Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...
Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...
Bekijk het PDF bestand. - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BEKNOPTE<br />
GESCtiltpENIS<br />
NEDERLANDSCHE<br />
LETTERKUNDE<br />
Doorsrhoolgebruik<br />
door JULIEN KUYPERS en Dr. THEO DE RONDE<br />
=GAVE DE MICKEL, KRUISHOFSTRAAT 223, ANTWERPEN
BEKNOPTE GESCHIEDENIS<br />
VAN DE<br />
NEDERLANDSCHE LETTEREN<br />
VOOR SCHOOLGEBRUIK<br />
JULIEN KUYPERS<br />
Inspecteur bij <strong>het</strong> Normaalon<strong>de</strong>rwijs<br />
DOOR<br />
& Dr. THEO DE RONDE<br />
Oud-Athenmumleeraar<br />
Directeur-Generaal van <strong>het</strong> N. I. R.<br />
DERDE, HERZIENE DRUK<br />
1938<br />
UITGAVE DE SIKKEL, KRUISHOFSTRAAT 223, ANTWERPEN
VOORBERICHT<br />
Wer <strong>de</strong>r Dichtkunst Stimme nicht vernimmt<br />
Ist ein Barbar, er sei auch veer er sei.<br />
GCeTHE (Tasso).<br />
Is <strong>het</strong> noodig dat wij <strong>de</strong> uitgave van <strong>de</strong>ze « Beknopte Geschie<strong>de</strong>nis van<br />
<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Letteren >> rechtvaardigen?<br />
Het literair lezen, waarvan <strong>de</strong> hooge vormen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> in <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs<br />
door niemand zal ontkend wor<strong>de</strong>n, client gepaard te gaan met een zekere<br />
kennis van <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> letterkundige werken zag geboren wor<strong>de</strong>n?<br />
van <strong>de</strong> levensomstandighe<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> kunstenaars ze tot stand brachten.<br />
Maar literatuurgeschie<strong>de</strong>nis is veel meer dan dat; zij is ook meer dan<br />
<strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> genres en van <strong>de</strong> opeenvolgen<strong>de</strong><br />
perio<strong>de</strong>n. Waar <strong>de</strong> literatuur neerslag en uitvloeisel is van heel <strong>het</strong><br />
veelvuldige leven, moet <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis ervan een beeld zijn van <strong>de</strong><br />
steeds wisselen<strong>de</strong> wereld in <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n en he<strong>de</strong>n, en tevens — doch<br />
dit behoort niet meer tot <strong>het</strong> domein van <strong>de</strong> school — een poging tot <strong>het</strong><br />
bouwen van <strong>de</strong> toekomst zooals men die zich droomt. Elk geslacht bepaalt<br />
immers opnieuw zijn houding tegenover <strong>de</strong> vroegere geslachten, herziet<br />
ge<strong>de</strong>eltelijk <strong>de</strong> overgelever<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n : niet <strong>het</strong> minst om tot een hel<strong>de</strong>r<br />
bewustzijn van <strong>het</strong> eigen wezen te komen. Doch slechts wie ver<strong>de</strong>r schept<br />
verrijkt zijn yolk, <strong>de</strong> menschheid, en is van tel <strong>voor</strong> <strong>het</strong> nageslacht.<br />
Het i<strong>de</strong>aal van een boekje als dit zou dus,wezen : een levend overzicht,<br />
waarin een voelbare samenhang zou heerschen tusschen actie en reactie<br />
van stroomingen en inzichten; tusschen aanval en .ver<strong>de</strong>diging, winst en<br />
verlies; tusschen <strong>het</strong> afsterven van <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> en <strong>de</strong> geboorte van <strong>het</strong> nieuwe.<br />
Voor elke perio<strong>de</strong> moest <strong>de</strong> beteekenis en <strong>de</strong> evolutie aangeduid wor<strong>de</strong>n;<br />
<strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste schrijvers dien<strong>de</strong>n afgeteekend op <strong>de</strong>n cultuurhistorischen<br />
achtergrond, behan<strong>de</strong>ld in hun tijds- en levensomstandighe<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong> zoover<br />
<strong>de</strong> kennis hiervan bijdraagt tot <strong>het</strong> begrijpen van hun werk; <strong>de</strong> evolutie<br />
van hun kunst dien<strong>de</strong> gesc<strong>het</strong>st en zijzelf gesitueerd in <strong>de</strong>n algemeenen<br />
ontwikkelingsgang van onze letteren.<br />
De beknoptheid waartoe wij ons gedwongen zagen, liet echter niet<br />
toe dit i<strong>de</strong>aal overal in een bevredigen<strong>de</strong> mate te bena<strong>de</strong>ren.<br />
Ons overzicht, waarbij zich als leesboek De Gou<strong>de</strong>n Poort C (Ontwikkeling<br />
van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Letteren) geheel aansluit, beheerschen enkele<br />
lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> beginselen die <strong>de</strong>n aandachtigen lezer niet zullen ontsnappen.<br />
Aldus hebben wij <strong>het</strong> leeuwenaan<strong>de</strong>el uitgemeten aan <strong>de</strong> drie hoofdmomenten<br />
van <strong>de</strong>n hier behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n ontwikkelingsgang : <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen,<br />
<strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n eeuw en <strong>de</strong>n mo<strong>de</strong>rnen tijd. Min<strong>de</strong>r aandacht werd geschonken<br />
aan die perio<strong>de</strong>n welke, hoe beslissend ze soms zijn <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n samenhang,<br />
min<strong>de</strong>r belang hebben <strong>voor</strong> <strong>de</strong> niet-specialisten, dus <strong>voor</strong> <strong>de</strong> school.<br />
Wij hebben bovendien beslist <strong>het</strong> standpunt verworpen als zou<strong>de</strong>n leven<strong>de</strong><br />
kunstenaars niet in een overzicht van <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> thuis hooren.<br />
Wij zij ervan overtuigd dat volkomen objectiviteit ook tegenover<br />
doo<strong>de</strong>n (Bil<strong>de</strong>rdijk en Van <strong>de</strong> Woestijne, b.v.) onbereikbaar is en zal<br />
blijven, en dat wij insgelijks tegenover <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>n op een voldoen<strong>de</strong>n<br />
afstand kunnen staan om aan onze persoonlijke <strong>voor</strong>keur eenigszins <strong>het</strong><br />
zwijgen op te leggen. -Wij aanvaar<strong>de</strong>n niet dat <strong>de</strong> school zich slechts
mag bezighou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> schrijvers van eergisteren : <strong>de</strong> belangstelling <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> schoonheid die <strong>de</strong> vorige geslachten schiepen, wordt meestal gewekt<br />
langs <strong>de</strong>n weg van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne woordkunst om.<br />
Wij hebben <strong>de</strong> Vlaamsche literatuur evengoed als <strong>de</strong> Hollandsche, en<br />
in volkomen gelijkwaardigheid ermee, tot haar recht laten komen. Wij<br />
kunnen onmogelijk vre<strong>de</strong> nemen met die Noordne<strong>de</strong>rlandsche handboeken<br />
welke Zuid-Ne<strong>de</strong>rland behan<strong>de</strong>len als niet integreerend <strong>de</strong>el uitmakend<br />
van <strong>het</strong> verband, en <strong>het</strong> nagenoeg op <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n rang plaatsen als<br />
Zuid-Afrika. Door met die gewoonte of te breken, meenen wij een trouwer<br />
beeld van onze gemeenschappelijke literatuur ontworpen te hebben.<br />
Den samenhang met <strong>het</strong> maatschappelijke en politieke leven, evenals<br />
<strong>het</strong> verband tusschen onze Ne<strong>de</strong>rlandsche literatuur en die van <strong>de</strong> naburige<br />
lan<strong>de</strong>n welke <strong>het</strong> meest tot <strong>het</strong> opbouwen van een gemeenschappelijke<br />
Westeuropeesche cultuur bijgedragen hebben, trachtten wij steeds op een<br />
discrete en uiterst bondige wijze te belichten : in <strong>de</strong>n tekst zelf en in <strong>de</strong><br />
tabellen die <strong>het</strong> overzicht vergemakkelijken.<br />
Ten slotte moest dit handboek rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> jongste studie<br />
en inzichten, en tevens beantwoor<strong>de</strong>n aan zekere paedagogische eischen.<br />
Dit moet <strong>het</strong> bibliographisch apparaat wettigen dat ie<strong>de</strong>r hoofdstukje<br />
afsluit, alsook <strong>de</strong> vragen en opgaven <strong>voor</strong> gelei<strong>de</strong> oefeningen, <strong>de</strong> herhalingstabellen,<br />
kaarten en illustraties die over heel <strong>het</strong> werk verspreid<br />
zijn. Ons hoofddoel daarbij is <strong>de</strong> leerlingen aan te zetten tot zeifwerkzaamheid,<br />
tot eigen on<strong>de</strong>rzoek; waaruit dan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ering kan groeien<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> schoonheid die <strong>de</strong> va<strong>de</strong>ren ons nagelaten hebben en die ze als<br />
een schat <strong>voor</strong> <strong>het</strong> leven zullen meedragen. Aan <strong>de</strong> bibliographische nota's<br />
Believe men dus Been verkeer<strong>de</strong> eischen te stellen : men zal er wellicht<br />
uitgaven in missen die <strong>de</strong>n geleer<strong>de</strong> onontbeerlijk zijn. Wij hebben slechts<br />
aanduidingen willen verstrekken over bij <strong>voor</strong>keur geannoteer<strong>de</strong> en goedkoope<br />
edifies die <strong>voor</strong> <strong>de</strong> lectuur in <strong>de</strong> klasse in aanmerking komen,<br />
waarop men aangewezen is bij <strong>het</strong> aanleggen van een klasse<strong>bibliotheek</strong>,<br />
die kunnen geraadpleegd wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereiding van een spreekbeurt<br />
over een schrijver of een boek. Steeds met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bedoeling wer<strong>de</strong>n<br />
mo<strong>de</strong>rne bewerkingen en goe<strong>de</strong> studies in boekvorm vermeld, naast enkele<br />
standaarduitgaven die in <strong>het</strong> bezit moeten zijn van ie<strong>de</strong>r ontwikkel<strong>de</strong>.<br />
DE SCHRIJVERS.
BIJ DEN TWEEDEN DRUK<br />
Voor <strong>de</strong>zen twee<strong>de</strong>n druk, die in hoofdzaak slechts weinig van <strong>de</strong>n<br />
eersten afwijkt, werd <strong>de</strong> tekst zorgvuldig herzien en bijgewerkt, enkele<br />
vergissingen verbeterd, <strong>het</strong> oor<strong>de</strong>el over sommige schrijvers meer genuanceerd,<br />
waarbij wij dankbaar gebruik gemaakt hebben van <strong>de</strong> wenken en<br />
<strong>de</strong> critiek die ons van verschillen<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n allervrien<strong>de</strong>lijkst meege<strong>de</strong>eld<br />
wer<strong>de</strong>n. Natuurlijk hebben wij ook rekening gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> nieuwe<br />
uitkomsten inzake literatuurgeschie<strong>de</strong>nis. Slechts op twee plaatsen hebben<br />
wij gemeend grondiger wijzigingen te moeten aanbrengen. Naar <strong>het</strong> algemeen<br />
oor<strong>de</strong>el was Hoofdstuk I te beknopt en te synt<strong>het</strong>isch; wij hebben<br />
<strong>het</strong> dan ook een grootere uitbreiding gegeven. Om hoofdstukken XII en<br />
XIII overzichtelijker te maken, werd <strong>de</strong> stof eenigszins an<strong>de</strong>rs geor<strong>de</strong>nd en<br />
werd in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> paragraaf over > weggewerkt;<br />
<strong>de</strong> aldaar vermel<strong>de</strong> auteurs hebben zich ver<strong>de</strong>r ontwikkeld, zoodat ze beter<br />
on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re rubrieken gerangschikt wor<strong>de</strong>n.<br />
Voor <strong>het</strong> overige hebben wij niet geloofd aan ons eerste opzet iets te<br />
moeten veran<strong>de</strong>ren. Weliswaar biedt <strong>voor</strong>namelijk <strong>het</strong> mo<strong>de</strong>rne ge<strong>de</strong>elte<br />
een misschien te overvloedige veelheid van namen. Maar wij wil<strong>de</strong>n <strong>voor</strong><br />
alles objectief zijn, en die objectiviteit was slechts bereikbaar indien wij<br />
alle leven<strong>de</strong> schrijvers noem<strong>de</strong>n die maar eenigszins in aanmerking kon<strong>de</strong>n<br />
komen. De tijd zelf zal hier wel spoedig schiften.<br />
Evenmin hebben wij geraakt aan <strong>de</strong> >. Naast <strong>de</strong><br />
zeer moeilijke — wij ontveinzen ons hun moeilijkheid niet! — komen er<br />
an<strong>de</strong>re <strong>voor</strong> die in <strong>het</strong> bereik liggen van elken normaal gevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n leerling.<br />
Voor <strong>de</strong> eerste vergete men niet dat zij <strong>voor</strong>al gelei<strong>de</strong> oefeningen zijn,<br />
waarvan best <strong>de</strong>n na ie<strong>de</strong>r hoofdstuk, met <strong>de</strong> actieve hulp van <strong>de</strong>n leeraar<br />
en met <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking van heel <strong>de</strong> klasse, kan behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n in<br />
een uitgebrei<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>dracht. De bedoeling is niet <strong>de</strong> leerlingen een philologischen<br />
of critischen arbeid op te leggen waartoe ze niet in staat zijn :<br />
wel hen te leeren arbei<strong>de</strong>n, bronnen te raadplegen, literaire hulpmid<strong>de</strong>len<br />
te hanteeren, en <strong>voor</strong>al hun een grondiger inzicht in <strong>de</strong> verwerkte stof te<br />
verschaffen.<br />
BIJ DEN DERDEN DRUK<br />
In <strong>de</strong>zen <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n druk wer<strong>de</strong>n alleen <strong>de</strong> laatste hoofdstukken omgewerkt<br />
en aangevuld.
HOOFDSTUK I<br />
DE MIDDELEEUWEN<br />
INLEIDING<br />
Voor ie<strong>de</strong>re beschaaf<strong>de</strong> volksgemeenschap breekt er, in<br />
<strong>de</strong>n loop van haar geschie<strong>de</strong>nis, een oogenblik aan waarop<br />
zij haar tot dan toe mon<strong>de</strong>ling overgelever<strong>de</strong> verhalen, legen<strong>de</strong>n,<br />
lie<strong>de</strong>ren, enz., vastlegt in geschreven teksten. Met dat<br />
preciese oogenblik pleegt men <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong><br />
van dat yolk te laten aanvangen, alhoewel niet mag<br />
uit <strong>het</strong> oog verloren wor<strong>de</strong>n dat die geschreven letterkun<strong>de</strong><br />
steeds <strong>voor</strong>afgegaan wordt door een dikwijls rijke mon<strong>de</strong>linge<br />
volksliteratuur.<br />
Waaruit <strong>de</strong> oudste Ne<strong>de</strong>rlandsche, van mond tot mond<br />
overgelever<strong>de</strong> literatuur bestond, kunnen wij zelfs niet bij<br />
bena<strong>de</strong>ring gissen. Wel weten wij dat ze beoefend werd :<br />
spreekt <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis niet van <strong>de</strong> bezorgdheid van Karel<br />
<strong>de</strong>n Groote om <strong>de</strong> verhalen en lie<strong>de</strong>ren die bij zijn on<strong>de</strong>rdanen<br />
in omloop waren, te verzamelen en te boek te stellen ;<br />
en hebben we o.m. <strong>het</strong> getuigenis niet van Bisschop Radboud<br />
(a_f.- 900) van Utrecht, die zijn geloovigen met klem en<br />
nadruk waarschuw<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>rfelijken invloed van<br />
hei<strong>de</strong>nsche zangen en fabels?<br />
Trouwens, onze <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> Franken, die van <strong>de</strong> vier<strong>de</strong><br />
eeuw na Christus, gelei<strong>de</strong>lijk onze gewesten verover<strong>de</strong>n op<br />
<strong>de</strong> Romeinen, maakten <strong>de</strong>el uit van <strong>de</strong> groote Germaansche<br />
volkenfamilie die Noord-Europa van aan <strong>de</strong>n Rijn tot aan<br />
<strong>de</strong> Weichsel bezette. Sommige althans van die Germaansche<br />
stammen waren niet zoo barbaarsch als men <strong>het</strong> gewoonlijk<br />
<strong>voor</strong>stelt, en bezaten al zeer vroeg een geschreven letterkun<strong>de</strong>.<br />
Aldus bezorg<strong>de</strong> reeds in <strong>de</strong> 4 e eeuw na Christus <strong>de</strong> Westgotische<br />
bisschop WULFILA een vertaling van <strong>de</strong>n Bijbel.<br />
Langzamerhand ontwaakten <strong>de</strong> overige Germaansche stam-<br />
7
men, <strong>de</strong> een na <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren, tot <strong>het</strong> beschavingsleven, en<br />
begonnen zij hun ou<strong>de</strong> sagen en hel<strong>de</strong>nlie<strong>de</strong>ren op te teekenen.<br />
Terwijl bij <strong>de</strong> Noord-Germanen in Scandinavia reeds<br />
in <strong>de</strong> 9 e eeuw Edda-lie<strong>de</strong>ren en proza-sagen bloei<strong>de</strong>n (evenwel<br />
slechts na 1 1 00 schriftelijk vastgelegd) , ontstond ten tij<strong>de</strong><br />
van Karel <strong>de</strong>n Groote, misschien wel bij <strong>de</strong> aan ons taalgebied<br />
grenzen<strong>de</strong> Saksen, <strong>het</strong> Hil<strong>de</strong>brandslied, een nog hei<strong>de</strong>nsch<br />
hel<strong>de</strong>nlied met als hoofdpersoon Hil<strong>de</strong>brand, <strong>de</strong>n trouwsten<br />
en moedigsten <strong>de</strong>r volgelingen van keizer Theo<strong>de</strong>rik <strong>de</strong>n<br />
Groote (454-526). Nog ou<strong>de</strong>r is wellicht Beowulf, <strong>het</strong> nationaal<br />
hel<strong>de</strong>ndicht <strong>de</strong>r Angelsaksers, waarvan <strong>de</strong> elementen<br />
dagteekenen uit <strong>de</strong>n tijd dat <strong>de</strong>zen zich nog niet afgeschei<strong>de</strong>n<br />
had<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overige Germaansche stammen op <strong>het</strong><br />
vasteland om zich in Brittannie te vestigen. Intusschen vond<br />
ook <strong>de</strong> Siegfriedsage bij <strong>de</strong> Germanen een ruime verbreiding.<br />
De bekeering van <strong>de</strong> West-Germanen tot <strong>het</strong> Christendom,<br />
al in <strong>de</strong> 5 e eeuw begonnen, kreeg Naar volledig beslag in <strong>de</strong><br />
9 e eeuw. Als natuurlijk gevolg ontwikkel<strong>de</strong> zich on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
opvolgers van Karel <strong>de</strong>n Groote een christelijke kunst. Door<br />
<strong>de</strong> bemoeiingen van Lo<strong>de</strong>wijk <strong>de</strong>n Vrome, werd aldus in <strong>de</strong><br />
eerste helft <strong>de</strong>r 9 e eeuw door een Saksischen zanger een godsdienstig<br />
epos, Heliand, geschreven, waarin God, Christus en<br />
<strong>de</strong> apostelen nog optre<strong>de</strong>n als Germaansche vorsten en hel<strong>de</strong>n.<br />
Een Rijnfrankische monnik, Otfried, berijm<strong>de</strong> weinige<br />
jaren later een Evangelieboek, en ongeveer op <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> tijdstip<br />
ontstond een Ludwigslied, naar aanleiding van <strong>de</strong>n zege dien<br />
<strong>de</strong> Westfrankische koning Lo<strong>de</strong>wijk III op <strong>de</strong> Noormannen<br />
bij Saucourt bevocht (882 ).<br />
Men mag veilig aannemen dat hel<strong>de</strong>nepen, als <strong>het</strong> Hil<strong>de</strong>brandslied<br />
en <strong>de</strong> Siegfriedsage, niet <strong>het</strong> uitsluitend eigendom<br />
waren van een stam, maar over gansch <strong>het</strong> Germaansche<br />
taalgebied bekend waren. Bovendien, <strong>de</strong>ze bei<strong>de</strong> gedichten,<br />
evenals misschien nog an<strong>de</strong>re, ontston<strong>de</strong>n zeer dicht bij <strong>de</strong><br />
grenzen van <strong>het</strong> Oudne<strong>de</strong>rlandsch of, zooals men <strong>het</strong> gewoonlijk<br />
noemt, <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rfrankisch ; van <strong>de</strong> daareven vermel<strong>de</strong><br />
godsdienstige werken kan men <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> getuigen :<br />
<strong>het</strong> Ludwigslied bezingt zelfs een zegepraal, door een Frankischen<br />
koning op Frankischen bo<strong>de</strong>m behaald.<br />
8
En toch staan wij met ledige han<strong>de</strong>n te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
ons omringen<strong>de</strong> volken ( 1 ). Wij kunnen niet wijzen op een<br />
geschreven neerslag van <strong>de</strong> groote hel<strong>de</strong>nsagen, noch op een<br />
literaire uiting van <strong>het</strong> ontwaken<strong>de</strong> Christendom. Van<br />
Beowulf, van Gudrun, van Hil<strong>de</strong>brand is hier te lan<strong>de</strong> geen<br />
spoor te ont<strong>de</strong>kken ; alleen een fragment Van <strong>de</strong>n here Wisselau<br />
en een ge<strong>de</strong>elte van <strong>het</strong> Nevelingenlied, bei<strong>de</strong> dagteekenend<br />
uit later tijd, brengen een echo van <strong>de</strong> Germaansche hel<strong>de</strong>npoezie.<br />
Tot een Oudne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> mag men<br />
ternauwernood rekenen <strong>de</strong> Karolingische of Wachtendoncksche<br />
psalmen, fragmenten van psalmvertalingen, stammend uit <strong>het</strong><br />
tijdvak <strong>de</strong>r Karolingers, en ontstaan op <strong>de</strong> alleruiterste<br />
Oostelijke grens van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch taalgebied.<br />
Feitelijk moeten wij wachten tot <strong>de</strong> 1 2 e eeuw om onze<br />
letterkun<strong>de</strong> een aanvang te zien nemen. Deze late ontluiking<br />
vindt haar verklaring ge<strong>de</strong>eltelijk in <strong>de</strong> ligging van <strong>de</strong> Dietsche<br />
gewesten. Reeds vroeg was <strong>het</strong> politiek zwaartepunt van<br />
<strong>het</strong> Frankische yolk naar <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n, naar Gallie verschoven ;<br />
zoodat <strong>de</strong> Dietsche gewesten, eens <strong>het</strong> stamland van <strong>de</strong><br />
Franken, ten slotte slechts een uithoek vorm<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> groote<br />
Frankische rijk dat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Merovingers en <strong>de</strong> Karolingers<br />
ontstond. In <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>n spelen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch-spreken<strong>de</strong><br />
lan<strong>de</strong>n hoegenaamd geen rol : <strong>de</strong> figuren van beteekenis zijn<br />
of Galliers, of Germanen van <strong>de</strong> Rijnstreken, nooit Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs.<br />
Een al te excentrische ligging, een dun gezaai<strong>de</strong><br />
bevolking, <strong>de</strong> afwezigheid van centrums waar <strong>de</strong> hofhouding<br />
pracht en luister kon versprei<strong>de</strong>n dit alles was niet bevor<strong>de</strong>rlijk<br />
<strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontstaan van een geschreven letterkun<strong>de</strong>.<br />
En waar die wel kon ontstaan in <strong>de</strong> op ons grondgebied<br />
gevestig<strong>de</strong> abdijen, mogen wij niet vergeten dat, in <strong>de</strong> jaren<br />
na <strong>de</strong>n dood van Karel <strong>de</strong>n Groote tot op <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van<br />
<strong>de</strong> 9 e eeuw, ons land bloedig geteisterd werd door <strong>de</strong> invallen<br />
van <strong>de</strong> Noormannen, wier plun<strong>de</strong>rzucht juist allereerst die<br />
rijke kloosters gold : vijftig jaar lang roof<strong>de</strong>n en verwoestten<br />
ze, en <strong>de</strong><strong>de</strong>n ze verloren gaan wat er aan literatuur kan<br />
<strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n geweest zijn.<br />
(1) Ook in Frankrijk was se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> 9e eeuw een geschreven letterkun<strong>de</strong> in<br />
<strong>het</strong> Romaansch ontstaan.<br />
9
Van <strong>de</strong> 1 Oe eeuw of komt er gelei<strong>de</strong>lijk veran<strong>de</strong>ring in<br />
dien toestand. Het eerst tot ontwikkeling en cultureelen bloei<br />
groei<strong>de</strong> <strong>het</strong> graafschap Vlaan<strong>de</strong>ren. Rondom <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />
burchten rezen <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n op, <strong>voor</strong>al langs <strong>de</strong> waterwegen.<br />
Kooplie<strong>de</strong>n en schippers schaar<strong>de</strong>n zich on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
bescherming <strong>de</strong>r burchtheeren, terwijl over heel Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
<strong>de</strong> weefnijverheid welvaart on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bevolking begon te<br />
brengen. Aan <strong>het</strong> roer was intusschen een krachtig gravengeslacht<br />
gekomen, dat zijn gezag naar binnen wist te vestigen,<br />
en zijn macht naar buiten tegenover <strong>de</strong>n Franschen leenheer<br />
met klem handhaaf<strong>de</strong>. Graaf Robert <strong>de</strong> Fries (1072-1093)<br />
verhief Brugge tot zijn hoofdstad. Bij hem en zijn opvolgers<br />
on<strong>de</strong>rscheidt men een dubbele streving : als aanzienlijke<br />
vazallen van <strong>de</strong>n koning van Frankrijk trachtten ze <strong>voor</strong>tdurend<br />
<strong>het</strong> leenverband met hun beer zoo los mogelijk te<br />
hou<strong>de</strong>n en diens invloed, waar <strong>het</strong> kon, tegen te gaan en te<br />
fnuiken. Maar, hoe zelfstandig <strong>de</strong> Vlaamsche graven zich in<br />
politiek opzicht ook gedroegen, cultureel vermei<strong>de</strong>n zij zich<br />
in <strong>de</strong> schittering die <strong>de</strong> Fransche beschaving en letterkun<strong>de</strong><br />
uitstraal<strong>de</strong>. Hun lof wend een centrum waar <strong>de</strong> Fransche<br />
cultuur, <strong>de</strong> Fransche aristocratische levenshouding, <strong>de</strong> Fransche<br />
poezie gesmaakt en nagevolgd wer<strong>de</strong>n, waar zelfs<br />
Fransche dichters (Chretien <strong>de</strong> Troyes, A<strong>de</strong>net li Roi) gastvrijheid<br />
genoten en hun werken aan <strong>de</strong> e<strong>de</strong>len opdroegen.<br />
Onrechtstreeks riep die invloed van <strong>de</strong> Fransche beschaving<br />
— toen <strong>de</strong> eerste in Europa ! — een eigen geestelijk leven<br />
wakker, dat op een bepaald oogenblik niet moest on<strong>de</strong>rdoen<br />
<strong>voor</strong> dat van Frankrijk : was <strong>het</strong> werkwoord « vlamen » niet<br />
synoniem van
sche werken van alien aard geschreven, maar toch droegen<br />
zij krachtig bij tot <strong>het</strong> scheppen van een atmosfeer waarin<br />
ook <strong>de</strong> inheemsche letterkun<strong>de</strong> kon gedijen, niet <strong>het</strong> minst<br />
door <strong>de</strong> verspreiding van <strong>het</strong> klerken-on<strong>de</strong>rwijs.<br />
Voorbereid door <strong>de</strong>ze godsdienstige verheffing, en tevens<br />
ten gevolge van <strong>het</strong> leenverband met Frankrijk, nam Vlaan<strong>de</strong>ren<br />
een bedrijvig <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> kruisvaarten, waardoor <strong>de</strong><br />
Dietsche poorter plotseling in aanraking kwam met <strong>de</strong> wij<strong>de</strong><br />
horizonnen eener onvermoe<strong>de</strong> wereld : zoo moet <strong>het</strong> niet<br />
verwon<strong>de</strong>ren dat in <strong>de</strong> 1 2 e eeuw alle elementen aanwezig<br />
waren om ein<strong>de</strong>lijk een cultureel leven in eigen taal te doen<br />
opbloeien. Van dat oogenblik of kon <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
literatuur een aanvang nemen.<br />
Want op een gewichtig punt dient hier met nadruk gewezen<br />
te wor<strong>de</strong>n : <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> staat in nauw verband met <strong>de</strong><br />
gewone geschie<strong>de</strong>nis, en <strong>voor</strong>al met <strong>het</strong> verloop van <strong>de</strong> beschavingstoestan<strong>de</strong>n.<br />
Waar Vlaan<strong>de</strong>ren, en wat later Brabant<br />
<strong>voor</strong>aan gingen in <strong>de</strong> economische en cultureele ontwaking,<br />
ligt <strong>het</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand dat ook daar <strong>de</strong> literatuur <strong>het</strong> vroegst<br />
opbloei<strong>de</strong>, terwij 1 <strong>de</strong> streek van <strong>het</strong> alou<strong>de</strong> Maastricht door<br />
Naar betrekkingen met <strong>de</strong> Duitsche invloedssfeer zich evenmin<br />
onbetuigd liet. De noor<strong>de</strong>lijke gewesten daarentegen, die<br />
veel meer buiten <strong>het</strong> bereik lagen van <strong>de</strong> uitstralingen uit<br />
<strong>het</strong> Oosten en <strong>voor</strong>namelijk uit <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n, hebben pas later<br />
en dan nog in beschei<strong>de</strong>n mate <strong>de</strong>elgenomen aan <strong>de</strong> literaire<br />
beweging. Zoodat we molten zeggen dat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />
letterkun<strong>de</strong> een bij uitstek Zuidne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> is.<br />
Dit dient aldus begrepen te wor<strong>de</strong>n : veruit <strong>de</strong> meeste<br />
schrijvers zijn geboren en werken in <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke gewesten.<br />
Dat zij, in wat ze <strong>voor</strong>tbrengen, reeds een eigen nationaal<br />
karakter vertoonen, staat, <strong>voor</strong> <strong>de</strong> besten on<strong>de</strong>r hen, buiten<br />
kijf. Toch mag niet uit <strong>het</strong> oog verloren wor<strong>de</strong>n dat dit<br />
eigen nationale veel min<strong>de</strong>r scherp waar te nemen is dan in<br />
<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne perio<strong>de</strong>, <strong>voor</strong>al omdat <strong>het</strong> in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />
getemperd werd door <strong>de</strong>n gemeenschappelijk-Europeeschen<br />
gedachten<strong>voor</strong>raad waaruit ze putten. Het individu, en tevens<br />
<strong>de</strong> individueele vinding, <strong>de</strong> oorspronkelijkheid, waren in <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>leeuwsche literaturen van veel min<strong>de</strong>r tel dan nu, <strong>de</strong><br />
11
motieven waren internationaal en wor<strong>de</strong>n in alle lan<strong>de</strong>n<br />
dikwijls in <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n vorm aangetroffen. Dit internationaal<br />
karakter maakt <strong>het</strong> noodzakelijk bij <strong>de</strong> studie onzer letteren<br />
gedurig over <strong>de</strong> grenzen te kijken en ze in verband te brengen<br />
met <strong>de</strong> literatuur <strong>de</strong>r naburige naties. Zelfs <strong>voor</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne<br />
perio<strong>de</strong> is dit noodig : gedachtenstroomingen laten zich door<br />
geen grenzen weerhou<strong>de</strong>n en bestrijken soms veel lan<strong>de</strong>n te<br />
gelijk.<br />
Voor <strong>het</strong> overige moet bij <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>eren<strong>de</strong><br />
er zich niet te zeer over verwon<strong>de</strong>ren dat van zoo betrekkelijk<br />
weinig werk <strong>de</strong> datum of zelfs <strong>de</strong> naam van <strong>de</strong>n auteur<br />
met voile zekerheid kan vastgesteld wor<strong>de</strong>n. De handschriften,<br />
waarin ze tot ons gekomen zijn, had<strong>de</strong>n of te rekenen<br />
met allerlei we<strong>de</strong>rwaardighe<strong>de</strong>n ; ze wer<strong>de</strong>n telkens van<br />
an<strong>de</strong>re afgeschreven, en <strong>de</strong> kopiist wijzig<strong>de</strong> taal en spelling<br />
naar eigen goeddunken, zoodat <strong>het</strong> in vele gevallen wel<br />
mogelijk blijkt uit te maken van welke perio<strong>de</strong> ongeveer <strong>het</strong><br />
<strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> manuscript dagteekent, maar daarom nog<br />
geen zekerheid bestaat omtrent <strong>de</strong>n datum waarop <strong>het</strong> werk<br />
zelf ontstond. In <strong>de</strong> gunstigste <strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n kan aan <strong>de</strong> hand<br />
van interne gegevens <strong>het</strong> juiste tijdstip van ontstaan achterhaaid<br />
wor<strong>de</strong>n. En <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen hechtten zoo weinig belang<br />
aan <strong>de</strong> persoonlijkheid van <strong>de</strong>n dichter, dat, waar <strong>de</strong>ze<br />
zich in <strong>de</strong> eerste of <strong>de</strong> laatste verzen van zijn werk niet<br />
noemt, wij ons door <strong>de</strong>n band tevre<strong>de</strong>n moeten stellen met<br />
<strong>de</strong> vermelding : schrijver onbekend.<br />
A. — IN HET RI JK DER VERBEELDING<br />
1. — DE WERELD VAN HET RIDDERWEZEN<br />
Wat men overeengekomen is aan te dui<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />
naam
Evenzeer als <strong>de</strong> naam is <strong>het</strong> genre zelf uit Frankrijk herkomstig.<br />
Naar <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> berijm<strong>de</strong> heiligenlegen<strong>de</strong>n,<br />
die zeer vroeg in <strong>het</strong> Romaansch geschreven wer<strong>de</strong>n,<br />
ontston<strong>de</strong>n daar in <strong>de</strong> 1 1 e en 1 2 e eeuw wereldlijke epische<br />
gedichten als weerspiegeling van <strong>de</strong> hooggestem<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>ri<strong>de</strong>alen<br />
van <strong>de</strong>n Franschen a<strong>de</strong>l. Die eeuwen waren een<br />
bloeitijdperk <strong>voor</strong> Frankrijk; <strong>het</strong> was <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
eerste kruistochten met hun bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n geloofsijver en hun<br />
gretigheid naar krijgsavonturen, van <strong>de</strong> vestiging van Fransche<br />
rijken in Engeland en in <strong>het</strong> Oosten, van <strong>de</strong> schitteren<strong>de</strong><br />
tornooien, van <strong>de</strong>n aanvang van <strong>de</strong>n gothischen stijl, van <strong>de</strong><br />
inrichting <strong>de</strong>r groote han<strong>de</strong>lsmarkten. De Fransche rid<strong>de</strong>rschap<br />
was <strong>de</strong> schitterendste van gansch West-Europa. De<br />
grenslan<strong>de</strong>n vingen <strong>het</strong> eerst <strong>de</strong> uitstraling op van dien beschavingshaard,<br />
en on<strong>de</strong>r die grenslan<strong>de</strong>n was <strong>het</strong> graafschap<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>het</strong> gemakkelijkst toegankelijk, en als leengoed<br />
van <strong>de</strong> Fransche kroon, en als <strong>de</strong>elnemer aan <strong>de</strong> kruistochten,<br />
en als mid<strong>de</strong>lpunt eener snel opkomen<strong>de</strong> welvaart. Zoodat<br />
ook in Vlaan<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rromans zeer spoedig vertaald en<br />
nagevolgd wer<strong>de</strong>n.<br />
Door wie, is moeilijk te achterhalen, al zijn ook een paar<br />
namen zon<strong>de</strong>r meer bekend. Wellicht door <strong>de</strong>n slotkapelaan,<br />
door een klerk, een bedreven rijmer die on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> overige<br />
gevolg <strong>de</strong>el uitmaakte van <strong>de</strong> hofhouding, door varen<strong>de</strong><br />
gezellen, vaganten, volksdichters, of door monniken in <strong>de</strong><br />
eenzaamheid <strong>de</strong>r > van hun klooster.<br />
Aanvankelijk wer<strong>de</strong>n ze <strong>voor</strong>gedragen, niet alleen op<br />
<strong>de</strong> burchten <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n rid<strong>de</strong>r en zijn wapenmakkers, maar<br />
ook door rondreizen<strong>de</strong> zeggers op <strong>de</strong> markten, op <strong>de</strong> be<strong>de</strong>vaartplaatsen,<br />
overal waar <strong>de</strong>ze kon<strong>de</strong>n verwachten een voldoend<br />
aantal toehoor<strong>de</strong>rs samen te vin<strong>de</strong>n.<br />
a) De heroieke ruwheid van <strong>de</strong> feodaliteit<br />
Al is oorspronkelijk <strong>de</strong> taal van die oudste epische gedichten<br />
<strong>het</strong> Romaansch, hun geest is nog onmiskenbaar Frankisch.<br />
De Franken waren immers tot ver naar <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n doorgedrongen,<br />
en in <strong>de</strong> nieuwe natie die daar tot stand gekomen<br />
was, maakten zij <strong>het</strong> lei<strong>de</strong>nd element uit. Wanneer nu, eeuwen<br />
13
KAREL ENDE<br />
ELEGAST<br />
12e eeuw<br />
later, <strong>de</strong> dichters van <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rromans teruggrijpen naar <strong>de</strong><br />
grootsche gestalten uit <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> vestiging van <strong>het</strong><br />
rijk, zien wij in hen nog eenmaal <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Germaansche<br />
i<strong>de</strong>alen van getrouwheid aan <strong>de</strong>n vorst en vreug<strong>de</strong> om <strong>de</strong>n<br />
kamp herleven.<br />
In een groot aantal van <strong>de</strong> vroegste rid<strong>de</strong>rromans wentelt<br />
<strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling om <strong>de</strong> gei<strong>de</strong>aliseer<strong>de</strong> figuur van Karel <strong>de</strong>n<br />
Groote, wiens leven en la<strong>de</strong>n een onuitwischbaren indruk<br />
maakten op tijdgenooten en nakomelingen. Zij verheerlijken<br />
<strong>de</strong> ruwe heldhaftigheid van <strong>het</strong> feodale tijdperk, toen <strong>de</strong><br />
trouw aan <strong>de</strong>n leenheer als <strong>de</strong> hoogste <strong>de</strong>ugd gold, en <strong>de</strong><br />
geweldige mannenkracht slechts getemperd werd door geloofsijver<br />
en zielena<strong>de</strong>l.<br />
Een merkwaardig episch gedicht uit <strong>de</strong> vroegste tij <strong>de</strong>n<br />
onzer letterkun<strong>de</strong> is Karel en<strong>de</strong> Elegast (misschien<br />
1 2 e eeuw), waarin Karel <strong>de</strong> Groote zelf als hoofdpersoon<br />
optreedt samen met <strong>de</strong>n roofrid<strong>de</strong>r Elegast,<br />
met wien hij, op Gods bevel, op strooptocht uittrekt bij zijn<br />
zwager Eggeric van Eggermon<strong>de</strong>. Daar verneemt hij toevallig<br />
dat Eggeric <strong>het</strong> plan beraamd heeft hem 's an<strong>de</strong>ren daags op<br />
zijn hofdag to doo<strong>de</strong>n. Waartegen hij dan tijdig maatregelen<br />
kan treffen, en tevens <strong>de</strong>n roofrid<strong>de</strong>r Elegast, wiens trouw hij<br />
kunnen vaststellen heeft, in eere herstelt.<br />
Dit is een van onze zeldzame romans waarvan geen Fransch<br />
origineel <strong>voor</strong>han<strong>de</strong>n is : in alien gevalle is <strong>de</strong> grondtoon<br />
ervan Germaansch en hei<strong>de</strong>nsch, wat niet belet dat hij, om<br />
<strong>de</strong> levendigheid <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>stelling, om <strong>de</strong>n vinnigen gang van<br />
<strong>het</strong> verhaal en <strong>de</strong> lichte ironie in <strong>de</strong> karakterteekening, een<br />
meesterstukje is uit onze vroegste letterkun<strong>de</strong>.<br />
An<strong>de</strong>re romans hebben als hoofdpersoon niet Karel zelf,<br />
maar verwanten of vazallen van <strong>de</strong>n machtigen keizer. Zoo<br />
bestaan er fragmenten uit een Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandsche bewerking<br />
ROELANTSLIED van <strong>de</strong> sage van Roncevaux, <strong>het</strong> zoogenaam<strong>de</strong> Roe-<br />
1200 lantslied. Volgens die sage zou <strong>de</strong> achterhoe<strong>de</strong> van<br />
Karels leger, on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> bevel van Roland, tij <strong>de</strong>ns <strong>de</strong>n terugtocht<br />
uit Spanje, in <strong>de</strong> Pyreneeen bij Roncevaux aangevallen<br />
en vernietigd zijn gewor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Sarracenen, daarin geholpen<br />
door <strong>de</strong>n verra<strong>de</strong>r Ganelon. Nog an<strong>de</strong>re fragmenten<br />
1 4
leven bewaard uit <strong>de</strong>n cyclus van Willem van Oringen,<br />
hertog van Toulouse, die zijn leven eindig<strong>de</strong> als<br />
Benedictij nermonnik.<br />
Karel en<strong>de</strong> Elegast, hoe verdienstelijk ook, is in <strong>de</strong>n grond<br />
slechts een kort episch gedicht. Een echte mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />
WILLEM VAN<br />
ORINGEN<br />
roman, alhoewel eveneens maar fragmentarisch bekend, is<br />
Renout van Montalbaen met <strong>de</strong> in onze streken zoo RENOUT VAN<br />
populair gebleven figuren van <strong>de</strong> vier Heemskin- MONT,ALBAEN<br />
<strong>de</strong>ren. Renout is <strong>de</strong> zoon van Haymyn. Deze is <strong>de</strong> geduchte<br />
tegenstan<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>n keizer, wiens zuster hij gehuwd heeft<br />
en dien hij met zijn vier zoons (<strong>de</strong> Heemskin<strong>de</strong>ren) hardnekkig<br />
bekampt. Hij streeft naar recht en koopt aardschen<br />
vre<strong>de</strong> door <strong>het</strong> zware offer : <strong>het</strong> afstaan van zijn trouwe ros<br />
Beyaert aan <strong>de</strong>n keizer. Daarna trekt hij zich in <strong>de</strong> eenzaamheid<br />
terug, om ten slotte in <strong>de</strong>n strijd <strong>voor</strong> <strong>het</strong> godsdienstig<br />
i<strong>de</strong>aal, in <strong>het</strong> H. Land, <strong>het</strong> hoogste offer, dat van zich zelf,<br />
to brengen.<br />
Van iets jongeren datum, maar zeer uitgebreid zijn <strong>de</strong><br />
fragmenten van <strong>de</strong>n Roman <strong>de</strong>r Lorreinen, die <strong>de</strong><br />
bloedwraak behan<strong>de</strong>len tusschen <strong>het</strong> huis van Lotha-<br />
ringen en dat van Fromont van Bor<strong>de</strong>aux.<br />
b) De tooverkring van koning Arthur<br />
ROMAN DER<br />
LORREINEN<br />
Het ontstaan <strong>de</strong>r Arthur-romans gaat gepaard met een<br />
ommekeer in <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n : <strong>het</strong> ruwe i<strong>de</strong>aal <strong>de</strong>r eerste rid<strong>de</strong>rs<br />
maakte allengs plaats <strong>voor</strong> een fijner beschaving. De vrouwendienst<br />
verdrong langzamerhand <strong>de</strong> vroegere rid<strong>de</strong>rplichten ;<br />
in <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> onverzettelijke trouw aan <strong>de</strong>n vorst of<br />
aan <strong>het</strong> geslacht trad nu een grooter gevoeligheid en een<br />
onbedwingbare neiging tot fantastische avonturen en won<strong>de</strong>ren.<br />
Het is in onze literatuur <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>ining van wat<br />
wij veel later zullen noemen <strong>het</strong> romantisme : gevoel en<br />
verbeelding wOr<strong>de</strong>n vrijer.<br />
Het hoofdmotief van <strong>de</strong> Arthur-romans stamt uit Brittannie,<br />
en werd in <strong>de</strong> 1 2 e eeuw door Normandische dichters verwerkt,<br />
nadat Willem <strong>de</strong> Veroveraar zich van Engeland meester gemaakt<br />
had. De centrale gestalte in die verhalen is gewoonlijk<br />
15
koning Arthus, een Keltisch vorst uit Cornwallis, die in <strong>de</strong><br />
herinnering <strong>de</strong>r Britten was blijven <strong>voor</strong>tleven om zijn strijd<br />
tegen <strong>de</strong> Saksen in <strong>de</strong> 6 e eeuw. Maar <strong>de</strong> sage van Arthus en<br />
zijn vrouw Genovere werd spoedig versmolten met an<strong>de</strong>re<br />
sagen, nl. die van Parcival en die van <strong>de</strong>n Graal (<strong>de</strong>n schotel<br />
die, volgens <strong>de</strong> legen<strong>de</strong>, gediend heeft bij <strong>het</strong> laatste Avondmaal<br />
en waarin Joseph van Arimathea <strong>het</strong> bloed van Christus<br />
heeft opgevangen).<br />
Er werd reeds vroeger op gewezen dat <strong>de</strong> Fransche dichter<br />
CHRETIEN DE TROYES, die verschillen<strong>de</strong> Keltische romans<br />
schreef, in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 1 2 e eeuw aan <strong>het</strong> hof van<br />
<strong>de</strong>n graaf van Vlaan<strong>de</strong>ren verbleven heeft. Het moet dan<br />
niet verwon<strong>de</strong>ren dat dit soort van werken spoedig bij ons<br />
nagevolgd wer<strong>de</strong>n. Behalve alweer verschillen<strong>de</strong> fragmenten,<br />
bezitten wij een karakteristiek <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong>n Keltischen<br />
roman, dat tevens een <strong>voor</strong>treffelijk kunstwerk mag heeten.<br />
WALEWEIN Walewein is <strong>het</strong> kleurige verhaal van <strong>de</strong>
Fransche en <strong>de</strong> Duitsche letterkun<strong>de</strong> tot mooie romans ver-<br />
werkt wer<strong>de</strong>n, bij ons haast geen sporen nagelaten hebben.<br />
c) Een hoofscher en humaner levensbeschouwing<br />
De fijnere beschaving waarvan hierboven spraak was, en<br />
die zich in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 12 8 eeuw begon te<br />
weerspiegelen, bracht ook mee dat <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n hoofscher wer<strong>de</strong>n<br />
en dat men zich ging vermeien in <strong>de</strong> classieke literatuur<br />
<strong>de</strong>r oudheid. Virgilius, Horatius, Ovidius wer<strong>de</strong>n gelezen en<br />
nagevolgd. De mid<strong>de</strong>leeuwsche schrijver miste evenwel critischen<br />
zin en historisch perspectief ; dit had ten gevolge dat<br />
hij zich <strong>de</strong> classieke hel<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>stel<strong>de</strong> als tijdgenooten, niet<br />
alleen in hun uiterlijke verschijning, maar ook wat hun mentaliteit<br />
en hun levenshouding betreft. Vandaar die romans<br />
waar <strong>de</strong> gestalten uit <strong>de</strong> oudheid, b.v. Aeneas, zich bewegen<br />
en <strong>de</strong>nken en voelen als mid<strong>de</strong>leeuwsche e<strong>de</strong>len, met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
onstuimigheid in <strong>de</strong>n kamp en <strong>voor</strong>al met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> fijn-voelen<strong>de</strong><br />
precieusheid in <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>.<br />
Tot <strong>de</strong>ze reeks behoort <strong>het</strong> gedicht dat in onze letterkun<strong>de</strong><br />
<strong>het</strong> vroegst met zekerheid kan gedagteekend wor<strong>de</strong>n, nl. <strong>de</strong><br />
Eneit. Deze classieke roman werd, naar een Fransch<br />
ENEiT<br />
<strong>voor</strong>beeld, in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 1 2 e eeuw geschre- ± 1170<br />
ven door HENDRIK VAN VELDEKE, geboren te Spalbeek, tusschen<br />
Diest en Hasselt. Hij verhaalt op eigen sentimenteele<br />
wijze <strong>de</strong> zwerftochten en <strong>de</strong> amoureuse we<strong>de</strong>rwaardighe<strong>de</strong>n<br />
van Eneas, tot <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>n grondsteen legt van <strong>het</strong> Romeinsche<br />
rijk. Merkwaardig is <strong>het</strong> feit dat <strong>de</strong>ze roman <strong>voor</strong>al bekendheid<br />
verwierf bij <strong>de</strong> Duitsche tijdgenooten en op <strong>de</strong> Overrijnsche<br />
romanliteratuur sterken invloed uitoefen<strong>de</strong>.<br />
Een eeuw later, maar reeds met meer didactischen inslag,<br />
begon MAERLANT zijn carriere als dichter met een paar classieke<br />
romans (naar Latijnsche en Fransche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n), nl.<br />
met Alexan<strong>de</strong>r's Yeesten en <strong>de</strong> Historic van Troyen, ALEXANDER'S<br />
werken waarin <strong>de</strong> didactische breedsprakigheid en <strong>de</strong> YEESTEN<br />
burgerlijke nuchterheid geen plaats meer laten <strong>voor</strong><br />
HISTORIE<br />
VAN TROYEN<br />
<strong>het</strong> i<strong>de</strong>aal van sociale verfijning. . ± 1270<br />
Veel meer vin<strong>de</strong>n we die terug, samen met een verrukkelijk<br />
ontroeren<strong>de</strong> opvatting van <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>, in een roman die een<br />
17
Oostersche stof behan<strong>de</strong>lt en daarom niet rechtstreeks tot<br />
<strong>de</strong>n classieken cyclus behoort, maar om <strong>de</strong>n geest en <strong>de</strong>n<br />
toon er zeer nauw mee verwant is. Het is <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van<br />
Floris en<strong>de</strong> Blancefloer, die van elkaar door <strong>het</strong> lot ge-<br />
FLORIS ENDS<br />
BLANCEFLOER schei<strong>de</strong>n, door standvastige trouw en zelfopofferen<strong>de</strong><br />
1250 lief<strong>de</strong> elkaar toch weervin<strong>de</strong>n. De schrijver van <strong>de</strong>ze<br />
ESOPET_<br />
13e eeuw<br />
opvallend fijn geteeken<strong>de</strong> idylle is DIEDERIK VAN ASSENEDE.<br />
2. — MENSCHEN VOORGESTELD ALS DIEREN<br />
In al <strong>de</strong> werken waarvan tot hiertoe gewag werd gemaakt,<br />
vult uitsluitend <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> a<strong>de</strong>llijke heer <strong>het</strong> raam <strong>de</strong>r<br />
han<strong>de</strong>ling : <strong>de</strong> gewone dorper of <strong>de</strong> burger vindt er slechts<br />
bij hooge uitzon<strong>de</strong>ring plaats in. De ou<strong>de</strong>re Frankische<br />
romans waren nog bestemd om <strong>voor</strong> een grooter gehoor<br />
<strong>voor</strong>gedragen te wor<strong>de</strong>n, maar die welke <strong>de</strong> levensopvattingen<br />
van <strong>de</strong>n jongeren, humaneren a<strong>de</strong>l weergeven, wer<strong>de</strong>n<br />
vaak geschreven op verzoek van een letterminnen<strong>de</strong> jonkvrouwe,<br />
en door iemand die in nauwe betrekking stond met<br />
<strong>de</strong> aristocratie dier dagen. Zij waren <strong>de</strong> Spiegel dien <strong>de</strong><br />
a<strong>de</strong>l zichzelf <strong>voor</strong>hield.<br />
Maar critische oogen bekeken <strong>de</strong> hoogere stan<strong>de</strong>n, en bij<br />
<strong>voor</strong>keur hun gebreken, ook van buiten uit. Die openlijk te<br />
gispen of te hekelen was misschien niet heelemaal ongevaarlijk,<br />
en veiliger was <strong>het</strong> dit te doen on<strong>de</strong>r een min of meer<br />
doorzichtige allegorie, in <strong>de</strong>n vorm van dierenverhaal.<br />
De elementen daartoe waren reeds aanwezig in <strong>de</strong> dierenfabel,<br />
een zeer oud genre dat nagenoeg over <strong>de</strong> gansche<br />
wereld verspreid is. Een vast fond van <strong>de</strong>rgelijke fabels dat<br />
teruggaat op een aan Aesopus toegeschreven Grieksche verzameling,<br />
was, langs <strong>het</strong> Latijn om, Europeesch gemeengoed<br />
gewor<strong>de</strong>n. Ook in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch treffen wij ze aan : twee<br />
dichters, CALESTAF en NOYDEKIJN, van wie we ven<strong>de</strong>r niets<br />
weten, bewerkten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Esopet een zestig-<br />
tal <strong>de</strong>zer fabels tot vlugge, aardige stukjes.<br />
Maar daarnaast ontwikkel<strong>de</strong>n zich uit <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />
fabels uitgebrei<strong>de</strong>r verhalen, waarin <strong>de</strong> dieren als individuen<br />
optre<strong>de</strong>n met eigen naam, in hun han<strong>de</strong>len door menschelijke<br />
drijfveeren bewogen wor<strong>de</strong>n, en waarvan <strong>de</strong> bedoeling is een<br />
18
nauwelijks verbloem<strong>de</strong> ze<strong>de</strong>ngisping of -hekeling te geven.<br />
Aldus wer<strong>de</strong>n eerst in <strong>het</strong> Latijn, later in <strong>het</strong> Fransch en in<br />
<strong>het</strong> Duitsch, omvangrijker dierenepen geschreven, waarin<br />
eerst <strong>de</strong> wolf en weldra <strong>de</strong> vos als hoofdpersoon optrad.<br />
Een <strong>de</strong>rgelijk Latijnsch dierenepos, <strong>de</strong> Ysengrinus, werd<br />
om <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> 1 2e eeuw door een Vlaming, Meester<br />
Nivardus, te boek gesteld. Dit verhaal treft ons reeds door<br />
een zeker anthropomorphisme : <strong>de</strong> dieren krijgen menschennamen,<br />
terwijl ook <strong>de</strong> veelheid van <strong>de</strong> episo<strong>de</strong>n samengebon<strong>de</strong>n<br />
wordt door <strong>de</strong> satirische bedoelingen van <strong>de</strong>n schrijver.<br />
Met dit gedicht staan in rechtstreeksch verband <strong>de</strong> vele<br />
Reinaartverhalen die in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 1 2e eeuw<br />
<strong>voor</strong>al in Noord-Frankrijk in omloop waren. Een van die<br />
verhalen of >, dat bekend staat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel<br />
die Reinaert, <strong>de</strong> doortrapte, maar niettemin sympathieke<br />
schurk, tot eigen <strong>voor</strong><strong>de</strong>el weet uit te buiten. Niets of niemand<br />
is veilig <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ironie van <strong>de</strong>n schrijver : noch <strong>het</strong> lagere<br />
yolk, noch <strong>de</strong> geestelijkheid, noch <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l met zijn<br />
feodale inrichting, zijn trouw aan <strong>de</strong>n leenheer, zijn hoofschen<br />
vrouwendienst. Zoo wordt <strong>de</strong> Reinaert tevens een eenigleuke<br />
parodie op <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rromans.<br />
Willem, van wien men niets an<strong>de</strong>rs weet dan dat hij ook<br />
een niet bewaard gebleven rid<strong>de</strong>rroman, <strong>de</strong>n Madoc schreef,<br />
is een geboren kunstenaar. Hij staat boven zijn on<strong>de</strong>rwerp<br />
en beheerscht <strong>het</strong> volkomen ; nergens laat hij <strong>de</strong>n draad<br />
glippen om zijn persoonlijke indrukken mee te <strong>de</strong>elen. Steeds<br />
weet hij <strong>het</strong> zuivere evenwicht te bewaren tusschen <strong>het</strong> eigenlijke<br />
verhaal en <strong>de</strong> satirische bedoeling. En niettemin wordt<br />
men gedurig zijn krachtige persoonlijkheid gewaar die meeleeft<br />
met wat hij vertelt, die zich verkneukelt in <strong>het</strong> grappige<br />
van <strong>het</strong> geval of wel eens grijnslacht om een bijzon<strong>de</strong>r<br />
geslaag<strong>de</strong>n zet. Zooveel zelfbeheersching in zooveel rake<br />
ironie, zoo een sterk temperament zich uitend in een mooi<br />
afgerond en rustig <strong>voor</strong>tschrij<strong>de</strong>nd verhaal, stempelen hem<br />
tot een <strong>de</strong>r grootmeesters van <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong>.<br />
Zijn werk is dan ook tot in onzen tijd zeer populair gebleven.<br />
Reeds in <strong>de</strong> 1 3 e eeuw werd <strong>het</strong> in <strong>het</strong> Latijn vertaald.<br />
Wellicht ontston<strong>de</strong>n er spoedig ook navolgingen en<br />
<strong>voor</strong>tzettingen waarvan evenwel niets tot ons is gekomen.<br />
Maar in <strong>de</strong> 1 4 e eeuw werd <strong>het</strong> nog eens overgedicht, gewij-<br />
REINAERT II zigd en uitgebreid tot <strong>de</strong>n Reinaert //. De geest die<br />
14° eeuw eruit spreekt is an<strong>de</strong>rs; <strong>de</strong> bedoeling van <strong>de</strong>n schrij-<br />
ver is didactisch en zijn satire is sterker maar ook opzettelijker.<br />
Alhoewel <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> ervan niet te laag moet aangeslagen<br />
wor<strong>de</strong>n, bereikt <strong>het</strong> lang niet <strong>de</strong> zoo natuurlijke artisticiteit<br />
van <strong>de</strong> eerste bewerking.<br />
Na <strong>de</strong> uitvinding <strong>de</strong>r boekdrukkunst wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> avonturen<br />
van Reinaert in proza overgebracht, meermalen gedrukt, en<br />
bleven zij in <strong>de</strong>
3. - DE VERTELKUNST VAN DEN VROMEN MIDDELEEUWER<br />
Van al <strong>de</strong> besproken gedichten, hoe sterk verchristelijkt ze<br />
soms zijn, is <strong>de</strong> grondlaag hei<strong>de</strong>nsch Frankisch-hei<strong>de</strong>nsch<br />
in <strong>de</strong> Karel-epen, Keltisch-hei<strong>de</strong>nsch in <strong>de</strong> Arthur-romans,<br />
antiek-hei<strong>de</strong>nsch in <strong>de</strong> classieke romans. Daarnaast ken<strong>de</strong><br />
men echter een van oorsprong louter christelijke verhaalkunst,<br />
die uiting gaf aan <strong>de</strong>n vromen godsdienstzin van <strong>de</strong>n mensch<br />
in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen. Het geloof was immers <strong>de</strong> band waardoor<br />
West-Europa, ondanks zijn inwendige twisten, zich<br />
voel<strong>de</strong> als een groote gemeenschap. Het doordrenkte <strong>de</strong> geledingen<br />
<strong>de</strong>r samenleving en <strong>het</strong> gedachten- en gemoedsleven<br />
van <strong>de</strong>n enkeling in gelijke mate. De mensch was lid van <strong>de</strong><br />
Kerk, erfgenaam van God en kind van Maria, in wie hij een<br />
onbegrensd en kin<strong>de</strong>rlijk vertrouwen had, en zijn bestaan<br />
hier bene<strong>de</strong>n beschouw<strong>de</strong> hij als een <strong>voor</strong>bereiding tot zijn<br />
eeuwige zaligheid.<br />
Meer nog dan in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kunstsoorten zijn <strong>de</strong> motieven<br />
hier internationaal, en wor<strong>de</strong>n zij geput uit Latijnsche verzamelingen.<br />
Sommige verhalen, nl. <strong>de</strong> heiligenlevens, wer<strong>de</strong>n,<br />
evenals <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Karel-romans, in <strong>het</strong> publiek <strong>voor</strong>gedragen<br />
op be<strong>de</strong>vaartplaatsen ; an<strong>de</strong>re had<strong>de</strong>n slechts ten doel uiting<br />
te geven aan <strong>de</strong> naieve vroomheid en aan <strong>het</strong> Godsbetrouwen<br />
dat die eeuwen van intens geloof kenmerkt.<br />
Wij vermel<strong>de</strong>n eerst <strong>de</strong> Reis van Sinte Brandaen,<br />
die <strong>de</strong>n<br />
tocht naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwereld van een wegens zijn twijfel gestraften<br />
monnik verhaalt, en waarin <strong>het</strong> christelijke sterk<br />
vermengd <strong>voor</strong>komt met <strong>het</strong> fantastische <strong>de</strong>r Keltische motieyen.<br />
Afgezien misschien van dit verhaal, is <strong>het</strong> oudste geeste-<br />
lijk gedicht <strong>de</strong> Sinte Servaes van <strong>de</strong>n reeds vermel<strong>de</strong>n SINTE SERVAES<br />
Limburgschen schrijver Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke. (Zie ± 1170<br />
bldz. 1 7.)<br />
Hij vertelt er, in onbeholpen maar naieve verzen, <strong>het</strong><br />
leven van <strong>de</strong>n H. Servatius, die eerst bisschop was te Tongeren<br />
en daarna zijn verblijfplaats overbracht naar Maastricht, waar<br />
hij stierf. Het kapittel van <strong>de</strong> St.-Servatiuskerk in <strong>de</strong>ze stad,<br />
waar men van hein<strong>de</strong> en verre ter beevaart kwam, had Van<br />
Vel<strong>de</strong>ke verzocht dit gedicht te schrijven. Dergelijke heiligen-<br />
2 1
SINTE<br />
FRANCISCUS<br />
SINTE LUTGART<br />
VANDEN<br />
LEVENE ONS<br />
HEREN<br />
13' eeuw<br />
Ste PATRICIUS<br />
VEGEVUER<br />
TONDALUS'<br />
VISIOEN<br />
14e eeuw<br />
In <strong>de</strong><br />
biographieen waren niet zeldzaam : zoo b.v. een<br />
Leven van Sinte Franciscus dat aan Maerlant toegeschreven<br />
wordt, een Leven van Sinte Lutgart, en zelfs<br />
een in opzicht van kunst niet onverdienstelijk Van<strong>de</strong>n<br />
Levene ons Heren.<br />
Later in <strong>de</strong> 14e eeuw doken nog beschrijvingen<br />
op van reizen naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwereld, met even fantastische<br />
visioenen als in <strong>de</strong> Reis van Sinte Brandaen.<br />
Te vermel<strong>de</strong>n zijn Sunte Patricius Vegevuer en<br />
Tondalus' Visioen.<br />
heiligenlevens, die zich over <strong>het</strong> algemeen nochtans<br />
meer on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n door hun kin<strong>de</strong>rlijk-vromen toon dan<br />
door kunstzinnige bewerking, treedt <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> karakteristiek<br />
gemis aan locale kleur en aan historisch inzicht aan <strong>de</strong>n dag<br />
dat we reeds opmerkten in <strong>de</strong> classieke romans, en dat ook<br />
in <strong>de</strong> godsdienstige stukken <strong>de</strong>r primitieve schil<strong>de</strong>rschool opvalt<br />
: Christus en zijn heiligen zijn echte mid<strong>de</strong>leeuwers, soms<br />
behept met rid<strong>de</strong>rlijke en feodale mentaliteit, en <strong>het</strong> landschap<br />
waarin zij zich bewegen vertoont een verrassen<strong>de</strong> gelijkenis<br />
met <strong>de</strong> Vlaamsche gouwen.<br />
Meer nog dan <strong>de</strong> levensbeschrijvingen <strong>de</strong>r heiligen vielen<br />
in <strong>de</strong>n smaak <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche gemeenschap die verhalen<br />
waarin aangetoond werd hoe <strong>de</strong> <strong>de</strong>votie tot Maria <strong>de</strong>n mensch<br />
tot heil sticht en hem een veilige schutse is tegen <strong>de</strong> macht<br />
en <strong>de</strong> lagen van <strong>de</strong>n
Eerste bladzij<strong>de</strong> van <strong>het</strong> eenig bewaard gebleven<br />
handschrift van Beatrijs.
