Nederlands tijdschrift voor onderwijsrecht en onderwijsbeleid - Sdu
Nederlands tijdschrift voor onderwijsrecht en onderwijsbeleid - Sdu
Nederlands tijdschrift voor onderwijsrecht en onderwijsbeleid - Sdu
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
N<br />
T<br />
<strong>Nederlands</strong> Tijdschrift<br />
<strong>voor</strong> Onderwijsrecht <strong>en</strong> Onderwijsbeleid<br />
69 - T<strong>en</strong> Geleide<br />
mr.S.J. Ste<strong>en</strong><br />
71 - Omstred<strong>en</strong> onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>. Het onderwijsjuridisch<br />
onderzoek <strong>voor</strong> de Commisie Dijsselbloem<br />
prof. mr. P.J.J. Zoontj<strong>en</strong>s<br />
103 - Onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> onderzocht<br />
mevr. drs. H.M. (Ria) Bronneman-Helmers<br />
O<br />
123 - Jurisprud<strong>en</strong>tie<br />
Terugvordering bekostiging omdat leerling<strong>en</strong> niet<br />
“werkelijk schoolgaand” zijn<br />
mr. M.R.A. Dekker<br />
133 - Boekbespreking<br />
Waar blijft de strijd teg<strong>en</strong> segregatie <strong>en</strong> kans<strong>en</strong>ongelijkheid?<br />
Amerikaans <strong>voor</strong> onderwijspolitici<br />
Paul Jungbluth<br />
R<br />
137 - Stand van wetgeving<br />
H.M. Davids <strong>en</strong> mr. H. N<strong>en</strong>tjes<br />
147 - Informatief<br />
mevr. mr. dr. M.T.A.B. Laemers<br />
2 - 2008<br />
Stichting NTOR Jaargang 20
<strong>Nederlands</strong> Tijdschrift <strong>voor</strong> Onderwijsrecht <strong>en</strong> Onderwijsbeleid<br />
Verschijnt 4 x per jaar<br />
Formule: Het NTOR stelt zich t<strong>en</strong> doel op wet<strong>en</strong>schappelijk verantwoorde wijze aandacht te<br />
sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de ontwikkeling<strong>en</strong> op het terrein van het <strong>onderwijsrecht</strong> <strong>en</strong> <strong>onderwijsbeleid</strong>.<br />
De redactie is verantwoordelijk <strong>voor</strong> de plaatsing van de bijdrag<strong>en</strong>; de auteurs behoud<strong>en</strong> de<br />
verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> de inhoud van de bijdrag<strong>en</strong>.<br />
Redactie:<br />
mevr. dr. E.H.Hooge<br />
prof. mr. dr. A. Postma<br />
mr. S.J. Ste<strong>en</strong> (<strong>voor</strong>zitter)<br />
mr. J.M.M. van de V<strong>en</strong><br />
dr. F.J. de Vijlder<br />
prof. mr. P.J.J Zoontj<strong>en</strong>s<br />
Vaste medewerkers:<br />
H.M. Davids<br />
mr. M.R.A. Dekker<br />
mr. J.M.V. Dubelaar<br />
mevr. mr. dr. M.T.A.B. Laemers<br />
mr. H. N<strong>en</strong>tjes<br />
mr. dr. C.W. Noorlander<br />
mevr. dr. M. Verbrugg<strong>en</strong><br />
Uitgever: <strong>Sdu</strong> Uitgevers, Roel Langelaar<br />
Redactieadres: <strong>Sdu</strong> Uitgevers,<br />
Postbus 20025, 2500 EA D<strong>en</strong> Haag, tel. (070) 378 02 18, fax (070) 799 98 16<br />
Productie <strong>en</strong> opmaak: D<strong>en</strong> Haag Print - Rijswijk<br />
Aanbevol<strong>en</strong> citeertitel: NTOR (jaar), blz. …<br />
Abonnem<strong>en</strong>tsprijs: e 66,50 per jaar, excl. BTW <strong>en</strong> verz<strong>en</strong>d- administratiekost<strong>en</strong><br />
Abonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>administratie <strong>en</strong> adreswijziging: <strong>Sdu</strong> Klant<strong>en</strong>service,<br />
Postbus 20014, 2500 EA D<strong>en</strong> Haag<br />
Beëindiging abonnem<strong>en</strong>t: E<strong>en</strong> abonnem<strong>en</strong>t geldt <strong>voor</strong> minimaal e<strong>en</strong> jaar <strong>en</strong> kan op elk gew<strong>en</strong>st<br />
tijdstip ingaan. Het abonnem<strong>en</strong>t wordt steeds automatisch met e<strong>en</strong> jaar verl<strong>en</strong>gd, t<strong>en</strong>zij<br />
uiterlijk twee maand<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het verstrijk<strong>en</strong> van het abonnem<strong>en</strong>tsjaar schriftelijk wordt<br />
opgezegd bij <strong>Sdu</strong> Klant<strong>en</strong>service.<br />
Adreswijziging: bij wijziging van naam <strong>en</strong>/of adres verzoek<strong>en</strong> wij u de <strong>en</strong>veloppe met het<br />
juiste adres toe te z<strong>en</strong>d<strong>en</strong> aan onze abonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>administratie.<br />
Wij verwerk<strong>en</strong> uw gegev<strong>en</strong>s <strong>voor</strong> de uitvoering van de (abonnem<strong>en</strong>ts)overe<strong>en</strong>komst <strong>en</strong><br />
om u van informatie te <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> over <strong>Sdu</strong> Uitgevers BV <strong>en</strong> zorgvuldig geselecteerde andere<br />
bedrijv<strong>en</strong>. Als u ge<strong>en</strong> prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk meld<strong>en</strong> bij <strong>Sdu</strong><br />
Klant<strong>en</strong>service. Voor informatie over de leverings<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> kunt u terecht op www.sdu.nl.<br />
ISSN 0923-4640<br />
Voorzover het mak<strong>en</strong> van reprografische verveelvoudiging<strong>en</strong> uit deze uitgave is toegestaan<br />
op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912, di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> de daar<strong>voor</strong> wettelijk verschuldigde<br />
vergoeding<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong> aan de Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp,<br />
www.reprorecht.nl). Voor het overnem<strong>en</strong> van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezing<strong>en</strong>,<br />
readers <strong>en</strong> andere compilatiewerk<strong>en</strong> (artikel 16 Auteurswet 1912) di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> zich te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong><br />
tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- <strong>en</strong> Productierecht<strong>en</strong> Organisatie, postbus 3060,<br />
2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). Voor het overnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gedeelte van deze<br />
uitgave t<strong>en</strong> behoeve van commerciële doeleind<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> zich te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> tot de uitgever.<br />
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan <strong>voor</strong> de<br />
afwezigheid van ev<strong>en</strong>tuele (druk)fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> onvolledighed<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> ingestaan <strong>en</strong><br />
aanvaard<strong>en</strong> de auteur(s), redacteur(<strong>en</strong>) <strong>en</strong> uitgever deswege ge<strong>en</strong> aansprakelijkheid <strong>voor</strong><br />
de gevolg<strong>en</strong> van ev<strong>en</strong>tueel <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> onvolledighed<strong>en</strong>.
T<strong>en</strong> Geleide<br />
De school als vindplaats van het fal<strong>en</strong> in het onderwijs<br />
Het onderwijs in Nederland is <strong>voor</strong>werp van aanhoud<strong>en</strong>de zorg van de<br />
overheid. Deze zorg moet vorm krijg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het delicate ev<strong>en</strong>wicht van<br />
vrijheid van onderwijs, vrije schoolkeuze <strong>en</strong> ruimte <strong>voor</strong> professionele<br />
autonomie van de leraar <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> toegankelijkheid <strong>voor</strong> iedere<strong>en</strong>,<br />
leerplicht <strong>en</strong> waarborg<strong>en</strong> rond de kwaliteit van het onderwijs anderzijds.<br />
Of schol<strong>en</strong> goed onderwijs (kunn<strong>en</strong>) verzorg<strong>en</strong>, wordt niet alle<strong>en</strong> door de<br />
school zelf bepaald, maar hangt ook in sterke mate af van de keuzes die<br />
politiek <strong>en</strong> overheid door de jar<strong>en</strong> he<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Dit komt heel goed tot<br />
uiting in het rapport van de Commissie Dijsselbloem over het parlem<strong>en</strong>tair<br />
onderzoek naar de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs,<br />
waaraan de hoofdartikel<strong>en</strong> in dit nummer van NTOR zijn gewijd.<br />
De worsteling van de schol<strong>en</strong> met de invoering van de basisvorming,<br />
studiehuis <strong>en</strong> het vmbo blijkt e<strong>en</strong> rechtstreeks gevolg van fal<strong>en</strong>d overheidsbeleid.<br />
Dat hierbij op lichtzinnige wijze is omgesprong<strong>en</strong> met de<br />
belang<strong>en</strong> van de meest kwetsbare leerling<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> zaak die de politiek<br />
zich kan aantrekk<strong>en</strong>.<br />
Niet alle<strong>en</strong> om lering te trekk<strong>en</strong> uit het verled<strong>en</strong>, maar <strong>voor</strong>al ook om<br />
alert te zijn <strong>voor</strong> soortgelijke dwaling<strong>en</strong> in de toekomst. De Commissie<br />
Dijsselbloem roept terecht op om de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> regulier <strong>en</strong> speciaal onderwijs<br />
opnieuw te doord<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />
De beleidsoperatie Pass<strong>en</strong>d Onderwijs zou eerst e<strong>en</strong> onafhankelijke uitvoeringstoets<br />
moet<strong>en</strong> ondergaan, alvor<strong>en</strong>s er onomkeerbare besluit<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over de institutionalisering van vrijwillig aangegane<br />
regionale sam<strong>en</strong>werking. Dit geldt temeer nu het er naar uitziet dat dit<br />
gepaard zal gaan met invoering van afgemet<strong>en</strong> budgetfinanciering <strong>voor</strong><br />
het onderwijs aan deze kwetsbare groep leerling<strong>en</strong>.<br />
S.J. Ste<strong>en</strong><br />
NTOR 2 - juni 2008 69
70 NTOR 2 - juni 2008
Prof. mr. P.J.J. Zoontj<strong>en</strong>s 102<br />
Omstred<strong>en</strong> onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
Het onderwijsjuridisch onderzoek <strong>voor</strong> de commissie Dijsselbloem<br />
1.<br />
Opdracht <strong>en</strong> opzet<br />
Bij de op 26 april 2007 ingestelde Commissie Dijsselbloem stond de vraag<br />
c<strong>en</strong>traal vanuit welke sturingsprincipes de overheid moet handel<strong>en</strong> om<br />
sam<strong>en</strong> met het onderwijsveld e<strong>en</strong> bijdrage te lever<strong>en</strong> aan verbetering<br />
van de kwaliteit van het onderwijs. Aan Dick M<strong>en</strong>tink, hoogleraar <strong>onderwijsrecht</strong><br />
aan de EUR, <strong>en</strong> mijzelf werd opdracht verle<strong>en</strong>d om onderzoek<br />
te verricht<strong>en</strong> naar de besluitvorming op rijksniveau over de invoering van<br />
basisvorming, profiel<strong>en</strong> tweede fase (studiehuis) <strong>en</strong> leerweg<strong>en</strong> (vmbo) in<br />
het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs. 103 Het onderzoek zou aanvull<strong>en</strong>d moet<strong>en</strong> zijn<br />
t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> door het Sociaal Cultureel Planbureau te verricht<strong>en</strong><br />
analyse naar de feitelijke, maatschappelijke <strong>en</strong> inhoudelijke factor<strong>en</strong> die<br />
t<strong>en</strong> grondslag hebb<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> aan deze vernieuwing<strong>en</strong>. 104<br />
De drie onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lange beleidsgeschied<strong>en</strong>is.<br />
Zoals dat gaat in het onderwijs, werd de invoering steeds ingeluid <strong>en</strong><br />
begeleid door formele wett<strong>en</strong>, zodat <strong>voor</strong>al het sam<strong>en</strong>spel van regering<br />
<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t in og<strong>en</strong>schouw moest word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Als vertrekpunt<br />
di<strong>en</strong>de de volg<strong>en</strong>de vraag: waarom mocht<strong>en</strong> regering <strong>en</strong> Kamers (<strong>voor</strong>taan:<br />
‘de politiek’) er aanvankelijk bij de <strong>voor</strong>bereiding van elk van deze<br />
vernieuwing<strong>en</strong> van uitgaan op e<strong>en</strong> solide maatschappelijk draagvlak te<br />
rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> bleek dit achteraf in de meeste gevall<strong>en</strong> te ontbrek<strong>en</strong>? Er was<br />
sprake van e<strong>en</strong> verschil in perceptie tuss<strong>en</strong> de politiek <strong>en</strong> het veld, waaruit<br />
mede door het tijdsverloop drie basale vrag<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tvloeid<strong>en</strong>:<br />
1. Op welke feit<strong>en</strong> had de politiek zich gebaseerd bij de besluitvorming<br />
<strong>en</strong> invoering <strong>en</strong> hoe was daarbij rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met geluid<strong>en</strong><br />
‘van buit<strong>en</strong>’?;<br />
102 Bijzonder hoogleraar <strong>onderwijsrecht</strong> Universiteit van Tilburg.<br />
103 P.J.J. Zoontj<strong>en</strong>s <strong>en</strong> D. M<strong>en</strong>tink, Omstred<strong>en</strong> onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>. De parlem<strong>en</strong>taire<br />
besluitvorming inzake de invoering van basisvorming, leerweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> profiel<strong>en</strong><br />
tweede fase in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs, in: Commissie Parlem<strong>en</strong>tair Onderzoek<br />
Onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>, Tijd <strong>voor</strong> onderwijs, deelrapport III, Kamerstukk<strong>en</strong> II 2007/08,<br />
31 007, nr. 8 (<strong>voor</strong>taan: Onderwijsjuridisch deelrapport).<br />
104 H.M. Bronneman-Helmers, Vijfti<strong>en</strong> jaar onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> in Nederland. E<strong>en</strong><br />
beleidsanalytische studie t<strong>en</strong> behoeve van het parlem<strong>en</strong>taire onderzoek onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>,<br />
in: Commissie Parlem<strong>en</strong>tair Onderzoek Onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>, Tijd <strong>voor</strong> onderwijs,<br />
deelrapport II, Kamerstukk<strong>en</strong> II 2007/08, 31 007, nr. 7.<br />
NTOR 2 - juni 2008 71
2. Waarop berustte de kritiek die opstak na de invoering, <strong>en</strong> had die<br />
ev<strong>en</strong>tueel al bek<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> zijn bij de politiek?;<br />
3. Hoe is de politiek vervolg<strong>en</strong>s met die kritiek omgegaan?<br />
In ons onderzoek hebb<strong>en</strong> we zoveel mogelijk e<strong>en</strong> chronologische b<strong>en</strong>adering<br />
gevolgd. In lijn met de drie vrag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we bij de beschrijving <strong>en</strong><br />
analyse van elk van de traject<strong>en</strong> drie fas<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> in het politieke<br />
proces: de fase van <strong>voor</strong>bereiding, besluitvorming <strong>en</strong> invoering, de fase<br />
van kritiek <strong>en</strong> bezinning, <strong>en</strong> de fase van reparatie of herstel.<br />
Naar blijkt, hebb<strong>en</strong> de belangrijkste feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies hun weg naar het<br />
Eindrapport van de Commissie gevond<strong>en</strong>. Soms is uit onze bevinding<strong>en</strong><br />
geciteerd. Vaker zijn onderdel<strong>en</strong> van ons rapport letterlijk overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
zonder bronvermelding. De indruk bestaat dat we e<strong>en</strong> belangrijke<br />
bijdrage hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> aan de analyse <strong>en</strong> conclusies van de<br />
commissie, met name waar het betreft de rol van de politiek. De eerste<br />
“vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>” lijk<strong>en</strong> we ook al te hebb<strong>en</strong> gemaakt. In zijn bijdrage aan het<br />
Kamerdebat over het Eindrapport 105 stelt Bas van der Vlies (SGP) dat het<br />
veelzegg<strong>en</strong>d is dat ons deelrapport “met dezelfde conservatieve inslag<br />
als Edmund Burke” op<strong>en</strong>t. Hij verwijst naar de door ons met instemming<br />
weergegev<strong>en</strong> opvatting van de Amerikaanse historica Diane Ravitch, die<br />
me<strong>en</strong>t dat elke van overheidswege geïnitieerde onderwijsvernieuwing die<br />
uitvloeisel vormt van e<strong>en</strong> ideologie als de pest moet word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.<br />
Het br<strong>en</strong>gt ons volg<strong>en</strong>s Van der Vlies in contact met praktisch id<strong>en</strong>tieke<br />
opvatting<strong>en</strong> van de Ierse politieke d<strong>en</strong>ker uit de achtti<strong>en</strong>de eeuw. 106<br />
In de beschrijv<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> sterk verkorte weergave word<strong>en</strong><br />
gegev<strong>en</strong> van het rapport, volg<strong>en</strong>s de indeling die daarin is gehanteerd.<br />
Daardoor kan deze bijdrage wellicht subjectiever <strong>en</strong> gekleurder og<strong>en</strong> dan<br />
de bedoeling is. Naast e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e inleiding, die het kader vormt <strong>voor</strong><br />
het verdere verhaal, volgt e<strong>en</strong> korte schets van de vroegere geschied<strong>en</strong>is<br />
van onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte zal de aandacht zich richt<strong>en</strong><br />
op de traject<strong>en</strong> van basisvorming <strong>en</strong> tweede fase. Het overzicht inzake<br />
Leerweg<strong>en</strong> blijft hier achterwege. 107 Daarna zull<strong>en</strong> in paragraaf 6 de conclusies<br />
word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> doordacht. Daarbij wordt ook van de geleg<strong>en</strong>heid<br />
gebruik gemaakt om onze bevinding<strong>en</strong> uit het rapport aan te vull<strong>en</strong><br />
met nadere reflecties.<br />
2.<br />
De problematische overheidsrol<br />
Het algem<strong>en</strong>e thema dat achter de bekritiseerde onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
van de laatste dec<strong>en</strong>nia verschol<strong>en</strong> ligt, is het omgaan van de politiek met<br />
diversiteit in de sam<strong>en</strong>leving. Dit thema k<strong>en</strong>t in het onderwijs e<strong>en</strong> speci-<br />
105 Tijd <strong>voor</strong> Onderwijs, Kamerstukk<strong>en</strong> II 2007/08, 31 007, nr. 6.<br />
106 Handeling<strong>en</strong> II, 15 april 2008, TK 76, p. 5341/42.<br />
107 Zie daar<strong>voor</strong> Onderwijsjuridisch deelrapport, p. 96-113.<br />
72 NTOR 2 - juni 2008
fieke uitwerking. In e<strong>en</strong> notitie uit 2001 heeft minister Hermans van OCW<br />
getracht de vier kerntaakdomein<strong>en</strong> van de politiek met betrekking tot het<br />
onderwijs in algem<strong>en</strong>e term<strong>en</strong> te vatt<strong>en</strong>: 108<br />
- De zorg <strong>voor</strong> het onderwijsbestel. Deze omvat onder meer de<br />
indeling van het nationale onderwijsgebouw in onderwijstyp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
onderwijssector<strong>en</strong> die aansluit<strong>en</strong> op behoeft<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving,<br />
e<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>de ‘leerlijn’ vestig<strong>en</strong> <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> maatschappelijk<br />
geaccepteerde eindkwalificatie (= diploma);<br />
- De zorg <strong>voor</strong> toegankelijkheid. Dit betek<strong>en</strong>t onder meer de zorg <strong>voor</strong><br />
de beschikbaarheid van voldo<strong>en</strong>de, <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de gespreide onderwijs<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,<br />
het bescherm<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> discriminatie, de bevordering<br />
van gelijkheid, de bekostiging – of in Awb-term<strong>en</strong>: subsidiëring<br />
– op e<strong>en</strong> adequaat niveau, <strong>en</strong> het organiser<strong>en</strong> van ‘eig<strong>en</strong>’ aanbod van<br />
op<strong>en</strong>baar onderwijs;<br />
- De zorg <strong>voor</strong> kwaliteit. M<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ke hierbij onder meer aan de zorg<br />
<strong>voor</strong> goed opgeleide doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>voor</strong> het stell<strong>en</strong> van minimumeis<strong>en</strong><br />
met betrekking tot de deugdelijkheid van het onderwijsproces <strong>en</strong> de<br />
onderwijsorganisatie, de erk<strong>en</strong>ning van schol<strong>en</strong>, het Inspectietoezicht,<br />
<strong>en</strong> de verzameling van expertise ter ondersteuning van schol<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
personeel, <strong>en</strong><br />
- De zorg <strong>voor</strong> doelmatigheid. Deze bestaat onder andere uit tak<strong>en</strong> tot<br />
bevordering van de efficiëntie <strong>en</strong> effectiviteit van het onderwijs <strong>en</strong> tot<br />
het instell<strong>en</strong> <strong>en</strong> instandhoud<strong>en</strong> van mechanism<strong>en</strong> van inhoudelijke <strong>en</strong><br />
financiële verantwoording door schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere onderwijsinstelling<strong>en</strong>.<br />
Deze kerntaakdomein<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de ingrediënt<strong>en</strong> van het nationale <strong>onderwijsbeleid</strong>.<br />
In de <strong>Nederlands</strong>e constitutionele verhouding<strong>en</strong> is op het terrein<br />
van het <strong>onderwijsbeleid</strong> de formele wetgever het exclusief bevoegde<br />
orgaan. Artikel 23 Grondwet bevat e<strong>en</strong> serie concrete opdracht<strong>en</strong> aan de<br />
wetgever. Delegatie van di<strong>en</strong>s wetgev<strong>en</strong>de bevoegdheid op horizontaal<br />
(Rijks-)niveau <strong>en</strong> verticaal (dec<strong>en</strong>traal) niveau is weliswaar toegestaan,<br />
maar de wet di<strong>en</strong>t dan wel de hoofdelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de regeling te bevatt<strong>en</strong>.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijkt vanuit beginsel<strong>en</strong> van gelijke behandeling <strong>en</strong> vrijheid<br />
van richting van het bijzonder onderwijs dat met verticale delegatie<br />
behoedzamer di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> omgegaan dan met horizontale. 109 Het<br />
gevolg van e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander is dat de wetgever in het <strong>onderwijsbeleid</strong> meer<br />
dan op andere terrein<strong>en</strong> van bestuursrecht e<strong>en</strong> dominante rol speelt. Aan<br />
108 Zie Kwaliteit aan de basis, e<strong>en</strong> actieprogramma <strong>voor</strong> het primair <strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs, Kamerstukk<strong>en</strong> II 2000/01, 27 400 VIII, nr. 92, p. 5.<br />
109 Vgl. D. M<strong>en</strong>tink, Omstred<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijk <strong>onderwijsbeleid</strong>, D<strong>en</strong> Haag: Elsevier,<br />
2004, p. 213. M<strong>en</strong>tink gaat daarbij uitgebreid in op het delegatievraagstuk in het onderwijs.<br />
Zie in het bijzonder, a.w., p. 31-104.<br />
NTOR 2 - juni 2008 73
de minister van OCW komt buit<strong>en</strong> het terrein van het sanctierecht vrijwel<br />
ge<strong>en</strong> beleids- of beoordelingsvrijheid toe. 110<br />
Het <strong>onderwijsbeleid</strong> van de c<strong>en</strong>trale wetgever moet t<strong>en</strong> uitvoer word<strong>en</strong><br />
gebracht teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> schol<strong>en</strong>stelsel dat in Nederland wez<strong>en</strong>lijk dec<strong>en</strong>traal<br />
is georganiseerd. In het algeme<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> daarbij drie beginsel<strong>en</strong>:<br />
- Het bijzonder onderwijs (2/3 van de 7.000 schol<strong>en</strong> in het primair <strong>en</strong> 650<br />
schol<strong>en</strong> in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs, die door de overheid bekostigd<br />
word<strong>en</strong>) g<strong>en</strong>iet de grondwettelijke vrijheid van richting <strong>en</strong> inrichting.<br />
In de kern van deze vrijhed<strong>en</strong> mag de overheid – ongeacht of het nu de<br />
minister, de regering, de wetgever of de dec<strong>en</strong>trale overheid is – niet<br />
tred<strong>en</strong>, leert het vijfde lid van artikel 23 Grondwet. 111<br />
- Vanouds geldt het ongeschrev<strong>en</strong> uitgangspunt in ons rechtsstelsel<br />
van pedagogische autonomie van de (op<strong>en</strong>bare <strong>en</strong> bijzondere)<br />
schol<strong>en</strong>, dat <strong>voor</strong>al de positie van de lerar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrije keuze van<br />
leermiddel<strong>en</strong> aangaat. 112 Dit beginsel kwam rec<strong>en</strong>t in het geding to<strong>en</strong><br />
bleek dat <strong>voor</strong> de beschikbaarstelling van gratis schoolboek<strong>en</strong> – e<strong>en</strong><br />
maatregel nog van de vorige minister van OCW Van der Hoev<strong>en</strong><br />
– door de middelbare schol<strong>en</strong> de Europese aanbestedingsrichtlijn<br />
di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> gevolgd <strong>en</strong> zulks niet (tijdig) was gebeurd. E<strong>en</strong><br />
Kamermeerderheid verzette zich aanvankelijk teg<strong>en</strong> de verplichting<br />
van Europese aanbesteding, omdat die er toe zou kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat<br />
schol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beperkt in hun keuzemogelijkhed<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> dat boek<br />
zou dan aangeschaft kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat binn<strong>en</strong> de algem<strong>en</strong>e term<strong>en</strong><br />
van ‘het bestek’ als het meest gunstige wordt beoordeeld. Inmiddels<br />
is duidelijk dat de Europese aanbestedingsregels zich toch niet verzett<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> praktijk waarbij e<strong>en</strong> boek met naam, to<strong>en</strong>aam <strong>en</strong> ISBNnummer<br />
in het ‘bestek’ wordt vermeld. De pedagogische keuzevrijheid<br />
van de professionals in de school lijkt dus verzekerd. 113<br />
- T<strong>en</strong> slotte is er de vrijheid van schoolkeuze. Artikel 2, Eerste Protocol,<br />
EVRM beschermt de vrijheid van ouders om <strong>voor</strong> hun kinder<strong>en</strong> het<br />
onderwijs te kiez<strong>en</strong> dat het meest overe<strong>en</strong>stemt met hun filosofische<br />
110 Vgl. P.J.J. Zoontj<strong>en</strong>s, Inleiding tot de onderwijswetgeving, D<strong>en</strong> Haag: Elsevier,<br />
1999, p. 13-14.<br />
111 Zie <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> actuele bespreking: D. M<strong>en</strong>tink <strong>en</strong> B.P. Vermeul<strong>en</strong>, Artikel 23<br />
Grondwet, D<strong>en</strong> Haag: Elsevier, 2006.<br />
112 Zie hierover uitgebreid: C.W. Noorlander, Recht do<strong>en</strong> aan leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders. De<br />
rechtspositie van leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders in het primair <strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijs, diss. VU,<br />
Nijmeg<strong>en</strong>: Wolf Legal Publishers, 2005, p. 82-108.<br />
113 Zie het verslag van het kamerdebat in De Volkskrant van 24 januari 2008, p. 2.<br />
Inmiddels is er ook e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>stel tot Wijziging van <strong>en</strong>kele onderwijswett<strong>en</strong> i.v.m. het gratis<br />
beschikbaar stell<strong>en</strong> van lesmateriaal door schol<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d. Kamerstukk<strong>en</strong> II 2007/08, 31<br />
325, nrs. 1-3. Zie over de relatie van de aanbestedingsregels tot de pedagogische vrijheid:<br />
Memorie van Antwoord, Kamerstukk<strong>en</strong> I 2007/08, 31 325, nr. C, p. 7-11.<br />
74 NTOR 2 - juni 2008
of religieuze overtuiging<strong>en</strong>. 114 Verder behelst het de vrijwaring van<br />
dwang van de zijde van de overheid om te kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />
op<strong>en</strong>bare school.<br />
In ons onderzoek hebb<strong>en</strong> we verschill<strong>en</strong>de aanwijzing<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
de stelling dat het besprok<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale onderwijsvernieuwingsbeleid van<br />
de laatste dec<strong>en</strong>nia onvoldo<strong>en</strong>de in balans was met de dec<strong>en</strong>trale beginsel<strong>en</strong><br />
van onderwijsvrijheid, pedagogische autonomie <strong>en</strong> schoolkeuzevrijheid.<br />
Daarop zal na de volg<strong>en</strong>de paragraaf nader word<strong>en</strong> ingegaan.<br />
3.<br />
3.1<br />
Integratie van het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs: de periode 1900 tot<br />
1986 115<br />
De periode 1900-1945<br />
Het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de vernieuwing van de structuur <strong>en</strong> inhoud van het<br />
<strong>voor</strong>tgezet onderwijs k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> rijk verled<strong>en</strong>. Dat had allereerst te mak<strong>en</strong><br />
met de opbouw van e<strong>en</strong> tamelijk versnipperd geheel in de vroegste<br />
wetgeving. Rond 1900 zijn er drie wett<strong>en</strong> die het onderwijs in de fase<br />
na de lagere school regel<strong>en</strong>. Ook mag niet onvermeld blijv<strong>en</strong> dat bij<br />
de wet van 1901 de leerplicht werd ingevoerd. Er is dan bepaald nog<br />
ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>d régime. Bij de Wet op het middelbaar<br />
onderwijs van Thorbecke (1863) was de hogere burgerschool (HBS) <strong>en</strong><br />
middelbare meisjesschool (MMS) ingevoerd. Verder regelde sinds 1876<br />
de Hoger-Onderwijswet het zesjarige gymnasium. T<strong>en</strong>slotte was er e<strong>en</strong><br />
ruim geformuleerd overgangsartikel in de Wet op het lager onderwijs<br />
van 1857 dat mede e<strong>en</strong> basis sloeg onder het zelfstandig bestaan van het<br />
in de praktijk ontwikkelde meer uitgebreid lager onderwijs (MULO). Het<br />
beroepsonderwijs was <strong>voor</strong> de wetgever in 1900 nog lang niet in zicht. De<br />
sinds de tweede helft van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw opgekom<strong>en</strong> ambachtsschol<strong>en</strong><br />
kreg<strong>en</strong> pas in 1919 bij de Nijverheidsonderwijswet e<strong>en</strong> wettelijke<br />
status. Daarmee kreeg mete<strong>en</strong> ook de reeds bestaande scheiding tuss<strong>en</strong><br />
“Bildung” (algeme<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>d onderwijs) <strong>en</strong> “Ausbildung” (vak- of<br />
beroepsonderwijs) e<strong>en</strong> formeel sluitstuk.<br />
De wet van Thorbecke was alras ge<strong>en</strong> rustig bezit meer. In de periode<br />
1900-1945 zijn acht vruchteloze poging<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> het algeme<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>d<br />
onderwijs te herstructurer<strong>en</strong>. Vrijwel elke bewindspersoon me<strong>en</strong>de<br />
met eig<strong>en</strong> wijzigingsplann<strong>en</strong> te moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Dit duidt erop dat gedu-<br />
114 Zie <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bespreking van e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander: Onderwijsraad, Vaste grond onder de<br />
voet<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning inzake artikel 23 Grondwet, adviesnr. 20020284/674, D<strong>en</strong> Haag,<br />
2002 <strong>en</strong> P.J.J. Zoontj<strong>en</strong>s, Het beweeglijke recht op onderwijs, oratie UvT, D<strong>en</strong> Haag: Boom<br />
Juridische uitgevers, 2003.<br />
115 Onderwijsjuridisch deelrapport, p. 13-33.<br />
NTOR 2 - juni 2008 75
<strong>en</strong>de deze hele periode de w<strong>en</strong>selijke structuur <strong>en</strong> inhoud van “Bildung”<br />
via het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs perman<strong>en</strong>t omstred<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. De scheiding<br />
met het beroepsonderwijs stond ev<strong>en</strong>wel nimmer ter discussie.<br />
3.2<br />
De periode 1945-1986<br />
Wat <strong>voor</strong>he<strong>en</strong> niet lukte werd in 1963 realiteit. Onder minister Jo Cals<br />
(1952-1963) kwam honderd jaar na de wet van Thorbecke e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de<br />
herzi<strong>en</strong>ing van het systeem van het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs tot stand. Daarbij<br />
werd zwaar geleund op ideeën die door di<strong>en</strong>s <strong>voor</strong>ganger, minister Rutt<strong>en</strong><br />
(1948-1952), reeds war<strong>en</strong> ontwikkeld. In zijn in 1951 versch<strong>en</strong><strong>en</strong> Nota<br />
betreff<strong>en</strong>de onderwijs<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, ontvouwde Rutt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de<br />
visie op de inrichting van het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs. Voor alles gold<br />
dat de inhoud <strong>en</strong> de structuur van het schol<strong>en</strong>stelsel di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te word<strong>en</strong><br />
aangepast aan het doel van het onderwijs, welke is leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong> te<br />
bereid<strong>en</strong> op hun maatschappelijk functioner<strong>en</strong>. 116 Deze grondgedachte<br />
impliceerde e<strong>en</strong> verschuiving van institutiegericht naar individugericht<br />
<strong>onderwijsbeleid</strong> <strong>en</strong> was e<strong>en</strong> novum. Daarmee kwam onder meer de weg<br />
vrij om het beroepsonderwijs met algeme<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>d onderwijs in één<br />
stelsel te integrer<strong>en</strong>. Inhoudelijk stond Rutt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> om het starre klassikale<br />
systeem te vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> stelsel waarin rond e<strong>en</strong> vast kerncurriculum<br />
leervakk<strong>en</strong> facultatief gevolgd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. “Het algeme<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>d<br />
onderwijs legt in te sterke e<strong>en</strong>zijdigheid de nadruk op feit<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis,<br />
te weinig op harmonische ontwikkeling van de vermog<strong>en</strong>s der leerling<strong>en</strong>”.<br />
Dat vraagt meer inspanning<strong>en</strong> van de schol<strong>en</strong> zelf. De opbouw van het<br />
onderwijs zou ook naar steeds meer differ<strong>en</strong>tiatie moet<strong>en</strong> toegroei<strong>en</strong>. 117<br />
Cals di<strong>en</strong>de in 1958 het <strong>voor</strong>stel van e<strong>en</strong> Wet op het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />
(WVO) bij de Tweede Kamer in. Zij kreeg de constructie van e<strong>en</strong> raamwet,<br />
bedoeld om “voldo<strong>en</strong>de ruimte te lat<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> vrije ontplooiing van het<br />
onderwijs” 118 <strong>en</strong> waarin – naar de tekst van het Staatsblad uit 1963 – <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d<br />
wet<strong>en</strong>schappelijk onderwijs (vwo), hoger, middelbaar <strong>en</strong> lager<br />
algeme<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijs (havo, mavo <strong>en</strong> lavo), hoger, middelbaar <strong>en</strong><br />
lager beroepsonderwijs (hbo, mbo, lbo) <strong>en</strong> andere vorm<strong>en</strong> van <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs in e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d geheel bij elkaar werd<strong>en</strong> gebracht. 119 In<br />
e<strong>en</strong> kritisch betoog over het idee om het gehele <strong>voor</strong>tgezet onderwijs onder<br />
één wettelijke regeling te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> sprak het antirevolutionaire kamerlid mr.<br />
A.B. Roosj<strong>en</strong> op 28 april 1955 over e<strong>en</strong> ‘mammouthwet’, <strong>en</strong> die naam is<br />
116 Peter van der Heid<strong>en</strong>, In de schaduw van de Mammoet; het <strong>onderwijsbeleid</strong> van<br />
minister F.J.Th. Rutt<strong>en</strong> (1948-1952), diss. UU, Zutph<strong>en</strong>: Walberg Pers 2004, p. 92 e.v.<br />
117 Van der Heid<strong>en</strong>, a.w., p. 91.<br />
118 A. Bartels, E<strong>en</strong> eeuw middelbaar onderwijs 1863-1963, Groning<strong>en</strong>: J.B. Wolters<br />
1963, p. 269.<br />
119 Zie H. Drop, Algem<strong>en</strong>e inleiding <strong>onderwijsrecht</strong>, Zwolle: Tje<strong>en</strong>k Willink 1985, p. 360<br />
e.v.<br />
76 NTOR 2 - juni 2008
nadi<strong>en</strong> in gemoderniseerde spelling e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> gaan leid<strong>en</strong>. 120<br />
Het jaar 1968, waarin de WVO in werking trad, was het hart van e<strong>en</strong><br />
periode die e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de belangstelling liet zi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de bestrijding van<br />
ongelijkheid van kans<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> <strong>voor</strong> nieuwe pedagogische<br />
onderwijsvorm<strong>en</strong>. Er brak<strong>en</strong> pleidooi<strong>en</strong> door om het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />
zodanig te herstructurer<strong>en</strong>, dat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde tijd de individuele<br />
school- <strong>en</strong> beroepskeuze wordt uitgesteld, selectie achterwege blijft <strong>en</strong><br />
de zelfontplooiing prioriteit krijgt. M<strong>en</strong> richtte zich al snel op het project<br />
van de midd<strong>en</strong>school. De midd<strong>en</strong>school werd feitelijk door christelijke<br />
bewindslied<strong>en</strong> op de politieke ag<strong>en</strong>da gezet. In de Nota inzake onderwijs-<br />
<strong>en</strong> arbeidsmaatregel<strong>en</strong> <strong>voor</strong> werk<strong>en</strong>de jonger<strong>en</strong> uit 1970 van<br />
staatssecretaris Grosheide (AR) van OK&W <strong>en</strong> minister Roolvink (AR)<br />
van Sociale Zak<strong>en</strong> werd gesteld “dat in het tot stand br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
nieuw type geïntegreerd <strong>voor</strong>tgezet onderwijs <strong>voor</strong> 11/12 tot 14/15 jarig<strong>en</strong>,<br />
veelal aangeduid als midd<strong>en</strong>school, in beginsel de oplossing van<br />
e<strong>en</strong> aantal fundam<strong>en</strong>tele onderwijsproblem<strong>en</strong> ligt.” 121 Door minister Van<br />
Ve<strong>en</strong> (CHU) <strong>en</strong> staatssecretaris Schelfhout (KVP), die deel uitmaakt<strong>en</strong><br />
van het confessioneel-liberale kabinet-Biesheuvel (1971-1973), werd het<br />
thema van de midd<strong>en</strong>school verder onder de aandacht gebracht. 122 Maar<br />
pas onder Van Kem<strong>en</strong>ade (PvdA), minister van O&W in het door sociaaldemocrat<strong>en</strong><br />
gedomineerde kabinet-D<strong>en</strong> Uyl (1973-1977), bereikte de midd<strong>en</strong>schooldiscussie<br />
haar hoogtepunt. Van Kem<strong>en</strong>ade publiceerde in juni<br />
1975 zijn veelbesprok<strong>en</strong> Contour<strong>en</strong>nota. 123 Daarin werd<strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong><br />
met betrekking tot de midd<strong>en</strong>school geformuleerd, die al bek<strong>en</strong>d war<strong>en</strong><br />
van zijn <strong>voor</strong>ganger, minister Van Ve<strong>en</strong>. Nieuw was ev<strong>en</strong>wel dat volg<strong>en</strong>s<br />
de Nota de midd<strong>en</strong>school in de eerste drie jar<strong>en</strong> na het lager onderwijs in<br />
e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke, algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> beroepsoriënter<strong>en</strong>de onderwijsfase<br />
zou moet<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> groep<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> die onafhankelijk<br />
van ieders aanleg, achtergrondmilieu, sekse of geleverde leerprestatie<br />
war<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld, zog<strong>en</strong>aamde ‘heterog<strong>en</strong>e leeftijdsgroep<strong>en</strong>’. Van<br />
deze heterog<strong>en</strong>e groep<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dan kunn<strong>en</strong> uitzwerm<strong>en</strong><br />
naar groep<strong>en</strong> waarin qua bezigheid <strong>en</strong> studi<strong>en</strong>iveau wel rek<strong>en</strong>ing wordt<br />
gehoud<strong>en</strong> met ieders aanleg <strong>en</strong> belangstelling, zog<strong>en</strong>aamde ‘homog<strong>en</strong>e<br />
leeftijdsgroep<strong>en</strong>’. Het is dus niet zo, aldus de Contour<strong>en</strong>nota, dat met de<br />
midd<strong>en</strong>school e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heidsschool bedoeld wordt. Niet alle leerling<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> groep krijg<strong>en</strong> alle programmaonderdel<strong>en</strong> op gelijk niveau aangebod<strong>en</strong>.<br />
“Er moet integ<strong>en</strong>deel e<strong>en</strong> nieuwe vorm van onderwijs uit <strong>voor</strong>t-<br />
120 Ton Elias, Van Mammoet tot wet, D<strong>en</strong> Haag: Uitgeversmaatschappij PAX 1963, p. 7<br />
<strong>en</strong> 8.<br />
121 Kamerstukk<strong>en</strong> II 1969/70, 10 904, p. 4-5.<br />
122 Nota over het Onderwijsbeleid, bijlage IV van de Memorie van toelichting bij de<br />
Onderwijsbegroting 1973, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1973/74, 12 000 VIII, p. 4.<br />
123 Contour<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toekomstig onderwijsbestel; discussi<strong>en</strong>ota, publicatie van het<br />
ministerie van Onderwijs <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag 1975, 3 e druk, 1976.<br />
NTOR 2 - juni 2008 77
kom<strong>en</strong> waarin elke individuele leerling zijn unieke persoonlijkheid naar<br />
aanleg, belangstelling <strong>en</strong> bekwaamheid optimaal kan ontplooi<strong>en</strong>”. 124<br />
De Contour<strong>en</strong>nota, <strong>en</strong> de ontvangst ervan, hebb<strong>en</strong> de onderwijskundige,<br />
politieke <strong>en</strong> bestuurlijke discussie over onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
in Nederland in de latere jar<strong>en</strong> sterk bepaald. De Nota leverde 338 diep<br />
verdeelde reacties uit het sam<strong>en</strong>leving op. Ook de politiek was verdeeld.<br />
In het parlem<strong>en</strong>t zag m<strong>en</strong> de kamp<strong>en</strong> van de twijfelaars, teg<strong>en</strong>standers <strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>standers die zich in de sam<strong>en</strong>leving hadd<strong>en</strong> gevormd terug in respectievelijk<br />
de christelijke fracties, de VVD, <strong>en</strong> de PvdA <strong>en</strong> kleinere linkse fracties.<br />
125 De WRR constateerde e<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nium later dat in 1977 de discussie<br />
rondom de midd<strong>en</strong>school “volslag<strong>en</strong>” was “gepolariseerd”, mede vanwege<br />
de ideologisch-politieke pres<strong>en</strong>tatie ervan. 126 De Raad beschouwde het<br />
als e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel probleem dat in de plann<strong>en</strong> werd gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
model dat gelijke kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> emancipatie trachtte te verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> door<br />
de nadruk te legg<strong>en</strong> op de vrijheid van ontplooiing. De afwezigheid van<br />
objectieve norm<strong>en</strong> tot afsluiting van de midd<strong>en</strong>school, van eindterm<strong>en</strong>,<br />
moest als e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële weeffout word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. 127 Amerikaans onderzoek<br />
had inmiddels uitgewez<strong>en</strong> dat het will<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> van emancipatie door<br />
zelfontplooiing in het teg<strong>en</strong>deel verkeert. Leerling<strong>en</strong> uit kansarme milieus<br />
blijk<strong>en</strong>, onder de paraplu van e<strong>en</strong> quasi-progressieve pedagogiek <strong>voor</strong>al<br />
pakkett<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong> waardoor hun achterstand opnieuw wordt bevestigd.<br />
De “ideologie der zelfontplooiing” heeft Nederland, aldus de WRR, onderwijskundig<br />
bezi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> isolem<strong>en</strong>t gebracht. Noch in Engeland, noch in<br />
Duitsland werd<strong>en</strong> de “compreh<strong>en</strong>sive school” <strong>en</strong> de “Gesamtschule” vanuit<br />
e<strong>en</strong> dergelijke onderwijsideologische invalshoek ontwikkeld. 128<br />
3.3<br />
Algem<strong>en</strong>e opmerking<strong>en</strong> over overheidsaansturing <strong>en</strong> innovatie na de oorlog<br />
3.3.1 Enkele feit<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> beschrijving van de periode 1951-1986 zou niet compleet zijn, als niet<br />
wordt stilgestaan bij de ingrijp<strong>en</strong>de verschuiving die in de achterligg<strong>en</strong>de<br />
dec<strong>en</strong>nia is opgetred<strong>en</strong> in de wijze van aansturing door de overheid van<br />
124 Idem, p. 45/46.<br />
125 P.N. Karstanje, Beleidsevaluatie bij controversiële onderwijsvernieuwing. E<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>de<br />
gevalsstudie naar de toegeschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> feitelijke functies van evaluatie <strong>voor</strong><br />
beleidsvorming in de multi-actorcontext van drie grootschalige vernieuwingsproject<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>tgezet onderwijs in de periode 1970-1986, diss. UU, Amsterdam: SCO-rapport 170,<br />
1980, p. 103-104<br />
126 WRR, Basisvorming in het onderwijs, Rapport<strong>en</strong> aan de Regering, nr. 27, D<strong>en</strong> Haag<br />
1986 (<strong>voor</strong>taan: Basisvorming), p. 73.<br />
127 Basisvorming, p. 72-74. Zie ook J.F. Vos, Voorbij de droomschool. Over e<strong>en</strong>heid<br />
<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>heid in het onderwijs in Nederland, in: WRR, Onderwijs op de tweesprong,<br />
Voorstudies <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>, nr. V45, Amsterdam, juni 1985, p. 13-53.<br />
128 Basisvorming, p. 76.<br />
78 NTOR 2 - juni 2008
het onderwijs <strong>en</strong> in de opvatting<strong>en</strong> van de overheid over onderwijssectorale<br />
vernieuwing<strong>en</strong>. Met de nota van Rutt<strong>en</strong> uit 1951 wordt de overgang<br />
gemarkeerd van distributief naar constructief <strong>onderwijsbeleid</strong>. De omslag<br />
in beleid heeft zich <strong>voor</strong>al doorgezet vanaf de inwerkingtreding van de<br />
mammoetwet. Voor e<strong>en</strong> nadere verklaring van die omslag beginn<strong>en</strong> we<br />
met het vermeld<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele feit<strong>en</strong>.<br />
Allereerst valt op dat er naast de sinds 1919 funger<strong>en</strong>de Onderwijsraad<br />
e<strong>en</strong> variëteit aan adviesorgan<strong>en</strong> groeit, die zich richt<strong>en</strong> op de afzonderlijke<br />
sector<strong>en</strong> in het onderwijs. 129 Specifiek <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />
valt te wijz<strong>en</strong> op de in 1983 opgerichte Adviesgroep project<strong>en</strong> eerste<br />
fase <strong>voor</strong>tgezet onderwijs (APVO-1), Adviesgroep project<strong>en</strong> tweede fase<br />
<strong>voor</strong>tgezet onderwijs (APVO-2), Adviesraad <strong>voor</strong> de eerste fase van het<br />
<strong>voor</strong>tgezet onderwijs (ARVO-1), alsmede Adviesraad <strong>voor</strong> de tweede fase<br />
van het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs (ARVO-2). 130 Met de sanering van het overleg-<br />
<strong>en</strong> adviesstelsel medio jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig (de ‘Woestijnwet’) 131 zijn deze<br />
organ<strong>en</strong> weer opgehev<strong>en</strong>.<br />
Ook het gestructureerde overleg met het veld krijgt in deze periode zijn<br />
beslag. Door minister Van Ve<strong>en</strong> werd in 1972 het belangrijkste overlegorgaan,<br />
de C<strong>en</strong>trale Commissie <strong>voor</strong> Onderwijsoverleg (CCOO), ingesteld<br />
waaraan de vier landelijke koepelorganisaties deelnam<strong>en</strong>. Deze overlegvorm<br />
kwam niet uit de lucht vall<strong>en</strong>, want in de periode daar<strong>voor</strong> war<strong>en</strong><br />
al door initiatiev<strong>en</strong> in het veld landelijke koepelorganisaties ontstaan, of<br />
