30.09.2013 Views

Naar de milieubrochure - Assuralia

Naar de milieubrochure - Assuralia

Naar de milieubrochure - Assuralia

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Milieu & verzekeringen voor bedrijven<br />

Informatiebrochure


Inhoud<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Inhoud ......................................................................................................................................... 2<br />

Belangrijke juridische kennisgeving ............................................................................................... 13<br />

Inleiding ...................................................................................................................................... 14<br />

Deel 1: Algemeen overzicht van <strong>de</strong> milieureglementering<br />

Het opstarten<strong>de</strong> bedrijf ................................................................................................................. 18<br />

I. Het verwerven van een bedrijfsterrein of bedrijfsgebouw ........................................................ 18<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest ...................................................................................... 18<br />

A.1. het verwerven van een bedrijfsterrein en bo<strong>de</strong>mverontreiniging: ................................. 18<br />

A.1.1. Hoe komt men te weten of het te verwerven bedrijfsterrein vervuild is? .......... 18<br />

A.1.2. Wat is een overdracht van gron<strong>de</strong>n? .................................................................... 19<br />

A.1.3. Wat is een bo<strong>de</strong>mattest? ...................................................................................... 20<br />

A.1.4. Wat zijn risicogron<strong>de</strong>n? ......................................................................................... 20<br />

A.1.5. Hoe komt men te weten of een grond een risicogrond is? ................................... 21<br />

A.1.6. Welke verplichtingen gel<strong>de</strong>n bij overdracht van een risicogrond? ....................... 21<br />

A.1.7. Wat indien geen bo<strong>de</strong>mattest werd meege<strong>de</strong>eld of geen bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek werd<br />

uitgevoerd? ........................................................................................................................... 22<br />

A.1.8. Referentie belangrijkste wetgeving:...................................................................... 22<br />

A.2. Het verwerven van een bedrijfsterrein- of gebouw en bouwplannen ............................. 23<br />

A.2.1. Wat zijn structuurplannen, bestemmingsplannen en ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

veror<strong>de</strong>ningen? ..................................................................................................................... 23<br />

A.2.2. Wat komt men te weten over <strong>de</strong> bouwmogelijkhe<strong>de</strong>n naar aanleiding van het<br />

afsluiten van een overeenkomst van verkoop of verhuring e.d.m., of <strong>de</strong> reclame daartoe?<br />

............................................................................................................................................... 25<br />

A.2.3. Wat zijn ste<strong>de</strong>nbouwkundige attesten en welke ste<strong>de</strong>nbouwkundige informatie kan<br />

wor<strong>de</strong>n verkregen bij <strong>de</strong> gemeente? .................................................................................... 29<br />

A.2.4. Wat is een planologisch attest? .................................................................................. 30<br />

A.2.5. Referentie belangrijkste wetgeving: ........................................................................... 31<br />

A.3. Aspecten van natuurbehoud .............................................................................................. 33<br />

A. 3. 1 Wat is <strong>de</strong> natuurtoets? .............................................................................................. 33<br />

A.3.2 Regelgeving inzake speciale beschermingszones ....................................................... 33<br />

A.3.3 Bescherm<strong>de</strong> vegetaties en kleine landschapselementen ............................................ 34<br />

A.3.4 Bescherm<strong>de</strong> dier- en plantensoorten .......................................................................... 35<br />

A.3.5. Belangrijke wetgeving: ................................................................................................ 35<br />

B. Wetgeving in het Waalse en Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest. ............................................. 36<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 2


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.1. Het verwerven van een bedrijfsterrein en bo<strong>de</strong>mverontreiniging in het brussels<br />

hoofdste<strong>de</strong>lijk gewest ............................................................................................................... 36<br />

B.1.1. Hoe komt men te weten of het te verwerven bedrijfsterrein is vervuild? ................. 36<br />

B.1.2. Wat wordt verstaan on<strong>de</strong>r het ‘vervreem<strong>de</strong>n van zakelijke rechten’? ...................... 36<br />

B.1.3. Wat is een ‘risicoactiviteit’? ........................................................................................ 37<br />

B.1.4. Wie moet het verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uitvoeren? .......................................... 37<br />

B.1.5. Hoe verloopt <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsprocedure? ............................................................ 37<br />

B.1.6. Referentie belangrijkste wetgeving ............................................................................ 38<br />

B.2. Het verwerven van een bedrijfsterrein en bo<strong>de</strong>mverontreiniging in het waals gewest .. 39<br />

B.2.1. Hoe komt men te weten of het te verwerven bedrijfsterrein is vervuild? ................. 39<br />

B.2.2. Referentie belangrijkste wetgeving ............................................................................ 39<br />

B.3. Het verwerven van een bedrijfsterrein- of gebouw en bouwplannen ............................. 40<br />

B. 4. Aspecten natuurbehoud ................................................................................................ 40<br />

II. Het opstarten van een nieuwe on<strong>de</strong>rneming: Bouw- en milieuvergunning en erkenningen ........ 42<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest ...................................................................................... 42<br />

A.1. Bouwen of verbouwen van een bedrijfsgebouw ............................................................... 42<br />

A.1.1. Welke werken of han<strong>de</strong>lingen zijn bouwvergunningsplichtig? .................................. 43<br />

A.1.1.1 Uitgangspunt: vergunningsplicht .......................................................................... 43<br />

A.1.1.2 Uitzon<strong>de</strong>ringen ...................................................................................................... 44<br />

A.1.1.3 Verval van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning .................................................... 45<br />

A.1.2. Wat met zonevreem<strong>de</strong> bedrijven? ............................................................................. 45<br />

A.1.2.1 Principe ................................................................................................................. 45<br />

A.1.2.2 De zonevreem<strong>de</strong> basisrechte ................................................................................ 45<br />

A.1.2.3 Zonevreem<strong>de</strong> milieuvergunning ........................................................................... 46<br />

A.1.2.4 Zonevreem<strong>de</strong> functiewijzigingen .......................................................................... 47<br />

A.1.3. Hoe en waar vraagt men een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning aan? ........................ 48<br />

A.1.3.1. De reguliere procedure in eerste aanleg ............................................................. 48<br />

A.1.3.2. De reguliere beroepsprocedure ........................................................................... 49<br />

A.1.4. Welke verplichtingen houdt <strong>de</strong> energieprestatieregelgeving (EPB) in? ..................... 49<br />

A.1.5. Wat is <strong>de</strong> watertoets? ................................................................................................ 50<br />

A.1.6. Wat is een Mobiliteitsstudie? ..................................................................................... 52<br />

A.1.7. Wat is een Milieueffectrapport? ................................................................................. 52<br />

A.1.8. Hoe zit het met <strong>de</strong> koppeling met <strong>de</strong> milieuvergunning?........................................... 52<br />

A.1.9. Referentie belangrijkste wetgeving: ........................................................................... 53<br />

A.2. De milieuvergunning ......................................................................................................... 55<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 3


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.2.1. Wat is een milieuvergunning en wat zijn milieuvoorwaar<strong>de</strong>n? .................................. 55<br />

A.2.2. Voor welke activiteiten heeft men een milieuvergunning nodig en hoe en waar<br />

vraagt men die aan? .............................................................................................................. 56<br />

A.2.3. Wat is een milieumelding en hoe en waar gebeurt die? ............................................ 58<br />

A.2.4. Wat is een veiligheidsrapport? ................................................................................... 58<br />

A.2.5. Wat bij overname van een bedrijf? ............................................................................. 59<br />

A.2.6. Referentie belangrijkste wetgeving:...................................................................... 59<br />

A.3. Erkenningen en registraties ............................................................................................... 61<br />

A.3.1. Wat is een erkenning en registratie? .......................................................................... 61<br />

A.3.2. Welke zijn <strong>de</strong> belangrijkste erkenningen of registraties? ........................................... 61<br />

De erkenning van afvalophaler en <strong>de</strong> registratie van afvalvervoer<strong>de</strong>rs ........................... 61<br />

De erkenning voor <strong>de</strong> ophaling en verwerking van dierlijk afval ...................................... 62<br />

A.3.3. Referentie belangrijkste wetgeving: ........................................................................... 62<br />

A.4 De natuurvergunning ......................................................................................................... 63<br />

A.4.1 Verbo<strong>de</strong>n wijzigingen van vegetatie en kleine landschapselementen over het ganse<br />

Vlaamse grondgebied ............................................................................................................ 63<br />

A.4.2. Natuurvergunningsplicht voor het wijzigen van vegetatie en kleine<br />

landschapselementen in groene bestemmingen en bescherm<strong>de</strong> natuurgebie<strong>de</strong>n ............. 64<br />

Wijzigen van vegetatie in groene en geelgroene bestemmingen én bescherm<strong>de</strong><br />

natuurgebie<strong>de</strong>n ................................................................................................................. 64<br />

Wijzigen van kleine landschapselementen in groene en geelgroene bestemmingen én in<br />

bescherm<strong>de</strong> natuurgebie<strong>de</strong>n ............................................................................................ 64<br />

A.4.3 Uitzon<strong>de</strong>ringen ............................................................................................................. 64<br />

A.4.4 Procedure .................................................................................................................... 65<br />

a. Procedure voor <strong>de</strong> individuele afwijking ....................................................................... 65<br />

b. Natuurvergunningsprocedure ....................................................................................... 65<br />

A.4.5. Belangrijke wetgeving: ................................................................................................ 65<br />

B. Wetgeving in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest ............................................................... 66<br />

B.1. Bouwen of verbouwen van een bedrijfsgbbouw ............................................................... 66<br />

B.1.1. Welke werken of han<strong>de</strong>lingen zijn bouwvergunningsplichtig? .................................. 66<br />

B.1.2. Hoe en waar vraagt men een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning aan? ........................ 66<br />

B.1.3. Hoe is <strong>de</strong> koppeling met <strong>de</strong> milieuvergunning? .......................................................... 67<br />

B.1.4. Referentie belangrijkste wetgeving: ........................................................................... 68<br />

B.2. Het milieuattest en <strong>de</strong> milieuvergunning........................................................................... 69<br />

B.2.1. Wat is een milieuvergunning en wat is een milieuattest? .......................................... 69<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 4


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.2.2. Voor welke activiteiten heeft men een milieuvergunning nodig en hoe en waar<br />

vraagt men die aan? .............................................................................................................. 69<br />

B.2.3. Wat bij een overname? ............................................................................................... 72<br />

B.2.4. Referentie belangrijkste wetgeving: ........................................................................... 72<br />

B.3. Erkenningen ....................................................................................................................... 73<br />

B.3.1. Welke zijn <strong>de</strong> belangrijkste erkenningen? .................................................................. 73<br />

B.3.2. Referentie belangrijkste wetgeving ............................................................................ 73<br />

B.4 Biotoopbescherming .......................................................................................................... 73<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest ........................................................................................ 74<br />

C.1. Bouwen of verbouwen van een bedrijfsgebouw ............................................................... 74<br />

C.1.1. Welke werken of han<strong>de</strong>lingen zijn bouwvergunningsplichtig? .................................. 74<br />

C.1.2. Hoe en waar vraagt men een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning aan? ........................ 75<br />

C.1.3. Hoe is <strong>de</strong> koppeling met <strong>de</strong> milieuvergunning? .......................................................... 76<br />

C.1.4. Referentie voornaamste wetgeving ............................................................................ 76<br />

C.2. De milieuvergunning .......................................................................................................... 77<br />

C.2.1. Wat is een milieuvergunning (permis d’environnement) en wat is een permis unique?<br />

............................................................................................................................................... 77<br />

C.2.2. Voor welke activiteiten heeft men een milieuvergunning nodig en hoe en waar vraagt<br />

men die aan? ......................................................................................................................... 78<br />

C.2.3. Wat is een milieuaangifte? .......................................................................................... 79<br />

C.2.4. Wat bij een overname? ............................................................................................... 79<br />

C.2.5. Referentie belangrijkste wetgeving ............................................................................ 79<br />

C.3. Erkenningen en registraties................................................................................................ 79<br />

C.3.1. Referentie voornaamste wetgeving ............................................................................ 80<br />

C.4 Biotoopbescherming ........................................................................................................... 80<br />

De exploitatiefase van het bedrijf ................................................................................................. 81<br />

I. Bedrijfsinterne milieuzorg ...................................................................................................... 81<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest ...................................................................................... 81<br />

A.1 Wat is een milieucoördinator? ............................................................................................ 81<br />

A.2. Wat is een milieu–audit en een integraal milieujaarverslag? ............................................ 83<br />

A.3. Referentie belangrijkste wetgeving ................................................................................... 84<br />

B. Wetgeving in het Brusselse en Waalse Gewest .................................................................... 85<br />

C. Fe<strong>de</strong>rale milieuwetgeving ................................................................................................... 85<br />

C.1. Veiligheidsadviseurs voor vervoer van gevaarlijke goe<strong>de</strong>ren ............................................ 85<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 5


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.2. veiligheidscoördinatoren voor het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken en<br />

bo<strong>de</strong>msaneringswerken. ........................................................................................................... 85<br />

C.3. Referentie wetgeving: ........................................................................................................ 86<br />

II. Bo<strong>de</strong>msaneringsmomenten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> exploitatiefase ............................................................. 87<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest ...................................................................................... 87<br />

A.1. Voor welke activiteiten geldt er een periodieke on<strong>de</strong>rzoeksverplichting? ....................... 87<br />

A.2. Wat moet men doen bij scha<strong>de</strong>gevallen? .......................................................................... 89<br />

A.3. Wanneer moet men overgaan tot sanering? ..................................................................... 90<br />

A.4. Wie moet overgaan tot sanering? ..................................................................................... 91<br />

A.5. Kan men wor<strong>de</strong>n vrijgesteld van <strong>de</strong> saneringsplicht? ....................................................... 92<br />

Voorwaar<strong>de</strong>n tot het verkrijgen van het statuut van onschuldig bezitter nieuw regime .... 92<br />

A.6. Hoe verloopt een bo<strong>de</strong>msaneringsprocedure? ................................................................. 94<br />

A.7. Referentie wetgeving ......................................................................................................... 95<br />

B. Wetgeving in het Brusselse Gewest..................................................................................... 96<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest ........................................................................................ 98<br />

C.1. Hoe verloopt <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsprocedure? ................................................................... 99<br />

Wanneer dient te wor<strong>de</strong>n gesaneerd? ................................................................................. 99<br />

Doelstelling sanering ........................................................................................................... 100<br />

C.2. Vrijstelling van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsplicht ........................................................................ 101<br />

C.3. Referentie voornaamste wetgeving ................................................................................. 103<br />

III. Opvolgen van <strong>de</strong> milieuvergunning ..................................................................................... 104<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest .................................................................................... 104<br />

A.1. Veran<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichting ........................................................................ 104<br />

A.2. Hernieuwing van <strong>de</strong> milieuvergunning ............................................................................ 105<br />

A.3. Wijziging vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n ................................................................................. 106<br />

A.4. Referentie voornaamste wetgeving ................................................................................. 106<br />

B. Wetgeving in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest ............................................................. 107<br />

B.1. Veran<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichting ........................................................................ 107<br />

B.2. Splitsing van <strong>de</strong> vergunning ............................................................................................. 107<br />

B.3. Verlenging van <strong>de</strong> vergunning .......................................................................................... 107<br />

B.4. Wijziging van <strong>de</strong> vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n ..................................................................... 107<br />

B.5. Referentie voornaamste wetgeving ................................................................................. 107<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest ...................................................................................... 108<br />

C.1. Veran<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichting ........................................................................ 108<br />

C.2. Hernieuwing van <strong>de</strong> vergunning en herziening exploitatievoorwaar<strong>de</strong>n ........................ 108<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 6


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.3. Referentie voornaamste wetgeving ................................................................................. 108<br />

IV. Afvalstoffenbeheer ............................................................................................................. 109<br />

A. Wetgeving van het Vlaamse Gewest ................................................................................. 109<br />

A.1. Welke verplichtingen heeft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming in verband met afvalstoffen? ................... 109<br />

A.1.1. Wat is een afvalstof? ........................................................................................... 109<br />

A.1.2. Wat zijn <strong>de</strong> algemene verplichtingen in verband met afvalstoffen? .................. 110<br />

A.1.3. Wat zijn <strong>de</strong> verplichtingen in verband met grondverzet? ................................... 111<br />

A.2. Wat is een aanvaardings- of terugnameplicht? ............................................................... 113<br />

A.3. Wat zijn secundaire grondstoffen? .................................................................................. 114<br />

A.4. Referentie voornaamste wetgeving ................................................................................. 114<br />

B. Wetgeving van het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest .......................................................... 115<br />

B.1. Welke verplichtingen heeft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming in verband met afvalstoffen? ................... 115<br />

B.2. Referentie voornaamste wetgeving ................................................................................. 116<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest ...................................................................................... 117<br />

C.1. Welke verplichtingen heeft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming in verband met afvalstoffen? ................... 117<br />

C.2. Referentie voornaamste wetgeving ................................................................................. 119<br />

V. Productnormen en ecolabels ................................................................................................ 120<br />

A. Wat zijn productnormen? ................................................................................................. 120<br />

B. Welke zijn <strong>de</strong> voornaamste (algemene) verplichtingen van <strong>de</strong> productnormenwet? .............. 120<br />

C. Wat betekent REACH voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemers? .................................................................... 121<br />

D. Wat zijn ecolabels? .......................................................................................................... 122<br />

E. Referentie voornaamste wetgeving ................................................................................... 122<br />

VI. Aspecten van natuurbehoud ............................................................................................... 123<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest .................................................................................... 123<br />

B. Wetgeving in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest ............................................................. 124<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest ...................................................................................... 124<br />

Stopzetting van het bedrijf .......................................................................................................... 125<br />

I. Bo<strong>de</strong>msaneringsverplichtingen bij stopzetting van <strong>de</strong> exploitatie ............................................. 125<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest .................................................................................... 125<br />

A.1. Wanneer gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsverplichtingen? ..................................................... 125<br />

A.2. Welke verplichtingen gel<strong>de</strong>n er voor <strong>de</strong> exploitant bij sluiting of stopzetting? .............. 125<br />

A.3. Referentie wetgeving ....................................................................................................... 125<br />

B. Wetgeving in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest .............................................................. 127<br />

B.1. Welke zijn <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsverplichtingen bij stopzetting van bedrijfsactviteiten? .. 127<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 7


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.2. Referentie wetgeving ....................................................................................................... 127<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest ...................................................................................... 128<br />

C.1. Welke zijn <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsverplichtingen bij stopzetting van bedrijfsactiviteiten? . 128<br />

C.2. Referentie belangrijkste wetgeving ................................................................................. 128<br />

II. An<strong>de</strong>re verplichtingen bij <strong>de</strong> stopzetting ............................................................................... 129<br />

A. Melding van <strong>de</strong> stopzetting van een milieuvergunningsplichtige activiteit............................. 129<br />

B. Saneringsplicht voor afvalstoffen ...................................................................................... 129<br />

Deel 2 : Aansprakelijkheid en (milieu)verzekeringen<br />

Overzicht van <strong>de</strong> aansprakelijkheidsregels ................................................................................... 131<br />

I. On<strong>de</strong>rscheid tussen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke aansprakelijkheid............. 131<br />

A. Wat is burgerlijke aansprakelijkheid? ................................................................................ 131<br />

B. Wat is strafrechtelijke aansprakelijkheid? .......................................................................... 131<br />

II. Principes van het klassieke burgerlijk aansprakelijkheidsrecht................................................ 133<br />

A. Wat verstaat men on<strong>de</strong>r foutaansprakelijkheid? ................................................................. 133<br />

B. Wat is een objectieve aansprakelijkheid? ........................................................................... 135<br />

III. Bijzon<strong>de</strong>re (milieu)aansprakelijkheidsbepalingen ................................................................. 136<br />

IV. Normenka<strong>de</strong>r voor preventie en herstel van milieuscha<strong>de</strong> .................................................... 139<br />

Verzekerbaarheid van milieurisico‟s.............................................................................................. 140<br />

I. De algemene verzekeringsvoorwaar<strong>de</strong>n ............................................................................... 140<br />

A. Welke zijn <strong>de</strong> voornaamste algemene verzekeringsvoorwaar<strong>de</strong>n? ....................................... 140<br />

A.1. De <strong>de</strong>finities ..................................................................................................................... 140<br />

A.2. De omschrijving van <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking ....................................................................................... 141<br />

A.3. De uitsluitingen ................................................................................................................ 141<br />

A.4. Bepalingen i.v.m. <strong>de</strong> vrijstelling (franchise) en verzeker<strong>de</strong> bedragen<br />

(verzekeringssommen) ............................................................................................................ 141<br />

A.5. Bepalingen i.v.m. <strong>de</strong> aangifte van het scha<strong>de</strong>geval ......................................................... 141<br />

A.6. Bepalingen i.v.m. betalingsmodaliteiten en <strong>de</strong> herberekening van <strong>de</strong> premie ............... 141<br />

A.7. Bepalingen i.v.m. <strong>de</strong> opzegging en verlenging van <strong>de</strong> polis............................................. 141<br />

II. Enkele algemene principes en aandachtspunten bij <strong>de</strong> verzekering van milieurisico‟s .............. 142<br />

A. De vereiste van een onzekere scha<strong>de</strong>gebeurtenis .............................................................. 142<br />

B. Residuele verontreiniging ................................................................................................. 142<br />

C. Illegale verontreiniging .................................................................................................... 143<br />

D. Graduele verontreiniging .................................................................................................. 143<br />

E. Historische verontreiniging ............................................................................................... 143<br />

F. Wettelijke milieuplichten ................................................................................................... 144<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 8


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

G. Het verzekeringsgebied .................................................................................................... 144<br />

H. De geldigheidsduur van <strong>de</strong> verzekeringspolissen of <strong>de</strong> <strong>de</strong>kkingstermijn............................... 144<br />

loss occurence – polis: ..................................................................................................... 145<br />

claims ma<strong>de</strong>-polis: ........................................................................................................... 145<br />

I. Reddings- en herstelkosten: ................................................................................................. 147<br />

III. Verzekering van milieurisico binnen traditionele verzekeringspolissen ................................... 148<br />

A. De eigen scha<strong>de</strong>polissen .................................................................................................. 148<br />

A.1. De brandpolis: .................................................................................................................. 148<br />

A.2. De “alle risico”-polis (all risks) .......................................................................................... 148<br />

B. De aansprakelijkheidspolissen .......................................................................................... 149<br />

B.1. De polis BA Uitbating........................................................................................................ 149<br />

- <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>kte aansprakelijkheid: ...................................................................................... 149<br />

- De ge<strong>de</strong>kte milieuscha<strong>de</strong> .............................................................................................. 149<br />

B.2. BA – na leveringspolis (productaansprakelijkheid) ......................................................... 150<br />

B.3. De autopolis ..................................................................................................................... 150<br />

B.4. Polis maatschappelijke lasthebbers of bestuur<strong>de</strong>rsaansprakelijkheid (Directors and<br />

Officers) ................................................................................................................................... 151<br />

C. persoonsverzekeringen .................................................................................................... 151<br />

IV De milieupolissen () ............................................................................................................ 152<br />

A. Welke zijn <strong>de</strong> algemene kenmerken van een milieupolis? ................................................... 152<br />

B. Welke milieuscha<strong>de</strong> is ge<strong>de</strong>kt on<strong>de</strong>r een milieuverzekering? ............................................... 152<br />

C. Welke zijn <strong>de</strong> belangrijkste milieuverzekeringsproducten? .................................................. 153<br />

C.1. Locatie- of site gebon<strong>de</strong>n milieuverzekering ................................................................... 153<br />

C.2. Verzekering milieuaansprakelijkheid voor aanneming van (bepaal<strong>de</strong>) werken ................... 153<br />

C.3. Verzekering overschrijding saneringsbudget (cost cap) .................................................. 154<br />

C.4. Verzekering beroepsaansprakelijkheid van milieuconsulenten .......................................... 154<br />

V Specifieke verplichte (milieu)verzekeringen ............................................................................ 155<br />

A. Fe<strong>de</strong>rale wetgeving ......................................................................................................... 155<br />

B. Wetgeving in het Vlaamse Gewest .................................................................................... 155<br />

C. Wetgeving in het Brusselse Gewest .................................................................................. 157<br />

D. Wetgeving in het Waalse Gewest ..................................................................................... 158<br />

Lexicon ...................................................................................................................................... 159<br />

A.1. Verzekeringsterminologie .................................................................................................. 159<br />

Foutaansprakelijkheid (artikelen 1382 e.v. Burgerlijk wetboek) ............................................... 159<br />

Foutloze of objectieve aansprakelijkheid................................................................................ 159<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 9


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Verzekeringsnemer .............................................................................................................. 159<br />

Verzeker<strong>de</strong> entiteiten ........................................................................................................... 159<br />

Verzeker<strong>de</strong> activiteiten ......................................................................................................... 159<br />

Verzeker<strong>de</strong> personen ........................................................................................................... 159<br />

Der<strong>de</strong> ................................................................................................................................. 159<br />

Totale limiet (aggregate limit) .............................................................................................. 160<br />

Sublimiet ............................................................................................................................. 160<br />

Limiet per scha<strong>de</strong>geval ........................................................................................................ 160<br />

Vrijstelling of franchise ......................................................................................................... 160<br />

Eigen behoud ...................................................................................................................... 160<br />

Inceptiedatum of aanvangsdatum ......................................................................................... 160<br />

Continuïteits- of hernieuwingsdatum ..................................................................................... 160<br />

Verzeker<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> .............................................................................................................. 160<br />

Uitsluitingen ........................................................................................................................ 160<br />

Lichamelijke scha<strong>de</strong> ............................................................................................................. 161<br />

Materiële of stoffelijke scha<strong>de</strong> .............................................................................................. 161<br />

Immateriële scha<strong>de</strong> ............................................................................................................. 161<br />

Immateriële gevolgscha<strong>de</strong> .................................................................................................... 161<br />

Ver<strong>de</strong>digingskosten .............................................................................................................. 161<br />

Acci<strong>de</strong>ntele verontreiniging .................................................................................................. 161<br />

Graduele verontreiniging ...................................................................................................... 161<br />

A.2. Vlaams Gewest ................................................................................................................ 162<br />

Verontreiniging .................................................................................................................... 162<br />

Bo<strong>de</strong>mverontreiniging .......................................................................................................... 162<br />

Historische bo<strong>de</strong>mverontreiniging ......................................................................................... 162<br />

Nieuwe bo<strong>de</strong>mverontreiniging .............................................................................................. 162<br />

Bo<strong>de</strong>mverontreiniging die een ernstige bedreiging vormt ....................................................... 162<br />

Emissie ............................................................................................................................... 162<br />

Immissie ............................................................................................................................. 162<br />

Bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek ................................................................................................................. 163<br />

Oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek ............................................................................................... 163<br />

Beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek ............................................................................................... 163<br />

Bo<strong>de</strong>msaneringsnorm .......................................................................................................... 163<br />

Behan<strong>de</strong>ling van bo<strong>de</strong>mverontreiniging ................................................................................. 163<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 10


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Bo<strong>de</strong>msanering.................................................................................................................... 163<br />

Risicobeheer ........................................................................................................................ 163<br />

Bo<strong>de</strong>msaneringsproject ........................................................................................................ 163<br />

Nazorg ................................................................................................................................ 163<br />

Grondverzet ........................................................................................................................ 164<br />

Bo<strong>de</strong>mbeheerrapport ........................................................................................................... 164<br />

Gebruikscertificaat ............................................................................................................... 164<br />

Achtergrondwaar<strong>de</strong>n ............................................................................................................ 164<br />

Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundige ................................................................................................. 164<br />

Milieu<strong>de</strong>skundige ................................................................................................................. 165<br />

Milieucoördinator ................................................................................................................. 165<br />

Interne milieucoördinator ....................................................................................................... 165<br />

Externe milieucoördinator ...................................................................................................... 165<br />

MER .................................................................................................................................... 165<br />

BATNEEC ............................................................................................................................ 165<br />

OVAM ................................................................................................................................. 166<br />

VMM ................................................................................................................................... 166<br />

AMINAL............................................................................................................................... 166<br />

Vlarem I .............................................................................................................................. 166<br />

Vlarem II ............................................................................................................................ 166<br />

Vlarebo ............................................................................................................................... 166<br />

Vlarea ................................................................................................................................. 166<br />

Watertoets .......................................................................................................................... 166<br />

Natuurtoets ......................................................................................................................... 166<br />

habitattoets ......................................................................................................................... 167<br />

BWK ................................................................................................................................... 167<br />

EPB..................................................................................................................................... 167<br />

REACH ................................................................................................................................ 167<br />

TOP .................................................................................................................................... 167<br />

KGA .................................................................................................................................... 167<br />

RSV .................................................................................................................................... 167<br />

RUP .................................................................................................................................... 167<br />

APA .................................................................................................................................... 167<br />

BPA .................................................................................................................................... 167<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 11


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.3. Waals Gewest .................................................................................................................. 168<br />

C.W.A.T.U.P. ....................................................................................................................... 168<br />

S.W.D.E. ............................................................................................................................. 168<br />

SPAQUE .............................................................................................................................. 168<br />

S.P.G.E. .............................................................................................................................. 168<br />

O.W.D. ................................................................................................................................ 168<br />

COPIDEC ............................................................................................................................. 168<br />

B.4. Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest ......................................................................................... 168<br />

B.I.M. ................................................................................................................................. 168<br />

I.B.G.E. ............................................................................................................................... 168<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 12


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Belangrijke juridische kennisgeving<br />

Belangrijke juridische kennisgeving: op <strong>de</strong> informatie op <strong>de</strong>ze site (van <strong>de</strong>ze<br />

brochure) is een verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring<br />

inzake auteursrecht van toepassing.<br />

Verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid:<br />

<strong>Assuralia</strong> beoogt met <strong>de</strong>ze website (brochure) het publiek toegang te verlenen tot<br />

door haar samengestel<strong>de</strong> informatie over milieuwetgeving en (milieu)verzekeringen.<br />

Het is <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong>ze informatie juist en bijgewerkt is. Indien wij opmerkzaam<br />

wor<strong>de</strong>n gemaakt op onjuisthe<strong>de</strong>n, zullen wij trachten <strong>de</strong>ze te verbeteren.<br />

<strong>Assuralia</strong> kan evenwel geen aansprakelijkheid voor <strong>de</strong> op <strong>de</strong>ze site verstrekte<br />

gegevens aanvaar<strong>de</strong>n.<br />

Deze gegevens:<br />

omvatten uitsluitend informatie van algemene aard die niet op <strong>de</strong> specifieke<br />

omstandighe<strong>de</strong>n van een persoon gericht is;<br />

zijn niet noodzakelijk volledig, nauwkeurig of bijgewerkt;<br />

zijn soms gekoppeld aan externe sites waarover <strong>Assuralia</strong> geen zeggenschap<br />

hebben;<br />

vormen geen professioneel of juridisch advies (voor specifiek advies is het wenselijk<br />

een <strong>de</strong>skundige te raadplegen).<br />

<strong>Assuralia</strong> kan evenmin aansprakelijk wor<strong>de</strong>n gesteld voor het gebruik dat van <strong>de</strong><br />

informatie op <strong>de</strong>ze website kan wor<strong>de</strong>n gemaakt.<br />

Er wordt naar gestreefd on<strong>de</strong>rbrekingen door technische fouten zo veel mogelijk te<br />

voorkomen. <strong>Assuralia</strong> aanvaardt evenwel geen aansprakelijkheid voor problemen die<br />

zich als gevolg van het gebruik van <strong>de</strong>ze site of an<strong>de</strong>re daarmee verbon<strong>de</strong>n externe<br />

sites mochten voordoen.<br />

Verklaring van auteursrecht<br />

Overneming met bronvermelding is toegestaan.<br />

Verantwoor<strong>de</strong>lijke uitgever: <strong>Assuralia</strong>, <strong>de</strong> Meeûssquare 29, 1000 Brussel<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 13


Inleiding<br />

Milieurecht per kilo?<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

De milieuwetgeving in ons land is buitengewoon uitgebreid en complex.<br />

Dit is niet enkel te wijten aan <strong>de</strong> internationalisering van het milieurecht en <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> invloed<br />

van <strong>de</strong> milieuwetgeving van <strong>de</strong> Europese Unie. Door <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>ralisering van ons land is milieuzorg<br />

een taak van <strong>de</strong> Gewesten gewor<strong>de</strong>n. Daardoor evolueert <strong>de</strong> milieureglementering in het Vlaamse<br />

Gewest, het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest en het Waalse Gewest meer en meer in verschillen<strong>de</strong><br />

richtingen. Voor een beperkt aantal facetten van het milieubeleid is <strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale overheid dan weer<br />

bevoegd, zoals productnormering. Daarenboven kunnen ook <strong>de</strong> gemeentebesturen specifieke<br />

milieuvoorschriften opleggen.<br />

De steeds groeien<strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> milieuzorg heeft er an<strong>de</strong>rzijds ook toe geleid dat het<br />

milieurecht sterk evolueert. Milieuwetgeving wordt dan ook veelvuldig gewijzigd en bijgewerkt. Ook <strong>de</strong><br />

evolutie van milieutechnieken draagt bij tot dit dynamisch karakter.<br />

Door <strong>de</strong>ze evolutie ontstond in het bedrijfsleven ook nood aan gespecialiseer<strong>de</strong> begeleiding door<br />

personen die zich professioneel bezighou<strong>de</strong>n met taken van milieumanagement en milieubeheer.<br />

Aansprakelijkheid van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming voor milieuscha<strong>de</strong><br />

Het exploiteren van een bedrijf schept bepaal<strong>de</strong> risico‟s op scha<strong>de</strong>gevallen. Zo wor<strong>de</strong>n bvb. giftige<br />

stoffen in het water geloosd of in <strong>de</strong> lucht uitgestoten, wordt lawaai en stank geproduceerd en<br />

wor<strong>de</strong>n afvalstoffen opgestapeld op het bedrijfsterrein. De emissie van verontreinigen<strong>de</strong> stoffen in <strong>de</strong><br />

lucht, <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m of het water kan voortvloeien uit <strong>de</strong> normale exploitatie van het bedrijf of kan<br />

plaatsvin<strong>de</strong>n naar aanleiding van een ongeluk (brand, explosie, transportongeval). Daardoor kunnen<br />

planten en dieren, <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m, <strong>de</strong> lucht of het water wor<strong>de</strong>n aangetast, aantasting die op zijn beurt<br />

aanleiding kan geven tot verschillen<strong>de</strong> vormen van scha<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> mens. Deze scha<strong>de</strong> wordt<br />

milieuscha<strong>de</strong> genoemd.<br />

De scha<strong>de</strong> die kan wor<strong>de</strong>n veroorzaakt door verontreiniging en an<strong>de</strong>re verstoringen van het leefmilieu<br />

is zeer uiteenlopend. Naast <strong>de</strong> aantasting van het milieu zelf, kan er sprake zijn van scha<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

vorm van dood of lichamelijk letsel, stoffelijke of materiële scha<strong>de</strong>, immateriële scha<strong>de</strong>. Ook goe<strong>de</strong>ren<br />

van het openbaar domein, zoals openbare autowegen of waterwegen, kunnen wor<strong>de</strong>n aangetast. De<br />

overheid moet regelmatig dure saneringswerken uitvoeren om <strong>de</strong> gevolgen van verontreinigingen op<br />

te ruimen of te beperken.<br />

De scha<strong>de</strong> kan trouwens zowel binnen als buiten <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>verwekken<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />

Zo kan een lozingsongeval <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m van <strong>de</strong> betrokken on<strong>de</strong>rneming vervuilen. In dat geval lijdt <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rneming een eigen patrimoniumscha<strong>de</strong>. De vergoeding van <strong>de</strong>ze eigen scha<strong>de</strong> staat los van het<br />

vraagstuk naar <strong>de</strong> aansprakelijkheid. De vervuilen<strong>de</strong> producten kunnen zich echter ook versprei<strong>de</strong>n<br />

naar omliggen<strong>de</strong> terreinen waar ze voor <strong>de</strong> eigenaars of gebruikers ervan hin<strong>de</strong>r of lichamelijk letsel<br />

en materiële scha<strong>de</strong> kunnen veroorzaken. Deze scha<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>rs kunnen hun scha<strong>de</strong> trachten te verhalen<br />

op het bedrijf. In dit verband rijst <strong>de</strong> vraag op naar <strong>de</strong> burgerlijke aansprakelijkheid van <strong>de</strong><br />

bedrijven en hun externe adviseurs.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 14


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

In België wordt milieuscha<strong>de</strong> in <strong>de</strong> eerste plaats vergoed overeenkomstig het klassieke<br />

aansprakelijkheidsrecht. De foutaansprakelijkheid van artikel 1382 B.W. is hierbij veruit <strong>de</strong><br />

belangrijkste grondslag. Dat wil zeggen dat <strong>de</strong>gene die door zijn fout een an<strong>de</strong>r scha<strong>de</strong> berokkent<br />

<strong>de</strong>ze scha<strong>de</strong> moet herstellen. Met <strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> milieureglementering is het risico op<br />

aansprakelijkstelling trouwens verhoogd. Men begaat namelijk een fout in <strong>de</strong> zin van artikel 1382 B.W.<br />

indien men een wettelijk of reglementair verbod of gebod overtreedt.<br />

De toepassing van <strong>de</strong> foutaansprakelijkheid voor milieuscha<strong>de</strong> leidt echter tot moeilijkhe<strong>de</strong>n, vooral<br />

op het vlak van <strong>de</strong> bewijslast. Zo is het niet altijd gemakkelijk om aan te tonen wie binnen <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rneming kan wor<strong>de</strong>n aangewezen als <strong>de</strong> veroorzaker van een bepaal<strong>de</strong> milieuscha<strong>de</strong>. Dat <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong>veroorzaker foutief heeft gehan<strong>de</strong>ld is al evenmin makkelijk te bewijzen. Wat is immers foutief<br />

han<strong>de</strong>len binnen complexe productieprocessen? Een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> bedrijfsrisico‟s wordt dan ook<br />

in toenemen<strong>de</strong> mate beheerst door objectieve aansprakelijkheidsregelen, die vooral langs<br />

specifieke milieuwetgeving wor<strong>de</strong>n ingevoerd. Het invoeren van <strong>de</strong>ze objectieve aansprakelijkheid<br />

maakt het bewijs van een fout of nalatigheid in hoof<strong>de</strong> van <strong>de</strong> betrokken on<strong>de</strong>rneming overbodig: het<br />

enkele feit dat scha<strong>de</strong> werd veroorzaakt volstaat voor aansprakelijkstelling. Dit sluit aan bij het<br />

principe dat “<strong>de</strong> vervuiler betaalt”, dat immers ook impliceert dat <strong>de</strong> veroorzaker van milieuscha<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ze scha<strong>de</strong> herstelt en vergoedt.<br />

In dit verband dient ook te wor<strong>de</strong>n gewezen op <strong>de</strong> belangwekken<strong>de</strong> ontwikkelingen op het niveau van<br />

<strong>de</strong> Europese Unie die <strong>de</strong> evolutie van het milieuaansprakelijkheidsrecht in <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Unie in<br />

belangrijke mate zal beïnvloe<strong>de</strong>n. Op 21 april 2004 werd <strong>de</strong> EG-Richtlijn 2004/35 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

milieuaansprakelijkheid goedgekeurd. Deze richtlijn verlaat <strong>de</strong> techniek van <strong>de</strong> aansprakelijkheid en<br />

legt <strong>de</strong> klemtoon op <strong>de</strong> mogelijkheid om een administratief saneringsbevel op te leggen aan <strong>de</strong><br />

exploitant wiens bedrijvigheid milieuscha<strong>de</strong> heeft veroorzaakt. De richtlijn moest tegen 30 april 2007<br />

wor<strong>de</strong>n omgezet door <strong>de</strong> lidstaten. Het nieuwe systeem is niet van toepassing op lichamelijk letsel,<br />

stoffelijke scha<strong>de</strong> of immateriële scha<strong>de</strong>. Er is slechts een kostenverhaal voorzien voor<br />

opruimingskosten en een scha<strong>de</strong>vergoedingssysteem voor zuivere milieuscha<strong>de</strong> aan water, bo<strong>de</strong>m en<br />

<strong>de</strong> biodiversiteit.<br />

Milieu, aansprakelijkheid en verzekering in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming.<br />

Het uitbaten van hin<strong>de</strong>rlijke of gevaarlijke activiteiten, gekoppeld aan een toegenomen<br />

maatschappelijk milieubewustzijn, en <strong>de</strong> daarmee gepaard gaan<strong>de</strong> snelle ontwikkeling van <strong>de</strong><br />

milieuwetgeving, zijn dus een potentiële bron van aansprakelijkheid. De on<strong>de</strong>rneming kan in dit<br />

verband wor<strong>de</strong>n blootgesteld aan belangrijke financiële risico‟s. Het afsluiten van een<br />

aansprakelijkheidsverzekering is een mogelijkheid om het hoofd te bie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> financiële gevolgen<br />

van <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> milieuwetgeving en van het aansprakelijkheidsrecht.<br />

Daarnaast hebben ook personen of bedrijven die zijn gespecialiseerd in taken van<br />

milieumanagement en milieubeheer (zoals milieucoördinatoren, bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundigen, VLAREM<br />

II-milieu<strong>de</strong>skundigen, MER-<strong>de</strong>skundigen) steeds meer nood aan een specifieke<br />

aansprakelijkheidsverzekering.<br />

Er kan trouwens wor<strong>de</strong>n vastgesteld dat <strong>de</strong> wetgever steeds meer verplichte<br />

aansprakelijkheidsverzekeringen in het leven roepen voor exploitanten van risicovolle activiteiten of<br />

voor het uitoefenen van beroepen die zich richten op het beheren van milieurisico‟s.<br />

Aansprakelijkheidsverzekeringen bie<strong>de</strong>n uiteraard geen oplossing voor <strong>de</strong> eigen scha<strong>de</strong> die <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rneming lijdt naar aanleiding van milieu-inci<strong>de</strong>nten binnen het eigen bedrijf. Mogelijk bie<strong>de</strong>n hier<br />

<strong>de</strong> verzekeringen voor eigen scha<strong>de</strong> een uitweg.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 15


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Informatie gewenst? Een initiatief van <strong>de</strong> verzekeraars.<br />

Verzekeraars ervaren dat heel wat bedrijven onvoldoen<strong>de</strong> vertrouwd zijn met <strong>de</strong> milieu- en<br />

aansprakelijkheidsrisico‟s in verband met hun bedrijvighe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> verzekerbaarheid daarvan.<br />

Daarom heeft <strong>de</strong> BVVO het initiatief genomen om aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>ze informatiebrochure een<br />

samenvattend beeld te geven van <strong>de</strong> mogelijkheid om zich door verzekeringen te beschermen tegen<br />

<strong>de</strong> financiële gevolgen van <strong>de</strong> hoger genoem<strong>de</strong> risico‟s. Het is voor <strong>de</strong> continuïteit en <strong>de</strong> rentabiliteit<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming immers van belang dat zij <strong>de</strong> risico‟s en <strong>de</strong> kosten eraan verbon<strong>de</strong>n zelf leert<br />

kennen en beheersen. Een goed geïnformeer<strong>de</strong> bedrijfslei<strong>de</strong>r zal op zijn beurt dan ook zijn<br />

verzekeraar beter van <strong>de</strong> nodige informatie kunnen voorzien om ver<strong>de</strong>r samen met hem werk te<br />

maken van het beheersen van <strong>de</strong>ze risico‟s.<br />

Om een beter beeld te kunnen geven van <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong>ze risico‟s wordt in het eerste<br />

luik van <strong>de</strong>ze informatiebrochure een samenvattend overzicht gegeven van <strong>de</strong> milieuwetgeving in<br />

ons land. De klemtoon ligt op <strong>de</strong> milieuwetgeving in het Vlaamse Gewest, maar ook <strong>de</strong> hoofdlijnen<br />

van <strong>de</strong> milieuwetgeving in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Gewesten komen aan bod. Daarbij wordt <strong>de</strong> aandacht vooral<br />

geconcentreerd op <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringswetgeving, <strong>de</strong> afvalstoffenwetgeving, <strong>de</strong> wetgeving inzake <strong>de</strong><br />

milieuvergunning en <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning. Waar dit aangewezen wordt geacht, wordt ook ingegaan<br />

op bepaal<strong>de</strong> aspecten van fe<strong>de</strong>rale milieuwetgeving.<br />

De milieuwetgeving oefent in <strong>de</strong> praktijk een invloed uit op het ontstaan van het bedrijf als op <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>re evolutie ervan. Zo wordt het opstarten<strong>de</strong> bedrijf geconfronteerd met vragen als: is <strong>de</strong><br />

voorgenomen bedrijvigheid verenigbaar met <strong>de</strong> reglementering inzake ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, welke<br />

vergunningen of erkenningen zijn vereist, wat indien <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m van het te verwerven bedrijfsterrein is<br />

aangetast door vervuiling? Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> exploitatie is het bedrijf bvb. verplicht zijn milieuvergunningen<br />

te hernieuwen, wijzigingen of een overname te mel<strong>de</strong>n of moet periodiek wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht of <strong>de</strong><br />

bedrijfsactiviteit geen bo<strong>de</strong>mvervuiling heeft veroorzaakt. Ook <strong>de</strong> stopzetting van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming kan<br />

specifieke verplichtingen met zich meebrengen op vlak van <strong>de</strong> milieureglementering, zoals bij <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>msaneringswetgeving of afvalstoffenreglementering. De uiteenzetting van <strong>de</strong> milieuwetgeving<br />

gebeurt dan ook in functie van <strong>de</strong> levenscyclus van het bedrijf. Daarbij wor<strong>de</strong>n drie fazen<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> opstarten<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming, <strong>de</strong> exploitatiefase en <strong>de</strong> stopzetting ervan.<br />

In een twee<strong>de</strong> luik wordt vervolgens dieper ingegaan op <strong>de</strong> verzekeringsaspecten. Daarbij wordt<br />

ingegaan op <strong>de</strong> verzekeringen voor eigen scha<strong>de</strong> en op <strong>de</strong> aansprakelijkheidsverzekeringen.<br />

Er wordt in dit verband aandacht besteed aan <strong>de</strong> klassieke verzekeringen en hun toepasbaarheid<br />

op milieuscha<strong>de</strong>gevallen, en <strong>de</strong> specifieke milieupolissen. Ter verdui<strong>de</strong>lijking wordt <strong>de</strong> beschrijving<br />

van <strong>de</strong> aansprakelijkheidsverzekeringen voorafgegaan door een kort overzicht van <strong>de</strong> meest<br />

belangrijke aansprakelijkheidsregelingen.<br />

De brochure wordt afgesloten met een lexicon van begrippen en instellingen die relevant zijn in<br />

het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> milieuwetgeving en <strong>de</strong> milieuverzekeringen.<br />

De samenstellers hebben met <strong>de</strong>ze brochure geen volledigheid nagestreefd, wat praktisch onmogelijk<br />

is in dit korte bestek. Zo beschrijft <strong>de</strong> brochure slechts <strong>de</strong> algemeen toepasselijke milieuwetgeving en<br />

wordt niet ingegaan op <strong>de</strong> sectorale milieuvoorwaar<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> praktische bedrijfsvoering bepalen. De<br />

informatiebrochure kan dan ook geen antwoord bie<strong>de</strong>n op alle mogelijke concrete vragen. De<br />

geïnteresseer<strong>de</strong> lezer wordt daarom zoveel mogelijk doorverwezen naar externe bronnen,<br />

voornamelijk internetsites van diverse milieuoverhe<strong>de</strong>n of gespecialiseer<strong>de</strong> wetgevingssites.<br />

Er werd reeds op gewezen dat het milieurecht een dynamische rechtstak is die voortdurend<br />

on<strong>de</strong>rhevig is aan wijzigingen en aanvullingen. De redactie werd afgesloten eind juni 2007. Graag<br />

hou<strong>de</strong>n wij ons beschikbaar voor uw aanvullingen en opbouwen<strong>de</strong> kritiek.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 16


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

DEEL 1<br />

ALGEMEEN OVERZICHT VAN DE<br />

MILIEUREGLEMENTERING<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 17


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Het opstarten<strong>de</strong> bedrijf<br />

I. Het verwerven van een bedrijfsterrein of bedrijfsgebouw<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest<br />

A.1. het verwerven van een bedrijfsterrein en bo<strong>de</strong>mverontreiniging:<br />

A.1.1. Hoe komt men te weten of het te verwerven bedrijfsterrein vervuild is?<br />

Sinds het Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet van 22 februari 1995 bestaat in Vlaan<strong>de</strong>ren een vrij algemene<br />

verplichting om vervuil<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms te saneren. Bo<strong>de</strong>mvervuiling is dan ook uitgegroeid tot een<br />

milieupassief dat een belangrijke invloed heeft op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming, precies omdat <strong>de</strong><br />

kosten voor <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering vaak erg groot zijn. De bewaar<strong>de</strong>r van vervuil<strong>de</strong> grond kan bovendien<br />

aansprakelijk wor<strong>de</strong>n gesteld indien <strong>de</strong> vervuiling scha<strong>de</strong> veroorzaakt aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, ook al heeft hij <strong>de</strong><br />

vervuiling niet zelf veroorzaakt.<br />

De start van een bedrijf begint vaak met <strong>de</strong> verwerving van een bedrijfsterrein of bedrijfsgebouw.<br />

Gelet op <strong>de</strong> grote (financiële) risico‟s die zijn verbon<strong>de</strong>n aan bo<strong>de</strong>mvervuiling is het van groot belang<br />

dat het gevaar op bo<strong>de</strong>mvervuiling bij <strong>de</strong> verwerving van een bedrijfsterrein of bedrijfsgebouw<br />

voldoen<strong>de</strong> kan wor<strong>de</strong>n ingeschat. Vaak is <strong>de</strong>ze bo<strong>de</strong>mvervuiling niet eens gekend door <strong>de</strong> eigenaar of<br />

gebruiker van <strong>de</strong> grond.<br />

In dit verband is <strong>de</strong> Vlaamse bo<strong>de</strong>msaneringswetgeving van grote betekenis, omdat in <strong>de</strong>ze<br />

wetgeving een aantal specifieke verplichtingen wer<strong>de</strong>n opgelegd bij overdracht van gron<strong>de</strong>n, met<br />

name een specifieke informatieverplichting en een on<strong>de</strong>rzoeksplicht. In <strong>de</strong> eerste plaats is het zo dat<br />

ie<strong>de</strong>re overeenkomst in verband met een overdracht van gron<strong>de</strong>n vergezeld moet wor<strong>de</strong>n van een<br />

bo<strong>de</strong>mattest. Bovendien moet een risicogrond eerst aan een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek<br />

wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rworpen vooraleer <strong>de</strong> overdracht kan plaatsvin<strong>de</strong>n. Indien uit dit bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek blijkt<br />

dat <strong>de</strong> grond verontreinigd is, start ook <strong>de</strong> saneringsprocedure. Met betrekking tot het hierna<br />

besproken on<strong>de</strong>rwerp vindt men meer informatie op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> OVAM, www.ovam.be, waar<br />

een interessante lijst van veelvuldig voorkomen<strong>de</strong> vragen is opgenomen, of op<br />

www.on<strong>de</strong>rnemen.vlaan<strong>de</strong>ren.be<br />

Op 22 januari 2007 werd in het Belgisch Staatsblad het Decreet van 27 oktober 2006<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming gepubliceerd (hierna: het „nieuwe<br />

Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet‟). Dit <strong>de</strong>creet heft het Decreet van 22 februari 1995 op en is op 1 juni 2008 in werking<br />

getre<strong>de</strong>n.<br />

Het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet bouwt ver<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> krachtlijnen en principes van het Decreet van 22<br />

februari 1995. Wel wordt <strong>de</strong> structuur van het <strong>de</strong>creet en <strong>de</strong> nummering van <strong>de</strong> artikels aangepast,<br />

wor<strong>de</strong>n een aantal nieuwe bepalingen ingevoerd en wor<strong>de</strong>n een aantal bestaan<strong>de</strong> mechanismen<br />

inhou<strong>de</strong>lijk aangepast, aangevuld of verfijnd. Zo wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r meer een aantal alternatieve<br />

financieringsmechanismes voorzien (cofinanciering en draagkrachtregeling) die evenwel nog ver<strong>de</strong>re<br />

uitvoering behoeven, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bepalingen inzake onschuldig bezit aangepast, werd het begrip<br />

„overdracht van gron<strong>de</strong>n‟ beperkter, werd <strong>de</strong> mogelijkheid tot doorschuiven van <strong>de</strong> saneringsplicht<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 18


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

ver<strong>de</strong>r geregeld, werd een regeling voorzien voor scha<strong>de</strong>gevallen en waterbo<strong>de</strong>ms en werd het<br />

principe van risicobeheer ver<strong>de</strong>r verankerd.<br />

A.1.2. Wat is een overdracht van gron<strong>de</strong>n?<br />

Om <strong>de</strong> precieze impact van het Vlaamse Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet te kunnen vatten, is het van belang te weten<br />

welke vastgoedtransacties on<strong>de</strong>r het begrip overdracht van gron<strong>de</strong>n vallen volgens het Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet.<br />

Globaal genomen kunnen hierbij drie groepen van transacties wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

Klassieke rechtshan<strong>de</strong>lingen overdracht on<strong>de</strong>r leven<strong>de</strong>n van een<br />

eigendomsrecht op gron<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong> verkoop, <strong>de</strong><br />

ruil of <strong>de</strong> schenking;<br />

vestiging (of <strong>de</strong> beëindiging) van het recht van<br />

vruchtgebruik, <strong>de</strong> erfpacht of het opstalrecht;<br />

<strong>de</strong> vestiging (of <strong>de</strong> beëindiging) van een<br />

concessie;<br />

overdracht van een van voorgaan<strong>de</strong> rechten<br />

Vennootschapsrechtelijke operaties fusie en/of splitsing van vennootschappen waarbij<br />

er één eigenaar is van grond;<br />

Rechtshan<strong>de</strong>lingen in het ka<strong>de</strong>r van gedwongen<br />

me<strong>de</strong>-eigendom (bvb. flatgebouwen of kantoor-<br />

complexen)<br />

inbreng van een algemeenheid of van een<br />

bedrijfstak.<br />

opstellen van statuten van een gebouw in me<strong>de</strong>-<br />

eigendom (art. 577-4 B.W.);<br />

het acteren van <strong>de</strong> instemming van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>eigenaars<br />

met <strong>de</strong> afwijking bedoeld in art. 577-3<br />

Merk op dat het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet <strong>de</strong>ze lijst van transacties een stuk heeft gereduceerd. On<strong>de</strong>r<br />

het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet werd <strong>de</strong> ontbinding van een rechtspersoon toegevoegd aan <strong>de</strong> lijst<br />

B.W.<br />

„overdracht van gron<strong>de</strong>n‟ en wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> rechtshan<strong>de</strong>lingen geschrapt uit <strong>de</strong> lijst:<br />

het vestigen en beëindigen van het recht van gebruik en bewoning;<br />

het aangaan en beëindigen van een huur, han<strong>de</strong>lshuur, pacht of bruikleen;<br />

het aangaan of beëindigen van een onroeren<strong>de</strong> leasing;<br />

<strong>de</strong> overdracht van al <strong>de</strong>ze rechten.<br />

Belangrijk is wel dat een overgangsregeling wordt voorzien voor het beëindigen van overeenkomsten<br />

waarbij bij het aangaan ervan <strong>de</strong> overdrachtsregeling werd nageleefd (bijvoorbeeld bij een<br />

huurovereenkomst die werd afgesloten on<strong>de</strong>r het ou<strong>de</strong> regime van het Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet en<br />

waarbij bij het aangaan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeks- en informatieverplichtingen wer<strong>de</strong>n nageleefd). Indien voor<br />

het aangaan van <strong>de</strong> overeenkomst <strong>de</strong>ze regeling werd nageleefd, moet dit dus ook voor het<br />

beëindigen ervan.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 19


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Rechtshan<strong>de</strong>lingen met betrekking tot nutsleidingen en aanhorighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ook niet langer als een<br />

overdracht van gron<strong>de</strong>n beschouwd. Bovendien kunnen bepaal<strong>de</strong> opstallen door <strong>de</strong> Vlaamse Regering<br />

wor<strong>de</strong>n uitgesloten uit <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van „grond‟.<br />

A.1.3. Wat is een bo<strong>de</strong>mattest?<br />

Sinds 1 oktober 1996 is <strong>de</strong> overdrager van grond in het Vlaamse Gewest ertoe gehou<strong>de</strong>n om<br />

voorafgaand aan <strong>de</strong> overeenkomst betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> overdracht van gron<strong>de</strong>n een bo<strong>de</strong>mattest<br />

aan te vragen bij <strong>de</strong> OVAM. Het VLAREBO bevat <strong>de</strong> bepalingen van <strong>de</strong> aanvraagprocedure. De<br />

aanvraag moet gebeuren aan <strong>de</strong> hand van een standaardformulier, opgenomen in Bijlage 3 van het<br />

VLAREBO (Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering). Een formulier kan ook wor<strong>de</strong>n bekomen<br />

bij <strong>de</strong> OVAM, en kan wor<strong>de</strong>n gedownload van <strong>de</strong> website www.ovam.be of op<br />

www.on<strong>de</strong>rnemen.vlaan<strong>de</strong>ren.be<br />

Dit attest wordt opgemaakt op grond van <strong>de</strong> gegevens opgenomen in het gron<strong>de</strong>ninformatieregister,<br />

dat wordt bijgehou<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> OVAM. Dit register zal ook ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n uitgebouwd tot een<br />

volledige databank waarin <strong>de</strong> OVAM alle gegevens over een grond zal opnemen, ongeacht of <strong>de</strong> grond<br />

al dan niet verontreinigd is.<br />

De inhoud van dit attest moet aan <strong>de</strong> kandidaat-verwerver wor<strong>de</strong>n meege<strong>de</strong>eld en moet bovendien<br />

wor<strong>de</strong>n opgenomen in alle akten waarin <strong>de</strong> overdracht van <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n wordt vastgelegd, zowel <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rhandse akten die tussen partijen wor<strong>de</strong>n opgesteld als <strong>de</strong> notariële akten.<br />

Via het bo<strong>de</strong>mattest, komt <strong>de</strong> verwerver van grond bvb. te weten:<br />

of <strong>de</strong> grond al dan niet is opgenomen in het register;<br />

of er reeds bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoeken of eventueel bo<strong>de</strong>msaneringen wer<strong>de</strong>n uitgevoerd;<br />

of er een saneringsverplichting geldt voor <strong>de</strong> betrokken grond;<br />

of, indien er een saneringsplicht geldt, <strong>de</strong> overdrager een verbintenis heeft aangegaan met <strong>de</strong><br />

OVAM om <strong>de</strong> grond te saneren en een financiële zekerheid heeft gesteld;<br />

of er gebruiksbeperkingen op <strong>de</strong> grond rusten.<br />

Vaak zal OVAM slechts een zogenaamd blanco-attest kunnen afleveren, waarbij wordt gemeld dat<br />

er geen gegevens bekend zijn over een mogelijke verontreiniging. Een <strong>de</strong>rgelijk attest biedt nochtans<br />

géén garantie dat <strong>de</strong> grond niet verontreinigd is. Wil men meer zekerheid over eventueel aanwezige<br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging dan is het raadzaam een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek te doen opmaken door<br />

een erkend bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundige.<br />

A.1.4. Wat zijn risicogron<strong>de</strong>n?<br />

Bij overdracht van risicogron<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n een aantal bijkomen<strong>de</strong> verplichtingen. Het is dan ook van<br />

belang te weten wat risicogron<strong>de</strong>n zijn.<br />

Als risicogrond wordt beschouwd een grond waarop inrichtingen of activiteiten voorkomen of<br />

voorkwamen die bo<strong>de</strong>mverontreiniging kunnen veroorzaken. Het heeft geen belang wanneer <strong>de</strong><br />

risicoactiviteiten op <strong>de</strong> grond plaatsvon<strong>de</strong>n.<br />

Een lijst van <strong>de</strong>ze inrichtingen of activiteiten vindt men terug in kolom 8 van bijlage 1 van<br />

VLAREM I. De integrale lijst van <strong>de</strong>ze zogenaam<strong>de</strong> VLAREBO-activiteiten kan ook bij <strong>de</strong> OVAM<br />

wor<strong>de</strong>n bekomen, en is consulteerbaar op <strong>de</strong> website www.ovam.be De lijst kan wor<strong>de</strong>n opge<strong>de</strong>eld<br />

in twee groepen: een reeks specifieke industriële of ambachtelijke activiteiten (gaan<strong>de</strong> van zware<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 20


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

chemische industrie en stortplaatsen, tot laboratoria, slachthuizen, drukkerijen, brouwerijen, garages<br />

en benzinestations) en een aantal algemene activiteiten die niet noodzakelijk in een industrieel<br />

verband staan, zoals het achterlaten van afvalstoffen of het exploiteren van opslagtanks voor benzine<br />

of mazout met een bepaal<strong>de</strong> inhoud.<br />

Van belang is op te merken dat grond zijn statuut van risicogrond pas verliest wanneer een<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong>sgevallend ook een bo<strong>de</strong>msanering werd uitgevoerd waardoor <strong>de</strong> grond niet<br />

langer voorkomt in het register van verontreinig<strong>de</strong> grond.<br />

A.1.5. Hoe komt men te weten of een grond een risicogrond is?<br />

Sinds 1998 moeten <strong>de</strong> Vlaamse gemeenten een inventaris aanleggen van <strong>de</strong> risicogron<strong>de</strong>n. Dit<br />

gebeurt vaak aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> verleen<strong>de</strong> exploitatie- en milieuvergunningen op haar grondgebied.<br />

De gemeente moet aan <strong>de</strong> opname van <strong>de</strong> grond in die inventaris trouwens ook publiciteit geven:<br />

zowel <strong>de</strong> eigenaar, <strong>de</strong> gebruiker als <strong>de</strong> OVAM wor<strong>de</strong>n geïnformeerd over <strong>de</strong> in <strong>de</strong> inventaris<br />

opgenomen gegevens en hun eventuele wijzigingen. Het feit dat een grond niet is opgenomen in <strong>de</strong>ze<br />

inventaris biedt evenwel geen garantie dat er op die grond nooit risicoactiviteiten hebben<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n. Er kunnen immers ook allerlei illegale activiteiten hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n, zoals<br />

sluikstorten, of <strong>de</strong> grond kan zijn opgehoogd met verontreinig<strong>de</strong> grond. Van belang is dus <strong>de</strong> feitelijke<br />

toestand zoals <strong>de</strong>ze zich heeft voorgedaan op <strong>de</strong> grond. Indien hieromtrent twijfel bestaat, lijkt het<br />

raadzaam om toch een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek te laten uitvoeren.<br />

Deze gemeentelijke inventarissen, waarin slechts potentieel verontreinig<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n zijn opgenomen,<br />

moeten dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van het register van verontreinig<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n<br />

(gron<strong>de</strong>ninformatieregister) dat door <strong>de</strong> OVAM wordt bijgehou<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong> effectief<br />

verontreinig<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n inventariseert. Op grond van <strong>de</strong> gegevens van dit laatste register wor<strong>de</strong>n<br />

trouwens <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mattesten opgesteld.<br />

A.1.6. Welke verplichtingen gel<strong>de</strong>n bij overdracht van een risicogrond?<br />

Risicogron<strong>de</strong>n kunnen in principe slechts wor<strong>de</strong>n overgedragen indien er vooraf een oriënterend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek werd uitgevoerd. Het oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek wordt op initiatief en kosten<br />

van <strong>de</strong> overdrager uitgevoerd, maar indien dit wordt gemeld aan <strong>de</strong> OVAM kan die verplichting ook<br />

wor<strong>de</strong>n overgenomen door <strong>de</strong> verwerver.<br />

Een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek houdt een beperkt historisch en een beperkte monsterneming van<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m en het grondwater in. Het blijft in principe geduren<strong>de</strong> 2 jaar geldig, tenzij op <strong>de</strong> grond<br />

nieuwe risicoactiviteiten plaatsvon<strong>de</strong>n. Het on<strong>de</strong>rzoek wordt opgesteld on<strong>de</strong>r leiding van een<br />

erken<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundige. De lijst van erken<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundigen kan<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re bij <strong>de</strong> OVAM wor<strong>de</strong>n opgevraagd, en kan wor<strong>de</strong>n geraadpleegd op <strong>de</strong> website<br />

www.ovam.be<br />

De overdrager moet vervolgens aan <strong>de</strong> OVAM zijn bedoeling om over te dragen mel<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong>ze<br />

melding wordt dan het verslag van het oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek gevoegd. Na ontvangst van <strong>de</strong><br />

melding van overdracht heeft <strong>de</strong> OVAM een termijn van twee maan<strong>de</strong>n om zich uit te spreken of er<br />

aanleiding bestaat om tot bo<strong>de</strong>msanering over te gaan (zie hierna).<br />

Indien <strong>de</strong> OVAM van oor<strong>de</strong>el is dat er bo<strong>de</strong>msanering moet plaatsvin<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> overdrager niet kan<br />

aantonen dat hij aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoet om te wor<strong>de</strong>n vrijgesteld van <strong>de</strong> saneringsplicht (zie<br />

hierna), dan kan <strong>de</strong> overdracht in principe pas plaatsvin<strong>de</strong>n indien is voldaan aan 3 voorwaar<strong>de</strong>n:<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 21


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

<strong>de</strong> overdrager een bo<strong>de</strong>msaneringsproject heeft doen opmaken dat volledig en conform<br />

werd verklaard door <strong>de</strong> OVAM (over dit project, zie hierna);<br />

<strong>de</strong> overdrager ten overstaan van <strong>de</strong> OVAM een saneringsverbintenis heeft aangegaan om<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringswerken uit te voeren;<br />

<strong>de</strong> overdrager een financiële zekerheid heeft gesteld (die goe<strong>de</strong> naleving van zijn<br />

verplichtingen waarborgt), zoals een bankgarantie, een verzekering, een borgstelling of een<br />

hypotheekstelling.<br />

Van belang is op te merken dat <strong>de</strong> verwerver al <strong>de</strong>ze verplichtingen kan overnemen. Dit moet<br />

wor<strong>de</strong>n gemeld aan <strong>de</strong> OVAM.<br />

De volledige overdrachtsprocedure van een verontreinigd perceel neemt een lange tijd in beslag. Een<br />

metho<strong>de</strong> voor een snellere overdracht was ge<strong>de</strong>finieerd in artikel 48 van het voormalige<br />

Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet op grond waarvan <strong>de</strong> overdracht kan plaatsvin<strong>de</strong>n vóór bovenstaan<strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n zijn vervuld. Om een beroep te doen op <strong>de</strong>ze procedure is een grondige socioeconomische<br />

motivatie vereist, en moet <strong>de</strong> overdrager (of <strong>de</strong> overnemer) zich verbin<strong>de</strong>n om alle<br />

overdrachtsverplichtingen nadien na te komen. Bovendien moet een financiële zekerheid wor<strong>de</strong>n<br />

gesteld, waarvan <strong>de</strong> omvang wordt geraamd op basis van een “worst-case scenario”.<br />

In het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet wordt <strong>de</strong>ze praktijk met betrekking tot het volgen van een versnel<strong>de</strong><br />

overdrachtsprocedure in het <strong>de</strong>creet verankerd (artikel 115 van het Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet). De <strong>de</strong>cretaal<br />

voorziene overdrachtsprocedure kan immers een hele tijd in beslag nemen. In bepaal<strong>de</strong> gevallen kan<br />

het om socio-economische re<strong>de</strong>nen (b.v. een bedrijfsovername) van groot belang zijn dat een<br />

overdracht zo spoedig mogelijk wordt gerealiseerd. Indien men van die mogelijkheid gebruik wil<br />

maken, dienen <strong>de</strong> overdrager en <strong>de</strong> verwerver na het beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek, een verzoek in<br />

bij <strong>de</strong> OVAM om over te gaan tot een versnel<strong>de</strong> overdracht. Als uit het beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek<br />

blijkt dat een sanering moet wor<strong>de</strong>n uitgevoerd, kan <strong>de</strong> overdracht toch plaatsvin<strong>de</strong>n indien:<br />

- <strong>de</strong> verwerver ten opzichte van <strong>de</strong> OVAM <strong>de</strong> verbintenis aangaat om een bo<strong>de</strong>msaneringsproject op<br />

te stellen, een sanering en eventuele nazorg uit te voeren,<br />

- <strong>de</strong> verwerver financiële zekerhe<strong>de</strong>n stelt tot waarborg van <strong>de</strong> uitvoering van zijn verplichtingen.<br />

A.1.7. Wat indien geen bo<strong>de</strong>mattest werd meege<strong>de</strong>eld of geen<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek werd uitgevoerd?<br />

Wat indien aan <strong>de</strong> verwerver geen bo<strong>de</strong>mattest werd meege<strong>de</strong>eld bvb. bij het afsluiten van een<br />

verkoopscompromis? De verwerver van <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n kan dan in principe <strong>de</strong> nietigheid van <strong>de</strong>ze<br />

overeenkomst inroepen, tenzij hij in <strong>de</strong> notariële akte laat opnemen dat hij aan <strong>de</strong><br />

nietigheidsvor<strong>de</strong>ring verzaakt en hij intussen wel in het bezit werd gesteld van een recent<br />

bo<strong>de</strong>mattest. Indien <strong>de</strong> overdracht van risicogrond gebeur<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>r bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek geldt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

sanctie. In dat geval is trouwens geen verzaking aan <strong>de</strong> nietigheidsvor<strong>de</strong>ring mogelijk.<br />

Bovendien is <strong>de</strong>rgelijke overdracht niet tegenstelbaar aan <strong>de</strong> OVAM. Dit heeft tot gevolg dat een<br />

overdracht die plaatsvond zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> overdrachtsbepalingen te volgen geen enkel gevolg heeft voor <strong>de</strong><br />

OVAM, zodat <strong>de</strong>ze nog steeds <strong>de</strong> overdrager kan aanspreken als saneringsplichtige, ondanks het feit<br />

dat hij niet langer gebruiker of eigenaar is.<br />

A.1.8. Referentie belangrijkste wetgeving:<br />

Decreet van 27 oktober 2006 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming (nieuw<br />

Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet (B.S. 22 januari 2007)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 22


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 14 <strong>de</strong>cember 2007 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het<br />

Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming (VLAREBO) (B.S.<br />

22 april 2008)<br />

A.2. Het verwerven van een bedrijfsterrein- of gebouw en bouwplannen<br />

A.2.1. Wat zijn structuurplannen, bestemmingsplannen en ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

veror<strong>de</strong>ningen?<br />

De ruimtelijke structuurplannen vormen <strong>de</strong> basis van het sinds 1999 vernieuw<strong>de</strong> ruimtelijke<br />

or<strong>de</strong>ningsbeleid. Deze plannen, die door het Vlaamse gewest, elke provincie en elke gemeente,<br />

moeten wor<strong>de</strong>n opgemaakt, zijn beleidsdocumenten waarin <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid een globale<br />

langetermijnvisie omtrent <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning van haar grondgebied uitstippelt. Dergelijke plannen<br />

zijn – omwille van het algemene opzet ervan – niet bin<strong>de</strong>nd voor <strong>de</strong> burger. Zij bin<strong>de</strong>n enkel <strong>de</strong><br />

overheid. Gevolg hiervan is dat een ruimtelijk structuurplan niet als toetsingka<strong>de</strong>r kan dienen voor <strong>de</strong><br />

afgifte van ste<strong>de</strong>bouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen.<br />

