02.06.2014 Views

Meer doen in minder gebieden - Provincie Groningen

Meer doen in minder gebieden - Provincie Groningen

Meer doen in minder gebieden - Provincie Groningen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Meer</strong> <strong>doen</strong> <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der <strong>gebieden</strong><br />

Actieprogramma Weidevogels - Akkervogels Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen


<strong>Meer</strong> <strong>doen</strong> <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der <strong>gebieden</strong><br />

Actieprogramma Weidevogels - Akkervogels Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen<br />

1


Inhoud<br />

bladzijde<br />

1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 Kader 4<br />

1.2 Actieprogramma op hoofdlijnen 5<br />

1.3 Leeswijzer 6<br />

2 Korte Analyse<br />

2.1 Beleid van de afgelopen jaren 7<br />

2.2 Beleid <strong>in</strong> uitvoer<strong>in</strong>g 7<br />

2.3 Achtergronddocument 10<br />

2.4 Conclusie 10<br />

3 Wat willen we bereiken<br />

3.1 Doelstell<strong>in</strong>g 13<br />

3.2 Aanpak 13<br />

4 Actieplan<br />

4.1 Selectie van zoek<strong>gebieden</strong> 17<br />

4.1.1 Zoek<strong>gebieden</strong> cluster<strong>in</strong>g weidevogelbeheer 18<br />

4.1.2 Zoek<strong>gebieden</strong> cluster<strong>in</strong>g akkervogelbeheer 18<br />

Akkervogels en weidevogels horen bij<br />

het open cultuurlandschap en horen<br />

daarom bij Gron<strong>in</strong>gen.<br />

4.2 Instrumentarium<br />

4.2.1 Kwaliteit maatregelen weidevogels 20<br />

4.2.2 Kwantiteit maatregelen weidevogels 21<br />

4.2.3 Kwaliteit maatregelen akkervogels 22<br />

4.2.4 Kwantiteit maatregelen akkervogels 22<br />

4.3 Organisatie 24<br />

4.4 Planologische bescherm<strong>in</strong>g 26<br />

4.5 Buiten de zoek<strong>gebieden</strong> 27<br />

4.6 Monitor<strong>in</strong>g 28<br />

5 F<strong>in</strong>anciën 30<br />

Bijlage 1 begrippenlijst 31<br />

Bijlage 2 actiepunten 32<br />

Bijlage 3 achtergronddocument 34<br />

Colofon 48<br />

geelgors<br />

2<br />

3


1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

1.1 Kader<br />

Deze nota is het gevolg van een discussie die<br />

de afgelopen twee jaar zowel op landelijk als<br />

op prov<strong>in</strong>ciaal niveau gevoerd is over de effectiviteit<br />

van het weidevogelbeheer en akkervogelbeheer.<br />

In deze nota geven wij aan op welke<br />

manier wij de komende jaren de uitvoer<strong>in</strong>g van<br />

dit weidevogelbeheer en akkervogelbeheer<br />

plaats willen laten v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen.<br />

Het gaat niet goed met de weidevogels en<br />

akkervogels <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen. Dat wil zeggen dat<br />

het aantal weidevogels en akkervogels de<br />

afgelopen decennia drastisch is afgenomen.<br />

Daarbij is er zelfs sprake van een versnelde<br />

achteruitgang de laatste jaren. Reden voor<br />

deze achteruitgang ligt <strong>in</strong> het feit dat de<br />

leef<strong>gebieden</strong> voor deze soorten steeds m<strong>in</strong>der<br />

geschikt zijn geraakt. Intensiver<strong>in</strong>g van de<br />

landbouw en verstedelijk<strong>in</strong>g als gevolg van<br />

een groeiende bevolk<strong>in</strong>g hebben het open<br />

cultuurlandschap veranderd met alle gevolgen<br />

van dien. Men kan zich natuurlijk afvragen of<br />

het erg is wanneer soorten <strong>in</strong> aantallen<br />

teruglopen of zelfs verdwijnen. Immers, er<br />

komen ook weer nieuwe soorten <strong>in</strong> een nieuw<br />

landschap voor terug, zoals ganzen. Toch<br />

wordt het verlies van akkervogel en weidevogelsoorten<br />

als een probleem beschouwd en<br />

heerst het gevoel van verantwoordelijkheid om<br />

deze soorten te behouden en te beschermen.<br />

Deze verantwoordelijkheid vloeit deels voort uit<br />

het feit dat Nederland als ‘broedkamer’ op<br />

<strong>in</strong>ternationaal niveau een sleutelrol vervult bij<br />

het behoud van deze vogelsoorten. Vanuit dit<br />

besef zetten al vele jaren natuurbeschermers,<br />

boeren, overheden en andere betrokkenen<br />

zich <strong>in</strong> voor de bescherm<strong>in</strong>g van weidevogels<br />

en akkervogels. Zo heeft ook de prov<strong>in</strong>cie<br />

Gron<strong>in</strong>gen behoud, herstel en ontwikkel<strong>in</strong>g van<br />

weidevogels en akkervogels de afgelopen<br />

jaren ondersteund.<br />

Alle ambities en <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen ten spijt hebben<br />

negatieve trends zich doorgezet. Dit heeft<br />

geleid tot onder meer de vraag of de<br />

bescherm<strong>in</strong>g van weidevogels en akkervogels<br />

wel juist wordt uitgevoerd. Op landelijk niveau<br />

wordt de discussie over het weidevogelbeleid<br />

gevoerd <strong>in</strong> ‘Het Weidevogelverbond’. Dit<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsverband van verschillende partijen,<br />

heeft zich ten doel gesteld om de achteruitgang<br />

van het nationale aantal weidevogels (en<br />

akkervogels) per soort per 2010 te stoppen en<br />

vanaf 2010 een stijgende tendens te realiseren.<br />

Ook <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen is een soortgelijke discussie<br />

gevoerd. Op <strong>in</strong>itiatief van Prov<strong>in</strong>ciale Staten<br />

van de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen heeft op 29<br />

november 2006 een rondetafelgesprek over de<br />

toekomst van het weidevogelbeheer <strong>in</strong><br />

Gron<strong>in</strong>gen plaats gevonden. Voor dit gesprek<br />

waren alle partijen en organisaties uitgenodigd<br />

die zich bezig houden met de bescherm<strong>in</strong>g<br />

van weidevogels en akkervogels. Naar aanleid<strong>in</strong>g<br />

van deze rondetafelconferentie hebben<br />

Prov<strong>in</strong>ciale Staten op 31 januari 2007 een<br />

aantal moties aangenomen waar<strong>in</strong> zij<br />

Gedeputeerde Staten verzoeken om:<br />

• te onderzoeken welke de kansrijke <strong>gebieden</strong><br />

zijn voor optimaal weide- en akkervogelbeheer;<br />

• de resultaten van dit onderzoek te verwerken<br />

<strong>in</strong> de eerstvolgende herzien<strong>in</strong>g van het<br />

Gebiedsplan Gron<strong>in</strong>gen;<br />

• <strong>in</strong> kaart te brengen wat de voor- en nadelen<br />

zijn van het aanwijzen van kansrijke<br />

<strong>gebieden</strong> <strong>in</strong> het Prov<strong>in</strong>ciaal Omgev<strong>in</strong>gsplan;<br />

• het onderzoek afgerond te hebben voor het<br />

Prov<strong>in</strong>ciaal Omgev<strong>in</strong>gsplan <strong>in</strong> procedure komt;<br />

• de uitkomsten van het onderzoek te<br />

betrekken bij de discussie over het<br />

prov<strong>in</strong>ciaal Omgev<strong>in</strong>gsplan;<br />

• niet te wachten tot 2008 maar zo spoedig<br />

mogelijk te komen met een actieprogramma<br />

weidevogels waar<strong>in</strong> de conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

worden uitgewerkt.<br />

Dit actieprogramma geeft uitvoer<strong>in</strong>g aan deze<br />

moties.<br />

1.2 Actieprogramma op hoofdlijnen<br />

De prov<strong>in</strong>cie schept de kaders tot het behoud<br />

van weidevogels en akkervogels. Zo stelt de<br />

prov<strong>in</strong>cie middelen en maatregelen vast die<br />

worden <strong>in</strong>gezet bij de bescherm<strong>in</strong>g van weidevogels<br />

en akkervogels en is zij verantwoordelijk<br />

voor het planologisch waarborgen van (natuur)-<br />

kwaliteiten <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie. Vanuit die<br />

hoedanigheid is deze nota ook tot stand<br />

gekomen. In dit actieprogramma geven wij aan<br />

hoe wij de komende jaren de bescherm<strong>in</strong>g van<br />

weidevogels en akkervogels willen ondersteunen.<br />

Daarbij hanteren wij een doelstell<strong>in</strong>g die erop<br />

gericht is om voor de negatieve ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />

van populaties per 2010 te stabiliseren tot<br />

op een niveau van 2006. Sceptici zouden<br />

kunnen spreken van een gematigde ambitie<br />

maar uit onze <strong>in</strong>houdelijke analyse blijkt dat er<br />

al een behoorlijke <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g nodig is om deze<br />

doelstell<strong>in</strong>g ook daadwerkelijk te realiseren.<br />

Daarbij is vooral de beschikbaarheid van<br />

budget de bepalende factor. Voor de weidevogels<br />

zou deze doelstell<strong>in</strong>g met de huidig<br />

beschikbare middelen realiseerbaar kunnen<br />

zijn. Voor de akkervogels is structureel meer<br />

nodig. Afhankelijk van de mogelijkheid om<br />

extra middelen te generen zal de genoemde<br />

doelstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong>dere mate bereikt<br />

kunnen worden.<br />

4<br />

5


In deze nota formuleren wij enkele acties<br />

die wij, meestal samen met anderen, zullen<br />

uitvoeren om deze doelstell<strong>in</strong>g waar te kunnen<br />

maken. Deze acties zijn als volgt samen te vatten:<br />

1 het selecteren van zoek<strong>gebieden</strong> voor<br />

cluster<strong>in</strong>g van beheermaatregelen;<br />

2 het ontwikkelen van goed en vol<strong>doen</strong>de<br />

<strong>in</strong>strumentarium voor beheer;<br />

3 het beheer <strong>in</strong> de <strong>gebieden</strong> efficiënt organiseren;<br />

4 het beschermen van de ruimtelijke kwaliteit<br />

van de geselecteerde <strong>gebieden</strong>;<br />

5 het bieden van alternatieven voor beheer<br />

buiten de geselecteerde <strong>gebieden</strong>;<br />

6 het uitvoeren en organiseren van monitor<strong>in</strong>g<br />

en onderzoek.<br />

Kernboodschap van het actieprogramma is dat<br />

we maatregelen ter bescherm<strong>in</strong>g van weidevogels<br />

en akkervogels willen bundelen <strong>in</strong> louter die<br />

<strong>gebieden</strong> die nog goede kansen bieden voor<br />

deze soorten. <strong>Meer</strong> <strong>doen</strong> <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der <strong>gebieden</strong><br />

dus! Dat betekent dat er buiten de beoogde<br />

<strong>gebieden</strong> de subsidiemogelijkheden voor<br />

weidevogel- en akkervogelbeheer zullen worden<br />

beperkt. Dit is een noodzakelijke stap om de<br />

beschreven doelstell<strong>in</strong>g te realiseren.<br />

Afhankelijk van de potenties van die overige<br />

<strong>gebieden</strong> zullen we andere maatregelen hier<br />

stimuleren.<br />

1.3 Leeswijzer<br />

In hoofdstuk twee geven we een korte analyse<br />

van praktijk en beleid ten aanzien van het<br />

weidevogelbeheer en akkervogelbeheer de<br />

afgelopen jaren. Een belangrijk onderdeel van<br />

dit actieplan is een <strong>in</strong>houdelijke analyse van<br />

de weidevogelproblematiek. Aangezien we ons<br />

<strong>in</strong> deze nota hoofdzakelijk willen beperken tot<br />

de beleidskeuzes, hebben wij deze<br />

<strong>in</strong>houdelijke analyse <strong>in</strong> de vorm van een<br />

achtergronddocument als bijlage bijgevoegd.<br />

We zullen <strong>in</strong> deze nota meerdere malen<br />

verwijzen naar dit achtergronddocument. In<br />

hoofdstuk drie beschrijven we de doelstell<strong>in</strong>g<br />

van ons weidevogelbeleid en <strong>in</strong> hoofdstuk vier<br />

beschrijven we de acties die we willen uitvoeren<br />

om deze doelstell<strong>in</strong>g de komende jaren te<br />

halen. Hoofdstuk vier is feitelijk de kern van<br />

deze nota. Overigens worden <strong>in</strong> bijlage 2 alle<br />

acties nog eens <strong>in</strong> schema op een rijtje gezet.<br />

Hoofdstuk vijf tenslotte gaat <strong>in</strong> op de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

van het actieprogramma. Een aantal bijlagen<br />

is ter ondersteun<strong>in</strong>g van deze nota bijgevoegd<br />

waaronder een uitgebreide begrippenlijst.<br />

tureluur<br />

2 Korte Analyse<br />

2.1 Beleid van de afgelopen jaren<br />

Het bestaande prov<strong>in</strong>ciale natuur- en landschapsbeleid<br />

hebben wij samengevat <strong>in</strong> het<br />

‘Prov<strong>in</strong>ciaal Omgev<strong>in</strong>gsplan’ (POP), de nota<br />

‘Uitwerk<strong>in</strong>g Ecologische Hoofdstructuur’ en de<br />

nota ‘<strong>Meer</strong> Gru<strong>in</strong> <strong>in</strong> Grunn’. De kern van het<br />

natuurbeleid betreft de realisatie van de<br />

Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een robuust<br />

stelsel van natuur<strong>gebieden</strong>. De EHS wordt<br />

gerealiseerd door nieuwe natuur<strong>gebieden</strong> aan<br />

te leggen en deze met bestaande natuur<strong>gebieden</strong><br />

te verb<strong>in</strong>den. Ook een aantal landbouw<strong>gebieden</strong><br />

waarop een aangepast beheer wordt gevoerd<br />

is als EHS begrensd. Deze zogenaamde<br />

beheers<strong>gebieden</strong> dienen als buffer voor de<br />

natuur<strong>gebieden</strong> maar behouden hun functie<br />

als landbouwgebied. Een deel van de goede<br />

weidevogel<strong>gebieden</strong> (zie ook paragraaf 2.3) is<br />

begrensd als EHS. De akkervogel<strong>gebieden</strong><br />

zijn niet als EHS begrensd.<br />

De nota <strong>Meer</strong> Gru<strong>in</strong> <strong>in</strong> Grunn (2004) is een<br />

aanvull<strong>in</strong>g op het prov<strong>in</strong>ciale EHS beleid en<br />

legt naast realisatie van de EHS het accent op<br />

stimuleren van natuur en landschapsbeheer<br />

buiten de EHS <strong>in</strong> de vorm van agrarisch natuurbeheer.<br />

Voor wat betreft de onderdelen weidevogels<br />

en akkervogels is dit actieprogramma<br />

een actualisatie van de nota MGG.<br />

In het POP hebben we aan verschillende<br />

<strong>gebieden</strong> <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie functies toegekend<br />

zoals: ‘Natuur’, ‘Landbouw <strong>in</strong> gebied met<br />

belangrijke natuurwaarden’, ‘Landbouw <strong>in</strong> gaaf<br />

landschap’, ‘Landbouw <strong>in</strong> grootschalig open<br />

gebied’, en ‘Landbouw’. Aan deze functies zijn<br />

gebruiksdoelstell<strong>in</strong>gen verbonden. Afhankelijk<br />

van de functietoekenn<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong> meer of<br />

m<strong>in</strong>dere mate reken<strong>in</strong>g gehouden met behoud<br />

en herstel van natuurwaarden als weidevogels<br />

en akkervogels. Het POP beschrijft tevens dat<br />

schade aan natuur en landschap als gevolg<br />

van <strong>in</strong>grepen van zwaar maatschappelijk<br />

belang <strong>in</strong> bepaalde <strong>gebieden</strong> gecompenseerd<br />

moet worden.<br />

2.2 Beleid <strong>in</strong> uitvoer<strong>in</strong>g<br />

De overheid stimuleert de uitvoer<strong>in</strong>g van haar<br />

natuurbeleid onder meer door het verlenen<br />

van subsidies. Zo hebben wij de afgelopen<br />

jaren op projectbasis diverse <strong>in</strong>itiatieven<br />

ondersteund die bijdragen aan het behoud van<br />

weidevogels en akkervogels. Echter het<br />

absolute merendeel van subsidies voor natuurbeheer<br />

wordt verstrekt <strong>in</strong> de vorm van<br />

beheerssubsidies op basis van de<br />

Subsidieregel<strong>in</strong>g Natuurbeheer Gron<strong>in</strong>gen<br />

(SNG) en de Subsidieregel<strong>in</strong>g Agrarisch<br />

Natuurbeheer Gron<strong>in</strong>gen (SANG). De SNG is<br />

van toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong> met de hoofdfunctie<br />

natuur en de SANG is van toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>gebieden</strong> met de hoofdfunctie landbouw. Ook<br />

het weidevogelbeheer en het akkervogelbeheer<br />

worden gef<strong>in</strong>ancierd vanuit deze subsidieregel<strong>in</strong>gen.<br />

Daarbij kunnen beheerders kiezen<br />

uit verschillende beheersvormen. Bij het<br />

weidevogelbeheer wordt een onderscheid<br />

gemaakt tussen lichte pakketten (nestbescherm<strong>in</strong>g)<br />

en zware pakketten (uitgesteld maaibeheer).<br />

Bij het akkervogelbeheer betreft het veelal de<br />

aanleg van zogenaamde faunaranden.<br />

6<br />

7


Waar welke pakketten van de genoemde subsidieregel<strong>in</strong>gen<br />

kunnen worden toegepast hebben<br />

wij vastgelegd <strong>in</strong> het Gebiedsplan Gron<strong>in</strong>gen.<br />