volgen. Veertien jaar later, na een leven van zon<strong>de</strong> en<br />
schan<strong>de</strong>, keert zij naar haar
dween eruit, zoodat <strong>de</strong> nabloei <strong>de</strong>r romantische literatuur in<br />
<strong>de</strong> 1 4 e eeuw, alhoewel nog terend op <strong>de</strong> schittering <strong>de</strong>r vroegere<br />
motieven, meer en meer toegaf aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> tot<br />
grover effecten en melodramatische verwikkelingen. Bovendien<br />
on<strong>de</strong>rging zij <strong>de</strong>n invloed van <strong>het</strong> burgerlijk didactisme,<br />
waarover in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen meer. Naast <strong>de</strong> omgewerkte<br />
en verburgerlijkte ou<strong>de</strong>re romans verschenen nu <strong>de</strong><br />
Sproken, meestal sentimenteele verhalen van geringen SPROKEN<br />
omvang, <strong>voor</strong>gedragen door sprooksprekers of zeg-<br />
gers. Het type van <strong>de</strong>n sprookspreker is WILLEm W. VAN HILDE-<br />
GAERSBERCH<br />
VAN HILDEGAERSBERCH, een <strong>de</strong>r eerste Noord-Ne<strong>de</strong>r- 2 e helft 14' eeuw<br />
lan<strong>de</strong>rs die in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> optre<strong>de</strong>n. Ongeveer<br />
zijn tijdgenoot is <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r DIRC POTTER, ge- DIRC POTTER<br />
heimschrijver van <strong>de</strong> graven van Holland, met wien ± 13701 428<br />
wij reeds op <strong>de</strong> uiterste grens <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen aanlan<strong>de</strong>n<br />
en die <strong>de</strong> overgangsperio<strong>de</strong> aankondigt. Zijn werk is Der<br />
Minnen Loep, eigenlijk een verzameling verhalen waaraan hij<br />
<strong>de</strong>n naam sproke gaf, maar die om hun didactische bespiegelingen<br />
evenzeer leerdicht kon<strong>de</strong>n heeten.<br />
Met <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>n betre<strong>de</strong>n wij volop <strong>het</strong> terrein <strong>de</strong>r BOERDEN<br />
volksliteratuur. Immers, toen als nu, waren er anecdoten en<br />
moppen in omloop, internationaal kleingoed, die van mond<br />
tot mond gingen, grappige verzinsels met vaak weinig kieschen<br />
inhoud, maar waarin men <strong>het</strong> volksleven op heeterdaad kan<br />
betrappen. Toen als nu, waren er liefhebbers die verzamelingen<br />
aanleg<strong>de</strong>n of wat ze zelf verzonnen te boek stel<strong>de</strong>n. Het<br />
eenig doel van die boer<strong>de</strong>n is te doen lachen, some prof te<br />
doen lachen, en in <strong>de</strong> zeldzame gevallen dat ze een literaire<br />
waar<strong>de</strong> bezitten, danken ze die aan <strong>de</strong> rake en pittig-populaire<br />
wending van <strong>de</strong>n verhaaltrant.<br />
B. — DE ZUCHT NAAR KENNIS<br />
In <strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> eeuw gaat <strong>de</strong> glans van <strong>de</strong>n<br />
rid<strong>de</strong>rroman aan <strong>het</strong> tanen : eigenlijk behoor<strong>de</strong> toen immers<br />
<strong>de</strong> schitteren<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> feodaliteit tot <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n.<br />
Een volkomen verschillen<strong>de</strong> strooming begint men omstreeks<br />
<strong>de</strong> jaren 1250 waar te nemen, niet alleen bij ons, maar ook<br />
25
in <strong>de</strong> literatuur <strong>de</strong>r naburige lan<strong>de</strong>n. Het blijkt wel dat <strong>de</strong><br />
stijgen<strong>de</strong> beschaving, of zoo men liever wil, <strong>de</strong> volksontwikkeling,<br />
<strong>de</strong> verspreiding van <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwijs, welke verspreiding<br />
men niet al te zeer moet on<strong>de</strong>rschatten, in West-Europa <strong>de</strong><br />
behoefte <strong>de</strong>ed ontstaan om <strong>de</strong> wetenschap — of wat men<br />
toen wetenschap noem<strong>de</strong> te populariseeren. Tot dan toe<br />
was <strong>de</strong> eenige taal waarin <strong>de</strong> menschelijke kennis te boek<br />
gesteld werd <strong>het</strong> Latijn (<strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> oorspronkelijke beteekenis<br />
van <strong>het</strong> woord roman!). Nu dat men die Latijnsche<br />
werken begon te vertalen om <strong>de</strong> zucht naar kennis — niet<br />
<strong>de</strong>r massa, maar van <strong>de</strong>n naar omhoog streven<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />
stand, <strong>de</strong> burgerij — te bevredigen, koos men ook daar<strong>voor</strong>,<br />
hoe vreemd <strong>het</strong> moge schijnen, <strong>de</strong> berijm<strong>de</strong> taal, <strong>de</strong>n geijkten<br />
vorm <strong>voor</strong> al wat bewust of onbewust op <strong>de</strong>n naam woordkunst<br />
aanspraak maakte zoolang <strong>het</strong> proza als kunstvorm<br />
in <strong>de</strong> 1 4 e eeuw niet <strong>de</strong>finitief zijn bestaansrecht verworven<br />
had.<br />
Deze didactische strekking moest <strong>voor</strong>al ingang vin<strong>de</strong>n in<br />
<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche gewesten, juist omdat <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n<br />
waaruit ze geboren was, zich hier op hun gunstigst <strong>voor</strong><strong>de</strong><strong>de</strong>n.<br />
In geen enkel land immers, Italie uitgezon<strong>de</strong>rd, zien<br />
wij <strong>de</strong> gemeenten, en met <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n stand een zoo<br />
belangrijke rol spelen; nergens zooals hier wisten zij zich zoo<br />
zelfstandig te ontwikkelen en zich in zoo een hooge welvaart<br />
te verheugen. Er werkte zich in <strong>de</strong> Vlaamsche en Brabantsche<br />
ste<strong>de</strong>n een patriciersstand omhoog, die in zijn welgestel<strong>de</strong><br />
behaaglijkheid <strong>de</strong> behoefte gevoel<strong>de</strong> aan geestesvoedsel.<br />
Maar dat geestesvoedsel dieii<strong>de</strong> van een an<strong>de</strong>ren aard te zijn<br />
dan <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rpoezie positieve kennis strookte beter met zijn<br />
nuchtere zakelijkheid dan <strong>de</strong> fabelen van wufte avonturen die<br />
trouwens met geen enkele werkelijkheid meer overeenstem<strong>de</strong>n.<br />
JAN VAN BOENDALE geeft een treffen<strong>de</strong> uiting aan <strong>de</strong>ze<br />
mentaliteit door zijn zinspeling op Karel en<strong>de</strong> Elegast :<br />
Men leest dat Kaerle voer stelen<br />
lc segt u al son<strong>de</strong>r helen<br />
Dat Karel noit en stal.<br />
2 6
en Maerlant had <strong>het</strong> hem reeds <strong>voor</strong>gezegd :<br />
Die scone walsche poeten<br />
Di meer rimen dan si weten.<br />
of nog drastischer :<br />
Wat walsch is<br />
Valsch is.<br />
waarme<strong>de</strong> hij natuurlijk bedoelt dat, wat in <strong>het</strong> Fransch of<br />
walsch geschreven is, louter verzinsels zijn, terwijl <strong>de</strong> echte<br />
wetenschap te vin<strong>de</strong>n is in <strong>de</strong> Latijnsche werken.<br />
De bloei van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche didactische poezie is me<strong>de</strong><br />
te wijten aan <strong>de</strong> krachtige persoonlijkheid van haar eersten<br />
vertegenwoordiger in onze gewesten. JACOB VAN<br />
JACOB VAN<br />
MAERLANT werd ± 1230 waarschijnlijk in <strong>het</strong> MAERLANT<br />
Brugsche Vrije geboren. Hij genoot een « klerken >>- 1230-7-F.- 1300<br />
opvoeding en behoor<strong>de</strong> misschien tot <strong>de</strong> lagere geestelijkheid.<br />
Hij ging althans geduren<strong>de</strong> zekeren tijd <strong>het</strong> ambt van
•<br />
Gekleur<strong>de</strong> miniatuur uit <strong>het</strong> hs. 15001 van Maerlant's<br />
Rijmbijbel, berustend op <strong>de</strong> Koninkl. Bibliotheek to Brussel.<br />
Merk op hoe <strong>de</strong> Bijbelsche personages <strong>voor</strong>gesteld wor<strong>de</strong>n<br />
als mid<strong>de</strong>leeuwsche krijgers, en Jeruzalem als een burcht.
opzicht heeft <strong>de</strong>ze berijming geen waar<strong>de</strong> : behalve waar<br />
Maerlant een satirisch pijltje afschiet, vloeien <strong>de</strong>ze duizen<strong>de</strong>n<br />
verzen met hun ontelbare stopwoor<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> minste verheffing<br />
<strong>voor</strong>t. Maar wel interessant is ze omdat ze een dui<strong>de</strong>lijk<br />
beeld geeft van <strong>de</strong>n stand <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche wetenschap.<br />
Dat is echter al.<br />
Van even geringe artistieke beteekenis is zijn Rijmbijbel,<br />
ook naar <strong>het</strong> Latijn, een berijming van <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> RIJMBIJBEL<br />
Testament en van <strong>de</strong> Evangelien, met als slot Die .7-f: 1270<br />
W rake van Jerusalem, <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>lging van Jerusalem naar <strong>de</strong>n<br />
Joodschen geschiedschrijver Flavius Josephus.<br />
Met <strong>het</strong> breed opgezette werk Spieghel Historiael,<br />
SPIEGHEL<br />
waarin hij een overzicht <strong>de</strong>r wereldgeschie<strong>de</strong>nis wil<strong>de</strong> HISTORIAEL<br />
geven van <strong>de</strong> schepping tot op zijn eigen tijd toe,<br />
1284-1290<br />
betrad hij <strong>het</strong> eerst <strong>het</strong> terrein <strong>de</strong>r eigenlijke geschiedschrijving.<br />
Van <strong>de</strong> <strong>voor</strong>genomen vier <strong>de</strong>elen voltooi<strong>de</strong> hij er slechts<br />
twee : <strong>het</strong> eerste en <strong>het</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>.<br />
Het is teekenend vo or <strong>de</strong> richting <strong>de</strong>r geesten in dien<br />
tijd dat <strong>de</strong>ze compilaties, ondanks hun geringe dichterlijke<br />
schoonheid, zoo veel bijval mochten beleven. Terwijl van<br />
an<strong>de</strong>re gelijktijdige gedichten met moeite fragmenten tot ons<br />
zijn gekomen, bleven b.v. van <strong>de</strong>n Rijmbijbel niet min<strong>de</strong>r dan<br />
vijftien handschriften bewaard, en <strong>de</strong> Spieghel Historiael werd<br />
in 1515 zelfs nog gedrukt.<br />
Maerlant's invloed blijkt ver<strong>de</strong>r nog uit <strong>het</strong> groot aantal<br />
navolgers die in zijn spoor <strong>voor</strong>twerkten. Bij hen is er zoo<br />
mogelijk nog min<strong>de</strong>r schoonheidsbezinning waar to nemen<br />
dan bij hun meester, zoodat <strong>het</strong> gevoeglijk bij een bloote<br />
vermelding van namen mag blijven.<br />
Toch verdient een feit onze aandacht : terwin Maerlant<br />
zelf West-Vlaming is, zijn <strong>de</strong> meeste zijner navolgers Braban<strong>de</strong>rs.<br />
Dit is geen toeval. Langzamerhand verschoof <strong>het</strong> zwaartepunt<br />
<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche beschaving van Vlaan<strong>de</strong>ren, waar<br />
<strong>het</strong>, ten gevolge van <strong>de</strong> oneenighe<strong>de</strong>n tusschen <strong>de</strong> gemeenten<br />
en <strong>de</strong>n graaf, geen oogenblik rustig meer was, naar <strong>het</strong><br />
hertogdom Brabant.<br />
De rechtstreeksche <strong>voor</strong>tzetters van Maerlant zijn PHILIP<br />
UTENBROKF, van Damme, die <strong>het</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>n<br />
29
Spieghel Historiael schreef, en LODEWIJK VAN VELTHEM die<br />
<strong>het</strong> gedicht tot zijn eigen tijd bijwerkte.<br />
De verdienstelijkste leerling is nochtans JAN VAN<br />
JAN VAN<br />
BOENDALE BOENDALE, geboren te Tervuren, later schepenklerk<br />
1290-± 1366 te Antwerpen, die in zijn Brabantsche Yeesten <strong>de</strong> ge-<br />
MELIS STOKE<br />
ein<strong>de</strong> 13' —<br />
begin 14' eeuw<br />
schie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r hertogen van Brabant te boek stel<strong>de</strong>. Zijn<br />
hoofdwerk is Der Leken Spieghel, een uitgebreid ze<strong>de</strong>kundig<br />
tractaat waarin <strong>de</strong> geschiedschrijving even goed haar plaats<br />
vindt als menig <strong>voor</strong>schrift aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong> dichtkunst en zelfs<br />
<strong>de</strong> wellevendheid. Het is een karakteristiek <strong>voor</strong>beeld van <strong>het</strong><br />
soort van handboeken waaruit een burger <strong>de</strong>r 1 4 e eeuw kon<br />
putten al wat hij dien<strong>de</strong> te weten om door te gaan als een<br />
beschaafd en belezen man.<br />
In <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n aard en misschien wel een aanvulling op<br />
Der Leken Spieghel is zijn Jans Teesteye, eveneens een handleiding<br />
<strong>voor</strong> practische ze<strong>de</strong>nleer, waarin Boendale <strong>de</strong>n tijd<br />
dien hij beleeft nog zoo kwaad niet vindt : alleen in <strong>de</strong>n<br />
achteruitgang van <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>l ziet hij re<strong>de</strong>n tot klagen.<br />
Te vermel<strong>de</strong>n is nog een « dichter » die ons an-<br />
<strong>de</strong>rmaal naar <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n verplaatst,<br />
en die ons meldt dat ook daar <strong>het</strong> letterkundig Leven<br />
traag en moeizaam ontwaakt. MELTS STOKE, klerk van <strong>de</strong>n<br />
Hollandschen graaf Floris V, schreef koud en droog en<br />
plichtmatig een Rymkroniek van Holland.<br />
Namen van an<strong>de</strong>re didactische schrijvers ontbreken niet<br />
ofwel beoefenen zij, zooals JAN VAN HEELU met zijn Yeeste<br />
van <strong>de</strong>n Slag van Woeringen, <strong>de</strong> kroniek en <strong>het</strong> geschiedverhaal,<br />
en als zoodanig boezemen ze <strong>de</strong>n historicus meer belang in<br />
dan <strong>de</strong>n stu<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong>; ofwel beoogen zij godsdienstige<br />
en ze<strong>de</strong>kundige leering, zooals JAN DE WEERT van<br />
leper met zijn Nieurve Doctrinael, en zijn Disputacie van Rogiere.<br />
Daarnaast mag wel speciaal melding gemaakt wor<strong>de</strong>n van<br />
een soort van geschriften waarin we werkelijk <strong>de</strong> eerste<br />
pogingen vernemen om een wetenschap in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />
te vestigen, nl. <strong>de</strong> Cyrurgie van JAN YPERMAN, en <strong>het</strong> Boeck<br />
van Surgien van THOMAS SCELLINCK, bei<strong>de</strong>n heelmeesters uit<br />
<strong>het</strong> begin van <strong>de</strong> 14e eeuw.<br />
Het didactische genre bleef heel <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> en vijftien<strong>de</strong><br />
30
eeuw door in zwang, overwoeker<strong>de</strong> <strong>de</strong> romankunst, versmolt<br />
met <strong>de</strong> mystiek, om ten slotte in <strong>het</strong> re<strong>de</strong>rijkerstijdperk zelfs<br />
<strong>de</strong> dramatische poezie dienstbaar te maken aan haar doelein<strong>de</strong>n.<br />
C. — DE LYRIEK<br />
1. — HET INDIVIDUEEL GEVOEL<br />
De mid<strong>de</strong>leeuwen zijn een perio<strong>de</strong> waarin <strong>de</strong> mensch zich<br />
hoofdzakelijk als een lid <strong>de</strong>r gemeenschap voelt. Door zijn<br />
geloof is hij een <strong>de</strong>el van <strong>het</strong> lichaam dat geheel <strong>de</strong> Westersche<br />
wereld omvat, <strong>de</strong> Kerk ; maatschappelijk is hij een schakel<br />
in <strong>de</strong> inrichting van <strong>het</strong> gemeentewezen met <strong>de</strong> starre en<br />
strenge kasten van ambachten en neringen. Over <strong>het</strong> algemeen<br />
zijn <strong>de</strong> persoonlijkhe<strong>de</strong>n, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> wereld van <strong>het</strong> <strong>de</strong>nken,<br />
dan ook zeer weinig scherp afgeteekend : ze wor<strong>de</strong>n weggedoezeld<br />
in <strong>de</strong> massa.<br />
Maar <strong>het</strong> hart, <strong>het</strong> gevoel, met zijn individueele aspiraties,<br />
met zijn persoonlijke vreug<strong>de</strong>n en smarten, met zijn begeerten<br />
en droomerijen, verliest nooit zijn recht om zich zelf te zijn.<br />
Vandaar <strong>het</strong> op <strong>het</strong> eerste gezicht ongewone feit dat, in die<br />
tij<strong>de</strong>n van gemeenschapskunst, <strong>de</strong> lyriek, die persoonlijkste<br />
aller kunstvormen, allesbehalve schaars vertegenwoordigd is.<br />
Voor vele mid<strong>de</strong>leeuwsche dichters had <strong>de</strong> lyriek bovendien<br />
nog haar oorspronkelijke bestemming behou<strong>de</strong>n : gezongen<br />
te wor<strong>de</strong>n met begeleiding van <strong>de</strong> Tier, of van <strong>de</strong>n<br />
doe<strong>de</strong>l, naar gelang van <strong>het</strong> milieu waar zij tot uiting kwam,<br />
en gepaard te gaan met dansen.<br />
Nochtans moet niet uit <strong>het</strong> oog verloren wor<strong>de</strong>n dat in<br />
sommige gevallen <strong>de</strong> uitstorting van <strong>het</strong> gevoel beperkt bleef<br />
binnen zekere conventioneele grenzen en gebon<strong>de</strong>n aan conventioneele<br />
vormen. Dit gold meest <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hoofsche minne-<br />
lyriek, van Provencaalschen oorsprong en waarvan MINNELYRIEK<br />
<strong>de</strong> vorm, met een lange traditie achter zich, uiterst gekunsteld<br />
was, <strong>de</strong> toon hoofsch en <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp gewijd aan <strong>de</strong> hul<strong>de</strong><br />
van een e<strong>de</strong>le vrouwe. HENDRIK VAN VELDEKE, <strong>de</strong><br />
Limburger van wien hierboven reeds spraak was,<br />
schreef er een <strong>de</strong>rtigtal in <strong>de</strong>n geijkten, zeer bewerk-<br />
H. VAN<br />
VELDEKE<br />
ein<strong>de</strong> 12' eeuw<br />
31
ten vorm die moeilijk toelaat te oor<strong>de</strong>elen of <strong>het</strong> gevoel dat<br />
er in uitgesproken wordt al dan niet echt is.<br />
Veel frisscher doen <strong>de</strong> minnelie<strong>de</strong>ren aan die toegeschreven<br />
wor<strong>de</strong>n aan hertog JAN I van Brabant, die meer<br />
1253-1284 bepaald danslie<strong>de</strong>ren schijnen, en dan ook aanleunen<br />
bij <strong>de</strong>n opgewekten toon van <strong>het</strong> zinnelijker volkslied.<br />
Echte individueele gevoelslyriek in <strong>de</strong>n mo<strong>de</strong>rnen zin van<br />
<strong>het</strong> woord, treffen wij daarentegen aan bij HADE-<br />
WIJCH. Ook <strong>de</strong>ze vrouw, die misschien te Antwerpen<br />
geboren werd, en een ge<strong>de</strong>eite van haar leven te Nijvel, in<br />
Waalsch-Brabant, doorbracht, schreef minnelyriek, waarin <strong>het</strong><br />
Provencaalsche formalisme zooals we dat leer<strong>de</strong>n kennen bij<br />
Vel<strong>de</strong>ke nog nawerkt, maar een minnelyriek die <strong>de</strong>ze motieven<br />
gebruikt om <strong>het</strong> wel en wee <strong>de</strong>r lief<strong>de</strong> tot God te bezingen.<br />
Van haar verzen is <strong>het</strong> nooit uitgeputte on<strong>de</strong>rwerp <strong>de</strong><br />
mystieke Minne, met haar
genoten wor<strong>de</strong>n, terwijl om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen mo<strong>de</strong>rniseering<br />
van haar gedichten ter nauwernood mogelijk blijkt.<br />
Van een gansch an<strong>de</strong>ren aard is <strong>de</strong> lyrische poezie<br />
die Maerlant schreef. Niet <strong>de</strong> hoofsche verwoording<br />
van een conventioneel-versteend lief<strong>de</strong>gevoel, noch<br />
<strong>de</strong> onstuimige ontboezeming eener alles verteren<strong>de</strong><br />
mystieke minne, maar ernstige, ge<strong>de</strong>gen en wel overleg<strong>de</strong><br />
uiting van sociale en didactische bespiegelingen geeft<br />
Jacob van Maerlant. Wij zagen (blz. 1 7) hoe zijn didactisch<br />
aangeleg<strong>de</strong> geest reeds <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rrornans, die hij in zijn jeugdjaren<br />
schreef, doordrenkte met koel-nuchtere beschouwingen.<br />
Ook in zijn strofische gedichten, die hij waarschijnlijk meest<br />
alle op rijperen leeftijd schreef, overheerscht <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zwaarwichtige<br />
toon, wat niet verhin<strong>de</strong>rt dat hij prachtig kan toornen<br />
als hij in vuur geraakt over <strong>de</strong> onrechtvaardighe<strong>de</strong>n en ongerechtighe<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong>zer wereld.<br />
Zijn bekendste lyrische gedichten zijn <strong>de</strong> Martijns,<br />
reeks gesprekken tusschen <strong>de</strong>n schrijver en een zekeren Martijn.<br />
Vooral Martijn I, ook, naar <strong>het</strong> aanvangsvers, Wapene<br />
Martijn genoemd, verdient onze waar<strong>de</strong>ering. De gesprekken<br />
gaan over een reeks vraagstukken : over <strong>de</strong> verdorvenheid<br />
<strong>de</strong>r wereld, over <strong>het</strong> verval van trouw en <strong>de</strong>ugd, over <strong>het</strong><br />
on<strong>de</strong>rscheid <strong>de</strong>r stan<strong>de</strong>n. Zijn verontwaardiging is daarbij<br />
die van <strong>het</strong> gezond verstand tegenover <strong>de</strong> dwaashe<strong>de</strong>n en<br />
<strong>de</strong> on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n tijd.<br />
Zijn beste gedicht is misschien wel Van<strong>de</strong>n Lan<strong>de</strong> van Oversee<br />
(na 1291 geschreven), waarin een onstuimige lyrische kracht<br />
een<br />
<strong>de</strong> onverschillig gewor<strong>de</strong>n christenheid oproept tot <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging<br />
van <strong>het</strong> H. Land. Van min<strong>de</strong>r beteekenis is Der<br />
Kerken Claghe, waarin hij jammert over <strong>het</strong> verval <strong>de</strong>r kerk.<br />
Krachtige persoonlijkhe<strong>de</strong>n, die zich in <strong>de</strong> lyriek uitspreken,<br />
treft men ver<strong>de</strong>r niet aan. Wel klinkt soms, in <strong>de</strong> massa <strong>de</strong>r<br />
anonieme volkslie<strong>de</strong>ren, een kristalhel<strong>de</strong>r geluid dat ons<br />
waarschuwt dat een ziel zich uitzingt. Dit is o.a. <strong>het</strong> geval<br />
met <strong>het</strong> klaaglied Egidius waci besot bleven, dat om zijn ge<strong>de</strong>mpte<br />
woordharmonie en zijn zacht weemoedigen rhythmenval<br />
een sterk persoonlijke lyrische natuur verraadt, en ook<br />
met <strong>het</strong> jongere Chcquetst ben is van binnen.<br />
SOCIAAL-<br />
DIDACTISCHE<br />
LYRIEK<br />
JACOB VAN<br />
MAERLANT<br />
2e helft 13' eeuw<br />
33
•<br />
ito utak °Van meltillt,<br />
usltrite inattUtt bac ":,altottit<br />
ettett-wettir tee It tbitn,<br />
t rot<br />
cratafttu lout<br />
0 Ott nuttywoutut 4atu<br />
-zoubte tunnel ell warn<br />
nutlet* Itetett tant -<br />
e ;its vallietytud<br />
tut Ze barn colt -nett Irtueen<br />
Suchen van Zen Oxtutr<br />
te -,vtecten<br />
beat teCcatten eu •viten<br />
alit Zito' suet tit btie'doutr<br />
of hen gmb<br />
^<br />
gup,batabootnekray.<br />
I num istaratoni<br />
bar bit vex vtecrestor<br />
tit It taloa, tiotlebstetuldt<br />
of bar In to e<br />
tettitttnett Watt (niter<br />
hint *font,<br />
n t<br />
t tour intenbdieben Inv<br />
Mt Wen etthottnecit Custom etit<br />
ettitutit eh).<br />
it if:abaft mow<br />
ottofttarttin otter<br />
of **row<br />
u<br />
,Nottnue triatit-011$ We - , tu<strong>de</strong>nv) env*<br />
ber btft<br />
nu Ite alto Ito<br />
itmetten ett Veen.<br />
eft tuanuotte tut 0,13E tont,<br />
van bet ic beettithe . :<br />
tebttitor is Attottn ensflotn<br />
&bete ‘vitiur ?tee in Zen ftwit<br />
uhterbt<br />
bartro*<br />
te<br />
Induittittokheitrixtnimen.<br />
veer voigitet bitibta wribt4.,tt<br />
bar smetals!'<br />
truatitictrit bitten wtwn<br />
- bit tomtitnutt to btuartt<br />
Imnbftttt ntent vottlocbte<br />
Ixtil int Atitt ta , nth OiltVattt<br />
tit Witte bUte txte mtratto<br />
tot btroott utt.beforlist<br />
-zenth.,,tat tittottircett taint.<br />
ot tut ett 3tut it intoadt<br />
'mutt In tut bone curtityl<br />
Ott la *vitt ixttituritte:.<br />
arum 7u tie tut- b trAitt ,<br />
vett truttiteffett Worn matt<br />
instil %Gull:0e, ixt tale'<br />
ota Thiitate hew ten attn<br />
beterwalitt,c lanhat kVA. ou<br />
ktt Itterxt ii Itett'<br />
ttu 'molten. 'baboon tett<br />
cum Zvi* tau men ben<br />
tttoo bee at heir<br />
• ttsivolunettitt vettitu out<br />
titt* Int rebate beervatt<br />
%MAO' foOttrtittil bir %Vat'<br />
tte ttm.<br />
tt nnbunte otterwiter<br />
tar Ottz itetbetv Itabte veer<br />
tt putt *mitt taw<br />
(IT to tett cc/11km no<br />
lytt *abut nutter notettr<br />
nta fatten bat bar<br />
. 4 o (woo<br />
bar 41 =inmost 4e461 our '<br />
el bib* itkutt 30 mat<br />
nu antrum* <strong>de</strong>ft<br />
friitt optubocr<br />
vaimuntli taw<br />
Artcributa fatly/rt.<br />
al* bt It-v./mune/I loity<br />
dila *oily oiitto 13414*<br />
nimitvit<br />
Motor Atm bottictitett<br />
eti bit newt titer War<br />
0 01,, OM 11 WM WM<br />
- ,<br />
liter ffilittMett NM* fatiett gctm<br />
at 130-# totItOilhar bit trate tutottr<br />
bit -chit rtutturen<br />
Of In Ism one herly<br />
Watt itttibett<br />
baz :4-t Ida glitint<br />
etv bat Ccallw 4c‘rioir.<br />
Int 114-'xtratiteirocohill<br />
'Wert tinteli$<br />
tittit Ut, zkri4Ar<br />
4.:11 botc.r oultne<br />
Atitlur Itivr Akkilthu,,,a1 vrc<br />
ohm ti ltw4+;<br />
• ale liertr wIntett It<br />
‘lhtrir atirfactutcr OK Kr<br />
Eerste bladzij<strong>de</strong> uit <strong>het</strong> handschrift van Maerlant's Wapene Martijn.<br />
(Bibliotheek van <strong>de</strong> Universiteit to Groningen.)
Een even sterke lyrische klank treft ons bijwijlen in <strong>de</strong><br />
talrijke gebe<strong>de</strong>n- en getij<strong>de</strong>nboeken, <strong>voor</strong>al uit <strong>de</strong> 15e eeuw :<br />
enkele van <strong>de</strong> daarin <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> niet-liturgische gebe<strong>de</strong>n,<br />
meestal in proza, als b.v. <strong>de</strong> Pater nosier win<strong>de</strong>r Verrisenesse ons<br />
liefs Heeren en <strong>het</strong> Gebed <strong>de</strong>r coninginnen van Cecilien, zijn aangrijpen<strong>de</strong><br />
gevoelsuitingen.<br />
Heelemaal op <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>zer perio<strong>de</strong> dient nog vermeld<br />
te wor<strong>de</strong>n ZUSTER BERTKEN van Utrecht die zeven<br />
ZUSTER<br />
en vijftig jaar ingemuurd in een kluis leef<strong>de</strong>, en van BERTKEN<br />
wie een achttal mystieke lie<strong>de</strong>ren overblijven. Van 1427-1514<br />
een gansch an<strong>de</strong>ren aard zijn ze echter dan die welke Ha<strong>de</strong>wijch<br />
tweehon<strong>de</strong>rd jaar vroeger schreef : in plaats van <strong>de</strong><br />
onstuimigheid <strong>de</strong>r mystieke minne bekoren zij door hun argeloozen<br />
eenvoud.<br />
2. — DE ZINGENDE MIDDELEEUWER<br />
Naast <strong>het</strong> lyrisch gedicht van <strong>de</strong>n enkeling, <strong>het</strong><br />
lied van <strong>de</strong> gemeenschap. Dat lied <strong>voor</strong>al is niet te HET WERELDschei<strong>de</strong>n<br />
van zijn melodic. Samen zou<strong>de</strong>n ze moeten LIJK LIED<br />
bestu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> 1 3e eeuw tot <strong>de</strong> 1 7 e , toen <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche muziek ver buiten haar zrenzen vermaard was.<br />
We kunnen ons nu nog moeilijk <strong>voor</strong>stellen wat een plaats<br />
<strong>het</strong> lied bij onze <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs innam. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> dorpslin<strong>de</strong>,<br />
op <strong>de</strong> feestwei<strong>de</strong>, aan <strong>de</strong> bran bij <strong>de</strong> stadspoort, zingt een<br />
ruiter, een stu<strong>de</strong>nt, een landsknecht wat zijn gemoed beweegt.<br />
Het lied beheerschte in<strong>de</strong>rdaad
gegeven wor<strong>de</strong>n. Onmogelijk is <strong>het</strong> er <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rdom van to<br />
bepalen : mon<strong>de</strong>ling wer<strong>de</strong>n ze <strong>voor</strong>tgeleerd en sommige<br />
wer<strong>de</strong>n pas in <strong>de</strong> vorige eeuw uit <strong>de</strong>n volksmond opgeteekend.<br />
Er zijn er waarin men zon<strong>de</strong>r moeite nog sporen van<br />
<strong>het</strong> Germaansche hei<strong>de</strong>ndom erkent ; an<strong>de</strong>re die historische<br />
feiten bezingen ; an<strong>de</strong>re nog die ons een blik gunnen in <strong>het</strong><br />
volksleven. Toch schijnt <strong>het</strong> dat <strong>de</strong> meeste ontstaan zijn in<br />
<strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw.<br />
RIDDER-<br />
Voor zoover een overzicht mogelijk is kan er ge-<br />
ROMANCES wezen wor<strong>de</strong>n op rid<strong>de</strong>rromances, zooals <strong>het</strong> lied van<br />
Heer Halewyn, met zijn stemming van maag<strong>de</strong>lijke teerheid<br />
HISTORISCHE<br />
LIEDEREN<br />
en angstwekken<strong>de</strong> ruwheid, terwijl <strong>de</strong> tweeregelige strofen<br />
tevens een hooge plastische kracht bereiken. Niet min<strong>de</strong>r<br />
mooi is <strong>het</strong> lied van Heer Dancelken, terwijl Het dag<strong>het</strong> in <strong>de</strong>n<br />
Oosten bijna evenzeer dramatisch als episch van vorm is,<br />
maar met een stemming van doordringen<strong>de</strong>n weemoed. Het<br />
populairste wellicht, evenzeer om zijn romantisch-teere gevoeligheid<br />
als om zijn ontroeren<strong>de</strong> melodie is Het waren twee<br />
Conincskin<strong>de</strong>ren.<br />
De historische lie<strong>de</strong>ren bezingen toestan<strong>de</strong>n of ge-<br />
beurtenissen : aldus b.v. <strong>het</strong> Kerelslied, waaruit een<br />
echt krachtige haat van <strong>de</strong>n « ruter » tegenover <strong>de</strong> kerels<br />
spreekt. Een feit dat sterken indruk maakte op <strong>de</strong>n tijdgenoot<br />
was <strong>de</strong> moord op graaf Floris V (1296), dien Dirc<br />
Potter reeds in zijn Rymkroniek verhaal<strong>de</strong> en waaraan <strong>het</strong> lied<br />
Van Graef Floris en<strong>de</strong> Geeraert van Velsen gewijd werd. Ver<strong>de</strong>re<br />
<strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n zijn De Slach van Blangys (zege behaald door<br />
Maximiliaan bij Guinegate op <strong>de</strong> Franschen in 1479), enz.<br />
DRINK- EN Vol ruwen levenslust, maar ook soms vol guitige<br />
DANSLIEDEREN schalkschheid klinken <strong>de</strong>ze lie<strong>de</strong>ren die niet zel<strong>de</strong>n<br />
MINNELIEDE-<br />
REN, TELLIE-<br />
DEREN, enz.<br />
een verhalen<strong>de</strong>n inhoud hebben : moet er hier herinnerd<br />
wor<strong>de</strong>n aan Des Winters als <strong>het</strong> regent, aan Zeg Kwezelken Wil<strong>de</strong><br />
gij dansen?<br />
Daarnaast is <strong>het</strong> wel niet noodig to wijzen op <strong>de</strong><br />
ontelbare verschei<strong>de</strong>nheid <strong>de</strong>r minnelie<strong>de</strong>ren, <strong>de</strong>r<br />
arbeidslie<strong>de</strong>ren, <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>r tellie<strong>de</strong>ren die gezongen<br />
wer<strong>de</strong>n bij <strong>het</strong> kantwerken. Alle samen maken zij een schat<br />
uit die getuigt van <strong>de</strong> rijke vruchtbaarheid van onze yolks-<br />
36
poezie.<br />
Naast <strong>het</strong> profane lied, had <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwer HET GEESTELIJK<br />
ook zijn godsdienstige zangen. De oudste zullen wel<br />
LIED<br />
eenvoudige vertalingen of paraphrasen geweest zijn van<br />
Latijnsche kerkzangen. De bloeitijd van <strong>het</strong> geestelijk lied valt<br />
echter <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> 1 5 e eeuw. Vele schijnen ontstaan te zijn<br />
uit <strong>de</strong> godsdienstige reactie tegen <strong>de</strong> verwil<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r toenmalige<br />
ze<strong>de</strong>n, en als tegenhangers van <strong>de</strong> dikwijls al te losse<br />
wereldlijke lie<strong>de</strong>ren. Het gebeur<strong>de</strong> zelfs niet zel<strong>de</strong>n dat een<br />
vroom lied zijn wijs ontleen<strong>de</strong> aan een bekend profaan lied,<br />
of dat <strong>de</strong> tekst schijnbaar aanleun<strong>de</strong> tegen een wereldlijk<br />
gedicht. Sommige teekenen wijzen er op dat <strong>de</strong> Franciscanen,<br />
die een bedrijvige rol speel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> godsdienstige heropleving,<br />
als echte menestrelen ter eere van God met hun lie<strong>de</strong>ren<br />
rondreis<strong>de</strong>n en ze aldus mondgemeen maakten.<br />
Men zong ze zon<strong>de</strong>r twijfel in <strong>de</strong>n huiskring, maar in hoofdzaak<br />
waren ze bestemd om door <strong>de</strong> geloovigen in <strong>de</strong> kerk<br />
gezongen te wor<strong>de</strong>n. Merkwaardig is dat vele bijna. louter<br />
verhalend van inhoud zijn. Zij missen dan ook over 't algemeen<br />
<strong>de</strong> ontstellen<strong>de</strong> ontroeringskracht die we b.v. bij <strong>de</strong><br />
ou<strong>de</strong>re rid<strong>de</strong>rromances aantref fen. Maar daartegenover staat<br />
een grille onbeholpenheid, die naiefweg met <strong>het</strong> heiligste op<br />
vertrouwelijken voet omgaat, en een onverschrokken Bemis<br />
aan locale kleur.<br />
Zeer talrijk zijn <strong>de</strong> kerstlie<strong>de</strong>ren waaron<strong>de</strong>r er verschillen<strong>de</strong><br />
zijn die men herkent als bestemd om door kin<strong>de</strong>ren<br />
gezongen te wor<strong>de</strong>n. B.v. Ons ghenaket die Aventstar.<br />
Daarnaast<br />
tref fen we passie-, paasch- en hemelvaartlie<strong>de</strong>ren aan, alhoewel<br />
die in<strong>de</strong>eling eenigszins willekeurig is : gansch <strong>het</strong> leven<br />
van Christus werd immers bezongen, evenals dat van Maria<br />
en van <strong>de</strong> heiligen. In enkele gevallen komt <strong>het</strong> lied op <strong>de</strong><br />
uiterste grens van <strong>de</strong> legen<strong>de</strong> te staan : De Soudaen had een<br />
Dochterkijn.<br />
Meer persoonlijke stemming vin<strong>de</strong>n we in <strong>de</strong> lie<strong>de</strong>ren<br />
waar <strong>de</strong> mystieke geest, dien we <strong>het</strong> eerst bij Ha<strong>de</strong>wijch<br />
aantrof fen, doorheen waait, en die gansch <strong>de</strong> gamma van<br />
een door Gods lief<strong>de</strong> beroer<strong>de</strong> ziel aanstrijken, maar wier<br />
kunstwaar<strong>de</strong> ook zeer verschei<strong>de</strong>n is.<br />
3 7
D. — EEN NIEUWE KUNSTVORM : HET PROZA<br />
Opvallend is <strong>het</strong> dat <strong>het</strong> proza zoo schaars als kunstvorm<br />
gebruikt wordt. Het is een feit dat <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche schrijver<br />
zijn groote epische kunst evengoed als zijn kortere verhalen<br />
en anecdoten, zijn populaire kluchten en grollen<br />
evengoed als zijn mysteriespelen, en zelfs zijn vulgarisatiewetenschap,<br />
uitsluitend inkleed<strong>de</strong> in <strong>de</strong>n berijm<strong>de</strong>n vorm. De<br />
eenige <strong>voor</strong> <strong>de</strong> openbaarheid bestem<strong>de</strong> gedachtenuitingen die<br />
in proza gesteld wer<strong>de</strong>n, waren wellicht <strong>de</strong> sermoenen en <strong>de</strong><br />
vertalingen van <strong>de</strong> Evangelien.<br />
Merkwaardig mag <strong>het</strong> heeten dat <strong>de</strong> eerste impuls tot <strong>het</strong><br />
gebruik van <strong>de</strong>n prozavorm ge<strong>de</strong>eltelijk uitgaat van <strong>de</strong> brieven<br />
<strong>de</strong>ze toch waren oorspronkelijk een uiting van privaten<br />
aard. Zoo bezitten wij een verzameling Brieven van HADEwucH<br />
waarin zij haar opvatting en ervaringen van <strong>de</strong> mys-<br />
BRIEVEN VAN<br />
HADEWI JCH tieke lief<strong>de</strong> uiteenzet. Men moet evenwel toegeven<br />
13° eeuw dat <strong>de</strong> stin ervan allesbehalve onbeholpen is, zooals<br />
men dat zou verwachten bij een aanvangen<strong>de</strong>n kunstvorm :<br />
hij is integen<strong>de</strong>el rijk en gedragen met sterk ineengeklonken<br />
VISIOENEN volzinnen. Hetzelf<strong>de</strong> geldt <strong>voor</strong> haar taal in een<br />
an<strong>de</strong>r prozawerk : <strong>de</strong> Visioenen, die in visionnaire beel<strong>de</strong>n<br />
haar opgang in <strong>het</strong> mystieke leven schil<strong>de</strong>ren, en waarschijnlijk<br />
ook bestemd waren <strong>voor</strong> een zeer beperkten kring van<br />
eensvoelen<strong>de</strong> lezeressen.<br />
Wellicht een tijdgenoote van Ha<strong>de</strong>wijch is <strong>de</strong><br />
kloosterlinge BEATRIJS VAN NAZARETH, die eveneens<br />
BEATRIJS VAN<br />
NAZARETH een verhan<strong>de</strong>ling in proza schreef : Seven manieren<br />
1200-1268 van Minnen.<br />
Doch we moeten wachten tot <strong>de</strong> • 14e eeuw, wanneer <strong>de</strong><br />
meeste hierboven behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> genres, behalve <strong>het</strong> dramatische,<br />
reeds min of meer in verval geraakt zijn, om <strong>het</strong> proza krachtig<br />
zijn bestaansrecht als kunstvorm to zien opeischen. Zijn<br />
opgang in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> is onverbreekbaar<br />
DE MYSTIEK verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> mystieke beweging, waarvan<br />
14e, eeuw reeds Beatrijs en Ha<strong>de</strong>wijch vertegenwoordigsters<br />
waren, maar die <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> 1 4 e eeuw zich met kracht en<br />
klem in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n en in Duitschland laat gel<strong>de</strong>n.<br />
38
Dit hangs samen met <strong>de</strong> geschiedkundige toestan<strong>de</strong>n. Er<br />
was iets veran<strong>de</strong>rd in <strong>de</strong> samenleving . <strong>de</strong>r naar hun ein<strong>de</strong><br />
nijgen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen <strong>het</strong> schoone evenwicht tusschen<br />
aardschheid en hemelschheid » was zoek, <strong>de</strong> ineenschakeling<br />
van <strong>het</strong> geestelijk i<strong>de</strong>aal en <strong>de</strong> stoffelijke werkelijkheid<br />
was gebroken. De mistoestan<strong>de</strong>n, door Maerlant gehekeld,<br />
waren op <strong>de</strong> spits gedreven, en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>ugd schaam<strong>de</strong> zich<br />
niet om onbeschroomd en uitdagend in <strong>het</strong> voile daglicht te<br />
tre<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>het</strong> jaar 1378 ontstond daarenboven <strong>de</strong> groote Westersche<br />
scheuring in <strong>de</strong> Kerk, waardoor <strong>de</strong> geestelijke tucht<br />
merkelijk verzwakte en <strong>het</strong> gezag van <strong>de</strong>n Paus in <strong>het</strong><br />
gedrang kwam. Allerlei ketterijen kon<strong>de</strong>n welig tieren en<br />
brachten een niet geringe vertroebeling in <strong>de</strong> geesten en <strong>de</strong><br />
gemoe<strong>de</strong>ren.<br />
Tegen dien wassen<strong>de</strong>n vloed van ongerechtighe<strong>de</strong>n zoeken<br />
<strong>de</strong> zuiveren van hart meer en meer bescherming in <strong>de</strong> mystiek<br />
die tot een sociaal verschijnsel uitdijt. Reeds in <strong>de</strong> vorige<br />
eeuw had een zelf<strong>de</strong> gevoel van reactie tegen <strong>de</strong> godsdienstige<br />
en ze<strong>de</strong>lijke verwording geleid tot <strong>het</strong> oprichten van <strong>de</strong><br />
begijnhoven. Nu opnieuw wordt <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne <strong>de</strong>votie, die <strong>het</strong><br />
geestelijk leven in veiliger banen leidt, uit dit religieus yolksenthousiasme<br />
geboren. Het kenmerk van <strong>de</strong> mystiek is <strong>het</strong><br />
streven van <strong>de</strong> ziel om zich te vereenigen met God. Voorai<br />
door <strong>de</strong> bespiegeling, door <strong>het</strong> opgaan in <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke lief<strong>de</strong>,<br />
tracht <strong>de</strong> enkeling <strong>de</strong>ze vereeniging met <strong>de</strong> Eenheid, met<br />
God, te bereiken.<br />
De <strong>voor</strong>naamste vertegenwoordiger van <strong>de</strong> mystiek in onze<br />
gewesten is JOANNES RUUSBROEC, wiens extatische<br />
J. RUUSBROEC<br />
gestalte op <strong>de</strong>n drempel <strong>de</strong>r veertien<strong>de</strong> eeuw oprijst. 1293-1381<br />
Hij werd, naar men <strong>de</strong>nkt, te Ruisbroek (bij Brussel) in<br />
1293 geboren. Nog jonge knaap ging hij inwonen bij zijn<br />
oom die geestelijke was van Ste Goe<strong>de</strong>len te Brussel, en<br />
werd opgeleid tot <strong>de</strong>n priesterstand. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> meer dan<br />
<strong>de</strong>rtig jaar die hij in <strong>de</strong> hertogelijke stad doorbracht, voel<strong>de</strong><br />
hij <strong>de</strong> mystische neiging van zijn wezen aangroeien, en<br />
schreef hij wellicht reeds eenige van zijn tractaten; tot hij,<br />
samen met nog twee an<strong>de</strong>re geestelijken, zich in <strong>de</strong> eenzaam-<br />
39
heid van <strong>het</strong> Zonienwoud terugtrok om er zich aan zijn bespiegelingen<br />
over te geven. Velen had<strong>de</strong>n hem dit reeds<br />
<strong>voor</strong>gedaan, en overal in <strong>het</strong> uitgestrekte woud huis<strong>de</strong>n eenzaten<br />
die er <strong>de</strong> verdorvenheid <strong>de</strong>r wereld ontvlucht waren.<br />
Maar Ruusbroec's faam verspreid<strong>de</strong> zich spoedig, en weldra<br />
kwamen meer geestelijken zich bij hem vervoegen. Aldus<br />
ontstond <strong>de</strong> abdij van Groenendaal, waarvan hij <strong>de</strong> eerste<br />
prior werd. Zijn roem overschreed zelfs <strong>de</strong> grenzen, zoodat<br />
men hem van uit Frankrijk en Duitschland kwam raadplegen.<br />
Ruusbroec stel<strong>de</strong> waarschijnlijk te Groenendaal zijn meeste<br />
mystische raadgevingen en ervaringen te boek.<br />
HET SIERAAD Zijn bekendste werk is wel Die Chierheit <strong>de</strong>r gheeste-<br />
DER<br />
leker Brulocht (Het sieraad <strong>de</strong>r geestelijke bruiloft),<br />
GEESTELI JKE<br />
BRUILOFT een werk in drie <strong>de</strong>elen, waarin wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld<br />
<strong>de</strong> drie gra<strong>de</strong>n langswaar men tot <strong>de</strong> opperste mystieke<br />
zaligheid opklimt : <strong>het</strong> werken<strong>de</strong>, <strong>het</strong> innige en <strong>het</strong> godschouwen<strong>de</strong><br />
leven. An<strong>de</strong>re verhan<strong>de</strong>lingen door Ruusbroec geschreven<br />
heeten Van<strong>de</strong>n kerstenen Chelove, Het boec van<strong>de</strong>n gheestelefren<br />
Tabernacule, Van Seven Trappcn, enz., die alle samen<br />
een grootsch mystisch stelsel uitmaken.<br />
Nochtans wer<strong>de</strong>n zij niet geschreven met eenige literaire<br />
bedoeling : hun auteur bestem<strong>de</strong> ze als practische uiteenzettingen<br />
<strong>voor</strong> zijn volgelingen, als leiding <strong>voor</strong> kloosterzusters,<br />
in allen gevalle <strong>voor</strong> zijn onmid<strong>de</strong>llijke omgeving. Maar, in<br />
<strong>het</strong> binnenste wezen van Ruusbroec brand<strong>de</strong> <strong>de</strong> vlam <strong>de</strong>r<br />
schoonheid, en als <strong>de</strong> vervoering over hem vaardig werd, dan<br />
liet hij zijn proza onbewust openbloeien tot een vast gerhythmeer<strong>de</strong><br />
en klankhel<strong>de</strong>re uiting van <strong>de</strong> diepste stemmingen.<br />
Op zulke oogenblikken werd dit proza, dat Been kunst<br />
wil<strong>de</strong> zijn, meer poezie dan <strong>de</strong> vele duizen<strong>de</strong>n verzen zon<strong>de</strong>r<br />
bezieling die <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen had<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgebracht. Gewoonlijk<br />
echter schreef hij een vlotte maar niettemin kruimige<br />
volkstaal, frisch en opgeruimd van toon, vol populaire uitdrukkingen<br />
en wendingen, die <strong>de</strong>n lezer onmid<strong>de</strong>llijk verstaanbaar<br />
moest zijn. Zijn zinsbouw is veel min<strong>de</strong>r ingewikkeld<br />
dan bij Ha<strong>de</strong>wijch, maar raak kan hij typeeren en niet<br />
zel<strong>de</strong>n hanteert hij een zerpe, snij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ironie, die echter<br />
steeds misbruiken, nooit personen gold.<br />
40
Ruusbroec's invloed was onberekenbaar, en dat<br />
op velerlei gebied, <strong>het</strong> meest natuurlijk op <strong>de</strong> ver-<br />
breiding van <strong>de</strong> mystieke leer. Nog tij<strong>de</strong>ns zijn leven wer<strong>de</strong>n<br />
eenige van zijn verhan<strong>de</strong>lingen in <strong>het</strong> Latijn overgezet ; hierdoor<br />
en me<strong>de</strong> door <strong>de</strong> latere vertalingen, waaron<strong>de</strong>r een<br />
volledige, wer<strong>de</strong>n zijn bespiegelingen bewon<strong>de</strong>rd en nagevolgd<br />
in heel <strong>de</strong> Christenheid, en doordrongen zijn gedachten<br />
<strong>de</strong> mystieke beweging in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n. Aldus ontstond<br />
on<strong>de</strong>r zijn invloed een ontzaglijke literatuur : hij is wellicht<br />
<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche schrijver wiens faam <strong>het</strong> verst en <strong>het</strong> duurzaamst<br />
<strong>de</strong> enge grenzen van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch taalgebied<br />
overschre<strong>de</strong>n heeft.<br />
In <strong>de</strong> Dietsche gewesten riep zijn <strong>voor</strong>beeld niet alleen een<br />
eigen bloeien<strong>de</strong> geestelijke literatuur in <strong>het</strong> leven, maar on<strong>de</strong>r<br />
zijn impuls ontstond <strong>voor</strong>al in Noord-Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> beweging<br />
van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne <strong>de</strong>votie tot vernieuwing van <strong>het</strong> godsdienstig<br />
leven. Aan <strong>het</strong> hoofd hiervan stond GERRIT DE GROOTE die,<br />
door <strong>de</strong>n roem van <strong>de</strong>n Groenendaalschen prior aangetrokken,<br />
hem in zijn kluis was komen bezoeken. Meest al zijn<br />
werken schreef hij in <strong>het</strong> Latijn, maar even groote verdiensten<br />
verwierf hij zich door <strong>de</strong> stichting van <strong>de</strong> Broe<strong>de</strong>rs en Zusters<br />
van <strong>het</strong> gemeene leven, die een groote rol gespeeld hebben in<br />
<strong>de</strong> inrichting van <strong>het</strong> volkson<strong>de</strong>rwijs. De schoonste en beroemdste<br />
vrucht van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche mystieke literatuur in<br />
<strong>het</strong> Latijn is <strong>de</strong> Imitatio Christi van THOMAS VAN KEMPEN.<br />
Ook op <strong>de</strong> volkstaal was <strong>de</strong> invloed van Ruusbroec krachtig.<br />
Te oor<strong>de</strong>elen naar <strong>het</strong> groot aantal handschriften die van<br />
zijn werken bewaard zijn gebleven, moet men ze zeer druk<br />
gelezen hebben, en heeft hij <strong>de</strong>n vorm dien hij gebruikte,<br />
een tot dan toe ongekend gezag bezorgd. Men heeft hem<br />
<strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r van <strong>het</strong> Dietsche proza genoemd, en terecht, niet<br />
omdat <strong>voor</strong> hem geen proza geschreven werd, maar omdat<br />
hij, door <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van zijn bevattelijken, hoewel gekuischten<br />
stijl, <strong>de</strong> eerste geweest is van een lange reeks be-<br />
RUUSBROEC'S<br />
INVLOED<br />
oefenaars van <strong>het</strong> proza als literairen vorm. In <strong>de</strong><br />
JAN VAN<br />
rij van mystieke schrijvers, epigonen van Ruusbroec,<br />
LEEUW<br />
treffen we in zijn onmid<strong>de</strong>llijke omgeving JAN VAN<br />
t 1377<br />
LEEUW aan. Hij was <strong>de</strong>
Groenendaal, waar hij vol bewon<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> zijn prior, diens<br />
werk in een populair<strong>de</strong>r en tevens min<strong>de</strong>r artistieken vorm<br />
navolg<strong>de</strong>. Van grooter beteekenis en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> literatuur, en<br />
H. MANDE <strong>voor</strong> <strong>de</strong> godsdienstige beweging is HENDRIK MANDE,<br />
1360-1431 <strong>de</strong> « Ruusbroec van <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n », wiens geschriften<br />
vaak aan die van zijn meester herinneren, en die een niet<br />
gering aan<strong>de</strong>el nam in <strong>de</strong> verspreiding van <strong>de</strong> mystieke beschouwingen<br />
in Noord-Ne<strong>de</strong>rland.<br />
J. BRUGMAN Nog meer' bekendheid verwierf <strong>de</strong> latere predi-<br />
±: 1400-1473 kant JAN BRUGMAN die, to Kempen geboren, heel <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n door zijn frisch en opwekkend woord liet hooren,<br />
en wiens preeken mo<strong>de</strong>llen zijn van direct-aangrijpen<strong>de</strong><br />
volks-welsprekendheid.<br />
Trouwens <strong>de</strong>ze veertien<strong>de</strong> eeuw is merkwaardig in tweeerlei<br />
opzicht : Noord-Ne<strong>de</strong>rland laat zich nu ook resoluut als<br />
literair, zij <strong>het</strong> nog als mystiek-ascetisch milieu gel<strong>de</strong>n ; en<br />
bovendien is <strong>het</strong> <strong>de</strong> eeuw van <strong>het</strong> proza als kunstvorm. Want<br />
naast <strong>de</strong> mystiek, Brij pen nu eveneens naar <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong><br />
ongebon<strong>de</strong>n taal <strong>het</strong> didactisme en zelfs <strong>de</strong> verhalen<strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong>.<br />
Omstreeks <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r eeuw werd <strong>de</strong> Bijbel vertaald<br />
; uit <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n tijd dagteekent een Leven van Jezus.<br />
Vooral ontstaan er, in <strong>de</strong> 1 4 e en 1 5 e eeuw, verzamelingen<br />
in proza van Exempelen, didactische <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> levens<br />
<strong>de</strong>r heiligen, en vaak ontroeren<strong>de</strong> Legen<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> mystieke<br />
inslag nawerkt op <strong>de</strong> verhalen<strong>de</strong> literatuur. En we molten<br />
niet vergeten dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rromans nog steeds gegeerd<br />
bleven, maar nu eveneens in doorloopend proza.<br />
E. - EEN NIEUWE DRAMATIEK WORDT GEBOREN<br />
De mid<strong>de</strong>leeuwer beschouw<strong>de</strong> <strong>het</strong> tooneel niet of ternauwernood<br />
als een uiting van artistieke bedrijvigheid. Het tooneel<br />
was <strong>voor</strong> hem een openbare aangelegenheid, die <strong>de</strong>el uitmaakte<br />
van <strong>het</strong> leven <strong>de</strong>r gemeente, evengoed als jaarmarkten<br />
of kermissen. Hij wist dat in <strong>het</strong> jaar regelmatig, ten aanschouwe<br />
van gansch <strong>de</strong> burgerij met <strong>voor</strong>aan <strong>de</strong>n stadsmagistraat<br />
en <strong>de</strong> kerkelijke overheid, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vrije lucht en<br />
42
omraamd door <strong>de</strong> gevels van <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche marktplein,<br />
of tegen <strong>de</strong>n massieven achtergrond van <strong>het</strong> kerkgebouw,<br />
opvoeringen plaats grepen, waar alien aan meewerkten, en<br />
waarbij <strong>de</strong>gene die <strong>de</strong>n tekst lever<strong>de</strong> nauwelijks meer geteld<br />
werd dan <strong>de</strong> ambachtsman die <strong>de</strong> pratikabels vervaardig<strong>de</strong>.<br />
In waarheid achtte ie<strong>de</strong>r lid <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche gemeenschap<br />
zich zoowat me<strong>de</strong>werker aan <strong>de</strong> dramatische <strong>voor</strong>stellingen<br />
zon<strong>de</strong>r welke <strong>het</strong> uitzicht onzer veertien<strong>de</strong>- en vijftien<strong>de</strong>eeuwsche<br />
ste<strong>de</strong>n niet <strong>de</strong>nkbaar is.<br />
Soms ook kwam misschien een rondreizen<strong>de</strong> troep neerstrijken<br />
in <strong>de</strong> een of an<strong>de</strong>re herberg, en in plaats van <strong>de</strong><br />
gewone duivelskunsten en goochelknepen speel<strong>de</strong> ze een<br />
klucht of
van Satan tegen <strong>de</strong> menschheid vertegenwoordigd in Gods<br />
Zoon.<br />
MYSTERIE-<br />
SPELEN<br />
Vooraleer <strong>de</strong>ze mysteriespelen tot voile ontwik-<br />
keling gekomen waren, had<strong>de</strong>n zij langzamerhand<br />
<strong>het</strong> kerkkoor verlaten en waren naar <strong>het</strong> kerkplein verplaatst,<br />
terwijl <strong>de</strong> geestelijken gewoonlijk nog enkel optra<strong>de</strong>n als<br />
algemeene lei<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> opvoering waar<strong>voor</strong> zij niet zel<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong>n tekst lever<strong>de</strong>n.<br />
Om <strong>de</strong> hierboven aangehaal<strong>de</strong> oorzaak is geen enkel<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsch mysteriespel tot ons gekomen. Wel kan er<br />
HET MAAS- gewezen wor<strong>de</strong>n op een Maastrichtsch Paaschspel dat<br />
TR1CHTSCH aanvangt met <strong>de</strong> schepping van hemel en aar<strong>de</strong>, en<br />
PAASCHSPEL<br />
=- 1 -.<br />
1350 waarvan <strong>het</strong> handschxift afbreekt met <strong>het</strong> tooneel<br />
waar Judas zich gereedmaakt om Christus te verra<strong>de</strong>n in <strong>het</strong><br />
Hofken van Oliveten. Dit spel dat dagteekent van <strong>voor</strong> 1 350,<br />
is echter in Ne<strong>de</strong>rrijnsch dialect geschreven en kan bezwaarlijk<br />
tot <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> gerekend wor<strong>de</strong>n.<br />
DE BLISCAPPEN Van veel lateren datum zijn <strong>de</strong> twee mysterie-<br />
± 1440 spelen gekend on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam van Eerste en Sevenste<br />
MIRAKEL-<br />
SPELEN<br />
Bliscap van Maria. Zij maakten <strong>de</strong>el uit van een rij van zeven<br />
stukken, waarvan er ie<strong>de</strong>r jaar een te Brussel opgevoerd werd.<br />
Alhoewel ze bijna een eeuw lang regelmatig gespeeld wer<strong>de</strong>n,<br />
zijn er slechts twee van <strong>de</strong> zeven, <strong>de</strong> eerste en <strong>de</strong> laatste,<br />
overgebleven.<br />
Behalve Christus en Maria, wer<strong>de</strong>n ook weldra <strong>de</strong><br />
levens <strong>de</strong>r heiligen, en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> door hen verrichte<br />
mirakelen gedramatiseerd. Ook van dit soort zijn slechts zeer<br />
weinige, en dan nog vrij jonge <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n bewaard gebleyen.<br />
Een ervan heet <strong>het</strong> Spel van<strong>de</strong>n heiligen Sacramente van <strong>de</strong>r<br />
Nyeuivervaart en is <strong>het</strong> werk van een Bredaschen dichter,<br />
SMEKEN. Het is <strong>de</strong> grillig bewogen <strong>voor</strong>stelling van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />
van <strong>de</strong> miraculeuse hostie die, door een landman<br />
ont<strong>de</strong>kt, aanleiding geeft tot allerlei won<strong>de</strong>ren, terwijl <strong>de</strong><br />
machten <strong>de</strong>r duisternis, verpersoonlijkt door twee eer grappige<br />
dan vreesaanjagen<strong>de</strong> duivelen, niets tegen Naar vermogen.<br />
Van grooter artistiek kunnen, en <strong>voor</strong>al van scherp psychologisch<br />
inzicht getuigt <strong>het</strong> an<strong>de</strong>re mirakelspel : Mariken van<br />
Nieumeghen, evenals <strong>het</strong> vorige dagteekenend van <strong>het</strong> uiterst<br />
44
ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r 1 5 e eeuw, en waarschijnlijk geschreven door een<br />
onbekend gebleven Antwerpenaar. Terwijl <strong>de</strong> overige producten<br />
van <strong>het</strong> geestelijk tooneel weliswaar bekoren door hun<br />
naieve innigheid, maar toch over 't algemeen literaire hoedanighe<strong>de</strong>n<br />
missen, is hier een dichter aan <strong>het</strong> woord die <strong>het</strong><br />
menschenhart kent en begrijpt, en dat meevoelen kan omzetten<br />
in soms aangrijpen<strong>de</strong> tooneelen. Bovendien verplaatst <strong>het</strong><br />
ons in <strong>het</strong> voile leven van dien tijd, zoodat <strong>het</strong> zon<strong>de</strong>r veel<br />
moeite ook bij <strong>het</strong> wereldlijk tooneel zou kunnen gerangschikt<br />
wor<strong>de</strong>n.<br />
2. — HET WERELDLI JKE TOONEEL<br />
Toch heeft dit laatste zich waarschijnlijk niet ontwikkeld<br />
uit <strong>de</strong> geestelijke spelen. Want bijna uit <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n tijd als<br />
<strong>het</strong> Maastrichtsch -Paaschspel bezitten we een drietal wereldlijke<br />
spelen die door hun dramatische inkleeding en hun<br />
menschelijken toon schril afsteken tegen <strong>het</strong> nog onbeholpen<br />
mysteriespel. Het zijn onze abele spelen, d.w.z. kunst-<br />
spelen. Alhoewel <strong>de</strong> stof die ze verwerken interna-<br />
tionaal is, toch blijken ze eenig te zijn in <strong>de</strong> Westeuropeesche<br />
letterkun<strong>de</strong>, daar in Been enkel an<strong>de</strong>r land <strong>de</strong> weerga ervan<br />
ABELE ± SPLEEN<br />
kan aangewezen wor<strong>de</strong>n.<br />
Esmoreit, <strong>het</strong> eenvoudigste en ook dat waarvan <strong>de</strong> ESMOREIT<br />
dramatische worm <strong>het</strong> minst ge<strong>de</strong>gen <strong>voor</strong>komt, doet in zijn<br />
naief opgezette intrigue eenigszins onbeholpen . aan, maar <strong>de</strong><br />
bei<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, Cloriant en Lanseloet van Denemerken,<br />
LANSELOET<br />
zijn <strong>voor</strong>treffelijke kunst. In Lanseloet wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
VAN<br />
tee<strong>de</strong>rste gevoelens van <strong>het</strong> menschelijk hart geroerd. DENEMARKEN<br />
Lanseloet, <strong>de</strong> jonge e<strong>de</strong>lman, heen en weer geslingerd tusschen<br />
zijn a<strong>de</strong>l en zijn zinnelijkheid, brengt, daartoe aangezet door<br />
zijn moe<strong>de</strong>r, San<strong>de</strong>rijn een meisje van min<strong>de</strong>ren stand tot<br />
schan<strong>de</strong>. Deze vlucht met verwar<strong>de</strong> zinnen een Bosch in, waar<br />
een rid<strong>de</strong>r, ondanks <strong>de</strong> roeren<strong>de</strong> bekentenis van wat haar<br />
gebeur<strong>de</strong>; haar met zich voert en huwt. Lanseloet wordt<br />
on<strong>de</strong>rtusschen door wroeging en lief<strong>de</strong> verteerd, en wil goedmaken<br />
wat hij mis<strong>de</strong>ed. Maar San<strong>de</strong>rijn weigert terug te<br />
keeren, en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong> zal zijn meester dan maar liever mel<strong>de</strong>n<br />
dat ze overle<strong>de</strong>n is. De wanhoop doet Lanseloet sterven.<br />
45
11-)i.er beeint etn fur Bbenoecillihe<br />
en be am ozoe3c Igtozie vantien ecocie<br />
lantitott.efi iefront tiantrzl)n.<br />
Titelblad van <strong>de</strong>n eersten druk van Lanseloet.