Het ruimtelijk structuurplan Vlaan<strong>de</strong>ren (afgekort als RSV) werd reeds in 1997 van kracht en<br />

bepaalt het ka<strong>de</strong>r voor het ruimtelijk beleid. Met het oog op <strong>de</strong> actualisatie en ge<strong>de</strong>eltelijke herziening<br />

van het RSV (en <strong>de</strong> verlenging ervan tot 2012), werd inmid<strong>de</strong>ls een voorontwerp van een ad<strong>de</strong>ndum<br />

bij het RSV opgemaakt. De goedkeuringsprocedure van dit ad<strong>de</strong>ndum is momenteel lopen<strong>de</strong>. Het<br />

structuurplan en het voorontwerp van het ad<strong>de</strong>ndum kunnen wor<strong>de</strong>n geraadpleegd op <strong>de</strong> website<br />

www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be.<br />

Ook alle Vlaamse provincies stel<strong>de</strong>n inmid<strong>de</strong>ls een ruimtelijk structuurplan op. Die plannen zijn te<br />

raadplegen op <strong>de</strong> respectievelijke websites van <strong>de</strong> provincies (www.oost-vlaan<strong>de</strong>ren.be, www.west-<br />

vlaan<strong>de</strong>ren.be; www.limburg.be; www.vlaamsbrabant.be en www.provant.be). Tenslotte beschikken<br />

een groot aantal Vlaamse gemeenten reeds over een goedgekeurd ruimtelijk structuurplan en wordt<br />

er door <strong>de</strong> overige gemeenten momenteel hard gewerkt aan <strong>de</strong> opmaak ervan. Hoewel ie<strong>de</strong>re<br />

gemeente normaal gezien tegen 1 mei 2008 over een goedgekeurd ruimtelijk structuurplan dien<strong>de</strong> te<br />

beschikken, zijn er momenteel nog een aantal gemeenten die niet aan <strong>de</strong>ze vereiste voldoen. Op <strong>de</strong><br />

website www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be (info voor professionelen) kan wor<strong>de</strong>n nagegaan welke<br />

gemeenten reeds beschikken over een goedgekeurd ruimtelijk structuurplan.<br />

De algemene beleidsopties, vastgelegd in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> ruimtelijke structuurplannen, zullen<br />

vervolgens – door elke bevoeg<strong>de</strong> overheid en elk voor die thema‟s die het best bij haar<br />

beslissingniveau aansluiten (regionaal belangrijke kwesties door het Vlaamse gewest (bvb. <strong>de</strong><br />

afbakening van regionale bedrijventerreinen), provinciale on<strong>de</strong>rwerpen door elke provincie (bvb.<br />

provinciale toeristisch-recreatieve centra) en zaken van gemeentelijk belang door elk gemeente (bvb.<br />

het aansnij<strong>de</strong>n van woonuitbreidingsgebie<strong>de</strong>n) - wor<strong>de</strong>n geconcretiseerd en wor<strong>de</strong>n vertaald in <strong>de</strong><br />

ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP‟s).<br />

Om <strong>de</strong> bebouwings – en/of exploitatiemogelijkhe<strong>de</strong>n voor een bepaald terrein na te gaan, is het dan<br />

ook van belang het gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bestemmingsplan te raadplegen. Op <strong>de</strong>ze plannen kan men<br />

achterhalen in welk gebied (bv. KMO-zone, woongebied) een bepaald terrein ligt, hetgeen vaak reeds<br />

een indicatie geeft van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n en/of beperkingen van dit gebied, en welke<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige voorschriften hieraan gekoppeld zijn.<br />

Door <strong>de</strong> nieuwe Vlaamse co<strong>de</strong>x RO wordt het Coördinatie<strong>de</strong>creet RO van 22 oktober 1996 (B.S. 15<br />

maart 1997) – waarin <strong>de</strong> mogelijkheid werd voorzien tot opmaak van gewestplannen of gemeentelijke<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 23


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

plannen van aanleg – volledig afgeschaft. Hierdoor kunnen overhe<strong>de</strong>n voortaan enkel nog ruimtelijke<br />

uitvoeringsplannen opstellen. De voorschriften van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> plannen van aanleg behou<strong>de</strong>n<br />

evenwel hun veror<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kracht tot zij wor<strong>de</strong>n vervangen (tot 31 <strong>de</strong>cember 2001 kan dit nog<br />

gebeuren via een BPA).<br />

Zolang voor een bepaald gebied geen ruimtelijk uitvoeringsplan is opgemaakt, gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voorschriften<br />

van het gewestplan, <strong>de</strong> algemene plannen van aanleg (afgekort als APA) of bijzon<strong>de</strong>re plannen van<br />

aanleg (afgekort als BPA). Waar het <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid bij <strong>de</strong> opmaak van ruimtelijke<br />

uitvoeringsplannen in principe vrij staat invulling te geven aan <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige voorschriften<br />

van een bepaald gebied, gel<strong>de</strong>n voor terreinen waarvan <strong>de</strong> bestemming door het gewestplan wordt<br />

bepaald uniforme ste<strong>de</strong>nbouwkundige voorschriften, die zijn opgenomen in het Koninklijk Besluit van<br />

28 <strong>de</strong>cember 1972 of – uitzon<strong>de</strong>rlijk – in <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re voorschriften van het gewestplan zelf. De<br />

algemene ste<strong>de</strong>nbouwkundige voorschriften van het gewestplan zijn per zone na<strong>de</strong>r toegelicht in een<br />

omzendbrief van 8 juli 1997 (zoals gewijzigd op 25 januari 2002 en 25 oktober 2002). In het Vlaamse<br />

Gewest kan men <strong>de</strong> gewestplannen consulteren op <strong>de</strong> website www.gisvlaan<strong>de</strong>ren.be. De bijhoren<strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige voorschriften en <strong>de</strong> interpretatieve omzendbrief zijn terug te vin<strong>de</strong>n op<br />

www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be.<br />

Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP‟s) zijn bo<strong>de</strong>mbestemmingsplannen, d.w.z. dat zowel <strong>de</strong><br />

bestemming, <strong>de</strong> inrichting en/of het beheer van een bepaald gebied kan wor<strong>de</strong>n gereguleerd via<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige voorschriften. Van zodra een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgemaakt, komen die<br />

voorschriften in <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> voorschriften van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> plannen van aanleg (gewestplannen,<br />

algemene of bijzon<strong>de</strong>re gemeentelijke plannen van aanleg). Het ruimtelijk uitvoeringsplan zal dan<br />

meteen ook het nieuwe toetsingska<strong>de</strong>r vormen voor bouw- of verkavelingsprojecten, evenals voor <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling van milieuvergunningsaanvragen. De ruimtelijke uitvoeringsplannen bepalen <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige voorschriften en in principe kan elk plan een eigen invulling geven aan die<br />

voorschriften. Omwille van <strong>de</strong> rechtszekerheid is het nochtans wenselijk dat bij <strong>de</strong> redactie van een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundig voorschrift voor een gewestelijk, provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk<br />

uitvoeringsplan is het nochtans moet "zoveel als mogelijk" een vaste opbouw wor<strong>de</strong>n gehanteerd. Op<br />

11 april 2008 stel<strong>de</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Regering een besluit vast waarin na<strong>de</strong>re regels met betrekking tot <strong>de</strong><br />

vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen wor<strong>de</strong>n omschreven (B.S. 1 augustus 2008). Het<br />

Besluit omvat richtlijnen voor <strong>de</strong> opmaak van voorschriften voor ruimtelijke<br />

uitvoeringsplannen. In elk ste<strong>de</strong>nbouwkundig voorschrift van een RUP moet wor<strong>de</strong>n aangegeven<br />

on<strong>de</strong>r welke categorie van <strong>de</strong> voormel<strong>de</strong> gebiedsaanduidingen het valt ('wonen', 'bedrijvigheid',<br />

'landbouw', 'recreatie', 'bos'. enz.). Bij dit Besluit is een niet-normatieve bijlage gevoegd met<br />

typebepalingen. Die typebepalingen kunnen wor<strong>de</strong>n gebruikt bij <strong>de</strong> redactie van<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige voorschriften van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Hiermee wordt een<br />

alternatief aangebo<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> tot nu toe gangbare voorschriften van gewestplannen, zoals vervat in<br />

het Koninklijk Besluit van 28 <strong>de</strong>cember 1972. Belangrijk is ook te vermel<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze<br />

typevoorschriften kunnen wor<strong>de</strong>n gebruikt om constructies te vergunnen in gebie<strong>de</strong>n die nog wor<strong>de</strong>n<br />

beheerst door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> gewestplannen. Dit noemt men “clichering”. Art. 4.4.9 van <strong>de</strong> Vlaamse Co<strong>de</strong>x<br />

Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning (Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO) bepaalt meer specifiek dat <strong>de</strong> vergunningverlenen<strong>de</strong><br />

overheid bij het verlenen van ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunningen of verkavelingsvergunningen, mag<br />

afwijken van <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bestemmingsvoorschriften indien <strong>de</strong> aanvraag kan wor<strong>de</strong>n vergund op<br />

grond van <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> vergelijkbare categorie van gebiedsaanduiding bepaal<strong>de</strong> typevoorschriften.<br />

Aldus wor<strong>de</strong>n bijvoorbeeld meer mogelijkhe<strong>de</strong>n gebo<strong>de</strong>n tot het bouwen van windmolens in agrarisch<br />

gebied. De concordantie tussen enerzijds <strong>de</strong> categorieën van gebiedsaanduiding met <strong>de</strong> bijhoren<strong>de</strong><br />

typevoorschriften en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> gewestplanbestemmingen, is vastgesteld bij besluit van <strong>de</strong><br />

Vlaamse Regering van 29 mei 2009.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 24


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Momenteel zijn reeds een aantal gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt (o.a. voor <strong>de</strong><br />

grootste<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n Gent, Kortrijk en Aalst, regionale bedrijventerreinen, zeehavens en<br />

luchthavens). Ook op lokaal vlak zijn er al heel wat ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt. Deze<br />

uitvoeringsplannen kunnen wor<strong>de</strong>n geraadpleegd via <strong>de</strong> website www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be. De<br />

bijhoren<strong>de</strong> typevoorschriften zijn terug te vin<strong>de</strong>n op www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be.<br />

Om conflicten te vermij<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> ruimtelijke uitvoeringsplannen die op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

bestuurlijke niveau‟s wor<strong>de</strong>n opgemaakt, werd een strikte hiërarchie ontworpen. Het principe is<br />

eenvoudig: een lager plan mag in principe niet afwijken van een hoger plan. Elke gemeente zal zich<br />

dus bij het opmaken van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, moeten richten naar <strong>de</strong><br />

eventueel voor dat gebied gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gewestelijke of provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bij een<br />

tegenstrijdigheid wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voorschriften van het lagere plan niet toegepast.<br />

Bij dit alles mag nogmaals wor<strong>de</strong>n benadrukt dat bouw-, verkavelings- of milieuvergunningsaanvragen<br />

steeds wor<strong>de</strong>n getoetst aan het hiërarchisch laagste bestemmingsplan, omdat dit plan doorgaans <strong>de</strong><br />

meest ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> voorschriften zal bevatten.<br />

Naast <strong>de</strong> opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen, kunnen zowel <strong>de</strong> Vlaamse Regering, <strong>de</strong><br />

provincies als <strong>de</strong> gemeenten ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ningen uitvaardigen. Deze<br />

veror<strong>de</strong>ningen kunnen betrekking hebben op on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> maatregelen inzake ruimtelijke<br />

begrenzing van milieuhin<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> aanleg van groen en beplantingen, <strong>de</strong> aanleg van nutsvoorzieningen<br />

e.d.m. In <strong>de</strong> praktijk blijkt dat <strong>de</strong>ze veror<strong>de</strong>ningen veelal richtlijnen inhou<strong>de</strong>n van esthetische of<br />

architecturale aard voor stadsomgevingen, verband hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> overwelving van baangrachten of<br />

betrekking hebben op <strong>de</strong> waterbeheersing. Op 1 oktober 2004 bijvoorbeeld werd door <strong>de</strong> Vlaamse<br />

Regering een veror<strong>de</strong>ning goedgekeurd die minimale voorschriften bevat voor <strong>de</strong> lozing van nietverontreinigd<br />

hemelwater, afkomstig van verhar<strong>de</strong> oppervlakten. Deze veror<strong>de</strong>ning trad in werking op<br />

1 februari 2005 en kan wor<strong>de</strong>n geconsulteerd op <strong>de</strong> website www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be. Er zijn ook<br />

gewestelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ningen inzake <strong>de</strong> toegankelijkheid (goedgekeurd op 5 juni<br />

2009, treedt in werking op 1 januari 2010) en inzake wegen voor voetgangersverkeer (goedgekeurd<br />

op 29 april 1997).<br />

A.2.2. Wat komt men te weten over <strong>de</strong> bouwmogelijkhe<strong>de</strong>n naar aanleiding van<br />

het afsluiten van een overeenkomst van verkoop of verhuring e.d.m., of <strong>de</strong><br />

reclame daartoe?<br />

In <strong>de</strong> artikelen 5.2.1-5.2.6 van <strong>de</strong> Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO zijn een aantal belangrijke informatieplichten<br />

opgenomen op grond waarvan <strong>de</strong> verkrijger van een onroerend goed <strong>de</strong> meest essentiële informatie<br />

krijgt omtrent <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige kenmerken van het onroerend goed dat men wil verwerven of<br />

in gebruik nemen. De informatieverlening gebeurt in verschillen<strong>de</strong> stadia van het<br />

verwervingsproces, zowel bij het voeren van publiciteit, als bij het afsluiten van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhandse<br />

overeenkomst en het verlij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> notariële akte. Hierna vindt u een vereenvoudigd schema van<br />

<strong>de</strong> voornaamste informatieplichten.<br />

Stadium van<br />

transactie<br />

Publiciteit<br />

(reclame)<br />

Wie geeft info? Voor welke<br />

transacties?<br />

Ie<strong>de</strong>reen die voor<br />

eigen rekening of<br />

als tussenpersoon<br />

(bvb.vastgoed-<br />

-verkoop<br />

-verhuur voor<br />

meer dan 9 jaar<br />

Welke informatie? bepaling<br />

-aanwezigheid van een<br />

ste<strong>de</strong>nbouw-kundige<br />

vergunning<br />

-<strong>de</strong> meest recente<br />

Artikel 5.2.6<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 25


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

on<strong>de</strong>rhandse akte Ie<strong>de</strong>reen (behalve<br />

makelaar) optreedt -inbreng van een<br />

notaris)<br />

----------------------<br />

Indien <strong>de</strong> akte<br />

wordt opgemaakt<br />

onroerend goed in<br />

een vennootschap<br />

-overdracht van<br />

erf-pacht of opstal<br />

- elk an<strong>de</strong>re eigendomsoverdracht<br />

met een<br />

vergel<strong>de</strong>nd karakter<br />

-verkoop<br />

-verhuur voor<br />

meer dan 9 jaar<br />

-vestiging van<br />

erfpacht of opstal<br />

ste<strong>de</strong>nbouw-kundige<br />

bestemming van het goed<br />

-of er voor het goed een<br />

dagvaarding is uitgereikt<br />

en ie<strong>de</strong>re in <strong>de</strong> zaak<br />

genomen rechterlijke<br />

beslissing<br />

-of er op het perceel een<br />

voorkooprecht rust<br />

-of voor het goed een<br />

verkavelingsvergunning<br />

bestaat<br />

(-nog niet in werking: of<br />

een voor <strong>de</strong> overdracht<br />

verplicht as-builtattest is<br />

uitgereikt en gevali<strong>de</strong>erd)<br />

-aanwezigheid van een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunning voor het<br />

perceel<br />

-<strong>de</strong> meest recente<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

bestemming van het goed<br />

-in voorkomend geval: <strong>de</strong><br />

dagvaardingen die m.b.t.<br />

het goed wer<strong>de</strong>n<br />

uitgebracht en <strong>de</strong><br />

rechterlijke beslissingen<br />

-in voorkomend geval: <strong>de</strong><br />

op het goed rusten<strong>de</strong><br />

voorkoop-rechten of <strong>de</strong><br />

toepasselijke<br />

verkavelingsvergunning<br />

(-nog niet in werking: of<br />

een voor <strong>de</strong> overdracht<br />

verplicht as-builtattest is<br />

uitgereikt en gevali<strong>de</strong>erd)<br />

------------------------------<br />

-een verwijzing naar<br />

artikel 4.2.1 Co<strong>de</strong>x RO<br />

(m.b.t. <strong>de</strong><br />

Artikel<br />

5.2.5, lid 1<br />

Artikel<br />

5.2.5, lid 2<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 26


on<strong>de</strong>rhandse en<br />

authentieke akten<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

door een<br />

vastgoedmakelaar<br />

of een an<strong>de</strong>re<br />

persoon die<br />

beroepshalve<br />

<strong>de</strong>rgelijke<br />

overeenkomsten<br />

opmaakt<br />

Notaris -verkoop<br />

-verhuring voor<br />

meer dan 9 jaar<br />

-inbreng van een<br />

onroerend goed in<br />

een vennootschap<br />

-vestiging van<br />

erfpacht of opstal<br />

-elk an<strong>de</strong>re akte<br />

van eigendoms<br />

overdracht ten<br />

bezwaren<strong>de</strong> titel<br />

(behalve<br />

huwelijkscontract<br />

of contract van<br />

muurgemeenheid)<br />

- hypothecaire<br />

lening of<br />

hypothecair krediet<br />

(voor <strong>de</strong><br />

financiering van<br />

vergunningsplichtige<br />

werken)<br />

vergunningsplichtige<br />

han<strong>de</strong>lingen)<br />

- aanwezigheid van een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunning<br />

-<strong>de</strong> meest recente<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

bestemming van het goed<br />

- of er voor het goed een<br />

dagvaarding is uitgereikt<br />

en ie<strong>de</strong>re in <strong>de</strong> zaak<br />

genomen rechterlijke<br />

beslissing-of er op het<br />

goed een voorkooprecht<br />

rust<br />

- of voor het goed een<br />

verkavelingsvergunning<br />

bestaat- een verwijzing<br />

naar artikel 4.2.1 Co<strong>de</strong>x<br />

RO (m.b.t. <strong>de</strong><br />

vergunningsplichtige<br />

han<strong>de</strong>lingen)-een<br />

verklaring dat <strong>de</strong><br />

verkrijger een recent<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundig<br />

uittreksel heeft ontvangen<br />

- in voorkomend geval: in<br />

een afzon<strong>de</strong>rlijke akte <strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> rechter<br />

opgeleg<strong>de</strong> herstelmaatregelen,<br />

evenals <strong>de</strong><br />

verbintenis van <strong>de</strong> nieuwe<br />

eigenaar tot uitvoering<br />

van <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong><br />

herstelmaatregelen<br />

(-nog niet in werking: of<br />

een voor <strong>de</strong> overdracht<br />

verplicht as-builtattest is<br />

uitgereikt en gevali<strong>de</strong>erd)<br />

Artikel 5.2.1<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 27


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Indien <strong>de</strong>ze informatieplicht niet wer<strong>de</strong>n nageleefd dan kan in bepaal<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> nietigverklaring<br />

van <strong>de</strong> overeenkomst wor<strong>de</strong>n gevor<strong>de</strong>rd. Recente rechtspraak heeft zelfs geoor<strong>de</strong>eld dat die<br />

informatieplicht <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong> raakt en <strong>de</strong> overeenkomst die <strong>de</strong>ze informatie niet bevat bijgevolg<br />

van rechtswege nietig is. Dit betekent ook dat men dit achteraf ook niet meer kan remediëren of dat<br />

<strong>de</strong> verwerver er afstand van kan doen.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 28


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.2.3. Wat zijn ste<strong>de</strong>nbouwkundige attesten en welke ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

informatie kan wor<strong>de</strong>n verkregen bij <strong>de</strong> gemeente?<br />

De Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO voorziet dat <strong>de</strong> betrokken overhe<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n inzage<br />

en/of een afschrift van allerlei ste<strong>de</strong>nbouwkundige informatie moeten verlenen aan eenie<strong>de</strong>r die erom<br />

verzoekt (bvb. BPA‟s, ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ningen, adviezen van <strong>de</strong> commissies voor<br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, <strong>de</strong> inhoud van in behan<strong>de</strong>ling zijn<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige of<br />

verkavelingsvergunningen, edm).<br />

De meest eenvoudige manier om informatie te bekomen, is een bezoek te brengen aan <strong>de</strong> dienst<br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ning van <strong>de</strong> gemeente of stad waar het betrokken perceel is gelegen.<br />

Elke gemeente of stad dient immers alle plannen bij te hou<strong>de</strong>n die op haar grondgebied betrekking<br />

hebben. Zij dient hieromtrent een informatiebestand uit te werken dat een geïntegreerd overzicht<br />

biedt van <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bestemmingen en voorschriften voor elk kadastraal perceel, het zogenaam<strong>de</strong><br />

plannenregister.<br />

Daarenboven dient elke gemeente naar <strong>de</strong> toekomst toe eveneens te beschikken over een eigen<br />

vergunningsregister, d.i. een gegevensbestand waarin per kadastraal perceel een stand van zaken<br />

wordt gegeven van <strong>de</strong> vergunningstoestand op het terrein, eventuele vastgestel<strong>de</strong> overtredingen,<br />

lopen<strong>de</strong> vergunningsprocedures of gerechtelijke procedures (bv. in het ka<strong>de</strong>r van een overtreding), <strong>de</strong><br />

verschuldig<strong>de</strong> planbatenheffing e.d.m. Welke gemeenten reeds over een vergunningsregister<br />

beschikken, kan wor<strong>de</strong>n nagegaan op <strong>de</strong> website www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be.<br />

Tenslotte kan <strong>de</strong> gemeente of stad ook <strong>de</strong> nodige informatie verstrekken over eventuele<br />

onteigeningsplannen of erfdienstbaarhe<strong>de</strong>n die op het betrokken perceel rusten. Tevens is <strong>de</strong><br />

gemeente of stad het aanspreekpunt bij uitstek voor bijkomen<strong>de</strong> informatie die eveneens een<br />

belangrijke invloed kan hebben op <strong>de</strong> bebouwingsmogelijkhe<strong>de</strong>n van een perceel (bv. <strong>de</strong> bebossing<br />

van het perceel, <strong>de</strong> waterproblematiek, <strong>de</strong> ligging van een terrein in een beschermd dorps- of<br />

stadsgezicht)<br />

Elke geïnteresseer<strong>de</strong> kan ook steeds een ste<strong>de</strong>nbouwkundig attest of een ste<strong>de</strong>nbouwkundig<br />

uittreksel aanvragen bij het gemeentebestuur, dit via <strong>de</strong> daartoe beschikbaar gestel<strong>de</strong><br />

aanvraagformulieren. Deze formulieren kunnen wor<strong>de</strong>n gedownload van <strong>de</strong> site<br />

www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be<br />

Een ste<strong>de</strong>nbouwkundig uittreksel is een informatief uittreksel uit het plannenregister en<br />

uit het vergunningenregister voor <strong>de</strong> percelen waarop <strong>de</strong> aanvraag betrekking heeft. Men<br />

komt aldus te weten welke <strong>de</strong> bestemming is van het goed, welke ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

voorschriften er gel<strong>de</strong>n, of er in het verle<strong>de</strong>n vergunningen zijn afgeleverd of<br />

bouwovertredingen wer<strong>de</strong>n geregistreerd.<br />

Het ste<strong>de</strong>nbouwkundig attest gaat ver<strong>de</strong>r. Het geeft aan of het in <strong>de</strong> aanvraag<br />

gespecificeerd bouwproject in aanmerking komt voor het afleveren van een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning. Het aanvragen van dit attest heeft als voor<strong>de</strong>el dat nog geen<br />

ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> bouwplannen moeten wor<strong>de</strong>n opgemaakt en nog geen architect moet wor<strong>de</strong>n<br />

aangesteld. Een schets van het bouwvoornemen met <strong>de</strong> meest relevante basisinformatie<br />

(inplantingsplaats, nok- en kroonlijsthoogte, bouwdiepte, edm) volstaat. Het attest blijft in<br />

principe 2 jaar geldig, dit on<strong>de</strong>r voorbehoud van eventuele wijzigingen van <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ningsplannen of <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwwetgeving in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>. Indien een gunstig<br />

attest wordt verleend, kan <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> bouwaanvraag doorgaans versneld wor<strong>de</strong>n<br />

afgehan<strong>de</strong>ld. Het attest heeft immers <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een „gezaghebbend advies‟. Dit attest<br />

valt bovendien uitdrukkelijk on<strong>de</strong>r het toepassingsgebied van <strong>de</strong> watertoets. De bevindingen<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 29


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

opgenomen in het attest kunnen bij <strong>de</strong> latere vergunningverlening slechts uitzon<strong>de</strong>rlijk<br />

wor<strong>de</strong>n tegengesproken of gewijzigd.<br />

Door <strong>de</strong> Co<strong>de</strong>x RO wordt een voor <strong>de</strong> praktijk belangrijke innovatie doorgevoerd, met name<br />

<strong>de</strong> projectverga<strong>de</strong>ringen. Ie<strong>de</strong>reen die een belangrijk bouw- of verkavelingsproject wenst<br />

te realiseren en reeds over een realistische projectstudie beschikt, kan aan <strong>de</strong><br />

vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong> adviseren<strong>de</strong> instanties vragen om een<br />

projectverga<strong>de</strong>ring te organiseren, om zo een afstemming tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> instanties<br />

(en eventueel een ste<strong>de</strong>nbouwkundig attest) te bekomen.<br />

A.2.4. Wat is een planologisch attest?<br />

Er bestaat ook een instrument waarmee zonevreem<strong>de</strong> bedrijven of bedrijven die door uitbreiding<br />

(<strong>de</strong>els) zonevreemd dreigen te wor<strong>de</strong>n, kunnen peilen naar hun ver<strong>de</strong>re ontwikkelingskansen. Dit<br />

gebeurt door het aanvragen van een planologisch attest. De bevoeg<strong>de</strong> overheid (Vlaamse Gewest,<br />

provincie of gemeente, al naargelang het een bedrijf van regionaal, bovenlokaal of gemeentelijk<br />

belang betreft) zal zich hierin uitspreken over <strong>de</strong> vraag of een bestaand bedrijf al dan niet kan<br />

behou<strong>de</strong>n blijven op <strong>de</strong> huidige locatie. Hierbij wordt tevens aangegeven welke ontwikkelingen<br />

(uitbreidingen) het bedrijf op korte en lange termijn zal kunnen realiseren.<br />

Bijzon<strong>de</strong>r is dat <strong>de</strong>rgelijk attest enkel kan wor<strong>de</strong>n aangevraagd door een bestaand, hoofdzakelijk<br />

vergund, niet-verkrot bedrijf dat voldoet aan één van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n:<br />

het bedrijf is milieuvergunnings- of meldingsplichtig (klasse 1, 2 of 3);<br />

het bedrijf betreft een volwaardig land- en tuinbouwbedrijf;<br />

Opgemerkt kan wor<strong>de</strong>n dat het vroegere criterium van het genereren van een jaarlijkse omzet van<br />

250.000 euro door <strong>de</strong> Co<strong>de</strong>x RO is geschrapt. Bovendien kan <strong>de</strong> afgifte van een positief attest lei<strong>de</strong>n<br />

tot een afwijking van alle ste<strong>de</strong>nbouwkundige voorschriften, dus zowel van <strong>de</strong><br />

bestemmingsvoorschriften, <strong>de</strong> inrichtingsvoorschriften als <strong>de</strong> beheersvoorschriften van alle ruimtelijke<br />

uitvoeringsplannen, alle plannen van aanleg (dus ook BPA‟s) en ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ningen.<br />

Een afwijking van verkavelingsvoorschriften is echter niet mogelijk.<br />

Het formulier om een planologisch attest aan te vragen kan wor<strong>de</strong>n gedownload van <strong>de</strong> website<br />

www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be. De aanvraag tot planologisch attest wordt ingediend bij <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong><br />

planologische ambtenaar en bevat naast een grafisch plan ook <strong>de</strong> weergaven van <strong>de</strong> feitelijke en <strong>de</strong><br />

juridische toestand en een schets van <strong>de</strong> ruimtelijke behoeften, zowel <strong>de</strong>ze op korte termijn (dit zijn<br />

behoeften die het bedrijf binnen <strong>de</strong> 2 jaar na <strong>de</strong> afgifte van het planologisch attest wil realiseren) als<br />

<strong>de</strong>ze op lange termijn (d.i. <strong>de</strong> ruimtelijke behoeften van het bedrijf binnen een perio<strong>de</strong> van 10 jaar).<br />

Bij besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 4 juni 2004 (zoals laatst gewijzigd op 29 mei 2009) wer<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regels voor het indienen van het planologisch attest vastgelegd. Dit besluit is – samen met<br />

een informatiebrochure omtrent het planologisch attest – terug te vin<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> website<br />

www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be<br />

Nadat het planologisch attest is ingediend, oor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>legeer<strong>de</strong> planologisch ambtenaar welke<br />

overheid (Vlaams gewest, provincie of gemeente) bevoegd is om hierover te oor<strong>de</strong>len en later voor<br />

het bedrijf mogelijk een nieuw bestemmingsplan zal moeten opmaken. Nieuw is dat het planologisch<br />

attest moet vermel<strong>de</strong>n in welke gevallen een planinitiatief moet wor<strong>de</strong>n genomen. Wordt een positief<br />

attest afgeleverd waarin uitdrukkelijk is bepaald dat een plan moet wor<strong>de</strong>n opgemaakt, dan is <strong>de</strong><br />

bevoeg<strong>de</strong> overheid verplicht om binnen een (verlengbare) termijn van 1 jaar een voorontwerp van<br />

een ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzon<strong>de</strong>r plan van aanleg op te maken. Dit betekent<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 30


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

evenwel niet dat <strong>de</strong> nieuwe bestemming uitein<strong>de</strong>lijk ook zal wor<strong>de</strong>n vastgesteld. Immers, tij<strong>de</strong>ns het<br />

openbaar on<strong>de</strong>rzoek omtrent <strong>de</strong>ze planwijziging kunnen bezwaren wor<strong>de</strong>n ingediend die <strong>de</strong> overheid<br />

tot een an<strong>de</strong>re visie brengen. De afgifte van een planologisch attest houdt dus voor <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong><br />

overheid een mid<strong>de</strong>lenverbintenis is: met <strong>de</strong> afgifte van een gunstig attest wordt – ten aanzien van<br />

het bedrijf – <strong>de</strong> verbintenis aangegaan om re<strong>de</strong>lijke inspanningen te leveren om <strong>de</strong> grondbestemming<br />

(via een ruimtelijk uitvoeringsplan, ook afgekort als RUP) te wijzigen (bvb. van een landbouwgebied<br />

naar een KMO-zone).<br />

Het instrument van het planologisch attest biedt als voor<strong>de</strong>el dat het bedrijf, on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n, reeds een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning en een milieuvergunning kan bekomen in<br />

afwachting van <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke bestemmingswijziging via het op te maken RUP. Dit is <strong>de</strong> zgn.<br />

anticipatieve vergunning: er wordt geanticipeerd op totstandkoming van het RUP, zij het dat <strong>de</strong><br />

afgifte van een versnel<strong>de</strong> vergunning enkel mogelijk is voor <strong>de</strong> korte termijnbehoeften van het bedrijf,<br />

die in het aanvraagdossier moeten zijn omschreven, en dat <strong>de</strong> vergunningsaanvraag moet wor<strong>de</strong>n<br />

ingediend binnen een jaar na <strong>de</strong> afgifte van het attest.<br />

Het planologisch attest is geldig tot het ruimtelijk uitvoeringsplan voor het gebied is vastgesteld of het<br />

bijzon<strong>de</strong>r plan van aanleg voor het gebied is goedgekeurd. Van belang is nog dat het planologisch<br />

attest sowieso vervalt 5 jaar na afgifte ervan. Daarenboven kan het attest ook vroeger vervallen, m.n.<br />

indien :<br />

het bedrijf nalaat om binnen het jaar na afgifte van het attest een ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunning in te dienen (voor <strong>de</strong> korte termijnbehoeften)<br />

indien men <strong>de</strong> bekomen ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning laat vervallen (d.i. indien men nalaat<br />

met <strong>de</strong> werken te starten binnen twee jaar na het bekomen van <strong>de</strong> vergunning)<br />

<strong>de</strong> bedrijfsexploitatie wordt stopgezet<br />

een zakelijk recht wordt overgedragen<br />

Net zoals voor het ste<strong>de</strong>nbouwkundig attest, valt het planologisch attest ook on<strong>de</strong>r het<br />

toepassingsgebied van <strong>de</strong> watertoets. Het planologisch attest wordt bovendien on<strong>de</strong>rworpen aan een<br />

zogenaam<strong>de</strong> passen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling of habitattoets (zie hierna).<br />

A.2.5. Referentie belangrijkste wetgeving:<br />

Decreet betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning gecoördineerd op 22 oktober 1996, herhaal<strong>de</strong>lijk<br />

gewijzigd (B.S., 15 maart 1997)<br />

Decreet van 18 mei 1999 op <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, herhaal<strong>de</strong>lijk gewijzigd (B.S., 8 juni 1999);<br />

Vlaamse Co<strong>de</strong>x Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning (B.S. 20 augustus 2009)<br />

Koninklijk Besluit van 28 <strong>de</strong>cember 1972 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> inrichting en <strong>de</strong> toepassing van<br />

gewestplannen en ontwerpgewestplannen (B.S. 10 februari 1972, err. B.S. 11 augustus 1973)<br />

Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> inrichting en <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> ontwerp-<br />

gewestplannen en <strong>de</strong> gewestplannen (B.S., )<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 4 juni 2004 tot bepaling van <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regels voor het<br />

planologisch attest (B.S. 29 oktober 2004)<br />

Besluit van 11 april 2008 <strong>de</strong> Vlaamse Regering tot vaststelling van <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re regels met<br />

betrekking tot <strong>de</strong> vorm en <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> ruimtelijke uitvoeringsplannen, B.S., 1 augustus<br />

2008.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 31


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Besluit van 29 mei 2009 <strong>de</strong> Vlaamse Regering tot bepaling van <strong>de</strong> concordantie van<br />

bijzon<strong>de</strong>re bestemmingsvoorschriften van <strong>de</strong> plannen van aanleg naar <strong>de</strong> categorieën of<br />

subcategorieën van gebiedsaanduiding, B.S. 24 augustus 2008.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 32


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.3. Aspecten van natuurbehoud<br />

De start van een bedrijf begint veelal met het verwerven van een bedrijfsperceel of het uitbrei<strong>de</strong>n van<br />

bestaan<strong>de</strong> gebouwen op naburige percelen. Hierboven is reeds vastgesteld dat in <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

groene en geelgroene bestemmingsgebie<strong>de</strong>n van het gewestplan (natuurgebie<strong>de</strong>n, ecologisch<br />

waar<strong>de</strong>volle agrarische gebie<strong>de</strong>n of valleigebie<strong>de</strong>n, enz.), in principe geen bedrijven kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

toegelaten.<br />

Naast <strong>de</strong> bestemmingskleur is bij <strong>de</strong> keuze van een bedrijfsterrein ook van belang rekening te hou<strong>de</strong>n<br />

met bepaal<strong>de</strong> aspecten van natuurbehoud. De laatste jaren tre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze aspecten meer en meer op<br />

<strong>de</strong> voorgrond. Er moet op <strong>de</strong> eerste plaats wor<strong>de</strong>n nagegaan of het betrokken perceel geen<br />

beschermd statuut bezit of zich in <strong>de</strong> buurt van een beschermd natuurgebied bevindt. Daarnaast dient<br />

ook rekening te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> aanwezigheid van bepaal<strong>de</strong> bescherm<strong>de</strong> vegetatietypes en<br />

dier- en/of plantensoorten. Deze factoren kunnen <strong>de</strong> ontwikkeling van een perceel aanzienlijk<br />

vertragen en in bepaal<strong>de</strong> gevallen zelfs onmogelijk maken. Hierna wordt dan ook een kort overzicht<br />

gegeven van enkele aspecten van <strong>de</strong> natuurbehoudswetgeving die een rol kunnen spelen bij <strong>de</strong><br />

ontwikkeling van bedrijventerreinen.<br />

A. 3.1 Wat is <strong>de</strong> natuurtoets?<br />

Bij het aanvragen van vergunningen, zoals een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning of een<br />

milieuvergunning, of bij het indienen van meldingen voor activiteiten die scha<strong>de</strong> kunnen veroorzaken<br />

aan <strong>de</strong> aanwezige natuurelementen, zal men er rekening mee moeten hou<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> overheid in<br />

zulke gevallen <strong>de</strong> natuurtoets uit artikel 16 Decreet Natuurbehoud moet toepassen. Kort gezegd<br />

vereist <strong>de</strong> natuurtoets dat elke overheid er zorg voor moet dragen dat door het toelaten van een<br />

activiteit geen vermijdbare scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> natuur kan ontstaan, ongeacht <strong>de</strong> aard of het<br />

voorwerp van <strong>de</strong> vergunning of <strong>de</strong> melding én ongeacht <strong>de</strong> planologische bestemming waarop <strong>de</strong><br />

aanvraag betrekking heeft. De natuurtoets kan dus eveneens een rol spelen bij <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

percelen die op het gewestplan zijn aangeduid als industriegebied.<br />

On<strong>de</strong>r „vermijdbare scha<strong>de</strong>‟ wordt scha<strong>de</strong> verstaan die verme<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> activiteit op<br />

een an<strong>de</strong>re wijze uit te voeren. Bijgevolg doet <strong>de</strong> aanvrager van een vergunning met een scha<strong>de</strong>lijke<br />

impact op het milieu er best aan dui<strong>de</strong>lijk te maken dat hij alles in zijn werk heeft gesteld om scha<strong>de</strong><br />

aan <strong>de</strong> natuur te vermij<strong>de</strong>n (b.v. er zijn geen natuurvrien<strong>de</strong>lijkere alternatieven beschikbaar). De<br />

toepassing van <strong>de</strong> natuurtoets kan in voorkomend geval lei<strong>de</strong>n tot het weigeren van een<br />

vergunningsaanvraag en/of het opleggen van na<strong>de</strong>re (scha<strong>de</strong>beperken<strong>de</strong>) voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

A.3.2 Regelgeving inzake speciale beschermingszones<br />

Bij het zoeken naar een gepast bedrijfsperceel houdt men best ook rekening of het betrokken perceel<br />

of <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke omgeving van het betrokken perceel is aangeduid als speciale beschermingszone,<br />

in toepassing van <strong>de</strong> Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Het gaat om zones waar dier- of<br />

plantensoorten van Europees belang leven of die <strong>de</strong> leefplaats bie<strong>de</strong>n voor die soorten. Het gaat<br />

bijvoorbeeld om <strong>de</strong> kamsalaman<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> rugstreeppad, <strong>de</strong> ijsvogel, <strong>de</strong> zwarte specht, bepaal<strong>de</strong> libellen<br />

of bepaal<strong>de</strong> vleermuissoorten.<br />

De lidstaten moeten op basis van wetenschappelijke criteria <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n aandui<strong>de</strong>n die cruciaal zijn<br />

voor het voortbestaan van <strong>de</strong> habitats en soorten bedoeld in <strong>de</strong> twee richtlijnen. De planologische<br />

bestemming van het terrein speelt hierbij geen rol, zodat ook industriegebie<strong>de</strong>n in aanmerking komen.<br />

Het is overigens bekend dat op braakliggen<strong>de</strong> industrieterreinen vaak <strong>de</strong>rgelijke soorten en<br />

leefplaatsen voorkomen. Al <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n die aangeduid wor<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze twee richtlijnen,<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 33


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

vormen samen het netwerk Natura 2000. De afgebaken<strong>de</strong> speciale beschermingszones kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n op www.gisvlaan<strong>de</strong>ren.be.<br />

Een ste<strong>de</strong>nbouwkundige of milieuvergunning voor het uitoefenen van een bedrijfsactiviteit op<br />

<strong>de</strong>rgelijke percelen zal enkel wor<strong>de</strong>n verkregen nà <strong>de</strong> toepassing van een zogenaam<strong>de</strong> “passen<strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling” of habitattoets.<br />

Vergunningsplichtige activiteiten, plannen en/of programma‟s die betrekking hebben op <strong>de</strong> speciale<br />

beschermingszones zullen op basis van <strong>de</strong> habitattoets in een eerste fase moeten wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rworpen aan een natuureffectenbeoor<strong>de</strong>ling. Indien uit <strong>de</strong>ze beoor<strong>de</strong>ling zou blijken dat <strong>de</strong><br />

betrokken activiteit een belangrijke aantasting aan <strong>de</strong> betrokken speciale beschermingszone kan<br />

veroorzaken, zal <strong>de</strong> vergunningsaanvraag moeten wor<strong>de</strong>n geweigerd, tenzij sprake is van een groot<br />

dwingen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n van groot openbaar belang, een grondig alternatievenon<strong>de</strong>rzoek heeft<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n én <strong>de</strong> nodige compenseren<strong>de</strong> maatregelen zijn genomen. Omwille van <strong>de</strong>ze strikte<br />

voorwaar<strong>de</strong>n, zullen particuliere bedrijven vrijwel nooit vergund kunnen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze zones<br />

Van belang is dat <strong>de</strong>ze habitattoets ook dient te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd bij het hervergunnen van<br />

activiteiten. Bovendien is het toepassingsgebied ervan niet beperkt tot bedrijven die zijn gelegen<br />

binnen een speciale beschermingszone. Ook bedrijven die in <strong>de</strong> buurt van een speciale<br />

beschermingszone zullen bij vergunningverlening rekening dienen te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> strikte<br />

toepassing van <strong>de</strong> habitattoets indien blijkt dat hun activiteiten een impact hebben binnen een<br />

speciale beschermingszone (b.v. aanzienlijke geluidsoverlast, daling van <strong>de</strong> grondwatertafel enz.).<br />

<strong>Naar</strong> <strong>de</strong> toekomst toe zullen <strong>de</strong> instandhoudingsdoelstellingen, die wor<strong>de</strong>n opgemaakt op gewestelijk<br />

niveau en op het niveau van bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n, dienst doen als dwingend beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r bij<br />

<strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> vermel<strong>de</strong> habitattoets. Deze instandhoudingsdoelstellingen zullen wor<strong>de</strong>n<br />

opgemaakt conform <strong>de</strong> procedure vermeld in het Besluit van 3 april 2009.<br />

A.3.3 Bescherm<strong>de</strong> vegetaties en kleine landschapselementen<br />

Het ontwikkelen van een bedrijventerrein of het bouwen van een bedrijfsruimte impliceert soms ook<br />

dat men planten, houtkanten en bomen moet verwij<strong>de</strong>ren of bepaal<strong>de</strong> kleine landschapselementen<br />

zoals beken moet <strong>de</strong>mpen e.d.m. Voor sommige van die zogenaam<strong>de</strong> vegetatiewijzigingen of<br />

wijziging van landschapselementen is een speciale vergunning of een ontheffing vereist. Voor <strong>de</strong><br />

natuurvergunning en/of ontheffing die vereist is om bepaal<strong>de</strong> bescherm<strong>de</strong> vegetaties te wijzigen, zal<br />

in <strong>de</strong>el II wor<strong>de</strong>n stilgestaan.<br />

In dit ka<strong>de</strong>r wordt enkel gewezen op het belang van het raadplegen van <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Biologische<br />

Waar<strong>de</strong>ringskaart (hierna: BWK) alvorens een bepaald perceel te verwerven of een bouwplan te<br />

ontwikkelen. De BWK is een uniforme inventarisatie en evaluatie van het hele Vlaamse grondgebied<br />

aan <strong>de</strong> hand van een set karteringseenhe<strong>de</strong>n die staan voor <strong>de</strong> vegetaties, grondgebruik, enz. Deze<br />

kaart is aangemaakt door het Instituut voor Natuur en Bos (INBO) en kan wor<strong>de</strong>n geraadpleegd op<br />

www.gisvlaan<strong>de</strong>ren.be. De BWK geeft naast <strong>de</strong> aanwezige vegetaties ook weer of een perceel al dan<br />

niet biologisch waar<strong>de</strong>vol is. Dit kan reeds een eerste indicatie vormen omtrent aanwezige<br />

natuurwaar<strong>de</strong>n. Hoewel <strong>de</strong>ze kaarten geen juridisch dwingend karakter hebben, werd door <strong>de</strong> Raad<br />

van State al geoor<strong>de</strong>eld dat <strong>de</strong> vergunningverlener er wel rekening mee moet hou<strong>de</strong>n op basis van<br />

het zorgvuldigheidsbeginsel.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 34


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.3.4 Bescherm<strong>de</strong> dier- en plantensoorten<br />

De aanwezigheid van bepaal<strong>de</strong> bescherm<strong>de</strong> dier- en/of plantensoorten kan <strong>de</strong> ontwikkeling van<br />

een bedrijfsperceel aanzienlijk vertragen. Dit vraagstuk zal vooral spelen bij het ontwikkelen van<br />

bedrijfsterreinen in havengebie<strong>de</strong>n of aan <strong>de</strong> rand van bescherm<strong>de</strong> natuurgebie<strong>de</strong>n. De leefplaatsen<br />

van bepaal<strong>de</strong> soorten wor<strong>de</strong>n principieel beschermd op basis van het K.B. Bescherm<strong>de</strong> Planten uit<br />

1976, het K.B. Bescherm<strong>de</strong> Dieren uit 1980 en het K.B. Bescherm<strong>de</strong> Vogels uit 1981.<br />

In bepaal<strong>de</strong> gevallen is het wel mogelijk hiervan een ontheffing te bekomen. Meer info omtrent welke<br />

soorten nu juist zijn beschermd kan wor<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n op: www.soortenbeleid.be.<br />

In <strong>de</strong> nabije toekomst zullen <strong>de</strong> drie vermel<strong>de</strong> Koninklijke Besluiten wor<strong>de</strong>n geïntegreerd in één<br />

zogenaamd Soortenbesluit (Besluit met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer). In dit<br />

besluit staan niet alleen een heleboel verbodsbepalingen die <strong>de</strong> leefplaatsenbescherming proberen<br />

vorm te geven, er is on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n ook ruimte voor afwijkingen. Deze<br />

afwijkingsprocedures zijn op hun beurt geïntegreerd in <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> milieu- en ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunningsprocedures, zodat <strong>de</strong> nodige stroomlijning mogelijk wordt bij het uitvoeren van<br />

bouwprojecten met een weerslag op bescherm<strong>de</strong> soorten. Eveneens kunnen <strong>de</strong> nodige afwijkingen<br />

ook op planmatig niveau reeds wor<strong>de</strong>n voorzien, met name in <strong>de</strong> context van een<br />

soortenbeschermingsprogramma.<br />

A.3.5. Belangrijke wetgeving:<br />

Decreet van 21 oktober 1997 betreffen<strong>de</strong> het natuurbehoud en het natuurlijke milieu, B.S. 10<br />

januari 1998;<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van na<strong>de</strong>re regels ter<br />

uitvoering van het <strong>de</strong>creet van 21 oktober 1997 betreffen<strong>de</strong> het natuurbehoud en het<br />

natuurlijke milieu, B.S. 10 september 1998<br />

Omzendbrief LNW/98/01 van 10 november 1998 betreffen<strong>de</strong> algemene maatregelen inzake<br />

natuurbehoud en wat <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor het wijzigen van vegetatie en kleine<br />

landschapselementen betreft volgens het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 23 juli 1998<br />

tot vaststelling van na<strong>de</strong>re regels ter uitvoering van het <strong>de</strong>creet van 21 oktober 1997<br />

betreffen<strong>de</strong> het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, B.S. 17 februari 1999.<br />

Besluit van 4 april 2009 van <strong>de</strong> Vlaamse Regering hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanwijzing van speciale<br />

beschermingszones en <strong>de</strong> vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen, B.S. 28 mei 2009.<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer,<br />

B.S. 13 augustus 2009.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 35


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. Wetgeving in het Waalse en Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke<br />

Gewest.<br />

Eer<strong>de</strong>r werd toegelicht op welke wijze men te weten kan komen of een grond verontreinigd is (zie<br />

A.1). In <strong>de</strong> Vlaamse bo<strong>de</strong>mregelgeving speelt het bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek hierbij een belangrijke rol. In een<br />

oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek wordt aan <strong>de</strong> hand van een eerste on<strong>de</strong>rzoek gepeild naar <strong>de</strong><br />

aanwezigheid van bo<strong>de</strong>mverontreiniging. Indien er aanwijzingen bestaan dat er in<strong>de</strong>rdaad<br />

verontreiniging aanwezig is, wordt in principe een meer ge<strong>de</strong>tailleerd on<strong>de</strong>rzoek gedaan in het<br />

beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek. Ook in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re gewesten maakt men gebruik van <strong>de</strong>ze<br />

on<strong>de</strong>rzoeken, maar <strong>de</strong> naam verschilt vaak. Zo is er in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest sprake van<br />

een „verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek‟, dat ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> draagwijdte heeft als het oriënterend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek in het Vlaamse Gewest, en van een „risicostudie‟, waarin zoals bij een beschrijvend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek weliswaar ook wordt ingegaan op <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> verontreiniging<br />

doch niet zo vergaand is als dat beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek.<br />

B.1. Het verwerven van een bedrijfsterrein en bo<strong>de</strong>mverontreiniging in het<br />

brussels hoofdste<strong>de</strong>lijk gewest<br />

B.1.1. Hoe komt men te weten of het te verwerven bedrijfsterrein is vervuild?<br />

In het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest is een inventaris beschikbaar van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms of<br />

bo<strong>de</strong>ms waarvoor sterke aanwijzingen op (omvangrijke) verontreiniging bestaan, die on<strong>de</strong>r meer<br />

toegankelijk is voor <strong>de</strong> personen die zich op een terrein willen vestigen, evenwel na toestemming van<br />

<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r(s) van <strong>de</strong> zakelijke rechten (bijv. eigenaar). Deze toestemming is niet vereist voor <strong>de</strong><br />

consultatie van <strong>de</strong> overzichtskaart betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> in <strong>de</strong> inventaris opgenomen terreinen, die<br />

evenwel geen <strong>de</strong>tailgegevens bevat omtrent <strong>de</strong>ze terreinen.<br />

Wanneer een terrein opgenomen is in <strong>de</strong> inventaris, dient vóór elke activiteit op dit terrein een<br />

verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd door een erkend bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>skundige.<br />

Deze verplichting geldt ook:<br />

vóór het vervreem<strong>de</strong>n van zakelijke rechten op een terrein waar een risicoactiviteit werd<br />

of wordt uitgeoefend en vóór het overdragen van <strong>de</strong> bijhoren<strong>de</strong> milieuvergunning;<br />

vóór elke nieuwe risicoactiviteit op een terrein.<br />

B.1.2. Wat wordt verstaan on<strong>de</strong>r het ‘vervreem<strong>de</strong>n van zakelijke rechten’?<br />

Hiermee wordt bedoeld <strong>de</strong> overdracht on<strong>de</strong>r leven<strong>de</strong>n van het zakelijk recht, zowel <strong>de</strong> volle als <strong>de</strong><br />

blote eigendom, het vruchtgebruik, <strong>de</strong> opstal, <strong>de</strong> erfpacht en het recht van gebruik en bewoning.<br />

Zowel <strong>de</strong> vervreemding ten bezwaren<strong>de</strong> titel als <strong>de</strong>ze ten kosteloze titel wor<strong>de</strong>n bedoeld.<br />

Kunnen aldus als vervreemding van een zakelijk recht wor<strong>de</strong>n beschouwd: verkoop, ruiling,<br />

schenking, inbreng in vennootschap, fusie van vennootschappen waarbij een onroerend goed is<br />

betrokken, enz. Het sluiten van een huurcontract wordt, in tegenstelling tot het Vlaamse Gewest, aldus<br />

niet beschouwd als een vervreemding van een zakelijk recht, evenmin als een overdracht tengevolge<br />

van overlij<strong>de</strong>n (erfenis).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 36


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.1.3. Wat is een ‘risicoactiviteit’?<br />

Het komt erop neer dat elke milieuvergunningsplichtige activiteit die een risico op bo<strong>de</strong>m- of<br />

grondwaterverontreiniging met zich kan brengen, beschouwd wordt als een zgn. „risicoactiviteit‟. De<br />

lijst van <strong>de</strong> risicoactiviteiten werd vastgesteld bij uitvoeringsbesluit. Deze lijst werd vastgesteld bij<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004.<br />

B.1.4. Wie moet het verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uitvoeren?<br />

Het verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek dient te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd door een erkend bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>skundige, in<br />

opdracht van:<br />

<strong>de</strong> overdrager van het zakelijk recht op een terrein dat verontreinigd is of waarvoor sterke<br />

aanwijzingen op verontreiniging bestaan;<br />

<strong>de</strong> overdrager van het zakelijk recht op een terrein waar een risicoactiviteit werd uitgeoefend;<br />

<strong>de</strong> overdrager van <strong>de</strong> milieuvergunning die betrekking heeft op een risicoactiviteit.<br />

Wanneer <strong>de</strong> overdrager in gebreke blijft zijn verplichting tot het uitvoeren van een verkennend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek na te komen, kunnen an<strong>de</strong>re personen het verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uitvoeren,<br />

zon<strong>de</strong>r evenwel gehou<strong>de</strong>n te zijn <strong>de</strong> kosten van het verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek te betalen. Deze<br />

kosten blijven ten laste blijven van <strong>de</strong>gene die in gebreke is gebleven het verkennend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uit te voeren en kunnen dan ook van hem wor<strong>de</strong>n teruggevor<strong>de</strong>rd.<br />

B.1.5. Hoe verloopt <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsprocedure?<br />

Wanneer uit het verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek blijkt dat <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m- en<br />

grondwaterverontreinigingsnormen wor<strong>de</strong>n overschre<strong>de</strong>n, dient een risicostudie te wor<strong>de</strong>n<br />

opgemaakt. Deze normen wer<strong>de</strong>n vastgesteld bij Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering<br />

van 9 <strong>de</strong>cember 2004. De risicostudie zal moeten uitmaken of er moet wor<strong>de</strong>n overgegaan tot<br />

sanering.<br />

Wanneer <strong>de</strong> exploitant <strong>de</strong> verontreiniging zelf heeft veroorzaakt, dient hij echter altijd te saneren,<br />

ongeacht of er risico‟s bestaan.<br />

Aldus moeten twee mogelijkhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n:<br />

verontreiniging vreemd aan <strong>de</strong> exploitatie<br />

1. Uit risicostudie blijkt dat géén sanering vereist<br />

is. Er moeten eventueel wel beheers- en/of<br />

controlemaatregelen wor<strong>de</strong>n getroffen.<br />

2. Uit risicostudie blijkt dat sanering vereist is:<br />

bo<strong>de</strong>msaneringsvoorstel opmaken en saneren tot<br />

aanvaardbaar risico (volgens normen vastgesteld<br />

bij uitvoeringsbesluit), rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong><br />

best beschikbare technieken die tegen<br />

economisch aanvaarbare voorwaar<strong>de</strong>n het beste<br />

milieuresultaat garan<strong>de</strong>ren (BATNEEC).<br />

Verontreiniging eigen aan <strong>de</strong> exploitatie of<br />

verontreiniging die niet aanwezig was vóór <strong>de</strong><br />

start van <strong>de</strong> exploitatie<br />

Altijd sanering vereist tot herstel van het terrein<br />

in <strong>de</strong> oorspronkelijke staat, ongeacht of er risico‟s<br />

verbon<strong>de</strong>n zijn aan <strong>de</strong> verontreiniging, evenwel<br />

rekening hou<strong>de</strong>nd met BATNEEC.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 37


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

In tegenstelling tot het Vlaamse en het Waalse Gewest, wordt in <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mordonnantie geen<br />

on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen historische en nieuwe bo<strong>de</strong>mverontreiniging. Er zijn evemin<br />

vrijstellingsmogelijkhe<strong>de</strong>n voorzien voor wat betreft <strong>de</strong> saneringsplicht.<br />

B.1.6. Referentie belangrijkste wetgeving<br />

Ordonnantie van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad van 13 mei 2004 betreffen<strong>de</strong> het<br />

beheer van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 24 juni 2004);<br />

Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffen<strong>de</strong> het beheer en <strong>de</strong> sanering van verontreinig<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>ms (B.S. 5 maart 2009)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

evaluatie van <strong>de</strong> risico‟s voor <strong>de</strong> gezondheid en het milieu veroorzaakt door<br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging (B.S. 13 januari 2005);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004 tot vaststelling<br />

van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m- en waterverontreinigingsnormen bij overschrijding waarvan een<br />

risicostudie moet wor<strong>de</strong>n uitgevoerd (B.S. 13 januari 2005);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004 tot vaststelling<br />

van <strong>de</strong> risicoactiviteiten (B.S. 20 januari 2005);<br />

Omzendbrief van 20 januari 2005 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> ordonnantie van 13<br />

mei 2004 betrefffen<strong>de</strong> het beheer van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 8 februari 2005).<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 20 september 2007 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

toekenning van een premie voor <strong>de</strong> uitvoering van een bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek in het ka<strong>de</strong>r van<br />

het beheer en <strong>de</strong> sanering van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 9 oktober 2007)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 38


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.2. Het verwerven van een bedrijfsterrein en bo<strong>de</strong>mverontreiniging in het<br />

waals gewest<br />

B.2.1. Hoe komt men te weten of het te verwerven bedrijfsterrein is vervuild?<br />

In tegenstelling tot het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest, gel<strong>de</strong>n in het Waalse<br />

Gewest geen specifieke verplichtingen naar aanleiding van <strong>de</strong> overdracht van een terrein.<br />

Een i<strong>de</strong>ntificatie van een (potentieel) verontreinigd bedrijfsterrein kan wel gebeuren op basis van:<br />

een lijst van activiteiten en installaties on<strong>de</strong>rworpen aan een milieuvergunning die een hoger<br />

risico op bo<strong>de</strong>mverontreiniging vormen, vastgesteld bij uitvoeringsbesluit;<br />

een inventaris van <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n waarop een milieuvergunningsplichtige activiteit wordt<br />

geëxploiteerd die aanleiding kan geven tot bo<strong>de</strong>mverontreiniging;<br />

een inventaris van an<strong>de</strong>re verontreinig<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n of gron<strong>de</strong>n met een verontreinigingsrisico<br />

of gron<strong>de</strong>n waarop afvalstoffen zijn achtergelaten;<br />

een gegevensbank met <strong>de</strong> staat van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms die door <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n geraadpleegd.<br />

De verwerver kan daarnaast uiteraard in eigen beheer een vrijwillig bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek laten<br />

uitvoeren, tenein<strong>de</strong> zekerheid te verwerven aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mgesteldheid.<br />

Ook in het Waals Gewest werd zeer recent een nieuw Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet gepubliceerd. Op 18 februari<br />

2009 verscheen in het Belgisch Staatsblad het Decreet van 5 <strong>de</strong>cember 2008 betreffen<strong>de</strong> het<br />

bo<strong>de</strong>mbeheer. De bo<strong>de</strong>msaneringsnormen en <strong>de</strong> lijst met risico-inrichtingen wordt nu mee<br />

opgenomen als bijlage bij het <strong>de</strong>creet. Wel is het ook hier wachten op <strong>de</strong> nodige<br />

uitvoeringsbepalingen, die vanaf 31 <strong>de</strong>cember 2010 elk jaar moeten wor<strong>de</strong>n gerapporteerd door <strong>de</strong><br />

Waalse Regering aan het Waals Parlement. Het <strong>de</strong>creet is in werking getre<strong>de</strong>n op 18 mei 2009.<br />

B.2.2. Referentie belangrijkste wetgeving<br />

Decreet van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad van 11 maart 1999 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning (B.S.<br />

8 juni 1999);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse GewestRegering van 4 juli 2002 tot bepaling van <strong>de</strong> lijst van <strong>de</strong> aan een<br />

milieueffectstudie on<strong>de</strong>rworpen projecten en van <strong>de</strong> inge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> installaties en activiteiten<br />

(B.S. 21 september 2002);<br />

Decreet van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad van 1 april 2004 tot sanering van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms<br />

(B.S. 7 juni 2004 – slechts fragmentair in werking);<br />

Decreet van 5 <strong>de</strong>cember 2008 betreffen<strong>de</strong> het bo<strong>de</strong>mbeheer (B.S. 18 februari 2009).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 39


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.3. Het verwerven van een bedrijfsterrein- of gebouw en bouwplannen<br />

B. 4. Aspecten natuurbehoud<br />

In het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest zal men bij het verwerven van een bedrijfsperceel rekening<br />

dienen te hou<strong>de</strong>n met twee aspecten uit <strong>de</strong> sector van het natuurbeschermingsrecht.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats zijn ook in het Brusselse Gewest bepaal<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n aangeduid als speciale<br />

beschermingszone. Bij vergunningen en/of ruimtelijke plannen voor <strong>de</strong>rgelijke gebie<strong>de</strong>n zal <strong>de</strong><br />

overheid toepassing dienen te maken van <strong>de</strong> hoger reeds omschreven habitattoets. Deze is vervat in<br />

het besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 26 oktober 2000 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

instandhouding van <strong>de</strong> natuurlijke habitats en wil<strong>de</strong> fauna en flora.<br />

Ver<strong>de</strong>r dient ook rekening te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> aanwezigheid van bescherm<strong>de</strong> soorten<br />

wiens woonplaatsen in beginsel strikt beschermd op basis van <strong>de</strong> ordonnantie van 29 augustus 1991<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bescherming van <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> fauna en betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> jacht.<br />

In het Waalse Gewest zal men bij het verwerven van een bedrijfsperceel rekening dienen te hou<strong>de</strong>n<br />

met volgen<strong>de</strong> aspecten uit <strong>de</strong> sector van het natuurbehoudsrecht.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats moet wor<strong>de</strong>n nagegaan of het ontwikkelen van een bedrijfsperceel geen<br />

han<strong>de</strong>lingen impliceert waarvoor een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning is vereist. Hieron<strong>de</strong>r (in<br />

<strong>de</strong>el II) zal wor<strong>de</strong>n aangegeven dat voor het wijzigen van bepaal<strong>de</strong> typen vegetatie een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning is vereist.<br />

Indien men een bedrijfsperceel wenst te bebouwen of te exploiteren dat gelegen is binnen of in <strong>de</strong><br />

onmid<strong>de</strong>llijke nabijheid van een speciale beschermingszone, zal men rekening dienen te hou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> uit <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> hoger reeds beschreven habitattoets. Deze habitattoets zit vervat in<br />

het <strong>de</strong>creet van 6 <strong>de</strong>cember 2001 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> instandhouding van <strong>de</strong> Natura 2000-gebie<strong>de</strong>n alsook<br />

van <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> fauna en flora.<br />

Eveneens dient rekening te wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> algemene verbodsbepalingen- en/of<br />

preventieve bepalingen die door <strong>de</strong> Waalse GewestRegering wor<strong>de</strong>n getroffen. Deze voorschriften<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n in een Besluit van 23 oktober 2008. Daarnaast kunnen er nog<br />

specifieke verbodsbepalingen wor<strong>de</strong>n getroffen in <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve aanwijzingsbesluiten. Er is sprake<br />

van een lijst met verbodsbepalingen, han<strong>de</strong>lingen die wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rworpen aan een machtiging én<br />

han<strong>de</strong>lingen die wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rworpen aan een kennisgeving. De te volgen afwijkingsprocedures<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n in een twee<strong>de</strong> uitvoeringsbesluit van 23 oktober 2008. Het <strong>de</strong>creet<br />

van 22 mei 2008 heeft echter expliciet voorzien dat <strong>de</strong> betrokken verbodsbepalingen niet spelen<br />

indien <strong>de</strong> betrokken activiteit reeds is on<strong>de</strong>rworpen aan een ste<strong>de</strong>nbouwkundige en/of<br />

milieuvergunning (of permis unique).<br />

Ook <strong>de</strong> concrete instandhoudingsdoelstellingen die zullen dienen als dwingend beoor<strong>de</strong>lingska<strong>de</strong>r bij<br />

<strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> habitattoets zullen kunnen wor<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve<br />

aanwijzingsbesluiten van <strong>de</strong> speciale beschermingszone. Hierin kunnen ook bijzon<strong>de</strong>re<br />

verbodsbepalingen wor<strong>de</strong>n voorzien.<br />

Tot slot kan ook <strong>de</strong> aanwezigheid van bepaal<strong>de</strong> dier- en plantensoorten op het betreffen<strong>de</strong><br />

perceel van belang zijn aangezien het Decreet van 6 <strong>de</strong>cember 2001 een strikt beschermingsregime<br />

invoert voor o.m. <strong>de</strong> leefplaatsen van <strong>de</strong> soorten die op Bijlage II, a en b van dit <strong>de</strong>creet voorkomen.<br />

Van dit beschermingsregime kan on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n wel een afwijking wor<strong>de</strong>n bekomen.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 40


Belangrijke wetgeving:<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Ordonnantie van het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad van 29 augustus 1991 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

bescherming van <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> fauna en betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> jacht, B.S. 13 november 1991.<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 26 oktober 2000 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

instandhouding van <strong>de</strong> natuurlijke habitats en <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> fauna en flora, B.S. 28 november 2000<br />

Decreet van het Waalse Gewest van 6 <strong>de</strong>cember 2001 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> instandhouding van <strong>de</strong><br />

Natura 2000-gebie<strong>de</strong>n alsook van <strong>de</strong> wil<strong>de</strong> fauna en flora, B.S. 22 januari 2001<br />

Decreet van het Waalse Gewest van 22 mei 2008 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wijziging van <strong>de</strong> wet van 12 juli<br />

1973 op het natuurbehoud wat betreft <strong>de</strong> reglementering betreffend <strong>de</strong> instandhouding van<br />

<strong>de</strong> Natura 2000-sites alsme<strong>de</strong> fauna en flora, B.S. 17 juni 2008.<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse Regering van 23 oktober 2008 tot vaststelling van sommige<br />

modaliteiten van <strong>de</strong> preventieve regeling die van toepassing is op Natura 2000-locaties, B.S.<br />

27 november 2008<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse Regering van 23 oktober 2008 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> algemene preventieve<br />

maatregelen die toepasselijk zijn op <strong>de</strong> Natura 2000-locaties, B.S. 27 november 2008.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 41


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

II. Het opstarten van een nieuwe on<strong>de</strong>rneming:<br />

Bouw- en milieuvergunning en erkenningen<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest<br />

A.1. Bouwen of verbouwen van een bedrijfsgebouw<br />

Het opstarten van een nieuwe on<strong>de</strong>rneming gaat vaak gepaard met het bouwen van een nieuw<br />

bedrijfsgebouw of het verbouwen of uitbrei<strong>de</strong>n van een bestaand bedrijfsgebouw. Voor het oprichten<br />

van een groot aantal bouwconstructies is een voorafgaan<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning<br />

vereist. Tevens kunnen bepaal<strong>de</strong> bouwwerken met een industriële of ambachtelijke functie niet gelijk<br />

waar wor<strong>de</strong>n opgericht. De ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning is daarbij afhankelijk van het ruimtelijk<br />

or<strong>de</strong>ningsbeleid: <strong>de</strong> vergunning moet overeenstemmen met <strong>de</strong> (hiërarchisch laagste)<br />

bestemmingsplannen en met <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ningen.<br />

Opgelet: indien <strong>de</strong> afgelever<strong>de</strong> vergunning niet wordt gevolgd of indien werken wor<strong>de</strong>n uitgevoerd<br />

zon<strong>de</strong>r vergunning, kan <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> illegale werken laten stilleggen en kan <strong>de</strong> overtre<strong>de</strong>r<br />

strafrechterlijk gesanctioneerd wor<strong>de</strong>n. Dit houdt in dat hij een geldboete (soms zelfs een<br />

gevangenisstraf) kan oplopen en dat hij kan wor<strong>de</strong>n veroor<strong>de</strong>eld tot het uitvoeren van een<br />

herstelmaatregel, gaan<strong>de</strong> van het herstel in <strong>de</strong> oorspronkelijk staat (<strong>de</strong> afbraak), het staken van het<br />

strijdig gebruik, het uitvoeren van aanpassingswerken of het betalen van een meerwaar<strong>de</strong>som (in<br />

welk geval het gebouw kan behou<strong>de</strong>n blijven, zij het dat het slechts als een gedoogd gebouw en niet<br />

als een vergund gebouw zal wor<strong>de</strong>n aanzien). Wat betreft <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> herstelmaatregel(en),<br />

maakt <strong>de</strong> nieuwe Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO (B.S. 20 augustus 2009) een on<strong>de</strong>rscheid naargelang het soort<br />

bouwmisdrijf dat werd gepleegd. Bij misdrijven die bestaan uit han<strong>de</strong>lingen verricht in strijd met een<br />

stakingsbevel of die niet bestemmingsconform zijn, moet principieel wor<strong>de</strong>n gekozen voor het herstel<br />

in <strong>de</strong> oorspronkelijke staat of het staken van het strijdig gebruik. In die gevallen kan slechts<br />

uitzon<strong>de</strong>rlijk wor<strong>de</strong>n gekozen voor <strong>de</strong> uitvoering van aanpassingwerken, doch nooit voor het betalen<br />

van een meerwaar<strong>de</strong>som. Voor alle an<strong>de</strong>re misdrijven zal in <strong>de</strong> regel een meerwaar<strong>de</strong>som wor<strong>de</strong>n<br />

gevor<strong>de</strong>rd, tenzij <strong>de</strong> plaatselijke or<strong>de</strong>ning hierdoor kennelijk op evenredige wijze zou wor<strong>de</strong>n<br />

geschaad.<br />

Het plegen van een bouwmisdrijf verjaart (en voor zover geen proces-verbaal wordt opgesteld) na 5<br />

jaar (na <strong>de</strong> voltooiing van <strong>de</strong> werken). Wie een bouwmisdrijf na die perio<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>r in stand houdt,<br />

kan daarvoor in principe niet meer wor<strong>de</strong>n gestraft, tenzij wanneer <strong>de</strong> betrokken eigendom in een<br />

ruimtelijk kwetsbaar gebied is gelegen (zoals bvb. een natuurgebied, een bosgebied, een parkgebied<br />

of een overstromingsgebied). In <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n blijft een bouwmisdrijf „onverjaarbaar‟. Dit laatste kan<br />

in <strong>de</strong> praktijk slechts een rol spelen bij zogenaam<strong>de</strong> zonevreem<strong>de</strong> bedrijven. In dit ka<strong>de</strong>r heeft <strong>de</strong><br />

Co<strong>de</strong>x RO een ein<strong>de</strong> gesteld aan <strong>de</strong> aanslepen<strong>de</strong> discussie over <strong>de</strong> vraag of landschappelijk<br />

waar<strong>de</strong>volle agrarische gebie<strong>de</strong>n te beschouwen zijn als ruimtelijk kwetsbare gebie<strong>de</strong>n. In artikel<br />

1.1.2, 10° Co<strong>de</strong>x RO is <strong>de</strong>ze gebiedscategorie uit <strong>de</strong> lijst van ruimtelijk kwetsbare gebie<strong>de</strong>n geschrapt,<br />

waardoor <strong>de</strong> instandhouding van een bouwmisdrijf in een landschappelijk waar<strong>de</strong>vol agrarisch gebied<br />

niet meer strafbaar is sinds 1 september 2009. Overigens bepaalt artikel 6.1.1, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> lid Co<strong>de</strong>x RO<br />

uitdrukkelijk dat <strong>de</strong> instandhouding van een bouwmisdrijf enkel strafbaar kan wor<strong>de</strong>n gesteld indien<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 42


