Zaadonderzoek - Catharina Ziekenhuis

Algemeen Klinisch Laboratorium
Onderzoek
Zaadonderzoek

2
Patiëntenvoorlichting
040 ‐ 239 8413
patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl
AKL/ Zaadonderzoek/10‐11‐2011

Onderzoek
Zaadonderzoek
U bent bezig met een onderzoek naar vruchtbaarheid. Ongewenste
kinderloosheid komt in Nederland bij ongeveer 10% van de paren
voor. Bij 1/3 van deze paren ligt de oorzaak van de verminderde
vruchtbaarheid bij de man, bij 1/3 bij de vrouw en bij 1/3 zijn er bij
beide partners afwijkingen. Verminderde vruchtbaarheid bij de man
gaat meestal gepaard met afwijkingen aan het zaad. Bij zaadonderzoek
(of sperma‐analyse) probeert men deze afwijkingen op te
sporen.
Doel van het onderzoek
Het zaad wordt onderzocht op onder
andere hoeveelheid, beweeglijkheid,
abnormaal gevormde
zaadcellen en het voorkomen van
samenklontering van zaadcellen. Al
deze beoordelingspunten worden
nauwkeurig beschreven. De uitslag
kan beïnvloed worden door uw
conditie. Ziekte, koorts, medicijngebruik
of het gebruik van veel
alcohol kunnen afwijkingen veroorzaken.
Als u koorts heeft moet u dit
vermelden bij de bijzonderheden.
Ook als u de afgelopen dagen
koorts heeft gehad.
Wat moet u thuis doen?
Voor het onderzoek is het nodig,
dat u het zaad binnen één uur op
het laboratorium inlevert. U moet
dus rekening houden met het tijdstip
waarop u het sperma produceert.
Als u erg ver van het ziekenhuis
woont, is er een mogelijkheid
om het sperma in het ziekenhuis te
produceren. Geef dit door aan de
assistente. Zij kan dan een aparte
ruimte voor u reserveren. Om de
kwaliteit van het sperma zo optimaal
mogelijk te laten zijn is het
noodzakelijk dat u 2 tot 4 dagen
geen zaadlozing heeft gehad. Langere
onthouding is niet goed omdat
dit nadelige gevolgen kan hebben
voor de uitslag. Het zaad kan het
beste verkregen worden door masturbatie,
dat wil zeggen zelfbevrediging
met de hand. Andere methoden
zijn niet geschikt voor het
onderzoek.
3

U mag geen condoom gebruiken.
Het sperma moet rechtstreeks
worden opgevangen in het potje
dat u heeft meegekregen van de
behandelend arts of het laboratorium.
Maak het potje vooraf niet
schoon. Al het geloosde sperma
moet worden opgevangen. Als er
iets verloren gaat, dient u dit hiernaast
bij ‘bijzonderheden’ aan te
geven. Op het etiket op het potje
moet u duidelijk uw naam en geboortedatum
vermelden. U kunt
hiervoor een etiketje gebruiken uit
de strip onderaan het aanvraagformulier
dat u hebt meegekregen.
Uw gegevens
Vriendelijk verzoeken wij u de onderstaande
gegevens in te vullen en
dit deel van de folder af te knippen
en mee te nemen naar het Algemeen
Klinisch Laboratorium op de
tweede etage. Bij ‘bijzonderheden’
kunt u aangeven hoeveel dagen
onthouding u heeft gehad, of u de
laatste twee maanden ziek bent
geweest of medicijnen heeft gebruikt
en of de opvang van de zaadlozing
volledig is geweest.
naam:...............................................
..............
.........................................................
..............
geboortedatum.
...........................................
datum en tijdstip van de
zaadlozing:
.........................................................
..............
bijzonderheden:
.........................................................
....................................
.........................................................
.........................................................
......
.........................................................
.........................................................
......
.........................................................
.........................................................
......
4

Waar levert u het zaad
in?
Het is van het grootste belang dat
het zaad zo snel mogelijk en wel
zeker binnen één uur na de zaadlozing
op de afgesproken datum tussen
08.00 uur en 08.30 uur wordt
afgegeven bij de balie van het laboratorium
(2e etage, pijlen bloedafname
volgen). U doet er goed aan
wat aluminiumfolie om het potje te
wikkelen en het potje in uw broekzak
te vervoeren, zodat de temperatuur
constant blijft.
De uitslag
De uitslag van het zaadonderzoek
krijgt u bij het eerstvolgende polikliniekbezoek
aan uw arts.
Nog vragen?
Als iets niet duidelijk is, aarzelt u
dan niet met het stellen van vragen
aan uw behandelend arts of aan de
medewerkers van de polikliniek. Zij
beantwoorden graag uw vragen.
5