat getiteld is „Le drame<br />
du Génie".<br />
De schrijver stelt hierin het probleem van den<br />
moeilijken omgang met een kunstenaar, die leeft<br />
voor zijn werk en vaak onmogelijk is voor zijn<br />
omgeving.<br />
De drie vrouwen, die in Wagner's leven naar<br />
voren treden, spelen in dit P'ransche stuk een<br />
belangrijke rol. Zij zijn: de eerste echtgenoote<br />
van den componist Minna, zijn ' inspiratrice<br />
Mathilda Wesendonk en zijn tweede vrouw<br />
Cosima.<br />
De Geneefsche correspondent van „Het Vader-<br />
land" heeft de première, die te Genève plaats<br />
vond, bijgewoond. De opvoering schijnt den in-<br />
druk gewekt te hebben, dat Bouhélier in de tee-<br />
kening van het egocentrische genie overdreven<br />
heeft, hoewel deze correspondent dit meer aan de<br />
opvatting der spelers toeschreef.<br />
NIEUW PROJECTIESYSTEEM.<br />
Het Haagsche Studio-Theater heeft zijn<br />
projectiedoek doen bestrijken met een speciaal<br />
soort verf, waardoor een deel der ultraviolette<br />
stralen der projectielampen wordt vervormd tot<br />
zichtbare stralen. Dit z.g. ,,Euphan"-systeem<br />
heeft ten doel de beelden „plastischer" te maken<br />
en daardoor het effect van de film te verhoogen.<br />
DUITSCHE PREMIÈRE VAN NIEUWE<br />
ITALIAANSCHE OPERA.<br />
De opera Liola van den Italiaanschen com-<br />
ponist Giuseppe Mulé is dezer dagen voor het<br />
eerst in Duitschland en wel te Chemnitz opge-<br />
voerd onder den titel „Hahn im Korb". Het<br />
scenario is van Arturo Rossato, die werkte naar<br />
een blijspel van Pirandello.<br />
DRIE OPERA-ÉÉNACTERS.<br />
De dirigent Eugen Bodart uit Mannheim<br />
heeft drie samenhangende opera-éénacters ge-<br />
schreven, die tezamen een avond zullen vullen:<br />
Sarabande, spelende in 1740, Heimlicher Walzer<br />
(1840) en Kleiner Irrtum (1940).<br />
•
Binnen afzienbaren tijd wordt het befaamde<br />
Miller Kwartet van Ab de Molenaar (die zijn<br />
muzikale gaven heeft geërfd van zijn vader, den<br />
bekenden concert-pianist Johan de Molenaar)<br />
uitgebreid met twee extra-Sanny Daytjes. Be-<br />
wonderaars van Sanny Day gelieven dus voor-<br />
zichtig te zijn en niet tot de overijlde conclusie te<br />
komen dat zij drie dubbel zien, als zij op een<br />
goeden dag ,,Palace" binnen wandelen en drie<br />
Sanny Daytjes op een rij zien staan.<br />
De tweede Sanny is een zusje van de origineele<br />
Sanny en nummer drie is Guusje Bousché. Het<br />
verbijsterende van deze heele geschiedenis is, dat<br />
ze alledrie even groot zijn en alledrie beschikken<br />
over gitzwart haar. Er wordt lederen morgen<br />
hevig gerepeteerd, zoodat radioluisteraars reik-<br />
halzend kunnen uitzien naar een nabije en nieuwe<br />
sensatie.<br />
Het Miller-kwartet neemt in Holland een ge-<br />
heel eigen plaats in. Het is een typisch voorbeeld<br />
