14.10.2013 Views

Fietsverkeer 27 - Fietsberaad

Fietsverkeer 27 - Fietsberaad

Fietsverkeer 27 - Fietsberaad

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

<strong>Fietsverkeer</strong><br />

I nummer <strong>27</strong> I jaargang 10 I maart 2011 I<br />

> Het fietsklimaat van Culemborg<br />

Culemborg draagt nog de handtekening van Joost Váhl, de ontwerper die lang geleden al met<br />

shared space bezig was, toen nog in de vorm van het woonerf. In de stad met de oude kern<br />

omringd door uitbreidingswijken en industrie zijn de principes nog steeds terug te vinden. Maar<br />

aan gescheiden infrastructuur voor de fiets valt niet altijd meer te ontkomen.<br />

> Meer elektronica in de stalling<br />

Langzaam aan verschijnt er meer elektronica in de fietsenstalling.<br />

Bijvoorbeeld om het gebruik van de stallingen te<br />

monitoren of om weesfietsen op te sporen. Ook op straat<br />

is fietsparkeren met de chipkaart mogelijk. Wat zijn de plussen<br />

en de minnen?<br />

> pagina 18<br />

> pagina 10<br />

> Bikes flow like water<br />

Nederlandse fietsexperts trekken langs Canadese en Amerikaanse<br />

steden om de lokale verkeersdeskundigen uit te<br />

leggen hoe het fietsbeleid is te verbeteren. Misschien levert<br />

dit ook kansen op voor het bedrijfsleven, zoals de fietsfabrikanten<br />

en de adviesbureaus.<br />

> pagina 32


Het <strong>Fietsberaad</strong> ondersteunt decentrale overheden<br />

bij de uitvoering van het fietsbeleid door:<br />

> nieuwe kennis te ontwikkelen en te verspreiden<br />

> bestaande kennis beter te ontsluiten en<br />

> kennisuitwisseling te organiseren.<br />

colofon<br />

maart 2011 - nummer <strong>27</strong> > ISSN: 1872-0870 |<br />

| uitgave: <strong>Fietsberaad</strong> | verschijning: driemaal per jaar |<br />

| oplage: 4500 |<br />

redactie en productie > Reith | Hendriks & partners |<br />

vormgeving > Verkeer en Vorm |<br />

redactieadres > <strong>Fietsverkeer</strong> / <strong>Fietsberaad</strong>, Leeuwen steingebouw,<br />

Jaarbeursplein 15, 3521 AM Utrecht |<br />

vaste medewerkers > Otto van Boggelen | Dirk<br />

Ligtermoet | Karin Broer | Ron Hendriks |<br />

Artikelen uit <strong>Fietsverkeer</strong> mogen zonder toestemming,<br />

met bronvermelding, worden overgenomen.<br />

<strong>Fietsverkeer</strong> wordt kosteloos toegezonden aan iedereen<br />

die is betrokken bij de ontwikkeling, voorbereiding of<br />

uitvoering van fietsverkeersbeleid.<br />

U kunt zich opgeven op www.fietsberaad.nl.<br />

coördinator van het <strong>Fietsberaad</strong> ><br />

Otto van Boggelen | <strong>Fietsberaad</strong>, Leeuwensteingebouw,<br />

Jaarbeursplein 15, 3521 AM Utrecht |<br />

| telefoon 030 291 82 17 | website www.fietsberaad.nl |<br />

| e-mail vanboggelen@fietsberaad.nl |<br />

Leden <strong>Fietsberaad</strong> ><br />

Victor Molkenboer voorzitter<br />

Charlotte van Barneveld Mobycon<br />

Bas Braakman gemeente Eindhoven<br />

Ruud Ditewig gemeente Utrecht<br />

Louis Eggen gemeente Den Haag<br />

Monique de Jong gemeente Winterswijk<br />

Cor van der Klaauw provincie Groningen<br />

Dick de Korte Stadsgewest Haaglanden<br />

Martijn te Lintelo gemeente Nijmegen<br />

Kees Miedema NS Commercie<br />

Wim Mulder gemeente Apeldoorn<br />

Eric Nijland Stichting Landelijk<br />

Fietsplatform<br />

Wim Salomons gemeente Enschede<br />

Paul van Weenen provincie Utrecht<br />

Kees Slabbekoorn waterschap Zeeuwse<br />

Eilanden<br />

Hillie Talens CROW<br />

Wim Bot Fietsersbond<br />

Bo Boormans DTV Consultants<br />

Henk van Zeijl Goudappel Coffeng<br />

Bert Zinn Verkeer en Waterstaat<br />

2<br />

inhoud<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

> kort nieuws 3<br />

Het fietsklimaat van Culemborg: waarom Nederland zo'n fietsland is > 10<br />

Kwaliteit verkeersregelingen vaak onder de maat > 15<br />

Meer elektronica in de stalling > 18<br />

Hinder als maat > 23<br />

Nieuwe Leidraad fietsparkeren > 26<br />

Fietspad als trekker voor de kennisindustrie > 28<br />

Bikes flow like water > 32<br />

> achterop 36<br />

> Zie voor achtergrondinformatie bij de artikelen: fietsberaad.nl/fietsverkeer<br />

bijeenkomsten<br />

> Bijeenkomst Leidraad fietsparkeren<br />

| 10 maart 2011 | | Locatie: Utrecht | | Aanvang: 13.30 | | Kosten: gratis |<br />

De nieuwe leidraad wordt gepresenteerd en toegelicht door Rico Andriesse<br />

van Goudappel (opsteller) en Otto van Boggelen van <strong>Fietsberaad</strong> (leverancier<br />

fietsparkeerkencijfers en fietsparkeertool).<br />

> Overige bijeenkomsten in 2011<br />

april | Enkelvoudige Fietsongevallen<br />

mei | Fietsmarketing en promotiecampagnes<br />

juni | Technische innovaties in fietsparkeren<br />

juni / juli | Excursie naar Münster<br />

september / oktober | Fietsparkeren bij bus- en tramstations<br />

oktober / november | Jaarlijkse bijeenkomst voor provincies en stadsregio’s<br />

> Meer info: fietsberaad.nl/bijeenkomsten<br />

Nieuwsbrief <strong>Fietsberaad</strong> > De e-mailnieuwsbrief van het <strong>Fietsberaad</strong> is<br />

een makkelijke en snelle manier om op de hoogte te blijven van de actuele<br />

ontwikkelingen in het fietsbeleid. De nieuwsbrief verschijnt elke maand.<br />

> U kunt zich gratis abonneren via fietsberaad.nl


kort nieuws<br />

Fietsers kijken van dag tot dag<br />

Woon-werkfietsers kijken naar de lucht, en besluiten vervolgens of ze<br />

de fiets pakken. Hoe het weer de dagen ervoor was, maakt niet uit.<br />

Dat is één van de conclusies van een studie van de TU Delft naar<br />

redenen die de dagelijkse keuze om al dan niet te gaan fietsen<br />

beïnvloeden. Onderzoekers Eva Heinen, Kees Maat en Bert van<br />

Wee vroegen aan 663 parttime woon-werkfietsers waarom ze<br />

soms wel, en soms niet voor de fiets kiezen. De resultaten wijzen<br />

uit dat er tal van factoren zijn die het dubbeltje de ene of de<br />

andere kant op doen vallen.<br />

Zo wordt de dagelijkse keuze om te fietsen beïnvloed door kenmerken<br />

van het werk, kenmerken van de woon-werkreis en<br />

weersomstandigheden. Werkers die een pak dragen, spullen<br />

moeten vervoeren, een auto nodig hebben voor hun werk, een<br />

langere woon-werkafstand hebben, in het donker reizen en diegene<br />

die reizen op een dag met hardere wind, met meer regen of<br />

een langere periode van regen reizen op die dag(en) minder vaak<br />

met de fiets. Maar het is niet zo dat werkers in het pak bijvoor-<br />

Doelgroepen als speerpunt in Haaglanden<br />

In de nieuwe Fietsnota van Haaglanden neemt het doelgroepenbeleid<br />

een belangrijke plaats in. Het Stadsgewest<br />

wil zich de komende jaren vooral richten op jongeren, werknemers,<br />

volwassenen die weinig fietsen en recreanten.<br />

> Lees verder: fietsberaad.nl/nieuws<br />

NHL Hogeschool richt het Kenniscentrum<br />

Shared Space op<br />

Het Kenniscentrum Shared Space zet het werk van<br />

het opgeheven Shared Space Centre voort. Men wil<br />

het concept een bredere basis geven en zich richten<br />

op kennisontwikkeling, -bundeling en -circulatie.<br />

beeld gevoeliger zijn voor slecht weer. Een positief effect op de<br />

keuze om te fietsen is gevonden voor een hogere temperatuur en<br />

voor langere periode van zonneschijn. De resultaten geven aan<br />

dat factoren die van dag tot dag kunnen veranderen voor een<br />

groot gedeelte de dagelijkse keuze om te fietsen bepalen.<br />

Een andere conclusie uit het onderzoek is dat er twee groepen<br />

parttime fietsers bestaan: incidentele en regelmatige fietsers.<br />

Daar waar incidentele fietsers (zij die minder dan 33 procent van<br />

de tijd fietsen) meer beïnvloed worden door positieve weersomstandigheden,<br />

zoals een hogere temperatuur en langere periode<br />

van zonneschijn, besluiten regelmatige fietsers (die vaker dan<br />

66 procent van de tijd fietsen) vaak om een dag niet te fietsen<br />

om meer praktische redenen, zoals een sterke wind en een grotere<br />

tripcomplexiteit door meerdere werklocaties of stops op de<br />

heen- of terugreis.<br />

Factoren die van dag tot dag kunnen veranderen –<br />

zoals het weer – bepalen voor een groot gedeelte<br />

de dagelijkse keuze om te fietsen.<br />

Utrecht: 20 miljoen euro extra voor de fiets<br />

Utrecht trekt deze collegeperiode bijna € 20 miljoen<br />

extra uit voor de fiets. Het totale fietsbudget<br />

komt daarmee op € 68 miljoen. Het college wil<br />

snellere, veiligere en comfortabelere fietsverbindingen<br />

en meer stallingen.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 3


kort nieuws<br />

Fietsers rijden naar de buurtsuper<br />

Adviesbureau SOAB deed in zes gemeenten onderzoek naar super-<br />

marktbezoek. De relatie buurtsuper en fietser blijkt zeer hecht. De<br />

supermarktbranche zou meer oog moeten hebben voor fietsers en<br />

voetgangers. In de buurtsuper zijn die twee categorieën goed voor<br />

70 procent van de omzet.<br />

Lopen (37 procent) en fietsen (35 procent) zijn de dominante vervoerswijzen<br />

om de buurtsuper te bereiken. Dat blijkt uit onderzoek<br />

van SOAB in zes steden. Het adviesbureau interviewde 2800 supermarktbezoekers.<br />

Daarbij werd in overleg met de gemeente onderscheid<br />

gemaakt naar vier soorten supermarkten: de buurtsuper, de<br />

supermarkt die de wijk bedient, de supermarkt die een heel stadsdeel<br />

bedient en de supermarkt in de binnenstad.<br />

Ook voor de wijksupermarkt geldt dat fietsen (<strong>27</strong> procent) en lopen<br />

(21 procent) samen iets belangrijker zijn dan de auto (46 procent).<br />

Bij de stadsdeelsupermarkt wordt de auto (53 procent) de dominante<br />

vervoerswijze, al komt ook daar nog een flink deel per fiets<br />

(22 procent) of te voet (18 procent).<br />

Ook uit ander onderzoek was al duidelijk dat de fietser (en de voetganger)<br />

geen onbelangrijke klanten zijn voor de supermarktbranche.<br />

Dat wordt in dit uitgebreidere onderzoek van SOAB bevestigd. Terwijl<br />

54 procent van de automobilisten één keer per week of minder<br />

de wagen vollaadt, komen fietsers vaker (43 procent 1 tot 3 keer<br />

per week, 28 procent 3 keer of meer), net zoals voetgangers, en<br />

besteden dan minstens zoveel. De omzetgegevens (SOAB vroeg<br />

klanten naar de kassabon) laten dat zien: 70 procent van de weekomzet<br />

komt bij de buurtsuper van fietsers en voetgangers. Ook bij<br />

de wijksupermarkt is bijna de helft (47 procent) te danken aan die<br />

groep.<br />

Ook een automobilist pakt weleens de fiets. SOAB heeft de groep<br />

‘beïnvloedbare klanten’ in beeld gebracht. Een flinke groep wisselt<br />

van vervoermiddel: 22 procent geeft aan zowel met de auto als de<br />

fiets de supermarkt te bezoeken en 9 procent zowel met de auto als<br />

Sociale veiligheid niet altijd gediend met<br />

verlichting<br />

Verlichting langs fietspaden om de sociale veiligheid<br />

te bevorderen heeft alleen zin als er voldoende gebruik<br />

wordt gemaakt van een route. Dit is het uitgangspunt<br />

van de nieuwe Richtlijn Openbare Verlichting.<br />

4<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

OV-fiets ook in België<br />

Vanaf mei 2011 staan 1000 Blue-bikefietsen klaar<br />

op 40 grote treinstations verspreid over heel<br />

België. Met deze Belgische variant van OV-fiets<br />

bieden de NMBS en FIETSenWERK de treinreiziger<br />

een alternatief voor het natransport.<br />

te voet. Bij elkaar 31 procent.<br />

Het belangrijkste motief om voor de fiets te kiezen is dat de fiets<br />

snel is, voor de voetganger is het de afstand en voor de auto,<br />

hoe kan het ook anders, de bagage.<br />

Meest opmerkelijke resultaat van het onderzoek is volgens projectleiders<br />

Ineke Spapé en Egbert Kalle de hechte relatie tussen<br />

fietsfrequentie en afstand die uit het onderzoek blijkt. Spapé:<br />

‘Er zit een wederkerigheid is. Als mensen de fiets pakken, gaat<br />

de bezoekfrequentie omhoog. En omgekeerd: als het de supermarkt<br />

lukt mensen te verleiden vaker te komen zal de keuze<br />

voor de fiets toenemen.’<br />

SOAB heeft gezocht naar zogenaamde ‘draaiknoppen’: waar<br />

kan een gemeente of de supermarktbranche op inzetten om<br />

de vervoerswijzekeuze te beïnvloeden? Spapé: ‘Als gemeenten<br />

willen dat mensen vaker fietsen, zullen ze buurtsupermarkten<br />

in stand moeten houden. Als een supermarkt op 1 à 1,5 kilometer<br />

afstand ligt, dan gaan mensen lopen of fietsen. Verdwijnt<br />

zo’n buurtsuper, dan krijg je extra autokilometers, zo simpel is<br />

het. Voor mobiliteitsbeleid, de buurteconomie en daarmee voor<br />

ruimtelijke kwaliteit is zo’n buurtsuper van belang.’<br />

Ook voor de supermarktbranche heeft SOAB adviezen. Kalle:<br />

‘Een buurtsuper zou moeten inzetten op kwalitatief goede verswaar<br />

en dagaanbiedingen, om zo mensen vaker in de winkel te<br />

krijgen.’ Spapé: ‘En een buurtsuper doet er natuurlijk beter aan<br />

te zorgen dat zijn winkel goed te bereiken is voor langzaam verkeer,<br />

met voldoende fietsparkeervoorzieningen. Dat is voor hem<br />

belangrijker dan parkeerplaatsen. Als een klant eenmaal in de<br />

Parkeergarage wordt kleurrijke fietsenstalling<br />

In Breda heeft het souterrain van de Concordiagarage<br />

een complete gedaanteverandering ondergaan. Niet<br />

alleen werden fietsenrekken geplaatst, het grijze beton<br />

werd voorzien van kleurrijke aankleding met beelden<br />

die verwijzen naar het verleden van de stad.


auto zit, dan rijdt hij namelijk naar een groter winkelcentrum, en<br />

laat hij de buurtsuper links liggen. Koester daarom de fietser.’<br />

Het eigen onderzoek geeft wat betreft de houding van de supermarktbranche<br />

nog weinig hoop. SOAB vroeg 24 supermarktmanagers<br />

een inschatting te maken van de vervoerswijzen van<br />

hun klanten. Slechts twee daarvan bleken een realistisch beeld<br />

Als iemand binnen het gezin fietst, inspireert dat anderen ook<br />

tot fietsen. Dat blijkt uit een langjarige studie in het Oostenrijkse<br />

Graz naar factoren die belangrijk zijn om gedragsverandering<br />

te bewerkstellingen.<br />

Voor het onderzoek werden mensen tweemaal ondervraagd: in<br />

2005 en in 2009. Het onderzoek was erop gericht vast te stellen<br />

of mensen in die periode meer of minder zijn gaan fietsen, en<br />

vooral waarom. Het onderzoek laat een positieve ontwikkeling<br />

zien. Er zijn meer mensen met fietsen begonnen en minder<br />

zijn ermee opgehouden. De onderzoekers vonden daarbij een<br />

zekere samenhang tussen het fietsgebruik, de gebouwde en de<br />

sociale omgeving en de persoonlijke instelling. Zo waren bijvoorbeeld<br />

onder de nieuwe fietsers meer mensen van mening<br />

dat je je fiets zonder al te veel risico voor de deur kan achterlaten.<br />

En ook dat je met de fiets best bagage kunt meenemen.<br />

Meer fietsen goed voor volksgezondheid ondanks extra verkeersslachtoffers<br />

Als 10 procent van de autoritten tot 7,5 km wordt vervangen door fietsritten, neemt het<br />

aantal verkeersdoden toe met 4 tot 8. Er vallen ongeveer 500 meer ernstig verkeersgewonden.<br />

