06.02.2014 Views

Spondylodese - Catharina Ziekenhuis

Spondylodese - Catharina Ziekenhuis

Spondylodese - Catharina Ziekenhuis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Orthopedie<br />

Behandeling<br />

<strong>Spondylodese</strong>


2<br />

Patiëntenvoorlichting<br />

040 ‐ 239 8413<br />

patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl<br />

Ort/ <strong>Spondylodese</strong>/25‐09‐2008


Inhoud<br />

Hoe is de rug opgebouwd? 4<br />

Redenen om een spondylodese te doen 6<br />

Wat gebeurt er bij een spondylodese 6<br />

Operatie via de buikzijde 7<br />

Operatie via de buikzijde 8<br />

Operatie via de rugzijde 8<br />

Vóór uw opname 8<br />

Het intakegesprek 8<br />

Pre‐operatieve screening 9<br />

Belangrijk! 9<br />

Voorbereiding thuis 9<br />

Uw opname 10<br />

De dag van de opname 10<br />

De dag van de operatie 10<br />

De operatie 11<br />

Mogelijke risico’s en complicaties 11<br />

Na de operatie 11<br />

De eerste dagen na de operatie 12<br />

Eerst verantwoordelijk verpleegkundige 12<br />

Ontslag uit het ziekenhuis 13<br />

Vervoer 13<br />

De toekomst 13<br />

Wanneer moet u contact opnemen? 14<br />

Belangrijke leefregels voor thuis: 14<br />

Tot slot 15<br />

Ruimte voor uw vragen en aantekeningen 15<br />

3


Behandeling<br />

<strong>Spondylodese</strong><br />

De orthopedisch chirurg heeft u geadviseerd om een spondylodese<br />

te ondergaan. Een spondylodese is een rugoperatie waarbij twee of<br />

meer wervels onbeweeglijk aan elkaar worden vastgezet. Deze<br />

operatie heeft als doel het wegnemen of verminderen van uw pijnklachten.<br />

In deze folder kunt u de door de chirurg gegeven informatie<br />

over de operatie, nog eens rustig doorlezen. Het is goed om u te<br />

realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier<br />

is beschreven.<br />

Om goed voorbereid te zijn, is het<br />

belangrijk dat u goed weet wat de<br />

operatie inhoudt, welke voorbereidingen<br />

u zelf moet treffen en wat u<br />

kunt verwachten na de operatie.<br />

Ook bevat deze brochure belangrijke<br />

instructies voor uw herstel. Lees<br />

deze daarom van tevoren helemaal<br />

goed door.<br />

3 tot 5 staartbeenwervels, vergroeid<br />

tot het staartbeen (stuitbeen,<br />

het os coccygis).<br />

Hoe is de rug<br />

opgebouwd?<br />

In de tekening rechts figuur 1 ziet u<br />

hoe de rug, ofwel de wervelkolom<br />

is opgebouwd. Deze bestaat uit 7<br />

nekwervels (C1 tot en met C7), 12<br />

borstwervels (Th1 tot en met Th12<br />

), 5 lendenwervels (L1 tot en met<br />

L5) en 5 heiligbeenwervels (sacrale<br />

wervels), vergroeid tot het heiligbeen<br />

(os sacrum) en<br />

4


In de tekening hieronder (figuur 2)<br />

ziet u een dwarsdoorsnede van een<br />

wervel. Een wervel bestaat uit een<br />

wervellichaam waaraan een wervelboog<br />

vastzit. Aan deze boog<br />

bevinden zich uitsteeksels met<br />

daaraan gewrichtjes.<br />

De wervellichamen zijn op elkaar<br />

gestapeld. Tussen twee wervels zit<br />

de tussenwervelschijf of discus.<br />

Tussen elke twee wervels komt ter<br />

weerszijden een zenuwwortel uit<br />

het ruggenmerg te voorschijn. Deze<br />

zenuwwortels van verschillende<br />

niveaus bundelen zich tot een zenuw.<br />

De zenuwen gaan ieder naar<br />

een eigen deel van het lichaam en<br />

zorgen voor de beweging en het<br />

gevoel.<br />

Een van de belangrijkste structuren<br />

