28.02.2014 Views

Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BEKNOPTE<br />

GESCtiltpENIS<br />

NEDERLANDSCHE<br />

LETTERKUNDE<br />

Doorsrhoolgebruik<br />

door JULIEN KUYPERS en Dr. THEO DE RONDE<br />

=GAVE DE MICKEL, KRUISHOFSTRAAT 223, ANTWERPEN


BEKNOPTE GESCHIEDENIS<br />

VAN DE<br />

NEDERLANDSCHE LETTEREN<br />

VOOR SCHOOLGEBRUIK<br />

JULIEN KUYPERS<br />

Inspecteur bij <strong>het</strong> Normaalon<strong>de</strong>rwijs<br />

DOOR<br />

& Dr. THEO DE RONDE<br />

Oud-Athenmumleeraar<br />

Directeur-Generaal van <strong>het</strong> N. I. R.<br />

DERDE, HERZIENE DRUK<br />

1938<br />

UITGAVE DE SIKKEL, KRUISHOFSTRAAT 223, ANTWERPEN


VOORBERICHT<br />

Wer <strong>de</strong>r Dichtkunst Stimme nicht vernimmt<br />

Ist ein Barbar, er sei auch veer er sei.<br />

GCeTHE (Tasso).<br />

Is <strong>het</strong> noodig dat wij <strong>de</strong> uitgave van <strong>de</strong>ze « Beknopte Geschie<strong>de</strong>nis van<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Letteren >> rechtvaardigen?<br />

Het literair lezen, waarvan <strong>de</strong> hooge vormen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs<br />

door niemand zal ontkend wor<strong>de</strong>n, client gepaard te gaan met een zekere<br />

kennis van <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> letterkundige werken zag geboren wor<strong>de</strong>n?<br />

van <strong>de</strong> levensomstandighe<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> kunstenaars ze tot stand brachten.<br />

Maar literatuurgeschie<strong>de</strong>nis is veel meer dan dat; zij is ook meer dan<br />

<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> genres en van <strong>de</strong> opeenvolgen<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong>n. Waar <strong>de</strong> literatuur neerslag en uitvloeisel is van heel <strong>het</strong><br />

veelvuldige leven, moet <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis ervan een beeld zijn van <strong>de</strong><br />

steeds wisselen<strong>de</strong> wereld in <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n en he<strong>de</strong>n, en tevens — doch<br />

dit behoort niet meer tot <strong>het</strong> domein van <strong>de</strong> school — een poging tot <strong>het</strong><br />

bouwen van <strong>de</strong> toekomst zooals men die zich droomt. Elk geslacht bepaalt<br />

immers opnieuw zijn houding tegenover <strong>de</strong> vroegere geslachten, herziet<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk <strong>de</strong> overgelever<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n : niet <strong>het</strong> minst om tot een hel<strong>de</strong>r<br />

bewustzijn van <strong>het</strong> eigen wezen te komen. Doch slechts wie ver<strong>de</strong>r schept<br />

verrijkt zijn yolk, <strong>de</strong> menschheid, en is van tel <strong>voor</strong> <strong>het</strong> nageslacht.<br />

Het i<strong>de</strong>aal van een boekje als dit zou dus,wezen : een levend overzicht,<br />

waarin een voelbare samenhang zou heerschen tusschen actie en reactie<br />

van stroomingen en inzichten; tusschen aanval en .ver<strong>de</strong>diging, winst en<br />

verlies; tusschen <strong>het</strong> afsterven van <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> en <strong>de</strong> geboorte van <strong>het</strong> nieuwe.<br />

Voor elke perio<strong>de</strong> moest <strong>de</strong> beteekenis en <strong>de</strong> evolutie aangeduid wor<strong>de</strong>n;<br />

<strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste schrijvers dien<strong>de</strong>n afgeteekend op <strong>de</strong>n cultuurhistorischen<br />

achtergrond, behan<strong>de</strong>ld in hun tijds- en levensomstandighe<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong> zoover<br />

<strong>de</strong> kennis hiervan bijdraagt tot <strong>het</strong> begrijpen van hun werk; <strong>de</strong> evolutie<br />

van hun kunst dien<strong>de</strong> gesc<strong>het</strong>st en zijzelf gesitueerd in <strong>de</strong>n algemeenen<br />

ontwikkelingsgang van onze letteren.<br />

De beknoptheid waartoe wij ons gedwongen zagen, liet echter niet<br />

toe dit i<strong>de</strong>aal overal in een bevredigen<strong>de</strong> mate te bena<strong>de</strong>ren.<br />

Ons overzicht, waarbij zich als leesboek De Gou<strong>de</strong>n Poort C (Ontwikkeling<br />

van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Letteren) geheel aansluit, beheerschen enkele<br />

lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> beginselen die <strong>de</strong>n aandachtigen lezer niet zullen ontsnappen.<br />

Aldus hebben wij <strong>het</strong> leeuwenaan<strong>de</strong>el uitgemeten aan <strong>de</strong> drie hoofdmomenten<br />

van <strong>de</strong>n hier behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n ontwikkelingsgang : <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen,<br />

<strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n eeuw en <strong>de</strong>n mo<strong>de</strong>rnen tijd. Min<strong>de</strong>r aandacht werd geschonken<br />

aan die perio<strong>de</strong>n welke, hoe beslissend ze soms zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n samenhang,<br />

min<strong>de</strong>r belang hebben <strong>voor</strong> <strong>de</strong> niet-specialisten, dus <strong>voor</strong> <strong>de</strong> school.<br />

Wij hebben bovendien beslist <strong>het</strong> standpunt verworpen als zou<strong>de</strong>n leven<strong>de</strong><br />

kunstenaars niet in een overzicht van <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> thuis hooren.<br />

Wij zij ervan overtuigd dat volkomen objectiviteit ook tegenover<br />

doo<strong>de</strong>n (Bil<strong>de</strong>rdijk en Van <strong>de</strong> Woestijne, b.v.) onbereikbaar is en zal<br />

blijven, en dat wij insgelijks tegenover <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n op een voldoen<strong>de</strong>n<br />

afstand kunnen staan om aan onze persoonlijke <strong>voor</strong>keur eenigszins <strong>het</strong><br />

zwijgen op te leggen. -Wij aanvaar<strong>de</strong>n niet dat <strong>de</strong> school zich slechts


mag bezighou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> schrijvers van eergisteren : <strong>de</strong> belangstelling <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> schoonheid die <strong>de</strong> vorige geslachten schiepen, wordt meestal gewekt<br />

langs <strong>de</strong>n weg van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne woordkunst om.<br />

Wij hebben <strong>de</strong> Vlaamsche literatuur evengoed als <strong>de</strong> Hollandsche, en<br />

in volkomen gelijkwaardigheid ermee, tot haar recht laten komen. Wij<br />

kunnen onmogelijk vre<strong>de</strong> nemen met die Noordne<strong>de</strong>rlandsche handboeken<br />

welke Zuid-Ne<strong>de</strong>rland behan<strong>de</strong>len als niet integreerend <strong>de</strong>el uitmakend<br />

van <strong>het</strong> verband, en <strong>het</strong> nagenoeg op <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n rang plaatsen als<br />

Zuid-Afrika. Door met die gewoonte of te breken, meenen wij een trouwer<br />

beeld van onze gemeenschappelijke literatuur ontworpen te hebben.<br />

Den samenhang met <strong>het</strong> maatschappelijke en politieke leven, evenals<br />

<strong>het</strong> verband tusschen onze Ne<strong>de</strong>rlandsche literatuur en die van <strong>de</strong> naburige<br />

lan<strong>de</strong>n welke <strong>het</strong> meest tot <strong>het</strong> opbouwen van een gemeenschappelijke<br />

Westeuropeesche cultuur bijgedragen hebben, trachtten wij steeds op een<br />

discrete en uiterst bondige wijze te belichten : in <strong>de</strong>n tekst zelf en in <strong>de</strong><br />

tabellen die <strong>het</strong> overzicht vergemakkelijken.<br />

Ten slotte moest dit handboek rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> jongste studie<br />

en inzichten, en tevens beantwoor<strong>de</strong>n aan zekere paedagogische eischen.<br />

Dit moet <strong>het</strong> bibliographisch apparaat wettigen dat ie<strong>de</strong>r hoofdstukje<br />

afsluit, alsook <strong>de</strong> vragen en opgaven <strong>voor</strong> gelei<strong>de</strong> oefeningen, <strong>de</strong> herhalingstabellen,<br />

kaarten en illustraties die over heel <strong>het</strong> werk verspreid<br />

zijn. Ons hoofddoel daarbij is <strong>de</strong> leerlingen aan te zetten tot zeifwerkzaamheid,<br />

tot eigen on<strong>de</strong>rzoek; waaruit dan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ering kan groeien<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> schoonheid die <strong>de</strong> va<strong>de</strong>ren ons nagelaten hebben en die ze als<br />

een schat <strong>voor</strong> <strong>het</strong> leven zullen meedragen. Aan <strong>de</strong> bibliographische nota's<br />

Believe men dus Been verkeer<strong>de</strong> eischen te stellen : men zal er wellicht<br />

uitgaven in missen die <strong>de</strong>n geleer<strong>de</strong> onontbeerlijk zijn. Wij hebben slechts<br />

aanduidingen willen verstrekken over bij <strong>voor</strong>keur geannoteer<strong>de</strong> en goedkoope<br />

edifies die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lectuur in <strong>de</strong> klasse in aanmerking komen,<br />

waarop men aangewezen is bij <strong>het</strong> aanleggen van een klasse<strong>bibliotheek</strong>,<br />

die kunnen geraadpleegd wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereiding van een spreekbeurt<br />

over een schrijver of een boek. Steeds met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bedoeling wer<strong>de</strong>n<br />

mo<strong>de</strong>rne bewerkingen en goe<strong>de</strong> studies in boekvorm vermeld, naast enkele<br />

standaarduitgaven die in <strong>het</strong> bezit moeten zijn van ie<strong>de</strong>r ontwikkel<strong>de</strong>.<br />

DE SCHRIJVERS.


BIJ DEN TWEEDEN DRUK<br />

Voor <strong>de</strong>zen twee<strong>de</strong>n druk, die in hoofdzaak slechts weinig van <strong>de</strong>n<br />

eersten afwijkt, werd <strong>de</strong> tekst zorgvuldig herzien en bijgewerkt, enkele<br />

vergissingen verbeterd, <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el over sommige schrijvers meer genuanceerd,<br />

waarbij wij dankbaar gebruik gemaakt hebben van <strong>de</strong> wenken en<br />

<strong>de</strong> critiek die ons van verschillen<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n allervrien<strong>de</strong>lijkst meege<strong>de</strong>eld<br />

wer<strong>de</strong>n. Natuurlijk hebben wij ook rekening gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> nieuwe<br />

uitkomsten inzake literatuurgeschie<strong>de</strong>nis. Slechts op twee plaatsen hebben<br />

wij gemeend grondiger wijzigingen te moeten aanbrengen. Naar <strong>het</strong> algemeen<br />

oor<strong>de</strong>el was Hoofdstuk I te beknopt en te synt<strong>het</strong>isch; wij hebben<br />

<strong>het</strong> dan ook een grootere uitbreiding gegeven. Om hoofdstukken XII en<br />

XIII overzichtelijker te maken, werd <strong>de</strong> stof eenigszins an<strong>de</strong>rs geor<strong>de</strong>nd en<br />

werd in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> paragraaf over > weggewerkt;<br />

<strong>de</strong> aldaar vermel<strong>de</strong> auteurs hebben zich ver<strong>de</strong>r ontwikkeld, zoodat ze beter<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re rubrieken gerangschikt wor<strong>de</strong>n.<br />

Voor <strong>het</strong> overige hebben wij niet geloofd aan ons eerste opzet iets te<br />

moeten veran<strong>de</strong>ren. Weliswaar biedt <strong>voor</strong>namelijk <strong>het</strong> mo<strong>de</strong>rne ge<strong>de</strong>elte<br />

een misschien te overvloedige veelheid van namen. Maar wij wil<strong>de</strong>n <strong>voor</strong><br />

alles objectief zijn, en die objectiviteit was slechts bereikbaar indien wij<br />

alle leven<strong>de</strong> schrijvers noem<strong>de</strong>n die maar eenigszins in aanmerking kon<strong>de</strong>n<br />

komen. De tijd zelf zal hier wel spoedig schiften.<br />

Evenmin hebben wij geraakt aan <strong>de</strong> >. Naast <strong>de</strong><br />

zeer moeilijke — wij ontveinzen ons hun moeilijkheid niet! — komen er<br />

an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong> die in <strong>het</strong> bereik liggen van elken normaal gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n leerling.<br />

Voor <strong>de</strong> eerste vergete men niet dat zij <strong>voor</strong>al gelei<strong>de</strong> oefeningen zijn,<br />

waarvan best <strong>de</strong>n na ie<strong>de</strong>r hoofdstuk, met <strong>de</strong> actieve hulp van <strong>de</strong>n leeraar<br />

en met <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking van heel <strong>de</strong> klasse, kan behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n in<br />

een uitgebrei<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>dracht. De bedoeling is niet <strong>de</strong> leerlingen een philologischen<br />

of critischen arbeid op te leggen waartoe ze niet in staat zijn :<br />

wel hen te leeren arbei<strong>de</strong>n, bronnen te raadplegen, literaire hulpmid<strong>de</strong>len<br />

te hanteeren, en <strong>voor</strong>al hun een grondiger inzicht in <strong>de</strong> verwerkte stof te<br />

verschaffen.<br />

BIJ DEN DERDEN DRUK<br />

In <strong>de</strong>zen <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n druk wer<strong>de</strong>n alleen <strong>de</strong> laatste hoofdstukken omgewerkt<br />

en aangevuld.


HOOFDSTUK I<br />

DE MIDDELEEUWEN<br />

INLEIDING<br />

Voor ie<strong>de</strong>re beschaaf<strong>de</strong> volksgemeenschap breekt er, in<br />

<strong>de</strong>n loop van haar geschie<strong>de</strong>nis, een oogenblik aan waarop<br />

zij haar tot dan toe mon<strong>de</strong>ling overgelever<strong>de</strong> verhalen, legen<strong>de</strong>n,<br />

lie<strong>de</strong>ren, enz., vastlegt in geschreven teksten. Met dat<br />

preciese oogenblik pleegt men <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong><br />

van dat yolk te laten aanvangen, alhoewel niet mag<br />

uit <strong>het</strong> oog verloren wor<strong>de</strong>n dat die geschreven letterkun<strong>de</strong><br />

steeds <strong>voor</strong>afgegaan wordt door een dikwijls rijke mon<strong>de</strong>linge<br />

volksliteratuur.<br />

Waaruit <strong>de</strong> oudste Ne<strong>de</strong>rlandsche, van mond tot mond<br />

overgelever<strong>de</strong> literatuur bestond, kunnen wij zelfs niet bij<br />

bena<strong>de</strong>ring gissen. Wel weten wij dat ze beoefend werd :<br />

spreekt <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis niet van <strong>de</strong> bezorgdheid van Karel<br />

<strong>de</strong>n Groote om <strong>de</strong> verhalen en lie<strong>de</strong>ren die bij zijn on<strong>de</strong>rdanen<br />

in omloop waren, te verzamelen en te boek te stellen ;<br />

en hebben we o.m. <strong>het</strong> getuigenis niet van Bisschop Radboud<br />

(a_f.- 900) van Utrecht, die zijn geloovigen met klem en<br />

nadruk waarschuw<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>rfelijken invloed van<br />

hei<strong>de</strong>nsche zangen en fabels?<br />

Trouwens, onze <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> Franken, die van <strong>de</strong> vier<strong>de</strong><br />

eeuw na Christus, gelei<strong>de</strong>lijk onze gewesten verover<strong>de</strong>n op<br />

<strong>de</strong> Romeinen, maakten <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> groote Germaansche<br />

volkenfamilie die Noord-Europa van aan <strong>de</strong>n Rijn tot aan<br />

<strong>de</strong> Weichsel bezette. Sommige althans van die Germaansche<br />

stammen waren niet zoo barbaarsch als men <strong>het</strong> gewoonlijk<br />

<strong>voor</strong>stelt, en bezaten al zeer vroeg een geschreven letterkun<strong>de</strong>.<br />

Aldus bezorg<strong>de</strong> reeds in <strong>de</strong> 4 e eeuw na Christus <strong>de</strong> Westgotische<br />

bisschop WULFILA een vertaling van <strong>de</strong>n Bijbel.<br />

Langzamerhand ontwaakten <strong>de</strong> overige Germaansche stam-<br />

7


men, <strong>de</strong> een na <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren, tot <strong>het</strong> beschavingsleven, en<br />

begonnen zij hun ou<strong>de</strong> sagen en hel<strong>de</strong>nlie<strong>de</strong>ren op te teekenen.<br />

Terwijl bij <strong>de</strong> Noord-Germanen in Scandinavia reeds<br />

in <strong>de</strong> 9 e eeuw Edda-lie<strong>de</strong>ren en proza-sagen bloei<strong>de</strong>n (evenwel<br />

slechts na 1 1 00 schriftelijk vastgelegd) , ontstond ten tij<strong>de</strong><br />

van Karel <strong>de</strong>n Groote, misschien wel bij <strong>de</strong> aan ons taalgebied<br />

grenzen<strong>de</strong> Saksen, <strong>het</strong> Hil<strong>de</strong>brandslied, een nog hei<strong>de</strong>nsch<br />

hel<strong>de</strong>nlied met als hoofdpersoon Hil<strong>de</strong>brand, <strong>de</strong>n trouwsten<br />

en moedigsten <strong>de</strong>r volgelingen van keizer Theo<strong>de</strong>rik <strong>de</strong>n<br />

Groote (454-526). Nog ou<strong>de</strong>r is wellicht Beowulf, <strong>het</strong> nationaal<br />

hel<strong>de</strong>ndicht <strong>de</strong>r Angelsaksers, waarvan <strong>de</strong> elementen<br />

dagteekenen uit <strong>de</strong>n tijd dat <strong>de</strong>zen zich nog niet afgeschei<strong>de</strong>n<br />

had<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overige Germaansche stammen op <strong>het</strong><br />

vasteland om zich in Brittannie te vestigen. Intusschen vond<br />

ook <strong>de</strong> Siegfriedsage bij <strong>de</strong> Germanen een ruime verbreiding.<br />

De bekeering van <strong>de</strong> West-Germanen tot <strong>het</strong> Christendom,<br />

al in <strong>de</strong> 5 e eeuw begonnen, kreeg Naar volledig beslag in <strong>de</strong><br />

9 e eeuw. Als natuurlijk gevolg ontwikkel<strong>de</strong> zich on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

opvolgers van Karel <strong>de</strong>n Groote een christelijke kunst. Door<br />

<strong>de</strong> bemoeiingen van Lo<strong>de</strong>wijk <strong>de</strong>n Vrome, werd aldus in <strong>de</strong><br />

eerste helft <strong>de</strong>r 9 e eeuw door een Saksischen zanger een godsdienstig<br />

epos, Heliand, geschreven, waarin God, Christus en<br />

<strong>de</strong> apostelen nog optre<strong>de</strong>n als Germaansche vorsten en hel<strong>de</strong>n.<br />

Een Rijnfrankische monnik, Otfried, berijm<strong>de</strong> weinige<br />

jaren later een Evangelieboek, en ongeveer op <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> tijdstip<br />

ontstond een Ludwigslied, naar aanleiding van <strong>de</strong>n zege dien<br />

<strong>de</strong> Westfrankische koning Lo<strong>de</strong>wijk III op <strong>de</strong> Noormannen<br />

bij Saucourt bevocht (882 ).<br />

Men mag veilig aannemen dat hel<strong>de</strong>nepen, als <strong>het</strong> Hil<strong>de</strong>brandslied<br />

en <strong>de</strong> Siegfriedsage, niet <strong>het</strong> uitsluitend eigendom<br />

waren van een stam, maar over gansch <strong>het</strong> Germaansche<br />

taalgebied bekend waren. Bovendien, <strong>de</strong>ze bei<strong>de</strong> gedichten,<br />

evenals misschien nog an<strong>de</strong>re, ontston<strong>de</strong>n zeer dicht bij <strong>de</strong><br />

grenzen van <strong>het</strong> Oudne<strong>de</strong>rlandsch of, zooals men <strong>het</strong> gewoonlijk<br />

noemt, <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rfrankisch ; van <strong>de</strong> daareven vermel<strong>de</strong><br />

godsdienstige werken kan men <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> getuigen :<br />

<strong>het</strong> Ludwigslied bezingt zelfs een zegepraal, door een Frankischen<br />

koning op Frankischen bo<strong>de</strong>m behaald.<br />

8


En toch staan wij met ledige han<strong>de</strong>n te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

ons omringen<strong>de</strong> volken ( 1 ). Wij kunnen niet wijzen op een<br />

geschreven neerslag van <strong>de</strong> groote hel<strong>de</strong>nsagen, noch op een<br />

literaire uiting van <strong>het</strong> ontwaken<strong>de</strong> Christendom. Van<br />

Beowulf, van Gudrun, van Hil<strong>de</strong>brand is hier te lan<strong>de</strong> geen<br />

spoor te ont<strong>de</strong>kken ; alleen een fragment Van <strong>de</strong>n here Wisselau<br />

en een ge<strong>de</strong>elte van <strong>het</strong> Nevelingenlied, bei<strong>de</strong> dagteekenend<br />

uit later tijd, brengen een echo van <strong>de</strong> Germaansche hel<strong>de</strong>npoezie.<br />

Tot een Oudne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> mag men<br />

ternauwernood rekenen <strong>de</strong> Karolingische of Wachtendoncksche<br />

psalmen, fragmenten van psalmvertalingen, stammend uit <strong>het</strong><br />

tijdvak <strong>de</strong>r Karolingers, en ontstaan op <strong>de</strong> alleruiterste<br />

Oostelijke grens van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch taalgebied.<br />

Feitelijk moeten wij wachten tot <strong>de</strong> 1 2 e eeuw om onze<br />

letterkun<strong>de</strong> een aanvang te zien nemen. Deze late ontluiking<br />

vindt haar verklaring ge<strong>de</strong>eltelijk in <strong>de</strong> ligging van <strong>de</strong> Dietsche<br />

gewesten. Reeds vroeg was <strong>het</strong> politiek zwaartepunt van<br />

<strong>het</strong> Frankische yolk naar <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n, naar Gallie verschoven ;<br />

zoodat <strong>de</strong> Dietsche gewesten, eens <strong>het</strong> stamland van <strong>de</strong><br />

Franken, ten slotte slechts een uithoek vorm<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> groote<br />

Frankische rijk dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Merovingers en <strong>de</strong> Karolingers<br />

ontstond. In <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>n spelen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch-spreken<strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>n hoegenaamd geen rol : <strong>de</strong> figuren van beteekenis zijn<br />

of Galliers, of Germanen van <strong>de</strong> Rijnstreken, nooit Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs.<br />

Een al te excentrische ligging, een dun gezaai<strong>de</strong><br />

bevolking, <strong>de</strong> afwezigheid van centrums waar <strong>de</strong> hofhouding<br />

pracht en luister kon versprei<strong>de</strong>n dit alles was niet bevor<strong>de</strong>rlijk<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontstaan van een geschreven letterkun<strong>de</strong>.<br />

En waar die wel kon ontstaan in <strong>de</strong> op ons grondgebied<br />

gevestig<strong>de</strong> abdijen, mogen wij niet vergeten dat, in <strong>de</strong> jaren<br />

na <strong>de</strong>n dood van Karel <strong>de</strong>n Groote tot op <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> 9 e eeuw, ons land bloedig geteisterd werd door <strong>de</strong> invallen<br />

van <strong>de</strong> Noormannen, wier plun<strong>de</strong>rzucht juist allereerst die<br />

rijke kloosters gold : vijftig jaar lang roof<strong>de</strong>n en verwoestten<br />

ze, en <strong>de</strong><strong>de</strong>n ze verloren gaan wat er aan literatuur kan<br />

<strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n geweest zijn.<br />

(1) Ook in Frankrijk was se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> 9e eeuw een geschreven letterkun<strong>de</strong> in<br />

<strong>het</strong> Romaansch ontstaan.<br />

9


Van <strong>de</strong> 1 Oe eeuw of komt er gelei<strong>de</strong>lijk veran<strong>de</strong>ring in<br />

dien toestand. Het eerst tot ontwikkeling en cultureelen bloei<br />

groei<strong>de</strong> <strong>het</strong> graafschap Vlaan<strong>de</strong>ren. Rondom <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

burchten rezen <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n op, <strong>voor</strong>al langs <strong>de</strong> waterwegen.<br />

Kooplie<strong>de</strong>n en schippers schaar<strong>de</strong>n zich on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

bescherming <strong>de</strong>r burchtheeren, terwijl over heel Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

<strong>de</strong> weefnijverheid welvaart on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bevolking begon te<br />

brengen. Aan <strong>het</strong> roer was intusschen een krachtig gravengeslacht<br />

gekomen, dat zijn gezag naar binnen wist te vestigen,<br />

en zijn macht naar buiten tegenover <strong>de</strong>n Franschen leenheer<br />

met klem handhaaf<strong>de</strong>. Graaf Robert <strong>de</strong> Fries (1072-1093)<br />

verhief Brugge tot zijn hoofdstad. Bij hem en zijn opvolgers<br />

on<strong>de</strong>rscheidt men een dubbele streving : als aanzienlijke<br />

vazallen van <strong>de</strong>n koning van Frankrijk trachtten ze <strong>voor</strong>tdurend<br />

<strong>het</strong> leenverband met hun beer zoo los mogelijk te<br />

hou<strong>de</strong>n en diens invloed, waar <strong>het</strong> kon, tegen te gaan en te<br />

fnuiken. Maar, hoe zelfstandig <strong>de</strong> Vlaamsche graven zich in<br />

politiek opzicht ook gedroegen, cultureel vermei<strong>de</strong>n zij zich<br />

in <strong>de</strong> schittering die <strong>de</strong> Fransche beschaving en letterkun<strong>de</strong><br />

uitstraal<strong>de</strong>. Hun lof wend een centrum waar <strong>de</strong> Fransche<br />

cultuur, <strong>de</strong> Fransche aristocratische levenshouding, <strong>de</strong> Fransche<br />

poezie gesmaakt en nagevolgd wer<strong>de</strong>n, waar zelfs<br />

Fransche dichters (Chretien <strong>de</strong> Troyes, A<strong>de</strong>net li Roi) gastvrijheid<br />

genoten en hun werken aan <strong>de</strong> e<strong>de</strong>len opdroegen.<br />

Onrechtstreeks riep die invloed van <strong>de</strong> Fransche beschaving<br />

— toen <strong>de</strong> eerste in Europa ! — een eigen geestelijk leven<br />

wakker, dat op een bepaald oogenblik niet moest on<strong>de</strong>rdoen<br />

<strong>voor</strong> dat van Frankrijk : was <strong>het</strong> werkwoord « vlamen » niet<br />

synoniem van


sche werken van alien aard geschreven, maar toch droegen<br />

zij krachtig bij tot <strong>het</strong> scheppen van een atmosfeer waarin<br />

ook <strong>de</strong> inheemsche letterkun<strong>de</strong> kon gedijen, niet <strong>het</strong> minst<br />

door <strong>de</strong> verspreiding van <strong>het</strong> klerken-on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Voorbereid door <strong>de</strong>ze godsdienstige verheffing, en tevens<br />

ten gevolge van <strong>het</strong> leenverband met Frankrijk, nam Vlaan<strong>de</strong>ren<br />

een bedrijvig <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> kruisvaarten, waardoor <strong>de</strong><br />

Dietsche poorter plotseling in aanraking kwam met <strong>de</strong> wij<strong>de</strong><br />

horizonnen eener onvermoe<strong>de</strong> wereld : zoo moet <strong>het</strong> niet<br />

verwon<strong>de</strong>ren dat in <strong>de</strong> 1 2 e eeuw alle elementen aanwezig<br />

waren om ein<strong>de</strong>lijk een cultureel leven in eigen taal te doen<br />

opbloeien. Van dat oogenblik of kon <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

literatuur een aanvang nemen.<br />

Want op een gewichtig punt dient hier met nadruk gewezen<br />

te wor<strong>de</strong>n : <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> staat in nauw verband met <strong>de</strong><br />

gewone geschie<strong>de</strong>nis, en <strong>voor</strong>al met <strong>het</strong> verloop van <strong>de</strong> beschavingstoestan<strong>de</strong>n.<br />

Waar Vlaan<strong>de</strong>ren, en wat later Brabant<br />

<strong>voor</strong>aan gingen in <strong>de</strong> economische en cultureele ontwaking,<br />

ligt <strong>het</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand dat ook daar <strong>de</strong> literatuur <strong>het</strong> vroegst<br />

opbloei<strong>de</strong>, terwij 1 <strong>de</strong> streek van <strong>het</strong> alou<strong>de</strong> Maastricht door<br />

Naar betrekkingen met <strong>de</strong> Duitsche invloedssfeer zich evenmin<br />

onbetuigd liet. De noor<strong>de</strong>lijke gewesten daarentegen, die<br />

veel meer buiten <strong>het</strong> bereik lagen van <strong>de</strong> uitstralingen uit<br />

<strong>het</strong> Oosten en <strong>voor</strong>namelijk uit <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n, hebben pas later<br />

en dan nog in beschei<strong>de</strong>n mate <strong>de</strong>elgenomen aan <strong>de</strong> literaire<br />

beweging. Zoodat we molten zeggen dat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />

letterkun<strong>de</strong> een bij uitstek Zuidne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> is.<br />

Dit dient aldus begrepen te wor<strong>de</strong>n : veruit <strong>de</strong> meeste<br />

schrijvers zijn geboren en werken in <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke gewesten.<br />

Dat zij, in wat ze <strong>voor</strong>tbrengen, reeds een eigen nationaal<br />

karakter vertoonen, staat, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> besten on<strong>de</strong>r hen, buiten<br />

kijf. Toch mag niet uit <strong>het</strong> oog verloren wor<strong>de</strong>n dat dit<br />

eigen nationale veel min<strong>de</strong>r scherp waar te nemen is dan in<br />

<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne perio<strong>de</strong>, <strong>voor</strong>al omdat <strong>het</strong> in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

getemperd werd door <strong>de</strong>n gemeenschappelijk-Europeeschen<br />

gedachten<strong>voor</strong>raad waaruit ze putten. Het individu, en tevens<br />

<strong>de</strong> individueele vinding, <strong>de</strong> oorspronkelijkheid, waren in <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>leeuwsche literaturen van veel min<strong>de</strong>r tel dan nu, <strong>de</strong><br />

11


motieven waren internationaal en wor<strong>de</strong>n in alle lan<strong>de</strong>n<br />

dikwijls in <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n vorm aangetroffen. Dit internationaal<br />

karakter maakt <strong>het</strong> noodzakelijk bij <strong>de</strong> studie onzer letteren<br />

gedurig over <strong>de</strong> grenzen te kijken en ze in verband te brengen<br />

met <strong>de</strong> literatuur <strong>de</strong>r naburige naties. Zelfs <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne<br />

perio<strong>de</strong> is dit noodig : gedachtenstroomingen laten zich door<br />

geen grenzen weerhou<strong>de</strong>n en bestrijken soms veel lan<strong>de</strong>n te<br />

gelijk.<br />

Voor <strong>het</strong> overige moet bij <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>eren<strong>de</strong><br />

er zich niet te zeer over verwon<strong>de</strong>ren dat van zoo betrekkelijk<br />

weinig werk <strong>de</strong> datum of zelfs <strong>de</strong> naam van <strong>de</strong>n auteur<br />

met voile zekerheid kan vastgesteld wor<strong>de</strong>n. De handschriften,<br />

waarin ze tot ons gekomen zijn, had<strong>de</strong>n of te rekenen<br />

met allerlei we<strong>de</strong>rwaardighe<strong>de</strong>n ; ze wer<strong>de</strong>n telkens van<br />

an<strong>de</strong>re afgeschreven, en <strong>de</strong> kopiist wijzig<strong>de</strong> taal en spelling<br />

naar eigen goeddunken, zoodat <strong>het</strong> in vele gevallen wel<br />

mogelijk blijkt uit te maken van welke perio<strong>de</strong> ongeveer <strong>het</strong><br />

<strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> manuscript dagteekent, maar daarom nog<br />

geen zekerheid bestaat omtrent <strong>de</strong>n datum waarop <strong>het</strong> werk<br />

zelf ontstond. In <strong>de</strong> gunstigste <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n kan aan <strong>de</strong> hand<br />

van interne gegevens <strong>het</strong> juiste tijdstip van ontstaan achterhaaid<br />

wor<strong>de</strong>n. En <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen hechtten zoo weinig belang<br />

aan <strong>de</strong> persoonlijkheid van <strong>de</strong>n dichter, dat, waar <strong>de</strong>ze<br />

zich in <strong>de</strong> eerste of <strong>de</strong> laatste verzen van zijn werk niet<br />

noemt, wij ons door <strong>de</strong>n band tevre<strong>de</strong>n moeten stellen met<br />

<strong>de</strong> vermelding : schrijver onbekend.<br />

A. — IN HET RI JK DER VERBEELDING<br />

1. — DE WERELD VAN HET RIDDERWEZEN<br />

Wat men overeengekomen is aan te dui<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

naam


Evenzeer als <strong>de</strong> naam is <strong>het</strong> genre zelf uit Frankrijk herkomstig.<br />

Naar <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> berijm<strong>de</strong> heiligenlegen<strong>de</strong>n,<br />

die zeer vroeg in <strong>het</strong> Romaansch geschreven wer<strong>de</strong>n,<br />

ontston<strong>de</strong>n daar in <strong>de</strong> 1 1 e en 1 2 e eeuw wereldlijke epische<br />

gedichten als weerspiegeling van <strong>de</strong> hooggestem<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>ri<strong>de</strong>alen<br />

van <strong>de</strong>n Franschen a<strong>de</strong>l. Die eeuwen waren een<br />

bloeitijdperk <strong>voor</strong> Frankrijk; <strong>het</strong> was <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

eerste kruistochten met hun bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n geloofsijver en hun<br />

gretigheid naar krijgsavonturen, van <strong>de</strong> vestiging van Fransche<br />

rijken in Engeland en in <strong>het</strong> Oosten, van <strong>de</strong> schitteren<strong>de</strong><br />

tornooien, van <strong>de</strong>n aanvang van <strong>de</strong>n gothischen stijl, van <strong>de</strong><br />

inrichting <strong>de</strong>r groote han<strong>de</strong>lsmarkten. De Fransche rid<strong>de</strong>rschap<br />

was <strong>de</strong> schitterendste van gansch West-Europa. De<br />

grenslan<strong>de</strong>n vingen <strong>het</strong> eerst <strong>de</strong> uitstraling op van dien beschavingshaard,<br />

en on<strong>de</strong>r die grenslan<strong>de</strong>n was <strong>het</strong> graafschap<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>het</strong> gemakkelijkst toegankelijk, en als leengoed<br />

van <strong>de</strong> Fransche kroon, en als <strong>de</strong>elnemer aan <strong>de</strong> kruistochten,<br />

en als mid<strong>de</strong>lpunt eener snel opkomen<strong>de</strong> welvaart. Zoodat<br />

ook in Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rromans zeer spoedig vertaald en<br />

nagevolgd wer<strong>de</strong>n.<br />

Door wie, is moeilijk te achterhalen, al zijn ook een paar<br />

namen zon<strong>de</strong>r meer bekend. Wellicht door <strong>de</strong>n slotkapelaan,<br />

door een klerk, een bedreven rijmer die on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> overige<br />

gevolg <strong>de</strong>el uitmaakte van <strong>de</strong> hofhouding, door varen<strong>de</strong><br />

gezellen, vaganten, volksdichters, of door monniken in <strong>de</strong><br />

eenzaamheid <strong>de</strong>r > van hun klooster.<br />

Aanvankelijk wer<strong>de</strong>n ze <strong>voor</strong>gedragen, niet alleen op<br />

<strong>de</strong> burchten <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n rid<strong>de</strong>r en zijn wapenmakkers, maar<br />

ook door rondreizen<strong>de</strong> zeggers op <strong>de</strong> markten, op <strong>de</strong> be<strong>de</strong>vaartplaatsen,<br />

overal waar <strong>de</strong>ze kon<strong>de</strong>n verwachten een voldoend<br />

aantal toehoor<strong>de</strong>rs samen te vin<strong>de</strong>n.<br />

a) De heroieke ruwheid van <strong>de</strong> feodaliteit<br />

Al is oorspronkelijk <strong>de</strong> taal van die oudste epische gedichten<br />

<strong>het</strong> Romaansch, hun geest is nog onmiskenbaar Frankisch.<br />

De Franken waren immers tot ver naar <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n doorgedrongen,<br />

en in <strong>de</strong> nieuwe natie die daar tot stand gekomen<br />

was, maakten zij <strong>het</strong> lei<strong>de</strong>nd element uit. Wanneer nu, eeuwen<br />

13


KAREL ENDE<br />

ELEGAST<br />

12e eeuw<br />

later, <strong>de</strong> dichters van <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rromans teruggrijpen naar <strong>de</strong><br />

grootsche gestalten uit <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> vestiging van <strong>het</strong><br />

rijk, zien wij in hen nog eenmaal <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Germaansche<br />

i<strong>de</strong>alen van getrouwheid aan <strong>de</strong>n vorst en vreug<strong>de</strong> om <strong>de</strong>n<br />

kamp herleven.<br />

In een groot aantal van <strong>de</strong> vroegste rid<strong>de</strong>rromans wentelt<br />

<strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling om <strong>de</strong> gei<strong>de</strong>aliseer<strong>de</strong> figuur van Karel <strong>de</strong>n<br />

Groote, wiens leven en la<strong>de</strong>n een onuitwischbaren indruk<br />

maakten op tijdgenooten en nakomelingen. Zij verheerlijken<br />

<strong>de</strong> ruwe heldhaftigheid van <strong>het</strong> feodale tijdperk, toen <strong>de</strong><br />

trouw aan <strong>de</strong>n leenheer als <strong>de</strong> hoogste <strong>de</strong>ugd gold, en <strong>de</strong><br />

geweldige mannenkracht slechts getemperd werd door geloofsijver<br />

en zielena<strong>de</strong>l.<br />

Een merkwaardig episch gedicht uit <strong>de</strong> vroegste tij <strong>de</strong>n<br />

onzer letterkun<strong>de</strong> is Karel en<strong>de</strong> Elegast (misschien<br />

1 2 e eeuw), waarin Karel <strong>de</strong> Groote zelf als hoofdpersoon<br />

optreedt samen met <strong>de</strong>n roofrid<strong>de</strong>r Elegast,<br />

met wien hij, op Gods bevel, op strooptocht uittrekt bij zijn<br />

zwager Eggeric van Eggermon<strong>de</strong>. Daar verneemt hij toevallig<br />

dat Eggeric <strong>het</strong> plan beraamd heeft hem 's an<strong>de</strong>ren daags op<br />

zijn hofdag to doo<strong>de</strong>n. Waartegen hij dan tijdig maatregelen<br />

kan treffen, en tevens <strong>de</strong>n roofrid<strong>de</strong>r Elegast, wiens trouw hij<br />

kunnen vaststellen heeft, in eere herstelt.<br />

Dit is een van onze zeldzame romans waarvan geen Fransch<br />

origineel <strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n is : in alien gevalle is <strong>de</strong> grondtoon<br />

ervan Germaansch en hei<strong>de</strong>nsch, wat niet belet dat hij, om<br />

<strong>de</strong> levendigheid <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>stelling, om <strong>de</strong>n vinnigen gang van<br />

<strong>het</strong> verhaal en <strong>de</strong> lichte ironie in <strong>de</strong> karakterteekening, een<br />

meesterstukje is uit onze vroegste letterkun<strong>de</strong>.<br />

An<strong>de</strong>re romans hebben als hoofdpersoon niet Karel zelf,<br />

maar verwanten of vazallen van <strong>de</strong>n machtigen keizer. Zoo<br />

bestaan er fragmenten uit een Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandsche bewerking<br />

ROELANTSLIED van <strong>de</strong> sage van Roncevaux, <strong>het</strong> zoogenaam<strong>de</strong> Roe-<br />

1200 lantslied. Volgens die sage zou <strong>de</strong> achterhoe<strong>de</strong> van<br />

Karels leger, on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> bevel van Roland, tij <strong>de</strong>ns <strong>de</strong>n terugtocht<br />

uit Spanje, in <strong>de</strong> Pyreneeen bij Roncevaux aangevallen<br />

en vernietigd zijn gewor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Sarracenen, daarin geholpen<br />

door <strong>de</strong>n verra<strong>de</strong>r Ganelon. Nog an<strong>de</strong>re fragmenten<br />

1 4


leven bewaard uit <strong>de</strong>n cyclus van Willem van Oringen,<br />

hertog van Toulouse, die zijn leven eindig<strong>de</strong> als<br />

Benedictij nermonnik.<br />

Karel en<strong>de</strong> Elegast, hoe verdienstelijk ook, is in <strong>de</strong>n grond<br />

slechts een kort episch gedicht. Een echte mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />

WILLEM VAN<br />

ORINGEN<br />

roman, alhoewel eveneens maar fragmentarisch bekend, is<br />

Renout van Montalbaen met <strong>de</strong> in onze streken zoo RENOUT VAN<br />

populair gebleven figuren van <strong>de</strong> vier Heemskin- MONT,ALBAEN<br />

<strong>de</strong>ren. Renout is <strong>de</strong> zoon van Haymyn. Deze is <strong>de</strong> geduchte<br />

tegenstan<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n keizer, wiens zuster hij gehuwd heeft<br />

en dien hij met zijn vier zoons (<strong>de</strong> Heemskin<strong>de</strong>ren) hardnekkig<br />

bekampt. Hij streeft naar recht en koopt aardschen<br />

vre<strong>de</strong> door <strong>het</strong> zware offer : <strong>het</strong> afstaan van zijn trouwe ros<br />

Beyaert aan <strong>de</strong>n keizer. Daarna trekt hij zich in <strong>de</strong> eenzaamheid<br />

terug, om ten slotte in <strong>de</strong>n strijd <strong>voor</strong> <strong>het</strong> godsdienstig<br />

i<strong>de</strong>aal, in <strong>het</strong> H. Land, <strong>het</strong> hoogste offer, dat van zich zelf,<br />

to brengen.<br />

Van iets jongeren datum, maar zeer uitgebreid zijn <strong>de</strong><br />

fragmenten van <strong>de</strong>n Roman <strong>de</strong>r Lorreinen, die <strong>de</strong><br />

bloedwraak behan<strong>de</strong>len tusschen <strong>het</strong> huis van Lotha-<br />

ringen en dat van Fromont van Bor<strong>de</strong>aux.<br />

b) De tooverkring van koning Arthur<br />

ROMAN DER<br />

LORREINEN<br />

Het ontstaan <strong>de</strong>r Arthur-romans gaat gepaard met een<br />

ommekeer in <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n : <strong>het</strong> ruwe i<strong>de</strong>aal <strong>de</strong>r eerste rid<strong>de</strong>rs<br />

maakte allengs plaats <strong>voor</strong> een fijner beschaving. De vrouwendienst<br />

verdrong langzamerhand <strong>de</strong> vroegere rid<strong>de</strong>rplichten ;<br />

in <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> onverzettelijke trouw aan <strong>de</strong>n vorst of<br />

aan <strong>het</strong> geslacht trad nu een grooter gevoeligheid en een<br />

onbedwingbare neiging tot fantastische avonturen en won<strong>de</strong>ren.<br />

Het is in onze literatuur <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>ining van wat<br />

wij veel later zullen noemen <strong>het</strong> romantisme : gevoel en<br />

verbeelding wOr<strong>de</strong>n vrijer.<br />

Het hoofdmotief van <strong>de</strong> Arthur-romans stamt uit Brittannie,<br />

en werd in <strong>de</strong> 1 2 e eeuw door Normandische dichters verwerkt,<br />

nadat Willem <strong>de</strong> Veroveraar zich van Engeland meester gemaakt<br />

had. De centrale gestalte in die verhalen is gewoonlijk<br />

15


koning Arthus, een Keltisch vorst uit Cornwallis, die in <strong>de</strong><br />

herinnering <strong>de</strong>r Britten was blijven <strong>voor</strong>tleven om zijn strijd<br />

tegen <strong>de</strong> Saksen in <strong>de</strong> 6 e eeuw. Maar <strong>de</strong> sage van Arthus en<br />

zijn vrouw Genovere werd spoedig versmolten met an<strong>de</strong>re<br />

sagen, nl. die van Parcival en die van <strong>de</strong>n Graal (<strong>de</strong>n schotel<br />

die, volgens <strong>de</strong> legen<strong>de</strong>, gediend heeft bij <strong>het</strong> laatste Avondmaal<br />

en waarin Joseph van Arimathea <strong>het</strong> bloed van Christus<br />

heeft opgevangen).<br />

Er werd reeds vroeger op gewezen dat <strong>de</strong> Fransche dichter<br />

CHRETIEN DE TROYES, die verschillen<strong>de</strong> Keltische romans<br />

schreef, in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 1 2 e eeuw aan <strong>het</strong> hof van<br />

<strong>de</strong>n graaf van Vlaan<strong>de</strong>ren verbleven heeft. Het moet dan<br />

niet verwon<strong>de</strong>ren dat dit soort van werken spoedig bij ons<br />

nagevolgd wer<strong>de</strong>n. Behalve alweer verschillen<strong>de</strong> fragmenten,<br />

bezitten wij een karakteristiek <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong>n Keltischen<br />

roman, dat tevens een <strong>voor</strong>treffelijk kunstwerk mag heeten.<br />

WALEWEIN Walewein is <strong>het</strong> kleurige verhaal van <strong>de</strong>


Fransche en <strong>de</strong> Duitsche letterkun<strong>de</strong> tot mooie romans ver-<br />

werkt wer<strong>de</strong>n, bij ons haast geen sporen nagelaten hebben.<br />

c) Een hoofscher en humaner levensbeschouwing<br />

De fijnere beschaving waarvan hierboven spraak was, en<br />

die zich in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 12 8 eeuw begon te<br />

weerspiegelen, bracht ook mee dat <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n hoofscher wer<strong>de</strong>n<br />

en dat men zich ging vermeien in <strong>de</strong> classieke literatuur<br />

<strong>de</strong>r oudheid. Virgilius, Horatius, Ovidius wer<strong>de</strong>n gelezen en<br />

nagevolgd. De mid<strong>de</strong>leeuwsche schrijver miste evenwel critischen<br />

zin en historisch perspectief ; dit had ten gevolge dat<br />

hij zich <strong>de</strong> classieke hel<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>stel<strong>de</strong> als tijdgenooten, niet<br />

alleen in hun uiterlijke verschijning, maar ook wat hun mentaliteit<br />

en hun levenshouding betreft. Vandaar die romans<br />

waar <strong>de</strong> gestalten uit <strong>de</strong> oudheid, b.v. Aeneas, zich bewegen<br />

en <strong>de</strong>nken en voelen als mid<strong>de</strong>leeuwsche e<strong>de</strong>len, met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

onstuimigheid in <strong>de</strong>n kamp en <strong>voor</strong>al met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> fijn-voelen<strong>de</strong><br />

precieusheid in <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>.<br />

Tot <strong>de</strong>ze reeks behoort <strong>het</strong> gedicht dat in onze letterkun<strong>de</strong><br />

<strong>het</strong> vroegst met zekerheid kan gedagteekend wor<strong>de</strong>n, nl. <strong>de</strong><br />

Eneit. Deze classieke roman werd, naar een Fransch<br />

ENEiT<br />

<strong>voor</strong>beeld, in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 1 2 e eeuw geschre- ± 1170<br />

ven door HENDRIK VAN VELDEKE, geboren te Spalbeek, tusschen<br />

Diest en Hasselt. Hij verhaalt op eigen sentimenteele<br />

wijze <strong>de</strong> zwerftochten en <strong>de</strong> amoureuse we<strong>de</strong>rwaardighe<strong>de</strong>n<br />

van Eneas, tot <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>n grondsteen legt van <strong>het</strong> Romeinsche<br />

rijk. Merkwaardig is <strong>het</strong> feit dat <strong>de</strong>ze roman <strong>voor</strong>al bekendheid<br />

verwierf bij <strong>de</strong> Duitsche tijdgenooten en op <strong>de</strong> Overrijnsche<br />

romanliteratuur sterken invloed uitoefen<strong>de</strong>.<br />

Een eeuw later, maar reeds met meer didactischen inslag,<br />

begon MAERLANT zijn carriere als dichter met een paar classieke<br />

romans (naar Latijnsche en Fransche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n), nl.<br />

met Alexan<strong>de</strong>r's Yeesten en <strong>de</strong> Historic van Troyen, ALEXANDER'S<br />

werken waarin <strong>de</strong> didactische breedsprakigheid en <strong>de</strong> YEESTEN<br />

burgerlijke nuchterheid geen plaats meer laten <strong>voor</strong><br />

HISTORIE<br />

VAN TROYEN<br />

<strong>het</strong> i<strong>de</strong>aal van sociale verfijning. . ± 1270<br />

Veel meer vin<strong>de</strong>n we die terug, samen met een verrukkelijk<br />

ontroeren<strong>de</strong> opvatting van <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>, in een roman die een<br />

17


Oostersche stof behan<strong>de</strong>lt en daarom niet rechtstreeks tot<br />

<strong>de</strong>n classieken cyclus behoort, maar om <strong>de</strong>n geest en <strong>de</strong>n<br />

toon er zeer nauw mee verwant is. Het is <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van<br />

Floris en<strong>de</strong> Blancefloer, die van elkaar door <strong>het</strong> lot ge-<br />

FLORIS ENDS<br />

BLANCEFLOER schei<strong>de</strong>n, door standvastige trouw en zelfopofferen<strong>de</strong><br />

1250 lief<strong>de</strong> elkaar toch weervin<strong>de</strong>n. De schrijver van <strong>de</strong>ze<br />

ESOPET_<br />

13e eeuw<br />

opvallend fijn geteeken<strong>de</strong> idylle is DIEDERIK VAN ASSENEDE.<br />

2. — MENSCHEN VOORGESTELD ALS DIEREN<br />

In al <strong>de</strong> werken waarvan tot hiertoe gewag werd gemaakt,<br />

vult uitsluitend <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> a<strong>de</strong>llijke heer <strong>het</strong> raam <strong>de</strong>r<br />

han<strong>de</strong>ling : <strong>de</strong> gewone dorper of <strong>de</strong> burger vindt er slechts<br />

bij hooge uitzon<strong>de</strong>ring plaats in. De ou<strong>de</strong>re Frankische<br />

romans waren nog bestemd om <strong>voor</strong> een grooter gehoor<br />

<strong>voor</strong>gedragen te wor<strong>de</strong>n, maar die welke <strong>de</strong> levensopvattingen<br />

van <strong>de</strong>n jongeren, humaneren a<strong>de</strong>l weergeven, wer<strong>de</strong>n<br />

vaak geschreven op verzoek van een letterminnen<strong>de</strong> jonkvrouwe,<br />

en door iemand die in nauwe betrekking stond met<br />

<strong>de</strong> aristocratie dier dagen. Zij waren <strong>de</strong> Spiegel dien <strong>de</strong><br />

a<strong>de</strong>l zichzelf <strong>voor</strong>hield.<br />

Maar critische oogen bekeken <strong>de</strong> hoogere stan<strong>de</strong>n, en bij<br />

<strong>voor</strong>keur hun gebreken, ook van buiten uit. Die openlijk te<br />

gispen of te hekelen was misschien niet heelemaal ongevaarlijk,<br />

en veiliger was <strong>het</strong> dit te doen on<strong>de</strong>r een min of meer<br />

doorzichtige allegorie, in <strong>de</strong>n vorm van dierenverhaal.<br />

De elementen daartoe waren reeds aanwezig in <strong>de</strong> dierenfabel,<br />

een zeer oud genre dat nagenoeg over <strong>de</strong> gansche<br />

wereld verspreid is. Een vast fond van <strong>de</strong>rgelijke fabels dat<br />

teruggaat op een aan Aesopus toegeschreven Grieksche verzameling,<br />

was, langs <strong>het</strong> Latijn om, Europeesch gemeengoed<br />

gewor<strong>de</strong>n. Ook in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch treffen wij ze aan : twee<br />

dichters, CALESTAF en NOYDEKIJN, van wie we ven<strong>de</strong>r niets<br />

weten, bewerkten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Esopet een zestig-<br />

tal <strong>de</strong>zer fabels tot vlugge, aardige stukjes.<br />

Maar daarnaast ontwikkel<strong>de</strong>n zich uit <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

fabels uitgebrei<strong>de</strong>r verhalen, waarin <strong>de</strong> dieren als individuen<br />

optre<strong>de</strong>n met eigen naam, in hun han<strong>de</strong>len door menschelijke<br />

drijfveeren bewogen wor<strong>de</strong>n, en waarvan <strong>de</strong> bedoeling is een<br />

18


nauwelijks verbloem<strong>de</strong> ze<strong>de</strong>ngisping of -hekeling te geven.<br />

Aldus wer<strong>de</strong>n eerst in <strong>het</strong> Latijn, later in <strong>het</strong> Fransch en in<br />

<strong>het</strong> Duitsch, omvangrijker dierenepen geschreven, waarin<br />

eerst <strong>de</strong> wolf en weldra <strong>de</strong> vos als hoofdpersoon optrad.<br />

Een <strong>de</strong>rgelijk Latijnsch dierenepos, <strong>de</strong> Ysengrinus, werd<br />

om <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> 1 2e eeuw door een Vlaming, Meester<br />

Nivardus, te boek gesteld. Dit verhaal treft ons reeds door<br />

een zeker anthropomorphisme : <strong>de</strong> dieren krijgen menschennamen,<br />

terwijl ook <strong>de</strong> veelheid van <strong>de</strong> episo<strong>de</strong>n samengebon<strong>de</strong>n<br />

wordt door <strong>de</strong> satirische bedoelingen van <strong>de</strong>n schrijver.<br />

Met dit gedicht staan in rechtstreeksch verband <strong>de</strong> vele<br />

Reinaartverhalen die in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 1 2e eeuw<br />

<strong>voor</strong>al in Noord-Frankrijk in omloop waren. Een van die<br />

verhalen of >, dat bekend staat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel<br />


die Reinaert, <strong>de</strong> doortrapte, maar niettemin sympathieke<br />

schurk, tot eigen <strong>voor</strong><strong>de</strong>el weet uit te buiten. Niets of niemand<br />

is veilig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ironie van <strong>de</strong>n schrijver : noch <strong>het</strong> lagere<br />

yolk, noch <strong>de</strong> geestelijkheid, noch <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l met zijn<br />

feodale inrichting, zijn trouw aan <strong>de</strong>n leenheer, zijn hoofschen<br />

vrouwendienst. Zoo wordt <strong>de</strong> Reinaert tevens een eenigleuke<br />

parodie op <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rromans.<br />

Willem, van wien men niets an<strong>de</strong>rs weet dan dat hij ook<br />

een niet bewaard gebleven rid<strong>de</strong>rroman, <strong>de</strong>n Madoc schreef,<br />

is een geboren kunstenaar. Hij staat boven zijn on<strong>de</strong>rwerp<br />

en beheerscht <strong>het</strong> volkomen ; nergens laat hij <strong>de</strong>n draad<br />

glippen om zijn persoonlijke indrukken mee te <strong>de</strong>elen. Steeds<br />

weet hij <strong>het</strong> zuivere evenwicht te bewaren tusschen <strong>het</strong> eigenlijke<br />

verhaal en <strong>de</strong> satirische bedoeling. En niettemin wordt<br />

men gedurig zijn krachtige persoonlijkheid gewaar die meeleeft<br />

met wat hij vertelt, die zich verkneukelt in <strong>het</strong> grappige<br />

van <strong>het</strong> geval of wel eens grijnslacht om een bijzon<strong>de</strong>r<br />

geslaag<strong>de</strong>n zet. Zooveel zelfbeheersching in zooveel rake<br />

ironie, zoo een sterk temperament zich uitend in een mooi<br />

afgerond en rustig <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>nd verhaal, stempelen hem<br />

tot een <strong>de</strong>r grootmeesters van <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong>.<br />

Zijn werk is dan ook tot in onzen tijd zeer populair gebleven.<br />

Reeds in <strong>de</strong> 1 3 e eeuw werd <strong>het</strong> in <strong>het</strong> Latijn vertaald.<br />

Wellicht ontston<strong>de</strong>n er spoedig ook navolgingen en<br />

<strong>voor</strong>tzettingen waarvan evenwel niets tot ons is gekomen.<br />

Maar in <strong>de</strong> 1 4 e eeuw werd <strong>het</strong> nog eens overgedicht, gewij-<br />

REINAERT II zigd en uitgebreid tot <strong>de</strong>n Reinaert //. De geest die<br />

14° eeuw eruit spreekt is an<strong>de</strong>rs; <strong>de</strong> bedoeling van <strong>de</strong>n schrij-<br />

ver is didactisch en zijn satire is sterker maar ook opzettelijker.<br />

Alhoewel <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> ervan niet te laag moet aangeslagen<br />

wor<strong>de</strong>n, bereikt <strong>het</strong> lang niet <strong>de</strong> zoo natuurlijke artisticiteit<br />

van <strong>de</strong> eerste bewerking.<br />

Na <strong>de</strong> uitvinding <strong>de</strong>r boekdrukkunst wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> avonturen<br />

van Reinaert in proza overgebracht, meermalen gedrukt, en<br />

bleven zij in <strong>de</strong>


3. - DE VERTELKUNST VAN DEN VROMEN MIDDELEEUWER<br />

Van al <strong>de</strong> besproken gedichten, hoe sterk verchristelijkt ze<br />

soms zijn, is <strong>de</strong> grondlaag hei<strong>de</strong>nsch Frankisch-hei<strong>de</strong>nsch<br />

in <strong>de</strong> Karel-epen, Keltisch-hei<strong>de</strong>nsch in <strong>de</strong> Arthur-romans,<br />

antiek-hei<strong>de</strong>nsch in <strong>de</strong> classieke romans. Daarnaast ken<strong>de</strong><br />

men echter een van oorsprong louter christelijke verhaalkunst,<br />

die uiting gaf aan <strong>de</strong>n vromen godsdienstzin van <strong>de</strong>n mensch<br />

in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Het geloof was immers <strong>de</strong> band waardoor<br />

West-Europa, ondanks zijn inwendige twisten, zich<br />

voel<strong>de</strong> als een groote gemeenschap. Het doordrenkte <strong>de</strong> geledingen<br />

<strong>de</strong>r samenleving en <strong>het</strong> gedachten- en gemoedsleven<br />

van <strong>de</strong>n enkeling in gelijke mate. De mensch was lid van <strong>de</strong><br />

Kerk, erfgenaam van God en kind van Maria, in wie hij een<br />

onbegrensd en kin<strong>de</strong>rlijk vertrouwen had, en zijn bestaan<br />

hier bene<strong>de</strong>n beschouw<strong>de</strong> hij als een <strong>voor</strong>bereiding tot zijn<br />

eeuwige zaligheid.<br />

Meer nog dan in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kunstsoorten zijn <strong>de</strong> motieven<br />

hier internationaal, en wor<strong>de</strong>n zij geput uit Latijnsche verzamelingen.<br />

Sommige verhalen, nl. <strong>de</strong> heiligenlevens, wer<strong>de</strong>n,<br />

evenals <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Karel-romans, in <strong>het</strong> publiek <strong>voor</strong>gedragen<br />

op be<strong>de</strong>vaartplaatsen ; an<strong>de</strong>re had<strong>de</strong>n slechts ten doel uiting<br />

te geven aan <strong>de</strong> naieve vroomheid en aan <strong>het</strong> Godsbetrouwen<br />

dat die eeuwen van intens geloof kenmerkt.<br />

Wij vermel<strong>de</strong>n eerst <strong>de</strong> Reis van Sinte Brandaen,<br />

die <strong>de</strong>n<br />

tocht naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwereld van een wegens zijn twijfel gestraften<br />

monnik verhaalt, en waarin <strong>het</strong> christelijke sterk<br />

vermengd <strong>voor</strong>komt met <strong>het</strong> fantastische <strong>de</strong>r Keltische motieyen.<br />

Afgezien misschien van dit verhaal, is <strong>het</strong> oudste geeste-<br />

lijk gedicht <strong>de</strong> Sinte Servaes van <strong>de</strong>n reeds vermel<strong>de</strong>n SINTE SERVAES<br />

Limburgschen schrijver Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke. (Zie ± 1170<br />

bldz. 1 7.)<br />

Hij vertelt er, in onbeholpen maar naieve verzen, <strong>het</strong><br />

leven van <strong>de</strong>n H. Servatius, die eerst bisschop was te Tongeren<br />

en daarna zijn verblijfplaats overbracht naar Maastricht, waar<br />

hij stierf. Het kapittel van <strong>de</strong> St.-Servatiuskerk in <strong>de</strong>ze stad,<br />

waar men van hein<strong>de</strong> en verre ter beevaart kwam, had Van<br />

Vel<strong>de</strong>ke verzocht dit gedicht te schrijven. Dergelijke heiligen-<br />

2 1


SINTE<br />

FRANCISCUS<br />

SINTE LUTGART<br />

VANDEN<br />

LEVENE ONS<br />

HEREN<br />

13' eeuw<br />

Ste PATRICIUS<br />

VEGEVUER<br />

TONDALUS'<br />

VISIOEN<br />

14e eeuw<br />

In <strong>de</strong><br />

biographieen waren niet zeldzaam : zoo b.v. een<br />

Leven van Sinte Franciscus dat aan Maerlant toegeschreven<br />

wordt, een Leven van Sinte Lutgart, en zelfs<br />

een in opzicht van kunst niet onverdienstelijk Van<strong>de</strong>n<br />

Levene ons Heren.<br />

Later in <strong>de</strong> 14e eeuw doken nog beschrijvingen<br />

op van reizen naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwereld, met even fantastische<br />

visioenen als in <strong>de</strong> Reis van Sinte Brandaen.<br />

Te vermel<strong>de</strong>n zijn Sunte Patricius Vegevuer en<br />

Tondalus' Visioen.<br />

heiligenlevens, die zich over <strong>het</strong> algemeen nochtans<br />

meer on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n door hun kin<strong>de</strong>rlijk-vromen toon dan<br />

door kunstzinnige bewerking, treedt <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> karakteristiek<br />

gemis aan locale kleur en aan historisch inzicht aan <strong>de</strong>n dag<br />

dat we reeds opmerkten in <strong>de</strong> classieke romans, en dat ook<br />

in <strong>de</strong> godsdienstige stukken <strong>de</strong>r primitieve schil<strong>de</strong>rschool opvalt<br />