Maar omdat lichamelijke beweging gunstig is voor de volksgezondheid leidt<br />

meer fietsen per saldo tot een betere volksgezondheid, aldus het RIVM.<br />

> Lees verder: fietsberaad.nl/nieuws<br />

Supermarktmanagers hebben meestal geen idee<br />

van de vervoerswijzen van hun klanten.<br />

te hebben. Spapé: ‘Het gros heeft er totaal geen beeld van.<br />

De meeste hebben de neiging het belang van voetgangers<br />

en fietsers te onderschatten.’ SOAB wil overigens een tweede<br />

benchmark starten met meer gemeenten. Geïnteresseerde<br />

gemeenten kunnen zich melden bij i.spape@soab.nl.<br />

KB<br />

Fietsend familielid zet aan tot fietsen<br />

Belangrijke motivator blijkt de familie. Als iemand anders in<br />

het gezin fiets, vervult die duidelijk de functie van rolmodel. De<br />

onderzoekers concluderen verder dat veel meer mensen profiteren<br />

van investeringen in de fiets dan alleen het aantal dat<br />

je zou kunnen afleiden uit de modal split. In Graz ligt die op<br />

14-16%, maar meer dan tweederde van de bevolking gebruikt<br />

in de zomer minstens 1 tot 3 keer in de maand de fiets.<br />

In het algemeen stellen de onderzoekers dat je – om gedragsverandering<br />

te bereiken – vooral de nadruk moet leggen op<br />

de praktische voordelen van de fiets, zoals geen parkeerproblemen<br />

en korte verbindingen. Het helpt als de infrastructuur<br />

daarop inspeelt met fietsvriendelijke verkeersregelingen en<br />

doorsteekjes en dergelijke. De invloed van de familie is wellicht<br />

lastiger in interventies om te zetten, maar wel kan men<br />

zich richten op de werk- c.q. schoolomgeving.<br />

Leds waarschuwen voor overstekende fietsers<br />

Inmiddels liggen er al led-zebra’s op een kleine 20 locaties in Nederland.<br />

Oversteekplaatsen waar met behulp van infrarood- of radardetectie voetgangers<br />

worden gedetecteerd waardoor ledlampen in het wegdek aan- en uitflitsen.<br />

In Papendrecht is nu een variant geïnstalleerd waarbij ook de fietsers<br />

meedoen.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 5


kort nieuws<br />

ZOEF-routes trekken meer fietsers<br />

De fietsroute tussen De Lier-Delft en Pijnacker trekt sinds die is<br />

opgewaardeerd meer fietsers. De toename is – naar eigen zeggen<br />

van de fietsers – maar voor een betrekkelijk klein deel toe te schrijven<br />

aan de verbeteringen op en rond de route.<br />

ZOEF staat voor ‘Zorgeloos en onbelemmerd fietsen’. Het gaat om<br />

maatregelen op de fietsroute tussen de drie gemeenten die tot doel<br />

hadden meer fietsers te trekken. Er werden fietspaden opgeknapt en<br />

hier en daar werden ontbrekende schakels ingevuld en voorrangssituaties<br />

ten gunste van de fiets aangepast. Ook installeerde men<br />

wachttijdvoorspellers en werden de fietsenstallingen aangepakt. Er<br />

kwam zelfs een mobiele fietsenmaker in actie. Rond de projecten<br />

werden campagnes gehouden die bepaalde doelgroepen moesten<br />

aanspreken, zoals woon-werkers, winkelend publiek en scholieren.<br />

Voor het project is in totaal € 7,5 miljoen uitgetrokken.<br />

TNS-NIPO vroeg aan mensen die in de buurt van de route wonen<br />

of ze iets van verbeteringen hadden gemerkt en of dat aanleiding<br />

was om (meer) te gaan fietsen. Van de ondervraagden bleek 43%<br />

bekend met ’Zoef’. 57% van de inwoners weet niet wat er mee<br />

Relatief meer fietsongevallen op Vlaamse rotondes<br />

Rotondes zijn geen goede zaak voor fietsers, zegt de<br />

Vlaamse verkeerskundige Stijn Daniëls, die op het thema<br />

promoveerde aan de universiteit van Hasselt. Het aantal<br />

fietsongevallen steeg met <strong>27</strong> procent op kruispunten die<br />

werden vervangen door rotondes.<br />

6<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

Opgeknapte tweedehandsjes als<br />

alternatieve ov-fiets<br />

wordt bedoeld. Maar de verbeteringen aan de infrastructuur zijn<br />

wel door 73% opgemerkt en 69% kent de bewaakte stallingen,<br />

66% kent de wachttijdvoorspellers. Het minst bekend is men met<br />

de mobiele fietsenmakers, de uitbreiding van fietsenstallingen bij<br />

bedrijven aan de route en de routeonderzoeken en educatieopdrachten<br />

voor scholieren.<br />

Uit het onderzoek blijkt verder dat respectievelijk 50% en 49% van<br />

de respondenten die de route in zowel 2010 als 2006 gebruikten<br />

vinden dat de veiligheid en het rijcomfort op de route zijn toegenomen.<br />

Een op de drie gebruikers zegt dat de informatievoorziening<br />

is verbeterd. En een kwart vindt dat ook de servicemaatregelen<br />

verbeterd zijn.<br />

Met uitzondering van ‘naar school gaan’ wordt de route voor alle<br />

motieven in 2010 vaker gebruikt dan in 2006. Daarbij ligt het aandeel<br />

recreatieve gebruikers hoog (71% in 2010 gebruikt de route<br />

voor recreatieve doeleinden). Bijna een op de drie (29%) bewoners<br />

rond de Zoefroute gaat over het traject naar het werk: een stijging<br />

van 7% in vergelijking met 2006.<br />

De verbeteringen aan de fietsroute<br />

zijn de fietsers niet ontgaan.<br />

Pendelaars naar de bedrijventerreinen in Barneveld<br />

kunnen deze maanden gebruik maken van de<br />

Viafiets. Opknapte afdankertjes, die dankzij een<br />

werkervaringsproject een tweede leven krijgen.<br />

Aantal kinderen dat niet fietst lijkt toe te nemen<br />

Steeds vaker geven scholen aan dat kinderen in de<br />

leeftijd 10-12 jaar niet of onvoldoende kunnen fietsen.<br />

Dat blijkt uit cijfers van VVN, die constateert dat meer<br />

kinderen om die reden niet meedoen aan het praktische<br />

Verkeersexamen.


Zeewolde mag vrijliggende<br />

fietspaden in 30-km/h-gebieden<br />

uit de voorrang halen<br />

De gemeente Zeewolde mag fietsers op oversteken op 50- en<br />

30 km/h-wegen uit de voorrang halen. Het beroep hiertegen van de<br />

Fietsersbond is door de Raad van State verworpen.<br />

Een aantal fietsoversteken op 50- en 30-km/h-wegen in de kern van<br />

Zeewolde was zo ingericht dat de fietsers voorrang hebben. Maar<br />

volgens de gemeente wees de praktijk uit dat juist op deze oversteken<br />

onveilige situaties optraden. Via burgers, scholen en verkeersouders<br />

kwamen hierover veel klachten binnen, aldus de<br />

gemeente. Die besloot daarom de voorrang om te draaien ten<br />

gunste van de auto. Volgens de gemeente een besluit dat aansluit<br />

De vouwfietsen die busreizigers in Wallonië huren van ovmaatschappij<br />

TEC bevallen goed. Inmiddels onderzoekt ook<br />

NMBS of een dergelijke constructie aan te bieden is voor de<br />

treinreizigers.<br />

Busmaatschappij TEC biedt abonnementhouders een vouwfiets<br />

aan tegen een meerprijs van € 180 of € 200 (al naar<br />

gelang de gebruikerscategorie). De prijs omvat de huur van<br />

de vouwfiets, het jaarlijks onderhoud en een allriskverzekering,<br />

diefstal inbegrepen. Uit een proefproject bleek eerder<br />

dat het merendeel van de gebruikers (ruim 70 procent) het<br />

concept weet te waarderen. Niet in de laatste plaats van-<br />

> Lees verder: fietsberaad.nl/nieuws<br />

Met een speciale campagne - inclusief kleurplaat -<br />

werd de jeugd attent gemaakt op de gewijzigde<br />

voorrangsregels in Zeewolde.<br />

Mijn naam:<br />

Mijn leeftijd:<br />

Mijn adres:<br />

Mijn Telefoonnummer:<br />

Mijn Email:<br />

Lever de kleurplaat vÓÓr 6 Februari 2011 in op school!<br />

Meer kleurplaten nodig? ga dan naar<br />

www.veiligetseninzeewolde.nl en download de kleurplaat!<br />

* prijswinnaars ontvangen bericht. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd<br />

Jouw gegevens worden niet gebruikt voor andere doeleinden.<br />

bij landelijk beleid. Volgens de Fietsersbond is het echter tegen<br />

de bedoeling van de wet. De wetgever heeft destijds het regelen<br />

van voorrang in 30-km/h-gebieden verboden – uitgezonderd voor<br />

fietsers en ov – omdat dat onvermijdelijk leidt tot hogere snelheden<br />

en daarmee tot verkeersonveiligheid, zo argumenteerde<br />

de Bond. De Raad van State stelt nu echter dat in de Uitvoeringsvoorschriften<br />

niet wordt gesteld dat in 30-km/h-zones de voorrang<br />

alleen ten gunste van fietsers mag worden geregeld. En dat wegbeheerders<br />

naar bevind van zaken mogen handelen. De bond pleit<br />

voor aanpassing van de wet.<br />

Plooifiets in voor- en natransport slaat aan<br />

Haarlem opent één van de grootste fietsenstallingen van Europa<br />

Onder het voorplein van het treinstation van Haarlem is één van de grootste<br />

fietsenstallingen van Europa in gebruik genomen. De stalling is gratis en wordt<br />

bemand. Reizigers kunnen gebruik maken van 4000 fietsplaatsen. Wanneer de<br />

werkzaamheden volgend jaar zijn afgerond telt de stalling 5050 plaatsen.<br />

wege de tijdwinst. Ruim 40 procent boekte een winst van<br />

0 tot 10 minuten en nog eens 40 procent verdiende 10 tot<br />

20 minuten per dag. Reden voor TEC om de proef om te<br />

zetten naar een permanent aanbod. Aanvankelijk met 500<br />

vouwfietsen, later wellicht uit te breiden tot 3500 vouwfietsen.<br />

Het succes is ook andere vervoermaatschappijen niet<br />

ontgaan. Zo loopt er nu een onderzoek naar inzet van de<br />

vouwfiets op het spoor. Binnenkort gaat de NMBS daar<br />

waarschijnlijk een beslissing over nemen. En ook de Lijn<br />

denkt na over de mogelijkheden van de plooifiets.<br />

Ook de hogere inkomensklassen fietsen in Amsterdam<br />

Amsterdam kan de groeiende stroom fietsers nog maar net aan, zo valt af te leiden<br />

uit een overzicht van de mobiliteit in de hoofdstad over de afgelopen 25 jaar. Er zijn<br />

nog net geen fietsfiles, maar mede door de komst van de bakfiets is de breedte van<br />

fietspaden wel steeds vaker een probleem. En natuurlijk zorgt het stallen voor de<br />

nodige hoofdbrekens.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 7


kort nieuws<br />

Stationsstalling Houten:<br />

gemeente baas in eigen huis<br />

Ron Hendriks<br />

Deze maand gaat de nieuwe fietsenstalling in Houten Centrum open. Fietstransferium<br />

zeggen ze daar, want je stapt zo van de fiets in de trein. Het<br />

nieuwe transferium telt nu 3100 plaatsen en kan worden opgeschaald naar<br />

4200 plaatsen. Dat biedt Houten, toch al niet slecht bedeeld als het om de<br />

fiets gaat, de mogelijkheid het fietsgebruik nog verder op de voeren. En<br />

– aardig detail in deze tijd van bezuinigingen – dankzij een Europese aanbesteding<br />

pakken de exploitatiekosten gunstig uit.<br />

Het project kent een lange voorgeschiedenis waarbij uiteraard<br />

de financiering een heikel punt was. Zoals dat gaat bij dergelijke<br />

projecten was er flink wat vergaderen voor nodig om<br />

de financiering rond te krijgen. Deelnemende partijen waren<br />

onder meer Bestuur Regio Utrecht (BRU), NS en Prorail. De<br />

complete stalling staat er nu. Kosten: 10 miljoen euro, dat<br />

betekent zo’n € 2500 per plek. Maar omdat de stalling onderdeel<br />

uitmaakt van de ingrijpende herstructurering van het centrum<br />

van Houten – plus de bouw van station Houten Castellum<br />

– is het dus maar de vraag of die 10 miljoen precies de werkelijke<br />

kosten weergeeft. Want het transferium kon er komen<br />

Raad van State beperkt weer mogelijkheden voor<br />

wegslepen fiets<br />

Een uitspraak van de Raad van State maakt opnieuw duidelijk<br />

dat het verwijderen van foutgeparkeerde fietsen met de nodige<br />

zorgvuldigheid moet gebeuren. Alleen als zo’n fiets echt<br />

overlast veroorzaakt, mag deze meteen worden weggehaald.<br />

8<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

omdat het spoor in het centrum van Houten werd verdubbeld<br />

en er een compleet nieuw station werd gebouwd. Daarbij werd<br />

het spoor 1,8 m opgetild, waaraan weer door de gemeente<br />

werd meebetaald. Naast het feit dat de fietsers aanzienlijk<br />

beter doorzicht hebben, ontstond ruimte om onder het station<br />

een transferium te realiseren. Het transferium is uiteindelijk<br />

voor een belangrijk deel betaald vanuit het BRU, goed voor<br />

ruim 50 procent van de kosten. Houten en Prorail deelden de<br />

overige kosten.<br />

Europese aanbesteding<br />

Gratis en bewaakt was de insteek van Houten. Gratis en<br />

beheerd noemt Herbert Tiemens van de gemeente het liever,<br />

hoewel de aanwezigheid van tientallen camera’s in de stalling<br />

en een centraal gelegen beheerdersruimte doet vermoeden<br />

dat het met het toezicht wel goed komt.<br />

Herbert Tiemens:<br />

‘We combineren de voordelen van een lokale exploitant<br />

met die van de landelijk herkenbare NS-formule.’<br />

Fietsvoorzieningen vaak sluitpost bij<br />

basisscholen<br />

Fietsparkeren is vaak een sluitpost is bij de bouw<br />

van basisscholen. En ook de bouwvoorschriften<br />

op dit terrein bieden nauwelijks een stimulans om<br />

te kiezen voor kwalitatief goede voorzieningen.<br />

Gratis bewaakte stalling in Hoofddorp dicht<br />

Of het een teken aan de wand is, valt nog niet te<br />

zeggen. Maar in Hoofddorp wordt eind dit jaar de<br />

gratis bewaakte stalling in het centrum gesloten.<br />

De gemeente kan de kosten, een ton per jaar, in<br />

de toekomst niet meer ophoesten.


Het station van Houten werd 1,8 meter opgetild, waardoor er<br />

meer doorzicht is voor de fietsers en ruimte voor een stalling.<br />

Bijzonder is de manier waarop Houten de exploitatie en het<br />

beheer heeft aangepakt. Gewoonlijk zijn fietsenstallingen bij<br />

stations in handen van de NS. Vaak gaat het dan om bewaakte<br />

betaalde stallingen dan wel geautomatiseerde stallingen.<br />

De exploitatie gebeurt door NS Fiets, die ook partij is voor<br />

gemeenten als er gepraat moet worden over het financieringsmodel.<br />

Bijvoorbeeld of een stalling gratis kan worden<br />

gemaakt. Daarnaast is Prorail een belangrijke partij, want die<br />

gaat over de bouw van stallingen bij nieuwe stations en de<br />

projecten die voortkomen uit Ruimte voor de Fiets.<br />

Maar in dit geval liep het wat anders. De oude stationsstalling<br />

werd niet geëxploiteerd door NS-fiets BV, maar door een<br />

particulier. In de concessie die NS heeft voor het hoofdrailnet<br />

is Houten dan ook niet opgenomen als locatie waar NS een<br />

bewaakte stalling moet exploiteren. Houten greep dat aan om<br />

het project naar zich toe te trekken. Als medefinancier van de<br />

stalling wist de gemeente Prorail zover te krijgen om het recht<br />

van opstal aan Houten te gunnen. En dat opende de weg om<br />

zelf op zoek te gaan naar een exploitant. In plaats van direct in<br />

zee te gaan met NS Fiets, koos Houten voor een Europese aanbesteding<br />

in de hoop een gunstige prijs te kunnen bedingen<br />

en toch invulling te kunnen geven aan de kwaliteitsambitie.<br />

Eerste praktijktest Utrecht en Den Haag op weg naar fietsersairbag<br />

Een jaar lang rijden vijf KPN-serviceauto’s in Utrecht en Den Haag rond om<br />

een sensorsysteem te testen dat ervoor moet zorgen dat de zogenaamde<br />

fietsersairbag alleen opengaat bij een daadwerkelijke botsing met een fietser<br />

of voetganger.<br />

> Lees verder: fietsberaad.nl/nieuws<br />

Zo van de fiets in de trein. Er wordt nu de laatste hand gelegd aan de nieuwe stalling,<br />

hier dus nog op een artist impression.<br />

De gemeente verwachtte dat er afzonderlijke aanbiedingen<br />

zouden komen van verschillende partijen, zoals van U-stal, de<br />

exploitant van de tijdelijke stalling. Echter, NS Fiets en U-stal<br />

besloten de handen ineen te slaan en te komen tot één aanbieding.<br />

‘En eigenlijk zijn we daar best gelukkig mee’, aldus Tiemens.<br />

‘We combineren zo de voordelen van een lokale exploitant<br />

met die van de landelijk herkenbare NS-formule. Er ligt nu<br />

een goed aanbod, met bijvoorbeeld een duidelijke kwaliteitsborging.<br />

Als NS en U-stal bijvoorbeeld een goede klanttevredenheid<br />

scoren, hebben ze recht op een bonus.’<br />

Hoeveel Houten nu precies moet bijdragen aan de exploitatie,<br />

mag de verkeersman van Houten niet zeggen. ‘We hadden<br />

twee ton per jaar op de begroting staan, voor Houten en Castellum<br />

samen. We moeten nog bekijken hoeveel we daar van<br />

overhouden om ook Castellum een goede invulling te geven’,<br />

wil Tiemens nog wel loslaten. Maar ingewijden menen dat de<br />

aanbesteding in ieder geval heeft geleid tot een flink lagere<br />

prijs dan wanneer er direct met NS zou moeten worden onderhandeld.<br />

‘Maar dat komt ook doordat NS er zelf veel aan<br />

gelegen is van Houten een uitnemend voorbeeld te maken’,<br />

aldus Tiemens ten slotte.<br />

RH<br />

RO-beleid moet meer rekening houden met persoonlijke voorkeuren van<br />

bewoners<br />

Bij het opzetten van nieuwe woonlocaties moet meer rekening worden gehouden<br />

