13.10.2013 Views

Lees verder (PDF) - VTi

Lees verder (PDF) - VTi

Lees verder (PDF) - VTi

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

UIT LIEFDE VOOR DE TAAL<br />

WORKS BY 3/1 - JEAN-LUC DUCOURT<br />

LIEVE DIERCKX<br />

De nieuwste productie van choreograaf Jean Luc Ducourt zet ik nu al op de shortlist om<br />

geboekstaafd te worden als hét werk dat in Vlaanderen een nieuwe appreciatie van<br />

hedendaagse dans voor ballet consolideert. Geen ironie of neerbuigende kritiek maar een<br />

aandachtige omtrekkende beweging rond de fundamenten van de ‘klassieke’ ballettaal is het<br />

uitgangspunt voor Works by 3/1, een rijke voorstelling, gegoten in een tijdloze compositie.<br />

Eén ballerina en drie mannelijke balletdansers voeren in contrapunt combinaties uit van<br />

geabstraheerde balletpassen. Hun repetitieve bewegingssequensen zijn de motor die<br />

geleidelijk, doorheen de voorstelling, historische evoluties in dans schijnbaar organisch<br />

zichtbaar maken. Het levert in dit geval een bezwerende voorstelling op, en een ongewoon<br />

beeld van ‘zachte’ balletlichamen.<br />

TRANSPARANTIE<br />

Terwijl de toeschouwers hun zitjes zoeken, warmen de vier dansers op het podium hun<br />

lichamen op met stretchoefeningen. Er zijn nog net geen barres maar het geheel ademt<br />

balletsfeer uit. Later, als de voorstelling officieel begint, verspreiden de drie mannelijke dansers<br />

zich over het podium in enchaînements van grands jetés en pas de bourrée met ruime,<br />

maniëristisch aandoende ports de bras. U zal zien, ook de semantiek moet in wat volgt zijn nut<br />

bewijzen. Een ballerina op spitzen behoudt zich de finale entrée voor. Het decor is kaal: achter<br />

en opzij hangen alleen enkele verticale doeken in drie kleuren: groen, felgeel en zwart. Ze<br />

dienen gelijk ook als coulissen. De belichting is messcherp: uit een verticale, aaneengesloten<br />

baan van neonlampen schijnt van bovenaf hard licht. Zo fel dat ook de toeschouwersruimte in<br />

halflicht baadt. Uit de luidsprekers klinkt Glenn Gould die Van Beethovens Pastorale op piano<br />

uitvoert, zoals diens tijdgenoot Franz Liszt ze van symfonie naar klavier transcribeerde. Ducourt<br />

maakt met deze muziek en deze uitvoering een duidelijke keuze voor transparantie, voor een<br />

zekere afstandelijkheid en objectivering.<br />

Hetzelfde geldt voor de dans. Waar het om gaat, is het vocabularium van ballet, niet meer of<br />

niet minder. De dansers rijgen naakte balletpassen en sprongen, zo uit de oefenzaal, aaneen in<br />

repetitieve, vaak diagonale verplaatsingen over de hele ruimte van de podiumvloer. Als een<br />

zachte heelmeester injecteert Ducourt hun klassieke passen met intussen evenzeer klassiek<br />

geworden postmoderne middelen. Zo wordt in het eerste deel de neutraliteit nog aangescherpt<br />

door bewegingssequensen uitgevoerd op basis van toevalsprocedures zoals Merce<br />

Cunningham en zijn kompaan John Cage ze in de jaren vijftig van de vorige eeuw voor het eerst<br />

in dans introduceerden. Dat houdt in dat de volgorde van vooraf bepaalde bewegingsfrasen<br />

afhangt van, zoals dat heet, aleatoire middelen. Dobbelstenen, een orakelboek of interactieve<br />

grafische computersoftware, het kan allemaal dienen als middel om het toeval te laten spelen.<br />

In dit geval kregen de vier dansers elk een verschillende serie bewegingen als opdracht mee,<br />

maar de volgorde waarin ze die uitvoeren bepalen ze zelf, afhankelijk bijvoorbeeld van<br />

obstakels die ze tegenkomen, een muur, of de bewegingen van de andere dansers. Tijdens de<br />

voorstelling zelf zijn ze voortdurend bezig met beslissingen nemen – al hun concentratie is<br />

gericht op op de dans, niet op uiterlijkheden. Zo vallen er nog enkele postmoderne<br />

basisprincipes te ontwaren in Works by 3/1: elke beweging is even belangrijk als de vorige en<br />

de volgende. Hetzelfde voor de afkeer van psychologisering of expressionisme.<br />

