14.11.2013 Views

Schagen, selectie van regesten t - Geneaknowhow.net

Schagen, selectie van regesten t - Geneaknowhow.net

Schagen, selectie van regesten t - Geneaknowhow.net

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> <strong>van</strong> <strong>regesten</strong> t.b.v. veldnamenonderzoek<br />

transporten en hypotheken 1678-1684<br />

- gemaakt door Karel Numan -<br />

Oorspronkelijke bron<br />

Archiefinstelling: Regionaal Archief, Alkmaar<br />

Archief: Oud-rechterlijk en Weeskamerarchief <strong>Schagen</strong> 1498-1819<br />

Inventarisnummer: 5897<br />

Omschrijving: Register <strong>van</strong> transporten en hypotheken 1678-1684<br />

Transcriptie<br />

Gemaakt door: Karel Numan<br />

Soort:<br />

Regesten (<strong>selectie</strong>)<br />

Datum versie 1 augustus 2009 aangeleverd aan het project<br />

Deze versie: 1<br />

Opmerking: Dit is een <strong>selectie</strong> uit dit register, gemaakt t.b.v. een veldnamenonderzoek en<br />

het beslaat daarom maar een klein deel <strong>van</strong> de in dit register opgenomen<br />

gegevens. Voor een volledig inzicht in de inhoud <strong>van</strong> dit inventarisnummer<br />

dient het beeldmateriaal geheel te worden doorgenomen !<br />

Omdat het origineel niet voor iedereen makkelijk is te lezen, kan deze <strong>selectie</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>regesten</strong> behulpzaam zijn bij de bestudering <strong>van</strong> het beeldmateriaal.<br />

Eventuele correcties en aanvullingen door derden op de, binnen dit project<br />

gepubliceerde, transcriptie worden door de maker(s) verwerkt in een nieuwe<br />

versie die weer aan het project kan worden aangeboden.<br />

Het kopiëren (downloaden) <strong>van</strong> dit bestand is alleen toegestaan voor<br />

persoonlijk gebruik, maar verspreiding in welk vorm dan ook (commercieel of<br />

niet-commercieel) is uitdrukkelijk niet toegestaan. Als u gegevens uit deze<br />

bewerking gebruikt voor genealogische of historische doeleinden, wordt een<br />

verwijzing naar deze bewerking op prijs gesteld. Bij gebruikmaking <strong>van</strong><br />

gegevens uit deze bewerking ten behoeve <strong>van</strong> publicaties, in welke vorm ook,<br />

moet een adequate bronvermelding naar deze bewerking worden aangegeven.<br />

Beschikbaar gesteld voor het projekt<br />

"VAN PAPIER NAAR DIGITAAL"<br />

informatiepagina - http://geneaknowhow.<strong>net</strong>/project-papier-digitaal.htm<br />

statuspagina - http://vpnd.nl/<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 1


Blz. 2v + 3r + 3v<br />

“Wij Adriaen Thijsz Platius ende Cornelis Harcx Nes, Schepenen binnen Scagen…”:<br />

Gijsbert Coot, chirurgijn in <strong>Schagen</strong>, verkoopt aan Guurtje Thijsz op de Nes , „een stucke<br />

groetlant leggende in de Nescage belent Cornelis Harcxz ten suijden, Platven ten westen,<br />

groot omtrent 6 geersen …‟<br />

(Actum 28-02-1678)<br />

Blz. 15r + 15v + 16r<br />

Jan Gerritsz Dubbelt nomine uxoris erfgenaam <strong>van</strong> Jan Bartholomiesz, mitsgaders Aarjen<br />

Tatesz Berger ende Lourus Jacobsz als voogden <strong>van</strong> de kinderen <strong>van</strong> Jan Aldertsz geprocreert<br />

bij Griet Jans mede erfgenamen <strong>van</strong> Jan Bartholomiesz alle wonende binnen onser stede<br />

verkopen aan Jacob Jansz Tubbis „een huijs ende erff staande ende leggende binnen onser<br />

stede in de Molenstraat belent de weduwe <strong>van</strong> Eschmas ten oosten Jan Cornelisz Bootsen ten<br />

westen…<br />

(Actum 08-10-1678)<br />

Blz. 18v<br />

Jan Jansz Mul als last en procuratie hebbende <strong>van</strong> Willem Pietersz molenaer aende molen<br />

genaemt de Goijer tot Amsterdam verkoopt aan „Cornelis Sijmonsz Olijslager onse<br />

medeschepen de gerechte helft <strong>van</strong> twee stucken lant gemeen met Pieter Cornelisz Olij beijde<br />

binnen onsen banne, het eene belent de Nesdijck ten zuijden, Thijs Jans Leenhouwer ten<br />

oosten, groot seven geersen, het ander genaemt het Haelke belent de voorseijde Jan Mul ten<br />

westen, de erffgenamen <strong>van</strong> Cornelis Wijcx ten oosten, groot seven en een halff snees…‟<br />

(Actum 30-12-1678)<br />

Blz. 22r<br />

Aarjen Albertsz verkoopt aan Cornelis Agterkerck Notaris en procureur in <strong>Schagen</strong> „de<br />

gerechte helft <strong>van</strong> seker stukke lant gemeen ende onderdeel met d‟erfgenamen <strong>van</strong> Cornelis<br />

Siewertsz groot in ‟t geheel 4 geersen 2 sneesen gelegen binnen onsen banne aande lange<br />

Laan belent deselve lange Laan ten noorden de meersloot ten westen…‟<br />

(Actum 30-12-1678)<br />

Blz. 25r<br />

“Wij Pieter Klaasz de Waal ende Gerrit Jansz Slijker, Schepenen binnen Scagen enz. …”:<br />

Jan Pietersz Valckes, Reijnout Pietersz Boer, Frans Cornelisz Hoep als voogden <strong>van</strong> de<br />

ongetrouwde kinderen <strong>van</strong> Griet Reijnders, Klaas Jansz als getrout hebbende Reijnout Jans,<br />

Jan Aarjaansz als getrout hebbende Jan<strong>net</strong>je Jans, erfgenamen <strong>van</strong> deselve Griet Reijnders<br />

verkopen aan Jan Pietersz Verwer, out burgemeester, „een stukke land gelegen binnen onsen<br />

banne aande Leetsloot belent de selve sloot ten westen de nieuwe molensloot ten suijden<br />

groot omtrent seven geersen …‟<br />

(Actum 15-05-1679)<br />

Blz. 28r<br />

Dirk Geerlofs, Griet Geerlofs ende Jacob Lourensz nomine uxoris uit Huisduinen<br />

erfgenamen <strong>van</strong> Neel Geerlofs overleden binnen <strong>Schagen</strong> verkopen aan Aarjen Pietersz Buijs<br />

„een huis ende erve staande ende gelegen binnen onser stede opde Hoogesijd, belent Aalberdt<br />

Bregman ten oosten Cornelis Nannisz Bont ten westen…‟<br />

(Actum 30-05-1679)<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 2


Blz. 36r<br />

“Wij Claas Nannesz ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen oirconden ende<br />

kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen is d‟eersame Claas Theunisz<br />

wonende binnen onsen jurisdictie op Avendorp de welcke bekende voor hem ende sijnen erve<br />

vercoft te hebben gelijck hij vercoopt mits desen aan Tijmen Jansz tot Sijbekarspel een stucke<br />

land gelegen binnen onsen banne inde Piese belent Claas Nannisz ten suijden, Clocx erven<br />

ten noorden, groot omtrent 26 sneesen …”<br />

(Actum 24-10-1679)<br />

Blz. 38r + 38v + 39r + 39v<br />

Compareerden voor ons Aelbert Hendrix Scoltis der vrij heerlikheijt Meijnerswijk Teunis<br />

Jansz ende Hendrik Wijksen Schepenen der voorzeijde vrij heerlickheijt die Hoog Edel<br />

