MARKUSPASSIE - Jan-Niklaasstichting

MARKUSPASSIE
Reinhard KEISER
ZONDAG 24 FEBRUARI 2013
Saviokerk DILBEEK
15 uur
BHAGENSEMBLE
JAN-NIKLAASKOOR

Graag brengen wij vanavond
Gregoriaans
Christus factus est pro nobis
A cappella
Also hat Gott die Welt geliebt
Moeder Gods, verheug U
Heinrich Schütz
S. Rachmaninov
Koor en orkest
MARKUSPASSIE
van
Reinhard Keiser

Jan-Niklaaskoor
Het Jan-Niklaaskoor ligt aan de oorsprong van de Jan-Niklaasstichting,
een muziekbeweging met koor, orkest en jeugdmuziekschool.
Het koor draagt de naam van haar stichter, Jan-Niklaas Devillé
(°1888-+1965) die als jong organist de leiding van het parochiekoor
uit Essenbeek (Halle) van zijn vader overnam. Hij bouwde het
kerkkoor uit tot Cantorij in de geest van Heinrich Schütz en bracht
stijlvolle uitvoeringen van oude polyfonie, eigentijdse koormuziek en
eigen werk. Met verantwoorde uitvoeringen van de dagelijkse gregoriaanse
gezangen wist hij de parochiegemeenschap ongemeen te
boeien en zo ontstond er vaak onder zijn impuls een dialoog tussen
koor en volk.
Na zijn overlijden op 6 januari 1965, wist zijn zoon Jan het koor
te inspireren met nieuwe muziek-pedagogische methoden. Als blijvende
hulde aan Jan niklaas Devillé kreeg het koor sinds 14 oktober
1966 zijn huidige naam.
Het werden 40 begeesterende jaren.
In 2005 volgde Dirk Ottoy (toen reeds 30 jaar vaste begeleider van
het koor) zijn schoonvader op als dirigent en bezieler van het koor.
Schola Turnepia
Sinds twee jaar zijn zij actief. Bij hun eerste optreden werd de
introïtus van Kerstmis gezongen tijdens de viering in de Sint-
Michielskathedraal te Brusssel, kathedraal waar ook enkele leden
het jaarlijkse Te Deum meezingen.
Het Gregoriaans heeft een 15-eeuwen oude traditie die we niet
mogen verloren laaten gaan.
Zonder deze eenstemmige gezangen in een vrij ritme, zou onze
muziek er nu heel anders uitzien.
Het Gregoriaans is muziek tussen hemel en aarde, gewijde muziek
die iets onuitsprekelijks bevat en waar ook ongelovige mensen naar
luisteren. Gregoriaanse muziek straalt rust en muzikaliteit uit, het
inspireert.

Bhag-Ensemble
Het Bhag-Ensemble kan bogen op een lange traditie in Halle en
omgeving.
In de schoot van de Jan-Niklaasstichting werd er in de zeventiger jaren
een eigen Kantateorkest en een jeugdmuziekschool opgebouwd.
Dit orkest bood aan zijn leden de unieke kans om als liefhebbermuzikant
belangrijke barokmuziek te ontdekken met de uitvoering
van vele werken van J.S. Bach, Schütz, Vivaldi, Buxtehude, Händel en
talloze andere componisten. Procesmatig ging het orkest zich zelfstandig
ontwikkelen en trad het niet meer uitsluitend op als begeleidingsorkest.
Er werd ook twintigste-eeuwse muziek gespeeld van
Hindemith, Orff, Britten, Bartok, …, en zelfs de uitvoering van eigen
composities van enkele orkestleden. Toch lag aldoor het belangrijkste
accent op renaissance en vnl. barok.
Sinds 1990 staat het Bhag-Ensemble op eigen benen, vanaf 1992
o.l.v. Dirk Ottoy, directeur van de Servaisacademie te Halle. Het
ensemble verzorgde o.a. Italiaanse renaissancemuziek (Monteverdi,
…), cantates en profane werken alsook concerto’s van Bach, anthems
van Purcell en Händel, meerdere werken van Telemann, de Johannespassie
van Reinhard Keiser, muziek van Corelli, Simpson, Schein,
enz... Ook muziek van Mozart, Kozeluh, J.Chr. Bach, Fr.X. Richter en
zelfs een operette (de Fledermaus van Johann Strauss) werden geprogrammeerd.
Later volgden zeer gesmaakte opvoeringen van het
Stabat Mater van Vivaldi en Pergolesi.
Het ensemble verzorgt geregeld concerten in samenwerking met
goede amateurkoren en jonge talentvolle musici. Daarbij worden
ook professionele muzikanten aangetrokken om de soli in te vullen.
Het Bhag-Ensemble besloot alle snaarinstrumenten te voorzien van
darmsnaren, en te spelen in een barokke 415hz-stemming. Ook als
barokorkest werd samenwerking gezocht met gelijkgezinde koren
en groepen.