In Gron<strong>in</strong>gen is de EHS 1 op 1 begrensd.<br />

Dat wil zeggen dat de gehele oppervlakte van<br />

de EHS (natuurgebied en beheersgebied)<br />

onder een beheerscontract kan worden<br />

geplaatst.<br />

Buiten de EHS stelt het gebiedsplan ook<br />

hectares beschikbaar voor agrarisch<br />

natuurbeheer via de SANG.<br />

Daarbij wordt een "ruime jas" systematiek<br />

gevolgd. Dat betekent dat b<strong>in</strong>nen een<br />

begrensde eenheid een beperkt aantal<br />

hectares beschikbaar is.<br />

In totaal is er op dit moment voor akkervogelbeheer<br />

buiten de EHS <strong>in</strong> totaal zo’n 750<br />

hectare ruime jas beschikbaar en voor weidevogelbeheer<br />

buiten de EHS zo’n 900 hectare.<br />

Onderstaande tabel geeft de verhoud<strong>in</strong>g weer<br />

tussen de geplande verdel<strong>in</strong>g en de realisatie<br />

op basis van lopende subsidiecontracten op dit<br />

moment (peildatum januari 2007). Overigens<br />

wordt het terre<strong>in</strong>beheer door Staatsbosbeheer<br />

rechtstreeks gef<strong>in</strong>ancierd door het Rijk en niet<br />

via de prov<strong>in</strong>ciale subsidieregel<strong>in</strong>gen.<br />

Wanneer we <strong>in</strong> deze nota spreken over de<br />

hectares van de EHS natuur<strong>gebieden</strong> bedoelen<br />

we echter daarmee ook de terre<strong>in</strong>en van<br />

Staatsbosbeheer.<br />

Uit de tabel kunnen we het volgende afleiden:<br />

• De realisatie van de EHS is ongeveer<br />

halverwege.<br />

• In de weidevogelreservaten (natuur<strong>gebieden</strong>)<br />

van de EHS wordt op dit moment op circa<br />

70% van de nagestreefde oppervlakte<br />

beheer gevoerd.<br />

• Buiten de EHS wordt veel weidevogelbeheer<br />

toegepast. Het beschikbare quotum ruime<br />

jas wordt overschreden. Een groot deel van<br />

dit beheer bestaat uit nestbescherm<strong>in</strong>g.<br />

• Een groot deel van het quotum akkervogel<br />

beheer wordt op dit moment benut. M<strong>in</strong>der<br />

dan de helft van de beschikbare oppervlakte<br />

wordt <strong>in</strong> de huidige zoek<strong>gebieden</strong> cluster<strong>in</strong>g<br />

akkervogelbeheer <strong>in</strong>gezet.<br />

tabel 1: toepass<strong>in</strong>g beheer<br />

Categorie Beschikbaar Gerealiseerd<br />

via Gebiedsplan<br />

EHS Natuurbeheer (land) 19000 6800<br />

EHS Agrarisch natuurbeheer 5000 2200<br />

Agrarisch natuurbeheer buiten EHS 2200 3000<br />

Weidevogelbeheer b<strong>in</strong>nen EHS via SNG 5000 3500<br />

Weidevogelbeheer b<strong>in</strong>nen EHS via SANG 4000 2200<br />

Weidevogelbeheer buiten EHS via SANG 900 2600<br />

Nestbescherm<strong>in</strong>g 19500<br />

Akkervogelbeheer SANG totaal 750 572<br />

figuur 1: subsidie<strong>gebieden</strong><br />

..waarvan <strong>in</strong> zoekgebied 306<br />

8<br />

9


2.3 Achtergronddocument<br />

Zoals <strong>in</strong> de <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g al is aangegeven hoort bij<br />

dit actieprogramma ook een <strong>in</strong>houdelijk achtergronddocument.<br />

Dit achtergronddocument<br />

gaat <strong>in</strong> op de technisch <strong>in</strong>houdelijk aspecten<br />

voor het behoud van weidevogels en akkervogels<br />

zoals: kwaliteit van habitat en beheer, populatiedynamiek,<br />

gebiedskeuze en <strong>in</strong>tensiteit en<br />

kosten van beheer. Deze <strong>in</strong>houdelijke analyse<br />

is de basis geweest voor het opstellen van dit<br />

actieprogramma. Omdat we ons <strong>in</strong> deze nota<br />

hoofdzakelijk willen beperken tot het beleid<br />

hebben we deze <strong>in</strong>houdelijke <strong>in</strong>formatie als<br />

achtergronddocument bij dit actieprogramma<br />

gevoegd (zie bijlage 3). De belangrijkste conclusies<br />

uit dit achtergronddocument luiden als volgt:<br />

• Vogels van het open cultuurlandschap<br />

(akkervogels en weidevogels) zijn sterk<br />

afhankelijk van de <strong>in</strong>tensiteit van het<br />

agrarisch beheer.<br />

• Vogels van het open cultuurlandschap zijn<br />

gebaat bij een extensief tot m<strong>in</strong>der <strong>in</strong>tensief<br />

beheer.<br />

• Het is efficiënter om beheermaatregelen <strong>in</strong><br />

te zetten <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong> met hoge dichtheden.<br />

• Kansrijke <strong>gebieden</strong> voor weidevogels zijn te<br />

v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> Gorecht, Reitdiepdal, het noord<br />

westelijk deel van het Zuidelijk Westerkwartier<br />

en het gebied Hoogkerk-Boerakker. Kansrijke<br />

<strong>gebieden</strong> voor akkervogelbeheer zijn<br />

Gorecht, het Oldambt, Zuidoost Gron<strong>in</strong>gen<br />

en Midden Gron<strong>in</strong>gen.<br />

• Bijna de helft van de huidige beheermaatregelen<br />

wordt toegepast <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong> met lage<br />

dichtheden weidevogels en/of akkervogels.<br />

• Niet alle goede <strong>gebieden</strong> zijn ook planologisch<br />

beschermd via het POP.<br />

• Bij (snelle) realisatie van de EHS kan de<br />

gruttopopulatie stabiel worden gehouden.<br />

• Om de veldleeuwerikpopulatie stabiel te<br />

houden moet m<strong>in</strong>stens 15% van het akkerbouwareaal<br />

onder beheer gebracht worden.<br />

Voor meer <strong>in</strong>houdelijke <strong>in</strong>formatie verwijzen wij<br />

naar het achtergronddocument.<br />

2.4 Conclusies<br />

Op basis van het bovenstaande en het achtergronddocument<br />

concluderen wij dat de<br />

afgelopen jaren het weidevogelbeheer en<br />

akkervogelbeheer niet altijd op de juiste locatie<br />

is uitgevoerd. Dat komt enerzijds omdat bij de<br />

uitvoer<strong>in</strong>g van de subsidieregel<strong>in</strong>gen onvol<strong>doen</strong>de<br />

is getoetst aan het gebiedsplan. Anderzijds<br />

zou het gebiedsplan zelf nog duidelijker<br />

moeten sturen op uitvoer<strong>in</strong>g van maatregelen<br />

<strong>in</strong> bepaalde <strong>gebieden</strong>. Het uitvoeren van<br />

beheersmaatregelen <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong> met lage<br />

dichtheden vogels is <strong>in</strong>effectief. Maatregelen<br />

moeten gericht zijn op het verbeteren van het<br />

totale leefgebied van de soorten en moeten <strong>in</strong><br />

samenhang worden uitgevoerd. De afgelopen<br />

jaren is te vaak niet de juiste beheersvorm<br />

toegepast, ook <strong>in</strong> relatief goede weidevogel<strong>gebieden</strong>.<br />

Om de weidevogelpopulatie te stabiliseren<br />

zou <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe volstaan kunnen worden met<br />

de uite<strong>in</strong>delijk beschikbare middelen voor<br />

weidevogelbeheer (mits goed toegepast). De<br />

akkervogels zullen met het huidige quotum<br />

voor beheermaatregelen verder <strong>in</strong> aantal<br />

achteruitgaan. Om verlies van natuurwaarden<br />

te voorkomen zullen de goede akkervogel<strong>gebieden</strong><br />

en weidevogel<strong>gebieden</strong> vol<strong>doen</strong>de<br />

planologische bescherm<strong>in</strong>g moeten hebben.<br />

Daarmee kunnen ongewenste ruimtelijke<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gen worden tegengegaan of anders<br />

de effecten ervan gecompenseerd worden. In<br />

verband met de kwetsbaarheid van de weidevogel<strong>gebieden</strong><br />

is de noodzaak tot planologische<br />

bescherm<strong>in</strong>g hier groter. Deze planologische<br />

bescherm<strong>in</strong>g wordt voor een belangrijk deel al<br />

via het POP gerealiseerd.<br />

grutto<br />

We streven uite<strong>in</strong>delijk naar<br />

een populatie <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen van<br />

2000 broedparen grutto's <strong>in</strong><br />

de weidevogel<strong>gebieden</strong>.<br />

10<br />

11


Ogen en oren <strong>in</strong> het veld:<br />

20 Jaar Biologisch Meetnet prov<strong>in</strong>cie<br />

Ogen en oren <strong>in</strong> het veld:<br />

20 Jaar Biologisch Meetnet prov<strong>in</strong>cie<br />

Gron<strong>in</strong>gen<br />

S<strong>in</strong>ds 1975 wordt er bij de prov<strong>in</strong>cie natuuren<br />

landschapsonderzoek uitgevoerd. Dat<br />

begon met het zogenaamde karter<strong>in</strong>gsonderzoek.<br />

Dit werd <strong>in</strong> de beg<strong>in</strong>jaren<br />

mede gef<strong>in</strong>ancierd uit fondsen van het<br />

Integraal Structuur Plan Noorden des<br />

Lands. Ook Drenthe, Friesland en<br />

Overijssel deden hieraan mee. Het waren<br />

daarmee de eerste prov<strong>in</strong>cies die<br />

dergelijke activiteiten ontplooiden.<br />

Doel van het onderzoek was prov<strong>in</strong>ciedekkend<br />

de kwaliteit van landschap,<br />

cultuurhistorie, fysische geografie, vegetatie<br />

en broedvogels <strong>in</strong> kaart te brengen.<br />

Het leverde dus letterlijk kaarten op met<br />

de verspreid<strong>in</strong>g van landschappen, vegetatie<br />

en vogels. Ieder jaar werd een deel<br />

van de prov<strong>in</strong>cie onderzocht.<br />

Karter<strong>in</strong>gsonderzoek op een dergelijke<br />

schaal was tot dan toe nog nooit gebeurd<br />

en bracht veel nieuwe <strong>in</strong>formatie op tafel.<br />

Deze <strong>in</strong>formatie werd gebruikt bij<br />

ruimtelijke planvorm<strong>in</strong>g, land<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en<br />

het natuur- en landschapsbeleid. Dit<br />

onderzoek liep tot beg<strong>in</strong> jaren tachtig.<br />

Voordeel van dit type onderzoek was, dat<br />

<strong>in</strong>zicht werd verkregen <strong>in</strong> de ligg<strong>in</strong>g van<br />

waardevolle <strong>gebieden</strong>. Nadeel was dat het<br />

veel jaren <strong>in</strong> beslag nam. Jaren waar<strong>in</strong> veel<br />

verander<strong>in</strong>gen optraden, zodat de verzamelde<br />

<strong>in</strong>formatie snel verouderde.<br />

Daarom werd <strong>in</strong> 1986 gestart met het<br />

Biologisch Meetnet. Dit is meer gericht op<br />

het steekproefgewijs volgen van ontwik<br />

Per 2010 een stabilisatie van de<br />

populatie akkervogels en weidevogels<br />

realiseren op het niveau van 2006.<br />

3 Wat willen we bereiken<br />

3.1 Doelstell<strong>in</strong>g<br />

Akkervogels en weidevogels horen bij het<br />

open cultuurlandschap en horen daarom bij<br />

Gron<strong>in</strong>gen. Wij beschouwen het als onze taak<br />

om samen met anderen ervoor te zorgen dat<br />

deze kenmerkende soorten niet verdwijnen uit<br />

onze prov<strong>in</strong>cie. Om dit ook daadwerkelijk te<br />

realiseren zien wij ons genoodzaakt om ons<br />

beleid ten aanzien van behoud van weidevogels<br />

en akkervogels aan te scherpen. We zullen<br />

daarom middelen en maatregelen gaan<br />

concentreren <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong> die op populatieniveau<br />

een sleutelrol vervullen. Deze <strong>gebieden</strong> noemen<br />

we zoek<strong>gebieden</strong> akkervogelbeheer en<br />

zoek<strong>gebieden</strong> weidevogelbeheer. In het<br />

achtergronddocument wordt beargumenteerd<br />

waarom een dergelijke concentratie het meest<br />

effectief is. Het motto van ons beleid komt dus<br />

neer op "meer <strong>doen</strong> <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der <strong>gebieden</strong>".<br />

Daarbij blijft het uitgangspunt dat de uitvoer<strong>in</strong>g<br />

van beheer gebeurt op basis van vrijwilligheid.<br />

Uite<strong>in</strong>delijk moet deze concentratie leiden tot<br />

het halen van de volgende doelstell<strong>in</strong>g:<br />

"Per 2010 een stabilisatie van de populatie<br />

akkervogels en weidevogels realiseren op<br />

het niveau van 2006."<br />

3.2 Aanpak<br />

Om de populaties te stabiliseren op het<br />

gewenste niveau is het nodig dat er vol<strong>doen</strong>de<br />

<strong>gebieden</strong> zijn waar weidevogels en akkervogels<br />

zich thuis voelen. Dat betekent dat die<br />

<strong>gebieden</strong> optimaal zijn <strong>in</strong>gericht (waterhuishoud<strong>in</strong>g,<br />

bodemkwaliteit, openheid).<br />

Hiervoor zijn <strong>in</strong> de komende jaren kwaliteitsimpulsen<br />

nodig. Naast de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van een<br />

gebied is het juiste beheer net zo belangrijk.<br />

We hebben berekend dat op 15% tot 20% van<br />

het totale graslandareaal en bouwlandareaal<br />

van Gron<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>tensief beheer uitgevoerd<br />

moet worden om de populaties te stabiliseren.<br />

Dat komt neer op circa 8.500 hectare beheermaatregelen<br />

<strong>in</strong> de grasland<strong>gebieden</strong> en circa<br />

20.250 hectare beheer maatregelen <strong>in</strong> de<br />

akker<strong>gebieden</strong>. In plaats van deze maatregelen<br />

uit te smeren over de hele prov<strong>in</strong>cie zullen we<br />

ze dus geconcentreerd <strong>in</strong>zetten <strong>in</strong> speciale<br />

zoek<strong>gebieden</strong>. Concentreren <strong>in</strong> zoek<strong>gebieden</strong><br />

levert het meeste rendement op! Deze<br />

zoek<strong>gebieden</strong> zijn te def<strong>in</strong>iëren op basis van<br />

huidige en potentiële dichtheden broedparen<br />

(> 5 broedpaar per 100 hectare en > 10 paar<br />

per 100 hectare). Vanwege hun goede kwaliteit<br />

zullen deze <strong>gebieden</strong> (19.000 hectare weidevogelgebied<br />

en 53.000 hectare akkervogelgebied)<br />

fungeren als zogenaamd brongebied.<br />

We streven uite<strong>in</strong>delijk naar een populatie <strong>in</strong><br />

Gron<strong>in</strong>gen van 2000 broedparen grutto's <strong>in</strong> de<br />

weidevogel<strong>gebieden</strong> en 6000 broedparen<br />

12<br />

13


leeuweriken <strong>in</strong> de akkervogel<strong>gebieden</strong>. Deze<br />

soorten vertegenwoordigen de groep weidevogels<br />

(grutto) en de groep akkervogels (veldleeuwerik).<br />

De doelstell<strong>in</strong>gen voor wat betreft de populatieomvang<br />

en de benodigde beheer<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen<br />

zijn weergegeven <strong>in</strong> tabel 2. De doelstell<strong>in</strong>g<br />

voor de leeuwerik is erg ambitieus. Zowel de<br />

<strong>in</strong>pasbaarheid van de beoogde omvang maatregelen<br />

op bedrijfsniveau als de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

ervan doet vraagtekens rijzen rond de haalbaarheid<br />

van deze doelstell<strong>in</strong>g. Ten aanzien<br />

van de veldleeuweriken ligt het meer voor de<br />

hand om te streven naar <strong>in</strong>zet van 5% beheer<br />

van de zoek<strong>gebieden</strong>. Dat komt neer op zo’n<br />

2650 hectare. Daarmee zou de populatie volgens<br />

modellen op 2000 leeuweriken uitkomen.<br />

tabel 2: opbouw zoek<strong>gebieden</strong><br />

Groep oppervlakte oppervlakte oppervlakte streefgetal<br />

totaal zoekgebied maatregelen broedparen<br />

Weidevogel 45.000 ha grasland 19.400 ha 8500 ha 2000 grutto<br />

Het is vooral de aanwezigheid van<br />

openheid, rust, gewassamenstell<strong>in</strong>g,<br />

nestgelegenheid en voedselaanbod op<br />

de akkers zelf dat een gebied<br />

geschikt maakt voor akkervogels.<br />

Akkervogel 134.000 ha bouwland 53.000 ha 20.250 ha 6000 leeuwerik<br />

2.650 ha 2000 leeuwerik<br />

veldleeuwerik<br />

14<br />

15


figuur 2: verspreid<strong>in</strong>g grutto's<br />

4 Actieplan<br />

verspreid<strong>in</strong>g grutto's<br />

De <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk genoemde doelstell<strong>in</strong>g<br />

willen we bereiken door het uitvoeren van de<br />

volgende acties:<br />

1 het selecteren van zoek<strong>gebieden</strong> voor cluster<strong>in</strong>g<br />

beheersmaatregelen;<br />

2 het ontwikkelen van een goed <strong>in</strong>strumentarium<br />

voor beheer;<br />

3 het beheer <strong>in</strong> de <strong>gebieden</strong> efficiënt organiseren;<br />

4 het beschermen van de ruimtelijke kwaliteit<br />

van de geselecteerde <strong>gebieden</strong>;<br />

5 het bieden van alternatieven voor beheer<br />

buiten de geselecteerde <strong>gebieden</strong>;<br />

6 het uitvoeren en organiseren van monitor<strong>in</strong>g<br />

en onderzoek.<br />

kievit<br />

4.1 Selectie van zoek<strong>gebieden</strong><br />

De zoek<strong>gebieden</strong> zijn <strong>gebieden</strong> waar we maatregelen<br />

gericht op akkervogelbeheer en weidevogelbeheer<br />

willen concentreren (<strong>in</strong> het achtergronddocument<br />

wordt gesproken van ‘kansrijke<br />

<strong>gebieden</strong>’). Het zijn die <strong>gebieden</strong> waar<br />

momenteel nog hoge dichtheden weidevogels<br />

en akkervogels voorkomen en waar vol<strong>doen</strong>de<br />

jongen geproduceerd worden om de populaties<br />

op peil te houden. Daarbij hebben we de grutto<br />

en de veldleeuwerik genomen als representant<br />

van respectievelijk de weidevogels en de<br />

akkervogels. Bij het selecteren van de zoek<strong>gebieden</strong><br />

gaan we uit van <strong>gebieden</strong> waar meer dan 10<br />

paar grutto's of veldleeuweriken per 100<br />

hectare voorkomen aangevuld met <strong>gebieden</strong><br />

waar de dichtheid 5 tot 10 paar per 100<br />

hectare is. De zoek<strong>gebieden</strong> zijn <strong>in</strong> figuur 2 en<br />