van een ensemble dat perfect is in zijn simpele<br />
kern-combinatie, een geheel, dat stijl heeft,<br />
karakter en een strikt eigen persoonlijkheid, die<br />
haar stempel drukt op elke vertolking van elke<br />
denkbare compositie. De leider, Ab Miller, heeft<br />
een hart, dat een tijdlang heen en weer gezweefd<br />
heeft tusschen de zee en de muziek.... juist zoo-<br />
als Dick Willebrandt's hart zweeft tusschen sport<br />
en muziek. Tenslotte is zyn hart met een plof in<br />
de handen van Sanny Day terecht gekomen, maar<br />
dat is wéér een ander verhaal.<br />
Op een gegeven oogenblik, althans, woog de<br />
muziek het zwaarst en Ab verliet de zeevaart-<br />
school en trok met zijn guitaar in de hand door<br />
het gansche land. Het Miller-kwartet, zooals wij<br />
het nu kennen en zooals het thans speelt in<br />
„Palace", op het Amsterdamsche Rembrandt-<br />
plein, heeft een vaste kern bestaand uit Ab Mole-<br />
naar (guitaar), Joop Maten (piano) en Sanny<br />
Day (zang en algemeene charme). Met Frans<br />
Wouters' ensemble en eenheden als de Kilima<br />
Hawaiians e.d. vormt het Miller-kwartet een<br />
hecht blok van orkesten, welke voornamelijk ge-<br />
bruik maken van snaarinstrumenten in tegenstel-<br />
ling met Theo Uden Masman, Willebrandts, Piet<br />
van Dijk en anderen, wier muzikale basis de<br />
blaasinstrumenten vormen.<br />
Inderdaad is het Miller-kwartet verrassend<br />
goed. Met piano, bas, guitaar en zang van Sanny<br />
wordt een geheel verkregen, waarin elke toon op<br />
zijn plaats is en een definitieve functie vervult.<br />
iPiPPPiiiiPi<br />
Dolly Mollinger<br />
(Foto Ufa)<br />
Nederlandsche film-<br />
actrices, die „naam"<br />
hebben gemaakt in het<br />
buitenland, zijn zeld-<br />
zaam. Dolly Mollinger<br />
is één van haar.<br />
Haar eerste groote<br />
rol kreeg zij in Neder-<br />
land in de film „De<br />
Kribbebijter": haar<br />
creatie van de schoon-<br />
dochter tegen-wil-en-<br />
dank viel hierin op.<br />
Spoedig trok zij over<br />
de grenzen. In Frank-<br />
rijke, Engeland en<br />
Duitschland filmde zij,<br />
èn met succes!<br />
Onlangs bereikte ons<br />
het bericht, dat onze<br />
landgenoote zich ook<br />
Inders dan als actrice<br />
voor de film interes-<br />
seert. Zij heeft een<br />
scenario en een draai-<br />
boek geschreven, die<br />
door de Prag-Film zijn<br />
aangekocht. De Chef-<br />
dramaturg en regis-<br />
seur van den Duitschen<br />
radio-omroep Werner<br />
Bergold stond haar<br />
daarbij met raad en<br />
daad ter zijde.<br />
Dolly's film komt<br />
binnenkort in produc-<br />
tie. Als titel heeft men<br />
gekozen: „Komm zu<br />
mir zurück".<br />
Hun spel ademt een levend enthousiasme — hun<br />
vondsten zijn veelvuldig en frisch — hun samen-<br />
spel is intuïtief volkomen raak. Als zij voor de<br />
microfoon spelen, wordt hun bezetting uitgebreid<br />
