Burgerjaarverslag en jaarverslag - Provincie Utrecht

commissaris van de Koningin
Utrecht in 2010
Utrecht in 2010
– Burgerjaarverslag
– Jaarverslag

Utrecht in 2010
– Burgerjaarverslag
– Jaarverslag

Utrecht in 2010
Inhoud
VOORWOORD
Jaarverslag
I Veiligheid 43
Burgerjaarverslag
II Burgemeesters 49
I Follow up aanbevelingen uit 2009 11
II De provincie Utrecht 13
III Burgerparticipatie 19
III Andere werkzaamheden 53
IV Ontmoetingen 57
V Bruggen bouwen 61
IV Dienstverlening 25
V Klachten en bezwaren 33
Bijlagen
VI Aanbevelingen 2010 39
I Tijdslijn 69
Colofon
April 2011
Provincie Utrecht
Postbus 80300
3508 TH UTRECHT
II Ambtsinstructie 79
III Nevenfuncties 85
IV Ontheffingen, vergunningen
en meldingen 87
Productie: Kabinet commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht
Eindredactie: Kabinet commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht
Fotografie: Marlies Verhoef, Ruud Mulders, Fieke Payens, Geeske Stoker,
Willem Mes, Berry geerlings, Annemarie Goorkate, provincie Utrecht.
Vormgeving: MultiMediaCentrum, provincie Utrecht
Opmaak- en lithowerk: Veronica Litho bv, Hilversum
Drukwerk: RotoSmeets, GrafiServices, Utrecht
SCS-COC-00812

4
Utrecht in 2010
v o o r w o o r d
Voorwoord

Utrecht in 2010
v o o r w o o r d
6 7
vooraf ...
De commissaris van de Koningin samen met Tobias Witteveen,
voorzitter van Bartiméus, en Ids Dubbink, bewoner van Bartiméus,
in afwachting van de eerste steenlegging van drie nieuwe gebouwen
van Bartimeus op 23 september 2010.
In gesprek met de commissaris van de
Koningen, de heer R.C. Robbertsen, over het
jaar 2010, de kwaliteit van de provinciale
dienstverlening en het bouwen van bruggen.
Commissaris, 2008 noemde u turbulent, 2009
bewogen, hoe was 2010?
Ik zou willen zeggen enerverend, maar eigenlijk
is dat gewoon een synoniem van bewogen, het
woord dat ik vorig jaar gebruikte. Eigenlijk past
dat ook wel: de laatste jaren waren allemaal
hectisch, bewogen en enerverend. Dat is niet
per definitie iets verkeerds. Er gebeurt gewoon
een heleboel. Het wordt steeds moeilijker om
te voorspellen wat er in een jaar gaat gebeuren.
We krabbelen langzaam op uit een economische
crisis, maar spannend blijft onze weg.
Bovendien zijn we steeds meer aan elkaar verbonden
door digitale lijntjes van de sociale
media. Over alles wordt direct getwitterd, wat
steeds weer besluiten en meningen beïnvloedt.
Het wordt daardoor steeds moeilijker om
hoofdlijnen van bijzaken te scheiden.
Hoofdlijnen scheiden van bijzaken, lukt de
provincie dat wel?
We doen ons best. Ik merk wel dat we moeten
oppassen voor de waan van de dag. Den Haag
heeft daar overigens nog meer last van dan wij.
De krant bepaalt daar inmiddels teveel de
agenda. Bij de provincie is dat minder het
geval. We willen vooral met de inhoud bezig
zijn. En dat lukte heel aardig in 2010.
Waarin zien we dat terug?
In al onze plannen en projecten. Zo hebben we
in 2010 belangrijke stappen gezet in de verbetering
van onze bereikbaarheid, onder meer
een akkoord gesloten met het Rijk over de
investering in de Ring Utrecht en een tram van
Utrecht CS naar het Science Park. We hebben
de kennisregio Utrecht gepresenteerd op het
grootste podium ter wereld, de World Expo
Sjanghai en in het opkomende India. We hebben
samen met onze partners een convenant
Groot-Wilnis-Vinkeveen getekend over de toekomst
van dat gebied. Er is een nieuw waterplan,
waarin we ons waterbeleid voor de
komende vijf jaar hebben vastgelegd. Kerken
zijn gerestaureerd en Kasteel Amerongen
wordt na een grondige restauratie heropend in
2011. Vanuit de Sociale Agenda hebben we
naast de nodige aandacht voor de jeugdzorg
b.v. de Kamer met Kansenfoyers, bijzondere
huisvestingsmogelijkheden voor jongeren, helpen
realiseren. En bovendien hebben we slagen
gemaakt in de aanpak van de leegstand
van kantoorpanden en de herstructurering van
bedrijventerreinen. En bij alles wat we doen,
houden we de balans tussen wat goed is voor
mens, natuur en portemonnee goed in de
gaten. Onze duurzaamheidsagenda 2040
zorgt ervoor dat we ons steeds bewuster worden
over onze toekomst.
En hoe gaat dat?
Heel goed. In 2010 werd Utrecht door de Vereniging
Cultuurlandschap verkozen tot de
mooiste provincie van de Randstad. Door de
Rabobank tot de meest duurzame van Nederland.
En door de Europese Commissie tot de
meest competitieve van Europa.
En dat komt allemaal door het werk van de
provincie?
Niet alleen door het werk van de provincie,
maar we leveren wel een belangrijke bijdrage
en maken soms het verschil. Het zijn de bedrijven
en de instellingen die het doen. We hebben
geweldige partners. Samen met hen willen wij
ervoor zorgen dat Utrecht een topregio blijft.
Wat is de rol van de provincie daarin?
Wij zijn vaak de verbindende schakel die partijen
bij elkaar brengt. De huidige uitdagingen
en problematiek vragen om de provincie als

8
Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
actieve en initiërende regisseur. En die rol vervult
de provincie met enthousiasme, want die
rol staat ons goed. We brengen partijen samen
en zoeken de gemene deler. We bouwen de
figuurlijke bruggen.
Vandaar die brug op de omslag..
Ja, dat is het doel dat wij beogen te bereiken.
Door samen te werken aan een nog mooier en
sterker Utrecht. En daarvoor zijn strategische
allianties niet alleen nuttig, maar ook noodzakelijk.
Bijvoorbeeld bij onze missie Utrecht te
versterken als topregio op het gebied van kennis
en cultuur. En natuurlijk is het ook gewoon
een prachtige foto van een mooie brug: de
Prins Clausbrug, in 2003 geopend door Prinses
Máxima.
Hoe gaat het met de dienstverlening van de
provincie Utrecht?
Elk jaar beter. Zoals u in dit verslag kunt lezen,
betalen we de facturen vaker op tijd, trekt onze
website steeds meer bezoekers, nemen we de
telefoon sneller op en behandelen we de
bezwaarschriften vrijwel altijd binnen de wettelijke
termijn. Natuurlijk zijn er zaken die beter
kunnen en die zelfs beter moeten. Die onderwerpen
komen ook aan bod in dit verslag. In
het hoofdstuk Aanbevelingen 2011 leest u daarover.
In het Burgerjaarverslag 2009 vertelde u dat de
provincie volop meedoet aan de discussie over
de toekomst van het middenbestuur. Hoe staat
het daarmee?
In 2010 kwam er een nieuw kabinet met ambitieuze
plannen voor een effectiever, slagvaardiger
en democratischer bestuur. Kortom, een
beter bestuur voor minder geld. De provincie
Utrecht deelt die ambities en constateert dat er
grote mate van overeenkomst is in denken.
Echter, wij willen niet afwachten, niet toekijken
wat er in Den Haag gebeurt, maar zelf het initiatief
nemen en met voorstellen te komen.
Intern zijn er stappen gezet om te komen tot
een slankere overheid zowel op de werkvloer
als bij de top. Daarnaast gaat onze provincie
intensiever samenwerken met Noord-Holland
en Flevoland op een aantal onderwerpen zoals
Openbaar Vervoer, beheer en onderhoud provinciale
wegen en vergunningverlening en
handhaving.
Wat verwacht u van 2011?
Op het moment van schrijven, hebben we net
een nieuw college. Dat gaat nu voortvarend
aan de slag. Enerzijds met alle goede dingen
waar we al mee bezig waren. Anderzijds, met
het waarmaken van de grote ambities die de
partijen hebben uitgesproken tijdens de verkiezingscampagne.
Hoe dan ook, het wordt weer
een bewogen en enerverend jaar. In elk geval
een interessant jaar. Daar ben ik van overtuigd!
Burgerjaarverslag

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
10 11
I Follow-up aanbevelingen 2009
Elk jaar doe ik in mijn burgerjaarverslag aanbevelingen
aan Provinciale Staten en het college
van Gedeputeerde Staten voor een (nog) betere
dienstverlening van de provincie Utrecht. In dit
hoofdstuk leest u wat er in 2010 is gebeurd met
de aanbevelingen uit mijn vorig burgerjaarverslag.
Facturen op tijd betalen
In 2008 bleek dat 20 procent van de facturen niet
op tijd werd betaald. Ik heb toen de aanbeveling
gedaan dit percentage in 2009 te verminderen
naar maximaal 10 procent. Dit streven is niet
gehaald. Het aantal te laat betaalde rekeningen
steeg in 2009 juist naar 23 procent.
In een tijd waarin bedrijven het moeilijk hebben
en vaker moeten wachten op hun geld, wil de provincie
graag een betrouwbare partner zijn.
Daarom heb ik in mijn burgerjaarverslag 2009
nogmaals aandacht gevraagd voor de tijdige
betaling van facturen. Om een betrouwbare
partner te zijn, moet de provincie niet meer dan
10 procent van de facturen langer dan 30 dagen
laten liggen.
Hoewel dit streven nog niet is gehaald, is er
wel een forse verbetering te zien in de afhandeling
van de facturen. Werd in 2009 nog 23 procent
te laat betaald, in 2010 is dit percentage
gedaald naar 12,7 procent.
In 2010 is in de maandelijkse rapportages aan
de afdelingen is voor het eerst steeds aandacht
besteed aan de betaaltermijnen van de facturen.
Deze zichtbaarheid heeft dus direct een
gunstig effect gehad. Daar wordt in 2011 mee
doorgegaan. We zijn dus op de goede weg,
maar het kan en moet nog beter. Daarom doe
ik dit jaar opnieuw de aanbeveling minimaal
90% van de facturen op tijd te betalen.
Zorgen voor centrale registratie klachtenmeldpunten
De provincie heeft verschillende klachtenmeldpunten.
Niet elk meldpunt registreert de klachten
even nauwkeurig. Daardoor is er geen goed
beeld van het aantal klachten dat binnenkomt en
de termijn waarbinnen deze worden afgehandeld.
Het zou goed zijn als er voor alle klachtenmeldpunten
een centraal klachtenmeldsysteem
komt.
Helaas is er geen actie ondernomen naar aanleiding
van deze aanbeveling.
Het opzetten van een centraal klachtenmeldsysteem
is in lijn met de bevindingen van de
visitatiecommissie die de bestuurskrachtmeting
in onze provincie heeft uitgevoerd. Met
een centraal klachtenmeldsysteem kan de provincie
beter monitoren waarover de klachten
gaan, om hoeveel klachten het per tijdsperiode
gaat, en binnen hoeveel tijd deze klachten worden
afgehandeld. Ik beveel een centraal klachtenmeldsysteem
daarom nogmaals in dit burgerjaarverslag
aan. En nu met een streep eronder.
Meer aandacht schenken aan interactieve
beleidsvorming
Interactieve beleidsvorming hoort bij een open en
transparante provincie en wordt steeds meer toegepast
binnen de provinciale organisatie. Bijvoorbeeld
bij het ruimtelijk plan voor Soesterberg en
bij Utrecht 2040. De provincie kent echter geen
standaard procedure en eenduidige werkwijze.
Het gevolg is dat interactieve beleidsvorming
steeds op een andere manier vorm krijgt. Het zou
goed zijn de kennis en ervaring op dit gebied te
bundelen.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
12 13
Op dit moment is er een kader voor participatie
in ontwikkeling. Dit zal in 2011 leiden tot een
uitvoeringskader waarmee de interactieve
beleidsvorming binnen de ambtelijke organisatie
systematischer en integerder zal worden
opgepakt. Hiermee wordt de in de organisatie
aanwezige kennis en ervaring gebundeld. Ook
zal de organisatie aangepast worden door
directere aansturing van grotere afdelingen
door minder directeuren en minder afdelingshoofden.
Hierdoor gaan we integraler werken
en wordt interactieve beleidsvorming met onze
partners ook beter mogelijk.
De naleving van mandaten onderzoeken
In het Organisatiebesluit provincie Utrecht 2004
zijn de mandaten geregeld. Gemandateerde provinciemedewerkers
kunnen namens Gedeputeerde
Staten een besluit nemen of een brief tekenen.
Op dit moment bestaat er geen overzicht
van alle besluiten die krachtens mandaat zijn
genomen. Daarom is de provincie van plan een
audit uit te voeren over de besluiten die in mandaat
zijn genomen.
In 2010 heeft een controle plaatsgevonden
naar de beheersing van mandatering in de
organisatie. Er is gekeken naar de uitvoering
van de volgende mandaatbesluiten: Organisatiebesluit
provincie Utrecht 2004, Mandaatbesluit
secretaris en Ondermandaatbesluit directeuren.
Bij zes afdelingen is in dossiers een
steekproef genomen naar de uitvoering van de
mandaatbesluiten.
Bij de onderzochte afdelingen zijn de mandaatregels
over het algemeen conform de opzet
van de mandaatbesluiten uitgevoerd. In een
aantal gevallen, waar de gemandateerde voor
ondertekening was vervangen door een ander
daarvoor geautoriseerd persoon, bleek de
naam en functie van deze vervanger niet vermeld
in de correspondentie. Hiervoor ontbreekt
ook een duidelijke instructie, en deze is
als een van de aanbevelingen in het rapport
opgenomen.
De audit fungeert als de eerste periodieke
toets op naleving van de mandaatbesluiten.
Het rapport is in december met de opdrachtgever
besproken. In 2011 worden de aanbevelingen
opgepakt. Ook zal gekeken worden naar
bevoegdheidsverdeling tussen afdelingshoofden,
directeuren en GS leden.
II De provincie Utrecht
In 2010 telde de provincie Utrecht 29 bruisende
gemeenten met in totaal 1.220.910 inwoners.
De 1.449 vierkante Utrechtse kilometers laten
een gevarieerd landschap zien. Een prachtig,
dynamisch gebied dat zeer de moeite waard is
om je als Provinciale Staten, Gedeputeerde
Staten en als commissaris van de Koningin
voor in te zetten.
In dit hoofdstuk leest u meer over de provinciale
organisatie.
Uit mijn toespraak op de nieuwjaarsbijeenkomst
voor het personeel (5 januari):
“In het jaar 1375 werd de Stichtse Landbrief
ondertekend. Eigenlijk het ontstaan van de
Staten van Utrecht. In de eeuwen erna speelden
de Staten afwisselend een aanzienlijke dan
wel een beperkte rol. Ze bleven echter altijd
bestaan: uiteindelijk overleefden ze de Bourgondische
hertogen, de Spaanse bezetting en
Lodewijk Napoleon. Keer op keer bleek dat ze
nodig waren. Keer op keer bewezen de Provinciale
Staten hun bestaansrecht. Hoe ze dat
deden? Steeds weer pasten de Staten zich aan,
aan de uitdagingen van de tijd.”
Provinciale Staten (PS)
Tabel: Zetelverdeling Provinciale Staten 2007-2011
CDA 11 ChristenUnie 4
VVD 10 D66 2
PvdA 8 Mooi Utrecht 1
SP 5 Partij voor de Dieren 1
GroenLinks 4 SGP 1
Binnen Provinciale Staten zijn er commissies
die het voorbereide werk doen. De provincie
Utrecht heeft vier van deze Statencommissies.
Een onderwerp wordt eerst besproken in een
commissievergadering. Pas daarna komt het
op de agenda van Provinciale Staten.
Tabel: Statencommissies
de commissie Milieu, Mobiliteit en Economie (MME)
de commissie Bestuur, Europa en Middelen (BEM)
de commissie Wonen, Maatschappij en Cultuur (WMC)
de commissie Ruimte, Groen en Water (RGW)
Een vergadering
van Provinciale
Staten.
Elke provincie heeft haar eigen Provinciale Staten
(PS). De leden van Provinciale Staten vormen
samen de vertegenwoordig van de inwoners:
de volksvertegenwoordiging. Ze worden
eens in de vier jaar rechtstreeks door de inwoners
gekozen.
Het aantal leden van Provinciale Staten varieert
– afhankelijk van het aantal inwoners van
de provincie – tussen de 39 en 55. Onze provincie
heeft 47 Statenleden.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
14 15
Ralph de Vries, plaatsvervangend voorzitter Provinciale Staten:
“Provinciale Staten van Utrecht hebben in 2010 concrete stappen
gezet ter verbetering van het politieke debat en de besluitvorming.
Meer discussie op hoofdlijnen, vaste spreektijden per statenvoorstel en
een heldere stemprocedure maken de kaderstellende en controlerende
taak van de leden van Provinciale Staten als volksvertegenwoordigers
doorzichtiger en toegankelijker.”
Gedeputeerde Staten (GS)
Provinciale Staten kiezen een dagelijks bestuur:
het College van Gedeputeerde Staten (GS).
Tabel: Samenstelling College van Gedeputeerde
Staten in 2010
De heer R.C. Robbertsen
voorzitter
De heer J.W.R. van Lunteren (VVD)
Mobiliteit, Economische Zaken en Kerntakendiscussie
Lodders
Mevrouw A.H. Raven BA (CDA)
Financiën, Samenleving en Cultuur
De heer drs. W.M. de Jong (CU)
Wonen, Milieu, Duurzaamheid en Strategie
De heer drs. R.W. Krol (CDA)
Ruimtelijke Ordening, Stedelijke Vernieuwing en
Landelijk Gebied
De heer J. Binnekamp (VVD)
Water, Europa, Organisatie en Communicatie
Mevrouw M. Haak-Griffioen (CU)
Zorg, Jeugd, Onderwijs en Bestuurlijke Organisatie
De heer drs. H.H. Sietsma
secretaris
Commissaris van de Koningin
Als commissaris van de Koningin ben ik voorzitter
van zowel Gedeputeerde Staten als Provinciale
Staten. In Gedeputeerde Staten ben ik
niet alleen voorzitter, maar ook lid. Dat betekent
dat ik ook stemrecht heb.
Daarnaast heb ik een aantal provinciale taken
op het gebied van representatie en promotie
van de provincie Utrecht, internationale zaken,
juridische zaken en de archiefinspectie.
Als rijksorgaan ben ik verantwoordelijk voor
rijkstaken. Dat zijn taken die mij rechtstreeks
door de Kroon zijn opgedragen, onder meer op
het gebied van burgemeesterszaken, crisisbeheersing
en aangelegenheden Koninklijk Huis.
Daarnaast houd ik toezicht op politie en veiligheidsregio,
leg ik gemeentebezoeken af en
onderhoud ik contacten met rijksfunctionarissen
in de provincie. Bovendien ben ik (mede)
verantwoordelijk voor de advisering over
Koninklijke onderscheidingen en predikaten.
Over de uitvoering van deze taken in 2010 leest
u in het tweede deel van dit verslag.
Besturen met hart voor de toekomst
2010 was het laatste volledige jaar van het college
VVD-CDA-ChristenUnie in deze statenperiode.
Vanaf 2007 zijn we hard aan de slag
geweest om Utrecht mooier te maken. Tot de
zomer van 2008 bestond de coalitie uit VVD-
CDA-PvdA.
Eind 2010 heeft het college een overdrachtsdocument
vastgesteld. In dit document is de
balans opgemaakt: wat hebben we bereikt,
wat speelt er, en wat zijn per november 2010
Het college van GS met van links naar rechts:
dhr. J. Binnekamp, dhr. drs. R.W. Krol, dhr.
J.W.R. van Lunteren, mw. M. Haak-Griffioen,
dhr. drs. H.H. Sietsma, dhr. drs. W.M. de Jong,
mw. A.H. Raven BA, dhr. R.C. Robbertsen.
de financiële mogelijkheden. Daarbij hebben
we vooral gekeken naar de doelen van het collegeprogramma.
Een deel van die doelen zal
pas in 2011 en later worden gerealiseerd. Het
overdrachtsdocument is begin 2011 aangeboden
aan Provinciale Staten en gebruikt bij het
samenstellen van het coalitieakkoord 2011-2015.
Financiën
De provincie krijgt haar geld voornamelijk via
de rijksoverheid.
Het gaat grotendeels om doeluitkeringen: geld
dat bestemd is voor bijvoorbeeld jeugdzorg,
Inrichting Landelijk Gebied en voor verkeer en
vervoer.
Daarnaast krijgt de provincie inkomsten uit het
Provinciefonds van de rijksoverheid. Hoe hoog
dit bedrag is, hangt onder andere af van het
aantal inwoners en de oppervlakte van de provincie.
Dit geld heeft geen specifieke bestemming;
de provincie mag het naar eigen inzicht
verdelen over de uitvoering van wettelijke taken
en eigen beleid.
Ook ontvangt de provincie inkomsten uit provinciale
opcenten op de Motorrijtuigenbelasting
(MRB) en uit de heffing van provinciale
leges, zoals grondwaterheffing. Ten slotte krijgt
de provincie jaarlijks rente en dividend over het
belegd vermogen.
Bezuinigingen
De afgelopen jaren werden de gevolgen van de
economische crisis steeds zichtbaarder. Ook
de overheid moet flink bezuinigen om haar
financiën op orde te krijgen. Het huidige kabinet
wil een bezuiniging van 18 miljard euro
doorvoeren. Dat raakt opnieuw de provincie.
Want alleen de afgelopen vier jaar heeft de provincie
vier keer 23 miljoen afgedragen aan het
rijk. Inkomen en vermogen lopen dus terug als
antwoord daarop hebben we eenmalig € 33 miljoen
op het Coalitieakkoord 2007-2011 bezuinigd
om de begroting 2011 sluitend te maken.
Daarnaast houden we in onze meerjarenbegroting
rekening met een extra structurele korting
van het Rijk op het provinciefonds.
Vernieuwd middenbestuur
Het kabinet heeft forse ambities voor het openbaar
bestuur in de Randstad. De provincie
Utrecht voelt daarom de urgentie om samen
met alle partners mogelijke posities te bepalen.
Dat is de reden dat we in 2010 een stuk
hebben opgesteld: ‘Je gaat erover of niet; Provincie
Utrecht in bestuurlijk perspectief van
Regeerakkoord’.
Hierin staat dat wij onze verantwoordelijkheid
nemen, en actief en op transparante wijze deelnemen
aan de discussie over de toekomst van
het middenbestuur. In december is dit stuk
door Provinciale Staten vastgesteld. De Staten
hebben benadrukt dat de inhoudelijke problemen
centraal moeten staan bij het zoeken naar
oplossingen. Pas daarna komt een mogelijke
nieuwe structuur in beeld.
Brief aan minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (BZK)
Het kabinet staat open voor initiatieven van de
betrokken besturen. In februari 2011 heb ik
daarom samen met de commissarissen van
Noord-Holland en Flevoland, namens de drie
provincies een brief naar minister J.P.H. Donner
van BZK gestuurd. Daarin hebben we
geschreven dat we de komende tijd intensiever
gaan samenwerken op een aantal terreinen en
dat we daarnaast onderzoeken wat op grond
van inhoud de voordelen zijn van een eventuele
fusie van de provincies Utrecht, Noord-Holland
en Flevoland. Die voordelen moeten aanzienlijk
zijn, willen we tot fusie overgaan.
Bestuurskrachtmeting
In 2009 hebben Gedeputeerde Staten van
Utrecht opdracht gegeven om een bestuurskrachtmeting
te laten uitvoeren. Dat deden we
samen met de andere drie provincies in de
Randstad. Een bestuurskrachtmeting is een
instrument dat meet hoe de provincie functioneert.
De bestuurskrachtmeting vloeit voort uit het
bestuursakkoord tussen de twaalf provincies
en het Rijk uit 2008. Daarin is onder meer afgesproken
dat alle provincies hun bestuurskracht