in de rug is wel de tussenwervelschijf.<br />

Centraal in de tussenwervelschijf<br />

zit een kern (de nucleus) deze<br />

bestaat uit een gelachtige massa.<br />

Deze kern wordt omgeven door<br />

een sterke bindweefsel ring, die<br />

aan de wervels aan de bovenzijde<br />

en aan de onderzijde is vast gegroeid.<br />

Deze gelachtige kern probeert continu<br />

water op te zuigen en zal<br />

daarmee dus opzwellen. Dit opzwellen<br />

wordt echter tegengewerkt<br />

door de bindweefselring en de bovenste<br />

en onderste aangrenzende<br />

wervel. Hiermee ontstaat een<br />

schokbrekerwerking.<br />

5


Naarmate we ouder worden, vermindert<br />

het vermogen van de tussenwervelschijf<br />

om water op te<br />

nemen. Ook wordt het bindweefsel<br />

langzaam minder elastisch. Dit proces<br />

noemen we degeneratie en<br />

treedt dus bij iedereen op. Als gevolg<br />

hiervan wordt de tussenwervelschijf<br />

smaller, en neemt de<br />

schokbreker functie af.<br />

Redenen om een<br />

spondylodese te doen<br />

Er zijn een aantal redenen (indicaties)<br />

om een spondylodese te doen.<br />

Uw behandelend orthopeed legt u<br />

uit wat bij u de reden is voor deze<br />

operatie.<br />

Een reden voor een spondylodese<br />

is instabiliteit. Hierbij kunnen de<br />

wervels teveel ten opzichte van<br />

elkaar bewegen. Andere redenen<br />

om een spondylodese te doen kan<br />

zijn na een breuk, tumor, infectie of<br />

na een hernia operatie.<br />

Ook kan door een onvoldoende<br />

samenhang aan de achterzijde een<br />

afglijden van een wervel ten opzichte<br />

van de erboven gelegen wervel<br />

optreden (spondylolisthesis).<br />

Wat gebeurt er bij een<br />

spondylodese<br />

Bij een spondylodese kunnen de<br />

wervels op twee manieren bereikt<br />

worden, via de buikzijde,<br />

ALIF(anterieure lumbale interbody<br />

fusie) genoemd, of via de rugzijde.<br />

Er zijn verschillende mogelijkheden<br />

om de wervels vast te zetten:<br />

Via de buikzijde (ALIF)<br />

met behulp van een korfje (cage)<br />

Via de rugzijde<br />

Met behulp van schroeven, die<br />

verbonden worden met<br />

plaatjes of staven;<br />

Met behulp van eigen bot gehaald<br />

uit de bekkenkam, of als<br />

dit niet mogelijk is met donorbot;<br />

Met een soort korfjes (cages)<br />

die tussen de wervels geplaatst<br />

worden na het verwijderen van<br />

de tussenwervelschijf. Deze<br />

worden meestal gevuld met eigen<br />

bot of een botachtige<br />

kunststof die met het bloed of<br />

het beenmerg van de patiënt<br />

zelf wordt vermengd. PLIF (posterieure<br />

lumbale interbody fusie).<br />

Ook kan er een combinatie van<br />

korfjes en schroeven of staven<br />

plaatsvinden.<br />

6


Of via een combinatie van de twee<br />

methoden. Uw behandelend orthopeed<br />

beslist welke methode<br />

voor u het beste is.<br />

7


Operatie via de buikzijde<br />

De wervels worden meestal met<br />

een korfje(cage) vastgezet dat de<br />

tussenwervel vervangt. In de weken<br />

na de operatie ontstaat er een stevige<br />

botverbinding tussen de beide<br />

wervels die door het korfje heen<br />

groeit. Na de operatie moet u zes<br />

weken overdag en ’s nachts een<br />

stoffen korset met baleinen dragen.<br />

Na deze zes weken moet u dit nog<br />

tenminste zes weken alleen overdag<br />

dragen.<br />

Operatie via de rugzijde<br />