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

<strong>de</strong> we<strong>de</strong>rrechtelijke han<strong>de</strong>lingen op het ogenblik van <strong>de</strong> instandhouding gelegen zijn in<br />

ruimtelijk kwetsbare gebie<strong>de</strong>n.<br />

A.1.1. Welke werken of han<strong>de</strong>lingen zijn bouwvergunningsplichtig?<br />

A.1.1.1 Uitgangspunt: vergunningsplicht<br />

De Co<strong>de</strong>x RO heeft <strong>de</strong> lijst van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundig vergunningsplichtige han<strong>de</strong>lingen ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

herschreven. In artikel 4.2.1 Co<strong>de</strong>x RO wordt opgesomd welke werken of han<strong>de</strong>lingen voortaan<br />

vergunningsplichtig zijn. Het betreft <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> activiteiten of han<strong>de</strong>lingen:<br />

- een constructie optrekken, plaatsen, verbouwen of uitbrei<strong>de</strong>n, evenals het functioneel<br />

samenbrengen van materialen waardoor een constructie ontstaat. Als constructie wordt<br />

beschouwd: een gebouw, een bouwwerk, een vaste inrichting (bvb. een on<strong>de</strong>rgrondse tank of<br />

silo), een verharding (bv. parking), een publiciteitsinrichting of een uithangbord.<br />

ontbossen of hoogstammige bomen vellen;<br />

het reliëf van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m aanmerkelijk wijzigen. Als aanmerkelijke reliëfwijziging wordt<br />

on<strong>de</strong>rmeer beschouwd elke aanvulling, ophoging, uitgraving of uitdieping die <strong>de</strong> aard of <strong>de</strong><br />

functie van het terrein wijzigt, zoals het <strong>de</strong>mpen van een gracht of het egaliseren van een<br />

bouwterrein;<br />

een grond gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten voor het opslaan van gebruikte of<br />

afgedankte voertuigen, allerhan<strong>de</strong> materialen, materieel of afval;<br />

een grond gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten voor het parkeren van voertuigen,<br />

wagens of aanhangwagens;<br />

een grond gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten voor het plaatsen van één of meer<br />

verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen wor<strong>de</strong>n gebruikt, zoals woonwagens,<br />

kampeerwagens, afgedankte voertuigen en tenten. Het kamperen op een vergund of van een<br />

vergund vrijgesteld openluchtrecreatief terrein valt niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vergunningsplicht;<br />

het wijzigen van <strong>de</strong> hoofdfunctie van een bebouwd onroerend goed, als die functiewijziging<br />

voorkomt op door <strong>de</strong> Vlaamse Regering op te stellen lijst (<strong>de</strong>ze lijst vindt men terug in het<br />

besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 14 april 2000, zoals laatst gewijzigd op 5 september<br />

2008).<br />

Het opsplitsen van een woning of het wijzigen van het aantal woongelegenhe<strong>de</strong>n die<br />

hoofdzakelijk bestemd zijn voor <strong>de</strong> huisvesting van een gezin of alleenstaan<strong>de</strong>, ongeacht of<br />

het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al<br />

dan niet gemeubileer<strong>de</strong> kamer (uitz. zorgwonen (zie ver<strong>de</strong>r));<br />

het aanleggen of wijzigen van recreatieve terreinen, waaron<strong>de</strong>r een golfterrein, een<br />

voetbalterrein, een tennisveld of een zwembad.<br />

Voor <strong>de</strong> meeste bouwwerken is bijstand van een architect vereist. Bepaal<strong>de</strong> kleinere werken zijn<br />

daarvan vrijgesteld. Een lijst van die vrijgestel<strong>de</strong> werken treft men aan in het Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse<br />

Regering van 23 mei 2003, zoals recent gewijzigd op 29 mei 2009.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 43


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.1.1.2 Uitzon<strong>de</strong>ringen<br />

Op <strong>de</strong> vergunningsplicht van artikel 99 DRO bestaan evenwel een aantal uitzon<strong>de</strong>ringen.<br />

Vooreerst is geen ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning vereist voor on<strong>de</strong>rhouds- en<br />

instandhoudingswerken die geen betrekking hebben op <strong>de</strong> stabiliteit. Het betreffen alle<br />

werken die zijn vereist om het gebruik van het gebouw voor <strong>de</strong> toekomst veilig te stellen door het<br />

bijwerken, herstellen of vervangen van geëro<strong>de</strong>er<strong>de</strong> of versleten materialen of on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (bvb. het<br />

vervangen van dakpannen). Voor het uitvoeren van werken die wel betrekking hebben op <strong>de</strong> stabiliteit<br />

(o.a. het vervangen van dakgebinten en het ge<strong>de</strong>eltelijk vervangen van bestaan<strong>de</strong> buitenmuren) is<br />

steeds een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning vereist.<br />

De nieuwe Co<strong>de</strong>x RO voorziet met <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> figuur van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

meldingsplicht een nieuwe uitzon<strong>de</strong>ring op <strong>de</strong> principiële vergunningsplicht. Welbepaal<strong>de</strong> kleinere<br />

bouwwerken kunnen wor<strong>de</strong>n uitgevoerd door <strong>de</strong> loutere melding ervan aan het betrokken<br />

schepencollege. De gemeente kan <strong>de</strong>ze melding niet weigeren of onontvankelijk verklaren,<br />

maar kan wel binnen een termijn van 20 dagen na <strong>de</strong> melding laten weten dat <strong>de</strong> gemel<strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling<br />

vergunningsplichtig is of is aangetast door een onregelmatigheid. Aangemel<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen moeten<br />

tevens – op straffe van verval – binnen een termijn van twee jaar wor<strong>de</strong>n aangevat.<br />

De Vlaamse Regering bepaalt <strong>de</strong> gevallen waarin <strong>de</strong> vergunningsplicht wordt vervangen door een<br />

verplichte melding. Aangezien <strong>de</strong> publicatie van <strong>de</strong>ze besluiten uitblijft, is <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

meldingsplicht vooralsnog niet in werking getre<strong>de</strong>n. Hierop bestaat echter een belangrijke<br />

uitzon<strong>de</strong>ring. De Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO maakt immers zelf één vergunningsplichtige han<strong>de</strong>ling van<br />

rechtswege meldingsplichtig: zorgwonen. On<strong>de</strong>r zorgwonen dient te wor<strong>de</strong>n verstaan <strong>de</strong> creatie van<br />

één on<strong>de</strong>rgeschikte wooneenheid in een bestaan<strong>de</strong> woning met het oog op <strong>de</strong> huisvesting van ten<br />

hoogste twee zorgbehoeven<strong>de</strong> personen (bvb. ou<strong>de</strong>ren van minstens 60 jaar of hulpbehoeven<strong>de</strong><br />

personen met een handicap). Sinds 1 september 2009 dient bij <strong>de</strong> gemeente enkel te wor<strong>de</strong>n gemeld<br />

dat een zorgwoning wordt gecreëerd, indien daarvoor constructieve werken noodzakelijk zijn.<br />

An<strong>de</strong>re belangrijke uitzon<strong>de</strong>ringen op <strong>de</strong> vergunningsplicht zijn terug te vin<strong>de</strong>n in het besluit van 14<br />

april 2000 van <strong>de</strong> Vlaamse Regering (het zgn. „kleine-werken-besluit‟), dat intussen herhaal<strong>de</strong>lijk werd<br />

gewijzigd, waarin een aantal werken wor<strong>de</strong>n vrijgesteld van <strong>de</strong> vergunningsplicht. Zo is er<br />

bijvoorbeeld geen vergunning vereist voor het uitvoeren van tij<strong>de</strong>lijke werken, han<strong>de</strong>lingen en<br />

wijzigingen die nodig zijn voor het uitvoeren van vergun<strong>de</strong> werken (zoals het plaatsen van een<br />

werfbarak, het stockeren van bouwmateriaal), voor zover <strong>de</strong>ze plaatsvin<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> werkstrook<br />

afgebakend in <strong>de</strong> vergunning. Ook het plaatsen van dakvlakvensters in het dakvlak tot een maximum<br />

van 20 % van het dakoppervlak is bijvoorbeeld vrijgesteld van <strong>de</strong> vergunningsplicht., evenals het<br />

aanbrengen van fotovoltaïsche zonnepanelen en/of zonneboilers op een plat dak of geïntegreerd in<br />

een hellend dakvlak, tenzij het betrokken gebouw een beschermd monument betreft of gelegen is in<br />

een beschermd landschap of stads- en dorpsgezicht.,. Belangrijk op te merken is dat <strong>de</strong> vrijstellingen<br />

– on<strong>de</strong>r voorbehoud van <strong>de</strong> uitsluitingen van sommige vrijstellingen in ruimtelijk kwetsbare gebie<strong>de</strong>n<br />

– ook gel<strong>de</strong>n voor zonevreem<strong>de</strong> constellaties.<br />

Naast <strong>de</strong> vrijstellingen van <strong>de</strong> principiële vergunningsplicht, kunnen bepaal<strong>de</strong> werken of han<strong>de</strong>lingen<br />

die in principe niet vergunningsplichtig zijn, door provinciale of gemeentelijke veror<strong>de</strong>ningen<br />

(opnieuw) bouwvergunningsplichtig wor<strong>de</strong>n gesteld.<br />

De lijst van vergunningsplichtige en niet-vergunningsplichtige werken of han<strong>de</strong>lingen kan men ook<br />

raadplegen op <strong>de</strong> website www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 44


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.1.1.3 Verval van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning<br />

Van belang is ook te wijzen op <strong>de</strong> vervalregeling voor <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning. De<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning vervalt indien niet daadwerkelijk met <strong>de</strong> verwezenlijking van <strong>de</strong><br />

vergunning van start is gegaan binnen twee jaar na <strong>de</strong> afgifte van <strong>de</strong> vergunning. Die termijn vangt<br />

aan op <strong>de</strong> dag dat <strong>de</strong> vergunning in ontvangst wordt genomen. De ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning<br />

vervalt eveneens indien <strong>de</strong> werken geduren<strong>de</strong> meer dan twee jaar zijn on<strong>de</strong>rbroken of wanneer het<br />

gebouw niet winddicht is binnen drie jaar na <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong> werken. Indien <strong>de</strong> vergunning<br />

betrekking heeft op twee of meer<strong>de</strong>re afzon<strong>de</strong>rlijke gebouwen, dan vervalt <strong>de</strong> vergunning enkel voor<br />

die gebouwen waarvoor niet aan hogervermel<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n is voldaan. Wanneer <strong>de</strong> vergunning is<br />

vervallen, mag niet meer tot <strong>de</strong> uitvoering ervan wor<strong>de</strong>n overgegaan, zoniet begaat met een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwmisdrijf (<strong>de</strong> werken wor<strong>de</strong>n dan uitgevoerd zon<strong>de</strong>r vergunning).<br />

De hogervermel<strong>de</strong> termijnen wor<strong>de</strong>n geschorst geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waarbinnen een procedure tot<br />

vernietiging van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning bij <strong>de</strong> Raad van State aanhangig is.<br />

A.1.2. Wat met zonevreem<strong>de</strong> bedrijven?<br />

A.1.2.1 Principe<br />

Zonevreem<strong>de</strong> bedrijven zijn bedrijven die gelegen zijn buiten <strong>de</strong> geëigen<strong>de</strong> bestemmingszone. Het<br />

betreft bedrijven die bvb. gelegen zijn in agrarisch gebied of natuurgebied.<br />

A.1.2.2 De zonevreem<strong>de</strong> basisrechte<br />

De Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO bevat een reeks basisrechten voor zonevreem<strong>de</strong> constructies, waarbij in<br />

fwijking van het bestemmingsplan toch een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning kan wor<strong>de</strong>n bekomen<br />

voor zonevreem<strong>de</strong> bouwwerken. De zonevreem<strong>de</strong> basisrechten zijn in beginsel niet van toepassing in<br />

recreatiegebie<strong>de</strong>n of in ruimtelijk kwetsbare gebie<strong>de</strong>n (bvb. natuurgebie<strong>de</strong>n of agrarische gebie<strong>de</strong>n<br />

met ecologische waar<strong>de</strong> of belang), met uitzon<strong>de</strong>ring van parkgebie<strong>de</strong>n.<br />

De zonevreem<strong>de</strong> basisrechten kunnen bij <strong>de</strong> vergunningverlening wor<strong>de</strong>n toegepast in alle gebie<strong>de</strong>n<br />

die door een gemeentelijk, provinciaal of gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan of door een<br />

gewestplan, algemeen of bijzon<strong>de</strong>r plan van aanleg wor<strong>de</strong>n geor<strong>de</strong>nd. Enkel van <strong>de</strong> voorschriften van<br />

verkavelingsvergunningen of van ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ningen kan via <strong>de</strong>ze basisrechten niet<br />

wor<strong>de</strong>n afgeweken.<br />

Alle basisrechten zijn on<strong>de</strong>rworpen aan een aantal algemene voorwaar<strong>de</strong>n. Zo moet het<br />

bedrijfsgebouw hoofdzakelijk vergund zijn, wat inhoudt dat alle voor <strong>de</strong> bedrijfsvoering noodzakelijke<br />

constructies vergund of vergund geacht zijn, ook wat <strong>de</strong> functie betreft. Bovendien mag het gebouw<br />

niet verkrot zijn (d.i. voldoen aan <strong>de</strong> elementaire eisen van stabiliteit). Tevens is vereist dat het bedrijf<br />

op <strong>de</strong> datum van <strong>de</strong> bouwaanvraag over een geldige milieuvergunning beschikt en dat het<br />

daadwerkelijk werd uitgebaat in <strong>de</strong> loop van het jaar voorafgaand aan <strong>de</strong> aanvraag.<br />

Indien aan <strong>de</strong>ze algemene voorwaar<strong>de</strong>n voldaan is, kan een zonevreem<strong>de</strong> bedrijf wor<strong>de</strong>n verbouwd.<br />

Dit basisrecht kan wor<strong>de</strong>n toegepast in elk bestemmingsgebied, dus ook in recreatiegebie<strong>de</strong>n en<br />

ruimtelijk kwetsbare gebie<strong>de</strong>n. On<strong>de</strong>r verbouwen dient volgens <strong>de</strong> Co<strong>de</strong>x RO te wor<strong>de</strong>n verstaan het<br />

doorvoeren van aanpassingswerken binnen het bestaan<strong>de</strong> bouwvolume van een constructie waarvan<br />

<strong>de</strong> buitenmuren voor minstens zestig procent behou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 45


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Zonevreem<strong>de</strong> bedrijven kunnen ook bepaal<strong>de</strong> aanpassingswerken uitvoeren aan een<br />

bedrijfsgebouw (bvb. het aanleggen van een parking of het voorzien van laad- en loska<strong>de</strong>s), dit<br />

evenwel zon<strong>de</strong>r dat het over<strong>de</strong>kte volume wordt uitgebreid.<br />

Voor het uitbrei<strong>de</strong>n van een zonevreemd bedrijf is een planologisch attest nodig. Bovendien is een<br />

uitbreiding enkel mogelijk in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> gevallen:<br />

Zo is uitbrei<strong>de</strong>n mogelijk indien <strong>de</strong>ze uitbreiding noodzakelijk is omwille van <strong>de</strong> naleving van<br />

milieuvoorwaar<strong>de</strong>n (vb. <strong>de</strong> verplichting tot <strong>de</strong> bouw van een waterzuiveringsinstallatie).<br />

Een twee<strong>de</strong> geval waarin een zonevreemd bedrijf kan wor<strong>de</strong>n uitgebreid, is wanneer <strong>de</strong><br />

uitbreiding noodzakelijk is omwille van gezondheidsre<strong>de</strong>nen.<br />

Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kan een zonevreemd bedrijf wor<strong>de</strong>n uitgebreid om te voldoen aan maatregelen die<br />

wor<strong>de</strong>n opgelegd door sociale arbeidsinspecteurs.<br />

Tot slot kan een uitbreiding wor<strong>de</strong>n toegestaan indien dit noodzakelijk is met het oog op <strong>de</strong><br />

bestrijding van voor planten en plantaardige producten scha<strong>de</strong>lijk organismen, <strong>de</strong><br />

dierengezondheid of het dierenwelzijn.<br />

Wanneer een bedrijf dus wenst uit te brei<strong>de</strong>n om louter economische re<strong>de</strong>nen of omwille van<br />

plaatsgebrek, kan – in afwijking op een gel<strong>de</strong>nd ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg – geen<br />

vergunning wor<strong>de</strong>n verleend op basis van <strong>de</strong> regels voor zonevreem<strong>de</strong> gebouwen, maar dient een<br />

planologische oplossing te wor<strong>de</strong>n gezocht (opmaak van een RUP of een BPA – al dan niet na een<br />

gunstig planologisch attest).<br />

Het herbouwen van een bedrijfsgebouw is mogelijk met het behoud van het karakter, <strong>de</strong><br />

verschijningsvorm en <strong>de</strong> functie (voor <strong>de</strong> mogelijke functiewijzigingen: zie ver<strong>de</strong>r) van het gebouw.<br />

Het herbouwen dient in principe te gebeuren op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plaats (d.i. op 75% van het bestaan<strong>de</strong><br />

vloeroppervlak). Uitzon<strong>de</strong>rlijk kan wor<strong>de</strong>n herbouwd op een gewijzig<strong>de</strong> plaats indien het gebouw<br />

wordt getroffen door een rooilijn, zich in een achteruitbouwzone bevindt of <strong>de</strong> verplaatsing is<br />

ingegeven door re<strong>de</strong>nen van goe<strong>de</strong> plaatselijke aanleg. Bovendien dient <strong>de</strong> herbouw<strong>de</strong> constructie in<br />

dat geval <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> voorbouwlijn te krijgen als <strong>de</strong> dichtstbijzijn<strong>de</strong> constructie of moet <strong>de</strong> nieuwe<br />

toestand een betere plaatselijke aanleg opleveren.<br />

Een belangrijke vernieuwing die <strong>de</strong> Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO heeft ingevoerd, betreft <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong><br />

zonevreem<strong>de</strong> basisrechten tevens toe te passen op constructies die geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk zijn<br />

afgebroken indien volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n vervuld zijn:<br />

voorafgaand aan <strong>de</strong> afbraak werd een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning tot verbouw of herbouw te<br />

bekomen, en <strong>de</strong> aanvrager wenst het plan nu aan te passen of om te zetten naar herbouw;<br />

<strong>de</strong> aanvraag wordt ingediend binnen <strong>de</strong> geldingstermijn van <strong>de</strong> initiële bouwvergunning.<br />

Ook voor recent afgebroken constructies gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zonevreem<strong>de</strong> basisrechten (m.i.v. het basisrecht<br />

voor verbouwen) niet in recreatiegebie<strong>de</strong>n en ruimtelijk kwetsbare gebie<strong>de</strong>n (met uitzon<strong>de</strong>ring van<br />

parkgebie<strong>de</strong>n).<br />

A.1.2.3 Zonevreem<strong>de</strong> milieuvergunning<br />

In dit ka<strong>de</strong>r moet tevens wor<strong>de</strong>n aangestipt dat <strong>de</strong> Co<strong>de</strong>x RO <strong>de</strong> mogelijkheid biedt om voor een<br />

zonevreem<strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichting of activiteit een milieuvergunning af te geven (zie hierna), dit<br />

voor zover <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning niet wordt geschaad en op voorwaar<strong>de</strong> dat bedrijfsgebouwen,<br />

waarin die activiteit plaats vindt, hoofdzakelijk vergund zijn. Bovendien kan in die gevallen enkel<br />

wor<strong>de</strong>n afgeweken van bestemmingsvoorschriften opgenomen in een gewestplan. Wanneer <strong>de</strong> goe<strong>de</strong><br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ning toch in het gedrang komt, kan een vergunning wor<strong>de</strong>n verleend voor <strong>de</strong> termijn<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 46


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

die nodig is om <strong>de</strong> herlocalisatie van het bedrijf mogelijk te maken, dit met een maximum van 5<br />

jaar.<br />

A.1.2.4 Zonevreem<strong>de</strong> functiewijzigingen<br />

Nu ook het wijzigen van <strong>de</strong> functie van een gebouw bouwvergunningsplichtig is (zie hoger), dient ook<br />

gewezen te wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> mogelijke zonevreem<strong>de</strong> functiewijzigingen.<br />

De Co<strong>de</strong>x RO somt louter <strong>de</strong> algemene voorwaar<strong>de</strong>n op opdat <strong>de</strong> functie van een gebouw of een<br />

gebouwencomplex kan afwijken van <strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bestemmingsvoorschriften. Meer bepaald gel<strong>de</strong>n<br />

volgen<strong>de</strong> cumulatieve voorwaar<strong>de</strong>n:<br />

1. Het moet gaan om een bestaand, niet-verkrot, hoofdzakelijk vergund gebouw of<br />

gebouwencomplex dat niet gelegen is in een recreatiegebied of een ruimtelijk kwetsbaar<br />

gebied (parkgebie<strong>de</strong>n en agrarische gebie<strong>de</strong>n met ecologisch belang of ecologische waar<strong>de</strong><br />

uitgezon<strong>de</strong>rd);<br />

2. De functiewijziging moet voorkomen op een door <strong>de</strong> Vlaamse regering op te stellen lijst.<br />

Het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot bepaling van <strong>de</strong> toelaatbare<br />

functiewijzigingen voor gebouwen, gelegen buiten <strong>de</strong> geëigen<strong>de</strong> bestemmingszone (zoals laatst<br />

gewijzigd op 29 mei 2009), bevat een concrete opsomming van toelaatbare zonevreem<strong>de</strong><br />

functiewijzigingen.<br />

Enkele voorbeel<strong>de</strong>n:<br />

Gebouwen in een industriegebied kunnen wor<strong>de</strong>n omgevormd naar <strong>de</strong> functie han<strong>de</strong>l, horeca,<br />

kantoren of diensten, op voorwaar<strong>de</strong> dat in <strong>de</strong> ruime omgeving nog gebouwen met die functie<br />

voorkomen en, wanneer in hetzelf<strong>de</strong> industriegebied meer dan 3 bedrijven zijn gevestigd,<br />

daarvan minstens <strong>de</strong> helft van die bedrijven reeds diezelf<strong>de</strong> functie hebben.<br />

Gebouwen in een industriegebied kunnen wor<strong>de</strong>n omgevormd naar een inrichting voor<br />

luidruchtige binnenrecreatie (vb. karting, fuifzaal, schietstand).<br />

Woningen kunnen ge<strong>de</strong>eltelijk wor<strong>de</strong>n omgevormd naar <strong>de</strong> functie kantoor of diensten (bvb.<br />

vrij beroep of dienstverlening), op voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong>ze complementaire functie een maximale<br />

vloeroppervlakte van 100 m² en een kleinere oppervlakte dan <strong>de</strong> woonfunctie inneemt.<br />

Naast <strong>de</strong>ze mogelijkhe<strong>de</strong>n voor gebouwen in een industriegebied, zijn er ook een aantal<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n voor gebouwen in een agrarisch gebied, evenals een aantal niet-gebiedsgerelateer<strong>de</strong><br />

functiewijzigingen (vb. <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>eltelijke omvorming van een woning of een woningbijgebouw naar een<br />

logieverstrekkend bedrijf).<br />

Voor <strong>de</strong> functiewijzigingen in dit besluit geldt op een uitzon<strong>de</strong>ring na steeds <strong>de</strong> vereiste dat het<br />

betrokken gebouw (of gebouwencomplex) bouwfysisch geschikt is voor <strong>de</strong> nieuwe functie, wat<br />

betekent dat vanuit financieel of bouwtechnisch oogpunt geen ingrijpen<strong>de</strong> werken dienen uitgevoerd<br />

om <strong>de</strong> nieuwe functie te realiseren. Die voorwaar<strong>de</strong> geldt niet indien het gaat om het ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

wijzigen van het gebruik van een woning tot een kantoor- of dienstenfunctie.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 47


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.1.3. Hoe en waar vraagt men een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning aan?<br />

De procedure om een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning aan te vragen werd door <strong>de</strong> nieuwe Co<strong>de</strong>x RO<br />

grondig gewijzigd. Voortaan bestaan er twee soorten vergunningsprocedures: <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

procedure (o.m. voor han<strong>de</strong>lingen van algemeen belang en voor aanvragen van publiekrechtelijke of<br />

semipublieke rechtspersonen zoals gemeenten, <strong>de</strong> NMBS, <strong>de</strong> Lijn en <strong>de</strong> Post) en <strong>de</strong> reguliere<br />

procedure (voor alle an<strong>de</strong>re aanvragen).<br />

In <strong>de</strong> vergunningsprocedures wordt soms het on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

“ontvoog<strong>de</strong>” en “niet-ontvoog<strong>de</strong>” gemeenten. Ontvoog<strong>de</strong> gemeenten zijn <strong>de</strong> gemeenten die aan <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> vijf voorwaar<strong>de</strong>n voldoen:<br />

1. een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan;<br />

2. een gemeentelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige ambtenaar;<br />

3. een conform verklaard plannenregister;<br />

4. een vastgesteld vergunningenregister;<br />

5. een register van onbebouw<strong>de</strong> percelen.<br />

De gemeenten die momenteel voldoen aan <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vermeld op <strong>de</strong> website<br />

www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be (info voor professionelen). Binnen het bestek van <strong>de</strong>ze brochure zal <strong>de</strong><br />

reguliere procedure hierna slechts in hoofdlijnen wor<strong>de</strong>n uiteengezet. Een overzicht van <strong>de</strong> wetgeving<br />

kan wor<strong>de</strong>n aangetroffen op <strong>de</strong> website www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be, waar ook alle<br />

aanvraagformulieren kunnen wor<strong>de</strong>n gedownload.<br />

A.1.3.1. De reguliere procedure in eerste aanleg<br />

De bouwaanvraag dient aan <strong>de</strong> hand van speciale formulieren (vergezeld van een bouwplan) per<br />

beveilig<strong>de</strong> zending te wor<strong>de</strong>n bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen van het<br />

<strong>de</strong> gemeente waar het bouwwerk is gelegen.<br />

Vervolgens zal <strong>de</strong> gemeentelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige ambtenaar <strong>de</strong> volledigheid en <strong>de</strong><br />

ontvankelijkheid van het ingedien<strong>de</strong> bouwdossier on<strong>de</strong>rzoeken.<br />

Voor sommige bouwaanvragen is advies vereist van an<strong>de</strong>re overhe<strong>de</strong>n (bvb. het Agentschap voor<br />

Natuur en Bos van LNE, <strong>de</strong> Cel Onroerend Erfgoed van RWO, het Departement Mobiliteit en Openbare<br />

Werken). In het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van <strong>de</strong> instanties die<br />

over een vergunningsaanvraag advies verlenen (B.S. 24 augustus 2009) wordt uiteengezet in welke<br />

gevallen advies dient te wor<strong>de</strong>n opgevraagd van een adviseren<strong>de</strong> instantie. Bovendien dienen niet-<br />

ontvoog<strong>de</strong> gemeenten bepaal<strong>de</strong> vergunningsaanvragen voor te leggen aan <strong>de</strong> gewestelijke<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige ambtenaar, wiens advies bin<strong>de</strong>nd is voor zover het ongunstig is of voorwaar<strong>de</strong>n<br />

oplegt. In dit ka<strong>de</strong>r moet wor<strong>de</strong>n gewezen op het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot<br />

bepaling van <strong>de</strong> werken en han<strong>de</strong>lingen die vrijgesteld zijn van het eenslui<strong>de</strong>nd advies van <strong>de</strong><br />

gewestelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige ambtenaar.<br />

In een aantal gevallen dient te gemeente over een openbaar on<strong>de</strong>rzoek te organiseren, waarbij<br />

eenie<strong>de</strong>r geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig dagen schriftelijke en mon<strong>de</strong>linge bezwaren en technische opmerkingen<br />

over <strong>de</strong> vergunningsaanvraag kan indienen. Een lijst van <strong>de</strong> werken die aan een openbaar on<strong>de</strong>rzoek<br />

zijn on<strong>de</strong>rworpen is opgenomen in het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> openbare on<strong>de</strong>rzoeken over aanvragen tot ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning en<br />

verkavelingsvergunningen (zoals laatst gewijzigd op 5 juni 2009).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 48


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over een ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunningsaanvraag binnen een vervaltermijn van 75 dagen (indien het gaat om een ontvoog<strong>de</strong><br />

gemeente, er geen openbaar on<strong>de</strong>rzoek vereist was en het niet gaat om een samengevoeg<strong>de</strong><br />

aanvraag) of 105 dagen (in alle an<strong>de</strong>re gevallen) of over een verkavelingsaanvraag binnen een<br />

vervaltermijn van 150 dagen. Indien geen beslissing wordt genomen binnen <strong>de</strong>ze vervaltermijnen,<br />

wordt <strong>de</strong> aanvraag geacht te zijn afgewezen. Aan <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning kunnen ook<br />

bijzon<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n en lasten wor<strong>de</strong>n verbon<strong>de</strong>n (bvb. verwezenlijking van groene ruimten<br />

in het bouwproject).<br />

A.1.3.2. De reguliere beroepsprocedure<br />

Binnen een termijn van 30 dagen kan administratief beroep wor<strong>de</strong>n aangetekend tegen een<br />

uitdrukkelijke of stilzwijgen<strong>de</strong> beslissing van het schepenencollege bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>putatie door volgen<strong>de</strong><br />

personen en instanties:<br />

<strong>de</strong> aanvrager<br />

een belanghebben<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> (ie<strong>de</strong>re persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks hin<strong>de</strong>r of<br />

na<strong>de</strong>len kan on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n van het project, bvb. een buurtbewoner)<br />

<strong>de</strong> gewestelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige ambtenaar<br />

adviseren<strong>de</strong> instanties<br />

Het beroepschrift wordt per beveilig<strong>de</strong> zending aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>putatie bezorgd, samen met:<br />

het (post)bewijs dat het beroep gelijktijdig aan <strong>de</strong> aanvrager en het schepencollege is<br />

verstuurd<br />

het bewijs van betaling van een dossiertaks van 62,50 euro<br />

Binnen een vervaltermijn van 75 dagen dient <strong>de</strong> <strong>de</strong>putatie een beslissing te nemen over het<br />

administratief beroep (verlengbaar tot 105 dagen indien <strong>de</strong> partijen gehoord wensen te wor<strong>de</strong>n).<br />

Indien geen tijdige beroepsbeslissing is genomen, wordt het beroep geacht te zijn afgewezen.<br />

Tegen besluiten van <strong>de</strong> <strong>de</strong>putatie inzake ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunningen en<br />

verkavelingsvergunningen kan vervolgens binnen een termijn van 30 dagen beroep wor<strong>de</strong>n ingesteld<br />

bij <strong>de</strong> Raad voor Vergunningenbetwistingen.<br />

A.1.4. Welke verplichtingen houdt <strong>de</strong> energieprestatieregelgeving (EPB) in?<br />

Voor ste<strong>de</strong>nbouwkundige aanvragen ingediend na 1 januari 2006 zijn <strong>de</strong> nieuwe EPB-eisen van<br />

toepassing, ter vervanging/uitbreiding van <strong>de</strong> isolatienormen zoals die sinds 1992 van toepassing<br />

waren op woongebouwen. Deze nieuwe eisen zijn ook van toepassing op bedrijfsgebouwen.<br />

De EPB-eisen eisen zijn van toepassing wanneer een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning wordt<br />

aangevraagd voor het oprichten van een nieuw gebouw of voor werkzaamhe<strong>de</strong>n aan een bestaand<br />

gebouw indien er een specifieke binnentemperatuur ten behoeve van mensen wordt<br />

gecreëerd (zowel door koeling als door verwarming). Deze regeling is tevens van toepassing op niet-<br />

vergunningsplichtige werken (vb. vervangen van ramen) die in het ka<strong>de</strong>r van vergunningsplichtige<br />

werkzaamhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n uitgevoerd. Voor <strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ringen of vrijstellingen wordt verwezen naar<br />

www.energiesparen.be/energieprestatie/professioneel/eisen/uitzon<strong>de</strong>ringen.php).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 49


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Deze regeling voorziet 3 verschillen<strong>de</strong> eisen:<br />

Thermische isolatie-eisen: het maximale peil van <strong>de</strong> globale warmte-isolatie (K) van het<br />

volledige gebouw en <strong>de</strong> maximale warmtedoorgangscoëfficiënten (U-waar<strong>de</strong>n) van <strong>de</strong><br />

scheidingsconstructies.<br />

Energieprestatie-eisen: het maximale E-peil, d.i. het peil van het primair energieverbruik.<br />

Het moet berekend wor<strong>de</strong>n voor elke wooneenheid én voor elk <strong>de</strong>el dat een verschillen<strong>de</strong><br />

bestemming heeft.<br />

Binnenklimaateisen: ventilatievoorzieningen en voor woongebouwen beperking van risico<br />

op oververhitting<br />

De eisen zijn afhankelijk van <strong>de</strong> functie van het gebouw en van <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> werken. Voor een<br />

overzicht van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> eisen kan wor<strong>de</strong>n verwezen naar<br />

www2.vlaan<strong>de</strong>ren.be/ned/sites/economie/energiesparen/epb/doc/epb_eisenoverzicht_kleur.pdf<br />

Naast <strong>de</strong> EPB-eisen, voert <strong>de</strong> nieuwe regeling ook een volledig nieuwe procedure in, waarbij het<br />

on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> aangifteplichtige en <strong>de</strong> verslaggever van belang is. De aangifteplichtige is<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het indienen van <strong>de</strong> EPB-aangifte en <strong>de</strong> naleving van <strong>de</strong> EPB-eisen. De<br />

aangifteplichtige is doorgaans <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning. De verslaggever<br />

beschrijft <strong>de</strong> maatregelen die genomen zijn om aan <strong>de</strong> eisen te voldoen en stelt vast of <strong>de</strong> EPB-eisen<br />

al dan niet wer<strong>de</strong>n nageleefd. De verslaggever kan een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> zijn of <strong>de</strong> architect die met het toezicht<br />

op <strong>de</strong> werken is belast. Voor bei<strong>de</strong> partijen zijn administratieve boetes voorzien (o.a. voor het niet of<br />

laattijdig indienen van <strong>de</strong> startverklaring (zie ver<strong>de</strong>r) of na controle ter plaatse door het Vlaams<br />

Energieagentschap (VEA)).<br />

Bij het indienen een ste<strong>de</strong>nbouwkundige aanvraag, dienen <strong>de</strong> bouwheer en <strong>de</strong> architect te verklaren<br />

dat zij op <strong>de</strong> hoogte zijn van <strong>de</strong> nieuwe EPB-eisen en dat zij <strong>de</strong> nodige maatregelen en technieken in<br />

aanmerking hebben genomen om hieraan te kunnen voldoen (het zgn. „EPB-voorstel‟). Hiertoe<br />

wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aanvraagformulieren aangepast (zie www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be). In <strong>de</strong>ze fase van <strong>de</strong><br />

procedure dienen evenwel nog geen berekeningen te wor<strong>de</strong>n ingediend.<br />

Ten laatste 8 dagen vóór <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong> werken dient <strong>de</strong> verslaggever in naam van <strong>de</strong><br />

aangifteplichtige elektronisch <strong>de</strong> startverklaring in bij <strong>de</strong> Energieprestatiedatabank, waarin o.a. <strong>de</strong><br />

datum van <strong>de</strong> start <strong>de</strong>r werken wordt vermeld en <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit van <strong>de</strong> aangestel<strong>de</strong> verslaggever.<br />

Ten laatste 6 maan<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> ingebruikname van het gebouw, moet <strong>de</strong> verslaggever <strong>de</strong> EPB-<br />

aangifte elektronisch indienen bij <strong>de</strong> Energieprestatiedatabank. Zowel <strong>de</strong> verslaggever als <strong>de</strong><br />

aangifteplichtige hou<strong>de</strong>n een papieren versie van <strong>de</strong> EPB-aangifte bij. In <strong>de</strong>ze EPB-aangifte omschrijft<br />

<strong>de</strong> verslaggever <strong>de</strong> maatregelen die <strong>de</strong> energieprestatie en het binnenklimaat van het gebouw<br />

bepalen en berekent hij of het gebouw al dan niet voldoet aan <strong>de</strong> EBP-eisen. Hij is verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

voor een correcte rapportering over <strong>de</strong> feitelijke toestand van het gebouw.<br />

De EPB-regeling voorziet tevens in een systeem van energieprestatiecertificering.<br />

A.1.5. Wat is <strong>de</strong> watertoets?<br />

Een belangrijke vernieuwing die ook gevolgen heeft op het vlak van het verlenen van<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunningen is <strong>de</strong> inwerkingtreding van het <strong>de</strong>creet van 18 juli 2003 betreffen<strong>de</strong><br />

het integraal waterbeleid (B.S., 14 november 2003). Dit <strong>de</strong>creet (DIWB) voert immers <strong>de</strong> watertoets<br />

in, wat betekent dat <strong>de</strong> vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid bij elke aanvraag dient na te gaan of <strong>de</strong><br />

gevraag<strong>de</strong> werken geen scha<strong>de</strong>lijk effect kunnen hebben op <strong>de</strong> waterhuishouding (bv. het<br />

overstromen van bebouw<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n of verdroging van natte natuurgebie<strong>de</strong>n) en <strong>de</strong>sgevallend <strong>de</strong><br />

vergunning dient te weigeren of bijzon<strong>de</strong>re vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n dient op te leggen, tenein<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 50


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

scha<strong>de</strong> te vermij<strong>de</strong>n of zoveel mogelijk te beperken of – indien ook dit niet mogelijk is – te herstellen<br />

of te compenseren. In <strong>de</strong> nieuwe Co<strong>de</strong>x RO wordt overigens uitdrukkelijk bevestigd dat een<br />

vergunningsaanvraag dient te wor<strong>de</strong>n geweigerd in <strong>de</strong> gevallen waarin overeenkomstig het <strong>de</strong>creet<br />

integraal waterbeleid van 18 juli 2003 geen vergunning kan wor<strong>de</strong>n afgeleverd. Door een recente<br />

<strong>de</strong>creetswijziging (Decreet van 25 mei 2007 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> diverse bepalingen inzake leefmilieu, energie<br />

en openbare werken, B.S. 19 juni 2007) werd het toepassingsgebied van <strong>de</strong> watertoets nauwkeuriger<br />

afgebakend door <strong>de</strong> vergunningen en plannen waarop <strong>de</strong>ze toets van toepassing is, in het <strong>de</strong>creet te<br />

verankeren.<br />

Belangrijk is dat <strong>de</strong> watertoets in elke vergunning dient te wor<strong>de</strong>n gemotiveerd. Het besluit van <strong>de</strong><br />

Vlaamse Regering van 20 juli 2006 legt <strong>de</strong> richtlijnen vast voor <strong>de</strong> vergunningverleners. Daarmee<br />

beoogt <strong>de</strong> Vlaamse Regering een objectieve en uniforme toepassing door <strong>de</strong> vele beslissingnemen<strong>de</strong><br />

overhe<strong>de</strong>n (gewest, provincies, gemeenten). De richtlijnen moeten sinds 1 november 2006 toegepast<br />

wor<strong>de</strong>n op alle nieuwe vergunningen. Met het vraaggestuur<strong>de</strong> watertoetsinstrument kunt u op<br />

vereenvoudig<strong>de</strong> wijze nagaan of een dossier <strong>de</strong> watertoets doorstaat. Meer informatie hierover vindt<br />

men op www.watertoets.be.<br />

In dit verband moet tevens gewezen te wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> gewestelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ning<br />

inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen, en geschei<strong>de</strong>n lozing van<br />

afvalwater en hemelwater (besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 1 oktober 2004, gewijzigd op 23 juni<br />

2006). De veror<strong>de</strong>ning bevat minimale voorschriften voor <strong>de</strong> lozing van niet-verontreinigd hemelwater<br />

afkomstig van verhar<strong>de</strong> oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in<br />

eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In twee<strong>de</strong> instantie moet het resteren<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>elte van<br />

het hemelwater wor<strong>de</strong>n geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt <strong>de</strong>biet<br />

vertraagd wordt afgevoerd. Ook <strong>de</strong> plaatsing van <strong>de</strong> overloop van <strong>de</strong> hemelwaterput en <strong>de</strong><br />

infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoor<strong>de</strong>n. Hiertoe dienen <strong>de</strong> nodige aanduidingen<br />

op <strong>de</strong> plannen te wor<strong>de</strong>n weergegeven (zie www.ruimtelijkeor<strong>de</strong>ning.be).<br />

De veror<strong>de</strong>ning is van toepassing op het bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met<br />

een horizontale dakoppervlakte groter dan 75 vierkante meter. Het is eveneens van toepassing als <strong>de</strong><br />

horizontale dakoppervlakte van een gebouw of constructie met meer dan 50 vierkante meter wordt<br />

uitgebreid, doch enkel op die uitbreiding. Als herbouwen wordt beschouwd een bouwproject waarbij<br />

min<strong>de</strong>r dan 60% van <strong>de</strong> buitenmuren wordt behou<strong>de</strong>n. De veror<strong>de</strong>ning is tevens van toepassing op<br />

het aanleggen of heraanleggen van verhar<strong>de</strong> grondoppervlakken, indien <strong>de</strong> referentieoppervlakte van<br />

<strong>de</strong> verharding groter is dan 200 vierkante meter (met een aantal uitzon<strong>de</strong>ringen, o.a. voor<br />

steenslagverharding of grastegels). Als heraanleggen wordt beschouwd een project waarbij <strong>de</strong><br />

volledige verharding, met inbegrip van <strong>de</strong> fun<strong>de</strong>ringslaag, wordt vervangen.<br />

De veror<strong>de</strong>ning is niet van toepassing op gebouwen die wor<strong>de</strong>n opgericht op een goed kleiner dan 3<br />

are of op gebouwen met rieten daken of groendaken. Er is ook een speciale afwijkingsprocedure<br />

voorzien bij <strong>de</strong> Vlaamse Regering.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 51


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.1.6. Wat is een Mobiliteitsstudie?<br />

De Vlaamse Regering stel<strong>de</strong> op 2009 een besluit vast waarin bepaald wordt dat in het<br />

aanvraagdossier voor bepaal<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunningen verplicht een mobiliteitsstudie<br />

opgenomen dient te wor<strong>de</strong>n. Het gaat om <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> situaties:<br />

a) het bouwen van ten minste 250 woongelegenhe<strong>de</strong>n;<br />

b) het bouwen van gebouwen of gebouwencomplexen voor han<strong>de</strong>l, horeca, kantoorfuncties<br />

en diensten met een totale brutovloeroppervlakte na <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n van ten minste<br />

7.500 vierkante meter, of het uitbrei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>rgelijke gebouwen of gebouwencomplexen, als<br />

<strong>de</strong> totale brutovloeroppervlakte door die uitbreiding <strong>de</strong> drempel van 7.500 vierkante meter of<br />

een veelvoud ervan overschrijdt;<br />

c) het bouwen van gebouwen of gebouwencomplexen voor <strong>de</strong> vestiging van industrie, K.M.O.<br />

en ambacht met een totale brutovloeroppervlakte na <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n van ten minste<br />

15.000 vierkante meter, of het uitbrei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>rgelijke gebouwen of gebouwencomplexen,<br />

als <strong>de</strong> totale brutovloeroppervlakte door die uitbreiding <strong>de</strong> drempel van 15.000 vierkante<br />

meter of een veelvoud ervan overschrijdt.<br />

Het doel van <strong>de</strong>ze mobiliteitsstudie is <strong>de</strong> mogelijke mobiliteitseffecten van een nieuw project te<br />

analyseren en aan te geven op welke wijze <strong>de</strong> na<strong>de</strong>lige mobiliteitseffecten verme<strong>de</strong>n, beperkt of<br />

verholpen kunnen wor<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> eerste plaats wordt nagegaan of het vervoerssysteem <strong>de</strong> extra<br />

mobiliteit die gegenereerd wordt, nog op kwalitatieve wijze kan verwerken. Daarnaast gaat een<br />

<strong>de</strong>rgelijke studie na wat <strong>de</strong> impact van <strong>de</strong>ze mobiliteit is op <strong>de</strong> verkeersveiligheid, <strong>de</strong><br />

verkeersleefbaarheid en het milieu. De MOBER moet geïntegreerd wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> aanvraag voor <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning, die in functie van <strong>de</strong> te verwachten<br />

mobiliteitseffecten dan aanvullen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n kan opleggen. De aanvraag moet ook voorgelegd<br />

wor<strong>de</strong>n aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. De verplichting trad in werking op 1<br />

september 2009.<br />

Bovenvermel<strong>de</strong> mobiliteitsstudie is niet verplicht wanneer <strong>de</strong> mobiliteitseffecten al eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzocht<br />

wer<strong>de</strong>n als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een milieueffectenrapport of een verkavelingsvergunning.<br />

Nuttige informatie over <strong>de</strong>ze mobiliteitseffectenstudie‟s is te vin<strong>de</strong>n op www.mobielvlaan<strong>de</strong>ren.be.<br />

A.1.7. Wat is een Milieueffectrapport?<br />

Voor sommige belangrijke bouw- of infrastructuurwerken dient <strong>de</strong> bouwaanvraag van een<br />

milieueffectrapport (MER) vergezeld te gaan. Deze MER-plichtige bouwwerken wor<strong>de</strong>n opgesomd in<br />

het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 10 <strong>de</strong>cember 2004. Het MER-rapport beschrijft <strong>de</strong><br />

milieugevolgen van <strong>de</strong> voorgenomen werken en van <strong>de</strong> mogelijke alternatieven. Het moet wor<strong>de</strong>n<br />

opgesteld door een daartoe speciaal erken<strong>de</strong> MER-<strong>de</strong>skundige, en het wordt opgevolgd en<br />

goedgekeurd door <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid (Dienst Milieueffectrapportage) van<br />

LNE (<strong>de</strong> vroegere cel MER van AMINAL). Het MER beoogt <strong>de</strong> vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid voor te<br />

lichten, en kan dus niet wor<strong>de</strong>n opgevat als een aparte vergunning of toelating om te kunnen bouwen<br />

of exploiteren.<br />

A.1.8. Hoe zit het met <strong>de</strong> koppeling met <strong>de</strong> milieuvergunning?<br />

Zowel het Milieuvergunningen<strong>de</strong>creet als <strong>de</strong> Co<strong>de</strong>x RO voorzien in een formele koppeling tussen <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning en <strong>de</strong> milieuvergunning, en dit door <strong>de</strong> uitvoerbaarheid van <strong>de</strong> ene<br />

vergunning te on<strong>de</strong>rwerpen aan het bekomen van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re: <strong>de</strong> verleen<strong>de</strong> milieuvergunning wordt<br />

geschorst tot wanneer <strong>de</strong> bouwvergunning <strong>de</strong>finitief wordt verleend, en omgekeerd.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 52


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

De milieuvergunning wordt beschouwd als <strong>de</strong>finitief verleend, hetzij na het verstrijken van <strong>de</strong> termijn<br />

voor het indienen van een administratief beroep, overeenkomstig artikel 23 van het<br />

Milieuvergunnings<strong>de</strong>creet (d.i. 30 dagen na bekendmaking van <strong>de</strong> beslissing), hetzij, indien een<br />

<strong>de</strong>rgelijk administratief beroep werd ingesteld, vanaf het verlenen van <strong>de</strong> milieuvergunning door <strong>de</strong><br />

vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid in beroep.<br />

Een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning voor een inrichting waarvoor een milieuvergunning vereist is,<br />

wordt beschouwd als <strong>de</strong>finitief verleend vanaf <strong>de</strong> datum waarop van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunning gebruik kan wor<strong>de</strong>n gemaakt overeenkomstig artikel 4.7.19, §3, artikel 4.7.23, §5, dan<br />

wel artikel 4.7.26, §4, twee<strong>de</strong> lid Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO.<br />

Wordt <strong>de</strong> bouwvergunning <strong>de</strong>finitief geweigerd, dan vervalt <strong>de</strong> milieuvergunning van rechtswege op<br />

<strong>de</strong> dag van <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve weigering van <strong>de</strong> bouwvergunning, en omgekeerd. Dit verval wordt<br />

meege<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> aanvrager en <strong>de</strong> overheid die <strong>de</strong> milieuvergunning heeft verleend. De<br />

milieuvergunning wordt beschouwd als <strong>de</strong>finitief geweigerd, hetzij, na het verstrijken van <strong>de</strong> termijn<br />

voor het indienen van een administratief beroep tegen <strong>de</strong> weigering van <strong>de</strong> milieuvergunning in eerste<br />

aanleg, overeenkomstig artikel 23, (d.i. 30 dagen na bekendmaking van <strong>de</strong> beslissing) hetzij, indien<br />

een <strong>de</strong>rgelijk administratief beroep werd ingesteld, vanaf <strong>de</strong> weigering van <strong>de</strong> milieuvergunning door<br />

<strong>de</strong> vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid in beroep. De ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning voor een inrichting<br />

waarvoor een milieuvergunning vereist is, wordt beschouwd als <strong>de</strong>finitief geweigerd vanaf <strong>de</strong> datum<br />

waarop in laatste administratieve aanleg werd beslist om <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning niet af te<br />

leveren.<br />

In dit verband dient nog te wor<strong>de</strong>n gewezen op <strong>de</strong> (toekomstige) invoering van een zogenaamd<br />

„uniek loket‟. Waar <strong>de</strong> regeling van artikel 5 Milieuvergunnings<strong>de</strong>creet een koppeling tussen bei<strong>de</strong><br />

vergunningen regelt aan het eind van <strong>de</strong> rit, wil <strong>de</strong> Vlaamse Regering via haar <strong>de</strong>creet van 27 maart<br />

2009 (B.S. 13 mei 2009) immers voor een koppeling zorgen bij <strong>de</strong> aanvang van <strong>de</strong><br />

vergunningsprocedure tot <strong>de</strong> uitspraak in eerste aanleg. Het gaat hierbij echter niet om een integratie<br />

van <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> vergunningen, maar wel om een afstemming van <strong>de</strong> aanvraagprocedures op elkaar.<br />

Toch blijft <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> koppeling haar belang behou<strong>de</strong>n omdat het uniek loket enerzijds enkel wordt<br />

ingevoerd voor klasse 2-inrichtingen en er, an<strong>de</strong>rzijds, geen verplichting geldt om gebruik te maken<br />

van dit uniek loket. Wel is binnen <strong>de</strong>ze nieuwe regeling elke Vlaamse gemeente verplicht om een<br />

uniek gemeentelijk loket te creëren waar alle aanvragen, meldingen en me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

ingediend, al moet <strong>de</strong> Vlaamse Regering <strong>de</strong> inwerkingtreding van het <strong>de</strong>creet van 27 maart 2009 nog<br />

bepalen. Wie voor eenzelf<strong>de</strong> project een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning en een milieuvergunning<br />

nodig heeft, zal die binnenkort dus samen kunnen aanvragen. Bei<strong>de</strong> vergunningen moeten wel aan<br />

elkaar „gekoppeld‟ zijn en bijkomend moet het gaan om vergunningen die in eerste administratieve<br />

aanleg wor<strong>de</strong>n afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen (klasse 2-inrichtingen).<br />

A.1.9. Referentie belangrijkste wetgeving:<br />

Decreet betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning gecoördineerd op 22 oktober 1996, herhaal<strong>de</strong>lijk<br />

gewijzigd (B.S., 15 maart 1997)<br />

Decreet van 18 mei 1999 op <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, herhaal<strong>de</strong>lijk gewijzigd (B.S., 8 juni<br />

1999);<br />

Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO (B.S. 20 augustus 2009);<br />

Besluit van Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> openbare on<strong>de</strong>rzoeken over<br />

aanvragen tot ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen (B.S. 20 mei 2000,<br />

gewijzigd op 30 maart 2001, 8 maart 2002 en 5 juni 2009);<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 53


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse regering van 10 <strong>de</strong>cember 2004 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van <strong>de</strong><br />

categorieën van projecten on<strong>de</strong>rworpen aan milieueffectrapportage (B.S. 17 februari 2005);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse regering van 23 mei 2003 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bepaling van <strong>de</strong> werken en<br />

han<strong>de</strong>lingen die vrijgesteld zijn van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking van <strong>de</strong> architect (B.S. 16 juli 2003,<br />

gewijzigd op 29 mei 2009);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot bepaling van <strong>de</strong> toelaatbare<br />

functiewijzigingen voor gebouwen, gelegen buiten <strong>de</strong> geëigen<strong>de</strong> bestemmingszone (B.S. 10<br />

februari 2004, laatst gewijzigd op 29 mei 2009);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> dossiersamenstelling van <strong>de</strong><br />

aanvraag voor een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning (B.S. 28 mei 2004, laatst gewijzigd op 3<br />

juli 2009)<br />

Decreet 7 mei 2004 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van <strong>de</strong><br />

energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een<br />

energieprestatiecertificaat (B.S. 30 juli 2004)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van <strong>de</strong> eisen op het vlak<br />

van <strong>de</strong> energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen (B.S. 17 juni 2005)<br />

Decreet van 18 juli 2003 betreffen<strong>de</strong> het algemeen waterbeleid (B.S. 14 november 2003)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering op 20 juli 2006 tot vaststelling van na<strong>de</strong>re regels voor <strong>de</strong><br />

toepassing van <strong>de</strong> watertoets, tot aanwijzing van <strong>de</strong> adviesinstantie en tot vaststelling van<br />

na<strong>de</strong>re regels voor <strong>de</strong> adviesprocedure bij <strong>de</strong> watertoets vermeld in artikel 8 van het <strong>de</strong>creet<br />

betreffen<strong>de</strong> het integraal waterbeleid (B.S. 31 oktober 2006)<br />

Besluit van 1 oktober 2004 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van een gewestelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

veror<strong>de</strong>ning inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en<br />

geschei<strong>de</strong>n lozing van afvalwater en hemelwater (B.S. 8 november 2004).<br />

Decreet van 28 juni 1985 van <strong>de</strong> Vlaamse Raad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning<br />

(Milieuvergunnings<strong>de</strong>creet) (B.S. 17 september 1985)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 54


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.2. De milieuvergunning<br />

A.2.1. Wat is een milieuvergunning en wat zijn milieuvoorwaar<strong>de</strong>n?<br />

Een milieuvergunning kan wor<strong>de</strong>n opgevat als een schriftelijke toelating van <strong>de</strong> overheid om bepaal<strong>de</strong><br />

hin<strong>de</strong>rlijke inrichtingen of activiteiten te kunnen exploiteren. Karakteristiek voor <strong>de</strong> milieuvergunning is<br />

dat er verschillen<strong>de</strong> vergunningsstelsels in geïntegreerd zijn (<strong>de</strong> vroegere ARAB-<br />

exploitatievergunning, <strong>de</strong> lozingsvergunning, afvalstoffenvergunning, <strong>de</strong> vergunning op het winnen<br />

van grondwater).<br />

Naast <strong>de</strong> vermelding van <strong>de</strong> ingewonnen adviezen en on<strong>de</strong>rzoeken, zoals on<strong>de</strong>r meer het openbaar<br />

on<strong>de</strong>rzoek, het advies van ruimtelijke or<strong>de</strong>ning of an<strong>de</strong>re milieuoverhe<strong>de</strong>n, bevat het<br />

milieuvergunningsbesluit een opsomming van <strong>de</strong> activiteiten, <strong>de</strong> vergun<strong>de</strong> inrichtingen en rubrieken<br />

overeenkomstig Bijlage 1 van VLAREM I evenals <strong>de</strong> vermelding van <strong>de</strong> algemene en sectorale milieu-<br />

of vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n van VLAREM II. Het voorbije <strong>de</strong>cennium werd het VLAREM herhaal<strong>de</strong>lijk<br />

gewijzigd, vaak on<strong>de</strong>r invloed van nieuwe Europese milieuregelgeving. Een laatste grondige facelift<br />

dateert van begin 2009, met name door <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> „VLAREM-actualisatietrein, die een<br />

actualisatie inhoudt in het licht van <strong>de</strong> technologische evolutie (kennis, BBT, enz.) en een<br />

vereenvoudiging van <strong>de</strong> administratieve procedures beoogt (Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering tot<br />

wijziging van het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 6 februari 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het<br />

Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning, van het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 1<br />

juni 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en van het besluit van <strong>de</strong><br />

Vlaamse Regering van 14 <strong>de</strong>cember 2007 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het Vlaams reglement<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming ter doorvoering van technische actualisering<br />

(B.S. 27 januari 2009). Deze wijzigingen zijn in werking getre<strong>de</strong>n op 1 maart 2009 en wer<strong>de</strong>n<br />

aangevuld met een correctiebesluit van 24 april 2009.<br />

De milieuvoorwaar<strong>de</strong>n hebben betrekking op <strong>de</strong> meest uiteenlopen<strong>de</strong> facetten van <strong>de</strong> exploitatie van<br />

een hin<strong>de</strong>rlijke inrichting: voorkomen van ongevallen allerhan<strong>de</strong>, geluidshin<strong>de</strong>r, geurhin<strong>de</strong>r of<br />

oppervlaktewaterverontreiniging, beheer van afvalstoffen, enz. De algemene milieuvoorwaar<strong>de</strong>n,<br />

opgenomen in <strong>de</strong>el 4 van VLAREM II, zijn in principe van toepassing op alle inrichtingen; <strong>de</strong><br />

sectorale milieuvoorwaar<strong>de</strong>n, opgenomen in <strong>de</strong>el 5 van VLAREM II, zijn slechts van toepassing op<br />

bepaal<strong>de</strong> sectoren zoals garages, laboratoria, wasserijen, winkels voor groot- en kleinhan<strong>de</strong>l, enz.<br />

Bepaal<strong>de</strong> van die voorwaar<strong>de</strong>n bevatten overigens verbods- of afstandsbepalingen, die van<br />

doorslaggevend belang kunnen zijn bij <strong>de</strong> keuze van een bedrijfsterrein. Finaal kan ook wor<strong>de</strong>n<br />

gewezen op het bestaan van een aantal milieuvoorwaar<strong>de</strong>n voor niet-inge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> inrichtingen, die zijn<br />

opgenomen in <strong>de</strong>el 6 van VLAREM II.<br />

De vermelding van <strong>de</strong> vergun<strong>de</strong> rubrieken en van <strong>de</strong> exploitatie- en sectorale voorwaar<strong>de</strong>n die van<br />

toepassing zijn, legt meteen <strong>de</strong> band met <strong>de</strong> concrete milieunormen die voor het bedrijf van<br />

toepassing zijn. Naast <strong>de</strong>ze sectorale voorwaar<strong>de</strong>n kan <strong>de</strong> vergunnen<strong>de</strong> overheid mits motivatie (bvb.<br />

op grond van <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> milieueffectrapportage of <strong>de</strong> inplanting van het bedrijf) ook nog<br />

bijzon<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n opleggen die in <strong>de</strong> vergunning (of bijlagen) volledig moeten beschreven<br />

zijn.<br />

Het <strong>de</strong>creet van 6 februari 2004 tot wijziging van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (B.S.<br />

9 maart 2004) geeft uitvoering aan het regeerakkoord van 1999, dat bepaal<strong>de</strong> dat het<br />

milieuvergunningsstelsel dien<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n vereenvoudigd door een vervanging van <strong>de</strong><br />

milieuvergunningsplicht door integrale milieuvoorwaar<strong>de</strong>n voor homogene activiteiten die slechts<br />

een beperkte milieubelasting met zich meebrengen. Het systeem van integrale milieuvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

betekent dat bepaal<strong>de</strong> bedrijven niet langer een uitgebrei<strong>de</strong> vergunningsprocedure zou<strong>de</strong>n moeten<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 55


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

doorlopen, maar via een eenvoudige meldingsplicht een pakket sectorale standaardvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

krijgen. Het <strong>de</strong>creet legt <strong>de</strong> basis voor een stelsel van integrale milieuvoorwaar<strong>de</strong>n in combinatie met<br />

een meldingsplicht (er is m.a.w. geen vergunningsplicht meer voor <strong>de</strong> betrokken inrichtingen). De<br />

integrale voorwaar<strong>de</strong> zijn zo opgesteld dat zij alle vormen van na<strong>de</strong>el voor mens en milieu,<br />

veroorzaakt door <strong>de</strong> betrokken inrichting/activiteit in haar totaliteit beschouwd, kan voorkomen of<br />

beperken door mid<strong>de</strong>l van een sluitend "all in one" pakket milieuvoorwaar<strong>de</strong>n. Het pakket integrale<br />

milieuvoorwaar<strong>de</strong>n kan uitzon<strong>de</strong>rlijk wor<strong>de</strong>n op punt gesteld met na<strong>de</strong>re eisen. Na<strong>de</strong>re eisen zijn<br />

milieuvoorwaar<strong>de</strong>n die in welbepaal<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> afstemming met specifieke lokale situaties moeten<br />

mogelijk maken.<br />

De Vlaamse Regering selecteer<strong>de</strong> in 2003 <strong>de</strong> sector van <strong>de</strong> schrijnwerkerijen en <strong>de</strong> garages als<br />

proefsectoren voor het uitwerken van pakketten integrale voorwaar<strong>de</strong>n. Op 15 september 2006 werd<br />

het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 6<br />

februari 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning en<br />

van het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 1 juni 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene en sectorale bepalingen<br />

inzake milieuhygiëne ter invoeging van integrale voorwaar<strong>de</strong>n voor standaardgarages en –<br />

carrosseriebedrijven en standaardhoutbewerkingsbedrijven <strong>de</strong>finitief goedgekeurd door <strong>de</strong> Vlaamse<br />

Regering (B.S. 28 <strong>de</strong>cember 2006). Dit besluit is op 1 februari 2007 in werking getre<strong>de</strong>n.<br />

Het uitbaten van een hin<strong>de</strong>rlijke inrichting zon<strong>de</strong>r milieuvergunning (of milieumelding) of miskenning<br />

van <strong>de</strong> vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n, kan aanleiding geven tot strafrechtelijke en/of administratieve<br />

sancties. In dit verband dient wel te wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> handhaving, maar ook het toezicht en<br />

<strong>de</strong> veiligheidsmaatregelen niet langer wor<strong>de</strong>n geregeld in het Milieuvergunnings<strong>de</strong>creet, maar wel in<br />

het overkoepelen<strong>de</strong> Milieuhandhavings<strong>de</strong>creet (d.i. een nieuwe titel in het DABM, ingevoerd door het<br />

Decreet van 21 <strong>de</strong>cember 2007 tot aanvulling van het <strong>de</strong>creet van 5 april 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene<br />

bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen »<br />

(B.S. 29 februari 2008)). Op bestuurlijk gebied voorziet <strong>de</strong>ze nieuwe regeling in drie bestuurlijke<br />

maatregelen (bevel tot staking, bevel tot regularisatie en bestuursdwang), alsook in administratieve<br />

geldboetes. Strafrechtelijk wordt een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt naargelang het een milieu-inbreuk of een<br />

milieumisdrijf betreft. Milieu-inbreuken, zoals het verzuimen van het bijhou<strong>de</strong>n van formaliteiten<br />

(bijhou<strong>de</strong>n van het milieujaarverslag, …), wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>penaliseerd, en wor<strong>de</strong>n uitsluitend afgewikkeld<br />

in het bestuurlijk spoor via administratieve geldboetes. Het exploiteren zon<strong>de</strong>r milieuvergunning is<br />

steeds een milieumisdrijf en wordt in beginsel bestraft via strafsancties.<br />

De milieuvergunning wordt verleend voor een welbepaal<strong>de</strong> termijn, doch <strong>de</strong>ze laatste is beperkt tot<br />

maximum 20 jaar. In sommige gevallen kan ook een vergunning op proef wor<strong>de</strong>n verleend voor<br />

een perio<strong>de</strong> van tenminste 6 maan<strong>de</strong>n en ten hoogste 2 jaar, waarna <strong>de</strong> overheid een <strong>de</strong>finitief<br />

vergunningsbesluit neemt.<br />

A.2.2. Voor welke activiteiten heeft men een milieuvergunning nodig en hoe en<br />

waar vraagt men die aan?<br />

De potentieel hin<strong>de</strong>rlijke bedrijven wor<strong>de</strong>n opgesomd in <strong>de</strong> in<strong>de</strong>lingslijst van VLAREM I- bijlage 1.<br />

Deze lijst bevat een zestigtal rubrieken met on<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>lingen. Per af<strong>de</strong>ling wordt een in<strong>de</strong>ling gemaakt<br />

in drie klassen, volgens <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> eraan verbon<strong>de</strong>n milieueffecten. Klasse 1 en<br />

klasse 2-inrichtingen zijn milieuvergunningsplichtig; klasse 3-inrichtingen zijn slechts meldingsplichtig<br />

(zie hierna). <strong>Naar</strong> aanleiding van <strong>de</strong> VLAREM-actualisatietrein werd <strong>de</strong> in<strong>de</strong>lingslijst van Bijlage I bij<br />

VLAREM I echter aangepast, waarbij <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>r min<strong>de</strong>r wordt afgeleid van <strong>de</strong> totale geïnstalleer<strong>de</strong><br />

drijfkracht. Dit heeft een verschuiving veroorzaakt van een aantal inrichtingen van klasse 1 naar<br />

klasse 2, en vooral van klasse 2 naar klasse 3.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 56


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

De aanvraagprocedures voor <strong>de</strong> inrichtingen klasse 1 en klasse 2 verlopen voornamelijk volgens<br />

hetzelf<strong>de</strong> stramien. Voor bei<strong>de</strong> klassen wordt een aanvraagdossier opgemaakt, waarbij bepaal<strong>de</strong><br />

formulieren wor<strong>de</strong>n gebruikt. Standaardformulieren hiervoor zijn verkrijgbaar bij <strong>de</strong> gemeente (voor<br />

<strong>de</strong> klasse 2-inrichtingen) of bij <strong>de</strong> provincie (voor <strong>de</strong> klasse 1-inrichtingen) , en ook consulteerbaar op<br />

<strong>de</strong> website http://www.lne.be/themas/vergunningen/emil/over-milieuvergunningen/digitale-versievan-<strong>de</strong>-formulieren/formulieren/?searchterm=meldingsformulier<br />

waarop men ook meer informatie<br />

aantreft voor <strong>de</strong> vergunningsaanvragen van alle klassen<br />

(http://www.lne.be/themas/vergunningen/emil/loket/handleiding/Melding12).<br />

Het aanvraagdossier voor klasse 2-inrichtingen wordt ingediend bij het college van<br />

burgemeester en schepenen; dat van <strong>de</strong> klasse 1-inrichtingen bij <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie.<br />

Er volgt dan een openbaar on<strong>de</strong>rzoek.. De Af<strong>de</strong>ling Milieuvergunning en <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> instanties<br />

inzake ruimtelijke or<strong>de</strong>ning (Agentschap RO Vlaan<strong>de</strong>ren) brengen advies uit over alle inrichtingen,<br />

terwijl <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re adviesorganen (OVAM, VLM, VMM, het Vlaams Energieagentschap,…) volgens <strong>de</strong><br />

aard van <strong>de</strong> aanvraag advies uitbrengen. De overheid moet zich vervolgens uitspreken binnen een<br />

behan<strong>de</strong>lingstermijn van 3 of 4 maan<strong>de</strong>n, naargelang <strong>de</strong> klasse van inrichting waarop <strong>de</strong> aanvraag<br />

betrekking heeft. Deze termijn is wel verlengbaar tot maximum 4,5 respectievelijk 6 maan<strong>de</strong>n. Wordt<br />

binnen <strong>de</strong>ze (verleng<strong>de</strong>) termijn geen beslissing genomen dan wordt <strong>de</strong> vergunning geacht te zijn<br />

geweigerd.<br />

Zowel <strong>de</strong> aanvrager, omwonen<strong>de</strong>n of plaatselijke milieuverenigingen als <strong>de</strong> betrokken (adviseren<strong>de</strong>)<br />

overhe<strong>de</strong>n kunnen binnen een termijn van 30 dagen administratief beroep aantekenen. Het<br />

beroep tegen vergunningsbeslissingen inzake klasse 2-inrichtingen wordt behan<strong>de</strong>ld door <strong>de</strong><br />

bestendige <strong>de</strong>putatie van <strong>de</strong> provincie (die binnen <strong>de</strong> 4 maan<strong>de</strong>n uitspraak doet); een beroep<br />

inzake klasse 1-inrichtingen wordt behan<strong>de</strong>ld door <strong>de</strong> Vlaamse minister van Leefmilieu (die<br />

uitspraak doet binnen <strong>de</strong> 5 maan<strong>de</strong>n). Op <strong>de</strong> overschrijding van <strong>de</strong> termijn om in beroep uitspraak te<br />

doen, is geen sanctie bepaald. Het vroegere stelsel van stilzwijgen<strong>de</strong> vergunningen waartoe <strong>de</strong><br />

termijnoverschrijding aanleiding gaf, is intussen afgeschaft. Beroepen tegen <strong>de</strong> beslissingen van <strong>de</strong><br />

bestendige <strong>de</strong>putatie wor<strong>de</strong>n voor advies voorgelegd aan <strong>de</strong> gewestelijke<br />

milieuvergunningscommissie en beroepen tegen <strong>de</strong> beslissingen van het college van<br />

burgemeester en schepenen aan <strong>de</strong> provinciale milieuvergunningscommissie. De commissie is<br />

verplicht om <strong>de</strong> aanvrager die erom verzoekt te horen.<br />

In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> invoering van het uniek gemeentelijk loket voor „samengevoeg<strong>de</strong> aanvragen‟ van<br />

een bouw- en milieuvergunning voor een klasse 2-inrichting, dient te wor<strong>de</strong>n gewezen op een aantal<br />

aanzienlijke veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong> aanvraagprocedure). De Vlaamse Regering kan overigens<br />

bijkomen<strong>de</strong> regels vastleggen voor <strong>de</strong> organisatie van het loket en voor <strong>de</strong> samenstelling van<br />

samengevoeg<strong>de</strong> aanvraagdossiers. Vooreerst is er een ontvankelijkheids- en volledigheidson<strong>de</strong>rzoek<br />

van samengevoeg<strong>de</strong> aanvragen, waarvan <strong>de</strong> resultaten via het uniek gemeentelijk loket en met één<br />

gewone brief aan <strong>de</strong> aanvrager wor<strong>de</strong>n gemeld. Indien er over <strong>de</strong> samengevoeg<strong>de</strong> aanvragen een<br />

advies moet ingewonnen wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> adviseren<strong>de</strong> instantie, dan wordt aan die instantie één<br />

gezamenlijke adviesvraag voorgelegd. Indien bei<strong>de</strong> samengevoeg<strong>de</strong> aanvragen on<strong>de</strong>rworpen moeten<br />

wor<strong>de</strong>n aan een openbaar on<strong>de</strong>rzoek, dan wordt er één gemeenschappelijk openbaar on<strong>de</strong>rzoek<br />

georganiseerd. In het beslissingsproces over <strong>de</strong> milieuvergunningsaanvraag gaat men in op <strong>de</strong><br />

milieugebon<strong>de</strong>n bezwaren en <strong>de</strong> bezwaren over <strong>de</strong> planologische verenigbaarheid van datgene<br />

waarvoor <strong>de</strong> milieuvergunning wordt aangevraagd. In het beslissingsproces over <strong>de</strong> aanvraag voor<br />

een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning wordt ingegaan op <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige en ruimtelijk<br />

gebon<strong>de</strong>n bezwaren. Vervolgens on<strong>de</strong>rzoekt het college van burgemeester en schepenen <strong>de</strong><br />

samengevoeg<strong>de</strong> aanvragen gelijktijdig en beslist op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> dag over bei<strong>de</strong> aanvragen. Bei<strong>de</strong><br />

beslissingen wor<strong>de</strong>n, via het uniek gemeentelijk loket, met een aangeteken<strong>de</strong> brief of via een an<strong>de</strong>re<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 57