Sopranen :
Alten:
Tenoren :
Bassen:
Nicole Appelmans, Sieglinde Baeyens, Katelijne
Devillé, Arlette Coonen, Liliane Degelaen, Linda
Degelaen*, Aleidis Devillé, Dietske Devillé, Ilse
Beel, Katelijne Devillé, Lieve Erkelbout, Camilla
Fagoo, Ria Leemans, Maria Lories, Elly Temmerman,
Anne-Marie Vankelegom.
Vicky Degrève, Yolande Deweer,
Jiayi Hu, Ida Janssens *, Leen Paelman, Yolanda
Pulinx, Katelijne Van Beersel, Celeste Van Hoof*,
Linda Van Mileghem*, Hilde Verheylewegen,
Gaby Winderickx, Jozee Willekens*, Kitty Deckx.
Michel Annys*, Willy Bauters, Eugène Carlier, Fons
Eggers, René Hannaert, Jef Ocula, Robert Colfijn*,
Maurice Serkeyn, Leo Vander Elst, Guy Demunter,
Jan Ophalvens, Mark Van der Veken
André Cleiren*, Marc Destryker, Dolf Denayer,
Koen Devillé, Vik Devis, Adriaan Mertens,
Laurens Mertens, Jos Stoop, Philip van Meurs,
Albert Verborgh, Robert Speltincx
* zingen door omstandigheden dit concert niet mee
Solisten:
Sieglinde Baeyens, sopraan
Eunice Arias, alt
Joris Bosman, tenor,
Philip van Meurs, bariton
Jean Guy Devienne, bas
Leiding Schola Turnepiensis: Vik Devis
Algemene leiding : Dirk Ottoy

Violen:
Stefan Willems (concertmeester)
Dick Nieuwenhuis
Valentijn Demesmaeker
Roeland Devillé
Lode Bert
Herwig Proesmans
Altviolen:
Katelijne Devillé,
Karina Staripolsky
Celli:
Halewijn Devillé,
Francine Berckmans
Contrabas:
Sus Herbosch
Orgel:
Wouter Dekoninck
Hobo:
Ilse Beel

Christus factus est
Christus factus est pro nobis obediens usque ad mortem,
mortem autem crucis.
Propter quod et Deus exaltavit illum,
et dedit illi nomen,
quod est super omne nomen.
Christus werd voor ons gehoorzaam tot de dood,
tot de dood aan het kruis.
Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem een naam gegeven
die boven alle namen is.
Het gaat hier om een Graduale uit de Goedeweekliturgie, een tussenzang
oorspronkelijk gezongen na de eerste lezing en wel op een trede (latijn:
gradus). De tekst is een heel vroege hymne door Paulus opgenomen in zijn
Filippensenbrief.
Waar de eerste zin melodisch blijft hangen tussen grondtoon en dominant,
geeft de tweede zin duidelijk een “verhoging” weer door de melodie die
de hoogte ingaat.
Echt een mooi stukje dat uitzingt wat het zegt.
Also hat Gott die Welt geliebt
Also hat Gott die Welt geliebt,
dass er seinen eingebornen Sohn gab,
auf dass alle, die an ihn glauben,
nicht verloren werden,
sondern das ewige Leben haben.
Zo lief heeft God de wereld gehad
dat hij zijn ééngeboren zoon offerde
opdat allen die in hem geloven
niet zouden verloren gaan
maar het eeuwig leven hebben.

Богородице Дево.
Богородице Дево, радуйся,
благодатная Марие,
Господь с Тобою.
Богородице Дево, радуйся,
яко Спаса родила еси душ наших.
Благословена Ты в женах,
и благословен Плод чрева Твоего,
яко Спаса родила.
Moeder Gods, Maagd, verheug U,
Begenadigde Maria,
de Heer is met U.
Moeder Gods, Maagd, verheug U,
want Gij hebt de Verlosser van onze zielen gebaard.
Gezegend zijt Gij onder de vrouwen,
en gezegend is de Vrucht van Uw schoot,
want Gij hebt de Verlosser gebaard.
Moeder Gods Korsunskaja

Markuspassie: van “Keiser” ?
Volgens recente onderzoekingen zijn er van deze “Markuspassie”
twee partituren bewaard. Op de eerste, die zich in Göttingen bevindt,
staat noch titel noch componist. De tweede is in handschrift van
J.S. Bach met vermelding van R. Keiser.
Daar deze manuscripten naast grote gelijke passages, ook heel wat
toegevoegde en weggelaten stukken bevatten, werd na vergelijkende
studie aangenomen dat er vóór deze partituren een ouder
manuscript moet bestaan hebben waarvan deze het gevolg zijn.
Hamburg, waar het werk vermoedelijk zijn oorsprong kende, had
een sterke traditie op gebied van uitvoeringen van passies. Onder
andere voor het componeren van deze muziek werd in de kathedraal
een Musikdirektor aangesteld. Bij deze passies waren ook libretti
voorzien. Uit de periode van 1678 to 1711 zijn 25 libretti
bewaard in de “Staatsbibiliothek zu Hamburg”. Enkel van twee van
deze libretti - van de Markuspassie - éen uit 1707, de andere niet
gedateerd, is de muziek nog bewaard gebleven. De eerste uitvoering
van de Markuspassie vond plaats tijdens de ambstperiode van
Friedrich Nicolaus Bruhns (1637–1718), toen Musikdirektor aan de
kathedraal. Aangezien deze onder andere als verantwoordelijkheid
had jaarlijks te componeren voor de kathedraal, wordt aangenomen
dat deze passie wellicht door hem werd gecomponeerd. Bruhns
componeerde meerdere vocale, religieuze werken, waarvan slechts
enkele bewaard zijn gebleven.
Elk van de bestaande manuscripten, lijkt te vertrekken van het libretto
uit 1707.
Naast het feit dat deze muziek, een bijbels oratorium, niet past in het
oeuvre van Keiser – andere religieuse muziek die hij componeerde
was van veel poëtischer aard - is er geen bewijs dat hij contact had
met de kathedraal voor 1719. Noch zijn er aanwijzingen dat Keiser
in het eerste decenium van de 18de eeuw liturgische muziek componeerde.
Pas 20 jaar na de eerste uitvoering van de Markuspassie
werd Keiser zelf Musikdirektor aan de kathedraal van Hamburg.
Blijft nog de vraag waarom Bach de naam van Keiser op het manuscript
schreef.
Ilse Beel