Gloriant, niet zoo teer menschelijk, maar sterker GLORIANT<br />
van psychologie, vertoont <strong>het</strong> werven van <strong>de</strong>n hertog van<br />
Bruyswyc om <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> schoone Florentijn.<br />
Het zijn zeer geslaag<strong>de</strong> specimens van romantische drama's<br />
met fijn geteeken<strong>de</strong> karakters die in hun da<strong>de</strong>n levend uitgebeeld<br />
wor<strong>de</strong>n. Een vier<strong>de</strong> stuk Vci<strong>de</strong>n Winter en<strong>de</strong> van<strong>de</strong>n<br />
Somer, van een eenigszins an<strong>de</strong>ren aard, svmboliseert <strong>de</strong>n<br />
strijd tusschen Winter en Zomer.<br />
Samen met <strong>de</strong>ze abele spelen zijn er een aantal DE KLUCHTEN<br />
kluchten of sotternieen bewaard gebleven, bestemd om na<br />
een ernstig stuk <strong>de</strong> gedrukte stemming to helpen weglachen.<br />
Zeer eenvoudig gebouw<strong>de</strong> tooneeltjes zijn <strong>het</strong>, met drie of<br />
vier personen : <strong>de</strong> man, <strong>de</strong> vrouw, <strong>de</strong> comere, <strong>de</strong> ghebuer...<br />
De humor is allerelementairst : <strong>het</strong> toppunt is een vechtpartij.<br />
Het zijn gewoonlijk kluchtige huwelijksmiseres van on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />
duim gehou<strong>de</strong>n echtgenooten die er <strong>het</strong> cncierwerp van uitmaken.<br />
De to©n is meestal ruw e.n onkiesch, maar sappig en<br />
schil<strong>de</strong>rachtig. Als <strong>de</strong>rgelijke nastukjes dien<strong>de</strong>n Lipp!" hi, De<br />
Buskenblaser, Die 1-Texe, Drie claghe here, Ruben, en <strong>de</strong> jongere<br />
en weer beken<strong>de</strong> Ghencechlike Chile Ct 2 Nu loch.<br />
47
12e<br />
eeuw<br />
OVERZICHT VAN DE MIDDELEEUWSCHE LETTEREN VOLGENS DE GENRES.<br />
R id<strong>de</strong>rromans<br />
Arthur- Classieke<br />
Karelrornans I romans romans<br />
EPISCHE POEZIE Didactische LYRISCHE POEZIE PROZA DRAMATISCHE<br />
poezie<br />
Dierenverhaal<br />
Stichtelijke<br />
verhalen<br />
Epische<br />
kleinkunst<br />
Van <strong>de</strong>n<br />
enkeling<br />
Volkspoezie<br />
Profane Geestelijke<br />
.<br />
Geestelijke<br />
Wereldl.<br />
13e<br />
eeuw<br />
14e<br />
eeuw<br />
15e<br />
eeuw<br />
Karel en<strong>de</strong><br />
Elegast<br />
•oelantslied<br />
Willem van<br />
Oringen<br />
Renout van<br />
Montalbaen<br />
Roman van<br />
Lorreinen<br />
Walewein<br />
Enelt<br />
(H. van<br />
Vel<strong>de</strong>ke)<br />
(Pennine en Floris en<strong>de</strong><br />
Vostaert) Blancefloer<br />
(D. van<br />
Assene<strong>de</strong>)<br />
Alexan<strong>de</strong>rs<br />
Ferguut Yeesten<br />
Historie van Historie van<br />
<strong>de</strong>n Grale Troyen<br />
(Maerlant)<br />
Esopet<br />
Reinaert I<br />
( Willem)<br />
Reinaert II<br />
Sinte Servaes<br />
H. v. Vel<strong>de</strong>ke<br />
Reis van<br />
Ste Brandaen<br />
Van<strong>de</strong>n<br />
Levene<br />
ons Heren<br />
Beatrijs<br />
Sinte Lutgart<br />
Sinte Franciscus<br />
Theophilus<br />
Ste Patricius<br />
Vegevuer<br />
Tondalus'<br />
Visioen<br />
Sproken<br />
Boer<strong>de</strong>n<br />
W. van Hil<strong>de</strong>gaersberch<br />
Der Minnen<br />
Loep<br />
(D. Potter)<br />
Naturen<br />
Bloeme; Spieghel<br />
Historiael,<br />
enz.<br />
(Maerlant)<br />
Melis Stoke<br />
L. van<br />
Velthem<br />
J. Boendale<br />
Hoofsche<br />
minnelyriek<br />
Van Vel<strong>de</strong>ke<br />
Ha<strong>de</strong>wijch<br />
Hertog Jan I<br />
Strofische<br />
gedichten v.<br />
Maerlant<br />
Egidiuslied<br />
Zuster<br />
Bertken<br />
Lie<strong>de</strong>ren<br />
Lie<strong>de</strong>ren<br />
Beatrijs van<br />
Nazareth<br />
Ha<strong>de</strong>wijch<br />
Ruusbroec<br />
J. van Leeuw<br />
H. Man<strong>de</strong><br />
Brugman<br />
Legen<strong>de</strong>n en<br />
exempelen<br />
Romans in<br />
proza<br />
Maastrichtsch<br />
Paaschspel<br />
De Bliscappen<br />
Van <strong>de</strong>n<br />
Sacramente<br />
Mariken van<br />
Nieumeghen<br />
I' bele<br />
spelen<br />
Kluchten
Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
a)<br />
C
HOOFDSTUK II<br />
EEN EEUW VAN VOLKSKUNST. — DE REDERIJKERS<br />
De vijftien<strong>de</strong> eeuw is <strong>het</strong> tijdperk van <strong>de</strong> Boer-<br />
STOFFEL I JKE<br />
WELVAART EN gondische hertogen, van wier politiek onze gewesten,<br />
LITERAIR en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>lpunt<br />
VERNAL<br />
en <strong>de</strong> spil waren. Reeds in 1 430 had Philips <strong>de</strong><br />
Goe<strong>de</strong> zijn verblijfplaats van Dijon naar Brussel overgebracht.<br />
Daarmee werd tevens <strong>de</strong> cultureele en economische hegemonie<br />
van Brabant bevestigd tegenover Vlaan<strong>de</strong>ren, dat ten gevolge<br />
van <strong>de</strong> crisis in <strong>de</strong> nijverheid en van <strong>de</strong> verzanding <strong>de</strong>r<br />
Brugsche haven een moeilijken tijd doormaakte. Antwerpen<br />
integen<strong>de</strong>el ontwikkel<strong>de</strong> zich tot <strong>de</strong> rijkste stad en <strong>de</strong> machtigste<br />
haven van gansch Europa.<br />
Het was een gul<strong>de</strong>n tijd <strong>voor</strong> onze bevolking : <strong>de</strong> Boergondische<br />
hertogen vier<strong>de</strong>n hun <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> weel<strong>de</strong> en<br />
uiterlijke praal bot in grootsche` feesten en optochten; er<br />
kwam een eind aan <strong>de</strong> inwendige twisten en <strong>de</strong> grenzen<br />
bleven beveiligd tegen invallen van buiten, zoodat vre<strong>de</strong> en<br />
bijgevolg welvaart ongestoord kon<strong>de</strong>n heerschen.<br />
Aangemoedigd door <strong>de</strong> vorsten en mogelijk gemaakt door<br />
<strong>de</strong>n algemeenen <strong>voor</strong>spoed, bloei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kunsten heerlijk op.<br />
De schil<strong>de</strong>rkunst beleef<strong>de</strong> een glanstijdperk met <strong>de</strong> Van<br />
Eycks, met R. van <strong>de</strong>r Wey<strong>de</strong>n, met Memlinc, om slechts <strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>naamsten to noemen ; Claus Sluter on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> zich in<br />
<strong>de</strong> beeldhouwkunst; <strong>de</strong> bouwkunst zag <strong>de</strong> stadhuizen van<br />
Brussel, van Ou<strong>de</strong>naar<strong>de</strong> en van Leuven oprijzen; <strong>de</strong> faam<br />
van onze muziekmeesters drong heel Europa door.<br />
Tegen dien rijkdom stak <strong>de</strong> schamelheid <strong>de</strong>r literatuur<br />
schril af. Deze inzinking was trouwens een algemeen verschijnsel<br />
dat men ook in Duitschland, Frankrijk en Engeland waarneemt.<br />
Het is alsof <strong>de</strong> fantasie in West-Europa met een onverklaarbare<br />
onvruchtbaarheid geslagen is. De ou<strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen :<br />
50
<strong>de</strong> fiere rid<strong>de</strong>rlijkheid en zelfs <strong>het</strong> vroom en kin<strong>de</strong>rlijk geloof<br />
hebben uitgediend, terwijI <strong>de</strong> plotselinge opbloei van <strong>het</strong><br />
proza, die <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw nog eenigen luister verleen<strong>de</strong>,<br />
eveneens aan 't verslensen is. De groote genres wor<strong>de</strong>n niet<br />
meer beoefend omdat <strong>de</strong> verheven i<strong>de</strong>een waarmee ze gevoed<br />
wer<strong>de</strong>n, verkwijnen, en er nog geen nieuwe in <strong>de</strong> plaats<br />
getre<strong>de</strong>n zijn.<br />
Men noemt <strong>de</strong>zen tijd <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>de</strong>r re<strong>de</strong>rijkers,<br />
omdat <strong>de</strong>zen werkelijk bijna <strong>de</strong> gansche literaire<br />
bedrijvigheid beheerschen. In <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r vijftien<strong>de</strong> eeuw<br />
beginnen <strong>de</strong> vereenigingen, <strong>de</strong> gezelschappen van <strong>de</strong>n spele, die<br />
zich vanouds bezig gehou<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n met <strong>het</strong> opluisteren van<br />
processies en <strong>het</strong> opvoeren van wereldlijk zoowel als geestelijk<br />
tooneel, zich naar Fransch <strong>voor</strong>beeld <strong>de</strong>n naam van re<strong>de</strong>rijkerskamers<br />
toe te eigenen. Als zoodanig werd hun bijna<br />
regelmatig overal, met officieele tegemoetkoming, <strong>de</strong> zorg<br />
overgelaten <strong>de</strong> feestelijkhe<strong>de</strong>n in te richten waartoe <strong>de</strong>ze<br />
brooddronken eeuw ie<strong>de</strong>r oogenblik aanleiding gaf. Maar ze<br />
had<strong>de</strong>n daarbij ook niet geringe literaire pren.tenties : ni. <strong>de</strong><br />
ambachtelijke organisatie van <strong>het</strong> schrijversgild; men leer<strong>de</strong><br />
er niets min<strong>de</strong>r dan poeet wor<strong>de</strong>n. In feite werd geduren<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> en <strong>het</strong> eerste <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw bijna<br />
geheel <strong>het</strong> letterkundig levee door <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamers<br />
gemonopoliseerd.<br />
De taal van <strong>het</strong> Boergondische hof was <strong>het</strong> Fransch, en<br />
<strong>de</strong> belangstelling van <strong>de</strong> hoogere stan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> eigen letterkun<strong>de</strong><br />
scheen te verflauwen. Voor zoover we kunnen nagaan<br />
ging <strong>de</strong> beoefening ervan grooten<strong>de</strong>els over in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong>r klei:ibuys2-,erij, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> die <strong>de</strong>el uitmaakte van <strong>de</strong> kamers<br />
van r<strong>het</strong>oric.. Haar geestelijke horizon was beperkt, haar<br />
inspiratie door <strong>de</strong>n band platvloersch. Uit <strong>het</strong> geestelijk erf<br />
<strong>de</strong>r vorige eeuwen had<strong>de</strong>n slechts twee groote stroomingen<br />
doorgewerkt : <strong>de</strong> didactische en <strong>de</strong> mystische. Die bei<strong>de</strong><br />
samengesmolten en vdrburgerlijkt .maken <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkersk ,mst<br />
uit, die hoofdzakelijk in <strong>de</strong> realistisch.e, en somas ook in <strong>de</strong><br />
lyrische een zekere hoogte bereikt. Langen tijd bleef<br />
<strong>de</strong> studie ervan verwaarloosd; <strong>de</strong> uitkomst <strong>de</strong>r i ongste on<strong>de</strong>rzoekingen<br />
heeft echter <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerspoezie min of meer in<br />
DE<br />
REDERIJKERS<br />
51
eere hersteld.<br />
Maar <strong>de</strong> vorm <strong>de</strong>zer kunst was in elk geval nieuwer dan<br />
<strong>de</strong> inhoud : <strong>de</strong> eerste zwakke golvingen <strong>de</strong>r Renaissance<br />
beroer<strong>de</strong>n reeds onze gewesten, en daar <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers geen<br />
last had<strong>de</strong>n met hun dichterlijke bezieling - die ze niet<br />
bezaten kon<strong>de</strong>n ze <strong>de</strong>s te meer knoeien aan <strong>de</strong> uiterlijke<br />
inkleeding. Van <strong>de</strong> vroegere genres wer<strong>de</strong>n alleen nog beoefend<br />
<strong>het</strong> lied, m.a.w. <strong>het</strong> lyrisch-didactisch gedicht dat<br />
verviel in allerlei kunstmatig geknutsel, als balla<strong>de</strong>n, ron<strong>de</strong>elen,<br />
refreinen, retrogra<strong>de</strong>n, ketendichten, enz., en ten slotte<br />
<strong>het</strong> drama.<br />
CONST VAN<br />
RETHORIKEN<br />
1548<br />
MATTHI JS<br />
DE CASTELEIN<br />
(1485-1550)<br />
ANTHONIS DE<br />
ROOVERE<br />
(1' 1482)<br />
kelijke<br />
Heel <strong>de</strong> theorie <strong>de</strong>r re<strong>de</strong>rijkerskunst werd uiteengezet<br />
in <strong>de</strong> Const van Rethoriken van <strong>de</strong>n te Ou<strong>de</strong>n-<br />
aar<strong>de</strong> geboren geestelijke MATTHIJS DE CASTELEIN.<br />
Een van <strong>de</strong> oudste re<strong>de</strong>rijkers is <strong>de</strong> Brugsche<br />
metselaar ANTHONIS DE ROOVERE die naast tooneel-<br />
stukken en allerlei refreinen, een gedicht schreef dat<br />
men gewoonlijk aanhaalt, niet alleen om zijn betrek-<br />
schoonheid, maar <strong>voor</strong>al om <strong>het</strong> verband dat erin<br />
dui<strong>de</strong>lijk is met <strong>de</strong> plastische afbeeldingen van <strong>de</strong>n « doo<strong>de</strong>ndans<br />
» ( 1 ) : Van <strong>de</strong>r Mollen feeste.<br />
J. VAN Meer beteekenis heeft <strong>de</strong> figuur van <strong>de</strong>n Utrecht-<br />
STYEVOORT schen re<strong>de</strong>rijker JAN VAN STYEVOORT die een verza-<br />
meling refreinen nagelaten heeft waaron<strong>de</strong>r sommige, in<br />
't vroe<strong>de</strong> (ernstige), zeer stichtelijk klinken, maar an<strong>de</strong>re, in<br />
't sotte en in 't amoureuse, ondanks <strong>de</strong>n gekunstel<strong>de</strong>n vorm,<br />
tintelen van on<strong>de</strong>ugen<strong>de</strong> luchtigheid. Alles samen vindt men<br />
hier <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskunst op Naar best.<br />
HET<br />
De hoogste kunstvorm <strong>voor</strong> <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r kamers<br />
REDERI JKERS<br />
TOONEEL was evenwel <strong>de</strong> dramatische. Nog meer dan vroeger<br />
immers was <strong>het</strong> tooneel een openbare aangelegenheid gewor-<br />
<strong>de</strong>n, niet <strong>het</strong> minst door <strong>het</strong> inrichten <strong>de</strong>r landjuweelen. Dit<br />
waren tooneeltornooien waarop al <strong>de</strong> kamers uitgenoodigd<br />
(1) Doo<strong>de</strong>ndans (Fr. danse macabre) noemt men <strong>het</strong> . in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst <strong>de</strong>r<br />
late mid<strong>de</strong>leeuwen dikwijls <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> motief dat <strong>de</strong> niets ontzien<strong>de</strong> macht<br />
van <strong>de</strong>n dood symboliseert. Het stelt een groep menschen <strong>voor</strong> van verschillen<strong>de</strong>n<br />
leeftijd en stand (paus en keizer naast lansknecht en be<strong>de</strong>laar) die door <strong>de</strong>n<br />
dood ten dans geleid wor<strong>de</strong>n.<br />
52
27<br />
Het tooneel opgericht bij <strong>het</strong> landjuweel to Gent in 1539.
CORNELIS<br />
EVERAERT<br />
(i. 1556)<br />
waren om een dramatisch gedicht te komen <strong>voor</strong>dragen<br />
over een opgelegd on<strong>de</strong>rwerp dat <strong>voor</strong> alle <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> was.<br />
Ie<strong>de</strong>re kamer had Naar eigen dichter, <strong>de</strong>n factor, die dus tegen<br />
<strong>de</strong>n gestel<strong>de</strong>n datum <strong>de</strong>n opgeleg<strong>de</strong>n regel (on<strong>de</strong>rwerp)<br />
tot een drama moest uitwerken en door zijn me<strong>de</strong>le<strong>de</strong>n<br />
laten opvoeren.<br />
Wat men <strong>voor</strong>al aanduidt met <strong>de</strong>n naam re<strong>de</strong>rijkerstooneel<br />
is een dramatische productie met scherp afgeteeken<strong>de</strong> karaktertrekken,<br />
waarin men <strong>de</strong>n laatsten en rninst roemrijken<br />
uitgroei van <strong>het</strong> didactisme en <strong>de</strong> mystiek herkent. Die re<strong>de</strong>rijkersstukken<br />
stellen in<strong>de</strong>rdaad geen han<strong>de</strong>ling <strong>voor</strong>, maar<br />
een soms onuitstaanbaar dorre, gedialogeer<strong>de</strong> leering; zij<br />
laten geen leven<strong>de</strong> personages optre<strong>de</strong>n, maar wel abstracties<br />
en symbolen, en heeten moraliteiten of spelen van zinnen.<br />
Een typisch beoefenaar van <strong>het</strong> re<strong>de</strong>rijkerstooneel<br />
is <strong>de</strong> Brugsche wolwever en voi<strong>de</strong>r CORNELIS<br />
EVERAERT. Van hem zijn niet min<strong>de</strong>r dan vijf en<br />
<strong>de</strong>rtig spelen bewaard gebleven, waaron<strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong><br />
die hij op bestelling schreef met <strong>het</strong> oog op een politieke<br />
viering, of een godsdienstige plechtigheid of zelfs een gezellige<br />
bijeenkomst. Het beste is wellicht zijn Maria Hoe<strong>de</strong>ken,<br />
eigenlijk nog een mirakelspel, maar waarin allegorische per-<br />
sonages, zooals Goet Gheselschip », Inwendige Wrou-<br />
ghynge », enz., optre<strong>de</strong>n. Die zucht naar allegorie is hem zoo<br />
sterk dat hij in an<strong>de</strong>re spelen, die een niet onverdienstelijk<br />
beejd ophangen van <strong>het</strong> economisch verval te Brugge, zijn<br />
personages namen geeft als « <strong>de</strong>n Dagelijkschen Snatere,<br />
gekleed als een appelwijf », « 's Volks Clappage », enz.<br />
Een enkel spel dagteekent uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>, dat eenigszins<br />
een synt<strong>het</strong>ische waar<strong>de</strong> heeft om <strong>het</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> motief van<br />
<strong>de</strong>n dood, en bovendien vermag ons te boeien en op sommige<br />
ELCKERLYC<br />
plaatsen te ontroeren, nl. Den Spyeghel <strong>de</strong>r Salicheyt<br />
2e helft 15' eeuw van Elckerlyc. Als schrijver ervan staat bekend<br />
PETRUS DIESTEMIUS of Pieter van Diest, lien men zon<strong>de</strong>r<br />
veel grond tracht te i<strong>de</strong>ntificeeren met <strong>de</strong>n Diestenaar Pieter<br />
Doorlant, vicaris van <strong>het</strong> Karthuizerklooster te Zelem<br />
(1. 15 0 7 ) . De hoofdpersoon van <strong>het</strong> stuk is Elckerlyc (ie<strong>de</strong>r<br />
mensch) die in dartelen overmoed « buten Gods vreese<br />
54
van alle aardsche genietingen <strong>het</strong> zijne neemt. God zendt<br />
hem <strong>de</strong>n Dood om hem <strong>voor</strong> zijn rechterstoel te dagen :<br />
Elckerlyc, ontzet, tracht <strong>de</strong>n Dood om te praten en verkrijgt<br />
ten slotte <strong>de</strong> gunst van een dag uitstel en <strong>de</strong> toelating om<br />
een Bezel op zijn laatste reis mee te nemen. Nu begint <strong>de</strong><br />
reeks <strong>de</strong>r vruchtelooze pogingen van Elckerlyc om een reisgenoot<br />
te vin<strong>de</strong>n : <strong>de</strong>genen die hem in zijn <strong>voor</strong>spoed ter<br />
zij <strong>de</strong> ston<strong>de</strong>n, nl. Gheselscap, Maghe, Neve, Tgoet (zijn bezittingen)<br />
, keeren hem nu alien <strong>de</strong>n rug toe. Dan, ten ein<strong>de</strong><br />
raad, <strong>de</strong>nkt hij aan Duecht die echter krank te bed ligt. Zij<br />
verwijst hem naar haar zuster Kennisse die hem tot Biecht<br />
leidt. On<strong>de</strong>ttusschen wordt Duecht zien<strong>de</strong>roogen krachtiger<br />
en gezon<strong>de</strong>r. Zijn dag uitstel loopt ten ein<strong>de</strong>, en Cracht,<br />
Schoonheyt, Vroetscap en Vijf Sinnen lei<strong>de</strong>n hem tot <strong>het</strong><br />
graf waar ook zij hem verlaten : alleen Duecht en Kennisse<br />
blijven hem bij tot in zijn allerlaatste smartelijke uur.<br />
Naast <strong>de</strong>ze « moraliteiten » bleef men ook kluch- HET KOMISCH<br />
ten, sotternieen opvoeren. Dit komisch tooneel was TOONEEL<br />
meer <strong>de</strong> rechtstreeksche <strong>voor</strong>tzetting van dat <strong>de</strong>r vorige eeuw<br />
en bleef zich on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n door zijn rauw-populaire ongegeneerdheid.<br />
Zoo is er b.v. niets dat <strong>de</strong> Antwerpsche klucht van<br />
Playertvater kenmerkt als specifiek re<strong>de</strong>rijkerswerk : zij kon<br />
even goed hon<strong>de</strong>rd jaar vroeger geschreven zijn. Hetzelf<strong>de</strong><br />
is waar <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Tiensche Esbatement van <strong>de</strong>n Schuyfman, waarin<br />
een lijk, op een paard gebon<strong>de</strong>n, een sterfhuis on<strong>de</strong>rsteboven<br />
zet. Het beste boertig tooneel werd geschreven door<br />
C. EVERAERT die allerlei ou<strong>de</strong> volksmotieven verwerkte, en<br />
<strong>voor</strong>al in <strong>het</strong> Esbatement van <strong>de</strong>n Coopman die vijf pond Grooten<br />
vercuste een niet onverdienstelijke komische kracht ontwikkel<strong>de</strong>.<br />
Alles samen, en met uitzon<strong>de</strong>ring van Elckerlyc, brachten<br />
<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers weinig of niets bij tot <strong>de</strong>n schat van<br />
schoonheid die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch-spreken<strong>de</strong> geslachten van<br />
eeuw tot eeuw bijeengegaard hebben. Maar terwijl ze hun<br />
didactische symbolen aan 't be<strong>de</strong>nken waren, wer<strong>de</strong>n ze<br />
meegesleurd in een draaikolk die weidra <strong>het</strong> uitzicht <strong>de</strong>r<br />
beschaaf<strong>de</strong> wereld zou wijzigen.<br />
55
Walther von <strong>de</strong>r<br />
Vogelwei<strong>de</strong> (Minnesanger)<br />
Tristan, van Gottfried<br />
v. Straszburg<br />
(1210)<br />
Historische feiten Ne<strong>de</strong>rlandsche Literatuur Fransche LiteratuurlDuitsche Literatuur<br />
12° eeuw.<br />
1127 Moord op Karel <strong>de</strong>n Goe<strong>de</strong> te<br />
Brugge.<br />
1183 De bouw van <strong>het</strong> Gentsche Belfort<br />
wordt begonnen.<br />
1184 Rid<strong>de</strong>rfeest te Mainz waar Fre<strong>de</strong>rik<br />
Barbarossa zijn twee zoons tot<br />
rid<strong>de</strong>r slaat.<br />
Noord-Ne<strong>de</strong>rl.<br />
Zuid-Ne<strong>de</strong>rland<br />
Graafschap Hertogdom<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren Brabant<br />
Karel en<strong>de</strong><br />
Elegast?<br />
Limburg<br />
H. van Vel<strong>de</strong>ke<br />
(Eneit)<br />
(± 1170)<br />
Chanson <strong>de</strong> Roland I<br />
(begin 12° e.)<br />
Roman d'Eneas<br />
1150)<br />
Troubadours<br />
Keltische romans<br />
van Chretien <strong>de</strong><br />
Troyes ( ± 1170 )<br />
Roman du Renard<br />
(± 1180)<br />
Trouveres Parzifal, van Wolf-<br />
Geste <strong>de</strong>s Lorrains ram v. Eschenbach<br />
(ein<strong>de</strong> 12° e.) (ein<strong>de</strong> 12" e.)<br />
13" eeuw.<br />
1202-1204 Vier<strong>de</strong> Kruistocht. — Bou<strong>de</strong>wijn<br />
IX, keizer Ntan Constantinopel.<br />
Geweldige opbloei van <strong>de</strong> Vlaamsche<br />
gemeenten.<br />
Stichting van Damme als <strong>voor</strong>haven<br />
van Brugge. De Hanze.<br />
1213 De vloot van <strong>de</strong>n Franschen koning<br />
Filips-August bij Damme verslagen.<br />
1214 Slag bij Bouvines.<br />
1249 Oudste Ne<strong>de</strong>rl. oorkon<strong>de</strong> in Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />
(Schepenbrief van Bouchout).<br />
1275 Oudste Ned. oorkon<strong>de</strong> in Brabant.<br />
1288 Hertog Jan I van Brabant behaalt<br />
<strong>de</strong> overwinning bij Woeringen.<br />
1296 Floris V, graaf van Holland,<br />
wordt te Mui<strong>de</strong>n vermoord.<br />
In <strong>het</strong> laatste kwart <strong>de</strong>r eeuw Melis Stoke<br />
beginnen <strong>de</strong> sociale onlusten in<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />
Roelantslied<br />
De rid<strong>de</strong>rromans?<br />
Reinaert I<br />
Walewein<br />
Floris en<strong>de</strong><br />
Blancefloer<br />
Beatrijs<br />
Maerlant<br />
1235—<br />
=- 1 -.<br />
1300)<br />
Ha<strong>de</strong>wijch<br />
Hertog Jan I<br />
Villehardouin<br />
(1165-1214)<br />
Li tterature didactique<br />
Roman <strong>de</strong> la Rose I<br />
(1225)<br />
Jeu <strong>de</strong> la Feuillee<br />
(1262)<br />
Rutebeuf 1280)<br />
Joinville (1224-<br />
1317)
14" eeuw.<br />
1302 Slag <strong>de</strong>r Gul<strong>de</strong>n Sporen. L. van Velt- Didactische litera ,<br />
: Meistei<br />
<strong>de</strong>rlandsch wordt officieele taal). (± 1290—, (± 1260-1327)<br />
1312 Oorkon<strong>de</strong> van Kortenberg (Begin<br />
hem tuur<br />
van <strong>de</strong>n bloei in Brabant).<br />
Mystiek 1323 Opstand van Zannekin (<strong>het</strong> Ne- Kerelslied J. Boendale Eckart<br />
± 1368)1<br />
1345 Jacob van Artevel<strong>de</strong> wordt ver- Abele spelen Maastrichtsch Miracles-Mysteres Mysteriespelen.<br />
moord. Kluchtspelen Paaschspel j. Tauler<br />
1378-1417 Groot Westersch Schisma. J.v.Ruusbroec (=-+= 1300-1361)<br />
1379 Burgeroorlog te Gent (Witte Ka- (1293-1381)<br />
proenen). I. van Leeuw<br />
1382 Filips v. Artevel<strong>de</strong> sneuvelt bij W. Van Hil- t 1377<br />
Rozebeke. <strong>de</strong>gaersberch<br />
1384 Filips <strong>de</strong> Stoute, hertog van Boergondie,<br />
wordt graaf v. Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />
Ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n economischen bloei H. Man<strong>de</strong> J. Froissart<br />
in Vlaan<strong>de</strong>ren. (1360-1431) (1337-± 1404)<br />
15° eeuw.<br />
1401 Men begint met <strong>de</strong>n bouw van <strong>het</strong> D. Potter Puys d'Amour<br />
stadhuis te Brussel. (1370-1428)<br />
1419 Filips <strong>de</strong> Goe<strong>de</strong>, « stichter <strong>de</strong>r Ne- Brum-flan<br />
<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n >>, verwerft al <strong>de</strong> provincies,<br />
behalve Gelre, Luik en<br />
Utrecht. -- Zijn resi<strong>de</strong>ntie te<br />
Brussel. •<br />
1427 De universiteit te Leuven wordt<br />
opgericht.<br />
1432 De Van Eycks voltooien Het Lam 1" re<strong>de</strong>rij- De Bliscap- Fr. "Mon<br />
Gods. kerskamer pen (±: 1431-1-1- 1464)<br />
±-- 1450 De Brusselsche Schil<strong>de</strong>rschool.<br />
Les Brands r<strong>het</strong>o-<br />
R. van <strong>de</strong>r Wey<strong>de</strong>n,<br />
riqueurs <strong>de</strong> la cour<br />
<strong>de</strong> Bourgogne<br />
1453 Val van Constantinopel.<br />
1466 H. Memlinc vestigt zich te Brugge.<br />
1467 Karel <strong>de</strong> Stoute volgt Filips <strong>de</strong>n<br />
Goe<strong>de</strong> op.<br />
1477 Oprichting van <strong>de</strong>n Grooten Raad.<br />
1492 Ont<strong>de</strong>kking van Amerika door Zuster Bert- Mariken van<br />
Christoffel Colombus. ken Nieumeghen<br />
1494-1506 Regeering van Filips <strong>de</strong>n Elckerlyc Marot (± 1495- Das Narrenschiff<br />
Schoone. 1544) Meistersinger<br />
1519 Karel V tot keizer gekroond. Stye<strong>voor</strong>t C. Everaert Rabelais (± 1495- Hans Sachs<br />
Eerste optre<strong>de</strong>n van Luther. (=L. - 1556) 15331 (1494- 15761
OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />
1. Kunt ge, <strong>de</strong>snoods met behulp van uw geschie<strong>de</strong>nisboek, jets vertellen<br />
over <strong>het</strong> cultuurverschil tusschen Frankrijk en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n in<br />
<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen? Raadpleeg hierbij ook uw nota's of uw handboek<br />
<strong>voor</strong> taalstudie (Hoofdstuk : Ontleening van vreem<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n).<br />
2. Bestond er in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, als literair uitingsmid<strong>de</strong>l, een algemeene<br />
taal? (Cfr. handboek <strong>voor</strong> taalstudie; Hoofdstuk : Geschie<strong>de</strong>nis<br />
<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche Taal).<br />
3. Welk dialect wordt in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen toonaangevend en waarom?<br />
4. Houd een korte <strong>voor</strong>dracht over H. van Vel<strong>de</strong>ke.<br />
5. Hoe is <strong>het</strong> te verklaren, dat bij <strong>de</strong>n aanvang van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
letterkun<strong>de</strong>, een literaire bedrijvigheid als die van H. van Vel<strong>de</strong>ke<br />
op <strong>de</strong> Oostelijke grens van ons taalgebied mogelijk is?<br />
6. Weet ge iets over <strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>leeuwschen versvorm?<br />
7. Vergelijk <strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>leeuwschen Reinaart met een <strong>de</strong>r mo<strong>de</strong>rne bewerkingen<br />
(<strong>voor</strong>al met <strong>het</strong> proza-verhaal van Streuvels).<br />
8. Vertel in een <strong>voor</strong>dracht <strong>de</strong>n korten inhoud van Reinaart en laat<br />
tevens <strong>de</strong> satirische bedoelingen van <strong>het</strong> gedicht uitkomen.<br />
9. Vergelijk <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche Beatrijs met <strong>het</strong> gedicht van Boutens.<br />
Zijn u nog an<strong>de</strong>re bewerkingen — misschien in vreem<strong>de</strong> literaturen —<br />
bekend?<br />
10. Behan<strong>de</strong>l in een <strong>voor</strong>dracht onze letterkun<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> 13e eeuw (een<br />
bloeitijdperk!)<br />
11. Behan<strong>de</strong>l <strong>de</strong> letterkundige bedrijvigheid van Maerlant, en houd daarbij<br />
<strong>de</strong>n cultuurhistorischen achtergrond in <strong>het</strong> oog.<br />
12. Waarom noemt men <strong>de</strong> laatste werken van Maerlant >?<br />
13. Merk op hoe, na Maerlant, <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid naar Brabant<br />
verlegd wordt. Hoe is die lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rol van <strong>het</strong> Brabantsch te verklaren?<br />
14. Welke Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandsche schrijvers oefen<strong>de</strong>n invloed uit op vreem<strong>de</strong><br />
literaturen?<br />
15. Geef een volledig overzicht van <strong>de</strong> godsdienstige letterkun<strong>de</strong> uit <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />
16. Vertel <strong>de</strong>n loop <strong>de</strong>r han<strong>de</strong>ling van >. Toon aan <strong>de</strong> hand<br />
van <strong>het</strong> stuk aan, hoe wij ons <strong>de</strong> vertooning van zulk abel spel mogen<br />
<strong>voor</strong>stellen.<br />
17. Is <strong>het</strong> u opgevallen dat, in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen, <strong>de</strong> literaire ontwikkeling<br />
in Noord-Ne<strong>de</strong>rland een heele eeuw ten achter is op die van <strong>het</strong><br />
Zui<strong>de</strong>n? Ga dit in bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n na.<br />
18. Wat gewerd van <strong>de</strong>n rid<strong>de</strong>rroman in <strong>de</strong> 14e en 15 e eeuwen en waarmee<br />
hangt dit verschijnsel samen?<br />
19. Lilt welken stand zijn <strong>de</strong> personages die optre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> abele spelen?<br />
Van welk an<strong>de</strong>r genre schijnen ze bijgevolg <strong>de</strong> dramatiseering? En<br />
met welk an<strong>de</strong>r genre komen <strong>de</strong> kluchten overeen?<br />
20. Welk verband bestaat er tusschen <strong>de</strong> tegenwoordig heringerichte<br />
Landjuweelen en <strong>de</strong> vroegere?<br />
21. Welke ou<strong>de</strong> tooneelmaatschappijen bestaan nog in uw gewest of in<br />
uw stad? Indien hun geschie<strong>de</strong>nis geschreven is, houd er een lezing<br />
over.<br />
58
BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />
1. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven.<br />
(<strong>de</strong> speciaal als klasse-lectuur geschikte uitgaven zijn met een * gemerkt)<br />
Klass. Letterk. Pantheon (Thieme, Zutphen) :<br />
a. Mid<strong>de</strong>lned. epische en lyr. Poezie (Engels)<br />
b. Karel en<strong>de</strong> Elegast (Bergsma)<br />
c. Esmoreit (Leen<strong>de</strong>rtz).<br />
Van alle Tij<strong>de</strong>n (Wolters, Groningen) :<br />
a. *Reinaart <strong>de</strong> Vos (Kaakebeen — Tinbergen)<br />
b. *Beatrijs (Kaakebeen — Ligthart)<br />
c. *Mid<strong>de</strong>lncd. lyriese Ged. (Tinbergen)<br />
d. *Esmoreit (Ver<strong>de</strong>yen-Kaakebeen)<br />
e. *Ton<strong>de</strong>lus' Visioen (Ver<strong>de</strong>yen)<br />
f. *Sunte Patricius Vegevuer (En<strong>de</strong>pols).<br />
Zwolsche Herdrukken (Tjeenk Willink, Zwolle) :<br />
a. Van <strong>de</strong>n Vos Reynaer<strong>de</strong> I (Buitenrust Hettema en Degering)<br />
b. Van <strong>de</strong>n Vos Reynaer<strong>de</strong> II (Buitenrust Hettema)<br />
c. Lanseloet v. Denemerken (Leen<strong>de</strong>rtz).<br />
Zonnebloemboekjes (>, Blaricum) :<br />
a. *Lanseloet v. Denemerken (Spitz)<br />
b. *Gloriant (Spitz)<br />
c. *Marieken v. Nieumeghen (Poelhekke)<br />
d. *Elkerlyc (Spitz).<br />
Malmberg's Ne<strong>de</strong>rl. Schoolbibi. (Malmberg, 's-Hertogenbosch) :<br />
a. *Van<strong>de</strong>n Levene ons Heren (Van <strong>de</strong> Bilt)<br />
b. *Esmoreit (Van <strong>de</strong> Bilt)<br />
c. *Elckerlyc (Van <strong>de</strong> Bilt)<br />
d. *Reinaert (Wijffels).<br />
Lyceum-Herdrukken (Wolters, Groningen) :<br />
a. *Floris en<strong>de</strong> Blancefloer (Van <strong>de</strong>n Brink)<br />
b. *Elckerlyc (En<strong>de</strong>pols).<br />
Bibl. van Ne<strong>de</strong>rl. Letterk. (Wolters, Groningen) :<br />
Marieken v. Nieumeghen (Koopmans).<br />
Meulenhoff's Bib!. van Ned. Schrijvers (Meulenhoff, Amsterdam) :<br />
a. *Het Drama in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>l. (Wolthuis).<br />
b. *Mariken van Nieumeghen (Wolthuis).<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche Schrijvers (Tjeenk Willink, Zwolle) :<br />
a. *Karel en<strong>de</strong> Elegast (Van <strong>de</strong>n Ent)<br />
b. *Roman <strong>de</strong>r vier Heemskin<strong>de</strong>ren (De Jong)<br />
c. *Fragmenten van <strong>de</strong>n Roman van Walewein (Overdiep)<br />
d. *Ferguut (Van <strong>de</strong>n Ent)<br />
e. *Floris en<strong>de</strong> Blancefloer (De Waard)<br />
f. *Beatrijs (Wolters)<br />
g. *Mid<strong>de</strong>ln. Verhalen van Won<strong>de</strong>ren en Heiligen (De Jong).<br />
An<strong>de</strong>re Uitgaven :<br />
Bloemlezing uit Mid<strong>de</strong>lned. Dichters (Eelcoo, Verwijs en Stoett).<br />
Dichters <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen (W. H. Beuken).<br />
7 Eeuwen. Spiegel <strong>de</strong>r Ned. Lett. van 1200 tot he<strong>de</strong>n (De Raaf en<br />
Griss).<br />
Ned. Letterk. Schrijvers en Schrijfsters na 1600 (De Groot, Leopold,<br />
Rijkens en Pik, Kalff).<br />
59
Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rl. Epische en Lyrische Poezie (Dr. G. Engels, bij<br />
Thieme, Zutphen).<br />
De Ne<strong>de</strong>rl. Poezie in 100 Verzen (D. Coster).<br />
Ne<strong>de</strong>rl. Lyriek van of <strong>de</strong> 13e e. tot 1880 (bij Sijthoff, Lei<strong>de</strong>n).<br />
Breviarium <strong>de</strong>r Vlaamsche Lyriek (Marnix Gijsen).<br />
Karel en<strong>de</strong> Elegast (Kuiper, bij Van Kampen; Moller, bij De<br />
Kempen, Tilburg).<br />
Beatrijs (J. J. Gielen, bij De Kempen, Tilburg; A. J. <strong>de</strong> Jong, bij<br />
LI. M. >, A'dam, bij Stols te Maastricht).<br />
Van<strong>de</strong>n Levene ons Heren (W. H. Beuken, Purmerend).<br />
Lanseloet v. Denemerken (De Raaf).<br />
J. v. Ruusbroec. Werken door <strong>het</strong> R.-genootschap te Antwerpen<br />
(Kompas, Mechelen).<br />
Ruusbroec, Die Chierheit <strong>de</strong>r gheesteliker Brulocht (Weinschenk).<br />
Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandse Legen<strong>de</strong>n en Exempelen (Dr. C. G. N. <strong>de</strong><br />
Vooys, bij Wolters).<br />
Die Eerste Bliscap van Maria (W. <strong>de</strong> Vreese, bij Nijhoff, Den Haag;<br />
bij Dekker, van <strong>de</strong> Veght en J. W. van Leeuwen te Utrecht).<br />
Mariken van Nieumeghen (Cor<strong>de</strong>mans en Bernaerts bij De Standaard,<br />
Brussel).<br />
Mariken van Nieumeghen (Dr. W. H. Beuken, bij Thieme, Zutphen).<br />
Een keur uit Jan van Stye<strong>voor</strong>ts Refereynenbun<strong>de</strong>l A° 1524 (Dr.<br />
L. In<strong>de</strong>stege).<br />
A. <strong>de</strong> Roovere. Een keus uit zijn werk (Nijgh en Van Ditmar,<br />
Amsterdam).<br />
Colijn Caillieu's Dal son<strong>de</strong>r We<strong>de</strong>rkeeren of Pas <strong>de</strong>r Doot (P. De<br />
Keyser, De Sikkel).<br />
Re<strong>de</strong>rijkersspelen (Dr. Van <strong>de</strong>r Laan, bij Nijhoff).<br />
Drie schandaleuse spelen (Dr. W. Van Eeghem, bij De Sikkel).<br />
Twee zes 'tien<strong>de</strong>-eeuwse Spelen van <strong>de</strong> Hel (Dr. B. H. Erne, bij<br />
Wolters).<br />
Amsterdamse Re<strong>de</strong>rijkersspelen in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw (Dr. E. Ellerbroek-Fortuin,<br />
bij Wcilters).<br />
Reformatorische Re<strong>de</strong>rijkersspelen uit <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong><br />
Eeuw (L. M. van Dis).<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsch Lie<strong>de</strong>rboek (Fl. van Duyse, Willemsfonds).<br />
Dit is een suyverlyck Boeckxen (gees 'telijke lie<strong>de</strong>ren, Fl. van Duyse,<br />
Davidsfonds).<br />
Oudne<strong>de</strong>rlandsche lie<strong>de</strong>ren (Kan. J. van Nuffel e.a, Davidsfonds).<br />
2. Mo<strong>de</strong>rniseeringen of bewerkingen in he<strong>de</strong>ndaagsche taal lever<strong>de</strong>n o.a.:<br />
A. J. ALBERDINGK THIJM : Karolingische Verhalen (v. Langenhysen).<br />
F. TIMMERMANS : Karel en Elegast. — De 4 Heemskin<strong>de</strong>ren (v. Kampen).<br />
J. A. SLEMPKES : De 4 Heemskin<strong>de</strong>ren (Thieme).<br />
L. COUPERUS : Het zweven<strong>de</strong> schaakbord (Wereldbibl.).<br />
J. STORMEN : De won<strong>de</strong>rbare Legen<strong>de</strong> van St. Servaas (Maastricht, Vel<strong>de</strong>ke<br />
Mij.).<br />
D. DAALDER : Floris en Blancefloer — Ferguut.<br />
H. J. BOEKEN : Floris en Blancefloer (strofisch gedicht).<br />
Reinaart <strong>de</strong> Vos, door J. DE GEYTER, H. MELIS, C. LINDEMANS, C.<br />
VOORHOEVE (berijmd) en STUN STREUVELS, SLEMPKES, E. DE<br />
SEYN (prOZa).<br />
Beatrijs, door P. C. BOUTENS, J. GONDRY (verzen) , R. J. SPITZ (proza),<br />
H. VAN OVERBEKE (tooneel).<br />
A. VERWE Y : Bloemlezing uit Maerlant. - Visioenen v. Ha<strong>de</strong>wijch (Sikkel).<br />
60
J. SNELLEN : Ha<strong>de</strong>wijch. Een bloemlezing uit Naar poezie en proza<br />
(Ploegsma, Zeist).<br />
DR. M. H. VAN DER ZEYDE : Brieven van Ha<strong>de</strong>wijch (Sikkel).<br />
J. CAEYMAEX : Beatrijs van Nazareth, 7 Manieren van Minne (Leeslust).<br />
FR. ERENS : Het Sieraad <strong>de</strong>r geestelijke Bruiloft, v. Ruusbroec (Wereld<strong>bibliotheek</strong>).<br />
H. W. E. MOLLER : Ruusbroec in tegenwoordig Ne<strong>de</strong>rlandsch I (Bussum).<br />
L. REYPENS : Licht- en lief<strong>de</strong>bloemen uit Ruusbroec (Leeslust).<br />
J. VEEN : then met Ruusbroec (Baarn).<br />
J. BERGEN : Ruusbroec <strong>de</strong> Won<strong>de</strong>rbare.<br />
Thomas a Kempis' Imitatio Christi, bew. door FR. ERENS, W. KLOOS,<br />
I. VAN DYCK.<br />
W. SMULDERS : Die Eerste Bliscap van Maria (met <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n naast<br />
<strong>de</strong>n gemo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong>n tekst — Standaard).<br />
De Zeven<strong>de</strong> Bliscap van Maria (Malmberg).<br />
De 7' Bliscap (Duimpjesuitgave nr 77) .<br />
M. BEVERSLUIS : Marieken van Nijmegen, lyrische bewerking (Kosmos).<br />
3. Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re studie :<br />
Algemeen bekend wor<strong>de</strong>n veron<strong>de</strong>rsteld <strong>de</strong> groote literatuurgeschie<strong>de</strong>nissen<br />
van Dr G. KALFF, Dr J. TE WINKEL, Dr J. PRINSEN, F. BASTIAANSE,<br />
(met bloemlezing) ; van Dr J. VAN MIERLO (<strong>voor</strong> <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rl. letterk.)<br />
; van Dr WORP (Drama en Tooneel) ; alsook <strong>de</strong> Platenatlas door<br />
M. POELHEKKE en D r C. G. N. DE VOOYS. Llit <strong>het</strong> overvloedige studiemateriaal<br />
achten wij ver<strong>de</strong>r best geschikt :<br />
D r JAC. VAN GINNIKEN : De Geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rl. Letterk. in<br />
<strong>het</strong> licht <strong>de</strong>r ethnologische Literatuur-wetenschap.<br />
J. KUYPERS, TH. DE RONDE, J. G. M. MOORMANN, D. WOUTERS : Onze<br />
Literatuur in Beeld (De Sikkel).<br />
J. DROOGMANS : Hendrik van Vel<strong>de</strong>ke (Michiels, Tongeren).<br />
L. J. ROGIER : Henric van Vel<strong>de</strong>ken (met bloeml., bij Leiter-Nijpels,<br />
Maastricht).<br />
Dr J. VAN MIERLO : Heinrich van Vel<strong>de</strong>ke. — Ha<strong>de</strong>wijch. — De Poezie<br />
van Ha<strong>de</strong>wijch. — Het Roelantslied. — Willem van Afflighem en<br />
Het Leven van Jesus en Het Leven van Sinte Lutgart (Standaard).<br />
Dr M. H. VAN DER ZEYDE : Ha<strong>de</strong>wijch (Wolters).<br />
L. J. REYPENS : Ruusbroec (Standaard).<br />
D. A. STRACKE, J. VAN MIERLO, L. REYPENS : Ruusbroec <strong>de</strong> Won<strong>de</strong>rbare<br />
(met bloemlezing Davidsfonds).<br />
W. CH. A. SCHILLING : Een proeve van stylistiek bij « Ruusbroec <strong>de</strong>n<br />
Won<strong>de</strong>rbare >> (Amsterdam).<br />
J. KOOPMANS : Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandse Romans (Sijthoff).<br />
Prof. J. VERCOULLIE : De Diersage en Reinaert <strong>de</strong> Vos (Excelsior).<br />
D r M. SABBE : Wat Oud-Vlaan<strong>de</strong>ren zong (Lectura).<br />
Dr KNUTTEL : Het geestelijk Lied in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />
Dr C. C. VAN DER GRAFT : Marialegen<strong>de</strong>n (Van Looy).<br />
Dr J. HUIZINGA : Herfsttij <strong>de</strong>r Mid<strong>de</strong>leeuwen (Tjeenk Willink).<br />
Dr L. VAN PUYVELDE : Schil<strong>de</strong>rkunst en tooneelvertooningen (Kon. Vl.<br />
Aca<strong>de</strong>mie).<br />
Dr TH. DE RONDE : Het Tooneelleven in Vlaan<strong>de</strong>ren (Davidsfonds).<br />
61
HOOFDSTUK III<br />
EEN TIJD VAN GISTING EN OVERGANG<br />
RENAISSANCE EN HERVORMING<br />
INLEIDING<br />
Op <strong>het</strong> hoogtepunt van <strong>de</strong>n echt-mid<strong>de</strong>leeuwschen geest<br />
en meteen van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche letterkun<strong>de</strong> in <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong><br />
eeuw, was er een bijna bestendig dalen<strong>de</strong> lijn gev,olgd. De<br />
harmonisch gele<strong>de</strong> gemeenschap brokkel<strong>de</strong> langzaam uiteen,<br />
<strong>de</strong> frissche onbevangenheid van <strong>het</strong> geloof werd aangevreten<br />
door critiseerlust, daarna door onbevredigdheid. Het evenwicht<br />
tusschen <strong>het</strong> hemelsche en <strong>het</strong> aardsche, in <strong>de</strong>n zin <strong>de</strong>r<br />
Katholieke leer, was verbroken en in <strong>de</strong> plaats ervan kwam<br />
een gretiger aanhankelijkheid aan <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren en genietingen<br />
<strong>de</strong>zer wereld. Ten gevolge van <strong>de</strong> opkomst van <strong>het</strong> kapitalisme<br />
braken er gedurig, <strong>voor</strong>al van <strong>de</strong> 1 4e eeuw af, maatschappelijke<br />
conflicten uit die niet zel<strong>de</strong>n aanleiding gaven<br />
tot bloedige botsingen. Door dit alles maakte <strong>het</strong> individu<br />
zich allengs los uit <strong>het</strong> grootsche verband waarvan <strong>het</strong> zoo<br />
lang <strong>de</strong>el uitgemaakt had.<br />
In <strong>de</strong> 16e eeuw nu, kwam <strong>de</strong> latente crisis, waaron<strong>de</strong>r <strong>het</strong><br />
geestesleven leed, tot een overhaaste oplossing ten gevolge<br />
van een aantal factoren die <strong>de</strong> evolutie <strong>de</strong>r gedachten omzet-,<br />
ten in revolutie. Een eerste <strong>de</strong>zer factoren was <strong>de</strong> uitvinding<br />
<strong>de</strong>r boekdrukkunst met al haar mogelijkhe<strong>de</strong>n ; een an<strong>de</strong>re :<br />
<strong>de</strong> groote zeereizen en ont<strong>de</strong>kkingen, o.a. van <strong>de</strong> Nieuwe<br />
wereld; een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> : <strong>de</strong> verwording <strong>de</strong>r- scholastieke wijsbegeerte<br />
en <strong>het</strong> slaan <strong>de</strong>r grondvesten van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wetenschap<br />
(Copernicus). Nadat <strong>de</strong> mensch <strong>de</strong> wereld ont<strong>de</strong>kt<br />
heeft, ont<strong>de</strong>kt hij zich zelf. De mid<strong>de</strong>leeuwsche samenhoorigheid<br />
verbrekend, treedt <strong>het</strong> individu op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond en<br />
beschouwt met critisch en zelfs sceptisch oog <strong>het</strong> heelal. De<br />
mensch leert <strong>de</strong>n afstand in <strong>de</strong> ruimte en ook in <strong>de</strong>n tijd<br />
62
meten. En bovenal : <strong>het</strong> hiernamaals waartoe <strong>het</strong> aardsche<br />
bestaan <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>leeuwer slechts een <strong>voor</strong>bereiding<br />
was, verliest zijn overheerschend belang, terwijl men <strong>het</strong><br />
leven om zich zelf waard acht geleefd te wor<strong>de</strong>n. De zinnelijke<br />
schoonheid krijgt waar<strong>de</strong> om haar zelfs wil.<br />
Waar die nieuwe geest zich uitleeft in <strong>de</strong> kunst, noemt<br />
men hem Renaissance; waar hij zich omzet in een levenshouding<br />
en gepaard gaat met geleerdheid, <strong>voor</strong>al taalgeleerdheid,<br />
wordt hij humanisme (1) ; waar hij <strong>de</strong>n godsdienst zelf aantast,<br />
geeft hij aanleiding tot <strong>de</strong> hervorming.<br />
A. — DE HERVORMING<br />
De strijd tusschen <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> en <strong>het</strong> nieuwe geloof kreeg<br />
in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n een bijzon<strong>de</strong>r scherp karakter doordat<br />
hij spoedig uitliep in een opstand tegen <strong>het</strong> Spaansch gezag.<br />
De <strong>voor</strong>naamste mijlpalen in dien kamp zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
datums : 1521 eerste plakkaat tegen <strong>de</strong> ketters; 1539 landjuweel<br />
te Gent, waar blijkt dat <strong>de</strong> meeste re<strong>de</strong>rijkerskamers<br />
<strong>de</strong> nieuwe leer toegedaan zijn ; 1566 beel<strong>de</strong>nstorm; 1568<br />
begin van <strong>de</strong>n gewapen<strong>de</strong>n tegenstand (tachtigjarige oorlog) ;<br />
1585 inneming van Antwerpen door Parma.<br />
Het landjuweel dat in 1539 te Gent gehou<strong>de</strong>n werd,<br />
verraste doordat in <strong>de</strong> opgevoer<strong>de</strong> spelen dui<strong>de</strong>lijk aan<br />
<strong>de</strong>n dag kwam hoe zeer <strong>de</strong> hervormingsgedachte bij <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers,<br />
dus bij <strong>de</strong> burgerij, reeds doorgedrongen was, terwijl<br />
ze b.v. bij iemand als Cornelis Everaert eenige jaren vroeger<br />
nauwelijks na te speuren viel. Maar toch gaat <strong>de</strong> groote<br />
strijdpoezie dier bewogen perio<strong>de</strong> buiten <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerij om;<br />
<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijker was te weinig een persoonlijkheid om zijn ganzeve<strong>de</strong>r<br />
in <strong>de</strong>n dienst te stellen van een zoo fel i<strong>de</strong>aal.<br />
Een beeld van hulpeloosheid te mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r verschrikkingen<br />
waarvan zij te Brussel getuige was, klaagt KATHE-<br />
K. BOUDEWYNS<br />
RINA BOUDEWYNS over <strong>de</strong> ongunst <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n en over 1520-± 1604<br />
<strong>de</strong> verdrukking van <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> geloof, in melodieuse lie<strong>de</strong>ren<br />
en samenspraken die zij uitgaf on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Het Prieelleen<br />
(1) Van homo = mensch. Aileen wie <strong>de</strong> classieke oudheid bestu<strong>de</strong>erd heeft,<br />
is volledig mensch. De Ne<strong>de</strong>rlandsche geleer<strong>de</strong>n, o. w. <strong>voor</strong>al Erasmus, hebben<br />
een <strong>voor</strong>name rol in <strong>het</strong> humanisme gespeeld.<br />
63
<strong>de</strong>r gheestelyker Wellusten, en die nog een naklank laten hooren<br />
van <strong>de</strong> argeloosheid uit vroeger tij<strong>de</strong>n.<br />
Een sterke persoonlijkheid daarentegen in <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging<br />
van <strong>het</strong> Katholicisme was <strong>de</strong> Antwerpsche schoolmeesteres<br />
A. BYNS ANNA BIJNS. Haar dichterschap wordt beheerscht<br />
1494-± 1570 door haar haat tegen <strong>de</strong> Lutherschen. Naar ze lucht<br />
geeft aan haar afkeer van <strong>het</strong> nieuwe geloof of van <strong>de</strong> misbruiken<br />
on<strong>de</strong>r eigen geloofsgenooten, maken zich een heftige<br />
welsprekendheid, een hartstochtelijke toorn, een bijten<strong>de</strong><br />
ironie van haar meester. In haar twee<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n bun<strong>de</strong>l<br />
Refereynen krijgt haar stem gelei<strong>de</strong>lijk meer mildheid en<br />
ingetogenheid, maar steeds blijft ze een waarachtige dichteres<br />
bij Gods gena<strong>de</strong>.<br />
Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong> <strong>de</strong>r barrica<strong>de</strong> stond een min-<br />
MARNIX VAN<br />
St. ALDEGONDE <strong>de</strong>r temperamentvolle, maar grondiger on<strong>de</strong>rleg<strong>de</strong><br />
1538-1598 en meer berekenen<strong>de</strong> figuur : die van PHILIPS VAN<br />
LIEDEREN<br />
MARNIX, heer van St. Al<strong>de</strong>gon<strong>de</strong>. Geboren te Brussel, stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />
hij te Geneve inraar hij Calvinist werd. Bij zijn terugkeer<br />
schaar<strong>de</strong> hij zich aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van <strong>de</strong>n lageren a<strong>de</strong>l<br />
die <strong>het</strong> eerst <strong>de</strong> partij van Oranje koos; later werd hij burgemeester<br />
van Antwerpen tot aan <strong>de</strong> overgave aan Parma.<br />
Daarna vestig<strong>de</strong> hij zich te Lei<strong>de</strong>n waar hij overleed.<br />
Zijn naam is verbon<strong>de</strong>n aan een prozawerk Den Byencorf<br />
<strong>de</strong>r H. Roomsche Kercke, waarin hij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n schijn <strong>de</strong> Kerk<br />
te ver<strong>de</strong>digen, <strong>de</strong>ze met bijten<strong>de</strong> satire en soms groven spot<br />
aanvalt. Het geschrift eindigt met een uitgewerkte vergelijking<br />
van <strong>de</strong> Kerk met een bijenkorf : vandaar <strong>de</strong> titel. Gayer is<br />
zijn berijm<strong>de</strong> psalmvertaling, te stellen naast die van zijn tijdgenooten<br />
Van Zuylen van Nyevelt en Petrus Dathenus. En<br />
indien <strong>het</strong> Wilhelmus van Nassouwe werkelijk van hem is, dan<br />
is hij een dichter wiens diepe innigheid een lied van berustend<br />
maar onwrikbaar Godsbetrouwen gezongen heeft.<br />
Dit is juist <strong>het</strong> kenmerk van <strong>de</strong> vele anonieme ge-<br />
dichten u4 die dagen : uiteraard strijdlie<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong> of tegen<br />
<strong>de</strong>n nieuwen godsdienst (<strong>de</strong> geuzenlie<strong>de</strong>ren), niet bedoeld als<br />
kunst, ontleenen ze niet zel<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> overtuiging waaruit<br />
ze opwel<strong>de</strong>n, een krachtig persoonlijken toon die ze soms<br />
stempelt tot roerend-gelaten of bran<strong>de</strong>nd-heldhaftige poezie.<br />
64
‘.11<br />
en pentogbtr<br />
OttioottlicPeilierc<br />
it i•ttn dare tnbt gronbtlidte 3 4 tleg<br />
gingDe be enbtnitioMeefter Gentiani Hervey,<br />
nu Cops uptstnacit tit fratiferpo tribe in 't Ouptfty:<br />
ricipeum aen be afgbeDluatiDe ban<br />
yet cbgften • Donut.<br />
De wijiheycit en tveritant van <strong>de</strong> Loventcheiclacken.<br />
1<br />
rtigeben tittle gbetnbictett Mutat CetineerbiglIttl 2341<br />
41 14 napcircurn S onni urn, iDatier atter nteutue Stfirbalv<br />
pakinbe ilietedanben i met tetten 711gef entre<br />
• %%opal en Noe qatvettlitcDts,<br />
Titelblad van <strong>de</strong>n Byencorf <strong>de</strong>r H. Roomsche Kercke<br />
door Marnix van Sint Al<strong>de</strong>gon<strong>de</strong>.<br />
I
B. — DE WEGBEREIDERS DER RENAISSANCE<br />
De mid<strong>de</strong>leeuwen had<strong>de</strong>n nooit opgehou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> classieke<br />
schrijvers, althans <strong>de</strong> Latijnsche, to kennen. Zelfs kan er in <strong>de</strong><br />
1 2 e eeuw op een eerste soort van Renaissance gewezen wor<br />
<strong>de</strong>n. Maar zij ken<strong>de</strong>n die schrijvers op een an<strong>de</strong>re manier : zij<br />
lijf<strong>de</strong>n ze eenvoudig in hun levensopvatting in en maakten ze<br />
dienstbaar aan hun wereldbeschouwing. Zoo moet <strong>het</strong> niet<br />
verwon<strong>de</strong>ren dat Vfrgilius op <strong>het</strong> micj<strong>de</strong>leeuwsch tooneel<br />
verscheen als een <strong>de</strong>r profeten die <strong>de</strong> komst van Christus<br />
<strong>voor</strong>spellen.<br />
De zestien<strong>de</strong> eeuwer bena<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> Latijnsche classieken<br />
met een an<strong>de</strong>re mentaliteit : hij leest eruit zijn eigen verdraagzaam<br />
scppticisme en epicurisme en zijn eigen vereering<br />
<strong>voor</strong> levensweel<strong>de</strong> en zinnelijke schoonheid ; bovendien wijdt<br />
hij <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst aandacht aan <strong>de</strong>n uiterlijken vorm, aan <strong>de</strong><br />
klank- en rhythmenrijke inkleeding <strong>de</strong>r gedachte. Diezelf<strong>de</strong><br />
zorg <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n inhoud en <strong>de</strong>n vorm brengt hij over in <strong>de</strong><br />
letterkun<strong>de</strong> van zijn eigen tijd.<br />
De Renaissance is van Italie uitgegaan en heeft Frankrijk<br />
krachtig beroerd, waar zij <strong>de</strong> Pleia<strong>de</strong> met o.a. Ronsard en<br />
du Bellay in <strong>het</strong> leven geroepen heeft. Van daar uit vloei<strong>de</strong><br />
ze in zwakker golvingen over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n. Reeds had<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers, door hun rijmgeknutsel en hun onhandig gebruik<br />
<strong>de</strong>r mythologische terminologie een eerste verre echo<br />
laten hooren. Omstreeks <strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 1 6e eeuw breekt nu <strong>de</strong><br />
Renaissance <strong>voor</strong>goed door, <strong>het</strong> vroegst langs <strong>de</strong>n Gentenaar<br />
L. DE HEERE LUCAS DE HEERE, die, nog met een voet in <strong>de</strong> re<strong>de</strong> -<br />
1534-1584 rijkerij staan<strong>de</strong>, <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandsche sonnetten<br />
schreef.<br />
J. VAN DER<br />
NOOT<br />
1539---t 1595<br />
Een belangrijker vroeg-Renaissanceschrijver is<br />
JAN VAN DER NOOT die, door zijn reizen naar Frank-<br />
rijk en zijn persoonlijke bekendheid met Ronsard,<br />
niet alleen <strong>de</strong> uiterlijke inkleeding <strong>de</strong>r nieuwe kunst, als b.v.<br />
<strong>de</strong> o<strong>de</strong>, <strong>het</strong> sonnet, <strong>de</strong> jambe-maat, invoert, maar tevens,<br />