3 weergegeven. In overleg met de beheerders<br />

willen we de def<strong>in</strong>itieve begrenz<strong>in</strong>g van de<br />

zoek<strong>gebieden</strong> uitwerken. Naast het voorkomen<br />

van soorten spelen ook nog de ecologische<br />

potenties, de aanwezigheid van verstor<strong>in</strong>gsbronnen<br />

en draagvlak voor beheer een rol bij<br />

succesvol weidevogelbeheer. Een uitwerk<strong>in</strong>g<br />

van een begrenz<strong>in</strong>g waarbij reken<strong>in</strong>g<br />

gehouden wordt met al deze criteria vraagt<br />

om verder maatwerk op gebiedsniveau. De<br />

def<strong>in</strong>itieve begrenz<strong>in</strong>g zullen we daarom na<br />

overleg met de beheerders opnemen <strong>in</strong> het<br />

Gebiedsplan Gron<strong>in</strong>gen.<br />

16<br />

17


4.1.1 Zoek<strong>gebieden</strong> cluster<strong>in</strong>g<br />

weidevogelbeheer<br />

De zoek<strong>gebieden</strong> weidevogelbeheer (zie<br />

vorige pag<strong>in</strong>a) liggen hoofdzakelijk <strong>in</strong> het westelijk<br />

deel van de prov<strong>in</strong>cie met uitzonder<strong>in</strong>g van<br />

twee enclaves bij App<strong>in</strong>gedam en het<br />

Hoeksmeer. De zoek<strong>gebieden</strong> bestaan voor<br />

een deel uit EHS natuur<strong>gebieden</strong> en/of de<br />

EHS beheers<strong>gebieden</strong>. Voor het overige betreft<br />

het gangbaar landbouwgebied. De begrenz<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> figuur 2 is slechts een <strong>in</strong>dicatie. De exacte<br />

begrenz<strong>in</strong>g zullen we <strong>in</strong> samenspraak met de<br />

betrokken beheerders bepalen.<br />

figuur 3: Verspreid<strong>in</strong>g veldleeuweriken<br />

4.1.2 Zoek<strong>gebieden</strong> cluster<strong>in</strong>g<br />

akkervogelbeheer<br />

Zoek<strong>gebieden</strong> voor akkervogelbeheer zijn op<br />

dit moment al begrensd <strong>in</strong> het Gebiedsplan<br />

Gron<strong>in</strong>gen ("zoekgebied cluster<strong>in</strong>g akkerfauna").<br />

Figuur 3 op de volgende pag<strong>in</strong>a, laat op basis<br />

van de nieuwste <strong>in</strong>ventarisatiegegevens zien<br />

waar hoge dichtheden leeuweriken voorkomen.<br />

Deze goede <strong>gebieden</strong> voor akkervogels liggen<br />

verspreid over het Oldambt, Veenkoloniën en<br />

Noord Gron<strong>in</strong>gen. De begrenz<strong>in</strong>g <strong>in</strong> figuur 3 is<br />

slechts een <strong>in</strong>dicatie. Samen met beheerders<br />

zullen we onderzoeken of de begrenz<strong>in</strong>g van<br />

de huidige zoek<strong>gebieden</strong> <strong>in</strong> het gebiedsplan<br />

aangepast dient te worden op basis van deze<br />

nieuwe gegevens.<br />

veldleeuwerik<br />

verspreid<strong>in</strong>g veldleeuweriken<br />

actie 1<br />

Samen met de betrokken beheerders uit de geselecteerde<br />

<strong>gebieden</strong> werken we de begrenz<strong>in</strong>g van de zoek<strong>gebieden</strong><br />

voor akkervogelbeheer en weidevogelbeheer verder uit.<br />

Deze begrenz<strong>in</strong>gen zullen we vervolgens opnemen <strong>in</strong> het<br />

Gebiedsplan Gron<strong>in</strong>gen.<br />

grutto<br />

18<br />

19


4.2 Instrumentarium<br />

Een aangepast beheer is nodig om <strong>in</strong> een<br />

zoekgebied een goed biotoop voor akkervogels of<br />

weidevogels te creëren en <strong>in</strong> stand te houden.<br />

Daarbij gaat het enerzijds om de kwaliteit van<br />

de maatregelen (wat doe je wel en wat doe je<br />

niet) en anderzijds de kwantiteit van de maatregelen<br />

(hoeveel doe je wel en hoeveel doe je<br />

niet).<br />

4.2.1 Kwaliteit maatregelen<br />

weidevogels<br />

Maatregelen dienen gericht te zijn op al die<br />

onderdelen van het terre<strong>in</strong>beheer die voor<br />

weidevogels van belang zijn (rust, voedselaanbod,<br />

dekk<strong>in</strong>g, enz.). Uitgangspunt daarbij is<br />

dat de volwassen vogels vanaf het moment<br />

dat ze hier komen tot het moment dat ze met<br />

de jonge vogels weer vertrekken aan niets<br />

ontbreekt. Het abiotische systeem (waterhuishoud<strong>in</strong>g,<br />

bodemleven, bodemkwaliteit)<br />

moet zo goed mogelijk functioneren. De weidevogelreservaten<br />

<strong>in</strong> de EHS spelen daarbij een<br />

belangrijke rol. Daarnaast zal er <strong>in</strong> het hele<br />

zoekgebied een basis gelegd moeten worden<br />

voor goed beheer waarbij men reken<strong>in</strong>g houdt<br />

met de aanwezige waarden. De goede landbouwpraktijk<br />

zou uitgebreid moeten worden<br />

met een onderdeel weidevogels en akkervogels<br />

(hier kan een basisvergoed<strong>in</strong>g tegenover<br />

staan). Naast deze basis zal vooral de <strong>in</strong>zet<br />

van vol<strong>doen</strong>de effectief beheer (bijvoorbeeld<br />

de aanwezigheid van vol<strong>doen</strong>de lang gras, dus<br />

m<strong>in</strong>stens maaien vanaf half juni) van cruciaal<br />

belang zijn om kuikens op te kunnen laten<br />

groeien. Wij zetten erop <strong>in</strong> dat op totaal 8500<br />

hectare van de zoek<strong>gebieden</strong> dit effectief<br />

beheer wordt toegepast (zie ook tabel 2).<br />

Dit effectief beheer kan uit verschillende<br />

soorten maatregelen bestaan en moet als een<br />

lappendeken (mozaïek) over het zoekgebied<br />

worden neergelegd. Wij zullen er voor zorgen<br />

dat er een gevulde gereedschapskoffer staat<br />

waarmee de beheerders aan de slag kunnen.<br />

De maatregelen uit deze gereedschapskoffer<br />

zullen we <strong>in</strong> de bestaande subsidieregel<strong>in</strong>g(en)<br />

opnemen. Daarnaast willen wij het uitvoeren<br />

van kle<strong>in</strong>schalige <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsmaatregelen<br />

(opzetten waterpeil, aanpassen taluds, aanleggen<br />

dammetjes, weghalen beplant<strong>in</strong>gen)<br />

die noodzakelijk zijn om de kwaliteit van een<br />

zoekgebied te verbeteren, stimuleren. Hiervoor<br />

stellen we tijdelijk extra budget beschikbaar.<br />

actie 2<br />

In samenspraak met de beheerders <strong>in</strong> de verschillende<br />

zoek<strong>gebieden</strong> weidevogelbeheer ontwikkelen we per<br />

gebied een set aan maatregelen (gereedschapskoffer).<br />

Deze maatregelen zullen we <strong>in</strong>passen <strong>in</strong> de bestaande<br />

subsidiekaders.<br />

actie 3<br />

We zullen jaarlijks een bedrag van € 50.000,00 reserveren<br />

<strong>in</strong> het Programma Landelijk Gebied om de uitvoer<strong>in</strong>g van<br />

kle<strong>in</strong>schalige <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsmaatregelen <strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong><br />

(weidevogels en akkervogels) mogelijk te maken.<br />

actie 4<br />

Door middel van herschikk<strong>in</strong>g van de beschikbare hectares<br />

voor weidevogelbeheer zullen we de uitvoer<strong>in</strong>g van beheer<br />

b<strong>in</strong>nen en buiten de EHS optimaliseren. We willen een<br />

ruime jas benader<strong>in</strong>g toepassen <strong>in</strong> de beheers<strong>gebieden</strong><br />

van de EHS. Samen met de beheerders <strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong><br />

zullen we bepalen hoeveel hectares er uite<strong>in</strong>delijk per<br />

zoekgebied nodig en <strong>in</strong>pasbaar zijn.<br />

4.2.2 Kwantiteit maatregelen<br />

weidevogels<br />

Zoals gezegd gaan we ervan uit dat op 8500<br />

hectare van de begrensde zoek<strong>gebieden</strong><br />

effectief beheer moet worden toegepast om de<br />

doelstell<strong>in</strong>g te halen. Een deel hiervan wordt<br />

gerealiseerd <strong>in</strong> natuur<strong>gebieden</strong>. Bij volledige<br />

realisatie van de EHS-natuur <strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong><br />

weidevogelbeheer zal zo’n 3800 hectare structureel<br />

onder beheer komen te liggen. In dat<br />

perspectief is het belangrijk dat de EHS <strong>in</strong> de<br />

zoek<strong>gebieden</strong> zo snel mogelijk wordt gerealiseerd.<br />

Dit willen we bereiken door kavelruil en particulier<br />

beheer hier te stimuleren. De overige 4700<br />

hectare beheer zal <strong>in</strong> de vorm van agrarisch<br />

natuurbeheer <strong>in</strong> de landbouw<strong>gebieden</strong> moeten<br />

worden toegepast. Een groot deel hiervan zal<br />

worden toegepast <strong>in</strong> de EHS beheers<strong>gebieden</strong>,<br />

het overige deel <strong>in</strong> gangbaar landbouwgebied.<br />

We streven ernaar dat zoveel mogelijk beheer<br />

<strong>in</strong> de EHS beheers<strong>gebieden</strong> gerealiseerd<br />

wordt. Daarbij doet zich het dilemma voor dat<br />

de landbouw slechts een beperkt aandeel<br />

(gemiddeld maximaal 15 %) effectief weidevogelbeheer<br />

<strong>in</strong> de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g kan<br />

toepassen. In de begrensde beheers<strong>gebieden</strong><br />

zal dit percentage mogelijk hoger liggen omdat<br />

het hier veelal reeds extensiever beheerde<br />

percelen betreft. Indien het absorptievermogen<br />

van de landbouw te beperkt is om het gewenste<br />

tabel 3: verdel<strong>in</strong>g beheer <strong>in</strong> zoek<strong>gebieden</strong> weidevogelbeheer<br />

beheer <strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong> toe te passen,<br />

zullen we moeten overwegen om meer<br />

<strong>gebieden</strong> aan te wijzen als natuurgebied.<br />

In tabel 3 is een theoretische verdel<strong>in</strong>g van<br />

beheer <strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong> weergegeven.<br />

Hoewel we nog steeds streven naar een<br />

volledig beheer van de begrensde EHS<br />

beheers<strong>gebieden</strong> zullen we deze 1 op 1<br />

benader<strong>in</strong>g (voor elke hectare ook beheershectare<br />

beschikbaar) loslaten en ook <strong>in</strong> de<br />

beheers<strong>gebieden</strong> van de EHS een ruime jas<br />

benader<strong>in</strong>g toepassen. Hiermee spelen we<br />

hectares vrij voor de weidevogel<strong>gebieden</strong><br />

buiten de EHS. Bij de uitwerk<strong>in</strong>g van de<br />

begrenz<strong>in</strong>g van de zoek<strong>gebieden</strong> zal ook de<br />

verdel<strong>in</strong>g van hectares en het absorptievermogen<br />

met de beheerders bepaald worden. Mede<br />

afhankelijk van de dichtheid aan weidevogels,<br />

de aanwezigheid van EHS en de omvang van<br />

het zoekgebied zullen <strong>in</strong> het ene zoekgebied<br />

meer hectares beschikbaar zijn dan <strong>in</strong> het andere.<br />

Uit het overzicht <strong>in</strong> tabel 3 blijkt dat de optimalisatie<br />

van het weidevogelbeheer nagenoeg hectare neutraal<br />

en dus ook budget neutraal kan worden uitgevoerd.<br />

We wijken met deze herschikk<strong>in</strong>g dus niet af van de<br />

al geplande uitvoer<strong>in</strong>g van EHS en weidevogelbeheer<br />

buiten de EHS. Eventuele tekorten zullen we<br />

opvullen door ook buiten de zoek<strong>gebieden</strong> 1 op 1<br />

begrensde hectares <strong>in</strong> beheers<strong>gebieden</strong> vrij te spelen.<br />

Type gebied oppervlakte beschikbare beschikbare dekk<strong>in</strong>g (nieuw)<br />

hectares oud hectares nieuw<br />

Natuur (EHS) 3800 3800 3800 100%<br />

Beheer (EHS) 3600 3600<br />

50%-100%<br />

4700<br />

Overig Landbouw 12000 900 10%-25%<br />

Totaal zoekgebied 19400 8300 8500<br />

20 21


actie 5<br />

We zullen een extra impuls (kavelruil, stimuleren particulier<br />

beheer) geven om via particulier natuurbeheer of via verwerv<strong>in</strong>g<br />

zo snel mogelijk alle natuur<strong>gebieden</strong> <strong>in</strong> de EHS met een<br />

weidevogeldoelstell<strong>in</strong>g optimaal <strong>in</strong>gericht te krijgen.<br />

4.2.3 Kwaliteit maatregelen<br />

akkervogels<br />

Het akkervogelbiotoop is <strong>in</strong> bepaalde z<strong>in</strong> m<strong>in</strong>der<br />

kritisch dan het weidevogelbiotoop. Dat wil<br />

zeggen dat bijvoorbeeld waterhuishoud<strong>in</strong>g en<br />

voedselrijkdom van de bodem (abiotische factoren)<br />

m<strong>in</strong>der van doorslaggevend belang zijn voor<br />

akkervogels. Het is vooral de aanwezigheid<br />

van openheid, rust, gewassamenstell<strong>in</strong>g, nestgelegenheid<br />

en voedselaanbod op de akkers<br />

zelf dat een gebied geschikt maakt voor akkervogels.<br />

In dat perspectief ligt de realisatie van<br />

zogenaamde akkernatuur<strong>gebieden</strong> m<strong>in</strong>der<br />

voor de hand. In de zoek<strong>gebieden</strong> voor akkervogels<br />

bieden bepaalde vormen van braak, het<br />

aanleggen van brede (m<strong>in</strong>imaal zes meter)<br />

grazige en structuurrijke faunaranden, het<br />

optimaal beheer van perceelsranden, sloottaluds,<br />

bermen en waar relevant (grauwe kiekendief)<br />

nestbescherm<strong>in</strong>g soelaas. Hoewel de laatste<br />

jaren (veel) ervar<strong>in</strong>g is opgedaan met deze<br />

verschillende maatregelen wordt maatwerk per<br />

regio nog gemist. We willen per zoekgebied<br />

een set aan maatregelen ontwikkelen die dit<br />

maatwerk levert.<br />

actie 6<br />

In samenspraak met de beheerders <strong>in</strong> de verschillende<br />

zoek<strong>gebieden</strong> akkervogelbeheer ontwikkelen we per gebied<br />

een set aan maatregelen. Deze maatregelen zullen we<br />

<strong>in</strong>passen <strong>in</strong> de bestaande subsidiekaders (SANG,<br />

catalogus groen blauwe diensten).<br />

4.2.4 Kwantiteit maatregelen<br />

akkervogels<br />

Om de gewenste doelstell<strong>in</strong>g te halen voor de<br />

akkervogels is het noodzakelijk dat op zo’n<br />

20.250 hectare bouwland beheersmaatregelen<br />

worden uitgevoerd (zie ook tabel 2). Volgens<br />

de werkwijze zoals gehanteerd bij de weidevogels<br />

zouden deze maatregelen <strong>in</strong> de beoogde<br />

zoek<strong>gebieden</strong> voor akkervogelbeheer moeten<br />

worden <strong>in</strong>gezet. Daarmee zou op 40% van de<br />

oppervlakte van deze zoek<strong>gebieden</strong> een<br />

beheerspakket moeten liggen en geen akkerbouwgewas.<br />

Een dergelijke extensiver<strong>in</strong>g van<br />

de zoek<strong>gebieden</strong> is niet realistisch, zowel<br />

gezien vanuit het absorptievermogen van de<br />

landbouw maar ook gezien de f<strong>in</strong>anciële claim<br />

die dit met zich meebrengt. Dit komt er op<br />

neer dat we voor het behoud van akkervogels<br />

een meer gematigde doelstell<strong>in</strong>g moeten volgen.<br />

Daarbij streven we naar een maximale dekk<strong>in</strong>g<br />

aan beheermaatregelen <strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong>.<br />