met een viool, gestreken door: (schrik niet) Jan<br />
Doedel, of Theo van Brinkom.<br />
Hoe Ab Miller aan Sanny Day gekomen is?....<br />
Ab kwam op een warmen zomerdag door een<br />
straat slenteren en hoorde plotseling door de<br />
open ramen van een dansschool een geluid, zóó<br />
goed, dat hij mompelde: „Ik ga vragen hoe die<br />
gramofoonplaat heet". Hij ging naar binnen en<br />
ontdekte tot zijn verbazing Sanny Day in leven-<br />
den lijve, zingend voor een microfoon. Ab zei<br />
ademloos: „Jij bent de eenige.... Zoowel wat<br />
liefde als wat zang betreft. Te eeniger tijd in de<br />
toekomst zal ik een<br />
eigen orkest hebben.<br />
Wil je komen zin-<br />
gen?". . . .<br />
Zij mompelde „Ja"<br />
.... en ziet I In Juni<br />
1940 ontstond het<br />
Miller-Kwartet, dat<br />
onmiddellijk ten he-<br />
mel voer op wolken<br />
van succes.<br />
Een mooi verhaal<br />
is de historie van<br />
Eddie Christiani, die,<br />
na een paar luttele<br />
weken oefenen, in<br />
staat was, twee, zeg-<br />
ge en schrijve twee<br />
Links: Het Miller-<br />
kwartet, - Rechts:<br />
de jonge zangeres<br />
Carola Benner, die<br />
thans met Frans<br />
Wouters, Guus<br />
Brox en • Eddie<br />
Christiani op tour-<br />
nee is.<br />
(Foto's N.R.O.IC.N.F.)<br />
foxtrotjes op zijn guitaar te pingelen, en op een<br />
mooien zomeravond bezeten werd door de Show-<br />
lust, eiken'goeden musicus aangeboren. Hij voer<br />
voort uit zijn huis en ging staan spelen op het<br />
pleintje voor datzelfde huis. Binnen tien minuten<br />
stonden veertig jongens en meisjes te dansen op<br />
Eddie's snarenspel. Aan dit feest van zang en<br />
dans en snarenspel werd echter een einde gemaakt<br />
door een agent van politie, welke de schare ruw<br />
uiteen joeg. In de krant stond den volgenden<br />
ochtend, dat onverlaten met behulp van guitaren<br />
een Bal-Champêtre hadden georganiseerd op een<br />
plein in de stad, aan welk snood bedrijf door den<br />
sterken arm een einde was gemaakt. Dit was<br />
Eddie's eerste recensie, waarop hij nu nóg<br />
trotsch is. WILLEM W. WATERMAN.<br />
CINEMA & THEATER — (nr. 17) 20<br />
. __._. _„..___ z ; ■_..,_ _'■ _.._■<br />
mm^mm^m^^^^9mmmm^<br />
rirniii"»!"»-«« Ni ir-irr»«"*''«: »"«nN nnnri rww^wv&^&r**^*^ •"«ri<br />
LANCÓME<br />
jli. Mwilt...»»..!»!!.!!»! t »■„A.ll II! llKJ).,4l!.A.tlll!l.Jl...l»>,.!t lfc.fci,ill!lMft.il( «üb Jl.Jilll..*.*.***.'».^»!« < ^-'-<br />
.■.irif,i,.,fr,,i iji (rii^r'ir'iirsr'iiriii « ir"! ■» wwwn » mir'» ^p^|I'"^^ | ■"r ,, I^lll->r■ , '^ ,, l' , ""I , ' ,1 «■ ,<br />
21 (nr. 17)<br />
MUZIEKSCHOOL A. ZWAAG<br />
Scholen te<br />
Amsterdam - Den Haag<br />
Haarlem - Alkmaar<br />
en Langendijk<br />
CLUBLESSEN<br />
voor alle muiiekinstrumenten<br />
vanaf f 2.50 per maand<br />
Scliriftelijke lessen<br />
door het leheele land f 3.00 p. maand.<br />