Alles samen zorgen deze postmoderne injecties in Works by 3/1 voor een abstract ogende<br />

compositie, zonder narratieve logica en gestript van het geringste zweempje emotie in de<br />

uitvoering. Het aanvankelijk felle licht en het uiterst sobere decor maken het plaatje compleet:<br />

als toeschouwer krijg je een indruk van strikte objectiviteit.<br />

De blik die Ducourt ons biedt op ballet is wellicht des te neutraler omdat hij zelf een leek is in<br />

klassieke dans. Hij is een product bij uitstek van de hedendaagse strekking - in Vlaanderen<br />

staat hij geboekstaafd als de eerste mannelijke danser bij Rosas, waar hij in 1987 arriveerde.<br />

1/3


Midden jaren 1990 zou Ducourt zich meer toeleggen op lichtdesign en ging hij<br />

samenwerkingsverbanden aan met beeldende kunstenaars en theatermakers. Vanuit dat circuit<br />

zette hij in 2001 in Salzburg een grafische tentoonstelling op met eigen werk waarin hij voor het<br />

eerst aan de slag ging met het balletidioom, toen nog tweedimensionaal. Op de vier wanden<br />

van een tentoonstellingsruimte had hij tekeningen aangebracht met telkens andere series van<br />

een veertigtal elementaire balletpassen. Een speciale inkt maakte dat ze zich alleen onder UVlicht<br />

blootgaven, heel langzaam. Net dat verborgen, aleatoire potentieel, de rijkdom aan<br />

mogelijke combinaties van balletmateriaal is wat Ducourt mateloos boeit. Balletidioom als een<br />

soort DNA waarrond materie, dans in dit geval, zich vormt.<br />

DISSECTIE VAN ILLUSIES<br />

Dat concept van balletpassen als bouwstenen werkt de choreograaf in Works by 3/1 <strong>verder</strong> uit.<br />

De postmoderne setting waarin hij ze van meet af plaatst, is het vertrekpunt voor subtiele<br />

verschuivingen die op hun beurt gelezen kunnen worden als commentaren.<br />

De verticaliteit van het klassieke ballet bijvoorbeeld, waar alles op gericht is op ontstijgen, houdt<br />

in Works by 3/1 niet lang stand. In de loop van deel één verleggen de dansers geleidelijk het<br />

zwaartepunt van (ballet)beweging alsmaar lager, van hoge naar lage armen, van torso naar<br />

steeds meer beenwerk. Het resultaat is meer aarding en lichamen als brug tussen hoog en<br />

laag, een op oosterse leest geschoeid idee. Ook de klassieke diagonalen waarmee de dansers<br />

aanvankelijk op ruime afstand van elkaar de scène bespelen, evolueren later naar steeds<br />

kleinere cirkels tussen de drie mannelijke dansers. Hun repetitieve balletwentelingen gaan lijken<br />

op zuivere fysica tussen elementaire deeltjes – een fenomeen dat in volgehouden abstractie<br />

maar ook in improvisatiedans schijnbaar als vanzelf ontstaat.<br />

Tijdens hun parcours maken de dansers in de open coulissen komaf met formaliteiten. Ze<br />

gooien hun shirt in een hoek of gaan wat drinken. Tot slot moet ook de mythe van de ballerina<br />

eraan geloven. Heel het eerste deel heeft ze op spitzen, in sierlijke arabesques en pirouettes,<br />

haar status van efemeer wezen bewezen, maar aan het eind komt ze naast de mannen op een<br />

rij staan. Waaruit ze democratisch, alle vier tegelijk, uitbreken. Op het ogenblik dat de groene<br />

verticale panden naar beneden vallen – de zwarte en de gele blijven – betekent dat het einde<br />

van deel één. Omgekeerd evenredig aan de dissectie van illusies, is intussen op het podium het<br />

harde neonlicht in drie fasen steeds geler en intiemer geworden.<br />

Niet alleen in de compositie draagt Works by 3/1 het idee van ballettaal als bouwmateriaal in<br />

zich. Ik kijk geboeid hoe de individuele danserslichamen zich tot dat ballet-DNA verhouden. De<br />

oefening begint al in de aard van hun lijven. Waar in ballet traditioneel gestreefd wordt naar<br />

uniformisering van lichamen, staan hier, wat de mannen betreft, compleet verschillende<br />

lichaamstypes naast elkaar. Eén lange, dunne danser (Rob Fordeyn), één van middelmatige<br />

lengte (Christophe Carpentier) en één kleinere, maar zeer gespierd (Ashley Chen). De<br />

danseres, Anne-Linn Akselsen, is in deze voorstelling een geval apart. Ze vervangt op het<br />

laatste moment de Poolse klassieke ballerina Aneta Zbrzezniak, die verstek moest geven. In<br />