met het feit dat niet alleen de locatie maar ook de attitudes ten opzichte van verplaatsingsgedrag<br />

een rol spelen. Dat is de kern van een doctoraalstudie van Wendy<br />

Bohte aan de TU Delft.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 9


Vrijstad Culemborg is trots op het stedelijk verleden. Op de<br />

gemeentewebsite is een mooie, 16 pagina’s tellende brochure<br />

te vinden: Kleine geschiedenis van Culemborg: Voor iedereen<br />

die meer wil weten over de historie van de stad. Verschillende<br />

ontwikkelingsperioden zijn indirect van groot belang voor het<br />

huidige fietsklimaat. De tamelijk omvangrijke oude binnenstad<br />

werd en wordt gekoesterd. Culemborg kende in de 19e eeuw<br />

een sterke industriële ontwikkeling (jeneverstokerijen, glasfabriek,<br />

sigarenfabrieken, meubelnijverheid) die de oude kern<br />

vergrootte. En dat historische gebied is bij uitstek domein van<br />

de fiets. Na 1900 groeide Culemborg langzaam door; pas vanaf<br />

de zestiger jaren kwamen de grote nieuwbouwwijken. Eerst<br />

Terweijde, Voorkoop en De Hond aan de zuidoostkant van de<br />

stad. Vanaf de jaren tachtig ging het verder aan de westkant<br />

van de binnenstad, over het spoor: Goilberdingen en weste-<br />

10<br />

> Het fietsklimaat van Culemborg:<br />

waarom Nederland zo’n fietsland is<br />

Dirk Ligtermoet, Ligtermoet & Partners<br />

Kuilenburg, oude stad met een geheel eigen historie. Ook<br />

anno 2011 als gemeente nog steeds een echte stad in de zin<br />

dat alle herindelingen en samenvoegingen grotendeels aan<br />

Culemborg voorbij zijn gegaan en het nog steeds die oude<br />

stad met de woonwijken en bedrijventerreinen eromheen is.<br />

Uitermate Nederlands daarmee: met hoog fietsgebruik in<br />

een oude compacte middelgrote stad.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

lijk daarvan Parijsch, aan de zuidkant bedrijventerrein Pavijen.<br />

Inmiddels telt Culemborg bijna 28.000 inwoners en 12.000<br />

arbeidsplaatsen [kaart].<br />

Bij de oudste nieuwbouwwijken aan de zuidoostkant ging<br />

het om forse uitbreidingen, maar de stad bleef een fietsbare<br />

stad: maximale afstanden zo’n 2 km. Bijzonder is dat ook de<br />

nieuwste uitbreidingen van Culemborg de stad evenzeer compact<br />

houden. Goilberdingen en Parijsch liggen ook maximaal<br />

2 km van het centrum af. Nog steeds een uitermate fietsbare<br />

stad dus: compact binnen de kom; weinig buitengebiedbebouwing;<br />

een stadshart dat in het centrum van de bebouwing ligt<br />

en een treinstation dat - juist door die westelijke bebouwing -<br />

ook redelijk centraal ligt.<br />

Hoog en veilig fietsgebruik<br />

Dat alles bepaalt voor een belangrijk deel het fietsgebruik. Voor<br />

een deel zit daar iets toevalligs in: Culemborg kon nu eenmaal<br />

aan drie kanten van de oude stad uitbreiden. Maar voor een<br />

deel is het ook het succes van de karakteristieke Nederlandse<br />

ruimtelijke ordening. En voor een deel toch ook een gevolg<br />

van de eigen Culemborgse keuzes in de afgelopen decennia.<br />

In Culemborg gaat nu ongeveer 31% van alle verplaatsingen<br />

van de inwoners, en liefst 48% van hun kortere verplaat-


!P<br />

!P<br />

PARIJSCH<br />

HOOGE PRIJS<br />

!P<br />

GOILBERDINGEN<br />

BEDRIJVENTERREIN PAVIJEN<br />

LANDZICHT<br />

!P<br />

!P<br />

!P<br />

Wethouder Willem-Jan Stegeman:<br />

!P<br />

!P<br />

!P<br />

!P<br />

singen (tot 7,5 km) per fiets, zeggen de cijfers van het MON<br />

(2004-2008). Daarmee hoort Culemborg bij de absolute top<br />

van Nederland. Van de wat grotere kernen c.q. kleinere steden<br />

doen alleen Leiden, Middelburg, Kampen en Aalten het net zo<br />

goed.<br />

!P<br />

!P<br />

VOLENKAMPEN<br />

Wethouder Stegeman is prettig bescheiden op dit punt. Uit zijn<br />

mond horen we geen borstkloppende verbandlegging tussen<br />

het beleid van de laatste paar jaar en het fietsgebruik. Wel de<br />

erkenning dat er al zoveel vast ligt in ruimtelijke structuren.<br />

Dat is natuurlijk waar, maar wethouders moeten zich ook niet<br />

te klein maken: het verkeersbeleid en fietsbeleid van de laatste<br />

decennia is zeker ook een belangrijk punt. In het Culemborgs<br />

verkeersbeleid zijn vele keuzes gemaakt die het fietsgebruik<br />

stimuleerden. Zoals de misschien wel onvermijdelijke, maar<br />

toch ook gewoon effectieve beperking van de toegankelijkheid<br />

van het centrum voor autoverkeer. En een sterke nadruk op<br />

leefbare, autoluwe woonzones. Hoofdstructuren voor het autoverkeer<br />

die in beperkte mate raken aan alle lokale kriskras verplaatsingen<br />

per fiets.<br />

Culemborg scoorde in de Fietsbalans vooral opvallend goed<br />

op verkeersveiligheid. Voor oudere steden, vol wegen waar<br />

de verkeerskundig optimale inrichting niet mogelijk is, is dat<br />

!P<br />

!P<br />

!P<br />

LANXMEER<br />

De waarde van een nieuwe hoofdfietsroute is<br />

duidelijk: fietsverkeer wordt zichtbaarder en fietsers<br />

krijgen een perfecte voorziening.<br />

!P<br />

!P<br />

TERWEYDE<br />

DE HOND<br />

!P<br />

Hoofdfietsroutes Culemborg<br />

!P<br />

!P<br />

belangrijkste op te waarderen hoofdroute volgens wethouder Stegeman<br />

bestaande hoofdfietsroute met voorzieningen<br />

hoofdfietsroute<br />

in uitwerkingsplan<br />

hoofdfietsroute in amendement<br />

overige fietsroute of fietspad<br />

knelpunt in uitwerkingsplan<br />

knelpunt in amendement<br />

VOORKOOP<br />

0 250 500 1.000 m<br />

niet gebruikelijk. De geringe aantallen fietsslachtoffers staan<br />

tegenover slechte scores op subjectieve veiligheid. In de Fietsbalans-enquête<br />

en in de jaarlijkse Buurtmonitor scoort Culemborg<br />

slecht op dit onderwerp. Ofwel: het voelt niet veilig,<br />

maar is het uiteindelijk wel. Een bekend fenomeen, en juist in<br />

Culemborg is het niet zo onverwacht. Want hier heeft jarenlang<br />

een man gewerkt die bij uitstek bezig was met dit onderwerp:<br />

Joost Váhl. Die het in elke taal vaak zei: “You have to<br />

make a junction dangerous to make it safe!” Bewust subjectief<br />

onveilig, om veilig te zijn.<br />

Culemborg en Joost Váhl<br />

Voor mensen die interesse hebben in het grensvlak van lokaal<br />

verkeersbeleid en stedenbouw, is Culemborg de stad waar<br />

Joost Váhl 15 jaar gewerkt heeft. Zijn laatste gemeente, na<br />

Delft, Gouda en Lelystad. Váhl is wereldberoemd geworden<br />

met zijn continue creatieve werken aan leefbare wijken, op een<br />

vaak onorthodoxe manier. Mede-uitvinder ook van woonerven<br />

(of ‘woonerfs’, in het Engels). Zie hoe een hedendaagse deskundige<br />

in home zones, Ben Hamilton-Baillie, naar hem kijkt:<br />

“The conscious application of shared space and the deliberate<br />

integration of traffic into social space date back to experiments<br />

carried out by pioneers such as Joost Váhl and others in The<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 11<br />

ondergrond: CBS bodemstatistiek (aangepast) en Google Maps


Netherlands in the late 1960s and early 1970s. Searching for<br />

ways to reduce the impact of traffic on the qualities of social<br />

space and, in particular, to prevent the decline in freedom of<br />

movement available to children, Váhl and his colleagues began<br />

to strip out standardized road signing, marking, kerbs and barriers.<br />

Playful, creative and quixotic, Váhl created a new vocabulary<br />

of street design rich in local references, surprise and<br />

intrigue.”<br />

Woonerven en shared space, voor buitenlanders is het nadrukkelijk<br />

één gedachtegoed.<br />

In Nederland werd het concept van woonerven vroegtijdig formeel<br />

aanvaard en verwerkt in de verkeersreglementen. Dat<br />

was ook wel een beetje begin van het einde. De keurig geregelde<br />

vorm van woonerven werd verdrongen door 30-km/hzones.<br />

En de minder geregelde, minder nette, veel creatievere<br />

vorm van woonerven waar Vàhl mee bezig was geweest, verdween<br />

al helemaal uit beeld bij al die stedenbouwers die een<br />

keurig aangeharkt Nederland als droom hadden.<br />

Intussen ging Váhl in relatieve stilte in Culemborg wel gewoon<br />

door - geregeld enthousiaste vakgenoten uit Frankrijk, Engeland,<br />

Duitsland en Amerika te woord staand. Het denken en<br />

werken stond niet stil. De schaal werd steeds ruimer: niet<br />

alleen een enkel woonstraatje zien als sociale ruimte, maar<br />

uiteindelijk de gehele stad. En, hoewel ook Váhl indertijd<br />

pogingen heeft gedaan de ontsluitingsstructuur voor auto aan<br />

te passen (deels met succes), legde hij het accent toch vooral<br />

op een aanzienlijke menging van autoverkeer met fietsers en<br />

voetgangers, met dat autoverkeer in een ondergeschikte rol.<br />

Ben Hamilton-Baillie is juist op dit punt erg enthousiast over<br />

de situatie in Culemborg:<br />

“Culemborg represents the best example I found of the third<br />

stage in this process; a whole city where traffic shared the<br />

whole urban fabric in a secondary role.“<br />

En dat dan door in sterke mate vast te houden aan een gridstructuur<br />

voor alle weggebruikers. Váhl koos nadrukkelijk<br />

12<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

Een van de duidelijkste voorbeelden van de Váhl-school in Culemborg. De<br />

kruising met 5 takken nabij het centrum waar de Weidsteeg (50 km/uur) een<br />

bochtje maakt en de Oostersingel (ook GOW) erop aansluit, samen met de<br />

stille dr Hockesingel en de fietsdoorsteek Schubertstraat. Complex, en zo liet<br />

Váhl het: veel attendering, her en der op stopstrepen lijkende lijnen, een grote<br />

punaise middenop die richting rotonde gaat (maar het niet is en ook niet echt<br />

kan zijn, want daarvoor is de bocht te lastig). De automobilist die over de<br />

punaise heen rijdt, doet het enige juiste hier… Ingewikkeld dus. En het werkt.<br />

Zeer lage snelheden, weinig ongevallen en bijna geen slachtoffers.<br />

voor ‘bijna overal autoverkeer’ omdat alleen die spreiding in<br />

alle straten een rustig wegbeeld met beperkt autoverkeer zou<br />

kunnen brengen. En dus juist geen sterke concentratie van<br />

autoverkeer op hoofdaders, want dat zijn dan direct barrières<br />

en onsociale ruimten.<br />

De jaren na Váhl: in de wijken nog menging; gelaagdheid<br />

erbuiten<br />

Wethouder Willem-Jan Stegeman (D66), die nu zijn tweede<br />

periode verkeer doet, hoort ook bij de Nederlanders die<br />

het boek van Váhl in de kast hebben. Hij is nog steeds erg<br />

tevreden over hoe dit gedachtegoed in Culemborg op straat<br />

zichtbaar is. ‘Zeker ook in de wijk Goilberdingen werkt de<br />

sterke nadruk op menging, op onduidelijkheid en op ongeregeldheid<br />

nog steeds goed. Ook de smalle straten met daartegenover<br />

veel bebouwing en veel geconcentreerd groen, is nog<br />

steeds een goed idee.’<br />

Stegeman ziet in de 20 jaar sindsdien op twee punten een<br />

gewijzigde visie. Concreet: het streven om de centrale Prijsseweg<br />

autoluw te krijgen was nogal naïef. En een algemener,<br />

fundamenteler punt: weggebruikers hebben toch behoefte<br />

aan meer structuur en meer niveau- en kwaliteitsverschillen.<br />

Culemborg ging een kant op van één groot leefgebied, één<br />

samenhangende stad vol relatief gelijkwaardige wegen, één<br />

Verkeerskundige Saskia Teurlings-Out: werken<br />

aan de realisatie van goede fietsstroken en<br />

vrijliggende fietspaden, zoals hier op de<br />

Rijksstraatweg. Foto rechts: de vernieuwde<br />

Poelslaan.


30-km/h-gebied. De laatste jaren is bewust de andere kant op<br />

gewerkt. De kant van hoofdstructuren en gelaagdheid, met<br />

duidelijkere hoofdroutes voor autoverkeer. Echte en voldoende<br />

50-km/h-wegen om autoverkeer sneller af te wikkelen.<br />

Voor Saskia Teurlings-Out, sinds 2005 verkeerskundig beleidsmedewerker<br />

in Culemborg, was bij haar komst de verrassing<br />

vooral dat ‘fietsstad Culemborg’ zo weinig specifieke voorzieningen<br />

voor fietsers had. De fietsroutes ‘over’ de hoofdwegen<br />

kenden geen of minimale voorzieningen; goede fietsstroken<br />

en vrijliggende fietspaden ontbraken. ‘Daar hebben we de<br />

laatste jaren vooral aan gewerkt, zoals ook vastgelegd in het<br />

Fietsbeleidsplan uit maart 2008. We hebben het nodige gerealiseerd<br />

en andere delen zitten in de pijplijn. Samen hebben we<br />

straks op de centrale oost-west route van Rietveldseweg/Weth.<br />

Schoutenweg en op andere 50-km/h-routes als de Poelslaan/<br />

Van Limburg Stirumstraat en de Rijksstraatweg aanvaardbare<br />

tot goede fietsvoorzieningen, terwijl we ook voor de Weidsteeg<br />

al de eerste ideeën hebben.’<br />

Hoofdfietsroute als ketting van functies<br />

Willem-Jan Stegeman wil nog een stapje verder gaan en ook<br />

een duidelijke gelaagdheid in fietsroutes nastreven. Waarbij<br />

het gezien de schaal en vorm van Culemborg voor hem dui-<br />

Goilberdingen ziet er op het eerste gezicht niet zo heel<br />

veel anders uit dan andere nieuwbouwwijken uit de jaren<br />

tachtig. Veel doodlopende hofjes en krappe hofjes. Met<br />

bovengemiddeld veel onduidelijkheid in domeinen van fiets,<br />

voetganger, auto en parkeren. En met - wellicht nog veel<br />

karakteristieker voor Váhl- veel wild groen. Geen keurige<br />

parkjes maar veel ruig gras, kronkelpaadjes en slootkanten.<br />

delijk is dat er ruimte is voor en behoefte aan één werkelijke<br />

hoofdroute dwars door Culemborg heen. Hij tekent ‘m direct<br />

voor: 4 km perfecte fietsroute tussen de westelijke nieuwbouwwijken<br />

door, vlak onder het middeleeuwse stadshart<br />

langs, dan met een nieuwe route naar de Oranjebuurt en tot<br />

slot naar het zuiden afbuigend richting Terweijde. Een route<br />

die nu niet volledig bestaat en al helemaal niet als kwaliteitsvolle<br />

fietsroute zichtbaar is. Die op tal van punten nog aanzienlijke<br />

verbeteringen vraagt. ‘De waarde is duidelijk. <strong>Fietsverkeer</strong><br />

wordt zichtbaarder; fietsers krijgen een perfecte voorziening.<br />

En dan eentje waar het overgrote deel van de fietsbestemmingen<br />

in Culemborg aan ligt.’ Voor de wethouder is het<br />

minder dan een plan maar meer dan een droom: ‘Over 10, 20<br />

jaar moeten we dit bereikt kunnen hebben. Waar de grootste<br />

verbeteringen nog nodig zijn, zijn er vaak ook kansen in de<br />

vorm van geplande herinrichtingen en stadsvernieuwingslocaties.<br />

Als we dat allemaal goed aanpakken, gaan we al meeliftend<br />

een heel eind komen.’<br />

Klassieke auto/fiets keuzes: Prijsseweg en Vianensepoort<br />

De Grote Culemborgse Fietsroute die Stegeman nastreeft<br />

loopt aan de westkant over of naast de Prijsseweg, de oude<br />

route naar Vianen. Dat ‘naast’ wordt nadrukkelijk genoemd.<br />

De keuze kan ook een nieuw fietspad in de brede berm van<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 13