Dit kan uite<strong>in</strong>delijk als spr<strong>in</strong>gplank dienen naar<br />

realisatie van een hogere doelstell<strong>in</strong>g. Het<br />

absorptievermogen van de akkerbouw (<strong>in</strong><br />

hoeverre staat het bouwplan extensiver<strong>in</strong>g toe)<br />

<strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong> wordt geschat op 5%. Dat<br />

betekent dat wij verwachten dat <strong>in</strong> de beoogde<br />

zoek<strong>gebieden</strong> zo'n 2650 hectare aan akkervogelbeheer<br />

kan worden <strong>in</strong>gepast. De populatie<br />

veldleeuweriken zal daarmee stabiliseren op<br />

een niveau van 2000 broedparen. Het<br />

Gebiedsplan Gron<strong>in</strong>gen stelt op dit moment<br />

maximaal 745 hectare voor akkerbeheer b<strong>in</strong>nen<br />

de zoek<strong>gebieden</strong> beschikbaar. Om deze<br />

(gematigde) doelstell<strong>in</strong>g te kunnen halen<br />

dienen dus nog veel meer hectares voor<br />

akkervogelbeheer beschikbaar te komen. We<br />

zullen ons <strong>in</strong>spannen om bij het Rijk hiervoor<br />

structureel meer middelen beschikbaar te krijgen.<br />

Daarnaast proberen we om via slimme functiecomb<strong>in</strong>aties<br />

de f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van akkerranden<br />

mogelijk te maken. Als voorbeeld noemen we<br />

het project actief randenbeheer waar<strong>in</strong> naast<br />

ecologische motieven, akkerranden langs<br />

tabel 4: verdel<strong>in</strong>g beheer zoek<strong>gebieden</strong> akkerbeheer<br />

sloten worden aangelegd met als doel de<br />

waterkwaliteit te verbeteren. In die z<strong>in</strong> zien wij<br />

mogelijkheden om via de kaderrichtlijn water<br />

extra middelen beschikbaar te krijgen voor<br />

beheer van akkerranden langs sloten.<br />

Ongeacht de mogelijkheden om het aantal<br />

hectares voor akkervogelbeheer te verruimen<br />

zullen we de huidige beschikbare hectares zo<br />

efficiënt mogelijk <strong>in</strong> gaan zetten. We zullen<br />

daarom de hectares die op dit moment nog<br />

buiten de zoek<strong>gebieden</strong> worden toegepast <strong>in</strong><br />

het vervolg uitsluitend beschikbaar stellen <strong>in</strong><br />

de zoek<strong>gebieden</strong>. Dat betekent dat lopende<br />

subsidiecontracten buiten de zoek<strong>gebieden</strong><br />

niet meer voor verleng<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g<br />

komen. In tabel 4 wordt de <strong>in</strong>zet van hectares<br />

<strong>in</strong> zoek<strong>gebieden</strong> weergegeven.<br />

Type gebied oppervlakte beschikbare beschikbare dekk<strong>in</strong>g (nieuw)<br />

hectares oud hectares nieuw<br />

Zoekgebied<br />

akkerbeheer 53000 Max 745 745 + 1905 5%<br />

Overig Landbouw 81000 540 0 0%<br />

Totaal 134000 745 2650 2%<br />

actie 7<br />

We streven ernaar dat op totaal zo’n 2650 hectare b<strong>in</strong>nen de zoek<strong>gebieden</strong><br />

akkervogelbeheer maatregelen worden uitgevoerd. Door<br />

herschikk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het gebiedsplan kunnen we op dit moment een<br />

quotum van maximaal 745 hectare akkerbeheer realiseren. We<br />

zullen beheersovereenkomsten buiten de zoek<strong>gebieden</strong> niet meer<br />

verlengen. Daarnaast zullen we bij het Rijk pleiten voor een structurele<br />

toename van m<strong>in</strong>stens 1905 hectare die <strong>in</strong>gezet kunnen worden<br />

voor akkervogelbeheer. Ook proberen we door koppel<strong>in</strong>g met andere<br />

beleidsdoelen extra middelen te genereren voor akkervogelbeheer.<br />

22<br />

23


4.3 Organisatie<br />

We willen dat het weidevogelbeheer en het<br />

akkervogelbeheer gebiedsgericht worden uitgevoerd.<br />

Wij verwachten dat door b<strong>in</strong>nen een<br />

zoekgebied maatregelen <strong>in</strong> samenhang met<br />

elkaar uit te voeren de effectiviteit ervan wordt<br />

vergroot. Bij een dergelijke aanpak is een<br />

belangrijke rol weggelegd voor de beheerders.<br />

Wij streven ernaar dat <strong>in</strong> de verschillende<br />

zoek<strong>gebieden</strong> de verschillende lokale<br />

beheerders (boeren, particulieren en terre<strong>in</strong>beheerders,<br />

wbe’s, vrijwilligers en waterschappen)<br />

<strong>in</strong>tensief samenwerken. Wij vragen hun om<br />

per gebied samen één beheerplan op te<br />

stellen waar<strong>in</strong> doelen en maatregelen worden<br />

beschreven. Dit plan is dusdanig gedetailleerd<br />

dat het tevens als basis kan dienen voor het<br />

verstrekken van de subsidie(s) aan de deelnemende<br />

organisaties. De prov<strong>in</strong>cie is<br />

betrokken bij het opstellen van de beheerplannen<br />

en ziet erop toe dat de prov<strong>in</strong>ciale doelen<br />

(geformuleerd <strong>in</strong> het gebiedsplan Gron<strong>in</strong>gen)<br />

goed vertaald worden naar <strong>in</strong>zet van maatregelen<br />

en middelen. De prov<strong>in</strong>cie verstrekt<br />

vervolgens mede op basis van het beheerplan<br />

subsidie aan de beheerders. Dat kan zijn <strong>in</strong> de<br />

vorm van beheerssubsidie aan de verschillende<br />

beheerders of <strong>in</strong> de vorm van projectsubsidie<br />

voor <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsmaatregelen. Uite<strong>in</strong>delijk is elke<br />

beheerder zelf verantwoordelijk voor het<br />

beheer op eigen terre<strong>in</strong>en maar we verwachten<br />

wel dat er sprake is van <strong>in</strong>tensieve samenwerk<strong>in</strong>g<br />

en afstemm<strong>in</strong>g tussen beheerders <strong>in</strong><br />

een bepaald gebied.<br />

In de aanloop naar deze werkwijze heeft de<br />

prov<strong>in</strong>cie de regisseursrol. We willen de<br />

beheerders, voor zover dat nog niet aan de<br />

orde is, bij elkaar brengen en met hun <strong>in</strong><br />

discussie gaan over doelen, ambities en maatregelen<br />

die <strong>in</strong> het beheerplan worden<br />

opgenomen. De uitvoer<strong>in</strong>g van het beheerplan<br />

is uite<strong>in</strong>delijk een verantwoordelijkheid van de<br />

beheerders waar de prov<strong>in</strong>cie zich primair niet<br />

mee bemoeid.<br />

figuur 4: organisatieschema gebiedsgerichte uitvoer<strong>in</strong>g<br />

Een eerste klus is het gezamenlijk bepalen<br />

van de feitelijke begrenz<strong>in</strong>g van de zoek<strong>gebieden</strong><br />

(zie actie 1) en het opstellen van een<br />

beheerplan. De onderl<strong>in</strong>ge afstemm<strong>in</strong>g van de<br />

uitvoer<strong>in</strong>g van de verschillende beheerplannen<br />

zou plaats kunnen v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> het huidige<br />

Gruttoplatform. In dit bestaande platform zijn<br />

alle partijen vertegenwoordigd die zich <strong>in</strong><br />

Gron<strong>in</strong>gen bezighouden met weidevogelbeheer.<br />

Het platform behoort dan aangevuld te worden<br />

met vertegenwoordigers uit de akkervogel<strong>gebieden</strong><br />

of er dient een soortgelijk 'Leeuwerikplatform'<br />

te worden opgericht. Indien de gewenste<br />

organisatie <strong>in</strong> een bepaald zoekgebied niet tot<br />

stand kan worden gebracht dan zullen wij net<br />

als nu het beheer via het Gebiedsplan<br />

Gron<strong>in</strong>gen mogelijk maken.<br />

Deze geschetste werkwijze vergt veel van de<br />

organisatiegraad van de collectieven <strong>in</strong> de<br />

verschillende zoek<strong>gebieden</strong>. Daarbij merken<br />

we op dat er de afgelopen jaren al sprake is<br />

geweest van groeiende samenwerk<strong>in</strong>g tussen<br />

beheerders en een verdere professionaliser<strong>in</strong>g<br />

van agrarische natuurverenig<strong>in</strong>gen. Toch<br />

zullen we moeten <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> deze samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.<br />

Wij willen de organisatie<br />

actie 8<br />

We zullen <strong>in</strong> de verschillende zoek<strong>gebieden</strong> een nieuwe<br />

gebiedsgerichte uitvoer<strong>in</strong>g organiseren. Ter ondersteun<strong>in</strong>g<br />

van dit proces stellen we gedurende 3 jaar één prov<strong>in</strong>ciale<br />

medewerker beschikbaar. Daarnaast zullen we onderzoeken<br />

<strong>in</strong> hoeverre aanvullende (f<strong>in</strong>anciële) ondersteun<strong>in</strong>g van het<br />

gebiedsproces mogelijk is.<br />

van de zoek<strong>gebieden</strong> ondersteunen door<br />

gedurende drie jaar een prov<strong>in</strong>ciale medewerker<br />

hiervoor beschikbaar te stellen. Om het<br />

samenwerk<strong>in</strong>gsverband van beheerders te<br />

laten functioneren zal ook een f<strong>in</strong>anciële stimulans<br />

nodig zijn. We zullen onderzoeken <strong>in</strong> hoeverre<br />

er, naast bestaande subsidies voor ondersteun<strong>in</strong>g<br />

(agrarisch) natuurbeheer, b<strong>in</strong>nen het<br />

Programma Landelijk Gebied en het landelijk<br />

actieprogramma van het Weidevogelverbond<br />

middelen hiervoor beschikbaar zijn.<br />

wulp<br />

24 25


4.4 Planologische bescherm<strong>in</strong>g<br />

De ruimtelijke bescherm<strong>in</strong>g van de zoek<strong>gebieden</strong><br />

is via functieaanduid<strong>in</strong>gen vastgelegd <strong>in</strong> het<br />

Prov<strong>in</strong>ciaal Omgev<strong>in</strong>gsplan. Daarbij kennen<br />

verschillende functies verschillende bescherm<strong>in</strong>gniveaus.<br />

Zo staan alle handel<strong>in</strong>gen en ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

b<strong>in</strong>nen de functieaanduid<strong>in</strong>g ‘Natuur’ <strong>in</strong> het<br />

teken van behoud en ontwikkel<strong>in</strong>g van natuurwaarden<br />

en zijn andersoortige activiteiten hier<br />

niet toegestaan. Indien blijkt dat hier een<br />

bepaalde <strong>in</strong>greep toch noodzakelijk is (bovenmaatschappelijk<br />

belang) dan dienen de verloren<br />

natuurwaarden elders gecompenseerd te<br />

worden. De spelregels hiervoor hebben we<br />

uitgewerkt <strong>in</strong> de notitie compensatie bos en<br />

natuur. De functieaanduid<strong>in</strong>g ‘Landbouw'<br />

echter gaat uit van het handhaven en verbeteren<br />

van de productieomstandigheden van voor de<br />

landbouw. Het compensatiebeg<strong>in</strong>sel is niet van<br />

toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> deze <strong>gebieden</strong>.<br />

Wij v<strong>in</strong>den het niet wenselijk om de huidige<br />

functieaanduid<strong>in</strong>gen van het POP ter discussie<br />

te stellen. Alle EHS <strong>gebieden</strong> <strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong><br />

hebben immers al een 'zware' functieaanduid<strong>in</strong>g<br />

(natuur en landbouw met natuurwaarden). De<br />

landbouw<strong>gebieden</strong> buiten de EHS hebben een<br />

lichter functie. Het is niet <strong>in</strong> het belang van dit<br />

actieprogramma om de gehele zoek<strong>gebieden</strong><br />

onder het zwaarst mogelijke bescherm<strong>in</strong>gsregime<br />

te plaatsen. Wij willen het beheer van akkervogels<br />

en weidevogels <strong>in</strong> de landbouw<strong>gebieden</strong> stimuleren<br />

actie 9<br />

We zullen de ambities en doelstell<strong>in</strong>gen uit dit actieprogramma<br />

onderstrepen door het compensatiebeg<strong>in</strong>sel van toepass<strong>in</strong>g te<br />

verklaren op de zoek<strong>gebieden</strong> weidevogelbeheer. We zullen<br />

nader onderzoeken of en hoe het compensatiebeg<strong>in</strong>sel hier<br />

verankerd kan worden.<br />

maar vooral niet opleggen. De uitdag<strong>in</strong>g zit<br />

<strong>in</strong> de vraag of we <strong>in</strong> het kader van dit actieprogramma<br />

<strong>in</strong> staat zijn om zonder de landbouw<br />

beperk<strong>in</strong>gen op te leggen de situatie voor de<br />

vogels te verbeteren. De voorwaarden voor<br />

een goed weidevogelbeheer, zoals een<br />

optimale waterhuishoud<strong>in</strong>g, zullen we dus <strong>in</strong><br />

goed overleg proberen te creëren. Dat<br />

betekent dat autonome ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />

landbouw (denk aan de toename van<br />

melkveebedrijven <strong>in</strong> akkerbouw<strong>gebieden</strong>),<br />

mits de functieaanduid<strong>in</strong>g het toestaat, plaats<br />

kunnen v<strong>in</strong>den.<br />

Wel v<strong>in</strong>den we het belangrijk dat de kwaliteit<br />

van <strong>gebieden</strong> gewaarborgd blijft. Wij willen<br />

daarom onderzoeken of en hoe het<br />

compensatiebeg<strong>in</strong>sel van toepass<strong>in</strong>g verklaard<br />

kan worden op alle zoek<strong>gebieden</strong> voor weidevogelbeheer.<br />

Dat zou kunnen via het POP<br />

maar mogelijk ook via het gebiedsplan<br />

Gron<strong>in</strong>gen. Daarmee zou kunnen worden<br />

gegarandeerd dat verlies aan natuurwaarden<br />

als gevolg van <strong>in</strong>grepen van bovenmaatschappelijk<br />

belang (uitbreid<strong>in</strong>g dorp en stad,<br />

uitbreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong>frastructuur, uitbreid<strong>in</strong>g van<br />

<strong>in</strong>dustrie) gecompenseerd wordt b<strong>in</strong>nen de<br />

begrensde zoek<strong>gebieden</strong>.<br />

4.5 Buiten de zoek<strong>gebieden</strong><br />

Zoals we al eerder <strong>in</strong> deze nota aangehaald<br />

hebben is de consequentie van het ‘meer <strong>doen</strong><br />

<strong>in</strong> m<strong>in</strong>der <strong>gebieden</strong>’ dat er vanuit de bestaande<br />

subsidiekaders m<strong>in</strong>der mogelijkheden zijn voor<br />

het uitvoeren van akkervogelbeheer en weidevogelbeheer<br />

buiten de zoek<strong>gebieden</strong>. Wel zijn<br />

we bereid om op 150 hectare weidevogelgebied<br />

met zeer hoge dichtheden het bestaande<br />

beheer te cont<strong>in</strong>ueren. We zullen hiervoor aanvullende<br />

criteria formuleren. Daarnaast zullen<br />

we de uitvoer<strong>in</strong>g van nestbescherm<strong>in</strong>g buiten<br />

de zoek<strong>gebieden</strong> blijven stimuleren door<br />

ondersteun<strong>in</strong>g van organisatie, voorlicht<strong>in</strong>g en<br />

educatie. In de akkerbouw<strong>gebieden</strong> zullen we<br />

het akkervogelbeheer buiten de zoek<strong>gebieden</strong><br />

niet meer cont<strong>in</strong>ueren.<br />

Voor het overige vallen deze <strong>gebieden</strong> terug<br />

op subsidiemogelijkheden voor andere vormen<br />

van agrarisch natuurbeheer. Daarbij is er op<br />

basis van het vigerende gebiedsplan 520<br />

hectare beschikbaar voor landschapsonderhoud<br />

en het beheer van dijken, natuurlijke waterlopen<br />

en wierden. Daarnaast willen wij de uitvoer<strong>in</strong>g<br />

van kle<strong>in</strong>schalige natuurmaatregelen <strong>in</strong> deze<br />

<strong>gebieden</strong> stimuleren. Het gaat daarbij om simpele<br />

maatregelen die op lokale schaal een bijdrage<br />

actie 10<br />

We beperken de mogelijkheden voor cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g weidevogelbeheer<br />

buiten de zoek<strong>gebieden</strong> tot 150 hectare. Cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g<br />

van akkervogelbeheer is buiten de zoek<strong>gebieden</strong> niet meer<br />

mogelijk. We zullen andere vormen van agrarisch natuur- en<br />

landschapsbeheer hier stimuleren en ontwikkelen zonodig<br />

hiervoor nieuwe mogelijkheden. Voor een proefproject voor kle<strong>in</strong>schalige<br />

natuurmaatregelen stellen we gedurende drie jaar<br />

€ 50.000,- per jaar beschikbaar. We zullen de ANV's blijven ondersteunen<br />

om nieuwe mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer<br />

te onderzoeken.<br />

leveren aan de natuurkwaliteit op het<br />

boerenbedrijf. We zullen de mogelijkheden van<br />

deze aanpak via een proefproject onderzoeken.<br />

Bij positief resultaat willen we dit project<br />

opschalen tot een prov<strong>in</strong>ciale regel<strong>in</strong>g.<br />

Agrarische natuurverenig<strong>in</strong>gen zullen zich<br />

verder kunnen oriënteren op nieuwe kansen<br />

en mogelijkheden. Goed voorbeeld daarbij is<br />

het project Kaantjes en Raandjes van de<br />

agrarische natuurverenig<strong>in</strong>g Wierde & Dijk.<br />

In het kader van dit project is het slootbeheer<br />

aangepast waardoor de boer m<strong>in</strong>der vaak<br />

hoeft te maaien en er tegelijkertijd meer<br />

overjarig riet <strong>in</strong> de sloot komt. Dit is een voorbeeld<br />

van een ‘slim’ project wat een voordeel<br />

oplevert voor de boer en een voordeel voor de<br />

natuur zonder extra beheerskosten. Andere<br />

mogelijkheden zitten <strong>in</strong> het ontwikkelen van<br />

nieuwe groene en/of blauwe diensten waarbij<br />

sprake is van functiecomb<strong>in</strong>aties waardoor<br />

nieuwe f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsbronnen kunnen worden<br />

aangetrokken.<br />

26 27


4.6 Monitor<strong>in</strong>g<br />

De uitvoer<strong>in</strong>g van dit actieprogramma moet<br />

ertoe leiden dat een stabiele populatie van<br />

weidevogels en akkervogels zich <strong>in</strong> onze<br />

prov<strong>in</strong>cie kan handhaven. Om te bepalen of dit<br />

actieprogramma haar vruchten afwerpt en/of<br />

om gewenste bijstell<strong>in</strong>gen te bepalen is het<br />

noodzakelijk om de ontwikkel<strong>in</strong>gen van weidevogels<br />

en akkervogels te blijven volgen. Wij<br />

zullen via ons eigen biologisch meetnet de<br />

populatieontwikkel<strong>in</strong>gen blijven volgen. Het<br />

meetnet is een onafhankelijke graadmeter van<br />

de toestand van natuur en landschap <strong>in</strong> onze<br />

prov<strong>in</strong>cie en is een waardevol <strong>in</strong>strument bij<br />

het bepalen van effectiviteit van beleid en<br />

maatregelen. Naast het prov<strong>in</strong>ciale meetnet<br />

zullen ook per kerngebied de resultaten van<br />

het beheer gevolgd moeten worden. Alleen<br />

dan kunnen per kerngebied uitspraken gedaan<br />

worden over de effectiviteit van het gevoerde<br />

beheer ter plaatse. Om bij het meten van<br />

aantal ontwikkel<strong>in</strong>gen de samenhang tussen<br />

de afzonderlijke zoek<strong>gebieden</strong> <strong>in</strong> beeld te<br />

kunnen brengen is een bepaalde centrale<br />

regie gewenst. Met deze uitgangspunten <strong>in</strong> het<br />

achterhoofd zal bij de totstandkom<strong>in</strong>g van de<br />

beheerplannen onderzocht moeten worden of<br />

verdere professionaliser<strong>in</strong>g van monitor<strong>in</strong>g<br />

b<strong>in</strong>nen de zoek<strong>gebieden</strong> tot de mogelijkheden<br />

behoort. De prov<strong>in</strong>cie zou daarbij de regie<br />

kunnen nemen.<br />

De prov<strong>in</strong>cie is niet verantwoordelijk voor het<br />

uitvoeren van fundamenteel onderzoek op het<br />

gebied van akkervogels en weidevogels. Deze<br />

taak ligt primair bij de onderzoeks<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

zelf en de centrale overheid. Wel zijn wij<br />

bereid om een f<strong>in</strong>anciële bijdrage te leveren<br />

aan praktijkprojecten die, al dan niet gestuurd<br />

vanuit wetenschappelijk onderzoek, gericht zijn<br />

op optimalisatie van beheer.<br />

actie 11<br />

We zien erop toe dat per zoekgebied de resultaten van beheer<br />

<strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van populatieontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> beeld worden gebracht,<br />

dat deze vol<strong>doen</strong>de kwaliteit hebben en dat deze gegevens<br />

uitwisselbaar zijn met de gegevens van het biologisch meetnet<br />

van de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen. Daarbij streven we naar een verdere<br />

professionaliser<strong>in</strong>g van monitor<strong>in</strong>g en willen we onderzoeken of<br />

er mogelijkheden zijn om dit onder centrale regie van de prov<strong>in</strong>cie<br />

te kunnen brengen.<br />

gele kwikstaart<br />

28 29


5 F<strong>in</strong>anciën<br />

Bijlage 1: Begrippenlijst<br />

Een aantal acties uit het voorgaande hoofdstuk<br />

hebben f<strong>in</strong>anciële consequenties. Het grootste<br />

deel van de middelen dat nodig is om onze<br />

doelstell<strong>in</strong>g te halen heeft betrekk<strong>in</strong>g op het<br />

uitvoeren van beheersmaatregelen. De uitvoer<strong>in</strong>g<br />

van deze maatregelen gebeurt met middelen die<br />

het Rijk hiervoor beschikbaar stelt. Deze middelen<br />

worden op dit moment op basis van de SNG en<br />

de SANG <strong>in</strong>gezet. De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van het huidige<br />

beheer (via de SNG en SANG) maakt onderdeel<br />

uit van het ILG en is opgenomen <strong>in</strong> het<br />

Programma Landelijk Gebied Gron<strong>in</strong>gen. Ook de<br />

realisatie van nieuwe natuur<strong>gebieden</strong> (verwerv<strong>in</strong>g/<br />

functieverander<strong>in</strong>g/<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g) is hier<strong>in</strong> opgenomen.<br />