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
16 17
De provincie
heeft een
strategie
ontwikkeld om
de doelen van
Utrecht 2040 te
realiseren.
laten meten. Gezien hun gemeenschappelijke
opgaven en uitdagingen in de Randstad, hebben
Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland
besloten de meting gezamenlijk uit te
laten voeren.
Een onafhankelijke visitatiecommissie, onder
leiding van dhr. L.M.L.H.A. Hermans, heeft de
bestuurskrachtmeting uitgevoerd. Het was de
eerste keer dat dit gebeurde in de provincie
Utrecht.
De commissie heeft verschillende terreinen
onder de loep genomen: zeven wettelijke
beleidsterreinen (waaronder jeugdzorg en
onderhoud wegen), twee Randstadopgaven en
drie provinciespecifieke beleidsterreinen. In
alle provincies zijn gesprekken gevoerd met
gedeputeerden, statenleden, provinciale ambtenaren,
gemeenten, waterschappen en maatschappelijke
instellingen en organisaties.
Op 13 januari 2010 heeft de visitatiecommissie
de rapporten van de bestuurskrachtmetingen
overhandigd aan de provincies Flevoland,
Utrecht en Noord- en Zuid-Holland. Uit de rapporten
blijkt dat de provincies hun wettelijke
taken over het algemeen efficiënt en effectief
uitvoeren. Maar hier en daar kan het beter,
zoals b.v. ten aanzien van integraal werken. Al
deze aanbevelingen moeten we ter harte
nemen en oppakken. Ook het duale systeem
kan in de vier provincies nog wel een impuls
gebruiken, net als samenwerking binnen de
Randstad.
Verbeterplan
Op basis van de uitkomsten van de bestuurskrachtmeting
heeft de provincie Utrecht gekeken
welke verbeteringen mogelijk zijn. Dit verbeterplan
is op 27 september door Provinciale
Staten van Utrecht vastgesteld.
Het doel van het verbeterplan is tweeledig.
Allereerst laten wij met het verbeterplan op een
transparante en concrete manier zien dat wij
actief willen leren van de uitkomsten van de
bestuurskrachtmeting. Daarnaast bevat het
verbeterplan een overzicht van verbeteringen
voor 5 thema’s:
1. Utrecht 2040: strategische middellange termijnagenda.
Samen met partners in de regio ontwikkelen
wij een middellange termijnagenda om de
doelen van Utrecht 2040 te kunnen realiseren.
2. Samenwerking met partners.
Goede samenwerking begint met het helder
en expliciet benoemen van het provinciaal
belang, de rol en positie van de provincie en
die van onze samenwerkingpartners. Hierdoor
is vanaf het begin voor onze partners
duidelijk wat ze van ons kunnen verwachten.
Gemeenten en andere partners betrekken
we bij de uitwerking van de discussienotitie
Samenwerking tot beleid. In de definitieve
versie van deze notitie staan de concrete
consequenties voor de komende periode
van ons handelen conform de vastgestelde
uitgangspunten.
3. Versterking integraal werken.
Meer integraliteit in ons handelen is een
verantwoordelijkheid van bestuur én organisatie.
In het verbeterplan besteden we
aandacht aan mogelijkheden tot verbetering
op verschillende niveaus: resultaten,
processen, producten en houding en
gedrag van betrokkenen.
4. Versterking samenwerking binnen de Randstad.
Hieronder vallen onder meer het programma
Randstad Urgent, de strategische
EU Randstadagenda en Public Affairs.
5. Versterking van de effectiviteit van Provinciale
Staten.
De Staten hebben de versterking van de
effectiviteit meegenomen in de werkzaamheden
van de werkgroep Balemans. Een statenwerkgroep,
die zich bezig heeft gehouden
met een meer effectieve en open
vergader- en werkwijze van Provinciale Staten.
De resultaten hiervan zijn inmiddels via
twee statenbesluiten in juni 2010 en februari
2011 succesvol ingevoerd. In een notendop:
de Staten hebben meer contact met burgers,
instellingen en bedrijven in de samenleving
en zijn meer aan de voorkant betrokken
bij de beleidsvorming door GS.
Voor elk van de genoemde thema’s is een
bestuurlijk en een ambtelijk verantwoordelijke
aangewezen. De uitvoering vindt zoveel mogelijk
in de lijn plaats en sluit aan bij bestaande
verantwoordelijkheden en taken. Er komt een
kwalitatieve terugkoppeling in het overdrachtsdocument.
De ultieme ‘controle’ is de nieuwe
bestuurskrachtmeting over 4 jaar.
Voortgang huisvesting
Provinciale Staten hebben in 2009 ingestemd
met de aankoop van het nieuwe Provinciehuis
in Rijnsweerd. In 2010 zijn de voorbereidende
werkzaamheden uitgevoerd om het pand in
2011 te verbouwen en in te richten.
Programma van eisen
Er is in de eerste helft van 2010 een programma
van eisen opgesteld. Dit programma van eisen
biedt kansen om in de nieuwe huisvesting een
moderne, flexibele werkomgeving te creëren
voor de ambtelijke organisatie. Een werkomgeving
die de doelstellingen ten aanzien van het
anders werken van de organisatie optimaal
ondersteunt. Klantgericht werken, externe oriëntatie,
flexibiliteit, externe en interne samenwerking
staan hierbij centraal. Immers: de
samenleving verandert, de rol van de overheid
verandert en de ambtenaren van de provincie
Utrecht veranderen mee.
Het programma van eisen is de basis geweest
voor een definitief ontwerp dat in september
door GS is goedgekeurd. In december is het
werk gegund aan Structon Bouw. Zo kon de
verbouwing direct starten na het in eigendom
krijgen van het gebouw. In het eerste kwartaal
van 2012 kan het nieuwe provinciehuis in
gebruik worden genomen.
Het gebouw is groter dan noodzakelijk voor het
provinciaal bestuur en de organisatie. Daarom
is het voor een deel langjarig verhuurd.
Op deze manier kan de provincie Utrecht op
een toegankelijke locatie in een markant
gebouw een bestuurscentrum creëren binnen
de voorwaarden die de Staten hebben gesteld.
Verkoop huidige Provinciehuis
Begin 2011 is ons huidige Provinciehuis verkocht
aan een particulier belegger. Deze belegger
gaat het gedeeltelijk blijvend verhuren als
kantoor. Een ander deel wordt vermoedelijk
ingericht als studentenhuisvesting.
Paushuize
Paushuize is de representatieve ontvangstruimte
in de binnenstad. Regelmatig ontvangt
de provincie daar belangrijke partijen. In 2010
Ondertekening
van het
koopcontract van
het nieuwe
Provinciehuis
door
gedeputeerde
dhr. J. Binnekamp
en de commissaris
van de Koningin
op 22 april 2010.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
18 19
III Burgerparticipatie
We willen onze inwoners betrekken bij het
maken en uitvoeren van ons beleid. Dat doen
we bij de vierjaarlijkse verkiezingen van de
leden van Provinciale Staten, maar ook tussentijds.
In dit hoofdstuk leest u meer over de verschillende
vormen van burgerparticipatie bij de
provincie in 2010.
waren er 71 insprekers en in het jaar daarna 39.
In 2008 ging de inspraak voor een groot deel
over de herindelingen in het noordwesten van
onze provincie. De nieuwe gemeenten Stichtse
Vecht en De Ronde Venen, die uit die herindelingen
ontstonden, zijn per 1 januari 2011 een
feit.
De ontdekte
muurschildering
van Koningin
Wilhelmina.
Vormen van participatie
Er zijn verschillende manieren waarop u als
burger invloed kunt uitoefenen op het bestuur
van onze provincie: via inspraak, het burgerinitiatief
of via diverse interactieve projecten.
Tabel: Insprekers per commissie
Commissies 2008 2009 2010
Milieu, Mobiliteiten Economie 16 13 1
Bestuur, Europa en Middelen 22 2 -
Wonen, Maatschappij en Cultuur 19 2 3
Ruimte, Groen en Water 14 19 25
Pakketstudies (ad-hoccommissie) - 3 1
kon dat helaas niet. Vrij snel na de nieuwjaarsreceptie,
die daar nog wel georganiseerd
werd, is Paushuize gesloten voor een hoognodige
grondige restauratie.
Paushuize werd in 1517 gebouwd in opdracht
van onze eerste en enige Nederlandse paus:
Adrianus VI. Paushuize is, na Stadskasteel
Oudaen, het oudste pand van de stad Utrecht.
Een monument als Paushuize, al eeuwen –zij
het met enige onderbrekingen- in bezit van
onze provincie, moeten we koesteren en dus
goed onderhouden. In 2010 zijn we daarom
begonnen met een restauratie. We willen Paushuize
zijn historische waarde teruggeven, de
gebruikersvriendelijkheid verhogen en het
gebouw tot een van de meest energiezuinige
monumenten van Nederland maken.
Ook zal het gedeeltelijk voor het publiek worden
opengesteld en zal het overgrote deel
commercieel worden geëxploiteerd.
Tijdens de werkzaamheden in Paushuize zijn
in de kelders bijzondere vondsten gedaan. Het
gaat om bijzondere delen van het oude gebouw
en sporen uit de Romeinse tijd. Verder zijn er
achter de verf- en behanglagen verschillende
muurschilderingen teruggevonden uit 1830. In
december ontdekten de restaurateurs in de
Spiegelzaal een muurschildering van Koningin
Wilhelmina als tienjarig meisje.
De restauratie wordt in 2011 afgerond.
Inspraak
In vergaderingen van Statencommissies kunnen
burgers het woord vragen. Het afgelopen
jaar gebeurde dat dertig keer. Bij de commissie
Ruimte, Groen en Water (RGW) kwamen veruit
de meeste insprekers.
In totaal waren er in 2010 opvallend minder
insprekers dan in de voorgaande jaren. In 2008
Inspreken tijdens een commissievergadering
In commissievergaderingen mag u zelf het
woord voeren. We noemen dat ‘inspreken’. Om
in te spreken, moet u zich minimaal één werkdag
vóór de commissievergadering aanmelden
bij de Statengriffie. Staat uw onderwerp niet op
de agenda, dan dient u dit minimaal een week
van tevoren aan te melden bij de Statengriffie.
Geef duidelijk aan over welk onderwerp u wilt
inspreken. Meer informatie vindt u op onze
website. (bron: www.provincie-utrecht.nl)
De onderwerpen uit de commissie RGW raken
de directe leefomgeving van onze inwoners.
Het gaat om natuur, recreatie en indeling van
de ruimte. Omdat die onderwerpen dicht bij de
mensen staan, komen er relatief veel insprekers
naar die commissie.
De Staten hebben zelf vijf insprekers in de
commissie RGW uitgenodigd. Deze insprekers
konden de commissie deskundige input geven
voor de Landbouwvisie. De vijf deskundigen
vertegenwoordigden de Rabobank, het Louis
Bolk Instituut, LTO Noord, Platform Biologica
en Wageningen University. Het was de eerste
keer dat de commissie zich vooraf liet informeren
over nog op te stellen beleid.
De Landbouwvisie is eind 2010 opgesteld en
wordt begin 2011 besproken in PS. Uiteindelijk
wordt de Landbouwvisie concreet uitgewerkt
in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie.
Hierin legt de provincie het ruimtelijk beleid tot
2025 vast.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
20 21
Overhandiging
van 15.000
handtekeningen
tegen komst
megastallen op
27 september
2010.
Burgerinitiatief
Iedere kiesgerechtigde van de provincie Utrecht
kan een onderwerp op de agenda van Provinciale
Staten zetten. Dat kunt u doen met een burgerinitiatief.
Hiervoor dient u een voorstel in
waarin u beschrijft wat uw doel is en hoe u dit
doel denkt te kunnen bereiken. Dit voorstel
moet ondersteund worden met minimaal 1.500
handtekeningen van kiesgerechtigde provincieinwoners.
Stop Veefabrieken Utrecht
In 2010 is één burgerinitiatief ingediend, tegen
de komst van megastallen. De indiener had,
samen met Milieudefensie, 15.000 handtekeningen
opgehaald. Als voorzitter van Provinciale
Staten kreeg ik het initiatief Stop Veefabrieken
Utrecht aangeboden op 28 september. In
de eerstvolgende vergadering, op 25 oktober,
werd gekeken of het initiatief aan alle eisen voldeed.
Dat was het geval, en daarmee was het
initiatief geldig verklaard.
Tijdens de Statenvergadering van maandag 22
november lichtten drie ondertekenaars het
burgerinitiatief nader toe. Zij riepen de provincie
op om de komst van megastallen in de provincie
Utrecht te verbieden. Als reactie hierop
organiseerde de behandelende commissie een
hoorzitting met deskundigen en werd een
werkbezoek aan megastallen in Brabant
gebracht.
In de vergadering van 7 februari 2011 hebben
Provinciale Staten het burgerinitiatief Stop veefabrieken
Utrecht met algemene stemmen aangenomen.
Na het aanvaarden van het voorstel hebben Provinciale
Staten aan Gedeputeerde Staten
gevraagd de tekst van het burgerinitiatief uit te
werken in beleid. Het gaat hierbij om beleidsonderdelen
als de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie,
reconstructiebeleid en de Landbouwvisie.
Volgens de planning komt GS vóór de
zomer met deze uitwerking terug bij de Staten.
Van mijn weblog ‘Maatschappelijke betrokkenheid’
op 29 september:
“De maatschappelijke betrokkenheid van onze
inwoners is groot. Dat bleek afgelopen maandag
weer toen ik (als voorzitter van Provinciale
Staten) van één van onze inwoners en van
Milieudefensie een melkbus met 15.000 handtekeningen
ontving. De handtekeningen waren
ingezameld om de komst van megastallen in de
provincie tegen te gaan. Een goedgekozen
moment: Provinciale Staten buigen zich de
komende maanden over verschillende belangrijke
documenten, zoals de Provinciale Ruimtelijke
Structuurvisie en de Landbouwvisie,
waarin ook de (intensieve) veehouderij aan
bod zal komen.”
Burgerparticipatie
Naast de inspraak en het burgerinitiatief zijn er
in 2010 diverse initiatieven ontplooid om de
burgers meer te betrekken bij het maken en het
uitvoeren van beleid.
Burgerpanel
Het burgerpanel, dat al gebruikt werd bij het
opstellen van de Staat van Utrecht 1 , krijgt in 2011
vastere vormen. Het zal geraadpleegd worden
over allerlei onderwerpen, zoals de Provinciale
Ruimtelijke Structuurvisie. Het burgerpanel
1
De Staat van Utrecht is een tweejaarlijkse duurzaamheidsrapportage
over hoe Utrecht ervoor
staat op het gebied van people, planet en profit.
bestaat uit duizend Utrechters die een goede
afspiegeling van de bevolking vormen.
Puzzelen met de provincie
We hechten waarde aan de mening van onze
inwoners. Daarom hebben we inwoners
gevraagd mee te denken over de inrichting van
de provincie. Van 12 mei tot en met 1 juli 2010
konden zij een digitale vragenlijst invullen via
www.puzzelenmetdeprovincie.nl. Op de website
vroegen de fictieve personages Ben en Wil
de inwoners om hun mening over een aantal
dilemma’s bij het opstellen van de Provinciale
Ruimtelijke Structuurvisie. Bijna vierhonderd
mensen deden mee. Hun mening geeft een
interessant beeld van wat er leeft onder de
Utrechtse inwoners.
De deelnemers zijn het over het algemeen met
elkaar eens. Ruim driekwart vindt het belangrijk
dat er voldoende groen in de woonomgeving
is. De deelnemers hechten veel waarde
aan het in stand houden en versterken van de
Utrechtse landschappen. Een overgrote meerderheid
wil geen nieuwe bedrijventerreinen in
het Utrechtse landschap zien en verkiest kleine
boerderijen boven megastallen. Verder moet
het oplossen van de woningbehoefte in de stad
prioriteit krijgen. Verreweg de meeste deelnemers
willen dat woon- en werkfuncties meer
worden gecombineerd.
De deelnemers gaven ook antwoord op de
vraag welke rol de provincie zou moeten vervullen
bij het tegengaan van de klimaatverandering.
Iets meer dan de helft vindt dit een rol
voor de provincie. De deelnemers verschilden
van mening over hoeveel deze rol zou mogen
kosten.
Op weg naar de Provinciale Ruimtelijke
Structuurvisie
De provincie heeft de resultaten van Puzzelen
met de provincie meegenomen bij het opstellen
van de Kadernota Ruimte. Deze nota schetst
de grote kaders voor de Provinciale Ruimtelijke
Structuurvisie, en is vastgesteld op 13 december
2010. Ook maatschappelijke partners en
medeoverheden hebben meegedacht over de
invulling van de Kadernota Ruimte.
Als volgende stap gaan we de hoofdlijnen van
de kadernota uitwerken in een ontwerp-structuurvisie.
Ook hiervoor worden partners, overheden
en inwoners van harte uitgenodigd om
mee te denken. De vaststelling van de Provinciale
Ruimtelijke Structuurvisie staat gepland
voor 2012.
Jongerenparticipatie
We vinden het belangrijk ook jongeren te
betrekken bij de plannen en de provinciale politiek.
Bovendien willen we graag bijdragen aan
de politieke vorming van jongeren. Er zijn verschillende
initiatieven op het gebied van jongerenparticipatie.
Youth and the City
Op 4 november kwamen tien jongeren van
verschillende ROC’s naar het provinciehuis.
Dit gebeurde op uitnodiging van het Programma
Sociale Agenda. In dit programma
richten we ons op het voorkómen van uitval
van jongeren. De aansluiting tussen onderwijs
en arbeidsmarkt is daarbij een belangrijk
thema. De jongeren discussieerden over de
vraag wat zij nodig hebben om hun kansen op
de arbeidsmarkt te vergroten. In de provincie
Utrecht zijn de uitvalpercentages op ROC’s
nog steeds aanzienlijk. Daardoor moeten veel
jongeren zonder diploma de arbeidsmarkt op.
De website van
Puzzelen met
de provincie.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
22 23
Week van de
Jeugdzorg in
de Statenzaal
van het
provinciehuis.
Om dieper op het onderwerp in te gaan, kwam
op 1 december opnieuw een groep jongeren
naar het provinciehuis. Ditmaal hadden zij een
gesprek met Marjan Haak (gedeputeerde) en
Dirk Willems (directielid). Beide bijeenkomsten
werden begeleid door Youth and the City.
Deze organisatie is gespecialiseerd in jongerenparticipatie.
Youth and the City vertaalt de
behoefte van jongeren naar concrete acties, en
helpt beleidsmakers bij het realiseren van jongerenparticipatie.
Buiten de genoemde bijeenkomsten om zijn
nog eens meer dan vijftig jongeren ondervraagd
over hun mening en ervaringen.
De uitkomst laat zien dat op veel punten verbetering
mogelijk is. Jongeren vinden het bijvoorbeeld
erg lastig om op jonge leeftijd keuzes te
maken. De beperkte voorlichting vanuit onderwijsinstellingen
is daarbij een extra belemmering.
Ook de doorstroom en overstap naar
andere opleidingen is beperkt: de opleidingen
sluiten vaak niet goed op elkaar aan. Veel opleidingen
bieden onvoldoende basistheorie voordat
jongeren aan een stage beginnen. Bovendien
geven ze vaak weinig ondersteuning bij het
vinden van een baan na het afronden van een
opleiding. Gelukkig leren de jongeren wel veel
tijdens de stages die ze vaak via school vinden.
Praten over jeugdzorg
Ook jongeren die te maken hebben met jeugdzorg
in de provincie Utrecht kregen een uitnodiging
om op het provinciehuis te komen praten.
Dit gebeurde voor het vijfde jaar op rij.
Op 17 november spraken Statenleden met een
groep jongeren én hun ouders. De ontmoeting
was een onderdeel van de landelijke Week van
de Jeugdzorg 2010. De jongeren vertelden de
Statenleden in vertrouwelijke gesprekken over
hun goede en slechte ervaringen met jeugdzorg.
De initiator van de gesprekken tussen jongeren,
ouders en Statenleden was JIJ Utrecht. Dit
cliëntenplatform ondersteunt kinderen, ouders
en opvoeders die te maken hebben met jeugdzorg
in de provincie Utrecht bij het laten horen
van hun stem.
Net als in voorgaande jaren worden de belangrijkste
uitkomsten van deze gesprekken behandeld
in de Statencommissie Wonen, Maatschappij
en Cultuur. De commissieleden en
gedeputeerde Marjan Haak, bekijken dan wat
ze voor jongeren en hun ouders in de jeugdzorg
kunnen verbeteren.
Jongeren Denktank
In 2011 willen we een Jongeren Denktank
oprichten. Jongeren tot 30 jaar die het leuk vinden
mee te denken over de inrichting van de
provincie Utrecht, kunnen hieraan meedoen.
Zo kunnen zij laten weten hoe wij onze provincie
voor hen aantrekkelijk kunnen houden. De
jongeren komen in 2011 twee tot drie keer bij
elkaar om van gedachten te wisselen over de
nieuwe Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie.
Battle of Concepts
Hoe verhoog je de opkomst van de provinciale
Statenverkiezingen in 2011? Dat was de vraag
die centraal stond in een wedstrijd, georganiseerd
door de provincie Utrecht en de onlinedenktank
Battle of Concepts. In totaal kwamen
er 52 ideeën binnen. De concepten leverden
informatie op over opkomst, buitenlandse
campagnes, stemgedrag, doelgroepen en een
scala aan uitgewerkte campagnemiddelen. De
meest bruikbare informatie en ideeën hebben
we ingezet bij de verkiezingscampagne van
Provinciale Staten in 2011.
De inzendingen, waaronder de winnende,
staan op www.battleofconcepts.nl. Iedereen
kan daar de concepten bekijken en zijn of haar
mening geven.
Op Weg naar het Lagerhuis
Op Weg naar het Lagerhuis is een debatcompetitie
voor scholieren van 12 tot en met 18 jaar
van vmbo, havo, vwo en de laagste klassen van
het mbo. Op 17 februari vonden in het provinciehuis
Utrecht de provinciale voorrondes
plaats. Achttien scholen, samen goed voor 310
scholieren, deden mee.
Leerlingen van de scholen debatteerden in drie
rondes met elkaar over allerlei onderwerpen.
Aan bod kwamen bijvoorbeeld de volgende
vragen: moet Nederlandse ontwikkelingshulp
zich concentreren op Afrika? En: moet de verhoging
van de AOW-leeftijd worden teruggedraaid?
In een zwaar bevochten finale won het Christelijk
Gymnasium Utrecht uiteindelijk van het
Broklede College uit Breukelen. In landelijke
rondes is daarna bepaald wie er mochten doorgaan
naar de landelijke halve en hele finale. Daar
zaten helaas geen Utrechtse deelnemers bij.
Nationaal Jeugddebat
Op Weg naar het Lagerhuis is een scholencompetitie:
leerlingen kunnen alleen meedoen als
hun school meedoet. Voor het Nationaal Jeugddebat
kunnen alle scholieren tussen 13 en 15 jaar
zich aanmelden. De voorrondes vonden, net als
bij het Lagerhuis, plaats in het Provinciehuis.
Vijfenvijftig scholieren meldden zich aan om in
vier groepen voorstellen over diverse onderwerpen
te doen, bijvoorbeeld over het verkleinen
van de kloof tussen jongeren en politici.
Deze voorstellen presenteerden zij bij een aantal
Statenleden. Uiteindelijk mochten 12 scholieren
uit Utrecht naar Den Haag om in de
Tweede Kamer te debatteren met landelijke
politici.
Badr Tazrouti, vwo-leerling aan het Anna van Rijn College in
Nieuwegein en deelnemer aan “Op weg naar het Lagerhuis” en
het “Nationaal Jeugddebat”:
“Het is goed en belangrijk dat de provincie Utrecht zich bezighoudt
met debatwedstrijden voor jongeren. Politiek is heel belangrijk voor
jongeren omdat het (in)direct invloed op hen heeft. Jongeren zijn de
toekomst. Daarom is politieke belangstelling van jongeren naar
mijn mening vereist. Het is fijn dat de provincie daarvoor mede een
platform biedt.”
Model European Parliament
Tot slot vond ook weer het jaarlijkse Model
European Parliament plaats in het Provinciehuis.
Net als ieder jaar kwamen negen middelbare
scholen bij elkaar om het Europees Parlement
na te spelen met alles wat erbij hoort. Ze
vertegenwoordigden negen Europese landen
in verschillende commissies. De commissies
bogen zich over zaken als milieu, energie,
jeugd en gezin, justitie, geboortebeperking en
georganiseerde misdaad. Zo vroegen zij zich af
welke maatregelen er getroffen zouden moeten
worden in het kader van klimaatverandering
en of de Europese Unie hierin een leidende
rol zou moeten spelen.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
24 25
IV Dienstverlening
De provincie Utrecht heeft een goede en adequate
dienstverlening hoog in het vaandel
staan. We werken immers in dienst van onze
inwoners, bedrijven en instellingen. In dit
hoofdstuk leest u meer over de kwaliteit van
onze dienstverlening.
Bereikbaarheid
We willen goed bereikbaar zijn. Het Klant Contact
Centrum (KCC) is het eerste aanspreekpunt
voor klanten bij contact met de provincie
Utrecht. Dit geldt voor telefonisch contact,
maar ook voor contacten via de mail en via
contactformulieren op de website. Het KCC
registreert alle vragen en stimuleert de medewerkers
binnen de organisatie om de vragen
binnen de in het Kwaliteitshandvest afgesproken
termijn af te handelen.
Telefonische bereikbaarheid
Wanneer men het algemene telefoonnummer
van de provincie Utrecht belt, wordt het
gesprek door het KCC aangenomen. In 2010
werd gemiddeld 92% van de gesprekken binnen
30 seconden opgenomen. Dit is boven de
norm van 90% die de provincie in het Kwaliteitshandvest
hanteert. Wanneer het gesprek
via rechtstreekse nummers van medewerkers
verloopt, lukte het in 2010 gemiddeld in 84%
van de gevallen om binnen 30 seconden op te
nemen. In 2009 haalden we hetzelfde percentage.
Met het oog op de verhuizing naar het
nieuwe gebouw is het zinvol voor klanten om
telefonisch contact zoveel mogelijk via het
algemene nummer te laten verlopen. In 2011
streven wij ernaar om dit in onze communicatie
zoveel mogelijk te stimuleren. Bijkomende
voordelen van bellen via het KCC zijn dat steeds
meer vragen zelfstandig worden afgehandeld
aan de voorkant. Bij afwezigheid van ambtenaren
die complexe of inhoudelijke vraagstukken
in behandeling hebben, wordt snel inzicht in de
beschikbaarheid geboden of wordt een terugbelnotitie
voor de klant verstuurd. Indien een
terugbelnotitie verstuurd wordt, streeft de provincie
ernaar dat er binnen een werkdag teruggebeld
wordt. In 2010 lukte dat in 89% van de
gevallen. Dat is een stijging van 2% ten
opzichte van 2009.
Contact via mail
De provinciemedewerkers hebben een eigen
e-mailadres. Daarnaast kan iedereen een email
aan de provincie sturen via info@provincieutrecht.nl.
Die e-mails worden bij het KCC in
behandeling genomen. De vraag wordt zelfstandig
afgehandeld of in de organisatie uitgezet
bij een ambtenaar die de vraag kan beantwoorden.
In het Kwaliteitshandvest beloven wij