Als u via de rugzijde wordt geopereerd<br />

ligt u tijdens de operatie op<br />

uw buik. Aan weerszijde van de<br />

wervelkolom worden schroeven<br />

geplaatst. De schroeven worden in<br />

de lengterichting verbonden met<br />

een staaf of plaatje zodat er een<br />

stevige verbinding ontstaat. Vervolgens<br />

wordt hier omheen bot<br />

gelegd om ook voor de lange termijn<br />

een stevige verbinding te verkrijgen<br />

tussen de betrokken wervels.<br />

Na de operatie moet u zes<br />

weken overdag en ’s nachts een<br />

gipscorset dragen. Na deze zes weken<br />

moet u dit nog tenminste zes<br />

weken alleen overdag dragen.<br />

Voor beide operaties wordt<br />

meestal uw eigen bot gebruikt om<br />

de wervels aan elkaar vast te laten<br />

groeien. Dit bot wordt verkregen<br />

uit uw bekkenkam. Soms is daar<br />

een extra snede voor nodig.<br />

Vóór uw opname<br />

U hebt samen met uw arts besloten<br />

om een spondylodese te laten uitvoeren.<br />

We proberen op dezelfde<br />

dag dat dit besloten is, met u een<br />

afspraak te plannen voor een zogeheten<br />

intakegesprek.<br />

Het intakegesprek<br />

In dit gesprek bespreekt een intakeverpleegkundige<br />

verschillende<br />

zaken met u zoals uw eerdere ziekenhuiservaringen,<br />

ziektebeloop en<br />

uw actuele medicijngebruik. Mogelijk<br />

komen er bijzonderheden naar<br />

boven waarmee rekening kan worden<br />

gehouden tijdens uw opname.<br />

Vervolgens wordt uw thuissituatie<br />

in kaart gebracht. Als na uw ontslag<br />

thuis problemen worden verwacht,<br />

wordt de transferverpleegkundige<br />

ingeschakeld. Deze zorgt dan dat<br />

thuiszorg wordt geregeld, of dat u<br />

(tijdelijk) naar een verpleeg‐ of<br />

verzorgingshuis kunt. Verder wordt<br />

de algemene gang van zaken tijdens<br />

een opname uitgelegd.<br />

De intakeverpleegkundige beantwoordt<br />

uw vragen, geeft u informatiefolders<br />

die voor u belangrijk zijn<br />

en licht deze toe.<br />

8


Hierin staat onder meer beschreven<br />

wat u zelf thuis aan voorbereiding<br />

moet doen. Daarom is het<br />

belangrijk dat u deze folders thuis<br />

goed doorneemt en eventuele zaken<br />

van tevoren regelt.<br />

Pre‐operatieve screening<br />

Voordat u wordt opgenomen wordt<br />

u voor onderzoek van uw algemene<br />

gezondheid doorverwezen naar de<br />

polikliniek pre‐operatieve screening<br />

(PPOS, 1e etage, route 30). Hiervoor<br />

is geen afspraak nodig en dit<br />

kunt u meestal ook dezelfde dag<br />

doen. Op deze polikliniek moet u<br />

een vragenlijst over uw medische<br />

geschiedenis invullen. Een arts stelt<br />

u aanvullende vragen over bijvoorbeeld<br />

uw gezondheid, medicijngebruik,<br />

allergieën, doorgemaakte<br />

ziekten en eerdere operaties. Als er<br />

iets niet helemaal duidelijk is, of u<br />

heeft aanvullende vragen, vraag<br />

het dan gerust. Ook worden afspraken<br />

met u gemaakt voor eventuele<br />

aanvullende onderzoeken, zoals<br />

een ECG (hartfilmpje), bloedonderzoek<br />

en soms röntgenfoto's van de<br />

longen. Het is ook mogelijk dat u op<br />

advies van de arts wordt doorverwezen<br />

naar de internist, cardioloog<br />

of longarts voor verder onderzoek.<br />

Dit is afhankelijk van uw leeftijd en<br />

medische geschiedenis.<br />

Belangrijk!<br />

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen?<br />

Bespreek dit dan met uw<br />