Door herschikk<strong>in</strong>g van hectares kunnen we de<br />

weidevogeldoelstell<strong>in</strong>g nagenoeg kostenneutraal<br />

uitvoeren. Voor akkervogelbeheer dienen<br />

structureel meer middelen voor beheershectares<br />

tabel 5: Benodigde middelen (jaarlijks)<br />

beschikbaar te komen. In het landelijke actieprogramma<br />

weidevogels is aangegeven dat extra<br />

middelen nodig zijn om alle ambities te halen.<br />

Mede afhankelijk van de bereidheid van het Rijk<br />

om deze middelen structureel beschikbaar te<br />

stellen, kunnen we ook <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen extra<br />

maatregelen realiseren. Daarbij ligt de grootste<br />

behoefte bij de Gron<strong>in</strong>ger akkerbouw<strong>gebieden</strong>.<br />

We zullen ons <strong>in</strong>spannen om een deel van deze<br />

nationale middelen naar Gron<strong>in</strong>gen toe te halen.<br />

Naast de middelen die via de subsidieregel<strong>in</strong>gen<br />

van het Programma Beheer zullen worden <strong>in</strong>gezet,<br />

zullen bepaalde acties om aanvullende f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

via een prov<strong>in</strong>ciale bijdrage vragen. Dit betreft de<br />

organisatie van het gebiedsproces (1 formatieplaats<br />

en € 50.000,-), de extra middelen voor <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsmaatregelen<br />

(€ 50.000,-) en de maatregelen<br />

buiten de zoek<strong>gebieden</strong> (€ 50.000,-).<br />

Onderdeel Bedrag Subsidiekader Bestaand/ Structureel/ actie<br />

nieuw tijdelijk<br />

Beheer akkervogels 1.350.000,- SANG (ILG) bestaand structureel<br />

3.400.000,- SANG (ILG) nieuw structureel rijk/waterschap<br />

Beheer weidevogels 4.000.000,- SANG/SNG (ILG) bestaand structureel<br />

Inricht<strong>in</strong>g zoek<strong>gebieden</strong> 50.000,- prov<strong>in</strong>cie/PMJP nieuw tijdelijk t/m 2013<br />

Organisatie 50.000,- prov<strong>in</strong>cie/PMJP nieuw structureel<br />

gebiedsproces 1 fte prov<strong>in</strong>cie nieuw tijdelijk t/m 2010<br />

Maatregelen buiten 50.000,- prov<strong>in</strong>cie/PMJP nieuw tijdelijk/<br />

zoek<strong>gebieden</strong> structureel t/m 2013<br />

Compensatie PM Initiatiefnemer nieuw structureel POP<br />

TOTAAL 8.900.000,-<br />

totaal<br />

nieuw 150.000,- prov<strong>in</strong>cie/PMJP<br />

tijdelijk 1 fte prov<strong>in</strong>cie<br />

totaal<br />

nieuw 3.400.000,- rijk<br />

structureel<br />

Absorptievermogen: In deze nota bedoeld als de mate<br />

waarop een agrarisch bedrijf aan weidevogelbeheer of<br />

akkervogelbeheer kan <strong>doen</strong> zonder dat daarbij de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> het gedrang komt.<br />

Agrarische natuurverenig<strong>in</strong>g: Collectief van boeren dat<br />

zich bezighoudt met behoud en ontwikkel<strong>in</strong>g van natuurwaarden<br />

op het boerenland.<br />

Akkervogels: Broedvogels van vooral open bouwland<strong>gebieden</strong><br />

die oorspronkelijk hun herkomst v<strong>in</strong>den <strong>in</strong><br />

de steppen. Typische akkervogelsoorten zijn: veldleeuwerik,<br />

patrijs, gele kwikstaart en kievit.<br />

Beheers<strong>gebieden</strong>: Beleidsmatige aanduid<strong>in</strong>g van landbouwgronden<br />

die <strong>in</strong> het kader van de Ecologische<br />

Hoofdstructuur begrensd zijn. Het betreft landbouwgronden<br />

met natuurwaarden.<br />

Beheerplan: In deze nota bedoeld als plan waar<strong>in</strong> alle<br />

noodzakelijk maatregelen gericht op het beheer van een<br />

bepaald weidevogelgebied of akkervogelgebied, worden<br />

beschreven.<br />

Beheerssubsidie: F<strong>in</strong>anciële tegemoetkom<strong>in</strong>g om natuurwaarden<br />

op een terre<strong>in</strong> <strong>in</strong> stand te houden.<br />

Bestaande natuur<strong>gebieden</strong>: Beleidsmatige aanduid<strong>in</strong>g<br />

van natuur<strong>gebieden</strong>. Deze natuur<strong>gebieden</strong> kunnen <strong>in</strong> het<br />

kader van de Ecologische Hoofdstructuur begrensd zijn.<br />

Het betreft natuur<strong>gebieden</strong> die vóór de <strong>in</strong>troductie van de<br />

Ecologische Hoofdstructuur als zodanig al bestonden.<br />

Biologisch Meetnet: Meetnet van de prov<strong>in</strong>cie waarbij<br />

steekproefsgewijs de ontwikkel<strong>in</strong>g van landschap, vegetatie<br />

en vogels wordt gevolgd.<br />

Compensatiebeg<strong>in</strong>sel: Prov<strong>in</strong>ciale beleidsregels die<br />

gericht zijn op het elders compenseren van schade die<br />

aan natuur wordt berokkend als gevolg van <strong>in</strong>grepen van<br />

zwaar maatschappelijk belang.<br />

Ecologische Hoofdstructuur (EHS): Samenhangend<br />

netwerk van <strong>in</strong> (<strong>in</strong>ter)nationaal opzicht belangrijke,<br />

duurzaam te behouden ecosystemen. De EHS is opgebouwd<br />

uit bestaande natuur<strong>gebieden</strong>, nieuwe (te<br />

ontwikkelen) natuur<strong>gebieden</strong>, beheers<strong>gebieden</strong> en<br />

verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gszones.<br />

Gebiedsplan Gron<strong>in</strong>gen: Plan waar<strong>in</strong> aangegeven<br />

wordt waar welke subsidies uit de Subsidieregel<strong>in</strong>g<br />

Natuurbeheer Gron<strong>in</strong>gen en de Subsidieregel<strong>in</strong>g<br />

Agrarisch Natuurbeheer Gron<strong>in</strong>gen kunnen worden<br />

toegepast.<br />

Leef<strong>gebieden</strong>: Het woongebied van organismen, <strong>in</strong> dit<br />

geval akkervogels en weidevogels. Ook wel habitat of<br />

biotoop genoemd.<br />

30 31<br />

Nieuwe natuur<strong>gebieden</strong>: Beleidsmatige aanduid<strong>in</strong>g van<br />

landbouw<strong>gebieden</strong> die <strong>in</strong> het kader van Ecologische<br />

Hoofdstructuur omgevormd zijn/worden tot natuurgebied.<br />

Open cultuurlandschap: open grasland- en bouwland<strong>gebieden</strong><br />

zoals de beekdalen <strong>in</strong> het Zuidelijk<br />

Westerkwartier, de kleiweide<strong>gebieden</strong> van het<br />

Reitdiepdal, Middag Humsterland en het Hoogeland en<br />

de akker<strong>gebieden</strong> van Noord Gron<strong>in</strong>gen, het Oldambt,<br />

de Veenkoloniën en Duurswold.<br />

Particulier natuurbeheer: Vorm van natuurbeheer<br />

waarbij de grond <strong>in</strong> eigendom is van een particulier en<br />

niet van een terre<strong>in</strong>beherende organisatie als<br />

Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten of Sticht<strong>in</strong>g<br />

Gron<strong>in</strong>ger Landschap.<br />

Populatie(s): Een groep van (dier)soorten die zich op<br />

een bepaald moment op een bepaalde plaats begeeft.<br />

Ruime jas: Werkwijze die gehanteerd wordt <strong>in</strong> het<br />

gebiedsplan Gron<strong>in</strong>gen waarbij <strong>in</strong> bepaalde <strong>gebieden</strong><br />

m<strong>in</strong>der beheershectares dan de totale omvang van het<br />

betreffende gebied beschikbaar worden gesteld. Een<br />

gebied van 100 hectare waar maar tot 50 hectare<br />

beheerssubsidie kan worden aangevraagd is een ruime<br />

jas gebied met een 1 op 2 begrenz<strong>in</strong>g.<br />

Subsidieregel<strong>in</strong>g Natuurbeheer Gron<strong>in</strong>gen (SNG):<br />

Subsidieregel<strong>in</strong>g op basis waarvan beheer en <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />

van natuur<strong>gebieden</strong> kan worden gef<strong>in</strong>ancierd. Voor het<br />

onderhoud en beheer van verschillende typen natuur<br />

bestaan verschillende beheerspakketten. Deze subsidieregel<strong>in</strong>g<br />

is <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe alleen van toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong><br />

met de hoofdfunctie natuur.<br />

Subsidieregel<strong>in</strong>g Agrarisch Natuurbeheer Gron<strong>in</strong>gen<br />

(SANG): Subsidieregel<strong>in</strong>g op basis waarvan beheer en<br />

natuurwaarden op landbouwgrond kan worden gef<strong>in</strong>ancierd.<br />

Voor het onderhoud en beheer van verschillende typen<br />

natuurwaarden bestaan verschillende beheerspakketten.<br />

Deze subsidieregel<strong>in</strong>g is alleen van toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>gebieden</strong> met de hoofdfunctie landbouw.<br />

Weidevogels(s): Broedvogels van vooral open<br />

grasland<strong>gebieden</strong> die oorspronkelijk hun herkomst v<strong>in</strong>den<br />

<strong>in</strong> venen en grazige <strong>gebieden</strong>. Typische weidevogelsoorten<br />

zijn: grutto, wulp, tureluur en kemphaan.<br />

Weidevogelreservaten: Natuur<strong>gebieden</strong> (bestaand of<br />

nieuw) met zeer hoge dichtheden weidevogels en waar<br />

het beheer primair gericht is op het behoud van deze<br />

soorten.<br />

Zwaar Beheer: Verschillende beheersmaatregelen van<br />

hoge kwaliteit (laat maaien, vluchtheuvels, plas-dras).<br />

Deze maatregelen versterken elkaar wanneer ze <strong>in</strong><br />

samenhang en <strong>in</strong> mozaïek worden toegepast.


Bijlage 2: Actiepunten<br />

Actiepunt<br />

7 We streven ernaar dat op totaal zo’n 2650 hectare b<strong>in</strong>nen<br />

de zoek<strong>gebieden</strong> akkervogelbeheer maatregelen worden<br />

Wat <strong>doen</strong> wij?<br />

We zullen de herschikk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> samenspraak<br />

met de zoek<strong>gebieden</strong> voorbereiden. We<br />

Wat <strong>doen</strong> anderen?<br />

We verwachten van de betrokken beheerders<br />

<strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong> dat ze actief meedenken<br />

Actiepunt<br />

1 Samen met de betrokken beheerders uit de geselecteerde<br />

Wat <strong>doen</strong> wij?<br />

Wij zullen het <strong>in</strong>itiatief nemen om met de<br />

Wat <strong>doen</strong> anderen?<br />

Van de betrokken partijen (beheerders,<br />

uitgevoerd. We zullen beheersovereenkomsten buiten<br />

de zoek<strong>gebieden</strong> niet meer verlengen. Wij zullen bij het<br />

Rijk pleiten voor een structurele toename van m<strong>in</strong>stens<br />

zetten de procedure om het gebiedsplan op<br />

dit onderdeel aan te passen <strong>in</strong> het voorjaar<br />

<strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g. Daarnaast zullen we op basis<br />

over een goede verdel<strong>in</strong>g van beheerhectares<br />

per zoekgebied. We verwachten van<br />

het Rijk dat ze ruimte geeft om de doelstell<strong>in</strong>gen<br />

<strong>gebieden</strong> werken we de begrenz<strong>in</strong>g van de<br />

beheerders <strong>in</strong> de <strong>gebieden</strong> de begrenz<strong>in</strong>g<br />

lokale overheden, belangenvertegen-<br />

1905 hectare die <strong>in</strong>gezet kunnen worden voor akkervogel-<br />

van dit actieprogramma een claim bij het<br />

van het actieprogramma te verwezenlijken.<br />

zoek<strong>gebieden</strong> voor akkervogelbeheer en weidevogel-<br />

van de zoek<strong>gebieden</strong> tot op perceelsniveau<br />

woordigers) verwachten we dat ze actief<br />

beheer. Daarnaast proberen we door koppel<strong>in</strong>g met<br />

Rijk <strong>in</strong> dienen. We zullen het waterschap<br />

We verwachten van het waterschap dat ze<br />

beheer verder uit. Deze begrenz<strong>in</strong>gen zullen we<br />

uit te werken. We zetten de procedure om<br />

zullen deelnemen aan de uitwerk<strong>in</strong>g van<br />

andere beleidsdoelen extra middelen te genereren<br />

uitnodigen om een alliantie met ons aan te gaan.<br />

samen met ons een impuls geven aan het<br />

vervolgens opnemen <strong>in</strong> het Gebiedsplan Gron<strong>in</strong>gen.<br />

het gebiedsplan op dit onderdeel aan te<br />

begrenz<strong>in</strong>gen.<br />

voor akkervogelbeheer.<br />

beheer van randen langs sloten.<br />

passen <strong>in</strong> het voorjaar <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g.<br />

8 We zullen <strong>in</strong> de verschillende zoek<strong>gebieden</strong> een nieuwe<br />

We zullen drie jaar lang een medewerker het<br />

We verwachten van alle beheerders een<br />

2 In samenspraak met de beheerders <strong>in</strong> de verschillende<br />

Wij nemen het <strong>in</strong>itiatief om met de beheerders<br />

Van de betrokken partijen (beheerders,<br />

gebiedsgerichte uitvoer<strong>in</strong>g organiseren. Ter ondersteun<strong>in</strong>g<br />

veld <strong>in</strong> sturen om de zoek<strong>gebieden</strong> weidevogel-<br />

actieve <strong>in</strong>breng <strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong>.<br />

zoek<strong>gebieden</strong> weidevogelbeheer ontwikkelen we per<br />

<strong>in</strong> de <strong>gebieden</strong> de gewenste maatregelen te<br />

lokale overheden, belangenvertegen-<br />

van dit proces stellen we gedurende 3 jaar één prov<strong>in</strong>ciale<br />

beheer en akkervogelbeheer verder te<br />

Daarbij verwachten we dat alle<br />

gebied een set aan maatregelen (gereedschapskoffer).<br />

formuleren en werken deze uit aan de hand<br />

woordigers) verwachten we dat ze actief<br />

medewerker beschikbaar. Daarnaast zullen we onder<br />

organiseren. We zullen bekijken hoe de<br />

beheerders zich maximaal <strong>in</strong>spannen om<br />

Deze maatregelen zullen we <strong>in</strong>passen <strong>in</strong> de bestaande<br />

van de catalogus GB diensten.<br />

zullen deelnemen aan het bedenken van<br />

zoeken <strong>in</strong> hoeverre aanvullende (f<strong>in</strong>anciële) ondersteun<strong>in</strong>g<br />

huidige subsidiemiddelen kunnen ombuigen<br />

een beheerplan tot stand te brengen en<br />

subsidiekaders.<br />

maatwerkmaatregelen.<br />

van het gebiedsproces mogelijk is.<br />

naar de zoek<strong>gebieden</strong>.<br />

de uitvoer<strong>in</strong>g ervan op zich te nemen.<br />

3 We zullen jaarlijks een bedrag van € 50.000,00<br />

We vragen de beheerders om maatregelen<br />

We verwachten van de beheerders dat<br />

9 We zullen de ambities en doelstell<strong>in</strong>gen uit dit<br />

In de Gebiedsplan herzien<strong>in</strong>g zullen we de<br />

reserveren <strong>in</strong> het Programma Landelijk Gebied om de<br />

op te nemen <strong>in</strong> de beheerplannen. Samen<br />

ze <strong>in</strong> hun gezamenlijk beheerplan maat-<br />

actieprogramma onderstrepen door het compensatie-<br />

toepass<strong>in</strong>g van het compensatiebeg<strong>in</strong>sel <strong>in</strong><br />

uitvoer<strong>in</strong>g van kle<strong>in</strong>schalige <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsmaatregelen<br />

met de beheerders zullen we projecten<br />

regelen beschrijven en deze ook tot<br />

beg<strong>in</strong>sel van toepass<strong>in</strong>g te verklaren op de zoek-<br />

de zoek<strong>gebieden</strong> meenemen.<br />

<strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong> (weidevogels en akkervogels)<br />

opstarten die uitvoer<strong>in</strong>g geven aan de<br />

uitvoer<strong>in</strong>g zullen brengen.<br />

<strong>gebieden</strong> weidevogelbeheer. We zullen nader onder<br />

mogelijk te maken.<br />

nodige <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gsplannen.<br />

zoeken hoe het compensatiebeg<strong>in</strong>sel hier verankerd<br />

kan worden.<br />

4 Door middel van herschikk<strong>in</strong>g van de beschikbare<br />

We zullen de herschikk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> samenspraak<br />