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
26 27
De projectensites
van de provincie
Utrecht.
binnen een week te reageren op uw vraag. Dit
betekent dat wij binnen 5 werkdagen ten minste
een behandelbericht versturen, wanneer de
vraag niet direct beantwoord kan worden. Het
KCC stimuleert de collega’s zich te houden aan
deze afspraak. In 2010 kwamen er 1186 mails
binnen via het algemene mailadres, meer dan
twee keer zoveel mails als in 2009 (543 vragen).
Hierbij zaten veel informatieve mails, die
slechts ter informatie doorgestuurd hoeven te
worden. Van de mails die een antwoord behoefden,
werd 88% zelfstandig door het KCC afgehandeld.
De stijging van de hoeveelheid e-mails is waarschijnlijk
te verklaren door de betere zichtbaarheid
van het mailadres op onze website. Daarnaast
worden acquisiteurs die hun diensten of
producten willen aanbieden vaker doorverwezen
naar info@.
Communicatie
Ook in 2010 werkten we aan het vergroten van
onze zichtbaarheid. Dat gebeurde voor een
groot deel op de afdeling Communicatie. Daar
zit de centrale redactie die de website bijhoudt,
twittert en het relatieblad Provincie Utrecht
Magazine maakt. Daarnaast verwerkt deze
redactie het nieuws van de provincie voor een
publiekspagina in de huis-aan-huisbladen.
Publiekspagina en nieuwsbrieven
Het nieuws van de provincie valt letterlijk bij
Utrechtse huishoudens op de deurmat. Dat
gebeurt met de publiekspagina die 22 keer per
jaar verschijnt in de huis-aan-huisbladen. Daarnaast
verstuurt de provincie tien digitale
nieuwsbrieven waarop het afgelopen jaar ruim
10.000 mensen waren geabonneerd.
Website
In juni zijn we live gegaan met een nieuwe
interactieve webomgeving. Met deze omgeving
hebben we een toekomstvast fundament
gelegd waarop we de digitale dienstverlening
verder kunnen professionaliseren. Daarnaast
wordt de informatie bezoekersgericht aangeboden
doordat deze is gestructureerd in de
vorm van dossiers en projectensites en gerelateerde
informatie aan elkaar is gekoppeld.
Ten slotte kunnen we met dit websysteem
gemakkelijk nieuwe sites voor projecten maken
in de huisstijl van de provincie. Dit levert tijdsen
kostenbesparing op. In 2010 realiseerde de
provincie elf projectensites, over onderwerpen
als Puzzelen met de Provincie, Paushuize en
het Algemeen Jaarverslag.
Tabel: Bezoekersaantallen website
Jaar Aantal
2010 424.927
2009 401.500
2008 365.000
2007 347.485
De provincie Utrecht en sociale media.
Sociale media
Ook hebben we gewerkt aan de verdere verbetering
van digitale en interactieve communicatiemiddelen,
zoals sociale media, video, beelden
en kaarten. Zo hebben we bijvoorbeeld
Twitter en YouTube geïntegreerd in de website
in dezelfde herkenbare look en feel als de website.
De provincie Utrecht twittert al haar nieuwsberichten.
Eind 2010 volgden 795 mensen die
berichten. Ook onze Statenleden en GS-leden
maken steeds meer gebruik van deze vorm van
communicatie.
Als gevolg hiervan is het noodzakelijk een organisatiebrede
visie te ontwikkelen op het gebruik
en de inzet van sociale media. Wat wil de provincie
met sociale media bereiken? Wat gaan
we twitteren? Zijn er gedragsregels waaraan
twitterende bestuurders en ambtenaren zich
moeten houden? Het ontwikkelen van een dergelijke
visie is opgenomen in de aanbevelingen
voor 2011.
Statistieken sociale media/web 2.0:
Op 1 december 2010:
- volgden 795 mensen de provincie via Twitter;
- waren er ruim 10.000 nieuwsbriefabonnees;
- is (vanaf 2009) 10.810 keer gekeken naar de
video’s van de provincie op YouTube;
- en is er een aantal Linkedgroepen gestart
waar kennis met professionals wordt gedeeld.
(bron: afdeling Communicatie van de provincie
Utrecht)
Pers
De provincie Utrecht heeft veel contact met de
regionale en lokale media. We vinden die contacten
belangrijk en proberen daarom persvragen
altijd zo snel en adequaat mogelijk te
behandelen.
In 2010 hebben we in totaal 301 persvragen
beantwoord. De vragen gingen vooral over het
werk aan de provinciale wegen, de aankoop van
nieuwe natuurgebieden en energiebesparende
maatregelen die de provincie ondersteunt.
Ook over onze huisvesting, personeel en organisatievraagstukken
is veel met de pers gecommuniceerd.
Interview voor
het radioprogramma
De Heer
Ontwaakt op
22 april 2010
over de nieuwe
waterputten op
de Utrechtse
Heuvelrug.
Een vraag van de pers op 14 april 2011
ANP Midden-Nederland: “Nu zijn er dan nieuwe waterputten op de
Utrechtse Heuvelrug, maar waar haalde de brandweer voorheen het
water vandaan om te blussen?”
Provincie Utrecht: “Wanneer we voor de komst van de waterputten
een brand hadden in een natuurgebied moest de brandweerauto
steeds naar het bebouwde gebied rijden om water bij te vullen voor
het blussen. Met deze nieuwe waterputten gaat het blussen veel
sneller en voorkomen we dat een klein vuurtje uitslaat in een allesverwoestende
brand.”

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
28 29
Wet openbaarheid van bestuur
Burgers hebben, op grond van de Wet openbaarheid
van bestuur (WOB), toegang tot veel
informatie over het bestuur van Rijk, provincies
en gemeenten. Het uitgangspunt is dat overheidsinformatie
openbaar is, tenzij de
gevraagde informatie zich daar niet voor leent.
Dankzij de openbaarheid kunnen burgers meer
inzicht krijgen in het handelen van de overheid.
In 2010 heeft de provincie acht WOB-verzoeken
afgehandeld. Deze gingen bijvoorbeeld
over de wachtgelden van oud-leden van GS en
PS, over subsidiebesluiten en over de declaraties
van de leden van GS.
De provincie Utrecht behandelt deze aanvragen
sinds 2009 volgens een vaste werkwijze.
Op onze website staat meer informatie, inclusief
een elektronisch formulier waarmee u een
WOB-vraag kunt indienen.
De provincie Utrecht geeft ook uit eigen beweging
informatie over beleid en uitvoering. Dat
doet we bijvoorbeeld via internet, persberichten
en brochures.
Betaling facturen
De provincie streeft ernaar alle facturen binnen
30 dagen te betalen. In mijn burgerjaarverslag
2009 deed ik de aanbeveling om ten minste 90
procent van de facturen binnen de termijn te
betalen. Dat percentage is niet gehaald. Wel is
een grote verbetering te zien ten opzichte van
voorgaande jaren. De provincie ontving in 2010
23.694 facturen; 87 procent daarvan werd op
tijd betaald. In 2008 en 2009 was dit respectievelijk
77 en 80 procent.
Een reden voor te laat betalen was bijvoorbeeld
een verschil van inzicht tussen de provincie en
de leverancier over de geleverde prestatie en
de in rekening gebrachte kosten. Ook nadelig
voor de tijdige betaling was de migratie van het
financiële systeem dat in 2010 werd doorgevoerd.
Hierdoor heeft de provincie twee weken
lang geen betalingen kunnen uitvoeren.
Naar mijn mening mag dat eigenlijk geen
excuus zijn: ook tijdens de verbouwing moet
de verkoop altijd doorgaan. Facturen moeten
binnen de termijn betaald worden om een
betrouwbare partner voor onze relaties te zijn.
We zijn op de goede weg, maar het kan en
moet nog beter. Het tijdig betalen van facturen
is daarom opgenomen in de aanbevelingen van
2010.
Tabel: Betaling facturen
Jaar
Totaal aantal
Aantal binnen de
termijn betaald
Percentage binnen
de termijn betaald
Aantal te laat betaald
Percentage te laat
betaald
2010 2.7160 23.694 87 3.466 13
2009 2.4421 18.920 77 5.501 23
2008 2.3287 18.585 80 4.702 20
2007 2.0703 17.676 85 3.027 14
Ruimtelijke plannen
Gemeenten moeten een verklaring van geen
bezwaar aanvragen bij de provincie voor bouwplannen
die vóór 1 juli 2008 bij de gemeenten
zijn ingediend en die afwijken van het bestemmingsplan.
In 2010 heeft de provincie 24 van deze verzoeken
behandeld. In één geval hebben GS zich
voorgenomen de gevraagde verklaring van
geen bezwaar te weigeren. In drie gevallen hebben
GS de gevraagde verklaring van geen
bezwaar definitief geweigerd.
Het afhandelen van deze verzoeken is niet aan
een wettelijke termijn gebonden. De verwachting
was dat het aantal verzoeken om een verklaring
van geen bezwaar in 2010 langzaam
zou stoppen. In de praktijk blijkt echter dat veel
gemeenten dergelijke bouwplannen om uiteenlopende
redenen lange tijd in behandeling
hebben.
De bouwplannen die na 1 juli 2008 bij de
gemeenten zijn ingediend en van het geldende
bestemmingsplan afwijken, behandelt de
gemeente via een project- of bestemmingsplanprocedure.
Voor beide procedurevormen geldt dat de plannen
nog steeds aan de provincie moeten worden
voorgelegd. Dat gebeurt niet langer met
het doel goedkeuring of een verklaring van
geen bezwaar te krijgen. De provincie toetst
dus niet langer op rechtmatigheid, zoals ze
onder de oude Wet op de ruimtelijke ordening
deed. De provincie beoordeelt de plannen nu
op strijdigheid met het provinciaal ruimtelijk
belang.
weken te horen gekregen of het plan strijdig is
met het provinciaal ruimtelijk belang. Tegen
tien ontwerpbestemmingsplannen hebben GS
bij de desbetreffende gemeenten zienswijzen
ingediend. Deze zienswijzen hadden meestal
betrekking op het beleid inzake de Ecologische
Hoofdstructuur (EHS), archeologie en Ruimte
voor Ruimte. GS hebben in negen gevallen ontheffing
van de Provinciale Ruimtelijke Verordening
verleend. In één geval is op verzoek van
de provincie – door een herziening van de Provinciale
Ruimtelijke Structuurvisie – de begrenzing
van de EHS aangepast
Ontheffingen, vergunningen en meldingen
De provincie geeft regelmatig ontheffingen en
vergunningen af op het gebied van Natuur en
Landschap, Bodem en Water en Milieubeheer.
Ook worden regelmatig meldingen gedaan.
In bijlage 4 vindt u, in de tabel Ontheffingen,
vergunningen en meldingen, per gebied een
overzicht van de aantallen en de bijbehorende
termijnen en afhandeling. Hieruit blijkt dat 73
procent (67 stuks) van de afgehandelde aanvragen
op het gebied van Natuur en Landschap
binnen de gestelde termijn is afgehandeld.
Voor Bodem en Water is dit 75 procent (422
aanvragen) en voor Milieubeheer 87 procent
(267 aanvragen).
Tijdig beslissen
Er gelden wettelijke termijnen waarbinnen het
provinciaal bestuur besluiten moet nemen
over ontheffingen, vergunningen en meldingen.
In de meeste gevallen handelt het bestuur
deze zaken binnen de gestelde termijn af. In
enkele gevallen lukt dat niet.
In alle gevallen waarin dat nodig was, heeft de
gemeente binnen de wettelijke termijn van zes
In 2010 hebben Gedeputeerde Staten 101
voorontwerpbestemmingsplannen, 103 ontwerpbestemmingsplannen,
117 vastgestelde
bestemmingsplannen en 4 gemeentelijke
structuurvisies behandeld. (bron: afdeling
Ruimte van de provincie Utrecht)
Niet voor alle ontheffingen, vergunningen en
meldingen gelden termijnen. In de gevallen dat
wel een termijn gold, werd in 2010 tachtig procent
van de besluiten op tijd afgegeven. De
werkdruk in 2010 was hoger dan normaal
omdat er op meerdere terreinen sprake was
van een toename van het aantal vergunningaanvragen.
Ook moest een deel van de beschikbare
capaciteit worden ingezet voor de implementatie
van de Wet algemene bepalingen

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
30 31
omgevingsrecht (Wabo), het Activiteitenbesluit,
een nieuw ICT-systeem en een nieuw digitaal
archief. De invoering van de Crisis- en Herstelwet
leverde ook nog extra werkzaamheden op.
Het percentage vergunningen dat buiten termijn
is afgehandeld is daardoor ten opzichte
van 2009 in 2010 gestegen van 13% tot 20%.
De vertraging is dus verklaarbaar. Echter, om
een betrouwbare overheid te zijn, zou het percentage
niet tijdig afgehandelde aanvragen
onder de tien procent moeten zitten. Daarom
doe ik graag de aanbeveling om hier in 2011
extra in te investeren. Het tijdig afhandelen van
aanvragen is opgenomen in de aanbevelingen
voor 2010.
Subsidies
De provincie Utrecht heeft in 2010 ruim 190
miljoen euro aan subsidie verstrekt. Deze subsidies
waren onder meer voor jeugdzorg,
Inrichting Landelijk Gebied, Cultuurparticipatie,
Erfgoed, Wel Thuis!, Mobiliteit en Energiek
Utrecht.
In totaal kwamen er 2.991 subsidieaanvragen 2
binnen. In veel gevallen (1.187) ging het om
aanvragen van particulieren voor het isoleren
van hun woonhuis in het kader van Energiek
Utrecht.
Voor de aanvragen geldt een wettelijke behandelingstermijn
van acht weken, met uitzondering
van aanvragen voor de Inrichting Landelijk
Gebied. Hiervoor is de wettelijke behandelingstermijn
dertien weken.
Behandelingssnelheid
In totaal zijn 2.319 aanvragen (77 procent) binnen
de termijn afgehandeld; 672 aanvragen (23
procent) erbuiten. Sommige aanvragen hadden
meer behandelingstijd nodig om aan de
eisen van zorgvuldigheid en volledigheid te
2
Onder subsidieaanvragen verstaan we: de
nieuwe aanvragen voor subsidies; de aanvragen
voor voorschotten; de verzoeken om goedkeuring
tussenrapportages en de aanvragen tot
vaststelling subsidies.
voldoen. Bovendien leidde de tussenkomst van
een externe adviescommissie soms tot een langere
behandelingstermijn.
Om een betrouwbare overheid te zijn, zou het
percentage niet tijdig afgehandelde aanvragen
minder dan vijftien procent van het totaal moeten
bedragen. Dat is tevens de prestatie-indicator
voor subsidieverlening die de provincie
zichzelf in de provinciale begroting heeft opgelegd.
Dat is in 2010 niet gelukt: 23% van de aanvragen
werd buiten de termijn afgehandeld.
Graag vraag ik daarom extra aandacht voor de
termijnen: het tijdig afhandelen van subsidieaanvragen
is opgenomen in de aanbevelingen
2010.
Nieuw systeem
De eerste stappen naar verbetering zijn al in
2010 gezet. De provincie heeft het afgelopen
jaar gewerkt aan een nieuwe Algemene subsidieverordening.
Hierdoor gelden sinds 1 januari
2011 eenvoudiger regels voor subsidieaanvragen.
Het nieuwe systeem is gebaseerd op
meer vertrouwen en minder controle. Voor de
subsidieaanvrager betekent dit: minder stukken
aanleveren, meer hulp bij de aanvraag en
een korter en transparanter proces. We verwachten
hierdoor meer tevreden subsidieaanvragers.
Alle nieuwe subsidieaanvragen worden in 2011
geregistreerd in een nieuw subsidievolgsysteem.
Zo wordt beter en sneller duidelijk of de
provincie aanvragen binnen de wettelijke termijn
afhandelt en klanten tijdig helpt.
Gladheidsbestrijding
Bij de gladheidbestrijding werkt de provincie
sinds 2008 nauw samen met Rijkswaterstaat.
In het winterseizoen zijn twee teams met elk
twee gladheidscoördinatoren actief: één van
Rijkswaterstaat en één van de provincie. Bij
toerbeurt draaien de teams een week dienst.
Zo nodig overleggen de coördinatoren met
elkaar over de momenten waarop gestrooid of
sneeuw geschoven moet worden. Zo zorgen
we samen voor een totale dekking van het
Een strooiwagen van de provincie Utrecht.
wegennet en voorkomen we dat een weggebruiker
van een behandelde weg op een onbehandelde
weg terechtkomt.
De coördinatoren bepalen de inzet van strooiauto’s
en sneeuwschuivers op basis van eigen
meetgegevens en adviezen van het weerbureau.
De meteorologen van dit weerbureau
bewaken de sensoren in de weg en geven de
weerberichten door. Het type asfalt en de hoeveelheid
restzout die nog op de weg ligt, speelt
ook een rol.
Bob Strookappe, afdelingshoofd Wegen:
“Als u de volgende keer baalt als u ‘s ochtends
vroeg bij uw auto staat omdat u uw ruit moet
krabben of sneeuwvrij moet maken, bedenk
dan dat er al urenlang mannen bezig zijn om
de meer dan 2.000.000 m² wegen en fietspaden
in onze provincie ‘schoon te krabben’ en
sneeuwvrij te maken. Zodat u veilig op weg
kunt!”
Een gemiddeld winterseizoen kent ongeveer 35
strooibeurten. In het seizoen 2009/2010 waren
het er 156. De oorzaak was het extreme winterweer
met veel sneeuwval.
Ook voor de aanschaf van zout werkt de provincie
samen met Rijkswaterstaat. Samen met
de provincies Noord-Holland en Limburg is er
een gezamenlijk inkoopcontract met een zoutleverancier.
Door voldoende opslagcapaciteit en door via
diverse leveranciers in te kopen, heeft de provincie
adequaat kunnen inspelen op de extreme
weersomstandigheden in de winterseizoenen
2009/2010 en 2010/2011.
Voor de hoofdrijbanen heeft de provincie Utrecht 14 strooiwagens,
voor de fietspaden 12. Er zijn 39 sneeuwploegen beschikbaar.
Per strooiactie gebruikt de provincie ongeveer 65 ton strooizout en
Rijkswaterstaat nog eens 170 ton. (bron: afdeling Wegen van de
provincie Utrecht)
Zwemwatertelefoon
De zwemwatertelefoon geeft informatie over
onder andere de veiligheid en hygiëne van officiële
zwemplaatsen in open water en peuterbaden,
zwemverboden, zwemmersjeuk, nieuwe
zwemplaatsen en blauwalg. Ook kunt u bij de
zwemwatertelefoon terecht met klachten of
meldingen over de zwemwaterkwaliteit of
ziekte na zwemmen in open water.
Er wordt steeds minder vaak gebeld naar de
zwemwatertelefoon. De pagina over de zwemwatertelefoon
op onze website wordt daarentegen
steeds vaker bezocht. In de zomer staat
die pagina in de top 3 van meest bezochte
pagina’s. Als er iets aan de hand is met zwemwater
in onze provincie, zetten we dat op onze
homepage en versturen we een persbericht.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
32 33
Klanttevredenheid
De provincie Utrecht krijgt voor haar dienstverlening
een 6,9 als rapportcijfer. Dat blijkt uit
het klanttevredenheidsonderzoek dat bureau
Mindful in december 2010 heeft uitgevoerd.
Dat is een verbetering ten opzichte van 2005,
toen we een 6,5 haalden. Ondanks de vooruitgang,
blijft er ruimte voor verbetering. De norm
voor overheidsorganisaties is een 7,0.
Het klanttevredenheidscijfer dat is samengesteld
op basis van alle vragen is 3,58 (op een
schaal van 5). Alle scores hoger dan 3 zijn voldoende/positief,
dus ook hier is sprake van een
voldoende, met ruimte voor verbetering.
Aan het onderzoek hebben bijna 400 respondenten
meegedaan. Dit waren gemeenteambtenaren
(38 procent), mensen uit het bedrijfsleven
(21 procent), samenwerkingspartners in de
non-profitsector (14 procent), subsidieontvangers
(9 procent), leveranciers (8 procent), particulieren
(4 procent), samenwerkingspartners
in de profitsector (3 procent), de Rijksoverheid
(2 procent) en andere provincies (1 procent).
Positief beeld provinciemedewerker
Uit het onderzoek komt een positief beeld naar
voren van de medewerkers van de provincie: ze
zijn bereid te helpen, het is prettig met hen
samen te werken, ze tonen hun deskundigheid
en ze zijn vriendelijk en beleefd. Het contact is,
kortom, prettig en goed.
Op een aantal terreinen kunnen onze medewerkers
zich nog verbeteren. Bijvoorbeeld door
eenduidiger informatie te geven, vaker in één
keer de goede diensten te leveren, beter te
begrijpen wat de klant nodig heeft en proactiever
te zijn.
De provincie stelt een verbeterplan op en wil in
2012 opnieuw een klanttevredenheidsonderzoek
laten uitvoeren. Daarmee wordt duidelijk
of klanten de voorgenomen verbeteringen ook
ervaren.
V Klachten en bezwaren
In de wet is vastgelegd dat een burger of een
rechtspersoon een bezwaar of beroep kan
instellen tegen overheidsbesluiten. Welke
mogelijkheden zijn er en hoe is de provincie
daar in 2010 mee omgegaan? U leest het in dit
hoofdstuk.
Rechtsbescherming
Burgers of rechtspersonen die belang hebben
bij een beslissing van een provinciaal bestuursorgaan
hebben het recht hiertegen in bezwaar
te komen. Tegen de beslissing die het provinciaal
bestuur daarop neemt, kan een burger of
rechtspersoon eventueel beroep instellen bij
de rechtbank.
Een belangrijke aanvulling op het systeem van
rechtsbescherming is de Wet dwangsom en
beroep bij niet tijdig beslissen, die op 1 oktober
2009 is ingegaan.
In deze wet staat wat er gebeurt als een
bestuursorgaan een aanvraag of bezwaarschrift
niet op tijd afwikkelt. Het bestuursorgaan
moet dan een dwangsom betalen aan de
aanvrager of bezwaarmaker.
U kunt alleen een beroep doen op deze wet als
de wettelijke termijn voor het afwikkelen van de
aanvraag of het bezwaar is verstreken. Een
andere voorwaarde is dat u het bestuursorgaan
in gebreke heeft gesteld. U kunt ook beroep
instellen bij de rechtbank als de wettelijke termijn
is overschreden.
In 2010 is zeven keer een beroep gedaan op de
Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen.
In drie van de zeven gevallen is uiteindelijk een
dwangsom betaald.
Bezwaarschriften
De adviescommissie Bezwaarschriften Gedeputeerde
Staten behandelt de bezwaarschriften.
Een uitzondering zijn de bezwaarschriften
in het kader van de Subsidieregeling Natuurbeheer
(SN) en de Subsidieregeling Agrarisch
Natuurbeheer (SAN). Deze bezwaarschriften
worden behandeld door de dienst Regelingen
van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
en Voedselkwaliteit (LNV). Ze worden wel
onder verantwoordelijkheid van Gedeputeerde
Staten afgedaan.
Tabel: Aantallen bezwaarschriften
Jaar Totaal
Totaal bezwaarschriften
Bezwaarschriften
behandeld door GS
Bezwaarschriften
SN/SAN
2010 186 105 81
2009 109 90 19
2008 147 97 50
Het aantal bezwaarschriften dat in de periode
2007-2010 bij GS en PS werd ingediend, is
tamelijk stabiel. Het ging vooral om bezwaarschriften
tegen besluiten over subsidie- en
rechtspositionele regelingen, bescherming van
natuur en landschap en milieuregelgeving.
Het hoge aantal bezwaarschriften SN en SAN
is te verklaren door het feit dat er in 2010 meer
subsidieaanvragen zijn ingediend en afgehandeld
dan in 2009. Daardoor zijn er dus ook
meer bezwaarschriften ingediend.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
34 35
Tabel: Afhandeling bezwaarschriften 3
Aantal in behandeling
op 1-1-10
Aantal ingediend
in 2010
Aantal afgedane
zaken in 2010
Aantal intrekkingen in
2010
Aantal besluiten in
2010
Aantal in behandeling
op 1-1-11
Totaal 32 (66) 186 (109) 182 (143) 68 (41) 114 (102) 36
Afwijken van advies
Een enkele keer wijken Gedeputeerde Staten af
van het advies van de adviescommissie
Bezwaarschriften Gedeputeerde Staten. Dat
gebeurde in 2010, net als in 2009, twee keer.
Het ging om een rechtspositionele kwestie en
een besluit over handhaving van de Natuurbeschermingswet
1998.
Tabel: Aantal keren afwijkend advies per jaar
In beroep gaan
Wie niet tevreden is over de uitkomst van de
bezwaarprocedure, kan in beroep gaan bij de
rechter. In 2010 zijn 40 zaken afgedaan. In 37
van deze zaken is een rechterlijke uitspraak
gedaan. Ruim de helft van de beroepen is nietontvankelijk
of ongegrond verklaard (21 van de
35). In de hogerberoepszaken is één zaak ongegrond
en één zaak niet-ontvankelijk verklaard.
3
Om gemakkelijker te kunnen vergelijken, staan de corresponderende cijfers over 2009 tussen haakjes.
Tabel: Uitsplitsing van het aantal besluiten in
2010 op bezwaarschriften
62 (62)
25 (16)
27 (24)
Aantal niet-ontvankelijk
Aantal gegrond
Aantal ongegrond
Tabel: Termijn besluiten per regeling 4
Tijdig afhandelen bezwaarschriften
Het percentage bezwaarschriften dat binnen
de wettelijke termijn is afgedaan, is gestegen
naar 96 procent. Dit percentage ligt een stuk
hoger dan in de voorgaande jaren. In het burgerjaarverslag
2008 gaf ik nog de aanbeveling
het aantal tijdig afgehandelde bezwaarschriften
te verhogen naar 90 procent.
De extra aandacht voor het tijdig afhandelen
van bezwaarschriften heeft zijn vruchten afgeworpen.
De regie op het behandelingsproces
van bezwaarschriften is versterkt. Met instemming
van de indiener leggen we zo nodig de
verlenging van de afhandelingstermijn vast.
Deze bevestigen we schriftelijk. Er ontstaat dan
geen termijnoverschrijding.
Jaar Aantal
2010 2
2009 2
2008 3
Tabel: Aantal beroepen en hoger beroepen in 2010 5
Aantal in behandeling
op 1-1-10
Aantal ingediend
in 2010
Aantal afgedane
beroepen 2010
Aantal ingetrokken
beroepen 2010
Aantal besluiten
in 2010
Aantal in behandeling
op 1-1-11
Beroep 6 (15) 48 (29) 37 (38) 2 (8) 35 (30) 17 (6)
Hoger beroep 5 (5) 3 (4) 3 (4) 1 (0) 2 (4) 5 (5)
Totaal 11 (20) 51 (33) 40 (42) 3 (8) 37 (34) 22 (11)
2 (4%)
2 (2%)
Tabel: Aantal besluiten uitgesplitst in beroep en hoger beroep in 2010 6
59 (96%)
53 (100%)
112 (98%)
Aantal besluiten
in 2009
Aantal
niet-ontvankelijk
Aantal (gedeeltelijk)
gegrond
Aantal
ongegrond
Bezwaarschriften provincie Utrecht Bezwaarschriften SN en SAN
Bezwaarschriften totaal
Aantal (Percentage) tijdig afgehandeld
Aantal (Percentage) niet tijdig afgehandeld
Beroep 35 (30) 3 (5) 14 (14) 18 (11)
Hoger beroep 2 (4) 1 (0) 0 (0) 1 (4)
Totaal 37 (34) 4 (5) 14 (14) 19 (15)
4
Bij de berekening van het aantal bezwaarschriften dat tijdig is afgedaan, zijn de ingetrokken bezwaarschriften niet
meegenomen. Op het moment dat een bezwaarschrift wordt ingetrokken, neemt het bestuursorgaan immers geen
besluit meer.
5 en 6
Om een vergelijking gemakkelijker te maken, staan de corresponderende cijfers over 2009 tussen haakjes.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
36 37
Klachten
U kunt op verschillende manieren een klacht
kenbaar maken aan de provincie. Voor een milieuklacht
kunt u bijvoorbeeld contact opnemen
met de Milieuklachtentelefoon. Voelt u zich
niet goed behandeld door een ambtenaar,
bestuurder of het bestuur van de provincie
Utrecht, dan kunt u terecht bij de Klachtencommissie.
Milieuklachten
In 2010 kwamen 600 geregistreerde klachten
en meldingen binnen via de Milieuklachtentelefoon.
Dat waren er minder dan in voorgaande
jaren. De aantallen waren toen als volgt: 2009
(820 stuks), 2008 (1.617 stuks) en 2007 (1.230
stuks).
Diverse bedrijven die in voorgaande jaren
(stank)klachten veroorzaakten, hebben maatregelen
genomen. Er zijn in 2010 minder klachten
over deze bedrijven geweest. De maatregelen
hebben dus een blijvend effect. Ook in
2011/2012 verwachten we positieve effecten van
de voorschriften in enkele nieuwe vergunningen.
Voor de overige provinciale inrichtingen
komt er jaarlijks gemiddeld minder dan 1 klacht
per bedrijf binnen. In 2010 hebben de provincie
en de gemeente Utrecht intensief samengewerkt
bij de afhandeling van milieuklachten in
de wijk Zuilen, voornamelijk veroorzaakt door
bedrijven gelegen op het industrieterrein Lage
Weide. Die samenwerking duurt in 2011 voort.
De lokale milieugroep wordt maandelijks geïnformeerd
over de klachtafhandeling.
Ook in 2011 geven we een hoge prioriteit aan
een professionele klachtafhandeling. We werken
hierbij vanuit het Jaarprogramma vergunningverlening
en handhaving. Dit houdt in
24-uurs bereikbaarheid van de Milieuklachtentelefoon
en 24-uurs wachtdienst voor onze
inspecteurs: alle klachten verifiëren en zo
nodig actie ondernemen en de klager informeren
over de afhandeling.
Klachtencommissie
Bent u ontevreden over de manier waarop een
ambtenaar, bestuurder of het bestuur van de
provincie Utrecht u heeft behandeld, dan kunt
u een klacht indienen bij de Klachtencommissie.
Hoe de commissie te werk gaat, hangt af van
het soort klacht. Een concreet probleem – zoals
een brief die nog niet is beantwoord – wordt
zo snel mogelijk opgelost. In andere gevallen
zal de voorzitter van de Klachtencommissie u
horen. Daarna brengt hij een advies uit aan het
betreffende bestuursorgaan. Hij adviseert bijvoorbeeld
een bepaalde maatregel te nemen of
een procedure aan te passen.
Tabel: Klachten via de Klachtencommissie
2010 Klachten
In behandeling 1-1-2010 2 (2)
Ingediend in 2010 21 (20)
Afgedaan/doorgezonden in 2010 20 (20)
Doorgestuurd extern in 2010 4 (7)
Doorgestuurd intern in 2010 7 (3)
Afgedane klachten 9 (10)
In behandeling 1-1-2011 3 (1)
In 2010 zijn 21 klachten ingediend. De commissie
heeft zeven klachten intern doorgestuurd
naar een andere afdeling. In die gevallen ging
het niet om een ‘bejegeningsklacht’, maar om
bijvoorbeeld een melding over de toestand van
een weg. Daarnaast heeft de commissie vier
klachten doorgestuurd naar een ander
bestuursorgaan. Deze klachten gingen bijvoorbeeld
over het functioneren van de Regiotaxi,
of ze hoorden thuis bij een gemeentebestuur.
De elf klachten die de Klachtencommissie zelf
heeft behandeld, zijn in der minne geschikt. In
vijf gevallen ging het om echte bejegeningsklachten.
In de overige zes gevallen betrof het
‘overige klachten’ die de Klachtencommissie
wel zelf kon oplossen, zoals een onbeantwoorde
brief. Op 1 januari 2011 had de Klachtencommissie
één klacht in behandeling.
Nationale ombudsman
Als u het niet eens bent met de manier waarop
de provincie uw klacht heeft afgehandeld, kunt
u hierover beklag doen bij de Nationale
ombudsman. De Tweede Kamer heeft de
ombudsman ingesteld om klachten van burgers
over de overheid te behandelen.
In 2010 zijn er bij de Nationale ombudsman
geen klachten ingediend over provinciale
klachtafhandeling. Wel lagen er nog twee
klachten die van de ombudsman waren doorgezonden
aan GS. De klagers waren in 2009
rechtstreeks naar de ombudsman gegaan. Die
klachten zijn in 2010 opgepakt door de Klachtencommissie.
Tabel: Klachten bij de Nationale ombudsman
Jaar Aantal
2010 0
2009 6
2008 1
2007 6
Centrale registratie van klachten
In het burgerjaarverslag van 2009 deed ik de
aanbeveling voor een centraal klachtenmeldsysteem.
Helaas is geen actie ondernomen
naar aanleiding van deze aanbeveling. Het
opzetten van een centraal klachtenmeldsysteem
is in lijn met de bevindingen van de visitatiecommissie
die de bestuurskrachtmeting in
onze provincie heeft uitgevoerd. Met een centraal
klachtenmeldsysteem kan de provincie
beter monitoren waarover de klachten gaan,
om hoeveel klachten het per tijdsperiode gaat,
en binnen hoeveel tijd deze klachten worden
afgehandeld. Ik zal een centraal klachtenmeldsysteem
daarom nogmaals aanbevelen in dit
burgerjaarverslag.