anders gezegd: werd<strong>en</strong> de zuilgebond<strong>en</strong> belang<strong>en</strong> op nationaal niveau<br />
gearticuleerd. In 1995 is het CCOO afgeschaft. 132<br />
Sinds de periode Van Ve<strong>en</strong>/Van Kem<strong>en</strong>ade deed op reguliere schaal het<br />
experim<strong>en</strong>t, als schakel tuss<strong>en</strong> onderzoek, ontwikkeling <strong>en</strong> overdracht,<br />
zijn intrede. 133 E<strong>en</strong> formele, wettelijke basis daar<strong>voor</strong> was verschaft in<br />
de mammoetwet (thans art. 25 WVO) <strong>en</strong> de in 1970 tot stand gekom<strong>en</strong><br />
Experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet onderwijs (EWO), die het mogelijk maakt<strong>en</strong> onderwijskundige<br />
experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op te zett<strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> de kaders van de<br />
129 Daarnaast zijn er altijd adviesorgan<strong>en</strong> op terrein<strong>en</strong> actief geweest, die aanpal<strong>en</strong>d<br />
zijn <strong>voor</strong> het <strong>onderwijsbeleid</strong> <strong>en</strong> waarmee de minister rek<strong>en</strong>ing di<strong>en</strong>t te houd<strong>en</strong>. Te wijz<strong>en</strong><br />
valt op de SER, die e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> commissie onderwijszak<strong>en</strong> heeft.<br />
130 Zie J.M.G. Leune, Besluitvorming <strong>en</strong> machtsverhouding<strong>en</strong> in het <strong>Nederlands</strong>e<br />
onderwijsbestel, in: J.A. van Kem<strong>en</strong>ade, N.A.J. Lagerweij, J.M.G. Leune <strong>en</strong> J.M.M. Ritz<strong>en</strong><br />
(red.), Onderwijs bestel <strong>en</strong> beleid 2, Onderwijs <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving B, Groning<strong>en</strong>: Wolters-<br />
Noordhoff 1987, p. 325.<br />
131 Herzi<strong>en</strong>ingswet adviesstelsel, Stb. 1996, 377.<br />
132 Vgl. A.M.L. van Wiering<strong>en</strong>, Hoofdlijn<strong>en</strong> van <strong>onderwijsbeleid</strong>, in: N.L. Dodde, J.M.G.<br />
Leune (red.), Het <strong>Nederlands</strong>e schoolsysteem, Groning<strong>en</strong>: Wolters-Noordhoff 1995, p. 200.<br />
133 Voor e<strong>en</strong> overzicht van typ<strong>en</strong> vernieuwingsvorm<strong>en</strong>, zie D. M<strong>en</strong>tink, Ord<strong>en</strong>ing in<br />
onderwijswetgeving <strong>en</strong> onderwijsvernieuwing, in: P.W.C. Akkermans (red.), Zorg <strong>voor</strong><br />
onderwijs. Serie Bestuur in beweging van de Raad <strong>voor</strong> het binn<strong>en</strong>lands bestuur, D<strong>en</strong><br />
Haag: SDU uitgeverij 1989, p. 43 e.v.<br />
NTOR 2 - juni 2008 79
afzonderlijke onderwijswett<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. Voor het eerst gebeurde dat bij de<br />
nieuwe lerar<strong>en</strong>opleiding, later ook bij de midd<strong>en</strong>schoolexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Deze ging<strong>en</strong> gepaard met <strong>voor</strong>af per experim<strong>en</strong>teerschool afgesprok<strong>en</strong><br />
doelstelling<strong>en</strong> van innovatie <strong>en</strong> overdraagbaarheid van informatie, met<br />
facilitering <strong>en</strong> met onafhankelijke begeleiding <strong>en</strong> evaluatie. De Kamer<br />
controleerde achteraf, <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> op hoofdlijn<strong>en</strong>. Uiteindelijk – zo moet<br />
word<strong>en</strong> vastgesteld – zijn de experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met de midd<strong>en</strong>school e<strong>en</strong><br />
zachte dood gestorv<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> slotte moet word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> op de rol van de wet<strong>en</strong>schap ter ondersteuning<br />
van het <strong>onderwijsbeleid</strong>. 134 Groot was het vertrouw<strong>en</strong> in de bijdrage<br />
die van hieruit aan het innovatiebeleid kon word<strong>en</strong> geleverd, wat<br />
paste in het tijdsbeeld van de maakbare sam<strong>en</strong>leving 135 met verreik<strong>en</strong>de<br />
ideeën over ‘planning for change’ 136 <strong>en</strong> coördinatie van alle instituties die<br />
betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij onderzoeks-, ontwikkelings- <strong>en</strong> overdrachtsactiviteit<strong>en</strong><br />
in e<strong>en</strong> landelijk Contactraad <strong>voor</strong> de Onderwijsvernieuwing, 137 die er<br />
overig<strong>en</strong>s vanwege onderlinge professionele concurr<strong>en</strong>tie niet kwam.<br />
3.3.2 De verschuiving van sturingsperspectief<br />
De vraag is waarom het thema onderwijsvernieuwing in de periode na 1950<br />
de belangrijke <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e rol is gaan spel<strong>en</strong>, die het <strong>voor</strong>he<strong>en</strong> niet had.<br />
Voor het antwoord op die vraag kan ongetwijfeld word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> op het<br />
klimaat van verandering dat na de bevrijding ontstond. Er lag e<strong>en</strong> andere<br />
sam<strong>en</strong>leving in het verschiet, nieuwe problem<strong>en</strong> di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zich aan, oude<br />
problem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de oplossing waarvan m<strong>en</strong> zich te lang had schuilgehoud<strong>en</strong><br />
kreg<strong>en</strong> hernieuwde urg<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> aandacht. Toch is de verandering van<br />
int<strong>en</strong>tie, waarop dit argum<strong>en</strong>t doelt, niet g<strong>en</strong>oeg. Er moet<strong>en</strong> zich ook mogelijkhed<strong>en</strong><br />
tot realisering hebb<strong>en</strong> aangedi<strong>en</strong>d, die er tot dan niet war<strong>en</strong>.<br />
Om het belangrijkste verschil met de <strong>voor</strong>gaande periode in <strong>en</strong>kele<br />
woord<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te vatt<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> van “vertrouw<strong>en</strong><br />
in het stur<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> van de overheid” <strong>en</strong> “rationalisatie van<br />
<strong>onderwijsbeleid</strong>”. Beide aspect<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de twee kernelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van<br />
het begrip ‘constructieve onderwijspolitiek’, als term geïntroduceerd door<br />
Id<strong>en</strong>burg in 1970 <strong>en</strong> te definiër<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> politiek waarbij de overheid bij<br />
haar bemoeiing<strong>en</strong> met het schoolwez<strong>en</strong> door uitgesprok<strong>en</strong> doeleind<strong>en</strong><br />
134 Zie daarover J.A. van Kem<strong>en</strong>ade, Onderwijs: bestel <strong>en</strong> beleid, Groning<strong>en</strong>: Wolters-<br />
Noordhoff 1981, p. 85 e.v.<br />
135 Vgl. het hoofdstuk ‘De maakbare sam<strong>en</strong>leving’ in: H. Knipp<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> W. van der<br />
Ham, E<strong>en</strong> bron van aanhoud<strong>en</strong>de zorg: 75 jaar ministerie van Onderwijs, (Kunst<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />
Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> 1918-1993, Ass<strong>en</strong>: Van Gorcum 1994.<br />
136 Vgl. de Nota Problem<strong>en</strong> van onderwijsplanning, in februari 1971 door minister<br />
Veringa aan de Tweede Kamer aangebod<strong>en</strong>, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1969/70, 10 300 VIII, nr. 128.<br />
137 Door minister Van Ve<strong>en</strong> <strong>en</strong> staatssecretaris Schelfhout in 1972 <strong>voor</strong>gesteld in hun<br />
Prioriteit<strong>en</strong>nota. Zie Kamerstukk<strong>en</strong> II 1973/74, 12 000 VIII, bijlage IV van de memorie van<br />
toelichting, p. 36.<br />
80 NTOR 2 - juni 2008
wordt geleid <strong>en</strong> de innovatie e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijke plaats inneemt. De term is<br />
als teg<strong>en</strong>hanger bedoeld van ‘distributieve onderwijspolitiek’, welke is<br />
gericht op het beleidsarm beher<strong>en</strong> van het onderwijsbestel. 138<br />
Vastgesteld kan word<strong>en</strong> dat al deze ontwikkeling<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar tot versterking<br />
van de handelingsmogelijkhed<strong>en</strong> van de Executieve, de bestuurlijke<br />
macht, hebb<strong>en</strong> geleid. Kunn<strong>en</strong> we zegg<strong>en</strong> dat in de dec<strong>en</strong>nia <strong>voor</strong> de<br />
Tweede Wereldoorlog het parlem<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> duidelijke (hinder)macht vormde<br />
teg<strong>en</strong>over hem onwelgevallige initiatiev<strong>en</strong> van de regering, nadi<strong>en</strong> neemt<br />
de regering de touwtjes stevig in hand<strong>en</strong>. Het beleid “activeert”, “vertechniseert”<br />
<strong>en</strong> wordt op de grote lijn<strong>en</strong> gedepolitiseerd – in de zin dat e<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>ingsverschil op rationele grond<strong>en</strong> steeds moeilijker lijkt te word<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
de k<strong>en</strong>niskloof tuss<strong>en</strong> regering <strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t groeit. In het parlem<strong>en</strong>t lijkt<br />
daardoor e<strong>en</strong> beweging in gang gezet, om zich <strong>voor</strong> het vind<strong>en</strong> van nieuw<br />
politiek houvast in sterkere mate dan <strong>voor</strong>he<strong>en</strong> te vere<strong>en</strong>zelvig<strong>en</strong> met<br />
geprofileerde belang<strong>en</strong> van groep<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving.<br />
Door de verandering van sturingswijze <strong>en</strong> het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d gewicht van de<br />
Executieve in het <strong>onderwijsbeleid</strong> trad er in de naoorlogse periode ook<br />
e<strong>en</strong> zichtbare verandering op in het karakter van onderwijswetgeving.<br />
M<strong>en</strong>tink wijst erop dat het klassieke model van de onderwijswetgeving,<br />
dat tot medio jar<strong>en</strong> tachtig dominant was, e<strong>en</strong> ontwikkeling heeft doorgemaakt<br />
naar steeds verdere detaillering. Het klassieke model k<strong>en</strong>merkte<br />
zich door e<strong>en</strong> viertal elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />
- in het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong> compromis tuss<strong>en</strong> niet-parallel lop<strong>en</strong>de belang<strong>en</strong><br />
van de overheid aan de <strong>en</strong>e kant, die zorg heeft <strong>voor</strong> de deugdelijkheid<br />
van het onderwijs, <strong>en</strong> de recht<strong>en</strong> op richtingsvrijheid <strong>en</strong> financiële<br />
gelijkstelling van het bijzonder onderwijs aan de andere kant;<br />
- e<strong>en</strong> dominante positie van de rijksoverheid ter waarborging van<br />
rechtsgelijkheid <strong>en</strong> rechtszekerheid bij de schol<strong>en</strong>;<br />
- e<strong>en</strong> sterke nadruk op bekostigingsregels <strong>en</strong> op de garantie van materiële<br />
<strong>en</strong> personele <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
- het stell<strong>en</strong> van herk<strong>en</strong>bare <strong>en</strong> meetbare deugdelijkheidseis<strong>en</strong>, zoals<br />
het aantal vakk<strong>en</strong>, het aantal leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aantal lesur<strong>en</strong>.<br />
Het klassieke wetsmodel bood in de eerste periode na de pacificatie nog<br />
redelijk veel ruimte <strong>voor</strong> initiatief bij de schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Het principe<br />
van de verdel<strong>en</strong>de rechtvaardigheid, dat hierin is beslot<strong>en</strong>, bleek<br />
echter in de naoorlogse jar<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate contraproductief. Het<br />
“werkte als e<strong>en</strong> soort aanjaagmotor op de behoefte aan verdere c<strong>en</strong>tralisering<br />
<strong>en</strong> nadere detaillering van wettelijke <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong>. Langzaam<br />
maar zeker slibde de beleidsruimte <strong>voor</strong> schoolbestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
138 Ph.J. Id<strong>en</strong>burg, Naar e<strong>en</strong> constructieve onderwijspolitiek, Pedagogische Studiën,<br />
1970, p. 1-18.<br />
NTOR 2 - juni 2008 81
dicht.” 139 Hoewel bij de WVO bewust werd gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het model<br />
van e<strong>en</strong> raamwet, bedoeld om voldo<strong>en</strong>de ruimte te lat<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> vrije<br />
ontplooiing van het onderwijs, was zij nog e<strong>en</strong> uitwerking van het klassieke<br />
model wat hier met zich meebracht dat door de uitdijing van onder<br />
de wet hang<strong>en</strong>de besluit<strong>en</strong> (algem<strong>en</strong>e maatregel<strong>en</strong> van bestuur) <strong>en</strong><br />
uitvoeringsregels (ministeriële regeling<strong>en</strong>, beleidsregels, circulaires) de<br />
beleidsruimte van de schol<strong>en</strong> steeds verder afnam. De Executieve, het<br />
bestuur, stelde in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate de regels. De wet veranderde langzaam<br />
aan van compromis <strong>en</strong> waarborg in e<strong>en</strong> kader <strong>voor</strong> instrum<strong>en</strong>teel<br />
beleid. Het bestuur werd, om het met Scheltema te zegg<strong>en</strong>, “wetgever in<br />
eig<strong>en</strong> zaak”. 140 De consequ<strong>en</strong>tie van deze functieverandering van de wet<br />
is door minister Deetman als eerste onderk<strong>en</strong>d. Hij di<strong>en</strong>de op 31 juli 1985<br />
bij de Tweede Kamer de Ontwikkelingswet VO in. “Dit <strong>voor</strong>stel beoogde<br />
e<strong>en</strong> wettelijke grondslag te bied<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het ontwikkelingsbeleid <strong>voor</strong> het<br />
gehele <strong>voor</strong>tgezet onderwijs. Maar over het <strong>voor</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> ontwikkelingsbeleid<br />
is in dit <strong>voor</strong>stel nauwelijks iets te lez<strong>en</strong>. Het is minimumwetgeving,<br />
‘lege wetgeving’ in optima forma waar het primaat van de wetgever<br />
– zoals bedoeld in de Aanwijzing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de regelgeving - ver te zoek<strong>en</strong> is.<br />
Art. F.14 bepaalt dat de minister jaarlijks e<strong>en</strong> ontwikkelingsplan vaststelt,<br />
nadat er overleg is gevoerd met de onderwijsorganisaties <strong>en</strong> de Tweede<br />
Kamer.” 141 Dit <strong>voor</strong>stel haalde overig<strong>en</strong>s de eindstreep niet.<br />
142<br />
4. Basisvorming<br />
4.1<br />
Totstandkoming van de regeling<br />
Met de Nota van Wijziging van staatssecretaris Wallage (kabinet Lubbers-<br />
III [CDA-PvdA], 1989-1994) werd e<strong>en</strong> regeling tot invoering van de basisvorming<br />
in de onderbouw van het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs <strong>voor</strong>gesteld,<br />
die op belangrijke punt<strong>en</strong> afweek van het oorspronkelijke door minister<br />
Deetman (kabinet Lubbers-II [CDA-VVD], 1986-1989) ingedi<strong>en</strong>de wets<strong>voor</strong>stel.<br />
Het aanvankelijke wets<strong>voor</strong>stel van Deetman was zo getrouw<br />
mogelijk gebaseerd op het advies van de Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad <strong>voor</strong><br />
het Regeringsbeleid (WRR) uit 1986. Daarin werd basisvorming gedefinieerd<br />
als “het gev<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>schappelijke <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vorming op<br />
intellectueel, cultureel <strong>en</strong> sociaal gebied, die als grondslag di<strong>en</strong>t <strong>voor</strong><br />
e<strong>en</strong> verdere ontwikkeling van de persoonlijkheid, <strong>voor</strong> het zinvol func-<br />
139 D. M<strong>en</strong>tink, Algem<strong>en</strong>e aspect<strong>en</strong> van onderwijswetgeving, in: H.G.W. Münstermann<br />
e.a., Onderwijsrecht <strong>en</strong> –regelgeving, Heerl<strong>en</strong>: Op<strong>en</strong> Universiteit 1993, p. 68 e.v.<br />
140 M. Scheltema, Bestuursrecht: Is het bestuur wetgever in eig<strong>en</strong> zaak?, in: W.F. de<br />
Gaay Fortman (red.), Problem<strong>en</strong> van wetgeving, Dev<strong>en</strong>ter: Uitgeverij Kluwer BV 1982, p.<br />
131-143.<br />
141 M<strong>en</strong>tink, Algem<strong>en</strong>e aspect<strong>en</strong> van onderwijswetgeving, a.w., p. 66.<br />
142 Onderwijsjuridisch deelrapport, p. 34-70.<br />
82 NTOR 2 - juni 2008
tioner<strong>en</strong> als lid van de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> verantwoorde keuze<br />
van e<strong>en</strong> verdere scholing <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beroep”. 143 Op één belangrijk punt<br />
was in het wets<strong>voor</strong>stel van Deetman afstand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van het WRRadvies.<br />
Dat was het uitgangspunt van het wets<strong>voor</strong>stel dat de invoering<br />
van de basisvorming di<strong>en</strong>de plaats te vind<strong>en</strong> in de bestaande structuur<br />
van het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs. E<strong>en</strong> structuurwijziging di<strong>en</strong>de uit d<strong>en</strong> boze<br />
te zijn. “Dit impliceert dat de wet- <strong>en</strong> regelgeving met betrekking tot de<br />
bestaande schol<strong>en</strong>structuur niet wordt gewijzigd.” 144 Het uitgangspunt<br />
is overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door Wallage in zijn latere Nota van Wijziging <strong>en</strong> speelt<br />
tot op de dag van vandaag e<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>de rol in het beleid inzake onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>.<br />
145 Het was weliswaar zo dat de WRR in zijn advies uit<br />
1986 ge<strong>en</strong> structuurdiscussie wilde aanzw<strong>en</strong>gel<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich bewust conc<strong>en</strong>treerde<br />
op de inhoud van de basisvorming, maar de Raad wilde ook<br />
niet uitsluit<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> verandering van de inhoud op termijn zou kunn<strong>en</strong><br />
leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> structuurverandering. 146<br />
Na e<strong>en</strong> uitgebreide parlem<strong>en</strong>taire behandeling, waarbij Wallages <strong>voor</strong>stel<br />
per saldo slechts op onderdel<strong>en</strong> werd aangepast, trad de nieuwe wet per<br />
1 augustus 1993 in werking (Stb. 1992, 270). Om e<strong>en</strong> mogelijk rijz<strong>en</strong>d misverstand<br />
aanstonds weg te nem<strong>en</strong>, de m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in het parlem<strong>en</strong>t war<strong>en</strong><br />
behoorlijk verdeeld. Wallage had e<strong>en</strong> solide meerderheid in de Tweede<br />
Kamer <strong>voor</strong> zijn wets<strong>voor</strong>stel doordat het werd aanvaard met alle<strong>en</strong> de<br />
stemm<strong>en</strong> van VVD <strong>en</strong> C<strong>en</strong>trumdemocrat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>, maar dat was zeker<br />
niet zonder discussie gegaan. In de Eerste Kamer was de oppositie van<br />
VVD, SGP, D66 <strong>en</strong> met name de coalitiepartner CDA zeer fors. Hier ontwikkelde<br />
zich teg<strong>en</strong> het eind van de pl<strong>en</strong>aire behandeling ook e<strong>en</strong> heuse<br />
politieke crisissfeer. Op 23 mei 1992 pleitt<strong>en</strong> de PvdA-bewindslied<strong>en</strong> van<br />
het kabinet in het dagblad Trouw op<strong>en</strong>lijk <strong>voor</strong> ontbinding van de Eerste<br />
Kamer, als zij het wets<strong>voor</strong>stel zou verwerp<strong>en</strong>. Dan moest Wallage ook,<br />
zo vond<strong>en</strong> de betreff<strong>en</strong>de bewindslied<strong>en</strong>, daaruit de consequ<strong>en</strong>tie trekk<strong>en</strong><br />
143 Basisvorming, p. 8.<br />
144 Zie Regeerakkoord kabinet Lubbers-II, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1985/86, 19 555, nr. 3, p. 70.<br />
De achtergrond van deze stellingname werd ongetwijfeld gevormd door de grote maatschappelijke<br />
<strong>en</strong> politieke onrust die de discussie over de midd<strong>en</strong>school onder minister Van<br />
Kem<strong>en</strong>ade (kabinet D<strong>en</strong> Uyl, 1973-1977) had teweeg gebracht.<br />
145 Zie bij<strong>voor</strong>beeld de reactie van staatssecretaris Van Bijsterveldt op het eindadvies<br />
van de Profielcommissies, getiteld ‘K<strong>en</strong>nis, kwaliteit <strong>en</strong> keuze in de tweede fase’ dat op 26<br />
september 2007 aan haar werd aangebod<strong>en</strong>. Op de aanbeveling van de commissies om<br />
het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs op te del<strong>en</strong> in drie fases opdat leerling<strong>en</strong> langer de tijd krijg<strong>en</strong><br />
zich te oriënter<strong>en</strong> op hun ambities, capaciteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> interesses ter <strong>voor</strong>bereiding op de<br />
profielkeuze, antwoordt Van Bijsterveldt dat zij ge<strong>en</strong> stelselwijziging wil in het <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs. Zie NRC Handelsblad, 26 september 2007: “Ruzie over derde fase in onderwijs”.<br />
146 Basisvorming, p. 20.<br />
NTOR 2 - juni 2008 83
<strong>en</strong> zijn ontslag indi<strong>en</strong><strong>en</strong>. 147 De politieke druk op de Eerste Kamer werd op<br />
de laatste dag van behandeling van het wets<strong>voor</strong>stel tot het maximum<br />
opgevoerd. Op de middag van 26 mei, <strong>voor</strong>afgaand aan het debat in<br />
tweede termijn, had Wallage ur<strong>en</strong>lang overleg met premier Lubbers in het<br />
Tor<strong>en</strong>tje, ook vice-premier Kok, <strong>en</strong> de fractieleiders uit de Tweede Kamer<br />
van PvdA (Wöltg<strong>en</strong>s) <strong>en</strong> CDA (Brinkman) voegd<strong>en</strong> zich bij h<strong>en</strong>. Intuss<strong>en</strong><br />
probeerd<strong>en</strong> de Tweede Kamerled<strong>en</strong> Nuis (D66) <strong>en</strong> Van der Vlies (SGP)<br />
hun politieke geestverwant<strong>en</strong> in de Eerste Kamer op andere gedacht<strong>en</strong> te<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Brinkman deed later hetzelfde bij Kaland. Uiteindelijk zou blijk<strong>en</strong><br />
dat de dreig<strong>en</strong>de crisis met de Eerste Kamer nog net op tijd kon word<strong>en</strong><br />
bezwor<strong>en</strong>. 148<br />
In de wet van Wallage zijn drie traject<strong>en</strong> gecombineerd: regeling van<br />
de basisvorming, van <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d beroepsonderwijs (vbo) <strong>en</strong> van<br />
schol<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapsvorming. Deze moest<strong>en</strong> in onderlinge sam<strong>en</strong>hang<br />
word<strong>en</strong> beoordeeld. De regeling <strong>voor</strong>zag erin dat de basisvorming, al<br />
naargelang de behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong>, in t<strong>en</strong> minste<br />
twee <strong>en</strong> t<strong>en</strong> hoogste vier leerjar<strong>en</strong> kon word<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>. Na twee jaar<br />
zou wel iedere leerling moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst. Voor deze toets zou de<br />
school dan opgav<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>, die onder verantwoordelijkheid<br />
van de minister war<strong>en</strong> vastgesteld. Het doel van de wet was e<strong>en</strong> zoveel<br />
mogelijk geme<strong>en</strong>schappelijk curriculum in te voer<strong>en</strong> <strong>voor</strong> alle leerling<strong>en</strong>,<br />
ongeacht herkomst <strong>en</strong> aanleg, dat werd geschraagd door weliswaar<br />
globale, maar niettemin e<strong>en</strong>duidige kerndoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>vormig vakk<strong>en</strong>pakket.<br />
De wet bepaalde dat minimaal 1.000 ur<strong>en</strong> in de eerste twee<br />
jaar aan onderwijs in de vakk<strong>en</strong> van de basisvorming di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te word<strong>en</strong><br />
besteed. Daarnaast was er e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde vrije ruimte <strong>voor</strong> schol<strong>en</strong><br />
geregeld, ter hoogte van 400 ur<strong>en</strong>, waarin andere vakk<strong>en</strong> – naar keuze –<br />
aan de orde zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> uitgangspunt van de<br />
wetgever was dat er ge<strong>en</strong> selectie van leerling<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de basisvorming<br />
mocht plaatsvind<strong>en</strong>. Daarmee werd bedoeld dat in deze eerste jar<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong> onomkeerbare beslissing<strong>en</strong> di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over het<br />
vervolg van de individuele onderwijscarrière van e<strong>en</strong> leerling. “Uitstel<br />
van het mom<strong>en</strong>t van de verplichte studie- <strong>en</strong> beroepskeuze” was e<strong>en</strong><br />
expliciete doelstelling, welke in de considerans van de wet was vermeld.<br />
Daarom zoud<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> pas ná de basisvorming, in het derde <strong>en</strong> vierde<br />
jaar, (doorstroom)programma’s mog<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> goede aansluiting<br />
van de leerling<strong>en</strong> op het vervolgonderwijs.<br />
Aan de regeling van het wets<strong>voor</strong>stel was e<strong>en</strong> aantal inher<strong>en</strong>te beperking<strong>en</strong><br />
verbond<strong>en</strong>, als uitvloeisel van het uitgangspunt dat de basisvorming<br />
in het bestaande stelsel di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> ingepast. Dat uitgangspunt<br />
147 Zie de weergave van Van Bov<strong>en</strong> (VVD) in Handeling<strong>en</strong> I, 26 mei 1992, EK 28, p.<br />
1203.<br />
148 Vgl. Prick, a.w., p. 66-68.<br />
84 NTOR 2 - juni 2008
etek<strong>en</strong>de onder meer dat de reeds geld<strong>en</strong>de exam<strong>en</strong>eis<strong>en</strong> gehandhaafd<br />
blev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat ook de duur van vwo (zes jaar), havo (vijf jaar) <strong>en</strong> <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d<br />
beroepsonderwijs (vier jaar) ongewijzigd bleef. Al tijd<strong>en</strong>s de parlem<strong>en</strong>taire<br />
behandeling werd dan ook <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> dat er op het principe van<br />
uitstel van selectie <strong>en</strong> op de mate van vrijheid van de vrije ruimte di<strong>en</strong>de<br />
te word<strong>en</strong> afgedong<strong>en</strong>. Schol<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> ongetwijfeld e<strong>en</strong> praktijk gaan<br />
ontwikkel<strong>en</strong> om al tijd<strong>en</strong>s de eerste drie jaar van de basisvorming <strong>voor</strong> de<br />
latere doorstroming relevante vakk<strong>en</strong> aan te bied<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar<strong>voor</strong> de vrije<br />
ruimte te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k aan Grieks of Latijn als m<strong>en</strong> later zou will<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> het gymnasium of aan beroeps<strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>de vakk<strong>en</strong> als m<strong>en</strong><br />
later het vmbo zou will<strong>en</strong> instrom<strong>en</strong>. Inzake de verplichte toets aan het<br />
einde van de eerste twee jaar van de basisvormingsperiode zoud<strong>en</strong> later<br />
in de praktijk grote problem<strong>en</strong> ontstaan, mede als gevolg van het feit dat<br />
deze lastig te rechtvaardig<strong>en</strong> was binn<strong>en</strong> het bestaande systeem.<br />
Er was in beide Kamers van verschill<strong>en</strong>de zijd<strong>en</strong> ook indring<strong>en</strong>de kritiek, die<br />
m<strong>en</strong> achteraf niet heeft kunn<strong>en</strong> wegnem<strong>en</strong>. Er bestond<strong>en</strong> bij vel<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong><br />
over de invoering van uniforme basisvorming <strong>voor</strong> de kwetsbare groep van<br />
leerling<strong>en</strong> in het ivbo. 149 M<strong>en</strong> was er zich van bewust dat door e<strong>en</strong> belangrijk<br />
deel van deze leerling<strong>en</strong> het niveau van de basisvorming niet in drie jaar<br />
kon word<strong>en</strong> bereikt. Niettemin werd uiteindelijk e<strong>en</strong> driejarige basisvorming<br />
ook <strong>voor</strong> het ivbo als e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> aanvaard. Voor e<strong>en</strong> deel berustte dat op<br />
de overweging dat de groep van ibo-leerling<strong>en</strong> dermate heteroge<strong>en</strong> is dat<br />
<strong>voor</strong> sommig<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maatwerktraject via individuele uitzondering<strong>en</strong><br />
zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e, curriculaire oplossing ligt dan<br />
niet in de rede. 150 Voor de rester<strong>en</strong>de groep van leerling<strong>en</strong> vertrouwde m<strong>en</strong><br />
erop dat de mogelijkheid van spreiding over vier jar<strong>en</strong>, dus de weg van<br />
zog<strong>en</strong>aamde tempodiffer<strong>en</strong>tiatie, soulaas zou kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>.<br />
Ook was er vrees <strong>voor</strong> het lot van de categorale mavo-schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> schol<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> beroepsonderwijs bij het in 1991 feitelijk aangevang<strong>en</strong> proces<br />
van de vorming van schol<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. Op verschill<strong>en</strong>de punt<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> toezegging<strong>en</strong> van de zijde van de regering bedong<strong>en</strong> om kleine<br />
schol<strong>en</strong> onder bepaalde omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong> bepaalde tijd te lat<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>tbestaan.<br />
E<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel dilemma op<strong>en</strong>baarde zich bij de politieke discussie<br />
over de kerndoel<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>traal door de overheid geformuleerde <strong>en</strong> afgekondigde<br />
kerndoel<strong>en</strong> zijn alle<strong>en</strong> functioneel als ze inhoudelijk zo precies<br />
<strong>en</strong> concreet mogelijk zijn. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zijn kerndoel<strong>en</strong> slechts legitiem<br />
als ze globaal zijn, want diezelfde precisie <strong>en</strong> concreetheid kom<strong>en</strong> recht-<br />
149 Het to<strong>en</strong>malige vbo was de directe <strong>voor</strong>ganger van het huidige <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d middelbaar<br />
beroepsonderwijs (vmbo). Ivbo was e<strong>en</strong> onderwijstype <strong>voor</strong> praktisch ingestelde<br />
leerling<strong>en</strong> die vanwege e<strong>en</strong> belemmering of hun gedrag op het individu aangepast onderwijs<br />
nodig hadd<strong>en</strong>.<br />
150 Zie de opmerking<strong>en</strong> di<strong>en</strong>aangaande van Wallage, Handeling<strong>en</strong> II, 30 mei 1991, TK<br />
86, p. 4853.<br />
NTOR 2 - juni 2008 85
streeks in conflict met de vrijheid van onderwijs <strong>en</strong> pedagogische autonomie<br />
van de schol<strong>en</strong>.<br />
4.2<br />
Praktijk van de basisvorming: kritiek <strong>en</strong> herstel<br />
In de praktijk blek<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van de wet anders uit te pakk<strong>en</strong> dan de<br />
bedoeling<strong>en</strong>. Bij de evaluatie van de basisvorming in 1999 – vijf jar<strong>en</strong> na<br />
inwerkingtreding van de wet – stelde de Inspectie <strong>voor</strong> het Onderwijs vast<br />
dat leerling<strong>en</strong> in het <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d beroepsonderwijs (vbo) <strong>en</strong> individueel<br />
<strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d beroepsonderwijs (ivbo) relatief e<strong>en</strong> beperkt aantal<br />
elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het verplichte vakk<strong>en</strong>pakket van de basisvorming onderwez<strong>en</strong><br />
kreg<strong>en</strong>. Bij ivbo-leerling<strong>en</strong> was dat te verklar<strong>en</strong> door de leerachterstand<br />
waarmee ze in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs war<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>.<br />
Voor vbo-leerling<strong>en</strong> lag de oorzaak in de druk van het exam<strong>en</strong> waardoor<br />
al met veel beroepsgerichte vakk<strong>en</strong> in het derde jaar moest word<strong>en</strong><br />
gestart. 151 Anders gezegd: de vbo-opleiding<strong>en</strong> of -schol<strong>en</strong> voerd<strong>en</strong> de wet<br />
niet uit, zij hadd<strong>en</strong> feitelijk ge<strong>en</strong> boodschap aan de basisvorming <strong>en</strong> de<br />
kerndoel<strong>en</strong>. 152<br />
In feite sloot dit gegev<strong>en</strong> ook goed aan bij waarschuwing<strong>en</strong> die al <strong>voor</strong><br />
<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het parlem<strong>en</strong>taire debat over het wets<strong>voor</strong>stel werd<strong>en</strong> geuit<br />
in verband met het te cognitieve <strong>en</strong> zware programma van de basisvorming<br />
<strong>voor</strong> leerling<strong>en</strong> in het beroepsonderwijs. De Regering <strong>en</strong> de Kamers<br />
me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> nog dat met alle<strong>en</strong> tempodiffer<strong>en</strong>tiatie (twee jaar basisvorming<br />
<strong>voor</strong> goede leerling<strong>en</strong>, maximaal drie tot vier jaar <strong>voor</strong> minder goede<br />
leerling<strong>en</strong>) de niveauverschill<strong>en</strong> te overbrugg<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn. De Inspectie<br />
stelde in 1999 verder vast dat e<strong>en</strong> leerling op e<strong>en</strong> gemiddelde school (van<br />
[i]vbo, mavo, havo, vwo of gymnasium) 88% van de kerndoel<strong>en</strong> kreeg<br />
<strong>voor</strong>geschoteld. Slechts 64% – nog ge<strong>en</strong> tweederde van het totale volume<br />
– werd de leerling ev<strong>en</strong>wel zo aangebod<strong>en</strong> dat hij dat ook echt leerde<br />
beheers<strong>en</strong>. 153 De belangrijkste kritiek in het evaluatieonderzoek van de<br />
Onderwijsinspectie luidde, dat er van de zo gew<strong>en</strong>ste inhoudelijke onderwijsvernieuwing<br />
op de schol<strong>en</strong> nog maar weinig was terecht gekom<strong>en</strong>.<br />
In 1999 stond<strong>en</strong> weliswaar alle verplichte vakk<strong>en</strong> van de basisvorming op<br />
het lesrooster, maar nieuwe vaardigheidseis<strong>en</strong> <strong>en</strong> aspect<strong>en</strong> van ‘actief<br />
ler<strong>en</strong>’ war<strong>en</strong> nog maar mondjesmaat in het onderwijs van de schol<strong>en</strong><br />
doorgedrong<strong>en</strong>.<br />
151 Inspectie 1999, p. 25. Zie ook Onderwijsraad, Ag<strong>en</strong>da <strong>voor</strong> herijking van de basisvorming,<br />
adviesnr. 20000636/477, D<strong>en</strong> Haag: 14 november 2000, p. 13, die spreekt van<br />
overlad<strong>en</strong>heid van het programma in sam<strong>en</strong>hang met de beperkte verblijfsduur in het<br />
vbo.<br />
152 Leo Prick, Dramm<strong>en</strong> Dreig<strong>en</strong> Draai<strong>en</strong>. Hoe het onderwijs twintig jaar lang vernieuwd<br />
werd, Amsterdam: Mets & Schilt 2006, p. 97.<br />
153 Inspectie van het Onderwijs, Werk aan de basis. Evaluatie van de basisvorming na<br />
vijf jaar, Algeme<strong>en</strong> rapport, Utrecht: Inspectie van het Onderwijs 1999, p. 20.<br />
86 NTOR 2 - juni 2008
De Inspectie had <strong>voor</strong> de haper<strong>en</strong>de onderwijsvernieuwing e<strong>en</strong> aantal<br />
verklaring<strong>en</strong>. In de eerste plaats slorpte het vrijwel tegelijk met de<br />
invoering van de basisvorming ingezette proces van schaalvergroting<br />
(de vorming van schol<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>) veel tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie op. Als<br />
gevolg van de door de overheid gestimuleerde <strong>en</strong> gereguleerde fusies<br />
ontbrak het op veel schol<strong>en</strong> aan continuïteit in de lerar<strong>en</strong>teams <strong>en</strong> schoolleiding.<br />
In dezelfde periode kreg<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> door andere wetgeving ook<br />
meer verantwoordelijkhed<strong>en</strong>. Zij ging<strong>en</strong> zelf hun budget beher<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
nieuwe tak<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> op h<strong>en</strong> af, wat ertoe leidde dat schoolleiders zich<br />
<strong>voor</strong>al op beheerstak<strong>en</strong> toelegd<strong>en</strong>. Zij bemoeid<strong>en</strong> zich veel minder met<br />
de onderwijskwaliteit, welke daarom terechtkwam in het domein van de<br />
vaksecties van lerar<strong>en</strong>. Vanaf medio jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig werd<strong>en</strong> er t<strong>en</strong> slotte<br />
ook plann<strong>en</strong> tot wettelijke vernieuwing van de bov<strong>en</strong>bouw (tweede fase)<br />
ontwikkeld. “Dit alles heeft er toe geleid dat schol<strong>en</strong> de basisvorming<br />
<strong>voor</strong>al technisch hebb<strong>en</strong> ingevoerd: de vijfti<strong>en</strong> vakk<strong>en</strong> zijn op het rooster<br />
gezet, fusies uitgevoerd. Maar basisvorming leeft in didactische zin niet<br />
echt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> lerar<strong>en</strong> in Nederland in vergelijking met hun collega’s<br />
al e<strong>en</strong> hoge werkdruk: zij hebb<strong>en</strong> grotere klass<strong>en</strong> <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> meer<br />
less<strong>en</strong> dan in andere land<strong>en</strong> gebruikelijk is. Volg<strong>en</strong>s organisatieonderzoek<br />
zijn schol<strong>en</strong> maar in staat om ongeveer vijfti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van hun tijd te<br />
bested<strong>en</strong> aan het vernieuw<strong>en</strong> van tak<strong>en</strong>. Basisvorming was slechts e<strong>en</strong><br />
van de tak<strong>en</strong> waar de schol<strong>en</strong> <strong>voor</strong> stond<strong>en</strong>.” 154<br />
In haar eindoordeel over de vraag of de belangrijkste doel<strong>en</strong> die de wetgever<br />
<strong>voor</strong> og<strong>en</strong> stond bij de basisvorming war<strong>en</strong> bereikt was de Inspectie<br />
echter niet louter negatief. Op grond van cijfers over de resultat<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
exacte vakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> over doorstroming naar havo <strong>en</strong> vwo werd geconstateerd<br />
dat het peil van het jeugdonderwijs was gesteg<strong>en</strong>. Verder was er<br />
<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> flinke groep leerling<strong>en</strong> sprake van uitstel van studie- <strong>en</strong> beroepskeuze.<br />
T<strong>en</strong> slotte was het onderwijsprogramma, met uitzondering van<br />
het (i)vbo, goed ingevoerd. 155 Andere instanties, zoals de Onderwijsraad,<br />
war<strong>en</strong> kritischer <strong>en</strong> onderschrev<strong>en</strong> de conclusies van de Inspectie slechts<br />
gedeeltelijk. De Raad wees erop dat van harmonisering van het onderwijsprogramma<br />
in de basisvorming slechts in beperkte mate sprake was. Dat<br />
kon word<strong>en</strong> verklaard door de ruimte die schol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong> om<br />
de basisvorming e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> invulling te gev<strong>en</strong>. Zowel qua niveau, omvang<br />
als duur zag de basisvorming er per school anders uit. Anders dan de<br />
Inspectie me<strong>en</strong>de de Onderwijsraad dat de mate van uitstel van keuze<br />
beperkt was. De Raad signaleerde daarbov<strong>en</strong>op duidelijke t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in<br />
de richting van meer selectiviteit. Ook wees hij op het ontbrek<strong>en</strong> van tijd<br />
154 A.w., p. 18.<br />
155 A.w., p. 15.<br />
NTOR 2 - juni 2008 87
<strong>voor</strong> schoolontwikkeling <strong>en</strong> de overlad<strong>en</strong>heid van het programma. 156<br />
Het is nadi<strong>en</strong> met de basisvorming niet meer goed gekom<strong>en</strong>. Al in 2000<br />
werd gestart met reparatiemaatregel<strong>en</strong> die elkaar in de loop der tijd<br />
opvolgd<strong>en</strong>. In feite werd daarbij de aanvankelijk teg<strong>en</strong>wettelijke praktijk in<br />
de schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> de met de uitgangspunt<strong>en</strong> van de wet strijdige route naar<br />
diversiteit van de onderbouw in het <strong>Nederlands</strong>e <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />
gaandeweg gelegaliseerd. Uiteindelijk is de basisvorming e<strong>en</strong> zachte dood<br />
gestorv<strong>en</strong> met de komst van de Wet op de onderbouw in het <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs (Stb. 2006, 281). Het <strong>voor</strong>beeld van basisvorming illustreert de<br />
afstand tuss<strong>en</strong> de bedoeling<strong>en</strong> van de wetgever <strong>en</strong> de receptie van de<br />
wet in de praktijk. Er is op verschill<strong>en</strong>de andere <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> te wijz<strong>en</strong>,<br />
zoals de schol<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapsvorming <strong>en</strong> het studiehuis, die hetzelfde<br />
illustrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar<strong>voor</strong> kan word<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong> naar ons onderzoek in de<br />
bijlage van het verslag van de Commissie Dijsselbloem.<br />
157<br />
5. Profiel<strong>en</strong> tweede fase<br />
5.1<br />
Voorbereiding<br />
De discussie over de inrichting van de bov<strong>en</strong>bouw van het <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs dat bedoelt <strong>voor</strong> te bereid<strong>en</strong> op het hoger onderwijs, tweede<br />
fase g<strong>en</strong>oemd, neemt feitelijk e<strong>en</strong> aanvang bij de in het begin van de jar<strong>en</strong><br />
neg<strong>en</strong>tig door staatssecretaris Wallage gepubliceerde Profiel<strong>en</strong>nota’s. 158<br />
Aanleiding <strong>voor</strong> de beide nota’s is de signalering van e<strong>en</strong> groot aantal<br />
knelpunt<strong>en</strong>. 159 Het havo <strong>en</strong> vwo bereid<strong>en</strong> hun leerling<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de <strong>voor</strong><br />
op e<strong>en</strong> succesvolle deelname aan studies in het hoger beroepsonderwijs,<br />
respectievelijk het wet<strong>en</strong>schappelijk onderwijs. Veel havist<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong><br />
hun opleiding in het mbo in plaats van het hbo. E<strong>en</strong> belangrijk deel van<br />
de vwo-leerling<strong>en</strong> stroomt door naar het hbo <strong>en</strong> niet het wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
onderwijs. De omweg<strong>en</strong> door <strong>en</strong> stapeling van opleiding<strong>en</strong> zijn vanuit<br />
het oogpunt van kost<strong>en</strong>beheersing ondoelmatig, <strong>en</strong> dat is in het begin<br />
van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig, waarin het departem<strong>en</strong>t van Onderwijs zich ziet<br />
gesteld <strong>voor</strong> forse bezuiniging<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> politiek zeer relevant gegev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong>d probleem is dat de aansluiting tuss<strong>en</strong> havo <strong>en</strong> vwo <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong><br />
156 Onderwijsraad, Ag<strong>en</strong>da <strong>voor</strong> herijking van de basisvorming, adviesnr.<br />
20000636/477, D<strong>en</strong> Haag: 14 november 2000, p. 19.<br />
157 Onderwijsjuridisch deelrapport, p. 71-95.<br />
158 Profiel van de tweede fase <strong>voor</strong>tgezet onderwijs, Ministerie van Onderwijs <strong>en</strong><br />
Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag, maart 1991 <strong>en</strong> Profiel van de tweede fase <strong>voor</strong>tgezet onderwijs,<br />
vervolgnota, d.d. 27 mei 1992, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1991/92, 22 645, nrs. 1-2.<br />
159 Het navolg<strong>en</strong>de is rechtstreeks ontle<strong>en</strong>d aan: H.M. Bronneman-Helmers, L.J.<br />
Herweijer, H.M.G. Vogels, Voortgezet onderwijs in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig, D<strong>en</strong> Haag: Sociaal<br />
Cultureel Planbureau, 2002, p. 55.<br />
88 NTOR 2 - juni 2008
hbo <strong>en</strong> wo anderzijds, inhoudelijk niet goed verloopt, met veel studiestakers<br />
als gevolg. T<strong>en</strong> slotte klag<strong>en</strong> de instelling<strong>en</strong> van hoger onderwijs dat<br />
de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te weinig studievaardighed<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de in<br />
staat zijn zelfstandig te ler<strong>en</strong>. Die vaardighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in het <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs word<strong>en</strong> aangeleerd. In de nota’s word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> uitgewerkt<br />
tot “optimale toerusting door profilering”. Zowel <strong>voor</strong> het havo als vwo<br />
zull<strong>en</strong> door leerling<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong> doorstroomprofiel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontwikkeld:<br />
–natuur <strong>en</strong> techniek, –natuur <strong>en</strong> gezondheidszorg, –economie <strong>en</strong> maatschappij,<br />
<strong>en</strong> –cultuur <strong>en</strong> maatschappij. Elk doorstroomprofiel zal bestaan<br />
uit e<strong>en</strong> deel dat verplicht is <strong>voor</strong> iedere<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> deel dat verplicht is binn<strong>en</strong><br />
het profiel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrij te kiez<strong>en</strong> deel. Zij levert e<strong>en</strong> beperking op van de<br />
vrijheid van vakk<strong>en</strong>pakketkeuze van de leerling, maar dezelfde leerling<br />
krijgt e<strong>en</strong> steviger basis <strong>voor</strong> doorstroming naar het hoger onderwijs.<br />
Het afsluit<strong>en</strong>d exam<strong>en</strong> met c<strong>en</strong>trale compon<strong>en</strong>t blijft noodzakelijk. De<br />
overheid heeft immers e<strong>en</strong> verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> de kwaliteit van<br />
het onderwijs, bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> internationale<br />
vergelijkbaarheid <strong>en</strong> wederzijdse erk<strong>en</strong>ning van diploma’s gewaarborgd<br />
word<strong>en</strong>. Het nieuwe is ev<strong>en</strong>wel dat bij de totstandkoming van zowel de<br />
profiel<strong>en</strong> als de exam<strong>en</strong>programma’s het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs <strong>en</strong> het<br />
hoger onderwijs word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>.<br />
Kort na de pres<strong>en</strong>tatie van zijn nota’s komt Wallage in contact met het<br />
Roland Holst College in Hilversum, waar Clan Visser ‘t Hooft op dat<br />
mom<strong>en</strong>t rector is. De school was afgebrand <strong>en</strong> Visser ‘t Hooft b<strong>en</strong>adert<br />
Wallage om geld <strong>voor</strong> nieuwbouwplann<strong>en</strong>. Wallage, die de school wil<br />
zi<strong>en</strong> <strong>voor</strong>dat hij geld geeft, is onder de indruk van de manier waarop<br />
Visser ‘t Hooft het onderwijs heeft hervormd. Leerling<strong>en</strong> do<strong>en</strong> er aan<br />
zelfstudie, werk<strong>en</strong> in groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> luister<strong>en</strong> maximaal ti<strong>en</strong> minut<strong>en</strong> per les<br />
naar de leraar. “De deal was snel gemaakt”, zegt Visser ‘t Hooft. “Ik kreeg<br />
geld <strong>voor</strong> de r<strong>en</strong>ovatie van het schoolgebouw, als hij mij naar D<strong>en</strong> Haag<br />