De krappe oude spoortunnel Vianensepoort.<br />

de Prijsseweg worden, of een wat meer als eenheid vormgegeven<br />

route ten noorden van de Prijsseweg, door parallelle<br />

woonstraten in Goilberdingen en Parijsch. Teurlings: ‘De inrichting<br />

en beoogde functie van de Prijsseweg is verkeersplanologisch<br />

het minst gelukte onderdeel in die westelijke wijken.<br />

Veel autoverkeer blijft gewoon de kortste weg naar het centrum<br />

gebruiken. En de fietsers zitten geregeld in het nauw. We<br />

moeten ofwel erkennen dat de Prijsseweg nu eenmaal een wat<br />

drukkere straat met autoverkeer blijft, ofwel duidelijker voor<br />

fietsstraatvormgeving en -intensiteiten kiezen.’<br />

Een keuze die al snel verpolitiekt wordt, en dat is in Culemborg<br />

dan ook gebeurd. Inmiddels is ervoor gekozen om een knip<br />

in de Prijsseweg te verwijderen, waarna de auto-intensiteiten<br />

nog wat zullen toenemen. Vervolgens gaat het om keuzes in<br />

de krappe Vianensepoort. Moet die ook voor autoverkeer open<br />

blijven? Een fietsroute kan wel naast de Prijsseweg gelegd<br />

worden, maar bij deze krappe spoortunnel komen fiets en auto<br />

uiteindelijk toch bij elkaar. Stegeman: ‘Nu is er geen draagvlak<br />

14<br />

Prikkel in de stedebouw<br />

Joost Váhl legde voordat hij in Culemborg ging werken zijn visies en ervaringen<br />

vast in een boek dat - naast alle gedateerdheid, alleen al in vormgeving<br />

van het boek - nu nog inspiratie en inzicht zal kunnen bieden aan velen:<br />

H.G. Váhl, Prikkel in de stedebouw: zwart-witboek voor een groene woonwijk<br />

- suggesties voor het méér bruikbaar maken van nieuwe woonwijken in<br />

Delft, Gouda en Lelystad, Stichting Ruimte, 1985.<br />

Overigens was en is Váhl zeker niet alleen de man van de buitenissige ontwerpen en<br />

ontwerp elementen. In Gouda droeg hij eraan bij dat de directe verbinding tussen de grote<br />

nieuwe wijk Bloemendaal/Plaswijk (20.000 bewoners) en het stadscentrum, namelijk de<br />

mooie oude Ridder van Catsweg met een vervolg in de Bloemendaalseweg, uiteindelijk<br />

domein van fietsers en voetgangers werd; autoverkeer moet omrijden. Een verkeersplanologische<br />

keuze die Gouda later ook elders volgde (Voorwillenseweg richting Goverwelle) en<br />

die het fietsklimaat van Gouda blijvend in positieve zin bepaalt.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

De trekkende gestrektheid van de Prijsseweg.<br />

voor afsluiting van deze Vianensepoort voor autoverkeer. Dan<br />

moeten we daar nu ook niet op focussen. Laten we werken<br />

aan die route, zorgen voor grote aantallen fietsers, dan komt<br />

de discussie wel weer eens.’<br />

En dat is, net zozeer als die ruimtelijke structuur waar we mee<br />

begonnen, ook weer erg Nederlands: lastige kwesties gewoon<br />

even laten rusten en pragmatisch aan de slag gaan daar waar<br />

het kan en nuttig is. Omdat een goed fietsklimaat niet in politieke<br />

symboolkeuzes zit maar in concrete voorzieningen op<br />

straat.<br />

Literatuur<br />

Home Zones - Reconciling People, Places and Transport:<br />

Study Tour of Denmark, Germany, Holland and Sweden,<br />

July to August 2000.


Kwaliteit verkeersregelingen<br />

vaak onder de maat<br />

Ron Hendriks<br />

Hoewel de fiets de laatste jaren meer aandacht krijgt in de verkeersregeling,<br />

valt er nog steeds veel winst te behalen. Dat is de vaste overtuiging van Guus<br />

van der Burgt, verkeersregelspecialist en medebedenker van de Kwaliteitscentrale,<br />

een hulpmiddel om het functioneren van verkeersregelingen op straat<br />

te evalueren. Want de maximale wachttijd voor fietsers uit de gemeentelijke<br />

verkeersnota wordt in de praktijk maar zelden gehaald.<br />

Voor het ontwerpen van verkeersregelingen is een aantal programma’s<br />

op de markt, met voor ingewijden bekende namen<br />

als CCOL, COCON en de RWS C-regelaar. Ze hebben gemeen<br />

dat je er gedetailleerd verkeersregelingen mee kunt ontwerpen<br />

waarbij je prioriteit kunt geven aan de auto, het ov en/of de<br />

fiets. ‘Bij het ontwerpen van een verkeersregeling met zo’n<br />

programma is natuurlijk de eerste winst te behalen, bijvoorbeeld<br />

als het doel is meer prioriteit te geven aan de fietser’,<br />

aldus Guus van der Burgt van IT&T, een bedrijf dat zich onder<br />

meer toelegt op het ontwikkelen van software om verkeersregelingen<br />

door te lichten. ´En inmiddels zijn de ontwerpers van<br />

verkeersregelingen het er wel over eens dat je de fietsers niet<br />

zozeer langer groen hoeft te geven, maar liever vaker groen.<br />

In de praktijk komt dat er vaak op neer dat fietsers twee keer<br />

groen krijgen binnen een cyclus.’<br />

Dat lukt niet overal, want meestal gaat het toch ten koste van<br />

de auto of het openbaar vervoer en dat vergt moeilijke keuzes.<br />

Maar je kunt zo’n dubbele realisatie ook verkeersafhankelijk<br />

maken. ‘De verkeersautomaat meet dan de verkeersintensiteit<br />

en geeft afhankelijk van de drukte de fietsers een-, twee- of<br />

zelfs driemaal groen binnen een ‘regelcyclus’. In Brabant heeft<br />

men op enkele plaatsen de fietsregeling zelfs weersafhankelijk<br />

gemaakt door een regenmeter aan te brengen die de fiets bij<br />

slecht weer een extra streepje voor geeft.´<br />

Voorspellers en aftellers<br />

Maar er is meer creativiteit in de regeling te leggen dan alleen<br />

dubbele realisaties voor fietsers. Alle maatregelen die de<br />

cy clustijd kunnen verkorten dragen een steentje bij, waarvan<br />

ook de fietser kan profiteren. Zo is Van der Burgt sterk voorstander<br />

van het gebruik van wachttijdvoorspellers en aftellers.<br />

Voor de fietsers en voetgangers zijn dit inmiddels bekende<br />

verschijningen in de vorm van teruglopende leds of aftellende<br />

seconden. Maar er bestaan inmiddels ook aftellers voor<br />

de automobilist waarbij in het oranje licht van 3 naar 0 wordt<br />

teruggeteld. ‘Daar win je aantoonbaar tijd mee. Op een cyclus<br />

scheelt dat soms 3 tot 4 seconden en dat is ook in het voordeel<br />

van de fietser.´<br />

‘Aan fietsers wordt nog wel eens een maximale<br />

wachttijd beloofd van bijvoorbeeld 30 seconden.<br />

Maar in de praktijk blijkt dat vaak meer uitzondering<br />

dan regel.’<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 15


Maar de praktijk is vaak dat veel regelingen niet goed zijn afgesteld.<br />

Dat leert ook de ervaring van het Groene Golf-team dat<br />

in opdracht van Rijkswaterstaat honderden verkeersregelingen<br />

onder de loep nam en waar Van der Burgt een actieve rol in<br />

speelde. ‘Ik denk dat 80 procent van de verkeersregelingen<br />

al van het begin af aan niet optimaal zijn ingesteld. Wie de<br />

hoofdschuldige is? Je ziet dat zowel leveranciers, wegbeheer-<br />

ders als adviesbureaus kansen laten liggen. Ook wordt vaak<br />

heel lang niet omgekeken naar verkeersregelingen als ze eenmaal<br />

op straat zijn gezet.’ Dat alles was voor IT&T aanleiding<br />

de Kwaliteitscentrale te ontwikkelen om de kloof tussen theorie<br />

en praktijk te dichten. ‘We zijn vooral met de Kwaliteitscentrale<br />

begonnen omdat je goede informatie nodig hebt over het<br />

functioneren van een regeling. Dan ben je niet meer afhankelijk<br />

van dat uurtje dat je op straat staat te kijken.’<br />

Maximale wachttijd voor fietsers<br />

De Kwaliteitscentrale is een softwareprogramma dat het functioneren<br />

van de verkeersregeling inzichtelijk maakt. Het programma<br />

verzamelt de data die de verkeersregelautomaat op<br />

straat genereert, bijvoorbeeld over de werkelijk gerealiseerde<br />

rood- en groentijden, wachtrijen, door-rood-rijders, informatie<br />

16<br />

Betrapt<br />

‘Met wachttijdvoorspellers en aftellers win je<br />

aantoonbaar tijd. Op een cyclus scheelt dat soms<br />

3 tot 4 seconden.’<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

Een bijna anekdotisch voorbeeld van een toepassing van de Kwaliteitscentrale. Een fietser die regelmatig zondagochtend<br />

in alle vroegte zijn hond uitliet in het buitengebied, meldde dat hij plotseling veel langer voor rood moest<br />

wachten om de provinciale weg over te kunnen steken. Een blik met de Kwaliteitscentrale leerde dat een defecte<br />

detectielus 15 meter voor de stopstreep de aanleiding vormde. Maar ook was te zien – omdat op zondagochtend in<br />

alle vroegte maar één fietser zich had aangemeld bij de vri – dat de man met hond door rood was gefietst. Toen hij<br />

werd teruggebeld met de melding dat zijn klacht was verholpen en terloops werd opgemerkt dat hij kennelijk door<br />

rood was gereden, verontschuldigde de man zich uitvoerig.<br />

over het functioneren van individuele lussen, enzovoort. ‘En<br />

dan zie je vaak een ander beeld dan je zou verwachten op<br />

grond van de simulatieberekeningen.‘<br />

Het uitlezen van een verkeersregelautomaat kan op een aantal<br />

manieren, maar gebruikelijk is om dat tegenwoordig via IPadressen<br />

te doen. Dat maakt het ook mogelijk om de data met<br />

hele korte intervaltijden uit te lezen. ‘Inmiddels zijn 1700 van<br />

de circa 5500 verkeersregelinstallaties in ons land voorzien<br />

van een Kwaliteitscentrale. Het merk verkeersregelautomaat<br />

doet niet ter zake want met de leveranciers van vri’s is een<br />

aantal jaren geleden overeengekomen dat de data in gestandaardiseerde<br />

vorm wordt opgeslagen.’<br />

Uit de binnengehaalde informatie blijkt soms direct al of alle<br />

lussen naar behoren functioneren. En dat is lang niet altijd het<br />

geval, weet Van der Burgt. ‘Sommige lussen doen jarenlang<br />

zonder enige hapering hun werk, andere laten het na korte tijd<br />

afweten en weer andere haperen af en toe.’ Genoeg om een<br />

regeling danig in de war te schoppen, zonder dat dit overigens<br />

direct hoeft op te vallen.<br />

Na zuivering van de data op individuele uitschieters, presenteert<br />

de software een beeld van het feitelijk functioneren<br />

van de regeling. En dan is te zien of de goede voornemens<br />

die in verkeersnota’s zijn vastgelegd ook werkelijk gerealiseerd<br />

worden. Van der Burgt: ‘Zo wordt aan fietsers nog wel<br />

eens een maximale wachttijd beloofd van bijvoorbeeld 30<br />

seconden. Maar in de praktijk blijkt dat vaak meer uitzondering<br />

dan regel. Of je ziet dat er – zeker in het buitengebied – een<br />

Voorbeeld van een uitdraai van de Kwaliteitscentrale:<br />

een grafiek ‘onnodig wachten’ voor fietsers.


Met de huidige versie van de Kwaliteitscentrale zijn in relatie tot<br />

fietsers de volgende verkeerskundige grootheden te berekenen:<br />

− maximale wachttijd fietsers<br />

− gemiddelde wachttijd fietsers<br />

− onnodig wachten van de fietsers (geen verkeer voor hun<br />

langs)<br />

− cyclustijd<br />

− restcapaciteit (lucht in de regeling)<br />

− defecte lussen<br />

groot deel van de dag weinig gebeurt als het gaat om fietsers,<br />

maar dat in de spits hele pelotons scholieren voorbijtrekken.’<br />

Die 30 seconden zou volgens Van der Burgt trouwens best in<br />

voorschriften kunnen worden vastgelegd. ‘Je ziet dat bij het ov<br />

ook. Daar wordt in ov-concessies het oponthoud bij verkeerslichten<br />

gelimiteerd.’<br />

Fietsers beschermd tegen wegpiraten<br />

Tijdens de <strong>Fietsberaad</strong>bijeenkomst over verkeerslichten<br />

op 23 september 2010 betoogde Bo Boormans, directeur<br />

DTV Consultant en <strong>Fietsberaad</strong>lid, dat fietsbeleidsmakers zich<br />

te vaak het kaas van de brood laten eten. Niet zelden omdat ze<br />

denken dat ze te weinig kennis in huis hebben. Volgens Boormans<br />

is echter geen gedetailleerde kennis van vri’s nodig om<br />

heldere eisen voor de afwikkeling van het fietsverkeer te formuleren.<br />

De kwaliteitscentrale biedt vervolgens de mogelijkheid<br />

om te monitoren of aan de eisen wordt voldaan. Zelfs<br />

als men niet beschikt over een kwaliteitscentrale kan op relatief<br />

eenvoudige wijze een beeld verkregen worden van de afwikkeling<br />

voor fietsers.<br />

In Gelderland kunnen ze dat beamen. De provincie is een vaste<br />

gebruiker van de Kwaliteitscentrale. Hans Diender van de provincie<br />

bevestigt dat dit veel tijd ‘op straat’ scheelt. ‘Kloppen de<br />

hiaattijden met de werkelijkheid, hoe is het met roodlichtnegatie,<br />

verloopt het in- en uitmelden van de bussen zoals voorzien,<br />

je kunt het allemaal natrekken.’ En ook zou met de Kwaliteitscentrale<br />

heel goed de focus op de fiets gericht kunnen<br />

Verder wordt gewerkt aan een algoritme om de intensiteiten van de fietsers<br />

te bepalen.<br />

Door met de Kwaliteitscentrale de werking verder te analyseren is ook<br />

inzicht te krijgen in vragen als:<br />

− is de groentijd lang genoeg om alle fietsers door te laten?<br />

− zijn er defecte lussen?<br />

− hoeveel deelconflicten treden op tussen afslaande (vracht)auto’s en<br />

rechtdoorgaande fietsers?<br />

− hoeveel fietsers rijden door rood?<br />

Guus van der Burgt:<br />

‘80 procent van de verkeersregelingen zijn al van het<br />

begin af aan niet optimaal ingesteld.'<br />

worden, beaamt Diender, die en passant een paar Gelderse<br />

voorbeelden noemt waar de Kwaliteitscentrale een rol zou<br />

kunnen spelen. Bijvoorbeeld bij de in Gelderland toegepaste<br />

regeling waarbij het groen voor fietsers even wordt uitgesteld<br />

als er onbesuisde automobilist aankomt. Diender: ‘We<br />

meten de snelheid op 100 meter voor een verkeerslicht. Als<br />

de snelheid dan boven de 90 km/uur ligt en er staan fietsers<br />

te wachten, verlengen we de roodtijd voor fietsers met zes<br />

seconden. Maar we willen dat graag locatieafhankelijk maken.<br />

Want soms moet dat misschien nog wat langer zijn. Ander<br />

voorbeeld is het ‘misbruik’ van een voetgangersoversteek<br />

door fietsende schooljeugd die parallel loopt met een fietsoversteek.<br />

Door op de voetgangersknop te drukken, hopen de<br />

scholieren sneller groen te krijgen. Maar dat betekent vanwege<br />

de langere groentijden extra lang wachten voor het overige<br />

verkeer. Het probleem is opgelost door een extra detectielus te<br />

leggen bij de voetgangersknop. Staat er een fietser, dan krijgt<br />

deze geen voetgangersgroen.‘<br />

Martijn Laenen, verkeersregelspecialist van de gemeente<br />

Breda, ziet ook goede mogelijkheden om de Kwaliteitscentrale<br />

in te zetten voor de fiets. ‘We hebben hier de Kwaliteitscentrale<br />

voor ongeveer de helft van de vri’s geïnstalleerd en zijn<br />

nog druk bezig met het inregelen. Maar op voorhand vind ik<br />

het een goede tool om te zien hoe de regeling op straat functioneert.<br />

Vooralsnog richten we ons niet specifiek op één doelgroep,<br />

maar van verbeteringen profiteert de fietser natuurlijk<br />

ook. Want als we binnen een cyclus tijd overhouden gaat die<br />

naar de fietser.’ Ook Laenen ziet als belangrijk voordeel dat je<br />

op het scherm veel meer ziet dan dat je op straat ziet en dat je<br />

je kunt focussen op één doelgroep. ‘En sterk punt is inderdaad<br />

dat je met de Kwaliteitscentrale kunt zien of de detectie goed<br />

werkt en dat zie je op straat ook lang niet altijd.’<br />

Als het aan Van der Burgt ligt zou er dan ook een APK voor<br />

verkeerslichten moeten komen. ‘Het komt te vaak voor dat er<br />

jarenlang niet wordt omgekeken naar zo’n regeling. Ondertussen<br />

gaan lussen kapot, ligt er een nieuwe buslijn of is de<br />

verkeersintensiteit gewijzigd. En dat is niet nodig.’<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 17