Utrecht in 2010
b u r g e r j a a r v e r s l a g
38 39
VI Aanbevelingen 2010
Het gaat steeds beter met de dienstverlening
van de provincie Utrecht. We betalen facturen
vaker op tijd, onze website trekt meer en meer
bezoekers, we nemen de telefoon sneller op en
we behandelen de bezwaarschriften steeds
vaker binnen de termijn. Toch zijn er altijd
zaken die beter kunnen. In dit hoofdstuk doe ik
een aantal aanbevelingen voor 2011.
1. Registratie van klachten
De provincie heeft verschillende klachtenmeldpunten.
Niet elk meldpunt registreert de klachten
even nauwkeurig. Daardoor is er geen goed
beeld van het aantal klachten dat binnenkomt
en de termijn waarbinnen deze worden afgehandeld.
Het zou goed zijn als er voor alle
klachtenmeldpunten een centraal klachtenmeldsysteem
komt.
Deze aanbeveling staat ook in het Burgerjaarverslag
2009. Helaas is naar aanleiding daarvan
geen actie ondernomen. Het opzetten van
een centraal klachtenmeldsysteem is in lijn
met de bevindingen van de visitatiecommissie
die de bestuurskrachtmeting in onze provincie
heeft uitgevoerd. Met een centraal klachtenmeldsysteem
kan de provincie beter monitoren
waarover de klachten gaan, om hoeveel klachten
het per tijdsperiode gaat en binnen hoeveel
tijd deze klachten worden afgehandeld. Ik zal
een centraal klachtenmeldsysteem daarom
nogmaals aanbevelen in dit burgerjaarverslag.
2. Opvolging aanbevelingen
In diverse rapporten en verslagen, zoals in
dit burgerjaarverslag, worden aanbevelingen
gedaan om de provinciale organisatie nog
beter en efficiënter te laten werken. Helaas
moet ik constateren dat er met bovenstaande
aanbevelingen van vorig jaar niets is gebeurd.
Ook is niet altijd duidelijk wat er met aanbevelingen
in andere rapporten, zoals verslagen van
de Rekenkamer en interne audits, gebeurt. Ze
worden uitgezet bij de afdelingen, maar daarna
wordt er niet altijd meer actief op gestuurd.
Het zou daarom goed zijn een richtlijn op te
stellen voor de omgang met aanbevelingen.
3. Richtlijnen sociale media
De provincie gaat met haar tijd mee. We maken
video’s, we twitteren en we bloggen. In 2010
hebben we de sociale media een plek gegeven
op onze website. Statenleden, gedeputeerden
en ambtenaren zijn gaan twitteren. De eerste
stappen zijn daarmee gezet. Maar wat twitteren
we nu wel en niet? Moet de provincie een
eigen Facebook-pagina hebben? En wat willen
we eigenlijk bereiken met de inzet van sociale
media?
Een visiedocument over sociale media, vastgesteld
door de directie, zou antwoord kunnen
geven op deze vragen. Tevens is het van belang
dat visieontwikkeling en uitwerking daarvan
blijvend hoog op de agenda staan. De onlinewereld
ontwikkelt zich immers snel.
4. Tijdig beslissen over ontheffingen,
vergunningen en meldingen
In 2010 werd 80 procent van de besluiten over
ontheffingen, vergunningen en meldingen binnen
de termijn genomen. In 20 procent van de
gevallen lukte dat niet. In 2009 was dat percentage
nog 13 procent.
De vertraging in 2010 kwam door een verhoogde
werkdruk omdat er op meerdere terreinen
sprake is van een toename van het aantal
vergunningaanvragen. Ook moest een deel van
de beschikbare capaciteit worden ingezet voor

40
Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
41
de implementatie van de Wabo, het Activiteitenbesluit,
een nieuw ICT-systeem en een
nieuw digitaal archief. De invoering van de Crisis-
en Herstelwet leverde ook nog extra werkzaamheden
op.
De vertraging is dus verklaarbaar. Echter, om
een betrouwbare overheid te zijn, zou het percentage
niet tijdig afgehandelde aanvragen
onder de tien procent moeten zitten. Daarom
doe ik graag de aanbeveling om in 2011 hier
extra in te investeren.
5. Tijdig afhandelen subsidieaanvragen
In 2010 werden 77 procent van de subsidieaanvragen
binnen de termijn afgehandeld. In 23
procent van de gevallen lukte dat niet. Sommige
aanvragen hadden meer behandelingstijd
nodig om aan de eisen van zorgvuldigheid en
volledigheid te voldoen. Bovendien leidde de
tussenkomst van een externe adviescommissie
soms tot een langere behandelingstermijn.
Het percentage niet tijdig afgehandelde aanvragen
zou echter minder dan vijftien procent
van het totaal moeten bedragen. Dat is de
prestatie-indicator voor subsidieverlening die
de provincie zichzelf in de provinciale begroting
heeft opgelegd. Dat is in 2010 niet gelukt.
Graag vraag ik daarom extra aandacht voor de
termijnen.
6. Tijdig betalen facturen
De provincie streeft ernaar alle facturen binnen
30 dagen te betalen. In mijn burgerjaarverslag
2009 deed ik de aanbeveling om ten minste 90
procent van de facturen binnen de termijn te
betalen. Dat percentage is niet gehaald. Wel is
een grote verbetering te zien ten opzichte van
voorgaande jaren. In 2009 werd 77 procent van
de facturen op tijd betaald; in 2010 steeg dat
percentage naar 87 procent.
Facturen moeten in principe altijd binnen de
termijn worden betaald om een betrouwbare
partner voor onze relaties te zijn. We zijn op de
goede weg, maar het kan en moet nog beter. Ik
vraag daarom graag aandacht extra aandacht
voor de termijnen.
Jaarverslag

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
42 43
I Veiligheid
Als rijksorgaan heb ik een aantal taken op het
gebied van openbare orde en veiligheid. Dit
vakgebied was in 2010 behoorlijk in beweging.
U leest erover in dit hoofdstuk.
Overzicht van alle
veiligheidsregio’s
in Nederland.
Veranderingen
Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio’s in
werking getreden. Met die nieuwe wet is het
één en ander veranderd in het veiligheidslandschap.
Gemeenten hebben een aantal wettelijke
veiligheidstaken overgedragen aan het
bestuur van de veiligheidsregio. Bovendien is
de positie van de regio in een crisissituatie sterker
dan voorheen. Zo kan de voorzitter van de
veiligheidsregio bij een grootschalige crisis
burgemeesters een aanwijzing geven. Voorzitter
van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) is
burgemeester Wolfsen van de gemeente
Utrecht.
In Utrecht hebben we al vroeg geanticipeerd op
de Wet veiligheidsregio’s. Zo is de rolverdeling
tussen de VRU en de commissaris al sinds
1 oktober 2009 aangepast.
Tot oktober 2009 was ik bij een grootschalige
ramp of crisis voorzitter van het Regionaal
Coördinerend Beleidsteam. Met ingang van
oktober 2009 is de voorzitter van de veiligheidsregio,
de burgemeester van Utrecht, ook
de voorzitter van het Regionaal Beleidsteam.
Híj heeft sindsdien bij een crisis de bevoegdheid
om door te pakken.
Als commissaris heb ik met de nieuwe wet een
toezichthoudende rol gekregen. De minister
van Veiligheid en Justitie is belast met het toezicht
op de veiligheidsregio’s. Dit toezicht
wordt uitgevoerd door de Inspectie Openbare
Orde en veiligheid (IOOV). Als uit een rapportage
van de IOOV blijkt dat de VRU tekortschiet
bij het uitvoeren van taken en in de samenwerking,
zie ik namens de minister erop toe dat het
bestuur van de VRU passende maatregelen
neemt om de tekortkomingen weg te nemen.
De Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Het Rijk heeft het Nederlandse veiligheidslandschap opgedeeld in
25 veiligheidsregio’s. De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) is op
1 november 2010 van start gegaan, maar bestond formeel al sinds
12 januari 2006. Hiermee was Utrecht landelijk een voorloper. Politie,
brandweer, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en
Rampen (GHOR), de gemeenten en de provincie hebben zich
samen sterk gemaakt voor de oprichting van de VRU. De VRU heeft
een algemeen bestuur dat bestaat uit alle 26 burgemeesters.

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
44 45
Ook de planvorming is veranderd met de
nieuwe wet. In de vorige wet was elke gemeente
verplicht eens in de vier jaar een rampenplan
vast te stellen. Dit werd getoetst door het college
van Gedeputeerde Staten. In de nieuwe
wet worden de gemeentelijke plannen vervangen
door één regionaal crisisplan waarvoor de
VRU verantwoordelijk is. De IOOV ziet erop
toe dat dat gebeurt. De gemeenten blijven verantwoordelijk
voor de organisatie van de lokale
crisisbeheersing. Ik heb in 2010 tijdens
gemeentebezoeken bij burgemeesters aandacht
gevraagd voor het actueel houden van de
gemeentelijke draaiboeken.
Regionalisering brandweer
Op 9 juli 2008 heeft het algemeen bestuur van
de VRU besloten de brandweer te regionaliseren.
Op 1 november 2010 was deze operatie
uitgevoerd en kwamen alle gemeentelijke
brandweerlieden in dienst bij de VRU. Nu is er
één brandweerorganisatie voor de regio
Utrecht.
De regio is verdeeld in vijf brandweerdistricten.
Aan het hoofd staat een districtscommandant.
Elk district heeft een belangrijke
taak in de nieuwe organisatie: het uitvoeren
van de brandweerzorg en ondersteunen van de
Brandweercommandant dhr. F. de Keijzer toont de rieten dakbedekking
aan mw. M.A. Robbertsen-van Wolfswinkel tijdens de opening van de
brandweerkazerne Cothen-Langbroek op 16 januari 2010.
Burgemeester mr. A. Wolfsen van Utrecht,
voorzitter van de VRU:
“Alle gemeenten in de provincie doen met de
VRU mee. Niet omdat het moet, maar uit
overtuiging. Als gemeente ben je alléén ook
niet tegen een ramp of crisis opgewassen.
Dan heb je elkaar nodig, net zoals je – naast
de politie – een multidisciplinaire aanpak
nodig hebt van brandweer, geneeskundige
zorg en gemeente. En ook de vrijwilligers bij
de brandweer, die we onmogelijk kunnen missen,
gedijen beter in een professionele organisatie
als de VRU.”
districtsposten. Het district geeft bijvoorbeeld
ondersteuning bij de administratie en de voorbereiding
van oefeningen.
Het uitgangspunt van de regionalisering is dat
burgemeester en gemeentebestuur verantwoordelijk
blijven voor de brandweerzorg in
hun gemeente. Met een geregionaliseerde
brandweer is het de bedoeling dat zij die verantwoordelijkheid
beter aan kunnen. Dat komt
omdat ze over meer middelen kunnen beschikken,
materieel en financieel.
De provincie heeft het proces van regionalisering
op de voet gevolgd. Ik vind het van cruciaal
belang dat de basiskwaliteit van de brandweerzorg
in de regio op peil is. Er ligt nu een grote
opgave voor de veiligheidsregio en de korpsen.
Zij moeten zorgen voor goede afspraken over
lokale borging. Ook moeten zij toezien op een
goed contact tussen het bestuur en de mensen
op de werkvloer.
Crisisbeheersingsplannen
De voorganger van de Wet Veiligheidsregio’s was
de Wet rampen en zware ongevallen (WRZO).
Deze verplichtte gemeenten ten minste eenmaal
per vier jaar hun crisisbeheersingsplan te
actualiseren. Deze verplichting is met de Wet
veiligheidsregio’s komen te vervallen.
Vooruitlopend op de nieuwe wet, heeft de
VRU in 2009 een eerste regionaal crisisplan
opgesteld. In de zomer van dat jaar hebben
Gedeputeerde Staten (GS) het plan getoetst
en goedgekeurd.
In dit regionale crisisplan hebben gemeenten
hun verplichting in het kader van de WRZO uniform
ingevuld. Het uniforme deel hebben ze
aangevuld met praktische lokale informatie,
zoals namen en adressen van externe partners
en opvanglocaties. Dit zijn de zogenoemde
draaiboeken. Begin 2010 hadden alle gemeenten
hun draaiboek aangeleverd en hiermee voldaan
aan de toen nog geldende WRZO. Gedeputeerde
Staten hebben het afgelopen jaar alle
lokale draaiboeken getoetst en goedgekeurd.
Opleiden en oefenen
Iedereen die een formele rol heeft bij het
beheersen van incidenten en crises, moet (blijven)
oefenen. De afgelopen jaren hebben alle
betrokken partijen daarom fors geïnvesteerd in
opleiding en oefening.
Functionarissen krijgen allereerst een opleiding.
Daarna gaan ze trainen, en ten slotte
daadwerkelijk oefenen. Uitgangspunt bij het
opleiden, trainen en oefenen is dat de hulpverleners
en functionarissen niet alleen vakbekwaam
wórden, maar ook vakbekwaam blíjven.
De VRU, die het opleiden en oefenen coördineert,
werkt nauw samen met de gemeenten
en de provincie. De gemeentefunctionarissen,
zoals burgemeesters, gemeentesecretarissen
en beleidsmedewerkers, worden zo op een
eenduidige manier opgeleid.
Tegelijkertijd heeft het kabinet van de commissaris
van de Koningin een taak naar interne
afdelingen van de provincie die bij calamiteiten
of crises betrokken zijn. Minimaal twee keer
per jaar zijn er bereikbaarheidsoefeningen voor
het college van Gedeputeerde Staten, de directie
en betrokken afdelingen. Daarnaast krijgen
alle mogelijk betrokkenen bij de VRU een opleiding
in de basisbeginselen van crisisbeheersing.
Hoewel de provincie onder de nieuwe wet
minder direct bij de crisisbeheersing is betrokken,
is zij zo goed voorbereid op het toezicht in
crisissituaties.
Risicokaart
Om burgers een zo actueel en volledig mogelijk
beeld te geven van de risico’s in hun werk-,
woon- en leefomgeving, heeft de provincie
Utrecht sinds 2002 een provinciale risicokaart.
De gegevens op deze kaart zijn afkomstig van
het Rijk, provincies en gemeenten. Zij zijn
sinds 2007 wettelijk verplicht de risico’s van
gevaarlijke stoffen te registreren. De toelichting
bij de kaart maakt burgers bovendien duidelijk
hoe ze zich kunnen voorbereiden op rampen
en crises. Daarnaast is de risicokaart bedoeld
om iedereen te laten nadenken over het vergroten
van de veiligheid van onze leefomgeving.
Voor hulpdiensten en beleidsmakers is de risicokaart
een belangrijk hulpmiddel.
Er zijn meerdere partijen betrokken bij het
samenstellen van de risicokaart: het Rijk, de
provincies, de gemeenten, de veiligheidsregio’s,
de eerstehulpdiensten en de waterschappen.
De provincies maken en beheren de risicokaarten
voor de inwoners op basis wat met
name de gemeenten behoren aan te leveren.
Dat is een wettelijke taak. Er wordt intensief
samengewerkt met de andere partijen om de
kaart actueel te houden.
Iedereen kan de kaart via internet raadplegen.
Daarnaast kunnen professionele gebruikers
via een beveiligde modus extra informatie
opvragen.
Regionaal risicoprofiel
Welke ramp zou Utrecht kunnen treffen? Hoe
groot zijn de risico’s en wat kunnen we doen
om deze te beperken? Het Utrechtse regionaal
risicoprofiel geeft zo goed mogelijk antwoord
op die vragen. De Wet veiligheidsregio’s verplicht
de veiligheidsregio’s een dergelijk profiel
op te stellen.
Het Utrechtse regionaal risicoprofiel is in 2010
door de VRU opgesteld. Het biedt een basis
voor strategisch beleid om risico’s te beperken.
Daarnaast is het een basis om de crisisbeheersingsorganisatie
op deze specifieke risico’s
voor te bereiden. Ook maakt het gerichte