behandelend arts en/of de arts op<br />

de pre‐operatieve screening.<br />

Voorbereiding thuis<br />

Probeer zoveel mogelijk zaken voor<br />

de opname geregeld te hebben,<br />

zoals:<br />

Eventuele hulp van mantelzorg<br />

(mensen uit uw eigen familie of<br />

kennissenkring die als het nodig<br />

is, tijdelijk voor u kunnen zorgen<br />

wanneer u weer thuis<br />

bent);<br />

Hulpmiddelen zoals een toiletverhoger,<br />

een ‘helping hand’ en<br />

een lange schoenlepel (te<br />

leen/koop bij de thuiszorgwinkel);<br />

Het verwijderen van obstakels<br />

in huis, zodat u zich gemakkelijk<br />

en veilig thuis kunt bewegen<br />

Het eventueel plaatsen van een<br />

bed op de begane grond;<br />

U mag na de operatie zelf niet<br />

naar huis rijden. Regel daarom<br />

van tevoren dat iemand anders<br />

die u komt ophalen wanneer u<br />

weer naar huis mag.<br />

9


Wanneer u voor de opname naar<br />

het ziekenhuis komt, neemt u naast<br />

de gebruikelijke zaken als nachtgoed<br />

en toiletartikelen het volgende<br />

mee:<br />

Het is belangrijk dat u alle medicijnen<br />

die u normaal thuis gebruikt,<br />

voor minimaal 24 uur<br />

meeneemt in de oorspronkelijke<br />

verpakking;<br />

Gemakkelijke kleding voor<br />

tenminste vier dagen en stevige<br />

schoenen die ruim zitten;<br />

Eventueel brace/korset dat al in<br />

uw bezit is.<br />

Uw opname<br />

De dag van de opname<br />

Meestal wordt u een dag vóór de<br />

operatie opgenomen op de verpleegafdeling<br />

Orthopedie (5‐ oost).<br />

Wanneer uw behandelende arts of<br />

anesthesist u uitgebreider wil onderzoeken<br />

of voorbereiden, kan het<br />

nodig zijn u eerder op te nemen.<br />

Een verpleegkundige voert met u<br />

een opnamegesprek. In dit gesprek<br />

wordt de informatie uit het intakegesprek<br />

nog eens met u doorgenomen<br />

op mogelijke veranderingen.<br />

Verder laat de verpleegkundige<br />

u kennismaken met de afdeling<br />

tijdens een rondleiding. Er wordt<br />

getest of u overgevoelig bent voor<br />

jodium. Als u overgevoelig bent<br />

voor een ánder middel dan jodium,<br />

dan moet u dit laten weten aan de<br />

verpleegkundige van de afdeling.<br />

Vanaf 24.00 uur ’s nachts vóór uw<br />

operatie mag u niet meer eten,<br />

drinken of roken. Als u wondjes of<br />

infecties heeft, is het belangrijk dat<br />

u dit doorgeeft aan de verpleegkundige.<br />

Hierdoor kan de operatiewond<br />

geïnfecteerd raken. De<br />

operatie moet dan mogelijk worden<br />

uitgesteld. Als u via de voorzijde<br />

(buik)geopereerd wordt, dient<br />

een verpleegkundige u via de anus<br />

een klysma toe. Dit gebeurt na het<br />

bezoekuur ’s avonds.<br />

De dag van de operatie<br />

De verpleging treft de laatste voorbereidingen.<br />

Uw bed wordt op een<br />

speciale manier opgemaakt. Ook<br />

krijgt u een operatiejasje aan, een<br />

armbandje met uw gegevens om en<br />

(indien afgesproken) medicijnen<br />

om iets te ontspannen te worden.<br />

Als u een gebitsprothese heeft<br />

moet u deze uitdoen. Daarna<br />

brengt een verpleegkundige u in<br />

bed naar de operatieafdeling. U<br />

gaat eerst naar de voorbereidingskamer,<br />

waar een verpleegkundige u<br />

opvangt en u verder voorbereidt.<br />

Vervolgens gaat u naar de operatiekamer.<br />

10


De operatie<br />

In de operatiekamer legt men u op<br />