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

beveilig<strong>de</strong> zending aan <strong>de</strong> aanvrager bezorgd. Belangrijk is <strong>de</strong> wijziging van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lingstermijn<br />

voor klasse 2-inrichtingen, nu <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lingstermijn in eerste aanleg voor<br />

vergunningsaanvragen voor inrichtingen van klasse 2 wordt verlengd van 3 maan<strong>de</strong>n tot<br />

105 kalen<strong>de</strong>rdagen. Omwille van <strong>de</strong> gelijkschakeling van <strong>de</strong> termijnen voor bei<strong>de</strong> procedures,<br />

wordt <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> termijn te verlengen bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling in eerste aanleg van een<br />

milieuvergunningsaanvraag voor een inrichting van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> klasse afgeschaft.<br />

A.2.3. Wat is een milieumelding en hoe en waar gebeurt die?<br />

Indien het machinepark of <strong>de</strong> opslagcapaciteiten van een on<strong>de</strong>rneming eer<strong>de</strong>r beperkt zijn, volstaat<br />

vaak een melding van een klasse 3-inrichting. De melding gebeurt door mid<strong>de</strong>l van<br />

meldingsformulieren “Melding van <strong>de</strong> exploitatie of veran<strong>de</strong>ring van een inrichting van uitsluitend<br />

klasse 3”, voorzien in bijlage 3.B. van VLAREM I. De formulieren kunnen wor<strong>de</strong>n geconsulteerd op <strong>de</strong><br />

website (http://www.lne.be/themas/vergunningen/emil/loket/handleiding/Melding3).<br />

De melding gebeurt bij het college van burgemeester en schepenen van <strong>de</strong> gemeente waar <strong>de</strong><br />

exploitatie zal plaatsvin<strong>de</strong>n. De volgen<strong>de</strong> dag mogen <strong>de</strong> activiteiten reeds wor<strong>de</strong>n aangevat. Het<br />

college acteert <strong>de</strong>ze melding in een speciaal register. Een <strong>de</strong>rgelijke melding kan trouwens niet<br />

wor<strong>de</strong>n geweigerd. Dit houdt evenwel geen carte blanche in: op <strong>de</strong> inrichting zijn automatisch <strong>de</strong><br />

algemene en sectorale bepalingen van Vlarem II van toepassing, en <strong>de</strong> inrichting kan inzon<strong>de</strong>rheid<br />

slechts wor<strong>de</strong>n gestart indien voldaan is aan het inplantingsvoorschrift van artikel 4.1.1.1. VLAREM<br />

II (dit voorschrift impliceert dat <strong>de</strong> inrichting slechts kan wor<strong>de</strong>n geëxploiteerd indien <strong>de</strong><br />

inplantingsplaats verenigbaar is met <strong>de</strong> voorschriften van <strong>de</strong> ruimtelijke bestemmingsplannnen).<br />

Bovendien kan het college van burgemeester en schepenen sinds 1 maart 2009 bijzon<strong>de</strong>re<br />

milieuvoorwaar<strong>de</strong>n opleggen naar aanleiding van een melding van een klasse 3-inrichting. Het kan<br />

gaan om voorwaar<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> milieuhin<strong>de</strong>r bijkomend te beperken, zoals het plaatsen van een<br />

groenscherm. In geen geval mogen <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n betrekking hebben op emissiegrenswaar<strong>de</strong>n<br />

en mogen niet afwijken van <strong>de</strong> best beschikbare technieken die zijn beschreven in <strong>de</strong> algemene en<br />

sectorale milievoorwaar<strong>de</strong>n. Finaal dienen voor alle dossiers waarin „grondwater‟ het voorwerp van <strong>de</strong><br />

melding uitmaakt, advies gevraagd te wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> VMM, Af<strong>de</strong>ling Water.<br />

De melding van een klasse 3 inrichting bij een klasse 1 of 2 inrichting gebeurt volgens <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

procedure als <strong>de</strong> gewone melding van een klasse 3 inrichting, met dien verstan<strong>de</strong> dat ze moet wor<strong>de</strong>n<br />

ingediend bij het college van burgemeester en schepenen als <strong>de</strong> gehele inrichting klasse 2 is, en bij <strong>de</strong><br />

bestendige <strong>de</strong>putatie als <strong>de</strong> gehele inrichting klasse 1 is.<br />

A.2.4. Wat is een veiligheidsrapport?<br />

Net zoals het geval is voor bepaal<strong>de</strong> bouwwerken zijn bepaal<strong>de</strong> belangrijke hin<strong>de</strong>rlijke inrichtingen<br />

MER-plichtig. De lijst van MER-plichtige activiteiten wordt opgesomd in een besluit van 10<br />

<strong>de</strong>cember 2004 van <strong>de</strong> Vlaamse Regering (het zgn. MER-besluit hin<strong>de</strong>rlijke inrichtingen), en kan ook<br />

wor<strong>de</strong>n geraadpleegd op <strong>de</strong> website www.mervlaan<strong>de</strong>ren.be, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> rubriek „regelgeving‟.<br />

Sommige bedrijven zijn ook “VR-plichtig”. Industriële inrichtingen waar gevaarlijke producten<br />

zijn betrokken in hoeveelhe<strong>de</strong>n gelijk aan of groter dan <strong>de</strong> hoeveelheid genoemd in bijlage 6 (kolom<br />

3, <strong>de</strong>el 1 en 2) -van VLAREM I, vereisen in<strong>de</strong>rdaad een veiligheidsrapport. Het veiligheidsrapport is<br />

een document waarin voor een voorgenomen industriële activiteit <strong>de</strong> maatregelen wor<strong>de</strong>n vermeld om<br />

zware ongevallen te voorkomen en <strong>de</strong> gevolgen daarvan te beperken voor mens en milieu, en heeft<br />

dus een beperkter toepassingsgebied dan <strong>de</strong> MER. Het wordt opgesteld door daartoe speciaal erken<strong>de</strong><br />

VR-<strong>de</strong>skundigen, en wordt gevolgd door <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Departement<br />

LNE (<strong>de</strong> vroegere cel-VR van AMINAL). Meer informatie over <strong>de</strong> VR-plichtige bedrijven en <strong>de</strong> te<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 58


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

doorlopen procedure bij veiligheidsrapportage treft men aan op <strong>de</strong> website<br />

http://www.lne.be/themas/veiligheidsrapportage.<br />

A.2.5. Wat bij overname van een bedrijf?<br />

Het komt regelmatig voor dat men een eigen bedrijf opstart door overname van een bestaan<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rneming of een <strong>de</strong>el daarvan. Ook in dit ka<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n vanuit <strong>de</strong> milieureglementering belangrijke<br />

verplichtingen opgelegd. Er werd reeds op gewezen dat in het Vlaamse Gewest bij bepaal<strong>de</strong><br />

overdrachten van grond een bo<strong>de</strong>mattest is vereist en/of een bijzon<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoeksverplichting wordt<br />

opgelegd in het ka<strong>de</strong>r van het Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet. Maar ook <strong>de</strong> wetgeving op <strong>de</strong> milieuvergunning bevat<br />

relevante bepalingen bij een overname.<br />

Aldus bepaalt VLAREM I dat in geval een vergun<strong>de</strong> inrichting wordt overgenomen door een an<strong>de</strong>re<br />

exploitant <strong>de</strong> toegestane vergunningen geldig blijven voor <strong>de</strong> resteren<strong>de</strong> duur ervan. De overnemer<br />

moet <strong>de</strong> overname wel vóór <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van <strong>de</strong> overname mel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> overheid<br />

die op het ogenblik van <strong>de</strong> melding bevoegd is voor <strong>de</strong> overgenomen inrichting. De melding gebeurt<br />

door mid<strong>de</strong>l van een meldingsformulier, opgenomen in bijlage 3.C. van VLAREM I. Het formulier kan<br />

wor<strong>de</strong>n geconsulteerd op <strong>de</strong> website http://www.lne.be/themas/vergunningen/emil/over-<br />

milieuvergunningen/digitale-versie-van-<strong>de</strong>-formulieren.<br />

De overnemer moet <strong>de</strong> overname vóór <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van <strong>de</strong> overname<br />

mel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> overheid die op het tijdstip van <strong>de</strong> melding overeenkomstig <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> klasse in<br />

eerste aanleg bevoegd is voor <strong>de</strong> overgenomen inrichting, al staat hierop geen sanctie. De overheid<br />

bij wie <strong>de</strong> melding van overname wordt ingediend, moet nagaan welke lopen<strong>de</strong> vergunningen van<br />

toepassing zijn op <strong>de</strong> voor overname gemel<strong>de</strong> inrichting. Het is mogelijk om een inrichting ge<strong>de</strong>eltelijk<br />

over te nemen, maar dit is wat <strong>de</strong> milieuvergunning betreft alleen mogelijk als het in <strong>de</strong> toekomst<br />

milieutechnisch gezien om een volledig aparte exploitatie gaat. Dit is meestal niet het geval bij een<br />

opsplitsing van een bedrijf om bedrijfseconomische re<strong>de</strong>nen (bv. om fiscale re<strong>de</strong>nen of om een<br />

ver<strong>de</strong>ling tussen kin<strong>de</strong>ren).<br />

De overheid stuurt aan <strong>de</strong> overnemer die <strong>de</strong> melding heeft gedaan een schriftelijke<br />

ontvangstmelding.<br />

A.2.6. Referentie belangrijkste wetgeving:<br />

Decreet van 28 juni 1985 van <strong>de</strong> Vlaamse Raad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning<br />

(Milieuvergunnings<strong>de</strong>creet) (B.S. 17 september 1985);<br />

Decreet van 21 <strong>de</strong>cember 2007 tot aanvulling van het <strong>de</strong>creet van 5 april 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en<br />

veiligheidsmaatregelen » (B.S. 29 februari 2008).<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse executieve van 6 februari 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het Vlaams<br />

reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning (VLAREM I), (B.S. 26 juni 1991);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 1 juni 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene en sectorale bepalingen<br />

inzake milieuhygiëne (VLAREM II), (B.S. 31 juli 1995, err. B.S. 29 september 1995);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 10 <strong>de</strong>cember 2004 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van <strong>de</strong><br />

categorieën van projecten on<strong>de</strong>rworpen aan milieueffectrapportage (B.S. 17 februari 2005).<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 6<br />

februari 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

milieuvergunning, van het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 1 juni 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en van het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 59


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Regering van 14 <strong>de</strong>cember 2007 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming ter doorvoering van technische actualisering<br />

(B.S. 27 januari 2009).<br />

Besluit van 24 april 2009 van <strong>de</strong> Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van <strong>de</strong><br />

Vlaamse Regering van 6 februari 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het Vlaams reglement<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning en van het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 1 juni 1995<br />

hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, ter uitvoering van<br />

correcties en ter uitvoering van bepalingen van het <strong>de</strong>creet van 12 <strong>de</strong>cember 2008 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

diverse bepalingen inzake energie, leefmilieu, openbare werken, landbouw en visserij en tot<br />

bepaling van <strong>de</strong> inwerkingtreding van artikel 88 van dit <strong>de</strong>creet (B.S. 15 juli 2009).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 60


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.3. Erkenningen en registraties<br />

A.3.1. Wat is een erkenning en registratie?<br />

Vooraleer bepaal<strong>de</strong> bedrijfsactiviteiten kunnen wor<strong>de</strong>n aangevat moeten soms ook erkenningen<br />

wor<strong>de</strong>n bekomen. De erkenning kan wor<strong>de</strong>n opgevat als een schriftelijke toelating vanwege <strong>de</strong><br />

overheid om een welbepaal<strong>de</strong> activiteit uit te oefenen. Soms zijn ook bepaal<strong>de</strong> registraties vereist,<br />

welke in principe louter administratieve meldingen betreffen. Het grote verschil tussen een erkenning<br />

en een vergunning is dat vergunningen niet aan <strong>de</strong> persoon van <strong>de</strong> exploitant zijn verbon<strong>de</strong>n<br />

(overdraagbaarheid van <strong>de</strong> vergunning), terwijl een erkenning steeds persoonsgebon<strong>de</strong>n is. De<br />

erkenning impliceert dat <strong>de</strong> exploitant bepaal<strong>de</strong> verbintenissen opneemt of aan welbepaal<strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n voldoet, die wor<strong>de</strong>n uitgedrukt in financiële of morele eisen. In sommige gevallen wordt<br />

trouwens het sluiten van een verzekeringscontract als voorwaar<strong>de</strong> gesteld voor het verkrijgen van een<br />

erkenning.<br />

Op 27 maart 2009 werd een <strong>de</strong>creet afgekondigd hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wijziging van het <strong>de</strong>creet van 28 juni<br />

1985 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning, wat betreft <strong>de</strong> aanvulling met een regeling inzake<br />

erkenningen, en hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wijziging van diverse an<strong>de</strong>re wetten en <strong>de</strong>creten. Het werd gepubliceerd in<br />

het Belgisch Staatsblad op 4 mei 2009. Het nieuwe hoofdstuk IIIbis van het<br />

Milieuvergunningen<strong>de</strong>creet regelt in beginsel alle erkenningen die op basis van het<br />

Milieuvergunningen<strong>de</strong>creet of <strong>de</strong> uitvoeringsbesluiten ervan wor<strong>de</strong>n voorgeschreven.<br />

Het gaat bvb. om <strong>de</strong> VLAREM II-<strong>de</strong>skundigen of milieucoördinatoren.<br />

A.3.2. Welke zijn <strong>de</strong> belangrijkste erkenningen of registraties?<br />

De meest belangrijke erkennings- en registratieverplichtingen die gel<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> Vlaamse<br />

milieuwetgeving ka<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> afvalstoffenwetgeving en aanverwante milieureglementering. Ver<strong>de</strong>r<br />

dient te wor<strong>de</strong>n aangestipt dat tal van milieu<strong>de</strong>skundigen, wiens statuut wordt geregeld door<br />

diverse milieureglementering, ook aan een voorafgaan<strong>de</strong> erkenning zijn on<strong>de</strong>rworpen. Dit is bvb. het<br />

geval voor <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundigen (wiens statuut wordt geregeld in het VLAREBO) of <strong>de</strong><br />

VLAREM II-<strong>de</strong>skundigen (wiens statuut wordt geregeld in het VLAREM II). Deze laatste<br />

erkenningsprocedures blijven hier onbesproken.<br />

De erkenning van afvalophaler en <strong>de</strong> registratie van afvalvervoer<strong>de</strong>rs<br />

Het Vlaamse afvalstoffen<strong>de</strong>creet bepaalt dat ophalers van afvalstoffen zijn on<strong>de</strong>rworpen aan een<br />

door <strong>de</strong> Vlaamse Regering te verlenen erkenning. Als ophaler wordt beschouwd: (a) elkeen die met<br />

eigen mid<strong>de</strong>len of door tussenkomst van een vervoer<strong>de</strong>r afvalstoffen inzamelt of laat inzamelen en/of<br />

laat overbrengen van <strong>de</strong> ene locatie naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, en (b) elke han<strong>de</strong>laar of makelaar die voor<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n regelingen treft voor <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring of <strong>de</strong> nuttige toepassing van afvalstoffen. De erkenning<br />

heeft on<strong>de</strong>r meer betrekking op <strong>de</strong> solvabiliteit, op <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigheid en <strong>de</strong> moraliteit van <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong>lijke persoon. Belangrijk is te on<strong>de</strong>rstrepen dat een erkenning als afvalophaler eveneens<br />

is vereist voor transport van afvalstoffen tussen verschillen<strong>de</strong> vestigingen van hetzelf<strong>de</strong> bedrijf, zelfs<br />

indien <strong>de</strong> afvalstoffen voortkomen van <strong>de</strong> eigen productie.<br />

Personen die in opdracht van een ophaler afvalstoffen vervoeren, zijn daarentegen on<strong>de</strong>rworpen<br />

aan een registratie.<br />

De erkennings- en registratieplicht is van toepassing op ophalers en vervoer<strong>de</strong>rs van gevaarlijke<br />

afvalstoffen, afgewerkte olie, klein gevaarlijk afval van huishou<strong>de</strong>lijke oorsprong (afgekort als KGA) en<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 61


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

eventuele an<strong>de</strong>re afvalstoffen aangeduid door <strong>de</strong> Vlaamse minister voor Leefmilieu. Zowel <strong>de</strong><br />

erkennings- als <strong>de</strong> registratieprocedure – die op ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> wijze wordt geregeld in het VLAREA<br />

(Vlaams reglement van 17 <strong>de</strong>cember 1997 inzake afvalvoorkoming –en beheer) – verloopt via <strong>de</strong><br />

OVAM, op wiens website men ook <strong>de</strong> lijst van erken<strong>de</strong> ophalers kan consulteren (www.ovam.be). De<br />

erkenning noch <strong>de</strong> registratie zijn overdraagbaar aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Bei<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n in principe voor een<br />

termijn van 5 jaar.<br />

De erkenning voor <strong>de</strong> ophaling en verwerking van dierlijk afval<br />

Er geldt ook een specifieke erkenningsprocedure voor <strong>de</strong> ophaling en verwerking van dierlijk afval (in<br />

beginsel zowel hoogrisico als laagrisico-materiaal) die veel gelijkenissen vertoont met <strong>de</strong> erkenning<br />

van ophalers van afvalstoffen. De erkenningsprocedure verloopt eveneens via <strong>de</strong> OVAM. Een lijst van<br />

erken<strong>de</strong> ophalers en verwerkers van dierlijk afval treft men aan op <strong>de</strong> reeds geciteer<strong>de</strong> website van<br />

<strong>de</strong> OVAM.<br />

A.3.3. Referentie belangrijkste wetgeving:<br />

Decreet van <strong>de</strong> Vlaamse Raad van 2 juli 1981 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> voorkoming en het beheer van<br />

afvalstoffen (B.S. 25 juli 1981)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 5 <strong>de</strong>cember 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement<br />

inzake afvalvoorkoming- en beheer (VLAREA), (B.S. 30 april 2004);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 24 mei 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bepaling van <strong>de</strong> gevaarlijke afvalstoffen,<br />

(B.S. 30 juni 1995).<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EG) Nr. 1774/2002 van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften<br />

inzake niet voor menselijke consumptie bestem<strong>de</strong> dierlijke bijproducten<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 62


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.4 De natuurvergunning<br />

Het opstarten van een nieuwe on<strong>de</strong>rneming gaat vaak gepaard met enerzijds het bebouwen van een<br />

bedrijfsperceel of het uitbrei<strong>de</strong>n van bestaan<strong>de</strong> bedrijfsgebouwen op naburig gelegen percelen en<br />

an<strong>de</strong>rzijds met het uitvoeren van bepaal<strong>de</strong> milieubelasten<strong>de</strong> activiteiten (drainage,<br />

grondwaterbemaling, gebruik pestici<strong>de</strong>n e.d.m.). Voor <strong>de</strong>rgelijke activiteiten is niet alleen een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige of milieuvergunning vereist. Bepaal<strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze activiteiten impliceren een<br />

beschadiging van bepaal<strong>de</strong> vegetaties of landschapselementen. In voorkomend geval zal daarom het<br />

verkrijgen van een natuurvergunning of ontheffing op grond van het natuurwetgeving vereist zijn. In<br />

dit ka<strong>de</strong>r wordt niet ingegaan op han<strong>de</strong>lingen zoals ontbossing, het vellen van hoogstamminge<br />

bomen, enz. waarvoor een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning is vereist. Deze aspecten zijn hierboven<br />

reeds behan<strong>de</strong>ld.<br />

Ook <strong>de</strong> weerslag van <strong>de</strong> aanwezigheid van bescherm<strong>de</strong> soorten op <strong>de</strong> ontwikkelingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

van een terrein is hierboven reeds aan bod gekomen. Zoals gezegd kan het beschermingsregime dat<br />

geldt voor bepaal<strong>de</strong> soorten op gespannen voet staan met <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige ontwikkeling van<br />

een terrein, hetgeen het doorlopen van een afwijkingsprocedure kan noodzaken conform het besluit<br />

van <strong>de</strong> Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer (dat in <strong>de</strong> nabije<br />

toekomst in werking zal tre<strong>de</strong>n).<br />

A.4.1 Verbo<strong>de</strong>n wijzigingen van vegetatie en kleine landschapselementen over<br />

het ganse Vlaamse grondgebied<br />

Het Natuurbesluit verbiedt het wijzigen van <strong>de</strong> bepaal<strong>de</strong> vegetaties en kleine landschapselementen<br />

over het ganse Vlaamse grondgebied, behou<strong>de</strong>ns met ontheffing van <strong>de</strong> minister. Dit verbod is<br />

dus ook van toepassing indien <strong>de</strong>ze vegetaties of kleine landschapselementen voorkomen op percelen<br />

die zijn ingekleurd als industriegebied op het gewestplan.<br />

Het gaat meer specifiek over <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vegetatietypen:<br />

holle wegen;<br />

graften (dit zijn begroei<strong>de</strong> stroken (bosrestanten) op hellingen in een cultuurlandschap);<br />

bronnen;<br />

historisch permanent grasland en poelen gelegen in groengebie<strong>de</strong>n, parkgebie<strong>de</strong>n,<br />

buffergebie<strong>de</strong>n en bosgebie<strong>de</strong>n;<br />

vennen en hei<strong>de</strong>n;<br />

moerassen en waterrijke vegetaties;<br />

duinvegetaties.<br />

Hoe nu <strong>de</strong>ze vegetatietypen te herkennen? De hierboven opgesom<strong>de</strong> vegetatietypen zijn in <strong>de</strong> eerste<br />

plaats na<strong>de</strong>r omschreven als zogenaam<strong>de</strong> „karteringseenhe<strong>de</strong>n‟ in Bijlage IV en V Natuurbesluit. Deze<br />

karteringseenhe<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> hoger reeds vernoem<strong>de</strong> Biologische<br />

Waar<strong>de</strong>ringskaart (hierna: BWK). Op basis van een eenvoudige consultatie van <strong>de</strong> op <strong>de</strong> BWK<br />

vermel<strong>de</strong> karteringseenhe<strong>de</strong>n kan men dus nagaan of op een betrokken perceel al dan niet een strikt<br />

beschermd vegetatietype aanwezig is. De recente rechtspraak toont aan dat een beroep op<br />

„onwetendheid‟ niet snel wordt aanvaard.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 63


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

In het Natuurbesluit vindt men geen concrete omschrijving terug van welke activiteiten nu juist<br />

wor<strong>de</strong>n verstaan on<strong>de</strong>r het „wijzigen‟ van <strong>de</strong> hierboven opgesom<strong>de</strong> vegetatietypen. Recente<br />

rechtspraak gaat uit van een ruime interpretatie. Niet alleen het direct verwij<strong>de</strong>ren van vegetatie<br />

(rooien, omploegen, verbran<strong>de</strong>n) maar ook het uitvoeren van han<strong>de</strong>lingen die een vegetatiewijziging<br />

als logisch gevolg hebben (b.v. het stoppen van <strong>de</strong> bevloeiing van een perceel met het oog op <strong>de</strong><br />

ontwikkeling ervan als bedrijfsperceel), zijn verbo<strong>de</strong>n.<br />

A.4.2. Natuurvergunningsplicht voor het wijzigen van vegetatie en kleine<br />

landschapselementen in groene bestemmingen en bescherm<strong>de</strong><br />

natuurgebie<strong>de</strong>n<br />

De natuurvergunningsplicht is door zijn territoriaal toepassingsgebied (groene bestemmingen) niet<br />

echt van belang te zijn voor <strong>de</strong> meeste bedrijven. Aangezien <strong>de</strong> natuurvergunningsplicht echter ook<br />

van toepassing is in speciale beschermingszones (zie hierboven), kan <strong>de</strong>ze in bepaal<strong>de</strong> gevallen wel<br />

een rol spelen bij <strong>de</strong> ontwikkeling van percelen die op het gewestplan zijn ingekleurd als<br />

industriegebied (b.v. bedrijven in havengebie<strong>de</strong>n). Daarnaast kan <strong>de</strong>ze natuurvergunningsplicht<br />

tevens van belang zijn voor zonevreem<strong>de</strong> bedrijven (zie ook hierboven).<br />

Wijzigen van vegetatie in groene en geelgroene bestemmingen én bescherm<strong>de</strong><br />

natuurgebie<strong>de</strong>n<br />

Het Natuurbesluit stelt een natuurvergunningsplicht in voor het wijzigen van vegetatie door een<br />

aantal uitdrukkelijk opgesom<strong>de</strong> activiteiten verbo<strong>de</strong>n binnen bepaal<strong>de</strong> groene en geelgroene<br />

bestemmingsgebie<strong>de</strong>n. In tegenstelling tot <strong>de</strong> eerste, algemeen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling wor<strong>de</strong>n hier geen<br />

specifieke vegetatietypen opgesomd (behou<strong>de</strong>ns een verwijzing naar het historisch permanent<br />

grasland). De natuurvergunningsplicht omhelst vrijwel alle mogelijke han<strong>de</strong>lingen die direct of indirect<br />

een vegetatiewijziging tot gevolg kunnen hebben.<br />

Wijzigen van kleine landschapselementen in groene en geelgroene bestemmingen én<br />

in bescherm<strong>de</strong> natuurgebie<strong>de</strong>n<br />

Ver<strong>de</strong>r stelt het Natuurbesluit tevens een natuurvergunningsplicht in voor het wijzigen van kleine<br />

landschapselementen door een aantal uitdrukkelijk opgesom<strong>de</strong> activiteiten. Ook <strong>de</strong>ze<br />

natuurvergunnningsplicht is grosso modo beperkt tot groene en geelgroene ruimtelijke bestemmingen<br />

(m.i.v. landschappelijk waar<strong>de</strong>volle agrarische gebie<strong>de</strong>n) en bescherm<strong>de</strong> natuurgebie<strong>de</strong>n (b.v.<br />

speciale beschermingszones die wor<strong>de</strong>n afgebakend in uitvoering van <strong>de</strong> Habitat- of Vogelrichtlijn).<br />

De natuurvergunningsplicht omhelst vrijwel alle mogelijke han<strong>de</strong>lingen die direct of indirect het<br />

wijzigen van een klein landschapselement tot gevolg kunnen hebben. De term „kleine<br />

landschapselementen‟ wordt wel ruim opgevat. Het gaat on<strong>de</strong>r meer over: het verwij<strong>de</strong>ren van<br />

houtachtige beplantingen op wegbermen, langs waterlopen, dijken; het uitgraven, verbre<strong>de</strong>n,<br />

rechttrekken dichten van stilstaan<strong>de</strong> waters, poelen of waterlopen.<br />

A.4.3 Uitzon<strong>de</strong>ringen<br />

In bepaal<strong>de</strong> gevallen moet geen ontheffing, natuurvergunning en/of melding gebeuren. Voor <strong>de</strong><br />

bedrijven zijn volgen<strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ringen van belang:<br />

voor activiteiten die wor<strong>de</strong>n op kadastrale percelen die <strong>de</strong>el uitmaken van <strong>de</strong> bedrijfsvoering van het<br />

<strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> bedrijf en er een onon<strong>de</strong>rbroken ruimtelijk geheel van uitmaken én gesitueerd zijn<br />

binnen een straal van max. 100m van het vergun<strong>de</strong> bedrijfsgebouw ( max. 50m binnen groene<br />

bestemmingsgebie<strong>de</strong>n), voor zover ze in gebruik zijn;<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 64


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

wanneer <strong>de</strong> activiteiten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd op basis van een regelmatige ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunning na advies van het Agentschap voor Natuur en Bos én voor zover uitdrukkelijk is voldaan<br />

aan <strong>de</strong> natuurtoets uit art. 16 Decreet Natuurbehoud;<br />

wanneer het gaat om normale on<strong>de</strong>rhoudswerken; richtinggevend is hier Bijlage I bij <strong>de</strong> Omzendbrief<br />

van 10 november 1998 die een Co<strong>de</strong> van Goe<strong>de</strong> Natuurpraktijk heeft ingesteld;<br />

De strikte rechtspraak m.b.t. <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ringsgrond toont aan dat bij het aanvragen van een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning dus best wordt nagegaan of <strong>de</strong> vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid bij<br />

het afleveren van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning in<strong>de</strong>rdaad het advies heeft ingewonnen<br />

van het Agentschap Natuur en Bos (ANB). Enkel in dat geval zal geen bijkomen<strong>de</strong> ontheffing<br />

en/of natuurvergunning meer dienen te wor<strong>de</strong>n gevraagd. Recente rechtspraak maakt tevens dui<strong>de</strong>lijk<br />

dat het verstevigen of verhar<strong>de</strong>n van oevers, het uitdiepen en verbre<strong>de</strong>n van een gracht, etc. niet kan<br />

wor<strong>de</strong>n beschouwd als een „normaal on<strong>de</strong>rhoudswerk‟.<br />

A.4.4 Procedure<br />

a. Procedure voor <strong>de</strong> individuele afwijking<br />

Individuele afwijkingen op het relatief verbod uit het Natuurbesluit kunnen door <strong>de</strong> minister bevoegd<br />

voor Leefmilieu wor<strong>de</strong>n toegestaan bij gemotiveerd besluit. De procedure die hiervoor was voorzien in<br />

het Natuurbesluit, is met ingang van 1 januari 2004 afgeschaft.<br />

b. Natuurvergunningsprocedure<br />

Voor het verlenen van <strong>de</strong> natuurvergunning ter ontheffing van het verbod van artikel 10 of 11<br />

Natuurbesluit is een uitgebrei<strong>de</strong> procedure uitgewerkt. In dit ka<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n slechts <strong>de</strong> krachtlijnen van<br />

<strong>de</strong>ze procedure weergegeven.<br />

Indien <strong>de</strong> activiteiten door natuurlijke personen of rechtspersonen an<strong>de</strong>re dan rechtspersonen met<br />

een publiekrechtelijk statuut wor<strong>de</strong>n uitgevoerd, wordt <strong>de</strong> vergunning verleend door het College van<br />

Burgemeester en Schepenen (in eerste aanleg) of <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie.<br />

Indien het gaat om rechtspersonen met publiekrechtelijk statuut, <strong>de</strong> bestendige <strong>de</strong>putatie (in eerste<br />

aanleg) of <strong>de</strong> minister (in beroep).<br />

De beroepstermijn bedraagt 30 dagen. Niet alleen <strong>de</strong> aanvrager, maar ook <strong>de</strong> buitendienst van het<br />

Agentschap voor Natuur en Bos en „<strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong>n‟ kunnen beroep instellen. Opmerkelijk is dat<br />

voor bei<strong>de</strong> procedures in eerste aanleg is voorzien in een openbaar on<strong>de</strong>rzoek.<br />

A.4.5. Belangrijke wetgeving:<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van na<strong>de</strong>re regels ter<br />

uitvoering van het <strong>de</strong>creet van 21 oktober 1997 betreffen<strong>de</strong> het natuurbehoud en het<br />

natuurlijke milieu, B.S. 10 september 1998<br />

Omzendbrief LNW/98/01 van 10 november 1998 betreffen<strong>de</strong> algemene maatregelen inzake<br />

natuurbehoud en wat <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor het wijzigen van vegetatie en kleine<br />

landschapselementen betreft volgens het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 23 juli 1998<br />

tot vaststelling van na<strong>de</strong>re regels ter uitvoering van het <strong>de</strong>creet van 21 oktober 1997<br />

betreffen<strong>de</strong> het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, B.S. 17 februari 1999.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 65


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. Wetgeving in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest<br />

B.1. Bouwen of verbouwen van een bedrijfsgebouw<br />

Analoog met wat in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re gewesten geldt, hangt het toekennen van een ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunning af van <strong>de</strong> verenigbaarheid van het project met <strong>de</strong> gewestelijke en gemeentelijke of<br />

bijzon<strong>de</strong>re bestemmingsplannen. Het Brusselse Gewest kent een bijzon<strong>de</strong>r planvorm, het zgn.<br />

prioritair actieprogramma, waardoor projecten van openbaar nut in bepaal<strong>de</strong> sociaal achtergestel<strong>de</strong><br />

wijken tot stand kunnen komen. Ook <strong>de</strong>ze plannen zijn bin<strong>de</strong>nd. De Brusselse structuurplannen (het<br />

Gewestelijk Ontwikkelingsplan en <strong>de</strong> gemeentelijke Ontwikkelingsplannen) daarentegen zijn in het<br />

ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> vergunningverlening in principe niet bin<strong>de</strong>nd.<br />

B.1.1. Welke werken of han<strong>de</strong>lingen zijn bouwvergunningsplichtig?<br />

Welke werken of han<strong>de</strong>lingen zijn on<strong>de</strong>rworpen aan een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning wordt<br />

bepaald door artikel 98 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning. De Brusselse lijst van<br />

bouwvergunningsplichtige werken of han<strong>de</strong>lingen is analoog met <strong>de</strong> lijst van vergunningsplichtige<br />

werken in <strong>de</strong> Vlaamse ste<strong>de</strong>nbouwwetgeving.<br />

Er valt één verschil op: in <strong>de</strong> Brusselse ste<strong>de</strong>nbouwwetgeving wordt een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen<br />

enerzijds bestemmingswijzigingen en an<strong>de</strong>rzijds gebruikswijzigingen. Hiermee wordt bedoeld het<br />

wijzigen van <strong>de</strong> „bestemming‟ van een goed zoals aangegeven in <strong>de</strong> bouw- of ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunning of, bij gebreke daaraan, zoals aangegeven in <strong>de</strong> bestemmingsplannen, respectievelijk het<br />

wijzigen van het „feitelijk gebruik‟. Bestemmingswijzigingen zijn in principe steeds vergunningsplichtig.<br />

Het doorvoeren van een gebruikswijziging daarentegen, is slechts vergunningsplichtig voorzover <strong>de</strong>ze<br />

is opgenomen in <strong>de</strong> door <strong>de</strong> regering opgestel<strong>de</strong> lijst van vergunningsplichtige gebruikswijzigingen.<br />

Wat <strong>de</strong> Vlaamse ste<strong>de</strong>nbouwwetgeving betreft, zijn ook <strong>de</strong> vergunningsplichtige gebruikswijzigingen<br />

beperkt tot diegene die door <strong>de</strong> regering wer<strong>de</strong>n aangeduid.<br />

Zoals in Vlaan<strong>de</strong>ren zijn instandhoudings- en on<strong>de</strong>rhoudswerken vrijgesteld en kan ook in het<br />

Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest <strong>de</strong> Regering uitzon<strong>de</strong>ringen maken op <strong>de</strong> vergunningsplicht voor<br />

werken van geringe omvang, wat gebeur<strong>de</strong> bij besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van<br />

11 januari 1996 en later bij besluit van 12 juni 2003. Dit laatste besluit werd recent opgeheven en<br />

vervangen door het besluit van 13 november 2008 (BS 2 <strong>de</strong>cember 2008), waarin een nieuwe lijst van<br />

kleine niet-vergunningsplichtige werken is opgenomen. Tenslotte kan <strong>de</strong> lijst wor<strong>de</strong>n uitgebreid bij<br />

(gewestelijke of gemeentelijke) ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ning.<br />

Ook in <strong>de</strong> Brusselse ste<strong>de</strong>nbouwwetgeving geldt <strong>de</strong> verplichte bijstand van een architect, doch, net<br />

zoals in het Vlaamse Gewest, bepaalt het hoger vermel<strong>de</strong> besluit van 13 november 2008 welke<br />

werken en han<strong>de</strong>lingen hiervan zijn vrijgesteld.<br />

B.1.2. Hoe en waar vraagt men een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning aan?<br />

De aanvraag gebeurt in principe bij het college van burgemeester en schepenen, aan <strong>de</strong> hand van<br />

specifieke aanvraagformulieren.<br />

Voor sommige vergunningsaanvragen is een voorafgaan<strong>de</strong> milieueffectenbeoor<strong>de</strong>ling vereist, meer<br />

bepaald voor <strong>de</strong> projecten die door hun omvang, aard of ligging het leefmilieu of ste<strong>de</strong>lijk milieu<br />

ingrijpend kunnen aantasten. Over welke projecten het concreet gaat, vindt men terug in <strong>de</strong> bijlagen<br />

van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 66


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

De behan<strong>de</strong>ling van sommige vergunningsaanvragen kan (o.a. in <strong>de</strong> gewestelijke of gemeentelijke<br />

ontwikkelings- of bestemmingsplannen of ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ningen) afhankelijk wor<strong>de</strong>n<br />

gesteld van een openbaar on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Indien voor het grondgebied waarin het goed gelegen is geen bijzon<strong>de</strong>r bestemmingsplan of geen<br />

verkavelingsvergunning bestaat moet <strong>de</strong> aanvraag vooraf wor<strong>de</strong>n voorgelegd aan <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong><br />

ambtenaar, die erover een bin<strong>de</strong>nd advies geeft. Dit houdt in dat het schepencollege geen<br />

vergunning meer kan toestaan indien <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar ongunstig heeft geadviseerd. In<br />

an<strong>de</strong>re gevallen beslist het schepencollege zelf over <strong>de</strong> aanvraag. De beslissingstermijn is in <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>nbouwordonnantie vrij complex geregeld, en verschilt naargelang <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar al<br />

dan niet moet tussenkomen, er een openbaar on<strong>de</strong>rzoek moet wor<strong>de</strong>n georganiseerd, enz. De<br />

termijn varieert van 45 tot 165 dagen (incl. verlenging van termijnen tij<strong>de</strong>ns paas- en zomerverlof).<br />

Indien <strong>de</strong> aanvrager na verloop van <strong>de</strong>ze termijn geen vergunning heeft ontvangen, dan kan hij <strong>de</strong><br />

gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar verzoeken om over zijn aanvraag uitspraak te doen. Doet <strong>de</strong>ze geen<br />

uitspraak binnen <strong>de</strong> 45 dagen, wordt <strong>de</strong> vergunning geacht te zijn geweigerd. Net zoals in Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

kunnen aan <strong>de</strong> vergunning bijzon<strong>de</strong>re lasten wor<strong>de</strong>n verbon<strong>de</strong>n.<br />

Zoals <strong>de</strong> Vlaamse ste<strong>de</strong>nbouwwetgeving voorziet het Brusselse Wetboek dat <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong><br />

ambtenaar on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vergunning kan schorsen, bvb. omdat zijn advies niet in<br />

acht werd genomen door het gemeentebestuur. Dan volgt een procedure voor <strong>de</strong> minister van<br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, die <strong>de</strong> vergunning al dan niet kan vernietigen.<br />

Tegen <strong>de</strong> beslissingen over <strong>de</strong> vergunningsaanvraag kan door <strong>de</strong> aanvrager, in principe binnen een<br />

termijn van 30 dagen na ontvangst van <strong>de</strong> beslissing, administratief beroep wor<strong>de</strong>n ingesteld bij het<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundig college dat is samengesteld uit onafhankelijke <strong>de</strong>skundigen. Tegen <strong>de</strong><br />

beslissingen van dit college kan <strong>de</strong> aanvrager, het gemeentebestuur of <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar<br />

binnen een termijn van 30 <strong>de</strong>rtig dagen beroep aantekenen bij <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke<br />

Regering. Voor <strong>de</strong>r<strong>de</strong>-belanghebben<strong>de</strong>n staat enkel een beroep bij <strong>de</strong> Raad van State open.<br />

Bij ordonnantie van 14 mei 2009 werd <strong>de</strong> administratieve beroepsprocedure groten<strong>de</strong>els<br />

gewijzigd. Wanneer <strong>de</strong>ze ordonnantie juist in werking treedt, dient nog te wor<strong>de</strong>n bepaald door <strong>de</strong><br />

Regering. De ordonnantie moet wel uiterlijk op 1 januari 2010 in werking tre<strong>de</strong>n. Voortaan kan <strong>de</strong><br />

aanvrager tegen een beslissing van het schepencollege enkel beroep instellen bij <strong>de</strong> Brusselse<br />

Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering. Het beroep moet echter wor<strong>de</strong>n gericht aan het Ste<strong>de</strong>nbouwkundig<br />

College, waarna dit College binnen een termijn van 60 dagen advies dient uit te brengen aan <strong>de</strong><br />

Regering. Deze laatste moet dan binnen 30 dagen haar beslissing overmaken aan <strong>de</strong> aanvrager. Bij<br />

gebreke aan <strong>de</strong>rgelijke beslissing kan ie<strong>de</strong>re partij een herinnering richten aan <strong>de</strong> Regering om haar<br />

aan te sporen een beslissing te nemen. Indien <strong>de</strong> Regering ook na <strong>de</strong>ze herinnering geen beslissing<br />

heeft genomen binnen 30 dagen, geldt het advies van het Ste<strong>de</strong>nbouwkundig College als beslissing.<br />

Indien het College geen advies had verleend, wordt <strong>de</strong> oorspronkelijke beslissing waartegen beroep<br />

werd ingesteld, bevestigd.<br />

B.1.3. Hoe is <strong>de</strong> koppeling met <strong>de</strong> milieuvergunning?<br />

Voor <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> gemeng<strong>de</strong> projecten, dit zijn projecten waarvoor op het ogenblik van <strong>de</strong><br />

indiening ervan tegelijkertijd een milieuvergunning klasse I.A en I.B (zie hierna) en een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning is vereist, geldt een bijzon<strong>de</strong>re afstemmingsregeling, die echter<br />

ver<strong>de</strong>r gaat dan <strong>de</strong> Vlaamse regeling.<br />

In dat geval moeten <strong>de</strong> aanvragen van een ste<strong>de</strong>nbouwkundig attest of een ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunning en van een milieuattest of een milieuvergunning gelijktijdig wor<strong>de</strong>n ingediend. Indien bij<br />

<strong>de</strong> aanvraag geen overeenkomstige aanvraag om een milieu-attest of –vergunning werd ingediend, is<br />

het dossier van <strong>de</strong> aanvraag echter onvolledig. In <strong>de</strong>rgelijke koppeling met <strong>de</strong> milieuvergunning<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> respectieve procedures op elkaar afgestemd (één openbaar on<strong>de</strong>rzoek, samen voorwerp<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 67


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

van een voorberei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> nota op <strong>de</strong> effectenstudie, een bestek, een effectenverslag of een studie van<br />

enige effecten, samen voor advies voorgelegd, samen on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> speciale regelen van<br />

openbaarmaking, enz.). Het ste<strong>de</strong>nbouwkundig attest of <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning is<br />

geschorst zolang geen <strong>de</strong>finitief milieu-attest respectievelijk <strong>de</strong>finitieve milieuvergunning werd<br />

verkregen (en omgekeerd). In dit verband wordt een milieuvergunning beschouwd als <strong>de</strong>finitief<br />

geweigerd wanneer alle openstaan<strong>de</strong> administratieve beroepen tegen <strong>de</strong>ze beslissing<br />

overeenkomstig het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning of <strong>de</strong> ordonnantie betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

milieuvergunning uitgeput zijn of <strong>de</strong> termijnen om <strong>de</strong>ze in te stellen verstreken zijn. Het afgeven van<br />

een negatief milieu-attest, hetzij <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve weigering van <strong>de</strong> milieuvergunning heeft <strong>de</strong> nietigheid<br />

van het ste<strong>de</strong>nbouwkundig attest of ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning tot gevolg.<br />

De vervaltermijn begint overigens pas te lopen van zodra <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

vergunning <strong>de</strong> milieuvergunning heeft gekregen.<br />

B.1.4. Referentie belangrijkste wetgeving:<br />

Brussels Wetboek van Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning (Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9<br />

april 2004 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning (BS 26 mei<br />

2004, recent gewijzigd door <strong>de</strong> Ordonnantie van 14 mei 2009 tot wijziging van <strong>de</strong> ordonnantie van 13<br />

mei 2004 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ratificatie van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning (datum<br />

inwerkingtreding nog niet bepaald, doch uiterlijk op 1 januari 2010);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 13 november 2008 tot bepaling van <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>lingen en werken die vrijgesteld zijn van een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning, van het advies<br />

van <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar, van <strong>de</strong> gemeente of van <strong>de</strong> Koninklijke Commissie voor Monumenten<br />

en Landschappen of van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking van een architect (B.S., 2 <strong>de</strong>cember 2008).<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 12 <strong>de</strong>cember 2002 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> aan een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning on<strong>de</strong>rworpen wijzigingen van gebruik (B.S., 20 januari 2003,<br />

gewijzigd op 3 juni 2004).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 68


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.2. Het milieuattest en <strong>de</strong> milieuvergunning<br />

B.2.1. Wat is een milieuvergunning en wat is een milieuattest?<br />

De huidige juridische basis voor <strong>de</strong> milieuvergunning in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest betreft <strong>de</strong><br />

Ordonnantie van 5 juni 1997 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunningen (B.S. 26 juni 1997, inwerkingtreding<br />

15 augustus 1999), die werd voorafgegaan door <strong>de</strong> Ordonnantie van 30 juli 1992 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

milieuvergunning. Deze ordonnantie werd evenwel reeds voor haar inwerkingtreding op 1 <strong>de</strong>cember<br />

1993 gewijzigd door <strong>de</strong> Ordonnantie van 23 november 1993, om vervolgens nog alsook diverse malen<br />

te wor<strong>de</strong>n gewijzigd daarna.<br />

De milieuvergunning is <strong>de</strong> schriftelijke toelating die door <strong>de</strong> gemeentelijke of <strong>de</strong> gewestelijke<br />

overheid vooraf aan <strong>de</strong> exploitant wordt verleend met het oog op het uitvoeren van bepaal<strong>de</strong><br />

hin<strong>de</strong>rlijke activiteiten.<br />

Zoals in het Vlaamse Gewest werd in het Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest geopteerd voor integratie<br />

van een reeks voorheen afzon<strong>de</strong>rlijk bestaan<strong>de</strong> vergunningsstelsels (ARAB-exploitatievergunning,<br />

lozingsvergunning, grondwaterwinningvergunning, afvalstoffenvergunning). De milieuvergunning<br />

bepaalt on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re uitbatingsvoorwaar<strong>de</strong>n (zoals bvb. het opleggen van een<br />

verzekeringsplicht die <strong>de</strong> burgerlijke aansprakelijkheid van <strong>de</strong> exploitant <strong>de</strong>kt of <strong>de</strong> door het<br />

vrachtvervoer te volgen wegentraject van of naar <strong>de</strong> inrichting), die naast <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n<br />

van het eventuele milieuattest (zie hierna) en <strong>de</strong> algemene en sectorale milieuvoorwaar<strong>de</strong>n moeten<br />

wor<strong>de</strong>n nageleefd door <strong>de</strong> exploitant.<br />

Het milieuattest is vergelijkbaar met een ste<strong>de</strong>nbouwkundig attest, en kan wor<strong>de</strong>n aangevraagd voor<br />

bepaal<strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichtingen (klasse I.A en I.B). Concreet biedt dit instrument – naar analogie met<br />

het ste<strong>de</strong>nbouwkundig attest – <strong>de</strong> inrichtingen van klasse I.A en I.B nog een bijkomen<strong>de</strong> mogelijkheid,<br />

nu <strong>de</strong>rgelijk milieuattest een indicatie geeft in hoeverre en on<strong>de</strong>r welke voorwaar<strong>de</strong>n een<br />

milieuvergunning voor <strong>de</strong> betrokken inrichting mag wor<strong>de</strong>n afgegeven, weliswaar on<strong>de</strong>r voorbehoud<br />

van <strong>de</strong> resultaten van het grondige on<strong>de</strong>rzoek dat plaatsvindt nadat een vergunningsaanvraag is<br />

ingediend. Hoewel het milieuattest bijgevolg kan wor<strong>de</strong>n beschouwd als een principiële toelating,<br />

ontslaat dit attest <strong>de</strong> exploitant echter niet van een vergunningsaanvraag. Het attest blijft in principe 2<br />

jaar geldig.<br />

Miskenning van <strong>de</strong> milieuvergunningsplicht of <strong>de</strong> vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n zijn strafbaar gesteld. In<br />

plaats van een strafsanctie kan ook een administratieve geldboete wor<strong>de</strong>n opgelegd en kunnen<br />

bovendien bepaal<strong>de</strong> administratieve dwangmaatregelen wor<strong>de</strong>n genomen, zoals stillegging van <strong>de</strong><br />

exploitatie. In dit verband dient <strong>de</strong> Ordonnantie van 25 maart 1999 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> opsporing, <strong>de</strong><br />

vaststelling en <strong>de</strong> bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu (B.S. 24 juni 1999) te wor<strong>de</strong>n vermeld.<br />

Deze zogenaam<strong>de</strong> „Handhavingsordonnantie‟ biedt een uniforme regeling voor <strong>de</strong> handhaving van<br />

milieumisdrijven, on<strong>de</strong>r meer op vlak van <strong>de</strong> milieuvergunningen, en vormt aldus één sterk instrument<br />

om milieuregelgeving te handhaven.<br />

B.2.2. Voor welke activiteiten heeft men een milieuvergunning nodig en hoe en<br />

waar vraagt men die aan?<br />

De hin<strong>de</strong>rlijke inrichtingen die zijn on<strong>de</strong>rworpen aan een vergunningsplicht (of milieuaangifte) zijn<br />

opge<strong>de</strong>eld in 5 klassen, naargelang <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> omvang van het gevaar en <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>r die zij kunnen<br />

veroorzaken: <strong>de</strong> klassen I.A, I.B, I.C, II en III. Geruime tijd was in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest<br />

van vier klassen, maar met het oog op een verbetering van het administratieve beheer van dossiers<br />

met betrekking tot asbestverwij<strong>de</strong>ringswerven wordt het Brussels milieuvergunningenstelsel sinds 1<br />

juli 2008 gekenmerkt door een in<strong>de</strong>ling in vijf klassen.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 69


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

De inrichtingen wor<strong>de</strong>n dus in vijf klassen inge<strong>de</strong>eld naargelang <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> omvang van het<br />

gevaar en <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>r die zij zou<strong>de</strong>n kunnen veroorzaken, waarbij <strong>de</strong> klasse I.A-inrichtingen <strong>de</strong><br />

potentieel meest gevaarlijke inrichtingen betreffen. Inrichtingen van <strong>de</strong> klassen I.A, I.B en II zijn<br />

on<strong>de</strong>rworpen aan een milieuvergunning, terwijl voor inrichtingen van klasse I.C en III „slechts‟ een<br />

voorafgaan<strong>de</strong> aangifte noodzakelijk is. De uitzon<strong>de</strong>ring op <strong>de</strong>ze regel betreft <strong>de</strong> technische en<br />

geografische uitbatingseenheid (cf. milieutechnische eenheid in het Vlaamse Gewest). Wanneer<br />

verschillen<strong>de</strong> inrichtingen een technische en geografische eenheid vormen, dienen zij immers het<br />

voorwerp uit te maken van één enkele aangifte of één enkele aanvraag om een milieuattest of een<br />

milieuvergunning. Als dan blijkt dat <strong>de</strong> inrichtingen tot een verschillen<strong>de</strong> klasse behoren, moet <strong>de</strong><br />

aanvraag wor<strong>de</strong>n ingediend en on<strong>de</strong>rzocht overeenkomstig <strong>de</strong> regels die van toepassing zijn op <strong>de</strong><br />

inrichting van <strong>de</strong> meeste strikte klasse.<br />

De vraag of een inrichting vergunnings- dan wel aangifteplichtig is, wordt beoor<strong>de</strong>eld op basis van het<br />

voorkomen van <strong>de</strong> inrichting op een bepaal<strong>de</strong> lijst. De lijst van <strong>de</strong> meest milieubelasten<strong>de</strong><br />

inrichtingen, <strong>de</strong> inrichtingen van klasse I.A, is vastgelegd bij ordonnantie van 22 april 1999. De lijst<br />

van <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichtingen behorend tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re klassen en <strong>de</strong> daarbij gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

drempelwaar<strong>de</strong>n zijn terug te vin<strong>de</strong>n in een in 2008 gewijzig<strong>de</strong> bijlage van het Regeringsbesluit van 4<br />

maart 1999.<br />

De aanvraagprocedure gebeurt aan <strong>de</strong> hand een mo<strong>de</strong>lformulier dat kan wor<strong>de</strong>n aangevraagd bij <strong>de</strong><br />

gemeente waar <strong>de</strong> inrichting zal wor<strong>de</strong>n uitgebaat. Een mo<strong>de</strong>lformulier kan ook wor<strong>de</strong>n gedownload<br />

van <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> Brusselse milieuadministratie BIM, www.ibgebim.be, waar ook na<strong>de</strong>re<br />

informatie kan wor<strong>de</strong>n geconsulteerd over <strong>de</strong> grote stappen in <strong>de</strong> vergunningsprocedure. Het Brussels<br />

Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest heeft in het besluit van 28 mei 2009 een nieuw mo<strong>de</strong>l van aanvraagformulier<br />

gepubliceerd voor een milieuattest en drie mo<strong>de</strong>llen voor een milieuvergunning (B.S. 15 juni 2009). Er<br />

zit voor het eerst een apart formulier bij voor het aanvragen van een milieuvergunning voor tij<strong>de</strong>lijke<br />

inrichtingen. Deze gewijzig<strong>de</strong> formulieren moeten gebruikt wor<strong>de</strong>n vanaf 25 augustus 2009.<br />

Inzake <strong>de</strong> vergunningsplicht kan er een on<strong>de</strong>rscheid wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen een absolute<br />

vergunningsplicht en een relatieve vergunningsplicht. In <strong>de</strong> eerste categorie mag niemand een<br />

inrichting van klasse I.A, I.B of II uitbaten of verplaatsen zon<strong>de</strong>r milieuvergunning en moet er altijd<br />

een vergunning wor<strong>de</strong>n aangevraagd indien <strong>de</strong> betrokken han<strong>de</strong>ling zich voordoet. In het twee<strong>de</strong><br />

geval kan het aanvragen van een vergunning vereist wor<strong>de</strong>n, maar enkel voor zover <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong><br />

overheid hiertoe beslist nadat zij door <strong>de</strong> uitbater of aanvrager op <strong>de</strong> hoogte werd gesteld. Meer in<br />

het bijzon<strong>de</strong>r doet <strong>de</strong>ze situatie zich voor indien enerzijds <strong>de</strong> verbouwing of <strong>de</strong> uitbreiding van <strong>de</strong><br />

toegelaten inrichting <strong>de</strong> toepassing met zich meebrengt van een nieuwe rubriek op <strong>de</strong> lijsten van <strong>de</strong><br />

inge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> inrichtingen of van aard is dat <strong>de</strong> gevaren, <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> ongemakken die inherent zijn<br />

aan <strong>de</strong> toegelaten inrichting, toenemen en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> vernietiging of het buiten gebruik stellen van<br />

een toegelaten inrichting het gevolg zijn van gevaren, hin<strong>de</strong>r of ongemakken die voortkomen uit <strong>de</strong><br />

uitbating en waarmee geen rekening werd gehou<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> afgifte van <strong>de</strong> oorspronkelijke vergunning.<br />

De aanvraagprocedure voor inrichtingen van klasse I.A wordt gekenmerkt door <strong>de</strong> eis om een<br />

effectenstudie op te stellen, op kosten van <strong>de</strong> aanvrager, en een aantal speciale regelen van<br />

openbaarmaking. Voor <strong>de</strong> inrichtingen van klasse I.A kan <strong>de</strong> milieuvergunning dus pas wor<strong>de</strong>n<br />

verkregen na <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> effecten van <strong>de</strong> uitbating van <strong>de</strong> inrichting op het<br />

milieu en op <strong>de</strong> bevolking. Deze effectenstudie wordt door een erkend adviesbureau uitgevoerd. In<br />

<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re procedure kan men voor inrichtingen van klasse I.A twee hypotheses on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n,<br />

enerzijds <strong>de</strong> afgifte van een milieuattest of van een milieuvergunning zon<strong>de</strong>r voorafgaand attest en<br />

an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> afgifte van <strong>de</strong> milieuvergunning na <strong>de</strong> toekenning van een milieuattest.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 70


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Hoewel er in uitzon<strong>de</strong>rlijke omstandighe<strong>de</strong>n, – d.i. indien <strong>de</strong> Regering het nodig acht op basis van<br />

een voorstel van <strong>de</strong> overlegcommissie – ook voor inrichtingen van klasse I.B een effectenstudie<br />

vereist is, volstaat voor <strong>de</strong> dossiers van klasse I.B in principe een effectenverslag, dat in zijn<br />

on<strong>de</strong>rzoek iets min<strong>de</strong>r ver gaat dan een echte effectenstudie en dat door <strong>de</strong> aanvrager van <strong>de</strong><br />

vergunning zelf wor<strong>de</strong>n opgesteld. Net zoals bij aanvragen voor een inrichting van klasse I.A wor<strong>de</strong>n<br />

er in <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re procedure twee hypothesen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n en gel<strong>de</strong>n er in een aantal gevallen<br />

speciale regelen van openbaarmaking.<br />

In tegenstelling tot het Vlaamse Gewest bestaat er in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest evenwel<br />

geen verplichting om in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> vergunningsprocedure een veiligheidsrapport op te stellen.<br />

De inrichtingen van klasse II verkrijgen hun vergunning na advies van <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> instanties<br />

evenals een openbaar on<strong>de</strong>rzoek dat wordt georganiseerd door het college van burgemeester en<br />

schepenen.<br />

De uitein<strong>de</strong>lijke vergunning wordt in eerste aanleg afgeleverd door het Brussels Instituut voor<br />

Milieubeheer (B.I.M.) voor wat betreft <strong>de</strong> inrichtingen van klasse I.A en I.B Het BIM is tevens <strong>de</strong><br />

bevoeg<strong>de</strong> overheid voor <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> aangifte voor asbestverwerken<strong>de</strong> inrichtingen klasse I.C.<br />

Voor klasse I.A.-inrichtingen geldt een beslissingstermijn van 450 dagen na <strong>de</strong> betekening van het<br />

ontvangstbewijs van <strong>de</strong> aanvraag. Indien er een positief milieu-attest voorhan<strong>de</strong>n is, geldt een termijn<br />

van 45 dagen na <strong>de</strong> dag van <strong>de</strong> betekening van het ontvangbewijs. Voor inrichtingen van klasse I.B<br />

wordt – in <strong>de</strong> eerste hypothese – het milieuattest of <strong>de</strong> milieuvergunning door het BIM wordt<br />

afgeleverd binnen een termijn van 160 dagen. Overschrijding van <strong>de</strong>ze termijnen, wordt gelijkgesteld<br />

met een vergunningsweigering. De bevoeg<strong>de</strong> overheid voor <strong>de</strong> inrichtingen van klasse II en III is het<br />

college van burgemeester en schepenen, die over <strong>de</strong> vergunningsaanvraag voor <strong>de</strong> klasse IIinrichtingen<br />

beslist binnen een termijn van 60 dagen na <strong>de</strong> datum van het ontvangstbewijs (bij<br />

gebreke waarvan <strong>de</strong> vergunning wordt geacht te zijn geweigerd). Ook De voorafgaan<strong>de</strong> aangifte voor<br />

inrichtingen van klasse III moeten aan <strong>de</strong> gemeente wor<strong>de</strong>n opgestuurd. Ten slotte is het in bepaal<strong>de</strong><br />

gevallen mogelijk om een tij<strong>de</strong>lijke vergunning aan te vragen. In <strong>de</strong>rgelijke gevallen wordt een<br />

on<strong>de</strong>rscheid gemaakt, nu het BIM <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid vormt voor tij<strong>de</strong>lijke inrichtingen van klasse<br />

I.A en I.B en het college voor <strong>de</strong>ze van klasse II.<br />

De vergunningen van <strong>de</strong> klassen I.A, I.B en II blijven geldig geduren<strong>de</strong> maximum 15 jaar, terwijl<br />

een milieu-attest in principe twee jaar geldig blijft. Voor inrichtingen van klasse III die aan aangifte<br />

on<strong>de</strong>rworpen zijn, wordt <strong>de</strong> uitbating voor onbeperkte tijd toegestaan.<br />

Tegen <strong>de</strong> beslissingen in verband met <strong>de</strong> milieuvergunningen kan door elke belanghebben<strong>de</strong> binnen<br />

<strong>de</strong> 30 dagen beroep wor<strong>de</strong>n aangetekend bij het Milieucollege, dat is samengesteld uit<br />

onafhankelijke <strong>de</strong>skundigen, waarvan één magistraat of eremagistraat. Tegen <strong>de</strong> beslissing van dit<br />

college kan opnieuw binnen een termijn van 30 dagen beroep wor<strong>de</strong>n aangetekend bij <strong>de</strong> Regering<br />

van het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest. Indien, na uitputting van <strong>de</strong>ze administratieve<br />

rechtsmid<strong>de</strong>len, nog steeds niet het gewenste resultaat werd bereikt, kan men finaal nog, binnen een<br />

termijn van zestig dagen na ontvangst (of kennisname) van <strong>de</strong> beslissing, een verzoekschrift tot<br />

(schorsingen) nietigverklaring indienen bij <strong>de</strong> Raad van State.<br />

Het beroep heeft in principe geen schorsen<strong>de</strong> kracht, wat impliceert dat een beroep uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

uitbater <strong>de</strong> beslissing niet schorst. Uitzon<strong>de</strong>ring op <strong>de</strong>ze regel betreft <strong>de</strong> situatie wanneer <strong>de</strong><br />

bestre<strong>de</strong>n beslissinghet administratief beroep behoorlijk is gemotiveerd door ernstig gevaar of<br />

onherstelbare scha<strong>de</strong> behoorlijk is gemotiveerd én werd ingediend door hetzij <strong>de</strong> gemeente voor <strong>de</strong><br />

(al dan niet tij<strong>de</strong>lijke) inrichtingen van klasse I.A of I.B, hetzij door het BIM voor <strong>de</strong> (al dan niet<br />

tij<strong>de</strong>lijke) inrichtingen van klasse II, hetzij door <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar bedoeld in artikel 7 van <strong>de</strong><br />

ordonnantie van 29 augustus 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong> planning en <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouw.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 71


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.2.3. Wat bij een overname?<br />

Net zoals in het Vlaamse Gewest het geval is, kan een vergun<strong>de</strong> inrichting door een an<strong>de</strong>re exploitant<br />

wor<strong>de</strong>n overgenomen, mits dit vooraf door <strong>de</strong> vorige exploitant (en niet door <strong>de</strong> overnemer, zoals dit<br />

het geval is in het Vlaamse Gewest) aan <strong>de</strong> vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid wordt gemeld.<br />

B.2.4. Referentie belangrijkste wetgeving:<br />

Ordonnantie van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke raad van 5 juni 1997 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

milieuvergunningen (B.S. 26 juni 1997, herhaald gewijzigd).<br />

Ordonnantie van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke raad van 22 april 1999 tot vaststelling van <strong>de</strong><br />

inge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> inrichtingen van klasse I.A. van <strong>de</strong> ordonnantie van 5 juni 1997 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

milieuvergunningen (B.S. 5 augustus 1999).<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van <strong>de</strong><br />

inge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> inrichtingen van klasse I.B, II en III met toepassing van art. 4 van <strong>de</strong> ordonnantie<br />

van 5 juni 1997 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunningen (B.S. 7 augustus 1999).<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 1 <strong>de</strong>cember 1994 tot vaststelling van<br />

<strong>de</strong> samenstelling van het dossier voor <strong>de</strong> aanvraag van een milieuattest en –vergunning (B.S.<br />

6 januari 1995, herhaal<strong>de</strong>lijk gewijzigd).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 72


B.3. Erkenningen<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.3.1. Welke zijn <strong>de</strong> belangrijkste erkenningen?<br />

Ook in het Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest is <strong>de</strong> uitoefening van bepaal<strong>de</strong> activiteiten on<strong>de</strong>rworpen<br />

aan een erkenning. Zoals in het Vlaamse Gewest betreft het voornamelijk activiteiten met betrekking<br />

op <strong>de</strong> verwerking van afvalstoffen.<br />

Volgens <strong>de</strong> Brusselse afvalstoffenordonnantie van 1991 dient eenie<strong>de</strong>r die voor rekening van<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n gevaarlijke stoffen verwij<strong>de</strong>rt een erkenning te krijgen. Een verwij<strong>de</strong>raar is niet alleen <strong>de</strong><br />

exploitant van een vergun<strong>de</strong> verwerkingsinstallatie, maar ook <strong>de</strong> ophaler, <strong>de</strong> vervoe<strong>de</strong>r en exploitant<br />

voor inrichtingen voor opslag, voorbehan<strong>de</strong>ling en valorisatie van gevaarlijke afvalstoffen, evenals <strong>de</strong><br />

exploitanten van vergun<strong>de</strong> stortplaatsen voor gevaarlijke afvalstoffen. Wat gevaarlijke afvalstoffen zijn,<br />

is vastgesteld in <strong>de</strong> bijlagen bij <strong>de</strong> afvalstoffenordonnantie. Voor <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring van afvalolie,<br />

afvalstoffen afkomstig van <strong>de</strong> titaandioxy<strong>de</strong>-industrie en PCB‟s geldt een specifieke<br />

erkenningsreglementering.<br />

Daarnaast bestaan er ook specifieke procedures om erkend te wor<strong>de</strong>n als opdrachthou<strong>de</strong>r voor<br />

effectenstudies of om erkend te wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> disciplines opslaginstallaties, bo<strong>de</strong>mverontreiniging,<br />

enz. Hierop wordt niet na<strong>de</strong>r ingegaan. Een overzicht van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> erkenningsprocedures en<br />

een indicatieve lijst van erken<strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>raars en <strong>de</strong>skundigen kan wor<strong>de</strong>n geconsulteerd op <strong>de</strong><br />

website www.ibgebim.be<br />

B.3.2. Referentie belangrijkste wetgeving<br />

Ordonnantie van 7 maart 1991 van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

preventie en het beheer van afvalstoffen (B.S. 23 april 1991)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Executieve van 19 september 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong><br />

verwij<strong>de</strong>ring van gevaarlijke afvalstoffen (B.S. 13 november 1991);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Executieve van 19 september 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong><br />

verwij<strong>de</strong>ring van afvaloliën (B.S. 13 november 1991)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Executieve van 19 september 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong><br />

verwij<strong>de</strong>ring van PCB's (B.S. 13 november 1991);<br />

Ordonnantie van 5 juni 1997 van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

milieuvergunning (B.S. 26 juni 1997, herhaald gewijzigd) .<br />

B.4 Biotoopbescherming<br />

In tegenstelling tot in het Vlaamse Gewest bestaat in het Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest nog geen<br />

algemeen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling inzake <strong>de</strong> bescherming van bepaal<strong>de</strong> vegetaties en/ of kleine<br />

landschapselementen. De Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering heeft immers tot op he<strong>de</strong>n geen<br />

gebruik gemaakt van haar bevoegdheid tot het uitvaardigen van bijzon<strong>de</strong>re besluiten ter<br />

bescherming van <strong>de</strong> groenzones, biotopen, bosjes, hagen en aanplantingen. Deze bevoegdheid is <strong>de</strong><br />

Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering toegekend door <strong>de</strong> ordonnantie van 27 april 1995 betreffen<strong>de</strong> het<br />

behoud en <strong>de</strong> bescherming van <strong>de</strong> natuur. Merk op dat zoals in het Vlaamse Gewest, in het Brusselse<br />

Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest voor ontbossingen en het vellen van hoogstammige bomen een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning is vereist.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 73


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest<br />

C.1. Bouwen of verbouwen van een bedrijfsgebouw<br />

Ook in het Waalse Gewest hangt <strong>de</strong> toekenning van een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning (permis<br />

d‟urbanisme) af van <strong>de</strong> verenigbaarheid van het project met <strong>de</strong> bestemmingsplannen (plan <strong>de</strong><br />

secteur en het plan communal d‟aménagement). De Waalse structuurplannen (schéma <strong>de</strong><br />

développement <strong>de</strong> l‟espace régional en schéma structure communal) zijn niet bin<strong>de</strong>nd in het<br />

ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> vergunningverlening.<br />

Wanneer ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunningen vereist zijn en volgens welke procedure zij wor<strong>de</strong>n<br />

afgeleverd, wordt in het Waalse Gewest geregeld in het Waals wetboek van ruimtelijke or<strong>de</strong>ning,<br />

ste<strong>de</strong>nbouw en patrimonium of <strong>de</strong> Co<strong>de</strong> Wallon <strong>de</strong> l'Aménagement du Territoire, <strong>de</strong> l'Urbanisme et du<br />

Patrimoine (afgekort als CWATUP). Het wetboek is in die zin bijzon<strong>de</strong>r dat het een echt<br />

verzamelwetboek is van alle mogelijke bepalingen in verband met ste<strong>de</strong>nbouw, met inbegrip van<br />

Regeringsbesluiten. De wetgeving kan men uitgebreid consulteren op <strong>de</strong> website<br />

www.Wallex.wallonie.be,http://mrw.wallonie.be/dgatlp/dgatlp/enwww.environnement.wallonie.be<br />

C.1.1. Welke werken of han<strong>de</strong>lingen zijn bouwvergunningsplichtig?<br />

Welke werken en han<strong>de</strong>lingen aan een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning zijn on<strong>de</strong>rworpen, wordt<br />

na<strong>de</strong>r bepaald in artikel 84 § 1 van het Waals Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek. De lijst vertoont veel gelijkenissen<br />

met <strong>de</strong>ze die geldt in het Vlaamse en Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest. In tegenstelling tot het<br />

Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest zijn <strong>de</strong> vergunningsplichtige bestemmingswijzigingen, net zoals in het<br />

Vlaamse Gewest, limitatief aangewezen in artikel 271 van het Waalse Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek.<br />

Naast <strong>de</strong> vergunningsplichtige werken dient een on<strong>de</strong>rscheid te wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen:<br />

niet – vergunningsplichtige werken,<br />

werken die enkel een voorafgaan<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige verklaring behoeven.<br />

De lijst van vrijgestel<strong>de</strong> werken is opgenomen in artikel 262 van het Waals Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek.<br />

Instandhoudings- en on<strong>de</strong>rhoudswerken zijn, net zoals in het Vlaamse en Brussels<br />

Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest, in principe niet vergunningsplichtig, net als een talrijk aantal kleinere werken.<br />

An<strong>de</strong>rzijds kan <strong>de</strong> lijst van vergunningsplichtige werken of han<strong>de</strong>lingen wor<strong>de</strong>n uitgebreid bij<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundig reglement.<br />

Artikel 263 van het Waals Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek somt <strong>de</strong> werken op die een voorafgaan<strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige verklaring behoeven. De nieuwe Vlaamse Co<strong>de</strong>x RO heeft eenzelf<strong>de</strong> figuur<br />

ingevoerd in het Vlaamse ruimtelijke or<strong>de</strong>ningsrecht, met name het zgn. ste<strong>de</strong>nbouwkundige melding.<br />

Deze tussencategorie van werken is nog niet gekend in <strong>de</strong> Brusselse ruimtelijke or<strong>de</strong>ningswetgeving<br />

en is vergelijkbaar met <strong>de</strong> melding van een klasse 3 inrichting overeenkomstig het Vlaamse<br />

Milieuvergunnings<strong>de</strong>creet. Het toesturen aan het college van burgemeester en schepenen en <strong>de</strong><br />

gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar van een beschrijving van <strong>de</strong> werken vergezeld van een aantal documenten<br />

volstaat als melding. Deze meldingen wor<strong>de</strong>n ingeschreven in een gemeentelijk register.<br />

Ook in het Waalse Gewest geldt in principe <strong>de</strong> verplichte tussenkomst van een architect. De lijst van<br />

toegestane afwijkingen op <strong>de</strong>ze verplichting, is opgenomen in artikel 265 van het<br />

Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 74


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.1.2. Hoe en waar vraagt men een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning aan?<br />