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
46 47
risicocommunicatie naar burgers mogelijk.
De gegevens die als basis hebben gediend voor
het regionaal risicoprofiel zijn onder andere
afkomstig van de risicokaart.
Bijstand
In sommige situaties kan een politie- of brandweerkorps
zelf niet in de benodigde inzet voorzien.
Dan kan een burgemeester de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken
(BZK) vragen om bijstand uit een andere provincie.
Dat gebeurt via de commissaris van de
Koningin.
Omgekeerd kan de minister van BZK een
beroep doen op mensen of middelen van een
korps uit de provincie Utrecht voor inzet in een
andere provincie. Verder kan een verzoek om
militaire bijstand aan de minister van BZK worden
gedaan, bijvoorbeeld in hoogwatersituaties
of bij zoekacties naar vermiste personen.
Er komen geregeld verzoeken voor bijstand
binnen bij onze provincie. Vaak gaat het om bijstand
voor de handhaving van openbare orde
rond voetbalwedstrijden. De politie Utrecht
heeft als enig korps in Nederland een videovoertuig,
waarmee opnames kunnen worden
gemaakt van eventuele relschoppers. Om deze
reden wordt voor vrijwel elke risicowedstrijd
een beroep gedaan op Utrecht.
Opening waterputten door burgemeester dhr. drs. J.J.L.M. Janssen,
de commissaris van de Koningin en burgemeester dhr. G.F. Naafs.
Waterputten
Samen met burgemeester G.F. Naafs
(Utrechtse Heuvelrug) en burgemeester drs.
J.J.L.M. Janssen (Zeist) nam ik op 22 april
2010, 45 nieuwe waterputten in gebruik. De
waterputten zijn geslagen op de Utrechtse
Heuvelrug. Dat gebeurde in opdracht van de
provincie en acht Utrechtse gemeenten. We
hopen daarmee in de toekomst beter te kunnen
voorkomen dat een vuurtje in een bos- of
heidegebied overslaat in een onbeheersbare,
allesverwoestende brand. Natuurlijk doen we
er in eerste instantie alles aan om te voorkomen
dat er brand uitbreekt. Maar als dat toch
gebeurt, moeten we de goede blusvoorzieningen
hebben.
Uit mijn toespraak bij de opening van de
waterputten op 22 april:
“Het is helaas juist op deze prachtige dagen in
het vroege voorjaar dat het in de prachtigste
omgevingen misgaat. Het struikgewas is droog.
De sapstroom in de bomen moet nog op gang
komen… Een vonk van een voorbijrazende trein
kan voldoende zijn.”
Met de nieuwe waterputten hebben we een
flinke slag gemaakt in de verbetering van de
natuurbrandbestrijding op de Utrechtse Heuvelrug.
De brandweer kan in de toekomst met
de putten snel grote hoeveelheden grondwater
aan het natuurgebied zelf onttrekken en dat als
bluswater gebruiken.
De afgelopen jaren waren er onder meer grote
bosbranden op landgoed Bornia (Driebergen)
en de Amerongse Berg. Bij de bestrijding bleken
de bluswaterwinvoorzieningen op de
Utrechtse Heuvelrug ontoereikend. Dat terwijl
– door toenemende recreatie in Nationaal
Park Utrechtse Heuvelrug – de noodzaak van
een adequate en efficiënte natuurbrandbestrijding
de laatste jaren juist is toegenomen.
Met de nieuwe waterputten is de bluswatervoorziening
in het natuurgebied aanzienlijk
verbeterd. En daarmee ook de veiligheid voor
de woon- en leefomgeving in het Nationaal
Park.
De 45 nieuwe waterputten zijn geslagen in acht
Utrechtse gemeenten: Amersfoort (1), De Bilt
(1), Leusden (9), Rhenen (7), Soest (4),
Utrechtse Heuvelrug (21), Woudenberg (1) en
Zeist (1). Het project waarin provincie, gemeenten,
brandweer en veiligheidsregio op regionaal
niveau samenwerkten aan natuurbrandbestrijding,
is uniek in Nederland.
Rijksfunctionarissen
Een van mijn andere rijkstaken is het onderhouden
van contacten met de zogenoemde
‘rijksfunctionarissen’ in de provincie, zoals de
directeur van de Kamer van Koophandel Midden-Nederland
en de hoofdingenieur-directeur
Uit mijn toespraak op de bijeenkomst van
rijksfunctionarissen op 3 juni:
“Het is goed elkaar te treffen bij een bijeenkomst
als deze, ondanks het feit dat we elkaar
niet elke dag in het werk tegenkomen.
Of misschien juist ómdat we elkaar niet elke
dag tegenkomen… Want we hebben wel wat
met elkaar te maken. En dan is het goed om
elkaar beter te leren kennen en te spreken over
dat wat ons bindt.”
van Rijkswaterstaat Regio Utrecht.
Zij kunnen namens de minister bevoegdheden
uitoefenen, bijvoorbeeld op het gebied van crisisbeheersing.
Op 3 juni organiseerden mijn
kabinet en ik daarom een themabijeenkomst
voor rijksfunctionarissen over de nieuwe Wet
op de Veiligheidsregio’s. Het was een nuttige en
inhoudelijke bijeenkomst.
Met de voorzitter van de VRU heb ik afgesproken
dat in het vervolg de VRU het ene jaar de rijksfunctionarissen
uitnodigt voor een bijeenkomst
over crisisbeheersing en ik het andere jaar over
andere thema’s in het openbaar bestuur.
De bijeenkomst
voor rijksfunctionarissen
op 3 juni
2010.

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
48 49
II Burgemeesters
Als commissaris van de Koningin heb ik een
aantal taken op het gebied van burgemeestersaangelegenheden.
In dit hoofdstuk leest u over
mijn rol in de procedure voor het benoemen en
herbenoemen van burgemeesters en het
benoemen van waarnemers.
Benoemingen
In 2010 is in de provincie Utrecht één nieuwe
burgemeester benoemd: de heer drs. L.M.M
Bolsius als burgemeester van Amersfoort. Ik
beëdigde de heer Bolsius in de openbare raadsvergadering
van 31 augustus.
Burgemeester drs. L.M.M. Bolsius:
“De eerste honderd dagen van mijn burgemeesterschap
van Amersfoort laten zich vooral kenmerken
door een gevoel van welkom. De vele
bezoeken (aan inwoners, wijken, bedrijven en
organisaties) leverden prachtige ontmoetingen
op. Steeds weer ontmoette mijn nieuwsgierigheid
de nieuwsgierigheid van de ander. Ondertussen
was er veel werk aan de winkel. Voor
mijn gezin was het ook een periode van grote
verandering. Daar was gelukkig ook veel aandacht
en tijd voor, te beginnen met het toepasselijke
cadeau van de Commissaris van de
Koningin op de avond van mijn installatie. De
voetballen worden veelvuldig gebruikt en dat
levert aardige contacten met de buren op!”
betreffende gemeente burgemeester te worden.
Een belangrijke toetssteen daarbij is de
profielschets van de nieuwe burgemeester
die door de gemeenteraad is opgesteld.
2. Ik bespreek mijn selectie met de vertrouwenscommissie
uit de gemeenteraad. In de
meeste gevallen neemt deze commissie de
selectie over.
3. De vertrouwenscommissie spreekt vervolgens
met de kandidaten uit de selectie en
draagt in een concept-aanbeveling twee van
hen voor aan de gemeenteraad, in volgorde
van voorkeur.
4. De raad maakt een aanbeveling van twee
personen en stuurt deze naar de minister
van BZK. Alleen de nummer één in deze aanbeveling
wordt openbaar gemaakt.
5. De minister neemt deze aanbeveling in bijna
alle gevallen over en zal de nummer één ter
benoeming voordragen aan de Koningin.
Eedaflegging
door dhr. drs.
L.M.M. Bolsius
bij zijn installatie
tot burgemeester
van Amersfoort
op 31 augustus
2010.
Procedure burgemeestersbenoeming
Bij de benoeming van een burgemeester zie ik
als commissaris toe op een ordelijk verloop
van de procedure:
1. Allereerst maak ik een selectie van kandidaten
die ik in beginsel geschikt vind om in de

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
50 51
Herbenoemingen
Een burgemeester wordt benoemd voor zes
jaar. Voordat deze termijn afloopt, geeft de burgemeester
aan of hij/zij voor herbenoeming in
aanmerking wil komen. De vertrouwenscommissie
uit de gemeenteraad vormt zich een
oordeel over het functioneren van de burgemeester.
Dat gebeurt onder meer tijdens een
gesprek met de burgemeester. De profielschets
waarmee de burgemeester destijds geselecteerd
werd, is daarbij het uitgangspunt. Ook de
functioneringsgesprekken die raad en burgemeester
sinds het begin van zijn/haar aantreden
hebben gevoerd, spelen hierbij een rol.
Als dat nodig is, vindt een gesprek plaats tussen
mij en de raad over het functioneren van
de burgemeester. In alle gevallen spreek ik ook
de burgemeester zelf.
Hierna brengt de raad een aanbeveling uit over
de herbenoeming van de burgemeester. Ik
stuur de aanbeveling naar de minister en geef
daarbij een eigen advies aan de minister. Ook
rapporteer ik de minister over de inhoud en het
verloop van de procedure.
In 2010 zijn twee burgemeesters herbenoemd:
jhr. mr. K.F.H. Schorer in de gemeente Renswoude
en dhr. mr. T. Elzenga in de gemeente
Veenendaal.
Ondertekening beëdigingspapieren door dhr. mr. T. Elzenga voor zijn
herbenoeming tot burgemeester van Veenendaal op 9 september 2010.
Van mijn weblog ‘Herbenoeming burgemeester
Elzenga’ op 9 september):
“De beëdiging van een burgemeester is altijd
een bijzonder moment. Het afleggen van de eed
of de belofte gebeurt voordat de nieuwe ambtstermijn
van een burgemeester ingaat. Hij of zij
belooft bij de beëdiging trouw te zijn aan de
grondwet en de plichten als burgemeester naar
eer en geweten te vervullen.”
Waarnemend burgemeesters
Als er in een gemeente voor langere tijd geen
burgemeester is, kan ik als commissaris een
waarnemend burgemeester benoemen. Dat
gebeurt nadat ik de gemeenteraad daarover
heb gehoord. Ik vind het belangrijk in zo’n
geval een waarnemer aan te stellen, zodat de
drie wettelijke organen van de gemeente (raad,
college en burgemeester) vervuld blijven.
Een waarnemend burgemeester kan onder
meer worden benoemd in de periode tussen
ontslag van de vertrekkende en benoeming van
een nieuwe burgemeester. Verder kan in
gemeenten die betrokken zijn bij een herindeling
een waarnemer worden benoemd. Ten
slotte kan de commissaris bij langdurige afwezigheid
van de vaste burgemeester (bijvoorbeeld
wegens ziekte) een waarnemer benoemen.
In 2010 telde de provincie Utrecht in totaal vijf
waarnemend burgemeesters. In vier gevallen
was dit in verband met een (mogelijke) herindeling
van de gemeente: Breukelen, Loenen,
Abcoude en Woudenberg.
In één geval heb ik een waarnemend burgemeester
benoemd in verband met de ziekte en
het overlijden van de vaste burgemeester. Dat
gebeurde in Baarn, waar ik de heer drs. B. Vries
per 1 februari 2010 benoemde tot waarnemend
burgemeester. Hij nam het ambt waar van burgemeester
J. de Groot, die vanwege gezondheidsproblemen
geen volledige invulling meer
kon geven aan het ambt. Burgemeester De
Groot overleed in augustus. De heer Vries blijft
waarnemend burgemeester tot de afronding
van de benoemingsprocedure voor een vaste
burgemeester.
Uit mijn toespraak bij de uitvaartdienst van
burgemeester De Groot op 26 augustus:
“Ik condoleer u allen met het verlies van een
aimabel, moedig en bescheiden mens.
Een optimist die nimmer dacht aan opgeven,
simpelweg omdat hij het woord niet kende. Een
bijzondere burgemeester. Een boegbeeld dat
zijn gemeente met verve vertegenwoordigde.
Statig en correct van afstand, warm en zeer
betrokken van dichtbij. Onze provincie heeft
een markante burgemeester verloren en dat
stemt ons allen zeer droef.”
Afscheid
In 2010 namen we afscheid van burgemeester
mevrouw drs. A. van Vliet-Kuiper. Zij was meer
dan tien jaar lang het gezicht en uitstekend
burgemeester van Amersfoort.
Uit mijn toespraak bij het afscheid van burgemeester
Van Vliet op 22 juni:
“Een bruggenbouwer, een verbinder, een gezicht
– een vrolijk gezicht – zichtbaar in de stad. Toegankelijk,
charmant, rustig, maar buitengewoon
gedecideerd als de situatie daarom
vraagt. Kortom, een constante factor in een
stad in beweging.”
Klankbordgesprekken
Tussen de commissaris en een burgemeester
vinden periodieke klankbordgesprekken plaats.
We bespreken dan het functioneren van de burgemeester.
Dat gebeurt een aantal keer: na
honderd dagen, na één jaar, drie jaar na de
benoeming van de burgemeester en vervolgens
kort voor de herbenoeming. Deze
gesprekken zijn deels gebaseerd op de klankborgesprekken
die burgemeester en raad voeren.
Ik vind het belangrijk dat de raad en de burgemeester
regelmatig spreken over het functioneren
van de burgemeester. Zo worden zaken
die goed gaan benoemd, maar ook eventuele
ontwikkelpunten van de burgemeester onder
de aandacht gebracht. In de aanloop naar een
mogelijke herbenoeming is het belangrijk dat
er een duidelijke omschrijving is van het functioneren
van de burgemeester en van de verwachtingen
over en weer.
Burgemeestersbeleid
Bij de benoeming van een nieuwe burgemeester
speelt de griffier een belangrijke rol. Hij of
zij treedt vaak op als secretaris van de vertrouwenscommissie
van de gemeenteraad die de
nieuwe burgemeester kiest. In de dagelijkse
praktijk is de griffier ook een van de mensen die
veel en vaak met de burgemeester samenwerkt.
Daarom vind ik nauwe samenwerking tussen
de griffiers en mijn kabinet van groot belang.
Mijn medewerkers en ik hebben in 2010
daarom extra aandacht besteed aan de (goede)
werkrelatie met de griffiers van de Utrechtse
gemeenten. Zo hebben we een bijeenkomst
georganiseerd voor alle griffiers. Daarin hebben
we gezamenlijk de procedure rond de
benoeming van een burgemeester en onze rollen
daarin, nog eens tegen het licht gehouden.
We hebben een klankbordgroep opgericht
waarin vijf griffiers met ons meedenken over
hoe we verschillende procedures rond burgemeesterszaken
nog steeds beter kunnen laten
verlopen.
Blik op 2011
Vooruitkijkend zie ik in 2011 ook weer veel ontwikkelingen
op het gebied van burgemeesterszaken.
Deels wierpen die ontwikkelingen hun
schaduw al vooruit in 2010.
De burgemeesters van Vianen (mevrouw drs.
D.A.M. Koreman) en Nieuwegein (de heer drs.
C.M. de Vos) kondigden aan dat zij in 2011 met
pensioen willen gaan. In Vianen is de procedure
voor de benoeming van een nieuwe burgemeester
al gestart in 2010; in Nieuwegein
start deze procedure begin 2011. Ook in Baarn
is de procedure voor de opvolging van burgemeester
De Groot begonnen.

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
52 53
Herindelingsgemeenten
Verder zijn op 1 januari 2011 de gemeenten
Abcoude en De Ronde Venen samengevoegd
in de nieuwe gemeente De Ronde Venen. Ook
ging op dezelfde datum de nieuwe gemeente
Stichtse Vecht van start. In die nieuwe
gemeente zijn Loenen, Breukelen en Maarssen
samengevoegd.
III Andere werkzaamheden
Jubileum burgemeester R.G. Boekhoven
Op de valreep vierde burgemeester Boekhoven in december 2010
zijn veertigjarig jubileum als burgemeester. De heer R.G. Boekhoven
was achtereenvolgens burgemeester van de gemeenten Termunten,
Veendam, Zeist en waarnemend burgemeester van Utrechtse Heuvelrug
en Loenen. Een gedenkwaardig en uitzonderlijk jubileum!
Overzicht burgemeesters per 1 januari 2011
Voor de burgemeesters van de oude en nieuwe
gemeenten betekent deze fusie veel. Per 1 januari
2011 heb ik de waarnemend burgemeesters
van Breukelen (de heer dr. G. Mik), Loenen (de
heer R.G. Boekhoven) en Abcoude (de heer dr.
Gemeente Volledige achternaam Benoemingsdatum Partij
Amersfoort De heer drs. L.M.M. Bolsius 31 augustus 2010 CDA
Baarn De heer drs. B. Vries 1 februari 2010 CDA
Bunnik De heer H.M. Ostendorp 20 april 2009 CDA
Bunschoten De heer M. van de Groep 15 december 2006 C.U.
De Bilt De heer A.J. Gerritsen 1 februari 2007 VVD
De Ronde Venen Mevrouw drs. M. Burgman 1 januari 2011 VVD
Eemnes De heer R. van Benthem RA 1 september 2005 VVD
Houten De heer C.H.J. Lamers 1 juli 2001 CDA
IJsselstein De heer drs. P.C. van den Brink 15 mei 2007 CDA
Leusden Mevrouw drs. A. Vermeulen 2 juli 2009 VVD
Lopik Mevrouw mr. R.G. Westerlaken-Loos 2 april 2009 CDA
Montfoort De heer E.L. Jansen BA 1 juli 2003 D’66
Nieuwegein De heer drs. C.M. de Vos 16 oktober 2000 PvdA
Oudewater Mevrouw M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt 16 oktober 1995 PvdA
Renswoude Jhr. mr. K.F.H. Schorer 1 juli 1998 CDA
Rhenen De heer drs. J.H.A. van Oostrum 15 maart 2007 VVD
Soest De heer A. Noordergraaf 1 september 2006 SGP
Stichtse Vecht Mevrouw drs. M.M. van ‘t Veld 1 januari 2011 CDA
Utrecht De heer mr. A. Wolfsen 1 januari 2008 PvdA
Utrechtse Heuvelrug De heer G.F. Naafs 1 september 2006 VVD
Veenendaal De heer mr. T. Elzenga 15 september 2004 CDA
Vianen Mevrouw drs. D.A.M. Koreman 1 februari 1991 PvdA
Wijk bij Duurstede De heer ing. G.K. Swillens 16 december 2000 PvdA
Woerden De heer mr. H.W. Schmidt 15 december 2005 VVD
Woudenberg De heer J.G.P. van Bergen 1 januari 2007 PvdA
Zeist De heer drs. J.J.L.M. Janssen 16 januari 2006 CDA
Burgemeester dhr. R.G. Boekhoven.
J. Streng) ontheven uit hun ambt. In december
2010 heb ik afscheid genomen van hen en van
de gemeenten die per 1 januari 2011 niet langer
bestaan.
Ook de burgemeester van Maarssen (mevrouw
drs. M.M. Van ’t Veld) en de burgemeester van
De Ronde Venen (drs. M. Burgman) kregen
eervol ontslag. Hen benoemde ik per 1 januari
2011 tot waarnemend burgemeester van respectievelijk
Stichtse Vecht en De Ronde Venen.
Uit mijn toespraak ‘Afscheid gemeente
Breukelen’ op 21 december:
“Ik mocht deze week aanwezig zijn bij alle
laatste raadsvergaderingen van de Utrechtse
gemeenten in deze streek. En wat me opviel
waren de gelijkenissen, de gedeelde geschiedenis
van ontginning en turfwinning, en dezelfde
vraagstukken / de uitdagingen voor de toekomst.
Onder de rook van Amsterdam, midden
in het Groene Hart en in de hectische
Randstad. .Maar het viel me ook op dat,
ondanks die gedeelde historie, elke plaats iets
unieks meeneemt. Een niet te reproduceren
eigenheid.
Het maakt de nieuwe gemeente alleen maar
rijker.”
Naast mijn taken op het gebied van veiligheid
en burgemeestersaangelegenheden, heb ik
nog een aantal andere werkzaamheden. Zo
adviseer ik Hare Majesteit over Koninklijke
onderscheidingen en predikaten; ben ik voorzitter
van het Prins Bernhard Cultuurfonds
Utrecht, en ben ik verantwoordelijk voor de
provinciale Archiefinspectie. Soms treed ik op
als bemiddelaar, hoewel dat geen officiële taak
is. In dit hoofdstuk leest u uitgebreid over alle
werkzaamheden.
Onderscheidingen
Als commissaris van de Koningin adviseer ik de
Kanselarij der Nederlandse Orden en Hare
Majesteit over het toekennen van Koninklijke
onderscheidingen, predikaten en erepenningen.
Koninklijke onderscheidingen
Een Koninklijke onderscheiding is een blijk van
erkenning voor persoonlijke, bijzondere verdiensten
voor de samenleving. De Nederlandse
staat kent twee civiele orden. Verreweg
de meeste Koninklijke onderscheidingen worden
verleend in de Orde van Oranje Nassau. In
een enkel geval gebeurt dat in de Orde van de
Nederlandse Leeuw.
De meeste ‘lintjes’ worden uitgereikt tijdens de
Algemene Gelegenheid, de laatste werkdag
voor Koninginnedag. In 2010 was deze lintjesregen
op 29 april. Wanneer er een relatie is tussen
een bepaalde datum en de reden van decoratie,
kan de Koninklijke onderscheiding ook op
een ander moment worden uitgereikt. Er is dan
sprake van een Bijzondere Gelegenheid.
Het afgelopen jaar heb ik 473 aanvragen voor
Koninklijke onderscheidingen van advies voorzien.
Daarvan zijn er 449 (95 procent) bij
Koninklijk besluit verleend.
Uit mijn toespraak bij de uitreiking van de Koninklijke Onderscheiding
aan mevrouw Isings en de heer Jansens van Gellicum
op 28 april:
“De verlening van de jaarlijkse onderscheidingen, de zogenaamde
‘Lintjesregen’, is een traditie die in Nederland wijdverspreid is.
Deze naam is te danken aan de gewoonte om op de revers of op
een japon een klein stukje lint in de kleuren van de verkregen onderscheiding
te dragen.”
In de meeste gevallen wordt de Koninklijke
onderscheiding uitgereikt door de burgemeester
van de gemeente. In een aantal – heel bijzondere
– gevallen doe ik dat zelf. In 2010 heb
ik twee onderscheidingen uitgereikt: aan
mevrouw prof. dr. C. Isings en aan de heer mr.
Ing. J.A. Jansens van Gellicum.
Gedecoreerden mw. prof. dr. C. Isings, dhr. mr. ing. J.A. Jansens
van Gellicum en partner, en de commissaris van de Koningin op
28 april 2010.

