27.12.2013 Views

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1729 3<br />

MEMORIE VAN TOELICHTING<br />

1729 3<br />

Naturalisatie <strong>van</strong> Hans Baum en 19 anderen<br />

Onder verwijzing voor het overige naar de ingewonnen ambtsberichten<br />

') ten aanzien <strong>van</strong> de verzoeken om naturalisatie <strong>van</strong><br />

Hans Baum en 19 anderen, moge de ondergetekende het volgende<br />

aantekenen.<br />

De staatloze verzoeker Hans Baum, voorgedragen in artikel 1,<br />

onder 1°., is te Eickel (Duitsland) geboren. In verband met de Jodenvervolgingen<br />

in Duitsland kwam hij in 1935 met zijn echtgenote<br />

naar ons land en woont sindsdien onafgebroken hier te lande. Verzoeker<br />

is eigenaar <strong>van</strong> een goed renderend grossiersbedrijf in textielgoederen.<br />

Hij beschouwt Nederland als zijn tweede vaderland en<br />

wil hier blijven wonen.<br />

Bernardus Jacobus Bergs, voorgedragen in artikel 1, onder 2°.,<br />

is te Hamont (België) geboren uit een vader <strong>van</strong> Belgische en een<br />

moeder <strong>van</strong> Nederlandse herkomst. In 1919 vestigden zijn ouders<br />

zich in Nederland. Verzoeker was toen 3 jaar; sindsdien heeft hij<br />

onafgebroken hier te lande gewoond. Hij is gehuwd met een <strong>van</strong><br />

oorsprong Nederlandse vrouw. Uit dit huwelijk zijn vijf kinderen<br />

geboren. Als sigarenmaker verdient hij het brood voor zich en zijn<br />

gezin. Verzoeker gevoelt zich Nederlander en heeft zich gedurende<br />

de bezetting als zodanig gedragen.<br />

De staatloze verzoeker Franciscus Hubertus Maria Buchholz,<br />

voorgedragen in artikel 1, onder 3°., is te Gulpen geboren uit een<br />

Duitse vader en een Nederlandse moeder. In het buitenland heeft hij<br />

nimmer gewoond. Zijn echtgenote en kind bezitten de Nederlandse<br />

nationaliteit. Verzoeker is eigenaar <strong>van</strong> een bioscoop en een hotelen<br />

cafébedrijf. Hieruit heeft hij genoegzame inkomsten. Gedurende<br />

de oorlogsjaren heeft hij aan<strong>van</strong>kelijk getracht zich aan Duitse dienst<br />

te onttrekken door zich zelf verwondingen toe te brengen. In 1943<br />

zag hij zich echter gedwongen in dienst te treden als chauffeur. Hij<br />

steunde het verzet door kleding ter beschikking te stellen <strong>van</strong> Franse<br />

krijgsge<strong>van</strong>genen, die poogden te ontvluchten. Toen de gemeente,<br />

waar zijn vrouw en kind woonden, bevrijd was en dus geen gevaar<br />

meer te duchten was voor represailles, is hij gedeserteerd en ondergedoken.<br />