Welgeboren Heeren Johan ende Floris <strong>van</strong> Mekeren Heeren <strong>van</strong> Meijnerswijk ende<br />

verklaarden inder besten ende bestendigste forme hun na regten doenlijck te constitueren ende<br />

volmagtig te maken den Edele Albert Bregman hun Hoog Edele Rentmeester tot Scagen, om<br />

uijt namen ende <strong>van</strong> wegen de gemelte Heeren comparanten te compareren voor Schepenen<br />

binnen Scagen voorzeijd off elders daar ‟t <strong>van</strong> nooden wesen sal en voor den selven te<br />

verlijen vercoft te hebben en derhalven te transporteren op te dragen ende volkomentlijck te<br />

quiteren eerstelijck aan ende ten behoeve <strong>van</strong> Jacob Cornelisz Wittekint out burgemeester der<br />

selver steden een stuk land genaemt IJsbrant Sijbrants (inde contra-acte: Gerbrants) ven<br />

gelegen agter de Hoep aan de gemene vaert belent Griet Reijnders erve ten oosten Pieter<br />

Sijbrants ten westen groot omtrent seven geersen tien sneese twee roeden; Item aan den<br />

selven een stukke land mede gelegen aldaer agter ‟t voorgaande groot omtrent vijff geersen 2<br />

sneesen twee roeden; Item nog aan ende ten behoeve <strong>van</strong> Jan Cornelisz Grootewal Schepen<br />

aldaer een stuk land genaemt Otters ven ende Besteventie gelegen inde Neskage belent<br />

Cornelis Cornelisz ten oosten de Lasschoten ten westen groot omtrent elf geersen en aan en<br />

ten behoeve <strong>van</strong> Cornelis Pietersz Grootes een stuk land genaemt Platven gelegen over de<br />

Groeneweg belent Geurt Thijsses ten oosten ende Cornelis Sijmonsz <strong>van</strong> Alkmaer ten westen<br />

groot omtrent vij geersen vijftien roeden; Item aan Cornelis Agterkerk Notaris ende procureur<br />

binnen de voornoemde stede een stukke land genaemt Riddersventie gelegen in de<br />

Neskage belent de Lasschoten ten oosten Cornelis Cornelisz Plaets ten noorden groot drie<br />

geersen seven sneesen; Item nog aan en ten behoeve <strong>van</strong> <strong>van</strong> Jan Meijersz Grootes als voogt<br />

<strong>van</strong> de kindren <strong>van</strong> Gerbrant Abels een stukke land gelegen over de Gauw belent Arien<br />

Berger ten oosten Nanning Kinnis ten westen groot omtrent vier geersen tien sneesen vijff<br />

roeden, mitsgaders aen en ten behoeve <strong>van</strong> Jan Willemsz Schipper twee sneesen 15 roeden<br />

saatlands gelegen op ‟t Nespat belent Griet Reijnderts erve ten oosten Jan Schoenmaker ten<br />

westen …”<br />

(Actum 6/16-11-1679 in Meijnerswijk) (de contra-acte is <strong>van</strong> 20-12-1679, blz. 39v+ 40r +<br />

40v; de overige contra-acte lopen <strong>van</strong>af 41r t/m/ 47v)<br />

Blz. 49v<br />

“Wij Pieter Claasz de Waal ende Cornelis Pietersz grootes Schepenen binnen Scagen<br />

oirconden ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gecomen is d‟eersame<br />

Willem Willemsz Vlaming onse medepoorter d‟welke bekende verkoft te hebben gelijck hij<br />

doet bij desen aan Albert Cornelisz waart in de Wildeman alhier een huijs ende erff<br />

staende ende gelegen op ’t hoekje <strong>van</strong>de Plaats belent Claas Claasz Texel ten oosten<br />

d‟selve Plaats ten westen …”<br />

(Actum 21-12-1679)<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 3


Blz. 54v<br />

Jacob Jans <strong>van</strong> Bergen verkoopt aan Jan Cornelisz Rouw op ‟t Wat twee stukken land, het<br />

tweede „nog een en twintig sneesen tien roeden land gemeen met Cornelis Gijsberts erven<br />

mede gelegen in de Neskage belent ’t rietbos ten noorden de molensloot ten suijden …‟<br />

(Actum 23-12-1679)<br />

Blz. 63r<br />

“Wij [ontbreekt] Schepenen binnen Scagen oirconden ende kennen een ijgelijck dat voor ons<br />

gecompareert ende gekomen sijn d‟eersame Cornelis Jansz Streek, glasemaker, Adriaen<br />

Jansz Streek, Barber Jans Streecs ende Cornelis Jansz Streek de Jonge, mitsgaders Pieter<br />

Adriaensz voor hem selven ende als vader ende voogt neffens Adriaen Streek <strong>van</strong> sijn kindt<br />

geprocreeert bij Anna Jans Streecks, alle erfgenamen <strong>van</strong> Jan Cornelisz Streek overleden<br />

binnen deser stede d‟welke bekenden in dier qualite verkoft te hebben gelijck sij doen bij<br />

desen aan Garment Ariensz onse medepoorter hun gedeeltens in ‟t huijs ende erff staende<br />

ende gelegen binnen onser stede op ’t Noort belent de Wielsbrugh ten noorden Jan Ariensz<br />

Schoenmaker ten zuijden …”<br />

(Actum 28-12-1679)<br />

Blz. 67r<br />

“Wij Reijer Pietersz Boer ende Pieter Cornelisz Wijck Schepenen binnen Scagen oirconden<br />

ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert is Aelbert Bregman onse medepoorter<br />

als procuratie hebbende <strong>van</strong> de E; Heer en Mr Tomas <strong>van</strong> Wijkersloot advocaatshofs <strong>van</strong><br />

Uijtregt als executeur <strong>van</strong> den testamente <strong>van</strong> de Hoog Edele Welgeboren Vrouwe Maria <strong>van</strong><br />

Winsen <strong>van</strong> Heemstede ende mede als gemagtigde <strong>van</strong> haer hoogedelheijts gesamentlijcke<br />

erfgenamen ende vermogens procuratie inhoudende de clousule <strong>van</strong> substitutie opden 26 e<br />

Junij 1677 voorden Notaris Johan <strong>van</strong> Baren ende sekre getuijgen tot Uijtregt gepasseert<br />

volgens d‟acte <strong>van</strong> procuratie ende substitutie op de voorzeijde Aelbert Bregman voor de<br />

voornoemde Notaris Johan <strong>van</strong> Baren en sekre getuijgen opten 24 e April 1680 gepasseert ons<br />

Schepenen vertoont ende voorgelesen ende bekende in dier qualite na voorgaende ontslag <strong>van</strong><br />

fidei commisse ende approbatie <strong>van</strong> verkoopinge bij De Ed: Hoogmogende Heeren Staten <strong>van</strong><br />

Hollant ende West Vriesland verleent volgens de brieve daer<strong>van</strong> den 24 e Maart 1680<br />

gedepesgeert ons Schapenen mede voorgelesen ende vertoont verkogt te hebben gelijck hij<br />

verkoopt mits desen aan den Ed: Jan Cornelisz Grootewal Burgemeester onser stede een<br />

stucke groetland genaemt Moije Trijne ven gelegen binnen onsen banne inde Neskage<br />

belend Jan Schuijtemaker ten oosten de Buereweg ten westen groot omtrent 8 geersen negen<br />

snees…”<br />

(Actum 21-05-1680)<br />

Blz. 68v<br />

Adriaen Thijsz Platius verkoopt aan Cornelis Jansz Halfswaag „een stukje groetland genaemt<br />

Streecs Leegje gelegen inde Meer belent de vaart ten suijden, d„armen <strong>van</strong> Scagen ten<br />

noorden groot twee geersen vier sneesen…‟<br />

(Actum 24-05-1680)<br />

Blz. 70r<br />

Adriaen Thijsz Platius verkoopt aan Cornelis Jansz Halfswaag „een stukje groetland gelegen<br />

binnen onse jurisdictie op Buijtendijck bij de Schager wiel belent d’Heereweg ten noorden<br />

de wiel ten suijden groot omtrent twee geersen …‟<br />

(Actum 24-05-1680)<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 4


Blz. 77r<br />

“Wij Reijer Pietersz Boer ende Jan Cornelisz Wittekind Schepenen binnen Scagen oirconden<br />

ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen sijn d‟eersame Clement<br />

Pietersz Grutter ende Pieter Claasz Scagen wonende tot Hoorn voor haar selfs ende als last<br />

ende procuratie hebbende <strong>van</strong> An<strong>net</strong>je Pieters weduwe wijlen Hendrick Nanningsz, Aefje<br />

Pieters weduwe wijlen Cornleis Rembrantsz, Grietje Pieters weduwe wijlen Claas Cornelisz,<br />

Pieter Jansz Wageman, Pieter Clementsz Vroom soo voor hem selfs als onder hem<br />

ver<strong>van</strong>gende Vrouwtje Clements sijn onmondige suster ende daer voren de rato caverende,<br />

Jan Clementsz Vroom, Aefje Clements ende Niesje Clements, alle poorteren ende<br />

poorteressen der voorseijde stad mitsgaders Jacob Pietersz <strong>van</strong> Hoorn voor hem selven,<br />

ende als last ende procuratie hebbende <strong>van</strong> Grietje Gerrits Wankel weduwe <strong>van</strong> Cornelis<br />

Haseven, Thijs Jansz Gorter, Dirk Jansz Kuijper, Claas Jansz Schoenmaker, alle t‟samen ex<br />

testamento erfgenamen <strong>van</strong> de heer Jonker Johan <strong>van</strong> Teijlingen in sijn leven burgemeester en<br />

raad der stad <strong>van</strong> Alkmaer volgens de respective procuratien daer <strong>van</strong> gepasseert d‟eene voor<br />

den Notaris Douwijn Schillinger en sekre getuijgen tot Hoorn in dato den 10 e Augustus 1680<br />

ende d‟ander voor den Notaris Cornelis Kessel in dato den 11 e Augustus 1680 ons Schepenen<br />

beijde vertoont ende voorgelesen ende verklaerden in der qualite respective verkoft te hebben<br />

gelijck sij verkoopen bij desen aan Cornelis Agterkerck Notaris ende procureur binnen deser<br />

stede een stukke weijdland genaemt Hoogeven gelegen binnen onsen banne inde Nieuwe<br />

Kage aen ’t eijnde <strong>van</strong> ’t Noort belent de Heere weg ten suijden ende ten westen,<br />

Maartje Joostes ten noorden ende Claes Mighielsz ten oosten groot vier geersen seven<br />

sneesen vier roeden ses voeten …”<br />

(Actum 06-12-1680)<br />

Blz. 89r<br />

Aerjen Allertsz voor hem selfs ende Reijer Pietersz Boer als voogt <strong>van</strong> desselfs kind<br />

geprocreeert bij Maartje Pieters verkopen aan Pieter Jansz Bergman „de gerechte helft in een<br />

stukke groetland gemeen met de selve gelegen binnen onsen banne op de Hale belent de<br />

gemene vaart ten oosten d’oude dijk ten westen groot in ’t geheel seven geersen negen<br />

sneesen…‟<br />

(Actum 08-12-1680)<br />

Blz. 96r<br />

“Wij Dr Wijbrandus Ens ende Jan Cornelisz Wittekint Schepenen binnen Scagen oirconden<br />

ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen is d‟eersame Griet Jans<br />

biersteekster binnen onser stede als geauthoriseerde <strong>van</strong> desen Edele Gerechte d‟welcke<br />

bekende in dier qualite met approbatie ende goetvinden <strong>van</strong> den Gerechte voornoemt ons<br />

gebleken vercft te hebben gelijck sij vercoopt bij desen aan Jacob Cornelisz Theun onse mede<br />

poorter een huijs ende erff staende ende gelegen binnen onser stede voorzeijd op de Loet<br />

belent Gerrit Aerjensz ten westen Maartje Reijers erve ten oosten …”<br />

(Actum 14-12-1680)<br />

Blz. 104v<br />

“Wij Reijer Pietersz Boer ende Jan Cornelisz Wittekint Schepenen binnen Scagen oirconden<br />

ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen is d‟eersame Arjen Pieter<br />

Reuskes wonende aan de Gouw d‟welcke bekende vercoft te hebben gelijck hij verkoopt bij<br />

desen aan Jan Jansz Langevelt geregtsbode binnen onser stede elff sneesen in seker stukke<br />

land gelegen binnen onsen banne inde Oosterkage gemeen met Germent Pietersz ende<br />

Lijsbeth Pietersz belent de Tolkerdijk ten suijden de kinderen <strong>van</strong> Albert Reuskes ten noorden<br />

…”<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 5


(Actum 31-12-1680)<br />

Blz. 106v<br />

“Wij Adriaen Thijssen Platius ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen<br />

oirconden ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen is d‟eersame<br />

Abraham Jansz Wagen, voor hem selfs en als last ende procuratie hebbende <strong>van</strong> Willem Jansz<br />

Wagen, Jan Jansz Wagen sone <strong>van</strong> Jan Jansz Wagen (alias Molenaar, in sijn leven op<br />

Wieringen) voor hem selfs ende als hem sterk makende ende de rato caverende voor sijn<br />

suster, Aaltje Jans, <strong>van</strong> Guurtje Michiels mondelinge last hebbende ende haar voor sooveel<br />

des noods mede sterk makende voor haar moeder Geel Jans Wagen, nog <strong>van</strong> de voornoemde<br />

Willem Jansz Wagen als hem sterk makende ende de rato caverende voor de nagelaten<br />

onmondige kinderen <strong>van</strong> Isaak Jansz Wagen wonende tot Uijtgeest, tesamen erfgenamen <strong>van</strong><br />

Olfert Jansz Wagen overleden tot Scagen volgens d‟acte <strong>van</strong> procuratie daar <strong>van</strong> voor den<br />

Notaris Dirk Hertog en sekre getuijgen tot Alkmaar in dato des 1en dage Martij anno 1681<br />

gepasseert, ons Schepenen vertoont ende voorgelesen, de welcke verklaarde in dier qualite<br />

verkoft te hebben gelijck hij verkoopt bij desen aan Claas Pietersz Metselaar aande<br />

Schagerbrug een stukke zaadland gelegen binnne onsen banne op Rijpeland belent de kooper<br />

ten suijden, Hendrik Cornelisz Stoffels ten noorden, groot agtien sneesen…”<br />

(Actum 17-03-1681)<br />

Blz. 113v<br />

“Wij Adriaen Thijssen Platius ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen<br />

oirconden ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen is Jan<br />

Cornelisz Bregman onse medepoorter, als last ende procuratie hebbende <strong>van</strong> Juffrou Margrita<br />

<strong>van</strong> Bronkhorst weduwe wijlen Lourens Hendriksz Spiegel wonende tot Alkmaar, volgens<br />

d‟acte <strong>van</strong> procuratie daar <strong>van</strong> gepasseert<br />

voor Notaris Simon Spont en sekre getuijgen tot Alkmaar voorseijd in dato des 14 Maart<br />

1681, ons Schepenen vertoont ende voorgelesen, de welke bekende in dier qualite verkoft te<br />

hebben gelijk hij verkoopt bij desen aan de Heeren Hendrik en Samson Spiegel en Juffrou<br />

Maria Spiegels haar constituantes kinderen een stucke land gelegen binnen onsen banne inde<br />

Hale belent de voornoemde Juffrou Maria Spiegels ten westen, de Hemkewerver vaart ten<br />

oosten, groot ses geersen drie snees …” (Actum 21-04-1681)<br />

Blz. 116v<br />

“Wij Adriaen Thijssen Platius ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen<br />

oirconden ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen is Cornelis<br />