Meer elektronica in de stalling<br />

Ron Hendriks<br />

De bewaker die bonnetjes controleert bij de poort van de<br />

fietsenstalling is er over een aantal jaren misschien niet<br />

meer. In de fietsenstalling komt langzamerhand meer elektronica<br />

die deze taak gaat overnemen. En ook buiten zien<br />

we meer elektronische systemen om de fiets veilig te stallen.<br />

Eén ding hebben de ontwikkelaars gemeen: een ongebreideld<br />

enthousiasme. De prijs vormt echter nog wel een<br />

beletsel voor een snelle opmars. En wellicht soms ook de<br />

hoge eisen die een fietser stelt aan het gebruiksgemak.<br />

Vrijwel alle steden van enig formaat hebben inmiddels een<br />

parkeerverwijssysteem voor de auto. Elektronische borden<br />

geven aan waar nog plaatst is en een enkele keer word je zelfs<br />

binnen de parkeergarage naar die ene vrij plek geloodst. Bij<br />

de fiets bestaat zo’n systeem nog niet. Toch is er volgens som-<br />

18<br />

Fiets-en-Win biedt de mogelijkheid fietsers te registreren.<br />

Er lopen proeven in Apeldoorn en Eindhoven.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

migen wel behoefte aan. Is het niet vanuit de gebruikers dan<br />

toch zeker bij beheerders die willen weten wat zich precies<br />

afspeelt in hun stalling.<br />

Het project Fiets-en-Win van het <strong>Fietsberaad</strong> biedt daarvoor<br />

een goede aanzet. De fietsen van bezoekers van een aantal<br />

stallingen in Apeldoorn en Eindhoven worden met een barcodelezer<br />

gescand. Zo geregistreerde fietsers kunnen meedoen<br />

aan een loterij waarmee aardige prijzen zijn te winnen.<br />

De gemeenten hopen zo het gebruik van de stallingen én het<br />

gebruik van de fiets op te voeren. Maar ook weet de beheerder<br />

hoeveel fietsen gebruik maken van de stalling en hoe lang ze<br />

er staan. Het systeem is eventueel uit te breiden tot een betaalsysteem,<br />

waarbij bijvoorbeeld onderscheid is te maken tussen<br />

kort- en langparkeerders, eerste dag gratis, enzovoort. Het


De tweede generatie Lock’n’Go.<br />

systeem vereist nog wel de aanwezigheid van een beheerder<br />

om de barcodes te scannen. Ook de OV-fiets experimenteert<br />

met Stallen-op-Pas, een nieuwe manier om het stallen af te<br />

rekenen. Abonnees van de OV-fiets die hier gebruik van willen<br />

maken, krijgen een barcode-sticker op hun fiets. Elke keer als<br />

zij hun fiets stallen worden deze barcode en de OV-fietspas<br />

gescand. De stallingskosten worden achteraf verrekend, samen<br />

met de eventuele huur van OV-fietsen.<br />

Wie ook wil weten hoe lang – en eventueel ook wáár – welke<br />

fiets precies staat, kan nog een stap verder gaan. Prorail start<br />

een proef om het gebruik van stallingen op ‘fietsniveau’ te<br />

monitoren. Folkert Piersma van Prorail legt uit dat het daarbij<br />

vooral gaat om weesfietsen aan te pakken. ‘Bij kleinere stallingen<br />

is het nog niet zo erg als er een paar fietsen lang staan.<br />

Dat worden op een gegeven ogenblik vanzelf fietswrakken.<br />

Maar bij grotere stallingen met duizenden plaatsen kan het<br />

gaan om 10 tot 20 procent weesfietsen en dan praat je over<br />

enkele honderden weesfietsen. Nu gaat de controle daarop<br />

nog met de houtje-touwtje methode. Het zou mooi zijn als je<br />

een systeem had waarbij je weet hoe lang een fiets in het rek<br />

staat. Met financiering van Infra en Milieu – totaal gaat het<br />

om € 1 miljoen – starten we een proef om de mogelijkheden<br />

te onderzoeken. Samen met gemeenten en de Fietsersbond<br />

zijn functionele eisen gespecificeerd waaraan zo’n systeem<br />

moet voldoen. Uiteindelijk kwam Klaver na een aanbestedingsronde<br />

als gunstigste uit de bus. Het systeem werkt met<br />

een schakelaar in het rek waarmee wordt vastgesteld of er een<br />

fiets staat. Die informatie gaat draadloos naar een verzamelpunt<br />

en vervolgens naar een centrale computer. Daar is zo precies<br />

bij te houden of er een fiets staat en hoe lang die er staat.<br />

Ook de locaties van bezette en lege plekken zijn zo bekend. En<br />

daarmee wordt een display aangestuurd die bij binnenkomst<br />

de fietser laat zien waar nog plek is.’<br />

In Utrecht komt een proef in de tijdelijke buitenstalling op het<br />

Smakkelaarsveld. In Groningen in de overdekte stalling onder<br />

het Stadsbalkon. Totaal gaat om 9000 plaatsen. De kosten<br />

liggen volgens Piersma rond de € 100,- per plaats. ‘Als je met<br />

zo’n systeem het aantal weesfietsen weet terug te dringen,<br />

kan het zichzelf terugbetalen. Reken maar uit: voor een fietsparkeerplaats<br />

moet je zo’n € 1000 tot € 3000 investeren.’<br />

De systemen zijn voorbereid om er een betaalsysteem aan<br />

te koppelen zodat je gebruikers bijvoorbeeld naar gebruik<br />

kan laten betalen. Piersma: ‘Maar het is een zaak van de<br />

gemeenten of die daar gebruik van willen gaan maken.’<br />

Elektronica op straat<br />

Overigens zijn er meer bedrijven die dergelijke systemen op<br />

de tekenplank hebben liggen. Het bedrijf Abel Consultants<br />

werkt aan het LED’s Parksysteem. Ook bij dat systeem<br />

wordt op iedere stallingsplaats een sensor aangebracht die<br />

de bezetting registreert. In het voetpad komen leds in het<br />

wegdek, waardoor de fietser kan zien waar nog plaats is.<br />

Maar het bedrijf wil er verder nog weinig over kwijt. En ook<br />

Velomove heeft een dergelijk systeem – in ieder geval op<br />

Een nieuw model van Velomove, losstaand te gebruiken.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 19


papier – klaar liggen, waarbij de aanwezigheid van een fiets<br />

niet alleen met een wipschakelaar wordt vastgesteld maar ook<br />

bijvoorbeeld met een veersysteem op basis van het gewicht<br />

van de fiets. En de firma Calllock kan naar eigen zeggen een<br />

systeem leveren dat de fiets niet alleen detecteert, maar na<br />

een vooraf ingestelde tijd ook blokkeert. Bijvoorbeeld totdat de<br />

gebruiker de rekening heeft betaald.<br />

De crux bij dergelijke systemen zit overigens niet in de<br />

detector. Want hoewel de bedrijfszekerheid van zo’n schakelaar<br />

in de praktijk nog bewezen moet worden, lijkt dat op voorhand<br />

technisch niet het grootste probleem. Ook de verbinding met<br />

een centrale computer is niet echt gecompliceerd. Bart Zwager<br />

van het bedrijf Velomove: ‘Die techniek is niet wezenlijk anders<br />

dan we nu al toepassen bij het bewaken van bagagekluizen of<br />

van vuilcontainers, dus dat kennen we inmiddels wel. Wat wel<br />

een probleem kan geven is het technisch beheer van dergelijke<br />

systemen. Daarvoor moet je een goede beheer- en onderhoudorganisatie<br />

hebben en werken leveranciers bijvoorbeeld<br />

samen met beveiligingsbedrijven die ervaring hebben op dat<br />

vlak.’<br />

Zwager is enthousiast pleitbezorger van meer elektronica<br />

bij het stallen. ‘Zelf heb ik al geen contant geld meer op zak.<br />

Ik doe alles met chipkaarten en -pasjes’, begint hij zijn uiteenzetting.<br />

En uit zijn laptop tovert hij vervolgens fraaie toekomstbeelden<br />

van hoe fietsparkeren er uit kan komen te zien.<br />

Zwager voorziet dat detectie in fietsparkeervoorzieningen<br />

slechts een eerste stap is op weg naar een concept waarbij<br />

elektronisch bewaakte fietsparkeervoorzieningen voor de<br />

gewone fiets worden gecombineerd met die van huurfietsen.<br />

En dat alles maakt dan weer onderdeel uit van een groter concept<br />

waarbij je met dezelfde chipkaart ook tal van andere mobiliteitsvoorzieningen<br />

kunt gebruiken, variërend van het ov, het<br />

parkeren van je auto tot en met de deelauto. Volgens Zwager<br />

liggen dergelijke koppelingen voor de hand. ‘Het is mogelijk<br />

20<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

De Calllock: moderne vormgeving en veel<br />

technische mogelijkheden.<br />

om backofficesystemen van bijvoorbeeld de parkeergarage<br />

of de deelauto en de deelfiets te integreren omdat die praktisch<br />

hetzelfde werken. En dat is nog niet alles. De supermarkt<br />

bijvoorbeeld kan er ook eenvoudig een bonussysteem<br />

aan koppelen om klanten met de fiets te belonen.’<br />

Eindhoven<br />

Maar voorlopig is dat nog toekomstmuziek. Wel op straat<br />

staan de elektronische fietsklemmen van Lock’n’Go, Velomove<br />

en Calllock. Deze systemen zijn vooral bedoeld om<br />

fietsen die in de openbare ruimte gestald worden extra<br />

te beveiligen. Lock’n’Go staat inmiddels in een tiental<br />

gemeenten. Waaronder Haarlem, waar gekeken wordt of<br />

je de klemmen ook kunt inzetten om OV-fietsen als ‘leenfietsen’<br />

te verhuren (tot nu toe met bescheiden succes<br />

overigens). Velomove is tot nu toe alleen in Eindhoven te<br />

vinden. En van Calllock staan enkele proefexemplaren in


Fietskluizen<br />

Wie nog een stap verder wil gaan, kan ook overgaan tot het plaatsen<br />

van fietskluizen of opbergsystemen als Bikedispenser, bedoeld voor<br />

de fietsverhuur, en Velominck. Kosten voor een enkele gewone fietskluis:<br />

vanaf rond de € 1000 per stuk, zonder de elektronica. Het aanbod<br />

en het aantal uitvoeringen is groot. Tot nu toe staan ze vooral bij stations<br />

en op bedrijfsterreinen. Soms werken ze nog met een muntje of<br />

een sleutel, maar ook fietskluizen worden steeds vaker elektronisch<br />

aangestuurd waardoor ook het gebruik eenvoudig te monitoren is.<br />

Die elektronica kan eventueel apart worden aangeschaft. De techniek<br />

die Calllock bijvoorbeeld toepast in de klemmen is ook te gebruiken<br />

in kluizen. En de firma Login BV, die de techniek leverde voor Fiets-en-<br />

Win, bouwde in Rotterdam al zo’n 300 kluizen om zodat ze elektronisch<br />

te bedienen zijn.<br />

OV-fiets heeft er inmiddels ook op een aantal plaatsen ervaring mee.<br />

Daarbij kan de gebruiker bijvoorbeeld via een bedieningspaneel een<br />

kluis ontgrendelen om een OV-fiets mee te nemen. Laatste nieuws<br />

is dat op een aantal locaties nu ook NS-fietskluizen met de pinpas of<br />

chipknip per dag kunnen worden gehuurd.<br />

Kortrijk (België) en het bedrijf zegt dit voorjaar enkele ver-<br />

huursystemen te gaan leveren aan niet met name genoemde<br />

gemeenten. Bij Lock’n’Go en Calllock wordt de staande buis<br />

van de fiets elektronisch geklemd. Bij de Velomove verdwijnt<br />

het voorwiel van de fiets in een stallingsunit en wordt de<br />

voorvork ondersteund. Nog een verschil is dat de gebruiker<br />

bij Velomove zich meldt bij een zuil naast de rij klemmen, bij<br />

Lock’n’Go en Calllock gebeurt het in- en uitchecken bij de klem<br />

zelf.<br />

Lock’n’Go en Calllock lijken veel op elkaar. Dat is niet zo ver-<br />

wonderlijk want industrieel ontwerper Ton Kooymans stond<br />

aan de wieg van Lock’n’Go maar besloot later met een eigen<br />

systeem, Calllock, de markt op te gaan. Beide systemen bieden<br />

onder meer betalen aan met de contactloze chipkaarten,<br />

sms-en met de mobiel en via de NFC-chip die in steeds meer<br />

mobieltjes wordt ingebouwd als vervanger van de chipkaarten.<br />

De praktijk in Eindhoven (eind januari 2011). De<br />

Velomove bij het busstation is volbezet, maar niemand<br />

gebruikt de Velomove-beveiliging. De rekken worden<br />

gebruikt met het eigen slot of men zet de fiets ervoor.<br />

Automatische systemen waar meer fietsen in worden opgeborgen<br />

winnen maar langzaam terrein. De Bikedispenser - een systeem<br />

waarbij 20 of meer fietsen onder- of bovengronds worden opgeborgen<br />

- kan in ieder geval af en toe nieuwe orders melden. Zo heeft<br />

Bikedispenser in opdracht van Leeuwarden een unit voor 50 huurfietsen<br />

geplaatst op een toekomstig Park&Bike-terrein.<br />

Kooymans legt met Calllock vooral de nadruk op draadloos en<br />

webbased. Draadloos, omdat in elke individuele klem een gprsmodule<br />

is ingebouwd. Daarmee worden alle gegevens naar<br />

een centrale computer verzonden en de opdrachtgever van zo’n<br />

systeem kan besluiten hoe hij die data verwerkt. Of in een speciaal<br />

voor dit doel ontwikkeld beheersysteem, of in combinatie<br />

met andere al dan niet bestaande beheersystemen. En de ontwerpers<br />

van Calllock afficheren het systeem nadrukkelijk als<br />

cradle-to-cradle: de stroomvoorziening geschiedt eventueel met<br />

zonne-energie en de palen zijn gemaakt met recyclebare materialen.<br />

Lock’n’Go gaat voor een wat pragmatischer benadering. Gerwin<br />

Nent van het bedrijf: ‘Wij kunnen met de tweede generatie<br />

Lock’n’Go ook de palen met gprs aansturen. Maar de praktijk<br />

is dat je een aantal palen dat bij elkaar staat, voorziet van een<br />

bekabeld systeem. Het kost niet meer en het beheer is veel eenvoudiger.’<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 21


Gebruiksgemak<br />

Lock’n’Go en Velomove vochten onlangs een stevige strijd uit<br />

om in Eindhoven klemmen te mogen plaatsen. Frans Kastelijn<br />

van de gemeente: ‘We zijn begonnen met Lock’n’Go, waarbij<br />

we als gemeente aan de ontwikkeling van het systeem hebben<br />

meegewerkt. Dat is goed bevallen, maar toen we een nieuwe<br />

serie van 400 klemmen wilden plaatsen moesten we Europees<br />

aanbesteden. Velomove voldeed het beste aan de opgestelde<br />

specificaties. De prijs was één van de factoren (genoemd<br />

worden prijzen tussen de € 500 en € 1.000 per klem, red). Kastelijn<br />

vindt dat beide systemen in Eindhoven hun bestaansrecht<br />

hebben bewezen. ‘De software van Velomove vereiste in<br />

het begin nog wat aanpassing, maar beide systemen werken<br />

nu goed.’<br />

‘Belangrijk is overigens dat we in Eindhoven de stadspas<br />

kennen, die mensen gebruiken voor het zwembad, de bibliotheek,<br />

enzovoort. Daar hebben we de fietsklemmen aan gekoppeld<br />

en dat is natuurlijk gunstig voor het gebruik.’ Gebruikscijfers<br />

heeft Eindhoven overigens nog niet, in ieder geval geen<br />

elektronisch geregistreerde cijfers. ‘Maar over het algemeen<br />

ligt de bezetting rond de 70 tot 80 procent’, stelt Kastelijn.<br />

De lokale Fietsersbond schetst echter een ander beeld. In de<br />

lokale politiek en pers deed de tweestrijd tussen Velomove<br />

en Lock’n’Go veel stof opwaaien. Punt van discussie – nog<br />

los van enkele technische problemen – vormde onder meer<br />

het gebruiksgemak van beide systemen. Peter Plantinga van<br />

de lokale Fietsersbond: ‘Wij vinden het systeem van Velomove<br />

gebruiksonvriendelijk.’ Volgens de Fietsersbond zijn de<br />

schermen op het aanmeldpunt onhandig en de vol/vrij-aandui-<br />

22<br />

Lock’n’Go aan de voorkant van station Eindhoven. Goed bezet,<br />

een enkele fietser gebruikt het eigen slot, de rest gebruikt de<br />

Lock’n’Go-beveiliging.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

dingen bij de plaatsen slecht te zien. En je moet eerst naar het<br />

centrale punt om in te checken en dan moet je de vrije plaats<br />

zoeken. Daar staat dan vaak al een fiets in of tegenaan, soms<br />

zelfs met de eigen ketting op slot gezet.’ Kritiekpunt van de<br />

Fietsersbond is ook dat lang niet alle fietsen passen in de Velomove,<br />

zoals fietsen met een voorwielrek. ‘Daar staat tegenover<br />

dat een fiets met fietstassen voldoende ruimte heeft.’<br />

‘Je zou inderdaad kunnen stellen dat het systeem zich meer<br />

leent voor verhuur in kleine aantallen, dan voor grootschalig<br />

stallen zoals nu bij station Eindhoven het geval is.’<br />

Dit alles heeft er volgens de Fietsersbond toe geleid dat de<br />

Velomove-stallingen tot nu toe weinig worden gebruikt. ‘Waar<br />

Lock’n’Go vaak voor zo’n 80 procent bezet is, komt Velomove<br />

nog niet verder dan 10 tot 20 procent’, weet Plantinga, die nog<br />

aantekent het geen handige zet van de gemeente te vinden<br />

dat er 96 Velomove-klemmen zijn neergezet direct naast de<br />

bewaakte stationsstalling. ‘Systemen als deze zijn vooral<br />

bedoeld om veilig stallen te bieden op risicoplaatsen, zoals bij<br />

sporthallen en kleine winkelcentra.’