Passion nach dem Evangelisten Markus
Choral: Jesus Christus is um unser Missetat willen verwundet,
und um unser Sünde willen zerschlagen; Die Strafe liegt auf Ihm,
auf dass wir Friede hätten, und durch seine Wunden sind wir geheilet.
Evangelist: Und da sie den lobgesang gespochen hatten gingen sie
hinaus an en Ölberg, und Jesus sprach zu ihnen:
Jesus: Ihr werdet euch in dieser Nacht alle an mir ärgern, denes
stehet geschrieben: Ich werde den Hirten schlagen, und die Schafe
werden sich zerstreuen; aber, nachdem ich auferstehe, will ich vor
euch hingehen, will ich vor euch hingehen in Galiläam.
Evangelist: Petrus aber saget zu ihm:
Petrus: Und wenn sie sich alle ärgerten, so wollte ich mich doch nicht
ärgern.
Evangelist: Und Jesus sprach zu ihm
Jesus: Wahrlich, ich sage dir, heute in dieser Nacht, ehe denn der
Hahn zweimal krähet, wirst du mich dreimal verleugnen.
Evangelist: En redet aber noch weiter:
Petrus: Ja, wenn ich mit dir auch sterben müßte, wollt ich dich nicht
verleugnen.
Evangelist: Dasselbe gleiche sagten sie alle. Und sie kamen zu dem
Hofe mit Namen Gethsemane, und er sprach zu seinen Jüngern:
Jesus: Setzet euch hier, bis ich hingehe und bete.
Aria (sopraan)
Will dich die Angst betreten, so gehe hin zu beten zu deinem heiligen
Gott.
Und sollst du nun zerfallen, kannst du im Fallen lallen, so wirst du nicht
zu Spott.

Evangelist: Und nahm zu sich Petrus und Jakobus und Johannes und
fing an zu zittern und zu zagen und sprach:
Jesus: Meine Seele ist betrübt bis in den Tod; enthaltet euch hier und
wachet.
Evangelist: Und ging ein wenig fürbaß, fiel auf die Erde und betet,
daß wenn es möglich wäre, die Stunde vorüberginge, und sprach:
Jesus: Abba, mein Vater, es ist dir alles möglich, überhebe mich dieses
Kelchs! Doch nicht wie ich will, sondern wie du willst.
Choral
Was mein Gott will, das g’scheh allzeit, sein Will, der ist der beste.
Zu helfen den’n er ist bereit, die an ihn glauben feste.
Er hilft aus Not, der fromme Gott, und züchtiget mit Maßen;
Wer Gott vertraut, fest auf ihn baut, den will er nicht verlassen.
Evangelist: Und kam und fand sie schlafend, und sprach zu Petro.
Jesus: Simon, Simon, schläfest du? Vermöchtest du denn nicht eine
Stunde mit mir zu wachen? Wachet und betet, daß ihr nicht in Versuchung
fallet, der Geist ist willig, aber das Fleisch ist schwach.
Evangelist: Und ging wieder hin, und sprach dieselben Worte; und
kam wieder und fand sie abermal schlafend, und ihre Augen waren
voll Schlaf’s, und wußten nicht was sie ihm antworteten; und er kam
zum dritten Mal, und sprach zu ihnen:
Jesus: Ach! Wollt ihr nun schlafen und ruhen, es ist genug, die Stunde
ist kommen; siehe, des Menschen Sohn wird überantwortet in der
Sünder Hände; stehet auf, laßt uns gehen, siehe, der mich verrät, ist
nahe.
Evangelist: Und alsbald, da er noch redet, kam herzu Judas, der
Zwölfen einer, und eine große Schar mit ihm, mit Schwertern ind mit
Stangen, von den Hohenpriestern und Schriftgelehrten und Ältesten:
Und der Verräter hatte ihnen ein Zeichen gegeben und gesagt:
Judas: Welchen ich kssen werde, der ist’s, den greifet und führet ihn
gewiß

Evangelist: Und da er kam, trat er bald zu ihm, und sprach zu ihm:
Judas: Rabbi, Rabbi.
Evangelist: und küsset ihn.
Aria (tenor)
Wenn nun der Leib wird sterben müssen, so soll die Seele Jesum küssen,
auf seinen göttlich selgen Mund. Doch nicht wie dieser Judas tate, mit
Gall’ vermischtem schnödem Rate, nein, nein, aus innerm Herzensgrund.
Evangelist: Die aber legten ihre Hände an ihn, und griffen ihn, Einer
aber von denen, die dabei stunden, zog sein Schwert aus, und schlug
des Hohenpriesters Knecht, und hieb ihm ein Ohr ab. Und Jesus antwortet
und sprach zu ihnen:
Jesus: Ihr seid augegangen, als zu einem Mörder, mit Schwertern
und mit Stangen mich zu fahen; ich bin täglich im Tempel bei euch
gesessen und habe gelehret, und ihr habt mich nicht gegriffen, aber,
auf daß die Schrift erfullet würde.
Evangelist: Und die Jünger verlißen ihn alle und flohen. Und es war
ein Jüngling, der folgete ihm nach, der war mit Leinwand bekleidet
auf der bloßen Haut, und diesen Jüngling griffen sie, er aber ließ die
Leinwand fahren, und flohe bloß von ihnen. Und sie führeten Jesum
zu den Hohenpriestern und Ältesten und Schriftgelehrten. Petrus aber
folgete ihm nach von ferne bis hinein in des Hohenpriesters Palast,
und saß bei den Knechten und wärmte sich bei dem Licht. Aber die
Hohenpriester und der ganze Rat suchten Zeugnis wider Jesum, und
funden nichts. Viel gaben falsches Zeugnis wider Jesum, aber ihr
Zeugnis stimmete nicht überein. Und etliche stunden auf und gaben
falsches Zeugnis wider ihn und sprachen:
Chor
Wir haben gehöret, daß er saget: ich will den Tempel, der mit Händen
gemacht ist, abbrechen,
und in dreien Tagen einen andern bauen, der nicht mit Händen gemacht
ist.