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
54 55
Mevrouw prof. dr. C. Isings werd benoemd tot
Officier in de Orde van Oranje Nassau. De
91-jarige emeritus hoogleraar Archeologie is
nog steeds een aantal ochtenden in de week
actief als conservator van het Provinciaal
Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
Ze heeft een lange lijst van zeer uitzonderlijke
verdiensten achter haar naam
staan. Vanaf 1951 werkte zij aan het toenmalig
Archeologisch Instituut van de Universiteit
Utrecht. In 1971 werd zij daar lector, om kort
daarop benoemd te worden tot hoogleraar.
Vanaf haar promotie heeft zij regelmatig gepubliceerd,
met name over Romeins glaswerk.
De heer mr. ing. J.A. Jansens van Gellicum,
oud-directeur van Rentmeesterkantoor Schoutenhuis,
werd benoemd tot Ridder in de Orde
van Oranje Nassau. Hij heeft zich in het rentmeestersvak,
maar ook daarbuiten, zeer verdienstelijk
gemaakt. Zo zette hij zich onder
andere in als bestuurslid van Het Utrechts
Landschap, voor de Landelijke Stichting voor
Blinden en Slechtzienden en voor de Stichting
Ella Bentinck-van Eeghen.
Predikaten
Organisaties kunnen bij de burgemeester van
hun statutaire vestigingsplaats een verzoek
indienen voor het voeren van een predikaat.
Om daarvoor in aanmerking te komen, moet
er sprake zijn van een Nederlandse zelfstandige
organisatie die ten minste honderd jaar
bestaat.
In de regel is het predikaat Koninklijk bestemd
voor grotere bedrijven met meer dan honderd
werknemers of voor landelijke overkoepelende
organisaties. Het predikaat Hofleverancier is
bedoeld voor bedrijven uit het midden- en
kleinbedrijf met maximaal honderd werknemers.
Ook moeten de leden van het bestuur of
de directie van onbesproken gedrag zijn. Vanzelfsprekend
moeten de financiën solide zijn.
Daarnaast kunnen verenigingen en instellingen
die ten minste vijftig jaar bestaan (of een
volgend meervoud van 25 jaar) bij de burgemeester
van hun statutaire vestigingsplaats
een aanvraag indienen voor een Koninklijke
Erepenning. De procedure hiervoor is minder
zwaar.
In 1985 is ingesteld dat het predikaat Koninklijk
voor een periode van 25 jaar wordt verstrekt.
Sinds 2010 is de looptijd van vele predikaten
daarmee komen te vervallen. Vanuit het
Koninklijk Huis is bekendgemaakt dat deze
predikaten weliswaar opnieuw kunnen worden
toegekend, maar dat zij dan wel moeten worden
getoetst alsof het om een nieuwe aanvraag
gaat. Het aantal ingediende predikaatverzoeken
is hierdoor sinds 2010 fors toegenomen.
Aanvragen
In 2010 zijn drie nieuwe aanvragen voor het
predikaat Koninklijk ingediend, waarvan er één
– aan de Bond van Oranjeverenigingen – is verstrekt.
Deze mag zich voortaan Koninklijke
Bond van Oranjeverenigingen noemen. De
andere twee aanvragen zijn nog in behandeling.
In het afgelopen jaar werden 24 predikaten
Koninklijk ter bestendiging aangeboden. Elf
van deze aanvragen zijn inmiddels toegekend,
twaalf aanvragen zijn nog in behandeling en
één aanvraag is afgewezen. Het predikaat is
voor deze organisatie komen te vervallen.
In 2010 werden twee aanvragen ingediend voor
het predikaat Hofleverancier. Beide aanvragen
zijn echter afgewezen.
Er werd één verzoek tot verlening van de Koninklijke
erepenning ingediend. Dat gebeurde door
muziekgezelschap Tzigane in Utrecht. De erepenning
is in oktober 2010 aan het gezelschap
uitgereikt.
Prins Bernhard Cultuurfonds
Het Prins Bernhard Cultuurfonds bestaat uit
het landelijk bureau in Amsterdam en twaalf
provinciale afdelingen. Als commissaris van de
Koningin ben ik voorzitter van het Prins Bernhard
Cultuurfonds Utrecht.
Het fonds stimuleert cultuur en natuurbehoud
in Nederland, op grote en kleine schaal.
Het fonds werd op 10 augustus 1940 in Londen
opgericht om geld in te zamelen voor de
aankoop van oorlogsmaterieel. Na de oorlog
kreeg het fonds een andere doelstelling:
“de bevordering van de geestelijke weerbaarheid
door middel van culturele zelfwerkzaamheid”. In
de jaren 80 van de 20e eeuw is daar natuurbehoud
bijgekomen. In 2010 bestond het fonds
70 jaar, een lustrum dat we op landelijke schaal
hebben gevierd.
Aanvragen
In 2010 heeft onze regionale afdeling 299 aanvragen
in behandeling genomen; 207 aanvragen
zijn toegewezen. Met de financiële bijdrage
voor deze projecten was een bedrag van
467.934 euro gemoeid. Daarmee hebben een
grote diversiteit aan projecten ondersteund,
zoals de publicatie Het grafmonument van
Reinoud III van Brederode door Jos de Meyere,
het nieuwe Amersfoortse straattheaterfestival.
Anjeractie
In 1945 gingen collectanten voor het eerst de
straat op om geld in te zamelen voor de landelijke
Anjeractie. Daarmee is het Prins Bernhard
Cultuurfonds een van de oudste collecterende
fondsen. De vorm van collecteren is gaandeweg
veranderd, maar de Anjeractie is nog
steeds een van de grootste inkomstenbronnen
van het Cultuurfonds. Het opgehaalde bedrag
wordt volledig besteed aan cultuur en natuurbehoud
in de provincie Utrecht.
Dit jaar vond de Anjeractie voor de 65 e keer
plaats. Dat hebben we in april gevierd met een
feestelijke bijeenkomst in Museum Speelklok.
Voor een aantal collectanten hadden we speciale
aandacht. De Christelijke Oratoriumvereniging
Hosanna, mevrouw Tersteeg uit IJsselstein
en de heer Bos uit Hoogland, collecteren
al meer dan veertig jaar voor het Prins Bernhard
Cultuurfonds.
De bijeenkomst was tevens de aftrap van de
65e Anjeractie. De collectanten haalden in
2010 het bedrag van 86.373,60 euro op.
Archiefinspectie
Als portefeuillehouder ben ik in Gedeputeerde
Staten verantwoordelijk voor het provinciaal
archieftoezicht. De archiefinspectie heeft
namens GS in 2010 bij verschillende gemeenten
en gemeenschappelijke regelingen de kwaliteit
van de informatievoorziening getoetst aan de
Archiefwet. Deze jongere archieven zijn nu nog
van belang voor de bedrijfsvoering van die organisaties,
maar in de toekomst zijn ze ons provinciaal
cultureel erfgoed. De inspecties richten
zich steeds meer op de digitale archieven.
Alle Utrechtse
collectanten
van het Prins
Bernhard
Cultuurfonds
in Museum
Speelklok op
21 april 2010.
Van mijn weblog ‘Jubileum Prins Bernhard Cultuurfonds en
Anjeractie’ op 21 april:
“Een dubbel jubileum: 70 jaar Prins Bernhard Cultuurfonds en
65 jaar Anjeractie. Dat vonden we in Utrecht een klein feestje
waard, dus nodigden we alle Utrechtse collecterende vrijwilligers
uit in Museum Speelklok voor een culturele avond. Het was een
bijzondere ontvangst met bijzondere mensen!”

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
56 57
Met deze inspecties streven we tevens naar
een dekkend net van professionele archiefdiensten
in onze provincie. In 2010 kwam één
nieuwe archiefsamenwerking tot stand: de
gemeente Nieuwegein sloot zich per 1 januari
2011 bij Het Utrechts Archief aan voor de zorg
voor de historische archieven. Vianen is nu nog
de enige Utrechtse gemeente die niet beschikt
over een professionele archiefdienst met adequate
publieksvoorziening.
Ook startte het afgelopen jaar de bouw van
archiefdepots bij het Regionaal Historisch Centrum
(RHC) Zuidoost Utrecht en Archief Eemland.
Daardoor krijgen straks ook deze archieven
een centraal, ruim en veilig onderkomen.
Bemiddelingsverzoeken
In 2010 heb ik 22 verzoeken om hulp of bemiddeling
ontvangen. Dat zijn er 8 minder dan in
2009. Na de daling van de afgelopen 4 jaar is
het aantal bemiddelingsverzoeken dit jaar dus
verder afgenomen.
Van de 22 verzoeken heb ik er 19 (86 procent)
binnen de termijn van 6 weken afgehandeld.
De overige 3 verzoeken heb ik, in overleg met
de indiener, langer in behandeling gehouden.
De overschrijding van de termijn was te wijten
aan de complexiteit van de situaties.
Hoewel ik de verzoekers in de meeste gevallen
niet concreet kon helpen, vind ik het belangrijk
hun verzoeken tijdig en inhoudelijk te beantwoorden.
Tabel: Aantal bemiddelingsverzoeken per jaar
2010 22
2009 30
2008 2
2007 36
2006 51
GS tijdens een rondleiding in het Utrechts Archief met van links naar rechts: gedeputeerde dhr. drs.
R.W. Krol, gedeputeerde dhr. drs. W.M. de Jong, commissaris dhr. R.C. Robbertsen en gedeputeerde
mw. A.H. Raven BA
IV Ontmoetingen
Misschien wel het leukste onderdeel van mijn
functie zijn de vele ontmoetingen. Ik breng
bezoeken aan gemeenten, bedrijven en instellingen,
en heb gesprekken met inwoners, studenten,
burgemeesters en vertegenwoordigers
van maatschappelijke organisaties. Ook in
2010 was het weer zeer inspirerend om op deze
manier verbindingen te leggen.
Gemeentebezoeken
Mijn ambtsinstructie schrijft voor dat ik elke
Utrechtse gemeente eens per twee jaar bezoek.
Ik geef daar met veel plezier invulling aan.
Sinds ik commissaris ben, heb ik alle gemeenten
ten minste één keer met een officieel werkbezoek
bezocht. Na de gemeenteraadsverkiezingen
in maart 2010 ging de tweede ronde van
start. In het afgelopen jaar bezocht ik in totaal
acht gemeenten.
Tijdens die bezoeken sprak ik met de burgemeester
en het college uitgebreid over de
lopende zaken. Daarbij hadden we bijzondere
aandacht voor veiligheid, financiën en de lokale
bestuurskracht. Daarnaast bezocht ik in elke
gemeente een interessant bedrijf of instelling
leverden deze bezoeken veel interessante informatie
op.
Zo kreeg ik in 2010 een rondleiding bij het
Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) op de
Utrechtse Heuvelrug; bezocht ik de Zomerdijk
en de waaien in Eemnes; sloeg ik in IJsselstein
de laatste paal van de nieuwe gemeentewerf en
sprak ik in Amersfoort met creatieve ondernemers
en studenten van de Hogeschool Utrecht.
Tabel: Overzicht gemeentebezoeken 2010
Gemeente
Datum
Utrechtse Heuvelrug 17 juni 2010
Utrecht 30 juni 2010
De Bilt 22 september 2010
Eemnes 14 oktober 2010
IJsselstein 27 oktober 2010
Woerden 4 november 2010
Montfoort 18 november 2010
Amersfoort 8 december 2010
Bezoek aan het
bedrijf Bébouw
tijdens het
gemeentebezoek
aan Woerden op
4 november 2010.
Van mijn weblog ‘Werkbezoek IJsselstein’ op 27 oktober:
“Tijdens het werkbezoek maakte ik kennis met de winnaars van de
Ondernemersprijs IJsselstein 2010: Terberg Verenigde Bedrijven,
Foodmaster en Sjonic Digitaal Media. Allemaal ondernemers die
een belangrijke en vooral duurzame bijdrage leveren aan de economische
ontwikkeling van IJsselstein. Die ontmoeting vond plaats bij
Terberg, een prachtig familiebedrijf in technische installaties. Een
bedrijf met een grote maatschappelijke betrokkenheid. De directeur,
Jan Terberg, is tevens voorzitter van Vrienden van het Cals, een
stichting die een betere overgang van het onderwijs (Cals College)
naar beroepsuitoefening wil bevorderen.”

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
58 59
Van mijn weblog ‘Werkbezoek Amersfoort’ op 8 december:
“Bij de Amersfoortse vestiging van de HU ontmoette ik studenten
die de Plee-mate ontwikkeld hebben. Een heel handig ding! Het is
een soort kartonnen oplegger voor op de wc-bril op een openbaar
toilet. Een uitkomst voor als je bijvoorbeeld naar een festival gaat.
De studenten vertelden me hoe professioneel ze hun idee in de
markt zetten. Ik was onder de indruk. Dat is nog eens innovatie!”
Statenleden en
GS-leden in
Straatsburg op
12 april 2010.
Bezoeken PS en GS
Met Provinciale Staten en het college van
Gedeputeerde Staten bracht ik het afgelopen
jaar ook een aantal inspirerende bezoeken. Zo
bezochten de Staten Straatsburg in april en
Paleis Soestdijk in september.
In Straatsburg werden we geïnformeerd over
het werk van het Europees Hof van de Rechten
van de Mens en de Raad van Europa.
Bovendien werden we voortreffelijk ontvangen
door ambassadeur Jacobus van der Velden.
Hij is de Nederlandse permanent vertegenwoordiger
bij de Raad van Europa. De
avond had nog een extra bijzonder tintje
omdat het voor de heer Van der Velden een
van zijn laatste ontvangsten was: hij ging de
maand erna met pensioen.
In Paleis Soestdijk organiseerden we in september
een conferentie over de toekomst van
het paleis. Na twee jaar openstelling voor
bezoekers is het in 2011 gesloten. Dit jaar
beslist het kabinet over de toekomst van het
paleis. Provinciale Staten wilden tijdens deze
conferentie met de partners op de Heuvelrug
praten over de herbestemming én over de
gebiedsontwikkeling. De voornaamste conclusie
was dat het paleis een nationale publieke
functie moet behouden en moet blijven aansluiten
bij het hele gebied.
Elke Statencommissie legde apart gemiddeld
nog drie extra werkbezoeken af in 2010.
Van mijn weblog ‘Bezoek aan Straatsburg’
op 12 april:
“We sluiten de reis op zaterdag af met een
bezoek aan Nattzweiler-Struthof, een concentratiekamp
van de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog.
Het was een van de Nacht en Nebelkampen:
hier moesten de verzetsmensen
letterlijk en figuurlijk spoorloos van de aardbodem
verdwijnen.. Een indrukwekkend en aangrijpend
bezoek, waar we in de bus terug naar
Utrecht nog wel even stil van zijn.”
Met het college bezocht ik onder meer het
beeldenpark van Jits Bakker en het Universitair
Medisch Centrum (UMC) Utrecht. Op uitnodiging
van het UMC bracht het college van GS
een bezoek aan het nieuwe Intensive Care Centrum
op het Science Park.
Van mijn weblog ‘Bezoek GS aan UMC
Utrecht’ op 12 januari:
“Het is de meest geavanceerde IC van Nederland
en ik was dan ook erg onder de indruk
van de high tech-uitstraling. De provincie
Utrecht en het UMC hebben samen met de
Universiteit Utrecht, de Hogeschool Utrecht
en de gemeente Utrecht de ambitie om intensiever
samen te werken.”
Overige bezoeken 2010
Ten slotte bezocht ik, op uitnodiging of vanuit
mijn eigen interesse, nog een aantal belangrijke
bedrijven en instellingen in onze provincie.
Ik vind die contacten van groot belang:
deze organisaties zijn immers van onschatbare
waarde voor onze economie en werkgelegenheid.
Bij elk bezoek kreeg ik een rondleiding en
sprak ik met de sleutelfiguren. En steeds
Tabel: Overzicht bezoeken GS 2010
Datum
Organisatie
12 januari 2010 Werkbezoek UMC Utrecht
19 januari 2010 Bestuurlijk overleg
Universiteit Utrecht
26 januari 2010 Bestuurlijk overleg met
B&W Nieuwegein
24 augustus 2010 Bijeenkomst beeldenpark
Jits Bakker
7 september 2010 Ontvangst wethouders en
raadsleden Utrechtse
gemeenten
9 en 10 november 2010 Brussel
16 november 2010 Bijeenkomst B&W Utrecht
23 november 2010 Bestuurlijk overleg College
van Bestuur Hogeschool
Utrecht
30 november 2010 Bestuurlijk overleg
gemeente Amersfoort
7 december 2010 Bestuurlijk overleg
gemeente Hilversum
vertrok ik met een goed gevoel. Wat hebben we
veel inspirerende bedrijven en instellingen in
onze provincie!
Eerste
steenlegging
voor nieuwbouw
Bartiméus op
23 september
2010.

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
60 61
Tabel: Overzicht overige bezoeken 2010
Gemeente
Datum
Mediq 20 januari 2010
Triodos Bank 10 februari 2010
Revalidatiecentrum De Hooghstraat 18 februari 2010
Sint Antonius Ziekenhuis 24 maart 2010
Waterschap Vallei en Eem 3 november 2010
Ontvangsten Koninklijk Huis
Regelmatig bezoeken leden van het Koninklijk
Huis een evenement of instantie in onze provincie.
In 2010 gebeurde dat achttien keer. Bij
de meeste bezoeken ontvang ik hen. In het
afgelopen jaar heb ik de leden van het Koninklijk
Huis tien keer zelf begroet. Drie keer werd
ik vervangen door een loco-commissaris.
Van mijn weblog ‘Nieuwe Universiteitskliniek’
op 9 juni 2010:
“De Koningin vertelde dat haar eigen Koninklijke
honden er ook wel eens waren geweest.
Het was inderdaad bijzonder: Hare Majesteit
de Koningin opende afgelopen woensdag de
geheel gerenoveerde Universiteitskliniek voor
gezelschapsdieren. De kliniek is te vergelijken
met een academisch ziekenhuis voor mensen:
er wordt niet alleen medische zorg geboden,
er wordt tevens fundamenteel en klinisch
onderzoek verricht.”
Opening tentoonstelling ‘Royal Class, vorstelijk reizen’ door Hare Majesteit de Koningin op 14 april 2010.
V Bruggen bouwen
Men should build bridges rather than walls.
Een bekende uitspraak die vaak gebruikt wordt
in internationaal verkeer en waar ik volledig
achtersta. Maar, geldt de uitspraak niet altijd
en overal? In het vorige hoofdstuk las u over
verbinden binnen het Utrechtse. Dat is heel
belangrijk, maar daarnaast zijn er ook bruggen
nodig tussen de provincies, tussen (buitenlandse)
bedrijven en overheden, kennisinstellingen
en maatschappelijke organisaties en
tussen heden en toekomst. U leest erover in dit
hoofdstuk.
Utrecht 2040
Eerste en tweede conferentie Utrecht 2040
In 2008 hebben we, samen met onze partners,
de eerste stap gezet naar een duurzame regio.
Dat gebeurde met de conferentie Samen op
weg naar 2040.
In 2009, op de tweede conferentie, hebben we
de Missie Utrecht getekend. In dit verdrag staat
dat wij een goede kwaliteit van leven willen
voor alle inwoners van onze provincie. Wij streven
naar een duurzaam Utrecht, met behoud
van de aantrekkingskracht van de regio. Wij
versterken het goede: Utrecht als ontmoetingspunt
van kennis en creativiteit, met een rijke
cultuur en een aantrekkelijk landschap.
Een van de belangrijkste taken van de provincie
is initiëren en regisseren. Die taak nemen we
serieus. Zo hebben wij het initiatief genomen
tot de Strategie Utrecht 2040.
In deze strategie streeft de provincie Utrecht
naar een duurzame ontwikkeling van het
Utrechtse grondgebied. Het jaar 2040 is daarmee
het symbool geworden voor een duurzame
toekomst van de topregio Utrecht. Duurzaam
ontwikkelen doen we niet alleen; dat
doen we samen met partners uit het bedrijfsleven,
met overheden en maatschappelijke organisaties.
Ondernemen met schone energie
In februari 2010 organiseerden we de bijeenkomst
Ondernemen met nieuwe energie. Onze
hoofdgast was Jeremy Rifkin, een Amerikaanse
hoogleraar in de economie. Hij voorspelt een
tijdperk waarin de wereld niet meer afhankelijk
is van fossiele brandstoffen. Samen met
onze partners hebben we 3 dagen ons hoofd
Dhr. J. Rifkin
tijdens de
bijeenkomst
‘Ondernemen
met nieuwe
energie’.
We willen duurzaam omgaan met onze natuur,
ons landschap en onze landbouw. We streven
naar duurzaamheid in de zorg, en we werken
aan een duurzame culturele infrastructuur.
Verder zetten we ons in voor duurzame vormen
van mobiliteit, wonen en werken. Tot slot
willen we dat onze economie duurzaam is. We
bekijken al deze aspecten in relatie tot elkaar,
in de hoop dat ze elkaar duurzaam versterken.

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
62 63
Uit mijn toespraak gehouden tijdens de derde conferentie
Utrecht 2040 op 19 november:
“De afgelopen jaren hebben we gebouwd aan het regionetwerk
Utrecht 2040… aan die trein die steeds langer wordt. Inmiddels zijn
ongeveer 25 regiopartners in de trein gestapt: bedrijven, banken,
kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en gemeenten.
Samen vormen zij een netwerk dat onze provincie goed vertegenwoordigt.”
gebogen over stappen voor een schone economie.
Eind 2010 kwam het advies van Rifkin uit.
Dit gebruiken we op onze weg naar 2040.
Derde conferentie Utrecht 2040
‘Samen sterker’ was het motto van de derde
conferentie in het kader van Utrecht 2040.
Deze vond plaats op 19 november 2010. Op
uitnodiging van de provincie waren ruim 250
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven,
gemeenten, onderwijsinstellingen en maatschappelijke
organisaties aanwezig. Zij zetten
zich in om duurzame initiatieven te stimuleren
en nieuwe kiemen te leggen voor projecten.
Duurzaamheidsaward 2011
Ook stelden we tijdens het derde congres
Utrecht 2040 uit een lijst van 31 duurzaamheidsprojecten
een top 7 samen. Het ging om
projecten die bijdragen aan onze gezamenlijke
missie en doelen. Alle deelnemers konden
daarna stemmen op het beste project.
Op de nieuwjaarsreceptie op 3 januari 2011 heb
ik de uitslag bekendgemaakt. De winnaar is
Lekker Utregs, een project dat de ontwikkeling
van streekproducten promoot. Het project
Ondertekening convenant ‘Utrecht, knooppunt van Kennis en Cultuur’ door (van links naar rechts) de commissaris van de
Koningin; mw. drs. G. Bonhof, voorzitter College van Bestuur Hogeschool Utrecht; de dhr. prof. dr. J. Kimpen, voorzitter
Raad van Bestuur Universitair Medisch Centrum Utrecht; mw. mr. Y. van Rooy, voorzitter College van Bestuur Universiteit
Utrecht; dhr. mr. A. Wolfsen, burgemeester gemeente Utrecht.
gaat uitstekend samen met de zorg voor natuur
en landschap, draagt bij aan de regionale identiteit
en aan het terugdringen van de CO²uitstoot.
Verder sitmuleert het de werkgelegenheid
en samenwerking, en kent het vele
stakeholders. Daarmee is Lekker Utregs een
sterk voorbeeld van wat er mogelijk is als je
samenwerkt aan een duurzame toekomst.
Utrecht, Knooppunt van kennis en cultuur
In de Missie Utrecht staat dat we in 2040 een
nóg sterkere regio willen zijn op het gebied van
kennis en cultuur. De provincie en gemeente
Utrecht, de Hogeschool Utrecht, de Universiteit
Utrecht en het Universitair Medisch Centrum
hebben een aantal gezamenlijke ambities
op dit vlak. Daarom ondertekenden we op 15
februari 2010 het convenant Utrecht, knooppunt
van kennis en cultuur. Hierin staat bijvoorbeeld
dat de partners Utrecht Science Park
op een hoger plan willen tillen en de ruimtelijke
kansen aan de oostkant van de stad Utrecht
beter willen benutten.
Van mijn weblog ‘Ondertekening convenant:
Utrecht, knooppunt van kennis en
cultuur’ op 15 februari:
“Lopende initiatieven, zoals het verder ontwikkelen
van het Utrecht Science Park, krijgen
een extra impuls. Zo hebben we afspraken
gemaakt over het gezamenlijk werven
van bedrijven en financiers.
Extra aandacht krijgt ook de campusontwikkeling
in de binnenstad van Utrecht. Bovendien
hebben we afgesproken om elkaar te versterken
in de manier waarop we Utrecht op
de kaart zetten in het buitenland.”
Advies Innovatieplatform Nederland
Niet alleen Utrecht heeft ambities op het
gebied van kennis en innovatie; ook het Innovatieplatform
Nederland wil ons land in tien
jaar in de top 5 van best presterende economieën
brengen.
Dat doel is haalbaar, maar dan moeten overheden,
bedrijven en instellingen daar wel samen
aan werken. Dat bleek uit een advies van het
platform: Nederland 2020, terug in de top 5. De
economische agenda: innovatief, internationaal
en involverend. Claudia Zuiderwijk, een
van de leden van het platform, bood mij het
advies aan. Ook Yvonne van Rooy (Universiteit
Utrecht) en Michaël Kortbeek (Kamer van
Koophandel) kregen een exemplaar. Ook op
andere plaatsen in Nederland werd het advies
op datzelfde moment in ontvangst genomen.
De heer drs. M. Kortbeek, voorzitter van Kamer van Koophandel
Midden-Nederland:
“Intensievere samenwerking tussen politiek, bedrijfsleven en wetenschap
is cruciaal als we de Utrechtse economie toekomstbestendig
willen laten zijn”
Het Innovatieplatform Nederland pleit in de
zogenoemde Concurrentiekrachtagenda voor
een modern industriebeleid waarin Nederland
gericht voortbouwt op zijn sterkten: innovatieve
sectoren, de dienstensector, een sterke
internationale oriëntatie en handelsgeest.
Door scherp te kiezen voor sterke economische
sectoren met goede internationale kansen,
extra te investeren in onderwijs en innovatie
kan, in combinatie met noodzakelijke
hervormingen, de economische groei hoger
uitvallen dan de 1¾ % die het Centraal Plan
Bureau (CPB) heeft voorspeld. Ik denk dat we
als overheid een grote verantwoordelijkheid
dragen, namelijk voor het maken van lange termijnafspraken
waar we ons ook aan moeten
houden. We moeten vooral een betrouwbare
overheid zijn.
Danone
Een gezamenlijke lobby van de provincie,
gemeente, de Universiteit Utrecht, het UMC
Utrecht en de Hogeschool Utrecht leidde tot
het besluit van Danone een vestiging te openen
op het Utrecht Science Park. Het gaat om
een groot R&D-centrum (Research & Development)
in baby- en medische voeding. Deze
activiteiten vinden nu plaats in Nederland,