mocht hal<strong>en</strong> om het onderwijs landelijk te vernieuw<strong>en</strong>.” 160<br />
Hiermee word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>tijds de acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verlegd in het profiel<strong>en</strong>beleid.<br />
Naast de onderwijsinhoud, welke in de beide nota’s uitvoerig ter sprake<br />
wordt gesteld, komt nu ook de manier van lesgev<strong>en</strong> in het c<strong>en</strong>trum van de<br />
aandacht te staan. In e<strong>en</strong> rapport aan de Tweede Kamer wordt opgemerkt<br />
dat er e<strong>en</strong> cultuuromslag in het onderwijs noodzakelijk is, om leerling<strong>en</strong><br />
in zelfstandigheid op te voed<strong>en</strong> <strong>en</strong> studievaardighed<strong>en</strong> aan te kwek<strong>en</strong>. 161<br />
“Van de doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vraagt deze wijze van werk<strong>en</strong> verandering van didactiek,<br />
namelijk de verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> het leerproces grot<strong>en</strong>deels<br />
legg<strong>en</strong> bij de leerling. De doc<strong>en</strong>t wordt studiebegeleider.”<br />
160 Zie Guus Valk, in: NRC 25 oktober 2003.<br />
161 J.C. Visser ‘t Hooft <strong>en</strong> L. Mark<strong>en</strong>steyn, Rapportering van de adviseurs Tweede<br />
fase <strong>voor</strong>tgezet onderwijs, Utrecht, 26 januari 1993. Ter inzage gelegd als bijlage bij<br />
Kamerstukk<strong>en</strong> II 1992/93, 22 645, nr. 3.<br />
NTOR 2 - juni 2008 89
In het overleg van 15 februari 1993 reager<strong>en</strong> alle led<strong>en</strong> van de Vaste<br />
Commissie positief op de plann<strong>en</strong>. 162 Zeker inzake de cultuurverandering,<br />
is volg<strong>en</strong>s de meeste led<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel meer duidelijkheid gew<strong>en</strong>st. Wallage<br />
krijgt het gro<strong>en</strong>e licht <strong>voor</strong> de instelling van e<strong>en</strong> stuurgroep Tweede<br />
Fase <strong>en</strong> kan <strong>voor</strong>bereiding<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de uitwerking van zijn plann<strong>en</strong><br />
in wetgeving. De stuurgroep heeft tot taak (minister <strong>en</strong> instelling<strong>en</strong>) te<br />
adviser<strong>en</strong>, <strong>voor</strong> te licht<strong>en</strong>, te stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> instelling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> organisaties te bevorder<strong>en</strong> in het belang van de uitwerking<br />
van wat in de Profiel<strong>en</strong>nota’s met betrekking tot de tweede fase van het<br />
<strong>voor</strong>tgezet onderwijs is geschetst. 163 In dit advies wordt op hoofdlijn<strong>en</strong><br />
de vertaalslag gemaakt van de Profiel<strong>en</strong>nota’s t<strong>en</strong> behoeve van beleidsuitvoering.<br />
In oktober van hetzelfde jaar volgt e<strong>en</strong> tweede advies, waarin<br />
uitwerking wordt gegev<strong>en</strong> aan onderdel<strong>en</strong> van het eerste advies. 164 In het<br />
eerste advies duikt de term ‘studiehuis’ op. E<strong>en</strong> school kan e<strong>en</strong> studiehuis<br />
g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> als zij op<strong>en</strong> is in haar communicatie <strong>en</strong> onderwijskundig<br />
beleid naar de omgeving. 165 In het tweede advies 166 word<strong>en</strong> poging<strong>en</strong><br />
tot verduidelijking van de gedachte over de school als studiehuis ondernom<strong>en</strong>.<br />
Het is de b<strong>en</strong>aming <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> flexibele onderwijsorganisatie.<br />
De reacties van de led<strong>en</strong> van de Vaste Commissie uit de Tweede Kamer<br />
op het eerste advies zijn positief, maar afwacht<strong>en</strong>d. Veel moet nog verduidelijkt<br />
word<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> ziet de introductie van profiel<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> belangrijke<br />
stap. Ook wordt het studiehuis <strong>voor</strong>alsnog met instemming begroet. 167<br />
In het notaoverleg van ruim e<strong>en</strong> jaar later blijkt het positieve gevoel<br />
nog onverkort aanwezig. 168 Toch klinkt er ook al <strong>en</strong>ige reserve door.<br />
Lambrechts (D66) wijst op invoeringsproblem<strong>en</strong> bij het studiehuis. 169 Van<br />
de Camp (CDA) ziet hier de teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> ‘euforie’ <strong>en</strong> ‘empirie’.<br />
Mooie, inspirer<strong>en</strong>de ideeën maar wat zal er van terecht kom<strong>en</strong>? Zijns<br />
inzi<strong>en</strong>s zijn adequate investering<strong>en</strong> in schoolgebouw<strong>en</strong>, in mediathek<strong>en</strong><br />
op elke school, in leerlingbegeleiding <strong>en</strong> de om- <strong>en</strong> bijscholing van doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
noodzakelijk, maar de staatssecretaris heeft er te weinig geld <strong>voor</strong><br />
over. “Dat is het verschil tuss<strong>en</strong> euforie <strong>en</strong> empirie. Helderder kan ik het<br />
162 Handeling<strong>en</strong> II 1992/93, 15 februari 1993, UCV 15.<br />
163 Zie stuurgroep Tweede Fase, Tweede Fase; scharnier tuss<strong>en</strong> basisvorming <strong>en</strong><br />
hoger onderwijs. E<strong>en</strong> uitwerking op hoofdlijn<strong>en</strong> van de nota’s profiel van de tweede fase<br />
van het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs, D<strong>en</strong> Haag, januari 1994 (<strong>voor</strong>taan: Tweede Fase), p. 75.<br />
164 Stuurgroep Tweede Fase, De Tweede Fase vernieuwt; scharnier tuss<strong>en</strong> basisvorming<br />
<strong>en</strong> hoger onderwijs, deel 2, D<strong>en</strong> Haag oktober 1994 (<strong>voor</strong>taan: Tweede Fase vernieuwt).<br />
165 Tweede Fase, p. 50/51.<br />
166 Tweede Fase vernieuwt, p. 63-73.<br />
167 Mondeling overleg d.d. 3 maart 1994, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1993/94, 23 400 VIII, nr. 79.<br />
168 Kamerstukk<strong>en</strong> II 1994/95, 23 900 VIII, nr. 104.<br />
169 Idem, p. 17.<br />
90 NTOR 2 - juni 2008
niet uitlegg<strong>en</strong>.” 170<br />
5.2<br />
Totstandkoming wettelijke regeling<br />
Op 14 december 1996 bereikt het wets<strong>voor</strong>stel de Tweede Kamer. 171<br />
Thans is staatssecretaris Netel<strong>en</strong>bos (kabinet Kok I, 1994-1998) politiek<br />
verantwoordelijke. De regeling heeft betrekking op vier punt<strong>en</strong>:<br />
a. verankering van het profiel als structuurelem<strong>en</strong>t, waarbij ook functie<br />
<strong>en</strong> inrichting van de profiel<strong>en</strong> (del<strong>en</strong> <strong>en</strong> vakk<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> geregeld,<br />
b. e<strong>en</strong> expliciete doelomschrijving van vwo <strong>en</strong> havo, waarbij het havo<br />
met zoveel woord<strong>en</strong> als <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d hoger beroepsonderwijs<br />
wordt b<strong>en</strong>oemd,<br />
c. verankering van de studielastb<strong>en</strong>adering,<br />
d. verankering van de mogelijkheid <strong>voor</strong> schol<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> grotere ver-<br />
scheid<strong>en</strong>heid van didactische werkvorm<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong>.<br />
Schol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet verplicht tot inrichting van e<strong>en</strong> studiehuis. Zij krijg<strong>en</strong><br />
in feite daartoe de ruimte. Dat gebeurt doordat in de wet niet langer zal<br />
zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat ‘less<strong>en</strong>’ van 50 minut<strong>en</strong> de <strong>en</strong>ige norm zijn in het<br />
onderwijs. 172<br />
Het wets<strong>voor</strong>stel ondervindt e<strong>en</strong> kritische, maar in de grond positieve<br />
b<strong>en</strong>adering. Aan het einde van het tamelijk korte, <strong>en</strong> overzichtelijke pl<strong>en</strong>aire<br />
debat, e<strong>en</strong> half jaar na indi<strong>en</strong>ing, merkt staatssecretaris Netel<strong>en</strong>bos<br />
op dat zij zich niet kan herinner<strong>en</strong> dat er ooit zo’n complex wets<strong>voor</strong>stel<br />
aan de orde is geweest, waarop zo weinig inhoudelijke am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
zijn ingedi<strong>en</strong>d. 173 E<strong>en</strong> aantal strijdpunt<strong>en</strong> kon ev<strong>en</strong>wel al word<strong>en</strong> geëlimineerd<br />
in e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>afgaand wetgevingsoverleg, terwijl ev<strong>en</strong> later e<strong>en</strong><br />
compromis kon word<strong>en</strong> bereikt tuss<strong>en</strong> Netel<strong>en</strong>bos <strong>en</strong> de fracties van de<br />
regeringspartij<strong>en</strong> over de invoeringstermijn. Op 29 mei 1997 wordt het<br />
wets<strong>voor</strong>stel met algem<strong>en</strong>e stemm<strong>en</strong> door de Tweede Kamer aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
174 In de Eerste Kamer zal het e<strong>en</strong> maand later zonder stemming<br />
word<strong>en</strong> aanvaard. 175<br />
E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander verloopt niet zonder discussie. Verschill<strong>en</strong>de led<strong>en</strong> van de<br />
Tweede Kamer vrag<strong>en</strong> zich af of met de aanscherping van de positie van<br />
havo <strong>en</strong> vwo via profiel<strong>en</strong> niet de doorstroom van mavo naar havo, <strong>en</strong><br />
van havo naar vwo wordt ontmoedigd. In de Nota naar aanleiding van het<br />
Verslag wordt geantwoord dat er ge<strong>en</strong> wettelijk verbod van doorstroming<br />
zal word<strong>en</strong> geïntroduceerd. Wel is <strong>voor</strong>taan eig<strong>en</strong> initiatief van de leerling<br />
vereist. Het <strong>voor</strong>uitzicht op invoering maakt het mavo-leerling<strong>en</strong> in prin-<br />
170 Idem, p. 11.<br />
171 Kamerstukk<strong>en</strong> II 1996/97, 25 168, nrs. 1-3.<br />
172 Vgl. NnavV, Kamerstukk<strong>en</strong> II 1996/97, 25 168, nr. 5, p. 11.<br />
173 Handeling<strong>en</strong> II, 28 mei 1997, TK 85, p. 5938.<br />
174 Handeling<strong>en</strong> II, 29 mei 1997, TK 86, p. 6014.<br />
175 Handeling<strong>en</strong> I, 30 juni 1997, EK 35, p. 1922.<br />
NTOR 2 - juni 2008 91
cipe mogelijk tijdig rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele doorstroom<br />
naar havo bij de vakk<strong>en</strong>pakketkeuze. 176<br />
Naar aanleiding van noodsignal<strong>en</strong> uit het veld 177 hebb<strong>en</strong> vele fracties problem<strong>en</strong><br />
met de invoeringsdatum van 1 augustus 1998 <strong>en</strong> met de hoeveelheid<br />
middel<strong>en</strong> die het kabinet <strong>voor</strong> invoering beschikbaar stelt. Er wordt<br />
door sommige sprekers om e<strong>en</strong> aantal dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> jaar uitstel<br />
bepleit. Netel<strong>en</strong>bos wil echter van uitstel niet wet<strong>en</strong>. Uiteindelijk wordt<br />
e<strong>en</strong> compromis gesmeed dat leidt tot gediffer<strong>en</strong>tieerde invoering. Aan<br />
de invoeringsdatum van 1 januari 1998 wordt vastgehoud<strong>en</strong>. Schol<strong>en</strong><br />
die meer tijd nodig hebb<strong>en</strong> wordt ev<strong>en</strong>wel de geleg<strong>en</strong>heid gegev<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
jaar extra uit te trekk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de <strong>voor</strong>bereiding van de invoering, wat dan<br />
leidt tot invoering per 1 augustus 1999. Hoewel aanvankelijk t<strong>en</strong> behoeve<br />
van invoering om 90 miljo<strong>en</strong> guld<strong>en</strong> extra op jaarbasis gevraagd wordt,<br />
schikt de Kamer zich uiteindelijk in e<strong>en</strong> toegezegd e<strong>en</strong>malig bedrag van<br />
50 miljo<strong>en</strong>. In de Eerste Kamer wordt dit laatste, magere compromis<br />
gehekeld, maar de kritiek van e<strong>en</strong> aantal woordvoerders dat de bestaande<br />
gebouwelijke mogelijkhed<strong>en</strong> tot invoering van het studiehuis behoorlijk<br />
onder de maat zijn, wijst Netel<strong>en</strong>bos af. Zij acht het ond<strong>en</strong>kbaar alle 750<br />
schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> nev<strong>en</strong>vestiging<strong>en</strong> massaal te verbouw<strong>en</strong> zodat zij kunn<strong>en</strong><br />
aansluit<strong>en</strong> op de ‘ideaaltypische modell<strong>en</strong> van het studiehuis’. Ook in e<strong>en</strong><br />
traditioneel schoolgebouw kan m<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> in het ‘ler<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>’-concept<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De budgett<strong>en</strong> zijn niet royaal, maar aan de maat. 178<br />
5.3<br />
Tweede fase in de praktijk: kritiek <strong>en</strong> herstel<br />
Na de inwerkingtreding van de wet komt e<strong>en</strong> aantal problem<strong>en</strong> aan het<br />
licht. Allereerst wordt al snel geklaagd over de overlad<strong>en</strong>heid van de<br />
programma’s. Al aan het eind van 1998 word<strong>en</strong> door Adelmund verlichtingsmaatregel<strong>en</strong><br />
met de Kamer besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> ingevoerd. 179 In 1999<br />
volg<strong>en</strong> andere. Medio 1999 neemt de Tweede Kamer met algem<strong>en</strong>e<br />
stemm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> motie aan, waarin wordt aangedrong<strong>en</strong> op bijstelling van<br />
te zware exam<strong>en</strong>programma’s zonder ev<strong>en</strong>wel de oplossing te zoek<strong>en</strong><br />
in het schrapp<strong>en</strong> van vakk<strong>en</strong>. De regering wordt opgedrag<strong>en</strong> om tijdig,<br />
zo mogelijk vóór het schooljaar 1999/2000 pass<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong>.<br />
180 Eind 1999 verscherpt de situatie zich. Op 6 december vindt er in<br />
176 Kamerstukk<strong>en</strong> II 1996/97, 25 168, nr. 5, p. 14.<br />
177 Aldus bv. Van der Vlies (SGP, mede nam<strong>en</strong>s RPF <strong>en</strong> GPV), Kamerstukk<strong>en</strong> II 1996/97,<br />
25 168, nr. 10, p. 30.<br />
178 Handeling<strong>en</strong> I, 30 juni 1997, EK 35, p. 1914.<br />
179 Zie Kamerstukk<strong>en</strong> II 1998/99, 26 200 VIII, nr. 59, p. 12-14. Zie Regeling aanpassing<br />
exam<strong>en</strong>s profiel<strong>en</strong> v.w.o./h.a.v.o., Uitleg OC<strong>en</strong>W-Regeling<strong>en</strong> van 16 december 1998, nr.<br />
30b.<br />
180 Motie Kamerstukk<strong>en</strong> II 1998/99, 26 200 VIII, nr. 95; zie ook Handeling<strong>en</strong> II, 17 juni<br />
1999, TK 90, p. 5166-5171.<br />
92 NTOR 2 - juni 2008
D<strong>en</strong> Haag e<strong>en</strong> demonstratie plaats van 20.000 leerling<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de zwaarte<br />
van de havo- <strong>en</strong> vwo-programma’s. Bij deze demonstratie ontstaan relletjes<br />
<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er arrestaties verricht, maar de boodschap dat met de<br />
tweede fase iets mis is, komt bij sommige Kamerled<strong>en</strong> goed over. 181<br />
De ruimte <strong>voor</strong> Adelmund om met meer structurele maatregel<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong><br />
is feitelijk beperkt. Dat blijkt goed uit de reacties die loskom<strong>en</strong> wanneer<br />
zij in december van – nog steeds – 1999 in de Kamer haar <strong>voor</strong>nem<strong>en</strong>s<br />
bek<strong>en</strong>d maakt tot het onder meer schrapp<strong>en</strong> van onderdel<strong>en</strong> bij de vakk<strong>en</strong><br />
Algem<strong>en</strong>e natuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (ANW), wiskunde B <strong>en</strong> aardrijkskunde.<br />
Rector<strong>en</strong> <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van door het NRC b<strong>en</strong>aderde schol<strong>en</strong> betitel<strong>en</strong><br />
de ingrep<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van ANW als ‘onuitvoerbaar’, ‘ondoordacht’<br />
<strong>en</strong> ‘paniekerig’. Behalve dat daarmee reeds geïnvesteerde <strong>en</strong>ergie in de<br />
invoering van de tweede fase op veel schol<strong>en</strong> t<strong>en</strong>iet wordt gedaan, geldt<br />
ook dat er lerar<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>. Ook de onderwijsorganisaties<br />
<strong>en</strong> de VSNU reager<strong>en</strong> afwijz<strong>en</strong>d. 182 Veel leerling<strong>en</strong> verker<strong>en</strong> ook in<br />
onzekerheid over wat nu wel <strong>en</strong> niet relevant is <strong>voor</strong> het eindexam<strong>en</strong>. 183<br />
In oktober 2001 publiceert de Onderwijsinspectie e<strong>en</strong> rapport over de<br />
eerste ervaring<strong>en</strong> na de invoering. De Inspectie vraagt zich af of met de<br />
reeds ingevoerde verlichtings- <strong>en</strong> versoepelingsmaatregel<strong>en</strong> niet ongemerkt<br />
e<strong>en</strong> of meer van de oorspronkelijke bedoeling<strong>en</strong> met de invoering<br />
van de tweede fase t<strong>en</strong>iet word<strong>en</strong> gedaan. 184 Zij wil dan ook e<strong>en</strong> onderscheid<br />
mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> tijdelijke, met de invoering verbond<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> structurele problem<strong>en</strong>. Tot de structurele problem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d<br />
de overlad<strong>en</strong>heid van het programma, het ontbrek<strong>en</strong> van facilitaire condities<br />
(zoals voldo<strong>en</strong>de ruimte <strong>voor</strong> de organisatie <strong>en</strong> <strong>voor</strong>bereiding door<br />
lerar<strong>en</strong>), de beoordeling <strong>en</strong> weging van kleine vakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> deelvakk<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />
opzichte van de ‘heelvakk<strong>en</strong>’, <strong>en</strong> de complexiteit van wet- <strong>en</strong> regelgeving.<br />
Begin 2002 word<strong>en</strong> de belangrijkste conclusies van het Inspectierapport<br />
door de Tweede Kamer onderschrev<strong>en</strong>. Na e<strong>en</strong> aantal rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
externe adviez<strong>en</strong> van speciaal daar<strong>voor</strong> ingestelde commissies wordt er<br />
in 2005 e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>stel tot e<strong>en</strong> herstelwet ingedi<strong>en</strong>d dat in de uitwerking<br />
door twee teg<strong>en</strong>strijdige beweging<strong>en</strong> wordt getek<strong>en</strong>d: versterking van<br />
de individuele keuzevrijheid <strong>en</strong> aanscherping van de maatschappelijke<br />
w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met betrekking tot de vakk<strong>en</strong>inhoud. Zo zull<strong>en</strong> de bètaprofiel<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> versterkt <strong>en</strong> neemt de keuzevrijheid iets af. Tegelijkertijd zal het<br />
geme<strong>en</strong>schappelijk deel <strong>voor</strong>taan <strong>en</strong>ige keuzevrijheid k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Daarmee<br />
181 Zie: Veel animo <strong>voor</strong> scholier<strong>en</strong>staking, NRC 20 november 1999; VVD’ers verbolg<strong>en</strong><br />
over relschopp<strong>en</strong>de scholier<strong>en</strong>, NRC 7 december 1999.<br />
182 Vgl. Wilma Cornelisse, De invoering van de nieuwe tweede fase van havo <strong>en</strong> vwo,<br />
in: Rob Knoppert <strong>en</strong> Wilma Cornelisse, Van metafoor naar werkelijkheid; <strong>voor</strong>bereiding <strong>en</strong><br />
invoering van de nieuwe tweede fase van havo <strong>en</strong> vwo, PMVO D<strong>en</strong> Haag, april 2000, p. 56.<br />
183 Vgl. Schol<strong>en</strong> over studiehuis: actie, NRC 16 december 1999; Leerling krijgt hoofdpijn<br />
van Adelmund, NRC 12 januari 2000.<br />
184 Onderwijsinspectie, De Tweede Fase e<strong>en</strong> fase verder, rapport, oktober 2001.<br />
NTOR 2 - juni 2008 93
wordt onmisk<strong>en</strong>baar e<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> zichtbaar tot versterking van de inhoud<br />
van het onderwijs <strong>en</strong> tot verbetering van doorstroommogelijkhed<strong>en</strong>.<br />
Terwijl de Kamerbehandeling van dit wets<strong>voor</strong>stel loopt, ontfermt de<br />
publieke opinie zich over het wel <strong>en</strong> wee van de tweede fase. Dat gebeurt<br />
nadat in oktober 2005 het evaluatierapport Zev<strong>en</strong> jaar Tweede Fase, e<strong>en</strong><br />
balans van het Tweede Fase Adviespunt op<strong>en</strong>baar wordt. Veel aandacht<br />
trekt de daarin weergegev<strong>en</strong> opvatting van opleiders uit het hoger onderwijs,<br />
dat de algem<strong>en</strong>e vaardighed<strong>en</strong> van stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die instrom<strong>en</strong> uit de<br />
tweede fase weliswaar op peil zijn, maar dat zij matig zijn uitgerust met<br />
vakspecifieke k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>. Het gaat daarbij met name om<br />
achterblijv<strong>en</strong>de taal- <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>vaardigheid <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de peil<br />
van nauwkeurigheid <strong>en</strong> analytische vermog<strong>en</strong>s. Naar blijkt, oordel<strong>en</strong> de<br />
opleiders in het wo negatiever dan opleiders in het hbo. 185<br />
Het NRC concludeert daarop in e<strong>en</strong> redactioneel comm<strong>en</strong>taar dat het studiehuis<br />
is mislukt, omdat er e<strong>en</strong> verschuiving is opgetred<strong>en</strong> van directe<br />
k<strong>en</strong>nis naar ler<strong>en</strong> opzoek<strong>en</strong>. “Als universiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> hogeschol<strong>en</strong> bijspijkercursuss<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan nieuwe stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, kan de minister van<br />
Onderwijs, Van der Hoev<strong>en</strong> (CDA), onmogelijk volhoud<strong>en</strong> dat het hoger<br />
onderwijs te hoge verwachting<strong>en</strong> heeft. Voorhe<strong>en</strong> war<strong>en</strong> die cursuss<strong>en</strong><br />
niet nodig.” 186 Op 16 november 2005 op<strong>en</strong>t dan de Volkskrant met het<br />
bericht ‘Minister zet mes in het studiehuis’. 187 De krant bevat e<strong>en</strong> interview<br />
met Maria van der Hoev<strong>en</strong>, waarin ze zegt dat er meer ruimte moet<br />
kom<strong>en</strong> <strong>voor</strong> meer k<strong>en</strong>nisoverdracht in de tweede fase. Leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />
te veel vakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verdieping ontbreekt. “De slinger is te ver doorgeslag<strong>en</strong>.<br />
Ik probeer e<strong>en</strong> nieuwe balans te zoek<strong>en</strong>.” Dezelfde avond kom<strong>en</strong><br />
RTL Nieuws <strong>en</strong> NOS Journaal met forse items over het studiehuis <strong>en</strong> het<br />
ingrijp<strong>en</strong> van de minister. Alom breekt daarna de kritiek op het zelfstandig<br />
ler<strong>en</strong> los. Het overheers<strong>en</strong>de beeld is dat deze minister e<strong>en</strong> einde maakt<br />
aan e<strong>en</strong> doorgeschot<strong>en</strong> onderwijsvernieuwing die k<strong>en</strong>nis verwaarloost.<br />
De Vaste Commissie uit de Tweede Kamer ziet e<strong>en</strong> dag na het Volkskrantinterview<br />
aanleiding <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> briefje naar Van der Hoev<strong>en</strong>. Daarin staat<br />
dat m<strong>en</strong> zich zeer verrast toonde door het nieuws. “De led<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> daarom<br />
of er – zoals de berichtgeving in de media doet suggerer<strong>en</strong> – soms<br />
sprake is van e<strong>en</strong> koerswijziging t<strong>en</strong> opzichte van eerdere <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> met<br />
betrekking tot de Tweede Fase. (..) Indi<strong>en</strong> er sprake is van e<strong>en</strong> koerswijziging,<br />
dan will<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> graag wet<strong>en</strong> waarin de nieuwe koers precies<br />
verschilt t<strong>en</strong> opzichte van eerdere <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong>”. De minister laat daarop<br />
wet<strong>en</strong> dat haar koers niet is veranderd. Datg<strong>en</strong>e wat zij in de Volkskrant<br />
185 Vgl. Kamerstukk<strong>en</strong> II 2005/06, 30 300 VIII, nr. 30.<br />
186 NRC 27 oktober 2005.<br />
187 Het navolg<strong>en</strong>de is ontle<strong>en</strong>d aan Marc Duursma in NRC van 3 december 2005: Van<br />
der Hoev<strong>en</strong> maakt ge<strong>en</strong> einde aan onderwijsvernieuwing. Het studiehuis, de minister <strong>en</strong><br />
de media.<br />
94 NTOR 2 - juni 2008
heeft gezegd is geheel overe<strong>en</strong>komstig de <strong>voor</strong>ligg<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong>. “Die<br />
<strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> betrekking op het vakk<strong>en</strong>pakket (de profiel<strong>en</strong>), zoals<br />
vastgelegd in het wets<strong>voor</strong>stel, <strong>en</strong> op de exam<strong>en</strong>programma’s/eindterm<strong>en</strong><br />
zoals ik die zal vaststell<strong>en</strong> op grond van het daarover gevoerde<br />
overleg met onderwijsveld <strong>en</strong> Kamer. Ik heb aangegev<strong>en</strong>, dat uit die exam<strong>en</strong>programma’s<br />
dwing<strong>en</strong>de vorm<strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>: de<br />
inhoudelijke eindterm<strong>en</strong> (<strong>en</strong> het c<strong>en</strong>traal exam<strong>en</strong>) blijv<strong>en</strong>, maar de leraar<br />
kiest zelf de manier waarop het onderwijs wordt gegev<strong>en</strong>.” 188<br />
Het <strong>voor</strong>stel tot de herstelwet k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>spoedige behandeling. Het<br />
wordt op 14 februari 2006 met algem<strong>en</strong>e stemm<strong>en</strong> in de Tweede Kamer<br />
aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. 189 Op 25 april 2006 neemt de Eerste Kamer het zonder stemming<br />
aan. 190 Op 23 mei verschijnt de wet in het Staatsblad (Stb. 2006, 251).<br />
Met ingang van 1 augustus 2007 is de wet in werking getred<strong>en</strong> (Stb. 2007,<br />
118). De discussie over de inrichting van de bov<strong>en</strong>bouw van het <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs is nadi<strong>en</strong> niet verstomd, maar het voert in het kader van<br />
deze terugblik te ver daar aandacht aan te bested<strong>en</strong>.<br />
6.<br />
6.1<br />
De consequ<strong>en</strong>ties <strong>voor</strong> politiek, veld, beleid <strong>en</strong> wetgeving<br />
Algeme<strong>en</strong><br />
Op basis van het feit<strong>en</strong>onderzoek hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal conclusies<br />
getrokk<strong>en</strong> inzake de rol van de wetgever <strong>en</strong> het parlem<strong>en</strong>t. De <strong>voor</strong>naamste<br />
zull<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rijtje word<strong>en</strong> gezet. Dat zal in de volg<strong>en</strong>de subparagraaf<br />
gebeur<strong>en</strong>. Daarnaast is het van belang ruimte te nem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
wat bredere reflectie, mede in confrontatie met het na ons deelrapport<br />
opgestelde eindrapport van de commissie. Welke antwoord<strong>en</strong> biedt ons<br />
onderzoek op de kernvrag<strong>en</strong> over de w<strong>en</strong>selijke rol van de politiek <strong>en</strong> het<br />
veld in de toekomst als het om onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> gaat? Daarop zal<br />
in slotparagraaf 7 word<strong>en</strong> ingegaan.<br />
191<br />
6.2 Conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> deelonderzoek<br />
6.2.1 Belangrijkste conclusies<br />
Inzake de betrokk<strong>en</strong>heid van de politiek bij de verschill<strong>en</strong>de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
komt één algem<strong>en</strong>e conclusie naar vor<strong>en</strong>. Er is sprake van<br />
e<strong>en</strong> overheid die (politiek) veel wil als het om de inrichting <strong>en</strong> de praktijk<br />
van het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs gaat, maar die – zeker in de startfase – niet<br />
in staat is geblek<strong>en</strong> dergelijke van bov<strong>en</strong>af geïnitieerde omvatt<strong>en</strong>de ver-<br />
188 Brief van 21 november 2005, Kamerstukk<strong>en</strong> II 2005/06, 30 187, nr. 10.<br />
189 Handeling<strong>en</strong> II, 14 februari 2006, TK 49, p. 3248.<br />
190 Handeling<strong>en</strong> I, 25 april 2006, EK 26, p. 1205.<br />
191 Onderwijsjuridisch deelrapport, p. 114-122.<br />
NTOR 2 - juni 2008 95
nieuwingsproject<strong>en</strong> in deugdelijke wetgeving te giet<strong>en</strong>. Bij alle drie de<br />
onderwijsvernieuwingsoperaties hebb<strong>en</strong> zich in meerder of mindere mate<br />
problem<strong>en</strong> <strong>voor</strong>gedaan omtr<strong>en</strong>t de aansluiting van de wettelijke regels op<br />
de perceptie, de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> in het veld van de onderwijspraktijk.<br />
Het onderzoek laat volg<strong>en</strong>s ons verder zi<strong>en</strong> dat het parlem<strong>en</strong>t<br />
als medewetgever zich onvoldo<strong>en</strong>de geëquipeerd toonde inzake de beoordeling<br />
van het kwaliteitsaspect van wetgeving, in het bijzonder als het om<br />
de wetsuitvoering ging. Dat beschouwde m<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> zaak van later.<br />
De onderzoeksbevinding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> tot twee groep<strong>en</strong> van nadere conclusies<br />
geleid. In de eerste plaats conclusies met betrekking tot de beleidsinhoud<br />
<strong>en</strong> -invoering, wat met name – maar niet alle<strong>en</strong> – de positie van<br />
de regering aangaat: wat ging er fout? In de tweede plaats, <strong>en</strong> dat zijn de<br />
laatste drie die hieronder kort word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>, met betrekking tot<br />
de rol van het parlem<strong>en</strong>t als medewetgever: waarom deugde de wetgeving<br />
niet?<br />
Te kort tijdsbestek<br />
De tijdsfactor heeft in vrijwel alle gevall<strong>en</strong> tot fricties op <strong>en</strong> rond schol<strong>en</strong><br />
geleid. Er was grote druk bij schol<strong>en</strong> om zich aan nieuwe situaties aan te<br />
pass<strong>en</strong>, zoals bij de schol<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapsvorming <strong>en</strong> het werk<strong>en</strong> met<br />
kerndoel<strong>en</strong>. Betrokk<strong>en</strong>heid van intermediaire onderwijsorganisaties bij<br />
het besluitvormingsproces vormde onvoldo<strong>en</strong>de garantie dat de betreff<strong>en</strong>de<br />
vernieuwing op de werkvloer van het onderwijs wortel kon schiet<strong>en</strong>.<br />
Daarbij speelde haast met invoering de politiek meermal<strong>en</strong> part<strong>en</strong>.<br />
Er kon op sommige mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gedeeltelijk uitstel van invoering word<strong>en</strong><br />
bedong<strong>en</strong>, zoals bleek bij de basisvorming <strong>en</strong> de profiel<strong>en</strong>, maar de<br />
praktijk gaf er onvoldo<strong>en</strong>de blijk van dat kwesties van invoering in feite<br />
e<strong>en</strong> gedeelde verantwoordelijkheid tuss<strong>en</strong> veld <strong>en</strong> politiek zijn. Hiermee<br />
hangt t<strong>en</strong> nauwste sam<strong>en</strong> dat nieuwe maatregel<strong>en</strong> vaak niet op zichzelf<br />
stond<strong>en</strong>, maar in sam<strong>en</strong>loop met andere beleidstraject<strong>en</strong> tot uitvoering<br />
moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebracht.<br />
Schol<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> vroegtijdig bij vernieuwing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> om<br />
er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat beleidsambities in e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>spelbaar <strong>en</strong> gedeeld ontwikkelingstraject<br />
tot realisering kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Onderlinge fasering van<br />
nieuwe maatregel<strong>en</strong> is <strong>voor</strong> de toekomst zeker vereist.<br />
‘Oud’ <strong>en</strong> ‘nieuw’ beleid<br />
De haast om nieuw beleid in te voer<strong>en</strong>, herhaalde zich bij de noodzaak om<br />
wijziging<strong>en</strong> door te voer<strong>en</strong> als de politiek daar<strong>voor</strong> aanleiding zag. M<strong>en</strong><br />
dreigt op dat mom<strong>en</strong>t te misk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat veel schol<strong>en</strong> zich inmiddels aan<br />
de nieuwe situatie hadd<strong>en</strong> aangepast <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ‘gestraft’ <strong>voor</strong> het loyaal<br />
96 NTOR 2 - juni 2008
t<strong>en</strong> uitvoer legg<strong>en</strong> van het ‘oude’ beleid.<br />
Het <strong>en</strong>e <strong>en</strong> andere beleidsgezicht<br />
Er is wel gesignaleerd dat het vernieuwingsbeleid gepaard ging<strong>en</strong> met<br />
onduidelijke signal<strong>en</strong> over hoe de overheid haar verhouding ziet tot het<br />
schol<strong>en</strong>veld. Er was sprake van – zoals Karstanje het noemt – beleidsinconsist<strong>en</strong>tie.<br />
192 Enerzijds werd aangestuurd op deregulering <strong>en</strong> autonomievergroting<br />
van schol<strong>en</strong> op financieel <strong>en</strong> beheersmatig vlak, anderzijds<br />
werd de regeldruk opgevoerd op onderwijskundig vlak. De verhouding<br />
tuss<strong>en</strong> deze twee grondbeweging<strong>en</strong> van beleid is nooit onderwerp van<br />
overleg geweest tuss<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> regering, maar het is <strong>voor</strong>stelbaar<br />
dat daardoor dubbele <strong>en</strong> verwarr<strong>en</strong>de signal<strong>en</strong> naar schol<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
afgegev<strong>en</strong> die het integrer<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> om vernieuwing<strong>en</strong> op te vang<strong>en</strong><br />
in de eig<strong>en</strong> organisatie kond<strong>en</strong> aantast<strong>en</strong>.<br />
Middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> communicatie<br />
Regelmatig is geblek<strong>en</strong> dat vernieuwing<strong>en</strong> gepaard ging<strong>en</strong> met – vanuit<br />
het veld bezi<strong>en</strong> – onvoldo<strong>en</strong>de ondersteuning door financiële <strong>en</strong> materiële<br />
middel<strong>en</strong>. Dit tast de motivatie aan. Er wordt dan getwijfeld aan de<br />
oprechtheid van de motiev<strong>en</strong> van de overheid (verkapte bezuiniging?),<br />
maar met de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> autonomie kan dat ook tot keuzes leid<strong>en</strong> die<br />
contraproductief kunn<strong>en</strong> uitwerk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de doelstelling<strong>en</strong> van<br />
het beleid (studiehuis = minder lerar<strong>en</strong> = minder salariskost<strong>en</strong>).<br />
Wetsinhoud<br />
Bij de drie operaties werd het parlem<strong>en</strong>t geconfronteerd met (<strong>voor</strong>stell<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>) formele, lege wett<strong>en</strong>. De beleidsvorming <strong>en</strong> -uitvoering geschiedde<br />
in het algeme<strong>en</strong> om het wetsgebouw he<strong>en</strong>, ging eraan <strong>voor</strong>af of volgde<br />
eruit. De concretisering van de wettelijke regels geschiedde vaak bij of<br />
kracht<strong>en</strong>s amvb’s of beleidsregels. De ontwikkeling van onderwijsinhoudelijke<br />
zak<strong>en</strong>, zoals de invulling van nieuwe vakk<strong>en</strong> of de opstelling van<br />
kerndoel<strong>en</strong>, geschiedde in het algeme<strong>en</strong> door technische commissies van<br />
vakspecialist<strong>en</strong>. Ook werd e<strong>en</strong> belangrijk deel van de beleidsuitvoering<br />
door externe instanties als e<strong>en</strong> Stuurgroep, e<strong>en</strong> Procesmanagem<strong>en</strong>t of<br />
e<strong>en</strong> Regievoerder gedaan, waarop ge<strong>en</strong> effectieve parlem<strong>en</strong>taire controle<br />
mogelijk was.<br />
Noodzakelijke <strong>en</strong> betrouwbare informatie<br />
Op grond van het <strong>voor</strong>gaande ontbrak het het parlem<strong>en</strong>t vaak aan de<br />
noodzakelijke gegev<strong>en</strong>s. Het wets<strong>voor</strong>stel Basisvorming werd behandeld<br />
zonder dat de definitieve kerndoel<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>. Er werd commitm<strong>en</strong>t<br />
192 P.N. Karstanje, Ti<strong>en</strong> jaar na de nota 2000, in: School op weg naar 2000, preadviez<strong>en</strong><br />
Ver<strong>en</strong>iging <strong>voor</strong> Onderwijsrecht 1998, D<strong>en</strong> Haag 1998.<br />
NTOR 2 - juni 2008 97
gevraagd met termijn<strong>en</strong> van invoering van de Tweede Fase zonder dat<br />
de vakk<strong>en</strong>invulling <strong>en</strong> e<strong>en</strong> visie op de toekomst van het hoger onderwijs<br />
al bek<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>. De bewindsperson<strong>en</strong> bezat<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
belangrijke informatie<strong>voor</strong>sprong. In vele gevall<strong>en</strong> blek<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>tariërs<br />
aangewez<strong>en</strong> op informatie vanuit het veld via schoolbezoek<strong>en</strong>,<br />
gesprekk<strong>en</strong>, de media, Inspectierapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong>. Vaak gaat het<br />
daarbij om gerichte, e<strong>en</strong>zijdige informatie waardoor m<strong>en</strong> zich al snel van<br />
het teg<strong>en</strong>deel laat overtuig<strong>en</strong> door de bewindspersoon. In het geval van<br />
gezagsvolle informatie, zoals Inspectierapport<strong>en</strong>, Onderwijsraadadviez<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> onafhankelijke onderzoek<strong>en</strong> leidt dat al snel weer tot conclusies <strong>en</strong><br />
standpunt<strong>en</strong> die in lijn daarmee ligg<strong>en</strong>.<br />
Fuikwerking<br />
E<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d verschijnsel bij langlop<strong>en</strong>de politieke process<strong>en</strong> waar het<br />
parlem<strong>en</strong>t in allerlei stadia van beleids<strong>voor</strong>bereiding <strong>en</strong> -vorming bij<br />
betrokk<strong>en</strong> is, betreft de fuikwerking van deze vorm van controler<strong>en</strong>. Door<br />
e<strong>en</strong> verloop van stapsgewijs instemm<strong>en</strong> met opvolg<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> hetzelfde traject wordt het steeds moeilijker los te kom<strong>en</strong> van de<br />
consequ<strong>en</strong>ties van de besluitvorming <strong>en</strong> is de op gang gekom<strong>en</strong> mammoettanker<br />
moeilijk te ker<strong>en</strong>. Dit verschijnsel toont zich ook in ons onderzoek.<br />
Doordat de besprok<strong>en</strong> traject<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lange tijdsduur hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong>tijdse beslissing<strong>en</strong> zich op elkaar stapeld<strong>en</strong>, was er sprake van e<strong>en</strong><br />
gestage to<strong>en</strong>ame van het commitm<strong>en</strong>t van individuele parlem<strong>en</strong>tariërs<br />
<strong>en</strong> fracties. Daarbij ontbrak het aan sterke partners in het veld <strong>en</strong> aan de<br />
nodige juridische instrum<strong>en</strong>tatie als tijdelijke experim<strong>en</strong>teerbepaling<strong>en</strong><br />
in de wet om ervaring<strong>en</strong> op te do<strong>en</strong> met bepaalde zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarvan te<br />
kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>. 92<br />
6.2.2 E<strong>en</strong> paar aanbeveling<strong>en</strong>: anders in de toekomst<br />
In het wetgevingsbeleid <strong>voor</strong> het onderwijs, dat de laatste jar<strong>en</strong> in het<br />
brandpunt van de belangstelling staat, is de positie van onderwijswetgeving<br />
bij onderwijsinnovaties e<strong>en</strong> onderbelicht thema. We k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> al vanaf<br />
de Mammoetwet de mogelijkheid van afwijking binn<strong>en</strong> het bestaande<br />
wettelijke kader (zie art. 25 Wvo ‘bijzondere inrichting’). Verder kwam er<br />
in 1970 de Experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet onderwijs, op grond waarvan onderwijskundige<br />
experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de kaders van de afzonderlijke onderwijswett<strong>en</strong><br />
bekostigd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Maar deze artikel<strong>en</strong> zijn nooit populair<br />
geword<strong>en</strong>. In plaats daarvan heeft de wetgever in het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>al gegrep<strong>en</strong> naar techniek<strong>en</strong> om zichzelf buit<strong>en</strong> spel te zett<strong>en</strong> als de<br />
invoering van sectorale onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> daarom vrag<strong>en</strong>. 93 Aan<br />
92 Vgl. Eijlander, a.w. (noot 3), p. 53.<br />
93 Vgl. R.G.K. Voss <strong>en</strong> R. Brussee, De positie van het overgangsrecht in de beleidsvorming<br />
van OC<strong>en</strong>W.<br />
98 NTOR 2 - juni 2008
het begin van die ontwikkeling staat het inmiddels befaamde ‘toverartikel’<br />
12.3.48 lid 2 Web (‘Voor zover deze wet daarin niet <strong>voor</strong>ziet, alsmede<br />
indi<strong>en</strong> nodig in afwijking van het bij <strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>s deze wet bepaalde,<br />
word<strong>en</strong> bij ministeriële regeling regels vastgesteld t<strong>en</strong> behoeve van e<strong>en</strong><br />
goede uitvoering van deze wet’). Sinds 1995, to<strong>en</strong> deze bepaling werd<br />
ingevoerd, heeft deze zeer vergaande ministeriële afwijkingsbevoegdheid<br />
snel aan populariteit gewonn<strong>en</strong>. In de Wet op het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />
kreeg deze figuur naderhand vaste grond onder de voet bij de wettelijke<br />
regeling profiel<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijs (1997) <strong>en</strong> de wettelijke regeling<br />
leerweg<strong>en</strong> mavo <strong>en</strong> vbo (1998) 94 . Ondanks het strev<strong>en</strong> naar autonomie <strong>en</strong><br />
deregulering werd<strong>en</strong> er daarnaast in de achterligg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> nauwelijks<br />
kaders ontwikkeld waarin het initiatief tot vernieuwing van regelgeving<br />
primair bij de schol<strong>en</strong> kwam te ligg<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nelijk kost het de overheid<br />
moeite zichzelf weg te cijfer<strong>en</strong> <strong>en</strong> schoolbestur<strong>en</strong>, die bestaande wet- <strong>en</strong><br />
regelgeving als e<strong>en</strong> keurslijf <strong>voor</strong> kwaliteitsverbetering zi<strong>en</strong>, de ruimte te<br />
gev<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>d op te tred<strong>en</strong>. 95<br />
Er kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangestipt die e<strong>en</strong> bijdrage kunn<strong>en</strong><br />
lever<strong>en</strong> aan deugdelijke wetgeving rond onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>.<br />
Zoals:<br />
Toetsing van de kwaliteit van de wet bij uitvoering<br />
Aansluit<strong>en</strong>d bij de huidige wetgevingspraktijk om de belangrijkste materiële<br />
norm<strong>en</strong> in gedelegeerde regelgeving (amvb <strong>en</strong> ministeriële regeling)<br />
vast te legg<strong>en</strong>, zou de wetgever in e<strong>en</strong> sectorwet of in e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />
94 Wet van 2 juli 1997 (Stb. 1997, 322) artikel VI, onderdeel F, lid 2; Wet van 31 mei 1998<br />
(Stb. 1998, 337), artikel XXII. Zie in kritische zin over art. 12.3.48 Web: P.J.J. Zoontj<strong>en</strong>s,<br />
Tijdelijke regelgeving, in: G.J. Le<strong>en</strong>knegt (red. ), Bestuurlijke <strong>en</strong> juridische aspect<strong>en</strong> van<br />
de WEB. Andere bestuurlijke verhouding<strong>en</strong>, vermindering bestuurslast, Thema 7 evaluatie<br />
WEB, Zoetermeer, juni 2001, p. 79-94, <strong>en</strong> 185-189.<br />
95 D. M<strong>en</strong>tink, Naar nieuw wetgevingsbeleid in het primair <strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijs; ontwikkeling<strong>en</strong><br />
rond deregulering, autonomievergroting <strong>en</strong> kwaliteitszorg, in: D. M<strong>en</strong>tink (red.),<br />
Jaarboek <strong>onderwijsrecht</strong> 1997-2001, D<strong>en</strong> Haag: Stichting NTOR 2002, p. 40 e.v.<br />
96 De Aanwijzing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de regelgeving zijn instructi<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de totstandkoming <strong>en</strong><br />
inhoud van wett<strong>en</strong>, opgesteld door de minister-presid<strong>en</strong>t <strong>en</strong> gericht tot alle bewindsperson<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> hun ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>. Zij word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> belangrijk kwaliteitsinstrum<strong>en</strong>t<br />
<strong>voor</strong> de wet- <strong>en</strong> regelgeving afkomstig van het Rijk. Het hier geopperde <strong>voor</strong>stel is niet<br />
helemaal nieuw. In e<strong>en</strong> bepaalde, minder verreik<strong>en</strong>de zin k<strong>en</strong>t de onderwijswetgeving e<strong>en</strong><br />
dergelijke constructie van e<strong>en</strong> wettelijke toetsste<strong>en</strong> al in de Wet op het onderwijstoezicht<br />
(Wot). Artikel 4 lid 1 Wot bepaalt dat de inspectie het toezicht uitoef<strong>en</strong>t ëmet inachtneming<br />
van de vrijheid van onderwijs. Daarmee is het mogelijk dat toepassing van de<br />
betreff<strong>en</strong>de wetgeving door de inspectie aan de vrijheid van richting <strong>en</strong> inrichting door de<br />
rechter getoetst wordt. Daarover expliciet de verk<strong>en</strong>ning inzake artikel 23 Grondwet van<br />
de Onderwijsraad, Vaste grond onder de voet, D<strong>en</strong> Haag juli 2002, p. 90.<br />
97 Zie ook Jan De Groof, Raf Versteg<strong>en</strong> e.a., ‘Proeftuin<strong>en</strong>’, ICOR advies aan de (Vlaamse)<br />
minister inzake onderwijsexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, Antwerp<strong>en</strong> 2006.<br />
NTOR 2 - juni 2008 99
onderwijswet de in aanmerking kom<strong>en</strong>de aanwijzing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de regelgeving<br />
kunn<strong>en</strong> vastlegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij uitdrukkelijk bepal<strong>en</strong> dat de in de<br />
gedelegeerde regelgeving uitgewerkte <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> aan deze ‘aanwijzing<strong>en</strong>’<br />
(als waarborg<strong>en</strong> van deugdelijke wetgeving) door de rechter <strong>en</strong> het<br />
bestuur getoetst kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. 96<br />
Tijdelijke experim<strong>en</strong>teerbepaling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> wet<br />
E<strong>en</strong> van de conclusies van ons onderzoek had betrekking op de zgn.<br />
fuikwerking bij langlop<strong>en</strong>de onderwijsvernieuwingstraject<strong>en</strong>. We wez<strong>en</strong><br />
daar al op het belang van de nodige juridische instrum<strong>en</strong>tatie als tijdelijke<br />
experim<strong>en</strong>teerbepaling<strong>en</strong> in de wet om ervaring<strong>en</strong> op te do<strong>en</strong> met<br />
bepaalde zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarvan te kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>. Het alternatief dat hier wordt<br />
bedoeld komt erop neer dat in e<strong>en</strong> afzonderlijk onderdeel van de wet<br />
ruimte wordt gemaakt om stapsgewijs <strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> aantal schol<strong>en</strong> te experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> met de van overheidswege<br />
beoogde invoering van onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>. Aldus evid<strong>en</strong>ce based<br />
beleid op eerst kleine schaal door initiatiefrijke schol<strong>en</strong>, begeleid door<br />
monitoring <strong>en</strong> evaluatieonderzoek. De wetgever kan daarvan ler<strong>en</strong> bij de<br />
vaststelling van e<strong>en</strong> definitieve regeling, waarbij hij dan goed zicht heeft<br />