De aanvraag gebeurt in principe bij het college van burgemeester en schepenen van <strong>de</strong> plaats<br />

van het voorgenomen project.<br />

Ook het Waalse Gewest heeft een systeem van milieueffectenrapportage. Voor sommige projecten<br />

volstaat een (beperkte) milieueffectennota, voor an<strong>de</strong>re wordt een (uitgebrei<strong>de</strong>r)<br />

milieueffectenrapport verplicht gesteld. De Waalse regering bepaalt <strong>de</strong> lijst van werken waarvoor<br />

een effectennota en die waarvoor een rapport is vereist. De basiswetgeving hieromtrent treft men aan<br />

in het boek I van <strong>de</strong> Co<strong>de</strong> <strong>de</strong> l‟environnement.<br />

Sommige vergunningsaanvragen moeten aan een openbaar on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rworpen. Het<br />

ste<strong>de</strong>nbouwwetboek bepaalt dat dit het geval is voor:<br />

vergunningaanvragen die afwijken van gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> plannen van aanleg, een<br />

verkavelingsvergunning of een ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ning,<br />

vergunningsaanvragen die betrekking hebben op verbindingswegen (nieuwe weg of tracé),<br />

vergunningsaanvragen die on<strong>de</strong>rworpen zijn aan een milieueffectenon<strong>de</strong>rzoek,<br />

Welke han<strong>de</strong>lingen nog aan een openbaar on<strong>de</strong>rzoek zijn on<strong>de</strong>rworpen wordt geregeld bij<br />

regeringsbesluit, thans opgenomen in artikel 330 en 331 van het Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek.<br />

Het college van burgemeester en schepenen kan een vergunning verlenen zon<strong>de</strong>r vooraf het<br />

advies van <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar te hebben ingewonnen indien:<br />

<strong>de</strong> vergunningsaanvraag betrekking heeft op een gebied waarvoor een gemeentelijk plan van<br />

aanleg bestaat of,<br />

een verkavelingsvergunning bestaat of,<br />

tegelijk een gewestplan geldt, een gemeentelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>ning van<br />

toepassing is die aan bepaal<strong>de</strong> vereisten voldoet en geldig is voor het hele grondgebied, een<br />

gemeentelijk structuurplan bestaat en een gemeentelijke commissie ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

werkzaam is (art. 107 Waals Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek)<br />

Daarnaast bestaat er een vrijstelling voor werken van geringe omvang die wor<strong>de</strong>n opgesomd in artikel<br />

264 van het Waals Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek. Uitzon<strong>de</strong>ring op <strong>de</strong>ze vrijstellingen betreft gebouwen die op<br />

een lijst van te beschermen gebouwen van het cultureel patrimonium staan (art. 109 Waals<br />

Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek).<br />

Indien een vergunningsaanvraag niet voldoet aan <strong>de</strong> hiervoor aangehaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n dient<br />

voorafgaand advies te wor<strong>de</strong>n gevraagd aan <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar. Een negatief advies of het<br />

opleggen van vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n door <strong>de</strong>ze ambtenaar is enkel bin<strong>de</strong>nd in het geval een<br />

vergunning een afwijking impliceert van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> plannen van aanleg of ste<strong>de</strong>nbouwkundige<br />

reglementen. In <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re gevallen is het advies niet bin<strong>de</strong>nd.<br />

Het college doet uitspraak binnen een termijn variërend van 30 tot 115 dagen na datum van<br />

ontvangst van <strong>de</strong> aanvraag afhankelijk van <strong>de</strong> publiciteitsvereisten en adviezen die dienen te wor<strong>de</strong>n<br />

ingewonnen. Indien <strong>de</strong> aanvrager na verloop van <strong>de</strong>ze termijn geen vergunning heeft ontvangen, kan<br />

hij <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar verzoeken om over zijn aanvraag uitspraak te doen. Doet <strong>de</strong>ze geen<br />

uitspraak binnen <strong>de</strong> 35 dagen dan wordt <strong>de</strong> vergunning geacht te zijn geweigerd.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 75


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

De gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar kan een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning enkel schorsen indien ze niet<br />

conform is met <strong>de</strong> plannen van aanleg of <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwkundige reglementen of <strong>de</strong> <strong>de</strong>cretale<br />

voorschriften niet wer<strong>de</strong>n gevolgd (bvb. verplichting openbaar on<strong>de</strong>rzoek), evenals wanneer <strong>de</strong><br />

beslissing gebrekkig werd gemotiveerd. Indien <strong>de</strong> vergunning wordt geschorst verzoekt <strong>de</strong><br />

gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar het college van burgemeester en schepenen <strong>de</strong> vergunning in te trekken. Bij<br />

gebreke hieraan beslist <strong>de</strong> Waalse regering binnen <strong>de</strong> 40 dagen over het al dan niet vernietigen van<br />

<strong>de</strong> vergunning (artikel 108 Waals Ste<strong>de</strong>nbouwwetboek).<br />

In an<strong>de</strong>re gevallen (bijvoorbeeld bij het niet volgen van een advies, maar <strong>de</strong> vergunning is wel<br />

conform met het plan van aanleg - opportuniteitsbeoor<strong>de</strong>ling) kan <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar enkel<br />

een administratief beroep instellen bij <strong>de</strong> Waalse regering tegen een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning<br />

indien:<br />

<strong>de</strong> vergunning afwijkt van het advies van <strong>de</strong> gemeentelijke commissie voor ruimtelijke<br />

or<strong>de</strong>ning (indien het advies van die commissie is vereist),<br />

geduren<strong>de</strong> het openbaar on<strong>de</strong>rzoek veel bezwaren zijn ingediend (het aantal vereiste<br />

bezwaren is afhankelijk van <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> gemeente).<br />

Binnen <strong>de</strong> 30 dagen na ontvangst van <strong>de</strong> weigeringsbeslissing kan <strong>de</strong> aanvrager administratief<br />

beroep aantekenen bij <strong>de</strong> Waalse regering. Ook het college van burgemeester en schepenen,<br />

indien <strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> ambtenaar <strong>de</strong> vergunning heeft verleend, kan beroep instellen.<br />

Voor <strong>de</strong>r<strong>de</strong>-belanghebben<strong>de</strong>n staat enkel een beroep bij <strong>de</strong> Raad van State open.<br />

C.1.3. Hoe is <strong>de</strong> koppeling met <strong>de</strong> milieuvergunning?<br />

In <strong>de</strong> Waalse milieuwetgeving bestaat ook een (sterke) formele koppeling tussen <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning en <strong>de</strong> milieuvergunning, via <strong>de</strong> permis unique (zie hierna). In<br />

tegenstelling tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re gewesten betreft het hier een echte geïntegreer<strong>de</strong> procedure.<br />

C.1.4. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Besluit van 14 mei 1984 van <strong>de</strong> Waalse Gewestexecutieve tot codificatie van <strong>de</strong> wetgeven<strong>de</strong><br />

en veror<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> bepalingen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouw en <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning van<br />

toepassing op het Waalse Gewest, gewijzigd door het <strong>de</strong>creet van 27 november 1997 tot<br />

wijziging van <strong>de</strong> Co<strong>de</strong> Wallon <strong>de</strong> l‟ Aménagement du Territoire, <strong>de</strong> L‟Urbanisme en du<br />

Patrimoine (B.S. 12 februari 1998, herhaal<strong>de</strong>lijk gewijzigd)<br />

Decreet van 27 mei 2004 betreffen<strong>de</strong> Boek I van <strong>de</strong> Co<strong>de</strong> <strong>de</strong> l‟environnement ,(B.S. 9 juli<br />

2004)<br />

Besluit van 17 maart 2005 van <strong>de</strong> Waalse GewestRegering betreffen<strong>de</strong> Boek I van <strong>de</strong> Co<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

l‟environnement , (B.S. 4 mai 2005).<br />

Besluit van 4 juli 2002 van <strong>de</strong> Waalse GewestRegering betreffen<strong>de</strong> la liste <strong>de</strong>s projets soumis<br />

à étu<strong>de</strong>s d‟inci<strong>de</strong>nces, (B.S. 21 septembre 2002)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 76


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.2. De milieuvergunning<br />

C.2.1. Wat is een milieuvergunning (permis d’environnement) en wat is een<br />

permis unique?<br />

Het Waalse Gewest was het laatste gewest dat overging tot integratie van zijn vergunningsstelsel.<br />

Zulks gebeur<strong>de</strong> bij <strong>de</strong>creet van 11 maart 1999 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning, waarvan men <strong>de</strong><br />

tekst kan consulteren op <strong>de</strong> website www.Wallex.wallonie.be en www.environnement.wallonie.be<br />

Voor <strong>de</strong> materies die evenwel nog niet specifiek zijn geregeld, blijft het Algemeen Reglement voor <strong>de</strong><br />

Arbeidsbescherming (ARAB) van toepassing.<br />

Zoals in <strong>de</strong> twee an<strong>de</strong>re gewesten streeft <strong>de</strong> Waalse milieuvergunningswetgeving naar een integratie<br />

van een reeks afzon<strong>de</strong>rlijke vergunningen (ARAB-exploitatievergunning, lozingsvergunning,<br />

afvalstoffenvergunning, winning grondwater en drinkwater). De milieuvergunning vermeldt o.a. <strong>de</strong><br />

inrichtingen of activiteiten die wor<strong>de</strong>n vergund, <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> vergunning en <strong>de</strong> voorschriften die<br />

moeten wor<strong>de</strong>n nageleefd inzake <strong>de</strong> lucht,- water- en grondbescherming en <strong>de</strong> maatregelen<br />

betreffen<strong>de</strong> het beheer van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> inrichting voortgebrachte afval en <strong>de</strong> maatregelen en <strong>de</strong><br />

termijn voor <strong>de</strong> (bo<strong>de</strong>m)sanering aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie. De overheid kan trouwens eisen<br />

dat <strong>de</strong> exploitant vóór <strong>de</strong> tenuitvoerlegging van <strong>de</strong> milieuvergunning ten gunste van <strong>de</strong> Regering een<br />

financiële zekerheid stelt (bvb. een bankgarantie) om aan te geven dat hij zijn verplichtingen<br />

inzake sanering van <strong>de</strong> site zal nakomen.<br />

De integratie beperkt zich niet tot integratie van sectorale milieuvergunningen. Het <strong>de</strong>creet bevat ook<br />

een afzon<strong>de</strong>rlijk hoofdstuk betreffen<strong>de</strong> permis unique of, volgens <strong>de</strong> (slechte) Ne<strong>de</strong>rlandse vertaling,<br />

eenmalige vergunning. Dit vergunningsstelsel heeft betrekking op gemeng<strong>de</strong> projecten, d.w.z.<br />

projecten waarbij bij <strong>de</strong> indiening van <strong>de</strong> vergunningsaanvraag blijkt dat een milieuvergunning én een<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning is vereist. Het speelt enkel voor activiteiten uit klasse 1 en klasse 2.<br />

Ook kan er geen beroep op wor<strong>de</strong>n gedaan voor tij<strong>de</strong>lijke inrichtingen, proefinrichtingen of inrichtingen<br />

die betrekking hebben op bescherm<strong>de</strong> monumenten of gelegen zijn in een beschermd gebied. Dit<br />

(geïntegreer<strong>de</strong>) vergunningsstelsel mondt uit in één vergunning die geldt als milieuvergunning én<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning.<br />

Met <strong>de</strong> inwerkingtreding van het Decreet van 5 juni 2008 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> opsporing, <strong>de</strong> vaststelling, <strong>de</strong><br />

vervolging en <strong>de</strong> beteugeling van milieuovertredingen en <strong>de</strong> herstelmaatregelen inzake leefmilieu<br />

wordt een nieuw uniform ka<strong>de</strong>r geschapen voor <strong>de</strong> administratiefrechtelijke en strafrechtelijke<br />

handhaving van <strong>de</strong> inbreuken op het <strong>de</strong>creet van 11 maart 1999. Dit Decreet voegt een <strong>de</strong>el VIII<br />

„Opsporing, vaststelling, vervolging en beteugeling van milieu-overtredingen en herstelmaatregelen<br />

inzake leefmilieu‟ toe aan Boek I van het Milieuwetboek. Niet alleen kunnen <strong>de</strong> nodige administratieve<br />

maatregelen wor<strong>de</strong>n genomen (o.m. bevel tot opheffing van een exploitatie), <strong>de</strong> overtredingen op het<br />

<strong>de</strong>creet van 11 maart 1999 zijn ook strafbaar gesteld. Miskenning van <strong>de</strong> milieuvergunningsplicht of<br />

<strong>de</strong> milieuvergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n kan aanleiding geven tot strafsancties, die verschillen naar gelang<br />

<strong>de</strong> categorisering van <strong>de</strong> overtreding (eerste, twee<strong>de</strong>, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of vier<strong>de</strong> categorie). De strafrechter kan<br />

bij het uitspreken van <strong>de</strong> strafsanctie ook herstelmaatregelen opleggen (inrichtingswerken, herstel<br />

van <strong>de</strong> plaats in haar vorige staat of in <strong>de</strong> staat waarin ze geen gevaar meer vertoont of geen hin<strong>de</strong>r<br />

meer vormt voor het leefmilieu of <strong>de</strong> gezondheid van <strong>de</strong> mens), al dan niet gekoppeld aan het<br />

voorafgaand uitvoeren van een studie om <strong>de</strong>ze herstelmaatregelen te bepalen. Inbreuken van<br />

twee<strong>de</strong>, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of vier<strong>de</strong> categorie kunnen – wanneer er geen strafvervolging wordt ingesteld –<br />

wor<strong>de</strong>n vervolgd door mid<strong>de</strong>l van administratieve geldboetes. Deze geldboetes kunnen oplopen<br />

tot 100.000 euro voor een overtreding van twee<strong>de</strong> categorie. Bepaal<strong>de</strong> overtredingen die an<strong>de</strong>re geen<br />

rechtstreekse scha<strong>de</strong> hebben toegebracht kunnen het voorwerp uitmaken van het betalen van een<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 77


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

transactiesom, <strong>de</strong>welke het verval van <strong>de</strong> strafvor<strong>de</strong>ring tot gevolg zal hebben (tenzij het openbaar<br />

ministerie alsnog beslist te vervolgen).<br />

C.2.2. Voor welke activiteiten heeft men een milieuvergunning nodig en hoe en<br />

waar vraagt men die aan?<br />

De inrichtingen en activiteiten wor<strong>de</strong>n opgenomen in rubrieken en zijn on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in drie klassen<br />

(klasse 1, 2 en 3) volgens hun afnemend belang van hun weerslag op mens en milieu en volgens hun<br />

geschiktheid om aan <strong>de</strong> algemene, sectorale of integrale milieuvoorwaar<strong>de</strong>n te voldoen. De lijst van<br />

inge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> activiteiten kan men terugvin<strong>de</strong>n in Bijlage I van het Besluit van <strong>de</strong> Waalse Regering van 4<br />

juli 2002 (B.S. 21 september 2002).<br />

Het begrip “inrichting” wordt als volgt ge<strong>de</strong>finieerd: “een technisch-geografische eenheid bestaan<strong>de</strong><br />

uit één of meer installaties of activiteiten inge<strong>de</strong>eld op het gebied van milieubescherming, alsme<strong>de</strong><br />

elke an<strong>de</strong>re installatie en/of activiteit die daarmee rechtstreeks verband houdt en een weerslag op <strong>de</strong><br />

emissies of <strong>de</strong> verontreiniging kan hebben”.<br />

Inrichtingen van Klasse 1 en 2 zijn vergunningsplichtig. Zij mogen niet zon<strong>de</strong>r vergunning<br />

wor<strong>de</strong>n geëxploiteerd. Klasse 3 omvat <strong>de</strong> inrichtingen die weinig effect hebben op mens en milieu en<br />

waarvoor <strong>de</strong> Regering integrale milieuvoorwaar<strong>de</strong>n kan uitvaardigen. Deze laatste inrichtingen zijn<br />

aangifteplichtig (zie hierna).<br />

Het college van burgemeester van schepenen van <strong>de</strong> gemeente waar <strong>de</strong> inrichting zal wor<strong>de</strong>n<br />

uitgebaat, is in principe bevoegd om kennis te nemen van en te beslissen over <strong>de</strong> aanvragen om<br />

milieuvergunning, zowel die van klasse 1 als van klasse 2.<br />

De vergunningsaanvraag wordt afgegeven bij het gemeentebestuur dat het vervolgens overmaakt aan<br />

<strong>de</strong> technische ambtenaar die <strong>de</strong> ontvankelijkheid en <strong>de</strong> volledigheid van <strong>de</strong> aanvraag on<strong>de</strong>rzoekt, en<br />

duidt nadien <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n aan die advies moeten uitbrengen en <strong>de</strong> gemeenten waar een openbaar<br />

on<strong>de</strong>rzoek moet plaatsvin<strong>de</strong>n. In principe is elke aanvraag on<strong>de</strong>rworpen aan een openbaar<br />

on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Elke vergunningsaanvraag bevat ook een effectennota of een milieueffectenrapport. Het <strong>de</strong>creet<br />

op <strong>de</strong> milieuvergunning bevat geen specifieke bepalingen inzake een veiligheidsrapport. De specifieke<br />

bepalingen inzake milieueffectenrapportage kunnen wor<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n in het Waals<br />

Milieuwetboek, zoals recent gewijzigd (art. D. 62 e.v.). De lijst met installaties die van rechtswege<br />

mer-plichtig zijn kan wor<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n in een Besluit van <strong>de</strong> Waalse regering van 4 juli 2002.<br />

Ook activiteiten die niet op laatstgenoem<strong>de</strong> lijst zou<strong>de</strong>n voorkomen en waarvoor in beginsel dus enkel<br />

een effectennota zou moeten wor<strong>de</strong>n opgemaakt, dienen door <strong>de</strong> <strong>de</strong>creetswijziging van 10 november<br />

2006 te wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rworpen aan een milieueffectenrapport indien <strong>de</strong> overheid die over <strong>de</strong><br />

ontvankelijkheid van het aanvraagdossier moet oor<strong>de</strong>len meent dat er sprake kan zijn van aanzienlijke<br />

milieueffecten (art. D 68). Op die manier is geopteerd voor een aanpak die ver<strong>de</strong>r gaat dan een<br />

gesloten lijstsysteem.<br />

Het schepencollege beslist over <strong>de</strong> aanvraag binnen een termijn van 90 dagen als het een klasse 2-<br />

inrichting betreft of een termijn van 140 dagen als het een inrichting van klasse 1 betreft. Wordt<br />

binnen <strong>de</strong>ze termijn geen beslissing genomen, dan wordt <strong>de</strong> vergunning geacht te zijn geweigerd. De<br />

vergunning kan wor<strong>de</strong>n verleend voor maximum 20 jaar.<br />

Tegen <strong>de</strong> beslissingen in verband met <strong>de</strong> milieuvergunningen kan door elke belanghebben<strong>de</strong> binnen<br />

<strong>de</strong> 20 dagen beroep wor<strong>de</strong>n aangetekend bij <strong>de</strong> Waalse Regering.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 78


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.2.3. Wat is een milieuaangifte?<br />

Voor inrichtingen in <strong>de</strong> klasse 3 is geen vergunning maar een aangifte vereist. Het College van<br />

schepenen en burgemeester van het grondgebied waarop <strong>de</strong> inrichting zal wor<strong>de</strong>n uitgebaat, neemt<br />

eveneens kennis van <strong>de</strong> aangiften van inrichtingen in klasse 3.<br />

Opmerkelijk is dat het gemeentebestuur aanvullen<strong>de</strong> exploitatievoorwaar<strong>de</strong>n kan opleggen als<br />

<strong>de</strong> integrale voorwaar<strong>de</strong>n (die op grond van <strong>de</strong> wet automatisch van toepassing zijn op <strong>de</strong> betrokken<br />

inrichting) niet volstaan voor <strong>de</strong> beperking van <strong>de</strong> gevaren of hin<strong>de</strong>r voor mens of milieu.<br />

Met <strong>de</strong> <strong>de</strong>creetswijziging van 22 november 2007 is <strong>de</strong> mogelijkheid gegeven om criteria te laten<br />

bepalen door <strong>de</strong> Waalse regering tenein<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> aanvrager <strong>de</strong> mogelijkheid te geven uit te maken of<br />

<strong>de</strong> betrokken meldingsplichtige activiteit in staat zal zijn <strong>de</strong> integrale voorwaar<strong>de</strong>n te respecteren.<br />

Indien dit niet het geval zou zijn, dient een klasse 2-vergunningsaanvraag te wor<strong>de</strong>n ingediend.<br />

De aangever mag <strong>de</strong> inrichting beginnen exploiteren 15 dagen na indiening van zijn aangifte, of 30<br />

dagen daarna indien <strong>de</strong> overheid aanvullen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voorschrijft.<br />

C.2.4. Wat bij een overname?<br />

Indien <strong>de</strong> inrichting geheel of ge<strong>de</strong>eltelijk wordt uitgebaat door een an<strong>de</strong>re persoon dan <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> vergunning, dan moet het gemeentebestuur daarvan op <strong>de</strong> hoogte wor<strong>de</strong>n gesteld door <strong>de</strong><br />

overdrager én <strong>de</strong> overnemer (en niet één van bei<strong>de</strong>n, zoals in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Gewesten het geval is). Het<br />

gemeentebestuur verleent onmid<strong>de</strong>llijk akte van <strong>de</strong> aangifte van overname.<br />

Bijzon<strong>de</strong>r is dat volgens <strong>de</strong> Waalse wetgeving <strong>de</strong> overdrager én <strong>de</strong> overnemer samen aansprakelijk<br />

zijn voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die <strong>de</strong> nieuwe exploitant veroorzaakt als hij niet voldoet aan <strong>de</strong><br />

exploitatievoorwaar<strong>de</strong>n, zolang <strong>de</strong> overname niet gezamenlijk is aangegeven.<br />

De Waalse Regering kan <strong>de</strong> overdracht van vergunningen ook verbie<strong>de</strong>n voor bepaal<strong>de</strong> inrichtingen.<br />

C.2.5. Referentie belangrijkste wetgeving<br />

Decreet van 11 maart 1999 van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning (B.S.<br />

8 juni 1999);<br />

Besluiten van <strong>de</strong> Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> goedkeuring<br />

van <strong>de</strong> titels I en II (B.S. 3 en 4 april 1946) en van <strong>de</strong> titels III, IV en V van het Algemeen<br />

Reglement voor <strong>de</strong> Arbeidsbescherming (B.S. 3 en 4 oktober 1947).<br />

Besluit van 4 juli 2002 van <strong>de</strong> Waalse Regering tot bepaling van <strong>de</strong> lijst van <strong>de</strong> aan een<br />

milieueffectstudie on<strong>de</strong>rworpen projecten en van <strong>de</strong> inge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> installaties en activiteiten,<br />

(B.S. 21 september 2002)<br />

Decreet van 5 juni 2008 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> opsporing, <strong>de</strong> vaststelling, <strong>de</strong> vervolging en <strong>de</strong><br />

beteugeling van milieuovertredingen en <strong>de</strong> herstelmaatregelen inzake leefmilieu (B.S. 20 juni<br />

2008).<br />

C.3. Erkenningen en registraties<br />

Ook in het Waalse Gewest wor<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong> activiteiten met betrekking tot afvalstoffen aan erkenning<br />

of registratie on<strong>de</strong>rworpen.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 79


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Zo zijn personen of rechtspersonen die beroepshalve gevaarlijke afvalstoffen inzamelen en<br />

vervoeren aan een voorafgaan<strong>de</strong> erkenning on<strong>de</strong>rworpen. De erkenning betreft <strong>de</strong> moraliteit, <strong>de</strong><br />

technische en financiële mid<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> betrokkene. Personen of rechtspersonen die beroepshalve<br />

ongevaarlijke afvalstoffen inzamelen en vervoeren zijn aan een registratieplicht<br />

on<strong>de</strong>rworpen.<br />

Ook <strong>de</strong> uitbater van een stortplaats, waarvan <strong>de</strong> uitbating aan een voorafgaan<strong>de</strong>lijke toelating is<br />

on<strong>de</strong>rworpen, wordt on<strong>de</strong>rworpen aan een aantal erkenningsvoorwaar<strong>de</strong>n zoals <strong>de</strong> verplichting om<br />

een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.<br />

Daarnaast gel<strong>de</strong>n specifieke erkenningen voor bepaal<strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigen of laboratoria, die in <strong>de</strong>ze<br />

brochure onbesproken blijven. Na<strong>de</strong>re informatie treft men ook aan op <strong>de</strong> website<br />

www.environnement.wallonie.be<br />

C.3.1. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Decreet van 27 juni 1996 van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> afvalstoffen (B.S. 2<br />

augustus 1996)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse Gewestexecutieve van 23 juli 1987 met betrekking tot <strong>de</strong><br />

gecontroleer<strong>de</strong> stortplaatsen (B.S. 29 september 1987)<br />

C.4 Biotoopbescherming<br />

In het Waalse Gewest bestaat nog geen algemeen gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling inzake <strong>de</strong> bescherming van<br />

bepaal<strong>de</strong> vegetaties en/ of kleine landschapselementen. Wel is er hoger reeds gewezen op <strong>de</strong><br />

verbodsbepalingen die kunnen spelen in speciale beschermingszones die kunnen spelen binnen <strong>de</strong><br />

contouren van een natura 2000-gebied ingevolge het Besluit van <strong>de</strong> Waalse regering van 23 oktober<br />

2008 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op <strong>de</strong> Natura 2000-<br />

locaties.<br />

Wel is voor bepaal<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lingen die in het Vlaamse Gewest on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> natuurvergunningsplicht vallen,<br />

een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunnning vereist:<br />

het bebossen en het ontbossen, met uitzon<strong>de</strong>ring van bosbouw in bosgebied;<br />

het vellen van alleenstaan<strong>de</strong> hoogstammige bomen en hagen of hun uitzicht veran<strong>de</strong>ren voor<br />

zover ze voorkomen op een door <strong>de</strong> Regering vastgestel<strong>de</strong> lijst;<br />

het vellen van één of meer bijzon<strong>de</strong>re bomen of hagen of het wijzigen van aspecten ervan,<br />

voorzover <strong>de</strong>ze bomen of hagen voorkomen op een door <strong>de</strong> Regering opgemaakte lijst;<br />

het verwij<strong>de</strong>ren van plantengroei of het wijzigen van <strong>de</strong> vegetatie van hei<strong>de</strong>n, venen of<br />

an<strong>de</strong>re zones waarvan <strong>de</strong> Regering <strong>de</strong> bescherming noodzakelijk acht.<br />

Belangrijke wetgeving:<br />

Waals Wetboek van Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning, Ste<strong>de</strong>nbouw en Patrimonium van 14 mei 1984, B.S.<br />

25 mei 1984<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 80


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

De exploitatiefase van het bedrijf<br />

I. Bedrijfsinterne milieuzorg<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest<br />

Met het <strong>de</strong>creet hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene bepalingen inzake het milieubeleid, meer bepaald titel III<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bedrijfsinterne milieuzorg, zet <strong>de</strong> wetgever <strong>de</strong> bedrijven ertoe aan om<br />

milieuvrien<strong>de</strong>lijke productieprocessen in te voeren. Ter uitvoering hiervan moeten <strong>de</strong> bedrijven een<br />

aantal taken uitvoeren en een reeks maatregelen nemen. Deze zijn het aanstellen van een<br />

milieucoördinator, <strong>de</strong> invoering van een milieu-audit, het uitvoeren van metingen van emissies en<br />

immissies, het aanleggen van registers van <strong>de</strong> aanwezigheid van bepaal<strong>de</strong> stoffen in het bedrijf, het<br />

opstellen van een milieu-jaarverslag, en <strong>de</strong> plicht om milieu-ongevallen te mel<strong>de</strong>n en voor <strong>de</strong><br />

gevolgen ervan te waarschuwen.<br />

A.1 Wat is een milieucoördinator?<br />

Wanneer het bedrijf een klasse 1 inrichting is, zal het een milieucoördinator dienen aan te stellen.<br />

Gelet op <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r geschetste versoepeling van <strong>de</strong> in<strong>de</strong>lingsrubrieken, wor<strong>de</strong>n een aantal voormalige<br />

klasse 1-inrichtingen beschouwd als klasse 2-inrichtingen, waarvoor <strong>de</strong>ze verplichting niet geldt. Dit<br />

impliceert een vermin<strong>de</strong>ring van het aantal milieucoördinatoren, hoewel dit (<strong>de</strong>els) kan wor<strong>de</strong>n<br />

opgevangen door het opleggen van <strong>de</strong>rgelijke plicht via <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re milieuvoorwaar<strong>de</strong>n aan an<strong>de</strong>re<br />

inrichtingen. Deze persoon kan zowel een werknemer zijn van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming (interne<br />

milieucoördinator) als een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> (externe milieucoördinator). In bei<strong>de</strong> gevallen dient hij over bepaal<strong>de</strong><br />

bekwaamhe<strong>de</strong>n te beschikken. In geval van een interne milieucoördinator moet <strong>de</strong> melding niet<br />

wor<strong>de</strong>n opgestuurd, maar kan <strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n bijgehou<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> exploitatiezetel. Zijn aanstelling wordt<br />

pas effectief als hij in die functie door <strong>de</strong> overheid erkend werd, wat pas mogelijk is na het aantonen<br />

van minstens één jaar praktische ervaring.<br />

De voornaamste taken van <strong>de</strong> milieucoördinator zijn:<br />

het regelmatig uitvoeren van controles op werkplaatsen, zuiveringsinstallaties, afvalstromen ;<br />

het rapporteren van <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> tekortkomingen ;<br />

het uitwerken van voorstellen ter remediëring ervan ;<br />

het waken over <strong>de</strong> naleving van emissie- metingen en van <strong>de</strong> registratieplicht ;<br />

het hou<strong>de</strong>n van een afvalstoffenregister ;<br />

het naleven van <strong>de</strong> meldingsplicht en waarschuwingsplicht bij milieuongevallen.<br />

De (externe) milieucoördinator moest op „regelmatige tijdstippen‟ controle uitoefenen op <strong>de</strong><br />

werkplaats. Hoewel <strong>de</strong> zin „en ten minste éénmaal per trimester van een kalen<strong>de</strong>rjaar‟ reeds geruime<br />

tijd opgenomen werd in <strong>de</strong> instemmingbrief van <strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling Milieuvergunningen, is<strong>de</strong>ze nu ook<br />

opgenomen in Vlarem II. Naast toezicht op <strong>de</strong> invulling van het takenpakket, zal er eveneens meer<br />

toezicht uitgeoefend wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> 30 uren verplichte bijscholing van <strong>de</strong> milieucoördinator. In Vlarem<br />

wordt tevens expliciet opgenomen dat <strong>de</strong> opleidingsuren voor <strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong> vorming<br />

milieucoördinator A of B meetellen als wettelijke uren bijscholing. Er wordt tevens expliciet<br />

opgenomen dat een werknemer die ingeschreven is voor <strong>de</strong> aanvullen<strong>de</strong> vorming voor<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 81


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

milieucoördinatoren eenmalig en voor een perio<strong>de</strong> van maximum drie jaar als interne<br />

milieucoördinator kan wor<strong>de</strong>n aangesteld. Door <strong>de</strong> inschrijving van een eigen werknemer is een<br />

bedrijf dus meteen in or<strong>de</strong> gesteld m.b.t. <strong>de</strong> eventuele verplichting tot aanstelling van een<br />

milieucoördinator<br />

Het niet naleven van <strong>de</strong>ze verplichtingen kan strafrechterlijk vervolgd wor<strong>de</strong>n op grond van <strong>de</strong><br />

bepalingen in Titel XVI „Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen‟ van het DABM. De<br />

milieucoordinator dient ook verzekerd te zijn voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid. Indien hij een<br />

werknemer is, geniet hij ook een bijzon<strong>de</strong>re bescherming tegenover zijn werkgever.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 82


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.2. Wat is een milieu–audit en een integraal milieujaarverslag?<br />

Met ingang van 2005 is het integraal milieujaarverslag in <strong>de</strong> plaats gekomen van een aantal<br />

afzon<strong>de</strong>rlijke documenten. Het bun<strong>de</strong>lt volgen<strong>de</strong>, voordien afzon<strong>de</strong>rlijk bestaan<strong>de</strong> verplichtingen:<br />

het milieujaarverslag;<br />

<strong>de</strong> afvalstoffenmelding;<br />

<strong>de</strong> aangifte met betrekking tot grondwaterwinning en –statistiek.<br />

Het integraal milieujaarverslag ka<strong>de</strong>rt in het beleid gericht op administratieve vereenvoudiging. Naast<br />

het milieujaarverslag, <strong>de</strong> afvalstoffenmelding en <strong>de</strong> aangifte met betrekking tot grondwaterwinning en<br />

–statistiek wer<strong>de</strong>n ook <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> rapporteringsverplichtingen geïntegreerd:<br />

<strong>de</strong> rapportering van <strong>de</strong> energiegegevens van bedrijven met een primair energieverbruik van<br />

meer dan 0,1 petajoule;<br />

<strong>de</strong> afvalstoffenmelding voor overbrengers;<br />

<strong>de</strong> afvalstoffenmelding voor verwerkers.<br />

Zodra men on<strong>de</strong>r een van die verplichtingen valt, moet men een volledig of een ge<strong>de</strong>eltelijk integraal<br />

milieujaarverslag opstellen. De bedrijven die een milieujaarverslag moeten opstellen (<strong>de</strong>el I en II van<br />

het integrale milieujaarverslag), wor<strong>de</strong>n aangeduid met een letter “J” in <strong>de</strong> laatste kolom van Bijlage I<br />

van VLAREM I.<br />

De bepalingen over het Integraal Milieujaarverslag kunt u terugvin<strong>de</strong>n in het <strong>de</strong>creet van 6 februari<br />

2004 tot wijziging van <strong>de</strong> regelgeving betreffen<strong>de</strong> het mee<strong>de</strong>len van milieu-informatie en tot opheffing<br />

van het systeem van <strong>de</strong> stilzwijgen<strong>de</strong> milieuvergunning (BS. 20 februari 2004) en in het Besluit van <strong>de</strong><br />

Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag (BS. 4 juni 2004).<br />

Het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 27 januari 2006 wijzigt een aantal bepalingen die betrekking<br />

hebben op het integrale milieujaarverslag (B.S. 24 februari 2006). Zie ook<br />

http://milieujaarverslag.milieuinfo.be.<br />

De milieu-audit is een goed bekend instrument in het bedrijfsleven. Los van enige wettelijke<br />

verplichting daartoe, namen veel on<strong>de</strong>rnemingen reeds vrijwillig het initiatief om zichzelf op<br />

regelmatige tijdstippen door te lichten om na te gaan of <strong>de</strong> exploitatie in overeenstemming gebeurt<br />

met <strong>de</strong> toepasselijke milieureglementering. Ook in het ka<strong>de</strong>r van overnames of acquisities van<br />

on<strong>de</strong>rnemingen wordt vaak een audit uitgevoerd om inzicht te krijgen in <strong>de</strong> milieuproblemen van het<br />

bedrijf. Het uitvoeren van een milieu-audit is voor sommige bedrijven een wettelijke verplichting. De<br />

periodieke milieu-audit, die om <strong>de</strong> drie jaar moet wor<strong>de</strong>n herhaald, is verplicht voor alle bedrijven die<br />

een milieueffectrapport of een veiligheidsrapport moeten opstellen en voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemingen die in<br />

kolom 6 van <strong>de</strong> VLAREM-in<strong>de</strong>lingslijst zijn aangeduid met <strong>de</strong> letter “P”. Een éénmalige audit is<br />

verplicht voor bedrijven die zijn aangeduid met <strong>de</strong> letter “E”. De audit moet wor<strong>de</strong>n gevali<strong>de</strong>erd door<br />

een milieuverificateur.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 83


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.3. Referentie belangrijkste wetgeving<br />

Decreet van <strong>de</strong> Vlaamse raad van 5 april 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene bepalingen inzake milieubeleid<br />

(B.S. 3 juni 1995) en het <strong>de</strong>creet van 19 april 1995 tot aanvulling van voorgaand <strong>de</strong>creet met een titel<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bedrijfsinterne milieuzorg (B.S. 4 juli 1995) ;<br />

Decreet van 6 februari 2004 tot wijziging van <strong>de</strong> regelgeving betreffen<strong>de</strong> het mee<strong>de</strong>len van milieuinformatie<br />

en tot opheffing van het systeem van <strong>de</strong> stilzwijgen<strong>de</strong> milieuvergunning (BS. 20 februari<br />

2004)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse executieve van 6 februari 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het Vlaams<br />

reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning (VLAREM I), (B.S. 26 juni 1991);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 1 juni 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene en sectorale bepalingen inzake<br />

milieuhygiëne (VLAREM II), (B.S. 31 juli 1995, err. B.S. 29 september 1995);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag<br />

(BS. 4 juni 2004).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 84


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. Wetgeving in het Brusselse en Waalse Gewest<br />

In het Brusselse en Waalse gewest is <strong>de</strong> wetgeving inzake <strong>de</strong> bedrijfsinterne milieuzorg min<strong>de</strong>r<br />

systematisch uitgewerkt dan in het Vlaamse Gewest. Nochtans bevat <strong>de</strong> milieuwetgeving van <strong>de</strong>ze<br />

gewesten analoge verplichtingen, zoals het opmaken van een jaarverslag en registratie- of<br />

meldingsplichten. De verplichtingen liggen vooral verspreid over <strong>de</strong> afvalstoffen- en waterwetgeving<br />

en <strong>de</strong> wetgeving betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning.<br />

C. Fe<strong>de</strong>rale milieuwetgeving<br />

C.1. Veiligheidsadviseurs voor vervoer van gevaarlijke goe<strong>de</strong>ren<br />

Het Koninklijk besluit betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanwijzing en <strong>de</strong> beroepsbekwaamheid van<br />

veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goe<strong>de</strong>ren over <strong>de</strong> weg, per spoor of over <strong>de</strong><br />

binnenwateren legt aan elke on<strong>de</strong>rneming waarop het van toepassing is, <strong>de</strong> verplichting op om ten<br />

laatste vanaf 31 <strong>de</strong>cember 1999 over één of meer veiligheidsadviseurs te beschikken. De betrokken<br />

veiligheidsadviseur is verplicht om, bij een ongeval, tij<strong>de</strong>ns het vervoer, la<strong>de</strong>n of lossen, dat<br />

milieuscha<strong>de</strong> voor gevolg heeft, een exemplaar van het ongevallenrapport over te maken aan <strong>de</strong><br />

bevoeg<strong>de</strong> gewestadministratie. Deze gewestadministratie bevindt zich meestal in <strong>de</strong> gemeente waar<br />

het ongeval zich heeft voorgedaan. Zij zal er dan ook op toezien dat <strong>de</strong> sanering van een vervuild<br />

terrein, rivier of beek uitgevoerd wordt.<br />

C.2. veiligheidscoördinatoren voor het ontwerpen en uitvoeren van<br />

bouwwerken en bo<strong>de</strong>msaneringswerken.<br />

Bij alle werken die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toepassing vallen van het Koninklijk besluit van 25 januari 2001<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke of mobiele bouwplaatsen, moet een veiligheidscoördinator wor<strong>de</strong>n<br />

aangesteld. Graaf-, grond-, fun<strong>de</strong>rings-, verstevigings- en waterbouwkundige werken wor<strong>de</strong>n<br />

gecatalogeerd on<strong>de</strong>r „tij<strong>de</strong>lijke of mobiele bouwplaatsen‟. Alle bouwwerken in <strong>de</strong> ruime zin van het<br />

woord vallen dus on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze coördinatieverplichting. Belangrijk om weten is dat leveranciers en<br />

nutsmaatschappijen ook als aannemer wor<strong>de</strong>n beschouwd wanneer ze <strong>de</strong>elnemen aan het<br />

bouwproces. (v.b. het leveren van stortbeton). Aangezien ook bo<strong>de</strong>msaneringswerken vaak<br />

afgravingen, oppompen en zuiveren van grondwater, stabiliteitswerken en sloopwerken omvatten,<br />

vallen <strong>de</strong>ze saneringswerken on<strong>de</strong>r het toepassingsgebied van het koninklijk besluit.<br />

De aanstelling van <strong>de</strong> veiligheidscoördinator moet gebeuren in twee verschillen<strong>de</strong> fasen van het<br />

bouwwerk. De veiligheidscoördinator voor het ontwerp <strong>de</strong>tecteert alle risicovolle elementen en stelt<br />

in functie hiervan een veiligheids- en gezondheidsplan op met daarin <strong>de</strong> maatregelen die genomen<br />

moeten wor<strong>de</strong>n. De veiligheidscoördinator voor <strong>de</strong> uitvoering zal nagaan of alle opgesom<strong>de</strong><br />

maatregelen gerespecteerd wor<strong>de</strong>n en zal bij risicovolle werken controleren of alles op <strong>de</strong> meest<br />

veilige manier gebeurt.<br />

Het niet aanstellen van <strong>de</strong> veiligheidscoördinator kan lei<strong>de</strong>n tot zware straffen. Wanneer zich een<br />

ongeval voordoet en er is geen veiligheidscoördinator aangesteld, dan kunnen <strong>de</strong> straffen oplopen en<br />

kan men vervolgd wor<strong>de</strong>n voor het toebrengen van onvrijwillige slagen en verwondingen of voor<br />

onvrijwillige doodslag.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 85


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.3. Referentie wetgeving:<br />

Koninklijk besluit van 1 juli 1999 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanwijzing en <strong>de</strong> beroepsbekwaamheid van<br />

veiligheidsadivsieurs voor het vervoer van gevaarlijke goe<strong>de</strong>ren over <strong>de</strong> weg, per spoor of over <strong>de</strong><br />

binnenwateren (B.S. 13 juli 1999).<br />

Koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 7<br />

februari 2001).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 86


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

II. Bo<strong>de</strong>msaneringsmomenten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> exploitatiefase<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> exploitatiefase kan het bedrijf ook wor<strong>de</strong>n geconfronteerd met een bo<strong>de</strong>msaneringsplicht,<br />

dit naar aanleiding van een periodieke on<strong>de</strong>rzoeksplicht of bij scha<strong>de</strong>gevallen.<br />

Het Vlaamse Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet is niet enkel van belang bij vastgoedtransacties, het legt aan <strong>de</strong><br />

exploitanten van risico-inrichtingen ook een periodieke on<strong>de</strong>rzoeksverplichting op.<br />

Wordt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> exploitatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming bo<strong>de</strong>mverontreiniging veroorzaakt door een<br />

bepaal<strong>de</strong> calamiteit, zoals brand of an<strong>de</strong>re inci<strong>de</strong>nten (lekken van leidingen, insijpelen van giftige<br />

stoffen bij opslag van afval, enz.) dan moet in voorkomend geval wor<strong>de</strong>n overgegaan tot uitvoering<br />

van bo<strong>de</strong>msanering. Het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet heeft daartoe een specifieke regeling uitgewerkt.<br />

A.1. Voor welke activiteiten geldt er een periodieke on<strong>de</strong>rzoeksverplichting?<br />

Kolom 8 van bijlage 1 bij VLAREM I vermeldt <strong>de</strong> inrichtingen die binnen een bepaal<strong>de</strong> termijn en<br />

vervolgens periodiek op eigen kosten moeten overgaan tot een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek. In <strong>de</strong>ze<br />

lijst van risico-inrichtingen wor<strong>de</strong>n twee categorieën on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n:<br />

Categorieën Eerste on<strong>de</strong>rzoek:<br />

Bedrijven in exploitatie<br />

vóór 29 oktober 1995<br />

Inrichtingen met<br />

kenletter A<br />

Inrichtingen met<br />

kenletter B<br />

Eerste on<strong>de</strong>rzoek:<br />

Bedrijven in exploitatie<br />

na 28 oktober 1995<br />

Uiterlijk op 31/12/2003 indien geen oriënterend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek werd<br />

uitgevoerd binnen <strong>de</strong> 5<br />

jaar voorafgaand aan<br />

<strong>de</strong> milieuvergunning:<br />

binnen <strong>de</strong> termijn van<br />

10 jaar na datum van <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>finitieve<br />

milieuvergunning<br />

indien wel oriënterend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek werd<br />

uitgevoerd binnen <strong>de</strong> 5<br />

jaar voorafgaand aan<br />

<strong>de</strong> milieuvergunning:<br />

binnen <strong>de</strong> termijn van<br />

20 jaar na datum van <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>finitieve<br />

milieuvergunning<br />

Uiterlijk op 31/12/2001 indien geen oriënterend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek werd<br />

uitgevoerd binnen <strong>de</strong> 5<br />

jaar voorafgaand aan<br />

Periodieke<br />

verplichtingen<br />

Vervolgens om <strong>de</strong> 20<br />

jaar<br />

Vervolgens om <strong>de</strong> 10<br />

jaar<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 87


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

<strong>de</strong> milieuvergunning:<br />

binnen <strong>de</strong> termijn van 8<br />

jaar na datum van <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>finitieve<br />

milieuvergunning<br />

indien wel oriënterend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek werd<br />

uitgevoerd binnen <strong>de</strong> 5<br />

jaar voorafgaand aan<br />

<strong>de</strong> milieuvergunning:<br />

binnen <strong>de</strong> termijn van<br />

10 jaar na datum van <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>finitieve<br />

milieuvergunning<br />

De resultaten van dit on<strong>de</strong>rzoek moeten binnen <strong>de</strong> 30 dagen wor<strong>de</strong>n overgemaakt aan <strong>de</strong> OVAM.<br />

Blijkt uit dit on<strong>de</strong>rzoek dat er aanwijzingen bestaan van bo<strong>de</strong>mverontreiniging, dan zal <strong>de</strong> OVAM <strong>de</strong><br />

exploitant aanmanen om <strong>de</strong> saneringsprocedure aan te vatten door uitvoering van een beschrijvend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek (zie hierna).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 88


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.2. Wat moet men doen bij scha<strong>de</strong>gevallen?<br />

Het oorspronkelijke Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet bevatte geen specifieke bepalingen voor<br />

verontreinigingsgevallen die wer<strong>de</strong>n veroorzaakt door <strong>de</strong>rgelijke calamiteiten. De exploitant dien<strong>de</strong> in<br />

dat geval, overeenkomstig <strong>de</strong> algemene milieuvoorwaar<strong>de</strong>n opgenomen in VLAREM II, wel <strong>de</strong><br />

burgemeester en <strong>de</strong> milieu-inspectie op <strong>de</strong> hoogte te brengen brengen van het voorval of het<br />

vloeistoflek dat aanleiding gaf tot bo<strong>de</strong>mverontreiniging. Bovendien bepaalt het VLAREM II op<br />

algemene wijze dat <strong>de</strong> exploitant in dat geval alle maatregelen moet treffen om <strong>de</strong> verontreiniging op<br />

verantwoor<strong>de</strong> wijze ongedaan te maken. In feite beteken<strong>de</strong> dit dat <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsprocedure<br />

dien<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n opgestart.<br />

Het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet voorziet daarom in een specifieke regeling en procedure voor<br />

scha<strong>de</strong>gevallen. Het volgen van <strong>de</strong> klassieke bo<strong>de</strong>msaneringsprocedure is veelal tijdrovend en is<br />

financieel vrij belastend, terwijl het vaak gaat om een beperkte verontreiniging die op korte termijn en<br />

met eenvoudige saneringsmetho<strong>de</strong>s kan wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd. De klassieke bo<strong>de</strong>msaneringsprocedure<br />

is dan ook niet altijd efficiënt in die gevallen.<br />

Om on<strong>de</strong>r het toepassingsgebied van <strong>de</strong> nieuwe regeling voor scha<strong>de</strong>gevallen te ressorteren, is<br />

vereist dat het scha<strong>de</strong>geval binnen <strong>de</strong> 14 dagen wordt gemeld en dat <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van het<br />

scha<strong>de</strong>geval kan plaatsvin<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> 180 dagen na <strong>de</strong> melding ervan. Indien <strong>de</strong> grond waar het<br />

inci<strong>de</strong>nt plaatsvindt in eigendom of gebruik van <strong>de</strong> gemeente is, er zich een klasse 1 inrichting op<br />

bevindt, of er reeds een beschrijvend of oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek wordt uitgevoerd, moet <strong>de</strong><br />

melding gebeuren bij <strong>de</strong> OVAM. In alle an<strong>de</strong>re gevallen is <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid, het college van<br />

burgemeester en schepenen van <strong>de</strong> gemeente waar <strong>de</strong> verontreiniging heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n.<br />

De bevoeg<strong>de</strong> overheid spreekt zich uit over <strong>de</strong> aanpak van het scha<strong>de</strong>geval en legt maatregelen voor<br />

<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging op. De uitspraak over <strong>de</strong> maatregelen geldt als<br />

milieuvergunning en/of ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning, zodat voor <strong>de</strong> werken (b.v. ontgravingen,<br />

bemalingen) geen aparte vergunningsprocedure moet wor<strong>de</strong>n doorlopen. Na het uitvoeren van <strong>de</strong><br />

maatregelen wordt een evaluatierapport opgemaakt en overgemaakt aan <strong>de</strong> OVAM. Op basis van dit<br />

rapport kan <strong>de</strong> OVAM alsnog beslissen dat een beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek dient wor<strong>de</strong>n<br />

opgemaakt, met name indien blijkt dat <strong>de</strong> aanpak niet tot een bevredigend resultaat aanleiding gaf.<br />

De saneringsplichtige die naar aanleiding van het scha<strong>de</strong>geval <strong>de</strong> maatregelen dient uit te voeren, is<br />

overigens zoals in <strong>de</strong> klassieke procedure:<br />

1. <strong>de</strong> exploitant, indien op <strong>de</strong> grond waar <strong>de</strong> verontreiniging tot stand kwam een milieuvergunnings-<br />

of meldingsplichtige inrichting is gevestigd;<br />

2. <strong>de</strong> gebruiker van <strong>de</strong> grond waarop <strong>de</strong> verontreiniging tot stand kwam, bij gebreke aan<br />

exploitant of indien <strong>de</strong> exploitant zich kan beroepen op onschuldig bezit,<br />

3. <strong>de</strong> eigenaar van <strong>de</strong> grond waarop <strong>de</strong> verontreiniging tot stand kwam, bij gebreke aan<br />

gebruiker of indien <strong>de</strong> gebruiker zich kan beroepen op onschuldig bezit.<br />

Indien <strong>de</strong> saneringsplichtige in gebreke blijft om <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> maatregelen uit te voeren, kan <strong>de</strong><br />

bevoeg<strong>de</strong> overheid ambtshalve optre<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> kosten terugvor<strong>de</strong>ren.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 89


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.3. Wanneer moet men overgaan tot sanering?<br />

De vermoe<strong>de</strong>lijke saneringsnoodzaak wordt in principe vastgelegd na <strong>de</strong> uitvoering van het<br />

oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek. In dit on<strong>de</strong>rzoek wordt bepaald wat het karakter van <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging is: nieuwe, historische of gemeng<strong>de</strong> verontreiniging.<br />

Nieuwe bo<strong>de</strong>mverontreiniging is tot stand gekomen op 29 oktober 1995 of daarna, <strong>de</strong> historische is <strong>de</strong><br />

verontreiniging die tot stand kwam vóór 29 oktober 1995 en <strong>de</strong> gemeng<strong>de</strong> verontreiniging heeft een<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk nieuw en ge<strong>de</strong>eltelijk historisch karakter.<br />

M.b.t. <strong>de</strong> vraag wanneer moet wor<strong>de</strong>n overgegaan tot sanering geldt er voor nieuwe en historische<br />

verontreiniging een verschillend bo<strong>de</strong>msaneringscriterium.<br />

Aard van verontreiniging Bo<strong>de</strong>msaneringscriterium Formaliteiten<br />

Historische<br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

Of, te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n historische<br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging bij<br />

gemeng<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

Nieuwe bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

Of, te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n nieuwe<br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging bij<br />

gemeng<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

Of, gemeng<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging waarbij<br />

het nieuwe en historische<br />

ge<strong>de</strong>elte niet kan wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

De verontreiniging vormt een ernstige<br />

bedreiging. Of <strong>de</strong> aangetroffen vervuiling<br />

een ernstige bedreiging uitmaakt, wordt<br />

in concreto geëvalueerd meer bepaald in<br />

functie van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>lijke effecten van<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mvervuiling voor mens en milieu.<br />

Het nieuwe Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet<br />

spreekt van dui<strong>de</strong>lijke aanwijzingen van<br />

een ernstige verontreiniging.<br />

De bo<strong>de</strong>msaneringsnormen wor<strong>de</strong>n<br />

overschre<strong>de</strong>n.<br />

Volgens het nieuwe<br />

Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet moet ook<br />

gesaneerd wor<strong>de</strong>n indien <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>msaneringsnormen dreigen te<br />

wor<strong>de</strong>n overschre<strong>de</strong>n.<br />

De bo<strong>de</strong>msaneringsnormen vindt men<br />

terug in bijlage 4 VLAREBO<br />

aanmaning door <strong>de</strong><br />

OVAM,<br />

nadat <strong>de</strong> grond door <strong>de</strong><br />

Vlaamse Regering is<br />

opgenomen op <strong>de</strong> lijst<br />

van historische<br />

vervuil<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n waar<br />

bo<strong>de</strong>msanering moet<br />

plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />

geen formaliteiten; er<br />

geldt een zelfstandige<br />

saneringsplicht van<br />

zodra <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>msaneringsnormen<br />

zijn overschre<strong>de</strong>n.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 90


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.4. Wie moet overgaan tot sanering?<br />

In artikel 10 van het Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet werd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> saneringsplichtigen een hiërarchie<br />

ingesteld:<br />

1. <strong>de</strong> saneringsplicht rust in eerste instantie op <strong>de</strong> milieuvergunnings- of meldingsplichtige<br />

exploitant;<br />

2. vervolgens op <strong>de</strong> persoon die voor eigen rekening <strong>de</strong> feitelijke controle over <strong>de</strong> grond heeft;<br />

3. of op <strong>de</strong> eigenaar, indien <strong>de</strong>ze niet kan aantonen dat iemand an<strong>de</strong>rs voor eigen rekening zijn<br />

grond in gebruik heeft.<br />

Deze saneringshiërarchie was enkelvoudig en exclusief, in die zin dat slechts één saneringsplichtige<br />

kon wor<strong>de</strong>n aangesproken. Indien <strong>de</strong>ze zijn verplichtingen niet naleeft of hij werd vrijgesteld van <strong>de</strong><br />

sanering (zie hierna), kan <strong>de</strong> OVAM niet ver<strong>de</strong>r afdalen op <strong>de</strong> lad<strong>de</strong>r om een an<strong>de</strong>re saneringplichtige<br />

aan te spreken.<br />

In het nieuwe Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet wordt dit systeem van exclusieve kanalisatie vervangen door<br />

een getrapt casca<strong>de</strong>systeem. De saneringsplicht zal achtereenvolgens rusten op:<br />

1. <strong>de</strong> exploitant, indien op <strong>de</strong> grond waar <strong>de</strong> verontreiniging tot stand kwam een milieuvergunnings-<br />

of meldingsplichtige inrichting is gevestigd;<br />

2. <strong>de</strong> gebruiker van <strong>de</strong> grond waarop <strong>de</strong> verontreiniging tot stand kwam, bij gebreke aan<br />

exploitant of indien <strong>de</strong> exploitant zich kan beroepen op onschuldig bezit;<br />

3. <strong>de</strong> eigenaar van <strong>de</strong> grond waarop <strong>de</strong> verontreiniging tot stand kwam, bij gebreke aan<br />

gebruiker of indien <strong>de</strong> gebruiker zich kan beroepen op onschuldig bezit.<br />

De OVAM heeft in dit systeem dus wèl <strong>de</strong> mogelijkheid om in het geval dat een saneringsplichtige zich<br />

kan beroepen op het statuut van onschuldig bezitter, zich te wen<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> <strong>de</strong>cretaal vastgeleg<strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> saneringsplichtige. Die “doorschuiving” blijft wel onmogelijk voor het geval <strong>de</strong> prioritair<br />

aangewezen saneringsplichtige zijn verplichtingen niet nakomt.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 91


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.5. Kan men wor<strong>de</strong>n vrijgesteld van <strong>de</strong> saneringsplicht?<br />

On<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n kan <strong>de</strong> saneringsplichtige het statuut van onschuldig eigenaar of<br />

bezitter verkrijgen, waardoor hij vrijgesteld wordt van <strong>de</strong> verplichting tot het uitvoeren van <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>msanering. In dat geval zal <strong>de</strong> OVAM <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging ambtshalve saneren.<br />

Er moet wel voor wor<strong>de</strong>n gewaarschuwd dat <strong>de</strong> onschuldige bezitter wel verplicht blijft om<br />

maatregelen te nemen opdat <strong>de</strong> verontreiniging zich niet (ver<strong>de</strong>r) verspreidt.<br />

In het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet zijn er verschillen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n om zich te beroepen op het statuut<br />

van onschuldig bezit tussen enerzijds <strong>de</strong> exploitant en <strong>de</strong> gebruiker en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> eigenaar van <strong>de</strong><br />

grond.<br />

Voorwaar<strong>de</strong>n tot het verkrijgen van het statuut van onschuldig bezitter nieuw<br />

regime<br />

Nieuwe verontreiniging Historische verontreiniging<br />

De exploitant en/of <strong>de</strong> gebruiker van <strong>de</strong> grond is<br />

vrijgesteld van <strong>de</strong> saneringsplicht indien<br />

cumulatief is voldaan aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n:<br />

hij heeft <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging niet zelf<br />

veroorzaakt;<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging is tot stand<br />

gekomen vóór het tijdstip waarop hij <strong>de</strong><br />

grond in exploitatie respectievelijk in<br />

gebruik heeft genomen.<br />

De eigenaar van <strong>de</strong> grond is vrijgesteld van<br />

saneringsplicht indien cumulatief is voldaan aan<br />

volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n:<br />

hij heeft <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging niet zelf<br />

veroorzaakt;<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging is tot stand<br />

gekomen vóór het tijdstip waarop hij<br />

eigenaar van <strong>de</strong> grond werd;<br />

hij was niet op <strong>de</strong> hoogte en behoor<strong>de</strong><br />

niet op <strong>de</strong> hoogte te zijn van <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging op het ogenblik dat<br />

hij eigenaar van <strong>de</strong> grond werd;<br />

sinds 1 januari 1993 was er geen risicoinrichting<br />

op <strong>de</strong> grond gevestigd.<br />

De hiervoor beschreven vrijstellingsgron<strong>de</strong>n voor<br />

<strong>de</strong> saneringsplichtige gel<strong>de</strong>n niet indien kan<br />

De exploitant en/of <strong>de</strong> gebruiker van <strong>de</strong> grond is<br />

vrijgesteld van <strong>de</strong> saneringsplicht indien cumulatief<br />

is voldaan aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n:<br />

hij heeft <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging niet zelf<br />

veroorzaakt;<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging is tot stand<br />

gekomen vóór het tijdstip waarop hij <strong>de</strong><br />

grond in exploitatie respectievelijk in<br />

gebruik heeft genomen.<br />

De eigenaar van <strong>de</strong> grond is vrijgesteld van<br />

saneringsplicht indien cumulatief is voldaan aan<br />

volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n:<br />

hij heeft <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging niet zelf<br />

veroorzaakt;<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging is tot stand<br />

gekomen vóór het tijdstip waarop hij<br />

eigenaar van <strong>de</strong> grond werd;<br />

hij was niet op <strong>de</strong> hoogte en behoor<strong>de</strong><br />

niet op <strong>de</strong> hoogte te zijn van <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging op het ogenblik dat<br />

hij eigenaar van <strong>de</strong> grond werd;<br />

Net als on<strong>de</strong>r het huidige Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet<br />

is <strong>de</strong> eigenaar die wél op <strong>de</strong> hoogte was of<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 92


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

wor<strong>de</strong>n aangetoond dat een rechtsvoorganger<br />

(b.v. het bedrijf dat men heeft overgenomen) van<br />

<strong>de</strong> saneringsplichtige <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

heeft veroorzaakt of dat <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

is tot stand gekomen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat een<br />

rechtsvoorganger <strong>de</strong> grond in exploitatie, gebruik<br />

of eigendom had.<br />

behoor<strong>de</strong> te zijn van <strong>de</strong> historische verontreiniging<br />

van zijn vóór 1 januari 1993 verworven grond,<br />

evenmin verplicht tot sanering over te gaan indien<br />

hij kan aantonen dat hij <strong>de</strong> verontreiniging niet<br />

heeft veroorzaakt en dat hij <strong>de</strong> grond sinds <strong>de</strong><br />

verwerving enkel heeft aangewend voor particulier<br />

gebruik.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 93


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.6. Hoe verloopt een bo<strong>de</strong>msaneringsprocedure?<br />

Het Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet regelt op ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> en systematische wijze het verloop van <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>msanering. De bo<strong>de</strong>msanering moet in alle fasen wor<strong>de</strong>n begeleid door erken<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundigen.<br />

Eerste fase Beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek<br />

Twee<strong>de</strong> fase Bo<strong>de</strong>msaneringsproject<br />

Der<strong>de</strong> fase Bo<strong>de</strong>msaneringswerken<br />

In <strong>de</strong> eerste fase moet een beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n uitgevoerd om een dui<strong>de</strong>lijk<br />

beeld te geven van <strong>de</strong> verontreiniging: <strong>de</strong> aard, hoeveelheid en oorsprong van <strong>de</strong> verontreiniging, het<br />

verspreidingsgevaar, scha<strong>de</strong>lijke effecten, enz. Dit bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek zal uitsluitsel moeten geven of<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsnormen daadwerkelijk wor<strong>de</strong>n overschre<strong>de</strong>n (bij nieuwe bo<strong>de</strong>mverontreiniging), of<br />

<strong>de</strong> vervuiling een ernstige bedreiging vormt (bij historische bo<strong>de</strong>mverontreiniging), en er <strong>de</strong>rhalve<br />

daadwerkelijk moet wor<strong>de</strong>n overgegaan tot bo<strong>de</strong>msanering. Het beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek moet<br />

door <strong>de</strong> OVAM conform wor<strong>de</strong>n verklaard.<br />

In het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet is het beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek niet langer <strong>de</strong> eerste fase van <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>msanering, maar komt het er los van te staan. Beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek en oriënterend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek vormen samen <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksfase. Het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet<br />

voorziet in <strong>de</strong> mogelijkheid om het oriënterend en het beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek gezamenlijk uit<br />

te voeren en in één verslag in te dienen bij <strong>de</strong> OVAM. Procedureel wordt het opstellen van een<br />

beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek vereenvoudigd.<br />

In een twee<strong>de</strong> fase moet een bo<strong>de</strong>msaneringsproject wor<strong>de</strong>n opgesteld, dat erop gericht is <strong>de</strong><br />

mogelijke saneringstechnieken te bepalen en wat <strong>de</strong> duur en <strong>de</strong> kostprijs ervan is. Het project<br />

doorloopt een openbaar on<strong>de</strong>rzoek en moet door <strong>de</strong> OVAM conform wor<strong>de</strong>n verklaard.Het nieuwe<br />

bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet voorziet <strong>de</strong> mogelijkheid om een vereenvoudig<strong>de</strong> en snelle procedure te<br />

gebruiken voor <strong>de</strong> sanering van een bo<strong>de</strong>mverontreiniging die binnen een beperkt tijdsbestek kan<br />

wor<strong>de</strong>n gerealiseerd. Indien bo<strong>de</strong>mverontreiniging kan wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld door<br />

bo<strong>de</strong>msaneringswerken die maximaal 180 dagen in beslag nemen, kan in plaats van een<br />

bo<strong>de</strong>msaneringsproject een beperkt bo<strong>de</strong>msaneringsproject wor<strong>de</strong>n opgesteld, indien <strong>de</strong> eigenaars<br />

en gebruikers van <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n waarop <strong>de</strong> werken zullen wor<strong>de</strong>n uitgevoerd hun schriftelijke<br />

toestemming geven. De ver<strong>de</strong>re uitwerking van het beperkte bo<strong>de</strong>msaneringsproject wordt<br />

overgelaten aan <strong>de</strong> Vlaamse Regering.<br />

In een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en laatste fase wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eigenlijke bo<strong>de</strong>msaneringswerken uitgevoerd. Het niveau<br />

tot waar moet wor<strong>de</strong>n gesaneerd, verschilt naargelang het nieuwe dan wel historische verontreiniging<br />

betreft. Bij nieuwe verontreiniging zijn <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> saneringswaar<strong>de</strong>n strenger.<br />

Bo<strong>de</strong>msanering impliceert vaak het ontgraven van vervuil<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m en het zuiveren van het<br />

grondwater. Nochtans zijn <strong>de</strong>ze ingrepen niet altijd noodzakelijk ter bescherming van mens en milieu,<br />

zeker indien blijkt dat <strong>de</strong>ze reeds een lange tijd aanwezig is. Saneringsoperaties kunnen naar<br />

omstandighe<strong>de</strong>n ook erg ingrijpen<strong>de</strong> gevolgen hebben voor <strong>de</strong> continuïteit van <strong>de</strong> exploitatie. Het<br />

nieuwe Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet voert dan ook een aantal nieuwe bepalingen in met betrekking tot<br />

risicobeheer.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 94


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Risicobeheer heeft tot doel <strong>de</strong> risico‟s verbon<strong>de</strong>n aan een ernstige historische<br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging te beheersen door het opstellen van een risicobeheersplan, het uitvoeren van<br />

risicobeheersmaatregelen en het opstellen van opvolgingsrapporten. De bepalingen in verband met<br />

risicobeheer willen een oplossing bie<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gevallen waar een bedrijf in exploitatie wordt<br />

geconfronteerd met een bo<strong>de</strong>msanering en waarbij gefaseerd wordt gesaneerd, maar waarbij er een<br />

noodzaak is <strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging actief te beheren. De OVAM dient voorafgaand zijn<br />

toestemming te geven om gebruik te kunnen maken van <strong>de</strong> bepalingen in verband met risicobeheer.<br />

Een risicobeheersplan geeft aan hoe <strong>de</strong> risico‟s die zijn verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> verontreiniging zullen<br />

wor<strong>de</strong>n beheerst en wordt opgesteld door een bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundige. De opmaak van een<br />

risicobeheersplan gebeurt samen met <strong>de</strong> opmaak van een bo<strong>de</strong>msaneringsproject. Minstens om <strong>de</strong><br />

10 jaar dient het risicobeheersplan te wor<strong>de</strong>n geëvalueerd en geactualiseerd. De<br />

risicobeheersmaatregelen nemen een ein<strong>de</strong> indien tot bo<strong>de</strong>msanering wordt overgegaan of <strong>de</strong><br />

OVAM van oor<strong>de</strong>el is dat er niet langer sprake is van een ernstige bo<strong>de</strong>mverontreiniging.<br />

A.7. Referentie wetgeving<br />

Decreet van 11 oktober 2006 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming (nieuw<br />

Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet (B.S. 22 januari 2007);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 14 <strong>de</strong>cember 2007 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het<br />

Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming (VLAREBO) (B.S.<br />

22 april 2008).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 95


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. Wetgeving in het Brusselse Gewest<br />

Op basis van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mordonnantie dient een verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd bij<br />

een ongeval waardoor <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m of het grondwater verontreinigd is of bij toevallige ont<strong>de</strong>kking<br />

van een <strong>de</strong>rgelijke verontreiniging.<br />

Het verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek dient te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd door <strong>de</strong>gene die het ongeval heeft<br />

veroorzaakt, of, indien <strong>de</strong>ze laatste niet kan wor<strong>de</strong>n geï<strong>de</strong>ntificeerd, door <strong>de</strong> exploitant. Deze laatste<br />

dient steeds een verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uit te (laten) voeren indien <strong>de</strong> verontreiniging toevallig<br />

wordt ont<strong>de</strong>kt. Desgevallend dienen tevens een risicostudie, beheers- en controlemaatregelen resp.<br />

saneringswerken te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd (zie hoger).<br />

Een an<strong>de</strong>re belangrijke rechtsgrond voor <strong>de</strong> saneringsplicht voor bo<strong>de</strong>mvervuiling is vervat in <strong>de</strong><br />

Afvalstoffenordonnantie. On<strong>de</strong>r afvalstoffen ressorteren on<strong>de</strong>r meer stoffen die per ongeluk zijn<br />

geloosd of weggelekt, zoals onopzettelijk geloos<strong>de</strong> brandstoffen. Dit werd voor wat betreft het<br />

Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest recent ook bevestigd in een belangrijk arrest van 7 september 2004<br />

van het Europees Hof van Justitie. Volgens <strong>de</strong> Afvalstoffenordonnantie moet <strong>de</strong> persoon die <strong>de</strong><br />

afvalstoffen voortbrengt of er hou<strong>de</strong>r van is, ervoor zorgen dat ze verwij<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n in<br />

milieuvrien<strong>de</strong>lijke omstandighe<strong>de</strong>n.<br />

De Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering heeft daarnaast ook een besluit goedgekeurd met betrekking<br />

tot bo<strong>de</strong>mverontreiniging veroorzaakt door tankstations. Dit besluit blijft gel<strong>de</strong>n los van <strong>de</strong><br />

Bo<strong>de</strong>mordannantie. Dit besluit bevat <strong>de</strong> verplichting voor <strong>de</strong> exploitant om een prospectief<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uit te voeren on<strong>de</strong>r meer bij vernieuwing van <strong>de</strong> milieuvergunning of indien <strong>de</strong><br />

BIM meent dat er risico op verontreiniging bestaat. Na dit on<strong>de</strong>rzoek beslist <strong>de</strong> BIM of er een na<strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>rzoek of een sanering moet wor<strong>de</strong>n uitgevoerd. Dringen<strong>de</strong> saneringen moeten wor<strong>de</strong>n<br />

uitgevoerd binnen <strong>de</strong> 4 jaar; <strong>de</strong> overige binnen <strong>de</strong> 4 tot 15 jaar.<br />

Referentie voornaamste wetgeving<br />

Ordonnantie van 7 maart 1991 van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

preventie en het beheer van afvalstoffen (B.S. 23 april 1991);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 21 januari 1999 tot vaststelling van <strong>de</strong><br />

uitbatingsvoorwaar<strong>de</strong>n voor benzinestations (B.S. 24 maart 1999);<br />

Ordonnantie van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad van 13 mei 2004 betreffen<strong>de</strong> het beheer<br />

van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 24 juni 2004);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

evaluatie van <strong>de</strong> risico‟s voor <strong>de</strong> gezondheid en het milieu veroorzaakt door<br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging (B.S. 13 januari 2005);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004 tot vaststelling van<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m- en waterverontreinigingsnormen bij overschrijding waarvan een risicostudie moet<br />

wor<strong>de</strong>n uitgevoerd (B.S. 13 januari 2005);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004 tot vaststelling van<br />

<strong>de</strong> risicoactiviteiten (B.S. 20 januari 2005);<br />

Omzendbrief van 20 januari 2005 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> ordonnantie van 13 mei<br />

2004 betrefffen<strong>de</strong> het beheer van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 8 februari 2005);<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 96


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 20 september 2007 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

toekenning van een premie voor <strong>de</strong> uitvoering van een bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek in het ka<strong>de</strong>r van het<br />

beheer en <strong>de</strong> sanering van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 9 oktober 2007);<br />

Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffen<strong>de</strong> het beheer en <strong>de</strong> sanering van verontreinig<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>ms (B.S. 5 maart 2009).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 97


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest<br />

In het Waalse Gewest kan men, op basis van het Waals Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet:<br />

1. te allen tij<strong>de</strong> vrijwillig een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek laten uitvoeren;<br />

2. voor installaties en activiteiten die een hoger risico op bo<strong>de</strong>mverontreiniging vormen,<br />

periodiek of vóór een bepaald tijdstip verplicht wor<strong>de</strong>n (een eerste maal) een<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uit te laten voeren;<br />