Evangelist: Aber ihr Zeugnis stimmet noch nicht uberein; und der Hohepriester
stund auf unter ihnen auf und fragete Jesum und sprach:
Hoherpriester: Antwortest du nichts zu dem, was diese wider dich
zeugen?
Evangelist: Er aber schwieg stille und antwortete nichts;
da fraget ihn der Hohepriester abermal und sprach zu ihm:
Hoherpriester: Bist du Christus, der Sohn des Hochgelobten?
Evangelist: Jesus sprach:
Jesus: lch bin’s, und ihr werdet sehen des Menschen Sohn sitzen zur
rechten Hand der Kraft, und kommen auf des Himmels Wolken.
Evangelist: Da zerriß der Hohepriester seine Kleider und sprach:
Hoherpriester: Was brauchen wir weiter Zeugen! Ihr habt gehöret
die Gotteslästerung! Was dünket euch?
Evangelist: Sie aber verdammten ihn alle, daß er des Todes schuldig
wäre. Da fingen an etliche ihn zu verspeien und mit Fäusten zu schlagen
und zu ihm zu sagen:
Chor
Weissage uns, weissage uns!
Evangelist: Und die Knechte schlugen ihn ins Angesicht. Und Petrus
war danieden in den Palast; da kam des Hohenpriesters Mägde
eine, und da sie sahe Petrum sich warmen, schauet sie ihn an und
sprach:
Magd: Und du warest auch mit Jesu von Nazareth!
Evangelist: Er leugnete aber und sprach.
Petrus: Ich kenne ihn nicht, weiß auch nicht, was du sagest.
Evangelist: Und er ging hinaus in den Vorhof; und der Hahn krähet.
Und die Magd sahe ihn, und hub abermal an zu sagen zu denen die
dabei stunden:
Magd: Dieser ist der einer!
Evangelis:t Und er leugnet abermal; und nach einer kleinen Weile
sprachen abermal zu Petro, die dabei stunden:

Chor
Wahrlich, du bist der einer, denn du bist ein Galiläer und deine
Sprache lautet gleich also.
Evangelist: Er aber fing an sich zuverfluchen und schwören:
Petrus: Ich kenne des Menschen nicht, von dem ihr saget.
Evangelist: Und der Hahn krähet zum andernmal; da gedachte
Petrus an das Wort, das Jesus zu ihm saget: Ehe der Hahn zweimal
krähet, wirst du mich dreimal verleugnen und er hub an zu weinen.
Aria (tenor)
Wein, ach, wein jetzt um die Wette, meiner beiden Augen Bach!
0, daß ich gnug Tränen hätte, zu beweinen diese Schmach.
0, daß aus der Tränen Brunnen käm ein starker Strom gerunnen,
mich umgibt der Sünde Kette, Angst und lauter Ungemach.
Simfonia
Evangelist: Und bald am Morgen hielten die Hohenpriester einen
Rat mit den Ältesten und Schriftgelehrten, dazu der ganze Rat, und
banden Jesum und führeten ihn hin und überantworteten ihn Pilato,
und Pilatus fraget ihn:
Pilatus: Bist du der König der Juden?
Evangelist: Er antwortete und sprach:
Jesus: Du sagt’s.
Evangelist: Und die Hohenpriester beschuldigten ihn hart.
Pilatus aber fragte ihn abermals und sprach:
Pilatus: Antwortest du nichts? Siehe, wie hart sie dich verklagen!
Aria
Klaget nur, ihr Kläger hier, wie ihr wollet ihn verklagen, klaget nur.
Dieses habt ihr zum Gewinn, daß er’s gerne will ertragen, sonst bleibt
rein sein Herz und Sinn.

Evangelist: Jesus aber antwortete nichts mehr, also, daß sich auch
Pilatus verwunderte. Er pflegte aber ihnen auf das Osterfest einen
Gefangenen Ioszugeben, welchen sie begehrten. Es war aber einer
genannt Barrabas, gefangen mit den Aufrührischen, die im Aufruhr
einen Mord begangen hatten. Und das Volk ging hinauf und bat,
daß er tät, wie er pfleget;
Pilatus aber antwortete ihnen:
Pilatus: Wollt ihr, daß ich euch den König der Juden los gebe?
Evangelist: Denn er wußte, daß ihn die Hohenpriester aus Neid überantwortet
hatten. Aber die Hohenpriester reizeten das Volk, daß er
ihnen viel lieber Barrabam losgebe. Pilatus aber antwortet wiederum
und sprach:
Pilatus: Was wolt ihr denn, daß ich tue dem, den ihr schuldiget, er
sei der König der Juden?
Evangelist: Sie schrieen abermals.
Chor: Kreuzige ihn!
Evangelist: Pilatus aber sprach zu ihnen:
Pilatus: Was hat er denn Übels getan?
Evangelist: Aber sie schrieen noch viel mehr.
Chor: Kreuzige ihn!
Choral
0 hilf’, Christe, Gottes Sohn, durch dein bitter Leiden,
daß wir dir stets untertan, all Untugend meiden;
deinen Tot und sein Ursach fruchtbarlich bedenken,
dafür, wiewohl arm und schwach, dir Dankopfer schenken.
Sinfonia
Evangelist: Pilatus aber gedachte, dem Volk genug zu tun, und gab
ihnen Barrabam los und überantwortet ihnen Jesum, daß er gegeißelt
und gekreuziget würde. Die Kriegesknechte aber führeten ihn hinein
in das Richthaus und riefen zusammen die ganze Schar und zogen
ihm ein Purpur an, und flochten eine Dornenkrone und setzten sie ihm
auf und fingen an, ihn zu grüßen:

Chor
Gegrüßet seist du, der Juden König.
Evangelist: Und schlugen ihm das Haupt mit dem Rohr, und sie speieten
ihn und fielen auf die Knie und beteten ihn an. Und da sie ihn
verspottet hatten, zogen sie ihm den Purpur aus und legten ihm seine
eigenen Kleider an und führeten ihn hinaus, daß sie ihn kreuzigten,
und zwangen einen, der vorüberging, mit Namen Simon von Cyrene,
der vom Felde kam, der ein Vater war Alexandri und Rufi, daß er
ihm das Kreuz nach trüge.
Aria (bas)
0 süßes Kreuz, o Baum des Lebens,
Hier wächst die Frucht des edlen Lebens,
die aus des Herren Wunden kam.
Mensch, greif zu diesen Lebensfrûchten,
so wirst du Sodoms Schaugerichten und deinen Gosens Eitelkeiten gram.
Evangelist: Und sie brachten ihn an die Stâtte Golgatha, das ist
verdolmetschet; Schädelstâtt; und sie gaben ihm Myrrhen im Wein zu
trinken; und er nahm nichts zu sich.
Aria (sopraan)
0 Golgatha! 0 Golgatha! Platz herber Schmerzen, hier is es wo der
Heiland starb, O Golgatha!
Nimm, Seele, nimm es recht zu Herzen, weil er dadurch dein Heil erwarb.
Evangelist: Und da sie ihn gekeuziget hatten, teileten sie seine Kleider,
und warfen das Los drum, welcher etwas bekäme. Und es war
um die dritte Stunde, da sie ihn kreuzigten.
Aria (alt)
Was seh’ ich hier, ist dies mein Auserwählter? Mein teuer Schatz, mein
Jesus, mein Vermählter, dem jetzt für mich das Herz in Liebe bricht;
ich kenn ihn fast vor Blut und Marter nicht.

Evangelist: Und es war oben Über ihm geschrieben, was man ihm
Schuld gab, nämlich: Ein König der Juden. Und sie kreuzigten mit
ihm zweene Mörder, einen zu seiner Rechten und einen zur Linken,
da ward die Schrift erfüllet, die da saget: "Er ist unter die Ubeltäter
gerechnet". Und die vorûbergingen, Iästerten ihn und schüttelten ihre
Häupter und sprachen:
Chor
Sie doch, wie fein zerbrichst du den Tempel, und bauest ihn in dreien
Tagen: hilf dir nur selber und steig herab vom Kreuz.
Evangelist: Desselbengleichen die Hohenpriester verspotteten ihn
untereinander samt den Schriftgelehrten und sprachen:
Chor
Er hat andern geholfen und kan sich selbst nicht helfen; ist er Christus
und König von Israel, so steige er nun vom Kreuz, auf daß wir sehen
und glauben.
Evangelist: Und die mit ihm gekreuziget waren, schmäheten ihn auch.
Und nach der sechsten Stunde ward eine Finsternis über das ganze
Land bis um die neunte Stunde; und um die neunte Stunde rief Jesus
laut und sprach:
Arioso (Jesus)
Eli, Eli, lama, lama asabthani, lama, lama asabthani.
Evangelist: Das ist verdolmetschet: Mein Gott, mein Gott, warum,
warum hast du mich verlassen?
Und etliche, die dabei stunden, da sie das höreten, sprachen sie:
Chor
Siehe, er rufet den Elias.

Kruisiging van Christus atelier van Jan van Eyck

Evangelist: Da lief einer und füllet einen Schwamm mit Essig und
steckte ihn auf ein Rohr und tränket ihn und sprach.
Kriegknecht: Halt! Laßt sehen, ob Elias komme und ihm helfe.
Evangelist: Aber Jesus schrie laut und verschied.
Choral
Wenn ich einmal soll scheiden, so steh, Herr Christ, bei mir,
wenn ich den Tod soll leiden, so tritt du dann herfür.
Wenn mir am allerbängsten wird um das Herze sein,
so reiß mich aus den Ängsten kraft deiner Angst und Pein.
Erscheine mir zum Schilde, zum Trost in meiner Not,
und laß mich sehn dein Bilde in deiner Kreuzesnot.
Da will ich nach dir blikken, da will ich glaubensvoll
dich fest an mein Herz drukken. Wer so stirbt, der stirbt wohl.
Aria (sopraan)
Seht, Menschenkinder, seht, der Fürst der Welt vergeht. Ihr Friedensengel
klaget, saust Lüfte, Menschen zaget,
der alles sonst erhält, der alles trägt, verfällt.
Aria (tenor)
Der Fürst der Welt erbleicht, das Licht der Welt entweicht.
Die Ehre ist verachtet, der Tröster ist verschmachtet, ach schaut, sein
Leiden macht den lichten Tag zur Nacht.
Sinfonia
Evangelist: Und der Vorhang der Tempel zerriß in zwei Stück’ von
oben an bis unten aus. Der Hauptmann aber, der dabei stund ihm gegenuber
und sahe, daß er mit solchen geschrei verschied, sprach er.
Hauptmann: Wahrlich, dieser ist Gottes Sohn gewesen!