Alle inllcLUngen ■<br />
JAC. VAN LENNEPKADE 15<br />
AMSTERDAM - Wert — TEL. 80940<br />
CINEMA 6* THEATER<br />
't"-..<br />
HET PAASCH-PROGRAMMA IN<br />
STATION S-ÄOFJFIKMUIS<br />
Leo v. d. Have<br />
Verzorgde dag- en avondscholels<br />
STATIONSPLEIN 12 - HAARLEM<br />
$&Ü*t<br />
TREESJE VRIJDAG"<br />
if<br />
Toegang 14 jaar — Sonora-Wm<br />
OP HET TOONEEL;<br />
Dick Willebrandts<br />
„RIJPENDE JEUGD"<br />
Toegang 14 jaar - Sonora-film<br />
OP HET TOONEEL:<br />
RIE HELLMIG met haar Orchest<br />
n
RAADSEL-VARIÉTÉ<br />
Oplossingen der onderstaande opgaven zende men — liefst op een<br />
briefkaart — uiterlijk 6 Mei as. aan den „Raadsel-regisseur",<br />
Redactie „Cinema & Theater", Paulus Potterstraat i. Amsterdam-Z.<br />
Op de adreszijde te vermelden: „Raadselvariété 6 Mei".<br />
Onder de inzenders van ten minste twee der drie opgaven worden<br />
verloot: een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen van ƒ 1.-.<br />
i 1<br />
* f i ^ d> ■ ■ ■ y<br />
P<br />
3<br />
i<br />
■ i ■ ■ ■ m Z3 Lt<br />
■ ■<br />
20 'S<br />
11<br />
■<br />
V' ■<br />
V<br />
■<br />
'f<br />
Jl» 3/<br />
il<br />
it<br />
■<br />
zi<br />
* ■ ■<br />
P ■<br />
J/ w ■ ■ ■ ■<br />
il *> f/<br />
*-/ vS « 'f fa opgewekt.<br />
"AKKERTJES" zijn onschadelijk voor Uw gezondheid en<br />
ongeëvenaard bij hoofdpijn, kiespijn, aangezichtspijnen,<br />
rheumatische pijnen, spierpijn, lendenpijn, spit enz.<br />
Maar ook dadelijk helpend bij kou, koorts en griep I<br />
Ni eemn uA<br />
AKKERTJE<br />
De Nederlandsche Pijnsfiller<br />
Aan de Ae/m/nistratfe van CINEMA Ä THEATER<br />
Paulus Potterstraat 4 — Amsterdam Zuid<br />
Mijne Heeren,<br />
Elke week wil ik op de hoogte blijven van nieuwe films,<br />
tooneelstukken, opera's enz. Noteert u mij dus, op de gebrui-<br />
kelijke voorwaarden, als abonné voor toezending per post/per<br />
bezorger è. 12% ct. per nummer*).<br />
Het abonnementsgeld wordt betaald met ƒ6.50 per jaar*/<br />
ƒ3.25 per halfjaar*/ƒ 1.62% per kwartaal* en voldaan bij aan-<br />
bieding van uw kwitantie.<br />
Naam ."_* _ ■<br />
Adres , )'■ • Handteekening<br />
te ..:..'. i \ « "<br />
Datum-^ : * ,' 'M<br />
•* • *' "V<br />
Verzenden in enveloppe als brief of geplakt op een briefkaart.<br />
•) Doorhalen wat niet van toepassing is.<br />
23 (nr. 17) — CINEMA b' THEATER<br />
J<br />
RESTAURANT<br />
A. W. FRIJLINK<br />
WAGENSTRAAT<br />
(naait Scala)<br />
's-GRAVENHAGE - TELEFOON 116560<br />
mmm. enJUITSU KEUKEN<br />
DIVERSE BELEGDE BROODJES<br />
J"DÜITSCH TI ËNGELSCH"!<br />
leeren in 8 maanden fl. 2.05 p. mnd.<br />
I Nieuwste schriftelijke methode, elke week Uw les thuis. I<br />
M.O.-leeraren met jarenlange ervaring.<br />
| Middenstandsdiploma (alg. ontwikkeling) "<br />
Ned. Taal en Corresp. II. 1.50 p. mnd. ■<br />
9 Boekhouden . . fl. 1.— p. mnd., met correctie.<br />
■ D AU NE[)ERLAH[)SCHTALENINSTITUUT - R ' DAM |<br />