3. door <strong>de</strong> overheid verplicht wor<strong>de</strong>n een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uit te laten voeren,<br />

a. bij (dreiging van) overschrijding van <strong>de</strong> „grenswaar<strong>de</strong>n‟ of <strong>de</strong> te bereiken „bijzon<strong>de</strong>re<br />

waar<strong>de</strong>n‟;<br />

b. bij (niet toegelaten) aanwezigheid van afvalstoffen.<br />

In dit laatste geval geldt <strong>de</strong> verplichting in hoof<strong>de</strong> van <strong>de</strong> (vermoe<strong>de</strong>lijke) veroorzaker van <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging of <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> afvalstoffen heeft achtergelaten, tenzij <strong>de</strong> veroorzaker niet of<br />

moeilijk kan wor<strong>de</strong>n geï<strong>de</strong>ntificeerd/aansprakelijk kan wor<strong>de</strong>n gesteld, hetzij onvoldoen<strong>de</strong> solvabel is.<br />

In die gevallen kunnen <strong>de</strong> eigenaar, erfpachter, opstalhou<strong>de</strong>r of vruchtgebruiker wor<strong>de</strong>n<br />

aangesproken.<br />

Een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek dient echter niet te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd, wanneer:<br />

1. min<strong>de</strong>r dan 2 jaar gele<strong>de</strong>n reeds een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek werd uitgevoerd op het<br />

betrokken terrein;<br />

2. saneringswerken aan <strong>de</strong> gang zijn die toegelaten zijn door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid;<br />

3. een attest werd afgeleverd;<br />

4. vrijstelling werd bekomen van <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid.<br />

Deze vrijstellingsgron<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n tevens voor wat betreft <strong>de</strong> verplichting tot uitvoering van een<br />

beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek (zie infra).<br />

Bo<strong>de</strong>mverontreiniging wordt in het Waalse Gewest ook bena<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n als een afvalstoffenprobleem<br />

waarop het Waalse Afvalstoffen<strong>de</strong>creet van toepassing is.<br />

Bovendien werd een specifieke regeling uitgewerkt voor benzinestations. Zo dient <strong>de</strong> exploitant bij<br />

toevallige lozing <strong>de</strong> burgemeester en <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> technische ambtenaar daarvan in kennis te<br />

stellen. In samenspraak met hen wordt dan <strong>de</strong> wijze bepaald waarop <strong>de</strong> plaats wordt gesaneerd. De<br />

exploitant van een benzinestation is eveneens verplicht om een indicatief on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong><br />

grond uit te voeren, on<strong>de</strong>r meer bij vernieuwing van <strong>de</strong> exploitatievergunning of op gemotiveerd<br />

verzoek van <strong>de</strong> technisch ambtenaar wanneer hij vermoedt dat er gevaar voor verontreiniging<br />

bestaat. Indien het indicatief on<strong>de</strong>rzoek erop wijst dat bepaal<strong>de</strong> drempelwaar<strong>de</strong>n zijn overschre<strong>de</strong>n,<br />

dan moet een karakteriseringson<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong>sgevallend ook een risico-on<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n<br />

uitgevoerd. Al <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken moeten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd door een <strong>de</strong>skundige erkend in het vak<br />

grond- en on<strong>de</strong>rgrondverontreiniging. Indien uit die on<strong>de</strong>rzoeken blijkt dat moet wor<strong>de</strong>n gesaneerd,<br />

dan wordt een saneringsplan opgesteld.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 98


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.1. Hoe verloopt <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsprocedure?<br />

Op basis van <strong>de</strong> resultaten van het oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek kan wor<strong>de</strong>n beslist dat:<br />

geen ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek noodzakelijk is waarna een attest wordt afgeleverd dat wordt<br />

overgemaakt aan <strong>de</strong> saneringsplichtige én aan <strong>de</strong> eigenaar indien hij niet <strong>de</strong><br />

saneringsplichtige is;<br />

een beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek zich opdringt, meer bepaald wanneer <strong>de</strong><br />

grenswaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n overschre<strong>de</strong>n (vastgesteld bij uitvoeringsbesluit) én <strong>de</strong><br />

achtergrondwaar<strong>de</strong>n lager zijn dan <strong>de</strong> grenswaar<strong>de</strong>n;<br />

veiligheidsmaatregelen en/of een risico-on<strong>de</strong>rzoek moet wor<strong>de</strong>n uitgevoerd;<br />

een saneringsproject dient te wor<strong>de</strong>n opgemaakt, met name indien afvalstoffen wer<strong>de</strong>n<br />

aangetroffen.<br />

Indien een beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek dient te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd, komt het er in hoofdzaak<br />

op neer dat zal wor<strong>de</strong>n geoor<strong>de</strong>eld of al dan niet dient gesaneerd te wor<strong>de</strong>n. De vraag vanaf<br />

wanneer moet wor<strong>de</strong>n gesaneerd, is afhankelijk van <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> aangetroffen verontreiniging. Dit<br />

wordt in navolgend schema weergegeven.<br />

Wanneer dient te wor<strong>de</strong>n gesaneerd?<br />

Historische verontreiniging<br />

(ontstaan vóór 1 januari 2003)<br />

Indien <strong>de</strong> grenswaar<strong>de</strong> is<br />

overschre<strong>de</strong>n voor één of meer<br />

van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte parameters<br />

en <strong>de</strong> overeenstemmen<strong>de</strong><br />

achtergrondconcentratie(s)<br />

lager is/zijn dan <strong>de</strong>ze<br />

grenswaar<strong>de</strong> én <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong><br />

overheid beslist dat <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging een<br />

ernstige bedreiging vormt<br />

opmaak saneringsproject +<br />

eind-evaluatieon<strong>de</strong>rzoek<br />

(attest)<br />

Nieuwe verontreiniging<br />

(ontstaan vanaf 1 januari 2003)<br />

Indien <strong>de</strong> te bereiken<br />

bijzon<strong>de</strong>re waar<strong>de</strong>n<br />

(verontreinig<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n<br />

waarvoor een attest is<br />

afgeleverd) resp. <strong>de</strong><br />

grenswaar<strong>de</strong> (an<strong>de</strong>re gron<strong>de</strong>n)<br />

is overschre<strong>de</strong>n voor minstens<br />

één van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte<br />

parameters én <strong>de</strong><br />

overeenstemmen<strong>de</strong><br />

achtergrond-concentratie(s)<br />

lager is/zijn dan <strong>de</strong>ze<br />

grenswaar<strong>de</strong>(n)<br />

opmaak saneringsproject +<br />

eind-evaluatieon<strong>de</strong>rzoek<br />

(attest)<br />

Gemeng<strong>de</strong> verontreiniging<br />

(ontstaan <strong>de</strong>els vóór en <strong>de</strong>els<br />

vanaf 1 januari 2003)<br />

Toepassing van <strong>de</strong> respectieve<br />

bepalingen, tenzij on<strong>de</strong>rscheid<br />

niet mogelijk is<br />

opmaak saneringsproject +<br />

eind-evaluatieon<strong>de</strong>rzoek<br />

(attest)<br />

Er dient altijd te wor<strong>de</strong>n gesaneerd wanneer afvalstoffen wor<strong>de</strong>n aangetroffen, zelfs wanneer <strong>de</strong><br />

grenswaar<strong>de</strong>n niét wor<strong>de</strong>n overschre<strong>de</strong>n. De sanering dient te wor<strong>de</strong>n uitgevoerd on<strong>de</strong>r leiding van<br />

een erkend bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>skundige, met dien verstan<strong>de</strong> dat <strong>de</strong>ze verschillend dient te zijn van <strong>de</strong>ze die<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 99


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

heeft ingestaan voor <strong>de</strong> opmaak van het oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek, beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek<br />

en saneringsproject.<br />

De doelstelling van <strong>de</strong> sanering is eveneens verschillend naargelang <strong>de</strong> verontreiniging historisch<br />

is, dan wel nieuw. Dit wordt aangegeven in het hiernavolgend schema.<br />

Doelstelling sanering<br />

Historische verontreiniging die <strong>de</strong> grenswaar<strong>de</strong>n<br />

overschrijdt<br />

Te bepalen door <strong>de</strong> overheid (evenwel <strong>de</strong><br />

referentiewaar<strong>de</strong>n zo dicht mogelijk<br />

bena<strong>de</strong>rend), waarbij minstens <strong>de</strong> ernstige<br />

bedreiging wordt weggewerkt, rekening hou<strong>de</strong>nd<br />

met <strong>de</strong> eigenschappen van het betrokken terrein<br />

en <strong>de</strong>sgevallend met toepassing van BBT.<br />

Nieuwe verontreiniging die <strong>de</strong> grenswaar<strong>de</strong>n<br />

resp. <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re waar<strong>de</strong>n overschrijdt<br />

1. Terreinen die niet het voorwerp uitmaken van<br />

een attest: saneren tot referentiewaar<strong>de</strong>n,<br />

minstens <strong>de</strong>ze zo dicht mogelijk bena<strong>de</strong>ren via<br />

toepassing van BBT;<br />

2. Terreinen die het voorwerp uitmaken van een<br />

attest: saneren tot niveau van bijzon<strong>de</strong>re<br />

waar<strong>de</strong>n opgenomen in attest.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 100


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.2. Vrijstelling van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsplicht<br />

Er geldt een algemene en een bijzon<strong>de</strong>re vrijstelling, waarvan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n verschillen. Het<br />

verschil wordt aangegeven in volgend schema.<br />

algemene vrijstelling Bijzon<strong>de</strong>re vrijstelling<br />

Voor alle saneringsplichtigen, wanneer een <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

zich in <strong>de</strong> plaats stelt van <strong>de</strong> betrokken<br />

saneringsplichtige, evenwel na uitdrukkelijk<br />

akkoord van <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid en eventueel<br />

na het stellen van een financiële zekerheid<br />

1. Ten voor<strong>de</strong>le van <strong>de</strong> (vermoe<strong>de</strong>lijke)<br />

veroorzaker van <strong>de</strong> verontreiniging of <strong>de</strong>gene die<br />

<strong>de</strong> afvalstoffen heeft achtergelaten, indien:<br />

<strong>de</strong> verontreiniging of <strong>de</strong> achtergelaten<br />

afvalstoffen geen verband hou<strong>de</strong>n met hun<br />

activiteiten;<br />

uit een door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid verleend<br />

document blijkt dat <strong>de</strong> sanering zorgvuldig is<br />

uitgevoerd conform een herontwikkelingsplan,<br />

een herstelplan of saneringsplan of indien een<br />

<strong>de</strong>rgelijke sanering aan <strong>de</strong> gang is;<br />

het (risico op) overschrij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> grenswaar<strong>de</strong><br />

het gevolg is van een wijziging van het<br />

gewestplan of gemeentelijk plan van aanleg dat<br />

dateert van ná <strong>de</strong> vervuiling;<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging geen ernstige<br />

bedreiging vormt.<br />

2. Ten voor<strong>de</strong>le van <strong>de</strong> eigenaar, erfpachter,<br />

opstalhou<strong>de</strong>r of vruchtgebruiker, in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

gevallen als vermeld on<strong>de</strong>r 1. Bijkomend geldt<br />

evenwel <strong>de</strong> dubbele voorwaar<strong>de</strong> dat:<br />

het zakelijk recht werd verworven vóór 1 januari<br />

2003 of het zakelijk recht werd verworven<br />

ingevolge erfopvolging;<br />

én <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r van het zakelijk recht niet op <strong>de</strong><br />

hoogte was en kon zijn van <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging of <strong>de</strong> achtergelaten<br />

afvalstoffen op het ogenblik dat <strong>de</strong> vervuiling<br />

plaatsvond of op het ogenblik dat <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r van<br />

het zakelijk recht titularis werd van dit zakelijk<br />

recht.<br />

Zoals hoger vermeld werd op 18 februari 2009 het Decreet van 5 <strong>de</strong>cember 2008 betreffen<strong>de</strong> het<br />

bo<strong>de</strong>mbeheer gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Wel is het nog wachten op <strong>de</strong> nodige<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 101


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

uitvoeringsbepalingen, die vanaf 31 <strong>de</strong>cember 2010 elk jaar moeten wor<strong>de</strong>n gerapporteerd door <strong>de</strong><br />

Waalse Regering aan het Waals Parlement. Dit <strong>de</strong>creet is in werking getre<strong>de</strong>n op 18 mei 2009, maar<br />

voor ver<strong>de</strong>re uitvoering is het wachten op <strong>de</strong> uitvoeringsbesluiten.<br />

Het <strong>de</strong>creet wil niet alleen bo<strong>de</strong>mverontreiniging maar ook verarming van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m voorkomen.<br />

Ver<strong>de</strong>r is het <strong>de</strong> bedoeling om <strong>de</strong> mogelijke verontreinigingsbronnen te i<strong>de</strong>ntificeren, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken<br />

te organiseren en <strong>de</strong> modaliteiten voor sanering van verontreinig<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n vast te leggen.<br />

Scharnierdatum is 30 april 2007 (omzetting van <strong>de</strong> Richtlijn Milieuscha<strong>de</strong>). Bo<strong>de</strong>mverontreiniging die<br />

veroorzaakt is door een emissie, een gebeurtenis of een inci<strong>de</strong>nt vanaf 30 april 2007 is nieuwe<br />

verontreiniging; verontreiniging die veroorzaakt door een emissie, gebeurtenis of inci<strong>de</strong>nt na 30 april<br />

2007 is historische verontreiniging.<br />

Bijlage 1 bij het <strong>de</strong>creet bevat <strong>de</strong> normen (referentiewaar<strong>de</strong>n, drempelwaar<strong>de</strong>n, interventiewaar<strong>de</strong>n<br />

en specifieke waar<strong>de</strong>n), bijlage 2 <strong>de</strong> gebruiksbestemmingen en bijlage 3 <strong>de</strong> lijst van activiteiten en<br />

inrichtingen die mogelijk verontreinigend zijn.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 102


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.3. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Decreet van 27 juni 1996 van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> afvalstoffen (B.S. 2 augustus<br />

1996);<br />

Besluit van 14 mei 1984 van <strong>de</strong> Waalse Gewestexecutieve tot codificatie van <strong>de</strong> wetgeven<strong>de</strong> en<br />

veror<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> bepalingen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouw en <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning van toepassing op<br />

het Waalse Gewest, gewijzigd door het <strong>de</strong>creet van 27 november 1997 tot wijziging van <strong>de</strong> Co<strong>de</strong><br />

Wallon <strong>de</strong> l‟ Aménagement du Territoire, <strong>de</strong> L‟Urbanisme en du Patrimoine (B.S. 12 februari 1998);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse GewestRegering van 4 maart 1999 tot wijziging van titel III van het Algemeen<br />

Reglement voor <strong>de</strong> Arbeidsbescherming ten gevolge van <strong>de</strong> invoeging van specifieke bepalingen voor<br />

<strong>de</strong> installatie en <strong>de</strong> uitbating van benzinestations (B.S. 11 juni 1999);<br />

Decreet van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad van 11 maart 1999 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning (B.S. 8 juni<br />

1999);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse GewestRegering van 4 juli 2002 tot bepaling van <strong>de</strong> lijst van <strong>de</strong> aan een<br />

milieueffectstudie on<strong>de</strong>rworpen projecten en van <strong>de</strong> inge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> installaties en activiteiten (B.S. 21<br />

september 2002);<br />

Decreet van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad van 1 april 2004 tot sanering van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 7<br />

juni 2004);<br />

Decreet van 5 <strong>de</strong>cember 2008 betreffen<strong>de</strong> het bo<strong>de</strong>mbeheer (B.S. 18 februari 2009).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 103


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

III. Opvolgen van <strong>de</strong> milieuvergunning<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest<br />

A.1. Veran<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichting<br />

Eens <strong>de</strong> exploitant zijn activiteit heeft opgestart, kunnen zich allerlei bedrijfsontwikkelingen voordoen<br />

waardoor veran<strong>de</strong>ringen optre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> exploitatie. Opnieuw wordt aan <strong>de</strong> exploitant <strong>de</strong> naleving van<br />

specifieke milieuvoorschriften opgelegd.<br />

Voor <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring van een vergun<strong>de</strong> inrichting dient een nieuwe vergunning te wor<strong>de</strong>n<br />

aangevraagd bij <strong>de</strong> overheid die in eerste aanleg bevoegd is, wanneer:<br />

<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> vergun<strong>de</strong> inrichting <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling van die inrichting in een hogere klasse<br />

tot gevolg heeft;<br />

<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring een toevoeging betreft;<br />

naar het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring van aard is een<br />

bijkomend risico voor <strong>de</strong> mens of een aantasting van het leefmilieu op te leveren of <strong>de</strong><br />

bestaan<strong>de</strong> hin<strong>de</strong>r te vergroten;<br />

wanneer aan <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> inrichting een volledig nieuwe inrichting wordt toegevoegd.<br />

In <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re gevallen gaat het om een zogenaam<strong>de</strong> kleine veran<strong>de</strong>ring die moet wor<strong>de</strong>n<br />

meege<strong>de</strong>eld aan <strong>de</strong> in eerste aanleg bevoeg<strong>de</strong> overheid. Dergelijke veran<strong>de</strong>ring wordt vergund bij<br />

wege van aktename. De melding gebeurt door mid<strong>de</strong>l van een meldingsformulier, opgenomen in<br />

bijlage 3.A. van VLAREM I. Het meldingsformulier kan wor<strong>de</strong>n geconsulteerd op <strong>de</strong> website<br />

http://www.lne.be/themas/vergunningen/emil/over-milieuvergunningen/digitale-versie-van-<strong>de</strong>-<br />

formulieren.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 104


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.2. Hernieuwing van <strong>de</strong> milieuvergunning<br />

De hernieuwing van een vergunning moet tussen <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> en <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong> maand vóór<br />

het verstrijken van <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> vergunning bij <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid wor<strong>de</strong>n aangevraagd.<br />

De exploitatie van een inrichting die het voorwerp uitmaakt van een tijdig ingedien<strong>de</strong><br />

hernieuwingsaanvraag mag wor<strong>de</strong>n voortgezet tot over <strong>de</strong>ze aanvraag een <strong>de</strong>finitieve beslissing is<br />

genomen. In afwijking van het verbod om zon<strong>de</strong>r vergunning te exploiteren mag <strong>de</strong> exploitatie van<br />

een inrichting die het voorwerp uitmaakt van een hernieuwingsaanvraag wor<strong>de</strong>n voortgezet tot een<br />

<strong>de</strong>finitieve beslissing, al of niet stilzwijgend, is genomen over <strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> termijn ingedien<strong>de</strong><br />

aanvraag. Heeft <strong>de</strong> exploitant <strong>de</strong> hernieuwingsaanvraag niet tijdig ingediend, dan dient <strong>de</strong> exploitatie<br />

bij het verstrijken van <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> vergunning te wor<strong>de</strong>n stopgezet, tenzij vóór het verstrijken van <strong>de</strong><br />

termijn van <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> vergunning een nieuwe vergunning werd bekomen.<br />

De milieuvergunning voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re exploitatie kan evenwel vroeger wor<strong>de</strong>n aangevraagd wanneer<br />

een overname van <strong>de</strong> vergun<strong>de</strong> inrichting door een an<strong>de</strong>re exploitant is gepland of wanneer <strong>de</strong><br />

exploitant een belangrijke veran<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> vergun<strong>de</strong> inrichting beoogt. In dit laatste geval moet <strong>de</strong><br />

milieuvergunningsaanvraag zowel betrekking hebben op <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re exploitatie van <strong>de</strong> <strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

inrichting die ver<strong>de</strong>r in exploitatie blijven als op <strong>de</strong> geplan<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring.<br />

Voor wat betreft vergunningen die geldig zijn tot uiterlijk 1 september 2011, kunnen aanvragen voor<br />

een nieuwe vergunning wor<strong>de</strong>n ingediend tot 48 maan<strong>de</strong>n vóór het verstrijken van <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong><br />

vergunning.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 105


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.3. Wijziging vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

Er werd reeds op gewezen dat <strong>de</strong> exploitant bij <strong>de</strong> uitbating moet voldoen aan <strong>de</strong> algemene, sectorale<br />

en eventueel bijzon<strong>de</strong>re milieuvoorwaar<strong>de</strong>n. Het is echter mogelijk dat <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong><br />

exploitant onhaalbaar blijken, of dat <strong>de</strong> overheid of <strong>de</strong>r<strong>de</strong>-belanghebben<strong>de</strong>n van oor<strong>de</strong>el zijn dat <strong>de</strong><br />

normen moet wor<strong>de</strong>n verstrengd om <strong>de</strong> gewenste milieukwaliteit te bekomen of hin<strong>de</strong>r te<br />

vermin<strong>de</strong>ren. De overheid die in eerste aanleg bevoegd is kan (hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek<br />

van <strong>de</strong> exploitant, een adviesverlenen<strong>de</strong> overheid zoals OVAM, VMM of VLM, of een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>belanghebben<strong>de</strong>)<br />

bij gemotiveer<strong>de</strong> beslissing <strong>de</strong> opgeleg<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> vergunning<br />

wijzigen of aanvullen. Er dient nog te wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat dit eveneens mogelijk is met betrekking<br />

tot <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n die sinds 1 maart 2009 door het college van burgemeester en<br />

schepenen kunnen wor<strong>de</strong>n opgelegd aan <strong>de</strong> meldingsplichtige inrichtingen.<br />

Daarnaast kan <strong>de</strong> Vlaamse minister bij gemotiveerd besluit individuele afwijkingen toestaan op <strong>de</strong><br />

milieuvoorwaar<strong>de</strong>n uit VLAREM II, mits <strong>de</strong> aanvrager <strong>de</strong> bepalingen inzake <strong>de</strong> best beschikbare<br />

technieken (BBT) naleeft. Deze afwijkingen kunnen slechts wor<strong>de</strong>n toegestaan voor maximaal 20 jaar,<br />

en vervallen van zodra <strong>de</strong> vergunningsduur verstrijkt. In geen geval kan een versoepeling op <strong>de</strong><br />

emissiegrenswaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n toegestaan. Deze mogelijkheid om af te wijken bestaat ook voor<br />

bepaal<strong>de</strong> representatieve organisaties (beroepsfe<strong>de</strong>raties), tenein<strong>de</strong> afwijkingen te bekomen voor een<br />

bepaal<strong>de</strong> sector of categorie.<br />

A.4. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Decreet van 28 juni 1985 van <strong>de</strong> Vlaamse Raad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning (B.S. 17<br />

september 1985)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse executieve van 6 februari 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het Vlaams<br />

reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning (VLAREM I), (B.S. 26 juni 1991);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 1 juni 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene en sectorale bepalingen<br />

inzake milieuhygiëne (VLAREM II) (B.S. 31 juli 1995).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 106


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. Wetgeving in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest<br />

B.1. Veran<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichting<br />

In geval van verbouwing, uitbreiding of heropstart van <strong>de</strong> toegelaten inrichting moet <strong>de</strong> exploitant <strong>de</strong><br />

bevoeg<strong>de</strong> overheid hiervan op <strong>de</strong> hoogte stellen. Deze overheid moet binnen een termijn van 30<br />

dagen beslissen of er een vergunningsaanvraag ingediend moet wor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

gewijzigd moeten wor<strong>de</strong>n, dan wel of <strong>de</strong> uitbater kan overgaan tot <strong>de</strong> verbouwing, <strong>de</strong> uitbreiding of <strong>de</strong><br />

heropstart van <strong>de</strong> uitbating zon<strong>de</strong>r nieuwe vergunningsaanvraag. Indien <strong>de</strong>ze verbouwing of<br />

uitbreiding <strong>de</strong> toepassing met zich meebrengt van een nieuwe rubriek van <strong>de</strong> in<strong>de</strong>lingslijst of gevaar,<br />

hin<strong>de</strong>r of ongemakken doet toenemen, zal <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid het indienen van een nieuwe<br />

vergunningsaanvraag opleggen. In an<strong>de</strong>re gevallen (die niet lei<strong>de</strong>n tot een hogere klasse of gevaar,<br />

hin<strong>de</strong>r of ongemakken niet doen toenemen) beschikt <strong>de</strong> overheid over een discretionaire<br />

bevoegdheid, Indien <strong>de</strong> uitbater binnen <strong>de</strong> in het eerste lid gestel<strong>de</strong> termijn geen <strong>de</strong>rgelijke beslissing<br />

ontvangen heeft, mag <strong>de</strong> uitbater tot <strong>de</strong> verbouwing, <strong>de</strong> uitbreiding of <strong>de</strong> heropstart overgaan,<br />

behou<strong>de</strong>ns wanneer <strong>de</strong> verbouwing, <strong>de</strong> uitbreiding of <strong>de</strong> heropstart op zich betrekking heeft op <strong>de</strong><br />

opstart van een of meer<strong>de</strong>re inrichtingen van klasse I.A of I.B. In <strong>de</strong>rgelijk geval moet bij het uitblijven<br />

van een beslissing een milieuvergunningsaanvraag ingediend wor<strong>de</strong>n.<br />

B.2. Splitsing van <strong>de</strong> vergunning<br />

De splitsing van een milieuvergunning is <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling waarbij een vergunning die meer<strong>de</strong>re<br />

inrichtingen <strong>de</strong>kt, wordt gesplitst in twee of meer vergunningen die elk een of meer<strong>de</strong>re verschillen<strong>de</strong><br />

inrichtingen <strong>de</strong>kken. Hiertoe dient <strong>de</strong> exploitant zijn voornemen vooraf aan <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> overheid<br />

bekend te maken en preciseert hij <strong>de</strong> inrichtingen die na <strong>de</strong> splitsing door elk van <strong>de</strong> toekomstige<br />

vergunninghou<strong>de</strong>rs uitgebaat zullen wor<strong>de</strong>n. De bevoeg<strong>de</strong> overheid moet binnen een termijn van 30<br />

dagen beslissen of zij <strong>de</strong> splitsing toestaat of weigert, en zal <strong>de</strong>ze splitsing toestaan indien zij vaststelt<br />

dat <strong>de</strong> eenhe<strong>de</strong>n van inrichtingen die uit <strong>de</strong> splitsing voortvloeien, verschillen<strong>de</strong> technische en<br />

geografische uitbatingseenhe<strong>de</strong>n als dusdanig vormen.<br />

B.3. Verlenging van <strong>de</strong> vergunning<br />

De exploitant dient tijdig – dit is minstens 12 maan<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> vervaldatum – <strong>de</strong> verlenging aan te<br />

vragen bij <strong>de</strong> overheid die in eerste aanleg bevoegd is om <strong>de</strong> vergunning te verlenen.<br />

B.4. Wijziging van <strong>de</strong> vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

De vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid kan <strong>de</strong> milieuvergunning wijzigen wanneer zij vaststelt dat <strong>de</strong>ze<br />

vergunning niet of niet meer <strong>de</strong> passen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n inhoudt om het hoofd te bie<strong>de</strong>n aan het<br />

gevaar of <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>r voor mens en leefmilieu. Ook <strong>de</strong> exploitant kan een verzoek tot wijziging van <strong>de</strong><br />

vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n indienen, op voorwaar<strong>de</strong> dat het gevaar of hin<strong>de</strong>r voor mens en leefmilieu<br />

niet vergroot.<br />

B.5. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Ordonnantie van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke raad van 5 juni 1997 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

milieuvergunningen, herhaal<strong>de</strong>lijk gewijzigd (B.S. 26 juni 1997).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 107


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest<br />

C.1. Veran<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichting<br />

Ook in het Waalse Gewest is een veran<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> inrichting vergunningsplichtig indien een<br />

verbouwing of <strong>de</strong> uitbreiding van een inrichting klasse 1 of 2 <strong>de</strong> toepassing met zich meebrengt van<br />

een nieuwe rubriek van <strong>de</strong> in<strong>de</strong>lingslijst of gevaar, hin<strong>de</strong>r of ongemakken doet toenemen. An<strong>de</strong>re<br />

veran<strong>de</strong>ringen moeten door <strong>de</strong> exploitant in een register wor<strong>de</strong>n bijgehou<strong>de</strong>n, dat ter beschikking<br />

moet wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overheid.<br />

C.2. Hernieuwing van <strong>de</strong> vergunning en herziening exploitatievoorwaar<strong>de</strong>n<br />

De vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid kan in <strong>de</strong> vergunning <strong>de</strong> specifieke milieuvoorwaar<strong>de</strong>n opgeven<br />

die vóór het verstrijken van <strong>de</strong> vergunning moeten wor<strong>de</strong>n herzien, evenals <strong>de</strong> datum waarop <strong>de</strong><br />

aanvraag voor hernieuwing moet wor<strong>de</strong>n ingediend. De Regering zal bij besluit <strong>de</strong> procedure van <strong>de</strong><br />

hernieuwingsaanvraag na<strong>de</strong>r bepalen.<br />

C.3. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Decreet van 11 maart 1999 van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning (B.S.<br />

8 juni 1999)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 108


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

IV. Afvalstoffenbeheer<br />

A. Wetgeving van het Vlaamse Gewest<br />

A.1. Welke verplichtingen heeft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming in verband met afvalstoffen?<br />

A.1.1. Wat is een afvalstof?<br />

Bij <strong>de</strong> exploitatie wor<strong>de</strong>n vaak allerlei afvalstoffen geproduceerd. On<strong>de</strong>r „afvalstof‟ wordt verstaan elke<br />

stof of elk voorwerp waarvan <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet<br />

ontdoen. Het afvalstoffen<strong>de</strong>creet en het VLAREA (Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming -en<br />

beheer) maken ver<strong>de</strong>r ook een on<strong>de</strong>rscheid tussen huishou<strong>de</strong>lijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen,<br />

waarbinnen een on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>ling wordt gemaakt tussen gevaarlijke afvalstoffen en bijzon<strong>de</strong>re<br />

afvalstoffen. Daarnaast <strong>de</strong>finieert het VLAREA een aantal bijzon<strong>de</strong>re afvalstoffen en <strong>de</strong> gevaarlijke<br />

afvalstoffen.<br />

Door <strong>de</strong> Vlaamse Regering werd in bijlage 1 van het VLAREA werd een afvalstoffenlijst opgenomen,<br />

die een niet-limitatieve opsomming omvat van verschillen<strong>de</strong> soorten afvalstoffen. Belangrijk is dat <strong>de</strong><br />

stoffen en voorwerpen die op <strong>de</strong>ze lijst staan vermeld, enkel afvalstoffen zijn indien ze ook aan <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>finitie voldoen.<br />

De <strong>de</strong>finitie van het begrip „afvalstof‟ is zeer ruim gekozen en daardoor in <strong>de</strong> afgelopen jaren<br />

regelmatig on<strong>de</strong>rwerp van geschillen geweest, die bij het Europese Hof van Justitie wer<strong>de</strong>n beslecht.<br />

Dit hoogste Europese rechtscollege is nog steeds van mening dat een stof of voorwerp tot aan het<br />

moment waarop het daadwerkelijk wordt ingezet als secundaire grondstof of vervangen<strong>de</strong> brandstof<br />

als een afvalstof moet wor<strong>de</strong>n beschouwd. Dus ook een bewerkte afvalstof die qua samenstelling en<br />

eigenschappen vergelijkbaar is met een primaire grondstof, verliest niet het karakter van afvalstof. Dit<br />

lijkt in strijd met het nieuwe VLAREA dat expliciet stelt dat een secundaire grondstof haar kwalificatie<br />

als afvalstof verliest van zodra ze voldoet aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n inzake samenstelling en<br />

eigenschappen van het VLAREA. Nu <strong>de</strong> eerste verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor het oor<strong>de</strong>el of er al dan niet<br />

sprake is van een afvalstof ligt bij het bedrijf (producent) zelf, is het van belang te kunnen terugvallen<br />

op een richtsnoer. Op basis van <strong>de</strong> rechtspraak kunnen daarvoor een aantal criteria wor<strong>de</strong>n gebruikt.<br />

Het niet voldoen aan een of meer criteria kan lei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> conclusie dat er sprake is van een<br />

afvalstof.<br />

De criteria zijn:<br />

1. De stof is gelijkwaardig aan een overeenkomstige primaire grondstof.<br />

2. De stof bezit <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kenmerken als een grondstof.<br />

3. In <strong>de</strong> stof zitten geen an<strong>de</strong>re verontreinigingen dan in <strong>de</strong> overeenkomstige primaire<br />

grondstof.<br />

4. De stof kan rechtstreeks, zon<strong>de</strong>r dat een aan een afvalstof gerelateer<strong>de</strong> voorbehan<strong>de</strong>ling<br />

nodig is, wor<strong>de</strong>n ingezet in een productieproces dat ook alleen op basis van primaire<br />

grondstoffen kan bestaan.<br />

5. De stof leent zich qua aard en samenstelling voor het gebruik (volgens oorspronkelijke<br />

bestemming) dat ervan wordt gemaakt.<br />

6. De stof is beoogd geproduceerd, waarbij <strong>de</strong> productie kan wor<strong>de</strong>n gestuurd.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 109


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

7. Door <strong>de</strong> inzet van <strong>de</strong> stof ontstaat geen enkel additioneel risico ten opzichte van <strong>de</strong> inzet van<br />

<strong>de</strong> reguliere primaire grondstof.<br />

8. Er hoeven geen bijzon<strong>de</strong>re voorzorgsmaatregelen te wor<strong>de</strong>n getroffen voor <strong>de</strong> inzet van <strong>de</strong><br />

stof.<br />

9. De stof heeft geen negatieve waar<strong>de</strong>.<br />

10. Er is een reguliere markt voor <strong>de</strong> stof.<br />

Een stof verliest ook het karakter van afvalstof indien ze voldoet aan <strong>de</strong> reglementering inzake<br />

secundaire grondstoffen (zie hierna).<br />

De nieuwe Europese Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Afvalstoffen (Richtlijn 2008/98 (EG) van 19 november 2008<br />

betreffen<strong>de</strong> afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen) gaat meer in <strong>de</strong> richting van een<br />

levenscyclusbena<strong>de</strong>ring (Cradle-to-Cradle-principe) en neemt een aantal bepalingen mee op met<br />

betrekking tot het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> kwalificatie als afvalstof. Deze richtlijn moet door <strong>de</strong> lidstaten wor<strong>de</strong>n<br />

omgezet tegen 12 <strong>de</strong>cember 2010.<br />

A.1.2. Wat zijn <strong>de</strong> algemene verplichtingen in verband met afvalstoffen?<br />

In het Vlaamse Gewest gel<strong>de</strong>n ter zake een aantal belangrijke verplichtingen, die hun grondslag<br />

vin<strong>de</strong>n in het Afvalstoffen<strong>de</strong>creet (meer informatie treft men aan op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> Openbare<br />

Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest: www.ovam.be). De belangrijkste verplichtingen<br />

zijn:<br />

1. Het algemeen verbod om afval onbeheerd achter te laten (bvb. ook ingraven van bouwafval<br />

op <strong>de</strong> werf zelf).<br />

2. De plicht van <strong>de</strong>gene die afvalstoffen beheert (bvb. inzamelaar van afval) of verwij<strong>de</strong>rt om<br />

zorgvuldig om te gaan met afvalstoffen om gevaar voor mens en milieu te voorkomen of te<br />

minimaliseren.<br />

3. De on<strong>de</strong>rnemer moet zijn bedrijfsafvalstoffen in principe in een afvalstoffenregister bijhou<strong>de</strong>n<br />

(waarin o.a. <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> hoeveelheid afvalstoffen wor<strong>de</strong>n genoteerd) en had vroeger ook<br />

een jaarlijkse meldingsplicht. De meldingsplicht is evenwel niet langer op ie<strong>de</strong>reen van<br />

toepassing, maar enkel op wie door OVAM steekproefsgewijs „uitgeloot‟ wordt, wie<br />

jaarverslagplichtig is conform VLAREM, of wie een IPPC-bedrijf heeft. De melding wordt<br />

samen met enkele an<strong>de</strong>re rapporteerplichten voor milieuaspecten gebun<strong>de</strong>ld in het IMJV<br />

(integraal milieujaarverslag – zie boven), en moet vóór 15 maart aan <strong>de</strong> administratie wor<strong>de</strong>n<br />

overgemaakt.<br />

4. De on<strong>de</strong>rnemer moet zijn bedrijfsafvalstoffen op eigen kosten verwij<strong>de</strong>ren (vernietiging of<br />

<strong>de</strong>finitieve opslag, bijvoorbeeld door ze te (laten) verbran<strong>de</strong>n of storten) of nuttig toepassen<br />

(bvb. winnen van energie of grondstoffen uit afval). De on<strong>de</strong>rneming beschikt daartoe over<br />

verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n:<br />

a. <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming die daarvoor zelf instaat, moet over <strong>de</strong> nodige milieuvergunning<br />

beschikken;<br />

b. afval afgeven aan een vergun<strong>de</strong> afvalverwerkingsinrichting;<br />

c. afval afgeven aan een erkend overbrenger;<br />

d. afval als secundaire grondstof gebruiken (zie hierna);<br />

e. uitvoer van afval door overdracht aan een bedrijf in een an<strong>de</strong>r land of gewest (dat is<br />

gerechtigd om afval te verwerken).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 110


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

f. De afgifte van bedrijfsafval tegen ontvangstbewijs.<br />

5. Indien vereist voor <strong>de</strong> nuttige toepassing of verwij<strong>de</strong>ring, moet <strong>de</strong> producent van bedrijfsafval<br />

<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> afvalstromen geschei<strong>de</strong>n inzamelen en opslaan.<br />

6. In bepaal<strong>de</strong> gevallen moet een milieuheffing betaald wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring van<br />

afvalstoffen (verbran<strong>de</strong>n of storten).<br />

7. Ten aanzien van bepaal<strong>de</strong> afvalstoffen geldt een terugname- of aanvaardingsplicht (zie<br />

hierna).<br />

In dit verband moet ook rekening gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> bepalingen met betrekking tot<br />

verpakkingsafval. Hiervoor bestaat een specifieke wetgeving die geldt voor <strong>de</strong> drie gewesten<br />

en van toepassing is op alle verpakkingen die op <strong>de</strong> Belgische markt wor<strong>de</strong>n gebracht<br />

(samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> preventie en het beheer van<br />

verpakkingsafval, goedgekeurd bij Decreet van 21 januari 1997, en inmid<strong>de</strong>ls vervangen door<br />

het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008, B.S. 29 <strong>de</strong>cember 2008). Het nieuwe<br />

samenwerkingsakkoord is in werking getre<strong>de</strong>n op 1 januari 2009. Als<br />

verpakkingsverantwoor<strong>de</strong>lijke hebt u voornamelijk een jaarlijkse informatie- en<br />

terugnameplicht naar <strong>de</strong> overheid toe. U kunt <strong>de</strong>ze individueel vervullen of via aansluiting bij<br />

een erkend organisme (Val-i-pac voor bedrijfsverpakkingsafval, Fost Plus voor huishou<strong>de</strong>lijk<br />

verpakkingsafval). Zie ook <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> interregionale verpakkingscommissie:<br />

www.ivcie.be<br />

Niet naleving van <strong>de</strong>ze plichten wordt strafbaar gesteld. De rechter kan trouwens ook <strong>de</strong> sanering<br />

bevelen ten laste van <strong>de</strong>gene die in strijd met het Afvalstoffen<strong>de</strong>creet afvalstoffen heeft achtergelaten.<br />

Indien <strong>de</strong> illegaal achtergelaten afvalstoffen gevaar of hin<strong>de</strong>r veroorzaken voor mens en milieu kan<br />

ook <strong>de</strong> OVAM ambtshalve overgaan tot verwij<strong>de</strong>ring, dit op kosten van <strong>de</strong> overtre<strong>de</strong>r.<br />

A.1.3. Wat zijn <strong>de</strong> verplichtingen in verband met grondverzet?<br />

Van belang is aan te stippen dat uitgegraven grond (b.v. naar aanleiding van aannemingswerken of<br />

bo<strong>de</strong>msaneringswerken) in principe eveneens een afvalstof is. Met het besluit van 12 oktober 2001<br />

(B.S. 2 februari 2002) heeft <strong>de</strong> Vlaamse Regering het VLAREBO in dit verband aangepast. Er werd<br />

on<strong>de</strong>r meer een regeling in verband met het gebruik van uitgegraven grond uitgewerkt, het<br />

zogenaam<strong>de</strong> grondverzet. Intussen werd het VLAREBO volledig vervangen door het besluit van 14<br />

<strong>de</strong>cember 2007 (B.S. 22 april 2008), dat op 1 juni 2008 in werking is getre<strong>de</strong>n.<br />

Ie<strong>de</strong>reen, zowel <strong>de</strong> particulieren als <strong>de</strong> bedrijven die overgaan tot grondverzet, dienen <strong>de</strong>ze<br />

bepalingen te respecteren. De regeling is niet enkel van toepassing op uitgegraven bo<strong>de</strong>m die zon<strong>de</strong>r<br />

enige voorbehan<strong>de</strong>ling gebruikt kan wor<strong>de</strong>n, maar ook op uitgegraven grond waarop een fysische<br />

scheiding wordt toegepast of die gereinigd is.<br />

Deze bepalingen hou<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re in dat indien het volume aan uitgegraven bo<strong>de</strong>m <strong>de</strong> 250 m³<br />

overschrijdt of indien <strong>de</strong> uitgegraven bo<strong>de</strong>m afkomstig is van een zogenaamd verdachte grond of<br />

risicogrond (zie A.1.4.), er eerst moet wor<strong>de</strong>n overgegaan tot een on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> uit te graven<br />

bo<strong>de</strong>m (een technisch verslag) dat wordt voorgelegd aan een daartoe erken<strong>de</strong> organisatie, zoals een<br />

erken<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbeheerorganisatie, een erken<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke opslagplaats of een erkend<br />

grondreinigingscentrum. Deze organisatie levert op basis van <strong>de</strong> gegevens uit het technisch verslag<br />

een bo<strong>de</strong>mbeheerrapport af. In het bo<strong>de</strong>mbeheerrapport wordt <strong>de</strong> conformiteit van <strong>de</strong> uitgegraven<br />

bo<strong>de</strong>m met <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor het beoog<strong>de</strong> gebruik geattesteerd.<br />

Bij het gebruik van bo<strong>de</strong>m wordt vooral het ophogen van een terrein, het verondiepen of opvullen van<br />

groeven of graverijen beoogd. Uitgegraven bo<strong>de</strong>m kan echter ook wor<strong>de</strong>n gebruikt in of als bouwstof<br />

(b.v. als fun<strong>de</strong>ringszand of als bouwstof voor <strong>de</strong> aanmaak van beton).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 111


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Uitgegraven bo<strong>de</strong>m kan slechts wor<strong>de</strong>n gebruikt als bo<strong>de</strong>m of als bouwstof mits <strong>de</strong> grond aan<br />

bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoet. Voor het gebruik van uitgegraven bo<strong>de</strong>m als bo<strong>de</strong>m wordt<br />

gerefereerd aan <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsnormen indien <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m wordt gebruikt binnen <strong>de</strong> kadastrale<br />

werkzone of gel<strong>de</strong>n bepaal<strong>de</strong> achtergrondwaar<strong>de</strong>n indien <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m wordt gebruikt buiten <strong>de</strong><br />

kadastrale werkzone. In een aantal gevallen kan <strong>de</strong> uitgegraven bo<strong>de</strong>m gebruikt wor<strong>de</strong>n indien <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>m is bemonsterd. Voor het gebruik van uitgegraven bo<strong>de</strong>m als bouwstof moet <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m<br />

beantwoor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> normen die gel<strong>de</strong>n in het VLAREA om te kunnen wor<strong>de</strong>n erkend als secundaire<br />

grondstof. Het hoofdstuk XIII van Titel III van het VLAREBO bevat ook tal van bepalingen wanneer<br />

een technisch verslag en een bo<strong>de</strong>mbeheerrapport verplicht zijn bij gebruik van bo<strong>de</strong>m.<br />

Hoofdstuk XIII van Titel III van het VLAREBO bevat tenslotte ook bepalingen die <strong>de</strong> erkenning regelt<br />

van bo<strong>de</strong>mbeheerorganisaties, TOP‟s (tussentijdse opslagplaatsen) en grondreinigingscentra. Een<br />

uitgebrei<strong>de</strong> toelichting bij <strong>de</strong>ze regelgeving, vindt men op <strong>de</strong> website van <strong>de</strong> OVAM, www.ovam.be.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 112


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.2. Wat is een aanvaardings- of terugnameplicht?<br />

Een aanvaardingsplicht houdt in dat <strong>de</strong> consumenten <strong>de</strong> producten waarvan zij zich ontdoen<br />

teruggeven aan een eindverkoper, zon<strong>de</strong>r een vervangproduct aan te kopen. Dit systeem wordt ook in<br />

<strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> distributieketen doorgetrokken (bvb. eindverkoper-leverancier).<br />

Een terugnameplicht houdt daarentegen in dat <strong>de</strong> eindverkoper slechts gehou<strong>de</strong>n is om <strong>de</strong><br />

producten te aanvaar<strong>de</strong>n waarvan <strong>de</strong> consument zich ontdoet indien <strong>de</strong>ze zich een nieuw product<br />

aanschaft.<br />

Tot dusver werd in het VLAREA <strong>de</strong> aanvaardingsplicht ingevoerd voor:<br />

Drukwerkafvalstoffen (reclamedrukwerk en<br />

periodieke pers)<br />

Aanvaardingsplicht sinds<br />

1 juli 1999<br />

Afvalbatterijen en afvalloodstartbatterijen 1 juli 1999<br />

Afgedankte voertuigen 1 januari 2006<br />

Afvalban<strong>de</strong>n 1 januari 2004<br />

Afgedankte elektrische en elektronische<br />

apparatuur (AEEA)<br />

Afgedankte elektrische en elektronische<br />

verlichting<br />

1 januari 2004/1 januari<br />

2005<br />

1 juli 2004<br />

Ou<strong>de</strong> en vervallen geneesmid<strong>de</strong>len 1 juli 1999<br />

Afgewerkte olie 1 januari 2004<br />

Dierlijke en plantaardige gebruikte frituurvetten<br />

en –oliën<br />

1 juli 2004<br />

Afvalfotochemicaliën 1 juli 2004<br />

Afvallandbouwfolies 1 juli 2004<br />

Lampen 1 januari 2005<br />

De aanvaardingsplicht wordt nu ook opgelegd indien er geen nieuw product aangekocht wordt (het<br />

zogenaam<strong>de</strong> 1-tegen-0-principe). Op <strong>de</strong>ze wijze wil men <strong>de</strong> betrokken sectoren verantwoor<strong>de</strong>lijk<br />

stellen voor <strong>de</strong> totale afvalstroom ook als <strong>de</strong> consument geen nieuw product aankoopt. Voor <strong>de</strong><br />

praktische uitvoering hiervan kunnen <strong>de</strong> sectoren samenwerken met <strong>de</strong> gemeenten/intercommunales<br />

indien een overeenkomst kan wor<strong>de</strong>n bereikt met <strong>de</strong> individuele gemeenten/intercommunales.<br />

De sectoren kunnen ook een zogenaam<strong>de</strong> milieubeleidsovereenkomst (afgekort als MBO) afsluiten<br />

waarbij het naleven van <strong>de</strong> aanvaardingsplicht wordt ge<strong>de</strong>legeerd aan een erkend organisme. Dit is<br />

voor <strong>de</strong> meeste sectoren gebeurd (Recybat, Valorfrit, Bebat, Recupel, Febelauto, Fotini, …).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 113


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.3. Wat zijn secundaire grondstoffen?<br />

Secundaire grondstoffen zijn afvalstoffen die voor bepaal<strong>de</strong> doelein<strong>de</strong>n als grondstof mogen wor<strong>de</strong>n<br />

gebruikt indien zij aan bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoen. Het VLAREA legt <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n vast en<br />

somt op welke afvalstoffen in aanmerking komen voor gebruik als secundaire grondstof. Voor het<br />

gebruik van sommige van <strong>de</strong>ze afvalstoffen heb je een gebruikscertificaat nodig. Deze afvalstoffen<br />

wor<strong>de</strong>n niet langer als afvalstoffen beschouwd vanaf het ogenblik dat ze voldoen aan <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n.<br />

In het VLAREA wer<strong>de</strong>n voorwaar<strong>de</strong>n inzake samenstelling en/of gebruik vastgesteld voor het<br />

(her)gebruik van afvalstoffen:<br />

als meststof of als bo<strong>de</strong>mverbeterend mid<strong>de</strong>l<br />

in of als bouwstof<br />

als bo<strong>de</strong>m<br />

in of als diervoe<strong>de</strong>r.<br />

A.4. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Wet van 22 juli 1974 op <strong>de</strong> giftige afval (artikel 1 en artikel 7)(B.S. 1 maart 1975)<br />

Decreet van <strong>de</strong> Vlaamse Raad van 2 juli 1981 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> voorkoming en het beheer van<br />

afvalstoffen (B.S. 25 juli 1981)<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 5 <strong>de</strong>cember 2003 tot vaststelling van het Vlaams<br />

reglement inzake afvalvoorkoming- en beheer (VLAREA), (B.S. 30 april 2004);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 24 mei 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bepaling van <strong>de</strong> gevaarlijke<br />

afvalstoffen, (B.S. 30 juni 1995).<br />

samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> preventie en het beheer van<br />

verpakkingsafval (B.S. 29 <strong>de</strong>cember 2008)<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EG) Nr. 1774/2002 van 3 oktober 2002 tot vaststelling van<br />

gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestem<strong>de</strong> dierlijke<br />

bijproducten<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EG) Nr. 1013/2006 van 14 juni 2006 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> overbrenging van<br />

afvalstoffen<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 114


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. Wetgeving van het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest<br />

B.1. Welke verplichtingen heeft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming in verband met afvalstoffen?<br />

Een aantal belangrijke verplichtingen zijn vastgelegd in <strong>de</strong> ordonnantie betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> preventie en<br />

het beheer van afvalstoffen, die <strong>de</strong> reglementering bevat in verband met het ophalen, het transport, <strong>de</strong><br />

behan<strong>de</strong>ling, <strong>de</strong> recyclage en <strong>de</strong> vernietiging van afvalstoffen.<br />

Als Afvalstoffen wor<strong>de</strong>n aangemerkt stoffen of voorwerpen behoren<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> in bijlage I van <strong>de</strong><br />

Brusselse Afvalstoffenordonnantie genoem<strong>de</strong> categorieën waarvan <strong>de</strong> hou<strong>de</strong>r zich ontdoet,<br />

voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. On<strong>de</strong>r bijlage I ressorteren on<strong>de</strong>r meer stoffen<br />

die per ongeluk zijn geloosd of weggelekt, bij industriële procédés ontstane residuen, of producten die<br />

afkomstig zijn van bo<strong>de</strong>msaneringsactiviteiten.<br />

Op basis van <strong>de</strong> afvalstoffenordonnantie gel<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r meer volgen<strong>de</strong> verplichtingen:<br />

Een algemeen verbod om afvalstoffen achter te laten op een openbare of privéplaats buiten<br />

<strong>de</strong> plaatsen die hiertoe door <strong>de</strong> overheid zijn voorzien, of zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> reglementaire bepalingen<br />

inzake afvalverwij<strong>de</strong>ring na te leven.<br />

Een algemene zorgplicht voor <strong>de</strong>gene die afvalstoffen voortbrengt of er hou<strong>de</strong>r van is om<br />

<strong>de</strong>ze afvalstoffen op een milieuvrien<strong>de</strong>lijke wijze te doen verwij<strong>de</strong>ren.<br />

De exploitatie van verwij<strong>de</strong>ringsinstallaties van afvalstoffen wordt aan bijzon<strong>de</strong>re voorwaar<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rworpen.<br />

Er wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> retributies opgelegd voor diverse diensten die op het vlak van<br />

afvalstoffen wor<strong>de</strong>n verleend (ophaling en verwerking van huisvuil, ophaling en verwerking<br />

van industrieel, commercieel of daarmee gelijkgesteld afval, …).<br />

Er geldt een terugnameplicht voor gebruikte batterijen en accu‟s, versleten ban<strong>de</strong>n, vervallen<br />

geneesmid<strong>de</strong>len, afgedankte voertuigen, bepaal<strong>de</strong> gebruikte elektrische en elektronische<br />

apparaten, afvalolie, filmafval, voedingsoliën en voedingsvetten.<br />

Producenten van gevaarlijk niet-huishou<strong>de</strong>lijk afval hebben een meldingsplicht bij het BIM.<br />

Afgifte en ontvangst van gevaarlijk niet-huishou<strong>de</strong>lijk afval moet gebeuren tegen<br />

ontvangstbewijs.<br />

Voor bepaal<strong>de</strong> categorieën van niet-huishou<strong>de</strong>lijke afvalstoffen wordt aan <strong>de</strong> producenten,<br />

ophalers, verwij<strong>de</strong>raars, vervoer<strong>de</strong>rs, kopers of bezitters <strong>de</strong> verplichting opgelegd om een<br />

afvalstoffenregister bij te hou<strong>de</strong>n en ter beschikking van <strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ambtenaren te<br />

hou<strong>de</strong>n.<br />

Er wor<strong>de</strong>n in een groot aantal besluiten ook specifieke verplichtingen opgelegd voor <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring<br />

van gevaarlijke afvalstoffen, afvalolie, PCB‟s, afval van <strong>de</strong> titaandioxy<strong>de</strong>-industrie, batterijen en accu‟s,<br />

recyclage van bouw- en sloopafval, asbestafval, dierlijk afval, het storten en verbran<strong>de</strong>n van<br />

afvalstoffen, enz. Een uitgebrei<strong>de</strong> lijst kan wor<strong>de</strong>n geraadpleegd op <strong>de</strong> website van het Brussels<br />

Instituut voor Milieubeheer (BIM): www.ibgebim.be<br />

Ook in het Brusselse Gewest wordt <strong>de</strong> overtreding van <strong>de</strong> bepalingen van <strong>de</strong> afvalstoffenwetgeving<br />

strafbaar gesteld. Illegaal achtergelaten afval wordt opgehaald en verwerkt door het Gewestelijk<br />

Agentschap voor netheid, die <strong>de</strong> kosten ervan zal verhalen op <strong>de</strong> overtre<strong>de</strong>r. Bovendien kan <strong>de</strong><br />

Regering of <strong>de</strong> burgemeester van <strong>de</strong> betrokken gemeente alle nuttige maatregelen nemen om het<br />

gevaar te voorkomen of te verhelpen van afvalstoffen die een ernstige bedreiging vormen. De kosten<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 115


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

daarvan zijn ten laste van <strong>de</strong> overtre<strong>de</strong>r, of, in an<strong>de</strong>re gevallen, van <strong>de</strong> gebruiker of <strong>de</strong> eigenaar van<br />

<strong>de</strong> plaats waar ze zich bevin<strong>de</strong>n.<br />

B.2. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Ordonnantie van 7 maart 1991 van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

preventie en het beheer van afvalstoffen (B.S. 23 april 1991);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 30 januari 1997 betreffen<strong>de</strong> het<br />

afvalregister (B.S. 26 maart 1997);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Executieve van 19 september 1991 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong><br />

verwij<strong>de</strong>ring van gevaarlijke afvalstoffen (B.S. 13 november 1991);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 18 juli 2002 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> invoering van<br />

een terugnameplicht (B.S. 27 september 2002);<br />

Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> preventie en het beheer van<br />

verpakkingsafval (B.S. 29 <strong>de</strong>cember 2008);<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EG) Nr. 1774/2002 van 3 oktober 2002 tot vaststelling van<br />

gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestem<strong>de</strong> dierlijke<br />

bijproducten;<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EG) Nr. 1013/2006 van 14 juni 2006 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> overbrenging van<br />

afvalstoffen.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 116


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest<br />

C.1. Welke verplichtingen heeft <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming in verband met afvalstoffen?<br />

De basisverplichtingen in verband met het afvalstoffenbeheer liggen in het Waalse Gewest verspreid<br />

over verschillen<strong>de</strong> reglementeringen, o.a. in het Afvalstoffen<strong>de</strong>creet. Hierin wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verplichtingen<br />

vastgelegd met betrekking tot het verzamelen, <strong>de</strong> opslag, het transport en <strong>de</strong> recyclage of<br />

vernietiging van afval. Tevens voorziet het <strong>de</strong>creet in een vergoedingsstelsel voor scha<strong>de</strong> veroorzaakt<br />

door afval, gefinancierd door het Fonds voor Afvalbeheer dat op haar beurt gespijsd wordt door een<br />

stortheffing.<br />

Het Waalse Afvalstoffen<strong>de</strong>creet bevat <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van wat als afval moet wor<strong>de</strong>n aangemerkt als<br />

het Vlaamse Afvalstoffen<strong>de</strong>creet en <strong>de</strong> Brusselse Afvalstoffenordonnantie. Al naargelang hun herkomst<br />

wor<strong>de</strong>n afvalstoffen inge<strong>de</strong>eld in huishou<strong>de</strong>lijke afvalstoffen, landbouwafvalstoffen, industriële<br />

afvalstoffen, gevaarlijke afvalstoffen, inerte afvalstoffen of ziekenhuisafvalstoffen. Bij besluit van 10<br />

juli 1997 heeft <strong>de</strong> Waalse GewestRegering een afvalstoffencatalogus aangenomen.<br />

Het afvalstoffen<strong>de</strong>creet legt een aantal (basis)verplichtingen op, waarvan sommige vergelijkbaar zijn<br />

met <strong>de</strong> verplichtingen die gel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Gewesten:<br />

Verbod om afvalstoffen achter te laten of te hanteren in strijd met <strong>de</strong> reglementering<br />

Een zorgplicht voor <strong>de</strong> producent of hou<strong>de</strong>r van afvalstoffen om <strong>de</strong> afvalstoffen op<br />

milieuvrien<strong>de</strong>lijke wijze te (laten) beheren<br />

Een zorgplicht voor <strong>de</strong> overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en vanuit het Waalse<br />

Gewest, in uitvoering waarvan <strong>de</strong> Regering een aanzienlijk aantal maatregelen kan nemen<br />

(bvb. verplichting tot aangifte of vergunning).<br />

Het afvalstoffenbeheer gebeurt door <strong>de</strong> afvalproducent of door afgifte aan een persoon of aan<br />

een installatie die erkend of geregistreerd is om ze te beheren.<br />

De Regering kan personen die afvalstoffen in bezit hebben, inzamelen, vervoeren, verwij<strong>de</strong>ren<br />

of nuttig toepassen een meldingsplicht opleggen in verband met bewaring en verplaatsing van<br />

<strong>de</strong> afvalstoffen of het afstaan van <strong>de</strong> afvalstoffen on<strong>de</strong>rwerpen aan een ontvangstbewijs of<br />

bewijs van verwij<strong>de</strong>ring of nuttige toepassing.<br />

Het <strong>de</strong>creet bevat drie af<strong>de</strong>lingen met bijzon<strong>de</strong>re bepalingen voor nuttige toepassing van<br />

afvalstoffen, voor <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring van afvalstoffen en over huishou<strong>de</strong>lijke afvalstoffen.<br />

Ook voor het Waalse Gewest bestaat nog een groot aantal an<strong>de</strong>re specifieke besluiten die betrekking<br />

hebben op specifieke categorieën afvalstoffen, stortplaatsen en afvalverwerkingsinstallaties,<br />

grensoverschrij<strong>de</strong>nd transport van afvalstoffen, heffingen, verpakkingsafval, enz. Een uitgebrei<strong>de</strong> lijst<br />

kan wor<strong>de</strong>n geraadpleegd op <strong>de</strong> website van het Office Wallon <strong>de</strong>s Déchets (OWD):<br />

http://environnement.wallonie.be<br />

Ook in het Waalse Gewest wordt <strong>de</strong> overtre<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> afvalstoffenreglementering bedreigd met<br />

strafsancties. Met <strong>de</strong> inwerkingtreding van het Decreet van 5 juni 2008 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> opsporing, <strong>de</strong><br />

vaststelling, <strong>de</strong> vervolging en <strong>de</strong> beteugeling van milieuovertredingen en <strong>de</strong> herstelmaatregelen inzake<br />

leefmilieu is een nieuw ka<strong>de</strong>r geschapen voor <strong>de</strong> administratiefrechtelijke en strafrechtelijke<br />

handhaving van <strong>de</strong> inbreuken op het <strong>de</strong>creet van 27 juni 1996. Niet alleen kunnen <strong>de</strong> nodige<br />

administratieve maatregelen wor<strong>de</strong>n genomen (o.m. stakingsbevel), <strong>de</strong> overtredingen op het<br />

<strong>de</strong>creet van 11 maart 1999 zijn ook strafbaar gesteld. Miskenning van <strong>de</strong> verplichtingen uit het<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 117


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

<strong>de</strong>creet van 27 juni 1996 kan aanleiding geven tot strafsancties, die verschillen naar gelang <strong>de</strong><br />

categorisering van <strong>de</strong> overtreding (eerste, twee<strong>de</strong>, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of vier<strong>de</strong> categorie). De strafrechter kan bij<br />

het uitspreken van <strong>de</strong> strafsanctie ook herstelmaatregelen opleggen (inrichtingswerken, herstel van<br />

<strong>de</strong> plaats in haar vorige staat of in <strong>de</strong> staat waarin ze geen gevaar meer vertoont of geen hin<strong>de</strong>r meer<br />

vormt voor het leefmilieu of <strong>de</strong> gezondheid van <strong>de</strong> mens), al dan niet gekoppeld aan het voorafgaand<br />

uitvoeren van een studie om <strong>de</strong>ze herstelmaatregelen te bepalen. Inbreuken van twee<strong>de</strong>, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> of<br />

vier<strong>de</strong> categorie kunnen – wanneer er geen strafvervolging wordt ingesteld – wor<strong>de</strong>n vervolgd door<br />

mid<strong>de</strong>l van administratieve geldboetes. Deze geldboetes kunnen oplopen tot 100.000 euro voor<br />

een overtreding van twee<strong>de</strong> categorie. Bepaal<strong>de</strong> overtredingen die an<strong>de</strong>re geen rechtstreekse scha<strong>de</strong><br />

hebben toegebracht kunnen het voorwerp uitmaken van het betalen van een transactiesom,<br />

<strong>de</strong>welke het verval van <strong>de</strong> strafvor<strong>de</strong>ring tot gevolg zal hebben (tenzij het openbaar ministerie alsnog<br />

beslist te vervolgen).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 118


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.2. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Decreet van 27 juni 1996 van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> afvalstoffen (B.S. 2<br />

augustus 1996);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse Gewestexecutieve van 23 juli 1987 met betrekking tot <strong>de</strong><br />

gecontroleer<strong>de</strong> stortplaatsen (B.S. 29 september 1987);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse Regering van 10 juli 1997 met betrekking tot <strong>de</strong> afvalstoffencatalogus<br />

(B.S. 30 juli 1997);<br />

Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> preventie en het beheer van<br />

verpakkingsafval (B.S. 29 <strong>de</strong>cember 2008);<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EG) Nr. 1774/2002 van 3 oktober 2002 tot vaststelling van<br />

gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestem<strong>de</strong> dierlijke<br />

bijproducten;<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EG) Nr. 1013/2006 van 14 juni 2006 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> overbrenging van<br />

afvalstoffen.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 119


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

V. Productnormen en ecolabels<br />

A. Wat zijn productnormen?<br />

Productnormen leggen <strong>de</strong> eigenschappen vast waaraan een product moet voldoen ter bescherming<br />

tegen scha<strong>de</strong>lijke effecten of risico‟s op scha<strong>de</strong>lijke effecten voor het leefmilieu of <strong>de</strong> volksgezondheid.<br />

De fe<strong>de</strong>rale wet van 21 november 1998 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> productnormen, die ook een groot aantal<br />

Europese richtlijnen omzet, legt daarvan <strong>de</strong> basisregels vast. Deze wet moet ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n<br />

uitgevoerd door koninklijke besluiten.<br />

De wet heeft een zeer breed toepassingsgebied. On<strong>de</strong>r producten wordt door <strong>de</strong> wet immers<br />

verstaan alle lichamelijke roeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren, met inbegrip van stoffen, preparaten, bioci<strong>de</strong>n en<br />

verpakkingen, maar met uitzon<strong>de</strong>ring van afvalstoffen. De wet is evenmin van toepassing op bepaal<strong>de</strong><br />

producten waarvoor een afzon<strong>de</strong>rlijke wetgeving geldt (bvb. geneesmid<strong>de</strong>len en bepaal<strong>de</strong><br />

landbouwproducten).<br />

B. Welke zijn <strong>de</strong> voornaamste (algemene) verplichtingen van <strong>de</strong><br />

productnormenwet?<br />

De wet legt elke producent een algemene zorgvuldigheidsplicht op om slechts producten op <strong>de</strong><br />

markt te brengen die zodanig ontworpen zijn dat <strong>de</strong> fabricage, voorziene gebruik en verwij<strong>de</strong>ring <strong>de</strong><br />

volksgezondheid niet aantasten en niet of zo weinig mogelijk bijdragen tot <strong>de</strong> toename van<br />

scha<strong>de</strong>lijke afvalstoffen en tot an<strong>de</strong>re vormen van verontreiniging.<br />

De wet machtigt <strong>de</strong> Koning bovendien tot het treffen van allerhan<strong>de</strong> concrete maatregelen ten<br />

aanzien van bepaal<strong>de</strong> producten, zoals:<br />

het verbie<strong>de</strong>n van het op <strong>de</strong> markt brengen van bepaal<strong>de</strong> producten;<br />

het vereisen van een voorafgaan<strong>de</strong>lijke toelating, kennisgeving of aangifte voor het op <strong>de</strong><br />

markt brengen van een bepaald product;<br />

<strong>de</strong> eigenschappen, samenstelling, verpakking van een product reglementeren met het oog op<br />

het op <strong>de</strong> markt brengen ervan;<br />

herbruikbare producten aanmoedigen;<br />

etikettering reglementeren;<br />

bepaal<strong>de</strong> producten uit <strong>de</strong> markt doen nemen (bij dreigend gevaar voor volksgezondheid of<br />

leefmilieu kan <strong>de</strong> minister van volksgezondheid onmid<strong>de</strong>llijk ingrijpen).<br />

Voor gevaarlijke stoffen en preparaten gel<strong>de</strong>n daarenboven een reeks bijzon<strong>de</strong>re bepalingen. Het<br />

betreft on<strong>de</strong>r meer het verbod om cadmium of cadmiumverbindingen te gebruiken voor het kleuren<br />

van producten, producten die asbest bevatten, of speelgoed dat bepaal<strong>de</strong> gevaarlijke stoffen bevat.<br />

Thans moet echter ook rekening wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> REACH-veror<strong>de</strong>ning. Voor bioci<strong>de</strong>n geldt<br />

eveneens een bijzon<strong>de</strong>re regeling.<br />

Van groot belang voor <strong>de</strong> praktische bedrijfsvoering zijn <strong>de</strong> specifieke bepalingen inzake<br />

verpakkingen. Zo bevat <strong>de</strong> wet op <strong>de</strong> productnormen een algemeen verbod om producten op <strong>de</strong><br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 120


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

markt te brengen met verpakkingen die niet-herbruikbaar zijn of niet vatbaar zijn voor recyclage. De<br />

niet-naleving van <strong>de</strong>ze verplichting is strafrechtelijk gesanctioneerd. De inwerkingtreding van <strong>de</strong>ze<br />

ingrijpen<strong>de</strong> bepaling zal wor<strong>de</strong>n bepaald door een koninklijk besluit. De wet bepaalt voorts <strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n waaraan herbruikbare en niet-herbruikbare verpakkingen moeten voldoen.<br />

C. Wat betekent REACH voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemers?<br />

REACH is <strong>de</strong> nieuwe Europese veror<strong>de</strong>ning voor chemische stoffen. De afkorting staat<br />

voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische stoffen. De REACH-veror<strong>de</strong>ning zal in juni<br />

2007 in werking tre<strong>de</strong>n.<br />

De kern van REACH is dat een bedrijf in principe van alle stoffen die hij produceert, verwerkt of<br />

doorgeeft aan klanten <strong>de</strong> risico‟s moet kennen en maatregelen moet benoemen om die risico‟s te<br />

beheersen. Daarbij gaat het niet alleen om producenten en importeurs van chemicaliën, maar om alle<br />

bedrijven die op enigerlei wijze met stoffen of preparaten of stoffen in voorwerpen te maken hebben.<br />

Binnen REACH kan een bedrijf verschillen<strong>de</strong> rollen vervullen: fabrikant, importeur, distributeur en<br />

downstreamgebruiker.<br />

Alle stoffen die wor<strong>de</strong>n geproduceerd of geïmporteerd in hoeveelhe<strong>de</strong>n van meer dan 1 ton/jaar<br />

moeten wor<strong>de</strong>n geregistreerd bij het nieuw opgerichte Europees Agentschap voor chemische stoffen<br />

(ECHA). De bewijslast voor het veilig in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l brengen van chemische stoffen wordt met REACH<br />

verschoven van <strong>de</strong> overheid naar het bedrijfsleven.<br />

REACH is een getrapt systeem waarbij chemische stoffen afhankelijk van het volume waarin ze<br />

geproduceerd wor<strong>de</strong>n en van het potentieel risico dat ze vormen, on<strong>de</strong>rhevig zijn aan verplichtingen<br />

die gaan van registratie (ongeveer 30 000 stoffen) tot een vergunningsplicht (naar schatting 1000 –<br />

2000 stoffen).<br />

De stoffen die volgens REACH een vergunningsplicht krijgen zijn:<br />

Carcinogenen, mutagenen en stoffen die scha<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> voortplanting zijn<br />

stoffen die persistent, bioaccumuleerbaar en giftig zijn<br />

stoffen die zeer persistent en zeer bio-accumuleerbaar zijn<br />

an<strong>de</strong>re, even zorgwekken<strong>de</strong> stoffen, zoals <strong>de</strong>ze die <strong>de</strong> hormonale werking verstoren.<br />

Deze stoffen moeten gelei<strong>de</strong>lijk aan verdwijnen en vervangen wor<strong>de</strong>n door veiligere alternatieven,<br />

tenzij <strong>de</strong> industrie kan aantonen dat ze <strong>de</strong> risico‟s on<strong>de</strong>r controle heeft of dat <strong>de</strong> socio-economische<br />

waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> stoffen opweegt tegen <strong>de</strong> risico‟s.<br />

Meer informatie over REACH vindt men op http://mineco.fgov.be/reach.htm.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 121


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

D. Wat zijn ecolabels?<br />

De milieukeur- of ecolabelwetgeving is Europees van oorsprong. De beginselen ervan treft men aan in<br />

<strong>de</strong> ecolabelveror<strong>de</strong>ning. Deze veror<strong>de</strong>ning beoogt <strong>de</strong> productie en <strong>de</strong> verkoop van milieuvrien<strong>de</strong>lijker<br />

producten te bevor<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> consument daarvan in te lichten d.m.v. een label dat op <strong>de</strong> betrokken<br />

producten mag wor<strong>de</strong>n aangebracht. De toekenningsvoorwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n bepaald per categorie van<br />

producten. Tot dusver wer<strong>de</strong>n er criteria vastgesteld voor o.a. wasmachines, vaatwassers,<br />

toiletpapier, keukenrol, wasmid<strong>de</strong>len, verf en vernis, kopieerpapier, enz. In België gebeurt <strong>de</strong><br />

toekenning door het Comité voor <strong>de</strong> toekenning van het Europese Milieukeur, dat werd opgericht bij<br />

<strong>de</strong> fe<strong>de</strong>rale Minister van Leefmilieu. In tegenstelling tot <strong>de</strong> productnormenwetgeving voert <strong>de</strong><br />

ecoloabelwetgeving een systeem in waaraan <strong>de</strong> exploitant op basis van vrijwilligheid kan<br />