op de hanteerbaarheid ervan in de onderwijspraktijk. 97<br />
Initiatiefrijke schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> mogelijkheid om ‘bottum-up’ beleid juridisch hand<strong>en</strong> <strong>en</strong> voet<strong>en</strong> te<br />
gev<strong>en</strong>, biedt de figuur van de vrijstelling. 98 Deze figuur komt erop neer<br />
dat de minister bij wet wordt opgedrag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bevoegd gezag op aanvraag<br />
vrijstelling te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van bepaalde wettelijke <strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong>. Het<br />
bevoegd gezag van de school moet dan wel garander<strong>en</strong> dat het onderwijs<br />
waar<strong>voor</strong> het verantwoording draagt t<strong>en</strong> minste gelijkwaardig is aan het<br />
wettelijk pakket van deugdelijkheidseis<strong>en</strong> als minimum<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
kwalitatief goed onderwijs. Daartoe di<strong>en</strong>t de aanvraag te voldo<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />
aantal <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong>, waarbij m<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld kan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de operationele<br />
beschikbaarheid van e<strong>en</strong> adequaat stelsel van kwaliteitszorg <strong>en</strong><br />
professionalisering. Het aantrekkelijke van deze constructie van regelgeving<br />
‘op maat’ is dat daarmee e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de invulling wordt gegev<strong>en</strong> aan<br />
in de literatuur g<strong>en</strong>oemde algem<strong>en</strong>e criteria <strong>voor</strong> toekomstige wetgeving<br />
die aansluit<strong>en</strong> op de perceptie, mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> in het<br />
veld van onderwijs. Het zijn criteria als meer ruimte, variëteit <strong>en</strong> responsiviteit<br />
<strong>en</strong> innovatie <strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t.<br />
De figuur van de vrijstelling kan ook ingezet word<strong>en</strong> ter versterking van het<br />
98 Vgl. Ph. Eijlander, P.J.J. Zoontj<strong>en</strong>s <strong>en</strong> J.J.W.M. Rietveld, Modernisering onderwijsregelgeving.<br />
E<strong>en</strong> studie naar mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verdergaande deregulering in het funder<strong>en</strong>d<br />
onderwijs. Eindrapport, Tilburg, oktober 2001.<br />
99 Tijd <strong>voor</strong> Onderwijs, a.w. (noot 4), p. 142/143.<br />
100 NTOR 2 - juni 2008
innovatief vermog<strong>en</strong> op geme<strong>en</strong>telijk of lokaal niveau. Goed <strong>voor</strong>stelbaar<br />
is dat individuele schoolbestur<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de lokale overheid goede<br />
ideeën hebb<strong>en</strong> over andere vorm<strong>en</strong> van regulering <strong>en</strong> deregulering waarmee<br />
zij verwacht<strong>en</strong> de kwaliteit van het onderwijs ter plaatse e<strong>en</strong> goede<br />
di<strong>en</strong>st te bewijz<strong>en</strong>. Afhankelijk van de behoefte zou de lokale vrijstelling ver<br />
kunn<strong>en</strong> gaan. De huidige Experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>wet onderwijs 1970 is dan wel aan<br />
vervanging toe daar deze slechts onderwijskundige – <strong>en</strong> dus niet – bestuurlijke<br />
experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> toestaat. Het doel van e<strong>en</strong> dergelijke nieuwe Wettelijke<br />
regeling initiatiefrijke schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kan hetzelfde blijv<strong>en</strong>.<br />
7. Tot slot: <strong>en</strong>ige reflecties naar aanleiding van het Eindrapport<br />
Het eindrapport van de Commissie Dijsselbloem is <strong>voor</strong>al om twee red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
veelbesprok<strong>en</strong> sinds de verschijning ervan. Dat betreft in de eerste<br />
plaats de c<strong>en</strong>trale overweging dat de overheid over het “wat” gaat <strong>en</strong> de<br />
schol<strong>en</strong> over het “hoe”. Nauw daarmee sam<strong>en</strong> hangt de opvatting in <strong>en</strong><br />
buit<strong>en</strong> het parlem<strong>en</strong>t – <strong>en</strong> dat is het tweede punt – dat “Dijsselbloem”<br />
e<strong>en</strong> toetsingkader biedt om nieuwe wetgeving op haar bruikbaarheid <strong>en</strong><br />
aanvaardbaarheid <strong>voor</strong> de kwaliteit van het onderwijs te beoordel<strong>en</strong>.<br />
“De commissie bepleit <strong>voor</strong> de toekomst het onderscheid tuss<strong>en</strong> het<br />
“wat” <strong>en</strong> het “hoe” in het onderwijs weer te gaan hanter<strong>en</strong> als basiscriterium<br />
in de rolverdeling tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> schol<strong>en</strong>. De overheid moet<br />
haar verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> het in heldere kaders vaststell<strong>en</strong> van het<br />
“wat” hernem<strong>en</strong>. Wat verwacht<strong>en</strong> we nu dat leerling<strong>en</strong> op <strong>en</strong>ig mom<strong>en</strong>t<br />
in hun schoolloopbaan k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>? De wijze waarop deze k<strong>en</strong>nis<br />
<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebracht is primair aan de schol<strong>en</strong>. Over de<br />
onderwijsresultat<strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> zich zowel naar de overheid<br />
als naar de direct belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> rond de school. Het pedagogisch-didactisch<br />
klimaat di<strong>en</strong>t zowel op schoolniveau te word<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong><br />
als te word<strong>en</strong> verantwoord. De overheid di<strong>en</strong>t zich, anders dan in het<br />
verled<strong>en</strong> het geval was, hierin te beperk<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> faciliter<strong>en</strong>de rol.” 99<br />
Door vel<strong>en</strong> is terecht de vraag gesteld of e<strong>en</strong> zo strikt onderscheid wel<br />
bruikbaar is. Dat valt inderdaad te bezi<strong>en</strong>. Nem<strong>en</strong> we het volg<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>beeld.<br />
Het is communis opinio in vele land<strong>en</strong>, zo ook Nederland, dat de<br />
overheid verantwoordelijk is <strong>voor</strong> de kerndoel<strong>en</strong>. In de praktijk wil dat<br />
zegg<strong>en</strong> dat de overheid het besluitvormingsproces daartoe initieert, in<br />
het beste geval e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> kader <strong>voor</strong>af <strong>voor</strong>schrijft <strong>en</strong> uiteindelijk<br />
de kerndoel<strong>en</strong> vaststelt. De opstelling <strong>en</strong> invulling van de kerndoel<strong>en</strong><br />
geschiedt echter naar de inhoud buit<strong>en</strong> de overheid om. Er zij ge<strong>en</strong><br />
staatspedagogiek. Dat betek<strong>en</strong>t dat hier deskundig<strong>en</strong> aan het werk tijg<strong>en</strong><br />
die inzicht<strong>en</strong> die ook op de schol<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> geheel sam<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Voordat de kerndoel<strong>en</strong> vastgesteld word<strong>en</strong> is het w<strong>en</strong>selijk, zo niet noodzakelijk,<br />
dat het onderwijsveld daarover zijn m<strong>en</strong>ing heeft kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />
De conclusie is dan dat de overheid <strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> beide over “wat” <strong>en</strong><br />
NTOR 2 - juni 2008 101
het “hoe” gaan. In veel gevall<strong>en</strong> is <strong>onderwijsbeleid</strong> e<strong>en</strong> gedeelde verantwoordelijkheid<br />
van overheid, deskundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> veld. Het bestudeerde vernieuwingsbeleid<br />
laat zi<strong>en</strong> dat het al langer zo was <strong>en</strong> dat het vermoedelijk<br />
ook niet anders zal word<strong>en</strong>. De stelling van de Commissie Dijsselbloem<br />
dreigt dat gegev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gedeelde verantwoordelijkheid, zeker <strong>voor</strong><br />
zover het onderwijsinhoudelijke vraagstukk<strong>en</strong> aangaat <strong>en</strong> dat is regel bij<br />
onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>, naar de achtergrond te dring<strong>en</strong>. Wat het onderscheid<br />
waarschijnlijk in wez<strong>en</strong> wil uitdrukk<strong>en</strong> is dat de politiek zich terughoud<strong>en</strong>d<br />
moet opstell<strong>en</strong> bij elk eig<strong>en</strong> beleidsinitiatief dat het werkdomein<br />
van professionals <strong>en</strong> het schoolklimaat kan beïnvloed<strong>en</strong>. Extra aandacht<br />
<strong>voor</strong> de effect<strong>en</strong> van dat initiatief is dan vereist: kan het werk<strong>en</strong>?, valt het<br />
in goede aarde bij de schol<strong>en</strong>?, bestaat er brede cons<strong>en</strong>sus over?, di<strong>en</strong>t<br />
het de kwaliteit van het onderwijs?, etc.<br />
Het rapport Dijsselbloem doet in feite uitsprak<strong>en</strong> over alle besluitvorming<br />
die op schol<strong>en</strong> afkomt <strong>en</strong> die van invloed kan zijn op het primaire proces.<br />
Het is dan ook terecht dat m<strong>en</strong> zich in het rapport, zoals ook daarna,<br />
niet louter beperkt tot de kwestie van vernieuwings<strong>voor</strong>stell<strong>en</strong>. Zo werd<br />
er door de commissie ook aandacht besteed aan de 1.040 ur<strong>en</strong>norm<br />
in de onderbouw van het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs, <strong>en</strong> dat heeft in ieder<br />
geval tot resultaat gehad dat er zich e<strong>en</strong> onafhankelijke commissie van<br />
deskundig<strong>en</strong> over gaat buig<strong>en</strong> die na de zomer hierover aan de staatssecretaris<br />
rapporteert. 100 Het toetsingskader dat het Eindrapport biedt, dat<br />
wil zegg<strong>en</strong> de invulling van e<strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>de rol van de politiek t<strong>en</strong><br />
opzichte van het onderwijs in bov<strong>en</strong>bedoelde zin, wordt door de commissie<br />
gerechtvaardigd vanuit de kwaliteit van het onderwijs. En dat is<br />
interessant. Het vraagstuk van terughoud<strong>en</strong>dheid, van respect <strong>voor</strong> de<br />
pedagogische autonomie <strong>en</strong> onderwijsvrijheid op <strong>en</strong> in de school, wordt<br />
van zijn ideologische of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>rechtelijke lading ontdaan <strong>en</strong> simpel als<br />
e<strong>en</strong> managem<strong>en</strong>tswijsheid beschouwd. Dat is winst, <strong>voor</strong> zover daarmee<br />
het bestaan van e<strong>en</strong> pluriform schol<strong>en</strong>bestand zakelijk wordt gefundeerd.<br />
We kunn<strong>en</strong> niet zonder, is de boodschap. Het betek<strong>en</strong>t ook dat de kwestie<br />
van overheidssturing <strong>voor</strong> het eerst principieel in de afweging met<br />
professionele <strong>en</strong> schoolautonomie wordt gebracht. Wie zich eerdaags<br />
kon verwonder<strong>en</strong> over het feit dat artikel 23 Grondwet ons wel e<strong>en</strong> duaal<br />
stelsel heeft gebracht maar nauwelijks <strong>en</strong>ige tempering op activistisch<br />
overheidsbeleid, moet deze stand van zak<strong>en</strong> wel als e<strong>en</strong> stap <strong>voor</strong>uit<br />
beschouw<strong>en</strong>. 101 En dat is het ook.<br />
100 Vgl. brief van staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vlieg<strong>en</strong>thart d.d. 25 april 2008 aan de<br />
Tweede Kamer, onder k<strong>en</strong>merk VO/OK2008/10829.<br />
101 Zie mijn: De smalle ruimte. Enige opmerking<strong>en</strong> over privaatrecht <strong>en</strong> publiekrecht, bezi<strong>en</strong><br />
vanuit de positie van de bijzondere school, NTOR juni 1999, nr. 1, p. 26-44.<br />
102 NTOR 2 - juni 2008
drs. H.M. (Ria) Bronneman-Helmers<br />
Onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> onderzocht<br />
Het rapport van de Commissie Dijsselbloem is over het algeme<strong>en</strong> goed ontvang<strong>en</strong>.<br />
Het is e<strong>en</strong> degelijk rapport geword<strong>en</strong>, waarin is teruggered<strong>en</strong>eerd<br />
vanuit de huidige situatie. E<strong>en</strong> begrijpelijke keuze gegev<strong>en</strong> de inhoud van de<br />
opdracht aan de commissie. Op basis van de informatie uit de beleidsanalytische<br />
achtergrondstudie van het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau was ook<br />
e<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong>eerwijze mogelijk geweest. Die zou op e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong><br />
tot andere conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleid. In de conclusies<br />
van de commissie wordt onvoldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de achterligg<strong>en</strong>de<br />
oorzak<strong>en</strong> van het gedrag van de betrokk<strong>en</strong> organisaties <strong>en</strong> person<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> van de ongew<strong>en</strong>ste ontwikkeling<strong>en</strong>. Deze zijn <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> belangrijk deel<br />
geleg<strong>en</strong> in verandering<strong>en</strong> in de maatschappelijke <strong>en</strong> politiek/bestuurlijke<br />
context. De commissie vertelt, kortom, niet het hele verhaal. Dat roept de<br />
vraag op of uitvoering van de aanbeveling<strong>en</strong> wel zal help<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> er niet<br />
tegelijkertijd iets wordt gedaan aan de dieper ligg<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong>.<br />
1. Probleemanalyse <strong>en</strong> aanleiding <strong>voor</strong> het parlem<strong>en</strong>taire onderzoek<br />
De probleemanalyse, die aan de werkzaamhed<strong>en</strong> van de Tijdelijke<br />
Commissie Parlem<strong>en</strong>tair Onderzoek Onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> (Commissie<br />
Dijsselbloem) t<strong>en</strong> grondslag lag, luidde als volgt: ‘Er is (to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de)<br />
maatschappelijke onrust waarneembaar over de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
van de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>. Het gaat daarbij met name over de vraag of de<br />
onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> verantwoorde wijze zijn onderbouwd <strong>en</strong><br />
zijn geïmplem<strong>en</strong>teerd. Daarbij lijkt e<strong>en</strong> patroon zichtbaar dat de overheid/<br />
beleidsmakers de verwachting hebb<strong>en</strong> dat de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
met voldo<strong>en</strong>de draagvlak word<strong>en</strong> ingevoerd, terwijl na invoering de<br />
kritiek blijkt van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het onderwijsveld (doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, ouders <strong>en</strong><br />
scholier<strong>en</strong>). Dit geldt ook met betrekking tot wat nu de resultat<strong>en</strong> zijn van<br />
de rec<strong>en</strong>te onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>. Er bestaat derhalve behoefte aan<br />
inzicht in de verschill<strong>en</strong>de opvatting<strong>en</strong> over de wijze <strong>en</strong> het proces van<br />
totstandkoming, implem<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> van de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>.<br />
Dit inzicht is nodig om de succes- <strong>en</strong> faalfactor<strong>en</strong> van de rec<strong>en</strong>te<br />
<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> <strong>en</strong> less<strong>en</strong> te<br />
trekk<strong>en</strong> <strong>voor</strong> toekomstige aanpassing<strong>en</strong> in het onderwijs.’ 102<br />
102 Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 31 007, nr.1<br />
NTOR 2 - juni 2008 103
De directe aanleiding tot het onderzoek was geleg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> eind januari<br />
2007 aan de to<strong>en</strong>malige staatssecretaris van Onderwijs gerichte brandbrief.<br />
Daarin eist<strong>en</strong> drie organisaties van scholier<strong>en</strong> <strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onder de titel<br />
‘Wij will<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>, geef ons ook de kans’ meer less<strong>en</strong> <strong>en</strong> beter onderwijs. De<br />
in de titel van de brief verwoorde noodkreet was gebaseerd op bijna 7.800<br />
klacht<strong>en</strong> van scholier<strong>en</strong> <strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar aanleiding van het compet<strong>en</strong>tiegericht<br />
onderwijs (in het mbo <strong>en</strong> hbo) <strong>en</strong> de invulling van de ur<strong>en</strong>norm <strong>en</strong><br />
de kwaliteit van sommige doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs).<br />
Op 17 april 2007 besloot de Tweede Kamer om e<strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>tair on -<br />
derzoek in te stell<strong>en</strong>. Het onderzoek zou zich moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op de Ba -<br />
sisvorming, de Tweede Fase van het havo/vwo, het Vmbo <strong>en</strong> het zogehet<strong>en</strong><br />
‘Nieuwe Ler<strong>en</strong>’. De daartoe ingestelde parlem<strong>en</strong>taire onderzoekscommissie<br />
besteedde e<strong>en</strong> deel van het onderzoek uit aan derd<strong>en</strong>, waaronder<br />
het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP).<br />
2. Vraagstelling <strong>en</strong> inhoud van de achtergrondstudie van het SCP<br />
Het SCP kreeg de opdracht e<strong>en</strong> deelonderzoek uit te voer<strong>en</strong> naar de volg<strong>en</strong>de<br />
vrag<strong>en</strong>:<br />
- Wat hield<strong>en</strong> de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun sturingsprocess<strong>en</strong> in,<br />
waarom vond m<strong>en</strong> ze noodzakelijk, hoe werd<strong>en</strong> ze ingevoerd <strong>en</strong> wat<br />
war<strong>en</strong> hun gevolg<strong>en</strong>? In hoeverre zijn ze vergelijkbaar met de invoering<br />
van het Nieuwe Ler<strong>en</strong>? Wat wordt er precies verstaan onder het<br />
nieuwe ler<strong>en</strong>? Welke onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegerek<strong>en</strong>d<br />
tot het nieuwe ler<strong>en</strong>?<br />
- Welke invloed hadd<strong>en</strong> andere ontwikkeling<strong>en</strong> in de onderwijsinfrastructuur<br />
(zoals schaalvergroting, ontwikkeling bov<strong>en</strong>schools<br />
managem<strong>en</strong>t, invoering lumpsum) op de implem<strong>en</strong>tatie van deze<br />
onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>?<br />
- Welke sturingsprincipes zijn bij de invoering hiervan door de overheid<br />
gehanteerd, op welke punt<strong>en</strong> war<strong>en</strong> deze al dan niet succesvol. Wat<br />
was de rol van de onderwijsinspectie hierbij?<br />
- Welke overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> zijn er tuss<strong>en</strong> de vernieuwingsoperaties in het<br />
onderwijs?<br />
De onderzoeksopdracht aan het SCP werd op 14 mei 2007 verstrekt. Het<br />
rapport was begin oktober van dat jaar in conceptvorm gereed.<br />
De beleidsanalytische studie Vijfti<strong>en</strong> jaar onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> in<br />
Nederland bestaat uit vijf del<strong>en</strong>. Hier wordt volstaan met e<strong>en</strong> beknopte<br />
aanduiding van de inhoud. Het volledige, 350 pagina’s tell<strong>en</strong>de rapport<br />
versche<strong>en</strong> als bijlage bij het eindrapport van de parlem<strong>en</strong>taire onderzoekscommissie.<br />
103<br />
103 Bronneman-Helmers (2008)<br />
104 NTOR 2 - juni 2008
In deel A wordt de context geschetst waarin de beleids<strong>voor</strong>bereiding,<br />
besluitvorming, invoering <strong>en</strong> evaluatie van de vier onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
plaatsvond<strong>en</strong>. Hoewel de commissie er niet om had gevraagd, wordt<br />
in het eerste hoofdstuk uitvoerig ingegaan op e<strong>en</strong> aantal belangrijke<br />
onderwijsexterne factor<strong>en</strong>. Daarbij kom<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong> aan<br />
de orde:<br />
1 <strong>en</strong>kele structurele, <strong>en</strong> historisch bepaalde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van ons onderwijsbestel,<br />
zoals de scheiding tuss<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>d onderwijs <strong>en</strong><br />
beroepsonderwijs,<br />
2 de in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig ingezette afname van het kindertal <strong>en</strong> de groei<strong>en</strong>de<br />
immigratie sinds die tijd,<br />
3 maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong> als individualisering, secularisering<br />
<strong>en</strong> meritocratisering,<br />
4 verschuiving<strong>en</strong> in de politieke waardeoriëntaties <strong>en</strong> besturingsfilosofie,<br />
die leidd<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> overgang van maakbaarheid naar marktwerking<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer bedrijfsmatige besturingswijze in de publieke sector,<br />
5 conjuncturele <strong>en</strong> structurele ontwikkeling<strong>en</strong> in de economie <strong>en</strong> op<br />
de arbeidsmarkt met gevolg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het uitgav<strong>en</strong>beleid van de overheid<br />
(bezuiniging <strong>en</strong> kost<strong>en</strong>beheersing) <strong>en</strong> <strong>voor</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> op de<br />
(onderwijs)arbeidsmarkt,<br />
6 de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de invloed van de informatie- <strong>en</strong> communicatietechnologie<br />
<strong>en</strong> de opkomst van het Internet, waardoor niet alle<strong>en</strong> het gedrag<br />
van jonger<strong>en</strong>, maar ook de opvatting<strong>en</strong> over het belang van (feit<strong>en</strong>)<br />
k<strong>en</strong>nis veranderd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ‘last but not least’<br />
7 de sterke stijging van het opleidingsniveau van ouders, waardoor de<br />
ambities met betrekking tot de onderwijsresultat<strong>en</strong> van hun kinder<strong>en</strong><br />
steg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook de houding t<strong>en</strong> opzichte van schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong><br />
veranderde.<br />
Het tweede hoofdstuk in het contextdeel is gewijd aan <strong>en</strong>kele ontwikkeling<strong>en</strong><br />
in de onderwijsomgeving, zoals de schaalvergroting in het<br />
<strong>voor</strong>tgezet onderwijs, de kost<strong>en</strong>beheersing (verblijfsduurbeperking in het<br />
vmbo, integratie van leerling<strong>en</strong> uit het speciaal onderwijs in het reguliere<br />
onderwijs, lumpsumfinanciering) <strong>en</strong> doelmatigheidsverhoging (minder<br />
stapel<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder omweg<strong>en</strong>), het kwaliteitsbeleid van schol<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
diverse ontwikkeling<strong>en</strong> in het toelever<strong>en</strong>de basisonderwijs <strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>de<br />
vervolgonderwijs (mbo, hbo <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk onderwijs).<br />
In deel B wordt de beleidsontwikkeling rond drie van de vier onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
(de basisvorming, de tweede fase havo/vwo, <strong>en</strong><br />
het vmbo) in chronologische zin beschrev<strong>en</strong>. Daarbij wordt de periode<br />
1991-2006, <strong>en</strong> waar nodig ook de <strong>voor</strong>geschied<strong>en</strong>is, bestrek<strong>en</strong>. Bij het<br />
‘nieuwe ler<strong>en</strong>’ wordt ingegaan op de achtergrond<strong>en</strong>, de verschill<strong>en</strong>de<br />
verschijningsvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vaak heftige discussie die er rond de verschill<strong>en</strong>de<br />
didactische vernieuwing<strong>en</strong> is losgebarst<strong>en</strong>. Ook de rol van de overheid<br />
bij dit alles komt aan de orde.<br />
NTOR 2 - juni 2008 105
Deel C is gewijd aan de rol die de verschill<strong>en</strong>de (beleids)actor<strong>en</strong> bij de<br />
onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gespeeld: de politiek (coalities <strong>en</strong> regeerakkoord<strong>en</strong>,<br />
bewindslied<strong>en</strong>, het Parlem<strong>en</strong>t), het departem<strong>en</strong>t, uitvoeringsorganisaties<br />
zoals het procesmanagem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de stuurgroep tweede fase,<br />
maar ook de landelijke onderwijsverzorgingsinstelling<strong>en</strong>, de Inspectie van<br />
het onderwijs, de Onderwijsraad <strong>en</strong> het onderwijsonderzoek.<br />
Deel D geeft inzicht in de opvatting<strong>en</strong>, gedraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> organisaties van<br />
de belangrijkste partij<strong>en</strong> in het onderwijsveld: de schoolbestur<strong>en</strong>, de<br />
schoolleiders, de lerar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun ouders.<br />
In deel E wordt de balans opgemaakt. In e<strong>en</strong> eerste hoofdstuk wordt<br />
op zoek gegaan naar e<strong>en</strong> aantal patron<strong>en</strong> (overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>, maar<br />
ook verschill<strong>en</strong>) in de verschill<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong> van beleidsontwikkeling<br />
(beleids<strong>voor</strong>bereiding, besluitvorming, uitvoering, <strong>en</strong> evaluatie) rond<br />
de basisvorming, de tweede fase havo/vwo <strong>en</strong> het vmbo. Vervolg<strong>en</strong>s<br />
wordt stilgestaan bij de vraag waarom het bij de invoering van nieuwe<br />
didactische werkwijz<strong>en</strong> zo vaak mis ging, <strong>en</strong> op de wijze waarop de overheid,<br />
de sector (VO-raad) <strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>t vorm gev<strong>en</strong> aan<br />
de innovatie van het onderwijs. Het laatste hoofdstuk van de studie is<br />
gewijd aan de vraag in hoeverre de doelstelling<strong>en</strong> die met de verschill<strong>en</strong>de<br />
vernieuwingsoperaties werd<strong>en</strong> beoogd (gelijke kans<strong>en</strong>, uitstel van<br />
studie- <strong>en</strong> beroepskeuze, selectie <strong>en</strong> verhoging van het niveau, <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
betere kwantitatieve <strong>en</strong> kwalitatieve aansluiting op het vervolgonderwijs)<br />
ook daadwerkelijk zijn bereikt.<br />
In de beperkte tijd die <strong>voor</strong> de studie beschikbaar was is geprobeerd de<br />
parlem<strong>en</strong>taire onderzoekscommissie zo goed mogelijk te informer<strong>en</strong> over<br />
de achtergrond<strong>en</strong>, inhoud <strong>en</strong> vormgeving van de vernieuwing<strong>en</strong>. Daarbij<br />
is tev<strong>en</strong>s getracht de verandering<strong>en</strong> in het complexe kracht<strong>en</strong>veld van<br />
(beleids)actor<strong>en</strong> in <strong>en</strong> rond het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs <strong>en</strong> hun uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de<br />
posities, belang<strong>en</strong>, opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> zo goed mogelijk in beeld<br />
te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Welke rol de verschill<strong>en</strong>de (beleids)actor<strong>en</strong> speeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat er<br />
zich in het overleg met het onderwijsveld <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het departem<strong>en</strong>t heeft<br />
afgespeeld zou uit gesprekk<strong>en</strong> met direct betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> uit de hoorzitting<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>. Het was aan de parlem<strong>en</strong>taire onderzoekscommissie<br />
om op grond van al deze informatie conclusies te trekk<strong>en</strong>.<br />
3. De ontvangst van het rapport van de Commissie Dijsselbloem<br />
Op 13 februari 2008 versche<strong>en</strong> het eindrapport van de Parlem<strong>en</strong>taire<br />
Onderzoekscommissie Onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> onder de titel Tijd <strong>voor</strong><br />
onderwijs. 104 De ontvangst in de media was positief. De harde conclusies<br />
over de rol van de politiek - tekortschiet<strong>en</strong>de probleemanalyses, de over-<br />
104 Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31 007, nr. 6<br />
106 NTOR 2 - juni 2008
maat aan politieke ambities, gedetailleerde regeerakkoord<strong>en</strong>, bewindslied<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> tunnelvisie, de geslot<strong>en</strong>heid van de onderwijspolder, de<br />
bemoei<strong>en</strong>is met de manier van lesgev<strong>en</strong>, de ontoereik<strong>en</strong>de financiële<br />
middel<strong>en</strong> <strong>voor</strong>, <strong>en</strong> het gebrek aan wet<strong>en</strong>schappelijke onderbouwing van<br />
de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> - werd<strong>en</strong> breed omarmd. Ook het onderwijsveld<br />
reageerde instemm<strong>en</strong>d. De huidige bewindslied<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> eerste<br />
reactie aan zich grot<strong>en</strong>deels te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in de uitgebreide analyse.<br />
Al snel ontstond echter ook de nodige scepsis. De opstelling van <strong>en</strong>kele<br />
Kamerled<strong>en</strong> in debatt<strong>en</strong> rond de ur<strong>en</strong>norm, de maatschappelijke stage<br />
<strong>en</strong> de ‘gratis’ schoolboek<strong>en</strong> leidde al snel tot de conclusie dat de politiek<br />
zich vermoedelijk weinig aan zal trekk<strong>en</strong> van de aanbeveling<strong>en</strong> in het<br />
onderzoeksrapport.<br />
Enkele spraakmak<strong>en</strong>de comm<strong>en</strong>tator<strong>en</strong> <strong>en</strong> columnist<strong>en</strong> uitt<strong>en</strong> hun twijfels<br />
over de aard van de aanbeveling<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Berg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Verbrugge<br />
(Beter Onderwijs Nederland) moet de overheid zich helemaal niet terugtrekk<strong>en</strong>,<br />
maar de regie juist hernem<strong>en</strong> om de impasse te doorbrek<strong>en</strong>. 105<br />
Ook Van Haper<strong>en</strong> vindt dat de overheid robuust zou moet<strong>en</strong> optred<strong>en</strong><br />
omdat het onderwijs zelf zijn problem<strong>en</strong> niet kan oploss<strong>en</strong>. 106 Beatrijs<br />
Ritsema is bang dat er weinig zal verander<strong>en</strong> omdat het vernieuwingsvirus<br />
intuss<strong>en</strong> tot diep in de schol<strong>en</strong> is doorgedrong<strong>en</strong>. 107 Aukje Holtrop<br />
verwacht niet dat de koepelorganisatie <strong>en</strong> de grote schoolbestur<strong>en</strong> hun<br />
vrijheid van onderwijs op het punt van ‘het wat’ zull<strong>en</strong> opgev<strong>en</strong> 108 . Roel<br />
in ’t Veld vindt dat de commissie met het onderscheid tuss<strong>en</strong> ‘het wat<br />
aan de overheid’ <strong>en</strong> ‘het hoe aan de schol<strong>en</strong>’ in simplificaties vervalt<br />
<strong>en</strong> feitelijk e<strong>en</strong> vorm van stalinistische staatspedagogiek propageert. De<br />
afwezigheid van e<strong>en</strong> nationaal curriculum is volg<strong>en</strong>s hem juist e<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong>;<br />
de bescheid<strong>en</strong>heid van overheidsinm<strong>en</strong>ging op dit punt zou juist moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gekoesterd. 109 Dijsselbloem acht het verwijt van staatspedagogiek<br />
echter onjuist. 110 De commissie wil de pedagogiek juist helemaal aan de<br />
schol<strong>en</strong> overlat<strong>en</strong>.<br />
De opvatting<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> dus nogal uite<strong>en</strong>.<br />
4. Onderzoeksaanpak, conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> van de commissie<br />
In dit artikel zal word<strong>en</strong> nagegaan hoe de beleidsanalyse, conclusies<br />
<strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> van de Commissie Dijsselbloem zich verhoud<strong>en</strong> tot<br />
de informatie <strong>en</strong> bevinding<strong>en</strong> die in het deelrapport van het Sociaal <strong>en</strong><br />
Cultureel Planbureau werd<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd. Daarbij wordt onder andere<br />
105 NRC-Handelsblad, 23-24 februari 2008<br />
106 NRC-Handelsblad, 16-17 februari 2008<br />
107 HP/De Tijd, 29 februari 2008<br />
108 De Gro<strong>en</strong>e Amsterdammer, 22 februari 2008<br />
109 NRC-Handelsblad, 11 april 2008<br />
110 NRC-Handelsblad, 14 april 2008<br />
NTOR 2 - juni 2008 107
ingegaan op het red<strong>en</strong>eerpatroon dat door de commissie is gehanteerd<br />
<strong>en</strong> op de betek<strong>en</strong>is daarvan <strong>voor</strong> de conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>. Had het<br />
ook anders gekund, <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> er in dat geval andere aanbeveling<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
less<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de toekomst moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>?<br />
4.1 De werkwijze <strong>en</strong> conclusies van de commissie: terugred<strong>en</strong>er<strong>en</strong> of<br />
reconstruer<strong>en</strong>?<br />
Het doel van parlem<strong>en</strong>taire onderzoekscommissies, <strong>en</strong> van commissies<br />
die ramp<strong>en</strong> zoals de Vuurwerkramp <strong>en</strong> de Schipholbrand onderzoek<strong>en</strong>,<br />
is steeds tweeledig: analyser<strong>en</strong> wat er mis ging <strong>en</strong> less<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong><br />
opdat het <strong>voor</strong>taan beter gaat, zo blijkt uit e<strong>en</strong> studie naar het werk van<br />
verschill<strong>en</strong>de onderzoekscommissies. 111 E<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk k<strong>en</strong>merk<br />
van de werkwijze van onderzoekscommissies is dat er meestal eerst e<strong>en</strong><br />
omvangrijke <strong>en</strong> indrukk<strong>en</strong>de hoeveelheid feit<strong>en</strong> wordt verzameld. Daarna<br />
volg<strong>en</strong> de interpretatie <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isgeving van de feit<strong>en</strong>. Beide zijn sterk<br />
afhankelijk van het red<strong>en</strong>eerpatroon dat de commissie heeft gevolgd.<br />
Bij e<strong>en</strong> eerste red<strong>en</strong>eerpatroon (backward mapping) wordt uitgegaan van<br />
de huidige situatie. Er wordt teruggekek<strong>en</strong> hoe het zover heeft kunn<strong>en</strong><br />
kom<strong>en</strong>. Die werkwijze is ook door de Commissie Dijsselbloem gevolgd.<br />
Bij zo’n (causale) b<strong>en</strong>adering blijft de vraag naar het waarom achterwege,<br />
zodat niet duidelijk wordt wat de dieper ligg<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong> war<strong>en</strong> van het<br />
gedrag van de betrokk<strong>en</strong> organisaties <strong>en</strong> person<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de ongew<strong>en</strong>ste<br />
ontwikkeling.<br />
In e<strong>en</strong> tweede red<strong>en</strong>eerpatroon (forward mapping) wordt de beleidsontwikkeling<br />
als het ware gereconstrueerd. Er wordt <strong>voor</strong>uitgekek<strong>en</strong> met de<br />
og<strong>en</strong> van de (beleids)actor<strong>en</strong> die destijds in de gegev<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong><br />
moest<strong>en</strong> handel<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> dergelijke b<strong>en</strong>adering komt ook de context <strong>en</strong><br />
het waarom van het gedrag van de betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> aan de orde. Vaak<br />
wordt ook nog e<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>d gezichtspunt gehanteerd.<br />
In de deelstudie van het SCP is uitvoerig ingegaan op de context waarbinn<strong>en</strong><br />
de beleidsontwikkeling rond de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> zich<br />
voltrok. De verschill<strong>en</strong>de beleidsprocess<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />
aantal punt<strong>en</strong> met elkaar vergelek<strong>en</strong>. De informatie in de deelstudie van<br />
het SCP bood in principe voldo<strong>en</strong>de aanknopingspunt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> beide red<strong>en</strong>eerschema’s.<br />
Naarmate de maatschappelijke onrust groter is, neemt de aandacht <strong>voor</strong><br />
g<strong>en</strong>uanceerde verklaring<strong>en</strong>, met aandacht <strong>voor</strong> de context, af. M<strong>en</strong> is<br />
dan sneller g<strong>en</strong>eigd te kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het eerste (causale) red<strong>en</strong>eerpatroon,<br />
zo blijkt uit de eerder g<strong>en</strong>oemde studie. Bij het tweede (contextuele)<br />
red<strong>en</strong>eerpatroon loopt m<strong>en</strong> immers het risico dat m<strong>en</strong> uitkomt bij e<strong>en</strong><br />
111 De Bruijn (2007)<br />
108 NTOR 2 - juni 2008
legitimatie van wat er is geschied. In het geval van de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
zou dat bij<strong>voor</strong>beeld tot de volg<strong>en</strong>de bevinding<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
leid<strong>en</strong>. De to<strong>en</strong>malige bewindslied<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> niet anders, vanwege de<br />
demografische ontwikkeling (waardoor veel schol<strong>en</strong> <strong>voor</strong> lager beroepsonderwijs<br />
hun deur<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>), vanwege de economische<br />
omstandighed<strong>en</strong> begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig (noodzaak van bezuiniging <strong>en</strong><br />
kost<strong>en</strong>beheersing), vanwege de padafhankelijkheid (na de vernieuwing<br />
van de basisvorming moest ook de bov<strong>en</strong>bouw word<strong>en</strong> vernieuwd) of<br />
vanwege de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> motivatieproblem<strong>en</strong> onder de jeugd (die e<strong>en</strong><br />
nieuwe didactische aanpak noodzakelijk maakt<strong>en</strong>). Met dergelijke conclusies<br />
zou het rapport van de Commissie Dijsselbloem vermoedelijk zeer<br />
kritisch ontvang<strong>en</strong> zijn.<br />
Zo’n negatief oordeel viel in 2004 het onderzoeksrapport Brugg<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong><br />
van de Tijdelijke Parlem<strong>en</strong>taire Onderzoekscommissie Integratiebeleid<br />
(Commissie Blok) t<strong>en</strong> deel. Daarin moest word<strong>en</strong> onderzocht waarom 30<br />
jaar integratiebeleid onvoldo<strong>en</strong>de was geslaagd. In dat rapport is volg<strong>en</strong>s<br />
de tweede b<strong>en</strong>aderingswijze te werk gegaan. Op basis van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme<br />
hoeveelheid onderzoeksgegev<strong>en</strong>s stelde de commissie vast dat de integratie<br />
van veel allochton<strong>en</strong> geheel of gedeeltelijk geslaagd was. Op het<br />
beleid had de commissie weliswaar het nodige aan te merk<strong>en</strong>, maar het<br />
welslag<strong>en</strong> van de integratie was toch <strong>voor</strong>al te dank<strong>en</strong> aan de inspanning<strong>en</strong><br />
van de allochtone burgers <strong>en</strong> de ontvang<strong>en</strong>de sam<strong>en</strong>leving. De<br />
Tweede Kamer was zeer teleurgesteld over het rapport van de onderzoekscommissie.<br />
Met het rapport is verder weinig gedaan.<br />
De conclusie die uit het <strong>voor</strong>afgaande kan word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> is dat het<br />
rapport van de Commissie Dijsselbloem tot dusver de politieke functie<br />
heeft vervuld die ermee werd beoogd. Er is onomstotelijk vastgesteld dat<br />
er in de verschill<strong>en</strong>de beleidsprocess<strong>en</strong> van alles fout is gegaan. De schuldige<br />
partij<strong>en</strong> zijn aangewez<strong>en</strong>. Er kan e<strong>en</strong> punt word<strong>en</strong> gezet achter e<strong>en</strong><br />
periode van groei<strong>en</strong>de maatschappelijke onrust over de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
uit de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig <strong>en</strong> over de negatieve gevolg<strong>en</strong> daarvan.<br />
Op basis van de conclusies <strong>en</strong> de daarop gebaseerde aanbeveling<strong>en</strong> kan<br />
er e<strong>en</strong> nieuwe start word<strong>en</strong> gemaakt. Of de aanbeveling<strong>en</strong> van de commissie<br />
ook tot beter beleid zull<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> valt echter nog te bezi<strong>en</strong>.<br />
4.2 Weinig aandacht <strong>voor</strong> onderwijsexterne factor<strong>en</strong><br />
In het rapport van de commissie wordt nauwelijks ingegaan op de wijze<br />
waarop de overheid met het vernieuwingsbeleid op allerlei politieke,<br />
bestuurlijke, economische <strong>en</strong> maatschappelijke invloed<strong>en</strong> reageerde.<br />
De bredere maatschappelijke context is in het onderzoek als het ware<br />
buit<strong>en</strong> haakjes geplaatst. Toch werd<strong>en</strong> vrijwel alle vernieuwingsoperaties<br />
mede ingegev<strong>en</strong> door belangrijke onderwijsexterne factor<strong>en</strong> of door<br />
hardnekkige maatschappelijke problem<strong>en</strong> die via leerling<strong>en</strong> de schol<strong>en</strong><br />
NTOR 2 - juni 2008 109
inn<strong>en</strong>kwam<strong>en</strong>. Bij onderwijsexterne invloed<strong>en</strong> kan bij<strong>voor</strong>beeld word<strong>en</strong><br />
gedacht aan de gevolg<strong>en</strong> van de terugval van het aantal leerling<strong>en</strong> (effect<br />
van de anticonceptiepil) of aan het stijg<strong>en</strong>de ambiti<strong>en</strong>iveau van ouders<br />
met betrekking tot de opleiding van hun kinder<strong>en</strong>. Door de combinatie<br />
van deze twee ontwikkeling<strong>en</strong> dreigd<strong>en</strong> veel schol<strong>en</strong> <strong>voor</strong> lager/<strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d<br />
beroepsonderwijs begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig hun deur<strong>en</strong> te moet<strong>en</strong><br />
sluit<strong>en</strong>. Ze vormd<strong>en</strong> de context <strong>voor</strong> het schaalvergrotingsbeleid dat t<strong>en</strong><br />
tijde van de basisvorming <strong>en</strong> de vmbo-operatie gestalte kreeg. De to<strong>en</strong>malige<br />
bewindslied<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> hun og<strong>en</strong> destijds moeilijk sluit<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />
dreig<strong>en</strong>de teloorgang van het lager beroepsonderwijs.<br />
Maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> beleidsmaatregel<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong><br />
noodzakelijk, ze werd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> ook breed omarmd. Dat<br />
laatste was bij<strong>voor</strong>beeld het geval bij de ict-ontwikkeling die zich in de<br />
tweede helft van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig voltrok. De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de beschikbaarheid<br />
<strong>en</strong> klantvri<strong>en</strong>delijkheid van computers <strong>en</strong> van het internet bracht<strong>en</strong><br />
onder beleidsmakers in het onderwijs e<strong>en</strong> zekere euforie teweeg<br />
over de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> positieve effect<strong>en</strong> ervan <strong>voor</strong> het onderwijs.<br />
Leerling<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> meer zelfstandig <strong>en</strong> in eig<strong>en</strong> tempo kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>.<br />
K<strong>en</strong>nisoverdracht werd minder belangrijk, zo dacht m<strong>en</strong>. Veel k<strong>en</strong>nis<br />
was immers beschikbaar via het internet. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zou k<strong>en</strong>nis snel verouder<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> werd al die feit<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis ook weer snel verget<strong>en</strong>. Dergelijke<br />
opvatting<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in die jar<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>goed. Ze werd<strong>en</strong> ook zeld<strong>en</strong> weersprok<strong>en</strong>.<br />
Dit alles voltrok zich in e<strong>en</strong> periode dat er vanwege motivatieproblem<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> lage onderwijsr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd nagedacht over e<strong>en</strong> andere,<br />
meer op de individuele leerling afgestemde didactiek. Beide kwam<strong>en</strong> bij<br />
elkaar in de gedachtevorming die t<strong>en</strong> grondslag lag aan de omslag van<br />
onderwijz<strong>en</strong> naar ler<strong>en</strong>, zoals die bij<strong>voor</strong>beeld in de idee van het studiehuis<br />
tot uitdrukking kwam.<br />
De nieuwe besturingsfilosofie, die in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig door de overheid<br />
werd omarmd, vormde e<strong>en</strong> derde belangrijke onderwijsexterne invloed.<br />
Bij de nieuwe besturingswijze van de publieke sector liet de overheid zich<br />
duidelijk inspirer<strong>en</strong> door het bedrijfslev<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> de bedrijfsmatige<br />
b<strong>en</strong>aderingswijze die in die jar<strong>en</strong> opkwam zijn bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong><br />
meer output- in plaats van inputgerichte sturing, e<strong>en</strong> grotere nadruk op<br />
het met<strong>en</strong> van resultat<strong>en</strong>, de introductie van marktwerking in de publieke<br />
sector, het overschakel<strong>en</strong> van aanbodsturing op vraagsturing, <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
scheiding tuss<strong>en</strong> beleid <strong>en</strong> uitvoering. Dit alles heeft ook in het onderwijs<br />
zijn spor<strong>en</strong> nagelat<strong>en</strong>. Schol<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zich responsiever opstell<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> opzichte van hun omgeving <strong>en</strong> do<strong>en</strong> dat door zich steeds meer t<strong>en</strong><br />
opzichte van elkaar te profiler<strong>en</strong>. Datzelfde geldt <strong>voor</strong> de landelijke pedagogische<br />
c<strong>en</strong>tra die sinds het eind van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig meer vraaggericht<br />
moet<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. In diezelfde periode werd door de rijksoverheid<br />
e<strong>en</strong> nieuwe wijze van begroting <strong>en</strong> verantwoording ingevoerd (vbtb).<br />
Concrete <strong>en</strong> meetbare (kwantitatieve) doelstelling<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> daarbij het<br />
110 NTOR 2 - juni 2008
uitgangspunt. Sindsdi<strong>en</strong> wordt er jaarlijks vastgesteld of er met de overheidsuitgav<strong>en</strong><br />
is bereikt wat ermee werd beoogd. De nieuwe besturingsfilosofie<br />
bleef niet zonder gevolg<strong>en</strong>. Kwantitatieve uitkomst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
belangrijker dan kwalitatieve opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong>. De administratieve last<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
verantwoordingskost<strong>en</strong> <strong>voor</strong> schoolbestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> nam<strong>en</strong> sterk toe.<br />
De afstand tuss<strong>en</strong> het schoolmanagem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de uitvoer<strong>en</strong>de doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
werd erdoor vergroot; niet alle<strong>en</strong> in fysieke zin, maar <strong>voor</strong>al m<strong>en</strong>taal.<br />
Bij e<strong>en</strong> contextgerichte aanpak zou in het onderzoek meer aandacht zijn<br />
geschonk<strong>en</strong> aan dergelijke onderwijsexterne invloed<strong>en</strong>. Die verklar<strong>en</strong><br />
in belangrijke mate waarom het beleidsproces is gegaan zoals het is<br />
gegaan. Bij e<strong>en</strong> analyse van toekomstig vernieuwingsbeleid mog<strong>en</strong> de<br />