de operatietafel en een anesthesieverpleegkundige<br />

brengt een infuus<br />

bij u in. U wordt onder narcose<br />

gebracht. Via het infuus krijgt u<br />

vocht en medicijnen toegediend.<br />

Vervolgens voert de orthopedisch<br />

chirurg de spondylodese operatie<br />

uit.<br />

Tijdens de operatie wordt bij u<br />

bloed afgenomen. Dit bloed wordt<br />

bewerkt tot zogeheten plateletgel,<br />

wat zorgt voor een snellere bot‐ en<br />

wondgenezing. Vervolgens wordt<br />

het bewerkte bloed weer aan u<br />

teruggegeven. Meer informatie<br />

hierover vindt u in de brochure<br />

‘Bloedmanagement, minder bloedverlies<br />

en snellere wond‐ en botgenezing<br />

door gebruik van eigen<br />

bloed’.<br />

Mogelijke risico’s en<br />

complicaties<br />

Infecties<br />

Om dit te voorkomen krijgt u tijdens<br />

en mogelijk ook ná de operatie<br />

antibiotica.<br />

Trombose en longembolie<br />

Om dit te voorkomen krijgt u gedurende<br />

6 weken, één keer per dag<br />

bloedverdunnende medicijnen toegediend<br />

via een injectie, tenzij uw<br />

arts u iets anders voorschrijft. Veelal<br />

gaat het om een spuitje dat u<br />

zichzelf een keer per dag moet toedienen.<br />

Wanneer u al bekend bent<br />

bij de trombosedienst, is dit waarschijnlijk<br />

anders. Tijdens de opname<br />

ontvangt u de informatiefolder<br />

trombose en benodigde instructies<br />

hierbij van de verpleegkundige. Het<br />

is belangrijk dat u de informatie en<br />

instructies goed begrijpt. Lees<br />

daarom de folder goed door en stel<br />

eventuele vragen aan de verpleegkundige.<br />

Beschadiging aan de zenuw<br />

Dit treedt slechts zelden op, maar<br />

kan aanleiding geven tot gevoelsstoornissen<br />

en krachtverlies.<br />

Na de operatie<br />

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer.<br />

Hier wordt uw toestand<br />

heel goed in de gaten gehouden.<br />

Uw bloeddruk, polsslag en<br />

ademhaling worden regelmatig<br />

gecontroleerd. Na een tot twee<br />

uur, als u goed hersteld bent, gaat<br />

u weer terug naar uw kamer op de<br />

verpleegafdeling.<br />

11


Weer op de verpleegafdeling Orthopedie<br />

Op de afdeling controleren wij uw<br />

toestand regelmatig. Het kan zijn<br />

dat u nog wat slaperig of suf bent.<br />

In uw arm zit nog het infuus. Om te<br />

kunnen plassen hebt u een slangetje<br />

in de blaas (katheter), dat in<br />

principe na één dag door een verpleegkundige<br />

wordt verwijderd. U<br />

ligt op uw rug en mag voorlopig<br />

alleen maar op de zij draaien onder<br />

begeleiding van een verpleegkundige,<br />

volgens een speciale methode.<br />

Belangrijk<br />

Uw hoofdsteun mag maximaal<br />

30 graden omhoog worden gezet.<br />

Als u niet weet hoe ver dit<br />

is, vraag dit dan aan een verpleegkundige;<br />

Vertel het de verpleegkundige<br />

meteen als u pijn heeft, zodat<br />

hiervoor medicijnen gegeven<br />

kunnen worden.<br />

U mag niet bukken tot de controle<br />

op de polikliniek, soms<br />

nog langer.<br />

De eerste dagen na de operatie<br />

Na de operatie mag u nog niet<br />

meteen eten en drinken. Op aanwijzingen<br />

van de arts wordt dit de<br />

eerste dagen langzaam opgebouwd<br />

van alleen drinken, via vloeibaar<br />

naar vast voedsel. Dit is om darmproblemen<br />

te voorkomen.<br />

De verpleegkundige helpt u met uw<br />

persoonlijke verzorging. Naarmate<br />

de dagen vorderen kunt u steeds<br />