Evangelist: Und es waren auch Weiber da, die von fern solches
schaueten, unter welchen waren Maria Magdalena und Maria, des
kleinen Jakobus und Joses Mutter, und Salome, die ihm auch nachgefolget,
da er in Galiläa war, und gedienet hatten, und viel andere,
die mit ihm hinauf nach Jerusalem gegangen waren. Und am Abend,
dieweil es der Rüsttag war, (weicher ist der Vorsabbath) kam Joseph
von Arimathia, ein ehrbarer Ratsherr, weicher auch auf das Reich
Gottes wartete; der wagt’s und ging hinein zu Pilato und bat um
den Leichnam Jesu; Pilatus aber verwundert' sich, daß er schon tot
war, und rief den Hauptmann und fraget ihn, ob er schon gestorben
wäre; und als er's erkundet von dem Hauptmann, gab er Joseph den
Leichnam.
Aria (alt)
Dein Jesus hat das Haupt geneiget, man legt ihn nun ins Grab hinein.
Wem dieses nicht zu Herzen steiget, der kann nicht Jakobs Enkel sein.
Evangelist: Und er kaufte ein Leinwand und nahm ihn ab und wikkelte
ihn in die Leinwand und legte ihn in ein Grab, das war in einen
Felsen gehauen und wälzte einen Stein vor des Grabes Tur.
Aber Maria Magdalena und Maria, des Joses Mutter, schaueten
zu,wo er hingeleget ward.
Choral
O Traurigkeit, o Herzeleid! Ist das nicht zu beklagen?
Gott, des Vaters einzig Kind, wird ins Grab getragen.
Chor
0 selig ist zu dieser Frist, der dieses recht bedenket,
wie der Herr der Herrlichkeit, wird ins Grab gesenket.
O Jesu du, mein Hilf' und Ruh, ich bitte dich mit Tränen,
hilf, daß ich mich bis ins Grab nach dir möge sehnen.
Amen.

Sieglinde Baeyens sopraan
Op 4-jarige leeftijd startte zij haar muzikale opleiding met viool bij
haar vader Emiel Baeyens, broer van cellist Edmond Baeyens.
Gedurende haar studies aan de normaalschool volgde zij zang in de
muziekacademie te Alsemberg, waar zij met grote onderscheiding
het einddiploma behaalde in 1992. Ondertussen volgde zij ook
de lessen in het Koninklijk Conservatorium te Brussel bij o.a. Rita De
Plancke en Roland Bufkens.
Het lesgeven combineerde zij met zingen in verscheidene koren
waaronder : het Bersalikoor, het Miniemenkoor, het Europees Filharmonisch
koor en was tevens koorsoliste, de Capella Vocale e instrumentale,
Soratea, e.a.
Vanaf 1994 volbracht zij haar zangopleiding bij Mevr. Lucienne Van
Deyck waar zij in 1997 grote onderscheiding voor solo-zang en vocaal
ensemble behaalde.
Sinds 1992 is zij soliste bij de Jan-Niklaasstichting te Dworp. Meerdere
malen zong zij solopartijen voor o.a. Z.E. Kardinaal Danneels
in de Basiliek van Koekelberg en ook voor het koningshuis. Met het
Europees koor o.l.v. Dirk De Moor kreeg ze de solopartij in het requiem
van Fauré. Momenteel wordt zij gecoached door Dhr. Bruno
De Jonghe.
Eunice Arias Mezzosopraan
Onder het leraarschap van Edmond Baert en van Jules Bastin behaalde
Eunice Arias een eerste prijs notenleer, Cello, Lyrische kunst
en Psychopedagogie. Tevens behaalde ze een hoger diploma voor
Concertzang en Operazang. Nadien trok ze naar het Conservatorium
in Maastricht, waar ze zich vervolmaakte bij mevr. Mya Besselink
en er het Hoger Diploma Zang met de grootste onderscheiding en
gelukwensen van de jury behaalde.
Naast het feit dat ze Laureaat werd van de Axion Classics wedstrijd,
behaalde ze nog verschillende prijzen in wedstrijden te Palermo,
Saint-Chamond, Verviers en Marmande. Ze treed vaak op in België
en daarbuiten ( Frankrijk, Nederland, Duitsland, Italië, Spanje en
Mexico) als soliste met verschillende orkesten, in recitals met piano
of in kamermuziekbezetting.
Thans is ze lerares aan de Muziekacademie in Watermaal-Bosvoorde.