<strong>de</strong>elnemen.<br />

E. Referentie voornaamste wetgeving<br />

Wet van 21 <strong>de</strong>cember 1998 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> productnormen ter bevor<strong>de</strong>ring van duurzame<br />

productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en <strong>de</strong><br />

volksgezondheid (B.S. 11 februari 1999, err. B.S. 24 april 1999)<br />

K. B. 25 maart 1999 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bepaling van productnormen voor verpakkingen (B.S. 1 april<br />

1999)<br />

Veror<strong>de</strong>ning EG nr. 880/92 van <strong>de</strong> Raad van 23 maart 1992 (PB.L. 1992), vervangen door<br />

Veror<strong>de</strong>ning EG nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en <strong>de</strong> Raad van 17 juli 2000 (PB.L<br />

2000).<br />

Wet van 14 juli 1994 inzake <strong>de</strong> oprichting van een Comité voor toekenning van <strong>de</strong> Europese<br />

milieukeur (B.S. 1 <strong>de</strong>cember 1994).<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en <strong>de</strong> Raad van 18 <strong>de</strong>cember<br />

2006 inzake <strong>de</strong> registratie en beoor<strong>de</strong>ling van en <strong>de</strong> autorisatie en beperkingen ten aanzien<br />

van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische<br />

stoffen, hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> intrekking van<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EEG) nr. 793/93 van <strong>de</strong> Raad en Veror<strong>de</strong>ning (EG) nr. 1488/94 van <strong>de</strong><br />

Commissie alsme<strong>de</strong> Richtlijn 76/769/EEG van <strong>de</strong> Raad en <strong>de</strong> Richtlijnen 91/155/EEG,<br />

93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van <strong>de</strong> Commissie, PB.L 396, 20 <strong>de</strong>cember 2006.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 122


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

VI. Aspecten van natuurbehoud<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> exploitatie van een bedrijf zal ook rekening moeten wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met enkele<br />

aspecten van natuurbehoud. In dit ka<strong>de</strong>r zijn vooral <strong>de</strong> natuurzorgplicht, <strong>de</strong> natuurtoets en <strong>de</strong><br />

habitattoets van belang.<br />

De natuurzorgplicht van artikel 14 Decreet Natuurbehoud stelt dat ie<strong>de</strong>reen die han<strong>de</strong>lingen<br />

verricht of hiertoe <strong>de</strong> opdracht verleent, en die weet of re<strong>de</strong>lijkerwijs kan vermoe<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong><br />

natuurelementen in <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke omgeving daardoor kunnen wor<strong>de</strong>n vernietigd of ernstig<br />

geschaad, verplicht is om alle maatregelen te nemen die re<strong>de</strong>lijkerwijs van hem kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

gevergd om <strong>de</strong> vernietiging van scha<strong>de</strong> te voorkomen, te beperken of te herstellen. Deze<br />

natuurzorgplicht is strafrechtelijk gesanctioneerd. Ook bedrijven dienen bij <strong>de</strong> exploitatie van hun<br />

bedrijf er rekening mee te hou<strong>de</strong>n dat, wanneer men kan vermoe<strong>de</strong>n dat een bepaal<strong>de</strong> activiteit<br />

scha<strong>de</strong> kan aanrichten aan natuurwaar<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke omgeving, maatregelen dienen te<br />

wor<strong>de</strong>n genomen om <strong>de</strong> vernietiging te voorkomen, te beperken of te herstellen. Ter verdui<strong>de</strong>lijking<br />

van <strong>de</strong>ze zorgplicht m.b.t. vegetaties en kleine landschapselementen kan wor<strong>de</strong>n verwezen naar <strong>de</strong><br />

Co<strong>de</strong> van Goe<strong>de</strong> Natuurpraktijk uit Bijlage I van Omzendbrief LNW/98/01 van 10 november 1998.<br />

De natuurtoets en <strong>de</strong> habitattoets zijn hierboven reeds aan bod gekomen. Voor <strong>de</strong> volledigheid<br />

dient er ook te wor<strong>de</strong>n op gewezen dat bei<strong>de</strong> toetsingsinstrumenten ook moeten wor<strong>de</strong>n toegepast<br />

bij het hervergunnen van activiteiten. Ver<strong>de</strong>r zal <strong>de</strong> natuurtoets ook moeten wor<strong>de</strong>n toegepast bij<br />

het mel<strong>de</strong>n van activiteiten.<br />

Belangrijke wetgeving:<br />

Omzendbrief LNW/98/01 van 10 november 1998 betreffen<strong>de</strong> algemene maatregelen inzake<br />

natuurbehoud en wat <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor het wijzigen van vegetatie en kleine<br />

landschapselementen betreft volgens het besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 23 juli 1998<br />

tot vaststelling van na<strong>de</strong>re regels ter uitvoering van het <strong>de</strong>creet van 21 oktober 1997<br />

betreffen<strong>de</strong> het natuurbehoud en het natuurlijke milieu, B.S. 17 februari 1999<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 123


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. Wetgeving in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> exploitatie van een bedrijf in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest, dat gesitueerd is binnen<br />

of in <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke nabijheid van een speciale beschermingszone, moet toepassing wor<strong>de</strong>n<br />

gemaakt van <strong>de</strong> habitattoets bij het hervergunnen van activiteiten.<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> exploitatie van een bedrijf in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijke Gewest, dat gesitueerd is binnen<br />

of in <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke nabijheid van een speciale beschermingszone,moet toepassing wor<strong>de</strong>n gemaakt<br />

van <strong>de</strong> habitattoets bij het hervergunnen van activiteiten.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 124


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Stopzetting van het bedrijf<br />

I. Bo<strong>de</strong>msaneringsverplichtingen bij stopzetting van <strong>de</strong><br />

exploitatie<br />

Van <strong>de</strong> verplichtingen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming bij stopzetting van <strong>de</strong> exploitatie zijn <strong>de</strong>ze die gel<strong>de</strong>n in het<br />

ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering ongetwijfeld <strong>de</strong> meest beken<strong>de</strong> en wellicht ook <strong>de</strong> belangrijkste.<br />

A. Wetgeving in het Vlaamse Gewest<br />

A.1. Wanneer gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsverplichtingen?<br />

Het Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet legt een aantal specifieke verplichtingen op naar aanleiding van <strong>de</strong> sluiting en<br />

stopzetting van risico-inrichtingen of risicoactiviteiten, opgenomen in <strong>de</strong> lijst van kolom 8 van<br />

bijlage 1 van het VLAREM. On<strong>de</strong>r sluiting verstaat men <strong>de</strong> stopzetting van alle activiteiten of alle<br />

substantiële activiteiten van een inrichting.<br />

A.2. Welke verplichtingen gel<strong>de</strong>n er voor <strong>de</strong> exploitant bij sluiting of<br />

stopzetting?<br />

Op <strong>de</strong> exploitant die <strong>de</strong> inrichting sluit, rust <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verplichtingen als <strong>de</strong>ze welke gel<strong>de</strong>n bij<br />

overdracht van risicogron<strong>de</strong>n (zie boven).<br />

Hij moet meer bepaald on<strong>de</strong>r leiding van een bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundige een oriënterend<br />

bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek laten opmaken en moet vervolgens zijn bedoeling om tot sluiting of stopzetting<br />

over te gaan mel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> OVAM samen met het verslag van dit bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek. Indien er op<br />

basis van dit on<strong>de</strong>rzoek ernstige aanwijzingen zijn dat <strong>de</strong> grond is aangetast, dan zal <strong>de</strong> OVAM <strong>de</strong><br />

exploitant aanmanen om over te gaan tot het opmaken van een beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek.<br />

Indien <strong>de</strong>ze niet voldoet aan <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n om te genieten van een wettelijke vrijstelling als<br />

onschuldig bezitter (zie boven) dan zal hij daartoe ook effectief moeten overgaan. Indien uit dit<br />

beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek blijkt dat <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsnormen zijn overschre<strong>de</strong>n (in geval van<br />

nieuwe verontreiniging) of <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging een ernstige bedreiging vormt (in geval van<br />

historische verontreiniging), dan zal <strong>de</strong> exploitant vervolgens een bo<strong>de</strong>msaneringsproject laten<br />

opstellen en vervolgens bo<strong>de</strong>msaneringswerken doen uitvoeren.<br />

In het nieuwe Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet wordt een bijzon<strong>de</strong>re meldingsplicht en on<strong>de</strong>rzoeksplicht ingevoerd in<br />

het geval van faillissement of bij <strong>de</strong> vereffening van een on<strong>de</strong>rneming. De curator of vereffenaar<br />

moet binnen een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>de</strong> faillietverklaring of invereffeningstelling mel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> OVAM,<br />

die dan een termijn oplegt waarbinnen een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek moet wor<strong>de</strong>n uitgevoerd.<br />

A.3. Referentie wetgeving<br />

Decreet van 11 oktober 2006 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming (B.S.<br />

22 januari 2007);<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 125


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Besluit van <strong>de</strong> Vlaamse Regering van 14 <strong>de</strong>cember 2007 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van het<br />

Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming (VLAREBO) (B.S.<br />

22 april 2008).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 126


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. Wetgeving in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest<br />

B.1. Welke zijn <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsverplichtingen bij stopzetting van<br />

bedrijfsactviteiten?<br />

De exploitant die een risicoactiviteit stopzet, dient een verkennend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uit te voeren,<br />

en vervolgens eventueel een risicostudie. In functie van <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong>ze studie, en afhankelijk<br />

van het feit of <strong>de</strong> verontreiniging al dan niet vreemd is aan <strong>de</strong> exploitatie, zal een sanering dienen te<br />

wor<strong>de</strong>n uitgevoerd, of zullen <strong>de</strong>sgevallend beheers- en/of controlemaatregelen moeten wor<strong>de</strong>n<br />

genomen (zie hoger).<br />

Een an<strong>de</strong>re grondslag die <strong>de</strong> exploitant verplichten om eventuele verontreiniging op te ruimen bij het<br />

beëindigen van <strong>de</strong> bedrijfsactiviteiten, is <strong>de</strong> milieuvergunningsordonnantie. Op basis hiervan moet<br />

<strong>de</strong> exploitant van een milieuvergunningsplichtige activiteit, <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> inrichting waarvan <strong>de</strong><br />

exploitatie ten ein<strong>de</strong> loopt of niet meer toegelaten is, opnieuw in een dusdanige toestand brengen dat<br />

er zich geen gevaar, hin<strong>de</strong>r of ongemak voordoet.<br />

Op basis van het hoger besproken benzinestationbesluit geldt eveneens een specifieke<br />

saneringsverplichting voor <strong>de</strong> exploitanten van een benzinestations die <strong>de</strong> uitbating stopzetten. Zij<br />

dienen een prospectief bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek uit te voeren. Daarna beslist het BIM of er ver<strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>rzoek nodig is of een sanering moet wor<strong>de</strong>n opgelegd.<br />

B.2. Referentie wetgeving<br />

Ordonnantie van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad van 5 juni 1997 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

milieuvergunningen (B.S. 26 juni 1997);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 21 januari 1999 tot vaststelling van <strong>de</strong><br />

uitbatingsvoorwaar<strong>de</strong>n voor benzinestations (B.S. 24 maart 1999);<br />

Ordonnantie van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Raad van 13 mei 2004 betreffen<strong>de</strong> het beheer<br />

van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 24 juni 2004);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

evaluatie van <strong>de</strong> risico‟s voor <strong>de</strong> gezondheid en het milieu veroorzaakt door<br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging (B.S. 13 januari 2005);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004 tot vaststelling van<br />

<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m- en waterverontreinigingsnormen bij overschrijding waarvan een risicostudie moet<br />

wor<strong>de</strong>n uitgevoerd (B.S. 13 januari 2005);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 9 <strong>de</strong>cember 2004 tot vaststelling van<br />

<strong>de</strong> risicoactiviteiten (B.S. 20 januari 2005);<br />

Omzendbrief van 20 januari 2005 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> toepassing van <strong>de</strong> ordonnantie van 13 mei<br />

2004 betrefffen<strong>de</strong> het beheer van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 8 februari 2005);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering van 20 september 2007 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

toekenning van een premie voor <strong>de</strong> uitvoering van een bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek in het ka<strong>de</strong>r van het<br />

beheer en <strong>de</strong> sanering van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms (B.S. 9 oktober 2007);<br />

Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffen<strong>de</strong> het beheer en <strong>de</strong> sanering van verontreinig<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>ms (B.S. 5 maart 2009).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 127


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C. Wetgeving in het Waalse Gewest<br />

C.1. Welke zijn <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsverplichtingen bij stopzetting van<br />

bedrijfsactiviteiten?<br />

Het Waalse Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet bevatte oorspronkelijk als dusdanig geen verplichtingen naar<br />

aanleiding van <strong>de</strong> stopzetting van een activiteit. Die verplichting werd geregeld door het<br />

milieuvergunnings<strong>de</strong>creet. De stopzetten<strong>de</strong> exploitant die geconfronteerd wordt met een<br />

saneringsplicht kan zich in een aantal gevallen evenwel beroepen op een vrijstelling (zie hoger). De<br />

overheid kan ook eisen dat <strong>de</strong> exploitant vóór <strong>de</strong> tenuitvoerlegging van <strong>de</strong> milieuvergunning ten<br />

gunste van <strong>de</strong> Regering een financiële zekerheid (bvb. een bankgarantie) stelt om aan te geven dat<br />

hij zijn verplichtingen inzake sanering van <strong>de</strong> site zal nakomen<br />

Het nieuwe Waalse Bo<strong>de</strong>m<strong>de</strong>creet voorziet wel <strong>de</strong>rgelijke verplichtingen, on<strong>de</strong>r meer bij faillissement,<br />

opheffing van een activiteit opgenomen op <strong>de</strong> lijst in bijlage 3 bij dit <strong>de</strong>creet of elke on<strong>de</strong>rbroken<br />

exploitatie van een <strong>de</strong>rgelijke activiteit. In geval van faillissement wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> plichten van <strong>de</strong><br />

faillietverklaar<strong>de</strong> voor zijn rekening ten laste genomen door <strong>de</strong> curator.<br />

Net zoals in het Brusselse gewest geldt ook voor tankstations een specifieke<br />

bo<strong>de</strong>msaneringsreglementering op grond waarvan <strong>de</strong> exploitant bij het beëindigen van <strong>de</strong> uitbating of<br />

<strong>de</strong>finitieve buitengebruikstelling van een tank moet overgaan tot het opmaken van bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek<br />

en <strong>de</strong>sgevallend tot uitvoering van saneringswerken. Zoals in het Vlaamse gewest gel<strong>de</strong>n hier<br />

bepaal<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong>welke moet wor<strong>de</strong>n gesaneerd.<br />

C.2. Referentie belangrijkste wetgeving<br />

Besluit van 14 mei 1984 van <strong>de</strong> Waalse Gewestexecutieve tot codificatie van <strong>de</strong> wetgeven<strong>de</strong><br />

en veror<strong>de</strong>nen<strong>de</strong> bepalingen betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouw en <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning van<br />

toepassing op het Waalse Gewest, gewijzigd door het <strong>de</strong>creet van 27 november 1997 tot<br />

wijziging van <strong>de</strong> Co<strong>de</strong> Wallon <strong>de</strong> l‟ Aménagement du Territoire, <strong>de</strong> L‟Urbanisme en du<br />

Patrimoine (B.S. 12 februari 1998);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse GewestRegering van 4 maart 1999 tot wijziging van titel III van het<br />

Algemeen Reglement voor <strong>de</strong> Arbeidsbescherming ten gevolge van <strong>de</strong> invoeging van<br />

specifieke bepalingen voor <strong>de</strong> installatie en <strong>de</strong> uitbating van benzinestations (B.S. 11 juni<br />

1999);<br />

Decreet van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad van 11 maart 1999 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning (B.S.<br />

8 juni 1999);<br />

Besluit van <strong>de</strong> Waalse GewestRegering van 4 juli 2002 tot bepaling van <strong>de</strong> lijst van <strong>de</strong> aan een<br />

milieueffectstudie on<strong>de</strong>rworpen projecten en van <strong>de</strong> inge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> installaties en activiteiten<br />

(B.S. 21 september 2002);<br />

Decreet van <strong>de</strong> Waalse Gewestraad van 1 april 2004 tot sanering van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms<br />

(B.S. 7 juni 2004);<br />

Decreet van 5 <strong>de</strong>cember 2008 betreffen<strong>de</strong> het bo<strong>de</strong>mbeheer (B.S. 18 februari 2009).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 128


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

II. An<strong>de</strong>re verplichtingen bij <strong>de</strong> stopzetting<br />

A. Melding van <strong>de</strong> stopzetting van een<br />

milieuvergunningsplichtige activiteit<br />

In het Brusselse en Waalse Gewest moet <strong>de</strong> exploitant <strong>de</strong> vergunningverlenen<strong>de</strong> overheid kennis<br />

geven van <strong>de</strong> stopzetting van <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rlijke inrichting. Hoewel in Vlaan<strong>de</strong>ren geen <strong>de</strong>rgelijke<br />

verplichting geldt, vragen verschillen<strong>de</strong> gemeenten dat <strong>de</strong> stopzetting van <strong>de</strong> vergunningsplichtige<br />

activiteiten wordt gemeld aan het college van burgemeester en schepenen. In geval van stopzetting is<br />

navraag bij <strong>de</strong> milieudienst van <strong>de</strong> betrokken gemeente dus aangewezen.<br />

B. Saneringsplicht voor afvalstoffen<br />

In VLAREM II is <strong>de</strong> verplichting opgenomen dat <strong>de</strong> exploitant van een stortplaats bij <strong>de</strong> beëindiging<br />

van <strong>de</strong> exploitatie het terrein in <strong>de</strong> oorspronkelijke staat moet herstellen. Een gelijkaardige verplichting<br />

geldt in het Brusselse en het Waalse Gewest.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 129


Deel 2<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

AANSPRAKELIJKHEID EN (MILIEU)VERZEKERINGEN<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 130


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Overzicht van <strong>de</strong> aansprakelijkheidsregels<br />

I. On<strong>de</strong>rscheid tussen burgerlijke aansprakelijkheid en<br />

strafrechtelijke aansprakelijkheid<br />

A. Wat is burgerlijke aansprakelijkheid?<br />

De wettelijke bepalingen in verband met burgerlijke aansprakelijkheid bepalen het juridisch ka<strong>de</strong>r<br />

waarbinnen slachtoffers van scha<strong>de</strong>gevallen scha<strong>de</strong>vergoeding kunnen bekomen. In <strong>de</strong> inleiding van<br />

<strong>de</strong>ze brochure werd er reeds op gewezen dat in België slachtoffers van milieuscha<strong>de</strong> in <strong>de</strong> eerste<br />

plaats wor<strong>de</strong>n vergoed overeenkomstig het klassieke burgerlijke aansprakelijkheidsrecht, doch dat<br />

het aantal bijzon<strong>de</strong>re aansprakelijkheidsregelingen ingevoerd langs specifieke milieuwetgeving<br />

gestaag veld winnen. Hierna zal dan ook eerst wor<strong>de</strong>n ingegaan op <strong>de</strong> algemene principes van het<br />

klassieke aansprakelijkheidsrecht, ook het gemene aansprakelijkheidsrecht genoemd, en vervolgens<br />

wordt na<strong>de</strong>r ingezoomd op <strong>de</strong> nieuwe (milieu)aansprakelijkheidsregels.<br />

In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>ze brochure wordt enkel uitvoeriger ingegaan op <strong>de</strong> buitencontractuele<br />

aansprakelijkheidsregels en niet op <strong>de</strong> contractuele aansprakelijkheidsregels die bvb. gel<strong>de</strong>n bij<br />

aannemingscontracten, consultancy-contracten, koop-verkoop of <strong>de</strong> verhuur omdat <strong>de</strong> contractuele<br />

aansprakelijkheid, op enkele belangrijke uitzon<strong>de</strong>ringen na, zoals <strong>de</strong><br />

beroepsaansprakelijkheidsverzekering of in bepaal<strong>de</strong> gevallen <strong>de</strong> brandverzekering van <strong>de</strong><br />

huur<strong>de</strong>r, niet het klassieke actieterrein uitmaakt van <strong>de</strong> hierna besproken verzekeringen.<br />

In dit verband moet ook wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat het milieurisico op verschillen<strong>de</strong> vlakken scha<strong>de</strong>lijke<br />

gevolgen kan teweegbrengen: het eigen patrimonium van het bedrijf, <strong>de</strong> eigenaars van het bedrijf<br />

(aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs of vennoten), het personeel en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n (bvb. buren of toevallige bezoekers van het<br />

bedrijf). Scha<strong>de</strong> aan het patrimonium of <strong>de</strong> eigendommen van het bedrijf en <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die het<br />

personeel of <strong>de</strong> eigenaars van het bedrijf oplopen bij een mileu-inci<strong>de</strong>nt binnen het bedrijf wordt in<br />

principe niet geregeld via het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht dat immers <strong>de</strong><br />

aansprakelijkheid ten overstaan van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n betreft. Zoals hierna zal wor<strong>de</strong>n toegelicht impliceert dit<br />

niet dat scha<strong>de</strong> aan het bedrijfspatrimonium of het personeel niet via bepaal<strong>de</strong> verzekeringen kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n vergoed. In <strong>de</strong>ze gevallen zal evenwel geen beroep kunnen wor<strong>de</strong>n gedaan op <strong>de</strong><br />

aansprakelijkheidsverzekering. Mogelijk kunnen eigen scha<strong>de</strong>verzekeringen of<br />

persoonsverzekeringen wel een uitweg bie<strong>de</strong>n.<br />

B. Wat is strafrechtelijke aansprakelijkheid?<br />

Te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> burgerlijke aansprakelijkheid is <strong>de</strong> strafrechtelijke aansprakelijkheid.<br />

Het overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> reeds besproken milieureglementering wordt bij overtreding in<strong>de</strong>rdaad<br />

strafbaar gesteld met geldboetes en/of gevangenisstraffen. Zo wordt strafbaar gesteld het exploiteren<br />

van een vergunningsplichtige inrichting zon<strong>de</strong>r milieuvergunning of het bouwen zon<strong>de</strong>r<br />

ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunning, het onbeheerd achterlaten van afvalstoffen, enz. Strafrechtelijke<br />

handhaving werd in Vlaan<strong>de</strong>ren opgenomen in het Milieuhandhavings<strong>de</strong>creet (Titel XVI van het<br />

Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid). Dit <strong>de</strong>creet omschrijft ook <strong>de</strong> bestuurlijke maatregelen<br />

die bijkomend of als alternatief op <strong>de</strong> strafrechtelijke sancties kunnen genomen wor<strong>de</strong>n, zoals het<br />

bevel tot staking, het regularisatiebevel of <strong>de</strong> bestuurlijke geldboete. Uitgebrei<strong>de</strong>re informatie kan<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 131


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

wor<strong>de</strong>n geraadpleegd via http://www.lne.be/themas/handhaving of http://www.vhrm.be/. In Brussel<br />

geldt <strong>de</strong> Ordonnantie van 25 maart 1999 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> opsporing, <strong>de</strong> vaststelling en <strong>de</strong> bestraffing<br />

van misdrijven inzake leefmilieu en in het Waalse Gewest werd bij Decreet van 5 juni 2008<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> opsporing, <strong>de</strong> vaststelling, <strong>de</strong> vervolging en <strong>de</strong> beteugeling van milieuovertredingen en<br />

<strong>de</strong> herstelmaatregelen inzake leefmilieu een nieuw uniform ka<strong>de</strong>r geschapen voor <strong>de</strong><br />

administratiefrechtelijke en strafrechtelijke handhaving van <strong>de</strong> belangrijkste milieuregelgeving. Dit<br />

laatste Decreet voegt een <strong>de</strong>el VIII „Opsporing, vaststelling, vervolging en beteugeling van milieu-<br />

overtredingen en herstelmaatregelen inzake leefmilieu‟ toe aan Boek I van het Milieuwetboek.<br />

De bedrijfsinkomsten die men heeft verkregen uit een misdrijf, zoals bij exploitatie van een inrichting<br />

zon<strong>de</strong>r noodzakelijke milieuvergunning of bouwvergunning, kunnen door <strong>de</strong> strafrechter verbeurd<br />

wor<strong>de</strong>n verklaard. In het Milieuhandhavings<strong>de</strong>creet is dit ook voorzien indien een Niet enkel<br />

opzettelijke feiten wor<strong>de</strong>n strafbaar gesteld. Ook onopzettelijke feiten, zoals een acci<strong>de</strong>ntele<br />

afvalwaterlozing ingevolge een gebrek aan voorzorg, kunnen strafbaar wor<strong>de</strong>n gesteld. In dit laatste<br />

geval spreekt men van onachtzaamheidsmisdrijven. Sinds 1999 kunnen overigens zowel natuurlijke<br />

personen binnen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming (zaakvoer<strong>de</strong>rs, bestuur<strong>de</strong>rs of werknemers) als <strong>de</strong> rechtspersoon<br />

zelf (<strong>de</strong> b.v.b.a., <strong>de</strong> n.v., <strong>de</strong> v.z.w., enz.) strafrechtelijke aansprakelijkheid oplopen wegens overtreding<br />

van <strong>de</strong> milieureglementering.<br />

Deze bestraffing heeft op zich niets te maken met <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>loosstelling die het slachtoffer van een<br />

vervuilingsinci<strong>de</strong>nt kan eisen. Het betreft een maatschappelijke sanctie. Tegen <strong>de</strong> gevolgen van een<br />

strafrechtelijke geldboete of een gerechtelijke verbeurdverklaring kan men trouwens geen verzekering<br />

sluiten. Dit betekent niet dat <strong>de</strong>ze aansprakelijkheid geen belang heeft bij <strong>de</strong> bespreking van<br />

(milieu)verzekeringen. In sommige gevallen zal <strong>de</strong> verzekeraar <strong>de</strong> strafrechtelijke ver<strong>de</strong>diging van<br />

zijn verzeker<strong>de</strong> en <strong>de</strong> hieraan verbon<strong>de</strong>n kosten op zich nemen, wanneer <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> vervolgd<br />

wordt voor een feit dat tot toepassing van <strong>de</strong> waarborg van <strong>de</strong> burgerlijke aansprakelijkheid leidt.<br />

Bovendien kan een rechtsbijstandsverzekering wor<strong>de</strong>n bekomen die <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong><br />

strafrechtelijke ver<strong>de</strong>diging <strong>de</strong>kt.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 132


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

II. Principes van het klassieke burgerlijk<br />

aansprakelijkheidsrecht<br />

A. Wat verstaat men on<strong>de</strong>r foutaansprakelijkheid?<br />

De regels betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> foutaansprakelijkheid vormen <strong>de</strong> kern van het klassieke<br />

aansprakelijkheidsrecht. Volgens artikelen 1382 en 1383 Burgerlijk Wetboek moet <strong>de</strong>gene die door<br />

zijn fout aan een an<strong>de</strong>r scha<strong>de</strong> veroorzaakt, <strong>de</strong>ze scha<strong>de</strong> vergoe<strong>de</strong>n.<br />

Voor toepassing van <strong>de</strong> foutaansprakelijkheid moet dus aan drie voorwaar<strong>de</strong>n zijn voldaan: er moet<br />

scha<strong>de</strong> zijn die het gevolg is van een fout en er moet een oorzakelijk verband zijn tussen <strong>de</strong>ze scha<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong> fout.<br />

1. Scha<strong>de</strong> is elk na<strong>de</strong>el dat iemand persoonlijk on<strong>de</strong>rvindt: lichamelijk letsel, materiële of<br />

stoffelijke scha<strong>de</strong>, immateriële scha<strong>de</strong> (winst<strong>de</strong>rving, inkomensverlies). De wil<strong>de</strong> dieren of<br />

planten die aan niemand toebehoren, maken dus geen scha<strong>de</strong> uit omdat <strong>de</strong> aantasting ervan<br />

geen persoonlijk na<strong>de</strong>el vormt. Milieuscha<strong>de</strong> betreft daarentegen het persoonlijk na<strong>de</strong>el dat<br />

men lijdt ingevolge aantasting van het milieu (<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m, <strong>de</strong> lucht, het water, enz.).<br />

Via een aansprakelijkheidsvor<strong>de</strong>ring tegen <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>verwekker zal het herstel van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong><br />

wor<strong>de</strong>n nagestreefd. In <strong>de</strong> mate van het mogelijke moet <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> in natura wor<strong>de</strong>n<br />

hersteld (bvb. heraanplanten van bomen of planten, opruimen van vervuiling, enz.).<br />

Bovendien kan <strong>de</strong> rechter rechtstreekse maatregelen bevelen, zoals een bevel tot staking<br />

van een illegale exploitatie of vervuiling. Indien geen herstel in natura mogelijk is, kan een<br />

gel<strong>de</strong>lijke scha<strong>de</strong>vergoeding wor<strong>de</strong>n toegekend.<br />

2. Een fout is een sociaal onaanvaardbare gedragswijze. Er gel<strong>de</strong>n twee criteria aan <strong>de</strong> hand<br />

waarvan men het foutief karakter van een gedragswijze afmeet:<br />

a. Wordt een wettelijke of reglementaire bepaling overtre<strong>de</strong>n, dan ligt een fout<br />

voor zon<strong>de</strong>r dat een ver<strong>de</strong>r bewijs van een gebrek aan voorzorg vereist is. Het<br />

kunnen strafbepalingen of administratieve bepalingen betreffen, zoals wettelijke<br />

milieuvoorwaar<strong>de</strong>n of vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n.<br />

Dit foutcriterium is van groot belang in het ka<strong>de</strong>r van milieuaansprakelijkheid gezien<br />

het steeds maar toenemen<strong>de</strong> aantal, vaak strafbaar gestel<strong>de</strong>, milieuwetten.<br />

b. Een twee<strong>de</strong> foutcriterium dat naast en boven <strong>de</strong> wet en reglement staat is <strong>de</strong><br />

algemene zorgvuldigheidsnorm. Zelfs indien men <strong>de</strong> wet of <strong>de</strong><br />

vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n naleeft, dan nog kan men dus een fout begaan door<br />

miskenning van <strong>de</strong> algemene zorgvuldigheidsnorm. Op grond van die norm wordt het<br />

gedrag van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>veroorzaker getoetst aan het gedrag van een normaal<br />

voorzichtig en re<strong>de</strong>lijk persoon geplaatst in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n. Dit is het<br />

zogenaam<strong>de</strong> „goe<strong>de</strong> huisva<strong>de</strong>rprincipe‟.<br />

Een vaak terugkerend criterium ter beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> zorgvuldigheidsnorm is dit van<br />

<strong>de</strong> naleving van <strong>de</strong> regelen van goed vakmanschap, goe<strong>de</strong> bedrijfsvoering of van <strong>de</strong><br />

verantwoor<strong>de</strong> beroepstechniek. Van <strong>de</strong> normaal zorgzame bedrijfslei<strong>de</strong>r wordt dus<br />

een zorgvuldig uitkiezen en toepassen van <strong>de</strong> beschikbare of gebruikelijke technologie<br />

verwacht. De concrete invulling van dit criterium door <strong>de</strong> rechters verschilt evenwel<br />

sterk. Ook in <strong>de</strong> milieuwetgeving wor<strong>de</strong>n steeds vaker algemene zorgplichtbepalingen<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 133


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

opgenomen, zoals in het afvalstoffen<strong>de</strong>creet, <strong>de</strong> productennormwet of het<br />

milieuvergunnings<strong>de</strong>creet. Ze gel<strong>de</strong>n meestal als een specifieke concretisering van <strong>de</strong><br />

algemene zorgvuldigheidsnorm.<br />

Wie een wettelijke norm of <strong>de</strong> algemene zorgvuldigheidsnorm heeft overtre<strong>de</strong>n,<br />

ontkomt echter aan aansprakelijkheid indien men een grond van rechtvaardiging<br />

(bvb. een ambtelijk bevel of onoverwinnelijke dwaling) of overmacht (bvb. een<br />

onvoorzienbaar natuurverschijnsel) kan inroepen.<br />

3. Er is sprake van een causaal verband indien <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> niet zou zijn ontstaan zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

fout. In <strong>de</strong> praktijk levert <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong> vaak problemen op, on<strong>de</strong>r meer omdat<br />

milieuscha<strong>de</strong> vaak wordt veroorzaakt door <strong>de</strong> inwerking van verschillen<strong>de</strong> vervuilingsbronnen<br />

(bvb. geurhin<strong>de</strong>r veroorzaakt door verschillen<strong>de</strong> naburige bedrijven) of zich pas vele jaren<br />

later manifesteert (bvb. bo<strong>de</strong>mvervuiling).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 134


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. Wat is een objectieve aansprakelijkheid?<br />

In het klassieke aansprakelijkheidsrecht zijn er een reeks gevallen van aansprakelijkheid waarvoor het<br />

foutvereiste niet geldt. Overmacht of een rechtvaardigingsgrond bevrij<strong>de</strong>n <strong>de</strong> objectief aansprakelijke<br />

niet. Deze gevallen wor<strong>de</strong>n samengebracht on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> benaming foutloze of objectieve<br />

aansprakelijkheid.<br />

In dit verband moet op <strong>de</strong> eerste plaats melding wor<strong>de</strong>n gemaakt van <strong>de</strong> foutloze burenhin<strong>de</strong>rleer<br />

(artikel 544 Burgerlijk Wetboek). Volgens <strong>de</strong>ze leer is <strong>de</strong> eigenaar of gebruiker van een onroerend<br />

goed die door een niet foutief feit aan een nabuur een stoornis oplegt die <strong>de</strong> maat van <strong>de</strong> gewone<br />

buurschapsna<strong>de</strong>len overschrijdt, verplicht een passen<strong>de</strong> compensatie te betalen. Iemand die bvb.<br />

geurhin<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rvindt van een naburig bedrijf, kan op basis van <strong>de</strong>ze leer scha<strong>de</strong>vergoeding van dit<br />

bedrijf eisen, ondanks het feit dat dit bedrijf zijn vergunningsvoorwaar<strong>de</strong>n naleeft. Men moet wel nog<br />

steeds bewijzen dat <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>r werd veroorzaakt door een daad van <strong>de</strong> nabuur.<br />

In an<strong>de</strong>re gevallen wordt het voor het slachtoffer nog eenvoudiger, en wordt <strong>de</strong> concrete persoon<br />

aangeduid die juridisch aansprakelijk is (bvb. <strong>de</strong> exploitant, <strong>de</strong> bewaar<strong>de</strong>r van een zaak, enz.) ook al<br />

werd <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> veroorzaakt door een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> (bvb. een werknemer van <strong>de</strong> exploitant, <strong>de</strong> producent<br />

van <strong>de</strong> zaak, enz.). Men spreekt in dit geval van risico-aansprakelijkheid. Voor gevallen van<br />

milieuscha<strong>de</strong> is vooral <strong>de</strong> aansprakelijkheid van <strong>de</strong> bewaar<strong>de</strong>r van gebrekkige zaken van belang<br />

(artikel 1384, lid 1 Burgerlijk Wetboek). Gebrekkige zaken zijn zaken die een abnormaal kenmerk<br />

vertonen, m.a.w. een kenmerk dat afwijkt van wat men normalerwijze mag verwachten van een<br />

gelijkaardige zaak. In <strong>de</strong> praktijk vindt artikel 1384, lid 1 Burgerlijk Wetboek vooral toepassing bij<br />

vervuiling die het gevolg is van bvb. het breken van een leiding of een <strong>de</strong>fect in een machine. Artikel<br />

1384, lid 1 B.W. kan aldus ook toepassing vin<strong>de</strong>n bij verontreiniging van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m of het water.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 135


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

III. Bijzon<strong>de</strong>re (milieu)aansprakelijkheidsbepalingen<br />

Hierna volgt een schematisch overzicht van <strong>de</strong> voornaamste bijzon<strong>de</strong>re aansprakelijkheidsbepalingen<br />

die van belang zijn bij industriële (milieu)scha<strong>de</strong>gevallen. Het betreffen objectieve<br />

aansprakelijkheidsregelingen.<br />

Scha<strong>de</strong>geval<br />

aansprakelijkheidsregeling<br />

scha<strong>de</strong> door giftig afval De producent van het giftig<br />

afval is objectief aansprakelijk<br />

voor alle scha<strong>de</strong> veroorzaakt<br />

tij<strong>de</strong>ns het vervoer, <strong>de</strong><br />

neutralisatie, <strong>de</strong> wegwerking, …<br />

van het giftig afval. Welke<br />

producten als giftig afval wor<strong>de</strong>n<br />

beschouwd, wordt bepaald in<br />

een uitvoeringsbesluit.<br />

kosten van opruimingswerken De begunstig<strong>de</strong>n van bepaal<strong>de</strong><br />

prestaties uitgevoerd door <strong>de</strong><br />

diensten van <strong>de</strong> civiele<br />

bescherming en / of <strong>de</strong><br />

brandweer zijn objectief<br />

aansprakelijk voor <strong>de</strong> kosten die<br />

hieraan verbon<strong>de</strong>n zijn. De wijze<br />

van kostenverhaal wordt<br />

vastgelegd in<br />

uitvoeringsbesluiten.<br />

scha<strong>de</strong> door grondwaterwinning De exploitant van een<br />

grondwaterwinning en <strong>de</strong><br />

bouwheer van openbare of<br />

private werken die door hun<br />

activiteit een daling van <strong>de</strong><br />

grondwaterlaag veroorzaken,<br />

zijn objectief aansprakelijk voor<br />

<strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die daardoor<br />

bovengronds wordt aangericht<br />

aan onroeren<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren,<br />

beplantingen en teelten<br />

scha<strong>de</strong> door gevaarlijke<br />

producten<br />

De producent is objectief<br />

aansprakelijk voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong><br />

veroorzaakt door producten die<br />

niet <strong>de</strong> veiligheid bie<strong>de</strong>n die men<br />

gerechtigd is te verwachten.<br />

Lichamelijke scha<strong>de</strong> wordt altijd<br />

vergoed; stoffelijke scha<strong>de</strong> is<br />

wettelijke basis<br />

Wet van 22 juli 1974 op <strong>de</strong><br />

giftige afval (B.S.1 maart 1975)<br />

K.B. van 9 februari 1976<br />

hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> reglement op het giftig<br />

afval (B.S. 14 februari 1976)<br />

Artikel 2bis Wet van 31<br />

<strong>de</strong>cember 1963 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

civiele bescherming (B.S. 16<br />

januari 1964)<br />

Decreet van <strong>de</strong> Vlaamse Raad<br />

van 24 januari 1984 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

maatregelen inzake het<br />

grondwaterbeheer (B.S. 5 juni<br />

1984)<br />

en Wet van 10 januari 1977<br />

hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong>loosstelling voor scha<strong>de</strong><br />

veroorzaakt door het winnen en<br />

het pompen van grondwater<br />

(B.S. 8 februari 1977)<br />

Wet van 25 februari 1991<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> aansprakelijkheid<br />

voor producten met gebreken<br />

(B.S. 22 maart 1991)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 136


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

scha<strong>de</strong> door brand of ontploffing<br />

in een voor het publiek<br />

toegankelijk gebouw<br />

Bo<strong>de</strong>msaneringskosten en<br />

scha<strong>de</strong> veroorzaakt door<br />

bo<strong>de</strong>msanering<br />

Scha<strong>de</strong> door aanleg of<br />

exploitatie van<br />

elektriciteitsvoorzieningen<br />

Scha<strong>de</strong> door vervoer en opslag<br />

van gas<br />

slechts vergoedbaar indien het<br />

gaat om goe<strong>de</strong>ren die wor<strong>de</strong>n<br />

gebruikt voor <strong>de</strong> privé-sfeer. Er<br />

geldt een franchise.<br />

De exploitant van een voor het<br />

publiek toegankelijk gebouw is<br />

objectief aansprakelijk voor<br />

stoffelijke scha<strong>de</strong> en lichamelijke<br />

scha<strong>de</strong> (met uitsluiting van<br />

morele scha<strong>de</strong>), veroorzaakt<br />

door brand of ontploffing<br />

ontstaan in het gebouw.<br />

Wie door een emissie nieuwe<br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

veroorzaakt is objectief<br />

aansprakelijk voor <strong>de</strong> kosten van<br />

<strong>de</strong> sanering en <strong>de</strong> scha<strong>de</strong><br />

veroorzaakt door <strong>de</strong> sanering of<br />

<strong>de</strong> gebruiksbeperkingen of<br />

voorzorgmaatregelen. Indien <strong>de</strong><br />

emissie plaatsvindt bij <strong>de</strong><br />

exploitatie van een<br />

milieuvergunningsplichtige of<br />

meldingsplichtige activiteit, dan<br />

is <strong>de</strong> exploitant van <strong>de</strong>ze<br />

activiteit aansprakelijk.<br />

Voor historische<br />

bo<strong>de</strong>mvervuiling gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

aansprakelijkheidsregels die van<br />

toepassing waren vóór 29<br />

oktober 1995.<br />

Het bedrijf dat instaat voor <strong>de</strong><br />

aanleg of exploitatie van een<br />

elektriciteitsvoorziening is<br />

objectief aansprakelijk voor <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong> die hierdoor wordt<br />

veroorzaakt.<br />

De hou<strong>de</strong>r van een<br />

opsporings- of exploitatievergunning<br />

is verplicht elke<br />

scha<strong>de</strong> te vergoe<strong>de</strong>n<br />

veroorzaakt door het opsporen<br />

of exploiteren van <strong>de</strong> bergruimte<br />

in situ.<br />

De hou<strong>de</strong>r van een<br />

Wet van 30 juli 1979 betreffen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> preventie van brand en<br />

ontploffingen (B.S. 20 september<br />

1979)<br />

Decreet van 11 oktober 2006<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering<br />

en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbescherming (B.S.<br />

22 januari 2007);<br />

Artikel 18 Wet van 10 maart<br />

1925 op <strong>de</strong><br />

electriciteitsvoorziening (B.S. 25<br />

april 1924)<br />

Wet van 18 juli 1975 betreffen<strong>de</strong><br />

het opsporen en exploiteren van<br />

on<strong>de</strong>rgrondse bergruimten in<br />

situ bestemd voor het opslaan<br />

van gas (B.S. 14 augustus 1975)<br />

Wet van 12 april 1965<br />

betreffen<strong>de</strong> het vervoer van<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 137


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

vervoervergunning moet <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong> vergoe<strong>de</strong>n die<br />

berokkend wordt door <strong>de</strong> werken<br />

die wor<strong>de</strong>n uitgevoerd voor <strong>de</strong><br />

oprichting of geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

exploitatie van<br />

gasvervoerinstallaties.<br />

gasachtige produkten en an<strong>de</strong>re<br />

door mid<strong>de</strong>l van leidingen (B.S.<br />

7 mei 1965)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 138


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

IV. Normenka<strong>de</strong>r voor preventie en herstel van<br />

milieuscha<strong>de</strong><br />

De Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en <strong>de</strong> Raad van 21 april 2004 betreffen<strong>de</strong><br />

milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuscha<strong>de</strong> tekent het<br />

ka<strong>de</strong>r voor het voorkomen en herstel van milieuscha<strong>de</strong>. Aangezien mag wor<strong>de</strong>n verwacht dat <strong>de</strong><br />

richtlijn een grote impact zal hebben op <strong>de</strong> verplichtingen van milieuvervuilen<strong>de</strong> exploitanten en/of<br />

beroepsactiviteiten, loont het <strong>de</strong> moeite om <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong>ze richtlijn nu reeds te dui<strong>de</strong>n.<br />

De Richtlijn Milieuscha<strong>de</strong> zal pas uitwerking hebben wanneer <strong>de</strong> Europese lidstaten haar tegen uiterlijk<br />

30 april 2007 in nationaal recht hebben omgezet.<br />

De Richtlijn Milieuscha<strong>de</strong> streeft ernaar om milieuscha<strong>de</strong> – waarmee enkel wordt gedoeld op<br />

bo<strong>de</strong>mscha<strong>de</strong>, waterscha<strong>de</strong> en biodiversiteitsscha<strong>de</strong> – te voorkomen en, indien dit niet<br />

mogelijk is, te herstellen. Hiertoe voert <strong>de</strong> richtlijn een (administratiefrechtelijk) systeem van<br />

preventie- en herstelplichten in, die rusten op <strong>de</strong> exploitant wiens activiteiten milieuscha<strong>de</strong><br />

of een onmid<strong>de</strong>llijke dreiging voor milieuscha<strong>de</strong> veroorzaken. Aldus wordt uitvoering gegeven<br />

aan het vervuiler betaalt-beginsel. De richtlijn verschaft particulieren of <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n bijgevolg geen<br />

recht op scha<strong>de</strong>vergoeding. Hiertoe dienen zij beroep te doen op het bestaan<strong>de</strong> nationale<br />

aansprakelijkheidsrecht.<br />

Nu moet <strong>de</strong> exploitant in eerste instantie uit eigen beweging <strong>de</strong> nodige preventie-, bestrijdings- en/of<br />

herstelmaatregelen on<strong>de</strong>rnemen wanneer zich een (dreiging voor) milieuscha<strong>de</strong> voordoet. De<br />

overheid kan <strong>de</strong> exploitant ook bevelen <strong>de</strong> nodige maatregelen te treffen en <strong>de</strong>snoods zelf preventie-<br />

en herstelmaatregelen uitvoeren. In dat laatste geval zal <strong>de</strong> overheid haar kosten verhalen op <strong>de</strong> (in<br />

gebreke blijven<strong>de</strong>) exploitant die <strong>de</strong> milieuscha<strong>de</strong> heeft veroorzaakt. De richtlijn voorziet hierbij in een<br />

uitgebreid richtlijnenka<strong>de</strong>r dat moet wor<strong>de</strong>n gevolgd om <strong>de</strong> meest geschikte herstelmaatregelen te<br />

kiezen. De scha<strong>de</strong>veroorzaken<strong>de</strong> exploitant zal <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong> noodzakelijke preventie- en<br />

herstelmaatregelen evenwel niet in alle omstandighe<strong>de</strong>n moeten dragen. Zo voorziet <strong>de</strong> richtlijn in<br />

twee uitsluitingsgron<strong>de</strong>n, met name het geval waarin een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuscha<strong>de</strong> veroorzaakt ondanks<br />

het feit dat <strong>de</strong> exploitant passen<strong>de</strong> veiligheidsmaatregelen had genomen en wanneer <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> het<br />

gevolg is van <strong>de</strong> opvolging van een overheidsbevel. Ook kunnen <strong>de</strong> lidstaten bepalen dat <strong>de</strong> exploitant<br />

wordt vrijgesteld indien <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>veroorzaken<strong>de</strong> emissie of gebeurtenis uitdrukkelijk is toegestaan<br />

door een bepaal<strong>de</strong> vergunning of wanneer die emissie of gebeurtenis op het tijdstip dat zij plaatsvond<br />

niet als scha<strong>de</strong>lijk werd aanzien op grond van <strong>de</strong> stand van <strong>de</strong> wetenschappelijke en technologische<br />

kennis.<br />

In <strong>de</strong> richtlijn wordt een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen een lijst van bepaal<strong>de</strong> milieugevaarlijke<br />

beroepsactiviteiten, die objectief aansprakelijk zijn voor <strong>de</strong> veroorzaakte milieuscha<strong>de</strong> (en aldus<br />

geen fout moeten begaan), en alle an<strong>de</strong>re beroepsactiviteiten, die <strong>de</strong> richtlijn enkel viseert indien<br />

zij door een foute gedraging biodiversiteitsscha<strong>de</strong> veroorzaken.<br />

De richtlijn werd in het Vlaamse gewest ….<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 139


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Verzekerbaarheid van milieurisico‟s<br />

Hoewel op dit ogenblik op <strong>de</strong> Belgische verzekeringsmarkt reeds door een aantal verzekeraars<br />

specifieke milieupolissen wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n, moet het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> bedrijven terugvallen op<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>kking van pollutiescha<strong>de</strong> in traditionele polissen, zoals <strong>de</strong> brandverzekering, <strong>de</strong> polis BA<br />

Uitbating en BA Na Levering en <strong>de</strong>sgevallend ook <strong>de</strong> verplichte motorrijtuigenverzekering. In <strong>de</strong>ze<br />

brochure wordt dan ook een algemeen overzicht gegeven van <strong>de</strong> traditionele verzekeringspolissen,<br />

waarbij meer specifiek wordt ingegaan op <strong>de</strong> vraag in welk opzicht <strong>de</strong>ze polissen milieurisico‟s<br />

<strong>de</strong>kken. Deze traditionele polissen wor<strong>de</strong>n echter beheerst door een aantal principes die vrij<br />

algemeen zijn voor al <strong>de</strong>ze polissen. Daarom wordt in eerste instantie een korte schets gegeven van<br />

<strong>de</strong> algemene principes van <strong>de</strong> traditionele verzekeringspolissen, gekoppeld aan <strong>de</strong> problematiek van<br />

<strong>de</strong> verzekerbaarheid van milieurisico‟s. Na het overzicht van <strong>de</strong> traditionele polissen wordt stilgestaan<br />

bij <strong>de</strong> algemene milieuverzekering, die een antwoord wil geven aan <strong>de</strong> lacunes die bestaan in <strong>de</strong><br />

traditionele polissen.Tenslotte wordt ook ingegaan op <strong>de</strong> verplichte milieuverzekering die wordt<br />

opgelegd in <strong>de</strong> milieureglementering<br />

Omdat <strong>de</strong> polissen steeds zijn opgebouwd rond een aantal weerkeren<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n en<br />

verzekeringsbegrippen wordt het raadzaam geacht om dit <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> brochure te starten met een<br />

algemeen overzicht van die voorwaar<strong>de</strong>n. De meest gebruikelijke verzekeringsterminologie wordt<br />

toegelicht in het lexicon.<br />

I. De algemene verzekeringsvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

De verzekeringsvoorwaar<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> polis bepalen <strong>de</strong> mate waarin men <strong>de</strong>kking geniet binnen het<br />

verzekeringscontract en zijn dus ook cruciaal bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> mate waarin<br />

men is verzekerd voor milieuscha<strong>de</strong>. Het is dan ook van groot belang dat <strong>de</strong> polisvoorwaar<strong>de</strong>n in<br />

samenspraak met <strong>de</strong> betrokken (gespecialiseer<strong>de</strong>) verzekeringsmakelaar en, <strong>de</strong>sgevallend, met <strong>de</strong><br />

risk manager grondig wor<strong>de</strong>n doorgelicht. Hierna wor<strong>de</strong>n een kort overzicht gegeven van <strong>de</strong><br />

voornaamste voorwaar<strong>de</strong>n die zowel bij <strong>de</strong> klassieke als bij <strong>de</strong> milieupolissen vaak terugkeren.<br />

A. Welke zijn <strong>de</strong> voornaamste algemene<br />

verzekeringsvoorwaar<strong>de</strong>n?<br />

A.1. De <strong>de</strong>finities<br />

Polissen beginnen vaak met het geven van een talrijk aantal <strong>de</strong>finities. Ze bepalen me<strong>de</strong> het<br />

toepassingsgebied van <strong>de</strong> polis en verdienen daarom steeds bijzon<strong>de</strong>re aandacht. Zo wordt het<br />

begrip milieuaantasting (ook soms milieubezoe<strong>de</strong>ling, pollutie of milieuvervuiling genoemd) wel eens<br />

ge<strong>de</strong>finieerd aan <strong>de</strong> hand van een strikte opsomming van vervuilingsinci<strong>de</strong>nten of<br />

verontreinigingsfactoren (bvb. verontreiniging of besmetting van grond, water of lucht, lawaai, stank,<br />

rook, trillingen of temperatuurschommelingen, enz.). Inci<strong>de</strong>nten die niet zijn opgesomd, zijn dan niet<br />

ge<strong>de</strong>kt. An<strong>de</strong>re polissen geven geen <strong>de</strong>finitie van milieuvervuiling of pollutie of slechts een algemene<br />

<strong>de</strong>finitie (zoals het versprei<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> lucht, het water of <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m van giftige en scha<strong>de</strong>lijke<br />

bestand<strong>de</strong>len, gassen of vloeistoffen).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 140


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.2. De omschrijving van <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking<br />

In het begin van elke polis wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>gevallen of scha<strong>de</strong>verwekken<strong>de</strong> feiten omschreven<br />

waarvoor <strong>de</strong> verzekering <strong>de</strong>kking verleent. Op grond hiervan zal trouwens kunnen wor<strong>de</strong>n bepaald of<br />

<strong>de</strong> polis van het type “loss occurence” dan wel van het type “claims ma<strong>de</strong>” is (zie hierna). In het ka<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> omschrijving van <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking zijn ook <strong>de</strong> invulling van <strong>de</strong> begrippen verzeker<strong>de</strong>, verzeker<strong>de</strong><br />

personen, verzeker<strong>de</strong> activiteiten, verzeker<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren of verzeker<strong>de</strong> entiteiten van belang.<br />

A.3. De uitsluitingen<br />

Dit <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> polis omschrijft welk soort scha<strong>de</strong>gevallen of scha<strong>de</strong>verwekken<strong>de</strong> feiten niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>kking vallen. De uitsluitingen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> polis opgenomen op grond van wettelijke bepalingen<br />

(bvb. het verzekeren van strafrechtelijke boetes of opzettelijke scha<strong>de</strong>verwekken<strong>de</strong> feiten, zoals<br />

sluikstorten, is wettelijk verbo<strong>de</strong>n) ofwel op grond van risico‟s die voor <strong>de</strong> verzekeraar moeilijk in te<br />

schatten zijn (bv. uitsluiting van oorlog of ongevallen met radioactieve straling).<br />

A.4. Bepalingen i.v.m. <strong>de</strong> vrijstelling (franchise) en verzeker<strong>de</strong> bedragen<br />

(verzekeringssommen)<br />

Soms zijn in <strong>de</strong> polis bepalingen opgenomen over <strong>de</strong> vrijstelling en <strong>de</strong> maximumsom die wordt<br />

gewaarborgd door <strong>de</strong> verzekering. Deze bepalingen zijn uiteraard evenzeer van belang om <strong>de</strong><br />

omvang van <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking correct te kunnen inschatten.<br />

A.5. Bepalingen i.v.m. <strong>de</strong> aangifte van het scha<strong>de</strong>geval<br />

Deze bepalingen omschrijven <strong>de</strong> verplichtingen waaraan moet wor<strong>de</strong>n voldaan in geval van scha<strong>de</strong>,<br />

zoals bvb. het aangeven van het scha<strong>de</strong>geval binnen een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> na <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking. Als<br />

<strong>de</strong>ze bepalingen niet wor<strong>de</strong>n nageleefd kan <strong>de</strong> verzekeraar <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking weigeren of bij wijze van<br />

sanctie slechts een ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> vergoe<strong>de</strong>n.<br />

A.6. Bepalingen i.v.m. betalingsmodaliteiten en <strong>de</strong> herberekening van <strong>de</strong><br />

premie<br />

Deze bepalingen omschrijven wanneer <strong>de</strong> premie dient te wor<strong>de</strong>n betaald en wanneer en on<strong>de</strong>r welke<br />

voorwaar<strong>de</strong>n <strong>de</strong> premie kan wor<strong>de</strong>n herberekend. De polis bepaalt ook <strong>de</strong> gevolgen van wanbetaling.<br />

A.7. Bepalingen i.v.m. <strong>de</strong> opzegging en verlenging van <strong>de</strong> polis<br />

Deze bepalingen omschrijven wanneer en on<strong>de</strong>r welke modaliteiten een polis kan wor<strong>de</strong>n opgezegd<br />

of wanneer hij kan wor<strong>de</strong>n verlengd.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 141


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

II. Enkele algemene principes en aandachtspunten bij <strong>de</strong><br />

verzekering van milieurisico‟s<br />

Op basis van <strong>de</strong> verzekeringswet gel<strong>de</strong>n enkele algemene principes die in vele polissen een<br />

belangrijke rol spelen bij het vraagstuk naar <strong>de</strong> verzekerbaarheid van milieurisico‟s. Zij gel<strong>de</strong>n in<br />

belangrijke mate voor <strong>de</strong> hierna besproken klassieke polissen. Het zijn trouwens precies <strong>de</strong>ze<br />

principes die het milieurisico vaak onverzekerbaar maken in <strong>de</strong> traditionele polissen, leemtes die <strong>de</strong><br />

belangrijkste bestaansre<strong>de</strong>n is van <strong>de</strong> milieupolis. De belangrijkste van <strong>de</strong>ze principes wor<strong>de</strong>n hierna<br />

kort vermeld.<br />

A. De vereiste van een onzekere scha<strong>de</strong>gebeurtenis<br />

Om <strong>de</strong>kking te kunnen genieten moet <strong>de</strong> gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot <strong>de</strong><br />

milieuscha<strong>de</strong> een onzeker en toevallig karakter vertonen. Dit volgt uit artikel 1 van <strong>de</strong> wet op <strong>de</strong><br />

landverzekeringsovereenkomst, dat bepaalt dat een verzekeringsovereenkomst een overeenkomst is<br />

waarbij <strong>de</strong> verzekeraar zich er tegen betaling van een premie tegenover <strong>de</strong> verzekeringsnemer toe<br />

verbindt een in <strong>de</strong> overeenkomst bepaal<strong>de</strong> prestatie te leveren in het geval zich een onzekere<br />

gebeurtenis voordoet. Dit noemt met het vereiste aleatoire karakter van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>gebeurtenis.<br />

Deze vereiste is cruciaal en maakt <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> verzekerbaarheid van milieurisico‟s niet<br />

altijd vanzelfsprekend is.<br />

De Belgische verzekeraars doen in verband met het vereiste van onzekere gebeurtenis beroep op<br />

het begrip “acci<strong>de</strong>ntele of ongevalsgebeurtenis”, d.w.z. een gebeurtenis die plotseling,<br />

onverwacht en onvrijwillig is. Dit houdt in dat enkel <strong>de</strong> pollutie veroorzaakt door een<br />

ongevalsgebeurtenis is ge<strong>de</strong>kt. Men spreekt in dit verband dan vaak van acci<strong>de</strong>ntele pollutie. Het<br />

klassieke voorbeeld van een acci<strong>de</strong>ntele pollutiescha<strong>de</strong> is het plots openscheuren van een olietank<br />

waardoor minerale olie in <strong>de</strong> grond sijpelt of het explo<strong>de</strong>ren van een tank waarbij giftige stoffen<br />

vrijkomen. De Belgische verzekeraars situeren het vereiste van het acci<strong>de</strong>nteel karakter niet op het<br />

vlak van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>, maar wel op het niveau van <strong>de</strong> gebeurtenissen die <strong>de</strong> oorzaak zijn van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>.<br />

Dit betekent dat <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> zich gelei<strong>de</strong>lijk mag hebben ontwikkeld, voor zover <strong>de</strong> oorzaak van <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong>gebeurtenis acci<strong>de</strong>nteel is. De verzekeraar zal zich dus <strong>de</strong> vraag stellen of <strong>de</strong> scheur in <strong>de</strong><br />

olietank al dan niet plots is ontstaan. Indien <strong>de</strong> olietank bijvoorbeeld door corrosie is beginnen<br />

lekken, en het lek dus langzaam aan is ontstaan door het roesten, maakt dat <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>verwekken<strong>de</strong><br />

gebeurtenis (het lek dus), niet acci<strong>de</strong>nteel en plots is ontstaan.<br />

B. Residuele verontreiniging<br />

Verontreiniging die het voorzienbare gevolg is van bepaal<strong>de</strong> bedrijfsactiviteiten behoort tot het<br />

on<strong>de</strong>rnemingsrisico van het bedrijf en is in principe dus niet verzekerbaar. Dit is nochtans vaak het<br />

geval bij industriële activiteiten: een bedrijf ontdoet zich immers bewust en vrijwillig van afvalwater,<br />

rook, gassen door <strong>de</strong>ze rechtstreeks uit te stoten in water, bo<strong>de</strong>m of lucht. Dit wordt residuele<br />

verontreiniging of niet-toevallige verontreiniging genoemd. Deze vorm van verontreiniging<br />

wordt (binnen bepaal<strong>de</strong> grenzen) trouwens toegelaten via <strong>de</strong> milieuvergunning.<br />

In uitzon<strong>de</strong>rlijke gevallen wordt residuele (milieu)scha<strong>de</strong> toch verzekerd, doch enkel na grondige<br />

studie van het risico (bvb. door mid<strong>de</strong>l van een milieu-audit) met on<strong>de</strong>rzoek ter plaatse en met<br />

omschrijving van <strong>de</strong> te nemen voorzorgsmaatregelen, het regelmatig on<strong>de</strong>rhoud en <strong>de</strong> controle van<br />

<strong>de</strong> installaties en <strong>de</strong> strikte naleving van <strong>de</strong> milieureglementering.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 142


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C. Illegale verontreiniging<br />

Pollutiescha<strong>de</strong> die wordt veroorzaakt door bewust begane inbreuken op <strong>de</strong> milieuwetgeving<br />

wor<strong>de</strong>n niet ge<strong>de</strong>kt, omdat <strong>de</strong> factor “toeval” ontbreekt. In dit verband dient trouwens aangestipt te<br />

wor<strong>de</strong>n dat verzekeraars geen strafrechtelijke boetes verzekeren die men oploopt wegens<br />

(opzettelijke) overtreding van <strong>de</strong> milieureglementering.<br />

In sommige gevallen wor<strong>de</strong>n opzettelijke milieuinbreuken toch verzekerd (mits inachtneming van een<br />

vrijstelling) wanneer <strong>de</strong> inbreuk werd begaan door een on<strong>de</strong>rgeschikte werknemer, dit is een<br />

werknemer die geen leidinggeven<strong>de</strong> of een specifieke milieufunctie heeft.<br />

Verzekeringspolissen sluiten vaak ook <strong>de</strong> gevolgen van onopzettelijke milieuinbreuken uit. Soms<br />

wor<strong>de</strong>n enkel <strong>de</strong> zware onopzettelijke milieuinbreuken uitgesloten.<br />

D. Graduele verontreiniging<br />

Milieuverontreiniging is vaak het gevolg van een jarenlange accumulatie van emissies van<br />

verontreinigen<strong>de</strong> stoffen die gelei<strong>de</strong>lijk uitmon<strong>de</strong>n in een milieuscha<strong>de</strong>geval, zoals het lekken van een<br />

on<strong>de</strong>rgrondse tank dat uitein<strong>de</strong>lijk tot bo<strong>de</strong>mvervuiling aanleiding geeft of het ontsnappen van<br />

toxische producten dat uitein<strong>de</strong>lijk een vergiftiging van drinkwatervoorra<strong>de</strong>n of lichamelijke letsels bij<br />

omwonen<strong>de</strong>n veroorzaakt.<br />

Deze graduele of gelei<strong>de</strong>lijk optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> pollutie wordt in principe uitgesloten in <strong>de</strong> klassieke<br />

polissen. Deze graduele verontreiniging beantwoordt niet aan <strong>de</strong> vereiste van acci<strong>de</strong>ntele en<br />

plotse gebeurtenis. Sommige gespecialiseer<strong>de</strong> verzekeraars trachten <strong>de</strong>ze lacune (on<strong>de</strong>r strikte<br />

voorwaar<strong>de</strong>n) wel op te vangen in hun polis.<br />

E. Historische verontreiniging<br />

Milieuverontreiniging (bvb. bo<strong>de</strong>mverontreiniging) is dikwijls het gevolg van emissies die<br />

jaren gele<strong>de</strong>n hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n. Verzekeraars staan eveneens weigerachtig tegenover<br />

het <strong>de</strong>kken van historische of vooraf bestaan<strong>de</strong> verontreiniging. Dikwijls wordt <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>kking beperkt tot scha<strong>de</strong>verwekken<strong>de</strong> feiten die zich hebben voorgedaan tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking en wor<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong> feiten uitgesloten.<br />

Scha<strong>de</strong> waarvan <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> kennis had of moest hebben, blijft in ie<strong>de</strong>r geval uitgesloten.<br />

Tenein<strong>de</strong> historische verontreiniging uit te sluiten, wordt door <strong>de</strong> meeste verzekeraars<br />

gevraagd dat <strong>de</strong> kandidaat verzekeringsnemer een vragenlijst zou invullen omtrent <strong>de</strong><br />

gebeurtenissen die aanleiding zou<strong>de</strong>n kunnen geven tot een scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring. Opzettelijke<br />

verzwijging of onjuist mee<strong>de</strong>len van gegevens kan volgens <strong>de</strong> verzekeringswet <strong>de</strong><br />

nietigheid van <strong>de</strong> polis meebrengen. Onopzettelijk verzwijgen of onjuist mee<strong>de</strong>len kan<br />

aanleiding geven tot een wijziging van <strong>de</strong> polisvoorwaar<strong>de</strong>n of opzegging door <strong>de</strong><br />

verzekeraar. Vaak wordt voorafgaan<strong>de</strong>lijk aan het sluiten van <strong>de</strong> verzekeringsovereenkomst<br />

overigens overgegaan tot een uitvoerige inspectie van <strong>de</strong> inrichtingen of <strong>de</strong> site, en wordt<br />

een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek opgemaakt tenein<strong>de</strong> eventuele historische verontreiniging<br />

vast te stellen.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 143


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

F. Wettelijke milieuplichten<br />

Het vereiste van een aleatoire karakter brengt ook mee dat <strong>de</strong> kosten gemaakt door <strong>de</strong> overheid in<br />

het ka<strong>de</strong>r van ambtshalve genomen opruimingsmaatregelen niet wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt. Deze<br />

maatregelen zijn immers vaak het gevolg van het niet uitvoeren van <strong>de</strong> exploitant van <strong>de</strong> hem<br />

opgeleg<strong>de</strong> wettelijke saneringsverplichting, zodat het aleatoir karakter ontbreekt.<br />

Deze vereiste heeft ook tot gevolg dat <strong>de</strong> verzekeringstechniek niet geschikt is om <strong>de</strong> nakoming te<br />

verzekeren van <strong>de</strong> verplichting van <strong>de</strong> exploitant om allerhan<strong>de</strong> (aanpassings)werken uit te voeren<br />

aan <strong>de</strong> bedrijfsinstallaties, opgelegd door <strong>de</strong> (nieuwe) milieureglementering. Een wettelijke<br />

verplichting is immers voorzienbaar en maakt dus geen verzekerbaar risico uit.<br />

G. Het verzekeringsgebied<br />

Meestal verzekert men activiteiten van alle in België gelegen zetels van <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming,<br />

ook voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die zich voordoet in het buitenland. Een aantal polissen beperken <strong>de</strong> territoriale<br />

toepassing van <strong>de</strong> polis tot West-Europa. Risico‟s gelegen in <strong>de</strong> USA of Canada wor<strong>de</strong>n vrijwel steeds<br />

uitgesloten.<br />

H. De geldigheidsduur van <strong>de</strong> verzekeringspolissen of <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>kkingstermijn<br />

Voor <strong>de</strong> verzekering van milieurisico‟s is <strong>de</strong> waarborg in <strong>de</strong> tijd een belangrijk aspect. Er werd reeds<br />

aangestipt dat tussen het ogenblik van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>oorzaak (bv. acci<strong>de</strong>ntele lozing van toxische<br />

producten) en <strong>de</strong> manifestatie van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> (bv. afsterven van planten, ziek wor<strong>de</strong>n van mens en<br />

dier) een hele tijdsperio<strong>de</strong> kan liggen. Verontreinigingsgevallen betreffen vaak lange termijn-<br />

risico‟s (long tail-risico‟s). Zo wordt bijvoorbeeld van mesothelioom, een asbestziekte met do<strong>de</strong>lijke<br />

afloop, aangenomen dat doorgaans een perio<strong>de</strong> van twintig tot veertig jaar verstrijkt tussen<br />

blootstelling en het aan het licht komen van <strong>de</strong> ziekte. Ook bij bo<strong>de</strong>mverontreiniging kan het vaak<br />

jaren duren vooraleer <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> zich manifesteert. In dit opzicht is <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong><br />

verzekeringswaarborg cruciaal.<br />

Om <strong>de</strong> lange termijn-risico‟s verzekerbaar te maken, wordt <strong>de</strong> verzekerings<strong>de</strong>kking in <strong>de</strong> tijd<br />

afgebakend. Om dit beter te begrijpen, moet inzicht wor<strong>de</strong>n bekomen in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

scharnierpunten van een scha<strong>de</strong>dossier.<br />

Ie<strong>de</strong>r scha<strong>de</strong>dossier kent een aantal chronologische scharnierpunten die naargelang het geval al dan<br />

niet dicht bij elkaar liggen: scha<strong>de</strong>oorzaak (act commited), manifestatie van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> (loss<br />

occurence), scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring (claims ma<strong>de</strong>) en <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vergoeding.<br />

scha<strong>de</strong>oorzaak scha<strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring scha<strong>de</strong>vergoeding<br />

In <strong>de</strong> verzekeringswet geldt het principe van <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking loss occurence, maar in <strong>de</strong> polis BA voor<br />

bedrijven kan ook wor<strong>de</strong>n geopteerd voor een <strong>de</strong>kking claims ma<strong>de</strong>. Men spreekt dan van een loss<br />

occurence – polis of van een claims ma<strong>de</strong>-polis.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 144


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

loss occurence – polis:<br />

Een verzekeringscontract op basis van het loss occurence-principe vergoedt <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> waarvan het<br />

voorvallen binnen <strong>de</strong> polisduur valt, ook al werd <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring tegen <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> of <strong>de</strong><br />

verzekering pas voor het eerst ingeleid na beëindiging van het verzekeringscontract.<br />

Loss occurence-principe<br />

Polis<br />

------------------------------------------------- O -------------------------------------- tijd<br />

O: voorvallen van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong><br />

: scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring<br />

claims ma<strong>de</strong>-polis:<br />

De verzekeringswet laat <strong>de</strong> verzekeraars ook toe in aansprakelijkheidsverzekeringen het claims ma<strong>de</strong>-<br />

principe toe te passen. Dit houdt in dat slechts <strong>de</strong>kking moet wor<strong>de</strong>n gegeven indien <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring werd ingesteld of <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>aangifte werd gedaan tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> duur van het<br />

verzekeringscontract.<br />

Veel polissen werken eigenlijk met een combinatie van het loss-occurence– en het claims ma<strong>de</strong>regime.<br />

Een verzekeringscontract op basis van <strong>de</strong>rgelijk claims ma<strong>de</strong>-principe vergoedt <strong>de</strong> scha<strong>de</strong><br />

waarvan zowel het voorvallen van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> als <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring of scha<strong>de</strong>aangifte binnen <strong>de</strong><br />

polisduur valt. Vindt <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring (scha<strong>de</strong>aangifte) voor <strong>de</strong> eerste maal plaats na het ein<strong>de</strong> van<br />

het verzekeringscontract, dan is er in principe geen <strong>de</strong>kking zelfs indien <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>oorzaak of scha<strong>de</strong><br />

zich voor<strong>de</strong>ed tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd van <strong>de</strong> polis. Alle milieupolissen die momenteel op <strong>de</strong> markt zijn,<br />

zijn in principe van het type “claims ma<strong>de</strong>”. Vindt <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring (scha<strong>de</strong>aangifte) plaats nà <strong>de</strong><br />

vervaldatum, dan is er geen in principe <strong>de</strong>kking zelfs indien <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>verwekken<strong>de</strong> feiten<br />

plaatsvon<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>. Voor bepaal<strong>de</strong> verzekeringen is het claims ma<strong>de</strong>-stelsel<br />

evenwel niet toegelaten (met name voor <strong>de</strong> verzekering B.A. Motorrijtuigen, B.A. privéleven en <strong>de</strong><br />