meer zelf.<br />

Corset<br />

U krijgt een korset aan, dat u ongeveer<br />

3 maanden moet dragen: de<br />

eerste zes weken dag en nacht, de<br />

volgende zes weken alleen overdag.<br />

Fysiotherapie<br />

Tijdens uw opname wordt door de<br />

fysiotherapeut en de verpleegkundige<br />

aandacht besteed aan uw revalidatie,<br />

zodat u thuis gemakkelijk<br />

zelfstandig kunt functioneren. De<br />

vooruitgang van het bewegen<br />

wordt beïnvloed door uw activiteiten:<br />

hoe beter u oefent, hoe beter<br />

het resultaat kan zijn. Aan de hand<br />

van de aanwijzingen van de arts<br />

gaat de fysiotherapeut u hierbij<br />

helpen, zonodig met korset of brace.<br />

Wanneer dit goed gaat draagt<br />

de fysiotherapeut dit over aan de<br />

verpleegkundige doorgeven zodat<br />

deze ook met u kan oefenen.<br />

Eerst verantwoordelijk<br />

verpleegkundige<br />

Op de afdeling orthopedie werken<br />

we met het systeem van eerst verantwoordelijk<br />

verpleegkundige:<br />

EVV. U kunt uw vragen of klachten<br />

met de EVV bespreken.<br />

12


Een EVV probeert twee keer tijdens<br />

uw opname langs te komen en<br />

bespreekt dan zaken met u zoals:<br />

Hoe ervaart u de zorg?<br />

Bent u voldoende op de hoogte<br />

<br />

van de behandeling?<br />

Zijn alle voorbereidingen thuis<br />

getroffen en zijn eventuele hulp<br />

en hulpmiddelen goed geregeld<br />

als u thuis komt.<br />

Als deze verpleegkundige niet aanwezig<br />

is kunt u natuurlijk ook bij<br />

een andere verpleegkundige terecht.<br />

Ontslag uit het<br />

ziekenhuis<br />

Afhankelijk van het herstel kunt u<br />

het ziekenhuis weer verlaten, als de<br />

specialist en de fysiotherapeut<br />

hiermee akkoord gaan. Dit is<br />

meestal tussen de vierde en zesde<br />

dag van uw opname. U krijgt de<br />

hierbij de volgende papieren mee:<br />

<br />

<br />

<br />

Een controleafspraak op de<br />

polikliniek Orthopedie bij de<br />

nurse practitioner na twee weken;<br />

Een controleafspraak met de<br />

orthopeed, voor ongeveer zes<br />

weken na de operatie.<br />

Een verwijzing om een röntgenfoto<br />

te laten maken. Deze foto<br />

<br />

moet u vóór uw afspraak met<br />

de orthopeed laten maken.<br />

Een zogenoemde medicatielijst.<br />

Deze lijst is het recept voor de<br />

medicijnen die u bij uw eigen<br />

apotheek moet laten halen.<br />

Vervoer<br />

Zoals u al eerder heeft gelezen,<br />

mag u niet zelf naar huis rijden.<br />

Regel daarom van tevoren, dat<br />

iemand anders u komt ophalen. De<br />

makkelijkste manier om in de auto<br />

te stappen is eerst op de stoel te<br />

gaan zitten en daarna de benen één<br />

voor één naar binnen te zetten. Bij<br />

het in‐ en uitstappen is het raadzaam<br />

om de auto een stukje van de<br />

stoeprand af te zetten zodat u vanaf<br />

het wegdek kunt in‐ en uitstappen.<br />

De toekomst<br />

De spondylodese die u hebt ondergaan<br />

heeft als doel het wegnemen<br />

van de pijnklachten. Dit betekent<br />

niet dat u direct na de operatie<br />

geen pijnklachten meer heeft. Het<br />

is heel normaal om napijn te hebben<br />

in de rug of in het been. De<br />

operatiewond en/of zenuw hebben<br />

tijd nodig om te herstellen.<br />

13


Om klachten zoveel mogelijk te<br />

voorkomen, is het belangrijk dat u<br />

beter een paar kleine wandelingen<br />

maakt dan één grote. Als u pijn<br />