waar hij op zijn best is, aan zijn individueel schoonheidsgevoel<br />
op <strong>de</strong>licate, zij <strong>het</strong> omslachtige wijze uiting geeft. Daarnaast<br />
schreef hij natuurlijk veel grootsprakige rijmelarij om <strong>de</strong>n<br />
broo<strong>de</strong>. Want aan hem hebben we een eerste <strong>voor</strong>beeld hoe<br />
66
<strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> in <strong>de</strong>ze bewogen perio<strong>de</strong> in <strong>de</strong> verdrukking<br />
geraakt : zijn Theatre oft Tooneel, waarin proza en vertaal<strong>de</strong><br />
naast oorspronkelijke verzen, verscheen te Lon<strong>de</strong>n, waarheen<br />
hij om zijn hervormingsgezin<strong>de</strong> houding uitgeweken was;<br />
terug te Antwerpen gaf hij zijn Olympias uit, een epos in<br />
twaalf <strong>de</strong>elen, en kort daarop zijn Poeticsche Werleen. Maar<br />
<strong>de</strong> politieke toestand was er niet naar dat zijn me<strong>de</strong>burgers<br />
veel aandacht kon<strong>de</strong>n schenken aan <strong>de</strong> schoone letteren, en<br />
spoedig nadat hij om 1595 overle<strong>de</strong>n was werd hij vergeten.<br />
In normale omstandighe<strong>de</strong>n ware Van <strong>de</strong>r Noot, in wiens<br />
beste verzen <strong>de</strong> Renaissance-geest reeds zuiver doorstraalt,<br />
een invloedrijke figuur geweest.<br />
Dezelf<strong>de</strong> ongunst <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n trof <strong>de</strong>n Brusselaar<br />
J. B. HOUWAERT<br />
JAN-BAPTIST HOUWAERT die in zijn Pegasi<strong>de</strong>s Pleyn 1533-1599<br />
ofte <strong>de</strong>n Lusthof <strong>de</strong>r Maech<strong>de</strong>n nochtans min<strong>de</strong>r <strong>het</strong> wezen <strong>de</strong>r<br />
Renaissance besefte dan zijn tijdgenoot Van <strong>de</strong>r Noot. Ook<br />
<strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r-dichter CAREL VAN MANDER (geboren C. VAN MANDER<br />
te Meulebeke) aanvaard<strong>de</strong> <strong>de</strong>n nieuwen geest min- 1548-1606<br />
<strong>de</strong>r snel en volledig, alhoewel hij als schil<strong>de</strong>r zijn Italiaansche<br />
reis achter <strong>de</strong>n rug had. Hid schreef tamelijk veel : behalve<br />
tooneelstukken die alle verloren zijn, en een aantal oorspronkelijke<br />
verzen, vertaal<strong>de</strong> hij zon<strong>de</strong>r glans Homeros (langs<br />
<strong>het</strong> Fransch om) en Virgilius. Veel hooger staat zijn Schil<strong>de</strong>rboeck,<br />
een met verzen doorschoten proza-werk, waarin <strong>het</strong><br />
leven van antieke, Italiaansche, Duitsche en Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
schil<strong>de</strong>rs in een voile en krachtige taal beschreven wordt.<br />
Voor <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>het</strong> proza is <strong>het</strong> een werk van<br />
beteekenis, meer dan Marnix' ruimer versprei<strong>de</strong> Byencod.<br />
Van <strong>het</strong> grootste belang is <strong>het</strong> feit dat Van Man<strong>de</strong>r zijn<br />
geesteskin<strong>de</strong>ren in <strong>het</strong> licht zond in Noord-Ne<strong>de</strong>rland, waar<br />
hij zich in 1 5 83 gevestigd had en <strong>het</strong> overige van zijn dagen<br />
sleet. Hetzelf<strong>de</strong> verloop valt na te speuren in <strong>het</strong> leven van<br />
twee Vlaamsche geleer<strong>de</strong>n met wereldfaam, die — teeken<br />
<strong>de</strong>r nieuwe tij<strong>de</strong>n ! — een ge<strong>de</strong>elte van hun werken in <strong>het</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlandsch uitgaven. De eerste is REMBERT<br />
R. DODOENS<br />
DODOENS die, te Mechelen geboren, <strong>de</strong> meest besla- 1517-1585<br />
gen botanicus van zijn tijd werd, in 1574 echter uitweek naar<br />
Weenen waar hij aan <strong>de</strong> universiteit doceer<strong>de</strong>, na zijn terug-<br />
67
keer in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n zich te Lei<strong>de</strong>n ging vestigen en er<br />
als professor aan <strong>de</strong> universiteit zijn dagen eindig<strong>de</strong>. Hij is<br />
<strong>voor</strong>al bekend als <strong>de</strong> schrijver van een grondleggend werk<br />
over plantenkun<strong>de</strong> : <strong>het</strong> CruN<strong>de</strong>boeck. De an<strong>de</strong>re is <strong>de</strong> Brugge-<br />
S. STEVIN<br />
ling Suiox STEvix, <strong>de</strong> grootste wiskundige van zijn<br />
1548-1620 eeuw, een ingenieur met genialen aanleg, die door<br />
zijn talrijke wetenschappelijke schriften over wiskun<strong>de</strong>, vestingbouw,<br />
aanleg van havens e. a., niet alleen op heel <strong>de</strong><br />
wetenschap van zijn tijd invloed uitoefen<strong>de</strong>, maar ook een<br />
hartstochtelijk vereer<strong>de</strong>r van zijn moe<strong>de</strong>rtaal was en krachtig<br />
meehielp om een zuiver, <strong>voor</strong> wetenschappelijke doelein<strong>de</strong>n<br />
geschikt Ne<strong>de</strong>rlandsch tot stand te brengen. Aan zijn Weegconst<br />
liet hij een warm pleidooi <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>de</strong>r
DIRK VOLKERTSZ COORNHERT droeg tot <strong>de</strong> ver- D. V. COORN-<br />
HERT<br />
spreiding <strong>de</strong>r Renaissance bij, meer door zijn didac- 1522-1590<br />
tisme dan door scheppen<strong>de</strong> literatuur. Het meest door zijn<br />
eigen levenshouding : om wille van zijn onpartijdig-blijven<br />
te mid<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r godsdienstige twisten, was geen <strong>de</strong>r bei<strong>de</strong><br />
kampen hem te vriend : <strong>het</strong> <strong>voor</strong> hem daaruit <strong>voor</strong>tspruitend<br />
Teed droeg hij met echt stoicijnsche gelijkmoedigheid. Behalve<br />
vertalingen van Homeros, Cicero, Seneca, Boethius en van<br />
<strong>de</strong>n Italiaan Boccaccio, schreef hij — geduren<strong>de</strong> zijn gevangschp<br />
— een gedicht Lof <strong>de</strong>r Ghev,angenisse,<br />
en <strong>voor</strong>al een<br />
uitvoerig didactisch-wijsgeerig prozawerk Ze<strong>de</strong>kunst dat is<br />
Wellevenskunste.<br />
Denzelf<strong>de</strong>n karakteristieken afkeer <strong>voor</strong> <strong>het</strong> poli- H. L. SPIEGHEL<br />
tiek getwist, en <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> dwang, vertoon<strong>de</strong> <strong>de</strong> 1549-1612<br />
Amsterdamsche koopmanszoon HENDRIK LAURENSZ SPIE-<br />
GHEL. Hij stond aan <strong>het</strong> hoofd <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamer<br />
tiet Eglantierken, die als kenspreuk had « In Lief<strong>de</strong> bloeien<strong>de</strong> >>,<br />
maar die on<strong>de</strong>r zijn leiding <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n re<strong>de</strong>rijkerssleur en<br />
<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerstaal aan 't afzweren was en in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
jaren een rol van beteekenis zou spelen in <strong>de</strong> letterkundige<br />
beweging te Amsterdam.<br />
Spieghel was even vertrouwd met <strong>de</strong> classieken als Coornhert,<br />
even verdraagzaam aangelegd, en even geneigd <strong>het</strong><br />
humanistisch i<strong>de</strong>aal op <strong>de</strong> landstaal toe te passen. Samen<br />
met nog een paar an<strong>de</strong>ren, o. w. Roemer Visscher, die eveneens<br />
invloedrijke le<strong>de</strong>n van Het Eglantierken waren, bezorg<strong>de</strong><br />
hij een drietal werken om spelling, syntaxis en stijlleer van<br />
<strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch te regelen ( 1 ). Het belangrijkste van die<br />
werken is De Twe-spraeck van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rduytsche Letterkunst.<br />
Maar daarnaast was hij ook iemand uitgerust met dichterlijke<br />
gaven die hij bij plaatsen te schitteren zette in zijn groot<br />
gedicht Hert-spieghel.<br />
De laatste <strong>de</strong>r trits, Spieghel's vriend ROEMER<br />
ROEMER<br />
VISSCHER, evenals hij Amsterdamsch koopman en VISSCHER<br />
lid van Het Eglantierken, vertoont eer een an<strong>de</strong>r 1547-1620<br />
(1) In die jaren komt naast « Ne<strong>de</strong>rduitsch >> ook <strong>de</strong> benaming « Ne<strong>de</strong>rlandsch >><br />
in zwang. Het oudste <strong>voor</strong>beeld dagteekent reeds van 1518.<br />
69
uitzicht <strong>de</strong>r Renaissance, nl. <strong>de</strong> levensblijheid, maar dan naar<br />
Hollandsch-burgerlijken en
OVERZICHT<br />
't In drie groote golvingen heeft <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche kunst zich ontwikkeld,<br />
waarbij Vlaan<strong>de</strong>ren telkens <strong>voor</strong>afging :<br />
De rid<strong>de</strong>rlijk-feodale, xile en XIII' eeuw, toen <strong>de</strong> beschaving nog een<br />
zekere eenvormigheid vertoon<strong>de</strong>, en <strong>de</strong> maatschappij nog beheerscht was<br />
door <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rlijke levensi<strong>de</strong>alen; toen diepe godsdienstzin, die daarom<br />
Been blij<strong>de</strong>n levenslust misken<strong>de</strong>, <strong>de</strong> gemoe<strong>de</strong>ren nog vorm<strong>de</strong> en doordrong.<br />
De burgerlijk-patricische, die met Van Maerlant begint, doch eerst in<br />
<strong>de</strong> XIV' eeuw, tot omstreeks 1430, tot ontwikkeling komt, waarin <strong>het</strong><br />
burgerlijk patriciaat <strong>de</strong>n toon aangeeft en <strong>de</strong> nuttige wetenschap alle<br />
kunstuitingen leidt.<br />
De kunst van <strong>het</strong> yolk, van <strong>de</strong> gemeenschap, tot <strong>de</strong> opkomst <strong>de</strong>r<br />
Renaissance, waarin <strong>de</strong> lagere schicht <strong>de</strong>r samenleving, <strong>het</strong> yolk met <strong>de</strong><br />
gil<strong>de</strong>n, tot <strong>de</strong> oppervlakte stijgt en in <strong>de</strong> kunst haar invloed cloet gel<strong>de</strong>n :<br />
<strong>het</strong> tijdvak <strong>de</strong>r re<strong>de</strong>rijkers.<br />
De Renaissance (twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r XVI' eeuw) breekt of met <strong>de</strong> kunstopvattingen<br />
<strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen. 2.<br />
Uit : Dr J. Van Mierlo, Jun. S. J. — Beknopte Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong><br />
Oud- en Mid<strong>de</strong>lne<strong>de</strong>rlandsche Letterkun<strong>de</strong>.<br />
71
Historische feiten<br />
1520 Luther verbrandt te Wittemberg<br />
<strong>de</strong> pauselijke banbul.<br />
1522 Magellaan voltrekt <strong>de</strong> 1 e reis om<br />
<strong>de</strong> wereld.<br />
1534 De Jezuletenor<strong>de</strong> wordt gesticht.<br />
1539 Landjuweel te Gent.<br />
1545 Concilie van Trente.<br />
1558 Dood van Karel V.<br />
1565 Eedverbond <strong>de</strong>r E<strong>de</strong>len.<br />
1566 Beel<strong>de</strong>nstorm.<br />
1568 Begin van <strong>de</strong>n 80-jarigen oorlog.<br />
1569 Dood v. Pieter Bruegel <strong>de</strong>n Ou<strong>de</strong>re.<br />
1572 De Watergeuzen maken zich meester<br />
van <strong>de</strong>n Briel, en Alva neemt<br />
Haarlem in.<br />
1574 Ontzet van Lei<strong>de</strong>n.<br />
1576 Pacificatie van Gent.<br />
1579 Unie van Utrecht.<br />
1583 Parma begint <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n te on<strong>de</strong>rwerpen.<br />
1585 Val van Antwerpen.<br />
1588 De Spaansche Armada vernield.<br />
1595 Aartshertog Albert.<br />
1600 Slag bij Nieuwpoort.<br />
1609 Twaalfjarig Bestand.<br />
Zuidne<strong>de</strong>rlandsche I Noordne<strong>de</strong>rlandsche<br />
Literatuur<br />
1 4—<br />
Erasmus (1466-1536)<br />
Anna Byns<br />
(1494-± 1570)<br />
R. Dodoens (1517-1585) —><br />
J. B. Houwz&ert<br />
(1533-1599)<br />
L. <strong>de</strong> Heere<br />
(1534-± 1584)<br />
Marnix van St.Al<strong>de</strong>gon<strong>de</strong><br />
(1538-1598) ----><br />
J. van <strong>de</strong>r Noot<br />
(1539-± 1595)<br />
C. van Man<strong>de</strong>r<br />
(1548-1606)<br />
S. Stevin (1548-1620) —><br />
D. V. Coornhert<br />
(1522-A 590)<br />
J. van Hout (1542-1609)<br />
Roemer Visschcr<br />
(1547-1620)<br />
H. Spieghel (1549-1612)<br />
Fransche literatuur<br />
Rabelais (1495-1553)<br />
Cl. Marot (± 1496-1544)<br />
I. du Bellay (1522-1560)<br />
Ronsard (1524-1585)<br />
J. A. du Balf (1532-1589)<br />
Montaigne (1533-1592)<br />
R. Garnier (1534-1590)<br />
G. du Bartas (1544-1590)<br />
Malherbe (1555-1628)
OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />
1. Vergelijk <strong>het</strong> metrum van een mid<strong>de</strong>leeuwsch en een Renaissancegedicht<br />
(B. v. Reinaert <strong>de</strong> Vos en Van <strong>de</strong>r Noot).<br />
2. De begrippen humanisme en Renaissance <strong>de</strong>kken elkaar niet geheel.<br />
Omschrijf wat gij on<strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> verstaat!<br />
3. Wat bedoelt men als men zegt dat <strong>de</strong> Renaissance <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> beteekent<br />
van <strong>de</strong> volkskunst?<br />
4. Waarom situeert men <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van <strong>het</strong> Brabantsch overwicht in 1585?<br />
5. Teeken een kaartje met <strong>de</strong> geboorteplaats en sterfplaats van alle u<br />
beken<strong>de</strong> schrijvers uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>.<br />
6. Vergelijk > van P. <strong>de</strong> Ronsard met <strong>de</strong>
HOOFDSTUK IV<br />
DE GOUDEN EEUW<br />
A. — ALGEMEEN OVERZICHT<br />
De godsdiensttroebelen die in <strong>het</strong> laatste kwart <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong><br />
eeuw <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche provincien in voile beroering<br />
gebracht had<strong>de</strong>n, kregen in 1609 <strong>voor</strong>loopig hun beslag.<br />
Toen immers, nadat geduren<strong>de</strong> korten tijd, gansch <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n opstand gewonnen waren, had <strong>de</strong> nieuwe<br />
goeverneur-generaal Farnese, langzamerhand en stuk <strong>voor</strong><br />
stuk, <strong>de</strong>ze streken, met <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijkste te beginnen, <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n<br />
Spaanschen vorst teruggewonnen. In 1585, na <strong>de</strong> inneming<br />
van Antwerpen, had hij van een ver<strong>de</strong>r doordringen naar<br />
<strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n moeten afzien : op dat historisch oogenblik<br />
wer<strong>de</strong>n Noord- en Zuid-Ne<strong>de</strong>rland geschei<strong>de</strong>n. Wel bleven<br />
<strong>de</strong> vijan<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n nog over en weer aanslepen, maar in<br />
1609 werd tusschen <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> oorlogvoeren<strong>de</strong> partijen, Staatschen<br />
en Spanjaar<strong>de</strong>n, een wapenstilstand gesloten <strong>voor</strong> een<br />
termijn van twaalf jaar : <strong>het</strong> twaalfjarig <strong>bestand</strong>.<br />
Reeds van in <strong>de</strong> laatste jaren <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw waren <strong>de</strong><br />
Noor<strong>de</strong>lijke provincien ijverig in <strong>de</strong> weer om hun nieuwen<br />
staatsvorm in te richten ; terwijl <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n <strong>het</strong> grootste <strong>de</strong>el<br />
van <strong>de</strong> krijgsverschrikkingen te dragen had, begon daar betrekkelijke<br />
rust te heerschen. Toen hier <strong>de</strong> onveiligheid <strong>het</strong><br />
economische en intellectueele Leven nagenoeg volledig verlam<strong>de</strong>,<br />
werkte zich daar met hardnekkige vastbera<strong>de</strong>nheid<br />
een yolk van visschers en han<strong>de</strong>laars omhoog. De strijd tegen<br />
Spanje had er een sterk geslacht gekweekt dat, bij <strong>het</strong> luwen<br />
<strong>de</strong>r vijan<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n, zijn energie ging beste<strong>de</strong>n aan <strong>het</strong> productief-maken<br />
<strong>de</strong>r duurgekochte, alhoewel nog steeds precaire<br />
onafhankelijkheid. En straks, als in 1648 <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitief<br />
gesloten wordt, erft Amsterdam <strong>de</strong> positie van Antwerpen<br />
74
als han<strong>de</strong>lsmetropool van <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n, en komt, me<strong>de</strong> door<br />
<strong>de</strong> koloniale on<strong>de</strong>rnemingen, <strong>de</strong> welvaart van overal toegevloeid.<br />
De Vereenig<strong>de</strong> Provincien wor<strong>de</strong>n een eeuw lang<br />
door <strong>de</strong> groote Europeesche mogendhe<strong>de</strong>n als buns gelijken<br />
behan<strong>de</strong>ld.<br />
Met dien economischen bloei ging ook een intense cultureele<br />
opleving gepaard. Tot vlak <strong>voor</strong> <strong>de</strong> 1 7 e eeuw had Holland<br />
een zeer on<strong>de</strong>rgeschikte rol in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong><br />
gespeeld. Nog tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> godsdienstige troebelen kon<br />
<strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n en <strong>voor</strong>namelijk Brabant zijn positie als mid<strong>de</strong>lpunt<br />
van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche beschavingsleven staan<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n.<br />
We behoeven maar te be<strong>de</strong>nken dat <strong>de</strong> eersten die<br />
<strong>de</strong>n Renaissance-geest ,<strong>het</strong> best weergaven <strong>de</strong> Antwerpenaar<br />
Jan van <strong>de</strong>r Noot en <strong>de</strong> West-Vlaming C. van Man<strong>de</strong>r zijn;<br />
dat <strong>de</strong> felste tegenstan<strong>de</strong>r van <strong>het</strong> Katholicisme zoowel als<br />
<strong>de</strong> hartstochtelijkste ver<strong>de</strong>digster ervan geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> godsdiensttwisten<br />
Zuid-Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs zijn; dat <strong>de</strong> meeste Geuzenlie<strong>de</strong>ren<br />
waarschijnlijk bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rivieren gedicht wer<strong>de</strong>n<br />
( 1 ), en dat <strong>de</strong> vermoe<strong>de</strong>lijke schrijver van <strong>het</strong> Wilhelmuslied<br />
.een Brusselsch e<strong>de</strong>lman is. En nog op <strong>de</strong>n drempel <strong>de</strong>r<br />
1 7 e eeuw getuigt Roemer Visscher onrechtstreeks van <strong>het</strong><br />
Zuidne<strong>de</strong>rlandsch overwicht door tot
aanloop <strong>de</strong>r Renaissance-gedachten met gretigheid opgenomen<br />
werd, en waaruit <strong>de</strong> schaar van schrijvers opstond die <strong>de</strong><br />
17e eeuw tot <strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n eeuw onzer letterkun<strong>de</strong> maakten.<br />
Het tijdperk van <strong>de</strong> eerste generatie, die uit dit paren van<br />
Hollandsche jeugd en da<strong>de</strong>nkracht met Vlaamsche en Brabantsche<br />
intellectualiteit ontstond, valt samen met <strong>het</strong> glorierijke<br />
stadhou<strong>de</strong>rschap van Maurits en van Fre<strong>de</strong>rik-Hendrik<br />
(tot 1647). Behalve Von<strong>de</strong>l, die <strong>de</strong>ze eeuw tot in Naar laatste<br />
kwart blijft beheerschen, dagen op <strong>de</strong> groote figuren van<br />
Hooft, Bre<strong>de</strong>ro, terwijl ook Huygens en Cats hun beste werk<br />
leveren. Rondom hen heerschte een opgewekte literaire<br />
bedrijvigheid bij <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re dichters : Starter, Camphuysen,<br />
Stalpart van <strong>de</strong>r Wiele, Revius; bij <strong>de</strong> tooneelschrijvers :<br />
Ro<strong>de</strong>nburg, Coster ; bij <strong>de</strong> prozaschrijvers in allerlei trant,<br />
o. a. van reisjournalen zooals Bontekoe, van moralisaties<br />
zooals <strong>de</strong> De Brune's, van her<strong>de</strong>rromans zooals Heemskerk.<br />
Na <strong>het</strong> sluiten van <strong>het</strong> verdrag van Munster in 1648, dat<br />
<strong>de</strong>n vre<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitief maakte, speel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong> Provincien<br />
een nog <strong>voor</strong>namer rol in <strong>de</strong> Europeesche politiek, en<br />
wer<strong>de</strong>n ze o. a. in een langen krijg met Engeland gewikkeld,<br />
waarin <strong>de</strong> Hollandsche admiraals Tromp en De Ruyter zich<br />
meer dan eens on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong>n. Maar <strong>de</strong> innerlijke gespannenheid<br />
die <strong>het</strong> grootsche werk <strong>de</strong>r vrijmaking voltooid had,<br />
ging langzamerhand opnieuw te loor. Het hou<strong>de</strong>n blijkt immers<br />
moeilijker dan <strong>het</strong> hebben, ook wat <strong>de</strong> intellectueele<br />
waar<strong>de</strong>n betreft. Wel was <strong>het</strong> gezag <strong>de</strong>r Republiek naar buiten<br />
toe nog steeds even groot, doch naar binnen ontston<strong>de</strong>n<br />
wrijvingen en politieke geschillen die <strong>de</strong> energie <strong>de</strong>r natie opslorpten.<br />
Het stadhou<strong>de</strong>rlooze tijdperk (1650-1672 )ver<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />
<strong>het</strong> land in twee kampen: <strong>de</strong> Oranje-gezin<strong>de</strong>n, die <strong>de</strong>n jongen<br />
Willem III tot <strong>het</strong> stadhou<strong>de</strong>rschap wil<strong>de</strong>n verheffen, en <strong>de</strong><br />
Staatsgezin<strong>de</strong>n die zich om <strong>de</strong>n raadpensionaris van Holland<br />
Johan <strong>de</strong> Witt schaar<strong>de</strong>n. De rijke kooplie<strong>de</strong>n, die in <strong>de</strong><br />
vorige <strong>de</strong>cennien <strong>de</strong> kracht <strong>de</strong>r natie uitmaakten, ontwikkel<strong>de</strong>n<br />
zich langzamerhand tot een gesloten aristocratie, en in<br />
plaats van actief aan <strong>het</strong> artistieke leven <strong>de</strong>el te nemen, wer<strong>de</strong>n<br />
zij mecenaten. Aan een an<strong>de</strong>re zij <strong>de</strong> maakte <strong>het</strong> levenwekken<strong>de</strong><br />
geloof, dat in <strong>de</strong>n strijd tegen Spanje kracht tot<br />
76
da<strong>de</strong>n gegeven had, plaats <strong>voor</strong> een rationalistische levensbeschouwing,<br />
ontstaan on<strong>de</strong>r invloed van <strong>de</strong> wijsbegeerte <strong>de</strong>r<br />
Franschen Descartes en Pierre Bayle, die zich in Ne<strong>de</strong>rland<br />
gevestigd had<strong>de</strong>n, en van Spinoza. Daarentegen liet zich,<br />
wars van alle kerkelijk gezag, weldra een nieuwe vroomheid<br />
gel<strong>de</strong>n die zich cristalliseer<strong>de</strong> in <strong>de</strong> secte <strong>de</strong>r pietisten.<br />
Afgezien van Von<strong>de</strong>l wiens traag-rijpend genie nog steeds<br />
een stijgen<strong>de</strong> lijn teeken<strong>de</strong> tot ver in <strong>de</strong> 2 e helft <strong>de</strong>r eeuw<br />
en in dit tijdperk zijn schoonste meesterstukken schiep, ontbreken<br />
nu groote persoonlijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> literatuur. Cats en<br />
Huygens had<strong>de</strong>n hun beste werk geleverd en vermei<strong>de</strong>n zich<br />
nog slechts in omvangrijke moraliseeren<strong>de</strong> gedichten, vaak<br />
van autobiographischen aard. De jongere dichters bleken<br />
onmachtig om een nieuw geluid to laten hooren ; wel zetten<br />
zij misschien in nog verhoog<strong>de</strong>r mate <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid<br />
<strong>voor</strong>t, maar meestal ston<strong>de</strong>n zij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed van<br />
Von<strong>de</strong>l, Hooft, Cats of Huygens.<br />
On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>genen die hun voetspoor volg<strong>de</strong>n vermel<strong>de</strong>n wij<br />
J. Westerbaen, Reyer Anslo, Johannes Vollenhove, A. van<br />
<strong>de</strong>r Goes, terwijl Oudaen en Jeremias <strong>de</strong> Decker toch van<br />
meer oorspronkelijkheid blijk gaven. Dit eigen geluid valt<br />
<strong>voor</strong>al op bij twee dichters met sterk pietistische strekking<br />
die tegen <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r eeuw een afzon<strong>de</strong>rlijke plaats innemen<br />
en bij wie wij nog eens poezie van zuiverklinkend allooi vernemen<br />
: eerst bij Heiman Dullaert en daarna bij Jan Luyken.<br />
Het gebrek aan oorspronkelijkheid liet zich nog scherper<br />
voelen in <strong>het</strong> proza : <strong>de</strong> romans, nu ook <strong>de</strong> schelmenromans,<br />
zijn meestal vertalingen of navolgingen uit <strong>het</strong> Spaansch, <strong>het</strong><br />
Italiaansch en <strong>het</strong> Fransch. Het meest talent als prozaschrijver<br />
vertoon<strong>de</strong> nog G. Brandt in zijn levensbeschrijvingen, terwijl<br />
hij op <strong>het</strong> tooneel samen met Jan Vos <strong>het</strong> gruweldrama met<br />
B. — DE GROOTMEESTERS VAN DE GOUDEN EEUW<br />
JEUGD en VOOR-<br />
BEREIDING<br />
1. — PIETER CORNELISZ HOOFT<br />
Hooft, in 1 581 geboren, is een typisch <strong>voor</strong>beeld<br />
van <strong>de</strong> ontwikkeling die <strong>het</strong> nieuwe geslacht dat<br />
Holland groot maakte, doorgeloopen had : zijn <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs<br />
waren Zaandamsche visschers, zijn va<strong>de</strong>r was koopman te<br />
Amsterdam, en een <strong>de</strong>r aanzienlijkste burgers vermits hij<br />
schepen <strong>de</strong>r stad en burgemeester werd. Hij zelf kreeg een<br />
verzorg<strong>de</strong>, d. w. z. humanistische opvoeding : naast zijn moe<strong>de</strong>rtaal,<br />
Latijn, Grieksch en ook Fransch en Italiaansch. Al<br />
werd <strong>de</strong> jonge Pieter <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n han<strong>de</strong>l bestemd, toch ging hij<br />
spoedig op in <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid die zich tegen <strong>het</strong><br />
ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r zestien<strong>de</strong> eeuw in zijn va<strong>de</strong>rstad concentreer<strong>de</strong>. Het<br />
mid<strong>de</strong>lpunt dier bedrijvigheid was <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Amsterdamsche<br />
re<strong>de</strong>rijkerskamer Het Eglantierken, waar <strong>de</strong> toonaangeven<strong>de</strong><br />
figuren Spieghel en Roemer Visscher <strong>het</strong> humanistisch i<strong>de</strong>aal<br />
ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n re<strong>de</strong>rijkerssleur. Zijn eigen<br />
va<strong>de</strong>r was er trouwens ook lid van, en <strong>het</strong> is teekenend <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong>n geest dier <strong>de</strong>gelijke Hollandsche kooplie<strong>de</strong>n dat hij zijn<br />
zoon, zoodra <strong>de</strong>ze zijn zestien<strong>de</strong> of zeventien<strong>de</strong> jaar bereikt<br />
had, meenam naar <strong>de</strong> bijeenkomsten <strong>de</strong>r kamer. Het dichten<br />
werd evengoed als <strong>het</strong> cijferen een passen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>bereiding<br />
geacht <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n toekomstigen koopman.<br />
Maar nauwelijks was hij ten voile zeventien gewor<strong>de</strong>n of<br />
zijn va<strong>de</strong>r stuur<strong>de</strong> hem, tot ver<strong>de</strong>re voltooang van zijn opvoeding,<br />
op reis naar Italie, over Parijs. Wat zoo'n uitstap,<br />
die nagenoeg drie jaar duur<strong>de</strong> en, gezien <strong>de</strong> verkeersmid<strong>de</strong>len,<br />
een niet ongevaarlijke on<strong>de</strong>rneming was, beteeken<strong>de</strong>, mag<br />
niet on<strong>de</strong>rschat wor<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong>n leeftijd dat <strong>de</strong> persoonlijkheid<br />
gevormd wordt, en alien aanvoer van buiten gewillig<br />
in zich opneemt, stond <strong>de</strong>ze achttienjarige te mid<strong>de</strong>n van<br />
<strong>het</strong> yolk <strong>voor</strong> <strong>het</strong>welk <strong>de</strong> Renaissance een leven<strong>de</strong> werkelijkheid<br />
was en vanwaar uit ze zich over Europa verbreid had.<br />
Thuis ken<strong>de</strong> men ze enkel van hooren zeggen ; na Van Man<strong>de</strong>r<br />
was hij <strong>de</strong> eerste Ne<strong>de</strong>rlandsche schrijver die in rechtstreeksche<br />
aanraking met Naar bronnen zelf kwam. Onuitwischbaar<br />
78
leef <strong>de</strong> stempel die ze op hem drukte : ze werd hem tot<br />
een twee<strong>de</strong> natuur.<br />
In 1 601 was hij terug to Amsterdam. Hij zal wel da<strong>de</strong>lijk<br />
een Bast van aanzien geweest zijn in Het Eglantierken, bekleed<br />
als hij was met <strong>het</strong> prestige van <strong>de</strong> verre reis naar <strong>het</strong> land <strong>de</strong>r<br />
Renaissance. En onmid<strong>de</strong>llijk dichtte hij, <strong>voor</strong> zijn kamergenooten<br />
tot wie hij uit Florence reeds brieven gericht had,<br />
een tooneelspel Theseus en Ariadne, dat trouwens zijn<br />
proefstuk niet was, vermits hij waarschijnlijk <strong>voor</strong><br />
zijn vertrek. reeds zijn pen gescherpt had op een eerste<br />
treurspel Achilles en Polyxena. Niet alleen in <strong>de</strong> Kamer was hij<br />
een welkome bezoeker, maar ook bij Roemer Visscher, in<br />
« <strong>het</strong> zalig Roemerhuis », waar diens bei<strong>de</strong> letterminnen<strong>de</strong><br />
dochters <strong>het</strong> eerste > openhiel<strong>de</strong>n en al wat<br />
Amsterdam aan kunstzinnige geesten tel<strong>de</strong> rondom <strong>de</strong> gastvrije<br />
tafel vereenig<strong>de</strong>n. En ook nog el<strong>de</strong>rs : <strong>de</strong> bereis<strong>de</strong> burgemeesterszoon<br />
met zijn zwierige jeugd <strong>de</strong>ed <strong>het</strong> hart van<br />
menige Amsterdamsche schoone sneller kloppen. Zijn eigen<br />
gemoed was licht ontvlambaar : en uit die. ontvlambaarheid<br />
stroom<strong>de</strong> een vloed van minnelie<strong>de</strong>ren die tot <strong>het</strong> beste behooren<br />
wat op dit gebied in onze letterkun<strong>de</strong> geschreveri werd.<br />
Wie een <strong>de</strong>zer gedichten aandachtig leest, vergeet<br />
nooit <strong>de</strong>n persoonlijken klank die er uit spreekt.<br />
Toen Hooft in Italie was, had hem <strong>voor</strong>al getroffen <strong>de</strong><br />
tegenstelling van <strong>het</strong> zacht-vloeien<strong>de</strong>, gesmijdige woord <strong>de</strong>r<br />
Toscaansche dichters, met <strong>het</strong> stroeve instrument dat <strong>het</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlandsch was, zooals men <strong>het</strong> in
I, OP 441 UY D EN, noilan brit tx,141$<br />
Het Mui<strong>de</strong>rslot ten tij<strong>de</strong> van Hooft.
In zijn beste minnelie<strong>de</strong>ren bena<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> harmonie tusschen<br />
<strong>het</strong> eigen-inheemsche en <strong>de</strong> ingevoer<strong>de</strong> Renaissance <strong>de</strong> volmaaktheid<br />
; el<strong>de</strong>rs geeft hij toe aan <strong>de</strong> neiging naar te overdadigen<br />
mythologischen tooi die <strong>voor</strong>al zijn visie op <strong>de</strong><br />
natuur vertroebelt.<br />
Dezelf<strong>de</strong> inspiratie die hem zijn minnelie<strong>de</strong>ren dicteer<strong>de</strong>,<br />
gaf hem ook zijn her<strong>de</strong>rsspel Granida in <strong>de</strong> pen, GRANIDA<br />
geschreven naar <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> Fransche en 1605<br />
Italiaansche pastoralen, en waarin hij <strong>het</strong> eenvoudige, arge-<br />
looze landleven tegenover <strong>de</strong> onnatuur en <strong>het</strong> stands<strong>voor</strong>oor<strong>de</strong>el<br />
<strong>de</strong>r hofkringen verheerlijkt. Het on<strong>de</strong>rwerp, <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> van<br />
<strong>de</strong>n her<strong>de</strong>r Daifilo <strong>voor</strong> prinses Granida, biedt, <strong>voor</strong>al in <strong>het</strong><br />
eerste bedrijf, gelegenheid tot menig van geest tintelend<br />
natuurlied, dat niet moet on<strong>de</strong>rdoen <strong>voor</strong> zijn beste lyrische<br />
verzen.<br />
Maar intusschen had <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> Hooft ten overvloe<strong>de</strong> ervaren<br />
dat zijn zoon
als Van Baerle en <strong>de</strong> dichter Huygens samentroffen, en waar<br />
<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> drostin samen met <strong>de</strong> dames Visscher leven en<br />
schalksche vreug<strong>de</strong> schiepen. Een enkelen keer zal <strong>de</strong> meer<br />
plebeische figuur van Bre<strong>de</strong>ro er ook verschenen zijn. Aan <strong>het</strong><br />
Mui<strong>de</strong>rslot waren bovendien historische herinneringen vast :<br />
was <strong>het</strong> daar niet dat graaf Floris V, <strong>de</strong>r keerlen god, door<br />
Geeraard van Velzen neergeveld werd, zooals Melis Stoke in<br />
zijn Rijmkroniek en <strong>het</strong> volkslied <strong>het</strong>, elk op hun wijze verhaal<strong>de</strong>n<br />
? Hooft liet zich door die herinneringen inspireeren,<br />
en in 1613 verscheen zijn treurspel Geeraerdt van<br />
GEER.AERDT<br />
VAN VELZEN Velzen. Eigenaardig is <strong>het</strong> na te gaan hoe in dit<br />
1613 nationaal drama <strong>het</strong> re<strong>de</strong>rijkersspel overgaat naar<br />
<strong>de</strong>n Renaissance-vorm : hoe er nog symbolische personages in<br />
optre<strong>de</strong>n als Geweldt, Bedroch en Twist, naast schimmen<br />
bij Seneca ontleend, hoe <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche wachterlied,<br />
nu in rhythmische Renaissance-verzen opklinkt naast<br />
<strong>de</strong> reeds classieke reizaligen, maar <strong>voor</strong>al hoe Hooft <strong>de</strong>n<br />
drama-vorm gebruikt om zijn eigen i<strong>de</strong>een te verkon<strong>de</strong>n over<br />
staatsleer en verhouding tusschen vorst en yolk. Van ons<br />
mo<strong>de</strong>rn standpunt uit heeft alleen <strong>het</strong> vier<strong>de</strong> bedrijf dramatische<br />
kracht, maar <strong>de</strong> toeschouwers in Het Eglantierken zullen<br />
bij <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling er hun hart aan opgehaald hebben.<br />
BAETO<br />
In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> jaren schreef hij nog twee tooneel-<br />
1616-17 werken, waarvan <strong>het</strong> eene, <strong>het</strong> treurspel Baeto, ons<br />
te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> (legendarische) <strong>voor</strong>ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r Hollan<strong>de</strong>rs<br />
verplaatst, wier aanvoer<strong>de</strong>r Baeto, door <strong>de</strong> opperste overwin-<br />
ning op zichzelf te behalen, <strong>de</strong> toekomst van zijn yolk ver-<br />
zekert. Nog min<strong>de</strong>r dan Geeraerdt van Velzen kan Baeto ons<br />
als drama bevredigen, maar wat een vertrouwdheid met <strong>de</strong><br />
Gooische natuur in sommige passages, wat een wil<strong>de</strong><br />
kracht in die verzen waar hij <strong>de</strong> 'heiligheid van <strong>het</strong> woud<br />
beschrijft! Ook nog om een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n is Baeto merkwaardig<br />
: dui<strong>de</strong>lijker dan hij <strong>het</strong> el<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>ed geeft <strong>de</strong> schrijver<br />
hier uiting aan <strong>het</strong> stoicisme en aan <strong>de</strong> verdraagzaamheid die<br />
hem in zijn dagelijkschen han<strong>de</strong>l nooit verlieten. De hoofdgedachte<br />
van <strong>het</strong> treurspel is per slotsom niet antlers dan<br />
<strong>de</strong>ze : beter is <strong>het</strong> onrecht te lij<strong>de</strong>n dan onrecht te doen.<br />
Bijna tegelijkertijd als Baeto maakte hij zijn blijspel<br />
82
Ware-nar klaar, dat, evenals Baeto, opgevoerd werd WARE-NAR<br />
in <strong>de</strong> Duytsche Aca<strong>de</strong>mie die, in 1617, door oneenig- 21: 1616<br />
heid uit <strong>het</strong> Eglantierken ontstaan was. Ware-nar is een bewerking<br />
van Plautus' Aulularia
danken aan <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Historian, waarmee hij reeds in<br />
1 628 begonnen was en waaraan hij tot vlak <strong>voor</strong> zijn dood<br />
bezig geweest is. Met <strong>de</strong>ze Historian, die <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> jaren 1555 tot 1 5 8 7 behan<strong>de</strong>len, neemt<br />
<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne Ne<strong>de</strong>rlandsche historiographie een aanvang.<br />
Want ook bier liet Hooft <strong>de</strong>n geest zijner eeuw Bel<strong>de</strong>n : geschiedschrijving<br />
was <strong>voor</strong> hem geschiedvorsching, uitgaan<strong>de</strong><br />
van critische beschouwing <strong>de</strong>r documenten en van <strong>het</strong> gecontroleerd<br />
relaas <strong>de</strong>r feiten. Niet alleen daardoor verschil<strong>de</strong><br />
hij van <strong>de</strong>n vroegeren kronijkschrijver, maar ook door zijn<br />
bewusten wil om een kunstwerk to scheppen. Daartoe koos<br />
hij zich Tacitus, dien hij grondig bestu<strong>de</strong>erd had, tot <strong>voor</strong>beeld,<br />
<strong>voor</strong>al wat <strong>de</strong>n stijl betreft. Kernachtigheid en zuiverheid<br />
zijn <strong>de</strong> twee hoofdtrekken. Om wille van <strong>de</strong> zuiverheid<br />
vermeed hij angstvallig alle bastaardwoor<strong>de</strong>n ; om wille van<br />
<strong>de</strong> kernachtigheid, die hij zoozeer bij zijn <strong>voor</strong>beeld bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>,<br />
wordt zijn stijl allicht moeilijk verstaanbaar.<br />
Het eerste <strong>de</strong>el verscheen in 1642 ; <strong>het</strong> twee<strong>de</strong> was op verre<br />
na niet voltooid, toen hij in 1 647 overleed, eenige dagen na<br />
<strong>de</strong> begrafenis. van Fre<strong>de</strong>rik-Hendrik die hij nog bijgewoond<br />
had.<br />
BESLUIT Hooft is onze volledigste en zuiverste Renaissancedichter<br />
geweest in leven en leer en werken. Hij is <strong>de</strong> eenige<br />
JEUGD EN<br />
VORMING<br />
bij wien we <strong>de</strong>n aristocratischen zwier en <strong>de</strong> fijnheid van<br />
geestesbeschaving aantreffen, en een <strong>de</strong>r weinigen die een<br />
bewust streven ken<strong>de</strong>n naar vormschoonheid en naar klankvoile<br />
uiting van eigen intiemste gevoelens.<br />
2. - GERBRAND ADRIAENSZ BREDERO<br />
In 1585, in <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> jaar dat Marnix van St.<br />
Al<strong>de</strong>gon<strong>de</strong> Antwerpen aan Parma moest overgeven,<br />
en dat <strong>de</strong>genen die Von<strong>de</strong>l's ou<strong>de</strong>rs zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n Oostwaarts<br />
naar Keulen uitweken, werd Gerbrand Adriaensz in<br />
<strong>het</strong> hartje van Amsterdam geboren. Het huis waar hij <strong>het</strong><br />
levenslicht aanschouw<strong>de</strong> droeg in <strong>de</strong>n gevel <strong>het</strong> beeld van<br />
<strong>de</strong>n heer van Bre<strong>de</strong>ro. Zoon van een honkvasten Amsterdamschen<br />
schoenmaker, nam hij in zich op <strong>het</strong> veelvuldige<br />
uitzicht van <strong>het</strong> gisten<strong>de</strong> leven in zijn omgeving. Zijn kin<strong>de</strong>r-<br />
84
jaren verliepen te mid<strong>de</strong>n van <strong>het</strong> kleurige gewoel en <strong>de</strong><br />
hevige blijheid van een stad die zich voel<strong>de</strong> groeien van eenvoudige<br />
visschershaven tot wereldmarkt. Van uit <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>lpunt<br />
waar hij ravotte, zette zij zich uit langs buitensingels en<br />
-grachten en zijn verbijsterd kin<strong>de</strong>roog zag langs <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> hooge zeilers aanleggen met Mooren in <strong>de</strong> tuigage geklauterd.<br />
Hij was getuige van <strong>het</strong> vertrek <strong>de</strong>r waaghalzen die<br />
een uitweg zochten langs ongeken<strong>de</strong> wereldzeeen, en hij zag<br />
ze weerkeeren met fantastische tropeeen uit <strong>het</strong> verre Indie.<br />
Niets scheen in dien heroischen tijd <strong>de</strong> jeugd onmogelijk. De<br />
werkelijkheid was gelijk gewor<strong>de</strong>n aan een wild avontuur dat<br />
in niets moest on<strong>de</strong>rdoen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hartstochtelijke verbeeldingen<br />
welke <strong>de</strong> Engelsche comedianten op <strong>de</strong> hoeken van <strong>de</strong><br />
straten vertoon<strong>de</strong>n. Maar <strong>het</strong> liefst van al keek <strong>de</strong> jonge Gerbrand<br />
naar <strong>het</strong> haastig door elkaar krioelen<strong>de</strong> yolk op <strong>de</strong><br />
markt naast va<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>ur : daar rumoer<strong>de</strong> <strong>het</strong> van inkoopen<strong>de</strong><br />
vrouwen en van ou<strong>de</strong> patriotten, daar tusschenin kuier<strong>de</strong>n<br />
trager <strong>de</strong> Amstelveensche boeren met hun mes aan <strong>de</strong>n gor<strong>de</strong>l,<br />
en <strong>de</strong> boerinnen met veel blinkend tuig. Boven <strong>de</strong> trapgeveltjes<br />
<strong>de</strong>r beluifel<strong>de</strong> huizen wissel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zware Hollandsche<br />
luchten en <strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong>n schoenmakerszoon, tusschen twee<br />
wil<strong>de</strong> ravotterijen in, soms droomen.<br />
Op <strong>het</strong> jachten<strong>de</strong> rhythme <strong>de</strong>r stad, die in haar snellen<br />
groei geen tijd te verliezen had, sloeg <strong>het</strong> bloed van Gerbrand<br />
mee. In hem, in een beangstigen<strong>de</strong> diepte, brand<strong>de</strong> zijn<br />
onverzadigbaar hart en <strong>de</strong>ed hem soms hijgen naar onbereikbare<br />
verten.<br />
Zijn ou<strong>de</strong>rs meen<strong>de</strong>n dat hij <strong>het</strong> best <strong>voor</strong> <strong>het</strong> schil<strong>de</strong>rsvak<br />
aangelegd was, en nadat hij school geloopen en een klad<br />
Fransch geleerd had, kwam hij als leerling terecht in een<br />
schil<strong>de</strong>rsatelier. In <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n tijd dat Hooft on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Italiaansche<br />
luchten schoonheidsindrukken op<strong>de</strong>ed die hem zijn<br />
gansche leven zou<strong>de</strong>n bijblijven, stortte Bre<strong>de</strong>ro zich in <strong>het</strong><br />
voile Amsterdamsche volksleven, met schil<strong>de</strong>rs en re<strong>de</strong>rijkers,<br />
al kornuiten van zijn soort. Reeds vroeg ken<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> roekelooze<br />
ervaringen die 's an<strong>de</strong>ren daags een wrangen nasmaak<br />
lieten, nog bitter<strong>de</strong>r gemaakt door <strong>de</strong>n trek van vromen ernst<br />
die diep in zijn binnenste wezen school. Het werd door dit<br />
85
in hem huizen<strong>de</strong> dualisme : gulzige zinnelijkheid en fijneren<br />
zielena<strong>de</strong>l, een tragi-comisch bestaan. Op zijn dolste avonturen<br />
had<strong>de</strong>n Wijntje en Trijntje hem te pakken, en dan hield<br />
hij epische drinktornooien, waarbij hij <strong>de</strong> kan enkel met <strong>de</strong><br />
tan<strong>de</strong>n vasthield en, na ze geledigd te hebben, boven zijn<br />
hoofd wegslinger<strong>de</strong>. Maar <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n morgen voel<strong>de</strong> hij<br />
zich wegzinken in zijn verworpenheid, en hij besefte dat <strong>de</strong><br />
kwa<strong>de</strong> roep die aan hem kleef<strong>de</strong>, niet bevor<strong>de</strong>rlijk was om<br />
<strong>de</strong> gunst te winnen van haar die hij in ernst liefhad en wier<br />
gelijke hij niet was.<br />
LYRISCHE Uit die wisselen<strong>de</strong> stemmingen ontston<strong>de</strong>n zijn<br />
GEDICHTEN lyrische gedichten, die na zijn dood uitgegeven wer<strong>de</strong>n<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Boertigh, Amoreus en Aendachtigh Groot Liedboeck(1).<br />
Hoe is bier alles an<strong>de</strong>rs dan bij Hooft : al verneemt<br />
men bij <strong>de</strong>zen soms een mid<strong>de</strong>leeuwsch motief, toch is <strong>het</strong><br />
getooid met Renaissance-versierselen. Bij Bre<strong>de</strong>ro daarentegen<br />
overheerscht <strong>de</strong> eigen volksaard : alles klinkt directer,<br />
naiever, ron<strong>de</strong>r, trouwhartiger, niet zoo omkleed met fijne<br />
zwierigheid, maar soms dieper en schrijnen<strong>de</strong>r. De boertige<br />
lie<strong>de</strong>ren, waarin hij scherp en raak volkstooneeltjes etst,<br />
o. m. <strong>het</strong> Boeren-geselschap, zijn verwant aan <strong>de</strong> realistische<br />
kunst van een Jan Steen of een Brouwer. Maar er zijn er<br />
an<strong>de</strong>re, waarin hij zijn lief<strong>de</strong>smart en -vreug<strong>de</strong>, zijn wanhoop<br />
en vertwijfeling uitzingt met een zoo doordringen<strong>de</strong>n klank<br />
dat men onwillekeurig aan iemand als b.v. Paul Verlaine moet<br />
<strong>de</strong>nken. En ook zijn lie<strong>de</strong>ren van
id<strong>de</strong>rtijdperk, hun galante we<strong>de</strong>rwaardighe<strong>de</strong>n in een bonte<br />
en onwerkelijke rid<strong>de</strong>rwereld uitleven. En in 1611 werkte hij<br />
een van die romans om tot zijn eerste tooneelstuk RODD'RICK<br />
Rodd'rick en<strong>de</strong> Alphonsus, tragi-comedie, die op <strong>het</strong><br />
ENDE<br />
ALPHONSUS<br />
tooneel van <strong>het</strong> Eglantierken opgevoerd werd. Eigen- 1611<br />
aardig is dat <strong>de</strong> episo<strong>de</strong>s van dit hoog-romantische spel van<br />
lief<strong>de</strong> en vriendschap regelmatig afgewisseld wor<strong>de</strong>n door<br />
<strong>de</strong> grove scherts van twee totaal buiten <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling staan<strong>de</strong><br />
figuren : Nieuwe Haan en Griet Smeers.<br />
Het volgend jaar liet hij een nieuw romantisch spel in <strong>het</strong><br />
Eglantierken opvoeren, Griane, waarvan <strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling<br />
GRIANE<br />
verloopt te Constantinopel en aan <strong>het</strong> hof van Hon- 1612<br />
garije; maar tusschenin wor<strong>de</strong>n we teruggevoerd naar Amsterdam,<br />
waar Bouwen Langh-lijf en Sinnelycke Nel hun melk<br />
loopen te venten. En <strong>het</strong> werd nu dui<strong>de</strong>lijk dat Bre<strong>de</strong>ro's<br />
kracht niet in <strong>de</strong> weergave lag van die bonte rid<strong>de</strong>rwereld,<br />
maar wel van <strong>het</strong> eigen populaire milieu. Intusschen was hij<br />
door <strong>de</strong> opvoering van die twee romantische stukken, waaraan<br />
hij straks, in 1 6 1 8, nog een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, <strong>de</strong>n Stommen<br />
STOMMEN<br />
Rid<strong>de</strong>r toevoeg<strong>de</strong>, in hooger eer en aanzien geraakt.<br />
RIDDER<br />
Want in 1 613 werd hij lid van <strong>het</strong> Eglantierken, 1618<br />
kwam hij in aanraking met Hooft, met <strong>de</strong>n gestrengen Dr.<br />
Samuel Coster en met Maria Tesselscha<strong>de</strong>. Hij maakte <strong>de</strong>n<br />
strijd mee tusschen classieken en romantici en verhuis<strong>de</strong> insgelijks<br />
naar <strong>de</strong> Duytsche Aca<strong>de</strong>mie ( 1 ) Schuchter bleef hij<br />
toch opkijken naar zijn me<strong>de</strong>stan<strong>de</strong>rs die zooveel bezaten<br />
wat hij moest ontberen. : <strong>de</strong> aristocratie <strong>de</strong>r gedachten en<br />
<strong>voor</strong>al <strong>de</strong> classieke opleiding.<br />
Maar plotseling, tusschen 1614 en 1616, pakte KLUCHTEN<br />
hij uit met drie kluchten : Symen son<strong>de</strong>r Soeticheyt, De 1614-1616<br />
klucht van <strong>de</strong> ]doe en De klucht an <strong>de</strong>n rneulenaer. Daarmee<br />
bewees hij dat hij ten slotte zijn waren weg gevon<strong>de</strong>n had.<br />
Wel waren <strong>het</strong> slechts dramatiseeringen van een eenvoudige<br />
anecdote, en als zoodanig zijn ze <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting van <strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>leeuwsche sotternieen, dock verrijkt met al <strong>de</strong> elementen<br />
die <strong>de</strong> nieuwe tijd meebracht.<br />
(1) Zie ver<strong>de</strong>r bl. 107.<br />
87
Bijna tegelijkertijd bewerkte hij, op een Fransche vertaling,<br />
Terentius' blijspel Eunuchus tot een Amsterdamsch<br />
MOORTJE Moortje, juist zooals Hooft <strong>het</strong> in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> jaren<br />
1617 met Ware-nar gedaan had.<br />
Ongetwijfeld zijn beste werk is zijn laatste : De<br />
SPAANSCHE Spaansche Braban<strong>de</strong>r, inge<strong>de</strong>eld in vijf <strong>de</strong>elen of be-<br />
BRABANDER<br />
1618 drijven. Een tooneelstuk in <strong>de</strong>n mo<strong>de</strong>rnen zin van<br />
<strong>het</strong> woord is <strong>het</strong> niet : <strong>het</strong> bevat geen karakterontwikkeling,<br />
geen intrigue, ternauwernood een logisch verloopen<strong>de</strong> han<strong>de</strong>ling,<br />
en schijnbaar is er niet <strong>de</strong> minste eenheid. De hoofdpersoon<br />
is Jerolimo, <strong>de</strong> berooicle Antwerpenaar, die in Holland<br />
<strong>de</strong>n grooten sinjeur tracht to spelen, met naast hem zijn<br />
knecht, <strong>de</strong>n trouwhartigen nuchteren Robbeknol. Wat waren<br />
<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>n reeds ver dat Visscher protesteer<strong>de</strong> tegen <strong>het</strong> volgen<br />
<strong>de</strong>r Brabantsche mo<strong>de</strong>! Wat een superieuren spot laat Bre<strong>de</strong>ro<br />
gaan over <strong>de</strong> waanwijze snoevers, <strong>de</strong> kale neten die met<br />
hun luidruchtigen bluf uit <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n overgewaaid waren.<br />
Wat een schaterlach moet er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toeschouwers opgegaan<br />
zijn, gemengd met leedvermaak, bij <strong>het</strong> zien van <strong>de</strong> sma<strong>de</strong>lijke<br />
avonturen van <strong>de</strong>n Brabantschen jonker! Maar daarnaast<br />
levert Bre<strong>de</strong>ro hier een vlotte, realistische uitbeelding van <strong>het</strong><br />
veelvuldige uitzicht <strong>de</strong>r menschen ; niemand zal hem evenaren<br />
in <strong>het</strong> scherp karakteriseeren van allerlei typen uit <strong>het</strong> yolk.<br />
Hoe kent hij zijn stad en haar bewoners door en door, en<br />
hoe doorschouwt hij ze met een droef-ironischen blik! Het<br />
wordt hem dui<strong>de</strong>lijk dat, in <strong>de</strong>ze wereld, werkelijkheid wat<br />
an<strong>de</strong>rs is dan schijn en dat, wat hem persoonlijk betreft,<br />
helaas <strong>de</strong> algemeene regel an<strong>de</strong>rsom uitvalt : bij hem is <strong>de</strong><br />
schijn zooveel ongunstiger dan <strong>de</strong> werkelijkheid. Hid troost<br />
zich met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n
3. - JOOST VAN DEN VONDEL<br />
Von<strong>de</strong>l's ou<strong>de</strong>rs waren Antwerpsche doopsgezin-<br />
<strong>de</strong>n, die liever dan aan hun godsdienstige overtui-<br />
ging te verzaken, na <strong>de</strong> inneming van Antwerpen uitgeweken<br />
waren naar Keulen. Daar werd <strong>de</strong> grootste <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
dichters in 1587 geboren. Maar <strong>het</strong>zij dat wa<strong>de</strong>r Von<strong>de</strong>l zich<br />
ook te Keulen niet zoo heel vrij voel<strong>de</strong>, <strong>het</strong>zij dat hij vernomen<br />
had van <strong>de</strong>n fellen han<strong>de</strong>lsopbloei <strong>de</strong>r Hollandsche<br />
ste<strong>de</strong>n waar hij althans on<strong>de</strong>r stam- en taalgenooten zou<br />
wonen, hij on<strong>de</strong>rnam van Keulen uit weldra met zijn gezin<br />
<strong>de</strong> lange reis naar Utrecht, waar hij zich een tijdje ophield,<br />
en naar Amsterdam. Hij vestig<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong> Warmoesstraat,<br />
en zette er een han<strong>de</strong>l op in <strong>het</strong> nieuwe mo<strong>de</strong>artikel : <strong>de</strong><br />
zij<strong>de</strong>n kousen. De kousenzaak heette
met diens zuster, Maeyken <strong>de</strong> Wolf. En niet lang daarna<br />
nam hij <strong>de</strong>n kousenhan<strong>de</strong>l over van zijn moe<strong>de</strong>r die inmid<strong>de</strong>ls<br />
weduwe gewor<strong>de</strong>n was.<br />
HET PASCHA<br />
Weldra liet hij in <strong>de</strong> kamer Het wit Laven<strong>de</strong>l een<br />
1612 treurspel opvoeren Het Pascha. Van geest en van<br />
opvatting was <strong>het</strong> een bijbelspel zooals <strong>de</strong> vorige eeuw <strong>het</strong><br />
had zien ontwikkelen uit <strong>het</strong> geestelijk tooneel ; doch <strong>de</strong> vorm,<br />
al klinkt <strong>de</strong> toon van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkers er nog in na, <strong>voor</strong>spelt<br />
in zijn statige breedheid reeds <strong>de</strong>n prins <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
dichters. Voorloopig was <strong>het</strong> nog maar dichterlijke <strong>voor</strong>bereiding<br />
: want <strong>de</strong> jonge Von<strong>de</strong>l, die reeds toen een <strong>voor</strong>beeld<br />
van naarstige <strong>de</strong>gelijkheid was, wist zijn winkeltje tot een<br />
bloeien<strong>de</strong> han<strong>de</strong>lszaak te doen gedijen, en met <strong>het</strong> overige<br />
van zijn tijd woeker<strong>de</strong> hij om zichzelf te ontwikkelen.<br />
Fransch had hij wellicht vroeger op school geleerd : althans<br />
invloed van <strong>de</strong> Pleia<strong>de</strong> - <strong>voor</strong>al van Du Bartas - is er<br />
ruimschoots te ont<strong>de</strong>kken in zijn eerste <strong>voor</strong>tbrengselen.<br />
Intusschen beproef<strong>de</strong> hij links en rechts zijn krachten : aan<br />
een groot lofdicht Hymnus over <strong>de</strong> Scheepvaart, aan een reeks<br />
bijschriften bij een bun<strong>de</strong>l emblemata Den Gul<strong>de</strong>n Winckel,<br />
aan een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>rgelijk werk V orstelicke Waran<strong>de</strong> <strong>de</strong>r Dieren.<br />
Maar met dat al, en hoezeer hij ook <strong>de</strong> Fransche dichtkunst<br />
bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, besefte hij dat <strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> poetische kennis<br />
hem steeds ontsnapte doordat hij geen classieke opleiding<br />
genoten had. Zijn twee<strong>de</strong> treurspel<br />
HIERUSALEM<br />
Hierusalem ver-<br />
VERWOEST woest, bracht evenwel een nieuwe boodschap : <strong>de</strong><br />
1620<br />
reeds 33-jarige Von<strong>de</strong>l had Latijn geleerd en met<br />
Seneca kennis gemaakt, <strong>de</strong> groote treurspeldichter was in<br />
- aantocht.<br />