De Belgische verzoeker Leopold Isidore Delmotte, voorgedragen<br />

in artikel 1, onder 4°., is in Nederland geboren en getogen. Hij is<br />

gehuwd met een Nederlandse vrouw. Als afdelingschef bij een<br />

electromotorenfabriek heeft hij genoegzame inkomsten voor zich en<br />

zijn gezin. In Januari 1945 werd hij bij een razzia door de Duitsers<br />

naar Duitsland gevoerd. Gedurende de bezettingsjaren heeft hij zich<br />

loyaal gedragen. Hij kan geacht worden te zijn ingeburgerd.<br />

In artikel 1, onder 5°., wordt voorgedragen Wolfgang Karl Arthur<br />

Graetz, geboren te Dresden (Duitsland) uit Duitse ouders. In 1937<br />

kwam hij, op 18-jarige leeftijd, naar Nederland, waarheen zijn vader<br />

kort te voren was uitgeweken, en sindsdien heeft hij onafgebroken<br />

hier te lande gewoond. Hij genoot Nederlands onderwijs. Thans is hij<br />

jeugdleider in een Rijkskamp voor sociale jeugdzorg en kan als zodanig<br />

in zijn onderhoud voorzien. In de oorlogsjaren heeft hij het<br />

verzetswerk actief gesteund. Bij een poging in 1944 om naar het<br />

bevrijdde gebied uit te wijken werd hij gearresteerd en overgebracht<br />

naar Amersfoort en later naar Westerbork. Hij is zich Nederlander<br />

gaan gevoelen en wil hier blijven wonen.<br />

Voorgedragen in artikel 1, onder 6°., wordt Helene Johanne<br />

Katzer, geboren te Wenen (Oostenrijk) uit Oostenrijkse ouders.<br />

Sedert 1927 woont zij onafgebroken in Nederland. Zij is dienstbode<br />

en heeft als zodanig genoegzame inkomsten. Gedurende de oorlogsjaren<br />

heeft zij geweigerd voor Duitsers te werken, doch zag zich<br />

gedwongen lid te worden <strong>van</strong> een Duitse instelling. De haar <strong>van</strong><br />

Duitse zijde verstrekte extra brandstoffen en levensmiddelen heeft<br />

zij met Nederlanders gedeeld. Verzoekster gevoelt zich in Nederland<br />

thuis en kan geacht worden te zijn ingeburgerd.<br />

') Zijn met de overige bij deze <strong>Memorie</strong> <strong>van</strong> Toelichting overgelegde stukken<br />

ncdergelegd ter griffie, ter inzage <strong>van</strong> de leden.<br />

Gisella Lang wordt voorgedragen in artikel 1, onder 7°. Zij is<br />

geboren te Wama (Roemenië) en bezit vermoedelijk de Roemeense<br />

nationaliteit. In 1928 heeft zij zich in Indonesië gevestigd en heeft<br />

daar tot 1947 gewoond. In dat jaar kwam zij naar Nederland. Zij<br />

is pianolerares <strong>van</strong> beroep en is tevens werkzaam als verpleegster.<br />

In haar onderhoud kan zij voorzien. Gedurende de oorlogsjaren<br />

heeft zij zich goed gedragen.<br />

In artikel 1, onder 8°. en 9°., worden voorgedragen Henriette en<br />

Maria Theresia Lange. Beiden zijn geboren te Dortmund (Duitsland).<br />

Hun vader was vermoedelijk <strong>van</strong> Duitse afkomst, hun moeder bezat<br />

bij haar huwelijk de Nederlandse nationaliteit. Zij kwam in 1914<br />

naar Nederland en sindsdien hebben zij hier te lande gewoond. Zij<br />

gevoelen zich Nederlander en hebben zich tijdens de oorlogsjaren<br />

als zodanig gedragen. Beiden zijn werkzaam als textielarbeidsters.<br />

Karl Loewenstein, voorgedragen in artikel 1, onder 10°., is te<br />

Levern (Duitsland) geboren. In 1933 kwam hij naar Nederland. In<br />

1938 werd hij <strong>van</strong> het Duitse staatsburgerschap vervallen verklaard.<br />

Van 1940 tot 1945 was hij uit het bevolkingsregister afgeschreven.<br />

Hij verbleef echter ondergedoken hier te lande. Als koopman heeft<br />

hij genoegzame inkomsten om in het onderhoud <strong>van</strong> zich en zijn<br />

echtgenote te voorzien. Hij kan geacht worden te zijn ingeburgerd<br />

en wil hier blijven wonen. Door het Ministerie <strong>van</strong> Economische<br />

Zaken is verzocht zijn naturalisatie bij voorrang te doen plaats<br />

vinden.<br />

De Belgische verzoeker Henri Lombaerts, voorgedragen in artikel 1,<br />

onder 11°., is in Nederland geboren en getogen. Hij heeft een<br />

Belgische vader en een <strong>van</strong> oorsprong Nederlandse moeder. Hij is<br />

met een Nederlandse vrouw gehuwd. Verzoeker onderscheidt zich<br />

in niets <strong>van</strong> een doorsnee Nederlander. Hij is werkzaam op arbeidsovereenkomst<br />