: Christus en zijn heiligen zijn echte mid<strong>de</strong>leeuwers, soms<br />

behept met rid<strong>de</strong>rlijke en feodale mentaliteit, en <strong>het</strong> landschap<br />

waarin zij zich bewegen vertoont een verrassen<strong>de</strong> gelijkenis<br />

met <strong>de</strong> Vlaamsche gouwen.<br />

Meer nog dan <strong>de</strong> levensbeschrijvingen <strong>de</strong>r heiligen vielen<br />

in <strong>de</strong>n smaak <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche gemeenschap die verhalen<br />

waarin aangetoond werd hoe <strong>de</strong> <strong>de</strong>votie tot Maria <strong>de</strong>n mensch<br />

tot heil sticht en hem een veilige schutse is tegen <strong>de</strong> macht<br />

en <strong>de</strong> lagen van <strong>de</strong>n


Eerste bladzij<strong>de</strong> van <strong>het</strong> eenig bewaard gebleven<br />

handschrift van Beatrijs.


volgen. Veertien jaar later, na een leven van zon<strong>de</strong> en<br />

schan<strong>de</strong>, keert zij naar haar


dween eruit, zoodat <strong>de</strong> nabloei <strong>de</strong>r romantische literatuur in<br />

<strong>de</strong> 1 4 e eeuw, alhoewel nog terend op <strong>de</strong> schittering <strong>de</strong>r vroegere<br />

motieven, meer en meer toegaf aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> tot<br />

grover effecten en melodramatische verwikkelingen. Bovendien<br />

on<strong>de</strong>rging zij <strong>de</strong>n invloed van <strong>het</strong> burgerlijk didactisme,<br />

waarover in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen meer. Naast <strong>de</strong> omgewerkte<br />

en verburgerlijkte ou<strong>de</strong>re romans verschenen nu <strong>de</strong><br />

Sproken, meestal sentimenteele verhalen van geringen SPROKEN<br />

omvang, <strong>voor</strong>gedragen door sprooksprekers of zeg-<br />

gers. Het type van <strong>de</strong>n sprookspreker is WILLEm W. VAN HILDE-<br />

GAERSBERCH<br />

VAN HILDEGAERSBERCH, een <strong>de</strong>r eerste Noord-Ne<strong>de</strong>r- 2 e helft 14' eeuw<br />

lan<strong>de</strong>rs die in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> optre<strong>de</strong>n. Ongeveer<br />

zijn tijdgenoot is <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r DIRC POTTER, ge- DIRC POTTER<br />

heimschrijver van <strong>de</strong> graven van Holland, met wien ± 13701 428<br />

wij reeds op <strong>de</strong> uiterste grens <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen aanlan<strong>de</strong>n<br />

en die <strong>de</strong> overgangsperio<strong>de</strong> aankondigt. Zijn werk is Der<br />

Minnen Loep, eigenlijk een verzameling verhalen waaraan hij<br />

<strong>de</strong>n naam sproke gaf, maar die om hun didactische bespiegelingen<br />

evenzeer leerdicht kon<strong>de</strong>n heeten.<br />

Met <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>n betre<strong>de</strong>n wij volop <strong>het</strong> terrein <strong>de</strong>r BOERDEN<br />

volksliteratuur. Immers, toen als nu, waren er anecdoten en<br />

moppen in omloop, internationaal kleingoed, die van mond<br />

tot mond gingen, grappige verzinsels met vaak weinig kieschen<br />

inhoud, maar waarin men <strong>het</strong> volksleven op heeterdaad kan<br />

betrappen. Toen als nu, waren er liefhebbers die verzamelingen<br />

aanleg<strong>de</strong>n of wat ze zelf verzonnen te boek stel<strong>de</strong>n. Het<br />

eenig doel van die boer<strong>de</strong>n is te doen lachen, some prof te<br />

doen lachen, en in <strong>de</strong> zeldzame gevallen dat ze een literaire<br />

waar<strong>de</strong> bezitten, danken ze die aan <strong>de</strong> rake en pittig-populaire<br />

wending van <strong>de</strong>n verhaaltrant.<br />

B. — DE ZUCHT NAAR KENNIS<br />

In <strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw gaat <strong>de</strong> glans van <strong>de</strong>n<br />

rid<strong>de</strong>rroman aan <strong>het</strong> tanen : eigenlijk behoor<strong>de</strong> toen immers<br />

<strong>de</strong> schitteren<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> feodaliteit tot <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n.<br />

Een volkomen verschillen<strong>de</strong> strooming begint men omstreeks<br />

<strong>de</strong> jaren 1250 waar te nemen, niet alleen bij ons, maar ook<br />

25


in <strong>de</strong> literatuur <strong>de</strong>r naburige lan<strong>de</strong>n. Het blijkt wel dat <strong>de</strong><br />

stijgen<strong>de</strong> beschaving, of zoo men liever wil, <strong>de</strong> volksontwikkeling,<br />

<strong>de</strong> verspreiding van <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs, welke verspreiding<br />

men niet al te zeer moet on<strong>de</strong>rschatten, in West-Europa <strong>de</strong><br />

behoefte <strong>de</strong>ed ontstaan om <strong>de</strong> wetenschap — of wat men<br />

toen wetenschap noem<strong>de</strong> te populariseeren. Tot dan toe<br />

was <strong>de</strong> eenige taal waarin <strong>de</strong> menschelijke kennis te boek<br />

gesteld werd <strong>het</strong> Latijn (<strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> oorspronkelijke beteekenis<br />

van <strong>het</strong> woord roman!). Nu dat men die Latijnsche<br />

werken begon te vertalen om <strong>de</strong> zucht naar kennis — niet<br />

<strong>de</strong>r massa, maar van <strong>de</strong>n naar omhoog streven<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />

stand, <strong>de</strong> burgerij — te bevredigen, koos men ook daar<strong>voor</strong>,<br />

hoe vreemd <strong>het</strong> moge schijnen, <strong>de</strong> berijm<strong>de</strong> taal, <strong>de</strong>n geijkten<br />

vorm <strong>voor</strong> al wat bewust of onbewust op <strong>de</strong>n naam woordkunst<br />

aanspraak maakte zoolang <strong>het</strong> proza als kunstvorm<br />

in <strong>de</strong> 1 4 e eeuw niet <strong>de</strong>finitief zijn bestaansrecht verworven<br />

had.<br />

Deze didactische strekking moest <strong>voor</strong>al ingang vin<strong>de</strong>n in<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche gewesten, juist omdat <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />

waaruit ze geboren was, zich hier op hun gunstigst <strong>voor</strong><strong>de</strong><strong>de</strong>n.<br />

In geen enkel land immers, Italie uitgezon<strong>de</strong>rd, zien<br />

wij <strong>de</strong> gemeenten, en met <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n stand een zoo<br />

belangrijke rol spelen; nergens zooals hier wisten zij zich zoo<br />

zelfstandig te ontwikkelen en zich in zoo een hooge welvaart<br />

te verheugen. Er werkte zich in <strong>de</strong> Vlaamsche en Brabantsche<br />

ste<strong>de</strong>n een patriciersstand omhoog, die in zijn welgestel<strong>de</strong><br />

behaaglijkheid <strong>de</strong> behoefte gevoel<strong>de</strong> aan geestesvoedsel.<br />

Maar dat geestesvoedsel dieii<strong>de</strong> van een an<strong>de</strong>ren aard te zijn<br />

dan <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rpoezie positieve kennis strookte beter met zijn<br />

nuchtere zakelijkheid dan <strong>de</strong> fabelen van wufte avonturen die<br />

trouwens met geen enkele werkelijkheid meer overeenstem<strong>de</strong>n.<br />

JAN VAN BOENDALE geeft een treffen<strong>de</strong> uiting aan <strong>de</strong>ze<br />

mentaliteit door zijn zinspeling op Karel en<strong>de</strong> Elegast :<br />

Men leest dat Kaerle voer stelen<br />

lc segt u al son<strong>de</strong>r helen<br />

Dat Karel noit en stal.<br />

2 6


en Maerlant had <strong>het</strong> hem reeds <strong>voor</strong>gezegd :<br />

Die scone walsche poeten<br />

Di meer rimen dan si weten.<br />

of nog drastischer :<br />

Wat walsch is<br />

Valsch is.<br />

waarme<strong>de</strong> hij natuurlijk bedoelt dat, wat in <strong>het</strong> Fransch of<br />

walsch geschreven is, louter verzinsels zijn, terwijl <strong>de</strong> echte<br />

wetenschap te vin<strong>de</strong>n is in <strong>de</strong> Latijnsche werken.<br />

De bloei van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche didactische poezie is me<strong>de</strong><br />

te wijten aan <strong>de</strong> krachtige persoonlijkheid van haar eersten<br />

vertegenwoordiger in onze gewesten. JACOB VAN<br />

JACOB VAN<br />

MAERLANT werd ± 1230 waarschijnlijk in <strong>het</strong> MAERLANT<br />

Brugsche Vrije geboren. Hij genoot een « klerken >>- 1230-7-F.- 1300<br />

opvoeding en behoor<strong>de</strong> misschien tot <strong>de</strong> lagere geestelijkheid.<br />

Hij ging althans geduren<strong>de</strong> zekeren tijd <strong>het</strong> ambt van


•<br />

Gekleur<strong>de</strong> miniatuur uit <strong>het</strong> hs. 15001 van Maerlant's<br />

Rijmbijbel, berustend op <strong>de</strong> Koninkl. Bibliotheek to Brussel.<br />

Merk op hoe <strong>de</strong> Bijbelsche personages <strong>voor</strong>gesteld wor<strong>de</strong>n<br />

als mid<strong>de</strong>leeuwsche krijgers, en Jeruzalem als een burcht.


opzicht heeft <strong>de</strong>ze berijming geen waar<strong>de</strong> : behalve waar<br />

Maerlant een satirisch pijltje afschiet, vloeien <strong>de</strong>ze duizen<strong>de</strong>n<br />

verzen met hun ontelbare stopwoor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> minste verheffing<br />

<strong>voor</strong>t. Maar wel interessant is ze omdat ze een dui<strong>de</strong>lijk<br />

beeld geeft van <strong>de</strong>n stand <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche wetenschap.<br />

Dat is echter al.<br />

Van even geringe artistieke beteekenis is zijn Rijmbijbel,<br />

ook naar <strong>het</strong> Latijn, een berijming van <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> RIJMBIJBEL<br />

Testament en van <strong>de</strong> Evangelien, met als slot Die .7-f: 1270<br />

W rake van Jerusalem, <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>lging van Jerusalem naar <strong>de</strong>n<br />

Joodschen geschiedschrijver Flavius Josephus.<br />

Met <strong>het</strong> breed opgezette werk Spieghel Historiael,<br />

SPIEGHEL<br />

waarin hij een overzicht <strong>de</strong>r wereldgeschie<strong>de</strong>nis wil<strong>de</strong> HISTORIAEL<br />

geven van <strong>de</strong> schepping tot op zijn eigen tijd toe,<br />

1284-1290<br />

betrad hij <strong>het</strong> eerst <strong>het</strong> terrein <strong>de</strong>r eigenlijke geschiedschrijving.<br />

Van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>genomen vier <strong>de</strong>elen voltooi<strong>de</strong> hij er slechts<br />

twee : <strong>het</strong> eerste en <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>.<br />

Het is teekenend vo or <strong>de</strong> richting <strong>de</strong>r geesten in dien<br />

tijd dat <strong>de</strong>ze compilaties, ondanks hun geringe dichterlijke<br />

schoonheid, zoo veel bijval mochten beleven. Terwijl van<br />

an<strong>de</strong>re gelijktijdige gedichten met moeite fragmenten tot ons<br />

zijn gekomen, bleven b.v. van <strong>de</strong>n Rijmbijbel niet min<strong>de</strong>r dan<br />

vijftien handschriften bewaard, en <strong>de</strong> Spieghel Historiael werd<br />

in 1515 zelfs nog gedrukt.<br />

Maerlant's invloed blijkt ver<strong>de</strong>r nog uit <strong>het</strong> groot aantal<br />

navolgers die in zijn spoor <strong>voor</strong>twerkten. Bij hen is er zoo<br />

mogelijk nog min<strong>de</strong>r schoonheidsbezinning waar to nemen<br />

dan bij hun meester, zoodat <strong>het</strong> gevoeglijk bij een bloote<br />

vermelding van namen mag blijven.<br />

Toch verdient een feit onze aandacht : terwin Maerlant<br />

zelf West-Vlaming is, zijn <strong>de</strong> meeste zijner navolgers Braban<strong>de</strong>rs.<br />

Dit is geen toeval. Langzamerhand verschoof <strong>het</strong> zwaartepunt<br />

<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche beschaving van Vlaan<strong>de</strong>ren, waar<br />

<strong>het</strong>, ten gevolge van <strong>de</strong> oneenighe<strong>de</strong>n tusschen <strong>de</strong> gemeenten<br />

en <strong>de</strong>n graaf, geen oogenblik rustig meer was, naar <strong>het</strong><br />

hertogdom Brabant.<br />

De rechtstreeksche <strong>voor</strong>tzetters van Maerlant zijn PHILIP<br />

UTENBROKF, van Damme, die <strong>het</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>n<br />

29


Spieghel Historiael schreef, en LODEWIJK VAN VELTHEM die<br />

<strong>het</strong> gedicht tot zijn eigen tijd bijwerkte.<br />

De verdienstelijkste leerling is nochtans JAN VAN<br />

JAN VAN<br />

BOENDALE BOENDALE, geboren te Tervuren, later schepenklerk<br />

1290-± 1366 te Antwerpen, die in zijn Brabantsche Yeesten <strong>de</strong> ge-<br />

MELIS STOKE<br />

ein<strong>de</strong> 13' —<br />

begin 14' eeuw<br />

schie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r hertogen van Brabant te boek stel<strong>de</strong>. Zijn<br />

hoofdwerk is Der Leken Spieghel, een uitgebreid ze<strong>de</strong>kundig<br />

tractaat waarin <strong>de</strong> geschiedschrijving even goed haar plaats<br />

vindt als menig <strong>voor</strong>schrift aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dichtkunst en zelfs<br />

<strong>de</strong> wellevendheid. Het is een karakteristiek <strong>voor</strong>beeld van <strong>het</strong><br />

soort van handboeken waaruit een burger <strong>de</strong>r 1 4 e eeuw kon<br />

putten al wat hij dien<strong>de</strong> te weten om door te gaan als een<br />

beschaafd en belezen man.<br />

In <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n aard en misschien wel een aanvulling op<br />

Der Leken Spieghel is zijn Jans Teesteye, eveneens een handleiding<br />

<strong>voor</strong> practische ze<strong>de</strong>nleer, waarin Boendale <strong>de</strong>n tijd<br />

dien hij beleeft nog zoo kwaad niet vindt : alleen in <strong>de</strong>n<br />

achteruitgang van <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>l ziet hij re<strong>de</strong>n tot klagen.<br />

Te vermel<strong>de</strong>n is nog een « dichter » die ons an-<br />

<strong>de</strong>rmaal naar <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n verplaatst,<br />

en die ons meldt dat ook daar <strong>het</strong> letterkundig Leven<br />

traag en moeizaam ontwaakt. MELTS STOKE, klerk van <strong>de</strong>n<br />

Hollandschen graaf Floris V, schreef koud en droog en<br />

plichtmatig een Rymkroniek van Holland.<br />

Namen van an<strong>de</strong>re didactische schrijvers ontbreken niet<br />

ofwel beoefenen zij, zooals JAN VAN HEELU met zijn Yeeste<br />

van <strong>de</strong>n Slag van Woeringen, <strong>de</strong> kroniek en <strong>het</strong> geschiedverhaal,<br />

en als zoodanig boezemen ze <strong>de</strong>n historicus meer belang in<br />

dan <strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong>; ofwel beoogen zij godsdienstige<br />

en ze<strong>de</strong>kundige leering, zooals JAN DE WEERT van<br />

leper met zijn Nieurve Doctrinael, en zijn Disputacie van Rogiere.<br />

Daarnaast mag wel speciaal melding gemaakt wor<strong>de</strong>n van<br />

een soort van geschriften waarin we werkelijk <strong>de</strong> eerste<br />

pogingen vernemen om een wetenschap in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

te vestigen, nl. <strong>de</strong> Cyrurgie van JAN YPERMAN, en <strong>het</strong> Boeck<br />

van Surgien van THOMAS SCELLINCK, bei<strong>de</strong>n heelmeesters uit<br />

<strong>het</strong> begin van <strong>de</strong> 14e eeuw.<br />

Het didactische genre bleef heel <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> en vijftien<strong>de</strong><br />

30


eeuw door in zwang, overwoeker<strong>de</strong> <strong>de</strong> romankunst, versmolt<br />

met <strong>de</strong> mystiek, om ten slotte in <strong>het</strong> re<strong>de</strong>rijkerstijdperk zelfs<br />

<strong>de</strong> dramatische poezie dienstbaar te maken aan haar doelein<strong>de</strong>n.<br />

C. — DE LYRIEK<br />

1. — HET INDIVIDUEEL GEVOEL<br />

De mid<strong>de</strong>leeuwen zijn een perio<strong>de</strong> waarin <strong>de</strong> mensch zich<br />

hoofdzakelijk als een lid <strong>de</strong>r gemeenschap voelt. Door zijn<br />

geloof is hij een <strong>de</strong>el van <strong>het</strong> lichaam dat geheel <strong>de</strong> Westersche<br />

wereld omvat, <strong>de</strong> Kerk ; maatschappelijk is hij een schakel<br />

in <strong>de</strong> inrichting van <strong>het</strong> gemeentewezen met <strong>de</strong> starre en<br />

strenge kasten van ambachten en neringen. Over <strong>het</strong> algemeen<br />

zijn <strong>de</strong> persoonlijkhe<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> wereld van <strong>het</strong> <strong>de</strong>nken,<br />

dan ook zeer weinig scherp afgeteekend : ze wor<strong>de</strong>n weggedoezeld<br />

in <strong>de</strong> massa.<br />

Maar <strong>het</strong> hart, <strong>het</strong> gevoel, met zijn individueele aspiraties,<br />

met zijn persoonlijke vreug<strong>de</strong>n en smarten, met zijn begeerten<br />

en droomerijen, verliest nooit zijn recht om zich zelf te zijn.<br />

Vandaar <strong>het</strong> op <strong>het</strong> eerste gezicht ongewone feit dat, in die<br />

tij<strong>de</strong>n van gemeenschapskunst, <strong>de</strong> lyriek, die persoonlijkste<br />

aller kunstvormen, allesbehalve schaars vertegenwoordigd is.<br />

Voor vele mid<strong>de</strong>leeuwsche dichters had <strong>de</strong> lyriek bovendien<br />

nog haar oorspronkelijke bestemming behou<strong>de</strong>n : gezongen<br />

te wor<strong>de</strong>n met begeleiding van <strong>de</strong> Tier, of van <strong>de</strong>n<br />

doe<strong>de</strong>l, naar gelang van <strong>het</strong> milieu waar zij tot uiting kwam,<br />

en gepaard te gaan met dansen.<br />

Nochtans moet niet uit <strong>het</strong> oog verloren wor<strong>de</strong>n dat in<br />

sommige gevallen <strong>de</strong> uitstorting van <strong>het</strong> gevoel beperkt bleef<br />

binnen zekere conventioneele grenzen en gebon<strong>de</strong>n aan conventioneele<br />

vormen. Dit gold meest <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hoofsche minne-<br />

lyriek, van Provencaalschen oorsprong en waarvan MINNELYRIEK<br />

<strong>de</strong> vorm, met een lange traditie achter zich, uiterst gekunsteld<br />

was, <strong>de</strong> toon hoofsch en <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp gewijd aan <strong>de</strong> hul<strong>de</strong><br />

van een e<strong>de</strong>le vrouwe. HENDRIK VAN VELDEKE, <strong>de</strong><br />

Limburger van wien hierboven reeds spraak was,<br />

schreef er een <strong>de</strong>rtigtal in <strong>de</strong>n geijkten, zeer bewerk-<br />

H. VAN<br />

VELDEKE<br />

ein<strong>de</strong> 12' eeuw<br />

31


ten vorm die moeilijk toelaat te oor<strong>de</strong>elen of <strong>het</strong> gevoel dat<br />

er in uitgesproken wordt al dan niet echt is.<br />

Veel frisscher doen <strong>de</strong> minnelie<strong>de</strong>ren aan die toegeschreven<br />

wor<strong>de</strong>n aan hertog JAN I van Brabant, die meer<br />

1253-1284 bepaald danslie<strong>de</strong>ren schijnen, en dan ook aanleunen<br />

bij <strong>de</strong>n opgewekten toon van <strong>het</strong> zinnelijker volkslied.<br />

Echte individueele gevoelslyriek in <strong>de</strong>n mo<strong>de</strong>rnen zin van<br />

<strong>het</strong> woord, treffen wij daarentegen aan bij HADE-<br />

WIJCH. Ook <strong>de</strong>ze vrouw, die misschien te Antwerpen<br />

geboren werd, en een ge<strong>de</strong>eite van haar leven te Nijvel, in<br />

Waalsch-Brabant, doorbracht, schreef minnelyriek, waarin <strong>het</strong><br />

Provencaalsche formalisme zooals we dat leer<strong>de</strong>n kennen bij<br />

Vel<strong>de</strong>ke nog nawerkt, maar een minnelyriek die <strong>de</strong>ze motieven<br />

gebruikt om <strong>het</strong> wel en wee <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong> tot God te bezingen.<br />

Van haar verzen is <strong>het</strong> nooit uitgeputte on<strong>de</strong>rwerp <strong>de</strong><br />

mystieke Minne, met haar


genoten wor<strong>de</strong>n, terwijl om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen mo<strong>de</strong>rniseering<br />

van haar gedichten ter nauwernood mogelijk blijkt.<br />

Van een gansch an<strong>de</strong>ren aard is <strong>de</strong> lyrische poezie<br />

die Maerlant schreef. Niet <strong>de</strong> hoofsche verwoording<br />

van een conventioneel-versteend lief<strong>de</strong>gevoel, noch<br />

<strong>de</strong> onstuimige ontboezeming eener alles verteren<strong>de</strong><br />

mystieke minne, maar ernstige, ge<strong>de</strong>gen en wel overleg<strong>de</strong><br />

uiting van sociale en didactische bespiegelingen geeft<br />

Jacob van Maerlant. Wij zagen (blz. 1 7) hoe zijn didactisch<br />

aangeleg<strong>de</strong> geest reeds <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rrornans, die hij in zijn jeugdjaren<br />

schreef, doordrenkte met koel-nuchtere beschouwingen.<br />

Ook in zijn strofische gedichten, die hij waarschijnlijk meest<br />

alle op rijperen leeftijd schreef, overheerscht <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zwaarwichtige<br />

toon, wat niet verhin<strong>de</strong>rt dat hij prachtig kan toornen<br />

als hij in vuur geraakt over <strong>de</strong> onrechtvaardighe<strong>de</strong>n en ongerechtighe<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>zer wereld.<br />

Zijn bekendste lyrische gedichten zijn <strong>de</strong> Martijns,<br />

reeks gesprekken tusschen <strong>de</strong>n schrijver en een zekeren Martijn.<br />

Vooral Martijn I, ook, naar <strong>het</strong> aanvangsvers, Wapene<br />

Martijn genoemd, verdient onze waar<strong>de</strong>ering. De gesprekken<br />

gaan over een reeks vraagstukken : over <strong>de</strong> verdorvenheid<br />

<strong>de</strong>r wereld, over <strong>het</strong> verval van trouw en <strong>de</strong>ugd, over <strong>het</strong><br />

on<strong>de</strong>rscheid <strong>de</strong>r stan<strong>de</strong>n. Zijn verontwaardiging is daarbij<br />

die van <strong>het</strong> gezond verstand tegenover <strong>de</strong> dwaashe<strong>de</strong>n en<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n tijd.<br />

Zijn beste gedicht is misschien wel Van<strong>de</strong>n Lan<strong>de</strong> van Oversee<br />

(na 1291 geschreven), waarin een onstuimige lyrische kracht<br />

een<br />

<strong>de</strong> onverschillig gewor<strong>de</strong>n christenheid oproept tot <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging<br />

van <strong>het</strong> H. Land. Van min<strong>de</strong>r beteekenis is Der<br />

Kerken Claghe, waarin hij jammert over <strong>het</strong> verval <strong>de</strong>r kerk.<br />

Krachtige persoonlijkhe<strong>de</strong>n, die zich in <strong>de</strong> lyriek uitspreken,<br />

treft men ver<strong>de</strong>r niet aan. Wel klinkt soms, in <strong>de</strong> massa <strong>de</strong>r<br />

anonieme volkslie<strong>de</strong>ren, een kristalhel<strong>de</strong>r geluid dat ons<br />

waarschuwt dat een ziel zich uitzingt. Dit is o.a. <strong>het</strong> geval<br />

met <strong>het</strong> klaaglied Egidius waci besot bleven, dat om zijn ge<strong>de</strong>mpte<br />

woordharmonie en zijn zacht weemoedigen rhythmenval<br />

een sterk persoonlijke lyrische natuur verraadt, en ook<br />

met <strong>het</strong> jongere Chcquetst ben is van binnen.<br />

SOCIAAL-<br />

DIDACTISCHE<br />

LYRIEK<br />

JACOB VAN<br />

MAERLANT<br />

2e helft 13' eeuw<br />

33


•<br />

ito utak °Van meltillt,<br />

usltrite inattUtt bac ":,altottit<br />

ettett-wettir tee It tbitn,<br />

t rot<br />

cratafttu lout<br />

0 Ott nuttywoutut 4atu<br />

-zoubte tunnel ell warn<br />

nutlet* Itetett tant -<br />

e ;its vallietytud<br />

tut Ze barn colt -nett Irtueen<br />

Suchen van Zen Oxtutr<br />

te -,vtecten<br />

beat teCcatten eu •viten<br />

alit Zito' suet tit btie'doutr<br />

of hen gmb<br />

^<br />

gup,batabootnekray.<br />

I num istaratoni<br />

bar bit vex vtecrestor<br />

tit It taloa, tiotlebstetuldt<br />

of bar In to e<br />

tettitttnett Watt (niter<br />

hint *font,<br />

n t<br />

t tour intenbdieben Inv<br />

Mt Wen etthottnecit Custom etit<br />

ettitutit eh).<br />

it if:abaft mow<br />

ottofttarttin otter<br />

of **row<br />

u<br />

,Nottnue triatit-011$ We - , tu<strong>de</strong>nv) env*<br />

ber btft<br />

nu Ite alto Ito<br />

itmetten ett Veen.<br />

eft tuanuotte tut 0,13E tont,<br />

van bet ic beettithe . :<br />

tebttitor is Attottn ensflotn<br />

&bete ‘vitiur ?tee in Zen ftwit<br />

uhterbt<br />

bartro*<br />

te<br />

Induittittokheitrixtnimen.<br />

veer voigitet bitibta wribt4.,tt<br />

bar smetals!'<br />

truatitictrit bitten wtwn<br />

- bit tomtitnutt to btuartt<br />

Imnbftttt ntent vottlocbte<br />

Ixtil int Atitt ta , nth OiltVattt<br />

tit Witte bUte txte mtratto<br />

tot btroott utt.beforlist<br />

-zenth.,,tat tittottircett taint.<br />

ot tut ett 3tut it intoadt<br />

'mutt In tut bone curtityl<br />

Ott la *vitt ixttituritte:.<br />

arum 7u tie tut- b trAitt ,<br />

vett truttiteffett Worn matt<br />

instil %Gull:0e, ixt tale'<br />

ota Thiitate hew ten attn<br />

beterwalitt,c lanhat kVA. ou<br />

ktt Itterxt ii Itett'<br />

ttu 'molten. 'baboon tett<br />

cum Zvi* tau men ben<br />

tttoo bee at heir<br />

• ttsivolunettitt vettitu out<br />

titt* Int rebate beervatt<br />

%MAO' foOttrtittil bir %Vat'<br />

tte ttm.<br />

tt nnbunte otterwiter<br />

tar Ottz itetbetv Itabte veer<br />

tt putt *mitt taw<br />

(IT to tett cc/11km no<br />

lytt *abut nutter notettr<br />

nta fatten bat bar<br />

. 4 o (woo<br />

bar 41 =inmost 4e461 our '<br />

el bib* itkutt 30 mat<br />

nu antrum* <strong>de</strong>ft<br />

friitt optubocr<br />

vaimuntli taw<br />

Artcributa fatly/rt.<br />

al* bt It-v./mune/I loity<br />

dila *oily oiitto 13414*<br />

nimitvit<br />

Motor Atm bottictitett<br />

eti bit newt titer War<br />

0 01,, OM 11 WM WM<br />

- ,<br />

liter ffilittMett NM* fatiett gctm<br />

at 130-# totItOilhar bit trate tutottr<br />

bit -chit rtutturen<br />

Of In Ism one herly<br />

Watt itttibett<br />

baz :4-t Ida glitint<br />

etv bat Ccallw 4c‘rioir.<br />

Int 114-'xtratiteirocohill<br />

'Wert tinteli$<br />

tittit Ut, zkri4Ar<br />

4.:11 botc.r oultne<br />

Atitlur Itivr Akkilthu,,,a1 vrc<br />

ohm ti ltw4+;<br />

• ale liertr wIntett It<br />

‘lhtrir atirfactutcr OK Kr<br />

Eerste bladzij<strong>de</strong> uit <strong>het</strong> handschrift van Maerlant's Wapene Martijn.<br />

(Bibliotheek van <strong>de</strong> Universiteit to Groningen.)


Een even sterke lyrische klank treft ons bijwijlen in <strong>de</strong><br />

talrijke gebe<strong>de</strong>n- en getij<strong>de</strong>nboeken, <strong>voor</strong>al uit <strong>de</strong> 15e eeuw :<br />

enkele van <strong>de</strong> daarin <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> niet-liturgische gebe<strong>de</strong>n,<br />

meestal in proza, als b.v. <strong>de</strong> Pater nosier win<strong>de</strong>r Verrisenesse ons<br />

liefs Heeren en <strong>het</strong> Gebed <strong>de</strong>r coninginnen van Cecilien, zijn aangrijpen<strong>de</strong><br />

gevoelsuitingen.<br />

Heelemaal op <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>zer perio<strong>de</strong> dient nog vermeld<br />

te wor<strong>de</strong>n ZUSTER BERTKEN van Utrecht die zeven<br />

ZUSTER<br />

en vijftig jaar ingemuurd in een kluis leef<strong>de</strong>, en van BERTKEN<br />

wie een achttal mystieke lie<strong>de</strong>ren overblijven. Van 1427-1514<br />

een gansch an<strong>de</strong>ren aard zijn ze echter dan die welke Ha<strong>de</strong>wijch<br />

tweehon<strong>de</strong>rd jaar vroeger schreef : in plaats van <strong>de</strong><br />

onstuimigheid <strong>de</strong>r mystieke minne bekoren zij door hun argeloozen<br />

eenvoud.<br />

2. — DE ZINGENDE MIDDELEEUWER<br />

Naast <strong>het</strong> lyrisch gedicht van <strong>de</strong>n enkeling, <strong>het</strong><br />

lied van <strong>de</strong> gemeenschap. Dat lied <strong>voor</strong>al is niet te HET WERELDschei<strong>de</strong>n<br />

van zijn melodic. Samen zou<strong>de</strong>n ze moeten LIJK LIED<br />

bestu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> 1 3e eeuw tot <strong>de</strong> 1 7 e , toen <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche muziek ver buiten haar zrenzen vermaard was.<br />

We kunnen ons nu nog moeilijk <strong>voor</strong>stellen wat een plaats<br />

<strong>het</strong> lied bij onze <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs innam. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> dorpslin<strong>de</strong>,<br />

op <strong>de</strong> feestwei<strong>de</strong>, aan <strong>de</strong> bran bij <strong>de</strong> stadspoort, zingt een<br />

ruiter, een stu<strong>de</strong>nt, een landsknecht wat zijn gemoed beweegt.<br />

Het lied beheerschte in<strong>de</strong>rdaad


gegeven wor<strong>de</strong>n. Onmogelijk is <strong>het</strong> er <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rdom van to<br />

bepalen : mon<strong>de</strong>ling wer<strong>de</strong>n ze <strong>voor</strong>tgeleerd en sommige<br />

wer<strong>de</strong>n pas in <strong>de</strong> vorige eeuw uit <strong>de</strong>n volksmond opgeteekend.<br />

Er zijn er waarin men zon<strong>de</strong>r moeite nog sporen van<br />

<strong>het</strong> Germaansche hei<strong>de</strong>ndom erkent ; an<strong>de</strong>re die historische<br />

feiten bezingen ; an<strong>de</strong>re nog die ons een blik gunnen in <strong>het</strong><br />

volksleven. Toch schijnt <strong>het</strong> dat <strong>de</strong> meeste ontstaan zijn in<br />

<strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw.<br />

RIDDER-<br />

Voor zoover een overzicht mogelijk is kan er ge-<br />

ROMANCES wezen wor<strong>de</strong>n op rid<strong>de</strong>rromances, zooals <strong>het</strong> lied van<br />

Heer Halewyn, met zijn stemming van maag<strong>de</strong>lijke teerheid<br />

HISTORISCHE<br />

LIEDEREN<br />

en angstwekken<strong>de</strong> ruwheid, terwijl <strong>de</strong> tweeregelige strofen<br />

tevens een hooge plastische kracht bereiken. Niet min<strong>de</strong>r<br />

mooi is <strong>het</strong> lied van Heer Dancelken, terwijl Het dag<strong>het</strong> in <strong>de</strong>n<br />

Oosten bijna evenzeer dramatisch als episch van vorm is,<br />

maar met een stemming van doordringen<strong>de</strong>n weemoed. Het<br />

populairste wellicht, evenzeer om zijn romantisch-teere gevoeligheid<br />

als om zijn ontroeren<strong>de</strong> melodie is Het waren twee<br />

Conincskin<strong>de</strong>ren.<br />

De historische lie<strong>de</strong>ren bezingen toestan<strong>de</strong>n of ge-<br />

beurtenissen : aldus b.v. <strong>het</strong> Kerelslied, waaruit een<br />

echt krachtige haat van <strong>de</strong>n « ruter » tegenover <strong>de</strong> kerels<br />

spreekt. Een feit dat sterken indruk maakte op <strong>de</strong>n tijdgenoot<br />

was <strong>de</strong> moord op graaf Floris V (1296), dien Dirc<br />

Potter reeds in zijn Rymkroniek verhaal<strong>de</strong> en waaraan <strong>het</strong> lied<br />

Van Graef Floris en<strong>de</strong> Geeraert van Velsen gewijd werd. Ver<strong>de</strong>re<br />

<strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n zijn De Slach van Blangys (zege behaald door<br />

Maximiliaan bij Guinegate op <strong>de</strong> Franschen in 1479), enz.<br />

DRINK- EN Vol ruwen levenslust, maar ook soms vol guitige<br />

DANSLIEDEREN schalkschheid klinken <strong>de</strong>ze lie<strong>de</strong>ren die niet zel<strong>de</strong>n<br />

MINNELIEDE-<br />

REN, TELLIE-<br />

DEREN, enz.<br />

een verhalen<strong>de</strong>n inhoud hebben : moet er hier herinnerd<br />

wor<strong>de</strong>n aan Des Winters als <strong>het</strong> regent, aan Zeg Kwezelken Wil<strong>de</strong><br />

gij dansen?<br />

Daarnaast is <strong>het</strong> wel niet noodig to wijzen op <strong>de</strong><br />

ontelbare verschei<strong>de</strong>nheid <strong>de</strong>r minnelie<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong>r<br />

arbeidslie<strong>de</strong>ren, <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>r tellie<strong>de</strong>ren die gezongen<br />

wer<strong>de</strong>n bij <strong>het</strong> kantwerken. Alle samen maken zij een schat<br />

uit die getuigt van <strong>de</strong> rijke vruchtbaarheid van onze yolks-<br />

36


poezie.<br />

Naast <strong>het</strong> profane lied, had <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwer HET GEESTELIJK<br />

ook zijn godsdienstige zangen. De oudste zullen wel<br />

LIED<br />

eenvoudige vertalingen of paraphrasen geweest zijn van<br />

Latijnsche kerkzangen. De bloeitijd van <strong>het</strong> geestelijk lied valt<br />

echter <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> 1 5 e eeuw. Vele schijnen ontstaan te zijn<br />

uit <strong>de</strong> godsdienstige reactie tegen <strong>de</strong> verwil<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r toenmalige<br />

ze<strong>de</strong>n, en als tegenhangers van <strong>de</strong> dikwijls al te losse<br />

wereldlijke lie<strong>de</strong>ren. Het gebeur<strong>de</strong> zelfs niet zel<strong>de</strong>n dat een<br />

vroom lied zijn wijs ontleen<strong>de</strong> aan een bekend profaan lied,<br />

of dat <strong>de</strong> tekst schijnbaar aanleun<strong>de</strong> tegen een wereldlijk<br />

gedicht. Sommige teekenen wijzen er op dat <strong>de</strong> Franciscanen,<br />

die een bedrijvige rol speel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> godsdienstige heropleving,<br />

als echte menestrelen ter eere van God met hun lie<strong>de</strong>ren<br />

rondreis<strong>de</strong>n en ze aldus mondgemeen maakten.<br />

Men zong ze zon<strong>de</strong>r twijfel in <strong>de</strong>n huiskring, maar in hoofdzaak<br />

waren ze bestemd om door <strong>de</strong> geloovigen in <strong>de</strong> kerk<br />

gezongen te wor<strong>de</strong>n. Merkwaardig is dat vele bijna. louter<br />

verhalend van inhoud zijn. Zij missen dan ook over 't algemeen<br />

<strong>de</strong> ontstellen<strong>de</strong> ontroeringskracht die we b.v. bij <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>re rid<strong>de</strong>rromances aantref fen. Maar daartegenover staat<br />

een grille onbeholpenheid, die naiefweg met <strong>het</strong> heiligste op<br />

vertrouwelijken voet omgaat, en een onverschrokken Bemis<br />

aan locale kleur.<br />

Zeer talrijk zijn <strong>de</strong> kerstlie<strong>de</strong>ren waaron<strong>de</strong>r er verschillen<strong>de</strong><br />

zijn die men herkent als bestemd om door kin<strong>de</strong>ren<br />

gezongen te wor<strong>de</strong>n. B.v. Ons ghenaket die Aventstar.<br />

Daarnaast<br />

tref fen we passie-, paasch- en hemelvaartlie<strong>de</strong>ren aan, alhoewel<br />

die in<strong>de</strong>eling eenigszins willekeurig is : gansch <strong>het</strong> leven<br />

van Christus werd immers bezongen, evenals dat van Maria<br />

en van <strong>de</strong> heiligen. In enkele gevallen komt <strong>het</strong> lied op <strong>de</strong><br />

uiterste grens van <strong>de</strong> legen<strong>de</strong> te staan : De Soudaen had een<br />

Dochterkijn.<br />

Meer persoonlijke stemming vin<strong>de</strong>n we in <strong>de</strong> lie<strong>de</strong>ren<br />

waar <strong>de</strong> mystieke geest, dien we <strong>het</strong> eerst bij Ha<strong>de</strong>wijch<br />

aantrof fen, doorheen waait, en die gansch <strong>de</strong> gamma van<br />

een door Gods lief<strong>de</strong> beroer<strong>de</strong> ziel aanstrijken, maar wier<br />

kunstwaar<strong>de</strong> ook zeer verschei<strong>de</strong>n is.<br />

3 7


D. — EEN NIEUWE KUNSTVORM : HET PROZA<br />

Opvallend is <strong>het</strong> dat <strong>het</strong> proza zoo schaars als kunstvorm<br />

gebruikt wordt. Het is een feit dat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche schrijver<br />

zijn groote epische kunst evengoed als zijn kortere verhalen<br />

en anecdoten, zijn populaire kluchten en grollen<br />

evengoed als zijn mysteriespelen, en zelfs zijn vulgarisatiewetenschap,<br />

uitsluitend inkleed<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n berijm<strong>de</strong>n vorm. De<br />

eenige <strong>voor</strong> <strong>de</strong> openbaarheid bestem<strong>de</strong> gedachtenuitingen die<br />

in proza gesteld wer<strong>de</strong>n, waren wellicht <strong>de</strong> sermoenen en <strong>de</strong><br />

vertalingen van <strong>de</strong> Evangelien.<br />

Merkwaardig mag <strong>het</strong> heeten dat <strong>de</strong> eerste impuls tot <strong>het</strong><br />

gebruik van <strong>de</strong>n prozavorm ge<strong>de</strong>eltelijk uitgaat van <strong>de</strong> brieven<br />

<strong>de</strong>ze toch waren oorspronkelijk een uiting van privaten<br />

aard. Zoo bezitten wij een verzameling Brieven van HADEwucH<br />

waarin zij haar opvatting en ervaringen van <strong>de</strong> mys-<br />

BRIEVEN VAN<br />

HADEWI JCH tieke lief<strong>de</strong> uiteenzet. Men moet evenwel toegeven<br />

13° eeuw dat <strong>de</strong> stin ervan allesbehalve onbeholpen is, zooals<br />

men dat zou verwachten bij een aanvangen<strong>de</strong>n kunstvorm :<br />

hij is integen<strong>de</strong>el rijk en gedragen met sterk ineengeklonken<br />

VISIOENEN volzinnen. Hetzelf<strong>de</strong> geldt <strong>voor</strong> haar taal in een<br />

an<strong>de</strong>r prozawerk : <strong>de</strong> Visioenen, die in visionnaire beel<strong>de</strong>n<br />

haar opgang in <strong>het</strong> mystieke leven schil<strong>de</strong>ren, en waarschijnlijk<br />

ook bestemd waren <strong>voor</strong> een zeer beperkten kring van<br />

eensvoelen<strong>de</strong> lezeressen.<br />

Wellicht een tijdgenoote van Ha<strong>de</strong>wijch is <strong>de</strong><br />

kloosterlinge BEATRIJS VAN NAZARETH, die eveneens<br />

BEATRIJS VAN<br />

NAZARETH een verhan<strong>de</strong>ling in proza schreef : Seven manieren<br />

1200-1268 van Minnen.<br />

Doch we moeten wachten tot <strong>de</strong> • 14e eeuw, wanneer <strong>de</strong><br />

meeste hierboven behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> genres, behalve <strong>het</strong> dramatische,<br />

reeds min of meer in verval geraakt zijn, om <strong>het</strong> proza krachtig<br />

zijn bestaansrecht als kunstvorm to zien opeischen. Zijn<br />

opgang in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> is onverbreekbaar<br />

DE MYSTIEK verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> mystieke beweging, waarvan<br />

14e, eeuw reeds Beatrijs en Ha<strong>de</strong>wijch vertegenwoordigsters<br />

waren, maar die <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> 1 4 e eeuw zich met kracht en<br />

klem in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n en in Duitschland laat gel<strong>de</strong>n.<br />

38


Dit hangs samen met <strong>de</strong> geschiedkundige toestan<strong>de</strong>n. Er<br />

was iets veran<strong>de</strong>rd in <strong>de</strong> samenleving . <strong>de</strong>r naar hun ein<strong>de</strong><br />

nijgen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>het</strong> schoone evenwicht tusschen<br />

aardschheid en hemelschheid » was zoek, <strong>de</strong> ineenschakeling<br />

van <strong>het</strong> geestelijk i<strong>de</strong>aal en <strong>de</strong> stoffelijke werkelijkheid<br />

was gebroken. De mistoestan<strong>de</strong>n, door Maerlant gehekeld,<br />

waren op <strong>de</strong> spits gedreven, en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>ugd schaam<strong>de</strong> zich<br />

niet om onbeschroomd en uitdagend in <strong>het</strong> voile daglicht te<br />

tre<strong>de</strong>n.<br />

In <strong>het</strong> jaar 1378 ontstond daarenboven <strong>de</strong> groote Westersche<br />

scheuring in <strong>de</strong> Kerk, waardoor <strong>de</strong> geestelijke tucht<br />

merkelijk verzwakte en <strong>het</strong> gezag van <strong>de</strong>n Paus in <strong>het</strong><br />

gedrang kwam. Allerlei ketterijen kon<strong>de</strong>n welig tieren en<br />

brachten een niet geringe vertroebeling in <strong>de</strong> geesten en <strong>de</strong><br />

gemoe<strong>de</strong>ren.<br />

Tegen dien wassen<strong>de</strong>n vloed van ongerechtighe<strong>de</strong>n zoeken<br />

<strong>de</strong> zuiveren van hart meer en meer bescherming in <strong>de</strong> mystiek<br />

die tot een sociaal verschijnsel uitdijt. Reeds in <strong>de</strong> vorige<br />

eeuw had een zelf<strong>de</strong> gevoel van reactie tegen <strong>de</strong> godsdienstige<br />

en ze<strong>de</strong>lijke verwording geleid tot <strong>het</strong> oprichten van <strong>de</strong><br />

begijnhoven. Nu opnieuw wordt <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne <strong>de</strong>votie, die <strong>het</strong><br />

geestelijk leven in veiliger banen leidt, uit dit religieus yolksenthousiasme<br />

geboren. Het kenmerk van <strong>de</strong> mystiek is <strong>het</strong><br />

streven van <strong>de</strong> ziel om zich te vereenigen met God. Voorai<br />

door <strong>de</strong> bespiegeling, door <strong>het</strong> opgaan in <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke lief<strong>de</strong>,<br />

tracht <strong>de</strong> enkeling <strong>de</strong>ze vereeniging met <strong>de</strong> Eenheid, met<br />

God, te bereiken.<br />

De <strong>voor</strong>naamste vertegenwoordiger van <strong>de</strong> mystiek in onze<br />

gewesten is JOANNES RUUSBROEC, wiens extatische<br />

J. RUUSBROEC<br />

gestalte op <strong>de</strong>n drempel <strong>de</strong>r veertien<strong>de</strong> eeuw oprijst. 1293-1381<br />

Hij werd, naar men <strong>de</strong>nkt, te Ruisbroek (bij Brussel) in<br />

1293 geboren. Nog jonge knaap ging hij inwonen bij zijn<br />

oom die geestelijke was van Ste Goe<strong>de</strong>len te Brussel, en<br />

werd opgeleid tot <strong>de</strong>n priesterstand. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> meer dan<br />

<strong>de</strong>rtig jaar die hij in <strong>de</strong> hertogelijke stad doorbracht, voel<strong>de</strong><br />

hij <strong>de</strong> mystische neiging van zijn wezen aangroeien, en<br />

schreef hij wellicht reeds eenige van zijn tractaten; tot hij,<br />

samen met nog twee an<strong>de</strong>re geestelijken, zich in <strong>de</strong> eenzaam-<br />

39


heid van <strong>het</strong> Zonienwoud terugtrok om er zich aan zijn bespiegelingen<br />

over te geven. Velen had<strong>de</strong>n hem dit reeds<br />

<strong>voor</strong>gedaan, en overal in <strong>het</strong> uitgestrekte woud huis<strong>de</strong>n eenzaten<br />

die er <strong>de</strong> verdorvenheid <strong>de</strong>r wereld ontvlucht waren.<br />

Maar Ruusbroec's faam verspreid<strong>de</strong> zich spoedig, en weldra<br />

kwamen meer geestelijken zich bij hem vervoegen. Aldus<br />

ontstond <strong>de</strong> abdij van Groenendaal, waarvan hij <strong>de</strong> eerste<br />

prior werd. Zijn roem overschreed zelfs <strong>de</strong> grenzen, zoodat<br />

men hem van uit Frankrijk en Duitschland kwam raadplegen.<br />

Ruusbroec stel<strong>de</strong> waarschijnlijk te Groenendaal zijn meeste<br />

mystische raadgevingen en ervaringen te boek.<br />

HET SIERAAD Zijn bekendste werk is wel Die Chierheit <strong>de</strong>r gheeste-<br />

DER<br />

leker Brulocht (Het sieraad <strong>de</strong>r geestelijke bruiloft),<br />

GEESTELI JKE<br />

BRUILOFT een werk in drie <strong>de</strong>elen, waarin wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld<br />

<strong>de</strong> drie gra<strong>de</strong>n langswaar men tot <strong>de</strong> opperste mystieke<br />

zaligheid opklimt : <strong>het</strong> werken<strong>de</strong>, <strong>het</strong> innige en <strong>het</strong> godschouwen<strong>de</strong><br />

leven. An<strong>de</strong>re verhan<strong>de</strong>lingen door Ruusbroec geschreven<br />

heeten Van<strong>de</strong>n kerstenen Chelove, Het boec van<strong>de</strong>n gheestelefren<br />

Tabernacule, Van Seven Trappcn, enz., die alle samen<br />

een grootsch mystisch stelsel uitmaken.<br />

Nochtans wer<strong>de</strong>n zij niet geschreven met eenige literaire<br />

bedoeling : hun auteur bestem<strong>de</strong> ze als practische uiteenzettingen<br />

<strong>voor</strong> zijn volgelingen, als leiding <strong>voor</strong> kloosterzusters,<br />

in allen gevalle <strong>voor</strong> zijn onmid<strong>de</strong>llijke omgeving. Maar, in<br />

<strong>het</strong> binnenste wezen van Ruusbroec brand<strong>de</strong> <strong>de</strong> vlam <strong>de</strong>r<br />

schoonheid, en als <strong>de</strong> vervoering over hem vaardig werd, dan<br />

liet hij zijn proza onbewust openbloeien tot een vast gerhythmeer<strong>de</strong><br />

en klankhel<strong>de</strong>re uiting van <strong>de</strong> diepste stemmingen.<br />

Op zulke oogenblikken werd dit proza, dat Been kunst<br />

wil<strong>de</strong> zijn, meer poezie dan <strong>de</strong> vele duizen<strong>de</strong>n verzen zon<strong>de</strong>r<br />

bezieling die <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen had<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgebracht. Gewoonlijk<br />

echter schreef hij een vlotte maar niettemin kruimige<br />

volkstaal, frisch en opgeruimd van toon, vol populaire uitdrukkingen<br />

en wendingen, die <strong>de</strong>n lezer onmid<strong>de</strong>llijk verstaanbaar<br />

moest zijn. Zijn zinsbouw is veel min<strong>de</strong>r ingewikkeld<br />

dan bij Ha<strong>de</strong>wijch, maar raak kan hij typeeren en niet<br />

zel<strong>de</strong>n hanteert hij een zerpe, snij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ironie, die echter<br />

steeds misbruiken, nooit personen gold.<br />

40


Ruusbroec's invloed was onberekenbaar, en dat<br />

op velerlei gebied, <strong>het</strong> meest natuurlijk op <strong>de</strong> ver-<br />

breiding van <strong>de</strong> mystieke leer. Nog tij<strong>de</strong>ns zijn leven wer<strong>de</strong>n<br />

eenige van zijn verhan<strong>de</strong>lingen in <strong>het</strong> Latijn overgezet ; hierdoor<br />

en me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> latere vertalingen, waaron<strong>de</strong>r een<br />

volledige, wer<strong>de</strong>n zijn bespiegelingen bewon<strong>de</strong>rd en nagevolgd<br />

in heel <strong>de</strong> Christenheid, en doordrongen zijn gedachten<br />

<strong>de</strong> mystieke beweging in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n. Aldus ontstond<br />

on<strong>de</strong>r zijn invloed een ontzaglijke literatuur : hij is wellicht<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche schrijver wiens faam <strong>het</strong> verst en <strong>het</strong> duurzaamst<br />

<strong>de</strong> enge grenzen van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch taalgebied<br />

overschre<strong>de</strong>n heeft.<br />

In <strong>de</strong> Dietsche gewesten riep zijn <strong>voor</strong>beeld niet alleen een<br />

eigen bloeien<strong>de</strong> geestelijke literatuur in <strong>het</strong> leven, maar on<strong>de</strong>r<br />

zijn impuls ontstond <strong>voor</strong>al in Noord-Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> beweging<br />

van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne <strong>de</strong>votie tot vernieuwing van <strong>het</strong> godsdienstig<br />

leven. Aan <strong>het</strong> hoofd hiervan stond GERRIT DE GROOTE die,<br />

door <strong>de</strong>n roem van <strong>de</strong>n Groenendaalschen prior aangetrokken,<br />

hem in zijn kluis was komen bezoeken. Meest al zijn<br />

werken schreef hij in <strong>het</strong> Latijn, maar even groote verdiensten<br />

verwierf hij zich door <strong>de</strong> stichting van <strong>de</strong> Broe<strong>de</strong>rs en Zusters<br />

van <strong>het</strong> gemeene leven, die een groote rol gespeeld hebben in<br />

<strong>de</strong> inrichting van <strong>het</strong> volkson<strong>de</strong>rwijs. De schoonste en beroemdste<br />

vrucht van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche mystieke literatuur in<br />

<strong>het</strong> Latijn is <strong>de</strong> Imitatio Christi van THOMAS VAN KEMPEN.<br />

Ook op <strong>de</strong> volkstaal was <strong>de</strong> invloed van Ruusbroec krachtig.<br />

Te oor<strong>de</strong>elen naar <strong>het</strong> groot aantal handschriften die van<br />

zijn werken bewaard zijn gebleven, moet men ze zeer druk<br />

gelezen hebben, en heeft hij <strong>de</strong>n vorm dien hij gebruikte,<br />

een tot dan toe ongekend gezag bezorgd. Men heeft hem<br />

<strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r van <strong>het</strong> Dietsche proza genoemd, en terecht, niet<br />

omdat <strong>voor</strong> hem geen proza geschreven werd, maar omdat<br />

hij, door <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van zijn bevattelijken, hoewel gekuischten<br />

stijl, <strong>de</strong> eerste geweest is van een lange reeks be-<br />

RUUSBROEC'S<br />

INVLOED<br />

oefenaars van <strong>het</strong> proza als literairen vorm. In <strong>de</strong><br />

JAN VAN<br />

rij van mystieke schrijvers, epigonen van Ruusbroec,<br />

LEEUW<br />

treffen we in zijn onmid<strong>de</strong>llijke omgeving JAN VAN<br />

t 1377<br />

LEEUW aan. Hij was <strong>de</strong>


Groenendaal, waar hij vol bewon<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> zijn prior, diens<br />

werk in een populair<strong>de</strong>r en tevens min<strong>de</strong>r artistieken vorm<br />

navolg<strong>de</strong>. Van grooter beteekenis en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> literatuur, en<br />

H. MANDE <strong>voor</strong> <strong>de</strong> godsdienstige beweging is HENDRIK MANDE,<br />

1360-1431 <strong>de</strong> « Ruusbroec van <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n », wiens geschriften<br />

vaak aan die van zijn meester herinneren, en die een niet<br />

gering aan<strong>de</strong>el nam in <strong>de</strong> verspreiding van <strong>de</strong> mystieke beschouwingen<br />

in Noord-Ne<strong>de</strong>rland.<br />

J. BRUGMAN Nog meer' bekendheid verwierf <strong>de</strong> latere predi-<br />

±: 1400-1473 kant JAN BRUGMAN die, to Kempen geboren, heel <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n door zijn frisch en opwekkend woord liet hooren,<br />

en wiens preeken mo<strong>de</strong>llen zijn van direct-aangrijpen<strong>de</strong><br />

volks-welsprekendheid.<br />

Trouwens <strong>de</strong>ze veertien<strong>de</strong> eeuw is merkwaardig in tweeerlei<br />

opzicht : Noord-Ne<strong>de</strong>rland laat zich nu ook resoluut als<br />

literair, zij <strong>het</strong> nog als mystiek-ascetisch milieu gel<strong>de</strong>n ; en<br />

bovendien is <strong>het</strong> <strong>de</strong> eeuw van <strong>het</strong> proza als kunstvorm. Want<br />

naast <strong>de</strong> mystiek, Brij pen nu eveneens naar <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong><br />

ongebon<strong>de</strong>n taal <strong>het</strong> didactisme en zelfs <strong>de</strong> verhalen<strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong>.<br />

Omstreeks <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eeuw werd <strong>de</strong> Bijbel vertaald<br />

; uit <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n tijd dagteekent een Leven van Jezus.<br />

Vooral ontstaan er, in <strong>de</strong> 1 4 e en 1 5 e eeuw, verzamelingen<br />

in proza van Exempelen, didactische <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> levens<br />

<strong>de</strong>r heiligen, en vaak ontroeren<strong>de</strong> Legen<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> mystieke<br />

inslag nawerkt op <strong>de</strong> verhalen<strong>de</strong> literatuur. En we molten<br />

niet vergeten dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rromans nog steeds gegeerd<br />

bleven, maar nu eveneens in doorloopend proza.<br />

E. - EEN NIEUWE DRAMATIEK WORDT GEBOREN<br />

De mid<strong>de</strong>leeuwer beschouw<strong>de</strong> <strong>het</strong> tooneel niet of ternauwernood<br />

als een uiting van artistieke bedrijvigheid. Het tooneel<br />

was <strong>voor</strong> hem een openbare aangelegenheid, die <strong>de</strong>el uitmaakte<br />

van <strong>het</strong> leven <strong>de</strong>r gemeente, evengoed als jaarmarkten<br />

of kermissen. Hij wist dat in <strong>het</strong> jaar regelmatig, ten aanschouwe<br />

van gansch <strong>de</strong> burgerij met <strong>voor</strong>aan <strong>de</strong>n stadsmagistraat<br />

en <strong>de</strong> kerkelijke overheid, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vrije lucht en<br />

42


omraamd door <strong>de</strong> gevels van <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche marktplein,<br />

of tegen <strong>de</strong>n massieven achtergrond van <strong>het</strong> kerkgebouw,<br />

opvoeringen plaats grepen, waar alien aan meewerkten, en<br />

waarbij <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong>n tekst lever<strong>de</strong> nauwelijks meer geteld<br />

werd dan <strong>de</strong> ambachtsman die <strong>de</strong> pratikabels vervaardig<strong>de</strong>.<br />

In waarheid achtte ie<strong>de</strong>r lid <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche gemeenschap<br />

zich zoowat me<strong>de</strong>werker aan <strong>de</strong> dramatische <strong>voor</strong>stellingen<br />

zon<strong>de</strong>r welke <strong>het</strong> uitzicht onzer veertien<strong>de</strong>- en vijftien<strong>de</strong>eeuwsche<br />

ste<strong>de</strong>n niet <strong>de</strong>nkbaar is.<br />

Soms ook kwam misschien een rondreizen<strong>de</strong> troep neerstrijken<br />

in <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re herberg, en in plaats van <strong>de</strong><br />

gewone duivelskunsten en goochelknepen speel<strong>de</strong> ze een<br />

klucht of


van Satan tegen <strong>de</strong> menschheid vertegenwoordigd in Gods<br />

Zoon.<br />

MYSTERIE-<br />

SPELEN<br />

Vooraleer <strong>de</strong>ze mysteriespelen tot voile ontwik-<br />

keling gekomen waren, had<strong>de</strong>n zij langzamerhand<br />

<strong>het</strong> kerkkoor verlaten en waren naar <strong>het</strong> kerkplein verplaatst,<br />

terwijl <strong>de</strong> geestelijken gewoonlijk nog enkel optra<strong>de</strong>n als<br />

algemeene lei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> opvoering waar<strong>voor</strong> zij niet zel<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>n tekst lever<strong>de</strong>n.<br />

Om <strong>de</strong> hierboven aangehaal<strong>de</strong> oorzaak is geen enkel<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsch mysteriespel tot ons gekomen. Wel kan er<br />

HET MAAS- gewezen wor<strong>de</strong>n op een Maastrichtsch Paaschspel dat<br />

TR1CHTSCH aanvangt met <strong>de</strong> schepping van hemel en aar<strong>de</strong>, en<br />

PAASCHSPEL<br />

=- 1 -.<br />

1350 waarvan <strong>het</strong> handschxift afbreekt met <strong>het</strong> tooneel<br />

waar Judas zich gereedmaakt om Christus te verra<strong>de</strong>n in <strong>het</strong><br />

Hofken van Oliveten. Dit spel dat dagteekent van <strong>voor</strong> 1 350,<br />

is echter in Ne<strong>de</strong>rrijnsch dialect geschreven en kan bezwaarlijk<br />

tot <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> gerekend wor<strong>de</strong>n.<br />

DE BLISCAPPEN Van veel lateren datum zijn <strong>de</strong> twee mysterie-<br />

± 1440 spelen gekend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam van Eerste en Sevenste<br />

MIRAKEL-<br />

SPELEN<br />

Bliscap van Maria. Zij maakten <strong>de</strong>el uit van een rij van zeven<br />

stukken, waarvan er ie<strong>de</strong>r jaar een te Brussel opgevoerd werd.<br />

Alhoewel ze bijna een eeuw lang regelmatig gespeeld wer<strong>de</strong>n,<br />

zijn er slechts twee van <strong>de</strong> zeven, <strong>de</strong> eerste en <strong>de</strong> laatste,<br />

overgebleven.<br />

Behalve Christus en Maria, wer<strong>de</strong>n ook weldra <strong>de</strong><br />

levens <strong>de</strong>r heiligen, en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> door hen verrichte<br />

mirakelen gedramatiseerd. Ook van dit soort zijn slechts zeer<br />

weinige, en dan nog vrij jonge <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n bewaard gebleyen.<br />

Een ervan heet <strong>het</strong> Spel van<strong>de</strong>n heiligen Sacramente van <strong>de</strong>r<br />

Nyeuivervaart en is <strong>het</strong> werk van een Bredaschen dichter,<br />

SMEKEN. Het is <strong>de</strong> grillig bewogen <strong>voor</strong>stelling van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

van <strong>de</strong> miraculeuse hostie die, door een landman<br />

ont<strong>de</strong>kt, aanleiding geeft tot allerlei won<strong>de</strong>ren, terwijl <strong>de</strong><br />

machten <strong>de</strong>r duisternis, verpersoonlijkt door twee eer grappige<br />

dan vreesaanjagen<strong>de</strong> duivelen, niets tegen Naar vermogen.<br />

Van grooter artistiek kunnen, en <strong>voor</strong>al van scherp psychologisch<br />

inzicht getuigt <strong>het</strong> an<strong>de</strong>re mirakelspel : Mariken van<br />

Nieumeghen, evenals <strong>het</strong> vorige dagteekenend van <strong>het</strong> uiterst<br />

44


ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r 1 5 e eeuw, en waarschijnlijk geschreven door een<br />

onbekend gebleven Antwerpenaar. Terwijl <strong>de</strong> overige producten<br />

van <strong>het</strong> geestelijk tooneel weliswaar bekoren door hun<br />

naieve innigheid, maar toch over 't algemeen literaire hoedanighe<strong>de</strong>n<br />

missen, is hier een dichter aan <strong>het</strong> woord die <strong>het</strong><br />

menschenhart kent en begrijpt, en dat meevoelen kan omzetten<br />

in soms aangrijpen<strong>de</strong> tooneelen. Bovendien verplaatst <strong>het</strong><br />

ons in <strong>het</strong> voile leven van dien tijd, zoodat <strong>het</strong> zon<strong>de</strong>r veel<br />

moeite ook bij <strong>het</strong> wereldlijk tooneel zou kunnen gerangschikt<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

2. — HET WERELDLI JKE TOONEEL<br />

Toch heeft dit laatste zich waarschijnlijk niet ontwikkeld<br />

uit <strong>de</strong> geestelijke spelen. Want bijna uit <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n tijd als<br />

<strong>het</strong> Maastrichtsch -Paaschspel bezitten we een drietal wereldlijke<br />

spelen die door hun dramatische inkleeding en hun<br />

menschelijken toon schril afsteken tegen <strong>het</strong> nog onbeholpen<br />

mysteriespel. Het zijn onze abele spelen, d.w.z. kunst-<br />

spelen. Alhoewel <strong>de</strong> stof die ze verwerken interna-<br />

tionaal is, toch blijken ze eenig te zijn in <strong>de</strong> Westeuropeesche<br />

letterkun<strong>de</strong>, daar in Been enkel an<strong>de</strong>r land <strong>de</strong> weerga ervan<br />

ABELE ± SPLEEN<br />

kan aangewezen wor<strong>de</strong>n.<br />

Esmoreit, <strong>het</strong> eenvoudigste en ook dat waarvan <strong>de</strong> ESMOREIT<br />

dramatische worm <strong>het</strong> minst ge<strong>de</strong>gen <strong>voor</strong>komt, doet in zijn<br />

naief opgezette intrigue eenigszins onbeholpen . aan, maar <strong>de</strong><br />

bei<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, Cloriant en Lanseloet van Denemerken,<br />

LANSELOET<br />

zijn <strong>voor</strong>treffelijke kunst. In Lanseloet wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

VAN<br />

tee<strong>de</strong>rste gevoelens van <strong>het</strong> menschelijk hart geroerd. DENEMARKEN<br />

Lanseloet, <strong>de</strong> jonge e<strong>de</strong>lman, heen en weer geslingerd tusschen<br />

zijn a<strong>de</strong>l en zijn zinnelijkheid, brengt, daartoe aangezet door<br />

zijn moe<strong>de</strong>r, San<strong>de</strong>rijn een meisje van min<strong>de</strong>ren stand tot<br />

schan<strong>de</strong>. Deze vlucht met verwar<strong>de</strong> zinnen een Bosch in, waar<br />

een rid<strong>de</strong>r, ondanks <strong>de</strong> roeren<strong>de</strong> bekentenis van wat haar<br />

gebeur<strong>de</strong>; haar met zich voert en huwt. Lanseloet wordt<br />

on<strong>de</strong>rtusschen door wroeging en lief<strong>de</strong> verteerd, en wil goedmaken<br />

wat hij mis<strong>de</strong>ed. Maar San<strong>de</strong>rijn weigert terug te<br />

keeren, en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong> zal zijn meester dan maar liever mel<strong>de</strong>n<br />

dat ze overle<strong>de</strong>n is. De wanhoop doet Lanseloet sterven.<br />

45


11-)i.er beeint etn fur Bbenoecillihe<br />

en be am ozoe3c Igtozie vantien ecocie<br />

lantitott.efi iefront tiantrzl)n.<br />

Titelblad van <strong>de</strong>n eersten druk van Lanseloet.