Het was omtrent dien tijd dat <strong>de</strong> oneenigheid tusschen<br />
Remonstranten en Contra-remonstranten Naar eerste beslag<br />
kreeg. De hoogloopen<strong>de</strong> twist tusschen <strong>de</strong> strenge Calvinisten<br />
en <strong>de</strong> meer vrijzinnigen, die geen vre<strong>de</strong> kon<strong>de</strong>n hebben<br />
<strong>voor</strong>al met <strong>de</strong> pre<strong>de</strong>stinatieleer en die daartegen een vertoogschrift<br />
of
Het ongeitert br-vmt net open mu . pooten_<br />
./flaadrific onneffelheid, zn t beeflenperc4 verfiooterz.<br />
Noch nt:et, hoe- fiti- <strong>de</strong> 'boil/4d kilt. at he rt:<br />
Mott fireerkt (wort bily . reeht: tires Thanis hoer lanne rt.<br />
Titelblad van Palame<strong>de</strong>s.<br />
De
ondom landsadvocaat Johan van Ol<strong>de</strong>nbarneveld, <strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>diger<br />
<strong>de</strong>r privilegien van <strong>de</strong> Hollandsche ste<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong><br />
monarchistische neigingen van Maurits. Heel die twist werd<br />
tot een gewelddadig ein<strong>de</strong> gebracht, doordat in 1618 Ol<strong>de</strong>barneveldt<br />
samen met H. <strong>de</strong> Groot en Hoogerbeets gevangen<br />
genomen werd. Een syno<strong>de</strong>, te Dordrecht bijeengeroepen,<br />
bekrachtig<strong>de</strong> <strong>de</strong> pre<strong>de</strong>stinatieleer en in 1619 besteeg <strong>de</strong><br />
72-jarige Ol<strong>de</strong>barneveldt <strong>het</strong> schavot.<br />
Terwijl <strong>de</strong>ze gebeurtenissen <strong>de</strong> gemoe<strong>de</strong>ren in heftige<br />
beweging brachten, maakte Von<strong>de</strong>l een moeilijken tijd door.<br />
Een kwijnen<strong>de</strong> ziekte drukte hem neer, en zijn zwaartillend<br />
temperament leed on<strong>de</strong>r een crisis die misschien evenzeer<br />
van moreelen aard was. Toen hij in 1621 langzamerhand<br />
genas, was <strong>het</strong> of een nieuwe Von<strong>de</strong>l tot <strong>het</strong> leven terugkeer<strong>de</strong>.<br />
Onmid<strong>de</strong>llijk zien we hem zijn engen Brabantschen<br />
kring ontgroeien : bij Roemer Visscher was hij <strong>voor</strong> diens<br />
dood al wel eens te gast geweest, maar nu leer<strong>de</strong> hij Anna<br />
en Maria Tesselscha<strong>de</strong> van na<strong>de</strong>rbij kennen op <strong>de</strong> bijeenkomsten<br />
van <strong>de</strong>n Mui<strong>de</strong>rkring waar Hooft <strong>voor</strong>zat. Daar ontmoette<br />
hij nog vele an<strong>de</strong>re aanzienlijken en hij sloot er innige<br />
vriendschap met Laurens Reael, <strong>de</strong>n oud-goeverneur <strong>de</strong>r<br />
Molukken. Van lieverle<strong>de</strong> begon hij zich volbloed Amsterdammer<br />
te voelen : hij ontbloei<strong>de</strong> in een nieuwen durven<strong>de</strong>n<br />
levenslust.<br />
In 1625 was Maurits gestorven, en zijn halfbroer Fre<strong>de</strong>rik<br />
Hendrik volg<strong>de</strong> hem op. Von<strong>de</strong>l begroette hem met zijn<br />
Princelied op <strong>de</strong> wijze en in navolging van <strong>het</strong> Wilhelmus, en<br />
met <strong>de</strong> Begroetenis aen Fre<strong>de</strong>rick Henrick. Voortaan zal er geen<br />
gebeurtenis van eenig belang meer binnen of buiten 's lands<br />
grenzen plaats grijpen of hij verheft zijn stem om ze te<br />
bezingen. (Geboortklock, Op <strong>de</strong> tweedracht <strong>de</strong>r Christen Prinsen,<br />
Olyftack aen Gustaef Adolf, later : Aen <strong>de</strong> Beurs van Amsterdam,<br />
1nwydinge van 't Stadthuys, De Zeetriomf <strong>de</strong>r Vrye Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n.)<br />
En in datzelf<strong>de</strong> jaar verscheen Palame<strong>de</strong>s, naar<br />
PALAMEDES<br />
1625 <strong>de</strong>n vorm een classiek treurspel, maar eigenlijk<br />
en HEKEL- een nauwelijks verhul<strong>de</strong> allegorie een scherp hekel-<br />
DICHTEN<br />
dicht op <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>eling en <strong>de</strong> terechtstelling van<br />
Ol<strong>de</strong>nbarneveld. De partijtwisten die ertoe aanleiding gege-<br />
92
ven had<strong>de</strong>n, waren op dat oogenblik nog even hardnekkig<br />
aan <strong>de</strong>n gang, en Von<strong>de</strong>l mocht zelfs geduren<strong>de</strong> eenige dagen<br />
<strong>voor</strong> zijn leven vreezen; ten slotte red<strong>de</strong> hij zich met een<br />
geldboete uit <strong>de</strong> moeilijkheid. Maar hij was een beroemd<br />
man in zijn stad gewor<strong>de</strong>n, en werd gewikkeld in een pamflettenoorlog<br />
waarin hij slag op slag zijn vinnige hekeldichten<br />
als zooveel pijlen op <strong>de</strong>n tegenstan<strong>de</strong>r afschoot. (Geuse-vesper,<br />
Op <strong>het</strong> stokske van Joan van Ol<strong>de</strong>barneveldt, Rommelpot vant Hane-<br />
Kot, Harpoen, enz.)<br />
Wat wij erin bewon<strong>de</strong>ren, naast <strong>de</strong> niets of niemand ontzien<strong>de</strong><br />
heftigheid zijner verontwaardiging, is zijn onkreukbaar<br />
rechtvaardigheidsgevoel en zijn fiere burgermoed, zooals die<br />
o.m. tot uiting komt in zijn Roskam, opgedragen aan Hooft.<br />
Langzamerhand, langs hekeldichten en tijdzangen - en<br />
ook veel gelegenheidsverzen groei<strong>de</strong> Von<strong>de</strong>l tot voile<br />
scheppingskracht. Doch eerst moest <strong>het</strong> leed hem<br />
LI JKZANGEN<br />
nog wij <strong>de</strong>n tot volledig mensch-zijn. Van 1633 af 1633-35<br />
trof hem een reeks huiselijke rampen : toen ontviel hem zijn<br />
jongste kind Constantijn; in <strong>het</strong>zelf<strong>de</strong> jaar droeg men zijn<br />
achtjarig dochtertje Sara ten grave en twee jaar later over-<br />
leed zijn vrouw. Zijn mannelijk gedragen smart uitte hij in<br />
een drietal lijkklachten die tot <strong>het</strong> beste behooren van wat<br />
hij ooit schreef : zachte elegieen waarin <strong>de</strong> verscheurdheid<br />
van zijn hart schrijnt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> christelijke berusting en die<br />
eindigen op een verbeten snik. De herinnering aan zijn eigen<br />
rouw gaf hem <strong>de</strong> passen<strong>de</strong> troostwoor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> pen toen<br />
in 1634 zijn vriend Vossius zijn zoon Dyonisius verloor.<br />
Maar daarbuiten, in <strong>de</strong> stad, ging <strong>het</strong> leven zijn gang.<br />
Een belangrijke gebeurtenis was <strong>het</strong> besluit om <strong>het</strong> in verval<br />
geraakte houten gebouw van <strong>de</strong> Duytsche Aca<strong>de</strong>mie af te<br />
breken en <strong>het</strong> te vervangen door een heuschen schouwburg.<br />
Aan Von<strong>de</strong>l werd <strong>de</strong> opdracht gegeven <strong>het</strong> inwijdingsstuk<br />
te schrijven. Aldus ontstond zijn eerste groot treur-<br />
GYSBRECHT<br />
spel Gysbreght van Aemstel, waarvan <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp, VAN AEMSTEL<br />
evenals Hooft's Geeraert van Velzen, teruggaat op <strong>de</strong>n 1637<br />
moord op graaf Floris V. In Von<strong>de</strong>l's treurspel wordt behan-<br />
<strong>de</strong>ld <strong>de</strong> inneming van Amsterdam door <strong>de</strong> bloedverwanten<br />
van <strong>de</strong>n vermoor<strong>de</strong>n graaf als wraak op Gysbreght die <strong>de</strong><br />
93
hand geleend had tot <strong>de</strong> samenzwering. Zeer dui<strong>de</strong>lijk is in<br />
dit treurspel <strong>de</strong> invloed van Virgilius, al bewijst Von<strong>de</strong>l hier<br />
meer dan ooit to zijn <strong>de</strong> rechtstreeksche erfgenaam <strong>de</strong>r re<strong>de</strong>rijkers.<br />
Terecht zijn uit dit treurspel beroemd <strong>de</strong> reizangen<br />
0 Kersnacht, schooner dan <strong>de</strong> daegen en <strong>voor</strong>al Waer werd oprechter<br />
trourv.<br />
Autodidact als hij was, had hij zich jaren gele<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />
Latijnsche taal min of meer vertrouwd gemaakt, en daarna,<br />
toen hij reeds tegen <strong>de</strong> veertig was, zich aan <strong>de</strong> studie van<br />
<strong>het</strong> Grieksch gespannen. De regels van <strong>het</strong> classieke treurspel<br />
wil<strong>de</strong> hij, <strong>de</strong> in <strong>de</strong>n grond trouwhartige burgerman met <strong>de</strong>n<br />
ingeboren eerbied <strong>voor</strong> alle gezag van boven, aan <strong>de</strong> bron<br />
zelf leeren kennen. Nu dat hij, na Gysbreght van Aemstel,<br />
bij zijn vrien<strong>de</strong>n en me<strong>de</strong>burgers volmondige waar<strong>de</strong>ering<br />
vond <strong>voor</strong> zijn dramatisch talent, zette hij <strong>voor</strong>goed een<br />
reeks treurspelen in die hij slechts zou afsluiten met Noah,<br />
<strong>de</strong>rtig jaar later, en vijf en vijftig jaar nadat hij zijn eerste<br />
proeve, Pascha, in Het wit Laven<strong>de</strong>l had laten opvoeren. Met<br />
die rij tragedian werd hij <strong>de</strong> typische vertegenwoordiger van<br />
<strong>het</strong> Hollandsche classicisme dat, wat <strong>de</strong>n uiterlijken bouw<br />
van <strong>het</strong> treurspel betreft, rechtstreeks teruggaat op <strong>de</strong> Grieken<br />
(drie eenhe<strong>de</strong>n, reizangen na ie<strong>de</strong>r bedrijf), en naar <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />
motieven, hoofdzakelijk bijbelmotieven, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting<br />
is van <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche geestelijk tooneel. Met<br />
bovendien <strong>de</strong> persoonlijke opvatting van Von<strong>de</strong>l aangaan<strong>de</strong><br />
<strong>het</strong> wezen <strong>de</strong>r tragiek : >.<br />
Nu volg<strong>de</strong>n weldra <strong>de</strong> Maegh<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> Gebroe<strong>de</strong>rs,<br />
MAEGHDEN<br />
GEBROEDERS waarop Vossius hem zei :
UEREENIGDE DROUINCIEN<br />
GEDURENDE DE GOUDEN EEUW<br />
GRENZEN VAN 1648)<br />
PAANSCHE NEDERLANDth
sterkte geweest, niet alleen in zijn dagelijkschen wan<strong>de</strong>l, maar<br />
ook in zijn kunst.<br />
Doch ten slotte kon zijn Doopsgezin<strong>de</strong> geloofsleer<br />
OVERGANG TOT<br />
DE R. K. KERK <strong>de</strong> hunkering van zijn gemoed niet meer bevredigen;<br />
1641 zijn omgang met Roomsche vrien<strong>de</strong>n en <strong>voor</strong>al met<br />
PETER EN<br />
PAUWELS<br />
1641<br />
ALTAERGEHEI-<br />
MENISSEN<br />
1645<br />
Jezuieten die <strong>de</strong> Republiek als een missieland bewerkten,<br />
<strong>de</strong>ed hem, om en bij 1641, <strong>de</strong>n beslissen<strong>de</strong>n stag tot zijn<br />
overgang naar <strong>de</strong> Katholieke Kerk zetten. Onmid<strong>de</strong>llijk leg<strong>de</strong><br />
hij getuigenis of van <strong>de</strong> nieuw verworven zekerheid door <strong>het</strong><br />
en wee<br />
treurspel Peter en Pauwels, en eenige jaren later door<br />
een leerdicht, of liever een met <strong>de</strong>gelijke re<strong>de</strong>neeringen<br />
gestaaf<strong>de</strong>n lofzang ter eere <strong>de</strong>r H. Eucharistie :<br />
Altaergeheimenissen. Mid<strong>de</strong>lerwijl bleef hij nog steeds<br />
wat hij altijd geweest was : <strong>de</strong> bezinger van <strong>het</strong> wel<br />
van zijn stad, van zijn land en nu ook van zijn<br />
geloofsgemeenschap. Uit <strong>de</strong>ze laatste bekommernis ontstond<br />
MARIA STUART een ver<strong>de</strong>re tragedie Maria Stuart. Maar een gewich-<br />
1646 tiger taak werd hem weldra opgedragen : <strong>het</strong> schrijyen<br />
van een gelegenheidsstuk tot viering van <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong> die<br />
nu <strong>de</strong>finitief in 't <strong>voor</strong>uitzicht gesteld werd. Von<strong>de</strong>l aanvaard<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> taak, en in 1648 was zijn spel<br />
LEEUWEN-<br />
Leeuwen-<br />
DALERS dalers klaar, met Hooft's Granida <strong>de</strong> eenige pastorale<br />
1648<br />
die in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch geslaagd mag heeten, een<br />
fantasie van bosch, duin en jagersvolk, die <strong>de</strong> verzoening<br />
van Noord en Zuid symboliseert on<strong>de</strong>r zooveel zomersche<br />
zonnigheid als er straal<strong>de</strong> over zijn buiten<strong>de</strong>untjes van vijf<br />
en twintig jaren her.<br />
Hiermee zette hij zijn groote perio<strong>de</strong> in, zijn tijd van volrijpheid,<br />
waarin hij zijn dichterschap laat wei<strong>de</strong>n niet alleen<br />
over <strong>de</strong> grootheid van zijn va<strong>de</strong>rland en over <strong>de</strong> wisselvallighe<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong>r Europeesche politiek, maar straks ook over <strong>de</strong><br />
steile hoogten van <strong>de</strong>n ganschen ze<strong>de</strong>lijken cosmos. Vooreerst<br />
was er stof tot- dichten genoeg in <strong>de</strong> gebeurtenissen in Engeland,<br />
en Von<strong>de</strong>l vond zijn scherpste pen van <strong>voor</strong> een halve<br />
eeuw terug om Protecteur Weerwolf (Cromwell) te lijf te gaan,<br />
of in De Monsters onzer Eeuwe zijn verontwaardiging te uiten.<br />
LUCIFER In 1654 gaf hij ein<strong>de</strong>lijk zijn hoogste kunst :<br />
1654 Lucifer, waar in grootsche verbeelding <strong>de</strong> onrust van<br />
96
<strong>de</strong>n ongetem<strong>de</strong>n hoogmoed alle kansen op een zet en <strong>de</strong>n<br />
schoonsten <strong>de</strong>r engelen in <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mlooze diepte stort. Met<br />
dit treurspel bereikt onze letterkun<strong>de</strong> een climax : dit verhevenste<br />
aller on<strong>de</strong>rwerpen, waarin <strong>de</strong> han<strong>de</strong>len<strong>de</strong> personen<br />
geen menschen zijn, maar « hemelingen >>, plooit in zijn vijfvoudige<br />
geleding <strong>voor</strong> ons open als een monument van zwaarstatige<br />
schoonheid. De opvoering ervan verwekte herrie;<br />
en mid<strong>de</strong>lerwijl trok zich een schaduw boven Von<strong>de</strong>l's<br />
hoofd samen die <strong>het</strong> overige van zijn leven zou verdonkeren.<br />
Joost, zijn oudste zoon, was in 1 643 een eerste maal gehuwd,<br />
en, daarna weduwnaar gewor<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong>n echt getre<strong>de</strong>n met<br />
Baertje Hooft, een verre verwante van wijlen <strong>de</strong>n drost van<br />
Mui<strong>de</strong>n. Bei<strong>de</strong>n schijnen tamelijk onbezonnen geleefd te<br />
hebben, tot ten slotte bet droevig ein<strong>de</strong> kwam : <strong>de</strong><br />
HUISELI JKE<br />
jonge Joost werd insolvent verklaard, en om hem RAMPEN<br />
<strong>de</strong> schan<strong>de</strong> <strong>de</strong>r gevangenis te sparen moest zijn 1656<br />
va<strong>de</strong>r hem dwingen scheep te gaan naar Indie. Op <strong>de</strong> reis<br />
daarheen overleed hij, terwijl thuis <strong>de</strong> nu zeventigjarige zijn<br />
eigen vermogen offer<strong>de</strong> om <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>n te <strong>de</strong>kken. Al had<br />
<strong>de</strong> dood reeds velen on<strong>de</strong>r zijn vrien<strong>de</strong>n en kennissen weggehaald,<br />
toch bleven hem beschermers over, die hem als<br />
ambtenaar on<strong>de</strong>rbrachten in <strong>de</strong> Bank van Leening. Juist<br />
zooals in <strong>de</strong> jaren 1 635 prikkel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> slagen van <strong>het</strong> lot<br />
hem tot meer bedrijvigheid, en telkens brengt hij nu een<br />
meesterwerk <strong>voor</strong>t. Zijn Jephtha beschouw<strong>de</strong> hij als JEPHTHA<br />
<strong>de</strong> zuiverste uitdrukking zijner kunst, die waarmee 1659<br />
hij <strong>het</strong> G,rieksche treurspel <strong>het</strong> meest dacht te bena<strong>de</strong>ren. Het<br />
volgend jaar liet hij <strong>de</strong> volledige vertaling van Vfrgilius en<br />
niet min<strong>de</strong>r dan vier treurspelen verschijnen, daarna<br />
JOHANNES DE<br />
Johannes <strong>de</strong> Boetgezant, een zijner belangrijkste ge- BOETGEZANT<br />
dichten omdat <strong>het</strong> eeni ► in zijn soort is. Von<strong>de</strong>l<br />
1662<br />
noem<strong>de</strong> <strong>het</strong> een hel<strong>de</strong>ndicht; wij zou<strong>de</strong>n veeleer zeggen een<br />
dichterlijke levensbeschrijving.<br />
Naarmate <strong>de</strong> jaren klommen scheen zijn poetische kracht<br />
toe te nemen : toen hij zeven en zeventig gewor<strong>de</strong>n was en<br />
rondom hem <strong>het</strong> peil <strong>de</strong>r dichtkunst allerwege daal<strong>de</strong>, schreef<br />
hij zijn lichtste en ijlste spel, Adam in Ballingschap. ADAM IN<br />
BALLINGSCHAP<br />
En nog was hij niet uitgeput : toen in 1 665 <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />
1664<br />
97
Engelsche oorlog uitbrak, bleef <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong>n grijzen<br />
dichter onvermin<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> wisselvallige kans <strong>de</strong>r wapens volgen<br />
en bezong hij keer op keer <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>nda<strong>de</strong>n van De Ruyter en<br />
Tromp. Nog een laatste maal schiep hij een oorspronkelijk<br />
NOAH<br />
treurspel, Noah, zijn zwanezang. Uit zijn ambt werd<br />
1667 hij in 1668 met behoud van zijn jaarwed<strong>de</strong> eervol<br />
ontslagen. Ook zijn naastbestaan<strong>de</strong>n ontvielen hem een <strong>voor</strong><br />
een : in 1 668 zijn kleindochter Maria, in 1 670 zijn kleinzoon<br />
Willem, in 1675 zijn dochter Anna. In 1679 overleed hij zelf<br />
in <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rdom van ruim 91 jaar.<br />
BESLUIT Von<strong>de</strong>l, <strong>de</strong> « prins onzer letterkun<strong>de</strong> >>, is een<br />
figuur van internationale beteekenis, een Bier groote dichters<br />
die <strong>de</strong> 1 7 e eeuw in alle lan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>tgebracht heeft. Evenals<br />
zoovele an<strong>de</strong>ren heeft hij als een onwrikbaar geloofspunt <strong>de</strong><br />
classieke regels aangekleefd misschien nog meer dan an<strong>de</strong>ren<br />
omdat hij van buiten uit getracht heeft zich <strong>de</strong> classieke<br />
levensbeschouwing eigen te maken en zich er afhankelijker<br />
van gevoeld heeft dan indien ze met hem vergroeid was<br />
geweest. Deze classieke leer heeft hij <strong>voor</strong>al toegepast in <strong>het</strong><br />
treurspel dat hij, <strong>de</strong>n geeft zijner eeuw getrouw, bij <strong>voor</strong>keur<br />
beoefen<strong>de</strong>. Dat zijn opvatting <strong>de</strong>r dramatiek afwijkt van <strong>de</strong><br />
gewoon gangbare, is dui<strong>de</strong>lijk : zijn treurspel is meer statisch<br />
dan dynamisch, meer een opeenvolging van tafereelen dan<br />
van han<strong>de</strong>lingen, alhoewel niet te ontkennen valt dat er wel<br />
bewogenheid is in <strong>het</strong> zieleleven <strong>de</strong>r hel<strong>de</strong>n. Karakterontwikkeling<br />
geeft hij zel<strong>de</strong>n, wel karakterontleding, <strong>het</strong> best nog<br />
bij zijn heldinnen, terwijl zelfs zijn hel<strong>de</strong>nfiguren jets vrouwelijks,<br />
tee<strong>de</strong>rs vertoonen. Hij is evenwel essentieel een<br />
lyrisch dichter, ook in zijn treurspelen, waarvan zeer dikwijls<br />
<strong>de</strong> verhevenste <strong>de</strong>elen <strong>de</strong> reizangen zijn, o. a. in Gijsbreght<br />
van Aemstel, in <strong>de</strong> Leeuwendalers, in Joseph in Dothan, in Lucifer,<br />
in Adam in Ballingschap en zelfs nog in Noah. Alhoewel Von<strong>de</strong>l<br />
zelf zegt dat wat hem « op 's harten gront left >> hem naar<br />
<strong>de</strong> keel welt, is hij over 't algemeen, behalve misschien in<br />
sommige hekeldichten, niet <strong>de</strong> hartstochtelijke dichter die op<br />
staan<strong>de</strong>n voet zijn vervoering lucht moet geven. Zijn lyrische<br />
gedichten zijn veeleer « emotion recollected in tranquillity »,<br />
ontroering die hij achteraf opnieuw beleeft en omkleedt met<br />
98
<strong>de</strong>n koninklijken mantel van zijn taal. Want die ziener en<br />
zegger van zooveel diepe dingen heeft zich een klank en een<br />
rhythme gesmeed die juist bij <strong>de</strong> geaardheid van zijn poetisch<br />
genie passen : breed en zwierig, effectvol, krachtig beel<strong>de</strong>nd,<br />
soms op <strong>de</strong>n rand van <strong>het</strong> gezwollene af. In dit opzicht kondigt<br />
hij reeds <strong>de</strong> barok aan. En tot slotsom dit : <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l van<br />
zijn werk is <strong>de</strong> weerspiegeling van <strong>de</strong>n a<strong>de</strong>l van zijn gemoed.<br />
4. — CONSTANTIJN HUYGENS<br />
Met <strong>de</strong>zen dichter verlaten we <strong>het</strong> bedrijvige JEUGD EN<br />
Amsterdam <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aristocratische kringen van Den VORMING<br />
Haag, waar hij geboren werd in 1596 en waar zijn va<strong>de</strong>r<br />
secretaris van state was. Hij groei<strong>de</strong> op in dit patricisch en<br />
Calvinistisch milieu en werd uitgerust met <strong>de</strong> veelzijdige ontwikkeling<br />
die <strong>de</strong> diplomatische en politieke loopbaan, waar<strong>voor</strong><br />
hij bestemd werd, noodzakelijk maakte. De jaren 1616<br />
en 1617 bracht hij door aan <strong>de</strong> Leidsche universiteit, naar<br />
<strong>het</strong> heette om zich in <strong>de</strong> rechtswetenschap te bekwamen.<br />
Maar Huygens, met dien drang naar encyclopedische vorming<br />
die een <strong>de</strong>r kenmerken van <strong>de</strong> Renaissance is, ging op in <strong>de</strong><br />
studie van allerlei wetenschappen en kwam terug als een <strong>de</strong>r<br />
geleerdste mannen van zijn tijd. Nauwelijks thuis, mocht hij<br />
als lid van een gezantschap mee naar Engeland, waarheen<br />
hij tusschen 1618 en 1620 vier reizen on<strong>de</strong>rnam, en ook als<br />
gezantschapssecretaris naar Venetie. Het reizen stoffeer<strong>de</strong><br />
zijn geest en vorm<strong>de</strong> zijn karakter, te meer daar hij in <strong>het</strong><br />
buitenland geen gelegenheid liet ontsnappen om zijn kennis<br />
te verrijken, en in Engeland in aanraking gekomen was met<br />
verschillen<strong>de</strong> dichters, o. a. met Shakespeare's tijdgenoot,<br />
lord-kanselier Bacon. In eigen land was hij natuurlijk ook<br />
bevriend met <strong>de</strong> Amsterdamsche schrijvers, o. a. met Hooft<br />
en Von<strong>de</strong>l.<br />
Hij had zelf al ee s zijn krachten beproefd aan een<br />
Latijnsch of Fransch v r , toen hij, in 1621, zijn eerste omvangrijk<br />
werk schreef n<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Batava Tempe<br />
BATAVA<br />
of 't<br />
TEMPE<br />
V oorhout van s Gravenhage. Dit Hollandsch 1621<br />
99
Het Haagsche Voorhout ten tij<strong>de</strong> van C. Huygens.
Tempe (1) is niets an<strong>de</strong>rs dan <strong>het</strong> Voorhout, <strong>de</strong> Haagsche<br />
wan<strong>de</strong>lplaats a la mo<strong>de</strong>, die Huygens in <strong>de</strong> vier jaargetij<strong>de</strong>n<br />
beschrijft. Onmid<strong>de</strong>llijk valt <strong>het</strong> eigenaardige van zijn trant<br />
op : hij is geen dichter uit noodzakelijkheid zooals Bre<strong>de</strong>ro,<br />
Von<strong>de</strong>l en zelfs Hooft dat waren; <strong>het</strong> vers is hem geen<br />
uitweg om <strong>de</strong> overvolheid van zijn gemoed uit te storten.<br />
Dichten is <strong>voor</strong> hem veeleer een spel van zijn scherp vernuft,<br />
een bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> uitdrukking van zijn lust tot moraliseeren,<br />
maar dit alles op hooger plan gebracht door zijn opmerkingsgave<br />
en zijn ietwat cerebrale leukheid.<br />
Het volgend jaar verscheen Costelick Mal, dat COSTELICK<br />
MAL<br />
1622<br />
hij aan Cats opdroeg en waarin hij <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>grillen<br />
hekel<strong>de</strong>. Ook bier is hij krachtig en teekenend, pittig<br />
en puntig maar zon<strong>de</strong>r groote gemoedsbewogenheid, behalve<br />
waar hij soms verontwaardigd uitvalt tegen te groote dwaashe<strong>de</strong>n.<br />
Na <strong>de</strong>n dood van Maurits in 1625 — dien hij herdacht<br />
in zijn bekend gedicht Scheeps-praet trad hij als secretaris<br />
in dienst van Fre<strong>de</strong>rik-Hendrik, welk ambt hij bleef waarnemen<br />
on<strong>de</strong>r Willem II en Willem III. In datzelf<strong>de</strong> jaar vatte<br />
hij zijn vorige werken samen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Otia of Ledighe<br />
uren. Twee jaar later huw<strong>de</strong> hij met Suzanna van Baerle, zijn<br />
Daghwerck voltooi<strong>de</strong>, begon hij zijn buitengoed Hofwyck aan<br />
te leggen, dat hij nu con amore met allerlei rake tafereeltjes,<br />
HOFWYCK moraliseeren<strong>de</strong> intermezzo's en ook met duistere<br />
1651 passages ging beschrijven in Hofinck.<br />
Een geheel an<strong>de</strong>ren Huygens dan <strong>de</strong>n ernstigen, geleer<strong>de</strong>n<br />
hoveling tref fen we aan in zijn realistische Klucht van Tryntje<br />
Cornelis. Evengoed als in <strong>de</strong> Klucht van <strong>de</strong> Koe of in<br />
TRYNT JE<br />
CORNELIS Het Moortje van Bre<strong>de</strong>ro of in Ware-nar van Hooft,<br />
1651 is hier <strong>de</strong> rond-lachen<strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r aan <strong>het</strong> woord<br />
die niet terugschrikt <strong>voor</strong> een gewaag<strong>de</strong> scene en een vetklinkend<br />
woord, en met onmiskenbaar dramatisch inzicht, in<br />
een populaire taal die trilt van warmbloedig leven, <strong>de</strong> avonturen<br />
ten tooneele brengt van een Zaanlandsche schippersvrouw<br />
te Antwerpen.<br />
ZEESTRAET Nog op zeventigjarigen ou<strong>de</strong>rdom bedichtte hij <strong>de</strong><br />
1666 Zeestraet, <strong>de</strong>n verbindingsweg die tusschen Den Haag,<br />
en Scheveningen door <strong>de</strong> duinen heen naar zijn plannen aangelegd<br />
werd. En ten slotte, nadat hij zijn overig werk reeds<br />
verzameld had in Korenbloemen, voel<strong>de</strong> hij, vier jaar <strong>voor</strong> zijn<br />
dood, an<strong>de</strong>rmaal <strong>de</strong>n drang om <strong>het</strong> verloop van <strong>het</strong> latere<br />
CLUYSWERCK ge<strong>de</strong>elte van zijn leven op te teekenen in zijn laatste<br />
1683 Cluyswerck, waarin ook zeer talrijke Sneldichten of<br />
epigrammen <strong>voor</strong>komen, genre waarin <strong>de</strong> puntige gedrongen<br />
geest van <strong>de</strong>n dichter zich nog <strong>het</strong> best uit. Hij stierf in 1687.<br />
BESLUIT Huygens reikt op verre na niet tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> hoogte<br />
als Von<strong>de</strong>l, Hooft of Bre<strong>de</strong>ro. Dichten uit aandrang van <strong>het</strong><br />
gemoed <strong>de</strong>ed hij niet, of zeer zel<strong>de</strong>n, wel uit lust tot een<br />
vernuftig spel van <strong>de</strong>n geest. Hij was <strong>voor</strong> alles een man van<br />
kennis, wetenschap, en die zijn me<strong>de</strong>menschen doorschouw<strong>de</strong>:<br />
wat dan ook <strong>de</strong> aantrekkingskracht van zijn gedichten uitmaakt<br />
is dat hij er zich in geeft zooals hij is : een rechtschapen<br />
man die tevens een specimen is van <strong>de</strong>n alzijdig ontwikkel<strong>de</strong>n<br />
zeventien<strong>de</strong> eeuwer. Daarenboven schenkt zijn vers<br />
voldoening, zoo niet aan <strong>het</strong> hart, dan toch aan <strong>het</strong> verstand<br />
dat <strong>voor</strong>tdurend <strong>de</strong> moeilijkheid van leuke zinspelingen,<br />
onverwachte woordkoppelingen en gedrongen zinswendingen<br />
moet overwinnen. Niemand heeft als hij, in <strong>de</strong> 1 7 e eeuw, een<br />
zoo pittige, kruimige taal geschreven.<br />
102
It<br />
VITAITLIUM<br />
- •<br />
• _<br />
1101101111111NZICIMIWP<br />
1-77:7777""<br />
011 1 111111111111 1 11 1101111111111111111 1111 11<br />
De buitenplaats Hofwyck, door C. Huygens ontworpen.
5. - JACOB CATS<br />
VORMING Cats, nog meer dan Huygens, bleef in zijn vroege<br />
jeugd <strong>de</strong>n invloed van <strong>de</strong> Amsterdamsche literaire kringen<br />
verre. Hij werd geboren in 1577 te Brouwershaven (eiland<br />
Schouwen, Zeeland) en bracht zijn eerste jaren te Zierikzee<br />
door. Daar hij zijn vroegste werk pas uitgaf toen hij <strong>de</strong> veertig<br />
<strong>voor</strong>bij was, volstaat <strong>het</strong> hier te zeggen dat hij zich, door<br />
rechtskundige studien, eerst te Lei<strong>de</strong>n, daarna te Orleans, en<br />
na een kort verblijf te Parijs, ook te Oxford en te Cambridge,<br />
ontwikkel<strong>de</strong> tot een geleerd man; dat hij stadsadvocaat te<br />
Mid<strong>de</strong>lburg werd en zich door inpol<strong>de</strong>ringen een aardig ver-<br />
mogen bijeengaar<strong>de</strong>. Daar begon hij zijn dichterlijke loop-<br />
baan met <strong>het</strong> genre in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> : <strong>de</strong> emblemata. Op prenten<br />
van A. van <strong>de</strong> Venne schreef hij bijschriften, pittige<br />
SINNE- EN rijmpjes met leeren<strong>de</strong> en stichten<strong>de</strong> strekking, die<br />
MINNEBEELDEN<br />
1618 uitgegeven werken on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Sinne- en Minnebeel<strong>de</strong>n.<br />
In 1621 werd hij, geleerd rechtskundige als hij was, benoemd<br />
tot hoogleeraar te Lei<strong>de</strong>n, maar hij verkoos boven dit<br />
ambt <strong>het</strong> pensionarisschap van Mid<strong>de</strong>lburg, dat hij een tijdje<br />
later ruil<strong>de</strong> <strong>voor</strong> dat van Dordrecht. Zijn bezighe<strong>de</strong>n beletten<br />
HOUWELI JCK hem niet Houwelyck te schrijven, <strong>het</strong> eerste zijner<br />
1625 groote werken, waarmee hij zijn landgenooten naar<br />
<strong>het</strong> hart sprak. De kunst, of liever <strong>de</strong> behendigheid van Cats<br />
bestond hierin dat hij <strong>de</strong>n schat zijner omvangrijke kundighe<strong>de</strong>n<br />
wist om te munten in gemakkelijk vatbare berijm<strong>de</strong><br />
verhan<strong>de</strong>lingen, die aan <strong>de</strong> gevulgariseer<strong>de</strong> wetenschap steeds<br />
een uitvoerige ze<strong>de</strong>les vastknoopten. Dit alles wissel<strong>de</strong> hij<br />
of met soms aardige, als exempelen bedoel<strong>de</strong> verhaaltjes.<br />
Aldus geeft hij in Houwelyck een zoo volledig mogelijk over-<br />
zicht van <strong>het</strong>
Uit <strong>de</strong> ,<br />
weet Cats naar zijn gewoonte verschillen<strong>de</strong> toepassingen to<br />
borduren : <strong>de</strong> windhaan is <strong>het</strong> minnend hart dat
In 1637, nadat hij <strong>het</strong> tot een <strong>de</strong>r hoogste <strong>voor</strong> hem<br />
bereikbare ambten gebracht had, nl. tot raadpensionaris van<br />
TROU-RINGH Holland, gaf hij zijn populairste werk Trou-Ringh,<br />
1637 dat zich aansluit bij Houwelijck, en een reeks verhalen<br />
bevat van merkwaardige trouwgevallen, dikwijls in<br />
romantischen toon gehou<strong>de</strong>n, zooals <strong>het</strong> Spaens Heydinnetie.<br />
Pas nadat hij zich in 1652 ambteloos teruggetrokken had<br />
op zijn buitengoed Sorgh-vliet, dat door hem langs <strong>de</strong><br />
Zeestraat >> aangelegd was gewor<strong>de</strong>n, begon hij opnieuw te<br />
dichten, nu echter uitsluitend autobiographische werken als<br />
Ou<strong>de</strong>rdom, Buytenleven en Hofgedachten, Tachtigjarigen<br />
AUTOBIO-<br />
GRAPHISCHE ou<strong>de</strong>rdom en ten slotte Twee-en-tachtighjarigh Leven.<br />
WERKEN<br />
Hij overleed op Sorgh-vliet in 1660.<br />
BESLUIT ' Evenals Huygens is Cats een didacticus en een<br />
moralisator. Maar terwijl Huygens in <strong>de</strong>n vorm van zijn<br />
poezie kind zijner eeuw is, blijft Cats veel meer in <strong>de</strong> lijn<br />
<strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwsche didactiek : waarheid en nut, die hij met<br />
een hem eigen omslachtigheid aan <strong>de</strong>n man brengt. Hij heeft<br />
op Maerlant of wie ook <strong>voor</strong>, dat <strong>de</strong> som zijner kundighe<strong>de</strong>n<br />
zooveel grooter is, maar hin<strong>de</strong>rend is bij hem <strong>de</strong> toon<br />
van superioriteit en van zelfvoldaanheid, en <strong>voor</strong>al zijn zelfzekere<br />
breedsprakigheid die <strong>de</strong>n lezer geen bijzon<strong>de</strong>rheid,<br />
geen toepassing, geen ze<strong>de</strong>les spaart. In zijn zeer korte gedichten,<br />
in sommige verhalen als <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n, kan hij aanschouwelijk<br />
en pittig zijn. In dit opzicht mogen zijn Spreuken<br />
en Spreekli)oor<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n als zijn beste werk. Maar el<strong>de</strong>rs doezelt<br />
<strong>de</strong> belangstelling weg in <strong>de</strong>n eentonigen dreun van zijn<br />
vlakke alexandrijnen. Wat niet belet, of misschien verklaart<br />
dat hij <strong>de</strong> populairste Ne<strong>de</strong>rlandsche dichter van Noord en<br />
Zuid geweest is en zich bijna twee eeuwen lang in <strong>de</strong> yolksgunst<br />
heeft kunnen handhaven.<br />
C. — FIGUREN VAN DEN TWEEDEN RANG<br />
1. — DE TOONEELSCHRI JVERS<br />
In <strong>de</strong> <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n werd reeds meer dan eens<br />
terloops gerept van <strong>de</strong> theatertoestan<strong>de</strong>n te Amsterdam. Bij<br />
<strong>de</strong>n aanvang <strong>de</strong>r eeuw kon <strong>de</strong>ze stad, evenals <strong>de</strong> meeste<br />
106
an<strong>de</strong>re Ne<strong>de</strong>rlandsche ste<strong>de</strong>n, slechts Bogen op een re<strong>de</strong>rijkerskamer<br />
Het Eglantierken, aan <strong>het</strong> hoofd waarvan Spieghel<br />
en Roemer Visscher ston<strong>de</strong>n en die zich niet alleen met<br />
tooneel onledig hield, maar zich evenzeer verdienstelijk<br />
maakte in <strong>de</strong> taalkundige beweging om <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />
naar <strong>de</strong> Renaissance-principes te or<strong>de</strong>nen en te -polijsten.<br />
Naast <strong>de</strong>ze kamer bestond er nog een twee<strong>de</strong>, Het wit Laven<strong>de</strong>l,<br />
die <strong>de</strong> uitg-eweken Zuid-Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs opgericht had<strong>de</strong>n;<br />
afgezien van <strong>het</strong> feit dat Von<strong>de</strong>l die er <strong>de</strong>el van uitmaakte,<br />
er zijn allereerste treurspelen liet opvoeren, is haar rol min<strong>de</strong>r<br />
belangrijk geweest; in 1 630 smolt zij samen met <strong>de</strong><br />
Duytsche Aca<strong>de</strong>mie.<br />
HoorT werd, na zijn terugkeer uit Italie, een <strong>de</strong>r <strong>voor</strong>aanstaan<strong>de</strong><br />
le<strong>de</strong>n van Het Eglantierken; waar zijn Granida en<br />
zijn Geeraerdt van Velzen opgevoerd wer<strong>de</strong>n. Ook <strong>de</strong> stukken<br />
van BREDERO : Rodd'rick en<strong>de</strong> Alphonsus, Griane en zijn kluchten<br />
wer<strong>de</strong>n er gespeeld. Toch ging <strong>het</strong> er niet eendrachtiglijk<br />
naar wensch. De le<strong>de</strong>n ston<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>eld in twee kampen :<br />
<strong>de</strong> aanhangers van <strong>het</strong> op classieke leest geschoei<strong>de</strong> drama,<br />
<strong>voor</strong>al nagevolgd van Seneca, en <strong>de</strong> <strong>voor</strong>stan<strong>de</strong>rs van <strong>het</strong><br />
meer romantische tooneel dat zich vrijer wil<strong>de</strong> bewegen, meer<br />
rechtstreeks <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting was van <strong>het</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsch tooneel,<br />
met invloe<strong>de</strong>n evenwel van <strong>het</strong> Engelsche en inzon<strong>de</strong>rheid<br />
van <strong>het</strong> Spaansche drama. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> roerigste ver<strong>de</strong>digers<br />
van <strong>de</strong>ze richting on<strong>de</strong>rscheid<strong>de</strong> zich Rid<strong>de</strong>r RODENBURG<br />
THEODORE RODENBURG, schrijver van een aantal 1580-1644<br />
ge<strong>de</strong>eltelijk bewaar<strong>de</strong>, chaotisch-romantische tooneelspelen,<br />
o. a. Trouwe Batavier en Keyser Otto.<br />
De wrijvingen wer<strong>de</strong>n weldra zoo erg, dat in 1617<br />
DE DUYTSCHE<br />
een <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r le<strong>de</strong>n o. a. Dr. SAMUEL COSTER, HOOFT ACADEMIE<br />
en BREDERO <strong>de</strong> kamer verlieten en een nieuwe ver- 1617<br />
eeniging stichtten, die Duytsche Aca<strong>de</strong>mie<br />
gedoopt werd en<br />
on<strong>de</strong>rgebracht in een houten loods op <strong>de</strong> Keizersgracht. De<br />
humanistische orienteering van <strong>de</strong> oprichters blijkt niet alleen<br />
uit <strong>de</strong>n naam die ze er aan gaven, maar ook uit hun inzicht<br />
er les te laten geven in verschillen<strong>de</strong> vakken <strong>de</strong>r wetenschap.<br />
Hiervan kwam echter niet veel in huis.<br />
Niet alleen wer<strong>de</strong>n er in dit stichtingsjaar <strong>de</strong> Ware-nar van<br />
107
HOOrT en <strong>de</strong> Spaansche Braban<strong>de</strong>r<br />
van BREDERO opgevoerd,<br />
maar ook <strong>de</strong> stukken van hem die <strong>de</strong> drijfkracht van <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rneming was, Dr. SAMUEL COSTER.<br />
Van <strong>de</strong>n beginne of bleek <strong>het</strong> dat <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie<br />
SAMUEL<br />
COSTER <strong>de</strong> Calvinistische predikanten niet welgevallig was :<br />
1579-± 1 665 een
Toen in 1664 <strong>de</strong> schouwburg meer en meer te klein bleek<br />
en een nieuwe opgebouwd werd, koester<strong>de</strong> Von<strong>de</strong>l<br />
NIEUWE<br />
<strong>de</strong> geheime hoop dien an<strong>de</strong>rmaal te zien inhuldigen, SCHOUWBURG<br />
nu met Adam in Ballingschap; dock dit treurspel werd 1664<br />
terzij<strong>de</strong> geschoven ten <strong>voor</strong><strong>de</strong>ele van een onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
allegorie van Vos.<br />
Het moet dan ook niet verwon<strong>de</strong>ren dat diens<br />
NIL<br />
strekking, welke eveneens door G. BRANDT met zijn<br />
VOLENTIB US<br />
ARDUUM<br />
Veinzen<strong>de</strong> Torquatus gevolgd werd, een reactie te <strong>voor</strong>- 1669<br />
schijn riep. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leiding van Dr. MEYER en PELS ont-<br />
stond een genootschap Nil Volentibus arduum<br />
(Niets valt <strong>de</strong>genen<br />
die willen hard) dat <strong>de</strong>n terugkeer aanprees tot <strong>het</strong><br />
strakke classicisme, niet zooals Von<strong>de</strong>l dat begrepen had,<br />
maar naar <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld van <strong>de</strong> thans ook in Ne<strong>de</strong>rland<br />
doordringen<strong>de</strong> Fransche dichters, <strong>voor</strong>al van Corneille.<br />
Volgens <strong>de</strong> leer, die in dit en an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>rgelijke dichtgenootschappen<br />
aangeprezen werd, vat men <strong>de</strong> kunst op als <strong>het</strong><br />
toepassen van vaste, <strong>voor</strong>namelijk <strong>de</strong>n vorm betreffen<strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>schriften, en bestaat <strong>het</strong> wezen <strong>de</strong>r poezie in <strong>het</strong> neerschrijven<br />
van
Teekening van Troost bij een tooneeltje<br />
uit Asselijn's
2. - DE DICHTERS<br />
Het spreekt vanzelf dat <strong>de</strong> dichtkunst niet alleen vertegenwoordigd<br />
werd door <strong>de</strong> vijf groote classieke figuren, maar dat<br />
rondom hen <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid me<strong>de</strong> gaan<strong>de</strong> gehou<strong>de</strong>n<br />
werd door min<strong>de</strong>r begaaf<strong>de</strong> zangers die ofwel - indien ze<br />
tijdgenooten zijn - zich door <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> motieven lieten<br />
inspireeren, ofwel - indien ze in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> eeuw<br />
optre<strong>de</strong>n - zich eenvoudig als hun epigonen beken<strong>de</strong>n.<br />
Nog een veel onrustiger leven dan Bre<strong>de</strong>ro, met j. J. STARTER<br />
wien hij als dichter overeenkomst vertoont, had JAN 1593?-1626<br />
jANSZ STARTER die, te Lon<strong>de</strong>n geboren, zich eerst in Fries-<br />
land en daarna te Amsterdam vestig<strong>de</strong>, om ten slotte op <strong>de</strong><br />
grenzen van Hongarije te gaan sterven. Naast verschillen<strong>de</strong><br />
tooneelwerken liet hij een bun<strong>de</strong>l gedichten verschijnen<br />
De Friesche Lusthof, waaruit sommige stukken naast die van<br />
Hooft en Bre<strong>de</strong>ro mogen gelegd wor<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>cennien was <strong>het</strong> godsdienstige leven van<br />
<strong>de</strong>ze natie die uit een godsdienstoorlog geboren was, zeer<br />
diep en innig ; en we stel<strong>de</strong>n vast hoe <strong>het</strong> bij een dichter als<br />
Von<strong>de</strong>l doorslaggevend was in zijn letterkundige productie.<br />
Tot <strong>de</strong> religieuse richting behoort in <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong><br />
Hagenaar JOHAN STALPART VAN DER WIELE, Katholiek<br />
J. STALPART<br />
priester te Delft. Hij schreef een groot getal geeste- VAN DER WIELE<br />
lijke lie<strong>de</strong>ren en ook eenige hekeldichten die na zijn<br />
1579-1630<br />
dood verzameld wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n bun<strong>de</strong>l Den Schat <strong>de</strong>r geestelijcke<br />
Lofsangen. Hij on<strong>de</strong>rscheidt zich door waar gevoel, een opgewekten<br />
toon en <strong>voor</strong>al een groote frischheid.<br />
Eveneens geestelijke lie<strong>de</strong>ren, maar strijdbaar<strong>de</strong>r<br />
J. REVIUS<br />
van toon lever<strong>de</strong> JACOBUS REVIUS, Calvinistisch pre- 1581-1658<br />
dikant te Deventer en later regent te Lei<strong>de</strong>n. Hij schreef een<br />
enkelen bun<strong>de</strong>l Over-I jsselsche Sangen en Dichten. Zijn krachtig<br />
persoonlijk talent stempelt hem tot een <strong>de</strong>r beste dichters<br />
van <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n rang uit <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>. Treffend bij hem<br />
is <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> rhythmische schoonheid die, o. a. in zijn sonnetten,<br />
vaak aan Hooft herinnert.<br />
Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> religieus dichter van beteekenis is<br />
DIRK RAPAELSZ CAMPHUYSEN, geboren te Gorkum,<br />
en die <strong>voor</strong> schil<strong>de</strong>r opgeleid, or<strong>de</strong>r veel an<strong>de</strong>re be-<br />
D. R.<br />
CAMPHUYSEN<br />
1586-1627<br />
1 1 1
oepen ook dat van predikant uitoefen<strong>de</strong>. Evenals bij <strong>de</strong>n<br />
vorigen dichter treft ons in zijn bun<strong>de</strong>l Stichtelijke Rijmen <strong>de</strong><br />
ernstige grondtoon die nochtans min<strong>de</strong>r strak klinkt dan bij<br />
Revius. In tegenstelling met <strong>de</strong>zen was hij een <strong>de</strong>r populairste<br />
dichters uit <strong>de</strong> 1 7 e eeuw.<br />
De latere schrijvers bezitten min<strong>de</strong>r oorspronkelijkheid;<br />
meestal bewegen ze zich in <strong>de</strong>n ban van Von<strong>de</strong>l, terwijl<br />
an<strong>de</strong>ren zich bij <strong>het</strong> moraliseerend didactisme van Cats aansluiten.<br />
J. WESTERBAEN De Hagenaar JACOB WESTERBAEN on<strong>de</strong>rging <strong>de</strong>n<br />
1599-1670 invloed en van Cats (wat <strong>de</strong>n vorm aangaat : breedsprakige<br />
uitrafeling van <strong>het</strong> on<strong>de</strong>rwerp) en van Huygens (wat<br />
<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> stof betreft). Zijn hoofdwerk is Ockenburgh,<br />
een uitvoerige beschrijving van zijn buitengoed in <strong>de</strong>n trant<br />
van Huygens' Hofwyck.<br />
J. DE DECKER Een zuiver<strong>de</strong>r toon vernemen wij in <strong>de</strong> gedichten<br />
1609-1666 van <strong>de</strong>n Amsterdamschen krui<strong>de</strong>nier en autodidact<br />
jEREMIAS DE DECKER, die in Rijmoefeningen, o. m. een reeks<br />
godsdienstige zangen gaf on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel Goe<strong>de</strong> Vrijdag, en<br />
een hekeldicht Lof <strong>de</strong>r Geldsucht.<br />
Het liefst werd Von<strong>de</strong>l tot <strong>voor</strong>beeld gekozen. Geen dichter<br />
is nochtans gevaarlijker na te volgen : indien <strong>de</strong> weidsche,<br />
emphatische zegging niet ge<strong>de</strong>kt wordt door machtig gevoel<br />
en poetische visie, slaat men al te gemakkelijk over in smakeloozen<br />
bombast, in « Parnastaal ».<br />
R. ANSLO REYER ANSLO leg<strong>de</strong> zich hoofdzakelijk toe op <strong>het</strong><br />
1626-1669 episch beschrijven<strong>de</strong> genre o. m. De Pest te Napels<br />
JOH.<br />
VOLLENHOVE<br />
1631-1708<br />
A. VAN DER<br />
GOES<br />
1647-1684<br />
en zijn Afscheit aan Amsterdam, waarin, naast veel opgeblazenheid,<br />
ook sours dichterlijke bezieling te ont<strong>de</strong>kken valt.<br />
Von<strong>de</strong>l zelf beschouw<strong>de</strong> VOLLENHOVE als een<br />
zijner « geestelijke zonen in <strong>de</strong> kunst ». Een zoon<br />
echter die zelfs niet tot aan <strong>de</strong> knieen van zijn va<strong>de</strong>r<br />
reikt, en in plaats van <strong>de</strong>zes poetische kracht, een overstelpend<br />
geweld van dikwijls wansmakelijke beel<strong>de</strong>n ten beste geeft.<br />
De beroemdste epigoon van Von<strong>de</strong>l is ANTONIDES<br />
VAN DER GOES, die wel zwier en verbeelding te over<br />
bezat, maar geen warmte genoeg om zijn statige<br />
alexandrijnen te doen Leven. Zijn IJstroom, een verheerlijking<br />
112
6s<br />
VONK EN<br />
X V I.<br />
Alles heeft zyn mond.<br />
Want uit <strong>de</strong> groote en fchoonheid <strong>de</strong>r fchepfekn word<br />
<strong>de</strong> oorfpronkelyke werkmeefler <strong>de</strong>r zelve befchouwt<br />
daar by vergeleeken zyn<strong>de</strong>. 't Boek <strong>de</strong>r Wysheid<br />
XV: r .<br />
Een gravure van J. Luyken <strong>voor</strong> zijn eigen<br />
dichtbun<strong>de</strong>l « Vonken <strong>de</strong>r Lief<strong>de</strong> Jezus ».
van Amsterdam, werd met buitengewonen bijval onthaald.<br />
Zijn invloed droeg machtig bij tot <strong>het</strong> ontstaan van <strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong><br />
« dichtertaal », waardoor zooveel poetische producten<br />
van <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r 17e en uit <strong>de</strong> 18° eeuw <strong>voor</strong> ons<br />
onleesbaar zijn.<br />
Gelukkig tre<strong>de</strong>n ons uit <strong>het</strong> laatste kwart twee dichters te<br />
gemoet, in wier werk <strong>de</strong> eerste glans van <strong>de</strong> zoo schitterend<br />
begonnen eeuw nog even nalaait. Bei<strong>de</strong>n, HEIMAN DULLAERT<br />
en JAN LUYKEN, hooren thuis bij <strong>de</strong> pietistische beweging die<br />
in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r eeuw ontstaan was uit <strong>de</strong>n drang tot<br />
verdieping van <strong>het</strong> godsdienstig leven, en een zekere verwantschap<br />
vertoont met <strong>de</strong> mystiek <strong>de</strong>r mid<strong>de</strong>leeuwen.<br />
H. DULLAERT HEIMAN DULLAERT, te Rotterdam geboren en tot<br />
1636-1684 schil<strong>de</strong>r opgeleid (hij kwam in <strong>de</strong> leer bij Rembrandt)<br />
, was begaafd met een fijnen zin <strong>voor</strong> schoonheid,<br />
dien hij wist uit te drukken in een zeer persoonlijke taal met<br />
haast mo<strong>de</strong>rn-aandoen<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n en klankencombinaties.<br />
Daardoor, al is zijn werk weinig omvangrijk, neemt hij plaats<br />
naast <strong>de</strong> groote dichters <strong>de</strong>r gou<strong>de</strong>n eeuw. Zijn Christus-sonnetten,<br />
zijn Korenwanner aan <strong>de</strong> Win<strong>de</strong>n, alhoewel dit maar een<br />
vertaling is, zijn Aan mijn uitbran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Kaerse, zijn poezie <strong>voor</strong><br />
alle tij<strong>de</strong>n, geschreven door een wezenlijk kunstenaar.<br />
J. LUYKEN Evenzeer kan dit getuigd wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n Am-<br />
1649-1712 sterdamschen etser-dichter JAN LUYKEN. Zijn jeugd<br />
bracht hij door in levenslust en dartelheid, waarvan we <strong>de</strong>n<br />
neerslag zien in zijn bun<strong>de</strong>l erotische poezie Duytsce lier;<br />
hij openbaart er zich in als <strong>de</strong> beste navolger van Hooft.<br />
Wat <strong>de</strong> gaafheid van gevoel en <strong>de</strong> bekoorlijkheid van rhythme<br />
betreft, is hij heel zeker diens min<strong>de</strong>re, maar bij Been<br />
enkelen zijner groote <strong>voor</strong>gangers treffen wij een zoo frisch<br />
en innig weergeven van <strong>de</strong> natuurschoonheid aan. Daarna<br />
echter greep er in Luyken een ommekeer plaats naar een<br />
streng godsdienstig leven, naar een soort van symbolisch<br />
mysticisme. Na 1678 schreef hij een groot aantal stichtelijke<br />
dichtwerken, w. o. <strong>het</strong> <strong>voor</strong>naamste is Jezus en <strong>de</strong> Ziel. Die<br />
godsdienstige verzen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zich door eenvoud en<br />
tevens groote innigheid, en weerspiegelen treffend zijn mystisch<br />
gemoedsleven.<br />
114
3. — DE PROZASCHRIJVERS<br />
Meer dan in <strong>de</strong> vorige eeuw werd <strong>het</strong> proza beoefend,<br />
al bleef <strong>het</strong> toch nog steeds synoniem met<br />
J. VAN<br />
HEEMSKERK<br />
1597-1656<br />
als <strong>de</strong> Spaansche en Fransche hel<strong>de</strong>nromans, nl. <strong>de</strong> Amadisen<br />
Palmerijnverhalen. On<strong>de</strong>rtusschen was echter in Italie een<br />
nieuwe romansoort ontstaan, <strong>de</strong> pastorale, waarvan <strong>de</strong><br />
hoofdpersonen nu geen rid<strong>de</strong>rs of e<strong>de</strong>len meer, maar wel<br />
her<strong>de</strong>rs en her<strong>de</strong>rinnen zijn. Het genre raakte heel Europa<br />
door snel verspreid, en Hooft en Von<strong>de</strong>l brachten <strong>de</strong> arcadische<br />
atmosfeer op <strong>het</strong> tooneel over. De eigenlijke her<strong>de</strong>rroman<br />
werd in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche letterkun<strong>de</strong> ingeburgerd<br />
door JOH. VAN HEEMSKERK met zijn dikwijls herdrukte<br />
en veelvuldig nagevolg<strong>de</strong> Batavische Arcadia.<br />
De personages zijn pseudo-her<strong>de</strong>rs en -her<strong>de</strong>rinnen<br />
die een speelreisje doen naar Katwijk en elkaar on<strong>de</strong>rweg in<br />
hoofschen kout on<strong>de</strong>rrichten in allerlei on<strong>de</strong>rwerpen over<br />
geschie<strong>de</strong>nis, kunst, oudhe<strong>de</strong>n, enz.<br />
De hoofsch-galante romans naar Fransch <strong>voor</strong>beeld (M e " e<br />
<strong>de</strong> Scu<strong>de</strong>ry)wer<strong>de</strong>n niet min<strong>de</strong>r gegeerd, evenals <strong>de</strong> picareske-<br />
SCHELMEN- of schelmenromans. Deze waren van Spaanschen<br />
ROMANS oorsprong en had<strong>de</strong>n als hoofdpersonage een landlooper<br />
of be<strong>de</strong>laar. In <strong>de</strong> vertaling van een <strong>de</strong>zer picaresken,<br />
Lazarillo <strong>de</strong> Tormes, vond Bre<strong>de</strong>ro <strong>het</strong> grond-i<strong>de</strong>e <strong>voor</strong> zijn<br />
Spaanschen Braban<strong>de</strong>r. Deels ontleend aan buitenlandsche<br />
N. HEINSIUS bronnen, <strong>de</strong>els oorspronkelijk, schreef N. HEINSIUS,<br />
1656-1705? in dien trant, Den vermakelijken Avanturier, om zijn<br />
gave compositie en zijn luchtigen en geestigen toon, <strong>het</strong><br />
merkwaardigste product <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche romanliteratuur<br />
uit die perio<strong>de</strong>.<br />
REISVERHALEN Een nationaler en <strong>de</strong>gelijker karakter bezitten <strong>de</strong><br />
talrijke reisverhalen die naar aanleiding van <strong>de</strong> verre tochten<br />
<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsche zeelie<strong>de</strong>n uitgegeven wer<strong>de</strong>n, en waarin<br />
eenvoudig, maar soms met aantrekkelijke naiefheid en<br />
pakken<strong>de</strong> aanschouwelijkheid, verteld werd wat <strong>de</strong> reizigers<br />
W. Y.<br />
zagen, <strong>de</strong><strong>de</strong>n of on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n. Vooral is bekend <strong>de</strong><br />
BONTEKOE Ge<strong>de</strong>nkwaardige Beschrijving van <strong>de</strong> reis die BONTEKOE<br />
1587-?<br />
tusschen 1616 en 1625 naar Oost-Indie <strong>de</strong>ed.<br />
GESCHIED-<br />
SCHRI JVING<br />
Wat <strong>de</strong> geschiedschrijving betreft, we zagen reeds<br />
dat Hooft in <strong>de</strong> latere perio<strong>de</strong> van zijn leven <strong>het</strong><br />
G. BRANDT<br />
genre tot een kunstvorm verhief. Zijn onmid<strong>de</strong>llijke<br />
1626-1685 leerling in <strong>het</strong> vak is GERARD BRANDT, die na een<br />
116
DE GOUDEN<br />
Historische feiten<br />
1585 Val van Antwerpen.<br />
160& Ruben uit Italie terug, vestigt zich<br />
<strong>voor</strong>goed te Antwerpen.<br />
1609 Twaalfjarig Bestand.<br />
1618-19 Dordtsche Syno<strong>de</strong>.<br />
1619 Terechtstelling v. Ol<strong>de</strong>nbarneveld.<br />
Hooft<br />
(geb. 1531)<br />
1601 Komt terug<br />
uit Italie.<br />
1603-05 Granida;<br />
Minnepoezie.<br />
Bre<strong>de</strong>ro<br />
ieb. 1585)<br />
1609 Huwelijk<br />
met Chr. van<br />
Erp. — Mui- 1611 Rodd'rick.<br />
<strong>de</strong>rkring.<br />
1612 Griane.,<br />
1613 Geeraerdt Kluchten.<br />
van Velzen.<br />
1617 Ware-Nar; 1617 Het Moor-<br />
Baeto.<br />
tje.<br />
1618 Stommen<br />
Rid<strong>de</strong>r.<br />
Spaanschen<br />
Braban<strong>de</strong>r.<br />
Dood.<br />
Von<strong>de</strong>l<br />
(geb. 1587)<br />
z_17 1597 Komt<br />
naar Amsterdam.<br />
1612 Pascha.<br />
1621 Dood van Aartshertog Albert.<br />
Ein<strong>de</strong> van <strong>het</strong> Bestand.<br />
1625 Dood van Maurits van Nassau.<br />
Fre<strong>de</strong>rik-Hendrik volgt hem op.<br />
1629 Inneming van 's-Hertogenbosch.<br />
Te Antwerpen verschijnt <strong>het</strong> eerste<br />
nieuwsblad, <strong>de</strong> « Wekelycke<br />
Tydinghe >> van Verhoeven.<br />
1632 A. Van Dijck vestigt zich als hofschil<strong>de</strong>r<br />
te Lon<strong>de</strong>n.<br />
1633. Frans Hals schil<strong>de</strong>rt <strong>de</strong>
gruwelstuk geschreven to hebben, zich op <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />
toeleg<strong>de</strong> en <strong>voor</strong>al bekend is om zijn on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>nd geschreven<br />