Cornelisz Koning onse medeschepen de welke bekende verkoft te hebben ende verkoopt bij<br />

desen aan Jan Aarjaansz Scager onse medepoorter een akker saadland gelegen binnen onse<br />

jurisdictie bij ’t Jallewal belent Claas Wilt ten Walraven ten oosten Ouwe Jaaps dijk ten<br />

suijden …<br />

(Actum 22-04-1681)<br />

Blz. 117r<br />

Aarjan Pietersz Buijs verkoopt aan Gerrit Versguur een huis en erf „staande ende gelegen<br />

binnen onser stede opde Hoogesijd belent Aalbert Bregman ten oosten Cornelis Nannes<br />

Bonts weduwe ten westen …‟<br />

(Actum 29-04-1681)<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 6


Blz. 121v<br />

Lammert Cornelisz getrouwd met Neeltje Lourens erfgenaam <strong>van</strong> saliger Maartje Reijers<br />

weduwe overleden alhier verklaart in dier qualite te cederen en transporteren aan en ten<br />

behoeve <strong>van</strong> Aaltje Nannis nagelaten weduwe <strong>van</strong> Pieter Claasz „geannexeerde constitutie off<br />

hijpotheek brieff …‟<br />

(Actum 13-05-1681)<br />

Blz. 123v<br />

In deze acte wordt op blz. 124r Jan Pietersz Verwer burgemeester deser stede genoemd.<br />

De acte dateert <strong>van</strong> 13-06-1681. Verwer was volgens Bregman in 1680 burgemeester. Hij zou<br />

dus oud burgemeester moeten zijn genoemd.<br />

Blz. 124v<br />

“Wij Adriaen Thijssen Platius ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen<br />

oirconden ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen sijn Aegtje<br />

Pieters nagelaten weduwe <strong>van</strong> Gijsbert Coot in sijn leven chirurgijn binnen onser stede voor<br />

haer selfs ende als erfgenaam <strong>van</strong> de selve ende jan<strong>net</strong>je Coot tot Harderwijck mede<br />

erfgenaam <strong>van</strong> gemelte Gijsbert Coot ende verclaerde in dier qualite vercoft te hebben te<br />

hebben gelijck sij doet bij desen aende kinderen <strong>van</strong> Arent Arenstz Brant, geprocreeert bij<br />

Guertje Jans wonende binnen de voorseijde stede een stuck groetlant gelegen binnen onsen<br />

banne in de Nescage, belent d’arme del ten suijden, Jan Meijers erve ten noorden groot<br />

omtrent seven geersen …”<br />

(Actum 14-06-1681)<br />

Blz. 130v<br />

Diewer Claas nagelaten weduwe <strong>van</strong> Cornelis Adriaensz Micker, Cornelis Thijsz, getrout<br />

met Aefje Cornelis, ende Jan Cornelisz Micker voor hem selven mitsgaders sigh sterck<br />

maeckende ende de rato caverende voor sijn broeders kinderen die samen verkopen een stuk<br />

grasland in de Neskaag aan de Edele Heer Willem <strong>van</strong> den Burg en de Heer <strong>van</strong> Tiepma …‟<br />

(Actum 21-06-1681)<br />

Blz. 132r<br />

Mighiel Sijmonsz wonende op Muntjewerff verkoopt aan Aerjaen Claesz wonende op<br />

Cornelissenwerf een stukke land gelegen bij Cornelissenwerf belent Pieter Sijmonsz ten<br />

noorden ende de Heere weg ten suijden, groot omtrent twee geersen ses sneesen…<br />

(Actum 02-11-1681)<br />

Blz. 133r<br />

Claas Claasz wonenden op de Rijp in de banne <strong>van</strong> St. Maarten verkoopt aan Jan Aarjaansz<br />

Scager onse medepoorter . eerstelijck een stukje weijdland gelegen bij Lagedijk aanden<br />

Ouden Westvrieschen Zeedijk, genaamt de Kamer, belent de selve dijk ten westen ende<br />

noorden Adriaan Albertsz ten suijden , groot omtrent 23 sneesen … Item een ackertje<br />

saadland gelegen bij Hemkewerff belent de Heere weg ten westen de Heere vaart ten<br />

suijden…‟ (Actum 08-11-1681)<br />

Blz. 134v<br />

Jacob Cornelisz Wittekint en Pieter Adriaensz Tolcke als voogden <strong>van</strong> de kinderen <strong>van</strong><br />

Cornelis Hendricx en Guertje Pieters overleden op „t Jallewal verkopen aan Meijl Claes „de<br />

gerechte helft <strong>van</strong> seeker huijs, erf ende boomgaerd … opde Lagesijt <strong>van</strong>de Loet belent<br />

Cornelis Jansz Metselaer ten oosten ende Jacob Metselaer ten westen ,… mitsgaders de<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 7


gerechte vierde paert <strong>van</strong> seecker stucke lant gelegen bij de Hale, belent de Halemervaert<br />

ten suijden, Pieter Aeriaensz Gorter ten westen, gemeen met Aeriaen Jansz Hale, groot in ‟t<br />

geheel thien geersen …‟<br />

(Actum 08-12-1681)<br />

Blz. 136r<br />

Pieter Willemsz, Dirk Lourensz, Martie en Diewer Gerrits, als erfgenamen <strong>van</strong> Gerrit Backer<br />

overleden in Calersooge (sic, bedoeld is Calensooge) verkopen aan de nagelaten<br />

weeskinderen <strong>van</strong> Jan Bras ses sneesen saetlant in een stuck lant genaemt de Lollepot<br />

toebehoorende de voorseijde kinderen gelegen binnen onse jurisdictie tusschen Avendorp en<br />

Tjallewal…‟<br />

(Actum 20-12-1681)<br />

Blz. 139v<br />

“Wij Pieter Claasz de Waal ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen,<br />

oirconden ende kennen een ijgelijken dat voor ons gecompareert en gekomen sijn Jan<br />

Willemsz Schipper onse medepoorter als last en procuratie hebbende <strong>van</strong> Olburg Dirx Boot,<br />

Claasje Dirx Boot en Grietje Dirx Boot, kinderen en erfgenamen <strong>van</strong> Dirk Dirx Boot<br />

erfgenaam <strong>van</strong> Thomas Ghijsbertsz overleden binnen onser stede, volgens d‟acte <strong>van</strong><br />

procuratie gepasseert voor den secretaris en notaris Jan Fransz Tames bij de voorseijde<br />

erfgenamen getekent den 2 e dage Maij 1681, ons Schepenen vertoont ende voorgelesen,<br />

mitsgaders Pieter Cornelisz en Trijn Cornelis wonende tot Winkel ende Maartje Dirks Cos<br />

woonende alhier als erfgenamen <strong>van</strong> Anna Aarjaans gewesene huijsvrouw <strong>van</strong> <strong>van</strong> de<br />

voornoemde Thomas Ghijsberts, ende bekenden gesamentlijk in dier qualite en elk voor sijn<br />

gedeelte verkoft te hebben gelijk sij verkoopen bij desen aan Maartje Cornelisdr wonenden<br />

binnen onser stede een huijs ende erff staande ende gelegen alhier op het Noordt belent Jan<br />

Willems Schipper ten noorden, ’t Capellerije huijs ten suijden…”<br />

(Actum 22-12-1681)<br />

Blz. 142v<br />

Guurt Jans weduwe <strong>van</strong> Dirk Buijkes Prins geassisteerd door Pieter Gerritsz Decker ,<br />

verkoopt aan Jan Aarjaansz (er staat iets als: Aarjaarstsen) Nopman uit <strong>Schagen</strong> „een huijs<br />

ende erff staande ende gelegen binnen onser stede op het Hoog belent Cornelis Dirxz ten<br />

suijden, ’t gemene pat ten noorden…‟<br />

(Actum 25-12-1681)<br />

Blz. 143v<br />

Jan Aarjansz Scager en Jan Pietersz Bergman als voogden <strong>van</strong> de nagelaten weeskinderen <strong>van</strong><br />

