Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Kroniek van een halve eeuw Belgische Ontwikkelingssamenwerking
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
plattelandsbevolking zo snel mogelijk moeten worden verbeterd. Dit leidt tot<br />
de officiële oprichting <strong>van</strong> het Fonds voor Inlands Welzijn (FIW) op 1 juli 1947.<br />
Vanaf zijn oprichting beschikt dit fonds over belangrijke financiële middelen:<br />
het put daarvoor uit de herstelbetalingen aan Congo en uit <strong>een</strong> groot deel <strong>van</strong><br />
de winst <strong>van</strong> de Koloniale Loterij. Tussen 1948 en 1963 zullen de bedragen<br />
oplopen tot 4,5 miljard <strong>Belgische</strong> frank.<br />
De middelen <strong>van</strong> dit fonds worden vooral ingezet in de strijd tegen de<br />
ondervoeding en voor de bouw <strong>van</strong> vele ziekenhuizen, dispensaria en<br />
scholen op het platteland. Dankzij dit fonds kan bovendien ingestaan worden<br />
voor de drinkwatervoorziening, de organisatie <strong>van</strong> het platteland en het<br />
financieren <strong>van</strong> aantal specifieke studies. Vanaf 1958 worden de<br />
leidinggevenden ver<strong>van</strong>gen door Afrikanen voert men <strong>een</strong> vorm <strong>van</strong><br />
medezeggenschap in, waarbij de Afrikaanse bevolking kan meebeslissen<br />
over de ontwikkeling en het beheer <strong>van</strong> projecten.<br />
Het FIW blijft ondanks alles <strong>een</strong> koloniale instelling en in 1964 wordt het<br />
opgeheven en ver<strong>van</strong>gen door de Internationale Vereniging voor<br />
Plattelandsontwikkeling Overzee (IVPO). Het IVPO neemt de teams <strong>van</strong> het<br />
FIW over, en werkt volgens dezelfde methodes en aan dezelfde projecten in<br />
Congo, Rwanda en Burundi. Maar dit fonds staat ook open voor andere<br />
landen en continenten en werkt samen met internationale instellingen. Het<br />
wordt gefinancierd met <strong>een</strong> deel <strong>van</strong> de inkomsten <strong>van</strong> de Nationale Loterij.<br />
In datzelfde jaar probeert de <strong>Belgische</strong> overheid <strong>een</strong> kaderregeling op te<br />
stellen om de arbeidssituaties <strong>van</strong> alle ontwikkelingswerkers met elkaar in<br />
over<strong>een</strong>stemming te brengen. Sommigen <strong>van</strong> hen hebben nog steeds het<br />
oude statuut <strong>van</strong> administratieve ambtenaren in Afrika, terwijl anderen aan het<br />
werk zijn met <strong>een</strong> bijzonder contract voor ambtenaren die na 1960 zijn<br />
aangenomen. Ook de verschillende socialezekerheidsfondsen, <strong>een</strong><br />
overblijfsel uit de koloniale periode, moeten worden geharmoniseerd. Daarom<br />
richt de overheid de Dienst voor Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) op.<br />
Op het vlak <strong>van</strong> de studiebeurzen komt er <strong>van</strong>af 1963 verbetering in de<br />
situatie: er wordt <strong>een</strong> lijst opgesteld <strong>van</strong> de studierichtingen die in aanmerking<br />
komen voor <strong>een</strong> studiebeurs. Dat zijn bijvoorbeeld de lerarenopleiding voor<br />
studenten die <strong>een</strong> universitair diploma hebben behaald en medische en<br />
technische opleidingen.<br />
In de jaren 1964 en 1965 worden er nieuwe, belangrijke initiatieven genomen.<br />
In deze periode breidt de <strong>Belgische</strong> ontwikkelingssamenwerking zich uit naar<br />
nieuwe landen, waarmee de <strong>Belgische</strong> staat g<strong>een</strong> speciale band heeft: in<br />
1964 is dat Tunesië, in 1965 Peru en Marokko. Bij de samenwerking met<br />
Marokko denkt men voor het eerst aan <strong>een</strong> langetermijnprogramma. In dit<br />
programma wordt geopteerd voor de opleiding <strong>van</strong> landbouwkundige<br />
21