biographieen van Hooft, Von<strong>de</strong>l en De Ruyter.<br />
1 1 7
EEUW<br />
Huygens,<br />
(geb. 1596)<br />
Cats<br />
(geb. 1577)<br />
An<strong>de</strong>re<br />
schrijvers<br />
Zuidne<strong>de</strong>rlandsche<br />
literatuur<br />
Buitenlandsche Literatuur<br />
1605 Don Quichotte (Cervantes).<br />
Advancement of Learning<br />
(Bacon).<br />
1618 Sinner<br />
en Minnebeel<strong>de</strong>n.<br />
1609 Trouwen<br />
Batavier (Ro<strong>de</strong>nburg).<br />
1617 Duytsche<br />
Aca<strong>de</strong>mie.<br />
Iphigenia<br />
(Coster).<br />
Stalpart v. d.<br />
Wiele.<br />
1613 Roose-mondi<br />
(De Harduijn).<br />
1607-27 L'Astree (H. fUrfe).<br />
1611 De Engelsche vertaling van<br />
<strong>de</strong>n Bijbel.<br />
1616 Dood van Shakespeare.<br />
1621 Batava<br />
Tempe.<br />
1622 Coste.<br />
lick Mal.<br />
1625 Houwelyck.<br />
1620 God<strong>de</strong>licke<br />
Lof-sanghen.<br />
(De Harduijn).<br />
1621 Friesche ± 1621 Pelgrimagie<br />
(Boetius<br />
Lusthof (Starter).<br />
a Bolswert).<br />
1624 Stichtelijke<br />
rijmen (Camphuysen).<br />
1632 Spieghel.<br />
1637 Suzanna 1637 Trouv.<br />
Baerle 1. Ringh.<br />
1639 Daghwerck.<br />
1630 Overijsselsche<br />
Sangen.<br />
(Revius).<br />
1637 Statenbijbel<br />
Batavische Arcadia<br />
(Heemskerk).<br />
1641 Aran en<br />
Titus (Vos).<br />
1639-1678 Kiuchten<br />
van Ogier;<br />
1634 Aca<strong>de</strong>mie francaise.<br />
1635 Dood van Lope <strong>de</strong> Vega.<br />
1636 Le Cid (Corneille).<br />
1637 Discours <strong>de</strong> la Metho<strong>de</strong><br />
(Descartes).<br />
1640 Horace-Cinna (Corneille).
Historische feiten<br />
Hooft<br />
(geb. 1581)<br />
1642 Rembrandt schil<strong>de</strong>rt zijn
EEUW<br />
Huygens Cats<br />
(geb. 1596) (geb. 1577)<br />
An<strong>de</strong>re<br />
schrijvers<br />
Zuidne<strong>de</strong>rlandsche<br />
literatuur<br />
A644 Het Masker<br />
(P. Poirters).<br />
Buitenlandsche Literatuur<br />
1642 De Engelsche schouwburgen<br />
wor<strong>de</strong>n gesloten.<br />
1643 Polyeucte (Corneille).<br />
1645 Veinzen<strong>de</strong><br />
Torquatus.<br />
(Brandt).<br />
1647 Oogen-<br />
- troost.<br />
1649-1653 Grand Cyrus (Me' le <strong>de</strong><br />
Scu<strong>de</strong>ry).<br />
1651 Hofwijck.<br />
1653 Trijntje<br />
Cornelis.<br />
1666 Zeestraet.<br />
1683 Cluyswerck.<br />
1687 Dood.<br />
1656 Hofgedachten<br />
enz.<br />
1660 Dood.<br />
1659 Rijm-oefeningen.<br />
(J. <strong>de</strong><br />
Decker) .<br />
1669 Nihil Volentibus<br />
Arduum.<br />
Heiman<br />
Dullaert.<br />
1671 Duytsce<br />
Lier (Luyken).<br />
IJstroom (A. v.<br />
d. Goes).<br />
1672 Gedichten<br />
(Westerbaen).<br />
1677 Hooft<br />
(Brandt).<br />
1678 Jezus en <strong>de</strong><br />
Ziel (Luyken).<br />
1682 \7on<strong>de</strong>l<br />
(Brandt) .<br />
Jan Paasz<br />
(Asselijn).<br />
1685 De Ruyter<br />
(Brandt) .<br />
1686 Poezy<br />
(Vollenhove).<br />
1695 Vermakelijken<br />
Avanturier<br />
(N. Heinsius)<br />
.<br />
1657 Het Duyfken<br />
i. d. Steenrots<br />
(Poirters)<br />
1661 Gul<strong>de</strong>n cabinet<br />
(De Bie)<br />
Werken van M.<br />
<strong>de</strong> Swaen.<br />
1659 Precieuses ridicules (Moliere).<br />
1664 Tartufe (Moliere).<br />
1665 Paradise Lost (Milton).<br />
Maximes (La Rochefaucould)<br />
1667 Andromaque (Racine).<br />
1668 Fables (La Fontaine).<br />
L'Avare (Moliere).<br />
1669 Britannicus (Racine).<br />
1674 Art poetique (Boileau).<br />
1677 Phedre (Racine).<br />
1681 Dood van Cal<strong>de</strong>ron.<br />
1689 Esther (Racine) .<br />
1691 Athalie (Racine) .
OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />
1. Geef een beeld van <strong>de</strong> godsdiensttoestan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Vereenig<strong>de</strong> provincien,<br />
<strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> eerste helft <strong>de</strong>r 17e eeuw.<br />
2. Welke zijn <strong>de</strong> beteekenis en <strong>de</strong> invloed geweest van <strong>de</strong> Bijbelvertaling<br />
(Statenbijbel)?<br />
3. On<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong> Renaissance-elementen in > van Hooft.<br />
4. Ga <strong>de</strong> verstechniek (maat, rijmschema, verssoorten, enz.) na bij Hooft<br />
en bij Von<strong>de</strong>l.<br />
5. Vertel iets over <strong>de</strong>n > van Bre<strong>de</strong>ro, omschrijf<br />
<strong>het</strong> karakter van Jerolimo en on<strong>de</strong>rzoek <strong>het</strong> stuk in verband met <strong>de</strong><br />
verschuiving van <strong>de</strong> economische en cultureele hegemonie van Brabant<br />
naar Holland.<br />
8. Wat weet gij over <strong>de</strong> talenkennis van Von<strong>de</strong>l (welke talen, waarom,<br />
op welken leeftijd, invloed op zijn werk)?<br />
9. Vindt men iets van Von<strong>de</strong>l's Zuidne<strong>de</strong>rlandsche afkomst in zijn werk<br />
terug?<br />
10. Welke gebeurtenissen hebben Von<strong>de</strong>l in zijn leven veel kommer en<br />
verdriet bezorgd? Vindt men daarvan <strong>de</strong>n terugslag in zijn werk?<br />
11. Maak een opstel over <strong>de</strong> hekeldichten van Von<strong>de</strong>l, zoo mogelijk<br />
met behulp van Bakhuizen v. d. Brink : Von<strong>de</strong>l met Roskam en<br />
Rommelpot. »<br />
12. Wat vers 'taat men on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> benaming « classiek treurspel >> (Aan <strong>de</strong><br />
hand van een treurspel van Von<strong>de</strong>l). Zet <strong>het</strong> verschil uiteen met een<br />
mo<strong>de</strong>rn tooneelstuk.<br />
13. Vergelijk een treurspel van Von<strong>de</strong>l met een tragedie van Corneille<br />
of Racine.<br />
14. Welke leerling uit <strong>de</strong> Latijnsche af<strong>de</strong>eling wil Von<strong>de</strong>l's Gysbreght<br />
van Aemstel vergelijken met Virgilius' Enei<strong>de</strong>?<br />
15. On<strong>de</strong>r wiens leiding wer<strong>de</strong>n in onzen tijd nog stukken van Von<strong>de</strong>l<br />
opgevoerd?<br />
16. Behan<strong>de</strong>l Potgieter's > <strong>voor</strong> <strong>de</strong> klasse, of een paar<br />
hoofdstukken uit Busken Huet : met 4:‹ Le Lion et le<br />
Moucheron » van La Fontaine.<br />
20. Wat bedoel<strong>de</strong> men met <strong>het</strong> versje : a Von<strong>de</strong>l wordt geprzen, Cats<br />
wordt gelezen >>? Is dat nog waar? Hoe zou <strong>het</strong> komen dat Cats in<br />
onzen tijd niet meer populair is.<br />
21. Wat zijn emblemata-bun<strong>de</strong>ls? Welke schrijvers bezorg<strong>de</strong>n er?<br />
22. Welke schrijvers behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> 17 e eeuw <strong>de</strong>n moord op Floris V?<br />
En naar aanleiding waarvan bewerkten zij dat motief?<br />
23. Werk <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> gedachte uit : <strong>de</strong> Fransche 17-eeuwsche literatuur<br />
heeft een overwegend aristocratisch, <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche een burgerlijk<br />
karakter.<br />
24. Geef een zoo volledig mogelijk overzicht van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>het</strong><br />
tooneel to Amsterdam.<br />
25. Hoe ontwikkel<strong>de</strong> zich <strong>de</strong> roman in <strong>de</strong> 17e eeuw?<br />
26. On<strong>de</strong>r welken invloed ontstond > (Raadpleeg<br />
<strong>de</strong> tabel).<br />
122
BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />
1. Standaard-uitgaven.<br />
Gedichten van P. C. Hooft (P. Leen<strong>de</strong>rtz Wz. 2e uitg. bezorgd Floor<br />
F. A. Stoett). — De Werken van G. A. Bre<strong>de</strong>ro (J. ten Brink e.a.)lEen<br />
nieuwe uitgave in 3 d. is bezorgd door j. A. N. Knuttel (V. Looy). —<br />
De kluchten van Bre<strong>de</strong>ro (A. A. van Rijnbach). — De Werken van J.<br />
van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l, uitgeg. door J. van Lennep, herzien en bijgtwerkt door<br />
J. H. W. Unger. — Twee nieuwe uitgaven zijn : een bij <strong>de</strong> Mij. <strong>voor</strong><br />
goe<strong>de</strong> en goedkoope Lectuur, Amsterdam, bezorgd door Sterck, <strong>de</strong> Klerk<br />
e.a.; <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re bij De Torentrans, Zeist, door H. C. Diferee. — De dramatische<br />
Werken van Von<strong>de</strong>l (R. Blijstra en R. Bruch).<br />
2. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven.<br />
Voor Von<strong>de</strong>l is <strong>het</strong> onmogelijk een volledige bibliographie op to geven;<br />
<strong>de</strong> meeste van zijn werken zijn, met commentaar, verschenen in <strong>de</strong> reeksen<br />
die hierachter opgesomd wor<strong>de</strong>n.<br />
Klassiek Lett. Pantheon :<br />
a. Bre<strong>de</strong>ro : Het Moortje. — De Spaansche Braban<strong>de</strong>r (Stoett).<br />
b. Cats : Verschillen<strong>de</strong> werken.<br />
c. Hooft : De meeste tooneelspelen. Erotische gedichten (V.<br />
Slooten). — Bloemlezing uit <strong>de</strong> Brieven (V. Nop).<br />
d. Huygens : De meeste dichtwerken.<br />
e. Camphuizen : Uitgelezen Rijmen (V. Vloten).<br />
f. Luyken : Duitsche Lier (M. Sabbe).<br />
g. Revius : Gedichten (V. Vloten).<br />
h. Stalpert van <strong>de</strong>r Wiele : Gedichten (V. Vloten).<br />
i. Starter : Bloemlezing (Meyer).<br />
j. Vollenhove : Bloemlezing (Lesturgeon).<br />
Van alle Tij<strong>de</strong>n<br />
a. *Gedichten uit <strong>de</strong> 17' eeuw (Tinbergen).<br />
b. *Bloemlezing uit C. Huygens (Kaakebeen).<br />
Zwolsche Herdrukken<br />
a. Hooft's Granida (Van <strong>de</strong>n Bosch).<br />
b. Warenar van Hooft en Coster (Leen<strong>de</strong>rtz).<br />
c. Lie<strong>de</strong>ren van Bre<strong>de</strong>ro (Buitenrust Hettema).<br />
d. Cats' Spaens Heydinnetje (Buitenrust Hettema).<br />
e. Van Janmaet en Jan-Compagnie. Uit Scheepsjournalen. (V. Eck).<br />
f. Thomas Asselyn, Jan Klaaz (Buitenrust Hettema).<br />
g. N. Heinsius, Den vermakelijken Avanturier (Ten Brink).<br />
Zonnebloemboekjes :<br />
a. *Uit Hooft's Lyriek (Spitz).<br />
b. *Stalpert v. d. Wielen (Knippenberg).<br />
Malmberg's Ne<strong>de</strong>rl. Schoolbibl.:<br />
a. *Proza uit <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> Eeuw.<br />
b. *Nationale Lyriek uit <strong>de</strong> XVII' Eeuw.<br />
c. *Godsdienstige Lyriek uit <strong>de</strong> XVIIe Eeuw.<br />
123
Lyceum-Herdrukken :<br />
a. *Hooft als lyrisch en dramatisch dichter en als geschiedschrijver<br />
(V. d. Brink).<br />
b. *Breero's Spaansche Braban<strong>de</strong>r (V. d. Brink).<br />
c. *Bloemlezing uit Ne<strong>de</strong>rl. Prozaschrijvers <strong>de</strong>r 17e eeuw (Brands).<br />
Bibl. van Ne<strong>de</strong>rl. Letterk.:<br />
a. Lift Hooft's Ne<strong>de</strong>rl. Historian (Koopmans).<br />
b. Huygens.<br />
c. Bre<strong>de</strong>ro's Spaansche Braban<strong>de</strong>r (De Vooys).<br />
d. Hooft's Baeto (Koopmans).<br />
Meulenhoff's Bibliotheek van Ne<strong>de</strong>rl. Schrijvers<br />
a. *J. Cats. Een keur van verhalen<strong>de</strong> gedichten. (Vorrink).<br />
b. *Gedichten van P. C. Hooft (Engels).<br />
c. *Gedichten van G. A. Bre<strong>de</strong>ro (Schepers).<br />
d. *J. Luyken. Bloemlezing (Kramer).<br />
e. *Gedichten uit <strong>de</strong> 16 e en 17 e eeuw (Halberstadt).<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche Schrijvers<br />
a. *Hooft's Geeraerd van Veizen (Van <strong>de</strong>n Brink).<br />
b. *Van Von<strong>de</strong>l's dood tot Bil<strong>de</strong>rdijk (De Jong).<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche Schrifturen (Ykema, 's-Gravenhage) :<br />
a. J. v. Heemskerck's Batavische Arcadia.<br />
b. Bre<strong>de</strong>ro's Klucht van <strong>de</strong> Koe.<br />
Dietse Letteren (Meulenhoff, Amsterdam) :<br />
Journal... van W. Y. Bontekoe (Staverman).<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche Klassieken (Zutphen, Thieme) :<br />
a. Hooft, Episo<strong>de</strong> uit zijn Ne<strong>de</strong>rl. Historian (Stoett).<br />
b. Huygens, Costelick Mal en Voorhout (Leen<strong>de</strong>rtz).<br />
c. Brandt, Leven van Von<strong>de</strong>l (Hoeksma).<br />
d. Bre<strong>de</strong>ro, Spaansche Braban<strong>de</strong>r (Nauta).<br />
e. Hooft, Ware-Nar (Verdam).<br />
Libellenserie (Bosch en Keuning, Baarn) :<br />
a. Dirk Camphuysen, Bloemlezing (Heeroma).<br />
b. Bre<strong>de</strong>ro, Bloemlezing (Schenk).<br />
c. Revius, Bloemlezing (Hagen).<br />
d. Stalpart van <strong>de</strong>r Wielen, Bloemlezing (Kamphuis).<br />
Onze Letterkun<strong>de</strong>, (Kluwer, Deventer) :<br />
a. *Hooft : 1. Ware-Nar; 2. Granida.<br />
b. *Huygens, Gedichteti.<br />
Ver<strong>de</strong>r verschenen o. a. : Proza uit <strong>de</strong> 17 e eeuw (Knuttel). — Religieuse<br />
poezie <strong>de</strong>r 17e eeuw (Haspels). — Bre<strong>de</strong>ro's Twaalf Sonnetten van <strong>de</strong><br />
Schoonheyt (Marnix Gijsen). Von<strong>de</strong>l's Lyriek (Eking). — Von<strong>de</strong>ls<br />
dichtjuweelen (Poelhekke). — Verzen van Von<strong>de</strong>l (Bartels en Vrijdag).<br />
— J. v. d. Von<strong>de</strong>l, Dertig Gedichten (Stuiveling). — J. van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l,<br />
Op 's Hemels ron<strong>de</strong> spil (P. Maximilianus). — J. van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l<br />
in kort bestek (Knuttel en Verkruisen). — Lift alle werken van J.<br />
Cats (Buitenrust Hettema). — C. Huygens, Trijntje Cornelis en<br />
Hofwijck (Eymael). — J. Luyken, 1. Jezus en <strong>de</strong> Ziel (Reitsma, Wereldbibl.);<br />
2. Stichtelijke verzen (Hylkema). — G. Brandt, Het Leven van<br />
P. C. Hooft en <strong>de</strong> Lijkree<strong>de</strong>n (Dr P. Leen<strong>de</strong>rtz Jr, bij Nijhoff) ; Het Leven<br />
124
van J. van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l (Dr P. Leen<strong>de</strong>rtz J r , bij Nijhoff); Michiel <strong>de</strong><br />
Ruyter (Kalff, Wereldbibl.). — J. Revius, Over-Ysselsche Sangen en<br />
dichten (Smit, bij U. M. Holland). — Heiman Dullaert (Keurbun<strong>de</strong>ls,<br />
Hyman, Stenfert, Kroese). — Keus uit <strong>de</strong> lyr. ged. van Stalpart v. d.<br />
Wiele (Hoogewerff, bij Brand). — D. R. Camphuysen, Bloemlezing (D r<br />
van <strong>de</strong>r Does, bij Muusses, Purmerend).<br />
J. C.<br />
Twee volledige uitgaven van Von<strong>de</strong>l's treurspelen in mo<strong>de</strong>rne spelling<br />
zijn : in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rl. Biblioth., bezorgd door C. R. DE KLERK en L. SIMONS:<br />
A. VERWEY : Volledige Dichtwerken en oorspronkelijk Proza. Daarnaast<br />
D r J. SALSMANS : Von<strong>de</strong>l's Lucifer, Adam in Ballingschap, Jozef in Dothan<br />
(Siffer) en Von<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> ons Volk (Vlaamsche Drukkerij); D r C. VAN DE<br />
GRAFT : Verzen van Von<strong>de</strong>l.<br />
An<strong>de</strong>re uitgaven :<br />
*DE BAERE en VERBOVEN : Lyrische POeZie van J. V. d. Von<strong>de</strong>l (Keurboeken<br />
<strong>voor</strong> mid<strong>de</strong>lb. en normaalon<strong>de</strong>rwijs).<br />
Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re studie :<br />
Dr G. KALFF : Literatuur en tooneel te Amsterdam in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong><br />
eeuw. Studien over Ne<strong>de</strong>rl. dichters <strong>de</strong>r 17' eeuw. — Von<strong>de</strong>l's<br />
Leven.<br />
D r J. A. W.01, : Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>n Amsterdamschen Schouwburg.<br />
J. F. M. STERCK : Het Leven van J. v. d. Von<strong>de</strong>l. Oorkon<strong>de</strong>n over<br />
Von<strong>de</strong>l en zijn kring. -- Hoofdstukken over Von<strong>de</strong>l en zijn kring.<br />
— Oud en nieuw over Joost v. d. Von<strong>de</strong>l. — Von<strong>de</strong>lbrieven uit <strong>de</strong><br />
XVII' eeuw aan en over <strong>de</strong>n dichter.<br />
H. C. DIFEREE : Von<strong>de</strong>l's Leven en Kunstontwikkeling.<br />
P. LEENDERTZ : Het Leven van Von<strong>de</strong>l (Meulenhoff).<br />
BARNOUW : Von<strong>de</strong>l (Tjeenk Willink).<br />
C. F. HASPELS : Von<strong>de</strong>l.<br />
A. VERWEY : Een Inleiding tot Von<strong>de</strong>l. — Von<strong>de</strong>ls Vers.<br />
L. SIMONS : Von<strong>de</strong>ls Dramatiek (Ne<strong>de</strong>rl. Biblioth.).<br />
A. GEERTS : Von<strong>de</strong>l als Classicus.<br />
C. R. DE KLERK : Kultuurbeschouwen<strong>de</strong> Inleiding tot Von<strong>de</strong>l (Ne<strong>de</strong>rl,<br />
Biblioth.) .<br />
HORSTEN : Von<strong>de</strong>ls Leven en Streven.<br />
B. H. MOLKENBOER : Von<strong>de</strong>lsc<strong>het</strong>sen (Brand).<br />
Dr E. VAN DE VELDE : Von<strong>de</strong>l en <strong>de</strong> plastische Kunsten (K. Vl. Acad.).<br />
Dr M. SABBE : Dierkennis en Diersage bij V.<br />
C. VERSCHAEVE : Uren bewon<strong>de</strong>ring (VI. Boekenhalle).<br />
J. VORRINK : Het Minnedicht in <strong>de</strong> 17 e eeuw (Sijthoff).<br />
J. PRINSEN P. C. Hooft (Elsevier).<br />
J. PRINSEN : G. A. Bre<strong>de</strong>ro (Meulenhoff).<br />
H. POORT : G. A. Bre<strong>de</strong>ro (Wolters).<br />
Dr J. WALCH : Boeken die men niet meer leest.<br />
Dr W. A. P. SMIT : J. Revius.<br />
Dr J. KARSEMEIJER : De dichter Jeremias <strong>de</strong> Decker (Holland te A'dam).<br />
r HOOGEWERFF : Stalpaert v. d. Wiele.<br />
L. C. MICHIELS : J. Stalpart v. d. Wiele (Tilburg, Bergmans).<br />
J. WILLE : Heiman Dullaert, zijn leven, omgeving en werk.<br />
C. H. 0. MORITZ VON WINNING en Prof. C. G. DE VOOYS : Johan <strong>de</strong><br />
Brune, <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>, een Zeeuwsche Christen-moralist en Humanist uit<br />
<strong>de</strong> 17' eeuw (Wolters).<br />
A. VAN DUINKERKEN : De Dichters <strong>de</strong>r Contra-Reformatie.<br />
Ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong> novellen van Prof. J. TEN BRINK : De Bre<strong>de</strong>ro's; Jan Starter<br />
en zijn Wijf; Brechtje Spiegels. — J. A. ALBERDINGK THIJM : Portretten<br />
van J. v. d. Von<strong>de</strong>l. — Vele stukken uit <strong>de</strong> critieken van POTGIETER,<br />
BUSKEN HUET, BAKHUIZEN V. D. BRINK e. a.<br />
125
HOOFDSTUK V<br />
DE ACHTTIENDE EEUW<br />
DE PRUIKENTI JD (tot ± 1775)<br />
De pruikentijd was eigenlijk reeds in .<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r<br />
1 7e eeuw begonnen. De ze<strong>de</strong>lijke grootheid van <strong>de</strong> republiek<br />
gaat allengs aan 't krimpen, wat o. m. blijkt uit <strong>de</strong> houding<br />
die <strong>de</strong> mogendhe<strong>de</strong>n tegenover haar aannemen bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen<br />
over <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong> te Utrecht in 1713. Tot <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche gezanten zei men :
in <strong>de</strong>n re<strong>de</strong>rijkerstijd, opnieuw mo<strong>de</strong> dichtgenootschappen op<br />
te richten waar men zich <strong>voor</strong>al onledig hield met <strong>het</strong> opsporen<br />
van <strong>de</strong> kunstregels die bij <strong>het</strong> schrijven in acht dien<strong>de</strong>n<br />
genomen te wor<strong>de</strong>n. Daarbij was <strong>de</strong> invloed van <strong>het</strong> Fransche<br />
classicisme doorslaggevend. De 1 86 eeuw is immers <strong>de</strong> groote<br />
tijd van <strong>de</strong> uitstraling <strong>de</strong>r Fransche letterkun<strong>de</strong> heel Europa<br />
door, en dat prestige was zoo sterk dat een Ne<strong>de</strong>rlandsch<br />
schrijver, J. VAN EFFEN, zijn carriere begon met een in <strong>het</strong><br />
Fransch gesteld werk uit te geven.<br />
Namen die <strong>het</strong> onthou<strong>de</strong>n waard zijn komen dan<br />
ook zeldzaam <strong>voor</strong>. Een van <strong>de</strong> sympathiekste ge-<br />
stalten suit <strong>de</strong>zen tijd van schijn<strong>de</strong>ftigheid is <strong>de</strong>ze<br />
van PIETER LANGENDIJK, die te Haarlem geboren<br />
werd, en wien <strong>het</strong> leven niet veel an<strong>de</strong>rs dan armoe<strong>de</strong> en<br />
bitterheid gun<strong>de</strong>. Hij was wever en teeken<strong>de</strong> daarbij zelf <strong>de</strong><br />
damastpatronen, maar door <strong>de</strong> spilzucht, eerst van zijn moe<strong>de</strong>r<br />
en daarna van zijn vrouw, stierf hij even arm als hij<br />
geboren was, nadat <strong>de</strong> magistraat van Haarlem hem in zijn<br />
ou<strong>de</strong>n dag als stads-historieschrijver <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> gevrijwaard<br />
had. En toch is hij een <strong>de</strong>r lustigste Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
tooneelschrijvers, die <strong>de</strong> lijn van Bre<strong>de</strong>ro en Asselijn ver<strong>de</strong>r<br />
trekt, maar <strong>het</strong> eigen overdadig realisme on<strong>de</strong>r invloed van<br />
<strong>de</strong> Franschen en <strong>voor</strong>al van Moliere tempert. Zijn kluchten<br />
zijn vrij talrijk : tot <strong>de</strong> bekendste behoort Het we<strong>de</strong>rzijds<br />
Huvelijksbedrog (1 71 2-1 71 4) waarin een kale jonker zich uitgeeft<br />
<strong>voor</strong> een Poolschen graaf, en een even onvermogen<strong>de</strong><br />
jonge dame zich laat doorgaan als zeer rijk, om elkaar zand<br />
in <strong>de</strong> oogen te strooien. Als <strong>het</strong> bedrog ten slotte uitkomt<br />
blijkt <strong>het</strong> dat ze werkelijk van elkaar hou<strong>de</strong>n en zullen ze<br />
toch maar trouwen. Hier hebben we een niet onverdienstelijk<br />
uitgevoer<strong>de</strong> ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ring en -hekeling. An<strong>de</strong>re kluchten<br />
zijn : Don Quichot op <strong>de</strong> bruiloft van Kamacho (1711), Krelis<br />
Louwen of Alexan<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Groote op <strong>het</strong> Paetemaal (1715), eer<br />
een grappig intrigue-stuk waarin <strong>het</strong> avontuur verwerkt wordt<br />
van <strong>de</strong>n bedronken boer dien men bij zijn ontwaken laat<br />
gelooven dat hij Alexan<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Groote is; ver<strong>de</strong>r De Wisfruns.<br />
tenaars (1 715 ) waarin hij zich lustig maakt over <strong>de</strong> manieen<br />
<strong>de</strong>r geleer<strong>de</strong>n. Dit alles is Been hooge kunst ; al streeft hij<br />
HET TOONEEL<br />
P. LANGENDIJK<br />
1683-1756<br />
127
naar karakterontleding, toch is zijn menschenkennis niet diep<br />
genoeg om zijn personages echt te doen leven. Maar dit<br />
tekort vergoedt hij door zijn handigheid om <strong>de</strong> tooneelen in<br />
elkaar te steken en door zijn meesterschap over <strong>de</strong> tooneeltechniek.<br />
Bovendien weerspiegelt en hekelt hij op soms leuke<br />
wijze <strong>de</strong> hebbelijkhe<strong>de</strong>n van zijn tijd. Deze neiging treedt<br />
nog meer op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond in zijn latere kluchten, o. m.<br />
in Quincampoix en Arlequin Actionist (1720), die allebei <strong>de</strong>n<br />
windhan<strong>de</strong>l bespottelijk maken. Nog ven<strong>de</strong>r gaat hij op <strong>het</strong><br />
gebied van <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ring met zijn Spiegel <strong>de</strong>r Va<strong>de</strong>rlandsche<br />
Kooplie<strong>de</strong>n, dat een poging is om een hoogerstaand blijspel<br />
te leveren en waarin hij <strong>het</strong> onbetrouwbare koopmansgeslacht<br />
van zijn tijd vergelijkt met <strong>de</strong> soli<strong>de</strong> va<strong>de</strong>ren uit <strong>de</strong><br />
vorige eeuw.<br />
HET PROZA Langendijk uitgezon<strong>de</strong>rd, heeft <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> weinig<br />
oorspronkelijke tooneelschrijvers <strong>voor</strong>tgebracht. Als beter in<br />
overeenstemming zijn<strong>de</strong> met <strong>de</strong> <strong>de</strong>ftige geaardheid <strong>de</strong>r eeuw,<br />
werd <strong>de</strong> prozavorm meer en meer beoefend, natuurlijk nog<br />
<strong>het</strong> meest <strong>voor</strong> nuttigheidsdoelein<strong>de</strong>n, maar toch neemt men<br />
een algemeen streven waar om <strong>het</strong> proza, dat nu <strong>de</strong> geijkte<br />
vorm wordt <strong>voor</strong> al wat wetenschap of leering bedoelt te zijn,<br />
uiterlijk ook meer te verzorgen. Waard vermeld te wor<strong>de</strong>n is<br />
<strong>de</strong> arbeid van LAMBERT TEN KATE (1674-1731), die met<br />
zijn Gemeenschap tusschen <strong>de</strong> Gottische Spraeke en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rduytsche<br />
(1710)<strong>de</strong> grondlegger werd van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne taalwetenschap.<br />
J. VAN EFFEN Als <strong>de</strong> verdienstelijkste prozaschrijver geldt JusTus<br />
1684-1735 VAN EFFEN. Hij was <strong>de</strong> zoon van een officier, bij<br />
wiens afsterven hij zijn studien moest on<strong>de</strong>rbreken en in zijn<br />
on<strong>de</strong>rhoud <strong>voor</strong>zien door als
Antoni<strong>de</strong>s van <strong>de</strong>r Goes, en zijn aanleg zorg<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
overige. In 1716 verscheen zijn eerste bun<strong>de</strong>l Mengeldichten,<br />
waardoor hij zich een soort vermaardheid verwierf, daar <strong>de</strong><br />
kunstliefhebbers van hein<strong>de</strong> en verre naar Abtswou<strong>de</strong> kwamen<br />
om een dichter achter <strong>de</strong>n ploeg te zien stappen. In 1723<br />
zei hij nochtans <strong>het</strong> landleven vaarwel, maar te Delft waarheen<br />
hij verhuisd was, ging <strong>het</strong> hem min<strong>de</strong>r goed, zoodat<br />
hij <strong>het</strong> volgend jaar reeds naar zijn geboorteplaats terugkeer<strong>de</strong><br />
en er zich uitsluitend met <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> bezighield.<br />
Na zijn huwelijk in 1732 ging hij zich een twee<strong>de</strong> maal te<br />
Delft vestigen, maar overleed er <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> jaar.<br />
Behalve veel, grooten<strong>de</strong>els onbedui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gelegenheidsgedichten,<br />
schreef hij meestal huiselijke verzen en <strong>voor</strong>al natuurpoezie.<br />
Twee eigenschappen verra<strong>de</strong>n in hem <strong>de</strong>n echten<br />
dichter : een fijn gehoor <strong>voor</strong> <strong>het</strong> innerlijke versrhyi thme en<br />
een zuivere natuurvisie. Hij bezat jammer genoeg niet <strong>de</strong><br />
voldoen<strong>de</strong> zelfstandigheid om zich van <strong>de</strong> heerschen<strong>de</strong> onnatuurlijkheid<br />
in <strong>de</strong>n vorm los te maken; hem treft aldus <strong>het</strong><br />
<strong>voor</strong> een dichter fatale lot dat men van geen enkel zijner<br />
gedichten kan zeggen dat <strong>het</strong> een gaaf geheel is. In vele<br />
van zijn verzen wordt men bekoord door <strong>de</strong> waarachtige<br />
dichterlijkheid van gevoel en van zegging, maar telkens komt<br />
een woord, een repel <strong>de</strong>n indruk be<strong>de</strong>rven. Op een kleinigheidje<br />
na zijn Zomersche Avont, Morgenzang, De Maen bij Endymion<br />
meesterstukjes. Het •mooiste is dan nog Op <strong>de</strong>n Dood van<br />
mijn Dochtertje.<br />
Na Poot en zijn tijdgenooten, on<strong>de</strong>r wie DIRK SMITS ( 1702-<br />
1752) <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste is, en die nog meest <strong>de</strong>n invloed <strong>de</strong>r<br />
dichters uit <strong>de</strong> 17e eeuw on<strong>de</strong>rgingen, komt <strong>de</strong> navolging<br />
van <strong>de</strong> Fransche classieke dichtkunst meer en meer in zwang.<br />
Eerst Corneille, Racine en Boileau, en daarna Voltaire zijn<br />
<strong>de</strong> groote mo<strong>de</strong>llen, waarnaar WILHELMINA VAN MERKEN<br />
(1721-1789), SYBRAND FEITAMA 694-1758) en an<strong>de</strong>ren<br />
zich richten. Ook <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs VAN HAREN <strong>de</strong><strong>de</strong>n dit, maar<br />
zij althans bezaten genoeg scheppen<strong>de</strong> verbeelding om hier<br />
W. VAN HAREN met een afzon<strong>de</strong>rlijk woord bedacht te wor<strong>de</strong>n.<br />
1710-1768 WILLEM VAN HAREN, uit een a<strong>de</strong>llijk Friesch geslacht<br />
gesproten, genoot een door en door Fransche opvoeding,<br />
130
waarin <strong>voor</strong>al aan ze<strong>de</strong>ngisping gedaan werd. De Hollandsche<br />
Spectator van Van Effen verscheen eerst om <strong>de</strong> week, daarna<br />
tweemaal per week, en in 't geheel zagen 360 nummers <strong>het</strong><br />
licht, waarvan er 300 van <strong>de</strong> hand van Van Effen zelf zijn.<br />
le<strong>de</strong>re aflevering bracht een « vertoog », d.w.z. een opstel<br />
waarin <strong>de</strong> schrijver als volksopvoe<strong>de</strong>r en als moralisator optreedt.<br />
In die vertoogen heerscht nochtans een groote verschei<strong>de</strong>nheid<br />
van vorm (brieven, samenspraken, karakterteekeningen,<br />
zelfs verhaaltjes) en niet min<strong>de</strong>r van inhoud.<br />
Het mag <strong>de</strong>n schrijver daarbij als een verdienste aangerekend<br />
wor<strong>de</strong>n dat hij in meer dan een opzicht ingaat tegen <strong>het</strong> pietluttige<br />
van zijn tijd, en <strong>voor</strong>al dat hij door zijn <strong>voor</strong>beeld er<br />
toe bijgedragen heeft om <strong>de</strong>n <strong>de</strong>ftigen, pedanten prozastijl<br />
te vervangen door een losseren, vrijeren trant. Zeer bekend<br />
zijn <strong>de</strong> verhaaltjes Kobus en Agnietje (<strong>het</strong> verhaal van een<br />
« burgervrijage ») en Thysbuurs Os, waarin hij betrekkelijk<br />
frisch en levendig, in een taal die <strong>de</strong> dagelijksche omgangstaal<br />
soms nabijkomt, een aardig realistische teekening geeft<br />
van menschen en gebeurtenissen.<br />
Van Effen had veel navolgers, van wie Been van alien hem<br />
overtrof. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vele an<strong>de</strong>re prozawerken zijn nog <strong>het</strong><br />
opsommen waard <strong>de</strong> Proeve van Taal- en Dichtkun<strong>de</strong> door B.<br />
HUYDECOPER (1695-1778) (1) en <strong>voor</strong>al De Opkomst en Bloei<br />
<strong>de</strong>r Vereenig<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n door S. STIJL (1731-1804).<br />
Wat nu <strong>de</strong> poezie betreft, haar beste vertegen-<br />
DE POEZIE :<br />
woordiger treedt ons reeds bij <strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r eeuw H. C. POOT<br />
te gemoet. Deze, HUBERT CORNELISZ POOT is dan ► 689- 1733<br />
ook in <strong>de</strong> eerste plaats een <strong>voor</strong>tzetter, of een erfgenaam zoo<br />
men wil, van <strong>de</strong> dichters <strong>de</strong>r 1 7 e eeuw; <strong>voor</strong>al met Luyken<br />
heeft hij eenige overeenkomst. Het eigenaardige bij Poot<br />
is dat hij, te Abtswou<strong>de</strong> (bij Delft) uit een eenvoudig landbouwersgezin<br />
geboren, <strong>het</strong> type van <strong>de</strong>n boerendichter wordt.<br />
Hij was lid van <strong>het</strong> dichtgenootschap in <strong>het</strong> naburige dorp<br />
Schiplui<strong>de</strong>n, leer<strong>de</strong> er <strong>de</strong> verstechniek aan, las daarna <strong>de</strong><br />
groote dichters <strong>de</strong>r vorige eeuw, en ook <strong>de</strong> min<strong>de</strong>re o. w.<br />
(1) B. Huy<strong>de</strong>coper bezat <strong>de</strong> rijkste verzameling mid<strong>de</strong>leeuwsche handschrif ten<br />
van zijn tijd; hij is <strong>de</strong> eerste die een dui<strong>de</strong>lijk besef kreeg van <strong>de</strong> literatuur die<br />
<strong>de</strong> Renaissance <strong>voor</strong>afgaat.<br />
129
ekleed<strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> hooge ambten, o. m. te Brussel,<br />
raakte in financieele moeilijkhe<strong>de</strong>n, huw<strong>de</strong> in twee<strong>de</strong> huwelijk<br />
een Luiksche, wat niet gelukkig uitviel, en stel<strong>de</strong> door zelfmoord<br />
een ein<strong>de</strong> aan zijn leven.<br />
Zijn hoofdwerk is De Gevallen van Friso (1741), een soort<br />
hel<strong>de</strong>ndicht, waarvan <strong>de</strong> hoofdpersoon Friso, een Indiaansche<br />
prins, <strong>de</strong> stamva<strong>de</strong>r wordt <strong>de</strong>r Friezen. In <strong>het</strong> gedicht Leonidas<br />
(1742) richt hij een gloedvollen oproep tot zijn landgenooten<br />
om keizerin Maria-Theresia ter hulp te komen in <strong>de</strong>n Successie-oorlog.<br />
Wat van hem <strong>het</strong> mooiste blijft is zijn o<strong>de</strong> op<br />
Het menschelijk Leven, waarin hij zijn bittere levenservaringen<br />
verwerkte.<br />
Zijn broe<strong>de</strong>r ONNO ZWIER was eveneens werk- O. Z. VAN<br />
HAREN<br />
zaam in <strong>de</strong> politiek en in <strong>de</strong> diplomatie. Een familie-<br />
1713-1779<br />
schandaal dreef hem in 1760 naar <strong>de</strong> eenzaamheid van zij n<br />
Friesche bezittingen te Wolvega. Daar schreef hij verschillen<strong>de</strong><br />
werken : een treurspel Agon (1769) waarin hij <strong>het</strong> wanbe-<br />
stuur <strong>de</strong>r Hollan<strong>de</strong>rs in Indie schil<strong>de</strong>rt, en een episch-lyrisch<br />
gedicht De Geuzen (1776) dat <strong>de</strong>n opstand tegen Spanje<br />
her<strong>de</strong>nkt.<br />
Vormschoonheid moet men bij geen van bei<strong>de</strong> Van Harens<br />
zoeken : daar<strong>voor</strong> hanteeren zij hun taal op een te onbeholpen<br />
wijze. Hun vers is ruw en portend, maar daaron<strong>de</strong>r wordt<br />
men soms <strong>de</strong>n gloed gewaar van twee temperamentvolle<br />
dichters.<br />
131
OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />
1. Trek een parallel tusschen <strong>de</strong> 15e- en 16e-eeuwsche re<strong>de</strong>rijkerskamers<br />
en <strong>de</strong> 18e-eeuwsche dichtgenootschappen. Toon in <strong>het</strong> bijzon<strong>de</strong>r aan<br />
dat zij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> weinig beteeken<strong>de</strong>n.<br />
2. Welke vreem<strong>de</strong> literaturen oefen<strong>de</strong>n invloed uit op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
in <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>?<br />
3. Behan<strong>de</strong>l <strong>voor</strong> <strong>de</strong> klasse > van Potgieter.<br />
4. Kunt gij een verklaring vin<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>het</strong> feit dat men <strong>de</strong> stukken van<br />
Langendijk tegenwoordig zoo graag speelt?<br />
BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />
1. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven :<br />
Klass. Letterk. Pantheon :<br />
a. Poot : Gedichten (Busken Huet).<br />
b. Langendijk : De kluchten en blijspelen (Meyer en Stoett).<br />
c. Van Effen : Bloemlezing uit <strong>de</strong>n Spectator (Van Vloten).<br />
d. 0. Z. van Haren : De Geuzen (Wie<strong>de</strong>r). — Willem <strong>de</strong> Eerste<br />
(Van Vloten).<br />
Zwolsche herdrukken<br />
Langendijk : We<strong>de</strong>rzijds Huwelijksbedrog (Te Winkel en De Jong).<br />
Malmberg's Ne<strong>de</strong>rl. Schoolbibl. :<br />
*Langendijk : We<strong>de</strong>rzijds Huwelijksbedrog (Wijffels).<br />
Bibl. van Ne<strong>de</strong>rl. Letterk.:<br />
Uit J. van Effen's > (Koopmans<br />
Onze Letterkun<strong>de</strong> :<br />
*Langendijk : Spiegel <strong>de</strong>r Va<strong>de</strong>rl. Kooplie<strong>de</strong>n.<br />
*Van Effen : Llit <strong>de</strong>n Holl. Spectator.<br />
Keurboeken <strong>voor</strong> Mid<strong>de</strong>lb. en Norm. On<strong>de</strong>rwijs (gemo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong> spelling):<br />
*Langendijk: We<strong>de</strong>rzijdsch Huwelijksbedrog (De Baere, Verboven).<br />
*J. Van Effen : Bloeml. uit Hollandsche Spectator (Verstraeten).<br />
Libellenserie :<br />
H. C. Post : Een bloemlezing (Beversluis).<br />
Uilenreeks<br />
Poezie uit <strong>de</strong>n Pruikentijd (Van Duinkerken en Kelk).<br />
2. Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re Studie :<br />
Prof. DT L. KNAPPERT : Het ze<strong>de</strong>lijk Leven onzer Va<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> 18' eeuw.<br />
(Haarlem, Tjeenk Willink).<br />
HARTOG : De Spectatoriale Geschriften van 1741-1800.<br />
Dr C. H. PH. MEYER : Pieter Langendijk, zijn leven en werken.<br />
Prof. PRINSEN : Het Drama in <strong>de</strong> 18' eeuw in West-Europa.<br />
W. KLoos : Een daad van eenvoudige rechtvaardigheid.<br />
132
HOOFDSTUK VI<br />
HET DIEPE VERVAL IN ZUID-NEDERLAND<br />
(1 7 e en 1 8 e eeuw)<br />
Deze twee eeuwen vertoonen ons <strong>het</strong> schouwspel<br />
van <strong>het</strong> verdwijnen van een beschaving die hon<strong>de</strong>rd<br />
jaar vroeger meetel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> schitterendste van Europa.<br />
Er zijn in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis weinig <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n van een zoo<br />
snellen on<strong>de</strong>rgang van een cultuurland. De oorzaken zijn niet<br />
zeer talrijk, maar ze zijn beslissend. Door <strong>de</strong> uitwijking op<br />
groote schaal die geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>de</strong>r 1 6 e eeuw niet<br />
opgehou<strong>de</strong>n had, was hier zoowel <strong>de</strong> artistieke als <strong>de</strong> economische<br />
volkskiacht geknot. Geestelijke en stoffelijke verarming<br />
was <strong>de</strong> uitslag geweest van <strong>de</strong> troebelen. Langzaam,<br />
maar zeker, geraakte om staatkundige en godsdienstige re<strong>de</strong>nen,<br />
<strong>het</strong> geestelijk contact tusschen Noord en Zuid verbroken.<br />
Wellicht ware er een gelei<strong>de</strong>lijk herstel mogelijk geweest<br />
indien <strong>het</strong> land geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> 1 7 e eeuw niet steeds opnieuw<br />
door <strong>de</strong> invallen<strong>de</strong> legers geteisterd was gewor<strong>de</strong>n. Bovendien<br />
ontstond er aldra een kloof tusschen <strong>het</strong> yolk en <strong>de</strong><br />
hoogere hofkringen waar een vreem<strong>de</strong> t4a1 gesproken werd<br />
en va9waar geen belangstelling, laat staan aanmoediging to<br />
verwachten viel <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nationale letterkun<strong>de</strong>. De lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
stan<strong>de</strong>n : a<strong>de</strong>l, ambtenaars en geleer<strong>de</strong>n vervreemd<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong> groote massa.<br />
Wat er geschreven werd was dan ook bijna uitsluitend<br />
volksliteratuur, niet alleen omdat <strong>het</strong> bestemd was <strong>voor</strong> een<br />
nauwelijks 'ontwikkel<strong>de</strong>n lezerskring, maar ook omdat <strong>de</strong><br />
schrijvers zelf veelal niet hooger ston<strong>de</strong>n dan hun publiek,<br />
en blijk gaven van slechts rudimentairen smaak en kunstzin.<br />
Daaruit volgt dat <strong>de</strong> groote geestelijke stroomingen <strong>de</strong>r<br />
naburige lan<strong>de</strong>n onze literatuur volkomen onberoerd lieten.<br />
OORZAKEN<br />
VAN VERVAL<br />
133
De eerste jaren na <strong>de</strong> scheiding zijn nog <strong>de</strong> vrucht-<br />
DE EERSTE<br />
JAREN NA DE baarste : <strong>het</strong> geslacht dat toen leef<strong>de</strong> was in <strong>de</strong> 1 6°<br />
SCHEIDING eeuw geboren en kon onmid<strong>de</strong>llijk aanknoopen bij<br />
<strong>het</strong> -verle<strong>de</strong>n; bovendien had <strong>het</strong> er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regeering van<br />
Albert en Isabella <strong>de</strong>n schijn van dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> welvaart ging<br />
weerkeeren.<br />
J. DE HARDUIJN<br />
De figuur die <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> overheerscht is die van<br />
1582-± 1641 jusTus DE HARDUIJN, geboren te Gent, uit een ontwikkel<strong>de</strong><br />
en streng-katholieke familie. In zijn jeugd schreef<br />
hij een reeks erotische gedichten die later on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n titel<br />
De Weerlicke Lief<strong>de</strong>n tot Roose-mond uitgegeven wer<strong>de</strong>n door<br />
<strong>de</strong>n Aalsterschen re<strong>de</strong>rijker Caudron. Onmid<strong>de</strong>llijk herkent<br />
men in <strong>de</strong>zen bun<strong>de</strong>l <strong>het</strong> Renaissance-geluid dat door Van<br />
<strong>de</strong>r Noot ingezet was, maar bij <strong>de</strong> Harduijn zuiver<strong>de</strong>r, gayer<br />
van klankgehalte en van gevoelstoon. Deze poezie is <strong>de</strong><br />
eenige in Zuid-Ne<strong>de</strong>rland die gelijken tred houdt met <strong>het</strong><br />
nieuwe inzicht dat <strong>de</strong> Renaissance in <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n aangebracht<br />
heeft. Zij ontleent daarnaast een bijzon<strong>de</strong>re bekoorlijkheid<br />
aan <strong>de</strong> innige versmelting van precieuse gekunsteldheid met<br />
argelooze verrukking.<br />
In 1 607 werd hij tot priester gewijd en kort daarop tot<br />
pastoor benoemd te Ou<strong>de</strong>gem, welk ambt hij geduren<strong>de</strong> ruim<br />
<strong>de</strong>rtig jaar waarnam. Zijn ingeboren schoonheidszin besteed<strong>de</strong><br />
hij nu aan stichtelijke poezie : <strong>de</strong> God<strong>de</strong>licke Lof-sanghen, waarin<br />
menig vers uit zijn vorigen bun<strong>de</strong>l <strong>voor</strong>komt, maar omgewerkt<br />
in religieusen zin. Zijn didactisme schaadt evenwel<br />
niet aan <strong>de</strong>n vormcultus, ook niet in zijn Val en<strong>de</strong> Op-Stand<br />
van David.<br />
J. D. HEEMSSEN Eveneens Renaissance-dichter was <strong>de</strong> geestelijke<br />
1581-1644 JOAN DAVID HEEMSSEN, wiens werk een zeker parallelisms<br />
vertoont met dat van De Harduijn. Zijn <strong>voor</strong>naamste<br />
bun<strong>de</strong>l zijn <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rduytsche PoEmata.<br />
R. VERSTEGEN Nog steeds dichtend in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkersmaat,<br />
1550-± 1640 alhoewel hij <strong>de</strong> Renaissance-<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n aankleef<strong>de</strong>,<br />
schreef R. VERSTEGEN O. M. Ne<strong>de</strong>rduytsche epigrammen en<strong>de</strong><br />
epitaphien, maar <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> prozawerk Scharpzinnige Characteren,<br />
in <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n aard als die waarin Huygens zijn Ze<strong>de</strong>printen<br />
zou stellen, en dat van een <strong>voor</strong>treffelijk talent in <strong>het</strong> typee-<br />
1 34
en, soms ook van fijnen humor getuigt. Verstegen, uit een<br />
Hollandsche a<strong>de</strong>llijke familie te Lon<strong>de</strong>n geboren, stond hierbij<br />
ongetwijfeld on<strong>de</strong>r Engelschen invloed.<br />
Een an<strong>de</strong>r merkwaardig prozawerk is Duyfkens en BOETIUS A<br />
Willemynkens Pelgrimagie van BOETIUS A BOI4SWERT, BOLSWERT<br />
1580-?<br />
een symbolisch reisverhaal dat een mo<strong>de</strong>l is van<br />
zorgvuldig gestyleer<strong>de</strong> volkslectuur.<br />
Die eerste opleving na <strong>de</strong> kwa<strong>de</strong> jaren was onge-<br />
lukkig van korten duur. Het opnieuw uitbreken van<br />
<strong>de</strong> vijan<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n maakte <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tzetting <strong>de</strong>r<br />
reeds zoo precaire letterkundige traditie onmogelijk. Van<br />
beteekenis is daarbij dat <strong>de</strong> literatuur nieuwe banen opging<br />
doordat ze dienstbaar gemaakt werd aan <strong>de</strong> krachtige godsdienstige<br />
restauratie, die <strong>de</strong> meeste intellectueele krachten<br />
van <strong>het</strong> land in beslag nam, en waarin <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> Jezuieten<br />
een <strong>voor</strong>name rol speel<strong>de</strong>n. Dit had een twee<strong>de</strong> kortstondige<br />
opleving <strong>voor</strong> gevolg, ditmaal van een letterkun<strong>de</strong> met een<br />
zuiver populair en ascetisch of althans didactisch karakter.<br />
Daarbij werd er veel min<strong>de</strong>r aan gedacht <strong>de</strong> Renaissancerichting,<br />
die De Harduijn vertegenwoordig<strong>de</strong>, ver<strong>de</strong>r uit te<br />
bouwen, dan terug te grijpen naar <strong>de</strong> vrome mid<strong>de</strong>leeuwsche<br />
motieven. Wel zijn er dichters zooals J. UsERmANs, in wiens<br />
bun<strong>de</strong>l erotische poezie Triumphus Cupidinis nog echo's<br />
naklinken van <strong>de</strong> Renaissance, evenals bii <strong>de</strong>n Norbertijner<br />
kanunnik D. BELLEMANS, schrijver van 'twee verzamelingen<br />
verzen Het Citherken van Jesus en Den Liefelijcken Paradijs-vogel;<br />
toch verschenen er reeds vroeg in <strong>de</strong> 1 7 e eeuw naar mid<strong>de</strong>leeuwschen<br />
trant geschreven liedboeken, zooals van L.<br />
MAKEBLIJDE en van W. DE PRETERE en evenzoo stichtelijke<br />
emblemata-verzamelingen, dit alles uitsluitend als lectuur <strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong> yolk bedoeld.<br />
DE GODS-<br />
DIENSTIGE<br />
RESTAURATIE<br />
De verdienstelijkste van die didactische schrijvers<br />
A. POIRTERS<br />
is <strong>de</strong> Noordbrabantsche Jezuiet ADR. POIRTERS (ge- 1605-1674<br />
boren te Oisterwijk) die <strong>het</strong> grootste ge<strong>de</strong>elte van zijn leven<br />
in <strong>de</strong> Spaansche Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n doorbracht. Zijn eerste en<br />
bekendste werk is Het Masker van <strong>de</strong> Wereldt Afgetrocken<br />
(1644), bestaan<strong>de</strong> uit een reeks platen, met telkens een<br />
gedicht als verklaring, gevolgd door beschouwingen in proza.<br />
135
By :wren r?r, 14fi f*,4,M4t3I<br />
'fitelbladzij<strong>de</strong> van Poirters'<br />
Masker van <strong>de</strong> Wereldt afgetrocken ).