Gloriant, niet zoo teer menschelijk, maar sterker GLORIANT<br />

van psychologie, vertoont <strong>het</strong> werven van <strong>de</strong>n hertog van<br />

Bruyswyc om <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> schoone Florentijn.<br />

Het zijn zeer geslaag<strong>de</strong> specimens van romantische drama's<br />

met fijn geteeken<strong>de</strong> karakters die in hun da<strong>de</strong>n levend uitgebeeld<br />

wor<strong>de</strong>n. Een vier<strong>de</strong> stuk Vci<strong>de</strong>n Winter en<strong>de</strong> van<strong>de</strong>n<br />

Somer, van een eenigszins an<strong>de</strong>ren aard, svmboliseert <strong>de</strong>n<br />

strijd tusschen Winter en Zomer.<br />

Samen met <strong>de</strong>ze abele spelen zijn er een aantal DE KLUCHTEN<br />

kluchten of sotternieen bewaard gebleven, bestemd om na<br />

een ernstig stuk <strong>de</strong> gedrukte stemming to helpen weglachen.<br />

Zeer eenvoudig gebouw<strong>de</strong> tooneeltjes zijn <strong>het</strong>, met drie of<br />

vier personen : <strong>de</strong> man, <strong>de</strong> vrouw, <strong>de</strong> comere, <strong>de</strong> ghebuer...<br />

De humor is allerelementairst : <strong>het</strong> toppunt is een vechtpartij.<br />

Het zijn gewoonlijk kluchtige huwelijksmiseres van on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

duim gehou<strong>de</strong>n echtgenooten die er <strong>het</strong> cncierwerp van uitmaken.<br />

De to©n is meestal ruw e.n onkiesch, maar sappig en<br />

schil<strong>de</strong>rachtig. Als <strong>de</strong>rgelijke nastukjes dien<strong>de</strong>n Lipp!" hi, De<br />

Buskenblaser, Die 1-Texe, Drie claghe here, Ruben, en <strong>de</strong> jongere<br />

en weer beken<strong>de</strong> Ghencechlike Chile Ct 2 Nu loch.<br />

47


12e<br />

eeuw<br />

OVERZICHT VAN DE MIDDELEEUWSCHE LETTEREN VOLGENS DE GENRES.<br />

R id<strong>de</strong>rromans<br />

Arthur- Classieke<br />

Karelrornans I romans romans<br />

EPISCHE POEZIE Didactische LYRISCHE POEZIE PROZA DRAMATISCHE<br />

poezie<br />

Dierenverhaal<br />

Stichtelijke<br />

verhalen<br />

Epische<br />

kleinkunst<br />

Van <strong>de</strong>n<br />

enkeling<br />

Volkspoezie<br />

Profane Geestelijke<br />

.<br />

Geestelijke<br />

Wereldl.<br />

13e<br />

eeuw<br />

14e<br />

eeuw<br />

15e<br />

eeuw<br />

Karel en<strong>de</strong><br />

Elegast<br />

•oelantslied<br />

Willem van<br />

Oringen<br />

Renout van<br />

Montalbaen<br />

Roman van<br />

Lorreinen<br />

Walewein<br />

Enelt<br />

(H. van<br />

Vel<strong>de</strong>ke)<br />

(Pennine en Floris en<strong>de</strong><br />

Vostaert) Blancefloer<br />

(D. van<br />

Assene<strong>de</strong>)<br />

Alexan<strong>de</strong>rs<br />

Ferguut Yeesten<br />

Historie van Historie van<br />

<strong>de</strong>n Grale Troyen<br />

(Maerlant)<br />

Esopet<br />

Reinaert I<br />

( Willem)<br />

Reinaert II<br />

Sinte Servaes<br />

H. v. Vel<strong>de</strong>ke<br />

Reis van<br />

Ste Brandaen<br />

Van<strong>de</strong>n<br />

Levene<br />

ons Heren<br />

Beatrijs<br />

Sinte Lutgart<br />

Sinte Franciscus<br />

Theophilus<br />

Ste Patricius<br />

Vegevuer<br />

Tondalus'<br />

Visioen<br />

Sproken<br />

Boer<strong>de</strong>n<br />

W. van Hil<strong>de</strong>gaersberch<br />

Der Minnen<br />

Loep<br />

(D. Potter)<br />

Naturen<br />

Bloeme; Spieghel<br />

Historiael,<br />

enz.<br />

(Maerlant)<br />

Melis Stoke<br />

L. van<br />

Velthem<br />

J. Boendale<br />

Hoofsche<br />

minnelyriek<br />

Van Vel<strong>de</strong>ke<br />

Ha<strong>de</strong>wijch<br />

Hertog Jan I<br />

Strofische<br />

gedichten v.<br />

Maerlant<br />

Egidiuslied<br />

Zuster<br />

Bertken<br />

Lie<strong>de</strong>ren<br />

Lie<strong>de</strong>ren<br />

Beatrijs van<br />

Nazareth<br />

Ha<strong>de</strong>wijch<br />

Ruusbroec<br />

J. van Leeuw<br />

H. Man<strong>de</strong><br />

Brugman<br />

Legen<strong>de</strong>n en<br />

exempelen<br />

Romans in<br />

proza<br />

Maastrichtsch<br />

Paaschspel<br />

De Bliscappen<br />

Van <strong>de</strong>n<br />

Sacramente<br />

Mariken van<br />

Nieumeghen<br />

I' bele<br />

spelen<br />

Kluchten


Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

a)<br />

C


HOOFDSTUK II<br />

EEN EEUW VAN VOLKSKUNST. — DE REDERIJKERS<br />

De vijftien<strong>de</strong> eeuw is <strong>het</strong> tijdperk van <strong>de</strong> Boer-<br />

STOFFEL I JKE<br />

WELVAART EN gondische hertogen, van wier politiek onze gewesten,<br />

LITERAIR en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>lpunt<br />

VERNAL<br />

en <strong>de</strong> spil waren. Reeds in 1 430 had Philips <strong>de</strong><br />

Goe<strong>de</strong> zijn verblijfplaats van Dijon naar Brussel overgebracht.<br />

Daarmee werd tevens <strong>de</strong> cultureele en economische hegemonie<br />

van Brabant bevestigd tegenover Vlaan<strong>de</strong>ren, dat ten gevolge<br />

van <strong>de</strong> crisis in <strong>de</strong> nijverheid en van <strong>de</strong> verzanding <strong>de</strong>r<br />

Brugsche haven een moeilijken tijd doormaakte. Antwerpen<br />

integen<strong>de</strong>el ontwikkel<strong>de</strong> zich tot <strong>de</strong> rijkste stad en <strong>de</strong> machtigste<br />

haven van gansch Europa.<br />

Het was een gul<strong>de</strong>n tijd <strong>voor</strong> onze bevolking : <strong>de</strong> Boergondische<br />

hertogen vier<strong>de</strong>n hun <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> weel<strong>de</strong> en<br />

uiterlijke praal bot in grootsche` feesten en optochten; er<br />

kwam een eind aan <strong>de</strong> inwendige twisten en <strong>de</strong> grenzen<br />

bleven beveiligd tegen invallen van buiten, zoodat vre<strong>de</strong> en<br />

bijgevolg welvaart ongestoord kon<strong>de</strong>n heerschen.<br />

Aangemoedigd door <strong>de</strong> vorsten en mogelijk gemaakt door<br />

<strong>de</strong>n algemeenen <strong>voor</strong>spoed, bloei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kunsten heerlijk op.<br />

De schil<strong>de</strong>rkunst beleef<strong>de</strong> een glanstijdperk met <strong>de</strong> Van<br />

Eycks, met R. van <strong>de</strong>r Wey<strong>de</strong>n, met Memlinc, om slechts <strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>naamsten to noemen ; Claus Sluter on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> zich in<br />

<strong>de</strong> beeldhouwkunst; <strong>de</strong> bouwkunst zag <strong>de</strong> stadhuizen van<br />

Brussel, van Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong> en van Leuven oprijzen; <strong>de</strong> faam<br />

van onze muziekmeesters drong heel Europa door.<br />

Tegen dien rijkdom stak <strong>de</strong> schamelheid <strong>de</strong>r literatuur<br />

schril af. Deze inzinking was trouwens een algemeen verschijnsel<br />

dat men ook in Duitschland, Frankrijk en Engeland waarneemt.<br />

Het is alsof <strong>de</strong> fantasie in West-Europa met een onverklaarbare<br />

onvruchtbaarheid geslagen is. De ou<strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen :<br />

50


<strong>de</strong> fiere rid<strong>de</strong>rlijkheid en zelfs <strong>het</strong> vroom en kin<strong>de</strong>rlijk geloof<br />

hebben uitgediend, terwijI <strong>de</strong> plotselinge opbloei van <strong>het</strong><br />

proza, die <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw nog eenigen luister verleen<strong>de</strong>,<br />

eveneens aan 't verslensen is. De groote genres wor<strong>de</strong>n niet<br />

meer beoefend omdat <strong>de</strong> verheven i<strong>de</strong>een waarmee ze gevoed<br />

wer<strong>de</strong>n, verkwijnen, en er nog geen nieuwe in <strong>de</strong> plaats<br />

getre<strong>de</strong>n zijn.<br />

Men noemt <strong>de</strong>zen tijd <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>de</strong>r re<strong>de</strong>rijkers,<br />

omdat <strong>de</strong>zen werkelijk bijna <strong>de</strong> gansche literaire<br />

bedrijvigheid beheerschen. In <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r vijftien<strong>de</strong> eeuw<br />

beginnen <strong>de</strong> vereenigingen, <strong>de</strong> gezelschappen van <strong>de</strong>n spele, die<br />

zich vanouds bezig gehou<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n met <strong>het</strong> opluisteren van<br />

processies en <strong>het</strong> opvoeren van wereldlijk zoowel als geestelijk<br />

tooneel, zich naar Fransch <strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong>n naam van re<strong>de</strong>rijkerskamers<br />

toe te eigenen. Als zoodanig werd hun bijna<br />

regelmatig overal, met officieele tegemoetkoming, <strong>de</strong> zorg<br />

overgelaten <strong>de</strong> feestelijkhe<strong>de</strong>n in te richten waartoe <strong>de</strong>ze<br />

brooddronken eeuw ie<strong>de</strong>r oogenblik aanleiding gaf. Maar ze<br />

had<strong>de</strong>n daarbij ook niet geringe literaire pren.tenties : ni. <strong>de</strong><br />

ambachtelijke organisatie van <strong>het</strong> schrijversgild; men leer<strong>de</strong><br />

er niets min<strong>de</strong>r dan poeet wor<strong>de</strong>n. In feite werd geduren<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> en <strong>het</strong> eerste <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw bijna<br />

geheel <strong>het</strong> letterkundig levee door <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamers<br />

gemonopoliseerd.<br />

De taal van <strong>het</strong> Boergondische hof was <strong>het</strong> Fransch, en<br />

<strong>de</strong> belangstelling van <strong>de</strong> hoogere stan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> eigen letterkun<strong>de</strong><br />

scheen te verflauwen. Voor zoover we kunnen nagaan<br />

ging <strong>de</strong> beoefening ervan grooten<strong>de</strong>els over in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r klei:ibuys2-,erij, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> die <strong>de</strong>el uitmaakte van <strong>de</strong> kamers<br />

van r<strong>het</strong>oric.. Haar geestelijke horizon was beperkt, haar<br />

inspiratie door <strong>de</strong>n band platvloersch. Uit <strong>het</strong> geestelijk erf<br />

<strong>de</strong>r vorige eeuwen had<strong>de</strong>n slechts twee groote stroomingen<br />

doorgewerkt : <strong>de</strong> didactische en <strong>de</strong> mystische. Die bei<strong>de</strong><br />

samengesmolten en vdrburgerlijkt .maken <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkersk ,mst<br />

uit, die hoofdzakelijk in <strong>de</strong> realistisch.e, en somas ook in <strong>de</strong><br />

lyrische een zekere hoogte bereikt. Langen tijd bleef<br />

<strong>de</strong> studie ervan verwaarloosd; <strong>de</strong> uitkomst <strong>de</strong>r i ongste on<strong>de</strong>rzoekingen<br />

heeft echter <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerspoezie min of meer in<br />

DE<br />

REDERIJKERS<br />

51


eere hersteld.<br />

Maar <strong>de</strong> vorm <strong>de</strong>zer kunst was in elk geval nieuwer dan<br />

<strong>de</strong> inhoud : <strong>de</strong> eerste zwakke golvingen <strong>de</strong>r Renaissance<br />

beroer<strong>de</strong>n reeds onze gewesten, en daar <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers geen<br />

last had<strong>de</strong>n met hun dichterlijke bezieling - die ze niet<br />

bezaten kon<strong>de</strong>n ze <strong>de</strong>s te meer knoeien aan <strong>de</strong> uiterlijke<br />

inkleeding. Van <strong>de</strong> vroegere genres wer<strong>de</strong>n alleen nog beoefend<br />

<strong>het</strong> lied, m.a.w. <strong>het</strong> lyrisch-didactisch gedicht dat<br />

verviel in allerlei kunstmatig geknutsel, als balla<strong>de</strong>n, ron<strong>de</strong>elen,<br />

refreinen, retrogra<strong>de</strong>n, ketendichten, enz., en ten slotte<br />

<strong>het</strong> drama.<br />

CONST VAN<br />

RETHORIKEN<br />

1548<br />

MATTHI JS<br />

DE CASTELEIN<br />

(1485-1550)<br />

ANTHONIS DE<br />

ROOVERE<br />

(1' 1482)<br />

kelijke<br />

Heel <strong>de</strong> theorie <strong>de</strong>r re<strong>de</strong>rijkerskunst werd uiteengezet<br />

in <strong>de</strong> Const van Rethoriken van <strong>de</strong>n te Ou<strong>de</strong>n-<br />

aar<strong>de</strong> geboren geestelijke MATTHIJS DE CASTELEIN.<br />

Een van <strong>de</strong> oudste re<strong>de</strong>rijkers is <strong>de</strong> Brugsche<br />

metselaar ANTHONIS DE ROOVERE die naast tooneel-<br />

stukken en allerlei refreinen, een gedicht schreef dat<br />

men gewoonlijk aanhaalt, niet alleen om zijn betrek-<br />

schoonheid, maar <strong>voor</strong>al om <strong>het</strong> verband dat erin<br />

dui<strong>de</strong>lijk is met <strong>de</strong> plastische afbeeldingen van <strong>de</strong>n « doo<strong>de</strong>ndans<br />

» ( 1 ) : Van <strong>de</strong>r Mollen feeste.<br />

J. VAN Meer beteekenis heeft <strong>de</strong> figuur van <strong>de</strong>n Utrecht-<br />

STYEVOORT schen re<strong>de</strong>rijker JAN VAN STYEVOORT die een verza-<br />

meling refreinen nagelaten heeft waaron<strong>de</strong>r sommige, in<br />

't vroe<strong>de</strong> (ernstige), zeer stichtelijk klinken, maar an<strong>de</strong>re, in<br />

't sotte en in 't amoureuse, ondanks <strong>de</strong>n gekunstel<strong>de</strong>n vorm,<br />

tintelen van on<strong>de</strong>ugen<strong>de</strong> luchtigheid. Alles samen vindt men<br />

hier <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskunst op Naar best.<br />

HET<br />

De hoogste kunstvorm <strong>voor</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r kamers<br />

REDERI JKERS<br />

TOONEEL was evenwel <strong>de</strong> dramatische. Nog meer dan vroeger<br />

immers was <strong>het</strong> tooneel een openbare aangelegenheid gewor-<br />

<strong>de</strong>n, niet <strong>het</strong> minst door <strong>het</strong> inrichten <strong>de</strong>r landjuweelen. Dit<br />

waren tooneeltornooien waarop al <strong>de</strong> kamers uitgenoodigd<br />

(1) Doo<strong>de</strong>ndans (Fr. danse macabre) noemt men <strong>het</strong> . in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst <strong>de</strong>r<br />

late mid<strong>de</strong>leeuwen dikwijls <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> motief dat <strong>de</strong> niets ontzien<strong>de</strong> macht<br />

van <strong>de</strong>n dood symboliseert. Het stelt een groep menschen <strong>voor</strong> van verschillen<strong>de</strong>n<br />

leeftijd en stand (paus en keizer naast lansknecht en be<strong>de</strong>laar) die door <strong>de</strong>n<br />

dood ten dans geleid wor<strong>de</strong>n.<br />

52


27<br />

Het tooneel opgericht bij <strong>het</strong> landjuweel to Gent in 1539.


CORNELIS<br />

EVERAERT<br />

(i. 1556)<br />

waren om een dramatisch gedicht te komen <strong>voor</strong>dragen<br />

over een opgelegd on<strong>de</strong>rwerp dat <strong>voor</strong> alle <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> was.<br />

Ie<strong>de</strong>re kamer had Naar eigen dichter, <strong>de</strong>n factor, die dus tegen<br />

<strong>de</strong>n gestel<strong>de</strong>n datum <strong>de</strong>n opgeleg<strong>de</strong>n regel (on<strong>de</strong>rwerp)<br />

tot een drama moest uitwerken en door zijn me<strong>de</strong>le<strong>de</strong>n<br />

laten opvoeren.<br />

Wat men <strong>voor</strong>al aanduidt met <strong>de</strong>n naam re<strong>de</strong>rijkerstooneel<br />

is een dramatische productie met scherp afgeteeken<strong>de</strong> karaktertrekken,<br />

waarin men <strong>de</strong>n laatsten en rninst roemrijken<br />

uitgroei van <strong>het</strong> didactisme en <strong>de</strong> mystiek herkent. Die re<strong>de</strong>rijkersstukken<br />

stellen in<strong>de</strong>rdaad geen han<strong>de</strong>ling <strong>voor</strong>, maar<br />

een soms onuitstaanbaar dorre, gedialogeer<strong>de</strong> leering; zij<br />

laten geen leven<strong>de</strong> personages optre<strong>de</strong>n, maar wel abstracties<br />

en symbolen, en heeten moraliteiten of spelen van zinnen.<br />

Een typisch beoefenaar van <strong>het</strong> re<strong>de</strong>rijkerstooneel<br />

is <strong>de</strong> Brugsche wolwever en voi<strong>de</strong>r CORNELIS<br />

EVERAERT. Van hem zijn niet min<strong>de</strong>r dan vijf en<br />

<strong>de</strong>rtig spelen bewaard gebleven, waaron<strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong><br />

die hij op bestelling schreef met <strong>het</strong> oog op een politieke<br />

viering, of een godsdienstige plechtigheid of zelfs een gezellige<br />

bijeenkomst. Het beste is wellicht zijn Maria Hoe<strong>de</strong>ken,<br />

eigenlijk nog een mirakelspel, maar waarin allegorische per-<br />

sonages, zooals Goet Gheselschip », Inwendige Wrou-<br />

ghynge », enz., optre<strong>de</strong>n. Die zucht naar allegorie is hem zoo<br />

sterk dat hij in an<strong>de</strong>re spelen, die een niet onverdienstelijk<br />

beejd ophangen van <strong>het</strong> economisch verval te Brugge, zijn<br />

personages namen geeft als « <strong>de</strong>n Dagelijkschen Snatere,<br />

gekleed als een appelwijf », « 's Volks Clappage », enz.<br />

Een enkel spel dagteekent uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>, dat eenigszins<br />

een synt<strong>het</strong>ische waar<strong>de</strong> heeft om <strong>het</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> motief van<br />

<strong>de</strong>n dood, en bovendien vermag ons te boeien en op sommige<br />

ELCKERLYC<br />

plaatsen te ontroeren, nl. Den Spyeghel <strong>de</strong>r Salicheyt<br />

2e helft 15' eeuw van Elckerlyc. Als schrijver ervan staat bekend<br />

PETRUS DIESTEMIUS of Pieter van Diest, lien men zon<strong>de</strong>r<br />

veel grond tracht te i<strong>de</strong>ntificeeren met <strong>de</strong>n Diestenaar Pieter<br />

Doorlant, vicaris van <strong>het</strong> Karthuizerklooster te Zelem<br />

(1. 15 0 7 ) . De hoofdpersoon van <strong>het</strong> stuk is Elckerlyc (ie<strong>de</strong>r<br />

mensch) die in dartelen overmoed « buten Gods vreese<br />

54


van alle aardsche genietingen <strong>het</strong> zijne neemt. God zendt<br />

hem <strong>de</strong>n Dood om hem <strong>voor</strong> zijn rechterstoel te dagen :<br />

Elckerlyc, ontzet, tracht <strong>de</strong>n Dood om te praten en verkrijgt<br />

ten slotte <strong>de</strong> gunst van een dag uitstel en <strong>de</strong> toelating om<br />

een Bezel op zijn laatste reis mee te nemen. Nu begint <strong>de</strong><br />

reeks <strong>de</strong>r vruchtelooze pogingen van Elckerlyc om een reisgenoot<br />

te vin<strong>de</strong>n : <strong>de</strong>genen die hem in zijn <strong>voor</strong>spoed ter<br />

zij <strong>de</strong> ston<strong>de</strong>n, nl. Gheselscap, Maghe, Neve, Tgoet (zijn bezittingen)<br />

, keeren hem nu alien <strong>de</strong>n rug toe. Dan, ten ein<strong>de</strong><br />

raad, <strong>de</strong>nkt hij aan Duecht die echter krank te bed ligt. Zij<br />

verwijst hem naar haar zuster Kennisse die hem tot Biecht<br />

leidt. On<strong>de</strong>ttusschen wordt Duecht zien<strong>de</strong>roogen krachtiger<br />

en gezon<strong>de</strong>r. Zijn dag uitstel loopt ten ein<strong>de</strong>, en Cracht,<br />

Schoonheyt, Vroetscap en Vijf Sinnen lei<strong>de</strong>n hem tot <strong>het</strong><br />

graf waar ook zij hem verlaten : alleen Duecht en Kennisse<br />

blijven hem bij tot in zijn allerlaatste smartelijke uur.<br />

Naast <strong>de</strong>ze « moraliteiten » bleef men ook kluch- HET KOMISCH<br />

ten, sotternieen opvoeren. Dit komisch tooneel was TOONEEL<br />

meer <strong>de</strong> rechtstreeksche <strong>voor</strong>tzetting van dat <strong>de</strong>r vorige eeuw<br />

en bleef zich on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n door zijn rauw-populaire ongegeneerdheid.<br />

Zoo is er b.v. niets dat <strong>de</strong> Antwerpsche klucht van<br />

Playertvater kenmerkt als specifiek re<strong>de</strong>rijkerswerk : zij kon<br />

even goed hon<strong>de</strong>rd jaar vroeger geschreven zijn. Hetzelf<strong>de</strong><br />

is waar <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Tiensche Esbatement van <strong>de</strong>n Schuyfman, waarin<br />

een lijk, op een paard gebon<strong>de</strong>n, een sterfhuis on<strong>de</strong>rsteboven<br />

zet. Het beste boertig tooneel werd geschreven door<br />

C. EVERAERT die allerlei ou<strong>de</strong> volksmotieven verwerkte, en<br />

<strong>voor</strong>al in <strong>het</strong> Esbatement van <strong>de</strong>n Coopman die vijf pond Grooten<br />

vercuste een niet onverdienstelijke komische kracht ontwikkel<strong>de</strong>.<br />

Alles samen, en met uitzon<strong>de</strong>ring van Elckerlyc, brachten<br />

<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers weinig of niets bij tot <strong>de</strong>n schat van<br />

schoonheid die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch-spreken<strong>de</strong> geslachten van<br />

eeuw tot eeuw bijeengegaard hebben. Maar terwijl ze hun<br />

didactische symbolen aan 't be<strong>de</strong>nken waren, wer<strong>de</strong>n ze<br />

meegesleurd in een draaikolk die weidra <strong>het</strong> uitzicht <strong>de</strong>r<br />

beschaaf<strong>de</strong> wereld zou wijzigen.<br />

55


Walther von <strong>de</strong>r<br />

Vogelwei<strong>de</strong> (Minnesanger)<br />

Tristan, van Gottfried<br />

v. Straszburg<br />

(1210)<br />

Historische feiten Ne<strong>de</strong>rlandsche Literatuur Fransche LiteratuurlDuitsche Literatuur<br />

12° eeuw.<br />

1127 Moord op Karel <strong>de</strong>n Goe<strong>de</strong> te<br />

Brugge.<br />

1183 De bouw van <strong>het</strong> Gentsche Belfort<br />

wordt begonnen.<br />

1184 Rid<strong>de</strong>rfeest te Mainz waar Fre<strong>de</strong>rik<br />

Barbarossa zijn twee zoons tot<br />

rid<strong>de</strong>r slaat.<br />

Noord-Ne<strong>de</strong>rl.<br />

Zuid-Ne<strong>de</strong>rland<br />

Graafschap Hertogdom<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren Brabant<br />

Karel en<strong>de</strong><br />

Elegast?<br />

Limburg<br />

H. van Vel<strong>de</strong>ke<br />

(Eneit)<br />

(± 1170)<br />

Chanson <strong>de</strong> Roland I<br />

(begin 12° e.)<br />

Roman d'Eneas<br />

1150)<br />

Troubadours<br />

Keltische romans<br />

van Chretien <strong>de</strong><br />

Troyes ( ± 1170 )<br />

Roman du Renard<br />

(± 1180)<br />

Trouveres Parzifal, van Wolf-<br />

Geste <strong>de</strong>s Lorrains ram v. Eschenbach<br />

(ein<strong>de</strong> 12° e.) (ein<strong>de</strong> 12" e.)<br />

13" eeuw.<br />

1202-1204 Vier<strong>de</strong> Kruistocht. — Bou<strong>de</strong>wijn<br />

IX, keizer Ntan Constantinopel.<br />

Geweldige opbloei van <strong>de</strong> Vlaamsche<br />

gemeenten.<br />

Stichting van Damme als <strong>voor</strong>haven<br />

van Brugge. De Hanze.<br />

1213 De vloot van <strong>de</strong>n Franschen koning<br />

Filips-August bij Damme verslagen.<br />

1214 Slag bij Bouvines.<br />

1249 Oudste Ne<strong>de</strong>rl. oorkon<strong>de</strong> in Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />

(Schepenbrief van Bouchout).<br />

1275 Oudste Ned. oorkon<strong>de</strong> in Brabant.<br />

1288 Hertog Jan I van Brabant behaalt<br />

<strong>de</strong> overwinning bij Woeringen.<br />

1296 Floris V, graaf van Holland,<br />

wordt te Mui<strong>de</strong>n vermoord.<br />

In <strong>het</strong> laatste kwart <strong>de</strong>r eeuw Melis Stoke<br />

beginnen <strong>de</strong> sociale onlusten in<br />

Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />

Roelantslied<br />

De rid<strong>de</strong>rromans?<br />

Reinaert I<br />

Walewein<br />

Floris en<strong>de</strong><br />

Blancefloer<br />

Beatrijs<br />

Maerlant<br />

1235—<br />

=- 1 -.<br />

1300)<br />

Ha<strong>de</strong>wijch<br />

Hertog Jan I<br />

Villehardouin<br />

(1165-1214)<br />

Li tterature didactique<br />

Roman <strong>de</strong> la Rose I<br />

(1225)<br />

Jeu <strong>de</strong> la Feuillee<br />

(1262)<br />

Rutebeuf 1280)<br />

Joinville (1224-<br />

1317)


14" eeuw.<br />

1302 Slag <strong>de</strong>r Gul<strong>de</strong>n Sporen. L. van Velt- Didactische litera ,<br />

: Meistei<br />

<strong>de</strong>rlandsch wordt officieele taal). (± 1290—, (± 1260-1327)<br />

1312 Oorkon<strong>de</strong> van Kortenberg (Begin<br />

hem tuur<br />

van <strong>de</strong>n bloei in Brabant).<br />

Mystiek 1323 Opstand van Zannekin (<strong>het</strong> Ne- Kerelslied J. Boendale Eckart<br />

± 1368)1<br />

1345 Jacob van Artevel<strong>de</strong> wordt ver- Abele spelen Maastrichtsch Miracles-Mysteres Mysteriespelen.<br />

moord. Kluchtspelen Paaschspel j. Tauler<br />

1378-1417 Groot Westersch Schisma. J.v.Ruusbroec (=-+= 1300-1361)<br />

1379 Burgeroorlog te Gent (Witte Ka- (1293-1381)<br />

proenen). I. van Leeuw<br />

1382 Filips v. Artevel<strong>de</strong> sneuvelt bij W. Van Hil- t 1377<br />

Rozebeke. <strong>de</strong>gaersberch<br />

1384 Filips <strong>de</strong> Stoute, hertog van Boergondie,<br />

wordt graaf v. Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />

Ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n economischen bloei H. Man<strong>de</strong> J. Froissart<br />

in Vlaan<strong>de</strong>ren. (1360-1431) (1337-± 1404)<br />

15° eeuw.<br />

1401 Men begint met <strong>de</strong>n bouw van <strong>het</strong> D. Potter Puys d'Amour<br />

stadhuis te Brussel. (1370-1428)<br />

1419 Filips <strong>de</strong> Goe<strong>de</strong>, « stichter <strong>de</strong>r Ne- Brum-flan<br />

<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n >>, verwerft al <strong>de</strong> provincies,<br />

behalve Gelre, Luik en<br />

Utrecht. -- Zijn resi<strong>de</strong>ntie te<br />

Brussel. •<br />

1427 De universiteit te Leuven wordt<br />

opgericht.<br />

1432 De Van Eycks voltooien Het Lam 1" re<strong>de</strong>rij- De Bliscap- Fr. "Mon<br />

Gods. kerskamer pen (±: 1431-1-1- 1464)<br />

±-- 1450 De Brusselsche Schil<strong>de</strong>rschool.<br />

Les Brands r<strong>het</strong>o-<br />

R. van <strong>de</strong>r Wey<strong>de</strong>n,<br />

riqueurs <strong>de</strong> la cour<br />

<strong>de</strong> Bourgogne<br />

1453 Val van Constantinopel.<br />

1466 H. Memlinc vestigt zich te Brugge.<br />

1467 Karel <strong>de</strong> Stoute volgt Filips <strong>de</strong>n<br />

Goe<strong>de</strong> op.<br />

1477 Oprichting van <strong>de</strong>n Grooten Raad.<br />

1492 Ont<strong>de</strong>kking van Amerika door Zuster Bert- Mariken van<br />

Christoffel Colombus. ken Nieumeghen<br />

1494-1506 Regeering van Filips <strong>de</strong>n Elckerlyc Marot (± 1495- Das Narrenschiff<br />

Schoone. 1544) Meistersinger<br />

1519 Karel V tot keizer gekroond. Stye<strong>voor</strong>t C. Everaert Rabelais (± 1495- Hans Sachs<br />

Eerste optre<strong>de</strong>n van Luther. (=L. - 1556) 15331 (1494- 15761


OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />

1. Kunt ge, <strong>de</strong>snoods met behulp van uw geschie<strong>de</strong>nisboek, jets vertellen<br />

over <strong>het</strong> cultuurverschil tusschen Frankrijk en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n in<br />

<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen? Raadpleeg hierbij ook uw nota's of uw handboek<br />

<strong>voor</strong> taalstudie (Hoofdstuk : Ontleening van vreem<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n).<br />

2. Bestond er in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, als literair uitingsmid<strong>de</strong>l, een algemeene<br />

taal? (Cfr. handboek <strong>voor</strong> taalstudie; Hoofdstuk : Geschie<strong>de</strong>nis<br />

<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche Taal).<br />

3. Welk dialect wordt in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen toonaangevend en waarom?<br />

4. Houd een korte <strong>voor</strong>dracht over H. van Vel<strong>de</strong>ke.<br />

5. Hoe is <strong>het</strong> te verklaren, dat bij <strong>de</strong>n aanvang van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

letterkun<strong>de</strong>, een literaire bedrijvigheid als die van H. van Vel<strong>de</strong>ke<br />

op <strong>de</strong> Oostelijke grens van ons taalgebied mogelijk is?<br />

6. Weet ge iets over <strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>leeuwschen versvorm?<br />

7. Vergelijk <strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>leeuwschen Reinaart met een <strong>de</strong>r mo<strong>de</strong>rne bewerkingen<br />

(<strong>voor</strong>al met <strong>het</strong> proza-verhaal van Streuvels).<br />

8. Vertel in een <strong>voor</strong>dracht <strong>de</strong>n korten inhoud van Reinaart en laat<br />

tevens <strong>de</strong> satirische bedoelingen van <strong>het</strong> gedicht uitkomen.<br />

9. Vergelijk <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche Beatrijs met <strong>het</strong> gedicht van Boutens.<br />

Zijn u nog an<strong>de</strong>re bewerkingen — misschien in vreem<strong>de</strong> literaturen —<br />

bekend?<br />

10. Behan<strong>de</strong>l in een <strong>voor</strong>dracht onze letterkun<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> 13e eeuw (een<br />

bloeitijdperk!)<br />

11. Behan<strong>de</strong>l <strong>de</strong> letterkundige bedrijvigheid van Maerlant, en houd daarbij<br />

<strong>de</strong>n cultuurhistorischen achtergrond in <strong>het</strong> oog.<br />

12. Waarom noemt men <strong>de</strong> laatste werken van Maerlant >?<br />

13. Merk op hoe, na Maerlant, <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid naar Brabant<br />

verlegd wordt. Hoe is die lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rol van <strong>het</strong> Brabantsch te verklaren?<br />

14. Welke Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandsche schrijvers oefen<strong>de</strong>n invloed uit op vreem<strong>de</strong><br />

literaturen?<br />

15. Geef een volledig overzicht van <strong>de</strong> godsdienstige letterkun<strong>de</strong> uit <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />

16. Vertel <strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r han<strong>de</strong>ling van >. Toon aan <strong>de</strong> hand<br />

van <strong>het</strong> stuk aan, hoe wij ons <strong>de</strong> vertooning van zulk abel spel mogen<br />

<strong>voor</strong>stellen.<br />

17. Is <strong>het</strong> u opgevallen dat, in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, <strong>de</strong> literaire ontwikkeling<br />

in Noord-Ne<strong>de</strong>rland een heele eeuw ten achter is op die van <strong>het</strong><br />

Zui<strong>de</strong>n? Ga dit in bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n na.<br />

18. Wat gewerd van <strong>de</strong>n rid<strong>de</strong>rroman in <strong>de</strong> 14e en 15 e eeuwen en waarmee<br />

hangt dit verschijnsel samen?<br />

19. Lilt welken stand zijn <strong>de</strong> personages die optre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> abele spelen?<br />

Van welk an<strong>de</strong>r genre schijnen ze bijgevolg <strong>de</strong> dramatiseering? En<br />

met welk an<strong>de</strong>r genre komen <strong>de</strong> kluchten overeen?<br />

20. Welk verband bestaat er tusschen <strong>de</strong> tegenwoordig heringerichte<br />

Landjuweelen en <strong>de</strong> vroegere?<br />

21. Welke ou<strong>de</strong> tooneelmaatschappijen bestaan nog in uw gewest of in<br />

uw stad? Indien hun geschie<strong>de</strong>nis geschreven is, houd er een lezing<br />

over.<br />

58


BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />

1. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven.<br />

(<strong>de</strong> speciaal als klasse-lectuur geschikte uitgaven zijn met een * gemerkt)<br />

Klass. Letterk. Pantheon (Thieme, Zutphen) :<br />

a. Mid<strong>de</strong>lned. epische en lyr. Poezie (Engels)<br />

b. Karel en<strong>de</strong> Elegast (Bergsma)<br />

c. Esmoreit (Leen<strong>de</strong>rtz).<br />

Van alle Tij<strong>de</strong>n (Wolters, Groningen) :<br />

a. *Reinaart <strong>de</strong> Vos (Kaakebeen — Tinbergen)<br />

b. *Beatrijs (Kaakebeen — Ligthart)<br />

c. *Mid<strong>de</strong>lncd. lyriese Ged. (Tinbergen)<br />

d. *Esmoreit (Ver<strong>de</strong>yen-Kaakebeen)<br />

e. *Ton<strong>de</strong>lus' Visioen (Ver<strong>de</strong>yen)<br />

f. *Sunte Patricius Vegevuer (En<strong>de</strong>pols).<br />

Zwolsche Herdrukken (Tjeenk Willink, Zwolle) :<br />

a. Van <strong>de</strong>n Vos Reynaer<strong>de</strong> I (Buitenrust Hettema en Degering)<br />

b. Van <strong>de</strong>n Vos Reynaer<strong>de</strong> II (Buitenrust Hettema)<br />

c. Lanseloet v. Denemerken (Leen<strong>de</strong>rtz).<br />

Zonnebloemboekjes (>, Blaricum) :<br />

a. *Lanseloet v. Denemerken (Spitz)<br />

b. *Gloriant (Spitz)<br />

c. *Marieken v. Nieumeghen (Poelhekke)<br />

d. *Elkerlyc (Spitz).<br />

Malmberg's Ne<strong>de</strong>rl. Schoolbibi. (Malmberg, 's-Hertogenbosch) :<br />

a. *Van<strong>de</strong>n Levene ons Heren (Van <strong>de</strong> Bilt)<br />

b. *Esmoreit (Van <strong>de</strong> Bilt)<br />

c. *Elckerlyc (Van <strong>de</strong> Bilt)<br />

d. *Reinaert (Wijffels).<br />

Lyceum-Herdrukken (Wolters, Groningen) :<br />

a. *Floris en<strong>de</strong> Blancefloer (Van <strong>de</strong>n Brink)<br />

b. *Elckerlyc (En<strong>de</strong>pols).<br />

Bibl. van Ne<strong>de</strong>rl. Letterk. (Wolters, Groningen) :<br />

Marieken v. Nieumeghen (Koopmans).<br />

Meulenhoff's Bib!. van Ned. Schrijvers (Meulenhoff, Amsterdam) :<br />

a. *Het Drama in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>l. (Wolthuis).<br />

b. *Mariken van Nieumeghen (Wolthuis).<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche Schrijvers (Tjeenk Willink, Zwolle) :<br />

a. *Karel en<strong>de</strong> Elegast (Van <strong>de</strong>n Ent)<br />

b. *Roman <strong>de</strong>r vier Heemskin<strong>de</strong>ren (De Jong)<br />

c. *Fragmenten van <strong>de</strong>n Roman van Walewein (Overdiep)<br />

d. *Ferguut (Van <strong>de</strong>n Ent)<br />

e. *Floris en<strong>de</strong> Blancefloer (De Waard)<br />

f. *Beatrijs (Wolters)<br />

g. *Mid<strong>de</strong>ln. Verhalen van Won<strong>de</strong>ren en Heiligen (De Jong).<br />

An<strong>de</strong>re Uitgaven :<br />

Bloemlezing uit Mid<strong>de</strong>lned. Dichters (Eelcoo, Verwijs en Stoett).<br />

Dichters <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen (W. H. Beuken).<br />

7 Eeuwen. Spiegel <strong>de</strong>r Ned. Lett. van 1200 tot he<strong>de</strong>n (De Raaf en<br />

Griss).<br />

Ned. Letterk. Schrijvers en Schrijfsters na 1600 (De Groot, Leopold,<br />

Rijkens en Pik, Kalff).<br />

59


Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rl. Epische en Lyrische Poezie (Dr. G. Engels, bij<br />

Thieme, Zutphen).<br />

De Ne<strong>de</strong>rl. Poezie in 100 Verzen (D. Coster).<br />

Ne<strong>de</strong>rl. Lyriek van of <strong>de</strong> 13e e. tot 1880 (bij Sijthoff, Lei<strong>de</strong>n).<br />

Breviarium <strong>de</strong>r Vlaamsche Lyriek (Marnix Gijsen).<br />

Karel en<strong>de</strong> Elegast (Kuiper, bij Van Kampen; Moller, bij De<br />

Kempen, Tilburg).<br />

Beatrijs (J. J. Gielen, bij De Kempen, Tilburg; A. J. <strong>de</strong> Jong, bij<br />

LI. M. >, A'dam, bij Stols te Maastricht).<br />

Van<strong>de</strong>n Levene ons Heren (W. H. Beuken, Purmerend).<br />

Lanseloet v. Denemerken (De Raaf).<br />

J. v. Ruusbroec. Werken door <strong>het</strong> R.-genootschap te Antwerpen<br />

(Kompas, Mechelen).<br />

Ruusbroec, Die Chierheit <strong>de</strong>r gheesteliker Brulocht (Weinschenk).<br />

Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandse Legen<strong>de</strong>n en Exempelen (Dr. C. G. N. <strong>de</strong><br />

Vooys, bij Wolters).<br />

Die Eerste Bliscap van Maria (W. <strong>de</strong> Vreese, bij Nijhoff, Den Haag;<br />

bij Dekker, van <strong>de</strong> Veght en J. W. van Leeuwen te Utrecht).<br />

Mariken van Nieumeghen (Cor<strong>de</strong>mans en Bernaerts bij De Standaard,<br />

Brussel).<br />

Mariken van Nieumeghen (Dr. W. H. Beuken, bij Thieme, Zutphen).<br />

Een keur uit Jan van Stye<strong>voor</strong>ts Refereynenbun<strong>de</strong>l A° 1524 (Dr.<br />

L. In<strong>de</strong>stege).<br />

A. <strong>de</strong> Roovere. Een keus uit zijn werk (Nijgh en Van Ditmar,<br />

Amsterdam).<br />

Colijn Caillieu's Dal son<strong>de</strong>r We<strong>de</strong>rkeeren of Pas <strong>de</strong>r Doot (P. De<br />

Keyser, De Sikkel).<br />

Re<strong>de</strong>rijkersspelen (Dr. Van <strong>de</strong>r Laan, bij Nijhoff).<br />

Drie schandaleuse spelen (Dr. W. Van Eeghem, bij De Sikkel).<br />

Twee zes 'tien<strong>de</strong>-eeuwse Spelen van <strong>de</strong> Hel (Dr. B. H. Erne, bij<br />

Wolters).<br />

Amsterdamse Re<strong>de</strong>rijkersspelen in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw (Dr. E. Ellerbroek-Fortuin,<br />

bij Wcilters).<br />

Reformatorische Re<strong>de</strong>rijkersspelen uit <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong><br />

Eeuw (L. M. van Dis).<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsch Lie<strong>de</strong>rboek (Fl. van Duyse, Willemsfonds).<br />

Dit is een suyverlyck Boeckxen (gees 'telijke lie<strong>de</strong>ren, Fl. van Duyse,<br />

Davidsfonds).<br />

Oudne<strong>de</strong>rlandsche lie<strong>de</strong>ren (Kan. J. van Nuffel e.a, Davidsfonds).<br />

2. Mo<strong>de</strong>rniseeringen of bewerkingen in he<strong>de</strong>ndaagsche taal lever<strong>de</strong>n o.a.:<br />

A. J. ALBERDINGK THIJM : Karolingische Verhalen (v. Langenhysen).<br />

F. TIMMERMANS : Karel en Elegast. — De 4 Heemskin<strong>de</strong>ren (v. Kampen).<br />

J. A. SLEMPKES : De 4 Heemskin<strong>de</strong>ren (Thieme).<br />

L. COUPERUS : Het zweven<strong>de</strong> schaakbord (Wereldbibl.).<br />

J. STORMEN : De won<strong>de</strong>rbare Legen<strong>de</strong> van St. Servaas (Maastricht, Vel<strong>de</strong>ke<br />

Mij.).<br />

D. DAALDER : Floris en Blancefloer — Ferguut.<br />

H. J. BOEKEN : Floris en Blancefloer (strofisch gedicht).<br />

Reinaart <strong>de</strong> Vos, door J. DE GEYTER, H. MELIS, C. LINDEMANS, C.<br />

VOORHOEVE (berijmd) en STUN STREUVELS, SLEMPKES, E. DE<br />

SEYN (prOZa).<br />

Beatrijs, door P. C. BOUTENS, J. GONDRY (verzen) , R. J. SPITZ (proza),<br />

H. VAN OVERBEKE (tooneel).<br />

A. VERWE Y : Bloemlezing uit Maerlant. - Visioenen v. Ha<strong>de</strong>wijch (Sikkel).<br />

60


J. SNELLEN : Ha<strong>de</strong>wijch. Een bloemlezing uit Naar poezie en proza<br />

(Ploegsma, Zeist).<br />

DR. M. H. VAN DER ZEYDE : Brieven van Ha<strong>de</strong>wijch (Sikkel).<br />

J. CAEYMAEX : Beatrijs van Nazareth, 7 Manieren van Minne (Leeslust).<br />

FR. ERENS : Het Sieraad <strong>de</strong>r geestelijke Bruiloft, v. Ruusbroec (Wereld<strong>bibliotheek</strong>).<br />

H. W. E. MOLLER : Ruusbroec in tegenwoordig Ne<strong>de</strong>rlandsch I (Bussum).<br />

L. REYPENS : Licht- en lief<strong>de</strong>bloemen uit Ruusbroec (Leeslust).<br />

J. VEEN : then met Ruusbroec (Baarn).<br />

J. BERGEN : Ruusbroec <strong>de</strong> Won<strong>de</strong>rbare.<br />

Thomas a Kempis' Imitatio Christi, bew. door FR. ERENS, W. KLOOS,<br />

I. VAN DYCK.<br />

W. SMULDERS : Die Eerste Bliscap van Maria (met <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n naast<br />

<strong>de</strong>n gemo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong>n tekst — Standaard).<br />

De Zeven<strong>de</strong> Bliscap van Maria (Malmberg).<br />

De 7' Bliscap (Duimpjesuitgave nr 77) .<br />

M. BEVERSLUIS : Marieken van Nijmegen, lyrische bewerking (Kosmos).<br />

3. Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re studie :<br />

Algemeen bekend wor<strong>de</strong>n veron<strong>de</strong>rsteld <strong>de</strong> groote literatuurgeschie<strong>de</strong>nissen<br />

van Dr G. KALFF, Dr J. TE WINKEL, Dr J. PRINSEN, F. BASTIAANSE,<br />

(met bloemlezing) ; van Dr J. VAN MIERLO (<strong>voor</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rl. letterk.)<br />

; van Dr WORP (Drama en Tooneel) ; alsook <strong>de</strong> Platenatlas door<br />

M. POELHEKKE en D r C. G. N. DE VOOYS. Llit <strong>het</strong> overvloedige studiemateriaal<br />

achten wij ver<strong>de</strong>r best geschikt :<br />

D r JAC. VAN GINNIKEN : De Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rl. Letterk. in<br />

<strong>het</strong> licht <strong>de</strong>r ethnologische Literatuur-wetenschap.<br />

J. KUYPERS, TH. DE RONDE, J. G. M. MOORMANN, D. WOUTERS : Onze<br />

Literatuur in Beeld (De Sikkel).<br />

J. DROOGMANS : Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke (Michiels, Tongeren).<br />

L. J. ROGIER : Henric van Vel<strong>de</strong>ken (met bloeml., bij Leiter-Nijpels,<br />

Maastricht).<br />

Dr J. VAN MIERLO : Heinrich van Vel<strong>de</strong>ke. — Ha<strong>de</strong>wijch. — De Poezie<br />

van Ha<strong>de</strong>wijch. — Het Roelantslied. — Willem van Afflighem en<br />

Het Leven van Jesus en Het Leven van Sinte Lutgart (Standaard).<br />

Dr M. H. VAN DER ZEYDE : Ha<strong>de</strong>wijch (Wolters).<br />

L. J. REYPENS : Ruusbroec (Standaard).<br />

D. A. STRACKE, J. VAN MIERLO, L. REYPENS : Ruusbroec <strong>de</strong> Won<strong>de</strong>rbare<br />

(met bloemlezing Davidsfonds).<br />

W. CH. A. SCHILLING : Een proeve van stylistiek bij « Ruusbroec <strong>de</strong>n<br />

Won<strong>de</strong>rbare >> (Amsterdam).<br />

J. KOOPMANS : Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandse Romans (Sijthoff).<br />

Prof. J. VERCOULLIE : De Diersage en Reinaert <strong>de</strong> Vos (Excelsior).<br />

D r M. SABBE : Wat Oud-Vlaan<strong>de</strong>ren zong (Lectura).<br />

Dr KNUTTEL : Het geestelijk Lied in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />

Dr C. C. VAN DER GRAFT : Marialegen<strong>de</strong>n (Van Looy).<br />

Dr J. HUIZINGA : Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen (Tjeenk Willink).<br />

Dr L. VAN PUYVELDE : Schil<strong>de</strong>rkunst en tooneelvertooningen (Kon. Vl.<br />

Aca<strong>de</strong>mie).<br />

Dr TH. DE RONDE : Het Tooneelleven in Vlaan<strong>de</strong>ren (Davidsfonds).<br />

61


HOOFDSTUK III<br />

EEN TIJD VAN GISTING EN OVERGANG<br />

RENAISSANCE EN HERVORMING<br />

INLEIDING<br />

Op <strong>het</strong> hoogtepunt van <strong>de</strong>n echt-mid<strong>de</strong>leeuwschen geest<br />

en meteen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche letterkun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong><br />

eeuw, was er een bijna bestendig dalen<strong>de</strong> lijn gev,olgd. De<br />

harmonisch gele<strong>de</strong> gemeenschap brokkel<strong>de</strong> langzaam uiteen,<br />

<strong>de</strong> frissche onbevangenheid van <strong>het</strong> geloof werd aangevreten<br />

door critiseerlust, daarna door onbevredigdheid. Het evenwicht<br />

tusschen <strong>het</strong> hemelsche en <strong>het</strong> aardsche, in <strong>de</strong>n zin <strong>de</strong>r<br />

Katholieke leer, was verbroken en in <strong>de</strong> plaats ervan kwam<br />

een gretiger aanhankelijkheid aan <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren en genietingen<br />

<strong>de</strong>zer wereld. Ten gevolge van <strong>de</strong> opkomst van <strong>het</strong> kapitalisme<br />

braken er gedurig, <strong>voor</strong>al van <strong>de</strong> 1 4e eeuw af, maatschappelijke<br />

conflicten uit die niet zel<strong>de</strong>n aanleiding gaven<br />

tot bloedige botsingen. Door dit alles maakte <strong>het</strong> individu<br />

zich allengs los uit <strong>het</strong> grootsche verband waarvan <strong>het</strong> zoo<br />

lang <strong>de</strong>el uitgemaakt had.<br />

In <strong>de</strong> 16e eeuw nu, kwam <strong>de</strong> latente crisis, waaron<strong>de</strong>r <strong>het</strong><br />

geestesleven leed, tot een overhaaste oplossing ten gevolge<br />

van een aantal factoren die <strong>de</strong> evolutie <strong>de</strong>r gedachten omzet-,<br />

ten in revolutie. Een eerste <strong>de</strong>zer factoren was <strong>de</strong> uitvinding<br />

<strong>de</strong>r boekdrukkunst met al haar mogelijkhe<strong>de</strong>n ; een an<strong>de</strong>re :<br />

<strong>de</strong> groote zeereizen en ont<strong>de</strong>kkingen, o.a. van <strong>de</strong> Nieuwe<br />

wereld; een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> : <strong>de</strong> verwording <strong>de</strong>r- scholastieke wijsbegeerte<br />

en <strong>het</strong> slaan <strong>de</strong>r grondvesten van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wetenschap<br />

(Copernicus). Nadat <strong>de</strong> mensch <strong>de</strong> wereld ont<strong>de</strong>kt<br />

heeft, ont<strong>de</strong>kt hij zich zelf. De mid<strong>de</strong>leeuwsche samenhoorigheid<br />

verbrekend, treedt <strong>het</strong> individu op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond en<br />

beschouwt met critisch en zelfs sceptisch oog <strong>het</strong> heelal. De<br />

mensch leert <strong>de</strong>n afstand in <strong>de</strong> ruimte en ook in <strong>de</strong>n tijd<br />

62


meten. En bovenal : <strong>het</strong> hiernamaals waartoe <strong>het</strong> aardsche<br />

bestaan <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>leeuwer slechts een <strong>voor</strong>bereiding<br />

was, verliest zijn overheerschend belang, terwijl men <strong>het</strong><br />

leven om zich zelf waard acht geleefd te wor<strong>de</strong>n. De zinnelijke<br />

schoonheid krijgt waar<strong>de</strong> om haar zelfs wil.<br />

Waar die nieuwe geest zich uitleeft in <strong>de</strong> kunst, noemt<br />

men hem Renaissance; waar hij zich omzet in een levenshouding<br />

en gepaard gaat met geleerdheid, <strong>voor</strong>al taalgeleerdheid,<br />

wordt hij humanisme (1) ; waar hij <strong>de</strong>n godsdienst zelf aantast,<br />

geeft hij aanleiding tot <strong>de</strong> hervorming.<br />

A. — DE HERVORMING<br />

De strijd tusschen <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> en <strong>het</strong> nieuwe geloof kreeg<br />

in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n een bijzon<strong>de</strong>r scherp karakter doordat<br />

hij spoedig uitliep in een opstand tegen <strong>het</strong> Spaansch gezag.<br />

De <strong>voor</strong>naamste mijlpalen in dien kamp zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

datums : 1521 eerste plakkaat tegen <strong>de</strong> ketters; 1539 landjuweel<br />

te Gent, waar blijkt dat <strong>de</strong> meeste re<strong>de</strong>rijkerskamers<br />

<strong>de</strong> nieuwe leer toegedaan zijn ; 1566 beel<strong>de</strong>nstorm; 1568<br />

begin van <strong>de</strong>n gewapen<strong>de</strong>n tegenstand (tachtigjarige oorlog) ;<br />

1585 inneming van Antwerpen door Parma.<br />

Het landjuweel dat in 1539 te Gent gehou<strong>de</strong>n werd,<br />

verraste doordat in <strong>de</strong> opgevoer<strong>de</strong> spelen dui<strong>de</strong>lijk aan<br />

<strong>de</strong>n dag kwam hoe zeer <strong>de</strong> hervormingsgedachte bij <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers,<br />

dus bij <strong>de</strong> burgerij, reeds doorgedrongen was, terwijl<br />

ze b.v. bij iemand als Cornelis Everaert eenige jaren vroeger<br />

nauwelijks na te speuren viel. Maar toch gaat <strong>de</strong> groote<br />

strijdpoezie dier bewogen perio<strong>de</strong> buiten <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerij om;<br />

<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijker was te weinig een persoonlijkheid om zijn ganzeve<strong>de</strong>r<br />

in <strong>de</strong>n dienst te stellen van een zoo fel i<strong>de</strong>aal.<br />

Een beeld van hulpeloosheid te mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r verschrikkingen<br />

waarvan zij te Brussel getuige was, klaagt KATHE-<br />

K. BOUDEWYNS<br />

RINA BOUDEWYNS over <strong>de</strong> ongunst <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n en over 1520-± 1604<br />

<strong>de</strong> verdrukking van <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> geloof, in melodieuse lie<strong>de</strong>ren<br />

en samenspraken die zij uitgaf on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Het Prieelleen<br />

(1) Van homo = mensch. Aileen wie <strong>de</strong> classieke oudheid bestu<strong>de</strong>erd heeft,<br />

is volledig mensch. De Ne<strong>de</strong>rlandsche geleer<strong>de</strong>n, o. w. <strong>voor</strong>al Erasmus, hebben<br />

een <strong>voor</strong>name rol in <strong>het</strong> humanisme gespeeld.<br />

63


<strong>de</strong>r gheestelyker Wellusten, en die nog een naklank laten hooren<br />

van <strong>de</strong> argeloosheid uit vroeger tij<strong>de</strong>n.<br />

Een sterke persoonlijkheid daarentegen in <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging<br />

van <strong>het</strong> Katholicisme was <strong>de</strong> Antwerpsche schoolmeesteres<br />

A. BYNS ANNA BIJNS. Haar dichterschap wordt beheerscht<br />

1494-± 1570 door haar haat tegen <strong>de</strong> Lutherschen. Naar ze lucht<br />

geeft aan haar afkeer van <strong>het</strong> nieuwe geloof of van <strong>de</strong> misbruiken<br />

on<strong>de</strong>r eigen geloofsgenooten, maken zich een heftige<br />

welsprekendheid, een hartstochtelijke toorn, een bijten<strong>de</strong><br />

ironie van haar meester. In haar twee<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n bun<strong>de</strong>l<br />

Refereynen krijgt haar stem gelei<strong>de</strong>lijk meer mildheid en<br />

ingetogenheid, maar steeds blijft ze een waarachtige dichteres<br />

bij Gods gena<strong>de</strong>.<br />

Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong> <strong>de</strong>r barrica<strong>de</strong> stond een min-<br />

MARNIX VAN<br />

St. ALDEGONDE <strong>de</strong>r temperamentvolle, maar grondiger on<strong>de</strong>rleg<strong>de</strong><br />

1538-1598 en meer berekenen<strong>de</strong> figuur : die van PHILIPS VAN<br />

LIEDEREN<br />

MARNIX, heer van St. Al<strong>de</strong>gon<strong>de</strong>. Geboren te Brussel, stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

hij te Geneve inraar hij Calvinist werd. Bij zijn terugkeer<br />

schaar<strong>de</strong> hij zich aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n lageren a<strong>de</strong>l<br />

die <strong>het</strong> eerst <strong>de</strong> partij van Oranje koos; later werd hij burgemeester<br />

van Antwerpen tot aan <strong>de</strong> overgave aan Parma.<br />

Daarna vestig<strong>de</strong> hij zich te Lei<strong>de</strong>n waar hij overleed.<br />

Zijn naam is verbon<strong>de</strong>n aan een prozawerk Den Byencorf<br />

<strong>de</strong>r H. Roomsche Kercke, waarin hij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n schijn <strong>de</strong> Kerk<br />

te ver<strong>de</strong>digen, <strong>de</strong>ze met bijten<strong>de</strong> satire en soms groven spot<br />

aanvalt. Het geschrift eindigt met een uitgewerkte vergelijking<br />

van <strong>de</strong> Kerk met een bijenkorf : vandaar <strong>de</strong> titel. Gayer is<br />

zijn berijm<strong>de</strong> psalmvertaling, te stellen naast die van zijn tijdgenooten<br />

Van Zuylen van Nyevelt en Petrus Dathenus. En<br />

indien <strong>het</strong> Wilhelmus van Nassouwe werkelijk van hem is, dan<br />

is hij een dichter wiens diepe innigheid een lied van berustend<br />

maar onwrikbaar Godsbetrouwen gezongen heeft.<br />

Dit is juist <strong>het</strong> kenmerk van <strong>de</strong> vele anonieme ge-<br />

dichten u4 die dagen : uiteraard strijdlie<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong> of tegen<br />

<strong>de</strong>n nieuwen godsdienst (<strong>de</strong> geuzenlie<strong>de</strong>ren), niet bedoeld als<br />

kunst, ontleenen ze niet zel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> overtuiging waaruit<br />

ze opwel<strong>de</strong>n, een krachtig persoonlijken toon die ze soms<br />

stempelt tot roerend-gelaten of bran<strong>de</strong>nd-heldhaftige poezie.<br />