Kees Slabbekoorn, Waterschap Scheldestromen<br />

Otto van Boggelen, <strong>Fietsberaad</strong><br />

De Ontwerpwijzer <strong>Fietsverkeer</strong> geeft aanbeveling bij welke<br />

verkeersdrukte het nog acceptabel is om fietsers en automobilisten<br />

te mengen op de rijbaan. Maar daarbij staat vooral<br />

verkeersveiligheid centraal. De fietsbeleving komt niet echt<br />

aan de orde. De FietsmaaT geeft een eerste aanzet om dit te<br />

meten. Een methode die wellicht ook een aanzet biedt om hinder<br />

tussen fietsers onderling in beeld te brengen.<br />

De traditionele activiteiten in de polder zijn aan het veranderen.<br />

Dat is niet vreemd omdat de poldereconomie niet meer<br />

breed genoeg is. Er komen nieuwe activiteiten die sterk aan<br />

de recreatie of de zorg verwant zijn. Daarmee worden de doorsnee<br />

smalle plattelandswegen extra met bestemmingsverkeer<br />

belast.<br />

Waterschap Scheldestromen beheert circa 4000 kilometer plattelandsweg.<br />

Hiervan is 24 procent smaller dan 3,00 meter.<br />

Op deze zeer smalle wegen veroorzaakt elke passerende auto<br />

hinder voor fietsers. Een vrachtauto of landbouwvoertuig kan<br />

alleen rakelings passeren. Daarbij is de fietser vaak de mindere.<br />

Soms is de wegberm de enige keus als vluchtplaats.<br />

Het grootste deel van de plattelandswegen van het waterschap,<br />

zo’n 60 procent, is tussen de 3 en 4,50 meter breed.<br />

Fietsers op deze wegen zitten in een grijs gebied. Bij solofietsers<br />

kan autoverkeer passeren, maar het fietscomfort wordt<br />

Een kwart van de 4000 kilometer weg die Waterschap<br />

Scheldestromen beheert is smaller dan 3 meter.<br />

> Hinder als maat<br />

wel aangetast. Daarbij speelt het onveiligheidsgevoel ook nog<br />

een rol omdat de passeersnelheid op de rechte plattelandswegen<br />

vaak te hoog is. Bij duo’s fietsers is er altijd hinder. Een<br />

van de twee fietsers moet achter de ander gaan rijden. En dat<br />

draagt natuurlijk niet bij aan het fietsplezier.<br />

Hinder kwantificeren<br />

Het is goed ook de hinder die fietsers ervaren te kwantificeren<br />

en zo in de besluitvorming te betrekken. Juist op de aspecten<br />

comfort, hinder en beleving wordt het waterschap aangesproken<br />

als weg(netwerk)beheerder. Het is lastig met deze<br />

aspecten aan de slag te gaan, omdat ‘beleving’ geen rationeel<br />

begrip is en afhankelijk is van vele variabelen. Er zijn geen<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 23


Hindermaat voor autogebruik fietsstraat<br />

De FietsmaaT voor recreatieve routes is niet de enige en eerste poging om<br />

hinder van autoverkeer op fietsroutes in getallen te vatten. In zijn afstudeeronderzoek<br />

‘De fietsstraat’ heeft Rico Andriesse in 1996 een relatie gelegd tussen<br />

de omvang van autoverkeer op een fietsstraat en de hinder die fietsers hiervan<br />

ondervinden. Dit onderzoek is weer gebaseerd op een simulatiemodel van<br />

Botma en Papendrecht van de TU Delft uit 1992 waarin de onderlinge hinder<br />

van fietsers op smalle fietspaden centraal staat. Dit bestaat uit twee delen:<br />

– een simulatiemodel om de hinderkans op fietspaden te bepalen: hoe vaak<br />

moeten fietsers achter elkaar gaan rijden of wachten met inhalen?<br />

– een praktijkenquête om de beleefde hinder te koppelen aan de gesimuleerde<br />

ontmoetingen.<br />

De huidige aanbevelingen voor de breedte van fietspaden in de Ontwerpwijzer<br />

Voorbeeld toegestane aantal motorvoertuigen bij 300 fietsers per etmaal.<br />

Bij 3 m is de Landinrichtingstoets maatgevend, bij 4 m de FietsmaaT.<br />

Wegbreedte<br />

toetsen die ons kunnen helpen om inzicht te krijgen in deze<br />

materie.<br />

De Ontwerpwijzer <strong>Fietsverkeer</strong> (CROW-publicatie 230) doet wel<br />

aanbevelingen over de toepasbaarheid van een gemengde<br />

verkeersafwikkeling op wegen buiten de bebouwde kom. Volgens<br />

tabel 16 (pagina 122) kan op 60-km/h-wegen het auto- en<br />

fietsverkeer gemengd worden tot een intensiteit van maximaal<br />

2500 motorvoertuigen per etmaal. De aanbeveling lijkt vooral<br />

gebaseerd op het Duurzaam Veilig-uitgangspunt dat op erftoegangswegen<br />

bij voorkeur geen vrijliggende fietsvoorzieningen<br />

worden aangelegd. Voor het Zeeuwse zijn dat enorm veel<br />

auto’s. Bovendien ontbreekt invloed van de beschikbare wegbreedte<br />

op de beleving.<br />

Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de bekende Landinrichtingstoets.<br />

Deze is vooral bedoeld om te bepalen of de wegbreedte<br />

toereikend is voor het aantal auto’s dat van de weg<br />

gebruik maakt. Als de weg te smal is, rijden de (vracht)auto’s<br />

de bermen kapot. Dat heeft niet alleen grote gevolgen voor<br />

de beheerkosten, maar ook voor de veiligheid. Gevaarlijke<br />

bermen zijn een belangrijke oorzaak van enkelvoudige ongevallen,<br />

evenals losliggend grind en zand dat uit de bermen<br />

wordt gereden. Ter illustratie: een weg met een breedte van<br />

3 meter zou volgens deze Landinrichtingstoets een maximale<br />

capaciteit hebben van ongeveer 300 motorvoertuigen per<br />

etmaal. De Landinrichtingstoets geeft daarmee ook voor fietsers<br />

een belangrijk maximum, maar zegt nog niets over de<br />

beleving en hinder voor fietsers.<br />

We zijn daarom zelf begonnen een toets te ontwikkelen, die<br />

de naam FietsmaaT heeft meegekregen. Het vertrekpunt is dat<br />

(recreatieve) fietsers het liefst ongehinderd naast elkaar (als<br />

duo) rijden. Recreatieve fietsers rijden vanwege de gezellig-<br />

24<br />

Landinrichtingstoets<br />

FietsMaaT<br />

3 m 300 375 2500<br />

4 m 600 450 2500<br />

Ontwerpwijzer<br />

<strong>Fietsverkeer</strong><br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

zijn afgeleid van dit TU-onderzoek naar het verband tussen beleefde hinder<br />

en het berekende aantal ontmoetingen (zie tabel).<br />

Andriesse gebruikt dit verband tussen hinder en ontmoetingen om grenswaarden<br />

vast te stellen voor het aantal ontmoetingen dat acceptabel is.<br />

Volgens de berekeningen zouden fietsers maximaal 19 maal per uur gehinderd<br />

mogen worden door andere weggebruikers. Ofwel eenmaal per drie<br />

minuten. Deze grenswaarde is dus nog wat strenger dan de grenswaarde<br />

uit de FietsmaaT (1 keer per 66 seconden).<br />

Vervolgens heeft Andriesse voor een fietsstraat met behulp van een simulatie<br />

het aantal hinderlijke ontmoetingen met auto’s bepaald (inhalen en<br />

tegenkomen) bij verschillende auto- en fietsintensiteiten. Het betreft een<br />

fietsstraat met eenrichtingsverkeer voor auto’s, tweerichtingsverkeer voor<br />

heid graag naast elkaar. Als dit wordt verstoord, boet de route<br />

in aan kwaliteit. De FietsmaaT berekent de kans op dergelijke<br />

verstoringen bij een gegeven wegbreedte en auto- en fietsintensiteiten.<br />

We beschouwen het aantal ontmoetingen tussen<br />

fietsers en auto’s op een wegvak van 1000 meter. Als (duo)<br />

fietsers op het beschouwde wegvak te vaak worden verstoord<br />

(auto’s dwingen fietsers naar de wegkant en duo’s om dan<br />

achter elkaar te gaan rijden) ligt de kwaliteit onder de norm.<br />

Wat is nu de toegepaste norm voor wat betreft de verstoring?<br />

Een – weliswaar – beperkte veldproef onder fietsers wees uit<br />

dat het breekpunt tussen ‘geen hinder’ en ‘extreme hinder’ bij<br />

een interval (verstoring) van 66 seconden ligt. Als de verstoring<br />

groter is, zakt de fietskwaliteit onder de norm.<br />

Met de volgende beperkte gegevens kan de toets worden<br />

gevuld: Intensiteit_auto, Intensiteit_fiets, wegbreedte en percentage<br />

zwaar verkeer. Daaruit volgt het aantal hindermomenten<br />

voor de fietser en de wandelaar. In beginsel zijn<br />

niet meer gegevens nodig. De drempel om de FietsmaaT te<br />

gebruiken is dus niet hoog.<br />

Kwaliteitsscore<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

l_fiets=200/etm<br />

l_fiets=300/etm<br />

l_fiets=400/etm<br />

Voorbeelden kwaliteitsscore FietsmaaT.<br />

Kwaliteitsscore bij wegbreedte = 3,00 meter<br />

200 300 400 500 600 700<br />

l_auto in mvt/etm<br />

800


fietsers en een krap profiel. Automobilisten kunnen fietsers niet inhalen.<br />

Op basis van deze simulatie is weer een grenswaarde voor de intensiteit<br />

van het autoverkeer vastgesteld, afhankelijk van de fietsintensiteit:<br />

Maximale Intensiteitauto = 13.000 / Intensiteitfiets-per-richting (met als invoer<br />

de spitsintensiteiten). Anders gezegd: bij 250 fietsers per richting in een<br />

spitsuur mogen er maximaal 52 auto’s per uur gebruik maken van deze<br />

fietsstraat.<br />

Kwaliteitsscore<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

Eenrichtingspad Tweerichtingenpad<br />

Spitsuurintensiteit<br />

in één richting<br />

Breedte<br />

De voorbeeldgrafieken geven de uitkomsten weer voor een<br />

wegbreedte van 3 meter en van 4 meter en verschillende autointensiteiten<br />

(x-as). Op de y-as staat het rapportcijfer (kwaliteitsscore).<br />

Ter illustratie: als de wegbeheerder streeft naar<br />

een kwaliteitsscore 7, dan is de maximale autointensiteit ongeveer<br />

375 motorvoertuigen per etmaal (bij 300 fietsers/etmaal).<br />

Daarmee is de FietsmaaT – met hinder als maat – dus minder<br />

streng dan de Landinrichtingstoets – met bermschade als<br />

maat – die uitkomt op maximaal 300 motorvoertuigen per<br />

etmaal. Dan is er dus nog een prima fietskwaliteit. Omdat het<br />

argument bermschade op veel plattelandswegen in de zomer<br />

niet opgaat, rekken we de norm dan bij 300 fietsers/etmaal op<br />

naar 375 motorvoertuigen/etmaal.<br />

Bij een wegbreedte van 4 meter krijgen we een ander beeld.<br />

Hier wordt, vanwege de mate van verstoring, de FietsmaaT<br />

strenger: de Landinrichtingstoets laat 600 motorvoertuigen/<br />

etmaal toe, de FietsmaaT komt op 450 motorvoertuigen/etmaal<br />

(bij 300 fietsers per etmaal).<br />

l_fiets=200/etm<br />

l_fiets=300/etm<br />

l_fiets=400/etm<br />

Breedte fietspaden volgens Ontwerpwijzer <strong>Fietsverkeer</strong>.<br />

Spitsuurintensiteit<br />

in twee richtingen<br />

Toepassingsgebied<br />

Breedte<br />

0-150 2,00 m 0-50 2,50 m<br />

150-750 3,00 (2,50) m 50-150 2,50 à 3,00 m<br />

>750 4,00 (3,50) m >150 3,50 à 4,00 m<br />

Kwaliteitsscore bij wegbreedte = 4,00 meter<br />

200 300 400 500 600 700<br />

l_auto in mvt/etm<br />

800<br />

Als wegbeheerder word je betrokken bij bestemmingsplanwijzigingen.<br />

De FietsmaaT is dan een handig rekenmodel om<br />

de consequenties voor de fietskwaliteit van plattelandswegen<br />

door te rekenen en met de uitkomsten te communiceren. De<br />

(recreatieve) fiets blijft op deze wijze ‘op de agenda’ staan. Het<br />

is ook goed mogelijk trends aan te geven om te verkennen of<br />

er kritische grenzen worden bereikt. Het rekenkundig principe<br />

van de FietsmaaT is met aanpassingen te gebruiken voor fietspaden.<br />

Vooral bij smalle fietspaden kan zo’n toets inzicht geven<br />

in fietskwaliteit. De FietsmaaT is als Excel-bestand beschikbaar<br />

via de website van www.scheldestromen.nl, dus iedereen kan<br />

zelf aan de slag.<br />

> www.scheldestromen.nl/het_waterschap/projecten/projecten_<br />

wegen/fietsmaat<br />

Literatuur<br />

Andriesse, H.C., De fietsstraat, onderzoek naar fietsverbindingen door<br />

verblijfsgebieden, TU Delft, 1996.<br />

Botma, H. en Papendrecht, J.H., Kwaliteit afwikkeling vrijliggende fietspaden,<br />

toepassing van een hindermodel, TU Delft, 1992.<br />

Botma, H. en Papendrecht, J.H., Onderzoek fietsverkeer, basiskenmerken<br />

verkeersstroom op eenrichtingsfietspad, TU Delft, 1998.<br />

Lourens, J. , Technische vraagbaak voor plattelandswegen, Landinrichtingsdienst,<br />

1988.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 25


Betrouwbaarder kencijfers<br />

> Nieuwe Leidraad fietsparkeren<br />

Karin Broer<br />

De nieuwe Leidraad fietsparkeren is verschenen. Vergeleken<br />

met de oude editie springen vooral de betere kencijfers in het<br />

oog: betrouwbaarder en vooral meer functies. Toch staat de<br />

kennis over fietsparkeren eigenlijk nog in de kinderschoenen,<br />

vinden de deskundigen.<br />

De kencijfers, zeggen Rico Andriesse van Goudappel Coffeng<br />

en Theo Zeegers van de Fietsersbond in koor op de vraag wat<br />

nieuw is in deze uitgave. Andriesse schreef grotendeels de tekst<br />

van de nieuwe CROW-uitgave, Zeegers zat in de begeleidingswerkgroep.<br />

De fietsparkeerkencijfers, ook te vinden op de site van het <strong>Fietsberaad</strong>,<br />

zijn vergeleken met de oude uitgave fors bijgewerkt.<br />

Zeegers: ‘In de oude Leidraad waren de kencijfers erg mager<br />

onderbouwd. Soms hadden ze daarom een enorme bandbreedte,<br />

waardoor ze amper houvast gaven. Dat is nu veel<br />

beter. En dat is heel belangrijk, want in veel gemeenten was de<br />

pagina met de fietsparkeerkencijfers de plek waar de Leidraad<br />

openviel.’<br />

Het afgelopen jaar heeft het <strong>Fietsberaad</strong> met hulp van adviesbureau<br />

Goudappel Coffeng gewerkt aan de verbetering van de<br />

fietsparkeerkencijfers. Andriesse: ‘We hebben bijvoorbeeld voor<br />

veel meer functies kencijfers bepaald en de bestaande cijfers<br />

hebben we nauwkeuriger en betrouwbaarder kunnen maken.’<br />

Dat betekende het nodige telwerk. Aanvankelijk was het plan op<br />

basis van opgegeven modal split-gegevens van bijvoorbeeld<br />

een sauna of een bowlingbaan cijfers te destilleren, maar dat<br />

bleek in de praktijk niet te werken. Andriesse zette daarop zijn<br />

collega’s aan het werk die op hun vrije zaterdag bijvoorbeeld<br />

26<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

wel wilden tellen hoeveel fietsen er bij de supermarkt stonden.<br />

Ook de tellingen die via de Fietsparkeertool op de site van het<br />

<strong>Fietsberaad</strong> binnenkwamen (zie kader) werden gebruikt. Een<br />

aanvullende opdracht van het <strong>Fietsberaad</strong> om op 50 locaties<br />

echt veldwerk te verrichten, zorgde voor een nog betere basis.<br />

Toch zijn de fietsparkeerkencijfers in de Leidraad nog lang niet<br />

zo betrouwbaar als zou moeten. Andriesse: ‘In de tabel staat<br />

met sterren de validiteit van de cijfers aangegeven. Dan zie je<br />

al, dat het nog een stuk beter kan. Als die sterren over films<br />

zouden gaan, ging je echt niet naar de bioscoop.’<br />

Zeegers vult aan. ‘Je moet dit zien als een begin, een heel<br />

mooi begin, hoor. Maar als je het vergelijkt met wat we allemaal<br />

weten over autoparkeren dan staat de kennis over fietsparkeren<br />

nog in de kinderschoenen.’ Andriesse: ‘Dat is ook<br />

De nieuwe leidraad behandelt<br />

zowel de beleidskant als de<br />

invulling van fietsparkeren in de<br />

praktijk. En ook veelvoorkomende<br />

fietsparkeerproblemen als hinderlijk<br />

geplaatste fietsen, fietswrakken en<br />

weesfietsen komen aan de orde.