De grondtoon ervan is moraliseerend en hekelend, maar<br />
afgewisseld met fabels, spreekwoor<strong>de</strong>n, langere verhalen en<br />
luimige anecdotes. Het best kan men Poirters' werk vergelijken<br />
met dat van Cats, met dien verstan<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> vergelijking<br />
ruim ten <strong>voor</strong><strong>de</strong>ele van Poirters uitvalt. In vlotte rijmvaardigheid<br />
staat hij bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n Zeeuwschen raadpensionaris,<br />
naar <strong>de</strong> persoonlijkheid die uit
aldaar van 1639 tot 1678 zeven kluchten liet opvoeren die<br />
bekend zijn on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n naam De Zeven Hoofdzon<strong>de</strong>n. Hij is<br />
een geweldig realist, begaafd met een echt comisch talent<br />
om <strong>het</strong> volkskarakter en <strong>de</strong> volksze<strong>de</strong>n in een kleurige, maar<br />
dikwijls platte taal weer te geven.<br />
M. DE SWAEN De grootste Zuidne<strong>de</strong>rlandsche dichter uit <strong>de</strong> 1 7 e<br />
1654-1707 eeuw is wellicht MICHIEL DE SWAEN. Geboren te<br />
DE TOESTAND<br />
IN DE 18' EEUW<br />
Duinkerken waar hij een zeer verzorg<strong>de</strong> opvoeding genoot,<br />
werd hij « prins » van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamer « De Karsouwieren<br />
». Hij ken<strong>de</strong> niet alleen <strong>de</strong> classieken, maar ook <strong>de</strong><br />
groote Fransche dichters en Von<strong>de</strong>l en Cats. Dat zijn kunst<br />
bere<strong>de</strong>neerd was, bewees hij door zijn Ne<strong>de</strong>rduytsche digtkun<strong>de</strong><br />
of Riimfrunst : een soort theorie van <strong>de</strong> woordkunst naar<br />
Fransch <strong>voor</strong>beeld. Zijn uitvoerig gedicht Het Leven en <strong>de</strong> Dood<br />
van Onzen Zaligmaker Jesus-Christus is episch van opzet, maar<br />
<strong>de</strong> mooiste ge<strong>de</strong>elten uit dit werk, evenals uit zijn talrijke<br />
Sedige Rijm-wercken, zijn <strong>de</strong> lyrische uitweidingen. Hoofdzakelijk<br />
besteed<strong>de</strong> hij echter zijn krachten aan <strong>de</strong> dramatiek : een<br />
Mauritius, een Catharina, naar <strong>de</strong>n geest een mid<strong>de</strong>leeuwsch<br />
heiligenspel, maar in een mo<strong>de</strong>rnen, d.w.z. Fransch-classieken<br />
vorm gegoten; De ze<strong>de</strong>lijfre doot van Keizer Karel V, vol staatkundige<br />
beschouwingen ; een vinnige klucht De verheerelijckte<br />
Schoenlappers of <strong>de</strong> gecroon<strong>de</strong> leersse en <strong>voor</strong>al een in hoogpoetischen<br />
toon gehou<strong>de</strong>n laat-mid<strong>de</strong>leeuwsch mysteriespel<br />
De mensch-wordingh van <strong>het</strong> eeutvigh Woort (1686) . Hiermee<br />
bereikt onze literatuur een laatste hoogtepunt. Von<strong>de</strong>l, en<br />
in min<strong>de</strong>re mate Cats, hebben invloed op hem uitgeoefend.<br />
In een <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n tijd ongemeen zuivere taal weet hij zijn<br />
bezieling te uiten. Het is nog <strong>voor</strong> <strong>het</strong> laatst een heerlijke<br />
verskunst met klank en kleur in <strong>de</strong> lyriek en met soms een<br />
Oosterschen glans in <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n.<br />
Bij DE SWAEN, hoe waarachtig dichter hij ook<br />
is, neemt men een be<strong>de</strong>nkelijk verschijnsel waar : <strong>de</strong><br />
meeste zijner werken wer<strong>de</strong>n niet meer gedrukt. Op <strong>het</strong> ein<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>r 1 7e eeuw was dit verschijnsel trouwens haast algemeen<br />
gewor<strong>de</strong>n. De vervreemding van <strong>de</strong> hoogere stan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />
verwaarloozing van <strong>het</strong> volkson<strong>de</strong>rwijs, dit laatste <strong>het</strong> gevolg<br />
van <strong>de</strong>n bij <strong>voor</strong>tduring beroer<strong>de</strong>n politieken toestand in<br />
138
onze gewesten, had<strong>de</strong>n hun werk gedaan : een koopkrachtig<br />
publiek ontbrak, en <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> liep dood. De 1 8 e eeuw<br />
geeft dan ook <strong>het</strong> volledigste verval to zien : wel wordt er<br />
nog, <strong>voor</strong>al in <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamers, aan « dichten » gedaan,<br />
wel wer<strong>de</strong>n er nog tooneelstukken geschreven en gespeeld,<br />
en zelfs werd nog wel eens een boek gedrukt, als b.v. <strong>de</strong><br />
Schat <strong>de</strong>r Fabelen van J. L. KRAFFT ; wel verscheen op <strong>het</strong><br />
keerpunt <strong>de</strong>r 1 8 e en <strong>de</strong>r 1 9 e eeuw <strong>het</strong> malsch prozawerk van<br />
K. BROECKAERT: Borgers in <strong>de</strong>n Estamin6, Den jongen Tobias en<br />
jellen en Mietje; maar over <strong>het</strong> algemeen heeft dit alles geen<br />
kunstwaar<strong>de</strong> en kan dus best onvermeld blijven in een overzicht<br />
van <strong>de</strong> schoone letteren. Vlaan<strong>de</strong>ren slaapt.<br />
139
OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />
1. Geef een overzicht van <strong>de</strong> politieke geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> Zuidflijke<br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> 17e en 18e eeuwen.<br />
2. Trek een parallel tusschen <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst in <strong>de</strong><br />
eerste helft <strong>de</strong>r 17' eeuw. Hoe is <strong>de</strong> bloei van <strong>de</strong>ze en <strong>het</strong> verval<br />
van gene to verklaren?<br />
3. In <strong>het</strong> Zui<strong>de</strong>n greep men terug naar mid<strong>de</strong>leeuwsche motieven en<br />
keer<strong>de</strong> men ook eenigszins terug naar <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche toestan<strong>de</strong>n.<br />
Verklaar dat, en betrek in uw antwoord een vergelijking met <strong>de</strong> gelijktijdige<br />
toestan<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n.<br />
4. Tot welk politiek staatsverband behoor<strong>de</strong> Duinkerken op <strong>het</strong> oogenblik<br />
dat M. <strong>de</strong> Swaen er werkte? Se<strong>de</strong>rt wanneer en in welke omstandighe<strong>de</strong>n?<br />
5. Wie wil <strong>voor</strong> <strong>de</strong> klasse <strong>de</strong>n inhoud van
HOOFDSTUK VII<br />
DE OVERGANG VAN CLASSICISME NAAR<br />
ROMANTISME<br />
(± 1775-1837)<br />
Van <strong>het</strong> classicisme naar <strong>het</strong> romantisme of, met an<strong>de</strong>re<br />
woor<strong>de</strong>n, van <strong>het</strong> verstand naar <strong>het</strong> gevoel. De achttien<strong>de</strong><br />
eeuw was <strong>de</strong> tijd <strong>de</strong>r Verlichting die, on<strong>de</strong>r invloed van <strong>het</strong><br />
door <strong>de</strong> Renaissance versterkte individualisme, van <strong>de</strong> leer<br />
van Descartes en Spinoza en <strong>voor</strong>al van <strong>de</strong>n Engelschen wijsgeer<br />
Locke, als eenige bronnen van kennis <strong>de</strong> zinnelijke<br />
waarneming en <strong>het</strong> <strong>de</strong>nken aanvaard<strong>de</strong>. Nooit zooals toen<br />
wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> menschelijke volmaaktheid — ook in <strong>de</strong> kunst —<br />
en <strong>het</strong> menschelijk geluk nagestreefd door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong><br />
« re<strong>de</strong> >>, van <strong>het</strong> gezond verstand. Die tyrannische overheersching<br />
van <strong>het</strong> koele <strong>de</strong>nkvermogen had <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> doen<br />
verstarren tot <strong>het</strong> dorre classicisme, waaruit fantasie en gevoel<br />
verbannen bleven.<br />
De geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> literatuur is in zekeren zin een<br />
nooit uitgestre<strong>de</strong>n strijd tusschen die twee elementen : hartstochtelijkheid<br />
en verbeelding aan <strong>de</strong> eene zij<strong>de</strong>, bere<strong>de</strong>neer<strong>de</strong><br />
verstan<strong>de</strong>lijkheid aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. Wanneer een van bei<strong>de</strong><br />
oppermachtig wordt, is weldra een reactie to verwachten. Zoo<br />
ook wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw reeds<br />
<strong>voor</strong>teekens merkbaar die er op wezen dat — evenals in <strong>de</strong><br />
16e eeuw — een omwenteling in <strong>de</strong> wereld van <strong>het</strong> <strong>de</strong>nken<br />
en <strong>het</strong> voelen nakend was. En zooals altijd kwam zij niet<br />
alleen in <strong>de</strong> letterkun<strong>de</strong> tot uiting, maar gaf zij aan <strong>het</strong><br />
wereldgebeuren zelf een nieuwe wending die even beslissend<br />
was als die teweeggebracht door humanisme, Renaissance en<br />
hervorming.<br />
Het geestesleven in <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennien van <strong>de</strong> 1 8 e eeuw<br />
141
werd door verschillen<strong>de</strong> en soms tegenstrijdige richtingen en<br />
stroomingen in gisting gebracht. Ou<strong>de</strong> en nieuwe opvattingen<br />
en beschouwingen lieten zich naast elkaar gel<strong>de</strong>n, vermeng<strong>de</strong>n<br />
zich soms met elkaar, maar kwamen ook niet zel<strong>de</strong>n in<br />
botsing. Uit <strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen <strong>de</strong>r Verlichting, die hun beste woordvoer<strong>de</strong>rs<br />
von<strong>de</strong>n in Voltaire en <strong>de</strong> Encyclopedisten, groei<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> vrijheids- en gelijkheidsgedachten op wijsgeerig als op<br />
politiek gebied. Hoe <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>n bo<strong>de</strong>m <strong>voor</strong>bereid<strong>de</strong>n waarop<br />
<strong>de</strong> Fransche revolutie zich voltrekken zou, hoeft hier niet<br />
ver<strong>de</strong>r uiteengezet to wor<strong>de</strong>n. Daarnaast was er, on<strong>de</strong>r invloed<br />
van <strong>de</strong>n Duitscher Winckelmann, grondlegger van <strong>de</strong> archaeologie,<br />
een vernieuw<strong>de</strong> belangstelling ontstaan <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ditmaal<br />
ook Grieksche oudheid, een neo-hellenisme dat niet<br />
alleen opgang maakte in <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> geleer<strong>de</strong>n, maar<br />
tevens tot in <strong>de</strong> literatuur en <strong>de</strong> plastische kunsten doordrong<br />
(Empire-stij11).<br />
Doch gelijktijdig met <strong>de</strong>ze uitingen, <strong>de</strong>els ermee parallel<br />
en <strong>de</strong>els ermee in conflict, verneemt men over heel West-<br />
Europa <strong>de</strong> eerste teekens van <strong>de</strong> gevoelsstrooming, van <strong>de</strong>n<br />
zin <strong>voor</strong> <strong>de</strong> groote levensraadsels, van <strong>het</strong> verdiepen van <strong>het</strong><br />
eigen zieleleven. In Engeland had<strong>de</strong>n <strong>het</strong> gevoel en <strong>de</strong> fantasie<br />
nooit hun recht gansch verloren, dank zij <strong>het</strong> prestige<br />
dat Shakespeare er bewaard had. De eerste reactie tegen <strong>het</strong><br />
classicisme was er eigenlijk al begonnen in <strong>de</strong> jaren 1740<br />
met <strong>het</strong> verschijnen van E. Young's Night Thoughts (Nachtgedachten).<br />
Maar twintig jaar later brak overal <strong>het</strong> verzet<br />
van <strong>het</strong> herleef<strong>de</strong> gevoel los, dat gaan<strong>de</strong>weg zou aangroeien<br />
tot wat men <strong>het</strong> Romantisme noemt. Het eerst weer in Engeland<br />
met <strong>de</strong> publicatie, door Macpherson, van <strong>de</strong> zoogenaamd<br />
oud-Schotsche balla<strong>de</strong>n van Ossian( 1765), waarin weemoedige<br />
landschappen, tee<strong>de</strong>re gevoelens, overwegingen over<br />
puinen en 's menschen lotgevallen schering en inslag zijn;<br />
tegelijkertijd verschenen <strong>de</strong> Reliques of ancient English Poetry<br />
van Percy, waardoor <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst opnieuw <strong>de</strong> aandacht<br />
gevestigd werd op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> volkspoezie. Inmid<strong>de</strong>ls had Jean.<br />
Jacques Rousseau in 1761 Julie ou la nouvelle Heloise uitgegeven,<br />
en <strong>het</strong> jaar daarop zijn Emile, waarvan <strong>de</strong> held, opgegroeid<br />
in <strong>de</strong> leerschool <strong>de</strong>r natuur, zich on<strong>de</strong>rscheidt door zijn<br />
142
vatbaarheid <strong>voor</strong> gevoelsindrukken ; weldra volg<strong>de</strong> in Duitschland<br />
Lessing met zijn Laokoon (1766) en zijn Hamburgische<br />
Dramaturgic (1767-69) waarin hij <strong>de</strong>n strijd aanbindt tegen<br />
<strong>de</strong>n invloed <strong>de</strong>r Fransche classieken en <strong>de</strong> studie van Shakespeare<br />
aanprijst, terwijl <strong>de</strong> jonge Goethe in zijn roman Die<br />
Lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong>s jungen Werthers *(1774), vol hartstochtelijkheid en<br />
droomerijen, <strong>het</strong> type schept van <strong>de</strong>n door
Aldus, in vogelvlucht bekeken, is <strong>de</strong> onrustige gang <strong>de</strong>r<br />
gebeurtenissen in Ne<strong>de</strong>rland geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze gewichtige<br />
perio<strong>de</strong> van overgang. Men begrijpt licht dat <strong>de</strong>rgelijke<br />
wisselvallige en dikwijls neerdrukken<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n niet<br />
bevor<strong>de</strong>rlijk waren <strong>voor</strong> een normale ontwikkeling van <strong>de</strong><br />
romantische beweging. De verwarring in <strong>de</strong> geesten, gevolg<br />
van <strong>de</strong> ongunstige politieke toestan<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>ed <strong>het</strong> contact<br />
met <strong>het</strong> buitenland eenigszins verliezen. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jongere<br />
schrijvers, die <strong>de</strong> nieuwe i<strong>de</strong>alen toegedaan waren, bezat geen<br />
enkele een voldoend sterke persoonlijkheid om <strong>het</strong> romantisme<br />
<strong>de</strong>finitief ingang to doen vin<strong>de</strong>n. De gezagvolle<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche classieke philologie bekampte hardnekkig <strong>de</strong><br />
romantische opvattingen; <strong>de</strong>ze misten bovendien in Holland<br />
<strong>de</strong>n voedingsbo<strong>de</strong>m dien ze el<strong>de</strong>rs wel had<strong>de</strong>n : nl. <strong>de</strong> lief<strong>de</strong><br />
tot <strong>het</strong> nationaal verle<strong>de</strong>n en tot <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwsche yolksliteratuur.<br />
Nog steeds bestond er geen waar<strong>de</strong>ering <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
aest<strong>het</strong>ische beteekenis <strong>de</strong>r letterkun<strong>de</strong> van <strong>voor</strong> <strong>de</strong> 1 7 e<br />
eeuw, zoodat nog in <strong>de</strong> jaren 1 820 <strong>de</strong> Duitsche romanticus<br />
Hoffmann von Fallersleben, toen hij tij<strong>de</strong>ns zijn reis in Noord-<br />
Ne<strong>de</strong>rland <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> lied van <strong>de</strong> Twee Koningskin<strong>de</strong>ren aanhief,<br />
op laid gelach begroet werd.<br />
De vernieuwing was nochtans hoopvol ingezet gewor<strong>de</strong>n,<br />
en zelfs kon, wie om 1 780 afging op <strong>de</strong> plotselinge herleving<br />
van <strong>de</strong> literaire bedrijvigheid, wanen dat ook <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
letteren eerlang <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aanrukken<strong>de</strong> nieuwe gedachten<br />
zou<strong>de</strong>n gewonnen zijn. Natuurlijk werd <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> niet met<br />
een slag opgeruimd : zooals altijd vernam men, naast <strong>het</strong><br />
frissche geluid <strong>de</strong>r vernieuwing, ook nog <strong>de</strong> vroegere opvattingen,<br />
en bij <strong>de</strong> meesten werkte <strong>de</strong> Verlichting geruimen<br />
tijd na. Maar <strong>de</strong> beteekenis van <strong>de</strong> jaren 1 778-83 is dat<br />
er slag op slag een aantal werken verschenen; in 1 7 78 <strong>het</strong><br />
eerste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> richting geven<strong>de</strong> Theorie <strong>de</strong>r Schoone Kunsten,<br />
van H. VAN ALPHEN, in 1 782 <strong>de</strong> Gezangen mijner Jeugd, van<br />
J. BELLAMY, Sara Burgerhart, van WOLFS en DEKEN en <strong>het</strong><br />
volgend jaar Julia, van RHIJNVIS FEITH, die alle op een of<br />
an<strong>de</strong>r punt afbraken met, of reageer<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong> dorre en<br />
duffe r<strong>het</strong>oriek van <strong>de</strong>n Pruikentijd.<br />
144
Het streven van BELLAMY en zijn kring verdient J. BELLAMY<br />
<strong>voor</strong>zeker waar<strong>de</strong>ering. Deze Vlissinger bakkersgast, 1757-1786<br />
die <strong>het</strong> zoover bracht dat hij te Utrecht <strong>voor</strong> predikant kon<br />
stu<strong>de</strong>eren, en door zijn begaafdheid een niet geringen invloed<br />
uitoefen<strong>de</strong> op zijn omgeving, ijver<strong>de</strong> in <strong>de</strong> twee tijdschriften<br />
die hij met zijn vrien<strong>de</strong>n gesticht had, <strong>voor</strong> meer eenvoud en<br />
oorspronkelijkheid tegen <strong>het</strong> r<strong>het</strong>orische <strong>de</strong>r dichtgenootschappen.<br />
Waar hij echter <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld wil<strong>de</strong> geven in zijn<br />
eigen bun<strong>de</strong>ls als Gezangen mijner Jeugd (1782), bleek zijn<br />
talent niet krachtig genoeg om op gezagvolle wijze nieuwe<br />
banen te openen. Voor ons gevoel lijdt hij zelf nog te veel<br />
aan <strong>de</strong> gebreken die hij bestreed, doch in zijn tijd was zijn<br />
natuurpoezie in rijmlooze verzen een nieuw geluid.<br />
Evenzeer gekant tegen <strong>de</strong>n achttien<strong>de</strong> eeuwschen H. VAN ALPHEN<br />
geest toon<strong>de</strong> zich H. VAN ALPHEN. Hij ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> 1746-1803<br />
buitenlandsche letterkun<strong>de</strong> vrij goed, besefte hoe achteriijk<br />
<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche was en voel<strong>de</strong> zich genoopt naar <strong>het</strong> Duitsch<br />
een Theorie <strong>de</strong>r Schoone Kunsten (1778-80) te bewerken, waarin<br />
hij <strong>voor</strong>al waarschuwt <strong>voor</strong> zelfoverschatting en <strong>voor</strong> slaafsche<br />
navolging van <strong>de</strong> classieken. Hoe belangrijk dit werk<br />
ook is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> gedachten, Loch is <strong>de</strong><br />
man meer bekend gebleven om zijn Kleine Gedichten <strong>voor</strong><br />
Kin<strong>de</strong>ren (1778), die in hun tijd zeer verdienstelijk waren om<br />
<strong>de</strong> nieuwe paedagogische opvattingen (naar Rousseau) die<br />
er uit spreken.<br />
Van veel grooter literaire beteekenis is <strong>het</strong> werk<br />
BETJE WOLFF<br />
van BETJE WoLET en AAGJE DEKEN. Men zal moei- 1738-1804<br />
lijk in om <strong>het</strong> even welke letterkun<strong>de</strong> een <strong>voor</strong>beeld AAGJE DEKEN<br />
vin<strong>de</strong>n van trouwer samenwerking. Nochtans wer<strong>de</strong>n 1741-1804<br />
zij geboren en groei<strong>de</strong>n zij op in zeer verschillen<strong>de</strong> kringen.<br />
Betje Wolff, eigenlijk Elisabeth Bekker, te Vlissingen geboren,<br />
was een geestig en ruim ontwikkeld meisje dat Latijn, Fransch<br />
en Engelsch ken<strong>de</strong>, thuis was in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne literatuur <strong>de</strong>r<br />
naburige lan<strong>de</strong>n, dweepte met Rousseau, zelfs een beetje<br />
feministe was, en <strong>de</strong> pen met guitige brio wist te hanteeren,<br />
zoodat zij in <strong>de</strong> intellectueele kringen van haar dagen een<br />
persoonlijkheid van belang was. Met <strong>de</strong>n predikant Wolff<br />
gehuwd, werd zij in 1777 weduwe, kort nadat zij kennis<br />
145
Het rieten kluisje van Elisabeth Wolff-Bekker, waar Sara<br />
Burgerhart en Willem Leevend waarschijnlijk geschreven<br />
wer<strong>de</strong>n.
gemaakt had met Aagje Deken. Deze stam<strong>de</strong> uit een heel<br />
wat min<strong>de</strong>ren socialen stand en had haar jeugd in een weeshuis<br />
doorgebracht. Een punt van overeenkomst vertoon<strong>de</strong> zij<br />
met Betje Wolff : ook zij schreef verzen, die evenwel min<strong>de</strong>r<br />
getuigen van tintelen<strong>de</strong>n levenslust dan van ernst en vroomheid.<br />
Toen in 1 777 dominee Wolff overle<strong>de</strong>n was, gingen<br />
<strong>de</strong> nieuwe vriendinnen samenwonen. Van toen af, en heel<br />
<strong>de</strong>n tijd dat hun gehechtheid aan elkaar duur<strong>de</strong>, d.w.z. tot<br />
aan hun dood, schreven bei<strong>de</strong>n hun beste werken in trouwe<br />
collaboratie, al schijnt Aagje geen gunstigen invloed uitgeoefend<br />
te hebben. Een eerste en alleszins <strong>de</strong> <strong>voor</strong>naamste<br />
vrucht ervan was een roman De Historic van Mejuffrouiv Sara<br />
Burgerhart (1 . 782) , een lichtpunt na <strong>de</strong> benepenheid van <strong>de</strong>n<br />
Pruikentijd, een mijlpaal in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandschen<br />
roman en bovendien een waar<strong>de</strong>vol kunstwerk.<br />
Als <strong>voor</strong>beeld had<strong>de</strong>n zij genomen <strong>de</strong>n Engelschman Richardson,<br />
schrijver van een aantal romans, waarin <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst<br />
niet meer fictieve her<strong>de</strong>rs, prinsessen of avonturiers optra<strong>de</strong>n,<br />
maar werkelijk leven<strong>de</strong> personen uit <strong>de</strong> burgerij, en waarin<br />
<strong>het</strong> sentimenteele geschraagd werd door psychologie en<br />
ze<strong>de</strong>nschil<strong>de</strong>ring. Alhoewel B. Wolff en A. Deken <strong>het</strong> genre<br />
en ook <strong>de</strong>n briefvorm van Richardson overnamen en tevens<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed van L. Sterne's humor ston<strong>de</strong>n, brachten<br />
ze toch een zelfstandigen nationalen roman <strong>voor</strong>ts Merkwaardig<br />
is <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> evenwichtigheid waarmee ze <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
stroomingen van hun tijd met elkaar wisten te verzoenen tot<br />
een harmonisch levend verhaal. Want, al waren ze aan <strong>de</strong><br />
eene zij <strong>de</strong> gewonnen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> nieuwe i<strong>de</strong>alen van Rousseau<br />
wat betreft <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ropvoeding en cle natuurvisie, toch bleken<br />
ze nog in merg en been gevoed met <strong>de</strong>
humor van zooveel leuke tooneeltjes : aan <strong>de</strong>zen levendigen,<br />
kwieken, van geest en gevoel tintelen<strong>de</strong>n stijl was men in<br />
die jaren, na zooveel solemneel proza, niet meer gewoon.<br />
Later volg<strong>de</strong>n nog an<strong>de</strong>re romans, als <strong>de</strong> Historic van <strong>de</strong>n<br />
Heer Willem Leevend, Brieven van Abraham Blankaart en <strong>de</strong><br />
Historic van Cornelia Wildschut, waarin <strong>de</strong> paedagogische ten<strong>de</strong>nz<br />
<strong>het</strong> kunstinzicht overwoekert. Daarenboven gaven zij hoe<br />
langer hoe meer toe aan <strong>de</strong> gevaren van <strong>de</strong>n roman in briefvorm<br />
: een moeilijk genre dat een haarfijne karakterontleding<br />
mogelijk maakt, doordat <strong>de</strong> personages zeer nauwkeurig kunnen<br />
weergeven wat er in <strong>de</strong> diepste schuilhoeken van hun<br />
gemoed omgaat; maar daartegenover dreigt gemakkelijk<br />
onnatuur en <strong>voor</strong>al langdradigheid, die <strong>de</strong> laatste, zeer omvangrijke<br />
werken van B. Wolff en A. Deken haast onleesbaar<br />
maken.<br />
De schrijfsters waren in 1788 als « patriotten » uitgeweken<br />
naar Bourgogne, vanwaar zij lien jaar later, door <strong>het</strong> faillissement<br />
van <strong>de</strong>n beheer<strong>de</strong>r hunner bezittingen, teruggeroepen<br />
werken. De bei<strong>de</strong> vrouwen leef<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>taan van schrijf- en<br />
vertaalwerk ; in 1804 overle<strong>de</strong>n zij acht dagen na elkaar.<br />
RHI JNVIS FEITH Een an<strong>de</strong>r kenmerken<strong>de</strong>r aspect van <strong>de</strong> begin-<br />
1753-1824 nen<strong>de</strong> romantiek vin<strong>de</strong>n we in <strong>de</strong> sombere sentimen-<br />
taliteit en in <strong>de</strong> « Weltschmerz » van RHIJNVIS FEITH. Deze<br />
Zwollenaar, die mettertijd burgemeester van zijn va<strong>de</strong>rstad<br />
werd, vertegenwoordigt in onze letterkun<strong>de</strong> <strong>de</strong> « maan- en<br />
grafpoezie » on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n invloed van Goethe's Werther en van<br />
Young en Ossian. Zijn bei<strong>de</strong> romans Julia (1783) . en Ferdinand<br />
4n Constantia (1785) zijn <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overgevoeligheid<br />
en <strong>de</strong> zwaarmoedigheid, opgehel<strong>de</strong>rd door een christelijke<br />
levensbeschouwing, die <strong>de</strong>n grondtoon uitmaakten van<br />
<strong>het</strong> romantisch gemoed, maar die ons tegenwoordig in hun<br />
breedsprakigheid en hun doodsverlangen vrijwel belachelijk<br />
<strong>voor</strong>komen. Toch zijn ze interessant o. m. hierom dat <strong>de</strong><br />
schrijver <strong>het</strong> uitzicht <strong>de</strong>r natuur in harmonie weet to brengen<br />
met <strong>de</strong> ziekelijke stemmingen zijner hel<strong>de</strong>n en heldinnen.<br />
In zijn latere poezie Het Graf (1791) en De Ou<strong>de</strong>rdom<br />
(1803), heerscht <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> weeke aandoenlijkheid, maar ook,<br />
ondanks <strong>de</strong>n dieperen klank, of en toe, van <strong>het</strong> wellui<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />
148
. Zo Inieb eenEngel<br />
.Toor aen AN'? C., C.7C.4.93 C.7r0.7r . . .<br />
Illustratie uit Julia door Mr. Feith.
woord, al te dikwijls <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> onechtheid.<br />
W. BILDERDIJK De -vorming en <strong>de</strong> aanleg van een figuur als WIL-<br />
1756-1831 LEM BILDERDIJK waren niet van dien aard dat ze <strong>het</strong><br />
romantisme zou<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>ren. Hij werd geboren te Amsterdam<br />
uit een gegoe<strong>de</strong> burgersfamilie, maar had een troostelooze<br />
jeugd doordat hij tengevolge van een won<strong>de</strong> aan zijn<br />
voet van zijn vijf<strong>de</strong> tot zijn zestien<strong>de</strong> jaar genoodzaakt was<br />
zijn kamer te hou<strong>de</strong>n, en zijn tijd door te brengen met een<br />
onverzadigbaar verslin<strong>de</strong>n van boeken. Het gevolg was : eenzijdige<br />
ontwikkeling van geest en karakter en een egocentrische<br />
gemelijkh.eid die hem heel zijn leven bijgebleven is.<br />
Hij begon met antwoor<strong>de</strong>n in te sturen op <strong>de</strong> prijsvragen<br />
van <strong>de</strong> dichtgenootschappen, ging te Lei<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> rechten<br />
stu<strong>de</strong>eren en vestig<strong>de</strong> zich in 1782 als advocaat in <strong>de</strong>n Haag.<br />
Toen was hij reeds volop aan <strong>het</strong> dichten en weldra kwamen<br />
verschillen<strong>de</strong> bun<strong>de</strong>ls kleine epische en lyrische poezie<br />
van <strong>de</strong> pers. Uit die eerste perio<strong>de</strong> dagteekenen vele romances,<br />
o. a. Elius (1786) en Urzijn en Valentijn (1795).<br />
Bij <strong>de</strong> oprichting <strong>de</strong>r Bataafsche Republiek in 1795 weiger<strong>de</strong><br />
hij <strong>de</strong>n eed van getrouwheid en week uit naar Lon<strong>de</strong>n,<br />
daarna naar Brunswijk, waar hij door <strong>het</strong> geven van lessen<br />
en door vertalen in zijn on<strong>de</strong>rhoud trachtte te <strong>voor</strong>zien. Hij<br />
bewerkte er in Ne<strong>de</strong>rlandsche verzen <strong>de</strong> Ossian-gedichten,<br />
Het Buitenleven (naar Delille's Homme <strong>de</strong>s Champs) en De<br />
Mensch (naar Pope's Essay on Man). Al zijn er, <strong>voor</strong>al on<strong>de</strong>r<br />
zijn vertalingen van Ossian, gelukkige verzen, geen enkel<br />
haalt <strong>het</strong> bij <strong>het</strong> gedicht Gebed (1796) dat dagteekent uit<br />
<strong>het</strong> eerste jaar van zijn ballingschap en dat tot zijn allerzuiverste<br />
poezie behoort.<br />
In 1806, toen Louis Napoleon koning van Holland werd,<br />
kwam hij terug naar
Napoleon (1806). Na <strong>het</strong> aftre<strong>de</strong>n van Louis Napoleon ken<strong>de</strong><br />
hij bittere ellen<strong>de</strong> ; toch verflauw<strong>de</strong> zijn literaire productie<br />
geen oogenblik : van <strong>het</strong> jaar 1808 dagteekenen zijn treurspelen<br />
: Floris V, Willem van Holland en Kormak, die alle Brie<br />
zweemen naar <strong>het</strong> Fransch classicisme ; in dit genre had hij<br />
trouwens <strong>het</strong> minst kans tot slagen. Daarnaast werkte hij aan<br />
een epos De On<strong>de</strong>rgang <strong>de</strong>r eerste Wareld (1810), dat onvoltooid<br />
bleef, en aan een reeks leerdichten waarin evenwel zijn<br />
persoonlijkheid zoo sterk op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond treedt dat zij<br />
tevens in hooge mate lyrisch van toon zijn : De Ziekte <strong>de</strong>r<br />
Geleer<strong>de</strong>n (1809), De Kunst <strong>de</strong>r Poezie (1809), De Geestenwareld<br />
( 181 1 ). Vooral van belang in <strong>de</strong>ze werken is zijn<br />
geweldig toornen tegen <strong>de</strong>n geest <strong>de</strong>r eeuw, tegen <strong>de</strong> veld<br />
winnen<strong>de</strong> nieuwe <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n op godsdienstig, staatkundig<br />
en wijsgeerig gebied.<br />
Zijn Napoleontische gezindheid was slechts van korten<br />
duur geweest en door menig va<strong>de</strong>rlandlievend gedicht geheel<br />
verdrongen. Bij <strong>de</strong>n terugkeer van <strong>het</strong> Oranje-huis in 1813<br />
hoopte hun vurige aanhanger opnieuw, maar ook ditmaal te<br />
vergeefs, op een professorsambt, wat nieuwe verbittering<br />
wekte. Hij vestig<strong>de</strong> zich dan als privaat-docent te Lei<strong>de</strong>n<br />
waar hij een kleinen kring getrouwen, on<strong>de</strong>r wie Da Costa,<br />
om zich vereenig<strong>de</strong>, en op sommigen een machtigen invloed<br />
uitoefen<strong>de</strong>. In 1827 trok hij zich te Haarlem terug, steeds<br />
nog talrijke dichtbun<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> wereld inzen<strong>de</strong>nd, waar o. m.<br />
Boetzang, De Rand <strong>de</strong>s Grafs en Uitvaart in <strong>voor</strong>komen. Hij<br />
overleed in 1831.<br />
Er is geen genre dat Bil<strong>de</strong>rdijk geduren<strong>de</strong> zijn dichterlijke<br />
loopbaan van ruim vijftig jaar onbeoefend liet; daarenboven<br />
is hij <strong>de</strong> auteur van talrijke prozawerken. In elke dichtsoort<br />
lever<strong>de</strong> hij proeven die men niet zon<strong>de</strong>r onverschilligheid kan<br />
<strong>voor</strong>bijgaan. En toch bevredigt hij bijna nergens. In karakter<br />
en levensloop was hij een zuiver romantische gestalte : hartstochtelijk<br />
en egocentrisch, vol zwaarmoedige verbittering en<br />
zelfpijniging, nergens bevrediging vin<strong>de</strong>nd en gekweld door<br />
<strong>het</strong> oneindige. Maar tevens was hij een reus van eruditie<br />
geput uit classieke bronnen, en een <strong>de</strong>nker, wars van <strong>de</strong>n<br />
nieuwen tijdgeest. Aan hem kleef<strong>de</strong> <strong>de</strong> vloek geboren te zijn<br />
1 5 1
« op <strong>de</strong> grens <strong>de</strong>r tij <strong>de</strong>n » : hij is tegelijkertijd <strong>de</strong> laatste<br />
<strong>de</strong>r classieken en een groot mislukt romanticus. Wanneer men<br />
be<strong>de</strong>nkt dat, gelijktijdig met zijn werkzaamheid, Goethe zijn<br />
« Faust » schreef, Chateaubriand zijn « Genie du Christianisme<br />
» en Lamartine zijn « Meditations poetiques >>, dat Byron,<br />
Shelley en Keats zijn tijdgenooten waren, dan voelt men<br />
wel eenigen wrevel tegen <strong>de</strong> « O<strong>de</strong> aan Napoleon » en « De<br />
Ziekte <strong>de</strong>r Geleer<strong>de</strong>n ». Het pijnlijkste bij hem is dat hij,<br />
meegesleept door zijn overweldigen<strong>de</strong> zeggingskracht, <strong>de</strong><br />
noodige zelfcritiek en smaak mist, en <strong>het</strong> sublieme op <strong>het</strong><br />
onverwachts laat uitloopen in <strong>het</strong> groteske. Hij heeft slechts<br />
weinig geschreven dat van <strong>het</strong> begin tot <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> geslaagd<br />
kan heeten. Gewapend met <strong>het</strong> slagwoord : « poezie is ontboezeming<br />
van gevoel », liet hij <strong>de</strong> ongedisciplineer<strong>de</strong> scharen<br />
zijner duizen<strong>de</strong>n versregels maar aanrukken in hun gekletter<br />
van holklinken<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n en oneigen rhythmen en beel<strong>de</strong>n.<br />
Hij onthutst <strong>de</strong>n lezer door een opgewon<strong>de</strong>nheid die<br />
wel echt kan heeten, doch waaron<strong>de</strong>r men <strong>de</strong> warme menschelijkheid<br />
van <strong>de</strong>n waren dichter zel<strong>de</strong>n voelt kloppen.<br />
Bil<strong>de</strong>rdijk is bijna altijd verbijsterend, soms schitterend;<br />
slechts enkele keeren ontroert hij. Indien hij door <strong>het</strong> nageslacht<br />
verdient gelezen te wor<strong>de</strong>n, dan is <strong>het</strong> om zijn kortere<br />
stukken, als Gebed, Boetzang, Uitvaart waar <strong>de</strong> mensch zich in<br />
zijn tragische eenzaamheid en verworpenheid bloot geeft.<br />
J. F. HELMERS Ook van J. F. HELMERS waren, in <strong>de</strong> jaren van<br />
1767-1813 verdrukking, <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandlieven<strong>de</strong> gevoelens echt<br />
genoeg, maar waar hij ze naar Bil<strong>de</strong>rdijk's <strong>voor</strong>beeld omzette<br />
in <strong>de</strong> sterk r<strong>het</strong>oricale verzen van zijn Hollandsche Natie, voelen<br />
we meer eerbied <strong>voor</strong> zijn burgermoed dan <strong>voor</strong> zijn<br />
dichterlijke begaafdheid.<br />
J. KINKER JOHANNES KINKER, die van 1817 tot 1830 profes-<br />
1764-1845 sor in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsch was aan <strong>de</strong> Universiteit te<br />
Luik, schreef eveneens verzen, maar zijn natuurlijk element<br />
was <strong>het</strong> critisch proza dat hij durf<strong>de</strong> gebruiken om in zijn<br />
tijdschrift De Post van Helicon scherpe waarhe<strong>de</strong>n te zeggen,<br />
o. m. over <strong>de</strong> sentimentaliteit van Feith en <strong>de</strong> valsche beeldspraak<br />
van zijn vriend Bil<strong>de</strong>rdijk.<br />
Nog veel ver<strong>de</strong>r van een juist begrip <strong>de</strong>r romantiek staan<br />
152
we met <strong>de</strong>n Rotterdamschen han<strong>de</strong>laar HENDRIK H. TOLLENS<br />
TOLLENS. Hij begon in <strong>de</strong> allerlaatste jaren <strong>de</strong>r 1780-1856<br />
eeuw met <strong>de</strong>n sentimenteelen trant van Feith na te volgen,<br />
maar later werd hij <strong>de</strong> bezinger van <strong>de</strong> stille huiselijkheid<br />
en tevre<strong>de</strong>nheid, die licht in benepen zelfgenoegzaamheid<br />
ontaardt en waarin <strong>het</strong> romantisch i<strong>de</strong>aal vervlakt en verburgerlijkt<br />
wordt. Dit is niet min<strong>de</strong>r <strong>het</strong> geval in zijn va<strong>de</strong>rlandsche<br />
romances, legen<strong>de</strong>n en gezangen, waar <strong>de</strong> bezieling<br />
niet geboren wordt uit <strong>de</strong> gekleur<strong>de</strong> i<strong>de</strong>aliseering van <strong>het</strong><br />
verle<strong>de</strong>n, maar wel uit <strong>het</strong> besef van veiligheid dat ie<strong>de</strong>re<br />
Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r moest meevoelen na <strong>de</strong> republikeinsche en napoleontische<br />
verschrikkingsjaren. Daarom juist werd hij <strong>de</strong><br />
volksdichter bij uitstek, wiens populariteit slechts haar weerga<br />
vindt bij die welke Cats genoten had. Verzen als Op <strong>de</strong> geboorte<br />
van mijn Zoontje, Lief<strong>de</strong> op <strong>het</strong> lis, Wien Neerlands Bloed,<br />
Konings Verjaardag (dit laatste naar aanleiding van <strong>de</strong> Belgische<br />
revolutie in 1830), en ook <strong>het</strong> uitvoeriger episch gedicht<br />
Overwintering op Nova-Zembla (1819) waren bij zijn tijdgenooten<br />
mondgemeen. Zijn faam heeft hij bij <strong>het</strong> nageslacht<br />
niet kunnen staan<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n, omdat hij als dichter veel min<strong>de</strong>r<br />
van belang is dan als vertegenwoordiger van <strong>de</strong>n tijd en<br />
<strong>de</strong> maatschappij waarin hij leef<strong>de</strong>.<br />
Evenzeer verschillend van Tollens als van Bil<strong>de</strong>r- A. C. W.<br />
dijk is <strong>de</strong> Gel<strong>de</strong>rsman ANTONI CHRISTIAN WINAND<br />
STARING<br />
1767-1840<br />
STARING, <strong>de</strong> eenige dichter uit <strong>de</strong>ze overgangsperio<strong>de</strong> bij<br />
wien <strong>de</strong> romantische <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n, zoo niet scherp, dan toch<br />
op persoonlijke wijze, tot uiting komen in poezie van zuiverklinkend<br />
gehalte. Hij was groot-grondbezitter en bracht, na<br />
zijn rechtskundige studien te Har<strong>de</strong>rwijk en een paar jaren<br />
universiteit te Gottingen, zijn leven op <strong>het</strong> landgoed
menrijke verzen. Lief<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> natuur, godsdienstzin, va<strong>de</strong>rlandslief<strong>de</strong><br />
en vooal persoonlijke emotie verwerkt hij tot<br />
beheerschte schoonheid. (Her<strong>de</strong>nking, Meilied, A<strong>de</strong>line verbeid,<br />
Lentezang, Oogstlied, enz.)<br />
Daarnaast schreef hij een aantal legen<strong>de</strong>n en vertellingen<br />
in versvorm, genre waarin hij onovertrof fen is. Wat Bil<strong>de</strong>rdijk<br />
te weinig had, bezat Staring in zeer hooge mate : zelfcritiek.<br />
Nooit bevredig<strong>de</strong> <strong>de</strong> vorm hem ten voile en zoo, door steeds<br />
opnieuw aangebrachte verbeteringen, bereikte hij een keurigheid<br />
en een vlekkeloosheid in verwoording en techniek, een<br />
juistheid van <strong>voor</strong>stelling en toon, die zijn verhalen tot meesterlijke<br />
kleinkunst verheffen. Het meest bekend zijn <strong>de</strong><br />
jaromir's, De Verjaardag, De Verjongings-cuur, De Twee Bultenaars,<br />
Marco, De Leerling van Pankrates.<br />
Ten slotte gaf hij, in navolging van Huygens, vrij talrijke<br />
epigrammen die in puntigheid en vinnige pittigheid niet moeten<br />
on<strong>de</strong>rdoen <strong>voor</strong> die van <strong>de</strong>n 1 7 e eeuwschen dichter.<br />
Alles sarnen genomen is Staring veruit <strong>de</strong> verdienstelijkste<br />
<strong>voor</strong>berei<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche romantiek. Zijn dichtkunst<br />
voed<strong>de</strong> hij met al <strong>de</strong> romantische elementen die tot<br />
zijn beschikking ston<strong>de</strong>n : hij was begaafd met een teere<br />
gevoeligheid, hij had een open oog <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hem omringen<strong>de</strong><br />
natuur, voel<strong>de</strong> <strong>de</strong> bekoring <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> volkslegen<strong>de</strong>n, knoopte<br />
opnieuw aan met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> 1 7 e eeuw, maar<br />
dxukte op alles wat hij schreef zijn eigen persoonlijken<br />
stempel.<br />
Het moet niet te zeer verwon<strong>de</strong>ren dat te mid<strong>de</strong>n van <strong>het</strong><br />
gedreun <strong>de</strong>r Bil<strong>de</strong>rdijksche verzen en naast <strong>de</strong> huisbakkenheid<br />
van Tollens' liedjes, zijn werk weinig opgang maakte.<br />
Maar naarmate <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> geslachten dui<strong>de</strong>lijker kon<strong>de</strong>n<br />
on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n tusschen echt en onecht, lieten zij <strong>de</strong>n beschei<strong>de</strong>n<br />
Gel<strong>de</strong>rsman meer en meer recht we<strong>de</strong>rvaren.<br />
J. GEEL Er bestaat tusschen <strong>de</strong>n dichter Staring en <strong>de</strong>n<br />
1789-1862 schrijver van proza-verhan<strong>de</strong>lingen JACOB GEE',<br />
veel meer overeenkomst clan men oppervlakkig zou <strong>de</strong>nken.<br />
Veel van wat <strong>de</strong> een intuitief in zijn verzen toepaste, werd<br />
door <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>r als theorie in zijn verhan<strong>de</strong>lingen <strong>voor</strong>gehou<strong>de</strong>n.<br />
Voorts hebben zij bei<strong>de</strong>n gemeen <strong>de</strong> aristocratie<br />
154
van <strong>de</strong>n vorm en <strong>de</strong> keurigheid van <strong>de</strong> uitdrukking.<br />
Geel werd to Amsterdam geboren en werkte zich, na een<br />
vrij moeilijke jeugd, op tot bibliothecaris en professor aan<br />
<strong>de</strong> Leidsche universiteit. Hij was eigenlijk classicus, maar zijn<br />
levendige en ruime belangstelling bestreek heel <strong>de</strong> letterkundige<br />
bedrijvigheid in binnen- en buitenland. Alhoewel hij<br />
geen stelling nam, begreep en waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> romantische<br />
i<strong>de</strong>alen, zoodat men in hem <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst een harmonische<br />
versmelting van Verlichting, Hellenisme en Romantiek aantreft.<br />
Zijn uitsluitend critisch aangeleg<strong>de</strong> geest uitte zich in een<br />
reeks weinig talrijke essay's (<strong>de</strong> meeste verschenen on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong>n titel On<strong>de</strong>rzoele en Fantasie, 1838), die grooten invloed<br />
uitoefen<strong>de</strong>n niet alleen door <strong>de</strong> i<strong>de</strong>een welke hij er in ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong><br />
(o. m. : poezie is arbeid ; <strong>het</strong> proza is evenals <strong>het</strong><br />
vers een kunstvorm), maar ook door <strong>de</strong> artistieke waar<strong>de</strong><br />
van zijn schrifturen zelf. Hier hebben we in<strong>de</strong>rdaad opnieuw<br />
een lenig en geestig proza, waarin <strong>de</strong> classieke tucht en <strong>de</strong><br />
speelsche beweeglijkheid elkaar in evenwicht hou<strong>de</strong>n, en<br />
waaruit gedurig discrete ironie opglanst (b.v. als hij <strong>de</strong>n<br />
spot drijft met <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tvaren<strong>de</strong> ontboezemingspoezie van<br />
Bil<strong>de</strong>rdijk).<br />
Samen met Wolff en Deken bereid<strong>de</strong> hij <strong>de</strong>n weg <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> grootmeesters van <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche proza : Potgieter<br />
en Multatuli.<br />
155
OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />
1. Maak een opstel over <strong>de</strong> ?<br />
8. Vergelijk Tollens met een van zijn tijdgenooten, die bij zijn leven niet<br />
zoo gewaar<strong>de</strong>erd werd.<br />
9. Welke zijn <strong>de</strong> twee nationale lie<strong>de</strong>ren van Noord-Ne<strong>de</strong>rland? Welk<br />
van bei<strong>de</strong> is van Tollens? Welk van bei<strong>de</strong> is <strong>het</strong> beste, en waarom?<br />
BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />
1. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven :<br />
Klass. Letterk. Pantheon :<br />
a. Bellamy. Lilt <strong>de</strong> verzen en <strong>het</strong> proza (Aleida Nijland).<br />
b. H. van Alphen. Bloemlezing (De Koe).<br />
c. Rhijntis Feith. Bloemlezing (Ten Bruggencate).<br />
d. Wolff-Bekker. Losse en Brieven (Van Vloten). . —<br />
Uitgelezen Gedichten (id.).<br />
e. Bil<strong>de</strong>rdijk. De treurspelen en verschillen<strong>de</strong> dichtbun<strong>de</strong>ls.<br />
f. Staring. Keur (Jolmers). — De Puntdichten (Bosman).<br />
Zwolsche Herdrukken :<br />
156<br />
a. Poezie van W. Bil<strong>de</strong>rdijk, 2 d. (Kollewijn). Gewij<strong>de</strong> poezie<br />
van Bil<strong>de</strong>rdijk (Kat).<br />
b. Poezie van A. C. W. Staring, 2 d. (Van <strong>de</strong>n Bosch).
Malmberg's Ne<strong>de</strong>rl. Schoolbibl. :<br />
a. *Uit <strong>de</strong> Dichtwerken van Bil<strong>de</strong>rdijk (Wijffels).<br />
b. *Uit Staring's Poezie.<br />
Lyceum-Herdrukken :<br />
a. *Bil<strong>de</strong>rdijk. Lyrische Poezie (Lansberg).<br />
b. *Gedichten van <strong>de</strong> Genestet. Staring en Potgieter (Lansberg).<br />
Bibl. van Ned. Letterk. :<br />
a. Bloemlezing uit Wolff en Deken's -literatuur (Koopmans).<br />
Meulenhoff's Bibl. van Ned. Schrijvers :<br />
a. *Wolff en Deken. Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart<br />
(Meerkerk).<br />
b. *Een bun<strong>de</strong>l Romantiek (Saalborn).<br />
Ne<strong>de</strong>rl. Schrijvers :<br />
*Uit veel bewogen jaren (De Jong).<br />
Ned. Schrijvers <strong>voor</strong> <strong>het</strong> M. O. (Hoogstraten) :<br />
*Wolff en Deken. Sara Burgerhart (De Wals).<br />
Onze Letterkun<strong>de</strong><br />
*Bil<strong>de</strong>rdijk. Gedichten.<br />
2. An<strong>de</strong>re uitgaven<br />
Bloemlezing uit <strong>de</strong> gedichten van W. Bil<strong>de</strong>rdijk (Van Elring) , bij Van<br />
Kampen.<br />
Ne<strong>de</strong>rl. Bib!. (Mij. <strong>voor</strong> goe<strong>de</strong> en goedkoope lectuur) :<br />
a. *Wolff en Deken. Sara Burgerhart (Knappert).<br />
b. *Rhijnvis Feith. Bloemlezing (Kloos).<br />
c. *Bil<strong>de</strong>rdijk. Bloemlezing (Kloos).<br />
d. "Geel. On<strong>de</strong>rzoek en Fantasie (De Vooys).<br />
Keurbun<strong>de</strong>ls (Hyman, Stenfert Kroese, etc.) : Staring (Greshoff).<br />
3. Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re studie :<br />
H. BAVINCK : Bil<strong>de</strong>rdijk als <strong>de</strong>nker en dichter (Kampen).<br />
een Dichterstudie (Luctor et Emergo).<br />
— W. B. als dichter, <strong>de</strong>el I Albert Verwey en Bil<strong>de</strong>rdijk (id.). —<br />
Bil<strong>de</strong>rdijk's Plaats in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche en in <strong>de</strong> Wereldliteratuur<br />
(id.).<br />
A. S. C. DE KOE : Van Alphen's literair-eest<strong>het</strong>ische theorieen.<br />
J. A. NIJLAND : Jacobus Bellamy, 2 d.<br />
H. G. TEN BRUGGENCATE : Rhijnvis Feith.<br />
Prof. J. PRINSEN : De Roman in <strong>de</strong> 18e eeuw in West-Europa.<br />
J. W. A. NABER : Betje Wolff en Aagje Deken.<br />
C. BUSKEN HUET : Ou<strong>de</strong> Romans.<br />
M. J. HAMAKER : Jacob Geel.<br />
P. H. VAN MOERKERKEN : De Bevrij<strong>de</strong>rs (histor. roman, uit <strong>de</strong> jaren om<br />
1815, in Holland) .<br />
157
HOOFDSTUK VIII<br />
DE NIEUWERE TIJDEN<br />
A. — DE ROMANTIEK IN HET NOORDEN<br />
DE GIDS, 1837<br />
DE ROMANTIEK<br />
De algemeene inzinking, die na <strong>de</strong>n val van Napo-<br />
IN EUROPA leon (1815) over <strong>het</strong> uitgeputte en vre<strong>de</strong>lieven<strong>de</strong><br />
Europa van <strong>de</strong> Sainte Alliance intrad, droeg er veel toe bij<br />
om <strong>de</strong> romantische stroomingen uit <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong><br />
18e eeuw algemeen te doen zegevieren. In <strong>de</strong> weemoedige<br />
avondstemming die na <strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eltelijken terugkeer tot <strong>de</strong><br />
toestan<strong>de</strong>n van <strong>voor</strong> <strong>de</strong> revolutie heerschte, kwam men, tot<br />
inkeer. Zeker bleef er heel wat over van <strong>de</strong> gedachten die<br />
<strong>de</strong> Fransche lepers alom verbreid had<strong>de</strong>n, o. a. <strong>de</strong> gewetensvrijheid<br />
en eenige politieke vrijhe<strong>de</strong>n, althans <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r-<br />
-<strong>de</strong>n stand die op heel <strong>de</strong> 19e eeuw zijn stempel ging drukken.<br />
Maar te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verarming en <strong>de</strong> algemeene ontred<strong>de</strong>ring<br />
stel<strong>de</strong> men vast dat zooveel geestelijke en ze<strong>de</strong>lijke<br />
ban<strong>de</strong>n gelost, zooveel vertrouw<strong>de</strong> en gelief<strong>de</strong> zekerhe<strong>de</strong>n<br />
uit vroeger tij<strong>de</strong>n verloren gegaan waren. Verdieping van<br />
<strong>de</strong> 18e eeuwsche sentimentaliteit, maakte een onbestemd<br />
verlangen naar iets an<strong>de</strong>rs en beters zich van <strong>de</strong> gemoe<strong>de</strong>ren<br />
meester. Die vlucht uit <strong>de</strong> weinig bemoedigen<strong>de</strong> werkelijkheid<br />
gaf aanleiding tot een zekeren wellust van <strong>de</strong> smart<br />
(Sehnsucht, Weltschmerz, melancholie, spleen, mal du si&le) die<br />
men ging beschouwen als een van <strong>de</strong> dingen waaraan <strong>het</strong><br />
leven zijn waar<strong>de</strong> ontleent.<br />
Een tranerige weekheid karakteriseert <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> waarin<br />
gevoel en fantasie, door <strong>het</strong> cerebrale classicisme zoolang<br />
bedwongen, onstuimig doorbraken. Het heimwee naar <strong>het</strong><br />
oneindige, <strong>de</strong> drang naar <strong>het</strong> mysterie, dat niet <strong>het</strong> verstand<br />
dock alleen <strong>het</strong> gevoel intuitief kan bena<strong>de</strong>ren, uitte zich in<br />
158
een vernieuw<strong>de</strong>n godsdienstzin : als terugkeer tot <strong>het</strong> katholicisme,<br />
als verdieping van <strong>het</strong> gemoedsleven in <strong>het</strong> protestantsche<br />
Reveil, in <strong>de</strong> mystiek of <strong>de</strong> metaphysica. Men bekommer<strong>de</strong><br />
zich opnieuw om <strong>het</strong> onzienlijke, <strong>het</strong> eeuwige, <strong>het</strong><br />
absolute, om <strong>de</strong> groote levensgeheimen waar<strong>voor</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong><br />
onmachtig blijft. In plaats van naar <strong>de</strong> antieke geschie<strong>de</strong>nis,<br />
greep men terug naar <strong>het</strong> nationale verle<strong>de</strong>n, bij <strong>voor</strong>keur<br />
naar <strong>het</strong> beeld dat men zich van <strong>de</strong> gothische en Katholieke<br />
mid<strong>de</strong>leeuwen vorm<strong>de</strong>. De balla<strong>de</strong>, waarin <strong>het</strong> bovennatuurlijke<br />
op <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>grond treedt, en <strong>de</strong> historische roman zijn<br />
een typisch verschijnsel van <strong>de</strong>zen tijd. In <strong>het</strong> exotische —<br />
liefst <strong>het</strong> Oosten ! —, in <strong>het</strong> wild-fantastische, <strong>het</strong> huiveringwekken<strong>de</strong><br />
won<strong>de</strong>r, of gewoner in <strong>de</strong> melancholische eenzaamheid<br />
van een beziel<strong>de</strong> natuur, liefst bij maneschijn, vond <strong>de</strong><br />
wereldmoeheid en wereldwalging van <strong>de</strong>n hoogmoedigen<br />
opstan<strong>de</strong>ling een uitweg.<br />
Want een opstan<strong>de</strong>ling, een revolutionnair was <strong>de</strong> romanticus<br />
in <strong>de</strong>n grond van zijn hart : tegenover elk gezag, elken<br />
maatschappelijken band; tegenover elke traditie, evenzeer <strong>de</strong><br />
gangbare moraal als <strong>de</strong> schoolsche <strong>voor</strong>schriften <strong>de</strong>r kunst.<br />
Ie<strong>de</strong>re romantische kunstenaar voel<strong>de</strong> zich een uitzon<strong>de</strong>ring,<br />
een uitverkorene. Heel <strong>de</strong>ze gevoelsstrooming, hoe verschei<strong>de</strong>n<br />
en verward ook, en waaraan door <strong>de</strong> eeuwen heen Villon<br />
en Shakespeare evengoed <strong>de</strong>el gehad hebben als Cervantes<br />
en Jean-Jacques Rousseau, is in haar diepste wezen een<br />
we<strong>de</strong>ropbloei van <strong>het</strong> individualisme, een drang naar <strong>het</strong><br />
onbelemrnerd zich uitleven van heel <strong>de</strong> persoonlijkheid.<br />
Al <strong>de</strong>ze buitenlandsche invloe<strong>de</strong>n hebben zich DE ROMANTIEK<br />
eerst orntrent 1 830 in Ne<strong>de</strong>rland laten gel<strong>de</strong>n. De IN NEDERLAND<br />
rijke beloften uit <strong>het</strong> laatste kwart van <strong>de</strong> vorige eeuw, met<br />
Bellamy, Feith, Wolff-Deken, Van Alphen..., waren niet in<br />
vervulling gegaan. Niet <strong>het</strong> minst doordat <strong>de</strong> Fransche be-<br />
zetting een ein<strong>de</strong> gesteld had aan <strong>de</strong> bevruchten<strong>de</strong> inwerking<br />
uit Duitschland en <strong>voor</strong>al uit Engeland, terwijl <strong>de</strong> gezaghebben<strong>de</strong><br />
dichter, Bil<strong>de</strong>rdijk, geheel naar <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n georienteerd<br />
bleef. Tusschen <strong>het</strong> he<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> bij uitstek
Onbekendheid met <strong>de</strong> uitheemsche stroomingen, waarmee<br />
men een tijdlang elke voeling verloren had ; onbekendheid met<br />
een Bemis aan belangstelling <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eigen mid<strong>de</strong>leeuwsch<br />
volksverle<strong>de</strong>n : geen won<strong>de</strong>r dus dat <strong>het</strong> verstar<strong>de</strong> classicisme<br />
van <strong>de</strong> 1 8 e eeuw in Ne<strong>de</strong>rland langer dan el<strong>de</strong>rs aangehou<strong>de</strong>n<br />
heeft. De bezadig<strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>r stond overigens vrij nuchter<br />
tegenover <strong>de</strong> nieuwe richting, waarvan <strong>de</strong> extravaganties hem.<br />
afschrikten. De sombere twijfelaar en eeuwig zoeken<strong>de</strong> zwerver<br />
Byron ; <strong>de</strong> teugellooze fantast Hoffmann ; <strong>de</strong> radikale opstan<strong>de</strong>ling<br />
Shelley ; <strong>de</strong> rumoerige revolutionnair met sociale<br />
bedoelingen Victor Hugo ; <strong>de</strong> droomerige mysticus Novalis<br />
zijn figuren waarvan <strong>voor</strong> Ne<strong>de</strong>rland nauwelijks eenige<br />
diepgaan<strong>de</strong> invloed uitging.<br />
Terwijl in Zuid-Ne<strong>de</strong>rland hoofdzakelijk <strong>het</strong> Fransche<br />
<strong>voor</strong>beeld inwerkte, is een bepaakle Engelsche invloed <strong>het</strong><br />
sterkst geweest in <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>n : niet van Shelley, Keats en<br />
Wordsworth, — die zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Tachtigers eerst
aanleg bezat. Maar in <strong>het</strong> jonge letterkundige wereldje te<br />
Amsterdam had hij blijven<strong>de</strong>n invloed uitgeoefend op hem<br />
die, krachtiger en zelfbewuster, zou voltooien wat Drost<br />
begon.<br />
Enkele maan<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> zijn vroegen dood, had <strong>de</strong>ze, met<br />
EVERARDUS JOANNES POTGIETER en nog een paar E. J. POTGIETER<br />
vrien<strong>de</strong>n, <strong>het</strong> plan opgevat en verwezenlijkt om een 1808-1875<br />
billijk en onpartijdig » critisch tijdschrift uit te geven : De<br />
Muzen (1834). Na een zestal afleveringen verdween <strong>het</strong><br />
echter.<br />
Toen in 1837 Potgieter <strong>de</strong> redactie van een nieuw tijdschrift<br />
kreeg, De Gids, Nieuwe Va<strong>de</strong>rlandsche Letteroefeningen,<br />
zou hij, samen met zijn vriend Bakhuizen van <strong>de</strong>n<br />
Brink, die aldra me<strong>de</strong>redacteur werd, <strong>het</strong> program<br />
van De Muzen uitwerken : door een opbouwen<strong>de</strong><br />
critiek <strong>het</strong> literair bewustzijn verlevendigen en <strong>het</strong> typisch-<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche aankweeken; tevens door vergelijking met <strong>de</strong><br />
uitheemsche literatuur, <strong>de</strong> engheid en eenzijdigheid van <strong>de</strong><br />
onze pogen te verhelpen. De Lou<strong>de</strong>n Eeuw bleef daarbij als<br />
een lichtend i<strong>de</strong>aal <strong>voor</strong> hun oogen zweven.<br />
De negen-en-twintigjarige lei<strong>de</strong>r van <strong>het</strong> tijdschrift was een<br />
autodidact. Te Zwolle geboren, te Amsterdam bij een tante<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n han<strong>de</strong>l opgeleid, bracht hij vier jaren te Antwerpen<br />
door, tot <strong>het</strong> botnbar<strong>de</strong>ment hem op <strong>de</strong> vlucht dreef. Daar<br />
was hij bevriend gewor<strong>de</strong>n met Jan Frans Walems, die hem<br />
o. a. <strong>de</strong>n oud-Ne<strong>de</strong>rlandschen lie<strong>de</strong>rschat leer<strong>de</strong> kennen. Dat<br />
een refs naar Zwe<strong>de</strong>n veel bijdroeg tot <strong>de</strong> verruiming van zijn<br />
gezichtskring en <strong>de</strong> verfrissching van zijn geest, getuigt zijn<br />
overwegend humoristische eersteling : Het Noor<strong>de</strong>n, in omtrek<br />
ken en tafereelen. De omgang, nadien te Amsterdam, met <strong>de</strong>n<br />
romantisch gestem<strong>de</strong>n Drost en <strong>de</strong>n geniaal aangeleg<strong>de</strong>n,<br />
verbazend ontwikkel<strong>de</strong>n R. C. Bakhuizen van <strong>de</strong>n Brink,<br />
<strong>de</strong>ed hem <strong>de</strong> leemten van zijn gebrekkige opleiding inzien<br />
en aanvullen.<br />
Als koopman ervoer hij hoe treurig <strong>het</strong> met <strong>de</strong>n eenmaal<br />
bloeien<strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandschen han<strong>de</strong>l gesteld was. Als belezen<br />
criticus en fijnvoelend kunstenaar die lief<strong>de</strong>vol <strong>het</strong> verle<strong>de</strong>n<br />
bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>, zag hij alom <strong>het</strong> verval en droom<strong>de</strong> eveneens<br />
DE GIDS 1837<br />
DE NATIONALE<br />
ROMANTIEK<br />
161
<strong>voor</strong> zijn land van een toekomst die dit grootsche Oud-<br />
Holland in volkskracht zou evenaren, waarin <strong>de</strong> kunst als <strong>de</strong><br />
wetenschap, naast han<strong>de</strong>l en nijverheid zou<strong>de</strong>n bloeien.<br />
Om in <strong>de</strong>ze richting invloed uit te oefenen op zijn tijd,<br />
wou hij zich <strong>voor</strong>al toeleggen op <strong>de</strong> critiek. De « Boekbeoor<strong>de</strong>elingen<br />
» waren in De Gids dan ook hoofdzaak. De blauwe<br />
Beul kreeg hij spoedig tot bijnaam, naar <strong>het</strong> omslag van die<br />
kleur. Bijna <strong>de</strong>rtig jaar heeft Potgieter in breed gemotiveer<strong>de</strong><br />
recensies, als een echt lei<strong>de</strong>r en opvoe<strong>de</strong>r, met een bewon<strong>de</strong>renswaardige<br />
vastheid van oor<strong>de</strong>el en diepte van inzicht,<br />
<strong>het</strong> slechte en min<strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> van <strong>het</strong> betere geschei<strong>de</strong>n, tegen<br />
blin<strong>de</strong> nabootsing van Byron en Scott gewaarschuwd, jonge<br />
talenten aangemoedigd, overdreven reputaties neergehaald.<br />
Zijn bezonnen oor<strong>de</strong>el en zorgvuldige waar<strong>de</strong>bepaling wer<strong>de</strong>n<br />
in <strong>de</strong> meeste gevallen door <strong>het</strong> nageslacht bijgetre<strong>de</strong>n.<br />
Ook in zijn scheppen<strong>de</strong>n arbeid werd hij niet moe <strong>de</strong>n<br />
roem <strong>de</strong>r va<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong> te hou<strong>de</strong>n. Jan, (d. i. <strong>het</strong> ou<strong>de</strong> Holland)<br />
jannetje en hun jongste Kind is een aanval op <strong>de</strong>n Jan-<br />
Saliegeest van <strong>de</strong> 19e eeuw, die zich zou moeten spiegelen<br />
aan <strong>de</strong> 17e. Deze verheerlijkte hij in Het Rijksmuseum, terwijl<br />
hij <strong>de</strong>n trant van haar volkslie<strong>de</strong>ren nabootste in zijn geestige<br />
Lie<strong>de</strong>Iens van Bontekoe. Hoewel hij allerlei romantische elementen<br />