gevolg<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de onderwijsexterne ontwikkeling<strong>en</strong> niet<br />
buit<strong>en</strong> beschouwing blijv<strong>en</strong>. In de conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> van het<br />
rapport Dijsselbloem wordt zo’n brede analyse node gemist.<br />
4.3 De rol van de politiek <strong>en</strong> van de overheid<br />
In het concluder<strong>en</strong>de hoofdstuk van het rapport krijgt met name de politiek<br />
er flink van langs. Daar waar de politiek het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs met<br />
ambities overlaadde, het aanvankelijke draagvlak dat door de adviez<strong>en</strong><br />
van de WRR (basisvorming) <strong>en</strong> de Commissie Van Ve<strong>en</strong> (Vmbo) was<br />
ontstaan verspeelde, haar verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> het procesmanagem<strong>en</strong>t<br />
verwaarloosde, <strong>en</strong> veel te veel in de verantwoordelijkheid van<br />
schol<strong>en</strong> trad, verwijst het rapport <strong>voor</strong>al naar de to<strong>en</strong>malige bewindslied<strong>en</strong>.<br />
Regeerakkoord<strong>en</strong> beperkt<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> de ruimte <strong>voor</strong> de Kamer,<br />
maar zett<strong>en</strong> het beleidsproces ook onder grote tijdsdruk. De Kamer had<br />
bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de zicht op het draagvlak in het veld <strong>en</strong> op de belang<strong>en</strong>conflict<strong>en</strong><br />
die daar speeld<strong>en</strong>. Het politieke debat in de Kamer ging<br />
niet over fundam<strong>en</strong>tele keuz<strong>en</strong>, maar werd sterk bepaald door uitvoeringsmodaliteit<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> door lobbies van partij<strong>en</strong> die hun zorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
eerder niet of onvoldo<strong>en</strong>de zag<strong>en</strong> gehonoreerd. Ondanks tal van kritische<br />
kantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> steunde de Kamer de vernieuwings<strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> uiteindelijk<br />
meestal unaniem.<br />
Het beleidsproces van de overheid zou volg<strong>en</strong>s de commissie aanzi<strong>en</strong>lijk<br />
kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> toetsingskader te hanter<strong>en</strong> waarin de <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> zorgvuldig beleidsproces zijn uite<strong>en</strong>gezet. Bij opname<br />
van e<strong>en</strong> onderwijsvernieuwing in e<strong>en</strong> regeerakkoord zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
volstaan met het vaststell<strong>en</strong> van de maatschappelijke urg<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de politieke<br />
ambitie of doelstelling. Het toetsingskader omvat zo ongeveer alle<br />
elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die in eerdere vernieuwingsoperaties ontbrak<strong>en</strong> of tot problem<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> geleid: (1) de probleemanalyse is helder, (2) de noodzaak<br />
van overheidsinterv<strong>en</strong>tie is aantoonbaar, (3) het <strong>voor</strong>afgaande beleid is<br />
geëvalueerd, (4) overwog<strong>en</strong> <strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> beleidsalternatiev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verantwoord,<br />
(5) er is aandacht <strong>voor</strong> nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang met ander<br />
NTOR 2 - juni 2008 111
eleid, (6) de gekoz<strong>en</strong> optie is wet<strong>en</strong>schappelijk gevalideerd, zoniet dan<br />
wordt deze eerst kleinschalig beproefd <strong>en</strong> geëvalueerd, (7) aan noodzakelijke<br />
<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van voldo<strong>en</strong>de geld, expertise <strong>en</strong> tijd is voldaan,<br />
(8) de uitvoeringsorganisatie is helder gepositioneerd, (9) deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
die de vernieuwing moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> zijn actief betrokk<strong>en</strong> geweest bij<br />
de totstandkoming van de vernieuwing <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wat de consequ<strong>en</strong>ties<br />
ervan zijn, (10) er is voldo<strong>en</strong>de draagvlak onder alle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al<br />
onder de professionals die de vernieuwing in praktijk moet<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> (11) er is <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> in tuss<strong>en</strong>tijdse evaluaties waarbij het beleid niet<br />
overhaast zal word<strong>en</strong> bijgesteld. Bov<strong>en</strong>op al deze <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
zorgvuldig beleidsproces, waarbij <strong>voor</strong>al de bewindslied<strong>en</strong> <strong>en</strong> het departem<strong>en</strong>t<br />
aan zet zijn, adviseert de commissie ook nog om, als sluitstuk van<br />
het wetgevingsproces, e<strong>en</strong> uitvoeringstoets te lat<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> door<br />
onafhankelijke experts. Dit om het parlem<strong>en</strong>t te behoed<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het aanvaard<strong>en</strong><br />
van onuitvoerbare wet- <strong>en</strong> regelgeving. In de wet- <strong>en</strong> regelgeving<br />
zou bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ruimte moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geschap<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> gefaseerde<br />
invoering van beleid.<br />
Toetsingskader is nuttig, maar erg uitgebreid<br />
Bij de vertaling van gesignaleerde tekort<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> toetsingskader <strong>voor</strong><br />
toekomstige beleidsprocess<strong>en</strong> schiet de commissie nogal door. Het<br />
toetsingskader biedt weliswaar e<strong>en</strong> nuttige leidraad <strong>voor</strong> goed bestuur,<br />
maar het totale pakket is wel erg uitgebreid. Zou er niet met e<strong>en</strong> aantal<br />
algem<strong>en</strong>e richtlijn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> volstaan?<br />
Het lijkt in de eerste plaats verstandig om <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoog<br />
w<strong>en</strong>selijkheidgehalte nog e<strong>en</strong>s kritisch teg<strong>en</strong> het licht te houd<strong>en</strong>. Zijn de<br />
beoogde doelstelling<strong>en</strong> wel realistisch <strong>en</strong> haalbaar, <strong>en</strong> zijn de <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong><br />
wel uitvoerbaar? Is er in het onderwijsveld voldo<strong>en</strong>de draagvlak <strong>voor</strong>?<br />
In de tweede plaats zou m<strong>en</strong> zich kunn<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong> of het beleid niet te<br />
snel meegaat met allerlei maatschappelijke ontwikkeling<strong>en</strong>? Is het in<br />
sommige gevall<strong>en</strong> niet beter om <strong>en</strong>ige teg<strong>en</strong>druk te gev<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
teg<strong>en</strong> de korte spanningsboog <strong>en</strong> het gebrekkige conc<strong>en</strong>tratievermog<strong>en</strong><br />
bij leerling<strong>en</strong>. Vraagt het individualiseringsproces in de sam<strong>en</strong>leving niet<br />
eerder om meer aandacht <strong>voor</strong> sociale compet<strong>en</strong>ties dan om e<strong>en</strong> individuele<br />
b<strong>en</strong>adering? Klopp<strong>en</strong> al die <strong>voor</strong>onderstelling<strong>en</strong> met betrekking tot<br />
de zelfstandigheid <strong>en</strong> het veranderde gedrag van jonger<strong>en</strong> of de verminderde<br />
behoefte aan k<strong>en</strong>nis eig<strong>en</strong>lijk wel?<br />
In de derde plaats zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nagegaan of het <strong>voor</strong>gestelde<br />
beleid wel voldo<strong>en</strong>de tegemoet komt aan verschill<strong>en</strong> in capaciteit<strong>en</strong>,<br />
w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> in de leerling<strong>en</strong>populatie, maar ook in de sam<strong>en</strong>leving.<br />
Vraagt de situatie om meer differ<strong>en</strong>tiatie of is juist meer uniformiteit<br />
gew<strong>en</strong>st?<br />
T<strong>en</strong>slotte. Bij langdurige beleidsprocess<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> economische omstandighed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> maatschappelijke opvatting<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>tijds ingrijp<strong>en</strong>d verander<strong>en</strong>.<br />
Dat gebeurde bij<strong>voor</strong>beeld bij het beleid rond de tweede fase<br />
112 NTOR 2 - juni 2008
van het havo/vwo. To<strong>en</strong> de plann<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ontwikkeld was er sprake<br />
van laagconjunctuur (gevolg: verzwaring <strong>en</strong> meer selectie), terwijl de<br />
invoering ervan plaatsvond in e<strong>en</strong> tijd van hoogconjunctuur (gevolg:<br />
vergrot<strong>en</strong> van de toegankelijkheid van het hoger onderwijs). Dergelijke<br />
verandering<strong>en</strong> in omstandighed<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het er niet e<strong>en</strong>voudiger op. Het<br />
vraagt feitelijk om beleid waar m<strong>en</strong> bij veranderde omstandighed<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
spijt van krijgt.<br />
De aanbeveling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> wel erg veel van de politiek<br />
De commissie vraagt van onderhandelaars, bewindslied<strong>en</strong> <strong>en</strong> parlem<strong>en</strong>tariërs<br />
in feite teg<strong>en</strong>natuurlijk gedrag. Het <strong>voor</strong>stel <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> meer<br />
op<strong>en</strong> regeerakkoord heeft weinig kans van slag<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> coalitie tuss<strong>en</strong><br />
politieke partij<strong>en</strong> die elkaar niet vertrouw<strong>en</strong>, zo leert de ervaring van het<br />
Regeerakkoord 1989, waarin gedetailleerde <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gedaan<br />
over de basisvorming <strong>en</strong> de schaalvergroting. E<strong>en</strong> zorgvuldig beleidsproces<br />
kost veel tijd. Dat maakt het realiser<strong>en</strong> van wetgeving binn<strong>en</strong><br />
één kabinetsperiode vrijwel onmogelijk. Bewindslied<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in dat<br />
geval hun ambities niet waarmak<strong>en</strong>. Kamerled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote terughoud<strong>en</strong>dheid<br />
aan de dag moet<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> bij het verstrekk<strong>en</strong> van nieuwe<br />
opdracht<strong>en</strong> aan het onderwijs. Ook dat zal veel zelfbeheersing verg<strong>en</strong>.<br />
Bij incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ze in het kader van hun controlefunctie blijv<strong>en</strong> aandring<strong>en</strong><br />
op ingrijp<strong>en</strong> door de overheid. Tijd<strong>en</strong>s de stapsgewijze besluitvorming<br />
over wetgeving zull<strong>en</strong> zij geleidelijk aan steeds meer gecommitteerd<br />
rak<strong>en</strong>, waardoor zij uiteindelijk, ook in geval van grote aarzeling<strong>en</strong>,<br />
moeilijk meer kunn<strong>en</strong> terugkom<strong>en</strong> op eerder ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> standpunt<strong>en</strong>. De<br />
externe uitvoeringstoets aan het eind van het wetgevingsproces biedt op<br />
dit punt in principe e<strong>en</strong> uitweg, maar komt wel op e<strong>en</strong> erg laat mom<strong>en</strong>t.<br />
4.4 De verhouding tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> onderwijsveld<br />
In de verhouding tuss<strong>en</strong> de overheid <strong>en</strong> het onderwijsveld is in de jar<strong>en</strong><br />
neg<strong>en</strong>tig heel veel veranderd. De overlegstructuur tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong><br />
onderwijsveld werd in de eerste helft van dat dec<strong>en</strong>nium ingrijp<strong>en</strong>d<br />
gewijzigd. De adviesstructuur werd ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aangepakt.<br />
Ook in de besturingswijze zijn in die jar<strong>en</strong> diverse verandering<strong>en</strong> aangebracht.<br />
De sturing op input (bij<strong>voor</strong>beeld voldo<strong>en</strong>de bevoegde doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>)<br />
werd in de tweede helft van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />
sturing op output (deelnamegroei aan hogere onderwijsvorm<strong>en</strong>, minder<br />
theoretische <strong>en</strong> meer toepassingsgerichte onderwijsinhoud<strong>en</strong>), <strong>en</strong> met<br />
het oog op dat laatste ook op het onderwijsproces zelf (vakoverstijg<strong>en</strong>de<br />
vaardighed<strong>en</strong>). Sinds het begin van deze eeuw stuurt de overheid vrijwel<br />
uitsluit<strong>en</strong>d op output (behal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> startkwalificatie, maximale deelname<br />
aan, <strong>en</strong> r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tsverhoging in het hoger onderwijs).<br />
De commissie richt zich in haar kritiek <strong>voor</strong>al op de onduidelijkheid in<br />
de afbak<strong>en</strong>ing van verantwoordelijkhed<strong>en</strong> die is ontstaan - de overheid<br />
NTOR 2 - juni 2008 113
zou zich te veel hebb<strong>en</strong> bemoeid met ‘het hoe’ - <strong>en</strong> doet aanbeveling<strong>en</strong><br />
om op dat punt heldere kaders vast te stell<strong>en</strong>.<br />
Verandering<strong>en</strong> in de overleg- <strong>en</strong> adviesstructuur<br />
De rol van het onderwijsveld zelf komt in de conclusies van het rapport<br />
nauwelijks aan de orde. Dat is begrijpelijk in het licht van de opdracht<br />
aan de commissie om <strong>voor</strong>al het overheidsbeleid rond de verschill<strong>en</strong>de<br />
onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> te onderzoek<strong>en</strong>. De commissie wijt de gesignaleerde<br />
problem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> belangrijk deel aan de kloof tuss<strong>en</strong> de<br />
landelijke organisaties van schoolbestur<strong>en</strong>, schoolleiders <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
die als overlegpartners van de overheid optrad<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hun verschill<strong>en</strong>de<br />
achterbann<strong>en</strong>. De beroepsverteg<strong>en</strong>woordigers in de organisaties lek<strong>en</strong><br />
dichterbij de politiek dan bij hun achterban te staan.<br />
Herstel van het politiek primaat<br />
In de deelstudie van het SCP wordt uitvoerig ingegaan op e<strong>en</strong> aantal<br />
belangrijke verandering<strong>en</strong> in de overleg- <strong>en</strong> adviesstructuur, die t<strong>en</strong> tijde<br />
van het eerste paarse kabinet in gang werd<strong>en</strong> gezet. Het politieke primaat<br />
moest word<strong>en</strong> hersteld. Aan de invloed van belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> uit het<br />
onderwijsveld moest paal <strong>en</strong> perk word<strong>en</strong> gesteld. Het overleg met het<br />
onderwijsveld vond begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig plaats in de C<strong>en</strong>trale Commissie<br />
<strong>voor</strong> Onderwijsoverleg (CCOO), waarin de landelijke koepelorganisaties<br />
van de vier grote onderwijszuil<strong>en</strong> (op<strong>en</strong>baar, rooms-katholiek, protestants-christelijk<br />
<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> bijzonder) zitting hadd<strong>en</strong>. Deze koepelorganisaties<br />
verteg<strong>en</strong>woordigd<strong>en</strong> op hun beurt de landelijke organisaties<br />
van de verschill<strong>en</strong>de geleding<strong>en</strong> in het onderwijs: de schoolbestur<strong>en</strong>, de<br />
schoolleiders, de doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ouders. Het voer<strong>en</strong> van <strong>onderwijsbeleid</strong><br />
zonder instemming van deze koepelorganisaties was vrijwel onmogelijk.<br />
Het overleg in de CCOO werd medio jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig vervang<strong>en</strong> door afzonderlijke<br />
overlegg<strong>en</strong> met de organisaties van de verschill<strong>en</strong>de geleding<strong>en</strong>.<br />
Gezam<strong>en</strong>lijke standpunt<strong>en</strong> per koepel, waar de overheid moeilijk omhe<strong>en</strong><br />
kon, maakt<strong>en</strong> plaats <strong>voor</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de standpunt<strong>en</strong> per onderwijsgeleding,<br />
waar de overheid vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> keuze uit kon mak<strong>en</strong>. Dat gaf in<br />
principe de mogelijkheid tot het voer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verdeel- <strong>en</strong> heerspolitiek.<br />
Als gevolg van de invoering, in 1996, van de lumpsumbekostiging verschoof<br />
de invloed van de zuilgebond<strong>en</strong> organisaties van schoolbestur<strong>en</strong><br />
naar e<strong>en</strong> nieuw gevormde organisatie van schoolleiders. Deze organisatie<br />
ging ti<strong>en</strong> jaar later, sam<strong>en</strong> met het werkgeversdeel van de verschill<strong>en</strong>de<br />
bestur<strong>en</strong>organisaties, op in de VO-raad. Deze nieuwe brancheorganisatie<br />
<strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs is mom<strong>en</strong>teel de belangrijkste gesprekspartner<br />
van de overheid, niet alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong> bestuurlijke vraagstukk<strong>en</strong>, maar<br />
ook bij onderwerp<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de kwaliteit <strong>en</strong> innovatie<br />
van het onderwijs. De overheid spreekt daarnaast apart met de onderwijsvakbond<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> de scholier<strong>en</strong>- <strong>en</strong> ouderorganisaties. Onderwijsvakbond<strong>en</strong><br />
richt<strong>en</strong> zich traditioneel <strong>voor</strong>al op arbeids<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> arbeidsmarkt-<br />
114 NTOR 2 - juni 2008
gerelateerde onderwerp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> veel minder op de meer kwalitatieve aspect<strong>en</strong><br />
van de beroepsuitoef<strong>en</strong>ing van lerar<strong>en</strong>. Voor dat laatste ontbreekt in<br />
de onderwijssector e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve gesprekspartner, in de vorm van<br />
e<strong>en</strong> door lerar<strong>en</strong> zelf in het lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong> beroepsver<strong>en</strong>iging.<br />
Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de verandering<strong>en</strong> in de besturingswijze <strong>en</strong> in de overlegstructuur<br />
met het onderwijsveld versterkt<strong>en</strong> de verdeeldheid, met name<br />
tuss<strong>en</strong> het onderwijsmanagem<strong>en</strong>t (bestur<strong>en</strong>/werkgevers <strong>en</strong> schoolleiders)<br />
<strong>en</strong> de doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Ze droeg<strong>en</strong> ook niet bij aan e<strong>en</strong> beter inzicht in het<br />
draagvlak <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong>de vernieuwing<strong>en</strong>.<br />
Ook in de adviesstructuur veranderde er het nodige. Medio jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig<br />
werd er flink gesnoeid in het aantal adviesorgan<strong>en</strong> op onderwijsgebied. De<br />
Onderwijsraad bleef als <strong>en</strong>ig perman<strong>en</strong>t adviesorgaan over. Tegelijkertijd<br />
veranderde de sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> de taakopdracht van de raad. Tot 1997<br />
bestond de raad uit e<strong>en</strong> groot aantal verteg<strong>en</strong>woordigers uit het onderwijsveld<br />
zelf, die op beleidsplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> wets<strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> reageerd<strong>en</strong> vanuit<br />
hun k<strong>en</strong>nis over wat er in het onderwijsveld leefde. Sindsdi<strong>en</strong> bestaat de<br />
raad uit e<strong>en</strong> beperkt aantal onafhankelijke deskundig<strong>en</strong>, die overweg<strong>en</strong>d<br />
beleidsontwikkel<strong>en</strong>de <strong>en</strong> strategische adviez<strong>en</strong> uitbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Door deze<br />
verandering<strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> taakopdracht is er in de advisering<br />
minder ruimte <strong>voor</strong> de stem van het onderwijsveld.<br />
Het herstel van het politiek primaat verminderde weliswaar de stroperigheid<br />
<strong>en</strong> de hindermacht van het veld, maar ging wel t<strong>en</strong> koste van goede<br />
informatie over de gang van zak<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het onderwijsveld.<br />
Inhoudelijke k<strong>en</strong>nisbasis binn<strong>en</strong> het departem<strong>en</strong>t verzwakt<br />
Aan de rol van het departem<strong>en</strong>t wordt in het rapport weinig aandacht besteed.<br />
Ook daarin trad<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> op. Het beleids<strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>de werk t<strong>en</strong><br />
behoeve van de drie onderwijsvernieuwing<strong>en</strong> werd grot<strong>en</strong>deels uitbesteed<br />
aan uitvoeringsorganisaties zoals het procesmanagem<strong>en</strong>t basisvorming <strong>en</strong><br />
de stuurgroep tweede fase. Binn<strong>en</strong> het departem<strong>en</strong>t kwam het manag<strong>en</strong> van<br />
beleidsprocess<strong>en</strong> steeds meer op de <strong>voor</strong>grond te staan. De inhoudelijke<br />
k<strong>en</strong>nis van het onderwijs nam af. Dat kwam niet alle<strong>en</strong> door de talrijke reorganisaties<br />
die gedur<strong>en</strong>de de afgelop<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar binn<strong>en</strong> het departem<strong>en</strong>t<br />
hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>, maar ook door het systeem van gedwong<strong>en</strong> functieroulatie<br />
(Algem<strong>en</strong>e Bestuursdi<strong>en</strong>st), waarbij de selectie van hogere ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong><br />
meer op grond van hun bestuurlijke <strong>en</strong> managem<strong>en</strong>tvaardighed<strong>en</strong><br />
geschiedt, dan op basis van hun k<strong>en</strong>nis van het onderwijsterrein. Het komt<br />
dan ook nauwelijks meer <strong>voor</strong> dat gezaghebb<strong>en</strong>de person<strong>en</strong> uit het onderwijsveld<br />
bij het ministerie in di<strong>en</strong>st tred<strong>en</strong>. Er is eerder sprake van het teg<strong>en</strong>deel.<br />
Hogere ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong> steeds vaker het ministerie om e<strong>en</strong> beter<br />
betaalde functie als extern adviseur of bestuurder van e<strong>en</strong> onderwijsinstelling<br />
te gaan vervull<strong>en</strong>. Voor de noodzakelijke onderwijsinhoudelijke input word<strong>en</strong><br />
in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate externe adviseurs <strong>en</strong> consultantbureaus ingeschakeld.<br />
Ook het aantal k<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>tra neemt toe. Het onderwijsinhoudelijke geheug<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> het departem<strong>en</strong>t is door die ontwikkeling<strong>en</strong> verzwakt.<br />
NTOR 2 - juni 2008 115
Onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling tuss<strong>en</strong> overheid <strong>en</strong> onderwijsveld<br />
De Commissie Dijsselbloem sch<strong>en</strong>kt in haar conclusies veel aandacht aan<br />
het feit dat de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> van de overheid <strong>en</strong> de schol<strong>en</strong> in de<br />
loop der tijd door elkaar he<strong>en</strong> zijn gaan lop<strong>en</strong>, met name op het punt van<br />
de overheidsbemoei<strong>en</strong>is met het primaire onderwijsproces. De commissie<br />
dringt daarom aan op e<strong>en</strong> heldere afbak<strong>en</strong>ing van verantwoordelijkhed<strong>en</strong>.<br />
De overheid moet gaan over ‘het wat’, de onderwijsinhoud, <strong>en</strong> doet<br />
dat door middel van e<strong>en</strong> kerncurriculum, de exam<strong>en</strong>s <strong>en</strong> het toezicht. De<br />
schol<strong>en</strong> gaan nadrukkelijk over ‘het hoe’, dat wil zegg<strong>en</strong> over de inrichting<br />
van het onderwijs <strong>en</strong> de pedagogisch-didactische aanpak. Dit onderscheid<br />
moet volg<strong>en</strong>s de commissie het belangrijkste criterium zijn bij de rolverdeling<br />
tuss<strong>en</strong> de overheid <strong>en</strong> de schol<strong>en</strong>.<br />
Gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan de sturing op ‘het wat’<br />
De commissie dringt aan op heldere leerstandaard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> elem<strong>en</strong>taire<br />
basisvaardighed<strong>en</strong> zoals rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (wiskunde) <strong>en</strong> taal (<strong>Nederlands</strong>).<br />
Daarnaast hecht de commissie sterk aan e<strong>en</strong> gedeelde k<strong>en</strong>nisbasis. Er zal<br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld welke onderwijsinhoud<strong>en</strong> in het kerncurriculum<br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het proces van canonisering, dat <strong>voor</strong><br />
het vak geschied<strong>en</strong>is al heeft plaatsgevond<strong>en</strong>, zou daartoe geleidelijk aan<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verbreed naar andere vakgebied<strong>en</strong>, zoals de natuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>,<br />
zo suggereert de commissie.<br />
Over deze aanbeveling<strong>en</strong> zal ongetwijfeld e<strong>en</strong> vergelijkbare discussie gaan<br />
plaatsvind<strong>en</strong> als begin jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig over de eindterm<strong>en</strong> <strong>en</strong> kerndoel<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> het basisonderwijs <strong>en</strong> de basisvorming. De vrijheid van richting <strong>en</strong><br />
inrichting in het onderwijs (artikel 23 van de Grondwet) zijn hier namelijk<br />
in het geding. Indertijd leidde die discussie tot globale kerndoel<strong>en</strong>, die<br />
daardoor echter onvoldo<strong>en</strong>de duidelijk <strong>en</strong> richtinggev<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>. Over de<br />
rec<strong>en</strong>t ontwikkelde refer<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iveaus <strong>voor</strong> elem<strong>en</strong>taire basisvaardighed<strong>en</strong><br />
op het gebied van rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> taal zal m<strong>en</strong> het waarschijnlijk nog wel<br />
e<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij andere vakgebied<strong>en</strong> wordt dat moeilijker, omdat<br />
het al gauw om waardegebond<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> gaat.<br />
Over de aanbeveling om de deelname aan de Cito-eindtoets verplicht te<br />
stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijkertijd alle kinder<strong>en</strong> in groep 3 van het basisonderwijs e<strong>en</strong><br />
begintoets af te nem<strong>en</strong>, zal ev<strong>en</strong>min gemakkelijk overe<strong>en</strong>stemming kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> bereikt. Met name aan het laatste <strong>voor</strong>stel klev<strong>en</strong> nogal wat bezwar<strong>en</strong>.<br />
Afgezi<strong>en</strong> van praktische problem<strong>en</strong>, zoals het tuss<strong>en</strong>tijds van school<br />
verander<strong>en</strong> waardoor de toegevoegde waarde van de school moeilijk valt<br />
vast te stell<strong>en</strong>, leid<strong>en</strong> dergelijke maatregel<strong>en</strong> al snel tot ongew<strong>en</strong>ste nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong>,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld in de vorm van selectie bij de toelating of bij tuss<strong>en</strong>tijdse<br />
verwijzing of verandering van school, van stigmatisering <strong>en</strong> frustraties bij<br />
laag scor<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantal administratieve<br />
verplichting<strong>en</strong> <strong>voor</strong> leerkracht<strong>en</strong> (registrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoord<strong>en</strong> van<br />
toetsscores). Dergelijke <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> pass<strong>en</strong> in de nieuwe besturingsfilosofie<br />
van met<strong>en</strong> van, <strong>en</strong> afrek<strong>en</strong><strong>en</strong> op resultat<strong>en</strong>. Ze staan echter haaks op het<br />
116 NTOR 2 - juni 2008
eoogde herstel van vertrouw<strong>en</strong> in doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel gebrek aan<br />
vertrouw<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> in de sfeer van de kwalitatieve toerusting<br />
van leerkracht<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>keur.<br />
Naar meer continuïteit in ‘het wat’ <strong>en</strong> meer variëteit in ‘het hoe’<br />
Met het oog op de verantwoordelijkheid van de overheid <strong>voor</strong> deugdelijk<br />
onderwijs adviseert de commissie om van overheidswege vast te legg<strong>en</strong> wat<br />
er moet word<strong>en</strong> geleerd <strong>en</strong> hoe hoog de lat daarbij moet word<strong>en</strong> gelegd.<br />
De vakinhoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> regelmatig teg<strong>en</strong> het licht word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> om<br />
de verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> eis<strong>en</strong> vanuit de sam<strong>en</strong>leving zeker te stell<strong>en</strong>, zo stelt<br />
de commissie. Bij elem<strong>en</strong>taire basisvaardighed<strong>en</strong> is dat laatste echter niet<br />
vanzelfsprek<strong>en</strong>d. Het gaat niet <strong>voor</strong> niets om basisvaardighed<strong>en</strong>; die zijn, als<br />
het goed is, duurzaam <strong>en</strong> hopelijk ook minder veranderlijk dan de spellings<strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong><br />
van de <strong>Nederlands</strong>e Taalunie. E<strong>en</strong> regelmatige aanpassing<br />
van de vakinhoud<strong>en</strong> staat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> op gespann<strong>en</strong> voet met de ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
bepleite politieke terughoud<strong>en</strong>dheid in het toedel<strong>en</strong> van nieuwe opdracht<strong>en</strong>.<br />
Het kerncurriculum zou juist gek<strong>en</strong>merkt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door continuïteit.<br />
Nieuwe onderwerp<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> bij <strong>voor</strong>keur eerst in het vrije (profiel)deel van<br />
het curriculum moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgeprobeerd.<br />
De opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van het onderwijs (het wat) vall<strong>en</strong> in de praktijk moeilijk los<br />
te zi<strong>en</strong> van het onderwijsproces (het hoe). Vaardighed<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong> vaak veel<br />
oef<strong>en</strong>ing. De discussie rond het nieuwe ler<strong>en</strong> heeft niet zozeer te mak<strong>en</strong> met<br />
de verhouding tuss<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>, maar veel meer met verschill<strong>en</strong><br />
van inzicht over de aard van de k<strong>en</strong>nis (theoretisch of toepassingsgericht)<br />
<strong>en</strong> het type vaardighed<strong>en</strong> (vakgebond<strong>en</strong> of vakoverstijg<strong>en</strong>d) dat op school<br />
moet word<strong>en</strong> bijgebracht. Het m<strong>en</strong>ingsverschil richt zich in ess<strong>en</strong>tie op de<br />
vraag wat nu eig<strong>en</strong>lijk goed onderwijs is. De overheid spreekt zich daar van<br />
oudsher niet over uit, uit angst <strong>voor</strong> het verwijt van staatspedagogiek. In<br />
het verled<strong>en</strong> resulteerde die terughoud<strong>en</strong>dheid in duidelijk waarneembare<br />
verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> schol<strong>en</strong>. Er war<strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong> traditionele vernieuwingsschol<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ‘gewone schol<strong>en</strong>’. Nu er in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs steeds meer<br />
variant<strong>en</strong> van het nieuwe ler<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast, zijn de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
schol<strong>en</strong> veel minder duidelijk. Voor ouders die <strong>voor</strong> hun kind op zoek zijn<br />
naar e<strong>en</strong> ‘ouderwetse’ school met e<strong>en</strong> sterk gestructureerde, leerstofgerichte<br />
<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>tgestuurde aanpak wordt het steeds moeilijker om zo’n school te<br />
vind<strong>en</strong>. De groei<strong>en</strong>de belangstelling <strong>voor</strong> het volg<strong>en</strong> van onderwijs in België<br />
vormt daar<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> signaal. Waar de overheid in het verled<strong>en</strong> waarborg<strong>en</strong><br />
bood <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> gevarieerd aanbod aan schol<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de (lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke)<br />
richting<strong>en</strong>, zou de overheid in de huidige situatie eerder garant<br />
moet<strong>en</strong> staan <strong>voor</strong> voldo<strong>en</strong>de variëteit in pedagogisch-didactisch opzicht.<br />
4.5 Ontwikkeling<strong>en</strong> in de kwaliteit van het onderwijs<br />
De Commissie Dijsselbloem velt e<strong>en</strong> hard oordeel: de overheid heeft haar<br />
kerntaak, het zeker stell<strong>en</strong> van de kwaliteit van het onderwijs, de afgelo-<br />
NTOR 2 - juni 2008 117
p<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> ernstig verwaarloosd. Op basis van gegev<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> deelstudie<br />
van het ROA concludeert de commissie dat de kwaliteit van het onderwijs<br />
red<strong>en</strong> geeft tot zorg. Het is hier niet de plaats om in te gaan op de vraag<br />
of de feit<strong>en</strong> uit die deelstudie door de commissie op e<strong>en</strong> juiste wijze zijn<br />
geïnterpreteerd. Dat er in de sam<strong>en</strong>leving zorg<strong>en</strong> zijn over de kwaliteit<br />
van het onderwijs valt echter niet te ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
Verschill<strong>en</strong>de gezichtspunt<strong>en</strong><br />
De kwaliteit van het onderwijs kan vanuit verschill<strong>en</strong>de gezichtspunt<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> belicht. E<strong>en</strong> eerste belangrijke invalshoek op kwaliteit heeft te<br />
mak<strong>en</strong> met de kwaliteit van de input, <strong>en</strong> meer in het bijzonder de kwaliteit<br />
van de lerar<strong>en</strong>. Die staat onder druk. Bij e<strong>en</strong> tekort aan lerar<strong>en</strong> blijkt de<br />
kwantiteit het in de praktijk altijd te winn<strong>en</strong> van de kwaliteit. Het beschikbare<br />
overheidsbudget laat e<strong>en</strong> marktconforme beloning niet toe. Er is ook<br />
lange tijd veel te weinig aandacht besteed aan de inhoud <strong>en</strong> het niveau<br />
van de lerar<strong>en</strong>opleiding<strong>en</strong>. In het rapport van de Commissie Lerar<strong>en</strong> werd<br />
niet <strong>voor</strong> niets veel aandacht geschonk<strong>en</strong> aan de kwalitatieve kant van het<br />
lerar<strong>en</strong>tekort. 112<br />
E<strong>en</strong> tweede invalshoek betreft het niveau van het onderwijs. Wat verstaan<br />
we daar eig<strong>en</strong>lijk onder? Hebb<strong>en</strong> scholier<strong>en</strong> die in de bov<strong>en</strong>bouw van de<br />
havo of het vwo e<strong>en</strong> breed curriculum in term<strong>en</strong> van aantal (deel)vakk<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> gevolgd na afloop van hun opleiding e<strong>en</strong> hoger niveau dan hun<br />
<strong>voor</strong>gangers die minder vakk<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, of is de breedte t<strong>en</strong> koste gegaan<br />
van de diepgang <strong>en</strong> moet het antwoord luid<strong>en</strong> dat ze minder wet<strong>en</strong> over<br />
meer? Vanuit de afzonderlijke vakk<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> zal al snel de conclusie word<strong>en</strong><br />
getrokk<strong>en</strong> dat het niveau is gedaald. Hebb<strong>en</strong> scholier<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s hun<br />
opleiding minder theoretische k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> opgedaan maar over meer<br />
vaardighed<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> om die k<strong>en</strong>nis toe te pass<strong>en</strong> aan het eind van<br />
hun opleiding e<strong>en</strong> hoger niveau dan scholier<strong>en</strong> die over e<strong>en</strong> stevige theoretische<br />
k<strong>en</strong>nisbasis beschikk<strong>en</strong> maar die k<strong>en</strong>nis niet wet<strong>en</strong> toe te pass<strong>en</strong>?<br />
Ook op deze vraag zull<strong>en</strong> de antwoord<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>. Zonder duidelijke<br />
definitie van wat er onder niveau moet word<strong>en</strong> verstaan zijn discussies<br />
over het onderwerp al snel zinloos omdat m<strong>en</strong> het onderling niet e<strong>en</strong>s is,<br />
dan wel volkom<strong>en</strong> langs elkaar he<strong>en</strong> praat. Over kwaliteit van het onderwijs<br />
wordt heel verschill<strong>en</strong>d gedacht. De discussie over het ‘nieuwe ler<strong>en</strong>’ is<br />
onder andere zo fel omdat het impliciet ook gaat over m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong><br />
met betrekking tot dit soort vrag<strong>en</strong>. Op het landelijke beleidsniveau word<strong>en</strong><br />
hierover zeld<strong>en</strong> richtinggev<strong>en</strong>de uitsprak<strong>en</strong> gedaan.<br />
Bij e<strong>en</strong> derde invalshoek op kwaliteit wordt de schijnwerper gericht op de<br />
ontwikkeling van de deelname. Steeds meer jonger<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> steeds langer<br />
aan het onderwijs deel. Er ded<strong>en</strong> zich de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> wel <strong>en</strong>kele<br />
verschuiving<strong>en</strong> <strong>voor</strong>. In het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs was sprake van e<strong>en</strong><br />
112 Commissie Lerar<strong>en</strong> (Rinnooy Kan) (2007)<br />
118 NTOR 2 - juni 2008
polarisatieproces: er ging<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> meer leerling<strong>en</strong> naar het havo <strong>en</strong><br />
vwo, maar ook naar de laagste onderwijsniveaus, waarin extra zorg<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> in verband met leerachterstand<strong>en</strong><br />
of gedragsproblem<strong>en</strong>. Aan beide zijd<strong>en</strong> van het onderwijsspectrum groeide<br />
de deelname. Tegelijkertijd liep<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> minder vertraging op <strong>en</strong><br />
nam<strong>en</strong> ook de slaagperc<strong>en</strong>tages bij de exam<strong>en</strong>s toe. In dit verband werd<br />
vanuit het SCP al eerder gewez<strong>en</strong> op het bestaan van e<strong>en</strong> trilemma tuss<strong>en</strong><br />
drie doelstelling<strong>en</strong> die moeilijk gelijktijdig kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerealiseerd:<br />
het bevorder<strong>en</strong> van de toegankelijkheid van e<strong>en</strong> opleiding, het verhog<strong>en</strong><br />
van het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t van die opleiding <strong>en</strong> het behoud van het niveau ervan.<br />
Zowel aan de onderkant als aan de bov<strong>en</strong>kant was de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong><br />
sprake van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de toegankelijkheid in combinatie met e<strong>en</strong><br />
verhoging van het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t. Bij gelijkblijv<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong> moet<br />
dat welhaast resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> daling van het niveau 113 .<br />
Kwaliteit is ge<strong>en</strong> statisch begrip<br />
De inhoud van wat onder kwaliteit wordt verstaan beweegt mee met<br />
de eis<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> die er in de sam<strong>en</strong>leving aan het onderwijs<br />
word<strong>en</strong> gesteld. De verwachting<strong>en</strong> stapeld<strong>en</strong> zich de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> op<br />
(niet alle<strong>en</strong> meer vaardighed<strong>en</strong> naast k<strong>en</strong>nis, maar ook allerlei nieuwe<br />
opdracht<strong>en</strong> aan het onderwijs), terwijl de condities gelijk blev<strong>en</strong> (zoals de<br />
hoeveelheid onderwijstijd) of zelfs verslechterd<strong>en</strong> (tekort<strong>en</strong> in kwaliteit <strong>en</strong><br />
kwantiteit van lerar<strong>en</strong>).<br />
Als gevolg van de vernieuwing<strong>en</strong> in de tweede fase van het havo/vwo<br />
kwam<strong>en</strong> gediplomeerd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere bagage van school dan hun<br />
<strong>voor</strong>gangers, zo bleek uit de evaluatie. Door in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />
meer aandacht te sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan algem<strong>en</strong>e vaardighed<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
op dat punt beter beslag<strong>en</strong> t<strong>en</strong> ijs. Omdat de onderwijstijd gelijk bleef,<br />
kon er echter minder aandacht word<strong>en</strong> geschonk<strong>en</strong> aan k<strong>en</strong>nisoverdracht<br />
<strong>en</strong> -verwerving waardoor er op het gebied van de inhoudelijke vakk<strong>en</strong>nis<br />
tekort<strong>en</strong> ontstond<strong>en</strong>. Uit dergelijke bevinding<strong>en</strong> blijkt maar weer e<strong>en</strong>s dat<br />
verandering<strong>en</strong> in het onderwijsproces niet zonder gevolg<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />
opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> ervan. Er valt dan ook ge<strong>en</strong> strikte scheiding te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
‘het wat’ <strong>en</strong> ‘het hoe’. Dat realiseert de commissie zich overig<strong>en</strong>s ook.<br />
5. Enkele conclusies<br />
In dit artikel is ingegaan op het red<strong>en</strong>eerschema dat de commissie<br />
Dijsselbloem bij het opstell<strong>en</strong> van het rapport Tijd <strong>voor</strong> onderwijs heeft<br />
gevolgd <strong>en</strong> op de gevolg<strong>en</strong> die dat heeft gehad <strong>voor</strong> het type conclusies<br />
<strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> in het rapport. De achtergrondstudie van het Sociaal<br />
<strong>en</strong> Cultureel Planbureau bood in principe voldo<strong>en</strong>de informatie <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
113 Bronneman-Helmers (2004)<br />
NTOR 2 - juni 2008 119
alternatieve red<strong>en</strong>eerwijze. Dat laatste leidt gedeeltelijk tot andere conclusies<br />
<strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong>.<br />
Red<strong>en</strong>eerwijze gedeeltelijk bepal<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> uitkomst<strong>en</strong><br />
De commissie heeft e<strong>en</strong> gedeg<strong>en</strong> rapport uitgebracht dat over het algeme<strong>en</strong><br />
met veel instemming is begroet. De aard van de vraagstelling aan<br />
de commissie bracht met zich mee dat er <strong>voor</strong> gekoz<strong>en</strong> is om vanuit het<br />
huidige crisisgevoel rond het onderwijs terug te red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> alternatief<br />
red<strong>en</strong>eerschema, waarbij beleidsprocess<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gereconstrueerd<br />
vanuit het gezichtspunt van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die destijds de beslissing<strong>en</strong> moest<strong>en</strong><br />
nem<strong>en</strong>, zou tot ongew<strong>en</strong>ste uitkomst<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geleid. Het zou de<br />
gang van zak<strong>en</strong> rond het beleid met betrekking tot de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
vermoedelijk gedeeltelijk hebb<strong>en</strong> gelegitimeerd. De commissie<br />
wilde echter schoon schip mak<strong>en</strong>, opdat er door de politiek e<strong>en</strong> nieuwe<br />
start kan word<strong>en</strong> gemaakt.<br />
Weinig zicht op achterligg<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong><br />
In het rapport van de commissie zijn belangrijke onderwijsexterne factor<strong>en</strong>,<br />
die in de achtergrondstudie van het SCP uitvoerig aan de orde zijn<br />
gesteld, als het ware buit<strong>en</strong> haakjes geplaatst. Toch werd<strong>en</strong> vrijwel alle<br />
vernieuwingsoperaties mede ingegev<strong>en</strong> door onderwijsexterne factor<strong>en</strong><br />
of hardnekkige maatschappelijke problem<strong>en</strong>.<br />
Het dal<strong>en</strong>de kindertal leidde, in combinatie met het stijg<strong>en</strong>de opleidings<strong>en</strong><br />
ambiti<strong>en</strong>iveau van ouders tot e<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong>de teloorgang van het lager<br />
beroepsonderwijs. E<strong>en</strong> ontwikkeling waar<strong>voor</strong> de to<strong>en</strong>malige bewindslied<strong>en</strong><br />
hun og<strong>en</strong> niet kond<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>.<br />
Onderwijsexterne invloed<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal gevall<strong>en</strong> breed omarmd.<br />
Dat gold bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> het proces van individualisering <strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />
ict-revolutie. De euforie over de mogelijke toepassing<strong>en</strong> van de computer<br />
<strong>en</strong> het internet in het onderwijs heeft sterk bijgedrag<strong>en</strong> aan de gedachte<br />
dat k<strong>en</strong>nisoverdracht minder belangrijk was <strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> veel meer<br />
zelfstandig zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>. Het studiehuis is mede op deze onderwijsexterne<br />
fundering gehuisvest.<br />
De overheid schakelde in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig over op e<strong>en</strong> nieuwe bedrijfsmatige<br />
besturingsfilosofie. Ook dit heeft het onderwijs niet onberoerd<br />
gelat<strong>en</strong>. Er werd e<strong>en</strong> omslag gerealiseerd van aanbodsturing naar vraagsturing,<br />
schol<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> aangezet tot marktwerking, <strong>en</strong> kwantitatieve<br />
doelstelling<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> het beleid dominer<strong>en</strong>.<br />
Bij e<strong>en</strong> contextgerichte b<strong>en</strong>adering zou aan dergelijke onderwijsexterne<br />
factor<strong>en</strong> meer aandacht zijn geschonk<strong>en</strong>; factor<strong>en</strong> die in belangrijke mate<br />
verklar<strong>en</strong> waarom het beleidsproces is verlop<strong>en</strong>, zoals het is verlop<strong>en</strong>.<br />
Aanbeveling<strong>en</strong> vereis<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>natuurlijk gedrag<br />
In haar aanbeveling<strong>en</strong> schiet de commissie soms <strong>en</strong>igszins door. De<br />
commissie vraagt van politici (onderhandelaars, bewindslied<strong>en</strong> <strong>en</strong> parle-<br />
120 NTOR 2 - juni 2008
m<strong>en</strong>tariërs) feitelijk teg<strong>en</strong>natuurlijk gedrag. Bij e<strong>en</strong> coalitie tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong><br />
die elkaar niet vertrouw<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> regeerakkoord weinig kans van<br />
slag<strong>en</strong>. Bij het volledig volg<strong>en</strong> van het toetsingskader kunn<strong>en</strong> bewindslied<strong>en</strong><br />
hun ambities waarschijnlijk niet meer binn<strong>en</strong> één kabinetsperiode<br />