bij de Rijkswaterstaat. Gedurende de oorlogsjaren<br />

heeft hij zich gedragen zoals <strong>van</strong> een toekomstig Nederlander mocht<br />

worden verwacht.<br />

De verzoeker Israël Samuel Meerschwam, voorgedragen in artikel 1,<br />

onder 12°., is te Chrzanow (Polen) geboren uit Poolse ouders. Hij<br />

kwam in 1932 naar Nederland, verbleef nadien enige tijd in verband<br />

met studie te Parijs en is sedert 1936 duurzaam in ons land gevestigd.<br />

Hij behaalde aan de universiteit te Amsterdam het artsdiploma.<br />

Gedurende de oorlogstijd verbleef hij <strong>van</strong> 1942 tot 1945 in Zwitserland,<br />

waarheen hij was gevlucht, ten einde zich aan deportatie te<br />

j onttrekken. In Zwitserland heeft hij dienst gedaan als kamparts en<br />

j na de bevrijding als arts bij de repatriëringsdienst in Parijs. In 1945<br />

j keerde hij naar Nederland terug en is thans als medicus te Amster­<br />

I dam gevestigd. Hij heeft genoegzame inkomsten.<br />

George Milinkowitsch, voorgedragen in artikel 1, onder 13°., is in<br />

; 1920 te Amsterdam geboren uit een Joegoslavische vader en een <strong>van</strong><br />

oorsprong Nederlandse moeder. In het buitenland heeft hij nimmer<br />

gewoond. Hij genoot een Nederlandse opvoeding en opleiding en<br />

onderscheid zich in niets <strong>van</strong> een geboren Nederlander. Verzoeker is<br />

machinist ter koopvaardij. Gedurende de oorlogsjaren heeft hij zich<br />

gedragen zoals <strong>van</strong> een toekomstig Nederlander mocht worden<br />

verwacht.<br />

De in artikel 1, onder 14°., voorgedragen verzoeker Paul Morgenstern<br />

is in 1892 te Wenen (Oostenrijk) geboren. Van 1933 af woont<br />

hij in Nederland, met uitzondering <strong>van</strong> het tijdvak <strong>van</strong> 1935 tot<br />

1937, toen hij een tournee door Rusland maakte. Hij is dirigent en<br />

muziekdirecteur <strong>van</strong> de Nederlandse Opera. Verzoeker en zijn echtgenote<br />

hebben voldoende inkomsten. Hij gevoelt zich Nederlander<br />

en kan geacht worden te zijn ingeburgerd. Gedurende de oorlogsjaren<br />

waren hij en zijn echtgenote actief in het verzet werkzaam.<br />

Om zich te onttrekken aan deportatie was hij <strong>van</strong> 1942 af tot de<br />

bevrijding ondergedoken.<br />

In artikel 1, onder 15°.. wordt voorgedragen Ernö Réti, geboren<br />

in Miskolc (Hongarije) uit Hongaarse ouders. Sinds 1932 woont hij<br />

in Nederland. Hij is gehuwd met een vrouw <strong>van</strong> Nederlandse origine.<br />

Als musicus verdient hij het brood voor zich en de zijnen. Gedurende<br />

de oorlogsjaren heeft hij <strong>van</strong> zijn Nederlandse gezindheid op ondubbelzinnige<br />

wijze blijk gegeven. Hij kan geacht worden zich de<br />

Nederlandse zeden en gewoonten eigen te hebben gemaakt.<br />

De verzoeker Cyrille Seynaeve, voorgedragen in artikel 1, onder 16°.,<br />

bezit de Belgische nationaliteit. Hij is in 1888 te Moeskroen (België)<br />

geboren. Sedert 1909 woont hij onafgebroken in Nederland. Hij is<br />

gehuwd met een vrouw <strong>van</strong> Nederlandse afkomst. Uit dit huwelijk<br />

zijn zeven kinderen geboren, waar<strong>van</strong> er thans nog één minderjarig<br />