in zich opgenomen had, bleef <strong>de</strong> <strong>de</strong>gelijke Potgieter toch<br />
in <strong>de</strong> eerste plaats een man van <strong>de</strong> Verlichting. De verzameling<br />
Zangen <strong>de</strong>s Tijds is teekenend <strong>voor</strong> zijn streven.<br />
De sc<strong>het</strong>sen uit zijn Proza-bun<strong>de</strong>l : Is maar een Pennelikker,<br />
Blauwbes, Lief en Leed in 't Gooi, De Folio-Bijbel, Hanna, enz.<br />
zijn geschreven in een zware, doordachte taal en een zeer<br />
persoonlijken stijl die hooge eischen aan <strong>de</strong>n lezer stelt :<br />
door zijn kernachtigheid, <strong>de</strong>n ingewikkel<strong>de</strong>n, soms gemaniereer<strong>de</strong>n<br />
zinsbouw, <strong>de</strong> <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> archaismen en <strong>voor</strong> uitstalling<br />
van zijn belezenheid. Zijn gemoed stort hij niet uit<br />
hij is steeds te veel op zijn hoe<strong>de</strong> geweest <strong>voor</strong> zijn gevoel.<br />
Maar wij erkennen <strong>de</strong>n meester in <strong>de</strong> statige gedragenheid<br />
van zijn perio<strong>de</strong>s, in <strong>het</strong> vernuftige spel van gedachten en<br />
beel<strong>de</strong>n, en in zijn schil<strong>de</strong>ren met <strong>de</strong> pen. Bewon<strong>de</strong>raar van<br />
Huygens en Staring, is hij evenmin als zijn mo<strong>de</strong>llen ooit<br />
populair gewor<strong>de</strong>n.<br />
162
In veel van zijn i<strong>de</strong>alen en verwachtingen werd<br />
Potgieter teleurgesteld. Op een eerste perio<strong>de</strong> van<br />
bloei, volg<strong>de</strong> <strong>voor</strong> De Gids een inzinking, kort<br />
nadat Bakhuizen van <strong>de</strong>n Brink, in 1843, zijn land en meteen<br />
<strong>de</strong> redactie verlaten had. Het scheen alsof Potgieter zijn<br />
werking gemist had en Jan Salie niet sterven wou. Eerst in<br />
<strong>de</strong> jaren 1860 vond hij in <strong>het</strong> jongere geslacht een waardigen<br />
bondgenoot en vriend : C. Busken Huet. Lang zou <strong>de</strong> samenwerking<br />
in De Gids met dien vinnigen en geestigen criticus<br />
niet duren. Toen <strong>de</strong>ze in 1865 ontslag nam wegens een paar<br />
aanstoot geven<strong>de</strong> stukken, volg<strong>de</strong> Potgieter hem,
Se<strong>de</strong>rt hij in 1843 <strong>voor</strong> zijn schul<strong>de</strong>ischers <strong>de</strong> wijk nam<br />
naar Belgie, waar hij lang te Luik vertoef<strong>de</strong> en er een Walin<br />
huw<strong>de</strong>, ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze begaaf<strong>de</strong>, wijsgeerig en letterkundig<br />
on<strong>de</strong>rleg<strong>de</strong> natuur zich tot geschiedschrijver. Zijn Cartons <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandschen Vrijheidsoorlog getuigen dat <strong>de</strong> belangstelling<br />
van <strong>de</strong>n historicus en archivaris <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>rlandschen<br />
hel<strong>de</strong>ntijd bewaard bleef.<br />
J. VAN LENNEP Grooter populariteit dan met zijn legen<strong>de</strong>n en.<br />
1802-1868 balla<strong>de</strong>n in dichtvorm, geheel in navolging van Walter<br />
Scott dien hij <strong>de</strong> eerste was om in onze taal over te brengen,<br />
genoot JACOB VAN LENNEP met zijn historisch-nationale<br />
romans. De Pleegzoon (1833) behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>het</strong> ein<strong>de</strong> van <strong>het</strong><br />
Twaalfjarig Bestand; De Roos van Dekama <strong>de</strong>n strijd tusschen<br />
<strong>de</strong> Friezen en <strong>de</strong>n graaf van Holland in 1345 ; Ferdinand<br />
Huyck, zijn best geslaagd werk, <strong>het</strong> leven te Amsterdam in<br />
<strong>de</strong> 18 e eeuw. In Onze Voorou<strong>de</strong>rs verzamel<strong>de</strong> hij een aantal<br />
kortere sc<strong>het</strong>sen, doch een ze<strong>de</strong>nroman uit zijn tijd, Klaasje<br />
Zevenster, was een mislukking.<br />
Als rijksadvocaat een bemid<strong>de</strong>ld en beminnelijk man,<br />
ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> luchthartige, amusante verteller veel succes. Want<br />
boeiend vertellen kon hij, en een intrigue handig opzetten<br />
en ontknoopen. Maar zijn karakterteekening is ondiep, tot<br />
<strong>het</strong> schematische herleid en zijn gezellig gebabbel mist stijl.<br />
Het minst verou<strong>de</strong>rd en als lectuur <strong>voor</strong> jongens aan te<br />
bevelen, blijft Ferdinand Huyck : <strong>voor</strong> een goed <strong>de</strong>el doordat<br />
hij hierin op zijn prettige, geestige manier toestan<strong>de</strong>n beschreef<br />
die hij in zijn jeugd nog zelf beleefd had.<br />
Op zijn Von<strong>de</strong>l-vereering mag wel even gewezen wor<strong>de</strong>n :<br />
zij leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> eerste wetenschappelijke, volledige uitgave<br />
van diens werken en tot <strong>de</strong> oprichting van een standbeeld in<br />
<strong>het</strong> Von<strong>de</strong>lpark te Amsterdam.<br />
P.VAN LIMBURG<br />
Een eenigszins aparte plaats bekleedt <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re<br />
BROUWER classicus, hoogleeraar PETRUS VAN LIMBURG BROU-<br />
1795-1847<br />
WER, die op romantische wijze <strong>het</strong> Helleensche leven<br />
uitbeeld<strong>de</strong> in een paar romans. Zijn natuurlijken verhaaltrant<br />
waar<strong>de</strong>ert men best in Een Ezcl en eenig Speelgoed, alsook in<br />
een theologisch hekelschrift van geheel an<strong>de</strong>ren aard : Het<br />
Leesgezelschap te Diepenbeek.<br />
164
JAN FREDERIK OLTMANS werd om een paar, van j F. OLTMANS<br />
diepgaan<strong>de</strong> historische studie getuigen<strong>de</strong> romans, 1806-1854<br />
Het Slot Loevestein in 1570 en De Schaapher<strong>de</strong>r, door De Gids<br />
zoo hoog geschat dat hij in <strong>de</strong> redactie opgenomen werd.<br />
Ook <strong>de</strong>n jongeren HENDRIK JAN SCHIMMEL viel <strong>de</strong>ze H. J. SCHIMMEL<br />
eer to beurt om <strong>het</strong> schrijven van verdienstelijke his- 1823-1906<br />
torische drama's w. o. Struensee, en romans : Sinjeur Semeyns<br />
en <strong>het</strong> vervolg, De Kaptein an <strong>de</strong> Liffgar<strong>de</strong>, die nog leesbaar<br />
zijn dank zij hun levendige dialogeering en uitbeelding van<br />
hartstochtelijke karakters. Jan Faessen, van <strong>de</strong>n lateren schrijver<br />
van blijspelen, LODEWIJK MULDER, is eveneens een goed<br />
boek. En een laten bloei beleef<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze soort van werken uit<br />
<strong>de</strong> ou<strong>de</strong> doos met een talentvolle vrouw, ADELE A. S. C. WALLIS<br />
OPZOOMER, die, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n schuilnaam A. S. C.<br />
(Mevr. von<br />
WALL is, nog in <strong>de</strong> eerste jaren van <strong>de</strong> 20° eeuw<br />
ANTAL-<br />
OPZOOMER)<br />
zulke verhalen schreef : In Dagen van Strijd, Vorsten- 1856-1925<br />
gunst, Een Lief<strong>de</strong>droom in 1795, enz.<br />
De <strong>voor</strong>naamste persoonlijkheid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> histori- A. L. C.<br />
sche romanschrijvers bij <strong>de</strong>n aanvang van <strong>de</strong> Gids- BOSBOOM-<br />
TOUSSAINT<br />
beweging was een an<strong>de</strong>re vrouw, ANNA LOUISA 1812-1886<br />
GEERTRUIDA TOUSSAINT, later gehuwd met <strong>de</strong>n Haagschen<br />
schil<strong>de</strong>r van kerkinterieurs, Jan Bosboom. Ook haar werk<br />
lijkt ons thans verou<strong>de</strong>rd; dock haar grondige <strong>voor</strong>studie,<br />
haar romantische geestdrift en bezieling bij <strong>de</strong>ze gekleur<strong>de</strong><br />
en bewogen geschiedschrijving, haar psychologisch<br />
doordringingsvermogen <strong>voor</strong>al red<strong>de</strong>n <strong>het</strong> van <strong>de</strong> vergetelheid.<br />
Zij was een merkwaardige, karaktersterke vrouw, die<br />
ruimte » in haar leven wil<strong>de</strong> en belangrijke, liefst bekeeringsproblemen<br />
aandurf<strong>de</strong>. Vurige Protestante, bracht zij<br />
onbeschroomd haar Christelij k-nationale beginselen naar<br />
voren. Na twee jeugdproeven naar Engelsch mo<strong>de</strong>l, door<br />
Potgieter geprezen (« Waarom toch navolgingen geleverd,<br />
als men zoo goed oorspronkelijk schrijft! » ), ging zij beslist<br />
<strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandsche Gids-richting uit met Het Huis Lauernesse<br />
( 1840), waarin zij <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> Hervorming teeken<strong>de</strong>.<br />
Het jaar daarop volg<strong>de</strong> Een Kroon <strong>voor</strong> Karel <strong>de</strong>n Stoute. Den<br />
drie<strong>de</strong>eligen Leycester-cyclus beschouw<strong>de</strong> zij als haar hoofdwerk.<br />
De Delftsche Won<strong>de</strong>rdokter (1870) is nogmaals een. be-<br />
165
keeringsgeschie<strong>de</strong>nis uit <strong>het</strong> begin van <strong>de</strong> 1 7 e eeuw. Op <strong>het</strong><br />
ein<strong>de</strong> van haar leven beproef<strong>de</strong> zij, evenals Van Lennep,<br />
haar krachten aan <strong>de</strong>n mo<strong>de</strong>rnen karakterroman. Majoor<br />
Frans, met <strong>de</strong> vrouwenemancipatie als on<strong>de</strong>rwerp, is daarvan<br />
<strong>het</strong> bekendste product.<br />
De bladzij<strong>de</strong>nlange beschrijvingen _van woningen, yolksgebruiken,<br />
kleedij, enz., waarmee Mevr. Bosboom-Toussaint<br />
<strong>de</strong> zoogenaam<strong>de</strong> locale kleur beoog<strong>de</strong> te geven ; haar wetenschappelijk-verantwoor<strong>de</strong>,<br />
geschiedkundige uitweidingen ;<br />
haar traag-vor<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> verhaaltrant en stijve gesprektoon, tot<br />
haar archaiseerend, niet altijd correct taalgebruik toe, maken<br />
haar werk min<strong>de</strong>r boeiend en genietbaar. Doch in <strong>de</strong> vaste<br />
omlijning van karakters, in <strong>de</strong> ontleding van gevoelens en<br />
hartstochten ligt haar kracht. Niet als louter toeval, wel integen<strong>de</strong>el<br />
als breedvoerig bere<strong>de</strong>neerd, noodzakelijk uitvloeisel<br />
van <strong>de</strong> zielstoestan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> situaties, tracht zij telkens <strong>de</strong><br />
gebeurtenissen te verklaren.<br />
Ongetwijfeld is <strong>de</strong> Lang aanhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> beoefening van <strong>de</strong>n<br />
historischen roman in Ne<strong>de</strong>rland <strong>voor</strong> een goed <strong>de</strong>el te danken<br />
aan <strong>de</strong> <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> van Potgieter <strong>voor</strong> dit genre. Wij<br />
staan thans meestal sceptisch tegenover <strong>de</strong>ze hybridische<br />
kunstsoort die, door <strong>de</strong> vermenging van onzen he<strong>de</strong>ndaagschen<br />
geest met <strong>de</strong>zen van moeilijk te bena<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong>bije<br />
tij<strong>de</strong>n, doorgaans onbevredigd laat. Dat zij nochtans <strong>voor</strong><br />
vernieuwing vatbaar is, bewijst menig <strong>voor</strong>beeld op onze<br />
dagen.<br />
Twee late vo-Ibloed romantici waren WILLEM JACOBSZ<br />
HOFDIJK en JOSEPHUS ALBERTUS Thum. Eigenlijk zijn zij<br />
in Holland <strong>de</strong> eenigen geweest bij wie <strong>de</strong> romantische beschouwing<br />
<strong>de</strong>r dingen diepe natuur was, zon<strong>de</strong>r eenige verstan<strong>de</strong>lijke<br />
inmenging. Oprechte minnaars van een ver<br />
volksverle<strong>de</strong>n, hebben zij in hun werk <strong>de</strong> romantische stemming<br />
zuivpr uitgesproken.<br />
W. J. HOFDIJK De eenvoudige volksjongen, later on<strong>de</strong>rwijzer en<br />
1816-1888 leeraar, WILLEM HOFDIJK, trad eerst in 1 850 op met<br />
Kennemerland, Balla<strong>de</strong>n. In zijn verbeelding leef<strong>de</strong> hij werkelijk<br />
in <strong>de</strong> bosschen en hei<strong>de</strong>n van Oud-Germanie, on<strong>de</strong>r fiere<br />
mid<strong>de</strong>leeuwsche rid<strong>de</strong>ren of kranige zeventien<strong>de</strong> eeuwsche<br />
166
urgers. Den balla<strong>de</strong>toon had hij afgeluisterd van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />
Vlaamsche lie<strong>de</strong>ren, die Dr. Snellaert na <strong>de</strong>n dood van Jan<br />
Frans Willems uit diens nalatenschap bezorg<strong>de</strong> (1848). Uit<br />
De Nixenivel, De Stalboef, Het Nachiveer<br />
en meer <strong>de</strong>rgelijke<br />
stukken, bleek zijn beperkt, maar echt en zangerig talent.<br />
Nog an<strong>de</strong>re bun<strong>de</strong>ls Romantische Poezie liet hij <strong>het</strong> Licht<br />
zien, zelfs over Java dat hij nooit bezocht heeft. Goe<strong>de</strong><br />
tafereelen van jacht en strijd bevat, evenals zijn poezie, <strong>het</strong><br />
breed schil<strong>de</strong>rend proza van Ons Voorgeslacht en Historische<br />
Landschappen. Doch <strong>de</strong> stijl is meestal gezwollen, <strong>de</strong> beeldspraak<br />
dikwijls r<strong>het</strong>orisch en <strong>de</strong> karakterteekening afwezig.<br />
Op zijn best doet Hofdijk zich <strong>voor</strong> waar hij zijn kleurige<br />
fantazieen plaatst in mooi geteeken<strong>de</strong> natuurtafereelen.<br />
Jos. AI ALBERDINGK THIJM vertegenwoordigt <strong>de</strong> EEN KATHOLIEK<br />
Katholieke richting in <strong>de</strong> Noordne<strong>de</strong>rlandsche ROMANTICUS :<br />
romantiek. Een paar eeuwen lang waren zijn ge- J•A. ALBERICK ICi<br />
loofsgenooten achteruitgesteld gewor<strong>de</strong>n, zoodat ze<br />
1820-1889<br />
nauwelijks meer meetel<strong>de</strong>n in let wetenschappelijke en<br />
artistieke !even. De <strong>voor</strong>vechter van <strong>de</strong>ze « kleyne luy<strong>de</strong>n »<br />
werd Alb. Thijm, een Amsterdamsch koopman, later hoogleeraar<br />
in <strong>de</strong> aest<strong>het</strong>iek en <strong>de</strong> kunstgeschie<strong>de</strong>nis.<br />
Zooals Potgieter vorm<strong>de</strong> hij zich door eigen kracht en<br />
vereer<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> 1 7 e eeuw. Maar hij ging ver<strong>de</strong>r en greep,<br />
als Katholiek en romanticus, da<strong>de</strong>lijk naar <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong><br />
Roomsche mid<strong>de</strong>leeuwen. In strijd met zijn meeste landgenooten<br />
die zich daarin niet thuis kon<strong>de</strong>n voelen, vond hij er<br />
<strong>de</strong> volste bevrediging : bij onze Primitieven ; in <strong>de</strong> gothische<br />
architectuur van <strong>de</strong> kathedralen (De Heilige Linie); in onze<br />
door hem uitgegeven ou<strong>de</strong> kerstliedjes en gemo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong><br />
Karolingsche Verhalen (Carel en<strong>de</strong> Elegast, Willem van Oringen,<br />
<strong>de</strong> vier Heemskin<strong>de</strong>ren, Floris en<strong>de</strong> Blancefloer).<br />
Deze studie inspireer<strong>de</strong> hem ook talrijke gedichten, o. m.<br />
Het Voorgeborchte, waarin <strong>de</strong> r<strong>het</strong>oriek van Bil<strong>de</strong>rdijk en Da<br />
Costa nawerkte; en fijne novellen, met <strong>de</strong> Portretten van Joost<br />
van <strong>de</strong>n Von<strong>de</strong>l zijn meest typische werk : De Organist van <strong>de</strong>n<br />
Dom, Geertrui<strong>de</strong> van Oosten.<br />
Hij betoon<strong>de</strong> zich een warm vriend van <strong>de</strong> ontluiken<strong>de</strong><br />
Vlaamsche cultuur en ijver<strong>de</strong> steeds <strong>voor</strong> <strong>de</strong> toena<strong>de</strong>ring van<br />
167
H. J. A. M.<br />
SCHAEPMAN<br />
1844-1903<br />
Noord en Zuid. Tot zijn dood toe bestuur<strong>de</strong> hij twee door<br />
hem opgerichte en grooten<strong>de</strong>els alleen geredigeer<strong>de</strong> periodieken<br />
: Dietsche Waran<strong>de</strong> (1855), se<strong>de</strong>rt versmolten met Het<br />
Belfort; en <strong>de</strong>n Volksalmanak -poor Ne<strong>de</strong>rlandsche Katholieken.<br />
Menig polemisch of gemoe<strong>de</strong>lijk keuvelend stuk verscheen<br />
on<strong>de</strong>r zijn schuilnaam Pauwels Foreestier.<br />
Thijm was een beminnelijke dichter-geleer<strong>de</strong>, een levenskunstenaar<br />
die zijn geloofsi<strong>de</strong>aal en zijn hartstocht <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
schoonheid harmonisch wist to verzoenen.<br />
Zijn taak als Roomsch lei<strong>de</strong>r werd overgenomen<br />
en <strong>voor</strong>tgezet, hoofdzakelijk op <strong>het</strong> politieke plan,<br />
door <strong>de</strong>n veelzijdig begaaf<strong>de</strong>n HERMAN J. A. M.<br />
SCHAEPMAN. Diens opgewon<strong>de</strong>n ontboezemingspoezie, waaron<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong> eenmaal beroem<strong>de</strong> Aya Sofia, een groot gedicht in<br />
12 zangen, is slechts broksgewijs genietbaar. De hoogdraven<strong>de</strong><br />
toon van <strong>de</strong>n re<strong>de</strong>naar die hij was, hin<strong>de</strong>rt veel min<strong>de</strong>r<br />
in zijn prozabun<strong>de</strong>ls : Menschen en Boeken.<br />
J. J. A. Als kin<strong>de</strong>rdichters maakten JAN JAC. ANT. GoE-<br />
GOEVERNEUR VERNEUR en JAN PIETER HEYE naam. Deze was een<br />
1809-1889<br />
jeugdvriend van Potgieter en een <strong>de</strong>r oprichters van<br />
J. P. HEYE De Muzen (1834), maar bleef alleen bekend om<br />
1809-1876 enkele frissche yolks- en kin<strong>de</strong>rlie<strong>de</strong>ren. Gene had<br />
een beperkt maar veel zuiver<strong>de</strong>r romantisch talent (Gedichten<br />
en Riimen).<br />
Een eigenaardige plaats bekleedt, in <strong>het</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche<br />
geestesleven uit <strong>de</strong> eerste helft van <strong>de</strong> 19e eeuw, <strong>de</strong> godsdienstig-letterkundige<br />
beweging, <strong>het</strong> Revell. Zij ontstond omtrent<br />
1820 in Amsterdamsche kunstenaarskringen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n<br />
dubbelen invloed van <strong>de</strong>n op en top reactionnairen Bil<strong>de</strong>rdijk,<br />
een gezworen vijand van <strong>de</strong>n
door een zekere afzon<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> wereld, in een vrome<br />
aest<strong>het</strong>ische beschouwing <strong>de</strong>r dingen.<br />
On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze volgelingen van Bil<strong>de</strong>rdijk — classici met<br />
Christelijke levensbeschouwing en romantische gevoelens ! —<br />
dienen vermeld : ISAAC DA COSTA, een hartstochtelijk W. DE CLERCQ<br />
bekeerling en strijdlustig dichter ; zijn vriend 1795-1844<br />
LEM DE CLERCQ, een fijnzinnig kenner van buitenlandsche<br />
letteren die over <strong>de</strong> meest uiteenloopen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen in<br />
verzen kon improviseeren, en wiens Dagboek bewaard gebleyen<br />
is ; <strong>de</strong> geschiedschrijver en lei<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> anti-<br />
G. GROEN VAN<br />
revolutionnaire staatspartij, GUILLAUME GROEN VAN PRINSTERER<br />
PRINSTERER. De bedrijvigheid van <strong>de</strong>zen tegenstan- 1801-1876<br />
<strong>de</strong>r van JAN RUDOLF THORBECKE, <strong>de</strong>n liberalen eerste-minister,<br />
eveneens een sterke persoonlijkheid als staatsman en als<br />
<strong>de</strong>batter, ligt geheel buiten <strong>het</strong> veld van <strong>de</strong> literatuur in<br />
engeren zin. Maar als polemisch journalist (Parlementaire<br />
Studien en Sc<strong>het</strong>sen) en als historicus (Ne<strong>de</strong>rlandsche Gedachten,<br />
Versprei<strong>de</strong> Geschriften) schreef hij een <strong>voor</strong>treffelijk proza,<br />
kloek en toch sierlijk, van een classieken eenvoud.<br />
Ver<strong>de</strong>r kwamen nog talrijke schrijvers van beteekenis on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong>n invloed van <strong>het</strong> Reveil : Mej. Toussaint (<strong>de</strong> latere<br />
Mevr. Bosboom-T.), <strong>de</strong> dominees Beets, Hasebroek, <strong>de</strong><br />
Genestet, Allard Pierson, e.a. Zoodat <strong>de</strong>ze invloed tot ver<br />
in <strong>de</strong> 19e eeuw nawerkte.<br />
In zulken kring van vrome gevoelsmenschen was Is. DA COSTA<br />
ISAAC DA COSTA, als dichter en als bekamper van 1798-1860<br />
<strong>de</strong>n tijdgeest, <strong>de</strong> meest gelief<strong>de</strong> volgeling van Bil<strong>de</strong>rdijk.<br />
Gesproten uit een a<strong>de</strong>llijke Orangistische familie van Portugeesche<br />
Jo<strong>de</strong>n, ging hij on<strong>de</strong>r invloed van zijn meester tot<br />
<strong>het</strong> Christendom over en schreef reeds <strong>het</strong> jaar daarop zijn<br />
heftige Bezwaren tegen <strong>de</strong>n Geest <strong>de</strong>r Eeun, (1823). Met vurige<br />
geestdrift ijver<strong>de</strong> hij <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verspreiding en ver<strong>de</strong>diging van<br />
zijn godsdienstige en politieke i<strong>de</strong>een, tot in 1840 <strong>de</strong> dichter,<br />
die hij in zijn jeugd geweest was, opnieuw wakker werd.<br />
Zijn poezie was er een van strijd en hartstochtelijke geloofsbelij<strong>de</strong>nis,<br />
geheel in <strong>de</strong>n r<strong>het</strong>orischen toon van Bil<strong>de</strong>rdijk.<br />
De <strong>voor</strong>naamste van <strong>de</strong>ze
Nada? — 1648 en 1848 (een parallel tusschen <strong>het</strong> vre<strong>de</strong>jaar<br />
1648 en <strong>de</strong>n rampzaligen he<strong>de</strong>ndaagschen revolutiegeest).<br />
Twee an<strong>de</strong>re belangrijke gedichten van hem zijn een kleurige<br />
Oostersche bewerking van <strong>het</strong> bijbelverhaal Hagar, waarin hij<br />
<strong>de</strong>n strijd tusschen Christendom en Islamisme teekent ; en<br />
<strong>de</strong> historische zang De Slag bij Nieuwpoort.<br />
Romantische elementen bij Da Costa, als bij heel <strong>de</strong> Reveilgroep,<br />
zijn, naast <strong>het</strong> sombere heimwee uit zijn jeugd, <strong>de</strong><br />
overheersching van verbeelding en gevoel, zijn opstandige<br />
houding jegens <strong>de</strong> maatschappij. Gods stem hoort hij in<br />
zijn binnenste : daarom trekt hij ten strij<strong>de</strong> tegen een van<br />
God afvallige samenleving. Zijn geestdrift, <strong>de</strong> oratorische<br />
zwaai van zijn volzinnen, <strong>de</strong> stroom van hooggestem<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />
kunnen ons, in menige mooie brok uit zijn ongelijke<br />
Tijdzangen », nog meesleepen, ondanks <strong>de</strong> gebreken die<br />
hij met zijn meester gemeen heeft : <strong>de</strong> r<strong>het</strong>oricale beeldspraak<br />
en gezwollenheid <strong>voor</strong>al, en <strong>het</strong> gemis aan « stilte »<br />
in zijn aldoor dreunen<strong>de</strong> verzen. Zijn ontroering is onbetwistbaar<br />
echt : hij dicht alleen wanneer
na 1848, <strong>het</strong> revolutiejaar, dat een knak gaf aan wat er van<br />
<strong>de</strong> roman,tische i<strong>de</strong>alen overbleef, zal <strong>het</strong> bepaald op <strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong>grond tre<strong>de</strong>n, ook in <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>rkunst met <strong>de</strong> school van<br />
Barbizon : Millet, Courbet; en met <strong>de</strong> Haagsche school :<br />
Israels, Bosboom, <strong>de</strong> broe<strong>de</strong>rs Mairs, Mauve. Geruggesteund<br />
door <strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>renswaardige vlucht van <strong>de</strong> exacte wetenschappen<br />
en <strong>de</strong>n triomf van <strong>de</strong> techniek, zal dit realisme zich<br />
in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> 19e eeuw ontwikkelen tot een<br />
machtige kunstbeweging die <strong>het</strong> naturalisme beet (Flaubert :<br />
Madame Bovary, 1857; E. Zola : l'Assommoir 1877) en die<br />
zich over heel Europa verspreid heeft.<br />
Het realisme, <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> Hollandsche, wil<strong>de</strong> <strong>het</strong> gewone<br />
dagelijksche leven weergeven — « kopieeren zooals Potgieter<br />
dat eenigszins kleineerend noem<strong>de</strong>.<br />
In NICOLAAS BEETS vond <strong>het</strong> zijn eersten en<br />
N. BEETS<br />
besten vertegenwoordiger.<br />
(Hil<strong>de</strong>brand)<br />
Ook hij had met Byron en Scott gedweept en in 1814-1903<br />
zijn « zwarten tijd » zwaarmoedige namaak-verzen geschreyen.<br />
Tot hij die kunstmatige stemming van zich afschud<strong>de</strong>,<br />
en sc<strong>het</strong>sen gaf die in 1839 vereenigd wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Camera<br />
Obscura. De auteur, toen nog stu<strong>de</strong>nt, teeken<strong>de</strong> HILDEBRAND.<br />
Later breid<strong>de</strong> hij zijn boek uit, dat eerst bij <strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n druk,<br />
in 1854-, zijn huidigen omvang kreeg.<br />
Echt-Hollandsche menschen en toestan<strong>de</strong>n kiekte Beets in<br />
dit kapitaal werk, dat terecht classiek gewor<strong>de</strong>n is. Meest uit<br />
<strong>de</strong>n gegoe<strong>de</strong>n mid<strong>de</strong>nstand : De Familie Kegge, De Familie<br />
Stastok, Gerrit Witse; met die onvergetelijke typen : Nurks,<br />
dat onaangenaam mensch ; <strong>de</strong>n parvenu, mijnheer Kegge, en<br />
<strong>de</strong>n stijven Pieter Slastok. Veel verheffing is er in al die bekrompen<br />
leventjes niet, alle uitersten ontbreken er aan. Maar<br />
na hon<strong>de</strong>rd jaar tre<strong>de</strong>n ze nog levend naar voren, hoewel<br />
wij niet blind blijven <strong>voor</strong> <strong>de</strong> weleens kin<strong>de</strong>rlijke zelfgenoegzaamheid<br />
van <strong>de</strong>n moraliseeren<strong>de</strong>n, lief<strong>de</strong>loozen schrijver en<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong>n zwakken bouw. De scherpe opmerkingsgave en <strong>de</strong><br />
humor verrichten dat won<strong>de</strong>r.<br />
Hil<strong>de</strong>brand-Beets werd dominee, later hoogleeraar, en<br />
schreef veel : eenige letterkundige studies en <strong>voor</strong>al verzen.<br />
LTit die aanzienlijke reeks van zeer ongelijke bun<strong>de</strong>ls ont-<br />
171
hou<strong>de</strong>n wij een paar volksliedjes : eenvoudige huiselijke<br />
poezie als Het Breistertje, De Conducteur, alsook ettelijke puntdichten<br />
en zeer enkele verzen van dieper waar<strong>de</strong> (De Moerbeitoppen<br />
ruischten).<br />
Zijn talrijke va<strong>de</strong>rlandsche en niet-doorvoel<strong>de</strong>,<br />
godsdienstige zangen — nog in 1 900 verschenen<br />
zijn laatste Dennenaal<strong>de</strong>n! — wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Tachtigers<br />
ongenadig neergehaald.<br />
PREDIKANTEN Vriend en navolger was <strong>de</strong> vrome zachtmoedige<br />
IN DE<br />
JOHANNES P. HASEBROEK. Predikant to Heiloo, waar<br />
LITERATUUR :<br />
hij van 1 836 tot 1 843 een letterkundig centrum<br />
J. vorm<strong>de</strong> : <strong>de</strong> ring van Heiloo, waarvan Beets, Potgie-<br />
H ASE BROEK<br />
(Jonathan) ter, Mevr. Bosboom-Toussaint, Hofdijk, W. <strong>de</strong><br />
1812-1896 Clercq, I. da Costa <strong>de</strong>el uitmaakten, liet hij on<strong>de</strong>r<br />
<strong>het</strong> pseudoniem JONATHAN een ietwat sentimenteelen en<br />
breedsprakigen, doch keurigen sc<strong>het</strong>senbun<strong>de</strong>l Waarheid en<br />
Droomen verschijnen.<br />
JOHANNES KNEPPELHOUT schreef over <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n<br />
J. KNEPPELHOUT<br />
(Klikspaan) en gewoonten van <strong>de</strong> Leidsche stu<strong>de</strong>nten in Stu<strong>de</strong>n-<br />
1814-1885 tentypen. Het teekenen van typen was toen in <strong>de</strong><br />
mo<strong>de</strong>, naar Engelsche <strong>voor</strong>beel<strong>de</strong>n.<br />
C. E. VAN CORNET IS ELISA VAN KOETSVELD vertel<strong>de</strong> uit <strong>het</strong><br />
KOETSVELD<br />
1807-1893 Leven van een dorpspredikant in zijn Sc<strong>het</strong>sen uit <strong>de</strong><br />
Pastorie to Mastland.<br />
S. GORTER SIMON GORTER liet levendige reisbeschrijvingen<br />
1838-1871<br />
na : Een Jaar levens <strong>voor</strong> <strong>de</strong> Dagbladpers, en diverse<br />
H. DE VEER Letterkundige Studien. Hij stierf jong en werd als<br />
1829-1890 hoofdredacteur van Het Nieuws van <strong>de</strong>n Dag (in<br />
zijn laatste jaren was hij journalist) opgevolgd door een<br />
an<strong>de</strong>ren oud-dominee, HENDRIK DE VEER, <strong>de</strong>n getrouwen uitbeel<strong>de</strong>r<br />
van <strong>het</strong> toenmalige gezinsleven in Trou-Ringh <strong>voor</strong><br />
't Jonge Holland.<br />
Is <strong>het</strong> geen typisch verschijnsel dat, op Klikspaan na, al<br />
<strong>de</strong>ze humoristische schrijvers, die, hoewel ze on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n rechtstreekschen<br />
invloed van Dickens en Thackeray ston<strong>de</strong>n, toch<br />
Hollandsche kleinkunst schonken, predikanten waren ? De<br />
stichten<strong>de</strong> bedoelingen, die <strong>de</strong> besten on<strong>de</strong>r hen op <strong>de</strong>n<br />
achtergrond hiel<strong>de</strong>n, verhoogen natuurlijk <strong>de</strong> aest<strong>het</strong>ische<br />
waar<strong>de</strong> van hun huiselijke, een enkele maal huisbakken kunst<br />
1 72
niet. Deze opmerking geldt hoofdzakelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong>
wijze <strong>de</strong>el met zijn geestige Leekedichtjes, in zijn laatste levens-<br />
jaren al wan<strong>de</strong>lend gemaakt. Raak en meestal schertsend,<br />
keer<strong>de</strong> hij zich evenzeer tegen wat hij bekrompen.orthodoxie<br />
noemt,<br />
REALISTISCHE<br />
VERTELLERS :<br />
GERRIT<br />
VAN DE LINDE<br />
1808-1858<br />
M. PRAGER-<br />
LINDO<br />
(Ou<strong>de</strong> Heer Smits)<br />
1819-1877<br />
als tegen <strong>het</strong> oppervlakkige ongeloof van « Jan Rap >>.<br />
Als parodie bedoeld op <strong>de</strong> stijfheid en leege<br />
<strong>voor</strong>naamheid van zijn tijd, zijn <strong>de</strong> droogkomieke<br />
Cedichten an <strong>de</strong>n Schoolmeester, door GERRIT VAN DE<br />
LINDE, vaak grappig.<br />
Er blijft nog to wijzen op enkele niet-predikanten.<br />
Namelijk MARK PRAGER LINDO, een Engelschman<br />
van geboorte die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n schuilnaam OUDE<br />
HEER SKITS gewild-humoristische sc<strong>het</strong>sen en verhalen<br />
schreef naar <strong>het</strong> groote <strong>voor</strong>beeld van zijn<br />
landgenoot Thackeray. Met zijn vriend LODEWIJK<br />
L. MULDER MULDER (zie blz. 165) gaf hij Ajdrukken van Indrule-<br />
1822-1907 ken.<br />
Waar in Vlaan<strong>de</strong>ren Conscience en <strong>de</strong> zusters Loveling<br />
mooie dorpsvertellingen in <strong>het</strong> licht gaven, een genre dat<br />
omtrent 1850 -over heel Europa in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> kwam, trad<br />
J. J. CREMER<br />
JACOB JAN GREATER in Noord-Ne<strong>de</strong>rland op met zijn<br />
1827-1880 Betuwsche en <strong>voor</strong>al zijn Over-Betuwsche Novellen, die<br />
hij zelf met talent kon <strong>voor</strong>dragen. Naar <strong>het</strong> mo<strong>de</strong>l van<br />
Dickens schreef hij romans met sociale strekking die in<strong>de</strong>rtijd<br />
opgang maakten : Fabriekskin<strong>de</strong>ren, Anna Rooze, e. a., maar<br />
die zwak zijn in <strong>de</strong> karakterteekening. Als schil<strong>de</strong>r van <strong>het</strong><br />
gei<strong>de</strong>aliseer<strong>de</strong> boerenleven, die daarbij een dialect als spreektaal<br />
gebruikte, vond <strong>de</strong>ze « Hollandsche Conscience » veel<br />
navolging in verschillen<strong>de</strong> gewesten.<br />
J. VAN MAURIK Van <strong>de</strong> vele novellen uit dien tijd wor<strong>de</strong>n nu nog<br />
1846-1904 gelezen <strong>de</strong> comische of vrij sentimenteele verhalen<br />
uit <strong>het</strong> groote-stadsleven : Uit <strong>het</strong> Volk, Met z'n Achten, van<br />
JUSTUS VAN MAL- RIK, die ook amusante blijspelen schreef.<br />
Over <strong>het</strong> bestaan op zee vertel<strong>de</strong> boeiend <strong>de</strong> zeeofficier<br />
ARNOLD WERUMEUS BUNING. De geestigheid in zijn<br />
A. WERUMEUS<br />
BUNING Marinesc<strong>het</strong>sen en Binnen en buiten Boord is van een<br />
1846-1933 beter allooi dan bij <strong>de</strong>n vorige. Humoristisch schrijver<br />
van Krieken<strong>de</strong> 'riekske en menig leuk prozastukje in zijn<br />
Betuwsch dialect, was Pater BERNARD VAN MEURS.<br />
174
Noch <strong>de</strong> vruchtbare romanciere MELATI VAN JAVA (schuil-<br />
naam van N. Marie C. Sloot), noch professor JAN J. TEN BRINK<br />
TEN BRINK, een gemoe<strong>de</strong>lijke veelschrijver (De 1834-1901<br />
Bre<strong>de</strong>ro's, Jan Starter en zijn Wijf, Brechtje Spieghels), zijn figuren<br />
van beteekenis geweest, al waren ze in hun tijd populair,<br />
evenals CORNELIE HUYGENS die in later jaren een socialistischen<br />
roman, Barthold Meryan, gaf.<br />
An<strong>de</strong>re schrijvers zijn <strong>het</strong> die, in <strong>de</strong> jaren vo6r '80, <strong>de</strong><br />
inlui<strong>de</strong>rs geweest zijn van een nieuwen tijd.<br />
C. — VOORLOOPERS VAN DE VERNIEUWING<br />
Gesproten uit een geslacht van Fransche refugies, C. BUSKEN HUET<br />
was CONRAD BUSKENHI: ET een zeer mo<strong>de</strong>rn 1826-1886<br />
Waalsch predikant te Haarlem. Toen hij geheel van <strong>de</strong> kerk<br />
vervreemd was en zijn ambt neerlei, zocht <strong>de</strong>ze theoloog die<br />
geen « dominee » wil<strong>de</strong> zijn, een nieuwe levenstaak in <strong>de</strong><br />
journalistiek en <strong>de</strong> beoefening van <strong>de</strong> literatuur. Een scheppend<br />
artist toon<strong>de</strong> hij zich echter niet in Novellen en romans<br />
w. o. <strong>het</strong> veelbesproken Li<strong>de</strong>rvij<strong>de</strong>. Veeleer een polemischen,<br />
spot- en strijdlustigen criticus, met een vlotten, geestigen<br />
schrijftrant : gansch <strong>het</strong> tegen<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>n statigen, vaak<br />
duisteren, doch altijd doordachten re<strong>de</strong>naarsstijl van zijn<br />
vriend Potgieter. Zijn mo<strong>de</strong>l was Sainte-Beuve.<br />
Potgieter zag in hem een jongen man die waardig was <strong>de</strong><br />
plaats van Bakhuizen van <strong>de</strong>n Brink in te nemen. Van 1862<br />
tot 1865 mocht hij ongenadig in De Gids <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lmatige<br />
talenten van zijn tijd te lijf gaan : met een <strong>voor</strong>beeldige<br />
vastheid van oor<strong>de</strong>el en smaak, in een zwierigen journalistenstij1;<br />
doch meer schitterend van vorrn dan diep van gedachte<br />
en psychologisch inzicht.<br />
Begin 1865 kwam <strong>de</strong> breuk met <strong>de</strong> Gids-redactie, ten<br />
gevolge van twee ophefmaken<strong>de</strong> artikelen. Drie jaar nadien<br />
trok hij als journalist naar Indie, waar hij in
had hem in eigen land te veel vijandschap bezorgd. Volslagen<br />
scepticus, had hij alle vertrouwen in een literaire herleving<br />
bij zijn « uitgebloeid yolk » verloren ; <strong>de</strong> <strong>voor</strong>teekenen van<br />
een nieuwe poetische beweging heeft hij na 1 880 niet meer<br />
on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Se<strong>de</strong>rt hij meer tijd <strong>voor</strong> studie gekregen had,<br />
verloor zijn werk <strong>het</strong> ietwat oppervlakkig karakter van <strong>het</strong><br />
krantengeschrijf. In Ou<strong>de</strong> Romans ontleed<strong>de</strong> hij o.a. <strong>de</strong> productie<br />
van <strong>de</strong> dames Wolff en Deken. De Persoonliji?e Herinneringen<br />
aan Potgieter blijven zijn beminnelijkste boek. Reisindrukken<br />
en cultuurhistorische beschouwingen gaf hij in Het<br />
Land van Rubens (1879) . Nog belangrijker is Het Land van<br />
Rembrand (1882-84), met <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rtitel : « Studien over <strong>de</strong><br />
Noord-Ne<strong>de</strong>rlandsche beschaving in <strong>de</strong> 1 7e eeuw ». Wijlen<br />
zijn groote vriend Potgieter zou er gelukkig om geweest zijn.<br />
C. VOSMAER Meer kunstkenner, wijsgeerig aangelegd man van<br />
1826-1888 smaak dan scheppend artist, was CAREL VOSMAER.<br />
Vogels van diverse pluimage heet een bun<strong>de</strong>l keurige sc<strong>het</strong>sen.<br />
Over Multatuli gaf hij een loven<strong>de</strong> studie : De Zaaier. Hij<br />
schreef over « he<strong>de</strong>ndaagsche schil<strong>de</strong>rs » en, in <strong>het</strong> Fransch,<br />
over Rembrandt. Doch meer en meer ging hij <strong>de</strong> Romeinsche<br />
en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> Grieksche kunst bewon<strong>de</strong>ren : in een dichterlijke<br />
idylle Nanno gebruikte hij alle geken<strong>de</strong> Grieksche versmaten<br />
; <strong>de</strong> Ilias en <strong>de</strong> Odyssee vertaal<strong>de</strong> hij in <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />
hexameters; in een paar romans : Amazone en <strong>de</strong><br />
onvoltooi<strong>de</strong> Inwijding trachtte hij zijn lezers aan zijn lief<strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> classieke kunst, <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> plastiek <strong>de</strong>elachtig te<br />
maken. Het verhaal is er bijzaak; hoofdzaak daarentegen zijn<br />
<strong>de</strong> gesprekken van <strong>de</strong> personages over artistieke aangelegenhe<strong>de</strong>n.<br />
Aan <strong>de</strong> kunst van <strong>de</strong> Oudheid, die gei<strong>de</strong>aliseer<strong>de</strong><br />
werkelijkheid geeft en in een verheven harmonie <strong>het</strong> hoogste<br />
betracht, zou <strong>het</strong> he<strong>de</strong>n zich moeten spiegelen. Vosmaer, <strong>de</strong><br />
criticus FLANOR uit <strong>het</strong> weekblad De Ne<strong>de</strong>rlandsche Spectator,<br />
had een hekel aan <strong>het</strong> opkomen<strong>de</strong> naturalisme : alleen <strong>het</strong><br />
schoone kon immers on<strong>de</strong>rwerp van kunst zijn.<br />
Van <strong>de</strong> beweging van '80, die hem aanvankelijk waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong>,<br />
was <strong>de</strong>ze dienaar <strong>de</strong>r Schoonheid een <strong>voor</strong>looper.<br />
Zelfs leid<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> eerste uitgave <strong>de</strong>r gedichten van Jacques<br />
Perk in.<br />
1 76
Uit <strong>de</strong> jaren voOr '80 zijn meer zulke <strong>voor</strong>name, e<strong>de</strong>le<br />
menschen te citeeren die niet of slechts onrechtstreeks tot <strong>de</strong><br />
eigenlijke literatuur behooren, doch die, om <strong>de</strong>n invloed dien<br />
ze uitgeoefend hebben op <strong>het</strong> geestelijk leven van hun tijd<br />
en om <strong>de</strong> stylistische kwaliteiten van hun werk, in een geschie<strong>de</strong>nis<br />
van <strong>de</strong>ze literatuur vermeld dienen te wor<strong>de</strong>n. Zoo<br />
<strong>de</strong> philosoof van <strong>de</strong> ervaring, tevens gezaghebbend jurist en<br />
hoogleeraar te Utrecht, CORNELIS WILLEM OPZ00-<br />
C. W.<br />
MER: De Weg <strong>de</strong>r Wetenschap, HandboeI' <strong>de</strong>r Logica, De OPZOOMER<br />
Grenzen <strong>de</strong>r Staatsmacht en veel gelegenheidsgeschrif- 1821-1892<br />
ten waarvan hij <strong>de</strong> belangrijkste verzamel<strong>de</strong> in 3 <strong>de</strong>elen Losse<br />
Bla<strong>de</strong>n. Zoo <strong>de</strong> levendige polemist, uitgever van talrijke<br />
studies over en werken van onze ou<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche mees-<br />
ters : <strong>de</strong> oud-dominee J. VAN VLOTEN. Ook <strong>de</strong> histo-<br />
J. VAN VLOTEN<br />
ricus ROBERT JAC. FRUIN die zich een sober en hel<strong>de</strong>r 1818-1883<br />
stylist betoon<strong>de</strong> in zijn Tien Jaren uit <strong>de</strong>n 80-jarigen R. J. FRUIN<br />
Oorlog en in menig hoofdstuk uit zijn omvangrijke 1823-1899<br />
Versprei<strong>de</strong> Geschriften, 10 d. De staathuishoudkundige H. P. G. QUACK<br />
HENDRIK P. G. QUACK die een kapitaal, zes<strong>de</strong>elig 1834-1917<br />
werk over De Socialisten schreef en belangwekken<strong>de</strong> Herinneringen<br />
over <strong>de</strong> velen met wie hij als hoogleeraar, Gidsredacteur<br />
en directeur van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche Bank in aanraking<br />
kwam.<br />
In nauwere betrekking tot <strong>de</strong> fraaie letteren stond A. PIERSON<br />
aanvankelijk ALLARD PIERSON. Predikant te Leuven L831-1896<br />
van 1854 tot '57, schreef hij over <strong>de</strong>ze Pastory in <strong>de</strong>n vreem<strong>de</strong>,<br />
een boek vol indrukken, ervaringen en allerhan<strong>de</strong> overpeinzingen<br />
nadien omgewerkt tot Intimis (1861). Zijn kracht lag<br />
echter niet in <strong>de</strong>n roman (Adriaan <strong>de</strong> 1116rival); doch <strong>de</strong><br />
ruimte van blik, <strong>het</strong> warme gevoel, <strong>de</strong> menschenkennis en <strong>de</strong><br />
aest<strong>het</strong>ische zin waarvan zijn breed opgezette studies getuigen,<br />
maken hem tot een figuur van beteekenis in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />
van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsche beschaving. Tot zijn beste werken<br />
behooren Geestelijke Voorou<strong>de</strong>rs : Israel (1887), Hellas en <strong>het</strong><br />
onvoltooi<strong>de</strong> Rome. Hoewel zijn belangstelling meer <strong>de</strong> groote<br />
buitenlandsche stroomingen gold (8 d. Versprei<strong>de</strong> Geschriften),<br />
wijd<strong>de</strong> hij een mooi boek aan Ou<strong>de</strong>re Tijdgenooten, waarin hij<br />
<strong>de</strong> mannen van <strong>het</strong> Reveil teeken<strong>de</strong>, in wier kring hij zijn<br />
177
jeugd doorgebracht had doch aan wier invloed hij ontsnapte :<br />
stu<strong>de</strong>nt van prof. Opzoomer, ging hij tot <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne richting<br />
over en brak later met alle geloof.<br />
ED. DOUWES De man die meer dan wie ook als <strong>voor</strong>post en<br />
DEKKER inlui<strong>de</strong>r van een nieuwen tijd mag Bel<strong>de</strong>n was<br />
(Multatuli)<br />
1820-1887 EDUARD DOUWES DEKKER.<br />
Hoe hij als Indisch ambtenaar, in zijn pogingen om onrecht<br />
van inlandsche hoof<strong>de</strong>n jegens <strong>de</strong> bevolking te keer te gaan,<br />
geen steun vond bij zijn overhe<strong>de</strong>n en ontslag nam : <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />
is algemeen bekend uit <strong>het</strong> ophefmakend boek dat<br />
hij eraan wijd<strong>de</strong> : Max Havelaar of <strong>de</strong> Koffijveilingen <strong>de</strong>r<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche Han<strong>de</strong>lmaatschappij (1860). Hij schreef dit in<br />
armoedige omstandighe<strong>de</strong>n, op een hotelkamertje te Brussel,<br />
on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> pseudoniem MULTATULI (d. i. « lk heb veel gele<strong>de</strong>n<br />
»). Een geniaal boek is <strong>het</strong>, dat een overweldigen<strong>de</strong>n<br />
bijval gekend heeft en van invloed gebleken is op <strong>de</strong>n geest<br />
waarin Ne<strong>de</strong>rlandsch Oost-Indie bestuurd wordt. Zichzelf<br />
voer<strong>de</strong> <strong>de</strong> auteur als Max Havelaar ten tooneele, mid<strong>de</strong>nin<br />
een caricaturaal gesc<strong>het</strong>st Amsterdam, verpersoonlijkt in<br />
Batavus Droogstoppel, een bekrompen, uitsluitend op geldbejag<br />
gespitsten koopman. In diens huiskring wordt uit <strong>de</strong><br />
papieren van Sjaalman, zooals <strong>de</strong> makelaar in koffie hem<br />
noemt, <strong>het</strong> relaas van <strong>de</strong> gebeurtenissen op Java <strong>voor</strong>gelezen.<br />
Heerlijke idyllische tafereelen als <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis van Saidjah<br />
en Adinda, wisselen of met bladzij<strong>de</strong>n van een meesleepen<strong>de</strong><br />
oratorische kracht : <strong>de</strong> Toespraak tot <strong>de</strong> Hoof<strong>de</strong>n van Lebak of<br />
aan <strong>het</strong> slot <strong>het</strong> beroep op <strong>de</strong>n Koning van Ne<strong>de</strong>rland, tevens<br />
Keizer van 't prachtige Rijk van Insulin<strong>de</strong>, dat zich daar<br />
slingert om <strong>de</strong>n evenaar als een gor<strong>de</strong>l van smaragd >>. De<br />
compositie is opzettelijk grilli , <strong>de</strong> uitweidingen en ambtelijke<br />
stukken zijn te talrijk : toch is <strong>het</strong> een meesterlijk boek.<br />
Dat in zijn onmid<strong>de</strong>llijke gevolgen <strong>de</strong>n auteur echter diep<br />
teleurstel<strong>de</strong> : niet als kampioen van <strong>de</strong> rechten van <strong>de</strong>n verdrukten<br />
Javaan prees men hem, doch in <strong>de</strong> eerste plaats als<br />
schrijver. Hij voel<strong>de</strong> dat men hem niet begreep of niet begrij<br />
pen wou en dat verbitter<strong>de</strong> <strong>de</strong>n zenuwlij<strong>de</strong>r en <strong>de</strong>n romanticus<br />
die hij steeds geweest is. Want een typische, late vertegenwoordiger<br />
van <strong>de</strong> romantiek was hij ongetwijfeld : met<br />
178
zijn teugellooze verbeelding, zijn droom van martelaarschap<br />
en wereldhervorming, zijn afkeer <strong>voor</strong> sleur en conventie.<br />
Overtuigd als hij was van zijn eigen genialiteit, liet hij <strong>voor</strong>taan<br />
alle zelfbeperking varen, gaf hij zich geheel zooals hij<br />
was, met al zijn fouten en gebreken, en rand<strong>de</strong> onbeschroomd<br />
aan wat hem op maatschappelijk en godsdienstig gebied<br />
onwaar toescheen. Ook aan literaire onnatuur en r<strong>het</strong>oriek<br />
had hij <strong>het</strong> land : in zijn hemdsmouwen zat hij daar, en<br />
praatte er maar op los. Voor wat in hem kookte behoef<strong>de</strong><br />
hij een eigen vorm : beurtelings hartstochtelijk als een profeet<br />
uit <strong>de</strong>n Bijbel, of rustig betoogend; bijtend sarcastisch of<br />
idyllisch lieftallig, maar steeds springlevend. Zijn invallen<br />
noteer<strong>de</strong> hij in genummer<strong>de</strong> I <strong>de</strong>en (1862-1877), een dagboek<br />
van zijn ziel. Hij field van paradoxen; hij liep to koop met<br />
theorieen die lijnrecht indruischten tegen <strong>de</strong> algemeen gangbare<br />
; hij verloor veel vrien<strong>de</strong>n door zijn humeur; door zijn<br />
eigen schuld vervreemd<strong>de</strong> hij van zijn eerste vrouw (Tine<br />
uit Max Havelaar) ; door zijn gebrek aan zuinigheid en<br />
practischen zin verkeer<strong>de</strong> hij in geldnood ; <strong>de</strong> regeering in<br />
Ne<strong>de</strong>rland nosh in Indie waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> zijn daad van zelfopoffering<br />
ten bate van een e<strong>de</strong>le zaak : overal zag Multatuli<br />
miskenning. En hij werd <strong>de</strong> « virtuoos van <strong>het</strong> sarcasme > die,<br />
zooals Busken Huet <strong>het</strong> uitdrukte, zijn stegenstan<strong>de</strong>rs « aziatisch<br />
afmaakte ». Hij werd ook <strong>de</strong> revolutionnair, <strong>de</strong> kampvechter<br />
<strong>voor</strong> vrijheid op alle gebied, tegen domheid en<br />
bekrompenheid in : « Publiek, ik veracht u met groote innigheid<br />
>>. Vaak zeg<strong>de</strong> hij <strong>voor</strong>treffelijke dingen. Vaak ook was<br />
<strong>het</strong>geen hij schreef slechts zeer ordinaire wijsheid, door<br />
an<strong>de</strong>ren <strong>voor</strong> hem weerlegd of veel beter en vollediger geformuleerd.<br />
Maar <strong>voor</strong> zijn publiek was alles flonkerend<br />
nieuw, en <strong>de</strong> manier waarop hij <strong>het</strong> zei, eenig raak. Zijn<br />
vijan<strong>de</strong>n en zijn volgelingen waren dan ook legio. Dezen<br />
eer<strong>de</strong>n in hem <strong>voor</strong>al <strong>de</strong>n apostel van <strong>de</strong> vrije gedachte.<br />
Geen won<strong>de</strong>r dat die an<strong>de</strong>re revolutionnairen, <strong>de</strong> Tachtigers,<br />
hem als een wegberei<strong>de</strong>r erken<strong>de</strong>n en hoogschatten.<br />
Niemand was dat zoozeer als hij : naar <strong>de</strong>n geest en naar <strong>de</strong>n<br />
vorm. De ein<strong>de</strong>looze twistgesprekken en polemieken waartoe<br />
hij aanleiding gaf riepen Holland wakker.<br />
179
Tot <strong>het</strong> beste uit zijn zeven bun<strong>de</strong>ls l<strong>de</strong>en behooren <strong>de</strong><br />
groote samenhangencie stukken die <strong>de</strong> onvoltooi<strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nis<br />
van Woutertje Pieterse uitmaken: <strong>de</strong> geestelijke ontwikkeling<br />
van een dichterlijk kind, <strong>de</strong>els Multatuli zelf, in een kleinburgerlijke,<br />
plat-Amsterdamsche omgeving van juffrouwen Krummel,<br />
Stoffel en Laps, en an<strong>de</strong>re Meester Pennewippen. Ver<strong>de</strong>r<br />
is er een tamelijk r<strong>het</strong>oricaal i<strong>de</strong>een-drama in verzen: Vorstenschool,<br />
waarin koningin Louise <strong>het</strong> verlichte, alle onrecht herstellen<strong>de</strong><br />
koningschap belichaamt en telkens <strong>de</strong> theorieen van<br />
<strong>de</strong>n auteur moet verkondigen.<br />
Uit <strong>de</strong> Jtlinnebrieven zijn <strong>voor</strong>al bekend <strong>de</strong> Geschie<strong>de</strong>nissen<br />
van Gezag en <strong>de</strong> Kruissprook. Uiterst beLngwekkend <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
kennis van zijn leven en een juister begrip van zijn veelzijdige<br />
persoonlijkheid, blijven zijn Brieven. In hooge mate hebben<br />
zij die bekoorlijke losheid, die natuurlijkheid van stin en<br />
gedachtengang welke aan brieven van louter persoonlijken<br />
aard soms een algemeene literaire waar<strong>de</strong> verzekeren.<br />
Vooraleer <strong>de</strong> eigenlijke vernieuwing to behan<strong>de</strong>len die De<br />
Nieuwe Gids in <strong>de</strong> jaren 1880 gebracht heeft, zullen wij nog<br />
enkele schrijvers beschouwen die in zekere mate <strong>de</strong> aankondigers<br />
van <strong>de</strong>ze beweging geweest zijn of wier later werk op<br />
haar invIoed wijst.<br />
F. L. HEMKES De jonggestorven dichter F. L. FlEmKEs gaf maar<br />
1854-1887 een bun<strong>de</strong>ltje verzen uit, waarin <strong>de</strong> twee beken<strong>de</strong><br />
stukken <strong>voor</strong>komen : 't Geuzenven<strong>de</strong>l op <strong>de</strong>n Thuismarsch en Het<br />
Kin<strong>de</strong>ke van <strong>de</strong>n Dood.<br />
M. BODDAERT<br />
1844-1914<br />
I. ESSER<br />
(Soera Rana)<br />
1845-1920<br />
W. L. PENNING<br />
(M. Coens)<br />
1840-1924<br />
MARIE BODDAERT schreef een drietal bun<strong>de</strong>ls<br />
keurige, doorgaans weemoedige gedichten. Vruchtbaar<strong>de</strong>r<br />
was <strong>de</strong> thans vrijwel vergeten SOERA RANA,<br />
een schuilnaam van ISAAC ESSER. En veel belang-<br />
rijker bleek in <strong>de</strong>zen overgangstijd <strong>de</strong> dichter WIL-<br />
LEM LIVINUS PENNING. Ook wer<strong>de</strong>n zijn Tien<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong>n Oogst — in <strong>de</strong> lijn van De Genestet — en <strong>voor</strong>al<br />
Benjamins Vertellingen — zinrijk realisme, van droom<br />
en verbeelding doorlicht, in <strong>de</strong> lijn van Staring — naast <strong>het</strong><br />
weemoedige boek Kamermuziek van <strong>de</strong>n inmid<strong>de</strong>ls blind gewor<strong>de</strong>n<br />
schrijver, door <strong>de</strong> Tachtigers naar waar<strong>de</strong> geschat<br />
180
om <strong>de</strong> schoonheid van klank en van beeldspraak. Wat even-<br />
eens <strong>het</strong> geval was met <strong>de</strong> zangerige, tevens plastische<br />
natuurverzen van JACOB WINKLER PRINS, een mees-<br />
J. WINKLER<br />
ter van <strong>de</strong> kleinkunst die teruggetrokken leef<strong>de</strong> en<br />
PRINS<br />
zich zelfstandig ontwikkel<strong>de</strong> in <strong>de</strong> richting die <strong>de</strong> 1849-1907<br />
Tachtigers dra zou<strong>de</strong>n inslaan (Sonnetten, Zon<strong>de</strong>r Sonnetten,<br />
Lief<strong>de</strong>'s Erinnering).<br />
Nog meer had <strong>de</strong> jonge Kloos <strong>het</strong> op<br />
met <strong>de</strong> epische gedichten : Lilith en Go<strong>de</strong>nschemering van<br />
MARCELLUS EMANTS, dien hij <strong>de</strong>n
OPGAVEN VOOR GELEIDE OEFENINGEN<br />
1. Toon aan, met een tiental namen van schrijvers en boeken, dat er<br />
in Ne<strong>de</strong>rland omtrent 1840 en 1860 telkens van een betrekkelijk<br />
bloeitijdperk sprake kan zijn.<br />
2. Noem eenige schrijvers van historische romans, uit onze en uit buitenlandsche<br />
literaturen. Noem een paar van hun werken.<br />
3. Vergelijk, zoo mogelijk aan <strong>de</strong> hand van Prinsen (De Ou<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />
Nieuwe histor. roman in Ned.) : Conscience, De Leeuw v. Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />
met Een Zwerver verliefd (Van Schen<strong>de</strong>l) ; Van Lennep,<br />
Ferdinand Huyck, met De Bevrij<strong>de</strong>rs (Van Moerkerken).<br />
4. Hoe ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schrijvers uit <strong>de</strong> Gou<strong>de</strong>n Eeuw en hoe <strong>de</strong> romantici<br />
tegenover <strong>de</strong> natuur? Vergelijk bei<strong>de</strong>r standpunt.<br />
5. Leg een novelle van Potgieter naast een <strong>de</strong>r eerste hoofdstukken van<br />
Woutertje Pieterse en trek een parallel tusschen <strong>de</strong>n stijl van bei<strong>de</strong><br />
schrijvers.<br />
6. Wie houdt er een lezing <strong>voor</strong> <strong>de</strong> klasse over <strong>het</strong> leven van Potgieter,<br />
steunend op <strong>het</strong> boek van A. Verwey en (of) Huet's « Persoonlijke<br />
Herinneringen aan P.<br />
7. Hoe stond Potgieter als criticus en als schrijver tegenover <strong>het</strong> oppervlakkige<br />
chauvinisme van zijn tijdgenooten?<br />
8. Vergelijk, wat <strong>de</strong> i<strong>de</strong>een over vrouwenemancipatie betreft, Sara Burgerhart<br />
en Majoor Frans.<br />
9. Noem enkele Ne<strong>de</strong>rlandsche en buitenlandsche humoristen, alsook een<br />
paar typen uit hun werk.<br />
10. Maak een opstel over <strong>de</strong> Camera Obscura : naam en pseudoniem van<br />
<strong>de</strong>n schrijver; titel; jaar van verschijning; realisme en humor; eenige<br />
stukken en typen emit, enz.<br />
11. Maak een lijstje op van <strong>de</strong> predikanten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> letterkundigen uit <strong>de</strong><br />
19e eeuw, met <strong>de</strong> aanduiding van hun belangrijkste werk.<br />
12. Multatuli schreef over zichzelf : « Hij was een vat vol tegenstrijdigheid<br />
>>. Ontwikkel dit door mid<strong>de</strong>l van eenige karaktertrekken die u,<br />
uit zijn werk, bekend zijn.<br />
13. Maak een opstel over <strong>de</strong>n Max Havelaar : naam en pseudoniem van<br />
<strong>de</strong>n schrijver; on<strong>de</strong>rtitel; ten<strong>de</strong>nz; satirische bedoelingen met een figuur<br />
als Droogstoppel; samenstelling van <strong>het</strong> boek; gedaanten waarin <strong>de</strong><br />
schrijver <strong>voor</strong>komt; succes en uitwerking.<br />
14. Houd een lezing over Amazone van Vosmaer. Toon o. m. aan dat<br />
er in <strong>de</strong>zen roman een te veel aan bespiegeling is en een Bemis aan<br />
spanning.<br />
BIBLIOGRAPHISCHE NOTA'S<br />
1. Geannoteer<strong>de</strong>, doorgaans goedkoope uitgaven :<br />
Een volledige opsomming van <strong>de</strong> talrijke uitgaven van werk uit <strong>de</strong><br />
19e en 20e eeuwen is onmogelijk en overigens totaal overbodig. Wij beperken<br />
ons dus tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> :<br />
Serie van Keurwerken (Schreu<strong>de</strong>rs, A'dam) :<br />
Aernout Drost : De Pestilentie te Katwijk (A. Verwey — C. G.<br />
N. <strong>de</strong> Vooys). Herdruk bij <strong>de</strong> Wereldbibl. Adam.<br />
Zwolsche Herdrukken (Tjeenk Willink) :<br />
182<br />
Potgieter : Jan, Jannetje en hun jongste Kind (Van <strong>de</strong>n Bosch).<br />
Potgieter : Albert (Engels).<br />
Is. da Costa : Hagar, etc. (Van <strong>de</strong>n Bosch).
De Genestet : Fantasio (Engels).<br />
St.-Nicolaasavond (Van <strong>de</strong>n Bosch).<br />
LIit Multatuli's I<strong>de</strong>en (Prinsen).<br />
Lyceum Herdrukken (Wolters) :<br />
*Gedichten van De Genestet, Staring en Potgieter (Lansberg).<br />
Christel. Letterk. Studien (Sijthoff) :<br />
*Da Costa (Wepenaar).<br />
Bibl. van Ned. Letterk. (Wolters) :<br />
De Genestet : Leekedichtjes (Meyboom).<br />
Lett. Bibl. <strong>voor</strong> Katholieken<br />
Potgieter : 't Is maar een Pennelikker (Vromans).<br />
Meulenhoffs Biblioth. :<br />
*Potgieter, 2 d. (Schepers).<br />
*De Genestet (Prinsen).<br />
*Da Costa (Poelhekke).<br />
*Multatuli (M<strong>de</strong>rkerk).<br />
*Alberdingk Thijm (Poelhekke).<br />
*J. v. Lennep (Buitenrust Hettema).<br />
Dietse Letteren (Meulenhoff, A'dam) :<br />
*Van Lennep : Ferdinand Huyck (Polman Tuin).<br />
*Multatuli : Woutertje Pieterse (Polman Tuin).<br />
Onze Letterkun<strong>de</strong> (Kluwer, Deventer) :<br />
*Ged. van I. da Costa.<br />
"Ged. van P. A. <strong>de</strong> Genestet.<br />
*Proza en poezie v. Potgieter.<br />
Ne<strong>de</strong>rlandsche Schrijvers (Tjeenk Willink) :<br />
*Lilt Potgieters werk (Engels).<br />
Klass. Letterk. Pantheon (Thiemel :<br />
Potgieter : Rijksmuseum (Van Dijk).<br />
Lief en Leed in <strong>het</strong> Gooi (Staverma.n).<br />
Gedichten, 2 d. (Bosman).<br />
De Genestet : Gedichten (Engels).<br />
Is. da Costa : Wachter, wat is er... (Kat).<br />
Hagar en 25 Jaren (Stapelkamp).<br />
Ned. Balla<strong>de</strong>n uit verschill. eeuwen (2 d. Zij<strong>de</strong>rveld).<br />
Keurboeken <strong>voor</strong> Midd. en Normaalond. (Ned. Boekh., Antwerpen) :<br />
*Hil<strong>de</strong>brand : De Familie Stastok (De Baere-Verboven).<br />
*Hil<strong>de</strong>brand : De Familie Kegge (De Baere-Verboven).<br />
*J. van Maurik : Bloemlezing (De Baere-Verboven).<br />
Keurbladz. uit Ned. Schrijvers (De Seyn-Verhougstraete, Aalst) :<br />
J. A. Alberdingk Thijm (Sterck).<br />
E. J. Potgieter (Vromans).<br />
1. v. Lennep.<br />
183
Ne<strong>de</strong>rl. Schrijvers <strong>voor</strong> <strong>het</strong> M. 0. (Van Hoof, Hoogstraten) :<br />
*Schaepman : 1. Proza; 2. Gedichten (Van Hoeck) ; 3. Gedichten<br />
(Persijn).<br />
*Potgieter : 1. Novellen; 2. Kritieken (De Wals).<br />
*Da Costa (Coussens).<br />
*De Genestet (De Wals).<br />
*L. Mul<strong>de</strong>r (Commissaris).<br />
2. An<strong>de</strong>re uitgaven :<br />
In <strong>de</strong> Wereld<strong>bibliotheek</strong> Potgieter, Aernout Drost, Bosboom-Toussaint,<br />
Alberdingk Thijm, Beets, De Genestet, Van <strong>de</strong> Lin<strong>de</strong> (Schoolmeester),<br />
e. a.<br />
Potgieter : Uit P. Poezie en Inleiding tot P.'s Poezie, 2 d. (Den Hertog).<br />
Potgieter : Florence en Gedroomd Paardrij<strong>de</strong>n (Meerkerk).<br />
Potgieter's Testament (Verwey).<br />
Busken Huet : Uit <strong>de</strong> Litter. Fantasieen en Kritieken, 2 d. (De Vooys —<br />
Staverman).<br />
Multatuli : Keur (van <strong>de</strong>n Bergh v. Eysinga-Elias).<br />
Bloemlezing (Heloize).<br />
Bloemlezing (S. van Praag).<br />
De Genestet : De mooiste Gedichten (Acket).<br />
Schaepman : Bloemlezing (Persijn, bij Futura, Lei<strong>de</strong>n).<br />
Penning : Benjamins Vertellingen, bloeml. (Opstelten).<br />
3. Bronnen <strong>voor</strong> ver<strong>de</strong>re studie :<br />
De Gids, 100' jg., nr 12 (December 1936).<br />
A. VERWEY : Toen <strong>de</strong> Gids werd opgericht. — Het Leven van Potgieter.<br />
PRINSEN : De ou<strong>de</strong> en <strong>de</strong> nieuwe histor. roman in Ne<strong>de</strong>rland. — Multatuli<br />
en <strong>de</strong> Romantiek.<br />
G. BROM : Romantiek en Katholicisme in Ne<strong>de</strong>rland, 2 d. — Barok en<br />
Romantiek. — De Dominee in onze literatuur.<br />
F. COENEN : Dickens en <strong>de</strong> Romantiek.<br />
C. en M. SCHARTEN-ANTINK : Julie Simon, <strong>de</strong> Levensroman van R. C.<br />
Bakhuizen v. d. Brink.<br />
J. M. DE WAAL : Aernout Drost (Utrecht 1918).<br />
ALLARD PIERSON : Ou<strong>de</strong>re Tijdgenooten (Bil<strong>de</strong>rdijk, da Costa, W. <strong>de</strong><br />
Clercq en <strong>het</strong> Reveil). — Willem <strong>de</strong> Clercq naar zijn Dagboek.<br />
M. ELISABETH KLUIT : Het Reveil in Ne<strong>de</strong>rland (A'dam, 1936).<br />
E. GEWIN : In <strong>de</strong&