Utrecht in 2010
j a a r v e r s l a g
64 65
Commissaris van
de Koningin in
gesprek met dhr.
Lu Zushan,
gouverneur van
de Chinese
provincie
Zheijang.
Duitsland en Groot-Brittannië. Danone wil ze
op het Utrecht Science Park bundelen en de
ruimte geven om te groeien.
In oktober 2010 ondertekenden de Universiteit
Utrecht en Danone de grondovereenkomst. De
opening van het centrum staat gepland voor
2012.
Van mijn weblog ‘Danone op het Science Park’ op 8 oktober:
“De vestiging van Danone versterkt ons Science Park en geeft met
400 nieuwe arbeidsplaatsen een impuls aan onze werkgelegenheid.
De keuze van Danone voor Utrecht is echt onze gezamenlijke
verdienste. We hebben een heldere strategie die gericht is op het
aantrekken van innovatieve bedrijven, vooral op het gebied van
life sciences.”
Ambassadeursbijeenkomst
In een wereld waarin grenzen steeds meer vervagen,
zoekt Utrecht ook naar samenwerking buiten
Nederland. Daarom organiseerden wij een
Utrecht-dag voor alle ambassadeurs met een
zetel in Nederland. We deden dat samen met de
gemeente Utrecht en in nauwe samenwerking
met het ministerie van Buitenlandse zaken.
De ambassadeurs maakten kennis met het
Provinciehuis, Utrecht Science Park, de universiteit
en het RIVM. We sloten af met een presentatie
over het Rietveldjaar in het Centraal
museum. Uit het bezoek zijn diverse afspraken
voortgekomen.
Bijeenkomst Utrecht Investment Agency
Utrecht heeft een grote internationale uitstraling.
Dat komt onder andere door de 1200 buitenlandse
bedrijven die hier gevestigd zijn.
Daarvan komen er 322 uit de Verenigde Staten.
Wellicht zijn dat er binnenkort nog meer, want
de regio Utrecht heeft aantrekkingskracht op
Amerikaanse ondernemers. Dat bleek tijdens
de netwerkbijeenkomst Let’s Connect die georganiseerd
werd door Utrecht Investment
Agency, een samenwerkingsverband van de
provincie, de gemeenten Utrecht en Amersfoort
en vijf private partners. In mijn toespraak
sprak ik over de kwaliteiten van onze regio: de
centrale ligging, de hoogopgeleide bevolking
en het prettige woon- en leefklimaat. Ook
nodigde ik de bedrijven uit de vele investeringsmogelijkheden
in Utrecht zelf te komen
ervaren.
Delegatie uit Guangdong
In september ontving ik een Chinese delegatie
van de Guangdong People’s Political Consultative
Conference. Deze missie komt voort uit
het vriendschapsverdrag tussen de provincies
Utrecht en Guangdong, dat sinds 1995 bestaat.
World Expo Shanghai
Op de World Expo Shanghai kon Utrecht niet
ontbreken. Op uitnodiging van prins Willem-
Alexander en prinses Maxima was ik in mei
aanwezig bij de opening van het Nederlands
Paviljoen.
Daarna organiseerden wij de Hollandse kennisdagen,
oftewel Holland Knowledge Inc. Op
het grootste podium van de wereld presenteerden
wij, samen met de stad, de kennisregio
Utrecht. Nederlandse en Chinese ondernemingen
verzorgden een hele week demonstraties
op het gebied van gaming, duurzame productontwikkeling,
bouw en duurzame energie. Niet
voor niets organiseerde juist Utrecht deze kennisweek:
de regio Utrecht zit boordevol kennis,
innovatie en creativiteit.
Bedrijfsbezoeken Sjanghai
Buiten de expo om bezochten we een aantal
Chinese bedrijven. Zo waren we onder meer
bij Goodbaby, China’s grootste producent en
leverancier van baby- en kinderproducten. De
R&D-vestiging van Goodbaby is gevestigd in
het centrum van Utrecht en heet TurnKey
Mevrouw mr. Y.C.M.T. van Rooy, voorzitter
college van bestuur Universiteit Utrecht:
“De Utrechtse deelname aan de wereldtentoonstelling
in Shanghai bleek een groot succes.
Provincie, gemeente, bedrijfsleven en
kennisinstellingen hadden er samen een reeks
ontvangsten en seminars georganiseerd. Het
bleek voor de Universiteit Utrecht een uitstekende
formule om de banden met de Chinese
universiteiten aan te halen en afspraken te
maken over bijvoorbeeld studentuitwisselingen
en onderzoeksseminars. Bovendien is
zo’n week samen optrekken met de Utrechtse
partners buitengewoon nuttig om de gezamenlijke
ambities te bespreken. De dynamische
omgeving van Shanghai stimuleert om
ook in Nederland de lat hoger te leggen.”
Design BV. Goodbaby heeft samen met het
Utrechtse TurnKey een kinderwagen ontwikkeld.
Tijdens de World Expo maakte Goodbaby
bekend de kinderwagen op de markt te brengen.
Van mijn weblog ‘Bericht uit Sjanghai’ op 25 mei:
“Het is heel bijzonder om hier rond te lopen, hoewel er voor vrij
rondlopen weinig tijd is. Ons programma zit overvol met allemaal
interessante bezoeken. Zo was ik gisteren onder meer uitgenodigd in
het Chinese paviljoen. Ik kan nauwelijks in woorden vatten hoe
indrukwekkend dat paviljoen is ingericht en aangekleed. Op grote
wanden van 60 meter breed en 5 meter hoog wordt de geschiedenis
van China geprojecteerd. Prachtig!”
Daarnaast kondigde een groot bedrijf in hightech-outdoorkleding
aan een showroom in de
provincie Utrecht te openen, en mogelijk in de
toekomst een verkoopkantoor en een distributiecentrum.
Nog eens vijf andere bedrijven
overwegen zich in de nabije toekomst in
Utrecht te vestigen. Het gaat om twee gaming
bedrijven, twee bedrijven op het gebied van
duurzaamheid en een bedrijf dat meubels ontwerpt
en produceert.
Verder hielpen we twintig studenten van de
Hogeschool Utrecht aan een stage- en afstudeerplek
in Shanghai. Ook tekende de Universiteit
Utrecht een overeenkomst met de Universiteit
van Nanjing (derde universiteit van
China) over uitwisseling van studenten.
Tot zover de concrete resultaten. Daarnaast
hebben we op de World Expo Shanghai gezaaid
voor de toekomst. En uit onze ervaringen met
Chinese bedrijven en overheden, kan ik zeggen:
daar zou zo nog veel meer moois uit kunnen
komen!
Bezoek aan Chinese provincie Zheijang
Voorafgaand aan de Hollandse kennisdagen
op de World Expo, bezocht onze delegatie
Zheijang. Dit is een provincie naast Shanghai.
Het was een bijzonder interessant driedaags
bezoek. We spraken met de gouverneur en
een aantal burgemeesters. Ik was onder de
indruk van de grote economische en sociale
ontwikkelingen. Zheijang en Utrecht willen
het contact onderhouden.

66
Utrecht in 2010
b i j l a g e n
67
India
In september organiseerden we vanuit Utrecht
een oriënterende missie naar India. Dit
gebeurde in nauwe samenwerking met de
ministeries van Buitenlandse en Economische
Zaken.
Partners in de missie waren: de Universiteit
Utrecht, het Universitair Medisch Centrum
Utrecht, de Hogeschool Utrecht, het Utrecht
Science Park, het Utrecht Centrum voor Aarde
en Duurzaamheid en de beide Kamers van
Koophandel.
Resultaten
De missie was een groot succes. Zo toonden
ten minste dertig Indiase bedrijven belangstelling
voor samenwerking met het Utrechtse
bedrijfsleven. Ook hebben de Utrechtse kennisinstellingen
en hun Indiase equivalenten
hun banden verstevigd.
De Universiteit Utrecht, de gemeente en de
provincie tekenden een intentieverklaring met
The Energy and Resources Institute (TERI) in
Delhi. TERI zal een Europees hoofdkantoor in
de regio Utrecht openen. Het instituut gaat
samen met de Utrechtse kennisinstellingen
onderzoek doen op het gebied van water, energie,
biomassa en klimaatverandering.
Het Utrechtse Centrum voor Aarde en Duurzaamheid
voerde gesprekken met TERI en het
Indian Institute of Science (IISc) over de mogelijke
oprichting van een virtueel Indiaas-Nederlands
wateronderzoekscentrum.
Het UMC Utrecht legde contacten met een
Indiaas softwarebedrijf over de inzet van ‘serious
gaming’ (virtuele simulatie van de werkelijkheid)
in de opleiding van artsen.
De missie sloot aan bij de ambities van de provincie
Utrecht en haar partners om de innovatieve
kenniseconomie te versterken. De economie
van India is, net als de Utrechtse, sterk
kennisgeoriënteerd. Tijdens de missie hebben
we de mogelijkheden voor samenwerking verkend
en contacten gelegd waarmee we onze
eigen kenniseconomie verder kunnen versterken.
Daar gaan we nu mee aan de slag.
Mevrouw drs. G.T.C. Bonhof, voorzitter
college van bestuur van de Hogeschool
Utrecht:
“Ik heb veel waardering voor de wijze waarop
de provincie Utrecht een stimulerende rol vervult
in het verbinden van bedrijfsleven, kennisinstellingen
en overheid. Dit heeft een
positief effect op de manier waarop de regio
Utrecht zich internationaal positioneert.
Afgelopen september nam ik deel aan een
Utrechtse missie naar India. Daar hebben we,
samen met het UMC en de Universiteit
Utrecht, belangrijke nieuwe contacten kunnen
leggen die een toekomstige samenwerking
op het gebied van onderwijs en onderzoek
mogelijk maken.”
Bijlagen

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
68 69
Bijlage I: Tijdslijn met activiteiten
januari Januari
4 Nieuwjaarsreceptie Provincie Utrecht in Paushuize
5 Nieuwjaarsreceptie medewerkers Provincie Utrecht
6 Nieuwjaarsreceptie Kamer van Koophandel Midden-Nederland
6 Bezoek aan een geitenhouderij in Achterberg
8 Uitreiking prijs Held uit het Hart 2009
8 Nieuwjaarsreceptie IJsselstein 700 jaar
12 Werkbezoek aan UMC Utrecht met college Gedeputeerde Staten
15 Toespraak bij de opening tentoonstelling “Mondriaan terug in
het Mondriaanhuis”, Amersfoort
15 Bijwonen van de Jaarvergadering Utrechtse Handelssociëteit
19 Bestuurlijk overleg Universiteit Utrecht
20 Ondertekening Dijkring 14, provinciehuis
20 Werkbezoek aan MediQ/OPG, Utrecht
25 Bijwonen bijeenkomst In Vrijheid Verbonden i.a.v.
Hare Majesteit de Koningin, Utrecht
25 Vergadering Provinciale Staten
26 Bestuurlijk overleg B&W Nieuwegein met college Gedeputeerde
Staten
27 Utrecht Day, ontvangst ambassadeurs in de provincie Utrecht
29 Beëdiging waarnemend burgemeester gemeente Baarn,
dhr. B. Vries

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
70 71
Februari
maart
4 Toespraak tijdens de bijeenkomst Utrecht 2040: ondernemen
met nieuwe energie
8 Toespraak tijdens de bijeenkomst Utrecht Investment Agency,
Let’s Connect
10 Werkbezoek aan de Triodos Bank, Zeist
23 Profielschetsvergadering met de gemeenteraad i.v.m. vacature
burgemeester, Amersfoort
14 Toespraak ter verwelkoming van de deelnemers van het Congres
Raad van Europa, Utrecht
24 Werkbezoek aan het Anthonius Ziekenhuis, Nieuwegein
26 Bijwonen van de 374 Dies Natalis van de Universiteit Utrecht,
Utrecht
15 Ondertekening convenant samenwerking provincie, gemeente,
Universiteit Utrecht,
Hogeschool Utrecht en Universitair Medisch Centrum,
“Knooppunt van kennis en cultuur”
18 Gesprek met minister-president Balkenende, Den Haag
18 Werkbezoek aan het revalidatiecentrum De Hoogstraat, Utrecht
April
8 Bezoek van Provinciale Staten aan Straatsburg
12 Kennismaking met het bestuur van de Bond van Nederlandse
Militaire Oorlogs Slachtoffers (BNMO), provinciehuis
13 P4-overleg met collega’s commissarissen van de Koningin in de
provincies Flevoland, Noord-en Zuid-Holland, Emmeloord
Maart
1 Kennismakingsgesprek met de Regionaal Militair Commandant
West, kolonel S.M.M. van Hoof
4 Bestuurlijk overleg provincies Utrecht, Flevoland, Noord-
Holland, provinciehuis
14 Uitreiking van de Fentener van Vlissingen Cultuurprijs 2010,
Utrecht
15 Ontvangst van basisscholieren uit IJsselstein, provinciehuis
15 Jaarlijks Vriendenconcert Zeister Muziekdagen, Zeist
14 Bijwonen van de opening door Hare Majesteit de Koningin van
de tentoonstelling Royal Class, Het Spoorwegmuseum, Utrecht
14 Bijwonen werkbezoek minister Verburg aan de provincie Utrecht
16 Bijwonen van de opening door Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Margriet van de nieuwe IC-afdeling, Utrechts Medisch
Centrum UMC, Utrecht
19 Toespraak bij de uitreiking van De Concurrentiekrachtagenda, Utrecht
21 Toespraak bij de Kick Off-avond Anjerfondsactie 2010,
Museum Speelklok, Utrecht
22 Toespraak bij de feestelijke oplevering van het project
Waterputten Utrechtse Heuvelrug, Maarn
26 Vergadering Provinciale Staten
28 Toespraak bij de uitreiking van Koninklijke onderscheidingen
t.g.v. de Algemene gelegenheid, Utrecht
16 Verwelkomen deelnemers lezing Maarten van Rossum voor het
NGIZ, provinciehuis
17 Bijwonen bijeenkomst Ruimte voor Ruimte, 10 jaar na
ondertekening Pact van Brackenstein, Nijmegen
22 Vergadering Provinciale Staten
Mei
4 Herdenking en kranslegging bij het monument op Vliegbasis
Soesterberg.
4 Herdenking en kranslegging op Militair Ereveld Grebbeberg,
Rhenen
5 Herdenking intocht bevrijders van Utrecht, de Polar Bears, Utrecht
9 Giro d’Italia

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
72 73
Mei
Juni
Juni
11 Toespraak bij de opening tentoonstelling Sport & Desing,
Utrecht
16 Bezoek aan de World Expo Shanghai, China (tot en met 26 mei)
28 Bijwonen jaarlijks Concert Vrede van Utrecht, Utrecht
31 Vergadering Provinciale Staten
1 Kennismaking met dijkgraaf Waterschap Vallei & Eem,
mevrouw J.M.P. Moons
3 Toespraak bijeenkomst Rijksfunctionarissen, provinciehuis
3 Afscheidsreceptie directeur-generaal RIVM, dr. M.J.W. Sprenger,
Bilthoven
4 Bottertocht 2010, Spakenburg
22 Toespraak tijdens de bijzondere raadsvergadering t.g.v. het
afscheid van mevrouw A. van Vliet-Kuiper, burgemeester,
Amersfoort
23 Vergadering van het comité van toezicht EFRO, Kansen voor
West, Utrecht
24 Beëdiging i.v.m. herbenoeming van jhr.mr. K.F.H. Schorer, tot
burgemeester van Renswoude, provinciehuis
25 Bijwonen van de uitreiking van de Koning Willem I prijs 2010,
Den Haag
28 Vergadering van Provinciale Staten
30 Werkbezoek aan de Gemeente Utrecht
30 Toespraak tijdens de Zomerborrelbijeenkomst
Ondernemerskringen van De Bilt, Zeist en Utrechtse Heuvelrug
met lancering van de Streekrekening Utrechtse Heuvelrug
30 Bijwonen van de Zomerparty van de Utrechtse Ondernemers
Sociëteit, Kasteel de Haar Haarzuilens
9 Bijwonen opening door Hare Majesteit de Koningin van de
nieuwe Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren, Utrecht
Juli
15 Diner Utrechtsch Studenten Corps, Utrecht
15 Onthulling van het beeld Amazone, Huis Doorn, Doorn
16 Ontbijtbijeenkomst Kamer van Koophandel Midden-Nederland,
Utrecht
16 Nationale Haringparty Kasteel Nyenrode, Breukelen
2 Bijwonen van de jaarlijkse Commissarissen van de Koningindag,
Harlingen
13 Bezoek aan Kasteel Sterkenburg, Langbroek
17 Werkbezoek gemeente Utrechtse Heuvelrug, Doorn
18 Bijeenkomst Utrechtse burgemeesterskring, Spakenburg
Augustus
13 Bijwonen van het wielertoernooi Dutch Food Valley Classic,
Veenendaal
21 Ondertekening als voorzitter Raad van Toezicht Stichting tot
Beheer van Keizerlijk Huis Doorn van contracten tussen de
Stichting Huis Doorn en de Rijksgebouwendienst,
Rijksvastgoeddienst en het Ministerie van OCW, Doorn
15 Viering 45-jarig jubileum Kastelentocht per koets, Doorn

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
74 75
Augustus
15 Herdenking en kranslegging van de Japanse capitulatie, De Bilt
September
9 Bijwonen van de receptie van de Japanse ambassadeur,
dhr Minoru Shibuya, Den Haag
10 Ontvangst van een Chinese missie uit Guangdong, Schiphol
11 Werkbezoek aan India (tot en met 19 september)
20 Openingswoord tijdens de regiobijeenkomst “Paleis Soestdijk
als vorstelijke schakel op de Heuvelrug”, Orangerie Paleis
Soestdijk
September
21 Provincie-ontvangst op het Statenjacht tijdens Sail 2010,
Amsterdam
23 Kennismaking met commissaris van de Koningin in de provincie
Noord-Holland, de heer J.W. Remkes, provinciehuis
23 P4-overleg met collega commissaris van de Koningin in de
provincies Flevoland, Noord- en Zuid-Holland, provinciehuis
25 Bijwonen van het Internationaal Muziekfestival van Stichting
Zeister Muziekdagen, Zeist
26 Bijwonen van de Jaaropening 2010-2011 van de Hogeschool
Utrecht, Utrecht
26 Bijwonen van de herdenkingsdienst i.v.m. het overlijden van de
heer J. de Groot, burgemeester van Baarn, Baarn
31 Toespraak tijdens de bijzondere raadsvergadering en beëdiging
van de heer L.L.M. Bolsius als burgemeester van Amersfoort,
stadhuis Amersfoort
21 Bijwonen van Prinsjesdag, Ridderzaal Den Haag
22 Werkbezoek aan de gemeente De Bilt
22 Bijwonen van de openingsavond van het Nederlands
Filmfestival, Utrecht
23 Eerste steenlegging van de nieuwbouw van Bartiméus, Zeist
25 Bijwonen van de Ridderdag 2010 Orde van Malta, Utrecht
27 Vergadering van Provinciale Staten
29 Bijwonen van de landelijke bijeenkomst van de stichting
Microfinanciering & Ondernemerschap in aanwezigheid van
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima, Utrecht
3 Bijwonen van de opening door Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Margriet van het symposium over het thema
Kinderdiabetes, Utrecht
6 Bijwonen van de opening Academisch Jaar Universiteit Utrecht,
Domkerk Utrecht
Oktober
6 Bijwonen van het IPO-jaarcongres 2010, Zwolle
7 Bijwonen van het jaarcongres van het Nederlands Genootschap
van Burgemeesters, Nieuwegein
8 Toespraak bij de ondertekening van het contract met Danone
Research, Utrecht
9 Toespraak en openingshandeling Abrona Gezondheidscentrum,
locatie Sterrenberg, Huis ter Heide
14 Werkbezoek aan de gemeente Eemnes
7 Verwelkomen van wethouders en raadsleden van de Utrechtse
gemeenten in het provinciehuis
9 Beëdiging i.v.m. herbenoeming van dhr. mr. T. Elzenga tot
burgemeester van Veenendaal, provinciehuis
9 Inleiding tijdens de bijeenkomst van de Soesterzakenkring,
Soest
15 Bijwonen van de opening door Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Máxima van de tentoonstelling Keizerlijke speelklokken
“Schatten uit de Verboden Stad” in Museum Speelklok, Utrecht
25 Vergadering van Provinciale Staten

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
76 77
Oktober
27 Werkbezoek aan de gemeente IJsselstein
27 Profielschetsvergadering met de gemeenteraad i.v.m. vacature
burgemeester, Baarn
28 Bijwonen van de Eerste Slag door Zijne Koninlijke Hoogheid de
Prins van Oranje van de munt “Nederland en water”, Utrecht
28 Burgemeestersdiner, Kasteel Amerongen
December
1 Toespraak bij de jaarlijkse ontvangst van de besturen van de
Utrechtse studentenverenigingen, Utrecht
2 P4-overleg, met collega commissarissen van de Koningin in de
provincies Flevoland, Noord- en Zuid-Holland
8 Werkbezoek aan de gemeente Amersfoort
9 Openingshandeling van het Wooncentrum Stichting
De Rijnhoven, Vleuten
9 Bijwonen van de officiële opening door Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Máxima van de 25ste Resto VanHarte,
Amersfoort
13 Bijwonen en toespraak tijdens de laatste raadsvergadering van
de gemeente Maarssen i.v.m. de herindeling, Klooster Priorij
Emmaus
November
3 Werkbezoek aan het Waterschap Vellei en Eem
4 Werkbezoek aan de gemeente Woerden
6 Bijwonen van het benefietconcert van de Stichting voor
Vluchteling-Studenten UAF, Doorn
13 Bijwonen van het Liszt Concours Concert, Utrecht
16 Aanwezig bij de Netwerkbijeenkomst Japan, Slot Zeist
16 Profielschetsvergadering met de gemeenteraad i.v.m. vacature
burgemeester, Vianen
18 VNG Najaarscongres, afd. Utrecht
18 Werkbezoek aan de gemeente Montfoort
14 Bijwonen en toespraak tijdens de laatste raadsvergadering van
de gemeente Abcoude i.v.m. de herindeling, gemeentehuis
Abcoude
15 Bijwonen en toespraak tijdens de laatste raadsvergadering van
de gemeente Loenen i.v.m. de herindeling, gemeentehuis
Loenen
16 Beëdiging i.v.m. benoeming van mevrouw drs. M. Burgman tot
waarnemend burgemeester van de nieuwe gemeente De Ronde
Venen, gemeentehuis De Ronde Venen
16 Bijwonen en toespraak tijdens de laatste raadsvergadering van
de gemeente De Ronde Venen i.v.m. de herindeling,
gemeentehuis De Ronde Venen
21 Beëdiging i.v.m. benoeming van mevrouw drs. M.M. van ’t Veld
tot waarnemend burgemeester van de nieuwe gemeente
Stichtse Vecht, provinciehuis
21 Uitreiking van de prijs Held uit het Hart 2010, Utrecht
21 Bijwonen en toespraak tijdens de laatste raadsvergadering van
de gemeente Breukelen i.v.m. de herindeling, gemeentehuis
Breukelen
18 In ontvangstneming van het jubileumboek i.v.m. het 25-jarig
bestaan van de Historische Verening Oud-Veenendaal
19 Derde conferentie Utrecht 2040, Driebergen
19 Bijwonen van de opening door Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Margriet van de Margriet Winterfair, Utrecht
22 Vergadering van Provinciale Staten
23 Bestuurlijk overleg college van bestuur Hogeschool Utrecht met
college van Gedeputeerde Staten
24 Openingshandeling van Het Perron (ROC), Veenendaal
28 Bijwonen van het afscheid van dhr. mr. G.J. Jansen, commissaris
van de Koningin in de provincie Overijssel, Zwolle