Joris Bosman tenor
Na zijn studies zang en piano aan het Lemmensinstituut te Leuven en
aan het Conservatorium van Brussel engageerde Joris Bosman zich
als korist in diverse ensembles waaronder het Brussels Kathedraalkoor
(Capelli Sancti Michaelis) o.l.v. E. van Nevel, alsook Currende
en het koor van de BRT o.l.v. Vic Nees en het Vlaamse Radiokoor
o.l.v. Johan Duijck. Hij doet repertoire en stijlkennis op bij Sigiswald
Kuijken, Paul Dombrecht, René Jacobs, Florean Heyerick, Pierre Cao
en anderen.
Hij bekwaamt zich als pedagoog en behaalt de eerste prijs zang
in de disciplines oratorium, lied en opera en behaalt de eerste prijs
kamermuziek, specialisatie barokmuziek en het Hoger Diploma lied
en oratorium. Hij bekwaamt zich verder bij ondermeer James Griffith
(G.B.), Liam Tuan (G.B. en B.), Marianne Blok (NL.) Chris Van Woerkom
(B.), Claudine Arnaud-Verhelle en Albrecht Klora (B.)
Hij wordt als solist opgemerkt en uitgenodigd te Praag in Monteverdi’s
`Maria-Vespers’ o.l.v. Dirkjan Horringa (Utrecht, NL.) en in de
rol van Ferrando in Mozarts ‘Cosi fan tutte’ te Cambrils in Spanje. Hij
zingt ter gelegenheid van het Barokfestival van de Zavel (Brussel) in
Purcell’s `King Arthur’ en in der `Esel’s Schatten van Strauss R., een
produktie van Opera Mobile in Dresden, Weimar en Arnstadt.
Bekend om zijn kunde als acteur vertolkte hij hoofdrollen in operetten
van o.a. Fr. Lehar, E. Kalman en P. Lincke in België en Nederland.
In het Van Dijck jaar 2000 vertolkte hij de hoofdrol als de schilder
Van Dijck in de creatie van H. Swinnens musical “Het Meisje van Zaventem”.
In datzelfde jaar realiseert hij een radio-opname voor VRT
van Rossini’s “Petite messe solennelle” o.l.v. L. Heltay, voormalig dirigent
van `St.-Martin-in-the-fields’. Hij wordt gevraagd door theater
Neon te Gent voor hun jongerenproductie en in 1994 haalt hij de
finale plaats met de produktie ‘à table’ op het intern. choreografenconcours
te Groningen.
Hij wordt uitgenodigd op festivals in eigen land waaronder het Festival
van Vlaanderen en `le festival de la Wallonie’ alsook het `festival
de l’été Mosan’. Maar ook in Frankrijk waaronder Avignon,

St.-Aubin (Bourgogne) en Pontigny, Vaux-de-Cernay en het vermaarde
Festival de Cluny in Parijs.
Door zijn kennis van het renaissance-en barok-repertoire zingt hij
concerten van Groningen tot Salamanca (Zuidwest-Spanje) en geeft
hij masterclasses in Brescia (N.-Italië) rond de componist Luca Marenzio.
In de lente van 2004 vertolkt hij de rol van Achilles’ in Haendels
laatste opera ‘Daedemia’ op het barokfestival van Istanbul.
Hij was te gast op `de zomer van Antwerpen’ als solist in de hoofdproductie
“les noces” van Stravinsky met theater Walpurgis. Hij zong
aan de Munt-opera in Brussel en met VMT en Belcanto. Zong in de
opera van Rijsel voor de produktie `Faust’ van Gounod en `La Traviatá
in het voorjaar van 2007. Na een succesvolle productie voorjaar
2008 in Dido en Aeneas van Henry Purcell vertolkte hij de rol van
Frederick in ‘The Pirates of Penzance’ voor (Sullivan).
Als Evangelist in beide passies van Johann Sebastian Bach is hij regelmatig
te gast in Nederland, Frankrijk en België.
Hij realiseerde CD-Opnames met Eufoda, Accent en de Brusselse
Mediatheek (Arsonor) en doceert zang aan de Muziekacademie ‘August
De Boeck’ te Asse.
Philip van Meurs tenor
Philip van Meurs is de amateur in dit gezelschap. Onder de bezielende
leiding van zijn zangleraar Koen Vereertbrugghen en de
dirigent Dirk Ottoy is het hem vergund aan deze uitvoering van de
Markuspassie een bijdrage te leveren.

Jean Guy Devienne bas
Is geboren te Brussel.
Na het behalen van een Eerste Prijs Zang aan het Koninklijk
Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen
vervolmaakte hij zich bij Helena en Franz Ferdinand Nentwig.
Hij zong talrijke oratoria’s waaronder « Die Schöpfung » van Josef
Hay dn onder leiding van Sigiswald Kuijken. Daarnaast gaf hij meerdere
liedrecitals met o.a. “Winterreise” van Schubert met David Miller
aan de piano.
In 1994 vertolkte hij in de teaters van Rennes en Parijs « Pulcinella
» van I. Stravinsky met het Orchestre de Bretagne o.l.v. G.E. Octors.
Hij was eveneens te gast in de Munt in verscheidene operaproductie’s
zoals « Don Carlos », « Die Zauberflöte » , Gianni Schicchi ...
In 2003 nam hij deel aan de creatie van « Oedipe sur la route »
gecomponeerd door P. Bartholomée.
Hij is sinds 2004 de vaste bassolo van het Jan-Niklaaskoor. Hier
verleende hij zijn medewerking aan de jaarlijks koorconcerten in
verscheidene cantates van J.S. Bach.
In de zomer van 2009 was hij nog uitgenodigd op de « Muzikale
avond van Beloeil », waar hij een Franse versie van « La serva Padrona
» van Pergolesi uitvoerde, te samen met het Orchestre de
chambre de Waterloo o.l.v. Ulysse Waterlot.