realiser<strong>en</strong>. Kamerled<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> bij incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> aandring<strong>en</strong> op maatregel<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> zich in de loop van beleidsprocess<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> committer<strong>en</strong>,<br />
zodat zij uiteindelijk wel moet<strong>en</strong> instemm<strong>en</strong> met het resultaat.<br />
Verandering<strong>en</strong> in de bestuurlijke omgeving versterk<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong><br />
De onderwijsoverleg- <strong>en</strong> adviesstructuur is in de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig ingrijp<strong>en</strong>d<br />
gewijzigd. Dat werd ingegev<strong>en</strong> door de w<strong>en</strong>s om het politieke primaat<br />
te herstell<strong>en</strong>. Het eerste paarse kabinet was van m<strong>en</strong>ing dat er aan<br />
de invloed van belang<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> paal <strong>en</strong> perk moest word<strong>en</strong> gesteld. Het<br />
overleg met de verzuilde koepelorganisaties maakte plaats <strong>voor</strong> aparte<br />
overlegg<strong>en</strong> met de verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> uit het onderwijsveld.<br />
De brancheorganisatie <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs, de VO-raad, die <strong>voor</strong>tkomt<br />
uit de organisatie van schoolleiders <strong>en</strong> het werkgeversdeel van de<br />
verschill<strong>en</strong>de bestur<strong>en</strong>organisaties, is mom<strong>en</strong>teel de belangrijkste gesprekspartner<br />
van de overheid, niet alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong> bestuurlijke aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>, maar<br />
ook <strong>voor</strong> onderwerp<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met de kwaliteit <strong>en</strong> de innovatie<br />
van het onderwijs. Doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> beroepsver<strong>en</strong>iging die de<br />
kwalitatieve aspect<strong>en</strong> van de beroepsuitoef<strong>en</strong>ing behartigt. De nieuwe overlegstructuur<br />
versterkt de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> managers <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Naar e<strong>en</strong> ander type overheidsbemoei<strong>en</strong>is met ‘het wat’ <strong>en</strong> ‘het hoe’<br />
De commissie adviseert om van overheidswege vast te legg<strong>en</strong> wat er moet<br />
word<strong>en</strong> geleerd <strong>en</strong> hoe hoog de lat daarbij moet word<strong>en</strong> gelegd. De vakinhoud<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> regelmatig teg<strong>en</strong> het licht word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> om tegemoet<br />
te kom<strong>en</strong> aan de verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> eis<strong>en</strong> vanuit de sam<strong>en</strong>leving.<br />
Op dat laatste punt lijkt de commissie niet erg consist<strong>en</strong>t. Bij elem<strong>en</strong>taire<br />
basisvaardighed<strong>en</strong> in het kerncurriculum zou het moet<strong>en</strong> gaan om duurzame<br />
vakinhoud<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> regelmatige aanpassing daarvan staat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
op gespann<strong>en</strong> voet met de door de commissie bepleite terughoud<strong>en</strong>dheid<br />
in het toedel<strong>en</strong> van nieuwe opdracht<strong>en</strong> aan het onderwijs.<br />
De m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong> over het nieuwe ler<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich niet zozeer op de<br />
verhouding tuss<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>, maar lat<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al verschill<strong>en</strong><br />
van inzicht zi<strong>en</strong> over de aard van de k<strong>en</strong>nis (theoretisch of toepassingsgericht)<br />
<strong>en</strong> het type vaardighed<strong>en</strong> (vakgebond<strong>en</strong> of vakoverstijg<strong>en</strong>d) dat op<br />
school moet word<strong>en</strong> bijgebracht. In ess<strong>en</strong>tie gaat het daarbij om de vraag<br />
wat goed onderwijs is. De overheid laat zich daar van oudsher niet over uit.<br />
In deze tijd van perman<strong>en</strong>te onderwijsinnovatie zou de overheid garant moet<strong>en</strong><br />
staan <strong>voor</strong> voldo<strong>en</strong>de pedagogisch-didactische variëteit tuss<strong>en</strong> schol<strong>en</strong>.<br />
Dé kwaliteit van het onderwijs bestaat niet<br />
De commissie velt e<strong>en</strong> hard oordeel over de kwaliteit van het onderwijs.<br />
NTOR 2 - juni 2008 121
Het zeker stell<strong>en</strong> van de kwaliteit is de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> verwaarloosd <strong>en</strong><br />
de kwaliteit van het onderwijs zelf geeft red<strong>en</strong> tot zorg. De commissie had<br />
k<strong>en</strong>nelijk behoefte aan e<strong>en</strong> stevig standpunt.<br />
De kwaliteit van het onderwijs kan vanuit verschill<strong>en</strong>de gezichtspunt<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> belicht.<br />
In de eerste plaats vanuit de kwaliteit van de input, <strong>en</strong> meer in het bijzonder<br />
de ontwikkeling van de kwaliteit van de lerar<strong>en</strong>. Op dit punt zijn er<br />
duidelijk red<strong>en</strong><strong>en</strong> tot zorg.<br />
E<strong>en</strong> tweede invalshoek betreft het niveau van het onderwijs. Wat verstaan<br />
we daar eig<strong>en</strong>lijk onder? Leidt e<strong>en</strong> breder curriculum met meer vakk<strong>en</strong><br />
tot e<strong>en</strong> hoger niveau dan e<strong>en</strong> smal curriculum, of gaat de breedte te veel<br />
t<strong>en</strong> koste van de diepgang <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> scholier<strong>en</strong> uiteindelijk minder over<br />
meer? Vergelijkbare vrag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de<br />
verhouding tuss<strong>en</strong> theoretische k<strong>en</strong>nis, toepassingsgerichte <strong>en</strong> vakoverstijg<strong>en</strong>de<br />
vaardighed<strong>en</strong>. De discussie over het nieuwe ler<strong>en</strong> gaat over<br />
dit type vrag<strong>en</strong>. Vanuit het landelijke <strong>onderwijsbeleid</strong> word<strong>en</strong> hierover<br />
zeld<strong>en</strong> richtinggev<strong>en</strong>de uitsprak<strong>en</strong> gedaan.<br />
Bij e<strong>en</strong> derde invalshoek staat de deelnameontwikkeling c<strong>en</strong>traal. Deze<br />
was de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia spectaculair. Er is in dat verband wel sprake<br />
van e<strong>en</strong> trilemma tuss<strong>en</strong> toegankelijkheid, r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> niveau. De afgelop<strong>en</strong><br />
dec<strong>en</strong>nia stond<strong>en</strong> in het tek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verhoging van de toegankelijkheid<br />
<strong>en</strong> van het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t. Het niveau heeft daar onder geled<strong>en</strong>.<br />
Dé kwaliteit van het onderwijs bestaat niet. Het oordeel erover is sterk<br />
afhankelijk van het gezichtspunt.<br />
Literatuur<br />
Bronneman-Helmers, H.M. (2004), Onderwijs. In: In het zicht van de<br />
toekomst. Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Rapport 2004. (p. 363-412). Sociaal <strong>en</strong><br />
Cultureel Planbureau, D<strong>en</strong> Haag.<br />
Bronneman-Helmers, H.M. (2008), Vijfti<strong>en</strong> jaar onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
in Nederland. E<strong>en</strong> beleidsanalytische studie t<strong>en</strong> behoeve van het parlem<strong>en</strong>tair<br />
onderzoek onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>. Tweede Kamer, vergaderjaar<br />
2007-2008, 31 007, nr.7.<br />
Bruijn, Hans de (2007), E<strong>en</strong> gemakkelijke waarheid. Waarom we niet<br />
ler<strong>en</strong> van onderzoekscommissies. <strong>Nederlands</strong>e School <strong>voor</strong> Op<strong>en</strong>baar<br />
Bestuur (NSOB), D<strong>en</strong> Haag.<br />
Commissie Rinnooy Kan (2007), LeerKracht. Advies van de Commissie<br />
Lerar<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag.<br />
Over de auteur<br />
De auteur is als s<strong>en</strong>ior onderzoeker werkzaam bij het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel<br />
Planbureau.<br />
122 NTOR 2 - juni 2008
JURISPRUDENTIE<br />
Terugvordering bekostiging omdat leerling<strong>en</strong><br />
niet “werkelijk schoolgaand” zijn.<br />
Van e<strong>en</strong> tweetal VO-schol<strong>en</strong> wordt door de<br />
staatssecretaris van OCW e<strong>en</strong> gedeelte van de<br />
bekostiging teruggevorderd omdat de schol<strong>en</strong><br />
leerling<strong>en</strong> <strong>voor</strong> bekostiging hebb<strong>en</strong> opgegev<strong>en</strong><br />
die volg<strong>en</strong>s de staatssecretaris niet meegeteld<br />
hadd<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Op basis van sam<strong>en</strong>werking<br />
met e<strong>en</strong> BVE-instelling hebb<strong>en</strong> deze leerling<strong>en</strong><br />
onderwijs op de BVE-instelling gevolgd.<br />
Volg<strong>en</strong>s de staatssecretaris zijn deze leerling<strong>en</strong><br />
niet “werkelijk schoolgaand” in de zin van artikel<br />
7 van het Bekostigingsbesluit W.V.O.. De rechtbank<br />
is van m<strong>en</strong>ing dat de staatssecretaris daarmee<br />
e<strong>en</strong> te beperkte uitleg aan artikel 7 van het<br />
Bekostigingsbesluit heeft gegev<strong>en</strong>. De bestred<strong>en</strong><br />
besluit<strong>en</strong> zijn door de rechtbank vernietigd.<br />
2006 ongegrond heeft verklaard. Bij laatstg<strong>en</strong>oemd<br />
besluit heeft verweerder de<br />
aan eiseres toegek<strong>en</strong>de rijksbijdrage <strong>voor</strong><br />
[school 1] <strong>en</strong> [school 2 ] <strong>voor</strong> de bekostigingsjar<strong>en</strong><br />
2001-2002 tot <strong>en</strong> met 2005-2006<br />
lager vastgesteld <strong>en</strong> heeft zij <strong>voor</strong>ts e<strong>en</strong><br />
bedrag van (in totaal) € 464.816,- van eiseres<br />
teruggevorderd.<br />
1.2 Het geding is behandeld ter zitting<br />
van 14 februari 2008, waar eiseres is<br />
verteg<strong>en</strong>woordigd door de heer [] <strong>en</strong> is<br />
bijgestaan door haar gemachtigde mr.<br />
J. Schutter, werkzaam als advocaat te<br />
Woerd<strong>en</strong>. Verweerder heeft zich ter zitting<br />
lat<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> door mr. [],<br />
werkzaam bij het Ministerie van OCW <strong>en</strong><br />
zijn gemachtigde mr. A.J. Boorsma, advocaat<br />
te D<strong>en</strong> Haag.<br />
2 De Feit<strong>en</strong><br />
LJN: BC8932, RECHTBANK UTRECHT<br />
Sector bestuursrecht<br />
zaaknummer: SBR 07/1584 BESLU<br />
uitspraak van de meervoudige kamer d.d.<br />
17 maart 2008<br />
inzake<br />
de stichting “[]”,<br />
tev<strong>en</strong>s handel<strong>en</strong>d onder de naam “[]”,<br />
eiseres,<br />
<strong>en</strong><br />
de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur<br />
<strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap (OCW),<br />
verweerder.<br />
1 Inleiding<br />
1.1 Eiseres heeft beroep ingesteld teg<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> tweetal besluit<strong>en</strong> van verweerder van<br />
9 mei 2007 (hierna: de bestred<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong>),<br />
waarbij verweerder het bezwaar van<br />
eiseres teg<strong>en</strong> het besluit van 11 augustus<br />
2.1 Eiseres (althans haar rechts<strong>voor</strong>ganger)<br />
vormt het bevoegde gezag van diverse<br />
schol<strong>en</strong> als bedoeld in artikel 1 van de<br />
Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO).<br />
Tot deze schol<strong>en</strong> behoort e<strong>en</strong> tweetal<br />
schol<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijs (hierna:<br />
VO-schol<strong>en</strong>), te wet<strong>en</strong> het [school 1] <strong>en</strong> het<br />
[school 2].<br />
2.2 Naar aanleiding van signal<strong>en</strong> van instellingaccountants<br />
bij de jaarrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over<br />
het jaar 2002 van e<strong>en</strong> aantal VO-schol<strong>en</strong>,<br />
heeft de Auditdi<strong>en</strong>st van het Ministerie van<br />
OCW (hierna: de Auditdi<strong>en</strong>st) onderzoek<br />
gedaan naar sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong><br />
van drie VO-schol<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal instelling<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> beroepsonderwijs <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>educatie<br />
(hierna: BVE-instelling<strong>en</strong>).<br />
Dit onderzoek heeft geleid tot besluit<strong>en</strong><br />
om de rijksbijdrag<strong>en</strong> aan deze VO-schol<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> de betrokk<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> te wijzig<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
lager vast te stell<strong>en</strong>.<br />
NTOR 2 - juni 2008 123
2.3 In het <strong>voor</strong>jaar van 2005 heeft de<br />
Auditdi<strong>en</strong>st nader onderzoek verricht naar<br />
de sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> van vier<strong>en</strong>dertig<br />
andere VO-schol<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal<br />
BVE-instelling<strong>en</strong>. Twee van deze schol<strong>en</strong><br />
zijn het [school 1] <strong>en</strong> het [school 2].<br />
2.4 In e<strong>en</strong> tweetal rapportages van 16<br />
december 2005 heeft de Auditdi<strong>en</strong>st haar<br />
bevinding<strong>en</strong> neergelegd van het onderzoek<br />
naar de sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong><br />
van het [school 1] <strong>en</strong> het [school 2] met<br />
(de rechts<strong>voor</strong>ganger van) het [] (hierna:<br />
[de BVE-instelling]).<br />
t<strong>en</strong> van het Ministerie van OCW (hierna: de<br />
Adviescommissie) mondeling toegelicht.<br />
2.9 De Adviescommissie heeft op 27 maart<br />
2007 verweerder schriftelijk geadviseerd<br />
het bezwaar van eiseres ongegrond te<br />
verklar<strong>en</strong>.<br />
2.10 Bij de bestred<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> heeft verweerder<br />
- onder verwijzing naar het advies<br />
van de Adviescommissie - het bezwaar<br />
van eiseres ongegrond verklaard.<br />
3 Standpunt<strong>en</strong> van partij<strong>en</strong><br />
2.5 Bij brief van 8 maart 2006 heeft verweerder<br />
eiseres op de hoogte gebracht<br />
van zijn <strong>voor</strong>nem<strong>en</strong> om naar aanleiding<br />
van de rapportages van de Auditdi<strong>en</strong>st<br />
van 16 december 2005 de aan eiseres<br />
toegek<strong>en</strong>de rijksbijdrage <strong>voor</strong> het [school<br />
1] <strong>en</strong> het [school 2] <strong>voor</strong> de bekostigingsjar<strong>en</strong><br />
2001-2002 tot <strong>en</strong> met 2005-2006<br />
lager vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> bedrag van<br />
(in totaal) € 763.151,- van haar terug te<br />
vorder<strong>en</strong>.<br />
2.6 Bij brief van 23 maart 2006 heeft eiseres<br />
haar zi<strong>en</strong>swijze op het <strong>voor</strong>nem<strong>en</strong> van<br />
verweerder k<strong>en</strong>baar gemaakt.<br />
2.7 Bij besluit van 24 mei 2006 heeft verweerder<br />
de aan eiseres toegek<strong>en</strong>de rijksbijdrage<br />
<strong>voor</strong> het [school 1] <strong>en</strong> het [school<br />
2] <strong>voor</strong> de bekostigingsjar<strong>en</strong> 2001-2002<br />
tot <strong>en</strong> met 2005-2006 lager vastgesteld <strong>en</strong><br />
heeft verweerder <strong>voor</strong>ts e<strong>en</strong> bedrag van<br />
(in totaal) € 464.816,- van eiseres teruggevorderd.<br />
2.8 Eiseres heeft teg<strong>en</strong> het besluit van 24<br />
mei 2006 bezwaar gemaakt <strong>en</strong> heeft dit op<br />
20 december 2006 tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> hoorzitting<br />
bij de Commissie <strong>voor</strong> de bezwaarschrif-<br />
2.11 Eiseres heeft in beroep aangevoerd,<br />
sam<strong>en</strong>gevat weergegev<strong>en</strong>, dat verweerder<br />
t<strong>en</strong> onrechte heeft aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat<br />
de betrokk<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> niet - zoals artikel<br />
7 van het Bekostigingsbesluit WVO<br />
<strong>voor</strong>schrijft - als werkelijk schoolgaand<br />
staan ingeschrev<strong>en</strong> aan het [school 1] <strong>en</strong><br />
het [school 2]. Volg<strong>en</strong>s eiseres volgt uit<br />
(e<strong>en</strong> grammaticale uitleg van) artikel 7<br />
van het Bekostigingsbesluit WVO dat alle<br />
leerling<strong>en</strong> die bij e<strong>en</strong> school als werkelijk<br />
schoolgaand staan ingeschrev<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
bekostiging in aanmerking kom<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij<br />
sprake is van meer dan e<strong>en</strong> half jaar verzuim.<br />
Alle<strong>en</strong> in dat laatste geval vervalt<br />
het recht op bekostiging. Bij ge<strong>en</strong> van<br />
de betrokk<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> is echter sprake<br />
van e<strong>en</strong> dergelijk verzuim. Ook overig<strong>en</strong>s<br />
war<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> wel degelijk<br />
schoolgaand, nu het onderwijs aan<br />
h<strong>en</strong> steeds is georganiseerd <strong>en</strong> verzorgd<br />
onder (eind)verantwoordelijkheid van<br />
eiseres. Eiseres heeft aan dit onderwijs<br />
ook inhoud gegev<strong>en</strong> door onder meer te<br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> in begeleiding van leerling<strong>en</strong>,<br />
<strong>voor</strong>tgangsgesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgangsrapportages.<br />
Aan e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel ontbrek<strong>en</strong><br />
van detacheringsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met de<br />
doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die op [de BVE-instelling] belast<br />
war<strong>en</strong> met het onderwijs kan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
124 NTOR 2 - juni 2008
niet de conclusie word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> dat<br />
het onderwijs niet onder verantwoordelijkheid<br />
van eiseres is uitgeoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />
dat daarom de leerling<strong>en</strong> niet werkelijk<br />
schoolgaand war<strong>en</strong>. Ook heeft eiseres<br />
erop gewez<strong>en</strong> dat twee doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het<br />
[school 2] in de schooljar<strong>en</strong> 2002-2003 <strong>en</strong><br />
2003-2004 zijn ingezet bij het onderwijs op<br />
[de BVE-instelling]. Voorts heeft eiseres<br />
aangevoerd dat de bestred<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> in<br />
strijd zijn met het rechtszekerheidbeginsel<br />
<strong>en</strong> het vertrouw<strong>en</strong>sbeginsel. Daartoe heeft<br />
zij gesteld dat zowel verweerder als de<br />
Onderwijsinspectie steeds op de hoogte<br />
zijn geweest van de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong><br />
eiseres <strong>en</strong> [de BVE-instelling] <strong>en</strong> de<br />
wijze waarop in dat kader het onderwijs<br />
werd vormgegev<strong>en</strong>. Inmiddels heeft het<br />
Ministerie van OCW ook allerlei regeling<strong>en</strong><br />
getroff<strong>en</strong> om de eerdere (in de visie<br />
van verweerder verbod<strong>en</strong>) sam<strong>en</strong>werking<br />
mogelijk te mak<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> slotte heeft eiseres zich op het standpunt<br />
gesteld dat het onredelijk is dat<br />
verweerder uitsluit<strong>en</strong>d heeft opgetred<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
VO-schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> BVE- instelling<strong>en</strong> waarbij<br />
e<strong>en</strong> groter bedrag dan € 100.000,- is verstrekt<br />
aan de BVE-instelling<strong>en</strong>. Voor deze<br />
ongelijke behandeling van onderwijsinstelling<strong>en</strong><br />
bestaat volg<strong>en</strong>s eiseres ge<strong>en</strong><br />
rechtvaardiging.<br />
2.12 Verweerder heeft zich, sam<strong>en</strong>gevat<br />
weergegev<strong>en</strong>, op het standpunt<br />
gesteld dat het begrip “werkelijk schoolgaand”<br />
als bedoeld in artikel 7 van het<br />
Bekostigingsbesluit WVO aldus di<strong>en</strong>t te<br />
word<strong>en</strong> uitgelegd dat de leerling<strong>en</strong> feitelijk<br />
aanwezig di<strong>en</strong><strong>en</strong> te zijn op de school<br />
die de bekostiging vraagt <strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong><br />
onderwijsprogramma di<strong>en</strong><strong>en</strong> te volg<strong>en</strong><br />
dat voldoet aan de inrichtings- <strong>en</strong> exam<strong>en</strong><strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijs.<br />
Indi<strong>en</strong> de wetgever aan artikel 7 van<br />
het Bekostigingsbesluit WVO e<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d<br />
administratieve invulling had will<strong>en</strong><br />
gev<strong>en</strong>, was er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> geweest om<br />
het begrip “op die school als werkelijk<br />
schoolgaand” in het artikel op te nem<strong>en</strong>.<br />
De door eiseres <strong>voor</strong>gestane uitleg verdraagt<br />
zich niet alle<strong>en</strong> niet met e<strong>en</strong> grammaticale<br />
interpretatie van artikel 7 van het<br />
Bekostigingsbesluit WVO, maar ev<strong>en</strong>min<br />
met de wetsgeschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> het doel van<br />
dit artikel. De ratio van de eis van e<strong>en</strong> werkelijke<br />
schoolgang is dat uitsluit<strong>en</strong>d die<br />
leerling<strong>en</strong> de hoogte van de bekostiging<br />
van e<strong>en</strong> school mede bepal<strong>en</strong>, die ook<br />
daadwerkelijk door die school e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijsprogramma krijg<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>.<br />
De betrokk<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> in de<br />
onderhavige zaak volgd<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs op e<strong>en</strong> locatie van het [school 1]<br />
of het [school 2]. Het onderwijs aan de<br />
betrokk<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> werd <strong>voor</strong>ts gegev<strong>en</strong><br />
door doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die niet in di<strong>en</strong>st war<strong>en</strong> van<br />
eiseres maar van [de BVE-instelling]. De<br />
doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> niet door eiseres maar<br />
door [de BVE-instelling] ingeroosterd. Van<br />
detachering was dan ook ge<strong>en</strong> sprake,<br />
ook al niet omdat de doorbetaling<strong>en</strong> door<br />
eiseres aan [de BVE-instelling] niet werd<strong>en</strong><br />
bepaald door het aantal ingehuurde<br />
ur<strong>en</strong>, maar door het aantal leerling<strong>en</strong> dat<br />
door eiseres <strong>voor</strong> bekostiging in aanmerking<br />
werd gebracht. Volg<strong>en</strong>s verweerder<br />
hadd<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> dan ook<br />
niet mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />
bekostiging van het [school 1] <strong>en</strong> het<br />
[school 2]. Voor eiseres had dit ook duidelijk<br />
moet<strong>en</strong> zijn, aangezi<strong>en</strong> verweerder<br />
schol<strong>en</strong> er via verscheid<strong>en</strong>e <strong>voor</strong>lichtingsbrochures<br />
uitdrukkelijk op heeft gewez<strong>en</strong><br />
dat uitbesteding van onderwijs door e<strong>en</strong><br />
VO-school aan e<strong>en</strong> BVE-instelling, waarbij<br />
de bekostiging aan laatstg<strong>en</strong>oemde wordt<br />
doorgesluisd, niet is toegestaan.<br />
NTOR 2 - juni 2008 125
Verweerder heeft erop gewez<strong>en</strong> dat er<br />
ge<strong>en</strong> sprake is geweest van e<strong>en</strong> uitdrukkelijke<br />
(mondelinge of schriftelijke) toezegging<br />
van de zijde van verweerder of<br />
de Onderwijsinspectie dat de sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong><br />
met [de BVE-instelling]<br />
<strong>voor</strong> bekostiging in aanmerking zoud<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Van strijd met het rechtszekerheidsbeginsel<br />
of het vertrouw<strong>en</strong>sbeginsel<br />
is volg<strong>en</strong>s verweerder dan ook<br />
ge<strong>en</strong> sprake. Met haar in dit kader ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
standpunt dat het Ministerie van<br />
OCW inmiddels regeling<strong>en</strong> heeft getroff<strong>en</strong><br />
om de eerder verbod<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werking<br />
alsnog mogelijk te mak<strong>en</strong> misk<strong>en</strong>t eiseres<br />
dat <strong>voor</strong> de bepaling van de hoogte<br />
van de bekostiging de <strong>voor</strong> die periode<br />
geld<strong>en</strong>de regelgeving doorslaggev<strong>en</strong>d is.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is dit standpunt ook feitelijk<br />
onjuist, aangezi<strong>en</strong> in artikel 2, tweede lid,<br />
van het Besluit Sam<strong>en</strong>werking VO-BVE is<br />
bepaald dat de sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
VO-school <strong>en</strong> e<strong>en</strong> BVE-instelling uitsluit<strong>en</strong>d<br />
tot bekostiging van de VO-school kan<br />
leid<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> de leerling per leerjaar <strong>voor</strong><br />
t<strong>en</strong> hoogste de helft van het aantal klokur<strong>en</strong><br />
per schooljaar less<strong>en</strong> of stages aan<br />
de andere school of instelling volgt.<br />
T<strong>en</strong> slotte heeft verweerder de stelling van<br />
eiseres betwist dat - door het hanter<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> drempelbedrag - sprake is van<br />
ongelijke behandeling van gelijke gevall<strong>en</strong>.<br />
Verweerder heeft erop gewez<strong>en</strong> dat<br />
bij sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> waarin in<br />
ruim vier jaar minder dan het bedrag van<br />
€ 100.000,- is overgeheveld e<strong>en</strong> nader<br />
onderzoek <strong>en</strong> terugvordering niet - <strong>en</strong> bij<br />
sam<strong>en</strong>werkingsverband<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> groter<br />
bedrag is overgeheveld wel - doelmatig<br />
moet word<strong>en</strong> geacht. Volg<strong>en</strong>s verweerder<br />
is dit e<strong>en</strong> legitiem onderscheid.<br />
4 Toepasselijk recht<br />
2.13 De rechtbank gaat bij de beoordeling<br />
uit van de regelgeving zoals deze luidde<br />
t<strong>en</strong> tijde in dit geding van belang.<br />
2.14 Artikel 96d, eerste lid, van de WVO<br />
bepaalt - <strong>voor</strong> zover hier van belang - dat<br />
het Rijk jaarlijks aan het bevoegde gezag<br />
van op<strong>en</strong>bare <strong>en</strong> bijzondere schol<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>voor</strong>tgezet onderwijs e<strong>en</strong> bekostigingsbedrag<br />
verstrekt t<strong>en</strong> behoeve van de personeels-<br />
<strong>en</strong> exploitatiekost<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk.<br />
2.15 Ingevolge artikel 84, tweede lid, aanhef<br />
<strong>en</strong> onder a, van de WVO word<strong>en</strong> - sam<strong>en</strong>gevat<br />
weergegev<strong>en</strong> - de grondslag<strong>en</strong> van<br />
de berek<strong>en</strong>ing van de formatieomvang van<br />
het in het eerste lid g<strong>en</strong>oemde personeel<br />
in elk geval gevormd door e<strong>en</strong> normatieve<br />
relatie tuss<strong>en</strong> het aantal leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
aantal personeelsled<strong>en</strong>.<br />
2.16 Artikel 7, eerste lid, van het<br />
Bekostigingsbesluit WVO - <strong>voor</strong> zover<br />
thans van belang - bepaalt dat <strong>voor</strong> de<br />
toepassing van het bepaalde bij <strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>s<br />
de WVO de leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> school<br />
word<strong>en</strong> meegeteld die op de teldatum op<br />
die school als werkelijk schoolgaand staan<br />
ingeschrev<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij zij vanaf het begin van<br />
het schooljaar tot de teldatum meer dan<br />
de helft van het aantal schooldag<strong>en</strong> zonder<br />
geldige red<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verzuimd.<br />
2.17 Artikel 8, eerste lid, van het<br />
Bekostigingsbesluit WVO bepaalt dat Onze<br />
Minister het bedrag, bedoeld in artikel 96d,<br />
eerste lid, van de WVO jaarlijks vaststelt.<br />
Het bedrag heeft betrekking op e<strong>en</strong> kal<strong>en</strong>derjaar.<br />
Ingevolge het tweede lid neemt<br />
Onze Minister bij de vaststelling van dit<br />
bedrag wat het aantal leerling<strong>en</strong> betreft in<br />
aanmerking het aantal leerling<strong>en</strong> dat op<br />
1 oktober van het jaar, <strong>voor</strong>afgaand aan<br />
126 NTOR 2 - juni 2008
het jaar waarop het in de eerste volzin<br />
bedoeld bedrag betrekking heeft, als werkelijk<br />
schoolgaand aan de school stond<br />
ingeschrev<strong>en</strong>, onverminderd artikel 7.<br />
2.18 Artikel 4:21, vierde lid, van de<br />
Algem<strong>en</strong>e wet bestuursrecht (Awb)<br />
bepaalt dat titel 4.2 (houd<strong>en</strong>de bepaling<strong>en</strong><br />
over subsidies) van overe<strong>en</strong>komstige<br />
toepassing is op de bekostiging van het<br />
onderwijs <strong>en</strong> onderzoek.<br />
2.19 Ingevolge artikel 4:49, eerste lid, van<br />
de Awb kan het bestuursorgaan de subsidievaststelling<br />
intrekk<strong>en</strong> of t<strong>en</strong> nadele van<br />
de ontvanger wijzig<strong>en</strong>:<br />
a. op grond van feit<strong>en</strong> of omstandighed<strong>en</strong><br />
waarvan het bij de subsidievaststelling<br />
redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn <strong>en</strong><br />
op grond waarvan de subsidie lager dan<br />
overe<strong>en</strong>komstig de subsidieverl<strong>en</strong>ing zou<br />
zijn vastgesteld;<br />
b. indi<strong>en</strong> de subsidievaststelling onjuist<br />
was <strong>en</strong> de subsidieontvanger dit wist of<br />
behoorde te wet<strong>en</strong>; of<br />
c. indi<strong>en</strong> de subsidieontvanger na de subsidievaststelling<br />
niet heeft voldaan aan de<br />
subsidie verbond<strong>en</strong> verplichting<strong>en</strong>.<br />
2.20 Ingevolge artikel 4:57 van de Awb<br />
- <strong>voor</strong> zover hier van belang - kunn<strong>en</strong><br />
onverschuldigd betaalde subsidiebedrag<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> teruggevorderd <strong>voor</strong> zover na<br />
de dag waarop de subsidie is vastgesteld<br />
nog ge<strong>en</strong> vijf jar<strong>en</strong> zijn verstrek<strong>en</strong>.<br />
5 Beoordeling van het geschil<br />
2.21 In dit geding di<strong>en</strong>t de rechtbank<br />
de vraag te beantwoord<strong>en</strong> of verweerder<br />
de aan eiseres toegek<strong>en</strong>de rijksbijdrage<br />
<strong>voor</strong> het [school 1] <strong>en</strong> het [school<br />
2] <strong>voor</strong> de bekostigingsjar<strong>en</strong> 2001-2002<br />
tot <strong>en</strong> met 2005-2006 terecht lager heeft<br />
vastgesteld. Hiertoe di<strong>en</strong>t in de eerste<br />
plaats de vraag te word<strong>en</strong> beantwoord op<br />
welke wijze het begrip “werkelijk schoolgaand”<br />
als bedoeld in artikel 7 van het<br />
Bekostigingsbesluit WVO di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong><br />
uitgelegd. Volg<strong>en</strong>s verweerder volgt uit dit<br />
begrip dat de leerling<strong>en</strong> feitelijk aanwezig<br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong> te zijn op de school waar zij zijn<br />
ingeschrev<strong>en</strong>, alsmede dat zij op deze<br />
school e<strong>en</strong> onderwijsprogramma di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
te volg<strong>en</strong> dat voldoet aan de inrichtings<strong>en</strong><br />
exam<strong>en</strong><strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs.<br />
2.22 Naar het oordeel van de rechtbank<br />
kan verweerder in dit betoog niet word<strong>en</strong><br />
gevolgd. Daartoe overweegt zij het volg<strong>en</strong>de.<br />
2.23 Uit de tekst van artikel 7 van het<br />
Bekostigingsbesluit WVO volgt dat <strong>voor</strong><br />
de bekostiging van e<strong>en</strong> school <strong>en</strong>kel de<br />
leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meegeteld die op<br />
de teldatum op die school als werkelijk<br />
schoolgaand staan ingeschrev<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij zij<br />
vanaf het begin van het schooljaar tot de<br />
teldatum meer dan de helft van het aantal<br />
schooldag<strong>en</strong> zonder geldige red<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
verzuimd. Uit de tekst van dit artikel<br />
kunn<strong>en</strong> met andere woord<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> andere<br />
eis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeleid dan dat (i) de leerling<strong>en</strong><br />
op de betreff<strong>en</strong>de school staan<br />
ingeschrev<strong>en</strong> als werkelijk schoolgaand<br />
<strong>en</strong> (ii) op de teldatum niet zonder geldige<br />
red<strong>en</strong> te veel schooldag<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verzuimd.<br />
Voor het betoog van verweerder<br />
dat uit artikel 7 van het Bekostigingsbesluit<br />
WVO tev<strong>en</strong>s <strong>voor</strong>tvloeit dat e<strong>en</strong> leerling<br />
onderwijs di<strong>en</strong>t te volg<strong>en</strong> op (e<strong>en</strong> locatie<br />
van) de school van inschrijving, is naar het<br />
oordeel van de rechtbank in de tekst van<br />
dit artikel ge<strong>en</strong> steun te vind<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>min<br />
ziet de rechtbank in op welke wijze uit de<br />
tekst van dit artikel zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
afgeleid dat e<strong>en</strong> leerling, om <strong>voor</strong> bekostiging<br />
in aanmerking te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
NTOR 2 - juni 2008 127
gebracht, e<strong>en</strong> onderwijsprogramma di<strong>en</strong>t<br />
te volg<strong>en</strong> dat voldoet aan de geld<strong>en</strong>de<br />
inrichtings- <strong>en</strong> exam<strong>en</strong><strong>voor</strong>schrift<strong>en</strong>.<br />
2.24 Naar het oordeel van de rechtbank<br />
is <strong>voor</strong> de door verweerder <strong>voor</strong>gestane<br />
uitleg ev<strong>en</strong>min steun te vind<strong>en</strong> in<br />
de wetsgeschied<strong>en</strong>is van artikel 7 van<br />
het Bekostigingsbesluit WVO. In de<br />
nota van toelichting bij artikel 7 van het<br />
Bekostigingsbesluit WVO wordt onder<br />
meer het volg<strong>en</strong>de opgemerkt:<br />
“(...) De telling van de leerling<strong>en</strong> is afhankelijk<br />
van het criterium “werkelijk schoolgaand”.<br />
Dit is e<strong>en</strong> vaag begrip dat problem<strong>en</strong><br />
kan oplever<strong>en</strong>. Daarom is in artikel<br />
7, ev<strong>en</strong>als in het primair onderwijs, precies<br />
omschrev<strong>en</strong> wanneer ingeschrev<strong>en</strong><br />
leerling<strong>en</strong> niet meetell<strong>en</strong>, namelijk als zij<br />
vanaf het begin van het schooljaar tot de<br />
teldatum meer dan de helft van het aantal<br />
schooldag<strong>en</strong> zonder geldige red<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
verzuimd. (...)”<br />
Uit deze toelichting volgt derhalve dat e<strong>en</strong><br />
op e<strong>en</strong> school ingeschrev<strong>en</strong> leerling <strong>voor</strong><br />
de bekostiging mag word<strong>en</strong> meegeteld,<br />
indi<strong>en</strong> hij vanaf het begin van het schooljaar<br />
tot de teldatum niet (zonder geldige<br />
red<strong>en</strong>) meer dan helft van het aantal<br />
schooldag<strong>en</strong> heeft verzuimd. Deze maximering<br />
van het toegestane schoolverzuim<br />
vormt met andere woord<strong>en</strong> de feitelijke<br />
invulling van het begrip “werkelijk schoolgaand”,<br />
<strong>en</strong> niet - zoals verweerder in de<br />
bestred<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> heeft aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> -<br />
e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>waarde naast de eis<br />
dat de leerling feitelijk aanwezig di<strong>en</strong>t te<br />
zijn op de school waar hij e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijsprogramma volgt.<br />
2.25 Uit het <strong>voor</strong>gaande volgt dat verweerder<br />
e<strong>en</strong> onjuiste toepassing heeft gegev<strong>en</strong><br />
aan artikel 7 van het Bekostigingsbesluit<br />
WVO. Meer in het algeme<strong>en</strong> overweegt<br />
de rechtbank dat ook de verschill<strong>en</strong>de<br />
door het Ministerie van OCW uitgegev<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>lichtingsbrochures (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
die van 8 oktober 2003, gepubliceerd in<br />
Gele Katern, nummer 22/23) waarin wordt<br />
betoogd dat leerling<strong>en</strong> - om <strong>voor</strong> bekostiging<br />
in aanmerking te kom<strong>en</strong> - feitelijk<br />
aanwezig di<strong>en</strong><strong>en</strong> te zijn op de school waar<br />
zij e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijsprogramma<br />
volg<strong>en</strong>, inhoudelijk niet in overe<strong>en</strong>stemming<br />
zijn met het bepaalde in artikel 7 van<br />
het Bekostigingsbesluit WVO.<br />
2.26 Nu verweerder in de bestred<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> onrechte heeft aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de<br />
betreff<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong> van het [school 2]<br />
<strong>en</strong> het [school 1] ingevolge artikel 7 van<br />
het Bekostigingsbesluit WVO slechts <strong>voor</strong><br />
bekostiging in aanmerking kom<strong>en</strong> indi<strong>en</strong><br />
zij op deze schol<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />
hebb<strong>en</strong> gevolgd, is de grondslag aan de<br />
bij de bestred<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> gehandhaafde<br />
wijziging van de aan eiseres toegek<strong>en</strong>de<br />
rijksbijdrage kom<strong>en</strong> te ontvall<strong>en</strong>. Hieruit<br />
vloeit <strong>voor</strong>t dat ook de bij de bestred<strong>en</strong><br />
besluit<strong>en</strong> gehandhaafde terugvordering<br />
e<strong>en</strong> deugdelijke grondslag ontbeert. De<br />
bestred<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s strijd<br />
met artikel 7:12 van de Awb <strong>voor</strong> vernietiging<br />
in aanmerking.<br />
2.27 Gelet op het <strong>voor</strong>gaande behoev<strong>en</strong><br />
de overige beroepsgrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> wer<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong> verdere bespreking.<br />
2.28 De rechtbank acht term<strong>en</strong> aanwezig<br />
om op grond van artikel 8:75 van de<br />
Awb verweerder te veroordel<strong>en</strong> in de<br />
proceskost<strong>en</strong> van eiseres in beroep. Deze<br />
kost<strong>en</strong> zijn met toepassing van het Besluit<br />
proceskost<strong>en</strong> bestuursrecht begroot op<br />
€ 644,- <strong>voor</strong> verle<strong>en</strong>de rechtshulp. Daarbij<br />
heeft de rechtbank in totaal twee punt<strong>en</strong><br />
toegek<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> respectievelijk het indie-<br />
128 NTOR 2 - juni 2008
n<strong>en</strong> van het beroepschrift <strong>en</strong> het verschijn<strong>en</strong><br />
ter zitting.<br />
2.29 De rechtbank beslist als volgt.<br />
in ieder geval mogelijk om e<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />
VO-school ingeschrev<strong>en</strong> leerling gedeeltelijk<br />
onderwijs te lat<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />
bve-instelling.<br />
6 Beslissing<br />
De rechtbank Utrecht:<br />
verklaart het beroep gegrond,<br />
vernietigt de bestred<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong>,<br />
bepaalt dat verweerder binn<strong>en</strong> zes wek<strong>en</strong><br />
na verz<strong>en</strong>ding van deze uitspraak e<strong>en</strong><br />
nieuw besluit neemt met inachtneming<br />
van deze uitspraak,<br />
veroordeelt verweerder in de kost<strong>en</strong> van<br />
eiseres in dit geding t<strong>en</strong> bedrage van €<br />
644,-, aan haar te voldo<strong>en</strong> door de Staat<br />
der Nederland<strong>en</strong>,<br />
bepaalt dat de Staat der Nederland<strong>en</strong><br />
het door eiseres betaalde griffierecht t<strong>en</strong><br />
bedrage van € 285,- aan haar vergoedt.<br />
2. De casus waarop de onderhavige uitspraak<br />
van de rechtbank Utrecht ziet,<br />
gaat echter over de periode vóór 1 januari<br />
2006: in dit geval bekostigingsjar<strong>en</strong><br />
2001/2002 tot <strong>en</strong> met 2005/2006. En<br />
de kernvraag van het geschil is of het<br />
vóór de invoering van artikel 25a WVO<br />
al mogelijk was om e<strong>en</strong> VO-leerling<br />
(gedeeltelijk) onderwijs op e<strong>en</strong> BVEinstelling<br />
te lat<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. Voor 1 januari<br />
2006 werkt<strong>en</strong> VO-schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> BVEinstelling<strong>en</strong><br />
namelijk ook al sam<strong>en</strong>, t<strong>en</strong><br />
behoeve van bepaalde groep<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>,<br />
omdat die schol<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />
van deze leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid voeld<strong>en</strong>. De<br />
minister formuleert deze maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid zelf zo bij<br />
de memorie van toelichting bij artikel<br />
25a WVO:<br />
Aldus vastgesteld door mr. K.J. Ve<strong>en</strong>stra<br />
als <strong>voor</strong>zitter <strong>en</strong> mr. H. Gorter <strong>en</strong> mr.<br />
G.C. van Gelein Vitringa-Bouwewijnse als<br />
led<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in het op<strong>en</strong>baar uitgesprok<strong>en</strong> op<br />
17 maart 2008.<br />
Noot:<br />
1. Met ingang van 1 januari 2006 is het<br />
huidige artikel 25a van de Wet op het<br />
Voortgezet Onderwijs (WVO) in werking<br />
getred<strong>en</strong>; “Sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong><br />
VO-schol<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> met BVEinstelling<strong>en</strong><br />
ter bevordering van doelmatig<br />
<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>d onderwijs”. Op dit<br />
artikel is het in de uitspraak g<strong>en</strong>oemde<br />
Besluit Sam<strong>en</strong>werking VO-BVE gebaseerd.<br />
Met deze regelgeving werd het<br />
“Sommige leerling<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong> het <strong>voor</strong>tgezet<br />
onderwijs (VO) zonder diploma te<br />
verlat<strong>en</strong> omdat ze moeite hebb<strong>en</strong> met<br />
de «schoolse» omgeving van het VO.<br />
Deze memorie van toelichting, die mede<br />
nam<strong>en</strong>s de Minister van Landbouw,<br />
Natuur <strong>en</strong> Voedselkwaliteit is ingedi<strong>en</strong>d,<br />
geeft aan dat de regering deze leerling<strong>en</strong><br />
zoveel mogelijk tóch e<strong>en</strong> VO-diploma wil<br />
lat<strong>en</strong> hal<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zij zoekt naar weg<strong>en</strong><br />
om dat te bereik<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> VO-diploma is<br />
belangrijk <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> optimaal functioner<strong>en</strong><br />
in de sam<strong>en</strong>leving. E<strong>en</strong> manier<br />
om uitval zonder VO- diploma te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>,<br />
is om deze leerling<strong>en</strong> «vast<br />
te houd<strong>en</strong>» in het VO <strong>en</strong> ze in staat te<br />
stell<strong>en</strong> van daaruit hun VO-opleiding af<br />
te mak<strong>en</strong> in de minder schoolse omgeving<br />
van Regionale opleiding<strong>en</strong>c<strong>en</strong>tra<br />
NTOR 2 - juni 2008 129
(ROC’s) <strong>en</strong> Agrarische opleidingsc<strong>en</strong>tra<br />
(AOC’s), – hierna sam<strong>en</strong> aangeduid als<br />
BVE-instelling<strong>en</strong> – als bedoeld in de Wet<br />
educatie <strong>en</strong> beroepsonderwijs (WEB).<br />
De leerling<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> dan VO-leerling <strong>en</strong><br />
het bevoegd gezag van de VO-school<br />
is, in sam<strong>en</strong>werking met het bevoegd<br />
gezag van de BVE-instelling, verantwoordelijk<br />
<strong>voor</strong> het VO-traject als geheel<br />
van de leerling. Met het VO-diploma op<br />
zak kunn<strong>en</strong> deze leerling<strong>en</strong> doorstrom<strong>en</strong><br />
naar vervolgonderwijs. Schol<strong>en</strong><br />
die hiermee hebb<strong>en</strong> geëxperim<strong>en</strong>teerd,<br />
lat<strong>en</strong> goede resultat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />
Dit wets<strong>voor</strong>stel biedt <strong>voor</strong>al nieuwe<br />
mogelijkhed<strong>en</strong>. Het bak<strong>en</strong>t niet heel precies<br />
de doelgroep<strong>en</strong> af waar<strong>voor</strong> deze<br />
nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. In plaats<br />
daarvan word<strong>en</strong> drie globale doel<strong>en</strong><br />
geformuleerd waarbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />
vorm<strong>en</strong> van overdracht van middel<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> uitbesteding van leerling<strong>en</strong> mogelijk<br />
is. Er ontstaat zo veel meer ruimte <strong>voor</strong><br />
maatwerk, waarbij het uitgangspunt<br />
steeds is e<strong>en</strong> hechte sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong><br />
schol<strong>en</strong> onderling of tuss<strong>en</strong> school<br />
<strong>en</strong> BVE-instelling om één of meer van<br />
de g<strong>en</strong>oemde drie doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.”<br />
3. Ondanks dat de minister c.q. staatssecretaris<br />
van OCW dus de <strong>voor</strong>del<strong>en</strong><br />
wel ziet van deze “uitbesteding” van<br />
VO-leerling<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> BVE-instelling, is<br />
de staatssecretaris van m<strong>en</strong>ing dat deze<br />
uitbesteding vóór 1 januari 2006 niet<br />
was toegestaan.<br />
4. De staatssecretaris beroept zich hiertoe<br />
op artikel 7 van het Bekostigingsbesluit<br />
WVO. Dat artikel luidde in de betreff<strong>en</strong>de<br />
periode als volgt:<br />
leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> school meegeteld die<br />
op de teldatum op die school als werkelijk<br />
schoolgaand staan ingeschrev<strong>en</strong>,<br />
t<strong>en</strong>zij zij vanaf het begin van het schooljaar<br />
tot de teldatum meer dan de helft<br />
van het aantal schooldag<strong>en</strong> zonder geldige<br />
red<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verzuimd.”<br />
5. Naar mijn m<strong>en</strong>ing komt de rechtbank tot<br />
e<strong>en</strong> zeer opmerkelijke uitleg van dit artikel.<br />
Uit de tekst <strong>en</strong> de wetsgeschied<strong>en</strong>is<br />
van dit artikel volgt volg<strong>en</strong>s de rechtbank<br />
dat e<strong>en</strong> leerling mag word<strong>en</strong> meegeteld<br />
<strong>voor</strong> de bekostiging indi<strong>en</strong> hij op<br />
de school staat ingeschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> vanaf<br />
het begin van het schooljaar tot de teldatum<br />
niet zonder geldige red<strong>en</strong> meer<br />
dan de helft van het aantal schooldag<strong>en</strong><br />
heeft verzuimd. De maximering van het<br />
toegestane schoolverzuim vormt dus de<br />
feitelijke invulling van het begrip “werkelijk<br />
schoolgaand” <strong>en</strong> er kan volg<strong>en</strong>s<br />
de rechtbank niet de <strong>voor</strong>waarde in<br />
gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de leerling feitelijk<br />
aanwezig di<strong>en</strong>t te zijn op de school waar<br />
hij e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijsprogramma<br />