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
78 79
Bijlage II: Ambtsinstructie
commissaris van de Koning
Besluit van 10 juni 1994, houdende regels inzake de taken die de commissaris van de Koning op
grond van artikel 126 Grondwet als rijksorgaan vervult
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz.
enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 24 januari 1994, nr. BK94/226,
directoraat-generaal Openbaar Bestuur, afdeling Kabinetszaken;
Gelet op artikel 182 van de Provinciewet, artikel 61 van de Gemeentewet, de artikelen 25, 32, 34 en
35 van de Politiewet 1993 en artikel IV van de wet tot wijziging van de wet van 4 april 1892, houdende
instelling van de Orde van Oranje-Nassau, en van de wet van 29 september 1815, houdende
instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw, alsmede instelling van het Kapittel voor de
civiele orden;
De Raad van State gehoord (advies van 5 april 1994, nr. W04.94.0081);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 30 mei 1994, nr.
BK94/816;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
De commissaris bevordert de door hem noodzakelijk geachte samenwerking tussen in zijn provincie
werkzame rijksambtenaren en personen deel uitmakend van de krijgsmacht, en tussen deze
functionarissen en het provinciaal bestuur, de gemeentebesturen en de waterschapsbesturen.
Artikel 2
1. De commissaris is bevoegd bij in de provincie werkzame rijksambtenaren en personen deel
uitmakend van de krijgsmacht inlichtingen in te winnen en met hen overleg te plegen. Deze
functionarissen zijn, behoudens het bepaalde in het tweede lid, verplicht de gevraagde inlichtingen
te verstrekken en aan het overleg deel te nemen.
2. Indien de in het eerste lid bedoelde functionarissen weigeren de op grond van deze ambtsinstructie
gevraagde medewerking te verlenen, brengt de commissaris Onze Ministers wie het
aangaat, alsmede Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties daarvan op de
hoogte.
3. De commissaris geeft, indien een ramp, een crisis of een ordeverstoring van meer dan plaatselijke
betekenis dan wel de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan zulks noodzakelijk maken, de
in het eerste lid bedoelde functionarissen, met uitzondering van de ambtenaren van het openbaar
ministerie, zoveel mogelijk na overleg met hen, de nodige aanwijzingen met betrekking tot
de wijze waarop zij bij de uitoefening van de hun opgedragen taken met elkaar samenwerken
en met het provinciaal bestuur, de gemeentebesturen, de besturen van de veiligheidsregio’s

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
80 81
en de waterschapsbesturen. De functionarissen zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen.
Onze Minister wie het aangaat kan de aanwijzingen ongedaan maken. Het verzoek daartoe
heeft geen schorsende werking. De commissaris kan aan het College van procureurs-generaal
verzoeken de ambtenaren van het openbaar ministerie de nodige instructies te geven.
Artikel 3
De commissaris brengt met redelijke tussenpozen bezoeken aan de gemeenten in de provincie.
Van bijzondere bevindingen bij zijn bezoek aan een gemeente brengt hij verslag uit aan Onze
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en doet hij, voor zover voor dat college
van belang, mededeling aan gedeputeerde staten.
Artikel 4
1. De commissaris brengt uit eigen beweging, dan wel op verzoek advies uit aan de regering of
aan Onze Ministers over andere onderwerpen dan die bedoeld in artikel 116, eerste lid, van de
Provinciewet.
2. De commissaris brengt zijn advies over de in artikel 23, zevende lid, van de Politiewet 1993
bedoelde besluiten ter zake van de benoeming, de herbenoeming, de schorsing en het ontslag
van de korpsbeheerder, alsmede omtrent de benoeming van een waarnemend korpsbeheerder
uit binnen vier weken, nadat Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hem
om advies heeft gevraagd.
3. De commissaris brengt zijn advies over de in artikel 25, tweede lid, van de Politiewet 1993
bedoelde aanbeveling voor de benoeming van een korpschef of van een van de in artikel 25,
derde lid, van de Politiewet 1993 bedoelde ambtenaren van politie uit binnen vier weken, nadat
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hem om advies heeft gevraagd.
Artikel 5
De commissaris coördineert de voorbereiding van de civiele verdediging door de in de provincie
werkzame rijksambtenaren en personen deel uitmakend van de krijgsmacht, het provinciaal
bestuur, de gemeentebesturen en de waterschapsbesturen, met inachtneming van de aanwijzingen
van Onze Minister, belast met de coördinerende verantwoordelijkheid voor de civiele verdediging.
Artikel 5a
1. De commissaris overlegt met het regionaal beleidsteam, alvorens een aanwijzing te geven als
bedoeld in artikel 41 van de Wet veiligheidsregio’s.
2. De commissaris stelt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld
in kennis van een gegeven aanwijzing.
Artikel 5b
De commissaris zendt zijn oordeel over het bestreden besluit, bedoeld in artikel 40, vijfde lid, van
de Wet veiligheidsregio’s, alsmede de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid van dat artikel,
binnen zes weken na de ontvangst van het standpunt van de raad over dat besluit aan Onze Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 5c
1. Tenzij de vereiste spoed zich daartegen verzet, geeft de commissaris geen aanwijzing als
bedoeld in artikel 42 van de Wet veiligheidsregio’s dan na overleg met Onze Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. De commissaris geeft onverwijld uitvoering aan een verzoek van Onze Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties tot het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 42
van de Wet veiligheidsregio’s.
Artikel 5d
1. Indien uit een rapportage van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid blijkt dat de taakuitvoering
in een veiligheidsregio tekortschiet, ziet de commissaris er op toe dat het bestuur van
de veiligheidsregio passende maatregelen neemt om de tekortkomingen weg te nemen.
2. De commissaris geeft geen aanwijzing als bedoeld in artikel 59 van de Wet veiligheidsregio’s
dan na instemming van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
3. De commissaris geeft uitvoering aan een verzoek van Onze Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties tot het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 59 van de Wet
veiligheidsregio’s.
Artikel 6
1. De commissaris ziet toe op een ordelijk verloop van de procedure met betrekking tot de benoeming
van een burgemeester.
2. Voordat de vacature van burgemeester in een gemeente wordt opengesteld overlegt de commissaris
met de raad over de eisen die aan de te benoemen burgemeester worden gesteld met
betrekking tot de vervulling van het ambt. Indien zijn overleg met de raad niet tot overeenstemming
leidt geeft hij aan welke eisen hij in afwijking van de raad zal hanteren bij zijn oordeel over
de geschiktheid van kandidaten.
3. De commissaris verschaft de vertrouwenscommissie een opgave van degenen die naar het
ambt van burgemeester hebben gesolliciteerd, vergezeld van zijn oordeel over kandidaten die
hij in beginsel geschikt acht voor benoeming, alsmede vergezeld van afschrift van de sollicitatiebrieven
van laatstgenoemde kandidaten. Hij informeert desgevraagd de vertrouwenscommissie
over de criteria die hij heeft gehanteerd bij zijn selectie van kandidaten. Een dergelijk
oordeel alsmede afschrift van de sollicitatiebrieven geeft hij op verzoek van de vertrouwenscommissie
ook met betrekking tot andere kandidaten.
4. De commissaris verschaft zich de informatie over de sollicitant welke hij nodig acht of welke de vertrouwenscommissie
door zijn tussenkomst nodig acht. Het inwinnen van referenties vindt slechts
plaats met toestemming van de kandidaat, die hiervoor de gegevens aandraagt. De commissaris stelt
de door hem verkregen inlichtingen ter beschikking van de vertrouwenscommissie, tenzij de kandidaat
die het aangaat heeft laten weten dat verstrekking van die gegevens bij hem bezwaar ontmoet.

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
82 83
5. Zodra de raad zijn aanbeveling heeft vastgesteld rapporteert de commissaris aan Onze Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met betrekking tot de inhoud en het verloop
van de procedure. Daarbij gaat hij in op zijn overleg met de raad.
Artikel 7
1. De commissaris ziet toe op een ordelijk verloop van de procedure met betrekking tot de herbenoeming
van een burgemeester.
2. Voordat de raad een aanbeveling inzake de herbenoeming van de burgemeester opstelt overlegt
hij met de commissaris over het functioneren van de burgemeester.
3. Na de ontvangst van de aanbeveling inzake de herbenoeming van de burgemeester zendt de
commissaris deze door naar Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vergezeld
van zijn advies daarover. Tevens rapporteert de commissaris over zijn bevindingen met
betrekking tot de inhoud en het verloop van de procedure. Daarbij gaat hij In op zijn overleg
met de raad.
Artikel 7a
1. De commissaris ziet toe op een ordelijk verloop van de procedure met betrekking tot het ontslag
van een burgemeester.
2. De commissaris onderzoekt de mogelijkheid of een gerezen conflict tussen de raad en de burgemeester
kan worden opgelost.
3. Ingeval van een mogelijke verstoorde verhouding tussen de burgemeester en de raad adviseert
de commissaris op diens verzoek Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
ter voorbereiding van het oordeel als bedoeld in artikel 46a, eerste lid, onder b, van het Rechtspositiebesluit
burgemeesters.
4. Na de ontvangst van de aanbeveling Inzake het ontslag van de burgemeester zendt de commissaris
deze door naar Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vergezeld
van zijn advies daarover. Tevens rapporteert de commissaris over zijn bevindingen met betrekking
tot de inhoud en het verloop van de procedure. Daarbij gaat hij In op zijn overleg met de
raad.
Artikel 8
1. De commissaris zendt een ingekomen voorstel tot verlening van een onderscheiding met zijn
advies en het advies van de burgemeester van de woonplaats van de te decoreren persoon aan
het Kapittel voor de civiele orden.
2. Een voorstel tot verlening van een onderscheiding aan een burgemeester wordt gedaan door
de commissaris. De commissaris zendt het voorstel met zijn advies aan het Kapittel voor de
civiele orden.
Artikel 9
1. Van het beroepschrift, bedoeld in artikel 32, eerste lid, 34, derde lid, en 35, tweede lid, van de
Politiewet 1993 zendt de commissaris onverwijld een afschrift aan het College van procureursgeneraal.
Binnen tien weken na ontvangst van het beroepschrift zendt de commissaris het
ontwerp van het op het beroep te nemen besluit aan het College van procureurs-generaal.
2. Indien de commissaris over het ontwerp van het besluit geen overeenstemming met het College
van procureurs-generaal bereikt, stelt hij Onze Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties onverwijld schriftelijk daarvan in kennis.
Artikel 10
Onverminderd artikel 2, eerste lid, kan de commissaris een ieder belast met bevoegdheden in de
openbare dienst in de provincie verzoeken om bericht en raad, voor zover hij dat nodig acht in
verband met de hem bij deze instructie opgedragen taken. Aan deze verzoeken dient te worden
voldaan.
Artikel 11
De commissaris is belast met de bewaring en de registratie van de door hem verzonden en aan
hem gerichte stukken, verband houdend met deze instructie.
Artikel 12
Het koninklijk besluit van 12 januari 1966 tot vaststelling van een nieuwe instructie voor de commissarissen
des Konings in de provinciën (Stb. 25), wordt ingetrokken.
Artikel 13
Dit besluit treedt in werking met Ingang van 15 augustus 1994.
Artikel 14
Dit besluit wordt aangehaald als: Ambtsinstructie commissaris van de Koning.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad
zal worden geplaatst.
‘s-Gravenhage, 10 juni 1994
De Minister van Binnenlandse Zaken,
D. IJ. W. de Graaff-Nauta
Beatrix
Uitgegeven de eenentwintigste juni 1994
De Minister van Justitie, A. Kosto

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
84 85
Bijlage III: Portefeuille en
nevenfuncties cvdK 2010
Portefeuille
- Openbare orde en veiligheid
- Juridische zaken
- Archiefwet (toezicht)
- Algemeen bestuur en coördinatie
- Internationale zaken en Utrecht promotie
Nevenfuncties uit hoofde van het ambt
• Voorzitter platform Stationsgebied Driebergen-Zeist
• Voorzitter Prins Bernhard Cultuurfonds Utrecht
• Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Beheer Kasteel Huis Doorn
• Voorzitter Raad van Toezicht Utrechts Landschap
• Voorzitter bestuurlijk platform Hart van de Heuvelrug
• Voorzitter Raad van Toezicht Stichting De Utrechtse Molens
• Voorzitter Stichting Leenheren van het Sticht
• Vice voorzitter Comite van Toezicht Operationeelprogramma EFRO west
• Lid college van Regenten Slot Zuylen
Nevenfuncties op persoonlijke titel
• Voorzitter Raad van Toezicht Christelijke Hogeschool Ede (bezoldigd)
• Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Philadelphiazorg (bezoldigd)
• Lid Raad van Commissarissen bij de Onderlinge Bossen Verzekering (bezoldigd)
• Lid Raad van Advies stichting SOS Kayamandi Zuid Afrika (onbezoldigd)
• Lid van het Comité van Toezicht Flora en Fauna-Examens (onbezoldigd)
• Bestuurslid Stichting Kasteel Loenersloot (onbezoldigd)
• Lid Raad van Advies van het Universitair Centrum Sportgeneeskunde (onbezoldigd)
Comité van Aanbeveling
• Aegee Utrecht (permanent)
• Blue Peter Foundation (permanent)
• Internationaal Franz Liszt Pianoconcours (permanent)
• Landelijke Stichting tegen Zinloos Geweld (permanent)
• Nyenrode Marketing Society (Nymas) (permanent)
• Protestante Gemeente te Doorn (permanent)
• Ragweek Utrecht (permanent)
• Stichting Bevrijdingsfestival Utrecht (permanent)
• Stichting I Romantici (permanent)
• Stichting Padua (St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein) (permanent)
• Stichting Pieter Gerritsz Orgel (permanent)
• Stichting Utrechts debatcentrum Tumult (permanent)
• Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk (permanent)

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
86 87
Bijlage IV: Ontheffingen,
vergunningen en meldingen
• Stichting Zeister Muziekdagen (permanent)
• Streekfonds Utrechtse Heuvelrug (permanent)
• Nationaal Centrum voor de Wetenschap, oktober Kennismaand (permanent)
• Koninlijke Christelijke Zangersbond KCZB, 125 jarig bestaan (tot 31 december 2011)
• Harmonievereniging Ons Genoegen, nieuwbouw verenigingsgebouw
• Stichting Bouwloods Utrecht, nieuwbouw de Hoge Woerd
• Universiteit Utrecht 375 jaar, Comité van Advies (tot 31 december 2011)
• Vereniging Vrienden van het het Wilhelmina Kinderziekenhuis (permanent)
• Stichting Koets en Rij (permanent)
• Groot Nederlands Studenten Kampioenschap( tot 31 mei 2011)
• Lustrumviering Koninklijke Utrechtse Studenten Vereniging tot Vrijwillige Oefening in den
Wapenhandel (tot 31 oktober 2011)
• Koninklijke Nederlandse Studenten Roeibond, Varsity 128 (tot 10 april 2011)
Beschermheerschap
• Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers van (beschermheerschap van
afdeling Utrecht/ ‘t Gooi)
• Johannes Hospitium De Ronde Venen (permanent)
• Stichting Utrechtse Kastelen (permanent)

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
88 89
Afdeling vergunningverlening jaarrapportage 2010
Soort Aantal
openstaande
aanvragen op
1-1- 2010
Team Natuur en Landschap
Aantal
binnengekomen
aanvragen
01-01-2010 tot
31-12-2010
Geldende termijn
voor dit product
totaal aantal
afgehandelde
aanvragen 2010
Afgehandelde
aanvragen
binnen de
termijn
Afgehandelde
aanvragen
buiten de
termijn
Totaal aantal
nog niet
afgehandelde
aanvragen op
31-12-2010
Reden eventuele termijnoverschrijding
VNL hfd I, reclameopschriften
etc., ontheffing
2 1 13 weken, eenmaal
verlengen met 13
mogelijk
1 1 0 2
VNL hfd II, opslag, ontheffing 3 1 13 weken, eenmaal
verlengen met 13
mogelijk
3 1 2 1 In 2009 was er tijdelijk onderbezetting voor de VNL i.v.m. de
dereguleringsdiscussie. Dit jaar zijn de meeste achterstallige
dossiers afgehandeld, maar wel buiten de termijn.
VNL hfd II, storten, ontheffing 10 26 13 weken, eenmaal
verlengen met 13
mogelijk
24 19 5 12 Idem.
VNL hfd II, slootdemping,
ontheffing
6 18 13 weken, eenmaal
verlengen met 13
mogelijk
16 8 8 8 Idem. Daarnaast is voor dit onderdeel overgestapt op
gecombineerde procedures Wet milieubeheer/VNL; dit heeft
in het begin voor vertraging gezorgd.
VNL hfd II, slootdemping,
melding
1 6 4 weken wachttermijn,
geen interventie
betekent
acceptatie*
7 n.v.t. n.v.t. 0
VNL hfd III woonschepen,
vaartuigen en voorzieningen,
ontheffing
25 11 13 weken, eenmaal
verlengen met 13
mogelijk
15 11 4 21 Idem.
Flora- en faunawet, ontheffing 5 25 8 weken, voortgangsbericht
verlengen met 13
weken
26 21 5 4 Er zijn meer aanvragen binnengekomen dan verwacht.
Daarnaast moet de ontheffingverlener regelmatig priopriteit
geven aan het beantwoorden van statenvragen.
Boswet, kapmeldingen 0 160 4 weken wachttermijn
waarbinnen
kapverbod opgelegd
kan worden*
160 n.v.t. n.v.t 0
Boswet, adviezen ontheffingen 2 29 provincie adviseert
LNV, geen wettelijke
termijn*
27 n.v.t. n.v.t. 4
Natuurbeschermingswet,
vergunning
6 7 13 weken, eenmaal
verlengen met 13
mogelijk
7 6 1 6 Door sterke toename van het aantal toetsen op vergunningplicht,
konden niet alle vergunningaanvragen op tijd worden
afgehandeld.
Natuurbeschermingswet,
toets op vergunningplicht
34 94 geen wettelijke
termijn
66 n.v.t. n.v.t 62
Soort Aantal
openstaande
aanvragen op
1-1- 2010
Natuurschoonwet, advies over
rangschikking aan EL&I
Aantal
binnengekomen
aanvragen
01-01-2010 tot
31-12-2010
Geldende termijn
voor dit product
49 9 geen wettelijke
termijn
totaal aantal
afgehandelde
aanvragen 2010
Afgehandelde
aanvragen
binnen de
termijn
Afgehandelde
aanvragen
buiten de
termijn
Totaal aantal
nog niet
afgehandelde
aanvragen op
31-12-2010
Reden eventuele termijnoverschrijding
26 n.v.t. n.v.t. 32 * aantallen vanaf 1 september 2010 i.v.m. overdracht vanuit
Groen.
TOTAAL
team Natuur en Landschap
143 387 378 67 25 152
1: hierin zijn alleen de besluiten
die aan een wettelijke termijn
gebonden zijn meegeteld.
De besluiten waaraan geen
wettelijke termijn verbonden
is, zijn aangegeven met *
percentage binnen
termijn1:
73%
percentage
buiten termijn1:
27%
Team Bodem en water
melding BUS 10 98 4 weken 100 98 2 8
Beschikking ernst/saneringsspoed
3 20 15 weken, eenmaal
te verlengen met
15 weken
12 10 2 11 Openstaande beschikkingen betreffen Spoedlocaties
Beschikking ernst/saneringsspoed
én saneringsplan
6 30 15 weken, eenmaal
te verlengen met
15 weken
25 24 1 11
Beschikking instemming
saneringsplan
3 19 15 weken, eenmaal
te verlengen met
15 weken
13 12 1 9
Ontheffing saneringsplan
onderhoudsbaggerwerkzaamheden
0 0 4 weken, eenmaal
te verlengen met 4
weken
0 0 0
Beschikking evaluatieverslag 46 135 8 weken 125 38 87 56 Als gevolg van de inhaalslag zijn er veel evaluatieverslagen
beschikt die al bij het begin van 2010 voorbij de termijn
waren.
Beschikking nazorgplan 4 5 15 weken, eenmaal
te verlengen met
15 weken
6 1 5 3
Monitoringsrapportages 30 63 geen wettelijke
termijn, streven is
8 weken
54 nvt nvt 39 Geen wettelijke termijn
Artikel 41 meldingen en beoordelen
rapporten
94 171 geen wettelijke
termijn, streven is
8 weken
138 nvt nvt 127 Geen wettelijke termijn

Utrecht in 2010
b i j l a g e n
90 91
Soort Aantal
openstaande
aanvragen op
1-1- 2010
Beschikking plan van aanpak
nieuw geval van verontreiniging
Aantal
binnengekomen
aanvragen
01-01-2010 tot
31-12-2010
Geldende termijn
voor dit product
totaal aantal
afgehandelde
aanvragen 2010
Afgehandelde
aanvragen
binnen de
termijn
Afgehandelde
aanvragen
buiten de
termijn
Totaal aantal
nog niet
afgehandelde
aanvragen op
31-12-2010
1 0 6 weken 1 1 0 0
Reden eventuele termijnoverschrijding
Vergunningen onttrekken
grondwater of infiltreren water
27 17 26 weken 29 11 18 15 veel verzoeken om informatie i.v.m. overgang bevoegd gezag
bronbemalingen door komst Waterwet per 22-12-2009, tijdelijke
onderbezetting door zwangerschapsverlof, verminderde
administratieve ondersteuning sinds eind 2009
melding grondwaterontrekking 0 3 geen wettelijke
termijn, streven is
2 weken *
3 nvt nvt 0
Ontgrondingsvergunning 16 27 6 maanden (lange
procedure) of
8 weken (korte
procedure)
27 19 8 16 tijdelijk capaciteitsgebrek, inhuur sinds 1-5-2010 weer
vervangen door vaste kracht. Daarnaast in veel gevallen
uitstel verlenen beschikking op verzoek van aanvrager in
afwachting van nog vast te stellen plannen. Dit zal in vervolg
beter juridisch worden vastgelegd zodat het niet tot formele
overschrijding leidt.
Wegenverordening 58 360 8 weken.
Verlenging met 8
weken kan indien
GS dit binnen 8
weken meedelen
aan de aanvrager.
226 206 20 134 Langere behandeling van aanvragen vanwege complexiteit
aanvragen. Er moeten meer gegevens getoetst worden en
een standaardontheffing is niet afdoende, deze aanvragen
hebben een specifiekere onderbouwing nodig.
Ontheffingen exceptioneel
transport
(Voertuigereglement,
Wegenverkeerswet, taak is
gemandateerd aan de RDW)
0 686 geen wettelijke
termijn*
686 nvt nvt 0
Scheepvaartwegenverordening 0 2 8 weken.
Verlenging met 8
weken kan indien
GS dit binnen 8
weken meedelen
aan de aanvrager.
2 2 0 0
TOTAAL team Bodem en water 298 1636 1447 422 144 429
1: hierin zijn alleen de besluiten
die aan een wettelijke termijn
gebonden zijn meegeteld.
De besluiten waaraan geen
wettelijke termijn gebonden is
zijn aangegeven met *
percentage binnen
termijn1:
75 %
percentage
buiten termijn1:
25 %
Soort Aantal
openstaande
aanvragen op
1-1- 2010
Team Milieubeheer
Drank- en
Horecavergunningen
Aantal
binnengekomen
aanvragen
01-01-2010 tot
31-12-2010
Geldende termijn
voor dit product
totaal aantal
afgehandelde
aanvragen 2010
Afgehandelde
aanvragen
binnen de
termijn
Afgehandelde
aanvragen
buiten de
termijn
Totaal aantal
nog niet
afgehandelde
aanvragen op
31-12-2010
1 5 6 maanden 5 5 0 1
Reden eventuele termijnoverschrijding
RBML 0 83 4 weken 71 70 1 12
Milieuvergunningen 22 122 6 maanden 95 71 24 49 Sterk toegenomen werkdruk. Meer aanvragen dan verwacht,
wordt mogelijk veroorzaakt door invoering Wabo, nog snel
even wat regelen voor de Wabo er is. Veel extra werkbelasting
door implementatie Wabo, Barim en twee digitaliseringsprocessen.
Vuurwerkvergunningen 10 131 14 weken 131 121 6 4
TOTAAL Milieubeheer 33 341 302 267 31 66
percentage
binnen termijn:
87%
percentage
buiten termijn:
13%
TOTAAL AVV 474 2364 2127 756 200 647
percentage
binnen termijn:
80 %
percentage buiten
termijn:20
%