ACTIVITEITENVERSLAG 2002 - Favv
64 2.4.1.1.2. Opslagplaatsen Op 31 december 2000 waren 315 opslagplaatsen erkend voor het intracommunautaire handelsverkeer (EG), op 31 december 2001 waren dit er 313 en op 31 december 2002 bedroeg het aantal 327. Op 31 december 2000 waren 44 opslagplaatsen erkend voor de nationale markt (geringe capaciteit), op 31 december 2001 waren dit er 47 en op 31 december 2002 waren het er 56. Dit stijgend aantal valt wellicht ondermeer te verklaren door de relatief recente invoering van dit type inrichting. Tabel 2.18 : Erkenningen inzake opslagplaatsen Opslagplaats EEG 2.4.1.1.3. Vleesverwerkende inrichtingen Opslagplaats geringe capaciteit Antwerpen 64 7 West-Vlaanderen 56 9 Oost-Vlaanderen 68 5 Limburg & Vlaams-Brabant 51 26 Luik & Luxemburg 26 3 Namen & Henegouwen & Waals-Brabant 62 6 Totaal 327 56 Tabel 2.19 toont aan dat het aantal inrichtingen dat erkend was voor de vervaardiging van vleesproducten (activiteit 3), van vleesbereidingen (activiteit 4) en van gehakt vlees (activiteit 5) de afgelopen jaren gestadig afnam. Het aantal inrichtingen dat erkend was voor het smelten van dierlijke vetten (activiteit 41), voor de behandeling van darmen, magen of blazen (activiteit 43) of voor de productie van extracten, meel of poeder van vlees, bloed of serum bestemd voor menselijke consumptie (activiteit 42) bleef de afgelopen jaren min of meer status quo.
Tabel 2.19 : Evolutie van het aantal erkenningen per activiteit 31 december 2000 31 december 2001 31 december 2002 Activiteit 3 Activiteit 4 Activiteit 5 Activiteit 41 Activiteit 42 Activiteit 43 Totaal 558 205 86 14 6 28 897 542 208 80 14 6 29 879 528 199 78 14 7 31 857 De afname van het aantal erkende inrichtingen voor de vervaardiging van vleesproducten is vooral te wijten aan stopzettingen van de activiteiten (faillissementen, verplaatsing van de activiteiten naar een andere locatie,…). Van 16 inrichtingen werd de erkenning opgeschort of ingetrokken wegens inbreuken op de vigerende wetgeving. 2.4.1.2. Algemene gegevens keuringen grootvee 2.4.1.2.1. Ter keuring aangeboden slachtdieren Alle slachtdieren (runderen, schapen, geiten, varkens en éénhoevigen) moeten vóór en na de slachting aan een keuringsonderzoek worden onderworpen (20) (21). Het primaire doel van de keuring is het waarborgen van de bescherming van de volksgezondheid door het opsporen en het uitsluiten voor menselijke consumptie van vlees dat pathologische en anatomische abnormaliteiten vertoont, dat besmet is met ziekteverwekkers of dat residuen bevat van diergeneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen of contaminanten. In tabel 2.20 is het aantal in 2002 geslachte dieren weergegeven, met het aandeel goedgekeurde en afgekeurde karkassen. Dierenvoeders, dierengezondheid, dierlijke producten 65
ACTIVITEITENVERSLAG 2002 Federaal A
2 Colofon Verantwoordelijke uitgeve
hoofdstuk 2 2. Dierenvoeders, diere
hoofdstuk 3 3. Planten, meststoff e
hoofdstuk Bijlagen : 5. Het FAVV en
12 Horizontale activiteiten
114 Opgespoorde kiem Aantal monster
116 4.2.7. Vis die rauw wordt geget
118 4.2.9. Bereide salades Dit prog
120 Tabel 4.22 : Pathogene kiemen i
Chloormequat Babyvoeding met peer 1
124 Tabel 4.25 : In plantaardige pr
126 Wanneer monsters werden genomen
128 • de verplichting om, bij ont
130 Tabel 4.29 : Algemene hygiëne
132 4.5.1.2. Rust- en verzorgingste
134 4.5.1.3. Ziekenhuizen In 2002 w
136 4.5.1.4. Kinderdagverblijven In
138 Tabel 4.37 : Globaal overzicht
140 Tabel 4.39 : Veiligheidsprocedu
142 Tabel 4.42 : Veiligheidsprocedu
144 In het kader van dit programma
146 Het FAVV en de laboratoria
148 5.2. De FAVV-laboratoria Figuur
150 Tabel 5.2 geeft een overzicht v
152 5.3.1. Referentielaboratorium v
154 Bijlagen Bijlage 1 : Samenstell
156
158 Bijlage 3 : Lijst van gebruikte
160
ACTIVITEITENVERSLAG 2002 Federaal A