goed twee dagen heeft Akselsen haar rol ingestudeerd, een helse klus die ze met onberispelijk<br />

resultaat uitvoert.<br />

Maar het is vooral intrigerend hoe deze danslichamen zich tonen als ‘zachte’ lichamen, hoe ze<br />

er in slagen om zich temidden van alle balletpassen lijfelijk niet te vereenzelvigen met het<br />

habitus van hun balletachtergrond. En die is er wel. De mannelijke dansers hebben alledrie een<br />

lange, voltijdse balletopleiding achter de rug. Ik ga wel eens kijken naar de Coupe Maison van<br />

het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, een avond met korte choreografieën gemaakt door de<br />

dansers van het gezelschap zelf. Hun werk is vaak commentaar op ‘het’ ballet, ze gaan voluit<br />

voor postmoderne en hedendaagse elementen, of voor improvisatie – maar nooit zag ik ze<br />

verzaken aan hun balletlichaam, virtuoos, gestrekt en naar buiten gericht.<br />

Voor Ducourt zit het geheim van de zachte lichamen in Works by 3/1 in de inkeer waar hij op<br />

hamert. De dansers werken in een voortdurende over en weer gaan van ‘buiten’ naar ‘binnen’<br />

en omgekeerd. Ze moeten van binnenuit aanvoelen hoe ze het best improviseren met de<br />

volgorde van de passen uit ‘hun’ bewegingssequens om ze optimaal te kunnen inpassen in het<br />

geheel van de choreografie. Dat vergt het uiterste van hun concentratie. Er blijft geen tijd of<br />

ruimte voor representatie, ook niet in de lichamen zelf. De spiralerende stuwkracht van de<br />

beweging in functie van het geheel is wat telt. U begrijpt: virtuoos uitblinken is daarbij niet aan<br />

de orde.<br />

2/3


BESMETTEN<br />

Het tweede bedrijf zet een ander soort vermenselijking in de kijker. Hier moet elke vorm van<br />

representatie, van dansprotocol, klassiek of postmodern het afleggen tegen de wetten van<br />

lichamelijkheid. Het zijn de dansers zelf die de choreografie gaan ‘besmetten’ met de realiteit<br />

van hun lijven. Eerst zien we de zweetdruppels in het rond vliegen op het ritme van hun<br />

inspannende exercities. Dan springen de dansers op een rij achter elkaar entrechats tot ze er<br />

letterlijk haast bij neervallen. Akselsen komt vooraan hijgend haar vermoeidheid tonen – voor<br />

het eerst is er oogcontact met het publiek. Het licht accentueert hoe hol haar ogen staan. De<br />

sequensen worden hernomen, maar de bewegingen vertragen. In een volgende fase staan de<br />

dansers tussen al die traagheid door steeds vaker stil. De dansmachine hort en valt uiteindelijk<br />

stil. De lichtspots drijven hen bijeen op één vierkant achteraan op het podium. Het licht verliest<br />

zijn kleur en zo ook de kleding van de dansers, de decorpanden en de muren. Wat overblijft is<br />

een tableau in grijstinten.<br />

Moeten we begrijpen dat misschien ook dans geen kleur meer heeft? Nee, Works by 3/1 zelf<br />

spreekt dit soort pessimisme tegen. Zolang choreografen als Ducourt compositorische parels<br />

afleveren als deze kan dans nooit voor het verdomhoekje bestemd zijn. Goed, hijzelf mag<br />

intussen wat grijs zijn aan de slapen maar dit werk voorziet ons van een erg verfrissende reenactment<br />

van materiaal dat tot het collectief geheugen van westerse dans behoort. Het<br />

balletidioom liefdevol geïncorporeerd in hedendaagse dans, zo zien we het graag gebeuren.<br />

Gezien op 17 januari 2009 in Kaaitheater, Brussel.<br />

Deze tekst kwam tot stand in het kader van Corpus Kunstkritiek, een initiatief van <strong>VTi</strong> - Vlaams Theater Instituut -<br />

Steunpunt voor de Podiumkunsten, i.s.m. Vlaams-Nederlands Huis deBuren, Urbanmag* en Het Theaterfestival. En met<br />

steun van een aantal partners uit de podiumsector. <strong>Lees</strong> meer op www.vti.be/corpuskunstkritiek<br />

De teksten van het Corpus Kunstkritiek vallen onder de licentie Creative Commons Attribution-Noncommercial-No<br />

Derivative Works 2.0 Belgium, wat betekent dat de teksten verspreid, maar niet veranderd mogen worden. Elke vorm<br />

van verkoop of betalende distributie is apart te onderhandelen, contacteer <strong>VTi</strong>.<br />

3/3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!