64


‘.11<br />

en pentogbtr<br />

OttioottlicPeilierc<br />

it i•ttn dare tnbt gronbtlidte 3 4 tleg<br />

gingDe be enbtnitioMeefter Gentiani Hervey,<br />

nu Cops uptstnacit tit fratiferpo tribe in 't Ouptfty:<br />

ricipeum aen be afgbeDluatiDe ban<br />

yet cbgften • Donut.<br />

De wijiheycit en tveritant van <strong>de</strong> Loventcheiclacken.<br />

1<br />

rtigeben tittle gbetnbictett Mutat CetineerbiglIttl 2341<br />

41 14 napcircurn S onni urn, iDatier atter nteutue Stfirbalv<br />

pakinbe ilietedanben i met tetten 711gef entre<br />

• %%opal en Noe qatvettlitcDts,<br />

Titelblad van <strong>de</strong>n Byencorf <strong>de</strong>r H. Roomsche Kercke<br />

door Marnix van Sint Al<strong>de</strong>gon<strong>de</strong>.<br />

I


B. — DE WEGBEREIDERS DER RENAISSANCE<br />

De mid<strong>de</strong>leeuwen had<strong>de</strong>n nooit opgehou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> classieke<br />

schrijvers, althans <strong>de</strong> Latijnsche, to kennen. Zelfs kan er in <strong>de</strong><br />

1 2 e eeuw op een eerste soort van Renaissance gewezen wor<br />

<strong>de</strong>n. Maar zij ken<strong>de</strong>n die schrijvers op een an<strong>de</strong>re manier : zij<br />

lijf<strong>de</strong>n ze eenvoudig in hun levensopvatting in en maakten ze<br />

dienstbaar aan hun wereldbeschouwing. Zoo moet <strong>het</strong> niet<br />

verwon<strong>de</strong>ren dat Vfrgilius op <strong>het</strong> micj<strong>de</strong>leeuwsch tooneel<br />

verscheen als een <strong>de</strong>r profeten die <strong>de</strong> komst van Christus<br />

<strong>voor</strong>spellen.<br />

De zestien<strong>de</strong> eeuwer bena<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> Latijnsche classieken<br />

met een an<strong>de</strong>re mentaliteit : hij leest eruit zijn eigen verdraagzaam<br />

scppticisme en epicurisme en zijn eigen vereering<br />

<strong>voor</strong> levensweel<strong>de</strong> en zinnelijke schoonheid ; bovendien wijdt<br />

hij <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst aandacht aan <strong>de</strong>n uiterlijken vorm, aan <strong>de</strong><br />

klank- en rhythmenrijke inkleeding <strong>de</strong>r gedachte. Diezelf<strong>de</strong><br />

zorg <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n inhoud en <strong>de</strong>n vorm brengt hij over in <strong>de</strong><br />

letterkun<strong>de</strong> van zijn eigen tijd.<br />

De Renaissance is van Italie uitgegaan en heeft Frankrijk<br />

krachtig beroerd, waar zij <strong>de</strong> Pleia<strong>de</strong> met o.a. Ronsard en<br />

du Bellay in <strong>het</strong> leven geroepen heeft. Van daar uit vloei<strong>de</strong><br />

ze in zwakker golvingen over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n. Reeds had<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers, door hun rijmgeknutsel en hun onhandig gebruik<br />

<strong>de</strong>r mythologische terminologie een eerste verre echo<br />

laten hooren. Omstreeks <strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 1 6e eeuw breekt nu <strong>de</strong><br />

Renaissance <strong>voor</strong>goed door, <strong>het</strong> vroegst langs <strong>de</strong>n Gentenaar<br />

L. DE HEERE LUCAS DE HEERE, die, nog met een voet in <strong>de</strong> re<strong>de</strong> -<br />

1534-1584 rijkerij staan<strong>de</strong>, <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandsche sonnetten<br />

schreef.<br />

J. VAN DER<br />

NOOT<br />

1539---t 1595<br />

Een belangrijker vroeg-Renaissanceschrijver is<br />

JAN VAN DER NOOT die, door zijn reizen naar Frank-<br />

rijk en zijn persoonlijke bekendheid met Ronsard,<br />

niet alleen <strong>de</strong> uiterlijke inkleeding <strong>de</strong>r nieuwe kunst, als b.v.<br />

<strong>de</strong> o<strong>de</strong>, <strong>het</strong> sonnet, <strong>de</strong> jambe-maat, invoert, maar tevens,<br />

waar hij op zijn best is, aan zijn individueel schoonheidsgevoel<br />

op <strong>de</strong>licate, zij <strong>het</strong> omslachtige wijze uiting geeft. Daarnaast<br />

schreef hij natuurlijk veel grootsprakige rijmelarij om <strong>de</strong>n<br />

broo<strong>de</strong>. Want aan hem hebben we een eerste <strong>voor</strong>beeld hoe<br />

66


<strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> in <strong>de</strong>ze bewogen perio<strong>de</strong> in <strong>de</strong> verdrukking<br />

geraakt : zijn Theatre oft Tooneel, waarin proza en vertaal<strong>de</strong><br />

naast oorspronkelijke verzen, verscheen te Lon<strong>de</strong>n, waarheen<br />

hij om zijn hervormingsgezin<strong>de</strong> houding uitgeweken was;<br />

terug te Antwerpen gaf hij zijn Olympias uit, een epos in<br />

twaalf <strong>de</strong>elen, en kort daarop zijn Poeticsche Werleen. Maar<br />

<strong>de</strong> politieke toestand was er niet naar dat zijn me<strong>de</strong>burgers<br />

veel aandacht kon<strong>de</strong>n schenken aan <strong>de</strong> schoone letteren, en<br />

spoedig nadat hij om 1595 overle<strong>de</strong>n was werd hij vergeten.<br />

In normale omstandighe<strong>de</strong>n ware Van <strong>de</strong>r Noot, in wiens<br />

beste verzen <strong>de</strong> Renaissance-geest reeds zuiver doorstraalt,<br />

een invloedrijke figuur geweest.<br />

Dezelf<strong>de</strong> ongunst <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n trof <strong>de</strong>n Brusselaar<br />

J. B. HOUWAERT<br />

JAN-BAPTIST HOUWAERT die in zijn Pegasi<strong>de</strong>s Pleyn 1533-1599<br />

ofte <strong>de</strong>n Lusthof <strong>de</strong>r Maech<strong>de</strong>n nochtans min<strong>de</strong>r <strong>het</strong> wezen <strong>de</strong>r<br />

Renaissance besefte dan zijn tijdgenoot Van <strong>de</strong>r Noot. Ook<br />

<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r-dichter CAREL VAN MANDER (geboren C. VAN MANDER<br />

te Meulebeke) aanvaard<strong>de</strong> <strong>de</strong>n nieuwen geest min- 1548-1606<br />

<strong>de</strong>r snel en volledig, alhoewel hij als schil<strong>de</strong>r zijn Italiaansche<br />

reis achter <strong>de</strong>n rug had. Hid schreef tamelijk veel : behalve<br />

tooneelstukken die alle verloren zijn, en een aantal oorspronkelijke<br />

verzen, vertaal<strong>de</strong> hij zon<strong>de</strong>r glans Homeros (langs<br />

<strong>het</strong> Fransch om) en Virgilius. Veel hooger staat zijn Schil<strong>de</strong>rboeck,<br />

een met verzen doorschoten proza-werk, waarin <strong>het</strong><br />

leven van antieke, Italiaansche, Duitsche en Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

schil<strong>de</strong>rs in een voile en krachtige taal beschreven wordt.<br />

Voor <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>het</strong> proza is <strong>het</strong> een werk van<br />

beteekenis, meer dan Marnix' ruimer versprei<strong>de</strong> Byencod.<br />

Van <strong>het</strong> grootste belang is <strong>het</strong> feit dat Van Man<strong>de</strong>r zijn<br />

geesteskin<strong>de</strong>ren in <strong>het</strong> licht zond in Noord-Ne<strong>de</strong>rland, waar<br />

hij zich in 1 5 83 gevestigd had en <strong>het</strong> overige van zijn dagen<br />

sleet. Hetzelf<strong>de</strong> verloop valt na te speuren in <strong>het</strong> leven van<br />

twee Vlaamsche geleer<strong>de</strong>n met wereldfaam, die — teeken<br />

<strong>de</strong>r nieuwe tij<strong>de</strong>n ! — een ge<strong>de</strong>elte van hun werken in <strong>het</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandsch uitgaven. De eerste is REMBERT<br />

R. DODOENS<br />

DODOENS die, te Mechelen geboren, <strong>de</strong> meest besla- 1517-1585<br />

gen botanicus van zijn tijd werd, in 1574 echter uitweek naar<br />

Weenen waar hij aan <strong>de</strong> universiteit doceer<strong>de</strong>, na zijn terug-<br />

67


keer in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n zich te Lei<strong>de</strong>n ging vestigen en er<br />

als professor aan <strong>de</strong> universiteit zijn dagen eindig<strong>de</strong>. Hij is<br />

<strong>voor</strong>al bekend als <strong>de</strong> schrijver van een grondleggend werk<br />

over plantenkun<strong>de</strong> : <strong>het</strong> CruN<strong>de</strong>boeck. De an<strong>de</strong>re is <strong>de</strong> Brugge-<br />

S. STEVIN<br />

ling Suiox STEvix, <strong>de</strong> grootste wiskundige van zijn<br />

1548-1620 eeuw, een ingenieur met genialen aanleg, die door<br />

zijn talrijke wetenschappelijke schriften over wiskun<strong>de</strong>, vestingbouw,<br />

aanleg van havens e. a., niet alleen op heel <strong>de</strong><br />

wetenschap van zijn tijd invloed uitoefen<strong>de</strong>, maar ook een<br />

hartstochtelijk vereer<strong>de</strong>r van zijn moe<strong>de</strong>rtaal was en krachtig<br />

meehielp om een zuiver, <strong>voor</strong> wetenschappelijke doelein<strong>de</strong>n<br />

geschikt Ne<strong>de</strong>rlandsch tot stand te brengen. Aan zijn Weegconst<br />

liet hij een warm pleidooi <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>de</strong>r


DIRK VOLKERTSZ COORNHERT droeg tot <strong>de</strong> ver- D. V. COORN-<br />

HERT<br />

spreiding <strong>de</strong>r Renaissance bij, meer door zijn didac- 1522-1590<br />

tisme dan door scheppen<strong>de</strong> literatuur. Het meest door zijn<br />

eigen levenshouding : om wille van zijn onpartijdig-blijven<br />

te mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r godsdienstige twisten, was geen <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong><br />

kampen hem te vriend : <strong>het</strong> <strong>voor</strong> hem daaruit <strong>voor</strong>tspruitend<br />

Teed droeg hij met echt stoicijnsche gelijkmoedigheid. Behalve<br />

vertalingen van Homeros, Cicero, Seneca, Boethius en van<br />

<strong>de</strong>n Italiaan Boccaccio, schreef hij — geduren<strong>de</strong> zijn gevangschp<br />

— een gedicht Lof <strong>de</strong>r Ghev,angenisse,<br />

en <strong>voor</strong>al een<br />

uitvoerig didactisch-wijsgeerig prozawerk Ze<strong>de</strong>kunst dat is<br />

Wellevenskunste.<br />

Denzelf<strong>de</strong>n karakteristieken afkeer <strong>voor</strong> <strong>het</strong> poli- H. L. SPIEGHEL<br />

tiek getwist, en <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> dwang, vertoon<strong>de</strong> <strong>de</strong> 1549-1612<br />

Amsterdamsche koopmanszoon HENDRIK LAURENSZ SPIE-<br />

GHEL. Hij stond aan <strong>het</strong> hoofd <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamer<br />

tiet Eglantierken, die als kenspreuk had « In Lief<strong>de</strong> bloeien<strong>de</strong> >>,<br />

maar die on<strong>de</strong>r zijn leiding <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n re<strong>de</strong>rijkerssleur en<br />

<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerstaal aan 't afzweren was en in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

jaren een rol van beteekenis zou spelen in <strong>de</strong> letterkundige<br />

beweging te Amsterdam.<br />

Spieghel was even vertrouwd met <strong>de</strong> classieken als Coornhert,<br />

even verdraagzaam aangelegd, en even geneigd <strong>het</strong><br />

humanistisch i<strong>de</strong>aal op <strong>de</strong> landstaal toe te passen. Samen<br />

met nog een paar an<strong>de</strong>ren, o. w. Roemer Visscher, die eveneens<br />

invloedrijke le<strong>de</strong>n van Het Eglantierken waren, bezorg<strong>de</strong><br />

hij een drietal werken om spelling, syntaxis en stijlleer van<br />

<strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch te regelen ( 1 ). Het belangrijkste van die<br />

werken is De Twe-spraeck van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rduytsche Letterkunst.<br />

Maar daarnaast was hij ook iemand uitgerust met dichterlijke<br />

gaven die hij bij plaatsen te schitteren zette in zijn groot<br />

gedicht Hert-spieghel.<br />

De laatste <strong>de</strong>r trits, Spieghel's vriend ROEMER<br />

ROEMER<br />

VISSCHER, evenals hij Amsterdamsch koopman en VISSCHER<br />

lid van Het Eglantierken, vertoont eer een an<strong>de</strong>r 1547-1620<br />

(1) In die jaren komt naast « Ne<strong>de</strong>rduitsch >> ook <strong>de</strong> benaming « Ne<strong>de</strong>rlandsch >><br />

in zwang. Het oudste <strong>voor</strong>beeld dagteekent reeds van 1518.<br />

69


uitzicht <strong>de</strong>r Renaissance, nl. <strong>de</strong> levensblijheid, maar dan naar<br />

Hollandsch-burgerlijken en


OVERZICHT<br />

't In drie groote golvingen heeft <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche kunst zich ontwikkeld,<br />

waarbij Vlaan<strong>de</strong>ren telkens <strong>voor</strong>afging :<br />

De rid<strong>de</strong>rlijk-feodale, xile en XIII' eeuw, toen <strong>de</strong> beschaving nog een<br />

zekere eenvormigheid vertoon<strong>de</strong>, en <strong>de</strong> maatschappij nog beheerscht was<br />

door <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rlijke levensi<strong>de</strong>alen; toen diepe godsdienstzin, die daarom<br />

Been blij<strong>de</strong>n levenslust misken<strong>de</strong>, <strong>de</strong> gemoe<strong>de</strong>ren nog vorm<strong>de</strong> en doordrong.<br />

De burgerlijk-patricische, die met Van Maerlant begint, doch eerst in<br />

<strong>de</strong> XIV' eeuw, tot omstreeks 1430, tot ontwikkeling komt, waarin <strong>het</strong><br />

burgerlijk patriciaat <strong>de</strong>n toon aangeeft en <strong>de</strong> nuttige wetenschap alle<br />

kunstuitingen leidt.<br />

De kunst van <strong>het</strong> yolk, van <strong>de</strong> gemeenschap, tot <strong>de</strong> opkomst <strong>de</strong>r<br />

Renaissance, waarin <strong>de</strong> lagere schicht <strong>de</strong>r samenleving, <strong>het</strong> yolk met <strong>de</strong><br />

gil<strong>de</strong>n, tot <strong>de</strong> oppervlakte stijgt en in <strong>de</strong> kunst haar invloed cloet gel<strong>de</strong>n :<br />

<strong>het</strong> tijdvak <strong>de</strong>r re<strong>de</strong>rijkers.<br />

De Renaissance (twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r XVI' eeuw) breekt of met <strong>de</strong> kunstopvattingen<br />

<strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen. 2.<br />

Uit : Dr J. Van Mierlo, Jun. S. J. — Beknopte Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong><br />

Oud- en Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandsche Letterkun<strong>de</strong>.<br />

71


Historische feiten<br />

1520 Luther verbrandt te Wittemberg<br />

<strong>de</strong> pauselijke banbul.<br />

1522 Magellaan voltrekt <strong>de</strong> 1 e reis om<br />

<strong>de</strong> wereld.<br />

1534 De Jezuletenor<strong>de</strong> wordt gesticht.<br />

1539 Landjuweel te Gent.<br />

1545 Concilie van Trente.<br />

1558 Dood van Karel V.<br />

1565 Eedverbond <strong>de</strong>r E<strong>de</strong>len.<br />

1566 Beel<strong>de</strong>nstorm.<br />

1568 Begin van <strong>de</strong>n 80-jarigen oorlog.<br />

1569 Dood v. Pieter Bruegel <strong>de</strong>n Ou<strong>de</strong>re.<br />

1572 De Watergeuzen maken zich meester<br />

van <strong>de</strong>n Briel, en Alva neemt<br />

Haarlem in.<br />

1574 Ontzet van Lei<strong>de</strong>n.<br />

1576 Pacificatie van Gent.<br />

1579 Unie van Utrecht.<br />

1583 Parma begint <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n te on<strong>de</strong>rwerpen.<br />

1585 Val van Antwerpen.<br />

1588 De Spaansche Armada vernield.<br />

1595 Aartshertog Albert.<br />

1600 Slag bij Nieuwpoort.<br />

1609 Twaalfjarig Bestand.<br />

Zuidne<strong>de</strong>rlandsche I Noordne<strong>de</strong>rlandsche<br />

Literatuur<br />

1 4—<br />

Erasmus (1466-1536)<br />

Anna Byns<br />

(1494-± 1570)<br />

R. Dodoens (1517-1585) —><br />

J. B. Houwz&ert<br />

(1533-1599)<br />

L. <strong>de</strong> Heere<br />

(1534-± 1584)<br />

Marnix van St.Al<strong>de</strong>gon<strong>de</strong><br />

(1538-1598) ----><br />

J. van <strong>de</strong>r Noot<br />

(1539-± 1595)<br />

C. van Man<strong>de</strong>r<br />

(1548-1606)<br />

S. Stevin (1548-1620) —><br />

D. V. Coornhert<br />

(1522-A 590)<br />

J. van Hout (1542-1609)<br />

Roemer Visschcr<br />

(1547-1620)<br />

H. Spieghel (1549-1612)<br />

Fransche literatuur<br />

Rabelais (1495-1553)<br />

Cl. Marot (± 1496-1544)<br />

I. du Bellay (1522-1560)<br />

Ronsard (1524-1585)<br />

J. A. du Balf (1532-1589)<br />

Montaigne (1533-1592)<br />

R. Garnier (1534-1590)<br />

G. du Bartas (1544-1590)<br />

Malherbe (1555-1628)


OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />

1. Vergelijk <strong>het</strong> metrum van een mid<strong>de</strong>leeuwsch en een Renaissancegedicht<br />

(B. v. Reinaert <strong>de</strong> Vos en Van <strong>de</strong>r Noot).<br />

2. De begrippen humanisme en Renaissance <strong>de</strong>kken elkaar niet geheel.<br />

Omschrijf wat gij on<strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> verstaat!<br />

3. Wat bedoelt men als men zegt dat <strong>de</strong> Renaissance <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> beteekent<br />

van <strong>de</strong> volkskunst?<br />

4. Waarom situeert men <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van <strong>het</strong> Brabantsch overwicht in 1585?<br />

5. Teeken een kaartje met <strong>de</strong> geboorteplaats en sterfplaats van alle u<br />

beken<strong>de</strong> schrijvers uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>.<br />

6. Vergelijk > van P. <strong>de</strong> Ronsard met <strong>de</strong>


HOOFDSTUK IV<br />

DE GOUDEN EEUW<br />

A. — ALGEMEEN OVERZICHT<br />

De godsdiensttroebelen die in <strong>het</strong> laatste kwart <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong><br />

eeuw <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche provincien in voile beroering<br />

gebracht had<strong>de</strong>n, kregen in 1609 <strong>voor</strong>loopig hun beslag.<br />

Toen immers, nadat geduren<strong>de</strong> korten tijd, gansch <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n opstand gewonnen waren, had <strong>de</strong> nieuwe<br />

goeverneur-generaal Farnese, langzamerhand en stuk <strong>voor</strong><br />

stuk, <strong>de</strong>ze streken, met <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijkste te beginnen, <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />

Spaanschen vorst teruggewonnen. In 1585, na <strong>de</strong> inneming<br />

van Antwerpen, had hij van een ver<strong>de</strong>r doordringen naar<br />

<strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n moeten afzien : op dat historisch oogenblik<br />

wer<strong>de</strong>n Noord- en Zuid-Ne<strong>de</strong>rland geschei<strong>de</strong>n. Wel bleven<br />

<strong>de</strong> vijan<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n nog over en weer aanslepen, maar in<br />

1609 werd tusschen <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> oorlogvoeren<strong>de</strong> partijen, Staatschen<br />

en Spanjaar<strong>de</strong>n, een wapenstilstand gesloten <strong>voor</strong> een<br />

termijn van twaalf jaar : <strong>het</strong> twaalfjarig <strong>bestand</strong>.<br />

Reeds van in <strong>de</strong> laatste jaren <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw waren <strong>de</strong><br />

Noor<strong>de</strong>lijke provincien ijverig in <strong>de</strong> weer om hun nieuwen<br />

staatsvorm in te richten ; terwijl <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n <strong>het</strong> grootste <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> krijgsverschrikkingen te dragen had, begon daar betrekkelijke<br />

rust te heerschen. Toen hier <strong>de</strong> onveiligheid <strong>het</strong><br />

economische en intellectueele Leven nagenoeg volledig verlam<strong>de</strong>,<br />

werkte zich daar met hardnekkige vastbera<strong>de</strong>nheid<br />

een yolk van visschers en han<strong>de</strong>laars omhoog. De strijd tegen<br />

Spanje had er een sterk geslacht gekweekt dat, bij <strong>het</strong> luwen<br />

<strong>de</strong>r vijan<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n, zijn energie ging beste<strong>de</strong>n aan <strong>het</strong> productief-maken<br />

<strong>de</strong>r duurgekochte, alhoewel nog steeds precaire<br />

onafhankelijkheid. En straks, als in 1648 <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitief<br />

gesloten wordt, erft Amsterdam <strong>de</strong> positie van Antwerpen<br />

74


als han<strong>de</strong>lsmetropool van <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n, en komt, me<strong>de</strong> door<br />

<strong>de</strong> koloniale on<strong>de</strong>rnemingen, <strong>de</strong> welvaart van overal toegevloeid.<br />

De Vereenig<strong>de</strong> Provincien wor<strong>de</strong>n een eeuw lang<br />

door <strong>de</strong> groote Europeesche mogendhe<strong>de</strong>n als buns gelijken<br />

behan<strong>de</strong>ld.<br />

Met dien economischen bloei ging ook een intense cultureele<br />

opleving gepaard. Tot vlak <strong>voor</strong> <strong>de</strong> 1 7 e eeuw had Holland<br />

een zeer on<strong>de</strong>rgeschikte rol in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong><br />

gespeeld. Nog tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> godsdienstige troebelen kon<br />

<strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n en <strong>voor</strong>namelijk Brabant zijn positie als mid<strong>de</strong>lpunt<br />

van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche beschavingsleven staan<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n.<br />

We behoeven maar te be<strong>de</strong>nken dat <strong>de</strong> eersten die<br />

<strong>de</strong>n Renaissance-geest ,<strong>het</strong> best weergaven <strong>de</strong> Antwerpenaar<br />

Jan van <strong>de</strong>r Noot en <strong>de</strong> West-Vlaming C. van Man<strong>de</strong>r zijn;<br />

dat <strong>de</strong> felste tegenstan<strong>de</strong>r van <strong>het</strong> Katholicisme zoowel als<br />

<strong>de</strong> hartstochtelijkste ver<strong>de</strong>digster ervan geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> godsdiensttwisten<br />

Zuid-Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs zijn; dat <strong>de</strong> meeste Geuzenlie<strong>de</strong>ren<br />

waarschijnlijk bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rivieren gedicht wer<strong>de</strong>n<br />

( 1 ), en dat <strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>lijke schrijver van <strong>het</strong> Wilhelmuslied<br />

.een Brusselsch e<strong>de</strong>lman is. En nog op <strong>de</strong>n drempel <strong>de</strong>r<br />

1 7 e eeuw getuigt Roemer Visscher onrechtstreeks van <strong>het</strong><br />

Zuidne<strong>de</strong>rlandsch overwicht door tot


aanloop <strong>de</strong>r Renaissance-gedachten met gretigheid opgenomen<br />

werd, en waaruit <strong>de</strong> schaar van schrijvers opstond die <strong>de</strong><br />

17e eeuw tot <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n eeuw onzer letterkun<strong>de</strong> maakten.<br />

Het tijdperk van <strong>de</strong> eerste generatie, die uit dit paren van<br />

Hollandsche jeugd en da<strong>de</strong>nkracht met Vlaamsche en Brabantsche<br />

intellectualiteit ontstond, valt samen met <strong>het</strong> glorierijke<br />

stadhou<strong>de</strong>rschap van Maurits en van Fre<strong>de</strong>rik-Hendrik<br />

(tot 1647). Behalve Von<strong>de</strong>l, die <strong>de</strong>ze eeuw tot in Naar laatste<br />

kwart blijft beheerschen, dagen op <strong>de</strong> groote figuren van<br />

Hooft, Bre<strong>de</strong>ro, terwijl ook Huygens en Cats hun beste werk<br />

leveren. Rondom hen heerschte een opgewekte literaire<br />

bedrijvigheid bij <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re dichters : Starter, Camphuysen,<br />

Stalpart van <strong>de</strong>r Wiele, Revius; bij <strong>de</strong> tooneelschrijvers :<br />

Ro<strong>de</strong>nburg, Coster ; bij <strong>de</strong> prozaschrijvers in allerlei trant,<br />

o. a. van reisjournalen zooals Bontekoe, van moralisaties<br />

zooals <strong>de</strong> De Brune's, van her<strong>de</strong>rromans zooals Heemskerk.<br />

Na <strong>het</strong> sluiten van <strong>het</strong> verdrag van Munster in 1648, dat<br />

<strong>de</strong>n vre<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitief maakte, speel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong> Provincien<br />

een nog <strong>voor</strong>namer rol in <strong>de</strong> Europeesche politiek, en<br />

wer<strong>de</strong>n ze o. a. in een langen krijg met Engeland gewikkeld,<br />

waarin <strong>de</strong> Hollandsche admiraals Tromp en De Ruyter zich<br />

meer dan eens on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong>n. Maar <strong>de</strong> innerlijke gespannenheid<br />

die <strong>het</strong> grootsche werk <strong>de</strong>r vrijmaking voltooid had,<br />

ging langzamerhand opnieuw te loor. Het hou<strong>de</strong>n blijkt immers<br />

moeilijker dan <strong>het</strong> hebben, ook wat <strong>de</strong> intellectueele<br />

waar<strong>de</strong>n betreft. Wel was <strong>het</strong> gezag <strong>de</strong>r Republiek naar buiten<br />

toe nog steeds even groot, doch naar binnen ontston<strong>de</strong>n<br />

wrijvingen en politieke geschillen die <strong>de</strong> energie <strong>de</strong>r natie opslorpten.<br />

Het stadhou<strong>de</strong>rlooze tijdperk (1650-1672 )ver<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

<strong>het</strong> land in twee kampen: <strong>de</strong> Oranje-gezin<strong>de</strong>n, die <strong>de</strong>n jongen<br />

Willem III tot <strong>het</strong> stadhou<strong>de</strong>rschap wil<strong>de</strong>n verheffen, en <strong>de</strong><br />

Staatsgezin<strong>de</strong>n die zich om <strong>de</strong>n raadpensionaris van Holland<br />

Johan <strong>de</strong> Witt schaar<strong>de</strong>n. De rijke kooplie<strong>de</strong>n, die in <strong>de</strong><br />

vorige <strong>de</strong>cennien <strong>de</strong> kracht <strong>de</strong>r natie uitmaakten, ontwikkel<strong>de</strong>n<br />

zich langzamerhand tot een gesloten aristocratie, en in<br />

plaats van actief aan <strong>het</strong> artistieke leven <strong>de</strong>el te nemen, wer<strong>de</strong>n<br />

zij mecenaten. Aan een an<strong>de</strong>re zij <strong>de</strong> maakte <strong>het</strong> levenwekken<strong>de</strong><br />

geloof, dat in <strong>de</strong>n strijd tegen Spanje kracht tot<br />

76


da<strong>de</strong>n gegeven had, plaats <strong>voor</strong> een rationalistische levensbeschouwing,<br />

ontstaan on<strong>de</strong>r invloed van <strong>de</strong> wijsbegeerte <strong>de</strong>r<br />

Franschen Descartes en Pierre Bayle, die zich in Ne<strong>de</strong>rland<br />

gevestigd had<strong>de</strong>n, en van Spinoza. Daarentegen liet zich,<br />

wars van alle kerkelijk gezag, weldra een nieuwe vroomheid<br />

gel<strong>de</strong>n die zich cristalliseer<strong>de</strong> in <strong>de</strong> secte <strong>de</strong>r pietisten.<br />

Afgezien van Von<strong>de</strong>l wiens traag-rijpend genie nog steeds<br />

een stijgen<strong>de</strong> lijn teeken<strong>de</strong> tot ver in <strong>de</strong> 2 e helft <strong>de</strong>r eeuw<br />

en in dit tijdperk zijn schoonste meesterstukken schiep, ontbreken<br />

nu groote persoonlijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> literatuur. Cats en<br />

Huygens had<strong>de</strong>n hun beste werk geleverd en vermei<strong>de</strong>n zich<br />

nog slechts in omvangrijke moraliseeren<strong>de</strong> gedichten, vaak<br />

van autobiographischen aard. De jongere dichters bleken<br />

onmachtig om een nieuw geluid to laten hooren ; wel zetten<br />

zij misschien in nog verhoog<strong>de</strong>r mate <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid<br />

<strong>voor</strong>t, maar meestal ston<strong>de</strong>n zij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed van<br />

Von<strong>de</strong>l, Hooft, Cats of Huygens.<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>genen die hun voetspoor volg<strong>de</strong>n vermel<strong>de</strong>n wij<br />

J. Westerbaen, Reyer Anslo, Johannes Vollenhove, A. van<br />

<strong>de</strong>r Goes, terwijl Oudaen en Jeremias <strong>de</strong> Decker toch van<br />

meer oorspronkelijkheid blijk gaven. Dit eigen geluid valt<br />

<strong>voor</strong>al op bij twee dichters met sterk pietistische strekking<br />

die tegen <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r eeuw een afzon<strong>de</strong>rlijke plaats innemen<br />

en bij wie wij nog eens poezie van zuiverklinkend allooi vernemen<br />

: eerst bij Heiman Dullaert en daarna bij Jan Luyken.<br />

Het gebrek aan oorspronkelijkheid liet zich nog scherper<br />

voelen in <strong>het</strong> proza : <strong>de</strong> romans, nu ook <strong>de</strong> schelmenromans,<br />

zijn meestal vertalingen of navolgingen uit <strong>het</strong> Spaansch, <strong>het</strong><br />

Italiaansch en <strong>het</strong> Fransch. Het meest talent als prozaschrijver<br />

vertoon<strong>de</strong> nog G. Brandt in zijn levensbeschrijvingen, terwijl<br />

hij op <strong>het</strong> tooneel samen met Jan Vos <strong>het</strong> gruweldrama met<br />


B. — DE GROOTMEESTERS VAN DE GOUDEN EEUW<br />

JEUGD en VOOR-<br />

BEREIDING<br />

1. — PIETER CORNELISZ HOOFT<br />

Hooft, in 1 581 geboren, is een typisch <strong>voor</strong>beeld<br />

van <strong>de</strong> ontwikkeling die <strong>het</strong> nieuwe geslacht dat<br />

Holland groot maakte, doorgeloopen had : zijn <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs<br />

waren Zaandamsche visschers, zijn va<strong>de</strong>r was koopman te<br />

Amsterdam, en een <strong>de</strong>r aanzienlijkste burgers vermits hij<br />

schepen <strong>de</strong>r stad en burgemeester werd. Hij zelf kreeg een<br />

verzorg<strong>de</strong>, d. w. z. humanistische opvoeding : naast zijn moe<strong>de</strong>rtaal,<br />

Latijn, Grieksch en ook Fransch en Italiaansch. Al<br />

werd <strong>de</strong> jonge Pieter <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n han<strong>de</strong>l bestemd, toch ging hij<br />

spoedig op in <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid die zich tegen <strong>het</strong><br />

ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw in zijn va<strong>de</strong>rstad concentreer<strong>de</strong>. Het<br />

mid<strong>de</strong>lpunt dier bedrijvigheid was <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Amsterdamsche<br />

re<strong>de</strong>rijkerskamer Het Eglantierken, waar <strong>de</strong> toonaangeven<strong>de</strong><br />

figuren Spieghel en Roemer Visscher <strong>het</strong> humanistisch i<strong>de</strong>aal<br />

ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n re<strong>de</strong>rijkerssleur. Zijn eigen<br />

va<strong>de</strong>r was er trouwens ook lid van, en <strong>het</strong> is teekenend <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n geest dier <strong>de</strong>gelijke Hollandsche kooplie<strong>de</strong>n dat hij zijn<br />

zoon, zoodra <strong>de</strong>ze zijn zestien<strong>de</strong> of zeventien<strong>de</strong> jaar bereikt<br />

had, meenam naar <strong>de</strong> bijeenkomsten <strong>de</strong>r kamer. Het dichten<br />

werd evengoed als <strong>het</strong> cijferen een passen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereiding<br />

geacht <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n toekomstigen koopman.<br />

Maar nauwelijks was hij ten voile zeventien gewor<strong>de</strong>n of<br />

zijn va<strong>de</strong>r stuur<strong>de</strong> hem, tot ver<strong>de</strong>re voltooang van zijn opvoeding,<br />

op reis naar Italie, over Parijs. Wat zoo'n uitstap,<br />

die nagenoeg drie jaar duur<strong>de</strong> en, gezien <strong>de</strong> verkeersmid<strong>de</strong>len,<br />

een niet ongevaarlijke on<strong>de</strong>rneming was, beteeken<strong>de</strong>, mag<br />

niet on<strong>de</strong>rschat wor<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong>n leeftijd dat <strong>de</strong> persoonlijkheid<br />

gevormd wordt, en alien aanvoer van buiten gewillig<br />

in zich opneemt, stond <strong>de</strong>ze achttienjarige te mid<strong>de</strong>n van<br />

<strong>het</strong> yolk <strong>voor</strong> <strong>het</strong>welk <strong>de</strong> Renaissance een leven<strong>de</strong> werkelijkheid<br />

was en vanwaar uit ze zich over Europa verbreid had.<br />

Thuis ken<strong>de</strong> men ze enkel van hooren zeggen ; na Van Man<strong>de</strong>r<br />

was hij <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandsche schrijver die in rechtstreeksche<br />

aanraking met Naar bronnen zelf kwam. Onuitwischbaar<br />

78


leef <strong>de</strong> stempel die ze op hem drukte : ze werd hem tot<br />

een twee<strong>de</strong> natuur.<br />

In 1 601 was hij terug to Amsterdam. Hij zal wel da<strong>de</strong>lijk<br />

een Bast van aanzien geweest zijn in Het Eglantierken, bekleed<br />

als hij was met <strong>het</strong> prestige van <strong>de</strong> verre reis naar <strong>het</strong> land <strong>de</strong>r<br />

Renaissance. En onmid<strong>de</strong>llijk dichtte hij, <strong>voor</strong> zijn kamergenooten<br />

tot wie hij uit Florence reeds brieven gericht had,<br />

een tooneelspel Theseus en Ariadne, dat trouwens zijn<br />

proefstuk niet was, vermits hij waarschijnlijk <strong>voor</strong><br />

zijn vertrek. reeds zijn pen gescherpt had op een eerste<br />

treurspel Achilles en Polyxena. Niet alleen in <strong>de</strong> Kamer was hij<br />

een welkome bezoeker, maar ook bij Roemer Visscher, in<br />

« <strong>het</strong> zalig Roemerhuis », waar diens bei<strong>de</strong> letterminnen<strong>de</strong><br />

dochters <strong>het</strong> eerste > openhiel<strong>de</strong>n en al wat<br />

Amsterdam aan kunstzinnige geesten tel<strong>de</strong> rondom <strong>de</strong> gastvrije<br />

tafel vereenig<strong>de</strong>n. En ook nog el<strong>de</strong>rs : <strong>de</strong> bereis<strong>de</strong> burgemeesterszoon<br />

met zijn zwierige jeugd <strong>de</strong>ed <strong>het</strong> hart van<br />

menige Amsterdamsche schoone sneller kloppen. Zijn eigen<br />

gemoed was licht ontvlambaar : en uit die. ontvlambaarheid<br />

stroom<strong>de</strong> een vloed van minnelie<strong>de</strong>ren die tot <strong>het</strong> beste behooren<br />

wat op dit gebied in onze letterkun<strong>de</strong> geschreveri werd.<br />

Wie een <strong>de</strong>zer gedichten aandachtig leest, vergeet<br />

nooit <strong>de</strong>n persoonlijken klank die er uit spreekt.<br />

Toen Hooft in Italie was, had hem <strong>voor</strong>al getroffen <strong>de</strong><br />

tegenstelling van <strong>het</strong> zacht-vloeien<strong>de</strong>, gesmijdige woord <strong>de</strong>r<br />

Toscaansche dichters, met <strong>het</strong> stroeve instrument dat <strong>het</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandsch was, zooals men <strong>het</strong> in


I, OP 441 UY D EN, noilan brit tx,141$<br />

Het Mui<strong>de</strong>rslot ten tij<strong>de</strong> van Hooft.


In zijn beste minnelie<strong>de</strong>ren bena<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> harmonie tusschen<br />

<strong>het</strong> eigen-inheemsche en <strong>de</strong> ingevoer<strong>de</strong> Renaissance <strong>de</strong> volmaaktheid<br />

; el<strong>de</strong>rs geeft hij toe aan <strong>de</strong> neiging naar te overdadigen<br />

mythologischen tooi die <strong>voor</strong>al zijn visie op <strong>de</strong><br />

natuur vertroebelt.<br />

Dezelf<strong>de</strong> inspiratie die hem zijn minnelie<strong>de</strong>ren dicteer<strong>de</strong>,<br />

gaf hem ook zijn her<strong>de</strong>rsspel Granida in <strong>de</strong> pen, GRANIDA<br />

geschreven naar <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> Fransche en 1605<br />

Italiaansche pastoralen, en waarin hij <strong>het</strong> eenvoudige, arge-<br />

looze landleven tegenover <strong>de</strong> onnatuur en <strong>het</strong> stands<strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>el<br />

<strong>de</strong>r hofkringen verheerlijkt. Het on<strong>de</strong>rwerp, <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong>n her<strong>de</strong>r Daifilo <strong>voor</strong> prinses Granida, biedt, <strong>voor</strong>al in <strong>het</strong><br />

eerste bedrijf, gelegenheid tot menig van geest tintelend<br />

natuurlied, dat niet moet on<strong>de</strong>rdoen <strong>voor</strong> zijn beste lyrische<br />

verzen.<br />

Maar intusschen had <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Hooft ten overvloe<strong>de</strong> ervaren<br />

dat zijn zoon


als Van Baerle en <strong>de</strong> dichter Huygens samentroffen, en waar<br />

<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> drostin samen met <strong>de</strong> dames Visscher leven en<br />

schalksche vreug<strong>de</strong> schiepen. Een enkelen keer zal <strong>de</strong> meer<br />

plebeische figuur van Bre<strong>de</strong>ro er ook verschenen zijn. Aan <strong>het</strong><br />

Mui<strong>de</strong>rslot waren bovendien historische herinneringen vast :<br />

was <strong>het</strong> daar niet dat graaf Floris V, <strong>de</strong>r keerlen god, door<br />

Geeraard van Velzen neergeveld werd, zooals Melis Stoke in<br />

zijn Rijmkroniek en <strong>het</strong> volkslied <strong>het</strong>, elk op hun wijze verhaal<strong>de</strong>n<br />

? Hooft liet zich door die herinneringen inspireeren,<br />

en in 1613 verscheen zijn treurspel Geeraerdt van<br />

GEER.AERDT<br />

VAN VELZEN Velzen. Eigenaardig is <strong>het</strong> na te gaan hoe in dit<br />

1613 nationaal drama <strong>het</strong> re<strong>de</strong>rijkersspel overgaat naar<br />

<strong>de</strong>n Renaissance-vorm : hoe er nog symbolische personages in<br />

optre<strong>de</strong>n als Geweldt, Bedroch en Twist, naast schimmen<br />

bij Seneca ontleend, hoe <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche wachterlied,<br />

nu in rhythmische Renaissance-verzen opklinkt naast<br />

<strong>de</strong> reeds classieke reizaligen, maar <strong>voor</strong>al hoe Hooft <strong>de</strong>n<br />

drama-vorm gebruikt om zijn eigen i<strong>de</strong>een te verkon<strong>de</strong>n over<br />

staatsleer en verhouding tusschen vorst en yolk. Van ons<br />

mo<strong>de</strong>rn standpunt uit heeft alleen <strong>het</strong> vier<strong>de</strong> bedrijf dramatische<br />

kracht, maar <strong>de</strong> toeschouwers in Het Eglantierken zullen<br />

bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling er hun hart aan opgehaald hebben.<br />

BAETO<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> jaren schreef hij nog twee tooneel-<br />

1616-17 werken, waarvan <strong>het</strong> eene, <strong>het</strong> treurspel Baeto, ons<br />

te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> (legendarische) <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r Hollan<strong>de</strong>rs<br />

verplaatst, wier aanvoer<strong>de</strong>r Baeto, door <strong>de</strong> opperste overwin-<br />

ning op zichzelf te behalen, <strong>de</strong> toekomst van zijn yolk ver-<br />

zekert. Nog min<strong>de</strong>r dan Geeraerdt van Velzen kan Baeto ons<br />

als drama bevredigen, maar wat een vertrouwdheid met <strong>de</strong><br />

Gooische natuur in sommige passages, wat een wil<strong>de</strong><br />

kracht in die verzen waar hij <strong>de</strong> 'heiligheid van <strong>het</strong> woud<br />

beschrijft! Ook nog om een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n is Baeto merkwaardig<br />

: dui<strong>de</strong>lijker dan hij <strong>het</strong> el<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>ed geeft <strong>de</strong> schrijver<br />

hier uiting aan <strong>het</strong> stoicisme en aan <strong>de</strong> verdraagzaamheid die<br />

hem in zijn dagelijkschen han<strong>de</strong>l nooit verlieten. De hoofdgedachte<br />

van <strong>het</strong> treurspel is per slotsom niet antlers dan<br />

<strong>de</strong>ze : beter is <strong>het</strong> onrecht te lij<strong>de</strong>n dan onrecht te doen.<br />

Bijna tegelijkertijd als Baeto maakte hij zijn blijspel<br />

82


Ware-nar klaar, dat, evenals Baeto, opgevoerd werd WARE-NAR<br />

in <strong>de</strong> Duytsche Aca<strong>de</strong>mie die, in 1617, door oneenig- 21: 1616<br />

heid uit <strong>het</strong> Eglantierken ontstaan was. Ware-nar is een bewerking<br />

van Plautus' Aulularia


danken aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Historian, waarmee hij reeds in<br />

1 628 begonnen was en waaraan hij tot vlak <strong>voor</strong> zijn dood<br />

bezig geweest is. Met <strong>de</strong>ze Historian, die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> jaren 1555 tot 1 5 8 7 behan<strong>de</strong>len, neemt<br />

<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne Ne<strong>de</strong>rlandsche historiographie een aanvang.<br />

Want ook bier liet Hooft <strong>de</strong>n geest zijner eeuw Bel<strong>de</strong>n : geschiedschrijving<br />

was <strong>voor</strong> hem geschiedvorsching, uitgaan<strong>de</strong><br />

van critische beschouwing <strong>de</strong>r documenten en van <strong>het</strong> gecontroleerd<br />

relaas <strong>de</strong>r feiten. Niet alleen daardoor verschil<strong>de</strong><br />

hij van <strong>de</strong>n vroegeren kronijkschrijver, maar ook door zijn<br />

bewusten wil om een kunstwerk to scheppen. Daartoe koos<br />

hij zich Tacitus, dien hij grondig bestu<strong>de</strong>erd had, tot <strong>voor</strong>beeld,<br />

<strong>voor</strong>al wat <strong>de</strong>n stijl betreft. Kernachtigheid en zuiverheid<br />

zijn <strong>de</strong> twee hoofdtrekken. Om wille van <strong>de</strong> zuiverheid<br />

vermeed hij angstvallig alle bastaardwoor<strong>de</strong>n ; om wille van<br />

<strong>de</strong> kernachtigheid, die hij zoozeer bij zijn <strong>voor</strong>beeld bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>,<br />

wordt zijn stijl allicht moeilijk verstaanbaar.<br />

Het eerste <strong>de</strong>el verscheen in 1642 ; <strong>het</strong> twee<strong>de</strong> was op verre<br />

na niet voltooid, toen hij in 1 647 overleed, eenige dagen na<br />

<strong>de</strong> begrafenis. van Fre<strong>de</strong>rik-Hendrik die hij nog bijgewoond<br />

had.<br />

BESLUIT Hooft is onze volledigste en zuiverste Renaissancedichter<br />

geweest in leven en leer en werken. Hij is <strong>de</strong> eenige<br />

JEUGD EN<br />

VORMING<br />

bij wien we <strong>de</strong>n aristocratischen zwier en <strong>de</strong> fijnheid van<br />

geestesbeschaving aantreffen, en een <strong>de</strong>r weinigen die een<br />

bewust streven ken<strong>de</strong>n naar vormschoonheid en naar klankvoile<br />

uiting van eigen intiemste gevoelens.<br />

2. - GERBRAND ADRIAENSZ BREDERO<br />

In 1585, in <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> jaar dat Marnix van St.<br />

Al<strong>de</strong>gon<strong>de</strong> Antwerpen aan Parma moest overgeven,<br />

en dat <strong>de</strong>genen die Von<strong>de</strong>l's ou<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n Oostwaarts<br />

naar Keulen uitweken, werd Gerbrand Adriaensz in<br />

<strong>het</strong> hartje van Amsterdam geboren. Het huis waar hij <strong>het</strong><br />

levenslicht aanschouw<strong>de</strong> droeg in <strong>de</strong>n gevel <strong>het</strong> beeld van<br />

<strong>de</strong>n heer van Bre<strong>de</strong>ro. Zoon van een honkvasten Amsterdamschen<br />

schoenmaker, nam hij in zich op <strong>het</strong> veelvuldige<br />

uitzicht van <strong>het</strong> gisten<strong>de</strong> leven in zijn omgeving. Zijn kin<strong>de</strong>r-<br />

84


jaren verliepen te mid<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> kleurige gewoel en <strong>de</strong><br />

hevige blijheid van een stad die zich voel<strong>de</strong> groeien van eenvoudige<br />

visschershaven tot wereldmarkt. Van uit <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>lpunt<br />

waar hij ravotte, zette zij zich uit langs buitensingels en<br />

-grachten en zijn verbijsterd kin<strong>de</strong>roog zag langs <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> hooge zeilers aanleggen met Mooren in <strong>de</strong> tuigage geklauterd.<br />

Hij was getuige van <strong>het</strong> vertrek <strong>de</strong>r waaghalzen die<br />

een uitweg zochten langs ongeken<strong>de</strong> wereldzeeen, en hij zag<br />

ze weerkeeren met fantastische tropeeen uit <strong>het</strong> verre Indie.<br />

Niets scheen in dien heroischen tijd <strong>de</strong> jeugd onmogelijk. De<br />

werkelijkheid was gelijk gewor<strong>de</strong>n aan een wild avontuur dat<br />

in niets moest on<strong>de</strong>rdoen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hartstochtelijke verbeeldingen<br />

welke <strong>de</strong> Engelsche comedianten op <strong>de</strong> hoeken van <strong>de</strong><br />

straten vertoon<strong>de</strong>n. Maar <strong>het</strong> liefst van al keek <strong>de</strong> jonge Gerbrand<br />

naar <strong>het</strong> haastig door elkaar krioelen<strong>de</strong> yolk op <strong>de</strong><br />

markt naast va<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>ur : daar rumoer<strong>de</strong> <strong>het</strong> van inkoopen<strong>de</strong><br />

vrouwen en van ou<strong>de</strong> patriotten, daar tusschenin kuier<strong>de</strong>n<br />

trager <strong>de</strong> Amstelveensche boeren met hun mes aan <strong>de</strong>n gor<strong>de</strong>l,<br />

en <strong>de</strong> boerinnen met veel blinkend tuig. Boven <strong>de</strong> trapgeveltjes<br />

<strong>de</strong>r beluifel<strong>de</strong> huizen wissel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zware Hollandsche<br />

luchten en <strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong>n schoenmakerszoon, tusschen twee<br />

wil<strong>de</strong> ravotterijen in, soms droomen.<br />

Op <strong>het</strong> jachten<strong>de</strong> rhythme <strong>de</strong>r stad, die in haar snellen<br />

groei geen tijd te verliezen had, sloeg <strong>het</strong> bloed van Gerbrand<br />

mee. In hem, in een beangstigen<strong>de</strong> diepte, brand<strong>de</strong> zijn<br />

onverzadigbaar hart en <strong>de</strong>ed hem soms hijgen naar onbereikbare<br />

verten.<br />

Zijn ou<strong>de</strong>rs meen<strong>de</strong>n dat hij <strong>het</strong> best <strong>voor</strong> <strong>het</strong> schil<strong>de</strong>rsvak<br />

aangelegd was, en nadat hij school geloopen en een klad<br />

Fransch geleerd had, kwam hij als leerling terecht in een<br />

schil<strong>de</strong>rsatelier. In <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n tijd dat Hooft on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Italiaansche<br />

luchten schoonheidsindrukken op<strong>de</strong>ed die hem zijn<br />

gansche leven zou<strong>de</strong>n bijblijven, stortte Bre<strong>de</strong>ro zich in <strong>het</strong><br />

voile Amsterdamsche volksleven, met schil<strong>de</strong>rs en re<strong>de</strong>rijkers,<br />

al kornuiten van zijn soort. Reeds vroeg ken<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> roekelooze<br />

ervaringen die 's an<strong>de</strong>ren daags een wrangen nasmaak<br />

lieten, nog bitter<strong>de</strong>r gemaakt door <strong>de</strong>n trek van vromen ernst<br />

die diep in zijn binnenste wezen school. Het werd door dit<br />

85


in hem huizen<strong>de</strong> dualisme : gulzige zinnelijkheid en fijneren<br />

zielena<strong>de</strong>l, een tragi-comisch bestaan. Op zijn dolste avonturen<br />

had<strong>de</strong>n Wijntje en Trijntje hem te pakken, en dan hield<br />

hij epische drinktornooien, waarbij hij <strong>de</strong> kan enkel met <strong>de</strong><br />

tan<strong>de</strong>n vasthield en, na ze geledigd te hebben, boven zijn<br />

hoofd wegslinger<strong>de</strong>. Maar <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n morgen voel<strong>de</strong> hij<br />

zich wegzinken in zijn verworpenheid, en hij besefte dat <strong>de</strong><br />

kwa<strong>de</strong> roep die aan hem kleef<strong>de</strong>, niet bevor<strong>de</strong>rlijk was om<br />

<strong>de</strong> gunst te winnen van haar die hij in ernst liefhad en wier<br />

gelijke hij niet was.<br />

LYRISCHE Uit die wisselen<strong>de</strong> stemmingen ontston<strong>de</strong>n zijn<br />

GEDICHTEN lyrische gedichten, die na zijn dood uitgegeven wer<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Boertigh, Amoreus en Aendachtigh Groot Liedboeck(1).<br />

Hoe is bier alles an<strong>de</strong>rs dan bij Hooft : al verneemt<br />

men bij <strong>de</strong>zen soms een mid<strong>de</strong>leeuwsch motief, toch is <strong>het</strong><br />

getooid met Renaissance-versierselen. Bij Bre<strong>de</strong>ro daarentegen<br />

overheerscht <strong>de</strong> eigen volksaard : alles klinkt directer,<br />

naiever, ron<strong>de</strong>r, trouwhartiger, niet zoo omkleed met fijne<br />

zwierigheid, maar soms dieper en schrijnen<strong>de</strong>r. De boertige<br />

lie<strong>de</strong>ren, waarin hij scherp en raak volkstooneeltjes etst,<br />

o. m. <strong>het</strong> Boeren-geselschap, zijn verwant aan <strong>de</strong> realistische<br />

kunst van een Jan Steen of een Brouwer. Maar er zijn er<br />

an<strong>de</strong>re, waarin hij zijn lief<strong>de</strong>smart en -vreug<strong>de</strong>, zijn wanhoop<br />

en vertwijfeling uitzingt met een zoo doordringen<strong>de</strong>n klank<br />

dat men onwillekeurig aan iemand als b.v. Paul Verlaine moet<br />

<strong>de</strong>nken. En ook zijn lie<strong>de</strong>ren van


id<strong>de</strong>rtijdperk, hun galante we<strong>de</strong>rwaardighe<strong>de</strong>n in een bonte<br />

en onwerkelijke rid<strong>de</strong>rwereld uitleven. En in 1611 werkte hij<br />

een van die romans om tot zijn eerste tooneelstuk RODD'RICK<br />

Rodd'rick en<strong>de</strong> Alphonsus, tragi-comedie, die op <strong>het</strong><br />

ENDE<br />

ALPHONSUS<br />

tooneel van <strong>het</strong> Eglantierken opgevoerd werd. Eigen- 1611<br />

aardig is dat <strong>de</strong> episo<strong>de</strong>s van dit hoog-romantische spel van<br />

lief<strong>de</strong> en vriendschap regelmatig afgewisseld wor<strong>de</strong>n door<br />

<strong>de</strong> grove scherts van twee totaal buiten <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling staan<strong>de</strong><br />

figuren : Nieuwe Haan en Griet Smeers.<br />

Het volgend jaar liet hij een nieuw romantisch spel in <strong>het</strong><br />

Eglantierken opvoeren, Griane, waarvan <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling<br />

GRIANE<br />

verloopt te Constantinopel en aan <strong>het</strong> hof van Hon- 1612<br />

garije; maar tusschenin wor<strong>de</strong>n we teruggevoerd naar Amsterdam,<br />

waar Bouwen Langh-lijf en Sinnelycke Nel hun melk<br />

loopen te venten. En <strong>het</strong> werd nu dui<strong>de</strong>lijk dat Bre<strong>de</strong>ro's<br />

kracht niet in <strong>de</strong> weergave lag van die bonte rid<strong>de</strong>rwereld,<br />

maar wel van <strong>het</strong> eigen populaire milieu. Intusschen was hij<br />

door <strong>de</strong> opvoering van die twee romantische stukken, waaraan<br />

hij straks, in 1 6 1 8, nog een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n Stommen<br />

STOMMEN<br />

Rid<strong>de</strong>r toevoeg<strong>de</strong>, in hooger eer en aanzien geraakt.<br />

RIDDER<br />

Want in 1 613 werd hij lid van <strong>het</strong> Eglantierken, 1618<br />

kwam hij in aanraking met Hooft, met <strong>de</strong>n gestrengen Dr.<br />

Samuel Coster en met Maria Tesselscha<strong>de</strong>. Hij maakte <strong>de</strong>n<br />

strijd mee tusschen classieken en romantici en verhuis<strong>de</strong> insgelijks<br />

naar <strong>de</strong> Duytsche Aca<strong>de</strong>mie ( 1 ) Schuchter bleef hij<br />

toch opkijken naar zijn me<strong>de</strong>stan<strong>de</strong>rs die zooveel bezaten<br />

wat hij moest ontberen. : <strong>de</strong> aristocratie <strong>de</strong>r gedachten en<br />

<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> classieke opleiding.<br />

Maar plotseling, tusschen 1614 en 1616, pakte KLUCHTEN<br />

hij uit met drie kluchten : Symen son<strong>de</strong>r Soeticheyt, De 1614-1616<br />

klucht van <strong>de</strong> ]doe en De klucht an <strong>de</strong>n rneulenaer. Daarmee<br />

bewees hij dat hij ten slotte zijn waren weg gevon<strong>de</strong>n had.<br />

Wel waren <strong>het</strong> slechts dramatiseeringen van een eenvoudige<br />

anecdote, en als zoodanig zijn ze <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting van <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>leeuwsche sotternieen, dock verrijkt met al <strong>de</strong> elementen<br />

die <strong>de</strong> nieuwe tijd meebracht.<br />

(1) Zie ver<strong>de</strong>r bl. 107.<br />

87


Bijna tegelijkertijd bewerkte hij, op een Fransche vertaling,<br />

Terentius' blijspel Eunuchus tot een Amsterdamsch<br />

MOORTJE Moortje, juist zooals Hooft <strong>het</strong> in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> jaren<br />

1617 met Ware-nar gedaan had.<br />

Ongetwijfeld zijn beste werk is zijn laatste : De<br />

SPAANSCHE Spaansche Braban<strong>de</strong>r, inge<strong>de</strong>eld in vijf <strong>de</strong>elen of be-<br />

BRABANDER<br />

1618 drijven. Een tooneelstuk in <strong>de</strong>n mo<strong>de</strong>rnen zin van<br />

<strong>het</strong> woord is <strong>het</strong> niet : <strong>het</strong> bevat geen karakterontwikkeling,<br />

geen intrigue, ternauwernood een logisch verloopen<strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling,<br />

en schijnbaar is er niet <strong>de</strong> minste eenheid. De hoofdpersoon<br />

is Jerolimo, <strong>de</strong> berooicle Antwerpenaar, die in Holland<br />

<strong>de</strong>n grooten sinjeur tracht to spelen, met naast hem zijn<br />

knecht, <strong>de</strong>n trouwhartigen nuchteren Robbeknol. Wat waren<br />

<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n reeds ver dat Visscher protesteer<strong>de</strong> tegen <strong>het</strong> volgen<br />

<strong>de</strong>r Brabantsche mo<strong>de</strong>! Wat een superieuren spot laat Bre<strong>de</strong>ro<br />

gaan over <strong>de</strong> waanwijze snoevers, <strong>de</strong> kale neten die met<br />

hun luidruchtigen bluf uit <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n overgewaaid waren.<br />

Wat een schaterlach moet er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toeschouwers opgegaan<br />

zijn, gemengd met leedvermaak, bij <strong>het</strong> zien van <strong>de</strong> sma<strong>de</strong>lijke<br />

avonturen van <strong>de</strong>n Brabantschen jonker! Maar daarnaast<br />

levert Bre<strong>de</strong>ro hier een vlotte, realistische uitbeelding van <strong>het</strong><br />

veelvuldige uitzicht <strong>de</strong>r menschen ; niemand zal hem evenaren<br />

in <strong>het</strong> scherp karakteriseeren van allerlei typen uit <strong>het</strong> yolk.<br />

Hoe kent hij zijn stad en haar bewoners door en door, en<br />

hoe doorschouwt hij ze met een droef-ironischen blik! Het<br />

wordt hem dui<strong>de</strong>lijk dat, in <strong>de</strong>ze wereld, werkelijkheid wat<br />

an<strong>de</strong>rs is dan schijn en dat, wat hem persoonlijk betreft,<br />

helaas <strong>de</strong> algemeene regel an<strong>de</strong>rsom uitvalt : bij hem is <strong>de</strong><br />

schijn zooveel ongunstiger dan <strong>de</strong> werkelijkheid. Hid troost<br />

zich met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n


3. - JOOST VAN DEN VONDEL<br />

Von<strong>de</strong>l's ou<strong>de</strong>rs waren Antwerpsche doopsgezin-<br />

<strong>de</strong>n, die liever dan aan hun godsdienstige overtui-<br />

ging te verzaken, na <strong>de</strong> inneming van Antwerpen uitgeweken<br />

waren naar Keulen. Daar werd <strong>de</strong> grootste <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

dichters in 1587 geboren. Maar <strong>het</strong>zij dat wa<strong>de</strong>r Von<strong>de</strong>l zich<br />

ook te Keulen niet zoo heel vrij voel<strong>de</strong>, <strong>het</strong>zij dat hij vernomen<br />

had van <strong>de</strong>n fellen han<strong>de</strong>lsopbloei <strong>de</strong>r Hollandsche<br />

ste<strong>de</strong>n waar hij althans on<strong>de</strong>r stam- en taalgenooten zou<br />

wonen, hij on<strong>de</strong>rnam van Keulen uit weldra met zijn gezin<br />

<strong>de</strong> lange reis naar Utrecht, waar hij zich een tijdje ophield,<br />

en naar Amsterdam. Hij vestig<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong> Warmoesstraat,<br />

en zette er een han<strong>de</strong>l op in <strong>het</strong> nieuwe mo<strong>de</strong>artikel : <strong>de</strong><br />

zij<strong>de</strong>n kousen. De kousenzaak heette


met diens zuster, Maeyken <strong>de</strong> Wolf. En niet lang daarna<br />

nam hij <strong>de</strong>n kousenhan<strong>de</strong>l over van zijn moe<strong>de</strong>r die inmid<strong>de</strong>ls<br />

weduwe gewor<strong>de</strong>n was.<br />

HET PASCHA<br />

Weldra liet hij in <strong>de</strong> kamer Het wit Laven<strong>de</strong>l een<br />

1612 treurspel opvoeren Het Pascha. Van geest en van<br />

opvatting was <strong>het</strong> een bijbelspel zooals <strong>de</strong> vorige eeuw <strong>het</strong><br />

had zien ontwikkelen uit <strong>het</strong> geestelijk tooneel ; doch <strong>de</strong> vorm,<br />

al klinkt <strong>de</strong> toon van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers er nog in na, <strong>voor</strong>spelt<br />

in zijn statige breedheid reeds <strong>de</strong>n prins <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

dichters. Voorloopig was <strong>het</strong> nog maar dichterlijke <strong>voor</strong>bereiding<br />

: want <strong>de</strong> jonge Von<strong>de</strong>l, die reeds toen een <strong>voor</strong>beeld<br />

van naarstige <strong>de</strong>gelijkheid was, wist zijn winkeltje tot een<br />

bloeien<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lszaak te doen gedijen, en met <strong>het</strong> overige<br />

van zijn tijd woeker<strong>de</strong> hij om zichzelf te ontwikkelen.<br />

Fransch had hij wellicht vroeger op school geleerd : althans<br />

invloed van <strong>de</strong> Pleia<strong>de</strong> - <strong>voor</strong>al van Du Bartas - is er<br />

ruimschoots te ont<strong>de</strong>kken in zijn eerste <strong>voor</strong>tbrengselen.<br />

Intusschen beproef<strong>de</strong> hij links en rechts zijn krachten : aan<br />

een groot lofdicht Hymnus over <strong>de</strong> Scheepvaart, aan een reeks<br />

bijschriften bij een bun<strong>de</strong>l emblemata Den Gul<strong>de</strong>n Winckel,<br />

aan een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>rgelijk werk V orstelicke Waran<strong>de</strong> <strong>de</strong>r Dieren.<br />