Halewijn Devillé cello
Halewijn Devillé groeide op in een muzikale familie en kreeg zijn
eerste cellolessen van zijn oom Jan Devillé. Van jongs af aan was hij
begeesterd door de “oude muziek”. Later volgde hij cello aan de
academie van Sint-Agatha-Berchem bij o.a. Luc Tooten en Steven
Caeyers. Parallel aan zijn cellostudies aan het Conservatorium van
Brussel bij Carlo Schmitz verdiepte hij zich -als cellist van de Jan-
Niklaasstichting te Halle- zelfstandig in het continuospel en de oude
muziek. Na zijn studies bekwaamde hij zich voor barokcello bij specialisten
als Claire Delvigne en Bernard Woltèche. Tot op vandaag
zijn Bach en meer bepaald Bachcantates prominent aanwezig gebleven
in zijn muzikale activiteiten, zowel op de moderne als op de
barokcello.
Hij concerteert regelmatig met Het Europees Kamerorkest en verleende
zijn medewerking aan projecten onder leiding van onder andere
Jan Caals en Wouter Dekoninck. Hij is de vaste cellist van het
Bhag-ensemble o.l.v. Dirk Ottoy dat reeds samenwerkte met Dirk
Snellings, Jan Van Elsacker, GunterVandeven en vele anderen.
Als inspirerende nevenactiviteit beoefent hij ook al meer dan 20 jaar
het folkgenre op de contrabas.
Christine Brandenburg

Wouter Dekoninck orgel
Wouter Dekoninck, geboren in 1981, volgde als kind piano, cello,
orgel en harmonie aan de muziekacademie van Halle. Hij won tweemaal
de orgelwedstrijd van de Vlaamse Orgeldagen (in1995 en
1997) alsook een compositiewedstrijd met werk voor barokorkest
(1997). Ook studeerde orgel bij Reitze Smits aan het Lemmensinstituut
te Leuven, waar hij het diploma Meester in de Muziek behaalde
met grote onderscheiding. Nadien specialiseerde hij zich voor orgel
bij Reitze Smits en behaalde in september 2007 het diploma met
grootste onderscheiding. Parallel aan deze opleiding studeerde hij
klavecimbel bij Kris Verhelst en legde in 2008 het eindexamen af
met grote onderscheiding. Hij nam deel aan diverse meestercursussen
voor orgel in België, Nederland en Duitsland bij onder andere
Lutger Lohmann, Leo van Doeselaer, Stef Tuinstra en Hans-Ola Ericsson
en volgde kamermuziek bij Sigiswald Kuijken, Kris Verhelst, Koen
Dieltiens, Frank Theuns en Bart Spanhove. In 2006 richtte hij het Hildebrandt
Consort op, een barokorkest waarmee hij vooral muziek
uit de laatbarok uitvoert met het accent op Johann Sebastian Bach.
Doorheen de jaren ontwikkelde het orkest o.l.v. Wouter een geheel
unieke klank, en een uitzonderlijk repertoire, dat Wouter creëerde
door het maken van eigen composities en nieuwe transcripties
van oude muziek voor orkest en voor orgel, waarbij de principes
en de schrijfstijl van de oorspronkelijke componist worden gerespecteerd.
Daarmee slaat het ensemble een geheel vernieuwende
weg in, in de wereld van de oude muziek. Als solist en improvisator
concerteert Wouter geregeld op verschillende internationale orgelfestivals.
Daarnaast verleent hij zijn medewerking als begeleider,
continuospeler en solist aan vocale en instrumentale ensembles (oa.
het Vlaams Radiokoor) in binnen- en buitenland en aan radio- en
TV-opnames. In kamermuziekverband werkt hij nauw samen met Ann
Cnop (barokviool) en met Marian Minnen (barokcello). Hij is organist-titularis
van het prachtige historische Penceler-orgel (1713) van
de Sint-Geertruikerk in Leuven.

Dirk Ottoy
Na zijn studies Latijn-Wiskunde aan het Sint-Jan-Berchmanscollege
te Brussel gecombineerd met muziekstudies aan de gemeentelijke
muziekacademie van Anderlecht en de Rijksmuziekacademie te
Schaarbeek, studeerde Dirk Ottoy af als Laureaat Orgel, Muziekopvoeding
en Muziekgeschiedenis aan het Leuvense Lemmensinstituut.
Verder behaalde hij er een Eerste Prijs Fuga en werd hij tevens
Laureaat Kamermuziek en behaalde hij eveneens zijn Master in de
muziek.
Hij volgde bijkomend orkestdirectie bij Edmond Saveniers aan het
Koninklijk Conservatorium te Antwerpen en bij Rob Casteels aan het
Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium te Brussel.
Sinds 1981 is hij aan het Lemmensinstituut verbonden als docent
Praktische Harmonie en leraar Harmonie en Kamermuziek aan de
Stedelijke Servaisacademie te Halle.
Hij was jarenlang continuospeler bij het ensemble Marsyas o.l.v.
Edmond Saveniers en was ook enkele jaren als free-lance organist
verbonden aan de voormalige Vlaamse Opera te Antwerpen.
In januari 1999 werd hij directeur van de Stedelijke Servaisacademie
voor Muziek Woord en Dans te Halle.
Verder is hij nog actief in verschillende gezelschappen. Gedurende
30 jaar was hij de vaste begeleider van de Jan-Niklaasstichting.
Sinds 2005 heeft hij de leiding van het Jan-Niklaaskoor op zich
genomen. Ook het Halse Bhag-ensemble, een strijkorkest, staat sinds
1992 onder zijn leiding.
Dank aan Pastoor Adelin Verkerken voor het gebruik van zijn kerk.
Dank aan het Davidsfonds Wolsem en de heer Guido Andries voor
de spontane medewerking.
Dank aan Dolf en zijn ploeg voor het podiumwerk.
Dank aan alle mensen die meewerkten om dit concert mogelijk te
maken.

Welkom op ons
Lenterestaurant
9 - 10 - 11 maart 2013
in het Mierennest
Lotsesteenweg 33 -1653 Dworp
Bezoek onze Websiter
www.jan-niklaasstichting.be
Wil je op de hoogte gehouden worden van onze activiteiten
stuur dan een mail naar Janniklaasstichting@skynet.be
of neem telefonisch kontakt 02 381 08 99