Cornelis Jansz Scager en Gertruijt Jans overleden binnen onser stede verkopen met<br />

goedvinden <strong>van</strong> de weesmeesters aan Pieter Thijssen uit Alkmaar „twee huijsen en erven<br />

naast den andren staande ende gelegen binnen onser stede op ‟t Noort belent Pieter Hendriksz<br />

Backer ten noorden, de Wielsbrug ten suijden, mitsgaders twee kamers en haar erven agter<br />

de selve gelegen …‟<br />

(Actum 25-12-1681)<br />

Blz. 145r<br />

“Wij Adriaen Thijssen Platius ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen<br />

oirconden ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen is Pieter<br />

Thijssen wonende tot Alkmaar dewelke bekende voor hem ende sijnen erve verkoft te hebben<br />

gelijk hij verkoopt bij desen aan Jan Adriaansz de Boer onse medepoorter een huijs erff en<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 8


twee kamers daar agter staande ende leggende binnen onser stede op het Noord, belent de<br />

Wielsbrug en ’t gemene pat ten suijden ‟t ander huijs <strong>van</strong> de verkoper ten noorden,<br />

mitsgaders de schuijt met seijl ende treijl ende toebehoorn, met belastingen dat ‟t voorseijde<br />

huijs de nieuw geleijde loden geute leggende over ’t voorseijde huijs ten uijtwateringe voor<br />

beijde voornoemde huijsen tot sijnen costen bequaam sal moeten onderhouden mits ‟t water<br />

daar door passerende, ontfangende in sijn ijgen bak, behoudens op ‟t erf <strong>van</strong> ‟t ander huijs de<br />

waterlosinge <strong>van</strong> ‟t overvloeijende regenwater tot d‟agtersloot toe soodanig ‟t selve<br />

jegenwoordig gelegen en gebruijkt wert en bij verval of afbreuk <strong>van</strong> de voorseijde kamers ‟t<br />

scheijthek niet verder te setten als jegenwoordigh de muren der voorsegde kamers staan…”<br />

(Actum 25-12-1681)<br />

Blz. 151v<br />

“Wij Pieter Claasz de Waal ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen,<br />

oirconden ende kennen een ijgelijken dat voor ons gecompareert en gekomen sijn Cornelis<br />

Dirksz wonende binnen onser stede op ‟t Hoog, Trijn Dirx nagelaten weduwe <strong>van</strong> Jacob<br />

Buijsman, Pieter Dirxz ende voorseijde Cornelis Dirksz als voogden <strong>van</strong> de kinderen <strong>van</strong><br />

Anna Pieters geprocreeert bij [ontbreekt] Langst, Cornelis Brommer wonende inde Zijpe,<br />

Gerrit Schipper als getrout hebbende de dogter <strong>van</strong> Cornelis Brommer, Jacob Reijers als<br />

voogt <strong>van</strong> de kinderen <strong>van</strong> Jan Sijbrantsz, Neel Dirx, Bartholomies Gerritsz, alle erfgenamen<br />

<strong>van</strong> Jan Pietersz alias Jan Pie, de welke bekenden in dier qualite vercoft te hebben gelijk sij<br />

verkoopen bij desen aan Pieter Broers Chirurgijn binnen onser stede een stucke land gelegen<br />

binnen onsen banne bij de Lagedijker brug belent Jan Dirxz Halfswaag ten suijden,<br />

Kouwenburg ten oosten, groot omtrent vijff geersen twee sneesen…”<br />

(Actum 28-12-1681)<br />

Blz. 160r<br />

“Wij Adriaen Thijssen Platius ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen<br />

oirconden ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen is Trijn Jans<br />

nagelaten weduwe <strong>van</strong> Pieter Hendricksz Backer de welcke bekende voor haer ende haren<br />

erve vercoft te hebben gelijck sij verkoopt bij desen aan Jacob Jansz Hogerduijn een huijs<br />

ende erve staende ende gelegen op ‟t Noort binnen onser stede belent Hendrick Ariensz ten<br />

noorden Gerrit Knouwel ten suijden mitsgaders ‟t backersgereetschap …” (de Hogerduijn<br />

die getrouwd is met een Marijtje Lijnhoven)<br />

(Actum 01-05-1682)<br />

Blz. 161r<br />

Jacob Cornelisz Wittekint, Meijl Claes en Pieter Ariaensz Tolcke, als voogden <strong>van</strong> de<br />

nagelaten kinderen <strong>van</strong> Cornelis Hendricksz en Guertje Pieters, overleden op ‟t Jallewal<br />

verklaren met autorisatie <strong>van</strong> de weesmeesters te verkopen aan het nagelaten weeskind <strong>van</strong><br />

Cornelis Jansz Schager en Geertruijt Jans „een stuck groetlant gelegen binnen onsen<br />

jurisdictie agter ’t Jallewal voorseijd belent de weduwe <strong>van</strong> Jan Ariensz Wentelaer ten<br />

suijden, de Hoogven ten noorden, groot omtrent drie geersen ende ses sneesen…‟<br />

(Actum 16-05-1682)<br />

Blz. 162v<br />

Jacob Cornelisz Wittekint, Meijl Claes en Pieter Ariaensz Tolcke , als voogden <strong>van</strong> de<br />

nagelaten kinderen <strong>van</strong> Cornelis Hendricksz en Guertje Pieters, overleden op ‟t Jallewal<br />

verklaren met autorisatie <strong>van</strong> de weesmeesters te verkopen aan het nagelaten weeskind <strong>van</strong><br />

Cornelis Jansz Schager en Geertruijt Jans en daarnaast ook als last en procuratie hebbende<br />

<strong>van</strong> Pieter Cornelisz Belt uit Warmenhuizen volgens acte <strong>van</strong> procuratie gepasseert voor den<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 9


Notaris [ontbreekt] en zekere getuigen d.d. [ontbreekt] ons Schepenen vertoont ende<br />

voorgelesen en zij verkopen als voogden <strong>van</strong> met goedkeuring <strong>van</strong> de weesmeesters aan het<br />

kind en de erfgenaam <strong>van</strong> <strong>van</strong> Aerjaen Claesz […] „een gerechte vierdepaert in een stucke<br />

lant genaemt Hoogven gelegen agter ’t Jallewal voorseijd belent [ontbreekt] …‟<br />

(Actum 01-06-1682)<br />

Blz. 163v<br />

Pieter Aerjaensz Tolcke en Cornelis Jansz Tolcke als voogden <strong>van</strong> de nagelaten weeskinderen<br />

<strong>van</strong> Aerjaen Claesz overleden op Cornelisen werff verkopen met goedkeuring <strong>van</strong> de<br />

weesmeesters aan Gerrit Pietersz Schouten in de Oude Zijpe „die gerechte helft <strong>van</strong> een stuck<br />

lant genaemt de Hoogven binnen onsen banne achter ’t Jallewal belent [ontbreekt] …‟<br />

(Actum 02-06-1682)<br />

Blz 164v<br />

“Wij Adriaen Thijsz Platius ende Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen Scagen<br />

oirconden ende kennen een ijgelijck dat voor ons gecompareert ende gekomen is Sr Dirk<br />

Goutsbergen voor hem selfs en als last ende procuratie hebbende <strong>van</strong> Sr. Pieter Goutsbergen<br />

koopman tot Sivilien beijde kinderen ende erfgenamen <strong>van</strong> Claas Claasz Goutsbergen<br />

overleden tot <strong>Schagen</strong> volgens acte <strong>van</strong> procuratie gepasseert ende geschreven in Sivilie bij<br />

den Notaris Joseph Lopez Albaran ende sekre getuijgen aldaar residerende in dato den 24 e<br />

