02.06.2014 Views

MER Buizenzone - Provincie Groningen

MER Buizenzone - Provincie Groningen

MER Buizenzone - Provincie Groningen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Huidige situatie en autonome ontwikkeling<br />

Tabel 4.1 Geohydrologische schematisatie<br />

Dikte (m –mv) Samenstelling Formatie Geohydrologische. kD-waarde (m2/d) c-waarde (d)<br />

schematisatie<br />

0 tot 15 (zee)klei-, zand-, en veenafzettingen<br />

Naaldwijk- Deklaag - 30 tot 1.500<br />

Nieuwkoop<br />

15 tot 25 Matig fijn zand Naaldwijk- 1e watervoerend Tot ca. 15 -<br />

Nieuwkoop, Boxtel/Drenthe<br />

pakket<br />

15 tot 100 Klei-afzettingen Drenthe/Peelo Scheidende laag - >> 3.000<br />

30 tot 120 Fijn tot grof zand Appelscha/Peize-<br />

Waalre<br />

2e t/m 4e watervoerend<br />

pakket<br />

>> 50 -<br />

125 tot 200 Fijn zand Oosterhout<br />

> 200 Kleiig tot fijn zand Breda<br />

Figuur 4.13<br />

Geohydrologisch Noord-Zuid Dwarsprofiel (uit: Dinoloket, TNO)<br />

Bodemkundige opbouw<br />

De landtracés lopen vrijwel geheel door zeekleigronden. Binnen de zeekleigronden komen verschillende<br />

bodemtypen voor. Vanaf noord naar zuid wordt over de eerste ca. 4 km van de landtracé<br />

kalkhoudende vlakvaaggronden (zwak lemig fijn zand) en kalkarme poldervaaggronden<br />

(klei) aangetroffen. Vanaf 4 km tot ca. 20 km van de landtracés is de bodem te typeren als<br />

knippige poldervaaggronden (zavel en lichte klei) en kalkrijke nesvaaggronden (klei) en moerige<br />

podzolgronden (zavel- of kleidek met moerige tussenlaag voor. Vanaf 20 km tot einde van de<br />

tracés komen liedeerdgronden (klei) en koopveengronden (klei op veen) voor.<br />

Op basis van bovenstaande kunnen de landtracés bodemkundig worden onderverdeeld in drie<br />

vrijwel homogene regio’s of trajecten die gekenmerkt worden door een eigen typische en maatgevend<br />

bodemprofiel. Voor het bepalen van het invloedsgebied van de tijdelijke bemaling is<br />

deze indeling gehanteerd. In onderstaande tabel 4.2 zijn de bodemkundige kenmerken van de<br />

drie regio’s of trajecten beschreven. In figuur 4.14 is de onderverdeling binnen het studiegebied<br />

weergegeven.<br />

293705, revisie 01<br />

Pagina 51 van 127

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!