iS il ^i (Hel /nsfifuul me( 5000 cursislon/;<br />
_ ^^^^^^^^^^^ (als brief t« zenden) - Gratis les van M<br />
■ Naam: B<br />
(No. C) Adres: te<br />
k ..... . . . J<br />
U is zakenman ?<br />
U interesseert zich<br />
voor reclame ?<br />
Leest dan hei interessante boekje<br />
„RECLAME<br />
(H schaücschieiijd"<br />
dat de bij uitstek deskundige op dit<br />
gebied: W. N. VAN DER SLUYS Jr.<br />
voor U schreef.<br />
Prijs f 1.50<br />
Verkrijgbaar in den boekhandel en bij de<br />
NV. NEDERLANDSCHE UITGEVERIJ .OPBOUW"<br />
Paulus Potterstraat 4, Amsterdam (Z.) - Telefoon 98145 - Postgiro 78676<br />
Het weekblad „CINEMA & THEATER" verschijnt des Vrijdags.<br />
Hoofdredacteur: Louis Thijssen, Voorburg (Z.-H.); plaatsvervanger:<br />
Joh. T. Hulsekamp, Amsterdam. — Chef-van-dienst der redactie:<br />
R. H. J. Pfaff, Amsterdam. — Redacteur: L. J. Capit, Amsterdam.<br />
— Uitgave der N.V. Nederlandsche Uitgeverij „Opbouw", Paulus<br />
Potterstraat 4, Amsterdam-Zuid.<br />
Alle bijdragen, foto's, teekeningen en redactioneele correspondentie,<br />
zonder vermelding van persoonsnamen, te richten aan de' Redactie,<br />
abonhementsopgave en andere administratieve correspondentie aan<br />
de Administratie van Het Weekblad ,,Cinema & Theater", Paulus<br />
Potterstraat 4, Amsterdam-Zuid. Telefoon: 98145, 21511, 21424. —<br />
Postgiro no. 7S67G. — Prijs der losse nummers 15 cents. Abonne-<br />
mentsprijs voor Nederland franco per post ƒ C.50 per jaar, ƒ 3.25 per<br />
half jaar, ƒ 1.62% per kwartaal, bij vooruitbetaling; in plaatsen, waar<br />
bezorgers zijn gevestigd, desgewenscht 12% cents per week bij be-<br />
zorging in de week na verschijning. Abonnementen worden stil-<br />
zwijgend telkens voor dezelfde periode verlengd, indien niet twee<br />
weken vóör afloop schriftelijk opzegging is ontvangen. — Nadruk<br />
alleen toegestaan voor korte gedeelten, mits met bronvermelding. —<br />
Bij ongevraagde bijdragen sluite men retourporto in.
„Drledolzcnd heb Ik voor dat dJng betaald en Je speelt<br />
alleen maar In het midden !"<br />
n doekjes f<br />
(Teekening W. de Mooy)<br />
U BENT NIET DE EENIGE,<br />
die ,.Cinema en Theater" zoo'n aardig blad vindt!<br />
Wilt U er daarom van verzekerd zijn,<br />
dat U het blad elke week ontvangt,<br />
NEEMT DAN EEN ABONNEMENT!<br />
Vult de bon in, die op de vorige bladzijde onderaan staat afgedrukt!<br />
vt^m^nV 11 nt.h^" 1 ' ^"'f Thljssen Voorburg; verantwoordelijk voor de advertenties R. M. A. Ausems, Amsterdam. Uitgeefster N.V.<br />
Ned. Uitgeverij „Opbouw , AmsterdHm-Z. Druk van drukkerij Elsevieï, Amsterdam. Verschijnt 1 X per week. Abonnement voor Nederland<br />
ƒ 6.50 per jaar; losse nummers / 0.15. Volledige gegevens op blz. 23. P. 1083/4.<br />
.,: IM<br />
CINEMA & THEATER — zsste Jaargang — No. n — 23 A f ril 1943<br />
.;►.; , . ... . _,:^ _„,__