Maart en uijt de Spaansche in de Nederduijtsche tale getranslateert ende gecollationeert bij<br />

den Notaris Es Peres residerende tot Antwerpen den 22 e April 1682 ons Schepenen vertoont<br />

ende voorgelesen ende bekende in de voorzegde qualite verkoft te hebben gelijk hij verkoopt<br />

mits desen aan Hendrick Stevens Biersteker een huijs erve ende schuur staande ende gelegen<br />

binnen onser stede op de Lagesijt belent Albert Cornelisz ten westen Pieter Gerritsz Kroes<br />

ten oosten …”<br />

(Actum 09-06-1682)<br />

Blz. 165v<br />

In deze acte blijkt dat Jan Pietersz Verwer burgemeester <strong>van</strong> <strong>Schagen</strong> is.<br />

(Actum 30-06-1682)<br />

Blz. 167r<br />

Cornelis Ariensz Micker uit de Zijpe verkoopt aan Maartje Jans meerderjarige dochter <strong>van</strong><br />

Jan Arisz Langedijck „drie geersen ses sneesen weijdtlant gelegen inde Neskage belent de<br />

Seedijck ten noorden ’t rietbos bij ’t Wat ten suijden…‟<br />

(Actum 02-09-1682)<br />

Blz. 167v + 168r<br />

Jan Willemsz Schipper en Cornelis Pietersz Grootes als voogden <strong>van</strong> het nagelaten weeskind<br />

<strong>van</strong> Claas Michielsz, en Jan Michiels voor zichzelf verkopen aan Claes Pietersz Bont „twee<br />

sneesen saetlant gelegen buijten ’t Noort belent de Memorieweijt ten westen en Willem<br />

Wit ten noorden …‟ (Actum 05-09-1682)<br />

Blz. 168v<br />

Willem Pieters <strong>van</strong> de Vennik, getrouwd met Neel Cornelis Leecs, nagelaten dochter en<br />

erfgenaam <strong>van</strong> Cornelis Pietersz Leeck, verkoopt aan de Heer en Mr Cornelis Keijser,<br />

president schepen <strong>van</strong> Hoorn „een gars seven snesen negen roeden lants gelegen binnen<br />

onsen banne bij Avendorp belent de Heer kooper selfs ten noorden, het Avendorper<br />

Laantje ten oosten, de gemene vaart ten ten westen…‟<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 10


(Actum 12-09-1682)<br />

Blz. 172v<br />

Gerrit Verschuer verkoopt aan de kinderen <strong>van</strong> Jan Willemsz Boertjes twee geersen<br />

land‟gelegen inde Nescage belent Adriaen Tates ten oosten, Jan Zangevelt (moet zijn<br />

Langevelt) ten westen…‟<br />

(Actum 09-11-1682)<br />

Blz. 174v<br />

Claas Ens chirurgijn in <strong>Schagen</strong> verkoopt aan Jan Maartens Bierdrager ook uit <strong>Schagen</strong> „een<br />

thuijn met sijn opstal en een speelhuijsjen daarop staande gelegen binnen onser stede op<br />

het Laantje belent Cornelisje Visschers ten noorden Claas Kegers ten suijden…‟<br />

(Actum 13-12-1682)<br />

Blz. 177v<br />

Cornelis Cornelisz Plaats als vader en testamentaire voogd <strong>van</strong> zijn onmondige kinderen<br />

verwekt bij Dieuwer Jans, Cornelis Jansz Langedijk en Maartje Jans alle uit <strong>Schagen</strong><br />

verkopen aan Claas Pietersz Bes steenkoper aan de Schagerbrug „een stucke groetlant gelegen<br />

binnen onsen banne inde Lagedijker Cage belent den Zeedijk ten noorden, ‘t Rijpeland<br />

ten suijden groot vijf geersen seven snees elf roeden ses voeten…‟ (Actum 24-12-1682)<br />

Blz. 182v<br />

Anna Pieters nagelaten weduwe <strong>van</strong> Cornelis Jansz Metselaar bijgestaan door Jacob Cornelisz<br />

Wittekint mitsgaders Pieter Sijmonsz Verwer ende Aef Jans voor haar zelf en als moeder en<br />

voogdesse <strong>van</strong> haar minderjarige kinderen verwekt door Aerjaen Sijmonsz Bierdrager zaliger<br />

verkopen twee huizen staande aan de Lagezijde <strong>van</strong> de Loet aan Sijmon Adriaansz<br />

Metselaar „nevens den anderen belent Meijl Claas ten westen Jacob Cornelisz Wittekint<br />

ten oosten…‟<br />

(Actum 26-12-1682)<br />

Blz. 185v<br />

“Wij Gerrit Jansz Slijker en Jan Cornelisz Grootewal Schepenen binnen <strong>Schagen</strong> oirconden<br />

ende kennen een ijgelijk dat voor ons gecompareert en gecomen sijn d‟eersame Cornelis<br />

Adriaansz Miede ende Claas Meijndertsz de welke bekenden vercogt te hebben gelijk sij<br />

vercoopen bij desen aan Cornelis Cornelisz Plaats onsen mede poorter een voorhuijs ende<br />

binnenhaart en erf staande ende leggende binnen onser stede op d’eerste Dorpe belent<br />

Hark Hendrick ten noorden Cornelis Adriaansz ten suijden …”<br />

(Actum 27-12-1682)<br />

Blz. 188r<br />

Harck Reijnders getrouwd met Lijsbeth Jans, Abram Jansz Wagemaker getrouwd met Aeltjen<br />

Jans, als erfgenamen <strong>van</strong> Maartjen Alberts overleden in Barsingerhorn voor henzelf en zich<br />

sterk makende ende de rato caverende voor alle de verdere erfgenamen <strong>van</strong> Maartjen Alberts<br />

verkopen aan de executeurs <strong>van</strong> het testament <strong>van</strong> Pieter … „de geregte vierde paart in een<br />

huijs ende erf staande ende gelegen binnen onser stede op de Dorpe belent Jan Decker ten<br />

noorden Aerjan Berger ten suijden Item nog een vierdepaart in een voorhuijs ende<br />

binnenhaart in het huijs schuins tegenover ’t voorseijde huijs belent Harck Hendricksz<br />

ten noorden…‟<br />

(Actum 28-12-1682)<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 11


Blz. 192r<br />

“Wij Cornelis Cornelisz Plaets ende Cornelis Pietersz Grotes oirconden ende kennen een<br />

ijgelijk dat voor ons gecompareert en gecomen is d‟eersame Cornelis Jacobsz Valckoog<br />

woonende in de Egmonder Meer de welke bekende vercogt te hbben gelijk hij vercoopt bij<br />

desen aan Jan Cornelisz Jeeuwendaal (de volgende acte schrijft: Jewendal) woonagtig in<br />

Calensooge een acker saadlant gelegen binnen onser Jurisdictie tusschen de Hale en<br />

Hemkewerf belent de gemene vaart ten oosten d’Heereweg ten suijden…”<br />

(Actum 03-03-1683)<br />

Blz. 195r<br />

Cornelis Claasz Muntjewerf en Cornelis Harcksz Nes als wettighe voogden <strong>van</strong> de<br />

kinderen <strong>van</strong> Sijmon Harcksz overleden op de Nes verkopen aan Maartje Gerrits wonende<br />

in de Sijp een stucke groetlant gelegen binnen onser jurisdictie inde Nescaag over de Gou<br />

belent Pieter Straatsman ten oosten de Gou ten suijden groot vier geersen tien snees agt<br />

roeden thien voeten …‟<br />

(Actum 06-04-1683)<br />

Blz. 196v<br />

Maartjen Cornelis nagelaten weduwe <strong>van</strong> zaliger Cornelis Hendricksz verkoopt aan Jan<br />

Harmensz Messemaker „een huijs ende erve staande ende gelegen binnen onser stede<br />

voorseijd inde Molenstraat belent Jacob Verwer ten westen, Cornelis Luijtjesz ten oosten…‟<br />

(Actum 28-04-1683) (zie ook 197v, de contra-acte, hij betaalt 550 caroli guldens)<br />