B.A. brand-eenvoudige risico‟s).<br />

Claims ma<strong>de</strong>-principe<br />

Polis<br />

-------------------------------------------------- O --------------------------------------- tijd<br />

O: voorvallen van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong><br />

: scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring<br />

Het claims ma<strong>de</strong>-principe wordt on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n evenwel uitgebreid met een <strong>de</strong>kking<br />

voor scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ringen die wor<strong>de</strong>n ingediend tot 36 maan<strong>de</strong>n na het stopzetten van <strong>de</strong> polis<br />

(sunsetclause). Deze “claims ma<strong>de</strong> plus drie jaar” geldt in twee gevallen:<br />

indien het risico na het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> polis niet door een an<strong>de</strong>re verzekeraar wordt ge<strong>de</strong>kt;<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 145


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

indien er zich feiten hebben voorgedaan die aanleiding zou<strong>de</strong>n kunnen geven tot scha<strong>de</strong> en die<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> polisduur zijn voorgevallen en aan <strong>de</strong> verzekeraar wer<strong>de</strong>n aangegeven (bvb. een reeks<br />

scha<strong>de</strong>gevallen die het gevolg zijn van eenzelf<strong>de</strong> fabricagefout).<br />

Polis 36 maan<strong>de</strong>n<br />

-------------------------------------------------- O ---< >------------ tijd<br />

O: voorvallen van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong><br />

: scha<strong>de</strong>vor<strong>de</strong>ring<br />

In theorie kan ook <strong>de</strong>kking wor<strong>de</strong>n verleend voor act committed hetgeen betekent dat <strong>de</strong> verzekeraar<br />

<strong>de</strong>kking moet verlenen van zodra <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>oorzaak zich heeft voorgedaan tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> duurtijd van <strong>de</strong><br />

polis, ook al is <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> pas na het beëindigen van <strong>de</strong> polis ontstaan. Via <strong>de</strong>ze act committed-<br />

polissen is een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> lange termijnrisico‟s verzekerbaar. Polissen op basis van het act<br />

committed-principe komen in <strong>de</strong> praktijk niet of nauwelijks voor, vermits in <strong>de</strong> verzekeringswet <strong>de</strong>ze<br />

type van polissen niet langer zijn voorzien.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 146


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

I. Reddings- en herstelkosten:<br />

De kosten van maatregelen om emissies te voorkomen of <strong>de</strong> verspreiding van verontreinigen<strong>de</strong><br />

stoffen te beheersen en om <strong>de</strong>ze stoffen op te ruimen en <strong>de</strong>sgevallend het milieu te herstellen,<br />

vormen een belangrijke scha<strong>de</strong>post bij milieuscha<strong>de</strong>.<br />

Bij zaak- en aansprakelijkheidsverzekeringen is <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> verplicht, eens het scha<strong>de</strong>geval is<br />

ontstaan, alle re<strong>de</strong>lijke maatregelen te nemen om <strong>de</strong> gevolgen van een scha<strong>de</strong>geval te voorkomen<br />

en te beperken. De verzeker<strong>de</strong> moet dus proberen om <strong>de</strong> omvang en <strong>de</strong> uitbreiding van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> te<br />

beperken. De daarmee gepaard gaan<strong>de</strong> reddingskosten komen ten laste van <strong>de</strong> verzekeraar, zelfs<br />

boven <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> som. <strong>Naar</strong> omstandighe<strong>de</strong>n kunnen bvb. brandweerkosten voor het afdammen<br />

van een verontreiniging in een rivier (in an<strong>de</strong>re gevallen vallen <strong>de</strong> brandweerkosten in principe ten<br />

laste van <strong>de</strong> gemeente) of kosten gemaakt door <strong>de</strong> han<strong>de</strong>laar voor het wegnemen uit <strong>de</strong> winkelrekken<br />

van gecontamineer<strong>de</strong> producten als reddingskosten wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />

De <strong>de</strong>kking van reddings- en herstelkosten wordt geregeld door artikel 52 van <strong>de</strong><br />

verzekeringswet. Dit artikel stelt meer bepaald dat <strong>de</strong> verzekeraar volgen<strong>de</strong> kosten dient te dragen:<br />

kosten van maatregelen die <strong>de</strong> verzekeraar heeft gevraagd om <strong>de</strong> gevolgen van het<br />

scha<strong>de</strong>geval te voorkomen of te beperken;<br />

kosten van dringen<strong>de</strong> en re<strong>de</strong>lijke maatregelen die <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> uit eigen beweging heeft<br />

genomen om bij nakend (dit is imminent en dreigend) gevaar een scha<strong>de</strong>geval te voorkomen;<br />

kosten gemaakt om <strong>de</strong> gevolgen van een scha<strong>de</strong>geval te voorkomen of te beperken.<br />

Deze kosten mogen niet verward wor<strong>de</strong>n met preventiekosten, die wor<strong>de</strong>n gemaakt met het doel <strong>de</strong><br />

verwezenlijking van een scha<strong>de</strong>geval te voorkomen. Deze kosten zijn in beginsel niet ge<strong>de</strong>kt, doch<br />

komen binnen het ka<strong>de</strong>r van een goed beheer ten laste van <strong>de</strong> verzekeringsnemer. Voorbeel<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong>rgelijke kosten zijn het gebruik van brandwerend materiaal, <strong>de</strong> plaatsing van rook<strong>de</strong>tectoren of<br />

beschermingsmechanismen tegen overvulling van stookolietanks, het conform <strong>de</strong> reglementering<br />

laten controleren of on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van installaties of voertuigen, enz. In één enkel geval wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

kosten, die voortvloeien uit maatregelen genomen alvorens een scha<strong>de</strong>geval tot stand is<br />

gekomen, toch ge<strong>de</strong>kt als reddingskosten, met name <strong>de</strong> kosten van dringen<strong>de</strong> en re<strong>de</strong>lijke<br />

maatregelen genomen om bij nakend gevaar een scha<strong>de</strong>geval te voorkomen (zie hierboven).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 147


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

III. Verzekering van milieurisico binnen traditionele<br />

verzekeringspolissen<br />

A. De eigen scha<strong>de</strong>polissen<br />

Ie<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rneming verzekert zijn eigendommen tegen allerlei risico‟s. Zo is elke on<strong>de</strong>rneming in<br />

principe verzekerd tegen scha<strong>de</strong> door brand. De brandpolis betreft ongetwijfeld een van <strong>de</strong> meest<br />

beken<strong>de</strong> eigen scha<strong>de</strong>polissen, maar is zeker niet <strong>de</strong> enige. Hierna wordt slechts ingegaan op <strong>de</strong><br />

meest voorkomen<strong>de</strong> eigen scha<strong>de</strong>polissen, ook eigendomsverzekeringen genoemd.<br />

A.1. De brandpolis:<br />

Een brandpolis vergoedt scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren die door een verzekerd gevaar<br />

(brand en ontploffing, storm, enz.) wor<strong>de</strong>n vernield of beschadigd.<br />

De brandverzekering kan twee voorwerpen van <strong>de</strong>kking verzekeren: het gebouw en <strong>de</strong> inhoud. Van<br />

belang is op te merken dat <strong>de</strong> brandpolis enkel <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> aan verzeker<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>kt. De<br />

goe<strong>de</strong>ren die niet in <strong>de</strong> brandpolis zijn opgenomen zijn dus niet verzekerd.<br />

De brandpolis kan ook <strong>de</strong>kking bie<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> opruimingskosten, althans indien <strong>de</strong>ze bijkomen<strong>de</strong><br />

waarborg is opgenomen in <strong>de</strong> polis. Na een brand blijven in<strong>de</strong>rdaad vaak allerlei afval en een ruïne<br />

over. Het is niet uitgesloten dat dit afval als gevaarlijk of milieubelastend afval wordt beschouwd.<br />

Welnu, <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ringskosten hiervan kunnen on<strong>de</strong>r hoger vermel<strong>de</strong> waarborg wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt. In <strong>de</strong><br />

opruimingskosten wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> saneringskosten van bo<strong>de</strong>m, grond- of oppervlaktewater evenwel<br />

uitdrukkelijk uitgesloten.<br />

Overeenkomstig <strong>de</strong> algemene beginselen zullen binnen <strong>de</strong> brandverzekering tenslotte ook <strong>de</strong><br />

reddingskosten wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt. Zo zullen <strong>de</strong> kosten ter voorkoming van ver<strong>de</strong>re verspreiding van<br />

verontreinigen<strong>de</strong> stoffen die bvb. ontsnappen ten gevolge van een ontploffing van een tank mogelijk<br />

wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt.<br />

Niettegenstaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> brandverzekering een relatief ruime <strong>de</strong>kking biedt, is milieuscha<strong>de</strong> of<br />

pollutiescha<strong>de</strong> die ten gevolge van brand is ontstaan zo goed als niet ge<strong>de</strong>kt. Lucht, oppervlaktewater,<br />

grondwater of grond zijn immers niet opgenomen in <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren.<br />

Bo<strong>de</strong>mverontreiniging is dan ook niet ge<strong>de</strong>kt binnen <strong>de</strong> brandpolis omdat <strong>de</strong> grond van het<br />

bedrijfsterrein geen verzekerd goed uitmaakt: grond kan immers niet bran<strong>de</strong>n.<br />

A.2. De “alle risico”-polis (all risks)<br />

De polis “alle risico‟s” betreft een verzekering die alle risico’s <strong>de</strong>kt behalve <strong>de</strong>gene die specifiek<br />

als uitgesloten zijn opgesomd. Milieuscha<strong>de</strong> is één van <strong>de</strong>ze uitgesloten scha<strong>de</strong>gevallen. Niet alle<br />

milieuscha<strong>de</strong> is echter uitgesloten: pollutie als gevolgscha<strong>de</strong> van een niet uitgesloten scha<strong>de</strong>geval zal<br />

wel door <strong>de</strong> “alle risico”-polis wor<strong>de</strong>n vergoed. Bo<strong>de</strong>mverontreiniging is ook expliciet uitgesloten.<br />

De milieu<strong>de</strong>kking binnen <strong>de</strong>ze “alle risico”-polis is dus vergelijkbaar met <strong>de</strong> milieu<strong>de</strong>kking binnen <strong>de</strong><br />

brandpolis, met dat verschil dat binnen <strong>de</strong> “alle risico”-polis <strong>de</strong> bewijslast wordt verschoven naar <strong>de</strong><br />

verzekeraar toe. Het is namelijk <strong>de</strong> verzekeraar die moet bewijzen dat het scha<strong>de</strong>geval tot <strong>de</strong><br />

uitgesloten risico‟s behoort.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 148


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B. De aansprakelijkheidspolissen<br />

Een belangrijk gevolg van een milieu-inci<strong>de</strong>nt is <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Een gescheur<strong>de</strong> mazouttank,<br />

een gaslek, een ongewil<strong>de</strong> lozing van een toxisch product zijn milieu-inci<strong>de</strong>nten die ernstige materiële<br />

en lichamelijke scha<strong>de</strong> kunnen veroorzaken aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Zoals hierboven reeds werd aangegeven,<br />

wordt het vraagstuk van <strong>de</strong> vergoeding van <strong>de</strong> door <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n gele<strong>de</strong>n scha<strong>de</strong> opgelost via het<br />

aansprakelijkheidsrecht.<br />

Het verzekeren van <strong>de</strong> aansprakelijkheid van een on<strong>de</strong>rneming is reeds lang mogelijk. Verzekeraars<br />

hebben hiervoor <strong>de</strong> verzekering burgerlijke aansprakelijkheid (BA-On<strong>de</strong>rneming) ontwikkeld,<br />

waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> BA-uitbatingspolis en <strong>de</strong> BA-na leveringpolis.<br />

B.1. De polis BA Uitbating<br />

Het principe van <strong>de</strong>ze polis is in wezen zeer eenvoudig: <strong>de</strong> polis vergoedt <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />

wordt toegebracht tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitbating van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming en waarvoor het bedrijf aansprakelijk<br />

is. Scha<strong>de</strong> die wordt gele<strong>de</strong>n door het bedrijf zelf (bvb. bo<strong>de</strong>mvervuiling op het eigen bedrijfsterrein) of<br />

scha<strong>de</strong> gele<strong>de</strong>n door het personeel wordt uiteraard niet ge<strong>de</strong>kt door <strong>de</strong> polis BA Uitbating.<br />

De <strong>de</strong>kking binnen <strong>de</strong>ze polis kan nogal verschillen van maatschappij tot maatschappij, zodat het<br />

nuttig lijkt om te wijzen op enkele aandachtspunten:<br />

- <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>kte aansprakelijkheid:<br />

Wat betreft <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>kte aansprakelijkheid is het belangrijk dat <strong>de</strong> polis ook aansprakelijkheid <strong>de</strong>kt die<br />

voortvloeit uit specifieke milieureglementering, die vaak steunen op objectieve aansprakelijkheid.<br />

Indien <strong>de</strong> polis binnen <strong>de</strong> “ge<strong>de</strong>kte aansprakelijkheid” <strong>de</strong> extra-contractuele aansprakelijkheid zon<strong>de</strong>r<br />

meer <strong>de</strong>kt, is er uiteraard geen probleem. Indien <strong>de</strong> polis echter uitsluitend verwijst naar <strong>de</strong> artikelen<br />

1382 e.v. van het Burgerlijk Wetboek, geniet het bedrijf slechts een beperkte <strong>de</strong>kking. De verzeker<strong>de</strong><br />

zal in dit geval geen tussenkomst kunnen krijgen indien hij aansprakelijkheid oploopt op basis van<br />

specifieke (objectieve) aansprakelijkheidsregels.<br />

Sommige aansprakelijkheidspolissen <strong>de</strong>kken ook slechts <strong>de</strong> burgerlijke extra-contractuele<br />

aansprakelijkheid overeenkomstig het bestaan<strong>de</strong> recht dat geldt op het ogenblik van het sluiten van<br />

het verzekeringscontract. Door <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>kte aansprakelijkheidsgrond op <strong>de</strong>ze wijze in te perken, geniet<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming geen <strong>de</strong>kking voor bijzon<strong>de</strong>re (objectieve) aansprakelijkheidsregels die na datum van<br />

het sluiten van <strong>de</strong> polis zijn ingevoerd.<br />

- De ge<strong>de</strong>kte milieuscha<strong>de</strong><br />

Doorgaans wordt in <strong>de</strong> BA-Uitbatingspolis milieuaantasting expliciet vermeld als een ge<strong>de</strong>kt risico. Om<br />

<strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>kking goed in te schatten is het van belang om <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van dit begrip<br />

aandachtig te analyseren (zie boven). Er dient in dit verband ook op gewezen te wor<strong>de</strong>n dat binnen <strong>de</strong><br />

clausule “milieuaantasting” een beperking wordt voorzien wat betreft <strong>de</strong> verzekeringssom of het<br />

verzeker<strong>de</strong> bedrag voor milieuscha<strong>de</strong>. Deze waarborg zal doorgaans niet meer bedragen dan<br />

125.000 EUR à 250.000 EUR (5 mio BEF à 10 mio BEF). Indien milieuscha<strong>de</strong> bij <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n groter is dan<br />

dit verzekerd kapitaal, moet <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming voor het verschil instaan. Gezien <strong>de</strong> astronomische<br />

bedragen die een verontreinigingsgeval met zich meebrengen, mag <strong>de</strong>ze beperking niet wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rschat.<br />

Overeenkomstig <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r besproken algemene principes <strong>de</strong>kt <strong>de</strong> polis BA Uitbating alleen<br />

acci<strong>de</strong>ntele en plotse milieuscha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Graduele scha<strong>de</strong> is niet verzekerd in <strong>de</strong> BA-<br />

Uitbatingspolis. Zo zal <strong>de</strong> BA-uitbatingspolis niet tussenkomen voor <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n die is<br />

ontstaan door bo<strong>de</strong>mvervuiling veroorzaakt door een langzaam lekken<strong>de</strong>, gecorro<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 149


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

stookolietank. Werd <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> daarentegen veroorzaakt door een doorboring van <strong>de</strong> tankwand naar<br />

aanleiding van werken op het bedrijfsterrein, dan is er wel <strong>de</strong>kking. Deze beperking verklaart waarom<br />

bedrijven vaak nood hebben aan een algemene milieupolis.<br />

Daarnaast gel<strong>de</strong>n ook tal van an<strong>de</strong>re uitsluitingen die van belang zijn in het ka<strong>de</strong>r van het vraagstuk<br />

naar <strong>de</strong> verzekerbaarheid van milieurisico‟s. De overtreding van elementaire veiligheidsnormen vormt<br />

een eerste uitsluiting. Het nemen van onre<strong>de</strong>lijke risico‟s is eveneens uitgesloten. Wanneer iemand<br />

met onvoldoen<strong>de</strong> bekwaamheid een taak moet uitvoeren, zal <strong>de</strong> maatschappij eveneens <strong>de</strong>kking<br />

weigeren. Scha<strong>de</strong> die betrekking heeft op ongevallen met kernreacties, radioactiviteit en ioniseren<strong>de</strong><br />

stralen is in principe ook uitgesloten. Bedrijven die met dat (milieu)risico te maken hebben, moeten<br />

beroep doen op een gespecialiseer<strong>de</strong> verzekeraar. De gevolgen van asbest en asbestose zijn<br />

meestal ook uitdrukkelijk uitgesloten. Scha<strong>de</strong> aan toevertrouw<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren is eveneens uitgesloten;<br />

wanneer een on<strong>de</strong>rneming voorwerpen krijgt toevertrouwd, kunnen die goe<strong>de</strong>ren enkel wor<strong>de</strong>n<br />

verzekerd via het on<strong>de</strong>rschrijven van een uitbreiding van <strong>de</strong> polis BA-Uitbating (uitbreiding<br />

contractuele aansprakelijkheid).<br />

B.2. BA – na leveringspolis (productaansprakelijkheid)<br />

De BA na Levering waarborgt <strong>de</strong> aansprakelijkheid die voortvloeit uit <strong>de</strong> gelever<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren. Deze<br />

polis vult dus <strong>de</strong> BA-uitbatingspolis aan, want <strong>de</strong>ze laatste verzekert <strong>de</strong> aansprakelijkheid van het<br />

bedrijf tot op het ogenblik dat <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren zijn geleverd. De verzeker<strong>de</strong> scha<strong>de</strong> betreft <strong>de</strong>ze welke is<br />

ontstaan nadat <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren wer<strong>de</strong>n geleverd, dus nadat <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming er <strong>de</strong> feitelijke controle<br />

over heeft verloren. De befaam<strong>de</strong> dioxinecrisis geldt als een schoolvoorbeeld van dit risicotype.<br />

De polis BA Na Levering heeft voor het overige veel gemeen met <strong>de</strong> verzekering BA Uitbating, en<br />

bei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vaak aangetroffen binnen eenzelf<strong>de</strong> polis BA-On<strong>de</strong>rneming. Een aantal uitsluitingen<br />

zijn overigens i<strong>de</strong>ntiek.<br />

Een veelvoorkomen<strong>de</strong> uitsluiting binnen <strong>de</strong> BA-na leveringpolis is <strong>de</strong> uitsluiting van zogenaam<strong>de</strong><br />

“recallkosten”. Deze kosten ontstaan wanneer een on<strong>de</strong>rneming een product moet “terugroepen” van<br />

<strong>de</strong> markt wegens een gebrek of gevaar, zoals bvb. een insectici<strong>de</strong> of bestrijdingsmid<strong>de</strong>l met een<br />

verkeer<strong>de</strong> etikettering. De transportkosten, opsporingskosten en in voorkomend geval <strong>de</strong> kosten van<br />

vernietiging van <strong>de</strong> teruggeroepen producten blijven in principe dus ten laste van <strong>de</strong> betrokken<br />

on<strong>de</strong>rneming. Sinds kort kan dat risico via een speciale recallverzekering wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt. Dekking<br />

voor recallkosten treft men bvb. ook aan in <strong>de</strong> polis productcontaminatie, een polis die vooral is<br />

gericht op <strong>de</strong> producenten van voeding en farmaceutische producten.<br />

De scha<strong>de</strong>, waaron<strong>de</strong>r milieuscha<strong>de</strong>, aan <strong>de</strong> gelever<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren zelf is in principe steeds uitgesloten.<br />

De uitsluiting “onvoldoen<strong>de</strong> nuttig effect” is ook gebruikelijk in <strong>de</strong> BA-na leveringpolis. Indien een<br />

on<strong>de</strong>rneming een <strong>de</strong>tergent op <strong>de</strong> markt brengt om olievlekken te bestrij<strong>de</strong>n, dan is <strong>de</strong> milieuscha<strong>de</strong><br />

die wordt veroorzaakt omdat dit product niet of niet behoorlijk werkt niet ge<strong>de</strong>kt.<br />

B.3. De autopolis<br />

Een soort verzekering waar gewoonlijk niet aan wordt gedacht bij pollutiescha<strong>de</strong>, is <strong>de</strong> autopolis of<br />

motorrijtuigenverzekering. Dit mag misschien verwon<strong>de</strong>ren omdat een belangrijk aan<strong>de</strong>el van<br />

milieuscha<strong>de</strong> ontstaat ten gevolge van transport van gevaarlijke producten en ongevallen hiermee.<br />

De autopolis verleent een verregaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>kking. Krachtens <strong>de</strong> wettelijke bepalingen moet <strong>de</strong>ze polis<br />

voorzien in een onbeperkte <strong>de</strong>kking. Enkel voor materiële of stoffelijke scha<strong>de</strong> (beschadiging of<br />

vernieling van goe<strong>de</strong>ren die toebehoren aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n) die ontstaat door brand of ontploffing van het<br />

voertuig wordt <strong>de</strong> waarborg beperkt tot 1 239 467 EUR (50 mio BEF).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 150


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Bovendien wordt over pollutie niets gezegd in <strong>de</strong> wettelijke bepalingen, hetgeen betekent dat<br />

milieuscha<strong>de</strong> binnen <strong>de</strong> autopolis in principe on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> algemene onbeperkte waarborg valt. In dit<br />

verband kan wor<strong>de</strong>n herinnerd aan het scha<strong>de</strong>geval in Rhines waar een gekantel<strong>de</strong> vrachtwagen zijn<br />

lading mazout verloor. De mazout die tot op <strong>de</strong> waterlaag doordrong, veroorzaakte 24 789 352 EUR<br />

(1 miljard BEF) scha<strong>de</strong> aan een waterdistributiemaatschappij, die daarvoor werd vergoed door <strong>de</strong> BAautoverzekeraar.<br />

B.4. Polis maatschappelijke lasthebbers of bestuur<strong>de</strong>rsaansprakelijkheid<br />

(Directors and Officers)<br />

De bestuur<strong>de</strong>rs van een vennootschap nemen een <strong>de</strong>licate positie in. In <strong>de</strong> uitoefening van zijn functie<br />

kan hij een professionele fout begaan, die ook op het vlak van milieu consequenties kan hebben. Een<br />

concreet voorbeeld kan dit verdui<strong>de</strong>lijken: <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs van een vennootschap voeren een slecht<br />

voorkomingsbeleid waardoor er uitein<strong>de</strong>lijk een enorme graduele scha<strong>de</strong> ontstaat waarvoor <strong>de</strong> BAverzekeraar<br />

van <strong>de</strong> vennootschap niet tussenkomt (zie boven). Het is niet <strong>de</strong>nkbeeldig dat in <strong>de</strong>ze<br />

constellatie scha<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs in hun persoonlijk vermogen aanspreken om <strong>de</strong><br />

scha<strong>de</strong> te verhalen.<br />

De polis BA-bestuur<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>kt <strong>de</strong> financiële gevolgen van een professionele fout van <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>r.<br />

Belangrijk is op te merken dat <strong>de</strong> gevolgen van milieuverontreiniging soms zijn uitgesloten. Voor een<br />

bedrijf met milieurisico‟s is dat een cruciale uitsluiting. Toch lijkt op <strong>de</strong> verzekeringsmarkt hieromtrent<br />

ook beweging te zijn, en wordt in <strong>de</strong> hierna besproken milieupolissen vaak ook <strong>de</strong>kking gebo<strong>de</strong>n voor<br />

bestuur<strong>de</strong>rsaansprakelijkheid.<br />

C. persoonsverzekeringen<br />

Het probleem van milieurisico‟s is voor persoonsverzekeringen, zoals een verzekering overlij<strong>de</strong>n,<br />

gewaarborgd inkomen of hospitalisatie, relatief eenvoudig: milieu-inci<strong>de</strong>nten (acci<strong>de</strong>nteel of gradueel)<br />

zijn in principe niet uitgesloten, behalve in geval van nucleaire risico‟s. Deze verzekeringen kunnen<br />

niet enkel wor<strong>de</strong>n afgesloten voor <strong>de</strong> vennoten van het bedrijf, maar ook voor <strong>de</strong> werknemers (soms<br />

via groepsverzekeringen). Bij acci<strong>de</strong>ntele pollutie die <strong>de</strong> werknemers treft zal overigens <strong>de</strong><br />

arbeidsongevallenverzekering tussenkomen; milieuscha<strong>de</strong> van graduele aard kan on<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong><br />

voorwaar<strong>de</strong>n als een beroepsziekte wor<strong>de</strong>n beschouwd.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 151


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

IV De milieupolissen ( 1 )<br />

A. Welke zijn <strong>de</strong> algemene kenmerken van een milieupolis?<br />

Uit <strong>de</strong> bespreking van <strong>de</strong> klassieke polissen is gebleken dat <strong>de</strong>ze niet volstaan om (alle) milieurisico‟s<br />

te <strong>de</strong>kken. Recentelijk wordt daarom op <strong>de</strong> verzekeringsmarkt door sommige verzekeraars<br />

milieupolissen aangebo<strong>de</strong>n. De voorwaar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>ze polissen verschillen sterk van maatschappij tot<br />

maatschappij, en zijn vaak ook resultaat van on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen tussen verzekeraar en<br />

verzekeringsnemer. Wat zij gemeen hebben, is dat milieupolissen <strong>de</strong> belangrijkste lacunes van <strong>de</strong><br />

traditionele verzekeringen beogen op te vangen.<br />

De verzeker<strong>de</strong> waarborgen die door een milieupolis wor<strong>de</strong>n gebo<strong>de</strong>n zijn divers. Een basiswaarborg<br />

van <strong>de</strong> meeste milieupolissen is <strong>de</strong> burgerlijke aansprakelijkheid. Gewoonlijk is ook een combinatie<br />

mogelijk met een waarborg eigen scha<strong>de</strong> (voornamelijk milieuscha<strong>de</strong> eigen bedrijfssite).<br />

Zoals hierboven reeds werd aangegeven lopen <strong>de</strong> concrete voorwaar<strong>de</strong>n van milieupolissen erg<br />

uiteen. Het on<strong>de</strong>rschrijven van <strong>de</strong>ze of gene milieupolis is in <strong>de</strong> regel resultaat van een nauwgezette<br />

evaluatie van het milieurisico of <strong>de</strong> milieurisico‟s binnen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rneming. Om <strong>de</strong>ze risico‟s in te<br />

schatten kan vaak beroep wor<strong>de</strong>n gedaan op gegevens die op basis van <strong>de</strong> milieureglementering<br />

beschikbaar zijn: bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoeken, afvalstoffenregisters, milieu-audits, milieuvergunningen, milieueffecten-<br />

en veiligheidsrapporten. De verzekeraar kan ook steeds het bedrijf ter plaatse on<strong>de</strong>rzoeken.<br />

De analyse van <strong>de</strong>ze gegevens kan lei<strong>de</strong>n tot hogere vrijstellingen, uitsluiting van bepaal<strong>de</strong> risico‟s<br />

(bvb. bestaan<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging) of verhoging van <strong>de</strong> premie. Het on<strong>de</strong>rschrijven van een<br />

milieupolis is dus vaak ook maatwerk, waarvoor <strong>de</strong>skundige bijstand vaak onontbeerlijk is.<br />

B. Welke milieuscha<strong>de</strong> is ge<strong>de</strong>kt on<strong>de</strong>r een milieuverzekering?<br />

Scha<strong>de</strong> die binnen een milieupolis kan ge<strong>de</strong>kt wor<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r dat hiervoor noodzakelijk on<strong>de</strong>rscheid<br />

wordt gemaakt tussen plots en acci<strong>de</strong>nteel dan wel gradueel (en eventueel historische), zijn on<strong>de</strong>r<br />

meer scha<strong>de</strong> door bo<strong>de</strong>m- en grondwaterverontreiniging, oppervlaktewaterverontreiniging, geurhin<strong>de</strong>r,<br />

luchtverontreiniging (wanneer <strong>de</strong>ze neerslaat op <strong>de</strong> grond), enz. Niet al <strong>de</strong>ze scha<strong>de</strong>vormen zijn<br />

noodzakelijk binnen een milieupolis ge<strong>de</strong>kt.<br />

Deze milieuscha<strong>de</strong> is verzekerd indien het directe of immateriële scha<strong>de</strong> betreft, waarbij <strong>de</strong> oorzaak is<br />

gelegen op of in <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> locatie. On<strong>de</strong>r directe milieuscha<strong>de</strong> wordt begrepen <strong>de</strong><br />

opruimingskosten van <strong>de</strong> vervuiling (saneren, opruimen, zuiveren, vernietigen,…) of scha<strong>de</strong> van<br />

lichamelijke of materiële aard die haar oorzaak vindt in verontreiniging (besmetting, verbranding,<br />

intoxicatie, corrosie, oxydatie,…). On<strong>de</strong>r immateriële scha<strong>de</strong> valt het zuiver financieel of economisch<br />

verlies die het gevolg zijn van milieuverontreiniging (bvb. verlies van bedrijfsinkomsten ten gevolge<br />

van tij<strong>de</strong>lijke sluiting van het bedrijf, inkomens<strong>de</strong>rving van vissers tengevolge van aantasting van het<br />

visbestand of verlies van inkomsten van een hotel tengevolge van het wegblijven van toeristen).<br />

Ecologische scha<strong>de</strong> is (voorlopig) niet (nog) ge<strong>de</strong>kt vermits zij geen vergoedbare scha<strong>de</strong> uitmaakt.<br />

De kosten voor het aanpassen van <strong>de</strong> bedrijfsinstallatie om te voldoen aan <strong>de</strong> milieuwetgeving is<br />

1 De vakliteratuur over milieuverzekeringen is nog relatief beperkt. Dit <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> brochure is vooral<br />

gebaseerd op <strong>de</strong> meer recente bijdragen van C. SERVAIS en G. VAN DALE, Milieurisico’s goed<br />

verzekerd, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2001, 89-94; D. RANSON, „Verzekering van <strong>de</strong><br />

milieuaansprakelijkheid‟, M&R 2000, 66-73.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 152


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

meestal evenmin ge<strong>de</strong>kt on<strong>de</strong>r het begrip milieuscha<strong>de</strong>. Mogelijk zal hier een evolutie plaatsvin<strong>de</strong>n<br />

ingevolge <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r besproken Richtlijn Milieuscha<strong>de</strong> van 21 april 2004.<br />

C. Welke zijn <strong>de</strong> belangrijkste milieuverzekeringsproducten?<br />

C.1. Locatie- of site gebon<strong>de</strong>n milieuverzekering<br />

De locatiespecifieke milieuverzekering komt tegemoet aan een van <strong>de</strong> belangrijkste lacunes van <strong>de</strong><br />

klassieke polissen, met name dat milieuscha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> eigen site niet wordt vergoed. Deze<br />

verzekering biedt on<strong>de</strong>r meer volgen<strong>de</strong> waarborgen:<br />

sanering van <strong>de</strong> eigen site ten gevolge van acci<strong>de</strong>ntele en graduele verontreiniging (met<br />

eventuele uitbreiding voor ongeken<strong>de</strong> historische verontreiniging);<br />

sanering buiten <strong>de</strong> site ten gevolge van acci<strong>de</strong>ntele en graduele verontreiniging afkomstig van<br />

<strong>de</strong> eigen site (met eventuele uitbreiding voor ongeken<strong>de</strong> historische verontreiniging);<br />

lichamelijke en materiële scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> site ten gevolge van verontreiniging<br />

(acci<strong>de</strong>ntele, graduele, ongeken<strong>de</strong> historische verontreiniging);<br />

lichamelijke en materiële scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n buiten <strong>de</strong> site ten gevolge van verontreiniging<br />

(acci<strong>de</strong>ntele, graduele, ongeken<strong>de</strong> historische verontreiniging).<br />

De waarborg sanering binnen of buiten <strong>de</strong> eigen site omvat <strong>de</strong> sanering van <strong>de</strong> verontreiniging voor<br />

zover die wettelijk verplicht is of door <strong>de</strong> rechter wordt opgelegd. Vrijwillige sanering valt dus buiten <strong>de</strong><br />

waarborg.<br />

Van belang is dat <strong>de</strong>ze polis kan wor<strong>de</strong>n overgedragen (bvb. bij overdracht van eigendom van het<br />

bedrijf of bedrijfsterrein), althans voor zover <strong>de</strong> activiteiten <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> blijven. Als er dient te wor<strong>de</strong>n<br />

gesaneerd kan <strong>de</strong>ze polis als financiële zekerheid dienen, bvb. in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> overdracht van het<br />

grondperceel (zie supra).<br />

C.2. Verzekering milieuaansprakelijkheid voor aanneming van<br />

(bepaal<strong>de</strong>) werken<br />

Aannemers in baggerwerken, saneringswerken, rioleringwerken, grondwerken, wegenbouw,<br />

asbestverwij<strong>de</strong>ring of constructie van pijpleidingen voor gevaarlijke producten hebben specifieke<br />

milieurisico‟s die onvoldoen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt in <strong>de</strong> BA-Uitbating. Een specifieke polis werd ontwikkeld<br />

die <strong>de</strong> milieuaansprakelijkheid van <strong>de</strong> aannemers voldoen<strong>de</strong> verzekert.<br />

Deze polis biedt <strong>de</strong>kking aan <strong>de</strong> betrokken aannemers voor lichamelijke scha<strong>de</strong>, materiële scha<strong>de</strong>,<br />

immateriële gevolgscha<strong>de</strong> en saneringskosten die het gevolg zijn van (acci<strong>de</strong>ntele of graduele)<br />

milieuverontreiniging ontstaan door het uitvoeren van hun aannemingswerken.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 153


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C.3. Verzekering overschrijding saneringsbudget (cost cap)<br />

Deze verzekering is bestemd voor opdrachtgevers van grote saneringwerken (> 1 à 1,5 mio EUR).<br />

Deze krijgen via een sanerings<strong>de</strong>skundige, expert of aannemer een voorstel aangebo<strong>de</strong>n voor<br />

sanering aan <strong>de</strong> hand van bvb. een saneringsproject of saneringsplan. De polis overschrijding<br />

saneringsbudget verschaft volgen<strong>de</strong> waarborgen:<br />

bijkomen<strong>de</strong> kosten als gevolg van het feit dat bij uitvoering van <strong>de</strong> saneringswerken blijkt dat<br />

<strong>de</strong> verontreiniging groter is dan oorspronkelijk begroot;<br />

bijkomen<strong>de</strong> kosten die ontstaan door het feit dat er zich op naburige percelen tevens<br />

verontreiniging voordoet die re<strong>de</strong>lijkerwijs niet werd vastgesteld of kon wor<strong>de</strong>n vastgesteld<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> studiefase;<br />

bijkomen<strong>de</strong> kosten voor te saneren verontreiniging buiten <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong><br />

locatie ten gevolge van verspreiding van <strong>de</strong> verontreiniging (via grondwater, riolering, lucht,<br />

…);<br />

bijkomen<strong>de</strong> kosten voor sanering ten gevolge van een gefun<strong>de</strong>er<strong>de</strong> standpuntswijziging<br />

vanwege <strong>de</strong> overheid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> sanering;<br />

bijkomen<strong>de</strong> kosten voor onbeken<strong>de</strong> verontreiniging waarvan <strong>de</strong> expert en <strong>de</strong> eigenaar op het<br />

ogenblik van <strong>de</strong> het on<strong>de</strong>rzoek niet op <strong>de</strong> hoogte was of behoor<strong>de</strong> te zijn.<br />

De verzekering bestaat erin dat het gebudgeteer<strong>de</strong> saneringsbedrag, verhoogd met een buffer<br />

(vergelijkbaar met <strong>de</strong> franchise in <strong>de</strong> klassieke polis) wordt gedragen door <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> (<strong>de</strong><br />

zogenaam<strong>de</strong> retentie). De verzekering waarborgt een (geplafonneerd) bedrag boven <strong>de</strong>ze retentie<br />

voor <strong>de</strong> duur van <strong>de</strong> polis, waarvoor <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> een eenmalige premie betaalt.<br />

C.4. Verzekering beroepsaansprakelijkheid van<br />

milieuconsulenten<br />

In <strong>de</strong> milieureglementering geldt voor bepaal<strong>de</strong> milieuconsulenten (bvb. bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundigen,<br />

milieucoördinatoren) een verplichte aansprakelijkheidsverzekering (zie ook hierna). Het <strong>de</strong>kt <strong>de</strong><br />

(milieu)scha<strong>de</strong> die kan ontstaan door fouten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> professionele dienstverlening. Typische fouten<br />

die aanleiding kunnen geven tot aanzienlijke milieuscha<strong>de</strong> zijn <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling van<br />

analyseresultaten, foutieve inschatting van productiegegevens of wettelijke milieuplichten.<br />

Van belang is dat erover wordt gewaakt dat een polis beroepsaansprakelijkheid voor<br />

milieuconsulenten een voldoen<strong>de</strong> verzekeringssom <strong>de</strong>kt en dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking geen uitsluiting maakt van<br />

graduele milieuverontreiniging. Deze polissen zijn trouwens altijd van het type claims ma<strong>de</strong> (zie<br />

supra).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 154


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

V Specifieke verplichte (milieu)verzekeringen<br />

De wetgever legt aan tal van risicovolle on<strong>de</strong>rnemingen een verplichte<br />

milieuaansprakelijkheidsverzekeringen op. Hierna volgt een schematisch overzicht van <strong>de</strong>ze<br />

verzekeringen, waarbij een on<strong>de</strong>rscheid wordt gemaakt tussen die welke wor<strong>de</strong>n opgelegd door <strong>de</strong><br />

fe<strong>de</strong>rale overheid en die welke wor<strong>de</strong>n opgelegd in <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> gewesten.<br />

A. Fe<strong>de</strong>rale wetgeving<br />

Verplichte verzekering B.A. Exploitatie voor centra voor vernietiging,<br />

neutralisering of wegwerking van giftig afval (Artikel 6 K.B. van 9 februari 1976<br />

hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemeen reglement op <strong>de</strong> giftige afval)<br />

Verplichte aansprakelijkheidsverzekering of stellen van een an<strong>de</strong>re financiële<br />

zekerheid door exploitanten van een kerncentrale (Artikel 8 Wet van 22 juli 1985<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie)<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor <strong>de</strong> persoon die <strong>de</strong><br />

functie van coördinator-ontwerp of coördinator- verwezenlijking uitoefent op<br />

tij<strong>de</strong>lijke of mobiele werkplaatsen (<strong>de</strong> zgn. veiligheidscoördinatoren. Artikel 65 Koninklijk<br />

besluit van 25 januari 2001 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke of mobiele bouwplaatsen)<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering of een an<strong>de</strong>re financiële<br />

zekerheid voor <strong>de</strong> eigenaar van een in een Verdragsluiten<strong>de</strong> Staat teboekgesteld<br />

schip dat meer dan 2.000 ton olie in bulk als lading vervoert, tot <strong>de</strong>kking van zijn<br />

aansprakelijkheid voor scha<strong>de</strong> door verontreiniging volgens dit Verdrag (Wet van<br />

20 juli 1976 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag inzake <strong>de</strong><br />

burgerlijke aansprakelijkheid voor scha<strong>de</strong> door verontreiniging door olie, en van <strong>de</strong> Bijlage,<br />

opgemaakt te Brussel op 29 november 1969 en Wet van 10 augustus 1998 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

instemming met het Protocol van 1992 tot wijziging van het Internationaal Verdrag inzake <strong>de</strong><br />

burgerlijke aansprakelijkheid voor scha<strong>de</strong> door verontreiniging door olie, 1969, en <strong>de</strong> Bijlage,<br />

gedaan te Lon<strong>de</strong>n op 27 november 1992)<br />

B. Wetgeving in het Vlaamse Gewest<br />

Verplichte verzekering van <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Vlaamse Regering erken<strong>de</strong> ophalers en<br />

vervoer<strong>de</strong>rs van afvalstoffen (Artikel 5.1.2.2. Vlarea)<br />

Verplichte verzekering betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> verwerkingscentra van voertuigwrakken of<br />

afgedankte voertuigen (Artikel 5.5.4.4. Vlarea)<br />

Verzekering of bankgarantie voor kosten van vervoer, verwij<strong>de</strong>ring of nuttige<br />

toepassing van afvalstoffen door <strong>de</strong> uitvoer<strong>de</strong>r of invoer<strong>de</strong>r van afvalstoffen<br />

(Artikel 6.5. Vlarea)<br />

Verplichte verzekering om erkend te wor<strong>de</strong>n als kringloopcentrum voor <strong>de</strong><br />

verwerking van wit- en bruingoed (Artikel 3.5.2.§3. Vlarea)<br />

Verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor erken<strong>de</strong> milieu<strong>de</strong>skundigen<br />

(Artikel 1.3.3.1. Vlarem II)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 155


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Verplichte verzekering inzake burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor<br />

milieucoördinatoren (artikel 4.1.9.1.2.§2. Vlarem II)<br />

Verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering voor exploitanten van<br />

inrichtingen voor <strong>de</strong> verwerking van afvalstoffen (Artikel 5.2.1.8.§2 van Vlarem II)<br />

Een verzekering, een garantie van een financiële instelling of een an<strong>de</strong>re<br />

persoonlijke of zakelijke zekerheid voor <strong>de</strong> exploitant van een stortplaats (Artikel<br />

5.2.4.7.1.§2. Vlarem II)<br />

Verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering voor producenten van<br />

lak, verf, drukinkten, kleurstoffen en/of pigmenten (Artikel 5.4.2.3bis.§3 Vlarem II)<br />

Verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering voor aanbrengers van<br />

be<strong>de</strong>kkingsmid<strong>de</strong>len (verven, vernissen, inkten, emails, metaalpoe<strong>de</strong>rs en analoge<br />

producten, afbijt- en beitsmid<strong>de</strong>len) (Artikel 5.4.3.4.§6 Vlarem II)<br />

Verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering voor exploitanten<br />

inzake thermische behan<strong>de</strong>ling van voorwerpen be<strong>de</strong>kt met be<strong>de</strong>kkingsmid<strong>de</strong>len<br />

(verven, vernissen, inkten, emails, metaalpoe<strong>de</strong>rs en analoge producten, afbijt- en<br />

beitsmid<strong>de</strong>len) (Artikel 5.4.4.2.§8 Vlarem II)<br />

Verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor bo<strong>de</strong>msanerings-<br />

<strong>de</strong>skundigen (Artikel 8,§1 en 9,§1Vlarebo)<br />

Een aansprakelijkheidsverzekering, een borgstelling of een garantie van een<br />

financiële instelling die <strong>de</strong> overdrager/saneringsplichtige van verontreinig<strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>n moet stellen t.o.v. OVAM (voor mogelijke aansprakelijkheid voor scha<strong>de</strong><br />

veroorzaakt door <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering of door <strong>de</strong> gebruiksbeperkingen of<br />

voorzorgsmaatregelen opgelegd door het bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet) (Artikel 43<br />

Vlarebo)<br />

OVAM kan <strong>de</strong> saneringsplichtige vragen een financiële zekerheid te stellen tot<br />

waarborg van zijn verbintenissen (artikel 29 en 32 Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet)<br />

Verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering om als bo<strong>de</strong>mbeheerorganisatie,<br />

als tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bo<strong>de</strong>m of als<br />

grondreinigingscentrum te wor<strong>de</strong>n erkend (artikel 58 en 59 Vlarebo)<br />

Verzekeringsverplichting voor erken<strong>de</strong> verwerkingsorganismen van<br />

verpakkingsafval ter <strong>de</strong>kking van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die uit <strong>de</strong>ze activiteiten kan<br />

voortvloeien (Artikel 12 samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> preventie<br />

en het beheer van verpakkingsafval, goedgekeurd bij Decreet van 21 januari 1997 en<br />

inmid<strong>de</strong>ls vervangen door het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 156


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

C. Wetgeving in het Brusselse Gewest<br />

Verplichte verzekering voor ophalers, vervoer<strong>de</strong>rs en verwerkers van afvalstoffen<br />

(Artikel 13 van <strong>de</strong> Ordonnantie van 7 maart 1991)<br />

Verplichte verzekering voor <strong>de</strong> exploitant van verwij<strong>de</strong>ringscentra voor<br />

afgedankte voertuigen (Artikel 14, §3 Besluit van 6 september 2001 van <strong>de</strong> Brusselse<br />

Hoofdste<strong>de</strong>lijke Regering betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> erkenning van <strong>de</strong> exploitanten van<br />

verwij<strong>de</strong>ringscentra voor afgedankte voertuigen die ertoe gemachtigd zijn een<br />

vernietigingsattest af te geven en betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> exploitatievoorwaar<strong>de</strong>n van die centra)<br />

Verplichte verzekering of bankwaarborg voor in- en uitvoer<strong>de</strong>rs van afvalstoffen<br />

(Artikel 5 Besluit van 7 juli 1994 van <strong>de</strong> Regering van het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> internationale invoer en uitvoer van afvalstoffen) Dit moet <strong>de</strong> kosten <strong>de</strong>kken<br />

voor het vervoer en <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring of <strong>de</strong> nuttige toepassing overeenkomstig artikel 27 van<br />

Veror<strong>de</strong>ning (EEG) nr. 259/93 van <strong>de</strong> Raad van 1 februari 1993 betreffen<strong>de</strong> toezicht en<br />

controle op <strong>de</strong> overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit <strong>de</strong> Europese Gemeenschap.<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor verwij<strong>de</strong>raars van PCB‟s<br />

(Artikel 7 Besluit van 19 september 1991 van <strong>de</strong> Executieve van het Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijke<br />

Gewest hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring van PCB's)<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor verwij<strong>de</strong>raars van<br />

afvalolie (Artikel 9 Besluit van 19 september 1991 van <strong>de</strong> Executieve van het Brusselse<br />

Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring van afvalolie)<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor verwij<strong>de</strong>raars van<br />

gevaarlijk afval (Artikel 11 Besluit van 19 september 1991 van <strong>de</strong> Executieve van het<br />

Brusselse Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>ring van gevaarlijke<br />

afvalstoffen)<br />

Verzekeringsverplichting voor erken<strong>de</strong> verwerkingsorganismen van<br />

verpakkingsafval ter <strong>de</strong>kking van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die uit <strong>de</strong>ze activiteiten kan<br />

voortvloeien (Artikel 12 samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> preventie<br />

en het beheer van verpakkingsafval, goedgekeurd bij Ordonnantie dd. 30 januari 1997 en<br />

inmid<strong>de</strong>ls vervangen door het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008)<br />

Wanneer <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m verontreinigd is, kan het Brussels Instituut voor Milieubeheer<br />

(BIM) eisen dat zekerhe<strong>de</strong>n, bankgaranties of verzekeringen wor<strong>de</strong>n gesteld<br />

tenein<strong>de</strong> te verzekeren dat <strong>de</strong> nodige maatregelen wor<strong>de</strong>n uitgevoerd (artikel 21<br />

Ordonnantie 13 mei 2004 betreffen<strong>de</strong> het beheer van verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 157


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

D. Wetgeving in het Waalse Gewest<br />

Verplichte borgsom of een gelijkwaardige verzekering voor <strong>de</strong> invoer<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong><br />

uitvoer<strong>de</strong>rs van afvalstoffen (Artikel 8 Besluit 9 juni 1994 van <strong>de</strong> Waalse Regering tot<br />

toepassing van Veror<strong>de</strong>ning (EEG) nr. 259/93 van <strong>de</strong> Raad van 1 februari 1993 betreffen<strong>de</strong><br />

toezicht en controle op <strong>de</strong> overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit <strong>de</strong> Europese<br />

Gemeenschap)<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor <strong>de</strong> uitbater van een<br />

stortplaats (Artikel 4, 28 en 29 Besluit dd. 23 juli 1987 van <strong>de</strong> Waalse Gewestexecutieve met<br />

betrekking tot <strong>de</strong> gecontroleer<strong>de</strong> stortplaatsen)<br />

Verzekeringsverplichting voor erken<strong>de</strong> verwerkingsorganismen van<br />

verpakkingsafval ter <strong>de</strong>kking van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> die uit <strong>de</strong>ze activiteiten kan<br />

voortvloeien (Artikel 12 samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> preventie<br />

en het beheer van verpakkingsafval, goedgekeurd bij Decreet dd. 16 januari 1997 en<br />

inmid<strong>de</strong>ls vervangen door het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008)<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor exploitanten van<br />

hergroeperings-, voorbehan<strong>de</strong>lings-, verwij<strong>de</strong>rings- of valorisatieinstallatie van<br />

giftige of gevaarlijke afvalstoffen (Artikel 9 en 47 Besluit 9 april 1992 van <strong>de</strong> Waalse<br />

Gewestexecutieve betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> giftige en gevaarlijke afvalstoffen)<br />

Een milieuvergunning kan slechts wor<strong>de</strong>n bekomen indien <strong>de</strong> exploitant een<br />

verzekeringspolis on<strong>de</strong>rschrijft.<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor ophalers en vervoer<strong>de</strong>rs<br />

van giftige of gevaarlijke afvalstoffen (Artikel 32 Besluit 9 april 1992 van <strong>de</strong> Waalse<br />

Gewestexecutieve betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> giftige en gevaarlijke afvalstoffen)<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor exploitanten van<br />

hergroeperings-, voorbehan<strong>de</strong>lings-, verwij<strong>de</strong>rings- of van een nuttige<br />

toepassingsinstallatie van afgewerkte olie (Artikel 6 en 11 Besluit 9 april 1992 van <strong>de</strong><br />

Waalse Gewestexecutieve betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> afgewerkte olie)<br />

Verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor ophalers en vervoer<strong>de</strong>rs<br />

van afgewerkte olie (Artikel 8-10 Besluit 9 april 1992 van <strong>de</strong> Waalse Gewestexecutieve<br />

betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> afgewerkte olie)<br />

Wanneer een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek heeft uitgewezen dat <strong>de</strong> grond<br />

verontreinigd is, kan <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> instantie <strong>de</strong> saneringsplichtige verplichten een<br />

financiële zekerheid te stellen (artikel 33 Decreet 1 april 2004 tot sanering van<br />

verontreinig<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms)<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 158


Lexicon<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.1. Verzekeringsterminologie<br />

Foutaansprakelijkheid (artikelen 1382 e.v. Burgerlijk wetboek)<br />

Foutaansprakelijkheid betekent dat er een fout, scha<strong>de</strong> en een oorzakelijk verband tussen bei<strong>de</strong> moet<br />

wor<strong>de</strong>n aangetoond vooraleer iemand (persoon of bedrijf) aansprakelijk kan gesteld wor<strong>de</strong>n.<br />

Foutloze of objectieve aansprakelijkheid<br />

Foutloze of objectieve aansprakelijkheid (bijvoorbeeld artikel 544 Burgerlijk wetboek) betekent dat<br />

men aansprakelijk kan gesteld wor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r dat men een foutieve han<strong>de</strong>ling heeft gesteld.<br />

Verzekeringsnemer<br />

De verzekeringsnemer is <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong> verzekering afsluit. De verzekeringsnemer kan zowel een<br />

vennootschap zijn, een vereniging of een natuurlijke persoon.<br />

Verzeker<strong>de</strong> entiteiten<br />

In zaakscha<strong>de</strong>verzekeringen wor<strong>de</strong>n verzeker<strong>de</strong> entiteiten aangegeven; dit zijn <strong>de</strong> locaties waarvoor<br />

<strong>de</strong> verzekering geldt. Ook in milieuverzekeringen komen verzeker<strong>de</strong> entiteiten of verzeker<strong>de</strong> locaties<br />

aan bod.<br />

Verzeker<strong>de</strong> activiteiten<br />

In aansprakelijkheidspolissen zijn <strong>de</strong> activiteiten waarvoor <strong>de</strong> polis geldt beschreven in <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re<br />

voorwaar<strong>de</strong>n; dit geldt ook voor beroepsaansprakelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Verzeker<strong>de</strong> personen<br />

De verzeker<strong>de</strong> personen zijn <strong>de</strong> personen die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> polis verzekerd zijn.<br />

Der<strong>de</strong><br />

Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> is ie<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong>.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 159


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Totale limiet (aggregate limit)<br />

Dit is het verzekerd kapitaal; <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> kan geen hogere aanspraak maken dan <strong>de</strong> limiet van <strong>de</strong><br />

polis (met uitzon<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>digingskosten, <strong>de</strong> reddingskosten en <strong>de</strong> kosten en interesten,<br />

bepaald volgens <strong>de</strong> wet op <strong>de</strong> landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992, B.S. 20 augustus<br />

1992).<br />

Sublimiet<br />

Voor welbepaal<strong>de</strong> activiteiten, entiteiten, … kan een sublimiet gel<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> kan geen hogere<br />

aanspraak maken voor dit <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>de</strong>kking dan <strong>de</strong> sublimiet van <strong>de</strong> polis aangeeft.<br />

Limiet per scha<strong>de</strong>geval<br />

Dit is <strong>de</strong> beperking van aanspraak per scha<strong>de</strong>geval; <strong>de</strong> limiet per scha<strong>de</strong>geval kan ook gelijk zijn aan<br />

<strong>de</strong> totale limiet.<br />

Vrijstelling of franchise<br />

Dit is het bedrag dat <strong>de</strong> verzekeraar niet wenst te betalen (<strong>de</strong> vrijstelling wordt ook wel eens “eigen<br />

risico” genoemd).<br />

Eigen behoud<br />

Het eigen behoud in zijn zuivere zin is dat <strong>de</strong>el van het risico dat niet verzekerd is; het omvat <strong>de</strong><br />

vrijstelling, maar omvat tevens hetgeen is uitgesloten uit <strong>de</strong> polistekst.<br />

Inceptiedatum of aanvangsdatum<br />

Dit: is <strong>de</strong> datum van inwerkingtreding van het verzekeringscontract.<br />

Continuïteits- of hernieuwingsdatum<br />

Dit: is <strong>de</strong> datum waarop het verzekeringscontract hernieuwd dient te wor<strong>de</strong>n, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

verzeker<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> polis is vervallen.<br />

Verzeker<strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

De verzeker<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> is <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van geldigheid van <strong>de</strong> verzekerings<strong>de</strong>kking.<br />

Uitsluitingen<br />

Dit zijn uit <strong>de</strong> verzekerings<strong>de</strong>kking uitgesloten scha<strong>de</strong>gevallen.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 160


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Lichamelijke scha<strong>de</strong><br />

Dit zijn allerlei lichamelijke (of mentale) aandoeningen, met inbegrip van het overlij<strong>de</strong>n als gevolg<br />

daarvan.<br />

Materiële of stoffelijke scha<strong>de</strong><br />

De fysieke beschadiging of vernieling van goe<strong>de</strong>ren.<br />

Immateriële scha<strong>de</strong><br />

Dit is <strong>de</strong> financiële scha<strong>de</strong>.<br />

Immateriële gevolgscha<strong>de</strong><br />

Dit iss <strong>de</strong> financiële scha<strong>de</strong> die het gevolg is van een ge<strong>de</strong>kte lichamelijke of stoffelijke scha<strong>de</strong>.<br />

Reddingskosten<br />

Overeenkomstig artikel 52 van <strong>de</strong> wet op <strong>de</strong> landverzekeringsovereenkomst zijn dit <strong>de</strong> kosten die<br />

voortvloeien uit :<br />

<strong>de</strong> door <strong>de</strong> verzekeraar gevraag<strong>de</strong> maatregelen om <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> te voorkomen<br />

of te beperken ;<br />

<strong>de</strong> maatregelen die re<strong>de</strong>lijkerwijs, als goe<strong>de</strong> huisva<strong>de</strong>r, door <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> uit eigen<br />

beweging wor<strong>de</strong>n genomen om <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> te voorkomen of om <strong>de</strong> gevolgen ervan te<br />

voorkomen of te beperken, op voorwaar<strong>de</strong> dat die maatregelen dringend zijn (dat wil zeggen<br />

dat <strong>de</strong> verzeker<strong>de</strong> ze onverwijld moet nemen en niet <strong>de</strong> mogelijkheid heeft eerst <strong>de</strong><br />

verzekeraar te verwittigen en zijn akkoord te vragen, zon<strong>de</strong>r zijn belangen te scha<strong>de</strong>n). Als<br />

het gaat om maatregelen ter voorkoming van een scha<strong>de</strong>geval, moet er bovendien een<br />

dreigend gevaar zijn (dat wil zeggen dat als <strong>de</strong> maatregelen niet wor<strong>de</strong>n genomen, er op zeer<br />

korte termijn een scha<strong>de</strong>geval zal gebeuren).<br />

Ver<strong>de</strong>digingskosten<br />

<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>digingskosten zijn <strong>de</strong> kosten die binnen het verzekeringscontract dienen gedragen te wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> verzekeraar ter ver<strong>de</strong>diging van zijn verzekeringsnemer (dit zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> kosten voor<br />

advocaten en experten alsme<strong>de</strong> <strong>de</strong> gerechtskosten in geval van geschil).<br />

Acci<strong>de</strong>ntele verontreiniging<br />

Dit is verontreiniging waarvan <strong>de</strong> oorzaak acci<strong>de</strong>nteel is.<br />

Graduele verontreiniging<br />

Dit is verontreiniging waarvan <strong>de</strong> oorzaak gradueel is.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 161


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

A.2. Vlaams Gewest<br />

Verontreiniging<br />

Verontreiniging : door <strong>de</strong> mens veroorzaakte aanwezigheid van verontreinigingsfactoren in atmosfeer,<br />

bo<strong>de</strong>m of water die <strong>de</strong> mens of het milieu op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze na<strong>de</strong>lig<br />

beïnvloedt of kan beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />

Bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

Bo<strong>de</strong>mverontreiniging : <strong>de</strong> aanwezigheid van stoffen en organismen, veroorzaakt door menselijke<br />

activiteiten, op of in <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m, die <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m op rechtstreekse of onrechtstreekse<br />

wijze na<strong>de</strong>lig (kunnen) beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />

Historische bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

Dit is <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging tot stand gekomen voor 29 oktober 1995 (d. i. <strong>de</strong> datum van<br />

inwerkingtreding van het Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet) ;<br />

Nieuwe bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

Dit is <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging tot stand gekomen vanaf 29 oktober 1995 ;<br />

Gemeng<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging : bo<strong>de</strong>mverontreiniging <strong>de</strong>els tot stand gekomen voor en <strong>de</strong>els<br />

vanaf 29 oktober 1995.<br />

Bo<strong>de</strong>mverontreiniging die een ernstige bedreiging vormt<br />

Bo<strong>de</strong>mverontreiniging die een ernstige bedreiging vormt : die gevallen van bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

waar contact met <strong>de</strong> verontreiniging makkelijk of reëel is, in die mate dat dit kan lei<strong>de</strong>n tot zekere of<br />

waarschijnlijke scha<strong>de</strong>lijke gevolgen voor <strong>de</strong> gezondheid van mens, dier, plant of <strong>de</strong> gevallen die<br />

waterwinningen (openbaar of privaat) of <strong>de</strong> algemene kwaliteit van het grondwater ernstig na<strong>de</strong>lig<br />

kan beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />

Emissie<br />

Emissie is elke inbreng door <strong>de</strong> mens van verontreinigingsfactoren in <strong>de</strong> atmosfeer, <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m of het<br />

water.<br />

Immissie<br />

Immissie is <strong>de</strong> wijziging van <strong>de</strong> aanwezigheid van verontreinigingsfactoren in atmosfeer, bo<strong>de</strong>m of<br />

water rond één of meer bronnen van verontreiniging ten gevolge van emissies uit <strong>de</strong>ze bron of<br />

bronnen.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 162


Bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek<br />

Een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek heeft tot doel uit te maken of er ernstige aanwijzingen zijn voor <strong>de</strong><br />

aanwezigheid van bo<strong>de</strong>mverontreiniging op bepaal<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n.<br />

Beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek<br />

Een beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek heeft tot doel <strong>de</strong> ernst van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging vast te<br />

stellen. Dit on<strong>de</strong>rzoek wordt pas uitgevoerd indien OVAM van oor<strong>de</strong>el is dat er ernstige aanwijzingen<br />

zijn dat <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mverontreiniging <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringsnormen overschrijdt of dreigt te overschrij<strong>de</strong>n.<br />

Bo<strong>de</strong>msaneringsnorm<br />

Nieuwe bo<strong>de</strong>mverontreiniging dient te wor<strong>de</strong>n gesaneerd wanneer <strong>de</strong>ze norm wordt overschre<strong>de</strong>n.<br />

Deze normen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Vlaamse Regering vastgesteld en opgenomen in bijlage 4 bij VLAREBO.<br />

Behan<strong>de</strong>ling van bo<strong>de</strong>mverontreiniging<br />

Dit omvat het wegnemen, neutraliseren, immobiliseren, isoleren of afschermen van <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mverontreiniging (en/of van <strong>de</strong> negatieve effecten ervan).<br />

Bo<strong>de</strong>msanering<br />

Dit omvat <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van bo<strong>de</strong>mverontreiniging door het opstellen en uitvoeren van een<br />

beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek zoals bepaald in art. 13 Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet, het opstellen van een<br />

bo<strong>de</strong>msaneringsproject (art. 16), het uitvoeren van bo<strong>de</strong>msaneringswerken en het eventueel<br />

verzekeren van <strong>de</strong> nazorg.<br />

Risicobeheer<br />

Risicobeheer heeft tot doel <strong>de</strong> risico‟s verbon<strong>de</strong>n aan een ernstige historische bo<strong>de</strong>mverontreiniging te<br />

beheersen door het opstellen van een risicobeheersplan, het uitvoeren van risicobeheersmaatregelen<br />

en het opstellen van opvolgingsrapporten.<br />

Bo<strong>de</strong>msaneringsproject<br />

Een bo<strong>de</strong>msaneringsproject heeft tot doel na te gaan hoe een bo<strong>de</strong>mverontreiniging kan gesaneerd<br />

wor<strong>de</strong>n, binnen welke termijnen en tegen welke budgetten.<br />

Nazorg<br />

Nazorg heeft tot doel na te gaan of na een uitgevoerd bo<strong>de</strong>msaneringsproject er al dan niet residuele<br />

verontreiniging aanwezig is (m.a.w. of <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering goed is uitgevoerd).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 163


Grondverzet<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Grondverzet: omvat <strong>de</strong> regeling op basis waarvan uitgegraven grond slechts kan wor<strong>de</strong>n gebruikt als<br />

bo<strong>de</strong>m of aks bouwstof mits <strong>de</strong> grond aan bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voldoet.<br />

Bo<strong>de</strong>mbeheerrapport<br />

Dit rapport wordt opgesteld door een bo<strong>de</strong>mbeheerorganisatie in het ka<strong>de</strong>r van het grondverzet<br />

waarin <strong>de</strong> conformiteit van<strong>de</strong> uitgegraven bo<strong>de</strong>m met <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor het beoog<strong>de</strong> gebruik<br />

wor<strong>de</strong>n geattesteerd.<br />

Gebruikscertificaat<br />

Het gebruikscertificaat: attest dat bevestigt dat <strong>de</strong> afvalstoffen in aanmerking komen voor gebruik als<br />

secundaire grondstof.<br />

Achtergrondwaar<strong>de</strong>n<br />

Dit is <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mkwaliteit die bereikt dient te wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> sanering. Dit is niet noodzakelijk volledig<br />

zuivere grond. Er is een getolereer<strong>de</strong> graad van verontreiniging van <strong>de</strong> grond, afhankelijk van <strong>de</strong><br />

streek en van <strong>de</strong> bestemming van <strong>de</strong> grond. Deze waar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Vlaamse Regering<br />

vastgesteld en opgenomen in bijlage 6 van het VLAREBO.<br />

Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundige<br />

Dit is een onafhankelijke <strong>de</strong>skundige, erkend door <strong>de</strong> Vlaamse Regering voor <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong><br />

opdrachten die in het Bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>creet wor<strong>de</strong>n bepaald.<br />

Er zijn twee soorten bo<strong>de</strong>msanerings<strong>de</strong>skundigen :<br />

type 1 : <strong>de</strong>ze mag het uitvoeren van een oriënterend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek lei<strong>de</strong>n alsook <strong>de</strong> opstelling van<br />

een voorstel van een beschrijvend bo<strong>de</strong>mon<strong>de</strong>rzoek en het uitvoeren van een beschrijvend<br />

on<strong>de</strong>rzoek ;<br />

type 2 : <strong>de</strong>ze mag, bovenop <strong>de</strong> taken van <strong>de</strong> type 1-erkenning, <strong>de</strong> leiding voeren over <strong>de</strong> opstelling<br />

en <strong>de</strong> uitvoering van een bo<strong>de</strong>msaneringsproject en van <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msaneringswerken.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 164


Milieu<strong>de</strong>skundige<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Dit is een <strong>de</strong>skundige die door <strong>de</strong> Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu erkend is voor een of<br />

meer<strong>de</strong>re van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> disciplines:<br />

mens,<br />

fauna en flora,<br />

bo<strong>de</strong>m,<br />

water,<br />

lucht,<br />

licht, warmte en stralingen,<br />

geluid en trillingen,<br />

klimaat,<br />

monumenten en landschappen en materiële goe<strong>de</strong>ren in het algemeen.<br />

Informatie over erken<strong>de</strong> milieu<strong>de</strong>skundigen (ook "VLAREM II-<strong>de</strong>skundigen" genaamd) kan wor<strong>de</strong>n<br />

gevon<strong>de</strong>n in hoofdstuk 1.3 van VLAREM II.<br />

Milieucoördinator<br />

Milieucoördinator : <strong>de</strong> meeste klasse 1 inrichtingen zijn verplicht een milieucoördinator aan te stellen<br />

met als doel duurzame produktiepatronen na te streven en <strong>de</strong> milieubelasting van een bedrijf in al zijn<br />

aspecten te beheersen en te beperken tenein<strong>de</strong> bij te dragen tot het bereiken van <strong>de</strong> doelstellingen<br />

zoals omschreven in artikel 1.2.1. van het <strong>de</strong>creet van 5 april 1995 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> algemene bepalingen<br />

inzake milieubeleid (DABM) (BS 3 juni 1995). Deze verplichting vloeit voort uit artikel 3.2.1. van Titel<br />

III „Bedrijfsinterne milieuzorg‟ van het DABM (BS 14 juli 1995).<br />

Interne milieucoördinator<br />

Dit is een werknemer van <strong>de</strong> exploitant.<br />

Externe milieucoördinator<br />

Dit is geen werknemer van <strong>de</strong> exploitant.<br />

MER<br />

Milieueffectrapport.<br />

BATNEEC<br />

„best available technology not entailing excessive costs‟, vertaald : maatregelen die overeenstemmen<br />

met <strong>de</strong> stand van <strong>de</strong> techniek en die geen onre<strong>de</strong>lijk hoge kosten meebrengen. Dit beginsel wordt<br />

tevens aangeduid met <strong>de</strong> afkorting BBT (best beschikbare techniek).<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 165


OVAM<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, adviesverlenen<strong>de</strong> overheid.<br />

VMM<br />

Vlaamse Milieumaatschappij, adviesverlenen<strong>de</strong> overheid.<br />

AMINAL<br />

Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer.<br />

Vlarem I<br />

Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunning.<br />

Vlarem II<br />

Besluit hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>de</strong> algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne.<br />

Vlarebo<br />

Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msanering.<br />

Vlarea<br />

Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer.<br />

Watertoets<br />

De watertoets is een instrument dat <strong>de</strong> overheid moet hanteren om waterhuishoudkundige belangen<br />

in het beoor<strong>de</strong>lingsproces van <strong>de</strong> vergunning of een plan te betrekken. Indien door het te vergunnen<br />

project of <strong>de</strong> planingreep scha<strong>de</strong>lijke effecten kunnen wor<strong>de</strong>n veroorzaakt aan het watersysteem<br />

moet <strong>de</strong> overheid voorwaar<strong>de</strong>n opleggen om <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> te voorkomen, te mil<strong>de</strong>ren, te herstellen of te<br />

compenseren, en indien dit niet mogelijk is moet men <strong>de</strong> vergunning of <strong>de</strong> goedkeuring van het plan<br />

weigeren.<br />

Natuurtoets<br />

Dit is een instrument dat <strong>de</strong> overheid moet hanteren om natuurbelangen in het beoor<strong>de</strong>lingsproces<br />

van <strong>de</strong> vergunning te betrekken. Indien het te vergunnen project (vermijdbare) scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> natuur<br />

kan veroorzaken moet <strong>de</strong> overheid voorwaar<strong>de</strong>n opleggen om <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> te voorkomen, te mil<strong>de</strong>ren,<br />

te herstellen of te compenseren, en indien dit niet mogelijk is moet men <strong>de</strong> vergunning weigeren.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 166


habitattoets<br />

Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

“Passen<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling” die men moet uitvoeren indien een project of plan significante scha<strong>de</strong><br />

veroorzaakt aan een speciale beschermingszone afgebakend op basis van <strong>de</strong> Vogelrichtlijn of<br />

habitatrichtlijn.<br />

BWK<br />

Biologische Waar<strong>de</strong>ringskaart.<br />

EPB<br />

Energieprestatieregeling.<br />

REACH<br />

REACH is een systeem voor registratie, evaluatie en toelating van chemische stoffen die in <strong>de</strong><br />

Europese Unie geproduceerd of geïmporteerd wor<strong>de</strong>n. De naam 'REACH' betekent Registration,<br />

Evaluation and Authorisation of CHemicals.<br />

TOP<br />

Tij<strong>de</strong>lijke Opslagplaats<br />

KGA<br />

Klein Gevaarlijk Afval<br />

RSV<br />

Ruimtelijk Structuurplan Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

RUP<br />

Ruimtelijk Uitvoeringsplan<br />

APA<br />

Algemeen Plan van Aanleg<br />

BPA<br />

Bijzon<strong>de</strong>r Plan van Aanleg<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 167


Informatiebrochure Milieu & verzekeringen voor bedrijven - Editie januari 2010<br />

B.3. Waals Gewest<br />

C.W.A.T.U.P.<br />

Co<strong>de</strong> wallon <strong>de</strong> l‟aménagement du territoire, <strong>de</strong> l‟urbanisme et du patrimoine.<br />

S.W.D.E.<br />

Société Wallonne <strong>de</strong>s Distributions d‟Eau.<br />

SPAQUE<br />

Société Publique d‟Ai<strong>de</strong> à la Qualité <strong>de</strong> l‟Environnement.<br />

S.P.G.E.<br />

Société Publique <strong>de</strong> Gestion <strong>de</strong> l‟Eau.<br />

O.W.D.<br />

Office Wallon <strong>de</strong>s Déchets<br />

COPIDEC<br />

Conférence Permanente <strong>de</strong>s Intercommunales wallones <strong>de</strong> Gestion <strong>de</strong>s Déchets.<br />

B.4. Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest<br />

B.I.M.<br />

Brussels Instituut voor Milieubeheer<br />

I.B.G.E.<br />

Institut Bruxellois pour la Gestion <strong>de</strong> l‟Environnement.<br />

Beroepsvereniging van Verzekeringson<strong>de</strong>rnemingen Pagina 168

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!