volgt.<br />
6. Dit lijkt mij ge<strong>en</strong> logische interpretatie.<br />
De bedoeling moet wel zijn dat de leerling<br />
onderwijs di<strong>en</strong>t te volg<strong>en</strong> op (e<strong>en</strong><br />
locatie van) de school waar de leerling is<br />
ingeschrev<strong>en</strong>. Immers, waarom precies<br />
aangev<strong>en</strong> hoeveel dag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leerling<br />
mag verzuim<strong>en</strong>, als het op zich niet de<br />
bedoeling is dat de leerling, de dag<strong>en</strong><br />
dat er school is <strong>en</strong> hij niet verzuimt,<br />
ook feitelijk op school aanwezig is?<br />
“Werkelijk schoolgaand” betek<strong>en</strong>t naar<br />
mijn m<strong>en</strong>ing dat de leerling werkelijk<br />
naar school gaat. Maar misschi<strong>en</strong> is<br />
deze interpretatie wat al te simpel.<br />
“Voor de toepassing van het bepaalde<br />
bij <strong>en</strong> kracht<strong>en</strong>s de WVO word<strong>en</strong> de<br />
7. Het betoog van de schol<strong>en</strong>, inhoud<strong>en</strong>de<br />
dat de leerling<strong>en</strong> wel degelijk school-<br />
130 NTOR 2 - juni 2008
gaand war<strong>en</strong> nu het onderwijs steeds<br />
aan h<strong>en</strong> is georganiseerd <strong>en</strong> verzorgd<br />
onder eindverantwoordelijkheid van de<br />
VO-schol<strong>en</strong> vormt naar mijn m<strong>en</strong>ing<br />
e<strong>en</strong> sterkere argum<strong>en</strong>tatie. Zeker indi<strong>en</strong><br />
de betreff<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderwijsprogramma<br />
volg<strong>en</strong> dat moet leid<strong>en</strong><br />
tot het behal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> VO-diploma.<br />
Hoewel de leerling<strong>en</strong> (gedeeltelijk) les<br />
hebb<strong>en</strong> gehad van doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
BVE-instelling, kunn<strong>en</strong> zij naar mijn<br />
m<strong>en</strong>ing in dat geval wel degelijk als<br />
schoolgaand op de VO-school aangemerkt<br />
word<strong>en</strong>. De school is immers<br />
vrij – binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> die de wet stelt<br />
– om het onderwijs te organiser<strong>en</strong> naar<br />
haar didactische inzicht<strong>en</strong>.<br />
ook om te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> heldere definitie<br />
van lestijd. Naar mijn m<strong>en</strong>ing zoud<strong>en</strong><br />
met duidelijke, concrete definities in de<br />
regelgeving e<strong>en</strong> hoop geschill<strong>en</strong> over<br />
de bekostiging van het onderwijs <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
mr. M.R.A. Dekker, advocaat bij Brussee<br />
Lindeboom advocat<strong>en</strong>.<br />
8. De grond<strong>en</strong> van deze beslissing van<br />
de rechtbank zull<strong>en</strong> in hoger beroep dus<br />
wellicht niet in stand kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Het<br />
zou naar mijn m<strong>en</strong>ing echter terecht zijn<br />
wanneer de beslissing van de rechtbank<br />
in stand zou blijv<strong>en</strong>. De schol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> goede oplossing gevond<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
moeilijke groep<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>, dat heeft<br />
uiteindelijk ook de wetgever erk<strong>en</strong>t. Het<br />
probleem zit hem dan ook eerder in<br />
vage regelgeving dan in onjuist handel<strong>en</strong><br />
van schoolbestur<strong>en</strong>. Had er ge<strong>en</strong><br />
duidelijkere definitie van de te bekostig<strong>en</strong><br />
leerling<strong>en</strong> in het Bekostigingsbesluit<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?<br />
9. Bij veel zak<strong>en</strong> de laatste jar<strong>en</strong>, waarbij<br />
de minister van OCW overging tot<br />
terugvordering van de bekostiging,<br />
bleek het debat hoofdzakelijk te gaan<br />
om definities van kernbegripp<strong>en</strong>. Dat<br />
zal nu ook weer gebeur<strong>en</strong> bij de zak<strong>en</strong><br />
die over de onderwijstijd gaan; het is<br />
lang niet altijd duidelijk welke activiteit<strong>en</strong><br />
onder het begrip lestijd vall<strong>en</strong>. De<br />
Commissie Dijsselbloem adviseert dan<br />
NTOR 2 - juni 2008 131
132 NTOR 2 - juni 2008
BOEKBESPREKING<br />
Sjak Rutt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> eindeloze haastklus. E<strong>en</strong><br />
halve eeuw gelijkekans<strong>en</strong>beleid in het<br />
Amerikaanse onderwijs. SARDES, Utrecht,<br />
2004.<br />
Waar blijft de strijd teg<strong>en</strong> segregatie<br />
<strong>en</strong> kans<strong>en</strong>ongelijkheid?<br />
Amerikaans <strong>voor</strong> onderwijspolitici.<br />
Schaf je de rass<strong>en</strong>wett<strong>en</strong> af, neemt de<br />
segregatie juist toe. Die historische teleurstelling<br />
uit de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> is het<br />
‘Leitmotiv’ van e<strong>en</strong> al weer vier jaar geled<strong>en</strong><br />
versch<strong>en</strong><strong>en</strong> rapport van Sjak Rutt<strong>en</strong>.<br />
‘E<strong>en</strong> eindeloze haastklus’ luidt de hoofdtitel<br />
van deze SARDES-uitgave met de<br />
ondertitel: ‘e<strong>en</strong> halve eeuw gelijke kans<strong>en</strong>beleid<br />
in het Amerikaanse onderwijs’.<br />
In dit rapport kiest Rutt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> inmiddels<br />
ingeslet<strong>en</strong> routine: kijk naar Amerika<br />
<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zie zo, wat bij ons straks te gebeur<strong>en</strong><br />
staat. Zo ingeslet<strong>en</strong> als die opzet mag<br />
zijn, of de <strong>voor</strong>spelling ook past, dat hangt<br />
nog. Ons kleine landje aan de zee spiegelt<br />
zich wel graag aan het ‘nieuwe’ werelddeel<br />
ver weg , maar het vergeet te graag zijn<br />
dóór <strong>en</strong> dóór Europese karakter. Daarover<br />
verderop meer. Eerst Rutt<strong>en</strong>s verhaal.<br />
Sjak Rutt<strong>en</strong> pakt de zaak grondig aan.<br />
Vijftig jaar na de veroordeling in 1954<br />
door het Amerikaanse Hooggerechtshof<br />
van de to<strong>en</strong> nog wettelijk vastgelegde<br />
rass<strong>en</strong>segregatie, pakt hij zijn thema op.<br />
De conclusie is bitter: er zijn nu liefst meer<br />
zwarte schol<strong>en</strong> dan destijds <strong>en</strong> de segregatie<br />
groeit nog door. E<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d waar<strong>voor</strong><br />
je overig<strong>en</strong>s niet per se de oceaan over<br />
hoeft, wat dacht je van Engeland? E<strong>en</strong><br />
tr<strong>en</strong>d die <strong>voor</strong>al het gevolg is van de ‘witte<br />
vlucht’ der kansrijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus (hou dat ev<strong>en</strong><br />
vast) van hun drijfver<strong>en</strong> of motiev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
van de beschikbaarheid van vluchtweg<strong>en</strong>.<br />
Dat is overig<strong>en</strong>s niet Rutt<strong>en</strong>s’ vraag.<br />
Hij maakt de overstap naar het bredere<br />
thema van de strijd teg<strong>en</strong> wat sociolog<strong>en</strong><br />
betitel<strong>en</strong> als ‘de reproductie van sociale<br />
ongelijkheid’. Daarmee steekt hij door<br />
naar de inmiddels ook in Nederland algeme<strong>en</strong><br />
geaccepteerde visie dat de sociaaleconomische<br />
kans<strong>en</strong>ongelijkheid van groter<br />
belang is dan de etnische ongelijkheid:<br />
de eerste omvat in grote lijn<strong>en</strong> de tweede.<br />
Niet de theoretische onderbouwing van dit<br />
d<strong>en</strong>kmodel heeft Rutt<strong>en</strong>s grootste belangstelling,<br />
wel de gevolg<strong>en</strong> ervan <strong>voor</strong> het<br />
beleid. Comp<strong>en</strong>satie-onderwijs (<strong>voor</strong>namelijk<br />
<strong>voor</strong>schools) <strong>en</strong> effectiviteitsverbetering<br />
van schol<strong>en</strong> zijn daarbij de elem<strong>en</strong>taire<br />
beleidscategorieën. Het effect<br />
ervan is aanmerkelijk lager dan ooit werd<br />
gehoopt, zo concludeert hij (daarbij de<br />
kritische vraag op<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>d of het wel echt<br />
systematisch is geprobeerd).<br />
E<strong>en</strong> beetje in de lucht hangt vervolg<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> hoofdstuk over de bekostiging <strong>en</strong><br />
dat kun je Rutt<strong>en</strong> nauwelijks verwijt<strong>en</strong>:<br />
de V.S. zijn op dat punt ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heidsstaat<br />
<strong>en</strong> je moet teg<strong>en</strong>woordig compleet<br />
van discipline verander<strong>en</strong> (van sociologie<br />
naar economie) wil je zicht krijg<strong>en</strong> op wat<br />
in dat opzicht uit de V.S. te ler<strong>en</strong> valt.<br />
Die economische eindconclusie luidt: ‘De<br />
cost gaet <strong>voor</strong> de baet uyt’. Wat e<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>leving investeert in haar volg<strong>en</strong>de<br />
g<strong>en</strong>eratie is zeker zo lon<strong>en</strong>d als nog meer<br />
asfalt. Maar ook dat is niet wat Rutt<strong>en</strong> zelf<br />
concludeert; hij wijst <strong>voor</strong>al op het moeizame<br />
Amerikaanse politieke debat rond<br />
prestatiebeloning van schol<strong>en</strong>.<br />
Daarmee is de link snel gelegd naar vouchers<br />
<strong>en</strong> charterschools: maatregel<strong>en</strong> die<br />
de oplossing zoek<strong>en</strong> in vergroting van<br />
keuzevrijheid <strong>en</strong> daarmee hun fundering<br />
zoek<strong>en</strong> in het vertrouw<strong>en</strong> dat concurr<strong>en</strong>tie<br />
resulteert in kwaliteitsverbetering. E<strong>en</strong><br />
marktfilosofie die we in Nederland <strong>voor</strong>al<br />
NTOR 2 - juni 2008 133
k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> uit de zorg <strong>en</strong> uit del<strong>en</strong> van het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer: niet per se e<strong>en</strong> successtory.<br />
En dat concludeert Rutt<strong>en</strong> dus ook<br />
<strong>voor</strong> het <strong>onderwijsbeleid</strong> in de VS.<br />
Daarmee zijn we toe aan zijn laatste invalshoek:<br />
de huidige nadruk op schoolkwaliteit<br />
door het stell<strong>en</strong> van prestati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>d systeem van accountability.<br />
Dat beleid vloeit <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong>t uit<br />
de ‘No Child Left Behind Act’ van Bush<br />
<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>t schol<strong>en</strong> af op hun ‘Adequate<br />
Yearly Progress’ die door verplichte toetsing<br />
wordt gecontroleerd. E<strong>en</strong> beleidsvariant<br />
waarop we niet per se jaloers hoev<strong>en</strong><br />
te zijn, ook al niet gezi<strong>en</strong> de uitblijv<strong>en</strong>de<br />
kwaliteitswinst, zo demonstreert Rutt<strong>en</strong><br />
tot slot.<br />
Voor wie wil wet<strong>en</strong> wat <strong>voor</strong> nieuws er<br />
is uit het wilde West<strong>en</strong>, is Sjak Rutt<strong>en</strong>s<br />
overzicht e<strong>en</strong> goed toegankelijke must.<br />
Maar valt er ook echt lering uit te trekk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> w<strong>en</strong>kt er perspectief? Rutt<strong>en</strong> zelf lijkt<br />
teg<strong>en</strong> het einde van zijn overzicht eerder<br />
afgemat <strong>en</strong> verliest zich in de bewieroking<br />
van onze financiële gelijkstelling (de gelijkstelling<br />
van de zuil<strong>en</strong> rond 1920) <strong>en</strong> onze<br />
vrijheid van schoolkeuze. Dus toch maar<br />
de markt?<br />
Ik had het niet erg gevond<strong>en</strong> als de auteur<br />
hier pas halverwege zijn boek was geweest<br />
<strong>en</strong> harder geprobeerd had om lering te<br />
trekk<strong>en</strong>. Alle ingrediënt<strong>en</strong> zijn dan immers<br />
de revue gepasseerd die sam<strong>en</strong> het beeld<br />
kunn<strong>en</strong> completer<strong>en</strong> van onze eig<strong>en</strong>, uitermate<br />
Europese kans<strong>en</strong>ongelijkheid. Lat<strong>en</strong><br />
we die ontbrek<strong>en</strong>de schets maar e<strong>en</strong>s in<br />
abstracto uittek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Ook zonder helemaal terug te gaan naar<br />
de Franse Revolutie is toch <strong>en</strong>ig historisch<br />
perspectief gew<strong>en</strong>st op het diepgewortelde<br />
stand<strong>en</strong>karakter van onze Europese<br />
sam<strong>en</strong>leving. Id<strong>en</strong>burgs oude leerboek<br />
over het <strong>Nederlands</strong>e onderwijsbestel<br />
heeft daarvan de aandacht te veel afgeleid.<br />
Onder zijn invloed lijkt de verzuiling<br />
historisch het belangrijkste ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t uit<br />
onze onderwijsgeschied<strong>en</strong>is, waarbij t<strong>en</strong><br />
onrechte de indruk is gewekt dat die verzuiling<br />
<strong>voor</strong>al winst was <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> prijs had.<br />
Maar je kunt (misschi<strong>en</strong> moet) die verzuiling<br />
ook zi<strong>en</strong> als de pijnlijke <strong>en</strong> in term<strong>en</strong><br />
van kans<strong>en</strong>gelijkheid hoogst belemmer<strong>en</strong>de<br />
consequ<strong>en</strong>tie van de gebrekkige<br />
culturele e<strong>en</strong>heid in dit land. E<strong>en</strong> nationaal<br />
compromis <strong>voor</strong> regionaal totaal verschill<strong>en</strong>de<br />
rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong>. Zo tek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> traditioneel<br />
anti-klerikale katholieke schoolbestuurders<br />
in V<strong>en</strong>lo bezwaar aan teg<strong>en</strong><br />
die, bijna e<strong>en</strong> eeuw geled<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>s wettelijk<br />
mogelijk gemaakte inm<strong>en</strong>ging van de<br />
pastoor op hun eig<strong>en</strong>, tot dan toe officieel<br />
op<strong>en</strong>bare - <strong>en</strong> tegelijk (Limburg!) praktisch<br />
vanzelfsprek<strong>en</strong>d katholieke - schol<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
landelijk compromis dus, die verzuiling,<br />
met plaatselijk onzinnige uitwerking<strong>en</strong>.<br />
Maar dat was niet de belangrijkste prijs die<br />
werd betaald.<br />
Wat Id<strong>en</strong>burg <strong>en</strong> vel<strong>en</strong> in zijn navolging<br />
verwaarloosd<strong>en</strong>, was de ingebouwde<br />
teloorgang van het to<strong>en</strong> door liberal<strong>en</strong><br />
én socialist<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> ideaal van de<br />
E<strong>en</strong>heidsschool: e<strong>en</strong> school die eindelijk<br />
e<strong>en</strong> einde had moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
aan de sociale klasseverschill<strong>en</strong> in het<br />
lager onderwijs. E<strong>en</strong> ideaal waarvan<br />
<strong>Nederlands</strong>e parlem<strong>en</strong>tariërs to<strong>en</strong> net zo<br />
droomd<strong>en</strong> als Duitse collega’s in Berlijn.<br />
Kans<strong>en</strong>ongelijkheid was e<strong>en</strong> hot topic dat<br />
in de <strong>Nederlands</strong>e verzuiling t<strong>en</strong> onder<br />
ging. Met de verzuiling werd eig<strong>en</strong>lijk<br />
de strijd teg<strong>en</strong> klasse-ongelijkheid in het<br />
onderwijs ondergeschikt gemaakt aan de<br />
‘Vrijheid van Inrichting’ in elke afzonderlijke<br />
zuil.<br />
Binn<strong>en</strong> elk van die zuil<strong>en</strong> is de segregatie<br />
<strong>en</strong> de kans<strong>en</strong>ongelijkheid sindsdi<strong>en</strong><br />
134 NTOR 2 - juni 2008
nooit weg geweest maar ook nooit drastisch<br />
bestred<strong>en</strong>. Wie in Duitse studies<br />
leest hoe door de Amerikaanse bevrijders<br />
het gelijke-kans<strong>en</strong> ideaal werd gepusht<br />
in de na-oorlogse <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
democratische Duitse grondwet, die krijgt<br />
geleidelijk aan feeling <strong>voor</strong> de wez<strong>en</strong>svreemdheid<br />
van dat ideaal in de West-<br />
Europese (onderwijs)traditie. Wild<strong>en</strong> wij<br />
wel e<strong>en</strong> meritocratisch bestel? To<strong>en</strong> Van<br />
Calcar in zijn eig<strong>en</strong> hoofdstuk in Van Heeks<br />
‘Verborg<strong>en</strong> Tal<strong>en</strong>t’ (1965) flink misbaar<br />
maakte over het ineffectieve leerplan <strong>en</strong><br />
de gebrekkige didactiek van volksschol<strong>en</strong><br />
in Enschede, maakte e<strong>en</strong> collega in datzelfde<br />
boek de lezer er minzaam op att<strong>en</strong>t,<br />
dat (nog?) lang niet alle lagere schol<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
leerplan hadd<strong>en</strong> dat op doorstroming was<br />
gericht naar HBS of gym (<strong>en</strong> dat is vandaag<br />
nog net zo). De to<strong>en</strong> door Van Heek afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
doorstroomtoets<strong>en</strong> bij 12-jarig<strong>en</strong><br />
kond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele tal<strong>en</strong>treserve niet<br />
e<strong>en</strong>s met<strong>en</strong>, omdat zij de meeste arbeiderskinder<strong>en</strong><br />
wel als abacadabra móest<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>: zij werd<strong>en</strong> nu getoetst op<br />
iets wat zij op hun school nooit hadd<strong>en</strong><br />
gehad! Overig<strong>en</strong>s door academici die in<br />
de ‘opleidingsschol<strong>en</strong>’ van hun eig<strong>en</strong><br />
sociale klasse ge<strong>en</strong> beeld kreg<strong>en</strong> van wat<br />
elders gebod<strong>en</strong> werd aan de rest (<strong>en</strong> ook<br />
dat is – dunkt mij - hoogst actueel).<br />
In de vervolg<strong>en</strong>s politiek overe<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong><br />
terughoud<strong>en</strong>de opstelling van de overheid<br />
teg<strong>en</strong>over de ‘Vrijheid van Inrichting’<br />
zag Van Kem<strong>en</strong>ade later zeer terecht e<strong>en</strong><br />
verzaking van het overheidstoezicht op de<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s wettelijk gegarandeerde ‘deugdelijkheid‘<br />
van het onderwijs (in zijn og<strong>en</strong><br />
was de kans<strong>en</strong>ongelijkheid het ultieme<br />
bewijs <strong>voor</strong> ondeugdelijkheid; m<strong>en</strong> volge<br />
in die geest het huidige PISA-debat in<br />
Duitsland <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>). ‘Gelijke kans<strong>en</strong>’<br />
kon zo eig<strong>en</strong>lijk t<strong>en</strong> principale ge<strong>en</strong><br />
beleidsitem word<strong>en</strong> als consequ<strong>en</strong>tie van<br />
onze verzuiling. Misschi<strong>en</strong> met uitzondering<br />
van e<strong>en</strong> korte (door heel andere<br />
overweging<strong>en</strong> ingegev<strong>en</strong>) opleving na het<br />
Katholieke Mandem<strong>en</strong>t in 1954 (<strong>en</strong> in aanzet<br />
niet te verget<strong>en</strong> de nooit inhoudelijk<br />
doorgevoerde ‘Contour<strong>en</strong>nota’ uit 1975)<br />
is het ideaal van de gelijke kans<strong>en</strong> in<br />
de verschill<strong>en</strong>de zuil<strong>en</strong> hooguit e<strong>en</strong> zaak<br />
geweest van bevlog<strong>en</strong> (socialistische of<br />
vrij-liberale) onderwijzers, maar niet van<br />
e<strong>en</strong> stevig gegrondvest beleidsprogramma<br />
contra stand<strong>en</strong>onderwijs.<br />
Hoe staat het er nu <strong>voor</strong>, met ónze strijd<br />
teg<strong>en</strong> segregatie <strong>en</strong> kans<strong>en</strong>ongelijkheid?<br />
Naar mijn m<strong>en</strong>ing niet best. In ess<strong>en</strong>tie kijk<strong>en</strong><br />
de beleidsmakers (landelijk én lokaal)<br />
met lede og<strong>en</strong> toe, hoe zich allerlei autonome<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> voltrekk<strong>en</strong> zoals de<br />
<strong>voor</strong>tgaande segregatie tuss<strong>en</strong> de maatschappelijke<br />
bov<strong>en</strong>laag <strong>en</strong> de rest. Die<br />
bov<strong>en</strong>laag waant (of misschi<strong>en</strong> weet) haar<br />
kinder<strong>en</strong> in kwaliteitsnood door <strong>en</strong>erzijds<br />
haar ervaring met de mondiale concurr<strong>en</strong>tie<br />
om topprestaties <strong>en</strong> anderzijds hun<br />
verleg<strong>en</strong>heid met e<strong>en</strong> onderwijsbestel dat<br />
grot<strong>en</strong>deels met de rug naar die harde<br />
mondialisering staat. Als dan al niet de<br />
kwaliteit <strong>voor</strong> all<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gegarandeerd,<br />
dan toch in ieder geval die <strong>voor</strong><br />
het eig<strong>en</strong> grut <strong>en</strong> dus grijpt de elite de<br />
haar gebod<strong>en</strong> kans<strong>en</strong>. Die word<strong>en</strong> volop<br />
gebod<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> historisch nog te<br />
begrijp<strong>en</strong> context van vrije schoolkeuze<br />
waarin de verzuiling-zonder-godsdi<strong>en</strong>st<br />
verregaand is verword<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> tegelijk<br />
pragmatisch particulier bestuurd én overheidsgefinancierd<br />
bestel. Inspel<strong>en</strong> op de<br />
vraag van die elite (d<strong>en</strong>k aan de Leonardoschol<strong>en</strong>)<br />
is in die nieuwe verzuiling heel<br />
wat meer tr<strong>en</strong>dy dan de hopeloze strijd<br />
aangaan <strong>voor</strong> kwaliteitsverbetering van<br />
de oude (veelal verzwarte) volksschol<strong>en</strong>.<br />
En dus wordt kwalitatief onderwijs e<strong>en</strong><br />
schaars goed waar<strong>voor</strong> particulier moet<br />
NTOR 2 - juni 2008 135
word<strong>en</strong> bijbetaald net als <strong>voor</strong> het gebruik<br />
van de snelweg tijd<strong>en</strong>s de spits of <strong>voor</strong> de<br />
ouder<strong>en</strong>zorg-plus. Er is wel marktwerking<br />
maar die blijft in hoofdzaak beperkt tot het<br />
afrom<strong>en</strong> van de sociaal geprivilegieerde<br />
tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong>markt.<br />
Intuss<strong>en</strong> groeit in e<strong>en</strong> stille onderlinge concurr<strong>en</strong>tieslag<br />
van steeds verder fuser<strong>en</strong>de<br />
schoolbestur<strong>en</strong> de distantie tuss<strong>en</strong> moderne<br />
governors <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> afzonderlijke<br />
schoolteams. Het eertijds vermaledijde<br />
‘Zoetermeer’ wordt inmiddels gepersonificeerd<br />
door de eig<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>schoolse managers<br />
met hun ondoorzichtige lumpsum.<br />
Schol<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met vere<strong>en</strong>de kracht aangemoedigd<br />
om zich pedagogisch te profiler<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> te invester<strong>en</strong> in hun ‘eig<strong>en</strong>heid’ op<br />
e<strong>en</strong> manier die h<strong>en</strong> zelf het zicht ontneemt<br />
op de platte sam<strong>en</strong>hang van die id<strong>en</strong>titeit<br />
met de sociale klasse die zij (locatie- <strong>en</strong><br />
historiebepaald ‘toevallig’) bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het<br />
is dezelfde winkelprofilering die Albert<br />
Heijn toepast naar koopkracht van de wijk.<br />
De supergrote schoolbestur<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
ieder met hun brede schol<strong>en</strong>spectrum e<strong>en</strong><br />
hele range van marktsegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />
zich hoed<strong>en</strong> om daarbinn<strong>en</strong> <strong>voor</strong>rang te<br />
gev<strong>en</strong> aan de schol<strong>en</strong> die het laagste segm<strong>en</strong>t<br />
bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>, hetzij de bov<strong>en</strong>laag-metkinder<strong>en</strong><br />
is hun stad al uit gevlucht.<br />
‘Probleemeig<strong>en</strong>aar’ van de kans<strong>en</strong>ongelijkheid<br />
is vandaag eig<strong>en</strong>lijk alle<strong>en</strong> nog<br />
de machteloos toezi<strong>en</strong>de wethouder die<br />
zijn aandacht moet richt<strong>en</strong> op wat er allemaal<br />
af- <strong>en</strong> uitvalt van de onderwijswag<strong>en</strong><br />
wanneer schol<strong>en</strong> hun kwaliteit alle<strong>en</strong><br />
nog afmet<strong>en</strong> aan wat ze met hun beste<br />
leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong><br />
daadkrachtig pact met die wethouder ontbreekt<br />
het bij de schoolbestuurders aan de<br />
instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die het bedreigde (regionale<br />
of stedelijke) algeme<strong>en</strong> belang hadd<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> gelijkschakel<strong>en</strong> met het particuliere<br />
PR-belang van hun individuele schol<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> feitelijk machteloze midd<strong>en</strong>klasse<br />
regeert zo e<strong>en</strong> onderwijsbestel waarop de<br />
politiek al ev<strong>en</strong>zeer de greep kwijt is. In<br />
de dunne ideal<strong>en</strong> van instrom<strong>en</strong>de MBOers<br />
in het lerar<strong>en</strong>beroep past het oude<br />
socialistische <strong>en</strong> vrij-liberale gedachtegoed<br />
rond gelijke kans<strong>en</strong> ook al niet best.<br />
Succesvol kans<strong>en</strong>beleid vraagt juist om<br />
e<strong>en</strong> opschaling van het doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>beroep,<br />
maar de arbeidsmarkt zuigt het pot<strong>en</strong>tieel<br />
daar<strong>voor</strong> weg uit het onderwijs (<strong>en</strong> uit de<br />
rest van de publieke sector).<br />
Twee nieuwe beleidsmotiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> gelijke<br />
kans<strong>en</strong> do<strong>en</strong> intuss<strong>en</strong> hun intree. Dat is in<br />
de mondiale concurr<strong>en</strong>tieslag tuss<strong>en</strong> economisch<br />
min of meer zelfstandige regio’s,<br />
allereerst de <strong>en</strong>orm oplop<strong>en</strong>de prijs van<br />
lokaal onontplooid tal<strong>en</strong>t, niet alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
de betrokk<strong>en</strong> kansarm<strong>en</strong> zelf maar ook<br />
<strong>voor</strong> de wel kansrijk<strong>en</strong> in diezelfde economische<br />
regio. De stad of regio die het<br />
geschoolde kader niet heeft, trekt ook<br />
ge<strong>en</strong> economische activiteit aan <strong>en</strong> loopt<br />
zo de welvaart <strong>voor</strong> all<strong>en</strong> mis. En niet<br />
minder belangrijk: het <strong>en</strong>orme veiligheidsrisico<br />
dat uitgaat van e<strong>en</strong> <strong>voor</strong> grote groep<strong>en</strong><br />
kansarm<strong>en</strong> direct zichtbaar, hoogst<br />
onrechtvaardig bestel. Die onrechtvaardigheid<br />
ondergraaft de sociale cohesie <strong>en</strong><br />
legt de bodem <strong>voor</strong> destabiliser<strong>en</strong>d (<strong>voor</strong>alsnog<br />
klein) rechts, wit dan wel gekleurd.<br />
Misschi<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> die twee pressiefactor<strong>en</strong><br />
op d<strong>en</strong> duur zwaarder dan de oude solidariteit<br />
<strong>en</strong> het oude idealisme. Dat schept<br />
dan toch nog <strong>en</strong>ig uitzicht <strong>voor</strong> Rutt<strong>en</strong>s<br />
‘eindeloze haastklus’.<br />
Paul Jungbluth<br />
136 NTOR 2 - juni 2008
Stand van wetgeving<br />
Wijziging van de Wet overige OCW subsidies<br />
<strong>en</strong> de Wet Invoering <strong>en</strong> financiering<br />
Wet werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> naar arbeidsvermog<strong>en</strong><br />
i.v.m. de overgang van de verantwoordelijkheid<br />
<strong>voor</strong> onderwijs<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> jonger<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> handicap<br />
(Kamerstukk<strong>en</strong> 2007-2008, 31.383, 11 maart<br />
2008)<br />
Dit wets<strong>voor</strong>stel beoogt de verantwoordelijkheid<br />
<strong>voor</strong> de verstrekking van onderwijs<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
die noodzakelijk zijn in verband met e<strong>en</strong> handicap,<br />
over te hevel<strong>en</strong> van het ministerie van SZW<br />
naar het ministerie van OCW.<br />
Deze <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nu nog verstrekt<br />
op grond van artikel 2.17 van de<br />
Wet Invoering <strong>en</strong> financiering Wet werk<br />
<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> naar arbeidsvermog<strong>en</strong> (Wet<br />
IWIA). Het gaat <strong>voor</strong>namelijk om materiële<br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, die de leerling/deelnemer/<br />
stud<strong>en</strong>t met e<strong>en</strong> handicap in staat moet<strong>en</strong><br />
stell<strong>en</strong> deel te nem<strong>en</strong> aan het reguliere<br />
onderwijs, van basis- tot wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
onderwijs. Daarnaast gaat het om bepaalde<br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> leerling<strong>en</strong> van het<br />
speciaal onderwijs, nl. <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> om<br />
huiswerk te mak<strong>en</strong>. De overige <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
in het (<strong>voor</strong>tgezet) speciaal onderwijs<br />
werd<strong>en</strong> al op grond van OCW-regelgeving<br />
verstrekt. Er word<strong>en</strong> drie categorieën <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
onderscheid<strong>en</strong>:<br />
• intermediaire <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>voor</strong> leerling<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> auditieve handicap;<br />
• vervoers<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>;<br />
• me<strong>en</strong>eembare <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zoals bij<strong>voor</strong>beeld<br />
e<strong>en</strong> aangepaste computer of<br />
aangepast schoolmeubilair.<br />
In de memorie van toelichting gaat staatssecretaris<br />
Dijksma (OCW) onder andere<br />
in op:<br />
• de nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling;<br />
• de reikwijdte van de <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die<br />
overgaan van de SZW-regeling naar<br />
OCW;<br />
• de wettelijke regeling;<br />
• financiële gevolg<strong>en</strong>;<br />
• handhaafbaarheid <strong>en</strong> uitvoerbaarheid.<br />
Wijziging van onder meer de Wet op<br />
het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs ter modernisering,<br />
vere<strong>en</strong>voudiging <strong>en</strong> beperking<br />
van de wettelijke regels over de<br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>planning bij schol<strong>en</strong> (<br />
Kamerstukk<strong>en</strong> 2007-2008, 31.310, 13<br />
maart 2008)<br />
Met dit wets<strong>voor</strong>stel wordt uitvoering gegev<strong>en</strong><br />
aan e<strong>en</strong> al langer lev<strong>en</strong>de w<strong>en</strong>s om de planningssytematiek<br />
in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs te<br />
vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong>, te moderniser<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aantal<br />
regels te beperk<strong>en</strong>. Het wets<strong>voor</strong>stel is besprok<strong>en</strong><br />
in NTOR 1-2008.<br />
Tijd<strong>en</strong>s de behandeling in de Tweede<br />
Kamer op 13 maart j.l. zijn e<strong>en</strong> aantal am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
ingedi<strong>en</strong>d. De meest ingrijp<strong>en</strong>de<br />
was die waarbij in eerste instantie instemmingsrecht<br />
van de geme<strong>en</strong>te werd verlangd<br />
op de gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> Regionaal<br />
Plan Onderwijs<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (RPO). E<strong>en</strong><br />
compromis leidde tot op overe<strong>en</strong>stemming<br />
gericht overleg met de geme<strong>en</strong>te<br />
over e<strong>en</strong> RPO. Het <strong>voor</strong>stel om toch ge<strong>en</strong><br />
instroom op e<strong>en</strong> tijdelijke nev<strong>en</strong>vestiging<br />
toe te staan, sneuvelde. Wel werd e<strong>en</strong><br />
am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t aanvaard waarbij naast de<br />
60% leerling<strong>en</strong>norm ook e<strong>en</strong> norm van<br />
65% van de bestur<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> RPO gaat<br />
geld<strong>en</strong>. De havo-afdeling is terug met e<strong>en</strong><br />
stichtingsnorm van 130 leerling<strong>en</strong>. Het<br />
wetsontwerp ligt nu ter behandeling <strong>voor</strong><br />
in de Eerste Kamer.<br />
E<strong>en</strong> staatsrechtelijk novum mag g<strong>en</strong>oemd<br />
word<strong>en</strong> dat op aandring<strong>en</strong> van de Kamer<br />
NTOR 2 - juni 2008 137
e<strong>en</strong> ministeriële regeling wordt <strong>voor</strong>gehang<strong>en</strong>,<br />
zodat de Kamer er nog gedur<strong>en</strong>de<br />
vier wek<strong>en</strong> op kan reager<strong>en</strong>.<br />
Overzicht was-wordt tabel schol<strong>en</strong>planning<br />
<strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />
Omschrijving belangrijkste wijziging<strong>en</strong><br />
van de Wet <strong>voor</strong>tgezet onderwijs (31.310)<br />
Was<br />
Wordt<br />
1 Stichting Minister mocht afwijk<strong>en</strong><br />
van stichtingsnorm<br />
<strong>voor</strong> alle onderwijsrichting<strong>en</strong>.<br />
Ruimte minister om van<br />
stichtingsnorm af te wijk<strong>en</strong> is<br />
beperkt tot op<strong>en</strong>baar onderwijs.<br />
Kamer bespreekt Plan<br />
van schol<strong>en</strong> (PVS) <strong>voor</strong><br />
1 oktober.<br />
Plan van schol<strong>en</strong> (PVS) vervalt.<br />
Individuele beschikking<br />
naar schoolbestuur na<br />
1 oktober.<br />
Individuele beschikking naar<br />
schoolbestuur vóór 1 mei.<br />
2 Omzetting onderwijssoort.<br />
Moest altijd word<strong>en</strong><br />
aangevraagd.<br />
Hoeft alle<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> aangevraagd<br />
bij omzetting van<br />
op<strong>en</strong>baar naar bijzonder<br />
onderwijs.<br />
3 Verplaatsing, nieuwe<br />
nev<strong>en</strong>vestiging, vboafdeling<br />
e.d. op basis<br />
regionale sam<strong>en</strong>werking<br />
Was <strong>voor</strong> vbo <strong>en</strong><br />
mavo <strong>voor</strong>namelijk<br />
overgelat<strong>en</strong> aan regionale<br />
sam<strong>en</strong>werking,<br />
met marginale toets<br />
minister (Regionale<br />
Arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>; RA’s).<br />
Wordt <strong>voor</strong> alle schol<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>namelijk overgelat<strong>en</strong><br />
aan regionale sam<strong>en</strong>werking,<br />
met marginale toets<br />
minister (Regionale Plann<strong>en</strong><br />
Onderwijs<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>;<br />
RPO’s)<br />
Was vrijwel geheel<br />
geregeld in complexe<br />
beleidsregel.<br />
Hoofdzak<strong>en</strong> geregeld in de<br />
wet, details in ministeriële<br />
regeling.<br />
138 NTOR 2 - juni 2008
4 Rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> regionale afsprak<strong>en</strong><br />
Regionale Arrangem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
(RA’s).<br />
Regionale Plann<strong>en</strong><br />
Onderwijs<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
(RPO’s).<br />
Regio: regio <strong>voor</strong> RA<br />
werd overgelat<strong>en</strong><br />
aan sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de<br />
bestur<strong>en</strong> (in de praktijk<br />
meestal één of meer<br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />
Regio: geme<strong>en</strong>te(n), waarvan<br />
60% leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> 65% bestur<strong>en</strong><br />
per geme<strong>en</strong>te.<br />
Rol geme<strong>en</strong>te: instemmingsrecht<br />
gevolg<strong>en</strong><br />
huisvesting.<br />
Rol geme<strong>en</strong>te: Op Overe<strong>en</strong>stemming<br />
Gericht Overleg<br />
over concept-RPO.<br />
5 Hindermacht<br />
van schol<strong>en</strong> die niet<br />
deelnem<strong>en</strong> aan regionale<br />
afsprak<strong>en</strong><br />
Bezwaar van nietdeelnem<strong>en</strong>de<br />
school<br />
moest word<strong>en</strong> gehonoreerd<br />
als ze meer<br />
dan 10% of meer<br />
leerling<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong><br />
per schoolsoort of<br />
vbo-afdeling.<br />
Bezwaar wordt gehonoreerd<br />
bij 10% of meer leerlingverlies<br />
per vestiging (minder<br />
dan <strong>voor</strong>he<strong>en</strong>).<br />
6 Adviesinstanties Minister vroeg advies<br />
over aanvrag<strong>en</strong> bij<br />
provincies <strong>en</strong> organisaties<br />
<strong>voor</strong> bestuur <strong>en</strong><br />
managem<strong>en</strong>t.<br />
Advies wordt overbodig door<br />
meer e<strong>en</strong>duidigheid in regels<br />
<strong>en</strong> beperking van discretionaire<br />
bevoegdheid (zie 1.).<br />
7 Gymnasium, lyceum,<br />
ath<strong>en</strong>eum<br />
War<strong>en</strong> aparte schoolsoort<strong>en</strong>.<br />
Word<strong>en</strong> allemaal <strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d<br />
wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
onderwijs. Daarbinn<strong>en</strong> kan<br />
de school e<strong>en</strong> ath<strong>en</strong>eum- <strong>en</strong><br />
gymnasiumstroom aanbied<strong>en</strong>.<br />
8 Stichtingsnorm Vereist aantal leerling<strong>en</strong><br />
per leerjaar<br />
verschilde per schoolsoort.<br />
Eén stichtingsnorm van<br />
65 leerling<strong>en</strong> per leerjaar<br />
<strong>voor</strong> alle schoolsoort<strong>en</strong>.<br />
Uitzondering is de norm <strong>voor</strong><br />
het praktijkonderwijs.<br />
NTOR 2 - juni 2008 139
9 Intersectorale programma’s<br />
War<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> op aanvraag<br />
mogelijk binn<strong>en</strong><br />
regionale sam<strong>en</strong>werking<br />
als voldaan werd<br />
aan rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong><br />
beleidsregel<br />
Word<strong>en</strong> zonder aanvraag<br />
mogelijk als voldaan wordt<br />
aan rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> of<br />
kracht<strong>en</strong>s algem<strong>en</strong>e maatregel<br />
van bestuur.<br />
10 Dislocatie Was bedoeld <strong>voor</strong><br />
tijdelijke huisvesting<br />
binn<strong>en</strong> 3 km van de<br />
hoofdvestiging.<br />
Wordt op aanvraag ‘tijdelijke’<br />
nev<strong>en</strong>vestiging (binn<strong>en</strong><br />
3 km van hoofdvestiging)<br />
of ‘gewone’ nev<strong>en</strong>vestiging<br />
(verder dan 3 km. van hoofdvestiging).<br />
Door vele afwijking<strong>en</strong><br />
was wettelijke status<br />
onhelder.<br />
Krijgt duidelijke wettelijke<br />
status.<br />
Leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
geteld op hoofdvestiging<br />
(niet op dislocatie).<br />
Leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geteld<br />
op elke vestiging ook de<br />
‘tijdelijke’<br />
11 Algeme<strong>en</strong> uitgangspunt<br />
overgangsrecht<br />
Lic<strong>en</strong>ties per vestiging.<br />
Huidige lic<strong>en</strong>ties per vestiging.<br />
Verplaatsing van lic<strong>en</strong>tie<br />
van nev<strong>en</strong>vestiging<br />
naar hoofdvestiging<br />
toegestaan.<br />
Verplaatsing van lic<strong>en</strong>tie van<br />
nev<strong>en</strong>vestiging naar hoofdvestiging<br />
niet toegestaan<br />
buit<strong>en</strong> RPO.<br />
Wijziging van de Wet educatie <strong>en</strong><br />
beroepsonderwijs inzake colleges<br />
van bestuur <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van toezicht.<br />
Brief staatssecretaris over keuzevrijheid<br />
<strong>voor</strong> bve-instelling<strong>en</strong> bij inrichting<br />
interne toezicht ( Kamerstuk 2007-2008,<br />
30.599, 26 maart 2008)<br />
zich af wat de minister kon do<strong>en</strong> in geval sprake<br />
zou zijn van ernstig tekortschiet<strong>en</strong> van rad<strong>en</strong> van<br />
toezicht van MBO instelling<strong>en</strong>. Hij di<strong>en</strong>de daartoe<br />
e<strong>en</strong> am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t in. Dit am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t beoogde<br />
vast te legg<strong>en</strong> dat de minister de raad van toezicht<br />
kan he<strong>en</strong>z<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, als deze zijn toezi<strong>en</strong>de<br />
taak zeer onvoldo<strong>en</strong>de waarmaakt.<br />
Het wets<strong>voor</strong>stel <strong>en</strong> de brief van de staatssecretaris<br />
zijn laatstelijk besprok<strong>en</strong> in NTOR 4-2007 <strong>en</strong><br />
1-2008. Op 26 maart j.l. heeft de Kamer gedebatteerd<br />
over het wets<strong>voor</strong>stel. Het lid Depla vroeg<br />
Enquêterecht in het MBO<br />
Tijd<strong>en</strong>s het debat toonde de staatssecretaris<br />
begrip door welke zorg dit am<strong>en</strong>-<br />
140 NTOR 2 - juni 2008
dem<strong>en</strong>t werd ingegev<strong>en</strong>. Het gaat om<br />
de vraag wat we kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> als het<br />
interne toezicht faalt. In de og<strong>en</strong> van de<br />
bewindsvrouwe bood het am<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<br />
echter niet het juiste antwoord op die<br />
vraag. Om die red<strong>en</strong> stelde zij dan ook e<strong>en</strong><br />
alternatief <strong>voor</strong>. De staatssecretaris zal in<br />
de kom<strong>en</strong>de maand<strong>en</strong> overleg voer<strong>en</strong> met<br />
betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> over de mogelijkheid<br />
van de introductie van het <strong>en</strong>quêterecht<br />
<strong>voor</strong> belanghebb<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> in <strong>en</strong> om<br />
de instelling. In de zorgsector bestaat het<br />
<strong>en</strong>quêterecht <strong>voor</strong> bepaalde belanghebb<strong>en</strong>de<br />
partij<strong>en</strong> al. Als de situatie zich <strong>voor</strong>doet<br />
dat e<strong>en</strong> raad van toezicht zodanig<br />
tekort schiet in de controler<strong>en</strong>de taak dat<br />
dit het functioner<strong>en</strong> van de organisatie<br />
<strong>en</strong> de belang<strong>en</strong> van cliënt<strong>en</strong>, personeel of<br />
ander<strong>en</strong> ernstig of langdurig schaadt, dan<br />
kunn<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> gebruik<br />
mak<strong>en</strong> van het <strong>en</strong>quêterecht. Zij kunn<strong>en</strong> de<br />
Ondernemingskamer van het Gerechtshof<br />
in Amsterdam vrag<strong>en</strong> om onderzoek te<br />
do<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> uit het onderzoek blijkt dat<br />
er sprake is van wanbeleid, dan kan de<br />
Ondernemingskamer <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> treff<strong>en</strong><br />
die op basis van het onderzoek nodig<br />
word<strong>en</strong> geacht. M<strong>en</strong> kan hierbij onder<br />
andere d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan het schors<strong>en</strong>/vernietig<strong>en</strong><br />
van besluit<strong>en</strong> van organ<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
de rechtspersoon, het schors<strong>en</strong>/ ontslaan<br />
van bestuurders of toezichthouders, of het<br />
tijdelijk aanstell<strong>en</strong> van bestuurders of toezichthouders.<br />
Op basis van de ervaring<strong>en</strong><br />
met het <strong>en</strong>quêterecht in de zorgsector zal<br />
de staatssecretaris gesprekk<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> met<br />
de g<strong>en</strong>oemde partij<strong>en</strong>. Naar aanleiding van<br />
deze gesprekk<strong>en</strong> over de mogelijkhed<strong>en</strong><br />
waarop het <strong>en</strong>quêterecht in de bve-sector<br />
toegepast zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zal zij de<br />
Kamer vóór het zomerreces informer<strong>en</strong>.<br />
Aldus werd beslot<strong>en</strong>.<br />
De eerste wettelijke verankering van de<br />
scheiding van bestuur <strong>en</strong> intern toezicht op<br />
basis van goed bestuur in het onderwijs is<br />
daarmee e<strong>en</strong> feit, wat de Tweede Kamer<br />
betreft. Met het <strong>voor</strong>stel ‘Wijziging van de<br />
Wet educatie <strong>en</strong> beroepsonderwijs inzake<br />
colleges van bestuur <strong>en</strong> rad<strong>en</strong> van toezicht’<br />
kom<strong>en</strong> er nieuwe bestuurlijke verhouding<strong>en</strong><br />
bij instelling<strong>en</strong> in de BVE-sector.<br />
De te introducer<strong>en</strong> regeling bevat bepaling<strong>en</strong><br />
over e<strong>en</strong> branchecode <strong>voor</strong> goed<br />
bestuur, e<strong>en</strong> college van bestuur, e<strong>en</strong> raad<br />
van toezicht <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestuursreglem<strong>en</strong>t.<br />
Nieuw t<strong>en</strong> opzichte van het oorspronkelijk<br />
ingedi<strong>en</strong>de wets<strong>voor</strong>stel is dat bij<br />
wijze van afwijking van het Raad van toezichtmodel,<br />
ook e<strong>en</strong> functionele scheiding<br />
tuss<strong>en</strong> bestuur <strong>en</strong> toezicht kan word<strong>en</strong><br />
aangebracht binn<strong>en</strong> het bestuur van de<br />
rechtspersoon waarvan de instelling uitgaat<br />
(one-tiermodel, zie NTOR 1-2008).<br />
Het gewijzigd <strong>voor</strong>stel van wet is inmiddels<br />
aangebod<strong>en</strong> aan de Eerste Kamer<br />
(30.599, A).<br />
Wijziging van de Leerplichtwet 1969<br />
met betrekking tot criteria <strong>voor</strong> schol<strong>en</strong><br />
als bedoeld in artikel 1, onderdeel<br />
b, subonderdeel 3, van die wet; Brief<br />
staatssecretaris met haar beleids<strong>voor</strong>nem<strong>en</strong>s<br />
t.a.v. particulier onderwijs <strong>en</strong><br />
thuisonderwijs (Kamerstuk 2007-2008,<br />
30.652, nr. 16, d.d. 2 april 2008)<br />
In deze brief pres<strong>en</strong>teert staatssecretaris Dijksma<br />
(OCW) haar beleidsconclusie naar aanleiding<br />
van het onderzoek naar particulier onderwijs<br />
(Kamerstuk 30652, nr. 15). Verder pres<strong>en</strong>teert zij<br />
haar beleids<strong>voor</strong>nem<strong>en</strong>s <strong>voor</strong> het thuisonderwijs.<br />
Particulier onderwijs<br />
Het onderzoek naar particuliere B3 schol<strong>en</strong><br />
is gestart naar aanleiding van de behandeling<br />
van het wets<strong>voor</strong>stel tot wijziging van<br />
de Leerplichtwet 1969 dat op 27 maart 2007<br />
plaatsvond (zie ook Tweede Kamer, verga-<br />
NTOR 2 - juni 2008 141
derjaar 2006–2007, 30 652, nr. 14). Tijd<strong>en</strong>s<br />
dit debat is door de Kamer gevraagd naar<br />
de ontwikkeling<strong>en</strong> in het particulier primair<br />
<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tgezet onderwijs, in het bijzonder<br />
naar de motiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> schoolkeuze van<br />
ouders <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>, de rol die problem<strong>en</strong><br />
op e<strong>en</strong> reguliere school hierbij spel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de hoogte van de ouderbijdrage.<br />
Uit het onderzoek blijkt dat <strong>voor</strong>al de volg<strong>en</strong>de<br />
motiev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij ouders<br />
om te kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het particulier onderwijs:<br />
1. De wijze van ler<strong>en</strong> of lesgev<strong>en</strong><br />
2. De visie op de ontwikkeling van kinder<strong>en</strong><br />
3. Meer persoonlijke begeleiding<br />
4. De manier waarop particuliere schol<strong>en</strong><br />
met opvoedkundige vraagstukk<strong>en</strong><br />
omgaan.<br />
Uit het feit dat de door ouders g<strong>en</strong>oemde<br />
motiev<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> met de onderzoeksresultat<strong>en</strong><br />
uit 2005 leidt de staatssecretaris<br />
af dat zich <strong>voor</strong> wat betreft de<br />
keuzemotiev<strong>en</strong> van ouders weinig ontwikkeling<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>do<strong>en</strong>. De keuze is vaak<br />
gericht op de behoeft<strong>en</strong> van het individuele<br />
kind naar meer persoonlijke aandacht<br />
<strong>en</strong> begeleiding.<br />
E<strong>en</strong> van de onderzoeksvrag<strong>en</strong> heeft<br />
betrekking op de handhaving van de<br />
Leerplichtwet. Aan ouders is de vraag<br />