Fietsparkeertool voor maatwerk<br />

Voor het echte maatwerk is op de website van het <strong>Fietsberaad</strong> een Fietspar-<br />

keertool te vinden, gebaseerd op parkeerkencijfers. Wie voor een bepaalde<br />

locatie wil weten hoeveel fietsparkeervoorzieningen er nodig zijn, vult de tool<br />

in en krijgt een advies.<br />

Het mooie van dit instrument is dat de eventueel ingevulde telgegevens<br />

gebruikt worden om de validiteit van de kencijfers te verbeteren. Ongeveer<br />

500 van dergelijke doorgestuurde telgegevens konden al gebruikt worden voor<br />

kencijfers in de Leidraad. Het <strong>Fietsberaad</strong> roept iedereen op om eigen tellingen<br />

even in te voeren in de Fietsparkeertool. Het draagt bij aan de verbetering van<br />

de kencijfers en u ziet meteen of uw situatie overeenkomt met de kencijfers.<br />

wel logisch. Als blijkt dat bij een gebouw vijftig fietsklemmen<br />

te weinig staan, dan kan je ze er altijd bijplaatsen. Met vijftig<br />

autoparkeerplaatsen is dat vaak een stuk lastiger.’<br />

Zeegers is blij dat er in de Leidraad duidelijk het verschil wordt<br />

gemaakt tussen wettelijke eisen voor fietsparkeervoorzieningen<br />

en wat je zou moeten plaatsen om het fietsparkeren<br />

goed te faciliteren. ‘Als Fietsersbond komen wij vaak tegen dat<br />

men zegt: we plaatsen genoeg rekken, want dit staat er in het<br />

Bouwbesluit. Maar het Bouwbesluit is de absolute ondergrens<br />

van wat wettelijk moet. Als je vraagt hoeveel je moet plaatsen<br />

om het fietsgebruik naar een locatie te faciliteren, dan kom je<br />

op heel andere cijfers uit. Dat verschil is nu goed duidelijk.’<br />

Stations<br />

De verbeterde fietsparkeerkencijfers vormen niet de enige<br />

verandering in de herziene uitgave. Andriesse denkt dat de<br />

nieuwe Leidraad toegankelijker is en praktischer in het gebruik,<br />

met bijvoorbeeld achterin per gebiedstype (stationsgebieden,<br />

woongebieden, enzovoort) aanwijzingen voor het fietsparkeren.<br />

‘Voor een gemeente die iets wil doen op het vlak van<br />

> Bijeenkomst Leidraad fietsparkeren<br />

| 10 maart 2011 | | Locatie: Utrecht | | Aanvang: 13.30 | | Kosten: gratis |<br />

> Meer info: fietsberaad.nl/bijeenkomsten<br />

fietsparkeren, is het zinvol dit boekje even door te lopen. Dan<br />

weet je meteen: waar moet ik aan denken en wat mag ik niet<br />

over het hoofd zien.’<br />

Op sommige onderdelen van het fietsparkeren is er sinds 2001<br />

(het jaar van de vorige herziening) het nodige veranderd. Zo<br />

hebben de grote steden meer problemen gekregen met grote<br />

hoeveelheden fietsen bij de stations. Op het gebied van handhaving,<br />

het opruimen van weesfietsen, is daarom relatief veel<br />

gebeurd. Andriesse: ‘We hebben niet het handboek weesfietsen<br />

overgeschreven, maar de meest essentiële punten voor<br />

de aanpak van weesfietsen staan er wel in.’<br />

Opvallend weinig voortgang was er de laatste jaren op het<br />

gebied van buurtstallingen en de exploitatie van stallingen,<br />

toch ook geen onbelangrijke onderwerpen als het gaat om<br />

goed fietsparkeerbeleid in een gemeente.<br />

Verder biedt het boekje weer een overzicht van bestaande<br />

fietsparkeervoorzieningen en mogelijke oplossingen: de betere<br />

etagerekken, aanleunrekken, fietskluizen enzovoort. Vernieuwend<br />

op dit vlak zijn onder andere de fietsparkeervakken en de<br />

Groningse rode lopers, waar je juist niet mag parkeren.<br />

> CROW, Leidraad fietsparkeren, Publicatie 291, ¤ 52,-,<br />

ISBN: 978-90-6628-572-9<br />

De Leidraad besteedt ook ruim aandacht aan<br />

fietsparkeren bij ov-voorzieningen.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I <strong>27</strong>


Hoe de Slowlane er precies uit zal zien is nog niet<br />

bekend. Maar het 32 kilometer lange fietspad<br />

moet in ieder geval vier meter breed worden,<br />

vrijliggend, zoveel mogelijk ‘conflictvrij’, zonder<br />

verkeerslichten en vooral vol snufjes.<br />

28<br />

Slowlane ruimtelijke drager in gebiedsontwikkeling<br />

> Fietspad als trekker voor<br />

de kennisindustrie<br />

Karin Broer<br />

De regio Eindhoven is bezig met een omvangrijke gebiedsontwikkeling:<br />

Brainport Avenue. De ruimtelijke drager is<br />

de Slowlane, een 32 kilometer lang conflictvrij fietspad<br />

met innovatieve snufjes dat hightech bedrijven en campussen<br />

verbindt. Met goede fietsvoorzieningen kun je namelijk<br />

scoren bij de kennisindustrie.<br />

‘Aan het eerste stukje wordt binnenkort gewerkt’, vertelt Harm<br />

Mertens, projectleider Slowlane van het Samenwerkingsverband<br />

Regio Eindhoven (SRE). Dan gaat de schop de grond in<br />

voor een verbeterde ongelijkvloerse kruising van het Beatrixkanaal<br />

en Oirschotse dijk in Eindhoven. Net als bij veel andere<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

infraprojecten is ook hier het devies ‘werk met werk maken’ en<br />

op deze locatie heeft de gemeente Eindhoven dit voorjaar al<br />

werkzaamheden voorzien.<br />

Dat betekent niet dat al duidelijk is hoe de Slowlane er precies<br />

uit zal zien. Op dit moment wordt het tracé nader uitgewerkt.<br />

Het loopt in grote lijnen van de High Tech Campus Eindhoven<br />

in Eindhoven Zuid langs het afwateringkanaal en via<br />

het Beatrixkanaal naar Eindhoven Noord en Best. En er is een<br />

handboek Slowlane in de maak. MTD Landschapsarchitecten<br />

heeft de opdracht gekregen een ‘herkenbaar beeld’ neer te<br />

zetten.<br />

Het 32 kilometer lange fietspad over het grondgebied van<br />

de gemeenten Eindhoven, Son en Breugel en Best moet vier<br />

meter breed worden, vrijliggend, zoveel mogelijk ‘conflictvrij’,


zonder verkeerslichten en vooral vol snufjes. Mertens: ‘Je kunt<br />

denken aan bijzonder asfalt dat bijvoorbeeld energie opwekt,<br />

schermen met reisinformatie en een buienradar, en ook de verlichting<br />

zal innovatief zijn.’<br />

Waar de echte innovatie in zal zitten, is volgens Mertens nog<br />

niet aan te geven. Men hoopt dat de bedrijven uit deze kennisregio<br />

met goede ideeën komen. ‘Dit fietspad wordt gefaseerd<br />

aangelegd, deels is het bestaand tracé dat zal worden aangepakt<br />

als er bijvoorbeeld onderhoudswerkzaamheden zijn. In<br />

2014 moet het eerste deel klaar zijn.’<br />

Maatschappelijk rendement<br />

Het idee voor de Slowlane ontstond tijdens een workshop<br />

over de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in het gebied. De<br />

omgeving van Eindhoven is groen, aan de ene kant bossen<br />

met vennen en heide en aan de andere kant de beekdalen en<br />

kanalen. Het aan elkaar koppelen van die groene gebieden is<br />

een van de onderdelen van de gebiedsontwikkeling van de<br />

A2-zone, die nu de naam Brainport Avenue draagt.<br />

Een fietspad door of vlak naast de EHS, parallel aan de A2, legt<br />

de verbinding tussen bedrijventerreinen en campussen, zoals<br />

het Flight Forum, de Brainport Innovatie Campus en de High<br />

Tech Campus Eindhoven, en bedrijven als ASML en Phillips.<br />

Jean van Zeeland, projectmanager Brainport Avenue bij het<br />

Het fietspad verbindt bedrijventerreinen en<br />

campussen, zoals het Flight Forum, de Brainport<br />

Innovatie Campus en de High Tech Campus<br />

Eindhoven, ASML en Phillips.<br />

SRE, was nauw betrokken bij het ontstaan van het Slowlaneidee.<br />

‘Het kenmerkende van dit gebied is dat bedrijventerrein<br />

en campussen allemaal kort bij elkaar liggen, zo kort bij elkaar<br />

dat het mogelijk is ze met een fietspad te verbinden.’<br />

Het fietspad kwam terecht in de uiteindelijke lijst van zes projectgebieden<br />

die de gebiedsontwikkeling Brainport Avenue<br />

omvat. Niet als detail, maar als ‘het samenbindende element<br />

in de A2-zone’ en ‘de ruimtelijke drager van de gebiedsontwikkeling’.<br />

Want het fietspad ‘verbindt de economische toplocaties<br />

via de kortste en meest milieuvriendelijke route’, aldus de<br />

samenvatting voor de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse<br />

(MKBA) door het toenmalige ministerie van VROM.<br />

In die MKBA-analyse (zie kader) scoorde de Slowlane zo goed,<br />

dat VROM erop aandrong de Slowlane een prominente plaats<br />

in de plannen te geven. Van 75 miljoen euro uit het Nota<br />

Ruimte-budget voor de hele gebiedsontwikkeling Brainport<br />

Avenue gaat 9,5 miljoen naar Slowlane.<br />

Uitwisseling op fietsafstand<br />

Het doel van Brainport Avenue is ‘om een internationaal concurrerend<br />

vestigingsklimaat te realiseren voor kennisintensieve<br />

bedrijven’. Zuidoost Brabant is een van de belangrijkste<br />

kennisregio’s van Europa en om dat zo te houden moet er<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 29


MKBA Slowlane: positief saldo van 44 miljoen<br />

Een maatschappelijke kosten-batenanalyse is een instrument om het maatschappelijk<br />

rendement van projecten te becijferen. Voor fietspaden wordt dat zelden<br />

gedaan. Daarom is de MKBA van de Slowlane interessant.<br />

In totaal levert de Slowlane een positief saldo op van 44 miljoen. De maatschappelijke<br />

winst zit bijvoorbeeld in een reistijdwinst van 8 minuten voor plusminus<br />

6600 huidige woon-werkfietsers en de verwachte 660 extra woon-werkfietsers.<br />

Die reistijdwinst heeft in geld uitgedrukt een waarde van 22,5 miljoen euro. Verbeterde<br />

verkeersveiligheid (25 procent minder gewonden, 50 procent minder<br />

doden) is becijferd op 4,6 miljoen. Ook extra recreatiemogelijkheden en meer<br />

groen is op papier 1,6 miljoen extra waard. Dat zijn de zogenaamde directe baten.<br />

Daarnaast zijn er indirecte baten als vastgoed dat in waarde stijgt dankzij meer<br />

groen en betere recreatiemogelijkheden in de nabijheid.<br />

De optelsom van directe baten (in totaal ongeveer 30 miljoen) en indirecte baten<br />

(ongeveer 26 miljoen) komt op 56 miljoen. Trekken we daar de kosten van ongeveer<br />

12 miljoen van af. Dan levert dit fietspad dus 44 miljoen aan maatschappelijke<br />

baten op.<br />

Met die 44 miljoen komt de Slowlane veel beter uit de MKBA dan de andere projecten<br />

van Brainport Avenue. De overige vijf projecten (met o.a. bedrijventerreinen,<br />

recreatiegebieden en nieuwe snelwegaansluitingen) komen niet verder<br />

dan 8 of 22 miljoen.<br />

geïnvesteerd worden. Helpt dan investeren in een fietspad?<br />

Jean van Zeeland van het SRE: ‘Het is een totaalpakket, het is<br />

één van de maatregelen. Je kunt niet het gehele vestigingklimaat<br />

verbeteren door een fietspad aan te leggen. Er wordt ook<br />

geïnvesteerd in op- en afritten van de snelweg en nieuw HOV.<br />

Het verbeteren van het vestigingsklimaat is een optelsom.’<br />

Maar, zegt Van Zeeland, de Slowlane is geen onbelangrijk<br />

onderdeel. ‘Het is algemeen bekend dat kenniswerkers<br />

graag in het groen zitten. Nu hebben we in Eindhoven al veel<br />

groen en mogelijkheden om actief bezig te zijn. Dit fietspad<br />

komt erbij en het is niet zomaar een fietspad, het is een nieuw<br />

en uitdagend fietspad met veel innovatie, mogelijkheden voor<br />

nieuwe voertuigen, het is toekomstgericht.’<br />

Erik van Merriënboer was van 2006 tot 2010 wethouder van<br />

Eindhoven, met mobiliteit, economische zaken en Brainport<br />

in zijn portefeuille. Nu is hij directeur economie en mobiliteit<br />

van de provincie Noord-Brabant. Hij zegt: ‘De Slowlane is<br />

om twee redenen van belang. Ten eerste, innovatie is tegenwoordig<br />

een open proces. Het is niet meer een zaak van een<br />

bedrijf, maar van meerdere bedrijven, soms ook hele kleine,<br />

in één gebied. Innovatie vindt plaats door uitwisseling buiten<br />

de bedrijfsmuren. In en rond Eindhoven liggen deze bedrijven<br />

allemaal op fietsafstand van elkaar. De Slowlane faciliteert op<br />

een heel directe manier dit type innovatie.’<br />

30<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

Directe baten Miljoen euro<br />

Bereikbaarheid 22,5<br />

Verkeersveiligheid 4,6<br />

Recreatie en groenvoorziening 1,6<br />

Overige 1,4<br />

Externe baten<br />

Ruimtelijke kwaliteit 23,8<br />

Grondprijsstijging 1,6<br />

Milieu (fijnstof) 0,7<br />

Kosten Miljoen euro<br />

Groen/openbare ruimte - 5,6<br />

Infrastructuur - 5,7<br />

Onderhoudskosten infra - 0,7<br />

Saldo 44,1<br />

Kosten baten-analyse Slowlane.<br />

Kenniswerkers in het groen<br />

Daarnaast is er nog een reden, vervolgt Van Merriënboer. ‘In<br />

Zuidoost Brabant hebben we een kenniseconomie, tal van<br />

bedrijven die echt internationaal aan de weg timmeren met<br />

innovatie: Phillips, ASML, TomTom, noem maar op. Om zo’n<br />

topwerkplaats goed te laten functioneren heb je aantrekkingskracht<br />

nodig. We hebben geen grachtengordel in Eindhoven,<br />

Erik van Merriënboer:<br />

‘Groen compenseert op de een of andere manier<br />

al dat computerwerk.’<br />

die kunnen we ook niet aanleggen, maar we hebben wel veel<br />

groen op korte afstand van de stad. Kenniswerkers, mensen<br />

die op de R&D-afdelingen van bedrijven werken, blijken<br />

sportfaciliteiten en groen te waarderen. Ze geven aan dat ze<br />

dat nodig hebben om optimaal te presteren. Een innovatief<br />

fietspad als de Slowlane combineert groen en sport en bewegingsmogelijkheden.<br />

Dat past dus heel goed bij deze regio. Je<br />

ziet ook bij andere campussen elders in de wereld dat er veel<br />

wordt geïnvesteerd in groen en sportfaciliteiten. In India bijvoorbeeld<br />

zijn de campussen ook ontzettend groen. Groen<br />

compenseert op de een of andere manier al dat computerwerk.<br />

Dat draagt op een hele rechtstreekse wijze bij aan de productiviteit<br />

van kenniswerkers. En elke R&D-werker levert weer werk<br />

op voor tien arbeidsplaatsen.’


De TU Delft heeft de afgelopen jaren veel in groen en<br />

fietsvoorzieningen geïnvesteerd. Mecanoo architecten ontwierp<br />

het Mekelpark, waar voorheen een autoroute liep.<br />

Mekelpark<br />

Dat groen en fietsvoorzieningen extra van belang zijn voor<br />

kenniswerkers, weten ze ook op de TU Delft. Serena van der<br />

Kluft, beleidsmedewerker bij de directie facilitair management<br />

en vastgoed: ‘Daar geloven wij zeker in. Medewerkers van<br />

de TU Delft reizen bijvoorbeeld ten opzichte van het landelijk<br />

gemiddelde bijna twee keer zo vaak met de fiets.’<br />

Ook de TU Delft heeft de afgelopen jaren in groen en fietsvoorzieningen<br />

geïnvesteerd. Zo werd in 2009 de Mekelweg<br />

verbouwd tot het Mekelpark, naar een ontwerp van Francine<br />

Houben. Kort gezegd, het autoverkeer werd uit de straat<br />

gehaald en daarvoor in de plaats kwamen fiets- en voetpaden,<br />

een tramlijn en veel meer groen. Glooiende grasheuvels en<br />

tientallen bomen. Eigenlijk net als in de regio Eindhoven gaat<br />

het om het creëren van meer ontmoetingsruimte, al is de<br />

schaal kleiner. Van der Kluft: ‘Het doel was een verblijfsgebied<br />

te creëren, een gebied waar studenten en staf elkaar kunnen<br />

ontmoeten. Binnen de technische wetenschap komt steeds<br />

meer het concept van de zogenaamde ‘integrale ingenieurskunst’<br />

centraal te staan. Kern hiervan is een multidisciplinaire<br />

samenwerking tussen de verschillende technische disciplines.<br />

Serena van der Kluft:<br />

‘De nieuwe campus geeft de universiteit<br />

internationale allure.’<br />

Het park verbindt de faculteiten met elkaar en wordt steeds<br />

meer de proeftuin van de studenten en medewerkers. Voor ons<br />

is het Mekelpark meer dan een park alleen. De nieuwe campus<br />

geeft de universiteit internationale allure waarmee ze zich kan<br />

profileren als een universiteit van de 21ste eeuw.’<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 31


32<br />

Nederland helpt Amerika in het zadel<br />

> Bikes flow like water<br />

Ron Hendriks<br />

Nederland heeft een naam hoog te houden op het gebied van<br />

waterbeheer. Experts reizen de hele wereld rond om Nederlandse<br />

kennis uit te dragen. Dat gebeurt inmiddels ook steeds<br />

vaker als het gaat om de fiets. Zo helpen Nederlandse fietsexperts<br />

Canada en Amerika bij het opzetten van fietsbeleid. De<br />

parallel gaat nog verder. ‘Bikes flow like water’, zo leren de<br />

Nederlandse verkeerskundigen hun Amerikaanse collega’s.<br />

Onder de noemer ThinkBike trokken afgelopen jaar – en trek ken<br />

dit jaar – fietsdeskundigen van Nederlandse gemeenten en provincies<br />

de oceaan over om fietskennis te delen met hun Amerikaanse<br />

en Canadese collega’s. Dat gebeurde op initiatief van de<br />

Nederlandse ambassade in de VS en de internationale tak van<br />

het <strong>Fietsberaad</strong>. Pex Langenberg, Verkeersraad aan de ambassade<br />

in Washington, is een van de trekkers van het project.<br />

Langenberg: ‘Een Verkeersraad behartigt de belangen van het<br />

ministerie van Infra en milieu en de VS. Een week nadat ik in<br />

Washington kwam wonen, heb ik een fiets gekocht. Ik heb daardoor<br />

aan den lijve ondervonden hoe het is om hier te fietsen.<br />

Nou, dat valt niet mee. Fietsen in Amerika doe je voor fitness<br />

en gezondheid. En fietsen ziet men hier toch als iets voor alternatievelingen.<br />

Daardoor leveren fietsers soms meer gevaar op<br />

dan dat ze bijdragen aan de duurzaamheid van een stad. Het<br />

leek me daarom zinnig om te kijken of we meer van de Nederlandse<br />

aanpak naar hier zouden kunnen overbrengen. Nederland<br />

is immers al lang actief met het uitdragen van kennis over<br />

waterbeheer in Amerika. En ik dacht dat zoiets ook voor de fiets<br />

mogelijk moest zijn. In overleg met Hans Voerknecht van het<br />

<strong>Fietsberaad</strong> hebben we ervoor gezorgd dat nu Nederlanders<br />

worden ingevlogen om vooral het utilitaire fietsen te promoten.<br />

In 2009 zijn we bescheiden begonnen in New York, met vanaf<br />

2010 tweedaagse workshops in diverse steden. Daar gaan de<br />

Nederlanders de discussie aan met lokale experts en doen<br />

voorstellen voor aanpassingen.’<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

In Toronto fietst iedereen: jong en oud, blank en zwart, man en vrouw.<br />

Veel potentie<br />

Hoewel een liter benzine nog steeds maar zes dubbeltjes kost<br />

en de afstanden groot zijn, is er ook in landen als Canada<br />

en de VS genoeg potentie voor de fiets, vertelt Voerknecht.<br />

‘Ruim de helft van de trips is korter dan 7,5 km. In de modal<br />

split komt de fiets echter niet verder dan 1 procent.’ Volgens<br />

Langenberg is dat gedeeltelijk verklaarbaar door de grote<br />

afstanden en het ruimtelijke ordeningsbeleid. ‘Dat speelt<br />

vooral in het midden van het land. Steden als San Francisco,<br />

Seattle, Portland en Los Angeles zijn sterk bezig met het thema<br />

duurzaamheid. En daar liggen kansen voor de fiets.’<br />

Herbert Tiemens van de gemeente Houten, een van Amerikagangers,<br />

beaamt dat. ‘Het is natuurlijk een echte autocultuur.<br />

Pex Langenberg, Verkeersraad Washington:<br />

Een week nadat ik in Washington kwam<br />

wonen, heb ik een fiets gekocht. Ik heb<br />

daardoor aan den lijve ondervonden hoe<br />

het is om hier te fietsen.