Maar met dat al, en hoezeer hij ook <strong>de</strong> Fransche dichtkunst<br />

bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, besefte hij dat <strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> poetische kennis<br />

hem steeds ontsnapte doordat hij geen classieke opleiding<br />

genoten had. Zijn twee<strong>de</strong> treurspel<br />

HIERUSALEM<br />

Hierusalem ver-<br />

VERWOEST woest, bracht evenwel een nieuwe boodschap : <strong>de</strong><br />

1620<br />

reeds 33-jarige Von<strong>de</strong>l had Latijn geleerd en met<br />

Seneca kennis gemaakt, <strong>de</strong> groote treurspeldichter was in<br />

- aantocht.<br />

Het was omtrent dien tijd dat <strong>de</strong> oneenigheid tusschen<br />

Remonstranten en Contra-remonstranten Naar eerste beslag<br />

kreeg. De hoogloopen<strong>de</strong> twist tusschen <strong>de</strong> strenge Calvinisten<br />

en <strong>de</strong> meer vrijzinnigen, die geen vre<strong>de</strong> kon<strong>de</strong>n hebben<br />

<strong>voor</strong>al met <strong>de</strong> pre<strong>de</strong>stinatieleer en die daartegen een vertoogschrift<br />

of


Het ongeitert br-vmt net open mu . pooten_<br />

./flaadrific onneffelheid, zn t beeflenperc4 verfiooterz.<br />

Noch nt:et, hoe- fiti- <strong>de</strong> 'boil/4d kilt. at he rt:<br />

Mott fireerkt (wort bily . reeht: tires Thanis hoer lanne rt.<br />

Titelblad van Palame<strong>de</strong>s.<br />

De


ondom landsadvocaat Johan van Ol<strong>de</strong>nbarneveld, <strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>diger<br />

<strong>de</strong>r privilegien van <strong>de</strong> Hollandsche ste<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong><br />

monarchistische neigingen van Maurits. Heel die twist werd<br />

tot een gewelddadig ein<strong>de</strong> gebracht, doordat in 1618 Ol<strong>de</strong>barneveldt<br />

samen met H. <strong>de</strong> Groot en Hoogerbeets gevangen<br />

genomen werd. Een syno<strong>de</strong>, te Dordrecht bijeengeroepen,<br />

bekrachtig<strong>de</strong> <strong>de</strong> pre<strong>de</strong>stinatieleer en in 1619 besteeg <strong>de</strong><br />

72-jarige Ol<strong>de</strong>barneveldt <strong>het</strong> schavot.<br />

Terwijl <strong>de</strong>ze gebeurtenissen <strong>de</strong> gemoe<strong>de</strong>ren in heftige<br />

beweging brachten, maakte Von<strong>de</strong>l een moeilijken tijd door.<br />

Een kwijnen<strong>de</strong> ziekte drukte hem neer, en zijn zwaartillend<br />

temperament leed on<strong>de</strong>r een crisis die misschien evenzeer<br />

van moreelen aard was. Toen hij in 1621 langzamerhand<br />

genas, was <strong>het</strong> of een nieuwe Von<strong>de</strong>l tot <strong>het</strong> leven terugkeer<strong>de</strong>.<br />

Onmid<strong>de</strong>llijk zien we hem zijn engen Brabantschen<br />

kring ontgroeien : bij Roemer Visscher was hij <strong>voor</strong> diens<br />

dood al wel eens te gast geweest, maar nu leer<strong>de</strong> hij Anna<br />

en Maria Tesselscha<strong>de</strong> van na<strong>de</strong>rbij kennen op <strong>de</strong> bijeenkomsten<br />

van <strong>de</strong>n Mui<strong>de</strong>rkring waar Hooft <strong>voor</strong>zat. Daar ontmoette<br />

hij nog vele an<strong>de</strong>re aanzienlijken en hij sloot er innige<br />

vriendschap met Laurens Reael, <strong>de</strong>n oud-goeverneur <strong>de</strong>r<br />

Molukken. Van lieverle<strong>de</strong> begon hij zich volbloed Amsterdammer<br />

te voelen : hij ontbloei<strong>de</strong> in een nieuwen durven<strong>de</strong>n<br />

levenslust.<br />

In 1625 was Maurits gestorven, en zijn halfbroer Fre<strong>de</strong>rik<br />

Hendrik volg<strong>de</strong> hem op. Von<strong>de</strong>l begroette hem met zijn<br />

Princelied op <strong>de</strong> wijze en in navolging van <strong>het</strong> Wilhelmus, en<br />

met <strong>de</strong> Begroetenis aen Fre<strong>de</strong>rick Henrick. Voortaan zal er geen<br />

gebeurtenis van eenig belang meer binnen of buiten 's lands<br />

grenzen plaats grijpen of hij verheft zijn stem om ze te<br />

bezingen. (Geboortklock, Op <strong>de</strong> tweedracht <strong>de</strong>r Christen Prinsen,<br />

Olyftack aen Gustaef Adolf, later : Aen <strong>de</strong> Beurs van Amsterdam,<br />

1nwydinge van 't Stadthuys, De Zeetriomf <strong>de</strong>r Vrye Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n.)<br />

En in datzelf<strong>de</strong> jaar verscheen Palame<strong>de</strong>s, naar<br />

PALAMEDES<br />

1625 <strong>de</strong>n vorm een classiek treurspel, maar eigenlijk<br />

en HEKEL- een nauwelijks verhul<strong>de</strong> allegorie een scherp hekel-<br />

DICHTEN<br />

dicht op <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>eling en <strong>de</strong> terechtstelling van<br />

Ol<strong>de</strong>nbarneveld. De partijtwisten die ertoe aanleiding gege-<br />

92


ven had<strong>de</strong>n, waren op dat oogenblik nog even hardnekkig<br />

aan <strong>de</strong>n gang, en Von<strong>de</strong>l mocht zelfs geduren<strong>de</strong> eenige dagen<br />

<strong>voor</strong> zijn leven vreezen; ten slotte red<strong>de</strong> hij zich met een<br />

geldboete uit <strong>de</strong> moeilijkheid. Maar hij was een beroemd<br />

man in zijn stad gewor<strong>de</strong>n, en werd gewikkeld in een pamflettenoorlog<br />

waarin hij slag op slag zijn vinnige hekeldichten<br />

als zooveel pijlen op <strong>de</strong>n tegenstan<strong>de</strong>r afschoot. (Geuse-vesper,<br />

Op <strong>het</strong> stokske van Joan van Ol<strong>de</strong>barneveldt, Rommelpot vant Hane-<br />

Kot, Harpoen, enz.)<br />

Wat wij erin bewon<strong>de</strong>ren, naast <strong>de</strong> niets of niemand ontzien<strong>de</strong><br />

heftigheid zijner verontwaardiging, is zijn onkreukbaar<br />

rechtvaardigheidsgevoel en zijn fiere burgermoed, zooals die<br />

o.m. tot uiting komt in zijn Roskam, opgedragen aan Hooft.<br />

Langzamerhand, langs hekeldichten en tijdzangen - en<br />

ook veel gelegenheidsverzen groei<strong>de</strong> Von<strong>de</strong>l tot voile<br />

scheppingskracht. Doch eerst moest <strong>het</strong> leed hem<br />

LI JKZANGEN<br />

nog wij <strong>de</strong>n tot volledig mensch-zijn. Van 1633 af 1633-35<br />

trof hem een reeks huiselijke rampen : toen ontviel hem zijn<br />

jongste kind Constantijn; in <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> jaar droeg men zijn<br />

achtjarig dochtertje Sara ten grave en twee jaar later over-<br />

leed zijn vrouw. Zijn mannelijk gedragen smart uitte hij in<br />

een drietal lijkklachten die tot <strong>het</strong> beste behooren van wat<br />

hij ooit schreef : zachte elegieen waarin <strong>de</strong> verscheurdheid<br />

van zijn hart schrijnt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> christelijke berusting en die<br />

eindigen op een verbeten snik. De herinnering aan zijn eigen<br />

rouw gaf hem <strong>de</strong> passen<strong>de</strong> troostwoor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> pen toen<br />

in 1634 zijn vriend Vossius zijn zoon Dyonisius verloor.<br />

Maar daarbuiten, in <strong>de</strong> stad, ging <strong>het</strong> leven zijn gang.<br />

Een belangrijke gebeurtenis was <strong>het</strong> besluit om <strong>het</strong> in verval<br />

geraakte houten gebouw van <strong>de</strong> Duytsche Aca<strong>de</strong>mie af te<br />

breken en <strong>het</strong> te vervangen door een heuschen schouwburg.<br />

Aan Von<strong>de</strong>l werd <strong>de</strong> opdracht gegeven <strong>het</strong> inwijdingsstuk<br />

te schrijven. Aldus ontstond zijn eerste groot treur-<br />

GYSBRECHT<br />

spel Gysbreght van Aemstel, waarvan <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp, VAN AEMSTEL<br />

evenals Hooft's Geeraert van Velzen, teruggaat op <strong>de</strong>n 1637<br />

moord op graaf Floris V. In Von<strong>de</strong>l's treurspel wordt behan-<br />

<strong>de</strong>ld <strong>de</strong> inneming van Amsterdam door <strong>de</strong> bloedverwanten<br />

van <strong>de</strong>n vermoor<strong>de</strong>n graaf als wraak op Gysbreght die <strong>de</strong><br />

93


hand geleend had tot <strong>de</strong> samenzwering. Zeer dui<strong>de</strong>lijk is in<br />

dit treurspel <strong>de</strong> invloed van Virgilius, al bewijst Von<strong>de</strong>l hier<br />

meer dan ooit to zijn <strong>de</strong> rechtstreeksche erfgenaam <strong>de</strong>r re<strong>de</strong>rijkers.<br />

Terecht zijn uit dit treurspel beroemd <strong>de</strong> reizangen<br />

0 Kersnacht, schooner dan <strong>de</strong> daegen en <strong>voor</strong>al Waer werd oprechter<br />

trourv.<br />

Autodidact als hij was, had hij zich jaren gele<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

Latijnsche taal min of meer vertrouwd gemaakt, en daarna,<br />

toen hij reeds tegen <strong>de</strong> veertig was, zich aan <strong>de</strong> studie van<br />

<strong>het</strong> Grieksch gespannen. De regels van <strong>het</strong> classieke treurspel<br />

wil<strong>de</strong> hij, <strong>de</strong> in <strong>de</strong>n grond trouwhartige burgerman met <strong>de</strong>n<br />

ingeboren eerbied <strong>voor</strong> alle gezag van boven, aan <strong>de</strong> bron<br />

zelf leeren kennen. Nu dat hij, na Gysbreght van Aemstel,<br />

bij zijn vrien<strong>de</strong>n en me<strong>de</strong>burgers volmondige waar<strong>de</strong>ering<br />

vond <strong>voor</strong> zijn dramatisch talent, zette hij <strong>voor</strong>goed een<br />

reeks treurspelen in die hij slechts zou afsluiten met Noah,<br />

<strong>de</strong>rtig jaar later, en vijf en vijftig jaar nadat hij zijn eerste<br />

proeve, Pascha, in Het wit Laven<strong>de</strong>l had laten opvoeren. Met<br />

die rij tragedian werd hij <strong>de</strong> typische vertegenwoordiger van<br />

<strong>het</strong> Hollandsche classicisme dat, wat <strong>de</strong>n uiterlijken bouw<br />

van <strong>het</strong> treurspel betreft, rechtstreeks teruggaat op <strong>de</strong> Grieken<br />

(drie eenhe<strong>de</strong>n, reizangen na ie<strong>de</strong>r bedrijf), en naar <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

motieven, hoofdzakelijk bijbelmotieven, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting<br />

is van <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche geestelijk tooneel. Met<br />

bovendien <strong>de</strong> persoonlijke opvatting van Von<strong>de</strong>l aangaan<strong>de</strong><br />

<strong>het</strong> wezen <strong>de</strong>r tragiek : >.<br />

Nu volg<strong>de</strong>n weldra <strong>de</strong> Maegh<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> Gebroe<strong>de</strong>rs,<br />

MAEGHDEN<br />

GEBROEDERS waarop Vossius hem zei :


UEREENIGDE DROUINCIEN<br />

GEDURENDE DE GOUDEN EEUW<br />

GRENZEN VAN 1648)<br />

PAANSCHE NEDERLANDth


sterkte geweest, niet alleen in zijn dagelijkschen wan<strong>de</strong>l, maar<br />

ook in zijn kunst.<br />

Doch ten slotte kon zijn Doopsgezin<strong>de</strong> geloofsleer<br />

OVERGANG TOT<br />

DE R. K. KERK <strong>de</strong> hunkering van zijn gemoed niet meer bevredigen;<br />

1641 zijn omgang met Roomsche vrien<strong>de</strong>n en <strong>voor</strong>al met<br />

PETER EN<br />

PAUWELS<br />

1641<br />

ALTAERGEHEI-<br />

MENISSEN<br />

1645<br />

Jezuieten die <strong>de</strong> Republiek als een missieland bewerkten,<br />

<strong>de</strong>ed hem, om en bij 1641, <strong>de</strong>n beslissen<strong>de</strong>n stag tot zijn<br />

overgang naar <strong>de</strong> Katholieke Kerk zetten. Onmid<strong>de</strong>llijk leg<strong>de</strong><br />

hij getuigenis of van <strong>de</strong> nieuw verworven zekerheid door <strong>het</strong><br />

en wee<br />

treurspel Peter en Pauwels, en eenige jaren later door<br />

een leerdicht, of liever een met <strong>de</strong>gelijke re<strong>de</strong>neeringen<br />

gestaaf<strong>de</strong>n lofzang ter eere <strong>de</strong>r H. Eucharistie :<br />

Altaergeheimenissen. Mid<strong>de</strong>lerwijl bleef hij nog steeds<br />

wat hij altijd geweest was : <strong>de</strong> bezinger van <strong>het</strong> wel<br />

van zijn stad, van zijn land en nu ook van zijn<br />

geloofsgemeenschap. Uit <strong>de</strong>ze laatste bekommernis ontstond<br />

MARIA STUART een ver<strong>de</strong>re tragedie Maria Stuart. Maar een gewich-<br />

1646 tiger taak werd hem weldra opgedragen : <strong>het</strong> schrijyen<br />

van een gelegenheidsstuk tot viering van <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong> die<br />

nu <strong>de</strong>finitief in 't <strong>voor</strong>uitzicht gesteld werd. Von<strong>de</strong>l aanvaard<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> taak, en in 1648 was zijn spel<br />

LEEUWEN-<br />

Leeuwen-<br />

DALERS dalers klaar, met Hooft's Granida <strong>de</strong> eenige pastorale<br />

1648<br />

die in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch geslaagd mag heeten, een<br />

fantasie van bosch, duin en jagersvolk, die <strong>de</strong> verzoening<br />

van Noord en Zuid symboliseert on<strong>de</strong>r zooveel zomersche<br />

zonnigheid als er straal<strong>de</strong> over zijn buiten<strong>de</strong>untjes van vijf<br />

en twintig jaren her.<br />

Hiermee zette hij zijn groote perio<strong>de</strong> in, zijn tijd van volrijpheid,<br />

waarin hij zijn dichterschap laat wei<strong>de</strong>n niet alleen<br />

over <strong>de</strong> grootheid van zijn va<strong>de</strong>rland en over <strong>de</strong> wisselvallighe<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>r Europeesche politiek, maar straks ook over <strong>de</strong><br />

steile hoogten van <strong>de</strong>n ganschen ze<strong>de</strong>lijken cosmos. Vooreerst<br />

was er stof tot- dichten genoeg in <strong>de</strong> gebeurtenissen in Engeland,<br />

en Von<strong>de</strong>l vond zijn scherpste pen van <strong>voor</strong> een halve<br />

eeuw terug om Protecteur Weerwolf (Cromwell) te lijf te gaan,<br />

of in De Monsters onzer Eeuwe zijn verontwaardiging te uiten.<br />

LUCIFER In 1654 gaf hij ein<strong>de</strong>lijk zijn hoogste kunst :<br />

1654 Lucifer, waar in grootsche verbeelding <strong>de</strong> onrust van<br />

96


<strong>de</strong>n ongetem<strong>de</strong>n hoogmoed alle kansen op een zet en <strong>de</strong>n<br />

schoonsten <strong>de</strong>r engelen in <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mlooze diepte stort. Met<br />

dit treurspel bereikt onze letterkun<strong>de</strong> een climax : dit verhevenste<br />

aller on<strong>de</strong>rwerpen, waarin <strong>de</strong> han<strong>de</strong>len<strong>de</strong> personen<br />

geen menschen zijn, maar « hemelingen >>, plooit in zijn vijfvoudige<br />

geleding <strong>voor</strong> ons open als een monument van zwaarstatige<br />

schoonheid. De opvoering ervan verwekte herrie;<br />

en mid<strong>de</strong>lerwijl trok zich een schaduw boven Von<strong>de</strong>l's<br />

hoofd samen die <strong>het</strong> overige van zijn leven zou verdonkeren.<br />

Joost, zijn oudste zoon, was in 1 643 een eerste maal gehuwd,<br />

en, daarna weduwnaar gewor<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong>n echt getre<strong>de</strong>n met<br />

Baertje Hooft, een verre verwante van wijlen <strong>de</strong>n drost van<br />

Mui<strong>de</strong>n. Bei<strong>de</strong>n schijnen tamelijk onbezonnen geleefd te<br />

hebben, tot ten slotte bet droevig ein<strong>de</strong> kwam : <strong>de</strong><br />

HUISELI JKE<br />

jonge Joost werd insolvent verklaard, en om hem RAMPEN<br />

<strong>de</strong> schan<strong>de</strong> <strong>de</strong>r gevangenis te sparen moest zijn 1656<br />

va<strong>de</strong>r hem dwingen scheep te gaan naar Indie. Op <strong>de</strong> reis<br />

daarheen overleed hij, terwijl thuis <strong>de</strong> nu zeventigjarige zijn<br />

eigen vermogen offer<strong>de</strong> om <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>n te <strong>de</strong>kken. Al had<br />

<strong>de</strong> dood reeds velen on<strong>de</strong>r zijn vrien<strong>de</strong>n en kennissen weggehaald,<br />

toch bleven hem beschermers over, die hem als<br />

ambtenaar on<strong>de</strong>rbrachten in <strong>de</strong> Bank van Leening. Juist<br />

zooals in <strong>de</strong> jaren 1 635 prikkel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> slagen van <strong>het</strong> lot<br />

hem tot meer bedrijvigheid, en telkens brengt hij nu een<br />

meesterwerk <strong>voor</strong>t. Zijn Jephtha beschouw<strong>de</strong> hij als JEPHTHA<br />

<strong>de</strong> zuiverste uitdrukking zijner kunst, die waarmee 1659<br />

hij <strong>het</strong> G,rieksche treurspel <strong>het</strong> meest dacht te bena<strong>de</strong>ren. Het<br />

volgend jaar liet hij <strong>de</strong> volledige vertaling van Vfrgilius en<br />

niet min<strong>de</strong>r dan vier treurspelen verschijnen, daarna<br />

JOHANNES DE<br />

Johannes <strong>de</strong> Boetgezant, een zijner belangrijkste ge- BOETGEZANT<br />

dichten omdat <strong>het</strong> eeni ► in zijn soort is. Von<strong>de</strong>l<br />

1662<br />

noem<strong>de</strong> <strong>het</strong> een hel<strong>de</strong>ndicht; wij zou<strong>de</strong>n veeleer zeggen een<br />

dichterlijke levensbeschrijving.<br />

Naarmate <strong>de</strong> jaren klommen scheen zijn poetische kracht<br />

toe te nemen : toen hij zeven en zeventig gewor<strong>de</strong>n was en<br />

rondom hem <strong>het</strong> peil <strong>de</strong>r dichtkunst allerwege daal<strong>de</strong>, schreef<br />

hij zijn lichtste en ijlste spel, Adam in Ballingschap. ADAM IN<br />

BALLINGSCHAP<br />

En nog was hij niet uitgeput : toen in 1 665 <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />

1664<br />

97


Engelsche oorlog uitbrak, bleef <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong>n grijzen<br />

dichter onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> wisselvallige kans <strong>de</strong>r wapens volgen<br />

en bezong hij keer op keer <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>nda<strong>de</strong>n van De Ruyter en<br />

Tromp. Nog een laatste maal schiep hij een oorspronkelijk<br />

NOAH<br />

treurspel, Noah, zijn zwanezang. Uit zijn ambt werd<br />

1667 hij in 1668 met behoud van zijn jaarwed<strong>de</strong> eervol<br />

ontslagen. Ook zijn naastbestaan<strong>de</strong>n ontvielen hem een <strong>voor</strong><br />

een : in 1 668 zijn kleindochter Maria, in 1 670 zijn kleinzoon<br />

Willem, in 1675 zijn dochter Anna. In 1679 overleed hij zelf<br />

in <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rdom van ruim 91 jaar.<br />

BESLUIT Von<strong>de</strong>l, <strong>de</strong> « prins onzer letterkun<strong>de</strong> >>, is een<br />

figuur van internationale beteekenis, een Bier groote dichters<br />

die <strong>de</strong> 1 7 e eeuw in alle lan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgebracht heeft. Evenals<br />

zoovele an<strong>de</strong>ren heeft hij als een onwrikbaar geloofspunt <strong>de</strong><br />

classieke regels aangekleefd misschien nog meer dan an<strong>de</strong>ren<br />

omdat hij van buiten uit getracht heeft zich <strong>de</strong> classieke<br />

levensbeschouwing eigen te maken en zich er afhankelijker<br />

van gevoeld heeft dan indien ze met hem vergroeid was<br />

geweest. Deze classieke leer heeft hij <strong>voor</strong>al toegepast in <strong>het</strong><br />

treurspel dat hij, <strong>de</strong>n geeft zijner eeuw getrouw, bij <strong>voor</strong>keur<br />

beoefen<strong>de</strong>. Dat zijn opvatting <strong>de</strong>r dramatiek afwijkt van <strong>de</strong><br />

gewoon gangbare, is dui<strong>de</strong>lijk : zijn treurspel is meer statisch<br />

dan dynamisch, meer een opeenvolging van tafereelen dan<br />

van han<strong>de</strong>lingen, alhoewel niet te ontkennen valt dat er wel<br />

bewogenheid is in <strong>het</strong> zieleleven <strong>de</strong>r hel<strong>de</strong>n. Karakterontwikkeling<br />

geeft hij zel<strong>de</strong>n, wel karakterontleding, <strong>het</strong> best nog<br />

bij zijn heldinnen, terwijl zelfs zijn hel<strong>de</strong>nfiguren jets vrouwelijks,<br />

tee<strong>de</strong>rs vertoonen. Hij is evenwel essentieel een<br />

lyrisch dichter, ook in zijn treurspelen, waarvan zeer dikwijls<br />

<strong>de</strong> verhevenste <strong>de</strong>elen <strong>de</strong> reizangen zijn, o. a. in Gijsbreght<br />

van Aemstel, in <strong>de</strong> Leeuwendalers, in Joseph in Dothan, in Lucifer,<br />

in Adam in Ballingschap en zelfs nog in Noah. Alhoewel Von<strong>de</strong>l<br />

zelf zegt dat wat hem « op 's harten gront left >> hem naar<br />

<strong>de</strong> keel welt, is hij over 't algemeen, behalve misschien in<br />

sommige hekeldichten, niet <strong>de</strong> hartstochtelijke dichter die op<br />

staan<strong>de</strong>n voet zijn vervoering lucht moet geven. Zijn lyrische<br />

gedichten zijn veeleer « emotion recollected in tranquillity »,<br />

ontroering die hij achteraf opnieuw beleeft en omkleedt met<br />

98


<strong>de</strong>n koninklijken mantel van zijn taal. Want die ziener en<br />

zegger van zooveel diepe dingen heeft zich een klank en een<br />

rhythme gesmeed die juist bij <strong>de</strong> geaardheid van zijn poetisch<br />

genie passen : breed en zwierig, effectvol, krachtig beel<strong>de</strong>nd,<br />

soms op <strong>de</strong>n rand van <strong>het</strong> gezwollene af. In dit opzicht kondigt<br />

hij reeds <strong>de</strong> barok aan. En tot slotsom dit : <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l van<br />

zijn werk is <strong>de</strong> weerspiegeling van <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>l van zijn gemoed.<br />

4. — CONSTANTIJN HUYGENS<br />

Met <strong>de</strong>zen dichter verlaten we <strong>het</strong> bedrijvige JEUGD EN<br />

Amsterdam <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aristocratische kringen van Den VORMING<br />

Haag, waar hij geboren werd in 1596 en waar zijn va<strong>de</strong>r<br />

secretaris van state was. Hij groei<strong>de</strong> op in dit patricisch en<br />

Calvinistisch milieu en werd uitgerust met <strong>de</strong> veelzijdige ontwikkeling<br />

die <strong>de</strong> diplomatische en politieke loopbaan, waar<strong>voor</strong><br />

hij bestemd werd, noodzakelijk maakte. De jaren 1616<br />

en 1617 bracht hij door aan <strong>de</strong> Leidsche universiteit, naar<br />

<strong>het</strong> heette om zich in <strong>de</strong> rechtswetenschap te bekwamen.<br />

Maar Huygens, met dien drang naar encyclopedische vorming<br />

die een <strong>de</strong>r kenmerken van <strong>de</strong> Renaissance is, ging op in <strong>de</strong><br />

studie van allerlei wetenschappen en kwam terug als een <strong>de</strong>r<br />

geleerdste mannen van zijn tijd. Nauwelijks thuis, mocht hij<br />

als lid van een gezantschap mee naar Engeland, waarheen<br />

hij tusschen 1618 en 1620 vier reizen on<strong>de</strong>rnam, en ook als<br />

gezantschapssecretaris naar Venetie. Het reizen stoffeer<strong>de</strong><br />

zijn geest en vorm<strong>de</strong> zijn karakter, te meer daar hij in <strong>het</strong><br />

buitenland geen gelegenheid liet ontsnappen om zijn kennis<br />

te verrijken, en in Engeland in aanraking gekomen was met<br />

verschillen<strong>de</strong> dichters, o. a. met Shakespeare's tijdgenoot,<br />

lord-kanselier Bacon. In eigen land was hij natuurlijk ook<br />

bevriend met <strong>de</strong> Amsterdamsche schrijvers, o. a. met Hooft<br />

en Von<strong>de</strong>l.<br />

Hij had zelf al ee s zijn krachten beproefd aan een<br />

Latijnsch of Fransch v r , toen hij, in 1621, zijn eerste omvangrijk<br />

werk schreef n<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Batava Tempe<br />

BATAVA<br />

of 't<br />

TEMPE<br />

V oorhout van s Gravenhage. Dit Hollandsch 1621<br />

99


Het Haagsche Voorhout ten tij<strong>de</strong> van C. Huygens.


Tempe (1) is niets an<strong>de</strong>rs dan <strong>het</strong> Voorhout, <strong>de</strong> Haagsche<br />

wan<strong>de</strong>lplaats a la mo<strong>de</strong>, die Huygens in <strong>de</strong> vier jaargetij<strong>de</strong>n<br />

beschrijft. Onmid<strong>de</strong>llijk valt <strong>het</strong> eigenaardige van zijn trant<br />

op : hij is geen dichter uit noodzakelijkheid zooals Bre<strong>de</strong>ro,<br />

Von<strong>de</strong>l en zelfs Hooft dat waren; <strong>het</strong> vers is hem geen<br />

uitweg om <strong>de</strong> overvolheid van zijn gemoed uit te storten.<br />

Dichten is <strong>voor</strong> hem veeleer een spel van zijn scherp vernuft,<br />

een bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> uitdrukking van zijn lust tot moraliseeren,<br />

maar dit alles op hooger plan gebracht door zijn opmerkingsgave<br />

en zijn ietwat cerebrale leukheid.<br />

Het volgend jaar verscheen Costelick Mal, dat COSTELICK<br />

MAL<br />

1622<br />

hij aan Cats opdroeg en waarin hij <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>grillen<br />

hekel<strong>de</strong>. Ook bier is hij krachtig en teekenend, pittig<br />

en puntig maar zon<strong>de</strong>r groote gemoedsbewogenheid, behalve<br />

waar hij soms verontwaardigd uitvalt tegen te groote dwaashe<strong>de</strong>n.<br />

Na <strong>de</strong>n dood van Maurits in 1625 — dien hij herdacht<br />

in zijn bekend gedicht Scheeps-praet trad hij als secretaris<br />

in dienst van Fre<strong>de</strong>rik-Hendrik, welk ambt hij bleef waarnemen<br />

on<strong>de</strong>r Willem II en Willem III. In datzelf<strong>de</strong> jaar vatte<br />

hij zijn vorige werken samen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Otia of Ledighe<br />

uren. Twee jaar later huw<strong>de</strong> hij met Suzanna van Baerle, zijn<br />


Daghwerck voltooi<strong>de</strong>, begon hij zijn buitengoed Hofwyck aan<br />

te leggen, dat hij nu con amore met allerlei rake tafereeltjes,<br />

HOFWYCK moraliseeren<strong>de</strong> intermezzo's en ook met duistere<br />

1651 passages ging beschrijven in Hofinck.<br />

Een geheel an<strong>de</strong>ren Huygens dan <strong>de</strong>n ernstigen, geleer<strong>de</strong>n<br />

hoveling tref fen we aan in zijn realistische Klucht van Tryntje<br />

Cornelis. Evengoed als in <strong>de</strong> Klucht van <strong>de</strong> Koe of in<br />

TRYNT JE<br />

CORNELIS Het Moortje van Bre<strong>de</strong>ro of in Ware-nar van Hooft,<br />

1651 is hier <strong>de</strong> rond-lachen<strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r aan <strong>het</strong> woord<br />

die niet terugschrikt <strong>voor</strong> een gewaag<strong>de</strong> scene en een vetklinkend<br />

woord, en met onmiskenbaar dramatisch inzicht, in<br />

een populaire taal die trilt van warmbloedig leven, <strong>de</strong> avonturen<br />

ten tooneele brengt van een Zaanlandsche schippersvrouw<br />

te Antwerpen.<br />

ZEESTRAET Nog op zeventigjarigen ou<strong>de</strong>rdom bedichtte hij <strong>de</strong><br />

1666 Zeestraet, <strong>de</strong>n verbindingsweg die tusschen Den Haag,<br />

en Scheveningen door <strong>de</strong> duinen heen naar zijn plannen aangelegd<br />

werd. En ten slotte, nadat hij zijn overig werk reeds<br />

verzameld had in Korenbloemen, voel<strong>de</strong> hij, vier jaar <strong>voor</strong> zijn<br />

dood, an<strong>de</strong>rmaal <strong>de</strong>n drang om <strong>het</strong> verloop van <strong>het</strong> latere<br />

CLUYSWERCK ge<strong>de</strong>elte van zijn leven op te teekenen in zijn laatste<br />

1683 Cluyswerck, waarin ook zeer talrijke Sneldichten of<br />

epigrammen <strong>voor</strong>komen, genre waarin <strong>de</strong> puntige gedrongen<br />

geest van <strong>de</strong>n dichter zich nog <strong>het</strong> best uit. Hij stierf in 1687.<br />

BESLUIT Huygens reikt op verre na niet tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hoogte<br />

als Von<strong>de</strong>l, Hooft of Bre<strong>de</strong>ro. Dichten uit aandrang van <strong>het</strong><br />

gemoed <strong>de</strong>ed hij niet, of zeer zel<strong>de</strong>n, wel uit lust tot een<br />

vernuftig spel van <strong>de</strong>n geest. Hij was <strong>voor</strong> alles een man van<br />

kennis, wetenschap, en die zijn me<strong>de</strong>menschen doorschouw<strong>de</strong>:<br />

wat dan ook <strong>de</strong> aantrekkingskracht van zijn gedichten uitmaakt<br />

is dat hij er zich in geeft zooals hij is : een rechtschapen<br />

man die tevens een specimen is van <strong>de</strong>n alzijdig ontwikkel<strong>de</strong>n<br />

zeventien<strong>de</strong> eeuwer. Daarenboven schenkt zijn vers<br />

voldoening, zoo niet aan <strong>het</strong> hart, dan toch aan <strong>het</strong> verstand<br />

dat <strong>voor</strong>tdurend <strong>de</strong> moeilijkheid van leuke zinspelingen,<br />

onverwachte woordkoppelingen en gedrongen zinswendingen<br />

moet overwinnen. Niemand heeft als hij, in <strong>de</strong> 1 7 e eeuw, een<br />

zoo pittige, kruimige taal geschreven.<br />

102


It<br />

VITAITLIUM<br />

- •<br />

• _<br />

1101101111111NZICIMIWP<br />

1-77:7777""<br />

011 1 111111111111 1 11 1101111111111111111 1111 11<br />

De buitenplaats Hofwyck, door C. Huygens ontworpen.


5. - JACOB CATS<br />

VORMING Cats, nog meer dan Huygens, bleef in zijn vroege<br />

jeugd <strong>de</strong>n invloed van <strong>de</strong> Amsterdamsche literaire kringen<br />

verre. Hij werd geboren in 1577 te Brouwershaven (eiland<br />

Schouwen, Zeeland) en bracht zijn eerste jaren te Zierikzee<br />

door. Daar hij zijn vroegste werk pas uitgaf toen hij <strong>de</strong> veertig<br />

<strong>voor</strong>bij was, volstaat <strong>het</strong> hier te zeggen dat hij zich, door<br />

rechtskundige studien, eerst te Lei<strong>de</strong>n, daarna te Orleans, en<br />

na een kort verblijf te Parijs, ook te Oxford en te Cambridge,<br />

ontwikkel<strong>de</strong> tot een geleerd man; dat hij stadsadvocaat te<br />

Mid<strong>de</strong>lburg werd en zich door inpol<strong>de</strong>ringen een aardig ver-<br />

mogen bijeengaar<strong>de</strong>. Daar begon hij zijn dichterlijke loop-<br />

baan met <strong>het</strong> genre in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> : <strong>de</strong> emblemata. Op prenten<br />

van A. van <strong>de</strong> Venne schreef hij bijschriften, pittige<br />

SINNE- EN rijmpjes met leeren<strong>de</strong> en stichten<strong>de</strong> strekking, die<br />

MINNEBEELDEN<br />

1618 uitgegeven werken on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Sinne- en Minnebeel<strong>de</strong>n.<br />

In 1621 werd hij, geleerd rechtskundige als hij was, benoemd<br />

tot hoogleeraar te Lei<strong>de</strong>n, maar hij verkoos boven dit<br />

ambt <strong>het</strong> pensionarisschap van Mid<strong>de</strong>lburg, dat hij een tijdje<br />

later ruil<strong>de</strong> <strong>voor</strong> dat van Dordrecht. Zijn bezighe<strong>de</strong>n beletten<br />

HOUWELI JCK hem niet Houwelyck te schrijven, <strong>het</strong> eerste zijner<br />

1625 groote werken, waarmee hij zijn landgenooten naar<br />

<strong>het</strong> hart sprak. De kunst, of liever <strong>de</strong> behendigheid van Cats<br />

bestond hierin dat hij <strong>de</strong>n schat zijner omvangrijke kundighe<strong>de</strong>n<br />

wist om te munten in gemakkelijk vatbare berijm<strong>de</strong><br />

verhan<strong>de</strong>lingen, die aan <strong>de</strong> gevulgariseer<strong>de</strong> wetenschap steeds<br />

een uitvoerige ze<strong>de</strong>les vastknoopten. Dit alles wissel<strong>de</strong> hij<br />

of met soms aardige, als exempelen bedoel<strong>de</strong> verhaaltjes.<br />

Aldus geeft hij in Houwelyck een zoo volledig mogelijk over-<br />

zicht van <strong>het</strong>


Uit <strong>de</strong> ,<br />

weet Cats naar zijn gewoonte verschillen<strong>de</strong> toepassingen to<br />

borduren : <strong>de</strong> windhaan is <strong>het</strong> minnend hart dat


In 1637, nadat hij <strong>het</strong> tot een <strong>de</strong>r hoogste <strong>voor</strong> hem<br />

bereikbare ambten gebracht had, nl. tot raadpensionaris van<br />

TROU-RINGH Holland, gaf hij zijn populairste werk Trou-Ringh,<br />

1637 dat zich aansluit bij Houwelijck, en een reeks verhalen<br />

bevat van merkwaardige trouwgevallen, dikwijls in<br />

romantischen toon gehou<strong>de</strong>n, zooals <strong>het</strong> Spaens Heydinnetie.<br />

Pas nadat hij zich in 1652 ambteloos teruggetrokken had<br />

op zijn buitengoed Sorgh-vliet, dat door hem langs <strong>de</strong><br />

Zeestraat >> aangelegd was gewor<strong>de</strong>n, begon hij opnieuw te<br />

dichten, nu echter uitsluitend autobiographische werken als<br />

Ou<strong>de</strong>rdom, Buytenleven en Hofgedachten, Tachtigjarigen<br />

AUTOBIO-<br />

GRAPHISCHE ou<strong>de</strong>rdom en ten slotte Twee-en-tachtighjarigh Leven.<br />

WERKEN<br />

Hij overleed op Sorgh-vliet in 1660.<br />

BESLUIT ' Evenals Huygens is Cats een didacticus en een<br />

moralisator. Maar terwijl Huygens in <strong>de</strong>n vorm van zijn<br />

poezie kind zijner eeuw is, blijft Cats veel meer in <strong>de</strong> lijn<br />

<strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche didactiek : waarheid en nut, die hij met<br />

een hem eigen omslachtigheid aan <strong>de</strong>n man brengt. Hij heeft<br />

op Maerlant of wie ook <strong>voor</strong>, dat <strong>de</strong> som zijner kundighe<strong>de</strong>n<br />

zooveel grooter is, maar hin<strong>de</strong>rend is bij hem <strong>de</strong> toon<br />

van superioriteit en van zelfvoldaanheid, en <strong>voor</strong>al zijn zelfzekere<br />

breedsprakigheid die <strong>de</strong>n lezer geen bijzon<strong>de</strong>rheid,<br />

geen toepassing, geen ze<strong>de</strong>les spaart. In zijn zeer korte gedichten,<br />

in sommige verhalen als <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n, kan hij aanschouwelijk<br />

en pittig zijn. In dit opzicht mogen zijn Spreuken<br />

en Spreekli)oor<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n als zijn beste werk. Maar el<strong>de</strong>rs doezelt<br />

<strong>de</strong> belangstelling weg in <strong>de</strong>n eentonigen dreun van zijn<br />

vlakke alexandrijnen. Wat niet belet, of misschien verklaart<br />

dat hij <strong>de</strong> populairste Ne<strong>de</strong>rlandsche dichter van Noord en<br />

Zuid geweest is en zich bijna twee eeuwen lang in <strong>de</strong> yolksgunst<br />

heeft kunnen handhaven.<br />

C. — FIGUREN VAN DEN TWEEDEN RANG<br />

1. — DE TOONEELSCHRI JVERS<br />

In <strong>de</strong> <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n werd reeds meer dan eens<br />

terloops gerept van <strong>de</strong> theatertoestan<strong>de</strong>n te Amsterdam. Bij<br />

<strong>de</strong>n aanvang <strong>de</strong>r eeuw kon <strong>de</strong>ze stad, evenals <strong>de</strong> meeste<br />

106


an<strong>de</strong>re Ne<strong>de</strong>rlandsche ste<strong>de</strong>n, slechts Bogen op een re<strong>de</strong>rijkerskamer<br />

Het Eglantierken, aan <strong>het</strong> hoofd waarvan Spieghel<br />

en Roemer Visscher ston<strong>de</strong>n en die zich niet alleen met<br />

tooneel onledig hield, maar zich evenzeer verdienstelijk<br />

maakte in <strong>de</strong> taalkundige beweging om <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

naar <strong>de</strong> Renaissance-principes te or<strong>de</strong>nen en te -polijsten.<br />

Naast <strong>de</strong>ze kamer bestond er nog een twee<strong>de</strong>, Het wit Laven<strong>de</strong>l,<br />

die <strong>de</strong> uitg-eweken Zuid-Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs opgericht had<strong>de</strong>n;<br />

afgezien van <strong>het</strong> feit dat Von<strong>de</strong>l die er <strong>de</strong>el van uitmaakte,<br />

er zijn allereerste treurspelen liet opvoeren, is haar rol min<strong>de</strong>r<br />

belangrijk geweest; in 1 630 smolt zij samen met <strong>de</strong><br />

Duytsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />

HoorT werd, na zijn terugkeer uit Italie, een <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>aanstaan<strong>de</strong><br />

le<strong>de</strong>n van Het Eglantierken; waar zijn Granida en<br />

zijn Geeraerdt van Velzen opgevoerd wer<strong>de</strong>n. Ook <strong>de</strong> stukken<br />

van BREDERO : Rodd'rick en<strong>de</strong> Alphonsus, Griane en zijn kluchten<br />

wer<strong>de</strong>n er gespeeld. Toch ging <strong>het</strong> er niet eendrachtiglijk<br />

naar wensch. De le<strong>de</strong>n ston<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld in twee kampen :<br />

<strong>de</strong> aanhangers van <strong>het</strong> op classieke leest geschoei<strong>de</strong> drama,<br />

<strong>voor</strong>al nagevolgd van Seneca, en <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stan<strong>de</strong>rs van <strong>het</strong><br />

meer romantische tooneel dat zich vrijer wil<strong>de</strong> bewegen, meer<br />

rechtstreeks <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting was van <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsch tooneel,<br />

met invloe<strong>de</strong>n evenwel van <strong>het</strong> Engelsche en inzon<strong>de</strong>rheid<br />

van <strong>het</strong> Spaansche drama. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> roerigste ver<strong>de</strong>digers<br />

van <strong>de</strong>ze richting on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> zich Rid<strong>de</strong>r RODENBURG<br />

THEODORE RODENBURG, schrijver van een aantal 1580-1644<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk bewaar<strong>de</strong>, chaotisch-romantische tooneelspelen,<br />

o. a. Trouwe Batavier en Keyser Otto.<br />

De wrijvingen wer<strong>de</strong>n weldra zoo erg, dat in 1617<br />

DE DUYTSCHE<br />

een <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r le<strong>de</strong>n o. a. Dr. SAMUEL COSTER, HOOFT ACADEMIE<br />

en BREDERO <strong>de</strong> kamer verlieten en een nieuwe ver- 1617<br />

eeniging stichtten, die Duytsche Aca<strong>de</strong>mie<br />

gedoopt werd en<br />

on<strong>de</strong>rgebracht in een houten loods op <strong>de</strong> Keizersgracht. De<br />

humanistische orienteering van <strong>de</strong> oprichters blijkt niet alleen<br />

uit <strong>de</strong>n naam die ze er aan gaven, maar ook uit hun inzicht<br />

er les te laten geven in verschillen<strong>de</strong> vakken <strong>de</strong>r wetenschap.<br />

Hiervan kwam echter niet veel in huis.<br />

Niet alleen wer<strong>de</strong>n er in dit stichtingsjaar <strong>de</strong> Ware-nar van<br />

107


HOOrT en <strong>de</strong> Spaansche Braban<strong>de</strong>r<br />

van BREDERO opgevoerd,<br />

maar ook <strong>de</strong> stukken van hem die <strong>de</strong> drijfkracht van <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rneming was, Dr. SAMUEL COSTER.<br />

Van <strong>de</strong>n beginne of bleek <strong>het</strong> dat <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />

SAMUEL<br />

COSTER <strong>de</strong> Calvinistische predikanten niet welgevallig was :<br />

1579-± 1 665 een


Toen in 1664 <strong>de</strong> schouwburg meer en meer te klein bleek<br />

en een nieuwe opgebouwd werd, koester<strong>de</strong> Von<strong>de</strong>l<br />

NIEUWE<br />

<strong>de</strong> geheime hoop dien an<strong>de</strong>rmaal te zien inhuldigen, SCHOUWBURG<br />

nu met Adam in Ballingschap; dock dit treurspel werd 1664<br />

terzij<strong>de</strong> geschoven ten <strong>voor</strong><strong>de</strong>ele van een onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

allegorie van Vos.<br />

Het moet dan ook niet verwon<strong>de</strong>ren dat diens<br />

NIL<br />

strekking, welke eveneens door G. BRANDT met zijn<br />

VOLENTIB US<br />

ARDUUM<br />

Veinzen<strong>de</strong> Torquatus gevolgd werd, een reactie te <strong>voor</strong>- 1669<br />

schijn riep. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leiding van Dr. MEYER en PELS ont-<br />

stond een genootschap Nil Volentibus arduum<br />

(Niets valt <strong>de</strong>genen<br />

die willen hard) dat <strong>de</strong>n terugkeer aanprees tot <strong>het</strong><br />

strakke classicisme, niet zooals Von<strong>de</strong>l dat begrepen had,<br />

maar naar <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> thans ook in Ne<strong>de</strong>rland<br />

doordringen<strong>de</strong> Fransche dichters, <strong>voor</strong>al van Corneille.<br />

Volgens <strong>de</strong> leer, die in dit en an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>rgelijke dichtgenootschappen<br />

aangeprezen werd, vat men <strong>de</strong> kunst op als <strong>het</strong><br />

toepassen van vaste, <strong>voor</strong>namelijk <strong>de</strong>n vorm betreffen<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong>schriften, en bestaat <strong>het</strong> wezen <strong>de</strong>r poezie in <strong>het</strong> neerschrijven<br />

van


Teekening van Troost bij een tooneeltje<br />

uit Asselijn's


2. - DE DICHTERS<br />

Het spreekt vanzelf dat <strong>de</strong> dichtkunst niet alleen vertegenwoordigd<br />

werd door <strong>de</strong> vijf groote classieke figuren, maar dat<br />

rondom hen <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid me<strong>de</strong> gaan<strong>de</strong> gehou<strong>de</strong>n<br />

werd door min<strong>de</strong>r begaaf<strong>de</strong> zangers die ofwel - indien ze<br />

tijdgenooten zijn - zich door <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> motieven lieten<br />

inspireeren, ofwel - indien ze in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> eeuw<br />

optre<strong>de</strong>n - zich eenvoudig als hun epigonen beken<strong>de</strong>n.<br />

Nog een veel onrustiger leven dan Bre<strong>de</strong>ro, met j. J. STARTER<br />

wien hij als dichter overeenkomst vertoont, had JAN 1593?-1626<br />

jANSZ STARTER die, te Lon<strong>de</strong>n geboren, zich eerst in Fries-<br />

land en daarna te Amsterdam vestig<strong>de</strong>, om ten slotte op <strong>de</strong><br />

grenzen van Hongarije te gaan sterven. Naast verschillen<strong>de</strong><br />

tooneelwerken liet hij een bun<strong>de</strong>l gedichten verschijnen<br />

De Friesche Lusthof, waaruit sommige stukken naast die van<br />

Hooft en Bre<strong>de</strong>ro mogen gelegd wor<strong>de</strong>n.<br />

In <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>cennien was <strong>het</strong> godsdienstige leven van<br />

<strong>de</strong>ze natie die uit een godsdienstoorlog geboren was, zeer<br />

diep en innig ; en we stel<strong>de</strong>n vast hoe <strong>het</strong> bij een dichter als<br />

Von<strong>de</strong>l doorslaggevend was in zijn letterkundige productie.<br />

Tot <strong>de</strong> religieuse richting behoort in <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong><br />

Hagenaar JOHAN STALPART VAN DER WIELE, Katholiek<br />

J. STALPART<br />

priester te Delft. Hij schreef een groot getal geeste- VAN DER WIELE<br />

lijke lie<strong>de</strong>ren en ook eenige hekeldichten die na zijn<br />

1579-1630<br />

dood verzameld wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n bun<strong>de</strong>l Den Schat <strong>de</strong>r geestelijcke<br />

Lofsangen. Hij on<strong>de</strong>rscheidt zich door waar gevoel, een opgewekten<br />

toon en <strong>voor</strong>al een groote frischheid.<br />

Eveneens geestelijke lie<strong>de</strong>ren, maar strijdbaar<strong>de</strong>r<br />

J. REVIUS<br />

van toon lever<strong>de</strong> JACOBUS REVIUS, Calvinistisch pre- 1581-1658<br />

dikant te Deventer en later regent te Lei<strong>de</strong>n. Hij schreef een<br />

enkelen bun<strong>de</strong>l Over-I jsselsche Sangen en Dichten. Zijn krachtig<br />

persoonlijk talent stempelt hem tot een <strong>de</strong>r beste dichters<br />

van <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n rang uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>. Treffend bij hem<br />

is <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> rhythmische schoonheid die, o. a. in zijn sonnetten,<br />

vaak aan Hooft herinnert.<br />

Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> religieus dichter van beteekenis is<br />

DIRK RAPAELSZ CAMPHUYSEN, geboren te Gorkum,<br />

en die <strong>voor</strong> schil<strong>de</strong>r opgeleid, or<strong>de</strong>r veel an<strong>de</strong>re be-<br />

D. R.<br />

CAMPHUYSEN<br />

1586-1627<br />

1 1 1


oepen ook dat van predikant uitoefen<strong>de</strong>. Evenals bij <strong>de</strong>n<br />

vorigen dichter treft ons in zijn bun<strong>de</strong>l Stichtelijke Rijmen <strong>de</strong><br />

ernstige grondtoon die nochtans min<strong>de</strong>r strak klinkt dan bij<br />

Revius. In tegenstelling met <strong>de</strong>zen was hij een <strong>de</strong>r populairste<br />

dichters uit <strong>de</strong> 1 7 e eeuw.<br />

De latere schrijvers bezitten min<strong>de</strong>r oorspronkelijkheid;<br />

meestal bewegen ze zich in <strong>de</strong>n ban van Von<strong>de</strong>l, terwijl<br />

an<strong>de</strong>ren zich bij <strong>het</strong> moraliseerend didactisme van Cats aansluiten.<br />

J. WESTERBAEN De Hagenaar JACOB WESTERBAEN on<strong>de</strong>rging <strong>de</strong>n<br />

1599-1670 invloed en van Cats (wat <strong>de</strong>n vorm aangaat : breedsprakige<br />

uitrafeling van <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp) en van Huygens (wat<br />

<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> stof betreft). Zijn hoofdwerk is Ockenburgh,<br />

een uitvoerige beschrijving van zijn buitengoed in <strong>de</strong>n trant<br />

van Huygens' Hofwyck.<br />

J. DE DECKER Een zuiver<strong>de</strong>r toon vernemen wij in <strong>de</strong> gedichten<br />

1609-1666 van <strong>de</strong>n Amsterdamschen krui<strong>de</strong>nier en autodidact<br />

jEREMIAS DE DECKER, die in Rijmoefeningen, o. m. een reeks<br />

godsdienstige zangen gaf on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Goe<strong>de</strong> Vrijdag, en<br />

een hekeldicht Lof <strong>de</strong>r Geldsucht.<br />

Het liefst werd Von<strong>de</strong>l tot <strong>voor</strong>beeld gekozen. Geen dichter<br />

is nochtans gevaarlijker na te volgen : indien <strong>de</strong> weidsche,<br />

emphatische zegging niet ge<strong>de</strong>kt wordt door machtig gevoel<br />

en poetische visie, slaat men al te gemakkelijk over in smakeloozen<br />

bombast, in « Parnastaal ».<br />

R. ANSLO REYER ANSLO leg<strong>de</strong> zich hoofdzakelijk toe op <strong>het</strong><br />

1626-1669 episch beschrijven<strong>de</strong> genre o. m. De Pest te Napels<br />

JOH.<br />

VOLLENHOVE<br />

1631-1708<br />

A. VAN DER<br />

GOES<br />

1647-1684<br />

en zijn Afscheit aan Amsterdam, waarin, naast veel opgeblazenheid,<br />

ook sours dichterlijke bezieling te ont<strong>de</strong>kken valt.<br />

Von<strong>de</strong>l zelf beschouw<strong>de</strong> VOLLENHOVE als een<br />

zijner « geestelijke zonen in <strong>de</strong> kunst ». Een zoon<br />

echter die zelfs niet tot aan <strong>de</strong> knieen van zijn va<strong>de</strong>r<br />

reikt, en in plaats van <strong>de</strong>zes poetische kracht, een overstelpend<br />

geweld van dikwijls wansmakelijke beel<strong>de</strong>n ten beste geeft.<br />

De beroemdste epigoon van Von<strong>de</strong>l is ANTONIDES<br />

VAN DER GOES, die wel zwier en verbeelding te over<br />

bezat, maar geen warmte genoeg om zijn statige<br />

alexandrijnen te doen Leven. Zijn IJstroom, een verheerlijking<br />

112


6s<br />

VONK EN<br />

X V I.<br />

Alles heeft zyn mond.<br />

Want uit <strong>de</strong> groote en fchoonheid <strong>de</strong>r fchepfekn word<br />

<strong>de</strong> oorfpronkelyke werkmeefler <strong>de</strong>r zelve befchouwt<br />

daar by vergeleeken zyn<strong>de</strong>. 't Boek <strong>de</strong>r Wysheid<br />

XV: r .<br />

Een gravure van J. Luyken <strong>voor</strong> zijn eigen<br />

dichtbun<strong>de</strong>l « Vonken <strong>de</strong>r Lief<strong>de</strong> Jezus ».


van Amsterdam, werd met buitengewonen bijval onthaald.<br />

Zijn invloed droeg machtig bij tot <strong>het</strong> ontstaan van <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong><br />

« dichtertaal », waardoor zooveel poetische producten<br />

van <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r 17e en uit <strong>de</strong> 18° eeuw <strong>voor</strong> ons<br />

onleesbaar zijn.<br />

Gelukkig tre<strong>de</strong>n ons uit <strong>het</strong> laatste kwart twee dichters te<br />

gemoet, in wier werk <strong>de</strong> eerste glans van <strong>de</strong> zoo schitterend<br />

begonnen eeuw nog even nalaait. Bei<strong>de</strong>n, HEIMAN DULLAERT<br />

en JAN LUYKEN, hooren thuis bij <strong>de</strong> pietistische beweging die<br />

in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r eeuw ontstaan was uit <strong>de</strong>n drang tot<br />

verdieping van <strong>het</strong> godsdienstig leven, en een zekere verwantschap<br />

vertoont met <strong>de</strong> mystiek <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />

H. DULLAERT HEIMAN DULLAERT, te Rotterdam geboren en tot<br />

1636-1684 schil<strong>de</strong>r opgeleid (hij kwam in <strong>de</strong> leer bij Rembrandt)<br />

, was begaafd met een fijnen zin <strong>voor</strong> schoonheid,<br />

dien hij wist uit te drukken in een zeer persoonlijke taal met<br />

haast mo<strong>de</strong>rn-aandoen<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n en klankencombinaties.<br />

Daardoor, al is zijn werk weinig omvangrijk, neemt hij plaats<br />

naast <strong>de</strong> groote dichters <strong>de</strong>r gou<strong>de</strong>n eeuw. Zijn Christus-sonnetten,<br />

zijn Korenwanner aan <strong>de</strong> Win<strong>de</strong>n, alhoewel dit maar een<br />

vertaling is, zijn Aan mijn uitbran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kaerse, zijn poezie <strong>voor</strong><br />

alle tij<strong>de</strong>n, geschreven door een wezenlijk kunstenaar.<br />

J. LUYKEN Evenzeer kan dit getuigd wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n Am-<br />

1649-1712 sterdamschen etser-dichter JAN LUYKEN. Zijn jeugd<br />

bracht hij door in levenslust en dartelheid, waarvan we <strong>de</strong>n<br />

neerslag zien in zijn bun<strong>de</strong>l erotische poezie Duytsce lier;<br />

hij openbaart er zich in als <strong>de</strong> beste navolger van Hooft.<br />

Wat <strong>de</strong> gaafheid van gevoel en <strong>de</strong> bekoorlijkheid van rhythme<br />

betreft, is hij heel zeker diens min<strong>de</strong>re, maar bij Been<br />

enkelen zijner groote <strong>voor</strong>gangers treffen wij een zoo frisch<br />

en innig weergeven van <strong>de</strong> natuurschoonheid aan. Daarna<br />

echter greep er in Luyken een ommekeer plaats naar een<br />

streng godsdienstig leven, naar een soort van symbolisch<br />

mysticisme. Na 1678 schreef hij een groot aantal stichtelijke<br />

dichtwerken, w. o. <strong>het</strong> <strong>voor</strong>naamste is Jezus en <strong>de</strong> Ziel. Die<br />

godsdienstige verzen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zich door eenvoud en<br />

tevens groote innigheid, en weerspiegelen treffend zijn mystisch<br />

gemoedsleven.<br />

114


3. — DE PROZASCHRIJVERS<br />

Meer dan in <strong>de</strong> vorige eeuw werd <strong>het</strong> proza beoefend,<br />

al bleef <strong>het</strong> toch nog steeds synoniem met<br />


J. VAN<br />

HEEMSKERK<br />

1597-1656<br />

als <strong>de</strong> Spaansche en Fransche hel<strong>de</strong>nromans, nl. <strong>de</strong> Amadisen<br />

Palmerijnverhalen. On<strong>de</strong>rtusschen was echter in Italie een<br />

nieuwe romansoort ontstaan, <strong>de</strong> pastorale, waarvan <strong>de</strong><br />

hoofdpersonen nu geen rid<strong>de</strong>rs of e<strong>de</strong>len meer, maar wel<br />

her<strong>de</strong>rs en her<strong>de</strong>rinnen zijn. Het genre raakte heel Europa<br />

door snel verspreid, en Hooft en Von<strong>de</strong>l brachten <strong>de</strong> arcadische<br />

atmosfeer op <strong>het</strong> tooneel over. De eigenlijke her<strong>de</strong>rroman<br />

werd in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> ingeburgerd<br />

door JOH. VAN HEEMSKERK met zijn dikwijls herdrukte<br />

en veelvuldig nagevolg<strong>de</strong> Batavische Arcadia.<br />

De personages zijn pseudo-her<strong>de</strong>rs en -her<strong>de</strong>rinnen<br />

die een speelreisje doen naar Katwijk en elkaar on<strong>de</strong>rweg in<br />

hoofschen kout on<strong>de</strong>rrichten in allerlei on<strong>de</strong>rwerpen over<br />

geschie<strong>de</strong>nis, kunst, oudhe<strong>de</strong>n, enz.<br />

De hoofsch-galante romans naar Fransch <strong>voor</strong>beeld (M e " e<br />

<strong>de</strong> Scu<strong>de</strong>ry)wer<strong>de</strong>n niet min<strong>de</strong>r gegeerd, evenals <strong>de</strong> picareske-<br />

SCHELMEN- of schelmenromans. Deze waren van Spaanschen<br />

ROMANS oorsprong en had<strong>de</strong>n als hoofdpersonage een landlooper<br />

of be<strong>de</strong>laar. In <strong>de</strong> vertaling van een <strong>de</strong>zer picaresken,<br />

Lazarillo <strong>de</strong> Tormes, vond Bre<strong>de</strong>ro <strong>het</strong> grond-i<strong>de</strong>e <strong>voor</strong> zijn<br />

Spaanschen Braban<strong>de</strong>r. Deels ontleend aan buitenlandsche<br />

N. HEINSIUS bronnen, <strong>de</strong>els oorspronkelijk, schreef N. HEINSIUS,<br />

1656-1705? in dien trant, Den vermakelijken Avanturier, om zijn<br />

gave compositie en zijn luchtigen en geestigen toon, <strong>het</strong><br />

merkwaardigste product <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche romanliteratuur<br />

uit die perio<strong>de</strong>.<br />

REISVERHALEN Een nationaler en <strong>de</strong>gelijker karakter bezitten <strong>de</strong><br />

talrijke reisverhalen die naar aanleiding van <strong>de</strong> verre tochten<br />

<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche zeelie<strong>de</strong>n uitgegeven wer<strong>de</strong>n, en waarin<br />

eenvoudig, maar soms met aantrekkelijke naiefheid en<br />

pakken<strong>de</strong> aanschouwelijkheid, verteld werd wat <strong>de</strong> reizigers<br />

W. Y.<br />

zagen, <strong>de</strong><strong>de</strong>n of on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n. Vooral is bekend <strong>de</strong><br />

BONTEKOE Ge<strong>de</strong>nkwaardige Beschrijving van <strong>de</strong> reis die BONTEKOE<br />

1587-?<br />

tusschen 1616 en 1625 naar Oost-Indie <strong>de</strong>ed.<br />

GESCHIED-<br />

SCHRI JVING<br />

Wat <strong>de</strong> geschiedschrijving betreft, we zagen reeds<br />

dat Hooft in <strong>de</strong> latere perio<strong>de</strong> van zijn leven <strong>het</strong><br />

G. BRANDT<br />

genre tot een kunstvorm verhief. Zijn onmid<strong>de</strong>llijke<br />

1626-1685 leerling in <strong>het</strong> vak is GERARD BRANDT, die na een<br />