Blz. 200r<br />

Willem Jansz Wagen uit Alkmaar en Jan Jansz Wagen voor henzelf en zich sterk makend<br />

voor de kinderen <strong>van</strong> Michiel [ontbreekt] en de kinderen <strong>van</strong> IJsaak Jansz Wagen uit<br />

Uijtgeest en voor het kind <strong>van</strong> Aeltje Jans verkopen aan Sijmon Jansz Noort „een agterhuijs<br />

ende erf staande ende leggende binnen onser stede op het Noort belendt de coper ten noorden<br />

Aegje Dircx ten suijden…‟<br />

(Actum 14-05-1683)<br />

Blz. 205r<br />

Griet Cornelis, weduwe <strong>van</strong> Thijs Pietersz, en Sibrich Jacobsz, weduwe wijlen Aldert<br />

Pietersz , beide uit Alkmaar, verkopen „aan de kinderen <strong>van</strong> Trijntje Pieters overleden alhier<br />

in de Hoep omtrent een gars landt met de koopers gemeen in een stuk groot drie geersen<br />

gelegen inde Oudecaeg, genaemt Hoogewerf, belent de Leetsloot ten oosten, de heere weg<br />

ten westen …‟<br />

(Actum 16-11-1683)<br />

Blz. 207v<br />

Joas Flodrop, getrouwd met Trijntje Willems Jeuwel, verkoopt aan de susters ende<br />

erfgenamen <strong>van</strong> wijlen Mr. Pieter Groenevelt in sijn leven secretaris alhier, een thuijn<br />

ende thuijshuijs met ‟t gene daer aen dependeert …‟ liggende achter de huizen <strong>van</strong> de<br />

Laagzij…<br />

(Actum 16-06-1683)<br />

Blz. 209r<br />

Hark Hendriksz Messemaker verkoopt aan Cornelis Pieters Stadtswagenmaker in<br />

Amsterdam „een halve camer staende opde Lagesijdt inde Canissteeg belent Adriaen<br />

Thijsz Platius ten westen, de erfgenamen <strong>van</strong> Mr. Pieter (Groenevelt) ten oosten…‟<br />

(Actum 16-11-1683)<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 12


Blz. 211v<br />

Willem Jansz Wagen woonende tot Alkmaer voor hem selfs ende de rato caverende voor de<br />

kinderen <strong>van</strong> Michiel Eerstes ende voor de kinderen <strong>van</strong> Isaak Jansz Wagen, Jan Jansz<br />

woonende tot Alkmaer voor hem selfs ende de rato caverende voor sijn susters kindt ,<br />

d‟welke bekenden in dier qualite wel ende wettelijk vercocht, opgedragenende<br />

quijtgeschouden te hebben aan Simon Jansz Noort jegenwoordig schepen alhier, ende sijn<br />

suster Lijsbet Jans de helft <strong>van</strong> een huijs zijnde het achterendt tot de schoorsteen <strong>van</strong>de<br />

keuken toe, ende <strong>van</strong> achteren te rekenen het gehele erf tottet scheijdthek toe dat besuijden ’t<br />

huijs staet, staende ende leggende alhier op ’t Noort, belent de cooper selfs ten noorden,<br />

Aachje Dirks weduwe <strong>van</strong> Simon Pieters ten zuijden…‟<br />

(Actum 16-11-1683)<br />

Blz. 216v<br />

Pieter Rens getrouwd met Trijntge Dircks, uit <strong>Schagen</strong>, verkoopt aan Gerrit Dircksz <strong>van</strong><br />

Vlaanderen, sijn swager, uit <strong>Schagen</strong>, „de geregte vierdepaert <strong>van</strong> een gars ses en een half<br />

snese groetlant gelegen bij Tjallewal in de IJcage belendt de Bonkelerdijck ten suijden, de<br />

Tolkerdijck ten westen…‟<br />

(Actum 02-12-1683)<br />

Blz. 218v<br />

Trijn Cornelis, weduwe, uit Alkmaar, koopt <strong>van</strong> Cornelis Achterkerk, notaris en<br />

procureur, „de gerechte helft <strong>van</strong> zeker stucke weijdlandt gemeen en onderdeel met haer<br />

cooperse groot in ‟t geheel vier geersen gelegen binnen onsen banne aande Langelaan belent<br />

deselve Langelaan ten noorden de Meersloot ten westen …‟<br />

(Actum 05-12-1683)<br />

Blz. 220r<br />

Blijkens deze acte is overleden in <strong>Schagen</strong> Jan Amels Hoochtwoudt, zijn boedel wordt<br />

verzorgd door Jan IJsbrantsz uit Schoorl en Jan Cornelisz Bregman uit <strong>Schagen</strong>.<br />

(Actum 15-12-1683)<br />

Blz. 223v<br />

Pieter Jansz Winkel uit Benningbroek, als last en procuratie hebbende <strong>van</strong> Claas Jansz Broers<br />

uit Abbekerk getrouwd met Sibrich Jans Winkels, Jan Gerritsz Veen als vader en voogd <strong>van</strong><br />

zijn onmondige kinderen verwekt bij zijn overleden huisvrouw Aacht Jans Winkels, evenals<br />

Pieter Jansz Winkel, Claas Jansz Broers en Dirk Pietersz Hoog in qualite als wettige voogden<br />

over dezelfde kinderen, Trijn Jans Winkels voor zichzelf , evenals Claas Adriaensz Wognum<br />

uit Winkel, alle samen erfgenamen <strong>van</strong> Maritje Cornelis overleden op Langedijk verkopen<br />

aan Cornelis Cornelisz Plaets „jegenwoordig mede regerend schepen alhier een stuck<br />

groedlandt gelegen alhier in de Nescaag groot vier geersen ses en een half snees belent de<br />

Heereweg ten oosten, de gemeene sloot ten noorden en westen…‟<br />

(Actum 20-12-1683)<br />

Blz. 230v + 231r<br />

“Wij Simon Jansz Noort ende Aalbert Simonsz Nes Schepenen binnen Scagen oirconden dat<br />

voor ons gecompareert zijn Jan Adriaensz Scager ende Gerbrant Adriaensz onse medepoorters<br />

d‟welcke verclaerden voor haer zelfs ende als last en procuratie hebbende <strong>van</strong> Grietje<br />

Cornelis woonende tot Alkmaer, Pieter Adriaensz woonende tot Hoorn, voor hem zelfs ende<br />

als vader ende voocht <strong>van</strong> zijn onmondig kindt geprocreeert bij Anna Jans Streeks, Barber<br />

Jans weduwe wijlen Mr. Dirk Geus, Cornelis Pouwelsz Schoenmaker tot Winkel als oom<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 13


ende voocht <strong>van</strong> Pouwlus Adriaensz nagelaten weeskindt <strong>van</strong> Adriaan Jans Streek, Mr. Gerrit<br />

Schermer <strong>van</strong> Nijedorp als voocht <strong>van</strong> Trijn Adriaens mede weeskindt <strong>van</strong> Adriaan Streek<br />

ende Cornelis Streek voor hem selfs ende hem sterk makende ende de rato caverende voor<br />

zijn broeder ende susters in gevolge <strong>van</strong> de procuratie gepasseert voor den Notaris Visscher<br />

alhier tot Scagen ende zekere getuijgen gepasseert in dato den 11 e Junij 1683, ons Schepenen<br />

vertoont, wel ende wettelijk vercocht, opgedragen ende quijtgeschouden te hebben aan ende<br />

ten behoeve <strong>van</strong> Gerbrant Adrianesz voornoemt voor de eene helft, ende Pieter Adriaensz<br />

sijn broeder voornoemd tot Hoorn ende zijn kindt Jan Pietersz geprocreeert bij Anna Jans<br />