Van de betrokken partijen (beheerders,<br />

hectares voor weidevogelbeheer zullen we de uitvoer<strong>in</strong>g<br />

met de zoek<strong>gebieden</strong> voorbereiden. We<br />

lokale overheden, belangenvertegen-<br />

10 We beperken de mogelijkheden voor cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g<br />

We zetten de procedure om het gebiedsplan<br />

We hopen dat beheerders buiten de<br />

van beheer b<strong>in</strong>nen en buiten de EHS optimaliseren.<br />

zetten de procedure om het gebiedsplan op<br />

woordigers) verwachten we dat ze actief<br />

weidevogelbeheer buiten de zoek<strong>gebieden</strong> tot 150<br />

op dit onderdeel aan te passen <strong>in</strong> het voor-<br />

zoek<strong>gebieden</strong> <strong>in</strong>itiatief nemen om<br />

We willen een ruime jas benader<strong>in</strong>g toepassen <strong>in</strong> de<br />

dit onderdeel aan te passen <strong>in</strong> het voorjaar<br />

zullen deelnemen aan het verdelen van<br />

hectare. Cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g van akkervogelbeheer is buiten de<br />

jaar <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g. We zullen de beheerders<br />

andere terre<strong>in</strong>en van agrarisch natuur-<br />

beheers<strong>gebieden</strong> van de EHS. Samen met de<br />

<strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g.<br />

hectares over de verschillende zoek-<br />

zoek<strong>gebieden</strong> niet meer mogelijk. We zullen andere vormen<br />

<strong>in</strong>formeren over andere vormen van<br />

beheer te onderzoeken.<br />

beheerders <strong>in</strong> de zoek<strong>gebieden</strong> zullen we bepalen<br />

<strong>gebieden</strong>.<br />

van agrarisch natuur- en landschapsbeheer hier stimuleren en<br />

beheer.<br />

hoeveel hectares er uite<strong>in</strong>delijk per zoekgebied<br />

ontwikkelen zonodig hiervoor nieuwe mogelijkheden.<br />

nodig en <strong>in</strong>pasbaar zijn.<br />

Voor een proefproject voor kle<strong>in</strong>schalige natuurmaatregelen<br />

stellen we gedurende drie jaar € 50.000,- per jaar<br />

5 We zullen een extra impuls (kavelruil, stimuleren<br />

We zullen nagaan of de huidige <strong>in</strong>strumenten<br />

We verwachten van betrokken partijen<br />

beschikbaar. We zullen de ANV’s blijven ondersteunen<br />

particulier beheer) geven om via particulier natuur-<br />

snel genoeg tot realisatie van de EHS leiden.<br />

dat ze bereid zijn om te kijken naar alle<br />

om nieuwe mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer te<br />

beheer of na verwerv<strong>in</strong>g zo snel mogelijk alle natuur-<br />

Zonodig bedenken we andere maatregelen<br />

mogelijkheden die tot snelle afrond<strong>in</strong>g<br />

onderzoeken.<br />

<strong>gebieden</strong> <strong>in</strong> de EHS met een weidevogeldoelstell<strong>in</strong>g<br />

die dit proces bespoedigen.<br />

van de EHS kunnen leiden.<br />

optimaal <strong>in</strong>gericht te krijgen.<br />

11 We zien erop toe dat per kerngebied de resultaten van<br />

We zullen het monitoren van (de resultaten<br />

We verwachten van de beheerders/<br />

beheer <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van populatieontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />

van) het beheer een duidelijke plek geven<br />

gebiedscommissies dat <strong>in</strong> goede samen-<br />

6 In samenspraak met de beheerders <strong>in</strong> de verschillende<br />

Wij nemen het <strong>in</strong>itiatief om met de<br />

Van de betrokken partijen (beheerders,<br />

beeld worden gebracht, dat deze vol<strong>doen</strong>de kwaliteit<br />

<strong>in</strong> de beheerplannen. We gaan met de<br />

werk<strong>in</strong>g en samenhang de monitor<strong>in</strong>g<br />

zoek<strong>gebieden</strong> akkervogelbeheer ontwikkelen we per<br />

beheerders <strong>in</strong> de <strong>gebieden</strong> de gewenste<br />

lokale overheden, belangenvertegen-<br />

hebben en dat deze gegevens uitwisselbaar zijn met de<br />

zoek<strong>gebieden</strong> de discussie aan over de<br />

wordt uitgevoerd.<br />

gebied een set aan maatregelen. Deze maatregelen<br />

maatregelen te formuleren en werken<br />

woordigers) verwachten we dat ze actief<br />

gegevens van het biologisch meetnet van de prov<strong>in</strong>cie<br />

organisatie van deze monitior<strong>in</strong>g.<br />

zullen we <strong>in</strong>passen <strong>in</strong> de bestaande subsidiekaders<br />

deze uit aan de hand van de catalogus GB<br />

zullen deelnemen aan het bedenken van<br />

Gron<strong>in</strong>gen. Daarbij streven we naar een verdere profes<br />

(SANG, catalogus groen blauwe diensten).<br />

diensten.<br />

maatwerkmaatregelen.<br />

sionaliser<strong>in</strong>g van monitor<strong>in</strong>g en willen we onderzoeken of<br />

er mogelijkheden zijn om dit onder centrale regie van de<br />

32<br />

prov<strong>in</strong>cie te kunnen brengen.<br />

33


Bijlage 3: Achtergronddocument<br />

Kees van Scharenburg<br />

1. Inleid<strong>in</strong>g<br />

Dit achtergronddocument gaat <strong>in</strong> op de<br />

<strong>in</strong>houdelijke aspecten van de op 31 januari<br />

2007 aangenomen statenmoties over een<br />

aanpass<strong>in</strong>g van het weide- en akkervogelbeheer.<br />

Daarbij zijn ook de conclusies van de<br />

Statencommissie "Landschap, Water en<br />

Milieu" betrokken van het op 29 november<br />

2006 gehouden "Ronde tafelgesprek" over<br />

weidevogelbeheer <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen.<br />

Aanleid<strong>in</strong>g tot het 'Ronde tafelgesprek' was de<br />

ondanks alle beleids<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen, voortgaande<br />

afname van weide- en akkervogelpopulaties <strong>in</strong><br />

Nederland en Gron<strong>in</strong>gen. In de moties en<br />

conclusies komen de volgende <strong>in</strong>houdelijke<br />

punten aan de orde:<br />

• onderzoek naar het aanwijzen van kansrijke<br />

<strong>gebieden</strong> voor optimaal weide- en akkervogelbeheer;<br />

• onderzoek naar mogelijkheden voor planologische<br />

bescherm<strong>in</strong>g van belangrijke<br />

weidevogel<strong>gebieden</strong>;<br />

• stoppen achteruitgang van de weidevogel<br />

stand na 2010;<br />

• <strong>in</strong>zet extra middelen om de achteruitgang<br />

na 2010 een halt toe te roepen.<br />

Naar aanleid<strong>in</strong>g daarvan wordt nader <strong>in</strong>gegaan<br />

op voor het behoud van dierpopulaties belangrijke<br />

factoren:<br />

• de kwaliteit van de habitat en het daarvoor<br />

benodigde beheer<br />

• de plaats waar dit beheer wordt uitgevoerd<br />

• de schaal waarop dit beheer plaatsv<strong>in</strong>dt.<br />

Op basis daarvan wordt een schatt<strong>in</strong>g gemaakt<br />

van de kosten die de uitvoer<strong>in</strong>g van de<br />

genoemde voorstellen met zich meebrengt.<br />

Omdat het daarvoor benodigde rekenwerk<br />

tijdrovend is en specifieke populatiebiologische<br />

<strong>in</strong>formatie vergt, beperkt de analyse zich tot de<br />

grutto als <strong>in</strong>dicator voor de weidevogels en de<br />

veldleeuwerik als <strong>in</strong>dicator voor de akkervogels.<br />

Met de grutto liften weidevogelsoorten mee als<br />

kievit, tureluur, graspieper, slobeend en wilde<br />

eend. Bij de veldleeuwerik geldt dat voor<br />

akkervogels als gele kwikstaart, graspieper,<br />

kievit en deels grauwe kiekendief en patrijs.<br />

2. Kwaliteit beheer<br />

De vogelpopulatie van het open cultuurland<br />

v<strong>in</strong>dt zijn oorsprong <strong>in</strong> natuurlijke biotopen als<br />

steppen, kwelders en natuurlijke graslanden.<br />

De soortengroep bestaat hoofdzakelijk uit<br />

grondbroeders. De kwelders <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen zijn<br />

zo'n natuurlijke biotoop. Met de groei van de<br />

menselijke bevolk<strong>in</strong>g, de ontwikkel<strong>in</strong>g van de<br />

landbouw en de daarmee gepaard gaande<br />

watersnip<br />

tureluur<br />

gele kwikstaart<br />

openlegg<strong>in</strong>g van beboste <strong>gebieden</strong> heeft deze<br />

soortengroep langzamerhand het agrarisch<br />

cultuurland bevolkt. Naast deze "echte" cultuurlandsoorten<br />

komen <strong>in</strong> het cultuurland ook veel<br />

soorten voor die gebonden zijn aan daar<br />

aanwezige elementen (bosjes, ruigten, natte<br />

elementen), de zogenaamde "elementsoorten"<br />

(Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen 2007a). We beperken<br />

ons hier verder tot de "echte" cultuurlandsoorten.<br />

Een groot deel van deze soorten kwam zowel<br />

<strong>in</strong> graslanden als akkers voor, een kle<strong>in</strong>er deel<br />

alleen <strong>in</strong> natte tot vochtige graslanden (o.a.<br />

kemphaan, watersnip, tureluur, grutto), die<br />

voornamelijk <strong>in</strong> Nederland te v<strong>in</strong>den zijn. Het<br />

voorkomen en de talrijkheid van deze soorten<br />

worden <strong>in</strong> hoge mate bepaald door het<br />

agrarische beheer. Ontwater<strong>in</strong>g, moderniser<strong>in</strong>g,<br />

schaalvergrot<strong>in</strong>g en de daarmee samenhangende<br />

<strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van dit beheer s<strong>in</strong>ds de jaren<br />

veertig <strong>in</strong> de vorige eeuw, hadden grote gevolgen.<br />

Zo zijn kemphaan, watersnip en grauwe gors<br />

vrijwel verdwenen, terwijl graseters als zwanen<br />

en ganzen nu sterk <strong>in</strong> opkomst zijn. Ook<br />

opkomst en ondergang van grutto en<br />

veldleeuwerik hangen hiermee samen. Zij<br />

hebben baat bij een niet al te extensieve, maar<br />

ook geen al te <strong>in</strong>tensieve bedrijfsvoer<strong>in</strong>g. In<br />

dat opzicht zijn het vogelsoorten die horen bij<br />

het agrarische systeem uit het midden van de<br />

vorige eeuw (Be<strong>in</strong>tema et al 1995).<br />

Een ander gevolg van de agrarische ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

is het uiteenvallen van de groep "echte" cultuurlandsoorten<br />

<strong>in</strong> weide- en akkervogels. Onder<br />

de weidevogels worden nu vaak de aan<br />

grasland gebonden soorten verstaan, akkervogels<br />

komen hoofdzakelijk <strong>in</strong> akkers voor. In feite<br />

zijn akkervogels soorten die vroeger zowel <strong>in</strong><br />

graslanden als <strong>in</strong> akkers te v<strong>in</strong>den waren.<br />

Door het <strong>in</strong>tensieve graslandbeheer weten ze<br />

nu vrijwel alleen nog <strong>in</strong> de akkers te overleven<br />

(Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen 2007a).<br />

Het behoud of herstel van de populatie "echte"<br />

cultuurlandvogels is dus gebaat bij het<br />

behouden of weer herstellen van agrarische<br />

landschappen met extensieve tot niet al te<br />

<strong>in</strong>tensieve vormen van agrarisch beheer. Een<br />

dilemma dat zich daarbij voordoet, is <strong>in</strong> hoeverre<br />

deze landschappen en beheersvormen, al dan<br />

niet tegen een vergoed<strong>in</strong>g, passen b<strong>in</strong>nen de<br />

huidige agrarische bedrijfsvoer<strong>in</strong>g. Als dat niet<br />

meer het geval is, dan zijn reservaatbeheer of<br />

particulier natuurbeheer onvermijdelijk. Deze<br />

laatste beheervormen hebben het voordeel dat<br />

door de grondverwerv<strong>in</strong>g <strong>gebieden</strong> beter kunnen<br />

worden <strong>in</strong>gericht (o.a. vochtvoorzien<strong>in</strong>g) en dat<br />

ze meer cont<strong>in</strong>uïteit bieden naar de verre<br />

toekomst.<br />

De <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van een gebied (o.a. openheid,<br />

waterstand, perceler<strong>in</strong>g) en de kwaliteit van<br />

het beheer moeten ertoe leiden dat vol<strong>doen</strong>de<br />

jongen worden geproduceerd om een populatie<br />

op peil te houden of te <strong>doen</strong> groeien.<br />

Nestgelegenheid, opgroeimogelijkheden voor<br />

kuikens, rust, dekk<strong>in</strong>g en vol<strong>doen</strong>de voedsel<br />

voor volwassen dieren en jongen zijn daarbij<br />

cruciale factoren.<br />

Belangrijk is verder dat <strong>in</strong> verband met de<br />

plaatstrouw van soorten het beheer langdurig<br />

(10 tallen jaren) op dezelfde locaties dient te<br />

worden uitgevoerd (Be<strong>in</strong>tema 1995).<br />

Een dergelijk beheer kan ook bijdragen aan<br />

het vergroten van de overlev<strong>in</strong>g tijdens<br />

doortrek- en overw<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>gsperioden. Voor een<br />

aantal <strong>in</strong> gras- of bouwland pleisterende en<br />

overw<strong>in</strong>terende soorten zijn rust, dekk<strong>in</strong>g en<br />

vol<strong>doen</strong>de dierlijk (wormen, <strong>in</strong>secten) en<br />

plantaardig (oogstresten, zaden) voedsel<br />

buiten het broedseizoen van cruciaal belang.<br />

34<br />

35


Weidevogels<br />

Weidevogels zijn gebaat bij open landschappen<br />

met natte tot vochtige kruidenrijke graslanden,<br />

die matig worden bemest en waar tot half juni<br />

een groot deel (ongeveer 40% van het areaal)<br />

lang gras/ hooiland te v<strong>in</strong>den is (Schekkerman<br />

et al. 2006, Schekkerman en Be<strong>in</strong>tema 2007).<br />

Dit wordt <strong>in</strong> het vervolg zwaar beheer<br />

genoemd. Deze landschappen dienen gevrijwaard<br />

te zijn van verstor<strong>in</strong>gen door wegen,<br />

bebouw<strong>in</strong>g en opgaande beplant<strong>in</strong>gen.<br />

Belangrijke beheersaspecten weidevogels:<br />

• Open landschap<br />

•Rust<br />

•Vochtige bodem<br />

• Plas dras percelen <strong>in</strong> vroege voorjaar<br />

•Vol<strong>doen</strong>de voedsel<br />

• Structuurrijke kruidenrijke grasmat<br />

•Groot aandeel hooiland <strong>in</strong> eerste helft juni.<br />

Akkervogels<br />

Akkervogelpopulaties, waarvan de veldleeuwerik<br />

een exponent is, zijn gebaat bij grootschalige<br />

open landschappen met een grote gewasdiversiteit.<br />

Extensieve graanteelten met een<br />

hoge kruiden- en <strong>in</strong>sectenrijkdom, een afwissel<strong>in</strong>g<br />

van w<strong>in</strong>ter- en zomergranen, braakpercelen<br />

en kruidenrijke randen en bermen vormen de<br />

optimale habitat (Van Scharenburg et al.<br />

1990).<br />

Nu het bouwplan m<strong>in</strong>der divers is geworden,<br />

de kruidenrijkdom is verdwenen en het aandeel<br />

zomergranen is afgenomen, kunnen bepaalde<br />

vormen van braak, het aanleggen van brede<br />

(10 meter of meer) grazige en structuurrijke<br />

faunaranden, het optimaler beheren van<br />

perceelsranden, bermen en taluds en waar<br />

relevant nestbescherm<strong>in</strong>g (bij de grauwe kiekendief,<br />

een nestblijver, worden zowel eieren als jongen<br />

beschermd) soulaas bieden (Koks en Van<br />

Scharenburg 1997, Koks et al. 2001, Donald<br />

2004, Van 't Hoff & Koks 2007). Het behoud<br />

en het herstel van de grauwe kiekendieven<br />

populatie <strong>in</strong> Oost-Gron<strong>in</strong>gen is daarvan een<br />

sprekend voorbeeld (Koks et al. 2007). In het<br />

kielzog daarvan tekent zich lokaal herstel af<br />

van patrijs en veldleeuwerik.<br />

In tegenstell<strong>in</strong>g tot de weidevogels ligt<br />

reservaatbeheer voor de akkervogels m<strong>in</strong>der<br />

voor de hand, omdat de abiotische<br />

omstandigheden er voor deze soortengroep<br />

m<strong>in</strong>der toe <strong>doen</strong> dan gewassamenstell<strong>in</strong>g en<br />

beheer.<br />

Belangrijke beheersaspecten:<br />

• Open landschap<br />

• Extensieve graanteelten<br />

• Zomergraan<br />

•W<strong>in</strong>terstoppels<br />

• Kruidenrijkdom<br />

• Grazige structuurrijke vegetaties:<br />

- Gras - natuurbraak<br />

- Brede faunaranden (niet te dicht bij<br />

opgaande beplant<strong>in</strong>gen, wegen en<br />

bebouw<strong>in</strong>g)<br />

grauwe kiekendief<br />

3. Kansrijke <strong>gebieden</strong><br />

In deze paragraaf wordt <strong>in</strong>gegaan op een<br />

viertal vragen:<br />

• Wat zijn kansrijke <strong>gebieden</strong>?<br />

• Biedt de geconcentreerde <strong>in</strong>zet van middelen<br />

<strong>in</strong> kansrijke <strong>gebieden</strong> voordelen?<br />

• Waar liggen ze <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen?<br />

• In hoeverre zijn ze planologisch beschermd?<br />

Wat zijn kansrijke <strong>gebieden</strong>?<br />

Kansrijke <strong>gebieden</strong> zijn <strong>gebieden</strong> waar<br />

momenteel nog hoge dichtheden weide- en /<br />

of akkervogels voorkomen en waar vol<strong>doen</strong>de<br />

jongen geproduceerd worden om de populaties<br />

op peil te houden. Ze dienen als brongebied<br />

voor de omgev<strong>in</strong>g. Ze liggen <strong>in</strong> open<br />

<strong>gebieden</strong>, de abiotische omstandigheden<br />

(waterhuishoud<strong>in</strong>g, bodem) zijn goed of <strong>in</strong><br />

potentie te herstellen, er komen vormen van<br />

extensief tot niet al te <strong>in</strong>tensief beheer voor of<br />

er zijn mogelijkheden om deze beheervormen<br />

te herstellen. Er is we<strong>in</strong>ig verstor<strong>in</strong>g door<br />

wegen, bebouw<strong>in</strong>g en opgaande beplant<strong>in</strong>gen.<br />