116


DE GOUDEN<br />

Historische feiten<br />

1585 Val van Antwerpen.<br />

160& Ruben uit Italie terug, vestigt zich<br />

<strong>voor</strong>goed te Antwerpen.<br />

1609 Twaalfjarig Bestand.<br />

1618-19 Dordtsche Syno<strong>de</strong>.<br />

1619 Terechtstelling v. Ol<strong>de</strong>nbarneveld.<br />

Hooft<br />

(geb. 1531)<br />

1601 Komt terug<br />

uit Italie.<br />

1603-05 Granida;<br />

Minnepoezie.<br />

Bre<strong>de</strong>ro<br />

ieb. 1585)<br />

1609 Huwelijk<br />

met Chr. van<br />

Erp. — Mui- 1611 Rodd'rick.<br />

<strong>de</strong>rkring.<br />

1612 Griane.,<br />

1613 Geeraerdt Kluchten.<br />

van Velzen.<br />

1617 Ware-Nar; 1617 Het Moor-<br />

Baeto.<br />

tje.<br />

1618 Stommen<br />

Rid<strong>de</strong>r.<br />

Spaanschen<br />

Braban<strong>de</strong>r.<br />

Dood.<br />

Von<strong>de</strong>l<br />

(geb. 1587)<br />

z_17 1597 Komt<br />

naar Amsterdam.<br />

1612 Pascha.<br />

1621 Dood van Aartshertog Albert.<br />

Ein<strong>de</strong> van <strong>het</strong> Bestand.<br />

1625 Dood van Maurits van Nassau.<br />

Fre<strong>de</strong>rik-Hendrik volgt hem op.<br />

1629 Inneming van 's-Hertogenbosch.<br />

Te Antwerpen verschijnt <strong>het</strong> eerste<br />

nieuwsblad, <strong>de</strong> « Wekelycke<br />

Tydinghe >> van Verhoeven.<br />

1632 A. Van Dijck vestigt zich als hofschil<strong>de</strong>r<br />

te Lon<strong>de</strong>n.<br />

1633. Frans Hals schil<strong>de</strong>rt <strong>de</strong>


gruwelstuk geschreven to hebben, zich op <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

toeleg<strong>de</strong> en <strong>voor</strong>al bekend is om zijn on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>nd geschreven<br />

biographieen van Hooft, Von<strong>de</strong>l en De Ruyter.<br />

1 1 7


EEUW<br />

Huygens,<br />

(geb. 1596)<br />

Cats<br />

(geb. 1577)<br />

An<strong>de</strong>re<br />

schrijvers<br />

Zuidne<strong>de</strong>rlandsche<br />

literatuur<br />

Buitenlandsche Literatuur<br />

1605 Don Quichotte (Cervantes).<br />

Advancement of Learning<br />

(Bacon).<br />

1618 Sinner<br />

en Minnebeel<strong>de</strong>n.<br />

1609 Trouwen<br />

Batavier (Ro<strong>de</strong>nburg).<br />

1617 Duytsche<br />

Aca<strong>de</strong>mie.<br />

Iphigenia<br />

(Coster).<br />

Stalpart v. d.<br />

Wiele.<br />

1613 Roose-mondi<br />

(De Harduijn).<br />

1607-27 L'Astree (H. fUrfe).<br />

1611 De Engelsche vertaling van<br />

<strong>de</strong>n Bijbel.<br />

1616 Dood van Shakespeare.<br />

1621 Batava<br />

Tempe.<br />

1622 Coste.<br />

lick Mal.<br />

1625 Houwelyck.<br />

1620 God<strong>de</strong>licke<br />

Lof-sanghen.<br />

(De Harduijn).<br />

1621 Friesche ± 1621 Pelgrimagie<br />

(Boetius<br />

Lusthof (Starter).<br />

a Bolswert).<br />

1624 Stichtelijke<br />

rijmen (Camphuysen).<br />

1632 Spieghel.<br />

1637 Suzanna 1637 Trouv.<br />

Baerle 1. Ringh.<br />

1639 Daghwerck.<br />

1630 Overijsselsche<br />

Sangen.<br />

(Revius).<br />

1637 Statenbijbel<br />

Batavische Arcadia<br />

(Heemskerk).<br />

1641 Aran en<br />

Titus (Vos).<br />

1639-1678 Kiuchten<br />

van Ogier;<br />

1634 Aca<strong>de</strong>mie francaise.<br />

1635 Dood van Lope <strong>de</strong> Vega.<br />

1636 Le Cid (Corneille).<br />

1637 Discours <strong>de</strong> la Metho<strong>de</strong><br />

(Descartes).<br />

1640 Horace-Cinna (Corneille).


Historische feiten<br />

Hooft<br />

(geb. 1581)<br />

1642 Rembrandt schil<strong>de</strong>rt zijn


EEUW<br />

Huygens Cats<br />

(geb. 1596) (geb. 1577)<br />

An<strong>de</strong>re<br />

schrijvers<br />

Zuidne<strong>de</strong>rlandsche<br />

literatuur<br />

A644 Het Masker<br />

(P. Poirters).<br />

Buitenlandsche Literatuur<br />

1642 De Engelsche schouwburgen<br />

wor<strong>de</strong>n gesloten.<br />

1643 Polyeucte (Corneille).<br />

1645 Veinzen<strong>de</strong><br />

Torquatus.<br />

(Brandt).<br />

1647 Oogen-<br />

- troost.<br />

1649-1653 Grand Cyrus (Me' le <strong>de</strong><br />

Scu<strong>de</strong>ry).<br />

1651 Hofwijck.<br />

1653 Trijntje<br />

Cornelis.<br />

1666 Zeestraet.<br />

1683 Cluyswerck.<br />

1687 Dood.<br />

1656 Hofgedachten<br />

enz.<br />

1660 Dood.<br />

1659 Rijm-oefeningen.<br />

(J. <strong>de</strong><br />

Decker) .<br />

1669 Nihil Volentibus<br />

Arduum.<br />

Heiman<br />

Dullaert.<br />

1671 Duytsce<br />

Lier (Luyken).<br />

IJstroom (A. v.<br />

d. Goes).<br />

1672 Gedichten<br />

(Westerbaen).<br />

1677 Hooft<br />

(Brandt).<br />

1678 Jezus en <strong>de</strong><br />

Ziel (Luyken).<br />

1682 \7on<strong>de</strong>l<br />

(Brandt) .<br />

Jan Paasz<br />

(Asselijn).<br />

1685 De Ruyter<br />

(Brandt) .<br />

1686 Poezy<br />

(Vollenhove).<br />

1695 Vermakelijken<br />

Avanturier<br />

(N. Heinsius)<br />

.<br />

1657 Het Duyfken<br />

i. d. Steenrots<br />

(Poirters)<br />

1661 Gul<strong>de</strong>n cabinet<br />

(De Bie)<br />

Werken van M.<br />

<strong>de</strong> Swaen.<br />

1659 Precieuses ridicules (Moliere).<br />

1664 Tartufe (Moliere).<br />

1665 Paradise Lost (Milton).<br />

Maximes (La Rochefaucould)<br />

1667 Andromaque (Racine).<br />

1668 Fables (La Fontaine).<br />

L'Avare (Moliere).<br />

1669 Britannicus (Racine).<br />

1674 Art poetique (Boileau).<br />

1677 Phedre (Racine).<br />

1681 Dood van Cal<strong>de</strong>ron.<br />

1689 Esther (Racine) .<br />

1691 Athalie (Racine) .


OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />

1. Geef een beeld van <strong>de</strong> godsdiensttoestan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong> provincien,<br />

<strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>r 17e eeuw.<br />

2. Welke zijn <strong>de</strong> beteekenis en <strong>de</strong> invloed geweest van <strong>de</strong> Bijbelvertaling<br />

(Statenbijbel)?<br />

3. On<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong> Renaissance-elementen in > van Hooft.<br />

4. Ga <strong>de</strong> verstechniek (maat, rijmschema, verssoorten, enz.) na bij Hooft<br />

en bij Von<strong>de</strong>l.<br />

5. Vertel iets over <strong>de</strong>n > van Bre<strong>de</strong>ro, omschrijf<br />

<strong>het</strong> karakter van Jerolimo en on<strong>de</strong>rzoek <strong>het</strong> stuk in verband met <strong>de</strong><br />

verschuiving van <strong>de</strong> economische en cultureele hegemonie van Brabant<br />

naar Holland.<br />

8. Wat weet gij over <strong>de</strong> talenkennis van Von<strong>de</strong>l (welke talen, waarom,<br />

op welken leeftijd, invloed op zijn werk)?<br />

9. Vindt men iets van Von<strong>de</strong>l's Zuidne<strong>de</strong>rlandsche afkomst in zijn werk<br />

terug?<br />

10. Welke gebeurtenissen hebben Von<strong>de</strong>l in zijn leven veel kommer en<br />

verdriet bezorgd? Vindt men daarvan <strong>de</strong>n terugslag in zijn werk?<br />

11. Maak een opstel over <strong>de</strong> hekeldichten van Von<strong>de</strong>l, zoo mogelijk<br />

met behulp van Bakhuizen v. d. Brink : Von<strong>de</strong>l met Roskam en<br />

Rommelpot. »<br />

12. Wat vers 'taat men on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> benaming « classiek treurspel >> (Aan <strong>de</strong><br />

hand van een treurspel van Von<strong>de</strong>l). Zet <strong>het</strong> verschil uiteen met een<br />

mo<strong>de</strong>rn tooneelstuk.<br />

13. Vergelijk een treurspel van Von<strong>de</strong>l met een tragedie van Corneille<br />

of Racine.<br />

14. Welke leerling uit <strong>de</strong> Latijnsche af<strong>de</strong>eling wil Von<strong>de</strong>l's Gysbreght<br />

van Aemstel vergelijken met Virgilius' Enei<strong>de</strong>?<br />

15. On<strong>de</strong>r wiens leiding wer<strong>de</strong>n in onzen tijd nog stukken van Von<strong>de</strong>l<br />

opgevoerd?<br />

16. Behan<strong>de</strong>l Potgieter's > <strong>voor</strong> <strong>de</strong> klasse, of een paar<br />

hoofdstukken uit Busken Huet : met 4:‹ Le Lion et le<br />

Moucheron » van La Fontaine.<br />

20. Wat bedoel<strong>de</strong> men met <strong>het</strong> versje : a Von<strong>de</strong>l wordt geprzen, Cats<br />

wordt gelezen >>? Is dat nog waar? Hoe zou <strong>het</strong> komen dat Cats in<br />

onzen tijd niet meer populair is.<br />

21. Wat zijn emblemata-bun<strong>de</strong>ls? Welke schrijvers bezorg<strong>de</strong>n er?<br />

22. Welke schrijvers behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> 17 e eeuw <strong>de</strong>n moord op Floris V?<br />

En naar aanleiding waarvan bewerkten zij dat motief?<br />

23. Werk <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> gedachte uit : <strong>de</strong> Fransche 17-eeuwsche literatuur<br />

heeft een overwegend aristocratisch, <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche een burgerlijk<br />

karakter.<br />

24. Geef een zoo volledig mogelijk overzicht van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>het</strong><br />

tooneel to Amsterdam.<br />

25. Hoe ontwikkel<strong>de</strong> zich <strong>de</strong> roman in <strong>de</strong> 17e eeuw?<br />

26. On<strong>de</strong>r welken invloed ontstond > (Raadpleeg<br />

<strong>de</strong> tabel).<br />

122


BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />

1. Standaard-uitgaven.<br />

Gedichten van P. C. Hooft (P. Leen<strong>de</strong>rtz Wz. 2e uitg. bezorgd Floor<br />

F. A. Stoett). — De Werken van G. A. Bre<strong>de</strong>ro (J. ten Brink e.a.)lEen<br />

nieuwe uitgave in 3 d. is bezorgd door j. A. N. Knuttel (V. Looy). —<br />

De kluchten van Bre<strong>de</strong>ro (A. A. van Rijnbach). — De Werken van J.<br />

van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l, uitgeg. door J. van Lennep, herzien en bijgtwerkt door<br />

J. H. W. Unger. — Twee nieuwe uitgaven zijn : een bij <strong>de</strong> Mij. <strong>voor</strong><br />

goe<strong>de</strong> en goedkoope Lectuur, Amsterdam, bezorgd door Sterck, <strong>de</strong> Klerk<br />

e.a.; <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re bij De Torentrans, Zeist, door H. C. Diferee. — De dramatische<br />

Werken van Von<strong>de</strong>l (R. Blijstra en R. Bruch).<br />

2. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven.<br />

Voor Von<strong>de</strong>l is <strong>het</strong> onmogelijk een volledige bibliographie op to geven;<br />

<strong>de</strong> meeste van zijn werken zijn, met commentaar, verschenen in <strong>de</strong> reeksen<br />

die hierachter opgesomd wor<strong>de</strong>n.<br />

Klassiek Lett. Pantheon :<br />

a. Bre<strong>de</strong>ro : Het Moortje. — De Spaansche Braban<strong>de</strong>r (Stoett).<br />

b. Cats : Verschillen<strong>de</strong> werken.<br />

c. Hooft : De meeste tooneelspelen. Erotische gedichten (V.<br />

Slooten). — Bloemlezing uit <strong>de</strong> Brieven (V. Nop).<br />

d. Huygens : De meeste dichtwerken.<br />

e. Camphuizen : Uitgelezen Rijmen (V. Vloten).<br />

f. Luyken : Duitsche Lier (M. Sabbe).<br />

g. Revius : Gedichten (V. Vloten).<br />

h. Stalpert van <strong>de</strong>r Wiele : Gedichten (V. Vloten).<br />

i. Starter : Bloemlezing (Meyer).<br />

j. Vollenhove : Bloemlezing (Lesturgeon).<br />

Van alle Tij<strong>de</strong>n<br />

a. *Gedichten uit <strong>de</strong> 17' eeuw (Tinbergen).<br />

b. *Bloemlezing uit C. Huygens (Kaakebeen).<br />

Zwolsche Herdrukken<br />

a. Hooft's Granida (Van <strong>de</strong>n Bosch).<br />

b. Warenar van Hooft en Coster (Leen<strong>de</strong>rtz).<br />

c. Lie<strong>de</strong>ren van Bre<strong>de</strong>ro (Buitenrust Hettema).<br />

d. Cats' Spaens Heydinnetje (Buitenrust Hettema).<br />

e. Van Janmaet en Jan-Compagnie. Uit Scheepsjournalen. (V. Eck).<br />

f. Thomas Asselyn, Jan Klaaz (Buitenrust Hettema).<br />

g. N. Heinsius, Den vermakelijken Avanturier (Ten Brink).<br />

Zonnebloemboekjes :<br />

a. *Uit Hooft's Lyriek (Spitz).<br />

b. *Stalpert v. d. Wielen (Knippenberg).<br />

Malmberg's Ne<strong>de</strong>rl. Schoolbibl.:<br />

a. *Proza uit <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> Eeuw.<br />

b. *Nationale Lyriek uit <strong>de</strong> XVII' Eeuw.<br />

c. *Godsdienstige Lyriek uit <strong>de</strong> XVIIe Eeuw.<br />

123


Lyceum-Herdrukken :<br />

a. *Hooft als lyrisch en dramatisch dichter en als geschiedschrijver<br />

(V. d. Brink).<br />

b. *Breero's Spaansche Braban<strong>de</strong>r (V. d. Brink).<br />

c. *Bloemlezing uit Ne<strong>de</strong>rl. Prozaschrijvers <strong>de</strong>r 17e eeuw (Brands).<br />

Bibl. van Ne<strong>de</strong>rl. Letterk.:<br />

a. Lift Hooft's Ne<strong>de</strong>rl. Historian (Koopmans).<br />

b. Huygens.<br />

c. Bre<strong>de</strong>ro's Spaansche Braban<strong>de</strong>r (De Vooys).<br />

d. Hooft's Baeto (Koopmans).<br />

Meulenhoff's Bibliotheek van Ne<strong>de</strong>rl. Schrijvers<br />

a. *J. Cats. Een keur van verhalen<strong>de</strong> gedichten. (Vorrink).<br />

b. *Gedichten van P. C. Hooft (Engels).<br />

c. *Gedichten van G. A. Bre<strong>de</strong>ro (Schepers).<br />

d. *J. Luyken. Bloemlezing (Kramer).<br />

e. *Gedichten uit <strong>de</strong> 16 e en 17 e eeuw (Halberstadt).<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche Schrijvers<br />

a. *Hooft's Geeraerd van Veizen (Van <strong>de</strong>n Brink).<br />

b. *Van Von<strong>de</strong>l's dood tot Bil<strong>de</strong>rdijk (De Jong).<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche Schrifturen (Ykema, 's-Gravenhage) :<br />

a. J. v. Heemskerck's Batavische Arcadia.<br />

b. Bre<strong>de</strong>ro's Klucht van <strong>de</strong> Koe.<br />

Dietse Letteren (Meulenhoff, Amsterdam) :<br />

Journal... van W. Y. Bontekoe (Staverman).<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche Klassieken (Zutphen, Thieme) :<br />

a. Hooft, Episo<strong>de</strong> uit zijn Ne<strong>de</strong>rl. Historian (Stoett).<br />

b. Huygens, Costelick Mal en Voorhout (Leen<strong>de</strong>rtz).<br />

c. Brandt, Leven van Von<strong>de</strong>l (Hoeksma).<br />

d. Bre<strong>de</strong>ro, Spaansche Braban<strong>de</strong>r (Nauta).<br />

e. Hooft, Ware-Nar (Verdam).<br />

Libellenserie (Bosch en Keuning, Baarn) :<br />

a. Dirk Camphuysen, Bloemlezing (Heeroma).<br />

b. Bre<strong>de</strong>ro, Bloemlezing (Schenk).<br />

c. Revius, Bloemlezing (Hagen).<br />

d. Stalpart van <strong>de</strong>r Wielen, Bloemlezing (Kamphuis).<br />

Onze Letterkun<strong>de</strong>, (Kluwer, Deventer) :<br />

a. *Hooft : 1. Ware-Nar; 2. Granida.<br />

b. *Huygens, Gedichteti.<br />

Ver<strong>de</strong>r verschenen o. a. : Proza uit <strong>de</strong> 17 e eeuw (Knuttel). — Religieuse<br />

poezie <strong>de</strong>r 17e eeuw (Haspels). — Bre<strong>de</strong>ro's Twaalf Sonnetten van <strong>de</strong><br />

Schoonheyt (Marnix Gijsen). Von<strong>de</strong>l's Lyriek (Eking). — Von<strong>de</strong>ls<br />

dichtjuweelen (Poelhekke). — Verzen van Von<strong>de</strong>l (Bartels en Vrijdag).<br />

— J. v. d. Von<strong>de</strong>l, Dertig Gedichten (Stuiveling). — J. van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l,<br />

Op 's Hemels ron<strong>de</strong> spil (P. Maximilianus). — J. van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l<br />

in kort bestek (Knuttel en Verkruisen). — Lift alle werken van J.<br />

Cats (Buitenrust Hettema). — C. Huygens, Trijntje Cornelis en<br />

Hofwijck (Eymael). — J. Luyken, 1. Jezus en <strong>de</strong> Ziel (Reitsma, Wereldbibl.);<br />

2. Stichtelijke verzen (Hylkema). — G. Brandt, Het Leven van<br />

P. C. Hooft en <strong>de</strong> Lijkree<strong>de</strong>n (Dr P. Leen<strong>de</strong>rtz Jr, bij Nijhoff) ; Het Leven<br />

124


van J. van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l (Dr P. Leen<strong>de</strong>rtz J r , bij Nijhoff); Michiel <strong>de</strong><br />

Ruyter (Kalff, Wereldbibl.). — J. Revius, Over-Ysselsche Sangen en<br />

dichten (Smit, bij U. M. Holland). — Heiman Dullaert (Keurbun<strong>de</strong>ls,<br />

Hyman, Stenfert, Kroese). — Keus uit <strong>de</strong> lyr. ged. van Stalpart v. d.<br />

Wiele (Hoogewerff, bij Brand). — D. R. Camphuysen, Bloemlezing (D r<br />

van <strong>de</strong>r Does, bij Muusses, Purmerend).<br />

J. C.<br />

Twee volledige uitgaven van Von<strong>de</strong>l's treurspelen in mo<strong>de</strong>rne spelling<br />

zijn : in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rl. Biblioth., bezorgd door C. R. DE KLERK en L. SIMONS:<br />

A. VERWEY : Volledige Dichtwerken en oorspronkelijk Proza. Daarnaast<br />

D r J. SALSMANS : Von<strong>de</strong>l's Lucifer, Adam in Ballingschap, Jozef in Dothan<br />

(Siffer) en Von<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> ons Volk (Vlaamsche Drukkerij); D r C. VAN DE<br />

GRAFT : Verzen van Von<strong>de</strong>l.<br />

An<strong>de</strong>re uitgaven :<br />

*DE BAERE en VERBOVEN : Lyrische POeZie van J. V. d. Von<strong>de</strong>l (Keurboeken<br />

<strong>voor</strong> mid<strong>de</strong>lb. en normaalon<strong>de</strong>rwijs).<br />

Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re studie :<br />

Dr G. KALFF : Literatuur en tooneel te Amsterdam in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw. Studien over Ne<strong>de</strong>rl. dichters <strong>de</strong>r 17' eeuw. — Von<strong>de</strong>l's<br />

Leven.<br />

D r J. A. W.01, : Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>n Amsterdamschen Schouwburg.<br />

J. F. M. STERCK : Het Leven van J. v. d. Von<strong>de</strong>l. Oorkon<strong>de</strong>n over<br />

Von<strong>de</strong>l en zijn kring. -- Hoofdstukken over Von<strong>de</strong>l en zijn kring.<br />

— Oud en nieuw over Joost v. d. Von<strong>de</strong>l. — Von<strong>de</strong>lbrieven uit <strong>de</strong><br />

XVII' eeuw aan en over <strong>de</strong>n dichter.<br />

H. C. DIFEREE : Von<strong>de</strong>l's Leven en Kunstontwikkeling.<br />

P. LEENDERTZ : Het Leven van Von<strong>de</strong>l (Meulenhoff).<br />

BARNOUW : Von<strong>de</strong>l (Tjeenk Willink).<br />

C. F. HASPELS : Von<strong>de</strong>l.<br />

A. VERWEY : Een Inleiding tot Von<strong>de</strong>l. — Von<strong>de</strong>ls Vers.<br />

L. SIMONS : Von<strong>de</strong>ls Dramatiek (Ne<strong>de</strong>rl. Biblioth.).<br />

A. GEERTS : Von<strong>de</strong>l als Classicus.<br />

C. R. DE KLERK : Kultuurbeschouwen<strong>de</strong> Inleiding tot Von<strong>de</strong>l (Ne<strong>de</strong>rl,<br />

Biblioth.) .<br />

HORSTEN : Von<strong>de</strong>ls Leven en Streven.<br />

B. H. MOLKENBOER : Von<strong>de</strong>lsc<strong>het</strong>sen (Brand).<br />

Dr E. VAN DE VELDE : Von<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> plastische Kunsten (K. Vl. Acad.).<br />

Dr M. SABBE : Dierkennis en Diersage bij V.<br />

C. VERSCHAEVE : Uren bewon<strong>de</strong>ring (VI. Boekenhalle).<br />

J. VORRINK : Het Minnedicht in <strong>de</strong> 17 e eeuw (Sijthoff).<br />

J. PRINSEN P. C. Hooft (Elsevier).<br />

J. PRINSEN : G. A. Bre<strong>de</strong>ro (Meulenhoff).<br />

H. POORT : G. A. Bre<strong>de</strong>ro (Wolters).<br />

Dr J. WALCH : Boeken die men niet meer leest.<br />

Dr W. A. P. SMIT : J. Revius.<br />

Dr J. KARSEMEIJER : De dichter Jeremias <strong>de</strong> Decker (Holland te A'dam).<br />

r HOOGEWERFF : Stalpaert v. d. Wiele.<br />

L. C. MICHIELS : J. Stalpart v. d. Wiele (Tilburg, Bergmans).<br />

J. WILLE : Heiman Dullaert, zijn leven, omgeving en werk.<br />

C. H. 0. MORITZ VON WINNING en Prof. C. G. DE VOOYS : Johan <strong>de</strong><br />

Brune, <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>, een Zeeuwsche Christen-moralist en Humanist uit<br />

<strong>de</strong> 17' eeuw (Wolters).<br />

A. VAN DUINKERKEN : De Dichters <strong>de</strong>r Contra-Reformatie.<br />

Ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong> novellen van Prof. J. TEN BRINK : De Bre<strong>de</strong>ro's; Jan Starter<br />

en zijn Wijf; Brechtje Spiegels. — J. A. ALBERDINGK THIJM : Portretten<br />

van J. v. d. Von<strong>de</strong>l. — Vele stukken uit <strong>de</strong> critieken van POTGIETER,<br />

BUSKEN HUET, BAKHUIZEN V. D. BRINK e. a.<br />

125


HOOFDSTUK V<br />

DE ACHTTIENDE EEUW<br />

DE PRUIKENTI JD (tot ± 1775)<br />

De pruikentijd was eigenlijk reeds in .<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r<br />

1 7e eeuw begonnen. De ze<strong>de</strong>lijke grootheid van <strong>de</strong> republiek<br />

gaat allengs aan 't krimpen, wat o. m. blijkt uit <strong>de</strong> houding<br />

die <strong>de</strong> mogendhe<strong>de</strong>n tegenover haar aannemen bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen<br />

over <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong> te Utrecht in 1713. Tot <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche gezanten zei men :


in <strong>de</strong>n re<strong>de</strong>rijkerstijd, opnieuw mo<strong>de</strong> dichtgenootschappen op<br />

te richten waar men zich <strong>voor</strong>al onledig hield met <strong>het</strong> opsporen<br />

van <strong>de</strong> kunstregels die bij <strong>het</strong> schrijven in acht dien<strong>de</strong>n<br />

genomen te wor<strong>de</strong>n. Daarbij was <strong>de</strong> invloed van <strong>het</strong> Fransche<br />

classicisme doorslaggevend. De 1 86 eeuw is immers <strong>de</strong> groote<br />

tijd van <strong>de</strong> uitstraling <strong>de</strong>r Fransche letterkun<strong>de</strong> heel Europa<br />

door, en dat prestige was zoo sterk dat een Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />

schrijver, J. VAN EFFEN, zijn carriere begon met een in <strong>het</strong><br />

Fransch gesteld werk uit te geven.<br />

Namen die <strong>het</strong> onthou<strong>de</strong>n waard zijn komen dan<br />

ook zeldzaam <strong>voor</strong>. Een van <strong>de</strong> sympathiekste ge-<br />

stalten suit <strong>de</strong>zen tijd van schijn<strong>de</strong>ftigheid is <strong>de</strong>ze<br />

van PIETER LANGENDIJK, die te Haarlem geboren<br />

werd, en wien <strong>het</strong> leven niet veel an<strong>de</strong>rs dan armoe<strong>de</strong> en<br />

bitterheid gun<strong>de</strong>. Hij was wever en teeken<strong>de</strong> daarbij zelf <strong>de</strong><br />

damastpatronen, maar door <strong>de</strong> spilzucht, eerst van zijn moe<strong>de</strong>r<br />

en daarna van zijn vrouw, stierf hij even arm als hij<br />

geboren was, nadat <strong>de</strong> magistraat van Haarlem hem in zijn<br />

ou<strong>de</strong>n dag als stads-historieschrijver <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> gevrijwaard<br />

had. En toch is hij een <strong>de</strong>r lustigste Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

tooneelschrijvers, die <strong>de</strong> lijn van Bre<strong>de</strong>ro en Asselijn ver<strong>de</strong>r<br />

trekt, maar <strong>het</strong> eigen overdadig realisme on<strong>de</strong>r invloed van<br />

<strong>de</strong> Franschen en <strong>voor</strong>al van Moliere tempert. Zijn kluchten<br />

zijn vrij talrijk : tot <strong>de</strong> bekendste behoort Het we<strong>de</strong>rzijds<br />

Huvelijksbedrog (1 71 2-1 71 4) waarin een kale jonker zich uitgeeft<br />

<strong>voor</strong> een Poolschen graaf, en een even onvermogen<strong>de</strong><br />

jonge dame zich laat doorgaan als zeer rijk, om elkaar zand<br />

in <strong>de</strong> oogen te strooien. Als <strong>het</strong> bedrog ten slotte uitkomt<br />

blijkt <strong>het</strong> dat ze werkelijk van elkaar hou<strong>de</strong>n en zullen ze<br />

toch maar trouwen. Hier hebben we een niet onverdienstelijk<br />

uitgevoer<strong>de</strong> ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ring en -hekeling. An<strong>de</strong>re kluchten<br />

zijn : Don Quichot op <strong>de</strong> bruiloft van Kamacho (1711), Krelis<br />

Louwen of Alexan<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Groote op <strong>het</strong> Paetemaal (1715), eer<br />

een grappig intrigue-stuk waarin <strong>het</strong> avontuur verwerkt wordt<br />

van <strong>de</strong>n bedronken boer dien men bij zijn ontwaken laat<br />

gelooven dat hij Alexan<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Groote is; ver<strong>de</strong>r De Wisfruns.<br />

tenaars (1 715 ) waarin hij zich lustig maakt over <strong>de</strong> manieen<br />

<strong>de</strong>r geleer<strong>de</strong>n. Dit alles is Been hooge kunst ; al streeft hij<br />

HET TOONEEL<br />

P. LANGENDIJK<br />

1683-1756<br />

127


naar karakterontleding, toch is zijn menschenkennis niet diep<br />

genoeg om zijn personages echt te doen leven. Maar dit<br />

tekort vergoedt hij door zijn handigheid om <strong>de</strong> tooneelen in<br />

elkaar te steken en door zijn meesterschap over <strong>de</strong> tooneeltechniek.<br />

Bovendien weerspiegelt en hekelt hij op soms leuke<br />

wijze <strong>de</strong> hebbelijkhe<strong>de</strong>n van zijn tijd. Deze neiging treedt<br />

nog meer op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond in zijn latere kluchten, o. m.<br />

in Quincampoix en Arlequin Actionist (1720), die allebei <strong>de</strong>n<br />

windhan<strong>de</strong>l bespottelijk maken. Nog ven<strong>de</strong>r gaat hij op <strong>het</strong><br />

gebied van <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ring met zijn Spiegel <strong>de</strong>r Va<strong>de</strong>rlandsche<br />

Kooplie<strong>de</strong>n, dat een poging is om een hoogerstaand blijspel<br />

te leveren en waarin hij <strong>het</strong> onbetrouwbare koopmansgeslacht<br />

van zijn tijd vergelijkt met <strong>de</strong> soli<strong>de</strong> va<strong>de</strong>ren uit <strong>de</strong><br />

vorige eeuw.<br />

HET PROZA Langendijk uitgezon<strong>de</strong>rd, heeft <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> weinig<br />

oorspronkelijke tooneelschrijvers <strong>voor</strong>tgebracht. Als beter in<br />

overeenstemming zijn<strong>de</strong> met <strong>de</strong> <strong>de</strong>ftige geaardheid <strong>de</strong>r eeuw,<br />

werd <strong>de</strong> prozavorm meer en meer beoefend, natuurlijk nog<br />

<strong>het</strong> meest <strong>voor</strong> nuttigheidsdoelein<strong>de</strong>n, maar toch neemt men<br />

een algemeen streven waar om <strong>het</strong> proza, dat nu <strong>de</strong> geijkte<br />

vorm wordt <strong>voor</strong> al wat wetenschap of leering bedoelt te zijn,<br />

uiterlijk ook meer te verzorgen. Waard vermeld te wor<strong>de</strong>n is<br />

<strong>de</strong> arbeid van LAMBERT TEN KATE (1674-1731), die met<br />

zijn Gemeenschap tusschen <strong>de</strong> Gottische Spraeke en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rduytsche<br />

(1710)<strong>de</strong> grondlegger werd van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne taalwetenschap.<br />

J. VAN EFFEN Als <strong>de</strong> verdienstelijkste prozaschrijver geldt JusTus<br />

1684-1735 VAN EFFEN. Hij was <strong>de</strong> zoon van een officier, bij<br />

wiens afsterven hij zijn studien moest on<strong>de</strong>rbreken en in zijn<br />

on<strong>de</strong>rhoud <strong>voor</strong>zien door als


Antoni<strong>de</strong>s van <strong>de</strong>r Goes, en zijn aanleg zorg<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

overige. In 1716 verscheen zijn eerste bun<strong>de</strong>l Mengeldichten,<br />

waardoor hij zich een soort vermaardheid verwierf, daar <strong>de</strong><br />

kunstliefhebbers van hein<strong>de</strong> en verre naar Abtswou<strong>de</strong> kwamen<br />

om een dichter achter <strong>de</strong>n ploeg te zien stappen. In 1723<br />

zei hij nochtans <strong>het</strong> landleven vaarwel, maar te Delft waarheen<br />

hij verhuisd was, ging <strong>het</strong> hem min<strong>de</strong>r goed, zoodat<br />

hij <strong>het</strong> volgend jaar reeds naar zijn geboorteplaats terugkeer<strong>de</strong><br />

en er zich uitsluitend met <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> bezighield.<br />

Na zijn huwelijk in 1732 ging hij zich een twee<strong>de</strong> maal te<br />

Delft vestigen, maar overleed er <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> jaar.<br />

Behalve veel, grooten<strong>de</strong>els onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gelegenheidsgedichten,<br />

schreef hij meestal huiselijke verzen en <strong>voor</strong>al natuurpoezie.<br />

Twee eigenschappen verra<strong>de</strong>n in hem <strong>de</strong>n echten<br />

dichter : een fijn gehoor <strong>voor</strong> <strong>het</strong> innerlijke versrhyi thme en<br />

een zuivere natuurvisie. Hij bezat jammer genoeg niet <strong>de</strong><br />

voldoen<strong>de</strong> zelfstandigheid om zich van <strong>de</strong> heerschen<strong>de</strong> onnatuurlijkheid<br />

in <strong>de</strong>n vorm los te maken; hem treft aldus <strong>het</strong><br />

<strong>voor</strong> een dichter fatale lot dat men van geen enkel zijner<br />

gedichten kan zeggen dat <strong>het</strong> een gaaf geheel is. In vele<br />

van zijn verzen wordt men bekoord door <strong>de</strong> waarachtige<br />

dichterlijkheid van gevoel en van zegging, maar telkens komt<br />

een woord, een repel <strong>de</strong>n indruk be<strong>de</strong>rven. Op een kleinigheidje<br />

na zijn Zomersche Avont, Morgenzang, De Maen bij Endymion<br />

meesterstukjes. Het •mooiste is dan nog Op <strong>de</strong>n Dood van<br />

mijn Dochtertje.<br />

Na Poot en zijn tijdgenooten, on<strong>de</strong>r wie DIRK SMITS ( 1702-<br />

1752) <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste is, en die nog meest <strong>de</strong>n invloed <strong>de</strong>r<br />

dichters uit <strong>de</strong> 17e eeuw on<strong>de</strong>rgingen, komt <strong>de</strong> navolging<br />

van <strong>de</strong> Fransche classieke dichtkunst meer en meer in zwang.<br />

Eerst Corneille, Racine en Boileau, en daarna Voltaire zijn<br />

<strong>de</strong> groote mo<strong>de</strong>llen, waarnaar WILHELMINA VAN MERKEN<br />

(1721-1789), SYBRAND FEITAMA 694-1758) en an<strong>de</strong>ren<br />

zich richten. Ook <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs VAN HAREN <strong>de</strong><strong>de</strong>n dit, maar<br />

zij althans bezaten genoeg scheppen<strong>de</strong> verbeelding om hier<br />

W. VAN HAREN met een afzon<strong>de</strong>rlijk woord bedacht te wor<strong>de</strong>n.<br />

1710-1768 WILLEM VAN HAREN, uit een a<strong>de</strong>llijk Friesch geslacht<br />

gesproten, genoot een door en door Fransche opvoeding,<br />

130


waarin <strong>voor</strong>al aan ze<strong>de</strong>ngisping gedaan werd. De Hollandsche<br />

Spectator van Van Effen verscheen eerst om <strong>de</strong> week, daarna<br />

tweemaal per week, en in 't geheel zagen 360 nummers <strong>het</strong><br />

licht, waarvan er 300 van <strong>de</strong> hand van Van Effen zelf zijn.<br />

le<strong>de</strong>re aflevering bracht een « vertoog », d.w.z. een opstel<br />

waarin <strong>de</strong> schrijver als volksopvoe<strong>de</strong>r en als moralisator optreedt.<br />

In die vertoogen heerscht nochtans een groote verschei<strong>de</strong>nheid<br />

van vorm (brieven, samenspraken, karakterteekeningen,<br />

zelfs verhaaltjes) en niet min<strong>de</strong>r van inhoud.<br />

Het mag <strong>de</strong>n schrijver daarbij als een verdienste aangerekend<br />

wor<strong>de</strong>n dat hij in meer dan een opzicht ingaat tegen <strong>het</strong> pietluttige<br />

van zijn tijd, en <strong>voor</strong>al dat hij door zijn <strong>voor</strong>beeld er<br />

toe bijgedragen heeft om <strong>de</strong>n <strong>de</strong>ftigen, pedanten prozastijl<br />

te vervangen door een losseren, vrijeren trant. Zeer bekend<br />

zijn <strong>de</strong> verhaaltjes Kobus en Agnietje (<strong>het</strong> verhaal van een<br />

« burgervrijage ») en Thysbuurs Os, waarin hij betrekkelijk<br />

frisch en levendig, in een taal die <strong>de</strong> dagelijksche omgangstaal<br />

soms nabijkomt, een aardig realistische teekening geeft<br />

van menschen en gebeurtenissen.<br />

Van Effen had veel navolgers, van wie Been van alien hem<br />

overtrof. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vele an<strong>de</strong>re prozawerken zijn nog <strong>het</strong><br />

opsommen waard <strong>de</strong> Proeve van Taal- en Dichtkun<strong>de</strong> door B.<br />

HUYDECOPER (1695-1778) (1) en <strong>voor</strong>al De Opkomst en Bloei<br />

<strong>de</strong>r Vereenig<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n door S. STIJL (1731-1804).<br />

Wat nu <strong>de</strong> poezie betreft, haar beste vertegen-<br />

DE POEZIE :<br />

woordiger treedt ons reeds bij <strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r eeuw H. C. POOT<br />

te gemoet. Deze, HUBERT CORNELISZ POOT is dan ► 689- 1733<br />

ook in <strong>de</strong> eerste plaats een <strong>voor</strong>tzetter, of een erfgenaam zoo<br />

men wil, van <strong>de</strong> dichters <strong>de</strong>r 1 7 e eeuw; <strong>voor</strong>al met Luyken<br />

heeft hij eenige overeenkomst. Het eigenaardige bij Poot<br />

is dat hij, te Abtswou<strong>de</strong> (bij Delft) uit een eenvoudig landbouwersgezin<br />

geboren, <strong>het</strong> type van <strong>de</strong>n boerendichter wordt.<br />

Hij was lid van <strong>het</strong> dichtgenootschap in <strong>het</strong> naburige dorp<br />

Schiplui<strong>de</strong>n, leer<strong>de</strong> er <strong>de</strong> verstechniek aan, las daarna <strong>de</strong><br />

groote dichters <strong>de</strong>r vorige eeuw, en ook <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re o. w.<br />

(1) B. Huy<strong>de</strong>coper bezat <strong>de</strong> rijkste verzameling mid<strong>de</strong>leeuwsche handschrif ten<br />

van zijn tijd; hij is <strong>de</strong> eerste die een dui<strong>de</strong>lijk besef kreeg van <strong>de</strong> literatuur die<br />

<strong>de</strong> Renaissance <strong>voor</strong>afgaat.<br />

129


ekleed<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> hooge ambten, o. m. te Brussel,<br />

raakte in financieele moeilijkhe<strong>de</strong>n, huw<strong>de</strong> in twee<strong>de</strong> huwelijk<br />

een Luiksche, wat niet gelukkig uitviel, en stel<strong>de</strong> door zelfmoord<br />

een ein<strong>de</strong> aan zijn leven.<br />

Zijn hoofdwerk is De Gevallen van Friso (1741), een soort<br />

hel<strong>de</strong>ndicht, waarvan <strong>de</strong> hoofdpersoon Friso, een Indiaansche<br />

prins, <strong>de</strong> stamva<strong>de</strong>r wordt <strong>de</strong>r Friezen. In <strong>het</strong> gedicht Leonidas<br />

(1742) richt hij een gloedvollen oproep tot zijn landgenooten<br />

om keizerin Maria-Theresia ter hulp te komen in <strong>de</strong>n Successie-oorlog.<br />

Wat van hem <strong>het</strong> mooiste blijft is zijn o<strong>de</strong> op<br />

Het menschelijk Leven, waarin hij zijn bittere levenservaringen<br />

verwerkte.<br />

Zijn broe<strong>de</strong>r ONNO ZWIER was eveneens werk- O. Z. VAN<br />

HAREN<br />

zaam in <strong>de</strong> politiek en in <strong>de</strong> diplomatie. Een familie-<br />

1713-1779<br />

schandaal dreef hem in 1760 naar <strong>de</strong> eenzaamheid van zij n<br />

Friesche bezittingen te Wolvega. Daar schreef hij verschillen<strong>de</strong><br />

werken : een treurspel Agon (1769) waarin hij <strong>het</strong> wanbe-<br />

stuur <strong>de</strong>r Hollan<strong>de</strong>rs in Indie schil<strong>de</strong>rt, en een episch-lyrisch<br />

gedicht De Geuzen (1776) dat <strong>de</strong>n opstand tegen Spanje<br />

her<strong>de</strong>nkt.<br />

Vormschoonheid moet men bij geen van bei<strong>de</strong> Van Harens<br />

zoeken : daar<strong>voor</strong> hanteeren zij hun taal op een te onbeholpen<br />

wijze. Hun vers is ruw en portend, maar daaron<strong>de</strong>r wordt<br />

men soms <strong>de</strong>n gloed gewaar van twee temperamentvolle<br />

dichters.<br />

131


OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />

1. Trek een parallel tusschen <strong>de</strong> 15e- en 16e-eeuwsche re<strong>de</strong>rijkerskamers<br />

en <strong>de</strong> 18e-eeuwsche dichtgenootschappen. Toon in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r aan<br />

dat zij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> weinig beteeken<strong>de</strong>n.<br />

2. Welke vreem<strong>de</strong> literaturen oefen<strong>de</strong>n invloed uit op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>?<br />

3. Behan<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> <strong>de</strong> klasse > van Potgieter.<br />

4. Kunt gij een verklaring vin<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>het</strong> feit dat men <strong>de</strong> stukken van<br />

Langendijk tegenwoordig zoo graag speelt?<br />

BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />

1. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven :<br />

Klass. Letterk. Pantheon :<br />

a. Poot : Gedichten (Busken Huet).<br />

b. Langendijk : De kluchten en blijspelen (Meyer en Stoett).<br />

c. Van Effen : Bloemlezing uit <strong>de</strong>n Spectator (Van Vloten).<br />

d. 0. Z. van Haren : De Geuzen (Wie<strong>de</strong>r). — Willem <strong>de</strong> Eerste<br />

(Van Vloten).<br />

Zwolsche herdrukken<br />

Langendijk : We<strong>de</strong>rzijds Huwelijksbedrog (Te Winkel en De Jong).<br />

Malmberg's Ne<strong>de</strong>rl. Schoolbibl. :<br />

*Langendijk : We<strong>de</strong>rzijds Huwelijksbedrog (Wijffels).<br />

Bibl. van Ne<strong>de</strong>rl. Letterk.:<br />

Uit J. van Effen's > (Koopmans<br />

Onze Letterkun<strong>de</strong> :<br />

*Langendijk : Spiegel <strong>de</strong>r Va<strong>de</strong>rl. Kooplie<strong>de</strong>n.<br />

*Van Effen : Llit <strong>de</strong>n Holl. Spectator.<br />

Keurboeken <strong>voor</strong> Mid<strong>de</strong>lb. en Norm. On<strong>de</strong>rwijs (gemo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong> spelling):<br />

*Langendijk: We<strong>de</strong>rzijdsch Huwelijksbedrog (De Baere, Verboven).<br />

*J. Van Effen : Bloeml. uit Hollandsche Spectator (Verstraeten).<br />

Libellenserie :<br />

H. C. Post : Een bloemlezing (Beversluis).<br />

Uilenreeks<br />

Poezie uit <strong>de</strong>n Pruikentijd (Van Duinkerken en Kelk).<br />

2. Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re Studie :<br />

Prof. DT L. KNAPPERT : Het ze<strong>de</strong>lijk Leven onzer Va<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> 18' eeuw.<br />

(Haarlem, Tjeenk Willink).<br />

HARTOG : De Spectatoriale Geschriften van 1741-1800.<br />

Dr C. H. PH. MEYER : Pieter Langendijk, zijn leven en werken.<br />

Prof. PRINSEN : Het Drama in <strong>de</strong> 18' eeuw in West-Europa.<br />

W. KLoos : Een daad van eenvoudige rechtvaardigheid.<br />

132


HOOFDSTUK VI<br />

HET DIEPE VERVAL IN ZUID-NEDERLAND<br />

(1 7 e en 1 8 e eeuw)<br />

Deze twee eeuwen vertoonen ons <strong>het</strong> schouwspel<br />

van <strong>het</strong> verdwijnen van een beschaving die hon<strong>de</strong>rd<br />

jaar vroeger meetel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schitterendste van Europa.<br />

Er zijn in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis weinig <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n van een zoo<br />

snellen on<strong>de</strong>rgang van een cultuurland. De oorzaken zijn niet<br />

zeer talrijk, maar ze zijn beslissend. Door <strong>de</strong> uitwijking op<br />

groote schaal die geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 1 6 e eeuw niet<br />

opgehou<strong>de</strong>n had, was hier zoowel <strong>de</strong> artistieke als <strong>de</strong> economische<br />

volkskiacht geknot. Geestelijke en stoffelijke verarming<br />

was <strong>de</strong> uitslag geweest van <strong>de</strong> troebelen. Langzaam,<br />

maar zeker, geraakte om staatkundige en godsdienstige re<strong>de</strong>nen,<br />

<strong>het</strong> geestelijk contact tusschen Noord en Zuid verbroken.<br />

Wellicht ware er een gelei<strong>de</strong>lijk herstel mogelijk geweest<br />

indien <strong>het</strong> land geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> 1 7 e eeuw niet steeds opnieuw<br />

door <strong>de</strong> invallen<strong>de</strong> legers geteisterd was gewor<strong>de</strong>n. Bovendien<br />

ontstond er aldra een kloof tusschen <strong>het</strong> yolk en <strong>de</strong><br />

hoogere hofkringen waar een vreem<strong>de</strong> t4a1 gesproken werd<br />

en va9waar geen belangstelling, laat staan aanmoediging to<br />

verwachten viel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nationale letterkun<strong>de</strong>. De lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

stan<strong>de</strong>n : a<strong>de</strong>l, ambtenaars en geleer<strong>de</strong>n vervreemd<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong> groote massa.<br />

Wat er geschreven werd was dan ook bijna uitsluitend<br />

volksliteratuur, niet alleen omdat <strong>het</strong> bestemd was <strong>voor</strong> een<br />

nauwelijks 'ontwikkel<strong>de</strong>n lezerskring, maar ook omdat <strong>de</strong><br />

schrijvers zelf veelal niet hooger ston<strong>de</strong>n dan hun publiek,<br />

en blijk gaven van slechts rudimentairen smaak en kunstzin.<br />

Daaruit volgt dat <strong>de</strong> groote geestelijke stroomingen <strong>de</strong>r<br />

naburige lan<strong>de</strong>n onze literatuur volkomen onberoerd lieten.<br />

OORZAKEN<br />

VAN VERVAL<br />

133


De eerste jaren na <strong>de</strong> scheiding zijn nog <strong>de</strong> vrucht-<br />

DE EERSTE<br />

JAREN NA DE baarste : <strong>het</strong> geslacht dat toen leef<strong>de</strong> was in <strong>de</strong> 1 6°<br />

SCHEIDING eeuw geboren en kon onmid<strong>de</strong>llijk aanknoopen bij<br />

<strong>het</strong> -verle<strong>de</strong>n; bovendien had <strong>het</strong> er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regeering van<br />

Albert en Isabella <strong>de</strong>n schijn van dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> welvaart ging<br />

weerkeeren.<br />

J. DE HARDUIJN<br />

De figuur die <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> overheerscht is die van<br />

1582-± 1641 jusTus DE HARDUIJN, geboren te Gent, uit een ontwikkel<strong>de</strong><br />

en streng-katholieke familie. In zijn jeugd schreef<br />

hij een reeks erotische gedichten die later on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel<br />

De Weerlicke Lief<strong>de</strong>n tot Roose-mond uitgegeven wer<strong>de</strong>n door<br />

<strong>de</strong>n Aalsterschen re<strong>de</strong>rijker Caudron. Onmid<strong>de</strong>llijk herkent<br />

men in <strong>de</strong>zen bun<strong>de</strong>l <strong>het</strong> Renaissance-geluid dat door Van<br />

<strong>de</strong>r Noot ingezet was, maar bij <strong>de</strong> Harduijn zuiver<strong>de</strong>r, gayer<br />

van klankgehalte en van gevoelstoon. Deze poezie is <strong>de</strong><br />

eenige in Zuid-Ne<strong>de</strong>rland die gelijken tred houdt met <strong>het</strong><br />

nieuwe inzicht dat <strong>de</strong> Renaissance in <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n aangebracht<br />

heeft. Zij ontleent daarnaast een bijzon<strong>de</strong>re bekoorlijkheid<br />

aan <strong>de</strong> innige versmelting van precieuse gekunsteldheid met<br />

argelooze verrukking.<br />

In 1 607 werd hij tot priester gewijd en kort daarop tot<br />

pastoor benoemd te Ou<strong>de</strong>gem, welk ambt hij geduren<strong>de</strong> ruim<br />

<strong>de</strong>rtig jaar waarnam. Zijn ingeboren schoonheidszin besteed<strong>de</strong><br />

hij nu aan stichtelijke poezie : <strong>de</strong> God<strong>de</strong>licke Lof-sanghen, waarin<br />

menig vers uit zijn vorigen bun<strong>de</strong>l <strong>voor</strong>komt, maar omgewerkt<br />

in religieusen zin. Zijn didactisme schaadt evenwel<br />

niet aan <strong>de</strong>n vormcultus, ook niet in zijn Val en<strong>de</strong> Op-Stand<br />

van David.<br />

J. D. HEEMSSEN Eveneens Renaissance-dichter was <strong>de</strong> geestelijke<br />

1581-1644 JOAN DAVID HEEMSSEN, wiens werk een zeker parallelisms<br />

vertoont met dat van De Harduijn. Zijn <strong>voor</strong>naamste<br />

bun<strong>de</strong>l zijn <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rduytsche PoEmata.<br />

R. VERSTEGEN Nog steeds dichtend in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkersmaat,<br />

1550-± 1640 alhoewel hij <strong>de</strong> Renaissance-<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n aankleef<strong>de</strong>,<br />

schreef R. VERSTEGEN O. M. Ne<strong>de</strong>rduytsche epigrammen en<strong>de</strong><br />

epitaphien, maar <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> prozawerk Scharpzinnige Characteren,<br />

in <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n aard als die waarin Huygens zijn Ze<strong>de</strong>printen<br />

zou stellen, en dat van een <strong>voor</strong>treffelijk talent in <strong>het</strong> typee-<br />

1 34


en, soms ook van fijnen humor getuigt. Verstegen, uit een<br />

Hollandsche a<strong>de</strong>llijke familie te Lon<strong>de</strong>n geboren, stond hierbij<br />

ongetwijfeld on<strong>de</strong>r Engelschen invloed.<br />

Een an<strong>de</strong>r merkwaardig prozawerk is Duyfkens en BOETIUS A<br />

Willemynkens Pelgrimagie van BOETIUS A BOI4SWERT, BOLSWERT<br />

1580-?<br />

een symbolisch reisverhaal dat een mo<strong>de</strong>l is van<br />

zorgvuldig gestyleer<strong>de</strong> volkslectuur.<br />

Die eerste opleving na <strong>de</strong> kwa<strong>de</strong> jaren was onge-<br />

lukkig van korten duur. Het opnieuw uitbreken van<br />

<strong>de</strong> vijan<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n maakte <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting <strong>de</strong>r<br />

reeds zoo precaire letterkundige traditie onmogelijk. Van<br />

beteekenis is daarbij dat <strong>de</strong> literatuur nieuwe banen opging<br />

doordat ze dienstbaar gemaakt werd aan <strong>de</strong> krachtige godsdienstige<br />

restauratie, die <strong>de</strong> meeste intellectueele krachten<br />

van <strong>het</strong> land in beslag nam, en waarin <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> Jezuieten<br />

een <strong>voor</strong>name rol speel<strong>de</strong>n. Dit had een twee<strong>de</strong> kortstondige<br />

opleving <strong>voor</strong> gevolg, ditmaal van een letterkun<strong>de</strong> met een<br />

zuiver populair en ascetisch of althans didactisch karakter.<br />

Daarbij werd er veel min<strong>de</strong>r aan gedacht <strong>de</strong> Renaissancerichting,<br />

die De Harduijn vertegenwoordig<strong>de</strong>, ver<strong>de</strong>r uit te<br />

bouwen, dan terug te grijpen naar <strong>de</strong> vrome mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />

motieven. Wel zijn er dichters zooals J. UsERmANs, in wiens<br />

bun<strong>de</strong>l erotische poezie Triumphus Cupidinis nog echo's<br />

naklinken van <strong>de</strong> Renaissance, evenals bii <strong>de</strong>n Norbertijner<br />

kanunnik D. BELLEMANS, schrijver van 'twee verzamelingen<br />

verzen Het Citherken van Jesus en Den Liefelijcken Paradijs-vogel;<br />

toch verschenen er reeds vroeg in <strong>de</strong> 1 7 e eeuw naar mid<strong>de</strong>leeuwschen<br />

trant geschreven liedboeken, zooals van L.<br />

MAKEBLIJDE en van W. DE PRETERE en evenzoo stichtelijke<br />

emblemata-verzamelingen, dit alles uitsluitend als lectuur <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> yolk bedoeld.<br />

DE GODS-<br />

DIENSTIGE<br />

RESTAURATIE<br />

De verdienstelijkste van die didactische schrijvers<br />

A. POIRTERS<br />

is <strong>de</strong> Noordbrabantsche Jezuiet ADR. POIRTERS (ge- 1605-1674<br />

boren te Oisterwijk) die <strong>het</strong> grootste ge<strong>de</strong>elte van zijn leven<br />

in <strong>de</strong> Spaansche Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n doorbracht. Zijn eerste en<br />

bekendste werk is Het Masker van <strong>de</strong> Wereldt Afgetrocken<br />

(1644), bestaan<strong>de</strong> uit een reeks platen, met telkens een<br />

gedicht als verklaring, gevolgd door beschouwingen in proza.<br />

135


By :wren r?r, 14fi f*,4,M4t3I<br />

'fitelbladzij<strong>de</strong> van Poirters'<br />

Masker van <strong>de</strong> Wereldt afgetrocken ).


De grondtoon ervan is moraliseerend en hekelend, maar<br />

afgewisseld met fabels, spreekwoor<strong>de</strong>n, langere verhalen en<br />

luimige anecdotes. Het best kan men Poirters' werk vergelijken<br />

met dat van Cats, met dien verstan<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> vergelijking<br />

ruim ten <strong>voor</strong><strong>de</strong>ele van Poirters uitvalt. In vlotte rijmvaardigheid<br />

staat hij bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n Zeeuwschen raadpensionaris,<br />

naar <strong>de</strong> persoonlijkheid die uit


aldaar van 1639 tot 1678 zeven kluchten liet opvoeren die<br />

bekend zijn on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam De Zeven Hoofdzon<strong>de</strong>n. Hij is<br />

een geweldig realist, begaafd met een echt comisch talent<br />

om <strong>het</strong> volkskarakter en <strong>de</strong> volksze<strong>de</strong>n in een kleurige, maar<br />

dikwijls platte taal weer te geven.<br />

M. DE SWAEN De grootste Zuidne<strong>de</strong>rlandsche dichter uit <strong>de</strong> 1 7 e<br />

1654-1707 eeuw is wellicht MICHIEL DE SWAEN. Geboren te<br />

DE TOESTAND<br />

IN DE 18' EEUW<br />

Duinkerken waar hij een zeer verzorg<strong>de</strong> opvoeding genoot,<br />

werd hij « prins » van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamer « De Karsouwieren<br />

». Hij ken<strong>de</strong> niet alleen <strong>de</strong> classieken, maar ook <strong>de</strong><br />

groote Fransche dichters en Von<strong>de</strong>l en Cats. Dat zijn kunst<br />

bere<strong>de</strong>neerd was, bewees hij door zijn Ne<strong>de</strong>rduytsche digtkun<strong>de</strong><br />

of Riimfrunst : een soort theorie van <strong>de</strong> woordkunst naar<br />

Fransch <strong>voor</strong>beeld. Zijn uitvoerig gedicht Het Leven en <strong>de</strong> Dood<br />

van Onzen Zaligmaker Jesus-Christus is episch van opzet, maar<br />

<strong>de</strong> mooiste ge<strong>de</strong>elten uit dit werk, evenals uit zijn talrijke<br />

Sedige Rijm-wercken, zijn <strong>de</strong> lyrische uitweidingen. Hoofdzakelijk<br />

besteed<strong>de</strong> hij echter zijn krachten aan <strong>de</strong> dramatiek : een<br />

Mauritius, een Catharina, naar <strong>de</strong>n geest een mid<strong>de</strong>leeuwsch<br />

heiligenspel, maar in een mo<strong>de</strong>rnen, d.w.z. Fransch-classieken<br />

vorm gegoten; De ze<strong>de</strong>lijfre doot van Keizer Karel V, vol staatkundige<br />

beschouwingen ; een vinnige klucht De verheerelijckte<br />

Schoenlappers of <strong>de</strong> gecroon<strong>de</strong> leersse en <strong>voor</strong>al een in hoogpoetischen<br />

toon gehou<strong>de</strong>n laat-mid<strong>de</strong>leeuwsch mysteriespel<br />

De mensch-wordingh van <strong>het</strong> eeutvigh Woort (1686) . Hiermee<br />

bereikt onze literatuur een laatste hoogtepunt. Von<strong>de</strong>l, en<br />

in min<strong>de</strong>re mate Cats, hebben invloed op hem uitgeoefend.<br />

In een <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n tijd ongemeen zuivere taal weet hij zijn<br />

bezieling te uiten. Het is nog <strong>voor</strong> <strong>het</strong> laatst een heerlijke<br />

verskunst met klank en kleur in <strong>de</strong> lyriek en met soms een<br />

Oosterschen glans in <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n.<br />

Bij DE SWAEN, hoe waarachtig dichter hij ook<br />

is, neemt men een be<strong>de</strong>nkelijk verschijnsel waar : <strong>de</strong><br />

meeste zijner werken wer<strong>de</strong>n niet meer gedrukt. Op <strong>het</strong> ein<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r 1 7e eeuw was dit verschijnsel trouwens haast algemeen<br />

gewor<strong>de</strong>n. De vervreemding van <strong>de</strong> hoogere stan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

verwaarloozing van <strong>het</strong> volkson<strong>de</strong>rwijs, dit laatste <strong>het</strong> gevolg<br />

van <strong>de</strong>n bij <strong>voor</strong>tduring beroer<strong>de</strong>n politieken toestand in<br />

138


onze gewesten, had<strong>de</strong>n hun werk gedaan : een koopkrachtig<br />

publiek ontbrak, en <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> liep dood. De 1 8 e eeuw<br />

geeft dan ook <strong>het</strong> volledigste verval to zien : wel wordt er<br />

nog, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamers, aan « dichten » gedaan,<br />

wel wer<strong>de</strong>n er nog tooneelstukken geschreven en gespeeld,<br />

en zelfs werd nog wel eens een boek gedrukt, als b.v. <strong>de</strong><br />

Schat <strong>de</strong>r Fabelen van J. L. KRAFFT ; wel verscheen op <strong>het</strong><br />

keerpunt <strong>de</strong>r 1 8 e en <strong>de</strong>r 1 9 e eeuw <strong>het</strong> malsch prozawerk van<br />

K. BROECKAERT: Borgers in <strong>de</strong>n Estamin6, Den jongen Tobias en<br />

jellen en Mietje; maar over <strong>het</strong> algemeen heeft dit alles geen<br />

kunstwaar<strong>de</strong> en kan dus best onvermeld blijven in een overzicht<br />

van <strong>de</strong> schoone letteren. Vlaan<strong>de</strong>ren slaapt.<br />

139


OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />

1. Geef een overzicht van <strong>de</strong> politieke geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Zuidflijke<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> 17e en 18e eeuwen.<br />

2. Trek een parallel tusschen <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst in <strong>de</strong><br />

eerste helft <strong>de</strong>r 17' eeuw. Hoe is <strong>de</strong> bloei van <strong>de</strong>ze en <strong>het</strong> verval<br />

van gene to verklaren?<br />

3. In <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n greep men terug naar mid<strong>de</strong>leeuwsche motieven en<br />

keer<strong>de</strong> men ook eenigszins terug naar <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche toestan<strong>de</strong>n.<br />

Verklaar dat, en betrek in uw antwoord een vergelijking met <strong>de</strong> gelijktijdige<br />

toestan<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n.<br />

4. Tot welk politiek staatsverband behoor<strong>de</strong> Duinkerken op <strong>het</strong> oogenblik<br />

dat M. <strong>de</strong> Swaen er werkte? Se<strong>de</strong>rt wanneer en in welke omstandighe<strong>de</strong>n?<br />

5. Wie wil <strong>voor</strong> <strong>de</strong> klasse <strong>de</strong>n inhoud van


HOOFDSTUK VII<br />

DE OVERGANG VAN CLASSICISME NAAR<br />

ROMANTISME<br />

(± 1775-1837)<br />

Van <strong>het</strong> classicisme naar <strong>het</strong> romantisme of, met an<strong>de</strong>re<br />

woor<strong>de</strong>n, van <strong>het</strong> verstand naar <strong>het</strong> gevoel. De achttien<strong>de</strong><br />

eeuw was <strong>de</strong> tijd <strong>de</strong>r Verlichting die, on<strong>de</strong>r invloed van <strong>het</strong><br />

door <strong>de</strong> Renaissance versterkte individualisme, van <strong>de</strong> leer<br />

van Descartes en Spinoza en <strong>voor</strong>al van <strong>de</strong>n Engelschen wijsgeer<br />

Locke, als eenige bronnen van kennis <strong>de</strong> zinnelijke<br />

waarneming en <strong>het</strong> <strong>de</strong>nken aanvaard<strong>de</strong>. Nooit zooals toen<br />

wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> menschelijke volmaaktheid — ook in <strong>de</strong> kunst —<br />

en <strong>het</strong> menschelijk geluk nagestreefd door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong><br />

« re<strong>de</strong> >>, van <strong>het</strong> gezond verstand. Die tyrannische overheersching<br />

van <strong>het</strong> koele <strong>de</strong>nkvermogen had <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> doen<br />

verstarren tot <strong>het</strong> dorre classicisme, waaruit fantasie en gevoel<br />

verbannen bleven.<br />

De geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> literatuur is in zekeren zin een<br />

nooit uitgestre<strong>de</strong>n strijd tusschen die twee elementen : hartstochtelijkheid<br />

en verbeelding aan <strong>de</strong> eene zij<strong>de</strong>, bere<strong>de</strong>neer<strong>de</strong><br />

verstan<strong>de</strong>lijkheid aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. Wanneer een van bei<strong>de</strong><br />

oppermachtig wordt, is weldra een reactie to verwachten. Zoo<br />

ook wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw reeds<br />

<strong>voor</strong>teekens merkbaar die er op wezen dat — evenals in <strong>de</strong><br />

16e eeuw — een omwenteling in <strong>de</strong> wereld van <strong>het</strong> <strong>de</strong>nken<br />

en <strong>het</strong> voelen nakend was. En zooals altijd kwam zij niet<br />

alleen in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> tot uiting, maar gaf zij aan <strong>het</strong><br />

wereldgebeuren zelf een nieuwe wending die even beslissend<br />

was als die teweeggebracht door humanisme, Renaissance en<br />

hervorming.<br />

Het geestesleven in <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennien van <strong>de</strong> 1 8 e eeuw<br />

141


werd door verschillen<strong>de</strong> en soms tegenstrijdige richtingen en<br />

stroomingen in gisting gebracht. Ou<strong>de</strong> en nieuwe opvattingen<br />

en beschouwingen lieten zich naast elkaar gel<strong>de</strong>n, vermeng<strong>de</strong>n<br />

zich soms met elkaar, maar kwamen ook niet zel<strong>de</strong>n in<br />

botsing. Uit <strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen <strong>de</strong>r Verlichting, die hun beste woordvoer<strong>de</strong>rs<br />

von<strong>de</strong>n in Voltaire en <strong>de</strong> Encyclopedisten, groei<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> vrijheids- en gelijkheidsgedachten op wijsgeerig als op<br />

politiek gebied. Hoe <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>n bo<strong>de</strong>m <strong>voor</strong>bereid<strong>de</strong>n waarop<br />