is en bij zijn ouders woont. Als werkman heeft hij genoegzame<br />

inkomsten. Verzoeker is zich door zijn langdurig verblijf hier te<br />

lande Nederlander gaan gevoelen en heeft zich ook tijdens de bezetting<br />

als zodanig gedragen.<br />

De staatloze verzoeker Martin Tauber, genoemd in artikel 1,<br />

onder 17°., is te Berlijn (Duitsland) geboren uit ouders, die aan­


1729 3<br />

Naturalisatie <strong>van</strong> Hans Baum en 19 anderen<br />

<strong>van</strong>kelijk de Oostenrijkse, vervolgens de Poolse en later üoor naturalisatie<br />

de Duitse nationaliteit bezaten. Deze naturalisatie is in 1934<br />

herroepen. In 1934 kwam hij naar Nederland. Hij is confectiefabrikant<br />

en kan in het onderhoud <strong>van</strong> zich en zijn gezin op genoegzame<br />

wijze voorzien. Gedurende de oorlogsjaren was hij <strong>van</strong> 1942<br />

tot 1945 ondergedoken en verbleef toen in Frankrijk. Verzoeker kan<br />

geacht worden te zijn ingeburgerd.<br />

Anna Margaretha Teschner, gescheiden echtgenote <strong>van</strong> Johann<br />

Grunenberg, voorgedragen in artikel 1, onder 18°., is te Jadden<br />

(Duitsland) geboren en bezit de Duitse nationaliteit. In 1922 vestigde<br />

zij zich in Nederland. Sindsdien heeft zij onafgebroken hier te lande<br />

gewoond. Zij drijft een pension en heeft hieruit bescheiden inkomsten.<br />

Zij is tijdens de oorlogsjaren gedwongen lid geweest <strong>van</strong> een Duitse<br />

instelling. De extra verstrekkingen <strong>van</strong> Duitse zijde deelde zij met<br />

Nederlanders. Overigens heeft zij zich afzijdig gehouden <strong>van</strong> de<br />

bezetters.<br />

Voorgedragen in artikel 1, onder 19°., wordt Heinrich Friedrich<br />

Wilhelm Wiertz, geboren te Vaelserquartier, Laurensberg (Duitsland)<br />

uit Duitse ouders. Sinds 1928 woont hij in Nederland. In 1932 werd hij<br />

uit het Duitse staatsverband ontslagen en is sindsdien zonder nationaliteit.<br />

Als timmerman voorziet hij in het onderhoud <strong>van</strong> zich en zijn<br />

gezin. Gedurende de oorlogsjaren heeft hij zich gedragen zoals <strong>van</strong><br />

een toekomstig Nederlander mocht worden verwacht. Hij kan geacht<br />

worden te zijn ingeburgerd.<br />

De verzoeker Hendrik Herman Schrader, voorgedragen in artikel 2,<br />

is in Nederland geboren en getogen. Hij is in 1925 te Groningen<br />

geboren uit Duitse ouders. Zijn moeder was <strong>van</strong> oorsprong Nederlandse,<br />

evenals zijn echtgenote. Gedurende de oorlogsjaren heeft hij<br />

<strong>van</strong> 1943 af gedwongen in Duitsland gewerkt. Omdat hij steeds als<br />

Nederlander is aangemerkt geworden, werd hij in 1946 opgeroepen<br />

in Nederlandse militaire dienst en als zodanig naar Indonesië gezonden.<br />

Toen in 1948 bleek, dat hij de Duitse nationaliteit bezat, is<br />

hij in militaire dienst gebleven en heeft om naturalisatie verzocht.<br />

Het wil de ondergetekende voorkomen, dat de in artikel 2 genoemde<br />

verzoeker, met het oog op de richtige nakoming zijner dienstverplichtingen,<br />

voor kosteloze naturalisatie in aanmerking mag<br />

worden gebracht.<br />

Met uitzondering <strong>van</strong> de voorgedragenen in artikel 1, onder 7°.<br />

en 13°., respectievelijk <strong>van</strong> Roemeense en Joegoslavische nationaliteit,<br />

geldt, dat zij, hetzij omdat zij thans geen nationaliteit hebben, hetzij<br />

omdat zij door de voorgestelde naturalisatie hun nationaliteit zullen<br />

verliezen, niet een dubbele nationaliteit zullen hebben.<br />

De Minister <strong>van</strong> Justitie a.i.,<br />

J. H. VAN MAARSEVEEN.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!