Biedt de geconcentreerde <strong>in</strong>zet van middelen<br />

<strong>in</strong> kansrijke <strong>gebieden</strong> voordelen?<br />

Voor het <strong>in</strong> stand houden van dierpopulaties is<br />

niet alleen van belang welk beheer wordt uitgevoerd,<br />

maar ook waar dat gebeurt. Zeker als de middelen<br />

beperkt zijn en efficiency belangrijk is.<br />

Praktisch gesproken is het behoud van dierpopulaties<br />

alleen z<strong>in</strong>vol op plekken waar deze<br />

nog <strong>in</strong> levensvatbare vorm voorkomen.<br />

Een modelbereken<strong>in</strong>g voor de grutto kan dit<br />

illustreren. Daarbij is uitgegaan van een<br />

metapopulatie van 16 samenhangende gruttopopulaties.<br />

In 4 daarvan komt een relatief<br />

hoge dichtheid van 15 paar/100 ha voor, zeg<br />

de kansrijke <strong>gebieden</strong>, <strong>in</strong> 4 een lage dichtheid<br />

van 2 paar/100ha en <strong>in</strong> 8 een matige dichtheid<br />

van 5 paar/100ha.<br />

Als er vol<strong>doen</strong>de middelen zijn om voor 4<br />

(25%) van de 16 populaties beheermaatregelen<br />

te nemen, die leiden tot een zodanige jongenproductie<br />

dat de populatie groeit, kunnen ze<br />

op verschillende wijze worden <strong>in</strong>gezet. Figuur<br />

1 geeft de resultaten als de maatregelen worden<br />

<strong>in</strong>gezet voor de 4 populaties met de hoogste<br />

dichtheid (VariantHoog), de 4 populaties met<br />

de laagste dichtheid (VariantLaag), of voor 1<br />

van de hoogste, 1 van de laagste en 2 populaties<br />

met een matige dichtheid ("Poldermodel").<br />

Inzet van de middelen voor populaties met de<br />

hoogste dichtheid leidt snel tot populatiegroei,<br />

omdat een groot deel van de metapopulatie<br />

(56%) onder beheer komt. Bij <strong>in</strong>zet voor populaties<br />

met de laagste dichtheid gaat de afname<br />

onverm<strong>in</strong>derd door, omdat het onder beheer<br />

gebrachte populatieaandeel (7%) te kle<strong>in</strong> is<br />

om op metapopulatieniveau effect te sorteren.<br />

Het "poldermodel" (25% van de populatie<br />

onder beheer) laat eerst stabilisatie zien en<br />

daarna een lichte groei. Merk ook op dat<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gen veel tijd kunnen vergen,<br />

bijvoorbeeld ruim 15 jaar om met het<br />

"Poldermodel" een lichte groei te bereiken.<br />

Inzet <strong>in</strong> de beste <strong>gebieden</strong> leidt tot een<br />

snellere groei.<br />

Voor andere soorten, zoals de veldleeuwerik<br />

geldt <strong>in</strong> grote lijnen hetzelfde, zij het dat het<br />

"Poldermodel" eerst tot afname leidt en pas na<br />

20 jaar tot herstel.<br />

De conclusie is duidelijk: <strong>in</strong>zet van middelen<br />

voor populaties met de hoogste dichtheden<br />

leidt <strong>in</strong> ieder geval <strong>in</strong> theorie tot een groei van<br />

de metapopulatie.<br />

36 37


Figuur 2.<br />

Verspreid<strong>in</strong>g grutto met stor<strong>in</strong>gszones wegen en bebouw<strong>in</strong>g.<br />

Figuur 1. Effect <strong>in</strong>zet middelen op een gruttopopulatie.<br />

Waar liggen kansrijke <strong>gebieden</strong> <strong>in</strong><br />

Gron<strong>in</strong>gen?<br />

Met behulp van bestaande gegevens is<br />

het mogelijk om <strong>gebieden</strong> met relatief<br />

hoge dichtheden te traceren. Het is vaak<br />

m<strong>in</strong>der duidelijk <strong>in</strong> hoeverre dat ook<br />

bron<strong>gebieden</strong> zijn. Voor de grutto zijn er<br />

aanwijz<strong>in</strong>gen dat een deel van de <strong>gebieden</strong><br />

met hoge dichtheden als zodanig functioneert.<br />

Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat<br />

<strong>gebieden</strong> met een hoge dichtheid <strong>in</strong>dicatief<br />

zijn voor de ligg<strong>in</strong>g van de bron<strong>gebieden</strong>.<br />

Vaak zijn dat ook <strong>gebieden</strong> die aan de<br />

andere voorwaarden vol<strong>doen</strong> (zie Kwaliteit<br />

beheer). Momenteel staan kansrijke<br />

<strong>gebieden</strong> voor weide- en akkervogels<br />

aangegeven <strong>in</strong> het "Gebiedsplan" (Prov<strong>in</strong>cie<br />

Gron<strong>in</strong>gen 2007b). Voor weidevogels zijn dit<br />

de <strong>in</strong> het kader van de EHS begrensde reservaat-<br />

en beheergraslanden en de zoek<strong>gebieden</strong><br />

daarbuiten. Voor de akkervogels zijn dit de<br />

zogenaamde kern/zoek<strong>gebieden</strong>. Dit zijn<br />

'beleidsmatig' begrensde <strong>gebieden</strong> die<br />

niet helemaal overeen hoeven te komen met<br />

de kansrijke <strong>gebieden</strong>.<br />

De figuren 2 en 3 geven de <strong>gebieden</strong> aan<br />

waar nog relatief hoge dichtheden van<br />

grutto en veldleeuwerik voorkomen.<br />

Figuur 2 (grutto) is afgeleid van de<br />

'Gruttokaart van Nederland 2004'<br />

(Teunissen et al. 2005). Figuur 3<br />

(veldleeuwerik) is gebaseerd op voor de<br />

'Toestand van natuur en landschap 2006'<br />

uitgevoerd onderzoek (Oosterhuis 2004,<br />

2005).<br />

Zoals al eerder genoemd, zijn voor de<br />

kansrijkheid naast het actuele voorkomen<br />

<strong>in</strong> hoge dichtheden ook de potentiële<br />

betekenis op basis van landschappelijke<br />

kenmerken, waterstand en het vooruitzicht<br />

op een duurzaam voortbestaan van<br />

belang. Vandaar dat op de kaarten actuele<br />

en <strong>in</strong> de nabije toekomst geplande<br />

stor<strong>in</strong>gsbronnen als bebouw<strong>in</strong>g en het<br />

45dB geluidscontour rond wegen zijn<br />

opgenomen (Reijnen 1995).<br />

38<br />

39


Figuur 3.<br />

Verspreid<strong>in</strong>g veldleeuwerik met stor<strong>in</strong>gszones wegen en bebouw<strong>in</strong>g.<br />

Grasland<br />

Bij het maken van figuur 2 is uitgegaan van<br />

<strong>gebieden</strong> waar meer dan 10 paar grutto's/100<br />

ha voorkomen, aangevuld met <strong>gebieden</strong> waar<br />

de dichtheid 5-10 p/100ha is. Merk op dat dit<br />

een geflatteerd beeld geeft, omdat <strong>in</strong> de jaren<br />

negentig volgens de landelijke normen nog<br />

van 20 paar grutto's per 100 ha werd uitgegaan<br />

bij de aanwijz<strong>in</strong>g van goede weidevogel<strong>gebieden</strong>.<br />

Figuur 2 laat zien dat momenteel de volgende<br />

<strong>gebieden</strong> van belang zijn:<br />

1 Reitdiepdal en omgev<strong>in</strong>g<br />

2 Noordwestelijk deel van het ZWK en het<br />

gebied rond Grijpskerk<br />

3 Gebied Hoogkerk - Boerakker<br />

4 Gorechtpolders west van het<br />

Zuidlaardermeer<br />

5 Kle<strong>in</strong>e kernen bij App<strong>in</strong>gedam en rond de<br />

Hoeksmeer.<br />

De goede & matige <strong>gebieden</strong> hebben een<br />

oppervlakte van 19000 ha (tabel 1) en beslaan<br />

daarmee 44% van het graslandareaal. Deze<br />

<strong>gebieden</strong> zijn deels onderhevig aan verstor<strong>in</strong>g<br />

door wegen en bebouw<strong>in</strong>g.<br />

Tabel 1. Oppervlakte<br />

Goede & Matige grutto<strong>gebieden</strong><br />

Gruttoklassen<br />

Goed > 10 pr/100ha<br />

Matig 5 -10pr/100ha<br />

Totaal<br />

Oppervlakte<br />

6500 ha<br />

12500ha<br />

19000 ha<br />

Van het momenteel <strong>in</strong>gezette zware beheer<br />

(6700 ha) ligt 30% <strong>in</strong> de goede grutto<strong>gebieden</strong>,<br />

25% <strong>in</strong> de matige <strong>gebieden</strong> en 45% <strong>in</strong><br />

<strong>gebieden</strong> met lage dichtheden. Hieronder<br />

vallen ondermeer reservaten met een andere,<br />

o.a. botanische doelstell<strong>in</strong>g, waar weliswaar<br />

geen hoge grutto dichtheden, maar bijvoorbeeld<br />

wel watersnippen te v<strong>in</strong>den zijn.<br />

Vanuit het totale areaal goede & matige gruttogebied<br />

bekeken wordt 19% gedekt door zwaar<br />

beheer.<br />

Bouwland<br />

Bij het maken van figuur 3 is uitgegaan van<br />

<strong>gebieden</strong> waar meer dan 10 paar veldleeuweriken/100<br />

ha voorkomen, aangevuld<br />

met <strong>gebieden</strong> waar de dichtheid 5-10 paar/<br />

100ha is.<br />

Uit figuur 3 blijkt dat momenteel de volgende<br />

<strong>gebieden</strong> van belang zijn:<br />

1 Gorechtpolders west van het<br />

Zuidlaardermeer<br />

2 Delen Oldambt<br />

3 Delen Zuidoost-Gron<strong>in</strong>gen<br />

4 Delen Midden-Gron<strong>in</strong>gen<br />

De <strong>gebieden</strong> <strong>in</strong> het Oldambt en het zuidoosten<br />

van Gron<strong>in</strong>gen overlappen deels met de bolwerken<br />

van de Grauwe kiekendief. Opmerkelijk is<br />

dat ook <strong>in</strong> het Gorecht hoge veldleeuwerik<br />

dichtheden voorkomen. Dit is het enige<br />

graslandgebied <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen waar de vogelgemeenschap<br />

van het cultuurland nog m<strong>in</strong> of<br />

meer compleet voorkomt.<br />

In Noord-Gron<strong>in</strong>gen is de actuele betekenis<br />

momenteel beperkt, maar liggen <strong>in</strong> enkele<br />

<strong>gebieden</strong>, m.n. de kustpolders, wel potenties.<br />

De goede & matige <strong>gebieden</strong> hebben een<br />

oppervlakte van 56900 hectare en beslaan<br />

daarmee 42% van het akkerareaal. Deze<br />

<strong>gebieden</strong> zijn deels onderhevig aan verstor<strong>in</strong>g<br />

door wegen en bebouw<strong>in</strong>g.<br />

40<br />

41


Tabel 2.<br />

Oppervlakte Goede & Matige veldleeuwerik<strong>gebieden</strong><br />

Veldleeuwerikklassen<br />

Goed > 10 pr/100ha<br />

Matig 5 -10pr/100ha<br />

Totaal<br />

Oppervlakte<br />

6400 ha<br />

50500 ha<br />

56900 ha<br />

Van de momenteel <strong>in</strong>gezette faunarandpakketten<br />

(743 ha) ligt 9% <strong>in</strong> de goede <strong>gebieden</strong>, 47% <strong>in</strong><br />

de matige <strong>gebieden</strong> en 45% <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong> met<br />

lage dichtheden.<br />

Van het totale areaal goede & matige<br />

veldleeuwerik<strong>gebieden</strong> wordt 0.7% gedekt<br />

door beheermaatregelen.<br />

In hoeverre zijn de kansrijke <strong>gebieden</strong><br />

planologisch beschermd?<br />

In de moties wordt ook gevraagd te zoeken<br />

naar manieren om deze kansrijke <strong>gebieden</strong><br />

zoveel mogelijk te vrijwaren van planologische<br />

<strong>in</strong>grepen. Door de functieaanduid<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het<br />

POP is op dit moment een deel van deze<br />

<strong>gebieden</strong> planologisch beschermd (tabel 3 &<br />

4). Ook zijn ze deels begrensd door de EHS.<br />

Tabel 3 laat zien dat van de betere grutto<strong>gebieden</strong><br />

een aanzienlijk deel planologisch is<br />

beschermd. Van het niet beschermde aandeel<br />

goede & matige <strong>gebieden</strong> valt 22% onder de<br />

POP aanduid<strong>in</strong>g "Landbouw". 39% van de<br />

goede & matige grutto<strong>gebieden</strong> wordt door de<br />

EHS begrensd.<br />

Tabel 3.<br />

Kenmerken Weidevogel<strong>gebieden</strong><br />

Tabel 4.<br />

Kenmerken akkervogel<strong>gebieden</strong><br />

Gruttogebied 5 -10pr/100ha >10 pr/100ha Totaal > 5pr/100ha<br />

Oppervlakte 12500ha 6500ha 19000ha<br />

POP aanduid<strong>in</strong>g<br />

Natuur 16% 28% 20%<br />

Landbouw+Natuur 23 52 33<br />

Gaaf landschap 14 6 11<br />

Grootschalig open 15 2 11<br />

Totaal 68% 88% 75%<br />

Veldleeuwerikgebied 5 -10pr/100ha >10 pr/100ha Totaal > 5pr/100ha<br />

Oppervlakte 50500ha 6400ha 56900ha<br />

POP aanduid<strong>in</strong>g<br />

Natuur 4% 20% 6%<br />

Landbouw+Natuur 0 5 1<br />

Gaaf landschap 1 0 1<br />

Grootschalig open 38 30 37<br />

Totaal 43% 55% 45%<br />

45% van de goede & matige veldleeuwerik<strong>gebieden</strong><br />

wordt momenteel op enigerlei wijze<br />

planologisch beschermd. Van het niet beschermde<br />

aandeel valt 51% onder de POP aanduid<strong>in</strong>g<br />

"Landbouw". Een belangrijk deel van het<br />

gebied met de POP aanduid<strong>in</strong>g "Natuur" ligt<br />

buiten de akker<strong>gebieden</strong>, o.a. <strong>in</strong> het Gorecht.<br />

Vooral de aanduid<strong>in</strong>g "Grootschalig open<br />

landschap" is van belang voor de planologische<br />

bescherm<strong>in</strong>g van de akker<strong>gebieden</strong>.<br />

Opmerkelijk is dat <strong>gebieden</strong> met de aanduid<strong>in</strong>g<br />

"Gaaf landschap" geen hoge dichtheden<br />

herbergen.<br />

Ongeveer 8% van de goede & matige<br />

<strong>gebieden</strong> wordt door de EHS begrensd. Ook<br />

hiervoor geldt dat deze <strong>gebieden</strong> deels buiten<br />

de akker<strong>gebieden</strong> liggen. 29% van de goede<br />

& matige veldleeuwerik<strong>gebieden</strong> ligt <strong>in</strong> de <strong>in</strong> het<br />

Gebiedsplan aangegeven "Kern/zoek<strong>gebieden</strong>".<br />

4. Stabilisatie van populaties en de<br />

daarvoor benodigde middelen.<br />

In de toelicht<strong>in</strong>g op de statenmoties wordt de<br />

wens uitgesproken om de dal<strong>in</strong>g van weidevogelpopulaties<br />

na 2010 tot staan te brengen,<br />

oftewel op het niveau van 2010 te stabiliseren,<br />

en daarvoor extra middelen <strong>in</strong> te zetten.<br />

Omdat onbekend is wat het populatieniveau <strong>in</strong><br />

2010 zal zijn, wordt bij de navolgende<br />

bereken<strong>in</strong>gen de populatieschatt<strong>in</strong>g van 2006<br />

aangehouden.<br />

Om een schatt<strong>in</strong>g te kunnen maken van de<br />

daarvoor benodigde <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen en de<br />

ermee gepaard gaande kosten is, naast de<br />

kwaliteit van het beheer en de plaats waar dit<br />

wordt <strong>in</strong>gezet, van belang op welke schaal dit<br />

beheer wordt uitgevoerd.<br />

Daarvoor zijn voor grutto en veldleeuwerik met<br />

behulp van populatiemodellen enkele scenario's<br />

doorgerekend. Uitgangspunt is daarbij dat het<br />

weidevogelbeheer plaatsv<strong>in</strong>dt op graslanden<br />

met de juiste waterstanden en zwaar beheer.<br />

Voor het akkervogelbeheer wordt uitgegaan<br />

van de <strong>in</strong>zet van natuurbraak en brede optimaal<br />

beheerde faunaranden. Daarnaast wordt<br />

verondersteld dat dit beheer is <strong>in</strong>gezet <strong>in</strong><br />

<strong>gebieden</strong> met hoge dichtheden.<br />

Mogelijke effecten op populatieniveau kunnen<br />

zich, gezien de demografische eigenschappen<br />

van de populaties pas 10-20 jaar na de start<br />

van de uitvoer<strong>in</strong>gsmaatregelen manifesteren.<br />

De scenario uitkomsten slaan dan ook op een<br />

periode tot 25 jaar na <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de<br />

vereiste maatregelen, dus rond 2030. Kortom<br />

het gaat om het juiste beheer op de juiste<br />

plaats, zo snel als mogelijk.<br />

Er is alleen gerekend met de beheerkosten,<br />

ervan uitgaande dat de eenmalige verwerv<strong>in</strong>gsen<br />

<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gkosten voor de EHS reservaten /<br />