<strong>de</strong> Fransche revolutie zich voltrekken zou, hoeft hier niet<br />

ver<strong>de</strong>r uiteengezet to wor<strong>de</strong>n. Daarnaast was er, on<strong>de</strong>r invloed<br />

van <strong>de</strong>n Duitscher Winckelmann, grondlegger van <strong>de</strong> archaeologie,<br />

een vernieuw<strong>de</strong> belangstelling ontstaan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ditmaal<br />

ook Grieksche oudheid, een neo-hellenisme dat niet<br />

alleen opgang maakte in <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> geleer<strong>de</strong>n, maar<br />

tevens tot in <strong>de</strong> literatuur en <strong>de</strong> plastische kunsten doordrong<br />

(Empire-stij11).<br />

Doch gelijktijdig met <strong>de</strong>ze uitingen, <strong>de</strong>els ermee parallel<br />

en <strong>de</strong>els ermee in conflict, verneemt men over heel West-<br />

Europa <strong>de</strong> eerste teekens van <strong>de</strong> gevoelsstrooming, van <strong>de</strong>n<br />

zin <strong>voor</strong> <strong>de</strong> groote levensraadsels, van <strong>het</strong> verdiepen van <strong>het</strong><br />

eigen zieleleven. In Engeland had<strong>de</strong>n <strong>het</strong> gevoel en <strong>de</strong> fantasie<br />

nooit hun recht gansch verloren, dank zij <strong>het</strong> prestige<br />

dat Shakespeare er bewaard had. De eerste reactie tegen <strong>het</strong><br />

classicisme was er eigenlijk al begonnen in <strong>de</strong> jaren 1740<br />

met <strong>het</strong> verschijnen van E. Young's Night Thoughts (Nachtgedachten).<br />

Maar twintig jaar later brak overal <strong>het</strong> verzet<br />

van <strong>het</strong> herleef<strong>de</strong> gevoel los, dat gaan<strong>de</strong>weg zou aangroeien<br />

tot wat men <strong>het</strong> Romantisme noemt. Het eerst weer in Engeland<br />

met <strong>de</strong> publicatie, door Macpherson, van <strong>de</strong> zoogenaamd<br />

oud-Schotsche balla<strong>de</strong>n van Ossian( 1765), waarin weemoedige<br />

landschappen, tee<strong>de</strong>re gevoelens, overwegingen over<br />

puinen en 's menschen lotgevallen schering en inslag zijn;<br />

tegelijkertijd verschenen <strong>de</strong> Reliques of ancient English Poetry<br />

van Percy, waardoor <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst opnieuw <strong>de</strong> aandacht<br />

gevestigd werd op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> volkspoezie. Inmid<strong>de</strong>ls had Jean.<br />

Jacques Rousseau in 1761 Julie ou la nouvelle Heloise uitgegeven,<br />

en <strong>het</strong> jaar daarop zijn Emile, waarvan <strong>de</strong> held, opgegroeid<br />

in <strong>de</strong> leerschool <strong>de</strong>r natuur, zich on<strong>de</strong>rscheidt door zijn<br />

142


vatbaarheid <strong>voor</strong> gevoelsindrukken ; weldra volg<strong>de</strong> in Duitschland<br />

Lessing met zijn Laokoon (1766) en zijn Hamburgische<br />

Dramaturgic (1767-69) waarin hij <strong>de</strong>n strijd aanbindt tegen<br />

<strong>de</strong>n invloed <strong>de</strong>r Fransche classieken en <strong>de</strong> studie van Shakespeare<br />

aanprijst, terwijl <strong>de</strong> jonge Goethe in zijn roman Die<br />

Lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s jungen Werthers *(1774), vol hartstochtelijkheid en<br />

droomerijen, <strong>het</strong> type schept van <strong>de</strong>n door


Aldus, in vogelvlucht bekeken, is <strong>de</strong> onrustige gang <strong>de</strong>r<br />

gebeurtenissen in Ne<strong>de</strong>rland geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze gewichtige<br />

perio<strong>de</strong> van overgang. Men begrijpt licht dat <strong>de</strong>rgelijke<br />

wisselvallige en dikwijls neerdrukken<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n niet<br />

bevor<strong>de</strong>rlijk waren <strong>voor</strong> een normale ontwikkeling van <strong>de</strong><br />

romantische beweging. De verwarring in <strong>de</strong> geesten, gevolg<br />

van <strong>de</strong> ongunstige politieke toestan<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>ed <strong>het</strong> contact<br />

met <strong>het</strong> buitenland eenigszins verliezen. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jongere<br />

schrijvers, die <strong>de</strong> nieuwe i<strong>de</strong>alen toegedaan waren, bezat geen<br />

enkele een voldoend sterke persoonlijkheid om <strong>het</strong> romantisme<br />

<strong>de</strong>finitief ingang to doen vin<strong>de</strong>n. De gezagvolle<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche classieke philologie bekampte hardnekkig <strong>de</strong><br />

romantische opvattingen; <strong>de</strong>ze misten bovendien in Holland<br />

<strong>de</strong>n voedingsbo<strong>de</strong>m dien ze el<strong>de</strong>rs wel had<strong>de</strong>n : nl. <strong>de</strong> lief<strong>de</strong><br />

tot <strong>het</strong> nationaal verle<strong>de</strong>n en tot <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche yolksliteratuur.<br />

Nog steeds bestond er geen waar<strong>de</strong>ering <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

aest<strong>het</strong>ische beteekenis <strong>de</strong>r letterkun<strong>de</strong> van <strong>voor</strong> <strong>de</strong> 1 7 e<br />

eeuw, zoodat nog in <strong>de</strong> jaren 1 820 <strong>de</strong> Duitsche romanticus<br />

Hoffmann von Fallersleben, toen hij tij<strong>de</strong>ns zijn reis in Noord-<br />

Ne<strong>de</strong>rland <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> lied van <strong>de</strong> Twee Koningskin<strong>de</strong>ren aanhief,<br />

op laid gelach begroet werd.<br />

De vernieuwing was nochtans hoopvol ingezet gewor<strong>de</strong>n,<br />

en zelfs kon, wie om 1 780 afging op <strong>de</strong> plotselinge herleving<br />

van <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid, wanen dat ook <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

letteren eerlang <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aanrukken<strong>de</strong> nieuwe gedachten<br />

zou<strong>de</strong>n gewonnen zijn. Natuurlijk werd <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> niet met<br />

een slag opgeruimd : zooals altijd vernam men, naast <strong>het</strong><br />

frissche geluid <strong>de</strong>r vernieuwing, ook nog <strong>de</strong> vroegere opvattingen,<br />

en bij <strong>de</strong> meesten werkte <strong>de</strong> Verlichting geruimen<br />

tijd na. Maar <strong>de</strong> beteekenis van <strong>de</strong> jaren 1 778-83 is dat<br />

er slag op slag een aantal werken verschenen; in 1 7 78 <strong>het</strong><br />

eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> richting geven<strong>de</strong> Theorie <strong>de</strong>r Schoone Kunsten,<br />

van H. VAN ALPHEN, in 1 782 <strong>de</strong> Gezangen mijner Jeugd, van<br />

J. BELLAMY, Sara Burgerhart, van WOLFS en DEKEN en <strong>het</strong><br />

volgend jaar Julia, van RHIJNVIS FEITH, die alle op een of<br />

an<strong>de</strong>r punt afbraken met, of reageer<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong> dorre en<br />

duffe r<strong>het</strong>oriek van <strong>de</strong>n Pruikentijd.<br />

144


Het streven van BELLAMY en zijn kring verdient J. BELLAMY<br />

<strong>voor</strong>zeker waar<strong>de</strong>ering. Deze Vlissinger bakkersgast, 1757-1786<br />

die <strong>het</strong> zoover bracht dat hij te Utrecht <strong>voor</strong> predikant kon<br />

stu<strong>de</strong>eren, en door zijn begaafdheid een niet geringen invloed<br />

uitoefen<strong>de</strong> op zijn omgeving, ijver<strong>de</strong> in <strong>de</strong> twee tijdschriften<br />

die hij met zijn vrien<strong>de</strong>n gesticht had, <strong>voor</strong> meer eenvoud en<br />

oorspronkelijkheid tegen <strong>het</strong> r<strong>het</strong>orische <strong>de</strong>r dichtgenootschappen.<br />

Waar hij echter <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld wil<strong>de</strong> geven in zijn<br />

eigen bun<strong>de</strong>ls als Gezangen mijner Jeugd (1782), bleek zijn<br />

talent niet krachtig genoeg om op gezagvolle wijze nieuwe<br />

banen te openen. Voor ons gevoel lijdt hij zelf nog te veel<br />

aan <strong>de</strong> gebreken die hij bestreed, doch in zijn tijd was zijn<br />

natuurpoezie in rijmlooze verzen een nieuw geluid.<br />

Evenzeer gekant tegen <strong>de</strong>n achttien<strong>de</strong> eeuwschen H. VAN ALPHEN<br />

geest toon<strong>de</strong> zich H. VAN ALPHEN. Hij ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> 1746-1803<br />

buitenlandsche letterkun<strong>de</strong> vrij goed, besefte hoe achteriijk<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche was en voel<strong>de</strong> zich genoopt naar <strong>het</strong> Duitsch<br />

een Theorie <strong>de</strong>r Schoone Kunsten (1778-80) te bewerken, waarin<br />

hij <strong>voor</strong>al waarschuwt <strong>voor</strong> zelfoverschatting en <strong>voor</strong> slaafsche<br />

navolging van <strong>de</strong> classieken. Hoe belangrijk dit werk<br />

ook is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> gedachten, Loch is <strong>de</strong><br />

man meer bekend gebleven om zijn Kleine Gedichten <strong>voor</strong><br />

Kin<strong>de</strong>ren (1778), die in hun tijd zeer verdienstelijk waren om<br />

<strong>de</strong> nieuwe paedagogische opvattingen (naar Rousseau) die<br />

er uit spreken.<br />

Van veel grooter literaire beteekenis is <strong>het</strong> werk<br />

BETJE WOLFF<br />

van BETJE WoLET en AAGJE DEKEN. Men zal moei- 1738-1804<br />

lijk in om <strong>het</strong> even welke letterkun<strong>de</strong> een <strong>voor</strong>beeld AAGJE DEKEN<br />

vin<strong>de</strong>n van trouwer samenwerking. Nochtans wer<strong>de</strong>n 1741-1804<br />

zij geboren en groei<strong>de</strong>n zij op in zeer verschillen<strong>de</strong> kringen.<br />

Betje Wolff, eigenlijk Elisabeth Bekker, te Vlissingen geboren,<br />

was een geestig en ruim ontwikkeld meisje dat Latijn, Fransch<br />

en Engelsch ken<strong>de</strong>, thuis was in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne literatuur <strong>de</strong>r<br />

naburige lan<strong>de</strong>n, dweepte met Rousseau, zelfs een beetje<br />

feministe was, en <strong>de</strong> pen met guitige brio wist te hanteeren,<br />

zoodat zij in <strong>de</strong> intellectueele kringen van haar dagen een<br />

persoonlijkheid van belang was. Met <strong>de</strong>n predikant Wolff<br />

gehuwd, werd zij in 1777 weduwe, kort nadat zij kennis<br />

145


Het rieten kluisje van Elisabeth Wolff-Bekker, waar Sara<br />

Burgerhart en Willem Leevend waarschijnlijk geschreven<br />

wer<strong>de</strong>n.


gemaakt had met Aagje Deken. Deze stam<strong>de</strong> uit een heel<br />

wat min<strong>de</strong>ren socialen stand en had haar jeugd in een weeshuis<br />

doorgebracht. Een punt van overeenkomst vertoon<strong>de</strong> zij<br />

met Betje Wolff : ook zij schreef verzen, die evenwel min<strong>de</strong>r<br />

getuigen van tintelen<strong>de</strong>n levenslust dan van ernst en vroomheid.<br />

Toen in 1 777 dominee Wolff overle<strong>de</strong>n was, gingen<br />

<strong>de</strong> nieuwe vriendinnen samenwonen. Van toen af, en heel<br />

<strong>de</strong>n tijd dat hun gehechtheid aan elkaar duur<strong>de</strong>, d.w.z. tot<br />

aan hun dood, schreven bei<strong>de</strong>n hun beste werken in trouwe<br />

collaboratie, al schijnt Aagje geen gunstigen invloed uitgeoefend<br />

te hebben. Een eerste en alleszins <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste<br />

vrucht ervan was een roman De Historic van Mejuffrouiv Sara<br />

Burgerhart (1 . 782) , een lichtpunt na <strong>de</strong> benepenheid van <strong>de</strong>n<br />

Pruikentijd, een mijlpaal in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandschen<br />

roman en bovendien een waar<strong>de</strong>vol kunstwerk.<br />

Als <strong>voor</strong>beeld had<strong>de</strong>n zij genomen <strong>de</strong>n Engelschman Richardson,<br />

schrijver van een aantal romans, waarin <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst<br />

niet meer fictieve her<strong>de</strong>rs, prinsessen of avonturiers optra<strong>de</strong>n,<br />

maar werkelijk leven<strong>de</strong> personen uit <strong>de</strong> burgerij, en waarin<br />

<strong>het</strong> sentimenteele geschraagd werd door psychologie en<br />

ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ring. Alhoewel B. Wolff en A. Deken <strong>het</strong> genre<br />

en ook <strong>de</strong>n briefvorm van Richardson overnamen en tevens<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed van L. Sterne's humor ston<strong>de</strong>n, brachten<br />

ze toch een zelfstandigen nationalen roman <strong>voor</strong>ts Merkwaardig<br />

is <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> evenwichtigheid waarmee ze <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

stroomingen van hun tijd met elkaar wisten te verzoenen tot<br />

een harmonisch levend verhaal. Want, al waren ze aan <strong>de</strong><br />

eene zij <strong>de</strong> gewonnen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nieuwe i<strong>de</strong>alen van Rousseau<br />

wat betreft <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ropvoeding en cle natuurvisie, toch bleken<br />

ze nog in merg en been gevoed met <strong>de</strong>


humor van zooveel leuke tooneeltjes : aan <strong>de</strong>zen levendigen,<br />

kwieken, van geest en gevoel tintelen<strong>de</strong>n stijl was men in<br />

die jaren, na zooveel solemneel proza, niet meer gewoon.<br />

Later volg<strong>de</strong>n nog an<strong>de</strong>re romans, als <strong>de</strong> Historic van <strong>de</strong>n<br />

Heer Willem Leevend, Brieven van Abraham Blankaart en <strong>de</strong><br />

Historic van Cornelia Wildschut, waarin <strong>de</strong> paedagogische ten<strong>de</strong>nz<br />

<strong>het</strong> kunstinzicht overwoekert. Daarenboven gaven zij hoe<br />

langer hoe meer toe aan <strong>de</strong> gevaren van <strong>de</strong>n roman in briefvorm<br />

: een moeilijk genre dat een haarfijne karakterontleding<br />

mogelijk maakt, doordat <strong>de</strong> personages zeer nauwkeurig kunnen<br />

weergeven wat er in <strong>de</strong> diepste schuilhoeken van hun<br />

gemoed omgaat; maar daartegenover dreigt gemakkelijk<br />

onnatuur en <strong>voor</strong>al langdradigheid, die <strong>de</strong> laatste, zeer omvangrijke<br />

werken van B. Wolff en A. Deken haast onleesbaar<br />

maken.<br />

De schrijfsters waren in 1788 als « patriotten » uitgeweken<br />

naar Bourgogne, vanwaar zij lien jaar later, door <strong>het</strong> faillissement<br />

van <strong>de</strong>n beheer<strong>de</strong>r hunner bezittingen, teruggeroepen<br />

werken. De bei<strong>de</strong> vrouwen leef<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>taan van schrijf- en<br />

vertaalwerk ; in 1804 overle<strong>de</strong>n zij acht dagen na elkaar.<br />

RHI JNVIS FEITH Een an<strong>de</strong>r kenmerken<strong>de</strong>r aspect van <strong>de</strong> begin-<br />

1753-1824 nen<strong>de</strong> romantiek vin<strong>de</strong>n we in <strong>de</strong> sombere sentimen-<br />

taliteit en in <strong>de</strong> « Weltschmerz » van RHIJNVIS FEITH. Deze<br />

Zwollenaar, die mettertijd burgemeester van zijn va<strong>de</strong>rstad<br />

werd, vertegenwoordigt in onze letterkun<strong>de</strong> <strong>de</strong> « maan- en<br />

grafpoezie » on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed van Goethe's Werther en van<br />

Young en Ossian. Zijn bei<strong>de</strong> romans Julia (1783) . en Ferdinand<br />

4n Constantia (1785) zijn <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overgevoeligheid<br />

en <strong>de</strong> zwaarmoedigheid, opgehel<strong>de</strong>rd door een christelijke<br />

levensbeschouwing, die <strong>de</strong>n grondtoon uitmaakten van<br />

<strong>het</strong> romantisch gemoed, maar die ons tegenwoordig in hun<br />

breedsprakigheid en hun doodsverlangen vrijwel belachelijk<br />

<strong>voor</strong>komen. Toch zijn ze interessant o. m. hierom dat <strong>de</strong><br />

schrijver <strong>het</strong> uitzicht <strong>de</strong>r natuur in harmonie weet to brengen<br />

met <strong>de</strong> ziekelijke stemmingen zijner hel<strong>de</strong>n en heldinnen.<br />

In zijn latere poezie Het Graf (1791) en De Ou<strong>de</strong>rdom<br />

(1803), heerscht <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> weeke aandoenlijkheid, maar ook,<br />

ondanks <strong>de</strong>n dieperen klank, of en toe, van <strong>het</strong> wellui<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

148


. Zo Inieb eenEngel<br />

.Toor aen AN'? C., C.7C.4.93 C.7r0.7r . . .<br />

Illustratie uit Julia door Mr. Feith.


woord, al te dikwijls <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> onechtheid.<br />

W. BILDERDIJK De -vorming en <strong>de</strong> aanleg van een figuur als WIL-<br />

1756-1831 LEM BILDERDIJK waren niet van dien aard dat ze <strong>het</strong><br />

romantisme zou<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>ren. Hij werd geboren te Amsterdam<br />

uit een gegoe<strong>de</strong> burgersfamilie, maar had een troostelooze<br />

jeugd doordat hij tengevolge van een won<strong>de</strong> aan zijn<br />

voet van zijn vijf<strong>de</strong> tot zijn zestien<strong>de</strong> jaar genoodzaakt was<br />

zijn kamer te hou<strong>de</strong>n, en zijn tijd door te brengen met een<br />

onverzadigbaar verslin<strong>de</strong>n van boeken. Het gevolg was : eenzijdige<br />

ontwikkeling van geest en karakter en een egocentrische<br />

gemelijkh.eid die hem heel zijn leven bijgebleven is.<br />

Hij begon met antwoor<strong>de</strong>n in te sturen op <strong>de</strong> prijsvragen<br />

van <strong>de</strong> dichtgenootschappen, ging te Lei<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> rechten<br />

stu<strong>de</strong>eren en vestig<strong>de</strong> zich in 1782 als advocaat in <strong>de</strong>n Haag.<br />

Toen was hij reeds volop aan <strong>het</strong> dichten en weldra kwamen<br />

verschillen<strong>de</strong> bun<strong>de</strong>ls kleine epische en lyrische poezie<br />

van <strong>de</strong> pers. Uit die eerste perio<strong>de</strong> dagteekenen vele romances,<br />

o. a. Elius (1786) en Urzijn en Valentijn (1795).<br />

Bij <strong>de</strong> oprichting <strong>de</strong>r Bataafsche Republiek in 1795 weiger<strong>de</strong><br />

hij <strong>de</strong>n eed van getrouwheid en week uit naar Lon<strong>de</strong>n,<br />

daarna naar Brunswijk, waar hij door <strong>het</strong> geven van lessen<br />

en door vertalen in zijn on<strong>de</strong>rhoud trachtte te <strong>voor</strong>zien. Hij<br />

bewerkte er in Ne<strong>de</strong>rlandsche verzen <strong>de</strong> Ossian-gedichten,<br />

Het Buitenleven (naar Delille's Homme <strong>de</strong>s Champs) en De<br />

Mensch (naar Pope's Essay on Man). Al zijn er, <strong>voor</strong>al on<strong>de</strong>r<br />

zijn vertalingen van Ossian, gelukkige verzen, geen enkel<br />

haalt <strong>het</strong> bij <strong>het</strong> gedicht Gebed (1796) dat dagteekent uit<br />

<strong>het</strong> eerste jaar van zijn ballingschap en dat tot zijn allerzuiverste<br />

poezie behoort.<br />

In 1806, toen Louis Napoleon koning van Holland werd,<br />

kwam hij terug naar


Napoleon (1806). Na <strong>het</strong> aftre<strong>de</strong>n van Louis Napoleon ken<strong>de</strong><br />

hij bittere ellen<strong>de</strong> ; toch verflauw<strong>de</strong> zijn literaire productie<br />

geen oogenblik : van <strong>het</strong> jaar 1808 dagteekenen zijn treurspelen<br />

: Floris V, Willem van Holland en Kormak, die alle Brie<br />

zweemen naar <strong>het</strong> Fransch classicisme ; in dit genre had hij<br />

trouwens <strong>het</strong> minst kans tot slagen. Daarnaast werkte hij aan<br />

een epos De On<strong>de</strong>rgang <strong>de</strong>r eerste Wareld (1810), dat onvoltooid<br />

bleef, en aan een reeks leerdichten waarin evenwel zijn<br />

persoonlijkheid zoo sterk op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond treedt dat zij<br />

tevens in hooge mate lyrisch van toon zijn : De Ziekte <strong>de</strong>r<br />

Geleer<strong>de</strong>n (1809), De Kunst <strong>de</strong>r Poezie (1809), De Geestenwareld<br />

( 181 1 ). Vooral van belang in <strong>de</strong>ze werken is zijn<br />

geweldig toornen tegen <strong>de</strong>n geest <strong>de</strong>r eeuw, tegen <strong>de</strong> veld<br />

winnen<strong>de</strong> nieuwe <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n op godsdienstig, staatkundig<br />

en wijsgeerig gebied.<br />

Zijn Napoleontische gezindheid was slechts van korten<br />

duur geweest en door menig va<strong>de</strong>rlandlievend gedicht geheel<br />

verdrongen. Bij <strong>de</strong>n terugkeer van <strong>het</strong> Oranje-huis in 1813<br />

hoopte hun vurige aanhanger opnieuw, maar ook ditmaal te<br />

vergeefs, op een professorsambt, wat nieuwe verbittering<br />

wekte. Hij vestig<strong>de</strong> zich dan als privaat-docent te Lei<strong>de</strong>n<br />

waar hij een kleinen kring getrouwen, on<strong>de</strong>r wie Da Costa,<br />

om zich vereenig<strong>de</strong>, en op sommigen een machtigen invloed<br />

uitoefen<strong>de</strong>. In 1827 trok hij zich te Haarlem terug, steeds<br />

nog talrijke dichtbun<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> wereld inzen<strong>de</strong>nd, waar o. m.<br />

Boetzang, De Rand <strong>de</strong>s Grafs en Uitvaart in <strong>voor</strong>komen. Hij<br />

overleed in 1831.<br />

Er is geen genre dat Bil<strong>de</strong>rdijk geduren<strong>de</strong> zijn dichterlijke<br />

loopbaan van ruim vijftig jaar onbeoefend liet; daarenboven<br />

is hij <strong>de</strong> auteur van talrijke prozawerken. In elke dichtsoort<br />

lever<strong>de</strong> hij proeven die men niet zon<strong>de</strong>r onverschilligheid kan<br />

<strong>voor</strong>bijgaan. En toch bevredigt hij bijna nergens. In karakter<br />

en levensloop was hij een zuiver romantische gestalte : hartstochtelijk<br />

en egocentrisch, vol zwaarmoedige verbittering en<br />

zelfpijniging, nergens bevrediging vin<strong>de</strong>nd en gekweld door<br />

<strong>het</strong> oneindige. Maar tevens was hij een reus van eruditie<br />

geput uit classieke bronnen, en een <strong>de</strong>nker, wars van <strong>de</strong>n<br />

nieuwen tijdgeest. Aan hem kleef<strong>de</strong> <strong>de</strong> vloek geboren te zijn<br />

1 5 1


« op <strong>de</strong> grens <strong>de</strong>r tij <strong>de</strong>n » : hij is tegelijkertijd <strong>de</strong> laatste<br />

<strong>de</strong>r classieken en een groot mislukt romanticus. Wanneer men<br />

be<strong>de</strong>nkt dat, gelijktijdig met zijn werkzaamheid, Goethe zijn<br />

« Faust » schreef, Chateaubriand zijn « Genie du Christianisme<br />

» en Lamartine zijn « Meditations poetiques >>, dat Byron,<br />

Shelley en Keats zijn tijdgenooten waren, dan voelt men<br />

wel eenigen wrevel tegen <strong>de</strong> « O<strong>de</strong> aan Napoleon » en « De<br />

Ziekte <strong>de</strong>r Geleer<strong>de</strong>n ». Het pijnlijkste bij hem is dat hij,<br />

meegesleept door zijn overweldigen<strong>de</strong> zeggingskracht, <strong>de</strong><br />

noodige zelfcritiek en smaak mist, en <strong>het</strong> sublieme op <strong>het</strong><br />

onverwachts laat uitloopen in <strong>het</strong> groteske. Hij heeft slechts<br />

weinig geschreven dat van <strong>het</strong> begin tot <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> geslaagd<br />

kan heeten. Gewapend met <strong>het</strong> slagwoord : « poezie is ontboezeming<br />

van gevoel », liet hij <strong>de</strong> ongedisciplineer<strong>de</strong> scharen<br />

zijner duizen<strong>de</strong>n versregels maar aanrukken in hun gekletter<br />

van holklinken<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n en oneigen rhythmen en beel<strong>de</strong>n.<br />

Hij onthutst <strong>de</strong>n lezer door een opgewon<strong>de</strong>nheid die<br />

wel echt kan heeten, doch waaron<strong>de</strong>r men <strong>de</strong> warme menschelijkheid<br />

van <strong>de</strong>n waren dichter zel<strong>de</strong>n voelt kloppen.<br />

Bil<strong>de</strong>rdijk is bijna altijd verbijsterend, soms schitterend;<br />

slechts enkele keeren ontroert hij. Indien hij door <strong>het</strong> nageslacht<br />

verdient gelezen te wor<strong>de</strong>n, dan is <strong>het</strong> om zijn kortere<br />

stukken, als Gebed, Boetzang, Uitvaart waar <strong>de</strong> mensch zich in<br />

zijn tragische eenzaamheid en verworpenheid bloot geeft.<br />

J. F. HELMERS Ook van J. F. HELMERS waren, in <strong>de</strong> jaren van<br />

1767-1813 verdrukking, <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandlieven<strong>de</strong> gevoelens echt<br />

genoeg, maar waar hij ze naar Bil<strong>de</strong>rdijk's <strong>voor</strong>beeld omzette<br />

in <strong>de</strong> sterk r<strong>het</strong>oricale verzen van zijn Hollandsche Natie, voelen<br />

we meer eerbied <strong>voor</strong> zijn burgermoed dan <strong>voor</strong> zijn<br />

dichterlijke begaafdheid.<br />

J. KINKER JOHANNES KINKER, die van 1817 tot 1830 profes-<br />

1764-1845 sor in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch was aan <strong>de</strong> Universiteit te<br />

Luik, schreef eveneens verzen, maar zijn natuurlijk element<br />

was <strong>het</strong> critisch proza dat hij durf<strong>de</strong> gebruiken om in zijn<br />

tijdschrift De Post van Helicon scherpe waarhe<strong>de</strong>n te zeggen,<br />

o. m. over <strong>de</strong> sentimentaliteit van Feith en <strong>de</strong> valsche beeldspraak<br />

van zijn vriend Bil<strong>de</strong>rdijk.<br />

Nog veel ver<strong>de</strong>r van een juist begrip <strong>de</strong>r romantiek staan<br />

152


we met <strong>de</strong>n Rotterdamschen han<strong>de</strong>laar HENDRIK H. TOLLENS<br />

TOLLENS. Hij begon in <strong>de</strong> allerlaatste jaren <strong>de</strong>r 1780-1856<br />

eeuw met <strong>de</strong>n sentimenteelen trant van Feith na te volgen,<br />

maar later werd hij <strong>de</strong> bezinger van <strong>de</strong> stille huiselijkheid<br />

en tevre<strong>de</strong>nheid, die licht in benepen zelfgenoegzaamheid<br />

ontaardt en waarin <strong>het</strong> romantisch i<strong>de</strong>aal vervlakt en verburgerlijkt<br />

wordt. Dit is niet min<strong>de</strong>r <strong>het</strong> geval in zijn va<strong>de</strong>rlandsche<br />

romances, legen<strong>de</strong>n en gezangen, waar <strong>de</strong> bezieling<br />

niet geboren wordt uit <strong>de</strong> gekleur<strong>de</strong> i<strong>de</strong>aliseering van <strong>het</strong><br />

verle<strong>de</strong>n, maar wel uit <strong>het</strong> besef van veiligheid dat ie<strong>de</strong>re<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r moest meevoelen na <strong>de</strong> republikeinsche en napoleontische<br />

verschrikkingsjaren. Daarom juist werd hij <strong>de</strong><br />

volksdichter bij uitstek, wiens populariteit slechts haar weerga<br />

vindt bij die welke Cats genoten had. Verzen als Op <strong>de</strong> geboorte<br />

van mijn Zoontje, Lief<strong>de</strong> op <strong>het</strong> lis, Wien Neerlands Bloed,<br />

Konings Verjaardag (dit laatste naar aanleiding van <strong>de</strong> Belgische<br />

revolutie in 1830), en ook <strong>het</strong> uitvoeriger episch gedicht<br />

Overwintering op Nova-Zembla (1819) waren bij zijn tijdgenooten<br />

mondgemeen. Zijn faam heeft hij bij <strong>het</strong> nageslacht<br />

niet kunnen staan<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n, omdat hij als dichter veel min<strong>de</strong>r<br />

van belang is dan als vertegenwoordiger van <strong>de</strong>n tijd en<br />

<strong>de</strong> maatschappij waarin hij leef<strong>de</strong>.<br />

Evenzeer verschillend van Tollens als van Bil<strong>de</strong>r- A. C. W.<br />

dijk is <strong>de</strong> Gel<strong>de</strong>rsman ANTONI CHRISTIAN WINAND<br />

STARING<br />

1767-1840<br />

STARING, <strong>de</strong> eenige dichter uit <strong>de</strong>ze overgangsperio<strong>de</strong> bij<br />

wien <strong>de</strong> romantische <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n, zoo niet scherp, dan toch<br />

op persoonlijke wijze, tot uiting komen in poezie van zuiverklinkend<br />

gehalte. Hij was groot-grondbezitter en bracht, na<br />

zijn rechtskundige studien te Har<strong>de</strong>rwijk en een paar jaren<br />

universiteit te Gottingen, zijn leven op <strong>het</strong> landgoed


menrijke verzen. Lief<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> natuur, godsdienstzin, va<strong>de</strong>rlandslief<strong>de</strong><br />

en vooal persoonlijke emotie verwerkt hij tot<br />

beheerschte schoonheid. (Her<strong>de</strong>nking, Meilied, A<strong>de</strong>line verbeid,<br />

Lentezang, Oogstlied, enz.)<br />

Daarnaast schreef hij een aantal legen<strong>de</strong>n en vertellingen<br />

in versvorm, genre waarin hij onovertrof fen is. Wat Bil<strong>de</strong>rdijk<br />

te weinig had, bezat Staring in zeer hooge mate : zelfcritiek.<br />

Nooit bevredig<strong>de</strong> <strong>de</strong> vorm hem ten voile en zoo, door steeds<br />

opnieuw aangebrachte verbeteringen, bereikte hij een keurigheid<br />

en een vlekkeloosheid in verwoording en techniek, een<br />

juistheid van <strong>voor</strong>stelling en toon, die zijn verhalen tot meesterlijke<br />

kleinkunst verheffen. Het meest bekend zijn <strong>de</strong><br />

jaromir's, De Verjaardag, De Verjongings-cuur, De Twee Bultenaars,<br />

Marco, De Leerling van Pankrates.<br />

Ten slotte gaf hij, in navolging van Huygens, vrij talrijke<br />

epigrammen die in puntigheid en vinnige pittigheid niet moeten<br />

on<strong>de</strong>rdoen <strong>voor</strong> die van <strong>de</strong>n 1 7 e eeuwschen dichter.<br />

Alles sarnen genomen is Staring veruit <strong>de</strong> verdienstelijkste<br />

<strong>voor</strong>berei<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche romantiek. Zijn dichtkunst<br />

voed<strong>de</strong> hij met al <strong>de</strong> romantische elementen die tot<br />

zijn beschikking ston<strong>de</strong>n : hij was begaafd met een teere<br />

gevoeligheid, hij had een open oog <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hem omringen<strong>de</strong><br />

natuur, voel<strong>de</strong> <strong>de</strong> bekoring <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> volkslegen<strong>de</strong>n, knoopte<br />

opnieuw aan met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> 1 7 e eeuw, maar<br />

dxukte op alles wat hij schreef zijn eigen persoonlijken<br />

stempel.<br />

Het moet niet te zeer verwon<strong>de</strong>ren dat te mid<strong>de</strong>n van <strong>het</strong><br />

gedreun <strong>de</strong>r Bil<strong>de</strong>rdijksche verzen en naast <strong>de</strong> huisbakkenheid<br />

van Tollens' liedjes, zijn werk weinig opgang maakte.<br />

Maar naarmate <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> geslachten dui<strong>de</strong>lijker kon<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n tusschen echt en onecht, lieten zij <strong>de</strong>n beschei<strong>de</strong>n<br />

Gel<strong>de</strong>rsman meer en meer recht we<strong>de</strong>rvaren.<br />

J. GEEL Er bestaat tusschen <strong>de</strong>n dichter Staring en <strong>de</strong>n<br />

1789-1862 schrijver van proza-verhan<strong>de</strong>lingen JACOB GEE',<br />

veel meer overeenkomst clan men oppervlakkig zou <strong>de</strong>nken.<br />

Veel van wat <strong>de</strong> een intuitief in zijn verzen toepaste, werd<br />

door <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r als theorie in zijn verhan<strong>de</strong>lingen <strong>voor</strong>gehou<strong>de</strong>n.<br />

Voorts hebben zij bei<strong>de</strong>n gemeen <strong>de</strong> aristocratie<br />

154


van <strong>de</strong>n vorm en <strong>de</strong> keurigheid van <strong>de</strong> uitdrukking.<br />

Geel werd to Amsterdam geboren en werkte zich, na een<br />

vrij moeilijke jeugd, op tot bibliothecaris en professor aan<br />

<strong>de</strong> Leidsche universiteit. Hij was eigenlijk classicus, maar zijn<br />

levendige en ruime belangstelling bestreek heel <strong>de</strong> letterkundige<br />

bedrijvigheid in binnen- en buitenland. Alhoewel hij<br />

geen stelling nam, begreep en waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> romantische<br />

i<strong>de</strong>alen, zoodat men in hem <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst een harmonische<br />

versmelting van Verlichting, Hellenisme en Romantiek aantreft.<br />

Zijn uitsluitend critisch aangeleg<strong>de</strong> geest uitte zich in een<br />

reeks weinig talrijke essay's (<strong>de</strong> meeste verschenen on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>n titel On<strong>de</strong>rzoele en Fantasie, 1838), die grooten invloed<br />

uitoefen<strong>de</strong>n niet alleen door <strong>de</strong> i<strong>de</strong>een welke hij er in ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong><br />

(o. m. : poezie is arbeid ; <strong>het</strong> proza is evenals <strong>het</strong><br />

vers een kunstvorm), maar ook door <strong>de</strong> artistieke waar<strong>de</strong><br />

van zijn schrifturen zelf. Hier hebben we in<strong>de</strong>rdaad opnieuw<br />

een lenig en geestig proza, waarin <strong>de</strong> classieke tucht en <strong>de</strong><br />

speelsche beweeglijkheid elkaar in evenwicht hou<strong>de</strong>n, en<br />

waaruit gedurig discrete ironie opglanst (b.v. als hij <strong>de</strong>n<br />

spot drijft met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tvaren<strong>de</strong> ontboezemingspoezie van<br />

Bil<strong>de</strong>rdijk).<br />

Samen met Wolff en Deken bereid<strong>de</strong> hij <strong>de</strong>n weg <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> grootmeesters van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche proza : Potgieter<br />

en Multatuli.<br />

155


OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />

1. Maak een opstel over <strong>de</strong> ?<br />

8. Vergelijk Tollens met een van zijn tijdgenooten, die bij zijn leven niet<br />

zoo gewaar<strong>de</strong>erd werd.<br />

9. Welke zijn <strong>de</strong> twee nationale lie<strong>de</strong>ren van Noord-Ne<strong>de</strong>rland? Welk<br />

van bei<strong>de</strong> is van Tollens? Welk van bei<strong>de</strong> is <strong>het</strong> beste, en waarom?<br />

BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />

1. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven :<br />

Klass. Letterk. Pantheon :<br />

a. Bellamy. Lilt <strong>de</strong> verzen en <strong>het</strong> proza (Aleida Nijland).<br />

b. H. van Alphen. Bloemlezing (De Koe).<br />

c. Rhijntis Feith. Bloemlezing (Ten Bruggencate).<br />

d. Wolff-Bekker. Losse en Brieven (Van Vloten). . —<br />

Uitgelezen Gedichten (id.).<br />

e. Bil<strong>de</strong>rdijk. De treurspelen en verschillen<strong>de</strong> dichtbun<strong>de</strong>ls.<br />

f. Staring. Keur (Jolmers). — De Puntdichten (Bosman).<br />

Zwolsche Herdrukken :<br />

156<br />

a. Poezie van W. Bil<strong>de</strong>rdijk, 2 d. (Kollewijn). Gewij<strong>de</strong> poezie<br />

van Bil<strong>de</strong>rdijk (Kat).<br />

b. Poezie van A. C. W. Staring, 2 d. (Van <strong>de</strong>n Bosch).


Malmberg's Ne<strong>de</strong>rl. Schoolbibl. :<br />

a. *Uit <strong>de</strong> Dichtwerken van Bil<strong>de</strong>rdijk (Wijffels).<br />

b. *Uit Staring's Poezie.<br />

Lyceum-Herdrukken :<br />

a. *Bil<strong>de</strong>rdijk. Lyrische Poezie (Lansberg).<br />

b. *Gedichten van <strong>de</strong> Genestet. Staring en Potgieter (Lansberg).<br />

Bibl. van Ned. Letterk. :<br />

a. Bloemlezing uit Wolff en Deken's -literatuur (Koopmans).<br />

Meulenhoff's Bibl. van Ned. Schrijvers :<br />

a. *Wolff en Deken. Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart<br />

(Meerkerk).<br />

b. *Een bun<strong>de</strong>l Romantiek (Saalborn).<br />

Ne<strong>de</strong>rl. Schrijvers :<br />

*Uit veel bewogen jaren (De Jong).<br />

Ned. Schrijvers <strong>voor</strong> <strong>het</strong> M. O. (Hoogstraten) :<br />

*Wolff en Deken. Sara Burgerhart (De Wals).<br />

Onze Letterkun<strong>de</strong><br />

*Bil<strong>de</strong>rdijk. Gedichten.<br />

2. An<strong>de</strong>re uitgaven<br />

Bloemlezing uit <strong>de</strong> gedichten van W. Bil<strong>de</strong>rdijk (Van Elring) , bij Van<br />

Kampen.<br />

Ne<strong>de</strong>rl. Bib!. (Mij. <strong>voor</strong> goe<strong>de</strong> en goedkoope lectuur) :<br />

a. *Wolff en Deken. Sara Burgerhart (Knappert).<br />

b. *Rhijnvis Feith. Bloemlezing (Kloos).<br />

c. *Bil<strong>de</strong>rdijk. Bloemlezing (Kloos).<br />

d. "Geel. On<strong>de</strong>rzoek en Fantasie (De Vooys).<br />

Keurbun<strong>de</strong>ls (Hyman, Stenfert Kroese, etc.) : Staring (Greshoff).<br />

3. Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re studie :<br />

H. BAVINCK : Bil<strong>de</strong>rdijk als <strong>de</strong>nker en dichter (Kampen).<br />

een Dichterstudie (Luctor et Emergo).<br />

— W. B. als dichter, <strong>de</strong>el I Albert Verwey en Bil<strong>de</strong>rdijk (id.). —<br />

Bil<strong>de</strong>rdijk's Plaats in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche en in <strong>de</strong> Wereldliteratuur<br />

(id.).<br />

A. S. C. DE KOE : Van Alphen's literair-eest<strong>het</strong>ische theorieen.<br />

J. A. NIJLAND : Jacobus Bellamy, 2 d.<br />

H. G. TEN BRUGGENCATE : Rhijnvis Feith.<br />

Prof. J. PRINSEN : De Roman in <strong>de</strong> 18e eeuw in West-Europa.<br />

J. W. A. NABER : Betje Wolff en Aagje Deken.<br />

C. BUSKEN HUET : Ou<strong>de</strong> Romans.<br />

M. J. HAMAKER : Jacob Geel.<br />

P. H. VAN MOERKERKEN : De Bevrij<strong>de</strong>rs (histor. roman, uit <strong>de</strong> jaren om<br />

1815, in Holland) .<br />

157


HOOFDSTUK VIII<br />

DE NIEUWERE TIJDEN<br />

A. — DE ROMANTIEK IN HET NOORDEN<br />

DE GIDS, 1837<br />

DE ROMANTIEK<br />

De algemeene inzinking, die na <strong>de</strong>n val van Napo-<br />

IN EUROPA leon (1815) over <strong>het</strong> uitgeputte en vre<strong>de</strong>lieven<strong>de</strong><br />

Europa van <strong>de</strong> Sainte Alliance intrad, droeg er veel toe bij<br />

om <strong>de</strong> romantische stroomingen uit <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong><br />

18e eeuw algemeen te doen zegevieren. In <strong>de</strong> weemoedige<br />

avondstemming die na <strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eltelijken terugkeer tot <strong>de</strong><br />

toestan<strong>de</strong>n van <strong>voor</strong> <strong>de</strong> revolutie heerschte, kwam men, tot<br />

inkeer. Zeker bleef er heel wat over van <strong>de</strong> gedachten die<br />

<strong>de</strong> Fransche lepers alom verbreid had<strong>de</strong>n, o. a. <strong>de</strong> gewetensvrijheid<br />

en eenige politieke vrijhe<strong>de</strong>n, althans <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r-<br />

-<strong>de</strong>n stand die op heel <strong>de</strong> 19e eeuw zijn stempel ging drukken.<br />

Maar te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verarming en <strong>de</strong> algemeene ontred<strong>de</strong>ring<br />

stel<strong>de</strong> men vast dat zooveel geestelijke en ze<strong>de</strong>lijke<br />

ban<strong>de</strong>n gelost, zooveel vertrouw<strong>de</strong> en gelief<strong>de</strong> zekerhe<strong>de</strong>n<br />

uit vroeger tij<strong>de</strong>n verloren gegaan waren. Verdieping van<br />

<strong>de</strong> 18e eeuwsche sentimentaliteit, maakte een onbestemd<br />

verlangen naar iets an<strong>de</strong>rs en beters zich van <strong>de</strong> gemoe<strong>de</strong>ren<br />

meester. Die vlucht uit <strong>de</strong> weinig bemoedigen<strong>de</strong> werkelijkheid<br />

gaf aanleiding tot een zekeren wellust van <strong>de</strong> smart<br />

(Sehnsucht, Weltschmerz, melancholie, spleen, mal du si&le) die<br />

men ging beschouwen als een van <strong>de</strong> dingen waaraan <strong>het</strong><br />

leven zijn waar<strong>de</strong> ontleent.<br />

Een tranerige weekheid karakteriseert <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> waarin<br />

gevoel en fantasie, door <strong>het</strong> cerebrale classicisme zoolang<br />

bedwongen, onstuimig doorbraken. Het heimwee naar <strong>het</strong><br />

oneindige, <strong>de</strong> drang naar <strong>het</strong> mysterie, dat niet <strong>het</strong> verstand<br />

dock alleen <strong>het</strong> gevoel intuitief kan bena<strong>de</strong>ren, uitte zich in<br />

158


een vernieuw<strong>de</strong>n godsdienstzin : als terugkeer tot <strong>het</strong> katholicisme,<br />

als verdieping van <strong>het</strong> gemoedsleven in <strong>het</strong> protestantsche<br />

Reveil, in <strong>de</strong> mystiek of <strong>de</strong> metaphysica. Men bekommer<strong>de</strong><br />

zich opnieuw om <strong>het</strong> onzienlijke, <strong>het</strong> eeuwige, <strong>het</strong><br />

absolute, om <strong>de</strong> groote levensgeheimen waar<strong>voor</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong><br />

onmachtig blijft. In plaats van naar <strong>de</strong> antieke geschie<strong>de</strong>nis,<br />

greep men terug naar <strong>het</strong> nationale verle<strong>de</strong>n, bij <strong>voor</strong>keur<br />

naar <strong>het</strong> beeld dat men zich van <strong>de</strong> gothische en Katholieke<br />

mid<strong>de</strong>leeuwen vorm<strong>de</strong>. De balla<strong>de</strong>, waarin <strong>het</strong> bovennatuurlijke<br />

op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond treedt, en <strong>de</strong> historische roman zijn<br />

een typisch verschijnsel van <strong>de</strong>zen tijd. In <strong>het</strong> exotische —<br />

liefst <strong>het</strong> Oosten ! —, in <strong>het</strong> wild-fantastische, <strong>het</strong> huiveringwekken<strong>de</strong><br />

won<strong>de</strong>r, of gewoner in <strong>de</strong> melancholische eenzaamheid<br />

van een beziel<strong>de</strong> natuur, liefst bij maneschijn, vond <strong>de</strong><br />

wereldmoeheid en wereldwalging van <strong>de</strong>n hoogmoedigen<br />

opstan<strong>de</strong>ling een uitweg.<br />

Want een opstan<strong>de</strong>ling, een revolutionnair was <strong>de</strong> romanticus<br />

in <strong>de</strong>n grond van zijn hart : tegenover elk gezag, elken<br />

maatschappelijken band; tegenover elke traditie, evenzeer <strong>de</strong><br />

gangbare moraal als <strong>de</strong> schoolsche <strong>voor</strong>schriften <strong>de</strong>r kunst.<br />

Ie<strong>de</strong>re romantische kunstenaar voel<strong>de</strong> zich een uitzon<strong>de</strong>ring,<br />

een uitverkorene. Heel <strong>de</strong>ze gevoelsstrooming, hoe verschei<strong>de</strong>n<br />

en verward ook, en waaraan door <strong>de</strong> eeuwen heen Villon<br />

en Shakespeare evengoed <strong>de</strong>el gehad hebben als Cervantes<br />

en Jean-Jacques Rousseau, is in haar diepste wezen een<br />

we<strong>de</strong>ropbloei van <strong>het</strong> individualisme, een drang naar <strong>het</strong><br />

onbelemrnerd zich uitleven van heel <strong>de</strong> persoonlijkheid.<br />

Al <strong>de</strong>ze buitenlandsche invloe<strong>de</strong>n hebben zich DE ROMANTIEK<br />

eerst orntrent 1 830 in Ne<strong>de</strong>rland laten gel<strong>de</strong>n. De IN NEDERLAND<br />

rijke beloften uit <strong>het</strong> laatste kwart van <strong>de</strong> vorige eeuw, met<br />

Bellamy, Feith, Wolff-Deken, Van Alphen..., waren niet in<br />

vervulling gegaan. Niet <strong>het</strong> minst doordat <strong>de</strong> Fransche be-<br />

zetting een ein<strong>de</strong> gesteld had aan <strong>de</strong> bevruchten<strong>de</strong> inwerking<br />

uit Duitschland en <strong>voor</strong>al uit Engeland, terwijl <strong>de</strong> gezaghebben<strong>de</strong><br />

dichter, Bil<strong>de</strong>rdijk, geheel naar <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n georienteerd<br />

bleef. Tusschen <strong>het</strong> he<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> bij uitstek


Onbekendheid met <strong>de</strong> uitheemsche stroomingen, waarmee<br />

men een tijdlang elke voeling verloren had ; onbekendheid met<br />

een Bemis aan belangstelling <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eigen mid<strong>de</strong>leeuwsch<br />

volksverle<strong>de</strong>n : geen won<strong>de</strong>r dus dat <strong>het</strong> verstar<strong>de</strong> classicisme<br />

van <strong>de</strong> 1 8 e eeuw in Ne<strong>de</strong>rland langer dan el<strong>de</strong>rs aangehou<strong>de</strong>n<br />

heeft. De bezadig<strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r stond overigens vrij nuchter<br />

tegenover <strong>de</strong> nieuwe richting, waarvan <strong>de</strong> extravaganties hem.<br />

afschrikten. De sombere twijfelaar en eeuwig zoeken<strong>de</strong> zwerver<br />

Byron ; <strong>de</strong> teugellooze fantast Hoffmann ; <strong>de</strong> radikale opstan<strong>de</strong>ling<br />

Shelley ; <strong>de</strong> rumoerige revolutionnair met sociale<br />

bedoelingen Victor Hugo ; <strong>de</strong> droomerige mysticus Novalis<br />

zijn figuren waarvan <strong>voor</strong> Ne<strong>de</strong>rland nauwelijks eenige<br />

diepgaan<strong>de</strong> invloed uitging.<br />

Terwijl in Zuid-Ne<strong>de</strong>rland hoofdzakelijk <strong>het</strong> Fransche<br />

<strong>voor</strong>beeld inwerkte, is een bepaakle Engelsche invloed <strong>het</strong><br />

sterkst geweest in <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n : niet van Shelley, Keats en<br />

Wordsworth, — die zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Tachtigers eerst


aanleg bezat. Maar in <strong>het</strong> jonge letterkundige wereldje te<br />

Amsterdam had hij blijven<strong>de</strong>n invloed uitgeoefend op hem<br />

die, krachtiger en zelfbewuster, zou voltooien wat Drost<br />

begon.<br />

Enkele maan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> zijn vroegen dood, had <strong>de</strong>ze, met<br />

EVERARDUS JOANNES POTGIETER en nog een paar E. J. POTGIETER<br />

vrien<strong>de</strong>n, <strong>het</strong> plan opgevat en verwezenlijkt om een 1808-1875<br />

billijk en onpartijdig » critisch tijdschrift uit te geven : De<br />

Muzen (1834). Na een zestal afleveringen verdween <strong>het</strong><br />

echter.<br />

Toen in 1837 Potgieter <strong>de</strong> redactie van een nieuw tijdschrift<br />

kreeg, De Gids, Nieuwe Va<strong>de</strong>rlandsche Letteroefeningen,<br />

zou hij, samen met zijn vriend Bakhuizen van <strong>de</strong>n<br />

Brink, die aldra me<strong>de</strong>redacteur werd, <strong>het</strong> program<br />

van De Muzen uitwerken : door een opbouwen<strong>de</strong><br />

critiek <strong>het</strong> literair bewustzijn verlevendigen en <strong>het</strong> typisch-<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche aankweeken; tevens door vergelijking met <strong>de</strong><br />

uitheemsche literatuur, <strong>de</strong> engheid en eenzijdigheid van <strong>de</strong><br />

onze pogen te verhelpen. De Lou<strong>de</strong>n Eeuw bleef daarbij als<br />

een lichtend i<strong>de</strong>aal <strong>voor</strong> hun oogen zweven.<br />

De negen-en-twintigjarige lei<strong>de</strong>r van <strong>het</strong> tijdschrift was een<br />

autodidact. Te Zwolle geboren, te Amsterdam bij een tante<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n han<strong>de</strong>l opgeleid, bracht hij vier jaren te Antwerpen<br />

door, tot <strong>het</strong> botnbar<strong>de</strong>ment hem op <strong>de</strong> vlucht dreef. Daar<br />

was hij bevriend gewor<strong>de</strong>n met Jan Frans Walems, die hem<br />

o. a. <strong>de</strong>n oud-Ne<strong>de</strong>rlandschen lie<strong>de</strong>rschat leer<strong>de</strong> kennen. Dat<br />

een refs naar Zwe<strong>de</strong>n veel bijdroeg tot <strong>de</strong> verruiming van zijn<br />

gezichtskring en <strong>de</strong> verfrissching van zijn geest, getuigt zijn<br />

overwegend humoristische eersteling : Het Noor<strong>de</strong>n, in omtrek<br />

ken en tafereelen. De omgang, nadien te Amsterdam, met <strong>de</strong>n<br />

romantisch gestem<strong>de</strong>n Drost en <strong>de</strong>n geniaal aangeleg<strong>de</strong>n,<br />

verbazend ontwikkel<strong>de</strong>n R. C. Bakhuizen van <strong>de</strong>n Brink,<br />

<strong>de</strong>ed hem <strong>de</strong> leemten van zijn gebrekkige opleiding inzien<br />

en aanvullen.<br />

Als koopman ervoer hij hoe treurig <strong>het</strong> met <strong>de</strong>n eenmaal<br />

bloeien<strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandschen han<strong>de</strong>l gesteld was. Als belezen<br />

criticus en fijnvoelend kunstenaar die lief<strong>de</strong>vol <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n<br />

bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, zag hij alom <strong>het</strong> verval en droom<strong>de</strong> eveneens<br />

DE GIDS 1837<br />

DE NATIONALE<br />

ROMANTIEK<br />

161


<strong>voor</strong> zijn land van een toekomst die dit grootsche Oud-<br />

Holland in volkskracht zou evenaren, waarin <strong>de</strong> kunst als <strong>de</strong><br />

wetenschap, naast han<strong>de</strong>l en nijverheid zou<strong>de</strong>n bloeien.<br />

Om in <strong>de</strong>ze richting invloed uit te oefenen op zijn tijd,<br />

wou hij zich <strong>voor</strong>al toeleggen op <strong>de</strong> critiek. De « Boekbeoor<strong>de</strong>elingen<br />

» waren in De Gids dan ook hoofdzaak. De blauwe<br />

Beul kreeg hij spoedig tot bijnaam, naar <strong>het</strong> omslag van die<br />

kleur. Bijna <strong>de</strong>rtig jaar heeft Potgieter in breed gemotiveer<strong>de</strong><br />

recensies, als een echt lei<strong>de</strong>r en opvoe<strong>de</strong>r, met een bewon<strong>de</strong>renswaardige<br />

vastheid van oor<strong>de</strong>el en diepte van inzicht,<br />

<strong>het</strong> slechte en min<strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> van <strong>het</strong> betere geschei<strong>de</strong>n, tegen<br />

blin<strong>de</strong> nabootsing van Byron en Scott gewaarschuwd, jonge<br />

talenten aangemoedigd, overdreven reputaties neergehaald.<br />

Zijn bezonnen oor<strong>de</strong>el en zorgvuldige waar<strong>de</strong>bepaling wer<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> meeste gevallen door <strong>het</strong> nageslacht bijgetre<strong>de</strong>n.<br />

Ook in zijn scheppen<strong>de</strong>n arbeid werd hij niet moe <strong>de</strong>n<br />

roem <strong>de</strong>r va<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong> te hou<strong>de</strong>n. Jan, (d. i. <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Holland)<br />

jannetje en hun jongste Kind is een aanval op <strong>de</strong>n Jan-<br />

Saliegeest van <strong>de</strong> 19e eeuw, die zich zou moeten spiegelen<br />

aan <strong>de</strong> 17e. Deze verheerlijkte hij in Het Rijksmuseum, terwijl<br />

hij <strong>de</strong>n trant van haar volkslie<strong>de</strong>ren nabootste in zijn geestige<br />

Lie<strong>de</strong>Iens van Bontekoe. Hoewel hij allerlei romantische elementen<br />

in zich opgenomen had, bleef <strong>de</strong> <strong>de</strong>gelijke Potgieter toch<br />

in <strong>de</strong> eerste plaats een man van <strong>de</strong> Verlichting. De verzameling<br />

Zangen <strong>de</strong>s Tijds is teekenend <strong>voor</strong> zijn streven.<br />

De sc<strong>het</strong>sen uit zijn Proza-bun<strong>de</strong>l : Is maar een Pennelikker,<br />

Blauwbes, Lief en Leed in 't Gooi, De Folio-Bijbel, Hanna, enz.<br />

zijn geschreven in een zware, doordachte taal en een zeer<br />

persoonlijken stijl die hooge eischen aan <strong>de</strong>n lezer stelt :<br />

door zijn kernachtigheid, <strong>de</strong>n ingewikkel<strong>de</strong>n, soms gemaniereer<strong>de</strong>n<br />

zinsbouw, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> archaismen en <strong>voor</strong> uitstalling<br />

van zijn belezenheid. Zijn gemoed stort hij niet uit<br />

hij is steeds te veel op zijn hoe<strong>de</strong> geweest <strong>voor</strong> zijn gevoel.<br />

Maar wij erkennen <strong>de</strong>n meester in <strong>de</strong> statige gedragenheid<br />

van zijn perio<strong>de</strong>s, in <strong>het</strong> vernuftige spel van gedachten en<br />

beel<strong>de</strong>n, en in zijn schil<strong>de</strong>ren met <strong>de</strong> pen. Bewon<strong>de</strong>raar van<br />

Huygens en Staring, is hij evenmin als zijn mo<strong>de</strong>llen ooit<br />

populair gewor<strong>de</strong>n.<br />

162


In veel van zijn i<strong>de</strong>alen en verwachtingen werd<br />

Potgieter teleurgesteld. Op een eerste perio<strong>de</strong> van<br />

bloei, volg<strong>de</strong> <strong>voor</strong> De Gids een inzinking, kort<br />

nadat Bakhuizen van <strong>de</strong>n Brink, in 1843, zijn land en meteen<br />

<strong>de</strong> redactie verlaten had. Het scheen alsof Potgieter zijn<br />

werking gemist had en Jan Salie niet sterven wou. Eerst in<br />

<strong>de</strong> jaren 1860 vond hij in <strong>het</strong> jongere geslacht een waardigen<br />

bondgenoot en vriend : C. Busken Huet. Lang zou <strong>de</strong> samenwerking<br />

in De Gids met dien vinnigen en geestigen criticus<br />

niet duren. Toen <strong>de</strong>ze in 1865 ontslag nam wegens een paar<br />

aanstoot geven<strong>de</strong> stukken, volg<strong>de</strong> Potgieter hem,


Se<strong>de</strong>rt hij in 1843 <strong>voor</strong> zijn schul<strong>de</strong>ischers <strong>de</strong> wijk nam<br />

naar Belgie, waar hij lang te Luik vertoef<strong>de</strong> en er een Walin<br />

huw<strong>de</strong>, ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze begaaf<strong>de</strong>, wijsgeerig en letterkundig<br />

on<strong>de</strong>rleg<strong>de</strong> natuur zich tot geschiedschrijver. Zijn Cartons <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandschen Vrijheidsoorlog getuigen dat <strong>de</strong> belangstelling<br />

van <strong>de</strong>n historicus en archivaris <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>rlandschen<br />

hel<strong>de</strong>ntijd bewaard bleef.<br />

J. VAN LENNEP Grooter populariteit dan met zijn legen<strong>de</strong>n en.<br />

1802-1868 balla<strong>de</strong>n in dichtvorm, geheel in navolging van Walter<br />

Scott dien hij <strong>de</strong> eerste was om in onze taal over te brengen,<br />

genoot JACOB VAN LENNEP met zijn historisch-nationale<br />

romans. De Pleegzoon (1833) behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van <strong>het</strong><br />

Twaalfjarig Bestand; De Roos van Dekama <strong>de</strong>n strijd tusschen<br />

<strong>de</strong> Friezen en <strong>de</strong>n graaf van Holland in 1345 ; Ferdinand<br />

Huyck, zijn best geslaagd werk, <strong>het</strong> leven te Amsterdam in<br />

<strong>de</strong> 18 e eeuw. In Onze Voorou<strong>de</strong>rs verzamel<strong>de</strong> hij een aantal<br />

kortere sc<strong>het</strong>sen, doch een ze<strong>de</strong>nroman uit zijn tijd, Klaasje<br />

Zevenster, was een mislukking.<br />

Als rijksadvocaat een bemid<strong>de</strong>ld en beminnelijk man,<br />

ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> luchthartige, amusante verteller veel succes. Want<br />

boeiend vertellen kon hij, en een intrigue handig opzetten<br />

en ontknoopen. Maar zijn karakterteekening is ondiep, tot<br />

<strong>het</strong> schematische herleid en zijn gezellig gebabbel mist stijl.<br />

Het minst verou<strong>de</strong>rd en als lectuur <strong>voor</strong> jongens aan te<br />

bevelen, blijft Ferdinand Huyck : <strong>voor</strong> een goed <strong>de</strong>el doordat<br />

hij hierin op zijn prettige, geestige manier toestan<strong>de</strong>n beschreef<br />

die hij in zijn jeugd nog zelf beleefd had.<br />

Op zijn Von<strong>de</strong>l-vereering mag wel even gewezen wor<strong>de</strong>n :<br />

zij leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> eerste wetenschappelijke, volledige uitgave<br />

van diens werken en tot <strong>de</strong> oprichting van een standbeeld in<br />

<strong>het</strong> Von<strong>de</strong>lpark te Amsterdam.<br />

P.VAN LIMBURG<br />

Een eenigszins aparte plaats bekleedt <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re<br />

BROUWER classicus, hoogleeraar PETRUS VAN LIMBURG BROU-<br />

1795-1847<br />

WER, die op romantische wijze <strong>het</strong> Helleensche leven<br />

uitbeeld<strong>de</strong> in een paar romans. Zijn natuurlijken verhaaltrant<br />

waar<strong>de</strong>ert men best in Een Ezcl en eenig Speelgoed, alsook in<br />

een theologisch hekelschrift van geheel an<strong>de</strong>ren aard : Het<br />

Leesgezelschap te Diepenbeek.<br />

164


JAN FREDERIK OLTMANS werd om een paar, van j F. OLTMANS<br />

diepgaan<strong>de</strong> historische studie getuigen<strong>de</strong> romans, 1806-1854<br />