Tijdens de groepssessies werkten Nederlandse, Canadese en Amerikaanse<br />

deskundigen samen aan korte- en langetermijnoplossingen.<br />

Je ziet aan alles dat ze honderd jaar niet aan de fiets hebben<br />

gedacht. Langzamerhand begint men echter in te zien dat de<br />

compacte stad heel veel voordelen heeft, zowel voor het transport<br />

maar ook voor milieu en leefbaarheid.’<br />

En de Amerikanen en Canadezen blijken leergierig, zo is de<br />

ervaring van zowel Voerknecht als van de andere Nederlandse<br />

experts die al op bezoek gingen in Toronto, Chicago,<br />

Washington en Miami. Daarbij ging het zeker niet alleen over<br />

infrastructuur, maar ook verkeersveiligheid, woon-werkfietsen,<br />

fietsen en leefbaarheid van de stad, fietsen naar school, fietsparkeren<br />

en de combinatie fiets en ov kwamen aan de orde.<br />

‘Daarbij moet je niet te grote stappen in één keer willen<br />

maken’, aldus Tiemens. ‘Daarom zijn de ThinkBike workshops<br />

een goede opzet. Daarbij zijn we bijvoorbeeld met teams van<br />

Nederlandse en Amerikaanse deskundigen op locaties gaan<br />

kijken en hebben we samen adviezen opgesteld voor concrete<br />

situaties. Zo krijg je te horen wat de Amerikanen willen weten<br />

en niet wat wij ze per se willen vertellen.’<br />

Dat is ook de ervaring van Voerknecht. ‘Zo kwamen de teams<br />

in Toronto bijvoorbeeld tot de conclusie dat met eenvoudige<br />

ingrepen al aanzienlijke verbeteringen mogelijk zijn. Je kunt<br />

De Nederlandse experts kregen ook de nodige media-aandacht,<br />

hier bijvoorbeeld van de Canadese TV.<br />

bijvoorbeeld denken aan het toepassen van gekleurd asfalt<br />

om fietsroutes beter herkenbaar te maken. En het scheiden<br />

van het fietsverkeer en het autoverkeer, bijvoorbeeld door een<br />

fietsstrook rechts van de geparkeerde auto’s te leggen in plaats<br />

van zoals gebruikelijk langs de linkerkant, met het risico van<br />

openzwaaiende portieren. Verder werd in Toronto een aanzet<br />

gegeven tot een mogelijke communicatiecampagne om het<br />

fietsen te promoten: ‘This is Toronto, and this is where I bike’.<br />

Duidelijk werd ook dat zal moeten worden ingezet op fietsprogramma’s<br />

om kinderen van jongs af aan met de fiets als alledaags<br />

vervoermiddel vertrouwd te maken.’ Voerknecht: ‘Wat<br />

verder opvalt, is dat er eigenlijk al best veel gefietst wordt,<br />

waarbij ook de gemengde samenstelling van de groep fietsers<br />

in het oog loopt: jong, oud, man, vrouw, blank, zwart. Dat<br />

is belangrijk voor de communicatie, omdat daardoor iedereen<br />

wel fietsers kent en men zich kan identificeren met mensen die<br />

al fietsen.’<br />

Nadruk op leuk en veilig<br />

Ook in de andere steden konden de Nederlanders rekenen op<br />

een aandachtig gehoor en waren de sessies constructief. ‘We<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 33


hebben een inhoudelijke bijdrage kunnen leveren aan het stimuleren<br />

van het fietsbeleid van Washington door uitleg te<br />

geven over het Nederlandse fietsbeleid en voorbeeldoplossingen<br />

aan te dragen’, vertelt Cor van der Klaauw van de provincie<br />

Groningen. ‘Onze rol was niet zozeer het kopiëren van<br />

Nederlandse fietsmaatregelen naar situaties in Washington<br />

maar de functie van ‘katalysator’. Onze aanwezigheid droeg<br />

ook bij aan integraal werken: planners, constructors, engineers,<br />

landscapers, consultants en public transport managers,<br />

allemaal in één hok. In Washington wordt overigens relatief<br />

veel gefietst. Er is een aantal fietsstroken aangelegd en er is<br />

een ‘wittefietsenplan’ ingevoerd. Bij het station is een prachtige<br />

design fietsenstalling met plaats voor 150 fietsen. Ook is<br />

er een fietsenmaker in gevestigd.’<br />

Tijdens de bezoeken van de fietsexperts kwamen ook de verschillen<br />

tussen de Nederlandse en de Amerikaanse fietscultuur<br />

aan de orde. Zo benadrukte Voerknecht in de workshops<br />

dat de belangrijkste ingrediënten van de Nederlandse fietsfilosofie<br />

zijn terug te voeren tot de begrippen: ‘joy and perceived<br />

safety’. Voerknecht: ‘We hebben geprobeerd duidelijk te maken<br />

dat de fiets een aantal voordelen heeft, maar vooral dat fietsen<br />

leuk is. En verder dat – en dat geldt zeker voor Canada en de<br />

VS – mensen zich veilig moeten voelen op de fiets. Ook geldt<br />

daar natuurlijk dat je alleen een substantieel aandeel voor de<br />

fiets bereikt als er goede infrastructuur beschikbaar is. Dat<br />

betekent scheiden waar het kan of extra maatregelen nemen<br />

waar het niet kan.’<br />

34<br />

Chicago kent inmiddels een fietsverhuursysteem.<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I<br />

Op locatie in Grand Rapids in Michigan.<br />

Nog twee observaties van Voerknecht: ‘Met categoriseren<br />

van wegen kan nog gemakkelijk veel gewonnen worden. Dus<br />

sommige wegen helemaal autoweg maken en andere juist<br />

safe cycle routes maken. Je wilt juist mensen die nog niet of<br />

nauwelijks fietsen op de fiets krijgen en dan helpt als je voor<br />

hen duidelijk aangegeven, kwalitatieve en herkenbaar veilige<br />

routes maakt.’<br />

‘Anderzijds merkten we dat je nog meer impact hebt als je het<br />

niet insteekt vanuit het fietsen alleen. Het blijkt, dat een meer<br />

fietsvriendelijke inrichting van straten ook leidt tot een duidelijke<br />

kwaliteitsslag voor de openbare ruimte en aan neighbourhood<br />

improvement ofwel verbetering van de leefbaarheid<br />

van woonwijken. Daar kunnen de Amerikanen zelf in Portland<br />

een mooi voorbeeld van zien. Daar zijn de wegen die door de<br />

woonwijken gaan omgetoverd tot bike boulevards. Door verkeerscheiders<br />

kunnen automobilisten op veel kruispunten niet<br />

rechtdoor en worden teruggeleid tot de arterials, maar fietsen<br />

kunnen wel door. Daar zijn de bewoners ook heel enthousiast<br />

over, omdat de enige auto’s die er nu komen bewoners of<br />

bezoekers zijn.’<br />

Belangrijke hinderpaal op weg naar een meer ‘fietsminded’<br />

cultuur is overigens de Amerikaanse wetgeving, zo meent<br />

Tiemens. ‘In Amerika is precies vastgelegd hoe breed bijvoorbeeld<br />

een lane of een bikelane moet zijn en daar wijken<br />

ze niet van af. In Nederland zijn we daar veel flexibeler in.<br />

Verder moet men leren dat de kosten voor de baten uitgaan.<br />

Dat je niet een fietspad met een 6-strooks autoweg moet


Plaatsbesparend fietsparkeren in Toronto.<br />

laten kruisen – zoals we in Miami tegenkwamen - maar dat je<br />

dan toch echt moet investeren in een tunnel.’ Van der Klaauw<br />

observeerde in het verlengde hiervan dat in Miami het fietsbeleid<br />

nog volledig moet worden ontwikkeld. ‘Er zijn fietsroutes<br />

naar Miami Beach, maar in Miami zie je nauwelijks fietsers.<br />

Bovendien is het geen pretje om op 6-baans wegen te fietsen.<br />

Ik heb slechts één straat met een fietsstrook, een simpele witte<br />

lijn, gezien.’<br />

Dutch Cycling Embassy<br />

Het enthousiaste onthaal in de VS heeft er inmiddels toe geleid<br />

dat er serieuze plannen zijn om een Dutch Cycling Embassy<br />

van de grond te tillen. Daarin moeten overheden, bedrijfsleven<br />

en adviesbureaus samenwerken om de fiets als exportproduct<br />

een vaste plaats te geven. Een goed plan, zo vindt ook<br />

Pex Langenberg. ‘We brengen nu Nederlanders naar Amerika,<br />

maar Amerikanen willen ook in Nederland komen kijken.<br />

Gemeenten wordt vaak gevraagd om rondleidingen en uitleg<br />

te geven. Dat gebeurt dan veelal gratis – dat moet zo blijven<br />

- maar het zou goed zijn als er een gespecialiseerde club is<br />

die daarbij kan helpen. De overheid wil daaraan meewerken<br />

omdat het van belang voor Nederland is dat we werken aan<br />

het versterken van ons imago als duurzaam land. Dat we een<br />

bijdrage leveren aan CO2-reductie en dat we laten zien dat<br />

we zorgvuldig omgaan met autogebruik. Een tweede reden is<br />

het bevorderen van de verkoop van Nederlandse fietsen, bijvoorbeeld<br />

de typische Nederlandse stadsfiets. We hebben con-<br />

<strong>Fietsberaad</strong> Internationaal<br />

Sinds drie jaar voert het <strong>Fietsberaad</strong> een aantal activiteiten uit om de<br />

Nederlandse fietskennis toegankelijk te maken voor de vakwereld in<br />

het buitenland. Enkele voorbeelden: de website is deels meertalig, een<br />

groot aantal artikelen is vertaald in het Engels, samen met het ministerie<br />

is het glossy boekwerk ‘Cycling in the Netherlands’ uitgegeven,<br />

3 maal per jaar verschijnt een Engelstalige nieuwsbrief en beleidsmakers<br />

uit het buitenland die het Nederlandse fietslaboratorium met eigen<br />

ogen willen zien, kunnen aankloppen bij het <strong>Fietsberaad</strong>.<br />

tacten met Gazelle en Batavus. Die hebben allebei een impor-<br />

teur in de VS. Bij dit soort events kunnen ze hun fietsen neer-<br />

zetten. En dan helpt ook een berichtje in de lokale krant of op<br />

de tv. We hebben nu vooral bijdragen van experts van verschillende<br />

Nederlandse gemeenten. Maar Nederland kent ook een<br />

aantal goede consultancybureaus die veel van fietsen weten.<br />

We hopen dat die hier meer voet aan de grond kunnen krijgen.<br />

Daarvoor hebben we de Economische Voorlichtingsdienst ingeschakeld.<br />

Die kan dan een marktscan doen voor dit soort consultancybureaus.<br />

De EVD doet dan het voorwerk, kijkt in welke<br />

steden vraag is naar de bureaus en helpt ze vervolgens op weg<br />

met mensen en namen. We leveren het opstapje, voor de rest<br />

moeten ze het natuurlijk vooral zelf doen.’<br />

Vergelijkbare conclusies trekt Van der Klaauw: ‘Het bedrijfsleven<br />

kan baat hebben bij de activiteiten van de ambassade<br />

om fietsbeleid in Amerikaanse steden te stimuleren. Voor fietsproducenten<br />

als Gazelle en Batavus liggen er zeker kansen.<br />

Ik heb een aantal mensen gesproken die graag een ‘Dutch<br />

bicycle’ willen kopen. Daarnaast liggen er mogelijkheden voor<br />

adviesbureaus en kennisinstellingen op het gebied van fietsbeleid.<br />

Niet voor niets dat de workshops een samenwerkingsverband<br />

zijn van de Nederlandse ambassade en <strong>Fietsberaad</strong> International.<br />

Maar vergeet niet dat wij op onze beurt ook kunnen<br />

leren van de Amerikaanse voorbeelden. Denk aan verkeersveiligheid<br />

en hun inzet en expertise op het gebied van marketing<br />

en communicatie van fietsbeleid.’<br />

I <strong>Fietsverkeer</strong> <strong>27</strong> I maart 2011 I 35


Bakfiets in de auto<br />

Impressie van<br />

achterop<br />

Het aantal bakfietsen<br />

is ook in Kopenhagen<br />

fors toegenomen. De<br />

Deense hoofdstad telt<br />

er nu al zo’n 15.000.<br />

Maar waar laat je ze?<br />

In een auto, dachten de ontwerpers van Goodmorning<br />

Technology. En zo ontstond de CarGo. Het gevaarte - vervaardigd<br />

uit fiberglas - is voorlopig een half jaar op proef.<br />

Het biedt plaats aan vier bakfietsen. De CarGo heeft koplampen<br />

die ’s avonds aangaan en binnenverlichting.<br />

Aangedreven met zonne-energie uiteraard. En binnenin<br />

haakjes om je regenkleding te drogen te hangen.<br />

Esther Mosselman<br />

Ook een tandje erbij?<br />

Minister Melanie Schultz van Haegen is minister van<br />

Infrastructuur en Milieu. Met onder meer de fiets in haar<br />

portefeuille. En met een staatsecretaris die veel van fietsen<br />

weet: Joop Atsma. Wat gaan we daar van merken?<br />

Krijgt de fiets voldoende aandacht?<br />

De fiets is een handig, gezond en goedkoop vervoermiddel. Hoe<br />

meer we fietsen, hoe minder we in de file hoeven te staan. Ik woon<br />

zelf in de stad. Voor korte stukjes is de auto vaak onhandig. Je bent<br />

er sneller met de fiets.<br />

Kortom, de fiets doet ertoe. Vandaar dat ik 21 miljoen euro heb uitgetrokken<br />

voor 16 snelle fietsroutes tussen grote steden. Die maken<br />

het aantrekkelijk om naar het werk te fietsen over een afstand tot<br />

zo’n 15 kilometer. Dat is even doortrappen, maar je blijft wel in<br />

vorm.<br />

Heb je als minister lef nodig om te pleiten<br />

voor zoiets eenvoudigs als de fiets?<br />

Ha, u bedoelt dat alle ogen gericht zouden<br />

zijn op de weg en het spoor? Nee hoor,<br />

de fiets is heel populair. Fietsen schijnt<br />

zelfs bij te dragen tot meer geluk. In ieder<br />

Nederlands schuurtje staan wel een paar<br />

fietsen. Het zou mooi zijn als we ze er allemaal<br />

nog wat vaker uithalen.<br />

Uw collega Atsma heeft de nota ‘Een<br />

tandje erbij’ geschreven. Heeft u het daar<br />

vaak met hem over?<br />

Joop Atsma steekt zijn passie voor fietsen niet onder stoelen of banken.<br />

Ik heb dus ook op dit onderwerp een uitstekende partner aan hem bij het<br />

ministerie. Wij zijn het erover eens dat er nog veel potentie zit in de fiets.<br />

Parkeren rond stations is een van de grootste knelpunten. Er is tot 2020<br />

zo’n 200 tot 300 miljoen euro nodig. Gaat dat lukken?<br />

ProRail werkt hard aan extra stallingplekken. Tot 2013 komen er 100.000 bij.<br />

Daarmee zijn we nog niet klaar. De kunst is om het efficiënt te organiseren.<br />

We moeten de beschikbare stallingruimte zo goed mogelijk gebruiken. Ik<br />

doe dan ook een nadrukkelijk beroep op gemeenten om plaats te maken<br />

door weesfietsen op te ruimen.<br />

Berenschot heeft geadviseerd per station één partij verantwoordelijk te<br />

maken voor het stallen van fietsen. Wie moet dat zijn?<br />

Daar hebben we nog geen knopen over doorgehakt, maar het lijkt me<br />

logisch als gemeenten een stevige rol krijgen. Het rapport van Berenschot<br />

is goede input voor de discussie over wat we na 2012 kunnen doen. Ook<br />

het <strong>Fietsberaad</strong> heeft zich bij het ministerie gemeld met zinvolle opmerkingen<br />

bij het rapport. Dit voorjaar kom ik met een actieplan voor de<br />

stationsstallingen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!