Particulier Natuurbeheer al zijn <strong>in</strong>geboekt en<br />

verdere reservaatvorm<strong>in</strong>g niet voor de hand ligt.<br />

Voor zwaar weidevogelbeheer is uitgegaan<br />

van beheervergoed<strong>in</strong>gen van 500 euro per<br />

hectare (Schotman en Melman 2006). Voor<br />

zwaar akkervogelbeheer is uitgegaan van<br />

1800 euro per hectare (PPO). Gezien de lange<br />

realiser<strong>in</strong>gstermijn doemt daarbij wel de vraag<br />

op of deze bedragen vol<strong>doen</strong>de zijn.<br />

Weidevogels<br />

In figuur 4 zijn de resultaten van de verschillende<br />

beleidsscenario's voor de grutto weergegeven.<br />

De grijze staven hebben betrekk<strong>in</strong>g op de<br />

uitkomsten van de scenariobereken<strong>in</strong>gen, dus<br />

het aantal grutto's na 25 jaar. De lijn met de<br />

witte bolletjes geeft het bijbehorende kostenniveau.<br />

Ter vergelijk<strong>in</strong>g zijn met de zwarte<br />

staven de gruttopopulaties <strong>in</strong> 1985 en 2006<br />

weergegeven.<br />

Er zijn 3 scenario's doorgerekend:<br />

1 De huidige beheersituatie (5-10% van het<br />

graslandareaal ligt onder zwaar beheer)<br />

wordt voortgezet.<br />

2 15% van het graslandareaal ligt onder<br />

zwaar beheer (komt ongeveer overeen met<br />

het voor driekwart realiseren van de weide<br />

vogeldoelstell<strong>in</strong>gen van de EHS).<br />

3 20% van het graslandareaal ligt onder<br />

zwaar beheer (komt ongeveer overeen met<br />

een volledige realisatie van de weidevogel<br />

doelstell<strong>in</strong>gen uit de EHS).<br />

De figuur laat zien dat de gruttopopulatie na<br />

1985 meer dan gehalveerd is. Om de populatie<br />

op het niveau van 2006 te stabiliseren, is een<br />

voortzett<strong>in</strong>g van de huidige beheersituatie<br />

onvol<strong>doen</strong>de. Ook het scenario waarbij 15%<br />

van het graslandareaal onder zwaar beheer<br />

komt, leidt op termijn tot lagere aantallen.<br />

Alleen als 20% van het graslandareaal (8500<br />

ha) onder zwaar beheer komt, zal stabilisatie<br />

optreden. De realiser<strong>in</strong>g zal dan snel en<br />

42 43


volledig moeten plaatsv<strong>in</strong>den en zich moeten<br />

concentreren <strong>in</strong> de goede & matige grutto<strong>gebieden</strong>.<br />

De beheerkosten bedragen dan 4 à<br />

5 miljoen euro op jaarbasis.<br />

Deze oppervlakte komt vrijwel overeen met die<br />

welke <strong>in</strong> het kader van de EHS voor weidevogeldoelstell<strong>in</strong>gen<br />

is gereserveerd. In theorie zou<br />

het doel dus met een volledige uitvoer<strong>in</strong>g van<br />

de EHS gerealiseerd kunnen worden. Echter,<br />

de EHS valt maar voor een deel samen met<br />

de goede & matige grutto<strong>gebieden</strong>, zodat <strong>in</strong><br />

de praktijk een herzien<strong>in</strong>g van de EHS begrenz<strong>in</strong>g<br />

en/of het overhevelen van niet gebruikte<br />

EHS beheerhectaren naar goede grutto<strong>gebieden</strong><br />

buiten de EHS nodig zal zijn om het doel te<br />

bereiken.<br />

het bijbehorende kostenniveau. Ter<br />

vergelijk<strong>in</strong>g zijn met de zwarte staven de<br />

veldleeuwerikpopulaties <strong>in</strong> 1985 en 2006 <strong>in</strong><br />

de figuur opgenomen.<br />

Er zijn 4 scenario's doorgerekend waarbij<br />

respectievelijk 1, 5, 10 of 15% van het<br />

akkerareaal onder beheer wordt gebracht<br />

(faunaranden, natuurbraak etc.).<br />

Figuur 5 laat zien dat de veldleeuwerikaantallen<br />

s<strong>in</strong>ds 1985 sterk zijn afgenomen tot 7 à<br />

8000 paren <strong>in</strong> 2006. Bij het onder beheer<br />

brengen van 1, 5 of 10% van het akkerareaal<br />

zal de afname zich voortzetten en zullen de<br />

aantallen stabiliseren op een lager niveau.<br />

Pas wanneer m<strong>in</strong>stens 15% van het areaal<br />

De <strong>in</strong> de moties verwoorde ambitie om de<br />

achteruitgang van weide- en akkervogelpopulaties<br />

na 2010 tot staan te brengen en de<br />

aantallen te stabiliseren op het niveau van<br />

2006, zou voor de graslanden haalbaar als<br />

20% van het graslandareaal snel onder zwaar<br />

beheer wordt gebracht en dit beheer zich<br />

concentreert <strong>in</strong> de goede & matige grutto<strong>gebieden</strong>.<br />

De situatie <strong>in</strong> de akker<strong>gebieden</strong> is veel m<strong>in</strong>der<br />

rooskleurig, omdat maatregelen daar later van<br />

start zijn gegaan en beperkt van omvang zijn.<br />

In de akkers ligt momenteel 0.7% van het<br />

areaal onder beheer, <strong>in</strong> de graslanden 10%.<br />

Als m<strong>in</strong>imaal 15% van het akkerareaal onder<br />

het juiste beheer gebracht zou worden kan<br />

stabilisatie van de veldleeuwerikpopulatie<br />

verwacht worden.<br />

markt en/of het klimaat kunnen zich echter<br />

grote verander<strong>in</strong>gen voor<strong>doen</strong>. Deze kunnen<br />

zowel mee- als tegenvallers opleveren voor de<br />

betreffende soorten en maken voorspell<strong>in</strong>gen<br />

op middellange termijn moeilijk. Het is daarom<br />

van belang de ontwikkel<strong>in</strong>gen te blijven volgen<br />

en er door middel van flexibel beleid tijdig op<br />

<strong>in</strong> te spelen.<br />

De termijn waarop stabilisatie plaats v<strong>in</strong>dt,<br />

Figuur 4. Schatt<strong>in</strong>g kosten baten<br />

weidevogelbeheer.<br />

Akkervogels<br />

In figuur 5 zijn de resultaten van de verschillende<br />

beleidsscenario's voor de veldleeuwerik<br />

weergegeven. De grijze staven hebben<br />

betrekk<strong>in</strong>g op de resultaten van de scenariobereken<strong>in</strong>gen,<br />

dus het aantal veldleeuweriken<br />

na 25 jaar. De lijn met de witte bolletjes geeft<br />

Figuur 5. Schatt<strong>in</strong>g kosten baten<br />

akkervogelbeheer.<br />

onder beheer wordt gebracht, is er op lange<br />

termijn sprake van enige stabilisatie op het<br />

populatieniveau van 2006. De daarvoor benodigde<br />

kosten bedragen ongeveer 35 miljoen euro.<br />

Deze <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met het weidevogelbeheer<br />

hoge kosten hebben te maken met de hogere<br />

beheervergoed<strong>in</strong>g per hectare.<br />

bedraagt enige decennia. Enerzijds vanwege<br />

de demografische kenmerken van de populaties,<br />

anderzijds omdat de voor een stabilisatie<br />

vereiste omvang van de maatregelen niet van<br />

vandaag op morgen te realiseren zal zijn.<br />

Ook bij een succesvolle soort als de grauwe<br />

kiekendief kostte het populatieherstel tot nu<br />

toe meer dan 15 jaar. Vergeleken met de<br />

veldleeuwerik gaat het daarbij om een bijzondere<br />

soort. Het is een nestblijver waardoor zowel<br />

eieren als kuikens beschermd kunnen worden,<br />

terwijl door het schaarse voorkomen ongeveer<br />

100% van de populatie kan worden beschermd.<br />

Dit is bij de veldleeuwerik en andere algemene<br />

akkervogels onmogelijk. Daarvoor zijn generieke<br />

maatregelen op betrekkelijk grote schaal<br />

nodig.<br />

De scenariobereken<strong>in</strong>gen gaan uit van een<br />

matige voortgaande schaalvergrot<strong>in</strong>g van de<br />

landbouw. Onder <strong>in</strong>vloed van veranderend EU<br />

landbouwbeleid, ontwikkel<strong>in</strong>gen op de wereld-<br />

patrijs<br />

slobeend<br />

44 45<br />

wulp


Conclusies<br />

Gebruikte Literatuur<br />

1. De vogelbevolk<strong>in</strong>g van het open cultuurland<br />

is sterk afhankelijk van de <strong>in</strong>tensiteit<br />

van het agrarisch beheer. De samenstell<strong>in</strong>g<br />

van de vogelbevolk<strong>in</strong>g verandert <strong>in</strong> samenhang<br />

met de agrarische bedrijfsvoer<strong>in</strong>g.<br />

Soorten die men tegenwoordig de moeite<br />

van het beschermen waard v<strong>in</strong>dt, behoren bij<br />

een agrarische bedrijfsvoer<strong>in</strong>g uit het midden<br />

van de vorige eeuw.<br />

2. De vogelbevolk<strong>in</strong>g van het open cultuurland<br />

is gebaat bij extensief tot m<strong>in</strong>der <strong>in</strong>tensief<br />

beheer. Van de voor grutto en veldleeuwerik<br />

relevante beheermaatregelen wordt momenteel<br />

respectievelijk 30% en 9% <strong>in</strong>gezet <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong><br />

met de hoogste dichtheden, 45% van de<br />

<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen v<strong>in</strong>dt plaats <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong> met<br />

lage dichtheden.<br />

3. Het is efficiënter om beheermaatregelen <strong>in</strong><br />

te zetten <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong> met hoge dichtheden.<br />

4. Voor weidevogels kansrijke <strong>gebieden</strong> zijn<br />

te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> het Gorecht, het Reitdiepdal, het<br />

noordwestelijk deel van het Zuidelijk<br />

Westerkwartier en het gebied Hoogkerk-<br />

Boerakker. Goede & matige grutto<strong>gebieden</strong><br />

beslaan 44% van het graslandareaal. In 19%<br />

van deze <strong>gebieden</strong> wordt zwaar beheer<br />

toegepast. Voor akkervogels kansrijke<br />

<strong>gebieden</strong> liggen <strong>in</strong> het Gorecht, het Oldambt,<br />

Zuidoost-Gron<strong>in</strong>gen en Midden-Gron<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong><br />

m<strong>in</strong>dere mate <strong>in</strong> Noord-Gron<strong>in</strong>gen. Goede &<br />

matige <strong>gebieden</strong> veldleeuwerik<strong>gebieden</strong><br />

beslaan 42% van het akkerareaal. In 0.7% van<br />

deze <strong>gebieden</strong> v<strong>in</strong>dt beheer plaats.<br />

5. De POP aanduid<strong>in</strong>gen 'Natuur', 'Landbouw<br />

& Natuur' en 'Landbouw <strong>in</strong> Grootschalig<br />

Open Landschap' bieden deels planologische<br />

bescherm<strong>in</strong>g. Ze beslaan 75% van de<br />

<strong>gebieden</strong> met matige tot hoge gruttodichtheden<br />

en 45% van de <strong>gebieden</strong> met matige tot hoge<br />

veldleeuwerikdichtheden.<br />

6. De gruttopopulatie kan gestabiliseerd worden<br />

op het niveau van 2006, als op korte termijn<br />

20% van het graslandareaal onder zwaar<br />

beheer wordt gebracht. De beheerkosten<br />

worden op 4 à 5 miljoen euro geschat. In<br />

theorie zou een aanpass<strong>in</strong>g van de EHS hiervoor<br />

vol<strong>doen</strong>de zijn. Dit vergt een omzett<strong>in</strong>g<br />

van licht naar zwaar beheer en een concentratie<br />

van het beheer <strong>in</strong> kansrijke <strong>gebieden</strong><br />

met hoge dichtheden.<br />

7. De veldleeuwerikpopulatie kan gestabiliseerd<br />

worden op het niveau van 2006 door op<br />

korte termijn m<strong>in</strong>imaal 15% van het akkerareaal<br />

onder beheer te brengen. De<br />

beheerkosten worden daarbij op 35 miljoen<br />

euro geschat. Als dat niet mogelijk is, zal<br />

afhankelijk van de gekozen <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen<br />

uite<strong>in</strong>delijk stabilisatie op een lager populatieniveau<br />

plaatsv<strong>in</strong>den. Ook hier geldt dat het<br />

optimaliseren van het beheer en de <strong>in</strong>zet<br />

daarvan <strong>in</strong> <strong>gebieden</strong> met hoge dichtheden<br />

uitgangspunt zijn.<br />

8. Gezien de lange termijn die stabilisatie en<br />

eventueel populatieherstel met zich meebrengen<br />

en de onzekerheid over de<br />

agrarische ontwikkel<strong>in</strong>gen is het van belang<br />

de ontwikkel<strong>in</strong>gen van de "echte cultuurlandvogels"<br />

te blijven volgen en door middel van<br />

flexibel beleid tijdig <strong>in</strong> te spelen op zich<br />

voor<strong>doen</strong>de kansen en knelpunten.<br />

Be<strong>in</strong>tema A.J. 1995. De ruime jas - flexibele<br />

<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het Relatienotabeheer: kansen<br />

of risico's? Wagen<strong>in</strong>gen<br />

Be<strong>in</strong>tema A.J., O. Moedt & D. Ell<strong>in</strong>ger. 1995.<br />

Ecologische atlas van de Nederlandse<br />

weidevogels. Haarlem<br />

Donald P.F. 2004. The skylark. London<br />

Hoff J. van 't & B. Koks. 2007. Broedvogels <strong>in</strong><br />

duoranden en leeuwerikvlakken. Leens<br />

Koks B. & K. van Scharenburg. 1997.<br />

<strong>Meer</strong>jarige braaklegg<strong>in</strong>g: een kans voor<br />

vogels, <strong>in</strong> het bijzonder de grauwe kiekendief.<br />

De Levende Natuur 98 (6): 218-222<br />

Koks B., K. van Scharenburg en E. Visser.<br />

2001. Grauwe kiekendieven Circus pygargus<br />

<strong>in</strong> Nederland: balanceren tussen hoop en<br />

vrees. Limosa 74 (4): 121-138<br />

Koks B.J., C.Trierweiler, E.G. Visser, C.<br />

Dijkstra & J. Komdeur. 2007. Do voles make<br />

agricultural habitat attractive to Montagu's<br />

harrier Circus pygargus? Ibis 149: 575-586<br />

Oosterhuis R. 2004. Veldleeuwerik en patrijs <strong>in</strong><br />

een aantal km-hokken op de zandgronden van<br />

Oost-Gron<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> 2004. Beek-Ubbergen<br />

Oosterhuis R. 2005. Veldleeuwerik en patrijs <strong>in</strong><br />

een aantal kilometerhokken <strong>in</strong> Noord- en Oost-<br />

Gron<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> 2005. Beek-Ubbergen<br />

Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen. 2007. De toestand van<br />

natuur en landschap 2006 <strong>in</strong> de prov<strong>in</strong>cie<br />

Gron<strong>in</strong>gen. Gron<strong>in</strong>gen<br />

Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen. 2007. Gebiedsplan<br />

Gron<strong>in</strong>gen. Subsidies Programma Beheer.<br />

Gron<strong>in</strong>gen<br />

Reijnen M.S.J.M. 1995. Disturbance by car<br />

traffic as a threat to breed<strong>in</strong>g birds <strong>in</strong> the<br />

Netherlands. Leiden<br />

Scharenburg K. van, J. van 't Hoff, B. Koks en<br />

A. van Kl<strong>in</strong>ken. 1990. Akkervogels <strong>in</strong><br />

Gron<strong>in</strong>gen. Gron<strong>in</strong>gen<br />

Scharenburg K. van, J. van 't Hoff en B. Koks.<br />

1993. Opportunisten en pechvogels. Vogels<br />

van het open cultuurland. Grauwe Gors 21<br />

(3-4): 30-38<br />

Schekkerman H., W. Teunissen en E.<br />

Oosterveld. 2006. Broedsucces van grutto's bij<br />

agrarisch mozaïekbeheer <strong>in</strong> 'Nederland<br />

Gruttoland'. Wagen<strong>in</strong>gen<br />

Schekkerman H. & A.J. Be<strong>in</strong>tema. 2007.<br />

Abundance of vertebrates and forag<strong>in</strong>g<br />

success of Black-tailed godwit Limosa limosa<br />

chicks <strong>in</strong> relation to agricultural grassland<br />

management. Ardea 95: 39-54<br />

Schotman A.G.M. en T.C.P. Melman. 2006.<br />

Haalbaarheidsstudie nieuw weidevogelbeleid.<br />

Wagen<strong>in</strong>gen<br />

Statencommissie Landschap, Water en Milieu.<br />

2006. Ronde Tafelgesprek Weidevogels.<br />

Gron<strong>in</strong>gen<br />

Teunissen W.A., W. Altenburg en H. Sierdsma.<br />

2005. Toelicht<strong>in</strong>g op de Gruttokaart van<br />

Nederland 2004. Beek-Ubbergen / Veenwouden<br />

46 47


Colofon<br />

Uitgave:<br />

Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen,<br />

afdel<strong>in</strong>g Landelijk Gebied & Water.<br />

Vormgev<strong>in</strong>g:<br />

Proto Format Grafisch Ontwerp & Concept<br />

Kaartmateriaal:<br />

BIC Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen<br />

Fotomateriaal:<br />

Hans Hut, Mart<strong>in</strong> Bonte e.a.<br />

Penteken<strong>in</strong>gen<br />

Bert-Jan Bos<br />

18 juni 2008<br />

48


Akkervogels en weidevogels horen bij<br />

het open cultuurlandschap en horen<br />

daarom bij Gron<strong>in</strong>gen.<br />

We streven uite<strong>in</strong>delijk naar<br />

een populatie <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen van<br />

2000 broedparen grutto's <strong>in</strong><br />

de weidevogel<strong>gebieden</strong>.<br />

Het is vooral de aanwezigheid van<br />

openheid, rust, gewassamenstell<strong>in</strong>g,<br />

nestgelegenheid en voedselaanbod op<br />

de akkers zelf dat een gebied<br />

geschikt maakt voor akkervogels.<br />

<strong>Meer</strong> <strong>doen</strong> <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der <strong>gebieden</strong><br />

Actieprogramma Weidevogels - Akkervogels<br />

Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!