Streeks voor de wederhelft, een stuck groedlandt gelegen bij de Hale genaemt het Hoopke,<br />

belent Jan Adriaensz Scager ten oosten de Oude dijk ten westen groot omtrent twee geersen<br />

twee sneesen thien roeden …”<br />

(Actum 20-12-1683)<br />

Blz. 232r<br />

Gerbrant Adriaensz ende Pieter Adriaensz woonende tot Hoorn, Aldert Adriaensz woonende<br />

op Huijsduijnen, Maritjen Adriaens woonende inde Wieringerwaert voor haer zelfs ende<br />

haare kinderen, de welke verclaerden vercocht, opgedragen ende quijtgeschouden te hebben<br />

aan ende ten behoeve <strong>van</strong> <strong>van</strong> Gerrit Adriaensz, An<strong>net</strong>je Adriaens, Neeltje Adriaens,<br />

Vrouwtje Adriaens ende Aaltje Adriaens haer comparanten broeder ende susters woonende<br />

alhier tot Scagen „haer gedeelte haer cumpterende in haer ouders huijs ende erf staande op<br />

de Loet belent Cornelis Jansz Halfswaeg ten oosten ende Claas Nanningsz erfgenamen ten<br />

westen …‟<br />

(Actum 20-12-1683)<br />

Blz. 232v<br />

„Gerbrant Adriaensz woonende tot Hoorn ende Pieter Adriaensz mede <strong>van</strong> daer, voor hem<br />

zelfs ende als vader ende voocht <strong>van</strong> zijn soon Jan Pietersz, Barber Jans weduwe wijlen Mr.<br />

Dirk Geus, voor haer zelfs ende hare kinderen ende Cornelis Cornelisz Streek voor hem zelfs<br />

ende de rato caverende voor sijn broeder ende susters, welke verclaerden wel ende wettelijk<br />

vercocht, opgedragen ende quijtgeschouden te hebben aan Jan Adriaensz Scager onse<br />

medepoorter ende Griet Cornelis woonende tot Alkmaer een kamer staende alhier in ’t<br />

Clooster afcomstig <strong>van</strong> Adriaen Cornelis belent de kamer toecomende Jan Streeks erve ten<br />

noorden de uijterste kamer ten zuijden…‟<br />

(Actum 20-12-1683)<br />

Blz. 234r<br />

Albert Cornelisz Knevelaer koopt <strong>van</strong> Reijer Dirksz Graef „een huijs ende erf staande ende<br />

leggende inde Molenstraet alhier belent Adriaan Aldertsz ten westen Jan Almersz<br />

Houtkooper ten oosten …‟<br />

(Actum 21-12-1683)<br />

Blz. 234v<br />

Cornelis Claasz Muntjewerf en Cornelis Harcksz Nes als voochden <strong>van</strong> de kinderen <strong>van</strong><br />

Sijmon Hacksz aldaer overleden verkopen aan Nan Jansz Bont onsen poorter en Anna<br />

Jans zijn suster woonende tot Alkmaer „een stuck zaadlandt groot seven geersen gelegen<br />

inde Nescaag belent Jewout Jacobsz ten westen …‟<br />

(Actum 21-12-1683)<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 14


Blz. 236v<br />

Jan Adriaensz Bes Smit, getrouwd met Anna Cornelis, dochter <strong>van</strong> Cornelis Pietersz<br />

Paltrock onsen medepoorter, verkoopt aan Louwrens Jansz Kuijper onsen medepoorter<br />

„een huijs ende erve staende ende leggende opde Hoogesijdt belent Guert ende Maritje<br />

Olpherts ten oosten de voorseijde kinderen ten westen…‟<br />

(Actum 21-12-1683)<br />

Blz. 239r<br />

Joris Adriaensz Ruiter uit Zwaag verkoopt aan Cornelis Pietersz Grootes, onsen<br />

medeschepen, twee geersen vier sneesen landt gemeen ende onderdeel in een stuk landt in ‟t<br />

geheel groot seven geersen in ‟t zuijderlijkste gedeelte <strong>van</strong> ‟t zelve landt gelegen in de<br />

Nescaag belent de Gouw ten noorden de kinderen Jan Nanningsz Bont ten zuijden …‟<br />

(Actum 23-12-1683)<br />

Blz. 241v<br />

Dirk Buijkes Brederode getrouwd met „Alijt Simons weduwe wijlen Jan Doeder ende Nan<br />

Luijtjesz als voocht <strong>van</strong> ‟t naagelaten weeskindt <strong>van</strong> wijlen Jan Doeder geprocreeert bij Alijt<br />

Simons beijde woonende opde Keijns, d‟welke verclaerden in dier qualite wel ende wettelijk<br />

vercocht opgedragen ende quijtgeschouden te hebben aan ende ten behoeve <strong>van</strong> Pieter<br />

Dideriks ende Aalbert Bregman onse medepoorters een huijs ende erve staende ende leggende<br />

op de Keijns belent het schoolhuijs ten oosten, Willem Havius als rentmeester ten<br />

westen…‟<br />

(Actum 23-12-1683)<br />

Blz. 247v<br />

“Wij Jan Cornelisz Wijk ende Willem Pietersz Schepenen binnen Scagen oirconden dat voor<br />

ons gecompareert is Willem Jansz Hoogelandt woonende alhier op de Nes, d‟welke veclaerde<br />

wel ende wettelijk vercocht, opgedragen ende quijtsgeschouden te hebben aan ende ten<br />

behoeve <strong>van</strong> Willem Baertsz Horn ende Simon Pietersz Grootes als voochden <strong>van</strong> zijn<br />

broeder Gerrit Jansz Hoogelandt, een huijs ende erf waar in den vercooper althans woont<br />

staande ende leggende opde Nes, belent Vokel Cornelis ten noorden, de vaert ten zuijden<br />

voor hondert vijftich caroli guldens, mitsgaders noch twee koeijen, een paert, wagen, ploeg,<br />

eijdt, hoij, stroo, twee schapen, hennen, eenden, ende alle de meubelen en huijsraedt niets<br />

uijtgesondert…”<br />

(Actum 22-02-1684)<br />

Blz. 248r<br />

Cornelis Harksz Nes en Cornelis Claesz Muntjewerf als wettige gestelde voochden over de<br />

kinderen <strong>van</strong> wijlen Simon Harksz Nes overleden alhier op de Nes, mitsgaders Adriaan<br />

Jansz woonende tot Nijedorp als in houwelijck hebbende Ever Simons verkopen aan Adriaan<br />

Adriaansz Paapman woonende alhier tot Scagen een acker zaadlandt gelegen achter de Nes<br />

groot omtrent sesthien sneesen belent de erfgenamen <strong>van</strong> Jan Willemsz Boertjes ten oosten,<br />

de kooper selfs ten noorden‟<br />

(Actum 14-03-1684)<br />

Blz. 249r<br />

Amel Claesz <strong>van</strong> Tjallewal verkoopt aan Jan<strong>net</strong>je Nannings weduwe wijlen [ontbreekt] „mede<br />

woonende op t Jallewal een half huijs zijnde een keuken met een achterendt genaemt de<br />

Star belent Griet Simons ten zuijden …‟<br />

(Actum 15-03-1684)<br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 15


Blz. 252v<br />

“Wij Claes Reijersz de Boer ende Simon Pietersz Grootes Schepenen binnen Scagen,<br />

oirconden dat voor ons gecompareert zijn Sivert Jansz ende Veke Jans woonende tot Oude<br />

Niedorp ende Grin d‟welke verclaerden wel ende wettelijken vercocht opgedragen ende<br />

quijtgeschouden te hebben aan ende ten behoeve <strong>van</strong> Adrian Jansz Stekelbos woonende op<br />

’t Wat alhier een huijs ende erve staande ende leggende alhier op ‟t Wat, belent Cornelis<br />

Jansz ten zuijden Jan Cornelisz Rouw ten noorden…‟ (Actum 31-05-1684) (blz. 253r de<br />

contra-acte)<br />

Het project "VAN PAPIER NAAR DIGITAAL”<br />

is een onderdeel <strong>van</strong> <strong>Geneaknowhow</strong>.<strong>net</strong><br />

<strong>Schagen</strong>, <strong>selectie</strong> uit de transporten en hypotheken 1678-1684 - 16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!