Tax Audit & Accountancy - IBR
Tax Audit & Accountancy - IBR
Tax Audit & Accountancy - IBR
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
J U N I 2 0 0 7<br />
T A X A U D I T & A C C O U N T A N C Y<br />
De administratie kan niet anders dan zich<br />
neer te leggen bij het standpunt van de tuchtoverheid<br />
8 . Wanneer de tuchtoverheid het<br />
standpunt van de geheimhouder bevestigt,<br />
kan de aanslagambtenaar zich daar dan ook<br />
slechts bij neerleggen 9 . Hiermee verschilt de<br />
procedure van artikel 334 W.I.B.92 duidelijk<br />
van de bijstand van de tuchtoverheid bij een<br />
strafrechtelijke huiszoeking. Ook daar oordeelt<br />
de tuchtoverheid of de stukken die men<br />
wenst in te zien en/of in beslag te nemen al<br />
dan niet onder het beroepsgeheim vallen,<br />
doch in tegenstelling met hetgeen is voorzien<br />
in het kader van artikel 334 W.I.B.92 dient<br />
de onderzoeksrechter zich niet bij het oordeel<br />
van de tuchtoverheid neer te leggen.<br />
De fiscale doorbreking van het<br />
beroepsgeheim<br />
Tot slot moet nog worden opgemerkt dat<br />
het beroepsgeheim geen absoluut karakter<br />
vertoont 10 . Ook ten aanzien van de fiscale<br />
controle is dit zo. In de bepalingen van artikel<br />
458 Sw. werden twee uitzonderingen op<br />
de zwijgplicht voorzien. Personen die tot het<br />
beroepsgeheim zijn gehouden, zijn verplicht<br />
de hen toevertrouwde geheimen kenbaar te<br />
maken telkenmale de wet hen daartoe verplicht<br />
en zij mogen, zij het zonder verplichting,<br />
geheimen bekendmaken wanneer ze<br />
worden opgeroepen om in rechte getuigenis<br />
af te leggen.<br />
Het getuigenis in rechte<br />
De uitzondering van het getuigenis in rechte<br />
verleent aan de geheimhouder het recht zijn<br />
geheimhoudingsplicht te doorbreken. Het<br />
gaat hier enkel om een recht van de geheimhouder,<br />
niet om een verplichting. Zo oordeelde<br />
het Hof van Cassatie in een arrest van 20<br />
september 1986 dat een geheimhouder, naar<br />
aanleiding van een getuigenis in rechte, feiten<br />
die door het beroepsgeheim zijn gedekt mag<br />
bekendmaken zonder dat hij tot spreken kan<br />
gedwongen worden 11 . Een fiscale of boekhoudkundige<br />
raadgever behoudt met andere<br />
woorden ook bij een getuigenis in rechte nog<br />
steeds de mogelijkheid om te zwijgen 12 en hij<br />
kan zelf beslissen of hij al dan niet de geheimen<br />
waarvan hij kennis heeft zal prijsgeven 13 .<br />
Indien hij er evenwel voor opteert om toch<br />
te spreken dan kan hij daarvoor niet worden<br />
gesanctioneerd 14 .<br />
Deze uitzondering op de geheimhoudingsplicht<br />
van artikel 458 Sw. geldt echter enkel<br />
voor getuigenissen in rechte, d.w.z. getuigenissen<br />
voor een rechterlijke instantie 15 . Dit<br />
betekent dat de uitzondering van het getuigenis<br />
in rechte geen toepassing kan vinden op<br />
het fiscaal getuigenverhoor in de zin van de<br />
artikelen 322, 325 en 326 W.I.B.92. Het<br />
fiscaal getuigenverhoor speelt zich immers<br />
af voor een fiscale ambtenaar en dient dienvolgens<br />
te worden beschouwd als een loutere<br />
administratieve procedure zonder rechterlijk<br />
karakter. Enkel indien een rechter in het<br />
kader van de gerechtelijke fiscale geschillenprocedure<br />
of in het kader van een fiscale<br />
strafprocedure zou overgaan tot het horen<br />
van een derde geheimhouder zou de uitzondering<br />
van het getuigenis in rechte uit artikel<br />
458 Sw., in fiscale zaken toepassing kunnen<br />
vinden. Dit betekent met andere woorden<br />
dat fiscale en boekhoudkundige raadgevers in<br />
het kader van het fiscaal getuigenverhoor nog<br />
steeds gebonden zijn door de zwijgplicht. Zij<br />
beschikken in tegenstelling tot het getuigenis<br />
in rechte bij een fiscaal getuigenverhoor<br />
niet over een zwijgrecht. In concreto kan een<br />
fiscale of boekhoudkundige raadgever in het<br />
kader van een fiscaal getuigenverhoor niet<br />
meer doen dan de eed afleggen en vervolgens<br />
evalueren of de gestelde vragen van aard zijn<br />
dat hij zijn beroepsgeheim zou moeten prijsgeven.<br />
Indien dit het geval blijkt te zijn moet<br />
hij zijn beroepsgeheim laten prevaleren op<br />
zijn fiscale meewerkverplichting 16 .<br />
De wettelijke verplichting bepaalde gegevens<br />
kenbaar te maken<br />
Artikel 458 Sw. voorziet tevens dat het<br />
beroepsgeheim niet kan worden ingeroepen<br />
in de gevallen waarin de wet de geheimhouder<br />
heeft verplicht om te spreken. Verschillende<br />
wettelijke bepalingen verplichten<br />
personen die tot het beroepsgeheim zijn<br />
gehouden inderdaad om bepaalde gegevens<br />
aan de overheid kenbaar te maken. In de<br />
mate waarin de wet de fiscale of boekhoud-<br />
1<br />
M. MAUS, o.c, N.F.M., , 2006, 216.<br />
2<br />
M. MAUS, o.c, N.F.M., , 2006, 216.<br />
3<br />
Parl.St., Senaat, 1961-1962, 366, 293-294.<br />
4<br />
Parl.St., Senaat, 1961-1962, 366, 293-294.<br />
5<br />
M. MAUS, o.c, N.F.M., , 2006, 216.<br />
6<br />
Com.I.B., 334/6.<br />
7<br />
M. MAUS, o.c., , Brugge, die Keure, 2005, 243.<br />
8<br />
Com.I.B., 334/8.<br />
9<br />
M. MAUS, o.c., , Brugge, die Keure, 2005, 244-245.<br />
10<br />
F. VANNESTE, “Kan het beroepsgeheim absoluut<br />
genoemd worden?”, R.W., , 1977-1978, 1290 e.v.<br />
11<br />
Cass., 20 september 1986, Arr. Cass., 1986-1987,<br />
100.<br />
12<br />
M. FRANCHIMONT, “Het beroepsgeheim van de<br />
bedrijfsrevisor”, Studies en Documenten BCNAR,<br />
1986/2, 27; Ch. HAVERANS, o.c., A.F.T., , 1986, 91.<br />
13<br />
T. AFSCHRIFT en F. GODDEVRIENDT, o.c., T.F.R.,<br />
2002, 301.<br />
14<br />
E. DE BAENST, o.c., J.D.F., , 1991, 200.<br />
15<br />
M. MAUS, o.c, N.F.M., , 2006, 217.<br />
16<br />
M. MAUS, o.c, N.F.M., , 2006, 217.