<strong>voor</strong>gelegd wat zij overweg<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> als<br />
de school waar hun kind onderwijs volgt<br />
negatief wordt beoordeeld door de inspectie.<br />
De helft van de bevraagde ouders geeft<br />
aan in dat geval te overweg<strong>en</strong> hun kind<br />
ingeschrev<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> op de betreff<strong>en</strong>de<br />
school. Als ouders in de bov<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong><br />
situatie er daadwerkelijk <strong>voor</strong> kiez<strong>en</strong> hun<br />
kind ingeschrev<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> op de betreff<strong>en</strong>de<br />
school dan handel<strong>en</strong> zij in strijd<br />
met de Leerplichtwet <strong>en</strong> pleg<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong><br />
strafbaar feit.<br />
De bevinding<strong>en</strong> in het rapport gev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
aanleiding tot nieuw beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />
van particuliere schol<strong>en</strong>, aldus de staatssecretaris.<br />
De onderwijskwaliteit binn<strong>en</strong> het<br />
particulier onderwijs is met de wijziging<br />
van de Leerplichtwet <strong>en</strong> het toezicht van<br />
de inspectie voldo<strong>en</strong>de gewaarborgd. In<br />
2010 wordt e<strong>en</strong> vergelijkbaar onderzoek<br />
uit gevoerd.<br />
Thuisonderwijs<br />
In de vorige kabinetsperiode is door de<br />
to<strong>en</strong>malige minister van OCW wetgeving<br />
aangekondigd met betrekking tot het thuisonderwijs.<br />
Het thuisonderwijs betreft het<br />
onderwijs aan kinder<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> school<br />
bezoek<strong>en</strong>, omdat zij zijn vrijgesteld van<br />
de leerplicht op grond van e<strong>en</strong> richtingsbezwaar.<br />
Tijd<strong>en</strong>s de behandeling van het<br />
Wets<strong>voor</strong>stel Particulier Onderwijs heeft<br />
de staatssecretaris aangegev<strong>en</strong> dat zij zich<br />
over de noodzaak <strong>en</strong> proportionaliteit van<br />
wetgeving inzake het thuisonderwijs nader<br />
wil berad<strong>en</strong>. De staatssecretaris schrijft<br />
dan ook aan de Kamer;<br />
“Om e<strong>en</strong> goede afweging te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
is het van belang om e<strong>en</strong> beter beeld te<br />
krijg<strong>en</strong> van de situatie in het <strong>Nederlands</strong>e<br />
thuisonderwijs. Ik zal daarom e<strong>en</strong> onderzoek<br />
lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> naar de wijze waarop<br />
in Nederland invulling wordt gegev<strong>en</strong> aan<br />
het thuisonderwijs. Behalve de kwaliteit<br />
van het onderwijs zal daarbij onderzocht<br />
word<strong>en</strong> in hoeverre er sprake is van situaties<br />
waarbij kinder<strong>en</strong> die op grond van<br />
e<strong>en</strong> richtingsbezwaar zijn vrijgesteld van<br />
de leerplicht helemaal ge<strong>en</strong> onderwijs ontvang<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast zal word<strong>en</strong> onderzocht<br />
in hoeverre alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> wetgeving<br />
haalbaar zijn. “<br />
Het onderzoek wordt na de zomervakantie<br />
2008 opgeleverd, waarna de bewindsvrouwe<br />
haar conclusies zal formuler<strong>en</strong>.<br />
142 NTOR 2 - juni 2008
Kinderopvang; Brief staatssecretaris<br />
met stand van zak<strong>en</strong> van maatregel<strong>en</strong><br />
in het plan van aanpak ‘Wachtlijst<strong>en</strong><br />
buit<strong>en</strong>schoolse opvang’ (Kamerstuk<br />
2007-2008, 31.322, nr.15 d.d. 2 april<br />
2008)<br />
Instelling van e<strong>en</strong> College <strong>voor</strong> exam<strong>en</strong>s,<br />
alsmede houd<strong>en</strong>de wijziging van<br />
de Wet op het onderwijstoezicht <strong>en</strong> de<br />
Wet op het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs (Wet<br />
College <strong>voor</strong> exam<strong>en</strong>s) Kamerstukk<strong>en</strong><br />
2007-2008, 31.411, 10 april 2008)<br />
Als gevolg van de sterke to<strong>en</strong>ame van de vraag<br />
naar kinderopvang nu de basisschol<strong>en</strong> verplicht<br />
zijn om <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> naschoolse opvang te organiser<strong>en</strong>,<br />
tred<strong>en</strong> wachtlijst<strong>en</strong> op. Met name als<br />
gevolg van ontbrek<strong>en</strong>de accomodaties <strong>voor</strong> de<br />
kinderopvang.<br />
In deze brief gaat de staatssecretaris hier<br />
nader op in aan de hand van de volg<strong>en</strong>de<br />
onderwerp<strong>en</strong> resp. te treff<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong>.<br />
Stimulering van snelle capaciteitsuitbreiding;<br />
deze regeling <strong>voor</strong>ziet in e<strong>en</strong> subsidie<br />
<strong>voor</strong> de buit<strong>en</strong>schoolse opvang om tot<br />
snelle capaciteitsuitbreiding te kom<strong>en</strong>.<br />
Het k<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong> ondersteuning<br />
van capaciteitsuitbreiding wordt e<strong>en</strong> tijdelijke<br />
organisatie die belast wordt met het<br />
adviser<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> van kinderopvanginstelling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> schol<strong>en</strong>.<br />
Er moet duidelijkheid kom<strong>en</strong> met betrekking<br />
tot de e<strong>en</strong>duidige rolverdeling <strong>en</strong><br />
verantwoordelijkhed<strong>en</strong> met name rond<br />
de huisvesting van de kinderopvang nu er<br />
e<strong>en</strong> beroep gedaan wordt op de geme<strong>en</strong>te<br />
die strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> daar<strong>voor</strong> niet meer<br />
<strong>voor</strong> verantwoordelijk is;<br />
De Universiteit van Tilburg is gevraagd<br />
advies uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> inzake de artikel<strong>en</strong><br />
107 <strong>en</strong> 108 Wpo inzake huisvesting onderwijs<br />
<strong>en</strong> opvang;<br />
Betere b<strong>en</strong>utting van onderbezetting op<br />
wo<strong>en</strong>sdag <strong>en</strong> vrijdag <strong>en</strong> het invoer<strong>en</strong> van<br />
2500 combifuncties in het kader van de<br />
Impuls Brede school t<strong>en</strong> behoeve van<br />
sport <strong>en</strong> cultuur.<br />
Dit wets<strong>voor</strong>stel beoogt externe verzelfstandiging<br />
van het di<strong>en</strong>stonderdeel de<br />
C<strong>en</strong>trale exam<strong>en</strong>commissie vaststelling opgav<strong>en</strong><br />
(CEVO) van het Ministerie van OCW, de<br />
Staatsexam<strong>en</strong>commissie <strong>voor</strong>tgezet onderwijs<br />
<strong>en</strong> de Staatsexam<strong>en</strong>commissie <strong>Nederlands</strong><br />
als tweede taal. Hiertoe wordt e<strong>en</strong> zelfstandig<br />
bestuursorgaan (zbo) ingesteld dat die tak<strong>en</strong> gaat<br />
uitvoer<strong>en</strong>: het College <strong>voor</strong> exam<strong>en</strong>s.<br />
Besluit tot wijziging van het<br />
Uitvoeringsbesluit WEB in verband<br />
met onder meer het vervall<strong>en</strong> van<br />
informatiebepaling<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot wijziging<br />
van het Besluit regionale meld- <strong>en</strong><br />
coördinatiefunctie <strong>voor</strong>tijdig schoolverlat<strong>en</strong><br />
in verband met onder meer<br />
de uitvoering van de kwalificatieplicht<br />
(Kamerstuk 2007-2008, 31.432, nr. 2<br />
d.d. 15 april 2008)<br />
Met deze brief start de staatssecretaris de <strong>voor</strong>hang<br />
procedure tot wijziging van e<strong>en</strong> tweetal<br />
AMvB’s in het kader van de Wet educatie <strong>en</strong><br />
beroepsonderwijs.<br />
In dit besluit word<strong>en</strong> twee algem<strong>en</strong>e maatregel<strong>en</strong><br />
van bestuur gewijzigd:<br />
1. het Uitvoeringsbesluit WEB (hierna:<br />
UWEB), <strong>en</strong><br />
2. het Besluit regionale meld- <strong>en</strong> coördinatiefunctie<br />
<strong>voor</strong>tijdig schoolverlat<strong>en</strong><br />
(hierna: Besluit RMC VSV). De wijziging<strong>en</strong><br />
zijn uit e<strong>en</strong> oogpunt van wetgevingseconomie<br />
in één besluit opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
1. Wijziging<strong>en</strong> in het UWEB<br />
In de eerste plaats wordt het UWEB aan-<br />
NTOR 2 - juni 2008 143
gepast naar aanleiding van de inwerkingtreding<br />
van <strong>en</strong>kele onderdel<strong>en</strong> van<br />
artikel IV van de Wet van 6 december<br />
2001 tot wijziging van <strong>en</strong>kele onderwijswett<strong>en</strong><br />
in verband met de invoering<br />
van persoonsgebond<strong>en</strong> nummers in het<br />
onderwijs (Stb. 2001, 681);<br />
2. Wijziging<strong>en</strong> in het Besluit RMC VSV<br />
Het Besluit RMC VSV wordt op twee<br />
punt<strong>en</strong> gewijzigd, namelijk op het gebied<br />
van het vaststell<strong>en</strong> van de regio’s van de<br />
contactgeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het gebied van<br />
de verdeling van de specifieke uitkering<br />
over RMC-regio’s.<br />
144 NTOR 2 - juni 2008
Varia<br />
Wijziging Besluit Bekostiging WEC<br />
Op 12 maart 2008 is het Besluit Bekostiging<br />
WEC ( Staatsblad 2008 nr. 89) versch<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Het besluit geeft nadere uitvoering aan<br />
de wijziging van de Wet op de expertisec<strong>en</strong>tra<br />
die besprok<strong>en</strong> is in NTOR 2-2007<br />
<strong>en</strong> 3-2007. Met deze wet word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
knelpunt<strong>en</strong> in de WEC wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
wordt de landelijke commissie toezicht<br />
indicatiestelling opgehev<strong>en</strong>.<br />
H.M.D.<br />
H.N.<br />
NTOR 2 - juni 2008 145
146 NTOR 2 - juni 2008
Informatief<br />
Tijd <strong>voor</strong> onderwijs<br />
In de vorige aflevering van deze<br />
rubriek kon de (to<strong>en</strong> zeer rec<strong>en</strong>te)<br />
verschijning in januari 2008 van het<br />
kritische rapport over de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
‘Tijd <strong>voor</strong> onderwijs’<br />
van de ‘Tijdelijke Commissie Parlem<strong>en</strong>tair<br />
Onderzoek Onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>’,<br />
kortweg de commissie<br />
Dijsselbloem, kort word<strong>en</strong> vermeld. E<strong>en</strong><br />
ware stortvloed van verwijzing<strong>en</strong> naar<br />
‘Dijsselbloem’ door politici werd daarna<br />
ons deel. ‘Dijsselbloem’ fungeerde ook<br />
<strong>voor</strong> heel andere doeleind<strong>en</strong> dan waar<strong>voor</strong><br />
het rapport geschrev<strong>en</strong> was. Op 16<br />
<strong>en</strong> 17 april werd officieel over het rapport<br />
door de Tweede Kamer e<strong>en</strong> debat gevoerd<br />
met de commissie. CDA, CU <strong>en</strong> SGP reageerd<strong>en</strong><br />
in eerste instantie kritisch op het<br />
rapport. Zij sprak<strong>en</strong> de vrees uit dat - als<br />
de regering alle adviez<strong>en</strong> overneemt - de<br />
overheid zich vergaand gaat bemoei<strong>en</strong><br />
met de inhoud van het onderwijs. Tijd<strong>en</strong>s<br />
de tweede dag van het debat verklaarde<br />
Dijsselbloem dat schol<strong>en</strong> wat zijn commissie<br />
betreft de vrijheid houd<strong>en</strong> het onderwijs<br />
in te kleur<strong>en</strong> zoals ze dat will<strong>en</strong>. Wel<br />
houdt de commissie vast aan zijn advies<br />
om het aantal leerdoel<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong>,<br />
maar wel concreter te mak<strong>en</strong>: van ‘veel<br />
<strong>en</strong> gedetailleerd’, zoals vroeger, via ‘weinig<br />
<strong>en</strong> vaag’ zoals teg<strong>en</strong>woordig, naar<br />
‘weinig <strong>en</strong> concreet’, aldus Dijsselbloem.<br />
Als het aan de commissie ligt, houd<strong>en</strong><br />
bijzondere schol<strong>en</strong> ook de vrijheid om het<br />
onderwijs in te kleur<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstig<br />
hun eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbeschouwelijke w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />
Deze uitspraak was geruststell<strong>en</strong>d <strong>voor</strong> de<br />
confessionel<strong>en</strong> (‘Dijsselbloem <strong>voor</strong> onderwijsvrijheid’,<br />
Reformatorisch dagblad 18<br />
april 2008).<br />
E<strong>en</strong> sceptische reactie van hoogleraar<br />
Jaap Dronkers op het rapport van de<br />
Commissie Dijsselbloem is te lez<strong>en</strong> in<br />
Het Onderwijsblad van 8 maart 2008<br />
(p. 22-23). Dronkers, verbond<strong>en</strong> aan het<br />
European University Institute in Flor<strong>en</strong>ce,<br />
is van m<strong>en</strong>ing dat de commissie door te<br />
focuss<strong>en</strong> op de mislukte onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
in plaats van op de sterke <strong>en</strong><br />
zwakke kant<strong>en</strong> van het onderwijs, belangrijke<br />
zak<strong>en</strong> niet of onvoldo<strong>en</strong>de aan de<br />
orde laat kom<strong>en</strong>. Hij vindt bij<strong>voor</strong>beeld dat<br />
er e<strong>en</strong> lijst geleverd had moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
van af te schaff<strong>en</strong> wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> regeling<strong>en</strong>.<br />
Tegelijkertijd stelt hij vast dat lerar<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
schoolbestur<strong>en</strong> niet alle keuzes w<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
te mak<strong>en</strong> over het ‘hoe’. E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d kritiekpunt<br />
is dat de commissie, door zich te<br />
conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>,<br />
de belangrijkste verandering van het<br />
onderwijs heeft gemist: de machtsovername<br />
door de koepelorganisaties <strong>en</strong> de grote<br />
schoolbestur<strong>en</strong>. Zij zijn volg<strong>en</strong>s Dronkers<br />
de echte eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van het <strong>Nederlands</strong>e<br />
onderwijs.<br />
De vaste commissie <strong>voor</strong> Onderwijs,<br />
Cultuur <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap heeft de commissie<br />
om e<strong>en</strong> reactie gevraagd op de stellingnames<br />
van professor Dronkers <strong>en</strong> professor<br />
Bosker (Financieel Dagblad 19 februari<br />
2008), inhoud<strong>en</strong>d dat de achteruitgang in<br />
het niveau van rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> taal niet te<br />
wijt<strong>en</strong> is aan de onderwijsvernieuwing<strong>en</strong><br />
of de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aandacht <strong>voor</strong> ‘zachte’<br />
vaardighed<strong>en</strong>, maar dat de bewindslied<strong>en</strong><br />
in het verled<strong>en</strong> het toezicht op het schoolonderzoek<br />
hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> versloff<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
c<strong>en</strong>traal exam<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verzwakt, <strong>en</strong><br />
dat m<strong>en</strong> op school de basisvaardighed<strong>en</strong><br />
taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> moet ler<strong>en</strong>. Wat dit laatste<br />
betreft hebb<strong>en</strong> de bewindslied<strong>en</strong> van<br />
OCW de Kamer inmiddels lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, in<br />
reactie op het advies van de commissie<br />
Meijerink over het rek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> taalonderwijs,<br />
de kom<strong>en</strong>de drie jaar 115 miljo<strong>en</strong> uit te<br />
NTOR 2 - juni 2008 147
trekk<strong>en</strong> om onder meer nieuwe toets<strong>en</strong> te<br />
ontwikkel<strong>en</strong> <strong>voor</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> taal <strong>en</strong> vast<br />
te legg<strong>en</strong> wat leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>. Ook will<strong>en</strong> de bewindslied<strong>en</strong><br />
verplicht c<strong>en</strong>trale examinering van de taal<strong>en</strong><br />
rek<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis op middelbare schol<strong>en</strong>. Zij<br />
hop<strong>en</strong> op structurele verbetering<strong>en</strong> in het<br />
taal- <strong>en</strong> rek<strong>en</strong>niveau vanaf 2012. Binn<strong>en</strong><br />
twee jaar moet<strong>en</strong> de eerste resultat<strong>en</strong><br />
zichtbaar zijn.<br />
Anderzijds heeft staatssecretaris Dijksma<br />
de Kamer lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> het advies van<br />
de Commissie Dijsselbloem om toets<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> aan het begin van<br />
de basisschool verplicht in te voer<strong>en</strong>, niet<br />
over te nem<strong>en</strong>. Zij wil ge<strong>en</strong> toetscultuur<br />
<strong>en</strong> toets<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in haar optiek met<br />
name gericht zijn op verbetering van het<br />
onderwijs.<br />
van de staatssecretaris op de Kamervrag<strong>en</strong><br />
die op 8 april 2008 door twee SP-led<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d: ‘Voor het PO is er op dit<br />
mom<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong> beoordelingskader <strong>voor</strong> de<br />
omvang van het eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>. De interpretatie<br />
dat basisschol<strong>en</strong> over riante eig<strong>en</strong><br />
vermog<strong>en</strong>s beschikk<strong>en</strong> deel ik [staatssecretaris<br />
Dijksma, ML] dan ook niet. Om te<br />
kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> of de omvang van het<br />
eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong> hoog, laag of adequaat is<br />
laat ik op dit mom<strong>en</strong>t onderzoek uitvoer<strong>en</strong><br />
door PriceWaterhouseCoopers. In juni zal<br />
ik u daarover informer<strong>en</strong>.’ Uit het artikel<br />
in het Onderwijsblad komt ook naar vor<strong>en</strong><br />
dat bestur<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over vermog<strong>en</strong><br />
dat niet is opgebouwd uit bekostiging door<br />
de overheid. Het is niet aan de overheid<br />
om te bepal<strong>en</strong> waar dit vermog<strong>en</strong> aan<br />
wordt besteed, aldus de bewindsvrouw.<br />
Vermog<strong>en</strong>spositie basisschol<strong>en</strong><br />
Lerar<strong>en</strong><br />
Neg<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t van alle basisschol<strong>en</strong> is<br />
zeer welvar<strong>en</strong>d. Het ‘armoedegevoel’ dat<br />
vaak op basisschol<strong>en</strong> bij ouders, lerar<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> soms zelfs directies leeft, is misplaatst.<br />
Vrijwel alle schoolbestur<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong><br />
over forse reserves. Dat blijkt uit e<strong>en</strong> analyse<br />
van de financiële gegev<strong>en</strong>s van ruim<br />
1200 schoolbestur<strong>en</strong> die op 5 april 2008<br />
in het Onderwijsblad van de Algem<strong>en</strong>e<br />
Onderwijsbond is versch<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daarin<br />
staat ook e<strong>en</strong> lijst met de ti<strong>en</strong> rijkste schol<strong>en</strong>.<br />
Moeilijker bleek het om arme schol<strong>en</strong><br />
te vind<strong>en</strong>: daarvan werd e<strong>en</strong> top vijf gepubliceerd.<br />
Het ministerie van OCW kondigde eerder,<br />
op 12 februari 2008, per brief aan dat op<br />
basis van nader onderzoek e<strong>en</strong> beoordelingskader<br />
zou word<strong>en</strong> opgesteld <strong>voor</strong><br />
de beoordeling van de reservepositie van<br />
schoolbestur<strong>en</strong> in het primair onderwijs<br />
(Tweede Kamer 2007-2008, 31 293 nr. 4).<br />
Daar lijkt het Onderwijsblad nu dus op <strong>voor</strong>uit<br />
te lop<strong>en</strong>. Aldus luidde ook het antwoord<br />
De positie van de leraar binn<strong>en</strong> het onderwijsbestel<br />
én di<strong>en</strong>s inkom<strong>en</strong>spositie staan<br />
de laatste maand<strong>en</strong> in het c<strong>en</strong>trum van<br />
de belangstelling. Plasterk heeft na zijn<br />
aantred<strong>en</strong> als minister onmiddellijk actie<br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op het lerar<strong>en</strong>dossier. Op zijn<br />
verzoek heeft de Commissie Lerar<strong>en</strong> onder<br />
<strong>voor</strong>zitterschap van Alexander Rinnooy<br />
Kan in september 2007 het rapport<br />
LeerKracht uitgebracht. Daarin zijn drie<br />
c<strong>en</strong>trale thema’s uitgewerkt: de aanpak<br />
van het lerar<strong>en</strong>tekort, de positie van de<br />
leraar <strong>en</strong> de kwaliteit van de leraar. Op<br />
basis van dit rapport heeft de minister het<br />
Actieplan Leerkracht uitgebracht, waarin<br />
maatregel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangekondigd om<br />
het beroep van leraar aantrekkelijker <strong>en</strong><br />
kwalitatief beter te mak<strong>en</strong>.<br />
De minister wil doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong> zich<br />
verder te schol<strong>en</strong>. In februari lanceerd<strong>en</strong><br />
de Utrechtse hogeschool <strong>en</strong> universiteit in<br />
dat kader e<strong>en</strong> nieuwe academische lerar<strong>en</strong>opleiding<br />
<strong>voor</strong> de basisschool.<br />
148 NTOR 2 - juni 2008
Op 16 april 2008 maakt<strong>en</strong> de media bek<strong>en</strong>d<br />
dat minister Plasterk <strong>en</strong> de sociale partners<br />
in het onderwijs sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> akkoord<br />
hadd<strong>en</strong> bereikt over e<strong>en</strong> betere beloning,<br />
minder werkdruk, meer scholingsmogelijkhed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> meer zegg<strong>en</strong>schap <strong>voor</strong> lerar<strong>en</strong><br />
in het hele onderwijs.<br />
Dit pakket maatregel<strong>en</strong> moet er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong><br />
dat meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> baan in<br />
het onderwijs <strong>en</strong> dat lerar<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong><br />
blijv<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het onderwijs. Met de uitvoering<br />
van het Conv<strong>en</strong>ant Leerkracht van<br />
Nederland is uiteindelijk e<strong>en</strong> bedrag van<br />
ruim 1 miljard euro per jaar gemoeid. Het<br />
grootste deel daarvan gaat naar de carrièremogelijkhed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de verhoging van het<br />
salaris van lerar<strong>en</strong>. Deze verhoging, variër<strong>en</strong>d<br />
van e<strong>en</strong> paar ti<strong>en</strong>tjes tot <strong>en</strong>kele honderd<strong>en</strong><br />
euro’s per maand, komt bov<strong>en</strong>op<br />
de algem<strong>en</strong>e cao-ontwikkeling. Daarnaast<br />
komt er e<strong>en</strong> scholingsfonds <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere<br />
positie van lerar<strong>en</strong>. Partij<strong>en</strong> gaan het<br />
akkoord nu <strong>voor</strong>legg<strong>en</strong> aan hun achterban<br />
(Nieuwsbericht OCW 18 april 2008).<br />
Van e<strong>en</strong> wat andere orde is de belangstelling<br />
die Vinc<strong>en</strong>t Hunink aan de dag legt in<br />
zijn bijdrage: ‘Met hart <strong>en</strong> ziel. Augustinus<br />
over onderwijs’ in het blad Strev<strong>en</strong> (75<br />
2008 nr. 3, p. 195-203). Daarin stelt de<br />
auteur dat onderwijsproblem<strong>en</strong> van alle<br />
tijd<strong>en</strong> zijn: ook in de Oudheid werd er druk<br />
over nagedacht. De vierde-eeuwse kerkvader<br />
Augustinus gaat in e<strong>en</strong> traktaat over<br />
geloofsonderwijs <strong>voor</strong> beginners uitvoerig<br />
in op onderwijskundige vrag<strong>en</strong>. Daarbij<br />
richt hij zich op de rol <strong>en</strong> houding van<br />
de leraar. Liefde <strong>en</strong> bevlog<strong>en</strong>heid van de<br />
leraar zijn ess<strong>en</strong>tieel <strong>voor</strong> goed onderwijs.<br />
Augustinus suggesties lijk<strong>en</strong> ook in de<br />
e<strong>en</strong><strong>en</strong>twintigste eeuw relevant, zo luidt<br />
Huninks opvatting.<br />
Onderwijsraad<br />
In Nieuwsbrief 21 van de Onderwijsraad<br />
(maart 2008) maakt de raad melding<br />
van het debat dat is losgebarst<strong>en</strong> na<br />
het verschijn<strong>en</strong> van het eindrapport van<br />
de Commissie Parlem<strong>en</strong>tair Onderzoek<br />
Onderwijsvernieuwing<strong>en</strong>. De commissie<br />
onderzocht <strong>voor</strong>al vernieuwing<strong>en</strong> uit de<br />
jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig: de basisvorming, de tweede<br />
fase <strong>en</strong> het vmbo (<strong>voor</strong>bereid<strong>en</strong>d middelbaar<br />
beroepsonderwijs). In haar rapport<br />
doet de commissie diverse aanbeveling<strong>en</strong>,<br />
onder andere gericht op de inhoud van<br />
het onderwijs, het bewak<strong>en</strong> van kwaliteit<br />
<strong>en</strong> het organiser<strong>en</strong> van toezicht. Zij haalt<br />
daarbij regelmatig adviez<strong>en</strong> uit de afgelop<strong>en</strong><br />
ti<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> van de Onderwijsraad aan.<br />
Informatie over de analyses <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />
van de Onderwijsraad over deze<br />
thema’s, is te vind<strong>en</strong> op de website van<br />
de raad. In de Nieuwsbrief word<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
onderwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de achtergrondinformatie<br />
al aangehaald. Allereerst<br />
met betrekking tot het vaststell<strong>en</strong> van de<br />
inhoud van het onderwijs.<br />
De commissie pleit <strong>voor</strong> het invoer<strong>en</strong><br />
van leerstandaard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>/wiskunde<br />
<strong>en</strong> <strong>Nederlands</strong>. De Onderwijsraad<br />
heeft hier ti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> <strong>voor</strong> gepleit in<br />
zijn advies Zeker wet<strong>en</strong> (1999). Daarnaast<br />
kwam het <strong>en</strong>erzijds op hoofdlijn<strong>en</strong> vastlegg<strong>en</strong><br />
van noodzakelijke k<strong>en</strong>nis van maatschappelijke<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> in historisch<br />
perspectief (canonisering) <strong>en</strong> het anderzijds<br />
zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> balans tuss<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />
<strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> onder meer aan de<br />
orde in De stand van educatief Nederland<br />
(2005) <strong>en</strong> Versteviging van k<strong>en</strong>nis in het<br />
onderwijs (2006).<br />
Met betrekking tot het onderwerp Met<strong>en</strong><br />
van de kwaliteit door middel van exam<strong>en</strong>s,<br />
toets<strong>en</strong> <strong>en</strong> peiling<strong>en</strong> stelt de commissie<br />
<strong>voor</strong> om schoolexam<strong>en</strong>s te objectiver<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
om comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> schoolexam<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
NTOR 2 - juni 2008 149
c<strong>en</strong>traal eindexam<strong>en</strong> niet meer mogelijk te<br />
mak<strong>en</strong>. Ook pleit zij <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> nationale<br />
monitor onderwijspeiling<strong>en</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld<br />
het advies Examinering: draagvlak <strong>en</strong> toegankelijkheid<br />
(2006) geeft e<strong>en</strong> beeld van<br />
de visie van de Onderwijsraad op deze<br />
problematiek.<br />
Het onderwerp Toezicht houd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
handhav<strong>en</strong> kwam aan bod in het advies<br />
Deugdelijk toezicht (1999). De raad stond<br />
stil bij het toetsingskader van de Inspectie<br />
<strong>en</strong> de rol van de Tweede Kamer hierbij.<br />
Rec<strong>en</strong>tere adviez<strong>en</strong> over dit onderwerp<br />
zijn bij<strong>voor</strong>beeld Doortast<strong>en</strong>d onderwijstoezicht<br />
(2006) <strong>en</strong> Degelijk onderwijsbestuur<br />
(2004).<br />
Aangaande Rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> faciliteit<strong>en</strong><br />
is de raad ev<strong>en</strong>als de commissie van<br />
m<strong>en</strong>ing dat er - <strong>voor</strong>dat er tot grootschalige<br />
onderwijsvernieuwing wordt overgegaan<br />
- meer onderzoek gedaan moet word<strong>en</strong><br />
naar de werking van deze vernieuwing<strong>en</strong>.<br />
In Naar evid<strong>en</strong>ce based onderwijs<br />
(2006) staat dit beschrev<strong>en</strong>. Als het gaat<br />
om het <strong>voor</strong>stel van de commissie over<br />
het bied<strong>en</strong> van inzicht in welk deel van<br />
het schoolbudget direct t<strong>en</strong> goede komt<br />
aan het primair onderwijsproces, dan is<br />
de verk<strong>en</strong>ning van de Onderwijsraad over<br />
Bureaucratisering in het onderwijs (2004)<br />
e<strong>en</strong> interessant stuk om nader te bekijk<strong>en</strong>.<br />
In Variëteit in schaal (2005) gaat de raad in<br />
op de m<strong>en</strong>selijke maat van schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelt<br />
hij e<strong>en</strong> fusietoets <strong>voor</strong>. De Commissie, zo<br />
stelt de raad vast, beveelt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan<br />
de m<strong>en</strong>selijke maat als uitgangspunt te<br />
nem<strong>en</strong> bij de beoordeling van verdere<br />
fusies.<br />
De conclusie die de raad zelf lijkt te<br />
trekk<strong>en</strong> in deze Nieuwsbrief is dat de<br />
Onderwijsraad in het ingewikkelde onderwijsland<br />
e<strong>en</strong> gidsfunctie vervult <strong>en</strong> in<br />
m<strong>en</strong>ig opzicht <strong>voor</strong> de troep<strong>en</strong> uitloopt.<br />
Dat daarmee de aanbeveling<strong>en</strong> van de<br />
Commissie Dijsselbloem <strong>en</strong>igszins e<strong>en</strong><br />
‘niets nieuws onder de zon’ gehalte krijg<strong>en</strong><br />
lijkt slechts e<strong>en</strong> extra aansporing om serieus<br />
k<strong>en</strong>nis te nem<strong>en</strong> van het omvangrijke<br />
werk van de Onderwijsraad.<br />
E<strong>en</strong> officiële beschrijving van de uitgebrachte<br />
adviez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de doorwerking<br />
in beleidsplann<strong>en</strong> is neergelegd in het<br />
Jaarboek Onderwijsraad 2007 dat op 7<br />
april 2008 is aangebod<strong>en</strong> aan de Tweede<br />
Kamer. In dat boek word<strong>en</strong> drie actuele<br />
stelling<strong>en</strong> over onderwijs besprok<strong>en</strong> aan<br />
de hand van relevante raadsadviez<strong>en</strong> uit<br />
het afgelop<strong>en</strong> jaar, mét de reacties van<br />
de bewindslied<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> interpretatie van<br />
reacties van andere betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Particulier onderwijs <strong>en</strong> thuisonderwijs<br />
Met haar brief d.d. 28 maart 2008 gaf<br />
staatssecretaris Dijksma de beleidsreactie<br />
weer naar aanleiding van het verslag<br />
van het onderzoek naar particuliere schol<strong>en</strong><br />
dat zij 18 januari 2008 (Kamerstuk<br />
2007-2008, 30652, nr. 15) aan de Tweede<br />
Kamer zond. Daarnaast informeerde zij de<br />
Kamer over de <strong>voor</strong>nem<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />
van het thuisonderwijs. Zie hier<strong>voor</strong> ook<br />
de rubriek Stand van wetgeving.<br />
Het onderzoek naar particuliere B3 schol<strong>en</strong><br />
startte naar aanleiding van de behandeling<br />
van het wets<strong>voor</strong>stel tot wijziging van de<br />
Leerplichtwet 1969 dat op 27 maart 2007<br />
plaatsvond (zie ook Tweede Kamer, vergaderjaar<br />
2006-2007, 30652, nr. 14). Het<br />
onderzoek laat zi<strong>en</strong> dat het aantal leerling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> in de afgelop<strong>en</strong> twee jaar<br />
stabiel is geblev<strong>en</strong>. Ongeveer 0.04 proc<strong>en</strong>t<br />
van het aantal leerling<strong>en</strong> in Nederland volgt<br />
onderwijs aan e<strong>en</strong> particuliere B3-school.<br />
Er zijn ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> dat het aantal<br />
leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de zou zijn.<br />
Hoewel het totaal aantal schol<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong><br />
met 2005 stabiel is geblev<strong>en</strong>, blijkt<br />
wel e<strong>en</strong> verschuiving plaats te vind<strong>en</strong> naar<br />
150 NTOR 2 - juni 2008
meer traditionele schol<strong>en</strong>. Het aandeel van<br />
de traditionele schol<strong>en</strong> nam sinds 2005<br />
toe met zev<strong>en</strong> schol<strong>en</strong>, terwijl het aantal<br />
vernieuw<strong>en</strong>de schol<strong>en</strong> daalde met zev<strong>en</strong><br />
schol<strong>en</strong>. De staatssecretaris gaf aan dat<br />
het haar ambitie was er<strong>voor</strong> te zorg<strong>en</strong> dat<br />
alle kinder<strong>en</strong>, ook kinder<strong>en</strong> die speciale<br />
zorg of extra aandacht nodig hebb<strong>en</strong>, hun<br />
tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> optimaal kunn<strong>en</strong> ontplooi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
het bekostigde onderwijs.<br />
Haar conclusie luidt dat de bevinding<strong>en</strong><br />
in het rapport ge<strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong> tot<br />
nieuw beleid t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van particuliere<br />
schol<strong>en</strong>. Verder acht zij de onderwijskwaliteit<br />
binn<strong>en</strong> het particulier onderwijs<br />
met de wijziging van de Leerplichtwet <strong>en</strong><br />
het toezicht van de inspectie voldo<strong>en</strong>de<br />
gewaarborgd. Wel acht zij het van belang<br />
dat de ontwikkeling<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het particulier<br />
onderwijs op het vlak van onder<br />
meer leerling<strong>en</strong>aantall<strong>en</strong>, ouderbijdrage<br />
<strong>en</strong> keuzemotiev<strong>en</strong> van ouders ook in de<br />
toekomst goed word<strong>en</strong> gevolgd. Teg<strong>en</strong><br />
deze achtergrond zal zij opdracht verl<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
om in 2010 e<strong>en</strong> vergelijkbaar onderzoek<br />
uit te voer<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het thuisonderwijs meldde<br />
Dijksma dat in Nederland het afgelop<strong>en</strong><br />
jaar in totaal 170 kinder<strong>en</strong> vrijgesteld<br />
war<strong>en</strong> van de leerplicht op grond van<br />
e<strong>en</strong> richtingsbezwaar. Het aantal op deze<br />
grond vrijgestelde kinder<strong>en</strong> is in de afgelop<strong>en</strong><br />
jar<strong>en</strong> vrijwel constant <strong>en</strong> er zijn<br />
ge<strong>en</strong> signal<strong>en</strong> dat dit aantal substantieel<br />
to<strong>en</strong>eemt. Er is ge<strong>en</strong> betrouwbaar onderzoek<br />
beschikbaar naar de kwaliteit van het<br />
thuisonderwijs in Nederland. Ev<strong>en</strong>min is<br />
onderzocht in hoeverre er kinder<strong>en</strong> zijn<br />
die op grond van e<strong>en</strong> richtingsbezwaar zijn<br />
vrijgesteld <strong>en</strong> die helemaal ge<strong>en</strong> onderwijs<br />
ontvang<strong>en</strong>. Wel is duidelijk dat de<br />
inrichting van het thuisonderwijs nogal<br />
uite<strong>en</strong>loopt. Het varieert van gestructureerde<br />
vorm<strong>en</strong> van onderwijs die lijk<strong>en</strong> op<br />
het lesprogramma van schoolonderwijs<br />
tot curriculumvrij onderwijs waarbij het<br />
kind zelf bepaalt wat het leert, aldus de<br />
bewindsvrouw. Om e<strong>en</strong> goede afweging te<br />
kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> (t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de noodzaak<br />
tot het nem<strong>en</strong> van wettelijke maatregel<strong>en</strong><br />
of andersoortige maatregel<strong>en</strong>) acht<br />
ze het van belang om e<strong>en</strong> beter beeld te<br />
krijg<strong>en</strong> van de situatie in het <strong>Nederlands</strong>e<br />
thuisonderwijs. Daarom kondigt ze aan<br />
e<strong>en</strong> onderzoek te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> naar<br />
de wijze waarop in Nederland invulling<br />
wordt gegev<strong>en</strong> aan het thuisonderwijs. Na<br />
het zomerreces wordt de Kamer daarover<br />
geïnformeerd.<br />
Vrijheid van onderwijs<br />
De vrijheid van onderwijs kwam de afgelop<strong>en</strong><br />
periode weer e<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> expliciet<br />
aan de orde. Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> commissievergadering<br />
over witte <strong>en</strong> zwarte basisschol<strong>en</strong><br />
beloofde staatssecretaris Dijksma niet te<br />
kom<strong>en</strong> met <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> die strijd<strong>en</strong> met<br />
het grondwetsartikel over de vrijheid van<br />
onderwijs. Terwijl de bewindsvrouw ervan<br />
overtuigd is dat gem<strong>en</strong>gde schol<strong>en</strong> goed<br />
zijn <strong>voor</strong> verbetering van de leerprestaties<br />
van allochtone leerling<strong>en</strong> acht ze de vrijheid<br />
van onderwijs heilig bij maatregel<strong>en</strong><br />
om segregatie teg<strong>en</strong> te gaan. Wel word<strong>en</strong><br />
in <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> proev<strong>en</strong><br />
gestart om te bezi<strong>en</strong> welke maatregel<strong>en</strong><br />
het meest effectief zijn om zwarte basisschol<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong> te gaan. Het werk<strong>en</strong> met<br />
twee wachtlijst<strong>en</strong>, één <strong>voor</strong> allochtone <strong>en</strong><br />
één <strong>voor</strong> autochtone kinder<strong>en</strong>, behoort<br />
tot de mogelijkhed<strong>en</strong> (Reformatorisch<br />
Dagblad 20 maart 2008).<br />
De vrijheid van onderwijs vormt ook <strong>voor</strong><br />
de per 1 mei aantred<strong>en</strong>de directeur van de<br />
Bestur<strong>en</strong>raad (de koepelorganisatie van het<br />
protestants-christelijk onderwijs), dr. W.<br />
Kuiper, e<strong>en</strong> kernpunt. Het rapport van de<br />
Commissie Dijsselbloem heeft het belang<br />
NTOR 2 - juni 2008 151
van de vrijheid van onderwijs duidelijk<br />
neergezet, zo me<strong>en</strong>t hij (Reformatorisch<br />
Dagblad 29 februari 2008).<br />
Hij ziet bezinning op de verhouding tuss<strong>en</strong><br />
overheid <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> van de belangrijkste<br />
aandachtspunt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de kom<strong>en</strong>de<br />
tijd. Er moet <strong>voor</strong> gezorgd word<strong>en</strong> dat de<br />
schol<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de ruimte houd<strong>en</strong>, dat er<br />
ruim baan is <strong>voor</strong> de professionals. Dat is<br />
volg<strong>en</strong>s hem juist ook belangrijk omdat<br />
het rapport helder laat zi<strong>en</strong> dat de overheidssturing<br />
de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> niet echt<br />
goed is uitgepakt. E<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> waarom<br />
Kuiper de vrijheid van onderwijs als<br />
speerpunt ziet is dat de artikel 23-discussie<br />
ev<strong>en</strong> geluwd is, maar zo weer kan oplaai<strong>en</strong>.<br />
Hij stelt: We moet<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> wak<strong>en</strong> dat<br />
de onderwijsvrijheid recht overeind blijft,<br />
in het belang van christelijke schol<strong>en</strong>. Ze<br />
lever<strong>en</strong> kwalitatief goed werk, zijn schol<strong>en</strong><br />
van de ouders <strong>en</strong> spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />
rol in de geloofsoverdracht.<br />
<strong>Nederlands</strong>e Ver<strong>en</strong>iging <strong>voor</strong><br />
Onderwijsrecht (NVOR)<br />
Studiemiddag Commissie Dijssel bloem<br />
In september/oktober vindt e<strong>en</strong> studiemiddag<br />
plaats onder auspiciën van NVOR over<br />
het rapport van de Commissie Dijsselbloem<br />
<strong>en</strong> deelrapport<strong>en</strong>. Voor nadere informatie:<br />
zie www.vornederland.nl.<br />
Jaarvergadering <strong>en</strong> symposium<br />
De jaarvergadering <strong>en</strong> het symposium van<br />
de ver<strong>en</strong>iging staan gepland <strong>voor</strong> vrijdag<br />
12 december 2008 te Utrecht. Het thema<br />
richt zich op de kwaliteit van het onderwijs<br />
in relatie tot het (interne) toezicht dat het<br />
schoolbestuur moet organiser<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wel<br />
teg<strong>en</strong> de achtergrond van de terugtred<strong>en</strong>de<br />
onderwijsinspectie. Aan de orde<br />
komt het juridisch instrum<strong>en</strong>tarium dat<br />
het schoolbestuur nodig heeft om deze<br />
opdracht te vervull<strong>en</strong>. De kwestie van de<br />
zeer zwakke schol<strong>en</strong> komt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan<br />
bod: hoe gaat de overheid hier mee om <strong>en</strong><br />
wat kan het schoolbestuur do<strong>en</strong> aan het<br />
verbeter<strong>en</strong> van de onderwijskwaliteit (o.a.<br />
onderwijstijd, onderwijsovere<strong>en</strong>komst,<br />
examinering, klachtrecht, omgaan met<br />
schoolverzuim).<br />
Twee preadviseurs word<strong>en</strong> uitg<strong>en</strong>odigd<br />
hun licht te lat<strong>en</strong> schijn<strong>en</strong> over het thema.<br />
Het eerste preadvies heeft tot onderwerp:<br />
Juridische instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met het oog op<br />
het intern handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> van<br />
de onderwijskwaliteit. In het tweede staat<br />
de ‘Juridische positie van de zeer zwakke<br />
school bezi<strong>en</strong> vanuit overheid <strong>en</strong> schoolbestuur’<br />
c<strong>en</strong>traal.<br />
Nam<strong>en</strong> van preadviseurs <strong>en</strong> plaats van<br />
handeling word<strong>en</strong> (ook) in de volg<strong>en</strong>de<br />
aflevering van deze rubriek bek<strong>en</strong>d<br />
gemaakt. Het is wel al mogelijk uw belangstelling<br />
k<strong>en</strong>baar te mak<strong>en</strong> aan de secretaris<br />
van de NVOR (zie: www. vornederland.<br />
nl).<br />
Symposium medezegg<strong>en</strong>schap<br />
De <strong>Nederlands</strong>e Ver<strong>en</strong>iging <strong>voor</strong><br />
Onderwijsrecht organiseerde op 4 juni<br />
2008, in sam<strong>en</strong>werking met Van Doorne<br />
Advocat<strong>en</strong> <strong>en</strong> notariss<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> symposium<br />
over de rol van de (G)MR in nieuwe<br />
bestuurlijke verhouding<strong>en</strong>.<br />
Hoofdthema was de rol <strong>en</strong> invloed van<br />
de (g)mr in nieuwe bestuurlijke verhouding<strong>en</strong>.<br />
Aangehaakt werd bij het – als<br />
het goed is dan versch<strong>en</strong><strong>en</strong>- wets<strong>voor</strong>stel<br />
goed bestuur po/vo. De (G)mr krijgt<br />
door het governancebeleid e<strong>en</strong> rol in het<br />
spel van ‘checks and balances’ rond het<br />
bestuur van de rechtspersoon <strong>en</strong> zak<strong>en</strong><br />
zoals horizontale verantwoording.<br />
C<strong>en</strong>trale vraag was vervolg<strong>en</strong>s: kan <strong>en</strong><br />
moet de (g)mr e<strong>en</strong> countervailing<br />
power zijn t<strong>en</strong> opzichte van het bestuur/<br />
RvT of juist niet (‘de mr als toezichthouder<br />
op de toezichthouder’)? Wat zou de ver-<br />
152 NTOR 2 - juni 2008
houding moet<strong>en</strong> zijn t<strong>en</strong> opzichte van die<br />
partij<strong>en</strong>? En zijn er verschill<strong>en</strong> (groot/klein<br />
bestuur/po of vo/op<strong>en</strong>baar of bijzonder)?<br />
Signalering boek<strong>en</strong>/<strong>tijdschrift</strong>artikel<strong>en</strong><br />
- D. M<strong>en</strong>tink, Kwetsbaar <strong>onderwijsrecht</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>onderwijsbeleid</strong>; Jaarrede van de <strong>voor</strong>zitter<br />
van de <strong>Nederlands</strong>e Ver<strong>en</strong>iging<br />
<strong>voor</strong> Onderwijsrecht, School <strong>en</strong> Wet<br />
2008, nr. 1, p. 4-9.<br />
- C.W. Noorlander, Zorgplicht<strong>en</strong> in de<br />
<strong>Nederlands</strong>e onderwijswetgeving; Op<br />
zoek naar e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige sturing<br />
van de <strong>Nederlands</strong>e onderwijssector,<br />
School <strong>en</strong> Wet 2008, nr. 2, p. 5-11.<br />
- J. Sperling, Vrijheid van onderwijs: e<strong>en</strong><br />
politieke illusie, School <strong>en</strong> Wet 2008,<br />
nr. 2, p. 12-15.<br />
- C.A.M. van Vught, De maatschappelijke<br />
onderneming als rechtsvorm in het<br />
onderwijs, School <strong>en</strong> Wet 2008, nr. 1, p.<br />
10-16.<br />
M.T.A.B.L.<br />
NTOR 2 - juni 2008 153
Advies&Educatie<br />
VAKTIJDSCHRIFT VOOR ONDERWIJSADVISEURS,<br />
SCHOOLLEIDERS EN INTERN ADVISEURS<br />
Vak<strong>tijdschrift</strong> Advies&Educatie is e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tzetting van School&Begeleiding.<br />
Voor <strong>en</strong> door professionals op het gebied van onderwijsadvies.<br />
Advies&Educatie is bedoeld <strong>voor</strong> onderwijsadviseurs, schoolleiders <strong>en</strong><br />
intern adviseurs.<br />
Wat biedt Advies&Educatie?<br />
Advies&Educatie biedt in de eerste<br />
plaats verdiep<strong>en</strong>de artikel<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast biedt het<br />
vak<strong>tijdschrift</strong> praktische<br />
informatie <strong>en</strong> achtergrondartikel<strong>en</strong><br />
over het vak van<br />
onderwijsadviseur <strong>en</strong> ‘good od<br />
practices’ op het gebied van<br />
onderwijsvernieuwing <strong>en</strong><br />
-verbetering.<br />
Vraag<br />
e<strong>en</strong> gratis<br />
proefnummer<br />
aan!<br />
Let op! B<strong>en</strong>t u lid van<br />
EDv<strong>en</strong>ture? Bij het<br />
afsluit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
jaarabonnem<strong>en</strong>t<br />
ontvangt u maar<br />
liefst 20% korting.<br />
Hoofdredacteur: R. Gorter<br />
Redactie: D. Janson, R. te Loo, W. Meijer <strong>en</strong> E. Vercamm<strong>en</strong><br />
Prijs jaarabonnem<strong>en</strong>t: € 90,– (excl. btw)<br />
Bestelcode jaarabonnem<strong>en</strong>t: TSAE<br />
Bestelcode gratis proefnummer: TSAEPRF
Mis niets van de laatste ontwikkeling<strong>en</strong>!<br />
Met het Handboek WMS…<br />
De Wet medezegg<strong>en</strong>schap op schol<strong>en</strong> (WMS) is in<br />
werking getred<strong>en</strong>. B<strong>en</strong>t u volledig geïnformeerd?<br />
Met het Handboek Wet medezegg<strong>en</strong>schap op schol<strong>en</strong><br />
mist u niets van de laatste ontwikkeling<strong>en</strong>!<br />
In het thematische <strong>en</strong> actuele handboek vindt u alles over de<br />
wet WMS, waaronder:<br />
• E<strong>en</strong> praktische artikelsgewijze toelichting bij de Wet medezegg<strong>en</strong><br />
schap op schol<strong>en</strong>.<br />
• Handreiking<strong>en</strong> hoe om te gaan met de verandering<strong>en</strong> die het<br />
gevolg zijn van de invoering van de WMS.<br />
• Handvatt<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het creër<strong>en</strong> van <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
optimaal functioner<strong>en</strong>de (G)MR.<br />
• Praktische informatie over de bevoegdhed<strong>en</strong> van (G)MR’<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bov<strong>en</strong>schoolse <strong>en</strong> bestuurlijke besluitvorming.<br />
• Informatie over professionalisering van de medezegg<strong>en</strong>schap<br />
op schol<strong>en</strong>.<br />
• Lexicon van de WMS <strong>en</strong> de praktijk van de medezegg<strong>en</strong> schap.<br />
• De geschill<strong>en</strong>regeling, modelreglem<strong>en</strong>t & -statuut.<br />
Redactie: dr. F.C.G. Smit, mr. C.A.M. van Vught,<br />
mr. A. Cluitmans <strong>en</strong> H. Jans<strong>en</strong><br />
Bestelcode: WMSHW, WMS<br />
Prijs hoofdwerk: € 120,– (excl. btw)<br />
Prijs per pagina: € 0,43<br />
Bestel via www.sdu.nl/onderwijs<br />
mail naar sdu@sdu.nl<br />
of bel (070) 378 98 80<br />
Ook verkrijgbaar via de boekhandel