Het Slot Loevestein in 1570 en De Schaapher<strong>de</strong>r, door De Gids<br />

zoo hoog geschat dat hij in <strong>de</strong> redactie opgenomen werd.<br />

Ook <strong>de</strong>n jongeren HENDRIK JAN SCHIMMEL viel <strong>de</strong>ze H. J. SCHIMMEL<br />

eer to beurt om <strong>het</strong> schrijven van verdienstelijke his- 1823-1906<br />

torische drama's w. o. Struensee, en romans : Sinjeur Semeyns<br />

en <strong>het</strong> vervolg, De Kaptein an <strong>de</strong> Liffgar<strong>de</strong>, die nog leesbaar<br />

zijn dank zij hun levendige dialogeering en uitbeelding van<br />

hartstochtelijke karakters. Jan Faessen, van <strong>de</strong>n lateren schrijver<br />

van blijspelen, LODEWIJK MULDER, is eveneens een goed<br />

boek. En een laten bloei beleef<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze soort van werken uit<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong> doos met een talentvolle vrouw, ADELE A. S. C. WALLIS<br />

OPZOOMER, die, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n schuilnaam A. S. C.<br />

(Mevr. von<br />

WALL is, nog in <strong>de</strong> eerste jaren van <strong>de</strong> 20° eeuw<br />

ANTAL-<br />

OPZOOMER)<br />

zulke verhalen schreef : In Dagen van Strijd, Vorsten- 1856-1925<br />

gunst, Een Lief<strong>de</strong>droom in 1795, enz.<br />

De <strong>voor</strong>naamste persoonlijkheid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> histori- A. L. C.<br />

sche romanschrijvers bij <strong>de</strong>n aanvang van <strong>de</strong> Gids- BOSBOOM-<br />

TOUSSAINT<br />

beweging was een an<strong>de</strong>re vrouw, ANNA LOUISA 1812-1886<br />

GEERTRUIDA TOUSSAINT, later gehuwd met <strong>de</strong>n Haagschen<br />

schil<strong>de</strong>r van kerkinterieurs, Jan Bosboom. Ook haar werk<br />

lijkt ons thans verou<strong>de</strong>rd; dock haar grondige <strong>voor</strong>studie,<br />

haar romantische geestdrift en bezieling bij <strong>de</strong>ze gekleur<strong>de</strong><br />

en bewogen geschiedschrijving, haar psychologisch<br />

doordringingsvermogen <strong>voor</strong>al red<strong>de</strong>n <strong>het</strong> van <strong>de</strong> vergetelheid.<br />

Zij was een merkwaardige, karaktersterke vrouw, die<br />

ruimte » in haar leven wil<strong>de</strong> en belangrijke, liefst bekeeringsproblemen<br />

aandurf<strong>de</strong>. Vurige Protestante, bracht zij<br />

onbeschroomd haar Christelij k-nationale beginselen naar<br />

voren. Na twee jeugdproeven naar Engelsch mo<strong>de</strong>l, door<br />

Potgieter geprezen (« Waarom toch navolgingen geleverd,<br />

als men zoo goed oorspronkelijk schrijft! » ), ging zij beslist<br />

<strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandsche Gids-richting uit met Het Huis Lauernesse<br />

( 1840), waarin zij <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> Hervorming teeken<strong>de</strong>.<br />

Het jaar daarop volg<strong>de</strong> Een Kroon <strong>voor</strong> Karel <strong>de</strong>n Stoute. Den<br />

drie<strong>de</strong>eligen Leycester-cyclus beschouw<strong>de</strong> zij als haar hoofdwerk.<br />

De Delftsche Won<strong>de</strong>rdokter (1870) is nogmaals een. be-<br />

165


keeringsgeschie<strong>de</strong>nis uit <strong>het</strong> begin van <strong>de</strong> 1 7 e eeuw. Op <strong>het</strong><br />

ein<strong>de</strong> van haar leven beproef<strong>de</strong> zij, evenals Van Lennep,<br />

haar krachten aan <strong>de</strong>n mo<strong>de</strong>rnen karakterroman. Majoor<br />

Frans, met <strong>de</strong> vrouwenemancipatie als on<strong>de</strong>rwerp, is daarvan<br />

<strong>het</strong> bekendste product.<br />

De bladzij<strong>de</strong>nlange beschrijvingen _van woningen, yolksgebruiken,<br />

kleedij, enz., waarmee Mevr. Bosboom-Toussaint<br />

<strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong> locale kleur beoog<strong>de</strong> te geven ; haar wetenschappelijk-verantwoor<strong>de</strong>,<br />

geschiedkundige uitweidingen ;<br />

haar traag-vor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> verhaaltrant en stijve gesprektoon, tot<br />

haar archaiseerend, niet altijd correct taalgebruik toe, maken<br />

haar werk min<strong>de</strong>r boeiend en genietbaar. Doch in <strong>de</strong> vaste<br />

omlijning van karakters, in <strong>de</strong> ontleding van gevoelens en<br />

hartstochten ligt haar kracht. Niet als louter toeval, wel integen<strong>de</strong>el<br />

als breedvoerig bere<strong>de</strong>neerd, noodzakelijk uitvloeisel<br />

van <strong>de</strong> zielstoestan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> situaties, tracht zij telkens <strong>de</strong><br />

gebeurtenissen te verklaren.<br />

Ongetwijfeld is <strong>de</strong> Lang aanhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> beoefening van <strong>de</strong>n<br />

historischen roman in Ne<strong>de</strong>rland <strong>voor</strong> een goed <strong>de</strong>el te danken<br />

aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> van Potgieter <strong>voor</strong> dit genre. Wij<br />

staan thans meestal sceptisch tegenover <strong>de</strong>ze hybridische<br />

kunstsoort die, door <strong>de</strong> vermenging van onzen he<strong>de</strong>ndaagschen<br />

geest met <strong>de</strong>zen van moeilijk te bena<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong>bije<br />

tij<strong>de</strong>n, doorgaans onbevredigd laat. Dat zij nochtans <strong>voor</strong><br />

vernieuwing vatbaar is, bewijst menig <strong>voor</strong>beeld op onze<br />

dagen.<br />

Twee late vo-Ibloed romantici waren WILLEM JACOBSZ<br />

HOFDIJK en JOSEPHUS ALBERTUS Thum. Eigenlijk zijn zij<br />

in Holland <strong>de</strong> eenigen geweest bij wie <strong>de</strong> romantische beschouwing<br />

<strong>de</strong>r dingen diepe natuur was, zon<strong>de</strong>r eenige verstan<strong>de</strong>lijke<br />

inmenging. Oprechte minnaars van een ver<br />

volksverle<strong>de</strong>n, hebben zij in hun werk <strong>de</strong> romantische stemming<br />

zuivpr uitgesproken.<br />

W. J. HOFDIJK De eenvoudige volksjongen, later on<strong>de</strong>rwijzer en<br />

1816-1888 leeraar, WILLEM HOFDIJK, trad eerst in 1 850 op met<br />

Kennemerland, Balla<strong>de</strong>n. In zijn verbeelding leef<strong>de</strong> hij werkelijk<br />

in <strong>de</strong> bosschen en hei<strong>de</strong>n van Oud-Germanie, on<strong>de</strong>r fiere<br />

mid<strong>de</strong>leeuwsche rid<strong>de</strong>ren of kranige zeventien<strong>de</strong> eeuwsche<br />

166


urgers. Den balla<strong>de</strong>toon had hij afgeluisterd van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />

Vlaamsche lie<strong>de</strong>ren, die Dr. Snellaert na <strong>de</strong>n dood van Jan<br />

Frans Willems uit diens nalatenschap bezorg<strong>de</strong> (1848). Uit<br />

De Nixenivel, De Stalboef, Het Nachiveer<br />

en meer <strong>de</strong>rgelijke<br />

stukken, bleek zijn beperkt, maar echt en zangerig talent.<br />

Nog an<strong>de</strong>re bun<strong>de</strong>ls Romantische Poezie liet hij <strong>het</strong> Licht<br />

zien, zelfs over Java dat hij nooit bezocht heeft. Goe<strong>de</strong><br />

tafereelen van jacht en strijd bevat, evenals zijn poezie, <strong>het</strong><br />

breed schil<strong>de</strong>rend proza van Ons Voorgeslacht en Historische<br />

Landschappen. Doch <strong>de</strong> stijl is meestal gezwollen, <strong>de</strong> beeldspraak<br />

dikwijls r<strong>het</strong>orisch en <strong>de</strong> karakterteekening afwezig.<br />

Op zijn best doet Hofdijk zich <strong>voor</strong> waar hij zijn kleurige<br />

fantazieen plaatst in mooi geteeken<strong>de</strong> natuurtafereelen.<br />

Jos. AI ALBERDINGK THIJM vertegenwoordigt <strong>de</strong> EEN KATHOLIEK<br />

Katholieke richting in <strong>de</strong> Noordne<strong>de</strong>rlandsche ROMANTICUS :<br />

romantiek. Een paar eeuwen lang waren zijn ge- J•A. ALBERICK ICi<br />

loofsgenooten achteruitgesteld gewor<strong>de</strong>n, zoodat ze<br />

1820-1889<br />

nauwelijks meer meetel<strong>de</strong>n in let wetenschappelijke en<br />

artistieke !even. De <strong>voor</strong>vechter van <strong>de</strong>ze « kleyne luy<strong>de</strong>n »<br />

werd Alb. Thijm, een Amsterdamsch koopman, later hoogleeraar<br />

in <strong>de</strong> aest<strong>het</strong>iek en <strong>de</strong> kunstgeschie<strong>de</strong>nis.<br />

Zooals Potgieter vorm<strong>de</strong> hij zich door eigen kracht en<br />

vereer<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> 1 7 e eeuw. Maar hij ging ver<strong>de</strong>r en greep,<br />

als Katholiek en romanticus, da<strong>de</strong>lijk naar <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong><br />

Roomsche mid<strong>de</strong>leeuwen. In strijd met zijn meeste landgenooten<br />

die zich daarin niet thuis kon<strong>de</strong>n voelen, vond hij er<br />

<strong>de</strong> volste bevrediging : bij onze Primitieven ; in <strong>de</strong> gothische<br />

architectuur van <strong>de</strong> kathedralen (De Heilige Linie); in onze<br />

door hem uitgegeven ou<strong>de</strong> kerstliedjes en gemo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong><br />

Karolingsche Verhalen (Carel en<strong>de</strong> Elegast, Willem van Oringen,<br />

<strong>de</strong> vier Heemskin<strong>de</strong>ren, Floris en<strong>de</strong> Blancefloer).<br />

Deze studie inspireer<strong>de</strong> hem ook talrijke gedichten, o. m.<br />

Het Voorgeborchte, waarin <strong>de</strong> r<strong>het</strong>oriek van Bil<strong>de</strong>rdijk en Da<br />

Costa nawerkte; en fijne novellen, met <strong>de</strong> Portretten van Joost<br />

van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l zijn meest typische werk : De Organist van <strong>de</strong>n<br />

Dom, Geertrui<strong>de</strong> van Oosten.<br />

Hij betoon<strong>de</strong> zich een warm vriend van <strong>de</strong> ontluiken<strong>de</strong><br />

Vlaamsche cultuur en ijver<strong>de</strong> steeds <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toena<strong>de</strong>ring van<br />

167


H. J. A. M.<br />

SCHAEPMAN<br />

1844-1903<br />

Noord en Zuid. Tot zijn dood toe bestuur<strong>de</strong> hij twee door<br />

hem opgerichte en grooten<strong>de</strong>els alleen geredigeer<strong>de</strong> periodieken<br />

: Dietsche Waran<strong>de</strong> (1855), se<strong>de</strong>rt versmolten met Het<br />

Belfort; en <strong>de</strong>n Volksalmanak -poor Ne<strong>de</strong>rlandsche Katholieken.<br />

Menig polemisch of gemoe<strong>de</strong>lijk keuvelend stuk verscheen<br />

on<strong>de</strong>r zijn schuilnaam Pauwels Foreestier.<br />

Thijm was een beminnelijke dichter-geleer<strong>de</strong>, een levenskunstenaar<br />

die zijn geloofsi<strong>de</strong>aal en zijn hartstocht <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

schoonheid harmonisch wist to verzoenen.<br />

Zijn taak als Roomsch lei<strong>de</strong>r werd overgenomen<br />

en <strong>voor</strong>tgezet, hoofdzakelijk op <strong>het</strong> politieke plan,<br />

door <strong>de</strong>n veelzijdig begaaf<strong>de</strong>n HERMAN J. A. M.<br />

SCHAEPMAN. Diens opgewon<strong>de</strong>n ontboezemingspoezie, waaron<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> eenmaal beroem<strong>de</strong> Aya Sofia, een groot gedicht in<br />

12 zangen, is slechts broksgewijs genietbaar. De hoogdraven<strong>de</strong><br />

toon van <strong>de</strong>n re<strong>de</strong>naar die hij was, hin<strong>de</strong>rt veel min<strong>de</strong>r<br />

in zijn prozabun<strong>de</strong>ls : Menschen en Boeken.<br />

J. J. A. Als kin<strong>de</strong>rdichters maakten JAN JAC. ANT. GoE-<br />

GOEVERNEUR VERNEUR en JAN PIETER HEYE naam. Deze was een<br />

1809-1889<br />

jeugdvriend van Potgieter en een <strong>de</strong>r oprichters van<br />

J. P. HEYE De Muzen (1834), maar bleef alleen bekend om<br />

1809-1876 enkele frissche yolks- en kin<strong>de</strong>rlie<strong>de</strong>ren. Gene had<br />

een beperkt maar veel zuiver<strong>de</strong>r romantisch talent (Gedichten<br />

en Riimen).<br />

Een eigenaardige plaats bekleedt, in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />

geestesleven uit <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> 19e eeuw, <strong>de</strong> godsdienstig-letterkundige<br />

beweging, <strong>het</strong> Revell. Zij ontstond omtrent<br />

1820 in Amsterdamsche kunstenaarskringen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />

dubbelen invloed van <strong>de</strong>n op en top reactionnairen Bil<strong>de</strong>rdijk,<br />

een gezworen vijand van <strong>de</strong>n


door een zekere afzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> wereld, in een vrome<br />

aest<strong>het</strong>ische beschouwing <strong>de</strong>r dingen.<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze volgelingen van Bil<strong>de</strong>rdijk — classici met<br />

Christelijke levensbeschouwing en romantische gevoelens ! —<br />

dienen vermeld : ISAAC DA COSTA, een hartstochtelijk W. DE CLERCQ<br />

bekeerling en strijdlustig dichter ; zijn vriend 1795-1844<br />

LEM DE CLERCQ, een fijnzinnig kenner van buitenlandsche<br />

letteren die over <strong>de</strong> meest uiteenloopen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen in<br />

verzen kon improviseeren, en wiens Dagboek bewaard gebleyen<br />

is ; <strong>de</strong> geschiedschrijver en lei<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> anti-<br />

G. GROEN VAN<br />

revolutionnaire staatspartij, GUILLAUME GROEN VAN PRINSTERER<br />

PRINSTERER. De bedrijvigheid van <strong>de</strong>zen tegenstan- 1801-1876<br />

<strong>de</strong>r van JAN RUDOLF THORBECKE, <strong>de</strong>n liberalen eerste-minister,<br />

eveneens een sterke persoonlijkheid als staatsman en als<br />

<strong>de</strong>batter, ligt geheel buiten <strong>het</strong> veld van <strong>de</strong> literatuur in<br />

engeren zin. Maar als polemisch journalist (Parlementaire<br />

Studien en Sc<strong>het</strong>sen) en als historicus (Ne<strong>de</strong>rlandsche Gedachten,<br />

Versprei<strong>de</strong> Geschriften) schreef hij een <strong>voor</strong>treffelijk proza,<br />

kloek en toch sierlijk, van een classieken eenvoud.<br />

Ver<strong>de</strong>r kwamen nog talrijke schrijvers van beteekenis on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>n invloed van <strong>het</strong> Reveil : Mej. Toussaint (<strong>de</strong> latere<br />

Mevr. Bosboom-T.), <strong>de</strong> dominees Beets, Hasebroek, <strong>de</strong><br />

Genestet, Allard Pierson, e.a. Zoodat <strong>de</strong>ze invloed tot ver<br />

in <strong>de</strong> 19e eeuw nawerkte.<br />

In zulken kring van vrome gevoelsmenschen was Is. DA COSTA<br />

ISAAC DA COSTA, als dichter en als bekamper van 1798-1860<br />

<strong>de</strong>n tijdgeest, <strong>de</strong> meest gelief<strong>de</strong> volgeling van Bil<strong>de</strong>rdijk.<br />

Gesproten uit een a<strong>de</strong>llijke Orangistische familie van Portugeesche<br />

Jo<strong>de</strong>n, ging hij on<strong>de</strong>r invloed van zijn meester tot<br />

<strong>het</strong> Christendom over en schreef reeds <strong>het</strong> jaar daarop zijn<br />

heftige Bezwaren tegen <strong>de</strong>n Geest <strong>de</strong>r Eeun, (1823). Met vurige<br />

geestdrift ijver<strong>de</strong> hij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verspreiding en ver<strong>de</strong>diging van<br />

zijn godsdienstige en politieke i<strong>de</strong>een, tot in 1840 <strong>de</strong> dichter,<br />

die hij in zijn jeugd geweest was, opnieuw wakker werd.<br />

Zijn poezie was er een van strijd en hartstochtelijke geloofsbelij<strong>de</strong>nis,<br />

geheel in <strong>de</strong>n r<strong>het</strong>orischen toon van Bil<strong>de</strong>rdijk.<br />

De <strong>voor</strong>naamste van <strong>de</strong>ze


Nada? — 1648 en 1848 (een parallel tusschen <strong>het</strong> vre<strong>de</strong>jaar<br />

1648 en <strong>de</strong>n rampzaligen he<strong>de</strong>ndaagschen revolutiegeest).<br />

Twee an<strong>de</strong>re belangrijke gedichten van hem zijn een kleurige<br />

Oostersche bewerking van <strong>het</strong> bijbelverhaal Hagar, waarin hij<br />

<strong>de</strong>n strijd tusschen Christendom en Islamisme teekent ; en<br />

<strong>de</strong> historische zang De Slag bij Nieuwpoort.<br />

Romantische elementen bij Da Costa, als bij heel <strong>de</strong> Reveilgroep,<br />

zijn, naast <strong>het</strong> sombere heimwee uit zijn jeugd, <strong>de</strong><br />

overheersching van verbeelding en gevoel, zijn opstandige<br />

houding jegens <strong>de</strong> maatschappij. Gods stem hoort hij in<br />

zijn binnenste : daarom trekt hij ten strij<strong>de</strong> tegen een van<br />

God afvallige samenleving. Zijn geestdrift, <strong>de</strong> oratorische<br />

zwaai van zijn volzinnen, <strong>de</strong> stroom van hooggestem<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />

kunnen ons, in menige mooie brok uit zijn ongelijke<br />

Tijdzangen », nog meesleepen, ondanks <strong>de</strong> gebreken die<br />

hij met zijn meester gemeen heeft : <strong>de</strong> r<strong>het</strong>oricale beeldspraak<br />

en gezwollenheid <strong>voor</strong>al, en <strong>het</strong> gemis aan « stilte »<br />

in zijn aldoor dreunen<strong>de</strong> verzen. Zijn ontroering is onbetwistbaar<br />

echt : hij dicht alleen wanneer


na 1848, <strong>het</strong> revolutiejaar, dat een knak gaf aan wat er van<br />

<strong>de</strong> roman,tische i<strong>de</strong>alen overbleef, zal <strong>het</strong> bepaald op <strong>de</strong>n<br />

<strong>voor</strong>grond tre<strong>de</strong>n, ook in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst met <strong>de</strong> school van<br />

Barbizon : Millet, Courbet; en met <strong>de</strong> Haagsche school :<br />

Israels, Bosboom, <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>rs Mairs, Mauve. Geruggesteund<br />

door <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>renswaardige vlucht van <strong>de</strong> exacte wetenschappen<br />

en <strong>de</strong>n triomf van <strong>de</strong> techniek, zal dit realisme zich<br />

in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 19e eeuw ontwikkelen tot een<br />

machtige kunstbeweging die <strong>het</strong> naturalisme beet (Flaubert :<br />

Madame Bovary, 1857; E. Zola : l'Assommoir 1877) en die<br />

zich over heel Europa verspreid heeft.<br />

Het realisme, <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> Hollandsche, wil<strong>de</strong> <strong>het</strong> gewone<br />

dagelijksche leven weergeven — « kopieeren zooals Potgieter<br />

dat eenigszins kleineerend noem<strong>de</strong>.<br />

In NICOLAAS BEETS vond <strong>het</strong> zijn eersten en<br />

N. BEETS<br />

besten vertegenwoordiger.<br />

(Hil<strong>de</strong>brand)<br />

Ook hij had met Byron en Scott gedweept en in 1814-1903<br />

zijn « zwarten tijd » zwaarmoedige namaak-verzen geschreyen.<br />

Tot hij die kunstmatige stemming van zich afschud<strong>de</strong>,<br />

en sc<strong>het</strong>sen gaf die in 1839 vereenigd wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Camera<br />

Obscura. De auteur, toen nog stu<strong>de</strong>nt, teeken<strong>de</strong> HILDEBRAND.<br />

Later breid<strong>de</strong> hij zijn boek uit, dat eerst bij <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n druk,<br />

in 1854-, zijn huidigen omvang kreeg.<br />

Echt-Hollandsche menschen en toestan<strong>de</strong>n kiekte Beets in<br />

dit kapitaal werk, dat terecht classiek gewor<strong>de</strong>n is. Meest uit<br />

<strong>de</strong>n gegoe<strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>nstand : De Familie Kegge, De Familie<br />

Stastok, Gerrit Witse; met die onvergetelijke typen : Nurks,<br />

dat onaangenaam mensch ; <strong>de</strong>n parvenu, mijnheer Kegge, en<br />

<strong>de</strong>n stijven Pieter Slastok. Veel verheffing is er in al die bekrompen<br />

leventjes niet, alle uitersten ontbreken er aan. Maar<br />

na hon<strong>de</strong>rd jaar tre<strong>de</strong>n ze nog levend naar voren, hoewel<br />

wij niet blind blijven <strong>voor</strong> <strong>de</strong> weleens kin<strong>de</strong>rlijke zelfgenoegzaamheid<br />

van <strong>de</strong>n moraliseeren<strong>de</strong>n, lief<strong>de</strong>loozen schrijver en<br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n zwakken bouw. De scherpe opmerkingsgave en <strong>de</strong><br />

humor verrichten dat won<strong>de</strong>r.<br />

Hil<strong>de</strong>brand-Beets werd dominee, later hoogleeraar, en<br />

schreef veel : eenige letterkundige studies en <strong>voor</strong>al verzen.<br />

LTit die aanzienlijke reeks van zeer ongelijke bun<strong>de</strong>ls ont-<br />

171


hou<strong>de</strong>n wij een paar volksliedjes : eenvoudige huiselijke<br />

poezie als Het Breistertje, De Conducteur, alsook ettelijke puntdichten<br />

en zeer enkele verzen van dieper waar<strong>de</strong> (De Moerbeitoppen<br />

ruischten).<br />

Zijn talrijke va<strong>de</strong>rlandsche en niet-doorvoel<strong>de</strong>,<br />

godsdienstige zangen — nog in 1 900 verschenen<br />

zijn laatste Dennenaal<strong>de</strong>n! — wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Tachtigers<br />

ongenadig neergehaald.<br />

PREDIKANTEN Vriend en navolger was <strong>de</strong> vrome zachtmoedige<br />

IN DE<br />

JOHANNES P. HASEBROEK. Predikant to Heiloo, waar<br />

LITERATUUR :<br />

hij van 1 836 tot 1 843 een letterkundig centrum<br />

J. vorm<strong>de</strong> : <strong>de</strong> ring van Heiloo, waarvan Beets, Potgie-<br />

H ASE BROEK<br />

(Jonathan) ter, Mevr. Bosboom-Toussaint, Hofdijk, W. <strong>de</strong><br />

1812-1896 Clercq, I. da Costa <strong>de</strong>el uitmaakten, liet hij on<strong>de</strong>r<br />

<strong>het</strong> pseudoniem JONATHAN een ietwat sentimenteelen en<br />

breedsprakigen, doch keurigen sc<strong>het</strong>senbun<strong>de</strong>l Waarheid en<br />

Droomen verschijnen.<br />

JOHANNES KNEPPELHOUT schreef over <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n<br />

J. KNEPPELHOUT<br />

(Klikspaan) en gewoonten van <strong>de</strong> Leidsche stu<strong>de</strong>nten in Stu<strong>de</strong>n-<br />

1814-1885 tentypen. Het teekenen van typen was toen in <strong>de</strong><br />

mo<strong>de</strong>, naar Engelsche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n.<br />

C. E. VAN CORNET IS ELISA VAN KOETSVELD vertel<strong>de</strong> uit <strong>het</strong><br />

KOETSVELD<br />

1807-1893 Leven van een dorpspredikant in zijn Sc<strong>het</strong>sen uit <strong>de</strong><br />

Pastorie to Mastland.<br />

S. GORTER SIMON GORTER liet levendige reisbeschrijvingen<br />

1838-1871<br />

na : Een Jaar levens <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Dagbladpers, en diverse<br />

H. DE VEER Letterkundige Studien. Hij stierf jong en werd als<br />

1829-1890 hoofdredacteur van Het Nieuws van <strong>de</strong>n Dag (in<br />

zijn laatste jaren was hij journalist) opgevolgd door een<br />

an<strong>de</strong>ren oud-dominee, HENDRIK DE VEER, <strong>de</strong>n getrouwen uitbeel<strong>de</strong>r<br />

van <strong>het</strong> toenmalige gezinsleven in Trou-Ringh <strong>voor</strong><br />

't Jonge Holland.<br />

Is <strong>het</strong> geen typisch verschijnsel dat, op Klikspaan na, al<br />

<strong>de</strong>ze humoristische schrijvers, die, hoewel ze on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n rechtstreekschen<br />

invloed van Dickens en Thackeray ston<strong>de</strong>n, toch<br />

Hollandsche kleinkunst schonken, predikanten waren ? De<br />

stichten<strong>de</strong> bedoelingen, die <strong>de</strong> besten on<strong>de</strong>r hen op <strong>de</strong>n<br />

achtergrond hiel<strong>de</strong>n, verhoogen natuurlijk <strong>de</strong> aest<strong>het</strong>ische<br />

waar<strong>de</strong> van hun huiselijke, een enkele maal huisbakken kunst<br />

1 72


niet. Deze opmerking geldt hoofdzakelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong>


wijze <strong>de</strong>el met zijn geestige Leekedichtjes, in zijn laatste levens-<br />

jaren al wan<strong>de</strong>lend gemaakt. Raak en meestal schertsend,<br />

keer<strong>de</strong> hij zich evenzeer tegen wat hij bekrompen.orthodoxie<br />

noemt,<br />

REALISTISCHE<br />

VERTELLERS :<br />

GERRIT<br />

VAN DE LINDE<br />

1808-1858<br />

M. PRAGER-<br />

LINDO<br />

(Ou<strong>de</strong> Heer Smits)<br />

1819-1877<br />

als tegen <strong>het</strong> oppervlakkige ongeloof van « Jan Rap >>.<br />

Als parodie bedoeld op <strong>de</strong> stijfheid en leege<br />

<strong>voor</strong>naamheid van zijn tijd, zijn <strong>de</strong> droogkomieke<br />

Cedichten an <strong>de</strong>n Schoolmeester, door GERRIT VAN DE<br />

LINDE, vaak grappig.<br />

Er blijft nog to wijzen op enkele niet-predikanten.<br />

Namelijk MARK PRAGER LINDO, een Engelschman<br />

van geboorte die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n schuilnaam OUDE<br />

HEER SKITS gewild-humoristische sc<strong>het</strong>sen en verhalen<br />

schreef naar <strong>het</strong> groote <strong>voor</strong>beeld van zijn<br />

landgenoot Thackeray. Met zijn vriend LODEWIJK<br />

L. MULDER MULDER (zie blz. 165) gaf hij Ajdrukken van Indrule-<br />

1822-1907 ken.<br />

Waar in Vlaan<strong>de</strong>ren Conscience en <strong>de</strong> zusters Loveling<br />

mooie dorpsvertellingen in <strong>het</strong> licht gaven, een genre dat<br />

omtrent 1850 -over heel Europa in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> kwam, trad<br />

J. J. CREMER<br />

JACOB JAN GREATER in Noord-Ne<strong>de</strong>rland op met zijn<br />

1827-1880 Betuwsche en <strong>voor</strong>al zijn Over-Betuwsche Novellen, die<br />

hij zelf met talent kon <strong>voor</strong>dragen. Naar <strong>het</strong> mo<strong>de</strong>l van<br />

Dickens schreef hij romans met sociale strekking die in<strong>de</strong>rtijd<br />

opgang maakten : Fabriekskin<strong>de</strong>ren, Anna Rooze, e. a., maar<br />

die zwak zijn in <strong>de</strong> karakterteekening. Als schil<strong>de</strong>r van <strong>het</strong><br />

gei<strong>de</strong>aliseer<strong>de</strong> boerenleven, die daarbij een dialect als spreektaal<br />

gebruikte, vond <strong>de</strong>ze « Hollandsche Conscience » veel<br />

navolging in verschillen<strong>de</strong> gewesten.<br />

J. VAN MAURIK Van <strong>de</strong> vele novellen uit dien tijd wor<strong>de</strong>n nu nog<br />

1846-1904 gelezen <strong>de</strong> comische of vrij sentimenteele verhalen<br />

uit <strong>het</strong> groote-stadsleven : Uit <strong>het</strong> Volk, Met z'n Achten, van<br />

JUSTUS VAN MAL- RIK, die ook amusante blijspelen schreef.<br />

Over <strong>het</strong> bestaan op zee vertel<strong>de</strong> boeiend <strong>de</strong> zeeofficier<br />

ARNOLD WERUMEUS BUNING. De geestigheid in zijn<br />

A. WERUMEUS<br />

BUNING Marinesc<strong>het</strong>sen en Binnen en buiten Boord is van een<br />

1846-1933 beter allooi dan bij <strong>de</strong>n vorige. Humoristisch schrijver<br />

van Krieken<strong>de</strong> 'riekske en menig leuk prozastukje in zijn<br />

Betuwsch dialect, was Pater BERNARD VAN MEURS.<br />

174


Noch <strong>de</strong> vruchtbare romanciere MELATI VAN JAVA (schuil-<br />

naam van N. Marie C. Sloot), noch professor JAN J. TEN BRINK<br />

TEN BRINK, een gemoe<strong>de</strong>lijke veelschrijver (De 1834-1901<br />

Bre<strong>de</strong>ro's, Jan Starter en zijn Wijf, Brechtje Spieghels), zijn figuren<br />

van beteekenis geweest, al waren ze in hun tijd populair,<br />

evenals CORNELIE HUYGENS die in later jaren een socialistischen<br />

roman, Barthold Meryan, gaf.<br />

An<strong>de</strong>re schrijvers zijn <strong>het</strong> die, in <strong>de</strong> jaren vo6r '80, <strong>de</strong><br />

inlui<strong>de</strong>rs geweest zijn van een nieuwen tijd.<br />

C. — VOORLOOPERS VAN DE VERNIEUWING<br />

Gesproten uit een geslacht van Fransche refugies, C. BUSKEN HUET<br />

was CONRAD BUSKENHI: ET een zeer mo<strong>de</strong>rn 1826-1886<br />

Waalsch predikant te Haarlem. Toen hij geheel van <strong>de</strong> kerk<br />

vervreemd was en zijn ambt neerlei, zocht <strong>de</strong>ze theoloog die<br />

geen « dominee » wil<strong>de</strong> zijn, een nieuwe levenstaak in <strong>de</strong><br />

journalistiek en <strong>de</strong> beoefening van <strong>de</strong> literatuur. Een scheppend<br />

artist toon<strong>de</strong> hij zich echter niet in Novellen en romans<br />

w. o. <strong>het</strong> veelbesproken Li<strong>de</strong>rvij<strong>de</strong>. Veeleer een polemischen,<br />

spot- en strijdlustigen criticus, met een vlotten, geestigen<br />

schrijftrant : gansch <strong>het</strong> tegen<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>n statigen, vaak<br />

duisteren, doch altijd doordachten re<strong>de</strong>naarsstijl van zijn<br />

vriend Potgieter. Zijn mo<strong>de</strong>l was Sainte-Beuve.<br />

Potgieter zag in hem een jongen man die waardig was <strong>de</strong><br />

plaats van Bakhuizen van <strong>de</strong>n Brink in te nemen. Van 1862<br />

tot 1865 mocht hij ongenadig in De Gids <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lmatige<br />

talenten van zijn tijd te lijf gaan : met een <strong>voor</strong>beeldige<br />

vastheid van oor<strong>de</strong>el en smaak, in een zwierigen journalistenstij1;<br />

doch meer schitterend van vorrn dan diep van gedachte<br />

en psychologisch inzicht.<br />

Begin 1865 kwam <strong>de</strong> breuk met <strong>de</strong> Gids-redactie, ten<br />

gevolge van twee ophefmaken<strong>de</strong> artikelen. Drie jaar nadien<br />

trok hij als journalist naar Indie, waar hij in


had hem in eigen land te veel vijandschap bezorgd. Volslagen<br />

scepticus, had hij alle vertrouwen in een literaire herleving<br />

bij zijn « uitgebloeid yolk » verloren ; <strong>de</strong> <strong>voor</strong>teekenen van<br />

een nieuwe poetische beweging heeft hij na 1 880 niet meer<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Se<strong>de</strong>rt hij meer tijd <strong>voor</strong> studie gekregen had,<br />

verloor zijn werk <strong>het</strong> ietwat oppervlakkig karakter van <strong>het</strong><br />

krantengeschrijf. In Ou<strong>de</strong> Romans ontleed<strong>de</strong> hij o.a. <strong>de</strong> productie<br />

van <strong>de</strong> dames Wolff en Deken. De Persoonliji?e Herinneringen<br />

aan Potgieter blijven zijn beminnelijkste boek. Reisindrukken<br />

en cultuurhistorische beschouwingen gaf hij in Het<br />

Land van Rubens (1879) . Nog belangrijker is Het Land van<br />

Rembrand (1882-84), met <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rtitel : « Studien over <strong>de</strong><br />

Noord-Ne<strong>de</strong>rlandsche beschaving in <strong>de</strong> 1 7e eeuw ». Wijlen<br />

zijn groote vriend Potgieter zou er gelukkig om geweest zijn.<br />

C. VOSMAER Meer kunstkenner, wijsgeerig aangelegd man van<br />

1826-1888 smaak dan scheppend artist, was CAREL VOSMAER.<br />

Vogels van diverse pluimage heet een bun<strong>de</strong>l keurige sc<strong>het</strong>sen.<br />

Over Multatuli gaf hij een loven<strong>de</strong> studie : De Zaaier. Hij<br />

schreef over « he<strong>de</strong>ndaagsche schil<strong>de</strong>rs » en, in <strong>het</strong> Fransch,<br />

over Rembrandt. Doch meer en meer ging hij <strong>de</strong> Romeinsche<br />

en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> Grieksche kunst bewon<strong>de</strong>ren : in een dichterlijke<br />

idylle Nanno gebruikte hij alle geken<strong>de</strong> Grieksche versmaten<br />

; <strong>de</strong> Ilias en <strong>de</strong> Odyssee vertaal<strong>de</strong> hij in <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

hexameters; in een paar romans : Amazone en <strong>de</strong><br />

onvoltooi<strong>de</strong> Inwijding trachtte hij zijn lezers aan zijn lief<strong>de</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>de</strong> classieke kunst, <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> plastiek <strong>de</strong>elachtig te<br />

maken. Het verhaal is er bijzaak; hoofdzaak daarentegen zijn<br />

<strong>de</strong> gesprekken van <strong>de</strong> personages over artistieke aangelegenhe<strong>de</strong>n.<br />

Aan <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong> Oudheid, die gei<strong>de</strong>aliseer<strong>de</strong><br />

werkelijkheid geeft en in een verheven harmonie <strong>het</strong> hoogste<br />

betracht, zou <strong>het</strong> he<strong>de</strong>n zich moeten spiegelen. Vosmaer, <strong>de</strong><br />

criticus FLANOR uit <strong>het</strong> weekblad De Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator,<br />

had een hekel aan <strong>het</strong> opkomen<strong>de</strong> naturalisme : alleen <strong>het</strong><br />

schoone kon immers on<strong>de</strong>rwerp van kunst zijn.<br />

Van <strong>de</strong> beweging van '80, die hem aanvankelijk waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>,<br />

was <strong>de</strong>ze dienaar <strong>de</strong>r Schoonheid een <strong>voor</strong>looper.<br />

Zelfs leid<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> eerste uitgave <strong>de</strong>r gedichten van Jacques<br />

Perk in.<br />

1 76


Uit <strong>de</strong> jaren voOr '80 zijn meer zulke <strong>voor</strong>name, e<strong>de</strong>le<br />

menschen te citeeren die niet of slechts onrechtstreeks tot <strong>de</strong><br />

eigenlijke literatuur behooren, doch die, om <strong>de</strong>n invloed dien<br />

ze uitgeoefend hebben op <strong>het</strong> geestelijk leven van hun tijd<br />

en om <strong>de</strong> stylistische kwaliteiten van hun werk, in een geschie<strong>de</strong>nis<br />

van <strong>de</strong>ze literatuur vermeld dienen te wor<strong>de</strong>n. Zoo<br />

<strong>de</strong> philosoof van <strong>de</strong> ervaring, tevens gezaghebbend jurist en<br />

hoogleeraar te Utrecht, CORNELIS WILLEM OPZ00-<br />

C. W.<br />

MER: De Weg <strong>de</strong>r Wetenschap, HandboeI' <strong>de</strong>r Logica, De OPZOOMER<br />

Grenzen <strong>de</strong>r Staatsmacht en veel gelegenheidsgeschrif- 1821-1892<br />

ten waarvan hij <strong>de</strong> belangrijkste verzamel<strong>de</strong> in 3 <strong>de</strong>elen Losse<br />

Bla<strong>de</strong>n. Zoo <strong>de</strong> levendige polemist, uitgever van talrijke<br />

studies over en werken van onze ou<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche mees-<br />

ters : <strong>de</strong> oud-dominee J. VAN VLOTEN. Ook <strong>de</strong> histo-<br />

J. VAN VLOTEN<br />

ricus ROBERT JAC. FRUIN die zich een sober en hel<strong>de</strong>r 1818-1883<br />

stylist betoon<strong>de</strong> in zijn Tien Jaren uit <strong>de</strong>n 80-jarigen R. J. FRUIN<br />

Oorlog en in menig hoofdstuk uit zijn omvangrijke 1823-1899<br />

Versprei<strong>de</strong> Geschriften, 10 d. De staathuishoudkundige H. P. G. QUACK<br />

HENDRIK P. G. QUACK die een kapitaal, zes<strong>de</strong>elig 1834-1917<br />

werk over De Socialisten schreef en belangwekken<strong>de</strong> Herinneringen<br />

over <strong>de</strong> velen met wie hij als hoogleeraar, Gidsredacteur<br />

en directeur van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Bank in aanraking<br />

kwam.<br />

In nauwere betrekking tot <strong>de</strong> fraaie letteren stond A. PIERSON<br />

aanvankelijk ALLARD PIERSON. Predikant te Leuven L831-1896<br />

van 1854 tot '57, schreef hij over <strong>de</strong>ze Pastory in <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong>,<br />

een boek vol indrukken, ervaringen en allerhan<strong>de</strong> overpeinzingen<br />

nadien omgewerkt tot Intimis (1861). Zijn kracht lag<br />

echter niet in <strong>de</strong>n roman (Adriaan <strong>de</strong> 1116rival); doch <strong>de</strong><br />

ruimte van blik, <strong>het</strong> warme gevoel, <strong>de</strong> menschenkennis en <strong>de</strong><br />

aest<strong>het</strong>ische zin waarvan zijn breed opgezette studies getuigen,<br />

maken hem tot een figuur van beteekenis in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche beschaving. Tot zijn beste werken<br />

behooren Geestelijke Voorou<strong>de</strong>rs : Israel (1887), Hellas en <strong>het</strong><br />

onvoltooi<strong>de</strong> Rome. Hoewel zijn belangstelling meer <strong>de</strong> groote<br />

buitenlandsche stroomingen gold (8 d. Versprei<strong>de</strong> Geschriften),<br />

wijd<strong>de</strong> hij een mooi boek aan Ou<strong>de</strong>re Tijdgenooten, waarin hij<br />

<strong>de</strong> mannen van <strong>het</strong> Reveil teeken<strong>de</strong>, in wier kring hij zijn<br />

177


jeugd doorgebracht had doch aan wier invloed hij ontsnapte :<br />

stu<strong>de</strong>nt van prof. Opzoomer, ging hij tot <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne richting<br />

over en brak later met alle geloof.<br />

ED. DOUWES De man die meer dan wie ook als <strong>voor</strong>post en<br />

DEKKER inlui<strong>de</strong>r van een nieuwen tijd mag Bel<strong>de</strong>n was<br />

(Multatuli)<br />

1820-1887 EDUARD DOUWES DEKKER.<br />

Hoe hij als Indisch ambtenaar, in zijn pogingen om onrecht<br />

van inlandsche hoof<strong>de</strong>n jegens <strong>de</strong> bevolking te keer te gaan,<br />

geen steun vond bij zijn overhe<strong>de</strong>n en ontslag nam : <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

is algemeen bekend uit <strong>het</strong> ophefmakend boek dat<br />

hij eraan wijd<strong>de</strong> : Max Havelaar of <strong>de</strong> Koffijveilingen <strong>de</strong>r<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche Han<strong>de</strong>lmaatschappij (1860). Hij schreef dit in<br />

armoedige omstandighe<strong>de</strong>n, op een hotelkamertje te Brussel,<br />

on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> pseudoniem MULTATULI (d. i. « lk heb veel gele<strong>de</strong>n<br />

»). Een geniaal boek is <strong>het</strong>, dat een overweldigen<strong>de</strong>n<br />

bijval gekend heeft en van invloed gebleken is op <strong>de</strong>n geest<br />

waarin Ne<strong>de</strong>rlandsch Oost-Indie bestuurd wordt. Zichzelf<br />

voer<strong>de</strong> <strong>de</strong> auteur als Max Havelaar ten tooneele, mid<strong>de</strong>nin<br />

een caricaturaal gesc<strong>het</strong>st Amsterdam, verpersoonlijkt in<br />

Batavus Droogstoppel, een bekrompen, uitsluitend op geldbejag<br />

gespitsten koopman. In diens huiskring wordt uit <strong>de</strong><br />

papieren van Sjaalman, zooals <strong>de</strong> makelaar in koffie hem<br />

noemt, <strong>het</strong> relaas van <strong>de</strong> gebeurtenissen op Java <strong>voor</strong>gelezen.<br />

Heerlijke idyllische tafereelen als <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis van Saidjah<br />

en Adinda, wisselen of met bladzij<strong>de</strong>n van een meesleepen<strong>de</strong><br />

oratorische kracht : <strong>de</strong> Toespraak tot <strong>de</strong> Hoof<strong>de</strong>n van Lebak of<br />

aan <strong>het</strong> slot <strong>het</strong> beroep op <strong>de</strong>n Koning van Ne<strong>de</strong>rland, tevens<br />

Keizer van 't prachtige Rijk van Insulin<strong>de</strong>, dat zich daar<br />

slingert om <strong>de</strong>n evenaar als een gor<strong>de</strong>l van smaragd >>. De<br />

compositie is opzettelijk grilli , <strong>de</strong> uitweidingen en ambtelijke<br />

stukken zijn te talrijk : toch is <strong>het</strong> een meesterlijk boek.<br />

Dat in zijn onmid<strong>de</strong>llijke gevolgen <strong>de</strong>n auteur echter diep<br />

teleurstel<strong>de</strong> : niet als kampioen van <strong>de</strong> rechten van <strong>de</strong>n verdrukten<br />

Javaan prees men hem, doch in <strong>de</strong> eerste plaats als<br />

schrijver. Hij voel<strong>de</strong> dat men hem niet begreep of niet begrij<br />

pen wou en dat verbitter<strong>de</strong> <strong>de</strong>n zenuwlij<strong>de</strong>r en <strong>de</strong>n romanticus<br />

die hij steeds geweest is. Want een typische, late vertegenwoordiger<br />

van <strong>de</strong> romantiek was hij ongetwijfeld : met<br />

178


zijn teugellooze verbeelding, zijn droom van martelaarschap<br />

en wereldhervorming, zijn afkeer <strong>voor</strong> sleur en conventie.<br />

Overtuigd als hij was van zijn eigen genialiteit, liet hij <strong>voor</strong>taan<br />

alle zelfbeperking varen, gaf hij zich geheel zooals hij<br />

was, met al zijn fouten en gebreken, en rand<strong>de</strong> onbeschroomd<br />

aan wat hem op maatschappelijk en godsdienstig gebied<br />

onwaar toescheen. Ook aan literaire onnatuur en r<strong>het</strong>oriek<br />

had hij <strong>het</strong> land : in zijn hemdsmouwen zat hij daar, en<br />

praatte er maar op los. Voor wat in hem kookte behoef<strong>de</strong><br />

hij een eigen vorm : beurtelings hartstochtelijk als een profeet<br />

uit <strong>de</strong>n Bijbel, of rustig betoogend; bijtend sarcastisch of<br />

idyllisch lieftallig, maar steeds springlevend. Zijn invallen<br />

noteer<strong>de</strong> hij in genummer<strong>de</strong> I <strong>de</strong>en (1862-1877), een dagboek<br />

van zijn ziel. Hij field van paradoxen; hij liep to koop met<br />

theorieen die lijnrecht indruischten tegen <strong>de</strong> algemeen gangbare<br />

; hij verloor veel vrien<strong>de</strong>n door zijn humeur; door zijn<br />

eigen schuld vervreemd<strong>de</strong> hij van zijn eerste vrouw (Tine<br />

uit Max Havelaar) ; door zijn gebrek aan zuinigheid en<br />

practischen zin verkeer<strong>de</strong> hij in geldnood ; <strong>de</strong> regeering in<br />

Ne<strong>de</strong>rland nosh in Indie waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> zijn daad van zelfopoffering<br />

ten bate van een e<strong>de</strong>le zaak : overal zag Multatuli<br />

miskenning. En hij werd <strong>de</strong> « virtuoos van <strong>het</strong> sarcasme > die,<br />

zooals Busken Huet <strong>het</strong> uitdrukte, zijn stegenstan<strong>de</strong>rs « aziatisch<br />

afmaakte ». Hij werd ook <strong>de</strong> revolutionnair, <strong>de</strong> kampvechter<br />

<strong>voor</strong> vrijheid op alle gebied, tegen domheid en<br />

bekrompenheid in : « Publiek, ik veracht u met groote innigheid<br />

>>. Vaak zeg<strong>de</strong> hij <strong>voor</strong>treffelijke dingen. Vaak ook was<br />

<strong>het</strong>geen hij schreef slechts zeer ordinaire wijsheid, door<br />

an<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong> hem weerlegd of veel beter en vollediger geformuleerd.<br />

Maar <strong>voor</strong> zijn publiek was alles flonkerend<br />

nieuw, en <strong>de</strong> manier waarop hij <strong>het</strong> zei, eenig raak. Zijn<br />

vijan<strong>de</strong>n en zijn volgelingen waren dan ook legio. Dezen<br />

eer<strong>de</strong>n in hem <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>n apostel van <strong>de</strong> vrije gedachte.<br />

Geen won<strong>de</strong>r dat die an<strong>de</strong>re revolutionnairen, <strong>de</strong> Tachtigers,<br />

hem als een wegberei<strong>de</strong>r erken<strong>de</strong>n en hoogschatten.<br />

Niemand was dat zoozeer als hij : naar <strong>de</strong>n geest en naar <strong>de</strong>n<br />

vorm. De ein<strong>de</strong>looze twistgesprekken en polemieken waartoe<br />

hij aanleiding gaf riepen Holland wakker.<br />

179


Tot <strong>het</strong> beste uit zijn zeven bun<strong>de</strong>ls l<strong>de</strong>en behooren <strong>de</strong><br />

groote samenhangencie stukken die <strong>de</strong> onvoltooi<strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis<br />

van Woutertje Pieterse uitmaken: <strong>de</strong> geestelijke ontwikkeling<br />

van een dichterlijk kind, <strong>de</strong>els Multatuli zelf, in een kleinburgerlijke,<br />

plat-Amsterdamsche omgeving van juffrouwen Krummel,<br />

Stoffel en Laps, en an<strong>de</strong>re Meester Pennewippen. Ver<strong>de</strong>r<br />

is er een tamelijk r<strong>het</strong>oricaal i<strong>de</strong>een-drama in verzen: Vorstenschool,<br />

waarin koningin Louise <strong>het</strong> verlichte, alle onrecht herstellen<strong>de</strong><br />

koningschap belichaamt en telkens <strong>de</strong> theorieen van<br />

<strong>de</strong>n auteur moet verkondigen.<br />

Uit <strong>de</strong> Jtlinnebrieven zijn <strong>voor</strong>al bekend <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nissen<br />

van Gezag en <strong>de</strong> Kruissprook. Uiterst beLngwekkend <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

kennis van zijn leven en een juister begrip van zijn veelzijdige<br />

persoonlijkheid, blijven zijn Brieven. In hooge mate hebben<br />

zij die bekoorlijke losheid, die natuurlijkheid van stin en<br />

gedachtengang welke aan brieven van louter persoonlijken<br />

aard soms een algemeene literaire waar<strong>de</strong> verzekeren.<br />

Vooraleer <strong>de</strong> eigenlijke vernieuwing to behan<strong>de</strong>len die De<br />

Nieuwe Gids in <strong>de</strong> jaren 1880 gebracht heeft, zullen wij nog<br />

enkele schrijvers beschouwen die in zekere mate <strong>de</strong> aankondigers<br />

van <strong>de</strong>ze beweging geweest zijn of wier later werk op<br />

haar invIoed wijst.<br />

F. L. HEMKES De jonggestorven dichter F. L. FlEmKEs gaf maar<br />

1854-1887 een bun<strong>de</strong>ltje verzen uit, waarin <strong>de</strong> twee beken<strong>de</strong><br />

stukken <strong>voor</strong>komen : 't Geuzenven<strong>de</strong>l op <strong>de</strong>n Thuismarsch en Het<br />

Kin<strong>de</strong>ke van <strong>de</strong>n Dood.<br />

M. BODDAERT<br />

1844-1914<br />

I. ESSER<br />

(Soera Rana)<br />

1845-1920<br />

W. L. PENNING<br />

(M. Coens)<br />

1840-1924<br />

MARIE BODDAERT schreef een drietal bun<strong>de</strong>ls<br />

keurige, doorgaans weemoedige gedichten. Vruchtbaar<strong>de</strong>r<br />

was <strong>de</strong> thans vrijwel vergeten SOERA RANA,<br />

een schuilnaam van ISAAC ESSER. En veel belang-<br />

rijker bleek in <strong>de</strong>zen overgangstijd <strong>de</strong> dichter WIL-<br />

LEM LIVINUS PENNING. Ook wer<strong>de</strong>n zijn Tien<strong>de</strong>n van<br />

<strong>de</strong>n Oogst — in <strong>de</strong> lijn van De Genestet — en <strong>voor</strong>al<br />

Benjamins Vertellingen — zinrijk realisme, van droom<br />

en verbeelding doorlicht, in <strong>de</strong> lijn van Staring — naast <strong>het</strong><br />

weemoedige boek Kamermuziek van <strong>de</strong>n inmid<strong>de</strong>ls blind gewor<strong>de</strong>n<br />

schrijver, door <strong>de</strong> Tachtigers naar waar<strong>de</strong> geschat<br />

180


om <strong>de</strong> schoonheid van klank en van beeldspraak. Wat even-<br />

eens <strong>het</strong> geval was met <strong>de</strong> zangerige, tevens plastische<br />

natuurverzen van JACOB WINKLER PRINS, een mees-<br />

J. WINKLER<br />

ter van <strong>de</strong> kleinkunst die teruggetrokken leef<strong>de</strong> en<br />

PRINS<br />

zich zelfstandig ontwikkel<strong>de</strong> in <strong>de</strong> richting die <strong>de</strong> 1849-1907<br />

Tachtigers dra zou<strong>de</strong>n inslaan (Sonnetten, Zon<strong>de</strong>r Sonnetten,<br />

Lief<strong>de</strong>'s Erinnering).<br />

Nog meer had <strong>de</strong> jonge Kloos <strong>het</strong> op<br />

met <strong>de</strong> epische gedichten : Lilith en Go<strong>de</strong>nschemering van<br />

MARCELLUS EMANTS, dien hij <strong>de</strong>n


OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />

1. Toon aan, met een tiental namen van schrijvers en boeken, dat er<br />

in Ne<strong>de</strong>rland omtrent 1840 en 1860 telkens van een betrekkelijk<br />

bloeitijdperk sprake kan zijn.<br />

2. Noem eenige schrijvers van historische romans, uit onze en uit buitenlandsche<br />

literaturen. Noem een paar van hun werken.<br />

3. Vergelijk, zoo mogelijk aan <strong>de</strong> hand van Prinsen (De Ou<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />

Nieuwe histor. roman in Ned.) : Conscience, De Leeuw v. Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />

met Een Zwerver verliefd (Van Schen<strong>de</strong>l) ; Van Lennep,<br />

Ferdinand Huyck, met De Bevrij<strong>de</strong>rs (Van Moerkerken).<br />

4. Hoe ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schrijvers uit <strong>de</strong> Gou<strong>de</strong>n Eeuw en hoe <strong>de</strong> romantici<br />

tegenover <strong>de</strong> natuur? Vergelijk bei<strong>de</strong>r standpunt.<br />

5. Leg een novelle van Potgieter naast een <strong>de</strong>r eerste hoofdstukken van<br />

Woutertje Pieterse en trek een parallel tusschen <strong>de</strong>n stijl van bei<strong>de</strong><br />

schrijvers.<br />

6. Wie houdt er een lezing <strong>voor</strong> <strong>de</strong> klasse over <strong>het</strong> leven van Potgieter,<br />

steunend op <strong>het</strong> boek van A. Verwey en (of) Huet's « Persoonlijke<br />

Herinneringen aan P.<br />

7. Hoe stond Potgieter als criticus en als schrijver tegenover <strong>het</strong> oppervlakkige<br />

chauvinisme van zijn tijdgenooten?<br />

8. Vergelijk, wat <strong>de</strong> i<strong>de</strong>een over vrouwenemancipatie betreft, Sara Burgerhart<br />

en Majoor Frans.<br />

9. Noem enkele Ne<strong>de</strong>rlandsche en buitenlandsche humoristen, alsook een<br />

paar typen uit hun werk.<br />

10. Maak een opstel over <strong>de</strong> Camera Obscura : naam en pseudoniem van<br />

<strong>de</strong>n schrijver; titel; jaar van verschijning; realisme en humor; eenige<br />

stukken en typen emit, enz.<br />

11. Maak een lijstje op van <strong>de</strong> predikanten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> letterkundigen uit <strong>de</strong><br />

19e eeuw, met <strong>de</strong> aanduiding van hun belangrijkste werk.<br />

12. Multatuli schreef over zichzelf : « Hij was een vat vol tegenstrijdigheid<br />

>>. Ontwikkel dit door mid<strong>de</strong>l van eenige karaktertrekken die u,<br />

uit zijn werk, bekend zijn.<br />

13. Maak een opstel over <strong>de</strong>n Max Havelaar : naam en pseudoniem van<br />

<strong>de</strong>n schrijver; on<strong>de</strong>rtitel; ten<strong>de</strong>nz; satirische bedoelingen met een figuur<br />

als Droogstoppel; samenstelling van <strong>het</strong> boek; gedaanten waarin <strong>de</strong><br />

schrijver <strong>voor</strong>komt; succes en uitwerking.<br />

14. Houd een lezing over Amazone van Vosmaer. Toon o. m. aan dat<br />

er in <strong>de</strong>zen roman een te veel aan bespiegeling is en een Bemis aan<br />

spanning.<br />

BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />

1. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven :<br />

Een volledige opsomming van <strong>de</strong> talrijke uitgaven van werk uit <strong>de</strong><br />

19e en 20e eeuwen is onmogelijk en overigens totaal overbodig. Wij beperken<br />

ons dus tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> :<br />

Serie van Keurwerken (Schreu<strong>de</strong>rs, A'dam) :<br />

Aernout Drost : De Pestilentie te Katwijk (A. Verwey — C. G.<br />

N. <strong>de</strong> Vooys). Herdruk bij <strong>de</strong> Wereldbibl. Adam.<br />

Zwolsche Herdrukken (Tjeenk Willink) :<br />

182<br />

Potgieter : Jan, Jannetje en hun jongste Kind (Van <strong>de</strong>n Bosch).<br />

Potgieter : Albert (Engels).<br />

Is. da Costa : Hagar, etc. (Van <strong>de</strong>n Bosch).


De Genestet : Fantasio (Engels).<br />

St.-Nicolaasavond (Van <strong>de</strong>n Bosch).<br />

LIit Multatuli's I<strong>de</strong>en (Prinsen).<br />

Lyceum Herdrukken (Wolters) :<br />

*Gedichten van De Genestet, Staring en Potgieter (Lansberg).<br />

Christel. Letterk. Studien (Sijthoff) :<br />

*Da Costa (Wepenaar).<br />

Bibl. van Ned. Letterk. (Wolters) :<br />

De Genestet : Leekedichtjes (Meyboom).<br />

Lett. Bibl. <strong>voor</strong> Katholieken<br />

Potgieter : 't Is maar een Pennelikker (Vromans).<br />

Meulenhoffs Biblioth. :<br />

*Potgieter, 2 d. (Schepers).<br />

*De Genestet (Prinsen).<br />

*Da Costa (Poelhekke).<br />

*Multatuli (M<strong>de</strong>rkerk).<br />

*Alberdingk Thijm (Poelhekke).<br />

*J. v. Lennep (Buitenrust Hettema).<br />

Dietse Letteren (Meulenhoff, A'dam) :<br />

*Van Lennep : Ferdinand Huyck (Polman Tuin).<br />

*Multatuli : Woutertje Pieterse (Polman Tuin).<br />

Onze Letterkun<strong>de</strong> (Kluwer, Deventer) :<br />

*Ged. van I. da Costa.<br />

"Ged. van P. A. <strong>de</strong> Genestet.<br />

*Proza en poezie v. Potgieter.<br />

Ne<strong>de</strong>rlandsche Schrijvers (Tjeenk Willink) :<br />

*Lilt Potgieters werk (Engels).<br />

Klass. Letterk. Pantheon (Thiemel :<br />

Potgieter : Rijksmuseum (Van Dijk).<br />

Lief en Leed in <strong>het</strong> Gooi (Staverma.n).<br />

Gedichten, 2 d. (Bosman).<br />

De Genestet : Gedichten (Engels).<br />

Is. da Costa : Wachter, wat is er... (Kat).<br />

Hagar en 25 Jaren (Stapelkamp).<br />

Ned. Balla<strong>de</strong>n uit verschill. eeuwen (2 d. Zij<strong>de</strong>rveld).<br />

Keurboeken <strong>voor</strong> Midd. en Normaalond. (Ned. Boekh., Antwerpen) :<br />

*Hil<strong>de</strong>brand : De Familie Stastok (De Baere-Verboven).<br />

*Hil<strong>de</strong>brand : De Familie Kegge (De Baere-Verboven).<br />

*J. van Maurik : Bloemlezing (De Baere-Verboven).<br />

Keurbladz. uit Ned. Schrijvers (De Seyn-Verhougstraete, Aalst) :<br />

J. A. Alberdingk Thijm (Sterck).<br />

E. J. Potgieter (Vromans).<br />

1. v. Lennep.<br />

183


Ne<strong>de</strong>rl. Schrijvers <strong>voor</strong> <strong>het</strong> M. 0. (Van Hoof, Hoogstraten) :<br />

*Schaepman : 1. Proza; 2. Gedichten (Van Hoeck) ; 3. Gedichten<br />

(Persijn).<br />

*Potgieter : 1. Novellen; 2. Kritieken (De Wals).<br />

*Da Costa (Coussens).<br />

*De Genestet (De Wals).<br />

*L. Mul<strong>de</strong>r (Commissaris).<br />

2. An<strong>de</strong>re uitgaven :<br />

In <strong>de</strong> Wereld<strong>bibliotheek</strong> Potgieter, Aernout Drost, Bosboom-Toussaint,<br />

Alberdingk Thijm, Beets, De Genestet, Van <strong>de</strong> Lin<strong>de</strong> (Schoolmeester),<br />

e. a.<br />

Potgieter : Uit P. Poezie en Inleiding tot P.'s Poezie, 2 d. (Den Hertog).<br />

Potgieter : Florence en Gedroomd Paardrij<strong>de</strong>n (Meerkerk).<br />

Potgieter's Testament (Verwey).<br />

Busken Huet : Uit <strong>de</strong> Litter. Fantasieen en Kritieken, 2 d. (De Vooys —<br />

Staverman).<br />

Multatuli : Keur (van <strong>de</strong>n Bergh v. Eysinga-Elias).<br />

Bloemlezing (Heloize).<br />

Bloemlezing (S. van Praag).<br />

De Genestet : De mooiste Gedichten (Acket).<br />

Schaepman : Bloemlezing (Persijn, bij Futura, Lei<strong>de</strong>n).<br />

Penning : Benjamins Vertellingen, bloeml. (Opstelten).<br />

3. Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re studie :<br />

De Gids, 100' jg., nr 12 (December 1936).<br />

A. VERWEY : Toen <strong>de</strong> Gids werd opgericht. — Het Leven van Potgieter.<br />

PRINSEN : De ou<strong>de</strong> en <strong>de</strong> nieuwe histor. roman in Ne<strong>de</strong>rland. — Multatuli<br />

en <strong>de</strong> Romantiek.<br />

G. BROM : Romantiek en Katholicisme in Ne<strong>de</strong>rland, 2 d. — Barok en<br />

Romantiek. — De Dominee in onze literatuur.<br />

F. COENEN : Dickens en <strong>de</strong> Romantiek.<br />

C. en M. SCHARTEN-ANTINK : Julie Simon, <strong>de</strong> Levensroman van R. C.<br />

Bakhuizen v. d. Brink.<br />

J. M. DE WAAL : Aernout Drost (Utrecht 1918).<br />

ALLARD PIERSON : Ou<strong>de</strong>re Tijdgenooten (Bil<strong>de</strong>rdijk, da Costa, W. <strong>de</strong><br />

Clercq en <strong>het</strong> Reveil). — Willem <strong>de</strong> Clercq naar zijn Dagboek.<br />

M. ELISABETH KLUIT : Het Reveil in Ne<strong>de</strong>rland (A'dam, 1936).<br />

E. GEWIN : In <strong>de</strong&