krijgt bij het lopen, is dat een teken<br />

dat u moet rusten. Liggen is dan<br />

beter dan zitten.<br />

Belangrijke leefregels<br />

voor thuis:<br />

Het is belangrijk dat u zich zes weken<br />

na de operatie (tot uw afspraak<br />

met de orthopeed) houdt aan de<br />

volgende leefregels:<br />

Wanneer moet u<br />

contact opnemen?<br />

U dient contact op te nemen met<br />

de polikliniek Orthopedie, als na de<br />

operatie de onderstaande problemen<br />

ontstaan. U kunt de polikliniek<br />

Orthopedie bereiken tijdens kantooruren,<br />

via telefoonnummer 040‐<br />

2397180. Buiten kantooruren kunt<br />

u in deze gevallen contact opnemen<br />

met de afdeling Spoed Eisende<br />

Hulp, via telefoonnummer 040‐239<br />

9600. In overleg met uw behandelend<br />

arts wordt dan bekeken wat er<br />

eventueel moet gebeuren:<br />

<br />

<br />

<br />

Als de wond gaat lekken;<br />

Als de wond rood of dik wordt<br />

en/of meer pijn gaat doen;<br />

Wanneer u temperatuur verhoging<br />

krijgt. Boven de 38.5<br />

graden en als u zich niet goed<br />

voelt.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Tot aan de controle bij de arts<br />

mag u niet zwemmen, fietsen<br />

of zelf autorijden.<br />

Maak geen onverwachte bewegingen<br />

zoals springen, trekken,<br />

stoten, duwen, vangen, werpen<br />

of schoppen.<br />

Blijf niet langdurig staan, slenteren<br />

en ga zeker niet hardlopen.<br />

Het is wel goed om te<br />

wandelen. Breidt het wandelen<br />

langzaam uit om uw conditie te<br />

verbeteren.<br />

Ga niet onderuit gezakt zitten,<br />

maar rechtop met eventueel<br />

wat steun in de rug. Zit niet te<br />

lang achter elkaar.<br />

Blijf niet langdurig in een licht<br />

voorovergebogen positie staan<br />

zoals aan het aanrecht, het fornuis<br />

of de wastafel. Gebruik liever<br />

een hoge kruk om halfzittend/staand<br />

een activiteit uit te<br />

voeren.<br />

De eerst zes weken na de operatie<br />

kunt u beter geen geslachtsverkeer<br />

(seksuele gemeenschap)<br />

hebben.<br />

14


Slapen op een waterbed is af te<br />

raden.<br />

Slaap niet op uw buik.<br />

Til geen dingen die zwaarder<br />

zijn dan 5 kilo.<br />

Doe geen zware huishoudelijke<br />

arbeid zoals stofzuigen, bed<br />

opmaken, ramen wassen en<br />

dergelijke.<br />

Rook minimaal een jaar niet!<br />

Door roken groeit het bot minder<br />

goed vast.<br />

Tot slot<br />

Mocht u na het lezen van deze folder<br />

nog vragen hebben, dan kunt u<br />

die stellen aan uw behandelend<br />

arts, of de verpleegkundige van de<br />

afdeling Orthopedie.<br />

Voor verdere informatie kunt u ook<br />

de volgende websites bekijken:<br />

www.catharinaziekenhuis.nl (website<br />

van het <strong>Catharina</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>)<br />

www.orthopaedie.nl (website met<br />

algemene informatie over orthopedie)<br />

www.nvvr.nl (website van de Nederlandse<br />

Vereniging voor Rugpatienten)<br />

Ruimte voor uw vragen<br />

en aantekeningen<br />

U kunt hier ook aantekeningen<br />

maken over de instructies die u<br />

krijgt van uw behandelend orthopeed,<br />

de fysiotherapeut en de verpleegkundigen<br />

Tijdens kantooruren zijn de verpleegkundigen<br />

van de afdeling Orthopedie<br />

telefonisch bereikbaar op<br />

telefoonnummer 040‐239 7550.<br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!